Avishield ib gi-13 or. lyoph. vial

Bijsluiter – NL Versie
AVISHIELD IB GI-13
BIJSLUITER
Avishield IB GI-13, lyofilisaat voor oculonasale suspensie/gebruik in drinkwater voor kippen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Genera Inc.
Svetonedeljska cesta 2, Kalinovica
10436 Rakov Potok
Kroatië
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Avishield IB GI-13, lyofilisaat voor oculonasale suspensie/gebruik in drinkwater voor kippen
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)
Per dosis:
Levend, aviaire infectieuze bronchitisvirus, variant stam V-173/11: 10
2,7
- 10
4,6
EID
50
*
* EID
50
= 50% Embryo Infective Dose
Lyofilisaat voor oculonasale suspensie/gebruik in drinkwater
Crème- tot geelkleurig lyofilisaat
4.
INDICATIE(S)
Actieve immunisatie van kippen (vleeskuikens en toekomstige legkippen/moederdieren) ter
vermindering van het schadelijke effect op de ciliaire activiteit, veroorzaakt door infectie met het
aviaire infectieuze bronchitisvirus, serotype 793B (afstammingslijn GI-13), hetgeen zich kan
manifesteren als klinische respiratoire verschijnselen.
Aanvang van de immuniteit: 10 dagen na de vaccinatie
Duur van de immuniteit:
56 dagen na de vaccinatie
5.
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
CONTRA-INDICATIES
Tracheaal gereutel werd zeer vaak vastgesteld gedurende 1-13 dagen na de oculonasale vaccinatie. Als
dit zich voordeed, verdween het spontaan en diende het niet te worden behandeld.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
Bijsluiter – NL Versie
AVISHIELD IB GI-13
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde meldingen)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Kippen
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK
Grove spray of oculonasaal gebruik: vanaf de leeftijd van 1 dag.
Toediening in het drinkwater: vanaf de leeftijd van 7 dagen.
Aan elke kip dient één dosis van het vaccin te worden toegediend, ofwel als grove spray, oculonasaal
gebruik of toediening in het drinkwater. Als het aantal vogels tussen de standaarddoses in valt, moet
de hogere dosis worden gebruikt.
1. Grove spray
Het wordt aanbevolen om 1000 doses van het vaccin te suspenderen in 150 - 300 ml gedestilleerd
water. Het aantal gesuspendeerde vaccindoses komt overeen met het aantal vogels in het koppel.
Het volume van het water voor reconstitutie dient voldoende groot te zijn om het gelijkmatig over de
vogels te kunnen sprayen; het zal afhankelijk zijn van de leeftijd van de te vaccineren vogels en het
houderijsysteem. We stellen echter voor om minimaal 150 - 300 ml water per 1000 doses te gebruiken.
Het gereconstitueerde vaccin dient gelijkmatig over het juiste aantal kippen te worden gesprayd, op
een afstand van 30 - 40 cm middels een grove spray (gewenste druppelgrootte: 150 - 170 micron), bij
voorkeur wanneer de kippen samen in schemerlicht zitten. Het sprayapparaat moet vrij zijn van
sedimenten, corrosie en sporen van ontsmettingsmiddelen en dient bij voorkeur uitsluitend voor
vaccinatiedoeleinden te worden gebruikt. Tijdens en na de vaccinatie dient het ventilatiesysteem
uitgeschakeld te zijn om turbulenties te vermijden.
2. Toediening in het drinkwater
Suspendeer het aantal benodigde vaccindoses in overeenstemming met het aantal te vaccineren vogels
in koel en schoon water dat geen sporen van chloor, andere ontsmettingsmiddelen of onzuiverheden
bevat.
Het vaccin dient vlak voor gebruik te worden gesuspendeerd.
Het watervolume voor reconstitutie is afhankelijk van de leeftijd van de vogels, het ras, de houderij-
en weersomstandigheden. Door ongeveer 2 gram magere melkpoeder of 20 ml magere melk per liter
water toe te voegen behoudt het vaccinvirus zijn activiteit langer.
Om de hoeveelheid water te bepalen waarin het vaccin voor de vaccinatie van kippen in een jongere
leeftijdscategorie (tot de derde levensweek) zal worden gesuspendeerd, geldt de volgende richtlijn:
- Vermenigvuldig het aantal vogels in duizendtallen met de leeftijd in dagen (bv. 1000
kippen op de 7de levensdag = 1 x 7 = 7 L)
Belangrijk is dat het vaccin wordt opgelost in een hoeveelheid water die binnen 1,5 - 2,5 uur wordt
opgedronken (rekening houdend met de verschillende drinksystemen voor pluimvee).
Stop de aanvoer van drinkwater tot 2 uur vóór de immunisatie (afhankelijk van de luchttemperatuur)
om de vogels dorstig te maken.
Zorg ervoor dat voer beschikbaar is tijdens het vaccineren. Vogels drinken niet als ze niets te eten
hebben. Het drinkwatersysteem moet schoon zijn en mag geen sporen van chloor, andere
ontsmettingsmiddelen of onzuiverheden bevatten.
3. Oculonasaal gebruik
Bijsluiter – NL Versie
AVISHIELD IB GI-13
Suspendeer 1000 vaccindoses in 100 ml gedestilleerd water.
Een dosis gereconstitueerd vaccin is 0,1 ml, d.w.z. twee druppels, ongeacht de leeftijd, het gewicht en
de soort van de vogels. Dien één druppel (0,05 ml) toe in het oog en één druppel (0,05 ml) in het
neusgat. Laat de kip pas los als de nasaal toegediende druppel zeker werd geïnhaleerd.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Zie rubriek
Dosering voor elke diersoort, toedieningsweg(en) en wijze van gebruik.
10.
WACHTTIJD(EN)
Nul dagen
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2 °C - 8 °C).
Beschermen tegen licht.
Niet in de vriezer bewaren.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket en de
buitenverpakking.
Houdbaarheid na reconstitutie volgens instructies: 3 uur.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Maternale antilichamen (Maternally Derived Antibodies MDA) kunnen interfereren met de
ontwikkeling van actieve immuniteit.
De kippen kunnen in aanwezigheid van MDA gevaccineerd worden: de immuniteit van kippen met
MDA zal zich 21 dagen na de vaccinatie ontwikkelen.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Alle vogels in het koppel dienen gelijktijdig te worden gevaccineerd.
De vaccinstam wordt langs respiratoire en intestinale weg uitgescheiden. Gepaste maatregelen moeten
worden genomen om contact tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde dieren te voorkomen.
Maatregelen moeten worden genomen om de verspreiding van de vaccinstam naar in het wild levende
dieren te voorkomen. De behuizing van de kippen dient tussen de fokcycli te worden gereinigd en
gedesinfecteerd.
Gevaccineerde kippen kunnen de vaccinstam tot 28 dagen na de vaccinatie uitscheiden. In deze
periode moet contact van immunologisch verzwakte en niet-gevaccineerde kippen met gevaccineerde
kippen worden vermeden. Het is mogelijk dat de vaccinstam zich verspreidt naar vatbare, niet-
doeldiersoorten.
Avishield IB GI-13 is bedoeld om kippen te beschermen tegen respiratoire ziektesymptomen,
uitsluitend veroorzaakt door de IBV-variant van serotype 793B (afstammingslijn GI-13) en mag niet
worden gebruikt ter vervanging van andere IBV-vaccins. Voorzichtigheid is geboden teneinde de
introductie van de variantstam in een gebied waar deze niet aanwezig is te voorkomen.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
Bijsluiter – NL Versie
AVISHIELD IB GI-13
Voorzichtigheid is geboden bij het hanteren en toedienen van het vaccin. Handen en hulpmiddelen
dienen na het vaccineren te worden gewassen en gedesinfecteerd. Persoonlijke beschermingsmiddelen
bestaande uit een goed passend masker met oogbescherming moeten worden gedragen tijdens het
hanteren van het diergeneesmiddel.
Leg:
Niet gebruiken bij vogels in de legperiode en binnen 4 weken vóór het begin van de legperiode.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen interactie:
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na
enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Er werden geen andere bijwerkingen vastgesteld dan die vermeld in rubriek
Bijwerkingen,
na
toediening van 10 keer de aanbevolen vaccindosis.
Onverenigbaarheden:
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten
te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Maart 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
Stimulatie van de actieve immuniteit bij kippen tegen het 793B serotype van het aviaire infectieuze
bronchitisvirus (vaccinstam V-173/111/96, behorend tot serotype 793B afstammingslijn GI-13).
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik. Op diergeneeskundig voorschrift.
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met 10 flacons à 1000 doses.
Kartonnen doos met 10 flacons à 2500 doses.
Kartonnen doos met 10 flacons à 5000 doses.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Voor alle informatie over dit diergeneesmiddel kunt u contact opnemen met de lokale vertegen-
woordiger van de houder van de vergunning.
BE-V555893
AVISHIELD IB GI-13
BIJSLUITER
Avishield IB GI-13, lyofilisaat voor oculonasale suspensie/gebruik in drinkwater voor kippen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Genera Inc.
Svetonedeljska cesta 2, Kalinovica
10436 Rakov Potok
Kroatië
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Avishield IB GI-13, lyofilisaat voor oculonasale suspensie/gebruik in drinkwater voor kippen
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)
Per dosis:
Levend, aviaire infectieuze bronchitisvirus, variant stam V-173/11: 102,7 - 104,6 EID50*
* EID50 = 50% Embryo Infective Dose
Lyofilisaat voor oculonasale suspensie/gebruik in drinkwater
Crème- tot geelkleurig lyofilisaat
4.
INDICATIE(S)
Actieve immunisatie van kippen (vleeskuikens en toekomstige legkippen/moederdieren) ter
vermindering van het schadelijke effect op de ciliaire activiteit, veroorzaakt door infectie met het
aviaire infectieuze bronchitisvirus, serotype 793B (afstammingslijn GI-13), hetgeen zich kan
manifesteren als klinische respiratoire verschijnselen.
Aanvang van de immuniteit: 10 dagen na de vaccinatie
Duur van de immuniteit: 56 dagen na de vaccinatie
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
Tracheaal gereutel werd zeer vaak vastgesteld gedurende 1-13 dagen na de oculonasale vaccinatie. Als
dit zich voordeed, verdween het spontaan en diende het niet te worden behandeld.
AVISHIELD IB GI-13
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde meldingen)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Kippen
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK

Grove spray of oculonasaal gebruik: vanaf de leeftijd van 1 dag.
Toediening in het drinkwater: vanaf de leeftijd van 7 dagen.
Aan elke kip dient één dosis van het vaccin te worden toegediend, ofwel als grove spray, oculonasaal
gebruik of toediening in het drinkwater. Als het aantal vogels tussen de standaarddoses in valt, moet
de hogere dosis worden gebruikt.
1. Grove spray
Het wordt aanbevolen om 1000 doses van het vaccin te suspenderen in 150 - 300 ml gedestilleerd
water. Het aantal gesuspendeerde vaccindoses komt overeen met het aantal vogels in het koppel.
Het volume van het water voor reconstitutie dient voldoende groot te zijn om het gelijkmatig over de
vogels te kunnen sprayen; het zal afhankelijk zijn van de leeftijd van de te vaccineren vogels en het
houderijsysteem. We stellen echter voor om minimaal 150 - 300 ml water per 1000 doses te gebruiken.
Het gereconstitueerde vaccin dient gelijkmatig over het juiste aantal kippen te worden gesprayd, op
een afstand van 30 - 40 cm middels een grove spray (gewenste druppelgrootte: 150 - 170 micron), bij
voorkeur wanneer de kippen samen in schemerlicht zitten. Het sprayapparaat moet vrij zijn van
sedimenten, corrosie en sporen van ontsmettingsmiddelen en dient bij voorkeur uitsluitend voor
vaccinatiedoeleinden te worden gebruikt. Tijdens en na de vaccinatie dient het ventilatiesysteem
uitgeschakeld te zijn om turbulenties te vermijden.
2. Toediening in het drinkwater
Suspendeer het aantal benodigde vaccindoses in overeenstemming met het aantal te vaccineren vogels
in koel en schoon water dat geen sporen van chloor, andere ontsmettingsmiddelen of onzuiverheden
bevat.
Het vaccin dient vlak voor gebruik te worden gesuspendeerd.
Het watervolume voor reconstitutie is afhankelijk van de leeftijd van de vogels, het ras, de houderij-
en weersomstandigheden. Door ongeveer 2 gram magere melkpoeder of 20 ml magere melk per liter
water toe te voegen behoudt het vaccinvirus zijn activiteit langer.
Om de hoeveelheid water te bepalen waarin het vaccin voor de vaccinatie van kippen in een jongere
leeftijdscategorie (tot de derde levensweek) zal worden gesuspendeerd, geldt de volgende richtlijn:
- Vermenigvuldig het aantal vogels in duizendtallen met de leeftijd in dagen (bv. 1000
kippen op de 7de levensdag = 1 x 7 = 7 L)
Belangrijk is dat het vaccin wordt opgelost in een hoeveelheid water die binnen 1,5 - 2,5 uur wordt
opgedronken (rekening houdend met de verschillende drinksystemen voor pluimvee).
Stop de aanvoer van drinkwater tot 2 uur vóór de immunisatie (afhankelijk van de luchttemperatuur)
om de vogels dorstig te maken.
Zorg ervoor dat voer beschikbaar is tijdens het vaccineren. Vogels drinken niet als ze niets te eten
hebben. Het drinkwatersysteem moet schoon zijn en mag geen sporen van chloor, andere
ontsmettingsmiddelen of onzuiverheden bevatten.
AVISHIELD IB GI-13
Suspendeer 1000 vaccindoses in 100 ml gedestilleerd water.
Een dosis gereconstitueerd vaccin is 0,1 ml, d.w.z. twee druppels, ongeacht de leeftijd, het gewicht en
de soort van de vogels. Dien één druppel (0,05 ml) toe in het oog en één druppel (0,05 ml) in het
neusgat. Laat de kip pas los als de nasaal toegediende druppel zeker werd geïnhaleerd.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Zie rubriek Dosering voor elke diersoort, toedieningsweg(en) en wijze van gebruik.
10.
WACHTTIJD(EN)
Nul dagen
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2 °C - 8 °C).
Beschermen tegen licht.
Niet in de vriezer bewaren.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket en de
buitenverpakking.
Houdbaarheid na reconstitutie volgens instructies: 3 uur.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Maternale antilichamen (Maternally Derived Antibodies MDA) kunnen interfereren met de
ontwikkeling van actieve immuniteit.
De kippen kunnen in aanwezigheid van MDA gevaccineerd worden: de immuniteit van kippen met
MDA zal zich 21 dagen na de vaccinatie ontwikkelen.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Alle vogels in het koppel dienen gelijktijdig te worden gevaccineerd.
De vaccinstam wordt langs respiratoire en intestinale weg uitgescheiden. Gepaste maatregelen moeten
worden genomen om contact tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde dieren te voorkomen.
Maatregelen moeten worden genomen om de verspreiding van de vaccinstam naar in het wild levende
dieren te voorkomen. De behuizing van de kippen dient tussen de fokcycli te worden gereinigd en
gedesinfecteerd.
Gevaccineerde kippen kunnen de vaccinstam tot 28 dagen na de vaccinatie uitscheiden. In deze
periode moet contact van immunologisch verzwakte en niet-gevaccineerde kippen met gevaccineerde
kippen worden vermeden. Het is mogelijk dat de vaccinstam zich verspreidt naar vatbare, niet-
doeldiersoorten.
Avishield IB GI-13 is bedoeld om kippen te beschermen tegen respiratoire ziektesymptomen,
uitsluitend veroorzaakt door de IBV-variant van serotype 793B (afstammingslijn GI-13) en mag niet
worden gebruikt ter vervanging van andere IBV-vaccins. Voorzichtigheid is geboden teneinde de
introductie van de variantstam in een gebied waar deze niet aanwezig is te voorkomen.
AVISHIELD IB GI-13
Voorzichtigheid is geboden bij het hanteren en toedienen van het vaccin. Handen en hulpmiddelen
dienen na het vaccineren te worden gewassen en gedesinfecteerd. Persoonlijke beschermingsmiddelen
bestaande uit een goed passend masker met oogbescherming moeten worden gedragen tijdens het
hanteren van het diergeneesmiddel.
Leg:
Niet gebruiken bij vogels in de legperiode en binnen 4 weken vóór het begin van de legperiode.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen interactie:
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na
enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Er werden geen andere bijwerkingen vastgesteld dan die vermeld in rubriek Bijwerkingen, na
toediening van 10 keer de aanbevolen vaccindosis.
Onverenigbaarheden:
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL

Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten
te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Maart 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
Stimulatie van de actieve immuniteit bij kippen tegen het 793B serotype van het aviaire infectieuze
bronchitisvirus (vaccinstam V-173/111/96, behorend tot serotype 793B afstammingslijn GI-13).
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik. Op diergeneeskundig voorschrift.
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met 10 flacons à 1000 doses.
Kartonnen doos met 10 flacons à 2500 doses.
Kartonnen doos met 10 flacons à 5000 doses.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Voor alle informatie over dit diergeneesmiddel kunt u contact opnemen met de lokale vertegen-
woordiger van de houder van de vergunning.

Heb je dit medicijn gebruikt? Avishield IB GI-13 or. lyoph. vial te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Avishield IB GI-13 or. lyoph. vial te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Avishield IB GI-13 or. lyoph. vial

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG