Duzallo 200 mg - 200 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
1
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden
verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van
bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg allopurinol en 200 mg lesinurad.
Hulpstof met bekend effect:
Elke filmomhulde tablet bevat 102,6 mg lactose (als monohydraat).
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg allopurinol en 200 mg lesinurad.
Hulpstof met bekend effect:
Elke filmomhulde tablet bevat 128,3 mg lactose (als monohydraat).
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
G
en
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
Oranje en enigszins bruine langwerpige filmomhulde tabletten van 8 x 19 mm.
De filmomhulde tabletten bevatten aan één zijde de inscripties 'LES200' en 'ALO300'.
ee
Lichtroze langwerpige filmomhulde tabletten van 7 x 17 mm.
De filmomhulde tabletten bevatten aan één zijde de inscripties 'LES200' en 'ALO200'.
sm
id
Filmomhulde tablet.
de
ln
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
ie
tl
an
2
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Duzallo is geïndiceerd bij volwassenen voor de behandeling van hyperurikemie bij patiënten met jicht
bij wie de urinezuurstreefwaarde in serum niet is bereikt met een geschikte dosis van allopurinol
alleen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Patiënten moeten worden geïnstrueerd om voldoende vocht tot zich te nemen.
Patiënten moeten erop worden gewezen dat het niet opvolgen van deze instructies het risico op
nierproblemen kan verhogen (zie rubriek 4.4).
De streefwaarde van urinezuur in serum is minder dan 6 mg/dl (360 µmol/l). Bij patiënten met tofi of
aanhoudende symptomen is de streefwaarde minder dan 5 mg/dl (300 µmol/l). Het testen van de
streefwaarde van urinezuur in serum kan na 4 weken worden uitgevoerd ter overweging van
aanpassing van de behandeling tot de urinezuurstreefwaarde in serum. Een profylactische behandeling
voor jichtaanvallen dient overwogen te worden (zie rubriek 4.4).
Speciale patiëntgroepen
Nierinsufficiëntie
Duzallo is gecontra-indiceerd bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring [CrCL]
minder dan 30 ml/min), met nierfalen, bij patiënten die dialyse ondergaan of bij ontvangers van een
niertransplantaat (zie rubriek 4.3 en 4.4). Op basis van het werkingsmechanisme is lesinurad mogelijk
niet werkzaam bij deze patiënten (zie rubriek 5.1).
Duzallo dient met voorzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten met een CrCL van 30 tot lager dan
45 ml/min (ervaring met lesinurad bij patiënten met een geschatte CrCL (eCrCL) van lager dan
45 ml/min is beperkt).
Leverinsufficiëntie
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met een lichte of matig-ernstige leverinsufficiëntie
(Child-Pugh-klasse A en B) (zie rubriek 5.2). Duzallo is niet onderzocht bij patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie; daarom kunnen er geen dosisaanbevelingen gedaan worden voor Duzallo.
G
en
ee
Ouderen (≥ 65 jaar)
Een dosisaanpassing op basis van leeftijd is niet nodig (zie rubriek 5.2); oudere patiënten hebben
echter vaker een verminderde nierfunctie (zie de dosisaanbevelingen bij nierinsufficiëntie). Ervaring
bij ouderen op hogere leeftijd (≥ 75 jaar) is beperkt.
sm
id
de
ln
ie
tl
an
3
ge
rg
er
Patiënten die op dit moment behandeld worden met allopurinoldoses hoger dan 300 mg, kunnen
worden overgezet op Duzallo 200 mg/200 mg of Duzallo 300 mg/200 mg en dienen aanvullende doses
allopurinol te ontvangen om de totale allopurinoldosis te dekken voordat ze overgezet worden op
Duzallo.
eg
De keuze van de doseringssterkte van Duzallo is afhankelijk van de allopurinoldosis die als
individuele tablet(ten) wordt ingenomen.
De aanbevolen dosis is 1 tablet Duzallo (200 mg/200 mg of 300 mg/200 mg) eenmaal daags. Dit is
tevens de maximale dosis Duzallo per dag (zie rubriek 4.4).
is
t
re
er
De dosis allopurinol moet geleidelijk worden gewijzigd tot een geschikte dosis voordat de patiënt
wordt overgezet op Duzallo.
d
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Duzallo bij kinderen in de leeftijd tot 18 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Oraal gebruik.
Duzallo dient 's ochtends te worden ingenomen met voedsel en water.
4.3
Contra-indicaties
Tumorlysissyndroom of syndroom van Lesch-Nyhan.
G
De nierfunctie moet voorafgaand aan het starten van Duzallo worden geëvalueerd en daarna periodiek
worden gecontroleerd (bijvoorbeeld 4 keer per jaar), gebaseerd op klinische overwegingen, zoals
baseline nierfunctie, volumedepletie, gelijktijdig voorkomende ziekte of gelijktijdig toegediende
geneesmiddelen. Patiënten met verhogingen van serumcreatinine hoger dan 1,5 keer de waarde vóór
behandeling moeten strikt worden gecontroleerd. Duzallo moet worden onderbroken als het
serumcreatinine hoger is dan 2 maal de waarde van vóór de behandeling of bij een absolute
serumcreatininewaarde hoger dan 4,0 mg/dl. De behandeling moet worden onderbroken bij patiënten
die symptomen melden die kunnen duiden op acute urinezuurnefropathie, waaronder pijn in de zij,
misselijkheid of braken en het serumcreatinine moet onmiddellijk worden gemeten. Duzallo mag niet
opnieuw worden gestart zonder een andere verklaring voor de afwijkingen in het serumcreatinine.
Effect van CYP2C9-genotype
Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van patiënten van wie bekend is dat ze zwakke
CYP2C9-metaboliseerders zijn, aangezien het mogelijke risico op niergerelateerde bijwerkingen van
lesinurad verhoogd kan zijn (zie rubriek 4.8 en 5.2).
en
ee
sm
id
de
Behandeling met lesinurad 200 mg in combinatie met allopurinol werd in verband gebracht met een
verhoogde incidentie van verhogingen van serumcreatinine, gerelateerd aan een toegenomen
uitscheiding van urinezuur door de nieren. Bijwerkingen die betrekking hebben op de nierfunctie,
kunnen optreden na het starten van Duzallo (zie rubriek 4.8).
ln
ie
Nierproblemen
tl
an
Duzallo wordt niet aanbevolen bij patiënten met instabiele angina pectoris, hartfalen klasse III of IV
volgens de classificatie van de
New York Heart Association
(NYHA), ongecontroleerde hypertensie of
met een recent myocardinfarct, beroerte of diepveneuze trombose in de voorgaande 12 maanden,
vanwege onvoldoende gegevens met lesinurad. Voor cardiovasculaire patiënten in een stabiele
conditie moet de verhouding tussen voordelen en risico’s voor elke individuele patiënt voortdurend
worden beoordeeld, rekening houdend met de voordelen van verlaging van uraatwaarden versus een
mogelijk verhoogd risico op hartaandoeningen (zie rubriek 4.8).
4
ge
rg
er
Reeds bestaande cardiovasculaire aandoeningen
eg
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
is
t
Ernstige nierinsufficiëntie (CrCL minder dan 30 ml/min), eindstadium nierfalen, ontvangers van een
niertransplantaat of patiënten die dialyse ondergaan (zie rubriek 4.2).
re
er
d
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Overgevoeligheidssyndroom, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS) en toxische epidermale necrolyse
(TEN)
Overgevoeligheidsreacties voor allopurinol kunnen zich op vele verschillende manieren manifesteren,
waaronder maculopapuleus exanthema, overgevoeligheidssyndroom (ook bekend als DRESS) en
SJS/TEN. Bij patiënten met overgevoeligheidssyndroom en SJS/TEN mag de behandeling niet
opnieuw gestart worden. Corticosteroïden kunnen behulpzaam zijn bij het onderdrukken van
overgevoeligheidsreacties van de huid.
Duzallo en alle aanvullende allopurinoldoses dienen onmiddellijk gestopt te worden bij het eerste
optreden van allopurinolgeïnduceerde huiduitslag of andere tekenen die kunnen wijzen op een
allergische reactie, en aanvullende medische behandeling dient indien nodig te worden gegeven.
HLA-B*5801-allel
Acute jichtaanvallen (flare-ups)
Jichtaanvallen kunnen optreden na het starten van behandeling met Duzallo. Dit is het gevolg van
verlaagde serumurinezuurspiegels die leiden tot mobilisatie van uraat vanuit weefselafzettingen. Een
profylactische behandeling voor jichtaanvallen dient overwogen te worden (zie rubriek 4.2).
De behandeling met Duzallo hoeft niet te worden gestaakt als er een jichtaanval optreedt. De
jichtaanval moet gelijktijdig worden behandeld op een voor de individuele patiënt geschikte wijze.
Een voortdurende behandeling met Duzallo vermindert de frequentie van jichtaanvallen.
Inklemming van urinezuurstenen in de nieren
Adequate behandeling met allopurinol zal leiden tot het oplossen van grote urinezuurstenen in het
nierbekken met een zeer kleine kans op inklemming in de ureter.
G
en
ee
sm
id
SJS/TEN kan nog steeds optreden bij patiënten die negatief zijn voor HLA-B*5801 ongeacht hun
etnische afkomst.
de
Het is aangetoond dat het HLA-B*5801-allel geassocieerd is met het risico om allopurinol
gerelateerde overgevoeligheidssyndroom en SJS/TEN te ontwikkelen. De mate waarin het
HLA-B*5801-allel voorkomt varieert sterk tussen etnische groepen: tot 20% bij de Han-Chinese
populatie, 8-15% bij de Thai, ongeveer 12% bij de Koreaanse populatie en 1-2% bij personen van
Japanse of Europese afkomst. Screening op HLA-B*5801 dient overwogen te worden vóór aanvang
van behandeling met allopurinol bij patiëntengroepen waarvan bekend is dat de prevalentie van dit
allel hoog is. Chronische nieraandoening kan het risico bij deze patiënten verder verhogen. Als er geen
HLA-B*5801-genotypering beschikbaar is voor patiënten van Han-Chinese, Thaise of Koreaanse
afkomst, moeten de voordelen zorgvuldig worden beoordeeld en naar verwachting groter worden
geacht dan de mogelijk hogere risico's voordat behandeling wordt gestart. De toepasbaarheid van
genotypering is niet vastgesteld voor andere patiëntengroepen. Als de patiënt een bekende drager is
van HLA-B*5801, vooral bij degenen van Han-Chinese, Thaise of Koreaanse afkomst, dient
allopurinol niet gestart te worden tenzij er geen andere redelijke therapeutische opties zijn en de
voordelen geacht worden groter te zijn dan de risico's. Extra waakzaamheid voor tekenen van
overgevoeligheidssyndroom en SJS/TEN is noodzakelijk en de patiënt moet worden ingelicht over de
noodzaak de behandeling onmiddellijk te staken bij de eerste symptomen.
ln
ie
tl
an
5
ge
rg
er
eg
is
t
re
Overgevoeligheidsreacties voor allopurinol kunnen verhoogd zijn bij patiënten met een verminderde
nierfunctie die gelijktijdig diuretica (met name thiazides) en Duzallo gebruiken (zie rubriek 4.5
en 4.8).
er
d
Schildklieraandoeningen
Verhoogde TSH-waarden (> 5,5 μIE/ml) zijn waargenomen bij patiënten op langdurige behandeling
met allopurinol (5,8%) in een langdurig, open-label extensie-onderzoek. Voorzichtigheid is geboden
wanneer allopurinol gebruikt wordt bij patiënten met veranderingen in de schildklierfunctie.
Klinisch relevante interacties met andere geneesmiddelen
CYP3A-substraten
Lesinurad is een lichte tot matige inductor van CYP3A (zie rubriek 4.5). Een inductie-effect van
lesinurad kan worden verwacht na 2 tot 3 weken continue gelijktijdige toediening met Duzallo.
Aanvullende controle van lipiden en bloeddruk wordt aanbevolen bij patiënten die lipidenverlagende
geneesmiddelen (zoals lovastatine of simvastatine) of bloeddrukverlagende geneesmiddelen (zoals
amlodipine, felodipine of nisoldipine) gebruiken die gevoelige substraten zijn van CYP3A, omdat de
werkzaamheid ervan verminderd kan zijn (zie rubriek 4.5).
Lactose-intolerantie
G
en
Salicylaten en andere niet-selectieve uricosurische werkzame stoffen zoals probenecide
Salicylaten in dosissen hoger dan 325 mg per dag kunnen de serumurinezuurverlagende activiteit van
lesinurad remmen en dienen niet gelijktijdig te worden toegediend met Duzallo. Er gelden geen
beperkingen voor salicylaten in dosissen van 325 mg of minder per dag (bijv. voor cardiovasculaire
bescherming).
Een consistente verlaging van serumurinezuur werd waargenomen bij patiënten die een lage dosis
acetylsalicylzuur kregen in placebogecontroleerde klinische onderzoeken in combinatie met
allopurinol of febuxostat.
Oxypurinol, de belangrijkste metaboliet van allopurinol die ook een therapeutisch effect heeft, wordt
op dezelfde manier als uraat langs de nieren uitgescheiden.
Om deze reden kunnen geneesmiddelen met bekende niet-selectieve uricosurische activiteit zoals
probenecide of hoge dosissen salicylaten, de excretie van oxypurinol versnellen. Dit kan de
therapeutische werking van Duzallo, dat de werkzame stof allopurinol bevat, verminderen, maar de
significantie dient in elk geval beoordeeld te worden.
Ampicilline/amoxicilline
Er werd een verhoogde frequentie gemeld van huiduitslag bij patiënten die tegelijkertijd met
ampicilline of amoxicilline worden behandeld in vergelijking met patiënten die deze twee
geneesmiddelen niet kregen. De oorzaak van het gemelde verband werd niet vastgesteld. Het wordt
echter aanbevolen om bij patiënten die Duzallo krijgen, dat de werkzame stof allopurinol bevat, een
alternatief te gebruiken voor ampicilline of amoxicilline indien beschikbaar.
Didanosine
Bij gezonde vrijwilligers en HIV-patiënten die didanosine gebruikten, waren de maximale
plasmaconcentratie van didanosine (C
max
) en de oppervlakte onder de curve (AUC) ongeveer
verdubbeld bij gelijktijdige allopurinolbehandeling (300 mg per dag) zonder de terminale
6
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
Gelijktijdig gebruik is niet aanbevolen met:
an
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
ge
Duzallo bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke stoornissen als galactose-intolerantie, de
Lapp-lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
rg
er
Hormonale anticonceptiva
Hormonale anticonceptiva, inclusief orale, injecteerbare, transdermale en implanteerbare vormen, zijn
mogelijk niet betrouwbaar bij gelijktijdige toediening met Duzallo. Vrouwelijke patiënten in de
vruchtbare leeftijd moeten aanvullende anticonceptiemethoden gebruiken en mogen niet vertrouwen
op alleen hormonale anticonceptie als ze Duzallo gebruiken (zie rubriek 4.5 en 4.6).
eg
is
t
re
er
d
halfwaardetijd te beïnvloeden. Gelijktijdige toediening van deze 2 werkzame stoffen wordt over het
algemeen niet aanbevolen. Indien gelijktijdig gebruik onvermijdbaar is, kan een dosisreductie van
didanosine noodzakelijk zijn en dient de patiënt nauwgezet gecontroleerd te worden.
Epoxidehydrolaseremmers (bv. valproïnezuur, valpromide)
Remmers van microsomaal epoxidehydrolase (mEH) (bv. valproïnezuur, valpromide) kunnen het
metabolisme van lesinurad verstoren. Duzallo mag niet worden toegediend met mEH-remmers.
Gelijktijdig gebruik dat overwogen moet worden:
Diuretica
Een hoger risico op overgevoeligheid is gemeld wanneer allopurinol wordt gegeven met diuretica, met
name thiazides, vooral bij nierfunctiestoornissen (zie rubriek 4.4 en 5.1).
Angiotensine-converterend enzym (ACE)-remmers
Gelijktijdig gebruik van allopurinol en ACE-remmers kan leiden tot een verhoogd risico op
overgevoeligheid, vooral bij eerder bestaande nierfunctiestoornissen.
CYP3A-substraten
Lichte tot matige inductie van CYP3A door lesinurad kan de plasmablootstelling reduceren van
gelijktijdig toegediende geneesmiddelen die gevoelige substraten van CYP3A zijn. In
interactieonderzoeken waarbij gezonde personen werden behandeld met lesinurad en
CYP3A-substraten, verlaagde lesinurad de plasmaconcentratie van sildenafil en amlodipine.
HMG-CoA-reductaseremmers die gevoelige CYP3A-substraten zijn, kunnen interfereren met
lesinurad. Bij centrale klinische onderzoeken was bij een hoger aantal patiënten die vetverlagende of
bloeddrukverlagende geneesmiddelen gebruikten die substraten van CYP3A zijn, een gelijktijdige
verandering van medicatie nodig wanneer ze werden behandeld met lesinurad 200 mg in combinatie
met een xanthine-oxidaseremmer, vergeleken met patiënten die werden behandeld met een placebo in
combinatie met een xanthine-oxidaseremmer (respectievelijk 35% versus 28%). Er moet rekening
worden gehouden met de mogelijkheid van een verminderde werkzaamheid van gelijktijdig
toegediende geneesmiddelen die substraten van CYP3A zijn, en hun werkzaamheid moet worden
gecontroleerd (bv. bloeddruk en cholesterolgehalte) (zie rubriek 4.4).
Ciclosporine
Allopurinol kan de plasmaconcentratie van ciclosporine verhogen bij gelijktijdige toediening. De
mogelijkheid van een toegenomen optreden van ciclosporine-specifieke bijwerkingen moet worden
overwogen. Lichte tot matige inductie van CYP3A door gelijktijdig toegediend lesinurad kan dit effect
verminderen of uiteindelijk omkeren. Er zijn echter geen gegevens beschikbaar.
Bij transplantatiepatiënten is frequente bepaling van de ciclosporinewaarden en, indien nodig,
7
G
en
ee
sm
id
de
Vidarabine (adenine-arabinoside)
Wetenschappelijk bewijs suggereert dat de plasma-halfwaardetijd van adenine-arabinoside verlengd is
bij aanwezigheid van allopurinol, en dat derhalve extra waakzaamheid geboden is om toegenomen
toxische effecten te herkennen wanneer deze twee werkzame stoffen gelijktijdig toegediend worden.
ln
ie
tl
Cytostatica
Tijdens de toediening van allopurinol en cytostatica (bv. cyclofosfamide, doxorubicine, bleomycine,
procarbazine, alkylerende middelen), treden bloeddyscriasieën vaker op dan wanneer deze werkzame
stoffen alleen toegediend worden.
Bloedtellingen moeten daarom regelmatig uitgevoerd worden.
an
ge
rg
er
6-mercaptopurine en azathioprine
Serumconcentraties van 6-mercaptopurine en azathioprine kunnen toxische waarden bereiken tenzij
een dosisreductie wordt doorgevoerd. Patiënten die Duzallo, dat de werkzame stof allopurinol bevat,
en 6-mercaptopurine of azathioprine gebruiken, moeten hun dosis verminderen tot 25% van de
gebruikelijke dosis 6-mercaptopurine of azathioprine. Patiënten dienen nauwlettend gecontroleerd te
worden op de therapeutische respons en het optreden van toxiciteit.
eg
is
t
re
er
d
aanpassing van de ciclosporinedosering noodzakelijk, vooral tijdens het starten of stoppen van
Duzallo.
Hormonale anticonceptiva
Lesinurad is een lichte tot matige inductor van CYP3A en kan daarom de plasmaconcentraties van
bepaalde hormonale anticonceptiva en zodoende ook de werkzaamheid daarvan verlagen (zie
rubriek 4.4 en 4.6).
CYP2B6-substraten
Op basis van gegevens
in vitro
is lesinurad mogelijk een lichte inductor van CYP2B6, maar deze
interactie is niet klinisch onderzocht. Daarom wordt aanbevolen om patiënten te controleren op
verminderde werkzaamheid van CYP2B6-substraten (bv. bupropion, efavirenz) bij gelijktijdig gebruik
met lesinurad.
Op basis van interactieonderzoeken bij gezonde personen of jichtpatiënten heeft lesinurad geen
klinisch significante interacties met NSAID's (naproxen en indomethacine) of colchicine.
Theofylline
Er werd een remming gemeld van het metabolisme van theofylline. Het mechanisme van de interactie
kan worden verklaard door het feit dat xanthine-oxidase betrokken is bij de biotransformatie van
theofylline bij de mens. De theofyllinespiegels moeten worden opgevolgd bij patiënten die worden
behandeld met Duzallo.
Chloorpropamide
Als Duzallo, dat de werkzame stof allopurinol bevat, bij een slechte nierfunctie gelijktijdig gegeven
wordt met chloorpropamide, kan er een verhoogd risico zijn op een verlengde hypoglykemische
activiteit.
CYP2C9-remmers en inductoren
Blootstelling aan lesinurad is verhoogd wanneer het gelijktijdig wordt toegediend met remmers van
CYP2C9. Fluconazol, een matige CYP2C9-remmer, verhoogde de AUC (56%) en C
max
(38%) van
lesinurad, evenals de hoeveelheid lesinurad die onveranderd werd uitgescheiden in de urine. Andere
matige CYP2C9-remmers, zoals amiodaron, hebben naar verwachting in gelijke mate invloed op de
farmacokinetiek van lesinurad. Daarom is voorzichtigheid geboden bij gebruik van Duzallo bij
patiënten die matige CYP2C9-remmers gebruiken. Blootstelling aan lesinurad zal naar verwachting
verminderen wanneer het gelijktijdig wordt toegediend met inductoren van CYP2C9 (bijv.
carbamazepine, een matige CYP2C9-inductor). Controleer op een verminderde werkzaamheid
wanneer Duzallo gelijktijdig wordt toegediend met een CYP2C9-inductor.
Cumarinederivaten
Een interactie tussen allopurinol en cumarines is waargenomen in experimentele omstandigheden. De
klinische relevantie is niet duidelijk. Er dient rekening gehouden te worden met een mogelijke
interactie wanneer een patiënt op orale anticoagulantia Duzallo krijgt. Alle patiënten die
cumarinederivaten krijgen, dienen zorgvuldig opgevolgd te worden.
G
en
Aluminiumhydroxide
Als aluminiumhydroxide gelijktijdig ingenomen wordt, kunnen allopurinolbevattende geneesmiddelen
een verminderde werkzaamheid hebben. Er dient een interval van minimaal 3 uur aangehouden te
worden bij gelijktijdig gebruik van deze geneesmiddelen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van lesinurad en een beperkte hoeveelheid gegevens over het
gebruik van allopurinol bij zwangere vrouwen.
De resultaten van dieronderzoek met lesinurad duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten.
Onderzoeken met allopurinol zijn onvoldoende voor wat betreft reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3).
8
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
Als voorzorgsmaatregel verdient het de voorkeur om het gebruik van Duzallo tijdens de zwangerschap
te vermijden. Vrouwelijke patiënten in de vruchtbare leeftijd moeten niet vertrouwen op uitsluitend
hormonale anticonceptie (inclusief orale, injecteerbare, transdermale en implanteerbare vormen) bij
gebruik van Duzallo (zie rubriek 4.4 en 4.5).
Borstvoeding
Allopurinol en zijn metaboliet oxypurinol worden in humane moedermelk uitgescheiden. Duzallo mag
niet worden gebruikt in de periode dat borstvoeding wordt gegeven.
Vruchtbaarheid
Het effect van lesinurad en allopurinol op de vruchtbaarheid bij de mens is niet onderzocht.
Bij mannelijke en vrouwelijke ratten was er met lesinurad geen effect op de paring of de
vruchtbaarheid.
Voortplantingsonderzoeken met allopurinol zijn uitgevoerd bij ratten en konijnen met dosissen tot
twintig maal de gebruikelijke dosis bij de mens, en er werd geconcludeerd dat er geen sprake was van
verminderde vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
4.8
Bijwerkingen
G
en
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen zijn geclassificeerd naar frequentie van optreden en systeem/orgaanklasse. De
frequentiecategorieën worden gedefinieerd op basis van de volgende conventies: zeer vaak (≥ 1/10),
vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, 1/1000) en zeer zelden
(< 1/10.000).
Tabel 1 geeft een overzicht van de bijwerkingen die zijn vastgesteld in klinische onderzoeken bij
patiënten die lesinurad 200 mg eenmaal daags kregen in combinatie met allopurinol, en de
bijwerkingen die zijn vastgesteld voor allopurinol alleen.
ee
De veiligheid van lesinurad 200 mg werd beoordeeld in klinische fase 3-onderzoeken naar
combinatietherapie (inclusief extensieonderzoeken). De vaakst gemelde bijwerkingen tijdens
behandeling met lesinurad 200 mg zijn influenza, gastro-oesofageale refluxziekte, hoofdpijn en
verhoogde creatininewaarde in het bloed. De ernstige bijwerkingen nierfalen, nierinsufficiëntie en
nefrolithiase zijn soms voorgekomen (minder dan 1 melding op de 100 patiënten) (zie Tabel 1). In
klinische onderzoeken waren de meeste bijwerkingen licht of matig van intensiteit en verdwenen
vanzelf bij voortzetting van de behandeling met lesinurad. De vaakst voorkomende bijwerking die
leidde tot beëindiging van lesinurad was een verhoogde creatininewaarde in het bloed (frequentie
0,8%).
Voor allopurinol kunnen bijwerkingen variëren in incidentie afhankelijk van de ontvangen dosis en
tevens indien gegeven in combinatie met andere geneesmiddelen.
sm
id
de
ln
ie
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
tl
an
9
ge
Lesinurad heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
Aangezien bijwerkingen als slaperigheid, duizeligheid en ataxie zijn gemeld bij patiënten die
allopurinol gebruiken (zie rubriek 4.8), dienen patiënten echter voorzichtig te zijn met rijden, het
gebruik van machines of deelname aan gevaarlijke activiteiten totdat ze er redelijk zeker van zijn dat
Duzallo hun vermogen om te rijden en machines te gebruiken niet negatief beïnvloedt.
rg
er
eg
is
t
re
er
d
Tabel 1Bijwerkingen naar systeem/orgaanklasse en frequentie
Systeem/orga
anclassificatie
Infecties en
parasitaire
aandoeningen
Neoplasmata,
benigne,
maligne en
niet-gespecifice
erd (inclusief
cysten en
poliepen)
Bloed- en
lymfestelselaan
doeningen
Immuunsysteem
aandoeningen
Voedings- en
stofwisselingsst
oornissen
Psychische
stoornissen
Zenuwstelselaa
ndoeningen
Oogaandoening
en
Evenwichtsorga
an - en
ooraandoeninge
n
Hoofdpijn
Overgevoeligheid**
Uitdroging
Vaak
Influenza
Soms
Zelden
Zeer zelden
Furunkel
Angio-immunoblastaire
T-cellymfoom
an
ge
tl
de
ln
ie
sm
id
en
Hartaandoenin
gen
Bloedvataandoe
ningen
Maagdarmstels
elaandoeningen
Lever- en
galaandoeninge
n
Gastro-oesofa
geale
refluxziekte
Misselijkheid, braken
en diarree
Verstoorde
leverfunctietesten
ee
G
Hepatitis
10
rg
er
eg
Vertigo
Agranulocytose*, aplastische
anemie*, trombocytopenie*
Diabetes mellitus,
hyperlipidemie
Depressie
Coma, paralyse, ataxie,
neuropathie, paresthesie,
slaperigheid, dysgeusie,
Cataract, gezichtsstoornissen
(visuele beperkingen en wazig
zicht), maculopathie
Angina pectoris, bradycardie
Hypertensie
Recidiverende hematemese,
steatorrhoea, stomatitis,
veranderingen in stoelgang
is
t
re
er
d
Systeem/orga
anclassificatie
Huid- en
onderhuidaand
oeningen
Vaak
Huiduitslag
Soms
Zelden
Zeer zelden
Stevens-Johnson-syndroom,
toxische epidermale necrolyse,
angio-oedeem,
geneesmiddelgerelateerde
eruptie, alopecia, veranderingen
in haarkleur
Onderzoeken
G
Zeer zelden meldingen van trombocytopenie, agranulocytose en aplastische anemie, vooral
bij personen met een verminderde nier- en/of leverfunctie
**
Fotodermatose, fotosensibiliteitsreactie, allergische dermatitis, pruritus en urticaria.
*** Met inbegrip van de voorkeurstermen: nierfalen, chronisch nierfalen en acuut nierfalen.
**** Het optreden van verhoogd thyroïdstimulerend hormoon (TSH) in de relevante onderzoeken had geen
gerapporteerd effect op vrije T4-waarden of TSH-waarden die wijzen op subklinische hypothyreoïdie.
en
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Nierproblemen
Duzallo, dat lesinurad als werkzame stof bevat, veroorzaakt een verhoogde uitscheiding van urinezuur
in de nieren, wat kan leiden tot tijdelijke verhogingen van serumcreatininewaarden, niergerelateerde
bijwerkingen en nierstenen (zie rubriek 5.1).
ee
*
sm
Verhoogd
thyroïdstimule
rend hormoon
in bloed****,
verhoogde
bloedcreatinin
ewaarde
id
de
ln
ie
Algemene
aandoeningen
en
toedieningsplaa
tsstoornissen
ge
Voortplantingss
telsel- en
borstaandoenin
gen
tl
an
11
rg
er
Nier- en
urinewegaando
eningen
Nierfalen***,
nierinsufficiëntie,
nefrolithiase
eg
Urolithiase
Hematurie, azotemie
Mannelijke onvruchtbaarheid,
erectiestoornis, gynaecomastie
Oedeem, algemene malaise,
asthenie
is
t
Skeletspierstels
el- en
bindweefselaan
doeningen
re
er
Myalgie
d
Cardiovasculaire veiligheid
Er werden geen toegenomen incidenties vastgesteld voor geadjudiceerde ernstige cardiovasculaire
bijwerkingen (MACE) in de gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde klinische
onderzoeken naar combinatietherapie (CLEAR1 en CLEAR2) (zie rubriek 5.1).
Overgevoeligheid
Zeldzame gevallen van overgevoeligheid (fotodermatose, fotosensibiliteitsreactie, allergische
dermatitis, pruritus en urticaria) met lesinurad zijn gemeld tijdens het klinische programma. Geen van
deze gevallen waren ernstig of vereisten ziekenhuisopname.
Immuunsysteemaandoeningen
Overgevoeligheidsreacties kunnen zich manifesteren als koorts, huidreacties, rillingen en artralgie.
Een vertraagde multi-orgaanovergevoeligheidsaandoening (bekend als overgevoeligheidssyndroom of
DRESS) met koorts, huiduitslag, vasculitis, lymfadenopathie, pseudolymfoom, artralgie, leukopenie,
eosinofilie, hepatosplenomegalie, afwijkende leverfunctietesten en ‘vanishing bile duct’-syndroom
(vernietiging en verdwijning van de intrahepatische galgangen) trad op bij verschillende combinaties.
Andere organen kunnen ook getroffen worden (zoals lever, longen, nieren, alvleesklier, myocard en
dikke darm). Indien dergelijke reacties optreden, dit kan op elk moment tijdens de behandeling, dient
Duzallo onmiddellijk en permanent gestopt te worden.
Patiënten met het overgevoeligheidssyndroom mogen niet nogmaals worden blootgesteld.
Indien algemene overgevoeligheidsreacties zijn opgetreden, zijn nier- en/of leveraandoeningen vaak
aanwezig geweest, vooral bij een fatale afloop.
Huidreacties
Huidreacties zijn de vaakst voorkomende bijwerkingen en kunnen op elk moment tijdens de
behandeling optreden. Deze kunnen pruritisch, maculopapuleus, soms schilferig, soms purpurisch en
zelden exfoliatief zijn, zoals SJS/TEN. Het grootste risico op SJS en TEN of andere ernstige
overgevoeligheidsreacties bestaat in de eerste weken van de behandeling. Patiënten met SJS/TEN
mogen niet nogmaals worden blootgesteld.
4.9
Overdosering
Lesinurad
G
en
Allopurinol
Gebaseerd op de literatuur en nadat een eenmalige dosis van 20 g allopurinol was ingenomen, traden
er bij één patiënt symptomen op zoals misselijkheid, braken, diarree, en duizeligheid. Bij een andere
patiënt leidde inname van 22,5 g allopurinol niet tot bijwerkingen. Een specifiek antidotum is niet
bekend.
In het geval van een vermoedelijke overdosis moeten patiënten worden behandeld met
symptomatische en ondersteunende verzorging, waaronder adequate hydratatie. Vooral in het geval
van gelijktijdige toediening met azathioprine of 6-mercaptopurine dienen absorptiebeperkende of
elminiatiebevorderende maatregelen zoals hemodialyse toegepast te worden (hemodialyse kan
overwogen worden bij patiënten met ernstige nier- of leverinsufficiëntie).
ee
Er is geen specifieke behandeling voor een overdosis en er zijn geen symptomen van een overdosis
vastgesteld.
sm
id
de
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verzocht alle vermoedelijke
bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
ln
ie
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
tl
an
12
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-jichtpreparaten, preparaten die de uitscheiding van urinezuur
verhogen. ATC-code: M04AA51
Werkingsmechanisme
Duzallo bevat lesinurad en allopurinol, twee antihyperuremische werkzame stoffen met
complementaire werkingsmechanismen.
G
Duzallo bij patiënten die onvoldoende reageren
In CLEAR1 en CLEAR2 werden patiënten met jicht opgenomen die een stabiele dosis allopurinol
gebruikten van minimaal 300 mg (of 200 mg voor patiënten met matige nierinsufficiëntie),
serumurinezuurwaarden hadden van meer dan 6,5 mg/dl en ten minste 2 jichtaanvallen in de
voorgaande 12 maanden hadden gemeld. In beide onderzoeken had 61% van de patiënten een lichte of
matige nierinsufficiëntie en 19% had tofi bij baseline. Patiënten bleven hun gebruikelijke dosis
allopurinol nemen en werden 1:1:1 gerandomiseerd om lesinurad 200 mg, lesinurad 400 mg of
placebo eenmaal daags te krijgen.
Het primaire eindpunt betreffende de werkzaamheid in zowel CLEAR1 als CLEAR2 was het aantal
patiënten dat een streefwaarde van urinezuur in serum van minder dan 6 mg/dl bereikte in maand 6. In
beide onderzoeken bereikten significant meer patiënten die werden behandeld met lesinurad 200 mg in
combinatie met allopurinol ≥ 300 mg/dag (≥ 200 mg voor patiënten met matige nierinsufficiëntie), de
streefwaarde van serumurinezuur van minder dan 6 mg/dl in maand 6 en in maand 12, vergeleken met
patiënten die een placebo kregen in combinatie met allopurinol (zie Tabel 3).
De stabiliteit van de aanhoudende respons werd aangetoond doordat een hoger aantal patiënten dat
werd behandeld met lesinurad 200 mg in combinatie met allopurinol, de streefwaarde van urinezuur in
13
en
ee
sm
id
De werkzaamheid van lesinurad 200 mg eenmaal daags werd onderzocht in 2 multicentra,
gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde klinische onderzoeken bij 812 volwassen
patiënten (11% van deze patiënten was 65 jaar of ouder) met hyperurikemie en jicht in combinatie met
allopurinol (CLEAR1 en CLEAR2). Alle onderzoeken duurden 12 maanden en patiënten ontvingen
een profylactische behandeling tegen jichtaanvallen met colchicine of NSAID’s gedurende de eerste
5 maanden van de behandeling met lesinurad.
de
ln
ie
Klinische werkzaamheid en veiligheid
tl
an
Allopurinol is een xanthine-oxidaseremmer. Allopurinol en zijn belangrijkste metaboliet oxypurinol
verlagen de urinezuurwaarden in plasma en urine door remming van xanthine-oxidase, het enzym dat
de oxidatie van hypoxanthine tot xanthine en van xanthine tot urinezuur katalyseert. Naast de remming
van purinekatabolisme bij sommige, maar niet alle hyperuremische patiënten wordt de novo
purinebiosynthese onderdrukt door feedbackremming van
hypoxanthine-guanine-fosforibosyltransferase. Andere allopurinolmetabolieten omvatten
allopurinol-riboside en oxypurinol-7-riboside.
ge
rg
er
Indien gecombineerd met een xanthine-oxidaseremmer, verhoogt lesinurad de uitscheiding van
urinezuur en verlaagt het de productie van urinezuur, wat leidt tot een grotere sUA-verlaging.
eg
is
t
Lesinurad is een selectieve reabsorptieremmer van urinezuur die het urinezuurtransporteiwit URAT1
remt. URAT1 is verantwoordelijk voor het grootste deel van de reabsorptie van gefilterd urinezuur uit
het lumen van de niertubuli. Door URAT1 te remmen, verhoogt lesinurad de uitscheiding van
urinezuur, waardoor het serumurinezuur (sUA) daalt. Lesinurad remt tevens OAT4, een
urinezuurtransporteiwit dat betrokken is bij door diuretica geïnduceerde hyperurikemie.
re
er
d
serum bereikte bij elk bezoek gedurende 3 opeenvolgende maanden (maanden 4, 5 en 6), vergeleken
met patiënten die werden behandeld met een placebo in combinatie met allopurinol (zie Tabel 3).
Tabel 3
Aantal patiënten dat de streefwaarde van urinezuur in serum (< 6 mg/dl)
bereikte met lesinurad in combinatie met allopurinol - gepoolde gegevens van de
onderzoeken CLEAR1 en CLEAR2
Aantal patiënten dat de streefwaarde van
serumurinezuur bereikte (< 6,0 mg/dl)
N (%)
Tijdstip
Placebo + allopurinol
N= 407
Maanden 4, 5, 6
Maand 6
Maand 12
48 (12%)
104 (26%)
105 (26%)
Lesinurad 200 mg +
allopurinol
N= 405
155 (38%)
222 (55%)
203 (50%)
Verschil in aantal
(95%-BI)
Lesinurad 200 mg vs.
placebo
0,26
(0,21; 0,32)
0,29
(0,23; 0,36)
0,24
(0,18; 0,31)
Wanneer lesinurad werd toegevoegd aan allopurinol, veroorzaakte dit een onmiddellijke verlaging van
gemiddelde serumurinezuurwaarden, in vergelijking met placebo, die op de lange termijn werd
behouden bij die patiënten die de behandeling voortzetten (zie Afbeelding 1).
Afbeelding 1
Gemiddelde serumurinezuurwaarden in gepoolde klinische onderzoeken met
lesinurad in combinatie met allopurinol bij patiënten met een onvoldoende
respons (sUA ≥ 6 mg/dl) op allopurinol alleen
Gemiddelde (SE) Serumurinezuur (mg/dl)
G
en
ee
sm
id
de
ln
Tijd vertrekkende van baseline in maanden
Behandelingsgroep:
--o-- Placebo + Allopurinol,
Lesinurad 200 mg + Allopurinol
In elk onderzoek bereikte een hoger aantal patiënten dat behandeld werd met lesinurad 200 mg in
combinatie met allopurinol, vergeleken met placebo in combinatie met allopurinol, een
serumurinezuurwaarde van minder dan 5 mg/dl in maand 6 (CLEAR1: 29% versus 10%; CLEAR2:
35% versus 5%).
14
ie
tl
an
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
Primair eindpunt bij patiënten met nierinsufficiëntie
In overeenstemming met de algehele populatie was het aantal patiënten met lichte of matige
nierinsufficiëntie (eCrCL 30-89 ml/min) dat streefwaarden voor urinezuur in serum bereikte in
maand 6 56% voor lesinurad 200 mg versus 29% voor placebo wanneer toegevoegd aan allopurinol
met dosissen van 200 tot 900 mg.
Klinische resultaten - jichtaanvallen die behandeling vereisen
Het percentage jichtaanvallen dat behandeling vereiste was laag en vergelijkbaar met placebo in de
laatste 6 maanden van de gerandomiseerde onderzoeken (na beëindiging van de profylactische
behandeling van jichtaanvallen) met mediane scores van nul. In de langlopende, ongecontroleerde
extensieonderzoeken nam het aantal jichtaanvallen dat behandeling vereiste, verder af bij de 60% van
de patiënten die deelnamen aan de extensieonderzoeken en die behandeling met lesinurad 200 mg
voortzetten in combinatie met allopurinol of febuxostat tot maximaal een extra behandeljaar.
Klinische resultaten - gelijktijdig gebruik van thiazides
Een consistente verlaging van serumurinezuur werd waargenomen bij patiënten die thiazidediuretica
kregen in placebogecontroleerde klinische onderzoeken in combinatie met allopurinol.
Klinische resultaten - nierproblemen
In twee 12 maanden durende, placebogecontroleerde onderzoeken van lesinurad in combinatie met
allopurinol versus allopurinol alleen (placebo), traden verhogingen op in het serumcreatinine van 1,5
tot 2 maal zoveel ten opzichte van de baseline bij 4,4% van de patiënten die lesinurad 200 mg kregen,
en bij 2,2% op placebo; verhogingen in het serumcreatinine van 2 maal zoveel of meer ten opzichte
van de baseline traden op bij 1,5% van de patiënten die lesinurad 200 mg kregen, en bij 0% op
placebo. Deze verhogingen in het serumcreatinine verdwenen meestal vanzelf zonder onderbreking
van de behandeling. Niergerelateerde bijwerkingen werden gemeld bij patiënten die werden behandeld
met lesinurad 200 mg (4,9%), vergeleken met placebo (4,2%), resulterend in de beëindiging van de
behandeling bij respectievelijk 1,0% voor beide behandelgroepen (zie rubriek 4.4).
De meest voorkomende niergerelateerde bijwerking was een verhoogde creatininewaarde in het bloed
(3,7% bij lesinurad 200 mg vergeleken met 2,2% bij placebo). Bij patiënten met matige
nierinsufficiëntie was de incidentie van niergerelateerde bijwerkingen vergelijkbaar bij alle
behandelingsgroepen: lesinurad 200 mg (13,4%) en placebo (12,5%). Ernstige, niergerelateerde
bijwerkingen zoals acuut nierfalen en nierinsufficiëntie, werden gemeld bij patiënten die werden
behandeld met placebo (0,2%) en bij geen van de patiënten die lesinurad 200 mg kregen.
G
en
Klinische resultaten - cardiovasculaire veiligheid
In de gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde klinische onderzoeken naar
combinatietherapie waren de incidenties van patiënten met geadjudiceerde ernstige cardiovasculaire
bijwerkingen (MACE; cardiovasculaire sterfte, niet-fataal myocardinfarct of niet-fatale beroerte) per
100 blootgestelde patiëntjaren 0,60 (95%-betrouwbaarheidsinterval (BI) 0,15, 2,41) voor placebo en
0,61 (95%-BI 0,15, 2,43) voor lesinurad 200 mg, wanneer gebruikt in combinatie met allopurinol
(CLEAR1 en CLEAR2). Een causaal verband met lesinurad is niet vastgesteld.
In dezelfde studies hadden alle patiënten met een MACE die behandeld werden met lesinurad 200 mg,
een voorgeschiedenis van hartfalen, beroerte of myocardinfarct. Post-hocanalyses in een subgroep van
patiënten met hoog cardiovasculair risico bij baseline (gedefinieerd als transiënte ischemische aanval
(TIA), angina pectoris, hartfalen, myocardinfarct, perifere vaatziekte en/of beroerte) toonden aan dat
de incidentie voor MACE 0/39 was voor placebo en 2/43 voor lesinurad 200 mg.
ee
Patiënten met een voorgeschiedenis van nierstenen mochten deelnemen aan de 12 maanden durende
onderzoeken van lesinurad in combinatie met allopurinol. In deze onderzoeken werden bijwerkingen
met nierstenen (met nefrolithiase als meest voorkomende bijwerking) gemeld bij patiënten die werden
behandeld met lesinurad 200 mg (0,5%) en placebo (1,2%).
sm
id
Gegevens van de langlopende extensieonderzoeken tot 52 maanden laten een renaal veiligheidsprofiel
zien dat overeenkomt met dat uit placebogecontroleerde onderzoeken.
de
ln
ie
tl
an
15
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Duzallo in alle subgroepen van pediatrische patiënten
voor de behandeling en preventie van hyperurikemie (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Lesinurad
De absolute biologische beschikbaarheid van lesinurad is ongeveer 100%. Lesinurad wordt snel
geabsorbeerd na orale toediening. Toediening van Duzallo met een vetrijke/calorierijke maaltijd
veranderde de AUC van lesinurad niet, terwijl de C
max
met 46% verminderd werd en de T
max
toenam
van 2 tot 4,5 uur vergeleken met toediening op een nuchtere maag.
In klinische onderzoeken werd lesinurad toegediend met voedsel, omdat de daling van het
serumurinezuur in gevoede toestand verbeterde (zie rubriek 4.2).
Lesinurad wordt als een 50:50 mengsel van lesinurad-atropisomeren toegediend. De verhouding
atropisomeer 1 tot atropisomeer 2 AUC (0-24) was 44:56, omdat atropisomeer 1 een meer uitgebreid
metabolisme ondergaat ten opzichte van atropisomeer 2, waardoor atropisomeer 1 een lagere
plasmablootstelling heeft dan atropisomeer 2.
Allopurinol
Allopurinol wordt snel geabsorbeerd uit het maag-darmstelsel en heeft een gemelde plasma-
halfwaardetijd van ongeveer één uur.
Toediening van Duzallo met een vetrijke/calorierijke maaltijd veranderde de AUC van allopurinol
niet, terwijl de C
max
met 18% verminderd werd en de T
max
toenam van 1,25 tot 3 uur vergeleken met
toediening op een nuchtere maag. De AUC en C
max
van oxypurinol werden niet beïnvloed door
voedsel.
Distributie
Allopurinol
Allopurinol wordt verwaarloosbaar aan plasma-eiwitten gebonden en daarom wordt niet verwacht dat
variaties in eiwitbinding de klaring significant veranderen. Het schijnbare verdelingsvolume van
allopurinol is ongeveer 1,6 liter/kg wat een relatief intensieve weefselopname suggereert.
Weefselconcentraties voor allopurinol zijn niet gemeld bij mensen, maar het is waarschijnlijk dat
allopurinol en oxypurinol in de hoogste concentraties in de lever en intestinale mucosa aanwezig zijn,
waar de xanthine-oxidaseactiviteit hoog is.
G
en
ee
sm
Lesinurad
Lesinurad wordt extensief gebonden aan plasma-eiwitten (meer dan 98%), voornamelijk aan
albumine. De veranderingen in plasma-eiwitbinding is niet van grote betekenis bij patiënten met nier-
of leverinsufficiëntie. Het gemiddelde verdelingsvolume bij steady state van lesinurad was ongeveer
20 liter na intraveneuze toediening. Gemiddelde plasma-tot-bloed-ratio’s van de AUC en C
max
van
lesinurad waren ongeveer 1,8, hetgeen erop wijst dat het niet uitgebreid in rode bloedcellen doordrong
of verdeeld werd.
id
de
ln
ie
tl
an
16
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
Biotransformatie
Lesinurad
Lesinurad ondergaat oxidatieve metabolisme, hoofdzakelijk via het enzym cytochroom P450 (CYP)-
2C9 tot tussenmetaboliet M3c (niet waargenomen
in vivo)
en wordt vervolgens gemetaboliseerd door
microsomale epoxidehydrolase (mEH) tot metaboliet M4; er is een minimale bijdrage van CYP1A1,
CYP2C19 en CYP3A in het metabolisme van lesinurad. Atropisomeer 1 wordt uitgebreid
gemetaboliseerd door CYP2C9, terwijl atropisomeer 2 minimaal wordt gemetaboliseerd door zowel
CYP2C9 als CYP3A4. Het is niet bekend of metabolieten bijdragen aan de urinezuurverlagende
effecten van lesinurad.
Allopurinol
De belangrijkste metaboliet van allopurinol is oxypurinol. Andere allopurinolmetabolieten omvatten
allopurinol-riboside en oxypurinol-7-riboside.
Eliminatie
G
en
Allopurinol
Ongeveer 20% van de ingenomen hoeveelheid allopurinol wordt in de feces uitgescheiden. Eliminatie
van allopurinol vindt voornamelijk plaats door metabolische conversie tot oxypurinol door
xanthine-oxidase en aldehyde-oxidase, met minder dan 10% van de onveranderde werkzame stof
uitgescheiden in de urine. Allopurinol heeft een plasma-halfwaardetijd van ongeveer 0,5 tot 1,5 uur.
Oxypurinol is een minder sterke remmer van xanthine-oxidase dan allopurinol, maar de plasma-
halfwaardetijd is veel langer. Schattingen lopen uiteen van 13 tot 30 uur bij de mens. Daarom vindt
effectieve remming van xanthine-oxidase gedurende een periode van 24 uur plaats met enkelvoudige
dagelijkse dosis allopurinol. Patiënten met een normale nierfunctie zullen geleidelijk oxypurinol
accumuleren tot een steady-stateconcentratie van oxypurinol in plasma is bereikt. Bij deze patiënten,
die 300 mg allopurinol per dag innemen, zal in het algemeen de plasmaconcentraties oxypurinol
5-10 mg/liter zijn.
Oxypurinol wordt onveranderd uitgescheiden in de urine, maar heeft een lange
eliminatiehalfwaardetijd omdat het tubulaire absorptie ondergaat. Gemelde waarden voor de
eliminatiehalfwaardetijd lopen uiteen van 13,6 tot 29 uur. De grote afwijkingen in deze waarden
kunnen verklaard worden door variaties in de onderzoeksopzet en/of creatinineklaring van de
patiënten.
Lineariteit/non-lineariteit
Na toediening van meerdere eenmaaldaagse dosissen lesinurad was er geen bewijs voor
tijdsafhankelijke wijzigingen in de farmacokinetische eigenschappen en bleef de dosisproportionaliteit
behouden.
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
17
ge
Lesinurad
Nierklaring is 25,6 ml/min (variatiecoëfficiënt CV= 56%). Lesinurad is sterk eiwitgebonden en de
nierklaring is hoog (vergeleken met de gebruikelijke glomerulaire filtratiesnelheid bij de mens),
hetgeen erop duidt dat actieve uitscheiding een belangrijke rol speelt bij de uitscheiding van lesinurad
via de nieren. Binnen 7 dagen na toediening van een eenmalige dosis radiogelabeld lesinurad werd
63% van de toegediende radioactieve dosis teruggevonden in de urine en 32% in de feces. De meeste
radioactiviteit werd in de eerste 24 uur teruggevonden in de urine (> 60% van de dosis). Ongeveer
30% van de dosis werd als ongewijzigd lesinurad teruggevonden in de urine. De
eliminatiehalfwaardetijd (t½) voor lesinurad was ongeveer 5 uur na een eenmalige dosis. Er vindt geen
accumulatie van lesinurad plaats na toediening van meerdere doses.
rg
er
eg
is
t
re
er
d
In vitro-evaluatie
van interacties
Lesinurad wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en mEH en in mindere mate door
CYP1A1, CYP2C19 en CYP3A.
In vitro is
lesinurad een remmer van CYP2C8, maar niet van
CYP1A2, CYP2B6, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6 of CYP3A4 en mEH. Bovendien is lesinurad een
in vitro-inductor
van CYP2B6 en CYP3A via de constitutieve androstaanreceptor (CAR)/pregnaan-X-
receptor (PXR).
In vivo
is lesinurad noch een remmer, noch een inductor van CYP2C9 en 2C8, maar
een lichte tot matige inductor van CYP3A. CYP2B6 is niet onderzocht
in vivo.
Lesinurad is een substraat van OATP1B1, OAT1, OAT3 en OCT1.
In vivo
is lesinurad een remmer
van OATP1B1, OAT1, OAT3, OAT4 en OCT1 bij klinisch relevante plasmaconcentraties. De
in
vivo-activiteit
van OATP1B1, OAT1, OAT3 en OCT1 werd echter niet beïnvloed door lesinurad.
Lesinurad is geen
in vitro-remmer
van P-glycoproteïne, BCRP, OATP1B3, MRP2, MRP4, OCT2,
MATE1, MATE2-K en BSEP.
Speciale patiëntgroepen
G
Leverinsufficiëntie
Na toediening van een eenmalige dosis lesinurad 400 mg bij patiënten met lichte (Child-Pugh-klasse
A) of matige (Child-Pugh-klasse B) leverinsufficiëntie, was C
max
voor lesinurad vergelijkbaar en was
AUC voor lesinurad respectievelijk 7% en 33% hoger, vergeleken met personen met een normale
leverfunctie. Er is geen klinische ervaring bij patiënten met ernstige (Child-Pugh-klasse C)
leverinsufficiëntie.
en
ee
sm
Allopurinol
Allopurinol- en oxypurinolklaring is sterk afgenomen bij patiënten met een slechte nierfunctie, wat
resulteert in hogere plasmaspiegels bij chronische behandeling. Patiënten met nierinsufficiëntie, bij
wie de creatinineklaringwaarden tussen de 10 en 20 ml/min lagen, vertoonden plasmaconcentraties
van oxypurinol van ongeveer 30 mg/liter na langdurige behandeling met 300 mg allopurinol per dag.
Dit is ongeveer de concentratie die zou worden bereikt met dosissen van 600 mg/dag bij degenen met
een normale nierfunctie. Een verlaging van de allopurinoldosis is derhalve vereist bij patiënten met
nierinsufficiëntie (zie rubriek 4.2).
id
de
ln
ie
tl
Na toediening van een enkele dosis lesinurad aan personen met nierinsufficiëntie, vergeleken bij
personen met een normale nierfunctie, waren de C
max
en AUC van lesinurad respectievelijk 36% en
30% hoger (200 mg) bij patiënten met lichte nierinsufficiëntie (eCrCL 60 tot 89 ml/min), 20% en 73%
hoger (200 mg) en 3% en 50% hoger (400 mg) bij patiënten met matige nierinsufficiëntie (eCrCL 30
tot 59 ml/min) en 13% hoger en 113% hoger (400 mg) bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie
(eCrCL < 30 ml/min).
an
18
ge
rg
er
Nierinsufficiëntie
Lesinurad
Bij de farmacokinetische populatieanalyse van klinische gegevens bij jichtpatiënten die maximaal 12
maanden werden behandeld, werd een toename van de blootstelling aan lesinurad geschat van
ongeveer 12%, 31% en 65% bij patiënten met respectievelijk lichte, matige en ernstige
nierinsufficiëntie, vergeleken met patiënten met een normale nierfunctie.
eg
is
t
re
er
d
Lesinurad
Allopurinol
In dierexperimenteel onderzoek leidde langdurig gebruik van hoge allopurinoldoses tot het ontstaan
van xanthineneerslagen, wat leidde tot veranderingen in de urinewegen.
In-vitro-
en
in-vivo-onderzoeken
die tot nu toe zijn uitgevoerd, laten geen bewijs zien voor mogelijke
mutagene of carcinogene effecten.
G
en
Eén onderzoek met muizen die intraperitoneale dosissen van 50 of 100 mg/kg kregen op dag 10 en 13
van de zwangerschap, resulteerde in foetale afwijkingen, hoewel er in een vergelijkbaar onderzoek met
ratten die 120 mg/kg op dag 12 van de zwangerschap kregen, geen afwijkingen werden gevonden.
Uitgebreide onderzoeken naar hoge orale dosissen allopurinol bij muizen tot 100 mg/kg/dag, ratten tot
200 mg/kg/dag en konijnen tot 150 mg/kg/dag tijdens dag 8-16 van de zwangerschap, leidden niet tot
teratogene effecten.
ee
sm
id
de
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
ln
ie
tl
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
an
Farmacokinetiek bij oudere patiënten
Het is niet waarschijnlijk dat de kinetiek van allopurinol wordt veranderd anders dan door een
verslechtering van de nierfunctie (zie rubriek 5.2 nierinsufficiëntie).
19
ge
rg
er
Andere speciale patiëntengroepen
Op basis van de farmacokinetische populatieanalyse hebben leeftijd, geslacht, ras en etniciteit geen
klinisch significant effect op de farmacokinetiek van lesinurad. Op basis van farmacokinetische
modelsimulaties wordt verwacht dat patiënten met matige nierinsufficiëntie en verminderde
CYP2C9-activiteit (gelijktijdige toediening van een CYP2C9-remmer of patiënten met een sterk
verlaagde metabole capaciteit van CYP2C9) een verhoging in AUC hebben van ongeveer 200% in
vergelijking met patiënten met normale nierfunctie en normale CYP2C9-activiteit.
eg
is
t
re
Voorzichtigheid met het gebruik van Duzallo is geboden bij patiënten van wie bekend is of vermoed
wordt dat zij een langzame metaboliseerder zijn van CYP2C9 hebben op basis van hun
voorgeschiedenis of ervaring met andere CYP2C9-substraten (zie rubriek 4.4).
er
d
Langzame metaboliseerders van CYP2C9
Ongeveer de helft van een orale dosis lesinurad wordt geklaard door middel van
CYP2C9-metabolisme. Het effect van CYP2C9-genotype op de farmacokinetiek van lesinurad werd
onderzocht bij 8 gezonde personen en 59 patiënten met jicht, na een dagelijkse dosis lesinurad
variërend van 200 mg tot 600 mg in de aanwezigheid of afwezigheid van een
xanthine-oxidaseremmer. Bij de 400 mg dosis, in vergelijking met proefpersonen met een normale
metabole activiteit van CYP2C9 (CYP2C9 *1/*1 [N= 41]), werden verhoogde blootstellingen aan
lesinurad waargenomen bij proefpersonen met een verlaagde metabole activiteit van CYP2C9
(CYP2C9 *1/*3 [N= 4], ongeveer 22% toename in AUC) en bij proefpersonen met een langzame
metabole activiteit van CYP2C9 (CYP2C9 *3/*3 [N= 1], ongeveer 111% toename in AUC) gepaard
gaande met een hogere uitscheiding van lesinurad via de nieren. Individuele waarden vielen echter
ruim binnen het bereik dat werd waargenomen bij de normale metaboliseerders.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Hydroxypropylcellulose
Microkristallijne cellulose
Lactosemonohydraat
Crospovidon
Magnesiumstearaat
Niet van toepassing
6.3
3 jaar
6.4
Houdbaarheid
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Ondoorzichtige (PVC/PVdC/aluminium) blisterverpakking.
Verpakkingsgrootten van 10, 30 of 100 filmomhulde tabletten.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
G
en
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
Tel.: + 49-241-569-0
ee
sm
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
id
de
ln
ie
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
tl
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
an
20
ge
rg
er
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
eg
Hypromellose
Titaandioxide (E171)
Triacetine
Geel ijzeroxide (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
is
t
re
er
Tabletomhulling
d
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1300/001
EU/1/18/1300/002
EU/1/18/1300/003
EU/1/18/1300/004
EU/1/18/1300/005
EU/1/18/1300/006
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
21
ge
rg
er
eg
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
is
t
re
er
d
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
D.
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
22
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen 6
maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
G
en
ee
sm
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
id
de
Risk Management Plan (RMP)
ln
ie
tl
an
23
ge
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
rg
er
Periodieke veiligheidsverslagen
eg
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
is
t
re
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
er
d
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
24
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
G
sm
id
de
ln
ie
A. ETIKETTERING
en
ee
25
tl
an
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENDOOS voor 10, 30 en 100 filmomhulde tabletten
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg allopurinol en 200 mg lesinurad
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
G
en
8.
EXP
ee
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
sm
id
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
de
ln
ie
tl
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
an
26
ge
10 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
100 filmomhulde tabletten
rg
er
eg
is
t
re
er
d
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
17.
G
en
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ee
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
sm
duzallo 200 mg/200 mg
id
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
de
ln
ie
tl
an
Lot
27
ge
13.
PARTIJNUMMER
rg
er
EU/1/18/1300/001
EU/1/18/1300/002
EU/1/18/1300/005
30 filmomhulde tabletten
100 filmomhulde tabletten
10 filmomhulde tabletten
eg
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
is
t
re
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
er
d
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Grünenthal GmbH
3.
EXP
4.
Lot
5.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
PARTIJNUMMER
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
OVERIGE
tl
an
28
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENDOOS voor 10, 30 en 100 filmomhulde tabletten
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
6.
7.
G
en
8.
EXP
ee
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
sm
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
id
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
de
ln
Oraal gebruik.
ie
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
tl
an
29
ge
10 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
100 filmomhulde tabletten
rg
er
eg
Bevat lactose. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
is
t
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
re
er
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg allopurinol en 200 mg lesinurad
d
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
17.
G
en
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ee
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
sm
duzallo 300 mg/200 mg
id
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
de
ln
ie
tl
an
Lot
30
ge
13.
PARTIJNUMMER
rg
er
EU/1/18/1300/003
EU/1/18/1300/004
EU/1/18/1300/006
30 filmomhulde tabletten
100 filmomhulde tabletten
10 filmomhulde tabletten
eg
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
is
t
re
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
er
d
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
3.
EXP
4.
Lot
5.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
PARTIJNUMMER
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
OVERIGE
an
31
ge
rg
er
eg
is
t
Grünenthal GmbH
re
er
d
G
sm
id
de
ln
ie
tl
B. BIJSLUITER
en
ee
32
an
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
Bijsluiter: Informatie voor de patiënt
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Duzallo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft het 'tumorlysissyndroom' - een snelle afbraak van kankercellen, wat hoge
urinezuurspiegels kan veroorzaken.
-
U heeft het syndroom van Lesch-Nyhan - een zeldzame erfelijke aandoening die begint tijdens
de jeugd en waarbij er te veel urinezuur in het bloed zit.
-
Uw nieren werken erg slecht of u heeft nierfalen (wanneer de nieren niet meer goed genoeg
werken om aan de behoefte van het lichaam te kunnen voldoen).
-
U heeft een niertransplantatie ondergaan.
-
U krijgt nierdialyse.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u Duzallo gebruikt, als:
-
-
u hartfalen of andere hartproblemen heeft of heeft gehad.
u een schildklieraandoening heeft.
33
G
en
ee
sm
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
id
de
Duzallo bevat de werkzame stoffen allopurinol en lesinurad. Het wordt gebruikt voor de behandeling
van jicht bij volwassen patiënten, wanneer uw jicht niet onder controle blijft met alleen allopurinol.
Jicht is een vorm van artritis en wordt veroorzaakt door een stapeling van urinezuurkristallen rond de
gewrichten. Door het verlagen van de hoeveelheid urinezuur in het bloed, stopt Duzallo deze
opstapeling en kan verdere schade aan de gewrichten voorkomen.
ln
ie
tl
an
Wat is Duzallo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
-
als uw jicht verergert.
Sommige mensen kunnen meer jichtaanvallen (plotselinge of ernstige pijn en zwelling in een
gewricht, ook wel 'flare-ups' genoemd) krijgen als ze starten met Duzallo en gedurende de eerste
weken of maanden van de behandeling. Als dit gebeurt, moet u Duzallo toch blijven gebruiken
en contact opnemen met uw arts of apotheker. Het geneesmiddel is namelijk nog steeds bezig
met het verlagen van de urinezuurspiegel. Als u Duzallo blijft gebruiken zoals voorgeschreven
door uw arts, zullen na verloop van tijd uw jichtaanvallen minder vaak optreden. Uw arts kan u
andere geneesmiddelen voorschrijven die kunnen helpen om de verschijnselen van
jichtaanvallen te voorkomen of behandelen, en zal u vertellen hoe lang u deze geneesmiddelen
moet gebruiken.
Vertel het uw arts of apotheker als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
-
-
G
en
-
-
-
-
-
-
-
-
-
ee
acetylsalicylzuur - om koorts en pijn te verminderen in dosissen van meer dan 325 mg per dag
geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk, zoals ACE-remmers, plastabletten
(diuretica - geneesmiddelen die de urinelozing verhogen) en calciumkanaalremmers, zoals
amlodipine
geneesmiddelen voor de behandeling van een te hoog cholesterolgehalte, zoals simvastatine
fluconazol - voor de behandeling van schimmelinfecties
amiodaron - voor de behandeling van hartritmestoornissen
valproïnezuur, valpromide, fenytoïne of carbamazepine - voor de behandeling van toevallen
(insulten), stemmingsstoornissen en ter voorkoming van migraine
bupropion - voor de behandeling van depressie of als hulpmiddel bij het stoppen met roken
sildenafil - voor de behandeling van erectiestoornissen
anticonceptiva - gebruikt ter voorkoming van zwangerschap, met inbegrip van orale
anticonceptie (zoals 'de pil'), injecties, pleisters en implantaten
antistollingsmiddelen (cumarinederivaten) - voor de preventie en behandeling van bloedstolsels
antibiotica zoals ampicilline of amoxicilline
34
sm
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat
u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Duzallo kan namelijk de werking van sommige andere geneesmiddelen beïnvloeden. Sommige andere
geneesmiddelen kunnen ook de werking van Duzallo beïnvloeden.
id
de
ln
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Duzallo mag niet worden gebruikt bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
ie
tl
Nierproblemen
Duzallo kan ernstige nierproblemen veroorzaken (zie rubriek 4). Vóór het starten met Duzallo en
tijdens de behandeling met Duzallo zal uw arts controleren hoe goed uw nieren werken. Uw arts kan
overwegen om met Duzallo te stoppen, als uit uw bloedtesten blijkt dat er wijzigingen zijn in de
werking van uw nieren of als u symptomen heeft die wijzen op nierproblemen. Uw arts kan u vragen
opnieuw te beginnen met de behandeling met Duzallo als de werking van uw nier verbetert.
an
ge
rg
er
Huiduitslag en huidverschijnselen
Ernstige huiduitslag (overgevoeligheidssyndroom, Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale
necrolyse) is eerder opgetreden bij patiënten die allopurinol gebruiken. De huiduitslag kan bestaan uit
zweren in de mond, keel, neus, geslachtsdelen en conjunctivitis (rode en opgezwollen ogen). Deze
ernstige huiduitslag treedt vaak op na griepachtige verschijnselen zoals koorts, hoofdpijn, pijn in het
lichaam. De huiduitslag kan grote delen van het lichaam bedekken met blaarvorming en schilfering
van de huid. Deze ernstige huidreacties kunnen vaker voorkomen bij:
•
mensen van Han-Chinese, Thaise of Koreaanse afkomst
•
mensen die problemen met hun nieren hebben, en naast dit geneesmiddel ook een plasmiddel
(diureticum) gebruiken
Als u huiduitslag of een of meerdere van deze huidverschijnselen krijgt, moet u
stoppen met dit
geneesmiddel en onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
eg
is
t
re
er
d
-
-
-
-
-
-
-
geneesmiddelen voor de behandeling van AIDS/HIV, zoals didanosine, efavirenz
chloorpropamide, voor de behandeling van suikerziekte
theofylline, voor de behandeling van ademhalingsproblemen
geneesmiddelen die gebruikt worden om uw afweer te onderdrukken (immunosuppressieve
middelen), zoals ciclosporine, azathioprine
vidarabine, voor de behandeling van herpes of waterpokken
cytostatica (zoals cyclofosfamide, doxorubicine, bleomycine, procarbazine, alkylerende
middelen, mercaptopurine), voor de behandeling van kanker of reumatische aandoeningen
aluminiumhydroxide, voor de behandeling van brandend maagzuur en zuurbranden (u dient een
tijdsperiode van ten minste 3 uur aan te houden tussen de inname van de twee geneesmiddelen)
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
G
en
Duzallo is een tablet die via de mond ingenomen moet worden. De aanbevolen dosering is 1 tablet
eenmaal daags in de ochtend.
Neem niet meer dan 1 tablet per dag in.
Slik de tablet in de ochtend na het ontbijt in z'n geheel met water in. Drink veel water gedurende de
dag om het risico op nierstenen te verminderen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Neem direct contact op met uw arts of ga naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis als u te veel van dit
geneesmiddel heeft ingenomen. Het kan zijn dat u last krijgt van misselijkheid, braken, duizeligheid of
diarree.
ee
sm
Neem dit geneesmiddel altijd precies in zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. De keuze van de
doseringssterkte van Duzallo is afhankelijk van de dosis allopurinol die u als afzonderlijke tablet(ten)
gebruikt. De doseringssterkte wordt door uw arts vastgesteld. Uw arts zal u vertellen of extra dosissen
allopurinol nog steeds nodig zijn.
id
de
ln
Duzallo bevat lactose
Duzallo tabletten bevatten lactose (een soort suiker). Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde
suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
ie
tl
an
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Duzallo kan u slaperig, duizelig of instabiel maken. U mag niet rijden of machines bedienen als u daar
last van heeft.
35
ge
Hormonale anticonceptie (inclusief orale, injecteerbare, transdermale en implanteerbare vormen) is
mogelijk niet betrouwbaar bij gelijktijdige toediening met Duzallo. Alternatieve
anticonceptiemethoden dienen overwogen te worden. Vraag uw arts om advies.
rg
er
Duzallo wordt niet aanbevolen tijdens borstvoeding, aangezien allopurinol in de moedermelk terecht
komt.
eg
is
t
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Het verdient de voorkeur om
het gebruik van Duzallo tijdens de zwangerschap te vermijden. Vraag uw arts om advies.
re
er
Als een van de bovenstaande vermeldingen op u van toepassing is (of als u daarover twijfelt), neem
dan contact op met uw arts of apotheker voordat u Duzallo inneemt.
d
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Wacht en neem de volgende ochtend uw
volgende dosis Duzallo.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Duzallo zonder dit eerst met uw arts te bespreken, ook niet als u zich
beter voelt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Overgevoeligheid
Stop met het gebruik van Duzallo en neem onmiddellijk contact op met een arts
als u een
overgevoeligheidsreactie (allergische reactie) krijgt.
Verschijnselen die kunnen optreden zijn:
Soms voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
Schilfering van de huid, steenpuisten, pijnlijke lippen en mond
-
zeer zelden kunnen verschijnselen als plotselinge piepende ademhaling (wheezing),
hartkloppingen of pijn op de borst en flauwvallen optreden.
-
koorts, huiduitslag, gewrichtspijn en afwijkingen in bloed en leverfunctietesten (dit kunnen
tekenen zijn van een overgevoeligheidsreactie van meerdere organen tegelijk
(multi-orgaanovergevoeligheidsaandoening)
Zelden voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
-
mogelijk levensbedreigende huiduitslag (Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale
necrolyse) die in eerste instantie optreedt als rossige schietschijfachtige vlekken of ronde
plekken met centrale blaren op de torso. Andere verschijnselen om op te letten omvatten:
o
zweren in de mond, keel, neus en op geslachtsdelen (genitaliën) en conjunctivitis
(rode en opgezwollen ogen)
o
wijdverspreide blaren of afschilferen van de huid
o
griepachtige verschijnselen
Zeer zelden voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
-
opzwellen van de lippen, tong, gezicht en keel, problemen met slikken of ademhalen of een rode
bultige jeukende huid/galbulten (angio-oedeem)
-
Duzallo kan invloed hebben op uw bloed, waardoor er makkelijker dan normaal blauwe plekken
kunnen ontstaan, of u kunt last krijgen van keelpijn of andere verschijnselen die wijzen op een
infectie. Deze verschijnselen treden in het algemeen op bij mensen met lever- of nierproblemen
(agranulocytose).
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
Nierproblemen
Als u een van de volgende bijwerkingen waarneemt,
stop met het gebruik van Duzallo en neem
onmiddellijk contact op met een arts,
omdat dit verschijnselen kunnen zijn van problemen met uw
nieren - u heeft misschien dringend medische behandeling nodig.
Verschijnselen die kunnen optreden zijn:
Soms voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
pijn in de zij (onder uw ribben en boven uw heupbeen),
-
misselijkheid,
-
braken,
-
veranderingen in het plassen of moeite met plassen,
-
zich moe of niet goed voelen, of verminderde eetlust.
36
ge
rg
er
eg
is
t
Ernstige bijwerkingen
re
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
er
d
Andere mogelijke bijwerkingen
Vaak voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
-
verhoogde hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon in het bloed,
-
griep (influenza),
-
hoofdpijn,
-
bloedonderzoeken die verhoogde creatininewaarden laten zien (wat een teken van
nierproblemen kan zijn),
-
brandend maagzuur (zuurbranden),
-
huiduitslag.
Soms voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
nierstenen,
-
nieren die niet goed meer werken,
-
huidreacties, inclusief roodheid, jeukende huid, huiduitslag met bultjes (netelroos) en
huiduitslag als gevolg van zonlicht,
-
uitdroging (verlies van te veel vocht uit uw lichaam),
-
misselijkheid, braken,
-
diarree,
-
afwijkende resultaten bij leveronderzoek.
Zelden voorkomend –komen voor bij minder 1 op de 1000 gebruikers
-
leveraandoening (hepatitis).
Zeer zelden voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
-
pijn op de borst, langzame hartslag, hoge bloeddruk of een langzame pols,
-
braken van bloed (recidiverende hematemese), aanwezigheid van overmatig vet in de ontlasting
(steatorroe),
-
ontsteking van de mondslijmvliezen (stomatitis), veranderde stoelgang (veranderde frequentie
van de ontlasting),
-
haaruitval of verkleuring van haar,
-
afwijkend glucosemetabolisme (diabetes, suikerziekte; uw arts wil mogelijk de glucosewaarde
in uw bloed meten om te controleren of dit het geval is),
-
hoge cholesterolwaarden in uw bloed (hyperlipidemie),
-
depressie,
-
coma,
-
zwakte, gevoelloosheid, instabiel op uw benen, niet in staat zijn om uw spieren te bewegen
(paralyse) of bewustzijnsverlies,
-
niet in staat zijn om uw spierbewegingen te controleren (ataxie),
-
waarneming van tintelingen, jeuk, kriebelingen of branden van de huid (paresthesie),
-
hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid of stoornissen van uw zicht,
-
troebelingen in het oog (cataract),
-
smaakverandering,
-
bloed in uw urine (hematurie),
-
mannelijke onvruchtbaarheid of erectiestoornis,
-
borstvergroting, zowel bij mannen als bij vrouwen,
-
ophoping van vocht wat leidt tot opzwelling (oedeem), vooral rond uw enkels,
-
spierpijnen,
-
pijnlijk huidabces,
-
zenuwschade die gevoelloosheid, pijn en zwakte kan veroorzaken.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
37
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos of
blisterfolie na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
G
en
ee
sm
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
id
de
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
ln
Tabletten Duzallo 200 mg/200 mg zijn beschikbaar in blisterverpakkingen van 10, 30 en 100 tabletten.
ie
Hoe ziet Duzallo eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De filmomhulde tabletten Duzallo 200 mg/200 mg zijn lichtroze, langwerpige tabletten met aan één
zijde de inscripties 'LES200' en 'ALO200'.
tl
an
38
ge
De andere stoffen in dit middel zijn:
-
tabletkern: hydroxypropylcellulose, microkristallijne cellulose, lactosemonohydraat
crospovidon, magnesiumstearaat
-
tabletomhulling: hypromellose, titaandioxide (E171), triacetine, geel ijzeroxide (E172), rood
ijzeroxide (E172)
rg
er
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn allopurinol en lesinurad.
Elke Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tablet bevat 200 mg allopurinol en 200 mg lesinurad.
eg
is
t
re
er
d
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
S.A. Grünenthal N.V.
Lenneke Marelaan 8
1932 Sint-Stevens-Woluwe
België/Belgique/Belgien
Tél/Tel: + 32 (0)2 290 52 00
beinfo@grunenthal.com
България
Grünenthal GmbH
Teл.: + 49 241 569-0
Lietuva
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
en
Ελλάδα
Grünenthal GmbH
Τηλ: + 49 241 569-0
ee
Eesti
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
id
DE-52078 Aachen
Tel: + 49 241 569-1111
service@grunenthal.com
de
ln
Deutschland
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
ie
sm
G
España
Grünenthal Pharma, S.A.
C/Dr. Zamenhof, 36
E-28027 Madrid
Tel: + 34 (91) 301 93 00
tl
Danmark
Grünenthal Denmark ApS
Arne Jacobsens Allé 7
2300 København S
Tlf: + 45 88883200
an
Malta
Grünenthal GmbH
Tel.: + 49 241 569-0
39
ge
Nederland
Grünenthal B.V.
De Corridor 21K
NL-3621 ZA Breukelen
Tel: + 31 (0)30 6046370
info.nl@grunenthal.com
Norge
Grünenthal Norway AS
C.J. Hambros Plass 2C
0164 Oslo
Tlf: + 47 22996054
Österreich
Grünenthal GmbH
Campus 21, Liebermannstraße A01/501
2345 Brunn am Gebirge
Tel: + 43(0)2236 379 550-0
Polska
Grünenthal GmbH
Tel.: + 49 241 569-0
rg
er
Česká republika
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Magyarország
Grünenthal GmbH
Tel.: + 49 241 569-0
eg
Luxembourg/Luxemburg
S.A. Grünenthal N.V.
Lenneke Marelaan 8
1932 Sint-Stevens-Woluwe
België/Belgique/Belgien
Tél/Tel: + 32 (0)2 290 52 00
beinfo@grunenthal.com
is
t
re
er
d
France
Laboratoires Grünenthal SAS
Immeuble Eurêka
19 rue Ernest Renan
CS 90001
F- 92024 Nanterre Cedex
Tél: + 33 (0)1 41 49 45 80
Hrvatska
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Ireland
Grünenthal Pharma Ltd
4045 Kingswood Road,
Citywest Business Park
IRL – Citywest Co., Dublin
Tel: + 44 (0)870 351 8960
medicalinformationie@grunenthal.com
Ísland
Grünenthal GmbH
Sími: + 49 241 569-0
Italia
Grünenthal Italia S.r.l.
Tel: + 39 02 4305 1
Κύπρος
Grünenthal GmbH
Τηλ: + 49 241 569-0
Latvija
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Portugal
Grünenthal, S.A.
Alameda Fernão Lopes, 12-8.º A
P-1495 - 190 Algés
Tel: + 351 / 214 72 63 00
România
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Slovenija
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
ie
G
en
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
ee
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
sm
id
de
ln
tl
an
40
ge
Suomi/Finland
Grünenthal GmbH
Puh/Tel: + 49 241 569-0
Sverige
Grunenthal Sweden AB
Tel: + 46 (0)86434060
United Kingdom
Grünenthal Ltd
1 Stokenchurch Business Park
Ibstone Road, HP14 3FE – UK
Tel: + 44 (0)870 351 8960
medicalinformationuk@grunenthal.com
rg
er
Slovenská republika
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
eg
is
t
re
er
d
Bijsluiter: Informatie voor de patiënt
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft het 'tumorlysissyndroom' - een snelle afbraak van kankercellen, wat hoge
urinezuurspiegels kan veroorzaken.
-
U heeft het syndroom van Lesch-Nyhan - een zeldzame erfelijke aandoening die begint tijdens
de jeugd en waarbij er te veel urinezuur in het bloed zit.
-
Uw nieren werken erg slecht of u heeft nierfalen (wanneer de nieren niet meer goed genoeg
werken om aan de behoefte van het lichaam te kunnen voldoen).
-
U heeft een niertransplantatie ondergaan.
-
U krijgt nierdialyse.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u Duzallo gebruikt, als:
-
-
-
u hartfalen of andere hartproblemen heeft of heeft gehad.
u een schildklieraandoening heeft.
als uw jicht verergert.
41
G
en
ee
sm
id
de
Duzallo bevat de werkzame stoffen allopurinol en lesinurad. Het wordt gebruikt voor de behandeling
van jicht bij volwassen patiënten, wanneer uw jicht niet onder controle blijft met alleen allopurinol.
Jicht is een vorm van artritis en wordt veroorzaakt door een stapeling van urinezuurkristallen rond de
gewrichten. Door het verlagen van de hoeveelheid urinezuur in het bloed, stopt Duzallo deze
opstapeling en kan verdere schade aan de gewrichten voorkomen.
ln
ie
tl
1.
Wat is Duzallo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
an
ge
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Duzallo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
rg
er
eg
Inhoud van deze bijsluiter
is
t
re
er
d
Sommige mensen kunnen meer jichtaanvallen (plotselinge of ernstige pijn en zwelling in een
gewricht, ook wel 'flare-ups' genoemd) krijgen als ze starten met Duzallo en gedurende de eerste
weken of maanden van de behandeling. Als dit gebeurt, moet u Duzallo toch blijven gebruiken
en contact opnemen met uw arts of apotheker. Het geneesmiddel is namelijk nog steeds bezig
met het verlagen van de urinezuurspiegel. Als u Duzallo blijft gebruiken zoals voorgeschreven
door uw arts, zullen na verloop van tijd uw jichtaanvallen minder vaak optreden. Uw arts kan u
andere geneesmiddelen voorschrijven die kunnen helpen om de verschijnselen van
jichtaanvallen te voorkomen of behandelen, en zal u vertellen hoe lang u deze geneesmiddelen
moet gebruiken.
Huiduitslag en huidverschijnselen
Ernstige huiduitslag (overgevoeligheidssyndroom, Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale
necrolyse) is eerder opgetreden bij patiënten die allopurinol gebruiken. De huiduitslag kan bestaan uit
zweren in de mond, keel, neus, geslachtsdelen en conjunctivitis (rode en opgezwollen ogen). Deze
ernstige huiduitslag treedt vaak op na griepachtige verschijnselen zoals koorts, hoofdpijn, pijn in het
lichaam. De huiduitslag kan grote delen van het lichaam bedekken met blaarvorming en schilfering
van de huid. Deze ernstige huidreacties kunnen vaker voorkomen bij:
•
mensen van Han-Chinese, Thaise of Koreaanse afkomst
•
mensen die problemen met hun nieren hebben, en naast dit geneesmiddel ook een plasmiddel
(diureticum) gebruiken
Als u huiduitslag of een of meerdere van deze huidverschijnselen krijgt, moet u
stoppen met dit
geneesmiddel en onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
Nierproblemen
Duzallo kan ernstige nierproblemen veroorzaken (zie rubriek 4). Vóór het starten met Duzallo en
tijdens de behandeling met Duzallo zal uw arts controleren hoe goed uw nieren werken. Uw arts kan
overwegen om met Duzallo te stoppen, als uit uw bloedtesten blijkt dat er wijzigingen zijn in de
werking van uw nieren of als u symptomen heeft die wijzen op nierproblemen. Uw arts kan u vragen
opnieuw te beginnen met de behandeling met Duzallo als de werking van uw nier verbetert.
Vertel het uw arts of apotheker als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
G
en
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
ee
-
-
acetylsalicylzuur - om koorts en pijn te verminderen in dosissen van meer dan 325 mg per dag
geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk, zoals ACE-remmers, plastabletten
(diuretica - geneesmiddelen die de urinelozing verhogen) en calciumkanaalremmers, zoals
amlodipine
geneesmiddelen voor de behandeling van een te hoog cholesterolgehalte, zoals simvastatine
fluconazol - voor de behandeling van schimmelinfecties
amiodaron - voor de behandeling van hartritmestoornissen
valproïnezuur, valpromide, fenytoïne of carbamazepine - voor de behandeling van toevallen
(insulten), stemmingsstoornissen en ter voorkoming van migraine
bupropion - voor de behandeling van depressie of als hulpmiddel bij het stoppen met roken
sildenafil - voor de behandeling van erectiestoornissen
anticonceptiva - gebruikt ter voorkoming van zwangerschap, met inbegrip van orale
anticonceptie (zoals 'de pil'), injecties, pleisters en implantaten
antistollingsmiddelen (cumarinederivaten) - voor de preventie en behandeling van bloedstolsels
antibiotica zoals ampicilline of amoxicilline
geneesmiddelen voor de behandeling van AIDS/HIV, zoals didanosine, efavirenz
42
sm
id
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat
u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Duzallo kan namelijk de werking van sommige andere geneesmiddelen beïnvloeden. Sommige andere
geneesmiddelen kunnen ook de werking van Duzallo beïnvloeden.
de
ln
ie
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Duzallo mag niet worden gebruikt bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
tl
an
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
-
-
-
-
-
-
chloorpropamide, voor de behandeling van suikerziekte
theofylline, voor de behandeling van ademhalingsproblemen
geneesmiddelen die gebruikt worden om uw afweer te onderdrukken (immunosuppressieve
middelen), zoals ciclosporine, azathioprine
vidarabine, voor de behandeling van herpes of waterpokken
cytostatica (zoals cyclofosfamide, doxorubicine, bleomycine, procarbazine, alkylerende
middelen, mercaptopurine), voor de behandeling van kanker of reumatische aandoeningen
aluminiumhydroxide, voor de behandeling van brandend maagzuur en zuurbranden (u dient een
tijdsperiode van ten minste 3 uur aan te houden tussen de inname van de twee geneesmiddelen)
Hormonale anticonceptie (inclusief orale, injecteerbare, transdermale en implanteerbare vormen) is
mogelijk niet betrouwbaar bij gelijktijdige toediening met Duzallo. Alternatieve
anticonceptiemethoden dienen overwogen te worden. Vraag uw arts om advies.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Duzallo kan u slaperig, duizelig of instabiel maken. U mag niet rijden of machines bedienen als u daar
last van heeft.
Duzallo bevat lactose
Duzallo tabletten bevatten lactose (een soort suiker). Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde
suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
G
en
Neem niet meer dan 1 tablet per dag in.
Slik de tablet in de ochtend na het ontbijt in z'n geheel met water in. Drink veel water gedurende de
dag om het risico op nierstenen te verminderen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Neem direct contact op met uw arts of ga naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis als u te veel van dit
geneesmiddel heeft ingenomen. Het kan zijn dat u last krijgt van misselijkheid, braken, duizeligheid of
diarree.
ee
Duzallo is een tablet die via de mond ingenomen moet worden. De aanbevolen dosering is 1 tablet
eenmaal daags in de ochtend.
sm
Neem dit geneesmiddel altijd precies in zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. De keuze van de
doseringssterkte van Duzallo is afhankelijk van de dosis allopurinol die u als afzonderlijke tablet(ten)
gebruikt. De doseringssterkte wordt door uw arts vastgesteld. Uw arts zal u vertellen of extra dosissen
allopurinol nog steeds nodig zijn.
id
de
ln
ie
tl
an
43
ge
rg
er
eg
Duzallo wordt niet aanbevolen tijdens borstvoeding, aangezien allopurinol in de moedermelk terecht
komt.
is
t
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Het verdient de voorkeur om
het gebruik van Duzallo tijdens de zwangerschap te vermijden. Vraag uw arts om advies.
re
er
d
Als een van de bovenstaande vermeldingen op u van toepassing is (of als u daarover twijfelt), neem
dan contact op met uw arts of apotheker voordat u Duzallo inneemt.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Wacht en neem de volgende ochtend uw
volgende dosis Duzallo.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Duzallo zonder dit eerst met uw arts te bespreken, ook niet als u zich
beter voelt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Overgevoeligheid
Stop met het gebruik van Duzallo en neem onmiddellijk contact op met een arts
als u een
overgevoeligheidsreactie (allergische reactie) krijgt.
Verschijnselen die kunnen optreden zijn:
Soms voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
Schilfering van de huid, steenpuisten, pijnlijke lippen en mond
-
zeer zelden kunnen verschijnselen als plotselinge piepende ademhaling (wheezing),
hartkloppingen of pijn op de borst en flauwvallen optreden.
-
koorts, huiduitslag, gewrichtspijn en afwijkingen in bloed en leverfunctietesten (dit kunnen
tekenen zijn van een overgevoeligheidsreactie van meerdere organen tegelijk
(multi-orgaanovergevoeligheidsaandoening)
Zelden voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
-
mogelijk levensbedreigende huiduitslag (Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale
necrolyse) die in eerste instantie optreedt als rossige schietschijfachtige vlekken of ronde
plekken met centrale blaren op de torso. Andere verschijnselen om op te letten omvatten:
o
zweren in de mond, keel, neus en op geslachtsdelen (genitaliën) en conjunctivitis
(rode en opgezwollen ogen)
o
wijdverspreide blaren of afschilferen van de huid
o
griepachtige verschijnselen
Zeer zelden voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
-
opzwellen van de lippen, tong, gezicht en keel, problemen met slikken of ademhalen of een rode
bultige jeukende huid/galbulten (angio-oedeem)
-
Duzallo kan invloed hebben op uw bloed, waardoor er makkelijker dan normaal blauwe plekken
kunnen ontstaan, of u kunt last krijgen van keelpijn of andere verschijnselen die wijzen op een
infectie. Deze verschijnselen treden in het algemeen op bij mensen met lever- of nierproblemen
(agranulocytose).
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
Nierproblemen
Als u een van de volgende bijwerkingen waarneemt,
stop met het gebruik van Duzallo en neem
onmiddellijk contact op met een arts,
omdat dit verschijnselen kunnen zijn van problemen met uw
nieren - u heeft misschien dringend medische behandeling nodig.
Verschijnselen die kunnen optreden zijn:
Soms voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
pijn in de zij (onder uw ribben en boven uw heupbeen),
-
misselijkheid,
-
braken,
-
veranderingen in het plassen of moeite met plassen,
-
zich moe of niet goed voelen, of verminderde eetlust.
44
ge
rg
er
eg
is
t
Ernstige bijwerkingen
re
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
er
d
Andere mogelijke bijwerkingen
Vaak voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
-
verhoogde hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon in het bloed,
-
griep (influenza),
-
hoofdpijn,
-
bloedonderzoeken die verhoogde creatininewaarden laten zien (wat een teken van
nierproblemen kan zijn),
-
brandend maagzuur (zuurbranden),
-
huiduitslag.
Soms voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
nierstenen,
-
nieren die niet goed meer werken,
-
huidreacties, inclusief roodheid, jeukende huid, huiduitslag met bultjes (netelroos) en
huiduitslag als gevolg van zonlicht,
-
uitdroging (verlies van te veel vocht uit uw lichaam),
-
misselijkheid, braken,
-
diarree,
-
afwijkende resultaten bij leveronderzoek.
Zelden voorkomend –komen voor bij minder 1 op de 1000 gebruikers
-
leveraandoening (hepatitis).
Zeer zelden voorkomend –komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
-
pijn op de borst, langzame hartslag, hoge bloeddruk of een langzame pols,
-
braken van bloed (recidiverende hematemese), aanwezigheid van overmatig vet in de ontlasting
(steatorroe),
-
ontsteking van de mondslijmvliezen (stomatitis), veranderde stoelgang (veranderde frequentie
van de ontlasting),
-
haaruitval of verkleuring van haar,
-
afwijkend glucosemetabolisme (diabetes, suikerziekte; uw arts wil mogelijk de glucosewaarde
in uw bloed meten om te controleren of dit het geval is),
-
hoge cholesterolwaarden in uw bloed (hyperlipidemie),
-
depressie,
-
coma,
-
zwakte, gevoelloosheid, instabiel op uw benen, niet in staat zijn om uw spieren te bewegen
(paralyse) of bewustzijnsverlies,
-
niet in staat zijn om uw spierbewegingen te controleren (ataxie),
-
waarneming van tintelingen, jeuk, kriebelingen of branden van de huid (paresthesie),
-
hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid of stoornissen van uw zicht,
-
troebelingen in het oog (cataract),
-
smaakverandering,
-
bloed in uw urine (hematurie),
-
mannelijke onvruchtbaarheid of erectiestoornis,
-
borstvergroting, zowel bij mannen als bij vrouwen,
-
ophoping van vocht wat leidt tot opzwelling (oedeem), vooral rond uw enkels,
-
spierpijnen,
-
pijnlijk huidabces,
-
zenuwschade die gevoelloosheid, pijn en zwakte kan veroorzaken.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
45
ge
rg
er
eg
is
t
re
er
d
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos of
blisterfolie na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
G
en
ee
sm
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
id
de
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
ln
Tabletten Duzallo 300 mg/200 mg zijn beschikbaar in blisterverpakkingen van 10, 30 en 100 tabletten.
ie
Hoe ziet Duzallo eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De filmomhulde tabletten Duzallo 300 mg/200 mg zijn lichtroze, langwerpige tabletten met aan één
zijde de inscripties 'LES200' en 'ALO300'.
tl
an
46
ge
De andere stoffen in dit middel zijn:
-
tabletkern: hydroxypropylcellulose, microkristallijne cellulose, lactosemonohydraat
crospovidon, magnesiumstearaat
-
tabletomhulling: hypromellose, titaandioxide (E171), triacetine, geel ijzeroxide (E172), rood
ijzeroxide (E172)
rg
er
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn allopurinol en lesinurad.
Elke Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tablet bevat 300 mg allopurinol en 200 mg lesinurad.
eg
is
t
re
er
d
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
S.A. Grünenthal N.V.
Lenneke Marelaan 8
1932 Sint-Stevens-Woluwe
België/Belgique/Belgien
Tél/Tel: + 32 (0)2 290 52 00
beinfo@grunenthal.com
България
Grünenthal GmbH
Teл.: + 49 241 569-0
Lietuva
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
en
Ελλάδα
Grünenthal GmbH
Τηλ: + 49 241 569-0
ee
Eesti
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
id
DE-52078 Aachen
Tel: + 49 241 569-1111
service@grunenthal.com
de
ln
Deutschland
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
ie
sm
G
España
Grünenthal Pharma, S.A.
C/Dr. Zamenhof, 36
E-28027 Madrid
Tel: + 34 (91) 301 93 00
tl
Danmark
Grünenthal Denmark ApS
Arne Jacobsens Allé 7
2300 København S
Tlf: + 45 88883200
an
Malta
Grünenthal GmbH
Tel.: + 49 241 569-0
47
ge
Nederland
Grünenthal B.V.
De Corridor 21K
NL-3621 ZA Breukelen
Tel: + 31 (0)30 6046370
info.nl@grunenthal.com
Norge
Grünenthal Norway AS
C.J. Hambros Plass 2C
0164 Oslo
Tlf: + 47 22996054
Österreich
Grünenthal GmbH
Campus 21, Liebermannstraße A01/501
2345 Brunn am Gebirge
Tel: + 43(0)2236 379 550-0
Polska
Grünenthal GmbH
Tel.: + 49 241 569-0
rg
er
Česká republika
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Magyarország
Grünenthal GmbH
Tel.: + 49 241 569-0
eg
Luxembourg/Luxemburg
S.A. Grünenthal N.V.
Lenneke Marelaan 8
1932 Sint-Stevens-Woluwe
België/Belgique/Belgien
Tél/Tel: + 32 (0)2 290 52 00
beinfo@grunenthal.com
is
t
re
er
d
France
Laboratoires Grünenthal SAS
Immeuble Eurêka
19 rue Ernest Renan
CS 90001
F- 92024 Nanterre Cedex
Tél: + 33 (0)1 41 49 45 80
Hrvatska
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Ireland
Grünenthal Pharma Ltd
4045 Kingswood Road,
Citywest Business Park
IRL – Citywest Co., Dublin
Tel: + 44 (0)870 351 8960
medicalinformationie@grunenthal.com
Ísland
Grünenthal GmbH
Sími: + 49 241 569-0
Italia
Grünenthal Italia S.r.l.
Tel: + 39 02 4305 1
Κύπρος
Grünenthal GmbH
Τηλ: + 49 241 569-0
Latvija
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Portugal
Grünenthal, S.A.
Alameda Fernão Lopes, 12-8.º A
P-1495 - 190 Algés
Tel: + 351 / 214 72 63 00
România
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Slovenija
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
ie
G
en
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
ee
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
sm
id
de
ln
tl
an
48
ge
Suomi/Finland
Grünenthal GmbH
Puh/Tel: + 49 241 569-0
Sverige
Grunenthal Sweden AB
Tel: + 46 (0)86434060
United Kingdom
Grünenthal Ltd
1 Stokenchurch Business Park
Ibstone Road, HP14 3FE – UK
Tel: + 44 (0)870 351 8960
medicalinformationuk@grunenthal.com
rg
er
Slovenská republika
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
eg
is
t
re
er
d
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
langer
niet
Geneesmiddel
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden
verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van
bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg allopurinol en 200 mg lesinurad.
Hulpstof met bekend effect:
Elke filmomhulde tablet bevat 102,6 mg lactose (als monohydraat). geregistreerd
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg allopurinol en 200 mg lesinurad.
Hulpstof met bekend effect:
langer
Elke filmomhulde tablet bevat 128,3 mg lactose (als monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
niet
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
Lichtroze langwerpige filmomhulde tabletten van 7 x 17 mm.
De filmomhulde tabletten bevatten aan één zijde de inscripties 'LES200' en 'ALO200'.
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
Oranje en enigszins bruine langwerpige filmomhulde tabletten van 8 x 19 mm.
Geneesmiddel
De filmomhulde tabletten bevatten aan één zijde de inscripties 'LES200' en 'ALO300'.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Duzallo is geïndiceerd bij volwassenen voor de behandeling van hyperurikemie bij patiënten met jicht
bij wie de urinezuurstreefwaarde in serum niet is bereikt met een geschikte dosis van allopurinol
alleen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De dosis allopurinol moet geleidelijk worden gewijzigd tot een geschikte dosis voordat de patiënt
wordt overgezet op Duzallo.
De keuze van de doseringssterkte van Duzallo is afhankelijk van de allopurinoldosis die als
individuele tablet(ten) wordt ingenomen.
De aanbevolen dosis is 1 tablet Duzallo (200 mg/200 mg of 300 mg/200 mg) eenmaal daags. Dit is
tevens de maximale dosis Duzallo per dag (zie rubriek 4.4).
Patiënten die op dit moment behandeld worden met allopurinoldoses hoger dan 300 mg, kunnen
worden overgezet op Duzallo 200 mg/200 mg of Duzallo 300 mg/200 mg en dienen aanvullende doses
allopurinol te ontvangen om de totale allopurinoldosis te dekken voordat ze overgezet worden op
geregistreerd
Duzallo.
Patiënten moeten worden geïnstrueerd om voldoende vocht tot zich te nemen.
Patiënten moeten erop worden gewezen dat het niet opvolgen van deze instructies het risico op
nierproblemen kan verhogen (zie rubriek 4.4).
langer
De streefwaarde van urinezuur in serum is minder dan 6 mg/dl (360 µmol/l). Bij patiënten met tofi of
aanhoudende symptomen is de streefwaarde minder dan 5 mg/dl (300 µmol/l). Het testen van de
streefwaarde van urinezuur in serum kan na 4 weken worden uitgevoerd ter overweging van
aanpassing van de behandeling tot de urinezuurstreefwaarde in serum. Een profylactische behandeling
niet
voor jichtaanvallen dient overwogen te worden (zie rubriek 4.4).
Speciale patiëntgroepen
Ouderen ( 65 jaar)
Een dosisaanpassing op basis van leeftijd is niet nodig (zie rubriek 5.2); oudere patiënten hebben
echter vaker een verminderde nierfunctie (zie de dosisaanbevelingen bij nierinsufficiëntie). Ervaring
bij ouderen op hogere leeftijd ( 75 jaar) is beperkt.
Nierinsufficiëntie
Duzallo is gecontra-indiceerd bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring [CrCL]
minder dan 30 ml/min), met nierfalen, bij patiënten die dialyse ondergaan of bij ontvangers van een
niertransplantaat (zie rubriek 4.3 en 4.4). Op basis van het werkingsmechanisme is lesinurad mogelijk
Geneesmiddel
niet werkzaam bij deze patiënten (zie rubriek 5.1).
Duzallo dient met voorzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten met een CrCL van 30 tot lager dan
45 ml/min (ervaring met lesinurad bij patiënten met een geschatte CrCL (eCrCL) van lager dan
45 ml/min is beperkt).
Leverinsufficiëntie
Er is geen dosisaanpassing vereist bij patiënten met een lichte of matig-ernstige leverinsufficiëntie
(Child-Pugh-klasse A en B) (zie rubriek 5.2). Duzallo is niet onderzocht bij patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie; daarom kunnen er geen dosisaanbevelingen gedaan worden voor Duzallo.
Wijze van toediening
Oraal gebruik.
Duzallo dient 's ochtends te worden ingenomen met voedsel en water.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Tumorlysissyndroom of syndroom van Lesch-Nyhan.
Ernstige nierinsufficiëntie (CrCL minder dan 30 ml/min), eindstadium nierfalen, ontvangers van een
niertransplantaat of patiënten die dialyse ondergaan (zie rubriek 4.2).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Reeds bestaande cardiovasculaire aandoeningen
Duzallo wordt niet aanbevolen bij patiënten met instabiele angina pectoris, hartfalen klasse III of IV
geregistreerd
volgens de classificatie van de New York Heart Association (NYHA), ongecontroleerde hypertensie of
met een recent myocardinfarct, beroerte of diepveneuze trombose in de voorgaande 12 maanden,
vanwege onvoldoende gegevens met lesinurad. Voor cardiovasculaire patiënten in een stabiele
conditie moet de verhouding tussen voordelen en risico's voor elke individuele patiënt voortdurend
worden beoordeeld, rekening houdend met de voordelen van verlaging van uraatwaarden versus een
mogelijk verhoogd risico op hartaandoeningen (zie rubriek 4.8).
langer
Nierproblemen
Behandeling met lesinurad 200 mg in combinatie met allopurinol werd in verband gebracht met een
niet
verhoogde incidentie van verhogingen van serumcreatinine, gerelateerd aan een toegenomen
uitscheiding van urinezuur door de nieren. Bijwerkingen die betrekking hebben op de nierfunctie,
kunnen optreden na het starten van Duzallo (zie rubriek 4.8).
De nierfunctie moet voorafgaand aan het starten van Duzallo worden geëvalueerd en daarna periodiek
worden gecontroleerd (bijvoorbeeld 4 keer per jaar), gebaseerd op klinische overwegingen, zoals
baseline nierfunctie, volumedepletie, gelijktijdig voorkomende ziekte of gelijktijdig toegediende
geneesmiddelen. Patiënten met verhogingen van serumcreatinine hoger dan 1,5 keer de waarde vóór
behandeling moeten strikt worden gecontroleerd. Duzallo moet worden onderbroken als het
serumcreatinine hoger is dan 2 maal de waarde van vóór de behandeling of bij een absolute
serumcreatininewaarde hoger dan 4,0 mg/dl. De behandeling moet worden onderbroken bij patiënten
die symptomen melden die kunnen duiden op acute urinezuurnefropathie, waaronder pijn in de zij,
misselijkheid of braken en het serumcreatinine moet onmiddellijk worden gemeten. Duzallo mag niet
opnieuw worden gestart zonder een andere verklaring voor de afwijkingen in het serumcreatinine.
Geneesmiddel
Effect van CYP2C9-genotype
Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van patiënten van wie bekend is dat ze zwakke
CYP2C9-metaboliseerders zijn, aangezien het mogelijke risico op niergerelateerde bijwerkingen van
lesinurad verhoogd kan zijn (zie rubriek 4.8 en 5.2).
Overgevoeligheidsreacties voor allopurinol kunnen zich op vele verschillende manieren manifesteren,
waaronder maculopapuleus exanthema, overgevoeligheidssyndroom (ook bekend als DRESS) en
SJS/TEN. Bij patiënten met overgevoeligheidssyndroom en SJS/TEN mag de behandeling niet
opnieuw gestart worden. Corticosteroïden kunnen behulpzaam zijn bij het onderdrukken van
overgevoeligheidsreacties van de huid.
Duzallo en alle aanvullende allopurinoldoses dienen onmiddellijk gestopt te worden bij het eerste
optreden van allopurinolgeïnduceerde huiduitslag of andere tekenen die kunnen wijzen op een
allergische reactie, en aanvullende medische behandeling dient indien nodig te worden gegeven.
Overgevoeligheidsreacties voor allopurinol kunnen verhoogd zijn bij patiënten met een verminderde
nierfunctie die gelijktijdig diuretica (met name thiazides) en Duzallo gebruiken (zie rubriek 4.5
en 4.8).
HLA-B*5801-allel
Het is aangetoond dat het HLA-B*5801-allel geassocieerd is met het risico om allopurinol
gerelateerde overgevoeligheidssyndroom en SJS/TEN te ontwikkelen. De mate waarin het
HLA-B*5801-allel voorkomt varieert sterk tussen etnische groepen: tot 20% bij de Han-Chinese
populatie, 8-15% bij de Thai, ongeveer 12% bij de Koreaanse populatie en 1-2% bij personen van
geregistreerd
Japanse of Europese afkomst. Screening op HLA-B*5801 dient overwogen te worden vóór aanvang
van behandeling met allopurinol bij patiëntengroepen waarvan bekend is dat de prevalentie van dit
allel hoog is. Chronische nieraandoening kan het risico bij deze patiënten verder verhogen. Als er geen
HLA-B*5801-genotypering beschikbaar is voor patiënten van Han-Chinese, Thaise of Koreaanse
afkomst, moeten de voordelen zorgvuldig worden beoordeeld en naar verwachting groter worden
geacht dan de mogelijk hogere risico's voordat behandeling wordt gestart. De toepasbaarheid van
langer
genotypering is niet vastgesteld voor andere patiëntengroepen. Als de patiënt een bekende drager is
van HLA-B*5801, vooral bij degenen van Han-Chinese, Thaise of Koreaanse afkomst, dient
allopurinol niet gestart te worden tenzij er geen andere redelijke therapeutische opties zijn en de
voordelen geacht worden groter te zijn dan de risico's. Extra waakzaamheid voor tekenen van
niet
overgevoeligheidssyndroom en SJS/TEN is noodzakelijk en de patiënt moet worden ingelicht over de
noodzaak de behandeling onmiddellijk te staken bij de eerste symptomen.
SJS/TEN kan nog steeds optreden bij patiënten die negatief zijn voor HLA-B*5801 ongeacht hun
etnische afkomst.
Acute jichtaanvallen (flare-ups)
Jichtaanvallen kunnen optreden na het starten van behandeling met Duzallo. Dit is het gevolg van
verlaagde serumurinezuurspiegels die leiden tot mobilisatie van uraat vanuit weefselafzettingen. Een
profylactische behandeling voor jichtaanvallen dient overwogen te worden (zie rubriek 4.2).
De behandeling met Duzallo hoeft niet te worden gestaakt als er een jichtaanval optreedt. De
jichtaanval moet gelijktijdig worden behandeld op een voor de individuele patiënt geschikte wijze.
Een voortdurende behandeling met Duzallo vermindert de frequentie van jichtaanvallen.
Geneesmiddel
Inklemming van urinezuurstenen in de nieren
Adequate behandeling met allopurinol zal leiden tot het oplossen van grote urinezuurstenen in het
nierbekken met een zeer kleine kans op inklemming in de ureter.
Verhoogde TSH-waarden (> 5,5 IE/ml) zijn waargenomen bij patiënten op langdurige behandeling
met allopurinol (5,8%) in een langdurig, open-label extensie-onderzoek. Voorzichtigheid is geboden
wanneer allopurinol gebruikt wordt bij patiënten met veranderingen in de schildklierfunctie.
Klinisch relevante interacties met andere geneesmiddelen
CYP3A-substraten
Lesinurad is een lichte tot matige inductor van CYP3A (zie rubriek 4.5). Een inductie-effect van
lesinurad kan worden verwacht na 2 tot 3 weken continue gelijktijdige toediening met Duzallo.
Aanvullende controle van lipiden en bloeddruk wordt aanbevolen bij patiënten die lipidenverlagende
geneesmiddelen (zoals lovastatine of simvastatine) of bloeddrukverlagende geneesmiddelen (zoals
amlodipine, felodipine of nisoldipine) gebruiken die gevoelige substraten zijn van CYP3A, omdat de
werkzaamheid ervan verminderd kan zijn (zie rubriek 4.5).
Hormonale anticonceptiva
Hormonale anticonceptiva, inclusief orale, injecteerbare, transdermale en implanteerbare vormen, zijn
mogelijk niet betrouwbaar bij gelijktijdige toediening met Duzallo. Vrouwelijke patiënten in de
vruchtbare leeftijd moeten aanvullende anticonceptiemethoden gebruiken en mogen niet vertrouwen
op alleen hormonale anticonceptie als ze Duzallo gebruiken (zie rubriek 4.5 en 4.6).
Lactose-intolerantie
geregistreerd
Duzallo bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke stoornissen als galactose-intolerantie, de
Lapp-lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
langer
Gelijktijdig gebruik is niet aanbevolen met:
Salicylaten en andere niet-selectieve uricosurische werkzame stoffen zoals probenecide
Salicylaten in dosissen hoger dan 325 mg per dag kunnen de serumurinezuurverlagende activiteit van
niet
lesinurad remmen en dienen niet gelijktijdig te worden toegediend met Duzallo. Er gelden geen
beperkingen voor salicylaten in dosissen van 325 mg of minder per dag (bijv. voor cardiovasculaire
bescherming).
Een consistente verlaging van serumurinezuur werd waargenomen bij patiënten die een lage dosis
acetylsalicylzuur kregen in placebogecontroleerde klinische onderzoeken in combinatie met
allopurinol of febuxostat.
Oxypurinol, de belangrijkste metaboliet van allopurinol die ook een therapeutisch effect heeft, wordt
op dezelfde manier als uraat langs de nieren uitgescheiden.
Om deze reden kunnen geneesmiddelen met bekende niet-selectieve uricosurische activiteit zoals
probenecide of hoge dosissen salicylaten, de excretie van oxypurinol versnellen. Dit kan de
therapeutische werking van Duzallo, dat de werkzame stof allopurinol bevat, verminderen, maar de
significantie dient in elk geval beoordeeld te worden.
Ampicilline/amoxicilline
Geneesmiddel
Er werd een verhoogde frequentie gemeld van huiduitslag bij patiënten die tegelijkertijd met
ampicilline of amoxicilline worden behandeld in vergelijking met patiënten die deze twee
geneesmiddelen niet kregen. De oorzaak van het gemelde verband werd niet vastgesteld. Het wordt
echter aanbevolen om bij patiënten die Duzallo krijgen, dat de werkzame stof allopurinol bevat, een
alternatief te gebruiken voor ampicilline of amoxicilline indien beschikbaar.
Didanosine
Bij gezonde vrijwilligers en HIV-patiënten die didanosine gebruikten, waren de maximale
plasmaconcentratie van didanosine (Cmax) en de oppervlakte onder de curve (AUC) ongeveer
verdubbeld bij gelijktijdige allopurinolbehandeling (300 mg per dag) zonder de terminale
Epoxidehydrolaseremmers (bv. valproïnezuur, valpromide)
Remmers van microsomaal epoxidehydrolase (mEH) (bv. valproïnezuur, valpromide) kunnen het
metabolisme van lesinurad verstoren. Duzallo mag niet worden toegediend met mEH-remmers.
Gelijktijdig gebruik dat overwogen moet worden:
Diuretica
Een hoger risico op overgevoeligheid is gemeld wanneer allopurinol wordt gegeven met diuretica, met
name thiazides, vooral bij nierfunctiestoornissen (zie rubriek 4.4 en 5.1).
Angiotensine-converterend enzym (ACE)-remmers
Gelijktijdig gebruik van allopurinol en ACE-remmers kan leiden tot een verhoogd risico op
overgevoeligheid, vooral bij eerder bestaande nierfunctiestoornissen.
6-mercaptopurine en azathioprine
Serumconcentraties van 6-mercaptopurine en azathioprine kunnen toxische waarden bereiken tenzij
een dosisreductie wordt doorgevoerd. Patiënten die Duzallo, dat de werkzame stof allopurinol bevat,
en 6-mercaptopurine of azathioprine gebruiken, moeten hun dosis verminderen tot 25% van de
gebruikelijke dosis 6-mercaptopurine of azathioprine. Patiënten dienen nauwlettend gecontroleerd te
geregistreerd
worden op de therapeutische respons en het optreden van toxiciteit.
Cytostatica
Tijdens de toediening van allopurinol en cytostatica (bv. cyclofosfamide, doxorubicine, bleomycine,
procarbazine, alkylerende middelen), treden bloeddyscriasieën vaker op dan wanneer deze werkzame
stoffen alleen toegediend worden.
langer
Bloedtellingen moeten daarom regelmatig uitgevoerd worden.
Vidarabine (adenine-arabinoside)
Wetenschappelijk bewijs suggereert dat de plasma-halfwaardetijd van adenine-arabinoside verlengd is
niet
bij aanwezigheid van allopurinol, en dat derhalve extra waakzaamheid geboden is om toegenomen
toxische effecten te herkennen wanneer deze twee werkzame stoffen gelijktijdig toegediend worden.
CYP3A-substraten
Lichte tot matige inductie van CYP3A door lesinurad kan de plasmablootstelling reduceren van
gelijktijdig toegediende geneesmiddelen die gevoelige substraten van CYP3A zijn. In
interactieonderzoeken waarbij gezonde personen werden behandeld met lesinurad en
CYP3A-substraten, verlaagde lesinurad de plasmaconcentratie van sildenafil en amlodipine.
HMG-CoA-reductaseremmers die gevoelige CYP3A-substraten zijn, kunnen interfereren met
lesinurad. Bij centrale klinische onderzoeken was bij een hoger aantal patiënten die vetverlagende of
bloeddrukverlagende geneesmiddelen gebruikten die substraten van CYP3A zijn, een gelijktijdige
verandering van medicatie nodig wanneer ze werden behandeld met lesinurad 200 mg in combinatie
met een xanthine-oxidaseremmer, vergeleken met patiënten die werden behandeld met een placebo in
combinatie met een xanthine-oxidaseremmer (respectievelijk 35% versus 28%). Er moet rekening
Geneesmiddel
worden gehouden met de mogelijkheid van een verminderde werkzaamheid van gelijktijdig
toegediende geneesmiddelen die substraten van CYP3A zijn, en hun werkzaamheid moet worden
gecontroleerd (bv. bloeddruk en cholesterolgehalte) (zie rubriek 4.4).
Ciclosporine
Allopurinol kan de plasmaconcentratie van ciclosporine verhogen bij gelijktijdige toediening. De
mogelijkheid van een toegenomen optreden van ciclosporine-specifieke bijwerkingen moet worden
overwogen. Lichte tot matige inductie van CYP3A door gelijktijdig toegediend lesinurad kan dit effect
verminderen of uiteindelijk omkeren. Er zijn echter geen gegevens beschikbaar.
Bij transplantatiepatiënten is frequente bepaling van de ciclosporinewaarden en, indien nodig,
Hormonale anticonceptiva
Lesinurad is een lichte tot matige inductor van CYP3A en kan daarom de plasmaconcentraties van
bepaalde hormonale anticonceptiva en zodoende ook de werkzaamheid daarvan verlagen (zie
rubriek 4.4 en 4.6).
CYP2B6-substraten
Op basis van gegevens in vitro is lesinurad mogelijk een lichte inductor van CYP2B6, maar deze
interactie is niet klinisch onderzocht. Daarom wordt aanbevolen om patiënten te controleren op
verminderde werkzaamheid van CYP2B6-substraten (bv. bupropion, efavirenz) bij gelijktijdig gebruik
met lesinurad.
Op basis van interactieonderzoeken bij gezonde personen of jichtpatiënten heeft lesinurad geen
klinisch significante interacties met NSAID's (naproxen en indomethacine) of colchicine.
Theofylline
Er werd een remming gemeld van het metabolisme van theofylline. Het mechanisme van de interactie
kan worden verklaard door het feit dat xanthine-oxidase betrokken is bij de biotransformatie van
theofylline bij de mens. De theofyllinespiegels moeten worden opgevolgd bij patiënten die worden
behandeld met Duzallo.
Chloorpropamide
geregistreerd
Als Duzallo, dat de werkzame stof allopurinol bevat, bij een slechte nierfunctie gelijktijdig gegeven
wordt met chloorpropamide, kan er een verhoogd risico zijn op een verlengde hypoglykemische
activiteit.
CYP2C9-remmers en inductoren
Blootstelling aan lesinurad is verhoogd wanneer het gelijktijdig wordt toegediend met remmers van
langer
CYP2C9. Fluconazol, een matige CYP2C9-remmer, verhoogde de AUC (56%) en Cmax (38%) van
lesinurad, evenals de hoeveelheid lesinurad die onveranderd werd uitgescheiden in de urine. Andere
matige CYP2C9-remmers, zoals amiodaron, hebben naar verwachting in gelijke mate invloed op de
farmacokinetiek van lesinurad. Daarom is voorzichtigheid geboden bij gebruik van Duzallo bij
niet
patiënten die matige CYP2C9-remmers gebruiken. Blootstelling aan lesinurad zal naar verwachting
verminderen wanneer het gelijktijdig wordt toegediend met inductoren van CYP2C9 (bijv.
carbamazepine, een matige CYP2C9-inductor). Controleer op een verminderde werkzaamheid
wanneer Duzallo gelijktijdig wordt toegediend met een CYP2C9-inductor.
Cumarinederivaten
Een interactie tussen allopurinol en cumarines is waargenomen in experimentele omstandigheden. De
klinische relevantie is niet duidelijk. Er dient rekening gehouden te worden met een mogelijke
interactie wanneer een patiënt op orale anticoagulantia Duzallo krijgt. Alle patiënten die
cumarinederivaten krijgen, dienen zorgvuldig opgevolgd te worden.
Aluminiumhydroxide
Als aluminiumhydroxide gelijktijdig ingenomen wordt, kunnen allopurinolbevattende geneesmiddelen
een verminderde werkzaamheid hebben. Er dient een interval van minimaal 3 uur aangehouden te
Geneesmiddel
worden bij gelijktijdig gebruik van deze geneesmiddelen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen gegevens over het gebruik van lesinurad en een beperkte hoeveelheid gegevens over het
gebruik van allopurinol bij zwangere vrouwen.
De resultaten van dieronderzoek met lesinurad duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten.
Onderzoeken met allopurinol zijn onvoldoende voor wat betreft reproductietoxiciteit (zie rubriek 5.3).
Borstvoeding
Allopurinol en zijn metaboliet oxypurinol worden in humane moedermelk uitgescheiden. Duzallo mag
niet worden gebruikt in de periode dat borstvoeding wordt gegeven.
Vruchtbaarheid
Het effect van lesinurad en allopurinol op de vruchtbaarheid bij de mens is niet onderzocht.
Bij mannelijke en vrouwelijke ratten was er met lesinurad geen effect op de paring of de
vruchtbaarheid.
Voortplantingsonderzoeken met allopurinol zijn uitgevoerd bij ratten en konijnen met dosissen tot
twintig maal de gebruikelijke dosis bij de mens, en er werd geconcludeerd dat er geen sprake was van
verminderde vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Lesinurad heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
geregistreerd
Aangezien bijwerkingen als slaperigheid, duizeligheid en ataxie zijn gemeld bij patiënten die
allopurinol gebruiken (zie rubriek 4.8), dienen patiënten echter voorzichtig te zijn met rijden, het
gebruik van machines of deelname aan gevaarlijke activiteiten totdat ze er redelijk zeker van zijn dat
Duzallo hun vermogen om te rijden en machines te gebruiken niet negatief beïnvloedt.
4.8
Bijwerkingen
langer
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheid van lesinurad 200 mg werd beoordeeld in klinische fase 3-onderzoeken naar
niet
combinatietherapie (inclusief extensieonderzoeken). De vaakst gemelde bijwerkingen tijdens
behandeling met lesinurad 200 mg zijn influenza, gastro-oesofageale refluxziekte, hoofdpijn en
verhoogde creatininewaarde in het bloed. De ernstige bijwerkingen nierfalen, nierinsufficiëntie en
nefrolithiase zijn soms voorgekomen (minder dan 1 melding op de 100 patiënten) (zie Tabel 1). In
klinische onderzoeken waren de meeste bijwerkingen licht of matig van intensiteit en verdwenen
vanzelf bij voortzetting van de behandeling met lesinurad. De vaakst voorkomende bijwerking die
leidde tot beëindiging van lesinurad was een verhoogde creatininewaarde in het bloed (frequentie
0,8%).
Voor allopurinol kunnen bijwerkingen variëren in incidentie afhankelijk van de ontvangen dosis en
tevens indien gegeven in combinatie met andere geneesmiddelen.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen zijn geclassificeerd naar frequentie van optreden en systeem/orgaanklasse. De
Geneesmiddel
frequentiecategorieën worden gedefinieerd op basis van de volgende conventies: zeer vaak ( 1/10),
vaak ( 1/100, < 1/10), soms ( 1/1000, < 1/100), zelden ( 1/10.000, 1/1000) en zeer zelden
(< 1/10.000).
Tabel 1 geeft een overzicht van de bijwerkingen die zijn vastgesteld in klinische onderzoeken bij
patiënten die lesinurad 200 mg eenmaal daags kregen in combinatie met allopurinol, en de
bijwerkingen die zijn vastgesteld voor allopurinol alleen.
Systeem/orga
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
anclassificatie
Infecties en
Influenza
Furunkel
parasitaire
aandoeningen
Neoplasmata,
Angio-immunoblastaire
benigne,
T-cellymfoom
maligne en
niet-gespecifice
erd (inclusief
cysten en
poliepen)
Bloed- en
Agranulocytose*, aplastische
lymfestelselaan
anemie*, trombocytopenie*
doeningen
Immuunsysteem
Overgevoeligheid**
geregistreerd
aandoeningen
Voedings- en
Uitdroging
Diabetes mellitus,
stofwisselingsst
hyperlipidemie
oornissen
Psychische
Depressie
langer
stoornissen
Zenuwstelselaa
Hoofdpijn
Coma, paralyse, ataxie,
ndoeningen
neuropathie, paresthesie,
niet
slaperigheid, dysgeusie,
Oogaandoening
Cataract, gezichtsstoornissen
en
(visuele beperkingen en wazig
zicht), maculopathie
Evenwichtsorga
Vertigo
an - en
ooraandoeninge
n
Hartaandoenin
Angina pectoris, bradycardie
genGeneesmiddel
Bloedvataandoe
Hypertensie
ningen
Maagdarmstels
Gastro-oesofa
Misselijkheid, braken
Recidiverende hematemese,
elaandoeningen
geale
en diarree
steatorrhoea, stomatitis,
refluxziekte
veranderingen in stoelgang
Lever- en
Verstoorde
galaandoeninge
leverfunctietesten
Hepatitis
n
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
anclassificatie
Huid- en
Huiduitslag
onderhuidaand
Stevens-Johnson-syndroom,
oeningen
toxische epidermale necrolyse,
angio-oedeem,
geneesmiddelgerelateerde
eruptie, alopecia, veranderingen
in haarkleur
Skeletspierstels
Myalgie
el- en
bindweefselaan
doeningen
Nier- en
Nierfalen***,
Urolithiase
Hematurie, azotemie
urinewegaando
nierinsufficiëntie,
eningen
nefrolithiase
Voortplantingss
Mannelijke onvruchtbaarheid,
geregistreerd
telsel- en
erectiestoornis, gynaecomastie
borstaandoenin
gen
Algemene
Oedeem, algemene malaise,
aandoeningen
asthenie
en
langer
toedieningsplaa
tsstoornissen
niet
Onderzoeken
Verhoogd
thyroïdstimule
rend hormoon
in bloed****,
verhoogde
bloedcreatinin
ewaarde
*
Zeer zelden meldingen van trombocytopenie, agranulocytose en aplastische anemie, vooral
bij personen met een verminderde nier- en/of leverfunctie
**
Fotodermatose, fotosensibiliteitsreactie, allergische dermatitis, pruritus en urticaria.
*** Met inbegrip van de voorkeurstermen: nierfalen, chronisch nierfalen en acuut nierfalen.
**** Het optreden van verhoogd thyroïdstimulerend hormoon (TSH) in de relevante onderzoeken had geen
gerapporteerd effect op vrije T4-waarden of TSH-waarden die wijzen op subklinische hypothyreoïdie.
Geneesmiddel
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Nierproblemen
Duzallo, dat lesinurad als werkzame stof bevat, veroorzaakt een verhoogde uitscheiding van urinezuur
in de nieren, wat kan leiden tot tijdelijke verhogingen van serumcreatininewaarden, niergerelateerde
bijwerkingen en nierstenen (zie rubriek 5.1).
Overgevoeligheid
Zeldzame gevallen van overgevoeligheid (fotodermatose, fotosensibiliteitsreactie, allergische
dermatitis, pruritus en urticaria) met lesinurad zijn gemeld tijdens het klinische programma. Geen van
deze gevallen waren ernstig of vereisten ziekenhuisopname.
Immuunsysteemaandoeningen
Overgevoeligheidsreacties kunnen zich manifesteren als koorts, huidreacties, rillingen en artralgie.
Een vertraagde multi-orgaanovergevoeligheidsaandoening (bekend als overgevoeligheidssyndroom of
DRESS) met koorts, huiduitslag, vasculitis, lymfadenopathie, pseudolymfoom, artralgie, leukopenie,
eosinofilie, hepatosplenomegalie, afwijkende leverfunctietesten en `vanishing bile duct'-syndroom
(vernietiging en verdwijning van de intrahepatische galgangen) trad op bij verschillende combinaties.
Andere organen kunnen ook getroffen worden (zoals lever, longen, nieren, alvleesklier, myocard en
dikke darm). Indien dergelijke reacties optreden, dit kan op elk moment tijdens de behandeling, dient
Duzallo onmiddellijk en permanent gestopt te worden.
Patiënten met het overgevoeligheidssyndroom mogen niet nogmaals worden blootgesteld.
Indien algemene overgevoeligheidsreacties zijn opgetreden, zijn nier- en/of leveraandoeningen vaak
aanwezig geweest, vooral bij een fatale afloop.
geregistreerd
Huidreacties
Huidreacties zijn de vaakst voorkomende bijwerkingen en kunnen op elk moment tijdens de
behandeling optreden. Deze kunnen pruritisch, maculopapuleus, soms schilferig, soms purpurisch en
zelden exfoliatief zijn, zoals SJS/TEN. Het grootste risico op SJS en TEN of andere ernstige
overgevoeligheidsreacties bestaat in de eerste weken van de behandeling. Patiënten met SJS/TEN
mogen niet nogmaals worden blootgesteld.
langer
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
niet
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg worden verzocht alle vermoedelijke
bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Lesinurad
Er is geen specifieke behandeling voor een overdosis en er zijn geen symptomen van een overdosis
vastgesteld.
Allopurinol
Gebaseerd op de literatuur en nadat een eenmalige dosis van 20 g allopurinol was ingenomen, traden
Geneesmiddel
er bij één patiënt symptomen op zoals misselijkheid, braken, diarree, en duizeligheid. Bij een andere
patiënt leidde inname van 22,5 g allopurinol niet tot bijwerkingen. Een specifiek antidotum is niet
bekend.
In het geval van een vermoedelijke overdosis moeten patiënten worden behandeld met
symptomatische en ondersteunende verzorging, waaronder adequate hydratatie. Vooral in het geval
van gelijktijdige toediening met azathioprine of 6-mercaptopurine dienen absorptiebeperkende of
elminiatiebevorderende maatregelen zoals hemodialyse toegepast te worden (hemodialyse kan
overwogen worden bij patiënten met ernstige nier- of leverinsufficiëntie).
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-jichtpreparaten, preparaten die de uitscheiding van urinezuur
verhogen. ATC-code: M04AA51
Werkingsmechanisme
Duzallo bevat lesinurad en allopurinol, twee antihyperuremische werkzame stoffen met
complementaire werkingsmechanismen.
Lesinurad is een selectieve reabsorptieremmer van urinezuur die het urinezuurtransporteiwit URAT1
remt. URAT1 is verantwoordelijk voor het grootste deel van de reabsorptie van gefilterd urinezuur uit
het lumen van de niertubuli. Door URAT1 te remmen, verhoogt lesinurad de uitscheiding van
urinezuur, waardoor het serumurinezuur (sUA) daalt. Lesinurad remt tevens OAT4, een
urinezuurtransporteiwit dat betrokken is bij door diuretica geïnduceerde hyperurikemie.
Indien gecombineerd met een xanthine-oxidaseremmer, verhoogt lesinurad de uitscheiding van
urinezuur en verlaagt het de productie van urinezuur, wat leidt tot een grotere sUA-verlaging.
Allopurinol is een xanthine-oxidaseremmer. Allopurinol en zijn belangrijkste metaboliet oxypurinol
geregistreerd
verlagen de urinezuurwaarden in plasma en urine door remming van xanthine-oxidase, het enzym dat
de oxidatie van hypoxanthine tot xanthine en van xanthine tot urinezuur katalyseert. Naast de remming
van purinekatabolisme bij sommige, maar niet alle hyperuremische patiënten wordt de novo
purinebiosynthese onderdrukt door feedbackremming van
hypoxanthine-guanine-fosforibosyltransferase. Andere allopurinolmetabolieten omvatten
allopurinol-riboside en oxypurinol-7-riboside.
langer
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van lesinurad 200 mg eenmaal daags werd onderzocht in 2 multicentra,
niet
gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde klinische onderzoeken bij 812 volwassen
patiënten (11% van deze patiënten was 65 jaar of ouder) met hyperurikemie en jicht in combinatie met
allopurinol (CLEAR1 en CLEAR2). Alle onderzoeken duurden 12 maanden en patiënten ontvingen
een profylactische behandeling tegen jichtaanvallen met colchicine of NSAID's gedurende de eerste
5 maanden van de behandeling met lesinurad.
Duzallo bij patiënten die onvoldoende reageren
In CLEAR1 en CLEAR2 werden patiënten met jicht opgenomen die een stabiele dosis allopurinol
gebruikten van minimaal 300 mg (of 200 mg voor patiënten met matige nierinsufficiëntie),
serumurinezuurwaarden hadden van meer dan 6,5 mg/dl en ten minste 2 jichtaanvallen in de
voorgaande 12 maanden hadden gemeld. In beide onderzoeken had 61% van de patiënten een lichte of
matige nierinsufficiëntie en 19% had tofi bij baseline. Patiënten bleven hun gebruikelijke dosis
allopurinol nemen en werden 1:1:1 gerandomiseerd om lesinurad 200 mg, lesinurad 400 mg of
placebo eenmaal daags te krijgen.
Geneesmiddel
Het primaire eindpunt betreffende de werkzaamheid in zowel CLEAR1 als CLEAR2 was het aantal
patiënten dat een streefwaarde van urinezuur in serum van minder dan 6 mg/dl bereikte in maand 6. In
beide onderzoeken bereikten significant meer patiënten die werden behandeld met lesinurad 200 mg in
combinatie met allopurinol 300 mg/dag ( 200 mg voor patiënten met matige nierinsufficiëntie), de
streefwaarde van serumurinezuur van minder dan 6 mg/dl in maand 6 en in maand 12, vergeleken met
patiënten die een placebo kregen in combinatie met allopurinol (zie Tabel 3).
De stabiliteit van de aanhoudende respons werd aangetoond doordat een hoger aantal patiënten dat
werd behandeld met lesinurad 200 mg in combinatie met allopurinol, de streefwaarde van urinezuur in
Tabel 3
Aantal patiënten dat de streefwaarde van urinezuur in serum (< 6 mg/dl)
bereikte met lesinurad in combinatie met allopurinol - gepoolde gegevens van de
onderzoeken CLEAR1 en CLEAR2
Aantal patiënten dat de streefwaarde van
Verschil in aantal
serumurinezuur bereikte (< 6,0 mg/dl)
(95%-BI)
N (%)
Tijdstip
Placebo + allopurinol
Lesinurad 200 mg +
Lesinurad 200 mg vs.
allopurinol
placebo
N= 407
N= 405
0,26
Maanden 4, 5, 6
48 (12%)
155 (38%)
(0,21; 0,32)
0,29
Maand 6
104 (26%)
222 (55%)
(0,23; 0,36)
0,24
Maand 12
105 (26%)
203 (50%)
(0,18; 0,31)
Wanneer lesinurad werd toegevoegd aan allopurinol, veroorzaakte dit een onmiddellijke verlaging van
gemiddelde serumurinezuurwaarden, in vergelijking met placebo, die op de lange termijn werd
geregistreerd
behouden bij die patiënten die de behandeling voortzetten (zie Afbeelding 1).
Afbeelding 1
Gemiddelde serumurinezuurwaarden in gepoolde klinische onderzoeken met
lesinurad in combinatie met allopurinol bij patiënten met een onvoldoende
respons (sUA 6 mg/dl) op allopurinol alleen
langer
niet
Geneesmiddel
Gemiddelde (SE) Serumurinezuur (mg/dl)
Tijd vertrekkende van baseline in maanden
Behandelingsgroep:
--o-- Placebo + Allopurinol,
Lesinurad 200 mg + Allopurinol
In elk onderzoek bereikte een hoger aantal patiënten dat behandeld werd met lesinurad 200 mg in
combinatie met allopurinol, vergeleken met placebo in combinatie met allopurinol, een
serumurinezuurwaarde van minder dan 5 mg/dl in maand 6 (CLEAR1: 29% versus 10%; CLEAR2:
35% versus 5%).
Klinische resultaten - jichtaanvallen die behandeling vereisen
Het percentage jichtaanvallen dat behandeling vereiste was laag en vergelijkbaar met placebo in de
laatste 6 maanden van de gerandomiseerde onderzoeken (na beëindiging van de profylactische
behandeling van jichtaanvallen) met mediane scores van nul. In de langlopende, ongecontroleerde
extensieonderzoeken nam het aantal jichtaanvallen dat behandeling vereiste, verder af bij de 60% van
de patiënten die deelnamen aan de extensieonderzoeken en die behandeling met lesinurad 200 mg
voortzetten in combinatie met allopurinol of febuxostat tot maximaal een extra behandeljaar.
Klinische resultaten - gelijktijdig gebruik van thiazides
Een consistente verlaging van serumurinezuur werd waargenomen bij patiënten die thiazidediuretica
kregen in placebogecontroleerde klinische onderzoeken in combinatie met allopurinol.
Klinische resultaten - nierproblemen
In twee 12 maanden durende, placebogecontroleerde onderzoeken van lesinurad in combinatie met
allopurinol versus allopurinol alleen (placebo), traden verhogingen op in het serumcreatinine van 1,5
tot 2 maal zoveel ten opzichte van de baseline bij 4,4% van de patiënten die lesinurad 200 mg kregen,
geregistreerd
en bij 2,2% op placebo; verhogingen in het serumcreatinine van 2 maal zoveel of meer ten opzichte
van de baseline traden op bij 1,5% van de patiënten die lesinurad 200 mg kregen, en bij 0% op
placebo. Deze verhogingen in het serumcreatinine verdwenen meestal vanzelf zonder onderbreking
van de behandeling. Niergerelateerde bijwerkingen werden gemeld bij patiënten die werden behandeld
met lesinurad 200 mg (4,9%), vergeleken met placebo (4,2%), resulterend in de beëindiging van de
behandeling bij respectievelijk 1,0% voor beide behandelgroepen (zie rubriek 4.4).
langer
De meest voorkomende niergerelateerde bijwerking was een verhoogde creatininewaarde in het bloed
(3,7% bij lesinurad 200 mg vergeleken met 2,2% bij placebo). Bij patiënten met matige
nierinsufficiëntie was de incidentie van niergerelateerde bijwerkingen vergelijkbaar bij alle
behandelingsgroepen: lesinurad 200 mg (13,4%) en placebo (12,5%). Ernstige, niergerelateerde
niet
bijwerkingen zoals acuut nierfalen en nierinsufficiëntie, werden gemeld bij patiënten die werden
behandeld met placebo (0,2%) en bij geen van de patiënten die lesinurad 200 mg kregen.
Gegevens van de langlopende extensieonderzoeken tot 52 maanden laten een renaal veiligheidsprofiel
zien dat overeenkomt met dat uit placebogecontroleerde onderzoeken.
Patiënten met een voorgeschiedenis van nierstenen mochten deelnemen aan de 12 maanden durende
onderzoeken van lesinurad in combinatie met allopurinol. In deze onderzoeken werden bijwerkingen
met nierstenen (met nefrolithiase als meest voorkomende bijwerking) gemeld bij patiënten die werden
behandeld met lesinurad 200 mg (0,5%) en placebo (1,2%).
Klinische resultaten - cardiovasculaire veiligheid
In de gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde klinische onderzoeken naar
combinatietherapie waren de incidenties van patiënten met geadjudiceerde ernstige cardiovasculaire
Geneesmiddel
bijwerkingen (MACE; cardiovasculaire sterfte, niet-fataal myocardinfarct of niet-fatale beroerte) per
100 blootgestelde patiëntjaren 0,60 (95%-betrouwbaarheidsinterval (BI) 0,15, 2,41) voor placebo en
0,61 (95%-BI 0,15, 2,43) voor lesinurad 200 mg, wanneer gebruikt in combinatie met allopurinol
(CLEAR1 en CLEAR2). Een causaal verband met lesinurad is niet vastgesteld.
In dezelfde studies hadden alle patiënten met een MACE die behandeld werden met lesinurad 200 mg,
een voorgeschiedenis van hartfalen, beroerte of myocardinfarct. Post-hocanalyses in een subgroep van
patiënten met hoog cardiovasculair risico bij baseline (gedefinieerd als transiënte ischemische aanval
(TIA), angina pectoris, hartfalen, myocardinfarct, perifere vaatziekte en/of beroerte) toonden aan dat
de incidentie voor MACE 0/39 was voor placebo en 2/43 voor lesinurad 200 mg.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Duzallo in alle subgroepen van pediatrische patiënten
voor de behandeling en preventie van hyperurikemie (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Lesinurad
De absolute biologische beschikbaarheid van lesinurad is ongeveer 100%. Lesinurad wordt snel
geabsorbeerd na orale toediening. Toediening van Duzallo met een vetrijke/calorierijke maaltijd
veranderde de AUC van lesinurad niet, terwijl de Cmax met 46% verminderd werd en de Tmax toenam
van 2 tot 4,5 uur vergeleken met toediening op een nuchtere maag.
In klinische onderzoeken werd lesinurad toegediend met voedsel, omdat de daling van het
serumurinezuur in gevoede toestand verbeterde (zie rubriek 4.2).
Lesinurad wordt als een 50:50 mengsel van lesinurad-atropisomeren toegediend. De verhouding
atropisomeer 1 tot atropisomeer 2 AUC (0-24) was 44:56, omdat atropisomeer 1 een meer uitgebreid
metabolisme ondergaat ten opzichte van atropisomeer 2, waardoor atropisomeer 1 een lagere
plasmablootstelling heeft dan atropisomeer 2.
geregistreerd
Allopurinol
Allopurinol wordt snel geabsorbeerd uit het maag-darmstelsel en heeft een gemelde plasma-
halfwaardetijd van ongeveer één uur.
Toediening van Duzallo met een vetrijke/calorierijke maaltijd veranderde de AUC van allopurinol
niet, terwijl de Cmax met 18% verminderd werd en de Tmax toenam van 1,25 tot 3 uur vergeleken met
toediening op een nuchtere maag. De AUC en Cmax van oxypurinol werden niet beïnvloed door
langer
voedsel.
Distributie
niet
Lesinurad
Lesinurad wordt extensief gebonden aan plasma-eiwitten (meer dan 98%), voornamelijk aan
albumine. De veranderingen in plasma-eiwitbinding is niet van grote betekenis bij patiënten met nier-
of leverinsufficiëntie. Het gemiddelde verdelingsvolume bij steady state van lesinurad was ongeveer
20 liter na intraveneuze toediening. Gemiddelde plasma-tot-bloed-ratio's van de AUC en Cmax van
lesinurad waren ongeveer 1,8, hetgeen erop wijst dat het niet uitgebreid in rode bloedcellen doordrong
of verdeeld werd.
Allopurinol
Allopurinol wordt verwaarloosbaar aan plasma-eiwitten gebonden en daarom wordt niet verwacht dat
variaties in eiwitbinding de klaring significant veranderen. Het schijnbare verdelingsvolume van
allopurinol is ongeveer 1,6 liter/kg wat een relatief intensieve weefselopname suggereert.
Weefselconcentraties voor allopurinol zijn niet gemeld bij mensen, maar het is waarschijnlijk dat
Geneesmiddel
allopurinol en oxypurinol in de hoogste concentraties in de lever en intestinale mucosa aanwezig zijn,
waar de xanthine-oxidaseactiviteit hoog is.
Lesinurad
Lesinurad ondergaat oxidatieve metabolisme, hoofdzakelijk via het enzym cytochroom P450 (CYP)-
2C9 tot tussenmetaboliet M3c (niet waargenomen in vivo) en wordt vervolgens gemetaboliseerd door
microsomale epoxidehydrolase (mEH) tot metaboliet M4; er is een minimale bijdrage van CYP1A1,
CYP2C19 en CYP3A in het metabolisme van lesinurad. Atropisomeer 1 wordt uitgebreid
gemetaboliseerd door CYP2C9, terwijl atropisomeer 2 minimaal wordt gemetaboliseerd door zowel
CYP2C9 als CYP3A4. Het is niet bekend of metabolieten bijdragen aan de urinezuurverlagende
effecten van lesinurad.
Allopurinol
De belangrijkste metaboliet van allopurinol is oxypurinol. Andere allopurinolmetabolieten omvatten
allopurinol-riboside en oxypurinol-7-riboside.
Eliminatie
Lesinurad
Nierklaring is 25,6 ml/min (variatiecoëfficiënt CV= 56%). Lesinurad is sterk eiwitgebonden en de
nierklaring is hoog (vergeleken met de gebruikelijke glomerulaire filtratiesnelheid bij de mens),
hetgeen erop duidt dat actieve uitscheiding een belangrijke rol speelt bij de uitscheiding van lesinurad
via de nieren. Binnen 7 dagen na toediening van een eenmalige dosis radiogelabeld lesinurad werd
63% van de toegediende radioactieve dosis teruggevonden in de urine en 32% in de feces. De meeste
geregistreerd
radioactiviteit werd in de eerste 24 uur teruggevonden in de urine (> 60% van de dosis). Ongeveer
30% van de dosis werd als ongewijzigd lesinurad teruggevonden in de urine. De
eliminatiehalfwaardetijd (t½) voor lesinurad was ongeveer 5 uur na een eenmalige dosis. Er vindt geen
accumulatie van lesinurad plaats na toediening van meerdere doses.
Allopurinol
langer
Ongeveer 20% van de ingenomen hoeveelheid allopurinol wordt in de feces uitgescheiden. Eliminatie
van allopurinol vindt voornamelijk plaats door metabolische conversie tot oxypurinol door
xanthine-oxidase en aldehyde-oxidase, met minder dan 10% van de onveranderde werkzame stof
uitgescheiden in de urine. Allopurinol heeft een plasma-halfwaardetijd van ongeveer 0,5 tot 1,5 uur.
niet
Oxypurinol is een minder sterke remmer van xanthine-oxidase dan allopurinol, maar de plasma-
halfwaardetijd is veel langer. Schattingen lopen uiteen van 13 tot 30 uur bij de mens. Daarom vindt
effectieve remming van xanthine-oxidase gedurende een periode van 24 uur plaats met enkelvoudige
dagelijkse dosis allopurinol. Patiënten met een normale nierfunctie zullen geleidelijk oxypurinol
accumuleren tot een steady-stateconcentratie van oxypurinol in plasma is bereikt. Bij deze patiënten,
die 300 mg allopurinol per dag innemen, zal in het algemeen de plasmaconcentraties oxypurinol
5-10 mg/liter zijn.
Oxypurinol wordt onveranderd uitgescheiden in de urine, maar heeft een lange
eliminatiehalfwaardetijd omdat het tubulaire absorptie ondergaat. Gemelde waarden voor de
eliminatiehalfwaardetijd lopen uiteen van 13,6 tot 29 uur. De grote afwijkingen in deze waarden
kunnen verklaard worden door variaties in de onderzoeksopzet en/of creatinineklaring van de
patiënten.
Lineariteit/non-lineariteit
Geneesmiddel
Na toediening van meerdere eenmaaldaagse dosissen lesinurad was er geen bewijs voor
tijdsafhankelijke wijzigingen in de farmacokinetische eigenschappen en bleef de dosisproportionaliteit
behouden.
Lesinurad wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en mEH en in mindere mate door
CYP1A1, CYP2C19 en CYP3A. In vitro is lesinurad een remmer van CYP2C8, maar niet van
CYP1A2, CYP2B6, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6 of CYP3A4 en mEH. Bovendien is lesinurad een
in vitro-inductor van CYP2B6 en CYP3A via de constitutieve androstaanreceptor (CAR)/pregnaan-X-
receptor (PXR). In vivo is lesinurad noch een remmer, noch een inductor van CYP2C9 en 2C8, maar
een lichte tot matige inductor van CYP3A. CYP2B6 is niet onderzocht in vivo.
Lesinurad is een substraat van OATP1B1, OAT1, OAT3 en OCT1. In vivo is lesinurad een remmer
van OATP1B1, OAT1, OAT3, OAT4 en OCT1 bij klinisch relevante plasmaconcentraties. De in
vivo-activiteit van OATP1B1, OAT1, OAT3 en OCT1 werd echter niet beïnvloed door lesinurad.
Lesinurad is geen in vitro-remmer van P-glycoproteïne, BCRP, OATP1B3, MRP2, MRP4, OCT2,
MATE1, MATE2-K en BSEP.
Speciale patiëntgroepen
Nierinsufficiëntie
Lesinurad
Bij de farmacokinetische populatieanalyse van klinische gegevens bij jichtpatiënten die maximaal 12
maanden werden behandeld, werd een toename van de blootstelling aan lesinurad geschat van
ongeveer 12%, 31% en 65% bij patiënten met respectievelijk lichte, matige en ernstige
nierinsufficiëntie, vergeleken met patiënten met een normale nierfunctie.
geregistreerd
Na toediening van een enkele dosis lesinurad aan personen met nierinsufficiëntie, vergeleken bij
personen met een normale nierfunctie, waren de Cmax en AUC van lesinurad respectievelijk 36% en
30% hoger (200 mg) bij patiënten met lichte nierinsufficiëntie (eCrCL 60 tot 89 ml/min), 20% en 73%
hoger (200 mg) en 3% en 50% hoger (400 mg) bij patiënten met matige nierinsufficiëntie (eCrCL 30
tot 59 ml/min) en 13% hoger en 113% hoger (400 mg) bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie
langer
(eCrCL < 30 ml/min).
Allopurinol
Allopurinol- en oxypurinolklaring is sterk afgenomen bij patiënten met een slechte nierfunctie, wat
niet
resulteert in hogere plasmaspiegels bij chronische behandeling. Patiënten met nierinsufficiëntie, bij
wie de creatinineklaringwaarden tussen de 10 en 20 ml/min lagen, vertoonden plasmaconcentraties
van oxypurinol van ongeveer 30 mg/liter na langdurige behandeling met 300 mg allopurinol per dag.
Dit is ongeveer de concentratie die zou worden bereikt met dosissen van 600 mg/dag bij degenen met
een normale nierfunctie. Een verlaging van de allopurinoldosis is derhalve vereist bij patiënten met
nierinsufficiëntie (zie rubriek 4.2).
Leverinsufficiëntie
Na toediening van een eenmalige dosis lesinurad 400 mg bij patiënten met lichte (Child-Pugh-klasse
A) of matige (Child-Pugh-klasse B) leverinsufficiëntie, was Cmax voor lesinurad vergelijkbaar en was
AUC voor lesinurad respectievelijk 7% en 33% hoger, vergeleken met personen met een normale
leverfunctie. Er is geen klinische ervaring bij patiënten met ernstige (Child-Pugh-klasse C)
leverinsufficiëntie.
Geneesmiddel
Voorzichtigheid met het gebruik van Duzallo is geboden bij patiënten van wie bekend is of vermoed
wordt dat zij een langzame metaboliseerder zijn van CYP2C9 hebben op basis van hun
voorgeschiedenis of ervaring met andere CYP2C9-substraten (zie rubriek 4.4).
Andere speciale patiëntengroepen
Op basis van de farmacokinetische populatieanalyse hebben leeftijd, geslacht, ras en etniciteit geen
klinisch significant effect op de farmacokinetiek van lesinurad. Op basis van farmacokinetische
modelsimulaties wordt verwacht dat patiënten met matige nierinsufficiëntie en verminderde
CYP2C9-activiteit (gelijktijdige toediening van een CYP2C9-remmer of patiënten met een sterk
verlaagde metabole capaciteit van CYP2C9) een verhoging in AUC hebben van ongeveer 200% in
geregistreerd
vergelijking met patiënten met normale nierfunctie en normale CYP2C9-activiteit.
Farmacokinetiek bij oudere patiënten
Het is niet waarschijnlijk dat de kinetiek van allopurinol wordt veranderd anders dan door een
verslechtering van de nierfunctie (zie rubriek 5.2 nierinsufficiëntie).
langer
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Lesinurad
niet
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
Allopurinol
In dierexperimenteel onderzoek leidde langdurig gebruik van hoge allopurinoldoses tot het ontstaan
van xanthineneerslagen, wat leidde tot veranderingen in de urinewegen.
In-vitro- en in-vivo-onderzoeken die tot nu toe zijn uitgevoerd, laten geen bewijs zien voor mogelijke
mutagene of carcinogene effecten.
Eén onderzoek met muizen die intraperitoneale dosissen van 50 of 100 mg/kg kregen op dag 10 en 13
van de zwangerschap, resulteerde in foetale afwijkingen, hoewel er in een vergelijkbaar onderzoek met
Geneesmiddel
ratten die 120 mg/kg op dag 12 van de zwangerschap kregen, geen afwijkingen werden gevonden.
Uitgebreide onderzoeken naar hoge orale dosissen allopurinol bij muizen tot 100 mg/kg/dag, ratten tot
200 mg/kg/dag en konijnen tot 150 mg/kg/dag tijdens dag 8-16 van de zwangerschap, leidden niet tot
teratogene effecten.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Hydroxypropylcellulose
Microkristallijne cellulose
Lactosemonohydraat
Crospovidon
Magnesiumstearaat
Tabletomhulling
Hypromellose
Titaandioxide (E171)
Triacetine
Geel ijzeroxide (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing
geregistreerd
6.3
Houdbaarheid
3 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewarenlanger
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
niet
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Ondoorzichtige (PVC/PVdC/aluminium) blisterverpakking.
Verpakkingsgrootten van 10, 30 of 100 filmomhulde tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Geneesmiddel
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
Tel.: + 49-241-569-0
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1300/001
EU/1/18/1300/002
EU/1/18/1300/003
EU/1/18/1300/004
EU/1/18/1300/005
EU/1/18/1300/006
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
geregistreerd
langer
niet
Geneesmiddel
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
langer
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
niet
WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
Geneesmiddel
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
geregistreerd
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen 6
maanden na toekenning van de vergunning indienen.langer
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
niet
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
Geneesmiddel
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
langer
niet
Geneesmiddel
A. ETIKETTERING
langer
niet
Geneesmiddel
BUITENDOOS voor 10, 30 en 100 filmomhulde tabletten
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg allopurinol en 200 mg lesinurad
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
geregistreerd
10 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
100 filmomhulde tabletten
langer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
niet
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Geneesmiddel
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1300/001
30 filmomhulde tabletten
EU/1/18/1300/002
100 filmomhulde tabletten
EU/1/18/1300/005
10 filmomhulde tabletten
geregistreerd
13.
PARTIJNUMMER
Lot
langer
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
niet
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
duzallo 200 mg/200 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
Geneesmiddel
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Grünenthal GmbH
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
geregistreerd
4.
PARTIJNUMMER
Lot
langer
5.
OVERIGE
niet
Geneesmiddel
BUITENDOOS voor 10, 30 en 100 filmomhulde tabletten
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg allopurinol en 200 mg lesinurad
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
geregistreerd
10 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
100 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
langer
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
niet
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Geneesmiddel
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1300/003
30 filmomhulde tabletten
EU/1/18/1300/004
100 filmomhulde tabletten
EU/1/18/1300/006
10 filmomhulde tabletten
geregistreerd
13.
PARTIJNUMMER
Lot
langer
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
niet
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
duzallo 300 mg/200 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
Geneesmiddel
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Grünenthal GmbH
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
geregistreerd
4.
PARTIJNUMMER
Lot
langer
5.
OVERIGE
niet
Geneesmiddel
B. BIJSLUITER
langer
niet
Geneesmiddel
Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Duzallo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
geregistreerd
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
langer
1.
Wat is Duzallo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Duzallo bevat de werkzame stoffen allopurinol en lesinurad. Het wordt gebruikt voor de behandeling
van jicht bij volwassen patiënten, wanneer uw jicht niet onder controle blijft met alleen allopurinol.
niet
Jicht is een vorm van artritis en wordt veroorzaakt door een stapeling van urinezuurkristallen rond de
gewrichten. Door het verlagen van de hoeveelheid urinezuur in het bloed, stopt Duzallo deze
opstapeling en kan verdere schade aan de gewrichten voorkomen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
- U heeft het 'tumorlysissyndroom' - een snelle afbraak van kankercellen, wat hoge
urinezuurspiegels kan veroorzaken.
- U heeft het syndroom van Lesch-Nyhan - een zeldzame erfelijke aandoening die begint tijdens
Geneesmiddel
de jeugd en waarbij er te veel urinezuur in het bloed zit.
- Uw nieren werken erg slecht of u heeft nierfalen (wanneer de nieren niet meer goed genoeg
werken om aan de behoefte van het lichaam te kunnen voldoen).
- U heeft een niertransplantatie ondergaan.
- U krijgt nierdialyse.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u Duzallo gebruikt, als:
- u hartfalen of andere hartproblemen heeft of heeft gehad.
- u een schildklieraandoening heeft.
als uw jicht verergert.
Sommige mensen kunnen meer jichtaanvallen (plotselinge of ernstige pijn en zwelling in een
gewricht, ook wel 'flare-ups' genoemd) krijgen als ze starten met Duzallo en gedurende de eerste
weken of maanden van de behandeling. Als dit gebeurt, moet u Duzallo toch blijven gebruiken
en contact opnemen met uw arts of apotheker. Het geneesmiddel is namelijk nog steeds bezig
met het verlagen van de urinezuurspiegel. Als u Duzallo blijft gebruiken zoals voorgeschreven
door uw arts, zullen na verloop van tijd uw jichtaanvallen minder vaak optreden. Uw arts kan u
andere geneesmiddelen voorschrijven die kunnen helpen om de verschijnselen van
jichtaanvallen te voorkomen of behandelen, en zal u vertellen hoe lang u deze geneesmiddelen
moet gebruiken.
Huiduitslag en huidverschijnselen
Ernstige huiduitslag (overgevoeligheidssyndroom, Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale
necrolyse) is eerder opgetreden bij patiënten die allopurinol gebruiken. De huiduitslag kan bestaan uit
zweren in de mond, keel, neus, geslachtsdelen en conjunctivitis (rode en opgezwollen ogen). Deze
ernstige huiduitslag treedt vaak op na griepachtige verschijnselen zoals koorts, hoofdpijn, pijn in het
lichaam. De huiduitslag kan grote delen van het lichaam bedekken met blaarvorming en schilfering
van de huid. Deze ernstige huidreacties kunnen vaker voorkomen bij:
·
mensen van Han-Chinese, Thaise of Koreaanse afkomst
- mensen die problemen met hun nieren hebben, en naast dit geneesmiddel ook een plasmiddel
(diureticum) gebruiken
Als u huiduitslag of een of meerdere van deze huidverschijnselen krijgt, moet u
stoppen met dit
geneesmiddel en onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
geregistreerd
Nierproblemen
Duzallo kan ernstige nierproblemen veroorzaken (zie rubriek 4). Vóór het starten met Duzallo en
tijdens de behandeling met Duzallo zal uw arts controleren hoe goed uw nieren werken. Uw arts kan
overwegen om met Duzallo te stoppen, als uit uw bloedtesten blijkt dat er wijzigingen zijn in de
werking van uw nieren of als u symptomen heeft die wijzen op nierproblemen. Uw arts kan u vragen
langer
opnieuw te beginnen met de behandeling met Duzallo als de werking van uw nier verbetert.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Duzallo mag niet worden gebruikt bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
niet
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat
u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Duzallo kan namelijk de werking van sommige andere geneesmiddelen beïnvloeden. Sommige andere
geneesmiddelen kunnen ook de werking van Duzallo beïnvloeden.
Vertel het uw arts of apotheker als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
- acetylsalicylzuur - om koorts en pijn te verminderen in dosissen van meer dan 325 mg per dag
- geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk, zoals ACE-remmers, plastabletten
(diuretica - geneesmiddelen die de urinelozing verhogen) en calciumkanaalremmers, zoals
amlodipine
- geneesmiddelen voor de behandeling van een te hoog cholesterolgehalte, zoals simvastatine
Geneesmiddel
- fluconazol - voor de behandeling van schimmelinfecties
- amiodaron - voor de behandeling van hartritmestoornissen
- valproïnezuur, valpromide, fenytoïne of carbamazepine - voor de behandeling van toevallen
(insulten), stemmingsstoornissen en ter voorkoming van migraine
- bupropion - voor de behandeling van depressie of als hulpmiddel bij het stoppen met roken
- sildenafil - voor de behandeling van erectiestoornissen
- anticonceptiva - gebruikt ter voorkoming van zwangerschap, met inbegrip van orale
anticonceptie (zoals 'de pil'), injecties, pleisters en implantaten
- antistollingsmiddelen (cumarinederivaten) - voor de preventie en behandeling van bloedstolsels
- antibiotica zoals ampicilline of amoxicilline
geneesmiddelen voor de behandeling van AIDS/HIV, zoals didanosine, efavirenz
- chloorpropamide, voor de behandeling van suikerziekte
- theofylline, voor de behandeling van ademhalingsproblemen
- geneesmiddelen die gebruikt worden om uw afweer te onderdrukken (immunosuppressieve
middelen), zoals ciclosporine, azathioprine
- vidarabine, voor de behandeling van herpes of waterpokken
- cytostatica (zoals cyclofosfamide, doxorubicine, bleomycine, procarbazine, alkylerende
middelen, mercaptopurine), voor de behandeling van kanker of reumatische aandoeningen
- aluminiumhydroxide, voor de behandeling van brandend maagzuur en zuurbranden (u dient een
tijdsperiode van ten minste 3 uur aan te houden tussen de inname van de twee geneesmiddelen)
Als een van de bovenstaande vermeldingen op u van toepassing is (of als u daarover twijfelt), neem
dan contact op met uw arts of apotheker voordat u Duzallo inneemt.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Het verdient de voorkeur om
het gebruik van Duzallo tijdens de zwangerschap te vermijden. Vraag uw arts om advies.
Duzallo wordt niet aanbevolen tijdens borstvoeding, aangezien allopurinol in de moedermelk terecht
komt.
Hormonale anticonceptie (inclusief orale, injecteerbare, transdermale en implanteerbare vormen) is
geregistreerd
mogelijk niet betrouwbaar bij gelijktijdige toediening met Duzallo. Alternatieve
anticonceptiemethoden dienen overwogen te worden. Vraag uw arts om advies.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Duzallo kan u slaperig, duizelig of instabiel maken. U mag niet rijden of machines bedienen als u daar
last van heeft.
langer
Duzallo bevat lactose
Duzallo tabletten bevatten lactose (een soort suiker). Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde
suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
niet
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Neem dit geneesmiddel altijd precies in zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. De keuze van de
doseringssterkte van Duzallo is afhankelijk van de dosis allopurinol die u als afzonderlijke tablet(ten)
gebruikt. De doseringssterkte wordt door uw arts vastgesteld. Uw arts zal u vertellen of extra dosissen
allopurinol nog steeds nodig zijn.
Duzallo is een tablet die via de mond ingenomen moet worden. De aanbevolen dosering is 1 tablet
eenmaal daags in de ochtend.
Neem niet meer dan 1 tablet per dag in.
Geneesmiddel
Slik de tablet in de ochtend na het ontbijt in z'n geheel met water in. Drink veel water gedurende de
dag om het risico op nierstenen te verminderen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Neem direct contact op met uw arts of ga naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis als u te veel van dit
geneesmiddel heeft ingenomen. Het kan zijn dat u last krijgt van misselijkheid, braken, duizeligheid of
diarree.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Duzallo zonder dit eerst met uw arts te bespreken, ook niet als u zich
beter voelt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Ernstige bijwerkingen
Nierproblemen
Als u een van de volgende bijwerkingen waarneemt,
stop met het gebruik van Duzallo en neem
onmiddellijk contact op met een arts, omdat dit verschijnselen kunnen zijn van problemen met uw
nieren - u heeft misschien dringend medische behandeling nodig.
Verschijnselen die kunnen optreden zijn:
geregistreerd
Soms voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
pijn in de zij (onder uw ribben en boven uw heupbeen),
- misselijkheid,
- braken,
- veranderingen in het plassen of moeite met plassen,
- zich moe of niet goed voelen, of verminderde eetlust.
langer
Overgevoeligheid
Stop met het gebruik van Duzallo en neem onmiddellijk contact op met een arts als u een
overgevoeligheidsreactie (allergische reactie) krijgt.
niet
Verschijnselen die kunnen optreden zijn:
Soms voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
Schilfering van de huid, steenpuisten, pijnlijke lippen en mond
- zeer zelden kunnen verschijnselen als plotselinge piepende ademhaling (wheezing),
hartkloppingen of pijn op de borst en flauwvallen optreden.
- koorts, huiduitslag, gewrichtspijn en afwijkingen in bloed en leverfunctietesten (dit kunnen
tekenen zijn van een overgevoeligheidsreactie van meerdere organen tegelijk
(multi-orgaanovergevoeligheidsaandoening)
Zelden voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
-
mogelijk levensbedreigende huiduitslag (Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale
necrolyse) die in eerste instantie optreedt als rossige schietschijfachtige vlekken of ronde
plekken met centrale blaren op de torso. Andere verschijnselen om op te letten omvatten:
o zweren in de mond, keel, neus en op geslachtsdelen (genitaliën) en conjunctivitis
(rode en opgezwollen ogen)
Geneesmiddel
o wijdverspreide blaren of afschilferen van de huid
o griepachtige verschijnselen
Zeer zelden voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
-
opzwellen van de lippen, tong, gezicht en keel, problemen met slikken of ademhalen of een rode
bultige jeukende huid/galbulten (angio-oedeem)
- Duzallo kan invloed hebben op uw bloed, waardoor er makkelijker dan normaal blauwe plekken
kunnen ontstaan, of u kunt last krijgen van keelpijn of andere verschijnselen die wijzen op een
infectie. Deze verschijnselen treden in het algemeen op bij mensen met lever- of nierproblemen
(agranulocytose).
Vaak voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
-
verhoogde hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon in het bloed,
- griep (influenza),
- hoofdpijn,
- bloedonderzoeken die verhoogde creatininewaarden laten zien (wat een teken van
nierproblemen kan zijn),
- brandend maagzuur (zuurbranden),
- huiduitslag.
Soms voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
nierstenen,
- nieren die niet goed meer werken,
- huidreacties, inclusief roodheid, jeukende huid, huiduitslag met bultjes (netelroos) en
huiduitslag als gevolg van zonlicht,
- uitdroging (verlies van te veel vocht uit uw lichaam),
- misselijkheid, braken,
- diarree,
- afwijkende resultaten bij leveronderzoek.
Zelden voorkomend komen voor bij minder 1 op de 1000 gebruikers
-
leveraandoening (hepatitis).
geregistreerd
Zeer zelden voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
-
pijn op de borst, langzame hartslag, hoge bloeddruk of een langzame pols,
- braken van bloed (recidiverende hematemese), aanwezigheid van overmatig vet in de ontlasting
(steatorroe),
- ontsteking van de mondslijmvliezen (stomatitis), veranderde stoelgang (veranderde frequentie
langer
van de ontlasting),
- haaruitval of verkleuring van haar,
- afwijkend glucosemetabolisme (diabetes, suikerziekte; uw arts wil mogelijk de glucosewaarde
in uw bloed meten om te controleren of dit het geval is),
niet
- hoge cholesterolwaarden in uw bloed (hyperlipidemie),
- depressie,
- coma,
- zwakte, gevoelloosheid, instabiel op uw benen, niet in staat zijn om uw spieren te bewegen
(paralyse) of bewustzijnsverlies,
- niet in staat zijn om uw spierbewegingen te controleren (ataxie),
- waarneming van tintelingen, jeuk, kriebelingen of branden van de huid (paresthesie),
- hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid of stoornissen van uw zicht,
- troebelingen in het oog (cataract),
- smaakverandering,
- bloed in uw urine (hematurie),
- mannelijke onvruchtbaarheid of erectiestoornis,
- borstvergroting, zowel bij mannen als bij vrouwen,
- ophoping van vocht wat leidt tot opzwelling (oedeem), vooral rond uw enkels,
Geneesmiddel
- spierpijnen,
- pijnlijk huidabces,
- zenuwschade die gevoelloosheid, pijn en zwakte kan veroorzaken.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos of
blisterfolie na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn allopurinol en lesinurad.
Elke Duzallo 200 mg/200 mg filmomhulde tablet bevat 200 mg allopurinol en 200 mg lesinurad.
De andere stoffen in dit middel zijn:
geregistreerd
- tabletkern: hydroxypropylcellulose, microkristallijne cellulose, lactosemonohydraat
crospovidon, magnesiumstearaat
- tabletomhulling: hypromellose, titaandioxide (E171), triacetine, geel ijzeroxide (E172), rood
ijzeroxide (E172)
Hoe ziet Duzallo eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
langer
De filmomhulde tabletten Duzallo 200 mg/200 mg zijn lichtroze, langwerpige tabletten met aan één
zijde de inscripties 'LES200' en 'ALO200'.
Tabletten Duzallo 200 mg/200 mg zijn beschikbaar in blisterverpakkingen van 10, 30 en 100 tabletten.
niet
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
Geneesmiddel
België/Belgique/Belgien
Lietuva
S.A. Grünenthal N.V.
Grünenthal GmbH
Lenneke Marelaan 8
Tel: + 49 241 569-0
1932 Sint-Stevens-Woluwe
België/Belgique/Belgien
Tél/Tel: + 32 (0)2 290 52 00
beinfo@grunenthal.com
Luxembourg/Luxemburg
Grünenthal GmbH
S.A. Grünenthal N.V.
Te.: + 49 241 569-0
Lenneke Marelaan 8
1932 Sint-Stevens-Woluwe
België/Belgique/Belgien
Tél/Tel: + 32 (0)2 290 52 00
beinfo@grunenthal.com
Ceská republika
Magyarország
Grünenthal GmbH
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Tel.: + 49 241 569-0
geregistreerd
Danmark
Malta
Grünenthal Denmark ApS
Grünenthal GmbH
Arne Jacobsens Allé 7
Tel.: + 49 241 569-0
2300 København S
langer
Tlf: + 45 88883200
Deutschland
Nederland
Grünenthal GmbH
Grünenthal B.V.
niet
Zieglerstraße 6
De Corridor 21K
DE-52078 Aachen
NL-3621 ZA Breukelen
Tel: + 49 241 569-1111
Tel: + 31 (0)30 6046370
service@grunenthal.com
info.nl@grunenthal.com
Eesti
Norge
Grünenthal GmbH
Grünenthal Norway AS
Tel: + 49 241 569-0
C.J. Hambros Plass 2C
0164 Oslo
Tlf: + 47 22996054
Österreich
Grünenthal GmbH
Grünenthal GmbH
Geneesmiddel
: + 49 241 569-0
Campus 21, Liebermannstraße A01/501
2345 Brunn am Gebirge
Tel: + 43(0)2236 379 550-0
España
Polska
Grünenthal Pharma, S.A.
Grünenthal GmbH
C/Dr. Zamenhof, 36
Tel.: + 49 241 569-0
E-28027 Madrid
Tel: + 34 (91) 301 93 00
Portugal
Laboratoires Grünenthal SAS
Grünenthal, S.A.
Immeuble Eurêka
Alameda Fernão Lopes, 12-8.º A
19 rue Ernest Renan
P-1495 - 190 Algés
CS 90001
Tel: + 351 / 214 72 63 00
F- 92024 Nanterre Cedex
Tél: + 33 (0)1 41 49 45 80
Hrvatska
România
Grünenthal GmbH
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Tel: + 49 241 569-0
Ireland
Slovenija
Grünenthal Pharma Ltd
Grünenthal GmbH
4045 Kingswood Road,
Tel: + 49 241 569-0
Citywest Business Park
IRL Citywest Co., Dublin
Tel: + 44 (0)870 351 8960
medicalinformationie@grunenthal.com
Ísland
Slovenská republika
Grünenthal GmbH
Grünenthal GmbH
Sími: + 49 241 569-0
Tel: + 49 241 569-0
geregistreerd
Italia
Suomi/Finland
Grünenthal Italia S.r.l.
Grünenthal GmbH
Tel: + 39 02 4305 1
Puh/Tel: + 49 241 569-0
Sverige
langer
Grünenthal GmbH
Grunenthal Sweden AB
: + 49 241 569-0
Tel: + 46 (0)86434060
Latvija
United Kingdom
niet
Grünenthal GmbH
Grünenthal Ltd
Tel: + 49 241 569-0
1 Stokenchurch Business Park
Ibstone Road, HP14 3FE UK
Tel: + 44 (0)870 351 8960
medicalinformationuk@grunenthal.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Geneesmiddel
Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tabletten
allopurinol/lesinurad
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Duzallo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
geregistreerd
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Duzallo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
langer
Duzallo bevat de werkzame stoffen allopurinol en lesinurad. Het wordt gebruikt voor de behandeling
van jicht bij volwassen patiënten, wanneer uw jicht niet onder controle blijft met alleen allopurinol.
Jicht is een vorm van artritis en wordt veroorzaakt door een stapeling van urinezuurkristallen rond de
niet
gewrichten. Door het verlagen van de hoeveelheid urinezuur in het bloed, stopt Duzallo deze
opstapeling en kan verdere schade aan de gewrichten voorkomen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
- U heeft het 'tumorlysissyndroom' - een snelle afbraak van kankercellen, wat hoge
urinezuurspiegels kan veroorzaken.
- U heeft het syndroom van Lesch-Nyhan - een zeldzame erfelijke aandoening die begint tijdens
de jeugd en waarbij er te veel urinezuur in het bloed zit.
Geneesmiddel
- Uw nieren werken erg slecht of u heeft nierfalen (wanneer de nieren niet meer goed genoeg
werken om aan de behoefte van het lichaam te kunnen voldoen).
- U heeft een niertransplantatie ondergaan.
- U krijgt nierdialyse.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u Duzallo gebruikt, als:
- u hartfalen of andere hartproblemen heeft of heeft gehad.
- u een schildklieraandoening heeft.
- als uw jicht verergert.
gewricht, ook wel 'flare-ups' genoemd) krijgen als ze starten met Duzallo en gedurende de eerste
weken of maanden van de behandeling. Als dit gebeurt, moet u Duzallo toch blijven gebruiken
en contact opnemen met uw arts of apotheker. Het geneesmiddel is namelijk nog steeds bezig
met het verlagen van de urinezuurspiegel. Als u Duzallo blijft gebruiken zoals voorgeschreven
door uw arts, zullen na verloop van tijd uw jichtaanvallen minder vaak optreden. Uw arts kan u
andere geneesmiddelen voorschrijven die kunnen helpen om de verschijnselen van
jichtaanvallen te voorkomen of behandelen, en zal u vertellen hoe lang u deze geneesmiddelen
moet gebruiken.
Huiduitslag en huidverschijnselen
Ernstige huiduitslag (overgevoeligheidssyndroom, Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale
necrolyse) is eerder opgetreden bij patiënten die allopurinol gebruiken. De huiduitslag kan bestaan uit
zweren in de mond, keel, neus, geslachtsdelen en conjunctivitis (rode en opgezwollen ogen). Deze
ernstige huiduitslag treedt vaak op na griepachtige verschijnselen zoals koorts, hoofdpijn, pijn in het
lichaam. De huiduitslag kan grote delen van het lichaam bedekken met blaarvorming en schilfering
van de huid. Deze ernstige huidreacties kunnen vaker voorkomen bij:
·
mensen van Han-Chinese, Thaise of Koreaanse afkomst
- mensen die problemen met hun nieren hebben, en naast dit geneesmiddel ook een plasmiddel
(diureticum) gebruiken
Als u huiduitslag of een of meerdere van deze huidverschijnselen krijgt, moet u
stoppen met dit
geneesmiddel en onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
geregistreerd
Nierproblemen
Duzallo kan ernstige nierproblemen veroorzaken (zie rubriek 4). Vóór het starten met Duzallo en
tijdens de behandeling met Duzallo zal uw arts controleren hoe goed uw nieren werken. Uw arts kan
overwegen om met Duzallo te stoppen, als uit uw bloedtesten blijkt dat er wijzigingen zijn in de
werking van uw nieren of als u symptomen heeft die wijzen op nierproblemen. Uw arts kan u vragen
opnieuw te beginnen met de behandeling met Duzallo als de werking van uw nier verbetert.
langer
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Duzallo mag niet worden gebruikt bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
niet
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat
u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Duzallo kan namelijk de werking van sommige andere geneesmiddelen beïnvloeden. Sommige andere
geneesmiddelen kunnen ook de werking van Duzallo beïnvloeden.
Vertel het uw arts of apotheker als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
- acetylsalicylzuur - om koorts en pijn te verminderen in dosissen van meer dan 325 mg per dag
- geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk, zoals ACE-remmers, plastabletten
(diuretica - geneesmiddelen die de urinelozing verhogen) en calciumkanaalremmers, zoals
amlodipine
- geneesmiddelen voor de behandeling van een te hoog cholesterolgehalte, zoals simvastatine
- fluconazol - voor de behandeling van schimmelinfecties
Geneesmiddel
- amiodaron - voor de behandeling van hartritmestoornissen
- valproïnezuur, valpromide, fenytoïne of carbamazepine - voor de behandeling van toevallen
(insulten), stemmingsstoornissen en ter voorkoming van migraine
- bupropion - voor de behandeling van depressie of als hulpmiddel bij het stoppen met roken
- sildenafil - voor de behandeling van erectiestoornissen
- anticonceptiva - gebruikt ter voorkoming van zwangerschap, met inbegrip van orale
anticonceptie (zoals 'de pil'), injecties, pleisters en implantaten
- antistollingsmiddelen (cumarinederivaten) - voor de preventie en behandeling van bloedstolsels
- antibiotica zoals ampicilline of amoxicilline
- geneesmiddelen voor de behandeling van AIDS/HIV, zoals didanosine, efavirenz
chloorpropamide, voor de behandeling van suikerziekte
- theofylline, voor de behandeling van ademhalingsproblemen
- geneesmiddelen die gebruikt worden om uw afweer te onderdrukken (immunosuppressieve
middelen), zoals ciclosporine, azathioprine
- vidarabine, voor de behandeling van herpes of waterpokken
- cytostatica (zoals cyclofosfamide, doxorubicine, bleomycine, procarbazine, alkylerende
middelen, mercaptopurine), voor de behandeling van kanker of reumatische aandoeningen
- aluminiumhydroxide, voor de behandeling van brandend maagzuur en zuurbranden (u dient een
tijdsperiode van ten minste 3 uur aan te houden tussen de inname van de twee geneesmiddelen)
Als een van de bovenstaande vermeldingen op u van toepassing is (of als u daarover twijfelt), neem
dan contact op met uw arts of apotheker voordat u Duzallo inneemt.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Het verdient de voorkeur om
het gebruik van Duzallo tijdens de zwangerschap te vermijden. Vraag uw arts om advies.
Duzallo wordt niet aanbevolen tijdens borstvoeding, aangezien allopurinol in de moedermelk terecht
komt.
Hormonale anticonceptie (inclusief orale, injecteerbare, transdermale en implanteerbare vormen) is
mogelijk niet betrouwbaar bij gelijktijdige toediening met Duzallo. Alternatieve
geregistreerd
anticonceptiemethoden dienen overwogen te worden. Vraag uw arts om advies.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Duzallo kan u slaperig, duizelig of instabiel maken. U mag niet rijden of machines bedienen als u daar
last van heeft.
langer
Duzallo bevat lactose
Duzallo tabletten bevatten lactose (een soort suiker). Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde
suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
niet
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Neem dit geneesmiddel altijd precies in zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. De keuze van de
doseringssterkte van Duzallo is afhankelijk van de dosis allopurinol die u als afzonderlijke tablet(ten)
gebruikt. De doseringssterkte wordt door uw arts vastgesteld. Uw arts zal u vertellen of extra dosissen
allopurinol nog steeds nodig zijn.
Duzallo is een tablet die via de mond ingenomen moet worden. De aanbevolen dosering is 1 tablet
eenmaal daags in de ochtend.
Neem niet meer dan 1 tablet per dag in.
Slik de tablet in de ochtend na het ontbijt in z'n geheel met water in. Drink veel water gedurende de
Geneesmiddel
dag om het risico op nierstenen te verminderen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Neem direct contact op met uw arts of ga naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis als u te veel van dit
geneesmiddel heeft ingenomen. Het kan zijn dat u last krijgt van misselijkheid, braken, duizeligheid of
diarree.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Duzallo zonder dit eerst met uw arts te bespreken, ook niet als u zich
beter voelt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Ernstige bijwerkingen
Nierproblemen
Als u een van de volgende bijwerkingen waarneemt,
stop met het gebruik van Duzallo en neem
onmiddellijk contact op met een arts, omdat dit verschijnselen kunnen zijn van problemen met uw
nieren - u heeft misschien dringend medische behandeling nodig.
Verschijnselen die kunnen optreden zijn:
geregistreerd
Soms voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
pijn in de zij (onder uw ribben en boven uw heupbeen),
- misselijkheid,
- braken,
- veranderingen in het plassen of moeite met plassen,
- zich moe of niet goed voelen, of verminderde eetlust.
langer
Overgevoeligheid
Stop met het gebruik van Duzallo en neem onmiddellijk contact op met een arts als u een
overgevoeligheidsreactie (allergische reactie) krijgt.
niet
Verschijnselen die kunnen optreden zijn:
Soms voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
Schilfering van de huid, steenpuisten, pijnlijke lippen en mond
- zeer zelden kunnen verschijnselen als plotselinge piepende ademhaling (wheezing),
hartkloppingen of pijn op de borst en flauwvallen optreden.
- koorts, huiduitslag, gewrichtspijn en afwijkingen in bloed en leverfunctietesten (dit kunnen
tekenen zijn van een overgevoeligheidsreactie van meerdere organen tegelijk
(multi-orgaanovergevoeligheidsaandoening)
Zelden voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
-
mogelijk levensbedreigende huiduitslag (Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale
necrolyse) die in eerste instantie optreedt als rossige schietschijfachtige vlekken of ronde
plekken met centrale blaren op de torso. Andere verschijnselen om op te letten omvatten:
o zweren in de mond, keel, neus en op geslachtsdelen (genitaliën) en conjunctivitis
(rode en opgezwollen ogen)
Geneesmiddel
o wijdverspreide blaren of afschilferen van de huid
o griepachtige verschijnselen
Zeer zelden voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
-
opzwellen van de lippen, tong, gezicht en keel, problemen met slikken of ademhalen of een rode
bultige jeukende huid/galbulten (angio-oedeem)
- Duzallo kan invloed hebben op uw bloed, waardoor er makkelijker dan normaal blauwe plekken
kunnen ontstaan, of u kunt last krijgen van keelpijn of andere verschijnselen die wijzen op een
infectie. Deze verschijnselen treden in het algemeen op bij mensen met lever- of nierproblemen
(agranulocytose).
Vaak voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
-
verhoogde hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon in het bloed,
- griep (influenza),
- hoofdpijn,
- bloedonderzoeken die verhoogde creatininewaarden laten zien (wat een teken van
nierproblemen kan zijn),
- brandend maagzuur (zuurbranden),
- huiduitslag.
Soms voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
-
nierstenen,
- nieren die niet goed meer werken,
- huidreacties, inclusief roodheid, jeukende huid, huiduitslag met bultjes (netelroos) en
huiduitslag als gevolg van zonlicht,
- uitdroging (verlies van te veel vocht uit uw lichaam),
- misselijkheid, braken,
- diarree,
- afwijkende resultaten bij leveronderzoek.
Zelden voorkomend komen voor bij minder 1 op de 1000 gebruikers
-
leveraandoening (hepatitis).
geregistreerd
Zeer zelden voorkomend komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers
-
pijn op de borst, langzame hartslag, hoge bloeddruk of een langzame pols,
- braken van bloed (recidiverende hematemese), aanwezigheid van overmatig vet in de ontlasting
(steatorroe),
- ontsteking van de mondslijmvliezen (stomatitis), veranderde stoelgang (veranderde frequentie
langer
van de ontlasting),
- haaruitval of verkleuring van haar,
- afwijkend glucosemetabolisme (diabetes, suikerziekte; uw arts wil mogelijk de glucosewaarde
in uw bloed meten om te controleren of dit het geval is),
niet
- hoge cholesterolwaarden in uw bloed (hyperlipidemie),
- depressie,
- coma,
- zwakte, gevoelloosheid, instabiel op uw benen, niet in staat zijn om uw spieren te bewegen
(paralyse) of bewustzijnsverlies,
- niet in staat zijn om uw spierbewegingen te controleren (ataxie),
- waarneming van tintelingen, jeuk, kriebelingen of branden van de huid (paresthesie),
- hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid of stoornissen van uw zicht,
- troebelingen in het oog (cataract),
- smaakverandering,
- bloed in uw urine (hematurie),
- mannelijke onvruchtbaarheid of erectiestoornis,
- borstvergroting, zowel bij mannen als bij vrouwen,
- ophoping van vocht wat leidt tot opzwelling (oedeem), vooral rond uw enkels,
Geneesmiddel
- spierpijnen,
- pijnlijk huidabces,
- zenuwschade die gevoelloosheid, pijn en zwakte kan veroorzaken.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos of
blisterfolie na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn allopurinol en lesinurad.
Elke Duzallo 300 mg/200 mg filmomhulde tablet bevat 300 mg allopurinol en 200 mg lesinurad.
De andere stoffen in dit middel zijn:
geregistreerd
- tabletkern: hydroxypropylcellulose, microkristallijne cellulose, lactosemonohydraat
crospovidon, magnesiumstearaat
- tabletomhulling: hypromellose, titaandioxide (E171), triacetine, geel ijzeroxide (E172), rood
ijzeroxide (E172)
Hoe ziet Duzallo eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
langer
De filmomhulde tabletten Duzallo 300 mg/200 mg zijn lichtroze, langwerpige tabletten met aan één
zijde de inscripties 'LES200' en 'ALO300'.
Tabletten Duzallo 300 mg/200 mg zijn beschikbaar in blisterverpakkingen van 10, 30 en 100 tabletten.
niet
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Grünenthal GmbH
Zieglerstraße 6
52078 Aachen
Duitsland
Geneesmiddel
België/Belgique/Belgien
Lietuva
S.A. Grünenthal N.V.
Grünenthal GmbH
Lenneke Marelaan 8
Tel: + 49 241 569-0
1932 Sint-Stevens-Woluwe
België/Belgique/Belgien
Tél/Tel: + 32 (0)2 290 52 00
beinfo@grunenthal.com
Luxembourg/Luxemburg
Grünenthal GmbH
S.A. Grünenthal N.V.
Te.: + 49 241 569-0
Lenneke Marelaan 8
1932 Sint-Stevens-Woluwe
België/Belgique/Belgien
Tél/Tel: + 32 (0)2 290 52 00
beinfo@grunenthal.com
Ceská republika
Magyarország
Grünenthal GmbH
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Tel.: + 49 241 569-0
geregistreerd
Danmark
Malta
Grünenthal Denmark ApS
Grünenthal GmbH
Arne Jacobsens Allé 7
Tel.: + 49 241 569-0
2300 København S
langer
Tlf: + 45 88883200
Deutschland
Nederland
Grünenthal GmbH
Grünenthal B.V.
niet
Zieglerstraße 6
De Corridor 21K
DE-52078 Aachen
NL-3621 ZA Breukelen
Tel: + 49 241 569-1111
Tel: + 31 (0)30 6046370
service@grunenthal.com
info.nl@grunenthal.com
Eesti
Norge
Grünenthal GmbH
Grünenthal Norway AS
Tel: + 49 241 569-0
C.J. Hambros Plass 2C
0164 Oslo
Tlf: + 47 22996054
Österreich
Grünenthal GmbH
Grünenthal GmbH
Geneesmiddel
: + 49 241 569-0
Campus 21, Liebermannstraße A01/501
2345 Brunn am Gebirge
Tel: + 43(0)2236 379 550-0
España
Polska
Grünenthal Pharma, S.A.
Grünenthal GmbH
C/Dr. Zamenhof, 36
Tel.: + 49 241 569-0
E-28027 Madrid
Tel: + 34 (91) 301 93 00
Portugal
Laboratoires Grünenthal SAS
Grünenthal, S.A.
Immeuble Eurêka
Alameda Fernão Lopes, 12-8.º A
19 rue Ernest Renan
P-1495 - 190 Algés
CS 90001
Tel: + 351 / 214 72 63 00
F- 92024 Nanterre Cedex
Tél: + 33 (0)1 41 49 45 80
Hrvatska
România
Grünenthal GmbH
Grünenthal GmbH
Tel: + 49 241 569-0
Tel: + 49 241 569-0
Ireland
Slovenija
Grünenthal Pharma Ltd
Grünenthal GmbH
4045 Kingswood Road,
Tel: + 49 241 569-0
Citywest Business Park
IRL Citywest Co., Dublin
Tel: + 44 (0)870 351 8960
medicalinformationie@grunenthal.com
Ísland
Slovenská republika
Grünenthal GmbH
Grünenthal GmbH
Sími: + 49 241 569-0
Tel: + 49 241 569-0
geregistreerd
Italia
Suomi/Finland
Grünenthal Italia S.r.l.
Grünenthal GmbH
Tel: + 39 02 4305 1
Puh/Tel: + 49 241 569-0
Sverige
langer
Grünenthal GmbH
Grunenthal Sweden AB
: + 49 241 569-0
Tel: + 46 (0)86434060
Latvija
United Kingdom
niet
Grünenthal GmbH
Grünenthal Ltd
Tel: + 49 241 569-0
1 Stokenchurch Business Park
Ibstone Road, HP14 3FE UK
Tel: + 44 (0)870 351 8960
medicalinformationuk@grunenthal.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Geneesmiddel