Dexdomitor 0,5 mg/ml
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,1 mg/ml oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een ml bevat 0,1 mg dexmedetomidine hydrochloride
overeenkomend met 0,08 mg dexmedetomidine.
Methylparahydroxybenzoaat (E 218) 2,0 mg/ml
Propylparahydroxybenzoaat (E 216) 0,2 mg/ml
Werkzaam bestanddeel:
Hulpstoffen:
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie
Heldere, kleurloze oplossing
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Doeldiersoorten
Honden en katten.
4.2
Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoorten
Niet-invasieve, matig tot gemiddeld pijnlijke procedures en onderzoeken waarbij immobilisatie, sedatie en
analgesie vereist zijn bij honden en katten.
Diepe sedatie en analgesie bij honden bij gelijktijdig gebruik van butorphanol voor medische en kleine
chirurgische ingrepen.
Premedicatie bij honden en katten voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele aneasthesie
4.3
Contra-indicaties
Niet gebruiken bij dieren met cardiovasculaire aandoeningen.
Niet gebruiken bij dieren met ernstige systeemziekten of bij dieren in de stervensfase.
Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een van de hulpstoffen.
4.4
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
De toediening van dexmedetomidine aan puppies jonger dan 16 weken en kittens jonger dan 12 weken is niet
onderzocht.
De veiligheid van dexmedetomidine is niet vastgesteld bij mannelijke fokdieren.
2
Tijdens sedatie kunnen bij katten vertroebelingen van het hoornvlies optreden. De ogen dienen met een daartoe
geschikte oogzalf te worden beschermd.
4.5
Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Gedurende de ingreep en de recovery dienen behandelde dieren te verblijven in een warme ruimte met een
constante temperatuur.
Het wordt aanbevolen om de dieren gedurende 12 uur voorafgaand aan de toediening van Dexdomitor te laten
vasten. Water mag gegeven worden.
Na de behandeling mag geen water of voedsel aan het dier gegeven worden voordat het kan slikken.
De ogen dienen beschermd te worden met een daartoe geschikte oogzalf.
Bij oudere dieren dient het middel met de nodige voorzichtigheid te worden toegepast.
Nerveuze, agressieve of opgewonden dieren dienen voor het begin van de behandeling de gelegenheid te krijgen
te kalmeren.
De ademhalingsfunctie en hartfunctie dient frequent en periodiek gecontroleerd te worden. Pulsoximetrie kan
nuttig zijn, maar is niet essentieel voor een adequate controle. Er dient apparatuur voor handmatige beademing
beschikbaar te zijn voor het geval zich ademhalingsdepressie of apneu voordoet bij opeenvolgend gebruik van
dexmedetomidine en ketamine om bij katten algehele anesthesie te induceren. Het verdient tevens aanbeveling
om zuurstof ter beschikking te hebben voor het geval hypoxemie wordt verondersteld of vastgesteld.
Premedicatie met dexmedetomidine voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele anesthesie mag bij
zieke en verzwakte honden en katten uitsluitend plaatsvinden na afweging van de voordelen en risico’s.
Gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden en katten vermindert significant de hoeveelheid
inductiemedicatie nodig voor inductie van anesthesie. Let er tijdens het toedienen van intraveneus
inductiemiddel nauwgezet op dat de toediening wordt gestaakt zodra het inductiemiddeleffect heeft. Ook de
behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie wordt verminderd.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
In het geval van accidentele zelfinjectie of orale blootstelling dient onverwijld de hulp van een arts te worden
ingeroepen en de bijsluiter of het etiket aan de arts te worden getoond. RIJD ECHTER NIET zelf omdat er
sedatie en veranderingen in de bloeddruk kunnen optreden.
Vermijd contact van huid, ogen of en slijmvliezen met het middel. Het gebruik van ondoorlatende handschoenen
wordt aanbevolen. In het geval van contact van huid of slijmvliezen met het product, moeten de blootgestelde
gebieden onmiddellijk met een ruime hoeveelheid water worden gewassen en moet de aangetaste kledij die in
direct contact met de huid staat, worden verwijderd. In geval het product in aanraking is gekomen met de ogen,
moeten de ogen uitgebreid worden gespoeld met veel vers water. Als er symptomen optreden, moet onmiddellijk
een arts worden geraadpleegd.
Zwangere vrouwen die omgaan met het product, moeten met bijzondere voorzichtigheid te werk gaan om
zelfinjectie te voorkomen, omdat een systemische blootstelling kan leiden tot contracties van de baarmoeder en
een verlaagde bloeddruk van de foetus.
3
Advies voor artsen: Dexdomitor is een
α
2
-adrenerge receptoragonist. Symptomen na absorptie kunnen klinische
effecten impliceren, inclusief dosisafhankelijke sedatie, ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie, een
droge mond en hyperglykemie. Er zijn ook gevallen van ventriculaire aritmie gemeld. Respiratoire en
hemodynamische symptomen dienen symptomatisch te worden behandeld. De specifieke
α
2
-adrenerge
receptorantagonist atipamezole, die is goedgekeurd voor gebruik bij, is bij de mens alleen experimenteel
gebruikt om door dexmedetomidine geïnduceerde effecten te neutraliseren.
Mensen met bekende overgevoeligheid voor de werkzame stof of één van de hulpstoffen dienen het
diergeneesmiddel met de nodige voorzichtigheid toe te dienen.
4.6
Bijwerkingen (frequentie en ernst)
Op grond van zijn
α
2
-adrenerge werking veroorzaakt dexmedetomidine verlaging van de hartfrequentie en de
lichaamstemperatuur.
Bij sommige honden en katten kan een vertraging van de ademhalingsfrequentie worden waargenomen. Er
werden enkele zeldzame gevallen van pulmonair oedeem gemeld. De bloeddruk zal aanvankelijk stijgen en
daarna terugkeren tot normaal of beneden normaal. Als gevolg van perifere vasoconstrictie en veneuze
desaturatie, kan bij normale arteriële oxygenatie een bleke en/of blauwachtige verkleuring van de slijmvliezen
worden waargenomen.
Braken kan optreden 5-10 minuten na injectie. Sommige honden en katten kunnen ook braken bij ontwaken uit
de narcose.
Tijdens sedatie kunnen spiertremoren optreden.
Tijdens sedatie kunnen bij katten vertroebelingen van het hoornvlies optreden. (zie eveneens paragraaf 4.5)
Als dexmedetomidine en ketamine met een interval van 10 minuten na elkaar worden gebruikt, kan bij katten
soms een AV-blok of extrasystole optreden. Te verwachten ademhalingsproblemen zijn bradypneu, een
ademhalingspatroon met onderbrekingen, hypoventilatie en apneu. In klinisch onderzoek kwam hypoxemie vaak
voor, met name gedurende de eerste 15 minuten van de anesthesie met dexmedetomidine/ketamine. Na dergelijk
gebruik zijn braken, hypothermie en nervositeit gerapporteerd.
Bij gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol bij honden kunnen de volgende bijwerkingen
optreden: bradypneu, tachypneu, een onregelmatig ademhalingspatroon (20-30 sec apneu gevolgd door
verscheidene snelle ademhalingen), hypoxemie, spiertrekkingen of tremor of fietsbeweging, excitatie,
hypersalivatie, kokhalzen, overgeven, urinelozing, huiderytheem, een plotselinge opwinding of een langdurige
sedatie. Ook is aritmie met brady- of tachycardie gemeld. Hieronder vallen mogelijk ook sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV-blok , sinusarrest of –pauze en atriale, supraventriculaire en ventriculaire premature complexen.
Bij gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden kunnen bradypneu, tachypneu en braken
optreden. Ook is aritmie met brady- en tachycardie gemeld, waaronder een uitgesproken sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV blok en sinusarrest vallen. Supraventriculaire en ventriculaire premature complexen, sinuspause en
3e graads AV-blok kunnen in zeldzame gevallen worden waargenomen.
Als dexdomitor gebruikt wordt als premedicatie bij katten, kunnen braken, kokhalzen, bleke slijmvliezen en een
lage lichaamstemperatuur voorkomen. Een intramusculaire dosering van 40 micrograms/kg (gevolgd door
ketamine of propofol) had vaak sinus bradycardie en sinus aritmie tot gevolg, werd soms gevolgd door een 1
ste
4
graads atrioventriculair blok en werd zelden gevolgd door supraventriculaire premature depolarisaties, atriale
bigeminus, sinus pauzes, 2
de
graads atrioventriculair blok, of “escape” slagen/ritmes.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
-
zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
-
vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
-
soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
-
zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
-
zeer zelden ((minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
4.7 Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
De veiligheid van dexmedetomidine tijdens dracht en lactatie is bij de doeldieren niet bewezen. Daarom wordt
het gebruik van het middel tijdens dracht en lactatie niet aanbevolen.
4.8
Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van andere stoffen die de werking van het centraal zenuwstelsel onderdrukken, zal naar
verwachting het effect van dexmedetomidine versterken en de dosis dient derhalve te worden aangepast. In
combinatie met dexmedetomidine dienen anticholinergica met de nodige voorzichtigheid te worden gebruikt.
Indien na het gebruik van dexmedetomidine atipamezole wordt toegediend, dan worden de effecten hierdoor snel
ongedaan gemaakt, waardoor de herstelperiode kan worden verkort. Gewoonlijk zijn honden en katten na 15
minuten weer wakker en staan ze weer.
Kat: Na gelijktijdige intramusculaire toediening van 40 microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht en
5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht aan katten, verdubbelde de maximumconcentratie dexmedetomidine,
maar er was geen effect op de T
max
. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van dexmedetomidine nam toe tot
1,6 uur en de totale blootstelling (AUC) nam toe met 50%.
Indien tegelijkertijd een dosis van 10 mg ketamine per kg lichaamsgewicht wordt toegepast samen met 40
microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht, kan tachycardie worden veroorzaakt.
Voor informatie over bijwerkingen, zie paragraaf 4.6, bijwerkingen.
Voor informatie over veiligheid bij de doeldieren in gevallen van overdosering, zie paragraaf 4.10 Overdosering.
4.9
Dosering en toedieningsweg
Het product is bedoeld voor:
-
-
Hond: intraveneus of intramusculair gebruik
Kat: intramusculair gebruik
Het product is niet bedoeld voor herhaalde injecties.
Dexdomitor, butorphanol en/of ketamine kunnen in dezelfde injectiespuit worden vermengd omdat is
aangetoond dat ze farmaceutisch combineerbaar zijn.
Dosering: de volgende doses worden aanbevolen:
HONDEN:
5
De dosering van dexmedetomidine is gebaseerd op het lichaamsoppervlak.
Intraveneus: tot 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Intramusculair: tot 500 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Wanneer voor diepe sedatie en analgesie gelijktijdig butorphanol (0,1 mg/kg) wordt toegediend, dan is de
intramusculaire dosis dexmedetomidine 300 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak. De
premedicatiedosis van dexmedetomidine is 125 - 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak, toe te
dienen 20 minuten voorafgaande aan de inductie voor procedures waarvoor anesthesie noodzakelijk is. De dosis
dient te worden aangepast aan het type chirurgie, de duur van de procedure en het temperament van het dier.
Gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol veroorzaakt sedatieve en analgetische effecten die na
uiterlijk 15 minuten na toediening intreden. De piek van de sedatieve en analgetische effecten wordt binnen 30
minuten na toediening bereikt. De sedatie duurt ten minste 120 minuten na toediening en de analgesie duurt ten
minste 90 minuten. Binnen 3 uur treedt spontaan herstel op.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol en thiopental met 30% resp. 60% verminderd. Alle
anesthetica die worden gebruikt voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op
geleide van het effect. In een klinisch onderzoek droeg dexmedetomidine voor 0,5 tot 4 uur bij aan
postoperatieve analgesie. Deze duur is echter afhankelijk van verschillende variabelen. Er dienen meer
analgetica te worden toegediend op basis van klinische beoordeling.
De hiermee overeenkomende doses op basis van het lichaamsgewicht staan weergegeven in de volgende
tabellen. Bij toediening van kleine volumes wordt gebruik van een injectiespuit met een geschikte schaal
aanbevolen voor een nauwkeurige dosering.
Hond
gewicht
(kg)
2-3
3.1-4
4.1-5
5.1-10
10.1-13
13.1-15
15.1-20
Dexmedetomidine
125 micrograms/m
2
(mcg/kg)
(ml)
9.4
0.2
8.3
0.25
7.7
0.35
6.5
0.5
5.6
0.65
5.2
0.75
4.9
0.85
Dexmedetomidine
375 micrograms/m
2
(mcg/kg)
(ml)
28.1
0.6
25
0.85
23
1
19.6
1.45
16.8
1.9
Dexmedetomidine
500 micrograms/m
2
(mcg/kg)
(ml)
40
0.75
35
1
30
1.5
25
2
Voor diepe sedatie en analgesie met butorphanol
Hond
gewicht
(kg)
2-3
3.1-4
4.1-5
5.1-10
10.1-13
Dexmedetomidine
300 micrograms/m
2
intramusculair
(mcg/kg)
24
23
22.2
16.7
13
(ml)
0.6
0.8
1
1.25
1.5
6
13.1-15
12.5
1.75
Voor hogere gewichten, DEXDOMITOR 0.5 mg/ml en zijn doseringstabellen gebruiken.
KATTEN:
De dosering voor katten is 40 microgram dexmedetomidine hydrochloride/kg lichaamsgewicht overeenkomend
met een toe te dienen volume van 0,4 ml Dexdomitor/kg lichaamsgewicht bij toepassing voor niet-invasieve,
matig tot gemiddeld pijnlijke procedures waarbij immobilisatie, sedatie en analgesie vereist zijn.
Wanneer dexmedetomidine wordt gebruikt voor premedicatie bij katten, wordt dezelfde dosis aangehouden.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol met 50% verminderd. Alle anesthetica die worden gebruikt
voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op geleide van het effect.
Anesthesie kan 10 minuten na premedicatie worden geïnduceerd door intramusculaire toediening van een
doeldosis van 5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht of door intraveneuze toediening van propofol op geleide
van het effect. De dosering voor katten staat weergegeven in de volgende tabel.
Kat
Gewicht
(kg)
1-2
2.1-3
Dexmedetomidine 40 micrograms/kg intramusculair
(mcg/kg)
(ml)
40
0,5
40
1
Voor hogere gewichten, DEXDOMITOR 0.5 mg/ml en zijn doseringstabellen gebruiken.
De verwachte sedatieve en analgetische effecten worden binnen 15 minuten na toediening bereikt en houden tot
60 minuten na toediening aan. De sedatie kan ongedaan gemaakt worden door toediening van atipamezole.
Atipamezole dient niet eerder dan 30 minuten na de toediening van ketamine toegediend te worden.
4.10 Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk
Hond: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist. De juiste dosering atipamezole is 10 keer de initiële dosis van
dexmedetomidine (microgram/kg lichaamsgewicht of microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak). Het te
gebruiken volume atipamezole bij een concentratie van 5 mg/ml is één vijfde (1/5) van het volume Dexdomitor
0,1 mg/mldat aan de hond werd toegediend, ongeacht de toedieningsweg van Dexdomitor.
Kat: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist, toegediend als intramusculaire injectie in de volgende dosis: 5 keer de
initiële dosering dexmedetomidine in microgram/kg lichaamsgewicht. Na een gelijktijdige blootstelling aan een
drievoudige (3X) overdosis dexmedetomidine en 15 mg ketamine per kg lichaamsgewicht, kan een aanbevolen
dosis atipamezole worden toegediend voor omkering van de effecten van dexmedetomidine. Bij een hoge
serumconcentratie van dexmedetomidine, neemt de sedatie niet toe hoewel het analgetisch effect wel toeneemt
bij verdere dosis verhogingen. De volume dosis atipamezole bij een concentratie van 5 mg/kg is gelijk aan één
tiende (1/10) van het volume Dexdomitor 0,1 mg/ml dat aan de kat gegeven was.
4.11 Wachttermijn(en)
Niet van toepassing.
7
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacotherapeutische groep: andere hypnotica en sedativa, ATC vet code: QN05CM18.
5.1
Pharmacodynamische eigenschappen
Dexdomitor bevat dexmedetomidine als werkzaam bestanddeel; dit brengt sedatie en analgesie teweeg bij
honden en katten. De duur en intensiteit van de sedatie en analgesie zijn afhankelijk van de dosis. Bij een
maximaal effect is het dier ontspannen, ligt het en reageert het niet op prikkels van buitenaf.
Dexmedetomidine is een krachtige en selectieve
α
2
-adrenerge receptoragonist die de afgifte van noradrenaline
door noradrenerge neuronen remt. De sympathische neurotransmissie wordt voorkomen en het
bewustzijnsniveau neemt af. Na toediening van dexmedetomidine kunnen verlaging van de hartfrequentie en
tijdelijke blokkade van de AV-knoop worden waargenomen. Na aanvankelijke stijging daalt de bloeddruk tot het
normale niveau of daaronder. In sommige gevallen kan de ademfrequentie dalen. Dexmedetomidine induceert
ook een aantal andere effecten die door
α
2
-adrenerge receptoren worden gemedieerd. Dit zijn onder andere pilo-
erectie, onderdrukking van motorische en secretorische functies van het maagdarmkanaal, diurese en
hyperglykemie.
Een lichte daling van de temperatuur kan worden waargenomen.
5.2
Pharmacokinetische eigenschappen
Omdat dexdemetomidine een lipofiele stof is, wordt het na intramusculaire toediening goed geabsorbeerd.
Dexmedetomidine wordt ook snel in het lichaam verdeeld en passeert gemakkelijk de bloed-hersenbarrière. Uit
onderzoek bij ratten blijkt dat de maximale concentratie in het centrale zenuwstelsel een aantal keren hoger is
dan de overeenkomstige plasmaspiegel. In de circulatie wordt dexmedetomidine grotendeels (>90%) gebonden
aan plasma-eiwitten.
Hond: na een intramusculaire dosis van 50 microgram/kg lichaamsgewicht wordt na 0,6 uur een maximale
concentratie in het plasma bereikt van ongeveer 12 nanograms/ml. De biologische beschikbaarheid van
dexmedetomidine is 60% en het schijnbare verdelingsvolume (Vd) is 0,9 l/kg. De eliminatiehalfwaardetijd (t1/2)
is 40-50 minuten.
Belangrijke biotransformaties bij de hond zijn onder meer hydroxylering, glucuronzuurconjugatie en N-
methylering in de lever. Alle bekende metabolieten vertonen geen farmacologische werking. Metabolieten
worden voornamelijk in de urine uitgescheiden en in mindere mate in de feces. Dexmedetomidine is een stof die
een sterke klaring vertoont en waarvan de eliminatie afhangt van de bloedstroom door de lever. Een verlengde
eliminatiehalfwaardetijd kan dus worden verwacht bij overdoses of wanneer dexmedetomidine tegelijk wordt
toegediend met andere geneesmiddelen die de levercirculatie beïnvloeden.
Kat: de maximale concentratie in het plasma wordt bij intramusculaire toediening na ongeveer 0,24 uur bereikt
na intramusculaire toediening. De C
max
is 17 nanograms /ml na een intramusculaire dosis van 40 microgram per
kg lichaamsgewicht. Het schijnbare verdelingsvolume (Vd) is 2,2 l/kg. De eliminatiehalfwaardetijd (t1/2) is één
uur.
Bij de kat vindt de biotransformatie plaats door hydroxylering in de lever. Metabolieten worden voornamelijk in
de urine uitgescheiden (51% van de dosis) en in mindere mate in de feces. Evenals bij honden vertoont
8
dexmedetomidine een sterke klaring bij katten en de uitscheiding ervan hangt af van de bloedstroom door de
lever.
Een verlengde eliminatiehalfwaardetijd kan dan ook worden verwacht bij overdoses of wanneer
dexmedetomidine tegelijk wordt toegediend met andere geneesmiddelen die de levercirculatie beïnvloeden.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Methylparahydroxybenzoaat (E 218)
Propylparahydroxybenzoaat (E 216)
6.2
Belangrijke onverenigbaarheden
Geen bekend.
Dexdomitor kan gedurende tenminste twee uur in dezelfde injectiespuit worden gecombineerd met butorphanol
en ketamine.
6.3
3 jaar
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheidstermijn
Niet invriezen
6.5
Aard en samenstelling van de primaire verpakking
Kartonnen doos met 1 glazen flacon (Type I) van 20 ml ( met een vulvolume van 15 ml) met een rubberen stop van
bromobutyl en aluminium deksel.
Verpakkingsgrootte: 15 ml, 10 x 15 ml.
Het is mogelijk dat niet alle verpakkingsgroottes in de handel worden gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van het ongebruikte diergeneesmiddel of
eventueel uit het gebruik van een dergelijk middel voortvloeiend afvalmateriaal
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten te
worden verwijderd.
7.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Orion Corporation
Orionintie 1
9
FI-02200 Espoo
Finland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/02/033/003-004
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 30 augustus 2002
Datum van laatste verlenging: 2 augustus 2007
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
VERBODSMAATREGELEN TEN AANZIEN VAN DE VERKOOP, DE LEVERING EN/OF HET
GEBRUIK
Niet van toepassing.
10
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,5 mg/ml oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een ml bevat 0,5 mg dexmedetomidine hydrochloride
overeenkomend met 0,42 mg dexmedetomidine.
Methylparahydroxybenzoaat (E 218) 1,6 mg/ml
Propylparahydroxybenzoaat (E 216) 0,2 mg/ml
Werkzaam bestanddeel:
Hulpstoffen:
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie
Heldere, kleurloze oplossing
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Doeldiersoorten
Honden en katten.
4.2
Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoorten
Niet-invasieve, matig tot gemiddeld pijnlijke procedures en onderzoeken waarbij immobilisatie, sedatie en
analgesie vereist zijn bij honden en katten.
Diepe sedatie en analgesie bij honden bij gelijktijdig gebruik van butorphanol voor medische en kleine
chirurgische ingrepen.
Premedicatie bij honden en katten voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele aneasthesie
4.3
Contra-indicaties
Niet gebruiken bij dieren met cardiovasculaire aandoeningen.
Niet gebruiken bij dieren met ernstige systeemziekten of bij dieren in de stervensfase.
Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een van de hulpstoffen.
4.4
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
De toediening van dexmedetomidine aan puppies jonger dan 16 weken en kittens jonger dan 12 weken is niet
onderzocht.
De veiligheid van dexmedetomidine is niet vastgesteld bij mannelijke fokdieren.
Tijdens sedatie kunnen bij katten vertroebelingen van het hoornvlies optreden. De ogen dienen met een daartoe
geschikte oogzalf te worden beschermd.
11
4.5
Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Gedurende de ingreep en de recovery dienen behandelde dieren te verblijven in een warme ruimte met een
constante temperatuur.
Het wordt aanbevolen om de dieren gedurende 12 uur voorafgaand aan de toediening van Dexdomitor te laten
vasten. Water mag gegeven worden.
Na de behandeling mag geen water of voedsel aan het dier gegeven worden voordat het kan slikken.
De ogen dienen beschermd te worden met een daartoe geschikte oogzalf.
Bij oudere dieren dient het middel met de nodige voorzichtigheid te worden toegepast.
Nerveuze, agressieve of opgewonden dieren dienen voor het begin van de behandeling de gelegenheid te krijgen
te kalmeren.
De ademhalingsfunctie en hartfunctie dient frequent en periodiek gecontroleerd te worden. Pulsoximetrie kan
nuttig zijn, maar is niet essentieel voor een adequate controle. Er dient apparatuur voor handmatige beademing
beschikbaar te zijn voor het geval zich ademhalingsdepressie of apneu voordoet bij opeenvolgend gebruik van
dexmedetomidine en ketamine om bij katten algehele anesthesie te induceren. Het verdient tevens aanbeveling
om zuurstof ter beschikking te hebben voor het geval hypoxemie wordt verondersteld of vastgesteld.
Premedicatie met dexmedetomidine voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele anesthesie mag bij
zieke en verzwakte honden en katten uitsluitend plaatsvinden na afweging van de voordelen en risico’s.
Gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden en katten vermindert significant de hoeveelheid
inductiemedicatie nodig voor inductie van anesthesie. Let er tijdens het toedienen van intraveneus
inductiemiddel nauwgezet op dat de toediening wordt gestaakt zodra het inductiemiddeleffect heeft. Ook de
behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie wordt verminderd.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
In het geval van accidentele zelfinjectie of orale blootstelling dient onverwijld de hulp van een arts te worden
ingeroepen en de bijsluiter of het etiket aan de arts te worden getoond. RIJD ECHTER NIET zelf omdat er
sedatie en veranderingen in de bloeddruk kunnen optreden.
Vermijd contact van huid, ogen of en slijmvliezen met het middel. Het gebruik van ondoorlatende handschoenen
wordt aanbevolen. In het geval van contact van huid of slijmvliezen met het product, moeten de blootgestelde
gebieden onmiddellijk met een ruime hoeveelheid water worden gewassen en moet de aangetaste kledij die in
direct contact met de huid staat, worden verwijderd. In geval het product in aanraking is gekomen met de ogen,
moeten de ogen uitgebreid worden gespoeld met veel vers water. Als er symptomen optreden, moet onmiddellijk
een arts worden geraadpleegd.
Zwangere vrouwen die omgaan met het product, moeten met bijzondere voorzichtigheid te werk gaan om
zelfinjectie te voorkomen, omdat een systemische blootstelling kan leiden tot contracties van de baarmoeder en
een verlaagde bloeddruk van de foetus.
12
Advies voor artsen: Dexdomitor is een
α
2
-adrenerge receptoragonist. Symptomen na absorptie kunnen klinische
effecten impliceren, inclusief dosisafhankelijke sedatie, ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie, een
droge mond en hyperglykemie. Er zijn ook gevallen van ventriculaire aritmie gemeld. Respiratoire en
hemodynamische symptomen dienen symptomatisch te worden behandeld. De specifieke
α
2
-adrenerge
receptorantagonist atipamezole, die is goedgekeurd voor gebruik bij, is bij de mens alleen experimenteel
gebruikt om door dexmedetomidine geïnduceerde effecten te neutraliseren.
Mensen met bekende overgevoeligheid voor de werkzame stof of één van de hulpstoffen dienen het
diergeneesmiddel met de nodige voorzichtigheid toe te.
4.6
Bijwerkingen (frequentie en ernst)
Op grond van zijn
α
2
-adrenerge werking veroorzaakt dexmedetomidine verlaging van de hartfrequentie en de
lichaamstemperatuur.
Bij sommige honden en katten kan een vertraging van de ademhalingsfrequentie worden waargenomen. Er
werden enkele zeldzame gevallen van pulmonair oedeem gemeld. De bloeddruk zal aanvankelijk stijgen en
daarna terugkeren tot normaal of beneden normaal. Als gevolg van perifere vasoconstrictie en veneuze
desaturatie, kan bij normale arteriële oxygenatie een bleke en/of blauwachtige verkleuring van de slijmvliezen
worden waargenomen.
Braken kan optreden 5-10 minuten na injectie. Sommige honden en katten kunnen ook braken bij ontwaken uit
de narcose.
Tijdens sedatie kunnen spiertremoren optreden.
Tijdens sedatie kunnen bij katten vertroebelingen van het hoornvlies optreden. (zie eveneens paragraaf 4.5)
Als dexmedetomidine en ketamine met een interval van 10 minuten na elkaar worden gebruikt, kan bij katten
soms een AV-blok of extrasystole optreden. Te verwachten ademhalingsproblemen zijn bradypneu, een
ademhalingspatroon met onderbrekingen, hypoventilatie en apneu. In klinisch onderzoek kwam hypoxemie vaak
voor, met name gedurende de eerste 15 minuten van de anesthesie met dexmedetomidine/ketamine. Na dergelijk
gebruik zijn braken, hypothermie en nervositeit gerapporteerd.
Bij gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol bij honden kunnen de volgende bijwerkingen
optreden: bradypneu, tachypneu, een onregelmatig ademhalingspatroon (20-30 sec apneu gevolgd door
verscheidene snelle ademhalingen), hypoxemie, spiertrekkingen of tremor of fietsbeweging, excitatie,
hypersalivatie, kokhalzen, overgeven, urinelozing, huiderytheem, een plotselinge opwinding of een langdurige
sedatie. Ook is aritmie met brady- of tachycardie gemeld. Hieronder vallen mogelijk ook sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV-blok , sinusarrest of –pauze en atriale, supraventriculaire en ventriculaire premature complexen.
Bij gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden kunnen bradypneu, tachypneu en braken
optreden. Ook is aritmie met brady- en tachycardie gemeld, waaronder een uitgesproken sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV blok en sinusarrest vallen. Supraventriculaire en ventriculaire premature complexen, sinuspause en
3e graads AV-blok kunnen in zeldzame gevallen worden waargenomen.
Als dexdomitor gebruikt wordt als premedicatie bij katten, kunnen braken, kokhalzen, bleke slijmvliezen en een
lage lichaamstemperatuur voorkomen. Een intramusculaire dosering van 40 mcg/kg (gevolgd door ketamine of
propofol) had vaak sinus bradycardie en sinus aritmie tot gevolg, werd soms gevolgd door een 1
ste
graads
13
atrioventriculair blok en werd zelden gevolgd door supraventriculaire premature depolarisaties, atriale
bigeminus, sinus pauzes, 2
de
graads atrioventriculair blok, of “escape” slagen/ritmes.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
-
zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
-
vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
-
soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
-
zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
-
zeer zelden ((minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
4.7
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
De veiligheid van dexmedetomidine tijdens dracht en lactatie is bij de doeldieren niet bewezen. Daarom wordt
het gebruik van het middel tijdens dracht en lactatie niet aanbevolen.
4.8
Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van andere stoffen die de werking van het centraal zenuwstelsel onderdrukken, zal naar
verwachting het effect van dexmedetomidine versterken en de dosis dient derhalve te worden aangepast. In
combinatie met dexmedetomidine dienen anticholinergica met de nodige voorzichtigheid te worden gebruikt.
Indien na het gebruik van dexmedetomidine atipamezole wordt toegediend, dan worden de effecten hierdoor snel
ongedaan gemaakt, waardoor de herstelperiode kan worden verkort. Gewoonlijk zijn honden en katten na 15
minuten weer wakker en staan ze weer.
Kat: Na gelijktijdige intramusculaire toediening van 40 microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht en
5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht aan katten, verdubbelde de maximumconcentratie dexmedetomidine,
maar er was geen effect op de T
max
. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van dexmedetomidine nam toe tot
1,6 uur en de totale blootstelling (AUC) nam toe met 50%.
Indien tegelijkertijd een dosis van 10 mg ketamine per kg lichaamsgewicht wordt toegepast samen met 40
microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht, kan tachycardie worden veroorzaakt.
Voor informatie over bijwerkingen, zie paragraaf 4.6, bijwerkingen.
Voor informatie over veiligheid bij de doeldieren in gevallen van overdosering, zie paragraaf 4.10 Overdosering.
4.9
Dosering en toedieningsweg
Het product is bedoeld voor:
-
-
Hond: intraveneus of intramusculair gebruik
Kat: intramusculair gebruik
Het product is niet bedoeld voor herhaalde injecties.
Dexdomitor, butorphanol en/of ketamine kunnen in dezelfde injectiespuit worden vermengd omdat is
aangetoond dat ze farmaceutisch combineerbaar zijn.
Dosering: de volgende doses worden aanbevolen:
14
HONDEN:
De dosering van dexmedetomidine is gebaseerd op het lichaamsoppervlak.
Intraveneus: tot 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Intramusculair: tot 500 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Wanneer voor diepe sedatie en analgesie gelijktijdig butorphanol (0,1 mg/kg) wordt toegediend, dan is de
intramusculaire dosis dexmedetomidine 300 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak. De
premedicatiedosis van dexmedetomidine is 125 - 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak, toe te
dienen 20 minuten voorafgaande aan de inductie voor procedures waarvoor anesthesie noodzakelijk is. De dosis
dient te worden aangepast aan het type chirurgie, de duur van de procedure en het temperament van het dier.
Gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol veroorzaakt sedatieve en analgetische effecten die na
uiterlijk 15 minuten intreden. De piek van de sedatieve en analgetische effecten wordt binnen 30 minuten na
toediening bereikt. De sedatie duurt ten minste 120 minuten na toediening en de analgesie duurt ten minste 90
minuten. Binnen 3 uur treedt spontaan herstel op.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol en thiopental met 30% resp. 60% verminderd. Alle
anesthetica die worden gebruikt voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op
geleide van het effect. In een klinisch onderzoek droeg dexmedetomidine voor 0,5 tot 4 uur bij aan
postoperatieve analgesie. Deze duur is echter afhankelijk van verschillende variabelen. Er dienen meer
analgetica te worden toegediend op basis van klinische beoordeling.
De hiermee overeenkomende doses op basis van het lichaamsgewicht staan weergegeven in de volgende
tabellen. Bij toediening van kleine volumes wordt gebruik van een injectiespuit met een geschikte schaal
aanbevolen voor een nauwkeurige dosering.
Hond
gewicht
(kg)
2-3
3-4
4-5
5-10
10-13
13-15
15-20
20-25
25-30
30-33
33-37
37-45
45-50
50-55
55-60
60-65
65-70
Dexmedetomidine
125 mcg/m
2
(mcg/kg)
(ml)
9.4
0.04
8.3
0.05
7.7
0.07
6.5
0.1
5.6
0.13
5.2
0.15
4.9
0.17
4.5
0.2
4.2
0.23
4
0.25
3.9
0.27
3.7
0.3
3.5
0.33
3.4
0.35
3.3
0.38
3.2
0.4
3.1
0.42
Dexmedetomidine
375 mcg/m
2
(mcg/kg)
(ml)
28.1
0.12
25
0.17
23
0.2
19.6
0.29
16.8
0.38
15.7
0.44
14.6
0.51
13.4
0.6
12.6
0.69
12
0.75
11.6
0.81
11
0.9
10.5
0.99
10.1
1.06
9.8
1.13
9.5
1.19
9.3
1.26
15
Dexmedetomidine
500 mcg/m
2
(mcg/kg)
(ml)
40
0.15
35
0.2
30
0.3
25
0.4
23
0.5
21
0.6
20
0.7
18
0.8
17
0.9
16
1.0
15
1.1
14.5
1.2
14
1.3
13.5
1.4
13
1.5
12.8
1.6
12.5
1.7
70-80
>80
3
2.9
0.45
0.47
9
8.7
1.35
1.42
12.3
12
1.8
1.9
Voor diepe sedatie en analgesie met butorphanol
Hond
gewicht
(kg)
2-3
3-4
4-5
5-10
10-13
13-15
15-20
20-25
25-30
30-33
33-37
37-45
45-50
50-55
55-60
60-65
65-70
70-80
>80
KATTEN:
De dosering voor katten is 40 microgram dexmedetomidine hydrochloride/kg lichaamsgewicht overeenkomend
met een toe te dienen volume van 0,08 ml Dexdomitor/kg lichaamsgewicht bij toepassing voor niet-invasieve,
matig tot gemiddeld pijnlijke procedures waarbij immobilisatie, sedatie en analgesie vereist zijn.
Wanneer dexmedetomidine wordt gebruikt voor premedicatie bij katten, wordt dezelfde dosis aangehouden.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol met 50% verminderd. Alle anesthetica die worden gebruikt
voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op geleide van het effect.
Anesthesie kan 10 minuten na premedicatie worden geïnduceerd door intramusculaire toediening van een
doeldosis van 5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht of door intraveneuze toediening van propofol op geleide
van het effect. De dosering voor katten staat weergegeven in de volgende tabel.
Dexmedetomidine
300 mcg/m
2
intramusculair
(mcg/kg)
24
23
22.2
16.7
13
12.5
11.4
11.1
10
9.5
9.3
8.5
8.4
8.1
7.8
7.6
7.4
7.3
7
(ml)
0.12
0.16
0.2
0.25
0.3
0.35
0.4
0.5
0.55
0.6
0.65
0.7
0.8
0.85
0.9
0.95
1
1.1
1.2
16
Kat
Gewicht
(kg)
1-2
2-3
3-4
4-6
6-7
7-8
8-10
Dexmedetomidine 40 mcg/kg intramusculair
(mcg/kg)
(ml)
40
0,1
40
0,2
40
0,3
40
0,4
40
0,5
40
0,6
40
0,7
De verwachte sedatieve en analgetische effecten worden binnen 15 minuten na toediening bereikt en houden tot
60 minuten na toediening aan. De sedatie kan ongedaan gemaakt worden door toediening van atipamezole.
Atipamezole dient niet eerder dan 30 minuten na de toediening van ketamine toegediend te worden.
4.10 Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk
Hond: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist. De juiste dosering atipamezole is 10 keer de initiële dosis van
dexmedetomidine (microgram/kg lichaamsgewicht of microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak). Het te
gebruiken volume atipamezole bij een concentratie van 5 mg/ml is gelijk aan het volume Dexdomitor dat aan de
hond werd toegediend, ongeacht de toedieningsweg van Dexdomitor.
Kat: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist, toegediend als intramusculaire injectie in de volgende dosis: 5 keer de
initiële dosering dexmedetomidine in microgram/kg lichaamsgewicht. Na een gelijktijdige blootstelling aan een
drievoudige (3X) overdosis dexmedetomidine en 15 mg ketamine per kg lichaamsgewicht, kan een aanbevolen
dosis atipamezole worden toegediend voor omkering van de effecten van dexmedetomidine. Bij een hoge
serumconcentratie van dexmedetomidine, neemt de sedatie niet toe hoewel het analgetisch effect wel toeneemt
bij verdere dosis verhogingen. De volume dosis atipamezole bij een concentratie van 5 mg/kg is gelijk aan de
helft van het volume Dexdomitor dat aan de kat gegeven was.
4.11 Wachttermijn(en)
Niet van toepassing.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacotherapeutische groep: andere hypnotica en sedativa, ATC vet code: QN05CM18.
5.1
Pharmacodynamische eigenschappen
Dexdomitor bevat dexmedetomidine als werkzaam bestanddeel; dit brengt sedatie en analgesie teweeg bij
honden en katten. De duur en intensiteit van de sedatie en analgesie zijn afhankelijk van de dosis. Bij een
maximaal effect is het dier ontspannen, ligt het en reageert het niet op prikkels van buitenaf.
Dexmedetomidine is een krachtige en selectieve
α
2
-adrenerge receptoragonist die de afgifte van noradrenaline
door noradrenerge neuronen remt. De sympathische neurotransmissie wordt voorkomen en het
bewustzijnsniveau neemt af. Na toediening van dexmedetomidine kunnen verlaging van de hartfrequentie en
17
tijdelijke blokkade van de AV-knoop worden waargenomen. Na aanvankelijke stijging daalt de bloeddruk tot het
normale niveau of daaronder. In sommige gevallen kan de ademfrequentie dalen. Dexmedetomidine induceert
ook een aantal andere effecten die door
α
2
-adrenerge receptoren worden gemedieerd. Dit zijn onder andere pilo-
erectie, onderdrukking van motorische en secretorische functies van het maagdarmkanaal, diurese en
hyperglykemie.
Een lichte daling van de temperatuur kan worden waargenomen.
5.2
Pharmacokinetische eigenschappen
Omdat dexdemetomidine een lipofiele stof is, wordt het na intramusculaire toediening goed geabsorbeerd.
Dexmedetomidine wordt ook snel in het lichaam verdeeld en passeert gemakkelijk de bloed-hersenbarrière. Uit
onderzoek bij ratten blijkt dat de maximale concentratie in het centrale zenuwstelsel een aantal keren hoger is
dan de overeenkomstige plasmaspiegel. In de circulatie wordt dexmedetomidine grotendeels (>90%) gebonden
aan plasma-eiwitten.
Hond: na een intramusculaire dosis van 50 microgram/kg lichaamsgewicht wordt na 0,6 uur een maximale
concentratie in het plasma bereikt van ongeveer 12 ng/ml. De biologische beschikbaarheid van dexmedetomidine
is 60% en het schijnbare verdelingsvolume (Vd) is 0,9 l/kg. De eliminatiehalfwaardetijd (t1/2) is 40-50 minuten.
Belangrijke biotransformaties bij de hond zijn onder meer hydroxylering, glucuronzuurconjugatie en N-
methylering in de lever. Alle bekende metabolieten vertonen geen farmacologische werking. Metabolieten
worden voornamelijk in de urine uitgescheiden en in mindere mate in de feces. Dexmedetomidine is een stof die
een sterke klaring vertoont en waarvan de eliminatie afhangt van de bloedstroom door de lever. Een verlengde
eliminatiehalfwaardetijd kan dus worden verwacht bij overdoses of wanneer dexmedetomidine tegelijk wordt
toegediend met andere geneesmiddelen die de levercirculatie beïnvloeden.
Kat: de maximale concentratie in het plasma wordt bij intramusculaire toediening na ongeveer 0,24 uur bereikt
na intramusculaire toediening. De C
max
is 17 ng/ml na een intramusculaire dosis van 40 microgram per kg
lichaamsgewicht. Het schijnbare verdelingsvolume (Vd) is 2,2 l/kg. De eliminatiehalfwaardetijd (t1/2) is één
uur.
Bij de kat vindt de biotransformatie plaats door hydroxylering in de lever. Metabolieten worden voornamelijk in
de urine uitgescheiden (51% van de dosis) en in mindere mate in de feces. Evenals bij honden vertoont
dexmedetomidine een sterke klaring bij katten en de uitscheiding ervan hangt af van de bloedstroom door de
lever.
Een verlengde eliminatiehalfwaardetijd kan dan ook worden verwacht bij overdoses of wanneer
dexmedetomidine tegelijk wordt toegediend met andere geneesmiddelen die de levercirculatie beïnvloeden.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Methylparahydroxybenzoaat (E 218)
Propylparahydroxybenzoaat (E 216)
6.2 Belangrijke onverenigbaarheden
Geen bekend.
18
Dexdomitor kan gedurende tenminste twee uur in dezelfde injectiespuit worden gecombineerd met butorphanol
en ketamine.
6.3
3 jaar
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheidstermijn
Niet invriezen
6.5
Aard en samenstelling van de primaire verpakking
Kartonnen doos met 1 glazen flacon (Type I) van 10 ml met een rubberen stop van chlorobutyl of bromobutyl en
aluminium deksel.
Verpakkingsgrootte: 10 ml, 10 x 10 ml
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van het ongebruikte diergeneesmiddel of
eventueel uit het gebruik van een dergelijk middel voortvloeiend afvalmateriaal
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten te
worden verwijderd.
7.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Orion Corporation
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/02/033/001-002
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 30 augustus 2002
Datum van laatste verlenging: 2 augustus 2007
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelbureau http://www.ema.europa.eu.
19
VERBODSMAATREGELEN TEN AANZIEN VAN DE VERKOOP, DE LEVERING EN/OF HET
GEBRUIK
Niet van toepassing.
20
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN HET
GEBRUIK
VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRL’s)
C.
D.
OVERIGE VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
21
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Orion Corporation Orion Pharma
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
B.
VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK
UDD.
C.
VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRL’s)
Niet van toepassing.
D.
OVERIGE VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE VERGUNNING
VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pharmacovigilantie systeem
De houder van de vergunning voor het in de handel moet ervoor zorgen dat het systeem van
geneesmiddelenbewaking, zoals beschreven in deel I van de vergunningaanvraag, aanwezig is en functioneert,
voordat en terwijl het diergeneesmiddel op de markt is.
22
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
23
A. ETIKETTERING
24
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,1 mg/ml oplossing voor injectie
dexmedetomidine hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ml bevat:
0,1 mg dexmedetomidine hydrochloride overeenkomend met 0,08 mg dexmedetomidine.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie
4.
15 ml
VERPAKKINGSGROOTTE
5.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden en katten.
6.
INDICATIE(S)
7.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Hond: intraveneus of intramusculair gebruik
Kat: intramusculair gebruik
Lees de bijsluiter vóór gebruik.
8.
WACHTTERMIJN(EN)
9.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
25
10.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Niet invriezen
12.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Verwijder afvalmateriaal in overeenstemming met de lokale voorschriften.
13.
VERMELDING “UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK” EN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK, indien van toepassing
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik. Uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift verkrijgbaar
diergeneesmiddel.
14.
VERMELDING “BUITEN HET ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN BEWAREN”
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
15.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Orion Corporation
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
16.
NUMMER(S) IN HET COMMUNAUTAIRE GENEESMIDDELENREGISTER
EU/2/02/033/003
17.
Partij:
PARTIJNUMMER FABRIKANT
26
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP KLEINE VERPAKKINGSEENHEDEN MOETEN WORDEN
VERMELD / MULTIVERPAKKING
INJECTIEFLACON / MULTIVERPAKKING
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,1 mg/ml oplossing voor injectie
dexmedetomidine hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
0,1 mg/ml
3.
SAMENSTELLING PER GEWICHT, PER VOLUME OF AANTAL EENHEDEN
15 ml
10 x 15 ml
4.
TOEDIENINGSWEG(EN):
Hond: IM, IV
Kat: IM
5.
WACHTTERMIJN(EN)
6.
Partij:
PARTIJNUMMER
7.
EXP:
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
8.
VERMELDING “UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK”
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik
27
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,5 mg/ml oplossing voor injectie
dexmedetomidine hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ml bevat:
0,5 mg dexmedetomidine hydrochloride overeenkomend met 0,42 mg dexmedetomidine.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie
4.
10 ml
VERPAKKINGSGROOTTE
5.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden en katten
6.
INDICATIE(S)
7.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Hond: intraveneus of intramusculair gebruik
Kat: intramusculair gebruik
Lees de bijsluiter vóór gebruik.
8.
WACHTTERMIJN(EN)
9.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
28
10.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Niet invriezen
12.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Verwijder afvalmateriaal in overeenstemming met de lokale voorschriften.
13.
VERMELDING “UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK” EN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK, indien van toepassing
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik. Uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift verkrijgbaar
diergeneesmiddel.
14.
VERMELDING “BUITEN HET ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN BEWAREN”
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
15.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Orion Corporation
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
16.
NUMMER(S) IN HET COMMUNAUTAIRE GENEESMIDDELENREGISTER
EU/2/02/033/001
17.
Partij:
PARTIJNUMMER FABRIKANT
29
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP KLEINE VERPAKKINGSEENHEDEN MOETEN WORDEN
VERMELD / MULTIVERPAKKING
INJECTIEFLACON / MULTIVERPAKKING
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,5 mg/ml oplossing voor injectie
dexmedetomidine hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
0,5 mg/ml
3.
SAMENSTELLING PER GEWICHT, PER VOLUME OF AANTAL EENHEDEN
10 ml, 10 x 10 ml
4.
TOEDIENINGSWEG(EN):
Hond: IV, IM
Kat: IM
5.
WACHTTERMIJN(EN)
6.
Partij:
PARTIJNUMMER
7.
EXP:
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
8.
VERMELDING “UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK”
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik
30
B. BIJSLUITER
31
BIJSLUITER
DEXDOMITOR 0,1 mg/ml oplossing voor injectie
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN
VERSCHILLEND
Orion Corporation Orion Pharma
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,1 mg/ml oplossing voor injectie
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
Een ml bevat 0,1 mg dexmedetomidine hydrochloride overeenkomend
met 0,08 mg dexmedetomidine.
Methylparahydroxybenzoaat (E 218) 2,0 mg/ml
Propylparahydroxybenzoaat (E 216) 0,2 mg/ml
Werkzaam bestanddeel:
Overige bestanddelen:
4.
INDICATIE(S)
Niet-invasieve, matig tot gemiddeld pijnlijke procedures en onderzoeken waarbij immobilisatie, sedatie en
analgesie vereist zijn bij honden en katten.
Diepe sedatie en analgesie bij honden bij gelijktijdig gebruik van butorphanol voor medische en kleine
chirurgische ingrepen.
Premedicatie bij honden en katten voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele anesthesie.
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken bij dieren met cardiovasculaire aandoeningen.
Niet gebruiken bij dieren met ernstige systeemziekten of bij dieren in de stervensfase.
Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een van de hulpstoffen.
6.
BIJWERKINGEN
Op grond van zijn
α
2
-adrenerge werking veroorzaakt dexmedetomidine verlaging van de hartfrequentie en de
lichaamstemperatuur.
Bij sommige honden en katten kan een vertraging van de ademhalingsfrequentie worden waargenomen. Er
werden enkele zeldzame gevallen van pulmonair oedeem gemeld. De bloeddruk zal aanvankelijk stijgen en
daarna terugkeren tot normaal of beneden normaal.
32
Als gevolg van perifere vasoconstrictie en veneuze desaturatie, kan bij normale arteriële oxygenatie een bleke
en/of blauwachtige verkleuring van de slijmvliezen worden waargenomen.
Braken kan optreden 5-10 minuten na injectie.
Sommige honden en katten kunnen ook braken bij ontwaken uit de narcose.
Tijdens sedatie kunnen spiertremoren optreden.
Als dexmedetomidine en ketamine met een interval van 10 minuten na elkaar worden gebruikt, kan bij katten
soms een AV-blok of extrasystole optreden. Te verwachten ademhalingsproblemen zijn bradypneu, een
intermitterend ademhalingspatroon, hypoventilatie en apneu. In klinisch onderzoek kwam hypoxemie vaak voor,
met name gedurende de eerste 15 minuten van de anesthesie met dexmedetomidine/ketamine. Na dergelijk
gebruik zijn braken, hypothermie en nervositeit gerapporteerd.
Wanneer dexmedetomidine en butorphanol bij honden gelijktijdig worden gebruikt, kunnen de volgende
bijwerkingen optreden: bradypneu, tachypneu, een onregelmatig ademhalingspatroon (20-30 sec. apneu gevolgd
door verscheidene snelle ademhalingen), hypoxemie, spiertrekkingen of tremor of fietsbeweging, excitatie,
hypersalivatie, kokhalzen, overgeven, urinelozing, huiderytheem, een plotselinge opwinding of een langdurige
sedatie. Ook is aritmie met brady- of tachycardie gemeld. Hieronder vallen mogelijk ook sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV-blok, sinusarrest of -pauze en atriale, supraventriculaire en ventriculaire premature complexen.
Bij gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden kunnen bradypneu, tachypneu en braken
optreden. Ook is aritmie met brady- en tachycardie gemeld, waaronder uitgesproken sinusbradycardie, 1e en 2e
graads AV blok en sinusarrest vallen. Supraventriculaire en ventriculaire premature complexen, sinuspause en
een 3
e
graads AV-blok kunnen in zeldzame gevallen worden waargenomen.
Als dexdomitor gebruikt wordt als premedicatie bij katten, kunnen braken, kokhalzen, bleke slijmvliezen en een
lage lichaamstemperatuur voorkomen. Een intramusculaire dosering van 40 micrograms/kg (gevolgd door
ketamine of propofol) had vaak sinus bradycardie en sinus aritmie tot gevolg, werd soms gevolgd door een 1
ste
graads atrioventriculair blok en werd zelden gevolgd door supraventriculaire premature depolarisaies, atiale
bigeminus, sinus pauzes, 2
de
graads atrioventriculair blok, of “escape” slagen/ritmes.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
-
zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
-
vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
-
soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
-
zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
zeer zelden ((minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).Indien
u
bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het
diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden en katten
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEGEN
Het product is bedoeld voor:
-
Hond: intraveneus of intramusculair gebruik
33
-
Kat: intramusculair gebruik
Het product is niet bedoeld voor herhaalde injecties.
Dexdomitor, butorphanol en/of ketamine kunnen in dezelfde injectiespuit worden vermengd omdat is
aangetoond dat ze farmaceutisch combineerbaar zijn.
De volgende doses worden aanbevolen:
HONDEN:
De dosering van dexmedetomidine is gebaseerd op het lichaamsoppervlak.
Intraveneus: tot 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Intramusculair: tot 500 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Wanneer voor diepe sedatie en analgesie gelijktijdig butorphanol (0,1 mg/kg) wordt toegediend, dan is de
intramusculaire dosis dexmedetomidine 300 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak. De
premedicatiedosis van dexmedetomidine is 125 - 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak, toe te
dienen 20 minuten voorafgaande aan de inductie voor procedures waarvoor anesthesie noodzakelijk is. De dosis
dient te worden aangepast aan het type chirurgie, de duur van de procedure en het temperament van het dier.
Gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol veroorzaakt sedatieve en analgetische effecten die na
uiterlijk 15 minuten na toediening intreden. De piek van de sedatieve en analgetische effecten wordt binnen 30
minuten na toediening bereikt. De sedatie duurt ten minste 120 minuten na toediening en de analgesie duurt ten
minste 90 minuten. Binnen 3 uur treedt spontaan herstel op.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol en thiopental met 30% resp. 60% verminderd. Alle
anesthetica die worden gebruikt voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op
geleide van het effect. In een klinisch onderzoek droeg dexmedetomidine voor 0,5 tot 4 uur bij aan
postoperatieve analgesie. Deze duur is echter afhankelijk van verschillende variabelen. Er dienen meer
analgetica te worden toegediend op basis van klinische beoordeling.
De hiermee overeenkomende doses op basis van het lichaamsgewicht staan weergegeven in de volgende
tabellen. Bij toediening van kleine volumes wordt gebruik van een injectiespuit met een geschikte schaal
aanbevolen voor een nauwkeurige dosering.
Hond
gewicht
(kg)
2-3
3.1-4
4.1-5
5.1-10
10.1-13
13.1-15
15.1-20
Dexmedetomidine
125 micrograms/m
2
(mcg/kg)
(ml)
9.4
0.2
8.3
0.25
7.7
0.35
6.5
0.5
5.6
0.65
5.2
0.75
4.9
0.85
Dexmedetomidine
375 micrograms/m
2
(mcg/kg)
(ml)
28.1
0.6
25
0.85
23
1
19.6
1.45
16.8
1.9
Dexmedetomidine
500 micrograms/m
2
(mcg/kg)
(ml)
40
0.75
35
1
30
1.5
25
2
34
Voor diepe sedatie en analgesie met butorphanol
Hond
gewicht
(kg)
2-3
3.1-4
4.1-5
5.1-10
10.1-13
13.1-15
Dexmedetomidine
300 micrograms/m
2
intramusculair
(mcg/kg)
24
23
22.2
16.7
13
12.5
(ml)
0.6
0.8
1
1.25
1.5
1.75
Voor hogere gewichten, DEXDOMITOR 0.5 mg/ml en zijn doseringstabellen gebruiken.
KATTEN:
De dosering voor katten is 40 microgram dexmedetomidine hydrochloride/kg lichaamsgewicht overeenkomend
met een toe te dienen volume van 0,4 ml Dexdomitor/kg lichaamsgewicht bij toepassing voor niet-invasieve,
matig tot gemiddeld pijnlijke procedures waarbij immobilisatie, sedatie en analgesie vereist zijn.
Wanneer dexmedetomidine wordt gebruikt voor premedicatie bij katten, wordt dezelfde dosis aangehouden.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol met 50% verminderd. Alle anesthetica die worden gebruikt
voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op geleide van het effect. Anesthesie
kan 10 minuten na premedicatie worden geïnduceerd door intramusculaire toediening van een doeldosis van 5
mg ketamine per kg lichaamsgewicht of door intraveneuze toediening van propofol op geleide van het effect. De
dosering voor katten staat weergegeven in de volgende tabel.
Kat
gewicht
(kg)
1-2
2.1-3
Dexmedetomidine 40 micrograms/kg intramusculair
(mcg/kg)
(ml)
40
0,5
40
1
Voor hogere gewichten, DEXDOMITOR 0.5 mg/ml en zijn doseringstabellen gebruiken.
De verwachte sedatieve en analgetische effecten worden binnen 15 minuten na toediening bereikt en houden tot
60 minuten na toediening aan. De sedatie kan ongedaan gemaakt worden door toediening van atipamezole.
Atipamezole dient niet eerder dan 30 minuten na de toediening van ketamine toegediend te worden.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Het wordt aanbevolen om de dieren gedurende 12 uur voorafgaand aan de toediening van Dexdomitor te laten
vasten. Water mag gegeven worden.
Na de behandeling mag geen water of voedsel aan het dier gegeven worden voordat het kan slikken.
35
10.
WACHTTERMIJN(EN)
Niet van toepassing.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Niet invriezen.
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gebruik dit diergeneesmiddel niet na de vervaldatum die vermeld op het etiket en de doos na EXP.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Gedurende de ingreep en de recovery dienen de behandelde dieren te verblijven in een warme ruimte met een
constante temperatuur.
Nerveuze, agressieve of opgewonden dieren dienen voor het begin van de behandeling de gelegenheid te krijgen
te kalmeren.
De veiligheid van dexmedetomidine tijdens dracht en lactatie is bij de doeldieren niet bewezen. Daarom wordt
het gebruik van het middel tijdens dracht en lactatie niet aanbevolen.
De veiligheid van dexmedetomidine is niet vastgesteld bij mannelijke dieren die bedoeld zijn voor de fok.
Bij oudere dieren dient het middel met de nodige voorzichtigheid te worden toegepast.
De toediening van dexmedetomidine aan puppies jonger dan 16 weken en kittens jonger dan 12 weken is niet
bestudeerd.
Tijdens sedatie kunnen bij katten vertroebelingen van het hoornvlies optreden. De ogen dienen met een daartoe
geschikte oogzalf te worden beschermd.
Gelijktijdig gebruik van andere stoffen die de werking van het centraal zenuwstelsel onderdrukken, zal naar
verwachting het effect van dexmedetomidine versterken en de dosis dient derhalve te worden aangepast. Gebruik
van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden vermindert significant de hoeveelheid inductiemedicatie
nodig voor inductie van anesthesie. Let er tijdens het toedienen van intraveneus inductiemiddel nauwgezet op dat
de toediening wordt gestaakt zodra het inductiemiddel effect heeft. Ook de behoefte aan vluchtige anesthetica
voor handhaving van de anesthesie wordt verminderd.
In combinatie met dexmedetomidine dienen anticholinergica met de nodige voorzichtigheid te worden gebruikt.
Kat: Na gelijktijdige intramusculaire toediening van 40 microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht en
5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht aan katten, verdubbelde de maximumconcentratie dexmedetomidine,
maar er was geen effect op de T
max
. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van dexmedetomidine nam toe tot
1,6 uur en de totale blootstelling (AUC) nam toe met 50%.
Indien tegelijkertijd een dosis van 10 mg ketamine per kg lichaamsgewicht wordt toegepast samen met 40
microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht, kan tachycardie worden veroorzaakt.
36
Indien na het gebruik van dexmedetomidine atipamezole wordt toegediend, dan worden de effecten hierdoor snel
ongedaan gemaakt, waardoor de herstelperiode kan worden verkort. Gewoonlijk zijn honden en katten na 15
minuten weer wakker en staan ze weer.
Voor informatie over bijwerkingen, zie paragraaf Bijwerkingen.
De ademhalingsfunctie en hartfunctie dient frequent en periodiek gecontroleerd te worden. Pulsoximetrie kan
nuttig zijn, maar is niet essentieel voor een adequate controle.
Er dient apparatuur voor handmatige beademing beschikbaar te zijn voor het geval zich ademhalingsdepressie of
apneu voordoet bij opeenvolgend gebruik van dexmedetomidine en ketamine om bij katten algehele anesthesie te
induceren. Het verdient tevens aanbeveling om zuurstof ter beschikking te hebben voor het geval hypoxemie
wordt verondersteld of vastgesteld.
Premedicatie met dexmedetomidine voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele anesthesie mag bij
zieke en verzwakte honden en katten uitsluitend plaatsvinden na afweging van de voordelen en risico’s.
In gevallen van overdosering dienen de volgende aanbevelingen te worden opgevolgd:
HOND: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden,
is atipamezole de geëigende antagonist. De juiste dosering atipamezole is 10 keer de initiële dosis van
dexmedetomidine (microgram/kg lichaamsgewicht of microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak). Het te
gebruiken volume atipamezole bij een concentratie van 5 mg/ml is één vijfde (1/5) van het volume Dexdomitor
0,1 mg/ml dat aan de hond werd toegediend, ongeacht de toedieningsweg van Dexdomitor.
KAT: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist, toegediend als intramusculaire injectie in de volgende dosis: 5 keer de
initiële dosering dexmedetomidine in microgram/kg lichaamsgewicht. Na een gelijktijdige blootstelling aan een
drievoudige (3X) overdosis dexmedetomidine en 15 mg ketamine per kg lichaamsgewicht, kan een aanbevolen
dosis atipamezole worden toegediend voor omkering van de effecten van dexmedetomidine.
Bij een hoge serumconcentratie van dexmedetomidine, neemt de sedatie niet toe hoewel het analgetisch effect
wel toeneemt bij verdere dosis verhogingen.
De volume dosis atipamezole in een concentratie van 5 mg/kg is gelijk aan één tiende (1/10) van het volume
Dexdomitor 0,1 mg/ml dat aan de kat gegeven was.
In het geval van accidentele zelfinjectie of orale blootstelling dient onverwijld de hulp van een arts te worden
ingeroepen en de bijsluiter of het etiket aan de arts te worden getoond. RIJD ECHTER NIET zelf omdat er
sedatie en veranderingen in de bloeddruk kunnen optreden.
Vermijd contact van huid, ogen of en slijmvliezen met het middel. Het gebruik van ondoorlatende handschoenen
wordt aanbevolen. In het geval van contact van huid of slijmvliezen met het product, moeten de blootgestelde
gebieden onmiddellijk met een ruime hoeveelheid water worden gewassen en moet de aangetaste kledij die in
direct contact met de huid staat, worden verwijderd. In geval het product in aanraking is gekomen met de ogen,
moeten de ogen uitgebreid worden gespoeld met veel vers water. Als er symptomen optreden, moet onmiddellijk
een arts worden geraadpleegd.
Zwangere vrouwen die omgaan met het product, moeten met bijzondere voorzichtigheid te werk gaan om
zelfinjectie te voorkomen, omdat een systemische blootstelling kan leiden tot contracties van de baarmoeder en
een verlaagde bloeddruk van de foetus.
Advies voor artsen: Dexdomitor is een
α
2
-adrenerge receptoragonist. Symptomen na absorptie kunnen klinische
effecten impliceren, inclusief dosisafhankelijke sedatie, ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie, een
droge mond en hyperglykemie. Er zijn ook gevallen van ventriculaire aritmie gemeld. Respiratoire en
37
hemodynamische symptomen dienen symptomatisch te worden behandeld. De specifieke
α
2
-adrenerge
receptorantagonist atipamezole, die is goedgekeurd voor gebruik bij, is bij de mens alleen experimenteel
gebruikt om door dexmedetomidine geïnduceerde effecten te neutraliseren.
Mensen met bekende overgevoeligheid voor de werkzame stof of één van de hulpstoffen dienen het product met
de nodige voorzichtigheid toe te dienen.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootte: 15 ml, 10 x 15 ml.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Gelieve voor alle informatie over dit diergeneesmiddel contact op te nemen met de lokale vertegenwoordiger
van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
38
België/Belgique/Belgien
Vetoquinol N.V.
Tel: +32 3 877 44 34
Република България
Orion Corporation
Teл: +358 10 4261
Česká
republika
Orion Pharma s.r.o.
Tel: +420 227 027 263
Danmark
Orion Pharma Animal Health
Tlf: 86 14 00 00
Deutschland
Vetoquinol GmbH
Tel: +49 89 999 79 74-0
Eesti
UAB Orion Pharma
Tel: +370 5 276 9499
Ελλάδα
ΕΛΑΝΚΟ ΕΛΛΑΣ Α.Ε.Β.Ε
Τηλ.:
(+30) 2130065000
España
Ecuphar Veterinaria S.L.U.
Tel: +34 93 595 5000
France
Vetoquinol SA
Tél: +33 3 84 62 55 55
Hrvatska
IRIS d.o.o.
Tel: +386 1 200 66 50
Luxembourg/Luxemburg
Vetoquinol SA
Tel: +33 3 84 62 55 55
Magyarország
Orion Pharma Kft.
Tel.: +36 1 886 3015
Malta
Orion Corporation
Tel: + 358 10 4261
Nederland
Vetoquinol B.V.
Tel: +31 10 498 00 79
Norge
Orion Pharma AS Animal Health
Tlf: 4000 4190
Österreich
Richter Pharma AG
Tel: 007242-490-0
Polska
Orion Pharma Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 8333177
Portugal
BELPHAR, Lda
Tel: +351 308 808 321
România
Orion Pharma Romania srl
Tel: +40 31845 1646
Slovenija
IRIS d.o.o.
Tel: +386 1 200 66 50
Ireland
Vetoquinol Ireland Limited
Tel: +44 1280 814500
Ísland
Icepharma hf
Sîmi: 540 8080
Italia
Slovenská republika
Orion Pharma s.r.o.
Tel: +420 227 027 263
Suomi/Finland
39
Vetoquinol Italia
Tel: +39 05 43 46 24 11
Κύπρος
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
Τηλ:
+357 22 056 300
Latvija
UAB Orion Pharma
Tel: +370 5 276 9499
ORION PHARMA Eläinlääkkeet
Puh/Tel: 010 4261
Sverige
Orion Pharma AB, Animal Health
Tel: +46 8 623 64 40
United Kingdom (Northern Ireland)
Vetoquinol UK Limited
Tel: +44 1280 814500
40
BIJSLUITER
DEXDOMITOR 0,5 mg/ml oplossing voor injectie
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN
VERSCHILLEND
Orion Corporation Orion Pharma
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,5 mg/ml oplossing voor injectie
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
Een ml bevat 0,5 mg dexmedetomidine hydrochloride overeenkomend
met 0,42 mg dexmedetomidine.
Methylparahydroxybenzoaat (E 218) 1,6 mg/ml
Propylparahydroxybenzoaat (E 216) 0,2 mg/ml
Werkzaam bestanddeel:
Overige bestanddelen:
4.
INDICATIE(S)
Niet-invasieve, matig tot gemiddeld pijnlijke procedures en onderzoeken waarbij immobilisatie, sedatie en
analgesie vereist zijn bij honden en katten.
Diepe sedatie en analgesie bij honden bij gelijktijdig gebruik van butorphanol voor medische en kleine
chirurgische ingrepen.
Premedicatie bij honden en katten voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele anesthesie.
5.
CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken bij dieren met cardiovasculaire aandoeningen.
Niet gebruiken bij dieren met ernstige systeemziekten of bij dieren in de stervensfase.
Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een van de hulpstoffen.
6.
BIJWERKINGEN
Op grond van zijn
α
2
-adrenerge werking veroorzaakt dexmedetomidine verlaging van de hartfrequentie en de
lichaamstemperatuur.
Bij sommige honden en katten kan een vertraging van de ademhalingsfrequentie worden waargenomen. Er
werden enkele zeldzame gevallen van pulmonair oedeem gemeld. De bloeddruk zal aanvankelijk stijgen en
daarna terugkeren tot normaal of beneden normaal.
41
Als gevolg van perifere vasoconstrictie en veneuze desaturatie, kan bij normale arteriële oxygenatie een bleke
en/of blauwachtige verkleuring van de slijmvliezen worden waargenomen.
Braken kan optreden 5-10 minuten na injectie.
Sommige honden en katten kunnen ook braken bij ontwaken uit de narcose.
Tijdens sedatie kunnen spiertremoren optreden.
Als dexmedetomidine en ketamine met een interval van 10 minuten na elkaar worden gebruikt, kan bij katten
soms een AV-blok of extrasystole optreden. Te verwachten ademhalingsproblemen zijn bradypneu, een
intermitterend ademhalingspatroon, hypoventilatie en apneu. In klinisch onderzoek kwam hypoxemie vaak voor,
met name gedurende de eerste 15 minuten van de anesthesie met dexmedetomidine/ketamine. Na dergelijk
gebruik zijn braken, hypothermie en nervositeit gerapporteerd.
Wanneer dexmedetomidine en butorphanol bij honden gelijktijdig worden gebruikt, kunnen de volgende
bijwerkingen optreden: bradypneu, tachypneu, een onregelmatig ademhalingspatroon (20-30 sec. apneu gevolgd
door verscheidene snelle ademhalingen), hypoxemie, spiertrekkingen of tremor of fietsbeweging, excitatie,
hypersalivatie, kokhalzen, overgeven, urinelozing, huiderytheem, een plotselinge opwinding of een langdurige
sedatie. Ook is aritmie met brady- of tachycardie gemeld. Hieronder vallen mogelijk ook sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV-blok, sinusarrest of -pauze en atriale, supraventriculaire en ventriculaire premature complexen.
Bij gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden kunnen bradypneu, tachypneu en braken
optreden. Ook is aritmie met brady- en tachycardie gemeld, waaronder uitgesproken sinusbradycardie, 1e en 2e
graads AV blok en sinusarrest vallen. Supraventriculaire en ventriculaire premature complexen, sinuspause en
een 3
e
graads AV-blok kunnen in zeldzame gevallen worden waargenomen.
Als dexdomitor gebruikt wordt als premedicatie bij katten, kunnen braken, kokhalzen, bleke slijmvliezen en een
lage lichaamstemperatuur voorkomen. Een intramusculaire dosering van 40 mcg/kg (gevolgd door ketamine of
propofol) had vaak sinus bradycardie en sinus aritmie tot gevolg, werd soms gevolgd door een 1
ste
graads
atrioventriculair blok en werd zelden gevolgd door supraventriculaire premature depolarisaies, atiale bigeminus,
sinus pauzes, 2
de
graads atrioventriculair blok, of “escape” slagen/ritmes.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
-
zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
-
vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
-
soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
-
zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
-
zeer zelden ((minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat
het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden en katten.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEGEN
Het product is bedoeld voor:
42
-
-
Hond: intraveneus of intramusculair gebruik
Kat: intramusculair gebruik
Het product is niet bedoeld voor herhaalde injecties.
Dexdomitor, butorphanol en/of ketamine kunnen in dezelfde injectiespuit worden vermengd omdat is
aangetoond dat ze farmaceutisch combineerbaar zijn.
De volgende doses worden aanbevolen:
HONDEN:
De dosering van dexmedetomidine is gebaseerd op het lichaamsoppervlak.
Intraveneus: tot 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Intramusculair: tot 500 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Wanneer voor diepe sedatie en analgesie gelijktijdig butorphanol (0,1 mg/kg) wordt toegediend, dan is de
intramusculaire dosis dexmedetomidine 300 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak. De
premedicatiedosis van dexmedetomidine is 125 - 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak, toe te
dienen 20 minuten voorafgaande aan de inductie voor procedures waarvoor anesthesie noodzakelijk is. De dosis
dient te worden aangepast aan het type chirurgie, de duur van de procedure en het temperament van het dier.
Gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol veroorzaakt sedatieve en analgetische effecten die na
uiterlijk 15 minuten na toediening intreden. De piek van de sedatieve en analgetische effecten wordt binnen 30
minuten na toediening bereikt. De sedatie duurt ten minste 120 minuten na toediening en de analgesie duurt ten
minste 90 minuten. Binnen 3 uur treedt spontaan herstel op.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol en thiopental met 30% resp. 60% verminderd. Alle
anesthetica die worden gebruikt voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op
geleide van het effect. In een klinisch onderzoek droeg dexmedetomidine voor 0,5 tot 4 uur bij aan
postoperatieve analgesie. Deze duur is echter afhankelijk van verschillende variabelen. Er dienen meer
analgetica te worden toegediend op basis van klinische beoordeling.
De hiermee overeenkomende doses op basis van het lichaamsgewicht staan weergegeven in de volgende
tabellen. Bij toediening van kleine volumes wordt gebruik van een injectiespuit met een geschikte schaal
aanbevolen voor een nauwkeurige dosering.
43
Hond
gewicht
(kg)
2-3
3-4
4-5
5-10
10-13
13-15
15-20
20-25
25-30
30-33
33-37
37-45
45-50
50-55
55-60
60-65
65-70
70-80
>80
Dexmedetomidine
125 mcg/m
2
(mcg/kg)
(ml)
9.4
0.04
8.3
0.05
7.7
0.07
6.5
0.1
5.6
0.13
5.2
0.15
4.9
0.17
4.5
0.2
4.2
0.23
4
0.25
3.9
0.27
3.7
0.3
3.5
0.33
3.4
0.35
3.3
0.38
3.2
0.4
3.1
0.42
3
0.45
2.9
0.47
Dexmedetomidine
375 mcg/m
2
(mcg/kg)
(ml)
28.1
0.12
25
0.17
23
0.2
19.6
0.29
16.8
0.38
15.7
0.44
14.6
0.51
13.4
0.6
12.6
0.69
12
0.75
11.6
0.81
11
0.9
10.5
0.99
10.1
1.06
9.8
1.13
9.5
1.19
9.3
1.26
9
1.35
8.7
1.42
Dexmedetomidine
500 mcg/m
2
(mcg/kg)
(ml)
40
0.15
35
0.2
30
0.3
25
0.4
23
0.5
21
0.6
20
0.7
18
0.8
17
0.9
16
1.0
15
1.1
14.5
1.2
14
1.3
13.5
1.4
13
1.5
12.8
1.6
12.5
1.7
12.3
1.8
12
1.9
Voor diepe sedatie en analgesie met butorphanol
Hond
gewicht
(kg)
2-3
3-4
4-5
5-10
10-13
13-15
15-20
20-25
25-30
30-33
33-37
37-45
45-50
50-55
55-60
60-65
65-70
70-80
>80
Dexmedetomidine
300 mcg/m
2
intramusculair
(mcg/kg)
24
23
22.2
16.7
13
12.5
11.4
11.1
10
9.5
9.3
8.5
8.4
8.1
7.8
7.6
7.4
7.3
7
(ml)
0.12
0.16
0.2
0.25
0.3
0.35
0.4
0.5
0.55
0.6
0.65
0.7
0.8
0.85
0.9
0.95
1
1.1
1.2
44
KATTEN:
De dosering voor katten is 40 microgram dexmedetomidine hydrochloride/kg lichaamsgewicht overeenkomend
met een toe te dienen volume van 0,08 ml Dexdomitor/kg lichaamsgewicht bij toepassing voor niet-invasieve,
matig tot gemiddeld pijnlijke procedures waarbij immobilisatie, sedatie en analgesie vereist zijn.
Wanneer dexmedetomidine wordt gebruikt voor premedicatie bij katten, wordt dezelfde dosis aangehouden.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol met 50% verminderd. Alle anesthetica die worden gebruikt
voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op geleide van het effect. Anesthesie
kan 10 minuten na premedicatie worden geïnduceerd door intramusculaire toediening van een doeldosis van 5
mg ketamine per kg lichaamsgewicht of door intraveneuze toediening van propofol op geleide van het effect. De
dosering voor katten staat weergegeven in de volgende tabel.
Kat
gewicht
(kg)
1-2
2-3
3-4
4-6
6-7
7-8
8-10
Dexmedetomidine 40 mcg/kg intramusculair
(mcg/kg)
(ml)
40
0,1
40
0,2
40
0,3
40
0,4
40
0,5
40
0,6
40
0,7
De verwachte sedatieve en analgetische effecten worden binnen 15 minuten na toediening bereikt en houden tot
60 minuten na toediening aan. De sedatie kan ongedaan gemaakt worden door toediening van atipamezole.
Atipamezole dient niet eerder dan 30 minuten na de toediening van ketamine toegediend te worden.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Het wordt aanbevolen om de dieren gedurende 12 uur voorafgaand aan de toediening van Dexdomitor te laten
vasten. Water mag gegeven worden.
Na de behandeling mag geen water of voedsel aan het dier gegeven worden voordat het kan slikken.
10.
WACHTTERMIJN(EN)
Niet van toepassing.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Niet invriezen.
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gebruik dit diergeneesmiddel niet na de vervaldatum die vermeld op het etiket en de doos na EXP.
45
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Gedurende de ingreep en de recovery dienen de behandelde dieren te verblijven in een warme ruimte met een
constante temperatuur.
Nerveuze, agressieve of opgewonden dieren dienen voor het begin van de behandeling de gelegenheid te krijgen
te kalmeren.
De veiligheid van dexmedetomidine tijdens dracht en lactatie is bij de doeldieren niet bewezen. Daarom wordt
het gebruik van het middel tijdens dracht en lactatie niet aanbevolen.
De veiligheid van dexmedetomidine is niet vastgesteld bij mannelijke dieren die bedoeld zijn voor de fok.
Bij oudere dieren dient het middel met de nodige voorzichtigheid te worden toegepast.
De toediening van dexmedetomidine aan puppies jonger dan 16 weken en kittens jonger dan 12 weken is niet
bestudeerd.
Tijdens sedatie kunnen bij katten vertroebelingen van het hoornvlies optreden. De ogen dienen met een daartoe
geschikte oogzalf te worden beschermd.
Gelijktijdig gebruik van andere stoffen die de werking van het centraal zenuwstelsel onderdrukken, zal naar
verwachting het effect van dexmedetomidine versterken en de dosis dient derhalve te worden aangepast. Gebruik
van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden vermindert significant de hoeveelheid inductiemedicatie
nodig voor inductie van anesthesie. Let er tijdens het toedienen van intraveneus inductiemiddel nauwgezet op dat
de toediening wordt gestaakt zodra het inductiemiddel effect heeft. Ook de behoefte aan vluchtige anesthetica
voor handhaving van de anesthesie wordt verminderd.
In combinatie met dexmedetomidine dienen anticholinergica met de nodige voorzichtigheid te worden gebruikt.
Kat: Na gelijktijdige intramusculaire toediening van 40 microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht en
5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht aan katten, verdubbelde de maximumconcentratie dexmedetomidine,
maar er was geen effect op de T
max
. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van dexmedetomidine nam toe tot
1,6 uur en de totale blootstelling (AUC) nam toe met 50%.
Indien tegelijkertijd een dosis van 10 mg ketamine per kg lichaamsgewicht wordt toegepast samen met 40
microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht, kan tachycardie worden veroorzaakt.
Indien na het gebruik van dexmedetomidine atipamezole wordt toegediend, dan worden de effecten hierdoor snel
ongedaan gemaakt, waardoor de herstelperiode kan worden verkort. Gewoonlijk zijn honden en katten na 15
minuten weer wakker en staan ze weer.
Voor informatie over bijwerkingen, zie paragraaf Bijwerkingen.
De ademhalingsfunctie en hartfunctie dient frequent en periodiek gecontroleerd te worden. Pulsoximetrie kan
nuttig zijn, maar is niet essentieel voor een adequate controle.
Er dient apparatuur voor handmatige beademing beschikbaar te zijn voor het geval zich ademhalingsdepressie of
apneu voordoet bij opeenvolgend gebruik van dexmedetomidine en ketamine om bij katten algehele anesthesie te
46
induceren. Het verdient tevens aanbeveling om zuurstof ter beschikking te hebben voor het geval hypoxemie
wordt verondersteld of vastgesteld.
Premedicatie met dexmedetomidine voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele anesthesie mag bij
zieke en verzwakte honden en katten uitsluitend plaatsvinden na afweging van de voordelen en risico’s.
In gevallen van overdosering dienen de volgende aanbevelingen te worden opgevolgd:
HOND: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden,
is atipamezole de geëigende antagonist. De juiste dosering atipamezole is 10 keer de initiële dosis van
dexmedetomidine (microgram/kg lichaamsgewicht of microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak). Het te
gebruiken volume atipamezole bij een concentratie van 5 mg/ml is gelijk aan het volume Dexdomitor dat aan de
hond werd toegediend, ongeacht de toedieningsweg van Dexdomitor.
KAT: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist, toegediend als intramusculaire injectie in de volgende dosis: 5 keer de
initiële dosering dexmedetomidine in microgram/kg lichaamsgewicht. Na een gelijktijdige blootstelling aan een
drievoudige (3X) overdosis dexmedetomidine en 15 mg ketamine per kg lichaamsgewicht, kan een aanbevolen
dosis atipamezole worden toegediend voor omkering van de effecten van dexmedetomidine.
Bij een hoge serumconcentratie van dexmedetomidine, neemt de sedatie niet toe hoewel het analgetisch effect
wel toeneemt bij verdere dosis verhogingen.
De volume dosis atipamezole in een concentratie van 5 mg/kg is gelijk aan de helft van het volume Dexdomitor
dat aan de kat gegeven was.
In het geval van accidentele zelfinjectie of orale blootstelling dient onverwijld de hulp van een arts te worden
ingeroepen en de bijsluiter of het etiket aan de arts te worden getoond. RIJD ECHTER NIET zelf omdat er
sedatie en veranderingen in de bloeddruk kunnen optreden.
Vermijd contact van huid, ogen of en slijmvliezen met het middel. Het gebruik van ondoorlatende handschoenen
wordt aanbevolen. In het geval van contact van huid of slijmvliezen met het product, moeten de blootgestelde
gebieden onmiddellijk met een ruime hoeveelheid water worden gewassen en moet de aangetaste kledij die in
direct contact met de huid staat, worden verwijderd. In geval het product in aanraking is gekomen met de ogen,
moeten de ogen uitgebreid worden gespoeld met veel vers water. Als er symptomen optreden, moet onmiddellijk
een arts worden geraadpleegd.
Zwangere vrouwen die omgaan met het product, moeten met bijzondere voorzichtigheid te werk gaan om
zelfinjectie te voorkomen, omdat een systemische blootstelling kan leiden tot contracties van de baarmoeder en
een verlaagde bloeddruk van de foetus.
Advies voor artsen: Dexdomitor is een
α
2
-adrenerge receptoragonist. Symptomen na absorptie kunnen klinische
effecten impliceren, inclusief dosisafhankelijke sedatie, ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie, een
droge mond en hyperglykemie. Er zijn ook gevallen van ventriculaire aritmie gemeld. Respiratoire en
hemodynamische symptomen dienen symptomatisch te worden behandeld. De specifieke
α
2
-adrenerge
receptorantagonist atipamezole, die is goedgekeurd voor gebruik bij, is bij de mens alleen experimenteel
gebruikt om door dexmedetomidine geïnduceerde effecten te neutraliseren.
Mensen met bekende overgevoeligheid voor de werkzame stof of één van de hulpstoffen dienen het product met
de nodige voorzichtigheid toe te dienen.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
47
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootte: 10 ml, 10 x 10 ml
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.>
Gelieve voor alle informatie over dit diergeneesmiddel contact op te nemen met de lokale vertegenwoordiger
van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
48
België/Belgique/Belgien
Vetoquinol N.V.
Tel: +32 3 877 44 34
Република България
Orion Corporation
Teл: +358 10 4261
Česká
republika
Orion Pharma s.r.o.
Tel: +420 227 027 263
Danmark
Orion Pharma Animal Health
Tlf: 86 14 00 00
Deutschland
Vetoquinol GmbH
Tel: +49 89 999 79 74-0
Eesti
UAB Orion Pharma
Tel: +370 5 276 9499
Ελλάδα
ΕΛΑΝΚΟ ΕΛΛΑΣ Α.Ε.Β.Ε
Τηλ.:
(+30) 2130065000
España
Ecuphar Veterinaria S.L.U.
Tel: +34 93 595 5000
France
Vetoquinol SA
Tél: +33 3 84 62 55 55
Hrvatska
IRIS d.o.o.
Tel: +386 1 200 66 50
Luxembourg/Luxemburg
Vetoquinol SA
Tel: +33 3 84 62 55 55
Magyarország
Orion Pharma Kft.
Tel.: +36 1 886 3015
Malta
Orion Corporation
Tel: + 358 10 4261
Nederland
Vetoquinol B.V.
Tel: +31 10 498 00 79
Norge
Orion Pharma AS Animal Health
Tlf: 4000 4190
Österreich
Richter Pharma AG
Tel: 007242-490-0
Polska
Orion Pharma Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 8333177
Portugal
BELPHAR, Lda
Tel: +351 308 808 321
România
Orion Pharma Romania srl
Tel: +40 31845 1646
Slovenija
IRIS d.o.o.
Tel: +386 1 200 66 50
Ireland
Vetoquinol Ireland Limited
Tel: +44 1280 814500
Ísland
Icepharma hf
Sîmi: 540 8080
Slovenská republika
Orion Pharma s.r.o.
Tel: +420 227 027 263
49
Italia
Vetoquinol Italia
Tel: +39 05 43 46 24 11
Suomi/Finland
ORION PHARMA Eläinlääkkeet
Puh/Tel: 010 4261
Κύπρος
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
Τηλ:
+357 22 056 300
Latvija
UAB Orion Pharma
Tel: +370 5 276 9499
Sverige
Orion Pharma AB, Animal Health
Tel: +46 8 623 64 40
United Kingdom (Northern Ireland)
Vetoquinol UK Limited
Tel: +44 1280 814500
50
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,1 mg/ml oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Werkzaam bestanddeel:
Een ml bevat 0,1 mg dexmedetomidine hydrochloride
overeenkomend met 0,08 mg dexmedetomidine.
Hulpstoffen:
Methylparahydroxybenzoaat (E 218) 2,0 mg/ml
Propylparahydroxybenzoaat (E 216) 0,2 mg/ml
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3. FARMACEUTISCHE
VORM
Oplossing voor injectie
Heldere, kleurloze oplossing
4. KLINISCHE
GEGEVENS
4.1 Doeldiersoorten
Honden en katten.
4.2 Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoorten
Niet-invasieve, matig tot gemiddeld pijnlijke procedures en onderzoeken waarbij immobilisatie, sedatie en
analgesie vereist zijn bij honden en katten.
Diepe sedatie en analgesie bij honden bij gelijktijdig gebruik van butorphanol voor medische en kleine
chirurgische ingrepen.
Premedicatie bij honden en katten voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele aneasthesie
4.3 Contra-indicaties
Niet gebruiken bij dieren met cardiovasculaire aandoeningen.
Niet gebruiken bij dieren met ernstige systeemziekten of bij dieren in de stervensfase.
Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een van de hulpstoffen.
4.4 Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
De toediening van dexmedetomidine aan puppies jonger dan 16 weken en kittens jonger dan 12 weken is niet
onderzocht.
De veiligheid van dexmedetomidine is niet vastgesteld bij mannelijke fokdieren.
4.5 Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Gedurende de ingreep en de recovery dienen behandelde dieren te verblijven in een warme ruimte met een
constante temperatuur.
Het wordt aanbevolen om de dieren gedurende 12 uur voorafgaand aan de toediening van Dexdomitor te laten
vasten. Water mag gegeven worden.
Na de behandeling mag geen water of voedsel aan het dier gegeven worden voordat het kan slikken.
De ogen dienen beschermd te worden met een daartoe geschikte oogzalf.
Bij oudere dieren dient het middel met de nodige voorzichtigheid te worden toegepast.
Nerveuze, agressieve of opgewonden dieren dienen voor het begin van de behandeling de gelegenheid te krijgen
te kalmeren.
De ademhalingsfunctie en hartfunctie dient frequent en periodiek gecontroleerd te worden. Pulsoximetrie kan
nuttig zijn, maar is niet essentieel voor een adequate controle. Er dient apparatuur voor handmatige beademing
beschikbaar te zijn voor het geval zich ademhalingsdepressie of apneu voordoet bij opeenvolgend gebruik van
dexmedetomidine en ketamine om bij katten algehele anesthesie te induceren. Het verdient tevens aanbeveling
om zuurstof ter beschikking te hebben voor het geval hypoxemie wordt verondersteld of vastgesteld.
Premedicatie met dexmedetomidine voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele anesthesie mag bij
zieke en verzwakte honden en katten uitsluitend plaatsvinden na afweging van de voordelen en risico's.
Gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden en katten vermindert significant de hoeveelheid
inductiemedicatie nodig voor inductie van anesthesie. Let er tijdens het toedienen van intraveneus
inductiemiddel nauwgezet op dat de toediening wordt gestaakt zodra het inductiemiddeleffect heeft. Ook de
behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie wordt verminderd.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
In het geval van accidentele zelfinjectie of orale blootstelling dient onverwijld de hulp van een arts te worden
ingeroepen en de bijsluiter of het etiket aan de arts te worden getoond. RIJD ECHTER NIET zelf omdat er
sedatie en veranderingen in de bloeddruk kunnen optreden.
Vermijd contact van huid, ogen of en slijmvliezen met het middel. Het gebruik van ondoorlatende handschoenen
wordt aanbevolen. In het geval van contact van huid of slijmvliezen met het product, moeten de blootgestelde
gebieden onmiddellijk met een ruime hoeveelheid water worden gewassen en moet de aangetaste kledij die in
direct contact met de huid staat, worden verwijderd. In geval het product in aanraking is gekomen met de ogen,
moeten de ogen uitgebreid worden gespoeld met veel vers water. Als er symptomen optreden, moet onmiddellijk
een arts worden geraadpleegd.
Zwangere vrouwen die omgaan met het product, moeten met bijzondere voorzichtigheid te werk gaan om
zelfinjectie te voorkomen, omdat een systemische blootstelling kan leiden tot contracties van de baarmoeder en
een verlaagde bloeddruk van de foetus.
Mensen met bekende overgevoeligheid voor de werkzame stof of één van de hulpstoffen dienen het
diergeneesmiddel met de nodige voorzichtigheid toe te dienen.
4.6 Bijwerkingen (frequentie en ernst)
Op grond van zijn 2-adrenerge werking veroorzaakt dexmedetomidine verlaging van de hartfrequentie en de
lichaamstemperatuur.
Bij sommige honden en katten kan een vertraging van de ademhalingsfrequentie worden waargenomen. Er
werden enkele zeldzame gevallen van pulmonair oedeem gemeld. De bloeddruk zal aanvankelijk stijgen en
daarna terugkeren tot normaal of beneden normaal. Als gevolg van perifere vasoconstrictie en veneuze
desaturatie, kan bij normale arteriële oxygenatie een bleke en/of blauwachtige verkleuring van de slijmvliezen
worden waargenomen.
Braken kan optreden 5-10 minuten na injectie. Sommige honden en katten kunnen ook braken bij ontwaken uit
de narcose.
Tijdens sedatie kunnen spiertremoren optreden.
Tijdens sedatie kunnen bij katten vertroebelingen van het hoornvlies optreden. (zie eveneens paragraaf 4.5)
Als dexmedetomidine en ketamine met een interval van 10 minuten na elkaar worden gebruikt, kan bij katten
soms een AV-blok of extrasystole optreden. Te verwachten ademhalingsproblemen zijn bradypneu, een
ademhalingspatroon met onderbrekingen, hypoventilatie en apneu. In klinisch onderzoek kwam hypoxemie vaak
voor, met name gedurende de eerste 15 minuten van de anesthesie met dexmedetomidine/ketamine. Na dergelijk
gebruik zijn braken, hypothermie en nervositeit gerapporteerd.
Bij gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol bij honden kunnen de volgende bijwerkingen
optreden: bradypneu, tachypneu, een onregelmatig ademhalingspatroon (20-30 sec apneu gevolgd door
verscheidene snelle ademhalingen), hypoxemie, spiertrekkingen of tremor of fietsbeweging, excitatie,
hypersalivatie, kokhalzen, overgeven, urinelozing, huiderytheem, een plotselinge opwinding of een langdurige
sedatie. Ook is aritmie met brady- of tachycardie gemeld. Hieronder vallen mogelijk ook sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV-blok , sinusarrest of pauze en atriale, supraventriculaire en ventriculaire premature complexen.
Bij gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden kunnen bradypneu, tachypneu en braken
optreden. Ook is aritmie met brady- en tachycardie gemeld, waaronder een uitgesproken sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV blok en sinusarrest vallen. Supraventriculaire en ventriculaire premature complexen, sinuspause en
3e graads AV-blok kunnen in zeldzame gevallen worden waargenomen.
Als dexdomitor gebruikt wordt als premedicatie bij katten, kunnen braken, kokhalzen, bleke slijmvliezen en een
lage lichaamstemperatuur voorkomen. Een intramusculaire dosering van 40 micrograms/kg (gevolgd door
ketamine of propofol) had vaak sinus bradycardie en sinus aritmie tot gevolg, werd soms gevolgd door een 1ste
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
-
zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- zeer zelden ((minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
4.7 Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
De veiligheid van dexmedetomidine tijdens dracht en lactatie is bij de doeldieren niet bewezen. Daarom wordt
het gebruik van het middel tijdens dracht en lactatie niet aanbevolen.
4.8 Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van andere stoffen die de werking van het centraal zenuwstelsel onderdrukken, zal naar
verwachting het effect van dexmedetomidine versterken en de dosis dient derhalve te worden aangepast. In
combinatie met dexmedetomidine dienen anticholinergica met de nodige voorzichtigheid te worden gebruikt.
Indien na het gebruik van dexmedetomidine atipamezole wordt toegediend, dan worden de effecten hierdoor snel
ongedaan gemaakt, waardoor de herstelperiode kan worden verkort. Gewoonlijk zijn honden en katten na 15
minuten weer wakker en staan ze weer.
Kat: Na gelijktijdige intramusculaire toediening van 40 microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht en
5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht aan katten, verdubbelde de maximumconcentratie dexmedetomidine,
maar er was geen effect op de Tmax. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van dexmedetomidine nam toe tot
1,6 uur en de totale blootstelling (AUC) nam toe met 50%.
Indien tegelijkertijd een dosis van 10 mg ketamine per kg lichaamsgewicht wordt toegepast samen met 40
microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht, kan tachycardie worden veroorzaakt.
Voor informatie over bijwerkingen, zie paragraaf 4.6, bijwerkingen.
Voor informatie over veiligheid bij de doeldieren in gevallen van overdosering, zie paragraaf 4.10 Overdosering.
4.9 Dosering en toedieningsweg
Het product is bedoeld voor:
- Hond: intraveneus of intramusculair gebruik
- Kat: intramusculair gebruik
Het product is niet bedoeld voor herhaalde injecties.
Dexdomitor, butorphanol en/of ketamine kunnen in dezelfde injectiespuit worden vermengd omdat is
aangetoond dat ze farmaceutisch combineerbaar zijn.
Dosering: de volgende doses worden aanbevolen:
HONDEN:
Intraveneus: tot 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Intramusculair: tot 500 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Wanneer voor diepe sedatie en analgesie gelijktijdig butorphanol (0,1 mg/kg) wordt toegediend, dan is de
intramusculaire dosis dexmedetomidine 300 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak. De
premedicatiedosis van dexmedetomidine is 125 - 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak, toe te
dienen 20 minuten voorafgaande aan de inductie voor procedures waarvoor anesthesie noodzakelijk is. De dosis
dient te worden aangepast aan het type chirurgie, de duur van de procedure en het temperament van het dier.
Gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol veroorzaakt sedatieve en analgetische effecten die na
uiterlijk 15 minuten na toediening intreden. De piek van de sedatieve en analgetische effecten wordt binnen 30
minuten na toediening bereikt. De sedatie duurt ten minste 120 minuten na toediening en de analgesie duurt ten
minste 90 minuten. Binnen 3 uur treedt spontaan herstel op.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol en thiopental met 30% resp. 60% verminderd. Alle
anesthetica die worden gebruikt voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op
geleide van het effect. In een klinisch onderzoek droeg dexmedetomidine voor 0,5 tot 4 uur bij aan
postoperatieve analgesie. Deze duur is echter afhankelijk van verschillende variabelen. Er dienen meer
analgetica te worden toegediend op basis van klinische beoordeling.
De hiermee overeenkomende doses op basis van het lichaamsgewicht staan weergegeven in de volgende
tabellen. Bij toediening van kleine volumes wordt gebruik van een injectiespuit met een geschikte schaal
aanbevolen voor een nauwkeurige dosering.
Hond
Dexmedetomidine
Dexmedetomidine
Dexmedetomidine
gewicht
125 micrograms/m2
375 micrograms/m2
500 micrograms/m2
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
(mcg/kg)
(ml)
(mcg/kg)
(ml)
2-3
9.4
0.2
28.1
0.6
40
0.75
3.1-4
8.3
0.25
25
0.85
35
1
4.1-5
7.7
0.35
23
1
30
1.5
5.1-10
6.5
0.5
19.6
1.45
25
2
10.1-13
5.6
0.65
16.8
1.9
13.1-15
5.2
0.75
15.1-20
4.9
0.85
Voor diepe sedatie en analgesie met butorphanol
Hond
Dexmedetomidine
gewicht
300 micrograms/m2 intramusculair
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
2-3
24
0.6
3.1-4
23
0.8
4.1-5
22.2
1
5.1-10
16.7
1.25
10.1-13
13
1.5
12.5
1.75
Voor hogere gewichten, DEXDOMITOR 0.5 mg/ml en zijn doseringstabellen gebruiken.
KATTEN:
De dosering voor katten is 40 microgram dexmedetomidine hydrochloride/kg lichaamsgewicht overeenkomend
met een toe te dienen volume van 0,4 ml Dexdomitor/kg lichaamsgewicht bij toepassing voor niet-invasieve,
matig tot gemiddeld pijnlijke procedures waarbij immobilisatie, sedatie en analgesie vereist zijn.
Wanneer dexmedetomidine wordt gebruikt voor premedicatie bij katten, wordt dezelfde dosis aangehouden.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol met 50% verminderd. Alle anesthetica die worden gebruikt
voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op geleide van het effect.
Anesthesie kan 10 minuten na premedicatie worden geïnduceerd door intramusculaire toediening van een
doeldosis van 5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht of door intraveneuze toediening van propofol op geleide
van het effect. De dosering voor katten staat weergegeven in de volgende tabel.
Kat
Gewicht
Dexmedetomidine 40 micrograms/kg intramusculair
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
1-2
40
0,5
2.1-3
40
1
Voor hogere gewichten, DEXDOMITOR 0.5 mg/ml en zijn doseringstabellen gebruiken.
De verwachte sedatieve en analgetische effecten worden binnen 15 minuten na toediening bereikt en houden tot
60 minuten na toediening aan. De sedatie kan ongedaan gemaakt worden door toediening van atipamezole.
Atipamezole dient niet eerder dan 30 minuten na de toediening van ketamine toegediend te worden.
4.10 Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk
Hond: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist. De juiste dosering atipamezole is 10 keer de initiële dosis van
dexmedetomidine (microgram/kg lichaamsgewicht of microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak). Het te
gebruiken volume atipamezole bij een concentratie van 5 mg/ml is één vijfde (1/5) van het volume Dexdomitor
0,1 mg/mldat aan de hond werd toegediend, ongeacht de toedieningsweg van Dexdomitor.
Kat: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist, toegediend als intramusculaire injectie in de volgende dosis: 5 keer de
initiële dosering dexmedetomidine in microgram/kg lichaamsgewicht. Na een gelijktijdige blootstelling aan een
drievoudige (3X) overdosis dexmedetomidine en 15 mg ketamine per kg lichaamsgewicht, kan een aanbevolen
dosis atipamezole worden toegediend voor omkering van de effecten van dexmedetomidine. Bij een hoge
serumconcentratie van dexmedetomidine, neemt de sedatie niet toe hoewel het analgetisch effect wel toeneemt
bij verdere dosis verhogingen. De volume dosis atipamezole bij een concentratie van 5 mg/kg is gelijk aan één
tiende (1/10) van het volume Dexdomitor 0,1 mg/ml dat aan de kat gegeven was.
4.11 Wachttermijn(en)
Niet van toepassing.
EIGENSCHAPPEN
Farmacotherapeutische groep: andere hypnotica en sedativa, ATC vet code: QN05CM18.
5.1 Pharmacodynamische eigenschappen
Dexdomitor bevat dexmedetomidine als werkzaam bestanddeel; dit brengt sedatie en analgesie teweeg bij
honden en katten. De duur en intensiteit van de sedatie en analgesie zijn afhankelijk van de dosis. Bij een
maximaal effect is het dier ontspannen, ligt het en reageert het niet op prikkels van buitenaf.
Dexmedetomidine is een krachtige en selectieve 2-adrenerge receptoragonist die de afgifte van noradrenaline
door noradrenerge neuronen remt. De sympathische neurotransmissie wordt voorkomen en het
bewustzijnsniveau neemt af. Na toediening van dexmedetomidine kunnen verlaging van de hartfrequentie en
tijdelijke blokkade van de AV-knoop worden waargenomen. Na aanvankelijke stijging daalt de bloeddruk tot het
normale niveau of daaronder. In sommige gevallen kan de ademfrequentie dalen. Dexmedetomidine induceert
ook een aantal andere effecten die door 2-adrenerge receptoren worden gemedieerd. Dit zijn onder andere pilo-
erectie, onderdrukking van motorische en secretorische functies van het maagdarmkanaal, diurese en
hyperglykemie.
Een lichte daling van de temperatuur kan worden waargenomen.
5.2 Pharmacokinetische eigenschappen
Omdat dexdemetomidine een lipofiele stof is, wordt het na intramusculaire toediening goed geabsorbeerd.
Dexmedetomidine wordt ook snel in het lichaam verdeeld en passeert gemakkelijk de bloed-hersenbarrière. Uit
onderzoek bij ratten blijkt dat de maximale concentratie in het centrale zenuwstelsel een aantal keren hoger is
dan de overeenkomstige plasmaspiegel. In de circulatie wordt dexmedetomidine grotendeels (>90%) gebonden
aan plasma-eiwitten.
Hond: na een intramusculaire dosis van 50 microgram/kg lichaamsgewicht wordt na 0,6 uur een maximale
concentratie in het plasma bereikt van ongeveer 12 nanograms/ml. De biologische beschikbaarheid van
dexmedetomidine is 60% en het schijnbare verdelingsvolume (Vd) is 0,9 l/kg. De eliminatiehalfwaardetijd (t1/2)
is 40-50 minuten.
Belangrijke biotransformaties bij de hond zijn onder meer hydroxylering, glucuronzuurconjugatie en N-
methylering in de lever. Alle bekende metabolieten vertonen geen farmacologische werking. Metabolieten
worden voornamelijk in de urine uitgescheiden en in mindere mate in de feces. Dexmedetomidine is een stof die
een sterke klaring vertoont en waarvan de eliminatie afhangt van de bloedstroom door de lever. Een verlengde
eliminatiehalfwaardetijd kan dus worden verwacht bij overdoses of wanneer dexmedetomidine tegelijk wordt
toegediend met andere geneesmiddelen die de levercirculatie beïnvloeden.
Kat: de maximale concentratie in het plasma wordt bij intramusculaire toediening na ongeveer 0,24 uur bereikt
na intramusculaire toediening. De Cmax is 17 nanograms /ml na een intramusculaire dosis van 40 microgram per
kg lichaamsgewicht. Het schijnbare verdelingsvolume (Vd) is 2,2 l/kg. De eliminatiehalfwaardetijd (t1/2) is één
uur.
Bij de kat vindt de biotransformatie plaats door hydroxylering in de lever. Metabolieten worden voornamelijk in
de urine uitgescheiden (51% van de dosis) en in mindere mate in de feces. Evenals bij honden vertoont
6. FARMACEUTISCHE
GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Methylparahydroxybenzoaat (E 218)
Propylparahydroxybenzoaat (E 216)
6.2 Belangrijke onverenigbaarheden
Geen bekend.
Dexdomitor kan gedurende tenminste twee uur in dezelfde injectiespuit worden gecombineerd met butorphanol
en ketamine.
6.3 Houdbaarheidstermijn
3 jaar
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet invriezen
6.5 Aard en samenstelling van de primaire verpakking
Kartonnen doos met 1 glazen flacon (Type I) van 20 ml ( met een vulvolume van 15 ml) met een rubberen stop van
bromobutyl en aluminium deksel.
Verpakkingsgrootte: 15 ml, 10 x 15 ml.
Het is mogelijk dat niet alle verpakkingsgroottes in de handel worden gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van het ongebruikte diergeneesmiddel of
eventueel uit het gebruik van een dergelijk middel voortvloeiend afvalmateriaal
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten te
worden verwijderd.
7.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Orion Corporation
Orionintie 1
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/02/033/003-004
9. DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 30 augustus 2002
Datum van laatste verlenging: 2 augustus 2007
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
VERBODSMAATREGELEN TEN AANZIEN VAN DE VERKOOP, DE LEVERING EN/OF HET
GEBRUIK
Niet van toepassing.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,5 mg/ml oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Werkzaam bestanddeel:
Een ml bevat 0,5 mg dexmedetomidine hydrochloride
overeenkomend met 0,42 mg dexmedetomidine.
Hulpstoffen:
Methylparahydroxybenzoaat (E 218) 1,6 mg/ml
Propylparahydroxybenzoaat (E 216) 0,2 mg/ml
3. FARMACEUTISCHE
VORM
Oplossing voor injectie
Heldere, kleurloze oplossing
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
4. KLINISCHE
GEGEVENS
4.1 Doeldiersoorten
Honden en katten.
4.2 Indicaties voor gebruik met specificatie van de doeldiersoorten
Niet-invasieve, matig tot gemiddeld pijnlijke procedures en onderzoeken waarbij immobilisatie, sedatie en
analgesie vereist zijn bij honden en katten.
Diepe sedatie en analgesie bij honden bij gelijktijdig gebruik van butorphanol voor medische en kleine
chirurgische ingrepen.
Premedicatie bij honden en katten voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele aneasthesie
4.3 Contra-indicaties
Niet gebruiken bij dieren met cardiovasculaire aandoeningen.
Niet gebruiken bij dieren met ernstige systeemziekten of bij dieren in de stervensfase.
Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een van de hulpstoffen.
4.4 Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
De toediening van dexmedetomidine aan puppies jonger dan 16 weken en kittens jonger dan 12 weken is niet
onderzocht.
De veiligheid van dexmedetomidine is niet vastgesteld bij mannelijke fokdieren.
Tijdens sedatie kunnen bij katten vertroebelingen van het hoornvlies optreden. De ogen dienen met een daartoe
geschikte oogzalf te worden beschermd.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Gedurende de ingreep en de recovery dienen behandelde dieren te verblijven in een warme ruimte met een
constante temperatuur.
Het wordt aanbevolen om de dieren gedurende 12 uur voorafgaand aan de toediening van Dexdomitor te laten
vasten. Water mag gegeven worden.
Na de behandeling mag geen water of voedsel aan het dier gegeven worden voordat het kan slikken.
De ogen dienen beschermd te worden met een daartoe geschikte oogzalf.
Bij oudere dieren dient het middel met de nodige voorzichtigheid te worden toegepast.
Nerveuze, agressieve of opgewonden dieren dienen voor het begin van de behandeling de gelegenheid te krijgen
te kalmeren.
De ademhalingsfunctie en hartfunctie dient frequent en periodiek gecontroleerd te worden. Pulsoximetrie kan
nuttig zijn, maar is niet essentieel voor een adequate controle. Er dient apparatuur voor handmatige beademing
beschikbaar te zijn voor het geval zich ademhalingsdepressie of apneu voordoet bij opeenvolgend gebruik van
dexmedetomidine en ketamine om bij katten algehele anesthesie te induceren. Het verdient tevens aanbeveling
om zuurstof ter beschikking te hebben voor het geval hypoxemie wordt verondersteld of vastgesteld.
Premedicatie met dexmedetomidine voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele anesthesie mag bij
zieke en verzwakte honden en katten uitsluitend plaatsvinden na afweging van de voordelen en risico's.
Gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden en katten vermindert significant de hoeveelheid
inductiemedicatie nodig voor inductie van anesthesie. Let er tijdens het toedienen van intraveneus
inductiemiddel nauwgezet op dat de toediening wordt gestaakt zodra het inductiemiddeleffect heeft. Ook de
behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie wordt verminderd.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
In het geval van accidentele zelfinjectie of orale blootstelling dient onverwijld de hulp van een arts te worden
ingeroepen en de bijsluiter of het etiket aan de arts te worden getoond. RIJD ECHTER NIET zelf omdat er
sedatie en veranderingen in de bloeddruk kunnen optreden.
Vermijd contact van huid, ogen of en slijmvliezen met het middel. Het gebruik van ondoorlatende handschoenen
wordt aanbevolen. In het geval van contact van huid of slijmvliezen met het product, moeten de blootgestelde
gebieden onmiddellijk met een ruime hoeveelheid water worden gewassen en moet de aangetaste kledij die in
direct contact met de huid staat, worden verwijderd. In geval het product in aanraking is gekomen met de ogen,
moeten de ogen uitgebreid worden gespoeld met veel vers water. Als er symptomen optreden, moet onmiddellijk
een arts worden geraadpleegd.
Zwangere vrouwen die omgaan met het product, moeten met bijzondere voorzichtigheid te werk gaan om
zelfinjectie te voorkomen, omdat een systemische blootstelling kan leiden tot contracties van de baarmoeder en
een verlaagde bloeddruk van de foetus.
Mensen met bekende overgevoeligheid voor de werkzame stof of één van de hulpstoffen dienen het
diergeneesmiddel met de nodige voorzichtigheid toe te.
4.6 Bijwerkingen (frequentie en ernst)
Op grond van zijn 2-adrenerge werking veroorzaakt dexmedetomidine verlaging van de hartfrequentie en de
lichaamstemperatuur.
Bij sommige honden en katten kan een vertraging van de ademhalingsfrequentie worden waargenomen. Er
werden enkele zeldzame gevallen van pulmonair oedeem gemeld. De bloeddruk zal aanvankelijk stijgen en
daarna terugkeren tot normaal of beneden normaal. Als gevolg van perifere vasoconstrictie en veneuze
desaturatie, kan bij normale arteriële oxygenatie een bleke en/of blauwachtige verkleuring van de slijmvliezen
worden waargenomen.
Braken kan optreden 5-10 minuten na injectie. Sommige honden en katten kunnen ook braken bij ontwaken uit
de narcose.
Tijdens sedatie kunnen spiertremoren optreden.
Tijdens sedatie kunnen bij katten vertroebelingen van het hoornvlies optreden. (zie eveneens paragraaf 4.5)
Als dexmedetomidine en ketamine met een interval van 10 minuten na elkaar worden gebruikt, kan bij katten
soms een AV-blok of extrasystole optreden. Te verwachten ademhalingsproblemen zijn bradypneu, een
ademhalingspatroon met onderbrekingen, hypoventilatie en apneu. In klinisch onderzoek kwam hypoxemie vaak
voor, met name gedurende de eerste 15 minuten van de anesthesie met dexmedetomidine/ketamine. Na dergelijk
gebruik zijn braken, hypothermie en nervositeit gerapporteerd.
Bij gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol bij honden kunnen de volgende bijwerkingen
optreden: bradypneu, tachypneu, een onregelmatig ademhalingspatroon (20-30 sec apneu gevolgd door
verscheidene snelle ademhalingen), hypoxemie, spiertrekkingen of tremor of fietsbeweging, excitatie,
hypersalivatie, kokhalzen, overgeven, urinelozing, huiderytheem, een plotselinge opwinding of een langdurige
sedatie. Ook is aritmie met brady- of tachycardie gemeld. Hieronder vallen mogelijk ook sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV-blok , sinusarrest of pauze en atriale, supraventriculaire en ventriculaire premature complexen.
Bij gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden kunnen bradypneu, tachypneu en braken
optreden. Ook is aritmie met brady- en tachycardie gemeld, waaronder een uitgesproken sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV blok en sinusarrest vallen. Supraventriculaire en ventriculaire premature complexen, sinuspause en
3e graads AV-blok kunnen in zeldzame gevallen worden waargenomen.
Als dexdomitor gebruikt wordt als premedicatie bij katten, kunnen braken, kokhalzen, bleke slijmvliezen en een
lage lichaamstemperatuur voorkomen. Een intramusculaire dosering van 40 mcg/kg (gevolgd door ketamine of
propofol) had vaak sinus bradycardie en sinus aritmie tot gevolg, werd soms gevolgd door een 1ste graads
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
-
zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- zeer zelden ((minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
4.7 Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
De veiligheid van dexmedetomidine tijdens dracht en lactatie is bij de doeldieren niet bewezen. Daarom wordt
het gebruik van het middel tijdens dracht en lactatie niet aanbevolen.
4.8 Interactie(s) met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdig gebruik van andere stoffen die de werking van het centraal zenuwstelsel onderdrukken, zal naar
verwachting het effect van dexmedetomidine versterken en de dosis dient derhalve te worden aangepast. In
combinatie met dexmedetomidine dienen anticholinergica met de nodige voorzichtigheid te worden gebruikt.
Indien na het gebruik van dexmedetomidine atipamezole wordt toegediend, dan worden de effecten hierdoor snel
ongedaan gemaakt, waardoor de herstelperiode kan worden verkort. Gewoonlijk zijn honden en katten na 15
minuten weer wakker en staan ze weer.
Kat: Na gelijktijdige intramusculaire toediening van 40 microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht en
5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht aan katten, verdubbelde de maximumconcentratie dexmedetomidine,
maar er was geen effect op de Tmax. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van dexmedetomidine nam toe tot
1,6 uur en de totale blootstelling (AUC) nam toe met 50%.
Indien tegelijkertijd een dosis van 10 mg ketamine per kg lichaamsgewicht wordt toegepast samen met 40
microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht, kan tachycardie worden veroorzaakt.
Voor informatie over bijwerkingen, zie paragraaf 4.6, bijwerkingen.
Voor informatie over veiligheid bij de doeldieren in gevallen van overdosering, zie paragraaf 4.10 Overdosering.
4.9 Dosering en toedieningsweg
Het product is bedoeld voor:
- Hond: intraveneus of intramusculair gebruik
- Kat: intramusculair gebruik
Het product is niet bedoeld voor herhaalde injecties.
Dexdomitor, butorphanol en/of ketamine kunnen in dezelfde injectiespuit worden vermengd omdat is
aangetoond dat ze farmaceutisch combineerbaar zijn.
Dosering: de volgende doses worden aanbevolen:
De dosering van dexmedetomidine is gebaseerd op het lichaamsoppervlak.
Intraveneus: tot 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Intramusculair: tot 500 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Wanneer voor diepe sedatie en analgesie gelijktijdig butorphanol (0,1 mg/kg) wordt toegediend, dan is de
intramusculaire dosis dexmedetomidine 300 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak. De
premedicatiedosis van dexmedetomidine is 125 - 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak, toe te
dienen 20 minuten voorafgaande aan de inductie voor procedures waarvoor anesthesie noodzakelijk is. De dosis
dient te worden aangepast aan het type chirurgie, de duur van de procedure en het temperament van het dier.
Gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol veroorzaakt sedatieve en analgetische effecten die na
uiterlijk 15 minuten intreden. De piek van de sedatieve en analgetische effecten wordt binnen 30 minuten na
toediening bereikt. De sedatie duurt ten minste 120 minuten na toediening en de analgesie duurt ten minste 90
minuten. Binnen 3 uur treedt spontaan herstel op.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol en thiopental met 30% resp. 60% verminderd. Alle
anesthetica die worden gebruikt voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op
geleide van het effect. In een klinisch onderzoek droeg dexmedetomidine voor 0,5 tot 4 uur bij aan
postoperatieve analgesie. Deze duur is echter afhankelijk van verschillende variabelen. Er dienen meer
analgetica te worden toegediend op basis van klinische beoordeling.
De hiermee overeenkomende doses op basis van het lichaamsgewicht staan weergegeven in de volgende
tabellen. Bij toediening van kleine volumes wordt gebruik van een injectiespuit met een geschikte schaal
aanbevolen voor een nauwkeurige dosering.
Hond
Dexmedetomidine
Dexmedetomidine
Dexmedetomidine
gewicht
125 mcg/m2
375 mcg/m2
500 mcg/m2
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
(mcg/kg)
(ml)
(mcg/kg)
(ml)
2-3
9.4
0.04
28.1
0.12
40
0.15
3-4
8.3
0.05
25
0.17
35
0.2
4-5
7.7
0.07
23
0.2
30
0.3
5-10
6.5
0.1
19.6
0.29
25
0.4
10-13
5.6
0.13
16.8
0.38
23
0.5
13-15
5.2
0.15
15.7
0.44
21
0.6
15-20
4.9
0.17
14.6
0.51
20
0.7
20-25
4.5
0.2
13.4
0.6
18
0.8
25-30
4.2
0.23
12.6
0.69
17
0.9
30-33
4
0.25
12
0.75
16
1.0
33-37
3.9
0.27
11.6
0.81
15
1.1
37-45
3.7
0.3
11
0.9
14.5
1.2
45-50
3.5
0.33
10.5
0.99
14
1.3
50-55
3.4
0.35
10.1
1.06
13.5
1.4
55-60
3.3
0.38
9.8
1.13
13
1.5
60-65
3.2
0.4
9.5
1.19
12.8
1.6
65-70
3.1
0.42
9.3
1.26
12.5
1.7
3
0.45
9
1.35
12.3
1.8
>80
2.9
0.47
8.7
1.42
12
1.9
Voor diepe sedatie en analgesie met butorphanol
Hond
Dexmedetomidine
gewicht
300 mcg/m2 intramusculair
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
2-3
24
0.12
3-4
23
0.16
4-5
22.2
0.2
5-10
16.7
0.25
10-13
13
0.3
13-15
12.5
0.35
15-20
11.4
0.4
20-25
11.1
0.5
25-30
10
0.55
30-33
9.5
0.6
33-37
9.3
0.65
37-45
8.5
0.7
45-50
8.4
0.8
50-55
8.1
0.85
55-60
7.8
0.9
60-65
7.6
0.95
65-70
7.4
1
70-80
7.3
1.1
>80
7
1.2
KATTEN:
De dosering voor katten is 40 microgram dexmedetomidine hydrochloride/kg lichaamsgewicht overeenkomend
met een toe te dienen volume van 0,08 ml Dexdomitor/kg lichaamsgewicht bij toepassing voor niet-invasieve,
matig tot gemiddeld pijnlijke procedures waarbij immobilisatie, sedatie en analgesie vereist zijn.
Wanneer dexmedetomidine wordt gebruikt voor premedicatie bij katten, wordt dezelfde dosis aangehouden.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol met 50% verminderd. Alle anesthetica die worden gebruikt
voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op geleide van het effect.
Anesthesie kan 10 minuten na premedicatie worden geïnduceerd door intramusculaire toediening van een
doeldosis van 5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht of door intraveneuze toediening van propofol op geleide
van het effect. De dosering voor katten staat weergegeven in de volgende tabel.
Dexmedetomidine 40 mcg/kg intramusculair
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
1-2
40
0,1
2-3
40
0,2
3-4
40
0,3
4-6
40
0,4
6-7
40
0,5
7-8
40
0,6
8-10
40
0,7
De verwachte sedatieve en analgetische effecten worden binnen 15 minuten na toediening bereikt en houden tot
60 minuten na toediening aan. De sedatie kan ongedaan gemaakt worden door toediening van atipamezole.
Atipamezole dient niet eerder dan 30 minuten na de toediening van ketamine toegediend te worden.
4.10 Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota), indien noodzakelijk
Hond: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist. De juiste dosering atipamezole is 10 keer de initiële dosis van
dexmedetomidine (microgram/kg lichaamsgewicht of microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak). Het te
gebruiken volume atipamezole bij een concentratie van 5 mg/ml is gelijk aan het volume Dexdomitor dat aan de
hond werd toegediend, ongeacht de toedieningsweg van Dexdomitor.
Kat: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist, toegediend als intramusculaire injectie in de volgende dosis: 5 keer de
initiële dosering dexmedetomidine in microgram/kg lichaamsgewicht. Na een gelijktijdige blootstelling aan een
drievoudige (3X) overdosis dexmedetomidine en 15 mg ketamine per kg lichaamsgewicht, kan een aanbevolen
dosis atipamezole worden toegediend voor omkering van de effecten van dexmedetomidine. Bij een hoge
serumconcentratie van dexmedetomidine, neemt de sedatie niet toe hoewel het analgetisch effect wel toeneemt
bij verdere dosis verhogingen. De volume dosis atipamezole bij een concentratie van 5 mg/kg is gelijk aan de
helft van het volume Dexdomitor dat aan de kat gegeven was.
4.11 Wachttermijn(en)
Niet van toepassing.
5. FARMACOLOGISCHE
EIGENSCHAPPEN
Farmacotherapeutische groep: andere hypnotica en sedativa, ATC vet code: QN05CM18.
5.1 Pharmacodynamische eigenschappen
Dexdomitor bevat dexmedetomidine als werkzaam bestanddeel; dit brengt sedatie en analgesie teweeg bij
honden en katten. De duur en intensiteit van de sedatie en analgesie zijn afhankelijk van de dosis. Bij een
maximaal effect is het dier ontspannen, ligt het en reageert het niet op prikkels van buitenaf.
Dexmedetomidine is een krachtige en selectieve 2-adrenerge receptoragonist die de afgifte van noradrenaline
door noradrenerge neuronen remt. De sympathische neurotransmissie wordt voorkomen en het
bewustzijnsniveau neemt af. Na toediening van dexmedetomidine kunnen verlaging van de hartfrequentie en
Een lichte daling van de temperatuur kan worden waargenomen.
5.2 Pharmacokinetische eigenschappen
Omdat dexdemetomidine een lipofiele stof is, wordt het na intramusculaire toediening goed geabsorbeerd.
Dexmedetomidine wordt ook snel in het lichaam verdeeld en passeert gemakkelijk de bloed-hersenbarrière. Uit
onderzoek bij ratten blijkt dat de maximale concentratie in het centrale zenuwstelsel een aantal keren hoger is
dan de overeenkomstige plasmaspiegel. In de circulatie wordt dexmedetomidine grotendeels (>90%) gebonden
aan plasma-eiwitten.
Hond: na een intramusculaire dosis van 50 microgram/kg lichaamsgewicht wordt na 0,6 uur een maximale
concentratie in het plasma bereikt van ongeveer 12 ng/ml. De biologische beschikbaarheid van dexmedetomidine
is 60% en het schijnbare verdelingsvolume (Vd) is 0,9 l/kg. De eliminatiehalfwaardetijd (t1/2) is 40-50 minuten.
Belangrijke biotransformaties bij de hond zijn onder meer hydroxylering, glucuronzuurconjugatie en N-
methylering in de lever. Alle bekende metabolieten vertonen geen farmacologische werking. Metabolieten
worden voornamelijk in de urine uitgescheiden en in mindere mate in de feces. Dexmedetomidine is een stof die
een sterke klaring vertoont en waarvan de eliminatie afhangt van de bloedstroom door de lever. Een verlengde
eliminatiehalfwaardetijd kan dus worden verwacht bij overdoses of wanneer dexmedetomidine tegelijk wordt
toegediend met andere geneesmiddelen die de levercirculatie beïnvloeden.
Kat: de maximale concentratie in het plasma wordt bij intramusculaire toediening na ongeveer 0,24 uur bereikt
na intramusculaire toediening. De Cmax is 17 ng/ml na een intramusculaire dosis van 40 microgram per kg
lichaamsgewicht. Het schijnbare verdelingsvolume (Vd) is 2,2 l/kg. De eliminatiehalfwaardetijd (t1/2) is één
uur.
Bij de kat vindt de biotransformatie plaats door hydroxylering in de lever. Metabolieten worden voornamelijk in
de urine uitgescheiden (51% van de dosis) en in mindere mate in de feces. Evenals bij honden vertoont
dexmedetomidine een sterke klaring bij katten en de uitscheiding ervan hangt af van de bloedstroom door de
lever.
Een verlengde eliminatiehalfwaardetijd kan dan ook worden verwacht bij overdoses of wanneer
dexmedetomidine tegelijk wordt toegediend met andere geneesmiddelen die de levercirculatie beïnvloeden.
6. FARMACEUTISCHE
GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Methylparahydroxybenzoaat (E 218)
Propylparahydroxybenzoaat (E 216)
6.2 Belangrijke onverenigbaarheden
Geen bekend.
6.3 Houdbaarheidstermijn
3 jaar
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet invriezen
6.5 Aard en samenstelling van de primaire verpakking
Kartonnen doos met 1 glazen flacon (Type I) van 10 ml met een rubberen stop van chlorobutyl of bromobutyl en
aluminium deksel.
Verpakkingsgrootte: 10 ml, 10 x 10 ml
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van het ongebruikte diergeneesmiddel of
eventueel uit het gebruik van een dergelijk middel voortvloeiend afvalmateriaal
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten te
worden verwijderd.
7.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Orion Corporation
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/2/02/033/001-002
9. DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 30 augustus 2002
Datum van laatste verlenging: 2 augustus 2007
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelbureau http://www.ema.europa.eu.
Niet van toepassing.
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN HET
GEBRUIK
C.
VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRL's)
D.
OVERIGE VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Orion Corporation Orion Pharma
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
B.
VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK
UDD.
C.
VERMELDING VAN DE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN (MRL's)
Niet van toepassing.
D. OVERIGE VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE VERGUNNING
VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pharmacovigilantie systeem
De houder van de vergunning voor het in de handel moet ervoor zorgen dat het systeem van
geneesmiddelenbewaking, zoals beschreven in deel I van de vergunningaanvraag, aanwezig is en functioneert,
voordat en terwijl het diergeneesmiddel op de markt is.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
DOOS
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,1 mg/ml oplossing voor injectie
dexmedetomidine hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ml bevat:
0,1 mg dexmedetomidine hydrochloride overeenkomend met 0,08 mg dexmedetomidine.
3. FARMACEUTISCHE
VORM
Oplossing voor injectie
4. VERPAKKINGSGROOTTE
15 ml
5.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden en katten.
6. INDICATIE(S)
7.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Hond: intraveneus of intramusculair gebruik
Kat: intramusculair gebruik
Lees de bijsluiter vóór gebruik.
8. WACHTTERMIJN(EN)
9.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
EXP:
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
11. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Niet invriezen
12. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Verwijder afvalmateriaal in overeenstemming met de lokale voorschriften.
13. VERMELDING 'UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK' EN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK, indien van toepassing
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik. Uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift verkrijgbaar
diergeneesmiddel.
14. VERMELDING 'BUITEN HET ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN BEWAREN'
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
15. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Orion Corporation
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
16. NUMMER(S) IN HET COMMUNAUTAIRE GENEESMIDDELENREGISTER
EU/2/02/033/003
17. PARTIJNUMMER FABRIKANT
Partij:
INJECTIEFLACON / MULTIVERPAKKING
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,1 mg/ml oplossing voor injectie
dexmedetomidine hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
0,1 mg/ml
3.
SAMENSTELLING PER GEWICHT, PER VOLUME OF AANTAL EENHEDEN
15 ml
10 x 15 ml
4. TOEDIENINGSWEG(EN):
Hond: IM, IV
Kat: IM
5. WACHTTERMIJN(EN)
6. PARTIJNUMMER
Partij:
7. UITERSTE
GEBRUIKSDATUM
EXP:
8.
VERMELDING 'UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK'
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik
DOOS
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,5 mg/ml oplossing voor injectie
dexmedetomidine hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 ml bevat:
0,5 mg dexmedetomidine hydrochloride overeenkomend met 0,42 mg dexmedetomidine.
3. FARMACEUTISCHE
VORM
Oplossing voor injectie
4. VERPAKKINGSGROOTTE
10 ml
5.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden en katten
6. INDICATIE(S)
7.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Hond: intraveneus of intramusculair gebruik
Kat: intramusculair gebruik
Lees de bijsluiter vóór gebruik.
8. WACHTTERMIJN(EN)
9.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
EXP:
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
11. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Niet invriezen
12. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Verwijder afvalmateriaal in overeenstemming met de lokale voorschriften.
13. VERMELDING 'UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK' EN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET
GEBRUIK, indien van toepassing
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik. Uitsluitend op diergeneeskundig voorschrift verkrijgbaar
diergeneesmiddel.
14. VERMELDING 'BUITEN HET ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN BEWAREN'
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
15. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Orion Corporation
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
16. NUMMER(S) IN HET COMMUNAUTAIRE GENEESMIDDELENREGISTER
EU/2/02/033/001
17. PARTIJNUMMER FABRIKANT
Partij:
INJECTIEFLACON / MULTIVERPAKKING
1.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,5 mg/ml oplossing voor injectie
dexmedetomidine hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
0,5 mg/ml
3.
SAMENSTELLING PER GEWICHT, PER VOLUME OF AANTAL EENHEDEN
10 ml, 10 x 10 ml
4. TOEDIENINGSWEG(EN):
Hond: IV, IM
Kat: IM
5. WACHTTERMIJN(EN)
6. PARTIJNUMMER
Partij:
7. UITERSTE
GEBRUIKSDATUM
EXP:
8.
VERMELDING 'UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK'
Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik
DEXDOMITOR 0,1 mg/ml oplossing voor injectie
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN
VERSCHILLEND
Orion Corporation Orion Pharma
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,1 mg/ml oplossing voor injectie
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
Werkzaam bestanddeel:
Een ml bevat 0,1 mg dexmedetomidine hydrochloride overeenkomend
met 0,08 mg dexmedetomidine.
Overige bestanddelen:
Methylparahydroxybenzoaat (E 218) 2,0 mg/ml
Propylparahydroxybenzoaat (E 216) 0,2 mg/ml
4. INDICATIE(S)
Niet-invasieve, matig tot gemiddeld pijnlijke procedures en onderzoeken waarbij immobilisatie, sedatie en
analgesie vereist zijn bij honden en katten.
Diepe sedatie en analgesie bij honden bij gelijktijdig gebruik van butorphanol voor medische en kleine
chirurgische ingrepen.
Premedicatie bij honden en katten voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele anesthesie.
5. CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken bij dieren met cardiovasculaire aandoeningen.
Niet gebruiken bij dieren met ernstige systeemziekten of bij dieren in de stervensfase.
Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een van de hulpstoffen.
6. BIJWERKINGEN
Op grond van zijn 2-adrenerge werking veroorzaakt dexmedetomidine verlaging van de hartfrequentie en de
lichaamstemperatuur.
Bij sommige honden en katten kan een vertraging van de ademhalingsfrequentie worden waargenomen. Er
werden enkele zeldzame gevallen van pulmonair oedeem gemeld. De bloeddruk zal aanvankelijk stijgen en
daarna terugkeren tot normaal of beneden normaal.
en/of blauwachtige verkleuring van de slijmvliezen worden waargenomen.
Braken kan optreden 5-10 minuten na injectie.
Sommige honden en katten kunnen ook braken bij ontwaken uit de narcose.
Tijdens sedatie kunnen spiertremoren optreden.
Als dexmedetomidine en ketamine met een interval van 10 minuten na elkaar worden gebruikt, kan bij katten
soms een AV-blok of extrasystole optreden. Te verwachten ademhalingsproblemen zijn bradypneu, een
intermitterend ademhalingspatroon, hypoventilatie en apneu. In klinisch onderzoek kwam hypoxemie vaak voor,
met name gedurende de eerste 15 minuten van de anesthesie met dexmedetomidine/ketamine. Na dergelijk
gebruik zijn braken, hypothermie en nervositeit gerapporteerd.
Wanneer dexmedetomidine en butorphanol bij honden gelijktijdig worden gebruikt, kunnen de volgende
bijwerkingen optreden: bradypneu, tachypneu, een onregelmatig ademhalingspatroon (20-30 sec. apneu gevolgd
door verscheidene snelle ademhalingen), hypoxemie, spiertrekkingen of tremor of fietsbeweging, excitatie,
hypersalivatie, kokhalzen, overgeven, urinelozing, huiderytheem, een plotselinge opwinding of een langdurige
sedatie. Ook is aritmie met brady- of tachycardie gemeld. Hieronder vallen mogelijk ook sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV-blok, sinusarrest of -pauze en atriale, supraventriculaire en ventriculaire premature complexen.
Bij gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden kunnen bradypneu, tachypneu en braken
optreden. Ook is aritmie met brady- en tachycardie gemeld, waaronder uitgesproken sinusbradycardie, 1e en 2e
graads AV blok en sinusarrest vallen. Supraventriculaire en ventriculaire premature complexen, sinuspause en
een 3e graads AV-blok kunnen in zeldzame gevallen worden waargenomen.
Als dexdomitor gebruikt wordt als premedicatie bij katten, kunnen braken, kokhalzen, bleke slijmvliezen en een
lage lichaamstemperatuur voorkomen. Een intramusculaire dosering van 40 micrograms/kg (gevolgd door
ketamine of propofol) had vaak sinus bradycardie en sinus aritmie tot gevolg, werd soms gevolgd door een 1ste
graads atrioventriculair blok en werd zelden gevolgd door supraventriculaire premature depolarisaies, atiale
bigeminus, sinus pauzes, 2de graads atrioventriculair blok, of 'escape' slagen/ritmes.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
-
zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
zeer zelden ((minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).Indien u
bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het
diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden en katten
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEGEN
Het product is bedoeld voor:
- Hond: intraveneus of intramusculair gebruik
Het product is niet bedoeld voor herhaalde injecties.
Dexdomitor, butorphanol en/of ketamine kunnen in dezelfde injectiespuit worden vermengd omdat is
aangetoond dat ze farmaceutisch combineerbaar zijn.
De volgende doses worden aanbevolen:
HONDEN:
De dosering van dexmedetomidine is gebaseerd op het lichaamsoppervlak.
Intraveneus: tot 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Intramusculair: tot 500 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Wanneer voor diepe sedatie en analgesie gelijktijdig butorphanol (0,1 mg/kg) wordt toegediend, dan is de
intramusculaire dosis dexmedetomidine 300 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak. De
premedicatiedosis van dexmedetomidine is 125 - 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak, toe te
dienen 20 minuten voorafgaande aan de inductie voor procedures waarvoor anesthesie noodzakelijk is. De dosis
dient te worden aangepast aan het type chirurgie, de duur van de procedure en het temperament van het dier.
Gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol veroorzaakt sedatieve en analgetische effecten die na
uiterlijk 15 minuten na toediening intreden. De piek van de sedatieve en analgetische effecten wordt binnen 30
minuten na toediening bereikt. De sedatie duurt ten minste 120 minuten na toediening en de analgesie duurt ten
minste 90 minuten. Binnen 3 uur treedt spontaan herstel op.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol en thiopental met 30% resp. 60% verminderd. Alle
anesthetica die worden gebruikt voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op
geleide van het effect. In een klinisch onderzoek droeg dexmedetomidine voor 0,5 tot 4 uur bij aan
postoperatieve analgesie. Deze duur is echter afhankelijk van verschillende variabelen. Er dienen meer
analgetica te worden toegediend op basis van klinische beoordeling.
De hiermee overeenkomende doses op basis van het lichaamsgewicht staan weergegeven in de volgende
tabellen. Bij toediening van kleine volumes wordt gebruik van een injectiespuit met een geschikte schaal
aanbevolen voor een nauwkeurige dosering.
Hond
Dexmedetomidine
Dexmedetomidine
Dexmedetomidine
gewicht
125 micrograms/m2
375 micrograms/m2
500 micrograms/m2
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
(mcg/kg)
(ml)
(mcg/kg)
(ml)
2-3
9.4
0.2
28.1
0.6
40
0.75
3.1-4
8.3
0.25
25
0.85
35
1
4.1-5
7.7
0.35
23
1
30
1.5
5.1-10
6.5
0.5
19.6
1.45
25
2
10.1-13
5.6
0.65
16.8
1.9
13.1-15
5.2
0.75
15.1-20
4.9
0.85
Hond
Dexmedetomidine
gewicht
300 micrograms/m2 intramusculair
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
2-3
24
0.6
3.1-4
23
0.8
4.1-5
22.2
1
5.1-10
16.7
1.25
10.1-13
13
1.5
13.1-15
12.5
1.75
Voor hogere gewichten, DEXDOMITOR 0.5 mg/ml en zijn doseringstabellen gebruiken.
KATTEN:
De dosering voor katten is 40 microgram dexmedetomidine hydrochloride/kg lichaamsgewicht overeenkomend
met een toe te dienen volume van 0,4 ml Dexdomitor/kg lichaamsgewicht bij toepassing voor niet-invasieve,
matig tot gemiddeld pijnlijke procedures waarbij immobilisatie, sedatie en analgesie vereist zijn.
Wanneer dexmedetomidine wordt gebruikt voor premedicatie bij katten, wordt dezelfde dosis aangehouden.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol met 50% verminderd. Alle anesthetica die worden gebruikt
voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op geleide van het effect. Anesthesie
kan 10 minuten na premedicatie worden geïnduceerd door intramusculaire toediening van een doeldosis van 5
mg ketamine per kg lichaamsgewicht of door intraveneuze toediening van propofol op geleide van het effect. De
dosering voor katten staat weergegeven in de volgende tabel.
Kat
gewicht
Dexmedetomidine 40 micrograms/kg intramusculair
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
1-2
40
0,5
2.1-3
40
1
Voor hogere gewichten, DEXDOMITOR 0.5 mg/ml en zijn doseringstabellen gebruiken.
De verwachte sedatieve en analgetische effecten worden binnen 15 minuten na toediening bereikt en houden tot
60 minuten na toediening aan. De sedatie kan ongedaan gemaakt worden door toediening van atipamezole.
Atipamezole dient niet eerder dan 30 minuten na de toediening van ketamine toegediend te worden.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Het wordt aanbevolen om de dieren gedurende 12 uur voorafgaand aan de toediening van Dexdomitor te laten
vasten. Water mag gegeven worden.
Na de behandeling mag geen water of voedsel aan het dier gegeven worden voordat het kan slikken.
Niet van toepassing.
11. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Niet invriezen.
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gebruik dit diergeneesmiddel niet na de vervaldatum die vermeld op het etiket en de doos na EXP.
12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Gedurende de ingreep en de recovery dienen de behandelde dieren te verblijven in een warme ruimte met een
constante temperatuur.
Nerveuze, agressieve of opgewonden dieren dienen voor het begin van de behandeling de gelegenheid te krijgen
te kalmeren.
De veiligheid van dexmedetomidine tijdens dracht en lactatie is bij de doeldieren niet bewezen. Daarom wordt
het gebruik van het middel tijdens dracht en lactatie niet aanbevolen.
De veiligheid van dexmedetomidine is niet vastgesteld bij mannelijke dieren die bedoeld zijn voor de fok.
Bij oudere dieren dient het middel met de nodige voorzichtigheid te worden toegepast.
De toediening van dexmedetomidine aan puppies jonger dan 16 weken en kittens jonger dan 12 weken is niet
bestudeerd.
Tijdens sedatie kunnen bij katten vertroebelingen van het hoornvlies optreden. De ogen dienen met een daartoe
geschikte oogzalf te worden beschermd.
Gelijktijdig gebruik van andere stoffen die de werking van het centraal zenuwstelsel onderdrukken, zal naar
verwachting het effect van dexmedetomidine versterken en de dosis dient derhalve te worden aangepast. Gebruik
van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden vermindert significant de hoeveelheid inductiemedicatie
nodig voor inductie van anesthesie. Let er tijdens het toedienen van intraveneus inductiemiddel nauwgezet op dat
de toediening wordt gestaakt zodra het inductiemiddel effect heeft. Ook de behoefte aan vluchtige anesthetica
voor handhaving van de anesthesie wordt verminderd.
In combinatie met dexmedetomidine dienen anticholinergica met de nodige voorzichtigheid te worden gebruikt.
Kat: Na gelijktijdige intramusculaire toediening van 40 microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht en
5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht aan katten, verdubbelde de maximumconcentratie dexmedetomidine,
maar er was geen effect op de Tmax. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van dexmedetomidine nam toe tot
1,6 uur en de totale blootstelling (AUC) nam toe met 50%.
Indien tegelijkertijd een dosis van 10 mg ketamine per kg lichaamsgewicht wordt toegepast samen met 40
microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht, kan tachycardie worden veroorzaakt.
Voor informatie over bijwerkingen, zie paragraaf Bijwerkingen.
De ademhalingsfunctie en hartfunctie dient frequent en periodiek gecontroleerd te worden. Pulsoximetrie kan
nuttig zijn, maar is niet essentieel voor een adequate controle.
Er dient apparatuur voor handmatige beademing beschikbaar te zijn voor het geval zich ademhalingsdepressie of
apneu voordoet bij opeenvolgend gebruik van dexmedetomidine en ketamine om bij katten algehele anesthesie te
induceren. Het verdient tevens aanbeveling om zuurstof ter beschikking te hebben voor het geval hypoxemie
wordt verondersteld of vastgesteld.
Premedicatie met dexmedetomidine voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele anesthesie mag bij
zieke en verzwakte honden en katten uitsluitend plaatsvinden na afweging van de voordelen en risico's.
In gevallen van overdosering dienen de volgende aanbevelingen te worden opgevolgd:
HOND: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden,
is atipamezole de geëigende antagonist. De juiste dosering atipamezole is 10 keer de initiële dosis van
dexmedetomidine (microgram/kg lichaamsgewicht of microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak). Het te
gebruiken volume atipamezole bij een concentratie van 5 mg/ml is één vijfde (1/5) van het volume Dexdomitor
0,1 mg/ml dat aan de hond werd toegediend, ongeacht de toedieningsweg van Dexdomitor.
KAT: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist, toegediend als intramusculaire injectie in de volgende dosis: 5 keer de
initiële dosering dexmedetomidine in microgram/kg lichaamsgewicht. Na een gelijktijdige blootstelling aan een
drievoudige (3X) overdosis dexmedetomidine en 15 mg ketamine per kg lichaamsgewicht, kan een aanbevolen
dosis atipamezole worden toegediend voor omkering van de effecten van dexmedetomidine.
Bij een hoge serumconcentratie van dexmedetomidine, neemt de sedatie niet toe hoewel het analgetisch effect
wel toeneemt bij verdere dosis verhogingen.
De volume dosis atipamezole in een concentratie van 5 mg/kg is gelijk aan één tiende (1/10) van het volume
Dexdomitor 0,1 mg/ml dat aan de kat gegeven was.
In het geval van accidentele zelfinjectie of orale blootstelling dient onverwijld de hulp van een arts te worden
ingeroepen en de bijsluiter of het etiket aan de arts te worden getoond. RIJD ECHTER NIET zelf omdat er
sedatie en veranderingen in de bloeddruk kunnen optreden.
Vermijd contact van huid, ogen of en slijmvliezen met het middel. Het gebruik van ondoorlatende handschoenen
wordt aanbevolen. In het geval van contact van huid of slijmvliezen met het product, moeten de blootgestelde
gebieden onmiddellijk met een ruime hoeveelheid water worden gewassen en moet de aangetaste kledij die in
direct contact met de huid staat, worden verwijderd. In geval het product in aanraking is gekomen met de ogen,
moeten de ogen uitgebreid worden gespoeld met veel vers water. Als er symptomen optreden, moet onmiddellijk
een arts worden geraadpleegd.
Zwangere vrouwen die omgaan met het product, moeten met bijzondere voorzichtigheid te werk gaan om
zelfinjectie te voorkomen, omdat een systemische blootstelling kan leiden tot contracties van de baarmoeder en
een verlaagde bloeddruk van de foetus.
Advies voor artsen: Dexdomitor is een 2-adrenerge receptoragonist. Symptomen na absorptie kunnen klinische
effecten impliceren, inclusief dosisafhankelijke sedatie, ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie, een
droge mond en hyperglykemie. Er zijn ook gevallen van ventriculaire aritmie gemeld. Respiratoire en
Mensen met bekende overgevoeligheid voor de werkzame stof of één van de hulpstoffen dienen het product met
de nodige voorzichtigheid toe te dienen.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
15. OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootte: 15 ml, 10 x 15 ml.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Gelieve voor alle informatie over dit diergeneesmiddel contact op te nemen met de lokale vertegenwoordiger
van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
Luxembourg/Luxemburg
Vetoquinol N.V.
Vetoquinol SA
Tel: +32 3 877 44 34
Tel: +33 3 84 62 55 55
Magyarország
Orion Corporation
Orion Pharma Kft.
Te: +358 10 4261
Tel.: +36 1 886 3015
Ceská republika
Malta
Orion Pharma s.r.o.
Orion Corporation
Tel: +420 227 027 263
Tel: + 358 10 4261
Danmark
Nederland
Orion Pharma Animal Health
Vetoquinol B.V.
Tlf: 86 14 00 00
Tel: +31 10 498 00 79
Deutschland
Norge
Vetoquinol GmbH
Orion Pharma AS Animal Health
Tel: +49 89 999 79 74-0
Tlf: 4000 4190
Eesti
Österreich
UAB Orion Pharma
Richter Pharma AG
Tel: +370 5 276 9499
Tel: 007242-490-0
Polska
...
Orion Pharma Poland Sp. z o.o.
.: (+30) 2130065000
Tel.: +48 22 8333177
España
Portugal
Ecuphar Veterinaria S.L.U.
BELPHAR, Lda
Tel: +34 93 595 5000
Tel: +351 308 808 321
France
România
Vetoquinol SA
Orion Pharma Romania srl
Tél: +33 3 84 62 55 55
Tel: +40 31845 1646
Hrvatska
Slovenija
IRIS d.o.o.
IRIS d.o.o.
Tel: +386 1 200 66 50
Tel: +386 1 200 66 50
Ireland
Slovenská republika
Vetoquinol Ireland Limited
Orion Pharma s.r.o.
Tel: +44 1280 814500
Tel: +420 227 027 263
Ísland
Icepharma hf
Sîmi: 540 8080
Italia
Suomi/Finland
ORION PHARMA Eläinlääkkeet
Tel: +39 05 43 46 24 11
Puh/Tel: 010 4261
Sverige
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
Orion Pharma AB, Animal Health
: +357 22 056 300
Tel: +46 8 623 64 40
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UAB Orion Pharma
Vetoquinol UK Limited
Tel: +370 5 276 9499
Tel: +44 1280 814500
DEXDOMITOR 0,5 mg/ml oplossing voor injectie
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN
VERSCHILLEND
Orion Corporation Orion Pharma
Orionintie 1
FI-02200 Espoo
Finland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
DEXDOMITOR 0,5 mg/ml oplossing voor injectie
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
Werkzaam bestanddeel:
Een ml bevat 0,5 mg dexmedetomidine hydrochloride overeenkomend
met 0,42 mg dexmedetomidine.
Overige bestanddelen:
Methylparahydroxybenzoaat (E 218) 1,6 mg/ml
Propylparahydroxybenzoaat (E 216) 0,2 mg/ml
4. INDICATIE(S)
Niet-invasieve, matig tot gemiddeld pijnlijke procedures en onderzoeken waarbij immobilisatie, sedatie en
analgesie vereist zijn bij honden en katten.
Diepe sedatie en analgesie bij honden bij gelijktijdig gebruik van butorphanol voor medische en kleine
chirurgische ingrepen.
Premedicatie bij honden en katten voorafgaand aan inductie en handhaving van algehele anesthesie.
5. CONTRA-INDICATIE(S)
Niet gebruiken bij dieren met cardiovasculaire aandoeningen.
Niet gebruiken bij dieren met ernstige systeemziekten of bij dieren in de stervensfase.
Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een van de hulpstoffen.
6. BIJWERKINGEN
Op grond van zijn 2-adrenerge werking veroorzaakt dexmedetomidine verlaging van de hartfrequentie en de
lichaamstemperatuur.
Bij sommige honden en katten kan een vertraging van de ademhalingsfrequentie worden waargenomen. Er
werden enkele zeldzame gevallen van pulmonair oedeem gemeld. De bloeddruk zal aanvankelijk stijgen en
daarna terugkeren tot normaal of beneden normaal.
en/of blauwachtige verkleuring van de slijmvliezen worden waargenomen.
Braken kan optreden 5-10 minuten na injectie.
Sommige honden en katten kunnen ook braken bij ontwaken uit de narcose.
Tijdens sedatie kunnen spiertremoren optreden.
Als dexmedetomidine en ketamine met een interval van 10 minuten na elkaar worden gebruikt, kan bij katten
soms een AV-blok of extrasystole optreden. Te verwachten ademhalingsproblemen zijn bradypneu, een
intermitterend ademhalingspatroon, hypoventilatie en apneu. In klinisch onderzoek kwam hypoxemie vaak voor,
met name gedurende de eerste 15 minuten van de anesthesie met dexmedetomidine/ketamine. Na dergelijk
gebruik zijn braken, hypothermie en nervositeit gerapporteerd.
Wanneer dexmedetomidine en butorphanol bij honden gelijktijdig worden gebruikt, kunnen de volgende
bijwerkingen optreden: bradypneu, tachypneu, een onregelmatig ademhalingspatroon (20-30 sec. apneu gevolgd
door verscheidene snelle ademhalingen), hypoxemie, spiertrekkingen of tremor of fietsbeweging, excitatie,
hypersalivatie, kokhalzen, overgeven, urinelozing, huiderytheem, een plotselinge opwinding of een langdurige
sedatie. Ook is aritmie met brady- of tachycardie gemeld. Hieronder vallen mogelijk ook sinusbradycardie, 1e en
2e graads AV-blok, sinusarrest of -pauze en atriale, supraventriculaire en ventriculaire premature complexen.
Bij gebruik van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden kunnen bradypneu, tachypneu en braken
optreden. Ook is aritmie met brady- en tachycardie gemeld, waaronder uitgesproken sinusbradycardie, 1e en 2e
graads AV blok en sinusarrest vallen. Supraventriculaire en ventriculaire premature complexen, sinuspause en
een 3e graads AV-blok kunnen in zeldzame gevallen worden waargenomen.
Als dexdomitor gebruikt wordt als premedicatie bij katten, kunnen braken, kokhalzen, bleke slijmvliezen en een
lage lichaamstemperatuur voorkomen. Een intramusculaire dosering van 40 mcg/kg (gevolgd door ketamine of
propofol) had vaak sinus bradycardie en sinus aritmie tot gevolg, werd soms gevolgd door een 1ste graads
atrioventriculair blok en werd zelden gevolgd door supraventriculaire premature depolarisaies, atiale bigeminus,
sinus pauzes, 2de graads atrioventriculair blok, of 'escape' slagen/ritmes.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
-
zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- zeer zelden ((minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat
het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Honden en katten.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT , WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEGEN
Het product is bedoeld voor:
Het product is niet bedoeld voor herhaalde injecties.
Dexdomitor, butorphanol en/of ketamine kunnen in dezelfde injectiespuit worden vermengd omdat is
aangetoond dat ze farmaceutisch combineerbaar zijn.
De volgende doses worden aanbevolen:
HONDEN:
De dosering van dexmedetomidine is gebaseerd op het lichaamsoppervlak.
Intraveneus: tot 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Intramusculair: tot 500 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak
Wanneer voor diepe sedatie en analgesie gelijktijdig butorphanol (0,1 mg/kg) wordt toegediend, dan is de
intramusculaire dosis dexmedetomidine 300 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak. De
premedicatiedosis van dexmedetomidine is 125 - 375 microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak, toe te
dienen 20 minuten voorafgaande aan de inductie voor procedures waarvoor anesthesie noodzakelijk is. De dosis
dient te worden aangepast aan het type chirurgie, de duur van de procedure en het temperament van het dier.
Gelijktijdig gebruik van dexmedetomidine en butorphanol veroorzaakt sedatieve en analgetische effecten die na
uiterlijk 15 minuten na toediening intreden. De piek van de sedatieve en analgetische effecten wordt binnen 30
minuten na toediening bereikt. De sedatie duurt ten minste 120 minuten na toediening en de analgesie duurt ten
minste 90 minuten. Binnen 3 uur treedt spontaan herstel op.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol en thiopental met 30% resp. 60% verminderd. Alle
anesthetica die worden gebruikt voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op
geleide van het effect. In een klinisch onderzoek droeg dexmedetomidine voor 0,5 tot 4 uur bij aan
postoperatieve analgesie. Deze duur is echter afhankelijk van verschillende variabelen. Er dienen meer
analgetica te worden toegediend op basis van klinische beoordeling.
De hiermee overeenkomende doses op basis van het lichaamsgewicht staan weergegeven in de volgende
tabellen. Bij toediening van kleine volumes wordt gebruik van een injectiespuit met een geschikte schaal
aanbevolen voor een nauwkeurige dosering.
Dexmedetomidine
Dexmedetomidine
Dexmedetomidine
gewicht
125 mcg/m2
375 mcg/m2
500 mcg/m2
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
(mcg/kg)
(ml)
(mcg/kg)
(ml)
2-3
9.4
0.04
28.1
0.12
40
0.15
3-4
8.3
0.05
25
0.17
35
0.2
4-5
7.7
0.07
23
0.2
30
0.3
5-10
6.5
0.1
19.6
0.29
25
0.4
10-13
5.6
0.13
16.8
0.38
23
0.5
13-15
5.2
0.15
15.7
0.44
21
0.6
15-20
4.9
0.17
14.6
0.51
20
0.7
20-25
4.5
0.2
13.4
0.6
18
0.8
25-30
4.2
0.23
12.6
0.69
17
0.9
30-33
4
0.25
12
0.75
16
1.0
33-37
3.9
0.27
11.6
0.81
15
1.1
37-45
3.7
0.3
11
0.9
14.5
1.2
45-50
3.5
0.33
10.5
0.99
14
1.3
50-55
3.4
0.35
10.1
1.06
13.5
1.4
55-60
3.3
0.38
9.8
1.13
13
1.5
60-65
3.2
0.4
9.5
1.19
12.8
1.6
65-70
3.1
0.42
9.3
1.26
12.5
1.7
70-80
3
0.45
9
1.35
12.3
1.8
>80
2.9
0.47
8.7
1.42
12
1.9
Voor diepe sedatie en analgesie met butorphanol
Hond
Dexmedetomidine
gewicht
300 mcg/m2 intramusculair
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
2-3
24
0.12
3-4
23
0.16
4-5
22.2
0.2
5-10
16.7
0.25
10-13
13
0.3
13-15
12.5
0.35
15-20
11.4
0.4
20-25
11.1
0.5
25-30
10
0.55
30-33
9.5
0.6
33-37
9.3
0.65
37-45
8.5
0.7
45-50
8.4
0.8
50-55
8.1
0.85
55-60
7.8
0.9
60-65
7.6
0.95
65-70
7.4
1
70-80
7.3
1.1
>80
7
1.2
De dosering voor katten is 40 microgram dexmedetomidine hydrochloride/kg lichaamsgewicht overeenkomend
met een toe te dienen volume van 0,08 ml Dexdomitor/kg lichaamsgewicht bij toepassing voor niet-invasieve,
matig tot gemiddeld pijnlijke procedures waarbij immobilisatie, sedatie en analgesie vereist zijn.
Wanneer dexmedetomidine wordt gebruikt voor premedicatie bij katten, wordt dezelfde dosis aangehouden.
Premedicatie met dexmedetomidine zal de benodigde dosering van het inductiemiddel significant verminderen
en zal de behoefte aan vluchtige anesthetica voor handhaving van de anesthesie verminderen. In een klinisch
onderzoek was de benodigde hoeveelheid propofol met 50% verminderd. Alle anesthetica die worden gebruikt
voor inductie of handhaving van de anesthesie dienen te worden toegediend op geleide van het effect. Anesthesie
kan 10 minuten na premedicatie worden geïnduceerd door intramusculaire toediening van een doeldosis van 5
mg ketamine per kg lichaamsgewicht of door intraveneuze toediening van propofol op geleide van het effect. De
dosering voor katten staat weergegeven in de volgende tabel.
Kat
gewicht
Dexmedetomidine 40 mcg/kg intramusculair
(kg)
(mcg/kg)
(ml)
1-2
40
0,1
2-3
40
0,2
3-4
40
0,3
4-6
40
0,4
6-7
40
0,5
7-8
40
0,6
8-10
40
0,7
De verwachte sedatieve en analgetische effecten worden binnen 15 minuten na toediening bereikt en houden tot
60 minuten na toediening aan. De sedatie kan ongedaan gemaakt worden door toediening van atipamezole.
Atipamezole dient niet eerder dan 30 minuten na de toediening van ketamine toegediend te worden.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Het wordt aanbevolen om de dieren gedurende 12 uur voorafgaand aan de toediening van Dexdomitor te laten
vasten. Water mag gegeven worden.
Na de behandeling mag geen water of voedsel aan het dier gegeven worden voordat het kan slikken.
10. WACHTTERMIJN(EN)
Niet van toepassing.
11. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Niet invriezen.
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: 3 maanden bij 25°C.
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gebruik dit diergeneesmiddel niet na de vervaldatum die vermeld op het etiket en de doos na EXP.
Gedurende de ingreep en de recovery dienen de behandelde dieren te verblijven in een warme ruimte met een
constante temperatuur.
Nerveuze, agressieve of opgewonden dieren dienen voor het begin van de behandeling de gelegenheid te krijgen
te kalmeren.
De veiligheid van dexmedetomidine tijdens dracht en lactatie is bij de doeldieren niet bewezen. Daarom wordt
het gebruik van het middel tijdens dracht en lactatie niet aanbevolen.
De veiligheid van dexmedetomidine is niet vastgesteld bij mannelijke dieren die bedoeld zijn voor de fok.
Bij oudere dieren dient het middel met de nodige voorzichtigheid te worden toegepast.
De toediening van dexmedetomidine aan puppies jonger dan 16 weken en kittens jonger dan 12 weken is niet
bestudeerd.
Tijdens sedatie kunnen bij katten vertroebelingen van het hoornvlies optreden. De ogen dienen met een daartoe
geschikte oogzalf te worden beschermd.
Gelijktijdig gebruik van andere stoffen die de werking van het centraal zenuwstelsel onderdrukken, zal naar
verwachting het effect van dexmedetomidine versterken en de dosis dient derhalve te worden aangepast. Gebruik
van dexmedetomidine voor premedicatie bij honden vermindert significant de hoeveelheid inductiemedicatie
nodig voor inductie van anesthesie. Let er tijdens het toedienen van intraveneus inductiemiddel nauwgezet op dat
de toediening wordt gestaakt zodra het inductiemiddel effect heeft. Ook de behoefte aan vluchtige anesthetica
voor handhaving van de anesthesie wordt verminderd.
In combinatie met dexmedetomidine dienen anticholinergica met de nodige voorzichtigheid te worden gebruikt.
Kat: Na gelijktijdige intramusculaire toediening van 40 microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht en
5 mg ketamine per kg lichaamsgewicht aan katten, verdubbelde de maximumconcentratie dexmedetomidine,
maar er was geen effect op de Tmax. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van dexmedetomidine nam toe tot
1,6 uur en de totale blootstelling (AUC) nam toe met 50%.
Indien tegelijkertijd een dosis van 10 mg ketamine per kg lichaamsgewicht wordt toegepast samen met 40
microgram dexmedetomidine per kg lichaamsgewicht, kan tachycardie worden veroorzaakt.
Indien na het gebruik van dexmedetomidine atipamezole wordt toegediend, dan worden de effecten hierdoor snel
ongedaan gemaakt, waardoor de herstelperiode kan worden verkort. Gewoonlijk zijn honden en katten na 15
minuten weer wakker en staan ze weer.
Voor informatie over bijwerkingen, zie paragraaf Bijwerkingen.
De ademhalingsfunctie en hartfunctie dient frequent en periodiek gecontroleerd te worden. Pulsoximetrie kan
nuttig zijn, maar is niet essentieel voor een adequate controle.
Er dient apparatuur voor handmatige beademing beschikbaar te zijn voor het geval zich ademhalingsdepressie of
apneu voordoet bij opeenvolgend gebruik van dexmedetomidine en ketamine om bij katten algehele anesthesie te
In gevallen van overdosering dienen de volgende aanbevelingen te worden opgevolgd:
HOND: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden,
is atipamezole de geëigende antagonist. De juiste dosering atipamezole is 10 keer de initiële dosis van
dexmedetomidine (microgram/kg lichaamsgewicht of microgram/vierkante meter lichaamsoppervlak). Het te
gebruiken volume atipamezole bij een concentratie van 5 mg/ml is gelijk aan het volume Dexdomitor dat aan de
hond werd toegediend, ongeacht de toedieningsweg van Dexdomitor.
KAT: In geval van overdosering of als de effecten van dexmedetomidine mogelijk levensbedreigend worden, is
atipamezole de geëigende antagonist, toegediend als intramusculaire injectie in de volgende dosis: 5 keer de
initiële dosering dexmedetomidine in microgram/kg lichaamsgewicht. Na een gelijktijdige blootstelling aan een
drievoudige (3X) overdosis dexmedetomidine en 15 mg ketamine per kg lichaamsgewicht, kan een aanbevolen
dosis atipamezole worden toegediend voor omkering van de effecten van dexmedetomidine.
Bij een hoge serumconcentratie van dexmedetomidine, neemt de sedatie niet toe hoewel het analgetisch effect
wel toeneemt bij verdere dosis verhogingen.
De volume dosis atipamezole in een concentratie van 5 mg/kg is gelijk aan de helft van het volume Dexdomitor
dat aan de kat gegeven was.
In het geval van accidentele zelfinjectie of orale blootstelling dient onverwijld de hulp van een arts te worden
ingeroepen en de bijsluiter of het etiket aan de arts te worden getoond. RIJD ECHTER NIET zelf omdat er
sedatie en veranderingen in de bloeddruk kunnen optreden.
Vermijd contact van huid, ogen of en slijmvliezen met het middel. Het gebruik van ondoorlatende handschoenen
wordt aanbevolen. In het geval van contact van huid of slijmvliezen met het product, moeten de blootgestelde
gebieden onmiddellijk met een ruime hoeveelheid water worden gewassen en moet de aangetaste kledij die in
direct contact met de huid staat, worden verwijderd. In geval het product in aanraking is gekomen met de ogen,
moeten de ogen uitgebreid worden gespoeld met veel vers water. Als er symptomen optreden, moet onmiddellijk
een arts worden geraadpleegd.
Zwangere vrouwen die omgaan met het product, moeten met bijzondere voorzichtigheid te werk gaan om
zelfinjectie te voorkomen, omdat een systemische blootstelling kan leiden tot contracties van de baarmoeder en
een verlaagde bloeddruk van de foetus.
Advies voor artsen: Dexdomitor is een 2-adrenerge receptoragonist. Symptomen na absorptie kunnen klinische
effecten impliceren, inclusief dosisafhankelijke sedatie, ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie, een
droge mond en hyperglykemie. Er zijn ook gevallen van ventriculaire aritmie gemeld. Respiratoire en
hemodynamische symptomen dienen symptomatisch te worden behandeld. De specifieke 2-adrenerge
receptorantagonist atipamezole, die is goedgekeurd voor gebruik bij, is bij de mens alleen experimenteel
gebruikt om door dexmedetomidine geïnduceerde effecten te neutraliseren.
Mensen met bekende overgevoeligheid voor de werkzame stof of één van de hulpstoffen dienen het product met
de nodige voorzichtigheid toe te dienen.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
14. DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Gedetailleerde informatie over dit diergeneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
15. OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootte: 10 ml, 10 x 10 ml
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.>
Gelieve voor alle informatie over dit diergeneesmiddel contact op te nemen met de lokale vertegenwoordiger
van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
Luxembourg/Luxemburg
Vetoquinol N.V.
Vetoquinol SA
Tel: +32 3 877 44 34
Tel: +33 3 84 62 55 55
Magyarország
Orion Corporation
Orion Pharma Kft.
Te: +358 10 4261
Tel.: +36 1 886 3015
Ceská republika
Malta
Orion Pharma s.r.o.
Orion Corporation
Tel: +420 227 027 263
Tel: + 358 10 4261
Danmark
Nederland
Orion Pharma Animal Health
Vetoquinol B.V.
Tlf: 86 14 00 00
Tel: +31 10 498 00 79
Deutschland
Norge
Vetoquinol GmbH
Orion Pharma AS Animal Health
Tel: +49 89 999 79 74-0
Tlf: 4000 4190
Eesti
Österreich
UAB Orion Pharma
Richter Pharma AG
Tel: +370 5 276 9499
Tel: 007242-490-0
Polska
...
Orion Pharma Poland Sp. z o.o.
.: (+30) 2130065000
Tel.: +48 22 8333177
España
Portugal
Ecuphar Veterinaria S.L.U.
BELPHAR, Lda
Tel: +34 93 595 5000
Tel: +351 308 808 321
France
România
Vetoquinol SA
Orion Pharma Romania srl
Tél: +33 3 84 62 55 55
Tel: +40 31845 1646
Hrvatska
Slovenija
IRIS d.o.o.
IRIS d.o.o.
Tel: +386 1 200 66 50
Tel: +386 1 200 66 50
Ireland
Slovenská republika
Vetoquinol Ireland Limited
Orion Pharma s.r.o.
Tel: +44 1280 814500
Tel: +420 227 027 263
Ísland
Icepharma hf
Sîmi: 540 8080
Suomi/Finland
Vetoquinol Italia
ORION PHARMA Eläinlääkkeet
Tel: +39 05 43 46 24 11
Puh/Tel: 010 4261
Sverige
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
Orion Pharma AB, Animal Health
: +357 22 056 300
Tel: +46 8 623 64 40
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UAB Orion Pharma
Vetoquinol UK Limited
Tel: +370 5 276 9499
Tel: +44 1280 814500