Albiotic 10 mg/ml - 33 mg/ml
Bijsluiter – NL versie
Albiotic
BIJSLUITER
Albiotic, oplossing voor intramammair gebruik, voor lacterende koeien
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen :
Huvepharma NV
Uitbreidingstraat 80
2600 Antwerpen
België
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Biovet Joint Stock Company
39, Petar Rakov Str.
4550 Peshtera
Bulgarije
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Albiotic, oplossing voor intramammair gebruik, voor lacterende koeien
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)
Werkzame bestanddelen:
Lincomycini hydrochloridum (= Lincomycinum
330 mg) –
Neomycini sulfas
(=
Neomycinum
100 mg)
Hulpstoffen:
Dinatrii edetas - Aqua ad iniectabilia q.s. ad
10 ml.
4.
INDICATIE(S)
Behandeling van mastitis bij lacterende koeien, veroorzaakt door staphylococcen (zowel penicillinase-
als niet-penicillinase-producerende stammen), inclusief
Staphylococcus aureus;
streptococcen, o.m.
Streptococcus agalactiae, Streptococcus dysgalactiae
en
Streptococcus uberis;
en door coliforme
bacteriën, inclusief
Escherichia coli,
gevoelig aan lincomycine en/of neomycine.
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken bij dieren die overgevoelig zijn aan lincomycine of neomycine.
6.
BIJWERKINGEN
Geen bekend
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
1
Bijsluiter – NL versie
Albiotic
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Lacterende koeien.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , TOEDIENINGSWEG(EN) EN
WIJZE VAN GEBRUIK.
Eén injector van 10 ml per aangetast kwartier, driemaal met een interval van 12 uur.
Wijze van toediening: intramammair, met de nodige voorzorgen i.v.m. de asepsis.
Indien nodig, de tepel(s) of de ganse uier grondig wassen met warm water en een geschikt
antisepticum, en grondig afdrogen. Het kwartier volledig uitmelken. De tepeltip ontsmetten met een
alcoholdoekje of een ander aangepast desinfectans. Gebruik een nieuw doekje voor elke tepel. Het
dopje van de plastic canule verwijderen. Breng de top van de canule in het tepelkanaal. De zuiger
volledig neerdrukken om de volledige inhoud van de injector in te brengen, en vervolgens het kwartier
zacht masseren om het product tot in de uiercysterne te brengen. Na infusie wordt aangeraden alle
tepels met een goedgekeurde tepeldip te ontsmetten.
9.
Geen.
10.
WACHTTIJD(EN)
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Melk: 84 uren
Vlees en Slachtafval : 3 dagen
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 30 °C. Beschermen tegen bevriezing.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
De selectie van antibioticaresistentie evolueert bij sommige pathogenen: het gebruik van het product zou
moeten gebaseerd zijn op gevoeligheidstesten.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Personen met een overgevoeligheid voor lincosamines of aminoglycosiden wordt aangeraden
handschoenen te gebruiken bij de manipulatie van de injector.
Dracht en lactactie
Kan tijdens de dracht en lactatie worden gebruikt.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
2
Bijsluiter – NL versie
Albiotic
Antagonisme met macroliden zou kunnen voorkomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Het product wordt goed verdragen bij lacterende melkkoeien. Bij accidentele overdosering zijn er geen
lokale noch systemische reacties te verwachten; elk teken dat zou kunnen wijzen op mogelijke
bijwerkingen moet aan de behandelende dierenarts gemeld worden.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE
DIERGENEESMIDDELEN
OF
EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
November 2019
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V202517
Polyethyleen injectoren van 10 ml en alcoholdoekjes om de tepels te ontsmetten.
Doos met 3 x 10 ml, 12 x 10 ml, 24 x 10 ml en 96 x 10 ml.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Op diergeneeskundig voorschrift
3
Albiotic
BIJSLUITER
Albiotic, oplossing voor intramammair gebruik, voor lacterende koeien
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
H
ouder van de vergunning voor het in de handel brengen :
Huvepharma NV
Uitbreidingstraat 80
2600 Antwerpen
België
F
abrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Biovet Joint Stock Company
39, Petar Rakov Str.
4550 Peshtera
Bulgarije
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Albiotic, oplossing voor intramammair gebruik, voor lacterende koeien
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)
Werkzame bestanddelen:
Lincomycini hydrochloridum (= Lincomycinum 330 mg) Neomycini sulfas (= Neomycinum 100 mg)
Hulpstoffen:
Dinatrii edetas - Aqua ad iniectabilia q.s. ad 10 ml.
4.
INDICATIE(S)
Behandeling van mastitis bij lacterende koeien, veroorzaakt door staphylococcen (zowel penicillinase-
als niet-penicillinase-producerende stammen), inclusief Staphylococcus aureus; streptococcen, o.m.
Streptococcus agalactiae, Streptococcus dysgalactiae en Streptococcus uberis; en door coliforme
bacteriën, inclusief Escherichia coli, gevoelig aan lincomycine en/of neomycine.
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken bij dieren die overgevoelig zijn aan lincomycine of neomycine.
6.
BIJWERKINGEN
Geen bekend
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
Albiotic
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Lacterende koeien.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , TOEDIENINGSWEG(EN) EN
WIJZE VAN GEBRUIK.
Eén injector van 10 ml per aangetast kwartier, driemaal met een interval van 12 uur.
Wijze van toediening: intramammair, met de nodige voorzorgen i.v.m. de asepsis.
Indien nodig, de tepel(s) of de ganse uier grondig wassen met warm water en een geschikt
antisepticum, en grondig afdrogen. Het kwartier volledig uitmelken. De tepeltip ontsmetten met een
alcoholdoekje of een ander aangepast desinfectans. Gebruik een nieuw doekje voor elke tepel. Het
dopje van de plastic canule verwijderen. Breng de top van de canule in het tepelkanaal. De zuiger
volledig neerdrukken om de volledige inhoud van de injector in te brengen, en vervolgens het kwartier
zacht masseren om het product tot in de uiercysterne te brengen. Na infusie wordt aangeraden alle
tepels met een goedgekeurde tepeldip te ontsmetten.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Geen.
10.
WACHTTIJD(EN)
Melk: 84 uren
Vlees en Slachtafval : 3 dagen
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 30 °C. Beschermen tegen bevriezing.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Spe
ciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
De selectie van antibioticaresistentie evolueert bij sommige pathogenen: het gebruik van het product zou
moeten gebaseerd zijn op gevoeligheidstesten.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Personen met een overgevoeligheid voor lincosamines of aminoglycosiden wordt aangeraden
handschoenen te gebruiken bij de manipulatie van de injector.
Dracht en lactactie
Kan tijdens de dracht en lactatie worden gebruikt.
I
nteractie m
et andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Albiotic
Antagonisme met macroliden zou kunnen voorkomen.
O
verdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Het product wordt goed verdragen bij lacterende melkkoeien. Bij accidentele overdosering zijn er geen
lokale noch systemische reacties te verwachten; elk teken dat zou kunnen wijzen op mogelijke
bijwerkingen moet aan de behandelende dierenarts gemeld worden.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE
DIERGENEESMIDDELEN
OF
EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
November 2019
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V202517
Polyethyleen injectoren van 10 ml en alcoholdoekjes om de tepels te ontsmetten.
Doos met 3 x 10 ml, 12 x 10 ml, 24 x 10 ml en 96 x 10 ml.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Op diergeneeskundig voorschrift
BIJSLUITER
Albiotic, oplossing voor intramammair gebruik, voor lacterende koeien
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
H
ouder van de vergunning voor het in de handel brengen :
Huvepharma NV
Uitbreidingstraat 80
2600 Antwerpen
België
F
abrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Biovet Joint Stock Company
39, Petar Rakov Str.
4550 Peshtera
Bulgarije
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Albiotic, oplossing voor intramammair gebruik, voor lacterende koeien
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)
Werkzame bestanddelen:
Lincomycini hydrochloridum (= Lincomycinum 330 mg) Neomycini sulfas (= Neomycinum 100 mg)
Hulpstoffen:
Dinatrii edetas - Aqua ad iniectabilia q.s. ad 10 ml.
4.
INDICATIE(S)
Behandeling van mastitis bij lacterende koeien, veroorzaakt door staphylococcen (zowel penicillinase-
als niet-penicillinase-producerende stammen), inclusief Staphylococcus aureus; streptococcen, o.m.
Streptococcus agalactiae, Streptococcus dysgalactiae en Streptococcus uberis; en door coliforme
bacteriën, inclusief Escherichia coli, gevoelig aan lincomycine en/of neomycine.
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken bij dieren die overgevoelig zijn aan lincomycine of neomycine.
6.
BIJWERKINGEN
Geen bekend
Indien u ernstige bijwerkingen of andersoortige reacties vaststelt die niet in deze bijsluiter worden
vermeld, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
Albiotic
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Lacterende koeien.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , TOEDIENINGSWEG(EN) EN
WIJZE VAN GEBRUIK.
Eén injector van 10 ml per aangetast kwartier, driemaal met een interval van 12 uur.
Wijze van toediening: intramammair, met de nodige voorzorgen i.v.m. de asepsis.
Indien nodig, de tepel(s) of de ganse uier grondig wassen met warm water en een geschikt
antisepticum, en grondig afdrogen. Het kwartier volledig uitmelken. De tepeltip ontsmetten met een
alcoholdoekje of een ander aangepast desinfectans. Gebruik een nieuw doekje voor elke tepel. Het
dopje van de plastic canule verwijderen. Breng de top van de canule in het tepelkanaal. De zuiger
volledig neerdrukken om de volledige inhoud van de injector in te brengen, en vervolgens het kwartier
zacht masseren om het product tot in de uiercysterne te brengen. Na infusie wordt aangeraden alle
tepels met een goedgekeurde tepeldip te ontsmetten.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Geen.
10.
WACHTTIJD(EN)
Melk: 84 uren
Vlees en Slachtafval : 3 dagen
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Niet bewaren boven 30 °C. Beschermen tegen bevriezing.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Spe
ciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
De selectie van antibioticaresistentie evolueert bij sommige pathogenen: het gebruik van het product zou
moeten gebaseerd zijn op gevoeligheidstesten.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Personen met een overgevoeligheid voor lincosamines of aminoglycosiden wordt aangeraden
handschoenen te gebruiken bij de manipulatie van de injector.
Dracht en lactactie
Kan tijdens de dracht en lactatie worden gebruikt.
I
nteractie m
et andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Albiotic
Antagonisme met macroliden zou kunnen voorkomen.
O
verdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Het product wordt goed verdragen bij lacterende melkkoeien. Bij accidentele overdosering zijn er geen
lokale noch systemische reacties te verwachten; elk teken dat zou kunnen wijzen op mogelijke
bijwerkingen moet aan de behandelende dierenarts gemeld worden.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE
DIERGENEESMIDDELEN
OF
EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
November 2019
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V202517
Polyethyleen injectoren van 10 ml en alcoholdoekjes om de tepels te ontsmetten.
Doos met 3 x 10 ml, 12 x 10 ml, 24 x 10 ml en 96 x 10 ml.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Op diergeneeskundig voorschrift