Cefovet dc 83,30 mg/g pre-filled syr.
Bijsluiter – NL versie
CEFOVET DC
BIJSLUITER
CEFOVET DC, 250 mg, suspensie voor intramammair gebruik voor melkkoeien
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Dopharma Research B.V
Zalmweg 24 – 4941 VX
P.O. Box 205 – 4940 AE
Raamsdonksveer – the Netherlands
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Dopharma France S.A.S.
23 Rue du Prieuré, Saint-Herblon
44150 Vair-sur-Loire
France
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
CEFOVET DC, 250 mg, suspensie voor intramammair gebruik voor melkkoeien
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
250 mg
Werkzaam bestanddeel:
Cefazoline
Hulpstoffen:
Aluminiumdistearaat
4.
INDICATIES
Voor de behandeling van subklinische mastitis gedurende de droogstand en de preventie van nieuwe
bacteriële infecties van de uier tijdens de droogzetting veroorzaakt door de belangrijkste streptococcen
(Streptococcus
uberis, Streptococcus dysgalactiae, Streptococcus agalactiae)
en
Staphylococcus aureus,
gevoelig voor cefazoline.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor cefalosporines of andere β-lactamines.
6.
BIJWERKINGEN
Onmiddellijke allergische reacties zijn zeer zelden beschreven bij sommige dieren (rusteloosheid,
bevingen, oedeem van de tepel, van de oogleden en de lippen) en kunnen tot de dood van de dieren leiden.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Bijsluiter – NL versie
CEFOVET DC
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt
dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DOELDIERSOORT
Melkkoeien.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN WIJZE VAN
GEBRUIK
Toedieningsweg: intramammair, via het tepelkanaal.
Dosering: 250 mg werkzaam bestanddeel, hetzij één spuit per kwartier.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Elk kwartier volledig leegmelken na de laatste melkbeurt. Het tepeluiteinde ontsmetten en de inhoud van
een spuit in elk kwartier instilleren via het tepelkanaal, met inachtname van de gebruikelijke regels van de
asepsis.
De koe niet meer melken.
10.
WACHTTIJDEN
Vlees en slachtafval: 21 dagen.
Melk: 0 dagen na het kalven indien deze plaatsvindt 6 weken of meer na toediening van het
diergeneesmiddel. In geval van vroegtijdig kalven (minder dan 6 weken na de behandeling): 14 dagen.
De wachttijd wordt bepaald vanaf de laatste toediening van het diergeneesmiddel. Ongeacht de wachttijd
mag gedurende de ganse behandelingsperiode geen enkel voedingsproduct toegelaten worden voor
menselijke consumptie.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren beneden 25°C.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
De resistentie wordt verwacht te evolueren bij sommige pathogene micro-organismen; het gebruik van het
diergeneesmiddel moet dus gebaseerd zijn op de resultaten van gevoeligheidstesten.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Cefalosporines en penicillines kunnen een overgevoeligheid veroorzaken (allergie) na injectie, inhalatie,
ingestie of aanraking met de huid. De overgevoeligheid aan penicillines kan tot een kruisreactie leiden
met cefalosporines of omgekeerd. De allergische reacties tegen deze substanties kunnen ernstig zijn.
Personen met een bekende overgevoeligheid voor cefalosporines of andere β-lactamines moeten contact
met het diergeneesmiddel vermijden.
In geval van het verschijnen van huiderytheem, dient een arts te worden geraadpleegd.
Bijsluiter – NL versie
CEFOVET DC
In geval van het verschijnen van oedeem in het gelaat, de lippen, de ogen of het verschijnen van
ademhalingsmoeilijkheden, dient onmiddelijk een arts te worden geraadpleegd.
De handen wassen na het gebruik van het diergeneesmiddel.
Dracht en lactatie:
Laboratoriumstudies konden geen enkel teratogeen of embryotoxisch effect aantonen bij de muis, de rat
en het konijn.
Voor de lactatie, zie rubriek “Wachttijden”.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet worden verwijderd via afvalwater of huishoudelijk afval.
Vraag aan uw dierenarts hoe u overtollige geneesmiddelen verwijdert. Deze maatregelen dienen tevens ter
bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
OKTOBER 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V182953
1 kartonnen doos met 4 spuiten of 1 emmer of 1 kartonnen doos met 60 spuiten met elk 3 gram
diergeneesmiddel.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift.
ijsluiter NL versie
C
EFOVET DC
BIJSLUITER
CEFOVET DC, 250 mg, suspensie voor intramammair gebruik voor melkkoeien
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Dopharma Research B.V
Zalmweg 24 4941 VX
P.O. Box 205 4940 AE
Raamsdonksveer the Netherlands
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Dopharma France S.A.S.
23 Rue du Prieuré, Saint-Herblon
44150 Vair-sur-Loire
France
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
CEFOVET DC, 250 mg, suspensie voor intramammair gebruik voor melkkoeien
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Werkzaam bestanddeel:
Cefazoline
250 mg
Hulpstoffen:
Aluminiumdistearaat
4.
INDICATIES
Voor de behandeling van subklinische mastitis gedurende de droogstand en de preventie van nieuwe
bacteriële infecties van de uier tijdens de droogzetting veroorzaakt door de belangrijkste streptococcen
(Streptococcus uberis, Streptococcus dysgalactiae, Streptococcus agalactiae) en Staphylococcus aureus,
gevoelig voor cefazoline.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor cefalosporines of andere -lactamines.
6.
BIJWERKINGEN
Onmiddellijke allergische reacties zijn zeer zelden beschreven bij sommige dieren (rusteloosheid,
bevingen, oedeem van de tepel, van de oogleden en de lippen) en kunnen tot de dood van de dieren leiden.
ijsluiter NL versie
C
EFOVET DC
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt
dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DOELDIERSOORT
Melkkoeien.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN WIJZE VAN
GEBRUIK
Toedieningsweg: intramammair, via het tepelkanaal.
Dosering: 250 mg werkzaam bestanddeel, hetzij één spuit per kwartier.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Elk kwartier volledig leegmelken na de laatste melkbeurt. Het tepeluiteinde ontsmetten en de inhoud van
een spuit in elk kwartier instilleren via het tepelkanaal, met inachtname van de gebruikelijke regels van de
asepsis.
De koe niet meer melken.
10.
WACHTTIJDEN
Vlees en slachtafval: 21 dagen.
Melk: 0 dagen na het kalven indien deze plaatsvindt 6 weken of meer na toediening van het
diergeneesmiddel. In geval van vroegtijdig kalven (minder dan 6 weken na de behandeling): 14 dagen.
De wachttijd wordt bepaald vanaf de laatste toediening van het diergeneesmiddel. Ongeacht de wachttijd
mag gedurende de ganse behandelingsperiode geen enkel voedingsproduct toegelaten worden voor
menselijke consumptie.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren beneden 25°C.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
De resistentie wordt verwacht te evolueren bij sommige pathogene micro-organismen; het gebruik van het
diergeneesmiddel moet dus gebaseerd zijn op de resultaten van gevoeligheidstesten.
ijsluiter NL versie
C
EFOVET DC
In geval van het verschijnen van oedeem in het gelaat, de lippen, de ogen of het verschijnen van
ademhalingsmoeilijkheden, dient onmiddelijk een arts te worden geraadpleegd.
De handen wassen na het gebruik van het diergeneesmiddel.
Dracht en lactatie:
Laboratoriumstudies konden geen enkel teratogeen of embryotoxisch effect aantonen bij de muis, de rat
en het konijn.
Voor de lactatie, zie rubriek 'Wachttijden'.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet worden verwijderd via afvalwater of huishoudelijk afval.
Vraag aan uw dierenarts hoe u overtollige geneesmiddelen verwijdert. Deze maatregelen dienen tevens ter
bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
OKTOBER 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V182953
1 kartonnen doos met 4 spuiten of 1 emmer of 1 kartonnen doos met 60 spuiten met elk 3 gram
diergeneesmiddel.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
KANALISATIE
C
EFOVET DC
BIJSLUITER
CEFOVET DC, 250 mg, suspensie voor intramammair gebruik voor melkkoeien
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Dopharma Research B.V
Zalmweg 24 4941 VX
P.O. Box 205 4940 AE
Raamsdonksveer the Netherlands
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Dopharma France S.A.S.
23 Rue du Prieuré, Saint-Herblon
44150 Vair-sur-Loire
France
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
CEFOVET DC, 250 mg, suspensie voor intramammair gebruik voor melkkoeien
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Werkzaam bestanddeel:
Cefazoline
250 mg
Hulpstoffen:
Aluminiumdistearaat
4.
INDICATIES
Voor de behandeling van subklinische mastitis gedurende de droogstand en de preventie van nieuwe
bacteriële infecties van de uier tijdens de droogzetting veroorzaakt door de belangrijkste streptococcen
(Streptococcus uberis, Streptococcus dysgalactiae, Streptococcus agalactiae) en Staphylococcus aureus,
gevoelig voor cefazoline.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor cefalosporines of andere -lactamines.
6.
BIJWERKINGEN
Onmiddellijke allergische reacties zijn zeer zelden beschreven bij sommige dieren (rusteloosheid,
bevingen, oedeem van de tepel, van de oogleden en de lippen) en kunnen tot de dood van de dieren leiden.
ijsluiter NL versie
C
EFOVET DC
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt
dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DOELDIERSOORT
Melkkoeien.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN WIJZE VAN
GEBRUIK
Toedieningsweg: intramammair, via het tepelkanaal.
Dosering: 250 mg werkzaam bestanddeel, hetzij één spuit per kwartier.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Elk kwartier volledig leegmelken na de laatste melkbeurt. Het tepeluiteinde ontsmetten en de inhoud van
een spuit in elk kwartier instilleren via het tepelkanaal, met inachtname van de gebruikelijke regels van de
asepsis.
De koe niet meer melken.
10.
WACHTTIJDEN
Vlees en slachtafval: 21 dagen.
Melk: 0 dagen na het kalven indien deze plaatsvindt 6 weken of meer na toediening van het
diergeneesmiddel. In geval van vroegtijdig kalven (minder dan 6 weken na de behandeling): 14 dagen.
De wachttijd wordt bepaald vanaf de laatste toediening van het diergeneesmiddel. Ongeacht de wachttijd
mag gedurende de ganse behandelingsperiode geen enkel voedingsproduct toegelaten worden voor
menselijke consumptie.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren beneden 25°C.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
De resistentie wordt verwacht te evolueren bij sommige pathogene micro-organismen; het gebruik van het
diergeneesmiddel moet dus gebaseerd zijn op de resultaten van gevoeligheidstesten.
ijsluiter NL versie
C
EFOVET DC
In geval van het verschijnen van oedeem in het gelaat, de lippen, de ogen of het verschijnen van
ademhalingsmoeilijkheden, dient onmiddelijk een arts te worden geraadpleegd.
De handen wassen na het gebruik van het diergeneesmiddel.
Dracht en lactatie:
Laboratoriumstudies konden geen enkel teratogeen of embryotoxisch effect aantonen bij de muis, de rat
en het konijn.
Voor de lactatie, zie rubriek 'Wachttijden'.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet worden verwijderd via afvalwater of huishoudelijk afval.
Vraag aan uw dierenarts hoe u overtollige geneesmiddelen verwijdert. Deze maatregelen dienen tevens ter
bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
OKTOBER 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V182953
1 kartonnen doos met 4 spuiten of 1 emmer of 1 kartonnen doos met 60 spuiten met elk 3 gram
diergeneesmiddel.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
KANALISATIE