Dotarem 0,5 mmol/ml
Bijsluiter
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Dotarem 0,5 mmol/ml, oplossing voor injectie
Gadoteerzuur
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien hebt u hem later weer nodig.
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dotarem en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
7. Informatie alleen bestemd voor medisch personeel
1. Wat is Dotarem en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dotarem is een diagnostisch middel dat gebruikt wordt bij volwassenen en kinderen. Het behoort tot
de groep van contrastproducten die gebruikt worden voor beeldvorming gebaseerd op magnetische
resonantie (MRI).
Dotarem wordt gebruikt om het contrast te verbeteren van beelden die worden verkregen tijdens een
onderzoek met magnetic resonance imaging (MRI). Het bevordert een duidelijkere afgrenzing en
betere zichtbaarheid van bepaalde onderdelen van het lichaam.
Dit geneesmiddel is uitsluitend voor diagnostisch gebruik.
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor de werkzame stof (gadoteerzuur) of voor een van de stoffen in dit
geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
U bent allergisch voor geneesmiddelen die gadolinium bevatten (zoals andere contrastmiddelen die
gebruikt worden bij MRI-onderzoek).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Informeer uw arts of radioloog vooraf indien het volgende op van u van toepassing is:
U heeft al eens eerder een allergische reactie gehad na toediening van een contrastmiddel.
U hebt astma.
U hebt een voorgeschiedenis van allergie (zoals een allergie voor vis, schaal- en schelpdieren,
netelroos, hooikoorts).
U wordt behandeld met een bètablokker (geneesmiddel voor hart- en bloeddrukaandoeningen,
zoals metoprolol).
1/8
Bijsluiter
Uw nieren werken niet goed.
U hebt kortgeleden een levertransplantatie ondergaan of verwacht deze op korte termijn te
ondergaan.
U lijdt aan een ziekte van hart- en bloedvaten.
U hebt eerder epileptische aanvallen gehad of u wordt behandeld voor epilepsie.
In al deze gevallen zal uw arts of radioloog de voor- en nadelen afwegen en op grond daarvan
beslissen of u Dotarem krijgt toegediend.
Bij gebruik van Dotarem, zal uw arts of radioloog alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen en de
toediening ervan zorgvuldig controleren en begeleiden.
Uw arts of radioloog kan besluiten een bloedonderzoek uit te voeren om na te gaan hoe goed uw
nieren werken, alvorens te besluiten tot het gebruik van Dotarem, vooral als u 65 jaar of ouder bent.
Pasgeborenen en zuigelingen
Omdat de nierfunctie bij baby’s tot 4 weken oud en zuigelingen tot 1 jaar nog niet volledig is
ontwikkeld zal Dotarem alleen worden toegediend nadat de arts de voor- en nadelen zorgvuldig heeft
afgewogen.
Verwijder voor het onderzoek alle metalen voorwerpen die u draagt. Informeer uw arts of radioloog
als:
een pacemaker heeft,
een clip op een bloedvat heeft,
een infusiepomp heeft,
een zenuwstimulator heeft,
een cochleair implantaat (implantaat in het binnenoor) heeft,.
u het vermoeden heeft dat u lichaamsvreemde metalen voorwerpen in het lichaam heeft, met name
in het oog.
Het verstrekken van deze informatie is van belang omdat dit aanleiding kan geven tot ernstige
problemen, veroorzaakt door de zeer sterke magnetische werking van het MRI-apparaat.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dotarem nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kortgeleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of radioloog. Informeer in het bijzonder uw arts, radioloog of apotheker wanneer u recent
geneesmiddelen voor hart- en bloeddruk aandoeningen, zoals bètablokkers, vasoactieve middelen,
angiotensine-converterend-enzym (ACE) remmers, angiotensine II-receptorblokkers Heeft gebruikt of
nog gebruikt.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Er is geen interactie bekend van Dotarem met eten en drinken. Vraag echter wel tevoren aan uw arts,
radioloog of apotheker of het nodig is niet te eten en/of te drinken voor het onderzoek.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Dotarem mag niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap, tenzij dit strikt noodzakelijk is.
Borstvoeding
2/8
Bijsluiter
Uw arts of radioloog zal met u bespreken of u kunt doorgaan met het geven van borstvoeding of de
borstvoeding moet onderbreken voor een periode van 24 uur nadat u Dotarem toegediend heeft
gekregen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn geen gegevens bekend t.a.v. het effect van Dotarem op de rijvaardigheid. Indien u zich echter
na het onderzoek onwel voelt of misselijk bent, moet u geen voertuigen besturen en/of machines gaan
bedienen.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Dotarem wordt toegediend door middel van een intraveneuze injectie, d.w.z. een injectie in een ader.
Tijdens het onderzoek
staat u onder controle van een arts of radioloog. Na toediening blijft een
plastic naald in uw bloedvat zitten; hierdoor kan de arts of radioloog u in noodgevallen meteen de
juiste geneesmiddelen toedienen wanneer dat nodig is. Als u een allergische reactie krijgt, wordt de
toediening van Dotarem gestopt.
Dotarem kan zowel handmatig als door middel van automatische injector worden toegediend. Bij
pasgeborenen en zuigelingen zal de toediening altijd handmatig plaatsvinden.
Het onderzoek wordt in een ziekenhuis of privépraktijk uitgevoerd. Behandelend personeel is op de
hoogte van de voorzorgen die bij een dergelijk onderzoek behoren te worden genomen en van de
mogelijke complicaties die zich kunnen voordoen.
Dosering
Uw arts bepaalt welke dosis u dient te krijgen en houdt toezicht op de injectie.
Dosering bij speciale groepen patiënten
Het gebruik van Dotarem wordt afgeraden bij patiënten met ernstige nierproblemen en patiënten die
kortgeleden een levertransplantatie hebben ondergaan of die verwachten op korte termijn een
levertransplantatie te ondergaan. Als het gebruik van het middel echter noodzakelijk is, mag u tijdens
een scan niet meer dan één dosis Dotarem krijgen en mag u gedurende ten minste 7 dagen niet nog een
injectie krijgen.
Pasgeborenen, zuigelingen, kinderen en jongeren tot 18 jaar
Omdat de nierfunctie bij pasgeborenen tot 4 weken oud en bij zuigelingen tot 1 jaar oud nog niet
volledig is ontwikkeld, mag Dotarem bij deze patiënten uitsluitend gebruikt worden na zorgvuldige
afweging door de arts. Kinderen mogen tijdens een scan niet meer dan één dosis Dotarem krijgen en
mogen gedurende ten minste 7 dagen niet nog een injectie krijgen.
Het toedienen van Dotarem voor een onderzoek van de bloedvaten (angiografie) wordt afgeraden bij
kinderen tot 18 jaar.
Ouderen
Dosisaanpassing is niet nodig als u 65 jaar of ouder bent, maar mogelijk wordt er een bloedonderzoek
gedaan om na te gaan hoe goed uw nieren werken.
Hebt u te veel dit middel toegediend gekregen?
Omdat u Dotarem krijgt toegediend in het ziekenhuis en door ervaren personeel, is het zeer
onwaarschijnlijk dat u teveel Dotarem krijgt toegediend. Mocht dit toch gebeuren, dan kan een teveel
aan Dotarem uit het lichaam worden verwijderd d.m.v. hemodialyse.
3/8
Bijsluiter
Wanneer u te veel van Dotarem heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Aanvullende informatie over de toepassing en het gebruik van Dotarem door artsen of andere
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt gegeven aan het einde van deze bijsluiter.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of radioloog.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Na toediening,
blijft u minstens een half uur onder observatie. Het merendeel van de bijwerkingen zal
onmiddellijk optreden. Sommige bijwerkingen kunnen vertraagd optreden (tot maximaal 7 dagen na
toediening van Dotarem).
Er bestaat een kleine kans dat u een allergische reactie krijgt na toediening van Dotarem.
Een
dergelijke reactie kan ernstig zijn en leiden tot
shock
(een levensbedreigende allergische reactie)
Onderstaande symptomen kunnen een eerste aanwijzing vormen voor het ontstaan van shock. Bij het
optreden hiervan dient u onmiddellijk uw arts of radioloog te waarschuwen:
opzwellen van het gezicht, mond of keel waardoor het moeilijk wordt te ademen of te slikken
opzwellen van handen of voeten
licht gevoel in het hoofd (bloeddrukverlaging)
moeilijkheden bij het ademen
fluitende ademhaling
hoesten
jeuk
loopneus
niezen
irritatie van de ogen
netelroos, galbulten
huiduitslag.
Soms voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 100 patiënten)
hypersensitiviteit
hoofdpijn
vreemde smaak in de mond
duizeligheid
slaperigheid
waarneming van tinteling, warmte-, koude- en/of pijnsensatie
lage of hoge bloeddruk
misselijkheid (ziek gevoel)
buikpijn
uitslag
warm/koud aanvoelen
zich krachteloos of slap voelen
vervelend gevoel op de injectieplaats, reactie op de injectieplaats, koud gevoel op de plaats van
injectie, zwelling van de injectieplaats, verspreiding van het middel buiten de bloedvaten wat kan
leiden tot ontsteking (roodheid en lokale pijn)
4/8
Bijsluiter
Zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten)
angst, flauwte (duizeligheid en het gevoel het bewustzijn te verliezen)
zwelling van de oogleden
hartkloppingen
niesbuien
overgeven (ziek zijn)
diarree
speekselvloed
netelroos, galbulten, jeuk, toegenomen transpiratie
pijn op de borst, rillingen.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten)
anafylactische of pseudo anafylactische reactie
agitatie
coma, toevallen, plotseling bewustzijnsverlies (syncope), reukstoornis (ruiken van dikwijls vieze
geuren), beven
ontstoken oog, rood oog, wazig zien, tranend oog
hartstilstand, versnelde of vertraagde hartslag, onregelmatige hartslag, verwijding van de
bloedvaten, bleekheid
ademhalingsstilstand, longoedeem, ademhalingsmoeilijkheden, piepende ademhaling, verstopte
neus, hoesten, droge keel, vernauwing van de keel met het gevoel van verstikking, spasmen van de
luchtwegen, zwelling van de keel
eczeem, roodheid van de huid, zwelling van de lippen en plaatselijk in de mond
spiersamentrekkingen, spierzwakte, rugpijn
algemeen onwel/ziek voelen, vervelend gevoel op de borst, koorts, zwelling van het gezicht,
verspreiding van het middel buiten de bloedvaten wat kan leiden tot afsterven van weefsel op de
injectieplaats, aderontsteking
daling van zuurstofgehalte in het bloed
Er zijn gevallen gemeld van Nefrogene Systemische Fibrose (een aandoening waarbij de huid dikker
wordt en waarbij ook weke delen en inwendige organen aangedaan kunnen worden), waarvan het
merendeel bij patiënten die Dotarem gelijktijdig, met andere gadolinium-bevattende contrastmiddelen
toegediend kregen.
Informeer de radioloog die het onderzoek heeft uitgevoerd indien er, gedurende de weken volgend op
het MRI-onderzoek, veranderingen van kleur en/of dikte van de huid optreden, maakt niet uit waar op
het lichaam.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Galileelaan 5/03
1210 BRUSSEL
Website: :
www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail:
adr@fagg.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
5/8
Bijsluiter
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
verpakking na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor de injectieflacons zijn er geen speciale bewaarcondities.
De voorgevulde spuiten mogen niet bevroren worden.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof is gadoteerzuur in de vorm van megluminegadoteraat (0,5 mmol
megluminegadoteraat/ml).
De andere stoffen zijn meglumine en water voor injecties.
Hoe ziet Dotarem eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dotarem is een heldere, kleurloze tot gele oplossing voor intraveneuze injectie.
De verpakking Dotarem bevat:
- hetzij een kleurloos, glazen injectieflacon met 5 ml, 10 ml, 15 ml, 20 ml of 60 ml oplossing voor
injectie,
- hetzij één voorgevulde spuit (glas of plastic) met 10, 15 of 20 ml injectieoplossing, gegradueerd per
ml, zonder een naald,
- hetzij tien plastic voorgevulde spuiten met 10, 15 of 20 ml injectieoplossing, gegradueerd per ml,
zonder naalden.
Mogelijk worden niet alle verpakkingsgroottes in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Guerbet, BP 57400, F-95943 Roissy CdG Cedex, Frankrijk
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
Doos met 1 injectieflacon van 5 ml: BE 184615
Doos met 1 injectieflacon van 10 ml: BE 149362
Doos met 1 injectieflacon van 15 ml: BE 149371
Doos met 1 injectieflacon van 20 ml: BE 149353
Doos met 1 injectieflacon van 60 ml: BE 226055
Doos met 1 voorgevulde spuit van 10 ml: BE 254992 (glas)
Doos met 1 voorgevulde spuit van 15 ml: BE 169547 (glas)
Doos met 1 voorgevulde spuit van 20 ml: BE 169531 (glas)
Doos met 1 en 10 voorgevulde spuit(en) van 10 ml: BE 553715 (plastic)
Doos met 1 en 10 voorgevulde spuit(en) van 15 ml: BE 553724 (plastic)
Doos met 1 en 10 voorgevulde spuit(en) van 20 ml: BE 553733 (plastic)
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 10/2021.
6/8
Bijsluiter
7. Informatie alleen bestemd voor medisch personeel
Dotarem nooit subarachnoïdaal toedienen.
Geadviseerd wordt om vóór toediening van Dotarem alle patiënten door middel van
laboratoriumonderzoek te screenen op nierfunctiestoornissen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Dotarem?
Er zijn meldingen gedaan van nefrogene systemische fibrose (NSF) bij gebruik van bepaalde
gadolinium-bevattende contrastmiddelen bij patiënten met een acute of chronische ernstige
nierfunctiestoornis (GFR <30 ml/min/1,73 m
2
). Patiënten die een levertransplantatie ondergaan, lopen
extra risico, aangezien de incidentie van acute nierinsufficiëntie bij deze groep hoog is. Aangezien de
mogelijkheid bestaat dat NSF optreedt bij gebruik van Dotarem, dient het middel bij patiënten met een
ernstige nierfunctiestoornis en bij patiënten in de perioperatieve levertransplantatieperiode alleen te
worden gebruikt na een zorgvuldige inventarisatie van de risico's en voordelen en indien de
diagnostische gegevens van essentieel belang zijn en niet kunnen worden verkregen door middel van
MRI zonder contrastmiddel. Indien het gebruik van Dotarem noodzakelijk is, mag de dosis niet hoger
zijn dan 0,1 mmol/kg lichaamsgewicht. Tijdens één en dezelfde scan mag niet meer dan één dosis
worden gebruikt. Gezien het gebrek aan informatie over herhaalde toediening dienen injecties met
Dotarem niet te worden herhaald tenzij de periode tussen de injecties ten minste 7 dagen bedraagt.
Vanwege de nog niet optimale nierfunctie van zuigelingen tot 4 weken en kinderen tot 1 jaar oud dient
Dotarem bij deze groep patiënten alleen te worden gebruikt na zorgvuldige afweging en in een dosis
die niet hoger is dan 0,1 mmol/kg lichaamsgewicht. Tijdens één en dezelfde scan mag niet meer dan
één dosis worden gebruikt. Gezien het gebrek aan informatie over herhaalde toediening dienen
injecties met Dotarem niet te worden herhaald tenzij de periode tussen de injecties ten minste 7 dagen
bedraagt.
Aangezien de nierklaring van Dotarem bij ouderen verminderd kan zijn, is het van bijzonder belang
om patiënten van 65 jaar en ouder te screenen op nierfunctiestoornissen.
Een hemodialyse kort na de toediening van Dotarem kan helpen bij de afvoer van Dotarem uit het
lichaam. Er zijn geen aanwijzingen die ervoor pleiten om bij patiënten die niet reeds hemodialyse
ondergaan, te beginnen met een hemodialyse bedoeld voor het voorkomen of behandelen van NSF.
Zwangerschap
Dotarem dient niet te worden gebruikt tijdens de zwangerschap tenzij de toediening van gadoteerzuur
nodig is in verband met de klinische toestand van de patiënte.
Borstvoeding
Of de patiënte borstvoeding moet blijven geven of hier tijdelijk mee moet stoppen gedurende de 24
uur volgend op de toediening van Dotarem, is ter beoordeling van de arts en de patiënte.
Dosering en wijze van toediening
Dotarem mag uitsluitend worden toegediend als intraveneuze injectie.
In de meeste gevallen wordt een dosis geadviseerd van 0,1 mmol/kg, oftewel 0,2 ml/kg. Dit geldt voor
zowel volwassenen als kinderen (met inbegrip van kinderen jonger dan 1 jaar).
Alleen bij een volwassene
Bij neuroradiologie kan de dosis variëren van 0,1 tot 0,3 mmol/kg. Bij twijfel over de diagnose na een
dosis van 0,1 mmol/kg helpt de aanvullende dosis van 0,2 mmol/kg bij het bepalen van de na het
onderzoek te volgen behandeling in het geval van een hersentumor.
Bij angiografie kan voor sommige vaatgebieden een tweede injectie van 0,1 mmol/kg nodig zijn.
Het afneembare traceeretiket op de injectieflacon/voorgevulde spuit moet op het patiëntendossier
worden aangebracht zodat nauwkeurige kan worden vastgelegd welk gadoliniumhoudend
7/8
Bijsluiter
contrastmiddel is gebruikt. De gebruikte dosis moet eveneens worden gedocumenteerd. Indien er
elektronische patiëntendossiers worden gebruikt, moet de productnaam, het batch nummer en de dosis
vermeld worden in het patiëntendossier.
8/8
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Dotarem 0,5 mmol/ml, oplossing voor injectie
Gadoteerzuur
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien hebt u hem later weer nodig.
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dotarem en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
7. Informatie alleen bestemd voor medisch personeel
1. Wat is Dotarem en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dotarem is een diagnostisch middel dat gebruikt wordt bij volwassenen en kinderen. Het behoort tot
de groep van contrastproducten die gebruikt worden voor beeldvorming gebaseerd op magnetische
resonantie (MRI).
Dotarem wordt gebruikt om het contrast te verbeteren van beelden die worden verkregen tijdens een
onderzoek met magnetic resonance imaging (MRI). Het bevordert een duidelijkere afgrenzing en
betere zichtbaarheid van bepaalde onderdelen van het lichaam.
Dit geneesmiddel is uitsluitend voor diagnostisch gebruik.
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor de werkzame stof (gadoteerzuur) of voor een van de stoffen in dit
geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
U bent allergisch voor geneesmiddelen die gadolinium bevatten (zoals andere contrastmiddelen die
gebruikt worden bij MRI-onderzoek).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Informeer uw arts of radioloog vooraf indien het volgende op van u van toepassing is:
U heeft al eens eerder een allergische reactie gehad na toediening van een contrastmiddel.
U hebt astma.
U hebt een voorgeschiedenis van allergie (zoals een allergie voor vis, schaal- en schelpdieren,
netelroos, hooikoorts).
U wordt behandeld met een bètablokker (geneesmiddel voor hart- en bloeddrukaandoeningen,
zoals metoprolol).
Uw nieren werken niet goed.
U hebt kortgeleden een levertransplantatie ondergaan of verwacht deze op korte termijn te
ondergaan.
U lijdt aan een ziekte van hart- en bloedvaten.
U hebt eerder epileptische aanvallen gehad of u wordt behandeld voor epilepsie.
In al deze gevallen zal uw arts of radioloog de voor- en nadelen afwegen en op grond daarvan
beslissen of u Dotarem krijgt toegediend.
Bij gebruik van Dotarem, zal uw arts of radioloog alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen en de
toediening ervan zorgvuldig controleren en begeleiden.
Uw arts of radioloog kan besluiten een bloedonderzoek uit te voeren om na te gaan hoe goed uw
nieren werken, alvorens te besluiten tot het gebruik van Dotarem, vooral als u 65 jaar of ouder bent.
Pasgeborenen en zuigelingen
Omdat de nierfunctie bij baby's tot 4 weken oud en zuigelingen tot 1 jaar nog niet volledig is
ontwikkeld zal Dotarem alleen worden toegediend nadat de arts de voor- en nadelen zorgvuldig heeft
afgewogen.
Verwijder voor het onderzoek alle metalen voorwerpen die u draagt. Informeer uw arts of radioloog
als:
een pacemaker heeft,
een clip op een bloedvat heeft,
een infusiepomp heeft,
een zenuwstimulator heeft,
een cochleair implantaat (implantaat in het binnenoor) heeft,.
u het vermoeden heeft dat u lichaamsvreemde metalen voorwerpen in het lichaam heeft, met name
in het oog.
Het verstrekken van deze informatie is van belang omdat dit aanleiding kan geven tot ernstige
problemen, veroorzaakt door de zeer sterke magnetische werking van het MRI-apparaat.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dotarem nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kortgeleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of radioloog. Informeer in het bijzonder uw arts, radioloog of apotheker wanneer u recent
geneesmiddelen voor hart- en bloeddruk aandoeningen, zoals bètablokkers, vasoactieve middelen,
angiotensine-converterend-enzym (ACE) remmers, angiotensine II-receptorblokkers Heeft gebruikt of
nog gebruikt.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Er is geen interactie bekend van Dotarem met eten en drinken. Vraag echter wel tevoren aan uw arts,
radioloog of apotheker of het nodig is niet te eten en/of te drinken voor het onderzoek.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Dotarem mag niet worden gebruikt tijdens de zwangerschap, tenzij dit strikt noodzakelijk is.
Borstvoeding
Uw arts of radioloog zal met u bespreken of u kunt doorgaan met het geven van borstvoeding of de
borstvoeding moet onderbreken voor een periode van 24 uur nadat u Dotarem toegediend heeft
gekregen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn geen gegevens bekend t.a.v. het effect van Dotarem op de rijvaardigheid. Indien u zich echter
na het onderzoek onwel voelt of misselijk bent, moet u geen voertuigen besturen en/of machines gaan
bedienen.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Dotarem wordt toegediend door middel van een intraveneuze injectie, d.w.z. een injectie in een ader.
Tijdens het onderzoek staat u onder controle van een arts of radioloog. Na toediening blijft een
plastic naald in uw bloedvat zitten; hierdoor kan de arts of radioloog u in noodgevallen meteen de
juiste geneesmiddelen toedienen wanneer dat nodig is. Als u een allergische reactie krijgt, wordt de
toediening van Dotarem gestopt.
Dotarem kan zowel handmatig als door middel van automatische injector worden toegediend. Bij
pasgeborenen en zuigelingen zal de toediening altijd handmatig plaatsvinden.
Het onderzoek wordt in een ziekenhuis of privépraktijk uitgevoerd. Behandelend personeel is op de
hoogte van de voorzorgen die bij een dergelijk onderzoek behoren te worden genomen en van de
mogelijke complicaties die zich kunnen voordoen.
Dosering
Uw arts bepaalt welke dosis u dient te krijgen en houdt toezicht op de injectie.
Dosering bij speciale groepen patiënten
Het gebruik van Dotarem wordt afgeraden bij patiënten met ernstige nierproblemen en patiënten die
kortgeleden een levertransplantatie hebben ondergaan of die verwachten op korte termijn een
levertransplantatie te ondergaan. Als het gebruik van het middel echter noodzakelijk is, mag u tijdens
een scan niet meer dan één dosis Dotarem krijgen en mag u gedurende ten minste 7 dagen niet nog een
injectie krijgen.
Pasgeborenen, zuigelingen, kinderen en jongeren tot 18 jaar
Omdat de nierfunctie bij pasgeborenen tot 4 weken oud en bij zuigelingen tot 1 jaar oud nog niet
volledig is ontwikkeld, mag Dotarem bij deze patiënten uitsluitend gebruikt worden na zorgvuldige
afweging door de arts. Kinderen mogen tijdens een scan niet meer dan één dosis Dotarem krijgen en
mogen gedurende ten minste 7 dagen niet nog een injectie krijgen.
Het toedienen van Dotarem voor een onderzoek van de bloedvaten (angiografie) wordt afgeraden bij
kinderen tot 18 jaar.
Ouderen
Dosisaanpassing is niet nodig als u 65 jaar of ouder bent, maar mogelijk wordt er een bloedonderzoek
gedaan om na te gaan hoe goed uw nieren werken.
Hebt u te veel dit middel toegediend gekregen?
Omdat u Dotarem krijgt toegediend in het ziekenhuis en door ervaren personeel, is het zeer
onwaarschijnlijk dat u teveel Dotarem krijgt toegediend. Mocht dit toch gebeuren, dan kan een teveel
aan Dotarem uit het lichaam worden verwijderd d.m.v. hemodialyse.
Wanneer u te veel van Dotarem heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Aanvullende informatie over de toepassing en het gebruik van Dotarem door artsen of andere
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt gegeven aan het einde van deze bijsluiter.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of radioloog.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Na toediening, blijft u minstens een half uur onder observatie. Het merendeel van de bijwerkingen zal
onmiddellijk optreden. Sommige bijwerkingen kunnen vertraagd optreden (tot maximaal 7 dagen na
toediening van Dotarem).
Er bestaat een kleine kans dat u een allergische reactie krijgt na toediening van Dotarem. Een
dergelijke reactie kan ernstig zijn en leiden tot
shock (een levensbedreigende allergische reactie)
Onderstaande symptomen kunnen een eerste aanwijzing vormen voor het ontstaan van shock. Bij het
optreden hiervan dient u onmiddellijk uw arts of radioloog te waarschuwen:
opzwellen van het gezicht, mond of keel waardoor het moeilijk wordt te ademen of te slikken
opzwellen van handen of voeten
licht gevoel in het hoofd (bloeddrukverlaging)
moeilijkheden bij het ademen
fluitende ademhaling
hoesten
jeuk
loopneus
niezen
irritatie van de ogen
netelroos, galbulten
huiduitslag.
Soms voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 100 patiënten)
hypersensitiviteit
hoofdpijn
vreemde smaak in de mond
duizeligheid
slaperigheid
waarneming van tinteling, warmte-, koude- en/of pijnsensatie
lage of hoge bloeddruk
misselijkheid (ziek gevoel)
buikpijn
uitslag
warm/koud aanvoelen
zich krachteloos of slap voelen
vervelend gevoel op de injectieplaats, reactie op de injectieplaats, koud gevoel op de plaats van
injectie, zwelling van de injectieplaats, verspreiding van het middel buiten de bloedvaten wat kan
leiden tot ontsteking (roodheid en lokale pijn)
Zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten)
angst, flauwte (duizeligheid en het gevoel het bewustzijn te verliezen)
zwelling van de oogleden
hartkloppingen
niesbuien
overgeven (ziek zijn)
diarree
speekselvloed
netelroos, galbulten, jeuk, toegenomen transpiratie
pijn op de borst, rillingen.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten)
anafylactische of pseudo anafylactische reactie
agitatie
coma, toevallen, plotseling bewustzijnsverlies (syncope), reukstoornis (ruiken van dikwijls vieze
geuren), beven
ontstoken oog, rood oog, wazig zien, tranend oog
hartstilstand, versnelde of vertraagde hartslag, onregelmatige hartslag, verwijding van de
bloedvaten, bleekheid
ademhalingsstilstand, longoedeem, ademhalingsmoeilijkheden, piepende ademhaling, verstopte
neus, hoesten, droge keel, vernauwing van de keel met het gevoel van verstikking, spasmen van de
luchtwegen, zwelling van de keel
eczeem, roodheid van de huid, zwelling van de lippen en plaatselijk in de mond
spiersamentrekkingen, spierzwakte, rugpijn
algemeen onwel/ziek voelen, vervelend gevoel op de borst, koorts, zwelling van het gezicht,
verspreiding van het middel buiten de bloedvaten wat kan leiden tot afsterven van weefsel op de
injectieplaats, aderontsteking
daling van zuurstofgehalte in het bloed
Er zijn gevallen gemeld van Nefrogene Systemische Fibrose (een aandoening waarbij de huid dikker
wordt en waarbij ook weke delen en inwendige organen aangedaan kunnen worden), waarvan het
merendeel bij patiënten die Dotarem gelijktijdig, met andere gadolinium-bevattende contrastmiddelen
toegediend kregen.
Informeer de radioloog die het onderzoek heeft uitgevoerd indien er, gedurende de weken volgend op
het MRI-onderzoek, veranderingen van kleur en/of dikte van de huid optreden, maakt niet uit waar op
het lichaam.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Galileelaan 5/03
1210 BRUSSEL
Website: : www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
verpakking na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor de injectieflacons zijn er geen speciale bewaarcondities.
De voorgevulde spuiten mogen niet bevroren worden.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof is gadoteerzuur in de vorm van megluminegadoteraat (0,5 mmol
megluminegadoteraat/ml).
De andere stoffen zijn meglumine en water voor injecties.
Hoe ziet Dotarem eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dotarem is een heldere, kleurloze tot gele oplossing voor intraveneuze injectie.
De verpakking Dotarem bevat:
- hetzij een kleurloos, glazen injectieflacon met 5 ml, 10 ml, 15 ml, 20 ml of 60 ml oplossing voor
injectie,
- hetzij één voorgevulde spuit (glas of plastic) met 10, 15 of 20 ml injectieoplossing, gegradueerd per
ml, zonder een naald,
- hetzij tien plastic voorgevulde spuiten met 10, 15 of 20 ml injectieoplossing, gegradueerd per ml,
zonder naalden.
Mogelijk worden niet alle verpakkingsgroottes in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Guerbet, BP 57400, F-95943 Roissy CdG Cedex, Frankrijk
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
Doos met 1 injectieflacon van 5 ml: BE 184615
Doos met 1 injectieflacon van 10 ml: BE 149362
Doos met 1 injectieflacon van 15 ml: BE 149371
Doos met 1 injectieflacon van 20 ml: BE 149353
Doos met 1 injectieflacon van 60 ml: BE 226055
Doos met 1 voorgevulde spuit van 10 ml: BE 254992 (glas)
Doos met 1 voorgevulde spuit van 15 ml: BE 169547 (glas)
Doos met 1 voorgevulde spuit van 20 ml: BE 169531 (glas)
Doos met 1 en 10 voorgevulde spuit(en) van 10 ml: BE 553715 (plastic)
Doos met 1 en 10 voorgevulde spuit(en) van 15 ml: BE 553724 (plastic)
Doos met 1 en 10 voorgevulde spuit(en) van 20 ml: BE 553733 (plastic)
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 10/2021.
7. Informatie alleen bestemd voor medisch personeel
Dotarem nooit subarachnoïdaal toedienen.
Geadviseerd wordt om vóór toediening van Dotarem alle patiënten door middel van
laboratoriumonderzoek te screenen op nierfunctiestoornissen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Dotarem?
Er zijn meldingen gedaan van nefrogene systemische fibrose (NSF) bij gebruik van bepaalde
gadolinium-bevattende contrastmiddelen bij patiënten met een acute of chronische ernstige
nierfunctiestoornis (GFR <30 ml/min/1,73 m2). Patiënten die een levertransplantatie ondergaan, lopen
extra risico, aangezien de incidentie van acute nierinsufficiëntie bij deze groep hoog is. Aangezien de
mogelijkheid bestaat dat NSF optreedt bij gebruik van Dotarem, dient het middel bij patiënten met een
ernstige nierfunctiestoornis en bij patiënten in de perioperatieve levertransplantatieperiode alleen te
worden gebruikt na een zorgvuldige inventarisatie van de risico's en voordelen en indien de
diagnostische gegevens van essentieel belang zijn en niet kunnen worden verkregen door middel van
MRI zonder contrastmiddel. Indien het gebruik van Dotarem noodzakelijk is, mag de dosis niet hoger
zijn dan 0,1 mmol/kg lichaamsgewicht. Tijdens één en dezelfde scan mag niet meer dan één dosis
worden gebruikt. Gezien het gebrek aan informatie over herhaalde toediening dienen injecties met
Dotarem niet te worden herhaald tenzij de periode tussen de injecties ten minste 7 dagen bedraagt.
Vanwege de nog niet optimale nierfunctie van zuigelingen tot 4 weken en kinderen tot 1 jaar oud dient
Dotarem bij deze groep patiënten alleen te worden gebruikt na zorgvuldige afweging en in een dosis
die niet hoger is dan 0,1 mmol/kg lichaamsgewicht. Tijdens één en dezelfde scan mag niet meer dan
één dosis worden gebruikt. Gezien het gebrek aan informatie over herhaalde toediening dienen
injecties met Dotarem niet te worden herhaald tenzij de periode tussen de injecties ten minste 7 dagen
bedraagt.
Aangezien de nierklaring van Dotarem bij ouderen verminderd kan zijn, is het van bijzonder belang
om patiënten van 65 jaar en ouder te screenen op nierfunctiestoornissen.
Een hemodialyse kort na de toediening van Dotarem kan helpen bij de afvoer van Dotarem uit het
lichaam. Er zijn geen aanwijzingen die ervoor pleiten om bij patiënten die niet reeds hemodialyse
ondergaan, te beginnen met een hemodialyse bedoeld voor het voorkomen of behandelen van NSF.
Zwangerschap
Dotarem dient niet te worden gebruikt tijdens de zwangerschap tenzij de toediening van gadoteerzuur
nodig is in verband met de klinische toestand van de patiënte.
Borstvoeding
Of de patiënte borstvoeding moet blijven geven of hier tijdelijk mee moet stoppen gedurende de 24
uur volgend op de toediening van Dotarem, is ter beoordeling van de arts en de patiënte.
Dosering en wijze van toediening
Dotarem mag uitsluitend worden toegediend als intraveneuze injectie.
In de meeste gevallen wordt een dosis geadviseerd van 0,1 mmol/kg, oftewel 0,2 ml/kg. Dit geldt voor
zowel volwassenen als kinderen (met inbegrip van kinderen jonger dan 1 jaar).
Alleen bij een volwassene
Bij neuroradiologie kan de dosis variëren van 0,1 tot 0,3 mmol/kg. Bij twijfel over de diagnose na een
dosis van 0,1 mmol/kg helpt de aanvullende dosis van 0,2 mmol/kg bij het bepalen van de na het
onderzoek te volgen behandeling in het geval van een hersentumor.
Bij angiografie kan voor sommige vaatgebieden een tweede injectie van 0,1 mmol/kg nodig zijn.
Het afneembare traceeretiket op de injectieflacon/voorgevulde spuit moet op het patiëntendossier
worden aangebracht zodat nauwkeurige kan worden vastgelegd welk gadoliniumhoudend
contrastmiddel is gebruikt. De gebruikte dosis moet eveneens worden gedocumenteerd. Indien er
elektronische patiëntendossiers worden gebruikt, moet de productnaam, het batch nummer en de dosis
vermeld worden in het patiëntendossier.