Aacifemine 2 mg

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Aacifemine 2 mg tabletten
Estriol
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit medicijn gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Aacifemine en waarvoor wordt dit medicijn ingenomen?
2. Wanneer mag u dit medicijn niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u dit medicijn in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit medicijn?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Aacifemine en waarvoor wordt dit medicijn ingenomen?
Aacifemine is een geneesmiddel voor hormoonsuppletietherapie (HST). Het bevat het vrouwelijke
hormoon estriol (een oestrogeen). Wordt vooral gebruikt bij vrouwen na de overgang bij wie de laatste
natuurlijke menstruatie ten minste 12 maanden geleden plaatsvond.
Aacifemine wordt gebruikt voor:
Verlichten van de symptomen na de menopauze
Tijdens de menopauze neemt de hoeveelheid oestrogenen in het vrouwelijk lichaam sterk af. Als de
eierstokken chirurgisch worden verwijderd (ovariëctomie) vóór de menopauze, komt de daling van de
productie van oestrogeen zeer abrupt.
In veel gevallen kan de afname van de productie van oestrogeen leiden tot de bekende symptomen van
de overgang zoals opvliegers en nachtelijk zweten. Het gebrek aan oestrogeen tijdens de menopauze
kan ertoe leiden dat de vagina droger wordt, en dat de vaginawanden dunner worden. Hierdoor kan de
geslachtsgemeenschap pijnlijk zijn, en kunnen jeuk en vaginale infecties voorkomen. De
oestrogeendeficiëntie kan ook symptomen zoals urine-incontinentie en terugkerende cystitis
veroorzaken.
Aacifemine verlicht deze symptomen na de menopauze. Het kan enkele dagen of zelfs weken duren
voordat u een verbetering merkt. U krijgt Aacifemine alleen voorgeschreven als uw klachten belangrijke
beperkingen geven in het dagelijks functioneren.
Daarnaast kan Aacifemine ook worden voorgeschreven voor:
de behandeling van bepaalde vormen van onvruchtbaarheid
de verbetering van wondgenezing bij postmenopauzale vrouwen die een vaginale operatie
ondergaan;
het vergemakkelijken van de beoordeling van uitstrijkjes verzameld van alle vrouwen.
2.
Wanneer mag u dit medicijn niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Medische voorgeschiedenis en regelmatige controles
Het gebruik van hormoonsuppletietherapie (HST) gaat gepaard met risico's die moeten worden
1
meegewogen bij de beslissing om met het middel te beginnen of hiermee door te gaan.
De ervaring bij de behandeling van vrouwen met een vroegtijdige menopauze (door problemen met de
eierstokken of na een operatie) is beperkt. Als er bij u sprake is van een vroegtijdige menopauze,
kunnen de risico's van HST-gebruik anders zijn. Bespreek dit met uw arts.
Voordat een hormoonsuppletietherapie (HST) (opnieuw) wordt gestart, moet u uw arts op de hoogte
brengen van uw eigen medische voorgeschiedenis en die van uw naaste familieleden. Uw arts kan
besluiten een lichamelijk onderzoek uit te voeren. Dit kan een onderzoek van uw borsten zijn en/of een
inwendig onderzoek, indien nodig.
Tijdens de behandeling met Aacifemine moet u regelmatig voor controle naar uw arts (ten minste eens
per jaar). Bespreek tijdens deze controles met uw arts de voor- en nadelen van voortzetting van de
behandeling met Aacifemine.
Opteer voor een regelmatig screeningonderzoek, zoals aanbevolen door uw arts.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
Als een van de onderstaande situaties op u van toepassing is. Als u niet zeker bent over een van de
onderstaande punten,
overleg dan eerst met uw
arts voordat de behandeling met Aacifemine gestart
wordt.
U heeft borstkanker of heeft ooit
borstkanker
gehad, of u denkt dat u borstkanker zou kunnen
hebben.
U heeft
kanker die gevoelig is voor oestrogenen,
zoals endometriumkanker, of u denkt dat u
endometriumkanker zou kunnen hebben.
U heeft een
vaginale bloeding waarvan de oorzaak niet bekend is.
U heeft een
abnormale aangroei van uw baarmoederslijmvlies
(endometriumhyperplasie) en u wordt daarvoor nog niet behandeld.
U heeft een
bloedklonter in een ader
(trombose), zoals in de benen (diepe veneuze trombose) of
de longen (longembolie), of u heeft dat ooit gehad.
U heeft een
bloedstollingsstoornis
(zoals proteïne-C-, proteïne-S- of
antitrombinedeficiëntie).
U heeft een ziekte die wordt veroorzaakt door bloedklonters in de slagaders, zoals een
hartaanval, angina of beroerte,
of u heeft dat ooit gehad.
U heeft of heeft ooit een
leveraandoening
gehad en uw leverfunctiewaarden zijn niet
teruggekeerd naar normale waarden.
U heeft een zeldzame (erfelijke) bloedziekte genaamd ‘porfyrie’.
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6
van deze bijsluiter.
Als u een van de bovenstaande aandoeningen voor het eerst krijgt tijdens het gebruik van
Aacifemine, stop dan direct met het gebruik en neem onmiddellijk contact op met uw arts.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u Aacifemine gebruikt. Voordat u begint met de
behandeling, moet u uw arts op de hoogte brengen als u (ooit) last heeft (gehad) van een van de
volgende aandoeningen. Deze kunnen namelijk terugkeren of verergeren tijdens de behandeling met
Aacifemine. Als dat het geval is, moet u vaker langs uw arts voor controle:
vleesbomen in uw baarmoeder
aangroei van baarmoederslijmvlies buiten uw baarmoeder (endometriose) of een voorgeschiedenis
van abnormale aangroei van het baarmoederslijmvlies (endometriumhyperplasie)
verhoogd risico op bloedklonters (zie ‘Bloedstolsels in een ader (trombose)’)
verhoogd risico op een oestrogeengevoelige kanker (bijvoorbeeld wanneer uw moeder, zus of
grootmoeder borstkanker heeft gehad)
hoge bloeddruk
leverproblemen, zoals een goedaardige tumor in de lever
diabetes
2
galstenen
migraine of hevige hoofdpijn
een bepaalde aandoening van het afweersysteem die op veel plaatsen in het lichaam kan
voorkomen (systemische lupus erythematodes, SLE)
epilepsie
astma
aandoening van het trommelvlies en het gehoor (otosclerose)
vochtophoping als gevolg van hart- of nierproblemen
Stop het innemen van Aacifemine en raadpleeg onmiddellijk een arts:
Als een van de volgende situaties optreedt bij het nemen van HST:
als een van de aandoeningen die worden vermeld onder ‘Wanneer mag u dit middel niet
innemen?’ op u van toepassing is
als uw huid of het wit van uw ogen geel verkleurt (geelzucht) – dat kan wijzen op een
leveraandoening.
als uw bloeddruk plots stijgt (verschijnselen zijn onder andere hoofdpijn, vermoeidheid en
duizeligheid).
als u voor het eerst migraineachtige hoofdpijn krijgt.
als u zwanger wordt.
als u symptomen heeft die erop kunnen wijzen dat u een bloedklonter heeft zoals:
-
pijnlijke zwelling en roodheid van de benen
-
een plotse pijn op de borst
-
moeite met ademhalen
Voor meer informatie, zie ‘Bloedstolsels in een ader (trombose)’.
Waarschuwing:
Aacifemine is geen anticonceptiemiddel. Als u minder dan 12 maanden geleden nog
een menstruatie heeft gehad of als u jonger bent dan 50 jaar, kan het nog steeds nodig zijn om
anticonceptiemiddelen te gebruiken om zwangerschap te voorkomen. Vraag uw arts om advies.
HST en kanker
Abnormale aangroei en kanker van het baarmoederslijmvlies (endometriumhyperplasie en -
kanker)
Het gebruik van HST met alleen oestrogenen verhoogt het risico op abnormale verdikking van de
baarmoederwand en kanker van het baarmoederslijmvlies (endometriumhyperplasie en -kanker).
Door tenminste 12 dagen per 28-daagse cyclus een progestageen te gebruiken wordt u tegen dit extra
risico beschermd. Uw arts zal u een progestageen voorschrijven als u uw baarmoeder nog heeft. Is uw
baarmoeder verwijderd (hysterectomie)? Vraag uw arts dan of het veilig is om dit geneesmiddel zonder
progestageen te gebruiken.
Gemiddeld 5 op de 1000 vrouwen die hun baarmoeder nog hebben en geen HST gebruiken, krijgen
tussen de 50 en 65 jaar de diagnose endometriumkanker.
Onder vrouwen tussen de 50 en 65 jaar die hun baarmoeder nog hebben en HST met alleen oestrogenen
gebruiken, krijgen tussen de 10 en 60 vrouwen de diagnose endometriumkanker (d.w.z. tussen de 5 en
55 extra gevallen), afhankelijk van de dosis en duur van de behandeling.
Borstkanker
Uit onderzoek is gebleken dat het gebruik van hormoonsubstitutietherapie (HST) met een
oestrogeen-progestageencombinaties of HST met alleen oestrogeen het risico op borstkanker
vergroot. Het extra risico hangt af van hoe lang u HST gebruikt. Het extra risico treedt op na 3 jaar
gebruik. Na het stoppen met HST zal het extra risico weer afnemen, maar als u meer dan 5 jaar HST
heeft gebruikt, kan het extra risico nog 10 jaar of langer aanhouden.
Ter vergelijking
Van de vrouwen tussen de 50 en 54 jaar die geen HST gebruiken, krijgen er in een periode van 5 jaar
3
gemiddeld 13 tot 17 per 1000 vrouwen borstkanker.
Van de vrouwen van 50 jaar die 5 jaar lang HST met alleen oestrogeen gebruiken, zullen er 16-17
gevallen per 1000 gebruiksters zijn (d.w.z. 0 tot 3 extra gevallen).
Van de vrouwen van 50 die beginnen met HST met een oestrogeen-progestageencombinatie over een
periode van 5 jaar, zullen er 21 gevallen per 1000 gebruiksters zijn (d.w.z. 4 tot 8 extra gevallen).
Van de vrouwen tussen 50 en 59 jaar die geen HST gebruiken, krijgen er in een periode van 10 jaar
gemiddeld 27 per 1 000 vrouwen borstkanker.
Van de vrouwen van 50 jaar die 10 jaar lang HST met alleen oestrogeen gebruiken, zullen er 34 gevallen
per 1 000 gebruiksters zijn (d.w.z. 7 extra gevallen).
Van de vrouwen van 50 jaar die 10 jaar lang HST met oestrogeen-progestageencombinatie gebruiken,
zullen er 48 gevallen per 1000 gebruiksters zijn (d.w.z. 21 extra gevallen).
Controleer regelmatig uw borsten. Neem contact op met uw arts als u enige verandering
bemerkt, zoals:
vorming van kuiltjes in de huid ;
veranderingen in de tepel ;
eventuele knobbeltjes die u kunt zien of voelen.
Het is niet bekend of het gebruik van Aacifemine gepaard gaat met hetzelfde verhoogde risico op
borstkanker als andere vormen van HST. Als u zich echter zorgen maakt over het risico op borstkanker,
praat dan met uw arts over de risico’s en de voordelen van de behandeling.
Eierstokkanker
Eierstokkanker is zeldzaam (veel zeldzamer dan borstkanker).
Het gebruik van HST met alleen oestrogeen of een combinatie van oestrogeen en progestageen werd
geassocieerd met een licht verhoogd risico op ovariumkanker. Sommige studies suggereren dat het
risico van langdurig gebruik van gecombineerde HST gelijk is of iets lager. Er is niets bekend over
het risico op eierstokkanker bij langdurig gebruik van gecombineerde HST met oestrogeen en
progestageen of door HST met Aacifemine.
Het risico op eierstokkanker is afhankelijk van de leeftijd. Onder vrouwen tussen de 50 en 54 jaar
die geen HST gebruiken, krijgen ongeveer 2 op de 2000 vrouwen in een periode van 5 jaar de
diagnose eierstokkanker. Onder vrouwen die 5 jaar HST hebben gebruikt, zijn er ongeveer 3
gevallen per 2000 gebruiksters (d.w.z. ongeveer 1 extra geval).
Het is niet bekend of het risico met Aacifemine hetzelfde is als met andere HST-middelen.
HST en effecten op het hart en de bloedcirculatie
Bloedstolsels in een ader (trombose)
Vrouwen die HST gebruiken, hebben een ongeveer 1,3 tot 3 maal grotere kans om een bloedstolsel in de
aderen te krijgen dan vrouwen die geen HST gebruiken, in het bijzonder tijdens het eerste jaar van de
behandeling.
Een bloedstolsel kan ernstig zijn en als het in de longen terechtkomt, kan het leiden tot pijn op de borst,
ademnood, flauwvallen of zelfs overlijden.
De kans op een bloedstolsel in uw aderen neemt toe naarmate u ouder wordt en als een van de
onderstaande situaties op u van toepassing is. Informeer uw arts in de volgende gevallen:
u kunt langere tijd niet lopen vanwege een operatie, verwonding of ziekte (zie ook rubriek 3 ‘Als u
een operatie moet ondergaan’);
u heeft ernstig overgewicht (BMI > 30 kg/m
2
);
u heeft een probleem met uw bloedstolling waarvoor u langdurig geneesmiddelen moet gebruiken
om bloedstolsels te voorkomen;
een van uw naaste familieleden heeft ooit een bloedstolsel gehad in een been, long of een ander
4
orgaan;
u heeft systemische lupus erythematodes (SLE);
u heeft kanker.
Voor verschijnselen van een bloedstolsel, zie ‘Stop direct met het gebruik van Aacifemine en neem
contact op met uw arts’.
Ter vergelijking
Van de vrouwen in de vijftig die geen HST gebruiken, krijgen er in een periode van 5 jaar gemiddeld 4
tot 7 op de 1000 een bloedstolsel in een ader.
Van de vrouwen in de vijftig die meer dan 5 jaar HST met oestrogeen en progestageen gebruiken, zijn er
tussen de 9 en 12 gevallen op de 1000 (d.w.z. 5 extra gevallen).
Onder vrouwen in de vijftig bij wie de baarmoeder verwijderd is en die meer dan 5 jaar HST met
alleen oestrogeen gebruiken, zijn er 5 tot 8 gevallen per 1000 gebruikers (d.w.z. 1 extra geval).
Het is niet bekend of het risico met Aacifemine hetzelfde is als met andere HST-middelen.
Hartaandoeningen (hartaanval)
Er zijn geen aanwijzingen dat HST een hartaanval helpt voorkomen.
Vrouwen van boven de 60 jaar die HST met oestrogeen en progestageen gebruiken, hebben een iets
grotere kans om een hartaandoening te krijgen dan vrouwen die geen HST gebruiken.
Vrouwen bij wie de baarmoeder verwijderd is en die HST met alleen oestrogeen gebruiken, hebben geen
grotere kans op een hartaandoening.
Beroerte
De kans op een beroerte is ongeveer 1,5 keer groter bij vrouwen die HST gebruiken dan bij vrouwen
die geen HST gebruiken. Het aantal extra gevallen van beroerte als gevolg van HST neemt toe met
een hogere leeftijd.
Ter vergelijking
Bij vrouwen in de vijftig die geen HST gebruiken, krijgt naar verwachting gemiddeld 8 op de 1000 een
beroerte over een periode van 5 jaar. Bij vrouwen in de vijftig die HST gebruiken, zullen er 11 gevallen
op de 1000 gebruiksters zijn over een periode van meer dan 5 jaar (d.w.z. 3 extra gevallen).
Andere aandoeningen
HST zal geheugenverlies niet kunnen voorkomen. Het risico op geheugenverlies kan enigszins hoger
zijn bij vrouwen die HST beginnen te gebruiken na de leeftijd van 65 jaar. Vraag uw arts om advies.
Vertel het uw arts als u het gecombineerde behandelingsregime van ombitasvirhydraat /
paritaprevirhydraat / ritonavir met of zonder dasabuvir gebruikt, met name in het geval van hepatitis C,
omdat dit een verhoging van de bloedresultaten van de leverfunctie kan veroorzaken (verhoging van de
snelheid van leverenzym ALT). Zie ook ‘Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?’.
Gebruikt u nog andere medicijnen?
Gebruikt u naast Aacifemine nog andere medicijnen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit
misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Sommige geneesmiddelen kunnen een invloed hebben op de werking van Aacifemine en Aacifemine
kan een invloed hebben op de werking van sommige andere geneesmiddelen. Dat kan onregelmatige
bloedingen veroorzaken. Dit is van toepassing op de volgende geneesmiddelen:
geneesmiddelen voor
epilepsie
(zoals fenobarbital, fenytoïne en carbamazepine
geneesmiddelen tegen
tuberculose
(zoals rifampicine, rifabutine)
geneesmiddelen tegen
hiv-infectie
(zoals nevirapine, efavirenz, ritonavir, nelfinavir)
kruidengeneesmiddelen die
sint-janskruid
(Hypericum perforatum) bevatten.
Vertel het uw arts als u het gecombineerde behandelingsregime van ombitasvir hydraat / paritaprevir
5
hydraat / ritonavir met of zonder dasabuvir gebruikt voor de behandeling van hepatitis C-infectie.
Toediening van deze combinatie van geneesmiddelen met bepaalde producten die oestrogeen bevatten,
kan verhoogde bloedspiegels van de leverfunctie veroorzaken (verhoogde lever-ALT). Het risico daarop
met Aacifemine is momenteel onbekend.
Laboratoriumonderzoeken
Als uw bloed moet worden onderzocht, vertel dan uw arts of de laboratoriummedewerker dat u
Aacifemine gebruikt, want dit geneesmiddel kan de resultaten van sommige onderzoeken beïnvloeden.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
U kunt normaal eten en drinken wanneer u Aacifemine gebruikt.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit medicijn gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Aacifemine heeft geen of slechts een verwaarloosbaar effect op het besturen van een voertuig of op het
gebruiken van machines. Nochtans kunnen de individuele reacties op medicatie variëren.
Aacifemine bevat lactose
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met
uw arts voordat u dit middel inneemt.
3.
Hoe neemt u dit medicijn in?
Neem dit medicijn altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik?
Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Voor menopauzale symptomen is de gebruikelijke dosering 4 tot 8 mg elke dag gedurende de eerste
paar weken. Daarna wordt de dosering geleidelijk aan verminderd, bijvoorbeeld tot 1 à 2 mg elke dag.
Voor de behandeling van bepaalde vormen van onvruchtbaarheid is de aanbevolen dosering meestal 1 tot
2 mg per dag op dag 6 - 15 van de menstruatiecyclus. De juiste optimale dosering kan per patiënte
verschillen.
Om de wondgenezing te verbeteren bij vrouwen na de overgang die een operatie aan de vagina
ondergaan, is de aanbevolen dosering: in de 2 weken voor de operatie 4 tot 8 mg per dag; in de 2 weken
na de operatie 1 tot 2 mg per dag.
Voor een betere beoordeling van een baarmoederhalsuitstrijkje bij vrouwen na de overgang is de
aanbevolen dosering 2 tot 4 mg per dag in de 7 dagen voordat het volgende uitstrijkje afgenomen
wordt.
De breukstreep dient alleen om de tablet gemakkelijker te kunnen breken als u problemen heeft de tablet
in zijn geheel door te slikken.
Slik de tabletten met een beetje water of een andere vloeistof door. Neem uw dosis elke dag op hetzelfde
tijdstip van de dag in.
Uw arts schrijft u de laagste werkzame dosis voor gedurende een zo kort mogelijke periode om uw
klachten te behandelen. Raadpleeg uw arts als u denkt dat deze dosis te hoog of te laag is.
Heeft u te veel van dit medicijn ingenomen?
Als iemand een aantal tabletten tegelijkertijd heeft ingenomen, is dat geen reden tot ernstige zorgen.
Toch moet u wel contact opnemen met een arts. Verschijnselen die zich dan kunnen voordoen zijn
misselijkheid en braken, bij vrouwen enige dagen later mogelijk ook vaginaal bloedverlies.
6
Wanneer u te veel Aacifemine heeft ingenomen, neemt u onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Bent u vergeten dit medicijn in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u bent vergeten een dosis in te nemen, neem deze dan in zodra u het zich herinnert. Als er echter
meer dan 12 uur is verstreken sinds u uw dosis had moeten innemen, sla dan de vergeten dosis over.
Neem daarna uw volgende dosis in op het gebruikelijke tijdstip.
Als u een operatie moet ondergaan
Als u een operatie moet ondergaan, vertel dan aan de arts dat u Aacifemine gebruikt. U moet ongeveer
4 tot 6 weken voor de operatie stoppen met het gebruik van Aacifemine om het risico op een
bloedstolsel te verkleinen (zie rubriek 2 ‘Bloedstolsels in een ader’).
Vraag uw arts wanneer u weer kunt beginnen met het gebruik van Aacifemine.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk medicijn kan ook dit medicijn bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
De volgende aandoeningen worden vaker gemeld bij vrouwen die HST gebruiken dan bij vrouwen die
geen HST gebruiken:
borstkanker
abnormale groei of kanker van het baarmoederslijmvlies (endometriumhyperplasie of -kanker)
eierstokkanker
bloedstolsels in de aderen van de benen of longen (veneuze trombo-embolie)
hartaandoening
beroerte
mogelijk geheugenverlies als na het 65e levensjaar wordt gestart met HST.
Voor meer informatie over deze bijwerkingen, zie rubriek 2.
Afhankelijk van de dosis en de gevoeligheid van de patiënt kan Aacifemine soms bijwerkingen
veroorzaken, zoals:
zwelling en toegenomen gevoeligheid van de borsten
gering bloedverlies uit de vagina
verhoogde afscheiding uit de vagina
misselijkheid
vochtophoping in de weefsels, meestal herkenbaar aan dikke enkels of voeten
griepachtige symptomen
Bij de meeste patiënten verdwijnen deze bijwerkingen na de eerste paar weken van de
behandeling.
Bij het gebruik van andere HST-middelen zijn de volgende bijwerkingen gemeld:
aandoening van de galblaas
verschillende huidaandoeningen:
-
pigmentvlekken, met name in het gezicht en de nek, ook wel 'zwangerschapsmasker'
genoemd (chloasma)
-
pijnlijke rode huidknobbeltjes (erythema nodosum)
-
huiduitslag met onregelmatige rode vlekken of zweren (erythema multiforme)
7
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via
het nationale meldsysteem:
België
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
B-1000 Brussel Madou
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren tussen 2°C en 30°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en
vocht.
Gebruik dit medicijn niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de verpakking
na 'Niet te gebruiken na' of 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Spoel medicijnen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde
manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit medicijn is estriol.
-
De andere stoffen in dit medicijn zijn: aardappelzetmeel, polyvidon, watervrij colloïdaal silicium,
magnesiumstearaat en lactosemonohydraat (zie rubriek 2 “Aacefemine bevat lactose”).
Hoe ziet Aacifemine eruit en wat zit er in een verpakking?
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, rond en plat. Aan de ene zijde staat de code ‘DG8’.
Een verpakking bevat 1 of 3 blisterverpakkingen met 30 tabletten van 2 mg.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Aspen Pharma Trading Limited, 3016 Lake Drive, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
Fabrikant:
Cyndea Pharma, Polígono Industrial Emiliano Revilla Sanz, Avendia de Ágreda, 31 42110
Ólvega (Soria), Spanje
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen:
BE012686
Deze bijsluiter is voor het laatst herzien in: 04/2021.
8
Goedkeuringsdatum: 04/2021
9

Aacifemine 2 mg tabletten
Estriol
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit medicijn gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.

Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Aacifemine en waarvoor wordt dit medicijn ingenomen?
2.
Wanneer mag u dit medicijn niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit medicijn in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit medicijn?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Aacifemine en waarvoor wordt dit medicijn ingenomen?
Aacifemine is een geneesmiddel voor hormoonsuppletietherapie (HST). Het bevat het vrouwelijke
hormoon estriol (een oestrogeen). Wordt vooral gebruikt bij vrouwen na de overgang bij wie de laatste
natuurlijke menstruatie ten minste 12 maanden geleden plaatsvond.
Aacifemine wordt gebruikt voor:
Verlichten van de symptomen na de menopauze
Tijdens de menopauze neemt de hoeveelheid oestrogenen in het vrouwelijk lichaam sterk af. Als de
eierstokken chirurgisch worden verwijderd (ovariëctomie) vóór de menopauze, komt de daling van de
productie van oestrogeen zeer abrupt.
In veel gevallen kan de afname van de productie van oestrogeen leiden tot de bekende symptomen van
de overgang zoals opvliegers en nachtelijk zweten. Het gebrek aan oestrogeen tijdens de menopauze
kan ertoe leiden dat de vagina droger wordt, en dat de vaginawanden dunner worden. Hierdoor kan de
geslachtsgemeenschap pijnlijk zijn, en kunnen jeuk en vaginale infecties voorkomen. De
oestrogeendeficiëntie kan ook symptomen zoals urine-incontinentie en terugkerende cystitis
veroorzaken.
Aacifemine verlicht deze symptomen na de menopauze. Het kan enkele dagen of zelfs weken duren
voordat u een verbetering merkt. U krijgt Aacifemine alleen voorgeschreven als uw klachten belangrijke
beperkingen geven in het dagelijks functioneren.
Daarnaast kan Aacifemine ook worden voorgeschreven voor:
de behandeling van bepaalde vormen van onvruchtbaarheid
de verbetering van wondgenezing bij postmenopauzale vrouwen die een vaginale operatie
ondergaan;
het vergemakkelijken van de beoordeling van uitstrijkjes verzameld van alle vrouwen.
2.
Wanneer mag u dit medicijn niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Medische voorgeschiedenis en regelmatige controles
Het gebruik van hormoonsuppletietherapie (HST) gaat gepaard met risico's die moeten worden
De ervaring bij de behandeling van vrouwen met een vroegtijdige menopauze (door problemen met de
eierstokken of na een operatie) is beperkt. Als er bij u sprake is van een vroegtijdige menopauze,
kunnen de risico's van HST-gebruik anders zijn. Bespreek dit met uw arts.
Voordat een hormoonsuppletietherapie (HST) (opnieuw) wordt gestart, moet u uw arts op de hoogte
brengen van uw eigen medische voorgeschiedenis en die van uw naaste familieleden. Uw arts kan
besluiten een lichamelijk onderzoek uit te voeren. Dit kan een onderzoek van uw borsten zijn en/of een
inwendig onderzoek, indien nodig.
Tijdens de behandeling met Aacifemine moet u regelmatig voor controle naar uw arts (ten minste eens
per jaar). Bespreek tijdens deze controles met uw arts de voor- en nadelen van voortzetting van de
behandeling met Aacifemine.
Opteer voor een regelmatig screeningonderzoek, zoals aanbevolen door uw arts.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
Als een van de onderstaande situaties op u van toepassing is. Als u niet zeker bent over een van de
onderstaande punten,
overleg dan eerst met uw arts voordat de behandeling met Aacifemine gestart
wordt.
U heeft borstkanker of heeft ooit
borstkanker gehad, of u denkt dat u borstkanker zou kunnen
hebben.
U heeft
kanker die gevoelig is voor oestrogenen, zoals endometriumkanker, of u denkt dat u
endometriumkanker zou kunnen hebben.
U heeft een
vaginale bloeding waarvan de oorzaak niet bekend is.
U heeft een
abnormale aangroei van uw baarmoederslijmvlies
(endometriumhyperplasie) en u wordt daarvoor nog niet behandeld.
U heeft een
bloedklonter in een ader (trombose), zoals in de benen (diepe veneuze trombose) of
de longen (longembolie), of u heeft dat ooit gehad.
U heeft een
bloedstollingsstoornis (zoals proteïne-C-, proteïne-S- of
antitrombinedeficiëntie).
U heeft een ziekte die wordt veroorzaakt door bloedklonters in de slagaders, zoals een
hartaanval, angina of beroerte, of u heeft dat ooit gehad.
U heeft of heeft ooit een
leveraandoening gehad en uw leverfunctiewaarden zijn niet
teruggekeerd naar normale waarden.
U heeft een zeldzame (erfelijke) bloedziekte genaamd `porfyrie'.
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6
van deze bijsluiter.
Als u een van de bovenstaande aandoeningen voor het eerst krijgt tijdens het gebruik van
Aacifemine, stop dan direct met het gebruik en neem onmiddellijk contact op met uw arts.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u Aacifemine gebruikt. Voordat u begint met de
behandeling, moet u uw arts op de hoogte brengen als u (ooit) last heeft (gehad) van een van de
volgende aandoeningen. Deze kunnen namelijk terugkeren of verergeren tijdens de behandeling met
Aacifemine. Als dat het geval is, moet u vaker langs uw arts voor controle:
vleesbomen in uw baarmoeder
aangroei van baarmoederslijmvlies buiten uw baarmoeder (endometriose) of een voorgeschiedenis
van abnormale aangroei van het baarmoederslijmvlies (endometriumhyperplasie)
verhoogd risico op bloedklonters (zie `Bloedstolsels in een ader (trombose)')
verhoogd risico op een oestrogeengevoelige kanker (bijvoorbeeld wanneer uw moeder, zus of
grootmoeder borstkanker heeft gehad)
hoge bloeddruk
leverproblemen, zoals een goedaardige tumor in de lever
diabetes
galstenen
migraine of hevige hoofdpijn
een bepaalde aandoening van het afweersysteem die op veel plaatsen in het lichaam kan
voorkomen (systemische lupus erythematodes, SLE)
epilepsie
astma
aandoening van het trommelvlies en het gehoor (otosclerose)
vochtophoping als gevolg van hart- of nierproblemen
Stop het innemen van Aacifemine en raadpleeg onmiddellijk een arts:
Als een van de volgende situaties optreedt bij het nemen van HST:
als een van de aandoeningen die worden vermeld onder `Wanneer mag u dit middel niet
innemen?' op u van toepassing is
als uw huid of het wit van uw ogen geel verkleurt (geelzucht) ­ dat kan wijzen op een
leveraandoening.
als uw bloeddruk plots stijgt (verschijnselen zijn onder andere hoofdpijn, vermoeidheid en
duizeligheid).
als u voor het eerst migraineachtige hoofdpijn krijgt.
als u zwanger wordt.
als u symptomen heeft die erop kunnen wijzen dat u een bloedklonter heeft zoals:
-
pijnlijke zwelling en roodheid van de benen
- een plotse pijn op de borst
- moeite met ademhalen
Voor meer informatie, zie `Bloedstolsels in een ader (trombose)'.
Waarschuwing: Aacifemine is geen anticonceptiemiddel. Als u minder dan 12 maanden geleden nog
een menstruatie heeft gehad of als u jonger bent dan 50 jaar, kan het nog steeds nodig zijn om
anticonceptiemiddelen te gebruiken om zwangerschap te voorkomen. Vraag uw arts om advies.
HST en kanker
Abnormale aangroei en kanker van het baarmoederslijmvlies (endometriumhyperplasie en -
kanker)

Het gebruik van HST met alleen oestrogenen verhoogt het risico op abnormale verdikking van de
baarmoederwand en kanker van het baarmoederslijmvlies (endometriumhyperplasie en -kanker).
Door tenminste 12 dagen per 28-daagse cyclus een progestageen te gebruiken wordt u tegen dit extra
risico beschermd. Uw arts zal u een progestageen voorschrijven als u uw baarmoeder nog heeft. Is uw
baarmoeder verwijderd (hysterectomie)? Vraag uw arts dan of het veilig is om dit geneesmiddel zonder
progestageen te gebruiken.
Gemiddeld 5 op de 1000 vrouwen die hun baarmoeder nog hebben en geen HST gebruiken, krijgen
tussen de 50 en 65 jaar de diagnose endometriumkanker.
Onder vrouwen tussen de 50 en 65 jaar die hun baarmoeder nog hebben en HST met alleen oestrogenen
gebruiken, krijgen tussen de 10 en 60 vrouwen de diagnose endometriumkanker (d.w.z. tussen de 5 en
55 extra gevallen), afhankelijk van de dosis en duur van de behandeling.
Borstkanker
Uit onderzoek is gebleken dat het gebruik van hormoonsubstitutietherapie (HST) met een
oestrogeen-progestageencombinaties of HST met alleen oestrogeen het risico op borstkanker
vergroot. Het extra risico hangt af van hoe lang u HST gebruikt. Het extra risico treedt op na 3 jaar
gebruik. Na het stoppen met HST zal het extra risico weer afnemen, maar als u meer dan 5 jaar HST
heeft gebruikt, kan het extra risico nog 10 jaar of langer aanhouden.
Ter vergelijking
Van de vrouwen tussen de 50 en 54 jaar die geen HST gebruiken, krijgen er in een periode van 5 jaar
Van de vrouwen tussen 50 en 59 jaar die geen HST gebruiken, krijgen er in een periode van 10 jaar
gemiddeld 27 per 1 000 vrouwen borstkanker.
Van de vrouwen van 50 jaar die 10 jaar lang HST met alleen oestrogeen gebruiken, zullen er 34 gevallen
per 1 000 gebruiksters zijn (d.w.z. 7 extra gevallen).
Van de vrouwen van 50 jaar die 10 jaar lang HST met oestrogeen-progestageencombinatie gebruiken,
zullen er 48 gevallen per 1000 gebruiksters zijn (d.w.z. 21 extra gevallen).
Controleer regelmatig uw borsten. Neem contact op met uw arts als u enige verandering
bemerkt, zoals:

vorming van kuiltjes in de huid ;
veranderingen in de tepel ;
eventuele knobbeltjes die u kunt zien of voelen.
Het is niet bekend of het gebruik van Aacifemine gepaard gaat met hetzelfde verhoogde risico op
borstkanker als andere vormen van HST. Als u zich echter zorgen maakt over het risico op borstkanker,
praat dan met uw arts over de risico's en de voordelen van de behandeling.
Eierstokkanker
Eierstokkanker is zeldzaam (veel zeldzamer dan borstkanker).
Het gebruik van HST met alleen oestrogeen of een combinatie van oestrogeen en progestageen werd
geassocieerd met een licht verhoogd risico op ovariumkanker. Sommige studies suggereren dat het
risico van langdurig gebruik van gecombineerde HST gelijk is of iets lager. Er is niets bekend over
het risico op eierstokkanker bij langdurig gebruik van gecombineerde HST met oestrogeen en
progestageen of door HST met Aacifemine.
Het risico op eierstokkanker is afhankelijk van de leeftijd. Onder vrouwen tussen de 50 en 54 jaar
die geen HST gebruiken, krijgen ongeveer 2 op de 2000 vrouwen in een periode van 5 jaar de
diagnose eierstokkanker. Onder vrouwen die 5 jaar HST hebben gebruikt, zijn er ongeveer 3
gevallen per 2000 gebruiksters (d.w.z. ongeveer 1 extra geval).
Het is niet bekend of het risico met Aacifemine hetzelfde is als met andere HST-middelen.
HST en effecten op het hart en de bloedcirculatie
Bloedstolsels in een ader (trombose)
Vrouwen die HST gebruiken, hebben een ongeveer 1,3 tot 3 maal grotere kans om een bloedstolsel in de
aderen te krijgen dan vrouwen die geen HST gebruiken, in het bijzonder tijdens het eerste jaar van de
behandeling.
Een bloedstolsel kan ernstig zijn en als het in de longen terechtkomt, kan het leiden tot pijn op de borst,
ademnood, flauwvallen of zelfs overlijden.
De kans op een bloedstolsel in uw aderen neemt toe naarmate u ouder wordt en als een van de
onderstaande situaties op u van toepassing is. Informeer uw arts in de volgende gevallen:
u kunt langere tijd niet lopen vanwege een operatie, verwonding of ziekte (zie ook rubriek 3 `Als u
een operatie moet ondergaan');
u heeft ernstig overgewicht (BMI > 30 kg/m2);
u heeft een probleem met uw bloedstolling waarvoor u langdurig geneesmiddelen moet gebruiken
om bloedstolsels te voorkomen;
een van uw naaste familieleden heeft ooit een bloedstolsel gehad in een been, long of een ander
u heeft systemische lupus erythematodes (SLE);
u heeft kanker.
Voor verschijnselen van een bloedstolsel, zie `Stop direct met het gebruik van Aacifemine en neem
contact op met uw arts'.
Ter vergelijking
Van de vrouwen in de vijftig die geen HST gebruiken, krijgen er in een periode van 5 jaar gemiddeld 4
tot 7 op de 1000 een bloedstolsel in een ader.
Van de vrouwen in de vijftig die meer dan 5 jaar HST met oestrogeen en progestageen gebruiken, zijn er
tussen de 9 en 12 gevallen op de 1000 (d.w.z. 5 extra gevallen).
Onder vrouwen in de vijftig bij wie de baarmoeder verwijderd is en die meer dan 5 jaar HST met
alleen oestrogeen gebruiken, zijn er 5 tot 8 gevallen per 1000 gebruikers (d.w.z. 1 extra geval).
Het is niet bekend of het risico met Aacifemine hetzelfde is als met andere HST-middelen.
Hartaandoeningen (hartaanval)
Er zijn geen aanwijzingen dat HST een hartaanval helpt voorkomen.
Vrouwen van boven de 60 jaar die HST met oestrogeen en progestageen gebruiken, hebben een iets
grotere kans om een hartaandoening te krijgen dan vrouwen die geen HST gebruiken.
Vrouwen bij wie de baarmoeder verwijderd is en die HST met alleen oestrogeen gebruiken, hebben geen
grotere kans op een hartaandoening.
Beroerte
De kans op een beroerte is ongeveer 1,5 keer groter bij vrouwen die HST gebruiken dan bij vrouwen
die geen HST gebruiken. Het aantal extra gevallen van beroerte als gevolg van HST neemt toe met
een hogere leeftijd.
Ter vergelijking
Bij vrouwen in de vijftig die geen HST gebruiken, krijgt naar verwachting gemiddeld 8 op de 1000 een
beroerte over een periode van 5 jaar. Bij vrouwen in de vijftig die HST gebruiken, zullen er 11 gevallen
op de 1000 gebruiksters zijn over een periode van meer dan 5 jaar (d.w.z. 3 extra gevallen).
Andere aandoeningen
HST zal geheugenverlies niet kunnen voorkomen. Het risico op geheugenverlies kan enigszins hoger
zijn bij vrouwen die HST beginnen te gebruiken na de leeftijd van 65 jaar. Vraag uw arts om advies.
Vertel het uw arts als u het gecombineerde behandelingsregime van ombitasvirhydraat /
paritaprevirhydraat / ritonavir met of zonder dasabuvir gebruikt, met name in het geval van hepatitis C,
omdat dit een verhoging van de bloedresultaten van de leverfunctie kan veroorzaken (verhoging van de
snelheid van leverenzym ALT). Zie ook `Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?'.
Gebruikt u nog andere medicijnen?
Gebruikt u naast Aacifemine nog andere medicijnen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit
misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Sommige geneesmiddelen kunnen een invloed hebben op de werking van Aacifemine en Aacifemine
kan een invloed hebben op de werking van sommige andere geneesmiddelen. Dat kan onregelmatige
bloedingen veroorzaken. Dit is van toepassing op de volgende geneesmiddelen:
geneesmiddelen voor
epilepsie (zoals fenobarbital, fenytoïne en carbamazepine
geneesmiddelen tegen
tuberculose (zoals rifampicine, rifabutine)
geneesmiddelen tegen
hiv-infectie (zoals nevirapine, efavirenz, ritonavir, nelfinavir)
kruidengeneesmiddelen die
sint-janskruid (Hypericum perforatum) bevatten.
Vertel het uw arts als u het gecombineerde behandelingsregime van ombitasvir hydraat / paritaprevir
Laboratoriumonderzoeken
Als uw bloed moet worden onderzocht, vertel dan uw arts of de laboratoriummedewerker dat u
Aacifemine gebruikt, want dit geneesmiddel kan de resultaten van sommige onderzoeken beïnvloeden.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
U kunt normaal eten en drinken wanneer u Aacifemine gebruikt.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit medicijn gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Aacifemine heeft geen of slechts een verwaarloosbaar effect op het besturen van een voertuig of op het
gebruiken van machines. Nochtans kunnen de individuele reacties op medicatie variëren.
Aacifemine bevat lactose
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met
uw arts voordat u dit middel inneemt.
3.
Hoe neemt u dit medicijn in?
Neem dit medicijn altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik?
Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Voor menopauzale symptomen is de gebruikelijke dosering 4 tot 8 mg elke dag gedurende de eerste
paar weken. Daarna wordt de dosering geleidelijk aan verminderd, bijvoorbeeld tot 1 à 2 mg elke dag.
Voor de behandeling van bepaalde vormen van onvruchtbaarheid is de aanbevolen dosering meestal 1 tot
2 mg per dag op dag 6 - 15 van de menstruatiecyclus. De juiste optimale dosering kan per patiënte
verschillen.
Om de wondgenezing te verbeteren bij vrouwen na de overgang die een operatie aan de vagina
ondergaan, is de aanbevolen dosering: in de 2 weken voor de operatie 4 tot 8 mg per dag; in de 2 weken
na de operatie 1 tot 2 mg per dag.
Voor een betere beoordeling van een baarmoederhalsuitstrijkje bij vrouwen na de overgang is de
aanbevolen dosering 2 tot 4 mg per dag in de 7 dagen voordat het volgende uitstrijkje afgenomen
wordt.
De breukstreep dient alleen om de tablet gemakkelijker te kunnen breken als u problemen heeft de tablet
in zijn geheel door te slikken.
Slik de tabletten met een beetje water of een andere vloeistof door. Neem uw dosis elke dag op hetzelfde
tijdstip van de dag in.
Uw arts schrijft u de laagste werkzame dosis voor gedurende een zo kort mogelijke periode om uw
klachten te behandelen. Raadpleeg uw arts als u denkt dat deze dosis te hoog of te laag is.
Heeft u te veel van dit medicijn ingenomen?
Als iemand een aantal tabletten tegelijkertijd heeft ingenomen, is dat geen reden tot ernstige zorgen.
Toch moet u wel contact opnemen met een arts. Verschijnselen die zich dan kunnen voordoen zijn
misselijkheid en braken, bij vrouwen enige dagen later mogelijk ook vaginaal bloedverlies.
Bent u vergeten dit medicijn in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u bent vergeten een dosis in te nemen, neem deze dan in zodra u het zich herinnert. Als er echter
meer dan 12 uur is verstreken sinds u uw dosis had moeten innemen, sla dan de vergeten dosis over.
Neem daarna uw volgende dosis in op het gebruikelijke tijdstip.
Als u een operatie moet ondergaan
Als u een operatie moet ondergaan, vertel dan aan de arts dat u Aacifemine gebruikt. U moet ongeveer
4 tot 6 weken voor de operatie stoppen met het gebruik van Aacifemine om het risico op een
bloedstolsel te verkleinen (zie rubriek 2 `Bloedstolsels in een ader').
Vraag uw arts wanneer u weer kunt beginnen met het gebruik van Aacifemine.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk medicijn kan ook dit medicijn bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
De volgende aandoeningen worden vaker gemeld bij vrouwen die HST gebruiken dan bij vrouwen die
geen HST gebruiken:
borstkanker
abnormale groei of kanker van het baarmoederslijmvlies (endometriumhyperplasie of -kanker)
eierstokkanker
bloedstolsels in de aderen van de benen of longen (veneuze trombo-embolie)
hartaandoening
beroerte
mogelijk geheugenverlies als na het 65e levensjaar wordt gestart met HST.
Voor meer informatie over deze bijwerkingen, zie rubriek 2.
Afhankelijk van de dosis en de gevoeligheid van de patiënt kan Aacifemine soms bijwerkingen
veroorzaken, zoals:
zwelling en toegenomen gevoeligheid van de borsten
gering bloedverlies uit de vagina
verhoogde afscheiding uit de vagina
misselijkheid
vochtophoping in de weefsels, meestal herkenbaar aan dikke enkels of voeten
griepachtige symptomen
Bij de meeste patiënten verdwijnen deze bijwerkingen na de eerste paar weken van de
behandeling.
Bij het gebruik van andere HST-middelen zijn de volgende bijwerkingen gemeld:
aandoening van de galblaas
verschillende huidaandoeningen:
-
pigmentvlekken, met name in het gezicht en de nek, ook wel 'zwangerschapsmasker'
genoemd (chloasma)
- pijnlijke rode huidknobbeltjes (erythema nodosum)
- huiduitslag met onregelmatige rode vlekken of zweren (erythema multiforme)
België
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
B-1000 Brussel Madou
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren tussen 2°C en 30°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en
vocht.
Gebruik dit medicijn niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de verpakking
na 'Niet te gebruiken na' of 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Spoel medicijnen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde
manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit medicijn is estriol.
- De andere stoffen in dit medicijn zijn: aardappelzetmeel, polyvidon, watervrij colloïdaal silicium,
magnesiumstearaat en lactosemonohydraat (zie rubriek 2 'Aacefemine bevat lactose').
Hoe ziet Aacifemine eruit en wat zit er in een verpakking?
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, rond en plat. Aan de ene zijde staat de code `DG8'.
Een verpakking bevat 1 of 3 blisterverpakkingen met 30 tabletten van 2 mg.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Aspen Pharma Trading Limited, 3016 Lake Drive, Citywest Business Campus, Dublin 24, Ierland
Fabrikant: Cyndea Pharma, Polígono Industrial Emiliano Revilla Sanz, Avendia de Ágreda, 31 42110
Ólvega (Soria), Spanje
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen:
BE012686
Deze bijsluiter is voor het laatst herzien in: 04/2021.

Heb je dit medicijn gebruikt? Aacifemine 2 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Aacifemine 2 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Aacifemine 2 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG