Canigen dhppi/l
Notice – version NL
CANIGEN DHPPI-L
BIJSLUITER
CANIGEN DHPPI/L lyofilisaat en suspensie voor suspensie voor injectie voor honden
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
VIRBAC
1ère avenue – 2065m LID
F-06516 Carros
FRANKRIJK
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
CANIGEN DHPPi/L lyofilisaat en suspensie voor suspensie voor injectie voor honden
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per dosis van 1 ml:
Werkzame bestanddelen:
Lyofilisaat:
Levend, verzwakt canine distemper virus (CDV), Lederle stam
Levend, verzwakt canine adenovirus type 2 (CAV-2) - Manhattan stam
Levend, verzwakt canine parvovirus (CPV) - CPV780916 stam
Levend, verzwakt canine parainfluenza virus (CPIV) - Manhattan stam
*Cell
Culture Infective Dose 50%
Suspensie:
Geïnactiveerde
Leptospira interrogans
-serogroep Canicola, serovar Canicola, stam 601903
-serogroep Icterohaemorrhagiae, serovar Icterohaemorrhagiae, stam 601895
**Antigeen massa ELISA eenheden
Lyofilisaat: wit lyophilisaat
Suspensie: heldere vloeistof
4.
INDICATIES
10
3,0
- 10
4,9
CCID
50*
10
4,0
- 10
6,0
CCID
50
*
10
5,0
- 10
6,8
CCID
50
*
10
5, 0
- 10
6,9
CCID
50
*
4350-7330 E**
4250-6910 E**
Voor de actieve immunisatie van honden vanaf een leeftijd van 8 weken ter:
-
Preventie van mortaliteit en klinische symptomen van Canine Distemper Virus
-
Preventie van mortaliteit en klinische symptomen van Canine Adeno Virus type I
-
Preventie van mortaliteit en klinische symptomen en reductie van uitscheiding veroorzaakt door
Canine Parvo Virus uitgevoerd in challenge studies met behulp van CPV-2b stam.
-
Preventie van klinische symptomen en reductie van uitscheiding veroorzaakt door Canine Parvo
Virus uitgevoerd in challenge studies met behulp van CPV-2c stam.
Notice – version NL
CANIGEN DHPPI-L
-
-
-
Vermindering van respiratoire ziekteverschijnselen en virusexcretie geassocieerd met Canine
Parainfluenza virus en Canine Adeno Virus type 2
Preventie van mortaliteit en vermindering van infectie, ziekteverschijnselen, kolonisatie van de
nieren, nier laesies en uitscheiding via de urine van
L. canicola.
Vermindering van infectie en ziekteverschijnselen, kolonisatie van de nieren en uitscheiding via
de urine van
L. icterohaemorrhagiae.
Aanvang van de immuniteit
De immuniteit vangt na 3 weken na de primo vaccinatie aan voor CDV, CAV-2 en CPV, na 4 weken
voor CAV-1 en CPiV, na 5 weken voor
L canicola
en na 2 weken voor
L. icterohaemorrhagiae.
Duur van de immuniteit
Na primo vaccinatie duurt de immuniteit 1 jaar voor alle componenten.
In studies naar immuniteitsduur één jaar na het basisvaccinatie schema, werd geen significant verschil
aangetoond tussen gevaccineerde en controle honden wat betreft de virale excretie van CPiV of CAV-
2,in reductie van kolonisatie van de nieren voor
L canicola
en voor
L. icterohaemorrhagiae,
noch wat
betreft nier laesies en urine uitscheiding voor
L canicola.
Na de jaarlijkse booster is de immuniteitsduur 3 jaar voor CDV, CAV-1, CAV-2 en CPV.
Voor CAV-2 is de immuniteitsduur na de jaarlijkse booster niet vastgesteld door challenge, en is
gebaseerd op de aanwezigheid van CAV-2 antilichamen 3 jaar na de booster vaccinatie.
5.
Geen
6.
BIJWERKINGEN
CONTRA-INDICATIES
Een voorbijgaande zwelling (≤ 4 cm) of een licht diffuus lokaal oedeem, in zeldzame gevallen met
pijn of jeuk, werd vaak waargenomen in veiligheidsstudies. Dergelijke lokale reacties verdwijnen
spontaan binnen 1-2 weken.
Voorbijgaande periodes van lethargie worden post-vaccinaal vaak waargenomen. In zeldzame
gevallen kunnen hyperthermie of gastro-intestinale stoornissen zoals anorexie, diarree of braken
optreden.
Overgevoeligheidsreacties ( bv anafylaxie, huidreacties zoals oedeem /zwelling, erytheem, jeuk) zijn
als zeer zeldzame reacties spontaan gemeld. In het geval van dergelijke allergische of anafylactische
reacties, dient een passende symptomatische behandeling plaats te vinden.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem (zie CBG-MEB website).
Notice – version NL
CANIGEN DHPPI-L
7.
Hond
DOELDIERSOORT
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK
Na reconstitutie van het lyofilisaat met de suspensie, zachtjes schudden en onmiddellijk 1 dosis van 1
ml subcutaan toedienen volgens het volgende schema:
Primo vaccinatie:
- eerste injectie vanaf 8 weken leeftijd
- tweede injectie 3 of 4 weken later
Maternale antilichamen kunnen in sommige gevallen de immuunrespons op vaccinatie beïnvloeden. In
dergelijke gevallen wordt een derde injectie aanbevolen vanaf een leeftijd van 15 weken.
Hervaccinaties:
Een booster injectie van een enkele dosis dient 1 jaar na de primo vaccinatie te worden gegeven.
Volgende vaccinaties worden uitgevoerd met een interval van maximaal 3 jaar.
Jaarlijkse hervaccinatie is nodig voor de CPiV en Leptospira componenten; daarvoor kan jaarlijks een
Virbac vaccin tegen Canine Parainfluenza virus en Leptospira worden gebruikt.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Het gereconstitueerde diergeneesmiddel is licht roze-beige.
10.
WACHTTIJD
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2°C - 8 °C).
Beschermen tegen licht.
Niet in de vriezer bewaren.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP:
Na reconstitutie direct gebruiken.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort
Vaccineer alleen gezonde dieren.
De aanwezigheid van maternale antistoffen (pups van gevaccineerde teven) kan in sommige gevallen
interfereren met de vaccinatie. Het vaccinatieschema dient overeenkomstig worden aangepast (zie
rubriek
‘Dosering
voor elke doeldiersoort, wijze van gebruik en toedieningswegen’).
Notice – version NL
CANIGEN DHPPI-L
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Na de vaccinatie kunnen de levende virale stammen (CAV-2, CPV) zich verspreiden naar niet-
gevaccineerde dieren zonder enig pathologisch effect voor deze contactdieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of
het etiket te worden getoond.
Dracht en lactatie
Niet gebruiken tijdens dracht en lactatie
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na
enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Bij toediening van een 10-voudige overdosering op 1 injectieplaats zijn geen andere ongewenste
effecten bekend dan de bijwerkingen genoemd in rubriek ‘Bijwerkingen’, behalve dat de duur van
lokale reacties toenam (tot 26 dagen).
Onverenigbaarheden
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Augustus 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
Neutraal glazen (Type I) injectieflacon met 1 dosis lyofilisaat en neutraal glazen (type I) injectieflacon
met 1 ml suspensie, beiden afgesloten met een butyl-rubberstop en verzegeld met een aluminium
felscapsule, in een plastic of kartonnen doos.
Verpakkingsgrootten:
1 injectieflacon met lyofilisaat en 1 injectieflacon met suspensie.
10 injectieflacons met lyofilisaat en 10 injectieflacons met suspensie.
25 injectieflacons met lyofilisaat en 25 injectieflacons met suspensie.
50 injectieflacons met lyofilisaat en 50 injectieflacons met suspensie.
100 injectieflacons met lyofilisaat en 100 injectieflacons met suspensie.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V500337
KANALISATIE
Notice – version NL
CANIGEN DHPPI-L
Op diergeneeskundig voorschrift
otice version NL C
ANIGEN DHPPI-L
BIJSLUITER
CANIGEN DHPPI/L lyofilisaat en suspensie voor suspensie voor injectie voor honden
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
VIRBAC
1ère avenue 2065m LID
F-06516 Carros
FRANKRIJK
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
CANIGEN DHPPi/L lyofilisaat en suspensie voor suspensie voor injectie voor honden
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per dosis van 1 ml:
Werkzame bestanddelen:
Lyofilisaat:
Levend, verzwakt canine distemper virus (CDV), Lederle stam
103,0 - 104,9 CCID50*
Levend, verzwakt canine adenovirus type 2 (CAV-2) - Manhattan stam
104,0 - 106,0 CCID50*
Levend, verzwakt canine parvovirus (CPV) - CPV780916 stam
105,0 - 106,8 CCID50*
Levend, verzwakt canine parainfluenza virus (CPIV) - Manhattan stam
105, 0- 106,9 CCID50*
*Cell Culture Infective Dose 50%
Suspensie:
Geïnactiveerde Leptospira interrogans
-serogroep Canicola, serovar Canicola, stam 601903
4350-7330 E**
-serogroep Icterohaemorrhagiae, serovar Icterohaemorrhagiae, stam 601895
4250-6910 E**
**Antigeen massa ELISA eenheden
Lyofilisaat: wit lyophilisaat
Suspensie: heldere vloeistof
4.
INDICATIES
Voor de actieve immunisatie van honden vanaf een leeftijd van 8 weken ter:
-
Preventie van mortaliteit en klinische symptomen van Canine Distemper Virus
- Preventie van mortaliteit en klinische symptomen van Canine Adeno Virus type I
- Preventie van mortaliteit en klinische symptomen en reductie van uitscheiding veroorzaakt door
Canine Parvo Virus uitgevoerd in challenge studies met behulp van CPV-2b stam.
- otice version NL C
ANIGEN DHPPI-L
- Vermindering van respiratoire ziekteverschijnselen en virusexcretie geassocieerd met Canine
Parainfluenza virus en Canine Adeno Virus type 2
- Preventie van mortaliteit en vermindering van infectie, ziekteverschijnselen, kolonisatie van de
nieren, nier laesies en uitscheiding via de urine van L. canicola.
-
Vermindering van infectie en ziekteverschijnselen, kolonisatie van de nieren en uitscheiding via
de urine van L. icterohaemorrhagiae.
Aanvang van de immuniteit
De immuniteit vangt na 3 weken na de primo vaccinatie aan voor CDV, CAV-2 en CPV, na 4 weken
voor CAV-1 en CPiV, na 5 weken voor L canicola en na 2 weken voor L. icterohaemorrhagiae.
Duur van de immuniteit
Na primo vaccinatie duurt de immuniteit 1 jaar voor alle componenten.
In studies naar immuniteitsduur één jaar na het basisvaccinatie schema, werd geen significant verschil
aangetoond tussen gevaccineerde en controle honden wat betreft de virale excretie van CPiV of CAV-
2,in reductie van kolonisatie van de nieren voor L canicola en voor L. icterohaemorrhagiae, noch wat
betreft nier laesies en urine uitscheiding voor L canicola.
Na de jaarlijkse booster is de immuniteitsduur 3 jaar voor CDV, CAV-1, CAV-2 en CPV.
Voor CAV-2 is de immuniteitsduur na de jaarlijkse booster niet vastgesteld door challenge, en is
gebaseerd op de aanwezigheid van CAV-2 antilichamen 3 jaar na de booster vaccinatie.
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen
6.
BIJWERKINGEN
Een voorbijgaande zwelling ( 4 cm) of een licht diffuus lokaal oedeem, in zeldzame gevallen met
pijn of jeuk, werd vaak waargenomen in veiligheidsstudies. Dergelijke lokale reacties verdwijnen
spontaan binnen 1-2 weken.
Voorbijgaande periodes van lethargie worden post-vaccinaal vaak waargenomen. In zeldzame
gevallen kunnen hyperthermie of gastro-intestinale stoornissen zoals anorexie, diarree of braken
optreden.
Overgevoeligheidsreacties ( bv anafylaxie, huidreacties zoals oedeem /zwelling, erytheem, jeuk) zijn
als zeer zeldzame reacties spontaan gemeld. In het geval van dergelijke allergische of anafylactische
reacties, dient een passende symptomatische behandeling plaats te vinden.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem (zie CBG-MEB website).
otice version NL C
ANIGEN DHPPI-L
7.
DOELDIERSOORT
Hond
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK
Na reconstitutie van het lyofilisaat met de suspensie, zachtjes schudden en onmiddellijk 1 dosis van 1
ml subcutaan toedienen volgens het volgende schema:
Primo vaccinatie:
- eerste injectie vanaf 8 weken leeftijd
- tweede injectie 3 of 4 weken later
Maternale antilichamen kunnen in sommige gevallen de immuunrespons op vaccinatie beïnvloeden. In
dergelijke gevallen wordt een derde injectie aanbevolen vanaf een leeftijd van 15 weken.
Hervaccinaties:
Een booster injectie van een enkele dosis dient 1 jaar na de primo vaccinatie te worden gegeven.
Volgende vaccinaties worden uitgevoerd met een interval van maximaal 3 jaar.
Jaarlijkse hervaccinatie is nodig voor de CPiV en Leptospira componenten; daarvoor kan jaarlijks een
Virbac vaccin tegen Canine Parainfluenza virus en Leptospira worden gebruikt.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Het gereconstitueerde diergeneesmiddel is licht roze-beige.
10.
WACHTTIJD
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2°C - 8 °C).
Beschermen tegen licht.
Niet in de vriezer bewaren.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP:
Na reconstitutie direct gebruiken.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
otice version NL C
ANIGEN DHPPI-L
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Na de vaccinatie kunnen de levende virale stammen (CAV-2, CPV) zich verspreiden naar niet-
gevaccineerde dieren zonder enig pathologisch effect voor deze contactdieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of
het etiket te worden getoond.
Dracht en lactatie
Niet gebruiken tijdens dracht en lactatie
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na
enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Bij toediening van een 10-voudige overdosering op 1 injectieplaats zijn geen andere ongewenste
effecten bekend dan de bijwerkingen genoemd in rubriek `Bijwerkingen', behalve dat de duur van
lokale reacties toenam (tot 26 dagen).
Onverenigbaarheden
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Augustus 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
Neutraal glazen (Type I) injectieflacon met 1 dosis lyofilisaat en neutraal glazen (type I) injectieflacon
met 1 ml suspensie, beiden afgesloten met een butyl-rubberstop en verzegeld met een aluminium
felscapsule, in een plastic of kartonnen doos.
Verpakkingsgrootten:
1 injectieflacon met lyofilisaat en 1 injectieflacon met suspensie.
10 injectieflacons met lyofilisaat en 10 injectieflacons met suspensie.
25 injectieflacons met lyofilisaat en 25 injectieflacons met suspensie.
50 injectieflacons met lyofilisaat en 50 injectieflacons met suspensie.
100 injectieflacons met lyofilisaat en 100 injectieflacons met suspensie.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V500337
otice version NL C
ANIGEN DHPPI-L
ANIGEN DHPPI-L
BIJSLUITER
CANIGEN DHPPI/L lyofilisaat en suspensie voor suspensie voor injectie voor honden
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
VIRBAC
1ère avenue 2065m LID
F-06516 Carros
FRANKRIJK
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
CANIGEN DHPPi/L lyofilisaat en suspensie voor suspensie voor injectie voor honden
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per dosis van 1 ml:
Werkzame bestanddelen:
Lyofilisaat:
Levend, verzwakt canine distemper virus (CDV), Lederle stam
103,0 - 104,9 CCID50*
Levend, verzwakt canine adenovirus type 2 (CAV-2) - Manhattan stam
104,0 - 106,0 CCID50*
Levend, verzwakt canine parvovirus (CPV) - CPV780916 stam
105,0 - 106,8 CCID50*
Levend, verzwakt canine parainfluenza virus (CPIV) - Manhattan stam
105, 0- 106,9 CCID50*
*Cell Culture Infective Dose 50%
Suspensie:
Geïnactiveerde Leptospira interrogans
-serogroep Canicola, serovar Canicola, stam 601903
4350-7330 E**
-serogroep Icterohaemorrhagiae, serovar Icterohaemorrhagiae, stam 601895
4250-6910 E**
**Antigeen massa ELISA eenheden
Lyofilisaat: wit lyophilisaat
Suspensie: heldere vloeistof
4.
INDICATIES
Voor de actieve immunisatie van honden vanaf een leeftijd van 8 weken ter:
-
Preventie van mortaliteit en klinische symptomen van Canine Distemper Virus
- Preventie van mortaliteit en klinische symptomen van Canine Adeno Virus type I
- Preventie van mortaliteit en klinische symptomen en reductie van uitscheiding veroorzaakt door
Canine Parvo Virus uitgevoerd in challenge studies met behulp van CPV-2b stam.
- otice version NL C
ANIGEN DHPPI-L
- Vermindering van respiratoire ziekteverschijnselen en virusexcretie geassocieerd met Canine
Parainfluenza virus en Canine Adeno Virus type 2
- Preventie van mortaliteit en vermindering van infectie, ziekteverschijnselen, kolonisatie van de
nieren, nier laesies en uitscheiding via de urine van L. canicola.
-
Vermindering van infectie en ziekteverschijnselen, kolonisatie van de nieren en uitscheiding via
de urine van L. icterohaemorrhagiae.
Aanvang van de immuniteit
De immuniteit vangt na 3 weken na de primo vaccinatie aan voor CDV, CAV-2 en CPV, na 4 weken
voor CAV-1 en CPiV, na 5 weken voor L canicola en na 2 weken voor L. icterohaemorrhagiae.
Duur van de immuniteit
Na primo vaccinatie duurt de immuniteit 1 jaar voor alle componenten.
In studies naar immuniteitsduur één jaar na het basisvaccinatie schema, werd geen significant verschil
aangetoond tussen gevaccineerde en controle honden wat betreft de virale excretie van CPiV of CAV-
2,in reductie van kolonisatie van de nieren voor L canicola en voor L. icterohaemorrhagiae, noch wat
betreft nier laesies en urine uitscheiding voor L canicola.
Na de jaarlijkse booster is de immuniteitsduur 3 jaar voor CDV, CAV-1, CAV-2 en CPV.
Voor CAV-2 is de immuniteitsduur na de jaarlijkse booster niet vastgesteld door challenge, en is
gebaseerd op de aanwezigheid van CAV-2 antilichamen 3 jaar na de booster vaccinatie.
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen
6.
BIJWERKINGEN
Een voorbijgaande zwelling ( 4 cm) of een licht diffuus lokaal oedeem, in zeldzame gevallen met
pijn of jeuk, werd vaak waargenomen in veiligheidsstudies. Dergelijke lokale reacties verdwijnen
spontaan binnen 1-2 weken.
Voorbijgaande periodes van lethargie worden post-vaccinaal vaak waargenomen. In zeldzame
gevallen kunnen hyperthermie of gastro-intestinale stoornissen zoals anorexie, diarree of braken
optreden.
Overgevoeligheidsreacties ( bv anafylaxie, huidreacties zoals oedeem /zwelling, erytheem, jeuk) zijn
als zeer zeldzame reacties spontaan gemeld. In het geval van dergelijke allergische of anafylactische
reacties, dient een passende symptomatische behandeling plaats te vinden.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem (zie CBG-MEB website).
otice version NL C
ANIGEN DHPPI-L
7.
DOELDIERSOORT
Hond
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK
Na reconstitutie van het lyofilisaat met de suspensie, zachtjes schudden en onmiddellijk 1 dosis van 1
ml subcutaan toedienen volgens het volgende schema:
Primo vaccinatie:
- eerste injectie vanaf 8 weken leeftijd
- tweede injectie 3 of 4 weken later
Maternale antilichamen kunnen in sommige gevallen de immuunrespons op vaccinatie beïnvloeden. In
dergelijke gevallen wordt een derde injectie aanbevolen vanaf een leeftijd van 15 weken.
Hervaccinaties:
Een booster injectie van een enkele dosis dient 1 jaar na de primo vaccinatie te worden gegeven.
Volgende vaccinaties worden uitgevoerd met een interval van maximaal 3 jaar.
Jaarlijkse hervaccinatie is nodig voor de CPiV en Leptospira componenten; daarvoor kan jaarlijks een
Virbac vaccin tegen Canine Parainfluenza virus en Leptospira worden gebruikt.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Het gereconstitueerde diergeneesmiddel is licht roze-beige.
10.
WACHTTIJD
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2°C - 8 °C).
Beschermen tegen licht.
Niet in de vriezer bewaren.
Niet te gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP:
Na reconstitutie direct gebruiken.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
otice version NL C
ANIGEN DHPPI-L
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Na de vaccinatie kunnen de levende virale stammen (CAV-2, CPV) zich verspreiden naar niet-
gevaccineerde dieren zonder enig pathologisch effect voor deze contactdieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient
In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of
het etiket te worden getoond.
Dracht en lactatie
Niet gebruiken tijdens dracht en lactatie
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na
enig ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Bij toediening van een 10-voudige overdosering op 1 injectieplaats zijn geen andere ongewenste
effecten bekend dan de bijwerkingen genoemd in rubriek `Bijwerkingen', behalve dat de duur van
lokale reacties toenam (tot 26 dagen).
Onverenigbaarheden
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Augustus 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
Neutraal glazen (Type I) injectieflacon met 1 dosis lyofilisaat en neutraal glazen (type I) injectieflacon
met 1 ml suspensie, beiden afgesloten met een butyl-rubberstop en verzegeld met een aluminium
felscapsule, in een plastic of kartonnen doos.
Verpakkingsgrootten:
1 injectieflacon met lyofilisaat en 1 injectieflacon met suspensie.
10 injectieflacons met lyofilisaat en 10 injectieflacons met suspensie.
25 injectieflacons met lyofilisaat en 25 injectieflacons met suspensie.
50 injectieflacons met lyofilisaat en 50 injectieflacons met suspensie.
100 injectieflacons met lyofilisaat en 100 injectieflacons met suspensie.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V500337
otice version NL C
ANIGEN DHPPI-L