Atenolol/chloortalidone eg 50 mg - 12,5 mg
Bijsluiter
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Atenolol/Chloortalidone EG 50/12,5 mg tabletten
Atenolol/Chloortalidone EG 100/25 mg tabletten
Atenolol/chloortalidone
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat
belangrijke informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Atenolol/Chloortalidone EG en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
2. Wanneer mag u Atenolol/Chloortalidone EG niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee
zijn?
3. Hoe neemt u Atenolol/Chloortalidone EG in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Atenolol/Chloortalidone EG?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Atenolol/Chloortalidone EG en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
Atenolol/Chloortalidone EG is een geneesmiddel tegen hoge bloeddruk.
Atenolol/Chloortalidone EG bevat als werkzame bestanddelen atenolol, een bètablokker en
chloortalidone, een waterafdrijvend middel.
Atenolol/Chloortalidone EG wordt gebruikt voor de behandeling van hoge bloeddruk bij patiënten
bij wie de behandeling met één van de werkzame bestanddelen alleen onvoldoende is.
2. Wanneer mag u Atenolol/Chloortalidone EG niet innemen of moet u er extra voorzichtig
mee zijn?
Wanneer mag u Atenolol/Chloortalidone EG niet innemen?
- U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden
onder rubriek 6 van deze bijsluiter.
- U bent allergisch voor sulfonamidederivaten.
- U lijdt of hebt geleden aan een hartaandoening, waaronder hartfalen (onvoldoende werking
van het hart die niet onder controle is) of een shock te wijten aan een hartafwijking.
- U had ooit een zeer trage (minder dan 45 slagen per minuut) of een zeer onregelmatige
polsslag.
- U had ooit een zeer lage bloeddruk of een zeer slechte bloedcirculatie.
- U heeft een gezwel van het bijniermerg (feochromocytoom), dat nog niet met andere
geneesmiddelen wordt behandeld.
- U heeft gedurende lange tijd niet gegeten.
- U bent een astmapatiënt, aangezien een verhoging van de luchtweerstand (piepen) kan
optreden. Dit kan gewoonlijk ongedaan gemaakt worden met luchtwegverwijdende
geneesmiddelen.
- U heeft een zuurtevergiftiging te wijten aan stofwisselingsafwijkingen (vb. bij suikerziekte).
- U heeft problemen met uw nieren of lever.
1/7
Bijsluiter
-
U bent zwanger of geeft borstvoeding
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Atenolol/Chloortalidone EG?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u Atenolol/Chloortalidone EG inneemt
- indien u problemen heeft met uw hart, nieren, ademhaling (astma), bloedsomloop, schildklier
of suikerspiegel (diabetes).
- als u last hebt van een verminderd gezichtsvermogen of oogpijn. Dit kunnen symptomen zijn
van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde
druk in uw oog die binnen uren tot weken nadat u Atenolol/Chloortalidone EG hebt
ingenomen, kunnen optreden. Dit kan leiden tot blijvend verlies van het gezichtsvermogen,
indien niet behandeld. Als u vroeger een allergie voor penicilline of sulfonamide heeft gehad,
kan u een hoger risico hebben op de ontwikkeling van deze aandoening.
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met:
- onvoldoende werking van het hart. Atenolol/Chloortalidone EG mag niet gebruikt worden
door patiënten met een onvoldoende werking van het hart, dat niet onder controle is.
- hartkramp. Indien u lijdt aan een bijzonder type hartkramp (Prinzmetal angor, een typische
pijn in de borststreek).
- aandoening van de bloedvaten
- schildklieraandoeningen
-
allergie. Meld uw arts indien u ooit een allergische reactie vertoonde na bijvoorbeeld een
insectenbeet.
- suikerziekte. De tekens van hypoglycemie (daling van het suikergehalte in het bloed) kunnen
minder goed waar te nemen zijn (vb. snellere hartslag).
- onvoldoende werking van de nieren. De dosering moet worden aangepast bij patiënten met een
ernstige vermindering van de nierfunctie.
- onvoldoende werking van de lever
- jicht
- aandoeningen van de luchtwegen. Een toename van de luchtwegweerstand (piepen) kan zich
voordoen bij astmapatiënten. Dit kan gewoonlijk ongedaan gemaakt worden met
luchtwegverwijdende geneesmiddelen.
- gezwel van het bijniermerg (feochromocytoom)
Voorzichtigheid is verder geboden bij patiënten die:
- ouder zijn,
- reeds geneesmiddelen innemen voor onvoldoende werking van het hart,
- een speciaal dieet volgen,
- maag- en darmklachten vertonen.
Polsslag
U zal misschien merken dat uw polsslag daalt met dit geneesmiddel. Dit is normaal. Indien u
ongerust bent, zegt u dit best aan uw arts. Een daling van de hartslag tot 45 slagen per minuut of
minder is een aanwijzing om onmiddellijk de huisarts te raadplegen.
Stopzetten van de behandeling
U mag de behandeling nooit op eigen initiatief stopzetten. Dit mag enkel indien uw arts dit nodig
vindt. Het stopzetten mag niet plots, maar moet stapsgewijs gebeuren. Dit is vooral belangrijk bij
patiënten met een plaatselijk zuurstoftekort in het hart (ischemisch hartlijden).
Ziekenhuis en verdoving
Indien u in een ziekenhuis wordt opgenomen, moet u het medisch personeel, verwittigen dat u een
behandeling met Atenolol/Chloortalidone EG volgt. Indien u een operatie onder algemene
verdoving moet ondergaan, moet u de anesthesist verwittigen dat u een behandeling met
Atenolol/Chloortalidone EG volgt.
2/7
Bijsluiter
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of
dat in het verleden is geweest.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Atenolol/Chloortalidone EG mag niet aan kinderen gegeven worden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Atenolol/Chloortalidone EG nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden
gedaan of gaat u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Het innemen van Atenolol/Chloortalidone EG samen met andere geneesmiddelen kan ongewenste
uitwerkingen hebben.
Dit kan gebeuren met geneesmiddelen tegen:
-
onregelmatige hartslag (o.a. disopyramide, amiodarone)
-
hoge bloeddruk of hartkramp (verapamil, diltiazem, nifedipine, clonidine, hydralazine,
diazoxide, ketanserine)
-
hartfalen (onvoldoende werking van het hart) (digoxine)
-
pijn en ontsteking (o.a. indomethacine, ibuprofen)
-
migraine (clonidine)
-
verkoudheid, neusverstopping (o.a. nasale decongestiva – ontzwellen van de slijmvliezen)
-
bepaalde mentale stoornissen (lithium)
-
jicht
Met volgende geneesmiddelen kunnen ook wisselwerkingen plaatsvinden:
-
stoffen die de hormonen van de bijnierschors kunnen nabootsen (corticosteroïden)
-
schimmelwerende geneesmiddelen (amfotericine)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van maag-en slokdarmzweren (carbenoxolon)
-
een geneesmiddel dat de aanmaak van het hormoon cortisol en de productie van mannelijke
hormonen in de bijnierschors stimuleert (ACTH = adrenocorticotroop hormoon)
-
laxeermiddelen (chronisch gebruik)
-
harsen
-
insuline en orale geneesmiddelen tegen suikerziekte
-
adrenaline
-
bepaalde verdovingsmiddelen (anesthetica)
-
bloedverdunners die u langs de mond inneemt (orale ontstollingsmiddelen)
-
spierverslapper (baclofen)
-
bètablokker oogdruppels gebruikt om glaucoom te behandelen
Indien u clonidine neemt voor de behandeling van hoge bloeddruk of om migraine aanvallen tegen
te gaan, mag u nooit stoppen met het innemen van Atenolol/Chloortalidone EG of clonidine
zonder eerst uw arts te raadplegen.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Niet van toepassing
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem
dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Atenolol/Chloortalidone EG mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Atenolol/Chloortalidone EG mag niet gebruikt worden tijdens de borstvoeding.
3/7
Bijsluiter
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Duizeligheid of vermoeidheid kunnen zich voordoen als u Atenolol/Chloortalidone EG gebruikt.
Houd hiermee rekening bij het besturen van voertuigen en het gebruiken van machines.
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat
het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3. Hoe neemt u Atenolol/Chloortalidone EG in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Indien er geen beterschap optreedt, raadpleeg dan uw arts opnieuw.
Stop niet met de behandeling, zelfs indien u zich goed voelt, behalve wanneer uw arts u zegt te
stoppen. De afbouw van de behandeling moet geleidelijk gebeuren.
Volwassenen:
De aanbevolen dosering is 1 tablet Atenolol/Chloortalidone EG 50/12,5mg per dag.
Voor patiënten die niet voldoende respons hebben op Atenolol/Chloortalidone EG 50/12,5mg mag
de dosis verhoogd worden tot 1 tablet Atenolol/Chloortalidone EG 100/25mg.
Indien nodig kan een ander bloeddrukverlagend geneesmiddel toegevoegd worden, bijvoorbeeld
een bloedvatverwijder (vasodilatator).
De behandeling mag niet plotseling stopgezet worden, vooral bij patiënten met een plaatselijk
zuurstoftekort in het hart (ischemisch hartlijden).
Bijzondere populaties:
Bejaarden
De dosisvereisten voor deze leeftijdsgroep zijn dikwijls lager.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Atenolol/Chloortalidone EG wordt niet aanbevolen bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Nierinsufficiëntie
De doeltreffendheid van Atenolol/Chloortalidone EG is verminderd bij patiënten met
nierproblemen (nierinsufficiëntie). De vaste dosiscombinatie mag bijgevolg niet toegediend
worden aan patiënten met ernstige nierinsufficiëntie.
Leverinsufficiëntie
Een dosisaanpassing is niet vereist bij patiënten met leverproblemen. Het gebruik bij ernstige
leverproblemen (leverinsufficiëntie) is niet aanbevolen.
Heeft u te veel van Atenolol/Chloortalidone EG ingenomen?
Wanneer u te veel van Atenolol/Chloortalidone EG heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk
contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
De meest voorkomende tekens van overdosering zijn:
- te trage polsslag
- te lage bloeddruk
- acute hartinsufficiëntie
- verkramping van de spieren rond de luchtpijp (bronchospasmen)
- te hoge urineafscheiding.
4/7
Bijsluiter
De behandeling van een ernstige vergiftiging zal in een ziekenhuis plaatshebben.
Bent u vergeten Atenolol/Chloortalidone EG in te nemen?
Indien u een dosis vergeet in te nemen, neem deze dan zodra u eraan denkt. Neem geen dubbele
dosis om een vergeten dosis in te halen. Tracht uw tabletten steeds op hetzelfde tijdstip in te
nemen.
Als u stopt met het innemen van Atenolol/Chloortalidone EG
U mag de behandeling nooit op eigen initiatief stopzetten. Dit mag enkel indien uw arts dit nodig
vindt. Het stopzetten mag niet plots, maar moet stapsgewijze gebeuren.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook Atenolol/Chloortalidone EG bijwerkingen hebben. Niet iedereen
krijgt daarmee te maken.
De volgende bijwerkingen werden gemeld:
Vaak (kan tot 1 op 10 mensen treffen)
- koude vingers en tenen
- tragere polsslag
- diarree
- misselijkheid
- vermoeidheid
- lage concentratie van natrium in het bloed, hetgeen kan leiden tot zwakte (zwakheid), braken
en krampen
Soms (kan tot 1 op 100 mensen treffen)
- slaapstoornissen
Zelden (kan tot 1 op 1.000 mensen treffen)
- onregelmatige hartslag (hartblok) met als gevolg duizeligheid, vermoeidheid of flauwvallen
- verslechtering van de bloedcirculatie wanneer u reeds een slechte bloedcirculatie heeft
- gevoelloosheid en krampen in de vingers, gevolgd door warmtegevoel en pijn (fenomeen van
Raynaud)
- ademnood of gezwollen enkels indien uw hart niet voldoende werkt
- duizeligheid bij rechtstaan
- hoofdpijn
- verwarring
- geestelijke stoornissen (psychosen, hallucinaties)
- stemmingswisselingen
- nachtmerries
- droge mond
- haarverlies
- droge ogen
- huiduitslag, verergeren van psoriasis
- tintelingen in de handen
- verergeren van ademhalingsproblemen (o.a. benauwdheid) bij astma of een voorgeschiedenis
van astma
- gezichtsstoornissen
- sneller optreden van blauwe plekken
- paarskleurige puntjes op de huid (purpura)
5/7
Bijsluiter
-
-
-
impotentie
geelzucht
ontsteking van de alvleesklier, een langgerekte klier achter de maag (pancreatitis)
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
- constipatie
- lupusachtig syndroom (een ziekte waarbij het immuunsysteem antilichamen produceert, die
voornamelijk de huid en de gewrichten aanvallen)
- een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van hoge druk (mogelijke
tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of acuut
nauwe-kamerhoekglaucoom)
Gevallen van spijsverteringsstoornissen zoals misselijkheid, braken en diarree, sufheid, huiduitslag
zoals netelroos door overgevoeligheid en gevoeligheid aan licht,
uitdroging,
stoornissen in het
suiker- en vetmetabolisme, verhoging van het urinezuurgehalte in het bloed, wijzigingen in de
scheikundige samenstelling van het bloed (tekort aan kalium, natrium, magnesium en chloor) en
bloedafwijkingen werden ook gerapporteerd.
Deze ongewenste effecten dienen u niet te verontrusten. De kans is klein dat deze bij u zullen
optreden.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via FAGG – Afdeling Vigilantie – Postbus 97 – B-1000 Brussel Madou of via de website:
www.fagg.be. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over
de veiligheid van dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u Atenolol/Chloortalidone EG?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren bij kamertemperatuur (15-25°C), ter bescherming tegen licht en vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
blisterverpakking of de buitenverpakking na “EXP”. Daar staan een maand en een jaar. De laatste
dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneewmiddelen
op de juiste manier afvoert worden ze op een juiste manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in Atenolol/Chloortalidone EG?
- De werkzame stoffen in Atenolol/Chloortalidone EG zijn atenolol en chloortalidone,
overeenkomend met respectievelijk 50 mg of 100 mg atenolol en 12,5 mg of 25 mg
chloortalidone per tablet.
- De andere stoffen in Atenolol/Chloortalidone EG zijn: povidon, magnesiumcarbonaat,
natriumzetmeelglycolaat,
maïszetmeel,
natrium
laurylsulfaat,
magnesiumstearaat,
hypromellose, glycerol.
Hoe ziet Atenolol/Chloortalidone EG eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
6/7
Bijsluiter
Atenolol/Chloortalidone EG 50/12,5 mg tabletten
PVC/Al blisterverpakking met 28, 56 of 98 tabletten.
Atenolol/Chloortalidone EG 100/25 mg tabletten
PVC/Al blisterverpakking met 28, 56, 98 of 100 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
EG (Eurogenerics) NV – Heizel Esplanade b22 – 1020 Brussel
Fabrikant:
Sanico NV – Veedijk 59 – 2300 Turnhout
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen:
Atenolol/Chloortalidone EG 50/12,5 mg tabletten: BE195937
Atenolol/Chloortalidone EG 100/25 mg tabletten: BE177956
Afleveringswijze:
op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd / herzien in 08/2020 / 08/2020.
7/7
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Atenolol/Chloortalidone EG 50/12,5 mg tabletten
Atenolol/Chloortalidone EG 100/25 mg tabletten
Atenolol/chloortalidone
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Atenolol/Chloortalidone EG en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
2. Wanneer mag u Atenolol/Chloortalidone EG niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee
zijn?
3. Hoe neemt u Atenolol/Chloortalidone EG in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Atenolol/Chloortalidone EG?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Atenolol/Chloortalidone EG en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
Atenolol/Chloortalidone EG is een geneesmiddel tegen hoge bloeddruk.
Atenolol/Chloortalidone EG bevat als werkzame bestanddelen atenolol, een bètablokker en
chloortalidone, een waterafdrijvend middel.
Atenolol/Chloortalidone EG wordt gebruikt voor de behandeling van hoge bloeddruk bij patiënten
bij wie de behandeling met één van de werkzame bestanddelen alleen onvoldoende is.
2. Wanneer mag u Atenolol/Chloortalidone EG niet innemen of moet u er extra voorzichtig
mee zijn?
Wanneer mag u Atenolol/Chloortalidone EG niet innemen?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden
onder rubriek 6 van deze bijsluiter.
- U bent allergisch voor sulfonamidederivaten.
- U lijdt of hebt geleden aan een hartaandoening, waaronder hartfalen (onvoldoende werking
van het hart die niet onder controle is) of een shock te wijten aan een hartafwijking.
- U had ooit een zeer trage (minder dan 45 slagen per minuut) of een zeer onregelmatige
polsslag.
- U had ooit een zeer lage bloeddruk of een zeer slechte bloedcirculatie.
- U heeft een gezwel van het bijniermerg (feochromocytoom), dat nog niet met andere
geneesmiddelen wordt behandeld.
- U heeft gedurende lange tijd niet gegeten.
- U bent een astmapatiënt, aangezien een verhoging van de luchtweerstand (piepen) kan
optreden. Dit kan gewoonlijk ongedaan gemaakt worden met luchtwegverwijdende
geneesmiddelen.
- U heeft een zuurtevergiftiging te wijten aan stofwisselingsafwijkingen (vb. bij suikerziekte).
- U heeft problemen met uw nieren of lever.
- U bent zwanger of geeft borstvoeding
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Atenolol/Chloortalidone EG?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u Atenolol/Chloortalidone EG inneemt
-
indien u problemen heeft met uw hart, nieren, ademhaling (astma), bloedsomloop, schildklier
of suikerspiegel (diabetes).
- als u last hebt van een verminderd gezichtsvermogen of oogpijn. Dit kunnen symptomen zijn
van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde
druk in uw oog die binnen uren tot weken nadat u Atenolol/Chloortalidone EG hebt
ingenomen, kunnen optreden. Dit kan leiden tot blijvend verlies van het gezichtsvermogen,
indien niet behandeld. Als u vroeger een allergie voor penicilline of sulfonamide heeft gehad,
kan u een hoger risico hebben op de ontwikkeling van deze aandoening.
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met:
-
onvoldoende werking van het hart. Atenolol/Chloortalidone EG mag niet gebruikt worden
door patiënten met een onvoldoende werking van het hart, dat niet onder controle is.
- hartkramp. Indien u lijdt aan een bijzonder type hartkramp (Prinzmetal angor, een typische
pijn in de borststreek).
- aandoening van de bloedvaten
- schildklieraandoeningen
-
allergie. Meld uw arts indien u ooit een allergische reactie vertoonde na bijvoorbeeld een
insectenbeet.
- suikerziekte. De tekens van hypoglycemie (daling van het suikergehalte in het bloed) kunnen
minder goed waar te nemen zijn (vb. snellere hartslag).
- onvoldoende werking van de nieren. De dosering moet worden aangepast bij patiënten met een
ernstige vermindering van de nierfunctie.
- onvoldoende werking van de lever
- jicht
- aandoeningen van de luchtwegen. Een toename van de luchtwegweerstand (piepen) kan zich
voordoen bij astmapatiënten. Dit kan gewoonlijk ongedaan gemaakt worden met
luchtwegverwijdende geneesmiddelen.
- gezwel van het bijniermerg (feochromocytoom)
Voorzichtigheid is verder geboden bij patiënten die:
-
ouder zijn,
- reeds geneesmiddelen innemen voor onvoldoende werking van het hart,
- een speciaal dieet volgen,
- maag- en darmklachten vertonen.
Polsslag
U zal misschien merken dat uw polsslag daalt met dit geneesmiddel. Dit is normaal. Indien u
ongerust bent, zegt u dit best aan uw arts. Een daling van de hartslag tot 45 slagen per minuut of
minder is een aanwijzing om onmiddellijk de huisarts te raadplegen.
Stopzetten van de behandeling
U mag de behandeling nooit op eigen initiatief stopzetten. Dit mag enkel indien uw arts dit nodig
vindt. Het stopzetten mag niet plots, maar moet stapsgewijs gebeuren. Dit is vooral belangrijk bij
patiënten met een plaatselijk zuurstoftekort in het hart (ischemisch hartlijden).
Ziekenhuis en verdoving
Indien u in een ziekenhuis wordt opgenomen, moet u het medisch personeel, verwittigen dat u een
behandeling met Atenolol/Chloortalidone EG volgt. Indien u een operatie onder algemene
verdoving moet ondergaan, moet u de anesthesist verwittigen dat u een behandeling met
Atenolol/Chloortalidone EG volgt.
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of
dat in het verleden is geweest.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Atenolol/Chloortalidone EG mag niet aan kinderen gegeven worden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Atenolol/Chloortalidone EG nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden
gedaan of gaat u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Het innemen van Atenolol/Chloortalidone EG samen met andere geneesmiddelen kan ongewenste
uitwerkingen hebben.
Dit kan gebeuren met geneesmiddelen tegen:
-
onregelmatige hartslag (o.a. disopyramide, amiodarone)
- hoge bloeddruk of hartkramp (verapamil, diltiazem, nifedipine, clonidine, hydralazine,
diazoxide, ketanserine)
- hartfalen (onvoldoende werking van het hart) (digoxine)
- pijn en ontsteking (o.a. indomethacine, ibuprofen)
- migraine (clonidine)
- verkoudheid, neusverstopping (o.a. nasale decongestiva ontzwellen van de slijmvliezen)
- bepaalde mentale stoornissen (lithium)
- jicht
Met volgende geneesmiddelen kunnen ook wisselwerkingen plaatsvinden:
-
stoffen die de hormonen van de bijnierschors kunnen nabootsen (corticosteroïden)
- schimmelwerende geneesmiddelen (amfotericine)
- geneesmiddelen voor de behandeling van maag-en slokdarmzweren (carbenoxolon)
- een geneesmiddel dat de aanmaak van het hormoon cortisol en de productie van mannelijke
hormonen in de bijnierschors stimuleert (ACTH = adrenocorticotroop hormoon)
- laxeermiddelen (chronisch gebruik)
- harsen
- insuline en orale geneesmiddelen tegen suikerziekte
- adrenaline
- bepaalde verdovingsmiddelen (anesthetica)
- bloedverdunners die u langs de mond inneemt (orale ontstollingsmiddelen)
- spierverslapper (baclofen)
- bètablokker oogdruppels gebruikt om glaucoom te behandelen
Indien u clonidine neemt voor de behandeling van hoge bloeddruk of om migraine aanvallen tegen
te gaan, mag u nooit stoppen met het innemen van Atenolol/Chloortalidone EG of clonidine
zonder eerst uw arts te raadplegen.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Niet van toepassing
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem
dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Atenolol/Chloortalidone EG mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Atenolol/Chloortalidone EG mag niet gebruikt worden tijdens de borstvoeding.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Duizeligheid of vermoeidheid kunnen zich voordoen als u Atenolol/Chloortalidone EG gebruikt.
Houd hiermee rekening bij het besturen van voertuigen en het gebruiken van machines.
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat
het in wezen `natriumvrij' is.
3. Hoe neemt u Atenolol/Chloortalidone EG in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Indien er geen beterschap optreedt, raadpleeg dan uw arts opnieuw.
Stop niet met de behandeling, zelfs indien u zich goed voelt, behalve wanneer uw arts u zegt te
stoppen. De afbouw van de behandeling moet geleidelijk gebeuren.
Volwassenen:
De aanbevolen dosering is 1 tablet Atenolol/Chloortalidone EG 50/12,5mg per dag.
Voor patiënten die niet voldoende respons hebben op Atenolol/Chloortalidone EG 50/12,5mg mag
de dosis verhoogd worden tot 1 tablet Atenolol/Chloortalidone EG 100/25mg.
Indien nodig kan een ander bloeddrukverlagend geneesmiddel toegevoegd worden, bijvoorbeeld
een bloedvatverwijder (vasodilatator).
De behandeling mag niet plotseling stopgezet worden, vooral bij patiënten met een plaatselijk
zuurstoftekort in het hart (ischemisch hartlijden).
Bijzondere populaties:
Bejaarden
De dosisvereisten voor deze leeftijdsgroep zijn dikwijls lager.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Atenolol/Chloortalidone EG wordt niet aanbevolen bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Nierinsufficiëntie
De doeltreffendheid van Atenolol/Chloortalidone EG is verminderd bij patiënten met
nierproblemen (nierinsufficiëntie). De vaste dosiscombinatie mag bijgevolg niet toegediend
worden aan patiënten met ernstige nierinsufficiëntie.
Leverinsufficiëntie
Een dosisaanpassing is niet vereist bij patiënten met leverproblemen. Het gebruik bij ernstige
leverproblemen (leverinsufficiëntie) is niet aanbevolen.
Heeft u te veel van Atenolol/Chloortalidone EG ingenomen?
Wanneer u te veel van Atenolol/Chloortalidone EG heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk
contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
De meest voorkomende tekens van overdosering zijn:
-
te trage polsslag
- te lage bloeddruk
- acute hartinsufficiëntie
- verkramping van de spieren rond de luchtpijp (bronchospasmen)
- te hoge urineafscheiding.
De behandeling van een ernstige vergiftiging zal in een ziekenhuis plaatshebben.
Bent u vergeten Atenolol/Chloortalidone EG in te nemen?
Indien u een dosis vergeet in te nemen, neem deze dan zodra u eraan denkt. Neem geen dubbele
dosis om een vergeten dosis in te halen. Tracht uw tabletten steeds op hetzelfde tijdstip in te
nemen.
Als u stopt met het innemen van Atenolol/Chloortalidone EG
U mag de behandeling nooit op eigen initiatief stopzetten. Dit mag enkel indien uw arts dit nodig
vindt. Het stopzetten mag niet plots, maar moet stapsgewijze gebeuren.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook Atenolol/Chloortalidone EG bijwerkingen hebben. Niet iedereen
krijgt daarmee te maken.
De volgende bijwerkingen werden gemeld:
Vaak (kan tot 1 op 10 mensen treffen)
-
koude vingers en tenen
- tragere polsslag
- diarree
- misselijkheid
- vermoeidheid
- lage concentratie van natrium in het bloed, hetgeen kan leiden tot zwakte (zwakheid), braken
en krampen
Soms (kan tot 1 op 100 mensen treffen)
-
slaapstoornissen
Zelden (kan tot 1 op 1.000 mensen treffen)
-
onregelmatige hartslag (hartblok) met als gevolg duizeligheid, vermoeidheid of flauwvallen
- verslechtering van de bloedcirculatie wanneer u reeds een slechte bloedcirculatie heeft
- gevoelloosheid en krampen in de vingers, gevolgd door warmtegevoel en pijn (fenomeen van
Raynaud)
- ademnood of gezwollen enkels indien uw hart niet voldoende werkt
- duizeligheid bij rechtstaan
- hoofdpijn
- verwarring
- geestelijke stoornissen (psychosen, hallucinaties)
- stemmingswisselingen
- nachtmerries
- droge mond
- haarverlies
- droge ogen
- huiduitslag, verergeren van psoriasis
- tintelingen in de handen
- verergeren van ademhalingsproblemen (o.a. benauwdheid) bij astma of een voorgeschiedenis
van astma
- gezichtsstoornissen
- sneller optreden van blauwe plekken
- paarskleurige puntjes op de huid (purpura)
- impotentie
- geelzucht
- ontsteking van de alvleesklier, een langgerekte klier achter de maag (pancreatitis)
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
constipatie
- lupusachtig syndroom (een ziekte waarbij het immuunsysteem antilichamen produceert, die
voornamelijk de huid en de gewrichten aanvallen)
- een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van hoge druk (mogelijke
tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of acuut
nauwe-kamerhoekglaucoom)
Gevallen van spijsverteringsstoornissen zoals misselijkheid, braken en diarree, sufheid, huiduitslag
zoals netelroos door overgevoeligheid en gevoeligheid aan licht, uitdroging, stoornissen in het
suiker- en vetmetabolisme, verhoging van het urinezuurgehalte in het bloed, wijzigingen in de
scheikundige samenstelling van het bloed (tekort aan kalium, natrium, magnesium en chloor) en
bloedafwijkingen werden ook gerapporteerd.
Deze ongewenste effecten dienen u niet te verontrusten. De kans is klein dat deze bij u zullen
optreden.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via FAGG Afdeling Vigilantie Postbus 97 B-1000 Brussel Madou of via de website:
www.fagg.be. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over
de veiligheid van dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u Atenolol/Chloortalidone EG?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren bij kamertemperatuur (15-25°C), ter bescherming tegen licht en vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
blisterverpakking of de buitenverpakking na 'EXP'. Daar staan een maand en een jaar. De laatste
dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneewmiddelen
op de juiste manier afvoert worden ze op een juiste manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in Atenolol/Chloortalidone EG?
-
De werkzame stoffen in Atenolol/Chloortalidone EG zijn atenolol en chloortalidone,
overeenkomend met respectievelijk 50 mg of 100 mg atenolol en 12,5 mg of 25 mg
chloortalidone per tablet.
- De andere stoffen in Atenolol/Chloortalidone EG zijn: povidon, magnesiumcarbonaat,
natriumzetmeelglycolaat, maïszetmeel, natrium laurylsulfaat, magnesiumstearaat,
hypromellose, glycerol.
Hoe ziet Atenolol/Chloortalidone EG eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Atenolol/Chloortalidone EG 50/12,5 mg tabletten
PVC/Al blisterverpakking met 28, 56 of 98 tabletten.
Atenolol/Chloortalidone EG 100/25 mg tabletten
PVC/Al blisterverpakking met 28, 56, 98 of 100 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
EG (Eurogenerics) NV Heizel Esplanade b22 1020 Brussel
Fabrikant:
Sanico NV Veedijk 59 2300 Turnhout
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen:
Atenolol/Chloortalidone EG 50/12,5 mg tabletten: BE195937
Atenolol/Chloortalidone EG 100/25 mg tabletten: BE177956
Afleveringswijze: op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd / herzien in 08/2020 / 08/2020.