Duoresp spiromax 320 µg - 9 µg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoResp Spiromax 160 microgram/4,5 microgram inhalatiepoeder
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke afgegeven dosis (de dosis die uit het mondstuk komt) bevat 160 microgram budesonide en 4,5
microgram formoterolfumaraatdihydraat.
Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 200 microgram budesonide en 6 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Hulpstof(fen) met bekend effect:
Elke dosis bevat ongeveer 5 milligram lactose (als monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder.
Wit poeder.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Astma
DuoResp Spiromax is geïndiceerd voor de onderhoudsbehandeling van astma bij volwassenen en
adolescenten (in de leeftijd van 12 jaar en ouder), waar het gebruik van een combinatie
(inhalatiecorticosteroïd
en een langwerkende β
2
-adrenoceptoragonist) wenselijk is:
-
bij patiënten die niet voldoende onder controle zijn met inhalatiecorticosteroïden en
geïnhaleerde kortwerkende β
2
-adrenerge agonisten als verlichting van acute klachten
of
-
bij patiënten die al voldoende onder controle zijn met zowel inhalatiecorticosteroïden als
langwerkende β
2
-adrenoceptoragonisten.
COPD
DuoResp Spiromax is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen in de leeftijd van 18 jaar en ouder
voor de symptomatische behandeling van patiënten met COPD met een geforceerd expiratoir volume
in 1 seconde (FEV
1
) van < 70% van de voorspelde normaalwaarde (na luchtwegverwijder) en een
voorgeschiedenis van herhaalde exacerbaties die significante symptomen hebben ondanks regelmatige
behandeling met langwerkende luchtwegverwijders.
4.2
Dosering en wijze van toediening:
Dosering
Astma
2
DuoResp Spiromax is niet bedoeld als initiële behandeling van astma.
DuoResp Spiromax is niet geschikt als behandeling voor volwassen of adolescente patiënten met een
lichte vorm van astma.
De dosering van DuoResp Spiromax is individueel en moet aan de ernst van de ziekte worden
aangepast. Dit moet niet alleen worden overwogen als met de behandeling met een combinatie van
geneesmiddelen wordt gestart maar ook als de onderhoudsdosis wordt aangepast. Als een individuele
patiënt een combinatie van doseringen moet hebben die anders is dan die beschikbaar zijn in de
combinatie-inhalator, moeten
passende doseringen β
2
-adrenoceptoragonisten en/of corticosteroïden in
individuele inhalatoren worden voorgeschreven.
Zodra de astmasymptomen onder controle zijn gebracht, kan worden overwogen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verminderen. Patiënten dienen regelmatig te worden gecontroleerd door hun
voorschrijvende arts/zorgverlener, zodat de dosis DuoResp Spiromax optimaal blijft. De dosis dient te
worden afgebouwd naar de laagste dosis waarbij de symptomen op effectieve wijze onder controle
worden gehouden.
Als het wenselijk is om naar een lagere sterkte omlaag te titreren dan in DuoResp Spiromax
beschikbaar is, is het noodzakelijk om over te gaan naar een alternatieve combinatie met een vaste
dosis budesonide en formoterolfumaraat met een lagere dosis van het inhalatiecorticosteroïd. Wanneer
de symptomen op de lange termijn onder controle zijn gebracht met de laagste aanbevolen dosis, kan
de volgende stap een test met alleen een inhalatiecorticosteroïd inhouden.
Voor DuoResp Spiromax zijn er twee behandelingswijzen:
DuoResp Spiromax onderhoudsbehandeling:
DuoResp Spiromax wordt gebruikt als een normale
onderhoudsbehandeling met een afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder als ‘reliever’-
behandeling.
DuoResp Spiromax onderhouds- en ‘reliever’-behandeling:
DuoResp Spiromax wordt gebruikt als
een normale onderhoudsbehandeling en als ‘reliever’-behandeling ter verlichting van acute
benauwdheidsklachten.
DuoResp Spiromax onderhoudsbehandeling
Patiënten dient te worden aangeraden om altijd hun afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder ter
verlichting van acute benauwdheidsklachten in geval van nood bij zich te hebben.
Aanbevolen doseringen:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder): 1-2 inhalaties tweemaal daags. Sommige patiënten
kunnen tot een maximum van 4 inhalaties tweemaal daags nodig hebben.
Adolescenten (in de leeftijd van 12 jaar en ouder): 1-2 inhalaties tweemaal daags.
In de gangbare praktijk, wanneer de symptomen onder controle worden gebracht met de
tweemaaldaagse behandeling, kan de titratie naar de laagste effectieve dosis inhouden dat DuoResp
Spiromax eenmaal daags wordt gegeven, wanneer naar mening van de voorschrijvende arts een
langwerkende luchtwegverwijder in combinatie met een inhalatiecorticosteroïd noodzakelijk zou zijn
om de astma onder controle te houden.
Toenemend gebruik van een afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder betekent een
verslechtering van de onderliggende aandoening en rechtvaardigt een herbeoordeling van de
behandeling van astma.
3
DuoResp Spiromax onderhouds- en ‘reliever’-behandeling
Patiënten gebruiken DuoResp Spiromax als dagelijkse onderhoudsdosis en waar nodig ter verlichting
van symptomen. Patiënten moet worden aangeraden om altijd DuoResp Spiromax bij zich te hebben
ter verlichting van acute benauwdheidsklachten.
Voor patiënten die DuoResp Spiromax ter verlichting gebruiken, dient preventief gebruik van
DuoResp Spiromax voor door allergenen of inspanning geïnduceerde bronchoconstrictie te worden
besproken door arts en patiënt; bij het aanbevolen gebruik dient rekening te worden gehouden met de
frequentie van behoefte. In geval van frequente behoefte aan luchtwegverwijding zonder
overeenkomende behoefte aan een verhoogde dosis inhalatiecorticosteroïden, dient een ander middel
ter verlichting te worden gebruikt.
DuoResp Spiromax onderhouds- en ‘reliever’-behandeling dient met name te worden overwogen bij
patiënten met:
•
onvoldoende astmacontrole en regelmatig gebruik van een inhalator ter verlichting.
•
astmaexacerbaties in het verleden die medisch ingrijpen vereisten
Nauwlettend toezicht op dosisgerelateerde bijwerkingen is nodig bij patiënten die regelmatig een hoog
aantal DuoResp Spiromax-inhalaties ter verlichting van acute klachten nemen.
Aanbevolen doseringen:
Volwassenen en adolescenten (in de leeftijd van 12 jaar en ouder): De aanbevolen onderhoudsdosering
is 2 inhalaties per dag, toegediend als een enkele inhalatie in de ochtend en avond of als 2 inhalaties in
ofwel ochtend of avond. Bij sommige patiënten kan een onderhoudsdosering van 2 inhalaties
tweemaal daags gewenst zijn. Patiënten dienen, indien nodig, 1 extra inhalatie te gebruiken ter
verlichting van acute symptomen. Als de symptomen na een paar minuten nog aanhouden, dient een
extra inhalatie te worden genomen. Er mogen niet meer dan 6 inhalaties worden gebruikt per keer.
Een totale dagelijkse dosis van meer dan 8 inhalaties is normaal gesproken niet nodig. Er kan echter
gedurende een beperkte tijd een totale dagelijkse dosis van maximaal 12 inhalaties worden gebruikt.
Patiënten die meer dan 8 inhalaties per dag gebruiken wordt sterk aangeraden om medisch advies in te
winnen. Ze dienen opnieuw te worden geëvalueerd en hun onderhoudsbehandeling dient te worden
heroverwogen.
COPD
Aanbevolen doseringen:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder): 2 inhalaties tweemaal daags
Speciale patiëntengroepen:
Ouderen (≥ 65 jaar)
Er is geen speciale dosering nodig bij ouderen.
Patiënten met nier- of leverinsufficiëntie
Er zijn geen gegevens beschikbaar voor het gebruik van een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat bij patiënten met lever- of nierinsufficiëntie. Omdat budesonide en
formoterol hoofdzakelijk door het levermetabolisme worden uitgescheiden, kan er een verhoogde
blootstelling worden verwacht bij patiënten met ernstige levercirrose.
Pediatrische patiënten
4
De veiligheid en werkzaamheid van DuoResp Spiromax bij pediatrische patiënten in de leeftijd tot
12 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen tot 12 jaar.
Wijze van toediening
Uitsluitend voor inhalatie.
Spiromax is een door de adem geactiveerde, inspiratoire luchtstroom-gedreven inhalator. Dit betekent
dat de werkzame stoffen in de luchtwegen worden afgegeven als de patiënt door het mondstuk
inademt. Matig-ernstig en ernstig astmatische patiënten bleken in staat om voldoende
inademingssnelheid te genereren zodat Spiromax de therapeutische dosis kon afgeven (zie rubriek
5.1).
DuoResp Spiromax dient op de juiste wijze te worden gebruikt voor een doeltreffende behandeling.
Patiënten dient daarom te worden aangeraden de bijsluiter zorgvuldig te lezen en de
gebruiksinstructies in de bijsluiter op te volgen.
Het gebruik van DuoResp Spiromax bestaat uit drie stappen die hieronder zijn beschreven: openen,
inademen en sluiten.
Openen:
Houd de Spiromax vast met dop van het mondstuk aan de onderkant en open het dopje van
het mondstuk door het naar beneden te vouwen tot het helemaal open is en u één klik hoort.
Inademen:
Plaats het mondstuk tussen de tanden met de lippen gesloten rond het mondstuk, bijt niet
op het mondstuk van de inhalator. Haal krachtig en diep adem door het mondstuk. Haal de Spiromax
uit de mond en houd gedurende 10 seconden of zo lang als comfortabel is voor de patiënten de adem
in.
Sluiten:
Langzaam uitademen en sluit het dopje over het mondstuk.
Het is ook belangrijk om patiënten aan te raden de inhalator voor het gebruik niet te schudden, niet
door de Spiromax uit te ademen, en de luchtgaatjes niet te blokkeren als ze zich klaarmaken voor de
stap ‘inademen’.
Patiënten dient ook te worden aangeraden om na het inhaleren hun mond met water te spoelen (zie
rubriek 4.4).
De patiënt kan bij gebruik van de DuoResp Spiromax iets proeven als gevolg van de hulpstof lactose.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Doseringsadvies
Patiënten dienen regelmatig te worden gecontroleerd door hun voorschrijvende arts/zorgverlener zodat
de dosis DuoResp Spiromax optimaal blijft. De dosis dient te worden getitreerd naar de laagste dosis
waarbij de symptomen op effectieve wijze onder controle worden gehouden. Zodra de
astmasymptomen onder controle zijn gebracht, kan worden overwogen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verlagen. Wanneer het wenselijk is om naar een lagere concentratie omlaag te
titreren dan in de DuoResp Spiromax beschikbaar is, moet men overschakelen naar een alternatieve
combinatie met een vaste dosis budesonide en formoterolfumaraat die een lagere dosis van het
inhalatiecorticosteroïd bevat.
5
Regelmatige controle van de patiënt tijdens het verminderen van de behandeling is belangrijk.
Patiënten dient te worden aangeraden om hun inhalator met ‘reliever’-medicatie altijd bij zich te
hebben, ofwel DuoResp Spiromax (voor patiënten met astma die DuoResp Spiromax als onderhouds-
en ‘reliever’-behandeling gebruiken) of een afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder (voor
patiënten die DuoResp Spiromax alleen als onderhoudsbehandeling gebruiken).
Het wordt aanbevolen de dosis geleidelijk af te bouwen als de behandeling wordt gestaakt en niet
abrupt met de behandeling te stoppen. Volledig stoppen met inhalatiecorticosteroïden dient niet te
worden overwogen, tenzij het tijdelijk nodig is om de diagnose astma te bevestigen.
Patiënten dienen er aan herinnerd te worden om hun DuoResp Spiromax onderhoudsdosering volgens
voorschrift te gebruiken, zelfs als er geen symptomen zijn. Het profylactische gebruik van DuoResp
Spiromax, bijv. vóór inspanning, is niet onderzocht. De ‘reliever’-inhalaties van DuoResp Spiromax
dienen ter verlichting van acute symptomen te worden genomen, maar zijn niet bestemd voor
regelmatig profylactisch gebruik, bijv. vóór inspanning. In geval van frequente behoefte aan
luchtwegverwijding zonder overeenkomende behoefte aan een verhoogde dosis
inhalatiecorticosteroïden, dient een ander middel ter verlichting te worden gebruikt.
Verergering van de ziekte
Er kunnen ernstige astma-gerelateerde bijwerkingen en exacerbaties optreden tijdens de behandeling
met DuoResp Spiromax. Patiënten wordt geadviseerd om met de behandeling door te gaan, maar zij
dienen medische hulp in te roepen als de symptomen van astma niet onder controle worden gebracht
of erger worden na het starten met DuoResp Spiromax.
Als patiënten de dosis niet effectief vinden, of de hoogste aanbevolen dosis DuoResp Spiromax
overschrijden, dient medische hulp te worden gezocht (zie rubriek 4.2). Een plotselinge en
progressieve achteruitgang van de controle van de astma of COPD kan levensbedreigend zijn en
vraagt om onmiddellijke medische interventie. In deze situatie moet rekening worden gehouden met
de noodzaak voor verdere behandeling met corticosteroïden, bijv. een kuur met orale corticosteroïden
of behandeling met antibiotica bij een infectie.
Patiënten dienen niet met DuoResp Spiromax te beginnen tijdens een exacerbatie, of tijdens een
significante verslechtering of acute achteruitgang van de astma.
Systemische effecten
Systemische effecten kunnen bij elk inhalatiecorticosteroïd optreden, vooral bij hoge doses die voor
langere perioden zijn voorgeschreven. Deze effecten komen veel minder vaak voor bij
inhalatiebehandeling dan bij orale corticosteroïden.
Mogelijke systemische effecten zijn onder meer syndroom van Cushing, Cushing-achtige
verschijnselen, bijniersuppressie, groeivertraging bij kinderen en jongeren in de leeftijd tot 18 jaar,
afname in botmineraaldichtheid, cataract en glaucoom en minder vaak, een scala aan psychische of
gedragsstoornissen, waaronder psychomotorische hyperactiviteit, slaapstoornissen, angst, depressie of
agressie (vooral bij kinderen) (zie rubriek 4.8).
Visusstoornis
Visusstoornis kan worden gemeld bij systemisch en topisch gebruik van corticosteroïden. Indien een
patiënt symptomen ontwikkelt zoals wazig zien of andere visusstoornissen, dient te worden
overwogen de patiënt door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken
waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR)
die zijn gemeld na gebruik van systemische en topische corticosteroïden.
Effecten op botdichtheid
6
Mogelijke effecten op botdichtheid moeten worden overwogen, vooral bij patiënten die gedurende
langere perioden hoge doses gebruiken die co-existente risicofactoren voor osteoporose hebben.
Langetermijnonderzoek met geïnhaleerde budesonide bij volwassenen met een dagelijkse dosis van
800 microgram (afgemeten dosis) toonde geen significant effect op de botmineraaldichtheid. Er is
geen informatie beschikbaar over het effect van een vaste-dosiscombinatie
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat bij hogere doses.
Bijnierfunctie
Behandeling met aanvullende systemische steroïden of geïnhaleerde budesonide mag niet abrupt
worden gestopt.
Langdurige behandeling met hoge doses inhalatiecorticosteroïden, met name hoger dan de aanbevolen
dosering, kan ook klinisch significante bijniersuppressie tot gevolg hebben. Daarom moeten er extra
systemische corticosteroïden worden overwogen tijdens perioden van stress zoals ernstige infecties of
electieve ingrepen. Een snelle vermindering in de dosis steroïden kan leiden tot een acute bijniercrisis.
Klachten en verschijnselen die bij een acute bijniercrisis worden waargenomen kunnen vaag zijn, maar
zijn onder meer anorexie, buikpijn, gewichtsverlies, vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken,
verminderd bewustzijn, toevallen, hypotensie en hypoglykemie.
Paradoxale bronchospasmen
Paradoxale bronchospasmen kunnen na toediening optreden, met een onmiddellijke toename van
piepende ademhaling (‘wheezing’) en kortademigheid. Als de patiënt last krijgt van paradoxale
bronchospasmen moet de behandeling met DuoResp Spiromax onmiddellijk worden stopgezet, de
patiënt moet worden geëvalueerd en er moet eventueel een alternatieve behandeling worden gestart.
Paradoxale bronchospasmen reageren op een snelwerkende inhalatieluchtwegverwijder en moeten
onmiddellijk worden behandeld (zie rubriek 4.8).
Overschakelen van orale behandeling
Als er een reden is om te denken dat de bijnierfunctie is verminderd als gevolg van een eerdere
systemische behandeling met steroïden, is voorzichtigheid geboden wanneer patiënten worden
overgeschakeld naar een behandeling met een vaste-dosiscombinatie met
budesonide/formoterolfumaraat.
De voordelen van behandeling met geïnhaleerde budesonide zou normaal gesproken de behoefte aan
orale steroïden minimaliseren, maar patiënten die overschakelen van orale steroïden kunnen geruime
tijd het risico lopen op een verstoorde bijnierreserve. Na het stopzetten van de orale behandeling met
steroïden kan het herstel een aanzienlijke tijd in beslag nemen en daarom lopen patiënten die
afhankelijk zijn van orale steroïden geruime tijd het risico op een verminderde bijnierfunctie. In zulke
situaties dient de functie van de hypothalamus-hypofyse-bijnieras (HPA-as) regelmatig te worden
gecontroleerd.
Tijdens het overschakelen van een orale behandeling naar een behandeling met een vaste-
dosiscombinatie budesonide/formoterolfumaraat wordt meestal een kleinere systemische
steroïdenwerking waargenomen die het verschijnen van allergische of artritissymptomen zoals rinitis,
eczeem en spier- en gewrichtspijn tot gevolg kan hebben. Specifieke behandelingen dienen voor deze
aandoeningen te worden gestart. Er moet een algemeen effect van onvoldoende glucocorticosteroïden
worden vermoed als, in zeldzame gevallen, symptomen zoals vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid
en braken optreden. In deze gevallen is een tijdelijke verhoging van de orale dosis
glucocorticosteroïden soms noodzakelijk.
7
Orale infecties
Om het risico op orofaryngeale candidiasis te verminderen, moet de patiënt worden geïnstrueerd om
na het inhaleren van de dosis de mond met water te spoelen. Bij het optreden van orofaryngeale spruw
moeten patiënten ook hun mond spoelen na de extra inhalaties (zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
Het wordt aanbevolen om regelmatig de lengte te controleren van kinderen die langdurige behandeling
met inhalatiecorticosteroïden krijgen. Indien de groei vertraagd is, dient de therapie opnieuw te
worden geëvalueerd met het doel de dosis van de inhalatiecorticosteroïden indien mogelijk te verlagen
tot de laagste dosis waarmee een effectieve controle van astma wordt onderhouden. De voordelen van
de corticosteroïdtherapie en de mogelijke risico’s van verminderde groei moeten zorgvuldig worden
afgewogen. Bovendien moet worden overwogen om de patiënt door te verwijzen naar een pediatrisch
luchtwegspecialist.
Beperkte gegevens van langetermijnonderzoeken wijzen erop dat de meeste kinderen en adolescenten
die met geïnhaleerde budesonide worden behandeld, uiteindelijk hun volwassen doellengte zullen
bereiken. Er is echter een kleine, maar voorbijgaande aanvankelijke vermindering in groei (ongeveer
1 cm) waargenomen. Dit gebeurt meestal in het eerste jaar van de behandeling.
Patiënten met COPD
Er zijn geen klinische onderzoeksgegevens beschikbaar over de DuoResp Spiromax bij
COPD-patiënten met een pre-bronchodilator-FEV
1
> 50% voorspelde normaalwaarde en een
post-bronchodilator FEV
1
< 70% voorspelde normaalwaarde (zie rubriek 5.1).
Pneumonie
Een toename van de incidentie van pneumonie, waaronder pneumonie waarvoor een
ziekenhuisopname nodig was, is waargenomen bij patiënten met COPD die geïnhaleerde
corticosteroïden kregen. Er zijn enkele aanwijzingen voor een toegenomen risico op pneumonie met
een toenemende steroïddosis, maar dit is niet overtuigend aangetoond in alle onderzoeken.
Er is geen overtuigend klinisch bewijs voor intra-klasseverschillen tussen geïnhaleerde
corticosteroïdproducten wat betreft de omvang van het risico op pneumonie.
Artsen moeten alert blijven op de mogelijke ontwikkeling van pneumonie bij patiënten met COPD,
omdat de klinische kenmerken van dergelijke infecties een overlap vertonen met de symptomen van
COPD-exacerbaties.
Risicofactoren voor pneumonie bij patiënten met COPD zijn onder andere huidig rookgedrag, hogere
leeftijd, lage body mass index (BMI) en ernstig COPD.
Interacties met andere geneesmiddelen
Gelijktijdige behandeling met itraconazol, ritonavir of andere sterke CYP3A4-remmers moet worden
vermeden (zie rubriek 4.5). Als dit niet mogelijk is, moet het tijdsinterval tussen toedieningen van de
interagerende geneesmiddelen zo groot mogelijk zijn. Bij patiënten die sterke CYP3A4-remmers
gebruiken wordt een vaste-dosiscombinatie van budesonide/formoterolfumaraat niet aanbevolen.
Waarschuwing bij speciale aandoeningen
Een vaste-dosiscombinatie van budesonide en formoterolfumaraatdihydraat moet zeer terughoudend
worden toegediend aan patiënten met thyreotoxicose, feochromocytoom, diabetes mellitus,
onbehandelde hypokaliëmie, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, idiopathische subvalvulaire
aortastenose, ernstige hypertensie, aneurysma of andere ernstige cardiovasculaire aandoeningen, zoals
ischemische hartziekten, tachyaritmieën of ernstig hartfalen.
8
Voorzichtigheid is geboden bij behandeling van patiënten met een verlenging van het QTc-interval.
Formoterol zelf kan verlenging van het QTc-interval induceren.
De noodzaak voor, en de dosis van, inhalatiecorticosteroïden dient bij patiënten met actieve of latente
longtuberculose, schimmel- en virale infecties in de luchtwegen opnieuw te worden geëvalueerd.
Bij patiënten met diabetes moet extra controle van de bloedsuikerspiegel worden overwogen.
β
2
-adrenoceptoragonisten
Mogelijk ernstige hypokaliëmie kan het gevolg zijn van hoge doses β
2
-adrenoceptoragonisten.
Gelijktijdige behandeling van β
2
-adrenoceptoragonisten met geneesmiddelen die hypokaliëmie kunnen
induceren of een hypokaliëmisch effect kunnen versterken, bijv. xanthinederivaten, steroïden en
diuretica, kunnen bijdragen tot een mogelijk hypokaliëmisch effect van de β
2
-adrenoceptoragonist.
Behandeling met β
2
-adrenoceptoragonisten kan een toename in de bloedconcentratie van insuline,
vrije vetzuren, glycerol en ketonlichamen tot gevolg hebben.
Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij instabiel astma met variabel gebruik van snelwerkende
luchtwegverwijders, bij acute ernstige astma omdat het daarmee verbonden risico verhoogd kan
worden door hypoxie en bij andere aandoeningen waarbij de kans op hypokaliëmie is verhoogd. Het
wordt aanbevolen om in deze situaties de kaliumspiegel in het serum te controleren.
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet
te gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Farmacokinetische interacties
Sterke remmers van CYP3A4 (bijv. ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol,
claritromycine, telitromycine, nefazodon en HIV-proteaseremmers) doen waarschijnlijk de
plasmaconcentraties van budesonide aanzienlijk toenemen en gelijktijdig gebruik dient te worden
vermeden. Als dit niet mogelijk is, moet het tijdsinterval tussen de toedieningen van de remmer en
budesonide zo groot mogelijk zijn (zie rubriek 4.4). Bij patiënten die sterke CYP3A4-remmers
gebruiken, is een vaste-dosiscombinatie van budesonide en formoterolfumaraatdihydraat onderhouds-
en ‘reliever’-behandeling niet aanbevolen.
De sterke CYP3A4-remmer ketoconazol 200 mg eenmaal daags deed de plasmaconcentratie van
gelijktijdig oraal toegediend budesonide (een enkele dosis 3 mg) gemiddeld zesvoudig toenemen.
Wanneer ketoconazol 12 uur na budesonide werd toegediend nam de gemiddelde concentratie slechts
drie keer toe. Dit toont aan dat de scheiding van het tijdstip van toedienen de toename van de
plasmaconcentraties kan verminderen. Beperkte gegevens over deze interactie voor een hoge dosis
geïnhaleerde budesonide geeft aan dat er een duidelijke toename in plasmaconcentraties (gemiddeld
viervoudig) kan optreden als itraconazol, 200 mg eenmaal daags, gelijktijdig wordt toegediend met
geïnhaleerde budesonide (een enkele dosis van 1000 microgram).
Verwacht wordt dat gelijktijdige behandeling met CYP3A-remmers, waaronder geneesmiddelen die
cobicistat bevatten, het risico op systemische bijwerkingen zal verhogen. De combinatie moet worden
vermeden, tenzij de voordelen zwaarder wegen dan het verhoogde risico op systemische
corticosteroïde bijwerkingen, in welk geval patiënten moeten worden gecontroleerd op systemische
corticosteroïde bijwerkingen.
Farmacodynamische interacties
9
Bètablokkers kunnen het effect van formoterol afzwakken of remmen. Een behandeling met een vaste-
dosiscombinatie van budesonide en formoterolfumaraatdihydraat moet daarom niet tegelijkertijd met
bètablokkers (waaronder oogdruppels) worden gegeven, tenzij er dwingende redenen zijn.
Gelijktijdige behandeling met kinidine, disopyramide, procaïnamide, fenothiazines, antihistaminica
(terfenadine) en tricyclische antidepressiva kan het QTc-interval verlengen en het risico van
ventriculaire aritmieën verhogen.
Bovendien kunnen L-Dopa, L-thyroxine, oxytocine en alcohol de cardiale tolerantie ten opzichte van
β
2
-sympaticomimetica verslechteren.
Door gelijktijdige behandeling met MAO-remmers, waaronder geneesmiddelen met vergelijkbare
eigenschappen zoals furazolidon en procarbazine kunnen hypertensieve reacties versneld worden.
Er is een toegenomen risico op aritmieën bij patiënten die gelijktijdig anesthesie met gehalogeneerde
koolwaterstoffen ontvangen.
Gelijktijdig gebruik van andere bèta-adrenerge geneesmiddelen en anticholinerge geneesmiddelen kan
een potentieel additief bronchodilaterend effect hebben.
Hypokaliëmie kan de neiging tot aritmieën bij patiënten die met digitalisglycosiden behandeld worden
verhogen.
Er is geen interactie tussen budesonide en formoterol en andere geneesmiddelen die voor de
behandeling van astma worden gebruikt waargenomen.
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn voor een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat of de gelijktijdige behandeling met formoterol en budesonide geen
klinische gegevens over blootgestelde zwangerschappen beschikbaar. Gegevens van een onderzoek
naar de embryo-foetale ontwikkeling bij ratten duidden niet op een extra effect van de combinatie.
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van formoterol bij zwangere
vrouwen. In reproductieonderzoeken bij dieren heeft formoterol bij zeer hoge systemische
blootstelling geleid tot bijwerkingen (zie rubriek 5.3).
Gegevens van ongeveer 2000 blootgestelde zwangerschappen toonde geen verhoogd teratogeen risico
in verband met het gebruik van geïnhaleerde budesonide. In dieronderzoeken hebben
glucocorticosteroïden aanleiding gegeven tot misvormingen (zie rubriek 5.3). Dit is gezien de
aanbevolen doseringen waarschijnlijk niet relevant voor mensen.
Dieronderzoeken hebben ook een mogelijk verband aangetoond tussen te veel prenatale
glucocorticoïden en een toegenomen risico op intra-uteriene groeivertraging, cardiovasculaire ziekte
bij volwassenen en permanente veranderingen in glucocorticoïdreceptordichtheid,
neurotransmitterturnover en gedrag bij blootstellingen beneden het teratogene dosisbereik.
Tijdens de zwangerschap mag een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat alleen worden gebruikt als de voordelen tegen de mogelijke risico’s
10
opwegen. De laagste doeltreffende dosis budesonide die nodig is om de astma voldoende onder
controle te houden dient te worden gebruikt.
Borstvoeding
Budesonide wordt uitgescheiden in de moedermelk. Er worden bij therapeutische doses echter geen
effecten op de zuigeling verwacht. Het is niet bekend of formoterol in de menselijke moedermelk
wordt uitgescheiden. Er zijn bij ratten kleine hoeveelheden formoterol in de moedermelk ontdekt. Het
toedienen van een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat aan vrouwen die borstvoeding geven dient alleen te worden overwogen
als het verwachte voordeel voor de moeder groter is dan het mogelijke risico voor het kind.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het mogelijke effect van budesonide op de vruchtbaarheid. In
dierreproductieonderzoeken met formoterol is bij hoge systemische blootstelling een enigszins
verlaagde vruchtbaarheid bij mannelijke ratten aangetoond (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
DuoResp Spiromax heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Omdat DuoResp zowel budesonide als formoterol bevat, kan hetzelfde patroon van bijwerkingen
optreden als voor deze stoffen is gemeld. Er is geen toename in het aantal bijwerkingen gemeld na het
gelijktijdig toedienen van de twee bestanddelen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn
farmacologisch voorspelbare bijwerkingen van de behandeling met
β
2
-adrenoceptoragonisten, zoals
tremor en hartkloppingen. Deze zijn licht van aard en verdwijnen meestal binnen een paar dagen na de
behandeling. In een 3 jaar durend klinisch onderzoek met budesonide voor COPD kwamen blauwe
plekken en longontsteking voor met respectievelijk een frequentie van 10% en 6%, vergeleken met 4%
en 3% in de placebogroep (respectievelijk p <0,001 en p <0,01).
Tabel met de lijst van bijwerkingen
Bijwerkingen die in verband zijn gebracht met budesonide of formoterol staan hieronder vermeld en
beschreven per systeem/orgaanklasse en frequentie. Frequenties zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak
(≥1/10);
vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥1/10.000, <1/1.000), zeer zelden
(<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Systeem/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen
Frequentie
Vaak
Zelden
Bijwerking
Candida-infecties in de orofarynx, pneumonie
(bij COPD-patiënten)
Onmiddellijke en vertraagde
overgevoeligheidsreacties, bijv. exantheem,
urticaria, pruritus, dermatitis, angio-oedeem en
anafylactische reactie
Syndroom van Cushing, bijniersuppressie,
groeivertraging, afname van de
botmineraaldichtheid
Hypokaliëmie
Hyperglykemie
Agressie, psychomotorische hyperactiviteit,
angst, slaapstoornissen
11
Endocriene aandoeningen
Zeer zelden
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Psychische stoornissen
Zelden
Zeer zelden
Soms
Zeer zelden
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Soms
Zeer zelden
Zeer zelden
Soms
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Bloedvataandoeningen
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
en mediastinumaandoeningen
Zeer zelden
Vaak
Oogaandoeningen
Hartaandoeningen
Zelden
Zeer zelden
Maagdarmstelselaandoeningen Soms
Huid- en
Soms
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
Soms
bindweefselaandoeningen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Depressie, gedragsveranderingen (vooral bij
kinderen)
Hoofdpijn, tremor
Duizeligheid
Smaakveranderingen
Cataract en glaucoom
Wazig zien (zie ook rubriek 4.4)
Hartkloppingen
Tachycardie
Hartritmestoornissen, bijv. atriumfibrilleren,
supraventriculaire tachycardie, extrasystolen
Angina pectoris, verlenging van het QTc-
interval
Veranderingen in bloeddruk
Lichte irritatie in de keel, hoesten, dysfonie,
waaronder heesheid
Bronchospasme
Paradoxale bronchospasmen
Misselijkheid
Blauwe plekken
Spierkrampen
Candida-infecties in de orofarynx is een gevolg van het afzetten van de werkzame stof. Wanneer men
de patiënt adviseert om na elke dosis de mond met water te spoelen wordt het risico geminimaliseerd.
Candida-infecties reageren meestal op een lokale antischimmelbehandeling zonder dat het
inhalatiecorticosteroïd moet worden stopgezet. Bij het optreden van orofaryngeale spruw moeten
patiënten ook hun mond spoelen na de extra inhalaties.
Na toediening komen zeer zelden, bij minder dan 1 op de 10.000 mensen, paradoxale bronchospasmen
voor, met een onmiddellijke toename van piepende ademhaling (‘wheezing’) en kortademigheid.
Paradoxale bronchospasmen reageren op een snelwerkende inhalatieluchtwegverwijder en moeten
onmiddellijk worden behandeld. DuoResp Spiromax moet onmiddellijk worden stopgezet, de patiënt
moet worden beoordeeld en er moet, indien nodig, een alternatieve behandeling worden gestart (zie
rubriek 4.4).
Systemische effecten van inhalatiecorticosteroïden kunnen optreden, vooral bij hoge doseringen die
voor langere perioden zijn voorgeschreven. Deze effecten komen veel minder vaak voor dan met orale
corticosteroïden. Mogelijke systemische effecten zijn onder meer het syndroom van Cushing,
Cushing-achtige verschijnselen, bijniersuppressie, groeivertraging bij kinderen en jongeren tot 18 jaar,
afname in botmineraaldichtheid, cataract en glaucoom. Een verhoogde gevoeligheid voor infecties en
aantasting van het vermogen om aan stress aan te passen, kunnen ook voorkomen. Effecten zijn
waarschijnlijk afhankelijk van dosis, duur van de blootstelling, gelijktijdige en eerdere blootstelling
aan steroïden en individuele gevoeligheid.
Behandeling met β
2
-adrenoceptoragonisten kan een toename in de bloedconcentratie van insuline,
vrije vetzuren, glycerol en ketonlichamen tot gevolg hebben.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Website: www.lareb.nl.
12
4.9
Overdosering
Een overdosering van formoterol zou waarschijnlijk leiden tot effecten die typisch zijn voor β
2
-
adrenoceptoragonisten: tremor, hoofdpijn, hartkloppingen. Gemelde symptomen van geïsoleerde
gevallen zijn tachycardie, hyperglykemie, hypokaliëmie, verlengd QTc-interval, aritmie, misselijkheid
en braken. Ondersteunende en symptomatische behandelingen zijn hierbij aangewezen. Een dosis van
90 microgram die gedurende drie uur bij patiënten met acute bronchiale obstructie werd toegediend,
leverde geen veiligheidsproblemen op.
Acute overdosering met budesonide, zelfs bij zeer hoge doses, zal naar verwachting geen klinisch
probleem opleveren. Bij chronisch gebruik in hoge doses, kunnen zich systemische
glucocorticosteroïde effecten, zoals een verhoogde cortisolspiegel en bijniersuppressie, voordoen.
Als de behandeling met DuoResp Spiromax moet worden stopgezet als gevolg van een overdosis met
de formoterol-component van het geneesmiddel, moet het verstrekken van een geschikte behandeling
met een inhalatiecorticosteroïd worden overwogen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor obstructieve aandoeningen van de
luchtwegen, adrenerge en andere geneesmiddelen tegen obstructieve aandoeningen van de luchtwegen.
ATC-code: R03AK07
Werkingsmechanisme en farmacodynamische effecten
DuoResp Spiromax bevat formoterol en budesonide, die verschillende werkingsmechanismen hebben
en additieve effecten tonen op het gebied van vermindering van astma-exacerbaties. De specifieke
eigenschappen van budesonide en formoterol maken het mogelijk om de combinatie te gebruiken als
ofwel onderhouds- en ‘reliever’-behandeling, of als onderhoudsbehandeling van astma.
Budesonide
Budesonide is een glucocorticosteroïd die na inhalering een dosisafhankelijke ontstekingsremmende
werking heeft in de luchtwegen, wat resulteert in een afname van de symptomen en minder astma-
exacerbaties. Geïnhaleerde budesonide heeft minder ernstige bijwerkingen dan systemische
corticosteroïden. Het precieze mechanisme dat verantwoordelijk is voor het ontstekingsremmende
effect van glucocorticosteroïden is niet bekend.
Formoterol
Formoterol is een selectieve β
2
-adrenoceptoragonist die bij inhalatie een snelle en langwerkende
relaxatie van de bronchiale gladde spieren tot gevolg heeft bij patiënten met reversibele
luchtwegobstructie. Het bronchodilaterende effect is dosisafhankelijk, met een begin van het effect
binnen 1-3 minuten. De duur van het effect is ten minste 12 uur na een enkele dosis.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Astma
Onderhoudsbehandeling met budesonide/formoterol
13
Klinisch onderzoek bij volwassenen heeft aangetoond dat het toevoegen van formoterol aan
budesonide de symptomen van astma en de longfunctie verbetert, en de exacerbaties vermindert.
In twee onderzoeken van 12 weken was het effect van budesonide/formoterol op de longen gelijk aan
dat van de vrije combinatie van budesonide en formoterol, en was groter dan dat van budesonide
alleen. Alle behandelgroepen gebruikten ter verlichting van acute klachten
een kortwerkende β
2
-
adrenoceptoragonist. Het anti-astmatische effect verminderde niet in de tijd.
Onderhouds- en ‘reliever’-behandeling met budesonide/formoterol
In totaal 12.076 patiënten met astma werden opgenomen in 5 dubbelblinde klinische onderzoeken
(4447 werden gerandomiseerd naar onderhouds- en ‘reliever’-behandeling met budesonide/formoterol)
gedurende 6 of 12 maanden. Patiënten moesten symptomatisch zijn ondanks het gebruik van
geïnhaleerde glucocorticosteroïden.
Onderhouds- en ‘reliever’-behandeling met budesonide/formoterol gaf een statistisch significante en
klinisch relevante vermindering van ernstige exacerbaties voor alle vergelijkingen in alle 5
onderzoeken. Dit omvatte een vergelijking met budesonide/formoterol op een hogere
onderhoudsdosering met terbutaline als ‘reliever’-behandeling (onderzoek 735) en
budesonide/formoterol op dezelfde onderhoudsdosering met ofwel formoterol of terbutaline als
‘reliever’-behandeling (onderzoek 734) (zie onderstaande tabel). In onderzoek 735 waren de
longfunctie, het onder controle houden van symptomen en het gebruik van ‘reliever’-behandeling
vergelijkbaar in alle behandelingsgroepen. In onderzoek 734 waren symptomen en het ‘reliever’-
gebruik verminderd en de longfunctie verbeterd in vergelijking met beide vergelijkende
behandelingen. Een combinatie van de 5 onderzoeken toonde aan dat patiënten die
budesonide/formoterol als onderhoudsbehandeling en ‘reliever’-behandeling kregen, gemiddeld op
57% van de behandelingsdagen geen inhalaties ter verlichting nodig hadden. Er werd na verloop van
tijd geen tolerantie voor luchtwegverwijders waargenomen.
Overzicht van ernstige verergeringen in klinisch onderzoek
Onder-
zoeksnr.
Duur
Onder-
zoek 735
6
maanden
Behandelingsgroepen
N
Ernstige exacerbaties
a
Voor- Voorvallen
vallen /patiëntjaar
125
0,23
b
Budesonide/Formoterolfumaraatdihydraat 160/4,5 µg
tweemaal daags + indien nodig
Budesonide/Formoterolfumaraatdihydraat
320/9 µg
tweemaal daags + terbutaline 0,4 mg indien nodig
Salmeterol/fluticason 2 x 25/125 µg tweemaal daags +
terbutaline 0,4 mg indien nodig
Budesonide/Formoterolfumaraatdihydraat 160/4,5 µg
tweemaal daags + indien nodig
Budesonide/Formoterolfumaraatdihydraat
160/4,5 µg
tweemaal daags + formoterol 4,5 mg indien nodig
Budesonide/Formoterolfumaraatdihydraat
160/4,5 µg
tweemaal daags + terbutaline 0,4 mg indien nodig
1103
1099
173
0,32
1119
1107
208
194
0,38
0,19
b
Onder-
zoek 734
12
maanden
1137
296
0,29
1138
377
0,37
a
b
Ziekenhuisopname/SEH-behandeling of behandeling met orale steroïden
Afname van exacerbaties is voor beide vergelijkingen statistisch significant (p-waarde < 0,01)
Bij adolescenten en volwassenen werden een vergelijkbare werkzaamheid en veiligheid aangetoond in
6 dubbelblinde onderzoeken, waaronder de 5 hierboven genoemde onderzoeken en een aanvullend
onderzoek, waarin een hogere onderhoudsdosis van 160/4,5 microgram, tweemaal daags twee
inhalaties werd gebruikt. Deze beoordelingen waren gebaseerd op in totaal 14.385 astmapatiënten
onder wie 1847 adolescenten. Het aantal adolescente patiënten dat meer dan 8 inhalaties op ten minste
1 dag nam als onderdeel van de onderhouds- en ‘reliever’-therapie met budesonide/formoterol, was
beperkt en een dergelijk gebruik was zeldzaam.
14
In twee andere onderzoeken met patiënten die medische hulp zochten vanwege acute symptomen van
astma, gaf budesonide/formoterol snel en effectief verlichting van bronchoconstrictie, vergelijkbaar
met salbutamol en formoterol.
COPD
In twee onderzoeken van 12 maanden werd het effect op de longfunctie en het percentage exacerbaties
(gedefinieerd als kuren van orale steroïden en/of een kuur met antibiotica en/of ziekenhuisopnames)
bij patiënten met ernstige COPD geëvalueerd. Mediane FEV
1
bij opname in de onderzoeken was 36%
van de voorspelde normaalwaarde. Het gemiddelde aantal exacerbaties per jaar (zoals hierboven
gedefinieerd) was aanzienlijk verminderd met budesonide/formoterol in vergelijking met behandeling
met alleen formoterol of placebo (gemiddeld 1,4 vergeleken met 1,8-1,9 in de placebo/formoterol-
groep). Het gemiddelde aantal dagen op orale corticosteroïden/patiënt gedurende de 12 maanden was
enigszins verminderd in de budesonide/formoterol-groep (7-8 dagen/patiënt/jaar vergeleken met
respectievelijk 11-12 en 9-12 dagen in de placebo en formoterol-groepen). Voor veranderingen in
longfunctieparameters, zoals FEV
1
, was budesonide/formoterol niet superieur aan behandeling met
alleen formoterol.
Inspiratoire peakflowsnelheid via het Spiromax-apparaat
Er werd een gerandomiseerd, open-label placebo-onderzoek uitgevoerd bij kinderen en jongeren tot 18
jaar met astma (6-17 jaar oud), volwassenen met astma (18-45 jaar oud), volwassenen met chronische
obstructieve longziekte (COPD) (> 50 jaar oud) en gezonde vrijwilligers (18-45 jaar oud) om de
inspiratoire peakflowsnelheid (PIFR, peak inspiratory flow rate) en andere inhalatieparameters te
beoordelen na inhalatie via een Spiromax-apparaat (met placebo) in vergelijking tot inhalatie via een
al in de handel gebrachte droogpoederinhalator met multidosis (met placebo). De gevolgen van een
verbeterde training in de inhalatietechniek van een droogpoederinhalator op inhalatiesnelheid en
inhalatievolume werd ook bij deze groepen proefpersonen geëvalueerd. Uit de gegevens van het
onderzoek bleek dat ongeacht de leeftijd en de onderliggende ernst van de ziekte, kinderen, jongeren
tot 18 jaar, volwassenen met astma en patiënten met COPD in staat waren om een inademingssnelheid
door de Spiromax inhalator te behalen die vergelijkbaar was met die van de in de handel gebrachte
droogpoederinhalator met multidosis. De gemiddelde PIFR die door patiënten met astma of COPD
werd behaald was meer dan 60 L/min, een stroomsnelheid waarvan bekend is dat beide inhalatoren
vergelijkbare hoeveelheden geneesmiddel in de longen afgeven. Zeer weinig patiënten hadden PIFR's
onder 40 L/min; bij PIFR's van minder dan 40 L/min leek er geen clustering op leeftijd of ziekte-ernst
te zijn.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Het is aangetoond dat de vaste-dosiscombinatie van budesonide en formoterol, en de corresponderende
monoproducten bio-equivalent zijn met betrekking tot systemische blootstelling aan respectievelijk
budesonide en formoterol. Desondanks werd er na het toedienen van de vaste-dosiscombinatie een
kleine toename in de suppressie van cortisol waargenomen in vergelijking met de monoproducten. Het
verschil wordt niet geacht van invloed te zijn op de klinische veiligheid.
Er was geen bewijs van farmacokinetische interacties tussen budesonide en formoterol.
Farmacokinetische parameters voor de respectievelijke stoffen waren vergelijkbaar na het toedienen
van budesonide en formoterol als monoproducten of als de vaste-dosiscombinatie. Bij budesonide was
de AUC een klein beetje hoger, de absorptie sneller en de maximale plasmaconcentratie hoger na het
toedienen van de vaste combinatie. Voor formoterol was de maximale plasmaconcentratie
vergelijkbaar na het toedienen van de vaste combinatie. Geïnhaleerde budesonide wordt snel
geabsorbeerd en de maximale plasmaconcentratie wordt binnen 30 minuten na inhalatie bereikt. In
onderzoeken varieerde de gemiddelde afzetting van budesonide in de longen na inhalatie met behulp
15
van de poederinhalator van 32% tot 44% van de afgegeven dosis. De systemische biologische
beschikbaarheid is ongeveer 49% van de afgegeven dosis. Bij kinderen van 6-16 jaar oud valt de
afzetting in de longen in hetzelfde bereik als bij volwassenen voor dezelfde afgegeven dosis. De
resulterende plasmaconcentraties werden niet bepaald.
Geïnhaleerde formoterol wordt snel geabsorbeerd en de maximale plasmaconcentratie wordt binnen 10
minuten na inhalatie bereikt. In onderzoeken varieerde de gemiddelde afzetting van formoterol in de
longen na inhalatie met behulp van de poederinhalator van 28% tot 49% van de afgegeven dosis. De
systemische biologische beschikbaarheid is ongeveer 61% van de afgegeven dosis.
Distributie
Plasma-eiwitbinding is ongeveer 50% voor formoterol en 90% voor budesonide. Het distributievolume
is ongeveer 4 l/kg voor formoterol en 3 l/kg voor budesonide. Formoterol wordt geïnactiveerd via
conjugatiereacties (er worden actieve O-gedemethyleerde en gedeformyleerde metabolieten gevormd,
maar deze worden hoofdzakelijk waargenomen als geïnactiveerde conjugaten). Budesonide ondergaat
in de eerste passage door de lever een grote mate (ongeveer 90%) van biotransformatie naar
metabolieten met een lage glucocorticosteroïde werking. De glucocorticosteroïde werking van de
belangrijkste metabolieten, 6-bèta-hydroxy-budesonide en 16-alfa-hydroxy-prednisolon, is minder dan
1% van die van budesonide. Er zijn geen aanwijzingen voor enige metabolische interacties of
competitie tussen formoterol en budesonide.
Eliminatie
Het grootste gedeelte van een dosis formoterol wordt door het metabolisme in de lever
getransformeerd, gevolgd door renale uitscheiding. Na inhalatie wordt 8% tot 13% van de afgegeven
dosis formoterol ongemetaboliseerd uitgescheiden in de urine. Formoterol heeft een hoge systemische
klaring (ongeveer 1,4 l/min) en de terminale eliminatiehalfwaardetijd is gemiddeld 17 uur.
Budesonide wordt geëlimineerd via metabolisme dat voornamelijk gekatalyseerd wordt door het
enzym CYP3A4. De metabolieten van budesonide worden als zodanig in de urine geëlimineerd of in
geconjugeerde vorm. Er werden slechts verwaarloosbare hoeveelheden onveranderde budesonide in de
urine aangetroffen. Budesonide heeft een hoge systemische klaring (ongeveer 1,2 l/min) en de plasma-
eliminatiehalfwaardetijd na intraveneuze dosering is gemiddeld 4 uur.
Farmacokinetische/farmacodynamische relatie(s)
De farmacokinetiek van budesonide of formoterol bij kinderen en patiënten met nierinsufficiëntie is
niet bekend. Blootstelling aan budesonide en formoterol kan hoger zijn bij patiënten met leverziekte.
Farmacokinetisch profiel van DuoResp Spiromax
In farmacokinetisch onderzoek met en zonder een houtskoolblok werd DuoResp Spiromax
geëvalueerd door het te vergelijken met een alternatief goedgekeurd inhalatieproduct dat een vaste-
dosiscombinatie van dezelfde werkzame stoffen, budesonide en formoterol
,
bevatte. Het bleek
equivalent te zijn in zowel systemische blootstelling (veiligheid) als afzetting in de longen
(werkzaamheid).
Lineariteit/non-lineariteit
Systemische blootstelling aan zowel budesonide als formoterol is op lineaire wijze gecorreleerd met de
toegediende dosis.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
De toxiciteit van budesonide en formoterol die in dieronderzoeken werd waargenomen, in combinatie
of afzonderlijk, waren effecten die samenhingen met versterkte farmacologische activiteit.
16
In reproductieonderzoek met dieren is aangetoond dat corticosteroïden zoals budesonide
misvormingen veroorzaken (hazenlip, misvormingen van het skelet). Deze experimentele resultaten bij
dieren lijken echter bij de aanbevolen doseringen niet relevant te zijn voor mensen.
Reproductieonderzoek met dieren met formoterol hebben een iets verlaagde vruchtbaarheid bij
mannelijke ratten aangetoond bij hoge systemische blootstelling, en implantatieverlies, evenals een
verminderde vroege postnatale overleving en een lager geboortegewicht bij aanzienlijk hogere doses
dan die tijdens klinisch gebruik worden bereikt. Deze experimentele resultaten bij dieren lijken echter
niet relevant te zijn voor mensen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Lactosemonohydraat (bevat melkeiwitten).
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
Na het openen van de folieverpakking: 6 maanden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 25°C
Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de folieverpakking
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
De inhalator is wit met een semi-transparant wijnrood dopje op het mondstuk. De delen van de
inhalator die contact maken met geneesmiddel/slijmvliezen zijn gemaakt van acrylonitril-butadieen-
styreen (ABS), polyethyleen (PE) en polypropyleen (PP). Elke inhalator bevat 120 doses en is verpakt
in folie.
Verpakkingsgrootten van 1, 2 of 3 inhalatoren.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5, 2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
17
EU/1/14/920/001
EU/1/14/920/002
EU/1/14/920/003
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 28 april 2014.
Datum van laatste verlenging: 8 april 2019
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
18
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoResp Spiromax 320 microgram/9 microgram inhalatiepoeder
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke afgegeven dosis (de dosis die uit het mondstuk komt) bevat 320 microgram budesonide en 9
microgram formoterolfumaraatdihydraat.
Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 400 microgram budesonide en 12 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Hulpstof(fen) met bekend effect:
Elke dosis bevat ongeveer 10 milligram lactose (als monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder.
Wit poeder.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Astma
DuoResp Spiromax is geïndiceerd voor de onderhoudsbehandeling van astma bij volwassenen en
adolescenten (in de leeftijd van 12 jaar en ouder), waar het gebruik van een combinatie
(inhalatiecorticosteroïd en een langwerkende
β
2
-adrenoceptoragonist) wenselijk is:
-
bij patiënten die niet voldoende onder controle zijn met inhalatiecorticosteroïden en
geïnhaleerde kortwerkende
β
2
-adrenerge agonisten als verlichting van acute klachten
of
-
bij patiënten die al voldoende onder controle zijn met zowel inhalatiecorticosteroïden als
langwerkende
β
2
-adrenoceptoragonisten.
COPD
DuoResp Spiromax is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen in de leeftijd van 18 jaar en ouder
voor de symptomatische behandeling van patiënten met COPD met een geforceerd expiratoir volume
in 1 seconde (FEV
1
) van < 70% van de voorspelde normaalwaarde (na luchtwegverwijder) en een
voorgeschiedenis van herhaalde exacerbaties die significante symptomen hebben ondanks regelmatige
behandeling met langwerkende luchtwegverwijders.
19
4.2
Dosering en wijze van toediening:
Dosering
Astma
DuoResp Spiromax is niet bedoeld als initiële behandeling van astma.
DuoResp Spiromax is niet geschikt als behandeling voor volwassen of adolescente patiënten met een
lichte vorm van astma.
De dosering van DuoResp Spiromax is individueel en moet aan de ernst van de ziekte worden
aangepast. Dit moet niet alleen worden overwogen als met de behandeling met een combinatie van
geneesmiddelen wordt gestart maar ook als de onderhoudsdosis wordt aangepast. Als een individuele
patiënt een combinatie van doseringen moet hebben die anders is dan die beschikbaar zijn in de
combinatie-inhalator, moeten passende doseringen
β
2
-adrenoceptoragonisten en/of corticosteroïden in
individuele inhalatoren worden voorgeschreven.
Zodra de astmasymptomen onder controle zijn gebracht, kan worden overwogen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verminderen. Patiënten dienen regelmatig te worden gecontroleerd door hun
voorschrijvende arts/zorgverlener zodat de dosis DuoResp Spiromax optimaal blijft. De dosis dient te
worden afgebouwd naar de laagste dosis waarbij de symptomen op effectieve wijze onder controle
worden gehouden.
Als het wenselijk is om naar een lagere sterkte omlaag te titreren dan in DuoResp Spiromax
beschikbaar is, is het noodzakelijk om over te gaan naar een alternatieve combinatie met een vaste
dosis budesonide en formoterolfumaraat met een lagere dosis van het inhalatiecorticosteroïd. Wanneer
de symptomen op de lange termijn onder controle zijn gebracht met de laagste aanbevolen dosis, kan
de volgende stap een test met alleen een inhalatiecorticosteroïd inhouden.
Patiënten dient te worden aangeraden om altijd hun afzonderlijke inhalator met een snelwerkende
luchtwegverwijder ter verlichting van acute benauwdheidsklachten in geval van nood bij zich te
hebben.
Aanbevolen doseringen:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder): 1 inhalatie tweemaal daags. Sommige patiënten
kunnen tot een maximum van 2 inhalaties tweemaal daags nodig hebben.
Adolescenten (in de leeftijd van 12 jaar en ouder): 1 inhalatie tweemaal daags.
Patiënten dienen regelmatig te worden gecontroleerd door hun voorschrijvende arts/zorgverlener,
zodat de dosering van DuoResp Spiromax optimaal blijft. De dosis dient te worden afgebouwd naar de
laagste dosis waarbij de symptomen op effectieve wijze onder controle worden gehouden. Wanneer de
symptomen op de lange termijn onder controle zijn gebracht met de laagste aanbevolen dosering, kan
de volgende stap een test met alleen een inhalatiecorticosteroïd inhouden.
In de gangbare praktijk, wanneer de symptomen onder controle worden gebracht met de
tweemaaldaagse behandeling, kan de titratie naar de laagste effectieve dosis inhouden dat DuoResp
Spiromax eenmaal daags wordt gegeven, wanneer naar mening van de voorschrijvende arts een
langwerkende luchtwegverwijder noodzakelijk zou zijn om de astma onder controle te houden.
Toenemend gebruik van een afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder betekent een
verslechtering van de onderliggende aandoening en rechtvaardigt een herbeoordeling van de
behandeling van astma.
20
DuoResp Spiromax 320 microgram/9 microgram dient uitsluitend als onderhoudsbehandeling te
worden gebruikt. Een lagere sterkte van DuoResp Spiromax is beschikbaar voor de onderhouds- en
“reliever”-behandeling.
COPD
Aanbevolen doseringen:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder):
1 inhalatie tweemaal daags.
Speciale patiëntengroepen:
Ouderen (≥ 65 jaar)
Er is geen speciale dosering nodig bij ouderen
Patiënten met nier- of leverinsufficiëntie
Er zijn geen gegevens beschikbaar voor het gebruik van vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat bij patiënten met lever- of nierinsufficiëntie. Omdat budesonide en
formoterol hoofdzakelijk door het levermetabolisme worden uitgescheiden, kan er een verhoogde
blootstelling worden verwacht bij patiënten met ernstige levercirrose.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van DuoResp Spiromax bij pediatrische patiënten in de leeftijd tot
12 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen tot 12 jaar.
Wijze van toediening
Uitsluitend voor inhalatie.
Spiromax is een door de adem geactiveerde, inspiratoire luchtstroom-gedreven inhalator. Dit betekent
dat de werkzame stoffen in de luchtwegen worden afgegeven als de patiënt door het mondstuk
inademt. Matig-ernstig en ernstig astmatische patiënten bleken in staat om voldoende
inademingssnelheid te genereren zodat Spiromax de therapeutische dosis kon afgeven (zie rubriek
5.1).
DuoResp Spiromax dient op de juiste wijze te worden gebruikt voor een doeltreffende behandeling.
Patiënten dient daarom te worden aangeraden om de bijsluiter zorgvuldig te lezen en de
gebruiksinstructies in de bijsluiter op te volgen.
Het gebruik van DuoResp Spiromax bestaat uit drie stappen die hieronder zijn beschreven: openen,
inademen en sluiten.
Openen:
Houd de Spiromax vast met dop van het mondstuk aan de onderkant en open het dopje van
het mondstuk door het naar beneden te vouwen tot het helemaal open is en u één klik hoort.
Inademen:
Plaats het mondstuk tussen de tanden met de lippen gesloten rond het mondstuk, bijt niet
op het mondstuk van de inhalator. Haal krachtig en diep adem door het mondstuk. Haal de Spiromax
uit de mond en houd gedurende 10 seconden of zo lang als comfortabel is voor de patiënten de adem
in.
21
Sluiten:
Langzaam uitademen en sluit het dopje over het mondstuk.
Het is ook belangrijk om patiënten aan te raden de inhalator voor het gebruik niet te schudden, niet
door de Spiromax uit te ademen, en de luchtgaatjes niet te blokkeren als ze zich klaarmaken voor de
stap “inademen”.
Patiënten dient ook te worden aangeraden om na het inhaleren hun mond met water te spoelen (zie
rubriek 4.4).
De patiënt kan bij gebruik van de DuoResp Spiromax iets proeven als gevolg van de hulpstof lactose.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Doseringsadvies
Patiënten dienen regelmatig te worden gecontroleerd door hun voorschrijvende arts/zorgverlener zodat
de dosis DuoResp Spiromax optimaal blijft. De dosis dient te worden getitreerd naar de laagste dosis
waarbij de symptomen op effectieve wijze onder controle worden gehouden. Zodra de
astmasymptomen onder controle zijn gebracht, kan worden overwogen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verlagen. Wanneer het wenselijk is om naar een lagere concentratie omlaag te
titreren dan in de DuoResp Spiromax beschikbaar is, moet men overschakelen naar een alternatieve
combinatie met een vaste dosis budesonide en formoterolfumaraat die een lagere dosis van het
inhalatiecorticosteroïd bevat.
Regelmatige controle van de patiënt tijdens het verminderen van de behandeling is belangrijk.
Patiënten dient te worden aangeraden om hun inhalator met “reliever”-medicatie altijd bij zich te
hebben, ofwel DuoResp Spiromax (voor patiënten met astma die DuoResp Spiromax als onderhouds-
en “reliever”-behandeling gebruiken) of een afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder (voor
patiënten die DuoResp Spiromax alleen als onderhoudsbehandeling gebruiken).
Het wordt aanbevolen de dosis geleidelijk af te bouwen als de behandeling wordt gestaakt en niet
abrupt met de behandeling te stoppen.
Patiënten dienen er aan herinnerd te worden om hun DuoResp Spiromax onderhoudsdosering volgens
voorschrift te gebruiken, zelfs als er geen symptomen zijn. Het profylactische gebruik van DuoResp
Spiromax, bijv. vóór inspanning, is niet onderzocht. De “reliever”-inhalaties van DuoResp Spiromax
dienen ter verlichting van acute symptomen te worden genomen, maar zijn niet bestemd voor
regelmatig profylactisch gebruik, bijv. vóór inspanning. In geval van frequente behoefte aan
luchtwegverwijding zonder overeenkomende behoefte aan een verhoogde dosis
inhalatiecorticosteroïden, dient een ander middel ter verlichting te worden gebruikt.
Verergering van de ziekte
Er kunnen ernstige astma-gerelateerde bijwerkingen en exacerbaties optreden tijdens de behandeling
met DuoResp Spiromax. Patiënten wordt geadviseerd om met de behandeling door te gaan, maar zij
dienen medische hulp in te roepen als de symptomen van astma niet onder controle worden gebracht
of erger worden na het starten met DuoResp Spiromax.
Als patiënten de dosis niet effectief vinden, of de hoogste aanbevolen dosis DuoResp Spiromax
overschrijden, dient medische hulp te worden gezocht (zie rubriek 4.2). Een plotselinge en
progressieve achteruitgang van de controle van de astma of COPD kan levensbedreigend zijn en
vraagt om onmiddellijke medische interventie. In deze situatie moet rekening worden gehouden met
de noodzaak voor verdere behandeling met corticosteroïden, bijv. een kuur met orale corticosteroïden
of behandeling met antibiotica bij een infectie.
22
Patiënten dienen niet met DuoResp Spiromax te beginnen tijdens een exacerbatie, of tijdens een
significante verslechtering of acute achteruitgang van de astma.
Systemische effecten
Systemische effecten kunnen bij elk inhalatiecorticosteroïd optreden, vooral bij hoge doses die voor
langere perioden zijn voorgeschreven. Deze effecten komen veel minder vaak voor bij
inhalatiebehandeling dan bij orale corticosteroïden.
Mogelijke systemische effecten zijn onder meer syndroom van Cushing, Cushing-achtige
verschijnselen, bijniersuppressie, groeivertraging bij kinderen en jongeren in de leeftijd tot 18 jaar,
afname in botmineraaldichtheid, cataract en glaucoom en minder vaak, een scala aan psychische of
gedragsstoornissen, waaronder psychomotorische hyperactiviteit, slaapstoornissen, angst, depressie of
agressie (vooral bij kinderen) (zie rubriek 4.8).
Visusstoornis
Visusstoornis kan worden gemeld bij systemisch en topisch gebruik van corticosteroïden. Indien een
patiënt symptomen ontwikkelt zoals wazig zien of andere visusstoornissen, dient te worden
overwogen de patiënt door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken
waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR)
die zijn gemeld na gebruik van systemische en topische corticosteroïden.
Effecten op botdichtheid
Mogelijke effecten op botdichtheid moeten worden overwogen, vooral bij patiënten die gedurende
langere perioden hoge doses gebruiken die co-existente risicofactoren voor osteoporose hebben.
Langetermijnonderzoek met geïnhaleerd budesonide bij volwassenen met een dagelijkse dosis van 800
microgram (afgemeten dosis) toonde geen significant effect op de botmineraaldichtheid. Er is geen
informatie beschikbaar over het effect van een vaste-dosiscombinatie met
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat bij hogere doses.
Bijnierfunctie
Behandeling met aanvullende systemische steroïden of geïnhaleerd budesonide mag niet abrupt
worden gestopt.
Langdurige behandeling met hoge doses inhalatiecorticosteroïden, met name hoger dan de aanbevolen
dosering, kan ook klinisch significante bijniersuppressie tot gevolg hebben. Daarom moeten er extra
systemische corticosteroïden worden overwogen tijdens perioden van stress zoals ernstige infecties of
electieve ingrepen. Een snelle vermindering in de dosis steroïden kan leiden tot een acute bijniercrisis.
Klachten en verschijnselen die bij een acute bijniercrisis worden waargenomen kunnen vaag zijn, maar
zijn onder meer anorexie, buikpijn, gewichtsverlies, vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken,
verminderd bewustzijn, toevallen, hypotensie en hypoglykemie.
Paradoxale bronchospasmenParadoxale bronchospasmen kunnen na toediening optreden, met een
onmiddellijke toename van piepende ademhaling (‘wheezing’) en kortademigheid. Als de patiënt last
krijgt van paradoxale bronchospasmen moet de behandeling met DuoResp Spiromax onmiddellijk
worden stopgezet, de patiënt moet worden geëvalueerd en er moet eventueel een alternatieve
behandeling worden gestart. Paradoxale bronchospasmen reageren op een snelwerkende
inhalatieluchtwegverwijder en moeten onmiddellijk worden behandeld (zie rubriek 4.8).
Overschakelen van orale behandeling
23
Als er een reden is om te denken dat de bijnierfunctie is verminderd als gevolg van een eerdere
systemische behandeling met steroïden, is voorzichtigheid geboden wanneer patiënten worden
overgeschakeld naar een behandeling met een vaste-dosiscombinatie budesonide/formoterolfumaraat.
De voordelen van behandeling met geïnhaleerde budesonide zou normaal gesproken de behoefte aan
orale steroïden minimaliseren, maar patiënten die overschakelen van orale steroïden kunnen geruime
tijd het risico lopen op een verstoorde bijnierreserve. Na het stopzetten van de orale behandeling met
steroïden kan het herstel een aanzienlijke tijd in beslag nemen en daarom lopen patiënten die
afhankelijk zijn van orale steroïden geruime tijd het risico op een verminderde bijnierfunctie. In zulke
situaties dient de functie van de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA-as) regelmatig te worden
gecontroleerd.
Tijdens het overschakelen van een orale behandeling naar een behandeling met een vaste-
dosiscombinatie budesonide/formoterolfumaraat, wordt meestal een kleinere systemische
steroïdenwerking waargenomen die het verschijnen van allergische of artritissymptomen zoals rinitis,
eczeem en spier- en gewrichtspijn tot gevolg kan hebben. Specifieke behandelingen dienen voor deze
aandoeningen te worden gestart. Er moet een algemeen effect van onvoldoende glucocorticosteroïden
worden vermoed als, in zeldzame gevallen, symptomen zoals vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid
en braken optreden. In deze gevallen is een tijdelijke verhoging van de orale dosis
glucocorticosteroïden soms noodzakelijk.
Orale infecties
Om het risico op orofaryngeale candidiasis te verminderen, moet de patiënt worden geïnstrueerd om
na het inhaleren van de dosis de mond met water te spoelen. Bij het optreden van orofaryngeale spruw
moeten patiënten ook hun mond spoelen na de extra inhalaties (zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
Het wordt aanbevolen om regelmatig de lengte te controleren van kinderen die langdurige behandeling
met inhalatiecorticosteroïden krijgen. Indien de groei vertraagd is, dient de therapie opnieuw te
worden geëvalueerd met het doel de dosis van de inhalatiecorticosteroïden indien mogelijk te verlagen
tot de laagste dosis waarmee een effectieve controle van astma wordt onderhouden. De voordelen van
de corticosteroïdtherapie en de mogelijke risico’s van verminderde groei moeten zorgvuldig worden
afgewogen. Bovendien moet worden overwogen om de patiënt door te verwijzen naar een pediatrisch
luchtwegspecialist.
Beperkte gegevens van langetermijnonderzoeken wijzen erop dat de meeste kinderen en adolescenten
die met geïnhaleerde budesonide worden behandeld, uiteindelijk hun volwassen doellengte zullen
bereiken. Er is echter een kleine, maar voorbijgaande aanvankelijke vermindering in groei (ongeveer
1 cm) waargenomen. Dit gebeurt meestal in het eerste jaar van de behandeling.
Patiënten met COPD
Er zijn geen klinische onderzoeksgegevens beschikbaar over de DuoResp Spiromax bij
COPD-patiënten met een pre-bronchodilator-FEV
1
> 50% voorspelde normaalwaarde en een
post-bronchodilator FEV
1
< 70% voorspelde normaalwaarde (zie rubriek 5.1).
24
Pneumonie
Een toename van de incidentie van pneumonie, waaronder pneumonie waarvoor een
ziekenhuisopname nodig was, is waargenomen bij patiënten met COPD die geïnhaleerde
corticosteroïden kregen. Er zijn enkele aanwijzingen voor een toegenomen risico op pneumonie met
een toenemende steroïddosis, maar dit is niet overtuigend aangetoond in alle onderzoeken.
Er is geen overtuigend klinisch bewijs voor intra-klasseverschillen tussen geïnhaleerde
corticosteroïdproducten wat betreft de omvang van het risico op pneumonie.
Artsen moeten alert blijven op de mogelijke ontwikkeling van pneumonie bij patiënten met COPD,
omdat de klinische kenmerken van dergelijke infecties een overlap vertonen met de symptomen van
COPD-exacerbaties.
Risicofactoren voor pneumonie bij patiënten met COPD zijn onder andere huidig rookgedrag, hogere
leeftijd, lage body mass index (BMI) en ernstig COPD.
Interacties met andere geneesmiddelen
Gelijktijdige behandeling met itraconazol, ritonavir of andere sterke CYP3A4-remmers moet worden
vermeden (zie rubriek 4.5). Als dit niet mogelijk is, moet het tijdsinterval tussen toedieningen van de
interagerende geneesmiddelen zo groot mogelijk zijn. Bij patiënten die sterke CYP3A4-remmers
gebruiken wordt een vaste-dosiscombinatie van budesonide/formoterolfumaraat niet aanbevolen.
Waarschuwing bij speciale aandoeningen
Een vaste-dosiscombinatie van budesonide en formoterolfumaraatdihydraat moet zeer terughoudend
worden toegediend aan patiënten met thyreotoxicose, feochromocytoom, diabetes mellitus,
onbehandelde hypokaliëmie, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, idiopathische subvalvulaire
aortastenose, ernstige hypertensie, aneurysma of andere ernstige cardiovasculaire aandoeningen, zoals
ischemische hartziekten, tachyaritmieën of ernstig hartfalen.
Voorzichtigheid is geboden bij behandeling van patiënten met een verlenging van het QTc-interval.
Formoterol zelf kan verlenging van het QTc-interval induceren.
De noodzaak voor, en de dosis van, inhalatiecorticosteroïden dient bij patiënten met actieve of latente
longtuberculose, schimmel- en virale infecties in de luchtwegen opnieuw te worden geëvalueerd.
Bij patiënten met diabetes moet extra controle van de bloedsuikerspiegel worden overwogen.
β
2
-adrenoceptoragonisten
Mogelijk ernstige
hypokaliëmie kan het gevolg zijn van hoge doses β
2
-adrenoceptoragonisten.
Gelijktijdige behandeling van β
2
-adrenoceptoragonisten met geneesmiddelen die hypokaliëmie kunnen
induceren of een hypokaliëmisch effect kunnen versterken, bijv. xanthinederivaten, steroïden en
diuretica, kunnen bijdragen tot een mogelijk hypokaliëmisch effect van de β
2
-adrenoceptoragonist.
Behandeling met β
2
-adrenoceptoragonisten kan een toename in de bloedconcentratie van insuline,
vrije vetzuren, glycerol en ketonlichamen tot gevolg hebben.
Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij instabiel astma met variabel gebruik van snelwerkende
luchtwegverwijders, bij acute ernstige astma omdat het daarmee verbonden risico verhoogd kan
worden door hypoxie en bij andere aandoeningen waarbij de kans op hypokaliëmie is verhoogd. Het
wordt aanbevolen om in deze situaties de kaliumspiegel in het serum te controleren.
25
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet
te gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Farmacokinetische interacties
Sterke remmers van CYP3A4 (bijv. ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol,
claritromycine, telitromycine, nefazodon en HIV-proteaseremmers) doen waarschijnlijk de
plasmaconcentraties van budesonide aanzienlijk toenemen en gelijktijdig gebruik dient te worden
vermeden. Als dit niet mogelijk is moet het tijdsinterval tussen de toedieningen van de remmer en
budesonide zo groot mogelijk zijn (zie rubriek 4.4).
De sterke CYP3A4-remmer ketoconazol 200 mg eenmaal daags deed de plasmaconcentratie van
gelijktijdig oraal toegediend budesonide (een enkele dosis 3 mg) gemiddeld zesvoudig toenemen.
Wanneer ketoconazol 12 uur na budesonide werd toegediend nam de gemiddelde concentratie slechts
drie keer toe. Dit toont aan dat de scheiding van het tijdstip van toedienen de toename van de
plasmaconcentraties kan verminderen. Beperkte gegevens over deze interactie voor een hoge dosis
geïnhaleerde budesonide geeft aan dat er een duidelijke toename in plasmaconcentraties (gemiddeld
viervoudig) kan optreden als itraconazol, 200 mg eenmaal daags, gelijktijdig wordt toegediend met
geïnhaleerde budesonide (een enkele dosis van 1000 microgram).
Verwacht wordt dat gelijktijdige behandeling met CYP3A-remmers, waaronder geneesmiddelen die
cobicistat bevatten, het risico op systemische bijwerkingen zal verhogen. De combinatie moet worden
vermeden, tenzij de voordelen zwaarder wegen dan het verhoogde risico op systemische
corticosteroïde bijwerkingen, in welk geval patiënten moeten worden gecontroleerd op systemische
corticosteroïde bijwerkingen.
Farmacodynamische interacties
Bètablokkers kunnen het effect van formoterol afzwakken of remmen. Een behandeling met een vaste-
dosiscombinatie van budesonide en formoterolfumaraatdihydraat moet daarom niet tegelijkertijd met
bètablokkers (waaronder oogdruppels) worden gegeven, tenzij er dwingende redenen zijn.
Gelijktijdige behandeling met kinidine, disopyramide, procaïnamide, fenothiazines, antihistaminica
(terfenadine) en tricyclische antidepressiva kan het QTc-interval verlengen en het risico van
ventriculaire aritmieën verhogen.
Bovendien kunnen L-Dopa, L-thyroxine, oxytocine en alcohol de cardiale tolerantie ten opzichte van
β
2
-sympaticomimetica verslechteren.
Door gelijktijdige behandeling met MAO-remmers, waaronder geneesmiddelen met vergelijkbare
eigenschappen zoals furazolidon en procarbazine kunnen hypertensieve reacties versneld worden.
Er is een toegenomen risico op aritmieën bij patiënten die gelijktijdig anesthesie met gehalogeneerde
koolwaterstoffen ontvangen.
Gelijktijdig gebruik van andere bèta-adrenerge geneesmiddelen en anticholinerge geneesmiddelen kan
een potentieel additief bronchodilaterend effect hebben.
Hypokaliëmie kan de neiging tot aritmieën bij patiënten die met digitalisglycosiden behandeld worden
verhogen.
26
Er is geen interactie tussen budesonide en formoterol en andere geneesmiddelen die voor de
behandeling van astma worden gebruikt waargenomen.
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn voor een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat of de gelijktijdige behandeling met formoterol en budesonide geen
klinische gegevens over blootgestelde zwangerschappen beschikbaar. Gegevens van een onderzoek
naar de embryo-foetale ontwikkeling bij ratten duidden niet op een extra effect van de combinatie.
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van formoterol bij zwangere
vrouwen. In reproductieonderzoeken bij dieren heeft formoterol bij zeer hoge systemische
blootstelling geleid tot bijwerkingen (zie rubriek 5.3).
Gegevens van ongeveer 2000 blootgestelde zwangerschappen toonde geen verhoogd teratogeen risico
in verband met het gebruik van geïnhaleerde budesonide. In dieronderzoeken hebben
glucocorticosteroïden aanleiding gegeven tot misvormingen (zie rubriek 5.3). Dit is gezien de
aanbevolen doseringen waarschijnlijk niet relevant voor mensen.
Dieronderzoeken hebben ook een mogelijk verband aangetoond tussen teveel prenatale
glucocorticoïden en een toegenomen risico op intra-uteriene groeivertraging, cardiovasculaire ziekte
bij volwassenen en permanente veranderingen in glucocorticoïdreceptordichtheid,
neurotransmitterturnover en gedrag bij blootstellingen beneden het teratogene dosisbereik.
Tijdens de zwangerschap mag een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat alleen worden gebruikt als de voordelen tegen de mogelijke risico’s
opwegen. De laagste doeltreffende dosis budesonide die nodig is om de astma voldoende onder
controle te houden dient te worden gebruikt.
Borstvoeding
Budesonide wordt uitgescheiden in de moedermelk. Er worden bij therapeutische doses echter geen
effecten op de zuigeling verwacht. Het is niet bekend of formoterol in de menselijke moedermelk
wordt uitgescheiden. Er zijn bij ratten kleine hoeveelheden formoterol in de moedermelk ontdekt. Het
toedienen van een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat aan vrouwen die borstvoeding geven dient alleen te worden overwogen
als het verwachte voordeel voor de moeder groter is dan het mogelijke risico voor het kind.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het mogelijke effect van budesonide op de vruchtbaarheid. In
dierreproductieonderzoeken met formoterol is bij hoge systemische blootstelling een enigszins
verlaagde vruchtbaarheid bij mannelijke ratten aangetoond (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
DuoResp Spiromax heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen.
27
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Omdat DuoResp zowel budesonide als formoterol bevat, kan hetzelfde patroon van bijwerkingen
optreden als voor deze stoffen is gemeld. Er is geen toename in het aantal bijwerkingen gemeld na het
gelijktijdig toedienen van de twee bestanddelen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn
farmacologisch voorspelbare bijwerkingen van de behandeling met β
2
-adrenoceptoragonisten, zoals
tremor en hartkloppingen. Deze zijn licht van aard en verdwijnen meestal binnen een paar dagen na de
behandeling. In een 3 jaar durend klinisch onderzoek met budesonide voor COPD kwamen blauwe
plekken en longontsteking voor met respectievelijk een frequentie van 10% en 6%, vergeleken met 4%
en 3% in de placebogroep (respectievelijk p <0,001 en p <0,01).
Tabel met de lijst van bijwerkingen
Bijwerkingen die in verband zijn gebracht met budesonide of formoterol staan hieronder vermeld en
beschreven per systeem/orgaanklasse en frequentie. Frequenties zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak
(≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥1/10.000, <1/1.000), zeer zelden
(<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Systeem/orgaan klasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen
Frequentie
Vaak
Zelden
Bijwerking
Candida-infecties in de orofarynx, pneumonie
(bij COPD-patiënten)
Onmiddellijke en vertraagde
overgevoeligheidsreacties, bijv. exantheem,
urticaria, pruritus, dermatitis, angio-oedeem en
anafylactische reactie
Syndroom van Cushing, bijniersuppressie,
groeivertraging, afname van de
botmineraaldichtheid
Hypokaliëmie
Hyperglykemie
Agressie, psychomotorische hyperactiviteit,
angst, slaapstoornissen
Depressie , gedragsveranderingen (vooral bij
kinderen)
Hoofdpijn, tremor
Duizeligheid
Smaakveranderingen
Cataract en glaucoom
Wazig zien (zie ook rubriek 4.4)
Hartkloppingen
Tachycardie
Hartritmestoornissen, bijv. atriumfibrilleren,
supraventriculaire tachycardie, extrasystolen
Angina pectoris, verlenging van het QTc-
interval
Veranderingen in bloeddruk
Lichte irritatie in de keel, hoesten, dysfonie,
waaronder heesheid
Bronchospasme
Paradoxale bronchospasmen
Misselijkheid
Blauwe plekken
Spierkrampen
28
Endocriene aandoeningen
Zeer zelden
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Psychische stoornissen
Zelden
Zeer zelden
Soms
Zeer zelden
Zenuwstelselaandoeningen
Oogaandoeningen
Hartaandoeningen
Vaak
Soms
Zeer zelden
Zeer zelden
Soms
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Bloedvataandoeningen
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
en mediastinumaandoeningen
Zeer zelden
Vaak
Zelden
Zeer zelden
Maagdarmstelselaandoeningen Soms
Huid- en
Soms
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
Soms
bindweefselaandoeningen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Candida-infecties in de orofarynx is een gevolg van het afzetten van de werkzame stof. Wanneer men
de patiënt adviseert om na elke dosis de mond met water te spoelen wordt het risico geminimaliseerd.
Candida-infecties reageren meestal op een lokale antischimmelbehandeling zonder dat het
inhalatiecorticosteroïd moet worden stopgezet. Bij het optreden van orofaryngeale spruw moeten
patiënten ook hun mond spoelen na de extra inhalaties.
Na toediening komen zeer zelden, bij minder dan 1 op de 10.000 mensen, paradoxale bronchospasmen
voor, met een onmiddellijke toename van piepende ademhaling (‘wheezing’) en kortademigheid.
Paradoxale bronchospasmen reageren op een snelwerkende inhalatieluchtwegverwijder en moeten
onmiddellijk worden behandeld. DuoResp Spiromax moet onmiddellijk worden stopgezet, de patiënt
moet worden beoordeeld en er moet, indien nodig, een alternatieve behandeling worden gestart (zie
rubriek 4.4).
Systemische effecten van inhalatiecorticosteroïden kunnen optreden, vooral bij hoge doseringen die
voor langere perioden zijn voorgeschreven. Deze effecten komen veel minder vaak voor dan met orale
corticosteroïden. Mogelijke systemische effecten zijn onder meer het syndroom van Cushing,
Cushing-achtige verschijnselen, bijniersuppressie, groeivertraging bij kinderen en jongeren tot 18 jaar,
afname in botmineraaldichtheid, cataract en glaucoom. Een verhoogde gevoeligheid voor infecties en
aantasting van het vermogen om aan stress aan te passen, kunnen ook voorkomen. Effecten zijn
waarschijnlijk afhankelijk van dosis, duur van de blootstelling, gelijktijdige en eerdere blootstelling
aan steroïden en individuele gevoeligheid.
Behandeling met β
2
-adrenoceptoragonisten kan een toename in de bloedconcentratie van insuline,
vrije vetzuren, glycerol en ketonlichamen tot gevolg hebben.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Website: www.lareb.nl.
4.9
Overdosering
Een overdosering van formoterol
zou waarschijnlijk leiden tot effecten die typisch zijn voor β
2
-
adrenoceptoragonisten: tremor, hoofdpijn, hartkloppingen. Gemelde symptomen van geïsoleerde
gevallen zijn tachycardie, hyperglykemie, hypokaliëmie, verlengd QTc-interval, aritmie, misselijkheid
en braken. Ondersteunende en symptomatische behandelingen zijn hierbij aangewezen. Een dosis van
90 microgram die gedurende drie uur bij patiënten met acute bronchiale obstructie werd toegediend,
leverde geen veiligheidsproblemen op.
Acute overdosering met budesonide, zelfs bij zeer hoge doses, zal naar verwachting geen klinisch
probleem opleveren. Bij chronisch gebruik in hoge doses, kunnen zich systemische
glucocorticosteroïde effecten, zoals een verhoogd cortisolspiegel en bijniersuppressie, voordoen.
Als de behandeling met DuoResp Spiromax moet worden stopgezet als gevolg van een overdosis met
de formoterol-component van het geneesmiddel, moet het verstrekken van een geschikte behandeling
met een inhalatiecorticosteroïd worden overwogen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
29
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor obstructieve aandoeningen van de
luchtwegen, adrenerge en andere geneesmiddelen tegen obstructieve aandoeningen van de luchtwegen.
ATC-code: R03AK07
Werkingsmechanisme en farmacodynamische effecten
DuoResp Spiromax bevat formoterol en budesonide, die verschillende werkingsmechanismen hebben
en additieve effecten tonen op het gebied van vermindering van astma-exacerbaties.
Budesonide
Budesonide is een glucocorticosteroïd die na inhalering een dosisafhankelijke ontstekingsremmende
werking heeft in de luchtwegen, wat resulteert in een afname van de symptomen en minder astma-
exacerbaties. Geïnhaleerd budesonide heeft minder ernstige bijwerkingen dan systemische
corticosteroïden. Het precieze mechanisme dat verantwoordelijk is voor het ontstekingsremmende
effect van glucocorticosteroïden is niet bekend.
Formoterol
Formoterol is een selectieve β
2
-adrenoceptoragonist die bij inhalatie een snelle en langwerkende
relaxatie van de bronchiale gladde spieren tot gevolg heeft bij patiënten met reversibele
luchtwegobstructie. Het bronchodilaterende effect is dosisafhankelijk, met een begin van het effect
binnen 1-3 minuten. De duur van het effect is ten minste 12 uur na een enkele dosis.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Astma
Onderhoudsbehandeling met budesonide/formoterol
Klinisch onderzoek bij volwassenen heeft aangetoond dat het toevoegen van formoterol aan
budesonide de symptomen van astma en de longfunctie verbetert, en de exacerbaties vermindert.
In twee onderzoeken van 12 weken was het effect van budesonide/formoterol op de longen gelijk aan
dat van de vrije combinatie van budesonide en formoterol, en was groter dan dat van budesonide
alleen. Alle behandelgroepen gebruikten ter verlichting van acute klachten een kortwerkende β
2
-
adrenoceptoragonist. Het anti-astmatische effect verminderde niet in de tijd.
COPD
In twee onderzoeken van 12 maanden werd het effect op de longfunctie en het percentage exacerbaties
(gedefinieerd als kuren van orale steroïden en/of een kuur met antibiotica en/of ziekenhuisopnames)
bij patiënten met ernstige COPD geëvalueerd. Mediane FEV
1
bij opname in de onderzoeken was 36%
van de voorspelde normaalwaarde. Het gemiddelde aantal exacerbaties per jaar (zoals hierboven
gedefinieerd) was aanzienlijk verminderd met budesonide/formoterol in vergelijking met behandeling
met alleen formoterol of placebo (gemiddeld 1,4 vergeleken met 1,8-1,9 in de placebo/formoterol-
groep). Het gemiddelde aantal dagen op orale corticosteroïden/patiënt gedurende de 12 maanden was
enigszins verminderd in de budesonide/formoterol-groep (7-8 dagen/patiënt/jaar vergeleken met
respectievelijk 11-12 en 9-12 dagen in de placebo en formoterol-groepen). Voor veranderingen in
longfunctieparameters, zoals FEV
1
, was budesonide/formoterol niet superieur aan behandeling met
alleen formoterol.
Inspiratoire peakflowsnelheid via het Spiromax-apparaat
Er werd een gerandomiseerd, open-label placebo-onderzoek uitgevoerd bij kinderen en jongeren tot 18
jaar met astma (6-17 jaar oud), volwassenen met astma (18-45 jaar oud), volwassenen met chronische
30
obstructieve longziekte (COPD) (> 50 jaar oud) en gezonde vrijwilligers (18-45 jaar oud) om de
inspiratoire peakflowsnelheid (PIFR, peak inspiratory flow rate) en andere inhalatieparameters te
beoordelen na inhalatie via een Spiromax-apparaat (met placebo) in vergelijking tot inhalatie via een
al in de handel gebrachte droogpoederinhalator met multidosis (met placebo). De gevolgen van een
verbeterde training in de inhalatietechniek van een droogpoederinhalator op inhalatiesnelheid en
inhalatievolume werd ook bij deze groepen proefpersonen geëvalueerd. Uit de gegevens van het
onderzoek bleek dat ongeacht de leeftijd en de onderliggende ernst van de ziekte, kinderen, jongeren
tot 18 jaar en volwassenen met astma en patiënten met COPD in staat waren om een
inademingssnelheid door de Spiromax inhalator te behalen die vergelijkbaar was met die van de in de
handel gebrachte droogpoederinhalator met multidosis. De gemiddelde PIFR die door patiënten met
astma of COPD werd behaald was meer dan 60 L/min, een stroomsnelheid waarvan bekend is dat
beide inhalatoren vergelijkbare hoeveelheden geneesmiddel in de longen afgeven. Zeer weinig
patiënten hadden PIFR's onder 40 L/min; bij PIFR's van minder dan 40 L/min leek er geen clustering
op leeftijd of ziekte-ernst te zijn.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Het is aangetoond dat de vaste-dosiscombinatie van budesonide en formoterol, en de
corresponderende monoproducten bio-equivalent zijn met betrekking tot systemische blootstelling aan
respectievelijk budesonide en formoterol. Desondanks werd er na het toedienen van de vaste-
dosiscombinatie een kleine toename in de suppressie van cortisol waargenomen in vergelijking met de
monoproducten. Het verschil wordt niet geacht van invloed te zijn op de klinische veiligheid.
Er was geen bewijs van farmacokinetische interacties tussen budesonide en formoterol.
Farmacokinetische parameters voor de respectievelijke stoffen waren vergelijkbaar na het toedienen
van budesonide en formoterol als monoproducten of als de vaste-dosiscombinatie. Bij budesonide was
de AUC een klein beetje hoger, de absorptie sneller en de maximale plasmaconcentratie hoger na het
toedienen van de vaste combinatie. Voor formoterol was de maximale plasmaconcentratie
vergelijkbaar na het toedienen van de vaste combinatie. Geïnhaleerde budesonide wordt snel
geabsorbeerd en de maximale plasmaconcentratie wordt binnen 30 minuten na inhalatie bereikt. In
onderzoeken varieerde de gemiddelde afzetting van budesonide in de longen na inhalatie met behulp
van de poederinhalator van 32% tot 44% van de afgegeven dosis. De systemische biologische
beschikbaarheid is ongeveer 49% van de afgegeven dosis. Bij kinderen van 6-16 jaar oud valt de
afzetting in de longen in hetzelfde bereik als bij volwassenen voor dezelfde afgegeven dosis. De
resulterende plasmaconcentraties werden niet bepaald.
Geïnhaleerde formoterol wordt snel geabsorbeerd en de maximale plasmaconcentratie wordt binnen
10 minuten na inhalatie bereikt. In onderzoeken varieerde de gemiddelde afzetting van formoterol in
de longen na inhalatie met behulp van de poederinhalator van 28% tot 49% van de afgegeven dosis.
De systemische biologische beschikbaarheid is ongeveer 61% van de afgegeven dosis.
Distributie
Plasma-eiwitbinding is ongeveer 50% voor formoterol en 90% voor budesonide. Het distributievolume
is ongeveer 4 l/kg voor formoterol en 3 l/kg voor budesonide. Formoterol wordt geïnactiveerd via
conjugatiereacties (er worden actieve O-gedemethyleerde en gedeformyleerde metabolieten gevormd,
maar deze worden hoofdzakelijk waargenomen als geïnactiveerde conjugaten). Budesonide ondergaat
in de eerste passage door de lever een grote mate (ongeveer 90%) van biotransformatie naar
metabolieten met een lage glucocorticosteroïde werking. De glucocorticosteroïde werking van de
belangrijkste metabolieten, 6-bèta-hydroxy-budesonide en 16-alfa-hydroxy-prednisolon, is minder dan
1% van die van budesonide. Er zijn geen aanwijzingen voor enige metabolische interacties of
competitie tussen formoterol en budesonide.
Eliminatie
31
Het grootste gedeelte van een dosis formoterol wordt door het metabolisme in de lever
getransformeerd, gevolgd door renale uitscheiding. Na inhalatie wordt 8% tot 13% van de afgegeven
dosis formoterol ongemetaboliseerd uitgescheiden in de urine. Formoterol heeft een hoge systemische
klaring (ongeveer 1,4 l/min) en de terminale eliminatiehalfwaardetijd is gemiddeld 17 uur.
Budesonide wordt geëlimineerd via metabolisme dat voornamelijk gekatalyseerd wordt door het
enzym CYP3A4. De metabolieten van budesonide worden als zodanig in de urine geëlimineerd of in
geconjugeerde vorm. Er werden slechts verwaarloosbare hoeveelheden onveranderde budesonide in de
urine aangetroffen. Budesonide heeft een hoge systemische klaring (ongeveer 1,2 l/min) en de plasma-
eliminatiehalfwaardetijd na intraveneuze dosering is gemiddeld 4 uur.
Farmacokinetische/farmacodynamische relatie(s)
De farmacokinetiek van budesonide of formoterol bij kinderen en patiënten met nierinsufficiëntie is
niet bekend. Blootstelling aan budesonide en formoterol kan hoger zijn bij patiënten met leverziekte.
Farmacokinetisch profiel van DuoResp Spiromax
In farmacokinetisch onderzoek met en zonder een houtskoolblok werd DuoResp Spiromax
geëvalueerd door het te vergelijken met een alternatief goedgekeurd inhalatieproduct dat een vaste-
dosiscombinatie van dezelfde werkzame stoffen, budesonide en formoterol, bevatte. Het bleek
equivalent te zijn in zowel systemische blootstelling (veiligheid) als afzetting in de longen
(werkzaamheid).
Lineariteit/non-lineariteit
Systemische blootstelling aan zowel budesonide als formoterol is op lineaire wijze gecorreleerd met de
toegediende dosis.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
De toxiciteit van budesonide en formoterol die in dieronderzoeken werd waargenomen, in combinatie
of afzonderlijk, waren effecten die samenhingen met versterkte farmacologische activiteit.
In reproductieonderzoek met dieren is aangetoond dat corticosteroïden zoals budesonide
misvormingen veroorzaken (hazenlip, misvormingen van het skelet). Deze experimentele resultaten bij
dieren lijken echter bij de aanbevolen doseringen niet relevant te zijn voor mensen.
Reproductieonderzoek met dieren met formoterol hebben een iets verlaagde vruchtbaarheid bij
mannelijke ratten aangetoond bij hoge systemische blootstelling en implantatieverlies, evenals een
verminderde vroege postnatale overleving en een lager geboortegewicht bij aanzienlijk hogere doses
dan die tijdens klinisch gebruik worden bereikt. Deze experimentele resultaten bij dieren lijken echter
niet relevant te zijn voor mensen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Lactosemonohydraat (bevat melkeiwitten).
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing
6.3
3 jaar.
32
Houdbaarheid
Na het openen van de folieverpakking: 6 maanden
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C.
Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de folieverpakking.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
De inhalator is wit met een semi-transparant wijnrood dopje op het mondstuk. De delen van de
inhalator die contact maken met geneesmiddel/slijmvliezen zijn gemaakt van acrylonitril-butadieen-
styreen (ABS), polyethyleen (PE) en polypropyleen (PP). Elke inhalator bevat 60 doses en is verpakt
in folie.
Verpakkingsgrootten van 1, 2 of 3 inhalatoren.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5, 2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/920/004
EU/1/14/920/005
EU/1/14/920/006
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 28 april 2014.
Datum van laatste verlenging: 8 april 2019
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
33
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
34
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Norton (Waterford) Limited T/A Teva Pharmaceuticals Ireland
Unit 27/35 IDA Industrial Park
Cork Road
Waterford
Ierland
Teva Pharmaceuticals Europe B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Teva Operations Poland Sp. z o.o.
Mogilska 80 Str. 31-546 Kraków
Polen
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel
C.
•
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
35
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
36
A. ETIKETTERING
37
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoResp Spiromax 160 microgram /4,5 microgram inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Zijkant: Elke afgegeven dosis bevat 160 microgram budesonide en 4,5 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 200 microgram budesonide en 6 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Voorkant: Deze afgegeven dosis komt overeen met een afgemeten dosis van 200 microgram
budesonide en 6 microgram formoterolfumaraatdihydraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder
1 inhalator met 120 doses.
2 inhalators met elk 120 doses
3 inhalators met elk 120 doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Voorkant: Niet voor gebruik door kinderen tot 12 jaar.
Zijkant: Uitsluitend voor gebruik door volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder. Niet voor
gebruik bij kinderen tot 12 jaar.
38
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Gebruik het product binnen 6 maanden na verwijdering van de folieverpakking.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de
folieverpakking.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V., Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/920/001
EU/1/14/920/002
EU/1/14/920/003
13.
Lot
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
DuoResp Spiromax 160 mcg/4,5 mcg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
39
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
40
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
FOLIE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
DuoResp Spiromax 160 microgram/4,5 microgram inhalatiepoeder
budesonide/ formoterolfumaraatdihydraat
Voor inhalatie.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
BATCHNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
Bevat 1 inhalator
6.
OVERIGE
Houd het dopje van het mondstuk gesloten en gebruik binnen 6 maanden na verwijdering van de
folieverpakking.
Teva Pharma B.V.
41
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
INHALATOR
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
DuoResp Spiromax 160 mcg/4,5 mcg inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
Voor inhalatie.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
BATCHNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
120 doses
6.
Begin
OVERIGE
Teva Pharma B.V.
42
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoResp Spiromax 320 microgram/9 microgram inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Zijkant: Elke afgegeven dosis bevat 320 microgram budesonide en 9 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 400 microgram budesonide en 12 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Voorkant: Deze afgegeven dosis komt overeen met een afgemeten dosis van 400 microgram
budesonide en 12 microgram formoterolfumaraatdihydraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder
1 inhalator met 60 doses
2 inhalators met elk 60 doses
3 inhalators met elk 60 doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
43
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Voorkant: Niet voor gebruik door kinderen tot 12 jaar.
Zijkant: Uitsluitend voor gebruik door volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder. Niet voor
gebruik bij kinderen tot 12 jaar.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Gebruik het product binnen 6 maanden na verwijdering van de folieverpakking.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de
folieverpakking.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V., Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/920/004
EU/1/14/920/005
EU/1/14/920/006
13.
Lot
BATCHNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
DuoResp Spiromax 320 mcg/9 mcg
44
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
45
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
FOLIE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
DuoResp Spiromax 320 microgram/9 microgram inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
Voor inhalatie.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
BATCHNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
Bevat 1 inhalator
6.
OVERIGE
Houd het dopje van het mondstuk gesloten en gebruik binnen 6 maanden na verwijdering van de
folieverpakking.
Teva Pharma B.V.
46
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
INHALATOR
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
DuoResp Spiromax 320 mcg/9 mcg inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat.
Voor inhalatie.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
BATCHNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
60 doses
6.
Begin
OVERIGE
Teva Pharma B.V.
47
B. BIJSLUITER
48
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
DuoResp Spiromax 160 microgram/4,5 microgram inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is DuoResp Spiromax en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is DuoResp Spiromax en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
DuoResp Spiromax bevat twee verschillende werkzame stoffen: budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat.
•
•
Budesonide behoort tot een groep geneesmiddelen die ‘corticosteroïden’, of ook ‘steroïden’
wordt genoemd. Het werkt door het verminderen en voorkomen van zwelling en ontsteking in
uw longen en helpt om het ademhalen makkelijker te maken.
Formoterolfumaraatdihydraat behoort tot een groep geneesmiddelen die ‘langwerkende β2-
adrenoceptoragonisten’ of ‘luchtwegverwijders’ worden genoemd. Het werkt door de spieren in
uw luchtwegen te ontspannen. Dit helpt om de luchtwegen open te maken en hierdoor kunt u
gemakkelijker ademen.
DuoResp Spiromax mag alleen worden voorgeschreven voor gebruik bij volwassenen en
jongeren in de leeftijd van 12 jaar en ouder.
Uw arts heeft u dit geneesmiddel voorgeschreven om astma of chronische obstructieve longziekte
(COPD) te behandelen.
Astma
DuoResp Spiromax kan op twee verschillende wijzen voor astma worden voorgeschreven.
a) Er kunnen u twee astma-inhalatoren worden voorgeschreven: DuoResp Spiromax samen met
een afzonderlijke inhalator met een kortwerkende luchtwegverwijder voor ‘reliever’-gebruik
(ter verlichting van acute benauwdheidsklachten), zoals salbutamol.
•
Gebruik DuoResp Spiromax elke dag. Dit helpt om de verschijnselen van astma, zoals
kortademigheid en piepende ademhaling (‘wheezing’), te voorkomen.
•
Gebruik de ‘reliever’-inhalator als u verschijnselen van astma krijgt, om het ademen weer
gemakkelijker te maken.
49
b) Er kan u DuoResp Spiromax worden voorgeschreven als uw enige astma-inhalator.
•
Gebruik DuoResp Spiromax elke dag. Dit helpt om de verschijnselen van astma, zoals
kortademigheid en piepende ademhaling (‘wheezing’), te voorkomen.
•
Gebruik DuoResp Spiromax ook als u extra inhalaties of pufs nodig heeft voor het verlichten
van de verschijnselen van astma, om het ademen weer gemakkelijker te maken en als u dit met
uw arts heeft afgesproken ook om te voorkomen dat u verschijnselen van astma krijgt
(bijvoorbeeld bij lichamelijke inspanning of blootstelling aan iets waar u allergisch voor kan
zijn (allergenen)). U heeft hier geen afzonderlijke inhalator voor nodig.
Chronische obstructieve longziekte (COPD)
COPD is een chronische aandoening van de luchtwegen in de longen die vaak wordt veroorzaakt door
het roken van sigaretten. Verschijnselen zijn onder meer kortademigheid, hoesten, pijn op de borst en
ophoesten van slijm. DuoResp Spiromax kan ook worden gebruikt om de verschijnselen van ernstige
COPD te behandelen, maar alleen bij volwassenen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt indien:
•
u suikerziekte (diabetes) heeft.
•
u een longinfectie heeft.
•
u hoge bloeddruk heeft of als u ooit hartklachten heeft gehad (waaronder een onregelmatige
hartslag, een zeer snelle pols, vernauwing van de slagaders of hartfalen).
•
u problemen met uw schildklier of bijnieren heeft.
•
u een lage kaliumspiegel in het bloed heeft.
•
u ernstige leverproblemen heeft.
•
u regelmatig alcohol drinkt.
Als u steroïde tabletten voor uw astma of COPD heeft gebruikt, kan uw arts het aantal tabletten dat u
neemt verminderen zodra u DuoResp Spiromax begint te gebruiken. Als u gedurende lange tijd
steroïde tabletten heeft genomen, zal uw arts regelmatig een bloedonderzoek willen laten uitvoeren.
Bij het afbouwen van steroïde tabletten, kunt u zich in het algemeen onwel voelen, hoewel de
verschijnselen in de borstkas kunnen verbeteren. U kunt last krijgen van verschijnselen zoals een
verstopte neus of een loopneus, zwakte of gewrichtspijn of spierpijn en huiduitslag (eczeem). Als een
van deze verschijnselen u last veroorzaken, of als zich verschijnselen voordoen zoals hoofdpijn,
vermoeidheid, misselijkheid of braken (overgeven), neem dan
onmiddellijk
contact op met uw arts. U
moet mogelijk andere geneesmiddelen gebruiken als u allergische of artritisverschijnselen ontwikkelt.
U dient met uw arts te praten als u zich zorgen maakt of u wel moet doorgaan met het gebruik van
DuoResp Spiromax.
Uw arts kan overwegen om steroïde tabletten aan uw gebruikelijke behandeling toe te voegen als u een
ziekte, zoals een infectie in de borstkas, heeft of voor een operatie.
Neem contact op met uw arts als u last heeft van wazig zien of andere visuele stoornissen.
Kinderen
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen onder de 12 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast DuoResp Spiromax nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan
of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel
dat dan uw arts of apotheker.
50
Stel met name uw arts of apotheker op de hoogte als u de volgende geneesmiddelen neemt:
•
Bètablokkers (zoals atenolol of propranolol voor hoge bloeddruk of een hartaandoening),
inclusief oogdruppels (zoals timolol voor glaucoom).
•
Oxytocine, dat aan zwangere vrouwen wordt gegeven om de bevalling op te wekken.
•
Geneesmiddelen voor een snelle of onregelmatige hartslag (zoals kinidine, disopyramide,
procaïnamide en terfenadine).
•
Geneesmiddelen zoals digoxine, die vaak worden gebruikt om hartfalen te behandelen.
•
Diuretica, ook bekend als ‘plaspillen’ (zoals furosemide). Deze worden gebruikt om hoge
bloeddruk te behandelen.
•
Steroïde tabletten die via de mond worden ingenomen (zoals prednisolon).
•
Xanthinederivaten (zoals theofylline of aminofylline). Deze worden vaak gebruikt om astma te
behandelen.
•
Andere luchtwegverwijders (zoals salbutamol).
•
Tricyclische antidepressiva (zoals amitriptyline) en het antidepressivum nefazodon.
•
Middelen tegen onder andere een depressieve stemming, zoals MAO-remmers en
geneesmiddelen met vergelijkbare eigenschappen (zoals het antibioticum furazolidon en het
chemotherapiegeneesmiddel procarbazine).
•
Middelen tegen psychose met fenothiazines (zoals chloorpromazine en prochloorperazine).
•
Geneesmiddelen die ‘HIV-proteaseremmers’ worden genoemd (zoals ritonavir) om een HIV-
infectie te behandelen.
•
Geneesmiddelen tegen infecties (zoals ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol,
claritromycine en telitromycine).
•
Geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson (zoals levodopa).
•
Geneesmiddelen voor schildklierproblemen (zoals levothyroxine).
Sommige geneesmiddelen kunnen de effecten van DuoResp Spiromax vergroten en het kan zijn dat
uw arts u zorgvuldig wil controleren als u deze geneesmiddelen gebruikt (waaronder enkele
geneesmiddelen voor HIV: ritonavir, cobicistat).
Als een van het bovenstaande op u van toepassing is, of als u niet zeker bent, overleg dan met uw arts,
apotheker of verpleegkundige voordat u DuoResp Spiromax gaat gebruiken.
Stel uw arts, apotheker of verpleegkundige ook op de hoogte als u een algehele narcose moet hebben
voor een operatie of een tandheelkundige ingreep. Dit om het mogelijke risico te verkleinen dat dit
middel invloed heeft op het narcosemiddel dat u krijgt.
Zwangerschap en borstvoeding
•
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem
dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Gebruik dit geneesmiddel NIET tenzij uw arts u dat zegt.
•
Als u zwanger wordt terwijl u DuoResp Spiromax gebruikt, moet u NIET met DuoResp
Spiromax stoppen maar
onmiddellijk met uw arts overleggen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
DuoResp Spiromax heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid of op het
vermogen om machines te bedienen.
DuoResp Spiromax bevat lactose
Lactose is een soort suiker dat in melk voorkomt. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde
suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
51
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts, apotheker of verpleegkundige u dat heeft
verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
•
•
Het is belangrijk om de DuoResp Spiromax elke dag te gebruiken, zelfs als u op het moment
geen verschijnselen van astma of COPD heeft.
Als u DuoResp Spiromax voor astma gebruikt, zal uw arts uw verschijnselen regelmatig willen
controleren.
Astma
DuoResp Spiromax kan op twee verschillende manieren voor astma worden voorgeschreven. De
hoeveelheid DuoResp Spiromax die u gebruikt en wanneer u die moet gebruiken hangt af van hoe het
aan u is voorgeschreven.
•
Als u DuoResp Spiromax en een ‘reliever’-inhalator met snelwerkende luchtwegverwijder is
voorgeschreven, lees dan de rubriek
‘(A) Gebruik van DuoResp Spiromax en een ‘reliever’-
inhalator.
•
Als u DuoResp Spiromax als uw enige inhalator is voorgeschreven, lees dan de rubriek
‘(B)
Gebruik van DuoResp Spiromax als uw enige astma-inhalator’.
(A) Gebruik van DuoResp Spiromax en een ‘reliever’-inhalator
Gebruik uw DuoResp Spiromax elke dag.
Dit helpt om de verschijnselen van astma te voorkomen.
Aanbevolen dosering:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder):
- 1 of 2 inhalaties (puffen), tweemaal daags, in de ochtend en avond genomen.
Uw arts kan dit verhogen tot 4 inhalaties, tweemaal daags.
Als uw verschijnselen goed onder controle zijn gebracht, kan uw arts u vragen om uw geneesmiddel
eenmaal daags te gebruiken.
Jongeren (in de leeftijd van 12 jaar en ouder)
1 of 2 inhalaties tweemaal daags.
Uw arts zal u helpen om uw astma onder controle te houden en de dosering van dit geneesmiddel
aanpassen naar de laagste doses die uw astma onder controle houdt. Als uw arts van oordeel is dat u
een lagere dosis nodig heeft dan beschikbaar is in de DuoResp Spiromax, kan hij of zij een
alternatieve inhalator voorschrijven met dezelfde actieve bestanddelen als in de DuoResp Spiromax,
maar met een lagere dosis van het corticosteroïd. Als uw verschijnselen goed onder controle zijn
gebracht, kan uw arts u vragen om uw geneesmiddel eenmaal daags te gebruiken. Pas het aantal door
uw arts voorgeschreven inhalaties echter niet aan zonder eerst met uw arts te overleggen.
Gebruik uw ‘reliever’-inhalator met snelwerkende luchtwegverwijder om de acute
verschijnselen van astma te verlichten wanneer ze gebeuren.
Houd uw ‘reliever’-inhalator altijd bij u en gebruik het om plotselinge aanvallen van kortademigheid
en piepende ademhaling (‘wheezing’) te verlichten. Gebruik DuoResp Spiromax niet om deze
verschijnselen van astma te behandelen.
(B) Gebruik van DuoResp Spiromax als uw enige astma-inhalator
Gebruik DuoResp Spiromax alleen op deze wijze als uw arts u dat heeft verteld.
Gebruik uw DuoResp Spiromax elke dag.
Dit helpt om de verschijnselen van astma te voorkomen.
Aanbevolen dosering
Volwassenen en jongeren (in de leeftijd van 12 jaar en ouder)
- 1 inhalatie in de ochtend
en
1 inhalatie in de avond
52
of
- 2 inhalaties in de ochtend
of
- 2 inhalaties in de avond
Uw arts kan dit verhogen tot 2 inhalaties, tweemaal daags.
Gebruik DuoResp Spiromax ook ter verlichting van de acute verschijnselen van astma wanneer ze zich
voordoen en om te voorkomen dat u verschijnselen van astma krijgt (bijvoorbeeld bij lichamelijke
inspanning of blootstelling aan iets waar u allergisch voor kan zijn (allergenen)).
•
Als u verschijnselen van astma krijgt, neem dan 1 inhalatie en wacht een paar minuten.
•
Als u zich niet beter voelt neemt u nog een inhalatie.
•
Neem niet meer dan 6 inhalaties in één keer.
Houd uw DuoResp Spiromax altijd bij u en gebruik het om plotselinge aanvallen van kortademigheid
en piepende ademhaling (‘wheezing’) te verlichten.
Een totale dagelijkse dosis van meer dan 8 inhalaties is normaal gesproken niet nodig. Uw arts kan u
echter toestaan om voor een beperkte tijd maximaal 12 inhalaties per dag te gebruiken.
Als u regelmatig 8 of meer inhalaties per dag nodig heeft, maak dan een afspraak om uw arts te zien.
Hij/zij moet misschien uw behandeling wijzigen.
Gebruik in totaal NIET meer dan 12 inhalaties in 24 uur.
Als u tijdens inspanning astmaverschijnselen krijgt, gebruik DuoResp Spiromax dan zoals hier
voorgeschreven. Gebruik DuoResp Spiromax echter niet voorafgaand aan de inspanning om
verschijnselen van astma te voorkomen. Het is belangrijk dat u met uw arts het gebruik van DuoResp
Spiromax voor het voorkomen van verschijnselen van astma bespreekt; hoe vaak u lichamelijke
inspanning levert of hoe vaak u aan allergenen wordt blootgesteld, kan van invloed zijn op de
behandeling die u krijgt voorgeschreven.
Chronische obstructieve longziekte (COPD)
Aanbevolen dosering:
Alleen volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder):
- 2 inhalaties tweemaal daags, in de ochtend en avond genomen.
Uw arts kan ook een andere luchtwegverwijder voor uw COPD ziekte voorschrijven, bijvoorbeeld een
anticholinergicum (zoals tiotropium of ipratropiumbromide).
Het voorbereiden van uw nieuwe DuoResp Spiromax
Voordat u uw nieuwe DuoResp Spiromax
voor het eerst
gebruikt, moet u het als volgt voorbereiden
voor gebruik:
•
Open het foliezakje door het bij de inkeping aan de bovenkant van het foliezakje open te
scheuren en neem de inhalator eruit.
•
Controleer de dosisindicator om te zien of er 120 doses in de inhalator zitten.
•
Schrijf de datum waarop u de folieverpakking opende op het etiket van de inhalator.
•
Uw inhalator vóór gebruik niet schudden.
Hoe inhaleert u
Elke keer dat u een inhalatie nodig heeft, volgt u de onderstaande instructies.
53
1.
Houd uw inhalator
met het halfdoorzichtige wijnrode dopje van het mondstuk naar beneden.
2. Open het dopje van het mondstuk door het naar beneden te vouwen tot u één luide klik hoort. Uw
geneesmiddel is nu afgemeten. Uw inhalator is nu klaar voor gebruik.
3. Langzaam uitademen (zo ver als comfortabel is). Niet door uw inhalator uitademen.
4. Plaats het mondstuk tussen uw tanden. Niet op het mondstuk bijten. Sluit uw lippen rond het
mondstuk. Let op dat u de luchtgaatjes niet blokkeert.
Adem zo diep en krachtig als u kunt in door uw mond.
5.
Haal uw inhalator uit uw mond. Het is mogelijk dat u een smaakje proeft wanneer u uw
inhalatie gebruikt.
Houd uw adem gedurende 10 seconden in of zolang als comfortabel is.
6.
54
7.
Adem vervolgens langzaam uit
(niet door de inhalator uitademen).
Sluit het dopje op het
mondstuk.
Herhaal stap 1 tot en met 7 als u een tweede inhalatie moet hebben.
Spoel na elke dosis uw mond met water en spuug het uit.
Probeer niet uw inhalator uit elkaar te halen, of het dopje van het mondstuk er af te halen of af te
draaien. Het is aan uw inhalator bevestigd en moet er niet afgehaald worden. Gebruik uw Spiromax
niet als het beschadigd is of als het mondstuk van uw Spiromax is losgeraakt. Open en sluit het dopje
van het mondstuk niet tenzij u op het punt staat een inhalatie te gebruiken.
Reinigen van uw Spiromax
Houd uw Spiromax droog en schoon.
Indien nodig kunt u het mondstuk van uw Spiromax na gebruik schoonvegen met een droog doekje of
tissue.
Wanneer moet u met een nieuwe Spiromax beginnen
•
De dosisindicator laat u zien hoeveel doses (inhalaties) er nog in uw inhalator zitten, beginnend
met 120 als hij vol is en eindigend met 0 (nul) als hij leeg is.
•
•
De dosisindicator, achterop de inhalator, laat het aantal resterende inhalaties in even aantallen
zien. De ruimtes tussen de even aantallen staan voor het oneven aantal resterende inhalaties.
Voor resterende inhalaties van 20 en lager naar ‘8’, ‘6’,’4’,’2’ worden de getallen in het rood op
een witte achtergrond weergegeven. Als de getallen in het venstertje rood worden, dient u uw
arts te raadplegen en een nieuwe inhalator te krijgen.
NB:
•
Het mondstuk klikt nog wel zelfs als uw Spiromax leeg is.
•
Als u het mondstuk opent en sluit zonder een inhalatie te gebruiken, registreert de dosisindicator
dat wel als een telling. Deze dosis wordt veilig in de inhalator bewaard tot het tijd is voor de
volgende inhalatie. Het is onmogelijk om in één inhalatie per ongeluk extra geneesmiddel te
nemen of een dubbele dosis.
•
Houd het mondstuk altijd gesloten tenzij u op het punt staat een inhalatie te gebruiken.
55
Belangrijke informatie over verschijnselen van uw astma of COPD
Als u denkt dat u buiten adem raakt of kortademig bent als u DuoResp Spiromax gebruikt, moet u de
DuoResp Spiromax blijven gebruiken, maar zo spoedig mogelijk naar uw arts gaan omdat u mogelijk
een extra behandeling nodig heeft.
Neem
onmiddellijk
contact op met uw arts als:
•
uw ademhaling slechter wordt of als u ’s nachts vaak wakker wordt met kortademigheid of
piepende ademhaling (‘wheezing’).
•
u ’s morgens een beklemmend gevoel op de borst krijgt of het beklemmende gevoel langer
duurt dan normaal.
Deze verschijnselen kunnen betekenen dat uw astma of COPD niet voldoende onder controle is
gebracht en u moet mogelijk
onmiddellijk
een andere of een extra behandeling krijgen.
Zodra uw astma goed onder controle is gebracht kan uw arts overwegen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verminderen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het is belangrijk dat u de doses volgens het voorschrift van uw arts neemt. U dient uw voorgeschreven
aantal doses niet zonder medisch advies te overschrijden.
Heeft u te veel DuoResp Spiromax gebruikt, neem dan contact op met uw arts of apotheker voor
advies.
De meest voorkomende verschijnselen die kunnen optreden nadat u meer DuoResp Spiromax gebruikt
dan u zou moeten, zijn beven, hoofdpijn of een snelle hartslag.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u vergeten bent een dosis te nemen, doe dit dan zo snel als u het zich herinnert. Neem
geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Als het bijna tijd is voor uw volgende dosis, neem die
dan op het gebruikelijke tijdstip.
Als u een piepende ademhaling (‘wheezing’) krijgt of kortademig wordt, of andere verschijnselen van
een astma-aanval krijgt,
gebruik dan uw ‘reliever’-inhalator voor verlichting van de
verschijnselen zoals voorgeschreven,
en raadpleeg vervolgens een arts.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van uw inhalator zonder uw arts eerst op de hoogte te stellen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Als een van het volgende u overkomt, stop dan met het gebruik van DuoResp Spiromax en
overleg onmiddellijk met uw arts:
Zeldzame bijwerkingen: kunnen optreden bij 1 op 1000 mensen
•
Zwellen van het gezicht, vooral rond uw mond (tong en/of keel en/of moeite met slikken) of
netelroos samen met moeilijke ademhaling (angio-oedeem) en/of een plotseling gevoel van
56
•
flauwte. Dit kan betekenen dat u een allergische reactie heeft. Hierbij kunnen ook huiduitslag en
jeuk voorkomen.
Bronchospasmen (verkramping van de spieren in de luchtwegen wat een piepende ademhaling
(‘wheezing’) en kortademigheid veroorzaakt). Als de piepende ademhaling plotseling begint
nadat u dit geneesmiddel gebruikt, stop dan met het middel en overleg
onmiddellijk met uw
arts
(zie hieronder).
Zeer zeldzame bijwerkingen: kunnen optreden bij maximaal 1 op 10.000 mensen
•
Plotselinge, onverwachte en acute piepende ademhaling (‘wheezing’) en/of kortademigheid
onmiddellijk na het gebruik van uw inhalator. Als een van deze verschijnselen (ook wel
‘paradoxale bronchospasmen’ genoemd) zich voordoet,
stop dan onmiddellijk met de
DuoResp Spiromax
en gebruik uw aparte inhalator met kortwerkende luchtwegverwijder als u
die heeft. Neem
onmiddellijk
contact op met uw arts omdat uw behandeling mogelijk
gewijzigd moet worden.
Andere mogelijke bijwerkingen:
Vaak: kunnen optreden bij 1 op 10 mensen
•
Hartkloppingen (u voelt uw hart kloppen), trillen of schudden. Als deze effecten optreden zijn
ze meestal licht en verdwijnen meestal als u doorgaat met het gebruik van DuoResp Spiromax.
•
Spruw (een schimmelinfectie) in de mond. Dit komt waarschijnlijk minder vaak voor als u na
het gebruik van uw geneesmiddel uw mond met water spoelt.
•
Lichte keelpijn, hoesten en een hese stem
•
Hoofdpijn
•
Pneumonie (longinfectie) bij COPD-patiënten (vaak voorkomende bijwerking).
Vertel het aan uw arts als u last krijgt van een van de volgende verschijnselen tijdens het gebruik van
DuoResp Spiromax - dit kunnen verschijnselen van een longinfectie zijn:
•
koorts of koude rillingen
•
verhoogde productie van slijm, verandering van de kleur van het slijm
•
vaker hoesten of meer ademhalingsmoeilijkheden.
Soms: kunnen optreden bij 1 op 100 mensen
•
Rusteloos gevoel, nerveus, onrustig, angstig of boos
•
Verstoorde slaap
•
Duizeligheid
•
Misselijkheid
•
Een snelle hartslag
•
Blauwe plekken op de huid
•
Spierkrampen
•
Wazig zien.
Zelden: kunnen optreden bij 1 op 1000 mensen
•
Lage kaliumspiegel in uw bloed
•
Onregelmatige hartslag.
Zeer zelden: kunnen optreden bij 1 op 10.000 mensen
•
Depressie
•
Gedragsveranderingen, vooral bij kinderen
•
Pijn op de borst of beklemmend gevoel op de borst (angina pectoris)
•
Verstoring van het elektrisch systeem van het hart die geen verschijnselen veroorzaakt
(verlenging van het QTc-interval)
•
Een toename van de hoeveelheid suiker (glucose) in uw bloed, wat wordt aangetoond door een
bloedtest
57
•
•
•
•
•
•
•
•
Smaakveranderingen, zoals een onaangename smaak in de mond
Veranderingen in uw bloeddruk.
Inhalatiecorticosteroïden kunnen invloed hebben op de normale productie van steroïde
hormonen in uw lichaam, vooral als u gedurende langere tijd hoge doses gebruikt. De effecten
zijn onder andere:
Veranderingen in botmineraaldichtheid (dunner worden van de botten)
Cataract (vertroebeling van de lens in het oog)
Glaucoom (verhoogde druk in het oog)
Vertraagde groei bij kinderen en pubers
Een effect op de bijnier (een kleine klier naast de nieren). Verschijnselen van bijniersuppressie
kunnen vermoeidheid, zwakte, maagproblemen, waaronder misselijkheid, braken, pijn en
diarree, en donkere verkleuring van de huid en gewichtsverlies zijn.
Deze effecten doen zich zeer zelden voor en zijn veel minder waarschijnlijk met
inhalatiecorticosteroïden dan met orale corticosteroïde tabletten.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb,
Website: www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen
over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
•
•
•
•
•
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het
etiket of de doos van uw inhalator na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van
die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25
o
C.
Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de
folieverpakking.
Gebruik het product binnen 6 maanden na verwijdering van de folieverpakking.
Gebruik
het etiket op de inhalator om de datum waarop u de folieverpakking opende, te noteren.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn budesonide en formoterolfumaraatdihydraat. Elke
afgegeven (geïnhaleerde) dosis bevat 160 microgram budesonide en 4,5 microgram
formoterolfumaraatdihydraat. Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 200 microgram
budesonide en 6 microgram formoterolfumaraatdihydraat.
-
De andere stof in dit middel is lactosemonohydraat, dat melkeiwitten bevat (zie rubriek 2 onder
‘DuoResp Spiromax bevat lactose’).
Hoe ziet DuoResp Spiromax eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
DuoResp Spiromax is een inhalatiepoeder.
Elke DuoResp Spiromax inhalator bevat 120 inhalaties en heeft een witte kast met een halfdoorzichtig
wijnrood dopje op het mondstuk.
58
Verpakkingen van 1, 2 en 3 inhalatoren. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in uw land
in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Teva Pharma B.V.,
Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland.
Fabrikant
Norton (Waterford) Limited T/A Teva Pharmaceuticals Ireland
Unit 27/35, IDA Industrial Park, Cork Road, Waterford, Ierland
Teva Pharmaceuticals Europe B.V., Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland
Teva Operations Poland Sp. z o.o. Mogilska 80 Str. 31-546 Kraków, Polen
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Tel/Tél: +32 3 820 73 73
България
Тева Фарма ЕАД
Teл:
+359 2 489 95 85
Česká republika
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Tel: +420 251 007 111
Danmark
Teva Denmark A/S
Tlf: +45 44 98 55 11
Lietuva
UAB Teva Baltics
Tel: +370 5 266 02 03
Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Belgique/Belgien
Tel/Tél: +32 3 820 73 73
Magyarország
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel.: +36 1 288 64 00
Malta
Teva Pharmaceuticals Ireland
L-Irlanda
Tel: +44 207 540 7117
Nederland
Teva Nederland B.V.
Tel: +31 800 0228 400
Norge
Teva Norway AS
Tlf: +47 6677 55 90
Österreich
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
Tel: +43 1 97007 0
Polska
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 345 93 00
Portugal
59
Deutschland
Teva GmbH
Tel: +49 731 402 08
Eesti
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 661 0801
Ελλάδα
Specifar A.B.E.E.
Τηλ: +30 211
880 5000
España
Teva Pharma S.L.U.
Tél: +34 91 387 32 80
France
Teva Santé
Tél: +33 1 55 91 7800
Hrvatska
Pliva Hrvatska d.o.o.
Tel: + 385 1 37 20 000
Ireland
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +44 207 540 7117
Ísland
Alvogen ehf.
Sími: + 354 522 2900
Italia
Teva Italia S.r.l.
Tel: +39 028 917 981
Κύπρος
Specifar A.B.E.E.
Ελλάδα
Τηλ: +30 211
880 5000
Latvija
UAB Teva Baltics filiāle Latvijā
Tel: +371 67 323 666
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 21 476 75 50
România
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +4021 230 6524
Slovenija
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +386 1 58 90 390
Slovenská republika
Teva Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 5726 7911
Suomi/Finland
Teva Finland Oy
Puh/Tel: +358 20 180 5900
Sverige
Teva Sweden AB
Tel: +46 42 12 11 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Teva Pharmaceuticals Ireland
Ireland
Tel: +44 207 540 7117
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in maand jjjj.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
60
Bijsluiter: Informatie voor de patiënt
DuoResp Spiromax 320 microgram/9 microgram inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is DuoResp Spiromax en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie?
1.
Wat is DuoResp Spiromax en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
DuoResp Spiromax bevat twee verschillende werkzame stoffen: budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat.
•
•
Budesonide behoort tot een groep geneesmiddelen die ‘corticosteroïden’ of ook ‘steroïden’
wordt genoemd. Het werkt door het verminderen en voorkomen van zwelling en ontsteking in
uw longen en helpt om het ademhalen makkelijker te maken.
Formoterolfumaraatdihydraat behoort tot een groep geneesmiddelen die ‘langwerkende β
2
-
adrenoceptoragonisten’ of ‘luchtwegverwijders’ worden genoemd. Het werkt door de spieren in
uw luchtwegen te ontspannen. Dit helpt om de luchtwegen open te maken en hierdoor kunt u
gemakkelijker ademen.
DuoResp Spiromax mag alleen worden voorgeschreven voor gebruik bij volwassenen en
jongeren in de leeftijd van 12 jaar en ouder.
Uw arts heeft u dit geneesmiddel voorgeschreven om astma of chronische obstructieve longziekte
(COPD) te behandelen.
Astma
Voor gebruik bij astma zal uw arts DuoResp Spiromax samen met een afzonderlijke inhalator met een
snelwerkende luchtwegverwijder voor “reliever”-gebruik (ter verlichting van acute
benauwdheidsklachten), zoals salbutamol voorschrijven.
•
•
Gebruik DuoResp Spiromax elke dag. Dit helpt om de verschijnselen van astma, zoals
kortademigheid en piepende ademhaling (‘wheezing’), te voorkomen.
Gebruik de “reliever”-inhalator als u verschijnselen van astma krijgt, om het ademen weer
gemakkelijker te maken.
Gebruik de DuoResp Spiromax 320/9 microgram niet als een “reliever”-inhalator.
61
Chronische obstructieve longziekte (COPD)
COPD is een chronische aandoening van de luchtwegen in de longen die vaak wordt veroorzaakt door
het roken van sigaretten. Verschijnselen zijn onder meer kortademigheid, hoesten, pijn op de borst en
ophoesten van slijm. DuoResp Spiromax kan ook worden gebruikt om de verschijnselen van ernstige
COPD te behandelen, maar alleen bij volwassenen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt indien:
•
u suikerziekte (diabetes) heeft.
•
u een longinfectie heeft.
•
u hoge bloeddruk heeft of als u ooit hartklachten heeft gehad (waaronder een onregelmatige
hartslag, een zeer snelle pols, vernauwing van de slagaders of hartfalen).
•
u problemen met uw schildklier of bijnieren heeft.
•
u een lage kaliumspiegel in het bloed heeft.
•
u ernstige leverproblemen heeft.
•
u regelmatig alcohol drinkt.
Als u steroïde tabletten voor uw astma of COPD heeft gebruikt, kan uw arts het aantal tabletten dat u
neemt verminderen zodra u DuoResp Spiromax begint te gebruiken. Als u gedurende lange tijd
steroïde tabletten heeft genomen, zal uw arts regelmatig een bloedonderzoek willen laten uitvoeren.
Bij het afbouwen van steroïde tabletten, kunt u zich in het algemeen onwel voelen, hoewel de
verschijnselen in de borstkas kunnen verbeteren. U kunt last krijgen van verschijnselen zoals een
verstopte neus of een loopneus, zwakte of gewrichtspijn of spierpijn en huiduitslag (eczeem). Als een
van deze verschijnselen u last veroorzaken, of als zich verschijnselen voordoen zoals hoofdpijn,
vermoeidheid, misselijkheid of braken (overgeven), neem dan
onmiddellijk
contact op met uw arts. U
moet mogelijk andere geneesmiddelen gebruiken als u allergische of artritisverschijnselen ontwikkelt.
U dient met uw arts te praten als u zich zorgen maakt of u wel moet doorgaan met het gebruik van
DuoResp Spiromax.
Uw arts kan overwegen om steroïde tabletten aan uw gebruikelijke behandeling toe te voegen als u een
ziekte, zoals een infectie in de borstkas, heeft of voor een operatie.
Neem contact op met uw arts als u last heeft van wazig zien of andere visuele stoornissen.
Kinderen
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen onder de 12 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast DuoResp Spiromax nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan
of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel
dat dan uw arts of apotheker.
Stel met name uw arts of apotheker op de hoogte als u de volgende geneesmiddelen neemt:
•
Bètablokkers (zoals atenolol of propranolol voor hoge bloeddruk of een hartaandoening),
inclusief oogdruppels (zoals timolol voor glaucoom).
•
Oxytocine, dat aan zwangere vrouwen wordt gegeven om de bevalling op te wekken.
•
Geneesmiddelen voor een snelle of onregelmatige hartslag (zoals kinidine, disopyramide,
procaïnamide en terfenadine).
•
Geneesmiddelen zoals digoxine, die vaak worden gebruikt om hartfalen te behandelen.
62
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Diuretica, ook bekend als ‘plaspillen’ (zoals furosemide). Deze worden gebruikt om hoge
bloeddruk te behandelen.
Steroïde tabletten die via de mond worden ingenomen (zoals prednisolon).
Xanthinederivaten (zoals theofylline of aminofylline). Deze worden vaak gebruikt om astma te
behandelen.
Andere luchtwegverwijders (zoals salbutamol).
Tricyclische antidepressiva (zoals amitriptyline) en het anti-depressivum nefazodon.
Middelen tegen onder andere een depressieve stemming, zoals MAO-remmers en
geneesmiddelen met vergelijkbare eigenschappen (zoals het antibioticum furazolidon en het
chemotherapiegeneesmiddel procarbazine).
Middelen tegen psychose met fenothiazines (zoals chloorpromazine en prochloorperazine).
Geneesmiddelen die ‘HIV-proteaseremmers’ worden genoemd (zoals ritonavir) om een HIV-
infectie te behandelen.
Geneesmiddelen tegen infecties (zoals ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol,
claritromycine en telitromycine).
Geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson (zoals levodopa).
Geneesmiddelen voor schildklierproblemen (zoals levothyroxine).
Sommige geneesmiddelen kunnen de effecten van DuoResp Spiromax vergroten en het kan zijn dat
uw arts u zorgvuldig wil controleren als u deze geneesmiddelen gebruikt (waaronder enkele
geneesmiddelen voor HIV: ritonavir, cobicistat).
Als een van het bovenstaande op u van toepassing is, of als u niet zeker bent, overleg dan met uw arts,
apotheker of verpleegkundige voordat u DuoResp Spiromax gaat gebruiken.
Stel uw arts, apotheker of verpleegkundige ook op de hoogte als u een algehele narcose moet hebben
voor een operatie of een tandheelkundige ingreep. Dit om het mogelijke risico te verkleinen dat dit
middel invloed heeft op het narcosemiddel dat u krijgt.
Zwangerschap en borstvoeding
•
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem
dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Gebruik dit geneesmiddel NIET tenzij uw arts u dat zegt.
•
Als u zwanger wordt terwijl u DuoResp Spiromax gebruikt, moet u NIET met DuoResp
Spiromax stoppen maar
onmiddellijk met uw arts overleggen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
DuoResp Spiromax heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid of op het
vermogen om machines te bedienen.
DuoResp Spiromax bevat lactose
Lactose is een soort suiker dat in melk voorkomt. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde
suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
•
•
Het is belangrijk om de DuoResp Spiromax elke dag te gebruiken, zelfs als u op het moment
geen verschijnselen van astma of COPD heeft.
Als u DuoResp Spiromax voor astma gebruikt, zal uw arts uw verschijnselen regelmatig willen
controleren.
Astma
63
Gebruik uw DuoResp Spiromax elke dag.
Dit helpt om de verschijnselen van astma te voorkomen.
Aanbevolen dosering:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder)
1 inhalatie (puf), tweemaal daags, in de ochtend en avond genomen.
Uw arts kan dit verhogen tot 2 inhalaties, tweemaal daags.
Als uw verschijnselen goed onder controle zijn gebracht, kan uw arts u vragen om uw geneesmiddel
eenmaal daags te gebruiken.
Jongeren (in de leeftijd van 12 jaar en ouder)
1 inhalatie tweemaal daags.
Uw arts zal u helpen om uw astma onder controle te houden en de dosering van dit geneesmiddel
aanpassen naar de laagste doses die uw astma onder controle houdt. Als uw arts van oordeel is dat u
een lagere dosis nodig heeft dan beschikbaar is in de DuoResp Spiromax, kan hij of zij een
alternatieve inhalator voorschrijven met dezelfde actieve bestanddelen als in de DuoResp Spiromax
maar met een lagere dosis van het corticosteroïd. Als uw verschijnselen goed onder controle zijn
gebracht, kan uw arts u vragen om uw geneesmiddel eenmaal daags te gebruiken. Pas het aantal door
uw arts voorgeschreven inhalaties echter niet aan zonder eerst met uw arts te overleggen.
Gebruik uw aparte inhalator met snelwerkende luchtwegverwijder om de acute verschijnselen
van astma te verlichten wanneer ze gebeuren.
Houd uw “reliever”-inhalator altijd bij u en gebruik het om plotselinge aanvallen van kortademigheid
en piepende ademhaling (‘wheezing’) te verlichten. Gebruik DuoResp Spiromax niet om deze
verschijnselen van astma te behandelen. Het is belangrijk dat u met uw arts het gebruik van DuoResp
Spiromax voor het voorkomen van verschijnselen van astma bespreekt; hoe vaak u lichamelijke
inspanning levert of hoe vaak u aan allergenen wordt blootgesteld, kunnen van invloed zijn op de
behandeling die u krijgt voorgeschreven.
Chronische obstructieve longziekte (COPD)
Aanbevolen dosering:
Alleen volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder)
•
1 inhalatie tweemaal daags, in de ochtend en avond genomen.
Uw arts kan ook een andere luchtwegverwijder voor uw COPD voorschrijven, bijvoorbeeld een
anticholinergicum (zoals tiotropium of ipratropiumbromide).
Het voorbereiden van uw nieuwe DuoResp Spiromax
Voordat u uw nieuwe DuoResp Spiromax
voor het eerst
gebruikt, moet u het als volgt voorbereiden
voor gebruik:
•
Open het foliezakje door het bij de inkeping aan de bovenkant van het foliezakje open te
scheuren en neem de inhalator eruit.
•
Controleer de dosisindicator om te zien of er 60 doses in de inhalator zitten.
•
Schrijf de datum waarop u de folieverpakking opende op het etiket van de inhalator.
•
Uw inhalator vóór gebruik niet schudden.
Hoe inhaleert u
Elke keer dat u een inhalatie nodig heeft, volgt u de onderstaande instructies.
64
1.
Houd uw inhalator
met het halfdoorzichtige wijnrode dopje van het mondstuk naar beneden.
2.
Open het dopje van het mondstuk door het naar beneden te vouwen tot u één luide klik hoort.
Uw geneesmiddel is nu afgemeten. Uw inhalator is nu klaar voor gebruik.
3.
4.
Langzaam uitademen (zo ver als comfortabel is). Niet door uw inhalator uitademen.
Plaats het mondstuk tussen uw tanden. Niet op het mondstuk bijten. Sluit uw lippen rond het
mondstuk. Let op dat u de luchtgaatjes niet blokkeert.
Adem zo diep en krachtig als u kunt in door uw mond.
5.
Haal uw inhalator uit uw mond. Het is mogelijk dat u een smaakje proeft wanneer u uw
inhalatie gebruikt.
Houd uw adem gedurende 10 seconden in of zolang als comfortabel is.
6.
65
7.
Adem vervolgens langzaam uit
(niet door de inhalator uitademen).
Sluit het dopje op het
mondstuk.
Herhaal stap 1 tot en met 7 als u een tweede inhalatie moet hebben.
Spoel na elke dosis uw mond met water en spuug het uit.
Probeer niet uw inhalator uit elkaar te halen, of het dopje van het mondstuk er af te halen of af te
draaien. Het is aan uw inhalator bevestigd en moet er niet afgehaald worden. Gebruik uw Spiromax
niet als het beschadigd is of als het mondstuk van uw Spiromax is losgeraakt. Open en sluit het dopje
van het mondstuk niet tenzij u op het punt staat een inhalatie te gebruiken.
Reinigen van uw Spiromax
Houd uw Spiromax droog en schoon.
Indien nodig kunt u het mondstuk van uw Spiromax na gebruik schoonvegen met een droog doekje of
tissue.
Wanneer moet u met een nieuwe Spiromax beginnen
•
De dosisindicator laat u zien hoeveel doses (inhalaties) er nog in uw inhalator zitten, beginnend
met 60 als hij vol is en eindigend met 0 (nul) als hij leeg is.
•
•
De dosisindicator, achterop de inhalator, laat het aantal resterende inhalaties in even aantallen
zien. De ruimtes tussen de even aantallen staan voor het oneven aantal resterende inhalaties.
Voor resterende inhalaties van 20 en lager naar ‘8’, ‘6’,’4’,’2’ worden de getallen in het rood op
een witte achtergrond weergegeven. Als de getallen in het venstertje rood worden, dient u uw
arts te raadplegen en een nieuwe inhalator te krijgen.
NB:
•
Het mondstuk klikt nog wel zelfs als uw Spiromax leeg is.
66
•
•
Als u het mondstuk opent en sluit zonder een inhalatie te gebruiken, registreert de dosisindicator
dat wel als een telling. Deze dosis wordt veilig in de inhalator bewaard tot het tijd is voor de
volgende inhalatie. Het is onmogelijk om in één inhalatie per ongeluk extra geneesmiddel te
nemen of een dubbele dosis.
Houd het mondstuk altijd gesloten tenzij u op het punt staat een inhalatie te gebruiken.
Belangrijke informatie over verschijnselen van uw astma of COPD
Als u denkt dat u buiten adem raakt of kortademig bent als u DuoResp Spiromax gebruikt, moet u de
DuoResp Spiromax blijven gebruiken, maar zo spoedig mogelijk naar uw arts gaan omdat u mogelijk
een extra behandeling nodig heeft.
Neem
onmiddellijk
contact op met uw arts als:
•
uw ademhaling slechter wordt of als u ’s nachts vaak wakker wordt met kortademigheid of
piepende ademhaling (‘wheezing’).
•
u ’s morgens een beklemmend gevoel op de borst krijgt of het beklemmende gevoel langer
duurt dan normaal.
Deze verschijnselen kunnen betekenen dat uw astma of COPD niet voldoende onder controle is
gebracht en u moet mogelijk
onmiddellijk
een andere of een extra behandeling krijgen.
Zodra uw astma goed onder controle is gebracht kan uw arts overwegen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verminderen.
Heeft u teveel van dit middel gebruikt?
Het is belangrijk dat u de doses volgens het voorschrift van uw arts neemt. U dient uw voorgeschreven
aantal doses niet zonder medisch advies te overschrijden.
Heeft u teveel DuoResp Spiromax gebruikt, neem dan contact op met uw arts of apotheker voor
advies.
De meest voorkomende verschijnselen die kunnen optreden nadat u meer DuoResp Spiromax gebruikt
dan u zou moeten zijn beven, hoofdpijn of een snelle hartslag.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u vergeten bent een dosis te nemen, doe dit dan zo snel als u het zich herinnert. Neem echter
geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Als het bijna tijd is voor uw volgende dosis, neem die
dan op het gebruikelijke tijdstip.
Als u een piepende ademhaling (‘wheezing’) krijgt of kortademig wordt of andere verschijnselen van
een astma-aanval krijgt,
gebruik dan uw “reliever”-inhalator voor verlichting van de
verschijnselen zoals voorgeschreven,
raadpleeg vervolgens een arts.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van uw inhalator zonder uw arts eerst op de hoogte te stellen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Als een van het volgende u overkomt, stop dan met het gebruik van DuoResp Spiromax
en
overleg onmiddellijk met uw arts:
67
Zeldzame bijwerkingen: kunnen optreden bij 1 op 1000 mensen
•
Zwellen van het gezicht, vooral rond uw mond (tong en/of keel en/of moeite met slikken) of
netelroos samen met moeilijke ademhaling (angio-oedeem) en/of een plotseling gevoel van
flauwte. Dit kan betekenen dat u een allergische reactie heeft. Hierbij kunnen ook huiduitslag en
jeuk voorkomen.
Bronchospasmen (verkramping van de spieren in de luchtwegen wat een piepende ademhaling
en kortademigheid veroorzaakt). Als de piepende ademhaling (‘wheezing’) plotseling begint
nadat u dit geneesmiddel gebruikt, stop dan met het middel en overleg
onmiddellijk met uw
arts
(zie hieronder).
•
Zeer zeldzame bijwerkingen: kunnen optreden bij maximaal 1 op 10.000 mensen
•
Plotselinge, onverwachte en acute piepende ademhaling (‘wheezing’) en/of kortademigheid
onmiddellijk na het gebruik van uw inhalator. Als een van deze verschijnselen (ook wel
‘paradoxale bronchospasmen’ genoemd) zich voordoet,
stop dan onmiddellijk met de
DuoResp Spiromax
en gebruik uw “reliever”-inhalator met kortwerkende luchtwegverwijder
als u die heeft. Neem
onmiddellijk
contact op met uw arts omdat uw behandeling mogelijk
gewijzigd moet worden.
Andere mogelijke bijwerkingen:
Vaak: kunnen optreden bij 1 op 10 mensen
•
Hartkloppingen (u voelt uw hart kloppen), trillen of schudden. Als deze effecten optreden zijn
ze meestal licht en verdwijnen meestal als u doorgaat met het gebruik van DuoResp Spiromax.
•
Spruw (een schimmelinfectie) in de mond. Dit komt waarschijnlijk minder vaak voor als u na
het gebruik van uw geneesmiddel uw mond met water spoelt.
•
Lichte keelpijn, hoesten en een hese stem
•
Hoofdpijn
•
Pneumonie (longinfectie) bij COPD-patiënten (vaak voorkomende bijwerking).
Vertel het aan uw arts als u last krijgt van een van de volgende verschijnselen tijdens het gebruik van
DuoResp Spiromax - dit kunnen verschijnselen van een longinfectie zijn:
•
koorts of koude rillingen
•
verhoogde productie van slijm, verandering van de kleur van het slijm
•
vaker hoesten of meer ademhalingsmoeilijkheden.
Soms: kunnen optreden bij 1 op 100 mensen
•
Rusteloos gevoel, nerveus, onrustig, angstig of boos
•
Verstoorde slaap
•
Duizeligheid
•
Misselijkheid
•
Een snelle hartslag
•
Blauwe plekken op de huid
•
Spierkrampen
•
Wazig zien.
Zelden: kunnen optreden bij 1 op 1000 mensen
•
Lage kaliumspiegel in uw bloed
•
Onregelmatige hartslag.
Zeer zelden: kunnen optreden bij 1 op 10.000 mensen
•
Depressie
•
Gedragsveranderingen, vooral bij kinderen
•
Pijn op de borst of beklemmend gevoel op de borst (angina pectoris)
68
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Verstoring van het elektrisch systeem van het hart die geen verschijnselen veroorzaakt
(verlenging van het QTc-interval)
Een toename van de hoeveelheid suiker (glucose) in uw bloed, wat wordt aangetoond door een
bloedtest
Smaakveranderingen, zoals een onaangename smaak in de mond
Veranderingen in uw bloeddruk.
Inhalatiecorticosteroïden kunnen invloed hebben op de normale productie van steroïde
hormonen in uw lichaam, vooral als u gedurende langere tijd hoge doses gebruikt. De effecten
zijn onder andere:
Veranderingen in botmineraaldichtheid (dunner worden van de botten)
Cataract (vertroebeling van de lens in het oog)
Glaucoom (verhoogde druk in het oog)
Vertraagde groei bij kinderen en pubers
Een effect op de bijnier (een kleine klier naast de nieren). Verschijnselen van bijniersuppressie
kunnen vermoeidheid, zwakte, maagproblemen, waaronder misselijkheid, braken, pijn en
diarree, en donkere verkleuring van de huid en gewichtsverlies zijn.
Deze effecten doen zich zeer zelden voor en zijn veel minder waarschijnlijk met
inhalatiecorticosteroïden dan met orale corticosteroïd tabletten.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb,
Website: www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen
over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
•
•
•
•
•
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het
etiket of de doos van uw inhalator na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van
die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25
o
C.
Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de
folieverpakking.
Gebruik het product binnen 6 maanden na verwijdering van de folieverpakking.
Gebruik
het etiket op de inhalator om de datum waarop u de folieverpakking opende, te noteren.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn budesonide en formoterolfumaraatdihydraat. Elke
afgegeven (geïnhaleerde) dosis bevat 320 microgram budesonide en 9 microgram
formoterolfumaraatdihydraat. Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 400 microgram
budesonide en 12 microgram formoterolfumaraatdihydraat.
-
De andere stof in dit middel is lactosemonohydraat, dat melkeiwitten bevat (zie rubriek 2 onder
‘DuoResp Spiromax bevat lactose’).
Hoe ziet DuoResp Spiromax eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
69
DuoResp Spiromax is een inhalatiepoeder. Elke DuoResp Spiromax inhalator bevat 60 inhalaties en
heeft een witte kast met een halfdoorzichtig wijnrood dopje op het mondstuk.
Verpakkingen van 1, 2 en 3 inhalatoren. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in uw land
in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Teva Pharma B.V.,
Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland.
Fabrikant:
Norton (Waterford) Limited T/A Teva Pharmaceuticals Ireland
Unit 27/35, IDA Industrial Park, Cork Road, Waterford, Ierland
Teva Pharmaceuticals Europe B.V., Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland
Teva Operations Poland Sp. z o.o. Mogilska 80 Str. 31-546 Kraków Polen
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Tel/Tél: +32 3 820 73 73
България
Тева Фарма ЕАД
Teл:
+359 2 489 95 85
Česká republika
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Tel: +420 251 007 111
Danmark
Teva Denmark A/S
Tlf: +45 44 98 55 11
Lietuva
UAB Teva Baltics
Tel: +370 5 266 02 03
Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Belgique/Belgien
Tel/Tél: +32 3 820 73 73
Magyarország
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel.: +36 1 288 64 00
Malta
Teva Pharmaceuticals Ireland
L-Irlanda
Tel: +44 207 540 7117
Nederland
Teva Nederland B.V.
Tel: +31 800 0228 400
Norge
Teva Norway AS
Tlf: +47 6677 55 90
Österreich
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
Tel: +43 1 97007 0
Polska
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
70
Deutschland
Teva GmbH
Tel: +49 731 402 08
Eesti
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 661 0801
Ελλάδα
Specifar A.B.E.E.
Τηλ: +30 211
880 5000
España
Teva Pharma S.L.U.
Tél: +34 91 387 32 80
France
Teva Santé
Tél: +33 1 55 91 7800
Hrvatska
Pliva Hrvatska d.o.o.
Tel: + 385 1 37 20 000
Ireland
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +44 207 540 7117
Ísland
Alvogen ehf.
Sími: + 354 522 2900
Italia
Teva Italia S.r.l.
Tel: +39 028 917 981
Κύπρος
Specifar A.B.E.E.
Ελλάδα
Τηλ: +30 211
880 5000
Latvija
UAB Teva Baltics filiāle Latvijā
Tel: +371 67 323 666
Tel.: +48 22 345 93 00
Portugal
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tel: +351 21 476 75 50
România
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: +4021 230 6524
Slovenija
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +386 1 58 90 390
Slovenská republika
Teva Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 5726 7911
Suomi/Finland
Teva Finland Oy
Puh/Tel: +358 20 180 5900
Sverige
Teva Sweden AB
Tel: +46 42 12 11 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Teva Pharmaceuticals Ireland
Ireland
Tel: +44 207 540 7117
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in maand jjjj.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
71
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoResp Spiromax 160 microgram/4,5 microgram inhalatiepoeder
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke afgegeven dosis (de dosis die uit het mondstuk komt) bevat 160 microgram budesonide en 4,5
microgram formoterolfumaraatdihydraat.
Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 200 microgram budesonide en 6 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Hulpstof(fen) met bekend effect:
Elke dosis bevat ongeveer 5 milligram lactose (als monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder.
Wit poeder.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Astma
DuoResp Spiromax is geïndiceerd voor de onderhoudsbehandeling van astma bij volwassenen en
adolescenten (in de leeftijd van 12 jaar en ouder), waar het gebruik van een combinatie
(inhalatiecorticosteroïd en een langwerkende 2-adrenoceptoragonist) wenselijk is:
-
bij patiënten die niet voldoende onder controle zijn met inhalatiecorticosteroïden en
geïnhaleerde kortwerkende 2-adrenerge agonisten als verlichting van acute klachten
of
-
bij patiënten die al voldoende onder controle zijn met zowel inhalatiecorticosteroïden als
langwerkende 2-adrenoceptoragonisten.
COPD
DuoResp Spiromax is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen in de leeftijd van 18 jaar en ouder
voor de symptomatische behandeling van patiënten met COPD met een geforceerd expiratoir volume
in 1 seconde (FEV1) van < 70% van de voorspelde normaalwaarde (na luchtwegverwijder) en een
voorgeschiedenis van herhaalde exacerbaties die significante symptomen hebben ondanks regelmatige
behandeling met langwerkende luchtwegverwijders.
4.2 Dosering en wijze van toediening:
Dosering
Astma
DuoResp Spiromax is niet geschikt als behandeling voor volwassen of adolescente patiënten met een
lichte vorm van astma.
De dosering van DuoResp Spiromax is individueel en moet aan de ernst van de ziekte worden
aangepast. Dit moet niet alleen worden overwogen als met de behandeling met een combinatie van
geneesmiddelen wordt gestart maar ook als de onderhoudsdosis wordt aangepast. Als een individuele
patiënt een combinatie van doseringen moet hebben die anders is dan die beschikbaar zijn in de
combinatie-inhalator, moeten passende doseringen 2-adrenoceptoragonisten en/of corticosteroïden in
individuele inhalatoren worden voorgeschreven.
Zodra de astmasymptomen onder controle zijn gebracht, kan worden overwogen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verminderen. Patiënten dienen regelmatig te worden gecontroleerd door hun
voorschrijvende arts/zorgverlener, zodat de dosis DuoResp Spiromax optimaal blijft. De dosis dient te
worden afgebouwd naar de laagste dosis waarbij de symptomen op effectieve wijze onder controle
worden gehouden.
Als het wenselijk is om naar een lagere sterkte omlaag te titreren dan in DuoResp Spiromax
beschikbaar is, is het noodzakelijk om over te gaan naar een alternatieve combinatie met een vaste
dosis budesonide en formoterolfumaraat met een lagere dosis van het inhalatiecorticosteroïd. Wanneer
de symptomen op de lange termijn onder controle zijn gebracht met de laagste aanbevolen dosis, kan
de volgende stap een test met alleen een inhalatiecorticosteroïd inhouden.
Voor DuoResp Spiromax zijn er twee behandelingswijzen:
DuoResp Spiromax onderhoudsbehandeling: DuoResp Spiromax wordt gebruikt als een normale
onderhoudsbehandeling met een afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder als `reliever'-
behandeling.
DuoResp Spiromax onderhouds- en `reliever'-behandeling: DuoResp Spiromax wordt gebruikt als
een normale onderhoudsbehandeling en als `reliever'-behandeling ter verlichting van acute
benauwdheidsklachten.
DuoResp Spiromax onderhoudsbehandeling
Patiënten dient te worden aangeraden om altijd hun afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder ter
verlichting van acute benauwdheidsklachten in geval van nood bij zich te hebben.
Aanbevolen doseringen:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder): 1-2 inhalaties tweemaal daags. Sommige patiënten
kunnen tot een maximum van 4 inhalaties tweemaal daags nodig hebben.
Adolescenten (in de leeftijd van 12 jaar en ouder): 1-2 inhalaties tweemaal daags.
In de gangbare praktijk, wanneer de symptomen onder controle worden gebracht met de
tweemaaldaagse behandeling, kan de titratie naar de laagste effectieve dosis inhouden dat DuoResp
Spiromax eenmaal daags wordt gegeven, wanneer naar mening van de voorschrijvende arts een
langwerkende luchtwegverwijder in combinatie met een inhalatiecorticosteroïd noodzakelijk zou zijn
om de astma onder controle te houden.
Toenemend gebruik van een afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder betekent een
verslechtering van de onderliggende aandoening en rechtvaardigt een herbeoordeling van de
behandeling van astma
.
Patiënten gebruiken DuoResp Spiromax als dagelijkse onderhoudsdosis en waar nodig ter verlichting
van symptomen. Patiënten moet worden aangeraden om altijd DuoResp Spiromax bij zich te hebben
ter verlichting van acute benauwdheidsklachten.
Voor patiënten die DuoResp Spiromax ter verlichting gebruiken, dient preventief gebruik van
DuoResp Spiromax voor door allergenen of inspanning geïnduceerde bronchoconstrictie te worden
besproken door arts en patiënt; bij het aanbevolen gebruik dient rekening te worden gehouden met de
frequentie van behoefte. In geval van frequente behoefte aan luchtwegverwijding zonder
overeenkomende behoefte aan een verhoogde dosis inhalatiecorticosteroïden, dient een ander middel
ter verlichting te worden gebruikt.
DuoResp Spiromax onderhouds- en `reliever'
-behandeling dient met name te worden overwogen bij
patiënten met:
·
onvoldoende astmacontrole en regelmatig gebruik van een inhalator ter verlichting.
·
astmaexacerbaties in het verleden die medisch ingrijpen vereisten
Nauwlettend toezicht op dosisgerelateerde bijwerkingen is nodig bij patiënten die regelmatig een hoog
aantal DuoResp Spiromax-inhalaties ter verlichting van acute klachten nemen.
Aanbevolen doseringen:
Volwassenen en adolescenten (in de leeftijd van 12 jaar en ouder): De aanbevolen onderhoudsdosering
is 2 inhalaties per dag, toegediend als een enkele inhalatie in de ochtend en avond of als 2 inhalaties in
ofwel ochtend of avond. Bij sommige patiënten kan een onderhoudsdosering van 2 inhalaties
tweemaal daags gewenst zijn. Patiënten dienen, indien nodig, 1 extra inhalatie te gebruiken ter
verlichting van acute symptomen. Als de symptomen na een paar minuten nog aanhouden, dient een
extra inhalatie te worden genomen. Er mogen niet meer dan 6 inhalaties worden gebruikt per keer.
Een totale dagelijkse dosis van meer dan 8 inhalaties is normaal gesproken niet nodig. Er kan echter
gedurende een beperkte tijd een totale dagelijkse dosis van maximaal 12 inhalaties worden gebruikt.
Patiënten die meer dan 8 inhalaties per dag gebruiken wordt sterk aangeraden om medisch advies in te
winnen. Ze dienen opnieuw te worden geëvalueerd en hun onderhoudsbehandeling dient te worden
heroverwogen.
COPD
Aanbevolen doseringen:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder): 2 inhalaties tweemaal daags
Speciale patiëntengroepen:
Ouderen ( 65 jaar)
Er is geen speciale dosering nodig bij ouderen.
Patiënten met nier- of leverinsufficiëntie
Er zijn geen gegevens beschikbaar voor het gebruik van een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat bij patiënten met lever- of nierinsufficiëntie. Omdat budesonide en
formoterol hoofdzakelijk door het levermetabolisme worden uitgescheiden, kan er een verhoogde
blootstelling worden verwacht bij patiënten met ernstige levercirrose.
Pediatrische patiënten
12 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen tot 12 jaar.
Wijze van toediening
Uitsluitend voor inhalatie.
Spiromax is een door de adem geactiveerde, inspiratoire luchtstroom-gedreven inhalator. Dit betekent
dat de werkzame stoffen in de luchtwegen worden afgegeven als de patiënt door het mondstuk
inademt. Matig-ernstig en ernstig astmatische patiënten bleken in staat om voldoende
inademingssnelheid te genereren zodat Spiromax de therapeutische dosis kon afgeven (zie rubriek
5.1).
DuoResp Spiromax dient op de juiste wijze te worden gebruikt voor een doeltreffende behandeling.
Patiënten dient daarom te worden aangeraden de bijsluiter zorgvuldig te lezen en de
gebruiksinstructies in de bijsluiter op te volgen.
Het gebruik van DuoResp Spiromax bestaat uit drie stappen die hieronder zijn beschreven: openen,
inademen en sluiten.
Openen: Houd de Spiromax vast met dop van het mondstuk aan de onderkant en open het dopje van
het mondstuk door het naar beneden te vouwen tot het helemaal open is en u één klik hoort.
Inademen: Plaats het mondstuk tussen de tanden met de lippen gesloten rond het mondstuk, bijt niet
op het mondstuk van de inhalator. Haal krachtig en diep adem door het mondstuk. Haal de Spiromax
uit de mond en houd gedurende 10 seconden of zo lang als comfortabel is voor de patiënten de adem
in.
Sluiten: Langzaam uitademen en sluit het dopje over het mondstuk.
Het is ook belangrijk om patiënten aan te raden de inhalator voor het gebruik niet te schudden, niet
door de Spiromax uit te ademen, en de luchtgaatjes niet te blokkeren als ze zich klaarmaken voor de
stap `inademen'.
Patiënten dient ook te worden aangeraden om na het inhaleren hun mond met water te spoelen (zie
rubriek 4.4).
De patiënt kan bij gebruik van de DuoResp Spiromax iets proeven als gevolg van de hulpstof lactose.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Doseringsadvies
Patiënten dienen regelmatig te worden gecontroleerd door hun voorschrijvende arts/zorgverlener zodat
de dosis DuoResp Spiromax optimaal blijft. De dosis dient te worden getitreerd naar de laagste dosis
waarbij de symptomen op effectieve wijze onder controle worden gehouden. Zodra de
astmasymptomen onder controle zijn gebracht, kan worden overwogen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verlagen. Wanneer het wenselijk is om naar een lagere concentratie omlaag te
titreren dan in de DuoResp Spiromax beschikbaar is, moet men overschakelen naar een alternatieve
combinatie met een vaste dosis budesonide en formoterolfumaraat die een lagere dosis van het
inhalatiecorticosteroïd bevat.
Patiënten dient te worden aangeraden om hun inhalator met `reliever'-medicatie altijd bij zich te
hebben, ofwel DuoResp Spiromax (voor patiënten met astma die DuoResp Spiromax als onderhouds-
en `reliever'-behandeling gebruiken) of een afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder (voor
patiënten die DuoResp Spiromax alleen als onderhoudsbehandeling gebruiken).
Het wordt aanbevolen de dosis geleidelijk af te bouwen als de behandeling wordt gestaakt en niet
abrupt met de behandeling te stoppen. Volledig stoppen met inhalatiecorticosteroïden dient niet te
worden overwogen, tenzij het tijdelijk nodig is om de diagnose astma te bevestigen.
Patiënten dienen er aan herinnerd te worden om hun DuoResp Spiromax onderhoudsdosering volgens
voorschrift te gebruiken, zelfs als er geen symptomen zijn. Het profylactische gebruik van DuoResp
Spiromax, bijv. vóór inspanning, is niet onderzocht. De `reliever'-inhalaties van DuoResp Spiromax
dienen ter verlichting van acute symptomen te worden genomen, maar zijn niet bestemd voor
regelmatig profylactisch gebruik, bijv. vóór inspanning. In geval van frequente behoefte aan
luchtwegverwijding zonder overeenkomende behoefte aan een verhoogde dosis
inhalatiecorticosteroïden, dient een ander middel ter verlichting te worden gebruikt.
Verergering van de ziekte
Er kunnen ernstige astma-gerelateerde bijwerkingen en exacerbaties optreden tijdens de behandeling
met DuoResp Spiromax. Patiënten wordt geadviseerd om met de behandeling door te gaan, maar zij
dienen medische hulp in te roepen als de symptomen van astma niet onder controle worden gebracht
of erger worden na het starten met DuoResp Spiromax.
Als patiënten de dosis niet effectief vinden, of de hoogste aanbevolen dosis DuoResp Spiromax
overschrijden, dient medische hulp te worden gezocht (zie rubriek 4.2). Een plotselinge en
progressieve achteruitgang van de controle van de astma of COPD kan levensbedreigend zijn en
vraagt om onmiddellijke medische interventie. In deze situatie moet rekening worden gehouden met
de noodzaak voor verdere behandeling met corticosteroïden, bijv. een kuur met orale corticosteroïden
of behandeling met antibiotica bij een infectie.
Patiënten dienen niet met DuoResp Spiromax te beginnen tijdens een exacerbatie, of tijdens een
significante verslechtering of acute achteruitgang van de astma.
Systemische effecten
Systemische effecten kunnen bij elk inhalatiecorticosteroïd optreden, vooral bij hoge doses die voor
langere perioden zijn voorgeschreven. Deze effecten komen veel minder vaak voor bij
inhalatiebehandeling dan bij orale corticosteroïden.
Mogelijke systemische effecten zijn onder meer syndroom van Cushing, Cushing-achtige
verschijnselen, bijniersuppressie, groeivertraging bij kinderen en jongeren in de leeftijd tot 18 jaar,
afname in botmineraaldichtheid, cataract en glaucoom en minder vaak, een scala aan psychische of
gedragsstoornissen, waaronder psychomotorische hyperactiviteit, slaapstoornissen, angst, depressie of
agressie (vooral bij kinderen) (zie rubriek 4.8).
Visusstoornis
Visusstoornis kan worden gemeld bij systemisch en topisch gebruik van corticosteroïden. Indien een
patiënt symptomen ontwikkelt zoals wazig zien of andere visusstoornissen, dient te worden
overwogen de patiënt door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken
waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR)
die zijn gemeld na gebruik van systemische en topische corticosteroïden.
Effecten op botdichtheid
langere perioden hoge doses gebruiken die co-existente risicofactoren voor osteoporose hebben.
Langetermijnonderzoek met geïnhaleerde budesonide bij volwassenen met een dagelijkse dosis van
800 microgram (afgemeten dosis) toonde geen significant effect op de botmineraaldichtheid. Er is
geen informatie beschikbaar over het effect van een vaste-dosiscombinatie
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat bij hogere doses.
Bijnierfunctie
Behandeling met aanvullende systemische steroïden of geïnhaleerde budesonide mag niet abrupt
worden gestopt.
Langdurige behandeling met hoge doses inhalatiecorticosteroïden, met name hoger dan de aanbevolen
dosering, kan ook klinisch significante bijniersuppressie tot gevolg hebben. Daarom moeten er extra
systemische corticosteroïden worden overwogen tijdens perioden van stress zoals ernstige infecties of
electieve ingrepen. Een snelle vermindering in de dosis steroïden kan leiden tot een acute bijniercrisis.
Klachten en verschijnselen die bij een acute bijniercrisis worden waargenomen kunnen vaag zijn, maar
zijn onder meer anorexie, buikpijn, gewichtsverlies, vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken,
verminderd bewustzijn, toevallen, hypotensie en hypoglykemie.
Paradoxale bronchospasmen
Paradoxale bronchospasmen kunnen na toediening optreden, met een onmiddellijke toename van
piepende ademhaling (`wheezing') en kortademigheid. Als de patiënt last krijgt van paradoxale
bronchospasmen moet de behandeling met DuoResp Spiromax onmiddellijk worden stopgezet, de
patiënt moet worden geëvalueerd en er moet eventueel een alternatieve behandeling worden gestart.
Paradoxale bronchospasmen reageren op een snelwerkende inhalatieluchtwegverwijder en moeten
onmiddellijk worden behandeld (zie rubriek 4.8).
Overschakelen van orale behandeling
Als er een reden is om te denken dat de bijnierfunctie is verminderd als gevolg van een eerdere
systemische behandeling met steroïden, is voorzichtigheid geboden wanneer patiënten worden
overgeschakeld naar een behandeling met een vaste-dosiscombinatie met
budesonide/formoterolfumaraat.
De voordelen van behandeling met geïnhaleerde budesonide zou normaal gesproken de behoefte aan
orale steroïden minimaliseren, maar patiënten die overschakelen van orale steroïden kunnen geruime
tijd het risico lopen op een verstoorde bijnierreserve. Na het stopzetten van de orale behandeling met
steroïden kan het herstel een aanzienlijke tijd in beslag nemen en daarom lopen patiënten die
afhankelijk zijn van orale steroïden geruime tijd het risico op een verminderde bijnierfunctie. In zulke
situaties dient de functie van de hypothalamus-hypofyse-bijnieras (HPA-as) regelmatig te worden
gecontroleerd.
Tijdens het overschakelen van een orale behandeling naar een behandeling met een vaste-
dosiscombinatie budesonide/formoterolfumaraat wordt meestal een kleinere systemische
steroïdenwerking waargenomen die het verschijnen van allergische of artritissymptomen zoals rinitis,
eczeem en spier- en gewrichtspijn tot gevolg kan hebben. Specifieke behandelingen dienen voor deze
aandoeningen te worden gestart. Er moet een algemeen effect van onvoldoende glucocorticosteroïden
worden vermoed als, in zeldzame gevallen, symptomen zoals vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid
en braken optreden. In deze gevallen is een tijdelijke verhoging van de orale dosis
glucocorticosteroïden soms noodzakelijk.
Om het risico op orofaryngeale candidiasis te verminderen, moet de patiënt worden geïnstrueerd om
na het inhaleren van de dosis de mond met water te spoelen. Bij het optreden van orofaryngeale spruw
moeten patiënten ook hun mond spoelen na de extra inhalaties (zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
Het wordt aanbevolen om regelmatig de lengte te controleren van kinderen die langdurige behandeling
met inhalatiecorticosteroïden krijgen. Indien de groei vertraagd is, dient de therapie opnieuw te
worden geëvalueerd met het doel de dosis van de inhalatiecorticosteroïden indien mogelijk te verlagen
tot de laagste dosis waarmee een effectieve controle van astma wordt onderhouden. De voordelen van
de corticosteroïdtherapie en de mogelijke risico's van verminderde groei moeten zorgvuldig worden
afgewogen. Bovendien moet worden overwogen om de patiënt door te verwijzen naar een pediatrisch
luchtwegspecialist.
Beperkte gegevens van langetermijnonderzoeken wijzen erop dat de meeste kinderen en adolescenten
die met geïnhaleerde budesonide worden behandeld, uiteindelijk hun volwassen doellengte zullen
bereiken. Er is echter een kleine, maar voorbijgaande aanvankelijke vermindering in groei (ongeveer
1 cm) waargenomen. Dit gebeurt meestal in het eerste jaar van de behandeling.
Patiënten met COPD
Er zijn geen klinische onderzoeksgegevens beschikbaar over de DuoResp Spiromax bij
COPD-patiënten met een pre-bronchodilator-FEV1 > 50% voorspelde normaalwaarde en een
post-bronchodilator FEV1 < 70% voorspelde normaalwaarde (zie rubriek 5.1).
Pneumonie
Een toename van de incidentie van pneumonie, waaronder pneumonie waarvoor een
ziekenhuisopname nodig was, is waargenomen bij patiënten met COPD die geïnhaleerde
corticosteroïden kregen. Er zijn enkele aanwijzingen voor een toegenomen risico op pneumonie met
een toenemende steroïddosis, maar dit is niet overtuigend aangetoond in alle onderzoeken.
Er is geen overtuigend klinisch bewijs voor intra-klasseverschillen tussen geïnhaleerde
corticosteroïdproducten wat betreft de omvang van het risico op pneumonie.
Artsen moeten alert blijven op de mogelijke ontwikkeling van pneumonie bij patiënten met COPD,
omdat de klinische kenmerken van dergelijke infecties een overlap vertonen met de symptomen van
COPD-exacerbaties.
Risicofactoren voor pneumonie bij patiënten met COPD zijn onder andere huidig rookgedrag, hogere
leeftijd, lage body mass index (BMI) en ernstig COPD.
Interacties met andere geneesmiddelen
Gelijktijdige behandeling met itraconazol, ritonavir of andere sterke CYP3A4-remmers moet worden
vermeden (zie rubriek 4.5). Als dit niet mogelijk is, moet het tijdsinterval tussen toedieningen van de
interagerende geneesmiddelen zo groot mogelijk zijn. Bij patiënten die sterke CYP3A4-remmers
gebruiken wordt een vaste-dosiscombinatie van budesonide/formoterolfumaraat niet aanbevolen.
Waarschuwing bij speciale aandoeningen
Een vaste-dosiscombinatie van budesonide en formoterolfumaraatdihydraat moet zeer terughoudend
worden toegediend aan patiënten met thyreotoxicose, feochromocytoom, diabetes mellitus,
onbehandelde hypokaliëmie, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, idiopathische subvalvulaire
aortastenose, ernstige hypertensie, aneurysma of andere ernstige cardiovasculaire aandoeningen, zoals
ischemische hartziekten, tachyaritmieën of ernstig hartfalen.
Formoterol zelf kan verlenging van het QTc-interval induceren.
De noodzaak voor, en de dosis van, inhalatiecorticosteroïden dient bij patiënten met actieve of latente
longtuberculose, schimmel- en virale infecties in de luchtwegen opnieuw te worden geëvalueerd.
Bij patiënten met diabetes moet extra controle van de bloedsuikerspiegel worden overwogen.
2-adrenoceptoragonisten
Mogelijk ernstige hypokaliëmie kan het gevolg zijn van hoge doses 2-adrenoceptoragonisten.
Gelijktijdige behandeling van 2-adrenoceptoragonisten met geneesmiddelen die hypokaliëmie kunnen
induceren of een hypokaliëmisch effect kunnen versterken, bijv. xanthinederivaten, steroïden en
diuretica, kunnen bijdragen tot een mogelijk hypokaliëmisch effect van de 2-adrenoceptoragonist.
Behandeling met 2-adrenoceptoragonisten kan een toename in de bloedconcentratie van insuline,
vrije vetzuren, glycerol en ketonlichamen tot gevolg hebben.
Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij instabiel astma met variabel gebruik van snelwerkende
luchtwegverwijders, bij acute ernstige astma omdat het daarmee verbonden risico verhoogd kan
worden door hypoxie en bij andere aandoeningen waarbij de kans op hypokaliëmie is verhoogd. Het
wordt aanbevolen om in deze situaties de kaliumspiegel in het serum te controleren.
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet
te gebruiken.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Farmacokinetische interacties
Sterke remmers van CYP3A4 (bijv. ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol,
claritromycine, telitromycine, nefazodon en HIV-proteaseremmers) doen waarschijnlijk de
plasmaconcentraties van budesonide aanzienlijk toenemen en gelijktijdig gebruik dient te worden
vermeden. Als dit niet mogelijk is, moet het tijdsinterval tussen de toedieningen van de remmer en
budesonide zo groot mogelijk zijn (zie rubriek 4.4). Bij patiënten die sterke CYP3A4-remmers
gebruiken, is een vaste-dosiscombinatie van budesonide en formoterolfumaraatdihydraat onderhouds-
en `reliever'-behandeling niet aanbevolen.
De sterke CYP3A4-remmer ketoconazol 200 mg eenmaal daags deed de plasmaconcentratie van
gelijktijdig oraal toegediend budesonide (een enkele dosis 3 mg) gemiddeld zesvoudig toenemen.
Wanneer ketoconazol 12 uur na budesonide werd toegediend nam de gemiddelde concentratie slechts
drie keer toe. Dit toont aan dat de scheiding van het tijdstip van toedienen de toename van de
plasmaconcentraties kan verminderen. Beperkte gegevens over deze interactie voor een hoge dosis
geïnhaleerde budesonide geeft aan dat er een duidelijke toename in plasmaconcentraties (gemiddeld
viervoudig) kan optreden als itraconazol, 200 mg eenmaal daags, gelijktijdig wordt toegediend met
geïnhaleerde budesonide (een enkele dosis van 1000 microgram).
Verwacht wordt dat gelijktijdige behandeling met CYP3A-remmers, waaronder geneesmiddelen die
cobicistat bevatten, het risico op systemische bijwerkingen zal verhogen. De combinatie moet worden
vermeden, tenzij de voordelen zwaarder wegen dan het verhoogde risico op systemische
corticosteroïde bijwerkingen, in welk geval patiënten moeten worden gecontroleerd op systemische
corticosteroïde bijwerkingen.
Farmacodynamische interacties
dosiscombinatie van budesonide en formoterolfumaraatdihydraat moet daarom niet tegelijkertijd met
bètablokkers (waaronder oogdruppels) worden gegeven, tenzij er dwingende redenen zijn.
Gelijktijdige behandeling met kinidine, disopyramide, procaïnamide, fenothiazines, antihistaminica
(terfenadine) en tricyclische antidepressiva kan het QTc-interval verlengen en het risico van
ventriculaire aritmieën verhogen.
Bovendien kunnen L-Dopa, L-thyroxine, oxytocine en alcohol de cardiale tolerantie ten opzichte van
2-sympaticomimetica verslechteren.
Door gelijktijdige behandeling met MAO-remmers, waaronder geneesmiddelen met vergelijkbare
eigenschappen zoals furazolidon en procarbazine kunnen hypertensieve reacties versneld worden.
Er is een toegenomen risico op aritmieën bij patiënten die gelijktijdig anesthesie met gehalogeneerde
koolwaterstoffen ontvangen.
Gelijktijdig gebruik van andere bèta-adrenerge geneesmiddelen en anticholinerge geneesmiddelen kan
een potentieel additief bronchodilaterend effect hebben.
Hypokaliëmie kan de neiging tot aritmieën bij patiënten die met digitalisglycosiden behandeld worden
verhogen.
Er is geen interactie tussen budesonide en formoterol en andere geneesmiddelen die voor de
behandeling van astma worden gebruikt waargenomen.
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn voor een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat of de gelijktijdige behandeling met formoterol en budesonide geen
klinische gegevens over blootgestelde zwangerschappen beschikbaar. Gegevens van een onderzoek
naar de embryo-foetale ontwikkeling bij ratten duidden niet op een extra effect van de combinatie.
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van formoterol bij zwangere
vrouwen. In reproductieonderzoeken bij dieren heeft formoterol bij zeer hoge systemische
blootstelling geleid tot bijwerkingen (zie rubriek 5.3).
Gegevens van ongeveer 2000 blootgestelde zwangerschappen toonde geen verhoogd teratogeen risico
in verband met het gebruik van geïnhaleerde budesonide. In dieronderzoeken hebben
glucocorticosteroïden aanleiding gegeven tot misvormingen (zie rubriek 5.3). Dit is gezien de
aanbevolen doseringen waarschijnlijk niet relevant voor mensen.
Dieronderzoeken hebben ook een mogelijk verband aangetoond tussen te veel prenatale
glucocorticoïden en een toegenomen risico op intra-uteriene groeivertraging, cardiovasculaire ziekte
bij volwassenen en permanente veranderingen in glucocorticoïdreceptordichtheid,
neurotransmitterturnover en gedrag bij blootstellingen beneden het teratogene dosisbereik.
Tijdens de zwangerschap mag een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat alleen worden gebruikt als de voordelen tegen de mogelijke risico's
controle te houden dient te worden gebruikt.
Borstvoeding
Budesonide wordt uitgescheiden in de moedermelk. Er worden bij therapeutische doses echter geen
effecten op de zuigeling verwacht. Het is niet bekend of formoterol in de menselijke moedermelk
wordt uitgescheiden. Er zijn bij ratten kleine hoeveelheden formoterol in de moedermelk ontdekt. Het
toedienen van een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat aan vrouwen die borstvoeding geven dient alleen te worden overwogen
als het verwachte voordeel voor de moeder groter is dan het mogelijke risico voor het kind.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het mogelijke effect van budesonide op de vruchtbaarheid. In
dierreproductieonderzoeken met formoterol is bij hoge systemische blootstelling een enigszins
verlaagde vruchtbaarheid bij mannelijke ratten aangetoond (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
DuoResp Spiromax heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Omdat DuoResp zowel budesonide als formoterol bevat, kan hetzelfde patroon van bijwerkingen
optreden als voor deze stoffen is gemeld. Er is geen toename in het aantal bijwerkingen gemeld na het
gelijktijdig toedienen van de twee bestanddelen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn
farmacologisch voorspelbare bijwerkingen van de behandeling met 2-adrenoceptoragonisten, zoals
tremor en hartkloppingen. Deze zijn licht van aard en verdwijnen meestal binnen een paar dagen na de
behandeling. In een 3 jaar durend klinisch onderzoek met budesonide voor COPD kwamen blauwe
plekken en longontsteking voor met respectievelijk een frequentie van 10% en 6%, vergeleken met 4%
en 3% in de placebogroep (respectievelijk p <0,001 en p <0,01).
Tabel met de lijst van bijwerkingen
Bijwerkingen die in verband zijn gebracht met budesonide of formoterol staan hieronder vermeld en
beschreven per systeem/orgaanklasse en frequentie. Frequenties zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak
(1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1.000, <1/100), zelden (1/10.000, <1/1.000), zeer zelden
(<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Systeem/orgaanklasse
Frequentie
Bijwerking
Infecties en parasitaire
Vaak
Candida-infecties in de orofarynx, pneumonie
aandoeningen
(bij COPD-patiënten)
Immuunsysteemaandoeningen Zelden
Onmiddellijke en vertraagde
overgevoeligheidsreacties, bijv. exantheem,
urticaria, pruritus, dermatitis, angio-oedeem en
anafylactische reactie
Endocriene aandoeningen
Zeer zelden
Syndroom van Cushing, bijniersuppressie,
groeivertraging, afname van de
botmineraaldichtheid
Voedings- en
Zelden
Hypokaliëmie
stofwisselingsstoornissen
Zeer zelden
Hyperglykemie
Psychische stoornissen
Soms
Agressie, psychomotorische hyperactiviteit,
angst, slaapstoornissen
Depressie, gedragsveranderingen (vooral bij
kinderen)
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Hoofdpijn, tremor
Soms
Duizeligheid
Zeer zelden
Smaakveranderingen
Oogaandoeningen
Zeer zelden
Cataract en glaucoom
Soms
Wazig zien (zie ook rubriek 4.4)
Hartaandoeningen
Vaak
Hartkloppingen
Soms
Tachycardie
Zelden
Hartritmestoornissen, bijv. atriumfibrilleren,
supraventriculaire tachycardie, extrasystolen
Zeer zelden
Angina pectoris, verlenging van het QTc-
interval
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden
Veranderingen in bloeddruk
Ademhalingsstelsel-, borstkas- Vaak
Lichte irritatie in de keel, hoesten, dysfonie,
en mediastinumaandoeningen
waaronder heesheid
Zelden
Bronchospasme
Zeer zelden
Paradoxale bronchospasmen
Maagdarmstelselaandoeningen Soms
Misselijkheid
Huid- en
Soms
Blauwe plekken
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
Soms
Spierkrampen
bindweefselaandoeningen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Candida-infecties in de orofarynx is een gevolg van het afzetten van de werkzame stof. Wanneer men
de patiënt adviseert om na elke dosis de mond met water te spoelen wordt het risico geminimaliseerd.
Candida-infecties reageren meestal op een lokale antischimmelbehandeling zonder dat het
inhalatiecorticosteroïd moet worden stopgezet. Bij het optreden van orofaryngeale spruw moeten
patiënten ook hun mond spoelen na de extra inhalaties.
Na toediening komen zeer zelden, bij minder dan 1 op de 10.000 mensen, paradoxale bronchospasmen
voor, met een onmiddellijke toename van piepende ademhaling (`wheezing') en kortademigheid.
Paradoxale bronchospasmen reageren op een snelwerkende inhalatieluchtwegverwijder en moeten
onmiddellijk worden behandeld. DuoResp Spiromax moet onmiddellijk worden stopgezet, de patiënt
moet worden beoordeeld en er moet, indien nodig, een alternatieve behandeling worden gestart (zie
rubriek 4.4).
Systemische effecten van inhalatiecorticosteroïden kunnen optreden, vooral bij hoge doseringen die
voor langere perioden zijn voorgeschreven. Deze effecten komen veel minder vaak voor dan met orale
corticosteroïden. Mogelijke systemische effecten zijn onder meer het syndroom van Cushing,
Cushing-achtige verschijnselen, bijniersuppressie, groeivertraging bij kinderen en jongeren tot 18 jaar,
afname in botmineraaldichtheid, cataract en glaucoom. Een verhoogde gevoeligheid voor infecties en
aantasting van het vermogen om aan stress aan te passen, kunnen ook voorkomen. Effecten zijn
waarschijnlijk afhankelijk van dosis, duur van de blootstelling, gelijktijdige en eerdere blootstelling
aan steroïden en individuele gevoeligheid.
Behandeling met 2-adrenoceptoragonisten kan een toename in de bloedconcentratie van insuline,
vrije vetzuren, glycerol en ketonlichamen tot gevolg hebben.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Website: www.lareb.nl.
Een overdosering van formoterol zou waarschijnlijk leiden tot effecten die typisch zijn voor 2-
adrenoceptoragonisten: tremor, hoofdpijn, hartkloppingen. Gemelde symptomen van geïsoleerde
gevallen zijn tachycardie, hyperglykemie, hypokaliëmie, verlengd QTc-interval, aritmie, misselijkheid
en braken. Ondersteunende en symptomatische behandelingen zijn hierbij aangewezen. Een dosis van
90 microgram die gedurende drie uur bij patiënten met acute bronchiale obstructie werd toegediend,
leverde geen veiligheidsproblemen op.
Acute overdosering met budesonide, zelfs bij zeer hoge doses, zal naar verwachting geen klinisch
probleem opleveren. Bij chronisch gebruik in hoge doses, kunnen zich systemische
glucocorticosteroïde effecten, zoals een verhoogde cortisolspiegel en bijniersuppressie, voordoen.
Als de behandeling met DuoResp Spiromax moet worden stopgezet als gevolg van een overdosis met
de formoterol-component van het geneesmiddel, moet het verstrekken van een geschikte behandeling
met een inhalatiecorticosteroïd worden overwogen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor obstructieve aandoeningen van de
luchtwegen, adrenerge en andere geneesmiddelen tegen obstructieve aandoeningen van de luchtwegen.
ATC-code: R03AK07
Werkingsmechanisme en farmacodynamische effecten
DuoResp Spiromax bevat formoterol en budesonide, die verschillende werkingsmechanismen hebben
en additieve effecten tonen op het gebied van vermindering van astma-exacerbaties. De specifieke
eigenschappen van budesonide en formoterol maken het mogelijk om de combinatie te gebruiken als
ofwel onderhouds- en `reliever'-behandeling, of als onderhoudsbehandeling van astma.
Budesonide
Budesonide is een glucocorticosteroïd die na inhalering een dosisafhankelijke ontstekingsremmende
werking heeft in de luchtwegen, wat resulteert in een afname van de symptomen en minder astma-
exacerbaties. Geïnhaleerde budesonide heeft minder ernstige bijwerkingen dan systemische
corticosteroïden. Het precieze mechanisme dat verantwoordelijk is voor het ontstekingsremmende
effect van glucocorticosteroïden is niet bekend.
Formoterol
Formoterol is een selectieve 2-adrenoceptoragonist die bij inhalatie een snelle en langwerkende
relaxatie van de bronchiale gladde spieren tot gevolg heeft bij patiënten met reversibele
luchtwegobstructie. Het bronchodilaterende effect is dosisafhankelijk, met een begin van het effect
binnen 1-3 minuten. De duur van het effect is ten minste 12 uur na een enkele dosis.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Astma
Onderhoudsbehandeling met budesonide/formoterol
budesonide de symptomen van astma en de longfunctie verbetert, en de exacerbaties vermindert.
In twee onderzoeken van 12 weken was het effect van budesonide/formoterol op de longen gelijk aan
dat van de vrije combinatie van budesonide en formoterol, en was groter dan dat van budesonide
alleen. Alle behandelgroepen gebruikten ter verlichting van acute klachten een kortwerkende 2-
adrenoceptoragonist. Het anti-astmatische effect verminderde niet in de tijd.
Onderhouds- en `reliever'-behandeling met budesonide/formoterol
In totaal 12.076 patiënten met astma werden opgenomen in 5 dubbelblinde klinische onderzoeken
(4447 werden gerandomiseerd naar onderhouds- en `reliever'-behandeling met budesonide/formoterol)
gedurende 6 of 12 maanden. Patiënten moesten symptomatisch zijn ondanks het gebruik van
geïnhaleerde glucocorticosteroïden.
Onderhouds- en `reliever'-behandeling met budesonide/formoterol gaf een statistisch significante en
klinisch relevante vermindering van ernstige exacerbaties voor alle vergelijkingen in alle 5
onderzoeken. Dit omvatte een vergelijking met budesonide/formoterol op een hogere
onderhoudsdosering met terbutaline als `reliever'-behandeling (onderzoek 735) en
budesonide/formoterol op dezelfde onderhoudsdosering met ofwel formoterol of terbutaline als
`reliever'-behandeling (onderzoek 734) (zie onderstaande tabel). In onderzoek 735 waren de
longfunctie, het onder controle houden van symptomen en het gebruik van `reliever'-behandeling
vergelijkbaar in alle behandelingsgroepen. In onderzoek 734 waren symptomen en het `reliever'-
gebruik verminderd en de longfunctie verbeterd in vergelijking met beide vergelijkende
behandelingen. Een combinatie van de 5 onderzoeken toonde aan dat patiënten die
budesonide/formoterol als onderhoudsbehandeling en `reliever'-behandeling kregen, gemiddeld op
57% van de behandelingsdagen geen inhalaties ter verlichting nodig hadden. Er werd na verloop van
tijd geen tolerantie voor luchtwegverwijders waargenomen.
Overzicht van ernstige verergeringen in klinisch onderzoek
Onder-
Behandelingsgroepen
N
Ernstige exacerbatiesa
zoeksnr.
Voor-
Voorvallen
Duur
val en /patiëntjaar
Onder-
Budesonide/Formoterolfumaraatdihydraat 160/4,5 µg
1103 125
0,23b
zoek 735 tweemaal daags + indien nodig
6
maanden Budesonide/Formoterolfumaraatdihydraat 320/9 µg
1099 173
0,32
tweemaal daags + terbutaline 0,4 mg indien nodig
Salmeterol/fluticason 2 x 25/125 µg tweemaal daags +
1119 208
0,38
terbutaline 0,4 mg indien nodig
Onder-
Budesonide/Formoterolfumaraatdihydraat 160/4,5 µg
1107 194
0,19b
zoek 734 tweemaal daags + indien nodig
12
maanden Budesonide/Formoterolfumaraatdihydraat 160/4,5 µg
1137 296
0,29
tweemaal daags + formoterol 4,5 mg indien nodig
Budesonide/Formoterolfumaraatdihydraat 160/4,5 µg
1138 377
0,37
tweemaal daags + terbutaline 0,4 mg indien nodig
a
Ziekenhuisopname/SEH-behandeling of behandeling met orale steroïden
b
Afname van exacerbaties is voor beide vergelijkingen statistisch significant (p-waarde < 0,01)
Bij adolescenten en volwassenen werden een vergelijkbare werkzaamheid en veiligheid aangetoond in
6 dubbelblinde onderzoeken, waaronder de 5 hierboven genoemde onderzoeken en een aanvullend
onderzoek, waarin een hogere onderhoudsdosis van 160/4,5 microgram, tweemaal daags twee
inhalaties werd gebruikt. Deze beoordelingen waren gebaseerd op in totaal 14.385 astmapatiënten
onder wie 1847 adolescenten. Het aantal adolescente patiënten dat meer dan 8 inhalaties op ten minste
1 dag nam als onderdeel van de onderhouds- en `reliever'-therapie met budesonide/formoterol, was
beperkt en een dergelijk gebruik was zeldzaam.
astma, gaf budesonide/formoterol snel en effectief verlichting van bronchoconstrictie, vergelijkbaar
met salbutamol en formoterol.
COPD
In twee onderzoeken van 12 maanden werd het effect op de longfunctie en het percentage exacerbaties
(gedefinieerd als kuren van orale steroïden en/of een kuur met antibiotica en/of ziekenhuisopnames)
bij patiënten met ernstige COPD geëvalueerd. Mediane FEV1 bij opname in de onderzoeken was 36%
van de voorspelde normaalwaarde. Het gemiddelde aantal exacerbaties per jaar (zoals hierboven
gedefinieerd) was aanzienlijk verminderd met budesonide/formoterol in vergelijking met behandeling
met alleen formoterol of placebo (gemiddeld 1,4 vergeleken met 1,8-1,9 in de placebo/formoterol-
groep). Het gemiddelde aantal dagen op orale corticosteroïden/patiënt gedurende de 12 maanden was
enigszins verminderd in de budesonide/formoterol-groep (7-8 dagen/patiënt/jaar vergeleken met
respectievelijk 11-12 en 9-12 dagen in de placebo en formoterol-groepen). Voor veranderingen in
longfunctieparameters, zoals FEV1, was budesonide/formoterol niet superieur aan behandeling met
alleen formoterol.
Inspiratoire peakflowsnelheid via het Spiromax-apparaat
Er werd een gerandomiseerd, open-label placebo-onderzoek uitgevoerd bij kinderen en jongeren tot 18
jaar met astma (6-17 jaar oud), volwassenen met astma (18-45 jaar oud), volwassenen met chronische
obstructieve longziekte (COPD) (> 50 jaar oud) en gezonde vrijwilligers (18-45 jaar oud) om de
inspiratoire peakflowsnelheid (PIFR, peak inspiratory flow rate) en andere inhalatieparameters te
beoordelen na inhalatie via een Spiromax-apparaat (met placebo) in vergelijking tot inhalatie via een
al in de handel gebrachte droogpoederinhalator met multidosis (met placebo). De gevolgen van een
verbeterde training in de inhalatietechniek van een droogpoederinhalator op inhalatiesnelheid en
inhalatievolume werd ook bij deze groepen proefpersonen geëvalueerd. Uit de gegevens van het
onderzoek bleek dat ongeacht de leeftijd en de onderliggende ernst van de ziekte, kinderen, jongeren
tot 18 jaar, volwassenen met astma en patiënten met COPD in staat waren om een inademingssnelheid
door de Spiromax inhalator te behalen die vergelijkbaar was met die van de in de handel gebrachte
droogpoederinhalator met multidosis. De gemiddelde PIFR die door patiënten met astma of COPD
werd behaald was meer dan 60 L/min, een stroomsnelheid waarvan bekend is dat beide inhalatoren
vergelijkbare hoeveelheden geneesmiddel in de longen afgeven. Zeer weinig patiënten hadden PIFR's
onder 40 L/min; bij PIFR's van minder dan 40 L/min leek er geen clustering op leeftijd of ziekte-ernst
te zijn.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Het is aangetoond dat de vaste-dosiscombinatie van budesonide en formoterol, en de corresponderende
monoproducten bio-equivalent zijn met betrekking tot systemische blootstelling aan respectievelijk
budesonide en formoterol. Desondanks werd er na het toedienen van de vaste-dosiscombinatie een
kleine toename in de suppressie van cortisol waargenomen
in vergelijking met de monoproducten. Het
verschil wordt niet geacht van invloed te zijn op de klinische veiligheid.
Er was geen bewijs van farmacokinetische interacties tussen budesonide en formoterol.
Farmacokinetische parameters voor de respectievelijke stoffen waren vergelijkbaar na het toedienen
van budesonide en formoterol als monoproducten of als de vaste-dosiscombinatie. Bij budesonide was
de AUC een klein beetje hoger, de absorptie sneller en de maximale plasmaconcentratie hoger na het
toedienen van de vaste combinatie. Voor formoterol was de maximale plasmaconcentratie
vergelijkbaar na het toedienen van de vaste combinatie. Geïnhaleerde budesonide wordt snel
geabsorbeerd en de maximale plasmaconcentratie wordt binnen 30 minuten na inhalatie bereikt. In
onderzoeken varieerde de gemiddelde afzetting van budesonide in de longen na inhalatie met behulp
beschikbaarheid is ongeveer 49% van de afgegeven dosis. Bij kinderen van 6-16 jaar oud valt de
afzetting in de longen in hetzelfde bereik als bij volwassenen voor dezelfde afgegeven dosis. De
resulterende plasmaconcentraties werden niet bepaald.
Geïnhaleerde formoterol wordt snel geabsorbeerd en de maximale plasmaconcentratie wordt binnen 10
minuten na inhalatie bereikt. In onderzoeken varieerde de gemiddelde afzetting van formoterol in de
longen na inhalatie met behulp van de poederinhalator van 28% tot 49% van de afgegeven dosis. De
systemische biologische beschikbaarheid is ongeveer 61% van de afgegeven dosis.
Distributie
Plasma-eiwitbinding is ongeveer 50% voor formoterol en 90% voor budesonide. Het distributievolume
is ongeveer 4 l/kg voor formoterol en 3 l/kg voor budesonide. Formoterol wordt geïnactiveerd via
conjugatiereacties (er worden actieve O-gedemethyleerde en gedeformyleerde metabolieten gevormd,
maar deze worden hoofdzakelijk waargenomen als geïnactiveerde conjugaten). Budesonide ondergaat
in de eerste passage door de lever een grote mate (ongeveer 90%) van biotransformatie naar
metabolieten met een lage glucocorticosteroïde werking. De glucocorticosteroïde werking van de
belangrijkste metabolieten, 6-bèta-hydroxy-budesonide en 16-alfa-hydroxy-prednisolon, is minder dan
1% van die van budesonide. Er zijn geen aanwijzingen voor enige metabolische interacties of
competitie tussen formoterol en budesonide.
Eliminatie
Het grootste gedeelte van een dosis formoterol wordt door het metabolisme in de lever
getransformeerd, gevolgd door renale uitscheiding. Na inhalatie wordt 8% tot 13% van de afgegeven
dosis formoterol ongemetaboliseerd uitgescheiden in de urine. Formoterol heeft een hoge systemische
klaring (ongeveer 1,4 l/min) en de terminale eliminatiehalfwaardetijd is gemiddeld 17 uur.
Budesonide wordt geëlimineerd via metabolisme dat voornamelijk gekatalyseerd wordt door het
enzym CYP3A4. De metabolieten van budesonide worden als zodanig in de urine geëlimineerd of in
geconjugeerde vorm. Er werden slechts verwaarloosbare hoeveelheden onveranderde budesonide in de
urine aangetroffen. Budesonide heeft een hoge systemische klaring (ongeveer 1,2 l/min) en de plasma-
eliminatiehalfwaardetijd na intraveneuze dosering is gemiddeld 4 uur.
Farmacokinetische/farmacodynamische relatie(s)
De farmacokinetiek van budesonide of formoterol bij kinderen en patiënten met nierinsufficiëntie is
niet bekend. Blootstelling aan budesonide en formoterol kan hoger zijn bij patiënten met leverziekte.
Farmacokinetisch profiel van DuoResp Spiromax
In farmacokinetisch onderzoek met en zonder een houtskoolblok werd DuoResp Spiromax
geëvalueerd door het te vergelijken met een alternatief goedgekeurd inhalatieproduct dat een vaste-
dosiscombinatie van dezelfde werkzame stoffen, budesonide en formoterol, bevatte. Het bleek
equivalent te zijn in zowel systemische blootstelling (veiligheid) als afzetting in de longen
(werkzaamheid).
Lineariteit/non-lineariteit
Systemische blootstelling aan zowel budesonide als formoterol is op lineaire wijze gecorreleerd met de
toegediende dosis.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
De toxiciteit van budesonide en formoterol die in dieronderzoeken werd waargenomen, in combinatie
of afzonderlijk, waren effecten die samenhingen met versterkte farmacologische activiteit.
misvormingen veroorzaken (hazenlip, misvormingen van het skelet). Deze experimentele resultaten bij
dieren lijken echter bij de aanbevolen doseringen niet relevant te zijn voor mensen.
Reproductieonderzoek met dieren met formoterol hebben een iets verlaagde vruchtbaarheid bij
mannelijke ratten aangetoond bij hoge systemische blootstelling, en implantatieverlies, evenals een
verminderde vroege postnatale overleving en een lager geboortegewicht bij aanzienlijk hogere doses
dan die tijdens klinisch gebruik worden bereikt. Deze experimentele resultaten bij dieren lijken echter
niet relevant te zijn voor mensen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Lactosemonohydraat (bevat melkeiwitten).
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
Na het openen van de folieverpakking: 6 maanden.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C
Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de folieverpakking
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
De inhalator is wit met een semi-transparant wijnrood dopje op het mondstuk. De delen van de
inhalator die contact maken met geneesmiddel/slijmvliezen zijn gemaakt van acrylonitril-butadieen-
styreen (ABS), polyethyleen (PE) en polypropyleen (PP). Elke inhalator bevat 120 doses en is verpakt
in folie.
Verpakkingsgrootten van 1, 2 of 3 inhalatoren.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5, 2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/920/002
EU/1/14/920/003
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 28 april 2014.
Datum van laatste verlenging: 8 april 2019
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoResp Spiromax 320 microgram/9 microgram inhalatiepoeder
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke afgegeven dosis (de dosis die uit het mondstuk komt) bevat 320 microgram budesonide en 9
microgram formoterolfumaraatdihydraat.
Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 400 microgram budesonide en 12 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Hulpstof(fen) met bekend effect:
Elke dosis bevat ongeveer 10 milligram lactose (als monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Inhalatiepoeder.
Wit poeder.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Astma
DuoResp Spiromax is geïndiceerd voor de onderhoudsbehandeling van astma bij volwassenen en
adolescenten (in de leeftijd van 12 jaar en ouder), waar het gebruik van een combinatie
(inhalatiecorticosteroïd en een langwerkende 2-adrenoceptoragonist) wenselijk is:
-
bij patiënten die niet voldoende onder controle zijn met inhalatiecorticosteroïden en
geïnhaleerde kortwerkende 2-adrenerge agonisten als verlichting van acute klachten
of
-
bij patiënten die al voldoende onder controle zijn met zowel inhalatiecorticosteroïden als
langwerkende 2-adrenoceptoragonisten.
COPD
DuoResp Spiromax is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen in de leeftijd van 18 jaar en ouder
voor de symptomatische behandeling van patiënten met COPD met een geforceerd expiratoir volume
in 1 seconde (FEV1) van < 70% van de voorspelde normaalwaarde (na luchtwegverwijder) en een
voorgeschiedenis van herhaalde exacerbaties die significante symptomen hebben ondanks regelmatige
behandeling met langwerkende luchtwegverwijders.
Dosering
Astma
DuoResp Spiromax
is niet bedoeld als initiële behandeling van astma.
DuoResp Spiromax is niet geschikt als behandeling voor volwassen of adolescente patiënten met een
lichte vorm van astma.
De dosering van DuoResp Spiromax
is individueel en moet aan de ernst van de ziekte worden
aangepast. Dit moet niet alleen worden overwogen als met de behandeling met een combinatie van
geneesmiddelen wordt gestart maar ook als de onderhoudsdosis wordt aangepast. Als een individuele
patiënt een combinatie van doseringen moet hebben die anders is dan die beschikbaar zijn in de
combinatie-inhalator, moeten passende doseringen 2-adrenoceptoragonisten en/of corticosteroïden in
individuele inhalatoren worden voorgeschreven.
Zodra de astmasymptomen onder controle zijn gebracht, kan worden overwogen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verminderen. Patiënten dienen regelmatig te worden gecontroleerd door hun
voorschrijvende arts/zorgverlener zodat de dosis DuoResp Spiromax optimaal blijft. De dosis dient te
worden afgebouwd naar de laagste dosis waarbij de symptomen op effectieve wijze onder controle
worden gehouden.
Als het wenselijk is om naar een lagere sterkte omlaag te titreren dan in DuoResp Spiromax
beschikbaar is, is het noodzakelijk om over te gaan naar een alternatieve combinatie met een vaste
dosis budesonide en formoterolfumaraat met een lagere dosis van het inhalatiecorticosteroïd.
Wanneer
de symptomen op de lange termijn onder controle zijn gebracht met de laagste aanbevolen dosis, kan
de volgende stap een test met alleen een inhalatiecorticosteroïd inhouden.
Patiënten dient te worden aangeraden om altijd hun afzonderlijke inhalator met een snelwerkende
luchtwegverwijder ter verlichting van acute benauwdheidsklachten in geval van nood bij zich te
hebben.
Aanbevolen doseringen:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder): 1 inhalatie tweemaal daags. Sommige patiënten
kunnen tot een maximum van 2 inhalaties tweemaal daags nodig hebben.
Adolescenten (in de leeftijd van 12 jaar en ouder): 1 inhalatie tweemaal daags.
Patiënten dienen regelmatig te worden gecontroleerd door hun voorschrijvende arts/zorgverlener,
zodat de dosering van DuoResp Spiromax optimaal blijft. De dosis dient te worden afgebouwd naar de
laagste dosis waarbij de symptomen op effectieve wijze onder controle worden gehouden. Wanneer de
symptomen op de lange termijn onder controle zijn gebracht met de laagste aanbevolen dosering, kan
de volgende stap een test met alleen een inhalatiecorticosteroïd inhouden.
In de gangbare praktijk, wanneer de symptomen onder controle worden gebracht met de
tweemaaldaagse behandeling, kan de titratie naar de laagste effectieve dosis inhouden dat DuoResp
Spiromax eenmaal daags wordt gegeven, wanneer naar mening van de voorschrijvende arts een
langwerkende luchtwegverwijder noodzakelijk zou zijn om de astma onder controle te houden.
Toenemend gebruik van een afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder betekent een
verslechtering van de onderliggende aandoening en rechtvaardigt een herbeoordeling van de
behandeling van astma
.
worden gebruikt. Een lagere sterkte van DuoResp Spiromax is beschikbaar voor de onderhouds- en
'reliever'-behandeling.
COPD
Aanbevolen doseringen:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder):
1 inhalatie tweemaal daags.
Speciale patiëntengroepen:
Ouderen ( 65 jaar)
Er is geen speciale dosering nodig bij ouderen
Patiënten met nier- of leverinsufficiëntie
Er zijn geen gegevens beschikbaar voor het gebruik van vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat bij patiënten met lever- of nierinsufficiëntie. Omdat budesonide en
formoterol hoofdzakelijk door het levermetabolisme worden uitgescheiden, kan er een verhoogde
blootstelling worden verwacht bij patiënten met ernstige levercirrose.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van DuoResp Spiromax bij pediatrische patiënten in de leeftijd tot
12 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik door kinderen tot 12 jaar.
Wijze van toediening
Uitsluitend voor inhalatie.
Spiromax is een door de adem geactiveerde, inspiratoire luchtstroom-gedreven inhalator. Dit betekent
dat de werkzame stoffen in de luchtwegen worden afgegeven als de patiënt door het mondstuk
inademt. Matig-ernstig en ernstig astmatische patiënten bleken in staat om voldoende
inademingssnelheid te genereren zodat Spiromax de therapeutische dosis kon afgeven (zie rubriek
5.1).
DuoResp Spiromax dient op de juiste wijze te worden gebruikt voor een doeltreffende behandeling.
Patiënten dient daarom te worden aangeraden om de bijsluiter zorgvuldig te lezen en de
gebruiksinstructies in de bijsluiter op te volgen.
Het gebruik van DuoResp Spiromax bestaat uit drie stappen die hieronder zijn beschreven: openen,
inademen en sluiten.
Openen: Houd de Spiromax vast met dop van het mondstuk aan de onderkant en open het dopje van
het mondstuk door het naar beneden te vouwen tot het helemaal open is en u één klik hoort.
Inademen: Plaats het mondstuk tussen de tanden met de lippen gesloten rond het mondstuk, bijt niet
op het mondstuk van de inhalator. Haal krachtig en diep adem door het mondstuk. Haal de Spiromax
uit de mond en houd gedurende 10 seconden of zo lang als comfortabel is voor de patiënten de adem
in.
Het is ook belangrijk om patiënten aan te raden de inhalator voor het gebruik niet te schudden, niet
door de Spiromax uit te ademen, en de luchtgaatjes niet te blokkeren als ze zich klaarmaken voor de
stap 'inademen'.
Patiënten dient ook te worden aangeraden om na het inhaleren hun mond met water te spoelen (zie
rubriek 4.4).
De patiënt kan bij gebruik van de DuoResp Spiromax iets proeven als gevolg van de hulpstof lactose.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Doseringsadvies
Patiënten dienen regelmatig te worden gecontroleerd door hun voorschrijvende arts/zorgverlener zodat
de dosis DuoResp Spiromax optimaal blijft. De dosis dient te worden getitreerd naar de laagste dosis
waarbij de symptomen op effectieve wijze onder controle worden gehouden. Zodra de
astmasymptomen onder controle zijn gebracht, kan worden overwogen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verlagen. Wanneer het wenselijk is om naar een lagere concentratie omlaag te
titreren dan in de DuoResp Spiromax beschikbaar is, moet men overschakelen naar een alternatieve
combinatie met een vaste dosis budesonide en formoterolfumaraat die een lagere dosis van het
inhalatiecorticosteroïd bevat.
Regelmatige controle van de patiënt tijdens het verminderen van de behandeling is belangrijk.
Patiënten dient te worden aangeraden om hun inhalator met 'reliever'-medicatie altijd bij zich te
hebben, ofwel DuoResp Spiromax (voor patiënten met astma die DuoResp Spiromax als onderhouds-
en 'reliever'-behandeling gebruiken) of een afzonderlijke snelwerkende luchtwegverwijder (voor
patiënten die DuoResp Spiromax alleen als onderhoudsbehandeling gebruiken).
Het wordt aanbevolen de dosis geleidelijk af te bouwen als de behandeling wordt gestaakt en niet
abrupt met de behandeling te stoppen.
Patiënten dienen er aan herinnerd te worden om hun DuoResp Spiromax onderhoudsdosering volgens
voorschrift te gebruiken, zelfs als er geen symptomen zijn. Het profylactische gebruik van DuoResp
Spiromax, bijv. vóór inspanning, is niet onderzocht. De 'reliever'-inhalaties van DuoResp Spiromax
dienen ter verlichting van acute symptomen te worden genomen, maar zijn niet bestemd voor
regelmatig profylactisch gebruik, bijv. vóór inspanning. In geval van frequente behoefte aan
luchtwegverwijding zonder overeenkomende behoefte aan een verhoogde dosis
inhalatiecorticosteroïden, dient een ander middel ter verlichting te worden gebruikt.
Verergering van de ziekte
Er kunnen ernstige astma-gerelateerde bijwerkingen en exacerbaties optreden tijdens de behandeling
met DuoResp Spiromax. Patiënten wordt geadviseerd om met de behandeling door te gaan, maar zij
dienen medische hulp in te roepen als de symptomen van astma niet onder controle worden gebracht
of erger worden na het starten met DuoResp Spiromax.
Als patiënten de dosis niet effectief vinden, of de hoogste aanbevolen dosis DuoResp Spiromax
overschrijden, dient medische hulp te worden gezocht (zie rubriek 4.2). Een plotselinge en
progressieve achteruitgang van de controle van de astma of COPD kan levensbedreigend zijn en
vraagt om onmiddellijke medische interventie. In deze situatie moet rekening worden gehouden met
de noodzaak voor verdere behandeling met corticosteroïden, bijv. een kuur met orale corticosteroïden
of behandeling met antibiotica bij een infectie.
significante verslechtering of acute achteruitgang van de astma.
Systemische effecten
Systemische effecten kunnen bij elk inhalatiecorticosteroïd optreden, vooral bij hoge doses die voor
langere perioden zijn voorgeschreven. Deze effecten komen veel minder vaak voor bij
inhalatiebehandeling dan bij orale corticosteroïden.
Mogelijke systemische effecten zijn onder meer syndroom van Cushing, Cushing-achtige
verschijnselen, bijniersuppressie, groeivertraging bij kinderen en jongeren in de leeftijd tot 18 jaar,
afname in botmineraaldichtheid, cataract en glaucoom en minder vaak, een scala aan psychische of
gedragsstoornissen, waaronder psychomotorische hyperactiviteit, slaapstoornissen, angst, depressie of
agressie (vooral bij kinderen) (zie rubriek 4.8).
Visusstoornis
Visusstoornis kan worden gemeld bij systemisch en topisch gebruik van corticosteroïden. Indien een
patiënt symptomen ontwikkelt zoals wazig zien of andere visusstoornissen, dient te worden
overwogen de patiënt door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken
waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR)
die zijn gemeld na gebruik van systemische en topische corticosteroïden.
Effecten op botdichtheid
Mogelijke effecten op botdichtheid moeten worden overwogen, vooral bij patiënten die gedurende
langere perioden hoge doses gebruiken die co-existente risicofactoren voor osteoporose hebben.
Langetermijnonderzoek met geïnhaleerd budesonide bij volwassenen met een dagelijkse dosis van 800
microgram (afgemeten dosis) toonde geen significant effect op de botmineraaldichtheid. Er is geen
informatie beschikbaar over het effect van een vaste-dosiscombinatie met
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat bij hogere doses.
Bijnierfunctie
Behandeling met aanvullende systemische steroïden of geïnhaleerd budesonide mag niet abrupt
worden gestopt.
Langdurige behandeling met hoge doses inhalatiecorticosteroïden, met name hoger dan de aanbevolen
dosering, kan ook klinisch significante bijniersuppressie tot gevolg hebben. Daarom moeten er extra
systemische corticosteroïden worden overwogen tijdens perioden van stress zoals ernstige infecties of
electieve ingrepen. Een snelle vermindering in de dosis steroïden kan leiden tot een acute bijniercrisis.
Klachten en verschijnselen die bij een acute bijniercrisis worden waargenomen kunnen vaag zijn, maar
zijn onder meer anorexie, buikpijn, gewichtsverlies, vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken,
verminderd bewustzijn, toevallen, hypotensie en hypoglykemie.
Paradoxale bronchospasmenParadoxale bronchospasmen kunnen na toediening optreden, met een
onmiddellijke toename van piepende ademhaling (`wheezing') en kortademigheid. Als de patiënt last
krijgt van paradoxale bronchospasmen moet de behandeling met DuoResp Spiromax onmiddellijk
worden stopgezet, de patiënt moet worden geëvalueerd en er moet eventueel een alternatieve
behandeling worden gestart. Paradoxale bronchospasmen reageren op een snelwerkende
inhalatieluchtwegverwijder en moeten onmiddellijk worden behandeld (zie rubriek 4.8).
Overschakelen van orale behandeling
systemische behandeling met steroïden, is voorzichtigheid geboden wanneer patiënten worden
overgeschakeld naar een behandeling met een vaste-dosiscombinatie budesonide/formoterolfumaraat.
De voordelen van behandeling met geïnhaleerde budesonide zou normaal gesproken de behoefte aan
orale steroïden minimaliseren, maar patiënten die overschakelen van orale steroïden kunnen geruime
tijd het risico lopen op een verstoorde bijnierreserve. Na het stopzetten van de orale behandeling met
steroïden kan het herstel een aanzienlijke tijd in beslag nemen en daarom lopen patiënten die
afhankelijk zijn van orale steroïden geruime tijd het risico op een verminderde bijnierfunctie. In zulke
situaties dient de functie van de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA-as) regelmatig te worden
gecontroleerd.
Tijdens het overschakelen van een orale behandeling naar een behandeling met een vaste-
dosiscombinatie budesonide/formoterolfumaraat, wordt meestal een kleinere systemische
steroïdenwerking waargenomen die het verschijnen van allergische of artritissymptomen zoals rinitis,
eczeem en spier- en gewrichtspijn tot gevolg kan hebben. Specifieke behandelingen dienen voor deze
aandoeningen te worden gestart. Er moet een algemeen effect van onvoldoende glucocorticosteroïden
worden vermoed als, in zeldzame gevallen, symptomen zoals vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid
en braken optreden. In deze gevallen is een tijdelijke verhoging van de orale dosis
glucocorticosteroïden soms noodzakelijk.
Orale infecties
Om het risico op orofaryngeale candidiasis te verminderen, moet de patiënt worden geïnstrueerd om
na het inhaleren van de dosis de mond met water te spoelen. Bij het optreden van orofaryngeale spruw
moeten patiënten ook hun mond spoelen na de extra inhalaties (zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
Het wordt aanbevolen om regelmatig de lengte te controleren van kinderen die langdurige behandeling
met inhalatiecorticosteroïden krijgen. Indien de groei vertraagd is, dient de therapie opnieuw te
worden geëvalueerd met het doel de dosis van de inhalatiecorticosteroïden indien mogelijk te verlagen
tot de laagste dosis waarmee een effectieve controle van astma wordt onderhouden. De voordelen van
de corticosteroïdtherapie en de mogelijke risico's van verminderde groei moeten zorgvuldig worden
afgewogen. Bovendien moet worden overwogen om de patiënt door te verwijzen naar een pediatrisch
luchtwegspecialist.
Beperkte gegevens van langetermijnonderzoeken wijzen erop dat de meeste kinderen en adolescenten
die met geïnhaleerde budesonide worden behandeld, uiteindelijk hun volwassen doellengte zullen
bereiken. Er is echter een kleine, maar voorbijgaande aanvankelijke vermindering in groei (ongeveer
1 cm) waargenomen. Dit gebeurt meestal in het eerste jaar van de behandeling.
Patiënten met COPD
Er zijn geen klinische onderzoeksgegevens beschikbaar over de DuoResp Spiromax bij
COPD-patiënten met een pre-bronchodilator-FEV1 > 50% voorspelde normaalwaarde en een
post-bronchodilator FEV1 < 70% voorspelde normaalwaarde (zie rubriek 5.1).
Een toename van de incidentie van pneumonie, waaronder pneumonie waarvoor een
ziekenhuisopname nodig was, is waargenomen bij patiënten met COPD die geïnhaleerde
corticosteroïden kregen. Er zijn enkele aanwijzingen voor een toegenomen risico op pneumonie met
een toenemende steroïddosis, maar dit is niet overtuigend aangetoond in alle onderzoeken.
Er is geen overtuigend klinisch bewijs voor intra-klasseverschillen tussen geïnhaleerde
corticosteroïdproducten wat betreft de omvang van het risico op pneumonie.
Artsen moeten alert blijven op de mogelijke ontwikkeling van pneumonie bij patiënten met COPD,
omdat de klinische kenmerken van dergelijke infecties een overlap vertonen met de symptomen van
COPD-exacerbaties.
Risicofactoren voor pneumonie bij patiënten met COPD zijn onder andere huidig rookgedrag, hogere
leeftijd, lage body mass index (BMI) en ernstig COPD.
Interacties met andere geneesmiddelen
Gelijktijdige behandeling met itraconazol, ritonavir of andere sterke CYP3A4-remmers moet worden
vermeden (zie rubriek 4.5). Als dit niet mogelijk is, moet het tijdsinterval tussen toedieningen van de
interagerende geneesmiddelen zo groot mogelijk zijn. Bij patiënten die sterke CYP3A4-remmers
gebruiken wordt een vaste-dosiscombinatie van budesonide/formoterolfumaraat niet aanbevolen.
Waarschuwing bij speciale aandoeningen
Een vaste-dosiscombinatie van budesonide en formoterolfumaraatdihydraat moet zeer terughoudend
worden toegediend aan patiënten met thyreotoxicose, feochromocytoom, diabetes mellitus,
onbehandelde hypokaliëmie, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, idiopathische subvalvulaire
aortastenose, ernstige hypertensie, aneurysma of andere ernstige cardiovasculaire aandoeningen, zoals
ischemische hartziekten, tachyaritmieën of ernstig hartfalen.
Voorzichtigheid is geboden bij behandeling van patiënten met een verlenging van het QTc-interval.
Formoterol zelf kan verlenging van het QTc-interval induceren.
De noodzaak voor, en de dosis van, inhalatiecorticosteroïden dient bij patiënten met actieve of latente
longtuberculose, schimmel- en virale infecties in de luchtwegen opnieuw te worden geëvalueerd.
Bij patiënten met diabetes moet extra controle van de bloedsuikerspiegel worden overwogen.
2-adrenoceptoragonisten
Mogelijk ernstige hypokaliëmie kan het gevolg zijn van hoge doses 2-adrenoceptoragonisten.
Gelijktijdige behandeling van 2-adrenoceptoragonisten met geneesmiddelen die hypokaliëmie kunnen
induceren of een hypokaliëmisch effect kunnen versterken, bijv. xanthinederivaten, steroïden en
diuretica, kunnen bijdragen tot een mogelijk hypokaliëmisch effect van de 2-adrenoceptoragonist.
Behandeling met 2-adrenoceptoragonisten kan een toename in de bloedconcentratie van insuline,
vrije vetzuren, glycerol en ketonlichamen tot gevolg hebben.
Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij instabiel astma met variabel gebruik van snelwerkende
luchtwegverwijders, bij acute ernstige astma omdat het daarmee verbonden risico verhoogd kan
worden door hypoxie en bij andere aandoeningen waarbij de kans op hypokaliëmie is verhoogd. Het
wordt aanbevolen om in deze situaties de kaliumspiegel in het serum te controleren.
Dit geneesmiddel bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet
te gebruiken.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Farmacokinetische interacties
Sterke remmers van CYP3A4 (bijv. ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol,
claritromycine, telitromycine, nefazodon en HIV-proteaseremmers) doen waarschijnlijk de
plasmaconcentraties van budesonide aanzienlijk toenemen en gelijktijdig gebruik dient te worden
vermeden. Als dit niet mogelijk is moet het tijdsinterval tussen de toedieningen van de remmer en
budesonide zo groot mogelijk zijn (zie rubriek 4.4).
De sterke CYP3A4-remmer ketoconazol 200 mg eenmaal daags deed de plasmaconcentratie van
gelijktijdig oraal toegediend budesonide (een enkele dosis 3 mg) gemiddeld zesvoudig toenemen.
Wanneer ketoconazol 12 uur na budesonide werd toegediend nam de gemiddelde concentratie slechts
drie keer toe. Dit toont aan dat de scheiding van het tijdstip van toedienen de toename van de
plasmaconcentraties kan verminderen. Beperkte gegevens over deze interactie voor een hoge dosis
geïnhaleerde budesonide geeft aan dat er een duidelijke toename in plasmaconcentraties (gemiddeld
viervoudig) kan optreden als itraconazol, 200 mg eenmaal daags, gelijktijdig wordt toegediend met
geïnhaleerde budesonide (een enkele dosis van 1000 microgram).
Verwacht wordt dat gelijktijdige behandeling met CYP3A-remmers, waaronder geneesmiddelen die
cobicistat bevatten, het risico op systemische bijwerkingen zal verhogen. De combinatie moet worden
vermeden, tenzij de voordelen zwaarder wegen dan het verhoogde risico op systemische
corticosteroïde bijwerkingen, in welk geval patiënten moeten worden gecontroleerd op systemische
corticosteroïde bijwerkingen.
Farmacodynamische interacties
Bètablokkers kunnen het effect van formoterol afzwakken of remmen. Een behandeling met een vaste-
dosiscombinatie van budesonide en formoterolfumaraatdihydraat moet daarom niet tegelijkertijd met
bètablokkers (waaronder oogdruppels) worden gegeven, tenzij er dwingende redenen zijn.
Gelijktijdige behandeling met kinidine, disopyramide, procaïnamide, fenothiazines, antihistaminica
(terfenadine) en tricyclische antidepressiva kan het QTc-interval verlengen en het risico van
ventriculaire aritmieën verhogen.
Bovendien kunnen L-Dopa, L-thyroxine, oxytocine en alcohol de cardiale tolerantie ten opzichte van
2-sympaticomimetica verslechteren.
Door gelijktijdige behandeling met MAO-remmers, waaronder geneesmiddelen met vergelijkbare
eigenschappen zoals furazolidon en procarbazine kunnen hypertensieve reacties versneld worden.
Er is een toegenomen risico op aritmieën bij patiënten die gelijktijdig anesthesie met gehalogeneerde
koolwaterstoffen ontvangen.
Gelijktijdig gebruik van andere bèta-adrenerge geneesmiddelen en anticholinerge geneesmiddelen kan
een potentieel additief bronchodilaterend effect hebben.
Hypokaliëmie kan de neiging tot aritmieën bij patiënten die met digitalisglycosiden behandeld worden
verhogen.
behandeling van astma worden gebruikt waargenomen.
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn voor een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat of de gelijktijdige behandeling met formoterol en budesonide geen
klinische gegevens over blootgestelde zwangerschappen beschikbaar. Gegevens van een onderzoek
naar de embryo-foetale ontwikkeling bij ratten duidden niet op een extra effect van de combinatie.
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van formoterol bij zwangere
vrouwen. In reproductieonderzoeken bij dieren heeft formoterol bij zeer hoge systemische
blootstelling geleid tot bijwerkingen (zie rubriek 5.3).
Gegevens van ongeveer 2000 blootgestelde zwangerschappen toonde geen verhoogd teratogeen risico
in verband met het gebruik van geïnhaleerde budesonide. In dieronderzoeken hebben
glucocorticosteroïden aanleiding gegeven tot misvormingen (zie rubriek 5.3). Dit is gezien de
aanbevolen doseringen waarschijnlijk niet relevant voor mensen.
Dieronderzoeken hebben ook een mogelijk verband aangetoond tussen teveel prenatale
glucocorticoïden en een toegenomen risico op intra-uteriene groeivertraging, cardiovasculaire ziekte
bij volwassenen en permanente veranderingen in glucocorticoïdreceptordichtheid,
neurotransmitterturnover en gedrag bij blootstellingen beneden het teratogene dosisbereik.
Tijdens de zwangerschap mag een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat alleen worden gebruikt als de voordelen tegen de mogelijke risico's
opwegen. De laagste doeltreffende dosis budesonide die nodig is om de astma voldoende onder
controle te houden dient te worden gebruikt.
Borstvoeding
Budesonide wordt uitgescheiden in de moedermelk. Er worden bij therapeutische doses echter geen
effecten op de zuigeling verwacht. Het is niet bekend of formoterol in de menselijke moedermelk
wordt uitgescheiden. Er zijn bij ratten kleine hoeveelheden formoterol in de moedermelk ontdekt. Het
toedienen van een behandeling met een vaste-dosiscombinatie van budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat aan vrouwen die borstvoeding geven dient alleen te worden overwogen
als het verwachte voordeel voor de moeder groter is dan het mogelijke risico voor het kind.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het mogelijke effect van budesonide op de vruchtbaarheid. In
dierreproductieonderzoeken met formoterol is bij hoge systemische blootstelling een enigszins
verlaagde vruchtbaarheid bij mannelijke ratten aangetoond (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
DuoResp Spiromax heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het
vermogen om machines te bedienen.
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Omdat DuoResp
zowel budesonide als formoterol bevat, kan hetzelfde patroon van bijwerkingen
optreden als voor deze stoffen is gemeld. Er is geen toename in het aantal bijwerkingen gemeld na het
gelijktijdig toedienen van de twee bestanddelen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn
farmacologisch voorspelbare bijwerkingen van de behandeling met 2-adrenoceptoragonisten, zoals
tremor en hartkloppingen. Deze zijn licht van aard en verdwijnen meestal binnen een paar dagen na de
behandeling. In een 3 jaar durend klinisch onderzoek met budesonide voor COPD kwamen blauwe
plekken en longontsteking voor met respectievelijk een frequentie van 10% en 6%, vergeleken met 4%
en 3% in de placebogroep (respectievelijk p <0,001 en p <0,01).
Tabel met de lijst van bijwerkingen
Bijwerkingen die in verband zijn gebracht met budesonide of formoterol staan hieronder vermeld en
beschreven per systeem/orgaanklasse en frequentie. Frequenties zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak
(1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1.000, <1/100), zelden (1/10.000, <1/1.000), zeer zelden
(<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Systeem/orgaan klasse
Frequentie
Bijwerking
Infecties en parasitaire
Vaak
Candida-infecties in de orofarynx, pneumonie
aandoeningen
(bij COPD-patiënten)
Immuunsysteemaandoeningen Zelden
Onmiddellijke en vertraagde
overgevoeligheidsreacties, bijv. exantheem,
urticaria, pruritus, dermatitis, angio-oedeem en
anafylactische reactie
Endocriene aandoeningen
Zeer zelden
Syndroom van Cushing, bijniersuppressie,
groeivertraging, afname van de
botmineraaldichtheid
Voedings- en
Zelden
Hypokaliëmie
stofwisselingsstoornissen
Zeer zelden
Hyperglykemie
Psychische stoornissen
Soms
Agressie, psychomotorische hyperactiviteit,
angst, slaapstoornissen
Zeer zelden
Depressie , gedragsveranderingen (vooral bij
kinderen)
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Hoofdpijn, tremor
Soms
Duizeligheid
Zeer zelden
Smaakveranderingen
Oogaandoeningen
Zeer zelden
Cataract en glaucoom
Soms
Wazig zien (zie ook rubriek 4.4)
Hartaandoeningen
Vaak
Hartkloppingen
Soms
Tachycardie
Zelden
Hartritmestoornissen, bijv. atriumfibrilleren,
supraventriculaire tachycardie, extrasystolen
Zeer zelden
Angina pectoris, verlenging van het QTc-
interval
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden
Veranderingen in bloeddruk
Ademhalingsstelsel-, borstkas- Vaak
Lichte irritatie in de keel, hoesten, dysfonie,
en mediastinumaandoeningen
waaronder heesheid
Zelden
Bronchospasme
Zeer zelden
Paradoxale bronchospasmen
Maagdarmstelselaandoeningen Soms
Misselijkheid
Huid- en
Soms
Blauwe plekken
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
Soms
Spierkrampen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Candida-infecties in de orofarynx is een gevolg van het afzetten van de werkzame stof. Wanneer men
de patiënt adviseert om na elke dosis de mond met water te spoelen wordt het risico geminimaliseerd.
Candida-infecties reageren meestal op een lokale antischimmelbehandeling zonder dat het
inhalatiecorticosteroïd moet worden stopgezet. Bij het optreden van orofaryngeale spruw moeten
patiënten ook hun mond spoelen na de extra inhalaties.
Na toediening komen zeer zelden, bij minder dan 1 op de 10.000 mensen, paradoxale bronchospasmen
voor, met een onmiddellijke toename van piepende ademhaling (`wheezing') en kortademigheid.
Paradoxale bronchospasmen reageren op een snelwerkende inhalatieluchtwegverwijder en moeten
onmiddellijk worden behandeld. DuoResp Spiromax moet onmiddellijk worden stopgezet, de patiënt
moet worden beoordeeld en er moet, indien nodig, een alternatieve behandeling worden gestart (zie
rubriek 4.4).
Systemische effecten van inhalatiecorticosteroïden kunnen optreden, vooral bij hoge doseringen die
voor langere perioden zijn voorgeschreven. Deze effecten komen veel minder vaak voor dan met orale
corticosteroïden. Mogelijke systemische effecten zijn onder meer het syndroom van Cushing,
Cushing-achtige verschijnselen, bijniersuppressie, groeivertraging bij kinderen en jongeren tot 18 jaar,
afname in botmineraaldichtheid, cataract en glaucoom. Een verhoogde gevoeligheid voor infecties en
aantasting van het vermogen om aan stress aan te passen, kunnen ook voorkomen. Effecten zijn
waarschijnlijk afhankelijk van dosis, duur van de blootstelling, gelijktijdige en eerdere blootstelling
aan steroïden en individuele gevoeligheid.
Behandeling met 2-adrenoceptoragonisten kan een toename in de bloedconcentratie van insuline,
vrije vetzuren, glycerol en ketonlichamen tot gevolg hebben.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Website: www.lareb.nl.
4.9 Overdosering
Een overdosering van formoterol zou waarschijnlijk leiden tot effecten die typisch zijn voor 2-
adrenoceptoragonisten: tremor, hoofdpijn, hartkloppingen. Gemelde symptomen van geïsoleerde
gevallen zijn tachycardie, hyperglykemie, hypokaliëmie, verlengd QTc-interval, aritmie, misselijkheid
en braken. Ondersteunende en symptomatische behandelingen zijn hierbij aangewezen. Een dosis van
90 microgram die gedurende drie uur bij patiënten met acute bronchiale obstructie werd toegediend,
leverde geen veiligheidsproblemen op.
Acute overdosering met budesonide, zelfs bij zeer hoge doses, zal naar verwachting geen klinisch
probleem opleveren. Bij chronisch gebruik in hoge doses, kunnen zich systemische
glucocorticosteroïde effecten, zoals een verhoogd cortisolspiegel en bijniersuppressie, voordoen.
Als de behandeling met DuoResp Spiromax
moet worden stopgezet als gevolg van een overdosis met
de formoterol-component van het geneesmiddel, moet het verstrekken van een geschikte behandeling
met een inhalatiecorticosteroïd worden overwogen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
luchtwegen, adrenerge en andere geneesmiddelen tegen obstructieve aandoeningen van de luchtwegen.
ATC-code: R03AK07
Werkingsmechanisme en farmacodynamische effecten
DuoResp Spiromax
bevat formoterol en budesonide, die verschillende werkingsmechanismen hebben
en additieve effecten tonen op het gebied van vermindering van astma-exacerbaties.
Budesonide
Budesonide is een glucocorticosteroïd die na inhalering een dosisafhankelijke ontstekingsremmende
werking heeft in de luchtwegen, wat resulteert in een afname van de symptomen en minder astma-
exacerbaties. Geïnhaleerd budesonide heeft minder ernstige bijwerkingen dan systemische
corticosteroïden. Het precieze mechanisme dat verantwoordelijk is voor het ontstekingsremmende
effect van glucocorticosteroïden is niet bekend.
Formoterol
Formoterol is een selectieve 2-adrenoceptoragonist die bij inhalatie een snelle en langwerkende
relaxatie van de bronchiale gladde spieren tot gevolg heeft bij patiënten met reversibele
luchtwegobstructie. Het bronchodilaterende effect is dosisafhankelijk, met een begin van het effect
binnen 1-3 minuten. De duur van het effect is ten minste 12 uur na een enkele dosis.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Astma
Onderhoudsbehandeling met budesonide/formoterol
Klinisch onderzoek bij volwassenen heeft aangetoond dat het toevoegen van formoterol aan
budesonide de symptomen van astma en de longfunctie verbetert, en de exacerbaties vermindert.
In twee onderzoeken van 12 weken was het effect van budesonide/formoterol op de longen gelijk aan
dat van de vrije combinatie van budesonide en formoterol, en was groter dan dat van budesonide
alleen. Alle behandelgroepen gebruikten ter verlichting van acute klachten een kortwerkende 2-
adrenoceptoragonist. Het anti-astmatische effect verminderde niet in de tijd.
COPD
In twee onderzoeken van 12 maanden werd het effect op de longfunctie en het percentage exacerbaties
(gedefinieerd als kuren van orale steroïden en/of een kuur met antibiotica en/of ziekenhuisopnames)
bij patiënten met ernstige COPD geëvalueerd. Mediane FEV1 bij opname in de onderzoeken was 36%
van de voorspelde normaalwaarde. Het gemiddelde aantal exacerbaties per jaar (zoals hierboven
gedefinieerd) was aanzienlijk verminderd met budesonide/formoterol in vergelijking met behandeling
met alleen formoterol of placebo (gemiddeld 1,4 vergeleken met 1,8-1,9 in de placebo/formoterol-
groep). Het gemiddelde aantal dagen op orale corticosteroïden/patiënt gedurende de 12 maanden was
enigszins verminderd in de budesonide/formoterol-groep (7-8 dagen/patiënt/jaar vergeleken met
respectievelijk 11-12 en 9-12 dagen in de placebo en formoterol-groepen). Voor veranderingen in
longfunctieparameters, zoals FEV1, was budesonide/formoterol niet superieur aan behandeling met
alleen formoterol.
Inspiratoire peakflowsnelheid via het Spiromax-apparaat
Er werd een gerandomiseerd, open-label placebo-onderzoek uitgevoerd bij kinderen en jongeren tot 18
jaar met astma (6-17 jaar oud), volwassenen met astma (18-45 jaar oud), volwassenen met chronische
inspiratoire peakflowsnelheid (PIFR, peak inspiratory flow rate) en andere inhalatieparameters te
beoordelen na inhalatie via een Spiromax-apparaat (met placebo) in vergelijking tot inhalatie via een
al in de handel gebrachte droogpoederinhalator met multidosis (met placebo). De gevolgen van een
verbeterde training in de inhalatietechniek van een droogpoederinhalator op inhalatiesnelheid en
inhalatievolume werd ook bij deze groepen proefpersonen geëvalueerd. Uit de gegevens van het
onderzoek bleek dat ongeacht de leeftijd en de onderliggende ernst van de ziekte, kinderen, jongeren
tot 18 jaar en volwassenen met astma en patiënten met COPD in staat waren om een
inademingssnelheid door de Spiromax inhalator te behalen die vergelijkbaar was met die van de in de
handel gebrachte droogpoederinhalator met multidosis. De gemiddelde PIFR die door patiënten met
astma of COPD werd behaald was meer dan 60 L/min, een stroomsnelheid waarvan bekend is dat
beide inhalatoren vergelijkbare hoeveelheden geneesmiddel in de longen afgeven. Zeer weinig
patiënten hadden PIFR's onder 40 L/min; bij PIFR's van minder dan 40 L/min leek er geen clustering
op leeftijd of ziekte-ernst te zijn.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Het is aangetoond dat de vaste-dosiscombinatie van budesonide en formoterol, en de
corresponderende monoproducten bio-equivalent zijn met betrekking tot systemische blootstelling aan
respectievelijk budesonide en formoterol. Desondanks werd er na het toedienen van de vaste-
dosiscombinatie een kleine toename in de suppressie van cortisol waargenomen
in vergelijking met de
monoproducten. Het verschil wordt niet geacht van invloed te zijn op de klinische veiligheid.
Er was geen bewijs van farmacokinetische interacties tussen budesonide en formoterol.
Farmacokinetische parameters voor de respectievelijke stoffen waren vergelijkbaar na het toedienen
van budesonide en formoterol als monoproducten of als de vaste-dosiscombinatie. Bij budesonide was
de AUC een klein beetje hoger, de absorptie sneller en de maximale plasmaconcentratie hoger na het
toedienen van de vaste combinatie. Voor formoterol was de maximale plasmaconcentratie
vergelijkbaar na het toedienen van de vaste combinatie. Geïnhaleerde budesonide wordt snel
geabsorbeerd en de maximale plasmaconcentratie wordt binnen 30 minuten na inhalatie bereikt. In
onderzoeken varieerde de gemiddelde afzetting van budesonide in de longen na inhalatie met behulp
van de poederinhalator van 32% tot 44% van de afgegeven dosis. De systemische biologische
beschikbaarheid is ongeveer 49% van de afgegeven dosis. Bij kinderen van 6-16 jaar oud valt de
afzetting in de longen in hetzelfde bereik als bij volwassenen voor dezelfde afgegeven dosis. De
resulterende plasmaconcentraties werden niet bepaald.
Geïnhaleerde formoterol wordt snel geabsorbeerd en de maximale plasmaconcentratie wordt binnen
10 minuten na inhalatie bereikt. In onderzoeken varieerde de gemiddelde afzetting van formoterol in
de longen na inhalatie met behulp van de poederinhalator van 28% tot 49% van de afgegeven dosis.
De systemische biologische beschikbaarheid is ongeveer 61% van de afgegeven dosis.
Distributie
Plasma-eiwitbinding is ongeveer 50% voor formoterol en 90% voor budesonide. Het distributievolume
is ongeveer 4 l/kg voor formoterol en 3 l/kg voor budesonide. Formoterol wordt geïnactiveerd via
conjugatiereacties (er worden actieve O-gedemethyleerde en gedeformyleerde metabolieten gevormd,
maar deze worden hoofdzakelijk waargenomen als geïnactiveerde conjugaten). Budesonide ondergaat
in de eerste passage door de lever een grote mate (ongeveer 90%) van biotransformatie naar
metabolieten met een lage glucocorticosteroïde werking. De glucocorticosteroïde werking van de
belangrijkste metabolieten, 6-bèta-hydroxy-budesonide en 16-alfa-hydroxy-prednisolon, is minder dan
1% van die van budesonide. Er zijn geen aanwijzingen voor enige metabolische interacties of
competitie tussen formoterol en budesonide.
Eliminatie
getransformeerd, gevolgd door renale uitscheiding. Na inhalatie wordt 8% tot 13% van de afgegeven
dosis formoterol ongemetaboliseerd uitgescheiden in de urine. Formoterol heeft een hoge systemische
klaring (ongeveer 1,4 l/min) en de terminale eliminatiehalfwaardetijd is gemiddeld 17 uur.
Budesonide wordt geëlimineerd via metabolisme dat voornamelijk gekatalyseerd wordt door het
enzym CYP3A4. De metabolieten van budesonide worden als zodanig in de urine geëlimineerd of in
geconjugeerde vorm. Er werden slechts verwaarloosbare hoeveelheden onveranderde budesonide in de
urine aangetroffen. Budesonide heeft een hoge systemische klaring (ongeveer 1,2 l/min) en de plasma-
eliminatiehalfwaardetijd na intraveneuze dosering is gemiddeld 4 uur.
Farmacokinetische/farmacodynamische relatie(s)
De farmacokinetiek van budesonide of formoterol bij kinderen en patiënten met nierinsufficiëntie is
niet bekend. Blootstelling aan budesonide en formoterol kan hoger zijn bij patiënten met leverziekte.
Farmacokinetisch profiel van DuoResp Spiromax
In farmacokinetisch onderzoek met en zonder een houtskoolblok werd DuoResp Spiromax
geëvalueerd door het te vergelijken met een alternatief goedgekeurd inhalatieproduct dat een vaste-
dosiscombinatie van dezelfde werkzame stoffen, budesonide en formoterol, bevatte. Het bleek
equivalent te zijn in zowel systemische blootstelling (veiligheid) als afzetting in de longen
(werkzaamheid).
Lineariteit/non-lineariteit
Systemische blootstelling aan zowel budesonide als formoterol is op lineaire wijze gecorreleerd met de
toegediende dosis.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
De toxiciteit van budesonide en formoterol die in dieronderzoeken werd waargenomen, in combinatie
of afzonderlijk, waren effecten die samenhingen met versterkte farmacologische activiteit.
In reproductieonderzoek met dieren is aangetoond dat corticosteroïden zoals budesonide
misvormingen veroorzaken (hazenlip, misvormingen van het skelet). Deze experimentele resultaten bij
dieren lijken echter bij de aanbevolen doseringen niet relevant te zijn voor mensen.
Reproductieonderzoek met dieren met formoterol hebben een iets verlaagde vruchtbaarheid bij
mannelijke ratten aangetoond bij hoge systemische blootstelling en implantatieverlies, evenals een
verminderde vroege postnatale overleving en een lager geboortegewicht bij aanzienlijk hogere doses
dan die tijdens klinisch gebruik worden bereikt. Deze experimentele resultaten bij dieren lijken echter
niet relevant te zijn voor mensen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Lactosemonohydraat (bevat melkeiwitten).
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C.
Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de folieverpakking.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
De inhalator is wit met een semi-transparant wijnrood dopje op het mondstuk. De delen van de
inhalator die contact maken met geneesmiddel/slijmvliezen zijn gemaakt van acrylonitril-butadieen-
styreen (ABS), polyethyleen (PE) en polypropyleen (PP). Elke inhalator bevat 60 doses en is verpakt
in folie.
Verpakkingsgrootten van 1, 2 of 3 inhalatoren.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V.
Swensweg 5, 2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/920/004
EU/1/14/920/005
EU/1/14/920/006
9.
DATUM EERSTE VERGUNNINGVERLENING/VERLENGING VAN DE
VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 28 april 2014.
Datum van laatste verlenging: 8 april 2019
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Norton (Waterford) Limited T/A Teva Pharmaceuticals Ireland
Unit 27/35 IDA Industrial Park
Cork Road
Waterford
Ierland
Teva Pharmaceuticals Europe B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Teva Operations Poland Sp. z o.o.
Mogilska 80 Str. 31-546 Kraków
Polen
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoResp Spiromax 160 microgram /4,5 microgram inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Zijkant: Elke afgegeven dosis bevat 160 microgram budesonide en 4,5 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 200 microgram budesonide en 6 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Voorkant: Deze afgegeven dosis komt overeen met een afgemeten dosis van 200 microgram
budesonide en 6 microgram formoterolfumaraatdihydraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder
1 inhalator met 120 doses.
2 inhalators met elk 120 doses
3 inhalators met elk 120 doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Voorkant:
Niet voor gebruik door kinderen tot 12 jaar.
Zijkant:
Uitsluitend voor gebruik door volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder. Niet voor
gebruik bij kinderen tot 12 jaar.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Gebruik het product binnen 6 maanden na verwijdering van de folieverpakking.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de
folieverpakking.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V., Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/920/001
EU/1/14/920/002
EU/1/14/920/003
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
DuoResp Spiromax 160 mcg/4,5 mcg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
FOLIE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
DuoResp Spiromax 160 microgram/4,5 microgram inhalatiepoeder
budesonide/ formoterolfumaraatdihydraat
Voor inhalatie.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
Bevat 1 inhalator
6.
OVERIGE
Houd het dopje van het mondstuk gesloten en gebruik binnen 6 maanden na verwijdering van de
folieverpakking.
Teva Pharma B.V.
WORDEN VERMELD
INHALATOR
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
DuoResp Spiromax 160 mcg/4,5 mcg inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
Voor inhalatie.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
120 doses
6.
OVERIGE
Begin
Teva Pharma B.V.
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
DuoResp Spiromax 320 microgram/9 microgram inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Zijkant: Elke afgegeven dosis bevat 320 microgram budesonide en 9 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 400 microgram budesonide en 12 microgram
formoterolfumaraatdihydraat.
Voorkant: Deze afgegeven dosis komt overeen met een afgemeten dosis van 400 microgram
budesonide en 12 microgram formoterolfumaraatdihydraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose. Zie bijsluiter voor meer informatie
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Inhalatiepoeder
1 inhalator met 60 doses
2 inhalators met elk 60 doses
3 inhalators met elk 60 doses
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Inhalatie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Voorkant: Niet voor gebruik door kinderen tot 12 jaar.
Zijkant: Uitsluitend voor gebruik door volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder. Niet voor
gebruik bij kinderen tot 12 jaar.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Gebruik het product binnen 6 maanden na verwijdering van de folieverpakking.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de
folieverpakking.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN
(INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V., Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/14/920/004
EU/1/14/920/005
EU/1/14/920/006
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
DuoResp Spiromax 320 mcg/9 mcg
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
FOLIE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
DuoResp Spiromax 320 microgram/9 microgram inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
Voor inhalatie.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
Bevat 1 inhalator
6.
OVERIGE
Houd het dopje van het mondstuk gesloten en gebruik binnen 6 maanden na verwijdering van de
folieverpakking.
Teva Pharma B.V.
WORDEN VERMELD
INHALATOR
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
DuoResp Spiromax 320 mcg/9 mcg inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat.
Voor inhalatie.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
60 doses
6.
OVERIGE
Begin
Teva Pharma B.V.
B. BIJSLUITER
DuoResp Spiromax 160 microgram/4,5 microgram inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is DuoResp Spiromax en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is DuoResp Spiromax en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
DuoResp Spiromax bevat twee verschillende werkzame stoffen: budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat.
·
Budesonide behoort tot een groep geneesmiddelen die `corticosteroïden', of ook `steroïden'
wordt genoemd. Het werkt door het verminderen en voorkomen van zwelling en ontsteking in
uw longen en helpt om het ademhalen makkelijker te maken.
·
Formoterolfumaraatdihydraat behoort tot een groep geneesmiddelen die `langwerkende 2-
adrenoceptoragonisten' of `luchtwegverwijders' worden genoemd. Het werkt door de spieren in
uw luchtwegen te ontspannen. Dit helpt om de luchtwegen open te maken en hierdoor kunt u
gemakkelijker ademen.
DuoResp Spiromax mag alleen worden voorgeschreven voor gebruik bij volwassenen en
jongeren in de leeftijd van 12 jaar en ouder.
Uw arts heeft u dit geneesmiddel voorgeschreven om astma of chronische obstructieve longziekte
(COPD) te behandelen.
Astma
DuoResp Spiromax kan op twee verschillende wijzen voor astma worden voorgeschreven.
a) Er kunnen u twee astma-inhalatoren worden voorgeschreven: DuoResp Spiromax samen met
een afzonderlijke inhalator met een kortwerkende luchtwegverwijder voor `reliever'-gebruik
(ter verlichting van acute benauwdheidsklachten), zoals salbutamol.
·
Gebruik DuoResp Spiromax elke dag. Dit helpt om de verschijnselen van astma, zoals
kortademigheid en piepende ademhaling (`wheezing'), te voorkomen.
·
Gebruik de `reliever'-inhalator als u verschijnselen van astma krijgt, om het ademen weer
gemakkelijker te maken.
·
Gebruik DuoResp Spiromax elke dag. Dit helpt om de verschijnselen van astma, zoals
kortademigheid en piepende ademhaling (`wheezing'), te voorkomen.
·
Gebruik DuoResp Spiromax ook als u extra inhalaties of pufs nodig heeft voor het verlichten
van de verschijnselen van astma, om het ademen weer gemakkelijker te maken en als u dit met
uw arts heeft afgesproken ook om te voorkomen dat u verschijnselen van astma krijgt
(bijvoorbeeld bij lichamelijke inspanning of blootstelling aan iets waar u allergisch voor kan
zijn (allergenen)). U heeft hier geen afzonderlijke inhalator voor nodig.
Chronische obstructieve longziekte (COPD)
COPD is een chronische aandoening van de luchtwegen in de longen die vaak wordt veroorzaakt door
het roken van sigaretten. Verschijnselen zijn onder meer kortademigheid, hoesten, pijn op de borst en
ophoesten van slijm. DuoResp Spiromax kan ook worden gebruikt om de verschijnselen van ernstige
COPD te behandelen, maar alleen bij volwassenen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt indien:
·
u suikerziekte (diabetes) heeft.
·
u een longinfectie heeft.
·
u hoge bloeddruk heeft of als u ooit hartklachten heeft gehad (waaronder een onregelmatige
hartslag, een zeer snelle pols, vernauwing van de slagaders of hartfalen).
·
u problemen met uw schildklier of bijnieren heeft.
·
u een lage kaliumspiegel in het bloed heeft.
·
u ernstige leverproblemen heeft.
·
u regelmatig alcohol drinkt.
Als u steroïde tabletten voor uw astma of COPD heeft gebruikt, kan uw arts het aantal tabletten dat u
neemt verminderen zodra u DuoResp Spiromax begint te gebruiken. Als u gedurende lange tijd
steroïde tabletten heeft genomen, zal uw arts regelmatig een bloedonderzoek willen laten uitvoeren.
Bij het afbouwen van steroïde tabletten, kunt u zich in het algemeen onwel voelen, hoewel de
verschijnselen in de borstkas kunnen verbeteren. U kunt last krijgen van verschijnselen zoals een
verstopte neus of een loopneus, zwakte of gewrichtspijn of spierpijn en huiduitslag (eczeem). Als een
van deze verschijnselen u last veroorzaken, of als zich verschijnselen voordoen zoals hoofdpijn,
vermoeidheid, misselijkheid of braken (overgeven), neem dan
onmiddellijk contact op met uw arts. U
moet mogelijk andere geneesmiddelen gebruiken als u allergische of artritisverschijnselen ontwikkelt.
U dient met uw arts te praten als u zich zorgen maakt of u wel moet doorgaan met het gebruik van
DuoResp Spiromax.
Uw arts kan overwegen om steroïde tabletten aan uw gebruikelijke behandeling toe te voegen als u een
ziekte, zoals een infectie in de borstkas, heeft of voor een operatie.
Neem contact op met uw arts als u last heeft van wazig zien of andere visuele stoornissen.
Kinderen
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen onder de 12 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast DuoResp Spiromax nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan
of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel
dat dan uw arts of apotheker.
·
Bètablokkers (zoals atenolol of propranolol voor hoge bloeddruk of een hartaandoening),
inclusief oogdruppels (zoals timolol voor glaucoom).
·
Oxytocine, dat aan zwangere vrouwen wordt gegeven om de bevalling op te wekken.
·
Geneesmiddelen voor een snelle of onregelmatige hartslag (zoals kinidine, disopyramide,
procaïnamide en terfenadine).
·
Geneesmiddelen zoals digoxine, die vaak worden gebruikt om hartfalen te behandelen.
·
Diuretica, ook bekend als `plaspillen' (zoals furosemide). Deze worden gebruikt om hoge
bloeddruk te behandelen.
·
Steroïde tabletten die via de mond worden ingenomen (zoals prednisolon).
·
Xanthinederivaten (zoals theofylline of aminofylline). Deze worden vaak gebruikt om astma te
behandelen.
·
Andere luchtwegverwijders (zoals salbutamol).
·
Tricyclische antidepressiva (zoals amitriptyline) en het antidepressivum nefazodon.
·
Middelen tegen onder andere een depressieve stemming, zoals MAO-remmers en
geneesmiddelen met vergelijkbare eigenschappen (zoals het antibioticum furazolidon en het
chemotherapiegeneesmiddel procarbazine).
·
Middelen tegen psychose met fenothiazines (zoals chloorpromazine en prochloorperazine).
·
Geneesmiddelen die `HIV-proteaseremmers' worden genoemd (zoals ritonavir) om een HIV-
infectie te behandelen.
·
Geneesmiddelen tegen infecties (zoals ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol,
claritromycine en telitromycine).
·
Geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson (zoals levodopa).
·
Geneesmiddelen voor schildklierproblemen (zoals levothyroxine).
Sommige geneesmiddelen kunnen de effecten van DuoResp Spiromax vergroten en het kan zijn dat
uw arts u zorgvuldig wil controleren als u deze geneesmiddelen gebruikt (waaronder enkele
geneesmiddelen voor HIV: ritonavir, cobicistat).
Als een van het bovenstaande op u van toepassing is, of als u niet zeker bent, overleg dan met uw arts,
apotheker of verpleegkundige voordat u DuoResp Spiromax gaat gebruiken.
Stel uw arts, apotheker of verpleegkundige ook op de hoogte als u een algehele narcose moet hebben
voor een operatie of een tandheelkundige ingreep. Dit om het mogelijke risico te verkleinen dat dit
middel invloed heeft op het narcosemiddel dat u krijgt.
Zwangerschap en borstvoeding
·
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem
dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Gebruik dit geneesmiddel NIET tenzij uw arts u dat zegt.
·
Als u zwanger wordt terwijl u DuoResp Spiromax gebruikt, moet u NIET met DuoResp
Spiromax stoppen maar
onmiddellijk met uw arts overleggen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
DuoResp Spiromax heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid of op het
vermogen om machines te bedienen.
DuoResp Spiromax bevat lactose
Lactose is een soort suiker dat in melk voorkomt. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde
suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts, apotheker of verpleegkundige u dat heeft
verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
·
Het is belangrijk om de DuoResp Spiromax elke dag te gebruiken, zelfs als u op het moment
geen verschijnselen van astma of COPD heeft.
·
Als u DuoResp Spiromax voor astma gebruikt, zal uw arts uw verschijnselen regelmatig willen
controleren.
Astma
DuoResp Spiromax kan op twee verschillende manieren voor astma worden voorgeschreven. De
hoeveelheid DuoResp Spiromax die u gebruikt en wanneer u die moet gebruiken hangt af van hoe het
aan u is voorgeschreven.
·
Als u DuoResp Spiromax en een `reliever'-inhalator met snelwerkende luchtwegverwijder is
voorgeschreven, lees dan de rubriek
`(A) Gebruik van DuoResp Spiromax en een `reliever'-
inhalator.
·
Als u DuoResp Spiromax als uw enige inhalator is voorgeschreven, lees dan de rubriek
`(B)
Gebruik van DuoResp Spiromax als uw enige astma-inhalator'.
(A) Gebruik van DuoResp Spiromax en een `reliever'-inhalator
Gebruik uw DuoResp Spiromax elke dag. Dit helpt om de verschijnselen van astma te voorkomen.
Aanbevolen dosering:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder):
- 1 of 2 inhalaties (puffen), tweemaal daags, in de ochtend en avond genomen.
Uw arts kan dit verhogen tot 4 inhalaties, tweemaal daags.
Als uw verschijnselen goed onder controle zijn gebracht, kan uw arts u vragen om uw geneesmiddel
eenmaal daags te gebruiken.
Jongeren (in de leeftijd van 12 jaar en ouder)
1 of 2 inhalaties tweemaal daags.
Uw arts zal u helpen om uw astma onder controle te houden en de dosering van dit geneesmiddel
aanpassen naar de laagste doses die uw astma onder controle houdt. Als uw arts van oordeel is dat u
een lagere dosis nodig heeft dan beschikbaar is in de DuoResp Spiromax, kan hij of zij een
alternatieve inhalator voorschrijven met dezelfde actieve bestanddelen als in de DuoResp Spiromax,
maar met een lagere dosis van het corticosteroïd. Als uw verschijnselen goed onder controle zijn
gebracht, kan uw arts u vragen om uw geneesmiddel eenmaal daags te gebruiken. Pas het aantal door
uw arts voorgeschreven inhalaties echter niet aan zonder eerst met uw arts te overleggen.
Gebruik uw `reliever'-inhalator met snelwerkende luchtwegverwijder om de acute
verschijnselen van astma te verlichten wanneer ze gebeuren.
Houd uw `reliever'-inhalator altijd bij u en gebruik het om plotselinge aanvallen van kortademigheid
en piepende ademhaling (`wheezing') te verlichten. Gebruik DuoResp Spiromax niet om deze
verschijnselen van astma te behandelen.
(B) Gebruik van DuoResp Spiromax als uw enige astma-inhalator
Gebruik DuoResp Spiromax alleen op deze wijze als uw arts u dat heeft verteld.
Gebruik uw DuoResp Spiromax elke dag. Dit helpt om de verschijnselen van astma te voorkomen.
Aanbevolen dosering
Volwassenen en jongeren (in de leeftijd van 12 jaar en ouder)
- 1 inhalatie in de ochtend
en 1 inhalatie in de avond
- 2 inhalaties in de ochtend
of
- 2 inhalaties in de avond
Uw arts kan dit verhogen tot 2 inhalaties, tweemaal daags.
Gebruik DuoResp Spiromax ook ter verlichting van de acute verschijnselen van astma wanneer ze zich
voordoen en om te voorkomen dat u verschijnselen van astma krijgt (bijvoorbeeld bij lichamelijke
inspanning of blootstelling aan iets waar u allergisch voor kan zijn (allergenen)).
·
Als u verschijnselen van astma krijgt, neem dan 1 inhalatie en wacht een paar minuten.
·
Als u zich niet beter voelt neemt u nog een inhalatie.
·
Neem niet meer dan 6 inhalaties in één keer.
Houd uw DuoResp Spiromax altijd bij u en gebruik het om plotselinge aanvallen van kortademigheid
en piepende ademhaling (`wheezing') te verlichten.
Een totale dagelijkse dosis van meer dan 8 inhalaties is normaal gesproken niet nodig. Uw arts kan u
echter toestaan om voor een beperkte tijd maximaal 12 inhalaties per dag te gebruiken.
Als u regelmatig 8 of meer inhalaties per dag nodig heeft, maak dan een afspraak om uw arts te zien.
Hij/zij moet misschien uw behandeling wijzigen.
Gebruik in totaal NIET meer dan 12 inhalaties in 24 uur.
Als u tijdens inspanning astmaverschijnselen krijgt, gebruik DuoResp Spiromax dan zoals hier
voorgeschreven. Gebruik DuoResp Spiromax echter niet voorafgaand aan de inspanning om
verschijnselen van astma te voorkomen. Het is belangrijk dat u met uw arts het gebruik van DuoResp
Spiromax voor het voorkomen van verschijnselen van astma bespreekt; hoe vaak u lichamelijke
inspanning levert of hoe vaak u aan allergenen wordt blootgesteld, kan van invloed zijn op de
behandeling die u krijgt voorgeschreven.
Chronische obstructieve longziekte (COPD)
Aanbevolen dosering:
Alleen volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder):
- 2 inhalaties tweemaal daags, in de ochtend en avond genomen.
Uw arts kan ook een andere luchtwegverwijder voor uw COPD ziekte voorschrijven, bijvoorbeeld een
anticholinergicum (zoals tiotropium of ipratropiumbromide).
Het voorbereiden van uw nieuwe DuoResp Spiromax
Voordat u uw nieuwe DuoResp Spiromax
voor het eerst gebruikt, moet u het als volgt voorbereiden
voor gebruik:
·
Open het foliezakje door het bij de inkeping aan de bovenkant van het foliezakje open te
scheuren en neem de inhalator eruit.
·
Controleer de dosisindicator om te zien of er 120 doses in de inhalator zitten.
·
Schrijf de datum waarop u de folieverpakking opende op het etiket van de inhalator.
·
Uw inhalator vóór gebruik niet schudden.
Hoe inhaleert u
Elke keer dat u een inhalatie nodig heeft, volgt u de onderstaande instructies.
1.
Houd uw inhalator met het halfdoorzichtige wijnrode dopje van het mondstuk naar beneden.
2. Open het dopje van het mondstuk door het naar beneden te vouwen tot u één luide klik hoort. Uw
geneesmiddel is nu afgemeten. Uw inhalator is nu klaar voor gebruik.
3. Langzaam uitademen (zo ver als comfortabel is). Niet door uw inhalator uitademen.
4. Plaats het mondstuk tussen uw tanden. Niet op het mondstuk bijten. Sluit uw lippen rond het
mondstuk. Let op dat u de luchtgaatjes niet blokkeert.
Adem zo diep en krachtig als u kunt in door uw mond.
5.
Haal uw inhalator uit uw mond. Het is mogelijk dat u een smaakje proeft wanneer u uw
inhalatie gebruikt.
6.
Houd uw adem gedurende 10 seconden in of zolang als comfortabel is.
7.
Adem vervolgens langzaam uit (niet door de inhalator uitademen).
Sluit het dopje op het
mondstuk.
Herhaal stap 1 tot en met 7 als u een tweede inhalatie moet hebben.
Spoel na elke dosis uw mond met water en spuug het uit.
Probeer niet uw inhalator uit elkaar te halen, of het dopje van het mondstuk er af te halen of af te
draaien. Het is aan uw inhalator bevestigd en moet er niet afgehaald worden. Gebruik uw Spiromax
niet als het beschadigd is of als het mondstuk van uw Spiromax is losgeraakt. Open en sluit het dopje
van het mondstuk niet tenzij u op het punt staat een inhalatie te gebruiken.
Reinigen van uw Spiromax
Houd uw Spiromax droog en schoon.
Indien nodig kunt u het mondstuk van uw Spiromax na gebruik schoonvegen met een droog doekje of
tissue.
Wanneer moet u met een nieuwe Spiromax beginnen
·
De dosisindicator laat u zien hoeveel doses (inhalaties) er nog in uw inhalator zitten, beginnend
met 120 als hij vol is en eindigend met 0 (nul) als hij leeg is.
·
De dosisindicator, achterop de inhalator, laat het aantal resterende inhalaties in even aantallen
zien. De ruimtes tussen de even aantallen staan voor het oneven aantal resterende inhalaties.
·
Voor resterende inhalaties van 20 en lager naar `8', `6','4','2' worden de getallen in het rood op
een witte achtergrond weergegeven. Als de getallen in het venstertje rood worden, dient u uw
arts te raadplegen en een nieuwe inhalator te krijgen.
NB:
·
Het mondstuk klikt nog wel zelfs als uw Spiromax leeg is.
·
Als u het mondstuk opent en sluit zonder een inhalatie te gebruiken, registreert de dosisindicator
dat wel als een telling. Deze dosis wordt veilig in de inhalator bewaard tot het tijd is voor de
volgende inhalatie. Het is onmogelijk om in één inhalatie per ongeluk extra geneesmiddel te
nemen of een dubbele dosis.
·
Houd het mondstuk altijd gesloten tenzij u op het punt staat een inhalatie te gebruiken.
Als u denkt dat u buiten adem raakt of kortademig bent als u DuoResp Spiromax gebruikt, moet u de
DuoResp Spiromax blijven gebruiken, maar zo spoedig mogelijk naar uw arts gaan omdat u mogelijk
een extra behandeling nodig heeft.
Neem
onmiddellijk contact op met uw arts als:
·
uw ademhaling slechter wordt of als u 's nachts vaak wakker wordt met kortademigheid of
piepende ademhaling (`wheezing').
·
u 's morgens een beklemmend gevoel op de borst krijgt of het beklemmende gevoel langer
duurt dan normaal.
Deze verschijnselen kunnen betekenen dat uw astma of COPD niet voldoende onder controle is
gebracht en u moet mogelijk
onmiddellijk een andere of een extra behandeling krijgen.
Zodra uw astma goed onder controle is gebracht kan uw arts overwegen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verminderen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het is belangrijk dat u de doses volgens het voorschrift van uw arts neemt. U dient uw voorgeschreven
aantal doses niet zonder medisch advies te overschrijden.
Heeft u te veel DuoResp Spiromax gebruikt, neem dan contact op met uw arts of apotheker voor
advies.
De meest voorkomende verschijnselen die kunnen optreden nadat u meer DuoResp Spiromax gebruikt
dan u zou moeten, zijn beven, hoofdpijn of een snelle hartslag.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u vergeten bent een dosis te nemen, doe dit dan zo snel als u het zich herinnert. Neem
geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Als het bijna tijd is voor uw volgende dosis, neem die
dan op het gebruikelijke tijdstip.
Als u een piepende ademhaling (`wheezing') krijgt of kortademig wordt, of andere verschijnselen van
een astma-aanval krijgt,
gebruik dan uw `reliever'-inhalator voor verlichting van de
verschijnselen zoals voorgeschreven, en raadpleeg vervolgens een arts.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van uw inhalator zonder uw arts eerst op de hoogte te stellen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Als een van het volgende u overkomt, stop dan met het gebruik van DuoResp Spiromax en
overleg onmiddellijk met uw arts:
Zeldzame bijwerkingen: kunnen optreden bij 1 op 1000 mensen
·
Zwellen van het gezicht, vooral rond uw mond (tong en/of keel en/of moeite met slikken) of
netelroos samen met moeilijke ademhaling (angio-oedeem) en/of een plotseling gevoel van
jeuk voorkomen.
·
Bronchospasmen (verkramping van de spieren in de luchtwegen wat een piepende ademhaling
(`wheezing') en kortademigheid veroorzaakt). Als de piepende ademhaling plotseling begint
nadat u dit geneesmiddel gebruikt, stop dan met het middel en overleg
onmiddellijk met uw
arts (zie hieronder).
Zeer zeldzame bijwerkingen: kunnen optreden bij maximaal 1 op 10.000 mensen
·
Plotselinge, onverwachte en acute piepende ademhaling (`wheezing') en/of kortademigheid
onmiddellijk na het gebruik van uw inhalator. Als een van deze verschijnselen (ook wel
`paradoxale bronchospasmen' genoemd) zich voordoet,
stop dan onmiddellijk met de
DuoResp Spiromax en gebruik uw aparte inhalator met kortwerkende luchtwegverwijder als u
die heeft. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts omdat uw behandeling mogelijk
gewijzigd moet worden.
Andere mogelijke bijwerkingen:
Vaak: kunnen optreden bij 1 op 10 mensen
·
Hartkloppingen (u voelt uw hart kloppen), trillen of schudden. Als deze effecten optreden zijn
ze meestal licht en verdwijnen meestal als u doorgaat met het gebruik van DuoResp Spiromax.
·
Spruw (een schimmelinfectie) in de mond. Dit komt waarschijnlijk minder vaak voor als u na
het gebruik van uw geneesmiddel uw mond met water spoelt.
·
Lichte keelpijn, hoesten en een hese stem
·
Hoofdpijn
·
Pneumonie (longinfectie) bij COPD-patiënten (vaak voorkomende bijwerking).
Vertel het aan uw arts als u last krijgt van een van de volgende verschijnselen tijdens het gebruik van
DuoResp Spiromax - dit kunnen verschijnselen van een longinfectie zijn:
·
koorts of koude rillingen
·
verhoogde productie van slijm, verandering van de kleur van het slijm
·
vaker hoesten of meer ademhalingsmoeilijkheden.
Soms: kunnen optreden bij 1 op 100 mensen
·
Rusteloos gevoel, nerveus, onrustig, angstig of boos
·
Verstoorde slaap
·
Duizeligheid
·
Misselijkheid
·
Een snelle hartslag
·
Blauwe plekken op de huid
·
Spierkrampen
·
Wazig zien.
Zelden: kunnen optreden bij 1 op 1000 mensen
·
Lage kaliumspiegel in uw bloed
·
Onregelmatige hartslag.
Zeer zelden: kunnen optreden bij 1 op 10.000 mensen
·
Depressie
·
Gedragsveranderingen, vooral bij kinderen
·
Pijn op de borst of beklemmend gevoel op de borst (angina pectoris)
·
Verstoring van het elektrisch systeem van het hart die geen verschijnselen veroorzaakt
(verlenging van het QTc-interval)
·
Een toename van de hoeveelheid suiker (glucose) in uw bloed, wat wordt aangetoond door een
bloedtest
Smaakveranderingen, zoals een onaangename smaak in de mond
·
Veranderingen in uw bloeddruk.
·
Inhalatiecorticosteroïden kunnen invloed hebben op de normale productie van steroïde
hormonen in uw lichaam, vooral als u gedurende langere tijd hoge doses gebruikt. De effecten
zijn onder andere:
·
Veranderingen in botmineraaldichtheid (dunner worden van de botten)
·
Cataract (vertroebeling van de lens in het oog)
·
Glaucoom (verhoogde druk in het oog)
·
Vertraagde groei bij kinderen en pubers
·
Een effect op de bijnier (een kleine klier naast de nieren). Verschijnselen van bijniersuppressie
kunnen vermoeidheid, zwakte, maagproblemen, waaronder misselijkheid, braken, pijn en
diarree, en donkere verkleuring van de huid en gewichtsverlies zijn.
Deze effecten doen zich zeer zelden voor en zijn veel minder waarschijnlijk met
inhalatiecorticosteroïden dan met orale corticosteroïde tabletten.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb,
Website: www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen
over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
·
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
·
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het
etiket of de doos van uw inhalator na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van
die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
·
Bewaren beneden 25oC.
Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de
folieverpakking.
·
Gebruik het product binnen 6 maanden na verwijdering van de folieverpakking. Gebruik
het etiket op de inhalator om de datum waarop u de folieverpakking opende, te noteren.
·
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn budesonide en formoterolfumaraatdihydraat. Elke
afgegeven (geïnhaleerde) dosis bevat 160 microgram budesonide en 4,5 microgram
formoterolfumaraatdihydraat. Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 200 microgram
budesonide en 6 microgram formoterolfumaraatdihydraat.
-
De andere stof in dit middel is lactosemonohydraat, dat melkeiwitten bevat (zie rubriek 2 onder
`DuoResp Spiromax bevat lactose').
Hoe ziet DuoResp Spiromax eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
DuoResp Spiromax is een inhalatiepoeder.
Elke DuoResp Spiromax inhalator bevat 120 inhalaties en heeft een witte kast met een halfdoorzichtig
wijnrood dopje op het mondstuk.
in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Teva Pharma B.V.,
Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland.
Fabrikant
Norton (Waterford) Limited T/A Teva Pharmaceuticals Ireland
Unit 27/35, IDA Industrial Park, Cork Road, Waterford, Ierland
Teva Pharmaceuticals Europe B.V., Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland
Teva Operations Poland Sp. z o.o. Mogilska 80 Str. 31-546 Kraków, Polen
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
UAB Teva Baltics
Tel/Tél: +32 3 820 73 73
Tel: +370 5 266 02 03
Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Te: +359 2 489 95 85
Belgique/Belgien
Tel/Tél: +32 3 820 73 73
Ceská republika
Magyarország
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +420 251 007 111
Tel.: +36 1 288 64 00
Danmark
Malta
Teva Denmark A/S
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tlf: +45 44 98 55 11
L-Irlanda
Tel: +44 207 540 7117
Deutschland
Nederland
Teva GmbH
Teva Nederland B.V.
Tel: +49 731 402 08
Tel: +31 800 0228 400
Eesti
Norge
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Teva Norway AS
Tel: +372 661 0801
Tlf: +47 6677 55 90
Österreich
Specifar A.B.E.E.
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
: +30 211 880 5000
Tel: +43 1 97007 0
España
Polska
Teva Pharma S.L.U.
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tél: +34 91 387 32 80
Tel.: +48 22 345 93 00
France
Portugal
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tél: +33 1 55 91 7800
Tel: +351 21 476 75 50
Hrvatska
România
Pliva Hrvatska d.o.o.
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: + 385 1 37 20 000
Tel: +4021 230 6524
Ireland
Slovenija
Teva Pharmaceuticals Ireland
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +44 207 540 7117
Tel: +386 1 58 90 390
Ísland
Slovenská republika
Alvogen ehf.
Teva Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: + 354 522 2900
Tel: +421 2 5726 7911
Italia
Suomi/Finland
Teva Italia S.r.l.
Teva Finland Oy
Tel: +39 028 917 981
Puh/Tel: +358 20 180 5900
Sverige
Specifar A.B.E.E.
Teva Sweden AB
Tel: +46 42 12 11 00
: +30 211 880 5000
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UAB Teva Baltics filile Latvij
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +371 67 323 666
Ireland
Tel: +44 207 540 7117
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in maand jjjj.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
DuoResp Spiromax 320 microgram/9 microgram inhalatiepoeder
budesonide/formoterolfumaraatdihydraat
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is DuoResp Spiromax en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie?
1.
Wat is DuoResp Spiromax en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
DuoResp Spiromax bevat twee verschillende werkzame stoffen: budesonide en
formoterolfumaraatdihydraat.
·
Budesonide behoort tot een groep geneesmiddelen die `corticosteroïden' of ook `steroïden'
wordt genoemd. Het werkt door het verminderen en voorkomen van zwelling en ontsteking in
uw longen en helpt om het ademhalen makkelijker te maken.
·
Formoterolfumaraatdihydraat behoort tot een groep geneesmiddelen die `langwerkende 2-
adrenoceptoragonisten' of `luchtwegverwijders' worden genoemd. Het werkt door de spieren in
uw luchtwegen te ontspannen. Dit helpt om de luchtwegen open te maken en hierdoor kunt u
gemakkelijker ademen.
DuoResp Spiromax mag alleen worden voorgeschreven voor gebruik bij volwassenen en
jongeren in de leeftijd van 12 jaar en ouder.
Uw arts heeft u dit geneesmiddel voorgeschreven om astma of chronische obstructieve longziekte
(COPD) te behandelen.
Astma
Voor gebruik bij astma zal uw arts DuoResp Spiromax samen met een afzonderlijke inhalator met een
snelwerkende luchtwegverwijder voor 'reliever'-gebruik (ter verlichting van acute
benauwdheidsklachten), zoals salbutamol voorschrijven.
·
Gebruik DuoResp Spiromax elke dag. Dit helpt om de verschijnselen van astma, zoals
kortademigheid en piepende ademhaling (`wheezing'), te voorkomen.
·
Gebruik de 'reliever'-inhalator als u verschijnselen van astma krijgt, om het ademen weer
gemakkelijker te maken.
Gebruik de DuoResp Spiromax 320/9 microgram niet als een 'reliever'-inhalator.
COPD is een chronische aandoening van de luchtwegen in de longen die vaak wordt veroorzaakt door
het roken van sigaretten. Verschijnselen zijn onder meer kortademigheid, hoesten, pijn op de borst en
ophoesten van slijm. DuoResp Spiromax kan ook worden gebruikt om de verschijnselen van ernstige
COPD te behandelen, maar alleen bij volwassenen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt indien:
·
u suikerziekte (diabetes) heeft.
·
u een longinfectie heeft.
·
u hoge bloeddruk heeft of als u ooit hartklachten heeft gehad (waaronder een onregelmatige
hartslag, een zeer snelle pols, vernauwing van de slagaders of hartfalen).
·
u problemen met uw schildklier of bijnieren heeft.
·
u een lage kaliumspiegel in het bloed heeft.
·
u ernstige leverproblemen heeft.
·
u regelmatig alcohol drinkt.
Als u steroïde tabletten voor uw astma of COPD heeft gebruikt, kan uw arts het aantal tabletten dat u
neemt verminderen zodra u DuoResp Spiromax begint te gebruiken. Als u gedurende lange tijd
steroïde tabletten heeft genomen, zal uw arts regelmatig een bloedonderzoek willen laten uitvoeren.
Bij het afbouwen van steroïde tabletten, kunt u zich in het algemeen onwel voelen, hoewel de
verschijnselen in de borstkas kunnen verbeteren. U kunt last krijgen van verschijnselen zoals een
verstopte neus of een loopneus, zwakte of gewrichtspijn of spierpijn en huiduitslag (eczeem). Als een
van deze verschijnselen u last veroorzaken, of als zich verschijnselen voordoen zoals hoofdpijn,
vermoeidheid, misselijkheid of braken (overgeven), neem dan
onmiddellijk contact op met uw arts. U
moet mogelijk andere geneesmiddelen gebruiken als u allergische of artritisverschijnselen ontwikkelt.
U dient met uw arts te praten als u zich zorgen maakt of u wel moet doorgaan met het gebruik van
DuoResp Spiromax.
Uw arts kan overwegen om steroïde tabletten aan uw gebruikelijke behandeling toe te voegen als u een
ziekte, zoals een infectie in de borstkas, heeft of voor een operatie.
Neem contact op met uw arts als u last heeft van wazig zien of andere visuele stoornissen.
Kinderen
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen onder de 12 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast DuoResp Spiromax nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan
of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel
dat dan uw arts of apotheker.
Stel met name uw arts of apotheker op de hoogte als u de volgende geneesmiddelen neemt:
·
Bètablokkers (zoals atenolol of propranolol voor hoge bloeddruk of een hartaandoening),
inclusief oogdruppels (zoals timolol voor glaucoom).
·
Oxytocine, dat aan zwangere vrouwen wordt gegeven om de bevalling op te wekken.
·
Geneesmiddelen voor een snelle of onregelmatige hartslag (zoals kinidine, disopyramide,
procaïnamide en terfenadine).
·
Geneesmiddelen zoals digoxine, die vaak worden gebruikt om hartfalen te behandelen.
Diuretica, ook bekend als `plaspillen' (zoals furosemide). Deze worden gebruikt om hoge
bloeddruk te behandelen.
·
Steroïde tabletten die via de mond worden ingenomen (zoals prednisolon).
·
Xanthinederivaten (zoals theofylline of aminofylline). Deze worden vaak gebruikt om astma te
behandelen.
·
Andere luchtwegverwijders (zoals salbutamol).
·
Tricyclische antidepressiva (zoals amitriptyline) en het anti-depressivum nefazodon.
·
Middelen tegen onder andere een depressieve stemming, zoals MAO-remmers en
geneesmiddelen met vergelijkbare eigenschappen (zoals het antibioticum furazolidon en het
chemotherapiegeneesmiddel procarbazine).
·
Middelen tegen psychose met fenothiazines (zoals chloorpromazine en prochloorperazine).
·
Geneesmiddelen die `HIV-proteaseremmers' worden genoemd (zoals ritonavir) om een HIV-
infectie te behandelen.
·
Geneesmiddelen tegen infecties (zoals ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol,
claritromycine en telitromycine).
·
Geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson (zoals levodopa).
·
Geneesmiddelen voor schildklierproblemen (zoals levothyroxine).
Sommige geneesmiddelen kunnen de effecten van DuoResp Spiromax vergroten en het kan zijn dat
uw arts u zorgvuldig wil controleren als u deze geneesmiddelen gebruikt (waaronder enkele
geneesmiddelen voor HIV: ritonavir, cobicistat).
Als een van het bovenstaande op u van toepassing is, of als u niet zeker bent, overleg dan met uw arts,
apotheker of verpleegkundige voordat u DuoResp Spiromax gaat gebruiken.
Stel uw arts, apotheker of verpleegkundige ook op de hoogte als u een algehele narcose moet hebben
voor een operatie of een tandheelkundige ingreep. Dit om het mogelijke risico te verkleinen dat dit
middel invloed heeft op het narcosemiddel dat u krijgt.
Zwangerschap en borstvoeding
·
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem
dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Gebruik dit geneesmiddel NIET tenzij uw arts u dat zegt.
·
Als u zwanger wordt terwijl u DuoResp Spiromax gebruikt, moet u NIET met DuoResp
Spiromax stoppen maar
onmiddellijk met uw arts overleggen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
DuoResp Spiromax heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid of op het
vermogen om machines te bedienen.
DuoResp Spiromax bevat lactose
Lactose is een soort suiker dat in melk voorkomt. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde
suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
·
Het is belangrijk om de DuoResp Spiromax elke dag te gebruiken, zelfs als u op het moment
geen verschijnselen van astma of COPD heeft.
·
Als u DuoResp Spiromax voor astma gebruikt, zal uw arts uw verschijnselen regelmatig willen
controleren.
Astma
Aanbevolen dosering:
Volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder)
1 inhalatie (puf), tweemaal daags, in de ochtend en avond genomen.
Uw arts kan dit verhogen tot 2 inhalaties, tweemaal daags.
Als uw verschijnselen goed onder controle zijn gebracht, kan uw arts u vragen om uw geneesmiddel
eenmaal daags te gebruiken.
Jongeren (in de leeftijd van 12 jaar en ouder)
1 inhalatie tweemaal daags.
Uw arts zal u helpen om uw astma onder controle te houden en de dosering van dit geneesmiddel
aanpassen naar de laagste doses die uw astma onder controle houdt. Als uw arts van oordeel is dat u
een lagere dosis nodig heeft dan beschikbaar is in de DuoResp Spiromax, kan hij of zij een
alternatieve inhalator voorschrijven met dezelfde actieve bestanddelen als in de DuoResp Spiromax
maar met een lagere dosis van het corticosteroïd. Als uw verschijnselen goed onder controle zijn
gebracht, kan uw arts u vragen om uw geneesmiddel eenmaal daags te gebruiken. Pas het aantal door
uw arts voorgeschreven inhalaties echter niet aan zonder eerst met uw arts te overleggen.
Gebruik uw aparte inhalator met snelwerkende luchtwegverwijder om de acute verschijnselen
van astma te verlichten wanneer ze gebeuren.
Houd uw 'reliever'-inhalator altijd bij u en gebruik het om plotselinge aanvallen van kortademigheid
en piepende ademhaling (`wheezing') te verlichten. Gebruik DuoResp Spiromax niet om deze
verschijnselen van astma te behandelen. Het is belangrijk dat u met uw arts het gebruik van DuoResp
Spiromax voor het voorkomen van verschijnselen van astma bespreekt; hoe vaak u lichamelijke
inspanning levert of hoe vaak u aan allergenen wordt blootgesteld, kunnen van invloed zijn op de
behandeling die u krijgt voorgeschreven.
Chronische obstructieve longziekte (COPD)
Aanbevolen dosering:
Alleen volwassenen (in de leeftijd van 18 jaar en ouder)
·
1 inhalatie tweemaal daags, in de ochtend en avond genomen.
Uw arts kan ook een andere luchtwegverwijder voor uw COPD voorschrijven, bijvoorbeeld een
anticholinergicum (zoals tiotropium of ipratropiumbromide).
Het voorbereiden van uw nieuwe DuoResp Spiromax
Voordat u uw nieuwe DuoResp Spiromax
voor het eerst gebruikt, moet u het als volgt voorbereiden
voor gebruik:
·
Open het foliezakje door het bij de inkeping aan de bovenkant van het foliezakje open te
scheuren en neem de inhalator eruit.
·
Controleer de dosisindicator om te zien of er 60 doses in de inhalator zitten.
·
Schrijf de datum waarop u de folieverpakking opende op het etiket van de inhalator.
·
Uw inhalator vóór gebruik niet schudden.
Hoe inhaleert u
Elke keer dat u een inhalatie nodig heeft, volgt u de onderstaande instructies.
1
.
Houd uw inhalator met het halfdoorzichtige wijnrode dopje van het mondstuk naar beneden.
2.
Open het dopje van het mondstuk door het naar beneden te vouwen tot u één luide klik hoort.
Uw geneesmiddel is nu afgemeten. Uw inhalator is nu klaar voor gebruik.
3.
Langzaam uitademen (zo ver als comfortabel is). Niet door uw inhalator uitademen.
4.
Plaats het mondstuk tussen uw tanden. Niet op het mondstuk bijten. Sluit uw lippen rond het
mondstuk. Let op dat u de luchtgaatjes niet blokkeert.
Adem zo diep en krachtig als u kunt in door uw mond.
5.
Haal uw inhalator uit uw mond. Het is mogelijk dat u een smaakje proeft wanneer u uw
inhalatie gebruikt.
6. Houd uw adem gedurende 10 seconden in of zolang als comfortabel is.
7.
Adem vervolgens langzaam uit (niet door de inhalator uitademen).
Sluit het dopje op het
mondstuk.
Herhaal stap 1 tot en met 7 als u een tweede inhalatie moet hebben.
Spoel na elke dosis uw mond met water en spuug het uit.
Probeer niet uw inhalator uit elkaar te halen, of het dopje van het mondstuk er af te halen of af te
draaien. Het is aan uw inhalator bevestigd en moet er niet afgehaald worden. Gebruik uw Spiromax
niet als het beschadigd is of als het mondstuk van uw Spiromax is losgeraakt. Open en sluit het dopje
van het mondstuk niet tenzij u op het punt staat een inhalatie te gebruiken.
Reinigen van uw Spiromax
Houd uw Spiromax droog en schoon.
Indien nodig kunt u het mondstuk van uw Spiromax na gebruik schoonvegen met een droog doekje of
tissue.
Wanneer moet u met een nieuwe Spiromax beginnen
·
De dosisindicator laat u zien hoeveel doses (inhalaties) er nog in uw inhalator zitten, beginnend
met 60 als hij vol is en eindigend met 0 (nul) als hij leeg is.
·
De dosisindicator, achterop de inhalator, laat het aantal resterende inhalaties in even aantallen
zien. De ruimtes tussen de even aantallen staan voor het oneven aantal resterende inhalaties.
·
Voor resterende inhalaties van 20 en lager naar `8', `6','4','2' worden de getallen in het rood op
een witte achtergrond weergegeven. Als de getallen in het venstertje rood worden, dient u uw
arts te raadplegen en een nieuwe inhalator te krijgen.
NB:
·
Het mondstuk klikt nog wel zelfs als uw Spiromax leeg is.
Als u het mondstuk opent en sluit zonder een inhalatie te gebruiken, registreert de dosisindicator
dat wel als een telling. Deze dosis wordt veilig in de inhalator bewaard tot het tijd is voor de
volgende inhalatie. Het is onmogelijk om in één inhalatie per ongeluk extra geneesmiddel te
nemen of een dubbele dosis.
·
Houd het mondstuk altijd gesloten tenzij u op het punt staat een inhalatie te gebruiken.
Belangrijke informatie over verschijnselen van uw astma of COPD
Als u denkt dat u buiten adem raakt of kortademig bent als u DuoResp Spiromax gebruikt, moet u de
DuoResp Spiromax blijven gebruiken, maar zo spoedig mogelijk naar uw arts gaan omdat u mogelijk
een extra behandeling nodig heeft.
Neem
onmiddellijk contact op met uw arts als:
·
uw ademhaling slechter wordt of als u 's nachts vaak wakker wordt met kortademigheid of
piepende ademhaling (`wheezing').
·
u 's morgens een beklemmend gevoel op de borst krijgt of het beklemmende gevoel langer
duurt dan normaal.
Deze verschijnselen kunnen betekenen dat uw astma of COPD niet voldoende onder controle is
gebracht en u moet mogelijk
onmiddellijk een andere of een extra behandeling krijgen.
Zodra uw astma goed onder controle is gebracht kan uw arts overwegen om de dosis DuoResp
Spiromax geleidelijk te verminderen.
Heeft u teveel van dit middel
gebruikt?
Het is belangrijk dat u de doses volgens het voorschrift van uw arts neemt. U dient uw voorgeschreven
aantal doses niet zonder medisch advies te overschrijden.
Heeft u teveel DuoResp Spiromax gebruikt, neem dan contact op met uw arts of apotheker voor
advies.
De meest voorkomende verschijnselen die kunnen optreden nadat u meer DuoResp Spiromax gebruikt
dan u zou moeten zijn beven, hoofdpijn of een snelle hartslag.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u vergeten bent een dosis te nemen, doe dit dan zo snel als u het zich herinnert. Neem echter
geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Als het bijna tijd is voor uw volgende dosis, neem die
dan op het gebruikelijke tijdstip.
Als u een piepende ademhaling (`wheezing') krijgt of kortademig wordt of andere verschijnselen van
een astma-aanval krijgt,
gebruik dan uw 'reliever'-inhalator voor verlichting van de
verschijnselen zoals voorgeschreven, raadpleeg vervolgens een arts.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van uw inhalator zonder uw arts eerst op de hoogte te stellen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Als een van het volgende u overkomt, stop dan met het gebruik van DuoResp Spiromax en
overleg onmiddellijk met uw arts:
·
Zwellen van het gezicht, vooral rond uw mond (tong en/of keel en/of moeite met slikken) of
netelroos samen met moeilijke ademhaling (angio-oedeem) en/of een plotseling gevoel van
flauwte. Dit kan betekenen dat u een allergische reactie heeft. Hierbij kunnen ook huiduitslag en
jeuk voorkomen.
·
Bronchospasmen (verkramping van de spieren in de luchtwegen wat een piepende ademhaling
en kortademigheid veroorzaakt). Als de piepende ademhaling (`wheezing') plotseling begint
nadat u dit geneesmiddel gebruikt, stop dan met het middel en overleg
onmiddellijk met uw
arts (zie hieronder).
Zeer zeldzame bijwerkingen: kunnen optreden bij maximaal 1 op 10.000 mensen
·
Plotselinge, onverwachte en acute piepende ademhaling (`wheezing') en/of kortademigheid
onmiddellijk na het gebruik van uw inhalator. Als een van deze verschijnselen (ook wel
`paradoxale bronchospasmen' genoemd) zich voordoet,
stop dan onmiddellijk met de
DuoResp Spiromax en gebruik uw 'reliever'-inhalator met kortwerkende luchtwegverwijder
als u die heeft. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts omdat uw behandeling mogelijk
gewijzigd moet worden.
Andere mogelijke bijwerkingen:
Vaak: kunnen optreden bij 1 op 10 mensen
·
Hartkloppingen (u voelt uw hart kloppen), trillen of schudden. Als deze effecten optreden zijn
ze meestal licht en verdwijnen meestal als u doorgaat met het gebruik van DuoResp Spiromax.
·
Spruw (een schimmelinfectie) in de mond. Dit komt waarschijnlijk minder vaak voor als u na
het gebruik van uw geneesmiddel uw mond met water spoelt.
·
Lichte keelpijn, hoesten en een hese stem
·
Hoofdpijn
·
Pneumonie (longinfectie) bij COPD-patiënten (vaak voorkomende bijwerking).
Vertel het aan uw arts als u last krijgt van een van de volgende verschijnselen tijdens het gebruik van
DuoResp Spiromax - dit kunnen verschijnselen van een longinfectie zijn:
·
koorts of koude rillingen
·
verhoogde productie van slijm, verandering van de kleur van het slijm
·
vaker hoesten of meer ademhalingsmoeilijkheden.
Soms: kunnen optreden bij 1 op 100 mensen
·
Rusteloos gevoel, nerveus, onrustig, angstig of boos
·
Verstoorde slaap
·
Duizeligheid
·
Misselijkheid
·
Een snelle hartslag
·
Blauwe plekken op de huid
·
Spierkrampen
·
Wazig zien.
Zelden: kunnen optreden bij 1 op 1000 mensen
·
Lage kaliumspiegel in uw bloed
·
Onregelmatige hartslag.
Zeer zelden: kunnen optreden bij 1 op 10.000 mensen
·
Depressie
·
Gedragsveranderingen, vooral bij kinderen
·
Pijn op de borst of beklemmend gevoel op de borst (angina pectoris)
Verstoring van het elektrisch systeem van het hart die geen verschijnselen veroorzaakt
(verlenging van het QTc-interval)
·
Een toename van de hoeveelheid suiker (glucose) in uw bloed, wat wordt aangetoond door een
bloedtest
·
Smaakveranderingen, zoals een onaangename smaak in de mond
·
Veranderingen in uw bloeddruk.
·
Inhalatiecorticosteroïden kunnen invloed hebben op de normale productie van steroïde
hormonen in uw lichaam, vooral als u gedurende langere tijd hoge doses gebruikt. De effecten
zijn onder andere:
·
Veranderingen in botmineraaldichtheid (dunner worden van de botten)
·
Cataract (vertroebeling van de lens in het oog)
·
Glaucoom (verhoogde druk in het oog)
·
Vertraagde groei bij kinderen en pubers
·
Een effect op de bijnier (een kleine klier naast de nieren). Verschijnselen van bijniersuppressie
kunnen vermoeidheid, zwakte, maagproblemen, waaronder misselijkheid, braken, pijn en
diarree, en donkere verkleuring van de huid en gewichtsverlies zijn.
Deze effecten doen zich zeer zelden voor en zijn veel minder waarschijnlijk met
inhalatiecorticosteroïden dan met orale corticosteroïd tabletten.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb,
Website: www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen
over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
·
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
·
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het
etiket of de doos van uw inhalator na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van
die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
·
Bewaren beneden 25oC.
Houd het dopje van het mondstuk gesloten na verwijdering van de
folieverpakking.
·
Gebruik het product binnen 6 maanden na verwijdering van de folieverpakking. Gebruik
het etiket op de inhalator om de datum waarop u de folieverpakking opende, te noteren.
·
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn budesonide en formoterolfumaraatdihydraat. Elke
afgegeven (geïnhaleerde) dosis bevat 320 microgram budesonide en 9 microgram
formoterolfumaraatdihydraat. Dit komt overeen met een afgemeten dosis van 400 microgram
budesonide en 12 microgram formoterolfumaraatdihydraat.
-
De andere stof in dit middel is lactosemonohydraat, dat melkeiwitten bevat (zie rubriek 2 onder
`DuoResp Spiromax bevat lactose').
Hoe ziet DuoResp Spiromax eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
heeft een witte kast met een halfdoorzichtig wijnrood dopje op het mondstuk.
Verpakkingen van 1, 2 en 3 inhalatoren. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in uw land
in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Teva Pharma B.V.,
Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland.
Fabrikant:
Norton (Waterford) Limited T/A Teva Pharmaceuticals Ireland
Unit 27/35, IDA Industrial Park, Cork Road, Waterford, Ierland
Teva Pharmaceuticals Europe B.V., Swensweg 5, 2031 GA Haarlem, Nederland
Teva Operations Poland Sp. z o.o. Mogilska 80 Str. 31-546 Kraków Polen
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
UAB Teva Baltics
Tel/Tél: +32 3 820 73 73
Tel: +370 5 266 02 03
Luxembourg/Luxemburg
Teva Pharma Belgium N.V./S.A./AG
Te: +359 2 489 95 85
Belgique/Belgien
Tel/Tél: +32 3 820 73 73
Ceská republika
Magyarország
Teva Pharmaceuticals CR, s.r.o.
Teva Gyógyszergyár Zrt.
Tel: +420 251 007 111
Tel.: +36 1 288 64 00
Danmark
Malta
Teva Denmark A/S
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tlf: +45 44 98 55 11
L-Irlanda
Tel: +44 207 540 7117
Deutschland
Nederland
Teva GmbH
Teva Nederland B.V.
Tel: +49 731 402 08
Tel: +31 800 0228 400
Eesti
Norge
UAB Teva Baltics Eesti filiaal
Teva Norway AS
Tel: +372 661 0801
Tlf: +47 6677 55 90
Österreich
Specifar A.B.E.E.
ratiopharm Arzneimittel Vertriebs-GmbH
: +30 211 880 5000
Tel: +43 1 97007 0
España
Polska
Teva Pharma S.L.U.
Teva Pharmaceuticals Polska Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 345 93 00
France
Portugal
Teva Santé
Teva Pharma - Produtos Farmacêuticos, Lda.
Tél: +33 1 55 91 7800
Tel: +351 21 476 75 50
Hrvatska
România
Pliva Hrvatska d.o.o.
Teva Pharmaceuticals S.R.L.
Tel: + 385 1 37 20 000
Tel: +4021 230 6524
Ireland
Slovenija
Teva Pharmaceuticals Ireland
Pliva Ljubljana d.o.o.
Tel: +44 207 540 7117
Tel: +386 1 58 90 390
Ísland
Slovenská republika
Alvogen ehf.
Teva Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: + 354 522 2900
Tel: +421 2 5726 7911
Italia
Suomi/Finland
Teva Italia S.r.l.
Teva Finland Oy
Tel: +39 028 917 981
Puh/Tel: +358 20 180 5900
Sverige
Specifar A.B.E.E.
Teva Sweden AB
Tel: +46 42 12 11 00
: +30 211 880 5000
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UAB Teva Baltics filile Latvij
Teva Pharmaceuticals Ireland
Tel: +371 67 323 666
Ireland
Tel: +44 207 540 7117
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in maand jjjj.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).