Adasuve 9,1 mg inhaler
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder, voorverpakt
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Iedere inhalator voor enkelvoudige dosering bevat 5 mg loxapine en geeft 4,5 mg loxapine af.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder, voorverpakt (inhalatiepoeder).
Wit apparaat met een mondstuk aan de ene kant en een uitstekendtreklipje aan de andere kant.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
ADASUVE is geïndiceerd voor het snel onder controle krijgen van lichte tot matige agitatie bij
volwassen patiënten met schizofrenie of een bipolaire stoornis. Meteen nadat de acute symptomen van
agitatie onder controle zijn, dienen patiënten een reguliere behandeling te krijgen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
ADASUVE mag
alleen
worden toegediend in een ziekenhuisomgeving onder toezicht van een
professionele zorgverlener.
Er dient noodmedicatie met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten beschikbaar te
zijn voor de behandeling van mogelijke ernstige bijwerkingen van de luchtwegen
(bronchospasme).
Dosering
De aanbevolen aanvangsdosis van ADASUVE is 9,1 mg. Aangezien deze dosis niet kan worden
bereikt met deze presentatie (ADASUVE 4,5 mg), dient aanvankelijk de presentatie ADASUVE
9,1 mg te worden gebruikt. Indien nodig, kan na twee uur een tweede dosis worden toegediend. Er
mogen niet meer dan twee doses worden toegediend.
Er kan een lagere dosis van 4,5 mg worden toegediend als de dosis van 9,1 mg eerder niet werd
verdragen door de patiënt of als de arts besluit dat een lagere dosis beter geschikt is.
Patiënten dienen gedurende het eerste uur na iedere dosis nauwkeurig te worden geobserveerd met het
oog op klachten en symptomen van bronchospasme.
Ouderen
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij patiënten ouder dan 65 jaar zijn niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
2
Nier- en/of leverfunctiestoornissen
ADASUVE is niet onderzocht bij patiënten met nier- of leverstoornissen. Er zijn geen gegevens
beschikbaar.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij kinderen (jonger dan 18 jaar) zijn niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor inhalatie. Het middel is verpakt in een verzegelde zak.
Voor gebruik wordt het middel uit de zak gehaald. Als het treklipje is verwijderd, gaat er een groen
lampje branden. Dit geeft aan dat het middel klaar is voor gebruik (let wel: als het lipje verwijderd is,
moet het middel binnen 15 minuten worden gebruikt). Het geneesmiddel wordt afgegeven wanneer de
patiënt inhaleert door diep in te ademen via het mondstuk. Na de inhalering haalt de patiënt het
mondstuk uit de mond en houdt hij/zij de adem kort in. Het geneesmiddel is afgegeven als het groene
lampje uit gaat. De buitenkant van het apparaat kan warm worden tijdens het gebruik. Dat is normaal.
Voor volledige instructies over het gebruik van ADASUVE, zie de rubriek met informatie voor
medisch personeel in de bijsluiter.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor amoxapine.
Patiënten met acute klachten/symptomen van ademhalingsproblemen (bijv. piepende ademhaling) of
met actieve luchtwegaandoeningen (zoals patiënten met astma of chronisch obstructief longlijden
[COPD]) (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Om de volledige dosis loxapine toe te dienen is het belangrijk dat de ADASUVE-inhalator op de juiste
wijze wordt gebruikt.
Medisch personeel moet ervoor zorgen dat de patiënt de inhalator op de juiste wijze gebruikt.
ADASUVE heeft mogelijk een beperkte werkzaamheid bij patiënten die gelijktijdig andere
geneesmiddelen gebruiken, vooral andere antipsychotica.
Bronchospasme
In placebogecontroleerde klinische proeven bij proefpersonen met astma of COPD werd zeer vaak
bronchospasme waargenomen. Wanneer dat het geval was, werd het doorgaans gemeld binnen 25
minuten na toediening. Dientengevolge moeten patiënten die ADASUVE gebruiken, op passende
wijze worden geobserveerd na toediening van het middel. ADASUVE is niet onderzocht bij patiënten
met andere soorten longziekten. Mocht na behandeling met ADASUVE bronchospasme optreden, dan
kan dit worden behandeld met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten, bijv. salbutamol
(zie de rubrieken 4.2 en 4.8). ADASUVE mag niet opnieuw worden toegediend bij patiënten bij wie
klachten/symptomen van ademhalingsproblemen optreden (zie rubriek 4.3).
Hypoventilatie
Gezien het primaire effect van loxapine op het centraal zenuwstelsel (czs) is voorzichtigheid geboden
bij gebruik van ADASUVE bij patiënten met een luchtwegaandoening, zoals hypovigilante patiënten
3
of patiënten met czs-depressie als gevolg van alcohol of andere centraal werkende middelen zoals
anxiolytica, de meeste antipsychotica, hypnotica, opiaten, enz. (zie rubriek 4.5).
Oudere patiënten met aan dementie gerelateerde psychose
ADASUVE is niet onderzocht bij oudere patiënten, waaronder patiënten met aan dementie
gerelateerde psychose. Uit klinische onderzoeken met atypische en conventionele antipsychotische
geneesmiddelen is gebleken dat ouderen met aan dementie gerelateerde psychose een hoger
overlijdensrisico lopen dan wanneer zij placebo krijgen toegediend. ADASUVE is niet geïndiceerd
voor de behandeling van patiënten met aan dementie gerelateerde psychose.
Extrapiramidale symptomen
Extrapiramidale symptomen (waaronder acute dystonie) zijn bekende klasse-effecten van
antipsychotica. Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met een
voorgeschiedenis van extrapiramidale symptomen.
Tardieve dyskinesie
Als klachten en symptomen van tardieve dyskinesie worden waargenomen bij een patiënt die met
loxapine wordt behandeld, moet stopzetting van de behandeling worden overwogen. Deze symptomen
kunnen tijdelijk verergeren of zelfs optreden nadat de behandeling is stopgezet.
Maligne antipsychoticasyndroom (NMS)
Klinische manifestaties van NMS zijn hyperpyrexie, spierstijfheid, een veranderde geestelijke toestand
en aanwijzingen voor autonome instabiliteit (onregelmatige polsslag of bloeddruk, tachycardie,
diaforese en hartritmestoornissen). Bijkomende klachten zijn onder andere een verhoogd
creatinefosfokinase, myoglobinurie (rabdomyolyse) en acuut nierfalen. Als een patiënt klachten en
symptomen ontwikkelt die wijzen op NMS of onverwacht hoge koorts krijgt zonder verdere klinische
manifestaties van NMS, moet de behandeling met ADASUVE worden stopgezet.
Hypotensie
Lichte hypotensie werd gemeld in kortlopende (24 uur durende), placebogecontroleerde proeven bij
geagiteerde patiënten die ADASUVE toegediend kregen. Als vasopressortherapie nodig is, geniet
noradrenaline of fenylefrine de voorkeur. Adrenaline mag niet worden gebruikt, aangezien stimulering
van bèta-adrenoceptoren bij een door loxapine geïnduceerde partiële alfa-adrenoceptorblokkade
hypotensie kan verergeren (zie rubriek 4.5).
Cardiovasculair
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van ADASUVE bij patiënten met onderliggende
cardiovasculaire aandoeningen. ADASUVE wordt afgeraden bij patiëntenpopulaties met een bekende
cardiovasculaire aandoening (voorgeschiedenis van myocardinfarct of ischemische hartziekte,
hartfalen of afwijkingen in de geleiding), een cerebrovasculaire aandoening of aandoeningen die
patiënten vatbaarder maken voor hypotensie (dehydratie, hypovolemie en behandeling met
antihypertensiva).
QT-interval
Er lijkt geen verband te bestaan tussen klinisch relevante QT-verlenging en een enkelvoudige of
herhaalde doses ADASUVE. Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt toegediend bij
patiënten met een bekende cardiovasculaire aandoening of een familiare voorgeschiedenis van QT-
verlenging en bij gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QT-
interval verlengen. Het potentiële risico op QTc-verlenging wegens interactie met geneesmiddelen
waarvan bekend is dat ze het QTc-interval verlengen, is niet bekend.
4
Insulten / convulsies
Voorzichtigheid is geboden wanneer loxapine wordt gebruikt bij patiënten met een voorgeschiedenis
van convulsies aangezien loxapine leidt tot een verlaging van de convulsiedrempel. Er zijn insulten
gemeld bij patiënten die loxapine oraal kregen toegediend met een werkzame antipsychotische
dosering. Deze insulten kunnen zich bij epileptische patiënten zelfs voordoen wanneer een standaard-
-onderhoudsbehandeling met anti-epileptica wordt toegediend (zie rubriek 4.5).
Anticholinerge activiteit
Vanwege de anticholinerge activiteit is voorzichtigheid geboden bij gebruik van ADASUVE bij
patiënten met glaucoom of een neiging tot urineretentie, met name bij gelijktijdige toediening van
anticholinerge antiparkinsongeneesmiddelen.
Intoxicatie of een fysieke aandoening (delirium)
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij patiënten met agitatie als gevolg van intoxicatie of
een fysieke aandoening (delirium) zijn niet onderzocht. Voorzichtigheid is geboden wanneer
ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met intoxicatie of een delirium (zie rubriek 4.5).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening van benzodiazepinen of andere hypnosedativa of middelen die de ademhaling
onderdrukken kan in verband worden gebracht met overmatige sedatie en ademhalingsdepressie of
ademstilstand. Als behandeling met benzodiazepine in combinatie met loxapine noodzakelijk geacht
wordt, moeten patiënten op overmatige sedatie en orthostatische hypotensie worden gecontroleerd.
Een onderzoek naar de combinatie van geïnhaleerd loxapine en intramusculair lorazepam 1 mg heeft
geen significante effecten aan het licht gebracht op de ademhalingsfrequentie, pulsoximetrie,
bloeddruk of hartslag vergeleken met aparte toediening van elk van de medicaties. Hogere doses van
lorazepam zijn niet onderzocht. De effecten van de combinatie op sedatie bleken additief te zijn.
De mogelijkheid dat ADASUVE van invloed is op de werking van andere geneesmiddelen
Er wordt niet verwacht dat loxapine leidt tot klinisch belangrijke farmacokinetische interacties met
geneesmiddelen die ofwel worden gemetaboliseerd door cytochroom-P450-isozymen (CYP450-
isozymen) ofwel of geglucuronideerde door menselijke uridine 5'-diphosphoglucuronosyl transferases
(UGT's).
Voorzichtigheid wordt geadviseerd als loxapine wordt gebruikt in combinatie met andere
geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de convulsiedrempel verlagen, zoals fenothiazinen of
butyrofenonen, clozapine, tricyclica of selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's), tramadol en
mefloquine (zie rubriek 4.4).
In-vitro-onderzoeken
wezen uit dat loxapine geen substraat was voor P-glycoproteïne (P-gp) maar P-
gp wel remt. Bij therapeutische concentraties wordt echter niet verwacht dat het door P-gp
gemedieerde transport van andere geneesmiddelen op een klinisch significante wijze zal worden
geremd.
Gezien het primaire effect van loxapine op het czs is voorzichtigheid geboden bij gebruik van
ADASUVE in combinatie met alcohol of andere centraal werkende middelen, zoals anxiolytica, de
meeste antipsychotica, hypnotica, opiaten, enz. Het gebruik van loxapine bij patiënten met alcohol- of
geneesmiddelenintoxicatie (door geneesmiddelen op doktersvoorschrift of oneigenlijk gebruikte
geneesmiddelen) is niet beoordeeld. Loxapine kan ernstige ademhalingsdepressie veroorzaken als het
wordt gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen die het czs onderdrukken (zie rubriek 4.4).
5
De mogelijkheid dat andere geneesmiddelen van invloed zijn op de werking van ADASUVE
Loxapine is een substraat voor flavine-bevattende mono-oxygenasen (FMO's) en voor verschillende
CYP450-isozymen (zie rubriek 5.2). Het risico op metabole interacties als gevolg van een effect op
een afzonderlijke isoform is derhalve beperkt. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die gelijktijdig
andere geneesmiddelen krijgen toegediend die deze enzymen remmen of versterken, met name als
bekend is dat het gelijktijdig toegediende geneesmiddel verschillende enzymen die een rol spelen bij
het metabolisme van loxapine, remt of versterkt. Dergelijke geneesmiddelen kunnen de werkzaamheid
en veiligheid van ADASUVE op een onregelmatige wijze beïnvloeden. Gelijktijdig gebruik van
CYP1A2-remmers (bijv. fluvoxamine, ciprofloxacine, enoxacine, propranolol en refecoxib) dient,
waar mogelijk, te worden vermeden.
Adrenaline
Gelijktijdige toediening van loxapine en adrenaline kan verergering van hypotensie veroorzaken (zie
rubriek 4.4).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Pasgeborenen die tijdens het derde trimester van de zwangerschap herhaaldelijk aan antipsychotica
zijn blootgesteld, lopen na de geboorte een risico op bijwerkingen waaronder extrapiramidale
symptomen en/of ontwenningsverschijnselen die qua ernst en duur kunnen variëren. Er is melding
gemaakt van agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, dyspneu of een voedingsstoornis. Er
moet derhalve worden overwogen pasgeborenen onder toezicht te houden. ADASUVE mag tijdens de
zwangerschap alleen worden gebruikt als het mogelijke voordeel van behandeling voor de vrouw
opweegt tegen het mogelijke risico voor het ongeboren kind.
Borstvoeding
Het is niet bekend in welke mate loxapine/metabolieten bij de mens in de moedermelk worden
uitgescheiden. Van loxapine/metabolieten is echter aangetoond dat ze bij lacterende honden in de
moedermelk wordt/worden uitgescheiden. Patiënten moet worden geadviseerd gedurende 48 uur nadat
ze loxapine toegediend hebben gekregen geen borstvoeding te geven en de in de tussentijd
aangemaakte melk weg te gooien.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het effect van loxapine op de vruchtbaarheid bij mensen. Er is
bekend dat langdurige behandeling met antipsychotica bij mensen kan leiden tot verlies van libido en
amenorroe. Bij vrouwtjesratten is een effect op de vruchtbaarheid waargenomen (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
ADASUVE heeft een grote invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.Vanwege het mogelijke risico op sedatie/slaperigheid, vermoeidheid of duizeligheid mogen
patiënten geen gevaarlijke machines, waaronder motorvoertuigen, bedienen, totdat ze er redelijk zeker
van zijn dat loxapine daar geen negatief effect op heeft (zie rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De beoordeling van bijwerkingen afkomstig van klinische onderzoeksgegevens is gebaseerd op
kortlopende (24 uur), placebogecontroleerde klinische onderzoeken (twee fase 3-onderzoeken en één
fase 2A-onderzoek) waaraan 524 volwassen patiënten met agitatie geassocieerd met schizofrenie
6
(waaronder 27 patiënten met een schizoaffectieve stoornis) of een bipolaire stoornis deelnamen, die
werden behandeld met ADASUVE 4,5 mg (265 patiënten) of ADASUVE 9,1 mg (259 patiënten).
In onderzoeken bij geagiteerde patiënten werd melding gemaakt van bronchospasme als soms
voorkomende maar ernstige bijwerking, terwijl bij proefpersonen met een actieve luchtwegaandoening
vaak melding werd gemaakt van bronchospasme en deze patiënten vaak moesten worden behandeld
met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten. De meest gemelde bijwerkingen tijdens de
behandeling met ADASUVE waren dysgeusie, sedatie/slaperigheid en duizeligheid (duizeligheid
kwam vaker voor na behandeling met placebo dan na behandeling met loxapine).
Tabel met overzicht van bijwerkingen
De onderstaande bijwerkingen zijn als volgt geclassificeerd: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10);
soms (≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000).
Tabel 1: Bijwerkingen
MedDRA-systeem/orgaanclassificatie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak: sedatie/slaperigheid
Vaak: duizeligheid
Soms: dystonie, dyskinesie, oculogyratie, tremor, acathisie/rusteloosheid
Bloedvataandoeningen
Soms: hypotensie
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Vaak: keelirritatie
Soms: bronchospasme (waaronder kortademigheid)
Maag-darmstelselaandoeningen
Zeer vaak: dysgeusie
Vaak: droge mond
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak: vermoeidheid
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Bronchospasme
In kortlopende (24 uur), placebogecontroleerde onderzoeken bij patiënten met agitatie geassocieerd
met schizofrenie of een bipolaire stoornis zonder actieve luchtwegaandoening, kwam soms
bronchospasme (waaronder meldingen van piepende ademhaling, kortademigheid of hoest) voor bij
patiënten die met ADASUVE werden behandeld. In placebogecontroleerde klinische onderzoeken bij
proefpersonen met lichte tot matige persisterende astma of matige tot ernstige COPD, werd echter zeer
vaak bronchospasme waargenomen. De meeste van deze bijwerkingen traden op binnen 25 minuten na
toediening, waren licht tot matig van ernst en konden met een geïnhaleerde luchtwegverwijder worden
verlicht.
Bijwerkingen bij chronisch oraal gebruik van loxapine
Bij chronische orale toediening van loxapine werden onder andere de volgende bijwerkingen
waargenomen: sedatie en sufheid, extrapiramidale symptomen (o.a. tremor, acathisie, stijfheid en
dystonie), cardiovasculaire effecten (o.a. tachycardie, hypotensie, hypertensie, orthostatische
hypotensie, een licht gevoel in het hoofd en syncope) en anticholinerge effecten (o.a. droge ogen,
wazig zien en urineretentie).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
7
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er werden in klinische onderzoeken geen gevallen van overdosering van ADASUVE gemeld.
Symptomen
In het geval van onopzettelijke overdosering zijn de klachten en symptomen afhankelijk van het aantal
toegediende eenheden en de tolerantie van de individuele patiënt. Zoals in verband met de
farmacologische werking van loxapine verwacht zou kunnen worden, lopen de klinische resultaten
uiteen van lichte depressie van het czs en het cardiovasculaire systeem tot ernstige hypotensie,
ademhalingsdepressie en bewusteloosheid (zie rubriek 4.4). Er moet rekening worden gehouden met
het optreden van extrapiramidale symptomen en/of convulsies. Na overdosering van orale loxapine is
ook nierfalen waargenomen.
Behandeling
In geval van overdosering is de behandeling symptomatisch en ondersteunend. Er kan worden
verwacht dat ernstige hypotensie reageert op de toediening van noradrenaline of fenylefrine.
Adrenaline mag niet worden gebruikt aangezien dit bij patiënten met een partiële adrenerge blokkade
tot verdere verlaging van de bloeddruk kan leiden (zie de rubrieken 4.4 en 4.5). Ernstige
extrapiramidale reacties moeten worden behandeld met anticholinerge antiparkinsongeneesmiddelen
of difenhydraminehydrochloride en er moet behandeling met anti-epileptica worden gestart indien
geïndiceerd. Aanvullende maatregelen zijn onder andere zuurstof en intraveneuze vloeistoffen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psycholeptica, antipsychotica; ATC-code: N05AH01
De werkzaamheid van loxapine wordt waarschijnlijk gemedieerd door middel van het met een hoge
affiniteit antagoneren van dopamine D2-receptoren en serotonine 5-HT2A-receptoren. Loxapine bindt
aan noradrenerge, histaminerge en cholinerge receptoren en de interactie van loxapine met deze
systemen kan van invloed zijn op het spectrum van de farmacologische effecten van loxapine.
Er zijn bij verschillende diersoorten veranderingen in het niveau van excitabiliteit van subcorticale
inhibitoire gebieden waargenomen, die worden geassocieerd met een kalmerend effect en
onderdrukking van agressief gedrag.
Klinische werkzaamheid
Aan de twee fase 3-onderzoeken namen patiënten deel met acute agitatie van ten minste een matig
niveau (14 of hoger) op de PANSS-schaal (Positive
and Negative Syndrome Scale - Excited
Component
(PEC-score)) (slechte impulscontrole, spanning, vijandigheid, beperkte coöperatie en
opwinding). Voor deelname in onderzoek 004-301 was de diagnose schizofrenie vereist. Voor
deelname in onderzoek 004-302 was de diagnose bipolaire stoornis (huidige episode manisch of
gemengd) vereist. Patiënten hadden een significante en chronische psychiatrische ziekte (Diagnostic
and Statistical Manual of Mental Disorders,
vierde editie (DSM-IV)), op basis van het aantal jaren na
de diagnose en eerdere ziekenhuisopnamen. Patiënten werden gerandomiseerd naar placebo,
ADASUVE 4,5 mg en ADASUVE 9,1 mg.
De gemiddelde leeftijd van gerandomiseerde patiënten was 43,1 jaar in onderzoek 004-301 en 40,8
jaar in onderzoek 004-302: jongvolwassenen (18-25 jaar) waren in beide proeven nauwelijks
8
vertegenwoordigd (7,3%). In het schizofrenieonderzoek waren vrouwen nauwelijks vertegenwoordigd
(26,5%) en in onderzoek 004-302 was ongeveer de helft van de patiënten mannelijk (49,7%).
Ongeveer 35% van de patiënten met schizofrenie gebruikte op het moment van toediening gelijktijdig
antipsychotica, terwijl ongeveer 13% van de patiënten met een bipolaire stoornis deze geneesmiddelen
kreeg toegediend. Het merendeel van de patiënten in beide fase 3-onderzoeken rookte: ongeveer 82%
van de patiënten met schizofrenie en 74% van de patiënten met een bipolaire stoornis rookte op dat
moment.
Na de eerste dosis werd ten minste twee uur later een tweede dosis toegediend als de agitatie
onvoldoende was afgenomen. Zo nodig werd ten minste vier uur na de tweede dosis een derde dosis
toegediend. Indien medisch noodzakelijk, werd noodmedicatie (intramusculaire lorazepam)
toegediend. Het primaire eindpunt was de absolute verandering in de PEC-score vanaf de
uitgangssituatie tot twee uur na toediening van dosis 1 voor beide doses ADASUVE ten opzichte van
placebo. Andere eindpunten waren onder andere PEC- en CGI-I- (Clinical
Global Impression –
Improvement)
responders twee uur na dosis 1 en het totale aantal patiënten per groep die 1, 2 of 3
doses studiegeneesmiddel toegediend kregen met en zonder noodmedicatie. Als responders werden
beschouwd patiënten met een daling ≥40% van de totale PEC-score ten opzichte van de
uitgangssituatie of patiënten met een CGI-I-score van 1 (heel veel beter) of 2 (veel beter).
Een verminderde agitatie werd waargenomen 10 minuten na dosis 1, het eerste beoordelingsmoment,
en bij alle volgende beoordelingen tijdens de beoordelingsperiode van 24 uur, zowel voor de dosis van
4,5 mg als die van 9,1 mg, zowel bij patiënten met schizofrenie als die met een bipolaire stoornis.
Uit onderzoek naar populatiesubgroepen (leeftijd, ras en geslacht) kwam geen verschil in respons op
basis van deze populatiesubgroepen naar voren.
Zie onderstaande tabel voor de belangrijkste resultaten.
9
De belangrijkste resultaten van de hoofdonderzoeken naar de werkzaamheid: vergelijkingen
tussen ADASUVE 4,5 mg, 9,1 mg en placebo
Onderzoek
Patiënten
Behandeling
N
Uitgangssituatie
PEC-
verandering
Verandering
twee uur na
toediening
SD
PEC-
responders
30 minuten na
toediening
twee uur na
toediening
004-301
Schizofrenie
PBO
4,5 mg 9,1 mg
115
116
112
17,4
-5,5
4,9
27,8%
38,3%
17,8
-8,1
+
5,2
46,6%
62,9%
17,6
-8,6*
4,4
57,1%
69,6%
004-302
Bipolaire stoornis
PBO
4,5 mg
9,1 mg
105
104
105
17,7
-4,9
4,8
23,8%
27,6%
17,4
-8,1*
4,9
59,6%
62,5%
17,3
-9,0*
4,7
61,9%
73,3%
CGI-I-
responder
% CGI-I-
responders
35,7%
57,4%
67,0%
27,6%
66,3%
74,3%
Aantal benodigde
doses
Eén
Twee
Drie
46,1%
29,6%
8,7%
54,4%
30,7%
8,8%
60,9%
26,4%
7,3%
26,7%
41,0%
11,4%
41,3%
44,2%
5,8%
8,6%
61,5%
26,0%
3,8%
8,6%
Noodmedicatie
15,6%
6,1%
5,4%
21,0%
+
*= p<0,0001
= p<0,01
PEC-responders = > 40% verandering ten opzichte van PEC-uitgangssituatie;
CGI-I-responders = score 1 (heel veel beter) of 2 (veel beter)
PBO = placebo SD = standaarddeviatie
In een ondersteunend fase 2-onderzoek met enkelvoudige dosis waaraan in totaal 129 patiënten met
schizofrenie en een schizoaffectieve stoornis deelnamen, was de daling in de verandering van PEC na
twee uur -5,0 voor placebo, -6,7 voor ADASUVE 4,5 mg en -8,6 (p<0,001) voor ADASUVE 9,1 mg.
Er werd noodmedicatie toegediend bij respectievelijk 32,6%, 11,1% en 14,6% van de patiënten.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met ADASUVE in de subgroep van pediatrische
patiënten vanaf de geboorte tot 12 jaar voor de behandeling van schizofrenie en in de subgroep vanaf
de geboorte tot 10 jaar voor de behandeling van bipolaire stoornis (zie rubriek 4.2 voor informatie
over pediatrisch gebruik).
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met ADASUVE in de subgroep van pediatrische
patiënten van 12 tot 18 jaar voor de behandeling van schizofrenie en in de subgroep van 10 tot 18 jaar
voor de behandeling van bipolaire stoornis (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
10
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
De toediening van ADASUVE resulteerde in een snelle absorptie van loxapine waarbij de maximale
plasmaconcentratie werd bereikt na een mediane tijd (T
max
) van twee minuten. De blootstelling aan
loxapine tijdens de eerste twee uur na toediening (AUC
0-2u
, een maatstaf voor vroege blootstelling die
relevant is voor de aanvang van het therapeutische effect) was 25,6 ng*u/ml voor de dosis van 4,5 mg
en 66,7 ng*u/ml voor de dosis van 9,1 mg bij gezonde proefpersonen.
De farmacokinetische parameters van loxapine werden bepaald bij proefpersonen die chronische,
stabiele doses antipsychotica toegediend kregen na herhaalde toediening van in totaal drie doses (4,5
mg of 9,1 mg) ADASUVE om de vier uur. De gemiddelde piekplasmaconcentraties waren gelijk na de
eerste en derde dosis ADASUVE, wat wijst op minimale accumulatie tijdens het doseringsinterval van
vier uur.
Distributie
Loxapine wordt snel uit het plasma verwijderd en verspreidt zich naar het weefsel. Dieronderzoek na
orale toediening wijst op een initiële preferentiële distributie naar de longen, de hersenen, de milt, het
hart en de nieren. Loxapine is voor 96,6% gebonden aan menselijke plasma-eiwitten.
Biotransformatie
Loxapine wordt grotendeels gemetaboliseerd in de lever, waarbij meerdere metabolieten worden
gevormd. De voornaamste metabole routes zijn onder andere hydroxylatie naar de vorm 8-OH-
loxapine en 7-OH-loxapine, N-oxidatie naar de vorm loxapine N-oxide en demethylatie naar de vorm
amoxapine. Voor ADASUVE was de volgorde waarin de waargenomen metabolieten bij mensen
werden gevormd (op basis van systemische blootstelling) 8-OH-loxapine >> loxapine N-oxide > 7-
OH-loxapine > amoxapine, waarbij de plasmaspiegels van 8-OH-loxapine vergelijkbaar waren met die
van de moederverbinding. 8-OH-loxapine is niet farmacologisch actief bij de D2-receptor terwijl de
kleine metaboliet, 7-OH-loxapine, een hoge bindingsaffiniteit met D2-receptoren heeft.
Loxapine is een substraat voor verschillende CYP450-isozymen; uit
in-vitro-onderzoeken
blijkt dat 7-
OH-loxapine voornamelijk wordt gevormd door de CYP's 3A4 en 2D6, 8-OH-loxapine voornamelijk
door CYP1A2, amoxapine voornamelijk door CYP3A4, 2C19 en 2C8, en loxapine N-oxide door
FMO's.
Het potentieel van loxapine en zijn metabolieten (amoxapine, 7-OH-loxapine, 8-OH-loxapine en
loxapine-N-oxide) voor het inhiberen van een met CYP450 gemedieerd geneesmiddelmetabolisme is
in vitro
onderzocht voor CYP 1A1, 1A2, 2A6, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6, 2E1 en 3A4. Er werd geen
significante inhibitie waargenomen.
In-vitro-onderzoeken
geven aan dat loxapine en 8-OH-loxapine
geen klinisch relevante concentraties van CYP1A2, 2B6 of 3A4-enzymen produceren. Bovendien
geven
in-vitro-onderzoeken
aan dat loxapine en 8-OH loxapine UGT1A1, 1A3, 1A4, 2B7 en 2B15
niet inhiberen.
Eliminatie
De uitscheiding van loxapine vindt vooral plaats tijdens de eerste 24 uur. Metabolieten worden in de
urine in de vorm van conjugaten uitgescheiden en in de feces ongeconjugeerd. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd (T½) varieerde van 6 tot 8 uur.
Lineariteit/non-lineariteit
De gemiddelde plasmaloxapineconcentraties na toediening van ADASUVE waren lineair over het
klinische dosisbereik. AUC
0-2u
, AUC
inf
, en C
max
stegen op dosisafhankelijke wijze.
11
Farmacokinetiek bij speciale populaties
Rokers
Een populatie-farmacokinetische analyse waarin de blootstelling bij rokers werd vergeleken met die
van niet-rokers, wees uit dat roken, dat CYP1A2 induceert, een minimaal effect had op de
blootstelling aan ADASUVE. Een dosisaanpassing op grond van rookstatus wordt niet aanbevolen.
Bij vrouwelijke rokers was de blootstelling (AUC
inf
) aan ADASUVE en 7-OH-loxapine, de actieve
metaboliet ervan, lager dan bij vrouwelijke niet-rokers (84% tegenover 109% 7-OH-
loxapine/loxapine-verhouding), wat waarschijnlijk komt door een stijging van de klaring van loxapine
bij rokers.
Demografische gegevens
Er waren geen belangrijke verschillen in de blootstelling of dispositie van loxapine na toediening van
ADASUVE als gevolg van leeftijd, geslacht, ras, gewicht of BMI (body
mass index).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van
veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde dosering en genotoxiciteit duidden niet op een
speciaal risico voor mensen, afgezien van veranderingen in reproductief weefsel in verband met de
verlengde farmacologie van loxapine. Vergelijkbare veranderingen bij mensen, o.a. gynaecomastie,
zijn bekend, maar alleen na langdurige toediening van geneesmiddelen die hyperprolactinemie
veroorzaken.
Vrouwtjesratten paarden niet als gevolg van aanhoudende diestrus na orale behandeling met loxapine.
Embryonale/foetale ontwikkelingsonderzoeken en perinatale onderzoeken wezen op een vertraagde
ontwikkeling (gewichtsverlies, vertraagde ossificatie, hydronefrose, hydro-ureter en/of gezwollen
renale pelvis met minder of geen papilla) en een hoger aantal perinatale en neonatale doden bij jongen
van ratten die vanaf halverwege de draagtijd werden behandeld met orale doses ADASUVE lager dan
de aanbevolen maximumdosis voor mensen op basis van mg/m
2
(zie rubriek 4.6).
6.
6.1
Geen.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
12
De witte inhalator (het omhulsel) is gemaakt van polycarbonaat van medische kwaliteit.
Elke inhalator wordt geleverd in een verzegelde, multigelamineerde aluminiumfoliezak.
ADASUVE 4,5 mg wordt geleverd in een doos met 1 of 5 eenheden.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/001 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/003 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING//VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 20 februari 2013
Datum van laatste verlenging:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
13
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder, voorverpakt
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Iedere inhalator voor enkelvoudige dosering bevat 10 mg loxapine en geeft 9,1 mg loxapine af.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder, voorverpakt (inhalatiepoeder).
Wit apparaat met een mondstuk aan de ene kant en een uitstekend treklipje aan de andere kant.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
ADASUVE is geïndiceerd voor het snel onder controle krijgen van lichte tot matige agitatie bij
volwassen patiënten met schizofrenie of een bipolaire stoornis. Meteen nadat de acute symptomen van
agitatie onder controle zijn, dienen patiënten een reguliere behandeling te krijgen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
ADASUVE mag
alleen
worden toegediend in een ziekenhuisomgeving onder toezicht van een
professionele zorgverlener.
Er dient noodmedicatie met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten beschikbaar te
zijn voor de behandeling van mogelijke ernstige bijwerkingen van de luchtwegen
(bronchospasme).
Dosering
De aanbevolen aanvangsdosis van ADASUVE is 9,1 mg. Indien nodig, kan na twee uur een tweede
dosis worden toegediend. Er mogen niet meer dan twee doses worden toegediend.
Er kan een lagere dosis van 4,5 mg worden toegediend als de dosis van 9,1 mg eerder niet werd
verdragen door de patiënt of als de arts besluit dat een lagere dosis beter geschikt is.
Patiënten dienen gedurende het eerste uur na iedere dosis nauwkeurig te worden geobserveerd met het
oog op klachten en symptomen van bronchospasme.
Ouderen
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij patiënten ouder dan 65 jaar zijn niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Nier- en/of leverfunctiestoornissen
ADASUVE is niet onderzocht bij patiënten met nier- of leverstoornissen. Er zijn geen gegevens
beschikbaar.
14
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij kinderen (jonger dan 18 jaar) zijn niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor inhalatie. Het middel is verpakt in een verzegelde zak.
Voor gebruik wordt het middel uit de zak gehaald. Als het treklipje is verwijderd, gaat er een groen
lampje branden. Dit geeft aan dat het middel klaar is voor gebruik (let wel: als het lipje verwijderd is,
moet het middel binnen 15 minuten worden gebruikt). Het geneesmiddel wordt afgegeven wanneer de
patiënt inhaleert door diep in te ademen via het mondstuk. Na de inhalering haalt de patiënt het
mondstuk uit de mond en houdt hij/zij de adem kort in. Het geneesmiddel is afgegeven als het groene
lampje uit gaat. De buitenkant van het apparaat kan warm worden tijdens het gebruik. Dat is normaal.
Voor volledige instructies over het gebruik van ADASUVE, zie de rubriek met informatie voor
medisch personeel in de bijsluiter.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor amoxapine.
Patiënten met acute klachten/symptomen van ademhalingsproblemen (bijv. piepende ademhaling) of
met actieve luchtwegaandoeningen (zoals patiënten met astma of chronisch obstructief longlijden
[COPD]) (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Om de volledige dosis loxapine toe te dienen is het belangrijk dat de ADASUVE-inhalator op de juiste
wijze wordt gebruikt.
Medisch personeel moet ervoor zorgen dat de patiënt de inhalator op de juiste wijze gebruikt.
ADASUVE heeft mogelijk een beperkte werkzaamheid bij patiënten die gelijktijdig andere
geneesmiddelen gebruiken, vooral andere antipsychotica.
Bronchospasme
In placebo-gecontroleerde klinische proeven bij proefpersonen met astma of COPD werd zeer vaak
bronchospasme waargenomen. Wanneer dat het geval was, werd het doorgaans gemeld binnen 25
minuten na toediening. Dientengevolge moeten patiënten die ADASUVE gebruiken, op passende
wijze worden geobserveerd na toediening van het middel. ADASUVE is niet onderzocht bij patiënten
met andere soorten longziekten. Mocht na behandeling met ADASUVE bronchospasme optreden, dan
kan dit worden behandeld met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten, bijv. salbutamol
(zie de rubrieken 4.2 en 4.8). ADASUVE mag niet opnieuw worden toegediend bij patiënten bij wie
klachten/symptomen van ademhalingsproblemen optreden (zie rubriek 4.3).
Hypoventilatie
Gezien het primaire effect van loxapine op het centraal zenuwstelsel (czs) is voorzichtigheid geboden
bij gebruik van ADASUVE bij patiënten met een luchtwegaandoening, zoals hypovigilante patiënten
of patiënten met czs-depressie als gevolg van alcohol of andere centraal werkende middelen zoals
anxiolytica, de meeste antipsychotica, hypnotica, opiaten, enz. (zie rubriek 4.5).
Oudere patiënten met aan dementie gerelateerde psychose
ADASUVE is niet onderzocht bij oudere patiënten, waaronder patiënten met aan dementie
gerelateerde psychose. Uit klinische onderzoeken met atypische en conventionele antipsychotische
15
geneesmiddelen is gebleken dat ouderen met aan dementie gerelateerde psychose een hoger
overlijdensrisico lopen dan wanneer zij placebo krijgen toegediend. ADASUVE is niet geïndiceerd
voor de behandeling van patiënten met aan dementie gerelateerde psychose.
Extrapiramidale symptomen
Extrapiramidale symptomen (waaronder acute dystonie) zijn bekende klasse-effecten van
antipsychotica. Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met een
voorgeschiedenis van extrapiramidale symptomen.
Tardieve dyskinesie
Als klachten en symptomen van tardieve dyskinesie worden waargenomen bij een patiënt die met
loxapine wordt behandeld, moet stopzetting van de behandeling worden overwogen. Deze symptomen
kunnen tijdelijk verergeren of zelfs optreden nadat de behandeling is stopgezet.
Maligne antipsychoticasyndroom (NMS)
Klinische manifestaties van NMS zijn hyperpyrexie, spierstijfheid, een veranderde geestelijke toestand
en aanwijzingen voor autonome instabiliteit (onregelmatige polsslag of bloeddruk, tachycardie,
diaforese en hartritmestoornissen). Bijkomende klachten zijn onder andere een verhoogd
creatinefosfokinase, myoglobinurie (rabdomyolyse) en acuut nierfalen. Als een patiënt klachten en
symptomen ontwikkelt die wijzen op NMS of onverwacht hoge koorts krijgt zonder verdere klinische
manifestaties van NMS, moet de behandeling met ADASUVE worden stopgezet.
Hypotensie
Lichte hypotensie werd gemeld in kortlopende (24 uur durende), placebo-gecontroleerde proeven bij
geagiteerde patiënten die ADASUVE toegediend kregen. Als vasopressortherapie nodig is, geniet
noradrenaline of fenylefrine de voorkeur. Adrenaline mag niet worden gebruikt, aangezien stimulering
van bèta-adrenoceptoren bij een door loxapine geïnduceerde partiële alfa-adrenoceptorblokkade
hypotensie kan verergeren (zie rubriek 4.5).
Cardiovasculair
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van ADASUVE bij patiënten met onderliggende
cardiovasculaire aandoeningen. ADASUVE wordt afgeraden bij patiëntenpopulaties met een bekende
cardiovasculaire aandoening (voorgeschiedenis van myocardinfarct of ischemische hartziekte,
hartfalen of afwijkingen in de geleiding), een cerebrovasculaire aandoening of aandoeningen die
patiënten vatbaarder maken voor hypotensie (dehydratie, hypovolemie en behandeling met
antihypertensiva).
QT-interval
Er lijkt geen verband te bestaan tussen klinisch relevante QT-verlenging en een enkelvoudige of
herhaalde doses ADASUVE. Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt toegediend bij
patiënten met een bekende cardiovasculaire aandoening of een familiare voorgeschiedenis van QT-
verlenging en bij gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QT-
interval verlengen. Het potentiële risico op QTc-verlenging wegens interactie met geneesmiddelen
waarvan bekend is dat ze het QTc-interval verlengen, is niet bekend.
Insulten / convulsies
Voorzichtigheid is geboden wanneer loxapine wordt gebruikt bij patiënten met een voorgeschiedenis
van convulsies aangezien loxapine leidt tot een verlaging van de convulsiedrempel. Er zijn insulten
gemeld bij patiënten die loxapine oraal kregen toegediend met een werkzame antipsychotische
16
dosering. Deze insulten kunnen zich bij epileptische patiënten zelfs voordoen wanneer een standaard-
-onderhoudsbehandeling met anti-epileptica wordt toegediend (zie rubriek 4.5).
Anticholinerge activiteit
Vanwege de anticholinerge activiteit is voorzichtigheid geboden bij gebruik van ADASUVE bij
patiënten met glaucoom of een neiging tot urineretentie, met name bij gelijktijdige toediening van
anticholinerge antiparkinsongeneesmiddelen.
Intoxicatie of een fysieke aandoening (delirium)
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij patiënten met agitatie als gevolg van intoxicatie of
een fysieke aandoening (delirium) zijn niet onderzocht. Voorzichtigheid is geboden wanneer
ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met intoxicatie of een delirium (zie rubriek 4.5).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening van benzodiazepinen of andere hypnosedativa of middelen die de ademhaling
onderdrukken kan in verband worden gebracht met overmatige sedatie en ademhalingsdepressie of
ademstilstand. Als behandeling met benzodiazepine in combinatie met loxapine noodzakelijk geacht
wordt, moeten patiënten op overmatige sedatie en orthostatische hypotensie worden gecontroleerd.
Een onderzoek naar de combinatie van geïnhaleerd loxapine en intramusculair lorazepam 1 mg heeft
geen significante effecten aan het licht gebracht op de ademhalingsfrequentie, pulsoximetrie,
bloeddruk of hartslag vergeleken met aparte toediening van elk van de medicaties. Hogere doses van
lorazepam zijn niet onderzocht. De effecten van de combinatie op sedatie bleken additief te zijn.
De mogelijkheid dat ADASUVE van invloed is op de werking van andere geneesmiddelen
Er wordt niet verwacht dat loxapine leidt tot klinisch belangrijke farmacokinetische interacties met
geneesmiddelen die ofwel worden gemetaboliseerd door cytochroom-P450-isozymen (CYP450-
isozymen) ofwel of geglucuronideerde door menselijke uridine 5'-diphosphoglucuronosyl transferases
(UGT's).
Voorzichtigheid wordt geadviseerd als loxapine wordt gebruikt in combinatie met andere
geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de convulsiedrempel verlagen, zoals fenothiazinen of
butyrofenonen, clozapine, tricyclica of selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's), tramadol en
mefloquine (zie rubriek 4.4).
In-vitro-onderzoeken
wezen uit dat loxapine geen substraat was voor P-glycoproteïne (P-gp) maar P-
gp wel remt. Bij therapeutische concentraties wordt echter niet verwacht dat het door P-gp
gemedieerde transport van andere geneesmiddelen op een klinisch significante wijze zal worden
geremd.
Gezien het primaire effect van loxapine op het czs is voorzichtigheid geboden bij gebruik van
ADASUVE in combinatie met alcohol of andere centraal werkende middelen, zoals anxiolytica, de
meeste antipsychotica, hypnotica, opiaten, enz. Het gebruik van loxapine bij patiënten met alcohol- of
geneesmiddelenintoxicatie (door geneesmiddelen op doktersvoorschrift of oneigenlijk gebruikte
geneesmiddelen) is niet beoordeeld. Loxapine kan ernstige ademhalingsdepressie veroorzaken als het
wordt gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen die het czs onderdrukken (zie rubriek 4.4).
De mogelijkheid dat andere geneesmiddelen van invloed zijn op de werking van ADASUVE
Loxapine is een substraat voor flavine-bevattende mono-oxygenasen (FMO's) en voor verschillende
CYP450-isozymen (zie rubriek 5.2). Het risico op metabole interacties als gevolg van een effect op
een afzonderlijke isoform is derhalve beperkt. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die gelijktijdig
andere geneesmiddelen krijgen toegediend die deze enzymen remmen of versterken, met name als
17
bekend is dat het gelijktijdig toegediende geneesmiddel verschillende enzymen die een rol spelen bij
het metabolisme van loxapine, remt of versterkt. Dergelijke geneesmiddelen kunnen de werkzaamheid
en veiligheid van ADASUVE op een onregelmatige wijze beïnvloeden. Gelijktijdig gebruik van
CYP1A2-remmers (bijv. fluvoxamine, ciprofloxacine, enoxacine, propranolol en refecoxib) dient,
waar mogelijk, te worden vermeden.
Adrenaline
Gelijktijdige toediening van loxapine en adrenaline kan verergering van hypotensie veroorzaken (zie
rubriek 4.4).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Pasgeborenen die tijdens het derde trimester van de zwangerschap herhaaldelijk aan antipsychotica
zijn blootgesteld, lopen na de geboorte een risico op bijwerkingen waaronder extrapiramidale
symptomen en/of ontwenningsverschijnselen die qua ernst en duur kunnen variëren. Er is melding
gemaakt van agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, dyspneu of een voedingsstoornis. Er
moet derhalve worden overwogen pasgeborenen onder toezicht te houden. ADASUVE mag tijdens de
zwangerschap alleen worden gebruikt als het mogelijke voordeel van behandeling voor de vrouw
opweegt tegen het mogelijke risico voor het ongeboren kind.
Borstvoeding
Het is niet bekend in welke mate loxapine/metabolieten bij de mens in de moedermelk worden
uitgescheiden. Van loxapine/ metabolieten is echter aangetoond dat ze bij lacterende honden in de
moedermelk wordt/worden uitgescheiden. Patiënten moet worden geadviseerd gedurende 48 uur nadat
ze loxapine toegediend hebben gekregen geen borstvoeding te geven en de in de tussentijd
aangemaakte melk weg te gooien.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het effect van loxapine op de vruchtbaarheid bij mensen. Er is
bekend dat langdurige behandeling met antipsychotica bij mensen kan leiden tot verlies van libido en
amenorroe. Bij vrouwtjesratten is een effect op de vruchtbaarheid waargenomen (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
ADASUVE heeft een grote invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.Vanwege het mogelijke risico op sedatie/slaperigheid, vermoeidheid of duizeligheid mogen
patiënten geen gevaarlijke machines, waaronder motorvoertuigen, bedienen, totdat ze er redelijk zeker
van zijn dat loxapine daar geen negatief effect op heeft (zie rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De beoordeling van bijwerkingen afkomstig van klinische onderzoeksgegevens is gebaseerd op
kortlopende (24 uur), placebo-gecontroleerde klinische onderzoeken (twee fase 3-onderzoeken en één
fase 2A-onderzoek) waaraan 524 volwassen patiënten met agitatie geassocieerd met schizofrenie
(waaronder 27 patiënten met een schizoaffectieve stoornis) of een bipolaire stoornis deelnamen, die
werden behandeld met ADASUVE 4,5 mg (265 patiënten) of ADASUVE 9,1 mg (259 patiënten).
In onderzoeken bij geagiteerde patiënten werd melding gemaakt van bronchospasme als soms
voorkomende maar ernstige bijwerking, terwijl bij proefpersonen met een actieve luchtwegaandoening
vaak melding werd gemaakt van bronchospasme en deze patiënten vaak moesten worden behandeld
18
met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten. De meest gemelde bijwerkingen tijdens de
behandeling met ADASUVE waren dysgeusie, sedatie/slaperigheid en duizeligheid (duizeligheid
kwam vaker voor na behandeling met placebo dan na behandeling met loxapine).
Tabel met overzicht van bijwerkingen
De onderstaande bijwerkingen zijn als volgt geclassificeerd: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10);
soms (≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000).
Tabel 1: Bijwerkingen
MedDRA-systeem/orgaanclassificatie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak: sedatie/slaperigheid
Vaak: duizeligheid
Soms: dystonie, dyskinesie, oculogyratie, tremor, acathisie/rusteloosheid
Bloedvataandoeningen
Soms: hypotensie
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Vaak: keelirritatie
Soms: bronchospasme (waaronder kortademigheid)
Maag-darmstelselaandoeningen
Zeer vaak: dysgeusie
Vaak: droge mond
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak: vermoeidheid
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Bronchospasme
In kortlopende (24 uur), placebogecontroleerde onderzoeken bij patiënten met agitatie geassocieerd
met schizofrenie of een bipolaire stoornis zonder actieve luchtwegaandoening, kwam soms
bronchospasme (waaronder meldingen van piepende ademhaling, kortademigheid of hoest) voor bij
patiënten die met ADASUVE werden behandeld. In placebo-gecontroleerde klinische onderzoeken bij
proefpersonen met lichte tot matige persisterende astma of matige tot ernstige COPD, werd echter zeer
vaak bronchospasme waargenomen. De meeste van deze bijwerkingen traden op binnen 25 minuten na
toediening, waren licht tot matig van ernst en konden met een geïnhaleerde luchtwegverwijder worden
verlicht.
Bijwerkingen bij chronisch oraal gebruik van loxapine
Bij chronische orale toediening van loxapine werden onder andere de volgende bijwerkingen
waargenomen: sedatie en sufheid, extrapiramidale symptomen (o.a. tremor, acathisie, stijfheid en
dystonie), cardiovasculaire effecten (o.a. tachycardie, hypotensie, hypertensie, orthostatische
hypotensie, een licht gevoel in het hoofd en syncope) en anticholinerge effecten (o.a. droge ogen,
wazig zien en urineretentie).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er werden in klinische onderzoeken geen gevallen van overdosering van ADASUVE gemeld.
19
Symptomen
In het geval van onopzettelijke overdosering zijn de klachten en symptomen afhankelijk van het aantal
toegediende eenheden en de tolerantie van de individuele patiënt. Zoals in verband met de
farmacologische werking van loxapine verwacht zou kunnen worden, lopen de klinische resultaten
uiteen van lichte depressie van het czs en het cardiovasculaire systeem tot ernstige hypotensie,
ademhalingsdepressie en bewusteloosheid (zie rubriek 4.4). Er moet rekening worden gehouden met
het optreden van extrapiramidale symptomen en/of convulsies. Na overdosering van orale loxapine is
ook nierfalen waargenomen.
Behandeling
In geval van overdosering is de behandeling symptomatisch en ondersteunend. Er kan worden
verwacht dat ernstige hypotensie reageert op de toediening van noradrenaline of fenylefrine.
Adrenaline mag niet worden gebruikt aangezien dit bij patiënten met een partiële adrenerge blokkade
tot verdere verlaging van de bloeddruk kan leiden (zie de rubrieken 4.4 en 4.5). Ernstige
extrapiramidale reacties moeten worden behandeld met anticholinerge antiparkinsongeneesmiddelen
of difenhydraminehydrochloride en er moet behandeling met anti-epileptica worden gestart indien
geïndiceerd. Aanvullende maatregelen zijn onder andere zuurstof en intraveneuze vloeistoffen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psycholeptica, antipsychotica; ATC-code: N05AH01
De werkzaamheid van loxapine wordt waarschijnlijk gemedieerd door middel van het met een hoge
affiniteit antagoneren van dopamine D2-receptoren en serotonine 5-HT2A-receptoren. Loxapine bindt
aan noradrenerge, histaminerge en cholinerge receptoren en de interactie van loxapine met deze
systemen kan van invloed zijn op het spectrum van de farmacologische effecten van loxapine.
Er zijn bij verschillende diersoorten veranderingen in het niveau van excitabiliteit van subcorticale
inhibitoire gebieden waargenomen, die worden geassocieerd met een kalmerend effect en
onderdrukking van agressief gedrag.
Klinische werkzaamheid
Aan de twee fase 3-onderzoeken namen patiënten deel met acute agitatie van ten minste een matig
niveau (14 of hoger) op de PANSS-schaal (Positive
and Negative Syndrome Scale - Excited
Component
(PEC-score)) (slechte impulscontrole, spanning, vijandigheid, beperkte coöperatie en
opwinding). Voor deelname in onderzoek 004-301 was de diagnose schizofrenie vereist. Voor
deelname in onderzoek 004-302 was de diagnose bipolaire stoornis (huidige episode manisch of
gemengd) vereist. Patiënten hadden een significante en chronische psychiatrische ziekte (Diagnostic
and Statistical Manual of Mental Disorders,
vierde editie (DSM-IV)), op basis van het aantal jaren na
de diagnose en eerdere ziekenhuisopnamen. Patiënten werden gerandomiseerd naar placebo,
ADASUVE 4,5 mg en ADASUVE 9,1 mg.
De gemiddelde leeftijd van gerandomiseerde patiënten was 43,1 jaar in onderzoek 004-301 en 40,8
jaar in onderzoek 004-302: jongvolwassenen (18-25 jaar) waren in beide proeven nauwelijks
vertegenwoordigd (7,3%). In het schizofrenieonderzoek waren vrouwen nauwelijks vertegenwoordigd
(26,5%) en in onderzoek 004-302 was ongeveer de helft van de patiënten mannelijk (49,7%).
Ongeveer 35% van de patiënten met schizofrenie gebruikte op het moment van toediening gelijktijdig
antipsychotica, terwijl ongeveer 13% van de patiënten met een bipolaire stoornis deze geneesmiddelen
kreeg toegediend. Het merendeel van de patiënten in beide fase 3-onderzoeken rookte: ongeveer 82%
20
van de patiënten met schizofrenie en 74% van de patiënten met een bipolaire stoornis rookte op dat
moment.
Na de eerste dosis werd ten minste twee uur later een tweede dosis toegediend als de agitatie
onvoldoende was afgenomen. Zo nodig werd ten minste vier uur na de tweede dosis een derde dosis
toegediend. Indien medisch noodzakelijk, werd noodmedicatie (intramusculaire lorazepam)
toegediend. Het primaire eindpunt was de absolute verandering in de PEC-score vanaf de
uitgangssituatie tot twee uur na toediening van dosis 1 voor beide doses ADASUVE ten opzichte van
placebo. Andere eindpunten waren onder andere PEC- en CGI-I- (Clinical
Global Impression –
Improvement)
responders twee uur na dosis 1 en het totale aantal patiënten per groep die 1, 2 of 3
doses studiegeneesmiddel toegediend kregen met en zonder noodmedicatie. Als responders werden
beschouwd patiënten met een daling ≥40% van de totale PEC-score ten opzichte van de
uitgangssituatie of patiënten met een CGI-I-score van 1 (heel veel beter) of 2 (veel beter).
Een verminderde agitatie werd waargenomen 10 minuten na dosis 1, het eerste beoordelingsmoment,
en bij alle volgende beoordelingen tijdens de beoordelingsperiode van 24 uur, zowel voor de dosis van
4,5 mg als die van 9,1 mg, zowel bij patiënten met schizofrenie als die met een bipolaire stoornis.
Uit onderzoek naar populatiesubgroepen (leeftijd, ras en geslacht) kwam geen verschil in respons op
basis van deze populatiesubgroepen naar voren.
Zie onderstaande tabel voor de belangrijkste resultaten.
21
De belangrijkste resultaten van de hoofdonderzoeken naar de werkzaamheid: vergelijkingen
tussen ADASUVE 4,5 mg, 9,1 mg en placebo
Onderzoek
Patiënten
Behandeling
N
Uitgangssituatie
PEC-
verandering
Verandering
twee uur na
toediening
SD
PEC-
responders
30 minuten na
toediening
twee uur na
toediening
004-301
Schizofrenie
PBO
4,5 mg 9,1 mg
115
116
112
17,4
-5,5
4,9
27,8%
38,3%
17,8
-8,1
+
5,2
46,6%
62,9%
17,6
-8,6*
4,4
57,1%
69,6%
004-302
Bipolaire stoornis
PBO
4,5 mg
9,1 mg
105
104
105
17,7
-4,9
4,8
23,8%
27,6%
17,4
-8,1*
4,9
59,6%
62,5%
17,3
-9,0*
4,7
61,9%
73,3%
CGI-I-
responder
% CGI-I-
responders
35,7%
57,4%
67,0%
27,6%
66,3%
74,3%
Aantal benodigde
doses
Eén
Twee
Drie
46,1%
29,6%
8,7%
54,4%
30,7%
8,8%
60,9%
26,4%
7,3%
26,7%
41,0%
11,4%
41,3%
44,2%
5,8%
8,6%
61,5%
26,0%
3,8%
8,6%
Noodmedicatie
15,6%
6,1%
5,4%
21,0%
+
*= p<0,0001
= p<0,01
PEC-responders = > 40% verandering ten opzichte van PEC-uitgangssituatie;
CGI-I-responders = score 1 (heel veel beter) of 2 (veel beter)
PBO = placebo SD = standaarddeviatie
In een ondersteunend fase 2-onderzoek met enkelvoudige dosis waaraan in totaal 129 patiënten met
schizofrenie en een schizoaffectieve stoornis deelnamen, was de daling in de verandering van PEC na
twee uur -5,0 voor placebo, -6,7 voor ADASUVE 4,5 mg en -8,6 (p<0,001) voor ADASUVE 9,1 mg.
Er werd noodmedicatie toegediend bij respectievelijk 32,6%, 11,1% en 14,6% van de patiënten.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met ADASUVE in de subgroep van pediatrische
patiënten vanaf de geboorte tot 12 jaar voor de behandeling van schizofrenie en in de subgroep vanaf
de geboorte tot 10 jaar voor de behandeling van bipolaire stoornis (zie rubriek 4.2 voor informatie
over pediatrisch gebruik).
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met ADASUVE in de subgroep van pediatrische
patiënten van 12 tot 18 jaar voor de behandeling van schizofrenie en in de subgroep van 10 tot 18 jaar
voor de behandeling van bipolaire stoornis (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
22
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
De toediening van ADASUVE resulteerde in een snelle absorptie van loxapine waarbij de maximale
plasmaconcentratie werd bereikt na een mediane tijd (T
max
) van twee minuten. De blootstelling aan
loxapine tijdens de eerste twee uur na toediening (AUC
0-2u
, een maatstaf voor vroege blootstelling die
relevant is voor de aanvang van het therapeutische effect) was 25,6 ng*u/ml voor de dosis van 4,5 mg
en 66,7 ng*u/ml voor de dosis van 9,1 mg bij gezonde proefpersonen.
De farmacokinetische parameters van loxapine werden bepaald bij proefpersonen die chronische,
stabiele doses antipsychotica toegediend kregen na herhaalde toediening van in totaal drie doses (4,5
mg of 9,1 mg) ADASUVE om de vier uur. De gemiddelde piekplasmaconcentraties waren gelijk na de
eerste en derde dosis ADASUVE, wat wijst op minimale accumulatie tijdens het doseringsinterval van
vier uur.
Distributie
Loxapine wordt snel uit het plasma verwijderd en verspreidt zich naar het weefsel. Dieronderzoek na
orale toediening wijst op een initiële preferentiële distributie naar de longen, de hersenen, de milt, het
hart en de nieren. Loxapine is voor 96,6% gebonden aan menselijke plasma-eiwitten.
Biotransformatie
Loxapine wordt grotendeels gemetaboliseerd in de lever, waarbij meerdere metabolieten worden
gevormd. De voornaamste metabole routes zijn onder andere hydroxylatie naar de vorm 8-OH-
loxapine en 7-OH-loxapine, N-oxidatie naar de vorm loxapine N-oxide en demethylatie naar de vorm
amoxapine. Voor ADASUVE was de volgorde waarin de waargenomen metabolieten bij mensen
werden gevormd (op basis van systemische blootstelling) 8-OH-loxapine >> loxapine N-oxide > 7-
OH-loxapine > amoxapine, waarbij de plasmaspiegels van 8-OH-loxapine vergelijkbaar waren met die
van de moederverbinding. 8-OH-loxapine is niet farmacologisch actief bij de D2-receptor terwijl de
kleine metaboliet, 7-OH-loxapine, een hoge bindingsaffiniteit met D2-receptoren heeft.
Loxapine is een substraat voor verschillende CYP450-isozymen; uit
in-vitro-onderzoeken
blijkt dat 7-
OH-loxapine voornamelijk wordt gevormd door de CYP's 3A4 en 2D6, 8-OH-loxapine voornamelijk
door CYP1A2, amoxapine voornamelijk door CYP3A4, 2C19 en 2C8, en loxapine N-oxide door
FMO's.
Het potentieel van loxapine en zijn metabolieten (amoxapine, 7-OH-loxapine, 8-OH-loxapine en
loxapine-N-oxide) voor het inhiberen van een met CYP450 gemedieerd geneesmiddelmetabolisme is
in-vitro
onderzocht voor CYP 1A1, 1A2, 2A6, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6, 2E1 en 3A4. Er werd geen
significante inhibitie waargenomen.
In-vitro
onderzoeken geven aan dat loxapine en 8-OH-loxapine
geen klinisch relevante concentraties van CYP1A2, 2B6 of 3A4-enzymen produceren. Bovendien
geven
in-vitro
onderzoeken aan dat loxapine en 8-OH loxapine UGT1A1, 1A3, 1A4, 2B7 en 2B15 niet
inhiberen.
Eliminatie
De uitscheiding van loxapine vindt vooral plaats tijdens de eerste 24 uur. Metabolieten worden in de
urine in de vorm van conjugaten uitgescheiden en in de feces ongeconjugeerd. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd (T½) varieerde van 6 tot 8 uur.
Lineariteit/non-lineariteit
De gemiddelde plasmaloxapineconcentraties na toediening van ADASUVE waren lineair over het
klinische dosisbereik. AUC
0-2u
, AUC
inf
, en C
max
stegen op dosisafhankelijke wijze.
23
Farmacokinetiek bij speciale populaties
Rokers
Een populatie-farmacokinetische analyse waarin de blootstelling bij rokers werd vergeleken met die
van niet-rokers, wees uit dat roken, dat CYP1A2 induceert, een minimaal effect had op de
blootstelling aan ADASUVE. Een dosisaanpassing op grond van rookstatus wordt niet aanbevolen.
Bij vrouwelijke rokers was de blootstelling (AUC
inf
) aan ADASUVE en 7-OH-loxapine, de actieve
metaboliet ervan, lager dan bij vrouwelijke niet-rokers (84% tegenover 109% 7-OH-
loxapine/loxapine-verhouding), wat waarschijnlijk komt door een stijging van de klaring van loxapine
bij rokers.
Demografische gegevens
Er waren geen belangrijke verschillen in de blootstelling of dispositie van loxapine na toediening van
ADASUVE als gevolg van leeftijd, geslacht, ras, gewicht of BMI (body
mass index).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van
veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde dosering en genotoxiciteit duidden niet op een
speciaal risico voor mensen, afgezien van veranderingen in reproductief weefsel in verband met de
verlengde farmacologie van loxapine. Vergelijkbare veranderingen bij mensen, o.a. gynaecomastie,
zijn bekend, maar alleen na langdurige toediening van geneesmiddelen die hyperprolactinemie
veroorzaken.
Vrouwtjesratten paarden niet als gevolg van aanhoudende diestrus na orale behandeling met loxapine.
Embryonale/foetale ontwikkelingsonderzoeken en perinatale onderzoeken wezen op een vertraagde
ontwikkeling (gewichtsverlies, vertraagde ossificatie, hydronefrose, hydro-ureter en/of gezwollen
renale pelvis met minder of geen papilla) en een hoger aantal perinatale en neonatale doden bij jongen
van ratten die vanaf halverwege de draagtijd werden behandeld met orale doses ADASUVE lager dan
de aanbevolen maximumdosis voor mensen op basis van mg/m
2
(zie rubriek 4.6).
6.
6.1
Geen.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Niet van toepassing.
6.3
4 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
24
De witte inhalator (het omhulsel) is gemaakt van polycarbonaat van medische kwaliteit.
Elke inhalator wordt geleverd in een verzegelde, multigelamineerde aluminiumfoliezak.
ADASUVE 9,1 mg wordt geleverd in een doos met 1 of 5 eenheden.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/002 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/004 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING//VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 20 februari 2013
Datum van laatste verlenging:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
25
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
D.
26
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
FERRER INTERNACIONAL, S.A.
Joan Buscalla, 1-9, 08173 Sant Cugat del Vallès, Barcelona, Spanje
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR’s)
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
Extra risicobeperkende maatregelen
De vergunninghouder moet voorafgaand aan de lancering een voorlichtingsprogramma met de
nationale bevoegde instanties in iedere lidstaat afstemmen.
De vergunninghouder dient ervoor te zorgen dat, na de discussies en de overeenkomst met de
nationale bevoegde instanties in iedere lidstaat waar ADASUVE in de handel wordt gebracht, al het
medisch personeel dat ADASUVE tijdens en na de lancering naar verwachting zal gebruiken, een
voorlichtingspakket ontvangt met daarin de volgende zaken:
samenvatting van de productkenmerken, etikettering en bijsluiter;
voorlichtingsmateriaal voor het medisch personeel.
De belangrijkste in het voorlichtingsmateriaal op te nemen onderdelen:
27
Algemeen:
inleiding over het doel van het voorlichtingsmateriaal;
opmerking over acute indicatiestelling.
Het risico op bronchospasme:
verwijzing naar contra-indicaties en gerelateerde waarschuwingen;
een duidelijk advies om de behandeling met ADASUVE niet te starten bij patiënten met een
voorgeschiedenis van luchtwegaandoeningen;
behandeling met ADASUVE dient te worden toegediend in een ziekenhuisomgeving;
de beschikbaarheid van noodmedicatie (kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten)
tijdens de behandeling;
observatie van patiënten gedurende één uur na iedere dosis ADASUVE.
Risico van QT-verlenging:
toediening van maximaal 2 doses;
voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt toegediend bij patiënten met een
bekende cardiovasculaire aandoening of een familiare voorgeschiedenis van QT-verlenging
en bij gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QT-
interval verlengen.
28
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
29
A. ETIKETTERING
30
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld
loxapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere inhalator geeft 4,5 mg loxapine af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
1 inhalator voor enkelvoudige dosering
5 inhalators voor enkelvoudige dosering
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Dit middel is verpakt in een verzegelde zak en dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden
gehaald.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
31
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/001 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/003 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
13.
Lot
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC: {nummer}
SN: {nummer}
32
NN: {nummer}
33
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON
ZAK
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder
loxapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere inhalator geeft 4,5 mg loxapine af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder.
Inhalator voor enkelvoudige dosering.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Instructies voor gebruik binnenin.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
Instructies voor gebruik.
Lees de volgende vijf stappen voordat u ADASUVE aan een patiënt toedient:
1. Open de zak. Het middel dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden gehaald.
Scheur de foliezak open en haal de inhalator uit de verpakking.
2. Verwijder de flap.
Verwijder de plastic flap aan de achterkant van de inhalator. Het groene lampje
gaat branden. Dit geeft aan dat de inhalator klaar is voor gebruik.
34
Te gebruiken binnen
15
minuten nadat de flap is verwijderd (of tot het groene lampje uitgaat)
om te voorkomen dat de inhalator automatisch wordt gedeactiveerd.
Instrueer de patiënt om het volgende te doen:
3. Uitademen.
Houd de inhalator weg van de mond en adem uit tot de longen helemaal leeg zijn.
4. Inhaleren.
Inhaleer door diep in te ademen via het mondstuk.
BELANGRIJK: Controleer of het groene lampje uitgaat nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
5. De adem inhouden.
Na inhalatie haalt de patiënt het mondstuk uit de mond en houdt hij/zij de
adem kort in.
N.B.: Instrueer de patiënt stappen 3, 4 en 5 te herhalen als het groene lampje blijft branden
nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
35
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Niet te gebruiken bij patiënten met astma of COPD of met acute respiratoire symptomen.
Er dient een behandeling met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten beschikbaar te zijn
voor de behandeling van mogelijk bronchospasme.
Patiënten dienen gedurende het eerste uur na iedere dosis nauwkeurig te worden geobserveerd met het
oog op klachten en symptomen van bronchospasme.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/001 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/003 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
13.
Lot
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
36
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
37
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
OMHULSEL VAN HET APPARAAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder
loxapine
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
4.
Lot
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BATCHNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
4,5 mg
6.
OVERIGE
38
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld
loxapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere inhalator geeft 9,1 mg loxapine af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
1 inhalator voor enkelvoudige dosering
5 inhalators voor enkelvoudige dosering
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Dit middel is verpakt in een verzegelde zak en dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden
gehaald.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
39
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/002 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/004 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
13.
Lot
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC: {nummer}
40
SN: {nummer}
NN: {nummer}
41
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON
ZAK
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder
loxapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere inhalator geeft 9,1 mg loxapine af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder.
Inhalator voor enkelvoudige dosering.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Instructies voor gebruik binnenin.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
Instructies voor gebruik.
Lees de volgende vijf stappen voordat u ADASUVE aan een patiënt toedient:
1. Open de zak. Het middel dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden gehaald.
Scheur de foliezak open en haal de inhalator uit de verpakking.
2. Verwijder de flap.
Verwijder de plastic flap aan de achterkant van de inhalator. Het groene lampje
gaat branden. Dit geeft aan dat de inhalator klaar is voor gebruik.
42
Te gebruiken binnen
15
minuten nadat de flap is verwijderd (of tot het groene lampje uitgaat)
om te voorkomen dat de inhalator automatisch wordt gedeactiveerd.
Instrueer de patiënt om het volgende te doen:
3. Uitademen.
Houd de inhalator weg van de mond en adem uit tot de longen helemaal leeg zijn.
4. Inhaleren.
Inhaleer door diep in te ademen via het mondstuk.
BELANGRIJK: Controleer of het groene lampje uitgaat nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
5. De adem inhouden.
Na inhalatie haalt de patiënt het mondstuk uit de mond en houdt hij/zij de
adem kort in.
N.B.: Instrueer de patiënt stappen 3, 4 en 5 te herhalen als het groene lampje blijft branden
nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
43
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Niet te gebruiken bij patiënten met astma of COPD of met acute respiratoire symptomen.
Er dient een behandeling met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten beschikbaar te zijn
voor de behandeling van mogelijk bronchospasme.
Patiënten dienen gedurende het eerste uur na iedere dosis nauwkeurig te worden geobserveerd met het
oog op klachten en symptomen van bronchospasme.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/002 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/004 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
13.
Lot
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
44
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
45
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
OMHULSEL VAN HET APPARAAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder
loxapine
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
4.
Lot
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BATCHNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
9,1 mg
6.
OVERIGE
46
B. BIJSLUITER
47
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld
loxapine
Lees goed de hele bijsluiter voordat dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is ADASUVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u ADASUVE niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u ADASUVE?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u ADASUVE?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is ADASUVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof in ADASUVE, loxapine, behoort tot een groep van geneesmiddelen die
antipsychotica worden genoemd. ADASUVE remt de werking van bepaalde chemische stoffen in de
hersenen (neurotransmitters) zoals dopamine en serotonine, wat een kalmerend effect heeft en
agressief gedrag onderdrukt.
ADASUVE wordt gebruikt voor de behandeling van acute symptomen van lichte tot matige agitatie
die kan optreden bij volwassen patiënten met schizofrenie of een bipolaire stoornis. Dit zijn ziekten
die worden gekenmerkt door symptomen zoals:
•
•
(schizofrenie) dingen horen, zien of voelen die er niet zijn, achterdocht, onterechte overtuigingen,
onsamenhangend(e) spraak en gedrag en vervlakte emoties; mensen met deze aandoening kunnen
zich ook depressief, schuldig, angstig of gespannen voelen;
(bipolaire stoornis) zich fantastisch (‘high’) voelen, een overmaat aan energie hebben, veel minder
slaap dan normaal nodig hebben, snel praten met elkaar snel opvolgende ideeën en soms ernstige
prikkelbaarheid.
Wanneer mag u ADASUVE niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
• U bent allergisch voor loxapine of amoxapine;
• U hebt last van piepende ademhaling of kortademigheid;
• U hebt longklachten, zoals astma of chronisch obstructief longlijden (door uw arts mogelijk
aangeduid als ‘COPD’).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Voordat u dit middel gaat gebruiken, zal uw arts of verpleegkundige met u praten en bepalen of het
middel voor u geschikt is.
•
•
ADASUVE kan tot vernauwing van de luchtwegen (bronchospasme) leiden en een piepende
ademhaling, hoest, een beklemmend gevoel op de borst of kortademigheid veroorzaken.
Doorgaans gebeurt dit binnen 25 minuten na toediening van het middel.
Maligne antipsychoticasyndroom (NMS) bestaat uit een reeks symptomen die kunnen optreden als
u antipsychotica zoals ADASUVE gebruikt. Deze symptomen zijn mogelijk hoge koorts,
48
•
•
spierstijfheid en onregelmatige of snelle hartslag of polsslag. NMS kan dodelijk zijn. Gebruik
ADASUVE niet opnieuw als NMS optreedt.
Antipsychotica zoals ADASUVE kunnen ertoe leiden dat u bewegingen maakt die u niet onder
controle kunt houden, zoals vreemde gezichten trekken, uw tong uitsteken, uw lippen tuiten of
smakken met uw lippen, snel met uw ogen knipperen, of uw benen, armen of vingers snel
bewegen. De behandeling met ADASUVE moet mogelijk worden gestopt als dit het geval is.
Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met intoxicatie of
een delirium.
Neem voordat u dit geneesmiddel gebruikt contact op met uw arts of verpleegkundige als het
onderstaande op u van toepassing is:
• u hebt of had eerder ademhalingsproblemen zoals astma of andere chronische longziekten zoals
bronchitis of emfyseem;
• u hebt of had eerder hartklachten of u hebt een beroerte gehad;
• u hebt of had eerder lage of hoge bloeddruk;
• u hebt of had eerder een epileptische aanval (convulsie);
• u hebt of had eerder glaucoom (verhoging van de oogdruk);
• u hebt of had eerder urineretentie (het achterblijven van urine in de blaas);
• u gebruikte al ADASUVE en u hebt last gekregen van een piepende ademhaling of
kortademigheid;
• u hebt ooit last gehad van spier- of oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden
gehouden, coördinatieproblemen, aanhoudende samentrekking van spieren, rusteloosheid of niet
kunnen stilzitten;
• u bent een oudere persoon met dementie (verlies van geheugen en andere geestelijke vermogens).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
ADASUVE is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast ADASUVE nog andere geneesmiddelen of hebt u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts. Bijvoorbeeld:
• adrenaline;
• geneesmiddelen voor de behandeling van ademhalingsproblemen;
• geneesmiddelen die een risico op een epileptische aanval meebrengen (bijvoorbeeld clozapine,
tricyclica of SSRI's, tramadol of mefloquine);
• geneesmiddelen voor de behandeling van de ziekte van Parkinson;
• lorazepam of andere centraal werkende geneesmiddelen (voor de behandeling van angst,
depressie, pijn of om u te helpen slapen) of andere geneesmiddelen die slaperigheid veroorzaken;
• recreatieve (illegale) middelen;
• geneesmiddelen zoals fluvoxamine, propranolol en enoxacine en andere geneesmiddelen die een
bepaald leverenzym genaamd CYP450 1A2 remmen;
• geneesmiddelen voor de behandeling van schizofrenie, depressie of pijn, aangezien deze het risico
op een epileptische aanval vergroten.
Het gelijktijdig gebruik van ADASUVE en adrenaline kan ervoor zorgen dat uw bloeddruk daalt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Omdat ADASUVE van invloed is op het zenuwstelsel, moet alcohol worden vermeden tijdens het
gebruik van ADASUVE.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. U mag geen borstvoeding geven
gedurende 48 uur nadat u ADASUVE toegediend hebt gekregen en u moet de melk die u in die 48 uur
aanmaakt weggooien.
49
De volgende symptomen kunnen optreden bij pasgeboren baby's van moeders die tijdens de laatste
drie maanden van hun zwangerschap herhaaldelijk antipsychotica hebben gebruikt: trillen, stijve en/of
zwakke spieren, slaperigheid, agitatie, ademhalingsproblemen en problemen met voeden. Als uw baby
last krijgt van een van deze symptomen, neem dan contact op met uw arts.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn meldingen gedaan van duizeligheid, sedatie en slaperigheid als mogelijke bijwerkingen van
ADASUVE. Daarom mag u geen voertuigen besturen en geen gereedschappen of machines gebruiken
nadat u ADASUVE hebt gebruikt zolang u niet weet hoe ADASUVE van invloed op u is.
3.
Hoe gebruikt u ADASUVE?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of verpleegkundige u dat heeft verteld. Twijfelt u
over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
De aanbevolen aanvangsdosis is 9,1 mg. Uw arts kan na twee uur een tweede dosis voorschrijven
nadat hij of zij uw toestand zorgvuldig heeft beoordeeld, en uw dosering kan worden verlaagd naar 4,5
mg als uw arts van oordeel is dat deze dosis geschikter is voor de behandeling van uw toestand.
U gebruikt ADASUVE onder toezicht van een arts of verpleegkundige.
ADASUVE is bestemd voor gebruik door inhalatie. Als de arts of verpleegkundige de toediening van
ADASUVE heeft voorbereid, zal hij of zij u vragen het apparaat in uw hand te nemen, uit te ademen,
het mondstuk vervolgens in uw mond te steken, het geneesmiddel door het apparaat te inhaleren en uw
adem dan kort in te houden.
Hebt u te veel van dit middel gebruikt?
Neem contact op met u arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt dat u meer ADASUVE
toegediend krijgt dan nodig is. Bij patiënten die meer ADASUVE toegediend hebben gekregen dan de
bedoeling was, kunnen de volgende symptomen optreden: extreme vermoeidheid of slaperigheid,
moeite met ademhalen, lage bloeddruk, keelirritatie of een vieze smaak in de mond, spier- of
oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden gehouden.
Hebt u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Vertel het uw arts onmiddellijk en gebruik het geneesmiddel niet meer wanneer de volgende
bijwerkingen optreden:
• ademhalingsproblemen zoals een piepende ademhaling, hoest, kortademigheid, een beklemmend
gevoel op de borst, aangezien deze symptomen erop kunnen wijzen dat het geneesmiddel uw
luchtwegen irriteert (komt niet vaak voor tenzij u astma of COPD hebt);
• een licht gevoel in het hoofd of flauwvallen, aangezien deze symptomen erop kunnen wijzen dat
het geneesmiddel een daling van uw bloeddruk veroorzaakt (komt soms voor);
• verergerde agitatie of verwardheid, vooral in combinatie met koorts of spierstijfheid (komt zelden
voor). Deze bijwerkingen kunnen in verband worden gebracht met een ernstige aandoening
genaamd maligne antipsychoticasyndroom (NMS).
50
Neem ook contact op met uw arts wanneer sprake is van de volgende bijwerkingen, die ook
kunnen optreden bij gebruik van andere vormen van dit geneesmiddel:
zeer vaak voorkomende
bijwerkingen (kunnen bij meer dan 1 op 10 personen voorkomen): vieze
smaak in de mond of slaperigheid;
vaak voorkomende
bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op 10 personen voorkomen): duizeligheid,
keelirritatie, droge mond of vermoeidheid;
soms voorkomende
bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op 100 personen voorkomen): spier- of
oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden gehouden, coördinatieproblemen,
aanhoudende samentrekking van spieren, rusteloosheid of niet kunnen stilzitten.
Bijkomende bijwerkingen die in verband zijn gebracht met langdurig gebruik van orale loxapine en
die mogelijk relevant zijn voor het gebruik van ADASUVE, zijn onder andere duizeligheid bij het
overeind komen, verhoogde hartslag, verhoogde bloeddruk, wazig zien, droge ogen en minder plassen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u ADASUVE?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket.
Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat een zak open of gescheurd is of als het product tekenen
van fysieke beschadiging vertoont.
Gooi geneesmiddelen niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen
die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is loxapine. Iedere inhalator voor enkelvoudige dosering bevat 5 mg
loxapine en geeft 4,5 mg loxapine af.
Hoe ziet ADASUVE eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld, bevat een witte plastic wegwerpinhalator met een
enkelvoudige dosis loxapine. Elke inhalator is verpakt in een verzegelde foliezak. ADASUVE 4,5 mg
wordt geleverd in een doos met 1 of 5 inhalatoren voor enkelvoudige dosering.
51
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
Fabrikant
Ferrer Internacional, S.A.
Joan Buscalla, 1-9, 08173 Sant Cugat del Vallès
Barcelona, Spanje
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit eneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Ferrer Internacional, S.A.
Tél/Tel: +34 93 600 37 00
България
AOP Orphan Pharmaceuticals AG BG
Teл.: +35 988 6666096
Česká republika
AOP Orphan Pharmaceuticals AG CZ
Tel: +420 251 512 947
Danmark
Ferrer Internacional, S.A.
Tlf: +34 93 600 37 00
Deutschland
Ferrer Deutschland GmbH
Tel: +49 (0) 2407 502311 0
Eesti
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Tel: +370 672 12222
Ελλάδα
Ferrer Galenica S.A.
Τηλ: +30 210 52 81 700
España
Ferrer Farma, S.A.
Tel.: +34 93 600 37 00
France
Ferrer Internacional, S.A.
Tél: +34 93 600 37 00
Hrvatska
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
Tel: +43 1 5037244-0
Ireland
Lietuva
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Tel +370 672 12222
Luxembourg/Luxemburg
Ferrer Internacional, S.A.
Tél/Tel: +34 93 600 37 00
Magyarország
AOP Orphan Pharmaceuticals AG HU
Tel.: +36 1 3192633
Malta
Ferrer Internacional, S.A.
Tel.: +34 93 600 37 00
Nederland
Ferrer Internacional, S.A.
Tel.: +34 93 600 37 00
Norge
Ferrer Internacional, S.A.
Tlf: +34 93 600 37 00
Österreich
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
Tel: +43 1 5037244-0
Polska
AOP Orphan Pharmaceuticals S.A. PL
Tel: +48 22 5424068
Portugal
Ferrer Portugal, S.A.
Tel: +351 214449600
România
Galenica S.A.
Tel: +30 210 52 81 700
Slovenija
52
Ferrer Internacional, S.A.
Tel.: +34 93 600 37 00
Ísland
Ferrer Internacional, S.A.
Sími: +34 93 600 37 00
Italia
Angelini S.p.A.
Tel: +39 06 780531
Κύπρος
Τhespis Pharmaceutical Ltd
Tηλ: +357 22 67 77 10
Latvija
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Tel +370 672 12222
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
Tel: +43 1 5037244-0
Slovenská republika
AOP Orphan Pharmaceuticals AG SK
Tel: +421 31 5502271
Suomi/Finland
Ferrer Internacional, S.A.
Puh/Tel: +34 93 600 37 00
Sverige
Ferrer Internacional, S.A.
Tel: +34 93 600 37 00
United Kingdom
Ferrer Internacional, S.A.
Tel.: +34 93 600 37 00
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
De volgende informatie is alleen bestemd voor medisch personeel:
Lees vóór gebruik alle instructies. Zie de samenvatting van de productkenmerken voor verdere
informatie.
Vertrouwd raken met ADASUVE:
In de onderstaande afbeeldingen worden de belangrijke
kenmerken van ADASUVE weergegeven.
53
mondstuk
indicatielampje
flap
ADASUVE wordt geleverd in een verzegelde zak.
Wanneer ADASUVE uit de zak wordt gehaald, is het indicatielampje uit.
Het (groene) indicatielampje gaat branden wanneer de flap wordt verwijderd. De inhalator is dan
klaar voor gebruik.
Het indicatielampje gaat automatisch uit wanneer het geneesmiddel geïnhaleerd is.
Lees de volgende vijf stappen voordat u ADASUVE aan een patiënt toedient.
1. Open de zak
Het middel dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden
gehaald.
Scheur de foliezak open en haal de inhalator uit de
verpakking.
2. Verwijder de flap
Verwijder de plastic flap aan de achterkant van de inhalator. Het
groene lampje gaat branden. Dit geeft aan dat de inhalator klaar
is voor gebruik.
Te gebruiken binnen
15
minuten nadat de flap is verwijderd
(of tot het groene lampje uitgaat) om te voorkomen dat de
inhalator automatisch wordt gedeactiveerd.
flap
indicatielampje
inhalatiepoeder, loxapine
54
Instrueer de patiënt om het volgende te doen:
3. Uitademen
Houd de inhalator weg van de mond en adem uit tot de longen
helemaal leeg zijn.
4. Inhaleren
Inhaleer door diep in te ademen via het mondstuk.
BELANGRIJK: Controleer of het groene lampje uitgaat
nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
5. De adem inhouden
Na inhalatie haalt de patiënt het mondstuk uit de mond en houdt
hij/zij de adem kort in.
N.B.: Instrueer de patiënt de stappen 3, 4 en 5 te herhalen als het groene lampje blijft branden nadat de
patiënt heeft geïnhaleerd.
55
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld
loxapine
Lees goed de hele bijsluiter voordat dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is ADASUVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u ADASUVE niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u ADASUVE?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u ADASUVE?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is ADASUVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof in ADASUVE, loxapine, behoort tot een groep van geneesmiddelen die
antipsychotica worden genoemd. ADASUVE remt de werking van bepaalde chemische stoffen in de
hersenen (neurotransmitters) zoals dopamine en serotonine, wat een kalmerend effect heeft en
agressief gedrag onderdrukt.
ADASUVE wordt gebruikt voor de behandeling van acute symptomen van lichte tot matige agitatie
die kan optreden bij volwassen patiënten met schizofrenie of een bipolaire stoornis. Dit zijn ziekten
die worden gekenmerkt door symptomen zoals:
•
•
(schizofrenie) dingen horen, zien of voelen die er niet zijn, achterdocht, onterechte overtuigingen,
onsamenhangend(e) spraak en gedrag en vervlakte emoties; mensen met deze aandoening kunnen
zich ook depressief, schuldig, angstig of gespannen voelen;
(bipolaire stoornis) zich fantastisch (‘high’) voelen, een overmaat aan energie hebben, veel minder
slaap dan normaal nodig hebben, snel praten met elkaar snel opvolgende ideeën en soms ernstige
prikkelbaarheid.
Wanneer mag u ADASUVE niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
• U bent allergisch voor loxapine of amoxapine;
• U hebt last van piepende ademhaling of kortademigheid;
• U hebt longklachten, zoals astma of chronisch obstructief longlijden (door uw arts mogelijk
aangeduid als ‘COPD’).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Voordat u dit middel gaat gebruiken, zal uw arts of verpleegkundige met u praten en bepalen of het
middel voor u geschikt is.
•
ADASUVE kan tot vernauwing van de luchtwegen (bronchospasme) leiden en een piepende
ademhaling, hoest, een beklemmend gevoel op de borst of kortademigheid veroorzaken.
Doorgaans gebeurt dit binnen 25 minuten na toediening van het middel.
56
•
•
•
Maligne antipsychoticasyndroom (NMS) bestaat uit een reeks symptomen die kunnen optreden als
u antipsychotica zoals ADASUVE gebruikt. Deze symptomen zijn mogelijk hoge koorts,
spierstijfheid en onregelmatige of snelle hartslag of polsslag. NMS kan dodelijk zijn. Gebruik
ADASUVE niet opnieuw als NMS optreedt.
Antipsychotica zoals ADASUVE kunnen ertoe leiden dat u bewegingen maakt die u niet onder
controle kunt houden, zoals vreemde gezichten trekken, uw tong uitsteken, uw lippen tuiten of
smakken met uw lippen, snel met uw ogen knipperen, of uw benen, armen of vingers snel
bewegen. De behandeling met ADASUVE moet mogelijk worden gestopt als dit het geval is.
Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met intoxicatie of
een delirium.
Neem voordat u dit geneesmiddel gebruikt contact op met uw arts of verpleegkundige als het
onderstaande op u van toepassing is:
• u hebt of had eerder ademhalingsproblemen zoals astma of andere chronische longziekten zoals
bronchitis of emfyseem;
• u hebt of had eerder hartklachten of u hebt een beroerte gehad;
• u hebt of had eerder lage of hoge bloeddruk;
• u hebt of had eerder een epileptische aanval (convulsie);
• u hebt of had eerder glaucoom (verhoging van de oogdruk);
• u hebt of had eerder urineretentie (het achterblijven van urine in de blaas);
• u gebruikte al ADASUVE en u hebt last gekregen van een piepende ademhaling of
kortademigheid;
• u hebt ooit last gehad van spier- of oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden
gehouden, coördinatieproblemen, aanhoudende samentrekking van spieren, rusteloosheid of niet
kunnen stilzitten;
• u bent een oudere persoon met dementie (verlies van geheugen en andere geestelijke vermogens).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
ADASUVE is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast ADASUVE nog andere geneesmiddelen of hebt u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts. Bijvoorbeeld:
• adrenaline;
• geneesmiddelen voor de behandeling van ademhalingsproblemen;
• geneesmiddelen die een risico op een epileptische aanval meebrengen (bijvoorbeeld clozapine,
tricyclica of SSRI's, tramadol of mefloquine);
• geneesmiddelen voor de behandeling van de ziekte van Parkinson;
• lorazepam of andere centraal werkende geneesmiddelen (voor de behandeling van angst,
depressie, pijn of om u te helpen slapen) of andere geneesmiddelen die slaperigheid veroorzaken;
• recreatieve (illegale) middelen;
• geneesmiddelen zoals fluvoxamine, propranolol en enoxacine en andere geneesmiddelen die een
bepaald leverenzym genaamd CYP450 1A2 remmen;
• geneesmiddelen voor de behandeling van schizofrenie, depressie of pijn, aangezien deze het risico
op een epileptische aanval vergroten.
Het gelijktijdig gebruik van ADASUVE en adrenaline kan ervoor zorgen dat uw bloeddruk daalt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Omdat ADASUVE van invloed is op het zenuwstelsel, moet alcohol worden vermeden tijdens het
gebruik van ADASUVE.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. U mag geen borstvoeding geven
57
gedurende 48 uur nadat u ADASUVE toegediend hebt gekregen en u moet de melk die u in die 48 uur
aanmaakt weggooien.
De volgende symptomen kunnen optreden bij pasgeboren baby's van moeders die tijdens de laatste
drie maanden van hun zwangerschap herhaaldelijk antipsychotica hebben gebruikt: trillen, stijve en/of
zwakke spieren, slaperigheid, agitatie, ademhalingsproblemen en problemen met voeden. Als uw baby
last krijgt van een van deze symptomen, neem dan contact op met uw arts.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn meldingen gedaan van duizeligheid, sedatie en slaperigheid als mogelijke bijwerkingen van
ADASUVE. Daarom mag u geen voertuigen besturen en geen gereedschappen of machines gebruiken
nadat u ADASUVE hebt gebruikt zolang u niet weet hoe ADASUVE van invloed op u is.
3.
Hoe gebruikt u ADASUVE?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of verpleegkundige u dat heeft verteld. Twijfelt u
over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
De aanbevolen aanvangsdosis is 9,1 mg. Uw arts kan na twee uur een tweede dosis voorschrijven
nadat hij of zij uw toestand zorgvuldig heeft beoordeeld, en uw dosering kan worden verlaagd naar 4,5
mg als uw arts van oordeel is dat deze dosis geschikter is voor de behandeling van uw toestand.
U gebruikt ADASUVE onder toezicht van een arts of verpleegkundige.
ADASUVE is bestemd voor gebruik door inhalatie. Als de arts of verpleegkundige de toediening van
ADASUVE heeft voorbereid, zal hij of zij u vragen het apparaat in uw hand te nemen, uit te ademen,
het mondstuk vervolgens in uw mond te steken, het geneesmiddel door het apparaat te inhaleren en uw
adem dan kort in te houden.
Hebt u te veel van dit middel gebruikt?
Neem contact op met u arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt dat u meer ADASUVE
toegediend krijgt dan nodig is. Bij patiënten die meer ADASUVE toegediend hebben gekregen dan de
bedoeling was, kunnen de volgende symptomen optreden: extreme vermoeidheid of slaperigheid,
moeite met ademhalen, lage bloeddruk, keelirritatie of een vieze smaak in de mond, spier- of
oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden gehouden.
Hebt u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Vertel het uw arts onmiddellijk en gebruik het geneesmiddel niet meer wanneer de volgende
bijwerkingen optreden:
• ademhalingsproblemen zoals een piepende ademhaling, hoest, kortademigheid, een beklemmend
gevoel op de borst, aangezien deze symptomen erop kunnen wijzen dat het geneesmiddel uw
luchtwegen irriteert (komt niet vaak voor tenzij u astma of COPD hebt);
• een licht gevoel in het hoofd of flauwvallen, aangezien deze symptomen erop kunnen wijzen dat
het geneesmiddel een daling van uw bloeddruk veroorzaakt (komt soms voor);
• verergerde agitatie of verwardheid, vooral in combinatie met koorts of spierstijfheid (komt zelden
voor). Deze bijwerkingen kunnen in verband worden gebracht met een ernstige aandoening
genaamd maligne antipsychoticasyndroom (NMS).
58
Neem ook contact op met uw arts wanneer sprake is van de volgende bijwerkingen, die ook
kunnen optreden bij gebruik van andere vormen van dit geneesmiddel:
zeer vaak voorkomende
bijwerkingen (kunnen bij meer dan 1 op 10 personen voorkomen): vieze
smaak in de mond of slaperigheid;
vaak voorkomende
bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op 10 personen voorkomen): duizeligheid,
keelirritatie, droge mond of vermoeidheid;
soms voorkomende
bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op 100 personen voorkomen): spier- of
oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden gehouden, coördinatieproblemen,
aanhoudende samentrekking van spieren, rusteloosheid of niet kunnen stilzitten.
Bijkomende bijwerkingen die in verband zijn gebracht met langdurig gebruik van orale loxapine en
die mogelijk relevant zijn voor het gebruik van ADASUVE, zijn onder andere duizeligheid bij het
overeind komen, verhoogde hartslag, verhoogde bloeddruk, wazig zien, droge ogen en minder plassen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u ADASUVE?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket.
Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat een zak open of gescheurd is of als het product tekenen
van fysieke beschadiging vertoont.
Gooi geneesmiddelen niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen
die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is loxapine. Iedere inhalator voor enkelvoudige dosering bevat 10 mg
loxapine en geeft 9,1 mg loxapine af.
Hoe ziet ADASUVE eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld, bevat een witte plastic wegwerpinhalator met een
enkelvoudige dosis loxapine. Elke inhalator is verpakt in een verzegelde foliezak. ADASUVE 9,1 mg
wordt geleverd in een doos met 1 of 5 inhalatoren voor enkelvoudige dosering.
59
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
Fabrikant
Ferrer Internacional, S.A.
Joan Buscalla, 1-9, 08173 Sant Cugat del Vallès
Barcelona, Spanje
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit eneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Ferrer Internacional, S.A.
Tél/Tel: +34 93 600 37 00
България
AOP Orphan Pharmaceuticals AG BG
Teл.: +35 988 6666096
Česká republika
AOP Orphan Pharmaceuticals AG CZ
Tel: +420 251 512 947
Danmark
Ferrer Internacional, S.A.
Tlf: +34 93 600 37 00
Deutschland
Ferrer Deutschland GmbH
Tel: +49 (0) 2407 502311 0
Eesti
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Tel: +370 672 12222
Ελλάδα
Ferrer Galenica S.A.
Τηλ: +30 210 52 81 700
España
Ferrer Farma, S.A.
Tel.: +34 93 600 37 00
France
Ferrer Internacional, S.A.
Tél: +34 93 600 37 00
Hrvatska
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
Tel: +43 1 5037244-0
Ireland
Lietuva
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Tel +370 672 12222
Luxembourg/Luxemburg
Ferrer Internacional, S.A.
Tél/Tel: +34 93 600 37 00
Magyarország
AOP Orphan Pharmaceuticals AG HU
Tel.: +36 1 3192633
Malta
Ferrer Internacional, S.A.
Tel.: +34 93 600 37 00
Nederland
Ferrer Internacional, S.A.
Tel.: +34 93 600 37 00
Norge
Ferrer Internacional, S.A.
Tlf: +34 93 600 37 00
Österreich
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
Tel: +43 1 5037244-0
Polska
AOP Orphan Pharmaceuticals S.A. PL
Tel: +48 22 5424068
Portugal
Ferrer Portugal, S.A.
Tel: +351 214449600
România
Galenica S.A.
Tel: +30 210 52 81 700
Slovenija
60
Ferrer Internacional, S.A.
Tel.: +34 93 600 37 00
Ísland
Ferrer Internacional, S.A.
Sími: +34 93 600 37 00
Italia
Angelini S.p.A.
Tel: +39 06 780531
Κύπρος
Τhespis Pharmaceutical Ltd
Tηλ: +357 22 67 77 10
Latvija
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Tel +370 672 12222
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
Tel: +43 1 5037244-0
Slovenská republika
AOP Orphan Pharmaceuticals AG SK
Tel: +421 31 5502271
Suomi/Finland
Ferrer Internacional, S.A.
Puh/Tel: +34 93 600 37 00
Sverige
Ferrer Internacional, S.A.
Tel: +34 93 600 37 00
United Kingdom
Ferrer Internacional, S.A.
Tel.: +34 93 600 37 00
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
De volgende informatie is alleen bestemd voor medisch personeel:
Lees vóór gebruik alle instructies. Zie de samenvatting van de productkenmerken voor verdere
informatie.
Vertrouwd raken met ADASUVE:
In de onderstaande afbeeldingen worden de belangrijke
kenmerken van ADASUVE weergegeven.
61
mondstuk
indicatielampje
flap
ADASUVE wordt geleverd in een verzegelde zak.
Wanneer ADASUVE uit de zak wordt gehaald, is het indicatielampje uit.
Het (groene) indicatielampje gaat branden wanneer de flap wordt verwijderd. De inhalator is dan
klaar voor gebruik.
Het indicatielampje gaat automatisch uit wanneer het geneesmiddel geïnhaleerd is.
Lees de volgende vijf stappen voordat u ADASUVE aan een patiënt toedient.
1. Open de zak
Het middel dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden
gehaald.
Scheur de foliezak open en haal de inhalator uit de
verpakking.
2. Verwijder de flap
Verwijder de plastic flap aan de achterkant van de inhalator. Het
groene lampje gaat branden. Dit geeft aan dat de inhalator klaar
is voor gebruik.
Te gebruiken binnen
15
minuten nadat de flap is verwijderd
(of tot het groene lampje uitgaat) om te voorkomen dat de
inhalator automatisch wordt gedeactiveerd.
flap
indicatielampje
inhalatiepoeder, loxapine
62
Instrueer de patiënt om het volgende te doen:
3. Uitademen
Houd de inhalator weg van de mond en adem uit tot de longen
helemaal leeg zijn.
4. Inhaleren
Inhaleer door diep in te ademen via het mondstuk.
BELANGRIJK: Controleer of het groene lampje uitgaat
nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
5. De adem inhouden
Na inhalatie haalt de patiënt het mondstuk uit de mond en houdt
hij/zij de adem kort in.
N.B.: Instrueer de patiënt de stappen 3, 4 en 5 te herhalen als het groene lampje blijft branden nadat de
patiënt heeft geïnhaleerd.
63
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder, voorverpakt
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Iedere inhalator voor enkelvoudige dosering bevat 5 mg loxapine en geeft 4,5 mg loxapine af.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder, voorverpakt (inhalatiepoeder).
Wit apparaat met een mondstuk aan de ene kant en een uitstekendtreklipje aan de andere kant.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
ADASUVE is geïndiceerd voor het snel onder controle krijgen van lichte tot matige agitatie bij
volwassen patiënten met schizofrenie of een bipolaire stoornis. Meteen nadat de acute symptomen van
agitatie onder controle zijn, dienen patiënten een reguliere behandeling te krijgen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
ADASUVE mag
alleen worden toegediend in een ziekenhuisomgeving onder toezicht van een
professionele zorgverlener.
Er dient noodmedicatie met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten beschikbaar te
zijn voor de behandeling van mogelijke ernstige bijwerkingen van de luchtwegen
(bronchospasme).
Dosering
De aanbevolen aanvangsdosis van ADASUVE is 9,1 mg. Aangezien deze dosis niet kan worden
bereikt met deze presentatie (ADASUVE 4,5 mg), dient aanvankelijk de presentatie ADASUVE
9,1 mg te worden gebruikt. Indien nodig, kan na twee uur een tweede dosis worden toegediend. Er
mogen niet meer dan twee doses worden toegediend.
Er kan een lagere dosis van 4,5 mg worden toegediend als de dosis van 9,1 mg eerder niet werd
verdragen door de patiënt of als de arts besluit dat een lagere dosis beter geschikt is.
Patiënten dienen gedurende het eerste uur na iedere dosis nauwkeurig te worden geobserveerd met het
oog op klachten en symptomen van bronchospasme.
Ouderen
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij patiënten ouder dan 65 jaar zijn niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Nier- en/of leverfunctiestoornissen
ADASUVE is niet onderzocht bij patiënten met nier- of leverstoornissen. Er zijn geen gegevens
beschikbaar.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij kinderen (jonger dan 18 jaar) zijn niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor inhalatie. Het middel is verpakt in een verzegelde zak.
Voor gebruik wordt het middel uit de zak gehaald. Als het treklipje is verwijderd, gaat er een groen
lampje branden. Dit geeft aan dat het middel klaar is voor gebruik (let wel: als het lipje verwijderd is,
moet het middel binnen 15 minuten worden gebruikt). Het geneesmiddel wordt afgegeven wanneer de
patiënt inhaleert door diep in te ademen via het mondstuk. Na de inhalering haalt de patiënt het
mondstuk uit de mond en houdt hij/zij de adem kort in. Het geneesmiddel is afgegeven als het groene
lampje uit gaat. De buitenkant van het apparaat kan warm worden tijdens het gebruik. Dat is normaal.
Voor volledige instructies over het gebruik van ADASUVE, zie de rubriek met informatie voor
medisch personeel in de bijsluiter.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor amoxapine.
Patiënten met acute klachten/symptomen van ademhalingsproblemen (bijv. piepende ademhaling) of
met actieve luchtwegaandoeningen (zoals patiënten met astma of chronisch obstructief longlijden
[COPD]) (zie rubriek 4.4).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Om de volledige dosis loxapine toe te dienen is het belangrijk dat de ADASUVE-inhalator op de juiste
wijze wordt gebruikt.
Medisch personeel moet ervoor zorgen dat de patiënt de inhalator op de juiste wijze gebruikt.
ADASUVE heeft mogelijk een beperkte werkzaamheid bij patiënten die gelijktijdig andere
geneesmiddelen gebruiken, vooral andere antipsychotica.
Bronchospasme
In placebogecontroleerde klinische proeven bij proefpersonen met astma of COPD werd zeer vaak
bronchospasme waargenomen. Wanneer dat het geval was, werd het doorgaans gemeld binnen 25
minuten na toediening. Dientengevolge moeten patiënten die ADASUVE gebruiken, op passende
wijze worden geobserveerd na toediening van het middel. ADASUVE is niet onderzocht bij patiënten
met andere soorten longziekten. Mocht na behandeling met ADASUVE bronchospasme optreden, dan
kan dit worden behandeld met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten, bijv. salbutamol
(zie de rubrieken 4.2 en 4.8). ADASUVE mag niet opnieuw worden toegediend bij patiënten bij wie
klachten/symptomen van ademhalingsproblemen optreden (zie rubriek 4.3).
Hypoventilatie
Gezien het primaire effect van loxapine op het centraal zenuwstelsel (czs) is voorzichtigheid geboden
bij gebruik van ADASUVE bij patiënten met een luchtwegaandoening, zoals hypovigilante patiënten
of patiënten met czs-depressie als gevolg van alcohol of andere centraal werkende middelen zoals
anxiolytica, de meeste antipsychotica, hypnotica, opiaten, enz. (zie rubriek 4.5).
Oudere patiënten met aan dementie gerelateerde psychose
ADASUVE is niet onderzocht bij oudere patiënten, waaronder patiënten met aan dementie
gerelateerde psychose. Uit klinische onderzoeken met atypische en conventionele antipsychotische
geneesmiddelen is gebleken dat ouderen met aan dementie gerelateerde psychose een hoger
overlijdensrisico lopen dan wanneer zij placebo krijgen toegediend. ADASUVE is niet geïndiceerd
voor de behandeling van patiënten met aan dementie gerelateerde psychose.
Extrapiramidale symptomen
Extrapiramidale symptomen (waaronder acute dystonie) zijn bekende klasse-effecten van
antipsychotica. Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met een
voorgeschiedenis van extrapiramidale symptomen.
Tardieve dyskinesie
Als klachten en symptomen van tardieve dyskinesie worden waargenomen bij een patiënt die met
loxapine wordt behandeld, moet stopzetting van de behandeling worden overwogen. Deze symptomen
kunnen tijdelijk verergeren of zelfs optreden nadat de behandeling is stopgezet.
Maligne antipsychoticasyndroom (NMS)
Klinische manifestaties van NMS zijn hyperpyrexie, spierstijfheid, een veranderde geestelijke toestand
en aanwijzingen voor autonome instabiliteit (onregelmatige polsslag of bloeddruk, tachycardie,
diaforese en hartritmestoornissen). Bijkomende klachten zijn onder andere een verhoogd
creatinefosfokinase, myoglobinurie (rabdomyolyse) en acuut nierfalen. Als een patiënt klachten en
symptomen ontwikkelt die wijzen op NMS of onverwacht hoge koorts krijgt zonder verdere klinische
manifestaties van NMS, moet de behandeling met ADASUVE worden stopgezet.
Hypotensie
Lichte hypotensie werd gemeld in kortlopende (24 uur durende), placebogecontroleerde proeven bij
geagiteerde patiënten die ADASUVE toegediend kregen. Als vasopressortherapie nodig is, geniet
noradrenaline of fenylefrine de voorkeur. Adrenaline mag niet worden gebruikt, aangezien stimulering
van bèta-adrenoceptoren bij een door loxapine geïnduceerde partiële alfa-adrenoceptorblokkade
hypotensie kan verergeren (zie rubriek 4.5).
Cardiovasculair
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van ADASUVE bij patiënten met onderliggende
cardiovasculaire aandoeningen. ADASUVE wordt afgeraden bij patiëntenpopulaties met een bekende
cardiovasculaire aandoening (voorgeschiedenis van myocardinfarct of ischemische hartziekte,
hartfalen of afwijkingen in de geleiding), een cerebrovasculaire aandoening of aandoeningen die
patiënten vatbaarder maken voor hypotensie (dehydratie, hypovolemie en behandeling met
antihypertensiva).
QT-interval
Er lijkt geen verband te bestaan tussen klinisch relevante QT-verlenging en een enkelvoudige of
herhaalde doses ADASUVE. Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt toegediend bij
patiënten met een bekende cardiovasculaire aandoening of een familiare voorgeschiedenis van QT-
verlenging en bij gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QT-
interval verlengen. Het potentiële risico op QTc-verlenging wegens interactie met geneesmiddelen
waarvan bekend is dat ze het QTc-interval verlengen, is niet bekend.
Insulten / convulsies
Voorzichtigheid is geboden wanneer loxapine wordt gebruikt bij patiënten met een voorgeschiedenis
van convulsies aangezien loxapine leidt tot een verlaging van de convulsiedrempel. Er zijn insulten
gemeld bij patiënten die loxapine oraal kregen toegediend met een werkzame antipsychotische
dosering. Deze insulten kunnen zich bij epileptische patiënten zelfs voordoen wanneer een standaard-
-onderhoudsbehandeling met anti-epileptica wordt toegediend (zie rubriek 4.5).
Anticholinerge activiteit
Vanwege de anticholinerge activiteit is voorzichtigheid geboden bij gebruik van ADASUVE bij
patiënten met glaucoom of een neiging tot urineretentie, met name bij gelijktijdige toediening van
anticholinerge antiparkinsongeneesmiddelen.
Intoxicatie of een fysieke aandoening (delirium)
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij patiënten met agitatie als gevolg van intoxicatie of
een fysieke aandoening (delirium) zijn niet onderzocht. Voorzichtigheid is geboden wanneer
ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met intoxicatie of een delirium (zie rubriek 4.5).
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening van benzodiazepinen of andere hypnosedativa of middelen die de ademhaling
onderdrukken kan in verband worden gebracht met overmatige sedatie en ademhalingsdepressie of
ademstilstand. Als behandeling met benzodiazepine in combinatie met loxapine noodzakelijk geacht
wordt, moeten patiënten op overmatige sedatie en orthostatische hypotensie worden gecontroleerd.
Een onderzoek naar de combinatie van geïnhaleerd loxapine en intramusculair lorazepam 1 mg heeft
geen significante effecten aan het licht gebracht op de ademhalingsfrequentie, pulsoximetrie,
bloeddruk of hartslag vergeleken met aparte toediening van elk van de medicaties. Hogere doses van
lorazepam zijn niet onderzocht. De effecten van de combinatie op sedatie bleken additief te zijn.
De mogelijkheid dat ADASUVE van invloed is op de werking van andere geneesmiddelen
Er wordt niet verwacht dat loxapine leidt tot klinisch belangrijke farmacokinetische interacties met
geneesmiddelen die ofwel worden gemetaboliseerd door cytochroom-P450-isozymen (CYP450-
isozymen) ofwel of geglucuronideerde door menselijke uridine 5'-diphosphoglucuronosyl transferases
(UGT's).
Voorzichtigheid wordt geadviseerd als loxapine wordt gebruikt in combinatie met andere
geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de convulsiedrempel verlagen, zoals fenothiazinen of
butyrofenonen, clozapine, tricyclica of selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's), tramadol en
mefloquine (zie rubriek 4.4).
In-vitro-onderzoeken wezen uit dat loxapine geen substraat was voor P-glycoproteïne (P-gp) maar P-
gp wel remt. Bij therapeutische concentraties wordt echter niet verwacht dat het door P-gp
gemedieerde transport van andere geneesmiddelen op een klinisch significante wijze zal worden
geremd.
Gezien het primaire effect van loxapine op het czs is voorzichtigheid geboden bij gebruik van
ADASUVE in combinatie met alcohol of andere centraal werkende middelen, zoals anxiolytica, de
meeste antipsychotica, hypnotica, opiaten, enz. Het gebruik van loxapine bij patiënten met alcohol- of
geneesmiddelenintoxicatie (door geneesmiddelen op doktersvoorschrift of oneigenlijk gebruikte
geneesmiddelen) is niet beoordeeld. Loxapine kan ernstige ademhalingsdepressie veroorzaken als het
wordt gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen die het czs onderdrukken (zie rubriek 4.4).
De mogelijkheid dat andere geneesmiddelen van invloed zijn op de werking van ADASUVE
Loxapine is een substraat voor flavine-bevattende mono-oxygenasen (FMO's) en voor verschillende
CYP450-isozymen (zie rubriek 5.2). Het risico op metabole interacties als gevolg van een effect op
een afzonderlijke isoform is derhalve beperkt. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die gelijktijdig
andere geneesmiddelen krijgen toegediend die deze enzymen remmen of versterken, met name als
bekend is dat het gelijktijdig toegediende geneesmiddel verschillende enzymen die een rol spelen bij
het metabolisme van loxapine, remt of versterkt. Dergelijke geneesmiddelen kunnen de werkzaamheid
en veiligheid van ADASUVE op een onregelmatige wijze beïnvloeden. Gelijktijdig gebruik van
CYP1A2-remmers (bijv. fluvoxamine, ciprofloxacine, enoxacine, propranolol en refecoxib) dient,
waar mogelijk, te worden vermeden.
Adrenaline
Gelijktijdige toediening van loxapine en adrenaline kan verergering van hypotensie veroorzaken (zie
rubriek 4.4).
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Pasgeborenen die tijdens het derde trimester van de zwangerschap herhaaldelijk aan antipsychotica
zijn blootgesteld, lopen na de geboorte een risico op bijwerkingen waaronder extrapiramidale
symptomen en/of ontwenningsverschijnselen die qua ernst en duur kunnen variëren. Er is melding
gemaakt van agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, dyspneu of een voedingsstoornis. Er
moet derhalve worden overwogen pasgeborenen onder toezicht te houden. ADASUVE mag tijdens de
zwangerschap alleen worden gebruikt als het mogelijke voordeel van behandeling voor de vrouw
opweegt tegen het mogelijke risico voor het ongeboren kind.
Borstvoeding
Het is niet bekend in welke mate loxapine/metabolieten bij de mens in de moedermelk worden
uitgescheiden. Van loxapine/metabolieten is echter aangetoond dat ze bij lacterende honden in de
moedermelk wordt/worden uitgescheiden. Patiënten moet worden geadviseerd gedurende 48 uur nadat
ze loxapine toegediend hebben gekregen geen borstvoeding te geven en de in de tussentijd
aangemaakte melk weg te gooien.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het effect van loxapine op de vruchtbaarheid bij mensen. Er is
bekend dat langdurige behandeling met antipsychotica bij mensen kan leiden tot verlies van libido en
amenorroe. Bij vrouwtjesratten is een effect op de vruchtbaarheid waargenomen (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
ADASUVE heeft een grote invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.Vanwege het mogelijke risico op sedatie/slaperigheid, vermoeidheid of duizeligheid mogen
patiënten geen gevaarlijke machines, waaronder motorvoertuigen, bedienen, totdat ze er redelijk zeker
van zijn dat loxapine daar geen negatief effect op heeft (zie rubriek 4.8).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De beoordeling van bijwerkingen afkomstig van klinische onderzoeksgegevens is gebaseerd op
kortlopende (24 uur), placebogecontroleerde klinische onderzoeken (twee fase 3-onderzoeken en één
fase 2A-onderzoek) waaraan 524 volwassen patiënten met agitatie geassocieerd met schizofrenie
(waaronder 27 patiënten met een schizoaffectieve stoornis) of een bipolaire stoornis deelnamen, die
werden behandeld met ADASUVE 4,5 mg (265 patiënten) of ADASUVE 9,1 mg (259 patiënten).
In onderzoeken bij geagiteerde patiënten werd melding gemaakt van bronchospasme als soms
voorkomende maar ernstige bijwerking, terwijl bij proefpersonen met een actieve luchtwegaandoening
vaak melding werd gemaakt van bronchospasme en deze patiënten vaak moesten worden behandeld
met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten. De meest gemelde bijwerkingen tijdens de
behandeling met ADASUVE waren dysgeusie, sedatie/slaperigheid en duizeligheid (duizeligheid
kwam vaker voor na behandeling met placebo dan na behandeling met loxapine).
Tabel met overzicht van bijwerkingen
De onderstaande bijwerkingen zijn als volgt geclassificeerd: zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10);
soms (1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000).
Tabel 1: Bijwerkingen
MedDRA-systeem/orgaanclassificatie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak: sedatie/slaperigheid
Vaak: duizeligheid
Soms: dystonie, dyskinesie, oculogyratie, tremor, acathisie/rusteloosheid
Bloedvataandoeningen
Soms: hypotensie
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Vaak: keelirritatie
Soms: bronchospasme (waaronder kortademigheid)
Maag-darmstelselaandoeningen
Zeer vaak: dysgeusie
Vaak: droge mond
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak: vermoeidheid
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Bronchospasme
In kortlopende (24 uur), placebogecontroleerde onderzoeken bij patiënten met agitatie geassocieerd
met schizofrenie of een bipolaire stoornis zonder actieve luchtwegaandoening, kwam soms
bronchospasme (waaronder meldingen van piepende ademhaling, kortademigheid of hoest) voor bij
patiënten die met ADASUVE werden behandeld. In placebogecontroleerde klinische onderzoeken bij
proefpersonen met lichte tot matige persisterende astma of matige tot ernstige COPD, werd echter zeer
vaak bronchospasme waargenomen. De meeste van deze bijwerkingen traden op binnen 25 minuten na
toediening, waren licht tot matig van ernst en konden met een geïnhaleerde luchtwegverwijder worden
verlicht.
Bijwerkingen bij chronisch oraal gebruik van loxapine
Bij chronische orale toediening van loxapine werden onder andere de volgende bijwerkingen
waargenomen: sedatie en sufheid, extrapiramidale symptomen (o.a. tremor, acathisie, stijfheid en
dystonie), cardiovasculaire effecten (o.a. tachycardie, hypotensie, hypertensie, orthostatische
hypotensie, een licht gevoel in het hoofd en syncope) en anticholinerge effecten (o.a. droge ogen,
wazig zien en urineretentie).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Er werden in klinische onderzoeken geen gevallen van overdosering van ADASUVE gemeld.
Symptomen
In het geval van onopzettelijke overdosering zijn de klachten en symptomen afhankelijk van het aantal
toegediende eenheden en de tolerantie van de individuele patiënt. Zoals in verband met de
farmacologische werking van loxapine verwacht zou kunnen worden, lopen de klinische resultaten
uiteen van lichte depressie van het czs en het cardiovasculaire systeem tot ernstige hypotensie,
ademhalingsdepressie en bewusteloosheid (zie rubriek 4.4). Er moet rekening worden gehouden met
het optreden van extrapiramidale symptomen en/of convulsies. Na overdosering van orale loxapine is
ook nierfalen waargenomen.
Behandeling
In geval van overdosering is de behandeling symptomatisch en ondersteunend. Er kan worden
verwacht dat ernstige hypotensie reageert op de toediening van noradrenaline of fenylefrine.
Adrenaline mag niet worden gebruikt aangezien dit bij patiënten met een partiële adrenerge blokkade
tot verdere verlaging van de bloeddruk kan leiden (zie de rubrieken 4.4 en 4.5). Ernstige
extrapiramidale reacties moeten worden behandeld met anticholinerge antiparkinsongeneesmiddelen
of difenhydraminehydrochloride en er moet behandeling met anti-epileptica worden gestart indien
geïndiceerd. Aanvullende maatregelen zijn onder andere zuurstof en intraveneuze vloeistoffen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psycholeptica, antipsychotica; ATC-code: N05AH01
De werkzaamheid van loxapine wordt waarschijnlijk gemedieerd door middel van het met een hoge
affiniteit antagoneren van dopamine D2-receptoren en serotonine 5-HT2A-receptoren. Loxapine bindt
aan noradrenerge, histaminerge en cholinerge receptoren en de interactie van loxapine met deze
systemen kan van invloed zijn op het spectrum van de farmacologische effecten van loxapine.
Er zijn bij verschillende diersoorten veranderingen in het niveau van excitabiliteit van subcorticale
inhibitoire gebieden waargenomen, die worden geassocieerd met een kalmerend effect en
onderdrukking van agressief gedrag.
Klinische werkzaamheid
Aan de twee fase 3-onderzoeken namen patiënten deel met acute agitatie van ten minste een matig
niveau (14 of hoger) op de PANSS-schaal (Positive and Negative Syndrome Scale - Excited
Component (PEC-score)) (slechte impulscontrole, spanning, vijandigheid, beperkte coöperatie en
opwinding). Voor deelname in onderzoek 004-301 was de diagnose schizofrenie vereist. Voor
deelname in onderzoek 004-302 was de diagnose bipolaire stoornis (huidige episode manisch of
gemengd) vereist. Patiënten hadden een significante en chronische psychiatrische ziekte (Diagnostic
and Statistical Manual of Mental Disorders, vierde editie (DSM-IV)), op basis van het aantal jaren na
de diagnose en eerdere ziekenhuisopnamen. Patiënten werden gerandomiseerd naar placebo,
ADASUVE 4,5 mg en ADASUVE 9,1 mg.
De gemiddelde leeftijd van gerandomiseerde patiënten was 43,1 jaar in onderzoek 004-301 en 40,8
jaar in onderzoek 004-302: jongvolwassenen (18-25 jaar) waren in beide proeven nauwelijks
vertegenwoordigd (7,3%). In het schizofrenieonderzoek waren vrouwen nauwelijks vertegenwoordigd
(26,5%) en in onderzoek 004-302 was ongeveer de helft van de patiënten mannelijk (49,7%).
Ongeveer 35% van de patiënten met schizofrenie gebruikte op het moment van toediening gelijktijdig
antipsychotica, terwijl ongeveer 13% van de patiënten met een bipolaire stoornis deze geneesmiddelen
kreeg toegediend. Het merendeel van de patiënten in beide fase 3-onderzoeken rookte: ongeveer 82%
van de patiënten met schizofrenie en 74% van de patiënten met een bipolaire stoornis rookte op dat
moment.
Na de eerste dosis werd ten minste twee uur later een tweede dosis toegediend als de agitatie
onvoldoende was afgenomen. Zo nodig werd ten minste vier uur na de tweede dosis een derde dosis
toegediend. Indien medisch noodzakelijk, werd noodmedicatie (intramusculaire lorazepam)
toegediend. Het primaire eindpunt was de absolute verandering in de PEC-score vanaf de
uitgangssituatie tot twee uur na toediening van dosis 1 voor beide doses ADASUVE ten opzichte van
placebo. Andere eindpunten waren onder andere PEC- en CGI-I- (Clinical Global Impression
Improvement) responders twee uur na dosis 1 en het totale aantal patiënten per groep die 1, 2 of 3
doses studiegeneesmiddel toegediend kregen met en zonder noodmedicatie. Als responders werden
beschouwd patiënten met een daling 40% van de totale PEC-score ten opzichte van de
uitgangssituatie of patiënten met een CGI-I-score van 1 (heel veel beter) of 2 (veel beter).
Een verminderde agitatie werd waargenomen 10 minuten na dosis 1, het eerste beoordelingsmoment,
en bij alle volgende beoordelingen tijdens de beoordelingsperiode van 24 uur, zowel voor de dosis van
4,5 mg als die van 9,1 mg, zowel bij patiënten met schizofrenie als die met een bipolaire stoornis.
Uit onderzoek naar populatiesubgroepen (leeftijd, ras en geslacht) kwam geen verschil in respons op
basis van deze populatiesubgroepen naar voren.
Zie onderstaande tabel voor de belangrijkste resultaten.
De belangrijkste resultaten van de hoofdonderzoeken naar de werkzaamheid: vergelijkingen
tussen ADASUVE 4,5 mg, 9,1 mg en placebo
Onderzoek
004-301
004-302
Patiënten
Schizofrenie
Bipolaire stoornis
Behandeling
PBO
4,5 mg
9,1 mg
PBO
4,5 mg
9,1 mg
N
115
116
112
105
104
105
g
Uitgangssituatie
17,4
17,8
17,6
17,7
17,4
17,3
n
-
Verandering
twee uur na
-5,5
-8,1+
-8,6*
-4,9
-8,1*
-9,0*
PEC
toediening
veranderi
SD
4,9
5,2
4,4
4,8
4,9
4,7
s
30 minuten na
27,8%
46,6%
57,1%
23,8%
59,6%
61,9%
-
toediening
PEC
twee uur na
responder
38,3%
62,9%
69,6%
27,6%
62,5%
73,3%
toediening
-
I
-
% CGI-I-
35,7%
57,4%
67,0%
27,6%
66,3%
74,3%
responders
CGI
responder
e
Eén
46,1%
54,4%
60,9%
26,7%
41,3%
61,5%
gd
i
od
Twee
29,6%
30,7%
26,4%
41,0%
44,2%
26,0%
ses
al ben
do
Drie
8,7%
8,8%
7,3%
11,4%
5,8%
3,8%
Aant
Noodmedicatie
15,6%
6,1%
5,4%
21,0%
8,6%
8,6%
*= p<0,0001
+= p<0,01
PEC-responders = > 40% verandering ten opzichte van PEC-uitgangssituatie;
CGI-I-responders = score 1 (heel veel beter) of 2 (veel beter)
PBO = placebo SD = standaarddeviatie
In een ondersteunend fase 2-onderzoek met enkelvoudige dosis waaraan in totaal 129 patiënten met
schizofrenie en een schizoaffectieve stoornis deelnamen, was de daling in de verandering van PEC na
twee uur -5,0 voor placebo, -6,7 voor ADASUVE 4,5 mg en -8,6 (p<0,001) voor ADASUVE 9,1 mg.
Er werd noodmedicatie toegediend bij respectievelijk 32,6%, 11,1% en 14,6% van de patiënten.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met ADASUVE in de subgroep van pediatrische
patiënten vanaf de geboorte tot 12 jaar voor de behandeling van schizofrenie en in de subgroep vanaf
de geboorte tot 10 jaar voor de behandeling van bipolaire stoornis (zie rubriek 4.2 voor informatie
over pediatrisch gebruik).
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met ADASUVE in de subgroep van pediatrische
patiënten van 12 tot 18 jaar voor de behandeling van schizofrenie en in de subgroep van 10 tot 18 jaar
voor de behandeling van bipolaire stoornis (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
De toediening van ADASUVE resulteerde in een snelle absorptie van loxapine waarbij de maximale
plasmaconcentratie werd bereikt na een mediane tijd (Tmax) van twee minuten. De blootstelling aan
loxapine tijdens de eerste twee uur na toediening (AUC0-2u, een maatstaf voor vroege blootstelling die
relevant is voor de aanvang van het therapeutische effect) was 25,6 ng*u/ml voor de dosis van 4,5 mg
en 66,7 ng*u/ml voor de dosis van 9,1 mg bij gezonde proefpersonen.
De farmacokinetische parameters van loxapine werden bepaald bij proefpersonen die chronische,
stabiele doses antipsychotica toegediend kregen na herhaalde toediening van in totaal drie doses (4,5
mg of 9,1 mg) ADASUVE om de vier uur. De gemiddelde piekplasmaconcentraties waren gelijk na de
eerste en derde dosis ADASUVE, wat wijst op minimale accumulatie tijdens het doseringsinterval van
vier uur.
Distributie
Loxapine wordt snel uit het plasma verwijderd en verspreidt zich naar het weefsel. Dieronderzoek na
orale toediening wijst op een initiële preferentiële distributie naar de longen, de hersenen, de milt, het
hart en de nieren. Loxapine is voor 96,6% gebonden aan menselijke plasma-eiwitten.
Biotransformatie
Loxapine wordt grotendeels gemetaboliseerd in de lever, waarbij meerdere metabolieten worden
gevormd. De voornaamste metabole routes zijn onder andere hydroxylatie naar de vorm 8-OH-
loxapine en 7-OH-loxapine, N-oxidatie naar de vorm loxapine N-oxide en demethylatie naar de vorm
amoxapine. Voor ADASUVE was de volgorde waarin de waargenomen metabolieten bij mensen
werden gevormd (op basis van systemische blootstelling) 8-OH-loxapine >> loxapine N-oxide > 7-
OH-loxapine > amoxapine, waarbij de plasmaspiegels van 8-OH-loxapine vergelijkbaar waren met die
van de moederverbinding. 8-OH-loxapine is niet farmacologisch actief bij de D2-receptor terwijl de
kleine metaboliet, 7-OH-loxapine, een hoge bindingsaffiniteit met D2-receptoren heeft.
Loxapine is een substraat voor verschillende CYP450-isozymen; uit in-vitro-onderzoeken blijkt dat 7-
OH-loxapine voornamelijk wordt gevormd door de CYP's 3A4 en 2D6, 8-OH-loxapine voornamelijk
door CYP1A2, amoxapine voornamelijk door CYP3A4, 2C19 en 2C8, en loxapine N-oxide door
FMO's.
Het potentieel van loxapine en zijn metabolieten (amoxapine, 7-OH-loxapine, 8-OH-loxapine en
loxapine-N-oxide) voor het inhiberen van een met CYP450 gemedieerd geneesmiddelmetabolisme is
in vitro onderzocht voor CYP 1A1, 1A2, 2A6, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6, 2E1 en 3A4. Er werd geen
significante inhibitie waargenomen. In-vitro-onderzoeken geven aan dat loxapine en 8-OH-loxapine
geen klinisch relevante concentraties van CYP1A2, 2B6 of 3A4-enzymen produceren. Bovendien
geven in-vitro-onderzoeken aan dat loxapine en 8-OH loxapine UGT1A1, 1A3, 1A4, 2B7 en 2B15
niet inhiberen.
Eliminatie
De uitscheiding van loxapine vindt vooral plaats tijdens de eerste 24 uur. Metabolieten worden in de
urine in de vorm van conjugaten uitgescheiden en in de feces ongeconjugeerd. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd (T½) varieerde van 6 tot 8 uur.
Lineariteit/non-lineariteit
De gemiddelde plasmaloxapineconcentraties na toediening van ADASUVE waren lineair over het
klinische dosisbereik. AUC0-2u, AUCinf, en Cmax stegen op dosisafhankelijke wijze.
Farmacokinetiek bij speciale populaties
Rokers
Een populatie-farmacokinetische analyse waarin de blootstelling bij rokers werd vergeleken met die
van niet-rokers, wees uit dat roken, dat CYP1A2 induceert, een minimaal effect had op de
blootstelling aan ADASUVE. Een dosisaanpassing op grond van rookstatus wordt niet aanbevolen.
Bij vrouwelijke rokers was de blootstelling (AUCinf) aan ADASUVE en 7-OH-loxapine, de actieve
metaboliet ervan, lager dan bij vrouwelijke niet-rokers (84% tegenover 109% 7-OH-
loxapine/loxapine-verhouding), wat waarschijnlijk komt door een stijging van de klaring van loxapine
bij rokers.
Demografische gegevens
Er waren geen belangrijke verschillen in de blootstelling of dispositie van loxapine na toediening van
ADASUVE als gevolg van leeftijd, geslacht, ras, gewicht of BMI (body mass index).
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van
veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde dosering en genotoxiciteit duidden niet op een
speciaal risico voor mensen, afgezien van veranderingen in reproductief weefsel in verband met de
verlengde farmacologie van loxapine. Vergelijkbare veranderingen bij mensen, o.a. gynaecomastie,
zijn bekend, maar alleen na langdurige toediening van geneesmiddelen die hyperprolactinemie
veroorzaken.
Vrouwtjesratten paarden niet als gevolg van aanhoudende diestrus na orale behandeling met loxapine.
Embryonale/foetale ontwikkelingsonderzoeken en perinatale onderzoeken wezen op een vertraagde
ontwikkeling (gewichtsverlies, vertraagde ossificatie, hydronefrose, hydro-ureter en/of gezwollen
renale pelvis met minder of geen papilla) en een hoger aantal perinatale en neonatale doden bij jongen
van ratten die vanaf halverwege de draagtijd werden behandeld met orale doses ADASUVE lager dan
de aanbevolen maximumdosis voor mensen op basis van mg/m2 (zie rubriek 4.6).
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Geen.
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
De witte inhalator (het omhulsel) is gemaakt van polycarbonaat van medische kwaliteit.
Elke inhalator wordt geleverd in een verzegelde, multigelamineerde aluminiumfoliezak.
ADASUVE 4,5 mg wordt geleverd in een doos met 1 of 5 eenheden.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/001 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/003 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING//VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 20 februari 2013
Datum van laatste verlenging:
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder, voorverpakt
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Iedere inhalator voor enkelvoudige dosering bevat 10 mg loxapine en geeft 9,1 mg loxapine af.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder, voorverpakt (inhalatiepoeder).
Wit apparaat met een mondstuk aan de ene kant en een uitstekend treklipje aan de andere kant.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
ADASUVE is geïndiceerd voor het snel onder controle krijgen van lichte tot matige agitatie bij
volwassen patiënten met schizofrenie of een bipolaire stoornis. Meteen nadat de acute symptomen van
agitatie onder controle zijn, dienen patiënten een reguliere behandeling te krijgen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
ADASUVE mag
alleen worden toegediend in een ziekenhuisomgeving onder toezicht van een
professionele zorgverlener.
Er dient noodmedicatie met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten beschikbaar te
zijn voor de behandeling van mogelijke ernstige bijwerkingen van de luchtwegen
(bronchospasme).
Dosering
De aanbevolen aanvangsdosis van ADASUVE is 9,1 mg. Indien nodig, kan na twee uur een tweede
dosis worden toegediend. Er mogen niet meer dan twee doses worden toegediend.
Er kan een lagere dosis van 4,5 mg worden toegediend als de dosis van 9,1 mg eerder niet werd
verdragen door de patiënt of als de arts besluit dat een lagere dosis beter geschikt is.
Patiënten dienen gedurende het eerste uur na iedere dosis nauwkeurig te worden geobserveerd met het
oog op klachten en symptomen van bronchospasme.
Ouderen
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij patiënten ouder dan 65 jaar zijn niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Nier- en/of leverfunctiestoornissen
ADASUVE is niet onderzocht bij patiënten met nier- of leverstoornissen. Er zijn geen gegevens
beschikbaar.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij kinderen (jonger dan 18 jaar) zijn niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor inhalatie. Het middel is verpakt in een verzegelde zak.
Voor gebruik wordt het middel uit de zak gehaald. Als het treklipje is verwijderd, gaat er een groen
lampje branden. Dit geeft aan dat het middel klaar is voor gebruik (let wel: als het lipje verwijderd is,
moet het middel binnen 15 minuten worden gebruikt). Het geneesmiddel wordt afgegeven wanneer de
patiënt inhaleert door diep in te ademen via het mondstuk. Na de inhalering haalt de patiënt het
mondstuk uit de mond en houdt hij/zij de adem kort in. Het geneesmiddel is afgegeven als het groene
lampje uit gaat. De buitenkant van het apparaat kan warm worden tijdens het gebruik. Dat is normaal.
Voor volledige instructies over het gebruik van ADASUVE, zie de rubriek met informatie voor
medisch personeel in de bijsluiter.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor amoxapine.
Patiënten met acute klachten/symptomen van ademhalingsproblemen (bijv. piepende ademhaling) of
met actieve luchtwegaandoeningen (zoals patiënten met astma of chronisch obstructief longlijden
[COPD]) (zie rubriek 4.4).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Om de volledige dosis loxapine toe te dienen is het belangrijk dat de ADASUVE-inhalator op de juiste
wijze wordt gebruikt.
Medisch personeel moet ervoor zorgen dat de patiënt de inhalator op de juiste wijze gebruikt.
ADASUVE heeft mogelijk een beperkte werkzaamheid bij patiënten die gelijktijdig andere
geneesmiddelen gebruiken, vooral andere antipsychotica.
Bronchospasme
In placebo-gecontroleerde klinische proeven bij proefpersonen met astma of COPD werd zeer vaak
bronchospasme waargenomen. Wanneer dat het geval was, werd het doorgaans gemeld binnen 25
minuten na toediening. Dientengevolge moeten patiënten die ADASUVE gebruiken, op passende
wijze worden geobserveerd na toediening van het middel. ADASUVE is niet onderzocht bij patiënten
met andere soorten longziekten. Mocht na behandeling met ADASUVE bronchospasme optreden, dan
kan dit worden behandeld met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten, bijv. salbutamol
(zie de rubrieken 4.2 en 4.8). ADASUVE mag niet opnieuw worden toegediend bij patiënten bij wie
klachten/symptomen van ademhalingsproblemen optreden (zie rubriek 4.3).
Hypoventilatie
Gezien het primaire effect van loxapine op het centraal zenuwstelsel (czs) is voorzichtigheid geboden
bij gebruik van ADASUVE bij patiënten met een luchtwegaandoening, zoals hypovigilante patiënten
of patiënten met czs-depressie als gevolg van alcohol of andere centraal werkende middelen zoals
anxiolytica, de meeste antipsychotica, hypnotica, opiaten, enz. (zie rubriek 4.5).
Oudere patiënten met aan dementie gerelateerde psychose
ADASUVE is niet onderzocht bij oudere patiënten, waaronder patiënten met aan dementie
gerelateerde psychose. Uit klinische onderzoeken met atypische en conventionele antipsychotische
geneesmiddelen is gebleken dat ouderen met aan dementie gerelateerde psychose een hoger
overlijdensrisico lopen dan wanneer zij placebo krijgen toegediend. ADASUVE is niet geïndiceerd
voor de behandeling van patiënten met aan dementie gerelateerde psychose.
Extrapiramidale symptomen
Extrapiramidale symptomen (waaronder acute dystonie) zijn bekende klasse-effecten van
antipsychotica. Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met een
voorgeschiedenis van extrapiramidale symptomen.
Tardieve dyskinesie
Als klachten en symptomen van tardieve dyskinesie worden waargenomen bij een patiënt die met
loxapine wordt behandeld, moet stopzetting van de behandeling worden overwogen. Deze symptomen
kunnen tijdelijk verergeren of zelfs optreden nadat de behandeling is stopgezet.
Maligne antipsychoticasyndroom (NMS)
Klinische manifestaties van NMS zijn hyperpyrexie, spierstijfheid, een veranderde geestelijke toestand
en aanwijzingen voor autonome instabiliteit (onregelmatige polsslag of bloeddruk, tachycardie,
diaforese en hartritmestoornissen). Bijkomende klachten zijn onder andere een verhoogd
creatinefosfokinase, myoglobinurie (rabdomyolyse) en acuut nierfalen. Als een patiënt klachten en
symptomen ontwikkelt die wijzen op NMS of onverwacht hoge koorts krijgt zonder verdere klinische
manifestaties van NMS, moet de behandeling met ADASUVE worden stopgezet.
Hypotensie
Lichte hypotensie werd gemeld in kortlopende (24 uur durende), placebo-gecontroleerde proeven bij
geagiteerde patiënten die ADASUVE toegediend kregen. Als vasopressortherapie nodig is, geniet
noradrenaline of fenylefrine de voorkeur. Adrenaline mag niet worden gebruikt, aangezien stimulering
van bèta-adrenoceptoren bij een door loxapine geïnduceerde partiële alfa-adrenoceptorblokkade
hypotensie kan verergeren (zie rubriek 4.5).
Cardiovasculair
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van ADASUVE bij patiënten met onderliggende
cardiovasculaire aandoeningen. ADASUVE wordt afgeraden bij patiëntenpopulaties met een bekende
cardiovasculaire aandoening (voorgeschiedenis van myocardinfarct of ischemische hartziekte,
hartfalen of afwijkingen in de geleiding), een cerebrovasculaire aandoening of aandoeningen die
patiënten vatbaarder maken voor hypotensie (dehydratie, hypovolemie en behandeling met
antihypertensiva).
QT-interval
Er lijkt geen verband te bestaan tussen klinisch relevante QT-verlenging en een enkelvoudige of
herhaalde doses ADASUVE. Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt toegediend bij
patiënten met een bekende cardiovasculaire aandoening of een familiare voorgeschiedenis van QT-
verlenging en bij gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QT-
interval verlengen. Het potentiële risico op QTc-verlenging wegens interactie met geneesmiddelen
waarvan bekend is dat ze het QTc-interval verlengen, is niet bekend.
Insulten / convulsies
Voorzichtigheid is geboden wanneer loxapine wordt gebruikt bij patiënten met een voorgeschiedenis
van convulsies aangezien loxapine leidt tot een verlaging van de convulsiedrempel. Er zijn insulten
gemeld bij patiënten die loxapine oraal kregen toegediend met een werkzame antipsychotische
dosering. Deze insulten kunnen zich bij epileptische patiënten zelfs voordoen wanneer een standaard-
-onderhoudsbehandeling met anti-epileptica wordt toegediend (zie rubriek 4.5).
Anticholinerge activiteit
Vanwege de anticholinerge activiteit is voorzichtigheid geboden bij gebruik van ADASUVE bij
patiënten met glaucoom of een neiging tot urineretentie, met name bij gelijktijdige toediening van
anticholinerge antiparkinsongeneesmiddelen.
Intoxicatie of een fysieke aandoening (delirium)
De veiligheid en werkzaamheid van ADASUVE bij patiënten met agitatie als gevolg van intoxicatie of
een fysieke aandoening (delirium) zijn niet onderzocht. Voorzichtigheid is geboden wanneer
ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met intoxicatie of een delirium (zie rubriek 4.5).
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening van benzodiazepinen of andere hypnosedativa of middelen die de ademhaling
onderdrukken kan in verband worden gebracht met overmatige sedatie en ademhalingsdepressie of
ademstilstand. Als behandeling met benzodiazepine in combinatie met loxapine noodzakelijk geacht
wordt, moeten patiënten op overmatige sedatie en orthostatische hypotensie worden gecontroleerd.
Een onderzoek naar de combinatie van geïnhaleerd loxapine en intramusculair lorazepam 1 mg heeft
geen significante effecten aan het licht gebracht op de ademhalingsfrequentie, pulsoximetrie,
bloeddruk of hartslag vergeleken met aparte toediening van elk van de medicaties. Hogere doses van
lorazepam zijn niet onderzocht. De effecten van de combinatie op sedatie bleken additief te zijn.
De mogelijkheid dat ADASUVE van invloed is op de werking van andere geneesmiddelen
Er wordt niet verwacht dat loxapine leidt tot klinisch belangrijke farmacokinetische interacties met
geneesmiddelen die ofwel worden gemetaboliseerd door cytochroom-P450-isozymen (CYP450-
isozymen) ofwel of geglucuronideerde door menselijke uridine 5'-diphosphoglucuronosyl transferases
(UGT's).
Voorzichtigheid wordt geadviseerd als loxapine wordt gebruikt in combinatie met andere
geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de convulsiedrempel verlagen, zoals fenothiazinen of
butyrofenonen, clozapine, tricyclica of selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's), tramadol en
mefloquine (zie rubriek 4.4).
In-vitro-onderzoeken wezen uit dat loxapine geen substraat was voor P-glycoproteïne (P-gp) maar P-
gp wel remt. Bij therapeutische concentraties wordt echter niet verwacht dat het door P-gp
gemedieerde transport van andere geneesmiddelen op een klinisch significante wijze zal worden
geremd.
Gezien het primaire effect van loxapine op het czs is voorzichtigheid geboden bij gebruik van
ADASUVE in combinatie met alcohol of andere centraal werkende middelen, zoals anxiolytica, de
meeste antipsychotica, hypnotica, opiaten, enz. Het gebruik van loxapine bij patiënten met alcohol- of
geneesmiddelenintoxicatie (door geneesmiddelen op doktersvoorschrift of oneigenlijk gebruikte
geneesmiddelen) is niet beoordeeld. Loxapine kan ernstige ademhalingsdepressie veroorzaken als het
wordt gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen die het czs onderdrukken (zie rubriek 4.4).
De mogelijkheid dat andere geneesmiddelen van invloed zijn op de werking van ADASUVE
Loxapine is een substraat voor flavine-bevattende mono-oxygenasen (FMO's) en voor verschillende
CYP450-isozymen (zie rubriek 5.2). Het risico op metabole interacties als gevolg van een effect op
een afzonderlijke isoform is derhalve beperkt. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die gelijktijdig
andere geneesmiddelen krijgen toegediend die deze enzymen remmen of versterken, met name als
bekend is dat het gelijktijdig toegediende geneesmiddel verschillende enzymen die een rol spelen bij
het metabolisme van loxapine, remt of versterkt. Dergelijke geneesmiddelen kunnen de werkzaamheid
en veiligheid van ADASUVE op een onregelmatige wijze beïnvloeden. Gelijktijdig gebruik van
CYP1A2-remmers (bijv. fluvoxamine, ciprofloxacine, enoxacine, propranolol en refecoxib) dient,
waar mogelijk, te worden vermeden.
Adrenaline
Gelijktijdige toediening van loxapine en adrenaline kan verergering van hypotensie veroorzaken (zie
rubriek 4.4).
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Pasgeborenen die tijdens het derde trimester van de zwangerschap herhaaldelijk aan antipsychotica
zijn blootgesteld, lopen na de geboorte een risico op bijwerkingen waaronder extrapiramidale
symptomen en/of ontwenningsverschijnselen die qua ernst en duur kunnen variëren. Er is melding
gemaakt van agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, dyspneu of een voedingsstoornis. Er
moet derhalve worden overwogen pasgeborenen onder toezicht te houden. ADASUVE mag tijdens de
zwangerschap alleen worden gebruikt als het mogelijke voordeel van behandeling voor de vrouw
opweegt tegen het mogelijke risico voor het ongeboren kind.
Borstvoeding
Het is niet bekend in welke mate loxapine/metabolieten bij de mens in de moedermelk worden
uitgescheiden. Van loxapine/ metabolieten is echter aangetoond dat ze bij lacterende honden in de
moedermelk wordt/worden uitgescheiden. Patiënten moet worden geadviseerd gedurende 48 uur nadat
ze loxapine toegediend hebben gekregen geen borstvoeding te geven en de in de tussentijd
aangemaakte melk weg te gooien.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het effect van loxapine op de vruchtbaarheid bij mensen. Er is
bekend dat langdurige behandeling met antipsychotica bij mensen kan leiden tot verlies van libido en
amenorroe. Bij vrouwtjesratten is een effect op de vruchtbaarheid waargenomen (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
ADASUVE heeft een grote invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.Vanwege het mogelijke risico op sedatie/slaperigheid, vermoeidheid of duizeligheid mogen
patiënten geen gevaarlijke machines, waaronder motorvoertuigen, bedienen, totdat ze er redelijk zeker
van zijn dat loxapine daar geen negatief effect op heeft (zie rubriek 4.8).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De beoordeling van bijwerkingen afkomstig van klinische onderzoeksgegevens is gebaseerd op
kortlopende (24 uur), placebo-gecontroleerde klinische onderzoeken (twee fase 3-onderzoeken en één
fase 2A-onderzoek) waaraan 524 volwassen patiënten met agitatie geassocieerd met schizofrenie
(waaronder 27 patiënten met een schizoaffectieve stoornis) of een bipolaire stoornis deelnamen, die
werden behandeld met ADASUVE 4,5 mg (265 patiënten) of ADASUVE 9,1 mg (259 patiënten).
In onderzoeken bij geagiteerde patiënten werd melding gemaakt van bronchospasme als soms
voorkomende maar ernstige bijwerking, terwijl bij proefpersonen met een actieve luchtwegaandoening
vaak melding werd gemaakt van bronchospasme en deze patiënten vaak moesten worden behandeld
met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten. De meest gemelde bijwerkingen tijdens de
behandeling met ADASUVE waren dysgeusie, sedatie/slaperigheid en duizeligheid (duizeligheid
kwam vaker voor na behandeling met placebo dan na behandeling met loxapine).
Tabel met overzicht van bijwerkingen
De onderstaande bijwerkingen zijn als volgt geclassificeerd: zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10);
soms (1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000).
Tabel 1: Bijwerkingen
MedDRA-systeem/orgaanclassificatie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak: sedatie/slaperigheid
Vaak: duizeligheid
Soms: dystonie, dyskinesie, oculogyratie, tremor, acathisie/rusteloosheid
Bloedvataandoeningen
Soms: hypotensie
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Vaak: keelirritatie
Soms: bronchospasme (waaronder kortademigheid)
Maag-darmstelselaandoeningen
Zeer vaak: dysgeusie
Vaak: droge mond
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak: vermoeidheid
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Bronchospasme
In kortlopende (24 uur), placebogecontroleerde onderzoeken bij patiënten met agitatie geassocieerd
met schizofrenie of een bipolaire stoornis zonder actieve luchtwegaandoening, kwam soms
bronchospasme (waaronder meldingen van piepende ademhaling, kortademigheid of hoest) voor bij
patiënten die met ADASUVE werden behandeld. In placebo-gecontroleerde klinische onderzoeken bij
proefpersonen met lichte tot matige persisterende astma of matige tot ernstige COPD, werd echter zeer
vaak bronchospasme waargenomen. De meeste van deze bijwerkingen traden op binnen 25 minuten na
toediening, waren licht tot matig van ernst en konden met een geïnhaleerde luchtwegverwijder worden
verlicht.
Bijwerkingen bij chronisch oraal gebruik van loxapine
Bij chronische orale toediening van loxapine werden onder andere de volgende bijwerkingen
waargenomen: sedatie en sufheid, extrapiramidale symptomen (o.a. tremor, acathisie, stijfheid en
dystonie), cardiovasculaire effecten (o.a. tachycardie, hypotensie, hypertensie, orthostatische
hypotensie, een licht gevoel in het hoofd en syncope) en anticholinerge effecten (o.a. droge ogen,
wazig zien en urineretentie).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Er werden in klinische onderzoeken geen gevallen van overdosering van ADASUVE gemeld.
Symptomen
In het geval van onopzettelijke overdosering zijn de klachten en symptomen afhankelijk van het aantal
toegediende eenheden en de tolerantie van de individuele patiënt. Zoals in verband met de
farmacologische werking van loxapine verwacht zou kunnen worden, lopen de klinische resultaten
uiteen van lichte depressie van het czs en het cardiovasculaire systeem tot ernstige hypotensie,
ademhalingsdepressie en bewusteloosheid (zie rubriek 4.4). Er moet rekening worden gehouden met
het optreden van extrapiramidale symptomen en/of convulsies. Na overdosering van orale loxapine is
ook nierfalen waargenomen.
Behandeling
In geval van overdosering is de behandeling symptomatisch en ondersteunend. Er kan worden
verwacht dat ernstige hypotensie reageert op de toediening van noradrenaline of fenylefrine.
Adrenaline mag niet worden gebruikt aangezien dit bij patiënten met een partiële adrenerge blokkade
tot verdere verlaging van de bloeddruk kan leiden (zie de rubrieken 4.4 en 4.5). Ernstige
extrapiramidale reacties moeten worden behandeld met anticholinerge antiparkinsongeneesmiddelen
of difenhydraminehydrochloride en er moet behandeling met anti-epileptica worden gestart indien
geïndiceerd. Aanvullende maatregelen zijn onder andere zuurstof en intraveneuze vloeistoffen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psycholeptica, antipsychotica; ATC-code: N05AH01
De werkzaamheid van loxapine wordt waarschijnlijk gemedieerd door middel van het met een hoge
affiniteit antagoneren van dopamine D2-receptoren en serotonine 5-HT2A-receptoren. Loxapine bindt
aan noradrenerge, histaminerge en cholinerge receptoren en de interactie van loxapine met deze
systemen kan van invloed zijn op het spectrum van de farmacologische effecten van loxapine.
Er zijn bij verschillende diersoorten veranderingen in het niveau van excitabiliteit van subcorticale
inhibitoire gebieden waargenomen, die worden geassocieerd met een kalmerend effect en
onderdrukking van agressief gedrag.
Klinische werkzaamheid
Aan de twee fase 3-onderzoeken namen patiënten deel met acute agitatie van ten minste een matig
niveau (14 of hoger) op de PANSS-schaal (Positive and Negative Syndrome Scale - Excited
Component (PEC-score)) (slechte impulscontrole, spanning, vijandigheid, beperkte coöperatie en
opwinding). Voor deelname in onderzoek 004-301 was de diagnose schizofrenie vereist. Voor
deelname in onderzoek 004-302 was de diagnose bipolaire stoornis (huidige episode manisch of
gemengd) vereist. Patiënten hadden een significante en chronische psychiatrische ziekte (Diagnostic
and Statistical Manual of Mental Disorders, vierde editie (DSM-IV)), op basis van het aantal jaren na
de diagnose en eerdere ziekenhuisopnamen. Patiënten werden gerandomiseerd naar placebo,
ADASUVE 4,5 mg en ADASUVE 9,1 mg.
De gemiddelde leeftijd van gerandomiseerde patiënten was 43,1 jaar in onderzoek 004-301 en 40,8
jaar in onderzoek 004-302: jongvolwassenen (18-25 jaar) waren in beide proeven nauwelijks
vertegenwoordigd (7,3%). In het schizofrenieonderzoek waren vrouwen nauwelijks vertegenwoordigd
(26,5%) en in onderzoek 004-302 was ongeveer de helft van de patiënten mannelijk (49,7%).
Ongeveer 35% van de patiënten met schizofrenie gebruikte op het moment van toediening gelijktijdig
antipsychotica, terwijl ongeveer 13% van de patiënten met een bipolaire stoornis deze geneesmiddelen
kreeg toegediend. Het merendeel van de patiënten in beide fase 3-onderzoeken rookte: ongeveer 82%
van de patiënten met schizofrenie en 74% van de patiënten met een bipolaire stoornis rookte op dat
moment.
Na de eerste dosis werd ten minste twee uur later een tweede dosis toegediend als de agitatie
onvoldoende was afgenomen. Zo nodig werd ten minste vier uur na de tweede dosis een derde dosis
toegediend. Indien medisch noodzakelijk, werd noodmedicatie (intramusculaire lorazepam)
toegediend. Het primaire eindpunt was de absolute verandering in de PEC-score vanaf de
uitgangssituatie tot twee uur na toediening van dosis 1 voor beide doses ADASUVE ten opzichte van
placebo. Andere eindpunten waren onder andere PEC- en CGI-I- (Clinical Global Impression
Improvement) responders twee uur na dosis 1 en het totale aantal patiënten per groep die 1, 2 of 3
doses studiegeneesmiddel toegediend kregen met en zonder noodmedicatie. Als responders werden
beschouwd patiënten met een daling 40% van de totale PEC-score ten opzichte van de
uitgangssituatie of patiënten met een CGI-I-score van 1 (heel veel beter) of 2 (veel beter).
Een verminderde agitatie werd waargenomen 10 minuten na dosis 1, het eerste beoordelingsmoment,
en bij alle volgende beoordelingen tijdens de beoordelingsperiode van 24 uur, zowel voor de dosis van
4,5 mg als die van 9,1 mg, zowel bij patiënten met schizofrenie als die met een bipolaire stoornis.
Uit onderzoek naar populatiesubgroepen (leeftijd, ras en geslacht) kwam geen verschil in respons op
basis van deze populatiesubgroepen naar voren.
Zie onderstaande tabel voor de belangrijkste resultaten.
De belangrijkste resultaten van de hoofdonderzoeken naar de werkzaamheid: vergelijkingen
tussen ADASUVE 4,5 mg, 9,1 mg en placebo
Onderzoek
004-301
004-302
Patiënten
Schizofrenie
Bipolaire stoornis
Behandeling
PBO
4,5 mg
9,1 mg
PBO
4,5 mg
9,1 mg
N
115
116
112
105
104
105
g
Uitgangssituatie
17,4
17,8
17,6
17,7
17,4
17,3
n
-
Verandering
deri
twee uur na
-5,5
-8,1+
-8,6*
-4,9
-8,1*
-9,0*
PEC
an
toediening
ver
SD
4,9
5,2
4,4
4,8
4,9
4,7
s
30 minuten na
27,8%
46,6%
57,1%
23,8%
59,6%
61,9%
-
toediening
PEC
twee uur na
responder
38,3%
62,9%
69,6%
27,6%
62,5%
73,3%
toediening
-
I
-
% CGI-I-
35,7%
57,4%
67,0%
27,6%
66,3%
74,3%
responders
CGI
responder
e
Eén
46,1%
54,4%
60,9%
26,7%
41,3%
61,5%
gd
i
od
Twee
29,6%
30,7%
26,4%
41,0%
44,2%
26,0%
ses
al ben
do
Drie
8,7%
8,8%
7,3%
11,4%
5,8%
3,8%
Aant
Noodmedicatie
15,6%
6,1%
5,4%
21,0%
8,6%
8,6%
*= p<0,0001
+= p<0,01
PEC-responders = > 40% verandering ten opzichte van PEC-uitgangssituatie;
CGI-I-responders = score 1 (heel veel beter) of 2 (veel beter)
PBO = placebo SD = standaarddeviatie
In een ondersteunend fase 2-onderzoek met enkelvoudige dosis waaraan in totaal 129 patiënten met
schizofrenie en een schizoaffectieve stoornis deelnamen, was de daling in de verandering van PEC na
twee uur -5,0 voor placebo, -6,7 voor ADASUVE 4,5 mg en -8,6 (p<0,001) voor ADASUVE 9,1 mg.
Er werd noodmedicatie toegediend bij respectievelijk 32,6%, 11,1% en 14,6% van de patiënten.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met ADASUVE in de subgroep van pediatrische
patiënten vanaf de geboorte tot 12 jaar voor de behandeling van schizofrenie en in de subgroep vanaf
de geboorte tot 10 jaar voor de behandeling van bipolaire stoornis (zie rubriek 4.2 voor informatie
over pediatrisch gebruik).
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met ADASUVE in de subgroep van pediatrische
patiënten van 12 tot 18 jaar voor de behandeling van schizofrenie en in de subgroep van 10 tot 18 jaar
voor de behandeling van bipolaire stoornis (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
De toediening van ADASUVE resulteerde in een snelle absorptie van loxapine waarbij de maximale
plasmaconcentratie werd bereikt na een mediane tijd (Tmax) van twee minuten. De blootstelling aan
loxapine tijdens de eerste twee uur na toediening (AUC0-2u, een maatstaf voor vroege blootstelling die
relevant is voor de aanvang van het therapeutische effect) was 25,6 ng*u/ml voor de dosis van 4,5 mg
en 66,7 ng*u/ml voor de dosis van 9,1 mg bij gezonde proefpersonen.
De farmacokinetische parameters van loxapine werden bepaald bij proefpersonen die chronische,
stabiele doses antipsychotica toegediend kregen na herhaalde toediening van in totaal drie doses (4,5
mg of 9,1 mg) ADASUVE om de vier uur. De gemiddelde piekplasmaconcentraties waren gelijk na de
eerste en derde dosis ADASUVE, wat wijst op minimale accumulatie tijdens het doseringsinterval van
vier uur.
Distributie
Loxapine wordt snel uit het plasma verwijderd en verspreidt zich naar het weefsel. Dieronderzoek na
orale toediening wijst op een initiële preferentiële distributie naar de longen, de hersenen, de milt, het
hart en de nieren. Loxapine is voor 96,6% gebonden aan menselijke plasma-eiwitten.
Biotransformatie
Loxapine wordt grotendeels gemetaboliseerd in de lever, waarbij meerdere metabolieten worden
gevormd. De voornaamste metabole routes zijn onder andere hydroxylatie naar de vorm 8-OH-
loxapine en 7-OH-loxapine, N-oxidatie naar de vorm loxapine N-oxide en demethylatie naar de vorm
amoxapine. Voor ADASUVE was de volgorde waarin de waargenomen metabolieten bij mensen
werden gevormd (op basis van systemische blootstelling) 8-OH-loxapine >> loxapine N-oxide > 7-
OH-loxapine > amoxapine, waarbij de plasmaspiegels van 8-OH-loxapine vergelijkbaar waren met die
van de moederverbinding. 8-OH-loxapine is niet farmacologisch actief bij de D2-receptor terwijl de
kleine metaboliet, 7-OH-loxapine, een hoge bindingsaffiniteit met D2-receptoren heeft.
Loxapine is een substraat voor verschillende CYP450-isozymen; uit in-vitro-onderzoeken blijkt dat 7-
OH-loxapine voornamelijk wordt gevormd door de CYP's 3A4 en 2D6, 8-OH-loxapine voornamelijk
door CYP1A2, amoxapine voornamelijk door CYP3A4, 2C19 en 2C8, en loxapine N-oxide door
FMO's.
Het potentieel van loxapine en zijn metabolieten (amoxapine, 7-OH-loxapine, 8-OH-loxapine en
loxapine-N-oxide) voor het inhiberen van een met CYP450 gemedieerd geneesmiddelmetabolisme is
in-vitro onderzocht voor CYP 1A1, 1A2, 2A6, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6, 2E1 en 3A4. Er werd geen
significante inhibitie waargenomen. In-vitro onderzoeken geven aan dat loxapine en 8-OH-loxapine
geen klinisch relevante concentraties van CYP1A2, 2B6 of 3A4-enzymen produceren. Bovendien
geven in-vitro onderzoeken aan dat loxapine en 8-OH loxapine UGT1A1, 1A3, 1A4, 2B7 en 2B15 niet
inhiberen.
Eliminatie
De uitscheiding van loxapine vindt vooral plaats tijdens de eerste 24 uur. Metabolieten worden in de
urine in de vorm van conjugaten uitgescheiden en in de feces ongeconjugeerd. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd (T½) varieerde van 6 tot 8 uur.
Lineariteit/non-lineariteit
De gemiddelde plasmaloxapineconcentraties na toediening van ADASUVE waren lineair over het
klinische dosisbereik. AUC0-2u, AUCinf, en Cmax stegen op dosisafhankelijke wijze.
Farmacokinetiek bij speciale populaties
Rokers
Een populatie-farmacokinetische analyse waarin de blootstelling bij rokers werd vergeleken met die
van niet-rokers, wees uit dat roken, dat CYP1A2 induceert, een minimaal effect had op de
blootstelling aan ADASUVE. Een dosisaanpassing op grond van rookstatus wordt niet aanbevolen.
Bij vrouwelijke rokers was de blootstelling (AUCinf) aan ADASUVE en 7-OH-loxapine, de actieve
metaboliet ervan, lager dan bij vrouwelijke niet-rokers (84% tegenover 109% 7-OH-
loxapine/loxapine-verhouding), wat waarschijnlijk komt door een stijging van de klaring van loxapine
bij rokers.
Demografische gegevens
Er waren geen belangrijke verschillen in de blootstelling of dispositie van loxapine na toediening van
ADASUVE als gevolg van leeftijd, geslacht, ras, gewicht of BMI (body mass index).
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van
veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde dosering en genotoxiciteit duidden niet op een
speciaal risico voor mensen, afgezien van veranderingen in reproductief weefsel in verband met de
verlengde farmacologie van loxapine. Vergelijkbare veranderingen bij mensen, o.a. gynaecomastie,
zijn bekend, maar alleen na langdurige toediening van geneesmiddelen die hyperprolactinemie
veroorzaken.
Vrouwtjesratten paarden niet als gevolg van aanhoudende diestrus na orale behandeling met loxapine.
Embryonale/foetale ontwikkelingsonderzoeken en perinatale onderzoeken wezen op een vertraagde
ontwikkeling (gewichtsverlies, vertraagde ossificatie, hydronefrose, hydro-ureter en/of gezwollen
renale pelvis met minder of geen papilla) en een hoger aantal perinatale en neonatale doden bij jongen
van ratten die vanaf halverwege de draagtijd werden behandeld met orale doses ADASUVE lager dan
de aanbevolen maximumdosis voor mensen op basis van mg/m2 (zie rubriek 4.6).
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Geen.
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
4 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
De witte inhalator (het omhulsel) is gemaakt van polycarbonaat van medische kwaliteit.
Elke inhalator wordt geleverd in een verzegelde, multigelamineerde aluminiumfoliezak.
ADASUVE 9,1 mg wordt geleverd in een doos met 1 of 5 eenheden.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/002 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/004 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING//VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 20 februari 2013
Datum van laatste verlenging:
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
A. FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
FERRER INTERNACIONAL, S.A.
Joan Buscalla, 1-9, 08173 Sant Cugat del Vallès, Barcelona, Spanje
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR's)
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
Extra risicobeperkende maatregelen
De vergunninghouder moet voorafgaand aan de lancering een voorlichtingsprogramma met de
nationale bevoegde instanties in iedere lidstaat afstemmen.
De vergunninghouder dient ervoor te zorgen dat, na de discussies en de overeenkomst met de
nationale bevoegde instanties in iedere lidstaat waar ADASUVE in de handel wordt gebracht, al het
medisch personeel dat ADASUVE tijdens en na de lancering naar verwachting zal gebruiken, een
voorlichtingspakket ontvangt met daarin de volgende zaken:
samenvatting van de productkenmerken, etikettering en bijsluiter;
voorlichtingsmateriaal voor het medisch personeel.
De belangrijkste in het voorlichtingsmateriaal op te nemen onderdelen:
Algemeen:
inleiding over het doel van het voorlichtingsmateriaal;
opmerking over acute indicatiestelling.
Het risico op bronchospasme:
verwijzing naar contra-indicaties en gerelateerde waarschuwingen;
een duidelijk advies om de behandeling met ADASUVE niet te starten bij patiënten met een
voorgeschiedenis van luchtwegaandoeningen;
behandeling met ADASUVE dient te worden toegediend in een ziekenhuisomgeving;
de beschikbaarheid van noodmedicatie (kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten)
tijdens de behandeling;
observatie van patiënten gedurende één uur na iedere dosis ADASUVE.
Risico van QT-verlenging:
toediening van maximaal 2 doses;
voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt toegediend bij patiënten met een
bekende cardiovasculaire aandoening of een familiare voorgeschiedenis van QT-verlenging
en bij gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QT-
interval verlengen.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld
loxapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere inhalator geeft 4,5 mg loxapine af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
1 inhalator voor enkelvoudige dosering
5 inhalators voor enkelvoudige dosering
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Dit middel is verpakt in een verzegelde zak en dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden
gehaald.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/001 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/003 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC: {nummer}
SN: {nummer}
NN: {nummer}
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON
ZAK
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder
loxapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere inhalator geeft 4,5 mg loxapine af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder.
Inhalator voor enkelvoudige dosering.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Instructies voor gebruik binnenin.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
Instructies voor gebruik.
Lees de volgende vijf stappen voordat u ADASUVE aan een patiënt toedient:
1. Open de zak. Het middel dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden gehaald.
Scheur de foliezak open en haal de inhalator uit de verpakking.
2. Verwijder de flap. Verwijder de plastic flap aan de achterkant van de inhalator. Het groene lampje
gaat branden. Dit geeft aan dat de inhalator klaar is voor gebruik.
Te gebruiken binnen 15 minuten nadat de flap is verwijderd (of tot het groene lampje uitgaat)
om te voorkomen dat de inhalator automatisch wordt gedeactiveerd.
Instrueer de patiënt om het volgende te doen:
3. Uitademen. Houd de inhalator weg van de mond en adem uit tot de longen helemaal leeg zijn.
4. Inhaleren. Inhaleer door diep in te ademen via het mondstuk.
BELANGRIJK: Controleer of het groene lampje uitgaat nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
5. De adem inhouden. Na inhalatie haalt de patiënt het mondstuk uit de mond en houdt hij/zij de
adem kort in.
N.B.: Instrueer de patiënt stappen 3, 4 en 5 te herhalen als het groene lampje blijft branden
nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Niet te gebruiken bij patiënten met astma of COPD of met acute respiratoire symptomen.
Er dient een behandeling met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten beschikbaar te zijn
voor de behandeling van mogelijk bronchospasme.
Patiënten dienen gedurende het eerste uur na iedere dosis nauwkeurig te worden geobserveerd met het
oog op klachten en symptomen van bronchospasme.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/001 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/003 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
OMHULSEL VAN HET APPARAAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder
loxapine
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
4,5 mg
6.
OVERIGE
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld
loxapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere inhalator geeft 9,1 mg loxapine af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder, voorverdeeld
1 inhalator voor enkelvoudige dosering
5 inhalators voor enkelvoudige dosering
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Dit middel is verpakt in een verzegelde zak en dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden
gehaald.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/002 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/004 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC: {nummer}
SN: {nummer}
NN: {nummer}
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON
ZAK
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder
loxapine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere inhalator geeft 9,1 mg loxapine af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder.
Inhalator voor enkelvoudige dosering.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Instructies voor gebruik binnenin.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor inhalatie.
Instructies voor gebruik.
Lees de volgende vijf stappen voordat u ADASUVE aan een patiënt toedient:
1. Open de zak. Het middel dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden gehaald.
Scheur de foliezak open en haal de inhalator uit de verpakking.
2. Verwijder de flap. Verwijder de plastic flap aan de achterkant van de inhalator. Het groene lampje
gaat branden. Dit geeft aan dat de inhalator klaar is voor gebruik.
Te gebruiken binnen 15 minuten nadat de flap is verwijderd (of tot het groene lampje uitgaat)
om te voorkomen dat de inhalator automatisch wordt gedeactiveerd.
Instrueer de patiënt om het volgende te doen:
3. Uitademen. Houd de inhalator weg van de mond en adem uit tot de longen helemaal leeg zijn.
4. Inhaleren. Inhaleer door diep in te ademen via het mondstuk.
BELANGRIJK: Controleer of het groene lampje uitgaat nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
5. De adem inhouden. Na inhalatie haalt de patiënt het mondstuk uit de mond en houdt hij/zij de
adem kort in.
N.B.: Instrueer de patiënt stappen 3, 4 en 5 te herhalen als het groene lampje blijft branden
nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Niet te gebruiken bij patiënten met astma of COPD of met acute respiratoire symptomen.
Er dient een behandeling met kortwerkende bronchusverwijdende bèta-agonisten beschikbaar te zijn
voor de behandeling van mogelijk bronchospasme.
Patiënten dienen gedurende het eerste uur na iedere dosis nauwkeurig te worden geobserveerd met het
oog op klachten en symptomen van bronchospasme.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/823/002 (5 inhalators voor enkelvoudige dosering)
EU/1/13/823/004 (1 inhalator voor enkelvoudige dosering)
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
OMHULSEL VAN HET APPARAAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder
loxapine
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
9,1 mg
6.
OVERIGE
B. BIJSLUITER
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld
loxapine
Lees goed de hele bijsluiter voordat dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is ADASUVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u ADASUVE niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u ADASUVE?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u ADASUVE?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is ADASUVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof in ADASUVE, loxapine, behoort tot een groep van geneesmiddelen die
antipsychotica worden genoemd. ADASUVE remt de werking van bepaalde chemische stoffen in de
hersenen (neurotransmitters) zoals dopamine en serotonine, wat een kalmerend effect heeft en
agressief gedrag onderdrukt.
ADASUVE wordt gebruikt voor de behandeling van acute symptomen van lichte tot matige agitatie
die kan optreden bij volwassen patiënten met schizofrenie of een bipolaire stoornis. Dit zijn ziekten
die worden gekenmerkt door symptomen zoals:
· (schizofrenie) dingen horen, zien of voelen die er niet zijn, achterdocht, onterechte overtuigingen,
onsamenhangend(e) spraak en gedrag en vervlakte emoties; mensen met deze aandoening kunnen
zich ook depressief, schuldig, angstig of gespannen voelen;
· (bipolaire stoornis) zich fantastisch (`high') voelen, een overmaat aan energie hebben, veel minder
slaap dan normaal nodig hebben, snel praten met elkaar snel opvolgende ideeën en soms ernstige
prikkelbaarheid.
2.
Wanneer mag u ADASUVE niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
· U bent allergisch voor loxapine of amoxapine;
· U hebt last van piepende ademhaling of kortademigheid;
· U hebt longklachten, zoals astma of chronisch obstructief longlijden (door uw arts mogelijk
aangeduid als `COPD').
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Voordat u dit middel gaat gebruiken, zal uw arts of verpleegkundige met u praten en bepalen of het
middel voor u geschikt is.
· ADASUVE kan tot vernauwing van de luchtwegen (bronchospasme) leiden en een piepende
ademhaling, hoest, een beklemmend gevoel op de borst of kortademigheid veroorzaken.
Doorgaans gebeurt dit binnen 25 minuten na toediening van het middel.
· Maligne antipsychoticasyndroom (NMS) bestaat uit een reeks symptomen die kunnen optreden als
u antipsychotica zoals ADASUVE gebruikt. Deze symptomen zijn mogelijk hoge koorts,
spierstijfheid en onregelmatige of snelle hartslag of polsslag. NMS kan dodelijk zijn. Gebruik
ADASUVE niet opnieuw als NMS optreedt.
· Antipsychotica zoals ADASUVE kunnen ertoe leiden dat u bewegingen maakt die u niet onder
controle kunt houden, zoals vreemde gezichten trekken, uw tong uitsteken, uw lippen tuiten of
smakken met uw lippen, snel met uw ogen knipperen, of uw benen, armen of vingers snel
bewegen. De behandeling met ADASUVE moet mogelijk worden gestopt als dit het geval is.
· Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met intoxicatie of
een delirium.
Neem voordat u dit geneesmiddel gebruikt contact op met uw arts of verpleegkundige als het
onderstaande op u van toepassing is:
· u hebt of had eerder ademhalingsproblemen zoals astma of andere chronische longziekten zoals
bronchitis of emfyseem;
· u hebt of had eerder hartklachten of u hebt een beroerte gehad;
· u hebt of had eerder lage of hoge bloeddruk;
· u hebt of had eerder een epileptische aanval (convulsie);
· u hebt of had eerder glaucoom (verhoging van de oogdruk);
· u hebt of had eerder urineretentie (het achterblijven van urine in de blaas);
· u gebruikte al ADASUVE en u hebt last gekregen van een piepende ademhaling of
kortademigheid;
· u hebt ooit last gehad van spier- of oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden
gehouden, coördinatieproblemen, aanhoudende samentrekking van spieren, rusteloosheid of niet
kunnen stilzitten;
· u bent een oudere persoon met dementie (verlies van geheugen en andere geestelijke vermogens).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
ADASUVE is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast ADASUVE nog andere geneesmiddelen of hebt u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts. Bijvoorbeeld:
· adrenaline;
· geneesmiddelen voor de behandeling van ademhalingsproblemen;
· geneesmiddelen die een risico op een epileptische aanval meebrengen (bijvoorbeeld clozapine,
tricyclica of SSRI's, tramadol of mefloquine);
· geneesmiddelen voor de behandeling van de ziekte van Parkinson;
· lorazepam of andere centraal werkende geneesmiddelen (voor de behandeling van angst,
depressie, pijn of om u te helpen slapen) of andere geneesmiddelen die slaperigheid veroorzaken;
· recreatieve (illegale) middelen;
· geneesmiddelen zoals fluvoxamine, propranolol en enoxacine en andere geneesmiddelen die een
bepaald leverenzym genaamd CYP450 1A2 remmen;
· geneesmiddelen voor de behandeling van schizofrenie, depressie of pijn, aangezien deze het risico
op een epileptische aanval vergroten.
Het gelijktijdig gebruik van ADASUVE en adrenaline kan ervoor zorgen dat uw bloeddruk daalt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Omdat ADASUVE van invloed is op het zenuwstelsel, moet alcohol worden vermeden tijdens het
gebruik van ADASUVE.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. U mag geen borstvoeding geven
gedurende 48 uur nadat u ADASUVE toegediend hebt gekregen en u moet de melk die u in die 48 uur
aanmaakt weggooien.
De volgende symptomen kunnen optreden bij pasgeboren baby's van moeders die tijdens de laatste
drie maanden van hun zwangerschap herhaaldelijk antipsychotica hebben gebruikt: trillen, stijve en/of
zwakke spieren, slaperigheid, agitatie, ademhalingsproblemen en problemen met voeden. Als uw baby
last krijgt van een van deze symptomen, neem dan contact op met uw arts.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn meldingen gedaan van duizeligheid, sedatie en slaperigheid als mogelijke bijwerkingen van
ADASUVE. Daarom mag u geen voertuigen besturen en geen gereedschappen of machines gebruiken
nadat u ADASUVE hebt gebruikt zolang u niet weet hoe ADASUVE van invloed op u is.
3.
Hoe gebruikt u ADASUVE?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of verpleegkundige u dat heeft verteld. Twijfelt u
over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
De aanbevolen aanvangsdosis is 9,1 mg. Uw arts kan na twee uur een tweede dosis voorschrijven
nadat hij of zij uw toestand zorgvuldig heeft beoordeeld, en uw dosering kan worden verlaagd naar 4,5
mg als uw arts van oordeel is dat deze dosis geschikter is voor de behandeling van uw toestand.
U gebruikt ADASUVE onder toezicht van een arts of verpleegkundige.
ADASUVE is bestemd voor gebruik door inhalatie. Als de arts of verpleegkundige de toediening van
ADASUVE heeft voorbereid, zal hij of zij u vragen het apparaat in uw hand te nemen, uit te ademen,
het mondstuk vervolgens in uw mond te steken, het geneesmiddel door het apparaat te inhaleren en uw
adem dan kort in te houden.
Hebt u te veel van dit middel gebruikt?
Neem contact op met u arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt dat u meer ADASUVE
toegediend krijgt dan nodig is. Bij patiënten die meer ADASUVE toegediend hebben gekregen dan de
bedoeling was, kunnen de volgende symptomen optreden: extreme vermoeidheid of slaperigheid,
moeite met ademhalen, lage bloeddruk, keelirritatie of een vieze smaak in de mond, spier- of
oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden gehouden.
Hebt u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Vertel het uw arts onmiddellijk en gebruik het geneesmiddel niet meer wanneer de volgende
bijwerkingen optreden:
· ademhalingsproblemen zoals een piepende ademhaling, hoest, kortademigheid, een beklemmend
gevoel op de borst, aangezien deze symptomen erop kunnen wijzen dat het geneesmiddel uw
luchtwegen irriteert (komt niet vaak voor tenzij u astma of COPD hebt);
· een licht gevoel in het hoofd of flauwvallen, aangezien deze symptomen erop kunnen wijzen dat
het geneesmiddel een daling van uw bloeddruk veroorzaakt (komt soms voor);
· verergerde agitatie of verwardheid, vooral in combinatie met koorts of spierstijfheid (komt zelden
voor). Deze bijwerkingen kunnen in verband worden gebracht met een ernstige aandoening
genaamd maligne antipsychoticasyndroom (NMS).
Neem ook contact op met uw arts wanneer sprake is van de volgende bijwerkingen, die ook
kunnen optreden bij gebruik van andere vormen van dit geneesmiddel:
zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij meer dan 1 op 10 personen voorkomen): vieze
smaak in de mond of slaperigheid;
vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op 10 personen voorkomen): duizeligheid,
keelirritatie, droge mond of vermoeidheid;
soms voorkomende bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op 100 personen voorkomen): spier- of
oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden gehouden, coördinatieproblemen,
aanhoudende samentrekking van spieren, rusteloosheid of niet kunnen stilzitten.
Bijkomende bijwerkingen die in verband zijn gebracht met langdurig gebruik van orale loxapine en
die mogelijk relevant zijn voor het gebruik van ADASUVE, zijn onder andere duizeligheid bij het
overeind komen, verhoogde hartslag, verhoogde bloeddruk, wazig zien, droge ogen en minder plassen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u ADASUVE?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket.
Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat een zak open of gescheurd is of als het product tekenen
van fysieke beschadiging vertoont.
Gooi geneesmiddelen niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen
die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is loxapine. Iedere inhalator voor enkelvoudige dosering bevat 5 mg
loxapine en geeft 4,5 mg loxapine af.
Hoe ziet ADASUVE eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
ADASUVE 4,5 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld, bevat een witte plastic wegwerpinhalator met een
enkelvoudige dosis loxapine. Elke inhalator is verpakt in een verzegelde foliezak. ADASUVE 4,5 mg
wordt geleverd in een doos met 1 of 5 inhalatoren voor enkelvoudige dosering.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
Fabrikant
Ferrer Internacional, S.A.
Joan Buscalla, 1-9, 08173 Sant Cugat del Vallès
Barcelona, Spanje
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit eneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Ferrer Internacional, S.A.
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Tél/Tel: +34 93 600 37 00
Tel +370 672 12222
Luxembourg/Luxemburg
AOP Orphan Pharmaceuticals AG BG
Ferrer Internacional, S.A.
Te.: +35 988 6666096
Tél/Tel: +34 93 600 37 00
Ceská republika
Magyarország
AOP Orphan Pharmaceuticals AG CZ
AOP Orphan Pharmaceuticals AG HU
Tel: +420 251 512 947
Tel.: +36 1 3192633
Danmark
Malta
Ferrer Internacional, S.A.
Ferrer Internacional, S.A.
Tlf: +34 93 600 37 00
Tel.: +34 93 600 37 00
Deutschland
Nederland
Ferrer Deutschland GmbH
Ferrer Internacional, S.A.
Tel: +49 (0) 2407 502311 0
Tel.: +34 93 600 37 00
Eesti
Norge
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Ferrer Internacional, S.A.
Tel: +370 672 12222
Tlf: +34 93 600 37 00
Österreich
Ferrer Galenica S.A.
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
: +30 210 52 81 700
Tel: +43 1 5037244-0
España
Polska
Ferrer Farma, S.A.
AOP Orphan Pharmaceuticals S.A. PL
Tel.: +34 93 600 37 00
Tel: +48 22 5424068
France
Portugal
Ferrer Internacional, S.A.
Ferrer Portugal, S.A.
Tél: +34 93 600 37 00
Tel: +351 214449600
Hrvatska
România
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
Galenica S.A.
Tel: +43 1 5037244-0
Tel: +30 210 52 81 700
Ireland
Slovenija
Ferrer Internacional, S.A.
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
Tel.: +34 93 600 37 00
Tel: +43 1 5037244-0
Ísland
Slovenská republika
Ferrer Internacional, S.A.
AOP Orphan Pharmaceuticals AG SK
Sími: +34 93 600 37 00
Tel: +421 31 5502271
Italia
Suomi/Finland
Angelini S.p.A.
Ferrer Internacional, S.A.
Tel: +39 06 780531
Puh/Tel: +34 93 600 37 00
Sverige
hespis Pharmaceutical Ltd
Ferrer Internacional, S.A.
T: +357 22 67 77 10
Tel: +34 93 600 37 00
Latvija
United Kingdom
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Ferrer Internacional, S.A.
Tel +370 672 12222
Tel.: +34 93 600 37 00
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
De volgende informatie is alleen bestemd voor medisch personeel:
Lees vóór gebruik alle instructies. Zie de samenvatting van de productkenmerken voor verdere
informatie.
Vertrouwd raken met ADASUVE: In de onderstaande afbeeldingen worden de belangrijke
kenmerken van ADASUVE weergegeven.
mondstuk
ne
api
ox
epoeder, l
ati
nhal
i
indicatielampje
flap
ADASUVE wordt geleverd in een verzegelde zak.
Wanneer ADASUVE uit de zak wordt gehaald, is het indicatielampje uit.
Het (groene) indicatielampje gaat branden wanneer de flap wordt verwijderd. De inhalator is dan
klaar voor gebruik.
Het indicatielampje gaat automatisch uit wanneer het geneesmiddel geïnhaleerd is.
Lees de volgende vijf stappen voordat u ADASUVE aan een patiënt toedient.
1. Open de zak
Het middel dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden
gehaald. Scheur de foliezak open en haal de inhalator uit de
verpakking.
2. Verwijder de flap
Verwijder de plastic flap aan de achterkant van de inhalator. Het
groene lampje gaat branden. Dit geeft aan dat de inhalator klaar
is voor gebruik.
Te gebruiken binnen 15 minuten nadat de flap is verwijderd
(of tot het groene lampje uitgaat) om te voorkomen dat de
indicatielampje
inhalator automatisch wordt gedeactiveerd.
flap
Instrueer de patiënt om het volgende te doen:
3. Uitademen
Houd de inhalator weg van de mond en adem uit tot de longen
helemaal leeg zijn.
4. Inhaleren
Inhaleer door diep in te ademen via het mondstuk.
BELANGRIJK: Controleer of het groene lampje uitgaat
nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
5. De adem inhouden
Na inhalatie haalt de patiënt het mondstuk uit de mond en houdt
hij/zij de adem kort in.
N.B.: Instrueer de patiënt de stappen 3, 4 en 5 te herhalen als het groene lampje blijft branden nadat de
patiënt heeft geïnhaleerd.
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld
loxapine
Lees goed de hele bijsluiter voordat dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is ADASUVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u ADASUVE niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u ADASUVE?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u ADASUVE?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is ADASUVE en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof in ADASUVE, loxapine, behoort tot een groep van geneesmiddelen die
antipsychotica worden genoemd. ADASUVE remt de werking van bepaalde chemische stoffen in de
hersenen (neurotransmitters) zoals dopamine en serotonine, wat een kalmerend effect heeft en
agressief gedrag onderdrukt.
ADASUVE wordt gebruikt voor de behandeling van acute symptomen van lichte tot matige agitatie
die kan optreden bij volwassen patiënten met schizofrenie of een bipolaire stoornis. Dit zijn ziekten
die worden gekenmerkt door symptomen zoals:
· (schizofrenie) dingen horen, zien of voelen die er niet zijn, achterdocht, onterechte overtuigingen,
onsamenhangend(e) spraak en gedrag en vervlakte emoties; mensen met deze aandoening kunnen
zich ook depressief, schuldig, angstig of gespannen voelen;
· (bipolaire stoornis) zich fantastisch (`high') voelen, een overmaat aan energie hebben, veel minder
slaap dan normaal nodig hebben, snel praten met elkaar snel opvolgende ideeën en soms ernstige
prikkelbaarheid.
2.
Wanneer mag u ADASUVE niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
· U bent allergisch voor loxapine of amoxapine;
· U hebt last van piepende ademhaling of kortademigheid;
· U hebt longklachten, zoals astma of chronisch obstructief longlijden (door uw arts mogelijk
aangeduid als `COPD').
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Voordat u dit middel gaat gebruiken, zal uw arts of verpleegkundige met u praten en bepalen of het
middel voor u geschikt is.
· ADASUVE kan tot vernauwing van de luchtwegen (bronchospasme) leiden en een piepende
ademhaling, hoest, een beklemmend gevoel op de borst of kortademigheid veroorzaken.
Doorgaans gebeurt dit binnen 25 minuten na toediening van het middel.
· Maligne antipsychoticasyndroom (NMS) bestaat uit een reeks symptomen die kunnen optreden als
u antipsychotica zoals ADASUVE gebruikt. Deze symptomen zijn mogelijk hoge koorts,
spierstijfheid en onregelmatige of snelle hartslag of polsslag. NMS kan dodelijk zijn. Gebruik
ADASUVE niet opnieuw als NMS optreedt.
· Antipsychotica zoals ADASUVE kunnen ertoe leiden dat u bewegingen maakt die u niet onder
controle kunt houden, zoals vreemde gezichten trekken, uw tong uitsteken, uw lippen tuiten of
smakken met uw lippen, snel met uw ogen knipperen, of uw benen, armen of vingers snel
bewegen. De behandeling met ADASUVE moet mogelijk worden gestopt als dit het geval is.
· Voorzichtigheid is geboden wanneer ADASUVE wordt gebruikt bij patiënten met intoxicatie of
een delirium.
Neem voordat u dit geneesmiddel gebruikt contact op met uw arts of verpleegkundige als het
onderstaande op u van toepassing is:
· u hebt of had eerder ademhalingsproblemen zoals astma of andere chronische longziekten zoals
bronchitis of emfyseem;
· u hebt of had eerder hartklachten of u hebt een beroerte gehad;
· u hebt of had eerder lage of hoge bloeddruk;
· u hebt of had eerder een epileptische aanval (convulsie);
· u hebt of had eerder glaucoom (verhoging van de oogdruk);
· u hebt of had eerder urineretentie (het achterblijven van urine in de blaas);
· u gebruikte al ADASUVE en u hebt last gekregen van een piepende ademhaling of
kortademigheid;
· u hebt ooit last gehad van spier- of oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden
gehouden, coördinatieproblemen, aanhoudende samentrekking van spieren, rusteloosheid of niet
kunnen stilzitten;
· u bent een oudere persoon met dementie (verlies van geheugen en andere geestelijke vermogens).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
ADASUVE is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast ADASUVE nog andere geneesmiddelen of hebt u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts. Bijvoorbeeld:
· adrenaline;
· geneesmiddelen voor de behandeling van ademhalingsproblemen;
· geneesmiddelen die een risico op een epileptische aanval meebrengen (bijvoorbeeld clozapine,
tricyclica of SSRI's, tramadol of mefloquine);
· geneesmiddelen voor de behandeling van de ziekte van Parkinson;
· lorazepam of andere centraal werkende geneesmiddelen (voor de behandeling van angst,
depressie, pijn of om u te helpen slapen) of andere geneesmiddelen die slaperigheid veroorzaken;
· recreatieve (illegale) middelen;
· geneesmiddelen zoals fluvoxamine, propranolol en enoxacine en andere geneesmiddelen die een
bepaald leverenzym genaamd CYP450 1A2 remmen;
· geneesmiddelen voor de behandeling van schizofrenie, depressie of pijn, aangezien deze het risico
op een epileptische aanval vergroten.
Het gelijktijdig gebruik van ADASUVE en adrenaline kan ervoor zorgen dat uw bloeddruk daalt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Omdat ADASUVE van invloed is op het zenuwstelsel, moet alcohol worden vermeden tijdens het
gebruik van ADASUVE.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. U mag geen borstvoeding geven
gedurende 48 uur nadat u ADASUVE toegediend hebt gekregen en u moet de melk die u in die 48 uur
aanmaakt weggooien.
De volgende symptomen kunnen optreden bij pasgeboren baby's van moeders die tijdens de laatste
drie maanden van hun zwangerschap herhaaldelijk antipsychotica hebben gebruikt: trillen, stijve en/of
zwakke spieren, slaperigheid, agitatie, ademhalingsproblemen en problemen met voeden. Als uw baby
last krijgt van een van deze symptomen, neem dan contact op met uw arts.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn meldingen gedaan van duizeligheid, sedatie en slaperigheid als mogelijke bijwerkingen van
ADASUVE. Daarom mag u geen voertuigen besturen en geen gereedschappen of machines gebruiken
nadat u ADASUVE hebt gebruikt zolang u niet weet hoe ADASUVE van invloed op u is.
3.
Hoe gebruikt u ADASUVE?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of verpleegkundige u dat heeft verteld. Twijfelt u
over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
De aanbevolen aanvangsdosis is 9,1 mg. Uw arts kan na twee uur een tweede dosis voorschrijven
nadat hij of zij uw toestand zorgvuldig heeft beoordeeld, en uw dosering kan worden verlaagd naar 4,5
mg als uw arts van oordeel is dat deze dosis geschikter is voor de behandeling van uw toestand.
U gebruikt ADASUVE onder toezicht van een arts of verpleegkundige.
ADASUVE is bestemd voor gebruik door inhalatie. Als de arts of verpleegkundige de toediening van
ADASUVE heeft voorbereid, zal hij of zij u vragen het apparaat in uw hand te nemen, uit te ademen,
het mondstuk vervolgens in uw mond te steken, het geneesmiddel door het apparaat te inhaleren en uw
adem dan kort in te houden.
Hebt u te veel van dit middel gebruikt?
Neem contact op met u arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt dat u meer ADASUVE
toegediend krijgt dan nodig is. Bij patiënten die meer ADASUVE toegediend hebben gekregen dan de
bedoeling was, kunnen de volgende symptomen optreden: extreme vermoeidheid of slaperigheid,
moeite met ademhalen, lage bloeddruk, keelirritatie of een vieze smaak in de mond, spier- of
oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden gehouden.
Hebt u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Vertel het uw arts onmiddellijk en gebruik het geneesmiddel niet meer wanneer de volgende
bijwerkingen optreden:
· ademhalingsproblemen zoals een piepende ademhaling, hoest, kortademigheid, een beklemmend
gevoel op de borst, aangezien deze symptomen erop kunnen wijzen dat het geneesmiddel uw
luchtwegen irriteert (komt niet vaak voor tenzij u astma of COPD hebt);
· een licht gevoel in het hoofd of flauwvallen, aangezien deze symptomen erop kunnen wijzen dat
het geneesmiddel een daling van uw bloeddruk veroorzaakt (komt soms voor);
· verergerde agitatie of verwardheid, vooral in combinatie met koorts of spierstijfheid (komt zelden
voor). Deze bijwerkingen kunnen in verband worden gebracht met een ernstige aandoening
genaamd maligne antipsychoticasyndroom (NMS).
Neem ook contact op met uw arts wanneer sprake is van de volgende bijwerkingen, die ook
kunnen optreden bij gebruik van andere vormen van dit geneesmiddel:
zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij meer dan 1 op 10 personen voorkomen): vieze
smaak in de mond of slaperigheid;
vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op 10 personen voorkomen): duizeligheid,
keelirritatie, droge mond of vermoeidheid;
soms voorkomende bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op 100 personen voorkomen): spier- of
oogbewegingen die niet onder controle kunnen worden gehouden, coördinatieproblemen,
aanhoudende samentrekking van spieren, rusteloosheid of niet kunnen stilzitten.
Bijkomende bijwerkingen die in verband zijn gebracht met langdurig gebruik van orale loxapine en
die mogelijk relevant zijn voor het gebruik van ADASUVE, zijn onder andere duizeligheid bij het
overeind komen, verhoogde hartslag, verhoogde bloeddruk, wazig zien, droge ogen en minder plassen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u ADASUVE?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket.
Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Tot het moment van gebruik bewaren in de oorspronkelijke zak ter bescherming tegen licht en vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat een zak open of gescheurd is of als het product tekenen
van fysieke beschadiging vertoont.
Gooi geneesmiddelen niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen
die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is loxapine. Iedere inhalator voor enkelvoudige dosering bevat 10 mg
loxapine en geeft 9,1 mg loxapine af.
Hoe ziet ADASUVE eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
ADASUVE 9,1 mg inhalatiepoeder, voorverdeeld, bevat een witte plastic wegwerpinhalator met een
enkelvoudige dosis loxapine. Elke inhalator is verpakt in een verzegelde foliezak. ADASUVE 9,1 mg
wordt geleverd in een doos met 1 of 5 inhalatoren voor enkelvoudige dosering.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Ferrer Internacional, S.A.
Gran Vía Carlos III, 94
08028- Barcelona
Spanje
Fabrikant
Ferrer Internacional, S.A.
Joan Buscalla, 1-9, 08173 Sant Cugat del Vallès
Barcelona, Spanje
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit eneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Ferrer Internacional, S.A.
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Tél/Tel: +34 93 600 37 00
Tel +370 672 12222
Luxembourg/Luxemburg
AOP Orphan Pharmaceuticals AG BG
Ferrer Internacional, S.A.
Te.: +35 988 6666096
Tél/Tel: +34 93 600 37 00
Ceská republika
Magyarország
AOP Orphan Pharmaceuticals AG CZ
AOP Orphan Pharmaceuticals AG HU
Tel: +420 251 512 947
Tel.: +36 1 3192633
Danmark
Malta
Ferrer Internacional, S.A.
Ferrer Internacional, S.A.
Tlf: +34 93 600 37 00
Tel.: +34 93 600 37 00
Deutschland
Nederland
Ferrer Deutschland GmbH
Ferrer Internacional, S.A.
Tel: +49 (0) 2407 502311 0
Tel.: +34 93 600 37 00
Eesti
Norge
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Ferrer Internacional, S.A.
Tel: +370 672 12222
Tlf: +34 93 600 37 00
Österreich
Ferrer Galenica S.A.
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
: +30 210 52 81 700
Tel: +43 1 5037244-0
España
Polska
Ferrer Farma, S.A.
AOP Orphan Pharmaceuticals S.A. PL
Tel.: +34 93 600 37 00
Tel: +48 22 5424068
France
Portugal
Ferrer Internacional, S.A.
Ferrer Portugal, S.A.
Tél: +34 93 600 37 00
Tel: +351 214449600
Hrvatska
România
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
Galenica S.A.
Tel: +43 1 5037244-0
Tel: +30 210 52 81 700
Ireland
Slovenija
Ferrer Internacional, S.A.
AOP Orphan Pharmaceuticals AG
Tel.: +34 93 600 37 00
Tel: +43 1 5037244-0
Ísland
Slovenská republika
Ferrer Internacional, S.A.
AOP Orphan Pharmaceuticals AG SK
Sími: +34 93 600 37 00
Tel: +421 31 5502271
Italia
Suomi/Finland
Angelini S.p.A.
Ferrer Internacional, S.A.
Tel: +39 06 780531
Puh/Tel: +34 93 600 37 00
Sverige
hespis Pharmaceutical Ltd
Ferrer Internacional, S.A.
T: +357 22 67 77 10
Tel: +34 93 600 37 00
Latvija
United Kingdom
AOP Orphan Pharmaceuticals AG LT
Ferrer Internacional, S.A.
Tel +370 672 12222
Tel.: +34 93 600 37 00
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
De volgende informatie is alleen bestemd voor medisch personeel:
Lees vóór gebruik alle instructies. Zie de samenvatting van de productkenmerken voor verdere
informatie.
Vertrouwd raken met ADASUVE: In de onderstaande afbeeldingen worden de belangrijke
kenmerken van ADASUVE weergegeven.
mondstuk
ne
api
ox
epoeder, l
ati
nhal
i
indicatielampje
flap
ADASUVE wordt geleverd in een verzegelde zak.
Wanneer ADASUVE uit de zak wordt gehaald, is het indicatielampje uit.
Het (groene) indicatielampje gaat branden wanneer de flap wordt verwijderd. De inhalator is dan
klaar voor gebruik.
Het indicatielampje gaat automatisch uit wanneer het geneesmiddel geïnhaleerd is.
Lees de volgende vijf stappen voordat u ADASUVE aan een patiënt toedient.
1. Open de zak
Het middel dient pas vlak vóór gebruik uit de zak te worden
gehaald. Scheur de foliezak open en haal de inhalator uit de
verpakking.
2. Verwijder de flap
Verwijder de plastic flap aan de achterkant van de inhalator. Het
groene lampje gaat branden. Dit geeft aan dat de inhalator klaar
is voor gebruik.
Te gebruiken binnen 15 minuten nadat de flap is verwijderd
(of tot het groene lampje uitgaat) om te voorkomen dat de
inhalator automatisch wordt gedeactiveerd.
indicatielampje
flap
Instrueer de patiënt om het volgende te doen:
3. Uitademen
Houd de inhalator weg van de mond en adem uit tot de longen
helemaal leeg zijn.
4. Inhaleren
Inhaleer door diep in te ademen via het mondstuk.
BELANGRIJK: Controleer of het groene lampje uitgaat
nadat de patiënt heeft geïnhaleerd.
5. De adem inhouden
Na inhalatie haalt de patiënt het mondstuk uit de mond en houdt
hij/zij de adem kort in.
N.B.: Instrueer de patiënt de stappen 3, 4 en 5 te herhalen als het groene lampje blijft branden nadat de
patiënt heeft geïnhaleerd.