Dupixent 100 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Dupilumab 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Elke voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml
(150 mg/ml).
Dupilumab 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Elke voorgevulde pen voor eenmalig gebruik bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml
(150 mg/ml).
Dupilumab is een volledig humaan monoklonaal antilichaam en wordt geproduceerd uit ovariumcellen
van de Chinese hamster (CHO, Chinese hamster ovary) door middel van recombinant-DNA-
technologie.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectie)
Een heldere tot licht doorschijnende, kleurloze tot lichtgele steriele oplossing, die vrij is van zichtbare
deeltjes, met een pH van ongeveer 5,9.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Atopische dermatitis
Volwassenen en adolescenten
Dupixent is geïndiceerd voor de behandeling van matige tot ernstige atopische dermatitis bij
volwassenen en adolescenten in de leeftijd van 12 jaar en ouder die in aanmerking komen voor een
systemische behandeling.
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
Dupixent is geïndiceerd voor de behandeling van ernstige atopische dermatitis bij kinderen van 6 tot
en met 11 jaar oud die in aanmerking komen voor systemische behandeling.
Astma
Volwassenen en adolescenten
2
Dupixent is geïndiceerd bij volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder als aanvullende
onderhoudsbehandeling van ernstig astma met type 2 inflammatie gekenmerkt door verhoogde
bloedeosinofielen en/of verhoogde fractie van stikstofmonoxide in de uitgeademde lucht (FeNO), zie
rubriek 5.1, die onvoldoende kunnen worden behandeld met hooggedoseerde geïnhaleerde
corticosteroïden (ICS) plus een ander geneesmiddel voor onderhoudsbehandeling.
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar
Dupixent is geïndiceerd bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud als aanvullende
onderhoudsbehandeling van ernstig astma met type 2 inflammatie gekenmerkt door verhoogde
bloedeosinofielen en/of verhoogde fractie van stikstofmonoxide in de uitgeademde lucht (FeNO), zie
rubriek 5.1, die onvoldoende kunnen worden behandeld met gemiddeld tot hooggedoseerde
geïnhaleerde corticosteroïden (ICS) plus een ander geneesmiddel voor onderhoudsbehandeling.
Chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP)
Dupixent is geïndiceerd als aanvullende therapie met intranasale corticosteroïden voor de behandeling
van volwassenen met ernstige CRSwNP voor wie behandeling met systemische corticosteroïden en/of
chirurgie geen adequate ziektecontrole biedt.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden opgestart door beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die bekend
zijn met de diagnose en behandeling van de aandoeningen waarvoor dupilumab is geïndiceerd (zie
rubriek 4.1).
Dosering
Atopische dermatitis
Volwassenen
De aanbevolen dosis dupilumab voor volwassen patiënten is een startdosis van 600 mg (twee injecties
van 300 mg), gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Adolescenten (12 tot en met 17 jaar oud)
De aanbevolen dosis dupilumab voor adolescente patiënten van 12 tot en met 17 jaar is gespecificeerd
in tabel 1.
Tabel 1: Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij adolescente patiënten van 12 tot en met
17 jaar oud met atopische dermatitis
Lichaamsgewicht van
Initiële dosis
Volgende doses
de patiënt
(eenmaal per twee weken)
minder dan 60 kg
60 kg of meer
400 mg (twee injecties van 200 mg)
600 mg (twee injecties van 300 mg)
200 mg
300 mg
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
De aanbevolen dosis dupilumab voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud is gespecificeerd in
tabel 2.
Tabel 2: Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
met atopische dermatitis
Lichaamsgewicht
Initiële dosis
Volgende doses
van de patiënt
3
15 kg tot
minder dan 60 kg
300 mg (één injectie van 300 mg) op dag 300 mg elke 4 weken (Q4W)*,
te starten 4 weken na de dosis van
1, gevolgd door 300 mg op dag 15
dag 15
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg elke twee weken (Q2W)
60 kg of meer
* De dosis kan naargelang het oordeel van de arts verhoogd worden naar 200 mg Q2W bij patiënten
met een lichaamsgewicht van 15 kg tot minder dan 60 kg.
Dupilumab kan gebruikt worden met of zonder behandeling met topische corticosteroïden. Het is
mogelijk topische calcineurineremmers te gebruiken, maar dit zou moeten worden beperkt tot enkel de
probleemgebieden, zoals het gezicht, de hals, intertrigineuze gebieden en de genitaliën.
Als patiënten na 16 weken behandeling voor atopische dermatitis geen reactie vertonen, overweeg dan
de behandeling te stoppen. Sommige patiënten met een initiële gedeeltelijke respons kunnen daarna
verbetering ervaren met voortzetting van de behandeling na 16 weken. Als een onderbreking van de
behandeling met dupilumab noodzakelijk wordt, kunnen patiënten nog steeds met succes opnieuw
behandeld worden.
Astma
Volwassenen en adolescenten
De aanbevolen dosering dupilumab voor volwassenen en adolescenten (van 12 jaar en ouder) is:
•
Voor patiënten met ernstig astma en die orale corticosteroïden gebruiken of voor patiënten met
ernstig astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met
comorbide ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen, een initiële dosis van 600 mg
(twee injecties van 300 mg), gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als
subcutane injectie.
•
Voor alle andere patiënten een initiële dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg), gevolgd
door 200 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar
De aanbevolen dosis dupilumab voor pediatrische patiënten van 6 tot en met 11 jaar staat vermeld in
tabel 3.
Tabel
3:
Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar
met astma
Lichaamsgewicht
Eerste en daaropvolgende doses
15 tot minder dan 30 kg
100 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
30 tot minder dan 60 kg
200 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
60 kg of meer
200 mg elke twee weken (Q2W)
Voor pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar) met astma en comorbide ernstige atopische
dermatitis moet volgens de goedgekeurde indicatie de aanbevolen dosis in tabel 2 worden gevolgd.
Patiënten die gelijktijdig orale corticosteroïden ontvangen, kunnen hun dosis steroïden verlagen als er
klinische verbetering is opgetreden met dupilumab (zie rubriek 5.1). Het verlagen van steroïden dient
geleidelijk te gebeuren (zie rubriek 4.4).
4
Dupilumab is bedoeld voor langdurige behandeling. De noodzaak van het voortzetten van de
behandeling dient ten minste jaarlijks geëvalueerd te worden op basis van de beoordeling van de arts
op de mate van astmacontrole van de patiënt.
Chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP)
De aanbevolen dosis dupilumab voor volwassen patiënten is een initiële dosis van 300 mg, gevolgd
door 300 mg eenmaal per twee weken.
Dupilumab is bedoeld voor langdurige behandeling. Als patiënten na 24 weken behandeling voor
CRSwNP geen reactie vertonen, overweeg dan de behandeling te stoppen. Sommige patiënten met een
initiële gedeeltelijke respons kunnen daarna verbetering ervaren met voortzetting van de behandeling
na 24 weken.
Gemiste dosis
In het geval van een gemiste dosis, dient deze zo snel mogelijk te worden toegediend. Daarna dient de
dosering volgens het normale tijdschema te worden hervat.
Speciale populaties
Ouderen (≥ 65 jaar)
Voor ouderen hoeft de dosis niet te worden aangepast (zie rubriek 5.2).
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een lichte of matige nierfunctiestoornis. Er is zeer
beperkte informatie beschikbaar over patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Er is geen informatie beschikbaar over patiënten met een leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Lichaamsgewicht
De dosis hoeft niet te worden aangepast aan het lichaamsgewicht voor patiënten met astma van 12 jaar
en ouder of bij volwassenen met atopische dermatitis of CRSwNP (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab bij kinderen met atopische dermatitis jonger dan 6 jaar
zijn niet vastgesteld. De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab bij kinderen met een
lichaamsgewicht van < 15 kg zijn niet vastgesteld (zie rubriek 5.2). Er zijn geen gegevens beschikbaar.
De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab bij kinderen met ernstig astma jonger dan 6 jaar zijn
niet vastgesteld (zie rubriek 5.2). Er zijn geen gegevens beschikbaar.
CRSwNP doet zich normaal gesproken niet voor bij kinderen. De veiligheid en werkzaamheid bij
kinderen met CRSwNP jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld (zie rubriek 5.2). Er zijn geen gegevens
beschikbaar.
Wijze van toediening
Subcutaan gebruik
De voorgevulde pen met dupilumab is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen jonger dan 12 jaar. Voor
kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met atopische dermatitis en astma is de voorgevulde spuit met
dupilumab de geschikte presentatie voor toediening aan deze populatie.
5
Dupilumab wordt toegediend door middel van subcutane injectie in de dij of buik, met uitzondering
van het gebied van 5 cm rond de navel. Indien iemand anders de injectie toedient, kan de bovenarm
ook worden gebruikt.
Voor de eerste dosis van 600 mg moeten twee injecties van 300 mg Dupixent na elkaar toegediend
worden op verschillende injectieplaatsen.
Het wordt aanbevolen om van injectieplaats te wisselen bij iedere injectie. Dupilumab niet injecteren
in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid of in de buurt van littekenweefsel.
Een patiënt mag zelf dupilumab toedienen of de mantelzorger van de patiënt kan dupilumab toedienen
indien de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg bepaalt dat dit aangewezen is. De patiënt en/of
mantelzorgers moeten goed worden geïnstrueerd in het voorbereiden en toedienen van dupilumab
voorafgaand aan het gebruik, volgens de rubriek “Instructies voor gebruik” aan het einde van de
bijsluiter.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Acute astma-exacerbaties
Dupilumab niet gebruiken voor het behandelen van acute astmasymptomen of acute exacerbaties.
Dupilumab niet gebruiken voor het behandelen van acuut bronchospasme of status asthmaticus.
Corticosteroïden
Bij initiatie van de behandeling met dupilumab mag men niet abrupt stoppen met het gebruik van
systemische, topische, of geïnhaleerde corticosteroïden. Verlaging van de dosis corticosteroïden,
indien van toepassing, dient geleidelijk te gebeuren en onder rechtstreeks toezicht van een arts. Een
verlaging van de dosis corticosteroïden kan samenhangen met systemische ontwenningssymptomen
en/of kan aandoeningen aan het licht brengen die voorheen door de systemische behandeling met
corticosteroïden werden onderdrukt.
Type 2 ontstekingsbiomarkers kunnen worden onderdrukt door systemisch gebruik van
corticosteroïden. Dit dient men in overweging te nemen om de type 2 status vast te stellen bij patiënten
die orale corticosteroïden gebruiken (zie rubriek 5.1).
Overgevoeligheid
Vindt er een systemische overgevoeligheidsreactie (onmiddellijk of vertraagd) plaats, stop dan
onmiddellijk met het toedienen van dupilumab en start met de van toepassing zijnde behandeling. Er
zijn gevallen van een anafylactische reactie, angio-oedeem, serumziekte of een serumziekteachtige
reactie gemeld. De gevallen van een anafylactische reactie en angio-oedeem hebben zich vanaf enkele
minuten tot maximaal zeven dagen na de injectie met dupilumab voorgedaan (zie rubriek 4.8).
Eosinofiele aandoeningen
6
Gevallen van eosinofiele pneumonie en gevallen van vasculitis die overeenkomt met eosinofiele
granulomatose met polyangiitis (EGPA) zijn gemeld bij dupilumab bij volwassen patiënten die
deelnamen aan het ontwikkelingsprogramma voor astma. Gevallen van vasculitis in overeenstemming
met EGPA zijn gemeld met dupilumab en placebo bij volwassen patiënten met comorbide astma in het
CRSwNP-ontwikkelingsprogramma. Artsen dienen te letten op vasculitische rash, verslechterende
pulmonale symptomen, cardiale complicaties, en/of neuropathie die zich presenteren bij hun patiënten
met eosinofilie. Patiënten die worden behandeld voor astma kunnen ernstige systemische eosinofilie
vertonen, soms met klinische tekenen van eosinofiele pneumonie of vasculitis die overeenkomt met
eosinofiele granulomatose met polyangiitis,
aandoeningen die vaak worden behandeld met
systemische corticosteroïden. Deze voorvallen hangen vaak, maar niet altijd, samen met het verlagen
van de behandeling met orale corticosteroïden.
Intestinale worminfectie
Patiënten met bekende intestinale worminfecties werden uitgesloten van deelname in klinische studies.
Dupilumab kan invloed hebben op de reactie van het immuunsysteem op intestinale worminfecties,
omdat het de IL-4/IL-13-signaaltransductie blokkeert. Patiënten met bestaande intestinale
worminfecties moeten daarvoor behandeld worden alvorens men dupilumab opstart. Als patiënten
geïnfecteerd raken gedurende de behandeling met dupilumab en zij reageren niet op een behandeling
tegen intestinale wormen, stop dan met dupilumab tot de infectie is verholpen. Er zijn gevallen van
enterobiasis gemeld bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar die deelnamen aan het pediatrisch astma
ontwikkelingsprogramma (zie rubriek 4.8).
Aan conjunctivitis en keratitis gerelateerde voorvallen
Er zijn aan conjunctivitis en keratitis gerelateerde voorvallen gemeld bij dupilumab, voornamelijk bij
patiënten met atopische dermatitis. Sommige patiënten hebben visuele stoornissen (bv. wazig zicht)
gemeld in verband met conjunctivitis of keratitis (zie rubriek 4.8).
Patiënten moet geadviseerd worden om nieuw opgetreden of verergerende oogsymptomen te melden
aan hun zorgverlener. Patiënten die worden behandeld met dupilumab en die conjunctivitis
ontwikkelen die zich niet met standaardbehandeling laat verhelpen, of tekenen en symptomen vertonen
die op keratitis wijzen, dienen een oogonderzoek te ondergaan, indien van toepassing (zie rubriek 4.8).
Patiënten met atopische dermatitis of CRSwNP met comorbide astma
Patiënten die dupilumab gebruiken voor matige tot ernstige atopische dermatitis of ernstige CRSwNP
en met comorbide astma mogen hun behandeling voor astma niet aanpassen of stopzetten zonder
hierover eerst met hun arts te overleggen. Patiënten met comorbide astma dienen zorgvuldig te worden
opgevolgd na stopzetting van dupilumab.
Vaccinaties
Levende en levende verzwakte vaccins dienen niet tegelijk met dupilumab te worden toegediend
aangezien de klinische veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld. De immuunreactie op het
TdaP-vaccin en het meningokokken-polysacharidevaccin werden beoordeeld (zie rubriek 4.5). Het is
aanbevolen om patiënten te vaccineren met levende en levende verzwakte immunisaties in
overeenstemming met de huidige richtlijnen voorafgaand aan de behandeling met dupilumab.
Natriumgehalte
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 300 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
7
Immuunreacties op vaccinatie werden beoordeeld in een onderzoek waarbij patiënten met atopische
dermatitis werden behandeld met 300 mg dupilumab, eenmaal per week toegediend gedurende 16
weken. Na 12 weken behandeling met dupilumab kregen patiënten een Tdap-vaccin (T-celafhankelijk)
en een meningokokken-polysacharidevaccin (T-celonafhankelijk) toegediend, waarna na 4 weken de
immuunreacties werden beoordeeld. Reacties van antilichamen op zowel het Tdap-vaccin als het
meningokokken-polysacharidevaccin waren vergelijkbaar bij patiënten die werden behandeld met
dupilumab en met placebo. Tijdens het onderzoek werden geen negatieve interacties waargenomen
tussen de niet-levende vaccins en dupilumab.
Patiënten die met dupilumab worden behandeld, mogen daarom gelijktijdig vaccinatie met inactieve of
niet-levende vaccins ondergaan. Voor meer informatie over levende vaccins, zie rubriek 4.4.
In een klinisch onderzoek bij patiënten met atopische dermatitis zijn de effecten beoordeeld van
dupilumab op de farmacokinetiek (FK) van CYP-substraten. De gegevens die in dit onderzoek werden
verzameld, duidden niet op klinisch relevante effecten van dupilumab op de activiteit van CYP1A2,
CYP3A4, CYP2C19, CYP2D6 of CYP2C9.
Er wordt geen effect verwacht van dupilumab op de FK van gelijktijdig toegediende medicatie.
Gebaseerd op populatieanalysen had vaak voorkomende gelijktijdig toegediende medicatie geen effect
op de farmacokinetiek van dupilumab bij patiënten met matig tot ernstig astma.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van dupilumab bij zwangere vrouwen. De
resultaten van dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Men zou dupilumab alleen bij zwangerschap moeten gebruiken
als de potentiële voordelen opwegen tegen het potentiële risico voor de foetus.
Borstvoeding
Het is niet bekend of dupilumab in de moedermelk wordt uitgescheiden of dat het na inname
systemisch wordt geabsorbeerd. Er moet worden besloten of de borstvoeding moet worden gestaakt of
dat behandeling met dupilumab moet worden gestaakt, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het
kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
Dieronderzoek toonde geen verminderde vruchtbaarheid aan (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Dupilumab heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
8
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest voorkomende bijwerkingen zijn reacties op de injectieplaats (waaronder erytheem, oedeem,
pruritus, pijn en zwelling), conjunctivitis, allergische conjunctivitis, artralgie, orale herpes en
eosinofilie. Er werden zeldzame gevallen van serumziekte/serumziekteachtige reactie, anafylactische
reactie en ulceratieve keratitis gemeld (zie rubriek 4.4).
Tabel met bijwerkingen
Dupilumab is bestudeerd in 12 gerandomiseerde placebogecontroleerde onderzoeken, met onder meer
patiënten met atopische dermatitis, astma en CRSwNP. In de beslissende gecontroleerde studies kregen
4.206 patiënten dupilumab en kregen 2.326 patiënten een placebo in de gecontroleerde periode.
In tabel 4 worden de bijwerkingen opgesomd die in klinische studies en/of in de postmarketingsetting
zijn waargenomen, gepresenteerd per systeem/orgaanklasse en frequentie, volgens de volgende
categorieën: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen elke frequentiegroep worden de
bijwerkingen weergegeven in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 4: Lijst van bijwerkingen
Systeem/orgaanklasse
Frequentie
volgens MedDRA
Infecties en parasitaire
Vaak
aandoeningen
Bloed- en
Vaak
lymfestelselaandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen
Soms
Zelden
Bijwerking
Conjunctivitis*
Orale herpes*
Eosinofilie
Angio-oedeem
#
Anafylactische reactie
Serumziekte
Serumziekteachtige reacties
Allergische conjunctivitis*
Keratitis*
#
Blefaritis*
†
Oculaire pruritus*
†
Droog oog*
†
Ulceratieve keratitis*
†#
Rash in gezicht
#
Oogaandoeningen
Vaak
Soms
Huid- en onderhuidaan-
doeningen
Artralgie
#
Skeletspierstelsel- en
Vaak
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Vaak
Reacties op de injectieplaats (waaronder
toedieningsplaatsstoornissen
erytheem, oedeem, pruritus, pijn en zwelling)
* Oogaandoeningen en orale herpes deden zich vooral voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
†
De frequenties voor oculaire pruritus, blefaritis en droog oog waren vaak en ulceratieve keratitis deed
zich soms voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
#
Uit postmarketing rapportering
Zelden
Soms
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Overgevoeligheid
Er zijn na toediening van dupilumab gevallen van een anafylactische reactie, angio-oedeem, serumziekte
of een serumziekteachtige reactie gemeld (zie rubriek 4.4).
9
Conjunctivitis en keratitis gerelateerde voorvallen
Conjunctivitis en keratitis kwamen vaker voor bij patiënten met atopische dermatitis die dupilumab
ontvingen ten opzichte van placebo in studies naar atopische dermatitis. De meeste patiënten met
conjunctivitis of keratitis herstelden of waren herstellende tijdens de behandelingsperiode. In de
langetermijn OLE-studie naar atopische dermatitis (AD-1225) bleven de respectieve percentages voor
conjunctivitis en keratitis na 3 jaar vergelijkbaar met die van de dupilumab-groep in de
placebogecontroleerde studies naar atopische dermatitis. Bij de patiënten met astma was de frequentie
van conjunctivitis en keratitis lager en vergelijkbaar tussen dupilumab en placebo. Bij CRSwNP-
patiënten was de frequentie van conjunctivitis hoger met dupilumab dan met placebo, hoewel lager
dan waargenomen bij patiënten met atopische dermatitis. Er werden geen gevallen van keratitis
gemeld in het CRSwNP-ontwikkelingsprogramma (zie rubriek 4.4).
Eczema herpeticum
Eczema herpeticum werd gemeld bij < 1% van de dupilumab groepen en bij < 1% van de placebogroep
in de 16 weken durende monotherapie studies bij volwassenen met atopische dermatitis. In de 52 weken
durende dupilumab + TCS studie bij volwassenen met atopische dermatitis is eczema herpeticum gemeld
bij 0,2% van de dupilumab + TCS-groep en 1,9% van de placebo + TCS-groep. Deze percentages bleven
stabiel na 3 jaar in de langetermijn OLE-studie (AD-1225).
Eosinofilie
Patiënten die werden behandeld met dupilumab hadden een grotere gemiddelde initiële verhoging
vanaf baseline van het aantal eosinofielen in vergelijking met patiënten die met een placebo werden
behandeld. Het aantal eosinofielen nam af gedurende de onderzoeksbehandeling tot nabij het niveau
bij baseline en ging terug naar de baselinewaarden tijdens de astma open-label
uitbreidingsveiligheidsstudie (TRAVERSE). De gemiddelde concentratie eosinofielen in het bloed
daalde tot onder de baseline tegen week 20 en bleef tot 3 jaar behouden in de langetermijn OLE-studie
(AD-1225).
Tijdens de behandeling optredende eosinofilie (≥ 5.000 cellen/mcl) werd gemeld bij < 2% van de
patiënten behandeld met dupilumab en < 0,5% bij patiënten die placebo ontvingen (onderzoeken
SOLO1, SOLO2, AD-1021, DRI12544, QUEST, SINUS-24 en SINUS-52) (zie rubriek 4.4).
Infecties
In de 16 weken durende klinische monotherapie-studies bij volwassenen met atopische dermatitis zijn
ernstige infecties gemeld bij 1,0% van de patiënten onder placebo en 0,5% van de patiënten behandeld
met dupilumab. In de 52 weken durende CHRONOS-studie bij volwassenen met atopische dermatitis
zijn ernstige infecties gemeld bij 0,6% van de patiënten onder placebo en 0,2% van de patiënten
behandeld met dupilumab. De percentages van ernstige infecties bleven stabiel na 3 jaar in de
langetermijn OLE-studie (AD-1225).
Er werd geen toename waargenomen in de totale incidentie van infecties met dupilumab in vergelijking
met placebo in de veiligheidspool voor klinische onderzoeken naar astma. In de 24 weken durende
veiligheidspool werden ernstige infecties gemeld bij 1,0% van de patiënten behandeld met dupilumab
en 1,1% van de patiënten behandeld met placebo. In de 52 weken durende QUEST-studie werden
ernstige infecties gemeld bij 1,3% van de patiënten behandeld met dupilumab en 1,4% van de patiënten
behandeld met placebo.
Er werd geen toename waargenomen in de totale incidentie van infecties met dupilumab in vergelijking
met placebo in de veiligheidspool voor klinische onderzoeken naar CRSwNP. In de 52 weken durende
SINUS-52-studie zijn ernstige infecties gemeld bij 1,3% van de patiënten behandeld met dupilumab en
1,3% van de patiënten met placebo.
Immunogeniciteit
Zoals bij alle therapeutische proteïnen bestaat ook bij dupilumab kans op immunogeniciteit.
Reacties door antistoffen tegen het geneesmiddel (ADA’s) hadden over het algemeen geen invloed op
de blootstelling aan dupilumab, veiligheid of werkzaamheid.
10
Ongeveer 5% van de patiënten met atopische dermatitis, astma of CRSwNP die dupilumab 300 mg
Q2W ontvingen gedurende 52 weken, ontwikkelden ADA's tegen dupilumab; ongeveer 2% vertoonde
een blijvende ADA-respons, en ongeveer 2% had neutraliserende antistoffen. Er zijn gelijkaardige
resultaten waargenomen bij pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar oud) met atopische dermatitis
die dupilumab 200 mg Q2W of 300 mg Q4W ontvingen gedurende 16 weken en patiënten (6 tot en
met 11 jaar) met astma die dupilumab 100 mg Q2W of 200 mg Q2W kregen gedurende 52 weken.
Vergelijkbare ADA-responsen zijn waargenomen bij volwassen patiënten met atopische dermatitis die
tot 3 jaar behandeld zijn met dupilumab in de langetermijn OLE-studie (AD-1225).
Ongeveer 16% van de adolescente patiënten met atopische dermatitis die dupilumab 300 mg of 200
mg Q2W ontvingen gedurende 16 weken, ontwikkelden antistoffen tegen dupilumab; ongeveer 3%
vertoonde een blijvende ADA-respons, en ongeveer 5% had neutraliserende antistoffen.
Ongeveer 9% van de patiënten met astma die dupilumab 200 mg Q2W ontvingen gedurende 52
weken, ontwikkelden antilichamen tegen dupilumab; ongeveer 4% vertoonde een blijvende ADA-
respons, en ongeveer 4% had neutraliserende antistoffen.
Ongeacht de leeftijd of populatie was ongeveer 2-4% van de patiënten in de placebogroepen positief
voor antilichamen tegen dupilumab; ongeveer 2% vertoonde een blijvende ADA-respons, en ongeveer
1% had neutraliserende antistoffen.
Minder dan 1% van de patiënten die dupilumab ontvingen aan goedgekeurde dosisregimes vertoonde
hoge titer ADA’s die werd geassocieerd met verminderde blootstelling en werkzaamheid. Daarnaast
was er één patiënt met serumziekte en één met een serumziekteachtige reactie (< 0,1%) geassocieerd
met hoge ADA-titers (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
Atopische dermatitis
De veiligheid van dupilumab werd beoordeeld in een onderzoek met 250 patiënten van 12 tot en met 17
jaar oud met matige tot ernstige atopische dermatitis (AD-1526). Het veiligheidsprofiel van dupilumab
bij deze patiënten die werden gevolgd tot en met week 16 was vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel
uit onderzoeken bij volwassenen met atopische dermatitis.
Astma
In totaal werden 107 adolescenten van 12 tot 17 jaar met astma geïncludeerd in de 52 weken durende
QUEST-studie. Het waargenomen veiligheidsprofiel was vergelijkbaar met wat werd gezien bij
volwassenen.
De veiligheid op lange termijn van dupilumab werd beoordeeld bij 89 adolescente patiënten die
werden geïncludeerd in een open-label uitbreidingsstudie naar matig tot ernstig astma (TRAVERSE).
In deze studie werden patiënten gevolgd gedurende maximaal 96 weken. Het veiligheidsprofiel van
dupilumab in TRAVERSE was consistent met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in
pivotale astmastudies gedurende een behandeling van 52 weken.
Bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma (VOYAGE) werd de extra bijwerking
enterobiasis gemeld bij 1,8% (5 patiënten) in de dupilumabgroepen en bij niemand in de placebogroep.
Alle gevallen van enterobiasis waren licht tot matig en patiënten herstelden met anthelmintische
behandeling, zonder stopzetting van de behandeling met dupilumab.
Bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma werd eosinofilie (≥ 3000 cellen/mcl
eosinofielen in het bloed of door de onderzoeker als bijwerking beschouwd) gemeld bij 6,6% in de
dupilumabgroepen en bij 0,7% in de placebogroep. De meeste gevallen van eosinofilie waren licht tot
11
matig en gingen niet gepaard met klinische symptomen. Deze gevallen waren van voorbijgaande aard,
namen in de loop van de tijd af en leidden niet tot stopzetting van de behandeling met dupilumab.
Veiligheid op lange termijn
Atopische dermatitis
Het veiligheidsprofiel van dupilumab + TCS (CHRONOS) bij volwassen patiënten met atopische
dermatitis tot en met week 52 was consistent met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in
week 16. De veiligheid van dupilumab op lange termijn werd beoordeeld in een open-label
uitbreidingsstudie bij patiënten van 6 tot 17 jaar oud met matige tot ernstige atopische dermatitis
(AD-1434). Het veiligheidsprofiel van dupilumab bij patiënten gevolgd tot en met week 52 was
vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in week 16 in de AD-1526- en
AD-1652-studies. Het veiligheidsprofiel op lange termijn van dupilumab dat werd waargenomen bij
kinderen en adolescenten was consistent met wat werd gezien bij volwassenen met atopische
dermatitis.
In een multicentrische, open-label fase 3-uitbreidingsstudie (OLE) (AD-1225) is de
langetermijnveiligheid van herhaalde doses dupilumab beoordeeld bij 2.677 volwassenen met matige
tot ernstige atopische dermatitis (AD) blootgesteld aan toediening van 300 mg per week (99,7%),
waaronder 347 die minstens 148 weken van de studie hadden afgerond. Het
langetermijnveiligheidsprofiel dat in deze studie tot 3 jaar is waargenomen, kwam over het algemeen
overeen met het veiligheidsprofiel van dupilumab dat waargenomen is in gecontroleerde studies.
Astma
Het veiligheidsprofiel van dupilumab in de 96 weken durende langetermijnveiligheidsstudie
(TRAVERSE) was consistent met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in beslissende
astmastudies gedurende een behandeling van maximaal 52 weken.
CRSwNP
Het veiligheidsprofiel van dupilumab bij volwassenen met CRSwNP tot en met week 52 was
consistent met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in week 24.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke behandeling voor een overdosering met dupilumab. In het geval van een
overdosering moet de patiënt gecontroleerd worden op eventuele klachten en symptomen van
bijwerkingen en moet er onmiddellijk een gepaste symptomatische behandeling gestart worden.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Overige dermatologische preparaten, dermatica met uitsluiting van
corticosteroïden, ATC-code: D11AH05
Werkingsmechanisme
Dupilumab is een recombinant humaan IgG4 monoklonaal antilichaam dat de signaaltransductie van
interleukine-4 en interleukine-13 blokkeert. Dupilumab blokkeert IL-4-signaaltransductie via de type
12
I-receptor (IL-4Rα/γc), en zowel IL-4- als IL-13-signaaltransductie via de type II-receptor (IL-4Rα/IL-
13Rα). IL-4 en IL-13 spelen een belangrijke rol bij humane ziekten met type 2 inflammatie, zoals
atopische dermatitis, astma en CRSwNP. Het blokkeren van het IL-4/IL-13-signaalpad met dupilumab
bij patiënten bracht een afname van veel van de mediatoren van type 2 inflammatie.
Farmacodynamische effecten
In klinische studies bij atopische dermatitis werd de behandeling met dupilumab geassocieerd met een
afname ten opzichte van baseline van concentraties van type 2-immuniteitsbiomarkers, zoals ‘thymus
and activation-regulated chemokine’(TARC/CCL17), totaal serum IgE en allergeenspecifiek IgE in
serum. Een afname in lactaatdehydrogenase (LDH), een biomarker geassocieerd met ziekteactiviteit en
ernst bij atopische dermatitis, werd waargenomen bij behandeling met dupilumab van volwassenen en
adolescenten met atopische dermatitis.
Bij volwassen en adolescente patiënten met astma namen FeNO en circulerende concentraties van
eotaxine-3, totaal IgE, allergeenspecifiek IgE, TARC en periostine, de type 2-biomarkers die in
klinische onderzoeken zijn beoordeeld, aanzienlijk af bij behandeling met dupilumab ten opzichte van
placebo. Deze afnames in type 2 ontstekingsbiomarkers waren vergelijkbaar voor de schema’s van
200 mg Q2W en 300 mg Q2W. Bij pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar) met astma namen
FeNO en circulerende concentraties van totaal IgE, allergeenspecifiek IgE en TARC, de type 2-
biomarkers die in klinische onderzoeken zijn beoordeeld, aanzienlijk af bij behandeling met
dupilumab ten opzichte van placebo. Na 2 weken behandeling waren de markers nabij de maximale
onderdrukking, afgezien van IgE, dat in langzamere mate afnam. Deze effecten werden gedurende de
behandeling behouden.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij atopische dermatitis
Volwassenen met atopische dermatitis
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab in monotherapie en met gelijktijdige behandeling met
topische corticosteroïden zijn beoordeeld in drie centrale gerandomiseerde, dubbelblinde,
placebogecontroleerde studies (SOLO 1, SOLO 2, en CHRONOS) bij 2119 patiënten van 18 jaar en
ouder, met matige tot ernstige atopische dermatitis (AD) zoals gedefinieerd door de Investigator’s
Global Assessment (IGA, algehele beoordeling door de onderzoeker) score ≥ 3, een score volgens de
Eczema Area and Severity Index (EASI, index van uitgebreidheid en ernst van het eczeem) van ≥ 16,
en een minimaal aangedaan lichaamsoppervlak (body surface area, BSA) van ≥ 10%. De patiënten die
in aanmerking kwamen voor deelname aan de drie studies hadden eerder onvoldoende respons op
topische medicatie.
In alle drie de studies ontvingen patiënten 1) een startdosis van 600 mg dupilumab (twee injecties van
300 mg) op dag 1, gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken (Q2W); 2) een startdosis van
600 mg dupilumab op dag 1, gevolgd door 300 mg eenmaal per week (QW); of 3) een overeenkomend
placebo. In alle studies werd dupilumab toegediend door middel van subcutane (SC) injectie. Indien
het nodig was ondraaglijke symptomen van atopische dermatitis te behandelen, was het patiënten
toegestaan een ‘reddingsbehandeling’(rescue treatment) te ontvangen (waaronder krachtiger topische
steroïden of systemische immunosuppressiva), afhankelijk van het oordeel van de onderzoeker.
Patiënten die een reddingsbehandeling ontvingen, werden beschouwd als non-responder.
Aan SOLO 1 namen 671 patiënten deel (224 met placebo, 224 met dupilumab 300 mg Q2W, en
223 met dupilumab 300 mg QW), gedurende een behandelingsperiode van 16 weken.
Aan SOLO 2 namen 708 patiënten deel (236 met placebo, 233 met dupilumab 300 mg Q2W, en
239 met dupilumab 300 mg QW), gedurende een behandelingsperiode van 16 weken.
Aan CHRONOS namen 740 patiënten deel (315 met placebo + topische corticosteroïden (TCS),
106 met dupilumab 300 mg Q2W + TCS, en 319 met dupilumab 300 mg QW + TCS), gedurende een
behandelingsperiode van 52 weken. Patiënten ontvingen dupilumab of placebo met gelijktijdig gebruik
13
van TCS, startend bij baseline en gebruikmakend van een standaardregime. Het was patiënten ook
toegestaan topische calcineurineremmers (TCI, topical calcineurin inhibitors) te gebruiken.
Eindpunten
In de drie centrale studies waren de co-primaire eindpunten het aandeel patiënten met een IGA van 0
of 1 (“schoon” of “bijna schoon”) met een afname van ≥ 2 punten op een IGA-schaal van 0-4 en het
aandeel patiënten met een verbetering van minstens 75% in EASI (EASI-75) vanaf baseline tot en met
week 16. Andere geëvalueerde eindpunten waren onder andere het aandeel patiënten met
verbeteringen van minstens 50% en 90% in EASI (respectievelijk EASI-50 en EASI-90), een afname
in jeuk zoals gemeten op de numerieke schaal voor pruritusintensiteit (NRS, Numerical Rating Scale),
en het percentage verandering in de SCORing Atopic Dermatitis (SCORAD)-schaal vanaf baseline tot
week 16. Aanvullende secundaire eindpunten waren onder andere de gemiddelde verandering vanaf
baseline tot week 16 in de ‘patiënt-georiënteerde eczeemmeting’ (POEM, Patient Oriented Eczema
Measure), de ‘dermatologische levenskwaliteitindex’ (DLQI, Dermatology Life Quality Index), en de
scores van de Hospitaal Angst en Depressie Schaal (HADS, Hospital Anxiety and Depression Scale).
In CHRONOS werd de werkzaamheid ook beoordeeld in week 52.
Kenmerken bij baseline
In de monotherapie-studies (SOLO 1 en SOLO 2) was door alle behandelingsgroepen heen de
gemiddelde leeftijd 38,3, het gemiddelde gewicht 76,9 kg, 42,1% vrouwelijk, 68,1% blank, 21,8%
Aziatisch en 6,8% zwart. In deze studies had 51,6% van de patiënten een IGA-score bij baseline van 3
(matige AD), 48,3% van de patiënten had een IGA van 4 bij baseline (ernstige AD) en 32,4% van de
patiënten had eerder systemische immunosuppressiva ontvangen. De gemiddelde EASI-score bij
baseline was 33,0, de wekelijkse gemiddelde pruritus-NRS bij baseline was 7,4, de gemiddelde
SCORAD-score bij baseline was 67,8, de gemiddelde POEM-score bij baseline was 20,5, de
gemiddelde DLQI bij baseline was 15,0, en de gemiddelde HADS-totaalscore bij baseline was 13,3.
In de gelijktijdige TCS studie (CHRONOS) was, door alle behandelingsgroepen heen, de gemiddelde
leeftijd 37,1, het gemiddelde gewicht 74,5 kg, 39,7% vrouwelijk, 66,2% blank, 27,2% Aziatisch en
4,6% zwart. In dit onderzoek had 53,1% van de patiënten een IGA-score bij baseline van 3 en 46,9%
van de patiënten had een IGA van 4 bij baseline en 33,6% van de patiënten had eerder systemische
immunosuppressiva ontvangen. De gemiddelde EASI-score bij baseline was 32,5, de wekelijkse
pruritus-NRS bij baseline was 7,3, de gemiddelde SCORAD-score bij baseline was 66,4, de
gemiddelde POEM-score bij baseline was 20,1, de gemiddelde DLQI bij baseline was 14,5, en de
gemiddelde HADS-totaalscore bij baseline was 12,7.
Klinische respons
16 weken durende monotherapie-studies (SOLO 1 en SOLO 2)
In SOLO 1 en SOLO 2, vanaf baseline tot week 16, bereikte een significant groter aandeel patiënten
gerandomiseerd naar dupilumab een IGA-respons van 0 of 1, EASI-75, en/of een verbetering van > 4
punten op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo (zie tabel 5).
Een significant groter aandeel patiënten gerandomiseerd naar dupilumab bereikte een snelle
verbetering op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo (gedefinieerd als ≥ 4 punten verbetering al
in week 2; p < 0,01) en het aandeel patiënten dat reageerde op de pruritus-NRS bleef stijgen gedurende
de behandelingsperiode. De verbetering in pruritus-NRS ging gepaard met de verbetering van
objectieve symptomen van atopische dermatitis.
Afbeelding 1 en afbeelding 2 tonen respectievelijk het gemiddelde percentage verandering vanaf
baseline in EASI en het gemiddelde percentage verandering vanaf baseline in NRS, tot en met week
16.
14
Tabel 5: Werkzaamheidsresultaten van dupilumab monotherapie in week 16 (FAS)
SOLO 1 (FAS)
a
Placebo Dupilumab
Dupilumab
300 mg Q2W 300 mg QW
224
224
223
10,3%
24,6%
14,7%
7,6%
-37,6%
(3,28)
37,9%
e
68,8%
e
51,3%
e
35,7%
e
-72,3%
e
(2,63)
37,2%
e
61,0%
e
52,5%
e
33,2%
e
-72,0%
e
(2,56)
Placebo
236
8,5%
22,0%
11,9%
7,2%
-30,9%
(2,97)
SOLO 2 (FAS)
a
Dupilumab
Dupilumab
300 mg Q2W 300 mg QW
233
239
36,1%
e
65,2%
e
44,2%
e
30,0%
e
-67,1%
e
(2,52)
36,4%
e
61,1%
e
48,1%
e
30,5%
e
-69,1%
e
(2,49)
Gerandomiseerde
patiënten
IGA 0 of
1
b
,% responders
c
EASI-
50,% responders
c
EASI-
75,% responders
c
EASI-
90,% responders
c
EASI, LS
gemiddelde%
verandering vanaf
baseline (+/-SE)
SCORAD, LS
gemiddelde%
verandering vanaf
baseline (+/- SE)
Pruritus NRS, LS
gemiddelde%
verandering vanaf
baseline (+/- SE)
Aantal patiënten met
een baseline
pruritus NRS score
>4
Pruritus NRS (> 4
punten
verbetering),%
responders
c, d
-29,0%
(3,21)
-57,7%
e
(2,11)
-57,0%
e
(2,11)
-19,7%
(2,52)
-51,1%
e
(2,02)
-53,5%
e
(2,03)
-26,1%
(3,02)
-51,0%
e
(2,50)
-48,9%
e
(2,60)
-15,4%
(2,98)
-44,3%
e
(2,28)
-48,3%
e
(2,35)
212
213
201
221
225
228
12,3%
40,8%
e
40,3%
e
9,5%
36,0%
e
39,0%
e
LS = kleinste kwadraten (least squares); SE= standaardfout (standard error)
a
Complete analyseset (FAS, full analysis set) inclusief alle gerandomiseerde patiënten.
b
Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 (“schoon” of “bijna schoon”) met een
afname van > 2 punten op een IGA-schaal van 0-4.
c
Patiënten die een reddingsbehandeling ontvingen of bij wie gegevens ontbraken, werden beschouwd
als non-responders.
d
een significant groter aandeel patiënten met dupilumab had een verbetering in pruritus-NRS van ≥ 4
punten vergeleken met placebo in week 2 (p < 0,01).
e
p-waarde < 0,0001
15
Afbeelding 1: Gemiddelde percentage verandering vanaf baseline in EASI in SOLO 1
a
en
SOLO 2
a
(FAS)
b
SOLO 1
SOLO 2
(N=233)
(N=236)
LS = kleinste kwadraten (least squares)
a
In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden patiënten die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b
Complete analyse set (FAS) inclusief alle gerandomiseerde patiënten.
16
Afbeelding 2: Gemiddelde percentage verandering vanaf baseline in NRS in SOLO 1
a
en
SOLO 2
a
(FAS)
b
SOLO 1
SOLO 2
(N=233)
(N=236)
LS = kleinste kwadraten (least squares)
a
In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden patiënten die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders
b
Complete analyse set (FAS) inclusief alle gerandomiseerde patiënten.
De behandelingseffecten in de deelgroepen (gewicht, leeftijd, geslacht, ras, en achtergrondbehandeling
inclusief immunosuppressiva) in SOLO 1 en SOLO 2 kwamen overeen met de resultaten in de
algehele onderzoekspopulatie.
52 weken durende gelijktijdige TCS studie (CHRONOS)
In CHRONOS bereikte een significant groter aandeel patiënten gerandomiseerd naar dupilumab
300 mg Q2W + TCS een IGA-respons van 0 of 1, EASI-75, en/of een verbetering van > 4 punten op
de pruritus-NRS vanaf baseline tot week 16 en week 52, vergeleken met placebo + TCS (zie tabel 6).
Een significant groter aandeel patiënten gerandomiseerd naar dupilumab + TCS bereikte een snelle
verbetering op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo + TCS (gedefinieerd als ≥ 4 punten
verbetering al in week 2; p < 0,05) en het aandeel patiënten dat reageerde op de pruritus-NRS bleef
stijgen gedurende de behandelingsperiode. De verbetering in pruritus-NRS viel samen met de
verbetering van objectieve symptomen van atopische dermatitis.
Afbeelding 3 en afbeelding 4 tonen respectievelijk het gemiddelde percentage verandering vanaf
baseline in EASI en het gemiddelde percentage verandering vanaf baseline in NRS, tot en met week
52 in CHRONOS.
Tabel 6: Werkzaamheidsresultaten van dupilumab met gelijktijdige TCS
a
in week 16 en week 52
in CHRONOS
week 16 (FAS)
b
Placebo + Dupilumab
Dupilumab
TCS 300 mg Q2W + 300 mg QW +
TCS
TCS
315
106
319
12,4%
38,7%
f
39,2%
f
week 52 (FAS week 52)
b
Placebo +
Dupilumab Dupilumab
TCS
300 mg
300 mg QW +
Q2W + TCS
TCS
264
89
270
12,5%
36,0%
f
40,0%
f
Gerandomiseerde
patiënten
IGA 0 of
1
c
,% responders
d
17
EASI-
50,% responders
d
EASI-
75,% responders
d
EASI-
90,% responders
d
EASI, LS
gemiddelde%
verandering
vanaf baseline
(+/- SE)
SCORAD, LS
gemiddelde%
verandering
vanaf baseline
(+/- SE)
Pruritus NRS, LS
gemiddelde%
verandering
vanaf baseline
(+/- SE)
Aantal patiënten
met een baseline
pruritus NRS score
≥
4
Pruritus NRS
(
≥
4 punten
verbetering),%
responders
d, e
37,5%
23,2%
11,1%
-48,4%
(3,82)
80,2%
f
68,9%
f
39,6%
f
-80,5%
f
(6,34)
78,1%
f
63,9%
f
43,3%
f
-81,5%
f
(5,78)
29,9%
21,6%
15,5%
-60,9% (4,29)
78,7%
f
65,2%
f
50,6%
f
-84,9%
g
(6,73)
70,0%
f
64,1%
f
50,7%
f
-87,8%
h
(6,19)
-36,2%
(1,66)
-63,9%
f
(2,52)
-65,9%
f
(1,49)
-47,3%
(2,18)
-69,7%
f
(3,06)
-70,4%
f
(1,72)
-30,3%
(2,36)
-56,6%
f
(3,95)
-57,1%
f
(2,11)
-31,7%
(3,95)
-57,0%
i
(6,17)
-56,5%
f
(3,26)
299
102
295
249
86
249
19,7%
58,8%
f
50,8%
f
12,9%
51,2%
f
39,0%
f
LS = kleinste kwadraten (least squares); SE = standaardfout (standard error)
a
Alle patiënten kregen een achtergrondbehandeling met topische corticosteroïden, en het was
patiënten toegestaan topische calcineurineremmers te gebruiken.
b
Complete analyse set (FAS) inclusief alle gerandomiseerde patiënten. FAS week 52 inclusief alle
gerandomiseerde patiënten minstens een jaar voor de einddatum voor primaire analyse.
c
Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 (“schoon” of “bijna schoon”) met een
afname van
≥
2 punten op een IGA-schaal van 0-4.
d
Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, werden
beschouwd als non-responders.
e
een significant groter aandeel patiënten met dupilumab had een verbetering in pruritus NRS van ≥ 4
punten vergeleken met placebo in week 2 (p < 0,05).
f
p-waarde < 0,0001
g
p-waarde = 0,0015
h
p-waarde = 0,0003
i
p-waarde = 0,0005
18
Afbeelding 3: Gemiddeld percentage verandering vanaf baseline in EASI in CHRONOS
a
(FAS
week 52)
b
CHRONOS
O
LS = kleinste kwadraten (least squares)
a
In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden patiënten die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b
FAS week 52 inclusief alle gerandomiseerde patiënten ten minste een jaar voor de einddatum voor
primaire analyse.
Afbeelding 4: Gemiddeld percentage verandering vanaf baseline in NRS in CHRONOS
a
(FAS week 52)
b
CHRONOS
O
LS = kleinste kwadraten (least squares)
a
In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden patiënten die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b
FAS week 52 inclusief alle gerandomiseerde patiënten ten minste een jaar voor de einddatum voor
primaire analyse.
De behandelingseffecten in de deelgroepen (gewicht, leeftijd, geslacht, ras, en achtergrondbehandeling
inclusief immunosuppressiva) in CHRONOS kwamen overeen met de resultaten in de algehele
onderzoekspopulatie.
19
Klinische respons bij patiënten die onvoldoende onder controle konden worden gebracht met
ciclosporine, die ciclosporine niet verdroegen of bij wie behandeling met ciclosporine niet werd
aanbevolen (CAFE-studie)
De CAFE-studie beoordeelde de werkzaamheid van dupilumab in vergelijking met placebo gedurende
een 16 weken durende behandelingsperiode, toegediend met gelijktijdige TCS, bij volwassen patiënten
met AD die onvoldoende behandeld werden met, of intolerant waren voor, orale ciclosporine, of bij
wie deze behandeling momenteel gecontra-indiceerd of medisch niet aan te raden was.
In totaal namen 325 patiënten deel, waaronder 210 patiënten die al eerder waren blootgesteld aan
ciclosporine en 115 patiënten die nooit waren blootgesteld aan ciclosporine omdat behandeling met
ciclosporine bij hen medisch niet aan te raden was. De gemiddelde leeftijd was 38,4 jaar, 38,8% was
vrouwelijk, de gemiddelde EASI-score bij baseline was 33,1, het gemiddelde aangedaan
lichaamsoppervlak (BSA) was 55,7, de wekelijkse gemiddelde pruritus-NRS bij baseline was 6,4, de
gemiddelde SCORAD-score bij baseline was 67,2, en de gemiddelde DLQI bij baseline was 13,8.
Het primaire eindpunt was het aandeel patiënten met EASI-75 in week 16.
Primaire en secundaire eindpunten voor de 16 weken durende CAFE-studie worden samengevat in
tabel 7.
Tabel 7: Resultaten bij de primaire en secundaire eindpunten in de CAFE-studie
Placebo +
Dupilumab
Dupilumab
TCS
300 mg Q2W + TCS
300 mg QW +
TCS
Gerandomiseerde patiënten
108
107
110
EASI-75% responders
29,6%
62,6%
59,1%
EASI, LS gemiddelde %
-46,6
-79,8
-78,2
verandering vanaf baseline (+/-
(2,76)
(2,59)
(2,55)
SE)
Pruritus NRS, LS
-25,4%
-53,9%
-51,7%
gemiddelde% verandering
(3,39)
(3,14)
(3,09)
vanaf baseline (+/- SE)
SCORAD, LS gemiddelde%
-29,5%
-62,4%
-58,3%
verandering vanaf baseline (+/-
(2,55)
(2,48)
(2,45)
SE)
DLQI, LS gemiddelde
-4,5
-9,5
-8,8
verandering vanaf baseline
(0,49)
(0,46)
(0,45)
(SE)
(alle p-waarden < 0,0001)
In de deelgroep patiënten overeenkomend met de onderzoekspopulatie van de CAFE-studie, binnen de
52 weken durende CHRONOS studie, bereikte 69,6% van de patiënten behandeld met dupilumab
300 mg Q2W een EASI-75 ten opzichte van 18,0% met placebo behandelde patiënten in week 16, en
52,4% van patiënten behandeld met dupilumab 300 mg Q2W ten opzichte van 18,6% met placebo
behandelde patiënten in week 52. In deze deelgroep was het percentage verandering van pruritus-NRS
vanaf baseline -51,4% t.o.v. -30,2% in week 16 en -54,8% t.o.v. -30,9% in week 52, respectievelijk
voor de dupilumab 300 mg Q2W en placebogroepen.
Onderhoud en duurzaamheid van respons (SOLO CONTINUE-studie)
Om onderhoud en duurzaamheid van de respons te beoordelen, werden proefpersonen die gedurende
16 weken werden behandeld met dupilumab in SOLO 1 en SOLO 2 en die IGA 0 of 1, of EASI-75
bereikten, opnieuw gerandomiseerd in de SOLO CONTINUE-studie voor een aanvullende
behandeling van 36 weken met dupilumab of placebo, voor een cumulatieve onderzoeksbehandeling
van 52 weken. Eindpunten werden beoordeeld in week 51 of 52.
20
De co-primaire eindpunten waren het verschil tussen baseline (week 0) en week 36 in percentage
verandering in EASI van SOLO 1 en SOLO 2 en het percentage patiënten met EASI-75 op week 36 bij
patiënten met EASI-75 bij baseline.
Patiënten die hetzelfde doseringsschema aanhielden als in SOLO 1 en SOLO 2 (300 mg Q2W of 300
mg QW), vertoonden een optimaal effect in het behoud van het klinisch effect, daar waar de
werkzaamheid voor de andere doseringsschema’s op een dosisafhankelijke wijze verminderde.
Primaire en secundaire eindpunten voor de 52 weken SOLO CONTINUE-studie zijn samengevat in
tabel 8.
Tabel 8: Resultaten van de primaire en secundaire eindpunten in de SOLO CONTINUE-studie
Placebo
Dupilumab 300 mg
Q8W
Q4W
Q2W/QW
N=83
N=84
N=86
N=169
Co-primaire eindpunten
LS gemiddelde verandering (SE) tussen
21,7
6,8
***
3,8
***
0,1
***
baseline en week 36 in procentuele
(3,13)
(2,43)
(2,28)
(1,74)
verandering in EASI-Score t.o.v.
baseline van de oorspronkelijke studie
Percentage patiënten met EASI-75 in
24/79
45/82
*
49/84
**
116/162
***
week 36 voor patiënten met EASI-75
(30,4%)
(54,9%)
(58,3%)
(71,6%)
bij baseline, n (%)
Belangrijke secundaire eindpunten
Percentage patiënten met behoud van
18/63
32/64
†
41/66
**
89/126
***
IGA-respons in week 36 binnen 1 punt
(28,6)
(50,0)
(62,1)
(70,6)
van baseline in de deelgroep van
patiënten met IGA (0,1) bij baseline, n
(%)
Percentage patiënten met IGA (0,1) in
9/63
21/64
†
29/66
**
68/126
***
week 36 in de deelgroep van patiënten
(14,3)
(32,8)
(43,9)
(54,0)
met IGA (0,1) bij baseline, n (%)
Percentage patiënten bij wie maximale
56/80
45/81
41/83
†
57/168
***
pruritus-NRS steeg met ≥ 3 punten van
(70,0)
(55,6)
(49,4)
(33,9)
baseline tot week 35 in de deelgroep
van patiënten met maximale pruritus-
NRS ≤7 bij baseline, n (%)
†
P < 0,05,
*
P < 0,01,
**
P < 0,001,
***
P ≤ 0,0001
In SOLO CONTINUE werd met verhoogde doseringsintervallen een trend voor een stijgende nood
aan behandeling omwille van ADA-positiviteit waargenomen. Behandelingsnood ADA: QW: 1,2%;
Q2W: 4,3%; Q4W: 6,0%; Q8W: 11,7%. ADA-respons behouden voor meer dan 12 weken: QW:
0,0%; Q2W: 1,4%; Q4W: 0,0%; Q8W: 2,6%.
Levenskwaliteit/door patiënt gerapporteerde resultaten bij atopische dermatitis
In beide monotherapie-studies (SOLO 1 en SOLO 2) vertoonden zowel de dupilumab 300 mg Q2W
als de 300 mg QW-groepen belangrijke verbetering in door de patiënt gerapporteerde symptomen, en
in de impact van AD op het slapen en de gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals gemeten door
respectievelijk de POEM en DLQI totaalscores, in week 16 wanneer vergeleken met placebo. Een
significant groter aandeel patiënten in de dupilumab groepen had klinisch relevante afnames in de
POEM- en DLQI-totaalscore (elk gedefinieerd als ≥ 4 punten verbetering) vanaf baseline tot week 16
in vergelijking met de placebogroep. Daarnaast was er bij de angst- en depressiesymptomen, zoals
gemeten in de HADS-totaalscore, een significante afname waar te nemen in de Dupixent-groep
vergeleken met placebo in week 16. In een deelgroep patiënten met HADS-angst of HADS-depressie
subschaal scores van ≥ 8 bij baseline (de cut-offwaarde voor angst of depressie) bereikte een groter
21
aandeel patiënten in de dupilumab -groepen HADS-angst en HADS-depressie scores < 8 in week 16
vergeleken met placebo (zie tabel 9).
Tabel 9: Aanvullende resultaten secundaire eindpunten van dupilumab monotherapie in
week 16
Monotherapie
SOLO 1 in week 16
Placebo
Dupilumab
Dupilumab
300 mg Q2W
300 mg QW
Gerandomiseerde
patiënten
DLQI, LS
gemiddelde
verandering vanaf
baseline (SE)
POEM, LS
gemiddelde
verandering vanaf
baseline (SE)
HADS, LS
gemiddelde
verandering ten
opzichte van
baseline (SE)
Aantal patiënten
met DLQI
≥
4 bij
baseline
DLQI
(≥ 4-punten
verbetering),%
responders
Aantal patiënten
met POEM
≥
4 bij
baseline
POEM
(≥ 4-punten
verbetering),%
responders
Aantal patiënten
met HADS-angst
≥ 8 of HADS-
depressie ≥ 8 bij
baseline
Patiënten die
HADS-angst en
HADS-depressie
score < 8,%
bereikten
224
-5,3
(0,50)
224
-9,3
a
(0,40)
-11,6
a
(0,49)
223
-9,0
a
(0,40)
-11,0
a
(0,50)
SOLO 2 in week 16
Placebo
Dupilumab
Dupilumab
300 mg Q2W 300 mg QW
236
-3,6
(0,50)
233
-9,3
a
(0,38)
-10,2
a
(0,49)
239
-9,5
a
(0,39)
-11,3
a
(0,52)
-5,1
(0,67)
-3,3
(0,55)
-3,0
(0,65)
-5,2
b
(0,54)
-5,2
b
(0,51)
-0,8
(0,44)
-5,1
a
(0,39)
-5,8
a
(0,38)
213
209
209
225
223
234
30,5%
64,1%
a
58,4%
a
27,6%
73,1%
a
62,0%
a
223
222
222
234
233
239
26,9%
67,6%
a
63,1%
a
24,4%
71,7%
a
64,0%
a
97
100
102
115
129
136
12,4%
41,0%
a
36,3%
b
6,1%
39,5%
a
41,2%
a
LS = kleinste kwadraten (least squares); SE = standaardfout (standard error)
a
p-waarde < 0,0001
b
p-waarde < 0,001
In de gelijktijdige TCS-studie (CHRONOS) verbeterden dupilumab 300 mg Q2W + TCS en
dupilumab 300 mg QW + TCS de door de patiënt gerapporteerde symptomen en de impact van AD op
het slapen en de gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals gemeten door respectievelijk de
POEM- en DLQI-totaalscores, in week 52 in vergelijking met placebo + TCS. Een groter aandeel
22
patiënten in de dupilumab 300 mg Q2W + TCS en 300 mg QW + TCS-groepen had klinisch relevante
afnames in de POEM- en DLQI-totaalscore (elk gedefinieerd als ≥ 4 punten verbetering) vanaf
baseline tot week 52 in vergelijking met placebo + TCS-groep. Daarnaast verminderden dupilumab
300 mg Q2W + TCS en 300 mg QW + TCS angst en depressie zoals gemeten met de HADS-
totaalscore in week 52 vergeleken met placebo + TCS. In een post-hocanalyse van een deelgroep
patiënten met HADS-angst of HADS-depressie subschaal scores van ≥ 8 bij baseline (de afkapwaarde
voor angst of depressie) bereikte een groter aandeel patiënten in de dupilumab 300 mg Q2W + TCS en
300 mg QW + TCS groepen HADS-angst en HADS-depressie scores < 8 in week 52 vergeleken met
placebo + TCS (zie tabel 10).
Tabel 10: Resultaten van de overige secundaire eindpunten van dupilumab met gelijktijdig TCS
in week 16 en week 52 in CHRONOS
Gelijktijdig gebruik van TCS
CHRONOS in week 16
CHRONOS in week 52
Placebo
Dupilumab
Dupilumab
Placebo
Dupilumab
Dupilumab
300 mg Q2W + 300 mg QW +
+TCS
300 mg Q2W 300 mg QW
TCS
TCS
+ TCS
+ TCS
Gerandomiseerde
patiënten
DLQI, LS
gemiddelde
verandering vanaf
baseline (SE)
POEM, LS
gemiddelde
verandering vanaf
baseline (SE)
HADS, LS
gemiddelde
verandering ten
opzichte van
baseline (SE)
Aantal patiënten
met DLQI
≥
4 bij
baseline
DLQI
(≥ 4-punten
verbetering),%
responders
Aantal patiënten
met POEM
≥ 4
bij
baseline
POEM
(
≥
4-punten
verbetering),%
responders
Aantal patiënten
met HADS-angst
≥
8 of HADS-
depressie
≥
8 bij
baseline
315
-5,8
(0,34)
106
-10,0
a
(0,50)
319
-10,7
a
(0,31)
264
-7,2
(0,40)
89
-11,4
a
(0,57)
270
-11,1
a
(0,36)
-5,3
(0,41)
-12,7
a
(0,64)
-12,9
a
(0,37)
-7,0
(0,57)
-14,2
a
(0,78)
-13,2
a
(0,45)
-4,0
(0,37)
-4,9
(0,58)
-5,4
c
(0,35)
-3,8
(0,47)
-5,5
c
(0,71)
-5,9
b
(0,42)
300
100
311
254
85
264
43,0%
81,0%
a
74,3%
a
30,3%
80,0%
a
63,3%
a
312
106
318
261
89
269
36,9%
77,4%
a
77,4%
a
26,1%
76,4%
a
64,7%
a
148
59
154
133
53
138
23
Patiënten die
26,4%
47,5%
c
47,4%
b
18,0%
HADS-angst en
HADS-depressie
score < 8,%
bereikten
LS = kleinste kwadraten (least squares); SE = standaardfout (standard error)
a
p-waarde < 0,0001
b
p-waarde < 0,001
c
p-waarde < 0,05
Adolescenten met atopische dermatitis (12 tot en met 17 jaar oud)
43,4%
b
44,9%
a
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab als monotherapie bij adolescente patiënten werden
beoordeeld in een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek
(AD-1526) bij 251 adolescente patiënten van 12 tot en met 17 jaar oud met matige tot ernstige
atopische dermatitis (AD), gedefinieerd door de score voor de algemene beoordeling door de
onderzoeker (Investigator’s Global Assessment, IGA) van ≥ 3 betreffende de algehele beoordeling
van AD-laesies op een ernstschaal van 0 tot 4, een score volgens de Eczema Area and Severity
Index (EASI) van ≥ 16 op een schaal van 0 tot 72, en een minimaal aangedaan lichaamsoppervlak
(BSA) van ≥ 10%. De patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname aan dit onderzoek
hadden eerder onvoldoende respons op topische medicatie.
Patiënten kregen ofwel 1) een initiële dosis van 400 mg dupilumab (twee injecties van 200 mg) op
dag 1, gevolgd door 200 mg eenmaal per twee weken (Q2W) voor patiënten met een
baselinegewicht van < 60 kg of een initiële dosis van 600 mg dupilumab (twee injecties van
300 mg) op dag 1, gevolgd door 300 mg Q2W voor patiënten met een baselinegewicht van ≥ 60 kg;
ofwel 2) een initiële dosis van 600 mg dupilumab (twee injecties van 300 mg) op dag 1, gevolgd
door 300 mg om de 4 weken (Q4W) ongeacht het lichaamsgewicht bij de baseline ofwel 3)
overeenkomende placebo. Dupilumab werd toegediend door middel van subcutane (SC) injectie.
Indien het nodig was om ondraaglijke symptomen te behandelen, was het patiënten toegestaan een
‘reddingsbehandeling’ (rescue treatment) te ontvangen afhankelijk van het oordeel van de
onderzoeker. Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen, werden beschouwd als non-
responder.
In dit onderzoek was de gemiddelde leeftijd 14,5 jaar, het mediane gewicht 59,4 kg, 41,0% was
vrouwelijk, 62,5% was blank, 15,1% was Aziatisch en 12,0% had een donkere huidskleur. Bij
baseline had 46,2% van de patiënten een baseline IGA-score van 3 (matige AD), 53,8% van de
patiënten had een baseline IGA van 4 (ernstige AD), de gemiddelde BSA betrokkenheid was
56,5% en 42,4% van de patiënten had eerder systemische immunosuppressiva ontvangen. Ook bij
baseline was de gemiddelde score volgens de Eczema Area and Severity Index (EASI) 35,5, de
wekelijkse gemiddelde score op de pruritus Numerical Rating Scale (NRS) was 7,6, de gemiddelde
SCORe op Atopic Dermatitis (SCORAD) bij de baseline was 70,3, de gemiddelde score op de
Patient Oriented Eczema Measure (POEM) bij de baseline was 21,0 en de baseline gemiddelde
Children Dermatology Life Quality Index (CDLQI) was 13,6. In totaal had 92,0% van de patiënten
minstens één comorbide allergische aandoening, 65,6% had allergische rinitis, 53,6% had astma en
60,8% had voedselallergieën.
Het co-primaire eindpunt was het percentage patiënten met IGA 0 of 1 (‘schoon’ of ‘bijna
schoon’) met een verbetering van ten minste 2 punten en het percentage patiënten met EASI-75
(een verbetering van ten minste 75% in EASI) vanaf baseline tot week 16. Overige beoordeelde
resultaten zijn onder andere het percentage patiënten met EASI-50 of EASI-90 (verbetering van
respectievelijk ten minste 50% en 90% in EASI), afname in de jeuk zoals gemeten met de
piekscore op de pruritus-NRS en de percentuele verandering op de SCORAD-schaal vanaf
baseline tot week 16. Aanvullende secundaire eindpunten omvatten gemiddelde verandering ten
opzichte van de baseline tot week 16 in de POEM en CDLQI-scores.
Klinische respons
24
De werkzaamheidsresultaten in week 16 voor het atopische dermatitis-onderzoek bij adolescenten
worden gepresenteerd in tabel 11.
Tabel 11: Werkzaamheidsresultaten van dupilumab in het atopische dermatitisonderzoek bij
adolescenten in week 16 (FAS))
AD-1526 (FAS)
a
Placebo
Dupilumab
200 mg (< 60 kg) en
300 mg (≥ 60 kg)
Q2W
Gerandomiseerde patiënten
85
a
82
a
IGA 0 of 1
b
,% responders
c
2,4%
24,4%
c
EASI-50,% responders
12,9%
61,0%
EASI-75,% responders
c
8,2%
41,5%
c
EASI-90,% responders
2,4%
23,2%
EASI, LS gemiddelde% verandering vanaf
-23,6%
-65,9%
baseline (+/- SE)
(5,49)
(3,99)
SCORAD, LS gemiddelde% verandering vanaf
-17,6%
-51,6%
baseline (+/- SE)
(3,76)
(3,23)
Pruritus NRS, LS gemiddelde% verandering
-19,0%
-47,9%
vanaf baseline (+/- SE)
(4,09)
(3,43)
Pruritus NRS (> 4 punten verbetering),%
4,8%
36,6%
c
responders
BSA LS gemiddelde verandering vanaf baseline
-11,7%
-30,1%
(+/- SE)
(2,72)
(2,34)
CDLQI, LS gemiddelde verandering vanaf
-5,1
-8,5
baseline (+/-SE)
(0,62)
(0,50)
CDLQI, (≥ 6 punten verbetering),% responders
19,7%
60,6%
POEM, LS gemiddelde verandering vanaf
-3,8
-10,1
baseline (+/- SE)
(0,96)
(0,76)
POEM, (≥ 6 punten verbetering),% responders
9,5%
63,4%
a
Volledige analysenet (FAS, full analysis set) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 (“schoon” of “bijna schoon”) met een afname
van ≥ 2 punten op een IGA-schaal van 0-4.
c
Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, werden beschouwd als
non-responders (respectievelijk 58,8% en 20,7% in de placebo- en dupilumab-groep).
Alle p-waarden < 0,0001
b
Een hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar placebo had reddingmedicatie nodig (topische
corticosteroïden, systemische corticosteroïden of systemische niet-steroïde immunosuppressiva)
vergeleken met de dupilumab-groep (respectievelijk 58,8% en 20,7%).
Een significant hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar dupilumab bereikte een snelle
verbetering op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo (gedefinieerd als > 4 punten verbetering al
in week 4; nominale p < 0,001) en het aandeel patiënten dat reageerde op de pruritus-NRS bleef stijgen
gedurende de behandelingsperiode (zie afbeelding 5). De verbetering in pruritus-NRS viel samen met
de verbetering van objectieve symptomen van atopische dermatitis.
25
Afbeelding 5: Percentage adolescente patiënten met ≥ 4 punten verbetering op de pruritus-NRS
in onderzoek AD-1526
a
(FAS)
b
a
In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden proefpersonen die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b
Volledige analyseset (FAS) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
De dupilumab-groep vertoonde een belangrijke verbetering in door de patiënt gerapporteerde
symptomen en in de impact van AD op slaap en gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals
gemeten met respectievelijk de POEM, SCORAD en CDLQI-scores in week 16 wanneer vergeleken
met placebo.
De werkzaamheid op lange termijn van dupilumab bij adolescente patiënten met matige tot ernstige
AD die hadden deelgenomen aan eerdere klinische onderzoeken met dupilumab, werd beoordeeld in
een open-label uitbreidingsonderzoek (AD-1434). Werkzaamheidsgegevens uit dit onderzoek
suggereren dat het klinisch voordeel dat in week 16 werd ondervonden, bleef aanhouden tot en met
week 52.
Pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar oud)
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab bij pediatrische patiënten gelijktijdig behandeld met
TCS werd beoordeeld in een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd
onderzoek (AD-1652) bij 367 patiënten van 6 tot en met 11 jaar oud met AD gedefinieerd door een
IGA-score van 4 (schaal van 0 tot 4), een EASI-score van ≥ 21 (schaal van 0 tot 72) en een minimale
BSA-betrokkenheid van ≥ 15%. De patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname aan dit
onderzoek hadden eerder onvoldoende respons op topische medicatie. Inschrijving werd gestratificeerd
volgens gewicht bij de baseline (< 30 kg; ≥ 30 kg).
Patiënten in de dupilumab Q2W + TCS-groep met een baselinegewicht van < 30 kg ontvingen een
initiële dosis van 200 mg op dag 1, gevolgd door 100 mg Q2W van week 2 tot week 14, en patiënten
met een baselinegewicht van ≥ 30 kg ontvingen een initiële dosis van 400 mg op dag 1, gevolgd door
200 mg Q2W van week 2 tot week 14. Patiënten in de dupilumab Q4W + TCS-groep ontvingen een
initiële dosis van 600 mg op dag 1, gevolgd door 300 mg Q4W van week 4 tot week 12, ongeacht hun
gewicht. Het was patiënten toegestaan een ‘reddingsbehandeling’ (rescue treatment) te ontvangen
afhankelijk van het oordeel van de onderzoeker. Patiënten die een reddingsbehandeling hadden
gekregen, werden beschouwd als non-responder.
In dit onderzoek was de gemiddelde leeftijd 8,5 jaar, het mediane gewicht 29,8 kg, 50,1% was
vrouwelijk, 69,2% was blank, 16,9% had een donkere huidskleur en 7,6% was Aziatisch. Bij de
baseline was de gemiddelde BSA-betrokkenheid 57,6% en 16,9% van de patiënten had eerder
systemische niet-steroïdale immunosuppressiva gekregen. Daarnaast was bij baseline de gemiddelde
EASI-score 37,9 en de score voor het wekelijks gemiddelde van dagelijkse ergste jeuk 7,8 op een
26
schaal van 0-10, de baseline gemiddelde SCORAD-score was 73,6, de baseline POEM-score was 20,9
en de baseline gemiddelde CDLQI was 15,1. Over het algemeen had 91,7% van de patiënten minstens
één comorbide allergische aandoening; 64,4% had voedselallergieën, 62,7% had andere allergieën,
60,2% had allergische rinitis en 46,7% had astma.
Het co-primaire eindpunt was het percentage patiënten met IGA 0 of 1 (‘schoon’ of ‘bijna schoon’)
met een verbetering van ten minste 2 punten en het percentage patiënten met EASI-75 (een verbetering
van ten minste 75% in EASI) vanaf baseline tot week 16. Overige beoordeelde uitkomsten waren
onder andere het percentage patiënten met EASI-50 of EASI-90 (verbetering van respectievelijk ten
minste 50% en 90% in EASI ten opzichte van de baseline), procentuele verandering in EASI-score ten
opzichte van de baseline tot week 16 en afname in de jeuk zoals gemeten met de piekscore op de
pruritus-NRS (verbetering van ≥ 4 punten). Aanvullende secundaire eindpunten omvatten gemiddelde
verandering ten opzichte van de baseline tot week 16 in de POEM- en CDLQI-scores.
Klinische respons
De resultaten volgens gewichtsstrata bij baseline voor de goedgekeurde dosisregimes worden
weergegeven in tabel 12.
TABEL 12: Werkzaamheidsresultaten van dupilumab met gelijktijdige TCS in onderzoek AD-
1652 in week 16 (FAS)
a
Dupilumab
Placebo
Dupilumab
Placebo
d
e
300 mg Q4W
200 mg Q2W
+TCS
+ TCS
+ TCS
+ TCS
(N=122)
≥ 15 kg
32,8%
91,0%
69,7%
41,8%
(N=123)
≥ 15 kg
11,4%
43,1%
26,8%
7,3%
(N=59)
≥ 30 kg
39,0%
86,4%
74,6%
35,6%
(N=62)
≥ 30 kg
9,7%
43,5%
25,8%
8,1%
IGA 0 of 1
b
,% responders
c
EASI-50,% responders
c
EASI-75,% responders
c
EASI-90,% responders
c
EASI, LS gemiddelde%
-82,1%
-48,6%
-80,4%
-48,3%
verandering vanaf baseline (+/-
(2,37)
(2,46)
(3,61)
(3,63)
SE)
SCORAD, LS gemiddelde%
-62,4%
-29,8%
-62,7%
-30,7%
verandering vanaf baseline (+/-
(2,13)
(2,26)
(3,14)
(3,28)
SE)
Pruritus NRS, LS gemiddelde%
-54,6%
-25,9%
-58,2%
-25,0%
verandering vanaf baseline (+/-
(2,89)
(2,90)
(4,01)
(3,95)
SE)
Pruritus NRS (> 4 punten
50,8%
12,3%
61,4%
12,9%
verbetering),% responders
c
BSA LS gemiddelde verandering
-40,5
-21,7
-38,4
-19,8
vanaf baseline (+/- SE)
(1,65)
(1,72)
(2,47)
(2,50)
CDLQI, LS gemiddelde
-10,6
-6,4
-9,8
-5,6
verandering vanaf baseline (+/-
(0,47)
(0,51)
(0,63)
(0,66)
SE)
CDLQI, (≥ 6 punten
77,3%
38,8%
80,8%
35,8%
verbetering),% responders
POEM, LS gemiddelde
-13,6
-5,3
-13,6
-4,7
verandering vanaf baseline (+/-
(0,65)
(0,69)
(0,90)
(0,91)
SE)
POEM, (≥ 6 punten
81,7%
32,0%
79,3%
31,1%
verbetering),% responders
a
Volledige analyseset (FAS, full analysis set) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
b
Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 (“schoon” of “bijna schoon”).
27
c
d
e
Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, werden
beschouwd als non-responders.
Op dag 1 ontvingen patiënten 600 mg dupilumab (zie rubriek 5.2).
Op dag 1 ontvingen patiënten 400 mg (baselinegewicht ≥ 30 kg) dupilumab.
Een hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar dupilumab + TCS bereikte een verbetering van
de piekscore op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo + TCS (gedefinieerd als een verbetering
van ≥ 4 punten in week 4). Zie afbeelding 6.
Afbeelding 6: Percentage pediatrische patiënten met ≥ 4 punten verbetering van de piekscore op
de pruritus-NRS in onderzoek AD-1652
a
(FAS)
b
a
b
In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden proefpersonen die een reddingsbehandeling
hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
Volledige analyseset (FAS) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
c
d
Op dag 1 ontvingen patiënten 600 mg dupilumab (zie rubriek 5.2).
Op dag 1 ontvingen patiënten 400 mg (baselinegewicht ≥ 30 kg) dupilumab.
In de dupilumab-groepen waren significante verbeteringen te zien in door de patiënt gerapporteerde
symptomen, de impact van AD op slaap en gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals gemeten
met respectievelijk de POEM-, SCORAD- en CDLQI-scores in week 16 wanneer vergeleken met
placebo.
De werkzaamheid en veiligheid op lange termijn van dupilumab + TCS bij pediatrische patiënten met
matige tot ernstige AD die hadden deelgenomen aan de eerdere klinische onderzoeken met dupilumab
+ TCS, werden beoordeeld in een open-label uitbreidingsonderzoek (AD-1434).
Werkzaamheidsgegevens uit dit onderzoek suggereren dat het klinisch voordeel dat in week 16 werd
ondervonden, bleef aanhouden tot en met week 52. Sommige patiënten die dupilumab 300 mg Q4W +
TCS ontvingen, vertoonden verder klinisch voordeel wanneer verhoogd naar dupilumab 200 mg Q2W
+ TCS. Het veiligheidsprofiel van dupilumab bij patiënten die gevolgd werden tot en met week 52 was
gelijkaardig met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in week 16 in de AD-1526- en AD-
1652-onderzoeken.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij astma
Het ontwikkelingsprogramma voor astma bevatte onder andere drie gerandomiseerde, dubbelblinde,
placebogecontroleerde onderzoeken met parallelle groepen in meerdere centra (DRI12544, QUEST en
VENTURE), met een duur van 24 tot 52 weken behandeling, waarbij in totaal 2888 patiënten werden
geïncludeerd (van 12 jaar en ouder). Patiënten werden geïncludeerd zonder vereisten van een minimaal
aantal bloedeosinofielen bij baseline of andere type 2 ontstekingsbiomarkerwaarden (bijv. FeNO of
IgE). De richtlijnen voor de behandeling van astma definiëren type 2 inflammatie als eosinofilie ≥ 150
28
cellen/mcl en/of FeNO ≥ 20 ppb. In DRI12544 en QUEST waren de vooraf gespecificeerde
subgroepanalysen inclusief bloedeosinofielen ≥ 150 en ≥ 300 cellen/mcl, FeNO ≥ 25 en ≥ 50 ppb.
DRI12544 was een 24 weken durend onderzoek waarbij verschillende doseringen dupilumab zijn
onderzocht bij 776 patiënten (van 18 jaar of ouder). Een vergelijking tussen dupilumab en placebo
werd beoordeeld bij volwassen patiënten met matig tot ernstig astma met een matige tot hoge dosis
inhaleerbare corticosteroïden (ICS) en een langwerkende bèta-agonist. Het primair eindpunt was de
verandering vanaf baseline tot week 12 in FEV
1
(L). Ook werd het jaarlijks percentage voorvallen van
ernstige astma-exacerbaties vastgesteld tijdens de 24 weken durende gecontroleerde
behandelingsperiode met placebo. De resultaten werden beoordeeld in de algehele populatie (niet
beperkt door een minimaal aantal eosinofielen bij baseline of andere type 2 ontstekingsbiomarkers) en
in subgroepen gebaseerd op het aantal eosinofielen in bloed bij baseline.
QUEST was een 52 weken durend bevestigingsonderzoek onder 1902 patiënten (van 12 jaar en ouder).
Een vergelijking tussen dupilumab en placebo werd beoordeeld bij 107 adolescente en 1795 volwassen
patiënten met persisterend astma die een matige tot hoge dosis ICS en een tweede controllermedicatie
gebruikten. Patiënten die een derde controller nodig hadden, werden ook toegelaten in dit onderzoek.
Patiënten werden gerandomiseerd om hetzij 200 mg (N = 631) hetzij 300 mg (N = 633) Dupixent
eenmaal per twee weken te ontvangen (of het overeenkomend placebo voor hetzij 200 mg (N = 317)
hetzij 300 mg (N = 321) eenmaal per twee weken) na een initiële dosis van respectievelijk 400 mg,
600 mg of placebo. De primaire eindpunten waren de jaarlijkse aantallen ernstige exacerbaties tijdens
de 52 weken durende placebogecontroleerde periode en verandering van baseline in prebronchodilator
FEV
1
in week 12 in de algehele populatie (niet beperkt door een minimaal aantal eosinofielen bij
baseline of andere type 2 ontstekingsbiomarkers) en in subgroepen gebaseerd op het aantal
eosinofielen in bloed en FeNO bij baseline.
VENTURE was een 24 weken durend onderzoek gericht op de afname van orale corticosteroïden
(OCS), bij 210 patiënten met astma niet beperkt door biomarkerwaarden type 2 bij baseline die
dagelijks OCS gebruikten naast regelmatig gebruik van hoge doses ICS plus een aanvullende
controller. Na optimalisatie van de dosis OCS tijdens de screeningperiode kregen patiënten 300 mg
dupilumab (N = 103) of placebo (n = 107) eenmaal per twee weken gedurende 24 weken, na een
initiële dosis van 600 mg of placebo. Patiënten gingen tijdens het onderzoek door met hun bestaande
astmamedicatie; echter, hun dosis OCS werd iedere 4 weken verminderd tijdens de OCS-reductiefase
(week 4-20) zolang men het astma onder controle kon houden. Het primair eindpunt was het
percentage reductie in de dosis OCS beoordeeld op de algehele populatie, gebaseerd op een
vergelijking van de dosis OCS in week 20 tot 24 waarmee het astma onder controle werd gehouden
met de eerder (bij baseline) geoptimaliseerde dosis OCS.
De demografische en baselinekenmerken van deze 3 onderzoeken vindt u hieronder in tabel 13.
T
abel 13: Demografie en baseline kenmerken van astmaonderzoeken
Parameter
DRI12544
(N = 776)
48,6 (13,0)
63,1
78,2
22,03 (15,42)
77,4
2,17 (2,14)
QUEST
(N = 1902)
47,9 (15,3)
62,9
82,9
20,94 (15,36)
80,7
2,09 (2,15)
VENTURE
(N = 210)
51,3 (12,6)
60,5
93,8
19,95 (13,90)
80,5
2,09 (2,16)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
% Vrouw
% Blank
Duur van astma (jaren), gemiddelde ± SD
Nooit gerookt, (%)
Gemiddeld aantal exacerbaties in voorgaand
jaar
±
SD
Gebruik hoge dosis ICS (%)
49,5
29
51,5
88,6
Predosis FEV
1
(L) bij baseline
±
SD
Gemiddeld percentage voorspelde FEV
1
bij
baseline (%)(± SD)
% Reversibiliteit (± SD)
Gemiddelde ACQ-5-score (± SD)
Gemiddelde AQLQ-score (± SD)
Medische atopische voorgeschiedenis%
algeheel
(AD%, NP%, AR%)
Gemiddelde FeNO ppb (± SD)
% patiënten met FeNO ppb
≥ 25
≥ 50
Gemiddeld totaal IgE IE/ml
(±
SD)
Gemiddeld aantal eosinofielen bij baseline
(± SD) cellen/mcl
% patiënten met EOS
≥ 150 cellen/mcl
≥ 300 cellen/mcl
1,84 (0,54)
60,77 (10,72)
1,78 (0,60)
58,43 (13,52)
1,58 (0,57)
52,18 (15,18)
26,85 (15,43)
2,74 (0,81)
4,02 (1,09)
72,9
(8,0, 10,6, 61,7)
26,29 (21,73)
2,76 (0,77)
4,29 (1,05)
77,7
(10,3, 12,7, 68,6)
19,47 (23,25)
2,50 (1,16)
4,35 (1,17)
72,4
(7,6, 21,0, 55,7)
39,10 (35,09)
49,9
21,6
435,05 (753,88)
350 (430)
34,97 (32,85)
49,6
20,5
432,40 (746,66)
360 (370)
37,61 (31,38)
54,3
25,2
430,58 (775,96)
350 (310)
77,8
41,9
71,4
43,7
71,4
42,4
ICS = inhaleerbare corticosteroïden; FEV
1
= ‘forced expiratory volume’, geforceerd expiratoir volume in 1
seconde; ACQ-5 = vragenlijst Asthma Control Questionnaire-5; AQLQ = vragenlijst Asthma Quality of Life
Questionnaire; AD = atopische dermatitis; NP = nasale poliepen; AR = allergische rinitis; FeNO = ‘fraction of
exhaled nitric oxide’, stikstofmonoxide in de uitademingslucht; EOS = bloedeosinofielen
a
De populatie in de dupilumab astmaonderzoeken was inclusief patiënten met medium en hoge doses ICS. De
medium dosis ICS was gedefinieerd als gelijk aan 500 mcg fluticason of equivalent per dag.
Exacerbaties
In de algehele populatie in DRI12544 en QUEST, werden bij proefpersonen die eenmaal per twee
weken dupilumab 200 mg of 300 mg ontvingen belangrijke afnames waargenomen van de aantallen
ernstige astma-exacerbaties in vergelijking met placebo. Er waren grotere afnames in exacerbaties bij
proefpersonen met hogere waarden bij baseline van type 2 ontstekingsbiomarkers, zoals
bloedeosinofielen of FeNO (tabel 14 en tabel 15).
Tabel 14: Ratio ernstige exacerbaties in DRI12544 en QUEST (baseline
bloedeosinofielenwaarden ≥ 150 en ≥ 300 cellen/mcl)
Behandeling
≥ 150 cellen/mcl
Exacerbaties per jaar
%
Afna-
me
N
Baseline bloed EOS
≥ 300 cellen/mcl
Exacerbaties per jaar
%
Afna-
me
N
Percen-
tage
(95% CI)
Percen-
tage
verhou-
ding
(95%CI)
Percen-
tage
(95% CI)
Percen-
tage
verhouding
(95%CI)
Alle ernstige exacerbaties
DRI12544 onderzoek
Dupilumab
120
200 mg Q2W
0,29
(0,16,
0,53)
0,28
a
(0,14,
0,55)
72%
65
0,30
(0,13,
0,68)
0,29
c
(0,11, 0,76)
71%
30
Dupilumab
300 mg Q2W
Placebo
129
127
0,28
(0,16,
0,50)
1,05
(0,69,
1,60)
0,45
(0,37,
0,54)
1,01
(0,81,
1,25)
0,43
(0,36,
0,53)
1,08
(0,88,
1,33)
0,27
b
(0,14,
0,52)
73%
64
68
0,20
(0,08,
0,52)
1,04
(0,57,
1,90)
0,37
(0,29,
0,48)
1,08
(0,85,
1,38)
0,40
(0,32,
0,51)
1,24
(0,97,
1,57)
0,19
d
(0,07, 0,56)
81%
QUEST onderzoek
Dupilumab
437
200 mg
Q2W
Placebo
0,44
e
(0,34,
0,58)
56%
264
0,34
e
(0,24, 0,48)
66%
232
148
Dupilumab
300 mg
Q2W
Placebo
452
0,40
e
(0,31,
0,53)
60%
277
0,33
e
(0,23, 0,45)
67%
237
142
a
p-waarde = 0,0003,
b
p-waarde = 0,0001,
c
p-waarde = 0,0116,
d
p-waarde = 0,0024,
e
p-waarde < 0,0001
Tabel 15. Ratio ernstige exacerbaties in QUEST bij baseline FeNO-subgroepen
Behandeling
N
FeNO ≥ 25 ppb
Dupilumab 200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab 300 mg Q2W
Placebo
FeNO ≥ 50 ppb
Dupilumab 200 mg Q2W
Placebo
299
162
310
172
119
71
0,35 (0,27, 0,45)
1,00 (0,78, 1,30)
0,43 (0,35, 0,54)
1,12 (0,88, 1,43)
0,33 (0,22, 0,48)
1,057 (0,72, 1,55)
0,31 (0,18, 0,52)
a
69%
0,39 (0,28, 0,54)
a
61%
0,35 (0,25, 0,50)
a
65%
Exacerbaties per jaar
Ratio
Aantal ratio
(95% BI)
(95%BI)
Afnamepercentage
Dupilumab 300 mg Q2W
Placebo
a
124
75
0,39 (0,27, 0,558)
1,27 (0,90, 1,80)
0,31 (0,19, 0,49)
a
69%
p-waarde < 0,0001
In de gepoolde analyse van DRI12544 en QUEST werden ziekenhuisopnames en/of bezoeken aan de
spoedeisende eerste hulp als gevolg van ernstige exacerbaties verminderd met respectievelijk 25,5% en
46,9% bij dupilumab 200 mg of 300 mg eenmaal per twee weken.
Longfunctie
Klinisch belangrijke toenames in prebronchodilator FEV
1
werden waargenomen in week 12 voor
DRI12544 en QUEST. Er waren grotere verbeteringen in FEV
1
bij proefpersonen met hogere
baselinewaarden type 2 ontstekingsbiomarkers (zoals bloedeosinofielen of FeNO) (tabel 16 en
tabel 17).
Er werden belangrijke verbeteringen van FEV1 waargenomen al in week 2 na de eerste dosis
dupilumab voor zowel de 200 mg als de 300 mg dosis, en deze werden behouden tot week 24
(DRI12544) en week 52 in QUEST (zie afbeelding 7).
31
Afbeelding 7: Gemiddelde verandering vanaf baseline in prebronchodilator FEV
1
(L) in tijd
(eosinofielen bij baseline ≥ 150 en ≥ 300 cellen/mcl en FeNO ≥ 25 ppb) in QUEST
QUEST: bloedeosinofielen
≥ 150 cellen/mcl
QUEST: bloedeosinofielen
≥ 300 cellen/mcl
QUEST: FeNO ≥ 25 ppb
Tabel 16: Gemiddelde verandering vanaf baseline in prebronchodilator FEV
1
in week 12 in
DRI12544 en QUEST (bloedeosinofielenwaarden bij baseline ≥ 150 en ≥ 300 cellen/mcl)
Behandeling
Baseline bloed EOS
≥ 150 cellen/mcl
LS
LS
gemiddelde gemiddelde
Δ vanaf
verschil t.o.v.
baseline
placebo
L (%)
(95% BI)
0,32 (18,25)
0,26 (17,1)
0,09 (4,36)
0,36 (23,6)
0,18 (12,4)
0,37 (25,3)
0,17
e
(0,11, 0,23)
0,15
e
(0,09, 0,21)
0,23
a
(0,13, 0,33)
0,18
b
(0,08, 0,27)
≥ 300 cellen/mcl
LS
LS
gemiddelde gemiddelde
Δ vanaf
verschil t.o.v.
baseline
placebo
L (%)
(95% BI)
0,43 (25,9)
0,39 (25,8)
0,18 (10,2)
0,43 (29,0)
0,21 (15,6)
0,47 (32,5)
0,21
e
(0,13, 0,29)
0,24
e
(0,16, 0,32)
0,26
c
(0,11, 0,40)
0,21
d
(0,06, 0,36)
N
N
DRI12544 onderzoek
Dupilumab
120
200 mg Q2W
Dupilumab
300 mg Q2W
Placebo
QUEST onderzoek
Dupilumab
200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab300 mg
Q2W
129
127
437
232
452
65
64
68
264
148
277
Placebo
237
0,22 (14,2)
142 0,22 (14,4)
a
p-waarde < 0,0001,
b
p-waarde = 0,0004,
c
p-waarde = 0,0008,
d
p-waarde = 0,0063,
e
p-waarde < 0,0001
Tabel 17: Gemiddelde verandering vanaf baseline in prebronchodilator FEV
1
in week 12 en
week 52 in QUEST bij baseline FeNO-subgroep
Behandeling
N
Week 12
LS gemiddelde
Δ vanaf baseline
L (%)
288
157
0,44 (29,0%)
0,21 (14,1%)
LS gemiddelde
verschil t.o.v.
placebo (95% BI)
0,23 (0,15, 0,31)
a
Week 52
LS gemiddelde
Δ vanaf baseline
L (%)
0,49 (31,6%)
0,18 (13,2%)
LS gemiddelde
verschil t.o.v.
placebo (95% BI)
0,30 (0,22, 0,39)
a
FeNO ≥ 25 ppb
Dupilumab
200 mg Q2W
Placebo
32
Dupilumab
300 mg Q2W
Placebo
FeNO ≥ 50 ppb
Dupilumab
200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab
300 mg Q2W
Placebo
a
p-waarde < 0,0001
295
167
114
69
113
73
0,45 (29,8%)
0,21 (13,7%)
0,53 (33,5%)
0,23 (14,9%)
0,59 (37,6%)
0,19 (13,0%)
0,24 (0,16, 0,31)
a
0,45 (30,5%)
0,22 (13,6%)
0,23 (0,15, 0,31)
a
0,30 (0,17, 0,44)
a
0,59 (36,4%)
0,21 (14,6%)
0,55 (35,8%)
0,25 (13,6%)
0,38 (0,24, 0,53)
a
0,39 (0,26, 0,52)
a
0,30 (0,16, 0,44)
a
Kwaliteit van leven/door patiënt gemelde resultaten bij astma
Vooraf gespecificeerde secundaire eindpunten van ACQ-5 en AQLQ(S) responder aantallen, werden
geanalyseerd bij 24 weken (DRI12544 en VENTURE) en bij 52 weken (QUEST). De mate van
respons werd gedefinieerd als een verbetering in de score van 0,5 of meer (schaalbereik 0-6 voor
ACQ-5 en 1-7 voor AQLQ(S)). Verbeteringen in ACQ-5 en AQLQ(S) werden al in week 2
waargenomen en bleven behouden gedurende 24 weken in het DRI12544-onderzoek en 52 weken in
het QUEST-onderzoek. In DRI12544 en VENTURE werden vergelijkbare resultaten gezien. De
responderpercentages op ACQ-5 en AQLQ(S) in patiënten met verhoogde baseline type 2
ontstekingsbiomarkers in QUEST in week 52 worden weergegeven in tabel 18.
Tabel 18: ACQ-5 en AQLQ(S) responderaantallen in week 52 in QUEST
PRO
Behandeling
EOS
≥ 150 cellen/mcl
N
ACQ-5
Dupilumab
200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab
300 mg Q2W
Placebo
Dupilumab
200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab
300 mg Q2W
Placebo
395
201
408
217
395
201
408
217
Responder
aantal%
72,9
64,2
70,1
64,5
66,6
53,2
62,0
53,9
EOS
≥
300 cellen/mcl
N
239
124
248
129
239
124
248
129
Responder
aantal (%)
74,5
66,9
71,0
64,3
71,1
54,8
64,5
55,0
N
262
141
277
159
262
141
277
159
FeNO
≥ 25 ppb
Responder
aantal (%)
74,4
65,2
75,8
64,2
67,6
54,6
65,3
58,5
AQLQ(S)
Orale corticosteroïden reductiestudie (VENTURE)
VENTURE beoordeelde het effect van dupilumab op het verminderen van het gebruik van orale
corticosteroïden als onderhoudsbehandeling. De kenmerken bij baseline staan weergegeven in tabel
13. Alle patiënten gebruikten orale corticosteroïden gedurende ten minste 6 maanden voorafgaand aan
de start van het onderzoek. Het gemiddelde gebruik van orale corticosteroïden bij baseline was
11,75 mg in de placebogroep en 10,75 mg in de groep die dupilumab ontving.
In dit 24 weken durend onderzoek waren astma-exacerbaties (gedefinieerd als een tijdelijke toename in
de dosis orale corticosteroïden gedurende ten minste 3 dagen) afgenomen met 59% bij proefpersonen
die dupilumab ontvingen, in vergelijking met hen die een placebo ontvingen (jaarlijks percentage
respectievelijk 0,65 en 1,60 voor de dupilumab- en de placebogroep; percentageverhouding 0,41 [95%
BI 0,26, 0,63]) en was de verbetering in pre-bronchodilator FEV
1
van baseline tot week 24 groter bij
proefpersonen die dupilumab ontvingen, in vergelijking met hen die een placebo ontvingen (LS
gemiddeld verschil voor dupilumab t.o.v. placebo van 0,22 l [95% BI: 0,09 tot 0,34 l]). De effecten op
33
de longfunctie, op dosering orale steroïden, en de afname van exacerbaties waren vergelijkbaar
ongeacht de baselinewaarden van type 2 ontstekingsbiomarkers (bijv. bloedeosinofielen, FeNO). De
ACQ-5 en AQLQ(S) werden ook beoordeeld in VENTURE en vertoonden verbeteringen die
vergelijkbaar waren met die in QUEST.
De resultaten voor primaire en secundaire eindpunten van VENTURE zijn weergegeven in tabel 19.
Tabel 19: Effect van dupilumab op OCS dosisvermindering, VENTURE (baseline
bloedeosinofielenwaarden > 150 en > 300 cellen/mcl en FeNO > 25 ppb)
Baseline bloed EOS
≥ 150 cellen/mcl
Dupilumab Placebo
300 mg
N=69
Q2W
N=81
Primair eindpunt (week 24)
Percentage afname in OCS vanaf baseline
Gemiddelde algehele
75,91
procentuele afname vanaf
baseline (%)
29,39
b
Verschil (% [95% BI])
(15,67,
(Dupilumab t.o.v. placebo)
43,12)
Gemiddelde% afname in
100
dagelijkse dosis OCS vanaf
baseline
Procentuele afname vanaf
baseline
54,3
100%
≥ 90%
≥ 75%
≥ 50%
> 0%
58,0
72,8
82,7
87,7
12,3
Baseline bloed EOS
≥ 300 cellen/mcl
Dupilumab
300 mg Q2W
N=48
Placebo
N=41
FeNO ≥ 25 ppb
Dupilumab
300 mg Q2W
N=57
Placebo
N=57
46,51
79,54
36,83
b
(18,94, 54,71)
42,71
77,46
34,53
b
(19,08, 49,97)
42,93
50
100
50
100
50
33,3
34,8
44,9
55,1
66,7
33,3
60,4
66,7
77,1
85,4
85,4
14,6
31,7
34,1
41,5
53,7
63,4
36,6
52,6
54,4
73,7
86,0
89,5
10,5
28,1
29,8
36,8
50,9
66,7
33,3
Geen afname of enige
toename in dosis OCS, of
onderzoek verlaten
Secundair eindpunt (week 24)
a
Aandeel patiënten die een
afname bereikten van de dosis
OCS tot < 5 mg/dag
Odds ratio (95% BI)
a
77
44
84
40
79
34
4,29
c
(2,04, 9,04)
8,04
d
(2,71, 23,82)
7,21
b
(2,69, 19,28)
Modelschattingen d.m.v. logistische regressie
b
p-waarde < 0,0001
c
p-waarde = 0,0001
d
p-waarde = 0,0002
Lange-termijn uitbreidingsstudie (TRAVERSE)
De
veiligheid op lange termijn van dupilumab bij 2.193 volwassenen en 89 adolescenten met matig tot
ernstig astma, inclusief 185 volwassenen met oraal corticosteroïd-afhankelijk astma, die hadden
deelgenomen aan eerdere klinische onderzoeken met dupilumab (DRI12544, QUEST en VENTURE),
werd beoordeeld in een open-label uitbreidingsstudie (TRAVERSE) (zie rubriek 4.8). De
werkzaamheid werd gemeten als secundair eindpunt, was vergelijkbaar met de resultaten
waargenomen in de pivotale studies en werd behouden tot 96 weken. Bij volwassenen met oraal
34
corticosteroïd-afhankelijk astma was er een aanhoudende daling in exacerbaties en verbetering van de
longfunctie tot 96 weken, ondanks daling van de dosis of stopzetting van orale corticosteroïden.
Pediatrisch (6 tot en met 11 jaar)
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab bij pediatrische patiënten werden in een 52 weken
durend, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek in meerdere centra (VOYAGE)
beoordeeld bij 408 patiënten van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma op een gemiddeld of
hooggedoseerd ICS en één controlegeneesmiddel of alleen hooggedoseerd ICS. Patiënten werden
gerandomiseerd naar elke twee weken dupilumab (N=273) of overeenstemmende placebo (N=135), op
basis van lichaamsgewicht van respectievelijk ≤ 30 kg of > 30 kg. De werkzaamheid werd beoordeeld
in populaties met type 2 ontsteking, gedefinieerd als eosinofielenconcentraties in het bloed ≥ 150
cellen/mcl of FeNO ≥ 20 ppb.
Het primaire eindpunt was het percentage ernstige exacerbatievoorvallen op jaarbasis in de
placebogecontroleerde periode van 52 weken en het belangrijkste secundaire eindpunt was de
verandering ten opzichte van de baseline in het voorspelde FEV
1
-percentage voorafgaand aan
toediening van een bronchodilator in week 12. Aanvullende secundaire eindpunten omvatten
gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline en responspercentage voor de ACQ-7-IA- en
PAQLQ(S)-IA-scores.
De demografische en baselinekenmerken van VOYAGE vindt u hieronder in tabel 20.
Tabel 20. Demografische en baselinekenmerken van VOYAGE
Parameter
EOS ≥ 150
cellen/mcl of
FeNO ≥ 20 ppb
(N = 350)
8,9 (1,6)
34,3
88,6
36,09
2,47 (2,30)
EOS
≥ 300 cellen/mcl
(N = 259)
9,0 (1,6)
32,8
87,3
35,94
2,64 (2,58)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
% Vrouw
% Wit
Gemiddeld lichaamsgewicht (kg)
Gemiddeld aantal exacerbaties in het
voorgaande jaar (± SD)
ICS-dosis (%)
Gemiddeld
Hoog
FEV
1
(L) voorafgaand aan toediening dosis
bij de baseline (± SD)
Gemiddeld percentage voorspelde FEV
1
(%)
(± SD)
Gemiddeld% omkeerbaarheid
(±
SD)
Gemiddelde ACQ-7–IA-score (± SD)
Gemiddelde PAQLQ(S)-IA-score (± SD)
Medische atopische voorgeschiedenis%
totaal
(AD%, AR%)
Mediaan totaal IgE IE/ml (± SD)
55,7
43,4
1,49 (0,41)
77,89 (14,40)
27,79 (19,34)
2,14 (0,72)
4,94 (1,10)
94
(38,9, 82,6)
905,52 (1140,41)
54,4
44,4
1,47 (0,42)
76,85 (14,78)
22,59 (20,78)
2,16 (0,75)
4,93 (1,12)
96,5
(44,4, 85,7)
1077,00 (1230,83)
35
Gemiddelde FeNO ppb (± SD)
% patiënten met FeNO ppb
≥ 20
Gemiddeld aantal eosinofielen bij baseline
(± SD) /mcl
% patiënten met EOS
≥ 150 cellen/mcl
≥ 300 cellen/mcl
30,71 (24,42)
58
570 (380)
33,50 (25,11)
64,1
710 (360)
94,6
74
0
100
ICS = geïnhaleerd corticosteroïd; FEV
1
= geforceerd expiratoir volume in 1 seconde; ACQ-7-IA =
Asthma Control Questionnaire-7 Interviewer Administered (door de interviewer uitgevoerde
vragenlijst over controle van astma - 7 items); PAQLQ(S)-IA = Paediatric Asthma Quality of Life
Questionnaire with Standardised Activities–Interviewer Administered (door de interviewer
uitgevoerde vragenlijst over kwaliteit van leven bij kinderen met astma - met gestandaardiseerde
activiteiten); AD = atopische dermatitis; AR = allergische rinitis; EOS = eosinofielen in het bloed;
FeNO = hoeveelheid stikstofmonoxide in uitgeademde lucht
Exacerbaties werden gedefinieerd als verslechtering van astma waardoor ten minste 3 dagen
systemische corticosteroïden moesten worden gebruikt of een ziekenhuisopname of een bezoek aan de
spoedeisende hulp nodig was als gevolg van astma waarbij systemische corticosteroïden moesten
worden gebruikt. Dupilumab verminderde tijdens de 52 weken durende behandelingsperiode
significant het percentage ernstige astma-exacerbatievoorvallen op jaarbasis in vergelijking met
placebo in de populatie met type 2 inflammatie en in de populatie gedefinieerd door eosinofielen in het
bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline of FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline. In week 12 zijn klinisch
significante verbeteringen in het percentage voorspelde FEV
1
voorafgaand aan toediening van een
bronchodilator waargenomen. Er zijn ook verbeteringen waargenomen voor ACQ-7-IA en
PAQLQ(S)-IA in week 24, die aanhielden in week 52. Er werden in week 24 hogere
responspercentages waargenomen voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA vergeleken met placebo. De
werkzaamheidsresultaten van VOYAGE worden gepresenteerd in tabel 21.
In de populatie met de type 2 inflammatie was de LS gemiddelde verandering ten opzichte van de
baseline in FEV
1
voorafgaand aan toediening van een bronchodilator in week 12 0,22 l in de
dupilumabgroep en 0,12 l in de placebogroep, met een LS gemiddeld verschil van 0,10 l (95%-BI:
0,04, 0,16) ten opzichte van placebo. Het behandelingseffect bleef behouden gedurende de
behandelingsperiode van 52 weken, met een LS gemiddeld verschil van 0,17 l (95%-BI: 0,09, 0,24) in
week 52 ten opzichte van placebo.
In de populatie gedefinieerd door eosinofielen in het bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline was de LS
gemiddelde verandering in FEV
1
voorafgaand aan toediening van een bronchodilator ten opzichte van
de baseline in week 12 0,22 l in de dupilumabgroep en 0,12 l in de placebogroep, met een LS
gemiddeld verschil van 0,10 l (95%-BI: 0,03, 0,17) ten opzichte van placebo. Het behandelingseffect
bleef behouden gedurende de 52 weken durende behandelingsperiode, met een LS gemiddeld verschil
van 0,17 (95%-BI: 0,09, 0,26) in week 52 ten opzichte van placebo.
In beide primaire-werkzaamheidspopulaties was er een snelle verbetering in FEF25-75% en
FEV
1
/FVC (aanvang van een verschil werd al in week 2 waargenomen), die behouden bleef gedurende
de behandelingsperiode van 52 weken, zie tabel 21.
Tabel 21: Percentage ernstige exacerbaties, gemiddelde verandering in FEV
1
ten opzichte van de baseline,
responspercentages voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA in VOYAGE
Behandeling
EOS ≥ 150 cellen/mcl
of FeNO ≥ 20 ppb
EOS
≥ 300 cellen/mcl
FeNO
≥ 20 ppb
Ernstige exacerbaties op jaarbasis gedurende 52 weken
36
N
Ratio
(95%-BI)
Percentageve
rhouding
(95%-BI)
0,407
(0,274, 0,605)
N
Ratio
(95%-BI)
Percentagev
erhouding
(95%-BI)
0,353
(0,222, 0,562)
N
Percentage
(95%-BI)
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
236
0,305
(0,223, 0,416)
175
0,235
(0,160, 0,345)
141
0,271
(0,170, 0,432)
Percentage
verhoudin
g (95%
BI)
0,384
(0,227, 0,649)
0,748
84
0,665
62
(0,542, 1,034)
(0,467, 0,949)
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV1 in week 12 ten opzichte van de baseline
N
N
LS
LS gemiddeld
LS
LS
N
gemiddel
gemiddel
verschil t.o.v.
gemiddeld
de Δ t.o.v.
de Δ t.o.v.
placebo
verschil t.o.v.
de
de
(95%-BI)
placebo
baseline
baseline
(95%-BI)
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
229
10,53
5,21
(2,14, 8,27)
168
10,15
5,32
(1,76, 8,88)
141
114
0,705
(0,421, 1,180)
LS
gemiddel
de Δ t.o.v.
baseline i
LS
gemiddeld
verschil
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
6,74
(2,54, 10,93)
11,36
110
80
5,32
4,83
4,62
Placebo
62
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEF 25-75% in week 12 ten opzichte van de baseline
LS gemiddeld
LS gemiddeld
N
LS
N
LS
N
LS
gemiddelde Δ verschil t.o.v.
gemiddelde Δ verschil t.o.v.
gemiddelde Δ
t.o.v. de
t.o.v. de
t.o.v. de
placebo
placebo
baseline
baseline
baseline
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
229
16,70
11,93
(7,44, 16,43)
168
16,91
13,92
(8,89, 18,95)
141
17,96
LS
gemiddeld
verschil
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
13,97
(8,30, 19,65)
110
4,76
80
2,99
62
N
3,98
LS
gemiddelde Δ
t.o.v. de
baseline
LS
gemiddeld
verschil
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
4,95
(3,08, 6,81)
Gemiddelde verandering in FEV
1
/FVC% in week 12 ten opzichte van de baseline
LS gemiddeld
LS gemiddeld
N
LS
N
LS
verschil t.o.v.
gemiddelde Δ
gemiddelde Δ verschil t.o.v.
t.o.v. de
t.o.v. de
placebo
placebo
baseline
baseline
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
229
5,67
3,73
(2,25, 5,21)
168
6,10
4,63
(2,97, 6,29)
141
6,84
110
N
1,94
Responspe
rcentage
%
79,2
OR t.o.v.
placebo
(95%-BI)
1,82
(1,02, 3,24)
80
N
1,47
Responspe
rcentage
%
80,6
OR
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
2,79
(1,43, 5,44)
62
N
1,89
Responspe
rcentage
%
80,9
OR t.o.v.
placebo
(95%-BI)
2,60
(1,21, 5,59)
ACQ-7-IA in week 24
a
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
236
175
141
37
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
114
69,3
PAQLQ(S)-IA in week 24
a
Responsperce
N
ntage
%
211
73,0
84
OR t.o.v.
placebo
(95%-BI)
1,57
(0,87, 2,84)
N
64,3
Responspe
rcentage
%
72,8
OR t.o.v.
placebo
(95%-BI)
1,84
(0,92, 3,65)
62
N
66,1
Responsper
centage%
75,6
OR t.o.v.
placebo
(95%-BI)
2,09
(0,95,
4,61)
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
a
158
131
107
65,4
81
63,0
61
67,2
Het responspercentage werd gedefinieerd als een scoreverbetering van 0,5 of meer (schaalbereik 0-6 voor ACQ-7-IA en 1-7 voor
PAQLQ(S))
Er werden in het VOYAGE-onderzoek al in week 2 significante verbeteringen in het percentage
voorspelde FEV1 waargenomen, die aanhielden tot en met week 52.
Verbeteringen in het percentage voorspelde FEV
1
in de loop der tijd in VOYAGE worden getoond in
figuur 8.
Figuur 8: Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV
1
(L) voorafgaand aan
toediening van een bronchodilator in de loop der tijd ten opzichte van de baseline in VOYAGE
(eosinofielen in het bloed ≥ 150 cellen/mcl of FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline, eosinofielen ≥ 300
cellen/mcl bij de baseline en FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline)
Eosinofielen in het bloed ≥ 150
cellen/mcl of FeNO ≥ 20 ppb bij de
baseline
Eosinofielen in het bloed bij de
baseline
≥ 300 cellen/mcl
FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline
In VOYAGE werd in de populatie met type 2 inflammatie het gemiddeld aantal kuren met systemische
corticosteroïden op jaarbasis als gevolg van astma verminderd met 59,3% ten opzichte van placebo
(0,350 [95%-BI: 0,256, 0,477] versus 0,860 [95%-BI: 0,616, 1,200]). In de populatie gedefinieerd door
eosinofielen in het bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline werd het gemiddeld aantal kuren met
systemische corticosteroïden op jaarbasis als gevolg van astma verminderd met 66,0% ten opzichte
van placebo (0,274 [95%-BI: 0,188, 0,399] versus 0,806 [95%-BI: 0,563, 1,154]).
Met dupilumab verbeterde de algehele gezondheidstoestand, gemeten aan de hand van de European
Quality of Life 5-Dimension Youth Visual Analog Scale (EQ-VAS), in zowel de populatie met type 2
inflammatie als die met aantal eosinofielen in het bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline in week 52;
het LS gemiddelde verschil ten opzichte van placebo was respectievelijk 4,73 (95%-BI: 1,18, 8,28) en
3,38 (95%-BI: -0,66, 7,43).
Met dupilumab verminderde de impact van astma van pediatrische patiënten op de kwaliteit van leven
van de verzorger, gemeten aan de hand van de Pediatric Asthma Quality of Life Questionnaire
(PACQLQ) in zowel de populatie met type 2 inflammatie als die met aantal eosinofielen in het bloed ≥
300 cellen/mcl in week 52; het LS gemiddelde verschil ten opzichte van placebo was respectievelijk
0,47 (95%-BI: 0,22, 0,72) en 0,50 (95%-BI: 0,21, 0,79).
38
Klinische werkzaamheid bij chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP)
Het ontwikkelingsprogramma voor chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP) omvatte
twee gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studies met parallelle groepen in
meerdere centra (SINUS-24 en SINUS-52) bij 724 patiënten van 18 jaar en ouder met intranasale
corticosteroïden (INCS) in hun voorgeschiedenis. Deze studies omvatten patiënten met ernstige
CRSwNP ondanks eerdere sinonasale chirurgie of behandeling met, of die niet in aanmerking kwamen
voor systemische corticosteroïden in de afgelopen 2 jaar. Reddingsbehandeling met systemische
corticosteroïden of chirurgie was toegestaan tijdens de studies naar goeddunken van de onderzoeker.
In SINUS-24 werden in totaal 276 patiënten gerandomiseerd naar ofwel 300 mg dupilumab (N = 143)
ofwel placebo (N = 133) eenmaal per 2 weken gedurende 24 weken. In SINUS-52 werden 448
patiënten gerandomiseerd naar ofwel 300 mg dupilumab (N = 150) eenmaal per 2 weken gedurende 52
weken, 300 mg dupilumab (N = 145) eenmaal per 2 weken tot week 24 gevolgd door 300 mg
dupilumab eenmaal per 4 weken tot week 52, of placebo (N = 153). Alle patiënten hadden bewijs van
sluiering van een sinus volgens Lund Mackay (LMK) op de CT-scan en 73% tot 90% van de patiënten
had sluiering van alle sinussen. Patiënten werden gestratificeerd op basis van hun voorgeschiedenis
van eerdere chirurgie en comorbide astma/door niet-steroïdale ontstekingsremmers verergerde
ademhalingsziekte (NSAID-ERD).
De coprimaire werkzaamheidseindpunten waren verandering ten opzichte van de baseline tot week 24
in bilaterale endoscopische neuspoliepenscore (NPS), zoals beoordeeld door centrale geblindeerde
lezers, en verandering vanaf de baseline tot week 24 in de neusverstopping/-obstructiescore gemiddeld
over 28 dagen (NC), zoals bepaald door patiënten met behulp van een dagboek. Voor NPS werden
poliepen aan elke kant van de neus gegradeerd op een categorische schaal (0 = geen poliepen;
1 = kleine poliepen in de middelste meatus die niet reiken tot onder de inferieure rand van de
middelste neusschelp; 2 = poliepen die reiken tot onder de onderste rand van de middelste neusschelp;
3 = grote poliepen die tot de onderste rand van de onderste neusschelp reiken of poliepen mediaal van
de middelste neusschelp; 4 = grote poliepen die volledige obstructie veroorzaken van de onderste
neusholte). De totale score was de som van de rechter- en linkerscores. Neusverstopping werd
dagelijks beoordeeld door de proefpersonen op een schaal van 0 tot 3 categorische ernst (0 = geen
symptomen; 1 = lichte symptomen; 2 = matige symptomen; 3 = ernstige symptomen).
In beide onderzoeken omvatten de belangrijkste secundaire eindpunten in week 24 verandering ten
opzichte van de baseline in: LMK-score op de CT-sinus, totale symptomenscore (TSS), ‘University of
Pennsylvania smell identification test’ (UPSIT), dagelijks verlies van reukzin en de SNOT-22-
vragenlijst (22-item Sino-Nasal Outcome Test). In de pool van de twee studies werden de
vermindering in het percentage patiënten dat herstelde met systemische corticosteroïden en/of
sinonasale chirurgie, alsook de verbetering in FEV
1
in de astmasubgroep geëvalueerd. Aanvullende
secundaire eindpunten omvatten de Astma-Controle-Vragenlijst van 6 punten (ACQ-6) in de
comorbide astmasubgroep.
De demografische en baselinekenmerken van deze 2 onderzoeken vindt u hieronder in tabel 22.
Tabel 22:
Parameter
Demografie en baselinekenmerken van CRSwNP-onderzoeken
SINUS-24
SINUS-52
(N = 276)
(N = 448)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
50,49 (13,39) 51,95 (12,45)
% Mannelijk
57,2
62,3
Gemiddelde CRSwNP-duur (jaren) (SD)
11,11 (9,16)
10,94 (9,63)
Patiënten met ≥ 1 eerdere chirurgie (%)
71,7
58,3
Patiënten met gebruik van systemische corticosteroïden in
64,9
80,1
de afgelopen 2 jaar (%)
Gemiddelde bilaterale endoscopische NPS
a
(SD), bereik 0– 5,75 (1,28)
6,10 (1,21)
8
Gemiddelde neusverstopping (NC)-score
a
(SD), bereik 0–3 2,35 (0,57)
2,43 (0,59)
39
Gemiddelde LMK-totaalscore op CT-sinus
a
(SD), bereik 0–
24
Gemiddelde geurtest (UPSIT)-score
a
(SD), bereik 0–40
Gemiddelde score verlies van reukzin
a
(AM) (SD), bereik
0–3
Gemiddelde SNOT-22-totaalscore
a
(SD), bereik 0–110
Gemiddelde schaal voor ernst van rinosinusitis
a
(VAS)
(SD), 0–10 cm
Gemiddelde bloedeosinofielen (cellen/mcl) (SD)
Gemiddeld totaal IgE (IE/ml) (SD)
19,03 (4,44)
14,56 (8,48)
2,71 (0,54)
49,40 (20,20)
7,68 (2,05)
437 (333)
211,97
(275,73)
17,96 (3,76)
13,61 (8,02)
2,75 (0,52)
51,86 (20,90)
8,00 (2,08)
431 (353)
239,84 (341,53)
Atopische (type 2 ontstekingsziekte) medische
voorgeschiedenis
75,4%
82,4%
% Algemeen
Astma (%)
58,3
59,6
Gemiddelde FEV
1
(L) (SD)
2,69 (0,96)
2,57 (0,83)
Gemiddelde FEV
1
percentage voorspeld (%) (SD)
85,30 (20,23) 83,39 (17,72)
Gemiddelde ACQ-6-score
a
(SD)
1,62 (1,14)
1,58 (1,09)
NSAID-ERD (%)
30,4
26,8
a
Hogere scores geven een grotere ernst van de ziekte aan, behalve UPSIT waarbij hogere scores duiden
op lagere ernst van de ziekte; SD = standaarddeviatie; AM = ochtend; NPS = neuspoliepenscore;
UPSIT = geuridentificatietest van de University of Pennsylvania; SNOT-22 = 22-item Sino-Nasal
Outcome Test; VAS = visueel analoge schaal; FEV
1
= geforceerd expiratoir volume in 1 seconde;
ACQ-6 = Asthma Control Questionnaire-6; NSAID-ERD = door aspirine/niet-steroïdale
ontstekingsremmers verergerde ademhalingsziekte
Klinische respons (SINUS-24 en SINUS-52)
De resultaten voor primaire en secundaire eindpunten van CRSwNP-onderzoeken zijn weergegeven in
tabel 23.
40
Tabel 23: Resultaten van de primaire en secundaire eindpunten in CRSwNP-onderzoeken
SINUS-24
Placebo
(N = 133)
Dupilumab
300 mg Q2W
(N = 143)
LS-
gemiddeld
verschil t.o.v.
placebo
(95%-BI)
SINUS-52
Placebo
(N = 153)
Dupilumab
300 mg Q2W
(N = 295)
LS-
gemiddeld
verschil t.o.v.
placebo
(95%-BI)
Primair eindpunt in week 24
Baseline LS
Baseline LS
Scores
gemid- gemid- gemid- gemid-
delde
delde delde
delde
veran-
veran-
dering
dering
NPS
NC
5,86
2,45
0,17
-0,45
5,64
2,26
-1,89
-1,34
-2,06
(-2,43, -1,69)
-0,89
(-1,07, -0,71)
LS
LS
Baseline gemid- Baseline gemid-
gemid- delde
gemid-
delde
delde
verande- delde
veran-
ring
dering
5,96
2,38
0,10
-0,38
6,18
2,46
-1,71
-1,25
-1,80
(-2,10, -1,51)
-0,87
(-1,03, -0,71)
Belangrijke secundaire eindpunten in week 24
Scores
LS
LS
Baseline gemid- Baseline gemid-
gemid- delde gemid- delde
delde
veran- delde
veran-
dering
dering
19,55
-0,74
-1,17
0,70
-0,29
-9,31
-1,34
18,55
6,82
14,68
2,70
48,0
7,42
-8,18
-3,77
11,26
-7,44
(-8,35, -6,53)
-2,61
(-3,04, -2,17)
LS
Baseline gemid-
gemid- delde
delde
veran-
dering
17,65
7,08
13,78
2,72
53,48
7,98
-0,09
-1,00
-0,81
-0,23
-10,40
-1,39
LS
Baseline gemid-
gemid-
delde
delde
veran-
dering
18,12
7,30
13,53
2,77
51,02
8,01
-5,21
-3,45
9,71
-1,21
-27,77
-4,32
-5,13
(-5,80, -4,46)
-2,44
(-2,87, -2,02)
10,52
(8,98, 12,07)
-0,98
(-1,15, -0,81)
-17,36
(-20,87, -
13,85)
-2,93
(-3,45, -2,40)
LMK sinus
CT-scan score
Totale
7,28
symptoomscore
UPSIT
Verlies van
reukzin
SNOT-22
VAS
14,44
2,73
50,87
7,96
10,56
(8,79, 12,34)
-1,12
-1,41
(-1,31, -0,93)
-21,12
-30,43 (-25,17, -
17,06)
-4,54
-3,20
(-3,79, -2,60)
Een verlaging van de score geeft verbetering aan, behalve UPSIT waarbij een verhoging verbetering
aangeeft.
Totale symptoomscore is een samengestelde ernstscore die bestaat uit de som van dagelijkse
symptomen van NC, verlies van reukzin en anterieure/posterieure rinorroe.
NC = nasale congestie, NPS = neuspoliepenscore; LMK = Lund-Mackay-totaalscore op CT;
UPSIT = University of Pennsylvania smell identification test; SNOT-22 = 22-item Sino-Nasal
Outcome Test; TSS = totale symptoomscore; VAS = visueel analoge schaal voor rinosinusitis
(alle p-waarden < 0,0001, nominaal voor VAS)
De resultaten voor het SINUS-52-onderzoek in week 52 worden weergegeven in tabel 24.
Tabel 24: Resultaten van de werkzaamheid in week 52 in het SINUS-52-onderzoek
Placebo
(N = 153)
Dupilumab
300 mg Q2W
(N = 150)
LS
gemid-
delde
Baseline
gemid-
delde
LS
gemid-
delde
41
LS-gemiddeld
verschil t.o.v.
placebo (95%-
BI)
Baseline
gemid-
delde
Dupilumab
300 mg Q2W-
Q4W
(N = 145)
Baseline LS
gemid-
gemid-
delde
delde
LS-gemiddeld
verschil t.o.v.
placebo (95%-
BI)
verande-
ring
NPS
NC
5,96
2,38
0,15
-0,37
0,11
-0,94
-0,77
-0,19
6,07
2,48
18,42
7,31
13,46
2,81
verande-
ring
-2,24
-1,35
-6,83
-3,79
9,53
-1,29
-2,40
(-2,77, -2,02)
-0,98
(-1,17, -0,79)
-6,94
(-7,87, -6,01)
-2,85
(-3,35, -2,35)
10,30
(8,50, 12,10)
-1,10
(-1,31, -0,89)
-20,96
(-25,03, -16,89)
6,29
2,44
17,81
7,28
13,60
2,73
51,89
veran-
dering
-2,06
-1,48
-5,60
-4,16
9,99
-1,49
-30,52
LMK sinus
17,65
CT-scan score
Totale
7,08
symptoomscore
UPSIT
Verlies van
reukzin
SNOT-22
VAS
13,78
2,72
53,48
7,98
-8,88
-0,93
50,16
8,24
-29,84
-4,74
-3,81
7,78
-4,39
(-4,46, -3,17)
Een verlaging van de score geeft verbetering aan, behalve UPSIT waarbij een verhoging verbetering
aangeeft.
Totale symptoomscore is een samengestelde ernstscore die bestaat uit de som van dagelijkse
symptomen van NC, verlies van reukzin en anterieure/posterieure rinorroe.
NC = nasale congestie, NPS = neuspoliepenscore; LMK = Lund-Mackay-totaalscore op CT;
UPSIT = University of Pennsylvania smell identification test; SNOT-22 = 22-item Sino-Nasal
Outcome Test; TSS = totale symptoomscore; VAS = visueel analoge schaal voor rinosinusitis
(alle p-waarden < 0,0001)
-2,21
(-2,59, -1,83)
-1,10
(-1,29, -0,91)
-5,71
(-6,64, -4,77)
-3,22
(-3,73, -2,72)
10,76
(8,95, 12,57)
-1,30
(-1,51, -1,09)
-21,65
(-25,71, -
17,58)
-3,46
(-4,10, -2,81)
Statistisch significante en klinisch betekenisvolle werkzaamheid werd waargenomen in SINUS-24 met
betrekking tot verbetering in bilaterale endoscopische NPS-score in week 24. In de periode na de
behandeling toen patiënten geen dupilumab meer kregen, verminderde het behandelingseffect na
verloop van tijd (zie afbeelding 9a). Vergelijkbare resultaten werden ook waargenomen in SINUS-52
in zowel week 24 als week 52 met een progressieve verbetering in de loop der tijd (zie figuur 9b).
42
Afbeelding 9. LS-gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline in bilaterale
neuspoliepenscore (NPS) in SINUS-24 en SINUS-52 – ITT-populatie.
Afbeelding 9a. SINUS-24
Afbeelding 9b. SINUS-52
In beide onderzoeken werden significante verbeteringen in NC en ernst van dagelijks verlies van
reukzin al waargenomen bij de eerste beoordeling in week 4. Het LS-gemiddelde verschil voor NC in
week 4 in de dupilumabgroep t.o.v. placebo was -0,41 (95%-BI: -0,52, -0,30) in SINUS-24 en -0,37
(95%-BI: -0,46, -0,27) in SINUS-52. Het LS-gemiddelde verschil voor verlies van reukzin in week 4
in de dupilumabgroep t.o.v. placebo was -0,34 (95%-BI: -0,44, -0,25) in SINUS-24 en -0,31 (95%-BI:
-0,41, -0,22) in SINUS-52.
Een vermindering in het aandeel patiënten met anosmie werd waargenomen in SINUS-24 en SINUS-
52. Bij de baseline had 74% tot 79% van de patiënten anosmie, wat werd verlaagd tot 24% in SINUS-
24 en 30% in SINUS-52 in week 24, in vergelijking met geen verandering bij placebo. Verbeteringen
in de NPIF (nasal peak inspiratory flow) werden waargenomen in SINUS-24 en SINUS-52 in week 24.
Het LS-gemiddelde verschil in de dupilumabgroep t.o.v. placebo was respectievelijk 40,4 l/min (95%-
BI: 30,4, 50,4) en 36,6 l/min (95%-BI: 28,0, 45,3).
Bij de patiënten met een VAS-score voor rinosinusitis > 7 bij de baseline, bereikte een hoger
percentage patiënten VAS ≤ 7 in de dupilumabgroep vergeleken met de placebogroep (83,3% versus
39,4% in SINUS-24 en 75,0% versus 39,3% in SINUS-52) in week 24.
In de vooraf gespecificeerde multipliciteitsgecorrigeerde samengevoegde analyse van twee
onderzoeken resulteerde de behandeling met dupilumab in een significante vermindering van het
gebruik van systemische corticosteroïden en de noodzaak van sinonasale chirurgie t.o.v. een placebo
(HR van 0,24; 95%-BI: 0,17, 0,35) (zie afbeelding 10). Het aandeel patiënten dat systemische
corticosteroïden vereiste, was verminderd met 74% (HR van 0,26; 95%-BI: 0,18, 0,38). Het totale
aantal systemische corticosteroïdenkuren per jaar werd verminderd met 75% (HR van 0,25; 95%-BI:
0,17, 0,37). De gemiddelde individuele jaarlijks voorgeschreven totale dosis van systemische
corticosteroïden (in mg) tijdens de behandelingsperiode was 71% lager in de gepoolde
dupilumabgroep in vergelijking met de gepoolde placebogroep respectievelijk (60,5 [531,3] mg versus
209,5 [497,2] mg). Het percentage patiënten dat een operatie nodig had, was verminderd met 83% (HR
van 0,17; 95%-BI: 0,07, 0,46).
43
Afbeelding 10. Kaplan-Meier-curve voor tijd tot eerste gebruik van systemische corticosteroïden
en/of sinonasale chirurgie tijdens de behandelingsperiode – ITT-populatie [SINUS-24 en SINUS-
52 samengevoegd]
De effecten van dupilumab op de primaire eindpunten van NPS en neusverstopping en het
belangrijkste secundaire eindpunt van de LMK-score op CT-sinus, waren consistent bij patiënten met
en zonder eerdere chirurgie.
Bij patiënten met comorbide astma werden significante verbeteringen in FEV
1
en ACQ-6
waargenomen in week 24 ongeacht de bloedeosinofielenwaarden op baseline. De samengevoegde LS-
gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline in FEV
1
in week 24 voor dupilumab 300 mg
Q2W was 0,14 ten opzichte van -0,07 l voor placebo, voor een verschil van 0,21 l (95%-BI: 0,13,
0,29). Bovendien werden verbeterde waarden in FEV
1
opgemerkt vanaf de eerste beoordeling na
baseline, in week 8 in SINUS-24 en week 4 in SINUS-52. Verbeteringen in ACQ-6 bij patiënten met
comorbide astma werden in beide onderzoeken waargenomen. Een respons werd gedefinieerd als een
scoreverbetering van 0,5 of meer. Het LS-gemiddelde verschil in de dupilumabgroep t.o.v. placebo in
week 24 was -0,76 (95%-BI: -1,00 tot -0,51) in SINUS-24 en -0,94 (95%-BI: -1,19, -0,69) in SINUS-
52.
Het ACQ-6-responspercentage voor dupilumab 300 mg Q2W voor SINUS-24 in week 24 was 56% ten
opzichte van 28% bij placebo (odds ratio 3,17; 95%-BI: 1,65, 6,09). Het ACQ-6-responspercentage
voor dupilumab 300 mg Q2W voor SINUS-52 was 46% ten opzichte van 14% bij placebo in week 52
(odds ratio 7,02; 95%-BI: 3,10, 15,90).
Bij patiënten met NSAID-ERD waren de effecten van dupilumab op de primaire eindpunten van NPS
en NC en het belangrijkste secundaire eindpunt van de LMK-score op CT-sinus consistent met die
waargenomen in de totale CRSwNP-populatie.
Pediatrische patiënten
Atopische dermatitis
De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab werden vastgesteld bij adolescenten van 12 tot en met
17 jaar oud met matige tot ernstige atopische dermatitis in onderzoek AD-1526 waarin 251
adolescenten werden ingeschreven. De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab werden vastgesteld
bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met ernstige atopische dermatitis in onderzoek AD-1652 waarin
367 pediatrische patiënten werden ingeschreven. Het gebruik is ondersteund door onderzoek AD-1434
waarin patiënten werden ingeschreven die onderzoek AD-1526 hadden voltooid (136 matige en 64
ernstige op het moment van inschrijving in onderzoek AD-1434) en patiënten die onderzoek AD-1652
hadden voltooid (110 matige en 72 ernstige op het moment van inschrijving in onderzoek AD-1434).
De veiligheid en werkzaamheid waren over het algemeen consistent tussen kinderen van 6 tot en met
11 jaar oud, adolescente patiënten en volwassen patiënten met atopische dermatitis (zie rubriek 4.8).
De veiligheid en werkzaamheid bij pediatrische patiënten van < 6 jaar oud met atopische dermatitis
werden niet vastgesteld.
44
Astma
In totaal werden 107 adolescenten in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar met matig tot ernstig astma
geïncludeerd in het QUEST-onderzoek, en zij ontvingen hetzij 200 mg (N = 21) hetzij 300 mg
(N = 18) dupilumab (of overeenkomend placebo hetzij 200 mg [N = 34] hetzij 300 mg [N = 34])
eenmaal per twee weken. Werkzaamheid met betrekking tot ernstige astma-exacerbaties en longfunctie
werd waargenomen bij zowel adolescenten als volwassenen. Voor beide doses, 200 mg en 300 mg
eenmaal per twee weken, werden belangrijke verbeteringen waargenomen in FEV
1
(LS gemiddelde
verandering vanaf baseline in week 12) (respectievelijk 0,36 l en 0,27 l). Bij de dosis van 200 mg
eenmaal per twee weken zagen patiënten een afname in de mate van ernstige exacerbaties die
overeenkwam met die bij volwassenen. Het veiligheidsprofiel bij adolescenten was over het geheel
genomen vergelijkbaar met dat bij volwassenen.
In totaal werden 89 adolescenten in de leeftijd tussen 12 en 17 jaar oud met matig tot ernstig astma
geïncludeerd in de open-label langetermijn studie (TRAVERSE). In deze studie werd de
werkzaamheid gemeten als secundair eindpunt; deze was vergelijkbaar met de resultaten waargenomen
in de pivotale studies en werd behouden tot 96 weken.
In totaal werden 408 kinderen van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma ingeschreven in het
VOYAGE-onderzoek, waarin doses van 100 mg Q2W en 200 mg Q2W werden beoordeeld. De
werkzaamheid van dupilumab 300 mg Q4W bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar is geëxtrapoleerd van
de werkzaamheid van 100 mg en 200 mg Q2W in VOYAGE en 200 mg en 300 mg Q2W bij
volwassenen en adolescenten (QUEST). Patiënten die de behandelingsperiode van het VOYAGE-
onderzoek voltooiden, konden deelnemen aan het open-label uitbreidingsonderzoek (EXCURSION).
Achttien patiënten (≥ 15 kg tot < 30 kg) van de 365 patiënten werden in dit onderzoek blootgesteld aan
300 mg Q4W, en het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar met hetgeen werd waargenomen in
VOYAGE.
De veiligheid en werkzaamheid bij pediatrische patiënten < 6 jaar met astma zijn niet
vastgesteld.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met dupilumab in alle subgroepen van pediatrische
patiënten voor de behandeling van neuspoliepen (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek van dupilumab is vergelijkbaar bij patiënten met atopische dermatitis, astma en
CRSwNP.
Absorptie
Na een eenmalige subcutane (SC) dosis van 75-600 mg dupilumab bij volwassenen is de mediane tijd
tot maximale concentratie in het serum (t
max
) 3-7 dagen. De absolute biologische beschikbaarheid van
dupilumab na een SC dosis is vergelijkbaar tussen AD-, astma- en CRSwNP-patiënten, variërend van
61% tot 64%, zoals vastgesteld door een populatiefarmacokinetische analyse.
Steadystate-concentraties werden bereikt in week 16 na toediening van een startdosis van 600 mg en
een dosis van 300 mg eenmaal per twee weken of 300 mg dosis eenmaal per twee weken zonder
oplaaddosis. In de klinische studies varieerde de gemiddelde ± SD laagste steady-state concentratie
van 69,2 ± 36,9 mcg/ml tot 80,2 ± 35,3 mcg/ml bij een dosis van 300 mg en van 29,2 ± 18,7 tot 36,5 ±
22,2 mcg/ml voor een dosis van 200 mg eenmaal per twee weken toegediend aan volwassenen.
Distributie
Voor dupilumab is een verdelingsvolume van ongeveer 4.6 l ingeschat door
populatiefarmacokinetische analyse, wat aangeeft dat dupilumab primair door het vasculaire systeem
wordt verdeeld.
45
Biotransformatie
Omdat dupilumab een proteïne is, zijn er geen specifieke onderzoeken naar metabolisme uitgevoerd.
Van dupilumab wordt verwacht dat het wordt afgebroken tot kleine peptiden en individuele
aminozuren.
Eliminatie
Eliminatie van dupilumab vindt plaats via parallelle lineaire en non-lineaire paden. Bij hogere
concentraties gebeurt de eliminatie van dupilumab hoofdzakelijk via lineaire, niet-oplosbare
proteolytische paden, terwijl lagere concentraties hoofdzakelijk non-lineaire, verzadigbare IL-4Rα
doelwit-gemedieerde eliminatie vertonen.
Na de laatste steady-state dosis, is de mediane tijd tot daling van dupilumabconcentraties tot onder de
laagst detecteerbare limiet, zoals ingeschat door populatiefarmacokinetische analyse, 6-7 weken voor
het schema van 300 mg Q4W, 9 weken voor het schema van 200 mg Q2W, 10-11 weken voor het
300 mg Q2W schema en 13 weken voor het 300 mg QW schema.
Lineariteit/non-lineariteit
Als gevolg van de non-lineaire uitscheiding neemt blootstelling aan dupilumab per dosis toe op een
groter dan proportionele manier, zoals gemeten per oppervlakte onder de concentratie-tijdcurve, na een
eenmalige dosis van 75-600 mg.
Speciale populaties
Geslacht
Er werd geen verband waargenomen tussen het geslacht van de patiënt en enige klinisch relevante
impact op de systemische blootstelling aan dupilumab, vastgesteld door populatiefarmacokinetische
analyse.
Ouderen
Van de 1472 patiënten met atopische dermatitis blootgesteld aan dupilumab in een fase 2-studie naar
dosering of in placebogecontroleerde fase 3-studies waren in totaal 67 patiënten 65 jaar of ouder.
Hoewel er geen verschillen in veiligheid of werkzaamheid werden waargenomen tussen oudere en
jongere volwassen patiënten met atopische dermatitis, was het aantal patiënten van 65 jaar en ouder
onvoldoende om vast te stellen of zij verschillend reageren ten opzichte van jongere patiënten.
Er werd geen verband waargenomen tussen de leeftijd van de patiënt en enige klinisch relevante
impact op de systemische blootstelling aan dupilumab, vastgesteld door populatiefarmacokinetische
analyse. Echter, in deze analyse zijn slechts 61 patiënten van 65 jaar of ouder meegenomen.
Van de 1977 patiënten met astma die werden blootgesteld aan dupilumab waren in totaal 240 personen
65 jaar of ouder, en waren 39 patiënten 75 jaar of ouder. De werkzaamheid en veiligheid bij deze
leeftijdsgroep waren vergelijkbaar met de algehele onderzoekspopulatie.
Er waren slechts 79 patiënten ouder dan 65 jaar met CRSwNP die werden blootgesteld aan dupilumab,
onder hen waren 11 patiënten 75 jaar of ouder.
Ras
Er werd geen verband waargenomen tussen het ras van de patiënt en enige klinisch relevante impact
op de systemische blootstelling aan dupilumab, vastgesteld door populatiefarmacokinetische analyse.
Leverfunctiestoornis
Van dupilumab, als monoklonaal antilichaam, wordt geen belangrijke hepatische eliminatie verwacht.
Er werden geen klinische onderzoeken uitgevoerd om het effect te beoordelen van verminderde
leverfunctie op de farmacokinetiek van dupilumab.
46
Nierfunctiestoornis
Van dupilumab, als monoklonaal antilichaam, wordt geen belangrijke eliminatie via de nieren
verwacht. Er werden geen klinische onderzoeken uitgevoerd om het effect te beoordelen van
verminderde nierfunctie op de farmacokinetiek van dupilumab. Uit een populatiefarmacokinetische
analyse bleek geen klinisch relevante invloed van een licht of matig verminderde nierfunctie op de
systemische blootstelling aan dupilumab. Er is zeer beperkte informatie beschikbaar over patiënten met
een ernstige nierfunctiestoornis.
Lichaamsgewicht
De dalconcentratie van dupilumab was lager bij proefpersonen met een hoger lichaamsgewicht zonder
dat dit een relevante impact had op de werkzaamheid. Er werden slechts 6 patiënten blootgesteld aan
dupilumab met een lichaamsgewicht ≥ 130 kg in de klinische onderzoeken naar CRSwNP.
Pediatrische patiënten
Atopische dermatitis
De farmacokinetiek van dupilumab bij pediatrische patiënten (< 6 jaar) of patiënten met een
lichaamsgewicht < 15 kg met atopische dermatitis is niet onderzocht.
Bij adolescenten van 12 tot en met 17 jaar met atopische dermatitis die eenmaal per twee weken een
dosering kregen (Q2W) met ofwel 200 mg (< 60 kg) of 300 mg (≥ 60 kg), was de gemiddelde ±SD
steady state-dalconcentratie van dupilumab 54,5±27,0 mcg/ml.
Voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met atopische dermatitis die de dosering van elke vier
weken (Q4W) 300 mg (≥ 15 kg) ontvingen in AD-1652, was de gemiddelde ± SD steady-state
dalconcentratie 76,3±37,2 mcg/ml. In week 16 in onderzoek AD-1434 bij kinderen van 6 tot en met 11
jaar oud die startten met de dosering van elke vier weken (Q4W) 300 mg (≥ 15 kg), en bij wie de dosis
werd verhoogd naar de dosering van om de twee weken (Q2W) 200 mg (≥ 15 tot < 60 kg) of 300 mg
(≥ 60 kg), was de gemiddelde ±SD steady-state dalconcentratie 108±53,8 mcg/ml. Voor kinderen van
6 tot en met 11 jaar oud die 300 mg Q4W ontvingen, gaven initiële doses van 300 mg op dagen 1 en
15 een gelijkaardige steady-state blootstelling als een initiële dosis van 600 mg op dag 1, gebaseerd op
FK simulaties.
Astma
De farmacokinetiek van dupilumab bij pediatrische patiënten (< 6 jaar) met astma is niet onderzocht.
In totaal werden 107 adolescenten in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar met astma geïncludeerd in
het QUEST-onderzoek. De gemiddelde ±SD steady-state dalspiegels van dupilumab waren
respectievelijk 107±51,6 mcg/ml en 46,7±26,9 mcg/ml voor 300 mg of 200 mg, eenmaal per twee
weken toegediend. Er werd geen leeftijdgerelateerd farmacokinetisch verschil waargenomen bij
adolescenten na correctie voor lichaamsgewicht.
In het VOYAGE-onderzoek werd de farmacokinetiek van dupilumab onderzocht bij 270 patiënten met
matig tot ernstig astma na subcutane toediening van 100 mg Q2W (bij 91 kinderen met een gewicht
van < 30 kg) of 200 mg Q2W (bij 179 kinderen met een gewicht van ≥ 30 kg).
Het distributievolume
voor dupilumab van ongeveer 3,7 l werd geschat aan de hand van farmacokinetische populatieanalyse.
Steady-state-concentraties werden bereikt in week 12.
De gemiddelde ± SD steady-state-
dalconcentratie was respectievelijk
58,4 ± 28,0 mcg/ml en 85,1 ± 44,9 mcg/ml.
Simulatie van een
subcutane dosis van 300 mg Q4W bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met een lichaamsgewicht van ≥
15 kg tot < 30 kg en van ≥ 30 kg tot < 60 kg resulteerde in voorspelde
steady-state-dalconcentraties die
vergelijkbaar waren met de waargenomen dalconcentraties van respectievelijk 200 mg Q2W (≥ 30 kg)
en 100 mg Q2W (< 30 kg). Bovendien
resulteerde de simulatie van een subcutane dosis van 300 mg
Q4W bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met een lichaamsgewicht van ≥ 15 kg tot < 60 kg in
voorspelde
steady-state-dalconcentraties die vergelijkbaar waren met de concentraties waarvan is
aangetoond dat ze werkzaam zijn bij volwassenen en adolescenten. Na de laatste steady-state-dosis
was de mediane tijd tot daling van dupilumabconcentraties tot onder de laagste detectielimiet, geschat
47
aan de hand van farmacokinetische populatieanalyse, 14 tot 18 weken voor 100 mg Q2W, 200 mg
Q2W of 300 mg Q4W.
CRSwNP
CRSwNP doet zich normaal gesproken niet voor bij kinderen. De farmacokinetiek van dupilumab bij
pediatrische patiënten (< 18 jaar) met CRSwNP is niet onderzocht.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek naar toxiciteit bij herhaalde dosering (inclusief farmacologische
eindpunten voor veiligheid) en reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
Het mutageen potentieel van dupilumab is niet beoordeeld; echter, van monoklonale antilichamen
wordt niet verwacht dat er een wijziging in DNA of chromosomen plaatsvindt.
Voor dupilumab zijn geen studies naar carcinogeniciteit uitgevoerd. Een beoordeling van het
beschikbare bewijs samenhangend met blokkade van IL-4Rα en toxicologische gegevens bij dieren
met surrogaatantilichamen geeft geen aanwijzing voor een toegenomen carcinogeen potentieel van
dupilumab.
Bij een reproductietoxicologisch onderzoek bij apen, waarbij gebruik werd gemaakt van een
surrogaatantilichaam specifiek voor IL-4Rα, zijn geen afwijkingen bij foetussen waargenomen bij
doses die de IL-4Rα verzadigen.
Een studie naar verhoogde toxiciteit voor pre- en postnatale ontwikkeling vertoonde geen negatieve
effecten bij de moederdieren of hun nageslacht tot 6 maanden na de partus.
Vruchtbaarheidsonderzoek bij mannelijke en vrouwelijke muizen met behulp van een
surrogaatantilichaam tegen IL-4R toonde geen stoornis in de vruchtbaarheid aan (zie rubriek 4.6).
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
argininehydrochloride
histidine
polysorbaat 80 (E433)
natriumacetaattrihydraat
ijsazijn (E260)
sucrose
water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
3 jaar.
Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten of voorgevulde pennen bewaren bij kamertemperatuur
tot 25°C voor maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Indien de verpakking permanent uit de
koelkast gehaald moet worden, kan de datum hiervan op de verpakking genoteerd worden. Nadat
Dupixent uit de koelkast is gehaald, moet het binnen 14 dagen worden gebruikt of weggegooid.
48
Houdbaarheid
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
2 ml oplossing in een voorgevulde spuit van gesiliconiseerd helder type 1-glas met of zonder
naaldbeschermer, met een vaste roestvrijstalen ingezette naald van 12,7 mm (½ inch) met een diameter
van 27 gauge en een dunne wand.
Verpakkingsgrootte:
1 voorgevulde spuit
2 voorgevulde spuiten
Multiverpakking met 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten
Multiverpakking met 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
2 ml oplossing in een spuit van gesiliconiseerd helder type 1-glas in een voorgevulde pen, met een
vaste roestvrijstalen ingezette naald van 12,7 mm (½ inch) met een diameter van 27 gauge en een
dunne wand.
De voorgevulde pen is verkrijgbaar met een ronde dop en een ovaal kijkvenstertje dat omlijnd is met
een pijltje of met een vierkante dop met ribbels en een ovaal kijkvenstertje zonder pijltje.
Verpakkingsgrootte:
1 voorgevulde pen
2 voorgevulde pennen
3 voorgevulde pennen
6 voorgevulde pennen
Multiverpakking met 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Nadat de 300 mg voorgevulde spuit of voorgevulde pen uit de koelkast is gehaald, deze eerst op
kamertemperatuur tot 25°C laten komen door 45 minuten te wachten alvorens Dupixent toe te dienen.
De voorgevulde spuit of de voorgevulde pen niet blootstellen aan warmte of direct zonlicht en deze
niet schudden.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften. Na gebruik de voorgevulde spuit of voorgevulde pen in een naaldencontainer plaatsen
en deze weggooien overeenkomstig de lokale voorschriften. De naaldencontainer niet hergebruiken.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
49
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/001
EU/1/17/1229/002
EU/1/17/1229/003
EU/1/17/1229/004
EU/1/17/1229/005
EU/1/17/1229/006
EU/1/17/1229/007
EU/1/17/1229/008
EU/1/17/1229/017
EU/1/17/1229/018
EU/1/17/1229/019
EU/1/17/1229/020
EU/1/17/1229/026
EU/1/17/1229/027
EU/1/17/1229/028
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 26 september 2017
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu
50
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Dupilumab 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Elke voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml
(175 mg/ml).
Dupilumab 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Elke voorgevulde pen voor eenmalig gebruik bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml
(175 mg/ml).
Dupilumab is een volledig humaan monoklonaal antilichaam en wordt geproduceerd uit ovariumcellen
van de Chinese hamster (CHO, Chinese hamster ovary) door middel van recombinant-DNA-
technologie.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectie)
Een heldere tot licht doorschijnende, kleurloze tot lichtgele steriele oplossing, die vrij is van zichtbare
deeltjes, met een pH van ongeveer 5,9.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Atopische dermatitis
Volwassenen en adolescenten
Dupixent is geïndiceerd voor de behandeling van matige tot ernstige atopische dermatitis bij
volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder die in aanmerking komen voor een systemische
behandeling.
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
Dupixent is geïndiceerd voor de behandeling van ernstige atopische dermatitis bij kinderen van 6 tot
en met 11 jaar oud die in aanmerking komen voor systemische behandeling.
Astma
Volwassenen en adolescenten
51
Dupixent is geïndiceerd bij volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder als aanvullende
onderhoudsbehandeling van ernstig astma met type 2 inflammatie gekenmerkt door verhoogde
bloedeosinofielen en/of verhoogde fractie van stikstofmonoxide in de uitgeademde lucht (FeNO), zie
rubriek 5.1, die onvoldoende kunnen worden behandeld met hooggedoseerde geïnhaleerde
corticosteroïden (ICS) plus een ander geneesmiddel voor onderhoudsbehandeling.
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar
Dupixent is geïndiceerd bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud als aanvullende
onderhoudsbehandeling van ernstig astma met type 2 inflammatie gekenmerkt door verhoogde
bloedeosinofielen en/of verhoogde fractie van stikstofmonoxide in de uitgeademde lucht (FeNO), zie
rubriek 5.1, die onvoldoende kunnen worden behandeld met gemiddeld tot hooggedoseerde
geïnhaleerde corticosteroïden (ICS) plus een ander geneesmiddel voor onderhoudsbehandeling.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden opgestart door beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die bekend
zijn met de diagnose en behandeling van de aandoeningen waarvoor dupilumab is geïndiceerd (zie
rubriek 4.1).
Dosering
Atopische dermatitis
Volwassenen
De aanbevolen dosis dupilumab voor volwassen patiënten is een startdosis van 600 mg (twee injecties
van 300 mg), gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Adolescenten (12 tot en met 17 jaar oud)
De aanbevolen dosis dupilumab voor adolescente patiënten van 12 tot en met 17 jaar is gespecificeerd
in tabel 1.
Tabel 1: Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij adolescente patiënten van 12 tot en met
17 jaar oud met atopische dermatitis
Lichaamsgewicht
Initiële dosis
Volgende doses
van de patiënt
(eenmaal per twee weken)
minder dan 60 kg
60 kg of meer
400 mg (twee injecties van 200 mg)
600 mg (twee injecties van 300 mg)
200 mg
300 mg
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
De aanbevolen dosis dupilumab voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud is gespecificeerd in
tabel 2.
Tabel 2: Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
met atopische dermatitis
Lichaamsgewicht
Initiële dosis
Volgende doses
van de patiënt
15 kg tot
300 mg (één injectie van 300 mg) op dag 300 mg elke 4 weken (Q4W)*,
te starten 4 weken na de dosis van
minder dan 60 kg
1, gevolgd door 300 mg op dag 15
dag 15
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg elke twee weken (Q2W)
52
* De dosis kan naargelang het oordeel van de arts verhoogd worden naar 200 mg Q2W bij patiënten
met een lichaamsgewicht van 15 kg tot minder dan 60 kg.
Dupilumab kan gebruikt worden met of zonder behandeling met topische corticosteroïden. Het is
mogelijk topische calcineurineremmers te gebruiken, maar dit zou moeten worden beperkt tot enkel de
probleemgebieden, zoals het gezicht, de hals, intertrigineuze gebieden en de genitaliën.
Als patiënten na 16 weken behandeling voor atopische dermatitis geen reactie vertonen, overweeg dan
de behandeling te stoppen. Sommige patiënten met een initiële gedeeltelijke respons kunnen daarna
verbetering ervaren met voortzetting van de behandeling na 16 weken. Als een onderbreking van de
behandeling met dupilumab noodzakelijk wordt, kunnen patiënten nog steeds met succes opnieuw
behandeld worden.
Astma
Volwassenen en adolescenten
De aanbevolen dosering dupilumab voor volwassenen en adolescenten (van 12 jaar en ouder) is:
•
Een initiële dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg), gevolgd door 200 mg eenmaal per
twee weken, toegediend als subcutane injectie.
•
Voor patiënten met ernstig astma en die orale corticosteroïden gebruiken, of voor patiënten met
ernstig astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met
comorbide ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen, een initiële dosis van 600 mg
(twee injecties van 300 mg), gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als
subcutane injectie.
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar
De aanbevolen dosis dupilumab voor pediatrische patiënten van 6 tot en met 11 jaar staat vermeld in
tabel 3.
Tabel 3: Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar
met astma
Lichaamsgewicht
Eerste en daaropvolgende doses
15 tot minder dan 30 kg
100 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
30 tot minder dan 60 kg
200 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
60 kg of meer
200 mg elke twee weken (Q2W)
Voor pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar) met astma en comorbide ernstige atopische
dermatitis moet volgens de goedgekeurde indicatie de aanbevolen dosis in tabel 2 worden gevolgd.
Patiënten die gelijktijdig orale corticosteroïden ontvangen, kunnen hun dosis steroïden verlagen als er
klinische verbetering is opgetreden met dupilumab (zie rubriek 5.1). Het verlagen van steroïden dient
geleidelijk te gebeuren (zie rubriek 4.4).
Dupilumab is bedoeld voor langdurige behandeling. De noodzaak van het voortzetten van de
behandeling dient ten minste jaarlijks geëvalueerd te worden op basis van de beoordeling van de arts
op de mate van astmacontrole van de patiënt.
Gemiste dosis
In het geval van een gemiste dosis, dient deze zo snel mogelijk te worden toegediend. Daarna dient de
dosering volgens het normale tijdschema te worden hervat.
53
Speciale populaties
Ouderen (≥ 65 jaar)
Voor ouderen hoeft de dosis niet te worden aangepast (zie rubriek 5.2).
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een lichte of matige nierfunctiestoornis. Er is zeer
beperkte informatie beschikbaar over patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Er is geen informatie beschikbaar over patiënten met een leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Lichaamsgewicht
De dosis hoeft niet te worden aangepast aan het lichaamsgewicht voor patiënten met astma van 12 jaar
en ouder of bij volwassenen met atopische dermatitis (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab bij kinderen met atopische dermatitis jonger dan 6 jaar
zijn niet vastgesteld. De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab bij kinderen met een
lichaamsgewicht van < 15 kg zijn niet vastgesteld (zie rubriek 5.2). Er zijn geen gegevens beschikbaar.
De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab bij kinderen met ernstig astma jonger dan 6 jaar zijn
niet vastgesteld (zie rubriek 5.2). Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Subcutaan gebruik
De voorgevulde pen met dupilumab is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen jonger dan 12 jaar. Voor
kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met atopische dermatitis en astma is de voorgevulde spuit met
dupilumab de geschikte presentatie voor toediening aan deze populatie.
Dupilumab wordt toegediend door middel van subcutane injectie in de dij of buik, met uitzondering
van het gebied van 5 cm rond de navel. Indien iemand anders de injectie toedient, kan de bovenarm
ook worden gebruikt.
Voor de eerste dosis van 400 mg moeten twee injecties van 200 mg Dupixent na elkaar toegediend
worden op verschillende injectieplaatsen.
Het wordt aanbevolen om van injectieplaats te wisselen bij iedere injectie. Dupilumab niet injecteren
in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid of in de buurt van littekenweefsel.
Een patiënt mag zelf dupilumab toedienen of de mantelzorger van de patiënt kan dupilumab toedienen
indien de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg bepaalt dat dit aangewezen is. De patiënt en/of
mantelzorgers moeten goed worden geïnstrueerd in het voorbereiden en toedienen van dupilumab
voorafgaand aan het gebruik, volgens de rubriek “Instructies voor gebruik” aan het einde van de
bijsluiter.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
54
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Acute astma-exacerbaties
Dupilumab niet gebruiken voor het behandelen van acute astmasymptomen of acute exacerbaties.
Dupilumab niet gebruiken voor het behandelen van acuut bronchospasme of status asthmaticus.
Corticosteroïden
Bij initiatie van de behandeling met dupilumab mag men niet abrupt stoppen met het gebruik van
systemische, topische, of geïnhaleerde corticosteroïden. Verlaging van de dosis corticosteroïden,
indien van toepassing, dient geleidelijk te gebeuren en onder rechtstreeks toezicht van een arts. Een
verlaging van de dosis corticosteroïden kan samenhangen met systemische ontwenningssymptomen
en/of kan aandoeningen aan het licht brengen die voorheen door de systemische behandeling met
corticosteroïden werden onderdrukt.
Type 2 ontstekingsbiomarkers kunnen worden onderdrukt door systemisch gebruik van
corticosteroïden. Dit dient men in overweging te nemen om de type 2 status vast te stellen bij patiënten
die orale corticosteroïden gebruiken (zie rubriek 5.1).
Overgevoeligheid
Vindt er een systemische overgevoeligheidsreactie (onmiddellijk of vertraagd) plaats, stop dan
onmiddellijk met het toedienen van dupilumab en start met de van toepassing zijnde behandeling. Er
zijn gevallen van een anafylactische reactie, angio-oedeem, serumziekte of een serumziekteachtige
reactie gemeld. De gevallen van een anafylactische reactie en angio-oedeem hebben zich vanaf enkele
minuten tot maximaal zeven dagen na de injectie met dupilumab voorgedaan (zie rubriek 4.8).
Eosinofiele aandoeningen
Gevallen van eosinofiele pneumonie en gevallen van vasculitis die overeenkomt met eosinofiele
granulomatose met polyangiitis (EGPA) zijn gemeld bij dupilumab bij volwassen patiënten die
deelnamen aan het ontwikkelingsprogramma voor astma. Gevallen van vasculitis in overeenstemming
met EGPA zijn gemeld met dupilumab en placebo bij volwassen patiënten met comorbide astma in het
CRSwNP-ontwikkelingsprogramma. Artsen dienen te letten op vasculitische rash, verslechterende
pulmonale symptomen, cardiale complicaties, en/of neuropathie die zich presenteren bij hun patiënten
met eosinofilie. Patiënten die worden behandeld voor astma kunnen ernstige systemische eosinofilie
vertonen, soms met klinische tekenen van eosinofiele pneumonie of vasculitis die overeenkomt met
eosinofiele granulomatose met polyangiitis,
aandoeningen die vaak worden behandeld met
systemische corticosteroïden. Deze voorvallen hangen vaak, maar niet altijd, samen met het verlagen
van de behandeling met orale corticosteroïden.
Intestinale worminfectie
Patiënten met bekende intestinale worminfecties werden uitgesloten van deelname in klinische studies.
Dupilumab kan invloed hebben op de reactie van het immuunsysteem op intestinale worminfecties,
omdat het de IL-4/IL-13-signaaltransductie blokkeert. Patiënten met bestaande intestinale
worminfecties moeten daarvoor behandeld worden alvorens men dupilumab opstart. Als patiënten
geïnfecteerd raken gedurende de behandeling met dupilumab en zij reageren niet op een behandeling
tegen intestinale wormen, stop dan met dupilumab tot de infectie is verholpen. Er zijn gevallen van
enterobiasis gemeld bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar die deelnamen aan het pediatrisch astma
ontwikkelingsprogramma (zie rubriek 4.8).
Aan conjunctivitis en keratitis gerelateerde voorvallen
55
Er zijn aan conjunctivitis en keratitis gerelateerde voorvallen gemeld bij dupilumab, voornamelijk bij
patiënten met atopische dermatitis. Sommige patiënten hebben visuele stoornissen (bv. wazig zicht)
gemeld in verband met conjunctivitis of keratitis (zie rubriek 4.8).
Patiënten moet geadviseerd worden om nieuw opgetreden of verergerende oogsymptomen te melden
aan hun zorgverlener. Patiënten die worden behandeld met dupilumab en die conjunctivitis
ontwikkelen die zich niet met standaardbehandeling laat verhelpen, of tekenen en symptomen vertonen
die op keratitis wijzen, dienen een oogonderzoek te ondergaan, indien van toepassing (zie rubriek 4.8).
Patiënten met atopische dermatitis of CRSwNP met comorbide astma
Patiënten die dupilumab gebruiken voor matige tot ernstige atopische dermatitis of ernstige CRSwNP
en met comorbide astma mogen hun behandeling voor astma niet aanpassen of stopzetten zonder
hierover eerst met hun arts te overleggen. Patiënten met comorbide astma dienen zorgvuldig te worden
opgevolgd na stopzetting van dupilumab.
Vaccinaties
Levende en levende verzwakte vaccins dienen niet tegelijk met dupilumab te worden toegediend
aangezien de klinische veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld. De immuunreactie op het
TdaP-vaccin en het meningokokken-polysacharidevaccin werden beoordeeld (zie rubriek 4.5). Het is
aanbevolen om patiënten te vaccineren met levende en levende verzwakte immunisaties in
overeenstemming met de huidige richtlijnen voorafgaand aan de behandeling met dupilumab.
Natriumgehalte
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 200 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Immuunreacties op vaccinatie werden beoordeeld in een onderzoek waarbij patiënten met atopische
dermatitis werden behandeld met 300 mg dupilumab, eenmaal per week toegediend gedurende 16
weken. Na 12 weken behandeling met dupilumab kregen patiënten een Tdap-vaccin (T-celafhankelijk)
en een meningokokken-polysacharidevaccin (T-celonafhankelijk) toegediend, waarna na 4 weken de
immuunreacties werden beoordeeld. Reacties van antilichamen op zowel het Tdap-vaccin als het
meningokokken-polysacharidevaccin waren vergelijkbaar bij patiënten die werden behandeld met
dupilumab en met placebo. Tijdens het onderzoek werden geen negatieve interacties waargenomen
tussen de niet-levende vaccins en dupilumab.
Patiënten die met dupilumab worden behandeld, mogen daarom gelijktijdig vaccinatie met inactieve of
niet-levende vaccins ondergaan. Voor meer informatie over levende vaccins, zie rubriek 4.4.
In een klinisch onderzoek bij patiënten met atopische dermatitis zijn de effecten beoordeeld van
dupilumab op de farmacokinetiek (FK) van CYP-substraten. De gegevens die in dit onderzoek werden
verzameld, duidden niet op klinisch relevante effecten van dupilumab op de activiteit van CYP1A2,
CYP3A4, CYP2C19, CYP2D6 of CYP2C9.
Er wordt geen effect verwacht van dupilumab op de FK van gelijktijdig toegediende medicatie.
Gebaseerd op populatieanalysen had vaak voorkomende gelijktijdig toegediende medicatie geen effect
op de farmacokinetiek van dupilumab bij patiënten met matig tot ernstig astma.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
56
Er is een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van dupilumab bij zwangere vrouwen. De
resultaten van dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Men zou dupilumab alleen bij zwangerschap moeten gebruiken
als de potentiële voordelen opwegen tegen het potentiële risico voor de foetus.
Borstvoeding
Het is niet bekend of dupilumab in de moedermelk wordt uitgescheiden of dat het na inname
systemisch wordt geabsorbeerd. Er moet worden besloten of de borstvoeding moet worden gestaakt of
dat behandeling met dupilumab moet worden gestaakt, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het
kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
Dieronderzoek toonde geen verminderde vruchtbaarheid aan (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Dupilumab heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest voorkomende bijwerkingen zijn reacties op de injectieplaats (waaronder erytheem, oedeem,
pruritus, pijn en zwelling), conjunctivitis, allergische conjunctivitis, artralgie, orale herpes en
eosinofilie. Er werden zeldzame gevallen van serumziekte/serumziekteachtige reactie, anafylactische
reactie en ulceratieve keratitis gemeld (zie rubriek 4.4).
Tabel met bijwerkingen
Dupilumab is bestudeerd in 12 gerandomiseerde placebogecontroleerde onderzoeken, met onder meer
patiënten met atopische dermatitis, astma en CRSwNP. In de beslissende gecontroleerde studies kregen
4.206 patiënten dupilumab en kregen 2.326 patiënten een placebo in de gecontroleerde periode.
In tabel 4 worden de bijwerkingen opgesomd die in klinische studies en/of in de postmarketingsetting
zijn waargenomen, gepresenteerd per systeem/orgaanklasse en frequentie, volgens de volgende
categorieën: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen elke frequentiegroep worden de
bijwerkingen weergegeven in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 4: Lijst van bijwerkingen
Systeem/orgaanklasse
Frequentie
volgens MedDRA
Infecties en parasitaire
Vaak
aandoeningen
Bloed- en
Vaak
lymfestelselaandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen
Soms
Zelden
Bijwerking
Conjunctivitis*
Orale herpes*
Eosinofilie
Angio-oedeem
#
Anafylactische reactie
Serumziekte
Serumziekteachtige reacties
Allergische conjunctivitis*
Keratitis*
#
57
Oogaandoeningen
Vaak
Soms
Huid- en onderhuidaan-
doeningen
Artralgie
#
Skeletspierstelsel- en
Vaak
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Vaak
Reacties op de injectieplaats (waaronder
toedieningsplaatsstoornissen
erytheem, oedeem, pruritus, pijn en zwelling)
* Oogaandoeningen en orale herpes deden zich vooral voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
†
De frequenties voor oculaire pruritus, blefaritis en droog oog waren vaak en ulceratieve keratitis deed
zich soms voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
#
Uit postmarketing rapportering.
Zelden
Soms
Blefaritis*
†
Oculaire pruritus*
†
Droog oog*
†
Ulceratieve keratitis*
†#
Rash in gezicht
#
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Overgevoeligheid
Er zijn na toediening van dupilumab gevallen van een anafylactische reactie, angio-oedeem, serumziekte
of een serumziekteachtige reactie gemeld (zie rubriek 4.4).
Conjunctivitis en keratitis gerelateerde voorvallen
Conjunctivitis en keratitis kwamen vaker voor bij patiënten met atopische dermatitis die dupilumab
ontvingen ten opzichte van placebo in studies naar atopische dermatitis. De meeste patiënten met
conjunctivitis of keratitis herstelden of waren herstellende tijdens de behandelingsperiode. In de
langetermijn OLE-studie naar atopische dermatitis (AD-1225) bleven de respectieve percentages voor
conjunctivitis en keratitis na 3 jaar vergelijkbaar met die van de dupilumab-groep in de
placebogecontroleerde studies naar atopische dermatitis. Bij de patiënten met astma was de frequentie
van conjunctivitis en keratitis lager en vergelijkbaar tussen dupilumab en placebo. Bij CRSwNP-
patiënten was de frequentie van conjunctivitis hoger met dupilumab dan met placebo, hoewel lager
dan waargenomen bij patiënten met atopische dermatitis. Er werden geen gevallen van keratitis
gemeld in het CRSwNP-ontwikkelingsprogramma (zie rubriek 4.4).
Eczema herpeticum
Eczema herpeticum werd gemeld bij < 1% van de dupilumab groepen en bij < 1% van de placebogroep
in de 16 weken durende monotherapie studies bij volwassenen met atopische dermatitis. In de 52 weken
durende dupilumab + TCS studie bij volwassenen met atopische dermatitis is eczema herpeticum gemeld
bij 0,2% van de dupilumab + TCS-groep en 1,9% van de placebo + TCS-groep. Deze percentages bleven
stabiel na 3 jaar in de langetermijn OLE-studie (AD-1225).
Eosinofilie
Patiënten die werden behandeld met dupilumab hadden een grotere gemiddelde initiële verhoging
vanaf baseline van het aantal eosinofielen in vergelijking met patiënten die met een placebo werden
behandeld. Het aantal eosinofielen nam af gedurende de onderzoeksbehandeling tot nabij het niveau
bij baseline en ging terug naar de baselinewaarden tijdens de astma open-label
uitbreidingsveiligheidsstudie (TRAVERSE). De gemiddelde concentratie eosinofielen in het bloed
daalde tot onder de baseline tegen week 20 en bleef tot 3 jaar behouden in de langetermijn OLE-studie
(AD-1225).
Tijdens de behandeling optredende eosinofilie (≥ 5.000 cellen/mcl) werd gemeld bij < 2% van de
patiënten behandeld met dupilumab en < 0,5% bij patiënten die placebo ontvingen (onderzoeken
SOLO1, SOLO2, AD-1021, DRI12544, QUEST, SINUS-24 en SINUS-52) (zie rubriek 4.4).
58
Infecties
In de 16 weken durende klinische monotherapie-studies bij volwassenen met atopische dermatitis zijn
ernstige infecties gemeld bij 1,0% van de patiënten onder placebo en 0,5% van de patiënten behandeld
met dupilumab. In de 52 weken durende CHRONOS-studie bij volwassenen met atopische dermatitis
zijn ernstige infecties gemeld bij 0,6% van de patiënten onder placebo en 0,2% van de patiënten
behandeld met dupilumab. De percentages van ernstige infecties bleven stabiel na 3 jaar in de
langetermijn OLE-studie (AD-1225).
Er werd geen toename waargenomen in de totale incidentie van infecties met dupilumab in vergelijking
met placebo in de veiligheidspool voor klinische onderzoeken naar astma. In de 24 weken durende
veiligheidspool werden ernstige infecties gemeld bij 1,0% van de patiënten behandeld met dupilumab
en 1,1% van de patiënten behandeld met placebo. In de 52 weken durende QUEST-studie werden
ernstige infecties gemeld bij 1,3% van de patiënten behandeld met dupilumab en 1,4% van de patiënten
behandeld met placebo.
Er werd geen toename waargenomen in de totale incidentie van infecties met dupilumab in vergelijking
met placebo in de veiligheidspool voor klinische onderzoeken naar CRSwNP. In de 52 weken durende
SINUS-52-studie zijn ernstige infecties gemeld bij 1,3% van de patiënten behandeld met dupilumab en
1,3% van de patiënten met placebo.
Immunogeniciteit
Zoals bij alle therapeutische proteïnen bestaat ook bij dupilumab kans op immunogeniciteit.
Reacties door antistoffen tegen het geneesmiddel (ADA’s) hadden over het algemeen geen invloed op
de blootstelling aan dupilumab, veiligheid of werkzaamheid.
Ongeveer 5% van de patiënten met atopische dermatitis, astma of CRSwNP die dupilumab 300 mg
Q2W ontvingen gedurende 52 weken, ontwikkelden ADA's tegen dupilumab; ongeveer 2% vertoonde
een blijvende ADA-respons, en ongeveer 2% had neutraliserende antistoffen. Er zijn gelijkaardige
resultaten waargenomen bij pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar oud) met atopische dermatitis
die dupilumab 200 mg Q2W of 300 mg Q4W ontvingen gedurende 16 weken en patiënten (6 tot en
met 11 jaar) met astma die dupilumab 100 mg Q2W of 200 mg Q2W kregen gedurende 52 weken.
Vergelijkbare ADA-responsen zijn waargenomen bij volwassen patiënten met atopische dermatitis die
tot 3 jaar behandeld zijn met dupilumab in de langetermijn OLE-studie (AD-1225).
Ongeveer 16% van de adolescente patiënten met atopische dermatitis die dupilumab 300 mg of 200
mg Q2W ontvingen gedurende 16 weken, ontwikkelden antistoffen tegen dupilumab; ongeveer 3%
vertoonde een blijvende ADA-respons, en ongeveer 5% had neutraliserende antistoffen.
Ongeveer 9% van de patiënten met astma die dupilumab 200 mg Q2W ontvingen gedurende 52
weken, ontwikkelden antilichamen tegen dupilumab; ongeveer 4% vertoonde een blijvende ADA-
respons, en ongeveer 4% had neutraliserende antistoffen.
Ongeacht de leeftijd of populatie was ongeveer 2-4% van de patiënten in de placebogroepen positief
voor antilichamen tegen dupilumab; ongeveer 2% vertoonde een blijvende ADA-respons, en ongeveer
1% had neutraliserende antistoffen.
Minder dan 1% van de patiënten die dupilumab ontvingen aan goedgekeurde dosisregimes vertoonde
hoge titer ADA’s die werd geassocieerd met verminderde blootstelling en werkzaamheid. Daarnaast
was er één patiënt met serumziekte en één met een serumziekteachtige reactie (< 0,1%) geassocieerd
met hoge ADA-titers (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
Atopische dermatitis
59
De veiligheid van dupilumab werd beoordeeld in een onderzoek met 250 patiënten van 12 tot en met 17
jaar oud met matige tot ernstige atopische dermatitis (AD-1526). Het veiligheidsprofiel van dupilumab
bij deze patiënten die werden gevolgd tot en met week 16 was vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel
uit onderzoeken bij volwassenen met atopische dermatitis.
Astma
In totaal werden 107 adolescenten van 12 tot en met 17 jaar met astma geïncludeerd in de 52 weken
durende QUEST-studie. Het waargenomen veiligheidsprofiel was vergelijkbaar met wat werd gezien bij
volwassenen.
De veiligheid op lange termijn van dupilumab werd beoordeeld bij 89 adolescente patiënten die
werden geïncludeerd in een open-label uitbreidingsstudie naar matig tot ernstig astma (TRAVERSE).
In deze studie werden patiënten gevolgd gedurende maximaal 96 weken. Het veiligheidsprofiel van
dupilumab in TRAVERSE was consistent met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in
pivotale astmastudies gedurende een behandeling van 52 weken.
Bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma (VOYAGE) werd de extra bijwerking
enterobiasis gemeld bij 1,8% (5 patiënten) in de dupilumabgroepen en bij niemand in de placebogroep.
Alle gevallen van enterobiasis waren licht tot matig en patiënten herstelden met anthelmintische
behandeling, zonder stopzetting van de behandeling met dupilumab.
Bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma werd eosinofilie (≥ 3000 cellen/mcl
eosinofielen in het bloed of door de onderzoeker als bijwerking beschouwd) gemeld bij 6,6% in de
dupilumabgroepen en bij 0,7% in de placebogroep. De meeste gevallen van eosinofilie waren licht tot
matig en gingen niet gepaard met klinische symptomen. Deze gevallen waren van voorbijgaande aard,
namen in de loop van de tijd af en leidden niet tot stopzetting van de behandeling met dupilumab.
Veiligheid op lange termijn
Atopische dermatitis
Het veiligheidsprofiel van dupilumab + TCS (CHRONOS) bij volwassen patiënten met atopische
dermatitis tot en met week 52 was consistent met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in
week 16. De veiligheid van dupilumab op lange termijn werd beoordeeld in een open-label
uitbreidingsstudie bij patiënten van 6 tot 17 jaar oud met matige tot ernstige atopische dermatitis (AD-
1434). Het veiligheidsprofiel van dupilumab bij patiënten gevolgd tot en met week 52 was
vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in week 16 in de AD-1526- en AD-
1652-studies. Het veiligheidsprofiel op lange termijn van dupilumab dat werd waargenomen bij
kinderen en adolescenten was consistent met wat werd gezien bij volwassenen met atopische
dermatitis.
In een multicentrische, open-label fase 3-uitbreidingsstudie (OLE) (AD-1225) werd de
langetermijnveiligheid van herhaalde doses dupilumab beoordeeld bij 2.677 volwassenen met matige
tot ernstige atopische dermatitis (AD) blootgesteld aan toediening van 300 mg per week (99,7%),
waaronder 347 die minstens 148 weken van de studie hadden afgerond. Het
langetermijnveiligheidsprofiel dat in deze studie tot 3 jaar is waargenomen, kwam over het algemeen
overeen met het veiligheidsprofiel van dupilumab dat waargenomen is in gecontroleerde studies.
Astma
Het veiligheidsprofiel van dupilumab in de 96 weken durende langetermijnveiligheidsstudie
(TRAVERSE) was consistent met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in beslissende
astmastudies gedurende een behandeling van maximaal 52 weken.
CRSwNP
Het veiligheidsprofiel van dupilumab bij volwassenen met CRSwNP tot en met week 52 was consistent
met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in week 24.
60
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke behandeling voor een overdosering met dupilumab. In het geval van een
overdosering moet de patiënt gecontroleerd worden op eventuele klachten en symptomen van
bijwerkingen en moet er onmiddellijk een gepaste symptomatische behandeling gestart worden.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Overige dermatologische preparaten, dermatica met uitsluiting van
corticosteroïden, ATC-code: D11AH05 =
Werkingsmechanisme
Dupilumab is een recombinant humaan IgG4 monoklonaal antilichaam dat de signaaltransductie van
interleukine-4 en interleukine-13 blokkeert. Dupilumab blokkeert IL-4-signaaltransductie via de type
I-receptor (IL-4Rα/γc), en zowel IL-4- als IL-13-signaaltransductie via de type II-receptor (IL-4Rα/IL-
13Rα). IL-4 en IL-13 spelen een belangrijke rol bij humane ziekten met type 2 inflammatie, zoals
atopische dermatitis en astma. Het blokkeren van het IL-4/IL-13-signaalpad met dupilumab bij
patiënten bracht een afname van veel van de mediatoren van type 2 inflammatie.
Farmacodynamische effecten
In klinische studies bij atopische dermatitis werd de behandeling met dupilumab geassocieerd met een
afname ten opzichte van baseline van concentraties van type 2-immuniteitsbiomarkers, zoals ‘thymus
and activation-regulated chemokine’(TARC/CCL17), totaal serum IgE en allergeenspecifiek IgE in
serum. Een afname in lactaatdehydrogenase (LDH), een biomarker geassocieerd met ziekteactiviteit en
ernst bij atopische dermatitis, werd waargenomen bij behandeling met dupilumab van volwassenen en
adolescenten met atopische dermatitis.
Bij volwassen en adolescente patiënten met astma namen FeNO en circulerende concentraties van
eotaxine-3, totaal IgE, allergeenspecifiek IgE, TARC en periostine, de type 2-biomarkers die in
klinische onderzoeken zijn beoordeeld, aanzienlijk af bij behandeling met dupilumab ten opzichte van
placebo. Deze afnames in type 2 ontstekingsbiomarkers waren vergelijkbaar voor de schema’s van
200 mg Q2W en 300 mg Q2W. Bij pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar) met astma namen
FeNO en circulerende concentraties van totaal IgE, allergeenspecifiek IgE, en TARC, de type 2-
biomarkers die in klinische onderzoeken zijn beoordeeld, aanzienlijk af bij behandeling met
dupilumab ten opzichte van placebo. Na 2 weken behandeling waren de markers nabij de maximale
onderdrukking, afgezien van IgE, dat in langzamere mate afnam. Deze effecten werden gedurende de
behandeling behouden.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij atopische dermatitis
Adolescenten met atopische dermatitis (12 tot en met 17 jaar oud)
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab als monotherapie bij adolescente patiënten werden
beoordeeld in een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek
61
(AD-1526) bij 251 adolescente patiënten van 12 tot en met 17 jaar oud met matige tot ernstige
atopische dermatitis (AD), gedefinieerd door de score voor de algemene beoordeling door de
onderzoeker (Investigator’s Global Assessment, IGA) van ≥ 3 betreffende de algehele beoordeling
van AD-laesies op een ernstschaal van 0 tot 4, een score volgens de Eczema Area and Severity
Index (EASI) van ≥ 16 op een schaal van 0 tot 72, en een minimaal aangedaan lichaamsoppervlak
(BSA) van ≥ 10%. De patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname aan dit onderzoek
hadden eerder onvoldoende respons op topische medicatie.
Patiënten kregen ofwel 1) een initiële dosis van 400 mg dupilumab (twee injecties van 200 mg) op
dag 1, gevolgd door 200 mg eenmaal per twee weken (Q2W) voor patiënten met een
baselinegewicht van < 60 kg of een initiële dosis van 600 mg dupilumab (twee injecties van
300 mg) op dag 1, gevolgd door 300 mg Q2W voor patiënten met een baselinegewicht van
≥ 60 kg; ofwel 2) een initiële dosis van 600 mg dupilumab (twee injecties van 300 mg) op dag 1,
gevolgd door 300 mg om de 4 weken (Q4W) ongeacht het lichaamsgewicht bij de baseline ofwel
3) overeenkomende placebo. Dupilumab werd toegediend door middel van subcutane (SC) injectie.
Indien het nodig was om ondraaglijke symptomen te behandelen, was het patiënten toegestaan een
‘reddingsbehandeling’ (rescue treatment) te ontvangen afhankelijk van het oordeel van de
onderzoeker. Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen, werden beschouwd als non-
responder.
In dit onderzoek was de gemiddelde leeftijd 14,5 jaar, het mediane gewicht 59,4 kg, 41,0% was
vrouwelijk, 62,5% was blank, 15,1% was Aziatisch en 12,0% had een donkere huidskleur. Bij
baseline had 46,2% van de patiënten een baseline IGA-score van 3 (matige AD), 53,8% van de
patiënten had een baseline IGA van 4 (ernstige AD), de gemiddelde BSA betrokkenheid was
56,5% en 42,4% van de patiënten had eerder systemische immunosuppressiva ontvangen. Ook bij
baseline was de gemiddelde score volgens de Eczema Area and Severity Index (EASI) 35,5, de
wekelijkse gemiddelde score op de pruritus Numerical Rating Scale (NRS) was 7,6, de gemiddelde
SCORe op Atopic Dermatitis (SCORAD) bij de baseline was 70,3, de gemiddelde score op de
Patient Oriented Eczema Measure (POEM) bij de baseline was 21,0 en de baseline gemiddelde
Children Dermatology Life Quality Index (CDLQI) was 13,6. In totaal had 92,0% van de patiënten
minstens één comorbide allergische aandoening, 65,6% had allergische rinitis, 53,6% had astma en
60,8% had voedselallergieën.
Het co-primaire eindpunt was het percentage patiënten met IGA 0 of 1 (‘schoon’ of ‘bijna
schoon’) met een verbetering van ten minste 2 punten en het percentage patiënten met EASI-75
(een verbetering van ten minste 75% in EASI) vanaf baseline tot week 16. Overige beoordeelde
resultaten zijn onder andere het percentage patiënten met EASI-50 of EASI-90 (verbetering van
respectievelijk ten minste 50% en 90% in EASI), afname in de jeuk zoals gemeten met de
piekscore op de pruritus-NRS en de percentuele verandering op de SCORAD-schaal vanaf
baseline tot week 16. Aanvullende secundaire eindpunten omvatten gemiddelde verandering ten
opzichte van de baseline tot week 16 in de POEM en CDLQI-scores.
Klinische respons
De werkzaamheidsresultaten in week 16 voor het atopische dermatitis-onderzoek bij adolescenten
worden gepresenteerd in tabel 5.
Tabel 5: Werkzaamheidsresultaten van dupilumab in het atopische dermatitisonderzoek bij
adolescenten in week 16 (FAS))
AD-1526 (FAS)
a
Placebo
Dupilumab
200 mg (< 60 kg) en
300 mg (≥ 60 kg)
Q2W
a
Gerandomiseerde patiënten
85
82
a
62
Placebo
IGA 0 of 1
b
,% responders
c
2,4%
c
EASI-50,% responders
12,9%
c
EASI-75,% responders
8,2%
EASI-90,% responders
c
2,4%
EASI, LS gemiddelde % verandering vanaf
-23,6%
baseline (+/- SE)
(5,49)
SCORAD, LS gemiddelde% verandering vanaf
-17,6%
baseline (+/- SE)
(3,76)
Pruritus NRS, LS gemiddelde% verandering
-19,0%
vanaf baseline (+/- SE)
(4,09)
Pruritus NRS (> 4 punten verbetering),%
4,8%
c
responders
BSA LS gemiddelde verandering vanaf baseline
-11,7%
-30,1%
(+/- SE)
(2,72)
(2,34)
CDLQI, LS gemiddelde verandering vanaf
-5,1
-8,5
baseline
(0,62)
(0,50)
(+/-SE)
CDLQI, (≥ 6 punten verbetering),% responders
19,7%
60,6%
POEM, LS gemiddelde verandering vanaf
-3,8
-10,1
baseline
(0,96)
(0,76)
(+/- SE)
POEM, (≥ 6 punten verbetering),% responders
9,5%
63,4%
a
Volledige analysenet (FAS, full analysis set) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
b
Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 (“schoon” of “bijna schoon”) met een
afname van ≥ 2 punten op een IGA-schaal van 0-4.
c
Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, werden
beschouwd als non-responders (respectievelijk 58,8% en 20,7% in de placebo- en dupilumab-groep).
Alle p-waarden < 0,0001
AD-1526 (FAS)
a
Dupilumab
200 mg (< 60 kg) en
300 mg (≥ 60 kg)
Q2W
24,4%
61,0%
41,5%
23,2%
-65,9%
(3,99)
-51,6%
(3,23)
-47,9%
(3,43)
36,6%
Een hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar placebo had reddingmedicatie nodig (topische
corticosteroïden, systemische corticosteroïden of systemische niet-steroïde immunosuppressiva)
vergeleken met de dupilumab-groep (respectievelijk 58,8% en 20,7%).
Een significant hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar dupilumab bereikte een snelle
verbetering op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo (gedefinieerd als > 4 punten verbetering al
in week 4; nominale p < 0,001) en het aandeel patiënten dat reageerde op de pruritus-NRS bleef stijgen
gedurende de behandelingsperiode (zie afbeelding 1). De verbetering in pruritus-NRS viel samen met
de verbetering van objectieve symptomen van atopische dermatitis.
63
Afbeelding 1: Percentage adolescente patiënten met ≥ 4 punten verbetering op de pruritus-NRS
in onderzoek AD-1526
a
(FAS)
b
a
In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden proefpersonen die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b
Volledige analyseset (FAS) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
De dupilumab-groep vertoonde een belangrijke verbetering in door de patiënt gerapporteerde
symptomen en in de impact van AD op slaap en gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals
gemeten met respectievelijk de POEM, SCORAD en CDLQI-scores in week 16 wanneer vergeleken
met placebo.
De werkzaamheid op lange termijn van dupilumab bij adolescente patiënten met matige tot ernstige
AD die hadden deelgenomen aan eerdere klinische onderzoeken met dupilumab, werd beoordeeld in
een open-label uitbreidingsonderzoek (AD-1434). Werkzaamheidsgegevens uit dit onderzoek
suggereren dat het klinisch voordeel dat in week 16 werd ondervonden, bleef aanhouden tot en met
week 52.
Pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar oud)
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab bij pediatrische patiënten gelijktijdig behandeld met
TCS werd beoordeeld in een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd
onderzoek (AD-1652) bij 367 patiënten van 6 tot en met 11 jaar oud met AD gedefinieerd door een
IGA-score van 4 (schaal van 0 tot 4), een EASI-score van ≥ 21 (schaal van 0 tot 72) en een minimale
BSA-betrokkenheid van ≥ 15%. De patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname aan dit
onderzoek hadden eerder onvoldoende respons op topische medicatie. Inschrijving werd gestratificeerd
volgens gewicht bij de baseline (< 30 kg; ≥ 30 kg).
Patiënten in de dupilumab Q2W + TCS-groep met een baselinegewicht van < 30 kg ontvingen een
initiële dosis van 200 mg op dag 1, gevolgd door 100 mg Q2W van week 2 tot week 14, en patiënten
met een baselinegewicht van ≥ 30 kg ontvingen een initiële dosis van 400 mg op dag 1, gevolgd door
200 mg Q2W van week 2 tot week 14. Patiënten in de dupilumab Q4W + TCS-groep ontvingen een
initiële dosis van 600 mg op dag 1, gevolgd door 300 mg Q4W van week 4 tot week 12, ongeacht hun
gewicht. Het was patiënten toegestaan een ‘reddingsbehandeling’ (rescue treatment) te ontvangen
afhankelijk van het oordeel van de onderzoeker. Patiënten die een reddingsbehandeling hadden
gekregen, werden beschouwd als non-responder.
In dit onderzoek was de gemiddelde leeftijd 8,5 jaar, het mediane gewicht 29,8 kg, 50,1% was
vrouwelijk, 69,2% was blank, 16,9% had een donkere huidskleur en 7,6% was Aziatisch. Bij de
baseline was de gemiddelde BSA-betrokkenheid 57,6% en 16,9% van de patiënten had eerder
systemische niet-steroïdale immunosuppressiva gekregen. Daarnaast was bij baseline de gemiddelde
EASI-score 37,9 en de score voor het wekelijks gemiddelde van dagelijkse ergste jeuk 7,8 op een
schaal van 0-10, de baseline gemiddelde SCORAD-score was 73,6, de baseline POEM-score was 20,9
64
en de baseline gemiddelde CDLQI was 15,1. Over het algemeen had 91,7% van de patiënten minstens
één comorbide allergische aandoening; 64,4% had voedselallergieën, 62,7% had andere allergieën,
60,2% had allergische rinitis en 46,7% had astma.
Het co-primaire eindpunt was het percentage patiënten met IGA 0 of 1 (‘schoon’ of ‘bijna schoon’)
met een verbetering van ten minste 2 punten en het percentage patiënten met EASI-75 (een verbetering
van ten minste 75% in EASI) vanaf baseline tot week 16. Overige beoordeelde uitkomsten waren
onder andere het percentage patiënten met EASI-50 of EASI-90 (verbetering van respectievelijk ten
minste 50% en 90% in EASI ten opzichte van de baseline), procentuele verandering in EASI-score ten
opzichte van de baseline tot week 16 en afname in de jeuk zoals gemeten met de piekscore op de
pruritus-NRS (verbetering van ≥ 4 punten). Aanvullende secundaire eindpunten omvatten gemiddelde
verandering ten opzichte van de baseline tot week 16 in de POEM- en CDLQI-scores.
Klinische respons
De resultaten volgens gewichtsstrata bij baseline voor de goedgekeurde dosisregimes worden
weergegeven in tabel 6.
TABEL 6: Werkzaamheidsresultaten van dupilumab met gelijktijdige TCS in onderzoek AD-
1652 in week 16 (FAS)
a
Placebo
Dupilumab
Dupilumab
Placebo
d
e
+TCS
300 mg Q4W
200 mg Q2W
+ TCS
+ TCS
(N=122)
≥ 15 kg
IGA 0 of 1
b
,% responders
c
EASI-50,% responders
c
EASI-75,% responders
c
EASI-90,% responders
c
EASI, LS gemiddelde%
verandering vanaf baseline (+/-
SE)
SCORAD, LS gemiddelde%
verandering vanaf baseline (+/-
SE)
Pruritus NRS, LS gemiddelde%
verandering vanaf baseline (+/-
SE)
Pruritus NRS (> 4 punten
verbetering),% responders
c
BSA LS gemiddelde verandering
vanaf baseline (+/- SE)
CDLQI, LS gemiddelde
verandering vanaf baseline (+/-
SE)
CDLQI, (≥ 6 punten
verbetering),% responders
POEM, LS gemiddelde
verandering vanaf baseline (+/-
SE)
32,8%
91,0%
69,7%
41,8%
-82,1%
(2,37)
-62,4%
(2,13)
-54,6%
(2,89)
50,8%
-40,5
(1,65)
-10,6
(0,47)
77,3%
-13,6
(0,65)
(N=123)
≥ 15 kg
11,4%
43,1%
26,8%
7,3%
-48,6%
(2,46)
-29,8%
(2,26)
-25,9%
(2,90)
12,3%
-21,7
(1,72)
-6,4
(0,51)
38,8%
-5,3
(0,69)
+ TCS
(N=59)
≥ 30 kg
39,0%
86,4%
74,6%
35,6%
-80,4%
(3,61)
-62,7%
(3,14)
-58,2%
(4,01)
61,4%
-38,4
(2,47)
-9,8
(0,63)
80,8%
-13,6
(0,90)
(N=62)
≥ 30 kg
9,7%
43,5%
25,8%
8,1%
-48,3%
(3,63)
-30,7%
(3,28)
-25,0%
(3,95)
12,9%
-19,8
(2,50)
-5,6
(0,66)
35,8%
-4,7
(0,91)
65
POEM, (≥ 6 punten
81,7%
32,0%
79,3%
31,1%
verbetering),% responders
a
Volledige analyseset (FAS, full analysis set) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
b
Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 (“schoon” of “bijna schoon”).
c
Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, werden
beschouwd als non-responders.
d
Op dag 1 ontvingen patiënten 600 mg dupilumab (zie rubriek 5.2).
e
Op dag 1 ontvingen patiënten 400 mg (baselinegewicht ≥ 30 kg) dupilumab.
Een hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar dupilumab + TCS bereikte een verbetering van
de piekscore op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo + TCS (gedefinieerd als een verbetering
van ≥ 4 punten in week 4). Zie afbeelding 2.
Afbeelding 2: Percentage pediatrische patiënten met ≥ 4 punten verbetering van de piekscore op
de pruritus-NRS in onderzoek AD-1652
a
(FAS)
b
a
b
In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden proefpersonen die een reddingsbehandeling
hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
Volledige analyseset (FAS) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
c
d
Op dag 1 ontvingen patiënten 600 mg dupilumab (zie rubriek 5.2).
Op dag 1 ontvingen patiënten 400 mg (baselinegewicht ≥ 30 kg) dupilumab.
In de dupilumab-groepen waren significante verbeteringen te zien in door de patiënt gerapporteerde
symptomen, de impact van AD op slaap en gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals gemeten
met respectievelijk de POEM-, SCORAD- en CDLQI-scores in week 16 wanneer vergeleken met
placebo.
De werkzaamheid en veiligheid op lange termijn van dupilumab + TCS bij pediatrische patiënten met
matige tot ernstige AD die hadden deelgenomen aan de eerdere klinische onderzoeken met dupilumab
+ TCS, werden beoordeeld in een open-label uitbreidingsonderzoek (AD-1434).
Werkzaamheidsgegevens uit dit onderzoek suggereren dat het klinisch voordeel dat in week 16 werd
ondervonden, bleef aanhouden tot en met week 52. Sommige patiënten die dupilumab 300 mg Q4W +
TCS ontvingen, vertoonden verder klinisch voordeel wanneer verhoogd naar dupilumab 200 mg Q2W
+ TCS. Het veiligheidsprofiel van dupilumab bij patiënten die gevolgd werden tot en met week 52 was
gelijkaardig met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in week 16 in de AD-1526- en AD-
1652-onderzoeken.
Volwassenen met atopische dermatitis
66
Raadpleeg voor klinische gegevens bij volwassenen met atopische dermatitis de samenvatting van de
productkenmerken van dupilumab 300 mg.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij astma
Het ontwikkelingsprogramma voor astma bevatte onder andere drie gerandomiseerde, dubbelblinde,
placebogecontroleerde onderzoeken met parallelle groepen in meerdere centra (DRI12544, QUEST en
VENTURE), met een duur van 24 tot 52 weken behandeling, waarbij in totaal 2888 patiënten werden
geïncludeerd (van 12 jaar en ouder). Patiënten werden geïncludeerd zonder vereisten van een minimaal
aantal bloedeosinofielen bij baseline of andere type 2 ontstekingsbiomarkerwaarden (bijv. FeNO of
IgE). De richtlijnen voor de behandeling van astma definiëren type 2 inflammatie als eosinofilie ≥ 150
cellen/mcl en/of FeNO ≥ 20 ppb. In DRI12544 en QUEST waren de vooraf gespecificeerde
subgroepanalysen inclusief bloedeosinofielen ≥ 150 en ≥ 300 cellen/mcl, FeNO ≥ 25 en ≥ 50 ppb.
DRI12544 was een 24 weken durend onderzoek waarbij verschillende doseringen dupilumab zijn
onderzocht bij 776 patiënten (van 18 jaar of ouder). Een vergelijking tussen dupilumab en placebo
werd beoordeeld bij volwassen patiënten met matig tot ernstig astma met een matige tot hoge dosis
inhaleerbare corticosteroïden (ICS) en een langwerkende bèta-agonist. Het primair eindpunt was de
verandering vanaf baseline tot week 12 in FEV
1
(L). Ook werd het jaarlijks percentage voorvallen van
ernstige astma-exacerbaties vastgesteld tijdens de 24 weken durende gecontroleerde
behandelingsperiode met placebo. De resultaten werden beoordeeld in de algehele populatie (niet
beperkt door een minimaal aantal eosinofielen bij baseline of andere type 2 ontstekingsbiomarkers) en
in subgroepen gebaseerd op het aantal eosinofielen in bloed bij baseline.
QUEST was een 52 weken durend bevestigingsonderzoek onder 1902 patiënten (van 12 jaar en ouder).
Een vergelijking tussen dupilumab en placebo werd beoordeeld bij 107 adolescente en 1795 volwassen
patiënten met persisterend astma die een matige tot hoge dosis ICS en een tweede controllermedicatie
gebruikten. Patiënten die een derde controller nodig hadden, werden ook toegelaten in dit onderzoek.
Patiënten werden gerandomiseerd om hetzij 200 mg (N = 631) hetzij 300 mg (N = 633) Dupixent
eenmaal per twee weken te ontvangen (of het overeenkomend placebo voor hetzij 200 mg (N = 317)
hetzij 300 mg (N = 321) eenmaal per twee weken) na een initiële dosis van respectievelijk 400 mg,
600 mg of placebo. De primaire eindpunten waren de jaarlijkse aantallen ernstige exacerbaties tijdens
de 52 weken durende placebogecontroleerde periode en verandering van baseline in prebronchodilator
FEV
1
in week 12 in de algehele populatie (niet beperkt door een minimaal aantal eosinofielen bij
baseline of andere type 2 ontstekingsbiomarkers) en in subgroepen gebaseerd op het aantal
eosinofielen in bloed en FeNO bij baseline.
VENTURE was een 24 weken durend onderzoek gericht op de afname van orale corticosteroïden
(OCS), bij 210 patiënten met astma niet beperkt door biomarkerwaarden type 2 bij baseline die
dagelijks OCS gebruikten naast regelmatig gebruik van hoge doses ICS plus een aanvullende
controller. Na optimalisatie van de dosis OCS tijdens de screeningperiode kregen patiënten 300 mg
dupilumab (N = 103) of placebo (N = 107) eenmaal per twee weken gedurende 24 weken, na een
initiële dosis van 600 mg of placebo. Patiënten gingen tijdens het onderzoek door met hun bestaande
astmamedicatie; echter, hun dosis OCS werd iedere 4 weken verminderd tijdens de OCS-reductiefase
(week 4-20) zolang men het astma onder controle kon houden. Het primair eindpunt was het
percentage reductie in de dosis OCS beoordeeld op de algehele populatie, gebaseerd op een
vergelijking van de dosis OCS in week 20 tot 24 waarmee het astma onder controle werd gehouden
met de eerder (bij baseline) geoptimaliseerde dosis OCS.
De demografische en baselinekenmerken van deze 3 onderzoeken vindt u hieronder in tabel 7.
T
abel 7: Demografie en baseline kenmerken van astmaonderzoeken
Parameter
DRI12544
(n = 776)
48,6 (13,0)
67
QUEST
(n = 1902)
47,9 (15,3)
VENTURE
(n = 210)
51,3 (12,6)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
% Vrouw
% Blank
Duur van astma (jaren), gemiddelde ± SD
Nooit gerookt, (%)
Gemiddeld aantal exacerbaties in voorgaand
jaar
±
SD
Gebruik hoge dosis ICS (%)
Predosis FEV
1
(L) bij baseline
±
SD
Gemiddeld percentage voorspelde FEV
1
bij
baseline (%)(± SD)
% Reversibiliteit (± SD)
Gemiddelde ACQ-5-score (± SD)
Gemiddelde AQLQ-score (± SD)
Medische atopische voorgeschiedenis%
algeheel
(AD%, NP%, AR%)
Gemiddelde FeNO ppb (± SD)
% patiënten met FeNO ppb
≥ 25
63,1
78,2
22,03 (15,42)
77,4
2,17 (2,14)
62,9
82,9
20,94 (15,36)
80,7
2,09 (2,15)
60,5
93,8
19,95 (13,90)
80,5
2,09 (2,16)
49,5
1,84 (0,54)
60,77 (10,72)
51,5
1,78 (0,60)
58,43 (13,52)
88,6
1,58 (0,57)
52,18 (15,18)
26,85 (15,43)
2,74 (0,81)
4,02 (1,09)
72,9
(8,0, 10,6, 61,7)
26,29 (21,73)
2,76 (0,77)
4,29 (1,05)
77,7
(10,3, 12,7, 68,6)
19,47 (23,25)
2,50 (1,16)
4,35 (1,17)
72,4
(7,6, 21,0, 55,7)
39,10 (35,09)
49,9
21,6
435,05 (753,88)
350 (430)
34,97 (32,85)
49,6
20,5
432,40 (746,66)
360 (370)
37,61 (31,38)
54,3
25,2
430,58 (775,96)
350 (310)
≥ 50
Gemiddeld totaal IgE IE/ml
(±
SD)
Gemiddeld aantal eosinofielen bij baseline (±
SD) cellen/mcl
% patiënten met EOS
≥ 150 cellen/mcl
≥ 300 cellen/mcl
77,8
41,9
71,4
43,7
71,4
42,4
ICS = inhaleerbare corticosteroïden; FEV
1
= ‘forced expiratory volume’, geforceerd expiratoir volume in 1
seconde; ACQ-5 = vragenlijst Asthma Control Questionnaire-5; AQLQ = vragenlijst Asthma Quality of Life
Questionnaire; AD = atopische dermatitis; NP = nasale poliepen; AR = allergische rinitis; FeNO = ‘fraction of
exhaled nitric oxide’, stikstofmonoxide in de uitademingslucht; EOS = bloedeosinofielen
a
De populatie in de dupilumab astmaonderzoeken was inclusief patiënten met medium en hoge doses ICS. De
medium dosis ICS was gedefinieerd als gelijk aan 500 mcg fluticason of equivalent per dag.
Exacerbaties
In de algehele populatie in DRI12544 en QUEST, werden bij proefpersonen die eenmaal per twee
weken dupilumab 200 mg of 300 mg ontvingen belangrijke afnames waargenomen van de aantallen
ernstige astma-exacerbaties in vergelijking met placebo. Er waren grotere afnames in exacerbaties bij
proefpersonen met hogere waarden bij baseline van type 2 ontstekingsbiomarkers, zoals
bloedeosinofielen of FeNO (tabel 8 en tabel 9).
Tabel 8: Ratio ernstige exacerbaties in DRI12544 en QUEST (baseline bloedeosinofielenwaarden
≥ 150 en ≥ 300 cellen/mcl)
Behandeling
≥ 150 cellen/mcl
Exacerbaties per jaar
68
Baseline bloed EOS
≥ 300 cellen/mcl
Exacerbaties per jaar
N
Percentage
(95% CI)
Percen-
tage
verhou-
ding
(95%CI)
N
%
Afna-
me
Percentage
(95% CI)
Percentage
verhou-
ding
(95%CI)
%
Afna-
me
Alle ernstige exacerbaties
DRI12544 studie
Dupilumab 200 mg Q2W
120
0,29
(0,16, 0,53)
0,28
(0,16, 0,50)
1,05
(0,69, 1,60)
0,45
(0,37, 0,54)
1,01
(0,81, 1,25)
0,43
(0,36, 0,53)
Dupilumab 300 mg
Q2W
Placebo
QUEST studie
Dupilumab 200 mg
Q2W
Placebo
Dupilumab 300 mg
Q2W
Placebo
129
0,28
a
(0,14,
0,55)
0,27
b
(0,14,
0,52)
72%
65
0,30
(0,13, 0,68)
0,20
(0,08, 0,52)
1,04
(0,57, 1,90)
0,37
(0,29, 0,48)
1,08
(0,85, 1,38)
0,40
(0,32, 0,51)
0,29
c
(0,11, 0,76)
0,19
d
(0,07, 0,56)
71%
73%
64
81%
127
68
437
0,44
e
(0,34,
0,58)
56%
264
0,34
e
(0,24, 0,48)
66%
232
452
148
0,40
e
(0,31,
0,53)
60%
277
0,33
e
(0,23, 0,45)
67%
1,08
142
1,24
(0,88, 1,33)
(0,97, 1,57)
a
p-waarde = 0,0003,
b
p-waarde = 0,0001,
c
p-waarde = 0,0116,
d
p-waarde = 0,0024,
e
p-waarde < 0,0001
237
Tabel 9: Ratio ernstige exacerbaties in QUEST bij baseline FeNO-subgroepen
Behandeling
N
FeNO ≥ 25 ppb
Dupilumab 200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab 300 mg Q2W
Placebo
FeNO ≥ 50 ppb
Dupilumab 200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab 300 mg Q2W
Placebo
a
p-waarde < 0,0001
Exacerbaties per jaar
Ratio
Aantal ratio
(95% BI)
(95%BI)
0,35 (0,27, 0,45)
1,00 (0,78, 1,30)
0,43 (0,35, 0,54)
1,12 (0,88, 1,43)
0,33 (0,22, 0,48)
1,057 (0,72, 1,55)
0,39 (0,27, 0,558)
1,27 (0,90, 1,80)
0,31 (0,19, 0,49)
a
69%
0,35 (0,25, 0,50)
a
0,39 (0,28, 0,54)
a
Afname-
percentage
299
162
310
172
119
71
124
75
65%
61%
0,31 (0,18, 0,52)
a
69%
In de gepoolde analyse van DRI12544 en QUEST werden ziekenhuisopnames en/of bezoeken aan de
spoedeisende eerste hulp als gevolg van ernstige exacerbaties verminderd met respectievelijk 25,5% en
46,9% bij dupilumab 200 mg of 300 mg eenmaal per twee weken.
Longfunctie
Klinisch belangrijke toenames in prebronchodilator FEV
1
werden waargenomen in week 12 voor
DRI12544 en QUEST. Er waren grotere verbeteringen in FEV
1
bij proefpersonen met hogere
baselinewaarden type 2 ontstekingsbiomarkers (zoals bloedeosinofielen of FeNO) (tabel 10 en tabel
11).
69
Er werden belangrijke verbeteringen van FEV
1
waargenomen al in week 2 na de eerste dosis
dupilumab voor zowel de 200 mg als de 300 mg dosis, en deze werden behouden tot week 24
(DRI12544) en week 52 in QUEST (zie afbeelding 3).
Afbeelding 3: Gemiddelde verandering vanaf baseline in prebronchodilator FEV
1
(L) in tijd
(eosinofielen bij baseline ≥ 150 en ≥ 300 cellen/mcl en FeNO ≥ 25 ppb) in QUEST
QUEST: bloedeosinofielen
≥ 150 cellen/mcl
QUEST: bloedeosinofielen
≥ 300 cellen/mcl
QUEST: FeNO ≥ 25
ppb
Tabel 10: Gemiddelde verandering vanaf baseline in prebronchodilator FEV
1
in week 12 in
DRI12544 en QUEST (bloedeosinofielenwaarden bij baseline ≥ 150 en ≥ 300 cellen/mcl)
Behandeling
Baseline bloed EOS
≥ 150 cellen/mcl
LS gemiddelde
LS
Δ vanaf baseline gemiddelde
L (%)
verschilt.o.v.
placebo
(95% BI)
≥ 300 cellen/mcl
LS
LS
gemiddelde gemiddelde
Δ vanaf
verschil
baseline
t.o.v.
L (%)
placebo
(95% BI)
0,43 (25,9)
0,39 (25,8)
0,18 (10,2)
0,26
c
(0,11, 0,40)
0,21
d
(0,06, 0,36)
N
N
DRI12544 studie
Dupilumab200 mg Q2W
Dupilumab300 mg Q2W
Placebo
QUEST studie
Dupilumab200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab300 mg Q2W
120
129
127
0,32 (18,25)
0,26 (17,1)
0,09 (4,36)
0,23
a
(0,13, 0,33)
0,18
b
(0,08, 0,27)
65
64
68
437
232
452
0,36 (23,6)
0,18 (12,4)
0,37 (25,3)
0,17
e
(0,11, 0,23)
264
148
0,43 (29,0)
0,21 (15,6)
0,47 (32,5)
0,21
e
(0,13, 0,29)
0,15
e
(0,09, 0,21)
277
0,24
e
(0,16, 0,32)
Placebo
237
0,22 (14,2)
142
0,22 (14,4)
a
p-waarde < 0,0001,
b
p-waarde = 0,0004,
c
p-waarde = 0,0008,
d
p-waarde = 0,0063,
e
p-waarde < 0,0001
Tabel 11: Gemiddelde verandering vanaf baseline in prebronchodilator FEV
1
in week 12 en
week 52 in QUEST bij baseline FeNO-subgroep
Behandeling
Week 12
Week 52
70
N
LS gemiddelde
Δ vanaf baseline
L (%)
288
157
295
167
114
69
113
73
0,44 (29,0%)
0,21 (14,1%)
0,45 (29,8%)
0,21 (13,7%)
0,53 (33,5%)
0,23 (14,9%)
0,59 (37,6%)
0,19 (13,0%)
LS gemiddelde
verschil t.o.v.
placebo (95% BI)
0,23 (0,15, 0,31)
a
LS gemiddelde
Δ vanaf baseline
L (%)
0,49 (31,6%)
0,18 (13,2%)
0,45 (30,5%)
0,22 (13,6%)
LS gemiddelde
verschil t.o.v.
placebo (95% BI)
0,30 (0,22, 0,39)
a
FeNO ≥ 25 ppb
Dupilumab
200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab
300 mg Q2W
Placebo
FeNO ≥ 50 ppb
Dupilumab
200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab
300 mg Q2W
Placebo
a
p-waarde < 0,0001
0,24 (0,16, 0,31)
a
0,23 (0,15, 0,31)
a
0,30 (0,17, 0,44)
a
0,59 (36,4%)
0,21 (14,6%)
0,55 (35,8%)
0,25 (13,6%)
0,38 (0,24, 0,53)
a
0,39 (0,26, 0,52)
a
0,30 (0,16, 0,44)
a
Kwaliteit van leven/door patiënt gemelde resultaten bij astma
Vooraf gespecificeerde secundaire eindpunten van ACQ-5 en AQLQ(S) responder aantallen, werden
geanalyseerd bij 24 weken (DRI12544 en VENTURE) en bij 52 weken (QUEST). De mate van
respons werd gedefinieerd als een verbetering in de score van 0,5 of meer (schaalbereik 0-6 voor
ACQ-5 en 1-7 voor AQLQ(S)). Verbeteringen in ACQ-5 en AQLQ(S) werden al in week 2
waargenomen en bleven behouden gedurende 24 weken in het DRI12544-onderzoek en 52 weken in
het QUEST-onderzoek. In VENTURE werden vergelijkbare resultaten gezien. De
responderpercentages op ACQ-5 en AQLQ(S) in patiënten met verhoogde baseline type 2
ontstekingsbiomarkers in QUEST in week 52 worden weergegeven in tabel 12.
Tabel 12: ACQ-5 en AQLQ(S) responderaantallen in week 52 in QUEST
PRO
Behandeling
EOS
≥ 150 cellen/mcl
N
ACQ-5
Dupilumab
200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab
300 mg Q2W
Placebo
Dupilumab
200 mg Q2W
Placebo
Dupilumab
300 mg Q2W
Placebo
395
201
408
217
395
201
408
217
Responder
aantal%
72,9
64,2
70,1
64,5
66,6
53,2
62,0
53,9
EOS
≥
300 cellen/mcl
N
239
124
248
129
239
124
248
129
Responder
aantal (%)
74,5
66,9
71,0
64,3
71,1
54,8
64,5
55,0
N
262
141
277
159
262
141
277
159
FeNO
≥ 25 ppb
Responder
aantal (%)
74,4
65,2
75,8
64,2
67,6
54,6
65,3
58,5
AQLQ(S)
71
Orale corticosteroïden reductiestudie (VENTURE)
VENTURE beoordeelde het effect van dupilumab op het verminderen van het gebruik van orale
corticosteroïden als onderhoudsbehandeling. De kenmerken bij baseline staan weergegeven in tabel 7.
Alle patiënten gebruikten orale corticosteroïden gedurende ten minste 6 maanden voorafgaand aan de
start van het onderzoek. Het gemiddelde gebruik van orale corticosteroïden bij baseline was 11,75 mg
in de placebogroep en 10,75 mg in de groep die dupilumab ontving.
In dit 24 weken durend onderzoek waren astma-exacerbaties (gedefinieerd als een tijdelijke toename in
de dosis orale corticosteroïden gedurende ten minste 3 dagen) afgenomen met 59% bij proefpersonen
die dupilumab ontvingen, in vergelijking met hen die een placebo ontvingen (jaarlijks percentage
respectievelijk 0,65 en 1,60 voor de dupilumab- en de placebogroep; percentageverhouding 0,41 [95%
BI 0,26, 0,63]) en was de verbetering in pre-bronchodilator FEV
1
van baseline tot week 24 groter bij
proefpersonen die dupilumab ontvingen, in vergelijking met hen die een placebo ontvingen (LS
gemiddeld verschil voor dupilumab t.o.v. placebo van 0,22 l [95% BI: 0,09 tot 0,34 l]). De effecten op
de longfunctie, op dosering orale steroïden, en de afname van exacerbaties waren vergelijkbaar
ongeacht de baselinewaarden van type 2 ontstekingsbiomarkers (bijv. bloedeosinofielen, FeNO). De
ACQ-5 en AQLQ(S) werden ook beoordeeld in VENTURE en vertoonden verbeteringen die
vergelijkbaar waren met die in QUEST.
De resultaten voor primaire en secundaire eindpunten van VENTURE zijn weergegeven in tabel 13.
Tabel 13: Effect van dupilumab op OCS dosisvermindering, VENTURE (baseline bloed
eosinofielwaarden > 150 en > 300 cellen/mcl en FeNO > 25 ppb)
Baseline Bloed EOS
≥ 150 cellen/mcl
Dupilumab
Placebo
300 mg Q2W
N=69
N=81
Primair eindpunt (week 24)
Percentage afname in OCS vanaf baseline
Gemiddelde algehele
75,91
procentuele afname vanaf
baseline (%)
29,39
b
Verschil (% [95% BI])
(15,67, 43,12)
(Dupilumab t.o.v. placebo)
Gemiddelde% afname in
100
dagelijkse dosis OCS vanaf
baseline
Procentuele afname vanaf
baseline
54,3
100%
58,0
≥ 90%
72,8
≥ 75%
82,7
≥ 50%
87,7
> 0%
12,3
Geen afname of enige
toename in dosis OCS, of
onderzoek verlaten
Secundair eindpunt (week 24)
a
Aandeel patiënten die een
77
afname bereikten van de
dosis OCS tot < 5 mg/dag
Baseline Bloed EOS
≥ 300 cellen/mcl
Dupilumab
300 mg Q2W
N=48
Placebo
N=41
FeNO ≥ 25 ppb
Dupilumab
300 mg Q2W
N=57
Placebo
N=57
46,51
79,54
36,83
b
(18,94, 54,71)
42,71
77,46
34,53
b
(19,08, 49,97)
42,93
50
100
50
100
50
33,3
34,8
44,9
55,1
66,7
33,3
60,4
66,7
77,1
85,4
85,4
14,6
31,7
34,1
41,5
53,7
63,4
36,6
52,6
54,4
73,7
86,0
89,5
10,5
28,1
29,8
36,8
50,9
66,7
33,3
44
84
40
79
34
72
Odds ratio (95% BI)
a
4,29
c
(2,04, 9,04)
8,04
d
(2,71, 23,82)
7,21
b
(2,69, 19,28)
Modelschattingen d.m.v. logistische regressie
b
c
p-waarde < 0,0001
p-waarde = 0,0001
d
p-waarde = 0,0002
Lange-termijn uitbreidingsstudie (TRAVERSE)
De
veiligheid op lange termijn van dupilumab bij 2.193 volwassenen en 89 adolescenten met matig tot
ernstig astma, inclusief 185 volwassenen met oraal corticosteroïd-afhankelijk astma, die hadden
deelgenomen aan eerdere klinische onderzoeken met dupilumab (DRI12544, QUEST en VENTURE),
werd beoordeeld in een open-label uitbreidingsstudie (TRAVERSE) (zie rubriek 4.8). De
werkzaamheid werd gemeten als secundair eindpunt, was vergelijkbaar met de resultaten
waargenomen in de pivotale studies en werd behouden tot 96 weken. Bij volwassenen met oraal
corticosteroïd-afhankelijk astma was er een aanhoudende daling in exacerbaties en verbetering van de
longfunctie tot 96 weken, ondanks daling van de dosis of stopzetting van orale corticosteroïden.
Pediatrisch (6 tot en met 11 jaar)
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab bij pediatrische patiënten werden in een 52 weken
durend, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek in meerdere centra (VOYAGE)
beoordeeld bij 408 patiënten van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma op een gemiddeld of
hooggedoseerd ICS en één controlegeneesmiddel of alleen hooggedoseerd ICS. Patiënten werden
gerandomiseerd naar elke twee weken dupilumab (N=273) of overeenstemmende placebo (N=135), op
basis van lichaamsgewicht van respectievelijk ≤ 30 kg of > 30 kg. De werkzaamheid werd beoordeeld
in populaties met type 2 ontsteking, gedefinieerd als eosinofielenconcentraties in het bloed ≥ 150
cellen/mcl of FeNO ≥ 20 ppb.
Het primaire eindpunt was het percentage ernstige exacerbatievoorvallen op jaarbasis in de
placebogecontroleerde periode van 52 weken en het belangrijkste secundaire eindpunt was de
verandering ten opzichte van de baseline in het voorspelde FEV
1
-percentage voorafgaand aan
toediening van een bronchodilator in week 12. Aanvullende secundaire eindpunten omvatten
gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline en responspercentage voor de ACQ-7-IA- en
PAQLQ(S)-IA-scores.
De demografische en baselinekenmerken van VOYAGE vindt u hieronder in tabel 14.
Tabel 14. Demografische en baselinekenmerken van VOYAGE
Parameter
EOS ≥ 150
cellen/mcl of
FeNO ≥ 20 ppb
(N = 350)
8,9 (1,6)
34,3
88,6
36,09
2,47 (2,30)
EOS
≥ 300 cellen/mcl
(N = 259)
9,0 (1,6)
32,8
87,3
35,94
2,64 (2,58)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
% Vrouw
% Wit
Gemiddeld lichaamsgewicht (kg)
Gemiddeld aantal exacerbaties in het
voorgaande jaar (± SD)
ICS-dosis (%)
Gemiddeld
Hoog
73
55,7
43,4
54,4
44,4
Tabel 14. Demografische en baselinekenmerken van VOYAGE
Parameter
EOS ≥ 150
cellen/mcl of
FeNO ≥ 20 ppb
(N = 350)
1,49 (0,41)
77,89 (14,40)
27,79 (19,34)
2,14 (0,72)
4,94 (1,10)
94
(38,9, 82,6)
905,52 (1140,41)
30,71 (24,42)
58
570 (380)
EOS
≥ 300 cellen/mcl
(N = 259)
1,47 (0,42)
76,85 (14,78)
22,59 (20,78)
2,16 (0,75)
4,93 (1,12)
96,5
(44,4, 85,7)
1077,00 (1230,83)
33,50 (25,11)
64,1
710 (360)
FEV
1
(L) voorafgaand aan toediening van de
dosis bij de baseline (± SD)
Gemiddeld percentage voorspelde FEV
1
(%)
(± SD)
Gemiddeld% omkeerbaarheid
(±
SD)
Gemiddelde ACQ-7–IA-score (± SD)
Gemiddelde PAQLQ(S)-IA-score (± SD)
Medische atopische voorgeschiedenis%
totaal
(AD%, AR%)
Mediaan totaal IgE IE/ml (± SD)
Gemiddelde FeNO ppb (± SD)
% patiënten met FeNO ppb
≥ 20
Gemiddeld aantal eosinofielen bij baseline (±
SD) /mcl
% patiënten met EOS
≥ 150 cellen/mcl
≥ 300 cellen/mcl
94,6
74
0
100
ICS = geïnhaleerd corticosteroïd; FEV
1
= geforceerd expiratoir volume in 1 seconde; ACQ-7-IA =
Asthma Control Questionnaire-7 Interviewer Administered (door de interviewer uitgevoerde
vragenlijst over controle van astma - 7 items); PAQLQ(S)-IA = Paediatric Asthma Quality of Life
Questionnaire with Standardised Activities–Interviewer Administered (door de interviewer
uitgevoerde vragenlijst over kwaliteit van leven bij kinderen met astma - met gestandaardiseerde
activiteiten); AD = atopische dermatitis; AR = allergische rinitis; EOS = eosinofielen in het bloed;
FeNO = hoeveelheid stikstofmonoxide in uitgeademde lucht
Exacerbaties werden gedefinieerd als verslechtering van astma waardoor ten minste 3 dagen
systemische corticosteroïden moesten worden gebruikt of een ziekenhuisopname of een bezoek aan de
spoedeisende hulp nodig was als gevolg van astma waarbij systemische corticosteroïden moesten
worden gebruikt. Dupilumab verminderde tijdens de 52 weken durende behandelingsperiode
significant het percentage ernstige astma-exacerbatievoorvallen op jaarbasis in vergelijking met
placebo in de populatie met type 2 inflammatie en in de populatie gedefinieerd door eosinofielen in het
bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline of FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline. In week 12 zijn klinisch
significante verbeteringen in het percentage voorspelde FEV
1
voorafgaand aan toediening van een
bronchodilator waargenomen. Er zijn ook verbeteringen waargenomen voor ACQ-7-IA en
PAQLQ(S)-IA in week 24, die aanhielden in week 52. Er werden in week 24 hogere
responspercentages waargenomen voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA vergeleken met placebo. De
werkzaamheidsresultaten van VOYAGE worden gepresenteerd in tabel 15.
In de populatie met de type 2 inflammatie was de LS gemiddelde verandering ten opzichte van de
baseline in FEV
1
voorafgaand aan toediening van een bronchodilator in week 12 0,22 l in de
dupilumabgroep en 0,12 l in de placebogroep, met een LS gemiddeld verschil van 0,10 l (95% BI:
0,04, 0,16) ten opzichte van placebo. Het behandelingseffect bleef behouden gedurende de
74
behandelingsperiode van 52 weken, met een LS gemiddeld verschil van 0,17 l (95%-BI: 0,09, 0,24) in
week 52 ten opzichte van placebo.
In de populatie gedefinieerd door eosinofielen in het bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline was de LS
gemiddelde verandering in FEV
1
voorafgaand aan toediening van een bronchodilator ten opzichte van
de baseline in week 12 0,22 l in de dupilumabgroep en 0,12 l in de placebogroep, met een LS
gemiddeld verschil van 0,10 l (95%-BI: 0,03, 0,17) ten opzichte van placebo. Het behandelingseffect
bleef behouden gedurende de 52 weken durende behandelingsperiode, met een LS gemiddeld verschil
van 0,17 (95%-BI: 0,09, 0,26) in week 52 ten opzichte van placebo.
In beide primaire werkzaamheidspopulaties was er een snelle verbetering in FEF25-75% en
FEV
1
/FVC (aanvang van een verschil werd al in week 2 waargenomen), die behouden bleef gedurende
de behandelingsperiode van 52 weken, zie tabel 15.
Tabel 15: Percentage ernstige exacerbaties, gemiddelde verandering in FEV
1
ten opzichte van de baseline,
responspercentages voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA in VOYAGE
Behandeling
EOS ≥ 150 cellen/mcl
of FeNO ≥ 20 ppb
EOS
≥ 300 cellen/mcl
FeNO
≥ 20 ppb
Ernstige exacerbaties op jaarbasis gedurende 52 weken
N
N
Ratio
Percentage
(95%-BI)
verhoudin
g (95%-
BI)
Dupilumab
0,305
236
0,407
175
100 mg Q2W
(0,223, 0,416) (0,274, 0,605)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
114
Ratio
(95%-BI)
0,235
(0,160, 0,345)
Percentage
verhoudin
g (95%-
BI)
0,353
(0,222, 0,562)
N
Ratio
(95%-BI)
Percentagev
erhouding
(95%-BI)
0,384
(0,227, 0,649)
141
0,271
(0,170, 0,432)
0,748
84
0,665
62
(0,542, 1,034)
(0,467, 0,949)
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV1 in week 12 ten opzichte van de baseline
N
N
LS
LS
LS
LS
N
gemiddel
gemiddel
gemiddeld
gemiddeld
de Δ t.o.v.
de Δ t.o.v.
verschil
verschil
de
baseline
t.o.v.
t.o.v.
baseline
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
229
168
10,53
5,21
10,15
5,32
Dupilumab
141
(2,14, 8,27)
(1,76, 8,88)
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
110
80
5,32
4,83
Placebo
62
0,705
(0,421, 1,180)
LS
gemiddeld
e Δ t.o.v.
de baseline
LS
gemiddeld
verschil t.o.v.
placebo
(95%-BI)
6,74
(2,54, 10,93)
11,36
4,62
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEF 25-75% in week 12 ten opzichte van de baseline
LS
LS
LS
N
LS
N
LS
N
LS gemiddelde
gemiddeld
gemiddelde Δ gemiddeld
gemiddelde Δ gemiddeld
Δ t.o.v. de
t.o.v. de
t.o.v. de
baseline
verschil
verschil
verschil t.o.v.
baseline
baseline
t.o.v.
t.o.v.
placebo
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
229
16,70
11,93
168
16,91
13,92
141
17,96
13,97
100 mg Q2W
(7,44, 16,43)
(8,89, 18,95)
(8,30, 19,65)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
110
4,76
80
75
2,99
62
3,98
Gemiddelde verandering in FEV
1
/FVC% in week 12 ten opzichte van de baseline
LS
LS
N
LS
N
LS
gemiddelde Δ gemiddeld
gemiddelde Δ gemiddeld
t.o.v. baseline
t.o.v. de
verschil
verschil
baseline
t.o.v.
t.o.v.
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
229
5,67
3,73
168
6,10
4,63
100 mg Q2W
(2,25, 5,21)
(2,97, 6,29)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
110
N
1,94
Responspe
rcentage
%
79,2
OR
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
1,82
(1,02, 3,24)
80
N
1,47
Responspe
rcentage
%
80,6
OR
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
2,79
(1,43, 5,44)
ACQ-7-IA in week 24a
N
LS gemiddelde
Δ t.o.v. baseline
LS
gemiddeld
verschil t.o.v.
placebo
(95%-BI)
4,95
(3,08, 6,81)
141
6,84
62
N
1,89
Responsper
centage%
OR
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
2,60
(1,21, 5,59)
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
236
175
141
80,9
114
69,3
PAQLQ(S)-IA in week 24a
Responsperce
N
ntage
%
211
73,0
84
OR t.o.v.
placebo
(95%-BI)
1,57
(0,87, 2,84)
N
64,3
Responspe
rcentage
%
72,8
OR t.o.v.
placebo
(95%-BI)
1,84
(0,92, 3,65)
62
N
66,1
Responsperc
entage%
75,6
OR t.o.v.
placebo
(95%-BI)
2,09
(0,95, 4,61)
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
a
158
131
107
65,4
81
63,0
61
67,2
Het responspercentage werd gedefinieerd als een scoreverbetering van 0,5 of meer (schaalbereik 0-6 voor ACQ-7-IA en 1-7 voor
PAQLQ(S))
Er werden in het VOYAGE-onderzoek al in week 2 significante verbeteringen in het percentage
voorspelde FEV1 waargenomen, die aanhielden tot en met week 52.
Verbeteringen in het percentage voorspelde FEV
1
in de loop der tijd in VOYAGE worden getoond in
figuur 4.
Figuur 4: Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV
1
(L) voorafgaand aan
toediening van een bronchodilator in de loop der tijd ten opzichte van de baseline in VOYAGE
(eosinofielen in het bloed ≥ 150 cellen/mcl of FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline, eosinofielen ≥ 300
cellen/mcl bij de baseline en FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline)
Eosinofielen in het bloed ≥ 150
cellen/mcl of FeNO ≥ 20 ppb bij de
baseline
Eosinofielen in het bloed bij de
baseline
≥ 300 cellen/mcl
FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline
76
In VOYAGE werd in de populatie met type 2 inflammatie het gemiddeld aantal kuren met systemische
corticosteroïden op jaarbasis als gevolg van astma verminderd met 59,3% ten opzichte van placebo
(0,350 [95%-BI: 0,256, 0,477] versus 0,860 [95%-BI: 0,616, 1,200]). In de populatie gedefinieerd door
eosinofielen in het bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline werd het gemiddeld aantal kuren met
systemische corticosteroïden op jaarbasis als gevolg van astma verminderd met 66,0% ten opzichte
van placebo (0,274 [95%-BI: 0,188, 0,399] versus 0,806 [95%-BI: 0,563, 1,154]).
Met dupilumab verbeterde de algehele gezondheidstoestand, gemeten aan de hand van de European
Quality of Life 5-Dimension Youth Visual Analog Scale (EQ-VAS), in zowel de populatie met type 2
inflammatie als die met aantal eosinofielen in het bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline in week 52;
het LS gemiddelde verschil ten opzichte van placebo was respectievelijk 4,73 (95%-BI: 1,18, 8,28) en
3,38 (95%-BI: -0,66, 7,43).
Met dupilumab verminderde de impact van astma van pediatrische patiënten op de kwaliteit van leven
van de verzorger, gemeten aan de hand van de Pediatric Asthma Quality of Life Questionnaire
(PACQLQ) in zowel de populatie met type 2 inflammatie als die met aantal eosinofielen in het bloed ≥
300 cellen/mcl in week 52; het LS gemiddelde verschil ten opzichte van placebo was respectievelijk
0,47 (95%-BI: 0,22, 0,72) en 0,50 (95%-BI: 0,21, 0,79).
Pediatrische patiënten
Atopische dermatitis
De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab werden vastgesteld bij adolescenten van 12 tot en met
17 jaar oud met matige tot ernstige atopische dermatitis in onderzoek AD-1526 waarin 251
adolescenten werden ingeschreven. De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab werden vastgesteld
bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met ernstige atopische dermatitis in onderzoek AD-1652 waarin
367 pediatrische patiënten werden ingeschreven. Het gebruik is ondersteund door onderzoek AD-1434
waarin patiënten werden ingeschreven die onderzoek AD-1526 hadden voltooid (136 matige en 64
ernstige op het moment van inschrijving in onderzoek AD-1434) en patiënten die onderzoek AD-1652
hadden voltooid (110 matige en 72 ernstige op het moment van inschrijving in onderzoek AD-1434).
De veiligheid en werkzaamheid waren over het algemeen consistent tussen kinderen van 6 tot en met
11 jaar oud, adolescente patiënten en volwassen patiënten met atopische dermatitis (zie rubriek 4.8).
De veiligheid en werkzaamheid bij pediatrische patiënten van < 6 jaar oud met atopische dermatitis
werden niet vastgesteld.
Astma
In totaal werden 107 adolescenten in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar met matig tot ernstig astma
geïncludeerd in het QUEST-onderzoek, en zij ontvingen hetzij 200 mg (N = 21) hetzij 300 mg
(N = 18) dupilumab (of overeenkomend placebo hetzij 200 mg [N = 34] hetzij 300 mg [N = 34])
eenmaal per twee weken. Werkzaamheid met betrekking tot ernstige astma-exacerbaties en longfunctie
werd waargenomen bij zowel adolescenten als volwassenen. Voor beide doses, 200 mg en 300 mg
eenmaal per twee weken, werden belangrijke verbeteringen waargenomen in FEV
1
(LS gemiddelde
verandering vanaf baseline in week 12) (respectievelijk 0,36 l en 0,27 l). Bij de dosis van 200 mg
eenmaal per twee weken zagen patiënten een afname in de mate van ernstige exacerbaties die
overeenkwam met die bij volwassenen. Het veiligheidsprofiel bij adolescenten was over het geheel
genomen vergelijkbaar met dat bij volwassenen.
77
In totaal werden 89 adolescenten in de leeftijd tussen 12 en 17 jaar oud met matig tot ernstig astma
geïncludeerd in de open-label langetermijnstudie (TRAVERSE). In deze studie werd de werkzaamheid
gemeten als secundair eindpunt; deze was vergelijkbaar met de resultaten waargenomen in de pivotale
studies en werd behouden tot 96 weken.
In totaal werden 408 kinderen van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma ingeschreven in het
VOYAGE-onderzoek, waarin doses van 100 mg Q2W en 200 mg Q2W werden beoordeeld. De
werkzaamheid van dupilumab 300 mg Q4W bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar is geëxtrapoleerd
van de werkzaamheid van 100 mg en 200 mg Q2W in VOYAGE en 200 mg en 300 mg Q2W bij
volwassenen en adolescenten (QUEST). Patiënten die de behandelingsperiode van het VOYAGE-
onderzoek voltooiden, konden deelnemen aan het open-label uitbreidingsonderzoek (EXCURSION).
Achttien patiënten (≥ 15 kg tot < 30 kg) van de 365 patiënten werden in dit onderzoek blootgesteld aan
300 mg Q4W, en het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar met hetgeen werd waargenomen in
VOYAGE.
De veiligheid en werkzaamheid bij pediatrische patiënten < 6 jaar met astma zijn niet
vastgesteld.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met dupilumab in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met atopische dermatitis en astma (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek van dupilumab is vergelijkbaar bij patiënten met atopische dermatitis en met
astma.
Absorptie
Na een eenmalige subcutane (SC) dosis van 75-600 mg dupilumab bij volwassenen is de mediane tijd
tot maximale concentratie in het serum (t
max
) 3-7 dagen. De absolute biologische beschikbaarheid van
dupilumab na een SC dosis is vergelijkbaar tussen AD- en astmapatiënten, variërend van 61% tot 64%,
zoals vastgesteld door een populatiefarmacokinetische analyse.
Steadystate-concentraties werden bereikt in week 16 na toediening van een startdosis van 600 mg en
een dosis van 300 mg eenmaal per twee weken. In de klinische studies varieerde de gemiddelde ± SD
laagste steady-state concentratie van 69,2 ± 36,9 mcg/ml tot 80,2 ± 35,3 mcg/ml bij een dosis van
300 mg en van 29,2 ± 18,7 tot 36,5 ± 22,2 mcg/ml voor een dosis van 200 mg eenmaal per twee weken
toegediend aan volwassenen.
Distributie
Voor dupilumab is een verdelingsvolume van ongeveer 4.6 l ingeschat door
populatiefarmacokinetische analyse, wat aangeeft dat dupilumab primair door het vasculaire systeem
wordt verdeeld.
Biotransformatie
Omdat dupilumab een proteïne is, zijn er geen specifieke onderzoeken naar metabolisme uitgevoerd.
Van dupilumab wordt verwacht dat het wordt afgebroken tot kleine peptiden en individuele
aminozuren.
Eliminatie
Eliminatie van dupilumab vindt plaats via parallelle lineaire en non-lineaire paden. Bij hogere
concentraties gebeurt de eliminatie van dupilumab hoofdzakelijk via lineaire, niet-oplosbare
proteolytische paden, terwijl lagere concentraties hoofdzakelijk non-lineaire, verzadigbare IL-4Rα
doelwit-gemedieerde eliminatie vertonen.
78
Na de laatste steady-state dosis, is de mediane tijd tot daling van dupilumabconcentraties tot onder de
laagst detecteerbare limiet, zoals ingeschat door populatiefarmacokinetische analyse, 6-7 weken voor
het schema van 300 mg Q4W, 9 weken voor het schema van 200 mg Q2W, 10-11 weken voor het
300 mg Q2W schema en 13 weken voor het 300 mg QW schema.
Lineariteit/non-lineariteit
Als gevolg van de non-lineaire uitscheiding neemt blootstelling aan dupilumab per dosis toe op een
groter dan proportionele manier, zoals gemeten per oppervlakte onder de concentratie-tijdcurve, na een
eenmalige dosis van 75-600 mg.
Speciale populaties
Geslacht
Er werd geen verband waargenomen tussen het geslacht van de patiënt en enige klinisch relevante
impact op de systemische blootstelling aan dupilumab, vastgesteld door populatiefarmacokinetische
analyse.
Ouderen
Van de 1472 patiënten met atopische dermatitis blootgesteld aan dupilumab in een fase 2-studie naar
dosering of in placebogecontroleerde fase 3-studies waren in totaal 67 patiënten 65 jaar of ouder.
Hoewel er geen verschillen in veiligheid of werkzaamheid werden waargenomen tussen oudere en
jongere volwassen patiënten met atopische dermatitis, was het aantal patiënten van 65 jaar en ouder
onvoldoende om vast te stellen of zij verschillend reageren ten opzichte van jongere patiënten.
Er werd geen verband waargenomen tussen de leeftijd van de patiënt en enige klinisch relevante
impact op de systemische blootstelling aan dupilumab, vastgesteld door populatiefarmacokinetische
analyse. Echter, in deze analyse zijn slechts 61 patiënten van 65 jaar of ouder meegenomen.
Van de 1977 patiënten met astma die werden blootgesteld aan dupilumab waren in totaal 240 personen
65 jaar of ouder, en waren 39 patiënten 75 jaar of ouder. De werkzaamheid en veiligheid bij deze
leeftijdsgroep waren vergelijkbaar met de algehele onderzoekspopulatie.
Ras
Er werd geen verband waargenomen tussen het ras van de patiënt en enige klinisch relevante impact
op de systemische blootstelling aan dupilumab, vastgesteld door populatiefarmacokinetische analyse.
Leverfunctiestoornis
Van dupilumab, als monoklonaal antilichaam, wordt geen belangrijke hepatische eliminatie verwacht.
Er werden geen klinische onderzoeken uitgevoerd om het effect te beoordelen van verminderde
leverfunctie op de farmacokinetiek van dupilumab.
Nierfunctiestoornis
Van dupilumab, als monoklonaal antilichaam, wordt geen belangrijke eliminatie via de nieren
verwacht. Er werden geen klinische onderzoeken uitgevoerd om het effect te beoordelen van
verminderde nierfunctie op de farmacokinetiek van dupilumab. Uit een populatiefarmacokinetische
analyse bleek geen klinisch relevante invloed van een licht of matig verminderde nierfunctie op de
systemische blootstelling aan dupilumab. Er is zeer beperkte informatie beschikbaar over patiënten
met een ernstige nierfunctiestoornis.
Lichaamsgewicht
De dalconcentratie van dupilumab was lager bij proefpersonen met een hoger lichaamsgewicht zonder
dat dit een relevante impact had op de werkzaamheid.
Pediatrische patiënten
Atopische dermatitis
79
De farmacokinetiek van dupilumab bij pediatrische patiënten (< 6 jaar) of patiënten met een
lichaamsgewicht < 15 kg met atopische dermatitis is niet onderzocht.
Voor adolescenten van 12 tot en met 17 jaar met atopische dermatitis die eenmaal per twee weken
(Q2W) een dosering kregen met ofwel 200 mg (< 60 kg) of 300 mg (≥ 60 kg), was de gemiddelde ±SD
steady state-dalconcentratie van dupilumab 54,5±27,0 mcg/ml.
Voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met atopische dermatitis die de dosering van elke vier
weken (Q4W) 300 mg (≥ 15 kg) ontvingen in AD-1652, was de gemiddelde ± SD steady-state
dalconcentratie 76,3±37,2 mcg/ml. In week 16 in onderzoek AD-1434 bij kinderen van 6 tot en met
11 jaar oud die startten met de dosering van elke vier weken (Q4W) 300 mg (≥ 15 kg), en bij wie de
dosis werd verhoogd naar de dosering van om de twee weken (Q2W) 200 mg (≥ 15 tot < 60 kg) of 300
mg (≥ 60 kg), was de gemiddelde ±SD steady-state dalconcentratie 108±53,8 mcg/ml. Voor kinderen
van 6 tot en met 11 jaar oud die 300 mg Q4W ontvingen, gaven initiële doses van 300 mg op dagen 1
en 15 een gelijkaardige steady-state blootstelling als een initiële dosis van 600 mg op dag 1, gebaseerd
op FK simulaties.
Astma
De farmacokinetiek van dupilumab bij pediatrische patiënten (< 6 jaar) met astma is niet onderzocht.
In totaal werden 107 adolescenten in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar met astma geïncludeerd in
het QUEST-onderzoek. De gemiddelde ±SD steady-state dalspiegels van dupilumab waren
respectievelijk 107±51,6 mcg/ml en 46,7±26,9 mcg/ml voor 300 mg of 200 mg, eenmaal per twee
weken toegediend. Er werd geen leeftijdgerelateerd farmacokinetisch verschil waargenomen bij
adolescenten na correctie voor lichaamsgewicht.
In het VOYAGE-onderzoek werd de farmacokinetiek van dupilumab onderzocht bij 270 patiënten met
matig tot ernstig astma na subcutane toediening van 100 mg Q2W (bij 91 kinderen met een gewicht
van < 30 kg) of 200 mg Q2W (bij 179 kinderen met een gewicht van ≥ 30 kg).
Het distributievolume
voor dupilumab van ongeveer 3,7 l werd geschat aan de hand van farmacokinetische populatieanalyse.
Steady-state-concentraties werden bereikt in week 12.
De gemiddelde ± SD steady-state-
dalconcentratie was respectievelijk
58,4 ± 28,0 mcg/ml en 85,1 ± 44,9 mcg/ml.
Simulatie van een
subcutane dosis van 300 mg Q4W bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met een lichaamsgewicht van ≥
15 kg tot < 30 kg en van ≥ 30 kg tot < 60 kg resulteerde in voorspelde
steady-state-dalconcentraties die
vergelijkbaar waren met de waargenomen dalconcentraties van respectievelijk 200 mg Q2W (≥ 30 kg)
en 100 mg Q2W (< 30 kg). Bovendien
resulteerde de simulatie van een 300 mg Q4W subcutane dosis
bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met een lichaamsgewicht van ≥ 15 kg tot < 60 kg in voorspelde
steady-state-dalconcentraties die vergelijkbaar waren met de concentraties waarvan is aangetoond dat
ze werkzaam zijn bij volwassenen en adolescenten. Na de laatste steady-state-dosis was de mediane
tijd tot daling van dupilumabconcentraties tot onder de laagste detectielimiet, geschat aan de hand van
farmacokinetische populatieanalyse, 14 tot 18 weken voor 100 mg Q2W, 200 mg Q2W of 300 mg
Q4W.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek naar toxiciteit bij herhaalde dosering (inclusief farmacologische
eindpunten voor veiligheid) en reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
Het mutageen potentieel van dupilumab is niet beoordeeld; echter, van monoklonale antilichamen
wordt niet verwacht dat er een wijziging in DNA of chromosomen plaatsvindt.
Voor dupilumab zijn geen studies naar carcinogeniciteit uitgevoerd. Een beoordeling van het
beschikbare bewijs samenhangend met blokkade van IL-4Rα en toxicologische gegevens bij dieren
met surrogaatantilichamen geeft geen aanwijzing voor een toegenomen carcinogeen potentieel van
dupilumab.
80
Bij een reproductietoxicologisch onderzoek bij apen, waarbij gebruik werd gemaakt van een
surrogaatantilichaam specifiek voor IL-4Rα, zijn geen afwijkingen bij foetussen waargenomen bij
doses die de IL-4Rα verzadigen.
Een studie naar verhoogde toxiciteit voor pre- en postnatale ontwikkeling vertoonde geen negatieve
effecten bij de moederdieren of hun nageslacht tot 6 maanden na de partus.
Vruchtbaarheidsonderzoek bij mannelijke en vrouwelijke muizen met behulp van een
surrogaatantilichaam tegen IL-4R toonde geen stoornis in de vruchtbaarheid aan (zie rubriek 4.6).
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
argininehydrochloride
histidine
polysorbaat 80 (E433)
natriumacetaattrihydraat
ijsazijn (E260)
sucrose
water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
3 jaar.
Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten of voorgevulde pennen bewaren bij kamertemperatuur
tot 25°C voor maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Indien de verpakking permanent uit de
koelkast gehaald moet worden, kan de datum hiervan op de verpakking genoteerd worden. Nadat
Dupixent uit de koelkast is gehaald, moet het binnen 14 dagen worden gebruikt of weggegooid.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
1,14 ml oplossing in een voorgevulde spuit van gesiliconiseerd helder type 1-glas met
naaldbeschermer met een vaste roestvrijstalen, ingezette naald van 12,7 mm (½ inch) met een diameter
van 27 gauge en een dunne wand.
Verpakkingsgrootte:
1 voorgevulde spuit
2 voorgevulde spuiten
Multiverpakking met 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten
81
Multiverpakking met 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
1,14 ml oplossing in een spuit van gesiliconiseerd helder type 1-glas in een voorgevulde pen, met een
vaste roestvrijstalen, ingezette naald van 12,7 mm (½ inch) met een diameter van 27 gauge en een
dunne wand.
De voorgevulde pen is verkrijgbaar met een ronde dop en een ovaal kijkvenstertje dat omlijnd is met
een pijltje of met een vierkante dop met ribbels en een ovaal kijkvenstertje zonder pijltje.
Verpakkingsgrootte:
1 voorgevulde
2 voorgevulde pennen
3 voorgevulde pennen
6 voorgevulde pennen
Multiverpakking met 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Nadat de 200 mg voorgevulde spuit of voorgevulde pen uit de koelkast is gehaald, deze eerst op
kamertemperatuur tot 25°C laten komen door 30 minuten te wachten alvorens Dupixent toe te dienen.
De voorgevulde spuit of de voorgevulde pen niet blootstellen aan warmte of direct zonlicht en deze
niet schudden.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften. Na gebruik de voorgevulde spuit of voorgevulde pen in een naaldencontainer plaatsen
en deze weggooien overeenkomstig de lokale voorschriften. De naaldencontainer niet hergebruiken.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/009
EU/1/17/1229/010
EU/1/17/1229/011
EU/1/17/1229/012
EU/1/17/1229/013
EU/1/17/1229/014
EU/1/17/1229/015
EU/1/17/1229/016
EU/1/17/1229/023
EU/1/17/1229/024
EU/1/17/1229/025
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
82
Datum van eerste verlening van de vergunning: 26 september 2017
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu
83
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 100 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik bevat 100 mg dupilumab in een oplossing van 0,67 ml
(150 mg/ml).
Dupilumab is een volledig humaan monoklonaal antilichaam en wordt geproduceerd uit ovariumcellen
van de Chinese hamster (CHO, Chinese hamster ovary) door middel van recombinant-DNA-
technologie.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectie)
Een heldere tot licht doorschijnende, kleurloze tot lichtgele steriele oplossing, die vrij is van zichtbare
deeltjes, met een pH van ongeveer 5,9.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Dupixent is geïndiceerd voor gebruik bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud als aanvullende
onderhoudsbehandeling van ernstig astma met type 2 inflammatie gekenmerkt door verhoogde
bloedeosinofielen en/of verhoogde fractie van stikstofmonoxide in de uitgeademde lucht (FeNO), zie
rubriek 5.1, die onvoldoende kunnen worden behandeld met gemiddeld tot hooggedoseerde
geïnhaleerde corticosteroïden (ICS) plus een ander geneesmiddel voor onderhoudsbehandeling.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden opgestart door beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die bekend
zijn met de diagnose en behandeling van de aandoeningen waarvoor dupilumab is geïndiceerd (zie
rubriek 4.1).
Dosering
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar
De aanbevolen dosis dupilumab voor pediatrische patiënten van 6 tot en met 11 jaar staat vermeld in
tabel 1.
Tabel 1: Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar
met astma
84
Lichaamsgewicht
15 tot minder dan 30 kg
30 tot minder dan 60 kg
60 kg of meer
Eerste en daaropvolgende doses
100 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
200 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
200 mg elke twee weken (Q2W)
Voor pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar) met astma en comorbide ernstige atopische
dermatitis moet volgens de goedgekeurde indicatie de aanbevolen dosis in tabel 2 van de 300 mg
SmPC worden gevolgd.
Patiënten die gelijktijdig orale corticosteroïden ontvangen, kunnen hun dosis steroïden verlagen als er
klinische verbetering is opgetreden met dupilumab (zie rubriek 5.1). Het verlagen van steroïden dient
geleidelijk te gebeuren (zie rubriek 4.4).
Dupilumab is bedoeld voor langdurige behandeling. De noodzaak van het voortzetten van de
behandeling dient ten minste jaarlijks geëvalueerd te worden beoordeeld door de arts op de mate van
astmacontrole bij de patiënt.
Gemiste dosis
In het geval van een gemiste dosis, dient deze zo snel mogelijk te worden toegediend. Daarna dient de
toediening volgens het normale tijdschema te worden hervat.
Speciale populaties
Ouderen (≥ 65 jaar)
Voor ouderen hoeft de dosis niet te worden aangepast (zie rubriek 5.2).
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een lichte of matige nierfunctiestoornis. Er is zeer
beperkte informatie beschikbaar over patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Er is geen informatie beschikbaar over patiënten met een leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab bij kinderen met ernstig astma jonger dan 6 jaar zijn
niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Subcutaan gebruik
Dupilumab wordt toegediend door middel van subcutane injectie in de dij of buik, met uitzondering
van het gebied van 5 cm rond de navel. Indien iemand anders de injectie toedient, kan de bovenarm
ook worden gebruikt.
Het wordt aanbevolen om van injectieplaats te wisselen bij iedere injectie. Dupilumab niet injecteren
in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid of in de buurt van littekenweefsel.
De mantelzorger van de patiënt kan dupilumab toedienen indien de beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg bepaalt dat dit aangewezen is. De mantelzorger moet goed worden geïnstrueerd in
85
het voorbereiden en toedienen van dupilumab voorafgaand aan het gebruik, volgens de rubriek
“Instructies voor gebruik” aan het einde van de bijsluiter.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Acute astma-exacerbaties
Dupilumab niet gebruiken voor het behandelen van acute astmasymptomen of acute exacerbaties.
Dupilumab niet gebruiken voor het behandelen van acuut bronchospasme of status asthmaticus.
Corticosteroïden
Bij initiatie van de behandeling met dupilumab mag men niet abrupt stoppen met het gebruik van
systemische, topische of geïnhaleerde corticosteroïden. Verlaging van de dosis corticosteroïden, indien
van toepassing, dient geleidelijk te gebeuren en onder rechtstreeks toezicht van een arts. Een verlaging
van de dosis corticosteroïden kan gepaard gaan met systemische ontwenningssymptomen en/of kan
aandoeningen aan het licht brengen die voorheen door de systemische behandeling met
corticosteroïden werden onderdrukt.
Type 2 ontstekingsbiomarkers kunnen worden onderdrukt door systemisch gebruik van
corticosteroïden. Dit dient men in overweging te nemen om de type 2 status vast te stellen bij patiënten
die orale corticosteroïden gebruiken (zie rubriek 5.1).
Overgevoeligheid
Vindt er een systemische overgevoeligheidsreactie (onmiddellijk of vertraagd) plaats, stop dan
onmiddellijk met het toedienen van dupilumab en start met de van toepassing zijnde behandeling. Er
zijn gevallen van een anafylactische reactie, angio-oedeem, serumziekte of een serumziekteachtige
reactie gemeld. De gevallen van een anafylactische reactie en angio-oedeem hebben zich vanaf enkele
minuten tot maximaal zeven dagen na de injectie met dupilumab voorgedaan (zie rubriek 4.8).
Eosinofiele aandoeningen
Gevallen van eosinofiele pneumonie en gevallen van vasculitis die overeenkomen met eosinofiele
granulomatose met polyangiitis (EGPA) zijn gemeld bij dupilumab bij volwassen patiënten die
deelnamen aan het ontwikkelingsprogramma voor astma. Gevallen van vasculitis in overeenstemming
met EGPA zijn gemeld met dupilumab en placebo bij volwassen patiënten met comorbide astma in het
CRSwNP-ontwikkelingsprogramma. Artsen dienen te letten op vasculitische rash, verslechterende
pulmonale symptomen, cardiale complicaties, en/of neuropathie die zich presenteren bij hun patiënten
met eosinofilie. Patiënten die worden behandeld voor astma kunnen ernstige systemische eosinofilie
vertonen, soms met klinische tekenen van eosinofiele pneumonie of vasculitis die overeenkomen met
eosinofiele granulomatose met polyangiitis,
aandoeningen die vaak worden behandeld met
systemische corticosteroïden. Deze voorvallen kunnen vaak, maar niet altijd, samenhangen met het
verlagen van de behandeling met orale corticosteroïden.
Intestinale worminfectie
86
Patiënten met bekende intestinale worminfecties werden uitgesloten van deelname aan klinische
studies. Dupilumab kan invloed hebben op de reactie van het immuunsysteem op intestinale
worminfecties, omdat het de IL-4/IL-13-signaaltransductie blokkeert. Patiënten met bestaande
intestinale worminfecties moeten daarvoor behandeld worden alvorens men dupilumab opstart. Als
patiënten geïnfecteerd raken gedurende de behandeling met dupilumab en zij reageren niet op een
behandeling tegen intestinale wormen, stop dan met dupilumab tot de infectie is verholpen. Er zijn
gevallen van enterobiasis gemeld bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar die deelnamen aan het
pediatrisch astma ontwikkelingsprogramma (zie rubriek 4.8).
Aan conjunctivitis en keratitis gerelateerde voorvallen
Er zijn aan conjunctivitis en keratitis gerelateerde voorvallen gemeld bij dupilumab, voornamelijk bij
patiënten met atopische dermatitis. Sommige patiënten hebben visuele stoornissen (bv. wazigzien)
gemeld in verband met conjunctivitis of keratitis (zie rubriek 4.8).
Patiënten moet geadviseerd worden om nieuw opgetreden of verergerende oogsymptomen te melden
aan hun zorgverlener. Patiënten die worden behandeld met dupilumab en die conjunctivitis
ontwikkelen die zich niet met standaardbehandeling laat verhelpen, of tekenen en symptomen vertonen
die op keratitis wijzen, dienen een oogonderzoek te ondergaan, zoals van toepassing (zie rubriek 4.8).
Patiënten met atopische dermatitis of CRSwNP met comorbide astma
Patiënten die dupilumab gebruiken voor matige tot ernstige atopische dermatitis of ernstige CRSwNP
en met comorbide astma mogen hun behandeling voor astma niet aanpassen of stopzetten zonder
hierover eerst met hun arts te overleggen. Patiënten met comorbide astma dienen zorgvuldig te worden
opgevolgd na stopzetting van dupilumab.
Vaccinaties
Levende en levende verzwakte vaccins dienen niet tegelijk met dupilumab te worden toegediend
aangezien de klinische veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld. De immuunreactie op het
TdaP-vaccin en het meningokokken-polysacharidevaccin werden beoordeeld (zie rubriek 4.5). Het
wordt aanbevolen om patiënten te vaccineren met levende en levende verzwakte immunisaties in
overeenstemming met de huidige richtlijnen voorafgaand aan de behandeling met dupilumab.
Natriumgehalte
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 100 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Immuunreacties op vaccinatie werden beoordeeld in een onderzoek waarbij patiënten met atopische
dermatitis werden behandeld met 300 mg dupilumab, eenmaal per week toegediend gedurende 16
weken. Na 12 weken behandeling met dupilumab kregen patiënten een Tdap-vaccin (T-celafhankelijk)
en een meningokokken-polysacharidevaccin (T-celonafhankelijk) toegediend, waarna na 4 weken de
immuunreacties werden beoordeeld. Reacties van antilichamen op zowel het Tdap-vaccin als het
meningokokken-polysacharidevaccin waren vergelijkbaar bij patiënten die werden behandeld met
dupilumab en met placebo. Tijdens het onderzoek werden geen negatieve interacties waargenomen
tussen de niet-levende vaccins en dupilumab.
Patiënten die met dupilumab worden behandeld, mogen daarom gelijktijdig vaccinatie met inactieve of
niet-levende vaccins ondergaan. Voor meer informatie over levende vaccins, zie rubriek 4.4.
In een klinisch onderzoek bij patiënten met atopische dermatitis (AD) zijn de effecten beoordeeld van
dupilumab op de farmacokinetiek (FK) van CYP-substraten. De gegevens die in dit onderzoek werden
87
verzameld, duidden niet op klinisch relevante effecten van dupilumab op de activiteit van CYP1A2,
CYP3A4, CYP2C19, CYP2D6 of CYP2C9.
Er wordt geen effect verwacht van dupilumab op de FK van gelijktijdig toegediende medicatie.
Gebaseerd op populatieanalysen had vaak gebruikte gelijktijdig toegediende medicatie geen effect op
de farmacokinetiek van dupilumab bij patiënten met matig tot ernstig astma.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van dupilumab bij zwangere vrouwen. De
resultaten van dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft
reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3). Men zou dupilumab alleen bij zwangerschap moeten gebruiken
als de potentiële voordelen opwegen tegen het potentiële risico voor de foetus.
Borstvoeding
Het is niet bekend of dupilumab in de moedermelk wordt uitgescheiden of dat het na inname
systemisch wordt geabsorbeerd. Er moet worden besloten of de borstvoeding moet worden gestaakt of
dat behandeling met dupilumab moet worden gestaakt, waarbij het voordeel van borstvoeding voor het
kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten worden genomen.
Vruchtbaarheid
Dieronderzoek toonde geen verminderde vruchtbaarheid aan (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Dupilumab heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest voorkomende bijwerkingen zijn reacties op de injectieplaats (waaronder erytheem, oedeem,
pruritus, pijn en zwelling), conjunctivitis, allergische conjunctivitis, artralgie, orale herpes en
eosinofilie. Er zijn zeldzame gevallen van serumziekte/serumziekteachtige reactie, anafylactische
reactie en ulceratieve keratitis gemeld (zie rubriek 4.4).
Tabel van bijwerkingen
Dupilumab is bestudeerd in 12 gerandomiseerde placebogecontroleerde onderzoeken, met onder meer
patiënten met atopische dermatitis, astma en CRSwNP. In de centrale gecontroleerde studies kregen
4.206 patiënten dupilumab en kregen 2.326 patiënten een placebo in de gecontroleerde periode.
In tabel 2 worden de bijwerkingen opgesomd die in klinische studies en/of in de postmarketingsetting
zijn waargenomen, gepresenteerd per systeem/orgaanklasse en frequentie, volgens de volgende
categorieën: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000,
< 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). Binnen elke frequentiegroep worden de bijwerkingen weergegeven
in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 2: Lijst van bijwerkingen
Systeem/orgaanklasse
Frequentie
volgens MedDRA
Bijwerking
88
Infecties en parasitaire
Vaak
aandoeningen
Bloed- en
Vaak
lymfestelselaandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen
Soms
Zelden
Conjunctivitis*
Orale herpes*
Eosinofilie
Angio-oedeem
#
Anafylactische reactie
Serumziekte
Serumziekteachtige reacties
Allergische conjunctivitis*
Keratitis*
#
Blefaritis*
†
Oculaire pruritus*
†
Droog oog*
†
Ulceratieve keratitis*
†#
Rash in gezicht
#
Oogaandoeningen
Vaak
Soms
Zelden
Huid- en onderhuidaan-
Soms
doeningen
Artralgie
#
Skeletspierstelsel- en
Vaak
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Vaak
Reacties op de injectieplaats (waaronder
toedieningsplaatsstoornissen
erytheem, oedeem, pruritus, pijn en zwelling)
* Oogaandoeningen en orale herpes deden zich vooral voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
†
De frequenties voor oculaire pruritus, blefaritis en droog oog waren vaak en ulceratieve keratitis deed
zich soms voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
#
Uit postmarketing rapportering
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Overgevoeligheid
Er zijn na toediening van dupilumab gevallen van een anafylactische reactie, angio-oedeem, serumziekte
of een serumziekteachtige reactie gemeld (zie rubriek 4.4).
Conjunctivitis en keratitis gerelateerde voorvallen
Conjunctivitis en keratitis kwamen vaker voor bij patiënten met atopische dermatitis die dupilumab
ontvingen ten opzichte van placebo in studies naar atopische dermatitis. De meeste patiënten met
conjunctivitis of keratitis herstelden of waren herstellende tijdens de behandelingsperiode. In de
langetermijn OLE-studie naar atopische dermatitis (AD-1225) bleven de respectieve percentages voor
conjunctivitis en keratitis na 3 jaar vergelijkbaar met die van de dupilumab-groep in de
placebogecontroleerde studies naar atopische dermatitis. Bij de patiënten met astma was de frequentie
van conjunctivitis en keratitis laag en vergelijkbaar tussen dupilumab en placebo. Bij CRSwNP-
patiënten was de frequentie van conjunctivitis hoger met dupilumab dan met placebo, hoewel lager
dan waargenomen bij patiënten met atopische dermatitis. Er werden geen gevallen van keratitis
gemeld in het CRSwNP-ontwikkelingsprogramma (zie rubriek 4.4).
Eczema herpeticum
Eczema herpeticum werd gemeld bij < 1% van de dupilumab groepen en bij < 1% van de placebogroep
in de 16 weken durende monotherapie studies bij volwassenen met atopische dermatitis. In de 52 weken
durende dupilumab + TCS studie bij volwassenen met atopische dermatitis is eczema herpeticum gemeld
bij 0,2% van de dupilumab + TCS-groep en 1,9% van de placebo + TCS-groep. Deze percentages bleven
stabiel na 3 jaar in de langetermijn OLE-studie (AD-1225).
Eosinofilie
Patiënten die werden behandeld met dupilumab hadden een grotere gemiddelde initiële verhoging
vanaf baseline van het aantal eosinofielen in vergelijking met patiënten die met een placebo werden
behandeld. Het aantal eosinofielen nam af gedurende de onderzoeksbehandeling tot nabij het niveau
89
bij baseline en zakte terug naar de baselinewaarden tijdens de astma open-label uitbreidingsstudie naar
de veiligheid (TRAVERSE). Het gemiddelde aantal eosinofielen in het bloed daalde tot onder de
baseline tegen week 20 en bleef tot 3 jaar gehandhaafd in de langetermijn OLE-studie (AD-1225).
Tijdens de behandeling optredende eosinofilie (≥ 5.000 cellen/mcl) werd gemeld bij < 2% van de
patiënten behandeld met dupilumab en < 0,5% bij patiënten die placebo ontvingen (onderzoeken
SOLO1, SOLO2, AD-1021, DRI12544, QUEST, SINUS-24 en SINUS-52) (zie rubriek 4.4).
Infecties
In de 16 weken durende klinische monotherapie-studies bij volwassenen met atopische dermatitis zijn
ernstige infecties gemeld bij 1,0% van de patiënten met placebo en 0,5% van de patiënten behandeld
met dupilumab. In de 52 weken durende CHRONOS-studie bij volwassenen met atopische dermatitis
zijn ernstige infecties gemeld bij 0,6% van de patiënten met placebo en 0,2% van de patiënten behandeld
met dupilumab. De percentages van ernstige infecties bleven stabiel na 3 jaar in de langetermijn OLE-
studie (AD-1225).
Er werd geen toename waargenomen in de totale incidentie van infecties met dupilumab in vergelijking
met placebo in de veiligheidspool voor klinische onderzoeken naar astma. In de veiligheidspool van 24
weken werden ernstige infecties gemeld bij 1,0% van de patiënten behandeld met dupilumab en 1,1%
van de patiënten behandeld met placebo. In de 52 weken durende QUEST-studie werden ernstige
infecties gemeld bij 1,3% van de patiënten behandeld met dupilumab en 1,4% van de patiënten
behandeld met placebo.
Er werd geen toename waargenomen in de totale incidentie van infecties met dupilumab in vergelijking
met placebo in de veiligheidspool voor klinische onderzoeken naar CRSwNP. In de 52 weken durende
SINUS-52-studie werden ernstige infecties gemeld bij 1,3% van de patiënten behandeld met dupilumab
en 1,3% van de patiënten met placebo.
Immunogeniciteit
Zoals bij alle therapeutische eiwitten bestaat ook bij dupilumab kans op immunogeniciteit.
Reacties door antistoffen tegen het geneesmiddel (ADA’s) hadden over het algemeen geen invloed op
de blootstelling aan, veiligheid of werkzaamheid van dupilumab.
Ongeveer 5% van de patiënten met atopische dermatitis, astma of CRSwNP die dupilumab 300 mg
Q2W ontvingen gedurende 52 weken, ontwikkelden ADA's tegen dupilumab; ongeveer 2% vertoonde
een blijvende ADA-respons, en ongeveer 2% had neutraliserende antistoffen. Er zijn gelijkaardige
resultaten waargenomen bij pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar oud) met atopische dermatitis
die dupilumab 200 mg Q2W of 300 mg Q4W ontvingen gedurende 16 weken en patiënten (6 tot en
met 11 jaar) met astma die dupilumab 100 mg Q2W of 200 mg Q2W kregen gedurende 52 weken.
Vergelijkbare ADA-responsen zijn waargenomen bij volwassen patiënten met atopische dermatitis die
tot 3 jaar behandeld zijn met dupilumab in de langetermijn OLE-studie (AD-1225).
Ongeveer 16% van de adolescente patiënten met atopische dermatitis die dupilumab 300 mg of 200
mg Q2W ontvingen gedurende 16 weken, ontwikkelden antistoffen tegen dupilumab; ongeveer 3%
vertoonde een blijvende ADA-respons, en ongeveer 5% had neutraliserende antistoffen.
Ongeveer 9% van de patiënten met astma die dupilumab 200 mg Q2W ontvingen gedurende 52
weken, ontwikkelden antilichamen tegen dupilumab; ongeveer 4% vertoonde een blijvende ADA-
respons, en ongeveer 4% had neutraliserende antistoffen.
Ongeacht de leeftijd of populatie was ongeveer 2-4% van de patiënten in de placebogroepen positief
voor antilichamen tegen dupilumab; ongeveer 2% vertoonde een blijvende ADA-respons, en ongeveer
1% had neutraliserende antistoffen.
Minder dan 1% van de patiënten die dupilumab ontvingen volgens het goedgekeurde
toedieningsschema’s vertoonde hoge titer ADA’s die gepaard ging met verminderde blootstelling en
90
werkzaamheid. Daarnaast was er één patiënt met serumziekte en één met een serumziekteachtige
reactie (< 0,1%) geassocieerd met hoge ADA-titers (zie rubriek 4.4).
Pediatrische patiënten
Atopische dermatitis
De veiligheid van dupilumab werd beoordeeld in een onderzoek met 250 patiënten van 12 tot en met 17
jaar oud met matige tot ernstige atopische dermatitis (AD-1526). Het veiligheidsprofiel van dupilumab
bij deze patiënten die werden gevolgd tot en met week 16 was vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel
uit onderzoeken bij volwassenen met atopische dermatitis.
Astma
In totaal werden 107 adolescenten van 12 tot en met 17 jaar met astma geïncludeerd in de 52 weken
durende QUEST-studie. Het waargenomen veiligheidsprofiel was vergelijkbaar met wat werd gezien bij
volwassenen.
De veiligheid op lange termijn van dupilumab werd beoordeeld bij 89 adolescente patiënten die
werden geïncludeerd in een open-label uitbreidingsstudie naar matig tot ernstig astma (TRAVERSE).
In deze studie werden patiënten gevolgd gedurende maximaal 96 weken. Het veiligheidsprofiel van
dupilumab in TRAVERSE was consistent met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in
centrale astmastudies gedurende een behandeling van 52 weken.
Bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma (VOYAGE) werd de extra bijwerking
enterobiasis gemeld bij 1,8% (5 patiënten) in de dupilumabgroepen en bij niemand in de placebogroep.
Alle gevallen van enterobiasis waren licht tot matig en patiënten herstelden met anthelmintische
behandeling, zonder stopzetting van de behandeling met dupilumab.
Bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma werd eosinofilie (≥ 3000 cellen/mcl
eosinofielen in het bloed of door de onderzoeker als bijwerking beschouwd) gemeld bij 6,6% in de
dupilumabgroepen en bij 0,7% in de placebogroep. De meeste gevallen van eosinofilie waren licht tot
matig en gingen niet gepaard met klinische symptomen. Deze gevallen waren van voorbijgaande aard,
namen in de loop van de tijd af en leidden niet tot stopzetting van de behandeling met dupilumab.
Veiligheid op lange termijn
Atopische dermatitis
Het veiligheidsprofiel van dupilumab + TCS (CHRONOS) bij volwassen patiënten met atopische
dermatitis tot en met week 52 was consistent met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in
week 16. De veiligheid van dupilumab op lange termijn werd beoordeeld in een open-label
uitbreidingsstudie bij patiënten van 6 tot en met 17 jaar oud met matige tot ernstige atopische
dermatitis (AD-1434). Het veiligheidsprofiel van dupilumab bij patiënten gevolgd tot en met week 52
was vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in week 16 in de AD-1526- en
AD-1652-studies. Het veiligheidsprofiel op lange termijn van dupilumab dat werd waargenomen bij
kinderen en adolescenten was consistent met wat werd gezien bij volwassenen met atopische
dermatitis.
In een multicentrische, open-label fase 3-uitbreidingsstudie (OLE) (AD-1225) werd de
langetermijnveiligheid van herhaalde doses dupilumab beoordeeld bij 2.677 volwassenen met matige
tot ernstige atopische dermatitis (AD) blootgesteld aan toediening van 300 mg per week (99,7%),
waaronder 347 die minstens 148 weken van de studie hadden afgerond. Het
langetermijnveiligheidsprofiel dat in deze studie tot 3 jaar is waargenomen, kwam over het algemeen
overeen met het veiligheidsprofiel van dupilumab dat waargenomen is in gecontroleerde studies.
Astma
91
Het veiligheidsprofiel van dupilumab in de 96 weken durende langetermijnveiligheidsstudie
(TRAVERSE) was consistent met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in centrale
astmastudies gedurende een behandeling van maximaal 52 weken.
CRSwNP
Het veiligheidsprofiel van dupilumab bij volwassenen met CRSwNP tot en met week 52 was consistent
met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in week 24.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke behandeling voor een overdosering met dupilumab. In het geval van een
overdosering moet de patiënt gecontroleerd worden op eventuele klachten en symptomen van
bijwerkingen en moet er onmiddellijk een gepaste symptomatische behandeling gestart worden.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Overige dermatologische preparaten, dermatica met uitsluiting van
corticosteroïden, ATC-code: D11AH05
Werkingsmechanisme
Dupilumab is een recombinant humaan IgG4 monoklonaal antilichaam dat de signaaltransductie van
interleukine-4 en interleukine-13 blokkeert. Dupilumab blokkeert IL-4-signaaltransductie via de type
I-receptor (IL-4Rα/γc), en zowel IL-4- als IL-13-signaaltransductie via de type II-receptor (IL-4Rα/IL-
13Rα). IL-4 en IL-13 spelen een belangrijke rol bij humane ziekten met type 2 inflammatie, zoals
atopische dermatitis en astma. Blokkering van de IL-4/IL-13-signaalroute met dupilumab bij patiënten
resulteerde in een afname van veel van de mediatoren van type 2 inflammatie.
Farmacodynamische effecten
In klinische studies bij atopische dermatitis ging de behandeling met dupilumab gepaard met een
afname ten opzichte van baseline van de concentraties van type 2-immuniteitsbiomarkers, zoals
‘thymus and activation-regulated chemokine’(TARC/CCL17), totaal serum IgE en allergeenspecifiek
IgE in serum. Een afname in lactaatdehydrogenase (LDH), een biomarker geassocieerd met
ziekteactiviteit en ernst bij atopische dermatitis, werd waargenomen bij behandeling met dupilumab
van volwassenen en adolescenten met atopische dermatitis.
Bij volwassen en adolescente patiënten met astma namen FeNO en circulerende concentraties van
eotaxine-3, totaal IgE, allergeenspecifiek IgE, TARC en periostine, de type 2-biomarkers die in
klinische onderzoeken zijn beoordeeld, aanzienlijk af bij behandeling met dupilumab ten opzichte van
placebo. Deze afnames in type 2 ontstekingsbiomarkers waren vergelijkbaar voor de schema’s van
200 mg Q2W en 300 mg Q2W. Bij pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar) met astma namen
FeNO en de circulerende concentraties van totaal IgE, allergeenspecifiek IgE, en TARC, de type 2-
biomarkers die in klinische onderzoeken werden beoordeeld, aanzienlijk af bij behandeling met
dupilumab ten opzichte van placebo. Na 2 weken behandeling waren de markers nabij de maximale
onderdrukking, afgezien van IgE, dat in langzamere mate afnam. Deze effecten bleven gedurende de
behandeling gehandhaafd.
92
Raadpleeg voor klinische gegevens bij volwassenen, adolescenten en kinderen van 6 tot en met 11 jaar
met atopische dermatitis de samenvatting van de productkenmerken van dupilumab 300 mg en 200 mg.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij astma
Zie voor klinische gegevens over volwassenen en adolescenten met astma de samenvatting van de
productkenmerken van dupilumab 300 mg en 200 mg.
Pediatrische studie (6 tot en met 11 jaar; VOYAGE)
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab bij pediatrische patiënten werden in een 52 weken
durend, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek in meerdere centra (VOYAGE)
beoordeeld bij 408 patiënten van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma op een gemiddeld of
hooggedoseerd ICS en één controlegeneesmiddel of alleen hooggedoseerd ICS. Patiënten werden
gerandomiseerd naar eenmaal per twee weken dupilumab (N=273) of overeenstemmende placebo
(N=135), op basis van lichaamsgewicht van respectievelijk ≤ 30 kg of > 30 kg. De werkzaamheid
werd beoordeeld in populaties met type 2 inflammatie, gedefinieerd als eosinofielenconcentraties in
het bloed ≥ 150 cellen/mcl of FeNO ≥ 20 ppb.
Het primaire eindpunt was het percentage ernstige exacerbatievoorvallen op jaarbasis in de
placebogecontroleerde periode van 52 weken en het belangrijkste secundaire eindpunt was de
verandering ten opzichte van de baseline in het voorspelde FEV
1
-percentage voorafgaand aan
toediening van een bronchodilator in week 12. Aanvullende secundaire eindpunten omvatten
gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline en responspercentage in de ACQ-7-IA- en
PAQLQ(S)-IA-scores.
De demografische en baselinekenmerken van VOYAGE vindt u hieronder in tabel 3.
Tabel 3. Demografische en baselinekenmerken van VOYAGE
Parameter
EOS ≥ 150
cellen/mcl of
FeNO ≥ 20 ppb
(N = 350)
8,9 (1,6)
34,3
88,6
36,09
2,47 (2,30)
EOS
≥ 300 cellen/mcl
(N = 259)
9,0 (1,6)
32,8
87,3
35,94
2,64 (2,58)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
% Vrouw
% Wit
Gemiddeld lichaamsgewicht (kg)
Gemiddeld aantal exacerbaties in het
voorgaande jaar (± SD)
ICS-dosis (%)
Gemiddeld
Hoog
FEV
1
(L) voorafgaand aan toediening bij de
baseline (± SD)
Gemiddeld percentage voorspelde FEV
1
(%)
(± SD)
Gemiddeld% omkeerbaarheid
(±
SD)
Gemiddelde ACQ-7–IA-score (± SD)
55,7
43,4
1,49 (0,41)
77,89 (14,40)
27,79 (19,34)
2,14 (0,72)
54,4
44,4
1,47 (0,42)
76,85 (14,78)
22,59 (20,78)
2,16 (0,75)
93
Tabel 3. Demografische en baselinekenmerken van VOYAGE
Parameter
EOS ≥ 150
cellen/mcl of
FeNO ≥ 20 ppb
(N = 350)
4,94 (1,10)
94
(38,9, 82,6)
905,52 (1140,41)
30,71 (24,42)
58
570 (380)
EOS
≥ 300 cellen/mcl
(N = 259)
4,93 (1,12)
96,5
(44,4, 85,7)
1077,00 (1230,83)
33,50 (25,11)
64,1
710 (360)
Gemiddelde PAQLQ(S)-IA-score (± SD)
Medische atopische voorgeschiedenis%
totaal
(AD%, AR%)
Mediaan totaal IgE IE/ml (± SD)
Gemiddelde FeNO ppb (± SD)
% patiënten met FeNO ppb
≥ 20
Gemiddeld aantal eosinofielen bij baseline (±
SD) /mcl
% patiënten met EOS
≥ 150 cellen/mcl
≥ 300 cellen/mcl
94,6
74
0
100
ICS = geïnhaleerd corticosteroïd; FEV
1
= geforceerd expiratoir volume in 1 seconde; ACQ-7-IA =
Asthma Control Questionnaire-7 Interviewer Administered (door de interviewer uitgevoerde
vragenlijst over controle van astma - 7 items); PAQLQ(S)-IA = Paediatric Asthma Quality of Life
Questionnaire with Standardised Activities–Interviewer Administered (door de interviewer
uitgevoerde vragenlijst over kwaliteit van leven bij kinderen met astma - met gestandaardiseerde
activiteiten); AD = atopische dermatitis; AR = allergische rinitis; EOS = eosinofielen in het bloed;
FeNO = hoeveelheid stikstofmonoxide in uitgeademde lucht
Exacerbaties werden gedefinieerd als verslechtering van astma waardoor ten minste 3 dagen
systemische corticosteroïden moesten worden gebruikt of een ziekenhuisopname of een bezoek aan de
spoedeisende hulp nodig was als gevolg van astma waarbij systemische corticosteroïden moesten
worden gebruikt. Dupilumab verminderde tijdens de 52 weken durende behandelingsperiode
significant het percentage ernstige astma-exacerbatievoorvallen op jaarbasis in vergelijking met
placebo in de populatie met type 2 inflammatie en in de populatie gedefinieerd door eosinofielen in het
bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline of FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline. In week 12 werden klinisch
significante verbeteringen in het percentage voorspelde FEV
1
voorafgaand aan toediening van een
bronchodilator waargenomen. Er werden ook verbeteringen waargenomen voor ACQ-7-IA en
PAQLQ(S)-IA in week 24, die aanhielden in week 52. Er werden in week 24 hogere
responspercentages waargenomen voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA vergeleken met placebo. De
werkzaamheidsresultaten van VOYAGE worden gepresenteerd in tabel 4.
In de populatie met de type 2 inflammatie was de LS gemiddelde verandering ten opzichte van de
baseline in FEV
1
voorafgaand aan toediening van een bronchodilator in week 12 0,22 l in de
dupilumabgroep en 0,12 l in de placebogroep, met een LS gemiddeld verschil van 0,10 l (95% -I: 0,04,
0,16) ten opzichte van placebo. Het behandelingseffect bleef behouden gedurende de
behandelingsperiode van 52 weken, met een LS gemiddeld verschil van 0,17 l (95%-BI: 0,09, 0,24) in
week 52 ten opzichte van placebo.
In de populatie gedefinieerd door eosinofielen in het bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline was de LS
gemiddelde verandering in FEV
1
voorafgaand aan toediening van een bronchodilator ten opzichte van
de baseline in week 12 0,22 l in de dupilumabgroep en 0,12 l in de placebogroep, met een LS
gemiddeld verschil van 0,10 l (95%-BI: 0,03, 0,17) ten opzichte van placebo. Het behandelingseffect
94
bleef behouden gedurende de 52 weken durende behandelingsperiode, met een LS gemiddeld verschil
van 0,17 (95%-BI: 0,09, 0,26) in week 52 ten opzichte van placebo.
In beide primaire werkzaamheidspopulaties was er een snelle verbetering in FEF25-75% en
FEV
1
/FVC (aanvang van een verschil werd al in week 2 waargenomen), die behouden bleef gedurende
de behandelingsperiode van 52 weken, zie tabel 4.
Tabel 4: Percentage ernstige exacerbaties, gemiddelde verandering in FEV
1
ten opzichte van de baseline,
responspercentages voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA in VOYAGE
Behandeling
EOS ≥ 150 cellen/mcl
of FeNO ≥ 20 ppb
EOS
≥ 300 cellen/mcl
FeNO
≥ 20 ppb
Ernstige exacerbaties op jaarbasis gedurende 52 weken
N
Ratio
Percentage
N
(95%-BI)
verhoudin
g (95%
BI)
Dupilumab
0,305
236
0,407
175
100 mg Q2W
(0,223, 0,416) (0,274, 0,605)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
114
Ratio
(95%-BI)
0,235
(0,160, 0,345)
Percentage
verhoudin
g (95%-
BI)
0,353
(0,222, 0,562)
N
Ratio
(95%-BI)
Percentagev
erhouding
(95%-BI)
0,384
(0,227, 0,649)
141
0,271
(0,170, 0,432)
0,748
84
0,665
62
(0,542, 1,034)
(0,467, 0,949)
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV1 in week 12 ten opzichte van de baseline
N
N
LS
LS
LS
LS
N
gemiddel
gemiddel
gemiddeld
gemiddeld
de Δ t.o.v.
de Δ t.o.v.
verschil
verschil
de
baseline
t.o.v.
t.o.v.
baseline
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
229
10,53
5,21
(2,14, 8,27)
168
10,15
5,32
(1,76, 8,88)
141
0,705
(0,421, 1,180)
LS
gemiddeld
e Δ t.o.v.
baseline
i
LS
gemiddeld
verschil t.o.v.
placebo
(95%-BI)
6,74
(2,54, 10,93)
11,36
110
80
5,32
4,83
4,62
Placebo
62
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEF 25-75% in week 12 ten opzichte van de baseline
LS
LS
LS
N
LS
N
LS
N
LS gemiddelde
gemiddeld
gemiddelde Δ gemiddeld
gemiddelde Δ gemiddeld
Δ t.o.v. de
t.o.v. de
t.o.v. de
baseline
verschil
verschil
verschil t.o.v.
baseline
baseline
t.o.v.
t.o.v.
placebo
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
229
16,70
11,93
168
16,91
13,92
141
17,96
13,97
100 mg Q2W
(7,44, 16,43)
(8,89, 18,95)
(8,30, 19,65)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
110
4,76
80
2,99
62
N
3,98
LS gemiddelde
Δ t.o.v. baseline
LS
gemiddeld
verschil t.o.v.
placebo
(95%-BI)
Gemiddelde verandering in FEV
1
/FVC% in week 12 ten opzichte van de baseline
LS
LS
N
LS
N
LS
gemiddelde Δ gemiddeld
gemiddelde Δ gemiddeld
t.o.v. baseline
t.o.v. de
verschil
verschil
baseline
t.o.v.
t.o.v.
placebo
placebo
95
(95%-BI)
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
229
5,67
3,73
(2,25, 5,21)
168
6,10
(95%-BI)
4,63
(2,97, 6,29)
141
6,84
4,95
(3,08, 6,81)
110
N
1,94
Responspe
rcentage
%
79,2
OR
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
1,82
(1,02, 3,24)
80
N
1,47
Responspe
rcentage
%
80,6
OR
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
2,79
(1,43, 5,44)
62
N
1,89
Responsper
centage%
80,9
OR
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
2,60
(1,21, 5,59)
ACQ-7-IA in week 24
a
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
236
175
141
114
69,3
PAQLQ(S)-IA in week 24
a
Responsperce
N
ntage
%
211
73,0
84
OR t.o.v.
placebo
(95%-BI)
1,57
(0,87, 2,84)
N
64,3
Responspe
rcentage
%
72,8
OR t.o.v.
placebo
(95%-BI)
1,84
(0,92, 3,65)
62
N
66,1
Responsperc
entage%
75,6
OR t.o.v.
placebo
(95%-BI)
2,09
(0,95, 4,61)
Dupilumab
100 mg Q2W
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
(≥ 30 kg)
Placebo
a
158
131
107
65,4
81
63,0
61
67,2
Het responspercentage werd gedefinieerd als een scoreverbetering van 0,5 of meer (schaalbereik 0-6 voor ACQ-7-IA en 1-7 voor
PAQLQ(S))
Er werden in het VOYAGE-onderzoek al in week 2 significante verbeteringen in het percentage
voorspelde FEV1 waargenomen, die aanhielden tot en met week 52.
Verbeteringen in het percentage voorspelde FEV
1
in de loop der tijd in VOYAGE worden getoond in
figuur 1.
Figuur 1: Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV
1
(L) voorafgaand aan
toediening van een bronchodilator in de loop der tijd ten opzichte van de baseline in VOYAGE
(eosinofielen in het bloed ≥ 150 cellen/mcl of FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline, eosinofielen ≥ 300
cellen/mcl bij de baseline en FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline)
Eosinofielen in het bloed ≥ 150
cellen/mcl of FeNO ≥ 20 ppb bij de
baseline
Eosinofielen in het bloed bij de
baseline
≥ 300 cellen/mcl
FeNO ≥ 20 ppb bij de baseline
In VOYAGE werd in de populatie met type 2 inflammatie het gemiddeld aantal kuren met systemische
corticosteroïden op jaarbasis als gevolg van astma verminderd met 59,3% ten opzichte van placebo
96
(0,350 [95%-BI: 0,256, 0,477] versus 0,860 [95%-BI: 0,616, 1,200]). In de populatie gedefinieerd door
eosinofielen in het bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline werd het gemiddeld aantal kuren met
systemische corticosteroïden op jaarbasis als gevolg van astma verminderd met 66,0% ten opzichte
van placebo (0,274 [95%-BI: 0,188, 0,399] versus 0,806 [95%-BI: 0,563, 1,154]).
Met dupilumab verbeterde de algehele gezondheidstoestand, gemeten aan de hand van de European
Quality of Life 5-Dimension Youth Visual Analog Scale (EQ-VAS), in zowel de populatie met type 2
inflammatie als die met aantal eosinofielen in het bloed ≥ 300 cellen/mcl bij de baseline in week 52;
het LS gemiddelde verschil ten opzichte van placebo was respectievelijk 4,73 (95%-BI: 1,18, 8,28) en
3,38 (95%-BI: -0,66, 7,43).
Met dupilumab verminderde de impact van astma van pediatrische patiënten op de kwaliteit van leven
van de verzorger, gemeten aan de hand van de Pediatric Asthma Quality of Life Questionnaire
(PACQLQ) in zowel de populatie met type 2 inflammatie als die met aantal eosinofielen in het bloed ≥
300 cellen/mcl in week 52; het LS gemiddelde verschil ten opzichte van placebo was respectievelijk
0,47 (95%-BI: 0,22, 0,72) en 0,50 (95%-BI: 0,21, 0,79).
Pediatrische patiënten
Astma
In totaal werden 107 adolescenten in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar met matig tot ernstig astma
geïncludeerd in het QUEST-onderzoek, en zij ontvingen hetzij 200 mg (N = 21) hetzij 300 mg
(N = 18) dupilumab (of overeenkomend placebo hetzij 200 mg [N = 34] hetzij 300 mg [N = 34])
eenmaal per twee weken. Werkzaamheid met betrekking tot ernstige astma-exacerbaties en longfunctie
werd waargenomen bij zowel adolescenten als volwassenen. Voor beide doses, 200 mg en 300 mg
eenmaal per twee weken, werden belangrijke verbeteringen waargenomen in FEV
1
(LS gemiddelde
verandering vanaf baseline in week 12) (respectievelijk 0,36 l en 0,27 l). Bij de dosis van 200 mg
eenmaal per twee weken werd patiënten een afname in het percentage ernstige exacerbaties
waargenomen die overeenkwam met die bij volwassenen. Het veiligheidsprofiel bij adolescenten was
over het geheel genomen vergelijkbaar met dat bij volwassenen.
In totaal werden 89 adolescenten in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar oud met matig tot ernstig
astma geïncludeerd in de open-label langetermijnstudie (TRAVERSE). In deze studie werd de
werkzaamheid gemeten als secundair eindpunt; deze was vergelijkbaar met de resultaten waargenomen
in de centrale studies en bleef gehandhaafd tot 96 weken.
In totaal werden 408 kinderen van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma ingeschreven in het
VOYAGE-onderzoek, waarin doses van 100 mg Q2W en 200 mg Q2W werden beoordeeld. De
werkzaamheid van dupilumab 300 mg Q4W bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar is geëxtrapoleerd
van de werkzaamheid van 100 mg en 200 mg Q2W in VOYAGE en 200 mg en 300 mg Q2W bij
volwassenen en adolescenten (QUEST). Patiënten die de behandelingsperiode van het VOYAGE-
onderzoek voltooiden, konden deelnemen aan het open-label uitbreidingsonderzoek (EXCURSION).
Achttien patiënten (≥ 15 kg tot < 30 kg) van de 365 patiënten werden in dit onderzoek blootgesteld aan
300 mg Q4W, en het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar met hetgeen werd waargenomen in
VOYAGE.
De veiligheid en werkzaamheid bij pediatrische patiënten < 6 jaar met astma zijn niet
vastgesteld.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met dupilumab in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met atopische dermatitis en astma (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek van dupilumab is vergelijkbaar bij patiënten met atopische dermatitis en met
astma.
Absorptie
97
Na een eenmalige subcutane (s.c.) dosis van 75-600 mg dupilumab bij volwassenen is de mediane tijd
tot maximale concentratie in het serum (t
max
) 3-7 dagen. De absolute biologische beschikbaarheid van
dupilumab na een s.c. dosis is vergelijkbaar tussen patiënten met atopische dermatitis (AD) en astma,
variërend van 61% tot 64%, zoals vastgesteld door een farmacokinetische populatieanalyse.
Steadystate-concentraties werden bereikt in week 16 na toediening van een startdosis van 600 mg en
een dosis van 300 mg eenmaal per twee weken. In de klinische studies varieerde de gemiddelde ± SD
laagste steady-state concentratie van 69,2 ± 36,9 mcg/ml tot 80,2 ± 35,3 mcg/ml bij een dosis van
300 mg en van 29,2 ± 18,7 tot 36,5 ± 22,2 mcg/ml voor een dosis van 200 mg eenmaal per twee weken
toegediend aan volwassenen.
Distributie
Voor dupilumab is een verdelingsvolume van ongeveer 4.6 l ingeschat door farmacokinetische
populatieanalyse, wat aangeeft dat dupilumab primair door het vasculaire systeem wordt verdeeld.
Biotransformatie
Omdat dupilumab een eiwit is, zijn er geen specifieke onderzoeken naar metabolisme uitgevoerd. Van
dupilumab wordt verwacht dat het wordt afgebroken tot kleine peptiden en afzonderlijke aminozuren.
Eliminatie
Eliminatie van dupilumab vindt plaats via parallelle lineaire en non-lineaire routes. Bij hogere
concentraties verloopt de eliminatie van dupilumab hoofdzakelijk via een lineaire, niet-verzadigbare
proteolytische route, terwijl lagere concentraties hoofdzakelijk non-lineaire, verzadigbare IL-4Rα
doelwit-gemedieerde eliminatie vertonen.
Na de laatste steady-state dosis is de mediane tijd tot daling van dupilumabconcentraties tot onder de
laagst detecteerbare limiet, zoals ingeschat door farmacokinetische populatieanalyse, 6-7 weken voor
het schema van 300 mg Q4W, 9 weken voor het schema van 200 mg Q2W, 10-11 weken voor het
300 mg Q2W schema en 13 weken voor het 300 mg QW schema.
Lineariteit/non-lineariteit
Als gevolg van de non-lineaire klaring neemt blootstelling aan dupilumab per dosis toe op een groter
dan proportionele manier, zoals gemeten per oppervlakte onder de concentratie-tijdcurve, na een
eenmalige s.c. dosis van 75-600 mg.
Speciale populaties
Geslacht
Er werd geen verband waargenomen tussen het geslacht van de patiënt en enige klinisch relevante
impact op de systemische blootstelling aan dupilumab, vastgesteld door farmacokinetische
populatieanalyse.
Ouderen
Van de 1472 patiënten met atopische dermatitis blootgesteld aan dupilumab in een fase 2-studie met
uiteenlopende doses of in placebogecontroleerde fase 3-studies waren in totaal 67 patiënten 65 jaar of
ouder. Hoewel er geen verschillen in veiligheid of werkzaamheid werden waargenomen tussen oudere
en jongere volwassen patiënten met atopische dermatitis, was het aantal patiënten van 65 jaar en ouder
onvoldoende om vast te stellen of zij verschillend reageren ten opzichte van jongere patiënten.
Er werd geen verband waargenomen tussen de leeftijd van de patiënt en enige klinisch relevante
impact op de systemische blootstelling aan dupilumab, vastgesteld door farmacokinetische
98
populatieanalyse. Echter, in deze analyse waren slechts 61 patiënten van 65 jaar of ouder
meegenomen.
Van de 1977 patiënten met astma die werden blootgesteld aan dupilumab waren in totaal 240 personen
65 jaar of ouder, en waren 39 patiënten 75 jaar of ouder. De werkzaamheid en veiligheid bij deze
leeftijdsgroep waren vergelijkbaar met de algehele onderzoekspopulatie.
Ras
Er werd geen verband waargenomen tussen het ras van de patiënt en enige klinisch relevante impact
op de systemische blootstelling aan dupilumab, vastgesteld door farmacokinetische populatieanalyse.
Leverfunctiestoornis
Van dupilumab, als monoklonaal antilichaam, wordt geen belangrijke hepatische eliminatie verwacht.
Er werden geen klinische onderzoeken uitgevoerd om het effect te beoordelen van verminderde
leverfunctie op de farmacokinetiek van dupilumab.
Nierfunctiestoornis
Van dupilumab, als monoklonaal antilichaam, wordt geen belangrijke eliminatie via de nieren
verwacht. Er werden geen klinische onderzoeken uitgevoerd om het effect te beoordelen van
verminderde nierfunctie op de farmacokinetiek van dupilumab. Uit een farmacokinetische
populatieanalyse bleek geen klinisch relevante invloed van een licht of matig verminderde nierfunctie
op de systemische blootstelling aan dupilumab. Er is zeer beperkte informatie beschikbaar over
patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis.
Lichaamsgewicht
De dalconcentratie van dupilumab was lager bij proefpersonen met een hoger lichaamsgewicht zonder
dat dit een relevante impact had op de werkzaamheid.
Pediatrische patiënten
Astma
De farmacokinetiek van dupilumab bij pediatrische patiënten (< 6 jaar) met astma is niet onderzocht.
In totaal werden 107 adolescenten in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar met astma geïncludeerd in
het QUEST-onderzoek. De gemiddelde ±SD steady-state dalspiegels van dupilumab waren
respectievelijk 107±51,6 mcg/ml en 46,7±26,9 mcg/ml voor 300 mg of 200 mg, eenmaal per twee
weken toegediend. Er werd geen leeftijdgerelateerd farmacokinetisch verschil waargenomen bij
adolescenten na correctie voor lichaamsgewicht.
In het VOYAGE-onderzoek werd de farmacokinetiek van dupilumab onderzocht bij 270 patiënten met
matig tot ernstig astma na subcutane toediening van 100 mg Q2W (bij 91 kinderen met een gewicht
van < 30 kg) of 200 mg Q2W (bij 179 kinderen met een gewicht van ≥ 30 kg).
Het distributievolume
voor dupilumab van ongeveer 3,7 l werd geschat aan de hand van farmacokinetische populatieanalyse.
Steady-state-concentraties werden bereikt in week 12.
De gemiddelde ± SD steady-state-
dalconcentratie was respectievelijk
58,4 ± 28,0 mcg/ml en 85,1 ± 44,9 mcg/ml.
Simulatie van een
subcutane dosis van 300 mg Q4W bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met een lichaamsgewicht van ≥
15 kg tot < 30 kg en van ≥ 30 kg tot < 60 kg resulteerde in voorspelde
steady-state-dalconcentraties die
vergelijkbaar zijn met de waargenomen dalconcentraties van respectievelijk 200 mg Q2W (≥ 30 kg) en
100 mg Q2W (< 30 kg). Bovendien
resulteerde de simulatie van een 300 mg Q4W subcutane dosis bij
kinderen van 6 tot en met 11 jaar met een lichaamsgewicht van ≥ 15 kg tot < 60 kg in voorspelde
steady-state-dalconcentraties die vergelijkbaar waren met de concentraties waarvan is aangetoond dat
ze werkzaam zijn bij volwassenen en adolescenten. Na de laatste steady-state-dosis was de mediane
tijd tot daling van dupilumabconcentraties tot onder de laagste detectielimiet, geschat aan de hand van
farmacokinetische populatieanalyse, 14 tot 18 weken voor 100 mg Q2W, 200 mg Q2W of 300 mg
Q4W.
99
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek naar toxiciteit bij herhaalde dosering (inclusief farmacologische
eindpunten voor veiligheid) en reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
Het mutageen potentieel van dupilumab is niet beoordeeld; echter, van monoklonale antilichamen
wordt niet verwacht dat ze leiden tot een wijziging in DNA of chromosomen.
Voor dupilumab zijn geen studies naar carcinogeniciteit uitgevoerd. Een beoordeling van het
beschikbare bewijs samenhangend met remming van IL-4Rα en toxicologische gegevens bij dieren
met surrogaatantilichamen geeft geen aanwijzing voor een toegenomen carcinogeen potentieel van
dupilumab.
Bij een reproductietoxicologisch onderzoek bij apen, waarbij gebruik werd gemaakt van een
surrogaatantilichaam specifiek voor IL-4Rα, zijn geen afwijkingen bij foetussen waargenomen bij
doseringen die de IL-4Rα verzadigen.
Een studie naar verhoogde toxiciteit voor pre- en postnatale ontwikkeling toonde geen negatieve
effecten aan bij de moederdieren of hun nageslacht tot 6 maanden na de partus/geboorte.
Vruchtbaarheidsonderzoek bij mannelijke en vrouwelijke muizen met behulp van een
surrogaatantilichaam tegen IL-4R toonde geen stoornis in de vruchtbaarheid aan (zie rubriek 4.6).
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
argininehydrochloride
histidine
polysorbaat 80 (E433)
natriumacetaattrihydraat
ijsazijn (E260)
sucrose
water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
3 jaar.
Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten bewaren bij kamertemperatuur tot 25°C gedurende
maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Indien de verpakking permanent uit de koelkast gehaald
moet worden, kan de datum hiervan op de verpakking genoteerd worden. Nadat Dupixent uit de
koelkast is gehaald, moet het binnen 14 dagen worden gebruikt of weggegooid.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
100
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
0,67 ml oplossing in een voorgevulde spuit van gesiliconiseerd helder type 1-glas met
naaldbeschermer met een vaste roestvrijstalen, ingezette naald van 12,7 mm (½ inch) met een diameter
van 27 gauge en een dunne wand.
Verpakkingsgrootte:
•
2 voorgevulde spuiten
•
Multiverpakking met 6 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 2)
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Nadat de 100 mg voorgevulde spuit uit de koelkast is gehaald, deze eerst op kamertemperatuur tot
25°C laten komen door 30 minuten te wachten alvorens Dupixent toe te dienen.
De voorgevulde spuit niet blootstellen aan warmte of direct zonlicht en deze niet schudden.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften. Na gebruik de voorgevulde spuit in een naaldencontainer plaatsen en deze weggooien
overeenkomstig de lokale voorschriften. De naaldencontainer niet hergebruiken.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/021
EU/1/17/1229/022
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 26 september 2017
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu
101
BIJLAGE II
A. FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG
EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
102
A. FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
REGENERON PHARMACEUTICALS INC.
81 Columbia Turnpike
RENSSELAER
NEW YORK 12144
VERENIGDE STATEN
Regeneron Ireland Designated Activity Company (DAC)
Ballycummin
Raheen Business Park
Limerick
Ierland
Genzyme Flanders BVBA
Cipalstraat 8
B-2440 Geel
België
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
SANOFI WINTHROP INDUSTRIE
1051 Boulevard Industriel,
76580 LE TRAIT,
Frankrijk
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Brüningstrasse 50
Industriepark Hoechst
65926 FRANKFURT AM MAIN
DUITSLAND
Genzyme Ireland Limited
IDA Industrial Park
Old Kilmeaden Road
Waterford
Ierland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan bijzonder en beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I:
Samenvatting van de productkenmerken, rubriek 4.2).
103
C.
•
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
104
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
105
A. ETIKETTERING
106
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde spuit 300 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit
2 voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
107
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/001 1 voorgevulde spuit
EU/1/17/1229/002 2 voorgevulde spuiten
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
108
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde spuit 300 mg – Multiverpakking (bevat Blue Box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN U
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten
Multiverpakking: 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
109
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/003 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten
EU/1/17/1229/004 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
110
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENDOOS
Voorgevulde spuit 300 mg – Multiverpakking (zonder blue box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit
2 voorgevulde spuiten
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
111
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/003 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten
EU/1/17/1229/004 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
112
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET
Voorgevulde spuit 300 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 300 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
300 mg/2 ml
6.
OVERIGE
113
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 300 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
114
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/005 1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/006 2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
115
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 300 mg – Multiverpakking (bevat blue box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
Multiverpakking: 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
116
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/007 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/008 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
117
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENDOOS
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 300 mg – Multiverpakking (zonder Blue Box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN U
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
118
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/007 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/008 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
119
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 300 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 300 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
300 mg/2 ml
6.
OVERIGE
120
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde pen 300 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD U
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde pen
2 voorgevulde pennen
3 voorgevulde pennen
6 voorgevulde pennen
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
121
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
1 voorgevulde pen
2 voorgevulde pennen
3 voorgevulde pennen
6 voorgevulde pennen
1 voorgevulde pen
2 voorgevulde pennen
EU/1/17/1229/017
EU/1/17/1229/018
EU/1/17/1229/019
EU/1/17/1229/020
EU/1/17/1229/026
EU/1/17/1229/027
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
122
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
123
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde pen 300 mg – Multiverpakking (bevat blue box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
124
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25
°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/028 6 voorgevulde pennen (2 verpakkingen van 3)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
125
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN
VERMELD
BINNENDOOS
Voorgevulde pen 300 mg – Multiverpakking (zonder blue box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
3 voorgevulde pennen
Onderdeel van een multiverpakking, mag niet los verkocht worden
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
126
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25
°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/028 6 voorgevulde pennen (2 verpakkingen van 3)
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Dupixent 300 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
127
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET
Voorgevulde pen 300 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 300 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
3.
EXP
4.
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
WIJZE VAN TOEDIENING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
300 mg/2 ml
6.
OVERIGE
128
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 200 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
129
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/009 1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/010 2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
130
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 200 mg – Multiverpakking (bevat Blue Box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
Multiverpakking: 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
132
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/011 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/012 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PCSNNN
133
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENDOOS
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 200 mg – Multiverpakking (zonder blue box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
134
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/011 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/012 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
135
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 200 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 200 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
200 mg/1,14 ml
6.
OVERIGE
136
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde pen 200 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde pen
2 voorgevulde pennen
3 voorgevulde pennen
6 voorgevulde pennen
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
137
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/013 1 voorgevulde pen
EU/1/17/1229/014 2 voorgevulde pennen
EU/1/17/1229/015 3 voorgevulde pennen
EU/1/17/1229/016 6 voorgevulde pennen
EU/1/17/1229/023 1 voorgevulde pen
EU/1/17/1229/024 2 voorgevulde pennen
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
138
PC
SN
NN
139
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde pen 200 mg – Multiverpakking (bevat Blue Box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
140
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25
°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/025 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PCSNNN
141
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENDOOS
Voorgevulde pen 200 mg – Multiverpakking (zonder blue box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
3 voorgevulde pennen
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
142
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25
°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/025 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
143
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET
Voorgevulde pen 200 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 200 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
200 mg/1,14 ml
6.
OVERIGE
144
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 100 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 100 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 100 mg dupilumab in een oplossing van 0,67 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
145
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/0XX 2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 100 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
146
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 100 mg – Multiverpakking (bevat blue box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 100 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 100 mg dupilumab in een oplossing van 0,67 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 6 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer (3 verpakkingen van 2)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
147
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/0XX 6 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer (3 verpakkingen van 2)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 100 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
148
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENDOOS
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 100 mg – Multiverpakking (zonder Blue Box)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 100 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 100 mg dupilumab in een oplossing van 0,67 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN U
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
149
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/0XX 6 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer (3 verpakkingen van 2)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 100 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
150
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET
Voorgevulde spuit met naaldbeschermer 100 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 100 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
100 mg/0,67 ml
6.
OVERIGE
151
B. BIJSLUITER
152
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Dupixent?
Dupixent bevat het actieve bestanddeel dupilumab.
Dupilumab is een monoklonaal antilichaam (een soort gespecialiseerd eiwit) dat de werking blokkeert
van eiwitten genaamd interleukines (IL)-4 en IL-13. Beide spelen een belangrijke rol in het
veroorzaken van de klachten en symptomen van atopische dermatitis, astma en chronische
rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP).
Waarvoor wordt Dupixent gebruikt?
Dupixent wordt gebruikt voor het behandelen van volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder met
matige tot ernstige atopische dermatitis, ook wel bekend als atopisch eczeem. Dupixent wordt ook
gebruikt voor het behandelen van kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met ernstige atopische
dermatitis. Dupixent kan ofwel alleen ofwel samen worden gebruikt met eczeemgeneesmiddelen die u
aanbrengt op de huid.
Dupixent wordt ook samen met andere astmamedicatie gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van
ernstig astma bij volwassenen, jongeren en kinderen van 6 jaar en ouder bij wie het astma met hun
huidige astmamedicatie (bv. corticosteroïden) niet onder controle is.
Dupixent wordt ook gebruikt samen met andere geneesmiddelen voor de onderhoudsbehandeling van
CRSwNP bij volwassenen waarvan de ziekte niet onder controle is met hun huidige CRSwNP-
geneesmiddelen. Dupixent kan ook de noodzaak van een operatie en het gebruik van systemische
corticosteroïden verminderen.
Hoe werkt Dupixent?
Het gebruik van Dupixent voor atopische dermatitis (atopisch eczeem) kan de toestand van uw huid
verbeteren en jeuk verminderen. Het werd ook aangetoond dat Dupixent de symptomen van pijn, angst
153
en depressie die samengaan met atopische dermatitis verbetert. Bovendien helpt Dupixent uw
slaapklachten te verlichten en uw algehele levenskwaliteit te verbeteren.
Dupixent helpt bij het voorkomen van ernstige astma-aanvallen (exacerbaties) en kan uw ademhaling
verbeteren. Dupixent kan ook helpen het gebruik te verminderen van een andere groep medicatie die u
nodig heeft voor uw astma, genaamd orale corticosteroïden, die ernstige astma-aanvallen voorkomen
en uw ademhaling verbeteren.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
U bent allergisch voor dupilumab of een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
•
Als u denkt dat u allergisch bent, of u weet dit niet zeker, vraag dan uw arts of apotheker om
advies voordat u Dupixent gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Dupixent is
geen noodmedicatie
en mag niet worden gebruikt om een plotse astma-aanval te
behandelen.
Allergische reacties
•
In zeldzame gevallen kan Dupixent ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder een
allergische reactie (overgevoeligheidsreactie), een anafylactische reactie en angio-oedeem.
Deze reacties kunnen optreden van enkele minuten tot maximaal zeven dagen na toediening
van Dupixent. Let op symptomen hiervan (d.w.z. moeilijk ademen, zwelling van het gezicht,
de lippen, de mond, keel of tong, flauwvallen, duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd (lage
bloeddruk), koorts, een algemeen ziek gevoel, gezwollen lymfeklieren, netelroos, jeuk,
gewrichtspijn, huiduitslag) tijdens het gebruik van Dupixent. Deze symptomen worden
opgesomd onder “Ernstige bijwerkingen” in rubriek 4.
•
Stop met het gebruik van Dupixent en informeer uw arts of zoek onmiddellijk medische hulp als
u symptomen opmerkt van een allergische reactie.
Eosinofiele aandoeningen
•
Patiënten die een geneesmiddel tegen astma gebruiken, kunnen in zeldzame gevallen een
ontsteking van de bloedvaten of longen ontwikkelen als gevolg van een toename van bepaalde
witte bloedcellen (eosinofilie).
•
Of dit door Dupixent wordt veroorzaakt, is niet bekend. Dit gebeurt meestal, maar niet altijd, bij
mensen die ook een steroïde geneesmiddel gebruiken dat vervolgens wordt stopgezet of
waarvan de dosis wordt verlaagd.
•
Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een combinatie van symptomen ontwikkelt, zoals een
griepachtige ziekte, tintelend of doof gevoel in de armen of benen, verslechtering van
longklachten en/of huiduitslag.
Parasitaire infecties (darmparasieten)
•
Mogelijk verlaagt Dupixent uw weerstand tegen infecties veroorzaakt door parasieten. Heeft u
al een parasitaire infectie, dan moet deze eerst worden behandeld voor u een behandeling met
Dupixent start.
•
Controleer samen met uw arts of u last heeft van diarree, winderigheid, maagklachten, een
vettige ontlasting en uitdroging, wat kan duiden op een parasitaire infectie.
•
Woont u in een gebied waar deze infecties vaak voorkomen of reist u naar een dergelijk gebied,
raadpleeg dan uw arts.
Astma
154
Heeft u astma en gebruikt u geneesmiddelen voor astma, stop daar dan niet mee en verander niets in
uw astmamedicatie zonder dat eerst met uw arts te bespreken. Neem contact op met uw arts voordat u
met Dupixent stopt of als uw astma niet onder controle komt of verslechtert tijdens de behandeling met
dit geneesmiddel.
Oogproblemen
Heeft u nieuwe of toenemende problemen met uw ogen, waaronder pijn aan het oog of veranderingen
in uw zicht, neem dan contact op met uw arts.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
•
De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met atopische
dermatitis die jonger zijn dan 6 jaar.
•
De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met astma die jonger
zijn dan 6 jaar.
•
CRSwNP doet zich normaal gesproken niet voor bij kinderen. De veiligheid en voordelen van
Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met CRSwNP die jonger zijn dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dupixent nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
•
Vertel dat dan uw arts of apotheker,
•
vooral als u kort geleden een inenting heeft gehad of deze binnenkort krijgt.
Andere geneesmiddelen voor astma
Stop niet met uw astmamedicatie en verminder deze niet, tenzij uw arts u hiervoor instructies heeft
gegeven.
•
Deze geneesmiddelen (met name die
corticosteroïden
worden genoemd) moeten geleidelijk
worden afgebouwd,
•
Dit moet onder direct toezicht van uw arts gebeuren en is afhankelijk van hoe u reageert op
Dupixent.
Zwangerschap en borstvoeding
•
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De effecten van dit geneesmiddel bij zwangere
vrouwen zijn niet bekend; het is daarom aan te raden het gebruik tijdens de zwangerschap te
vermijden, tenzij uw arts u anders adviseert.
•
Geeft u borstvoeding of bent u van plan dit te doen, neem dan contact op met uw arts voordat u
dit geneesmiddel gebruikt. U en uw arts kunnen beslissen of u borstvoeding geeft of Dupixent
gebruikt. U mag niet beide doen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Dupixent invloed heeft op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om
machines te bedienen.
Dupixent bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 300 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen 'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe wordt Dupixent toegediend?
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder de huid (subcutane injectie).
155
Hoeveel Dupixent krijgt u?
Uw arts beslist hoeveel Dupixent u nodig heeft.
Aanbevolen dosis bij volwassenen met atopische dermatitis
Voor patiënten met atopische dermatitis is de aanbevolen dosis Dupixent:
•
een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
•
gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend via subcutane injectie.
Aanbevolen dosis bij jongeren met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor jongeren (12 tot en met 17 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
van de patiënt
minder dan 60 kg
60 kg of meer
Eerste dosis
Volgende doses
(eenmaal per twee
weken)
200 mg
300 mg
400 mg (twee injecties van 200 mg)
600 mg (twee injecties van 300 mg)
Aanbevolen dosis voor kinderen met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
van de patiënt
15 kg tot
minder dan 60 kg
60 kg of meer
Eerste dosis
Volgende doses
300 mg
elke 4 weken*,
300 mg (één injectie van 300 mg) op dag 1,
te starten 4 weken na de dosis van
gevolgd door 300 mg op dag 15
dag 15
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
elke twee weken
* De dosis kan verhoogd worden naar 200 mg elke twee weken naargelang het oordeel van de arts.
Aanbevolen dosis bij volwassenen en jongeren (van 12 jaar en ouder) met astma
Voor patiënten met ernstig astma die orale corticosteroïden gebruiken, of voor patiënten met ernstig
astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met comorbide ernstige
chronische rinosinusitis met neuspoliepen, is de aanbevolen dosering Dupixent:
•
een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
•
gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Voor alle andere patiënten met ernstig astma is de aanbevolen dosering Dupixent:
•
een eerste dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg)
•
gevolgd door 200 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Aanbevolen dosis voor kinderen met astma
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar) met astma is gebaseerd op
lichaamsgewicht:
156
Lichaamsgewicht van de
patiënt
15 tot minder dan 30 kg
Eerste en daaropvolgende doses
100 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
200 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier 4 weken
200 mg
elke twee weken
30 tot minder dan 60 kg
60 kg of meer
Voor patiënten van 6 tot en met 11 jaar met astma en gelijktijdige ernstige atopische dermatitis zal uw
arts beslissen welke dosis Dupixent geschikt is voor u.
Aanbevolen dosis bij volwassenen met chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP)
Bij CRSwNP is de aanbevolen eerste dosis Dupixent 300 mg, gevolgd door 300 mg eenmaal per twee
weken, toegediend via subcutane injectie.
Dupixent injecteren
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder uw huid (subcutane injectie). U en uw arts of
verpleegkundige moeten beslissen of u Dupixent bij uzelf kunt injecteren.
Voordat u uzelf injecteert met Dupixent moeten uw arts of verpleegkundige u duidelijk uitleggen hoe u
dat moet doen.
Uw injectie met Dupixent mag ook door een mantelzorger worden gegeven, na hiervoor te zijn
opgeleid door een arts of verpleegkundige.
Iedere voorgevulde spuit bevat één dosis Dupixent (300 mg). De voorgevulde spuit niet schudden.
Lees aandachtig de “Gebruiksaanwijzing” aan het einde van de bijsluiter voordat u Dupixent gaat
gebruiken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u te veel Dupixent gebruikt of heeft u de dosis te vroeg toegediend, neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bent vergeten een dosis te injecteren, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Dupixent zonder eerst te overleggen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Dupixent kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder in zeldzame gevallen allergische reacties
(overgevoeligheidsreacties), waaronder anafylactische reactie. De symptomen van een allergische
reactie of anafylactische reactie zijn onder andere:
•
moeilijk ademen
•
zwelling van gezicht, lippen, mond, keel of tong (angio-oedeem)
•
flauwvallen, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd (lage bloeddruk)
157
•
•
•
•
•
•
•
koorts
algemeen ziek gevoel
gezwollen lymfeklieren
netelroos
jeuk
gewrichtspijn
huiduitslag
Krijgt u last van een allergische reactie, stop dan met het gebruik van Dupixent en neem onmiddellijk
contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
•
reacties op de plaats van injectie (d.w.z. roodheid, zwelling, jeuk, pijn)
•
rode ogen en jeuk
•
ooginfectie
•
koortsblaasjes (op lippen en huid)
•
gewrichtspijn (artralgie)
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
•
zwelling van het gezicht, de lippen, de mond, de keel of de tong (angio-oedeem)
•
jeuk, roodheid en zwelling van het ooglid
•
ontsteking van het oogoppervlak, soms met wazig zicht (keratitis)
•
huiduitslag of roodheid in het gezicht
•
droge ogen
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
•
zweren op de buitenste laag van het oog, soms met wazig zicht (ulceratieve keratitis)
Extra bijwerkingen bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met astma
Vaak:
draadwormen (enterobiasis)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C). Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten bewaren bij
kamertemperatuur tot 25°C gedurende maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast haalt op de
buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de 14 dagen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel of verkleurd is, of zichtbare deeltjes bevat.
158
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
•
De werkzame stof in dit middel is dupilumab.
•
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml voor injectie (injectie).
•
De andere stoffen in dit middel zijn argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433),
natriumacetaat, ijsazijn (E260), sucrose, water voor injecties.
Hoe ziet Dupixent eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dupixent is een heldere tot iets doorschijnende, kleurloze tot lichtgele oplossing, aangeleverd in een
glazen voorgevulde spuit met of zonder naaldbeschermer.
Dupixent is beschikbaar als voorgevulde spuiten van 300 mg in een verpakking met 1 of 2
voorgevulde spuiten of in een verpakking met 3 (3 verpakkingen van 1) of 6 (3 verpakkingen van 2)
voorgevulde spuiten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
Fabrikant
SANOFI WINTHROP INDUSTRIE
1051 Boulevard Industriel,
76580 LE TRAIT,
Frankrijk
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Brüningstrasse 50
Industriepark Hoechst
65926 FRANKFURT AM MAIN
DUITSLAND
Genzyme Ireland Limited
IDA Industrial Park
Old Kilmeaden Road
Waterford
Ierland
159
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Sanofi Belgium
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00
България
SANOFI BULGARIA EOOD
Тел.: +359 (0)2 970 53 00
Česká republika
sanofi-aventis, s.r.o.
Tel: +420 233 086 111
Danmark
Sanofi A/S
Tlf: +45 45 16 70 00
Deutschland
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Tel.: 0800 04 36 996
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
sanofi-aventis Estonia OÜ
Tel: +372 627 34 88
Ελλάδα
sanofi-aventis AEBE
Τηλ: +30 210 900 16 00
España
sanofi-aventis, S.A.
Tel: +34 93 485 94 00
France
sanofi-aventis france
Tél.: 0 800 222 555
Appel depuis l’étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
sanofi-aventis Croatia d.o.o.
Tel: +385 1 600 34 00
Ireland
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Sanofi S.r.l.
Tel: 800 536389
Lietuva
UAB "SANOFI-AVENTIS LIETUVA"
Tel: +370 5 2755224
Luxembourg/Luxemburg
Sanofi Belgium
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00 (Belgique/Belgien)
Magyarország
SANOFI-AVENTIS Zrt.
Tel.: +36 1 505 0050
Malta
Sanofi S.r.l.
Tel: +39 02 39394275
Nederland
Genzyme Europe B.V.
Tel: +31 20 245 4000
Norge
sanofi-aventis Norge AS
Tlf: +47 67 10 71 00
Österreich
sanofi-aventis GmbH
Tel: +43 1 80 185 – 0
Polska
sanofi-aventis Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 280 00 00
Portugal
Sanofi - Produtos Farmacêuticos, Lda
Tel: +351 21 35 89 400
România
Sanofi Romania SRL
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Slovenija
sanofi-aventis d.o.o.
Tel: +386 1 560 48 00
Slovenská republika
sanofi-aventis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 33 100 100
Suomi/Finland
Sanofi Oy
Puh/Tel: +358 (0) 201 200 300
160
Κύπρος
sanofi-aventis Cyprus Ltd.
Τηλ: +357 22 871600
Latvija
sanofi-aventis Latvia SIA
Tel: +371 67 33 24 51
Sverige
Sanofi AB
Tel: +46 (0)8 634 50 00
United Kingdom
Sanofi
Tel: +44 (0) 845 372 7101
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
161
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit met naaldbeschermer
dupilumab
Gebruiksaanwijzing
Dit is een afbeelding van de onderdelen van Dupixent voorgevulde spuit met naaldbeschermer.
Voor gebruik
Na gebruik
Naald-
beschermer
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik. Het bevat 300 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
Probeer niet uzelf of iemand anders een injectie toe te dienen tenzij uw arts of verpleegkundige u
duidelijk heeft uitgelegd hoe u dat moet doen. Bij jongeren van 12 jaar en ouder wordt aanbevolen
Dupixent toe te laten dienen door of onder toezicht van een volwassene. Bij kinderen jonger dan 12
jaar moet Dupixent toegediend worden door een verzorger.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de spuit gebruikt.
Check met uw arts of verpleegkundige hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
Vraag uw arts of verpleegkundige hoe u de spuit op de juiste manier gebruikt voordat u voor
het eerst een injectie toedient.
Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
De spuit
niet
gebruiken als deze op een hard oppervlak is gevallen of is beschadigd.
De spuit
niet
gebruiken als de beschermhuls ontbreekt of niet goed vastzit.
De zuiger van de spuit
niet
aanraken tot u klaar bent om te injecteren.
Niet
door uw kleding heen injecteren.
Eventuele luchtbelletjes in de spuit
niet
verwijderen.
Om prikongevallen te helpen voorkomen, bevat iedere voorgevulde spuit een naaldbeschermer
die de naald automatisch afdekt nadat u de injectie heeft toegediend.
De zuiger
nooit
terugtrekken.
De spuit
niet
opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
•
De spuit(en) buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
162
•
Bewaar ongebruikte spuiten in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de koelkast bij
2ºC tot 8ºC.
•
Dupixent
niet
langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (< 25ºC). Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast
haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de
14 dagen.
•
De spuit
nooit
schudden.
•
De spuit
niet
verwarmen.
•
De spuit
niet
invriezen.
•
De spuit
niet
blootstellen aan direct zonlicht.
Stap 1: Uit de doos halen
Haal de spuit uit de doos door deze in het midden van de spuit vast te nemen.
De beschermhuls van de naald niet verwijderen tot vlak voor de injectie.
De spuit niet gebruiken als deze op een hard oppervlak gevallen is of als deze beschadigd
is.
Stap 2: Voorbereiden
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
•
Dupixent voorgevulde spuit
•
1 alcoholdoekje*
•
1 watje of gaasje*
•
een naaldencontainer* (zie stap
12
)
*niet in de doos inbegrepen
Lees het etiket:
•
Controleer de uiterste gebruiksdatum.
•
Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
De spuit niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
163
Stap 3: Inspecteren
Bekijk het geneesmiddel door het kijkvenster op de spuit:
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de spuit niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare vlokjes of
deeltjes bevat.
Stap 4: Wacht 45 minuten
Leg de spuit op een plat oppervlak en laat deze minstens 45 minuten op natuurlijke wijze op
kamertemperatuur komen.
De spuit niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De spuit niet blootstellen aan direct zonlicht.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
164
Stap 5: Kiezen
Kies de injectieplaats.
•
U kunt injecteren in uw dij of buik (onderbuik), met uitzondering van het gebied van 5 cm
rondom uw navel.
•
Als iemand anders u de injectie toedient, kan hij/zij ook de buitenkant van uw bovenarm
gebruiken.
•
Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in de buurt van
littekenweefsel.
Stap 6: Reinigen
Was uw handen.
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat uw huid drogen voordat u gaat injecteren.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
165
Stap 7: Trekken
Houd de spuit vast in het midden, met de naald van u af, en trek de beschermhuls van de naald.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naald niet aanraken.
Het geneesmiddel onmiddellijk toedienen nadat de beschermhuls verwijderd is.
Stap 8: Een huidplooi vastnemen
Neem een huidplooi vast, zoals u in de afbeelding kan zien.
166
Stap 9: Inbrengen
De naald in haar geheel inbrengen in de huidplooi, onder een hoek van ongeveer 45º.
Stap 10: Indrukken
Laat de huidplooi rustig een beetje los.
Langzaam en gelijkmatig de zuiger zo ver mogelijk naar beneden duwen totdat de spuit leeg is.
Opmerking: u voelt een beetje weerstand. Dit is normaal.
167
Stap 11: Loslaten en uittrekken
Haal uw duim van de zuiger tot de naaldbeschermer over de naald is geschoven en haal dan de spuit
uit de injectieplaats.
Ziet u wat bloed, druk dan lichtjes een wattenbolletje of gaasje op de injectieplaats.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De huid niet wrijven na de injectie.
Stap 12: Weggooien
De spuit en de beschermhuls van de naald kunt u weggooien in een naaldencontainer.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naaldencontainer altijd buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
168
169
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
Gebruiksaanwijzing
Dit is een afbeelding van de onderdelen van Dupixent voorgevulde spuit.
Voor gebruik
Na gebruik
*
Het hulpmiddel kan een zachte
of harde beschermhuls voor
de naald hebben
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik. Het bevat 300 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
Probeer niet uzelf of iemand anders een injectie toe te dienen tenzij uw arts of verpleegkundige u
duidelijk heeft uitgelegd hoe u dat moet doen. Bij jongeren van 12 jaar en ouder wordt aanbevolen
Dupixent toe te laten dienen door of onder toezicht van een volwassene. Bij kinderen jonger dan 12
jaar moet Dupixent toegediend worden door een verzorger.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de spuit gebruikt.
Check met uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
Vraag uw arts of apotheker hoe u de spuit op de juiste manier gebruikt voordat u voor het eerst
een injectie toedient.
Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
De spuit
niet
gebruiken als deze is beschadigd.
De spuit
niet
gebruiken als de beschermhuls ontbreekt of niet goed vastzit.
De zuiger van de spuit
niet
aanraken tot u klaar bent om te injecteren.
Niet
door uw kleding heen injecteren.
Eventuele luchtbelletjes in de spuit
niet
verwijderen.
De zuiger
nooit
terugtrekken.
De spuit
niet
opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
170
•
De spuit(en) buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
•
Bewaar ongebruikte spuiten in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de koelkast bij
2ºC tot 8ºC.
•
Dupixent
niet
langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (< 25ºC). Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast
haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de
14 dagen.
•
De spuit
nooit
schudden.
•
De spuit
niet
verwarmen.
•
De spuit
niet
invriezen.
•
De spuit
niet
blootstellen aan direct zonlicht.
Stap 1: Uit de doos halen
Haal de spuit uit de doos door deze in het midden van de spuit vast te nemen.
De beschermhuls van de naald niet verwijderen tot vlak voor de injectie.
De spuit niet gebruiken als deze is beschadigd.
Stap 2: Voorbereiden
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
•
Dupixent voorgevulde spuit
•
1 alcoholdoekje*
•
1 watje of gaasje*
•
een naaldencontainer* (zie stap 12)
*niet in de doos inbegrepen
Lees het etiket:
•
Controleer de uiterste gebruiksdatum.
•
Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
De spuit niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
171
Stap 3: Inspecteren
Bekijk het geneesmiddel in de spuit:
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de spuit niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare vlokjes of
deeltjes bevat.
Stap 4: Wacht 45 minuten
Leg de spuit op een plat oppervlak en laat deze minstens 45 minuten op natuurlijke wijze op
kamertemperatuur komen.
De spuit niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De spuit niet blootstellen aan direct zonlicht.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
Stap 5: Kiezen
Kies de injectieplaats.
•
U kunt injecteren in uw dij of buik (onderbuik), met uitzondering van het gebied van 5 cm
rondom uw navel.
172
•
Als iemand anders u de injectie toedient, kan hij/zij ook de buitenkant van uw bovenarm
gebruiken.
•
Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in de buurt van
littekenweefsel.
Stap 6: Reinigen
Was uw handen.
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat uw huid drogen voordat u gaat injecteren.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
Stap 7: Trekken
Houd de spuit vast in het midden, met de naald van u af, en trek de beschermhuls van de naald.
173
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naald niet aanraken.
Het geneesmiddel onmiddellijk toedienen nadat de beschermhuls verwijderd is.
Stap 8: Een huidplooi vastnemen
Neem een huidplooi vast, zoals u in de afbeelding kan zien.
Stap 9: Inbrengen
De naald inbrengen in de huidplooi, onder een hoek van ongeveer 45º
.
174
Stap 10: Indrukken
Laat de huidplooi rustig een beetje los.
Langzaam en gelijkmatig de zuiger zo ver mogelijk naar beneden duwen totdat de spuit leeg is.
Opmerking: u voelt een beetje weerstand. Dit is normaal.
Stap
11: Uittrekken
De naald uit de huid verwijderen onder dezelfde hoek als waaronder deze was ingebracht.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
Druk lichtjes met een wattenbolletje of stukje gaas op de injectieplaats als hier wat bloed te zien is.
De huid niet wrijven na de injectie.
175
Stap
12: Weggooien
De spuit en de beschermhuls van de naald kunt u weggooien in een naaldencontainer.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naaldencontainer altijd buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
176
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Dupixent?
Dupixent bevat het actieve bestanddeel dupilumab.
Dupilumab is een monoklonaal antilichaam (een soort gespecialiseerd eiwit) dat de werking blokkeert
van eiwitten genaamd interleukines (IL)-4 en IL-13. Beide spelen een belangrijke rol in het
veroorzaken van de klachten en symptomen van atopische dermatitis, astma en chronische
rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP).
Waarvoor wordt Dupixent gebruikt?
Dupixent wordt gebruikt voor het behandelen van volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder met
matige tot ernstige atopische dermatitis, ook wel bekend als atopisch eczeem. Dupixent wordt ook
gebruikt voor het behandelen van kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met ernstige atopische
dermatitis (zie rubriek Kinderen en jongeren tot 18 jaar). Dupixent kan ofwel alleen ofwel samen
worden gebruikt met eczeemgeneesmiddelen die u aanbrengt op de huid.
Dupixent wordt ook samen met andere astmamedicatie gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van
ernstig astma bij volwassenen, jongeren en kinderen van 6 jaar en ouder bij wie het astma met hun
huidige astmamedicatie (bv. corticosteroïden) niet onder controle is.
Dupixent wordt ook gebruikt samen met andere geneesmiddelen voor de onderhoudsbehandeling van
CRSwNP bij volwassenen waarvan de ziekte niet onder controle is met hun huidige CRSwNP-
geneesmiddelen. Dupixent kan ook de noodzaak van een operatie en het gebruik van systemische
corticosteroïden verminderen.
Hoe werkt Dupixent?
Het gebruik van Dupixent voor atopische dermatitis (atopisch eczeem) kan de toestand van uw huid
verbeteren en jeuk verminderen. Het werd ook aangetoond dat Dupixent de symptomen van pijn, angst
177
en depressie die samengaan met atopische dermatitis verbetert. Bovendien helpt Dupixent uw
slaapklachten te verlichten en uw algehele levenskwaliteit te verbeteren.
Dupixent helpt bij het voorkomen van ernstige astma-aanvallen (exacerbaties) en kan uw ademhaling
verbeteren. Dupixent kan ook helpen het gebruik te verminderen van een andere groep medicatie die u
nodig heeft voor uw astma, genaamd orale corticosteroïden, die ernstige astma-aanvallen voorkomen
en uw ademhaling verbeteren.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
U bent allergisch voor dupilumab of een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
•
Als u denkt dat u allergisch bent, of u weet dit niet zeker, vraag dan uw arts of apotheker om
advies voordat u Dupixent gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Dupixent is
geen noodmedicatie
en mag niet worden gebruikt om een plotse astma-aanval te
behandelen.
Allergische reacties
•
In zeldzame gevallen kan Dupixent ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder een
allergische reactie (overgevoeligheidsreactie), een anafylactische reactie en angio-oedeem.
Deze reacties kunnen optreden van enkele minuten tot maximaal zeven dagen na toediening
van Dupixent. Let op symptomen hiervan (d.w.z. moeilijk ademen, zwelling van het gezicht,
de lippen, de mond, de keel of tong, flauwvallen, duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd
(lage bloeddruk), koorts, een algemeen ziek gevoel, gezwollen lymfeklieren, netelroos, jeuk,
gewrichtspijn, huiduitslag) tijdens het gebruik van Dupixent. Deze symptomen worden
opgesomd onder “Ernstige bijwerkingen” in rubriek 4.
•
Stop met het gebruik van Dupixent en informeer uw arts of zoek onmiddellijk medische hulp als
u symptomen opmerkt van een allergische reactie.
Eosinofiele aandoeningen
•
Patiënten die een geneesmiddel tegen astma gebruiken, kunnen in zeldzame gevallen een
ontsteking van de bloedvaten of longen ontwikkelen als gevolg van een toename van bepaalde
witte bloedcellen (eosinofilie).
•
Of dit door Dupixent wordt veroorzaakt, is niet bekend. Dit gebeurt meestal, maar niet altijd, bij
mensen die ook een steroïde geneesmiddel gebruiken dat vervolgens wordt stopgezet of
waarvan de dosis wordt verlaagd.
•
Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een combinatie van symptomen ontwikkelt, zoals een
griepachtige ziekte, tintelend of doof gevoel in de armen of benen, verslechtering van
longklachten en/of huiduitslag.
Parasitaire infecties (darmparasieten)
•
Mogelijk verlaagt Dupixent uw weerstand tegen infecties veroorzaakt door parasieten. Heeft u
al een parasitaire infectie, dan moet deze eerst worden behandeld voor u een behandeling met
Dupixent start.
•
Controleer samen met uw arts of u last heeft van diarree, winderigheid, maagklachten, een
vettige ontlasting en uitdroging, wat kan duiden op een parasitaire infectie.
•
Woont u in een gebied waar deze infecties vaak voorkomen of reist u naar een dergelijk gebied,
raadpleeg dan uw arts.
Astma
178
Heeft u astma en gebruikt u geneesmiddelen voor astma, stop daar dan niet mee en verander niets in
uw astmamedicatie zonder dat eerst met uw arts te bespreken. Neem contact op met uw arts voordat u
met Dupixent stopt of als uw astma niet onder controle komt of verslechtert tijdens de behandeling met
dit geneesmiddel.
Oogproblemen
Heeft u nieuwe of toenemende problemen met uw ogen, waaronder pijn aan het oog of veranderingen
in uw zicht, neem dan contact op met uw arts.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
•
De Dupixent voorgevulde pen is niet bedoeld voor gebruik bij
kinderen jonger dan 12 jaar
oud.
Voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met atopische dermatitis en astma neemt u
contact op met uw arts, die de gepaste Dupixent voorgevulde spuit zal voorschrijven.
•
De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met atopische
dermatitis die jonger zijn dan 6 jaar.
•
De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met astma die jonger
zijn dan 6 jaar.
•
CRSwNP doet zich normaal gesproken niet voor bij kinderen. De veiligheid en voordelen van
Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met CRSwNP die jonger zijn dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dupixent nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
•
Vertel dat dan uw arts of apotheker,
•
vooral als u kort geleden een inenting heeft gehad of deze binnenkort krijgt.
Andere geneesmiddelen voor astma
Stop niet met uw astmamedicatie en verminder deze niet, tenzij uw arts u hiervoor instructies heeft
gegeven.
•
Deze geneesmiddelen (met name die
corticosteroïden
worden genoemd) moeten geleidelijk
worden afgebouwd,
•
Dit moet onder direct toezicht van uw arts gebeuren en is afhankelijk van hoe u reageert op
Dupixent.
Zwangerschap en borstvoeding
•
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De effecten van dit geneesmiddel bij zwangere
vrouwen zijn niet bekend; het is daarom aan te raden het gebruik tijdens de zwangerschap te
vermijden, tenzij uw arts u anders adviseert.
•
Geeft u borstvoeding of bent u van plan dit te doen, neem dan contact op met uw arts voordat u
dit geneesmiddel gebruikt. U en uw arts kunnen beslissen of u borstvoeding geeft of Dupixent
gebruikt. U mag niet beide doen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Dupixent invloed heeft op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om
machines te bedienen.
Dupixent bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 300 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen 'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
179
Hoe wordt Dupixent toegediend?
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder de huid (subcutane injectie).
Hoeveel Dupixent krijgt u?
Uw arts beslist hoeveel Dupixent u nodig heeft.
Aanbevolen dosis bij volwassenen met atopische dermatitis
Voor patiënten met atopische dermatitis is de aanbevolen dosis Dupixent:
•
een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
•
gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend via subcutane injectie.
Aanbevolen dosis bij jongeren met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor jongeren (12 tot en met 17 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
van de patiënt
minder dan 60 kg
60 kg of meer
Eerste dosis
Volgende doses
(eenmaal per twee
weken)
200 mg
300 mg
400 mg (twee injecties van 200 mg)
600 mg (twee injecties van 300 mg)
Aanbevolen dosis voor kinderen met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
van de patiënt
15 kg tot
minder dan 60 kg
60 kg of meer
Eerste dosis
Volgende doses
300 mg
elke 4 weken*,
300 mg (één injectie van 300 mg) op dag 1,
te starten 4 weken na de dosis van
gevolgd door 300 mg op dag 15
dag 15
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
elke twee weken
* De dosis kan verhoogd worden naar 200 mg elke twee weken naargelang het oordeel van de arts.
Aanbevolen dosis bij volwassenen en jongeren (van 12 jaar en ouder) met astma
Voor patiënten met ernstig astma die orale corticosteroïden gebruiken, of voor patiënten met ernstig
astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met comorbide ernstige
chronische rinosinusitis met neuspoliepen, is de aanbevolen dosering Dupixent:
•
een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
•
gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Voor alle andere patiënten met ernstig astma is de aanbevolen dosering Dupixent:
•
een eerste dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg)
•
gevolgd door 200 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Aanbevolen dosis voor kinderen met astma
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar) met astma is gebaseerd op
lichaamsgewicht:
180
Lichaamsgewicht van de
patiënt
15 tot minder dan 30 kg
Eerste en daaropvolgende doses
100 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
200 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
200 mg
elke twee weken
30 tot minder dan 60 kg
60 kg of meer
Voor patiënten van 6 tot en met 11 jaar met astma en gelijktijdige ernstige atopische dermatitis zal uw
arts beslissen welke dosis Dupixent geschikt is voor u.
Aanbevolen dosis bij volwassenen met chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP)
Bij CRSwNP is de aanbevolen eerste dosis Dupixent 300 mg, gevolgd door 300 mg eenmaal per twee
weken, toegediend via subcutane injectie.
Dupixent injecteren
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder uw huid (subcutane injectie). U en uw arts of
verpleegkundige moeten beslissen of u Dupixent bij uzelf kunt injecteren.
Voordat u uzelf injecteert met Dupixent moeten uw arts of verpleegkundige u duidelijk uitleggen hoe u
dat moet doen.
Uw injectie met Dupixent mag ook door een mantelzorger worden gegeven, na hiervoor te zijn
opgeleid door een arts of verpleegkundige.
Iedere voorgevulde pen bevat één dosis Dupixent (300 mg). De voorgevulde pen niet schudden.
Lees aandachtig de “Gebruiksaanwijzing” aan het einde van de bijsluiter voordat u Dupixent gaat
gebruiken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u te veel Dupixent gebruikt of heeft u de dosis te vroeg toegediend, neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bent vergeten een dosis te injecteren, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Dupixent zonder eerst te overleggen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Dupixent kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder in zeldzame gevallen allergische reacties
(overgevoeligheidsreacties), waaronder anafylactische reactie. De symptomen van een allergische
reactie of anafylactische reactie zijn onder andere:
•
moeilijk ademen
•
zwelling van gezicht, lippen, mond, keel of tong (angio-oedeem)
•
flauwvallen, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd (lage bloeddruk)
181
•
•
•
•
•
•
•
koorts
algemeen ziek gevoel
gezwollen lymfeklieren
netelroos
jeuk
gewrichtspijn
huiduitslag
Krijgt u last van een allergische reactie, stop dan met het gebruik van Dupixent en neem onmiddellijk
contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
•
reacties op de plaats van injectie (d.w.z. roodheid, zwelling, jeuk, pijn)
•
rode ogen en jeuk
•
ooginfectie
•
koortsblaasjes (op lippen en huid)
•
gewrichtspijn (artralgie)
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
•
zwelling van het gezicht, de lippen, de mond, de keel of de tong (angio-oedeem)
•
jeuk, roodheid en zwelling van het ooglid
•
ontsteking van het oogoppervlak, soms met wazig zicht (keratitis)
•
huiduitslag of roodheid in het gezicht
•
droge ogen
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
•
zweren op de buitenste laag van het oog, soms met wazig zicht (ulceratieve keratitis)
Extra bijwerkingen bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met astma
Vaak:
draadwormen (enterobiasis)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C). Indien nodig kan men de voorgevulde pennen bewaren bij
kamertemperatuur tot 25°C gedurende maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast haalt op de
buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de 14 dagen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel of verkleurd is, of zichtbare deeltjes bevat.
182
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
•
De werkzame stof in dit middel is dupilumab.
•
Elke voorgevulde pen bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml voor injectie (injectie).
•
De andere stoffen in dit middel zijn argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433),
natriumacetaat, ijsazijn (E260), sucrose, water voor injecties.
Hoe ziet Dupixent eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dupixent is een heldere tot iets doorschijnende, kleurloze tot lichtgele oplossing, aangeleverd in een
voorgevulde pen.
De voorgevulde pen kan ofwel een ronde dop en een ovaalvormig kijkvenster hebben, omlijnd met een
pijl of een vierkante dop met ribbels en een ovaalvormig kijkvenster zonder pijl. Hoewel er kleine
verschillen zijn in hoe de twee voorgevulde pennen eruitzien, werken ze allebei hetzelfde.
Dupixent is beschikbaar als voorgevulde pennen van 300 mg, in een verpakking met 1, 2, 3 of 6
voorgevulde pennen of in een verpakking met 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
Fabrikant
SANOFI WINTHROP INDUSTRIE
1051 Boulevard Industriel,
76580 LE TRAIT,
Frankrijk
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Brüningstrasse 50
Industriepark Hoechst
65926 FRANKFURT AM MAIN
DUITSLAND
183
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Sanofi Belgium
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00
България
SANOFI BULGARIA EOOD
Тел.: +359 (0)2 970 53 00
Česká republika
sanofi-aventis, s.r.o.
Tel: +420 233 086 111
Danmark
Sanofi A/S
Tlf: +45 45 16 70 00
Deutschland
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Tel.: 0800 04 36 996
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
sanofi-aventis Estonia OÜ
Tel: +372 627 34 88
Ελλάδα
sanofi-aventis AEBE
Τηλ: +30 210 900 16 00
España
sanofi-aventis, S.A.
Tel: +34 93 485 94 00
France
sanofi-aventis france
Tél.: 0 800 222 555
Appel depuis l’étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
sanofi-aventis Croatia d.o.o.
Tel: +385 1 600 34 00
Ireland
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Sanofi S.r.l.
Tel: 800 536389
Lietuva
UAB "SANOFI-AVENTIS LIETUVA"
Tel: +370 5 2755224
Luxembourg/Luxemburg
Sanofi Belgium
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00 (Belgique/Belgien)
Magyarország
SANOFI-AVENTIS Zrt.
Tel.: +36 1 505 0050
Malta
Sanofi S.r.l.
Tel: +39 02 39394275
Nederland
Genzyme Europe B.V.
Tel: +31 20 245 4000
Norge
sanofi-aventis Norge AS
Tlf: +47 67 10 71 00
Österreich
sanofi-aventis GmbH
Tel: +43 1 80 185 – 0
Polska
sanofi-aventis Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 280 00 00
Portugal
Sanofi - Produtos Farmacêuticos, Lda
Tel: +351 21 35 89 400
România
Sanofi Romania SRL
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Slovenija
sanofi-aventis d.o.o.
Tel: +386 1 560 48 00
Slovenská republika
sanofi-aventis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 33 100 100
Suomi/Finland
Sanofi Oy
Puh/Tel: +358 (0) 201 200 300
184
Κύπρος
sanofi-aventis Cyprus Ltd.
Τηλ: +357 22 871600
Latvija
sanofi-aventis Latvia SIA
Tel: +371 67 33 24 51
Sverige
Sanofi AB
Tel: +46 (0)8 634 50 00
United Kingdom
Sanofi
Tel: +44 (0) 845 372 7101
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
185
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
Gebruiksaanwijzing
Dit is een afbeelding van de onderdelen van Dupixent voorgevulde pen.
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde pen voor eenmalig gebruik. Het bevat 300 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
Probeer niet uzelf of iemand anders een injectie toe te dienen tenzij uw arts of verpleegkundige u
duidelijk heeft uitgelegd hoe u dat moet doen. Bij jongeren van 12 jaar en ouder wordt aanbevolen
Dupixent toe te laten dienen door of onder toezicht van een volwassene. De Dupixent voorgevulde pen
is enkel voor gebruik bij volwassenen en kinderen van 12 jaar en ouder.
•
Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de voorgevulde pen gebruikt.
•
Vraag uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
•
Verander voor elke injectie van injectieplaats.
•
De voorgevulde pen
niet
gebruiken als hij beschadigd is.
•
De voorgevulde pen
niet
gebruiken als de groene kap ontbreekt of niet goed vastzit.
•
De gele naaldbeschermer
niet
met de vingers aanraken of indrukken.
•
Niet
door uw kleding heen injecteren.
•
De groene kap
niet
verwijderen tot vlak voordat u de injectie geeft.
•
De groene kap
niet
terug op de voorgevulde pen plaatsen.
•
De voorgevulde pen
niet
opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
•
De voorgevulde pen(nen) en alle medicatie buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
•
Bewaar ongebruikte voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de
koelkast bij 2ºC tot 8ºC.
•
Bewaar voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
•
De voorgevulde pennen
niet
langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (< 25ºC). Als u
de doos blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de
koelkast haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent
binnen de 14 dagen.
•
De voorgevulde pen
nooit
schudden.
•
De voorgevulde pen
niet
verwarmen.
•
De voorgevulde pen
niet
invriezen.
•
De voorgevulde pen
niet
blootstellen aan direct zonlicht.
186
A: Voorbereiden
A1. Leg klaar wat u nodig heeft
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
•
Dupixent voorgevulde pen
•
1 alcoholdoekje*
•
1 watje of gaasje*
•
een naaldencontainer* (zie stap D)
*niet in de doos inbegrepen
A2. Lees het etiket
•
Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
A3. Controleer de uiterste gebruiksdatum
•
Controleer de uiterste gebruiksdatum.
De voorgevulde pen niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Bewaar Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur.
A4. Controleer het geneesmiddel
Bekijk het geneesmiddel door het venstertje op de voorgevulde pen.
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de voorgevulde pen niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare
vlokjes of deeltjes bevat.
Gebruik de voorgevulde pen niet als het venster geel is.
187
A5. Wacht 45 minuten
Leg de voorgevulde pen op een plat oppervlak en laat deze ten minste 45 minuten op natuurlijke wijze
op kamertemperatuur komen (beneden 25ºC).
De voorgevulde pen niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De voorgevulde pen niet in direct zonlicht plaatsen.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
B. Kies uw injectieplaats
B1. Aanbevolen injectieplaatsen zijn:
•
Dij
•
Onderbuik
behalve in een gebied van 5 cm rond uw navel.
•
Bovenarm.
Als een mantelzorger u de dosis toedient, kan hij/zij ook in de buitenkant van de
bovenarm injecteren.
Verander voor elke injectie met Dupixent van injectieplaats.
Niet door kleding heen injecteren.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in de buurt van
littekenweefsel.
188
B2. Was uw handen
B3. Bereid de injectieplaats voor
•
•
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat de huid drogen voordat u de injectie toedient.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
C. De injectie toedienen
C1. Verwijder de groene kap
Trek de groene kap recht van de pen.
De groene kap
niet
draaien.
De groene kap
niet
verwijderen tot u klaar bent om te injecteren.
De gele naaldbeschermer
niet
met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de naald.
Na het verwijderen de groene kap niet terug op de voorgevulde pen doen.
189
C2. Positioneren
•
Zorg dat u het venster van de voorgevulde pen kunt zien als u de gele naaldbeschermer tegen de
huid plaatst.
•
Positioneer de gele naaldbeschermer onder een hoek van ongeveer 90 graden tegen de huid.
De gele naaldbeschermer niet met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de
naald.
C3. Naar beneden duwen
Duw de voorgevulde pen stevig tegen uw huid tot u de gele naaldbeschermer niet meer kunt zien, en
houd hem daar.
•
Er volgt een “klik” als de injectie begint.
•
Het venster zal geel van kleur worden.
Het toedienen van de injectie kan tot 20 seconden duren.
190
C4. Stevig vasthouden
Blijf de voorgevulde pen stevig tegen de huid duwen.
•
U kunt een tweede klik horen.
•
Controleer of het venster geheel geel is gekleurd.
•
Tel langzaam tot 5.
•
Haal nu de pen van uw huid, de injectie is voltooid.
Is het venster niet geheel geel gekleurd, haal dan de pen weg en bel met uw professionele zorgverlener.
Dien uzelf geen tweede dosis toe zonder dat u met uw professionele zorgverlener heeft
gesproken.
C5. Verwijderen
•
Na het voltooien van de injectie de voorgevulde pen recht omhoog uit de huid trekken en
meteen weggooien zoals beschreven in rubriek D.
•
Ziet u wat bloed, dep dan lichtjes met een wattenbolletje of gaasje.
Na de injectie niet over de huid wrijven.
191
D. Weggooien
•
Gooi de voorgevulde pennen (met de naald erin) en de groene kapjes direct na het gebruik weg
in een naaldencontainer.
De voorgevulde pennen (met de naald erin) en de groene kapjes
niet
met het huisvuil weggooien.
Doe de groene kap niet opnieuw op de pen.
192
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Dupilumab
Gebruiksaanwijzing
Dit is een afbeelding van de onderdelen van de Dupixent voorgevulde pen.
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde pen voor eenmalig gebruik. Het bevat 300 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
U mag alleen uzelf of iemand anders een injectie toedienen als uw arts of verpleegkundige u duidelijk
heeft uitgelegd hoe u dat moet doen. Bij jongeren van 12 jaar en ouder wordt aanbevolen Dupixent toe
te laten dienen door of onder toezicht van een volwassene. De Dupixent voorgevulde pen is alleen
voor gebruik bij volwassenen en kinderen van 12 jaar en ouder.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de voorgevulde pen gebruikt.
Vraag uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
Kies voor elke injectie steeds een andere injectieplaats.
De voorgevulde pen
niet
gebruiken als hij beschadigd is.
De voorgevulde pen
niet
gebruiken als de groene kap ontbreekt of niet goed vastzit.
De gele naaldbeschermer
niet
met de vingers aanraken of indrukken.
Niet
door kleding heen injecteren.
De groene kap
niet
verwijderen tot vlak voordat u de injectie geeft.
De groene kap
niet
terug op de voorgevulde pen plaatsen.
De voorgevulde pen
niet
opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
•
•
•
•
De voorgevulde pen(nen) en alle medicatie buiten het bereik van kinderen houden.
Bewaar ongebruikte voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in
de koelkast bij 2 ºC tot 8 ºC.
Bewaar voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
De voorgevulde pennen
niet
langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (dat is lager
dan 25 ºC). Als u de doos blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u
de doos uit de koelkast haalt op de buitenverpakking, in de daarvoor bedoelde ruimte, en
gebruik Dupixent binnen 14 dagen.
De voorgevulde pen
nooit
schudden.
De voorgevulde pen
niet
verwarmen.
De voorgevulde pen
niet
in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pen
niet
blootstellen aan direct zonlicht.
•
•
•
•
193
A: Voorbereiden
A1. Leg klaar wat u nodig heeft
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
•
de Dupixent voorgevulde pen
•
1 alcoholdoekje*
•
1 watje of gaasje*
•
een naaldencontainer* (zie stap D)
*niet in de doos inbegrepen
A2. Lees het etiket
•
Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
A3. Controleer de uiterste gebruiksdatum
•
Controleer de uiterste gebruiksdatum.
De voorgevulde pen niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Bewaar Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur.
A4. Controleer het geneesmiddel
Bekijk het geneesmiddel door het venstertje van de voorgevulde pen.
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de voorgevulde pen niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare
vlokjes of deeltjes bevat.
Gebruik de voorgevulde pen niet als het venster geel is.
194
A5. Wacht 45 minuten
Leg de voorgevulde pen op een plat oppervlak en laat deze ten minste 45 minuten op natuurlijke wijze
op kamertemperatuur komen (beneden 25 ºC).
De voorgevulde pen niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De voorgevulde pen niet in direct zonlicht plaatsen.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
B. Kies uw injectieplaats
B1. Aanbevolen injectieplaatsen zijn:
•
Bovenbeen
•
Onderbuik
behalve in een gebied van 5 cm rond uw navel.
•
Bovenarm.
Als een verzorger u de dosis toedient, kan hij/zij ook in de buitenkant van de
bovenarm injecteren.
Kies voor elke injectie met Dupixent steeds een andere injectieplaats.
Niet door kleding heen injecteren.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in littekenweefsel.
195
B2. Was uw handen
B3. Bereid de injectieplaats voor
•
•
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat de huid drogen voordat u de injectie toedient.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen voordat u de injectie toedient.
C. De injectie toedienen
C1. Verwijder de groene kap
Trek de groene kap recht van de pen.
De groene kap
niet
draaien.
De groene kap
niet
verwijderen tot u klaar bent om te injecteren.
De gele naaldbeschermer
niet
met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de naald.
Na het verwijderen de groene kap niet terug op de voorgevulde pen doen.
196
C2. Positioneren
•
Zorg dat u het venster van de voorgevulde pen kunt zien wanneer u de gele naaldbeschermer
tegen de huid plaatst.
•
Plaats de gele beschermer in een hoek van ongeveer 90 graden tegen de huid.
De gele naaldbeschermer niet met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de
naald.
C3. Naar beneden duwen
Duw de voorgevulde pen stevig tegen uw huid tot u de gele naaldbeschermer niet meer kunt zien, en
houd hem daar.
•
Er volgt een “klik” als de injectie begint.
•
Het venster zal geel van kleur worden.
Het toedienen van de injectie kan tot 15 seconden duren.
197
C4. Stevig vasthouden
Blijf de voorgevulde pen stevig tegen de huid duwen.
•
U kunt een tweede klik horen.
•
Controleer of het venster helemaal geel is gekleurd.
•
Tel dan langzaam tot 5.
•
Haal nu de pen van uw huid, de injectie is voltooid.
Is het venster niet helemaal geel gekleurd, verwijder de pen dan en bel met uw zorgverlener.
Dien uzelf geen tweede dosis toe zonder dat u eerst met uw zorgverlener heeft gesproken.
C5. Verwijderen
•
Trek na het voltooien van de injectie de voorgevulde pen recht omhoog uit de huid en gooi hem
meteen weg zoals beschreven in rubriek D.
•
Ziet u wat bloed, dep dan lichtjes met een wattenbolletje of gaasje.
Na de injectie niet over de huid wrijven.
D. Weggooien
•
Gooi de voorgevulde pennen (met de naald erin) en de groene kapjes direct na het gebruik weg
in een naaldencontainer.
198
De voorgevulde pennen (met de naald erin) en de groene kapjes
niet
met het huisvuil weggooien.
Doe de groene kap niet terug op de pen.
199
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Dupixent?
Dupixent bevat het actieve bestanddeel dupilumab.
Dupilumab is een monoklonaal antilichaam (een soort gespecialiseerd eiwit) dat de werking blokkeert
van eiwitten genaamd interleukines (IL)-4 en IL-13. Beide spelen een belangrijke rol in het
veroorzaken van de klachten en symptomen van atopische dermatitis en astma.
Waarvoor wordt Dupixent gebruikt?
Dupixent wordt gebruikt voor het behandelen van volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder met
matige tot ernstige atopische dermatitis, ook wel bekend als atopisch eczeem. Dupixent wordt ook
gebruikt voor het behandelen van kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met ernstige atopische
dermatitis. Dupixent kan ofwel alleen ofwel samen worden gebruikt met eczeemgeneesmiddelen die u
aanbrengt op de huid.
Dupixent wordt ook samen met andere astmamedicatie gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van
ernstig astma bij volwassenen, jongeren en kinderen van 6 jaar en ouder bij wie het astma met hun
huidige astmamedicatie (bv. corticosteroïden) niet onder controle is.
Hoe werkt Dupixent?
Het gebruik van Dupixent voor atopische dermatitis (atopisch eczeem) kan de toestand van uw huid
verbeteren en jeuk verminderen. Het werd ook aangetoond dat Dupixent de symptomen van pijn, angst
en depressie die samengaan met atopische dermatitis verbetert. Bovendien helpt Dupixent uw
slaapklachten te verlichten en uw algehele levenskwaliteit te verbeteren.
Dupixent helpt bij het voorkomen van ernstige astma-aanvallen (exacerbaties) en kan uw ademhaling
verbeteren. Dupixent kan ook helpen het gebruik te verminderen van een andere groep medicatie die u
200
nodig heeft voor uw astma, genaamd orale corticosteroïden, die ernstige astma-aanvallen voorkomen
en uw ademhaling verbeteren.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor dupilumab of een van de stoffen
in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
•
Als u denkt dat u allergisch bent, of u weet dit niet zeker, vraag dan uw arts of apotheker om
advies voordat u Dupixent gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Dupixent is
geen noodmedicatie
en mag niet worden gebruikt om een plotse astma-aanval te
behandelen.
Allergische reacties
•
In zeldzame gevallen kan Dupixent ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder een
allergische reactie (overgevoeligheidsreactie), een anafylactische reactie en angio-oedeem.
Deze reacties kunnen optreden van enkele minuten tot maximaal zeven dagen na toediening
van Dupixent. Let op symptomen hiervan (d.w.z. moeilijk ademen, zwelling van het gezicht,
de lippen, de mond, keel of tong, flauwvallen, duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd (lage
bloeddruk), koorts, een algemeen ziek gevoel, gezwollen lymfeklieren, netelroos, jeuk,
gewrichtspijn, huiduitslag) tijdens het gebruik van Dupixent. Deze symptomen worden
opgesomd onder “Ernstige bijwerkingen” in rubriek 4.
•
Stop met het gebruik van Dupixent en informeer uw arts of zoek onmiddellijk medische hulp als
u symptomen opmerkt van een allergische reactie.
Eosinofiele aandoeningen
•
Patiënten die een geneesmiddel tegen astma gebruiken, kunnen in zeldzame gevallen een
ontsteking van de bloedvaten of longen ontwikkelen als gevolg van een toename van bepaalde
witte bloedcellen (eosinofilie).
•
Of dit door Dupixent wordt veroorzaakt, is niet bekend. Dit gebeurt meestal, maar niet altijd, bij
mensen die ook een steroïde geneesmiddel gebruiken dat vervolgens wordt stopgezet of
waarvan de dosis wordt verlaagd.
•
Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een combinatie van symptomen ontwikkelt, zoals een
griepachtige ziekte, tintelend of doof gevoel in de armen of benen, verslechtering van
longklachten en/of huiduitslag.
Parasitaire infecties (darmparasieten)
•
Mogelijk verlaagt Dupixent uw weerstand tegen infecties veroorzaakt door parasieten. Heeft u
al een parasitaire infectie, dan moet deze eerst worden behandeld voor u een behandeling met
Dupixent start.
•
Controleer samen met uw arts of u last heeft van diarree, winderigheid, maagklachten, een
vettige ontlasting en uitdroging, wat kan duiden op een parasitaire infectie.
•
Woont u in een gebied waar deze infecties vaak voorkomen of reist u naar een dergelijk gebied,
raadpleeg dan uw arts.
Astma
Heeft u astma en gebruikt u geneesmiddelen voor astma, stop daar dan niet mee en verander niets in
uw astmamedicatie zonder dat eerst met uw arts te bespreken. Neem contact op met uw arts voordat u
met Dupixent stopt of als uw astma niet onder controle komt of verslechtert tijdens de behandeling met
dit geneesmiddel.
Oogproblemen
201
Heeft u nieuwe of toenemende problemen met uw ogen, waaronder pijn aan het oog of veranderingen
in uw zicht, neem dan contact op met uw arts.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
•
De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met atopische
dermatitis die jonger zijn dan 6 jaar.
•
De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met astma die jonger
zijn dan 6 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dupixent nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
•
Vertel dat dan uw arts of apotheker,
•
vooral als u kort geleden een inenting heeft gehad of deze binnenkort krijgt.
Andere geneesmiddelen voor astma
Stop niet met uw astmamedicatie en verminder deze niet, tenzij uw arts u hiervoor instructies heeft
gegeven.
•
Deze geneesmiddelen (met name die
corticosteroïden
worden genoemd) moeten geleidelijk
worden afgebouwd,
•
Dit moet onder direct toezicht van uw arts gebeuren en is afhankelijk van hoe u reageert op
Dupixent.
Zwangerschap en borstvoeding
•
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De effecten van dit geneesmiddel bij zwangere
vrouwen zijn niet bekend; het is daarom aan te raden het gebruik tijdens de zwangerschap te
vermijden, tenzij uw arts u anders adviseert.
•
Geeft u borstvoeding of bent u van plan dit te doen, neem dan contact op met uw arts voordat u
dit geneesmiddel gebruikt. U en uw arts kunnen beslissen of u borstvoeding geeft of Dupixent
gebruikt. U mag niet beide doen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Dupixent invloed heeft op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om
machines te bedienen.
Dupixent bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 200 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen 'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe wordt Dupixent toegediend?
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder de huid (subcutane injectie).
Hoeveel Dupixent krijgt u?
Uw arts beslist hoeveel Dupixent u nodig heeft.
Aanbevolen dosis bij jongeren met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor jongeren (12 tot en met 17 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
202
Lichaamsgewicht
van de patiënt
minder dan 60 kg
60 kg of meer
Eerste dosis
400 mg (twee injecties van 200 mg)
600 mg (twee injecties van 300 mg)
Volgende doses
(eenmaal per twee
weken)
200 mg
300 mg
Aanbevolen dosis voor kinderen met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
van de patiënt
15 kg tot
minder dan 60 kg
60 kg of meer
Eerste dosis
Volgende doses
300 mg
elke 4 weken*,
300 mg (één injectie van 300 mg) op dag 1,
te starten 4 weken na de dosis van
gevolgd door 300 mg op dag 15
dag 15
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
elke twee weken
* De dosis kan verhoogd worden naar 200 mg elke twee weken naargelang het oordeel van de arts.
Aanbevolen dosis bij volwassenen en jongeren (van 12 jaar en ouder) met astma
Voor de meeste patiënten met ernstig astma is de aanbevolen dosering Dupixent:
•
•
een eerste dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg)
gevolgd door 200 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Voor patiënten met ernstig astma die orale corticosteroïden gebruiken, of voor patiënten met ernstig
astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met comorbide ernstige
chronische rinosinusitis met neuspoliepen, is de aanbevolen dosering Dupixent:
•
•
een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
gevolgd
door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Aanbevolen dosis voor kinderen met astma
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar) met astma is gebaseerd op
lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht van de
patiënt
15 tot minder dan 30 kg
Eerste en daaropvolgende doses
100 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
200 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
200 mg
elke twee weken
30 tot minder dan 60 kg
60 kg of meer
Voor patiënten van 6 tot en met 11 jaar met astma en gelijktijdige ernstige atopische dermatitis zal uw
arts beslissen welke dosis Dupixent geschikt is voor u.
Dupixent injecteren
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder uw huid (subcutane injectie). U en uw arts of
verpleegkundige moeten beslissen of u Dupixent bij uzelf kunt injecteren.
Voordat u uzelf injecteert met Dupixent moeten uw arts of verpleegkundige u duidelijk uitleggen hoe u
dat moet doen.
203
Uw injectie met Dupixent mag ook door een mantelzorger worden gegeven, na hiervoor te zijn
opgeleid door een arts of verpleegkundige.
Iedere voorgevulde spuit bevat één dosis Dupixent (200 mg). De voorgevulde spuit niet schudden.
Lees aandachtig de “Gebruiksaanwijzing” aan het einde van de bijsluiter voordat u Dupixent gaat
gebruiken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u te veel Dupixent gebruikt of heeft u de dosis te vroeg toegediend, neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bent vergeten een dosis te injecteren, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Dupixent zonder eerst te overleggen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Dupixent kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder in zeldzame gevallen allergische reacties
(overgevoeligheidsreacties), waaronder anafylactische reactie. De symptomen van een allergische
reactie of anafylactische reactie zijn onder andere:
•
moeilijk ademen
•
zwelling van gezicht, lippen, mond, keel of tong (angio-oedeem)
•
flauwvallen, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd (lage bloeddruk)
•
koorts
•
algemeen ziek gevoel
•
gezwollen lymfeklieren
•
netelroos
•
jeuk
•
gewrichtspijn
•
huiduitslag
Krijgt u last van een allergische reactie, stop dan met het gebruik van Dupixent en neem onmiddellijk
contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
•
reacties op de plaats van injectie (d.w.z. roodheid, zwelling, jeuk, pijn)
•
rode ogen en jeuk
•
ooginfectie
•
koortsblaasjes (op lippen en huid)
•
gewrichtspijn (artralgie)
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
•
zwelling van het gezicht, de lippen, de mond, de keel of de tong (angio-oedeem)
•
jeuk, roodheid en zwelling van het ooglid
204
•
ontsteking van het oogoppervlak, soms met wazig zicht (keratitis)
•
huiduitslag of roodheid in het gezicht
•
droge ogen
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
•
zweren op de buitenste laag van het oog, soms met wazig zicht (ulceratieve keratitis)
Extra bijwerkingen bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met astma
Vaak:
draadwormen (enterobiasis)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C). Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten bewaren bij
kamertemperatuur tot 25°C gedurende maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast haalt op de
buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de 14 dagen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel of verkleurd is, of zichtbare deeltjes bevat.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
•
De werkzame stof in dit middel is dupilumab.
•
Elke voorgevulde spuit bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml voor injectie
(injectie).
•
De andere stoffen in dit middel zijn argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433),
natriumacetaat, ijsazijn (E260), sucrose, water voor injecties.
Hoe ziet Dupixent eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dupixent is een heldere tot iets doorschijnende, kleurloze tot lichtgele oplossing, aangeleverd in een
glazen voorgevulde spuit.
Dupixent is beschikbaar als voorgevulde spuiten van 200 mg in een verpakking met 1 of 2
voorgevulde spuiten of in een verpakking met 3 (3 verpakkingen van 1) of 6 (3 verpakkingen van 2)
voorgevulde spuiten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
205
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
Fabrikant
SANOFI WINTHROP INDUSTRIE
1051 Boulevard Industriel,
76580 LE TRAIT,
Frankrijk
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Brüningstrasse 50
Industriepark Hoechst
65926 FRANKFURT AM MAIN
DUITSLAND
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Sanofi Belgium
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00
България
SANOFI BULGARIA EOOD
Тел.: +359 (0)2 970 53 00
Česká republika
sanofi-aventis, s.r.o.
Tel: +420 233 086 111
Danmark
Sanofi A/S
Tlf: +45 45 16 70 00
Deutschland
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Tel.: 0800 04 36 996
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
sanofi-aventis Estonia OÜ
Tel: +372 627 34 88
Ελλάδα
sanofi-aventis AEBE
Τηλ: +30 210 900 16 00
España
sanofi-aventis, S.A.
Tel: +34 93 485 94 00
France
sanofi-aventis france
206
Lietuva
UAB "SANOFI-AVENTIS LIETUVA"
Tel: +370 5 2755224
Luxembourg/Luxemburg
Sanofi Belgium
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00 (Belgique/Belgien)
Magyarország
SANOFI-AVENTIS Zrt.
Tel.: +36 1 505 0050
Malta
Sanofi S.r.l.
Tel: +39 02 39394275
Nederland
Genzyme Europe B.V.
Tel: +31 20 245 4000
Norge
sanofi-aventis Norge AS
Tlf: +47 67 10 71 00
Österreich
sanofi-aventis GmbH
Tel: +43 1 80 185 – 0
Polska
sanofi-aventis Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 280 00 00
Portugal
Sanofi - Produtos Farmacêuticos, Lda
Tél.: 0 800 222 555
Appel depuis l’étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
sanofi-aventis Croatia d.o.o.
Tel: +385 1 600 34 00
Ireland
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Sanofi S.r.l.
Tel: 800 536389
Κύπρος
sanofi-aventis Cyprus Ltd.
Τηλ: +357 22 871600
Latvija
sanofi-aventis Latvia SIA
Tel: +371 67 33 24 51
Tel: +351 21 35 89 400
România
Sanofi Romania SRL
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Slovenija
sanofi-aventis d.o.o.
Tel: +386 1 560 48 00
Slovenská republika
sanofi-aventis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 33 100 100
Suomi/Finland
Sanofi Oy
Puh/Tel: +358 (0) 201 200 300
Sverige
Sanofi AB
Tel: +46 (0)8 634 50 00
United Kingdom
Sanofi
Tel: +44 (0) 845 372 7101
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
207
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit met naaldbeschermer
dupilumab
Gebruiksaanwijzing
Dit is een afbeelding van de onderdelen van Dupixent voorgevulde spuit met naaldbeschermer.
Voor gebruik
Na gebruik
Naald-
beschermer
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik. Het bevat 200 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
Probeer niet uzelf of iemand anders een injectie toe te dienen tenzij uw arts of verpleegkundige u
duidelijk heeft uitgelegd hoe u dat moet doen. Bij jongeren van 12 jaar en ouder wordt aanbevolen
Dupixent toe te laten dienen door of onder toezicht van een volwassene. Bij kinderen jonger dan 12
jaar moet Dupixent toegediend worden door een verzorger.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de spuit gebruikt.
Check met uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
Vraag uw arts of verpleegkundige hoe u de spuit op de juiste manier gebruikt voordat u voor
het eerst een injectie toedient.
Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
De spuit
niet
gebruiken als deze op een hard oppervlak is gevallen of is beschadigd.
De spuit
niet
gebruiken als de beschermhuls ontbreekt of niet goed vastzit.
De zuiger van de spuit
niet
aanraken tot u klaar bent om te injecteren.
Niet
door uw kleding heen injecteren.
Eventuele luchtbelletjes in de spuit
niet
verwijderen.
Om prikongevallen te helpen voorkomen, bevat iedere voorgevulde spuit een naaldbeschermer
die de naald automatisch afdekt nadat u de injectie heeft toegediend.
De zuiger
nooit
terugtrekken.
De spuit
niet
opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
•
De spuit(en) buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
208
•
Bewaar ongebruikte spuiten in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de koelkast bij
2ºC tot 8ºC.
•
Dupixent
niet
langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (< 25ºC). Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast
haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de
14 dagen.
•
De spuit
nooit
schudden.
•
De spuit
niet
verwarmen.
•
De spuit
niet
invriezen.
•
De spuit
niet
blootstellen aan direct zonlicht.
Stap 1: Uit de doos halen
Haal de spuit uit de doos door deze in het midden van de spuit vast te nemen.
De beschermhuls van de naald niet verwijderen tot vlak voor de injectie.
De spuit niet gebruiken als deze op een hard oppervlak gevallen is of als deze beschadigd
is.
Stap 2: Voorbereiden
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
•
Dupixent voorgevulde spuit
•
1 alcoholdoekje*
•
1 watje of gaasje*
•
een naaldencontainer* (zie stap 12)
*niet in de doos inbegrepen
Lees het etiket:
•
Controleer de uiterste gebruiksdatum.
•
Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
De spuit niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
209
Stap 3: Inspecteren
Bekijk het geneesmiddel door het kijkvenster op de spuit:
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de spuit niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare vlokjes of
deeltjes bevat.
Stap 4: Wacht 30 minuten
Leg de spuit op een plat oppervlak en laat deze minstens 30 minuten op natuurlijke wijze op
kamertemperatuur komen.
De spuit niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De spuit niet blootstellen aan direct zonlicht.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
210
Stap 5: Kiezen
Kies de injectieplaats.
•
U kunt injecteren in uw dij of buik (onderbuik), met uitzondering van het gebied van 5 cm
rondom uw navel.
•
Als iemand anders u de injectie toedient, kan hij/zij ook de buitenkant van uw bovenarm
gebruiken.
•
Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in de buurt van
littekenweefsel.
Stap 6: Reinigen
Was uw handen.
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat uw huid drogen voordat u gaat injecteren.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
211
Stap 7: Trekken
Houd de spuit vast in het midden, met de naald van u af, en trek de beschermhuls van de naald.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naald niet aanraken.
Het geneesmiddel onmiddellijk toedienen nadat de beschermhuls verwijderd is.
Stap 8: Een huidplooi vastnemen
Neem een huidplooi vast, zoals u in de afbeelding kan zien.
212
Stap 9: Inbrengen
De naald in haar geheel inbrengen in de huidplooi, onder een hoek van ongeveer 45º.
Stap 10: Indrukken
Laat de huidplooi rustig een beetje los.
Langzaam en gelijkmatig de zuiger zo ver mogelijk naar beneden duwen totdat de spuit leeg is.
Opmerking: u voelt een beetje weerstand. Dit is normaal.
213
Stap 11: Loslaten en uittrekken
Haal uw duim van de zuiger tot de naaldbeschermer over de naald is geschoven en haal dan de spuit
uit de injectieplaats.
Ziet u wat bloed, druk dan lichtjes een wattenbolletje of gaasje op de injectieplaats.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De huid niet wrijven na de injectie.
Stap 12: Weggooien
De spuit en de beschermhuls van de naald kunt u weggooien in een naaldencontainer.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naaldencontainer altijd buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
214
215
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Dupixent?
Dupixent bevat het actieve bestanddeel dupilumab.
Dupilumab is een monoklonaal antilichaam (een soort gespecialiseerd eiwit) dat de werking blokkeert
van eiwitten genaamd interleukines (IL)-4 en IL-13. Beide spelen een belangrijke rol in het
veroorzaken van de klachten en symptomen van atopische dermatitis en astma.
Waarvoor wordt Dupixent gebruikt?
Dupixent wordt gebruikt voor het behandelen van volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder met
matige tot ernstige atopische dermatitis, ook wel bekend als atopisch eczeem. Dupixent wordt ook
gebruikt voor het behandelen van kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met ernstige atopische
dermatitis (zie rubriek Kinderen en jongeren tot 18 jaar). Dupixent kan ofwel alleen ofwel samen
worden gebruikt met eczeemgeneesmiddelen die u aanbrengt op de huid.
Dupixent wordt ook samen met andere astmamedicatie gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van
ernstig astma bij volwassenen, jongeren en kinderen van 6 jaar en ouder bij wie het astma met hun
huidige astmamedicatie (bv. corticosteroïden) niet onder controle is.
Hoe werkt Dupixent?
Het gebruik van Dupixent voor atopische dermatitis (atopisch eczeem) kan de toestand van uw huid
verbeteren en jeuk verminderen. Het werd ook aangetoond dat Dupixent de symptomen van pijn, angst
en depressie die samengaan met atopische dermatitis verbetert. Bovendien helpt Dupixent uw
slaapklachten te verlichten en uw algehele levenskwaliteit te verbeteren.
Dupixent helpt bij het voorkomen van ernstige astma-aanvallen (exacerbaties) en kan uw ademhaling
verbeteren. Dupixent kan ook helpen het gebruik te verminderen van een andere groep medicatie die u
nodig heeft voor uw astma, genaamd orale corticosteroïden, die ernstige astma-aanvallen voorkomen
en uw ademhaling verbeteren.
216
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
U bent allergisch voor dupilumab of een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
•
Als u denkt dat u allergisch bent, of u weet dit niet zeker, vraag dan uw arts of apotheker om
advies voordat u Dupixent gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Dupixent is
geen noodmedicatie
en mag niet worden gebruikt om een plotse astma-aanval te
behandelen.
Allergische reacties
•
In zeldzame gevallen kan Dupixent ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder een
allergische reactie (overgevoeligheidsreactie), een anafylactische reactie en angio-oedeem.
Deze reacties kunnen optreden van enkele minuten tot maximaal zeven dagen na toediening
van Dupixent. Let op symptomen hiervan (d.w.z. moeilijk ademen, zwelling van het gezicht,
de lippen, de mond, keel of tong, flauwvallen, duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd (lage
bloeddruk), koorts, een algemeen ziek gevoel, gezwollen lymfeklieren, netelroos, jeuk,
gewrichtspijn, huiduitslag) tijdens het gebruik van Dupixent. Deze symptomen worden
opgesomd onder “Ernstige bijwerkingen” in rubriek 4.
•
Stop met het gebruik van Dupixent en informeer uw arts of zoek onmiddellijk medische hulp als
u symptomen opmerkt van een allergische reactie.
Eosinofiele aandoeningen
•
Patiënten die een geneesmiddel tegen astma gebruiken, kunnen in zeldzame gevallen een
ontsteking van de bloedvaten of longen ontwikkelen als gevolg van een toename van bepaalde
witte bloedcellen (eosinofilie).
•
Of dit door Dupixent wordt veroorzaakt, is niet bekend. Dit gebeurt meestal, maar niet altijd, bij
mensen die ook een steroïde geneesmiddel gebruiken dat vervolgens wordt stopgezet of
waarvan de dosis wordt verlaagd.
•
Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een combinatie van symptomen ontwikkelt, zoals een
griepachtige ziekte, tintelend of doof gevoel in de armen of benen, verslechtering van
longklachten en/of huiduitslag.
Parasitaire infecties (darmparasieten)
•
Mogelijk verlaagt Dupixent uw weerstand tegen infecties veroorzaakt door parasieten. Heeft u
al een parasitaire infectie, dan moet deze eerst worden behandeld voor u een behandeling met
Dupixent start.
•
Controleer samen met uw arts of u last heeft van diarree, winderigheid, maagklachten, een
vettige ontlasting en uitdroging, wat kan duiden op een parasitaire infectie.
•
Woont u in een gebied waar deze infecties vaak voorkomen of reist u naar een dergelijk gebied,
raadpleeg dan uw arts.
Astma
Heeft u astma en gebruikt u geneesmiddelen voor astma, stop daar dan niet mee en verander niets in
uw astmamedicatie zonder dat eerst met uw arts te bespreken. Neem contact op met uw arts voordat u
met Dupixent stopt of als uw astma niet onder controle komt of verslechtert tijdens de behandeling met
dit geneesmiddel.
Oogproblemen
Heeft u nieuwe of toenemende problemen met uw ogen, waaronder pijn aan het oog of veranderingen
in uw zicht, neem dan contact op met uw arts.
217
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
•
De Dupixent voorgevulde pen is niet bedoeld voor gebruik bij
kinderen jonger dan 12 jaar
oud.
Voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar met atopische dermatitis en astma neemt u contact
op met uw arts, die de gepaste Dupixent voorgevulde spuit zal voorschrijven.
•
De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met atopische
dermatitis die jonger zijn dan 6 jaar.
•
De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met astma die jonger
zijn dan 6 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dupixent nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
•
Vertel dat dan uw arts of apotheker,
•
vooral als u kort geleden een inenting heeft gehad of deze binnenkort krijgt.
Andere geneesmiddelen voor astma
Stop niet met uw astmamedicatie en verminder deze niet, tenzij uw arts u hiervoor instructies heeft
gegeven.
•
Deze geneesmiddelen (met name die corticosteroïden worden genoemd) moeten geleidelijk
worden afgebouwd,
•
Dit moet onder direct toezicht van uw arts gebeuren en is afhankelijk van hoe u reageert op
Dupixent.
Zwangerschap en borstvoeding
•
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De effecten van dit geneesmiddel bij zwangere
vrouwen zijn niet bekend; het is daarom aan te raden het gebruik tijdens de zwangerschap te
vermijden, tenzij uw arts u anders adviseert.
•
Geeft u borstvoeding of bent u van plan dit te doen, neem dan contact op met uw arts voordat u
dit geneesmiddel gebruikt. U en uw arts kunnen beslissen of u borstvoeding geeft of Dupixent
gebruikt. U mag niet beide doen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Dupixent invloed heeft op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om
machines te bedienen.
Dupixent bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 200 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen 'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe wordt Dupixent toegediend?
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder de huid (subcutane injectie).
Hoeveel Dupixent krijgt u?
Uw arts beslist hoeveel Dupixent u nodig heeft.
Aanbevolen dosis bij jongeren met atopische dermatitis
218
De aanbevolen dosis Dupixent voor jongeren (12 tot en met 17 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
van de patiënt
minder dan 60 kg
60 kg of meer
Eerste dosis
Volgende doses
(eenmaal per twee
weken)
200 mg
300 mg
400 mg (twee injecties van 200 mg)
600 mg (twee injecties van 300 mg)
Aanbevolen dosis voor kinderen met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
van de patiënt
15 kg tot
minder dan 60 kg
60 kg of meer
Eerste dosis
Volgende doses
300 mg
elke 4 weken*,
300 mg (één injectie van 300 mg) op dag 1,
te starten 4 weken na de dosis van
gevolgd door 300 mg op dag 15
dag 15
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
elke twee weken
* De dosis kan verhoogd worden naar 200 mg elke twee weken naargelang het oordeel van de arts.
Aanbevolen dosis bij volwassenen en jongeren (van 12 jaar en ouder) met astma
Voor de meeste patiënten met ernstig astma is de aanbevolen dosering Dupixent:
•
een eerste dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg)
•
gevolgd door 200 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Voor patiënten met ernstig astma die orale corticosteroïden gebruiken, of voor patiënten met ernstig
astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met comorbide ernstige
chronische rinosinusitis met neuspoliepen, is de aanbevolen dosering Dupixent:
•
een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
•
gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Aanbevolen dosis voor kinderen met astma
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar) met astma is gebaseerd op
lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht van de
patiënt
15 tot minder dan 30 kg
Eerste en daaropvolgende doses
100 mg
elke twee weken
of
300 mg
vier weken
200 mg
elke twee weken
of
300 mg
vier weken
200 mg
elke twee weken
30 tot minder dan 60 kg
60 kg of meer
Voor patiënten van 6 tot en met 11 jaar met astma en gelijktijdige ernstige atopische dermatitis zal uw
arts beslissen welke dosis Dupixent geschikt is voor u.
Dupixent injecteren
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder uw huid (subcutane injectie). U en uw arts of
verpleegkundige moeten beslissen of u Dupixent bij uzelf kunt injecteren.
219
Voordat u uzelf injecteert met Dupixent moeten uw arts of verpleegkundige u duidelijk uitleggen hoe u
dat moet doen.
Uw injectie met Dupixent mag ook door een mantelzorger worden gegeven, na hiervoor te zijn
opgeleid door een arts of verpleegkundige.
Iedere voorgevulde pen bevat één dosis Dupixent (200 mg). De voorgevulde pen niet schudden.
Lees aandachtig de “Gebruiksaanwijzing” aan het einde van de bijsluiter voordat u Dupixent gaat
gebruiken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u te veel Dupixent gebruikt of heeft u de dosis te vroeg toegediend, neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bent vergeten een dosis te injecteren, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Dupixent zonder eerst te overleggen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Dupixent kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder in zeldzame gevallen allergische reacties
(overgevoeligheidsreacties), waaronder anafylactische reactie. De symptomen van een allergische
reactie of anafylactische reactie zijn onder andere:
•
moeilijk ademen
•
zwelling van gezicht, lippen, mond, keel of tong (angio-oedeem)
•
flauwvallen, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd (lage bloeddruk)
•
koorts
•
algemeen ziek gevoel
•
gezwollen lymfeklieren
•
netelroos
•
jeuk
•
gewrichtspijn
•
huiduitslag
Krijgt u last van een allergische reactie, stop dan met het gebruik van Dupixent en neem onmiddellijk
contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
•
reacties op de plaats van injectie (d.w.z. roodheid, zwelling, jeuk, pijn)
•
rode ogen en jeuk
•
ooginfectie
•
koortsblaasjes (op lippen en huid)
•
gewrichtspijn (artralgie)
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
220
•
•
•
•
•
zwelling van het gezicht, de lippen, de mond, de keel of de tong (angio-oedeem)
jeuk, roodheid en zwelling van het ooglid
ontsteking van het oogoppervlak, soms met wazig zicht (keratitis)
huiduitslag of roodheid in het gezicht
droge ogen
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
•
zweren op de buitenste laag van het oog, soms met wazig zicht (ulceratieve keratitis)
Extra bijwerkingen bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met astma
Vaak:
draadwormen (enterobiasis)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C). Indien nodig kan men de voorgevulde pennen bewaren bij
kamertemperatuur tot 25°C gedurende maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast haalt op de
buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de 14 dagen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel of verkleurd is, of zichtbare deeltjes bevat.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
•
De werkzame stof in dit middel is dupilumab.
•
Elke voorgevulde pen bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml voor injectie
(injectie).
•
De andere stoffen in dit middel zijn argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433),
natriumacetaat, ijsazijn (E260), sucrose, water voor injecties.
Hoe ziet Dupixent eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dupixent is een heldere tot iets doorschijnende, kleurloze tot lichtgele oplossing, aangeleverd in een
voorgevulde pen.
221
De voorgevulde pen kan ofwel een ronde dop en een ovaalvormig kijkvenster hebben, omlijnd met een
pijl of een vierkante dop met ribbels en een ovaalvormig kijkvenster zonder pijl. Hoewel er kleine
verschillen zijn in hoe de twee voorgevulde pennen eruitzien, werken ze allebei hetzelfde.
Dupixent is beschikbaar als voorgevulde pennen van 200 mg in een verpakking met 1, 2, 3 of 6
voorgevulde pennen of in een verpakkingen met 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
Fabrikant
SANOFI WINTHROP INDUSTRIE
1051 Boulevard Industriel,
76580 LE TRAIT,
Frankrijk
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Brüningstrasse 50
Industriepark Hoechst
65926 FRANKFURT AM MAIN
DUITSLAND
222
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Sanofi Belgium
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00
България
SANOFI BULGARIA EOOD
Тел.: +359 (0)2 970 53 00
Česká republika
sanofi-aventis, s.r.o.
Tel: +420 233 086 111
Danmark
Sanofi A/S
Tlf: +45 45 16 70 00
Deutschland
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Tel.: 0800 04 36 996
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
sanofi-aventis Estonia OÜ
Tel: +372 627 34 88
Ελλάδα
sanofi-aventis AEBE
Τηλ: +30 210 900 16 00
España
sanofi-aventis, S.A.
Tel: +34 93 485 94 00
France
sanofi-aventis france
Tél.: 0 800 222 555
Appel depuis l’étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
sanofi-aventis Croatia d.o.o.
Tel: +385 1 600 34 00
Ireland
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Sanofi S.r.l.
Tel: 800 536389
Lietuva
UAB "SANOFI-AVENTIS LIETUVA"
Tel: +370 5 2755224
Luxembourg/Luxemburg
Sanofi Belgium
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00 (Belgique/Belgien)
Magyarország
SANOFI-AVENTIS Zrt.
Tel.: +36 1 505 0050
Malta
Sanofi S.r.l.
Tel: +39 02 39394275
Nederland
Genzyme Europe B.V.
Tel: +31 20 245 4000
Norge
sanofi-aventis Norge AS
Tlf: +47 67 10 71 00
Österreich
sanofi-aventis GmbH
Tel: +43 1 80 185 – 0
Polska
sanofi-aventis Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 280 00 00
Portugal
Sanofi - Produtos Farmacêuticos, Lda
Tel: +351 21 35 89 400
România
Sanofi Romania SRL
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Slovenija
sanofi-aventis d.o.o.
Tel: +386 1 560 48 00
Slovenská republika
sanofi-aventis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 33 100 100
Suomi/Finland
Sanofi Oy
Puh/Tel: +358 (0) 201 200 300
223
Κύπρος
sanofi-aventis Cyprus Ltd.
Τηλ: +357 22 871600
Latvija
sanofi-aventis Latvia SIA
Tel: +371 67 33 24 51
Sverige
Sanofi AB
Tel: +46 (0)8 634 50 00
United Kingdom
Sanofi
Tel: +44 (0) 845 372 7101
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
224
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
Gebruiksaanwijzing
Dit is een afbeelding van de onderdelen van Dupixent voorgevulde pen.
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde pen voor eenmalig gebruik. Het bevat 200 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
Probeer niet uzelf of iemand anders een injectie toe te dienen tenzij uw arts of verpleegkundige u
duidelijk heeft uitgelegd hoe u dat moet doen. Bij jongeren van 12 jaar en ouder wordt aanbevolen
Dupixent toe te laten dienen door of onder toezicht van een volwassene. De Dupixent voorgevulde pen
is enkel voor gebruik bij volwassenen en kinderen van 12 jaar en ouder.
•
Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de voorgevulde pen gebruikt.
•
Vraag uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
•
Verander voor elke injectie van injectieplaats.
•
De voorgevulde pen
niet
gebruiken als hij beschadigd is.
•
De voorgevulde pen
niet
gebruiken als de gele kap ontbreekt of niet goed vastzit.
•
De oranje naaldbeschermer
niet
met de vingers aanraken of indrukken.
•
Niet
door uw kleding heen injecteren.
•
De gele kap
niet
verwijderen tot vlak voordat u de injectie geeft.
•
De gele kap
niet
terug op de voorgevulde pen plaatsen.
•
De voorgevulde pen
niet
opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
•
De voorgevulde pen(nen) en alle medicatie buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
•
Bewaar ongebruikte voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de
koelkast bij 2ºC tot 8ºC.
•
Bewaar voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
•
De voorgevulde pennen
niet
langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (< 25ºC). Als u
de doos blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de
koelkast haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent
binnen de 14 dagen.
•
De voorgevulde pen
nooit
schudden.
•
De voorgevulde pen
niet
verwarmen.
•
De voorgevulde pen
niet
invriezen.
•
De voorgevulde pen
niet
blootstellen aan direct zonlicht.
225
A: Voorbereiden
A1. Leg klaar wat u nodig heeft
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
•
Dupixent voorgevulde pen
•
1 alcoholdoekje*
•
1 watje of gaasje*
•
een naaldencontainer* (zie stap D)
*niet in de doos inbegrepen
A2. Lees het etiket
•
Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
A3. Controleer de uiterste gebruiksdatum
•
Controleer de uiterste gebruiksdatum
De voorgevulde pen niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Bewaar Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur.
A4. Controleer het geneesmiddel
Bekijk het geneesmiddel door het venstertje op de voorgevulde pen.
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de voorgevulde pen niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare
vlokjes of deeltjes bevat.
Gebruik de voorgevulde pen niet als het venster geel is.
226
A5. Wacht 30 minuten
Leg de voorgevulde pen op een plat oppervlak en laat deze ten minste 30 minuten op natuurlijke wijze
op kamertemperatuur komen (beneden 25ºC).
De voorgevulde pen niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De voorgevulde pen niet in direct zonlicht plaatsen.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
B. Kies uw injectieplaats
B1. Aanbevolen injectieplaatsen zijn:
•
Dij
•
Onderbuik
behalve in een gebied van 5 cm rond uw navel.
•
Bovenarm.
Als een mantelzorger u de dosis toedient, kan hij/zij ook in de buitenkant van de
bovenarm injecteren.
Verander voor elke injectie met Dupixent van injectieplaats.
Niet door kleding heen injecteren.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in de buurt van
littekenweefsel.
227
B2. Was uw handen
B3. Bereid de injectieplaats voor
•
•
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat de huid drogen voordat u de injectie toedient.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
C. De injectie toedienen
C1. Verwijder de gele kap
Trek de gele kap recht van de pen.
De gele kap
niet
draaien.
De gele kap
niet
verwijderen tot u klaar bent om te injecteren.
De oranje naaldbeschermer
niet
met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de naald.
Na het verwijderen de gele kap niet terug op de voorgevulde pen doen.
228
Het gele kapje recht
van de pen trekken
Naald binnenin
C2. Positioneren
•
Zorg dat u het venster van de voorgevulde pen kunt zien als u de oranje naaldbeschermer tegen
de huid plaatst.
•
Positioneer de oranje naaldbeschermer onder een hoek van ongeveer 90 graden tegen de huid.
De oranje naaldbeschermer niet met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de
naald.
C3. Naar beneden duwen
Duw de voorgevulde pen stevig tegen uw huid tot u de oranje naaldbeschermer niet meer kunt zien, en
houd hem daar.
•
Er volgt een “klik” als de injectie begint.
•
Het venster zal geel van kleur worden.
Het toedienen van de injectie kan tot 20 seconden duren.
229
C4. Stevig vasthouden
Blijf de voorgevulde pen stevig tegen de huid duwen.
•
U kunt een tweede klik horen.
•
Controleer of het venster geheel geel is gekleurd.
•
Tel langzaam tot 5.
•
Haal nu de pen van uw huid, de injectie is voltooid.
Is het venster niet geheel geel gekleurd, haal dan de pen weg en bel met uw professionele zorgverlener.
Dien uzelf geen tweede dosis toe zonder dat u met uw professionele zorgverlener heeft
gesproken.
C5. Verwijderen
•
Na het voltooien van de injectie de voorgevulde pen recht omhoog uit de huid trekken en
meteen weggooien zoals beschreven in rubriek D.
•
Ziet u wat bloed, dep dan lichtjes met een wattenbolletje of gaasje.
Na de injectie niet over de huid wrijven.
230
D. Weggooien
•
Gooi de voorgevulde pennen (met de naald erin) en de gele kapjes direct na het gebruik weg in
een naaldencontainer.
De voorgevulde pennen (met de naald erin) en de gele kapjes
niet
met het huisvuil weggooien.
Doe de gele kap niet opnieuw op de pen.
231
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Dupilumab
Gebruiksaanwijzing
Dit is een afbeelding van de onderdelen van een Dupixent voorgevulde pen.
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde pen voor eenmalig gebruik. Deze bevat 200 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
U mag alleen uzelf of iemand anders een injectie toe te dienen als uw arts of verpleegkundige u
duidelijk heeft uitgelegd hoe u dat moet doen. Bij jongeren van 12 jaar en ouder wordt aanbevolen
Dupixent toe te laten dienen door of onder toezicht van een volwassene. De Dupixent voorgevulde pen
is alleen voor gebruik bij volwassenen en kinderen van 12 jaar en ouder.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de voorgevulde pen gebruikt.
Vraag uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
Kies voor elke injectie steeds een andere injectieplaats.
De voorgevulde pen
niet
gebruiken als hij beschadigd is.
De voorgevulde pen
niet
gebruiken als de gele dop ontbreekt of niet goed vastzit.
De oranje naaldbeschermer
niet
met de vingers aanraken of indrukken.
Niet
door kleding heen injecteren.
De gele dop
niet
verwijderen tot vlak voordat u de injectie geeft.
De gele dop
niet
terug op de voorgevulde pen plaatsen.
De voorgevulde pen
niet
opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
•
•
•
•
De voorgevulde pen(nen) en alle medicatie buiten het bereik van kinderen houden.
Bewaar ongebruikte voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in
de koelkast bij 2 ºC tot 8 ºC.
Bewaar voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
De voorgevulde pennen
niet
langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (dat is lager
dan 25 ºC). Als u de doos blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u
de doos uit de koelkast haalt op de buitenverpakking, in de daarvoor bedoelde ruimte, en
gebruik Dupixent binnen 14 dagen.
De voorgevulde pen
nooit
schudden.
De voorgevulde pen
niet
verwarmen.
De voorgevulde pen
niet
in de vriezer bewaren.
232
•
•
•
•
De voorgevulde pen
niet
blootstellen aan direct zonlicht.
A: Voorbereiden
A1. Leg klaar wat u nodig heeft
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
•
de Dupixent voorgevulde pen
•
1 alcoholdoekje*
•
1 watje of gaasje*
•
een naaldencontainer* (zie stap D)
*niet in de doos inbegrepen
A2. Lees het etiket
•
Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
A3. Controleer de uiterste gebruiksdatum
•
Controleer de uiterste gebruiksdatum
De voorgevulde pen niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Bewaar Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur.
A4. Controleer het geneesmiddel
Bekijk het geneesmiddel door het venstertje van de voorgevulde pen.
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de voorgevulde pen niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare
vlokjes of deeltjes bevat.
Gebruik de voorgevulde pen niet als het venster geel is.
233
A5. Wacht 30 minuten
Leg de voorgevulde pen op een plat oppervlak en laat deze minstens 30 minuten op natuurlijke wijze
op kamertemperatuur komen (beneden 25ºC).
De voorgevulde pen niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De voorgevulde pen niet in direct zonlicht plaatsen.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
B. Kies uw injectieplaats
B1. Aanbevolen injectieplaatsen zijn:
•
Bovenbeen
•
Onderbuik,
met uitzondering van het gebied van 5 cm rondom uw navel.
•
Bovenarm.
Als een verzorger u de dosis toedient, kan hij/zij ook in de buitenkant van de
bovenarm injecteren.
Kies voor elke injectie met Dupixent steeds een andere injectieplaats.
Niet door kleding heen injecteren.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in littekenweefsel.
234
B2. Was uw handen
B3. Bereid de injectieplaats voor
•
•
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat de huid drogen voordat u de injectie toedient.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen voordat u de injectie toedient.
C. De injectie toedienen
C1. Verwijder de gele dop
Trek de gele dop recht van de pen.
De gele dop
niet
draaien.
De gele dop
niet
verwijderen tot u klaar bent om te injecteren.
De oranje naaldbeschermer
niet
met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de naald.
Na het verwijderen de gele dop niet terug op de voorgevulde pen doen.
235
C2. Positioneren
•
Zorg dat u het venster van de voorgevulde pen kunt zien wanneer u de oranje naaldbeschermer
tegen de huid plaatst.
•
Plaats de oranje naaldbeschermer in een hoek van ongeveer 90 graden tegen de huid.
De oranje naaldbeschermer niet met de vingers aanraken of indrukken. De naald zit hierin.
C3. Naar beneden duwen
Duw de voorgevulde pen stevig tegen uw huid tot u de oranje naaldbeschermer niet meer kunt zien, en
houd hem daar.
•
Er volgt een “klik” als de injectie begint.
•
Het venster zal geel van kleur worden.
Het toedienen van de injectie kan tot 15 seconden duren.
236
C4. Stevig vasthouden
Blijf de voorgevulde pen stevig tegen de huid duwen.
•
U kunt een tweede klik horen.
•
Controleer of het venster helemaal geel is gekleurd.
•
Tel dan langzaam tot 5.
•
Haal nu de pen van uw huid, de injectie is voltooid.
Is het venster niet helemaal geel gekleurd, verwijder dan de pen en bel met uw zorgverlener.
Dien uzelf geen tweede dosis toe zonder dat u eerst met uw zorgverlener heeft gesproken.
C5. Verwijderen
•
Trek na het voltooien van de injectie de voorgevulde pen recht omhoog uit de huid en meteen
gooi hem weg zoals beschreven in rubriek D.
•
Ziet u wat bloed, dep dan lichtjes met een wattenbolletje of gaasje.
Na de injectie niet over de huid wrijven.
D. Weggooien
•
Gooi de voorgevulde pennen (met de naald erin) en de gele doppen direct na het gebruik weg in
een naaldencontainer.
De voorgevulde pennen (met de naald erin) en de gele doppen
niet
met het huisvuil weggooien.
237
Doe de gele dop niet terug op de pen.
238
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Dupixent 100 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Dupixent?
Dupixent bevat de werkzame stof dupilumab.
Dupilumab is een monoklonaal antilichaam (een soort gespecialiseerd eiwit) dat de werking blokkeert
van eiwitten genaamd interleukines (IL)-4 en IL-13. Beide spelen een belangrijke rol in het
veroorzaken van de klachten en symptomen van astma.
Waarvoor wordt Dupixent gebruikt?
Dupixent wordt samen met andere astmamedicatie gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van
ernstig astma bij volwassenen, jongeren en kinderen van 6 jaar en ouder bij wie het astma met hun
huidige astmamedicatie (bv. corticosteroïden) niet onder controle is.
Hoe werkt Dupixent?
Dupixent helpt bij het voorkomen van ernstige astma-aanvallen (exacerbaties) en kan uw ademhaling
verbeteren. Dupixent kan ook helpen het gebruik te verminderen van een andere groep medicatie die u
nodig heeft voor uw astma, genaamd orale corticosteroïden, waarbij ernstige astma-aanvallen worden
voorkomen en uw ademhaling verbetert.
239
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
•
Als u denkt dat u allergisch bent, of u weet dit niet zeker, vraag dan uw arts, apotheker of
verpleegkundige om advies voordat u Dupixent gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Dupixent is
geen noodmedicatie
en mag niet worden gebruikt om een plotse astma-aanval te
behandelen.
Allergische reacties
•
In zeldzame gevallen kan Dupixent ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder een
allergische reactie (overgevoeligheidsreactie), een anafylactische reactie en angio-oedeem.
Deze reacties kunnen optreden van enkele minuten tot maximaal zeven dagen na toediening
van Dupixent. Let op symptomen hiervan (d.w.z. moeilijk ademen, zwelling van het gezicht,
de lippen, de mond, keel of tong, flauwvallen, duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd (lage
bloeddruk), koorts, een algemeen ziek gevoel, gezwollen lymfeklieren, netelroos (galbulten),
jeuk, gewrichtspijn, huiduitslag) tijdens het gebruik van Dupixent. Deze symptomen worden
opgesomd onder “Ernstige bijwerkingen” in rubriek 4.
•
Stop met het gebruik van Dupixent en informeer uw arts of zoek onmiddellijk medische hulp als
u symptomen opmerkt van een allergische reactie.
Eosinofiele aandoeningen
•
Patiënten die een geneesmiddel tegen astma gebruiken, kunnen in zeldzame gevallen een
ontsteking van de bloedvaten of longen ontwikkelen als gevolg van een toename van bepaalde
witte bloedcellen (eosinofilie).
•
Of dit door Dupixent wordt veroorzaakt, is niet bekend. Dit gebeurt meestal, maar niet altijd, bij
mensen die ook een steroïde geneesmiddel gebruiken dat vervolgens wordt stopgezet of
waarvan de dosis wordt verlaagd.
•
Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een combinatie van symptomen ontwikkelt, zoals een
griepachtige ziekte, tintelend of doof gevoel in de armen of benen, verslechtering van
longklachten en/of huiduitslag.
Parasitaire infecties (darmparasieten)
•
Mogelijk verlaagt Dupixent uw weerstand tegen infecties veroorzaakt door parasieten. Heeft u
al een parasitaire infectie, dan moet deze eerst worden behandeld voor u een behandeling met
Dupixent start.
•
Controleer samen met uw arts of u last heeft van diarree, winderigheid, maagklachten, een
vettige ontlasting en uitdroging, wat kan duiden op een parasitaire infectie.
•
Woont u in een gebied waar deze infecties vaak voorkomen of reist u naar een dergelijk gebied,
raadpleeg dan uw arts.
Astma
Heeft u astma en gebruikt u geneesmiddelen voor astma, stop daar dan niet mee en verander niets in
uw astmamedicatie zonder dat eerst met uw arts te bespreken. Neem contact op met uw arts voordat u
met Dupixent stopt of als uw astma niet onder controle komt of verslechtert tijdens de behandeling met
dit geneesmiddel.
Oogproblemen
Heeft u nieuwe of toenemende problemen met uw ogen, waaronder pijn aan het oog of veranderingen
in uw gezichtsvermogen, neem dan contact op met uw arts.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
240
•
De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met astma die jonger
zijn dan 6 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dupixent nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
•
Vertel dat dan uw arts of apotheker,
•
vooral als u kort geleden een inenting heeft gehad of deze binnenkort krijgt.
Andere geneesmiddelen voor astma
Stop niet met uw astmamedicatie en verminder deze niet, tenzij uw arts u hiervoor instructies heeft
gegeven.
•
Deze geneesmiddelen (met name die
corticosteroïden
worden genoemd) moeten geleidelijk
worden afgebouwd.
•
Dit moet onder direct toezicht van uw arts gebeuren en is afhankelijk van hoe u reageert op
Dupixent.
Zwangerschap en borstvoeding
•
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De effecten van dit geneesmiddel bij zwangere
vrouwen zijn niet bekend; het is daarom aan te raden het gebruik tijdens de zwangerschap te
vermijden, tenzij uw arts u anders adviseert.
•
Geeft u borstvoeding of bent u van plan dit te doen, neem dan contact op met uw arts voordat u
dit geneesmiddel gebruikt. U en uw arts kunnen beslissen of u borstvoeding geeft of Dupixent
gebruikt. U mag niet beide doen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Dupixent invloed heeft op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om
machines te bedienen.
Dupixent bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 100 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen 'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe wordt Dupixent toegediend?
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder de huid (subcutane injectie).
Hoeveel Dupixent krijgt u?
Uw arts beslist hoeveel Dupixent u nodig heeft.
Aanbevolen dosis voor kinderen met astma
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar) met astma is gebaseerd op
lichaamsgewicht:
241
Lichaamsgewicht van de
patiënt
15 tot minder dan 30 kg
Eerste en daaropvolgende doses
100 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
200 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
200 mg
elke twee weken
30 tot minder dan 60 kg
60 kg of meer
Voor patiënten van 6 tot en met 11 jaar met astma en gelijktijdige ernstige atopische dermatitis zal uw
arts beslissen welke dosis Dupixent geschikt is voor u.
Dupixent injecteren
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder uw huid (subcutane injectie). U en uw arts of
verpleegkundige moeten beslissen of u Dupixent bij uzelf kunt injecteren.
Voordat u uzelf injecteert met Dupixent moeten uw arts of verpleegkundige u duidelijk uitleggen hoe u
dat moet doen.
Uw injectie met Dupixent mag ook door een mantelzorger worden gegeven, na hiervoor te zijn
opgeleid door een arts of verpleegkundige.
Iedere voorgevulde spuit bevat één dosis Dupixent (100 mg). De voorgevulde spuit niet schudden.
Lees aandachtig de “Gebruiksaanwijzing” aan het einde van de bijsluiter voordat u Dupixent gaat
gebruiken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u te veel Dupixent gebruikt of heeft u de dosis te vroeg toegediend, neem dan contact op met uw
arts, apotheker of verpleegkundige.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bent vergeten een dosis te injecteren, neem dan contact op met uw arts, apotheker of
verpleegkundige.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Dupixent zonder eerst te overleggen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Dupixent kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder in zeldzame gevallen allergische reacties
(overgevoeligheidsreacties), waaronder anafylactische reactie. De symptomen van een allergische
reactie of anafylactische reactie zijn onder andere:
•
moeilijk ademen
•
zwelling van gezicht, lippen, mond, keel of tong (angio-oedeem)
•
flauwvallen, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd (lage bloeddruk)
•
koorts
•
algemeen ziek gevoel
•
gezwollen lymfeklieren
242
•
•
•
•
netelroos (galbulten)
jeuk
gewrichtspijn
huiduitslag
Krijgt u last van een allergische reactie, stop dan met het gebruik van Dupixent en neem onmiddellijk
contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
•
reacties op de plaats van injectie (d.w.z. roodheid, zwelling, jeuk, pijn)
•
rode ogen en jeuk
•
ooginfectie
•
koortsblaasjes (op lippen en huid)
•
gewrichtspijn (artralgie)
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
•
zwelling van het gezicht, de lippen, de mond, de keel of de tong (angio-oedeem)
•
jeuk, roodheid en zwelling van het ooglid
•
ontsteking van het oogoppervlak, soms met wazigzien (keratitis)
•
huiduitslag of roodheid in het gezicht
•
droge ogen
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
•
zweren op de buitenste laag van het oog, soms met wazigzien (ulceratieve keratitis)
Extra bijwerkingen bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met astma
Vaak:
draadwormen (enterobiasis)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C). Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten bewaren bij
kamertemperatuur tot 25°C gedurende maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast haalt op de
buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de 14 dagen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel of verkleurd is, of zichtbare deeltjes bevat.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
243
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
•
De werkzame stof in dit middel is dupilumab.
•
Elke voorgevulde spuit bevat 100 mg dupilumab in een oplossing van 0,67 ml voor injectie
(injectie).
•
De andere stoffen in dit middel zijn argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433),
natriumacetaat, ijsazijn (E260), sucrose, water voor injecties.
Hoe ziet Dupixent eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dupixent is een heldere tot iets doorschijnende, kleurloze tot lichtgele oplossing, aangeleverd in een
glazen voorgevulde spuit.
Dupixent is beschikbaar als voorgevulde spuiten van 100 mg in een verpakking met 2 voorgevulde
spuiten of in een verpakking met 6 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 2).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
Fabrikant
SANOFI WINTHROP INDUSTRIE
1051 Boulevard Industriel,
76580 LE TRAIT,
Frankrijk
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Brüningstrasse 50
Industriepark Hoechst
65926 FRANKFURT AM MAIN
DUITSLAND
244
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Sanofi Belgium
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00
България
SANOFI BULGARIA EOOD
Тел.: +359 (0)2 970 53 00
Česká republika
sanofi-aventis, s.r.o.
Tel: +420 233 086 111
Danmark
Sanofi A/S
Tlf: +45 45 16 70 00
Deutschland
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Tel.: 0800 04 36 996
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
sanofi-aventis Estonia OÜ
Tel: +372 627 34 88
Ελλάδα
sanofi-aventis AEBE
Τηλ: +30 210 900 16 00
España
sanofi-aventis, S.A.
Tel: +34 93 485 94 00
France
sanofi-aventis france
Tél.: 0 800 222 555
Appel depuis l’étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
sanofi-aventis Croatia d.o.o.
Tel: +385 1 600 34 00
Ireland
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Sanofi S.r.l.
Tel: 800 536389
Lietuva
UAB "SANOFI-AVENTIS LIETUVA"
Tel: +370 5 2755224
Luxembourg/Luxemburg
Sanofi Belgium
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00 (Belgique/Belgien)
Magyarország
SANOFI-AVENTIS Zrt.
Tel.: +36 1 505 0050
Malta
Sanofi S.r.l.
Tel: +39 02 39394275
Nederland
Genzyme Europe B.V.
Tel: +31 20 245 4000
Norge
sanofi-aventis Norge AS
Tlf: +47 67 10 71 00
Österreich
sanofi-aventis GmbH
Tel: +43 1 80 185 – 0
Polska
sanofi-aventis Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 280 00 00
Portugal
Sanofi - Produtos Farmacêuticos, Lda
Tel: +351 21 35 89 400
România
Sanofi Romania SRL
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Slovenija
sanofi-aventis d.o.o.
Tel: +386 1 560 48 00
Slovenská republika
sanofi-aventis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 33 100 100
Suomi/Finland
Sanofi Oy
Puh/Tel: +358 (0) 201 200 300
245
Κύπρος
sanofi-aventis Cyprus Ltd.
Τηλ: +357 22 871600
Latvija
sanofi-aventis Latvia SIA
Tel: +371 67 33 24 51
Sverige
Sanofi AB
Tel: +46 (0)8 634 50 00
United Kingdom
Sanofi
Tel: +44 (0) 845 372 7101
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
246
Dupixent 100 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit met naaldbeschermer
dupilumab
Gebruiksaanwijzing
Dit is een afbeelding van de onderdelen van Dupixent voorgevulde spuit met naaldbeschermer.
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik. Deze bevat 100 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
Probeer het kind niet zelf de injectie toe te dienen, tenzij een zorgverlener u duidelijk heeft uitgelegd
hoe u dat moet doen. Bij kinderen jonger dan 12 jaar moet Dupixent toegediend worden door een
verzorger.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de spuit gebruikt.
Check met een arts of verpleegkundige hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
Vraag een arts of verpleegkundige hoe u de spuit op de juiste manier gebruikt voordat u voor
het eerst een injectie toedient.
Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
De spuit
niet
gebruiken als deze op een hard oppervlak is gevallen of is beschadigd.
De spuit
niet
gebruiken als de beschermhuls ontbreekt of niet goed vastzit.
De zuiger van de spuit
niet
aanraken tot u klaar bent om te injecteren.
Niet
door kleding heen injecteren.
Eventuele luchtbelletjes in de spuit
niet
verwijderen.
Om prikongevallen te helpen voorkomen, bevat iedere voorgevulde spuit een naaldbeschermer
die de naald automatisch afdekt nadat u de injectie heeft toegediend.
De zuiger
nooit
terugtrekken.
247
•
De spuit
niet
opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
•
De spuit(en) buiten het bereik van kinderen houden.
•
Bewaar ongebruikte spuiten in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de koelkast bij
2ºC tot 8ºC.
•
Dupixent
niet
langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (beneden 25ºC). Als u de
doos blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de
koelkast haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent
binnen 14 dagen.
•
De spuit
nooit
schudden.
•
De spuit
niet
verwarmen.
•
De spuit
niet
in de vriezer bewaren.
•
De spuit
niet
blootstellen aan direct zonlicht.
Stap 1: Uit de doos halen
Haal de spuit uit de doos door deze in het midden van de spuit vast te nemen.
De beschermhuls van de naald niet verwijderen tot vlak voor de injectie.
De spuit niet gebruiken als deze op een hard oppervlak gevallen is of als deze beschadigd
is.
Stap 2: Voorbereiden
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
•
Dupixent voorgevulde spuit
•
1 alcoholdoekje*
•
1 watje of gaasje*
•
een naaldencontainer* (zie stap
12
)
*niet in de doos inbegrepen
Lees het etiket:
•
Controleer de uiterste gebruiksdatum.
•
Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
De spuit niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
248
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
Stap 3: Inspecteren
Bekijk het geneesmiddel door het kijkvenster op de spuit:
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de spuit niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare vlokjes of
deeltjes bevat.
Stap 4: Wacht 30 minuten
Leg de spuit op een plat oppervlak en laat deze minstens 30 minuten op natuurlijke wijze op
kamertemperatuur komen.
De spuit niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De spuit niet blootstellen aan direct zonlicht.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
Stap 5: Kiezen
249
Kies de injectieplaats.
•
U kunt injecteren in de dij, de buitenkant van de bovenarm of de buik (onderbuik), met
uitzondering van het gebied van 5 cm rondom de navel.
•
Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in littekenweefsel.
Stap 6: Reinigen
Was uw handen.
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat de huid drogen voordat u gaat injecteren.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
250
Stap 7: Trekken
Houd de spuit vast in het midden, met de naald van u af, en trek de beschermhuls van de naald.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naald niet aanraken.
Het geneesmiddel onmiddellijk toedienen nadat de beschermhuls verwijderd is.
Stap 8: Een huidplooi vastnemen
Neem een huidplooi vast, zoals u in de afbeelding kan zien.
251
Stap 9: Inbrengen
De naald in haar geheel inbrengen in de huidplooi, onder een hoek van ongeveer 45º.
Stap 10: Indrukken
Laat de huidplooi rustig een beetje los.
Langzaam en gelijkmatig de zuiger zo ver mogelijk naar beneden duwen totdat de spuit leeg is.
Opmerking: u voelt een beetje weerstand. Dit is normaal.
252
Stap 11: Loslaten en uittrekken
Haal uw duim van de zuiger tot de naaldbeschermer over de naald is geschoven en haal dan de spuit
uit de injectieplaats.
Ziet u wat bloed, druk dan lichtjes een wattenbolletje of gaasje op de injectieplaats.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De huid niet wrijven na de injectie.
Stap 12: Weggooien
Gooi de spuit en de beschermhuls van de naald weg in een naaldencontainer.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naaldencontainer altijd buiten het bereik van kinderen houden.
253
254
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Dupilumab 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Elke voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml
(150 mg/ml).
Dupilumab 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Elke voorgevulde pen voor eenmalig gebruik bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml
(150 mg/ml).
Dupilumab is een volledig humaan monoklonaal antilichaam en wordt geproduceerd uit ovariumcellen
van de Chinese hamster (CHO, Chinese hamster ovary) door middel van recombinant-DNA-
technologie.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectie)
Een heldere tot licht doorschijnende, kleurloze tot lichtgele steriele oplossing, die vrij is van zichtbare
deeltjes, met een pH van ongeveer 5,9.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Atopische dermatitis
Volwassenen en adolescenten
Dupixent is geïndiceerd voor de behandeling van matige tot ernstige atopische dermatitis bij
volwassenen en adolescenten in de leeftijd van 12 jaar en ouder die in aanmerking komen voor een
systemische behandeling.
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
Dupixent is geïndiceerd voor de behandeling van ernstige atopische dermatitis bij kinderen van 6 tot
en met 11 jaar oud die in aanmerking komen voor systemische behandeling.
Astma
Volwassenen en adolescenten
Lichaamsgewicht van
Initiële dosis
Volgende doses
de patiënt
(eenmaal per twee weken)
minder dan 60 kg
400 mg (twee injecties van 200 mg)
200 mg
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
De aanbevolen dosis dupilumab voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud is gespecificeerd in
tabel 2.
Tabel 2: Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
met atopische dermatitis
Lichaamsgewicht
Initiële dosis
Volgende doses
van de patiënt
300 mg (één injectie van 300 mg) op dag
300 mg elke 4 weken (Q4W)*,
minder dan 60 kg
1, gevolgd door 300 mg op dag 15
te starten 4 weken na de dosis van
dag 15
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg elke twee weken (Q2W)
* De dosis kan naargelang het oordeel van de arts verhoogd worden naar 200 mg Q2W bij patiënten
met een lichaamsgewicht van 15 kg tot minder dan 60 kg.
Dupilumab kan gebruikt worden met of zonder behandeling met topische corticosteroïden. Het is
mogelijk topische calcineurineremmers te gebruiken, maar dit zou moeten worden beperkt tot enkel de
probleemgebieden, zoals het gezicht, de hals, intertrigineuze gebieden en de genitaliën.
Als patiënten na 16 weken behandeling voor atopische dermatitis geen reactie vertonen, overweeg dan
de behandeling te stoppen. Sommige patiënten met een initiële gedeeltelijke respons kunnen daarna
verbetering ervaren met voortzetting van de behandeling na 16 weken. Als een onderbreking van de
behandeling met dupilumab noodzakelijk wordt, kunnen patiënten nog steeds met succes opnieuw
behandeld worden.
Astma
Volwassenen en adolescenten
De aanbevolen dosering dupilumab voor volwassenen en adolescenten (van 12 jaar en ouder) is:
·
Voor patiënten met ernstig astma en die orale corticosteroïden gebruiken of voor patiënten met
ernstig astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met
comorbide ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen, een initiële dosis van 600 mg
(twee injecties van 300 mg), gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als
subcutane injectie.
·
Voor alle andere patiënten een initiële dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg), gevolgd
door 200 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar
De aanbevolen dosis dupilumab voor pediatrische patiënten van 6 tot en met 11 jaar staat vermeld in
tabel 3.
Tabel 3:
Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar
met astma
Lichaamsgewicht
Eerste en daaropvolgende doses
15 tot minder dan 30 kg
100 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
30 tot minder dan 60 kg
200 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
60 kg of meer
200 mg elke twee weken (Q2W)
Voor pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar) met astma en comorbide ernstige atopische
dermatitis moet volgens de goedgekeurde indicatie de aanbevolen dosis in tabel 2 worden gevolgd.
Patiënten die gelijktijdig orale corticosteroïden ontvangen, kunnen hun dosis steroïden verlagen als er
klinische verbetering is opgetreden met dupilumab (zie rubriek 5.1). Het verlagen van steroïden dient
geleidelijk te gebeuren (zie rubriek 4.4).
Systeem/orgaanklasse
Frequentie
Bijwerking
volgens MedDRA
Infecties en parasitaire
Vaak
Conjunctivitis*
aandoeningen
Orale herpes*
Bloed- en
Vaak
Eosinofilie
lymfestelselaandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen Soms
Angio-oedeem#
Zelden
Anafylactische reactie
Serumziekte
Serumziekteachtige reacties
Oogaandoeningen
Vaak
Allergische conjunctivitis*
Soms
Keratitis*#
Blefaritis*
Oculaire pruritus*
Droog oog*
Zelden
Ulceratieve keratitis*#
Huid- en onderhuidaan-
Soms
Rash in gezicht#
doeningen
Skeletspierstelsel- en
Vaak
Artralgie#
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Vaak
Reacties op de injectieplaats (waaronder
toedieningsplaatsstoornissen
erytheem, oedeem, pruritus, pijn en zwelling)
* Oogaandoeningen en orale herpes deden zich vooral voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
De frequenties voor oculaire pruritus, blefaritis en droog oog waren vaak en ulceratieve keratitis deed
zich soms voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
#Uit postmarketing rapportering
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Overgevoeligheid
Er zijn na toediening van dupilumab gevallen van een anafylactische reactie, angio-oedeem, serumziekte
of een serumziekteachtige reactie gemeld (zie rubriek 4.4).
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Overige dermatologische preparaten, dermatica met uitsluiting van
corticosteroïden, ATC-code: D11AH05
Werkingsmechanisme
Dupilumab is een recombinant humaan IgG4 monoklonaal antilichaam dat de signaaltransductie van
interleukine-4 en interleukine-13 blokkeert. Dupilumab blokkeert IL-4-signaaltransductie via de type
SOLO
1 (FAS)a
SOLO
2 (FAS)a
Placebo Dupilumab
Dupilumab
Placebo
Dupilumab
Dupilumab
300 mg Q2W
300 mg QW
300 mg Q2W
300 mg QW
Gerandomiseerde
224
224
223
236
233
239
patiënten
IGA 0 of
10,3%
37,9%e
37,2%e
8,5%
36,1%e
36,4%e
1b,% respondersc
EASI-
24,6%
68,8%e
61,0%e
22,0%
65,2%e
61,1%e
50,% respondersc
EASI-
14,7%
51,3%e
52,5%e
11,9%
44,2%e
48,1%e
75,% respondersc
EASI-
7,6%
35,7%e
33,2%e
7,2%
30,0%e
30,5%e
90,% respondersc
EASI, LS
-37,6%
-72,3%e
-72,0%e
-30,9%
-67,1%e
-69,1%e
gemiddelde%
(3,28)
(2,63)
(2,56)
(2,97)
(2,52)
(2,49)
verandering vanaf
baseline (+/-SE)
SCORAD, LS
-29,0%
-57,7%e
-57,0%e
-19,7%
-51,1%e
-53,5%e
gemiddelde%
(3,21)
(2,11)
(2,11)
(2,52)
(2,02)
(2,03)
verandering vanaf
baseline (+/- SE)
Pruritus NRS, LS
-26,1%
-51,0%e
-48,9%e
-15,4%
-44,3%e
-48,3%e
gemiddelde%
(3,02)
(2,50)
(2,60)
(2,98)
(2,28)
(2,35)
verandering vanaf
baseline (+/- SE)
Aantal patiënten met
212
213
201
221
225
228
een baseline
pruritus NRS score
>
4
Pruritus NRS (> 4
12,3%
40,8%e
40,3%e
9,5%
36,0%e
39,0%e
punten
verbetering),%
respondersc, d
LS = kleinste kwadraten (least squares); SE= standaardfout (standard error)
a Complete analyseset (FAS, full analysis set) inclusief alle gerandomiseerde patiënten.
b Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 ('schoon' of 'bijna schoon') met een
afname van > 2 punten op een IGA-schaal van 0-4.
c Patiënten die een reddingsbehandeling ontvingen of bij wie gegevens ontbraken, werden beschouwd
als non-responders.
d een significant groter aandeel patiënten met dupilumab had een verbetering in pruritus-NRS van 4
punten vergeleken met placebo in week 2 (p < 0,01).
e p-waarde < 0,0001
Afbeelding 1: Gemiddelde percentage verandering vanaf baseline in EASI in SOLO 1a en
SOLO 2a (FAS)b
SOLO
1
SOLO
2
(N=233)
(N=236)
LS = kleinste kwadraten (least squares)
a In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden patiënten die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b Complete analyse set (FAS) inclusief alle gerandomiseerde patiënten.
Afbeelding 2: Gemiddelde percentage verandering vanaf baseline in NRS in SOLO 1a en
SOLO 2a (FAS)b
SOLO
1
SOLO
2
(N=233)
(N=236)
LS = kleinste kwadraten (least squares)
a In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden patiënten die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders
b Complete analyse set (FAS) inclusief alle gerandomiseerde patiënten.
De behandelingseffecten in de deelgroepen (gewicht, leeftijd, geslacht, ras, en achtergrondbehandeling
inclusief immunosuppressiva) in SOLO 1 en SOLO 2 kwamen overeen met de resultaten in de
algehele onderzoekspopulatie.
52 weken durende gelijktijdige TCS studie (CHRONOS)
In CHRONOS bereikte een significant groter aandeel patiënten gerandomiseerd naar dupilumab
300 mg Q2W + TCS een IGA-respons van 0 of 1, EASI-75, en/of een verbetering van > 4 punten op
de pruritus-NRS vanaf baseline tot week 16 en week 52, vergeleken met placebo + TCS (zie tabel 6).
Een significant groter aandeel patiënten gerandomiseerd naar dupilumab + TCS bereikte een snelle
verbetering op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo + TCS (gedefinieerd als 4 punten
verbetering al in week 2; p < 0,05) en het aandeel patiënten dat reageerde op de pruritus-NRS bleef
stijgen gedurende de behandelingsperiode. De verbetering in pruritus-NRS viel samen met de
verbetering van objectieve symptomen van atopische dermatitis.
Afbeelding 3 en afbeelding 4 tonen respectievelijk het gemiddelde percentage verandering vanaf
baseline in EASI en het gemiddelde percentage verandering vanaf baseline in NRS, tot en met week
52 in CHRONOS.
Tabel 6: Werkzaamheidsresultaten van dupilumab met gelijktijdige TCSa in week 16 en week 52
in CHRONOS
week 16 (FAS)b
week 52 (FAS week 52)b
Placebo + Dupilumab
Dupilumab
Placebo +
Dupilumab
Dupilumab
TCS
300 mg Q2W + 300 mg QW +
TCS
300 mg
300 mg QW +
TCS
TCS
Q2W + TCS
TCS
Gerandomiseerde
315
106
319
264
89
270
patiënten
IGA 0 of
12,4%
38,7%f
39,2%f
12,5%
36,0%f
40,0%f
1c,% respondersd
37,5%
80,2%f
78,1%f
29,9%
78,7%f
70,0%f
50,% respondersd
EASI-
23,2%
68,9%f
63,9%f
21,6%
65,2%f
64,1%f
75,% respondersd
EASI-
11,1%
39,6%f
43,3%f
15,5%
50,6%f
50,7%f
90,% respondersd
EASI, LS
-48,4%
-80,5%f
-81,5%f
-60,9% (4,29)
-84,9%g
-87,8%h
gemiddelde%
(3,82)
(6,34)
(5,78)
(6,73)
(6,19)
verandering
vanaf baseline
(+/- SE)
SCORAD, LS
-36,2%
-63,9%f
-65,9%f
-47,3%
-69,7%f
-70,4%f
gemiddelde%
(1,66)
(2,52)
(1,49)
(2,18)
(3,06)
(1,72)
verandering
vanaf baseline
(+/- SE)
Pruritus NRS, LS
-30,3%
-56,6%f
-57,1%f
-31,7%
-57,0%i
-56,5%f
gemiddelde%
(2,36)
(3,95)
(2,11)
(3,95)
(6,17)
(3,26)
verandering
vanaf baseline
(+/- SE)
Aantal patiënten
299
102
295
249
86
249
met een baseline
pruritus NRS score
4
Pruritus NRS
19,7%
58,8%f
50,8%f
12,9%
51,2%f
39,0%f
(
4 punten
verbetering),%
respondersd, e
LS = kleinste kwadraten (least squares); SE = standaardfout (standard error)
a Alle patiënten kregen een achtergrondbehandeling met topische corticosteroïden, en het was
patiënten toegestaan topische calcineurineremmers te gebruiken.
b Complete analyse set (FAS) inclusief alle gerandomiseerde patiënten. FAS week 52 inclusief alle
gerandomiseerde patiënten minstens een jaar voor de einddatum voor primaire analyse.
c Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 ('schoon' of 'bijna schoon') met een
afname van
2 punten op een IGA-schaal van 0-4.
d Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, werden
beschouwd als non-responders.
e een significant groter aandeel patiënten met dupilumab had een verbetering in pruritus NRS van 4
punten vergeleken met placebo in week 2 (p < 0,05).
f p-waarde < 0,0001
g p-waarde = 0,0015
h p-waarde = 0,0003
i p-waarde = 0,0005
Afbeelding 3: Gemiddeld percentage verandering vanaf baseline in EASI in CHRONOSa (FAS
week 52)b
CHRONOS
O
LS = kleinste kwadraten (least squares)
a In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden patiënten die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b FAS week 52 inclusief alle gerandomiseerde patiënten ten minste een jaar voor de einddatum voor
primaire analyse.
Afbeelding 4: Gemiddeld percentage verandering vanaf baseline in NRS in CHRONOSa
(FAS week 52)b
CHRONOS
O
LS = kleinste kwadraten (least squares)
a In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden patiënten die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b FAS week 52 inclusief alle gerandomiseerde patiënten ten minste een jaar voor de einddatum voor
primaire analyse.
De behandelingseffecten in de deelgroepen (gewicht, leeftijd, geslacht, ras, en achtergrondbehandeling
inclusief immunosuppressiva) in CHRONOS kwamen overeen met de resultaten in de algehele
onderzoekspopulatie.
De CAFE-studie beoordeelde de werkzaamheid van dupilumab in vergelijking met placebo gedurende
een 16 weken durende behandelingsperiode, toegediend met gelijktijdige TCS, bij volwassen patiënten
met AD die onvoldoende behandeld werden met, of intolerant waren voor, orale ciclosporine, of bij
wie deze behandeling momenteel gecontra-indiceerd of medisch niet aan te raden was.
In totaal namen 325 patiënten deel, waaronder 210 patiënten die al eerder waren blootgesteld aan
ciclosporine en 115 patiënten die nooit waren blootgesteld aan ciclosporine omdat behandeling met
ciclosporine bij hen medisch niet aan te raden was. De gemiddelde leeftijd was 38,4 jaar, 38,8% was
vrouwelijk, de gemiddelde EASI-score bij baseline was 33,1, het gemiddelde aangedaan
lichaamsoppervlak (BSA) was 55,7, de wekelijkse gemiddelde pruritus-NRS bij baseline was 6,4, de
gemiddelde SCORAD-score bij baseline was 67,2, en de gemiddelde DLQI bij baseline was 13,8.
Het primaire eindpunt was het aandeel patiënten met EASI-75 in week 16.
Primaire en secundaire eindpunten voor de 16 weken durende CAFE-studie worden samengevat in
tabel 7.
Tabel 7: Resultaten bij de primaire en secundaire eindpunten in de CAFE-studie
Placebo +
Dupilumab
Dupilumab
TCS
300 mg Q2W + TCS
300 mg QW +
TCS
Gerandomiseerde patiënten
108
107
110
EASI-75% responders
29,6%
62,6%
59,1%
EASI, LS gemiddelde %
-46,6
-79,8
-78,2
verandering vanaf baseline (+/-
(2,76)
(2,59)
(2,55)
SE)
Pruritus NRS, LS
-25,4%
-53,9%
-51,7%
gemiddelde% verandering
(3,39)
(3,14)
(3,09)
vanaf baseline (+/- SE)
SCORAD, LS gemiddelde%
-29,5%
-62,4%
-58,3%
verandering vanaf baseline (+/-
(2,55)
(2,48)
(2,45)
SE)
DLQI, LS gemiddelde
-4,5
-9,5
-8,8
verandering vanaf baseline
(0,49)
(0,46)
(0,45)
(SE)
(alle p-waarden < 0,0001)
In de deelgroep patiënten overeenkomend met de onderzoekspopulatie van de CAFE-studie, binnen de
52 weken durende CHRONOS studie, bereikte 69,6% van de patiënten behandeld met dupilumab
300 mg Q2W een EASI-75 ten opzichte van 18,0% met placebo behandelde patiënten in week 16, en
52,4% van patiënten behandeld met dupilumab 300 mg Q2W ten opzichte van 18,6% met placebo
behandelde patiënten in week 52. In deze deelgroep was het percentage verandering van pruritus-NRS
vanaf baseline -51,4% t.o.v. -30,2% in week 16 en -54,8% t.o.v. -30,9% in week 52, respectievelijk
voor de dupilumab 300 mg Q2W en placebogroepen.
Onderhoud en duurzaamheid van respons (SOLO CONTINUE-studie)
Om onderhoud en duurzaamheid van de respons te beoordelen, werden proefpersonen die gedurende
16 weken werden behandeld met dupilumab in SOLO 1 en SOLO 2 en die IGA 0 of 1, of EASI-75
bereikten, opnieuw gerandomiseerd in de SOLO CONTINUE-studie voor een aanvullende
behandeling van 36 weken met dupilumab of placebo, voor een cumulatieve onderzoeksbehandeling
van 52 weken. Eindpunten werden beoordeeld in week 51 of 52.
Placebo
Dupilumab 300 mg
Q8W
Q4W
Q2W/QW
N=83
N=84
N=86
N=169
Co-primaire eindpunten
LS gemiddelde verandering (SE) tussen
21,7
6,8***
3,8***
0,1***
baseline en week 36 in procentuele
(3,13)
(2,43)
(2,28)
(1,74)
verandering in EASI-Score t.o.v.
baseline van de oorspronkelijke studie
Percentage patiënten met EASI-75 in
24/79
45/82*
49/84**
116/162***
week 36 voor patiënten met EASI-75
(30,4%)
(54,9%)
(58,3%)
(71,6%)
bij baseline, n (%)
Belangrijke secundaire eindpunten
Percentage patiënten met behoud van
18/63
32/64
41/66**
89/126***
IGA-respons in week 36 binnen 1 punt
(28,6)
(50,0)
(62,1)
(70,6)
van baseline in de deelgroep van
patiënten met IGA (0,1) bij baseline, n
(%)
Percentage patiënten met IGA (0,1) in
9/63
21/64
29/66**
68/126***
week 36 in de deelgroep van patiënten
(14,3)
(32,8)
(43,9)
(54,0)
met IGA (0,1) bij baseline, n (%)
Percentage patiënten bij wie maximale
56/80
45/81
41/83
57/168***
pruritus-NRS steeg met 3 punten van
(70,0)
(55,6)
(49,4)
(33,9)
baseline tot week 35 in de deelgroep
van patiënten met maximale pruritus-
NRS 7 bij baseline, n (%)
P < 0,05, *P < 0,01, **P < 0,001, ***P 0,0001
In SOLO CONTINUE werd met verhoogde doseringsintervallen een trend voor een stijgende nood
aan behandeling omwille van ADA-positiviteit waargenomen. Behandelingsnood ADA: QW: 1,2%;
Q2W: 4,3%; Q4W: 6,0%; Q8W: 11,7%. ADA-respons behouden voor meer dan 12 weken: QW:
0,0%; Q2W: 1,4%; Q4W: 0,0%; Q8W: 2,6%.
Levenskwaliteit/door patiënt gerapporteerde resultaten bij atopische dermatitis
In beide monotherapie-studies (SOLO 1 en SOLO 2) vertoonden zowel de dupilumab 300 mg Q2W
als de 300 mg QW-groepen belangrijke verbetering in door de patiënt gerapporteerde symptomen, en
in de impact van AD op het slapen en de gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals gemeten door
respectievelijk de POEM en DLQI totaalscores, in week 16 wanneer vergeleken met placebo. Een
significant groter aandeel patiënten in de dupilumab groepen had klinisch relevante afnames in de
POEM- en DLQI-totaalscore (elk gedefinieerd als 4 punten verbetering) vanaf baseline tot week 16
in vergelijking met de placebogroep. Daarnaast was er bij de angst- en depressiesymptomen, zoals
gemeten in de HADS-totaalscore, een significante afname waar te nemen in de Dupixent-groep
vergeleken met placebo in week 16. In een deelgroep patiënten met HADS-angst of HADS-depressie
subschaal scores van 8 bij baseline (de cut-offwaarde voor angst of depressie) bereikte een groter
Monotherapie
SOLO 1 in week 16
SOLO 2 in week 16
Placebo
Dupilumab
Dupilumab
Placebo
Dupilumab
Dupilumab
300
mg Q2W
300
mg QW
300
mg Q2W 300
mg QW
Gerandomiseerde
224
224
223
236
233
239
patiënten
DLQI, LS
gemiddelde
-5,3
-9,3a
-9,0a
-3,6
-9,3a
-9,5a
verandering vanaf
(0,50)
(0,40)
(0,40)
(0,50)
(0,38)
(0,39)
baseline (SE)
POEM, LS
gemiddelde
-5,1
-11,6a
-11,0a
-3,3
-10,2a
-11,3a
verandering vanaf
(0,67)
(0,49)
(0,50)
(0,55)
(0,49)
(0,52)
baseline (SE)
HADS, LS
gemiddelde
-3,0
-5,2b
-5,2b
-0,8
-5,1a
-5,8a
verandering ten
(0,65)
(0,54)
(0,51)
(0,44)
(0,39)
(0,38)
opzichte van
baseline (SE)
Aantal patiënten
met DLQI 4 bij
213
209
209
225
223
234
baseline
DLQI
( 4-punten
30,5%
64,1%a
58,4%a
27,6%
73,1%a
62,0%a
verbetering),%
responders
Aantal patiënten
met POEM 4 bij
223
222
222
234
233
239
baseline
POEM
( 4-punten
26,9%
67,6%a
63,1%a
24,4%
71,7%a
64,0%a
verbetering),%
responders
Aantal patiënten
met HADS-angst
8 of HADS-
97
100
102
115
129
136
depressie 8 bij
baseline
Patiënten die
HADS-angst en
HADS-depressie
12,4%
41,0%a
36,3%b
6,1%
39,5%a
41,2%a
score < 8,%
bereikten
LS = kleinste kwadraten (least squares); SE = standaardfout (standard error)
a p-waarde < 0,0001
b p-waarde < 0,001
In de gelijktijdige TCS-studie (CHRONOS) verbeterden dupilumab 300 mg Q2W + TCS en
dupilumab 300 mg QW + TCS de door de patiënt gerapporteerde symptomen en de impact van AD op
het slapen en de gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals gemeten door respectievelijk de
POEM- en DLQI-totaalscores, in week 52 in vergelijking met placebo + TCS. Een groter aandeel
Gelijktijdig gebruik van TCS
CHRONOS in week 16
CHRONOS in week 52
Placebo
Dupilumab
Dupilumab
Placebo
Dupilumab
Dupilumab
300
mg
Q2W + 300
mg
QW +
+TCS
300
mg
Q2W 300
mg
QW
TCS
TCS
+ TCS
+ TCS
Gerandomiseerde
315
106
319
264
89
270
patiënten
DLQI, LS
gemiddelde
-5,8
-10,0a
-10,7a
-7,2
-11,4a
-11,1a
verandering vanaf
(0,34)
(0,50)
(0,31)
(0,40)
(0,57)
(0,36)
baseline (SE)
POEM, LS
gemiddelde
-5,3
-12,7a
-12,9a
-7,0
-14,2a
-13,2a
verandering vanaf
(0,41)
(0,64)
(0,37)
(0,57)
(0,78)
(0,45)
baseline (SE)
HADS, LS
gemiddelde
-4,0
-4,9
-5,4c
-3,8
-5,5c
-5,9b
verandering ten
(0,37)
(0,58)
(0,35)
(0,47)
(0,71)
(0,42)
opzichte van
baseline (SE)
Aantal patiënten
met DLQI 4 bij
300
100
311
254
85
264
baseline
DLQI
( 4-punten
43,0%
81,0%a
74,3%a
30,3%
80,0%a
63,3%a
verbetering),%
responders
Aantal patiënten
met POEM 4 bij
312
106
318
261
89
269
baseline
POEM
(
4-punten
36,9%
77,4%a
77,4%a
26,1%
76,4%a
64,7%a
verbetering),%
responders
Aantal patiënten
met HADS-angst
8 of HADS-
148
59
154
133
53
138
depressie 8 bij
baseline
26,4%
47,5%c
47,4%b
18,0%
43,4%b
44,9%a
HADS-angst en
HADS-depressie
score < 8,%
bereikten
LS = kleinste kwadraten (least squares); SE = standaardfout (standard error)
a p-waarde < 0,0001
b p-waarde < 0,001
c p-waarde < 0,05
Adolescenten met atopische dermatitis (12 tot en met 17 jaar oud)
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab als monotherapie bij adolescente patiënten werden
beoordeeld in een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek
(AD-1526) bij 251 adolescente patiënten van 12 tot en met 17 jaar oud met matige tot ernstige
atopische dermatitis (AD), gedefinieerd door de score voor de algemene beoordeling door de
onderzoeker (Investigator's Global Assessment, IGA) van 3 betreffende de algehele beoordeling
van AD-laesies op een ernstschaal van 0 tot 4, een score volgens de Eczema Area and Severity
Index (EASI) van 16 op een schaal van 0 tot 72, en een minimaal aangedaan lichaamsoppervlak
(BSA) van 10%. De patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname aan dit onderzoek
hadden eerder onvoldoende respons op topische medicatie.
Patiënten kregen ofwel 1) een initiële dosis van 400 mg dupilumab (twee injecties van 200 mg) op
dag 1, gevolgd door 200 mg eenmaal per twee weken (Q2W) voor patiënten met een
baselinegewicht van < 60 kg of een initiële dosis van 600 mg dupilumab (twee injecties van
300 mg) op dag 1, gevolgd door 300 mg Q2W voor patiënten met een baselinegewicht van 60 kg;
ofwel 2) een initiële dosis van 600 mg dupilumab (twee injecties van 300 mg) op dag 1, gevolgd
door 300 mg om de 4 weken (Q4W) ongeacht het lichaamsgewicht bij de baseline ofwel 3)
overeenkomende placebo. Dupilumab werd toegediend door middel van subcutane (SC) injectie.
Indien het nodig was om ondraaglijke symptomen te behandelen, was het patiënten toegestaan een
`reddingsbehandeling' (rescue treatment) te ontvangen afhankelijk van het oordeel van de
onderzoeker. Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen, werden beschouwd als non-
responder.
In dit onderzoek was de gemiddelde leeftijd 14,5 jaar, het mediane gewicht 59,4 kg, 41,0% was
vrouwelijk, 62,5% was blank, 15,1% was Aziatisch en 12,0% had een donkere huidskleur. Bij
baseline had 46,2% van de patiënten een baseline IGA-score van 3 (matige AD), 53,8% van de
patiënten had een baseline IGA van 4 (ernstige AD), de gemiddelde BSA betrokkenheid was
56,5% en 42,4% van de patiënten had eerder systemische immunosuppressiva ontvangen. Ook bij
baseline was de gemiddelde score volgens de Eczema Area and Severity Index (EASI) 35,5, de
wekelijkse gemiddelde score op de pruritus Numerical Rating Scale (NRS) was 7,6, de gemiddelde
SCORe op Atopic Dermatitis (SCORAD) bij de baseline was 70,3, de gemiddelde score op de
Patient Oriented Eczema Measure (POEM) bij de baseline was 21,0 en de baseline gemiddelde
Children Dermatology Life Quality Index (CDLQI) was 13,6. In totaal had 92,0% van de patiënten
minstens één comorbide allergische aandoening, 65,6% had allergische rinitis, 53,6% had astma en
60,8% had voedselallergieën.
Het co-primaire eindpunt was het percentage patiënten met IGA 0 of 1 (`schoon' of `bijna
schoon') met een verbetering van ten minste 2 punten en het percentage patiënten met EASI-75
(een verbetering van ten minste 75% in EASI) vanaf baseline tot week 16. Overige beoordeelde
resultaten zijn onder andere het percentage patiënten met EASI-50 of EASI-90 (verbetering van
respectievelijk ten minste 50% en 90% in EASI), afname in de jeuk zoals gemeten met de
piekscore op de pruritus-NRS en de percentuele verandering op de SCORAD-schaal vanaf
baseline tot week 16. Aanvullende secundaire eindpunten omvatten gemiddelde verandering ten
opzichte van de baseline tot week 16 in de POEM en CDLQI-scores.
Klinische respons
AD-1526 (FAS)a
Placebo
Dupilumab
200 mg (< 60 kg) en
300 mg ( 60 kg)
Q2W
Gerandomiseerde patiënten
85a
82a
IGA 0 of 1b,% respondersc
2,4%
24,4%
EASI-50,% respondersc
12,9%
61,0%
EASI-75,% respondersc
8,2%
41,5%
EASI-90,% respondersc
2,4%
23,2%
EASI, LS gemiddelde% verandering vanaf
-23,6%
-65,9%
baseline (+/- SE)
(5,49)
(3,99)
SCORAD, LS gemiddelde% verandering vanaf
-17,6%
-51,6%
baseline (+/- SE)
(3,76)
(3,23)
Pruritus NRS, LS gemiddelde% verandering
-19,0%
-47,9%
vanaf baseline (+/- SE)
(4,09)
(3,43)
Pruritus NRS (> 4 punten verbetering),%
4,8%
36,6%
respondersc
BSA LS gemiddelde verandering vanaf baseline
-11,7%
-30,1%
(+/- SE)
(2,72)
(2,34)
CDLQI, LS gemiddelde verandering vanaf
-5,1
-8,5
baseline (+/-SE)
(0,62)
(0,50)
CDLQI, ( 6 punten verbetering),% responders
19,7%
60,6%
POEM, LS gemiddelde verandering vanaf
-3,8
-10,1
baseline (+/- SE)
(0,96)
(0,76)
POEM, (
6 punten verbetering),% responders
9,5%
63,4%
a Volledige analysenet (FAS, full analysis set) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
b Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 ('schoon' of 'bijna schoon') met een afname
van 2 punten op een IGA-schaal van 0-4.
c Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, werden beschouwd als
non-responders (respectievelijk 58,8% en 20,7% in de placebo- en dupilumab-groep).
Alle p-waarden < 0,0001
Een hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar placebo had reddingmedicatie nodig (topische
corticosteroïden, systemische corticosteroïden of systemische niet-steroïde immunosuppressiva)
vergeleken met de dupilumab-groep (respectievelijk 58,8% en 20,7%).
Een significant hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar dupilumab bereikte een snelle
verbetering op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo (gedefinieerd als > 4 punten verbetering al
in week 4; nominale p < 0,001) en het aandeel patiënten dat reageerde op de pruritus-NRS bleef stijgen
gedurende de behandelingsperiode (zie afbeelding 5). De verbetering in pruritus-NRS viel samen met
de verbetering van objectieve symptomen van atopische dermatitis.
a In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden proefpersonen die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b Volledige analyseset (FAS) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
De dupilumab-groep vertoonde een belangrijke verbetering in door de patiënt gerapporteerde
symptomen en in de impact van AD op slaap en gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals
gemeten met respectievelijk de POEM, SCORAD en CDLQI-scores in week 16 wanneer vergeleken
met placebo.
De werkzaamheid op lange termijn van dupilumab bij adolescente patiënten met matige tot ernstige
AD die hadden deelgenomen aan eerdere klinische onderzoeken met dupilumab, werd beoordeeld in
een open-label uitbreidingsonderzoek (AD-1434). Werkzaamheidsgegevens uit dit onderzoek
suggereren dat het klinisch voordeel dat in week 16 werd ondervonden, bleef aanhouden tot en met
week 52.
Pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar oud)
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab bij pediatrische patiënten gelijktijdig behandeld met
TCS werd beoordeeld in een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd
onderzoek (AD-1652) bij 367 patiënten van 6 tot en met 11 jaar oud met AD gedefinieerd door een
IGA-score van 4 (schaal van 0 tot 4), een EASI-score van 21 (schaal van 0 tot 72) en een minimale
BSA-betrokkenheid van 15%. De patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname aan dit
onderzoek hadden eerder onvoldoende respons op topische medicatie. Inschrijving werd gestratificeerd
volgens gewicht bij de baseline (< 30 kg; 30 kg).
Patiënten in de dupilumab Q2W + TCS-groep met een baselinegewicht van < 30 kg ontvingen een
initiële dosis van 200 mg op dag 1, gevolgd door 100 mg Q2W van week 2 tot week 14, en patiënten
met een baselinegewicht van 30 kg ontvingen een initiële dosis van 400 mg op dag 1, gevolgd door
200 mg Q2W van week 2 tot week 14. Patiënten in de dupilumab Q4W + TCS-groep ontvingen een
initiële dosis van 600 mg op dag 1, gevolgd door 300 mg Q4W van week 4 tot week 12, ongeacht hun
gewicht. Het was patiënten toegestaan een `reddingsbehandeling' (rescue treatment) te ontvangen
afhankelijk van het oordeel van de onderzoeker. Patiënten die een reddingsbehandeling hadden
gekregen, werden beschouwd als non-responder.
In dit onderzoek was de gemiddelde leeftijd 8,5 jaar, het mediane gewicht 29,8 kg, 50,1% was
vrouwelijk, 69,2% was blank, 16,9% had een donkere huidskleur en 7,6% was Aziatisch. Bij de
baseline was de gemiddelde BSA-betrokkenheid 57,6% en 16,9% van de patiënten had eerder
systemische niet-steroïdale immunosuppressiva gekregen. Daarnaast was bij baseline de gemiddelde
EASI-score 37,9 en de score voor het wekelijks gemiddelde van dagelijkse ergste jeuk 7,8 op een
Dupilumab
Placebo
Dupilumab
Placebo
300 mg Q4Wd
+TCS
200 mg Q2We
+ TCS
+ TCS
+ TCS
(N=122)
(N=123)
(N=59)
(N=62)
15 kg
15 kg
30 kg
30 kg
IGA 0 of 1b,% respondersc
32,8%
11,4%
39,0%
9,7%
EASI-50,% respondersc
91,0%
43,1%
86,4%
43,5%
EASI-75,% respondersc
69,7%
26,8%
74,6%
25,8%
EASI-90,% respondersc
41,8%
7,3%
35,6%
8,1%
EASI, LS gemiddelde%
-82,1%
-48,6%
-80,4%
-48,3%
verandering vanaf baseline (+/-
(2,37)
(2,46)
(3,61)
(3,63)
SE)
SCORAD, LS gemiddelde%
-62,4%
-29,8%
-62,7%
-30,7%
verandering vanaf baseline (+/-
(2,13)
(2,26)
(3,14)
(3,28)
SE)
Pruritus NRS, LS gemiddelde%
-54,6%
-25,9%
-58,2%
-25,0%
verandering vanaf baseline (+/-
(2,89)
(2,90)
(4,01)
(3,95)
SE)
Pruritus NRS (> 4 punten
50,8%
12,3%
61,4%
12,9%
verbetering),% respondersc
BSA LS gemiddelde verandering
-40,5
-21,7
-38,4
-19,8
vanaf baseline (+/- SE)
(1,65)
(1,72)
(2,47)
(2,50)
CDLQI, LS gemiddelde
-10,6
-6,4
-9,8
-5,6
verandering vanaf baseline (+/-
(0,47)
(0,51)
(0,63)
(0,66)
SE)
CDLQI, ( 6 punten
77,3%
38,8%
80,8%
35,8%
verbetering),% responders
POEM, LS gemiddelde
-13,6
-5,3
-13,6
-4,7
verandering vanaf baseline (+/-
(0,65)
(0,69)
(0,90)
(0,91)
SE)
POEM, ( 6 punten
verbetering),% responders
81,7%
32,0%
79,3%
31,1%
a Volledige analyseset (FAS, full analysis set) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
b Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 ('schoon' of 'bijna schoon').
beschouwd als non-responders.
d Op dag 1 ontvingen patiënten 600 mg dupilumab (zie rubriek 5.2).
e Op dag 1 ontvingen patiënten 400 mg (baselinegewicht 30 kg) dupilumab.
Een hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar dupilumab + TCS bereikte een verbetering van
de piekscore op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo + TCS (gedefinieerd als een verbetering
van 4 punten in week 4). Zie afbeelding 6.
Afbeelding 6: Percentage pediatrische patiënten met 4 punten verbetering van de piekscore op
de pruritus-NRS in onderzoek AD-1652a (FAS)b
a In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden proefpersonen die een reddingsbehandeling
hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b Volledige analyseset (FAS) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
c Op dag 1 ontvingen patiënten 600 mg dupilumab (zie rubriek 5.2).
d Op dag 1 ontvingen patiënten 400 mg (baselinegewicht 30 kg) dupilumab.
In de dupilumab-groepen waren significante verbeteringen te zien in door de patiënt gerapporteerde
symptomen, de impact van AD op slaap en gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals gemeten
met respectievelijk de POEM-, SCORAD- en CDLQI-scores in week 16 wanneer vergeleken met
placebo.
De werkzaamheid en veiligheid op lange termijn van dupilumab + TCS bij pediatrische patiënten met
matige tot ernstige AD die hadden deelgenomen aan de eerdere klinische onderzoeken met dupilumab
+ TCS, werden beoordeeld in een open-label uitbreidingsonderzoek (AD-1434).
Werkzaamheidsgegevens uit dit onderzoek suggereren dat het klinisch voordeel dat in week 16 werd
ondervonden, bleef aanhouden tot en met week 52. Sommige patiënten die dupilumab 300 mg Q4W +
TCS ontvingen, vertoonden verder klinisch voordeel wanneer verhoogd naar dupilumab 200 mg Q2W
+ TCS. Het veiligheidsprofiel van dupilumab bij patiënten die gevolgd werden tot en met week 52 was
gelijkaardig met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in week 16 in de AD-1526- en AD-
1652-onderzoeken.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij astma
Het ontwikkelingsprogramma voor astma bevatte onder andere drie gerandomiseerde, dubbelblinde,
placebogecontroleerde onderzoeken met parallelle groepen in meerdere centra (DRI12544, QUEST en
VENTURE), met een duur van 24 tot 52 weken behandeling, waarbij in totaal 2888 patiënten werden
geïncludeerd (van 12 jaar en ouder). Patiënten werden geïncludeerd zonder vereisten van een minimaal
aantal bloedeosinofielen bij baseline of andere type 2 ontstekingsbiomarkerwaarden (bijv. FeNO of
IgE). De richtlijnen voor de behandeling van astma definiëren type 2 inflammatie als eosinofilie 150
Parameter
DRI12544
QUEST
VENTURE
(N = 776)
(N = 1902)
(N = 210)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
48,6 (13,0)
47,9 (15,3)
51,3 (12,6)
% Vrouw
63,1
62,9
60,5
% Blank
78,2
82,9
93,8
Duur van astma (jaren), gemiddelde ± SD
22,03 (15,42)
20,94 (15,36)
19,95 (13,90)
Nooit gerookt, (%)
77,4
80,7
80,5
Gemiddeld aantal exacerbaties in voorgaand
2,17 (2,14)
2,09 (2,15)
2,09 (2,16)
jaar ± SD
Gebruik hoge dosis ICS (%)
49,5
51,5
88,6
1,84 (0,54)
1,78 (0,60)
1,58 (0,57)
Gemiddeld percentage voorspelde FEV1 bij
60,77 (10,72)
58,43 (13,52)
52,18 (15,18)
baseline (%)(± SD)
% Reversibiliteit (± SD)
26,85 (15,43)
26,29 (21,73)
19,47 (23,25)
Gemiddelde ACQ-5-score (± SD)
2,74 (0,81)
2,76 (0,77)
2,50 (1,16)
Gemiddelde AQLQ-score (± SD)
4,02 (1,09)
4,29 (1,05)
4,35 (1,17)
Medische atopische voorgeschiedenis%
72,9
77,7
72,4
algeheel
(8,0, 10,6, 61,7)
(10,3, 12,7, 68,6)
(7,6, 21,0, 55,7)
(AD%, NP%, AR%)
Gemiddelde FeNO ppb (± SD)
39,10 (35,09)
34,97 (32,85)
37,61 (31,38)
% patiënten met FeNO ppb
25
49,9
49,6
54,3
50
21,6
20,5
25,2
Gemiddeld totaal IgE IE/ml
(± SD)
435,05 (753,88)
432,40 (746,66)
430,58 (775,96)
Gemiddeld aantal eosinofielen bij baseline
350 (430)
360 (370)
350 (310)
(± SD) cellen/mcl
% patiënten met EOS
150 cellen/mcl
77,8
71,4
71,4
300 cellen/mcl
41,9
43,7
42,4
ICS = inhaleerbare corticosteroïden; FEV1 = `forced expiratory volume', geforceerd expiratoir volume in 1
seconde; ACQ-5 = vragenlijst Asthma Control Questionnaire-5; AQLQ = vragenlijst Asthma Quality of Life
Questionnaire; AD = atopische dermatitis; NP = nasale poliepen; AR = allergische rinitis; FeNO = `fraction of
exhaled nitric oxide', stikstofmonoxide in de uitademingslucht; EOS = bloedeosinofielen
aDe populatie in de dupilumab astmaonderzoeken was inclusief patiënten met medium en hoge doses ICS. De
medium dosis ICS was gedefinieerd als gelijk aan 500 mcg fluticason of equivalent per dag.
Exacerbaties
In de algehele populatie in DRI12544 en QUEST, werden bij proefpersonen die eenmaal per twee
weken dupilumab 200 mg of 300 mg ontvingen belangrijke afnames waargenomen van de aantallen
ernstige astma-exacerbaties in vergelijking met placebo. Er waren grotere afnames in exacerbaties bij
proefpersonen met hogere waarden bij baseline van type 2 ontstekingsbiomarkers, zoals
bloedeosinofielen of FeNO (tabel 14 en tabel 15).
Tabel 14: Ratio ernstige exacerbaties in DRI12544 en QUEST (baseline
bloedeosinofielenwaarden 150 en 300 cellen/mcl)
Behandeling
Baseline bloed EOS
150 cellen/mcl
300 cellen/mcl
Exacerbaties per jaar
%
Exacerbaties per jaar
%
Afna-
Afna-
me
me
N
Percen-
Percen-
N
Percen-
Percen-
tage
tage
tage
tage
(95% CI)
verhou-
(95% CI) verhouding
ding
(95%CI)
(95%CI)
Alle ernstige exacerbaties
DRI12544 onderzoek
Dupilumab
120
0,29
0,28a
72%
65
0,30
0,29c
71%
200 mg Q2W
(0,16,
(0,14,
(0,13,
(0,11, 0,76)
0,53)
0,55)
0,68)
129
0,28
0,27b
73%
64
0,20
0,19d
81%
300 mg Q2W
(0,16,
(0,14,
(0,08,
(0,07, 0,56)
0,50)
0,52)
0,52)
Placebo
127
1,05
68
1,04
(0,69,
(0,57,
1,60)
1,90)
QUEST onderzoek
Dupilumab
437
0,45
0,44e
56%
264
0,37
0,34e
66%
200 mg
(0,37,
(0,34,
(0,29,
(0,24, 0,48)
0,54)
0,58)
0,48)
Q2W
Placebo
232
1,01
148
1,08
(0,81,
(0,85,
1,25)
1,38)
Dupilumab
452
0,43
0,40e
60%
277
0,40
0,33e
67%
300 mg
(0,36,
(0,31,
(0,32,
(0,23, 0,45)
Q2W
0,53)
0,53)
0,51)
Placebo
237
1,08
142
1,24
(0,88,
(0,97,
1,33)
1,57)
ap-waarde = 0,0003, bp-waarde = 0,0001, cp-waarde = 0,0116, dp-waarde = 0,0024, ep-waarde < 0,0001
Tabel 15.
Ratio ernstige exacerbaties in QUEST bij baseline FeNO-subgroepen
Behandeling
Exacerbaties per jaar
Afnamepercentage
N
Ratio
Aantal ratio
(95% BI)
(95%BI)
FeNO 25 ppb
Dupilumab 200 mg Q2W
299
0,35 (0,27, 0,45)
0,35 (0,25, 0,50) a
65%
Placebo
162
1,00 (0,78, 1,30)
Dupilumab 300 mg Q2W
310
0,43 (0,35, 0,54)
0,39 (0,28, 0,54) a
61%
Placebo
172
1,12 (0,88, 1,43)
FeNO 50 ppb
Dupilumab 200 mg Q2W
119
0,33 (0,22, 0,48)
0,31 (0,18, 0,52) a
69%
Placebo
71
1,057 (0,72, 1,55)
Dupilumab 300 mg Q2W
124
0,39 (0,27, 0,558)
0,31 (0,19, 0,49) a
69%
Placebo
75
1,27 (0,90, 1,80)
ap-waarde < 0,0001
In de gepoolde analyse van DRI12544 en QUEST werden ziekenhuisopnames en/of bezoeken aan de
spoedeisende eerste hulp als gevolg van ernstige exacerbaties verminderd met respectievelijk 25,5% en
46,9% bij dupilumab 200 mg of 300 mg eenmaal per twee weken.
Longfunctie
Klinisch belangrijke toenames in prebronchodilator FEV1 werden waargenomen in week 12 voor
DRI12544 en QUEST. Er waren grotere verbeteringen in FEV1 bij proefpersonen met hogere
baselinewaarden type 2 ontstekingsbiomarkers (zoals bloedeosinofielen of FeNO) (tabel 16 en
tabel 17).
Er werden belangrijke verbeteringen van FEV1 waargenomen al in week 2 na de eerste dosis
dupilumab voor zowel de 200 mg als de 300 mg dosis, en deze werden behouden tot week 24
(DRI12544) en week 52 in QUEST (zie afbeelding 7).
QUEST: bloedeosinofielen
QUEST: bloedeosinofielen
QUEST: FeNO 25 ppb
150 cellen/mcl
300 cellen/mcl
Tabel 16: Gemiddelde verandering vanaf baseline in prebronchodilator FEV1 in week 12 in
DRI12544 en QUEST (bloedeosinofielenwaarden bij baseline 150 en 300 cellen/mcl)
Behandeling
Baseline bloed EOS
150 cellen/mcl
300 cellen/mcl
N
LS
LS
N
LS
LS
gemiddelde
gemiddelde
gemiddelde gemiddelde
vanaf
verschil t.o.v.
vanaf
verschil t.o.v.
baseline
placebo
baseline
placebo
L (%)
(95% BI)
L (%)
(95% BI)
DRI12544 onderzoek
Dupilumab
120
0,32 (18,25)
0,23a
65
0,43 (25,9)
0,26c
200 mg Q2W
(0,13, 0,33)
(0,11, 0,40)
Dupilumab
129
0,26 (17,1)
0,18b
64
0,39 (25,8)
0,21d
300 mg Q2W
(0,08, 0,27)
(0,06, 0,36)
Placebo
127
0,09 (4,36)
68
0,18 (10,2)
QUEST onderzoek
Dupilumab
437
0,36 (23,6)
0,17e
264 0,43 (29,0)
0,21e
200 mg Q2W
(0,11, 0,23)
(0,13, 0,29)
Placebo
232
0,18 (12,4)
148 0,21 (15,6)
Dupilumab300 mg
452
0,37 (25,3)
0,15e
277 0,47 (32,5)
0,24e
Q2W
(0,09, 0,21)
(0,16, 0,32)
Placebo
237
0,22 (14,2)
142 0,22 (14,4)
ap-waarde < 0,0001, bp-waarde = 0,0004, cp-waarde = 0,0008, dp-waarde = 0,0063, ep-waarde < 0,0001
Tabel 17: Gemiddelde verandering vanaf baseline in prebronchodilator FEV1 in week 12 en
week 52 in QUEST bij baseline FeNO-subgroep
Behandeling
Week 12
Week 52
N
LS gemiddelde
LS gemiddelde
LS gemiddelde
LS gemiddelde
vanaf baseline verschil t.o.v.
vanaf baseline verschil t.o.v.
L (%)
placebo (95% BI)
L (%)
placebo (95% BI)
FeNO 25 ppb
Dupilumab
288
0,44 (29,0%)
0,23 (0,15, 0,31)a
0,49 (31,6%)
0,30 (0,22, 0,39)a
200 mg Q2W
Placebo
157
0,21 (14,1%)
0,18 (13,2%)
295
0,45 (29,8%)
0,24 (0,16, 0,31)a
0,45 (30,5%)
0,23 (0,15, 0,31)a
300 mg Q2W
Placebo
167
0,21 (13,7%)
0,22 (13,6%)
FeNO 50 ppb
Dupilumab
114
0,53 (33,5%)
0,30 (0,17, 0,44)a
0,59 (36,4%)
0,38 (0,24, 0,53)a
200 mg Q2W
Placebo
69
0,23 (14,9%)
0,21 (14,6%)
Dupilumab
113
0,59 (37,6%)
0,39 (0,26, 0,52)a
0,55 (35,8%)
0,30 (0,16, 0,44)a
300 mg Q2W
Placebo
73
0,19 (13,0%)
0,25 (13,6%)
ap-waarde < 0,0001
Kwaliteit van leven/door patiënt gemelde resultaten bij astma
Vooraf gespecificeerde secundaire eindpunten van ACQ-5 en AQLQ(S) responder aantallen, werden
geanalyseerd bij 24 weken (DRI12544 en VENTURE) en bij 52 weken (QUEST). De mate van
respons werd gedefinieerd als een verbetering in de score van 0,5 of meer (schaalbereik 0-6 voor
ACQ-5 en 1-7 voor AQLQ(S)). Verbeteringen in ACQ-5 en AQLQ(S) werden al in week 2
waargenomen en bleven behouden gedurende 24 weken in het DRI12544-onderzoek en 52 weken in
het QUEST-onderzoek. In DRI12544 en VENTURE werden vergelijkbare resultaten gezien. De
responderpercentages op ACQ-5 en AQLQ(S) in patiënten met verhoogde baseline type 2
ontstekingsbiomarkers in QUEST in week 52 worden weergegeven in tabel 18.
Tabel 18: ACQ-5 en AQLQ(S) responderaantallen in week 52 in QUEST
PRO
Behandeling
EOS
EOS
FeNO
150 cellen/mcl
300 cellen/mcl
25 ppb
N
Responder
N
Responder
N
Responder
aantal%
aantal (%)
aantal (%)
ACQ-5
Dupilumab
395
72,9
239
74,5
262
74,4
200 mg Q2W
Placebo
201
64,2
124
66,9
141
65,2
Dupilumab
408
70,1
248
71,0
277
75,8
300 mg Q2W
Placebo
217
64,5
129
64,3
159
64,2
AQLQ(S) Dupilumab
395
66,6
239
71,1
262
67,6
200 mg Q2W
Placebo
201
53,2
124
54,8
141
54,6
Dupilumab
408
62,0
248
64,5
277
65,3
300 mg Q2W
Placebo
217
53,9
129
55,0
159
58,5
Orale corticosteroïden reductiestudie (VENTURE)
VENTURE beoordeelde het effect van dupilumab op het verminderen van het gebruik van orale
corticosteroïden als onderhoudsbehandeling. De kenmerken bij baseline staan weergegeven in tabel
13. Alle patiënten gebruikten orale corticosteroïden gedurende ten minste 6 maanden voorafgaand aan
de start van het onderzoek. Het gemiddelde gebruik van orale corticosteroïden bij baseline was
11,75 mg in de placebogroep en 10,75 mg in de groep die dupilumab ontving.
In dit 24 weken durend onderzoek waren astma-exacerbaties (gedefinieerd als een tijdelijke toename in
de dosis orale corticosteroïden gedurende ten minste 3 dagen) afgenomen met 59% bij proefpersonen
die dupilumab ontvingen, in vergelijking met hen die een placebo ontvingen (jaarlijks percentage
respectievelijk 0,65 en 1,60 voor de dupilumab- en de placebogroep; percentageverhouding 0,41 [95%
BI 0,26, 0,63]) en was de verbetering in pre-bronchodilator FEV1 van baseline tot week 24 groter bij
proefpersonen die dupilumab ontvingen, in vergelijking met hen die een placebo ontvingen (LS
gemiddeld verschil voor dupilumab t.o.v. placebo van 0,22 l [95% BI: 0,09 tot 0,34 l]). De effecten op
Baseline bloed EOS
Baseline bloed EOS
FeNO 25 ppb
150 cellen/mcl
300 cellen/mcl
Dupilumab
Placebo
Dupilumab
Placebo
Dupilumab
Placebo
300 mg
N=69
300 mg Q2W
N=41
300 mg Q2W
N=57
Q2W
N=48
N=57
N=81
Primair eindpunt (week 24)
Percentage afname in OCS vanaf baseline
Gemiddelde algehele
75,91
46,51
79,54
42,71
77,46
42,93
procentuele afname vanaf
baseline (%)
29,39b
36,83b
34,53b
Verschil (% [95% BI])
(15,67,
(18,94, 54,71)
(19,08, 49,97)
(Dupilumab t.o.v. placebo)
43,12)
Gemiddelde% afname in
100
50
100
50
100
50
dagelijkse dosis OCS vanaf
baseline
Procentuele afname vanaf
baseline
54,3
33,3
60,4
31,7
52,6
28,1
100%
58,0
34,8
66,7
34,1
54,4
29,8
90%
72,8
44,9
77,1
41,5
73,7
36,8
75%
82,7
55,1
85,4
53,7
86,0
50,9
50%
87,7
66,7
85,4
63,4
89,5
66,7
> 0%
12,3
33,3
14,6
36,6
10,5
33,3
Geen afname of enige
toename in dosis OCS, of
onderzoek verlaten
Secundair eindpunt (week 24)a
Aandeel patiënten die een
77
44
84
40
79
34
afname bereikten van de dosis
OCS tot < 5 mg/dag
Odds ratio (95% BI)
4,29c
8,04d
7,21b
(2,04, 9,04)
(2,71, 23,82)
(2,69, 19,28)
aModelschattingen d.m.v. logistische regressie
bp-waarde < 0,0001
cp-waarde = 0,0001
dp-waarde = 0,0002
Lange-termijn uitbreidingsstudie (TRAVERSE)
De veiligheid op lange termijn van dupilumab bij 2.193 volwassenen en 89 adolescenten met matig tot
ernstig astma, inclusief 185 volwassenen met oraal corticosteroïd-afhankelijk astma, die hadden
deelgenomen aan eerdere klinische onderzoeken met dupilumab (DRI12544, QUEST en VENTURE),
werd beoordeeld in een open-label uitbreidingsstudie (TRAVERSE) (zie rubriek 4.8). De
werkzaamheid werd gemeten als secundair eindpunt, was vergelijkbaar met de resultaten
waargenomen in de pivotale studies en werd behouden tot 96 weken. Bij volwassenen met oraal
Tabel 20.
Demografische en baselinekenmerken van VOYAGE
Parameter
EOS 150
EOS
cellen/mcl of
300 cellen/mcl
FeNO 20 ppb
(N = 259)
(N = 350)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
8,9 (1,6)
9,0 (1,6)
% Vrouw
34,3
32,8
% Wit
88,6
87,3
Gemiddeld lichaamsgewicht (kg)
36,09
35,94
Gemiddeld aantal exacerbaties in het
2,47 (2,30)
2,64 (2,58)
voorgaande jaar (± SD)
ICS-dosis (%)
Gemiddeld
55,7
54,4
Hoog
43,4
44,4
FEV1 (L) voorafgaand aan toediening dosis
1,49 (0,41)
1,47 (0,42)
bij de baseline (± SD)
Gemiddeld percentage voorspelde FEV1 (%)
77,89 (14,40)
76,85 (14,78)
(± SD)
Gemiddeld% omkeerbaarheid (± SD)
27,79 (19,34)
22,59 (20,78)
Gemiddelde ACQ-7IA-score (± SD)
2,14 (0,72)
2,16 (0,75)
Gemiddelde PAQLQ(S)-IA-score (± SD)
4,94 (1,10)
4,93 (1,12)
Medische atopische voorgeschiedenis%
94
96,5
totaal
(38,9, 82,6)
(44,4, 85,7)
(AD%, AR%)
Mediaan totaal IgE IE/ml (± SD)
905,52 (1140,41)
1077,00 (1230,83)
30,71 (24,42)
33,50 (25,11)
% patiënten met FeNO ppb
58
64,1
20
Gemiddeld aantal eosinofielen bij baseline
570 (380)
710 (360)
(± SD) /mcl
% patiënten met EOS
150 cellen/mcl
94,6
0
300 cellen/mcl
74
100
ICS = geïnhaleerd corticosteroïd; FEV1 = geforceerd expiratoir volume in 1 seconde; ACQ-7-IA =
Asthma Control Questionnaire-7 Interviewer Administered (door de interviewer uitgevoerde
vragenlijst over controle van astma - 7 items); PAQLQ(S)-IA = Paediatric Asthma Quality of Life
Questionnaire with Standardised ActivitiesInterviewer Administered (door de interviewer
uitgevoerde vragenlijst over kwaliteit van leven bij kinderen met astma - met gestandaardiseerde
activiteiten); AD = atopische dermatitis; AR = allergische rinitis; EOS = eosinofielen in het bloed;
FeNO = hoeveelheid stikstofmonoxide in uitgeademde lucht
Exacerbaties werden gedefinieerd als verslechtering van astma waardoor ten minste 3 dagen
systemische corticosteroïden moesten worden gebruikt of een ziekenhuisopname of een bezoek aan de
spoedeisende hulp nodig was als gevolg van astma waarbij systemische corticosteroïden moesten
worden gebruikt. Dupilumab verminderde tijdens de 52 weken durende behandelingsperiode
significant het percentage ernstige astma-exacerbatievoorvallen op jaarbasis in vergelijking met
placebo in de populatie met type 2 inflammatie en in de populatie gedefinieerd door eosinofielen in het
bloed 300 cellen/mcl bij de baseline of FeNO 20 ppb bij de baseline. In week 12 zijn klinisch
significante verbeteringen in het percentage voorspelde FEV1 voorafgaand aan toediening van een
bronchodilator waargenomen. Er zijn ook verbeteringen waargenomen voor ACQ-7-IA en
PAQLQ(S)-IA in week 24, die aanhielden in week 52. Er werden in week 24 hogere
responspercentages waargenomen voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA vergeleken met placebo. De
werkzaamheidsresultaten van VOYAGE worden gepresenteerd in tabel 21.
In de populatie met de type 2 inflammatie was de LS gemiddelde verandering ten opzichte van de
baseline in FEV1 voorafgaand aan toediening van een bronchodilator in week 12 0,22 l in de
dupilumabgroep en 0,12 l in de placebogroep, met een LS gemiddeld verschil van 0,10 l (95%-BI:
0,04, 0,16) ten opzichte van placebo. Het behandelingseffect bleef behouden gedurende de
behandelingsperiode van 52 weken, met een LS gemiddeld verschil van 0,17 l (95%-BI: 0,09, 0,24) in
week 52 ten opzichte van placebo.
In de populatie gedefinieerd door eosinofielen in het bloed 300 cellen/mcl bij de baseline was de LS
gemiddelde verandering in FEV1 voorafgaand aan toediening van een bronchodilator ten opzichte van
de baseline in week 12 0,22 l in de dupilumabgroep en 0,12 l in de placebogroep, met een LS
gemiddeld verschil van 0,10 l (95%-BI: 0,03, 0,17) ten opzichte van placebo. Het behandelingseffect
bleef behouden gedurende de 52 weken durende behandelingsperiode, met een LS gemiddeld verschil
van 0,17 (95%-BI: 0,09, 0,26) in week 52 ten opzichte van placebo.
In beide primaire-werkzaamheidspopulaties was er een snelle verbetering in FEF25-75% en
FEV1/FVC (aanvang van een verschil werd al in week 2 waargenomen), die behouden bleef gedurende
de behandelingsperiode van 52 weken, zie tabel 21.
Tabel 21:
Percentage ernstige exacerbaties, gemiddelde verandering in FEV1 ten opzichte van de baseline,
responspercentages voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA in VOYAGE
Behandeling
EOS 150 cellen/mcl
EOS
FeNO
of FeNO 20 ppb
300 cellen/mcl
20 ppb
Ernstige exacerbaties op jaarbasis gedurende 52 weken
N
Ratio
Percentageve
N
Ratio
Percentagev
N
Percentage
Percentage
(95%-BI)
rhouding
(95%-BI)
erhouding
(95%-BI)
verhoudin
(95%-BI)
(95%-BI)
g (95%
BI)
Dupilumab
236
0,305
0,407
175
0,235
0,353
141
0,271
0,384
100 mg Q2W
(0,223, 0,416)
(0,274, 0,605)
(0,160, 0,345)
(0,222, 0,562)
(0,170, 0,432) (0,227, 0,649)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
114
0,748
84
0,665
62
0,705
(0,542, 1,034)
(0,467, 0,949)
(0,421, 1,180)
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV1 in week 12 ten opzichte van de baseline
N
LS
LS gemiddeld
N
LS
LS
N
LS
LS
gemiddel
verschil t.o.v.
gemiddel
gemiddeld
gemiddel
gemiddeld
de t.o.v.
placebo
de t.o.v.
verschil t.o.v.
de t.o.v.
verschil
de
(95%-BI)
de
placebo
baseline i
t.o.v.
baseline
baseline
(95%-BI)
placebo
(95%-BI)
Dupilumab
229
10,53
5,21
168
10,15
5,32
141
11,36
6,74
100 mg Q2W
(2,14, 8,27)
(1,76, 8,88)
(2,54, 10,93)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
110
5,32
80
4,83
62
4,62
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEF 25-75% in week 12 ten opzichte van de baseline
N
LS
LS gemiddeld
N
LS
LS gemiddeld
N
LS
LS
gemiddelde verschil t.o.v.
gemiddelde verschil t.o.v.
gemiddelde
gemiddeld
t.o.v. de
placebo
t.o.v. de
placebo
t.o.v. de
verschil
baseline
(95%-BI)
baseline
(95%-BI)
baseline
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
Dupilumab
229
16,70
11,93
168
16,91
13,92
141
17,96
13,97
100 mg Q2W
(7,44, 16,43)
(8,89, 18,95)
(8,30, 19,65)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
110
4,76
80
2,99
62
3,98
Gemiddelde verandering in FEV1/FVC% in week 12 ten opzichte van de baseline
N
LS
LS gemiddeld
N
LS
LS gemiddeld
N
LS
LS
gemiddelde
verschil t.o.v.
gemiddelde
verschil t.o.v.
gemiddelde
gemiddeld
t.o.v. de
placebo
t.o.v. de
placebo
t.o.v. de
verschil
baseline
(95%-BI)
baseline
(95%-BI)
baseline
t.o.v.
placebo
(95%-BI)
Dupilumab
229
5,67
3,73
168
6,10
4,63
141
6,84
4,95
100 mg Q2W
(2,25, 5,21)
(2,97, 6,29)
(3,08, 6,81)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
110
1,94
80
1,47
62
1,89
ACQ-7-IA in week 24a
N
Responspe
OR t.o.v.
N
Responspe
OR
N
Responspe
OR t.o.v.
placebo
rcentage
placebo
rcentage
t.o.v.
rcentage
(95%-BI)
placebo
(95%-BI)
%
%
(95%-BI)
%
Dupilumab
236
79,2
1,82
175
80,6
2,79
141
80,9
2,60
100 mg Q2W
(1,02, 3,24)
(1,43, 5,44)
(1,21, 5,59)
(< 30 kg)/
( 30 kg)
Placebo
114
69,3
84
64,3
62
66,1
PAQLQ(S)-IA in week 24a
N
Responsperce
OR t.o.v.
N
Responspe
OR t.o.v.
N
Responsper
OR t.o.v.
ntage
placebo
rcentage
placebo
centage%
placebo
%
(95%-BI)
(95%-BI)
(95%-BI)
%
Dupilumab
211
73,0
1,57
158
72,8
1,84
131
75,6
2,09
100 mg Q2W
(0,87, 2,84)
(0,92, 3,65)
(0,95,
(< 30 kg)/
4,61)
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
107
65,4
81
63,0
61
67,2
aHet responspercentage werd gedefinieerd als een scoreverbetering van 0,5 of meer (schaalbereik 0-6 voor ACQ-7-IA en 1-7 voor
PAQLQ(S))
Er werden in het VOYAGE-onderzoek al in week 2 significante verbeteringen in het percentage
voorspelde FEV1 waargenomen, die aanhielden tot en met week 52.
Verbeteringen in het percentage voorspelde FEV1 in de loop der tijd in VOYAGE worden getoond in
figuur 8.
Figuur 8: Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV1 (L) voorafgaand aan
toediening van een bronchodilator in de loop der tijd ten opzichte van de baseline in VOYAGE
(eosinofielen in het bloed 150 cellen/mcl of FeNO 20 ppb bij de baseline, eosinofielen 300
cellen/mcl bij de baseline en FeNO 20 ppb bij de baseline)
Eosinofielen in het bloed 150
Eosinofielen in het bloed bij de
cellen/mcl of FeNO 20 ppb bij de
baseline
FeNO 20 ppb bij de baseline
baseline
300 cellen/mcl
In VOYAGE werd in de populatie met type 2 inflammatie het gemiddeld aantal kuren met systemische
corticosteroïden op jaarbasis als gevolg van astma verminderd met 59,3% ten opzichte van placebo
(0,350 [95%-BI: 0,256, 0,477] versus 0,860 [95%-BI: 0,616, 1,200]). In de populatie gedefinieerd door
eosinofielen in het bloed 300 cellen/mcl bij de baseline werd het gemiddeld aantal kuren met
systemische corticosteroïden op jaarbasis als gevolg van astma verminderd met 66,0% ten opzichte
van placebo (0,274 [95%-BI: 0,188, 0,399] versus 0,806 [95%-BI: 0,563, 1,154]).
Met dupilumab verbeterde de algehele gezondheidstoestand, gemeten aan de hand van de European
Quality of Life 5-Dimension Youth Visual Analog Scale (EQ-VAS), in zowel de populatie met type 2
inflammatie als die met aantal eosinofielen in het bloed 300 cellen/mcl bij de baseline in week 52;
het LS gemiddelde verschil ten opzichte van placebo was respectievelijk 4,73 (95%-BI: 1,18, 8,28) en
3,38 (95%-BI: -0,66, 7,43).
Met dupilumab verminderde de impact van astma van pediatrische patiënten op de kwaliteit van leven
van de verzorger, gemeten aan de hand van de Pediatric Asthma Quality of Life Questionnaire
(PACQLQ) in zowel de populatie met type 2 inflammatie als die met aantal eosinofielen in het bloed
300 cellen/mcl in week 52; het LS gemiddelde verschil ten opzichte van placebo was respectievelijk
0,47 (95%-BI: 0,22, 0,72) en 0,50 (95%-BI: 0,21, 0,79).
Demografie en baselinekenmerken van CRSwNP-onderzoeken
Parameter
SINUS-24
SINUS-52
(N = 276)
(N = 448)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
50,49 (13,39) 51,95 (12,45)
% Mannelijk
57,2
62,3
Gemiddelde CRSwNP-duur (jaren) (SD)
11,11 (9,16)
10,94 (9,63)
Patiënten met 1 eerdere chirurgie (%)
71,7
58,3
Patiënten met gebruik van systemische corticosteroïden in
64,9
80,1
de afgelopen 2 jaar (%)
Gemiddelde bilaterale endoscopische NPSa (SD), bereik 0
5,75 (1,28)
6,10 (1,21)
8
Gemiddelde neusverstopping (NC)-scorea (SD), bereik 03
2,35 (0,57)
2,43 (0,59)
19,03 (4,44)
17,96 (3,76)
24
Gemiddelde geurtest (UPSIT)-scorea (SD), bereik 040
14,56 (8,48)
13,61 (8,02)
Gemiddelde score verlies van reukzina (AM) (SD), bereik
2,71 (0,54)
2,75 (0,52)
03
Gemiddelde SNOT-22-totaalscorea (SD), bereik 0110
49,40 (20,20) 51,86 (20,90)
Gemiddelde schaal voor ernst van rinosinusitisa (VAS)
7,68 (2,05)
8,00 (2,08)
(SD), 010 cm
Gemiddelde bloedeosinofielen (cellen/mcl) (SD)
437 (333)
431 (353)
Gemiddeld totaal IgE (IE/ml) (SD)
211,97
239,84 (341,53)
(275,73)
Atopische (type 2 ontstekingsziekte) medische
voorgeschiedenis
75,4%
82,4%
% Algemeen
Astma (%)
58,3
59,6
Gemiddelde FEV1 (L) (SD)
2,69 (0,96)
2,57 (0,83)
Gemiddelde FEV1 percentage voorspeld (%) (SD)
85,30 (20,23) 83,39 (17,72)
Gemiddelde ACQ-6-scorea (SD)
1,62 (1,14)
1,58 (1,09)
NSAID-ERD (%)
30,4
26,8
aHogere scores geven een grotere ernst van de ziekte aan, behalve UPSIT waarbij hogere scores duiden
op lagere ernst van de ziekte; SD = standaarddeviatie; AM = ochtend; NPS = neuspoliepenscore;
UPSIT = geuridentificatietest van de University of Pennsylvania; SNOT-22 = 22-item Sino-Nasal
Outcome Test; VAS = visueel analoge schaal; FEV1 = geforceerd expiratoir volume in 1 seconde;
ACQ-6 = Asthma Control Questionnaire-6; NSAID-ERD = door aspirine/niet-steroïdale
ontstekingsremmers verergerde ademhalingsziekte
Klinische respons (SINUS-24 en SINUS-52)
De resultaten voor primaire en secundaire eindpunten van CRSwNP-onderzoeken zijn weergegeven in
tabel 23.
SINUS-24
SINUS-52
Placebo
Dupilumab
LS-
Placebo
Dupilumab
LS-
(N = 133)
300 mg Q2W
gemiddeld
(N = 153)
300 mg Q2W
gemiddeld
(N = 143)
verschil t.o.v.
(N = 295)
verschil t.o.v.
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
Primair eindpunt in week 24
Baseline LS
Baseline LS
LS
LS
Scores
gemid-
gemid- gemid-
gemid-
Baseline gemid-
Baseline gemid-
delde
delde delde
delde
gemid-
delde
gemid-
delde
veran-
veran-
delde
verande- delde
veran-
dering
dering
ring
dering
-2,06
-1,80
NPS
5,86
0,17
5,64
-1,89
5,96
0,10
6,18
-1,71
(-2,43, -1,69)
(-2,10, -1,51)
-0,89
-0,87
NC
2,45
-0,45
2,26
-1,34
2,38
-0,38
2,46
-1,25
(-1,07, -0,71)
(-1,03, -0,71)
Belangrijke secundaire eindpunten in week 24
LS
LS
LS
LS
Scores
Baseline gemid- Baseline gemid-
Baseline gemid-
Baseline gemid-
gemid-
delde gemid-
delde
gemid-
delde
gemid-
delde
delde
veran- delde
veran-
delde
veran-
delde
veran-
dering
dering
dering
dering
LMK sinus
-7,44
-5,13
19,55
-0,74
18,55
-8,18
17,65
-0,09
18,12
-5,21
CT-scan score
(-8,35, -6,53)
(-5,80, -4,46)
Totale
-2,61
-2,44
7,28
-1,17
6,82
-3,77
7,08
-1,00
7,30
-3,45
symptoomscore
(-3,04, -2,17)
(-2,87, -2,02)
10,56
10,52
UPSIT
14,44
0,70
14,68
11,26
13,78
-0,81
13,53
9,71
(8,79, 12,34)
(8,98, 12,07)
Verlies van
-1,12
-0,98
2,73
-0,29
2,70
-1,41
2,72
-0,23
2,77
-1,21
reukzin
(-1,31, -0,93)
(-1,15, -0,81)
-21,12
-17,36
SNOT-22
50,87
-9,31
48,0
-30,43 (-25,17, -
53,48
-10,40
51,02
-27,77 (-20,87, -
17,06)
13,85)
-3,20
-2,93
VAS
7,96
-1,34
7,42
-4,54
7,98
-1,39
8,01
-4,32
(-3,79, -2,60)
(-3,45, -2,40)
Een verlaging van de score geeft verbetering aan, behalve UPSIT waarbij een verhoging verbetering
aangeeft.
Totale symptoomscore is een samengestelde ernstscore die bestaat uit de som van dagelijkse
symptomen van NC, verlies van reukzin en anterieure/posterieure rinorroe.
NC = nasale congestie, NPS = neuspoliepenscore; LMK = Lund-Mackay-totaalscore op CT;
UPSIT = University of Pennsylvania smell identification test; SNOT-22 = 22-item Sino-Nasal
Outcome Test; TSS = totale symptoomscore; VAS = visueel analoge schaal voor rinosinusitis
(alle p-waarden < 0,0001, nominaal voor VAS)
De resultaten voor het SINUS-52-onderzoek in week 52 worden weergegeven in tabel 24.
Tabel 24:
Resultaten van de werkzaamheid in week 52 in het SINUS-52-onderzoek
Placebo
Dupilumab
LS-gemiddeld Dupilumab
LS-gemiddeld
(N = 153)
300 mg Q2W
verschil t.o.v.
300 mg Q2W-
verschil t.o.v.
(N = 150)
placebo (95%- Q4W
placebo (95%-
BI)
(N = 145)
BI)
Baseline LS
Baseline LS
Baseline LS
gemid-
gemid-
gemid-
gemid-
gemid-
gemid-
delde
delde
delde
delde
delde
delde
verande-
veran-
ring
ring
dering
-2,40
6,29
-2,06
-2,21
NPS
5,96
0,15
6,07
-2,24
(-2,77, -2,02)
(-2,59, -1,83)
-0,98
2,44
-1,48
-1,10
NC
2,38
-0,37
2,48
-1,35
(-1,17, -0,79)
(-1,29, -0,91)
LMK sinus
-6,94
17,81
-5,60
-5,71
17,65
0,11
18,42
-6,83
CT-scan score
(-7,87, -6,01)
(-6,64, -4,77)
Totale
-2,85
7,28
-4,16
-3,22
7,08
-0,94
7,31
-3,79
symptoomscore
(-3,35, -2,35)
(-3,73, -2,72)
10,30
13,60
9,99
10,76
UPSIT
13,78
-0,77
13,46
9,53
(8,50, 12,10)
(8,95, 12,57)
Verlies van
2,72
-0,19
2,81
-1,29
-1,10
2,73
-1,49
-1,30
reukzin
(-1,31, -0,89)
(-1,51, -1,09)
51,89
-30,52
-21,65
-20,96
SNOT-22
53,48
-8,88
50,16
-29,84
(-25,71, -
(-25,03, -16,89)
17,58)
-3,81
7,78
-4,39
-3,46
VAS
7,98
-0,93
8,24
-4,74
(-4,46, -3,17)
(-4,10, -2,81)
Een verlaging van de score geeft verbetering aan, behalve UPSIT waarbij een verhoging verbetering
aangeeft.
Totale symptoomscore is een samengestelde ernstscore die bestaat uit de som van dagelijkse
symptomen van NC, verlies van reukzin en anterieure/posterieure rinorroe.
NC = nasale congestie, NPS = neuspoliepenscore; LMK = Lund-Mackay-totaalscore op CT;
UPSIT = University of Pennsylvania smell identification test; SNOT-22 = 22-item Sino-Nasal
Outcome Test; TSS = totale symptoomscore; VAS = visueel analoge schaal voor rinosinusitis
(alle p-waarden < 0,0001)
Statistisch significante en klinisch betekenisvolle werkzaamheid werd waargenomen in SINUS-24 met
betrekking tot verbetering in bilaterale endoscopische NPS-score in week 24. In de periode na de
behandeling toen patiënten geen dupilumab meer kregen, verminderde het behandelingseffect na
verloop van tijd (zie afbeelding 9a). Vergelijkbare resultaten werden ook waargenomen in SINUS-52
in zowel week 24 als week 52 met een progressieve verbetering in de loop der tijd (zie figuur 9b).
Afbeelding 9a. SINUS-24
Afbeelding 9b. SINUS-52
In beide onderzoeken werden significante verbeteringen in NC en ernst van dagelijks verlies van
reukzin al waargenomen bij de eerste beoordeling in week 4. Het LS-gemiddelde verschil voor NC in
week 4 in de dupilumabgroep t.o.v. placebo was -0,41 (95%-BI: -0,52, -0,30) in SINUS-24 en -0,37
(95%-BI: -0,46, -0,27) in SINUS-52. Het LS-gemiddelde verschil voor verlies van reukzin in week 4
in de dupilumabgroep t.o.v. placebo was -0,34 (95%-BI: -0,44, -0,25) in SINUS-24 en -0,31 (95%-BI:
-0,41, -0,22) in SINUS-52.
Een vermindering in het aandeel patiënten met anosmie werd waargenomen in SINUS-24 en SINUS-
52. Bij de baseline had 74% tot 79% van de patiënten anosmie, wat werd verlaagd tot 24% in SINUS-
24 en 30% in SINUS-52 in week 24, in vergelijking met geen verandering bij placebo. Verbeteringen
in de NPIF (nasal peak inspiratory flow) werden waargenomen in SINUS-24 en SINUS-52 in week 24.
Het LS-gemiddelde verschil in de dupilumabgroep t.o.v. placebo was respectievelijk 40,4 l/min (95%-
BI: 30,4, 50,4) en 36,6 l/min (95%-BI: 28,0, 45,3).
Bij de patiënten met een VAS-score voor rinosinusitis > 7 bij de baseline, bereikte een hoger
percentage patiënten VAS 7 in de dupilumabgroep vergeleken met de placebogroep (83,3% versus
39,4% in SINUS-24 en 75,0% versus 39,3% in SINUS-52) in week 24.
In de vooraf gespecificeerde multipliciteitsgecorrigeerde samengevoegde analyse van twee
onderzoeken resulteerde de behandeling met dupilumab in een significante vermindering van het
gebruik van systemische corticosteroïden en de noodzaak van sinonasale chirurgie t.o.v. een placebo
(HR van 0,24; 95%-BI: 0,17, 0,35) (zie afbeelding 10). Het aandeel patiënten dat systemische
corticosteroïden vereiste, was verminderd met 74% (HR van 0,26; 95%-BI: 0,18, 0,38). Het totale
aantal systemische corticosteroïdenkuren per jaar werd verminderd met 75% (HR van 0,25; 95%-BI:
0,17, 0,37). De gemiddelde individuele jaarlijks voorgeschreven totale dosis van systemische
corticosteroïden (in mg) tijdens de behandelingsperiode was 71% lager in de gepoolde
dupilumabgroep in vergelijking met de gepoolde placebogroep respectievelijk (60,5 [531,3] mg versus
209,5 [497,2] mg). Het percentage patiënten dat een operatie nodig had, was verminderd met 83% (HR
van 0,17; 95%-BI: 0,07, 0,46).
De effecten van dupilumab op de primaire eindpunten van NPS en neusverstopping en het
belangrijkste secundaire eindpunt van de LMK-score op CT-sinus, waren consistent bij patiënten met
en zonder eerdere chirurgie.
Bij patiënten met comorbide astma werden significante verbeteringen in FEV1 en ACQ-6
waargenomen in week 24 ongeacht de bloedeosinofielenwaarden op baseline. De samengevoegde LS-
gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline in FEV1 in week 24 voor dupilumab 300 mg
Q2W was 0,14 ten opzichte van -0,07 l voor placebo, voor een verschil van 0,21 l (95%-BI: 0,13,
0,29). Bovendien werden verbeterde waarden in FEV1 opgemerkt vanaf de eerste beoordeling na
baseline, in week 8 in SINUS-24 en week 4 in SINUS-52. Verbeteringen in ACQ-6 bij patiënten met
comorbide astma werden in beide onderzoeken waargenomen. Een respons werd gedefinieerd als een
scoreverbetering van 0,5 of meer. Het LS-gemiddelde verschil in de dupilumabgroep t.o.v. placebo in
week 24 was -0,76 (95%-BI: -1,00 tot -0,51) in SINUS-24 en -0,94 (95%-BI: -1,19, -0,69) in SINUS-
52.
Het ACQ-6-responspercentage voor dupilumab 300 mg Q2W voor SINUS-24 in week 24 was 56% ten
opzichte van 28% bij placebo (odds ratio 3,17; 95%-BI: 1,65, 6,09). Het ACQ-6-responspercentage
voor dupilumab 300 mg Q2W voor SINUS-52 was 46% ten opzichte van 14% bij placebo in week 52
(odds ratio 7,02; 95%-BI: 3,10, 15,90).
Bij patiënten met NSAID-ERD waren de effecten van dupilumab op de primaire eindpunten van NPS
en NC en het belangrijkste secundaire eindpunt van de LMK-score op CT-sinus consistent met die
waargenomen in de totale CRSwNP-populatie.
Pediatrische patiënten
Atopische dermatitis
De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab werden vastgesteld bij adolescenten van 12 tot en met
17 jaar oud met matige tot ernstige atopische dermatitis in onderzoek AD-1526 waarin 251
adolescenten werden ingeschreven. De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab werden vastgesteld
bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met ernstige atopische dermatitis in onderzoek AD-1652 waarin
367 pediatrische patiënten werden ingeschreven. Het gebruik is ondersteund door onderzoek AD-1434
waarin patiënten werden ingeschreven die onderzoek AD-1526 hadden voltooid (136 matige en 64
ernstige op het moment van inschrijving in onderzoek AD-1434) en patiënten die onderzoek AD-1652
hadden voltooid (110 matige en 72 ernstige op het moment van inschrijving in onderzoek AD-1434).
De veiligheid en werkzaamheid waren over het algemeen consistent tussen kinderen van 6 tot en met
11 jaar oud, adolescente patiënten en volwassen patiënten met atopische dermatitis (zie rubriek 4.8).
De veiligheid en werkzaamheid bij pediatrische patiënten van < 6 jaar oud met atopische dermatitis
werden niet vastgesteld.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
argininehydrochloride
histidine
polysorbaat 80 (E433)
natriumacetaattrihydraat
ijsazijn (E260)
sucrose
water voor injecties
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten of voorgevulde pennen bewaren bij kamertemperatuur
tot 25°C voor maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Indien de verpakking permanent uit de
koelkast gehaald moet worden, kan de datum hiervan op de verpakking genoteerd worden. Nadat
Dupixent uit de koelkast is gehaald, moet het binnen 14 dagen worden gebruikt of weggegooid.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/001
EU/1/17/1229/002
EU/1/17/1229/003
EU/1/17/1229/004
EU/1/17/1229/005
EU/1/17/1229/006
EU/1/17/1229/007
EU/1/17/1229/008
EU/1/17/1229/017
EU/1/17/1229/018
EU/1/17/1229/019
EU/1/17/1229/020
EU/1/17/1229/026
EU/1/17/1229/027
EU/1/17/1229/028
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 26 september 2017
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Dupilumab 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Elke voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml
(175 mg/ml).
Dupilumab 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Elke voorgevulde pen voor eenmalig gebruik bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml
(175 mg/ml).
Dupilumab is een volledig humaan monoklonaal antilichaam en wordt geproduceerd uit ovariumcellen
van de Chinese hamster (CHO, Chinese hamster ovary) door middel van recombinant-DNA-
technologie.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectie)
Een heldere tot licht doorschijnende, kleurloze tot lichtgele steriele oplossing, die vrij is van zichtbare
deeltjes, met een pH van ongeveer 5,9.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Atopische dermatitis
Volwassenen en adolescenten
Dupixent is geïndiceerd voor de behandeling van matige tot ernstige atopische dermatitis bij
volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder die in aanmerking komen voor een systemische
behandeling.
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
Dupixent is geïndiceerd voor de behandeling van ernstige atopische dermatitis bij kinderen van 6 tot
en met 11 jaar oud die in aanmerking komen voor systemische behandeling.
Astma
Volwassenen en adolescenten
Lichaamsgewicht
Initiële dosis
Volgende doses
van de patiënt
(eenmaal per twee weken)
minder dan 60 kg
400 mg (twee injecties van 200 mg)
200 mg
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
De aanbevolen dosis dupilumab voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud is gespecificeerd in
tabel 2.
Tabel 2: Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud
met atopische dermatitis
Lichaamsgewicht
Initiële dosis
Volgende doses
van de patiënt
15 kg tot
300 mg (één injectie van 300 mg) op dag 300 mg elke 4 weken (Q4W)*,
minder dan 60 kg
1, gevolgd door 300 mg op dag 15
te starten 4 weken na de dosis van
dag 15
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg elke twee weken (Q2W)
Een initiële dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg), gevolgd door 200 mg eenmaal per
twee weken, toegediend als subcutane injectie.
·
Voor patiënten met ernstig astma en die orale corticosteroïden gebruiken, of voor patiënten met
ernstig astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met
comorbide ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen, een initiële dosis van 600 mg
(twee injecties van 300 mg), gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als
subcutane injectie.
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar
De aanbevolen dosis dupilumab voor pediatrische patiënten van 6 tot en met 11 jaar staat vermeld in
tabel 3.
Tabel 3: Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar
met astma
Lichaamsgewicht
Eerste en daaropvolgende doses
15 tot minder dan 30 kg
100 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
30 tot minder dan 60 kg
200 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
60 kg of meer
200 mg elke twee weken (Q2W)
Voor pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar) met astma en comorbide ernstige atopische
dermatitis moet volgens de goedgekeurde indicatie de aanbevolen dosis in tabel 2 worden gevolgd.
Patiënten die gelijktijdig orale corticosteroïden ontvangen, kunnen hun dosis steroïden verlagen als er
klinische verbetering is opgetreden met dupilumab (zie rubriek 5.1). Het verlagen van steroïden dient
geleidelijk te gebeuren (zie rubriek 4.4).
Dupilumab is bedoeld voor langdurige behandeling. De noodzaak van het voortzetten van de
behandeling dient ten minste jaarlijks geëvalueerd te worden op basis van de beoordeling van de arts
op de mate van astmacontrole van de patiënt.
Gemiste dosis
In het geval van een gemiste dosis, dient deze zo snel mogelijk te worden toegediend. Daarna dient de
dosering volgens het normale tijdschema te worden hervat.
Systeem/orgaanklasse
Frequentie
Bijwerking
volgens MedDRA
Infecties en parasitaire
Vaak
Conjunctivitis*
aandoeningen
Orale herpes*
Bloed- en
Vaak
Eosinofilie
lymfestelselaandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen Soms
Angio-oedeem#
Zelden
Anafylactische reactie
Serumziekte
Serumziekteachtige reacties
Oogaandoeningen
Vaak
Allergische conjunctivitis*
Soms
Keratitis*#
Blefaritis*
Oculaire pruritus*
Droog oog*
Zelden
Ulceratieve keratitis*#
Huid- en onderhuidaan-
Soms
Rash in gezicht#
doeningen
Skeletspierstelsel- en
Vaak
Artralgie#
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Vaak
Reacties op de injectieplaats (waaronder
toedieningsplaatsstoornissen
erytheem, oedeem, pruritus, pijn en zwelling)
* Oogaandoeningen en orale herpes deden zich vooral voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
De frequenties voor oculaire pruritus, blefaritis en droog oog waren vaak en ulceratieve keratitis deed
zich soms voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
#Uit postmarketing rapportering.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Overgevoeligheid
Er zijn na toediening van dupilumab gevallen van een anafylactische reactie, angio-oedeem, serumziekte
of een serumziekteachtige reactie gemeld
(zie rubriek 4.4).
Conjunctivitis en keratitis gerelateerde voorvallen
Conjunctivitis en keratitis kwamen vaker voor bij patiënten met atopische dermatitis die dupilumab
ontvingen ten opzichte van placebo in studies naar atopische dermatitis. De meeste patiënten met
conjunctivitis of keratitis herstelden of waren herstellende tijdens de behandelingsperiode. In de
langetermijn OLE-studie naar atopische dermatitis (AD-1225) bleven de respectieve percentages voor
conjunctivitis en keratitis na 3 jaar vergelijkbaar met die van de dupilumab-groep in de
placebogecontroleerde studies naar atopische dermatitis. Bij de patiënten met astma was de frequentie
van conjunctivitis en keratitis lager en vergelijkbaar tussen dupilumab en placebo. Bij CRSwNP-
patiënten was de frequentie van conjunctivitis hoger met dupilumab dan met placebo, hoewel lager
dan waargenomen bij patiënten met atopische dermatitis. Er werden geen gevallen van keratitis
gemeld in het CRSwNP-ontwikkelingsprogramma (zie rubriek 4.4).
Eczema herpeticum
Eczema herpeticum werd gemeld bij < 1% van de dupilumab groepen en bij < 1% van de placebogroep
in de 16 weken durende monotherapie studies bij volwassenen met atopische dermatitis. In de 52 weken
durende dupilumab + TCS studie bij volwassenen met atopische dermatitis is eczema herpeticum gemeld
bij 0,2% van de dupilumab + TCS-groep en 1,9% van de placebo + TCS-groep. Deze percentages bleven
stabiel na 3 jaar in de langetermijn OLE-studie (AD-1225).
Eosinofilie
Patiënten die werden behandeld met dupilumab hadden een grotere gemiddelde initiële verhoging
vanaf baseline van het aantal eosinofielen in vergelijking met patiënten die met een placebo werden
behandeld. Het aantal eosinofielen nam af gedurende de onderzoeksbehandeling tot nabij het niveau
bij baseline en ging terug naar de baselinewaarden tijdens de astma open-label
uitbreidingsveiligheidsstudie (TRAVERSE). De gemiddelde concentratie eosinofielen in het bloed
daalde tot onder de baseline tegen week 20 en bleef tot 3 jaar behouden in de langetermijn OLE-studie
(AD-1225).
Tijdens de behandeling optredende eosinofilie ( 5.000 cellen/mcl) werd gemeld bij < 2% van de
patiënten behandeld met dupilumab en < 0,5% bij patiënten die placebo ontvingen (onderzoeken
SOLO1, SOLO2, AD-1021, DRI12544, QUEST, SINUS-24 en SINUS-52) (zie rubriek 4.4).
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Overige dermatologische preparaten, dermatica met uitsluiting van
corticosteroïden, ATC-code: D11AH05 =
Werkingsmechanisme
Dupilumab is een recombinant humaan IgG4 monoklonaal antilichaam dat de signaaltransductie van
interleukine-4 en interleukine-13 blokkeert. Dupilumab blokkeert IL-4-signaaltransductie via de type
I-receptor (IL-4R/c), en zowel IL-4- als IL-13-signaaltransductie via de type II-receptor (IL-4R/IL-
13R). IL-4 en IL-13 spelen een belangrijke rol bij humane ziekten met type 2 inflammatie, zoals
atopische dermatitis en astma. Het blokkeren van het IL-4/IL-13-signaalpad met dupilumab bij
patiënten bracht een afname van veel van de mediatoren van type 2 inflammatie.
Farmacodynamische effecten
In klinische studies bij atopische dermatitis werd de behandeling met dupilumab geassocieerd met een
afname ten opzichte van baseline van concentraties van type 2-immuniteitsbiomarkers, zoals `thymus
and activation-regulated chemokine'(TARC/CCL17), totaal serum IgE en allergeenspecifiek IgE in
serum. Een afname in lactaatdehydrogenase (LDH), een biomarker geassocieerd met ziekteactiviteit en
ernst bij atopische dermatitis, werd waargenomen bij behandeling met dupilumab van volwassenen en
adolescenten met atopische dermatitis.
Bij volwassen en adolescente patiënten met astma namen FeNO en circulerende concentraties van
eotaxine-3, totaal IgE, allergeenspecifiek IgE, TARC en periostine, de type 2-biomarkers die in
klinische onderzoeken zijn beoordeeld, aanzienlijk af bij behandeling met dupilumab ten opzichte van
placebo. Deze afnames in type 2 ontstekingsbiomarkers waren vergelijkbaar voor de schema's van
200 mg Q2W en 300 mg Q2W. Bij pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar) met astma namen
FeNO en circulerende concentraties van totaal IgE, allergeenspecifiek IgE, en TARC, de type 2-
biomarkers die in klinische onderzoeken zijn beoordeeld, aanzienlijk af bij behandeling met
dupilumab ten opzichte van placebo. Na 2 weken behandeling waren de markers nabij de maximale
onderdrukking, afgezien van IgE, dat in langzamere mate afnam. Deze effecten werden gedurende de
behandeling behouden.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij atopische dermatitis
Adolescenten met atopische dermatitis (12 tot en met 17 jaar oud)
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab als monotherapie bij adolescente patiënten werden
beoordeeld in een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek
Klinische respons
De werkzaamheidsresultaten in week 16 voor het atopische dermatitis-onderzoek bij adolescenten
worden gepresenteerd in tabel 5.
Tabel 5: Werkzaamheidsresultaten van dupilumab in het atopische dermatitisonderzoek bij
adolescenten in week 16 (FAS))
AD-1526 (FAS)a
Placebo
Dupilumab
200 mg (< 60 kg) en
300 mg ( 60 kg)
Q2W
Gerandomiseerde patiënten
85a
82a
AD-1526 (FAS)a
Placebo
Dupilumab
200 mg (< 60 kg) en
300 mg ( 60 kg)
Q2W
IGA 0 of 1b,% respondersc
2,4%
24,4%
EASI-50,% respondersc
12,9%
61,0%
EASI-75,% respondersc
8,2%
41,5%
EASI-90,% respondersc
2,4%
23,2%
EASI, LS gemiddelde % verandering vanaf
-23,6%
-65,9%
baseline (+/- SE)
(5,49)
(3,99)
SCORAD, LS gemiddelde% verandering vanaf
-17,6%
-51,6%
baseline (+/- SE)
(3,76)
(3,23)
Pruritus NRS, LS gemiddelde% verandering
-19,0%
-47,9%
vanaf baseline (+/- SE)
(4,09)
(3,43)
Pruritus NRS (> 4 punten verbetering),%
4,8%
36,6%
respondersc
BSA LS gemiddelde verandering vanaf baseline
-11,7%
-30,1%
(+/- SE)
(2,72)
(2,34)
CDLQI, LS gemiddelde verandering vanaf
-5,1
-8,5
baseline
(0,62)
(0,50)
(+/-SE)
CDLQI, ( 6 punten verbetering),% responders
19,7%
60,6%
POEM, LS gemiddelde verandering vanaf
-3,8
-10,1
baseline
(0,96)
(0,76)
(+/- SE)
POEM, (
6 punten verbetering),% responders
9,5%
63,4%
a Volledige analysenet (FAS, full analysis set) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
b Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 ('schoon' of 'bijna schoon') met een
afname van 2 punten op een IGA-schaal van 0-4.
c Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, werden
beschouwd als non-responders (respectievelijk 58,8% en 20,7% in de placebo- en dupilumab-groep).
Alle p-waarden < 0,0001
Een hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar placebo had reddingmedicatie nodig (topische
corticosteroïden, systemische corticosteroïden of systemische niet-steroïde immunosuppressiva)
vergeleken met de dupilumab-groep (respectievelijk 58,8% en 20,7%).
Een significant hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar dupilumab bereikte een snelle
verbetering op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo (gedefinieerd als > 4 punten verbetering al
in week 4; nominale p < 0,001) en het aandeel patiënten dat reageerde op de pruritus-NRS bleef stijgen
gedurende de behandelingsperiode (zie afbeelding 1). De verbetering in pruritus-NRS viel samen met
de verbetering van objectieve symptomen van atopische dermatitis.
a In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden proefpersonen die een
reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b Volledige analyseset (FAS) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
De dupilumab-groep vertoonde een belangrijke verbetering in door de patiënt gerapporteerde
symptomen en in de impact van AD op slaap en gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals
gemeten met respectievelijk de POEM, SCORAD en CDLQI-scores in week 16 wanneer vergeleken
met placebo.
De werkzaamheid op lange termijn van dupilumab bij adolescente patiënten met matige tot ernstige
AD die hadden deelgenomen aan eerdere klinische onderzoeken met dupilumab, werd beoordeeld in
een open-label uitbreidingsonderzoek (AD-1434). Werkzaamheidsgegevens uit dit onderzoek
suggereren dat het klinisch voordeel dat in week 16 werd ondervonden, bleef aanhouden tot en met
week 52.
Pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar oud)
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab bij pediatrische patiënten gelijktijdig behandeld met
TCS werd beoordeeld in een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd
onderzoek (AD-1652) bij 367 patiënten van 6 tot en met 11 jaar oud met AD gedefinieerd door een
IGA-score van 4 (schaal van 0 tot 4), een EASI-score van 21 (schaal van 0 tot 72) en een minimale
BSA-betrokkenheid van 15%. De patiënten die in aanmerking kwamen voor deelname aan dit
onderzoek hadden eerder onvoldoende respons op topische medicatie. Inschrijving werd gestratificeerd
volgens gewicht bij de baseline (< 30 kg; 30 kg).
Patiënten in de dupilumab Q2W + TCS-groep met een baselinegewicht van < 30 kg ontvingen een
initiële dosis van 200 mg op dag 1, gevolgd door 100 mg Q2W van week 2 tot week 14, en patiënten
met een baselinegewicht van 30 kg ontvingen een initiële dosis van 400 mg op dag 1, gevolgd door
200 mg Q2W van week 2 tot week 14. Patiënten in de dupilumab Q4W + TCS-groep ontvingen een
initiële dosis van 600 mg op dag 1, gevolgd door 300 mg Q4W van week 4 tot week 12, ongeacht hun
gewicht. Het was patiënten toegestaan een `reddingsbehandeling' (rescue treatment) te ontvangen
afhankelijk van het oordeel van de onderzoeker. Patiënten die een reddingsbehandeling hadden
gekregen, werden beschouwd als non-responder.
In dit onderzoek was de gemiddelde leeftijd 8,5 jaar, het mediane gewicht 29,8 kg, 50,1% was
vrouwelijk, 69,2% was blank, 16,9% had een donkere huidskleur en 7,6% was Aziatisch. Bij de
baseline was de gemiddelde BSA-betrokkenheid 57,6% en 16,9% van de patiënten had eerder
systemische niet-steroïdale immunosuppressiva gekregen. Daarnaast was bij baseline de gemiddelde
EASI-score 37,9 en de score voor het wekelijks gemiddelde van dagelijkse ergste jeuk 7,8 op een
schaal van 0-10, de baseline gemiddelde SCORAD-score was 73,6, de baseline POEM-score was 20,9
Dupilumab
Placebo
Dupilumab
Placebo
300 mg Q4Wd
+TCS
200 mg Q2We
+ TCS
+ TCS
+ TCS
(N=122)
(N=123)
(N=59)
(N=62)
15 kg
15 kg
30 kg
30 kg
IGA 0 of 1b,% respondersc
32,8%
11,4%
39,0%
9,7%
EASI-50,% respondersc
91,0%
43,1%
86,4%
43,5%
EASI-75,% respondersc
69,7%
26,8%
74,6%
25,8%
EASI-90,% respondersc
41,8%
7,3%
35,6%
8,1%
EASI, LS gemiddelde%
-82,1%
-48,6%
-80,4%
-48,3%
verandering vanaf baseline (+/-
(2,37)
(2,46)
(3,61)
(3,63)
SE)
SCORAD, LS gemiddelde%
-62,4%
-29,8%
-62,7%
-30,7%
verandering vanaf baseline (+/-
(2,13)
(2,26)
(3,14)
(3,28)
SE)
Pruritus NRS, LS gemiddelde%
-54,6%
-25,9%
-58,2%
-25,0%
verandering vanaf baseline (+/-
(2,89)
(2,90)
(4,01)
(3,95)
SE)
Pruritus NRS (> 4 punten
verbetering),% respondersc
50,8%
12,3%
61,4%
12,9%
BSA LS gemiddelde verandering
-40,5
-21,7
-38,4
-19,8
vanaf baseline (+/- SE)
(1,65)
(1,72)
(2,47)
(2,50)
CDLQI, LS gemiddelde
-10,6
-6,4
-9,8
-5,6
verandering vanaf baseline (+/-
(0,47)
(0,51)
(0,63)
(0,66)
SE)
CDLQI, ( 6 punten
77,3%
38,8%
80,8%
35,8%
verbetering),% responders
POEM, LS gemiddelde
-13,6
-5,3
-13,6
-4,7
verandering vanaf baseline (+/-
(0,65)
(0,69)
(0,90)
(0,91)
SE)
81,7%
32,0%
79,3%
31,1%
aVolledige analyseset (FAS, full analysis set) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
b Responder was gedefinieerd als een patiënt met een IGA 0 of 1 ('schoon' of 'bijna schoon').
c Patiënten die een reddingsbehandeling hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, werden
beschouwd als non-responders.
d Op dag 1 ontvingen patiënten 600 mg dupilumab (zie rubriek 5.2).
e Op dag 1 ontvingen patiënten 400 mg (baselinegewicht 30 kg) dupilumab.
Een hoger percentage patiënten gerandomiseerd naar dupilumab + TCS bereikte een verbetering van
de piekscore op de pruritus-NRS in vergelijking met placebo + TCS (gedefinieerd als een verbetering
van 4 punten in week 4). Zie afbeelding 2.
Afbeelding 2: Percentage pediatrische patiënten met 4 punten verbetering van de piekscore op
de pruritus-NRS in onderzoek AD-1652a (FAS)b
a In de primaire analysen van de werkzaamheidseindpunten werden proefpersonen die een reddingsbehandeling
hadden gekregen of bij wie gegevens ontbraken, beschouwd als non-responders.
b Volledige analyseset (FAS) omvat alle gerandomiseerde patiënten.
c Op dag 1 ontvingen patiënten 600 mg dupilumab (zie rubriek 5.2).
d Op dag 1 ontvingen patiënten 400 mg (baselinegewicht 30 kg) dupilumab.
In de dupilumab-groepen waren significante verbeteringen te zien in door de patiënt gerapporteerde
symptomen, de impact van AD op slaap en gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit, zoals gemeten
met respectievelijk de POEM-, SCORAD- en CDLQI-scores in week 16 wanneer vergeleken met
placebo.
De werkzaamheid en veiligheid op lange termijn van dupilumab + TCS bij pediatrische patiënten met
matige tot ernstige AD die hadden deelgenomen aan de eerdere klinische onderzoeken met dupilumab
+ TCS, werden beoordeeld in een open-label uitbreidingsonderzoek (AD-1434).
Werkzaamheidsgegevens uit dit onderzoek suggereren dat het klinisch voordeel dat in week 16 werd
ondervonden, bleef aanhouden tot en met week 52. Sommige patiënten die dupilumab 300 mg Q4W +
TCS ontvingen, vertoonden verder klinisch voordeel wanneer verhoogd naar dupilumab 200 mg Q2W
+ TCS. Het veiligheidsprofiel van dupilumab bij patiënten die gevolgd werden tot en met week 52 was
gelijkaardig met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in week 16 in de AD-1526- en AD-
1652-onderzoeken.
Volwassenen met atopische dermatitis
Parameter
DRI12544
QUEST
VENTURE
(n = 776)
(n = 1902)
(n = 210)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
48,6 (13,0)
47,9 (15,3)
51,3 (12,6)
63,1
62,9
60,5
% Blank
78,2
82,9
93,8
Duur van astma (jaren), gemiddelde ± SD
22,03 (15,42)
20,94 (15,36)
19,95 (13,90)
Nooit gerookt, (%)
77,4
80,7
80,5
Gemiddeld aantal exacerbaties in voorgaand
2,17 (2,14)
2,09 (2,15)
2,09 (2,16)
jaar ± SD
Gebruik hoge dosis ICS (%)
49,5
51,5
88,6
Predosis FEV1 (L) bij baseline ± SD
1,84 (0,54)
1,78 (0,60)
1,58 (0,57)
Gemiddeld percentage voorspelde FEV1 bij
60,77 (10,72)
58,43 (13,52)
52,18 (15,18)
baseline (%)(± SD)
% Reversibiliteit (± SD)
26,85 (15,43)
26,29 (21,73)
19,47 (23,25)
Gemiddelde ACQ-5-score (± SD)
2,74 (0,81)
2,76 (0,77)
2,50 (1,16)
Gemiddelde AQLQ-score (± SD)
4,02 (1,09)
4,29 (1,05)
4,35 (1,17)
Medische atopische voorgeschiedenis%
72,9
77,7
72,4
algeheel
(8,0, 10,6, 61,7)
(10,3, 12,7, 68,6)
(7,6, 21,0, 55,7)
(AD%, NP%, AR%)
Gemiddelde FeNO ppb (± SD)
39,10 (35,09)
34,97 (32,85)
37,61 (31,38)
% patiënten met FeNO ppb
25
49,9
49,6
54,3
50
21,6
20,5
25,2
Gemiddeld totaal IgE IE/ml
(± SD)
435,05 (753,88)
432,40 (746,66)
430,58 (775,96)
Gemiddeld aantal eosinofielen bij baseline (±
350 (430)
360 (370)
350 (310)
SD) cellen/mcl
% patiënten met EOS
150 cellen/mcl
77,8
71,4
71,4
300 cellen/mcl
41,9
43,7
42,4
ICS = inhaleerbare corticosteroïden; FEV1 = `forced expiratory volume', geforceerd expiratoir volume in 1
seconde; ACQ-5 = vragenlijst Asthma Control Questionnaire-5; AQLQ = vragenlijst Asthma Quality of Life
Questionnaire; AD = atopische dermatitis; NP = nasale poliepen; AR = allergische rinitis; FeNO = `fraction of
exhaled nitric oxide', stikstofmonoxide in de uitademingslucht; EOS = bloedeosinofielen
aDe populatie in de dupilumab astmaonderzoeken was inclusief patiënten met medium en hoge doses ICS. De
medium dosis ICS was gedefinieerd als gelijk aan 500 mcg fluticason of equivalent per dag.
Exacerbaties
In de algehele populatie in DRI12544 en QUEST, werden bij proefpersonen die eenmaal per twee
weken dupilumab 200 mg of 300 mg ontvingen belangrijke afnames waargenomen van de aantallen
ernstige astma-exacerbaties in vergelijking met placebo. Er waren grotere afnames in exacerbaties bij
proefpersonen met hogere waarden bij baseline van type 2 ontstekingsbiomarkers, zoals
bloedeosinofielen of FeNO (tabel 8 en tabel 9).
Tabel 8: Ratio ernstige exacerbaties in DRI12544 en QUEST (baseline bloedeosinofielenwaarden
150 en 300 cellen/mcl)
Behandeling
Baseline bloed EOS
150 cellen/mcl
300 cellen/mcl
Exacerbaties per jaar
Exacerbaties per jaar
Percentage
Percen-
N
Percentage Percentage
(95% CI)
tage
%
(95% CI)
verhou-
%
verhou-
Afna-
ding
Afna-
ding
me
(95%CI)
me
(95%CI)
Alle ernstige exacerbaties
DRI12544 studie
Dupilumab 200 mg Q2W
120
0,29
0,28a
72%
65
0,30
0,29c
71%
(0,16, 0,53)
(0,14,
(0,13, 0,68)
(0,11, 0,76)
0,55)
Dupilumab 300 mg
129
0,28
0,27b
73%
64
0,20
0,19d
81%
Q2W
(0,16, 0,50)
(0,14,
(0,08, 0,52)
(0,07, 0,56)
0,52)
Placebo
127
1,05
68
1,04
(0,69, 1,60)
(0,57, 1,90)
QUEST studie
Dupilumab 200 mg
437
0,45
0,44e
56%
264
0,37
0,34e
66%
Q2W
(0,37, 0,54)
(0,34,
(0,29, 0,48)
(0,24, 0,48)
0,58)
Placebo
232
1,01
148
1,08
(0,81, 1,25)
(0,85, 1,38)
Dupilumab 300 mg
452
0,43
0,40e
60%
277
0,40
0,33e
67%
Q2W
(0,36, 0,53)
(0,31,
(0,32, 0,51)
(0,23, 0,45)
0,53)
Placebo
237
1,08
142
1,24
(0,88, 1,33)
(0,97, 1,57)
ap-waarde = 0,0003, bp-waarde = 0,0001, cp-waarde = 0,0116, dp-waarde = 0,0024, ep-waarde < 0,0001
Tabel 9:
Ratio ernstige exacerbaties in QUEST bij baseline FeNO-subgroepen
Behandeling
Exacerbaties per jaar
Afname-
N
Ratio
Aantal ratio
percentage
(95% BI)
(95%BI)
FeNO 25 ppb
Dupilumab 200 mg Q2W
299
0,35 (0,27, 0,45)
0,35 (0,25, 0,50) a
65%
Placebo
162
1,00 (0,78, 1,30)
Dupilumab 300 mg Q2W
310
0,43 (0,35, 0,54)
0,39 (0,28, 0,54) a
61%
Placebo
172
1,12 (0,88, 1,43)
FeNO 50 ppb
Dupilumab 200 mg Q2W
119
0,33 (0,22, 0,48)
0,31 (0,18, 0,52) a
69%
Placebo
71
1,057 (0,72, 1,55)
Dupilumab 300 mg Q2W
124
0,39 (0,27, 0,558)
0,31 (0,19, 0,49) a
69%
Placebo
75
1,27 (0,90, 1,80)
ap-waarde < 0,0001
In de gepoolde analyse van DRI12544 en QUEST werden ziekenhuisopnames en/of bezoeken aan de
spoedeisende eerste hulp als gevolg van ernstige exacerbaties verminderd met respectievelijk 25,5% en
46,9% bij dupilumab 200 mg of 300 mg eenmaal per twee weken.
Longfunctie
Klinisch belangrijke toenames in prebronchodilator FEV1 werden waargenomen in week 12 voor
DRI12544 en QUEST. Er waren grotere verbeteringen in FEV1 bij proefpersonen met hogere
baselinewaarden type 2 ontstekingsbiomarkers (zoals bloedeosinofielen of FeNO) (tabel 10 en tabel
11).
Afbeelding 3: Gemiddelde verandering vanaf baseline in prebronchodilator FEV1 (L) in tijd
(eosinofielen bij baseline 150 en 300 cellen/mcl en FeNO 25 ppb) in QUEST
QUEST: bloedeosinofielen
QUEST: bloedeosinofielen
QUEST: FeNO 25
150 cellen/mcl
300 cellen/mcl
ppb
Tabel 10: Gemiddelde verandering vanaf baseline in prebronchodilator FEV1 in week 12 in
DRI12544 en QUEST (bloedeosinofielenwaarden bij baseline 150 en 300 cellen/mcl)
Behandeling
Baseline bloed EOS
150 cellen/mcl
300 cellen/mcl
N
LS gemiddelde
LS
N
LS
LS
vanaf baseline gemiddelde
gemiddelde
gemiddelde
L (%)
verschilt.o.v.
vanaf
verschil
placebo
baseline
t.o.v.
(95% BI)
L (%)
placebo
(95% BI)
DRI12544 studie
Dupilumab200 mg Q2W
120
0,32 (18,25)
0,23a
65
0,43 (25,9)
0,26c
(0,13, 0,33)
(0,11, 0,40)
Dupilumab300 mg Q2W
129
0,26 (17,1)
0,18b
64
0,39 (25,8)
0,21d
(0,08, 0,27)
(0,06, 0,36)
Placebo
127
0,09 (4,36)
68
0,18 (10,2)
QUEST studie
Dupilumab200 mg Q2W
437
0,36 (23,6)
0,17e
264
0,43 (29,0)
0,21e
(0,11, 0,23)
(0,13, 0,29)
Placebo
232
0,18 (12,4)
148
0,21 (15,6)
Dupilumab300 mg Q2W
452
0,37 (25,3)
0,15e
277
0,47 (32,5)
0,24e
(0,09, 0,21)
(0,16, 0,32)
Placebo
237
0,22 (14,2)
142
0,22 (14,4)
ap-waarde < 0,0001, bp-waarde = 0,0004, cp-waarde = 0,0008, dp-waarde = 0,0063, ep-waarde < 0,0001
Tabel 11: Gemiddelde verandering vanaf baseline in prebronchodilator FEV1 in week 12 en
week 52 in QUEST bij baseline FeNO-subgroep
Behandeling
Week 12
Week 52
N
LS gemiddelde
LS gemiddelde
LS gemiddelde
LS gemiddelde
vanaf baseline verschil t.o.v.
vanaf baseline verschil t.o.v.
L (%)
placebo (95% BI)
L (%)
placebo (95% BI)
FeNO 25 ppb
Dupilumab
288
0,44 (29,0%)
0,23 (0,15, 0,31)a
0,49 (31,6%)
0,30 (0,22, 0,39)a
200 mg Q2W
Placebo
157
0,21 (14,1%)
0,18 (13,2%)
Dupilumab
295
0,45 (29,8%)
0,24 (0,16, 0,31)a
0,45 (30,5%)
0,23 (0,15, 0,31)a
300 mg Q2W
Placebo
167
0,21 (13,7%)
0,22 (13,6%)
FeNO 50 ppb
Dupilumab
114
0,53 (33,5%)
0,30 (0,17, 0,44)a
0,59 (36,4%)
0,38 (0,24, 0,53)a
200 mg Q2W
Placebo
69
0,23 (14,9%)
0,21 (14,6%)
Dupilumab
113
0,59 (37,6%)
0,39 (0,26, 0,52)a
0,55 (35,8%)
0,30 (0,16, 0,44)a
300 mg Q2W
Placebo
73
0,19 (13,0%)
0,25 (13,6%)
ap-waarde < 0,0001
Kwaliteit van leven/door patiënt gemelde resultaten bij astma
Vooraf gespecificeerde secundaire eindpunten van ACQ-5 en AQLQ(S) responder aantallen, werden
geanalyseerd bij 24 weken (DRI12544 en VENTURE) en bij 52 weken (QUEST). De mate van
respons werd gedefinieerd als een verbetering in de score van 0,5 of meer (schaalbereik 0-6 voor
ACQ-5 en 1-7 voor AQLQ(S)). Verbeteringen in ACQ-5 en AQLQ(S) werden al in week 2
waargenomen en bleven behouden gedurende 24 weken in het DRI12544-onderzoek en 52 weken in
het QUEST-onderzoek. In VENTURE werden vergelijkbare resultaten gezien. De
responderpercentages op ACQ-5 en AQLQ(S) in patiënten met verhoogde baseline type 2
ontstekingsbiomarkers in QUEST in week 52 worden weergegeven in tabel 12.
Tabel 12: ACQ-5 en AQLQ(S) responderaantallen in week 52 in QUEST
PRO
Behandeling
EOS
EOS
FeNO
150 cellen/mcl
300 cellen/mcl
25 ppb
N
Responder
N
Responder
N
Responder
aantal%
aantal (%)
aantal (%)
ACQ-5
Dupilumab
395
72,9
239
74,5
262
74,4
200 mg Q2W
Placebo
201
64,2
124
66,9
141
65,2
Dupilumab
408
70,1
248
71,0
277
75,8
300 mg Q2W
Placebo
217
64,5
129
64,3
159
64,2
AQLQ(S) Dupilumab
395
66,6
239
71,1
262
67,6
200 mg Q2W
Placebo
201
53,2
124
54,8
141
54,6
Dupilumab
408
62,0
248
64,5
277
65,3
300 mg Q2W
Placebo
217
53,9
129
55,0
159
58,5
Baseline Bloed EOS
Baseline Bloed EOS
FeNO 25 ppb
150 cellen/mcl
300 cellen/mcl
Dupilumab
Placebo
Dupilumab
Placebo
Dupilumab
Placebo
300 mg Q2W
N=69
300 mg Q2W
N=41
300 mg Q2W
N=57
N=81
N=48
N=57
Primair eindpunt (week 24)
Percentage afname in OCS vanaf baseline
Gemiddelde algehele
75,91
46,51
79,54
42,71
77,46
42,93
procentuele afname vanaf
baseline (%)
29,39b
36,83b
34,53b
Verschil (% [95% BI])
(15,67, 43,12)
(18,94, 54,71)
(19,08, 49,97)
(Dupilumab t.o.v. placebo)
Gemiddelde% afname in
100
50
100
50
100
50
dagelijkse dosis OCS vanaf
baseline
Procentuele afname vanaf
baseline
54,3
33,3
60,4
31,7
52,6
28,1
100%
58,0
34,8
66,7
34,1
54,4
29,8
90%
72,8
44,9
77,1
41,5
73,7
36,8
75%
82,7
55,1
85,4
53,7
86,0
50,9
50%
87,7
66,7
85,4
63,4
89,5
66,7
> 0%
12,3
33,3
14,6
36,6
10,5
33,3
Geen afname of enige
toename in dosis OCS, of
onderzoek verlaten
Secundair eindpunt (week 24)a
Aandeel patiënten die een
77
44
84
40
79
34
afname bereikten van de
dosis OCS tot < 5 mg/dag
4,29c
8,04d
7,21b
(2,04, 9,04)
(2,71, 23,82)
(2,69, 19,28)
aModelschattingen d.m.v. logistische regressie
bp-waarde < 0,0001
cp-waarde = 0,0001
dp-waarde = 0,0002
Lange-termijn uitbreidingsstudie (TRAVERSE)
De veiligheid op lange termijn van dupilumab bij 2.193 volwassenen en 89 adolescenten met matig tot
ernstig astma, inclusief 185 volwassenen met oraal corticosteroïd-afhankelijk astma, die hadden
deelgenomen aan eerdere klinische onderzoeken met dupilumab (DRI12544, QUEST en VENTURE),
werd beoordeeld in een open-label uitbreidingsstudie (TRAVERSE) (zie rubriek 4.8). De
werkzaamheid werd gemeten als secundair eindpunt, was vergelijkbaar met de resultaten
waargenomen in de pivotale studies en werd behouden tot 96 weken. Bij volwassenen met oraal
corticosteroïd-afhankelijk astma was er een aanhoudende daling in exacerbaties en verbetering van de
longfunctie tot 96 weken, ondanks daling van de dosis of stopzetting van orale corticosteroïden.
Pediatrisch (6 tot en met 11 jaar)
De werkzaamheid en veiligheid van dupilumab bij pediatrische patiënten werden in een 52 weken
durend, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek in meerdere centra (VOYAGE)
beoordeeld bij 408 patiënten van 6 tot en met 11 jaar met matig tot ernstig astma op een gemiddeld of
hooggedoseerd ICS en één controlegeneesmiddel of alleen hooggedoseerd ICS. Patiënten werden
gerandomiseerd naar elke twee weken dupilumab (N=273) of overeenstemmende placebo (N=135), op
basis van lichaamsgewicht van respectievelijk 30 kg of > 30 kg. De werkzaamheid werd beoordeeld
in populaties met type 2 ontsteking, gedefinieerd als eosinofielenconcentraties in het bloed 150
cellen/mcl of FeNO 20 ppb.
Het primaire eindpunt was het percentage ernstige exacerbatievoorvallen op jaarbasis in de
placebogecontroleerde periode van 52 weken en het belangrijkste secundaire eindpunt was de
verandering ten opzichte van de baseline in het voorspelde FEV1 -percentage voorafgaand aan
toediening van een bronchodilator in week 12. Aanvullende secundaire eindpunten omvatten
gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline en responspercentage voor de ACQ-7-IA- en
PAQLQ(S)-IA-scores.
De demografische en baselinekenmerken van VOYAGE vindt u hieronder in tabel 14.
Tabel 14. Demografische en baselinekenmerken van VOYAGE
Parameter
EOS 150
EOS
cellen/mcl of
300 cellen/mcl
FeNO 20 ppb
(N = 259)
(N = 350)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
8,9 (1,6)
9,0 (1,6)
% Vrouw
34,3
32,8
% Wit
88,6
87,3
Gemiddeld lichaamsgewicht (kg)
36,09
35,94
Gemiddeld aantal exacerbaties in het
2,47 (2,30)
2,64 (2,58)
voorgaande jaar (± SD)
ICS-dosis (%)
Gemiddeld
55,7
54,4
Hoog
43,4
44,4
Parameter
EOS 150
EOS
cellen/mcl of
300 cellen/mcl
FeNO 20 ppb
(N = 259)
(N = 350)
FEV1 (L) voorafgaand aan toediening van de
1,49 (0,41)
1,47 (0,42)
dosis bij de baseline (± SD)
Gemiddeld percentage voorspelde FEV1 (%)
77,89 (14,40)
76,85 (14,78)
(± SD)
Gemiddeld% omkeerbaarheid (± SD)
27,79 (19,34)
22,59 (20,78)
Gemiddelde ACQ-7IA-score (± SD)
2,14 (0,72)
2,16 (0,75)
Gemiddelde PAQLQ(S)-IA-score (± SD)
4,94 (1,10)
4,93 (1,12)
Medische atopische voorgeschiedenis%
94
96,5
totaal
(38,9, 82,6)
(44,4, 85,7)
(AD%, AR%)
Mediaan totaal IgE IE/ml (± SD)
905,52 (1140,41) 1077,00 (1230,83)
Gemiddelde FeNO ppb (± SD)
30,71 (24,42)
33,50 (25,11)
% patiënten met FeNO ppb
58
64,1
20
Gemiddeld aantal eosinofielen bij baseline (±
570 (380)
710 (360)
SD) /mcl
% patiënten met EOS
150 cellen/mcl
94,6
0
300 cellen/mcl
74
100
ICS = geïnhaleerd corticosteroïd; FEV1 = geforceerd expiratoir volume in 1 seconde; ACQ-7-IA =
Asthma Control Questionnaire-7 Interviewer Administered (door de interviewer uitgevoerde
vragenlijst over controle van astma - 7 items); PAQLQ(S)-IA = Paediatric Asthma Quality of Life
Questionnaire with Standardised ActivitiesInterviewer Administered (door de interviewer
uitgevoerde vragenlijst over kwaliteit van leven bij kinderen met astma - met gestandaardiseerde
activiteiten); AD = atopische dermatitis; AR = allergische rinitis; EOS = eosinofielen in het bloed;
FeNO = hoeveelheid stikstofmonoxide in uitgeademde lucht
Exacerbaties werden gedefinieerd als verslechtering van astma waardoor ten minste 3 dagen
systemische corticosteroïden moesten worden gebruikt of een ziekenhuisopname of een bezoek aan de
spoedeisende hulp nodig was als gevolg van astma waarbij systemische corticosteroïden moesten
worden gebruikt. Dupilumab verminderde tijdens de 52 weken durende behandelingsperiode
significant het percentage ernstige astma-exacerbatievoorvallen op jaarbasis in vergelijking met
placebo in de populatie met type 2 inflammatie en in de populatie gedefinieerd door eosinofielen in het
bloed 300 cellen/mcl bij de baseline of FeNO 20 ppb bij de baseline. In week 12 zijn klinisch
significante verbeteringen in het percentage voorspelde FEV1 voorafgaand aan toediening van een
bronchodilator waargenomen. Er zijn ook verbeteringen waargenomen voor ACQ-7-IA en
PAQLQ(S)-IA in week 24, die aanhielden in week 52. Er werden in week 24 hogere
responspercentages waargenomen voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA vergeleken met placebo. De
werkzaamheidsresultaten van VOYAGE worden gepresenteerd in tabel 15.
In de populatie met de type 2 inflammatie was de LS gemiddelde verandering ten opzichte van de
baseline in FEV1 voorafgaand aan toediening van een bronchodilator in week 12 0,22 l in de
dupilumabgroep en 0,12 l in de placebogroep, met een LS gemiddeld verschil van 0,10 l (95% BI:
0,04, 0,16) ten opzichte van placebo. Het behandelingseffect bleef behouden gedurende de
Tabel 15: Percentage ernstige exacerbaties, gemiddelde verandering in FEV1 ten opzichte van de baseline,
responspercentages voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA in VOYAGE
Behandeling
EOS 150 cellen/mcl
EOS
FeNO
of FeNO 20 ppb
300 cellen/mcl
20 ppb
Ernstige exacerbaties op jaarbasis gedurende 52 weken
N
Ratio
Percentage
N
Ratio
Percentage
N
Ratio
Percentagev
(95%-BI)
verhoudin
(95%-BI)
verhoudin
(95%-BI)
erhouding
g (95%-
g (95%-
(95%-BI)
BI)
BI)
Dupilumab
236
0,305
0,407
175
0,235
0,353
141
0,271
0,384
100 mg Q2W
(0,223, 0,416)
(0,274, 0,605)
(0,160, 0,345) (0,222, 0,562)
(0,170, 0,432)
(0,227, 0,649)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
114
0,748
84
0,665
62
0,705
(0,542, 1,034)
(0,467, 0,949)
(0,421, 1,180)
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV1 in week 12 ten opzichte van de baseline
N
LS
LS
N
LS
LS
N
LS
LS
gemiddel
gemiddeld
gemiddel
gemiddeld
gemiddeld
gemiddeld
de t.o.v.
verschil
de t.o.v.
verschil
e t.o.v.
verschil t.o.v.
de
t.o.v.
baseline
t.o.v.
de baseline
placebo
baseline
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
229
10,53
5,21
168
10,15
5,32
141
11,36
6,74
100 mg Q2W
(2,14, 8,27)
(1,76, 8,88)
(2,54, 10,93)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
110
5,32
80
4,83
62
4,62
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEF 25-75% in week 12 ten opzichte van de baseline
N
LS
LS
N
LS
LS
N
LS gemiddelde
LS
gemiddelde
gemiddeld
gemiddelde
gemiddeld
t.o.v. de
gemiddeld
t.o.v. de
verschil
t.o.v. de
verschil
baseline
verschil t.o.v.
baseline
t.o.v.
baseline
t.o.v.
placebo
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
229
16,70
11,93
168
16,91
13,92
141
17,96
13,97
100 mg Q2W
(7,44, 16,43)
(8,89, 18,95)
(8,30, 19,65)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
110
4,76
80
2,99
62
3,98
N
LS
LS
N
LS
LS
N
LS gemiddelde
LS
gemiddelde
gemiddeld
gemiddelde
gemiddeld
t.o.v. baseline
gemiddeld
t.o.v. baseline
verschil
t.o.v. de
verschil
verschil t.o.v.
t.o.v.
baseline
t.o.v.
placebo
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
229
5,67
3,73
168
6,10
4,63
141
6,84
4,95
100 mg Q2W
(2,25, 5,21)
(2,97, 6,29)
(3,08, 6,81)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
110
1,94
80
1,47
62
1,89
ACQ-7-IA in week 24a
N
Responspe
OR
N
Responspe
OR
N
Responsper
OR
rcentage
t.o.v.
rcentage
t.o.v.
centage%
t.o.v.
placebo
placebo
placebo
%
%
(95%-BI)
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
236
79,2
1,82
175
80,6
2,79
141
80,9
2,60
100 mg Q2W
(1,02, 3,24)
(1,43, 5,44)
(1,21, 5,59)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
114
69,3
84
64,3
62
66,1
PAQLQ(S)-IA in week 24a
N
Responsperce
OR t.o.v.
N
Responspe
OR t.o.v.
N
Responsperc
OR t.o.v.
ntage
placebo
rcentage
placebo
entage%
placebo
%
(95%-BI)
(95%-BI)
(95%-BI)
%
Dupilumab
211
73,0
1,57
158
72,8
1,84
131
75,6
2,09
100 mg Q2W
(0,87, 2,84)
(0,92, 3,65)
(0,95, 4,61)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
107
65,4
81
63,0
61
67,2
aHet responspercentage werd gedefinieerd als een scoreverbetering van 0,5 of meer (schaalbereik 0-6 voor ACQ-7-IA en 1-7 voor
PAQLQ(S))
Er werden in het VOYAGE-onderzoek al in week 2 significante verbeteringen in het percentage
voorspelde FEV1 waargenomen, die aanhielden tot en met week 52.
Verbeteringen in het percentage voorspelde FEV1 in de loop der tijd in VOYAGE worden getoond in
figuur 4.
Figuur 4: Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV1 (L) voorafgaand aan
toediening van een bronchodilator in de loop der tijd ten opzichte van de baseline in VOYAGE
(eosinofielen in het bloed 150 cellen/mcl of FeNO 20 ppb bij de baseline, eosinofielen 300
cellen/mcl bij de baseline en FeNO 20 ppb bij de baseline)
Eosinofielen in het bloed 150
Eosinofielen in het bloed bij de
cellen/mcl of FeNO 20 ppb bij de
baseline
FeNO 20 ppb bij de baseline
baseline
300 cellen/mcl
In VOYAGE werd in de populatie met type 2 inflammatie het gemiddeld aantal kuren met systemische
corticosteroïden op jaarbasis als gevolg van astma verminderd met 59,3% ten opzichte van placebo
(0,350 [95%-BI: 0,256, 0,477] versus 0,860 [95%-BI: 0,616, 1,200]). In de populatie gedefinieerd door
eosinofielen in het bloed 300 cellen/mcl bij de baseline werd het gemiddeld aantal kuren met
systemische corticosteroïden op jaarbasis als gevolg van astma verminderd met 66,0% ten opzichte
van placebo (0,274 [95%-BI: 0,188, 0,399] versus 0,806 [95%-BI: 0,563, 1,154]).
Met dupilumab verbeterde de algehele gezondheidstoestand, gemeten aan de hand van de European
Quality of Life 5-Dimension Youth Visual Analog Scale (EQ-VAS), in zowel de populatie met type 2
inflammatie als die met aantal eosinofielen in het bloed 300 cellen/mcl bij de baseline in week 52;
het LS gemiddelde verschil ten opzichte van placebo was respectievelijk 4,73 (95%-BI: 1,18, 8,28) en
3,38 (95%-BI: -0,66, 7,43).
Met dupilumab verminderde de impact van astma van pediatrische patiënten op de kwaliteit van leven
van de verzorger, gemeten aan de hand van de Pediatric Asthma Quality of Life Questionnaire
(PACQLQ) in zowel de populatie met type 2 inflammatie als die met aantal eosinofielen in het bloed
300 cellen/mcl in week 52; het LS gemiddelde verschil ten opzichte van placebo was respectievelijk
0,47 (95%-BI: 0,22, 0,72) en 0,50 (95%-BI: 0,21, 0,79).
Pediatrische patiënten
Atopische dermatitis
De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab werden vastgesteld bij adolescenten van 12 tot en met
17 jaar oud met matige tot ernstige atopische dermatitis in onderzoek AD-1526 waarin 251
adolescenten werden ingeschreven. De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab werden vastgesteld
bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met ernstige atopische dermatitis in onderzoek AD-1652 waarin
367 pediatrische patiënten werden ingeschreven. Het gebruik is ondersteund door onderzoek AD-1434
waarin patiënten werden ingeschreven die onderzoek AD-1526 hadden voltooid (136 matige en 64
ernstige op het moment van inschrijving in onderzoek AD-1434) en patiënten die onderzoek AD-1652
hadden voltooid (110 matige en 72 ernstige op het moment van inschrijving in onderzoek AD-1434).
De veiligheid en werkzaamheid waren over het algemeen consistent tussen kinderen van 6 tot en met
11 jaar oud, adolescente patiënten en volwassen patiënten met atopische dermatitis (zie rubriek 4.8).
De veiligheid en werkzaamheid bij pediatrische patiënten van < 6 jaar oud met atopische dermatitis
werden niet vastgesteld.
Astma
In totaal werden 107 adolescenten in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar met matig tot ernstig astma
geïncludeerd in het QUEST-onderzoek, en zij ontvingen hetzij 200 mg (N = 21) hetzij 300 mg
(N = 18) dupilumab (of overeenkomend placebo hetzij 200 mg [N = 34] hetzij 300 mg [N = 34])
eenmaal per twee weken. Werkzaamheid met betrekking tot ernstige astma-exacerbaties en longfunctie
werd waargenomen bij zowel adolescenten als volwassenen. Voor beide doses, 200 mg en 300 mg
eenmaal per twee weken, werden belangrijke verbeteringen waargenomen in FEV1 (LS gemiddelde
verandering vanaf baseline in week 12) (respectievelijk 0,36 l en 0,27 l). Bij de dosis van 200 mg
eenmaal per twee weken zagen patiënten een afname in de mate van ernstige exacerbaties die
overeenkwam met die bij volwassenen. Het veiligheidsprofiel bij adolescenten was over het geheel
genomen vergelijkbaar met dat bij volwassenen.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
argininehydrochloride
histidine
polysorbaat 80 (E433)
natriumacetaattrihydraat
ijsazijn (E260)
sucrose
water voor injecties
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten of voorgevulde pennen bewaren bij kamertemperatuur
tot 25°C voor maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Indien de verpakking permanent uit de
koelkast gehaald moet worden, kan de datum hiervan op de verpakking genoteerd worden. Nadat
Dupixent uit de koelkast is gehaald, moet het binnen 14 dagen worden gebruikt of weggegooid.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
1,14 ml oplossing in een voorgevulde spuit van gesiliconiseerd helder type 1-glas met
naaldbeschermer met een vaste roestvrijstalen, ingezette naald van 12,7 mm (½ inch) met een diameter
van 27 gauge en een dunne wand.
Verpakkingsgrootte:
1 voorgevulde spuit
2 voorgevulde spuiten
Multiverpakking met 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/009
EU/1/17/1229/010
EU/1/17/1229/011
EU/1/17/1229/012
EU/1/17/1229/013
EU/1/17/1229/014
EU/1/17/1229/015
EU/1/17/1229/016
EU/1/17/1229/023
EU/1/17/1229/024
EU/1/17/1229/025
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 100 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik bevat 100 mg dupilumab in een oplossing van 0,67 ml
(150 mg/ml).
Dupilumab is een volledig humaan monoklonaal antilichaam en wordt geproduceerd uit ovariumcellen
van de Chinese hamster (CHO, Chinese hamster ovary) door middel van recombinant-DNA-
technologie.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectie)
Een heldere tot licht doorschijnende, kleurloze tot lichtgele steriele oplossing, die vrij is van zichtbare
deeltjes, met een pH van ongeveer 5,9.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Dupixent is geïndiceerd voor gebruik bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud als aanvullende
onderhoudsbehandeling van ernstig astma met type 2 inflammatie gekenmerkt door verhoogde
bloedeosinofielen en/of verhoogde fractie van stikstofmonoxide in de uitgeademde lucht (FeNO), zie
rubriek 5.1, die onvoldoende kunnen worden behandeld met gemiddeld tot hooggedoseerde
geïnhaleerde corticosteroïden (ICS) plus een ander geneesmiddel voor onderhoudsbehandeling.
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden opgestart door beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die bekend
zijn met de diagnose en behandeling van de aandoeningen waarvoor dupilumab is geïndiceerd (zie
rubriek 4.1).
Dosering
Kinderen van 6 tot en met 11 jaar
De aanbevolen dosis dupilumab voor pediatrische patiënten van 6 tot en met 11 jaar staat vermeld in
tabel 1.
Tabel 1:
Dosis dupilumab voor subcutane toediening bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar
met astma
Eerste en daaropvolgende doses
15 tot minder dan 30 kg
100 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
30 tot minder dan 60 kg
200 mg elke twee weken (Q2W)
of
300 mg elke vier weken (Q4W)
60 kg of meer
200 mg elke twee weken (Q2W)
Voor pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar) met astma en comorbide ernstige atopische
dermatitis moet volgens de goedgekeurde indicatie de aanbevolen dosis in tabel 2 van de 300 mg
SmPC worden gevolgd.
Patiënten die gelijktijdig orale corticosteroïden ontvangen, kunnen hun dosis steroïden verlagen als er
klinische verbetering is opgetreden met dupilumab (zie rubriek 5.1). Het verlagen van steroïden dient
geleidelijk te gebeuren (zie rubriek 4.4).
Dupilumab is bedoeld voor langdurige behandeling. De noodzaak van het voortzetten van de
behandeling dient ten minste jaarlijks geëvalueerd te worden beoordeeld door de arts op de mate van
astmacontrole bij de patiënt.
Gemiste dosis
In het geval van een gemiste dosis, dient deze zo snel mogelijk te worden toegediend. Daarna dient de
toediening volgens het normale tijdschema te worden hervat.
Speciale populaties
Ouderen ( 65 jaar)
Voor ouderen hoeft de dosis niet te worden aangepast (zie rubriek 5.2).
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een lichte of matige nierfunctiestoornis. Er is zeer
beperkte informatie beschikbaar over patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Er is geen informatie beschikbaar over patiënten met een leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van dupilumab bij kinderen met ernstig astma jonger dan 6 jaar zijn
niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Subcutaan gebruik
Dupilumab wordt toegediend door middel van subcutane injectie
in de dij of buik, met uitzondering
van het gebied van 5 cm rond de navel. Indien iemand anders de injectie toedient, kan de bovenarm
ook worden gebruikt.
Het wordt aanbevolen om van injectieplaats te wisselen bij iedere injectie. Dupilumab niet injecteren
in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid of in de buurt van littekenweefsel.
De mantelzorger van de patiënt kan dupilumab toedienen indien de beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg bepaalt dat dit aangewezen is. De mantelzorger moet goed worden geïnstrueerd in
Systeem/orgaanklasse
Frequentie
Bijwerking
volgens MedDRA
Vaak
Conjunctivitis*
aandoeningen
Orale herpes*
Bloed- en
Vaak
Eosinofilie
lymfestelselaandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen Soms
Angio-oedeem#
Zelden
Anafylactische reactie
Serumziekte
Serumziekteachtige reacties
Oogaandoeningen
Vaak
Allergische conjunctivitis*
Soms
Keratitis*#
Blefaritis*
Oculaire pruritus*
Zelden
Droog oog*
Ulceratieve keratitis*#
Huid- en onderhuidaan-
Soms
Rash in gezicht#
doeningen
Skeletspierstelsel- en
Vaak
Artralgie#
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Vaak
Reacties op de injectieplaats (waaronder
toedieningsplaatsstoornissen
erytheem, oedeem, pruritus, pijn en zwelling)
* Oogaandoeningen en orale herpes deden zich vooral voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
De frequenties voor oculaire pruritus, blefaritis en droog oog waren vaak en ulceratieve keratitis deed
zich soms voor in onderzoeken naar atopische dermatitis.
#Uit postmarketing rapportering
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Overgevoeligheid
Er zijn na toediening van dupilumab gevallen van een anafylactische reactie, angio-oedeem, serumziekte
of een serumziekteachtige reactie gemeld
(zie rubriek 4.4).
Conjunctivitis en keratitis gerelateerde voorvallen
Conjunctivitis en keratitis kwamen vaker voor bij patiënten met atopische dermatitis die dupilumab
ontvingen ten opzichte van placebo in studies naar atopische dermatitis. De meeste patiënten met
conjunctivitis of keratitis herstelden of waren herstellende tijdens de behandelingsperiode. In de
langetermijn OLE-studie naar atopische dermatitis (AD-1225) bleven de respectieve percentages voor
conjunctivitis en keratitis na 3 jaar vergelijkbaar met die van de dupilumab-groep in de
placebogecontroleerde studies naar atopische dermatitis. Bij de patiënten met astma was de frequentie
van conjunctivitis en keratitis laag en vergelijkbaar tussen dupilumab en placebo. Bij CRSwNP-
patiënten was de frequentie van conjunctivitis hoger met dupilumab dan met placebo, hoewel lager
dan waargenomen bij patiënten met atopische dermatitis. Er werden geen gevallen van keratitis
gemeld in het CRSwNP-ontwikkelingsprogramma (zie rubriek 4.4).
Eczema herpeticum
Eczema herpeticum werd gemeld bij < 1% van de dupilumab groepen en bij < 1% van de placebogroep
in de 16 weken durende monotherapie studies bij volwassenen met atopische dermatitis. In de 52 weken
durende dupilumab + TCS studie bij volwassenen met atopische dermatitis is eczema herpeticum gemeld
bij 0,2% van de dupilumab + TCS-groep en 1,9% van de placebo + TCS-groep. Deze percentages bleven
stabiel na 3 jaar in de langetermijn OLE-studie (AD-1225).
Eosinofilie
Patiënten die werden behandeld met dupilumab hadden een grotere gemiddelde initiële verhoging
vanaf baseline van het aantal eosinofielen in vergelijking met patiënten die met een placebo werden
behandeld. Het aantal eosinofielen nam af gedurende de onderzoeksbehandeling tot nabij het niveau
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Overige dermatologische preparaten, dermatica met uitsluiting van
corticosteroïden, ATC-code: D11AH05
Werkingsmechanisme
Dupilumab is een recombinant humaan IgG4 monoklonaal antilichaam dat de signaaltransductie van
interleukine-4 en interleukine-13 blokkeert. Dupilumab blokkeert IL-4-signaaltransductie via de type
I-receptor (IL-4R/c), en zowel IL-4- als IL-13-signaaltransductie via de type II-receptor (IL-4R/IL-
13R). IL-4 en IL-13 spelen een belangrijke rol bij humane ziekten met type 2 inflammatie, zoals
atopische dermatitis en astma. Blokkering van de IL-4/IL-13-signaalroute met dupilumab bij patiënten
resulteerde in een afname van veel van de mediatoren van type 2 inflammatie.
Farmacodynamische effecten
In klinische studies bij atopische dermatitis ging de behandeling met dupilumab gepaard met een
afname ten opzichte van baseline van de concentraties van type 2-immuniteitsbiomarkers, zoals
`thymus and activation-regulated chemokine'(TARC/CCL17), totaal serum IgE en allergeenspecifiek
IgE in serum. Een afname in lactaatdehydrogenase (LDH), een biomarker geassocieerd met
ziekteactiviteit en ernst bij atopische dermatitis, werd waargenomen bij behandeling met dupilumab
van volwassenen en adolescenten met atopische dermatitis.
Bij volwassen en adolescente patiënten met astma namen FeNO en circulerende concentraties van
eotaxine-3, totaal IgE, allergeenspecifiek IgE, TARC en periostine, de type 2-biomarkers die in
klinische onderzoeken zijn beoordeeld, aanzienlijk af bij behandeling met dupilumab ten opzichte van
placebo. Deze afnames in type 2 ontstekingsbiomarkers waren vergelijkbaar voor de schema's van
200 mg Q2W en 300 mg Q2W. Bij pediatrische patiënten (6 tot en met 11 jaar) met astma namen
FeNO en de circulerende concentraties van totaal IgE, allergeenspecifiek IgE, en TARC, de type 2-
biomarkers die in klinische onderzoeken werden beoordeeld, aanzienlijk af bij behandeling met
dupilumab ten opzichte van placebo. Na 2 weken behandeling waren de markers nabij de maximale
onderdrukking, afgezien van IgE, dat in langzamere mate afnam. Deze effecten bleven gedurende de
behandeling gehandhaafd.
Tabel 3. Demografische en baselinekenmerken van VOYAGE
Parameter
EOS 150
EOS
cellen/mcl of
300 cellen/mcl
FeNO 20 ppb
(N = 259)
(N = 350)
Gemiddelde leeftijd (jaren) (SD)
8,9 (1,6)
9,0 (1,6)
% Vrouw
34,3
32,8
% Wit
88,6
87,3
Gemiddeld lichaamsgewicht (kg)
36,09
35,94
Gemiddeld aantal exacerbaties in het
2,47 (2,30)
2,64 (2,58)
voorgaande jaar (± SD)
ICS-dosis (%)
Gemiddeld
55,7
54,4
Hoog
43,4
44,4
FEV1 (L) voorafgaand aan toediening bij de
1,49 (0,41)
1,47 (0,42)
baseline (± SD)
Gemiddeld percentage voorspelde FEV1 (%)
77,89 (14,40)
76,85 (14,78)
(± SD)
Gemiddeld% omkeerbaarheid (± SD)
27,79 (19,34)
22,59 (20,78)
Gemiddelde ACQ-7IA-score (± SD)
2,14 (0,72)
2,16 (0,75)
Parameter
EOS 150
EOS
cellen/mcl of
300 cellen/mcl
FeNO 20 ppb
(N = 259)
(N = 350)
Gemiddelde PAQLQ(S)-IA-score (± SD)
4,94 (1,10)
4,93 (1,12)
Medische atopische voorgeschiedenis%
94
96,5
totaal
(38,9, 82,6)
(44,4, 85,7)
(AD%, AR%)
Mediaan totaal IgE IE/ml (± SD)
905,52 (1140,41) 1077,00 (1230,83)
Gemiddelde FeNO ppb (± SD)
30,71 (24,42)
33,50 (25,11)
% patiënten met FeNO ppb
58
64,1
20
Gemiddeld aantal eosinofielen bij baseline (±
570 (380)
710 (360)
SD) /mcl
% patiënten met EOS
150 cellen/mcl
94,6
0
300 cellen/mcl
74
100
ICS = geïnhaleerd corticosteroïd; FEV1 = geforceerd expiratoir volume in 1 seconde; ACQ-7-IA =
Asthma Control Questionnaire-7 Interviewer Administered (door de interviewer uitgevoerde
vragenlijst over controle van astma - 7 items); PAQLQ(S)-IA = Paediatric Asthma Quality of Life
Questionnaire with Standardised ActivitiesInterviewer Administered (door de interviewer
uitgevoerde vragenlijst over kwaliteit van leven bij kinderen met astma - met gestandaardiseerde
activiteiten); AD = atopische dermatitis; AR = allergische rinitis; EOS = eosinofielen in het bloed;
FeNO = hoeveelheid stikstofmonoxide in uitgeademde lucht
Exacerbaties werden gedefinieerd als verslechtering van astma waardoor ten minste 3 dagen
systemische corticosteroïden moesten worden gebruikt of een ziekenhuisopname of een bezoek aan de
spoedeisende hulp nodig was als gevolg van astma waarbij systemische corticosteroïden moesten
worden gebruikt. Dupilumab verminderde tijdens de 52 weken durende behandelingsperiode
significant het percentage ernstige astma-exacerbatievoorvallen op jaarbasis in vergelijking met
placebo in de populatie met type 2 inflammatie en in de populatie gedefinieerd door eosinofielen in het
bloed 300 cellen/mcl bij de baseline of FeNO 20 ppb bij de baseline. In week 12 werden klinisch
significante verbeteringen in het percentage voorspelde FEV1 voorafgaand aan toediening van een
bronchodilator waargenomen. Er werden ook verbeteringen waargenomen voor ACQ-7-IA en
PAQLQ(S)-IA in week 24, die aanhielden in week 52. Er werden in week 24 hogere
responspercentages waargenomen voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA vergeleken met placebo. De
werkzaamheidsresultaten van VOYAGE worden gepresenteerd in tabel 4.
In de populatie met de type 2 inflammatie was de LS gemiddelde verandering ten opzichte van de
baseline in FEV1 voorafgaand aan toediening van een bronchodilator in week 12 0,22 l in de
dupilumabgroep en 0,12 l in de placebogroep, met een LS gemiddeld verschil van 0,10 l (95% -I: 0,04,
0,16) ten opzichte van placebo. Het behandelingseffect bleef behouden gedurende de
behandelingsperiode van 52 weken, met een LS gemiddeld verschil van 0,17 l (95%-BI: 0,09, 0,24) in
week 52 ten opzichte van placebo.
In de populatie gedefinieerd door eosinofielen in het bloed 300 cellen/mcl bij de baseline was de LS
gemiddelde verandering in FEV1 voorafgaand aan toediening van een bronchodilator ten opzichte van
de baseline in week 12 0,22 l in de dupilumabgroep en 0,12 l in de placebogroep, met een LS
gemiddeld verschil van 0,10 l (95%-BI: 0,03, 0,17) ten opzichte van placebo. Het behandelingseffect
Tabel 4:
Percentage ernstige exacerbaties, gemiddelde verandering in FEV1 ten opzichte van de baseline,
responspercentages voor ACQ-7-IA en PAQLQ(S)-IA in VOYAGE
Behandeling
EOS 150 cellen/mcl
EOS
FeNO
of FeNO 20 ppb
300 cellen/mcl
20 ppb
Ernstige exacerbaties op jaarbasis gedurende 52 weken
N
Ratio
Percentage
N
Ratio
Percentage
N
Ratio
Percentagev
(95%-BI)
verhoudin
(95%-BI)
verhoudin
(95%-BI)
erhouding
g (95%
g (95%-
(95%-BI)
BI)
BI)
Dupilumab
236
0,305
0,407
175
0,235
0,353
141
0,271
0,384
100 mg Q2W
(0,223, 0,416)
(0,274, 0,605)
(0,160, 0,345) (0,222, 0,562)
(0,170, 0,432)
(0,227, 0,649)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
114
0,748
84
0,665
62
0,705
(0,542, 1,034)
(0,467, 0,949)
(0,421, 1,180)
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV1 in week 12 ten opzichte van de baseline
N
LS
LS
N
LS
LS
N
LS
LS
gemiddel
gemiddeld
gemiddel
gemiddeld
gemiddeld
gemiddeld
de t.o.v.
verschil
de t.o.v.
verschil
e t.o.v.
verschil t.o.v.
de
t.o.v.
baseline
t.o.v.
baseline i
placebo
baseline
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
229
10,53
5,21
168
10,15
5,32
141
11,36
6,74
100 mg Q2W
(2,14, 8,27)
(1,76, 8,88)
(2,54, 10,93)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
110
5,32
80
4,83
62
4,62
Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEF 25-75% in week 12 ten opzichte van de baseline
N
LS
LS
N
LS
LS
N
LS gemiddelde
LS
gemiddelde
gemiddeld
gemiddelde
gemiddeld
t.o.v. de
gemiddeld
t.o.v. de
verschil
t.o.v. de
verschil
baseline
verschil t.o.v.
baseline
t.o.v.
baseline
t.o.v.
placebo
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
229
16,70
11,93
168
16,91
13,92
141
17,96
13,97
100 mg Q2W
(7,44, 16,43)
(8,89, 18,95)
(8,30, 19,65)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
110
4,76
80
2,99
62
3,98
Gemiddelde verandering in FEV1/FVC% in week 12 ten opzichte van de baseline
N
LS
LS
N
LS
LS
N
LS gemiddelde
LS
gemiddelde
gemiddeld
gemiddelde
gemiddeld
t.o.v. baseline
gemiddeld
t.o.v. baseline
verschil
t.o.v. de
verschil
verschil t.o.v.
t.o.v.
baseline
t.o.v.
placebo
placebo
placebo
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
229
5,67
3,73
168
6,10
4,63
141
6,84
4,95
100 mg Q2W
(2,25, 5,21)
(2,97, 6,29)
(3,08, 6,81)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
110
1,94
80
1,47
62
1,89
ACQ-7-IA in week 24a
N
Responspe
OR
N
Responspe
OR
N
Responsper
OR
rcentage
t.o.v.
rcentage
t.o.v.
centage%
t.o.v.
placebo
placebo
placebo
%
(95%-BI)
%
(95%-BI)
(95%-BI)
Dupilumab
236
79,2
1,82
175
80,6
2,79
141
80,9
2,60
100 mg Q2W
(1,02, 3,24)
(1,43, 5,44)
(1,21, 5,59)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
114
69,3
84
64,3
62
66,1
PAQLQ(S)-IA in week 24a
N
Responsperce
OR t.o.v.
N
Responspe
OR t.o.v.
N
Responsperc
OR t.o.v.
ntage
placebo
rcentage
placebo
entage%
placebo
%
(95%-BI)
(95%-BI)
(95%-BI)
%
Dupilumab
211
73,0
1,57
158
72,8
1,84
131
75,6
2,09
100 mg Q2W
(0,87, 2,84)
(0,92, 3,65)
(0,95, 4,61)
(< 30 kg)/
200 mg Q2W
( 30 kg)
Placebo
107
65,4
81
63,0
61
67,2
aHet responspercentage werd gedefinieerd als een scoreverbetering van 0,5 of meer (schaalbereik 0-6 voor ACQ-7-IA en 1-7 voor
PAQLQ(S))
Er werden in het VOYAGE-onderzoek al in week 2 significante verbeteringen in het percentage
voorspelde FEV1 waargenomen, die aanhielden tot en met week 52.
Verbeteringen in het percentage voorspelde FEV1 in de loop der tijd in VOYAGE worden getoond in
figuur 1.
Figuur 1: Gemiddelde verandering in percentage voorspelde FEV1 (L) voorafgaand aan
toediening van een bronchodilator in de loop der tijd ten opzichte van de baseline in VOYAGE
(eosinofielen in het bloed 150 cellen/mcl of FeNO 20 ppb bij de baseline, eosinofielen 300
cellen/mcl bij de baseline en FeNO 20 ppb bij de baseline)
Eosinofielen in het bloed 150
Eosinofielen in het bloed bij de
cellen/mcl of FeNO 20 ppb bij de
baseline
FeNO 20 ppb bij de baseline
baseline
300 cellen/mcl
In VOYAGE werd in de populatie met type 2 inflammatie het gemiddeld aantal kuren met systemische
corticosteroïden op jaarbasis als gevolg van astma verminderd met 59,3% ten opzichte van placebo
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
argininehydrochloride
histidine
polysorbaat 80 (E433)
natriumacetaattrihydraat
ijsazijn (E260)
sucrose
water voor injecties
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten bewaren bij kamertemperatuur tot 25°C gedurende
maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Indien de verpakking permanent uit de koelkast gehaald
moet worden, kan de datum hiervan op de verpakking genoteerd worden. Nadat Dupixent uit de
koelkast is gehaald, moet het binnen 14 dagen worden gebruikt of weggegooid.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
· 2 voorgevulde spuiten
· Multiverpakking met 6 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 2)
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Nadat de 100 mg voorgevulde spuit uit de koelkast is gehaald, deze eerst op kamertemperatuur tot
25°C laten komen door 30 minuten te wachten alvorens Dupixent toe te dienen.
De voorgevulde spuit niet blootstellen aan warmte of direct zonlicht en deze niet schudden.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften. Na gebruik de voorgevulde spuit in een naaldencontainer plaatsen en deze weggooien
overeenkomstig de lokale voorschriften. De naaldencontainer niet hergebruiken.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/021
EU/1/17/1229/022
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 26 september 2017
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu
BIJLAGE II
A. FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG
EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit
2 voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/001 1 voorgevulde spuit
EU/1/17/1229/002 2 voorgevulde spuiten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN U
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten
Multiverpakking: 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/003 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten
EU/1/17/1229/004 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit
2 voorgevulde spuiten
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/003 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten
EU/1/17/1229/004 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 300 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
300 mg/2 ml
6.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/005 1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/006 2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
Multiverpakking: 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/007 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/008 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN U
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/007 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/008 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 300 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
300 mg/2 ml
6.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD U
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde pen
2 voorgevulde pennen
3 voorgevulde pennen
6 voorgevulde pennen
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/017 1 voorgevulde pen
EU/1/17/1229/018 2 voorgevulde pennen
EU/1/17/1229/019 3 voorgevulde pennen
EU/1/17/1229/020 6 voorgevulde pennen
EU/1/17/1229/026 1 voorgevulde pen
EU/1/17/1229/027 2 voorgevulde pennen
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/028 6 voorgevulde pennen (2 verpakkingen van 3)
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
3 voorgevulde pennen
Onderdeel van een multiverpakking, mag niet los verkocht worden
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/028 6 voorgevulde pennen (2 verpakkingen van 3)
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 300 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 300 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
300 mg/2 ml
6.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/009 1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/010 2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
Multiverpakking: 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/011 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/012 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PCSNNN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit met naaldbeschermer
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/011 3 (3 verpakkingen van 1) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
EU/1/17/1229/012 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 200 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
200 mg/1,14 ml
6.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde pen
2 voorgevulde pennen
3 voorgevulde pennen
6 voorgevulde pennen
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/013 1 voorgevulde pen
EU/1/17/1229/014 2 voorgevulde pennen
EU/1/17/1229/015 3 voorgevulde pennen
EU/1/17/1229/016 6 voorgevulde pennen
EU/1/17/1229/023 1 voorgevulde pen
EU/1/17/1229/024 2 voorgevulde pennen
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/025 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PCSNNN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde pen bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml (175 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
3 voorgevulde pennen
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Niet schudden.
Hier openen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/025 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 200 mg pen
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 200 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
200 mg/1,14 ml
6.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 100 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 100 mg dupilumab in een oplossing van 0,67 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/0XX 2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 100 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 100 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 100 mg dupilumab in een oplossing van 0,67 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 6 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer (3 verpakkingen van 2)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/0XX 6 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer (3 verpakkingen van 2)
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 100 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Dupixent 100 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke voorgevulde spuit bevat 100 mg dupilumab in een oplossing van 0,67 ml (150 mg/ml).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN U
Hulpstoffen: argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433), natriumacetaat, ijsazijn (E260),
sucrose, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
2 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
Niet schudden.
Hier openen
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Datum van verwijdering uit de koelkast: / / /
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
Niet langer dan maximaal 14 dagen buiten de koelkast bewaren bij een temperatuur beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1229/0XX 6 voorgevulde spuiten met naaldbeschermer (3 verpakkingen van 2)
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Dupixent 100 mg spuit
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Dupixent 100 mg injectie
dupilumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
100 mg/0,67 ml
6.
OVERIGE
B. BIJSLUITER
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Dupixent?
Dupixent bevat het actieve bestanddeel dupilumab.
Dupilumab is een monoklonaal antilichaam (een soort gespecialiseerd eiwit) dat de werking blokkeert
van eiwitten genaamd interleukines (IL)-4 en IL-13. Beide spelen een belangrijke rol in het
veroorzaken van de klachten en symptomen van atopische dermatitis, astma en chronische
rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP).
Waarvoor wordt Dupixent gebruikt?
Dupixent wordt gebruikt voor het behandelen van volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder met
matige tot ernstige atopische dermatitis, ook wel bekend als atopisch eczeem. Dupixent wordt ook
gebruikt voor het behandelen van kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met ernstige atopische
dermatitis. Dupixent kan ofwel alleen ofwel samen worden gebruikt met eczeemgeneesmiddelen die u
aanbrengt op de huid.
Dupixent wordt ook samen met andere astmamedicatie gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van
ernstig astma bij volwassenen, jongeren en kinderen van 6 jaar en ouder bij wie het astma met hun
huidige astmamedicatie (bv. corticosteroïden) niet onder controle is.
Dupixent wordt ook gebruikt samen met andere geneesmiddelen voor de onderhoudsbehandeling van
CRSwNP bij volwassenen waarvan de ziekte niet onder controle is met hun huidige CRSwNP-
geneesmiddelen. Dupixent kan ook de noodzaak van een operatie en het gebruik van systemische
corticosteroïden verminderen.
Hoe werkt Dupixent?
Het gebruik van Dupixent voor atopische dermatitis (atopisch eczeem) kan de toestand van uw huid
verbeteren en jeuk verminderen. Het werd ook aangetoond dat Dupixent de symptomen van pijn, angst
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
· U bent allergisch voor dupilumab of een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
· Als u denkt dat u allergisch bent, of u weet dit niet zeker, vraag dan uw arts of apotheker om
advies voordat u Dupixent gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Dupixent is
geen noodmedicatie en mag niet worden gebruikt om een plotse astma-aanval te
behandelen.
Allergische reacties
· In zeldzame gevallen kan Dupixent ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder een
allergische reactie (overgevoeligheidsreactie), een anafylactische reactie en angio-oedeem.
Deze reacties kunnen optreden van enkele minuten tot maximaal zeven dagen na toediening
van Dupixent. Let op symptomen hiervan (d.w.z. moeilijk ademen, zwelling van het gezicht,
de lippen, de mond, keel of tong, flauwvallen, duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd (lage
bloeddruk), koorts, een algemeen ziek gevoel, gezwollen lymfeklieren, netelroos, jeuk,
gewrichtspijn, huiduitslag) tijdens het gebruik van Dupixent. Deze symptomen worden
opgesomd onder 'Ernstige bijwerkingen' in rubriek 4.
· Stop met het gebruik van Dupixent en informeer uw arts of zoek onmiddellijk medische hulp als
u symptomen opmerkt van een allergische reactie.
Eosinofiele aandoeningen
· Patiënten die een geneesmiddel tegen astma gebruiken, kunnen in zeldzame gevallen een
ontsteking van de bloedvaten of longen ontwikkelen als gevolg van een toename van bepaalde
witte bloedcellen (eosinofilie).
· Of dit door Dupixent wordt veroorzaakt, is niet bekend. Dit gebeurt meestal, maar niet altijd, bij
mensen die ook een steroïde geneesmiddel gebruiken dat vervolgens wordt stopgezet of
waarvan de dosis wordt verlaagd.
· Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een combinatie van symptomen ontwikkelt, zoals een
griepachtige ziekte, tintelend of doof gevoel in de armen of benen, verslechtering van
longklachten en/of huiduitslag.
Parasitaire infecties (darmparasieten)
· Mogelijk verlaagt Dupixent uw weerstand tegen infecties veroorzaakt door parasieten. Heeft u
al een parasitaire infectie, dan moet deze eerst worden behandeld voor u een behandeling met
Dupixent start.
· Controleer samen met uw arts of u last heeft van diarree, winderigheid, maagklachten, een
vettige ontlasting en uitdroging, wat kan duiden op een parasitaire infectie.
· Woont u in een gebied waar deze infecties vaak voorkomen of reist u naar een dergelijk gebied,
raadpleeg dan uw arts.
Astma
· De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met atopische
dermatitis die jonger zijn dan 6 jaar.
· De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met astma die jonger
zijn dan 6 jaar.
· CRSwNP doet zich normaal gesproken niet voor bij kinderen. De veiligheid en voordelen van
Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met CRSwNP die jonger zijn dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dupixent nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
· Vertel dat dan uw arts of apotheker,
· vooral als u kort geleden een inenting heeft gehad of deze binnenkort krijgt.
Andere geneesmiddelen voor astma
Stop niet met uw astmamedicatie en verminder deze niet, tenzij uw arts u hiervoor instructies heeft
gegeven.
· Deze geneesmiddelen (met name die corticosteroïden worden genoemd) moeten geleidelijk
worden afgebouwd,
· Dit moet onder direct toezicht van uw arts gebeuren en is afhankelijk van hoe u reageert op
Dupixent.
Zwangerschap en borstvoeding
· Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De effecten van dit geneesmiddel bij zwangere
vrouwen zijn niet bekend; het is daarom aan te raden het gebruik tijdens de zwangerschap te
vermijden, tenzij uw arts u anders adviseert.
· Geeft u borstvoeding of bent u van plan dit te doen, neem dan contact op met uw arts voordat u
dit geneesmiddel gebruikt. U en uw arts kunnen beslissen of u borstvoeding geeft of Dupixent
gebruikt. U mag niet beide doen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Dupixent invloed heeft op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om
machines te bedienen.
Dupixent bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 300 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen 'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe wordt Dupixent toegediend?
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder de huid (subcutane injectie).
· een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
· gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend via subcutane injectie.
Aanbevolen dosis bij jongeren met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor jongeren (12 tot en met 17 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
Eerste dosis
Volgende doses
van de patiënt
(eenmaal per twee
weken)
minder dan 60 kg
400 mg (twee injecties van 200 mg)
200 mg
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
Aanbevolen dosis voor kinderen met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
Eerste dosis
Volgende doses
van de patiënt
15 kg tot
300 mg (één injectie van 300 mg) op d
ag 1,
300 mg
elke 4 weken*,
minder dan 60 kg
gevolgd door 300 mg op dag 15
te starten 4 weken na de dosis van
dag 15
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
elke twee weken
* De dosis kan verhoogd worden naar 200 mg elke twee weken naargelang het oordeel van de arts.
Aanbevolen dosis bij volwassenen en jongeren (van 12 jaar en ouder) met astma
Voor patiënten met ernstig astma die orale corticosteroïden gebruiken, of voor patiënten met ernstig
astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met comorbide ernstige
chronische rinosinusitis met neuspoliepen, is de aanbevolen dosering Dupixent:
· een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
· gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Voor alle andere patiënten met ernstig astma is de aanbevolen dosering Dupixent:
· een eerste dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg)
· gevolgd door 200 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Aanbevolen dosis voor kinderen met astma
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar) met astma is gebaseerd op
lichaamsgewicht:
Eerste en daaropvolgende doses
patiënt
15 tot minder dan 30 kg
100 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
30 tot minder dan 60 kg
200 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier 4 weken
60 kg of meer
200 mg
elke twee weken
Voor patiënten van 6 tot en met 11 jaar met astma en gelijktijdige ernstige atopische dermatitis zal uw
arts beslissen welke dosis Dupixent geschikt is voor u.
Aanbevolen dosis bij volwassenen met chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP)
Bij CRSwNP is de aanbevolen eerste dosis Dupixent 300 mg, gevolgd door 300 mg eenmaal per twee
weken, toegediend via subcutane injectie.
Dupixent injecteren
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder uw huid (subcutane injectie). U en uw arts of
verpleegkundige moeten beslissen of u Dupixent bij uzelf kunt injecteren.
Voordat u uzelf injecteert met Dupixent moeten uw arts of verpleegkundige u duidelijk uitleggen hoe u
dat moet doen.
Uw injectie met Dupixent mag ook door een mantelzorger worden gegeven, na hiervoor te zijn
opgeleid door een arts of verpleegkundige.
Iedere voorgevulde spuit bevat één dosis Dupixent (300 mg). De voorgevulde spuit niet schudden.
Lees aandachtig de 'Gebruiksaanwijzing' aan het einde van de bijsluiter voordat u Dupixent gaat
gebruiken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u te veel Dupixent gebruikt of heeft u de dosis te vroeg toegediend, neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bent vergeten een dosis te injecteren, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Dupixent zonder eerst te overleggen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Dupixent kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder in zeldzame gevallen allergische reacties
(overgevoeligheidsreacties), waaronder anafylactische reactie. De symptomen van een allergische
reactie of anafylactische reactie zijn onder andere:
· moeilijk ademen
· zwelling van gezicht, lippen, mond, keel of tong (angio-oedeem)
· flauwvallen, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd (lage bloeddruk)
· algemeen ziek gevoel
· gezwollen lymfeklieren
· netelroos
· jeuk
· gewrichtspijn
· huiduitslag
Krijgt u last van een allergische reactie, stop dan met het gebruik van Dupixent en neem onmiddellijk
contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
· reacties op de plaats van injectie (d.w.z. roodheid, zwelling, jeuk, pijn)
· rode ogen en jeuk
· ooginfectie
· koortsblaasjes (op lippen en huid)
· gewrichtspijn (artralgie)
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
· zwelling van het gezicht, de lippen, de mond, de keel of de tong (angio-oedeem)
· jeuk, roodheid en zwelling van het ooglid
· ontsteking van het oogoppervlak, soms met wazig zicht (keratitis)
· huiduitslag of roodheid in het gezicht
· droge ogen
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
· zweren op de buitenste laag van het oog, soms met wazig zicht (ulceratieve keratitis)
Extra bijwerkingen bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met astma
Vaak: draadwormen (enterobiasis)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C). Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten bewaren bij
kamertemperatuur tot 25°C gedurende maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast haalt op de
buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de 14 dagen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel of verkleurd is, of zichtbare deeltjes bevat.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
· De werkzame stof in dit middel is dupilumab.
· Elke voorgevulde spuit bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml voor injectie (injectie).
· De andere stoffen in dit middel zijn argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433),
natriumacetaat, ijsazijn (E260), sucrose, water voor injecties.
Hoe ziet Dupixent eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dupixent is een heldere tot iets doorschijnende, kleurloze tot lichtgele oplossing, aangeleverd in een
glazen voorgevulde spuit met of zonder naaldbeschermer.
Dupixent is beschikbaar als voorgevulde spuiten van 300 mg in een verpakking met 1 of 2
voorgevulde spuiten of in een verpakking met 3 (3 verpakkingen van 1) of 6 (3 verpakkingen van 2)
voorgevulde spuiten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
Fabrikant
SANOFI WINTHROP INDUSTRIE
1051 Boulevard Industriel,
76580 LE TRAIT,
Frankrijk
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Brüningstrasse 50
Industriepark Hoechst
65926 FRANKFURT AM MAIN
DUITSLAND
Genzyme Ireland Limited
IDA Industrial Park
Old Kilmeaden Road
Waterford
Ierland
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Sanofi Belgium
UAB "SANOFI-AVENTIS LIETUVA"
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00
Tel: +370 5 2755224
Luxembourg/Luxemburg
SANOFI BULGARIA EOOD
Sanofi Belgium
.: +359 (0)2 970 53 00
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00 (Belgique/Belgien)
Ceská republika
Magyarország
sanofi-aventis, s.r.o.
SANOFI-AVENTIS Zrt.
Tel: +420 233 086 111
Tel.: +36 1 505 0050
Danmark
Malta
Sanofi A/S
Sanofi S.r.l.
Tlf: +45 45 16 70 00
Tel: +39 02 39394275
Deutschland
Nederland
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Genzyme Europe B.V.
Tel.: 0800 04 36 996
Tel: +31 20 245 4000
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
Norge
sanofi-aventis Estonia OÜ
sanofi-aventis Norge AS
Tel: +372 627 34 88
Tlf: +47 67 10 71 00
Österreich
sanofi-aventis AEBE
sanofi-aventis GmbH
: +30 210 900 16 00
Tel: +43 1 80 185 0
España
Polska
sanofi-aventis, S.A.
sanofi-aventis Sp. z o.o.
Tel: +34 93 485 94 00
Tel.: +48 22 280 00 00
France
Portugal
sanofi-aventis france
Sanofi - Produtos Farmacêuticos, Lda
Tél.: 0 800 222 555
Tel: +351 21 35 89 400
Appel depuis l'étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
România
sanofi-aventis Croatia d.o.o.
Sanofi Romania SRL
Tel: +385 1 600 34 00
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Ireland
Slovenija
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
sanofi-aventis d.o.o.
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Tel: +386 1 560 48 00
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
sanofi-aventis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 33 100 100
Italia
Suomi/Finland
Sanofi S.r.l.
Sanofi Oy
Tel: 800 536389
Puh/Tel: +358 (0) 201 200 300
Sverige
sanofi-aventis Cyprus Ltd.
Sanofi AB
: +357 22 871600
Tel: +46 (0)8 634 50 00
Latvija
United Kingdom
sanofi-aventis Latvia SIA
Sanofi
Tel: +371 67 33 24 51
Tel: +44 (0) 845 372 7101
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit met naaldbeschermer
dupilumab
Gebruiksaanwijzing
Dit is een afbeelding van de onderdelen van Dupixent voorgevulde spuit met naaldbeschermer.
Voor gebruik
Na gebruik
Naald-
beschermer
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik. Het bevat 300 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
Probeer niet uzelf of iemand anders een injectie toe te dienen tenzij uw arts of verpleegkundige u
duidelijk heeft uitgelegd hoe u dat moet doen. Bij jongeren van 12 jaar en ouder wordt aanbevolen
Dupixent toe te laten dienen door of onder toezicht van een volwassene. Bij kinderen jonger dan 12
jaar moet Dupixent toegediend worden door een verzorger.
· Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de spuit gebruikt.
· Check met uw arts of verpleegkundige hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
· Vraag uw arts of verpleegkundige hoe u de spuit op de juiste manier gebruikt voordat u voor
het eerst een injectie toedient.
· Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
· De spuit
niet gebruiken als deze op een hard oppervlak is gevallen of is beschadigd.
· De spuit
niet gebruiken als de beschermhuls ontbreekt of niet goed vastzit.
· De zuiger van de spuit
niet aanraken tot u klaar bent om te injecteren.
·
Niet door uw kleding heen injecteren.
· Eventuele luchtbelletjes in de spuit
niet verwijderen.
· Om prikongevallen te helpen voorkomen, bevat iedere voorgevulde spuit een naaldbeschermer
die de naald automatisch afdekt nadat u de injectie heeft toegediend.
· De zuiger
nooit terugtrekken.
· De spuit
niet opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
· De spuit(en) buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
· Bewaar ongebruikte spuiten in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de koelkast bij
2ºC tot 8ºC.
· Dupixent
niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (< 25ºC). Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast
haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de
14 dagen.
· De spuit
nooit schudden.
· De spuit
niet verwarmen.
· De spuit
niet invriezen.
· De spuit
niet blootstellen aan direct zonlicht.
Stap 1: Uit de doos halen
Haal de spuit uit de doos door deze in het midden van de spuit vast te nemen.
De beschermhuls van de naald niet verwijderen tot vlak voor de injectie.
De spuit niet gebruiken als deze op een hard oppervlak gevallen is of als deze beschadigd
is.
Stap 2: Voorbereiden
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
· Dupixent voorgevulde spuit
· 1 alcoholdoekje*
· 1 watje of gaasje*
· een naaldencontainer* (zie stap 12)
*niet in de doos inbegrepen
Lees het etiket:
· Controleer de uiterste gebruiksdatum.
· Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
De spuit niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
Stap 3: Inspecteren
Bekijk het geneesmiddel door het kijkvenster op de spuit:
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de spuit niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare vlokjes of
deeltjes bevat.
Stap 4: Wacht 45 minuten
Leg de spuit op een plat oppervlak en laat deze minstens 45 minuten op natuurlijke wijze op
kamertemperatuur komen.
De spuit niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De spuit niet blootstellen aan direct zonlicht.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
Stap 5: Kiezen
Kies de injectieplaats.
· U kunt injecteren in uw dij of buik (onderbuik), met uitzondering van het gebied van 5 cm
rondom uw navel.
· Als iemand anders u de injectie toedient, kan hij/zij ook de buitenkant van uw bovenarm
gebruiken.
· Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in de buurt van
littekenweefsel.
Stap 6: Reinigen
Was uw handen.
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat uw huid drogen voordat u gaat injecteren.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
Stap 7: Trekken
Houd de spuit vast in het midden, met de naald van u af, en trek de beschermhuls van de naald.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naald niet aanraken.
Het geneesmiddel onmiddellijk toedienen nadat de beschermhuls verwijderd is.
Stap 8: Een huidplooi vastnemen
Neem een huidplooi vast, zoals u in de afbeelding kan zien.
Stap 9: Inbrengen
De naald in haar geheel inbrengen in de huidplooi, onder een hoek van ongeveer 45º.
Stap 10: Indrukken
Laat de huidplooi rustig een beetje los.
Langzaam en gelijkmatig de zuiger zo ver mogelijk naar beneden duwen totdat de spuit leeg is.
Opmerking: u voelt een beetje weerstand. Dit is normaal.
Stap 11: Loslaten en uittrekken
Haal uw duim van de zuiger tot de naaldbeschermer over de naald is geschoven en haal dan de spuit
uit de injectieplaats.
Ziet u wat bloed, druk dan lichtjes een wattenbolletje of gaasje op de injectieplaats.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De huid niet wrijven na de injectie.
Stap 12: Weggooien
De spuit en de beschermhuls van de naald kunt u weggooien in een naaldencontainer.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naaldencontainer altijd buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Na gebruik
* Het hulpmiddel kan een zachte
of harde beschermhuls voor
de naald hebben
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik. Het bevat 300 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
Probeer niet uzelf of iemand anders een injectie toe te dienen tenzij uw arts of verpleegkundige u
duidelijk heeft uitgelegd hoe u dat moet doen. Bij jongeren van 12 jaar en ouder wordt aanbevolen
Dupixent toe te laten dienen door of onder toezicht van een volwassene. Bij kinderen jonger dan 12
jaar moet Dupixent toegediend worden door een verzorger.
· Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de spuit gebruikt.
· Check met uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
· Vraag uw arts of apotheker hoe u de spuit op de juiste manier gebruikt voordat u voor het eerst
een injectie toedient.
· Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
· De spuit
niet gebruiken als deze is beschadigd.
· De spuit
niet gebruiken als de beschermhuls ontbreekt of niet goed vastzit.
· De zuiger van de spuit
niet aanraken tot u klaar bent om te injecteren.
·
Niet door uw kleding heen injecteren.
· Eventuele luchtbelletjes in de spuit
niet verwijderen.
· De zuiger
nooit terugtrekken.
· De spuit
niet opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
· De spuit(en) buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
· Bewaar ongebruikte spuiten in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de koelkast bij
2ºC tot 8ºC.
· Dupixent
niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (< 25ºC). Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast
haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de
14 dagen.
· De spuit
nooit schudden.
· De spuit
niet verwarmen.
· De spuit
niet invriezen.
· De spuit
niet blootstellen aan direct zonlicht.
Stap 1: Uit de doos halen
Haal de spuit uit de doos door deze in het midden van de spuit vast te nemen.
De beschermhuls van de naald niet verwijderen tot vlak voor de injectie.
De spuit niet gebruiken als deze is beschadigd.
Stap 2: Voorbereiden
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
· Dupixent voorgevulde spuit
· 1 alcoholdoekje*
· 1 watje of gaasje*
· een naaldencontainer* (zie stap 12)
*niet in de doos inbegrepen
Lees het etiket:
· Controleer de uiterste gebruiksdatum.
· Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
De spuit niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
Stap 3: Inspecteren
Bekijk het geneesmiddel in de spuit:
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de spuit niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare vlokjes of
deeltjes bevat.
Stap 4: Wacht 45 minuten
Leg de spuit op een plat oppervlak en laat deze minstens 45 minuten op natuurlijke wijze op
kamertemperatuur komen.
De spuit niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De spuit niet blootstellen aan direct zonlicht.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
Stap 5: Kiezen
Kies de injectieplaats.
· U kunt injecteren in uw dij of buik (onderbuik), met uitzondering van het gebied van 5 cm
rondom uw navel.
· Als iemand anders u de injectie toedient, kan hij/zij ook de buitenkant van uw bovenarm
gebruiken.
· Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in de buurt van
littekenweefsel.
Stap 6: Reinigen
Was uw handen.
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat uw huid drogen voordat u gaat injecteren.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
Stap 7: Trekken
Houd de spuit vast in het midden, met de naald van u af, en trek de beschermhuls van de naald.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naald niet aanraken.
Het geneesmiddel onmiddellijk toedienen nadat de beschermhuls verwijderd is.
Stap 8: Een huidplooi vastnemen
Neem een huidplooi vast, zoals u in de afbeelding kan zien.
Stap 9: Inbrengen
De naald inbrengen in de huidplooi, onder een hoek van ongeveer 45º.
Stap 10: Indrukken
Laat de huidplooi rustig een beetje los.
Langzaam en gelijkmatig de zuiger zo ver mogelijk naar beneden duwen totdat de spuit leeg is.
Opmerking: u voelt een beetje weerstand. Dit is normaal.
Stap 11: Uittrekken
De naald uit de huid verwijderen onder dezelfde hoek als waaronder deze was ingebracht.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
Druk lichtjes met een wattenbolletje of stukje gaas op de injectieplaats als hier wat bloed te zien is.
De huid niet wrijven na de injectie.
Stap 12: Weggooien
De spuit en de beschermhuls van de naald kunt u weggooien in een naaldencontainer.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naaldencontainer altijd buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Dupixent 300 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Dupixent?
Dupixent bevat het actieve bestanddeel dupilumab.
Dupilumab is een monoklonaal antilichaam (een soort gespecialiseerd eiwit) dat de werking blokkeert
van eiwitten genaamd interleukines (IL)-4 en IL-13. Beide spelen een belangrijke rol in het
veroorzaken van de klachten en symptomen van atopische dermatitis, astma en chronische
rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP).
Waarvoor wordt Dupixent gebruikt?
Dupixent wordt gebruikt voor het behandelen van volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder met
matige tot ernstige atopische dermatitis, ook wel bekend als atopisch eczeem. Dupixent wordt ook
gebruikt voor het behandelen van kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met ernstige atopische
dermatitis (zie rubriek Kinderen en jongeren tot 18 jaar). Dupixent kan ofwel alleen ofwel samen
worden gebruikt met eczeemgeneesmiddelen die u aanbrengt op de huid.
Dupixent wordt ook samen met andere astmamedicatie gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van
ernstig astma bij volwassenen, jongeren en kinderen van 6 jaar en ouder bij wie het astma met hun
huidige astmamedicatie (bv. corticosteroïden) niet onder controle is.
Dupixent wordt ook gebruikt samen met andere geneesmiddelen voor de onderhoudsbehandeling van
CRSwNP bij volwassenen waarvan de ziekte niet onder controle is met hun huidige CRSwNP-
geneesmiddelen. Dupixent kan ook de noodzaak van een operatie en het gebruik van systemische
corticosteroïden verminderen.
Hoe werkt Dupixent?
Het gebruik van Dupixent voor atopische dermatitis (atopisch eczeem) kan de toestand van uw huid
verbeteren en jeuk verminderen. Het werd ook aangetoond dat Dupixent de symptomen van pijn, angst
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
· U bent allergisch voor dupilumab of een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
· Als u denkt dat u allergisch bent, of u weet dit niet zeker, vraag dan uw arts of apotheker om
advies voordat u Dupixent gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Dupixent is
geen noodmedicatie en mag niet worden gebruikt om een plotse astma-aanval te
behandelen.
Allergische reacties
· In zeldzame gevallen kan Dupixent ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder een
allergische reactie (overgevoeligheidsreactie), een anafylactische reactie en angio-oedeem.
Deze reacties kunnen optreden van enkele minuten tot maximaal zeven dagen na toediening
van Dupixent. Let op symptomen hiervan (d.w.z. moeilijk ademen, zwelling van het gezicht,
de lippen, de mond, de keel of tong, flauwvallen, duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd
(lage bloeddruk), koorts, een algemeen ziek gevoel, gezwollen lymfeklieren, netelroos, jeuk,
gewrichtspijn, huiduitslag) tijdens het gebruik van Dupixent. Deze symptomen worden
opgesomd onder 'Ernstige bijwerkingen' in rubriek 4.
· Stop met het gebruik van Dupixent en informeer uw arts of zoek onmiddellijk medische hulp als
u symptomen opmerkt van een allergische reactie.
Eosinofiele aandoeningen
· Patiënten die een geneesmiddel tegen astma gebruiken, kunnen in zeldzame gevallen een
ontsteking van de bloedvaten of longen ontwikkelen als gevolg van een toename van bepaalde
witte bloedcellen (eosinofilie).
· Of dit door Dupixent wordt veroorzaakt, is niet bekend. Dit gebeurt meestal, maar niet altijd, bij
mensen die ook een steroïde geneesmiddel gebruiken dat vervolgens wordt stopgezet of
waarvan de dosis wordt verlaagd.
· Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een combinatie van symptomen ontwikkelt, zoals een
griepachtige ziekte, tintelend of doof gevoel in de armen of benen, verslechtering van
longklachten en/of huiduitslag.
Parasitaire infecties (darmparasieten)
· Mogelijk verlaagt Dupixent uw weerstand tegen infecties veroorzaakt door parasieten. Heeft u
al een parasitaire infectie, dan moet deze eerst worden behandeld voor u een behandeling met
Dupixent start.
· Controleer samen met uw arts of u last heeft van diarree, winderigheid, maagklachten, een
vettige ontlasting en uitdroging, wat kan duiden op een parasitaire infectie.
· Woont u in een gebied waar deze infecties vaak voorkomen of reist u naar een dergelijk gebied,
raadpleeg dan uw arts.
Astma
· De Dupixent voorgevulde pen is niet bedoeld voor gebruik bij
kinderen jonger dan 12 jaar
oud. Voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met atopische dermatitis en astma neemt u
contact op met uw arts, die de gepaste Dupixent voorgevulde spuit zal voorschrijven.
· De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met atopische
dermatitis die jonger zijn dan 6 jaar.
· De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met astma die jonger
zijn dan 6 jaar.
· CRSwNP doet zich normaal gesproken niet voor bij kinderen. De veiligheid en voordelen van
Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met CRSwNP die jonger zijn dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dupixent nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
· Vertel dat dan uw arts of apotheker,
· vooral als u kort geleden een inenting heeft gehad of deze binnenkort krijgt.
Andere geneesmiddelen voor astma
Stop niet met uw astmamedicatie en verminder deze niet, tenzij uw arts u hiervoor instructies heeft
gegeven.
· Deze geneesmiddelen (met name die corticosteroïden worden genoemd) moeten geleidelijk
worden afgebouwd,
· Dit moet onder direct toezicht van uw arts gebeuren en is afhankelijk van hoe u reageert op
Dupixent.
Zwangerschap en borstvoeding
· Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De effecten van dit geneesmiddel bij zwangere
vrouwen zijn niet bekend; het is daarom aan te raden het gebruik tijdens de zwangerschap te
vermijden, tenzij uw arts u anders adviseert.
· Geeft u borstvoeding of bent u van plan dit te doen, neem dan contact op met uw arts voordat u
dit geneesmiddel gebruikt. U en uw arts kunnen beslissen of u borstvoeding geeft of Dupixent
gebruikt. U mag niet beide doen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Dupixent invloed heeft op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om
machines te bedienen.
Dupixent bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 300 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen 'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
· een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
· gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend via subcutane injectie.
Aanbevolen dosis bij jongeren met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor jongeren (12 tot en met 17 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
Eerste dosis
Volgende doses
van de patiënt
(eenmaal per twee
weken)
minder dan 60 kg
400 mg (twee injecties van 200 mg)
200 mg
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
Aanbevolen dosis voor kinderen met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
Eerste dosis
Volgende doses
van de patiënt
15 kg tot
300 mg (één injectie van 300 mg) op d
ag 1,
300 mg
elke 4 weken*,
minder dan 60 kg
gevolgd door 300 mg op dag 15
te starten 4 weken na de dosis van
dag 15
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
elke twee weken
* De dosis kan verhoogd worden naar 200 mg elke twee weken naargelang het oordeel van de arts.
Aanbevolen dosis bij volwassenen en jongeren (van 12 jaar en ouder) met astma
Voor patiënten met ernstig astma die orale corticosteroïden gebruiken, of voor patiënten met ernstig
astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met comorbide ernstige
chronische rinosinusitis met neuspoliepen, is de aanbevolen dosering Dupixent:
· een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
· gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Voor alle andere patiënten met ernstig astma is de aanbevolen dosering Dupixent:
· een eerste dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg)
· gevolgd door 200 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Aanbevolen dosis voor kinderen met astma
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar) met astma is gebaseerd op
lichaamsgewicht:
Eerste en daaropvolgende doses
patiënt
15 tot minder dan 30 kg
100 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
30 tot minder dan 60 kg
200 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
60 kg of meer
200 mg
elke twee weken
Voor patiënten van 6 tot en met 11 jaar met astma en gelijktijdige ernstige atopische dermatitis zal uw
arts beslissen welke dosis Dupixent geschikt is voor u.
Aanbevolen dosis bij volwassenen met chronische rinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP)
Bij CRSwNP is de aanbevolen eerste dosis Dupixent 300 mg, gevolgd door 300 mg eenmaal per twee
weken, toegediend via subcutane injectie.
Dupixent injecteren
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder uw huid (subcutane injectie). U en uw arts of
verpleegkundige moeten beslissen of u Dupixent bij uzelf kunt injecteren.
Voordat u uzelf injecteert met Dupixent moeten uw arts of verpleegkundige u duidelijk uitleggen hoe u
dat moet doen.
Uw injectie met Dupixent mag ook door een mantelzorger worden gegeven, na hiervoor te zijn
opgeleid door een arts of verpleegkundige.
Iedere voorgevulde pen bevat één dosis Dupixent (300 mg). De voorgevulde pen niet schudden.
Lees aandachtig de 'Gebruiksaanwijzing' aan het einde van de bijsluiter voordat u Dupixent gaat
gebruiken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u te veel Dupixent gebruikt of heeft u de dosis te vroeg toegediend, neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bent vergeten een dosis te injecteren, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Dupixent zonder eerst te overleggen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Dupixent kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder in zeldzame gevallen allergische reacties
(overgevoeligheidsreacties), waaronder anafylactische reactie. De symptomen van een allergische
reactie of anafylactische reactie zijn onder andere:
· moeilijk ademen
· zwelling van gezicht, lippen, mond, keel of tong (angio-oedeem)
· flauwvallen, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd (lage bloeddruk)
· algemeen ziek gevoel
· gezwollen lymfeklieren
· netelroos
· jeuk
· gewrichtspijn
· huiduitslag
Krijgt u last van een allergische reactie, stop dan met het gebruik van Dupixent en neem onmiddellijk
contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
· reacties op de plaats van injectie (d.w.z. roodheid, zwelling, jeuk, pijn)
· rode ogen en jeuk
· ooginfectie
· koortsblaasjes (op lippen en huid)
· gewrichtspijn (artralgie)
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
· zwelling van het gezicht, de lippen, de mond, de keel of de tong (angio-oedeem)
· jeuk, roodheid en zwelling van het ooglid
· ontsteking van het oogoppervlak, soms met wazig zicht (keratitis)
· huiduitslag of roodheid in het gezicht
· droge ogen
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
· zweren op de buitenste laag van het oog, soms met wazig zicht (ulceratieve keratitis)
Extra bijwerkingen bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met astma
Vaak: draadwormen (enterobiasis)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C). Indien nodig kan men de voorgevulde pennen bewaren bij
kamertemperatuur tot 25°C gedurende maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast haalt op de
buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de 14 dagen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel of verkleurd is, of zichtbare deeltjes bevat.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
· De werkzame stof in dit middel is dupilumab.
· Elke voorgevulde pen bevat 300 mg dupilumab in een oplossing van 2 ml voor injectie (injectie).
· De andere stoffen in dit middel zijn argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433),
natriumacetaat, ijsazijn (E260), sucrose, water voor injecties.
Hoe ziet Dupixent eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dupixent is een heldere tot iets doorschijnende, kleurloze tot lichtgele oplossing, aangeleverd in een
voorgevulde pen.
De voorgevulde pen kan ofwel een ronde dop en een ovaalvormig kijkvenster hebben, omlijnd met een
pijl of een vierkante dop met ribbels en een ovaalvormig kijkvenster zonder pijl. Hoewel er kleine
verschillen zijn in hoe de twee voorgevulde pennen eruitzien, werken ze allebei hetzelfde.
Dupixent is beschikbaar als voorgevulde pennen van 300 mg, in een verpakking met 1, 2, 3 of 6
voorgevulde pennen of in een verpakking met 6 (2 verpakkingen van 3) voorgevulde pennen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
Fabrikant
SANOFI WINTHROP INDUSTRIE
1051 Boulevard Industriel,
76580 LE TRAIT,
Frankrijk
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Brüningstrasse 50
Industriepark Hoechst
65926 FRANKFURT AM MAIN
DUITSLAND
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Sanofi Belgium
UAB "SANOFI-AVENTIS LIETUVA"
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00
Tel: +370 5 2755224
Luxembourg/Luxemburg
SANOFI BULGARIA EOOD
Sanofi Belgium
.: +359 (0)2 970 53 00
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00 (Belgique/Belgien)
Ceská republika
Magyarország
sanofi-aventis, s.r.o.
SANOFI-AVENTIS Zrt.
Tel: +420 233 086 111
Tel.: +36 1 505 0050
Danmark
Malta
Sanofi A/S
Sanofi S.r.l.
Tlf: +45 45 16 70 00
Tel: +39 02 39394275
Deutschland
Nederland
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Genzyme Europe B.V.
Tel.: 0800 04 36 996
Tel: +31 20 245 4000
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
Norge
sanofi-aventis Estonia OÜ
sanofi-aventis Norge AS
Tel: +372 627 34 88
Tlf: +47 67 10 71 00
Österreich
sanofi-aventis AEBE
sanofi-aventis GmbH
: +30 210 900 16 00
Tel: +43 1 80 185 0
España
Polska
sanofi-aventis, S.A.
sanofi-aventis Sp. z o.o.
Tel: +34 93 485 94 00
Tel.: +48 22 280 00 00
France
Portugal
sanofi-aventis france
Sanofi - Produtos Farmacêuticos, Lda
Tél.: 0 800 222 555
Tel: +351 21 35 89 400
Appel depuis l'étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
România
sanofi-aventis Croatia d.o.o.
Sanofi Romania SRL
Tel: +385 1 600 34 00
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Ireland
Slovenija
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
sanofi-aventis d.o.o.
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Tel: +386 1 560 48 00
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
sanofi-aventis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 33 100 100
Italia
Suomi/Finland
Sanofi S.r.l.
Sanofi Oy
Tel: 800 536389
Puh/Tel: +358 (0) 201 200 300
Sverige
sanofi-aventis Cyprus Ltd.
Sanofi AB
: +357 22 871600
Tel: +46 (0)8 634 50 00
Latvija
United Kingdom
sanofi-aventis Latvia SIA
Sanofi
Tel: +371 67 33 24 51
Tel: +44 (0) 845 372 7101
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
· Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de voorgevulde pen gebruikt.
· Vraag uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
· Verander voor elke injectie van injectieplaats.
· De voorgevulde pen
niet gebruiken als hij beschadigd is.
· De voorgevulde pen
niet gebruiken als de groene kap ontbreekt of niet goed vastzit.
· De gele naaldbeschermer
niet met de vingers aanraken of indrukken.
·
Niet door uw kleding heen injecteren.
· De groene kap
niet verwijderen tot vlak voordat u de injectie geeft.
· De groene kap
niet terug op de voorgevulde pen plaatsen.
· De voorgevulde pen
niet opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
· De voorgevulde pen(nen) en alle medicatie buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
· Bewaar ongebruikte voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de
koelkast bij 2ºC tot 8ºC.
· Bewaar voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
· De voorgevulde pennen
niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (< 25ºC). Als u
de doos blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de
koelkast haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent
binnen de 14 dagen.
· De voorgevulde pen
nooit schudden.
· De voorgevulde pen
niet verwarmen.
· De voorgevulde pen
niet invriezen.
· De voorgevulde pen
niet blootstellen aan direct zonlicht.
A: Voorbereiden
A1. Leg klaar wat u nodig heeft
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
· Dupixent voorgevulde pen
· 1 alcoholdoekje*
· 1 watje of gaasje*
· een naaldencontainer* (zie stap D)
*niet in de doos inbegrepen
A2. Lees het etiket
· Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
A3. Controleer de uiterste gebruiksdatum
· Controleer de uiterste gebruiksdatum.
De voorgevulde pen niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Bewaar Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur.
A4. Controleer het geneesmiddel
Bekijk het geneesmiddel door het venstertje op de voorgevulde pen.
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de voorgevulde pen
niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare
vlokjes of deeltjes bevat.
Gebruik de voorgevulde pen niet als het venster geel is.
A5. Wacht 45 minuten
Leg de voorgevulde pen op een plat oppervlak en laat deze ten minste 45 minuten op natuurlijke wijze
op kamertemperatuur komen (beneden 25ºC).
De voorgevulde pen
niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De voorgevulde pen niet in direct zonlicht plaatsen.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
B. Kies uw injectieplaats
B1. Aanbevolen injectieplaatsen zijn:
·
Dij
·
Onderbuik behalve in een gebied van 5 cm rond uw navel.
·
Bovenarm. Als een mantelzorger u de dosis toedient, kan hij/zij ook in de buitenkant van de
bovenarm injecteren.
Verander voor elke injectie met Dupixent van injectieplaats.
Niet door kleding heen injecteren.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in de buurt van
littekenweefsel.
B2. Was uw handen
B3. Bereid de injectieplaats voor
· Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
· Laat de huid drogen voordat u de injectie toedient.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
C. De injectie toedienen
C1. Verwijder de groene kap
Trek de groene kap recht van de pen.
De groene kap
niet draaien.
De groene kap
niet verwijderen tot u klaar bent om te injecteren.
De gele naaldbeschermer
niet met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de naald.
Na het verwijderen de groene kap niet terug op de voorgevulde pen doen.
C2. Positioneren
· Zorg dat u het venster van de voorgevulde pen kunt zien als u de gele naaldbeschermer tegen de
huid plaatst.
· Positioneer de gele naaldbeschermer onder een hoek van ongeveer 90 graden tegen de huid.
De gele naaldbeschermer niet met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de
naald.
C3. Naar beneden duwen
Duw de voorgevulde pen stevig tegen uw huid tot u de gele naaldbeschermer niet meer kunt zien, en
houd hem daar.
· Er volgt een 'klik' als de injectie begint.
· Het venster zal geel van kleur worden.
Het toedienen van de injectie kan tot 20 seconden duren.
C4. Stevig vasthouden
Blijf de voorgevulde pen stevig tegen de huid duwen.
· U kunt een tweede klik horen.
· Controleer of het venster geheel geel is gekleurd.
· Tel langzaam tot 5.
· Haal nu de pen van uw huid, de injectie is voltooid.
Is het venster niet geheel geel gekleurd, haal dan de pen weg en bel met uw professionele zorgverlener.
Dien uzelf geen tweede dosis toe zonder dat u met uw professionele zorgverlener heeft
gesproken.
C5. Verwijderen
· Na het voltooien van de injectie de voorgevulde pen recht omhoog uit de huid trekken en
meteen weggooien zoals beschreven in rubriek D.
· Ziet u wat bloed, dep dan lichtjes met een wattenbolletje of gaasje.
Na de injectie niet over de huid wrijven.
D. Weggooien
· Gooi de voorgevulde pennen (met de naald erin) en de groene kapjes direct na het gebruik weg
in een naaldencontainer.
De voorgevulde pennen (met de naald erin) en de groene kapjes
niet met het huisvuil weggooien.
Doe de groene kap niet opnieuw op de pen.
· Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de voorgevulde pen gebruikt.
· Vraag uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
· Kies voor elke injectie steeds een andere injectieplaats.
· De voorgevulde pen
niet gebruiken als hij beschadigd is.
· De voorgevulde pen
niet gebruiken als de groene kap ontbreekt of niet goed vastzit.
· De gele naaldbeschermer
niet met de vingers aanraken of indrukken.
·
Niet door kleding heen injecteren.
· De groene kap
niet verwijderen tot vlak voordat u de injectie geeft.
· De groene kap
niet terug op de voorgevulde pen plaatsen.
· De voorgevulde pen
niet opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
· De voorgevulde pen(nen) en alle medicatie buiten het bereik van kinderen houden.
· Bewaar ongebruikte voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in
de koelkast bij 2 ºC tot 8 ºC.
· Bewaar voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
· De voorgevulde pennen
niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (dat is lager
dan 25 ºC). Als u de doos blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u
de doos uit de koelkast haalt op de buitenverpakking, in de daarvoor bedoelde ruimte, en
gebruik Dupixent binnen 14 dagen.
· De voorgevulde pen
nooit schudden.
· De voorgevulde pen
niet verwarmen.
· De voorgevulde pen
niet in de vriezer bewaren.
· De voorgevulde pen
niet blootstellen aan direct zonlicht.
A: Voorbereiden
A1. Leg klaar wat u nodig heeft
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
· de Dupixent voorgevulde pen
· 1 alcoholdoekje*
· 1 watje of gaasje*
· een naaldencontainer* (zie stap D)
*niet in de doos inbegrepen
A2. Lees het etiket
· Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
A3. Controleer de uiterste gebruiksdatum
· Controleer de uiterste gebruiksdatum.
De voorgevulde pen niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Bewaar Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur.
A4. Controleer het geneesmiddel
Bekijk het geneesmiddel door het venstertje van de voorgevulde pen.
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de voorgevulde pen
niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare
vlokjes of deeltjes bevat.
Gebruik de voorgevulde pen niet als het venster geel is.
A5. Wacht 45 minuten
Leg de voorgevulde pen op een plat oppervlak en laat deze ten minste 45 minuten op natuurlijke wijze
op kamertemperatuur komen (beneden 25 ºC).
De voorgevulde pen
niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De voorgevulde pen niet in direct zonlicht plaatsen.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
B. Kies uw injectieplaats
B1. Aanbevolen injectieplaatsen zijn:
·
Bovenbeen
·
Onderbuik behalve in een gebied van 5 cm rond uw navel.
·
Bovenarm. Als een verzorger u de dosis toedient, kan hij/zij ook in de buitenkant van de
bovenarm injecteren.
Kies voor elke injectie met Dupixent steeds een andere injectieplaats.
Niet door kleding heen injecteren.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in littekenweefsel.
B2. Was uw handen
B3. Bereid de injectieplaats voor
· Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
· Laat de huid drogen voordat u de injectie toedient.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen voordat u de injectie toedient.
C. De injectie toedienen
C1. Verwijder de groene kap
Trek de groene kap recht van de pen.
De groene kap
niet draaien.
De groene kap
niet verwijderen tot u klaar bent om te injecteren.
De gele naaldbeschermer
niet met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de naald.
Na het verwijderen de groene kap niet terug op de voorgevulde pen doen.
C2. Positioneren
· Zorg dat u het venster van de voorgevulde pen kunt zien wanneer u de gele naaldbeschermer
tegen de huid plaatst.
· Plaats de gele beschermer in een hoek van ongeveer 90 graden tegen de huid.
De gele naaldbeschermer niet met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de
naald.
C3. Naar beneden duwen
Duw de voorgevulde pen stevig tegen uw huid tot u de gele naaldbeschermer niet meer kunt zien, en
houd hem daar.
· Er volgt een 'klik' als de injectie begint.
· Het venster zal geel van kleur worden.
Het toedienen van de injectie kan tot 15 seconden duren.
C4. Stevig vasthouden
Blijf de voorgevulde pen stevig tegen de huid duwen.
· U kunt een tweede klik horen.
· Controleer of het venster helemaal geel is gekleurd.
· Tel dan langzaam tot 5.
· Haal nu de pen van uw huid, de injectie is voltooid.
Is het venster niet helemaal geel gekleurd, verwijder de pen dan en bel met uw zorgverlener.
Dien uzelf geen tweede dosis toe zonder dat u eerst met uw zorgverlener heeft gesproken.
C5. Verwijderen
· Trek na het voltooien van de injectie de voorgevulde pen recht omhoog uit de huid en gooi hem
meteen weg zoals beschreven in rubriek D.
· Ziet u wat bloed, dep dan lichtjes met een wattenbolletje of gaasje.
Na de injectie niet over de huid wrijven.
D. Weggooien
· Gooi de voorgevulde pennen (met de naald erin) en de groene kapjes direct na het gebruik weg
in een naaldencontainer.
De voorgevulde pennen (met de naald erin) en de groene kapjes
niet met het huisvuil weggooien.
Doe de groene kap niet terug op de pen.
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Dupixent?
Dupixent bevat het actieve bestanddeel dupilumab.
Dupilumab is een monoklonaal antilichaam (een soort gespecialiseerd eiwit) dat de werking blokkeert
van eiwitten genaamd interleukines (IL)-4 en IL-13. Beide spelen een belangrijke rol in het
veroorzaken van de klachten en symptomen van atopische dermatitis en astma.
Waarvoor wordt Dupixent gebruikt?
Dupixent wordt gebruikt voor het behandelen van volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder met
matige tot ernstige atopische dermatitis, ook wel bekend als atopisch eczeem. Dupixent wordt ook
gebruikt voor het behandelen van kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met ernstige atopische
dermatitis. Dupixent kan ofwel alleen ofwel samen worden gebruikt met eczeemgeneesmiddelen die u
aanbrengt op de huid.
Dupixent wordt ook samen met andere astmamedicatie gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van
ernstig astma bij volwassenen, jongeren en kinderen van 6 jaar en ouder bij wie het astma met hun
huidige astmamedicatie (bv. corticosteroïden) niet onder controle is.
Hoe werkt Dupixent?
Het gebruik van Dupixent voor atopische dermatitis (atopisch eczeem) kan de toestand van uw huid
verbeteren en jeuk verminderen. Het werd ook aangetoond dat Dupixent de symptomen van pijn, angst
en depressie die samengaan met atopische dermatitis verbetert. Bovendien helpt Dupixent uw
slaapklachten te verlichten en uw algehele levenskwaliteit te verbeteren.
Dupixent helpt bij het voorkomen van ernstige astma-aanvallen (exacerbaties) en kan uw ademhaling
verbeteren. Dupixent kan ook helpen het gebruik te verminderen van een andere groep medicatie die u
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken? U bent allergisch voor dupilumab of een van de stoffen
in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
· Als u denkt dat u allergisch bent, of u weet dit niet zeker, vraag dan uw arts of apotheker om
advies voordat u Dupixent gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Dupixent is
geen noodmedicatie en mag niet worden gebruikt om een plotse astma-aanval te
behandelen.
Allergische reacties
· In zeldzame gevallen kan Dupixent ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder een
allergische reactie (overgevoeligheidsreactie), een anafylactische reactie en angio-oedeem.
Deze reacties kunnen optreden van enkele minuten tot maximaal zeven dagen na toediening
van Dupixent. Let op symptomen hiervan (d.w.z. moeilijk ademen, zwelling van het gezicht,
de lippen, de mond, keel of tong, flauwvallen, duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd (lage
bloeddruk), koorts, een algemeen ziek gevoel, gezwollen lymfeklieren, netelroos, jeuk,
gewrichtspijn, huiduitslag) tijdens het gebruik van Dupixent. Deze symptomen worden
opgesomd onder 'Ernstige bijwerkingen' in rubriek 4.
· Stop met het gebruik van Dupixent en informeer uw arts of zoek onmiddellijk medische hulp als
u symptomen opmerkt van een allergische reactie.
Eosinofiele aandoeningen
· Patiënten die een geneesmiddel tegen astma gebruiken, kunnen in zeldzame gevallen een
ontsteking van de bloedvaten of longen ontwikkelen als gevolg van een toename van bepaalde
witte bloedcellen (eosinofilie).
· Of dit door Dupixent wordt veroorzaakt, is niet bekend. Dit gebeurt meestal, maar niet altijd, bij
mensen die ook een steroïde geneesmiddel gebruiken dat vervolgens wordt stopgezet of
waarvan de dosis wordt verlaagd.
· Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een combinatie van symptomen ontwikkelt, zoals een
griepachtige ziekte, tintelend of doof gevoel in de armen of benen, verslechtering van
longklachten en/of huiduitslag.
Parasitaire infecties (darmparasieten)
· Mogelijk verlaagt Dupixent uw weerstand tegen infecties veroorzaakt door parasieten. Heeft u
al een parasitaire infectie, dan moet deze eerst worden behandeld voor u een behandeling met
Dupixent start.
· Controleer samen met uw arts of u last heeft van diarree, winderigheid, maagklachten, een
vettige ontlasting en uitdroging, wat kan duiden op een parasitaire infectie.
· Woont u in een gebied waar deze infecties vaak voorkomen of reist u naar een dergelijk gebied,
raadpleeg dan uw arts.
Astma
Heeft u astma en gebruikt u geneesmiddelen voor astma, stop daar dan niet mee en verander niets in
uw astmamedicatie zonder dat eerst met uw arts te bespreken. Neem contact op met uw arts voordat u
met Dupixent stopt of als uw astma niet onder controle komt of verslechtert tijdens de behandeling met
dit geneesmiddel.
Oogproblemen
· De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met atopische
dermatitis die jonger zijn dan 6 jaar.
· De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met astma die jonger
zijn dan 6 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dupixent nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
· Vertel dat dan uw arts of apotheker,
· vooral als u kort geleden een inenting heeft gehad of deze binnenkort krijgt.
Andere geneesmiddelen voor astma
Stop niet met uw astmamedicatie en verminder deze niet, tenzij uw arts u hiervoor instructies heeft
gegeven.
· Deze geneesmiddelen (met name die corticosteroïden worden genoemd) moeten geleidelijk
worden afgebouwd,
· Dit moet onder direct toezicht van uw arts gebeuren en is afhankelijk van hoe u reageert op
Dupixent.
Zwangerschap en borstvoeding
· Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De effecten van dit geneesmiddel bij zwangere
vrouwen zijn niet bekend; het is daarom aan te raden het gebruik tijdens de zwangerschap te
vermijden, tenzij uw arts u anders adviseert.
· Geeft u borstvoeding of bent u van plan dit te doen, neem dan contact op met uw arts voordat u
dit geneesmiddel gebruikt. U en uw arts kunnen beslissen of u borstvoeding geeft of Dupixent
gebruikt. U mag niet beide doen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Dupixent invloed heeft op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om
machines te bedienen.
Dupixent bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 200 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen 'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe wordt Dupixent toegediend?
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder de huid (subcutane injectie).
Hoeveel Dupixent krijgt u?
Uw arts beslist hoeveel Dupixent u nodig heeft.
Aanbevolen dosis bij jongeren met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor jongeren (12 tot en met 17 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Eerste dosis
Volgende doses
van de patiënt
(eenmaal per twee
weken)
minder dan 60 kg
400 mg (twee injecties van 200 mg)
200 mg
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
Aanbevolen dosis voor kinderen met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
Eerste dosis
Volgende doses
van de patiënt
15 kg tot
300 mg (één injectie van 300 mg) op d
ag 1,
300 mg
elke 4 weken*,
minder dan 60 kg
gevolgd door 300 mg op dag 15
te starten 4 weken na de dosis van
dag 15
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
elke twee weken
* De dosis kan verhoogd worden naar 200 mg elke twee weken naargelang het oordeel van de arts.
Aanbevolen dosis bij volwassenen en jongeren (van 12 jaar en ouder) met astma
Voor de meeste patiënten met ernstig astma is de aanbevolen dosering Dupixent:
·
een eerste dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg)
·
gevolgd door 200 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Voor patiënten met ernstig astma die orale corticosteroïden gebruiken, of voor patiënten met ernstig
astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met comorbide ernstige
chronische rinosinusitis met neuspoliepen, is de aanbevolen dosering Dupixent:
·
een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
·
gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Aanbevolen dosis voor kinderen met astma
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar) met astma is gebaseerd op
lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht van de
Eerste en daaropvolgende doses
patiënt
15 tot minder dan 30 kg
100 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
30 tot minder dan 60 kg
200 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
60 kg of meer
200 mg
elke twee weken
Voor patiënten van 6 tot en met 11 jaar met astma en gelijktijdige ernstige atopische dermatitis zal uw
arts beslissen welke dosis Dupixent geschikt is voor u.
Dupixent injecteren
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder uw huid (subcutane injectie). U en uw arts of
verpleegkundige moeten beslissen of u Dupixent bij uzelf kunt injecteren.
Voordat u uzelf injecteert met Dupixent moeten uw arts of verpleegkundige u duidelijk uitleggen hoe u
dat moet doen.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Dupixent kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder in zeldzame gevallen allergische reacties
(overgevoeligheidsreacties), waaronder anafylactische reactie. De symptomen van een allergische
reactie of anafylactische reactie zijn onder andere:
· moeilijk ademen
· zwelling van gezicht, lippen, mond, keel of tong (angio-oedeem)
· flauwvallen, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd (lage bloeddruk)
· koorts
· algemeen ziek gevoel
· gezwollen lymfeklieren
· netelroos
· jeuk
· gewrichtspijn
· huiduitslag
Krijgt u last van een allergische reactie, stop dan met het gebruik van Dupixent en neem onmiddellijk
contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
· reacties op de plaats van injectie (d.w.z. roodheid, zwelling, jeuk, pijn)
· rode ogen en jeuk
· ooginfectie
· koortsblaasjes (op lippen en huid)
· gewrichtspijn (artralgie)
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
· zwelling van het gezicht, de lippen, de mond, de keel of de tong (angio-oedeem)
· jeuk, roodheid en zwelling van het ooglid
· huiduitslag of roodheid in het gezicht
· droge ogen
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
· zweren op de buitenste laag van het oog, soms met wazig zicht (ulceratieve keratitis)
Extra bijwerkingen bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met astma
Vaak: draadwormen (enterobiasis)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C). Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten bewaren bij
kamertemperatuur tot 25°C gedurende maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast haalt op de
buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de 14 dagen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel of verkleurd is, of zichtbare deeltjes bevat.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
· De werkzame stof in dit middel is dupilumab.
· Elke voorgevulde spuit bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml voor injectie
(injectie).
· De andere stoffen in dit middel zijn argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433),
natriumacetaat, ijsazijn (E260), sucrose, water voor injecties.
Hoe ziet Dupixent eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dupixent is een heldere tot iets doorschijnende, kleurloze tot lichtgele oplossing, aangeleverd in een
glazen voorgevulde spuit.
Dupixent is beschikbaar als voorgevulde spuiten van 200 mg in een verpakking met 1 of 2
voorgevulde spuiten of in een verpakking met 3 (3 verpakkingen van 1) of 6 (3 verpakkingen van 2)
voorgevulde spuiten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Sanofi Belgium
UAB "SANOFI-AVENTIS LIETUVA"
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00
Tel: +370 5 2755224
Luxembourg/Luxemburg
SANOFI BULGARIA EOOD
Sanofi Belgium
.: +359 (0)2 970 53 00
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00 (Belgique/Belgien)
Ceská republika
Magyarország
sanofi-aventis, s.r.o.
SANOFI-AVENTIS Zrt.
Tel: +420 233 086 111
Tel.: +36 1 505 0050
Danmark
Malta
Sanofi A/S
Sanofi S.r.l.
Tlf: +45 45 16 70 00
Tel: +39 02 39394275
Deutschland
Nederland
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Genzyme Europe B.V.
Tel.: 0800 04 36 996
Tel: +31 20 245 4000
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
Norge
sanofi-aventis Estonia OÜ
sanofi-aventis Norge AS
Tel: +372 627 34 88
Tlf: +47 67 10 71 00
Österreich
sanofi-aventis AEBE
sanofi-aventis GmbH
: +30 210 900 16 00
Tel: +43 1 80 185 0
España
Polska
sanofi-aventis, S.A.
sanofi-aventis Sp. z o.o.
Tel: +34 93 485 94 00
Tel.: +48 22 280 00 00
France
Portugal
sanofi-aventis france
Sanofi - Produtos Farmacêuticos, Lda
Tel: +351 21 35 89 400
Appel depuis l'étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
România
sanofi-aventis Croatia d.o.o.
Sanofi Romania SRL
Tel: +385 1 600 34 00
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Ireland
Slovenija
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
sanofi-aventis d.o.o.
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Tel: +386 1 560 48 00
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
sanofi-aventis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 33 100 100
Italia
Suomi/Finland
Sanofi S.r.l.
Sanofi Oy
Tel: 800 536389
Puh/Tel: +358 (0) 201 200 300
Sverige
sanofi-aventis Cyprus Ltd.
Sanofi AB
: +357 22 871600
Tel: +46 (0)8 634 50 00
Latvija
United Kingdom
sanofi-aventis Latvia SIA
Sanofi
Tel: +371 67 33 24 51
Tel: +44 (0) 845 372 7101
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit met naaldbeschermer
dupilumab
Gebruiksaanwijzing
Dit is een afbeelding van de onderdelen van Dupixent voorgevulde spuit met naaldbeschermer.
Voor gebruik
Na gebruik
Naald-
beschermer
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik. Het bevat 200 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
Probeer niet uzelf of iemand anders een injectie toe te dienen tenzij uw arts of verpleegkundige u
duidelijk heeft uitgelegd hoe u dat moet doen. Bij jongeren van 12 jaar en ouder wordt aanbevolen
Dupixent toe te laten dienen door of onder toezicht van een volwassene. Bij kinderen jonger dan 12
jaar moet Dupixent toegediend worden door een verzorger.
· Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de spuit gebruikt.
· Check met uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
· Vraag uw arts of verpleegkundige hoe u de spuit op de juiste manier gebruikt voordat u voor
het eerst een injectie toedient.
· Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
· De spuit
niet gebruiken als deze op een hard oppervlak is gevallen of is beschadigd.
· De spuit
niet gebruiken als de beschermhuls ontbreekt of niet goed vastzit.
· De zuiger van de spuit
niet aanraken tot u klaar bent om te injecteren.
·
Niet door uw kleding heen injecteren.
· Eventuele luchtbelletjes in de spuit
niet verwijderen.
· Om prikongevallen te helpen voorkomen, bevat iedere voorgevulde spuit een naaldbeschermer
die de naald automatisch afdekt nadat u de injectie heeft toegediend.
· De zuiger
nooit terugtrekken.
· De spuit
niet opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
· De spuit(en) buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
· Bewaar ongebruikte spuiten in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de koelkast bij
2ºC tot 8ºC.
· Dupixent
niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (< 25ºC). Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast
haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de
14 dagen.
· De spuit
nooit schudden.
· De spuit
niet verwarmen.
· De spuit
niet invriezen.
· De spuit
niet blootstellen aan direct zonlicht.
Stap 1: Uit de doos halen
Haal de spuit uit de doos door deze in het midden van de spuit vast te nemen.
De beschermhuls van de naald niet verwijderen tot vlak voor de injectie.
De spuit niet gebruiken als deze op een hard oppervlak gevallen is of als deze beschadigd
is.
Stap 2: Voorbereiden
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
· Dupixent voorgevulde spuit
· 1 alcoholdoekje*
· 1 watje of gaasje*
· een naaldencontainer* (zie stap 12)
*niet in de doos inbegrepen
Lees het etiket:
· Controleer de uiterste gebruiksdatum.
· Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
De spuit niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
Stap 3: Inspecteren
Bekijk het geneesmiddel door het kijkvenster op de spuit:
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de spuit niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare vlokjes of
deeltjes bevat.
Stap 4: Wacht 30 minuten
Leg de spuit op een plat oppervlak en laat deze minstens 30 minuten op natuurlijke wijze op
kamertemperatuur komen.
De spuit niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De spuit niet blootstellen aan direct zonlicht.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
Stap 5: Kiezen
Kies de injectieplaats.
· U kunt injecteren in uw dij of buik (onderbuik), met uitzondering van het gebied van 5 cm
rondom uw navel.
· Als iemand anders u de injectie toedient, kan hij/zij ook de buitenkant van uw bovenarm
gebruiken.
· Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in de buurt van
littekenweefsel.
Stap 6: Reinigen
Was uw handen.
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat uw huid drogen voordat u gaat injecteren.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
Stap 7: Trekken
Houd de spuit vast in het midden, met de naald van u af, en trek de beschermhuls van de naald.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naald niet aanraken.
Het geneesmiddel onmiddellijk toedienen nadat de beschermhuls verwijderd is.
Stap 8: Een huidplooi vastnemen
Neem een huidplooi vast, zoals u in de afbeelding kan zien.
Stap 9: Inbrengen
De naald in haar geheel inbrengen in de huidplooi, onder een hoek van ongeveer 45º.
Stap 10: Indrukken
Laat de huidplooi rustig een beetje los.
Langzaam en gelijkmatig de zuiger zo ver mogelijk naar beneden duwen totdat de spuit leeg is.
Opmerking: u voelt een beetje weerstand. Dit is normaal.
Stap 11: Loslaten en uittrekken
Haal uw duim van de zuiger tot de naaldbeschermer over de naald is geschoven en haal dan de spuit
uit de injectieplaats.
Ziet u wat bloed, druk dan lichtjes een wattenbolletje of gaasje op de injectieplaats.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De huid niet wrijven na de injectie.
Stap 12: Weggooien
De spuit en de beschermhuls van de naald kunt u weggooien in een naaldencontainer.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naaldencontainer altijd buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Dupixent 200 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
dupilumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Dupixent?
Dupixent bevat het actieve bestanddeel dupilumab.
Dupilumab is een monoklonaal antilichaam (een soort gespecialiseerd eiwit) dat de werking blokkeert
van eiwitten genaamd interleukines (IL)-4 en IL-13. Beide spelen een belangrijke rol in het
veroorzaken van de klachten en symptomen van atopische dermatitis en astma.
Waarvoor wordt Dupixent gebruikt?
Dupixent wordt gebruikt voor het behandelen van volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder met
matige tot ernstige atopische dermatitis, ook wel bekend als atopisch eczeem. Dupixent wordt ook
gebruikt voor het behandelen van kinderen van 6 tot en met 11 jaar oud met ernstige atopische
dermatitis (zie rubriek Kinderen en jongeren tot 18 jaar). Dupixent kan ofwel alleen ofwel samen
worden gebruikt met eczeemgeneesmiddelen die u aanbrengt op de huid.
Dupixent wordt ook samen met andere astmamedicatie gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van
ernstig astma bij volwassenen, jongeren en kinderen van 6 jaar en ouder bij wie het astma met hun
huidige astmamedicatie (bv. corticosteroïden) niet onder controle is.
Hoe werkt Dupixent?
Het gebruik van Dupixent voor atopische dermatitis (atopisch eczeem) kan de toestand van uw huid
verbeteren en jeuk verminderen. Het werd ook aangetoond dat Dupixent de symptomen van pijn, angst
en depressie die samengaan met atopische dermatitis verbetert. Bovendien helpt Dupixent uw
slaapklachten te verlichten en uw algehele levenskwaliteit te verbeteren.
Dupixent helpt bij het voorkomen van ernstige astma-aanvallen (exacerbaties) en kan uw ademhaling
verbeteren. Dupixent kan ook helpen het gebruik te verminderen van een andere groep medicatie die u
nodig heeft voor uw astma, genaamd orale corticosteroïden, die ernstige astma-aanvallen voorkomen
en uw ademhaling verbeteren.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
· U bent allergisch voor dupilumab of een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
· Als u denkt dat u allergisch bent, of u weet dit niet zeker, vraag dan uw arts of apotheker om
advies voordat u Dupixent gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Dupixent is
geen noodmedicatie en mag niet worden gebruikt om een plotse astma-aanval te
behandelen.
Allergische reacties
· In zeldzame gevallen kan Dupixent ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder een
allergische reactie (overgevoeligheidsreactie), een anafylactische reactie en angio-oedeem.
Deze reacties kunnen optreden van enkele minuten tot maximaal zeven dagen na toediening
van Dupixent. Let op symptomen hiervan (d.w.z. moeilijk ademen, zwelling van het gezicht,
de lippen, de mond, keel of tong, flauwvallen, duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd (lage
bloeddruk), koorts, een algemeen ziek gevoel, gezwollen lymfeklieren, netelroos, jeuk,
gewrichtspijn, huiduitslag) tijdens het gebruik van Dupixent. Deze symptomen worden
opgesomd onder 'Ernstige bijwerkingen' in rubriek 4.
· Stop met het gebruik van Dupixent en informeer uw arts of zoek onmiddellijk medische hulp als
u symptomen opmerkt van een allergische reactie.
Eosinofiele aandoeningen
· Patiënten die een geneesmiddel tegen astma gebruiken, kunnen in zeldzame gevallen een
ontsteking van de bloedvaten of longen ontwikkelen als gevolg van een toename van bepaalde
witte bloedcellen (eosinofilie).
· Of dit door Dupixent wordt veroorzaakt, is niet bekend. Dit gebeurt meestal, maar niet altijd, bij
mensen die ook een steroïde geneesmiddel gebruiken dat vervolgens wordt stopgezet of
waarvan de dosis wordt verlaagd.
· Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een combinatie van symptomen ontwikkelt, zoals een
griepachtige ziekte, tintelend of doof gevoel in de armen of benen, verslechtering van
longklachten en/of huiduitslag.
Parasitaire infecties (darmparasieten)
· Mogelijk verlaagt Dupixent uw weerstand tegen infecties veroorzaakt door parasieten. Heeft u
al een parasitaire infectie, dan moet deze eerst worden behandeld voor u een behandeling met
Dupixent start.
· Controleer samen met uw arts of u last heeft van diarree, winderigheid, maagklachten, een
vettige ontlasting en uitdroging, wat kan duiden op een parasitaire infectie.
· Woont u in een gebied waar deze infecties vaak voorkomen of reist u naar een dergelijk gebied,
raadpleeg dan uw arts.
Astma
Heeft u astma en gebruikt u geneesmiddelen voor astma, stop daar dan niet mee en verander niets in
uw astmamedicatie zonder dat eerst met uw arts te bespreken. Neem contact op met uw arts voordat u
met Dupixent stopt of als uw astma niet onder controle komt of verslechtert tijdens de behandeling met
dit geneesmiddel.
Oogproblemen
Heeft u nieuwe of toenemende problemen met uw ogen, waaronder pijn aan het oog of veranderingen
in uw zicht, neem dan contact op met uw arts.
· De Dupixent voorgevulde pen is niet bedoeld voor gebruik bij
kinderen jonger dan 12 jaar
oud. Voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar met atopische dermatitis en astma neemt u contact
op met uw arts, die de gepaste Dupixent voorgevulde spuit zal voorschrijven.
· De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met atopische
dermatitis die jonger zijn dan 6 jaar.
· De veiligheid en voordelen van Dupixent zijn nog niet bekend bij kinderen met astma die jonger
zijn dan 6 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dupixent nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
· Vertel dat dan uw arts of apotheker,
· vooral als u kort geleden een inenting heeft gehad of deze binnenkort krijgt.
Andere geneesmiddelen voor astma
Stop niet met uw astmamedicatie en verminder deze niet, tenzij uw arts u hiervoor instructies heeft
gegeven.
· Deze geneesmiddelen (met name die corticosteroïden worden genoemd) moeten geleidelijk
worden afgebouwd,
· Dit moet onder direct toezicht van uw arts gebeuren en is afhankelijk van hoe u reageert op
Dupixent.
Zwangerschap en borstvoeding
· Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De effecten van dit geneesmiddel bij zwangere
vrouwen zijn niet bekend; het is daarom aan te raden het gebruik tijdens de zwangerschap te
vermijden, tenzij uw arts u anders adviseert.
· Geeft u borstvoeding of bent u van plan dit te doen, neem dan contact op met uw arts voordat u
dit geneesmiddel gebruikt. U en uw arts kunnen beslissen of u borstvoeding geeft of Dupixent
gebruikt. U mag niet beide doen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Dupixent invloed heeft op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om
machines te bedienen.
Dupixent bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 200 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen 'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe wordt Dupixent toegediend?
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder de huid (subcutane injectie).
Hoeveel Dupixent krijgt u?
Uw arts beslist hoeveel Dupixent u nodig heeft.
Aanbevolen dosis bij jongeren met atopische dermatitis
Lichaamsgewicht
Eerste dosis
Volgende doses
van de patiënt
(eenmaal per twee
weken)
minder dan 60 kg
400 mg (twee injecties van 200 mg)
200 mg
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
Aanbevolen dosis voor kinderen met atopische dermatitis
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar oud) met atopische dermatitis is
gebaseerd op lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht
Eerste dosis
Volgende doses
van de patiënt
15 kg tot
300 mg (één injectie van 300 mg) op d
ag 1,
300 mg
elke 4 weken*,
minder dan 60 kg
gevolgd door 300 mg op dag 15
te starten 4 weken na de dosis van
dag 15
60 kg of meer
600 mg (twee injecties van 300 mg)
300 mg
elke twee weken
* De dosis kan verhoogd worden naar 200 mg elke twee weken naargelang het oordeel van de arts.
Aanbevolen dosis bij volwassenen en jongeren (van 12 jaar en ouder) met astma
Voor de meeste patiënten met ernstig astma is de aanbevolen dosering Dupixent:
·
een eerste dosis van 400 mg (twee injecties van 200 mg)
·
gevolgd door 200 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Voor patiënten met ernstig astma die orale corticosteroïden gebruiken, of voor patiënten met ernstig
astma en comorbide matige tot ernstige atopische dermatitis of volwassenen met comorbide ernstige
chronische rinosinusitis met neuspoliepen, is de aanbevolen dosering Dupixent:
· een eerste dosis van 600 mg (twee injecties van 300 mg)
· gevolgd door 300 mg eenmaal per twee weken, toegediend als subcutane injectie.
Aanbevolen dosis voor kinderen met astma
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar) met astma is gebaseerd op
lichaamsgewicht:
Lichaamsgewicht van de
Eerste en daaropvolgende doses
patiënt
15 tot minder dan 30 kg
100 mg
elke twee weken
of
300 mg
vier weken
30 tot minder dan 60 kg
200 mg
elke twee weken
of
300 mg
vier weken
60 kg of meer
200 mg
elke twee weken
Voor patiënten van 6 tot en met 11 jaar met astma en gelijktijdige ernstige atopische dermatitis zal uw
arts beslissen welke dosis Dupixent geschikt is voor u.
Dupixent injecteren
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder uw huid (subcutane injectie). U en uw arts of
verpleegkundige moeten beslissen of u Dupixent bij uzelf kunt injecteren.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Dupixent kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder in zeldzame gevallen allergische reacties
(overgevoeligheidsreacties), waaronder anafylactische reactie. De symptomen van een allergische
reactie of anafylactische reactie zijn onder andere:
· moeilijk ademen
· zwelling van gezicht, lippen, mond, keel of tong (angio-oedeem)
· flauwvallen, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd (lage bloeddruk)
· koorts
· algemeen ziek gevoel
· gezwollen lymfeklieren
· netelroos
· jeuk
· gewrichtspijn
· huiduitslag
Krijgt u last van een allergische reactie, stop dan met het gebruik van Dupixent en neem onmiddellijk
contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
· reacties op de plaats van injectie (d.w.z. roodheid, zwelling, jeuk, pijn)
· rode ogen en jeuk
· ooginfectie
· koortsblaasjes (op lippen en huid)
· gewrichtspijn (artralgie)
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
· jeuk, roodheid en zwelling van het ooglid
· ontsteking van het oogoppervlak, soms met wazig zicht (keratitis)
· huiduitslag of roodheid in het gezicht
· droge ogen
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
· zweren op de buitenste laag van het oog, soms met wazig zicht (ulceratieve keratitis)
Extra bijwerkingen bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met astma
Vaak: draadwormen (enterobiasis)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C). Indien nodig kan men de voorgevulde pennen bewaren bij
kamertemperatuur tot 25°C gedurende maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast haalt op de
buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de 14 dagen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel of verkleurd is, of zichtbare deeltjes bevat.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
· De werkzame stof in dit middel is dupilumab.
· Elke voorgevulde pen bevat 200 mg dupilumab in een oplossing van 1,14 ml voor injectie
(injectie).
· De andere stoffen in dit middel zijn argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433),
natriumacetaat, ijsazijn (E260), sucrose, water voor injecties.
Hoe ziet Dupixent eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dupixent is een heldere tot iets doorschijnende, kleurloze tot lichtgele oplossing, aangeleverd in een
voorgevulde pen.
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Sanofi Belgium
UAB "SANOFI-AVENTIS LIETUVA"
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00
Tel: +370 5 2755224
Luxembourg/Luxemburg
SANOFI BULGARIA EOOD
Sanofi Belgium
.: +359 (0)2 970 53 00
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00 (Belgique/Belgien)
Ceská republika
Magyarország
sanofi-aventis, s.r.o.
SANOFI-AVENTIS Zrt.
Tel: +420 233 086 111
Tel.: +36 1 505 0050
Danmark
Malta
Sanofi A/S
Sanofi S.r.l.
Tlf: +45 45 16 70 00
Tel: +39 02 39394275
Deutschland
Nederland
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Genzyme Europe B.V.
Tel.: 0800 04 36 996
Tel: +31 20 245 4000
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
Norge
sanofi-aventis Estonia OÜ
sanofi-aventis Norge AS
Tel: +372 627 34 88
Tlf: +47 67 10 71 00
Österreich
sanofi-aventis AEBE
sanofi-aventis GmbH
: +30 210 900 16 00
Tel: +43 1 80 185 0
España
Polska
sanofi-aventis, S.A.
sanofi-aventis Sp. z o.o.
Tel: +34 93 485 94 00
Tel.: +48 22 280 00 00
France
Portugal
sanofi-aventis france
Sanofi - Produtos Farmacêuticos, Lda
Tél.: 0 800 222 555
Tel: +351 21 35 89 400
Appel depuis l'étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
România
sanofi-aventis Croatia d.o.o.
Sanofi Romania SRL
Tel: +385 1 600 34 00
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Ireland
Slovenija
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
sanofi-aventis d.o.o.
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Tel: +386 1 560 48 00
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
sanofi-aventis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 33 100 100
Italia
Suomi/Finland
Sanofi S.r.l.
Sanofi Oy
Tel: 800 536389
Puh/Tel: +358 (0) 201 200 300
Sverige
sanofi-aventis Cyprus Ltd.
Sanofi AB
: +357 22 871600
Tel: +46 (0)8 634 50 00
Latvija
United Kingdom
sanofi-aventis Latvia SIA
Sanofi
Tel: +371 67 33 24 51
Tel: +44 (0) 845 372 7101
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
· Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de voorgevulde pen gebruikt.
· Vraag uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
· Verander voor elke injectie van injectieplaats.
· De voorgevulde pen
niet gebruiken als hij beschadigd is.
· De voorgevulde pen
niet gebruiken als de gele kap ontbreekt of niet goed vastzit.
· De oranje naaldbeschermer
niet met de vingers aanraken of indrukken.
·
Niet door uw kleding heen injecteren.
· De gele kap
niet verwijderen tot vlak voordat u de injectie geeft.
· De gele kap
niet terug op de voorgevulde pen plaatsen.
· De voorgevulde pen
niet opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
· De voorgevulde pen(nen) en alle medicatie buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
· Bewaar ongebruikte voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de
koelkast bij 2ºC tot 8ºC.
· Bewaar voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
· De voorgevulde pennen
niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (< 25ºC). Als u
de doos blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de
koelkast haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent
binnen de 14 dagen.
· De voorgevulde pen
nooit schudden.
· De voorgevulde pen
niet verwarmen.
· De voorgevulde pen
niet invriezen.
· De voorgevulde pen
niet blootstellen aan direct zonlicht.
A: Voorbereiden
A1. Leg klaar wat u nodig heeft
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
· Dupixent voorgevulde pen
· 1 alcoholdoekje*
· 1 watje of gaasje*
· een naaldencontainer* (zie stap D)
*niet in de doos inbegrepen
A2. Lees het etiket
· Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
A3. Controleer de uiterste gebruiksdatum
· Controleer de uiterste gebruiksdatum
De voorgevulde pen niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Bewaar Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur.
A4. Controleer het geneesmiddel
Bekijk het geneesmiddel door het venstertje op de voorgevulde pen.
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de voorgevulde pen
niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare
vlokjes of deeltjes bevat.
Gebruik de voorgevulde pen niet als het venster geel is.
A5. Wacht 30 minuten
Leg de voorgevulde pen op een plat oppervlak en laat deze ten minste 30 minuten op natuurlijke wijze
op kamertemperatuur komen (beneden 25ºC).
De voorgevulde pen
niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De voorgevulde pen niet in direct zonlicht plaatsen.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
B. Kies uw injectieplaats
B1. Aanbevolen injectieplaatsen zijn:
·
Dij
·
Onderbuik behalve in een gebied van 5 cm rond uw navel.
·
Bovenarm. Als een mantelzorger u de dosis toedient, kan hij/zij ook in de buitenkant van de
bovenarm injecteren.
Verander voor elke injectie met Dupixent van injectieplaats.
Niet door kleding heen injecteren.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in de buurt van
littekenweefsel.
B2. Was uw handen
B3. Bereid de injectieplaats voor
· Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
· Laat de huid drogen voordat u de injectie toedient.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
C. De injectie toedienen
C1. Verwijder de gele kap
Trek de gele kap recht van de pen.
De gele kap
niet draaien.
De gele kap
niet verwijderen tot u klaar bent om te injecteren.
De oranje naaldbeschermer
niet met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de naald.
Na het verwijderen de gele kap niet terug op de voorgevulde pen doen.
Het gele kapje recht
van de pen trekken
Naald binnenin
C2. Positioneren
· Zorg dat u het venster van de voorgevulde pen kunt zien als u de oranje naaldbeschermer tegen
de huid plaatst.
· Positioneer de oranje naaldbeschermer onder een hoek van ongeveer 90 graden tegen de huid.
De oranje naaldbeschermer niet met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de
naald.
C3. Naar beneden duwen
Duw de voorgevulde pen stevig tegen uw huid tot u de oranje naaldbeschermer niet meer kunt zien, en
houd hem daar.
· Er volgt een 'klik' als de injectie begint.
· Het venster zal geel van kleur worden.
Het toedienen van de injectie kan tot 20 seconden duren.
C4. Stevig vasthouden
Blijf de voorgevulde pen stevig tegen de huid duwen.
· U kunt een tweede klik horen.
· Controleer of het venster geheel geel is gekleurd.
· Tel langzaam tot 5.
· Haal nu de pen van uw huid, de injectie is voltooid.
Is het venster niet geheel geel gekleurd, haal dan de pen weg en bel met uw professionele zorgverlener.
Dien uzelf geen tweede dosis toe zonder dat u met uw professionele zorgverlener heeft
gesproken.
C5. Verwijderen
· Na het voltooien van de injectie de voorgevulde pen recht omhoog uit de huid trekken en
meteen weggooien zoals beschreven in rubriek D.
· Ziet u wat bloed, dep dan lichtjes met een wattenbolletje of gaasje.
Na de injectie niet over de huid wrijven.
D. Weggooien
· Gooi de voorgevulde pennen (met de naald erin) en de gele kapjes direct na het gebruik weg in
een naaldencontainer.
De voorgevulde pennen (met de naald erin) en de gele kapjes
niet met het huisvuil weggooien.
Doe de gele kap niet opnieuw op de pen.
· Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de voorgevulde pen gebruikt.
· Vraag uw arts of apotheker hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
· Kies voor elke injectie steeds een andere injectieplaats.
· De voorgevulde pen
niet gebruiken als hij beschadigd is.
· De voorgevulde pen
niet gebruiken als de gele dop ontbreekt of niet goed vastzit.
· De oranje naaldbeschermer
niet met de vingers aanraken of indrukken.
·
·
Niet door kleding heen injecteren.
· De gele dop
niet verwijderen tot vlak voordat u de injectie geeft.
· De gele dop
niet terug op de voorgevulde pen plaatsen.
· De voorgevulde pen
niet opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
· De voorgevulde pen(nen) en alle medicatie buiten het bereik van kinderen houden.
· Bewaar ongebruikte voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in
de koelkast bij 2 ºC tot 8 ºC.
· Bewaar voorgevulde pennen in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
· De voorgevulde pennen
niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (dat is lager
dan 25 ºC). Als u de doos blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u
de doos uit de koelkast haalt op de buitenverpakking, in de daarvoor bedoelde ruimte, en
gebruik Dupixent binnen 14 dagen.
· De voorgevulde pen
nooit schudden.
· De voorgevulde pen
niet verwarmen.
· De voorgevulde pen
niet in de vriezer bewaren.
A: Voorbereiden
A1. Leg klaar wat u nodig heeft
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
· de Dupixent voorgevulde pen
· 1 alcoholdoekje*
· 1 watje of gaasje*
· een naaldencontainer* (zie stap D)
*niet in de doos inbegrepen
A2. Lees het etiket
· Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
A3. Controleer de uiterste gebruiksdatum
· Controleer de uiterste gebruiksdatum
De voorgevulde pen niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Bewaar Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur.
A4. Controleer het geneesmiddel
Bekijk het geneesmiddel door het venstertje van de voorgevulde pen.
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de voorgevulde pen
niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare
vlokjes of deeltjes bevat.
Gebruik de voorgevulde pen niet als het venster geel is.
A5. Wacht 30 minuten
Leg de voorgevulde pen op een plat oppervlak en laat deze minstens 30 minuten op natuurlijke wijze
op kamertemperatuur komen (beneden 25ºC).
De voorgevulde pen
niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De voorgevulde pen niet in direct zonlicht plaatsen.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
B. Kies uw injectieplaats
B1. Aanbevolen injectieplaatsen zijn:
·
Bovenbeen
·
Onderbuik, met uitzondering van het gebied van 5 cm rondom uw navel.
·
Bovenarm. Als een verzorger u de dosis toedient, kan hij/zij ook in de buitenkant van de
bovenarm injecteren.
Kies voor elke injectie met Dupixent steeds een andere injectieplaats.
Niet door kleding heen injecteren.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in littekenweefsel.
B2. Was uw handen
B3. Bereid de injectieplaats voor
· Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
· Laat de huid drogen voordat u de injectie toedient.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen voordat u de injectie toedient.
C. De injectie toedienen
C1. Verwijder de gele dop
Trek de gele dop recht van de pen.
De gele dop
niet draaien.
De gele dop
niet verwijderen tot u klaar bent om te injecteren.
De oranje naaldbeschermer
niet met de vingers aanraken of indrukken. Hierbinnen zit de naald.
Na het verwijderen de gele dop niet terug op de voorgevulde pen doen.
C2. Positioneren
· Zorg dat u het venster van de voorgevulde pen kunt zien wanneer u de oranje naaldbeschermer
tegen de huid plaatst.
· Plaats de oranje naaldbeschermer in een hoek van ongeveer 90 graden tegen de huid.
De oranje naaldbeschermer niet met de vingers aanraken of indrukken. De naald zit hierin.
C3. Naar beneden duwen
Duw de voorgevulde pen stevig tegen uw huid tot u de oranje naaldbeschermer niet meer kunt zien, en
houd hem daar.
· Er volgt een 'klik' als de injectie begint.
· Het venster zal geel van kleur worden.
Het toedienen van de injectie kan tot 15 seconden duren.
C4. Stevig vasthouden
Blijf de voorgevulde pen stevig tegen de huid duwen.
· U kunt een tweede klik horen.
· Controleer of het venster helemaal geel is gekleurd.
· Tel dan langzaam tot 5.
· Haal nu de pen van uw huid, de injectie is voltooid.
Is het venster niet helemaal geel gekleurd, verwijder dan de pen en bel met uw zorgverlener.
Dien uzelf geen tweede dosis toe zonder dat u eerst met uw zorgverlener heeft gesproken.
C5. Verwijderen
· Trek na het voltooien van de injectie de voorgevulde pen recht omhoog uit de huid en meteen
gooi hem weg zoals beschreven in rubriek D.
· Ziet u wat bloed, dep dan lichtjes met een wattenbolletje of gaasje.
Na de injectie niet over de huid wrijven.
D. Weggooien
· Gooi de voorgevulde pennen (met de naald erin) en de gele doppen direct na het gebruik weg in
een naaldencontainer.
De voorgevulde pennen (met de naald erin) en de gele doppen
niet met het huisvuil weggooien.
Doe de gele dop niet terug op de pen.
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Dupixent 100 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
dupilumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Dupixent en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Dupixent?
Dupixent bevat de werkzame stof dupilumab.
Dupilumab is een monoklonaal antilichaam (een soort gespecialiseerd eiwit) dat de werking blokkeert
van eiwitten genaamd interleukines (IL)-4 en IL-13. Beide spelen een belangrijke rol in het
veroorzaken van de klachten en symptomen van astma.
Waarvoor wordt Dupixent gebruikt?
Dupixent wordt samen met andere astmamedicatie gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van
ernstig astma bij volwassenen, jongeren en kinderen van 6 jaar en ouder bij wie het astma met hun
huidige astmamedicatie (bv. corticosteroïden) niet onder controle is.
Hoe werkt Dupixent?
Dupixent helpt bij het voorkomen van ernstige astma-aanvallen (exacerbaties) en kan uw ademhaling
verbeteren. Dupixent kan ook helpen het gebruik te verminderen van een andere groep medicatie die u
nodig heeft voor uw astma, genaamd orale corticosteroïden, waarbij ernstige astma-aanvallen worden
voorkomen en uw ademhaling verbetert.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
· U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
· Als u denkt dat u allergisch bent, of u weet dit niet zeker, vraag dan uw arts, apotheker of
verpleegkundige om advies voordat u Dupixent gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Dupixent is
geen noodmedicatie en mag niet worden gebruikt om een plotse astma-aanval te
behandelen.
Allergische reacties
· In zeldzame gevallen kan Dupixent ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder een
allergische reactie (overgevoeligheidsreactie), een anafylactische reactie en angio-oedeem.
Deze reacties kunnen optreden van enkele minuten tot maximaal zeven dagen na toediening
van Dupixent. Let op symptomen hiervan (d.w.z. moeilijk ademen, zwelling van het gezicht,
de lippen, de mond, keel of tong, flauwvallen, duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd (lage
bloeddruk), koorts, een algemeen ziek gevoel, gezwollen lymfeklieren, netelroos (galbulten),
jeuk, gewrichtspijn, huiduitslag) tijdens het gebruik van Dupixent. Deze symptomen worden
opgesomd onder 'Ernstige bijwerkingen' in rubriek 4.
· Stop met het gebruik van Dupixent en informeer uw arts of zoek onmiddellijk medische hulp als
u symptomen opmerkt van een allergische reactie.
Eosinofiele aandoeningen
· Patiënten die een geneesmiddel tegen astma gebruiken, kunnen in zeldzame gevallen een
ontsteking van de bloedvaten of longen ontwikkelen als gevolg van een toename van bepaalde
witte bloedcellen (eosinofilie).
· Of dit door Dupixent wordt veroorzaakt, is niet bekend. Dit gebeurt meestal, maar niet altijd, bij
mensen die ook een steroïde geneesmiddel gebruiken dat vervolgens wordt stopgezet of
waarvan de dosis wordt verlaagd.
· Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een combinatie van symptomen ontwikkelt, zoals een
griepachtige ziekte, tintelend of doof gevoel in de armen of benen, verslechtering van
longklachten en/of huiduitslag.
Parasitaire infecties (darmparasieten)
· Mogelijk verlaagt Dupixent uw weerstand tegen infecties veroorzaakt door parasieten. Heeft u
al een parasitaire infectie, dan moet deze eerst worden behandeld voor u een behandeling met
Dupixent start.
· Controleer samen met uw arts of u last heeft van diarree, winderigheid, maagklachten, een
vettige ontlasting en uitdroging, wat kan duiden op een parasitaire infectie.
· Woont u in een gebied waar deze infecties vaak voorkomen of reist u naar een dergelijk gebied,
raadpleeg dan uw arts.
Astma
Heeft u astma en gebruikt u geneesmiddelen voor astma, stop daar dan niet mee en verander niets in
uw astmamedicatie zonder dat eerst met uw arts te bespreken. Neem contact op met uw arts voordat u
met Dupixent stopt of als uw astma niet onder controle komt of verslechtert tijdens de behandeling met
dit geneesmiddel.
Oogproblemen
Heeft u nieuwe of toenemende problemen met uw ogen, waaronder pijn aan het oog of veranderingen
in uw gezichtsvermogen, neem dan contact op met uw arts.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
zijn dan 6 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Dupixent nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
· Vertel dat dan uw arts of apotheker,
· vooral als u kort geleden een inenting heeft gehad of deze binnenkort krijgt.
Andere geneesmiddelen voor astma
Stop niet met uw astmamedicatie en verminder deze niet, tenzij uw arts u hiervoor instructies heeft
gegeven.
· Deze geneesmiddelen (met name die corticosteroïden worden genoemd) moeten geleidelijk
worden afgebouwd.
· Dit moet onder direct toezicht van uw arts gebeuren en is afhankelijk van hoe u reageert op
Dupixent.
Zwangerschap en borstvoeding
· Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De effecten van dit geneesmiddel bij zwangere
vrouwen zijn niet bekend; het is daarom aan te raden het gebruik tijdens de zwangerschap te
vermijden, tenzij uw arts u anders adviseert.
· Geeft u borstvoeding of bent u van plan dit te doen, neem dan contact op met uw arts voordat u
dit geneesmiddel gebruikt. U en uw arts kunnen beslissen of u borstvoeding geeft of Dupixent
gebruikt. U mag niet beide doen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Dupixent invloed heeft op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om
machines te bedienen.
Dupixent bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 100 mg, dat wil zeggen dat
het in wezen 'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe wordt Dupixent toegediend?
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder de huid (subcutane injectie).
Hoeveel Dupixent krijgt u?
Uw arts beslist hoeveel Dupixent u nodig heeft.
Aanbevolen dosis voor kinderen met astma
De aanbevolen dosis Dupixent voor kinderen (6 tot en met 11 jaar) met astma is gebaseerd op
lichaamsgewicht:
Eerste en daaropvolgende doses
patiënt
15 tot minder dan 30 kg
100 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
30 tot minder dan 60 kg
200 mg
elke twee weken
of
300 mg
elke vier weken
60 kg of meer
200 mg
elke twee weken
Voor patiënten van 6 tot en met 11 jaar met astma en gelijktijdige ernstige atopische dermatitis zal uw
arts beslissen welke dosis Dupixent geschikt is voor u.
Dupixent injecteren
Dupixent wordt toegediend via een injectie onder uw huid (subcutane injectie). U en uw arts of
verpleegkundige moeten beslissen of u Dupixent bij uzelf kunt injecteren.
Voordat u uzelf injecteert met Dupixent moeten uw arts of verpleegkundige u duidelijk uitleggen hoe u
dat moet doen.
Uw injectie met Dupixent mag ook door een mantelzorger worden gegeven, na hiervoor te zijn
opgeleid door een arts of verpleegkundige.
Iedere voorgevulde spuit bevat één dosis Dupixent (100 mg). De voorgevulde spuit niet schudden.
Lees aandachtig de 'Gebruiksaanwijzing' aan het einde van de bijsluiter voordat u Dupixent gaat
gebruiken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u te veel Dupixent gebruikt of heeft u de dosis te vroeg toegediend, neem dan contact op met uw
arts, apotheker of verpleegkundige.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bent vergeten een dosis te injecteren, neem dan contact op met uw arts, apotheker of
verpleegkundige.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Dupixent zonder eerst te overleggen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Dupixent kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder in zeldzame gevallen allergische reacties
(overgevoeligheidsreacties), waaronder anafylactische reactie. De symptomen van een allergische
reactie of anafylactische reactie zijn onder andere:
· moeilijk ademen
· zwelling van gezicht, lippen, mond, keel of tong (angio-oedeem)
· flauwvallen, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd (lage bloeddruk)
· koorts
· algemeen ziek gevoel
· gezwollen lymfeklieren
· jeuk
· gewrichtspijn
· huiduitslag
Krijgt u last van een allergische reactie, stop dan met het gebruik van Dupixent en neem onmiddellijk
contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
· reacties op de plaats van injectie (d.w.z. roodheid, zwelling, jeuk, pijn)
· rode ogen en jeuk
· ooginfectie
· koortsblaasjes (op lippen en huid)
· gewrichtspijn (artralgie)
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
· zwelling van het gezicht, de lippen, de mond, de keel of de tong (angio-oedeem)
· jeuk, roodheid en zwelling van het ooglid
· ontsteking van het oogoppervlak, soms met wazigzien (keratitis)
· huiduitslag of roodheid in het gezicht
· droge ogen
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
· zweren op de buitenste laag van het oog, soms met wazigzien (ulceratieve keratitis)
Extra bijwerkingen bij kinderen van 6 tot en met 11 jaar met astma
Vaak: draadwormen (enterobiasis)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C). Indien nodig kan men de voorgevulde spuiten bewaren bij
kamertemperatuur tot 25°C gedurende maximaal 14 dagen. Bewaren beneden 25°C. Als u de doos
blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de koelkast haalt op de
buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent binnen de 14 dagen.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het troebel of verkleurd is, of zichtbare deeltjes bevat.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
· De werkzame stof in dit middel is dupilumab.
· Elke voorgevulde spuit bevat 100 mg dupilumab in een oplossing van 0,67 ml voor injectie
(injectie).
· De andere stoffen in dit middel zijn argininehydrochloride, histidine, polysorbaat 80 (E433),
natriumacetaat, ijsazijn (E260), sucrose, water voor injecties.
Hoe ziet Dupixent eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dupixent is een heldere tot iets doorschijnende, kleurloze tot lichtgele oplossing, aangeleverd in een
glazen voorgevulde spuit.
Dupixent is beschikbaar als voorgevulde spuiten van 100 mg in een verpakking met 2 voorgevulde
spuiten of in een verpakking met 6 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 2).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
sanofi-aventis groupe
54, rue La Boétie
75008 Paris
Frankrijk
Fabrikant
SANOFI WINTHROP INDUSTRIE
1051 Boulevard Industriel,
76580 LE TRAIT,
Frankrijk
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Brüningstrasse 50
Industriepark Hoechst
65926 FRANKFURT AM MAIN
DUITSLAND
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Sanofi Belgium
UAB "SANOFI-AVENTIS LIETUVA"
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00
Tel: +370 5 2755224
Luxembourg/Luxemburg
SANOFI BULGARIA EOOD
Sanofi Belgium
.: +359 (0)2 970 53 00
Tél/Tel: +32 (0)2 710 54 00 (Belgique/Belgien)
Ceská republika
Magyarország
sanofi-aventis, s.r.o.
SANOFI-AVENTIS Zrt.
Tel: +420 233 086 111
Tel.: +36 1 505 0050
Danmark
Malta
Sanofi A/S
Sanofi S.r.l.
Tlf: +45 45 16 70 00
Tel: +39 02 39394275
Deutschland
Nederland
Sanofi-Aventis Deutschland GmbH
Genzyme Europe B.V.
Tel.: 0800 04 36 996
Tel: +31 20 245 4000
Tel. aus dem Ausland: +49 69 305 70 13
Eesti
Norge
sanofi-aventis Estonia OÜ
sanofi-aventis Norge AS
Tel: +372 627 34 88
Tlf: +47 67 10 71 00
Österreich
sanofi-aventis AEBE
sanofi-aventis GmbH
: +30 210 900 16 00
Tel: +43 1 80 185 0
España
Polska
sanofi-aventis, S.A.
sanofi-aventis Sp. z o.o.
Tel: +34 93 485 94 00
Tel.: +48 22 280 00 00
France
Portugal
sanofi-aventis france
Sanofi - Produtos Farmacêuticos, Lda
Tél.: 0 800 222 555
Tel: +351 21 35 89 400
Appel depuis l'étranger : +33 1 57 63 23 23
Hrvatska
România
sanofi-aventis Croatia d.o.o.
Sanofi Romania SRL
Tel: +385 1 600 34 00
Tel: +40 (0) 21 317 31 36
Ireland
Slovenija
sanofi-aventis Ireland Ltd. T/A SANOFI
sanofi-aventis d.o.o.
Tel: +353 (0) 1 403 56 00
Tel: +386 1 560 48 00
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
sanofi-aventis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 33 100 100
Italia
Suomi/Finland
Sanofi S.r.l.
Sanofi Oy
Tel: 800 536389
Puh/Tel: +358 (0) 201 200 300
Sverige
sanofi-aventis Cyprus Ltd.
Sanofi AB
: +357 22 871600
Tel: +46 (0)8 634 50 00
Latvija
United Kingdom
sanofi-aventis Latvia SIA
Sanofi
Tel: +371 67 33 24 51
Tel: +44 (0) 845 372 7101
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu
<------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------>
Dit is een afbeelding van de onderdelen van Dupixent voorgevulde spuit met naaldbeschermer.
Belangrijke informatie
Dit hulpmiddel is een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik. Deze bevat 100 mg Dupixent voor
injectie onder de huid (subcutane injectie).
Probeer het kind niet zelf de injectie toe te dienen, tenzij een zorgverlener u duidelijk heeft uitgelegd
hoe u dat moet doen. Bij kinderen jonger dan 12 jaar moet Dupixent toegediend worden door een
verzorger.
· Lees alle instructies zorgvuldig door voordat u de spuit gebruikt.
· Check met een arts of verpleegkundige hoe vaak u het geneesmiddel moet injecteren.
· Vraag een arts of verpleegkundige hoe u de spuit op de juiste manier gebruikt voordat u voor
het eerst een injectie toedient.
· Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
· De spuit
niet gebruiken als deze op een hard oppervlak is gevallen of is beschadigd.
· De spuit
niet gebruiken als de beschermhuls ontbreekt of niet goed vastzit.
· De zuiger van de spuit
niet aanraken tot u klaar bent om te injecteren.
·
Niet door kleding heen injecteren.
· Eventuele luchtbelletjes in de spuit
niet verwijderen.
· Om prikongevallen te helpen voorkomen, bevat iedere voorgevulde spuit een naaldbeschermer
die de naald automatisch afdekt nadat u de injectie heeft toegediend.
· De zuiger
nooit terugtrekken.
· De spuit
niet opnieuw gebruiken.
Hoe bewaart u Dupixent?
· De spuit(en) buiten het bereik van kinderen houden.
· Bewaar ongebruikte spuiten in de oorspronkelijke verpakking en bewaar deze in de koelkast bij
2ºC tot 8ºC.
· Dupixent
niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren (beneden 25ºC). Als u de
doos blijvend uit de koelkast moet halen, schrijf dan de datum waarop u de doos uit de
koelkast haalt op de buitenverpakking, in het daarvoor bedoelde vakje, en gebruik Dupixent
binnen 14 dagen.
· De spuit
nooit schudden.
· De spuit
niet verwarmen.
· De spuit
niet in de vriezer bewaren.
· De spuit
niet blootstellen aan direct zonlicht.
Stap 1: Uit de doos halen
Haal de spuit uit de doos door deze in het midden van de spuit vast te nemen.
De beschermhuls van de naald niet verwijderen tot vlak voor de injectie.
De spuit niet gebruiken als deze op een hard oppervlak gevallen is of als deze beschadigd
is.
Stap 2: Voorbereiden
Zorg ervoor dat de volgende zaken klaarliggen:
· Dupixent voorgevulde spuit
· 1 alcoholdoekje*
· 1 watje of gaasje*
· een naaldencontainer* (zie stap 12)
*niet in de doos inbegrepen
Lees het etiket:
· Controleer de uiterste gebruiksdatum.
· Controleer of dit het juiste geneesmiddel en de juiste dosis is.
De spuit niet gebruiken als de uiterste gebruiksdatum is verstreken.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
Stap 3: Inspecteren
Bekijk het geneesmiddel door het kijkvenster op de spuit:
Controleer of de vloeistof helder en kleurloos tot lichtgeel is.
Opmerking: mogelijk ziet u een luchtbelletje; dit is normaal.
Gebruik de spuit niet als de vloeistof verkleurd of troebel is, of als deze zichtbare vlokjes of
deeltjes bevat.
Stap 4: Wacht 30 minuten
Leg de spuit op een plat oppervlak en laat deze minstens 30 minuten op natuurlijke wijze op
kamertemperatuur komen.
De spuit niet opwarmen in een magnetron, heet water of direct zonlicht.
De spuit niet blootstellen aan direct zonlicht.
Dupixent niet langer dan 14 dagen bij kamertemperatuur bewaren.
Stap 5: Kiezen
Kies de injectieplaats.
· U kunt injecteren in de dij, de buitenkant van de bovenarm of de buik (onderbuik), met
uitzondering van het gebied van 5 cm rondom de navel.
· Verander iedere keer als u injecteert van injectieplaats.
Niet injecteren in pijnlijke, beschadigde of gekneusde huid, of in littekenweefsel.
Stap 6: Reinigen
Was uw handen.
Maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje.
Laat de huid drogen voordat u gaat injecteren.
De injectieplaats niet meer aanraken of erop blazen tot u de injectie toedient.
Stap 7: Trekken
Houd de spuit vast in het midden, met de naald van u af, en trek de beschermhuls van de naald.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naald niet aanraken.
Het geneesmiddel onmiddellijk toedienen nadat de beschermhuls verwijderd is.
Stap 8: Een huidplooi vastnemen
Neem een huidplooi vast, zoals u in de afbeelding kan zien.
Stap 9: Inbrengen
De naald in haar geheel inbrengen in de huidplooi, onder een hoek van ongeveer 45º.
Stap 10: Indrukken
Laat de huidplooi rustig een beetje los.
Langzaam en gelijkmatig de zuiger zo ver mogelijk naar beneden duwen totdat de spuit leeg is.
Opmerking: u voelt een beetje weerstand. Dit is normaal.
Stap 11: Loslaten en uittrekken
Haal uw duim van de zuiger tot de naaldbeschermer over de naald is geschoven en haal dan de spuit
uit de injectieplaats.
Ziet u wat bloed, druk dan lichtjes een wattenbolletje of gaasje op de injectieplaats.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De huid niet wrijven na de injectie.
Stap 12: Weggooien
Gooi de spuit en de beschermhuls van de naald weg in een naaldencontainer.
Doe de beschermhuls niet meer terug op de naald.
De naaldencontainer altijd buiten het bereik van kinderen houden.