Empliciti 400 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Empliciti 300 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
Empliciti 400 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Empliciti 300 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Elke injectieflacon met poeder bevat 300 mg elotuzumab*.
Empliciti 400 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Elke injectieflacon met poeder bevat 400 mg elotuzumab.
Na reconstitutie bevat elke ml concentraat 25 mg elotuzumab.
* Elotuzumab wordt geproduceerd in NS0-cellen via recombinant-DNA-techniek.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie (poeder voor concentraat).
Het poeder is wit tot gebroken wit als hele of gefragmenteerde koek.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Empliciti is geïndiceerd in combinatie met lenalidomide en dexamethason voor de behandeling van
multipel myeloom bij volwassen patiënten die ten minste een eerdere behandeling hebben gekregen
(zie rubriek 4.2 en 5.1).
Empliciti is geïndiceerd in combinatie met pomalidomide en dexamethason voor de behandeling van
recidief en refractair multipel myeloom bij volwassen patiënten die ten minste twee eerdere
behandelingen hebben gekregen inclusief lenalidomide en een proteasoomremmer en die
ziekteprogressie vertoonden bij de laatste behandeling (zie rubriek 4.2 en 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling met elotuzumab moet worden gestart door en onder toezicht staan van artsen met
ervaring in de behandeling van multipel myeloom.
Premedicatie ter preventie van infusiegerelateerde reacties (infusion
related reactionsIRR's)
Patiënten moeten de volgende premedicatie 45-90 minuten vóór de infusie met Empliciti toegediend
krijgen (zie rubriek 4.4):
Dexamethason 8 mg intraveneus
H1-blokker: difenhydramine (25-50 mg oraal of intraveneus) of equivalente H1-blokker.
H2-blokker: ranitidine (50 mg intraveneus of 150 mg oraal) of equivalente H2-blokker.
Paracetamol (650-1000 mg oraal).
Behandeling van IRR's
Indien zich een IRR ≥ graad 2 voordoet tijdens toediening van Empliciti, moet de infusie stopgezet
worden. Na resolutie tot ≤ graad 1 moet Empliciti opnieuw opgestart worden bij 0,5 ml/min en kan
2
het, zoals verdragen, stapsgewijs met een snelheid van 0,5 ml/min elke 30 minuten verhoogd worden
tot de snelheid waarbij de IRR zich voordeed. Als de IRR zich niet opnieuw voordoet, kan de escalatie
hervat worden (zie tabel 3 en 4).
Bij patiënten die een IRR krijgen, moeten elke 30 minuten tot 2 uur na het einde van de infusie met
Empliciti de vitale functies gecontroleerd worden. Als de IRR zich opnieuw voordoet, moet de infusie
met Empliciti stopgezet worden en mag deze die dag niet hervat worden (zie rubriek 4.4). Zeer
ernstige IRR's (≥ graad 3) vereisen mogelijk permanente stopzetting van de behandeling met Empliciti
en starten van noodbehandeling.
Dosering voor toediening met lenalidomide en dexamethason
De duur van iedere behandelingscyclus is 28 dagen, zie het doseerschema in tabel 1.
Behandeling moet worden vervolgd tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
De aanbevolen dosis Empliciti bedraagt 10 mg/kg lichaamsgewicht elke week intraveneus toegediend,
op dag 1, 8, 15 en 22 voor de eerste twee behandelingscycli en daarna elke 2 weken op dag 1 en 15.
De aanbevolen dosis lenalidomide bedraagt 25 mg oraal eenmaal daags op dag 1-21 van herhaalde
28 dagen durende cycli, en ten minste 2 uur na de infusie met Empliciti wanneer het op dezelfde dag
wordt toegediend.
De toediening van dexamethason verloopt als volgt:
Op dagen dat Empliciti wordt toegediend, moet 28 mg dexamethason eenmaal daags oraal
gegeven worden tussen 3 en 24 uur voorafgaand aan Empliciti, plus 8 mg intraveneus tussen
45 en 90 minuten vóór toediening van Empliciti op dag 1, 8, 15 en 22 van herhaalde 28 dagen
durende cycli.
Op dagen dat Empliciti niet wordt toegediend maar wel een dosis dexamethason is gepland
(dag 8 en 22 van cyclus 3 en alle daaropvolgende cycli), moet dexamethason 40 mg oraal
toegediend worden.
Tabel 1:
Aanbevolen doseerschema van Empliciti in combinatie met lenalidomide en
dexamethason
Cyclus
Dag van cyclus
Premedicatie
Empliciti
(mg/kg lichaamsgewicht)
intraveneus
Lenalidomide (25 mg) oraal
Dexamethason (mg) oraal
Dag van cyclus
28
1
1
10
28 dagen cyclus 1 & 2
8
10
15
10
22
10
1
10
28 dagen cyclus 3+
8
15
10
22
Dag 1-21
28
8
28
15
28
22
28
1
Dag 1-21
40
8
28
15
40
22
Zie de overeenkomstige samenvatting van de productkenmerken voor aanvullende informatie over
lenalidomide en dexamethason.
Dosering voor toediening met pomalidomide en dexamethason
De duur van iedere behandelingscyclus is 28 dagen, zie het doseerschema in tabel 2.
Behandeling moet worden vervolgd tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
3
De aanbevolen dosis Empliciti bedraagt 10 mg/kg lichaamsgewicht elke week intraveneus toegediend,
op dag 1, 8, 15 en 22 van elke behandelingscyclus voor de eerste twee cycli en daarna
20 mg/kg lichaamsgewicht toegediend op dag 1 van iedere behandelingscyclus.
De aanbevolen dosis pomalidomide bedraagt 4 mg oraal eenmaal daags op dag 1-21 van herhaalde
28 dagen durende cycli, en ten minste 2 uur na de infusie met Empliciti wanneer het op dezelfde dag
wordt toegediend.
Toediening van dexamethason aan volwassenen
≤
75 jaar oud en > 75 jaar oud:
Op dagen dat Empliciti wordt toegediend: geef patiënten ≤ 75 jaar oud 28 mg dexamethason
oraal tussen 3 en 24 uur voorafgaand aan Empliciti plus 8 mg intraveneus tussen 45 en
90 minuten voorafgaand aan Empliciti. Geef patiënten > 75 jaar oud 8 mg dexamethason oraal
tussen 3 en 24 uur voorafgaand aan Empliciti plus 8 mg intraveneus tussen 45 en 90 minuten
voorafgaand aan Empliciti.
Op dagen dat Empliciti niet wordt toegediend maar wel een dosis dexamethason is gepland
(dag 8, 15 en 22 van cyclus 3 en alle daaropvolgende cycli): geef 40 mg oraal aan patiënten
≤ 75 jaar oud en 20 mg oraal aan patiënten > 75 jaar oud.
Tabel 2:
Aanbevolen doseerschema van Empliciti in combinatie met pomalidomide en
dexamethason
Cyclus
Dag van cyclus
Premedicatie
Empliciti (mg/kg lichaamsgewicht)
intraveneus
Pomalidomide (4 mg) oraal
Dexamethason (mg) intraveneus
Dexamethason (mg) oraal ≤ 75 jaar oud
Dexamethason (mg) oraal > 75 jaar oud
Dag van cyclus
8
28
8
1
28 dagen cyclus 1 & 2
1
10
8
10
15
10
22
10
1
20
Dag 1-21
8
28
8
22
8
28
8
1
40
20
8
40
20
15
40
20
22
28 dagen cyclus 3+
8
15
22
Dag 1-21
8
28
8
8
8
28
8
15
Zie de overeenkomstige samenvatting van de productkenmerken voor aanvullende informatie over
pomalidomide en dexamethason.
Zie de rubriek "Wijze van toediening" hieronder voor instructies over de infusiesnelheden.
Dosisuitstel, -onderbreking of -stopzetting
Indien de dosis van een geneesmiddel in het regime uitgesteld, onderbroken of stopgezet wordt, kan de
behandeling met de andere geneesmiddelen zoals gepland verder gaan. Indien echter orale of
intraveneuze toediening van dexamethason wordt uitgesteld of stopgezet, moet de toediening van
Empliciti gebaseerd worden op klinisch oordeel (bijv. risico op overgevoeligheid) (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing voor Empliciti nodig voor patiënten ouder dan 65 jaar (zie rubriek 5.2).
Gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid van Empliciti bij patiënten ≥ 85 jaar zijn zeer
beperkt. De dosis voor dexamethason in combinatie met pomalidomide wordt aangepast op basis van
leeftijd. Zie 'Toediening van dexamethason aan volwassenen ≤ 75 jaar oud en > 75 jaar oud'
hierboven.
4
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing voor Empliciti nodig voor patiënten met lichte (creatinineklaring
(CrCl) = 60 - 89 ml/min), matige (CrCl = 30 - 59 ml/min), ernstige (CrCl < 30 ml/min)
nierfunctiestoornissen of eindstadium van nierfalen die dat dialyse vereist (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing voor Empliciti nodig voor patiënten met een lichte leverfunctiestoornis
(totaalbilirubine (TB) ≤ de bovengrens van de normaalwaarde (Upper Limit of Normal, ULN) en
aspartaataminotransferase (ASAT) > ULN, of TB < 1 tot 1,5 × ULN en welke ASAT-waarde ook).
Empliciti werd niet bestudeerd bij patiënten met een matige (TB > 1,5 tot 3 × ULN en welke
ASAT-waarde ook) of ernstige (TB > 3 × ULN en welke ASAT-waarde ook) leverfunctiestoornis (zie
rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevant gebruik van Empliciti in de pediatrische populatie voor de indicatie multipel
myeloom.
Wijze van toediening
Empliciti is enkel voor intraveneus gebruik.
Infusiesnelheid voor Empliciti 10 mg/kg lichaamsgewicht
De toediening van de gereconstitueerde en verdunde oplossing moet gestart worden met een
infusiesnelheid van 0,5 ml/min. Als de infusie goed verdragen wordt, kan de infusiesnelheid
stapsgewijs verhoogd worden, zoals beschreven in tabel 3. De maximale infusiesnelheid mag niet
hoger zijn dan 5 ml/min.
Tabel 3:
Infusiesnelheid voor Empliciti 10 mg/kg lichaamsgewicht
Cyclus 1, dosis 1
Tijdsinterval
0 - 30 min
30 - 60 min
≥ 60 min
*
Cyclus 1, dosis 2
Tijdsinterval
0 - 30 min
≥ 30 min
-
Snelheid
3 ml/min
4 ml/min*
-
Cyclus 1, dosis 3 en 4 en alle
daaropvolgende cycli
Snelheid
5 ml/min*
Snelheid
0,5 ml/min
1 ml/min
2 ml/min*
Houd deze snelheid aan tot de infusie voltooid is.
Infusiesnelheid voor Empliciti 20 mg/kg lichaamsgewicht
De toediening van de gereconstitueerde en verdunde oplossing moet gestart worden met een
infusiesnelheid van 3 ml/min. Als de infusie goed verdragen wordt, kan de infusiesnelheid stapsgewijs
verhoogd worden, zoals beschreven in tabel 4. De maximale infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan
5 ml/min.
Bij patiënten waarbij de snelheid verhoogd is naar 5 ml/min bij de dosis van
10 mg/kg lichaamsgewicht moet de snelheid worden verlaagd naar 3 ml/min bij de eerste infusie van
20 mg/kg lichaamsgewicht.
Tabel 4:
Infusiesnelheid voor Empliciti 20 mg/kg lichaamsgewicht
Dosis 1
Tijdsinterval
0-30 min
≥ 30 min
*
Dosis 2 en alle daaropvolgende doses
Snelheid
3 ml/min
4 ml/min*
Snelheid
5 ml/min*
Houd deze snelheid aan tot de infusie voltooid is.
Voor instructies over reconstitutie en verdunning van Empliciti voorafgaand aan toediening, zie
rubriek 6.6.
5
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
De samenvatting van de productkenmerken voor lenalidomide, pomalidomide en dexamethason die
gebruikt worden in combinatie met Empliciti moet geraadpleegd worden voordat met behandeling
begonnen wordt.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
IRR's
IRR's werden gemeld bij patiënten die elotuzumab kregen (zie rubriek 4.8).
Premedicatie bestaande uit dexamethason, H1-blokker, H2-blokker en paracetamol moeten toegediend
worden vóór de infusie met Empliciti (zie rubriek 4.2 Premedicatie). Het percentage van IRR's was
veel hoger bij patiënten die geen premedicatie kregen.
In geval dat een symptoom van een IRR een graad ≥ 2 bereikt, moet de infusie met Empliciti
onderbroken worden en moeten gepaste medische en ondersteunende maatregelen ingesteld worden.
Vitale functies moeten elke 30 minuten tot 2 uur na het einde van de infusie met Empliciti
gecontroleerd worden. Zodra de reactie verdwenen is (symptomen ≤ graad 1) kan men de infusie met
Empliciti opnieuw opstarten met de aanvankelijke infusiesnelheid van 0,5 ml/min. Indien de
symptomen zich niet opnieuw voordoen, kan de infusiesnelheid elke 30 minuten stapsgewijs verhoogd
worden tot een maximum van 5 ml/min (zie rubriek 4.2 Wijze van toediening).
Zeer ernstige IRR's vereisen mogelijk permanente stopzetting van de behandeling met Empliciti en
starten van noodbehandeling. Patiënten met lichte tot gematigde IRR's kunnen Empliciti krijgen met
een lagere infusiesnelheid en onder strikt toezicht (zie rubriek 4.2 "Wijze van toediening").
Gebruikscondities voor geneesmiddelen die samen met Empliciti gebruikt worden
Empliciti wordt gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen. De gebruikscondities die van
toepassing zijn op die geneesmiddelen zijn daarom ook van toepassing op de combinatiebehandeling.
De samenvatting van de productkenmerken voor alle geneesmiddelen die gebruikt worden in
combinatie met Empliciti moet geraadpleegd worden voordat met behandeling begonnen wordt.
Infecties
In klinische onderzoeken bij patiënten met multipel myeloom was de incidentie van alle infecties,
inclusief pneumonie, hoger bij patiënten die behandeld werden met Empliciti (zie rubriek 4.8).
Patiënten moeten onder toezicht gehouden worden en infecties moeten behandeld worden met
standaardbehandeling.
Tweede primaire maligniteiten (Second primary malignancies, SPM’s)
In een klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom waarin Empliciti in combinatie met
lenalidomide en dexamethason werd vergeleken met behandeling met lenalidomide en dexamethason
(CA204004), was de incidentie van SPM’s, en specifiek van vaste tumoren en niet-melanome
huidkanker, hoger bij patiënten die behandeld werden met Empliciti (zie rubriek 4.8). Van SPM’s is
bekend dat ze geassocieerd zijn met blootstelling aan lenalidomide, wat toenam bij patiënten die
behandeld werden met Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason vs. lenalidomide en
dexamethason. Het percentage hematologische maligniteiten was hetzelfde voor de twee
behandelingsgroepen. Patiënten moeten worden gecontroleerd op de ontwikkeling van SPM’s.
6
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat 3,92 mg natrium per flacon van 300 mg of 5,23 mg natrium per flacon van
400 mg, wat overeenkomt met respectievelijk 0,2% of 0,3%, van de door de WHO aanbevolen
maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een volwassene.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar farmacokinetische interacties uitgevoerd. Er wordt niet verwacht dat
Empliciti, als gehumaniseerd monoklonaal antilichaam, gemetaboliseerd zal worden door
cytochroom-P450- (CYP-)enzymen of andere geneesmiddelmetaboliserende enzymen. Er wordt niet
verwacht dat remming of inductie van deze enzymen door gelijktijdig toegediende geneesmiddelen
invloed zal hebben op de farmacokinetiek van Empliciti.
Empliciti kan worden gedetecteerd in de serumeiwit-elektroforese (serum protein electrophoresis,
SPEP)- en serumimmunofixatie-bepalingen bij myeloompatiënten, en het middel kan de juiste
classificatie van de respons verstoren. De aanwezigheid van elotuzumab in het serum van de patiënt
kan een kleine piek veroorzaken in de vroege gamma-regio bij SPEP die IgGƙ bij serumimmunofixatie
is. Deze interferentie kan invloed hebben op de bepaling van complete respons en mogelijk recidief
vanuit complete respons bij patiënten met myeloomproteïne van het type IgG kappa.
In geval van detectie van bijkomende pieken op de serumimmunofixatie, moet de mogelijkheid van
een biklonale gammopathie uitgesloten worden.
De samenvatting van de productkenmerken voor lenalidomide, pomalidomide en dexamethason die
gebruikt worden in combinatie met Empliciti moet geraadpleegd worden voordat met behandeling
begonnen wordt.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden/Anticonceptie bij mannen en vrouwen.
Empliciti mag niet gebruikt worden bij vrouwen die zwanger kunnen worden, tenzij de klinische
toestand van de vrouw een behandeling met elotuzumab vereist. Vrouwen die zwanger kunnen worden
moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens en tot 120 dagen na afloop van de behandeling.
Mannen moeten effectieve anticonceptiemaatregelen nemen gedurende en 180 dagen na de
behandeling indien hun partner zwanger is of zwanger kan worden en geen effectieve anticonceptie
gebruikt.
Zwangerschap
Er is geen menselijke ervaring met elotuzumab tijdens de zwangerschap. Elotuzumab zal gegeven
worden in combinatie met lenalidomide, wat gecontra-indiceerd is tijdens zwangerschap. Er zijn geen
gegevens uit dieronderzoek beschikbaar over het effect op reproductieve toxiciteit wegens het
ontbreken van een gepast diermodel. Empliciti mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap,
tenzij de klinische toestand van de vrouw behandeling met elotuzumab vereist.
De samenvatting van de productkenmerken voor alle geneesmiddelen die gebruikt worden in
combinatie met Empliciti moet geraadpleegd worden voordat met behandeling begonnen wordt.
Wanneer Empliciti gebruikt wordt met lenalidomide of pomalidomide bestaat er een risico op foetaal
letsel, inclusief ernstige levensbedreigende menselijke geboorteafwijkingen die in verband zijn
gebracht met deze middelen, en is er de noodzaak om te handelen naar de vereisten aangaande het
vermijden van zwangerschap, inclusief tests en anticonceptie. Lenalidomide en pomalidomide zijn
aanwezig in het bloed en het sperma van patiënten die het geneesmiddel krijgen. Zie de samenvatting
van de productkenmerken voor vereisten aangaande anticonceptie, vanwege de aanwezigheid en
transmissie in sperma, en voor aanvullende bijzonderheden. Patiënten die Empliciti krijgen in
combinatie met lenalidomide of pomalidomide moeten het programma voor zwangerschapspreventie
voor respectievelijk lenalidomide of pomalidomide volgen.
7
Borstvoeding
Van elotuzumab wordt niet verwacht dat het in de moedermelk uitgescheiden zal worden. Elotuzumab
wordt echter toegediend in combinatie met lenalidomide of pomalidomide. De borstvoeding moet
worden gestaakt vanwege het gebruik van lenalidomide of pomalidomide.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen onderzoeken uitgevoerd om het effect van elotuzumab op de vruchtbaarheid te evalueren.
Het effect van elotuzumab op de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid is dus onbekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de gemelde bijwerkingen wordt niet verwacht dat Empliciti invloed heeft op de
rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen. Patiënten die IRR's ervaren, moeten het
advies krijgen niet te rijden en geen machines te bedienen totdat de symptomen zijn verminderd.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheidsgegevens van elotuzumab werden beoordeeld vanuit een totaal van 682 patiënten met
multipel myeloom die behandeld werden met elotuzumab in combinatie met lenalidomide en
dexamethason (451 patiënten), bortezomib en dexamethason (103 patiënten), of pomalidomide en
dexamethason (128 patiënten) samengebracht vanuit 8 klinische onderzoeken. De meeste
bijwerkingen waren licht tot matig van aard (graad 1 of 2).
De ernstigste bijwerking die zich kan voordoen tijdens behandeling met elotuzumab is pneumonie.
De vaakst voorkomende bijwerkingen (doen zich voor bij > 10% van de patiënten) tijdens behandeling
met elotuzumab waren IRR's, diarree, herpes zoster, nasofaryngitis, hoesten, pneumonie, infectie van
de bovenste luchtwegen, lymfopenie en gewichtsverlies.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen die gemeld werden bij 682 patiënten met multipel myeloom die in 8 klinische
onderzoeken behandeld werden met elotuzumab worden weergegeven in tabel 5.
Deze bijwerkingen worden weergegeven per systeem/orgaanklasse en per frequentie. De frequenties
worden gedefinieerd als: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden
(≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet
worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep, zijn de bijwerkingen weergegeven in volgorde van
afnemende ernst.
8
Tabel 5:
Bijwerkingen bij patiënten met multipel myeloom die behandeld werden met
Empliciti
Systeem/orgaanklass Bijwerkingen
Totale frequentie
Frequentie
e
graad 3/4
a
Infecties en
Pneumonie
Zeer vaak
Vaak
b
parasitaire
Herpes zoster
Vaak
Soms
aandoeningen
Bovenste
Zeer vaak
Vaak
luchtweginfectie
Nasofaryngitis
Zeer vaak
Niet bekend
c
Bloed- en lymfestel-
Lymfopenie
Zeer vaak
Vaak
selaandoeningen
Leukopenie
Vaak
Vaak
Immuunsysteemaan-
Anafylactische reactie
Soms
Soms
doeningen
Overgevoeligheid
Vaak
Soms
Psychische
Stemmingsveranderin- Vaak
Niet bekend
stoornissen
gen
Zenuwstelselaandoe-
Hoofdpijn
Zeer vaak
Soms
ningen
Hypo-esthesie
Vaak
Soms
Bloedvataandoeningen
Diepe veneuze
Vaak
Vaak
trombose
Ademhalingsstelsel-,
Hoesten
d
Zeer vaak
Soms
borstkas- en mediasti-
Orofaryngeale pijn
Vaak
Niet bekend
numaandoeningen
Maagdarmstelselaan-
Diarree
Zeer vaak
Vaak
doeningen
Huid- en onderhuid-
Nachtzweten
Vaak
Niet bekend
aandoeningen
Algemene
Pijn op de borst
Vaak
Vaak
aandoeningen en
Vermoeidheid
Zeer vaak
Vaak
toedieningsplaats-
Pyrexie
Zeer vaak
Vaak
stoornissen
Onderzoeken
Gewicht verlaagd
Zeer vaak
Soms
Letsels, intoxicaties en
Infusiegerelateerde
Vaak
Soms
verrichtingscomplica-
reactie
ties
a
Het begrip ‘pneumonie’ is een groepering van de volgende begrippen: pneumonie, atypische pneumonie,
bronchopneumonie, lobaire pneumonie, bacteriële pneumonie, pneumonie door schimmels, influenzapneumonie en
pneumokokkenpneumonie
b
Het begrip ‘herpes zoster’ is een groepering van de volgende begrippen: herpes zoster, orale herpes en herpesvirusinfectie.
c
Het begrip ‘lymfopenie’ omvat de volgende begrippen: lymfopenie en verlaging in aantal lymfocyten.
d
Het begrip ‘hoesten’ omvat de volgende begrippen: hoest, productieve hoest en hoestsyndroom van de bovenste
luchtwegen.
Voor blootstelling gecorrigeerde percentages voor bijwerkingen (alle graden en graad 3/4) in
CA204004, een klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom waarin Empliciti in
combinatie met behandeling met lenalidomide en dexamethason (n = 318) wordt vergeleken met
behandeling met lenalidomide en dexamethason (n = 317), worden getoond in tabel 6.
9
Tabel 6:
CA204004 Voor blootstelling gecorrigeerde percentages voor bijwerkingen voor met
Empliciti behandelde patiënten versus met lenalidomide en dexamethason
behandelde patiënten [omvat meerdere voorvallen bij alle behandelde patiënten]
Empliciti +
Lenalidomide en Dexamethason
N = 318
Alle graden
Graad 3/4
Lenalidomide en Dexamethason
N = 317
Alle graden
Graad 3/4
Percenta-
ge (inci-
dentiecij-
fer/100 pa
tiëntjaren)
3,1
2,4
6,2
-
-
1,0
Percenta- Aantal
ge (inci-
voor-
dentiecij- vallen
fer/100 pa
tiëntjaren)
49,3
27,7
34,7
20,3
27,7
22,7
13
10
26
-
-
4
Bijwerking
Aantal
voor-
vallen
Percenta- Aantal
ge (inci-
voor-
dentiecij- vallen
fer/100 pa
tiëntjaren)
59,2
43,0
40,0
33,2
29,5
25,2
19
8
33
1
-
2
Percenta- Aantal
ge (inci-
voor-
dentiecij- vallen
fer/100 pa
tiëntjaren)
3,7
1,6
6,4
0,2
-
0,4
206
116
145
85
116
95
Diarree
Pyrexie
Vermoeidheid
Hoesten
a
Nasofaryngitis
Infectie van de
bovenste
luchtwegen
Lymfopenie
b
Hoofdpijn
Pneumonie
c
Leukopenie
Herpes zoster
d
Orofaryngeale
pijn
Nachtzweten
Pijn op de borst
Diepe veneuze
trombose
Hypo-esthesie
303
220
205
170
151
129
90
88
80
70
51
45
17,6
17,2
15,6
13,7
10,0
8,8
8,6
6,1
5,7
5,1
4,9
4,5
2,0
65
1
54
19
5
-
4
-
2
18
1
-
-
12,7
0,2
10,5
3,7
1,0
-
0,8
-
0,4
3,5
0,2
-
-
57
40
54
65
24
17
20
12
12
12
12
8
4
13,6
9,6
12,9
15,5
5,7
4,1
4,8
2,9
2,9
2,9
2,9
1,9
1,0
31
1
34
21
3
-
-
-
1
7
-
-
1
7,4
0,2
8,1
5,0
0,7
-
-
-
0,2
1,7
-
-
0,2
Gewicht verlaagd 44
31
29
26
25
Stemmingsveran- 23
deringen
Overgevoelighei
d
a
10
Het begrip ‘hoesten’ omvat de volgende begrippen: hoest, productieve hoest en hoestsyndroom van de bovenste
luchtwegen.
b
Het begrip ‘lymfopenie’ omvat de volgende begrippen: lymfopenie en verlaging in aantal lymfocyten.
c
Het begrip ‘pneumonie’ is een groepering van de volgende begrippen: pneumonie, atypische pneumonie,
bronchopneumonie, lobaire pneumonie, bacteriële pneumonie, pneumonie door schimmels, grieppneumonie en
pneumokokkenpneumonie.
d
Het begrip ‘herpes zoster’ is een groepering van de volgende begrippen: herpes zoster, orale herpes en infectie met het
herpesvirus.
Voor blootstelling gecorrigeerde percentages voor bijwerkingen (alle graden en graad 3/4) in
CA204125, een klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom waarin Empliciti in
combinatie met behandeling met pomalidomide en dexamethason (N = 60) werd vergeleken met
behandeling met pomalidomide en dexamethason (N = 55), worden getoond in tabel 7.
10
Tabel 7:
CA204125 Voor blootstelling gecorrigeerde percentages voor bijwerkingen voor met
Empliciti behandelde patiënten versus met pomalidomide en dexamethason
behandelde patiënten [omvat meerdere voorvallen bij alle behandelde patiënten]
Empliciti +
pomalidomide en dexamethason
N = 60
Alle graden
Graad 3/4
pomalidomide en dexamethason
N = 55
Alle graden
Graad 3/4
Percenta-
ge (inci-
dentiecij-
fer/100 pa
tiëntjaren)
-
-
2,9
Percenta- Aantal
voor-
ge (inci-
dentiecij- vallen
fer/100 pa
tiëntjaren)
26,2
29,1
29,1
-
-
1
Bijwerking
Aantal
voor-
vallen
Percenta- Aantal
voor-
ge (inci-
dentiecij- vallen
fer/100 pa
tiëntjaren)
25,2
25,2
18,9
1
-
-
Percenta- Aantal
voor-
ge (inci-
dentiecij- vallen
fer/100 pa
tiëntjaren)
2,1
-
-
9
10
10
Hoesten
a
Nasofaryngitis
Infectie van de
bovenste
luchtwegen
Leukopenie
Lymfopenie
b
Pneumonie
c
Herpes zoster
d
12
12
9
13
10
6
5
27,3
21,0
12,6
10,5
4,2
4,2
2,1
2,1
2,1
9
6
4
-
1
-
-
-
-
18,9
12,6
8,4
-
2,1
-
-
-
-
3
1
9
3
1
1
-
1
1
8,7
2,9
26,2
8,7
2,9
2,9
0,0
2,9
2,9
2
1
8
-
-
-
-
-
-
5,8
2,9
23,3
-
-
-
-
-
-
Infusiegerelateer- 2
de reactie
Pijn op de borst
Nachtzweten
Hypo-esthesie
Stemmingswis-
selingen
a
2
1
1
1
Het begrip ‘hoesten’ omvat de volgende begrippen: hoest, productieve hoest en hoestsyndroom van de bovenste
luchtwegen.
b
Het begrip ‘lymfopenie’ omvat de volgende begrippen: lymfopenie en verlaging in aantal lymfocyten.
c
Het begrip ‘pneumonie’ is een groepering van de volgende begrippen: pneumonie, atypische pneumonie,
bronchopneumonie, lobaire pneumonie, bacteriële pneumonie, pneumonie door schimmels, grieppneumonie en
pneumokokkenpneumonie.
d
Het begrip ‘herpes zoster’ is een groepering van de volgende begrippen: herpes zoster, orale herpes, infectie met het
herpesvirus en herpes zoster ophthalmicus.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
IRR's
In de klinisch onderzoeken bij patiënten met multipel myeloom werden IRR's gemeld bij ongeveer
10% van de patiënten die premedicatie kregen en die behandeld werden met Empliciti in combinatie
met lenalidomide en dexamethason (N = 318) en 3% van de patiënten die premedicatie kregen en die
behandeld werden met Empliciti in combinatie met pomalidomide en dexamethason (N=60) (zie
rubriek 4.4). Het percentage lichte tot gematigde IRR's was > 50% bij patiënten die geen premedicatie
kregen. Alle meldingen van IRR's waren ≤ graad 3. IRR's van graad 3 deden zich voor bij 1% van de
patiënten. De vaakst voorkomende symptomen van een IRR in studie CA204004 omvatten koorts,
rillingen en hoge bloeddruk. Vijf procent (5%) van de patiënten had een onderbreking nodig van de
toediening van Empliciti voor een mediane duur van 25 minuten vanwege een IRR, en 1% van de
patiënten stopte vanwege IRR's. Van de patiënten die een IRR ervaarden, kreeg 70% (23/33) de reactie
tijdens de eerste dosis. Alle IRR's die werden gemeld in studie CA204125 deden zich voor tijdens de
eerste behandelingscyclus en waren ≤ graad 2.
11
Infecties
De incidentie van infecties, inclusief pneumonie, lag hoger bij Empliciti-behandeling dan bij de
controlegroep (zie rubriek 4.4). In een klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom
(CA204004) werden infecties gemeld bij 81,4% van de patiënten uit de groep met Empliciti in
combinatie met lenalidomide en dexamethason (n = 318), en 74,4% uit de groep met lenalidomide en
dexamethason (n = 317). Infecties van graad 3-4 werden opgemerkt bij 28% en 24,3% van
respectievelijk de patiënten die behandeld werden met Empliciti in combinatie met lenalidomide en
dexamethason en de patiënten die behandeld werden met lenalidomide en dexamethason. Fatale
infecties kwamen niet vaak voor en werden gemeld bij 2,5% van de patiënten die behandeld werden
met Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason en bij 2,2% van de patiënten die
behandeld werden met lenalidomide en dexamethason. De incidentie van pneumonie was hoger in de
groep met Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason in vergelijking met de groep
met lenalidomide en dexamethason, gemeld als respectievelijk 15,1% vs. 11,7%, met een fataal
resultaat bij respectievelijk 0,6% vs. 0%.
In een klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom (CA204125) werden infecties gemeld
bij 65% van de patiënten uit de groep met Empliciti in combinatie met pomalidomide en
dexamethason (N = 60), en 65,5% uit de groep met pomalidomide en dexamethason (N = 55).
Infecties van graad 3-4 werden opgemerkt bij 13,3% en 21,8% van respectievelijk de patiënten die
behandeld werden met Empliciti in combinatie met pomalidomide en dexamethason en de patiënten
die behandeld werden met pomalidomide en dexamethason. Fatale infecties (d.w.z. graad 5 infecties)
kwamen niet vaak voor en werden gemeld bij 5% van de patiënten die behandeld werden met
Empliciti in combinatie met pomalidomide en dexamethason en bij 3,6% van de patiënten die
behandeld werden met pomalidomide en dexamethason.
SPM's
De incidentie van SPM’s lag hoger bij Empliciti-behandeling dan bij de controlegroep (zie
rubriek 4.4). In het klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom (CA204004) werden
invasieve SPM’s waargenomen bij 6,9% van de patiënten uit de groep met Empliciti in combinatie
met lenalidomide en dexamethason (n = 318) en 4,1% uit de groep met lenalidomide en dexamethason
(n = 317). Van SPM’s is bekend dat ze geassocieerd zijn met blootstelling aan lenalidomide, wat werd
uitgebreid naar patiënten die behandeld werden met Empliciti in combinatie met lenalidomide en
dexamethason vs. lenalidomide en dexamethason. Het percentage hematologische maligniteiten was
hetzelfde voor de twee behandelingsgroepen (1,6%). Vaste tumoren werden gemeld bij 2,5% en 1,9%
van respectievelijk de patiënten die behandeld werden met Empliciti in combinatie met lenalidomide
en dexamethason en de patiënten die behandeld werden met lenalidomide en dexamethason.
Niet-melanome huidkanker werd gemeld bij 3,1% en 1,6% van respectievelijk de patiënten die
behandeld werden met Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason en de patiënten die
behandeld werden met lenalidomide en dexamethason.
Er werden geen SPM voorvallen gerapporteerd bij patiënten die behandeld werden met Empliciti in
combinatie met pomalidomide en dexamethason (N = 60) en 1 voorval (1,8%) bij patiënten die
behandeld werden met pomalidomide en dexamethason (N = 55) in studie CA204125.
Diepe veneuze trombose
In een klinisch onderzoek met patiënten met multipel myeloom (CA204004), werd diepe veneuze
trombose gerapporteerd bij 7,2% van de patiënten die behandeld werden met Empliciti gecombineerd
met lenalidomide en dexamethason (N = 318) en 3,8% van de patiënten behandeld met lenalidomide
en dexamethason (N = 317). Van de patiënten die behandeld werden met aspirine, werd diepe veneuze
trombose gerapporteerd bij 4,1 % van de patiënten die behandeld werden met Empliciti gecombineerd
met lenalidomide en dexamethason (E-Ld) en bij 1,4% van de patiënten behandeld met lenalidomide
en dexamethason (Ld). De percentages diepe veneuze trombose geobserveerd tussen de
behandelingsgroepen waren gelijkaardig voor patiënten aan wie profylactisch
laagmoleculairgewicht-heparine gegeven werd (2,2% in beide groepen), en voor patiënten aan wie
vitamine K-antagonisten gegeven werd, waren de percentages 0% voor patiënten behandeld met E-Ld
en 6,7% voor patiënten behandeld met Ld.
12
Immunogeniciteit
Net als bij alle therapeutische eiwitten bestaat er een kans op immunogeniciteit tegen Empliciti.
Van 390 patiënten in vier klinische onderzoeken die behandeld werden met Empliciti en die
evalueerbaar waren voor de aanwezigheid van antilichamen tegen het product, testten 72 patiënten
(18,5%) positief op tijdens de behandeling optredende antilichamen tegen het product, gemeten met
een elektrochemiluminescente (ECL) bepaling. Neutraliserende antilichamen werden gedetecteerd bij
19 van de 299 patiënten in CA204004. Bij de meeste patiënten deed immunogeniciteit zich vroeg in de
behandeling voor en was deze kortstondig (verdween in 2 tot 4 maanden). Er was geen duidelijk
causaal bewijs van gewijzigde farmacokinetische, werkzaamheids- of toxiciteitsprofielen met de
ontwikkeling van antilichamen tegen het product, op basis van de populatieanalyses inzake
farmacokinetiek en blootstelling-respons.
Van de 53 patiënten in CA204125 die behandeld werden met Empliciti en die evalueerbaar waren
voor de aanwezigheid van antilichamen tegen het product, testten 19 patiënten (36%) positief,
waarvan 1 patiënt persistent positief, op tijdens de behandeling optredende antilichamen tegen het
product, gemeten met een elektrochemiluminescente (ECL) bepaling. De antilichamen tegen het
product kwamen bij deze 19 patiënten op binnen de eerste 2 maanden na starten van de behandeling
met Empliciti. Bij 18 (95%) van deze 19 patiënten verdwenen de antilichamen tegen het product in
2 tot 3 maanden. Neutraliserende antilichamen werden gedetecteerd bij 2 van de 53 patiënten.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Van één patiënt werd een overdosis gemeld met 23,3 mg/kg lichaamsgewicht elotuzumab in
combinatie met lenalidomide en dexamethason. De patiënt had geen symptomen, vereiste geen
behandeling voor de overdosis en was in staat verder te gaan met de elotuzumab-behandeling.
In geval van overdosering moeten patiënten nauwkeurig worden gecontroleerd op tekenen of
symptomen van bijwerkingen, en moet een geschikte symptomatische behandeling worden gestart.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antineoplastische middelen, monoklonale antilichamen, en
antilichaam-geneesmiddelconjugaten, andere monoklonale antilichamen en antilichaam-
geneesmiddelconjugaten. ATC-code: L01FX08.
Werkingsmechanisme
Elotuzumab is een immunostimulerend gehumaniseerd, IgG1-monoklonaal antilichaam dat zich
specifiek richt op het eiwit signalerend lymfocytactivatiemolecuulfamilielid 7 (SLAMF7). SLAMF7
wordt in hoge mate tot expressie gebracht op multipel myeloom-cellen, onafhankelijk van
cytogenetische afwijkingen. SLAMF7 wordt eveneens tot expressie gebracht op naturalkillercellen
(NK), normale plasmacellen en andere immuuncellen, inclusief sommige T-celsubsets, monocyten,
B-cellen, macrofagen en pDC’s (plasmacytoïde dendritische cellen), maar wordt niet gedetecteerd op
normale vaste weefsels of hemopoëtische stamcellen.
Elotuzumab activeert naturalkillercellen rechtstreeks via zowel de SLAMF7-route als via
Fc-receptoren die de antimyeloomactiviteit
in vitro
verhogen. Elotuzumab richt zich eveneens op
SLAMF7 op myeloomcellen en via interacties met Fc receptoren op specifieke immuuncellen,
13
bevordert de vernietiging van myeloomcellen via NK cel-gemedieerde antilichaamafhankelijke
cellulaire cytotoxiciteit (antibody-dependent cellular cytotoxicity, ADCC) en macrofaag gemedieerde
antilichaamafhankelijke cellulaire fagocytose (ADCP). In niet-klinische modellen werd aangetoond
dat elotuzumab synergistische activiteit heeft wanneer het gecombineerd wordt met lenalidomide,
pomalidomide of bortezomib.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason (CA204004)
CA204004 is een gerandomiseerd, open-label onderzoek werd uitgevoerd ter evaluatie van de
werkzaamheid en veiligheid van Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason (E-Ld)
bij patiënten met multipel myeloom die een tot drie eerdere behandelingen hadden gekregen. Alle
patiënten hadden gedocumenteerde progressie volgend op hun meest recente behandeling. Patiënten
die refractair waren voor lenalidomide werden uitgesloten en 6% van de patiënten had eerdere
behandeling met lenalidomide gekregen. Patiënten moesten minimaal 12 weken herstellen na een
autologe stamceltransplantatie (SCT), en 16 weken van allogene SCT. Patiënten met een cardiale
amyloïdose of plasmacellenleukemie werden van dit onderzoek uitgesloten
Geschikte patiënten werden gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 om behandeld te worden met
ofwel Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason, ofwel lenalidomide en
dexamethason (Ld). Behandeling werd toegediend in cycli van 4 weken tot ziekteprogressie of
onaanvaardbare toxiciteit. Elotuzumab 10 mg/kg lichaamsgewicht werd elke week voor de eerste 2
cycli en daarna om de 2 weken intraveneus toegediend. Voorafgaand aan infusie met Empliciti werd
dexamethason toegediend als een verdeelde dosis: een orale dosis van 28 mg en een intraveneuze
dosis van 8 mg. In de controlegroep en in weken zonder Empliciti werd 40 mg dexamethason
wekelijks als een enkelvoudige orale dosis toegediend. Lenalidomide 25 mg werd eenmaal daags oraal
ingenomen voor de eerste 3 weken van elke cyclus. Beoordeling van de tumorrespons werd om de
4 weken uitgevoerd.
In totaal werden 646 patiënten gerandomiseerd voor behandeling: 321 naar Empliciti in combinatie
met lenalidomide en dexamethason en 325 naar lenalidomide en dexamethason.
Demografische kenmerken en baselinekenmerken waren evenwichtig verdeeld over de
behandelingsgroepen. De mediane leeftijd bedroeg 66 jaar (bereik van 37 tot 91); 57% van de
patiënten was ouder dan 65 jaar; 60% van de patiënten was mannelijk; blanken maakten 84% van de
onderzoekspopulatie uit, Aziaten 10% en zwarten 4%. Het stadium volgens het International Staging
System (ISS) was I bij 43%, II bij 32% en III bij 21% van de patiënten. De cytogenetische categorieën
met hoog risico van del17p en t(4;14) waren aanwezig bij respectievelijk 32% en 9% van de patiënten.
Het mediane aantal eerdere behandelingen bedroeg 2. Vijfendertig procent (35%) van de patiënten was
refractair (progressie tijdens of binnen 60 dagen na laatste behandeling) en 65% had een recidief
(progressie na 60 dagen na laatste behandeling). Eerdere behandelingen omvatten:
stamceltransplantatie (55%), bortezomib (70%), melfalan (65%), thalidomide (48%) en lenalidomide
(6%).
De primaire eindpunten van dit onderzoek, progressievrije overleving (progression-free survival,
PFS), zoals beoordeeld aan de hand van de kansverhouding (HR – hazardratio), en het totale
responspercentage (overall response rate, ORR), werden bepaald op basis van beoordelingen die door
een geblindeerde onafhankelijke toetsingscommissie (IRC) uitgevoerd werden.
Werkzaamheidsresultaten worden weergegeven in tabel 8 en in figuur 1. Het mediane aantal
behandelingscycli bedroeg 19 voor de Empliciti-groep en 14 voor de vergelijkingsgroep.
Totale overleving (overall survival, OS) was een secundair eindpunt. Vooraf was gepland dat de
definitieve OS-analyse zou plaatsvinden na ten minste 427 sterfgevallen.
14
Tabel 8:
CA204004 Werkzaamheidsresultaten
E-Ld
N = 321
Ld
n = 325
PFS (ITT)
Risicoverhouding [97,61%-BI]
Gestratificeerde log-ranktest p-waarde
a
1-jarig PFS-percentage (%)
2-jarig PFS-percentage (%)
[95%-BI]
[95%-BI]
68 [63, 73]
39 [34, 45]
23 [18, 28]
18,5 [16,5, 21,4]
252 (78,5) [73,6, 82,9]
0,0002
14 (4,4)
f
91 (28,3)
147 (45,8)
105 (32,7)
24 (7,4)
67 (20,6)
122 (37,5)
91 (28,0)
0,68 [0,55, 0,85]
0,0001
56 [50, 61]
26 [21, 31]
15 [10, 20]
14,3 [12,0, 16,0]
213 (65,5) [60,1, 70,7]
3-jarig PFS-percentage
b
(%) [95%-BI]
Mediane PFS in maanden [95%-BI]
Respons
Totale respons (ORR)
c
n (%) [95%-BI]
p-waarde
d
Complete respons (CR + sCR)
e
n (%)
Zeer goede partiële respons (Very Good
Partial Response, VGPR) n (%)
Partiële respons (RR/PR) n (%)
Gecombineerde responsen (CR+sCR+VGPR) n
(%)
Totale overleving
g
Risicoverhouding [95,4%-BI]
Gestratificeerde log-ranktest p-waarde
Mediane OS in maanden [95%-BI]
a
0,82 [0,68, 1,00]
0,0408
h
48,30 [40,34, 51,94]
39,62 [33,25, 45,27]
p-waarde op basis van de log-ranktest, gestratificeerd naar B2-microglobulinen (< 3,5 mg/l versus ≥ 3,5 mg/l), aantal
eerdere behandelingslijnen (1 versus 2 of 3), en eerdere immunomodulerende behandeling (geen versus eerder alleen
thalidomide versus andere).
b
Een vooraf gespecificeerde analyse voor percentage 3-jarige PFS werd uitgevoerd op basis van een minimale
follow-upduur van 33 maanden.
c
Criteria van de European Group for Blood and Marrow Transplantation (EBMT).
d
p-waarde op basis van de Cochran-Mantel-Haenszel chi-kwadraattest, gestratificeerd naar B2-microglobulinen
(< 3,5 mg/l versus ≥ 3,5 mg/l), aantal eerdere behandelingslijnen (1 versus 2 of 3), en eerdere immunomodulerende
behandeling (geen versus alleen eerder thalidomide versus andere).
e
Complete respons (CR) + strikte complete respons (sCR).
f
Percentages complete respons in de Empliciti-groep worden mogelijk onderschat vanwege interferentie van het
monoklonaal antilichaam elotuzumab met de immunofixatiebepaling en de serumeiwit-elektroforesebepaling.
g
Een vooraf gespecificeerde definitieve analyse voor OS werd uitgevoerd op basis van ten minste 427 sterfgevallen
met een minimale follow-upduur van 70,6 maanden.
h
De definitieve OS-analyse voldeed aan de in het protocol gespecificeerde grens voor statistische significantie
(p ≤ 0,046).
BI: betrouwbaarheidsinterval
15
Figuur 1:
CA204004 Progressievrije overleving
E-Ld
Ld
Waarschijnlijkheid van progressievrij (%)
HR (97,61%-BI): 0,68 (0,55, 0,85)
p-waarde: 0,0001
Progressievrije overleving (maanden)
Aantal proefpersonen met risico
E-Ld 321
282
240
206
164
133
87
43
Ld
325
262
204
168
130
97
53
24
12
7
1
Verbeteringen waargenomen in PFS waren consistent voor de verschillende subsets, ongeacht leeftijd
(< 65 jaar versus ≥ 65 jaar), risicostatus, aanwezigheid of afwezigheid van cytogenetische categorieën
del17p of t(4:14), ISS-stadium, aantal eerdere behandelingen, eerdere immunomodulerende
blootstelling, eerdere blootstelling aan bortezomib, status als recidief ondervindend of refractair, of
nierfunctie, zoals getoond wordt in tabel 9.
Tabel 9:
CA204004 Werkzaamheidsresultaten voor subsets
E-Ld
N = 321
Mediane PFS
(maanden) [95%-BI]
19,4 [15,9, 23,1]
18,5 [15,7, 22,2]
14,8 [9,1, 19,6]
19,4 [16,5, 22,7]
19,6 [15,8, NE]
18,5 [15,8, 22,1]
15,8 [8,4, 18,4]
19,6 [17,0, 23,0]
22,2 [17,8, 31,3]
15,9 [9,5, 23,1]
14,0 [9,3, 17,3]
16
Subset beschrijving
Leeftijd
< 65 jaar
≥ 65 jaar
Risicofactoren
Hoog risico
Standaard risico
Cytogenetische categorie
Aanwezigheid van del17p
Afwezigheid van del17p
Aanwezigheid van t(4;14)
Afwezigheid van t(4;14)
ISS-stadium
I
II
III
Ld
N = 325
Mediane PFS
(maanden) [95%-BI]
15,7 [11,2, 18,5]
12,9 [10,9, 14,9]
7,2 [5,6, 11,2]
16,4 [13,9, 18,5]
14,9 [10,6, 17,5]
13,9 [11,1, 16,4]
5,5 [3,1, 10,3]
14,9 [12,4, 17,1]
16,4 [14,5, 18,6]
12,9 [11,1, 18,5]
7,4 [5,6, 11,7]
HR [95%-BI]
0,74 [0,55, 1,00]
0,64 [0,50, 0,82]
0,63 [0,41, 0,95]
0,75 [0,59, 0,94]
0,65 [0,45, 0,93]
0,68 [0,54, 0,86]
0,55 [0,32, 0,98]
0,68 [0,55, 0,84]
0,61 [0,45, 0,83]
0,83 [0,60, 1,16]
0,70 [0,48, 1,04]
Subset beschrijving
Eerdere behandelingen
Lijnen van eerdere
behandeling = 1
Lijnen van eerdere
behandeling = 2 of 3
Eerdere blootstelling van
thalidomide
Geen eerdere
immunomodulerende
blootstelling
Eerdere blootstelling aan
bortezomib
Geen eerdere blootstelling aan
bortezomib
Respons op de behandeling
Recidief
Refractair
Nierfunctiestoornis
Baseline CrCl < 60 ml/min
Baseline CrCl ≥ 60 ml/min
E-Ld
N = 321
Mediane PFS
(maanden) [95%-BI]
18,5 [15,8, 20,7]
18,5 [15,9, 23,9]
18,4 [14,1, 23,1]
18,9 [15,8, 22,2]
Ld
N = 325
Mediane PFS
(maanden) [95%-BI]
14,5 [10,9, 17,5]
14,0 [11,1, 15,7]
12,3 [9,3, 14,9]
17,5 [13,0, 20,0]
HR [95%-BI]
0,71 [0,54, 0,94]
0,65 [0,50, 0,85]
0,61 [0,46, 0,80]
0,78 [0,59, 1,04]
17,8 [15,8, 20,3]
21,4 [16,6, NE]
12,3 [10,2, 14,9]
17,5 [13,1, 21,3]
0,67 [0,53, 0,84]
0,70 [0,48, 1,00]
19,4 [16,6, 22,2]
16,6 [14,5, 23,3]
18,5 [14,8, 23,3]
18,5 [15,9, 22,2]
16,6 [13,0, 18,9]
10,4 [6,6, 13,3]
11,7 [7,5, 17,4]
14,9 [12,1, 16,7]
0,75 [0,59, 0,96]
0,55 [0,40, 0,76]
0,56 [0,39, 0,80]
0,72 [0,57, 0,90]
De 1-, 2-, 3-, 4- en 5-jarige percentages totale overleving voor Empliciti in combinatie met
behandeling met lenalidomide en dexamethason bedroegen respectievelijk 91%, 73%, 60%, 50% en
40%, in vergelijking met 83%, 69%, 53%, 43% en 33% voor behandeling met lenalidomide en
dexamethason (zie figuur 2).
De vooraf geplande definitieve OS-analyse werd uitgevoerd na 212 sterfgevallen in de E-Ld-groep en
225 sterfgevallen in de Ld-groep. De minimale follow-up was 70,6 maanden. Een statistisch
significant OS-voordeel werd waargenomen in patiënten in de E-Ld-groep vergeleken met patiënten in
de Ld-groep. Mediane OS in de E-Ld-groep was 48,30 maanden vergeleken met 39,62 maanden in de
Ld-groep. Patiënten in de E-Ld-groep hadden een 18% verlaagd overlijdensrisico vergeleken met
patiënten in de Ld-groep (HR = 0,82; 95,4%-BI: 0,68, 1,00; p-waarde = 0,0408). Zie tabel 8 en
figuur 2.
17
Figuur 2:
CA204004 Totale overleving
E-Ld
Ld
Waarschijnlijkheid levend
HR (95,4%-BI): 0,82 (0,68, 1,00)
p-waarde: 0,0408
Totale overleving (maanden)
Aantal proefpersonen met risico
E-Ld 321 303 283 250 224 197 181 163 149 129 115 105
Ld
325 287 255 228 208 184 159 142 128 116 98 86
57
47
15
9
2
Empliciti in combinatie met pomalidomide en dexamethason (CA204125)
CA204125 is een gerandomiseerd open-label onderzoek dat werd uitgevoerd om de werkzaamheid en
veiligheid van Empliciti in combinatie met pomalidomide en dexamethason (E-Pd) te evalueren bij
patiënten met refractair of recidief en refractair multipel myeloom die ten minste twee eerdere
behandelingen hadden gekregen, inclusief lenalidomide en een proteasoomremmer en die
ziekteprogressie vertoonden bij de laatste behandeling of binnen 60 dagen daarna. Patiënten waren
refractair als ze progressie vertoonden tijdens of binnen 60 dagen na de behandeling met lenalidomide
en een proteasoomremmer en tijdens of binnen 60 dagen na de laatste behandeling. Patiënten waren
recidief en refractair als ze ten minste een partiële respons hadden op eerdere behandeling met
lenalidomide en een proteasoomremmer, maar binnen 6 maanden progressie vertoonden en een
progressieve ziekte hadden ontwikkeld tijdens of binnen 60 dagen na het voltooien van de laatste
behandeling. Patiënten met een graad 2 of hogere perifere neuropathie werden uitgesloten van klinisch
onderzoek met E-Pd.
In totaal werden 117 patiënten gerandomiseerd in een 1:1 ratio voor behandeling: 60 naar elotuzumab
in combinatie met pomalidomide en dexamethason (E-Pd) en 57 naar pomalidomide en dexamethason
(Pd). Behandeling werd toegediend in cycli van 4 weken (28 dagen) tot ziekteprogressie of
onaanvaardbare toxiciteit. Gedurende de eerste 2 cycli werd iedere week elotuzumab
10 mg/kg lichaamsgewicht intraveneus toegediend en daarna iedere 4 weken
20 mg/kg lichaamsgewicht.
Dexamethason werd toegediend op dag 1, 8, 15 en 22 van iedere cyclus. In weken met Empliciti
infusie werd dexamethason toegediend voorafgaand aan Empliciti als een verdeelde dosis: patiënten
≤ 75 jaar kregen een orale dosis van 28 mg en een intraveneuze dosis van 8 mg; patiënten > 75 jaar
kregen een orale dosis van 8 mg en een intraveneuze dosis van 8 mg. In weken zonder een
Empliciti-infusie en in de controle-groep werd dexamethason toegediend als een orale dosis van 40 mg
bij patiënten ≤ 75 jaar en als een orale dosis van 20 mg bij patiënten > 75 jaar. Beoordeling van de
tumorrespons werd om de 4 weken uitgevoerd.
Demografische kenmerken en baselinekenmerken waren evenwichtig verdeeld over de
behandelingsgroepen. De mediane leeftijd bedroeg 67 jaar (spreiding van 36 tot 81); 62% van de
18
patiënten was ouder dan 65 jaar; 57% van de patiënten was mannelijk; blanken maakten 77% van de
onderzoekspopulatie uit, Aziaten 21% en zwarten 1%. Het stadium volgens het International Staging
System (ISS) was I bij 50%, II bij 38% en III bij 12% van de patiënten. De chromosomale afwijkingen
als bepaald door de FISH van del(17p), t(4;14) en t(14;16) waren aanwezig in respectievelijk 5%, 11%
en 7% van de patiënten. Elf (9,4%) patiënten had hoog-risico myeloom. Het mediane aantal eerdere
behandelingen bedroeg 3. Zevenentachtig procent (87%) van de patiënten was refractair voor
lenalidomide, 80% was refractair voor een proteasoomremmer en 70% was refractair voor zowel
lenalomide en een proteasoomremmer. Eerdere behandelingen omvatten: stamceltransplantatie (55%),
bortezomib (100%), lenalidomide (99%), cyclofosfamide (66%) melfalan (63%), carfilzomib (21%)
ixazomib (6%) en daratumumab (3%).
Het mediane aantal behandelingscycli bedroeg 9 voor de E-Pd-groep en 5 voor de Pd-groep.
Het primaire eindpunt was PFS zoals beoordeeld door de onderzoeker, volgens de gewijzigde criteria
van de Internationale Myeloom Werkgroep (IMWG). Mediane PFS per ITT was 10,25 maanden
(95%-BI: 5,59, kon niet worden geschat (non-estimable; NE)) in de E-Pd-groep en 4,67 maanden
(95%-BI: 2,83, 7,16) in de Pd-groep. PFS en ORR werden ook beoordeeld door de IRC.
PFS-resultaten volgens de onderzoeker en IRC worden samengevat in tabel 10 (minimale follow-up
van 9,1 maanden). De Kaplan-Meier-curve voor PFS volgens de onderzoeker is weergegeven in
figuur 3.
Tabel 10:
CA204125 Progressievrije overleving en totale respons
Beoordeeld door de
onderzoeker
E-Pd
Pd
N = 60
N = 57
PFS (ITT)
Risicoverhouding [95%-BI]
Gestratificeerde log-ranktest p-waarde
a
Mediane PFS in maanden [95%-BI]
0,54 [0,34, 0,86]
0,0078
10,25
[5,59, NE]
4,67
[2,83, 7,16]
0,51 [0,32, 0,82]
0,0043
10,25
[6,54, NE]
4,70
[2,83, 7,62]
IRC beoordeeld
f
E-Pd
N = 60
Pd
N = 57
Respons
Totale respons (ORR)
b
n (%) [95%-BI]
p-waarde
c
Complete Respons (CR + sCR)
d
n (%)
Zeer goede partiële respons (Very Good Partial
Response, VGPR) n (%)
Partiële respons (RR/PR) n (%)
Gecombineerde responsen (CR+sCR+VGPR) n
(%)
a
32 (53,3)
15 (26,3)
35 (58,3)
14 (24,6)
[40,0, 66,3] [15,5, 39,7] [44,9, 70,9] [14,1, 37,8]
0,0029
5 (8,3)
e
7 (11,7)
20 (33,3)
12 (20,0)
1 (1,8)
4 (7,0)
10 (17,5)
5 (8,8)
0,0002
0 (0,0)
e
9 (15,0)
26 (43,3)
9 (15,0)
0 (0,0)
5 (8,8)
9 (15,8)
5 (8,8)
b
c
d
e
f
p-waarde gebaseerd op de log-rank test gestratificeerd voor stadium van de ziekte bij aanvang onderzoek
(International Staging System I-II vs III) en aantal eerdere lijnen van behandeling (2-3 vs ≥ 4) op moment van
randomisatie.
gewijzigde criteria van de Internationale Myeloom Werkgroep (IMWG).
p-waarde gebaseerd op de Cochran-Mantel-Haenszel chi-square test gestratificeerd voor stadium van de ziekte bij
aanvang onderzoek (International Staging System I-II vs III) en aantal eerdere lijnen van behandeling (2-3 vs ≥ 4) op
moment van randomisatie.
Complete respons (CR) + strikte complete respons (sCR).
Percentages complete respons in de Empliciti-groep worden mogelijk onderschat vanwege interferentie van het
monoklonaal antilichaam elotuzumab met de immunofixatiebepaling en de serumeiwit-elektroforesebepaling.
IRC beoordeling werd post-hoc uitgevoerd. NE:
non-estimable,
kon niet worden geschat
19
Figuur 3:
Waarschijnlijkheid van progressievrij (%)
CA204125 Progressievrije overleving volgens de onderzoeker
E-Pd
Pd
HR (95%-BI): 0,54 (0,34, 0,86)
p-waarde: 0,0078
Progressievrije overleving (maanden)
Aantal proefpersonen met risico
E-Pd
Pd
60
57
48
42
43
31
37
22
32
16
25
10
7
6
1
2
1
1
1
1
PFS ITT beoordeling volgens de onderzoeker werd geëvalueerd in verschillende subgroepen, inclusief
leeftijd (< 65 versus ≥ 65), ras, ISS-stadium, eerdere behandelingen, transplantatie, risico categorie,
ECOG-status, creatinineklaring en cytogenetische afwijkingen. Onafhankelijk van de subgroep die
werd geëvalueerd was PFS over het algemeen consistent met die waargenomen in de ITT populatie
voor de behandelgroepen. De resultaten moeten echter met de nodige voorzichtigheid worden
geïnterpreteerd, aangezien de beoordeling van consistentie van effect binnen verschillende subgroepen
werd bemoeilijkt door het zeer beperkte aantal patiënten in de verschillende subgroepen.
Totale overleving (overall survival, OS) was een belangrijk secundair eindpunt van het onderzoek.
Een vooraf geplande definitieve OS-analyse werd uitgevoerd na ten minste 78 sterfgevallen. De
minimale follow-up was 45,0 maanden. De OS-resultaten bij de definitieve analyse bereikten
statistische significantie. Een significant langere OS werd waargenomen bij patiënten in de
E-Pd-groep vergeleken met patiënten in de Pd-groep (HR = 0,59; 95%-BI: 0,37, 0,93;
p-waarde 0,0217), wat een 41% verlaagd overlijdensrisico weergeeft. Werkzaamheidsresultaten
worden weergegeven in tabel 11 en in figuur 4.
Tabel 11:
CA204125 Resultaten totale overleving
E-Pd
N = 60
Algehele overleving (OS)
**
Risicoverhouding [95%-BI]
Gestratificeerde log-ranktest p-waarde
*
Mediane OS in maanden [95%-BI]
*
Pd
N = 57
0,59 [0,37, 0,93]
0,0217
***
29,80 [22,87, 45,67]
17,41 [13,83, 27,70]
**
***
p-waarde gebaseerd op de log-ranktest gestratificeerd voor stadium van de ziekte bij aanvang onderzoek
(International Staging System I-II vs III) en aantal eerdere lijnen van behandeling (2-3 vs ≥ 4) op moment van
randomisatie.
Een vooraf gespecificeerde definitieve analyse voor OS werd uitgevoerd op basis van ten minste 78 sterfgevallen
(minimale follow-upduur van 45,0 maanden).
De definitieve OS-analyse overschreed zowel de vooraf bepaalde alfagrens voor statistische significantie (p ≤ 0,20)
als het strikte niveau van 0,05.
20
Figuur 4:
CA204125 Totale overleving
Waarschijnlijkheid levend
OS (maanden)
Aantal proefpersonen met risico
E-Pd 60 57 53 48 43
Pd
57
49
43
36
34
41
29
37
25
36
22
34
22
29
18
27
17
25
15
21
14
21
12
21
10
15
8
7
3
1
1
0
0
──∆─── E-Pd (voorvallen: 37/60), mediaan en 95%-BI: 29,80 (22,87, 45,67)
- - -- - - Pd (voorvallen: 41/57), mediaan en 95%-BI: 17,41 (13,83, 27,70)
E-Pd vs Pd - risicoverhouding en 95%-BI: 0,59 (0,37, 0,93)
80%-BI: 0,59 (0,44, 0,79), p-waarde: 0,0217
Bijgesteld alfaniveau = 0,2.
Symbolen geven gecensureerde observaties weer.
Gestratificeerd voor stadium van de ziekte bij aanvang onderzoek (International Staging System I-II vs
III) en aantal eerdere lijnen van behandeling (2-3 vs ≥ 4) op moment van randomisatie.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoeken in alle subgroepen van pediatrische patiënten bij de
behandeling van multipel myeloom (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek (FK) van elotuzumab werd bestudeerd bij patiënten met multipel myeloom.
Elotuzumab geeft niet-lineaire FK met verminderde klaring bij een verhoging van de dosering van
0,5-20 mg/kg lichaamsgewicht.
Absorptie
Elotuzumab wordt intraveneus gedoseerd en is daarom onmiddellijk en volledig biologisch
beschikbaar.
21
Distributie
Het geometrisch gemiddelde distributievolume van elotuzumab bij het aanbevolen doseringsregime in
combinatie met lenalidomide/dexamethason of pomalidomide/dexamethason bij steady state is
respectievelijk 5,7 l (variatiecoëfficiënt [CV]: 23%) en 5,6 l (CV: 21%).
Biotransformatie
Het metabolische pad van elotuzumab is niet gekarakteriseerd. Elotuzumab is een IgG-monoklonaal
antilichaam waarvan wordt verwacht dat het via katabole paden afgebroken wordt in kleine peptiden
en aminozuren.
Eliminatie
De geometrisch gemiddelde totale klaring van elotuzumab bij 10 mg/kg lichaamsgewicht (in
combinatie met lenalidomide en dexamethason) bij steady state is 0,194 l/dag (CV: 62,9%). Na
stopzetting van elotuzumab in combinatie met lenalidomide en dexamethason of in combinatie met
pomalidomide en dexamethason zullen concentraties van elotuzumab afnemen tot ongeveer 3%
(ongeveer 97% uitwassing, geschat door 5 halfwaardetijden) van de voor de populatie voorspelde
maximale serumconcentratie bij steady state in 3 maanden.
Speciale populaties
Op basis van een farmacokinetische populatieanalyse met gegevens van 440 patiënten nam de klaring
van elotuzumab met toenemend lichaamsgewicht toe, wat een op gewicht gebaseerde dosis
ondersteunt. Farmacokinetische populatieanalyse suggereerde dat de volgende factoren geen klinisch
belangrijk effect hadden op de klaring van elotuzumab: leeftijd, geslacht, ras,
baseline‑lactaatdehydrogenase (LDH), albumine, nierfunctiestoornis, lichte leverfunctiestoornis en
gelijktijdige toediening met lenalidomide/dexamethason of pomalidomide/dexamethason.
Doelgemedieerde klaring van elotuzumab nam toe bij hogere serumconcentraties M-proteïne.
Nierfunctiestoornis
In een open-label onderzoek (CA204007) werd de farmacokinetiek van elotuzumab in combinatie met
lenalidomide en dexamethason geëvalueerd bij patiënten met multipel myeloom, met verschillende
maten van nierfunctiestoornis (geclassificeerd aan de hand van de CrCl-waarden). Het effect van een
nierfunctiestoornis op de farmacokinetiek van elotuzumab werd geëvalueerd bij patiënten met normale
nierfunctie (CrCl > 90 ml/min; N = 8), een ernstige nierfunctiestoornis die geen dialyse vereist
(CrCl < 30 ml/min; N = 9), of eindstadium van nierfalen dat dialyse vereist (CrCl < 30 ml/min; N = 9).
Er werden geen klinisch belangrijke verschillen in de farmacokinetiek van elotuzumab gevonden
tussen patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (met en zonder dialyse) en patiënten met normale
nierfunctie (zie rubriek 4.2).
Leverfunctiestoornis
Empliciti is een IgG1-monoklonaal antilichaam, dat voornamelijk via katabolisme geklaard wordt. Het
is dus niet waarschijnlijk dat een leverfunctiestoornis de klaring ervan wijzigt. Het effect van een
leverfunctiestoornis op de klaring van Empliciti werd geëvalueerd aan de hand van farmacokinetische
populatieanalyses bij patiënten met een lichte leverfunctiestoornis (TB ≤ ULN en ASAT > ULN, of
TB < 1 tot 1,5 × ULN en welke ASAT-waarde ook; N = 33). Er werden geen klinisch belangrijke
verschillen in de klaring van Empliciti gevonden tussen patiënten met een lichte leverfunctiestoornis
en patiënten met een normale leverfunctie. Elotuzumab is niet bestudeerd bij patiënten met een matige
(TB > 1,5 tot 3 × ULN en welke ASAT-waarde ook) of ernstige (TB > 3 × ULN en welke
ASAT-waarde ook) leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.2).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Elotuzumab herkent enkel humaan SLAMF7-proteïne. Omdat elotuzumab niet-humane vormen van
het SLAMF7-proteïne niet herkent, zijn
in-vivo-veiligheidsgegevens
uit dieronderzoeken irrelevant.
Op dezelfde manier zijn er geen carcinogeniteitsgegevens beschikbaar voor elotuzumab bij dieren,
noch werden vruchtbaarheids- en embryo-foetale toxiciteitsonderzoeken uitgevoerd. Niet-klinische
veiligheidsinformatie bestaat voornamelijk uit beperkte
in vitro
uitgevoerde huma(a)n(e)
cel-/weefselonderzoeken waar geen veiligheidsbevindingen geïdentificeerd werden.
22
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Sucrose
Natriumcitraat
Citroenzuurmonohydraat
Polysorbaat 80 (E433)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
Houdbaarheid
Ongeopende injectieflacon
3 jaar.
Na reconstitutie en verdunning
De gereconstitueerde oplossing moet onmiddellijk uit de flacon worden overgebracht naar de
infuuszak.
Chemische en fysische stabiliteit bij gebruik van de gereconstitueerde en verdunde oplossing werd
aangetoond voor 24 uur bij 2°C - 8°C en beschermd tegen licht.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet de oplossing voor infusie onmiddellijk worden gebruikt. Indien
het niet onmiddellijk gebruikt wordt, zijn de bewaartijden en bewaaromstandigheden voorafgaand aan
gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker en mogen deze normaliter niet meer bedragen dan
24 uur bij 2°C - 8°C, beschermd tegen licht. De gereconstitueerde of verdunde oplossing niet in de
vriezer bewaren. De oplossing voor infusie kan maximaal 8 uur van de totale 24 uur bewaard worden
bij 20°C - 25°C en bij kamerverlichting. Deze periode van 8 uur is inclusief de periode voor het
toedienen van het product.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie of verdunning, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Type-I-glazen injectieflacons met een inhoud van 20 ml, afgesloten met grijze butylstoppers en
verzegeld met aluminium krimpverzegeling met een polypropyleen flip-off-dop, die 300 mg of
400 mg elotuzumab bevat. De kleur van de verzegelende flip-off-dop is ivoor voor de injectieflacon
van 300 mg en blauw voor de injectieflacon van 400 mg.
Verpakkingsgrootte van 1 injectieflacon.
23
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Berekening van de dosis
Bereken de dosis (mg) en bepaal het aantal benodigde injectieflacons voor de dosis (10 mg/kg of
20 mg/kg) op basis van het lichaamsgewicht van de patiënt. Er kan meer dan één injectieflacon
Empliciti nodig zijn om de totale dosis aan de patiënt toe te dienen.
De totale dosis elotuzumab in mg is gelijk aan het lichaamsgewicht van de patiënt in kg
vermenigvuldigd met de dosis elotuzumab (10 of 20 mg/kg, zie rubriek 4.2).
Reconstitutie van de injectieflacons
Reconstitueer elke injectieflacon Empliciti aseptisch met een injectiespuit van voldoende grootte en
een naald van 18 Gauge of kleiner, zoals getoond in tabel 12. Er kan een lichte tegendruk ervaren
worden bij het toedienen van het water voor injecties, wat als normaal beschouwd wordt.
Tabel 12:
Sterkte
Instructies reconstitutie
Hoeveelheid water
voor injecties, vereist
voor reconstitutie
Uiteindelijke volume
van gereconstitueerd
Empliciti in de
injectieflacon
(inclusief volume
ingenomen door de
vaste koek)
13,6 ml
17,6 ml
Concentratie na
reconstitutie
injectieflacon
300 mg
injectieflacon
400 mg
13,0 ml
17,0 ml
25 mg/ml
25 mg/ml
Houd de injectieflacon rechtop en meng de oplossing door de injectieflacon rond te draaien om de
gelyofiliseerde koek op te lossen. Draai de injectieflacon dan een paar keer om om het poeder op te
lossen dat mogelijk nog aanwezig is bovenaan bovenin de injectieflacon of op de stopper. Vermijd
krachtige agitatie, NIET SCHUDDEN. Het gelyofiliseerde poeder moet in minder dan 10 minuten
oplossen.
Nadat de resterende vaste stoffen volledig opgelost zijn, laat u de gereconstitueerde oplossing voor
5 tot 10 minuten staan. De gereconstitueerde oplossing is kleurloos tot lichtgeel, en doorzichtig tot
zeer opaalachtig. Empliciti moet visueel worden gecontroleerd op deeltjes en verkleuring voordat het
wordt toegediend. Voer de oplossing af indien deeltjes of verkleuring worden waargenomen.
Voorbereiden van de oplossing voor infusie
De gereconstrueerde oplossing dient verdund te worden met 9 mg/ml (0,9%) natriumchlorideoplossing
voor injectie of 5% glucose-injectie om een uiteindelijk concentratiebereik voor infusie tussen de
1 mg/ml en 6 mg/ml te verkrijgen. Het volume van de 9 mg/ml (0,9%) natriumchlorideoplossing voor
injectie of 5% glucose-injectie moet aangepast worden zodat de 5 ml/kg lichaamsgewicht van de
patiënt bij welke gegeven dosis Empliciti ook niet wordt overschreden.
Bereken het benodigde volume (ml) van het verdunningsmiddel (ofwel 9 mg/ml (0,9%)
natriumchlorideoplossing voor injectie of 5% glucose-injectie) om de oplossing voor infusie voor de
patiënt te bereiden.
Trek het noodzakelijke volume voor de berekende dosis op uit elke injectieflacon, tot een maximum
van 16 ml uit een injectieflacon van 400 mg en 12 ml uit een injectieflacon van 300 mg. Iedere
injectieflacon bevat een lichte overvulling om voldoende extraheerbaar volume te garanderen.
Breng het opgetrokken volume uit alle injectieflacons die nodig waren volgens de berekende dosis
voor deze patiënt over in een enkele infusiezak gemaakt van polyvinylchloride of polyolefine die het
24
berekende volume van het verdunningsmiddel bevat. Meng de infusie voorzichtig door middel van
handmatige rotatie. Niet schudden.
Empliciti is enkel voor eenmalig gebruik. Gooi al het overgebleven middel in de injectieflacon weg.
Toediening
De gehele infusie met Empliciti moet toegediend worden met een infusieset en een steriel,
niet-pyrogeen, laagproteïnebindend filter (met poriegrootte van 0,2-1,2 µm) met gebruikmaking van
een geautomatiseerde infusiepomp.
De infusie met Empliciti is verenigbaar met:
containers uit PVC en polyolefine;
PVC-infusiesets;
polyethersulfon en nylon inlinefilters met poriegrootten van 0,2 μm tot 1,2 μm.
Empliciti moet worden gestart met een infusiesnelheid van 0,5 ml/min voor de dosis van
10 mg/kg lichaamsgewicht en 3 ml/min voor de dosis van 20 mg/kg lichaamsgewicht. Als het goed
verdragen wordt, kan de infusiesnelheid stapsgewijs verhoogd worden, zoals beschreven in tabel 3 en
4 (zie rubriek 4.2 "Wijze van toediening"). De maximale infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan
5 ml/min.
De infusieoplossing met Empliciti moet onmiddellijk gebruikt worden. Indien het niet onmiddellijk
gebruikt wordt, zijn de bewaartijden en bewaaromstandigheden voorafgaand aan gebruik de
verantwoordelijkheid van de gebruiker en mogen deze normaliter niet meer bedragen dan 24 uur bij
2°C - 8°C, beschermd tegen licht. De gereconstitueerde of verdunde oplossing niet in de vriezer
bewaren. De oplossing voor infusie kan maximaal 8 uur van de totale 24 uur bewaard worden bij
20°C - 25°C en bij kamerverlichting. Deze periode van 8 uur is inclusief de periode voor het toedienen
van het product.
Verwijdering
Bewaar geen ongebruikte delen van de infusieoplossing voor hergebruik. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1088/001-002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 11 mei 2016
Datum van laatste verlenging: 17 december 2020
25
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
26
BIJLAGE II
A.
B.
C.
D.
FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN FABRIKANTEN
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
27
A.
FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN FABRIKANTEN
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten van de biologisch werkzame stoffen
Bristol-Myers Squibb Company
6000 Thompson Road, East Syracuse
New York 13057
Verenigde Staten
Bristol-Myers Squibb Company
38 Jackson Road, Devens
MA 01434
Verenigde Staten
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 - ANAGNI (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company t/a Bristol-Myers Squibb Cruiserath Biologics
Cruiserath Road, Mulhuddart
Dublin 15, D15 H6EF
Ierland
De gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moet de naam en het adres van de fabrikant
verantwoordelijk voor vrijgave van het betrokken lot vermelden
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
•
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
28
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
29
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
30
A. ETIKETTERING
31
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Empliciti 300 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
elotuzumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 300 mg elotuzumab.
Na bereiding, bevat elke ml van concentraat 25 mg elotuzumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: sucrose, natriumcitraat, citroenzuurmonohydraat en polysorbaat 80 (E433). Zie de
bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
32
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1088/001
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
33
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
34
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET OP INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Empliciti 300 mg poeder voor concentraat
elotuzumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 300 mg elotuzumab.
Na bereiding, bevat elke ml van concentraat 25 mg elotuzumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: sucrose, natriumcitraat, citroenzuurmonohydraat en polysorbaat 80 (E433). Zie de
bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
300 mg poeder voor concentraat
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
IV-gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
35
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1088/001
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
36
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Empliciti 400 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
elotuzumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 400 mg elotuzumab.
Na bereiding, bevat elke ml van concentraat 25 mg elotuzumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: sucrose, natriumcitraat, citroenzuurmonohydraat en polysorbaat 80 (E433). Zie de
bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
37
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1088/002
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
38
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET OP INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Empliciti 400 mg poeder voor concentraat
elotuzumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 400 mg elotuzumab.
Na bereiding, bevat elke ml van concentraat 25 mg elotuzumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: sucrose, natriumcitraat, citroenzuurmonohydraat en polysorbaat 80 (E433). Zie de
bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
400 mg poeder voor concentraat
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
IV-gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
39
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1088/002
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
40
B. BIJSLUITER
41
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Empliciti 300 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Empliciti 400 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
elotuzumab
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Empliciti en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Empliciti en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Empliciti bevat de werkzame stof elotuzumab, een monoklonaal antilichaam, een soort eiwit dat
ontworpen is om een specifieke doelwitstof in het lichaam te herkennen en zich eraan te hechten.
Elotuzumab hecht zich aan een doelwiteiwit dat SLAMF7 wordt genoemd. SLAMF7 wordt in grote
hoeveelheden aangetroffen op het oppervlak van multipel myeloom-cellen en op bepaalde cellen van
uw immuunsysteem (naturalkillercellen). Wanneer elotuzumab bindt aan SLAMF7 op de multipel
myeloom- of naturalkillercellen, stimuleert het uw immuunsysteem om de multipel myeloom-cellen
aan te vallen en te vernietigen.
Empliciti wordt gebruikt om multipel myeloom te behandelen (een kanker van het beenmerg) bij
volwassenen. U krijgt Empliciti samen met lenalidomide en dexamethason of samen met
pomalidomide en dexamethason. Multipel myeloom is een kanker van een bepaald type witte
bloedcel, de plasmacellen. Deze cellen delen zich ongecontroleerd en stapelen zich op in het
beenmerg. Dit leidt tot schade aan de botten en nieren.
U krijgt Empliciti als uw kanker niet heeft gereageerd op bepaalde eerdere behandelingen, of als uw
kanker terug is gekomen na bepaalde eerdere behandelingen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Neem contact op met uw arts als u het niet zeker weet.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Infusiegerelateerde reactie
Vertel het onmiddellijk aan uw arts of verpleegkundige als u een van de bovenaan rubriek 4 vermelde
infusiegerelateerde reacties krijgt. Deze bijwerkingen doen zich voornamelijk voor tijdens of na de
infusie van de eerste dosis. Men zal u tijdens en na de infusie controleren op tekenen van dergelijke
effecten.
42
Afhankelijk van de ernst van de infusiegerelateerde reacties heeft u mogelijk aanvullende behandeling
nodig om complicaties te voorkomen en uw symptomen te verminderen, of uw infusie met Empliciti
wordt onderbroken. Wanneer de symptomen weggaan of verbeteren, kan de infusie trager voortgezet
worden en stapsgewijs versneld worden wanneer de symptomen zich niet opnieuw voordoen. Als u
een sterke infusiegerelateerde reactie krijgt, kan uw arts beslissen om niet verder te gaan met
behandeling met Empliciti.
Voorafgaand aan elke infusie met Empliciti krijgt u geneesmiddelen om de kans op
infusiegerelateerde reacties te verminderen (zie rubriek 3: “Hoe gebruikt u dit middel?
Geneesmiddelen die vóór elke infusie gegeven worden”).
Voordat u de behandeling met Empliciti begint, moet u ook de rubriek “Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?” in de bijsluiter van alle geneesmiddelen lezen die u moet gebruiken
in combinatie met Empliciti, voor informatie in verband met deze geneesmiddelen. Wanneer
lenalidomide gebruikt wordt, moet bijzondere aandacht geschonken worden aan zwangerschapstests
en zwangerschapspreventie (zie "Zwangerschap en borstvoeding" in deze rubriek).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Empliciti wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en jongeren jonger dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Empliciti nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts.
Zwangerschap en borstvoeding
Voor vrouwen die Empliciti krijgen
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
U mag Empliciti niet gebruiken als u zwanger bent, tenzij uw arts dit uitdrukkelijk aanbeveelt. De
effecten van Empliciti op zwangere vrouwen of de mogelijke schade ervan bij een ongeboren baby
zijn niet bekend.
Als er enige kans bestaat dat u een vrouw bent die zwanger zou kunnen worden, moet u een
effectief voorbehoedsmiddel gebruiken tijdens de behandeling met Empliciti en tot 120 dagen
na afloop van de behandeling.
Vertel het uw arts als u zwanger wordt terwijl u Empliciti gebruikt.
Als u Empliciti krijgt in combinatie met lenalidomide of pomalidomide, moet u het programma om
zwangerschap te voorkomen volgen dat geldt voor respectievelijk lenalidomide of pomalidomide
volgen om te voorkomen dat u zwanger wordt (zie de bijsluiter van lenalidomide of pomalidomide).
Van lenalidomide en pomalidomide wordt verwacht dat het schadelijk is voor een ongeboren
baby.
Het is niet bekend of elotuzumab in de moedermelk terechtkomt, of dat er een risico is voor het
borstvoeding krijgende kind. Elotuzumab wordt gegeven samen met lenalidomide of pomalidomide.
Stop de borstvoeding vanwege het gebruik van lenalidomide of pomalidomide.
Voor mannen die Empliciti krijgen
U moet een condoom gebruiken tijdens de behandeling met Empliciti en gedurende 180 dagen na het
stoppen van de behandeling, om ervoor te zorgen dat uw partner niet zwanger wordt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Empliciti invloed heeft op uw rijvaardigheid of uw vermogen om
machines te gebruiken. Als u echter een infusiegerelateerde reactie krijgt (koorts, rillingen, hoge
bloeddruk, zie rubriek 4 “Mogelijke bijwerkingen”), mag u niet rijden, fietsen of machines gebruiken
tot de reactie is gestopt.
43
Empliciti bevat natrium
Vertel het uw arts
als u een natriumarm (zoutarm) dieet volgt vóórdat u Empliciti krijgt. Natrium is
het hoofdbestanddeel van zout om te koken/eten. Dit geneesmiddel bevat 3,92 mg natrium per flacon
van 300 mg of 5,23 mg natrium per flacon van 400 mg. Dit komt overeen met respectievelijk 0,2% of
0,3% van de aanbevolen maximale dagelijkse inname via voeding van natrium voor een volwassene.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Hoeveel Empliciti wordt er toegediend?
De hoeveelheid Empliciti die u krijgt, zal worden berekend op basis van uw lichaamsgewicht.
Hoe wordt Empliciti toegediend?
U zult Empliciti krijgen onder toezicht van een ervaren beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Het
zal als infuus (infusie) in een ader (intraveneus) toegediend worden. De infusie duurt enkele uren.
U wordt behandeld met Empliciti in rondes van 28 dagen (4 weken), samen met andere medicijnen
tegen multipel myeloom.
In combinatie met lenalidomide en dexamethason wordt Empliciti als volgt gegeven:
In ronde 1 en 2: één keer per week op dag 1, 8, 15 en 22.
In ronde 3 en daarna: één keer in de 2 weken op dag 1 en 15.
In combinatie met pomalidomide en dexamethason wordt Empliciti als volgt gegeven:
In ronde 1 en 2: één keer per week op dag 1, 8, 15 en 22.
In ronde 3 en daarna: één keer in de 4 weken op dag 1.
Zolang uw ziekte verbetert of stabiel blijft en de bijwerkingen verdraagbaar zijn blijft uw arts u
behandelen met Empliciti.
Geneesmiddelen die vóór elke infusie gegeven worden
U moet de volgende geneesmiddelen gebruiken voorafgaand aan elke infusie met Empliciti om
mogelijke infusiegerelateerde reacties te helpen verminderen:
Een geneesmiddel om een allergische reactie te verminderen (antihistamine)
Een geneesmiddel om ontsteking te verminderen (dexamethason)
Een geneesmiddel om pijn en koorts te verminderen (paracetamol)
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Empliciti wordt gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen voor multipel myeloom. Wanneer
een van de geneesmiddelen van de behandeling uitgesteld, onderbroken of stopgezet wordt, zal uw arts
beslissen hoe uw behandeling voortgezet moet worden.
Heeft u te veel van dit middel gekregen?
Aangezien Empliciti u door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg zal worden toegediend, is
het onwaarschijnlijk dat u te veel zult krijgen. In het onwaarschijnlijke geval van een overdosis zal uw
arts u nauwlettend controleren op bijwerkingen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Het staken van uw behandeling met Empliciti kan het effect van het geneesmiddel stoppen. Stop de
behandeling niet tenzij u dit met uw arts heeft besproken.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Uw arts zal deze bijwerkingen met u bespreken en de risico’s en voordelen van uw
behandeling uitleggen.
44
De volgende bijwerkingen zijn gemeld in klinische onderzoeken naar elotuzumab:
Infusiegerelateerde reacties
Empliciti is in verband gebracht met infusiegerelateerde reacties (zie rubriek 2 “Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?”).
Vertel het onmiddellijk aan uw arts of verpleegkundige als u
zich niet goed voelt tijdens de infusie.
Hieronder volgt een lijst met typische symptomen die
geassocieerd zijn met infusiegerelateerde reacties:
Koorts
Rillingen
Hoge bloeddruk
Andere symptomen kunnen zich ook voordoen. Uw arts kan overwegen om de infusiesnelheid van
Empliciti te vertragen of te onderbreken om deze symptomen onder controle te houden.
Andere bijwerkingen
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij meer dan 1 op de 10 mensen voorkomen)
Koorts
Keelpijn
Pneumonie
Gewichtsverlies
Lage aantallen witte bloedcellen
Hoesten
Gewone verkoudheid
Hoofdpijn
Diarree
Zich vermoeid of zwak voelen
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op de 10 mensen voorkomen)
Pijn op de borst
Bloedstolsels in de aders (trombose)
Pijnlijke huiduitslag met blaren (gordelroos, zona)
Nachtzweten
Stemmingswisselingen
Verminderde gevoeligheid, vooral in de huid
Allergische reacties (overgevoeligheid)
Pijn in de mond/keelstreek/ keelpijn
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op de 100 mensen voorkomen)
Plotselinge levensbedreigende allergische reactie (anafylactische reactie)
Vertel het onmiddellijk aan uw arts
als u een van de hierboven vermelde bijwerkingen krijgt.
Probeer de symptomen die u heeft niet zelf te behandelen met andere geneesmiddelen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Dit geldt ook voor mogelijke
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het
nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons
helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
45
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
van de injectieflacon en de doos na ‘EXP’. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die
maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Na reconstitutie moet de gereconstitueerde oplossing onmiddellijk overgebracht worden van de
injectieflacon naar de infusiezak.
Na verdunning moet de infusie binnen 24 uur na bereiding voltooid worden. Het product moet
onmiddellijk gebruikt worden. Indien niet onmiddellijk gebruikt, kan de oplossing voor infusie
gedurende maximaal 24 uur bewaard worden in de koelkast (2°C - 8°C).
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is elotuzumab.
Elke injectieflacon met poeder bevat 300 mg of 400 mg elotuzumab.
Na reconstitutie bevat elke ml concentraat 25 mg elotuzumab.
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn sucrose, natriumcitraat (zie rubriek 2
“Empliciti bevat natrium”), citroenzuurmonohydraat en polysorbaat 80 (E433).
Hoe ziet Empliciti eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Empliciti poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie (poeder voor concentraat) is een witte
tot gebroken witte hele of gefragmenteerde koek in een glazen injectieflacon.
Empliciti is verkrijgbaar in verpakkingen van 1 injectieflacon.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 - ANAGNI (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company t/a Bristol-Myers Squibb Cruiserath Biologics
Cruiserath Road, Mulhuddart
Dublin 15, D15 H6EF
Ierland
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
46
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
Hier vindt u ook verwijzingen naar andere
websites over zeldzame ziektes en hun behandelingen.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Voorbereiding en toediening van Empliciti
Berekening van de dosis
Bereken de dosis (mg) en bepaal het aantal benodigde injectieflacons voor de dosis (10 mg/kg of
20 mg/kg) op basis van het lichaamsgewicht. Er kan meer dan één injectieflacon Empliciti nodig zijn
om de totale dosis aan de patiënt toe te dienen.
De totale dosis elotuzumab in mg is gelijk aan het lichaamsgewicht van de patiënt in kg
vermenigvuldigd met de elotuzumab dosis (10 of 20 mg/kg).
Reconstitutie van de injectieflacons
Reconstitueer elke injectieflacon Empliciti aseptisch met een injectiespuit van voldoende grootte en
een naald van 18 Gauge of kleiner, zoals getoond in tabel 1. Er kan een lichte tegendruk ervaren
worden bij het toedienen van het water voor injecties, wat als normaal beschouwd wordt.
Tabel 1:
Sterkte
Instructies reconstitutie
Hoeveelheid water voor
injecties, vereist voor
reconstitutie
13,0 ml
17,0 ml
Uiteindelijke volume van
gereconstitueerd
Empliciti in de
injectieflacon
13,6 ml
17,6 ml
Concentratie na
reconstitutie
25 mg/ml
25 mg/ml
injectieflacon
300 mg
injectieflacon
400 mg
Houd de injectieflacon rechtop en meng de oplossing door de injectieflacon rond te draaien om de
gelyofiliseerde koek op te lossen. Draai de injectieflacon dan een paar keer om om het poeder op te
lossen dat mogelijk nog aanwezig is bovenaan bovenin de injectieflacon of op de stopper. Vermijd
krachtige agitatie, NIET SCHUDDEN. Het gelyofiliseerde poeder moet in minder dan 10 minuten
oplossen.
Nadat de resterende vaste stoffen volledig opgelost zijn, laat u de gereconstitueerde oplossing voor
5 tot 10 minuten staan. De gereconstitueerde oplossing is kleurloos tot lichtgeel en doorzichtig tot zeer
opaalachtig. Empliciti moet visueel worden gecontroleerd op deeltjes en verkleuring voordat het wordt
toegediend. Voer de oplossing af indien deeltjes of verkleuring worden waargenomen.
Voorbereiden van de oplossing voor infusie
De gereconstrueerde oplossing dient verdund te worden met 9 mg/ml (0,9%) natriumchlorideoplossing
voor injectie of 5% glucose-injectie om een uiteindelijk concentratiebereik voor infusie tussen de
1 mg/ml en 6 mg/ml te verkrijgen. Het volume van de 9 mg/ml (0,9%) natriumchlorideoplossing voor
injectie of 5% glucose-injectie moet aangepast worden zodat de 5 ml/kg lichaamsgewicht van de
patiënt bij welke gegeven dosis Empliciti ook niet wordt overschreden.
Bereken het benodigde volume (ml) van het verdunningsmiddel (ofwel 9 mg/ml (0,9%)
natriumchlorideoplossing voor injectie of 5% glucose-injectie) om de oplossing voor infusie voor de
patiënt te bereiden.
47
Trek het noodzakelijke volume voor de berekende dosis op uit elke injectieflacon, tot een maximum
van 16 ml uit een injectieflacon van 400 mg en 12 ml uit een injectieflacon van 300 mg. Iedere
injectieflacon bevat een lichte overvulling om voldoende extraheerbaar volume te garanderen.
Breng het opgetrokken volume uit alle injectieflacons die nodig waren volgens de berekende dosis
voor deze patiënt over in een enkele infusiezak gemaakt van polyvinylchloride of polyolefine die het
berekende volume van het verdunningsmiddel bevat. Meng de infusie voorzichtig door middel van
handmatige rotatie. Niet schudden.
Empliciti is enkel voor eenmalig gebruik. Gooi al het overgebleven middel in de injectieflacon weg.
Toediening
De gehele infusie met Empliciti moet toegediend worden met een infusieset en een steriel,
niet-pyrogeen, laagproteïnebindend filter (met poriegrootte van 0,2-1,2 µm) met gebruikmaking van
een geautomatiseerde infusiepomp.
De infusie met Empliciti is verenigbaar met:
containers uit PVC en polyolefine;
PVC-infusiesets;
polyethersulfon en nylon inlinefilters met poriegrootten van 0,2 μm tot 1,2 μm.
Infusiesnelheid voor Empliciti 10 mg/kg lichaamsgewicht
Empliciti 10 mg/kg lichaamsgewicht moet worden gestart met een infusiesnelheid van 0,5 ml/min. Als
het goed verdragen wordt, kan de infusiesnelheid stapsgewijs verhoogd worden, zoals beschreven in
tabel 2. De maximale infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan 5 ml/min.
Tabel 2:
Infusiesnelheid voor Empliciti 10 mg/kg lichaamsgewicht
Cyclus 1, dosis 1
Tijdsinterval
0 - 30 min
30 - 60 min
≥ 60 min
*
Cyclus 1, dosis 2
Tijdsinterval
0 - 30 min
≥ 30 min
-
Snelheid
3 ml/min
4 ml/min*
-
Cyclus 1, dosis 3 en 4 en alle
daaropvolgende cycli
Snelheid
5 ml/min*
Snelheid
0,5 ml/min
1 ml/min
2 ml/min*
Houd deze snelheid aan tot de infusie voltooid is.
Infusiesnelheid voor Empliciti 20 mg/kg lichaamsgewicht
Empliciti 20 mg/kg lichaamsgewicht moet worden gestart met een infusiesnelheid van 3 ml/min. Als
de infusie goed verdragen wordt, kan de infusiesnelheid stapsgewijs verhoogd worden, zoals
beschreven in tabel 3. De maximale infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan 5 ml/min.
Bij patiënten waarbij de snelheid verhoogd is naar 5 ml/min bij de dosis van
10 mg/kg lichaamsgewicht moet de snelheid worden verlaagd naar 3 ml/min bij de eerste infusie van
20 mg/kg lichaamsgewicht.
Tabel 3:
Infusiesnelheid voor Empliciti 20 mg/kg lichaamsgewicht
Dosis 1
Tijdsinterval
0-30 min
≥ 30 min
*
Dosis 2 en alle daaropvolgende doses
Snelheid
3 ml/min
4 ml/min*
Snelheid
5 ml/min*
Houd deze snelheid aan tot de infusie voltooid is.
De infusieoplossing van Empliciti moet onmiddellijk gebruikt worden. Indien het niet onmiddellijk
gebruikt wordt, zijn de bewaartijden en bewaaromstandigheden voorafgaand aan gebruik de
verantwoordelijkheid van de gebruiker en mogen deze normaliter niet meer bedragen dan 24 uur bij
48
2°C - 8°C, beschermd tegen licht. De gereconstitueerde of verdunde oplossing niet in de vriezer
bewaren. De oplossing voor infusie kan maximaal 8 uur van de totale 24 uur bewaard worden bij
20°C - 25°C en bij kamerverlichting. Deze periode van 8 uur is inclusief de periode voor het toedienen
van het product.
Verwijdering
Bewaar geen ongebruikte delen van de infusieoplossing voor hergebruik. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
49
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Empliciti 300 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
Empliciti 400 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Empliciti 300 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Elke injectieflacon met poeder bevat 300 mg elotuzumab*.
Empliciti 400 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Elke injectieflacon met poeder bevat 400 mg elotuzumab.
Na reconstitutie bevat elke ml concentraat 25 mg elotuzumab.
* Elotuzumab wordt geproduceerd in NS0-cellen via recombinant-DNA-techniek.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie (poeder voor concentraat).
Het poeder is wit tot gebroken wit als hele of gefragmenteerde koek.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Empliciti is geïndiceerd in combinatie met lenalidomide en dexamethason voor de behandeling van
multipel myeloom bij volwassen patiënten die ten minste een eerdere behandeling hebben gekregen
(zie rubriek 4.2 en 5.1).
Empliciti is geïndiceerd in combinatie met pomalidomide en dexamethason voor de behandeling van
recidief en refractair multipel myeloom bij volwassen patiënten die ten minste twee eerdere
behandelingen hebben gekregen inclusief lenalidomide en een proteasoomremmer en die
ziekteprogressie vertoonden bij de laatste behandeling (zie rubriek 4.2 en 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling met elotuzumab moet worden gestart door en onder toezicht staan van artsen met
ervaring in de behandeling van multipel myeloom.
Premedicatie ter preventie van infusiegerelateerde reacties (infusion related reactionsIRR's)
Patiënten moeten de volgende premedicatie 45-90 minuten vóór de infusie met Empliciti toegediend
krijgen (zie rubriek 4.4):
Dexamethason 8 mg intraveneus
H1-blokker: difenhydramine (25-50 mg oraal of intraveneus) of equivalente H1-blokker.
H2-blokker: ranitidine (50 mg intraveneus of 150 mg oraal) of equivalente H2-blokker.
Paracetamol (650-1000 mg oraal).
Behandeling van IRR's
Indien zich een IRR graad 2 voordoet tijdens toediening van Empliciti, moet de infusie stopgezet
worden. Na resolutie tot graad 1 moet Empliciti opnieuw opgestart worden bij 0,5 ml/min en kan
het, zoals verdragen, stapsgewijs met een snelheid van 0,5 ml/min elke 30 minuten verhoogd worden
tot de snelheid waarbij de IRR zich voordeed. Als de IRR zich niet opnieuw voordoet, kan de escalatie
hervat worden (zie tabel 3 en 4).
Bij patiënten die een IRR krijgen, moeten elke 30 minuten tot 2 uur na het einde van de infusie met
Empliciti de vitale functies gecontroleerd worden. Als de IRR zich opnieuw voordoet, moet de infusie
met Empliciti stopgezet worden en mag deze die dag niet hervat worden (zie rubriek 4.4). Zeer
ernstige IRR's ( graad 3) vereisen mogelijk permanente stopzetting van de behandeling met Empliciti
en starten van noodbehandeling.
Dosering voor toediening met lenalidomide en dexamethason
De duur van iedere behandelingscyclus is 28 dagen, zie het doseerschema in tabel 1.
Behandeling moet worden vervolgd tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
De aanbevolen dosis Empliciti bedraagt 10 mg/kg lichaamsgewicht elke week intraveneus toegediend,
op dag 1, 8, 15 en 22 voor de eerste twee behandelingscycli en daarna elke 2 weken op dag 1 en 15.
De aanbevolen dosis lenalidomide bedraagt 25 mg oraal eenmaal daags op dag 1-21 van herhaalde
28 dagen durende cycli, en ten minste 2 uur na de infusie met Empliciti wanneer het op dezelfde dag
wordt toegediend.
De toediening van dexamethason verloopt als volgt:
Op dagen dat Empliciti wordt toegediend, moet 28 mg dexamethason eenmaal daags oraal
gegeven worden tussen 3 en 24 uur voorafgaand aan Empliciti, plus 8 mg intraveneus tussen
45 en 90 minuten vóór toediening van Empliciti op dag 1, 8, 15 en 22 van herhaalde 28 dagen
durende cycli.
Op dagen dat Empliciti niet wordt toegediend maar wel een dosis dexamethason is gepland
(dag 8 en 22 van cyclus 3 en alle daaropvolgende cycli), moet dexamethason 40 mg oraal
toegediend worden.
Tabel 1:
Aanbevolen doseerschema van Empliciti in combinatie met lenalidomide en
dexamethason
Cyclus
28 dagen cyclus 1 & 2
28 dagen cyclus 3+
Dag van cyclus
1
8
15
22
1
8
15
22
Premedicatie
Empliciti
(mg/kg lichaamsgewicht)
10
10
10
10
10
10
intraveneus
Lenalidomide (25 mg) oraal
Dag 1-21
Dag 1-21
Dexamethason (mg) oraal
28
28
28
28
28
40
28
40
Dag van cyclus
1
8
15
22
1
8
15
22
Zie de overeenkomstige samenvatting van de productkenmerken voor aanvullende informatie over
lenalidomide en dexamethason.
Dosering voor toediening met pomalidomide en dexamethason
De duur van iedere behandelingscyclus is 28 dagen, zie het doseerschema in tabel 2.
Behandeling moet worden vervolgd tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
De aanbevolen dosis Empliciti bedraagt 10 mg/kg lichaamsgewicht elke week intraveneus toegediend,
op dag 1, 8, 15 en 22 van elke behandelingscyclus voor de eerste twee cycli en daarna
20 mg/kg lichaamsgewicht toegediend op dag 1 van iedere behandelingscyclus.
De aanbevolen dosis pomalidomide bedraagt 4 mg oraal eenmaal daags op dag 1-21 van herhaalde
28 dagen durende cycli, en ten minste 2 uur na de infusie met Empliciti wanneer het op dezelfde dag
wordt toegediend.
Toediening van dexamethason aan volwassenen 75 jaar oud en > 75 jaar oud:
Op dagen dat Empliciti wordt toegediend: geef patiënten 75 jaar oud 28 mg dexamethason
oraal tussen 3 en 24 uur voorafgaand aan Empliciti plus 8 mg intraveneus tussen 45 en
90 minuten voorafgaand aan Empliciti. Geef patiënten > 75 jaar oud 8 mg dexamethason oraal
tussen 3 en 24 uur voorafgaand aan Empliciti plus 8 mg intraveneus tussen 45 en 90 minuten
voorafgaand aan Empliciti.
Op dagen dat Empliciti niet wordt toegediend maar wel een dosis dexamethason is gepland
(dag 8, 15 en 22 van cyclus 3 en alle daaropvolgende cycli): geef 40 mg oraal aan patiënten
75 jaar oud en 20 mg oraal aan patiënten > 75 jaar oud.
Tabel 2:
Aanbevolen doseerschema van Empliciti in combinatie met pomalidomide en
dexamethason
Cyclus
28 dagen cyclus 1 & 2
28 dagen cyclus 3+
Dag van cyclus
1
8
15
22
1
8
15
22
Premedicatie
Empliciti (mg/kg lichaamsgewicht)
10
10
10
10
20
intraveneus
Pomalidomide (4 mg) oraal
Dag 1-21
Dag 1-21
Dexamethason (mg) intraveneus
8
8
8
8
8
Dexamethason (mg) oraal 75 jaar oud
28
28
28
28
28
40
40
40
Dexamethason (mg) oraal > 75 jaar oud
8
8
8
8
8
20
20
20
Dag van cyclus
1
8
15
22
1
8
15
22
Zie de overeenkomstige samenvatting van de productkenmerken voor aanvullende informatie over
pomalidomide en dexamethason.
Zie de rubriek "Wijze van toediening" hieronder voor instructies over de infusiesnelheden.
Dosisuitstel, -onderbreking of -stopzetting
Indien de dosis van een geneesmiddel in het regime uitgesteld, onderbroken of stopgezet wordt, kan de
behandeling met de andere geneesmiddelen zoals gepland verder gaan. Indien echter orale of
intraveneuze toediening van dexamethason wordt uitgesteld of stopgezet, moet de toediening van
Empliciti gebaseerd worden op klinisch oordeel (bijv. risico op overgevoeligheid) (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing voor Empliciti nodig voor patiënten ouder dan 65 jaar (zie rubriek 5.2).
Gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid van Empliciti bij patiënten 85 jaar zijn zeer
beperkt. De dosis voor dexamethason in combinatie met pomalidomide wordt aangepast op basis van
leeftijd. Zie 'Toediening van dexamethason aan volwassenen 75 jaar oud en > 75 jaar oud'
hierboven.
Nierfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing voor Empliciti nodig voor patiënten met lichte (creatinineklaring
(CrCl) = 60 - 89 ml/min), matige (CrCl = 30 - 59 ml/min), ernstige (CrCl < 30 ml/min)
nierfunctiestoornissen of eindstadium van nierfalen die dat dialyse vereist (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Er is geen dosisaanpassing voor Empliciti nodig voor patiënten met een lichte leverfunctiestoornis
(totaalbilirubine (TB) de bovengrens van de normaalwaarde (Upper Limit of Normal, ULN) en
aspartaataminotransferase (ASAT) > ULN, of TB < 1 tot 1,5 × ULN en welke ASAT-waarde ook).
Empliciti werd niet bestudeerd bij patiënten met een matige (TB > 1,5 tot 3 × ULN en welke
ASAT-waarde ook) of ernstige (TB > 3 × ULN en welke ASAT-waarde ook) leverfunctiestoornis (zie
rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevant gebruik van Empliciti in de pediatrische populatie voor de indicatie multipel
myeloom.
Wijze van toediening
Empliciti is enkel voor intraveneus gebruik.
Infusiesnelheid voor Empliciti 10 mg/kg lichaamsgewicht
De toediening van de gereconstitueerde en verdunde oplossing moet gestart worden met een
infusiesnelheid van 0,5 ml/min. Als de infusie goed verdragen wordt, kan de infusiesnelheid
stapsgewijs verhoogd worden, zoals beschreven in tabel 3. De maximale infusiesnelheid mag niet
hoger zijn dan 5 ml/min.
Tabel 3:
Infusiesnelheid voor Empliciti 10 mg/kg lichaamsgewicht
Cyclus 1, dosis 1
Cyclus 1, dosis 2
Cyclus 1, dosis 3 en 4 en alle
daaropvolgende cycli
Tijdsinterval
Snelheid
Tijdsinterval
Snelheid
Snelheid
0 - 30 min
0,5 ml/min
0 - 30 min
3 ml/min
30 - 60 min
1 ml/min
30 min
4 ml/min*
5 ml/min*
60 min
2 ml/min*
-
-
*
Houd deze snelheid aan tot de infusie voltooid is.
Infusiesnelheid voor Empliciti 20 mg/kg lichaamsgewicht
De toediening van de gereconstitueerde en verdunde oplossing moet gestart worden met een
infusiesnelheid van 3 ml/min. Als de infusie goed verdragen wordt, kan de infusiesnelheid stapsgewijs
verhoogd worden, zoals beschreven in tabel 4. De maximale infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan
5 ml/min.
Bij patiënten waarbij de snelheid verhoogd is naar 5 ml/min bij de dosis van
10 mg/kg lichaamsgewicht moet de snelheid worden verlaagd naar 3 ml/min bij de eerste infusie van
20 mg/kg lichaamsgewicht.
Tabel 4:
Infusiesnelheid voor Empliciti 20 mg/kg lichaamsgewicht
Dosis 1
Dosis 2 en alle daaropvolgende doses
Tijdsinterval
Snelheid
Snelheid
0-30 min
3 ml/min
5 ml/min*
30 min
4 ml/min*
*
Houd deze snelheid aan tot de infusie voltooid is.
Voor instructies over reconstitutie en verdunning van Empliciti voorafgaand aan toediening, zie
rubriek 6.6.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
De samenvatting van de productkenmerken voor lenalidomide, pomalidomide en dexamethason die
gebruikt worden in combinatie met Empliciti moet geraadpleegd worden voordat met behandeling
begonnen wordt.
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
IRR's
IRR's werden gemeld bij patiënten die elotuzumab kregen (zie rubriek 4.8).
Premedicatie bestaande uit dexamethason, H1-blokker, H2-blokker en paracetamol moeten toegediend
worden vóór de infusie met Empliciti (zie rubriek 4.2 Premedicatie). Het percentage van IRR's was
veel hoger bij patiënten die geen premedicatie kregen.
In geval dat een symptoom van een IRR een graad 2 bereikt, moet de infusie met Empliciti
onderbroken worden en moeten gepaste medische en ondersteunende maatregelen ingesteld worden.
Vitale functies moeten elke 30 minuten tot 2 uur na het einde van de infusie met Empliciti
gecontroleerd worden. Zodra de reactie verdwenen is (symptomen graad 1) kan men de infusie met
Empliciti opnieuw opstarten met de aanvankelijke infusiesnelheid van 0,5 ml/min. Indien de
symptomen zich niet opnieuw voordoen, kan de infusiesnelheid elke 30 minuten stapsgewijs verhoogd
worden tot een maximum van 5 ml/min (zie rubriek 4.2 Wijze van toediening).
Zeer ernstige IRR's vereisen mogelijk permanente stopzetting van de behandeling met Empliciti en
starten van noodbehandeling. Patiënten met lichte tot gematigde IRR's kunnen Empliciti krijgen met
een lagere infusiesnelheid en onder strikt toezicht (zie rubriek 4.2 "Wijze van toediening").
Gebruikscondities voor geneesmiddelen die samen met Empliciti gebruikt worden
Empliciti wordt gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen. De gebruikscondities die van
toepassing zijn op die geneesmiddelen zijn daarom ook van toepassing op de combinatiebehandeling.
De samenvatting van de productkenmerken voor alle geneesmiddelen die gebruikt worden in
combinatie met Empliciti moet geraadpleegd worden voordat met behandeling begonnen wordt.
Infecties
In klinische onderzoeken bij patiënten met multipel myeloom was de incidentie van alle infecties,
inclusief pneumonie, hoger bij patiënten die behandeld werden met Empliciti (zie rubriek 4.8).
Patiënten moeten onder toezicht gehouden worden en infecties moeten behandeld worden met
standaardbehandeling.
Tweede primaire maligniteiten (Second primary malignancies, SPM's)
In een klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom waarin Empliciti in combinatie met
lenalidomide en dexamethason werd vergeleken met behandeling met lenalidomide en dexamethason
(CA204004), was de incidentie van SPM's, en specifiek van vaste tumoren en niet-melanome
huidkanker, hoger bij patiënten die behandeld werden met Empliciti (zie rubriek 4.8). Van SPM's is
bekend dat ze geassocieerd zijn met blootstelling aan lenalidomide, wat toenam bij patiënten die
behandeld werden met Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason vs. lenalidomide en
dexamethason. Het percentage hematologische maligniteiten was hetzelfde voor de twee
behandelingsgroepen. Patiënten moeten worden gecontroleerd op de ontwikkeling van SPM's.
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat 3,92 mg natrium per flacon van 300 mg of 5,23 mg natrium per flacon van
400 mg, wat overeenkomt met respectievelijk 0,2% of 0,3%, van de door de WHO aanbevolen
maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een volwassene.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar farmacokinetische interacties uitgevoerd. Er wordt niet verwacht dat
Empliciti, als gehumaniseerd monoklonaal antilichaam, gemetaboliseerd zal worden door
cytochroom-P450- (CYP-)enzymen of andere geneesmiddelmetaboliserende enzymen. Er wordt niet
verwacht dat remming of inductie van deze enzymen door gelijktijdig toegediende geneesmiddelen
invloed zal hebben op de farmacokinetiek van Empliciti.
Empliciti kan worden gedetecteerd in de serumeiwit-elektroforese (serum protein electrophoresis,
SPEP)- en serumimmunofixatie-bepalingen bij myeloompatiënten, en het middel kan de juiste
classificatie van de respons verstoren. De aanwezigheid van elotuzumab in het serum van de patiënt
kan een kleine piek veroorzaken in de vroege gamma-regio bij SPEP die IgG bij serumimmunofixatie
is. Deze interferentie kan invloed hebben op de bepaling van complete respons en mogelijk recidief
vanuit complete respons bij patiënten met myeloomproteïne van het type IgG kappa.
In geval van detectie van bijkomende pieken op de serumimmunofixatie, moet de mogelijkheid van
een biklonale gammopathie uitgesloten worden.
De samenvatting van de productkenmerken voor lenalidomide, pomalidomide en dexamethason die
gebruikt worden in combinatie met Empliciti moet geraadpleegd worden voordat met behandeling
begonnen wordt.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden/Anticonceptie bij mannen en vrouwen.
Empliciti mag niet gebruikt worden bij vrouwen die zwanger kunnen worden, tenzij de klinische
toestand van de vrouw een behandeling met elotuzumab vereist. Vrouwen die zwanger kunnen worden
moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens en tot 120 dagen na afloop van de behandeling.
Mannen moeten effectieve anticonceptiemaatregelen nemen gedurende en 180 dagen na de
behandeling indien hun partner zwanger is of zwanger kan worden en geen effectieve anticonceptie
gebruikt.
Zwangerschap
Er is geen menselijke ervaring met elotuzumab tijdens de zwangerschap. Elotuzumab zal gegeven
worden in combinatie met lenalidomide, wat gecontra-indiceerd is tijdens zwangerschap. Er zijn geen
gegevens uit dieronderzoek beschikbaar over het effect op reproductieve toxiciteit wegens het
ontbreken van een gepast diermodel. Empliciti mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap,
tenzij de klinische toestand van de vrouw behandeling met elotuzumab vereist.
De samenvatting van de productkenmerken voor alle geneesmiddelen die gebruikt worden in
combinatie met Empliciti moet geraadpleegd worden voordat met behandeling begonnen wordt.
Wanneer Empliciti gebruikt wordt met lenalidomide of pomalidomide bestaat er een risico op foetaal
letsel, inclusief ernstige levensbedreigende menselijke geboorteafwijkingen die in verband zijn
gebracht met deze middelen, en is er de noodzaak om te handelen naar de vereisten aangaande het
vermijden van zwangerschap, inclusief tests en anticonceptie. Lenalidomide en pomalidomide zijn
aanwezig in het bloed en het sperma van patiënten die het geneesmiddel krijgen. Zie de samenvatting
van de productkenmerken voor vereisten aangaande anticonceptie, vanwege de aanwezigheid en
transmissie in sperma, en voor aanvullende bijzonderheden. Patiënten die Empliciti krijgen in
combinatie met lenalidomide of pomalidomide moeten het programma voor zwangerschapspreventie
voor respectievelijk lenalidomide of pomalidomide volgen.
Borstvoeding
Van elotuzumab wordt niet verwacht dat het in de moedermelk uitgescheiden zal worden. Elotuzumab
wordt echter toegediend in combinatie met lenalidomide of pomalidomide. De borstvoeding moet
worden gestaakt vanwege het gebruik van lenalidomide of pomalidomide.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen onderzoeken uitgevoerd om het effect van elotuzumab op de vruchtbaarheid te evalueren.
Het effect van elotuzumab op de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid is dus onbekend.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de gemelde bijwerkingen wordt niet verwacht dat Empliciti invloed heeft op de
rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen. Patiënten die IRR's ervaren, moeten het
advies krijgen niet te rijden en geen machines te bedienen totdat de symptomen zijn verminderd.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheidsgegevens van elotuzumab werden beoordeeld vanuit een totaal van 682 patiënten met
multipel myeloom die behandeld werden met elotuzumab in combinatie met lenalidomide en
dexamethason (451 patiënten), bortezomib en dexamethason (103 patiënten), of pomalidomide en
dexamethason (128 patiënten) samengebracht vanuit 8 klinische onderzoeken. De meeste
bijwerkingen waren licht tot matig van aard (graad 1 of 2).
De ernstigste bijwerking die zich kan voordoen tijdens behandeling met elotuzumab is pneumonie.
De vaakst voorkomende bijwerkingen (doen zich voor bij > 10% van de patiënten) tijdens behandeling
met elotuzumab waren IRR's, diarree, herpes zoster, nasofaryngitis, hoesten, pneumonie, infectie van
de bovenste luchtwegen, lymfopenie en gewichtsverlies.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen die gemeld werden bij 682 patiënten met multipel myeloom die in 8 klinische
onderzoeken behandeld werden met elotuzumab worden weergegeven in tabel 5.
Deze bijwerkingen worden weergegeven per systeem/orgaanklasse en per frequentie. De frequenties
worden gedefinieerd als: zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1.000, <1/100); zelden
(1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet
worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep, zijn de bijwerkingen weergegeven in volgorde van
afnemende ernst.
Tabel 5:
Bijwerkingen bij patiënten met multipel myeloom die behandeld werden met
Empliciti
Systeem/orgaanklass
Bijwerkingen
Totale frequentie
Frequentie
e
graad 3/4
Infecties en
Pneumoniea
Zeer vaak
Vaak
parasitaire
Herpes zosterb
Vaak
Soms
aandoeningen
Bovenste
Zeer vaak
Vaak
luchtweginfectie
Nasofaryngitis
Zeer vaak
Niet bekend
Bloed- en lymfestel-
Lymfopeniec
Zeer vaak
Vaak
selaandoeningen
Leukopenie
Vaak
Vaak
Immuunsysteemaan-
Anafylactische reactie
Soms
Soms
doeningen
Overgevoeligheid
Vaak
Soms
Psychische
Stemmingsveranderin-
Vaak
Niet bekend
stoornissen
gen
Zenuwstelselaandoe-
Hoofdpijn
Zeer vaak
Soms
ningen
Hypo-esthesie
Vaak
Soms
Bloedvataandoeningen Diepe veneuze
Vaak
Vaak
trombose
Ademhalingsstelsel-,
Hoestend
Zeer vaak
Soms
borstkas- en mediasti-
Orofaryngeale pijn
Vaak
Niet bekend
numaandoeningen
Maagdarmstelselaan-
Diarree
Zeer vaak
Vaak
doeningen
Huid- en onderhuid-
Nachtzweten
Vaak
Niet bekend
aandoeningen
Algemene
Pijn op de borst
Vaak
Vaak
aandoeningen en
Vermoeidheid
Zeer vaak
Vaak
toedieningsplaats-
Pyrexie
Zeer vaak
Vaak
stoornissen
Onderzoeken
Gewicht verlaagd
Zeer vaak
Soms
Letsels, intoxicaties en Infusiegerelateerde
Vaak
Soms
verrichtingscomplica-
reactie
ties
a Het begrip `pneumonie' is een groepering van de volgende begrippen: pneumonie, atypische pneumonie,
bronchopneumonie, lobaire pneumonie, bacteriële pneumonie, pneumonie door schimmels, influenzapneumonie en
pneumokokkenpneumonie
b Het begrip `herpes zoster' is een groepering van de volgende begrippen: herpes zoster, orale herpes en herpesvirusinfectie.
c Het begrip `lymfopenie' omvat de volgende begrippen: lymfopenie en verlaging in aantal lymfocyten.
d Het begrip `hoesten' omvat de volgende begrippen: hoest, productieve hoest en hoestsyndroom van de bovenste
luchtwegen.
Voor blootstelling gecorrigeerde percentages voor bijwerkingen (alle graden en graad 3/4) in
CA204004, een klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom waarin Empliciti in
combinatie met behandeling met lenalidomide en dexamethason (n = 318) wordt vergeleken met
behandeling met lenalidomide en dexamethason (n = 317), worden getoond in tabel 6.
Tabel 6:
CA204004 Voor blootstelling gecorrigeerde percentages voor bijwerkingen voor met
Empliciti behandelde patiënten versus met lenalidomide en dexamethason
behandelde patiënten [omvat meerdere voorvallen bij alle behandelde patiënten]
Empliciti +
Lenalidomide en Dexamethason
Lenalidomide en Dexamethason
N = 318
N = 317
Alle graden
Graad 3/4
Alle graden
Graad 3/4
Bijwerking
Aantal Percenta- Aantal Percenta- Aantal Percenta- Aantal Percenta-
voor-
ge (inci-
voor-
ge (inci-
voor-
ge (inci-
voor-
ge (inci-
vallen
dentiecij-
vallen
dentiecij-
vallen
dentiecij-
vallen
dentiecij-
fer/100 pa
fer/100 pa
fer/100 pa
fer/100 pa
tiëntjaren)
tiëntjaren)
tiëntjaren)
tiëntjaren)
Diarree
303
59,2
19
3,7
206
49,3
13
3,1
Pyrexie
220
43,0
8
1,6
116
27,7
10
2,4
Vermoeidheid
205
40,0
33
6,4
145
34,7
26
6,2
Hoestena
170
33,2
1
0,2
85
20,3
-
-
Nasofaryngitis
151
29,5
-
-
116
27,7
-
-
Infectie van de
129
25,2
2
0,4
95
22,7
4
1,0
bovenste
luchtwegen
Lymfopenieb
90
17,6
65
12,7
57
13,6
31
7,4
Hoofdpijn
88
17,2
1
0,2
40
9,6
1
0,2
Pneumoniec
80
15,6
54
10,5
54
12,9
34
8,1
Leukopenie
70
13,7
19
3,7
65
15,5
21
5,0
Herpes zosterd
51
10,0
5
1,0
24
5,7
3
0,7
Orofaryngeale
45
8,8
-
-
17
4,1
-
-
pijn
Gewicht verlaagd 44
8,6
4
0,8
20
4,8
-
-
Nachtzweten
31
6,1
-
-
12
2,9
-
-
Pijn op de borst
29
5,7
2
0,4
12
2,9
1
0,2
Diepe veneuze
26
5,1
18
3,5
12
2,9
7
1,7
trombose
Hypo-esthesie
25
4,9
1
0,2
12
2,9
-
-
Stemmingsveran- 23
4,5
-
-
8
1,9
-
-
deringen
Overgevoelighei 10
2,0
-
-
4
1,0
1
0,2
d
a Het begrip `hoesten' omvat de volgende begrippen: hoest, productieve hoest en hoestsyndroom van de bovenste
luchtwegen.
b Het begrip `lymfopenie' omvat de volgende begrippen: lymfopenie en verlaging in aantal lymfocyten.
c Het begrip `pneumonie' is een groepering van de volgende begrippen: pneumonie, atypische pneumonie,
bronchopneumonie, lobaire pneumonie, bacteriële pneumonie, pneumonie door schimmels, grieppneumonie en
pneumokokkenpneumonie.
d Het begrip `herpes zoster' is een groepering van de volgende begrippen: herpes zoster, orale herpes en infectie met het
herpesvirus.
Voor blootstelling gecorrigeerde percentages voor bijwerkingen (alle graden en graad 3/4) in
CA204125, een klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom waarin Empliciti in
combinatie met behandeling met pomalidomide en dexamethason (N = 60) werd vergeleken met
behandeling met pomalidomide en dexamethason (N = 55), worden getoond in tabel 7.
Tabel 7:
CA204125 Voor blootstelling gecorrigeerde percentages voor bijwerkingen voor met
Empliciti behandelde patiënten versus met pomalidomide en dexamethason
behandelde patiënten [omvat meerdere voorvallen bij alle behandelde patiënten]
Empliciti +
pomalidomide en dexamethason
pomalidomide en dexamethason
N = 60
N = 55
Alle graden
Graad 3/4
Alle graden
Graad 3/4
Bijwerking
Aantal Percenta- Aantal Percenta- Aantal Percenta- Aantal Percenta-
voor-
ge (inci-
voor-
ge (inci-
voor-
ge (inci-
voor-
ge (inci-
vallen
dentiecij-
vallen
dentiecij-
vallen
dentiecij-
vallen
dentiecij-
fer/100 pa
fer/100 pa
fer/100 pa
fer/100 pa
tiëntjaren)
tiëntjaren)
tiëntjaren)
tiëntjaren)
Hoestena
12
25,2
1
2,1
9
26,2
-
-
Nasofaryngitis
12
25,2
-
-
10
29,1
-
-
Infectie van de
9
18,9
-
-
10
29,1
1
2,9
bovenste
luchtwegen
Leukopenie
13
27,3
9
18,9
3
8,7
2
5,8
Lymfopenieb
10
21,0
6
12,6
1
2,9
1
2,9
Pneumoniec
6
12,6
4
8,4
9
26,2
8
23,3
Herpes zosterd
5
10,5
-
-
3
8,7
-
-
Infusiegerelateer- 2
4,2
1
2,1
1
2,9
-
-
de reactie
Pijn op de borst
2
4,2
-
-
1
2,9
-
-
Nachtzweten
1
2,1
-
-
-
0,0
-
-
Hypo-esthesie
1
2,1
-
-
1
2,9
-
-
Stemmingswis-
1
2,1
-
-
1
2,9
-
-
selingen
a Het begrip `hoesten' omvat de volgende begrippen: hoest, productieve hoest en hoestsyndroom van de bovenste
luchtwegen.
b Het begrip `lymfopenie' omvat de volgende begrippen: lymfopenie en verlaging in aantal lymfocyten.
c Het begrip `pneumonie' is een groepering van de volgende begrippen: pneumonie, atypische pneumonie,
bronchopneumonie, lobaire pneumonie, bacteriële pneumonie, pneumonie door schimmels, grieppneumonie en
pneumokokkenpneumonie.
d Het begrip `herpes zoster' is een groepering van de volgende begrippen: herpes zoster, orale herpes, infectie met het
herpesvirus en herpes zoster ophthalmicus.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
IRR's
In de klinisch onderzoeken bij patiënten met multipel myeloom werden IRR's gemeld bij ongeveer
10% van de patiënten die premedicatie kregen en die behandeld werden met Empliciti in combinatie
met lenalidomide en dexamethason (N = 318) en 3% van de patiënten die premedicatie kregen en die
behandeld werden met Empliciti in combinatie met pomalidomide en dexamethason (N=60) (zie
rubriek 4.4). Het percentage lichte tot gematigde IRR's was > 50% bij patiënten die geen premedicatie
kregen. Alle meldingen van IRR's waren graad 3. IRR's van graad 3 deden zich voor bij 1% van de
patiënten. De vaakst voorkomende symptomen van een IRR in studie CA204004 omvatten koorts,
rillingen en hoge bloeddruk. Vijf procent (5%) van de patiënten had een onderbreking nodig van de
toediening van Empliciti voor een mediane duur van 25 minuten vanwege een IRR, en 1% van de
patiënten stopte vanwege IRR's. Van de patiënten die een IRR ervaarden, kreeg 70% (23/33) de reactie
tijdens de eerste dosis. Alle IRR's die werden gemeld in studie CA204125 deden zich voor tijdens de
eerste behandelingscyclus en waren graad 2.
Infecties
De incidentie van infecties, inclusief pneumonie, lag hoger bij Empliciti-behandeling dan bij de
controlegroep (zie rubriek 4.4). In een klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom
(CA204004) werden infecties gemeld bij 81,4% van de patiënten uit de groep met Empliciti in
combinatie met lenalidomide en dexamethason (n = 318), en 74,4% uit de groep met lenalidomide en
dexamethason (n = 317). Infecties van graad 3-4 werden opgemerkt bij 28% en 24,3% van
respectievelijk de patiënten die behandeld werden met Empliciti in combinatie met lenalidomide en
dexamethason en de patiënten die behandeld werden met lenalidomide en dexamethason. Fatale
infecties kwamen niet vaak voor en werden gemeld bij 2,5% van de patiënten die behandeld werden
met Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason en bij 2,2% van de patiënten die
behandeld werden met lenalidomide en dexamethason. De incidentie van pneumonie was hoger in de
groep met Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason in vergelijking met de groep
met lenalidomide en dexamethason, gemeld als respectievelijk 15,1% vs. 11,7%, met een fataal
resultaat bij respectievelijk 0,6% vs. 0%.
In een klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom (CA204125) werden infecties gemeld
bij 65% van de patiënten uit de groep met Empliciti in combinatie met pomalidomide en
dexamethason (N = 60), en 65,5% uit de groep met pomalidomide en dexamethason (N = 55).
Infecties van graad 3-4 werden opgemerkt bij 13,3% en 21,8% van respectievelijk de patiënten die
behandeld werden met Empliciti in combinatie met pomalidomide en dexamethason en de patiënten
die behandeld werden met pomalidomide en dexamethason. Fatale infecties (d.w.z. graad 5 infecties)
kwamen niet vaak voor en werden gemeld bij 5% van de patiënten die behandeld werden met
Empliciti in combinatie met pomalidomide en dexamethason en bij 3,6% van de patiënten die
behandeld werden met pomalidomide en dexamethason.
SPM's
De incidentie van SPM's lag hoger bij Empliciti-behandeling dan bij de controlegroep (zie
rubriek 4.4). In het klinisch onderzoek bij patiënten met multipel myeloom (CA204004) werden
invasieve SPM's waargenomen bij 6,9% van de patiënten uit de groep met Empliciti in combinatie
met lenalidomide en dexamethason (n = 318) en 4,1% uit de groep met lenalidomide en dexamethason
(n = 317). Van SPM's is bekend dat ze geassocieerd zijn met blootstelling aan lenalidomide, wat werd
uitgebreid naar patiënten die behandeld werden met Empliciti in combinatie met lenalidomide en
dexamethason vs. lenalidomide en dexamethason. Het percentage hematologische maligniteiten was
hetzelfde voor de twee behandelingsgroepen (1,6%). Vaste tumoren werden gemeld bij 2,5% en 1,9%
van respectievelijk de patiënten die behandeld werden met Empliciti in combinatie met lenalidomide
en dexamethason en de patiënten die behandeld werden met lenalidomide en dexamethason.
Niet-melanome huidkanker werd gemeld bij 3,1% en 1,6% van respectievelijk de patiënten die
behandeld werden met Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason en de patiënten die
behandeld werden met lenalidomide en dexamethason.
Er werden geen SPM voorvallen gerapporteerd bij patiënten die behandeld werden met Empliciti in
combinatie met pomalidomide en dexamethason (N = 60) en 1 voorval (1,8%) bij patiënten die
behandeld werden met pomalidomide en dexamethason (N = 55) in studie CA204125.
Diepe veneuze trombose
In een klinisch onderzoek met patiënten met multipel myeloom (CA204004), werd diepe veneuze
trombose gerapporteerd bij 7,2% van de patiënten die behandeld werden met Empliciti gecombineerd
met lenalidomide en dexamethason (N = 318) en 3,8% van de patiënten behandeld met lenalidomide
en dexamethason (N = 317). Van de patiënten die behandeld werden met aspirine, werd diepe veneuze
trombose gerapporteerd bij 4,1 % van de patiënten die behandeld werden met Empliciti gecombineerd
met lenalidomide en dexamethason (E-Ld) en bij 1,4% van de patiënten behandeld met lenalidomide
en dexamethason (Ld). De percentages diepe veneuze trombose geobserveerd tussen de
behandelingsgroepen waren gelijkaardig voor patiënten aan wie profylactisch
laagmoleculairgewicht-heparine gegeven werd (2,2% in beide groepen), en voor patiënten aan wie
vitamine K-antagonisten gegeven werd, waren de percentages 0% voor patiënten behandeld met E-Ld
en 6,7% voor patiënten behandeld met Ld.
Immunogeniciteit
Net als bij alle therapeutische eiwitten bestaat er een kans op immunogeniciteit tegen Empliciti.
Van 390 patiënten in vier klinische onderzoeken die behandeld werden met Empliciti en die
evalueerbaar waren voor de aanwezigheid van antilichamen tegen het product, testten 72 patiënten
(18,5%) positief op tijdens de behandeling optredende antilichamen tegen het product, gemeten met
een elektrochemiluminescente (ECL) bepaling. Neutraliserende antilichamen werden gedetecteerd bij
19 van de 299 patiënten in CA204004. Bij de meeste patiënten deed immunogeniciteit zich vroeg in de
behandeling voor en was deze kortstondig (verdween in 2 tot 4 maanden). Er was geen duidelijk
causaal bewijs van gewijzigde farmacokinetische, werkzaamheids- of toxiciteitsprofielen met de
ontwikkeling van antilichamen tegen het product, op basis van de populatieanalyses inzake
farmacokinetiek en blootstelling-respons.
Van de 53 patiënten in CA204125 die behandeld werden met Empliciti en die evalueerbaar waren
voor de aanwezigheid van antilichamen tegen het product, testten 19 patiënten (36%) positief,
waarvan 1 patiënt persistent positief, op tijdens de behandeling optredende antilichamen tegen het
product, gemeten met een elektrochemiluminescente (ECL) bepaling. De antilichamen tegen het
product kwamen bij deze 19 patiënten op binnen de eerste 2 maanden na starten van de behandeling
met Empliciti. Bij 18 (95%) van deze 19 patiënten verdwenen de antilichamen tegen het product in
2 tot 3 maanden. Neutraliserende antilichamen werden gedetecteerd bij 2 van de 53 patiënten.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Van één patiënt werd een overdosis gemeld met 23,3 mg/kg lichaamsgewicht elotuzumab in
combinatie met lenalidomide en dexamethason. De patiënt had geen symptomen, vereiste geen
behandeling voor de overdosis en was in staat verder te gaan met de elotuzumab-behandeling.
In geval van overdosering moeten patiënten nauwkeurig worden gecontroleerd op tekenen of
symptomen van bijwerkingen, en moet een geschikte symptomatische behandeling worden gestart.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antineoplastische middelen, monoklonale antilichamen, en
antilichaam-geneesmiddelconjugaten, andere monoklonale antilichamen en antilichaam-
geneesmiddelconjugaten. ATC-code: L01FX08.
Werkingsmechanisme
Elotuzumab is een immunostimulerend gehumaniseerd, IgG1-monoklonaal antilichaam dat zich
specifiek richt op het eiwit signalerend lymfocytactivatiemolecuulfamilielid 7 (SLAMF7). SLAMF7
wordt in hoge mate tot expressie gebracht op multipel myeloom-cellen, onafhankelijk van
cytogenetische afwijkingen. SLAMF7 wordt eveneens tot expressie gebracht op naturalkillercellen
(NK), normale plasmacellen en andere immuuncellen, inclusief sommige T-celsubsets, monocyten,
B-cellen, macrofagen en pDC's (plasmacytoïde dendritische cellen), maar wordt niet gedetecteerd op
normale vaste weefsels of hemopoëtische stamcellen.
Elotuzumab activeert naturalkillercellen rechtstreeks via zowel de SLAMF7-route als via
Fc-receptoren die de antimyeloomactiviteit in vitro verhogen. Elotuzumab richt zich eveneens op
SLAMF7 op myeloomcellen en via interacties met Fc receptoren op specifieke immuuncellen,
bevordert de vernietiging van myeloomcellen via NK cel-gemedieerde antilichaamafhankelijke
cellulaire cytotoxiciteit (antibody-dependent cellular cytotoxicity, ADCC) en macrofaag gemedieerde
antilichaamafhankelijke cellulaire fagocytose (ADCP). In niet-klinische modellen werd aangetoond
dat elotuzumab synergistische activiteit heeft wanneer het gecombineerd wordt met lenalidomide,
pomalidomide of bortezomib.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason (CA204004)
CA204004 is een gerandomiseerd, open-label onderzoek werd uitgevoerd ter evaluatie van de
werkzaamheid en veiligheid van Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason (E-Ld)
bij patiënten met multipel myeloom die een tot drie eerdere behandelingen hadden gekregen. Alle
patiënten hadden gedocumenteerde progressie volgend op hun meest recente behandeling. Patiënten
die refractair waren voor lenalidomide werden uitgesloten en 6% van de patiënten had eerdere
behandeling met lenalidomide gekregen. Patiënten moesten minimaal 12 weken herstellen na een
autologe stamceltransplantatie (SCT), en 16 weken van allogene SCT. Patiënten met een cardiale
amyloïdose of plasmacellenleukemie werden van dit onderzoek uitgesloten
Geschikte patiënten werden gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 om behandeld te worden met
ofwel Empliciti in combinatie met lenalidomide en dexamethason, ofwel lenalidomide en
dexamethason (Ld). Behandeling werd toegediend in cycli van 4 weken tot ziekteprogressie of
onaanvaardbare toxiciteit. Elotuzumab 10 mg/kg lichaamsgewicht werd elke week voor de eerste 2
cycli en daarna om de 2 weken intraveneus toegediend. Voorafgaand aan infusie met Empliciti werd
dexamethason toegediend als een verdeelde dosis: een orale dosis van 28 mg en een intraveneuze
dosis van 8 mg. In de controlegroep en in weken zonder Empliciti werd 40 mg dexamethason
wekelijks als een enkelvoudige orale dosis toegediend. Lenalidomide 25 mg werd eenmaal daags oraal
ingenomen voor de eerste 3 weken van elke cyclus. Beoordeling van de tumorrespons werd om de
4 weken uitgevoerd.
In totaal werden 646 patiënten gerandomiseerd voor behandeling: 321 naar Empliciti in combinatie
met lenalidomide en dexamethason en 325 naar lenalidomide en dexamethason.
Demografische kenmerken en baselinekenmerken waren evenwichtig verdeeld over de
behandelingsgroepen. De mediane leeftijd bedroeg 66 jaar (bereik van 37 tot 91); 57% van de
patiënten was ouder dan 65 jaar; 60% van de patiënten was mannelijk; blanken maakten 84% van de
onderzoekspopulatie uit, Aziaten 10% en zwarten 4%. Het stadium volgens het International Staging
System (ISS) was I bij 43%, II bij 32% en III bij 21% van de patiënten. De cytogenetische categorieën
met hoog risico van del17p en t(4;14) waren aanwezig bij respectievelijk 32% en 9% van de patiënten.
Het mediane aantal eerdere behandelingen bedroeg 2. Vijfendertig procent (35%) van de patiënten was
refractair (progressie tijdens of binnen 60 dagen na laatste behandeling) en 65% had een recidief
(progressie na 60 dagen na laatste behandeling). Eerdere behandelingen omvatten:
stamceltransplantatie (55%), bortezomib (70%), melfalan (65%), thalidomide (48%) en lenalidomide
(6%).
De primaire eindpunten van dit onderzoek, progressievrije overleving (progression-free survival,
PFS), zoals beoordeeld aan de hand van de kansverhouding (HR hazardratio), en het totale
responspercentage (overall response rate, ORR), werden bepaald op basis van beoordelingen die door
een geblindeerde onafhankelijke toetsingscommissie (IRC) uitgevoerd werden.
Werkzaamheidsresultaten worden weergegeven in tabel 8 en in figuur 1. Het mediane aantal
behandelingscycli bedroeg 19 voor de Empliciti-groep en 14 voor de vergelijkingsgroep.
Totale overleving (overall survival, OS) was een secundair eindpunt. Vooraf was gepland dat de
definitieve OS-analyse zou plaatsvinden na ten minste 427 sterfgevallen.
Tabel 8:
CA204004 Werkzaamheidsresultaten
E-Ld
Ld
N = 321
n = 325
PFS (ITT)
Risicoverhouding [97,61%-BI]
0,68 [0,55, 0,85]
Gestratificeerde log-ranktest p-waardea
0,0001
1-jarig PFS-percentage (%) [95%-BI]
68 [63, 73]
56 [50, 61]
2-jarig PFS-percentage (%) [95%-BI]
39 [34, 45]
26 [21, 31]
3-jarig PFS-percentageb (%) [95%-BI]
23 [18, 28]
15 [10, 20]
Mediane PFS in maanden [95%-BI]
18,5 [16,5, 21,4]
14,3 [12,0, 16,0]
Respons
Totale respons (ORR)c n (%) [95%-BI]
252 (78,5) [73,6, 82,9]
213 (65,5) [60,1, 70,7]
p-waarded
0,0002
Complete respons (CR + sCR)e n (%)
14 (4,4)f
24 (7,4)
Zeer goede partiële respons (Very Good
91 (28,3)
67 (20,6)
Partial Response, VGPR) n (%)
Partiële respons (RR/PR) n (%)
147 (45,8)
122 (37,5)
Gecombineerde responsen (CR+sCR+VGPR) n
105 (32,7)
91 (28,0)
(%)
Totale overlevingg
Risicoverhouding [95,4%-BI]
0,82 [0,68, 1,00]
Gestratificeerde log-ranktest p-waarde
0,0408h
Mediane OS in maanden [95%-BI]
48,30 [40,34, 51,94]
39,62 [33,25, 45,27]
a
p-waarde op basis van de log-ranktest, gestratificeerd naar B2-microglobulinen (< 3,5 mg/l versus 3,5 mg/l), aantal
eerdere behandelingslijnen (1 versus 2 of 3), en eerdere immunomodulerende behandeling (geen versus eerder alleen
thalidomide versus andere).
b
Een vooraf gespecificeerde analyse voor percentage 3-jarige PFS werd uitgevoerd op basis van een minimale
follow-upduur van 33 maanden.
c
Criteria van de European Group for Blood and Marrow Transplantation (EBMT).
d
p-waarde op basis van de Cochran-Mantel-Haenszel chi-kwadraattest, gestratificeerd naar B2-microglobulinen
(< 3,5 mg/l versus 3,5 mg/l), aantal eerdere behandelingslijnen (1 versus 2 of 3), en eerdere immunomodulerende
behandeling (geen versus alleen eerder thalidomide versus andere).
e
Complete respons (CR) + strikte complete respons (sCR).
f
Percentages complete respons in de Empliciti-groep worden mogelijk onderschat vanwege interferentie van het
monoklonaal antilichaam elotuzumab met de immunofixatiebepaling en de serumeiwit-elektroforesebepaling.
g
Een vooraf gespecificeerde definitieve analyse voor OS werd uitgevoerd op basis van ten minste 427 sterfgevallen
met een minimale follow-upduur van 70,6 maanden.
h
De definitieve OS-analyse voldeed aan de in het protocol gespecificeerde grens voor statistische significantie
(p 0,046).
BI: betrouwbaarheidsinterval
Figuur 1: CA204004 Progressievrije overleving
E-Ld
Ld
sievrij (%)
gres
pro
HR (97,61%-BI): 0,68 (0,55, 0,85)
Waarschijnlijkheid van
p-waarde: 0,0001
Progressievrije overleving (maanden)
Aantal proefpersonen met risico
E-Ld 321
282
240
206
164
133
87
43
12
1
Ld
325
262
204
168
130
97
53
24
7
Verbeteringen waargenomen in PFS waren consistent voor de verschillende subsets, ongeacht leeftijd
(< 65 jaar versus 65 jaar), risicostatus, aanwezigheid of afwezigheid van cytogenetische categorieën
del17p of t(4:14), ISS-stadium, aantal eerdere behandelingen, eerdere immunomodulerende
blootstelling, eerdere blootstelling aan bortezomib, status als recidief ondervindend of refractair, of
nierfunctie, zoals getoond wordt in tabel 9.
Tabel 9:
CA204004 Werkzaamheidsresultaten voor subsets
E-Ld
Ld
N = 321
N = 325
Subset beschrijving
Mediane PFS
Mediane PFS
HR [95%-BI]
(maanden) [95%-BI] (maanden) [95%-BI]
Leeftijd
< 65 jaar
19,4 [15,9, 23,1]
15,7 [11,2, 18,5]
0,74 [0,55, 1,00]
65 jaar
18,5 [15,7, 22,2]
12,9 [10,9, 14,9]
0,64 [0,50, 0,82]
Risicofactoren
Hoog risico
14,8 [9,1, 19,6]
7,2 [5,6, 11,2]
0,63 [0,41, 0,95]
Standaard risico
19,4 [16,5, 22,7]
16,4 [13,9, 18,5]
0,75 [0,59, 0,94]
Cytogenetische categorie
Aanwezigheid van del17p
19,6 [15,8, NE]
14,9 [10,6, 17,5]
0,65 [0,45, 0,93]
Afwezigheid van del17p
18,5 [15,8, 22,1]
13,9 [11,1, 16,4]
0,68 [0,54, 0,86]
Aanwezigheid van t(4;14)
15,8 [8,4, 18,4]
5,5 [3,1, 10,3]
0,55 [0,32, 0,98]
Afwezigheid van t(4;14)
19,6 [17,0, 23,0]
14,9 [12,4, 17,1]
0,68 [0,55, 0,84]
ISS-stadium
I
22,2 [17,8, 31,3]
16,4 [14,5, 18,6]
0,61 [0,45, 0,83]
II
15,9 [9,5, 23,1]
12,9 [11,1, 18,5]
0,83 [0,60, 1,16]
III
14,0 [9,3, 17,3]
7,4 [5,6, 11,7]
0,70 [0,48, 1,04]
E-Ld
Ld
N = 321
N = 325
Subset beschrijving
Mediane PFS
Mediane PFS
HR [95%-BI]
(maanden) [95%-BI] (maanden) [95%-BI]
Eerdere behandelingen
Lijnen van eerdere
18,5 [15,8, 20,7]
14,5 [10,9, 17,5]
0,71 [0,54, 0,94]
behandeling = 1
Lijnen van eerdere
18,5 [15,9, 23,9]
14,0 [11,1, 15,7]
0,65 [0,50, 0,85]
behandeling = 2 of 3
Eerdere blootstelling van
18,4 [14,1, 23,1]
12,3 [9,3, 14,9]
0,61 [0,46, 0,80]
thalidomide
Geen eerdere
18,9 [15,8, 22,2]
17,5 [13,0, 20,0]
0,78 [0,59, 1,04]
immunomodulerende
blootstelling
Eerdere blootstelling aan
17,8 [15,8, 20,3]
12,3 [10,2, 14,9]
0,67 [0,53, 0,84]
bortezomib
Geen eerdere blootstelling aan
21,4 [16,6, NE]
17,5 [13,1, 21,3]
0,70 [0,48, 1,00]
bortezomib
Respons op de behandeling
Recidief
19,4 [16,6, 22,2]
16,6 [13,0, 18,9]
0,75 [0,59, 0,96]
Refractair
16,6 [14,5, 23,3]
10,4 [6,6, 13,3]
0,55 [0,40, 0,76]
Nierfunctiestoornis
Baseline CrCl < 60 ml/min
18,5 [14,8, 23,3]
11,7 [7,5, 17,4]
0,56 [0,39, 0,80]
Baseline CrCl 60 ml/min
18,5 [15,9, 22,2]
14,9 [12,1, 16,7]
0,72 [0,57, 0,90]
De 1-, 2-, 3-, 4- en 5-jarige percentages totale overleving voor Empliciti in combinatie met
behandeling met lenalidomide en dexamethason bedroegen respectievelijk 91%, 73%, 60%, 50% en
40%, in vergelijking met 83%, 69%, 53%, 43% en 33% voor behandeling met lenalidomide en
dexamethason (zie figuur 2).
De vooraf geplande definitieve OS-analyse werd uitgevoerd na 212 sterfgevallen in de E-Ld-groep en
225 sterfgevallen in de Ld-groep. De minimale follow-up was 70,6 maanden. Een statistisch
significant OS-voordeel werd waargenomen in patiënten in de E-Ld-groep vergeleken met patiënten in
de Ld-groep. Mediane OS in de E-Ld-groep was 48,30 maanden vergeleken met 39,62 maanden in de
Ld-groep. Patiënten in de E-Ld-groep hadden een 18% verlaagd overlijdensrisico vergeleken met
patiënten in de Ld-groep (HR = 0,82; 95,4%-BI: 0,68, 1,00; p-waarde = 0,0408). Zie tabel 8 en
figuur 2.
Figuur 2: CA204004 Totale overleving
E-Ld
Ld
heid levend
Waarschijnlijk
HR (95,4%-BI): 0,82 (0,68, 1,00)
p-waarde: 0,0408
Totale overleving (maanden)
Aantal proefpersonen met risico
E-Ld
321 303 283 250 224 197 181 163 149 129 115 105
57 15
2
Ld
325 287 255 228 208 184 159 142 128 116
98
86
47
9
Empliciti in combinatie met pomalidomide en dexamethason (CA204125)
CA204125 is een gerandomiseerd open-label onderzoek dat werd uitgevoerd om de werkzaamheid en
veiligheid van Empliciti in combinatie met pomalidomide en dexamethason (E-Pd) te evalueren bij
patiënten met refractair of recidief en refractair multipel myeloom die ten minste twee eerdere
behandelingen hadden gekregen, inclusief lenalidomide en een proteasoomremmer en die
ziekteprogressie vertoonden bij de laatste behandeling of binnen 60 dagen daarna. Patiënten waren
refractair als ze progressie vertoonden tijdens of binnen 60 dagen na de behandeling met lenalidomide
en een proteasoomremmer en tijdens of binnen 60 dagen na de laatste behandeling. Patiënten waren
recidief en refractair als ze ten minste een partiële respons hadden op eerdere behandeling met
lenalidomide en een proteasoomremmer, maar binnen 6 maanden progressie vertoonden en een
progressieve ziekte hadden ontwikkeld tijdens of binnen 60 dagen na het voltooien van de laatste
behandeling. Patiënten met een graad 2 of hogere perifere neuropathie werden uitgesloten van klinisch
onderzoek met E-Pd.
In totaal werden 117 patiënten gerandomiseerd in een 1:1 ratio voor behandeling: 60 naar elotuzumab
in combinatie met pomalidomide en dexamethason (E-Pd) en 57 naar pomalidomide en dexamethason
(Pd). Behandeling werd toegediend in cycli van 4 weken (28 dagen) tot ziekteprogressie of
onaanvaardbare toxiciteit. Gedurende de eerste 2 cycli werd iedere week elotuzumab
10 mg/kg lichaamsgewicht intraveneus toegediend en daarna iedere 4 weken
20 mg/kg lichaamsgewicht.
Dexamethason werd toegediend op dag 1, 8, 15 en 22 van iedere cyclus. In weken met Empliciti
infusie werd dexamethason toegediend voorafgaand aan Empliciti als een verdeelde dosis: patiënten
75 jaar kregen een orale dosis van 28 mg en een intraveneuze dosis van 8 mg; patiënten > 75 jaar
kregen een orale dosis van 8 mg en een intraveneuze dosis van 8 mg. In weken zonder een
Empliciti-infusie en in de controle-groep werd dexamethason toegediend als een orale dosis van 40 mg
bij patiënten 75 jaar en als een orale dosis van 20 mg bij patiënten > 75 jaar. Beoordeling van de
tumorrespons werd om de 4 weken uitgevoerd.
Demografische kenmerken en baselinekenmerken waren evenwichtig verdeeld over de
behandelingsgroepen. De mediane leeftijd bedroeg 67 jaar (spreiding van 36 tot 81); 62% van de
patiënten was ouder dan 65 jaar; 57% van de patiënten was mannelijk; blanken maakten 77% van de
onderzoekspopulatie uit, Aziaten 21% en zwarten 1%. Het stadium volgens het International Staging
System (ISS) was I bij 50%, II bij 38% en III bij 12% van de patiënten. De chromosomale afwijkingen
als bepaald door de FISH van del(17p), t(4;14) en t(14;16) waren aanwezig in respectievelijk 5%, 11%
en 7% van de patiënten. Elf (9,4%) patiënten had hoog-risico myeloom. Het mediane aantal eerdere
behandelingen bedroeg 3. Zevenentachtig procent (87%) van de patiënten was refractair voor
lenalidomide, 80% was refractair voor een proteasoomremmer en 70% was refractair voor zowel
lenalomide en een proteasoomremmer. Eerdere behandelingen omvatten: stamceltransplantatie (55%),
bortezomib (100%), lenalidomide (99%), cyclofosfamide (66%) melfalan (63%), carfilzomib (21%)
ixazomib (6%) en daratumumab (3%).
Het mediane aantal behandelingscycli bedroeg 9 voor de E-Pd-groep en 5 voor de Pd-groep.
Het primaire eindpunt was PFS zoals beoordeeld door de onderzoeker, volgens de gewijzigde criteria
van de Internationale Myeloom Werkgroep (IMWG). Mediane PFS per ITT was 10,25 maanden
(95%-BI: 5,59, kon niet worden geschat (non-estimable; NE)) in de E-Pd-groep en 4,67 maanden
(95%-BI: 2,83, 7,16) in de Pd-groep. PFS en ORR werden ook beoordeeld door de IRC.
PFS-resultaten volgens de onderzoeker en IRC worden samengevat in tabel 10 (minimale follow-up
van 9,1 maanden). De Kaplan-Meier-curve voor PFS volgens de onderzoeker is weergegeven in
figuur 3.
Tabel 10: CA204125 Progressievrije overleving en totale respons
Beoordeeld door de
IRC beoordeeldf
onderzoeker
E-Pd
Pd
E-Pd
Pd
N = 60
N = 57
N = 60
N = 57
PFS (ITT)
Risicoverhouding [95%-BI]
0,54 [0,34, 0,86]
0,51 [0,32, 0,82]
Gestratificeerde log-ranktest p-waardea
0,0078
0,0043
Mediane PFS in maanden [95%-BI]
10,25
4,67
10,25
4,70
[5,59, NE] [2,83, 7,16]
[6,54, NE] [2,83, 7,62]
Respons
Totale respons (ORR)b n (%) [95%-BI]
32 (53,3)
15 (26,3)
35 (58,3)
14 (24,6)
[40,0, 66,3] [15,5, 39,7] [44,9, 70,9] [14,1, 37,8]
p-waardec
0,0029
0,0002
Complete Respons (CR + sCR)d n (%)
5 (8,3)e
1 (1,8)
0 (0,0)e
0 (0,0)
Zeer goede partiële respons (Very Good Partial
7 (11,7)
4 (7,0)
9 (15,0)
5 (8,8)
Response, VGPR) n (%)
Partiële respons (RR/PR) n (%)
20 (33,3)
10 (17,5)
26 (43,3)
9 (15,8)
Gecombineerde responsen (CR+sCR+VGPR) n
12 (20,0)
5 (8,8)
9 (15,0)
5 (8,8)
(%)
a
p-waarde gebaseerd op de log-rank test gestratificeerd voor stadium van de ziekte bij aanvang onderzoek
(International Staging System I-II vs III) en aantal eerdere lijnen van behandeling (2-3 vs 4) op moment van
randomisatie.
b
gewijzigde criteria van de Internationale Myeloom Werkgroep (IMWG).
c
p-waarde gebaseerd op de Cochran-Mantel-Haenszel chi-square test gestratificeerd voor stadium van de ziekte bij
aanvang onderzoek (International Staging System I-II vs III) en aantal eerdere lijnen van behandeling (2-3 vs 4) op
moment van randomisatie.
d
Complete respons (CR) + strikte complete respons (sCR).
e
Percentages complete respons in de Empliciti-groep worden mogelijk onderschat vanwege interferentie van het
monoklonaal antilichaam elotuzumab met de immunofixatiebepaling en de serumeiwit-elektroforesebepaling.
f
IRC beoordeling werd post-hoc uitgevoerd. NE: non-estimable, kon niet worden geschat
Figuur 3: CA204125 Progressievrije overleving volgens de onderzoeker
E-Pd
Pd
p
rogressievrij (%)
HR (95%-BI): 0,54 (0,34, 0,86)
p-waarde: 0,0078
Waarschijnlijkheid van
Progressievrije overleving (maanden)
Aantal proefpersonen met risico
E-Pd
60
48
43
37
32
25
7
1
1
1
1
Pd
57
42
31
22
16
10
6
2
1
PFS ITT beoordeling volgens de onderzoeker werd geëvalueerd in verschillende subgroepen, inclusief
leeftijd (< 65 versus 65), ras, ISS-stadium, eerdere behandelingen, transplantatie, risico categorie,
ECOG-status, creatinineklaring en cytogenetische afwijkingen. Onafhankelijk van de subgroep die
werd geëvalueerd was PFS over het algemeen consistent met die waargenomen in de ITT populatie
voor de behandelgroepen. De resultaten moeten echter met de nodige voorzichtigheid worden
geïnterpreteerd, aangezien de beoordeling van consistentie van effect binnen verschillende subgroepen
werd bemoeilijkt door het zeer beperkte aantal patiënten in de verschillende subgroepen.
Totale overleving (overall survival, OS) was een belangrijk secundair eindpunt van het onderzoek.
Een vooraf geplande definitieve OS-analyse werd uitgevoerd na ten minste 78 sterfgevallen. De
minimale follow-up was 45,0 maanden. De OS-resultaten bij de definitieve analyse bereikten
statistische significantie. Een significant langere OS werd waargenomen bij patiënten in de
E-Pd-groep vergeleken met patiënten in de Pd-groep (HR = 0,59; 95%-BI: 0,37, 0,93;
p-waarde 0,0217), wat een 41% verlaagd overlijdensrisico weergeeft. Werkzaamheidsresultaten
worden weergegeven in tabel 11 en in figuur 4.
Tabel 11: CA204125 Resultaten totale overleving
E-Pd
Pd
N = 60
N = 57
Algehele overleving (OS)**
Risicoverhouding [95%-BI]
0,59 [0,37, 0,93]
Gestratificeerde log-ranktest p-waarde*
0,0217***
Mediane OS in maanden [95%-BI]
29,80 [22,87, 45,67]
17,41 [13,83, 27,70]
*
p-waarde gebaseerd op de log-ranktest gestratificeerd voor stadium van de ziekte bij aanvang onderzoek
(International Staging System I-II vs III) en aantal eerdere lijnen van behandeling (2-3 vs 4) op moment van
randomisatie.
**
Een vooraf gespecificeerde definitieve analyse voor OS werd uitgevoerd op basis van ten minste 78 sterfgevallen
(minimale follow-upduur van 45,0 maanden).
***
De definitieve OS-analyse overschreed zowel de vooraf bepaalde alfagrens voor statistische significantie (p 0,20)
als het strikte niveau van 0,05.
Figuur 4: CA204125 Totale overleving
heid levend
Waarschijnlijk
OS (maanden)
Aantal proefpersonen met risico
E-Pd 60 57 53 48 43 41 37 36 34 29 27 25 21
21 21 15 7
1
0
Pd
57 49 43 36 34 29 25 22 22 18 17 15 14
12 10 8
3
1
0
E-Pd (voorvallen: 37/60), mediaan en 95%-BI: 29,80 (22,87, 45,67)
- - -- - - Pd (voorvallen: 41/57), mediaan en 95%-BI: 17,41 (13,83, 27,70)
E-Pd vs Pd - risicoverhouding en 95%-BI: 0,59 (0,37, 0,93)
80%-BI: 0,59 (0,44, 0,79), p-waarde: 0,0217
Bijgesteld alfaniveau = 0,2.
Symbolen geven gecensureerde observaties weer.
Gestratificeerd voor stadium van de ziekte bij aanvang onderzoek (International Staging System I-II vs
III) en aantal eerdere lijnen van behandeling (2-3 vs 4) op moment van randomisatie.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoeken in alle subgroepen van pediatrische patiënten bij de
behandeling van multipel myeloom (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek (FK) van elotuzumab werd bestudeerd bij patiënten met multipel myeloom.
Elotuzumab geeft niet-lineaire FK met verminderde klaring bij een verhoging van de dosering van
0,5-20 mg/kg lichaamsgewicht.
Absorptie
Elotuzumab wordt intraveneus gedoseerd en is daarom onmiddellijk en volledig biologisch
beschikbaar.
Distributie
Het geometrisch gemiddelde distributievolume van elotuzumab bij het aanbevolen doseringsregime in
combinatie met lenalidomide/dexamethason of pomalidomide/dexamethason bij steady state is
respectievelijk 5,7 l (variatiecoëfficiënt [CV]: 23%) en 5,6 l (CV: 21%).
Biotransformatie
Het metabolische pad van elotuzumab is niet gekarakteriseerd. Elotuzumab is een IgG-monoklonaal
antilichaam waarvan wordt verwacht dat het via katabole paden afgebroken wordt in kleine peptiden
en aminozuren.
Eliminatie
De geometrisch gemiddelde totale klaring van elotuzumab bij 10 mg/kg lichaamsgewicht (in
combinatie met lenalidomide en dexamethason) bij steady state is 0,194 l/dag (CV: 62,9%). Na
stopzetting van elotuzumab in combinatie met lenalidomide en dexamethason of in combinatie met
pomalidomide en dexamethason zullen concentraties van elotuzumab afnemen tot ongeveer 3%
(ongeveer 97% uitwassing, geschat door 5 halfwaardetijden) van de voor de populatie voorspelde
maximale serumconcentratie bij steady state in 3 maanden.
Speciale populaties
Op basis van een farmacokinetische populatieanalyse met gegevens van 440 patiënten nam de klaring
van elotuzumab met toenemend lichaamsgewicht toe, wat een op gewicht gebaseerde dosis
ondersteunt. Farmacokinetische populatieanalyse suggereerde dat de volgende factoren geen klinisch
belangrijk effect hadden op de klaring van elotuzumab: leeftijd, geslacht, ras,
baselinelactaatdehydrogenase (LDH), albumine, nierfunctiestoornis, lichte leverfunctiestoornis en
gelijktijdige toediening met lenalidomide/dexamethason of pomalidomide/dexamethason.
Doelgemedieerde klaring van elotuzumab nam toe bij hogere serumconcentraties M-proteïne.
Nierfunctiestoornis
In een open-label onderzoek (CA204007) werd de farmacokinetiek van elotuzumab in combinatie met
lenalidomide en dexamethason geëvalueerd bij patiënten met multipel myeloom, met verschillende
maten van nierfunctiestoornis (geclassificeerd aan de hand van de CrCl-waarden). Het effect van een
nierfunctiestoornis op de farmacokinetiek van elotuzumab werd geëvalueerd bij patiënten met normale
nierfunctie (CrCl > 90 ml/min; N = 8), een ernstige nierfunctiestoornis die geen dialyse vereist
(CrCl < 30 ml/min; N = 9), of eindstadium van nierfalen dat dialyse vereist (CrCl < 30 ml/min; N = 9).
Er werden geen klinisch belangrijke verschillen in de farmacokinetiek van elotuzumab gevonden
tussen patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (met en zonder dialyse) en patiënten met normale
nierfunctie (zie rubriek 4.2).
Leverfunctiestoornis
Empliciti is een IgG1-monoklonaal antilichaam, dat voornamelijk via katabolisme geklaard wordt. Het
is dus niet waarschijnlijk dat een leverfunctiestoornis de klaring ervan wijzigt. Het effect van een
leverfunctiestoornis op de klaring van Empliciti werd geëvalueerd aan de hand van farmacokinetische
populatieanalyses bij patiënten met een lichte leverfunctiestoornis (TB ULN en ASAT > ULN, of
TB < 1 tot 1,5 × ULN en welke ASAT-waarde ook; N = 33). Er werden geen klinisch belangrijke
verschillen in de klaring van Empliciti gevonden tussen patiënten met een lichte leverfunctiestoornis
en patiënten met een normale leverfunctie. Elotuzumab is niet bestudeerd bij patiënten met een matige
(TB > 1,5 tot 3 × ULN en welke ASAT-waarde ook) of ernstige (TB > 3 × ULN en welke
ASAT-waarde ook) leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.2).
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Elotuzumab herkent enkel humaan SLAMF7-proteïne. Omdat elotuzumab niet-humane vormen van
het SLAMF7-proteïne niet herkent, zijn in-vivo-veiligheidsgegevens uit dieronderzoeken irrelevant.
Op dezelfde manier zijn er geen carcinogeniteitsgegevens beschikbaar voor elotuzumab bij dieren,
noch werden vruchtbaarheids- en embryo-foetale toxiciteitsonderzoeken uitgevoerd. Niet-klinische
veiligheidsinformatie bestaat voornamelijk uit beperkte in vitro uitgevoerde huma(a)n(e)
cel-/weefselonderzoeken waar geen veiligheidsbevindingen geïdentificeerd werden.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Sucrose
Natriumcitraat
Citroenzuurmonohydraat
Polysorbaat 80 (E433)
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3 Houdbaarheid
Ongeopende injectieflacon
3 jaar.
Na reconstitutie en verdunning
De gereconstitueerde oplossing moet onmiddellijk uit de flacon worden overgebracht naar de
infuuszak.
Chemische en fysische stabiliteit bij gebruik van de gereconstitueerde en verdunde oplossing werd
aangetoond voor 24 uur bij 2°C - 8°C en beschermd tegen licht.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet de oplossing voor infusie onmiddellijk worden gebruikt. Indien
het niet onmiddellijk gebruikt wordt, zijn de bewaartijden en bewaaromstandigheden voorafgaand aan
gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker en mogen deze normaliter niet meer bedragen dan
24 uur bij 2°C - 8°C, beschermd tegen licht. De gereconstitueerde of verdunde oplossing niet in de
vriezer bewaren. De oplossing voor infusie kan maximaal 8 uur van de totale 24 uur bewaard worden
bij 20°C - 25°C en bij kamerverlichting. Deze periode van 8 uur is inclusief de periode voor het
toedienen van het product.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie of verdunning, zie rubriek 6.3.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Type-I-glazen injectieflacons met een inhoud van 20 ml, afgesloten met grijze butylstoppers en
verzegeld met aluminium krimpverzegeling met een polypropyleen flip-off-dop, die 300 mg of
400 mg elotuzumab bevat. De kleur van de verzegelende flip-off-dop is ivoor voor de injectieflacon
van 300 mg en blauw voor de injectieflacon van 400 mg.
Verpakkingsgrootte van 1 injectieflacon.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Berekening van de dosis
Bereken de dosis (mg) en bepaal het aantal benodigde injectieflacons voor de dosis (10 mg/kg of
20 mg/kg) op basis van het lichaamsgewicht van de patiënt. Er kan meer dan één injectieflacon
Empliciti nodig zijn om de totale dosis aan de patiënt toe te dienen.
De totale dosis elotuzumab in mg is gelijk aan het lichaamsgewicht van de patiënt in kg
vermenigvuldigd met de dosis elotuzumab (10 of 20 mg/kg, zie rubriek 4.2).
Reconstitutie van de injectieflacons
Reconstitueer elke injectieflacon Empliciti aseptisch met een injectiespuit van voldoende grootte en
een naald van 18 Gauge of kleiner, zoals getoond in tabel 12. Er kan een lichte tegendruk ervaren
worden bij het toedienen van het water voor injecties, wat als normaal beschouwd wordt.
Tabel 12: Instructies reconstitutie
Sterkte
Hoeveelheid water
Uiteindelijke volume
Concentratie na
voor injecties, vereist
van gereconstitueerd
reconstitutie
voor reconstitutie
Empliciti in de
injectieflacon
(inclusief volume
ingenomen door de
vaste koek)
injectieflacon
13,0 ml
13,6 ml
25 mg/ml
300 mg
injectieflacon
17,0 ml
17,6 ml
25 mg/ml
400 mg
Houd de injectieflacon rechtop en meng de oplossing door de injectieflacon rond te draaien om de
gelyofiliseerde koek op te lossen. Draai de injectieflacon dan een paar keer om om het poeder op te
lossen dat mogelijk nog aanwezig is bovenaan bovenin de injectieflacon of op de stopper. Vermijd
krachtige agitatie, NIET SCHUDDEN. Het gelyofiliseerde poeder moet in minder dan 10 minuten
oplossen.
Nadat de resterende vaste stoffen volledig opgelost zijn, laat u de gereconstitueerde oplossing voor
5 tot 10 minuten staan. De gereconstitueerde oplossing is kleurloos tot lichtgeel, en doorzichtig tot
zeer opaalachtig. Empliciti moet visueel worden gecontroleerd op deeltjes en verkleuring voordat het
wordt toegediend. Voer de oplossing af indien deeltjes of verkleuring worden waargenomen.
Voorbereiden van de oplossing voor infusie
De gereconstrueerde oplossing dient verdund te worden met 9 mg/ml (0,9%) natriumchlorideoplossing
voor injectie of 5% glucose-injectie om een uiteindelijk concentratiebereik voor infusie tussen de
1 mg/ml en 6 mg/ml te verkrijgen. Het volume van de 9 mg/ml (0,9%) natriumchlorideoplossing voor
injectie of 5% glucose-injectie moet aangepast worden zodat de 5 ml/kg lichaamsgewicht van de
patiënt bij welke gegeven dosis Empliciti ook niet wordt overschreden.
Bereken het benodigde volume (ml) van het verdunningsmiddel (ofwel 9 mg/ml (0,9%)
natriumchlorideoplossing voor injectie of 5% glucose-injectie) om de oplossing voor infusie voor de
patiënt te bereiden.
Trek het noodzakelijke volume voor de berekende dosis op uit elke injectieflacon, tot een maximum
van 16 ml uit een injectieflacon van 400 mg en 12 ml uit een injectieflacon van 300 mg. Iedere
injectieflacon bevat een lichte overvulling om voldoende extraheerbaar volume te garanderen.
Breng het opgetrokken volume uit alle injectieflacons die nodig waren volgens de berekende dosis
voor deze patiënt over in een enkele infusiezak gemaakt van polyvinylchloride of polyolefine die het
berekende volume van het verdunningsmiddel bevat. Meng de infusie voorzichtig door middel van
handmatige rotatie. Niet schudden.
Empliciti is enkel voor eenmalig gebruik. Gooi al het overgebleven middel in de injectieflacon weg.
Toediening
De gehele infusie met Empliciti moet toegediend worden met een infusieset en een steriel,
niet-pyrogeen, laagproteïnebindend filter (met poriegrootte van 0,2-1,2 µm) met gebruikmaking van
een geautomatiseerde infusiepomp.
De infusie met Empliciti is verenigbaar met:
containers uit PVC en polyolefine;
PVC-infusiesets;
polyethersulfon en nylon inlinefilters met poriegrootten van 0,2 m tot 1,2 m.
Empliciti moet worden gestart met een infusiesnelheid van 0,5 ml/min voor de dosis van
10 mg/kg lichaamsgewicht en 3 ml/min voor de dosis van 20 mg/kg lichaamsgewicht. Als het goed
verdragen wordt, kan de infusiesnelheid stapsgewijs verhoogd worden, zoals beschreven in tabel 3 en
4 (zie rubriek 4.2 "Wijze van toediening"). De maximale infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan
5 ml/min.
De infusieoplossing met Empliciti moet onmiddellijk gebruikt worden. Indien het niet onmiddellijk
gebruikt wordt, zijn de bewaartijden en bewaaromstandigheden voorafgaand aan gebruik de
verantwoordelijkheid van de gebruiker en mogen deze normaliter niet meer bedragen dan 24 uur bij
2°C - 8°C, beschermd tegen licht. De gereconstitueerde of verdunde oplossing niet in de vriezer
bewaren. De oplossing voor infusie kan maximaal 8 uur van de totale 24 uur bewaard worden bij
20°C - 25°C en bij kamerverlichting. Deze periode van 8 uur is inclusief de periode voor het toedienen
van het product.
Verwijdering
Bewaar geen ongebruikte delen van de infusieoplossing voor hergebruik. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1088/001-002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 11 mei 2016
Datum van laatste verlenging: 17 december 2020
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II
A.
FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN FABRIKANTEN
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
A.
FABRIKANTEN VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN FABRIKANTEN
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten van de biologisch werkzame stoffen
Bristol-Myers Squibb Company
6000 Thompson Road, East Syracuse
New York 13057
Verenigde Staten
Bristol-Myers Squibb Company
38 Jackson Road, Devens
MA 01434
Verenigde Staten
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 - ANAGNI (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company t/a Bristol-Myers Squibb Cruiserath Biologics
Cruiserath Road, Mulhuddart
Dublin 15, D15 H6EF
Ierland
De gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moet de naam en het adres van de fabrikant
verantwoordelijk voor vrijgave van het betrokken lot vermelden
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Empliciti 300 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
elotuzumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 300 mg elotuzumab.
Na bereiding, bevat elke ml van concentraat 25 mg elotuzumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: sucrose, natriumcitraat, citroenzuurmonohydraat en polysorbaat 80 (E433). Zie de
bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1088/001
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET OP INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Empliciti 300 mg poeder voor concentraat
elotuzumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 300 mg elotuzumab.
Na bereiding, bevat elke ml van concentraat 25 mg elotuzumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: sucrose, natriumcitraat, citroenzuurmonohydraat en polysorbaat 80 (E433). Zie de
bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
300 mg poeder voor concentraat
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
IV-gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1088/001
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Empliciti 400 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
elotuzumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 400 mg elotuzumab.
Na bereiding, bevat elke ml van concentraat 25 mg elotuzumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: sucrose, natriumcitraat, citroenzuurmonohydraat en polysorbaat 80 (E433). Zie de
bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
1 injectieflacon
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1088/002
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET OP INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Empliciti 400 mg poeder voor concentraat
elotuzumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke injectieflacon bevat 400 mg elotuzumab.
Na bereiding, bevat elke ml van concentraat 25 mg elotuzumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: sucrose, natriumcitraat, citroenzuurmonohydraat en polysorbaat 80 (E433). Zie de
bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
400 mg poeder voor concentraat
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Intraveneus gebruik.
IV-gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/16/1088/002
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
B. BIJSLUITER
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Empliciti 300 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
Empliciti 400 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie
elotuzumab
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Empliciti en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Empliciti en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Empliciti bevat de werkzame stof elotuzumab, een monoklonaal antilichaam, een soort eiwit dat
ontworpen is om een specifieke doelwitstof in het lichaam te herkennen en zich eraan te hechten.
Elotuzumab hecht zich aan een doelwiteiwit dat SLAMF7 wordt genoemd. SLAMF7 wordt in grote
hoeveelheden aangetroffen op het oppervlak van multipel myeloom-cellen en op bepaalde cellen van
uw immuunsysteem (naturalkillercellen). Wanneer elotuzumab bindt aan SLAMF7 op de multipel
myeloom- of naturalkillercellen, stimuleert het uw immuunsysteem om de multipel myeloom-cellen
aan te vallen en te vernietigen.
Empliciti wordt gebruikt om multipel myeloom te behandelen (een kanker van het beenmerg) bij
volwassenen. U krijgt Empliciti samen met lenalidomide en dexamethason of samen met
pomalidomide en dexamethason. Multipel myeloom is een kanker van een bepaald type witte
bloedcel, de plasmacellen. Deze cellen delen zich ongecontroleerd en stapelen zich op in het
beenmerg. Dit leidt tot schade aan de botten en nieren.
U krijgt Empliciti als uw kanker niet heeft gereageerd op bepaalde eerdere behandelingen, of als uw
kanker terug is gekomen na bepaalde eerdere behandelingen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Neem contact op met uw arts als u het niet zeker weet.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Infusiegerelateerde reactie
Vertel het onmiddellijk aan uw arts of verpleegkundige als u een van de bovenaan rubriek 4 vermelde
infusiegerelateerde reacties krijgt. Deze bijwerkingen doen zich voornamelijk voor tijdens of na de
infusie van de eerste dosis. Men zal u tijdens en na de infusie controleren op tekenen van dergelijke
effecten.
Afhankelijk van de ernst van de infusiegerelateerde reacties heeft u mogelijk aanvullende behandeling
nodig om complicaties te voorkomen en uw symptomen te verminderen, of uw infusie met Empliciti
wordt onderbroken. Wanneer de symptomen weggaan of verbeteren, kan de infusie trager voortgezet
worden en stapsgewijs versneld worden wanneer de symptomen zich niet opnieuw voordoen. Als u
een sterke infusiegerelateerde reactie krijgt, kan uw arts beslissen om niet verder te gaan met
behandeling met Empliciti.
Voorafgaand aan elke infusie met Empliciti krijgt u geneesmiddelen om de kans op
infusiegerelateerde reacties te verminderen (zie rubriek 3: 'Hoe gebruikt u dit middel?
Geneesmiddelen die vóór elke infusie gegeven worden').
Voordat u de behandeling met Empliciti begint, moet u ook de rubriek 'Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?' in de bijsluiter van alle geneesmiddelen lezen die u moet gebruiken
in combinatie met Empliciti, voor informatie in verband met deze geneesmiddelen. Wanneer
lenalidomide gebruikt wordt, moet bijzondere aandacht geschonken worden aan zwangerschapstests
en zwangerschapspreventie (zie "Zwangerschap en borstvoeding" in deze rubriek).
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Empliciti wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en jongeren jonger dan 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Empliciti nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts.
Zwangerschap en borstvoeding
Voor vrouwen die Empliciti krijgen
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
U mag Empliciti niet gebruiken als u zwanger bent, tenzij uw arts dit uitdrukkelijk aanbeveelt. De
effecten van Empliciti op zwangere vrouwen of de mogelijke schade ervan bij een ongeboren baby
zijn niet bekend.
Als er enige kans bestaat dat u een vrouw bent die zwanger zou kunnen worden, moet u een
effectief voorbehoedsmiddel gebruiken tijdens de behandeling met Empliciti en tot 120 dagen
na afloop van de behandeling.
Vertel het uw arts als u zwanger wordt terwijl u Empliciti gebruikt.
Als u Empliciti krijgt in combinatie met lenalidomide of pomalidomide, moet u het programma om
zwangerschap te voorkomen volgen dat geldt voor respectievelijk lenalidomide of pomalidomide
volgen om te voorkomen dat u zwanger wordt (zie de bijsluiter van lenalidomide of pomalidomide).
Van lenalidomide en pomalidomide wordt verwacht dat het schadelijk is voor een ongeboren
baby.
Het is niet bekend of elotuzumab in de moedermelk terechtkomt, of dat er een risico is voor het
borstvoeding krijgende kind. Elotuzumab wordt gegeven samen met lenalidomide of pomalidomide.
Stop de borstvoeding vanwege het gebruik van lenalidomide of pomalidomide.
Voor mannen die Empliciti krijgen
U moet een condoom gebruiken tijdens de behandeling met Empliciti en gedurende 180 dagen na het
stoppen van de behandeling, om ervoor te zorgen dat uw partner niet zwanger wordt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Empliciti invloed heeft op uw rijvaardigheid of uw vermogen om
machines te gebruiken. Als u echter een infusiegerelateerde reactie krijgt (koorts, rillingen, hoge
bloeddruk, zie rubriek 4 'Mogelijke bijwerkingen'), mag u niet rijden, fietsen of machines gebruiken
tot de reactie is gestopt.
Empliciti bevat natrium
Vertel het uw arts als u een natriumarm (zoutarm) dieet volgt vóórdat u Empliciti krijgt. Natrium is
het hoofdbestanddeel van zout om te koken/eten. Dit geneesmiddel bevat 3,92 mg natrium per flacon
van 300 mg of 5,23 mg natrium per flacon van 400 mg. Dit komt overeen met respectievelijk 0,2% of
0,3% van de aanbevolen maximale dagelijkse inname via voeding van natrium voor een volwassene.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Hoeveel Empliciti wordt er toegediend?
De hoeveelheid Empliciti die u krijgt, zal worden berekend op basis van uw lichaamsgewicht.
Hoe wordt Empliciti toegediend?
U zult Empliciti krijgen onder toezicht van een ervaren beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Het
zal als infuus (infusie) in een ader (intraveneus) toegediend worden. De infusie duurt enkele uren.
U wordt behandeld met Empliciti in rondes van 28 dagen (4 weken), samen met andere medicijnen
tegen multipel myeloom.
In combinatie met lenalidomide en dexamethason wordt Empliciti als volgt gegeven:
In ronde 1 en 2: één keer per week op dag 1, 8, 15 en 22.
In ronde 3 en daarna: één keer in de 2 weken op dag 1 en 15.
In combinatie met pomalidomide en dexamethason wordt Empliciti als volgt gegeven:
In ronde 1 en 2: één keer per week op dag 1, 8, 15 en 22.
In ronde 3 en daarna: één keer in de 4 weken op dag 1.
Zolang uw ziekte verbetert of stabiel blijft en de bijwerkingen verdraagbaar zijn blijft uw arts u
behandelen met Empliciti.
Geneesmiddelen die vóór elke infusie gegeven worden
U moet de volgende geneesmiddelen gebruiken voorafgaand aan elke infusie met Empliciti om
mogelijke infusiegerelateerde reacties te helpen verminderen:
Een geneesmiddel om een allergische reactie te verminderen (antihistamine)
Een geneesmiddel om ontsteking te verminderen (dexamethason)
Een geneesmiddel om pijn en koorts te verminderen (paracetamol)
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Empliciti wordt gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen voor multipel myeloom. Wanneer
een van de geneesmiddelen van de behandeling uitgesteld, onderbroken of stopgezet wordt, zal uw arts
beslissen hoe uw behandeling voortgezet moet worden.
Heeft u te veel van dit middel gekregen?
Aangezien Empliciti u door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg zal worden toegediend, is
het onwaarschijnlijk dat u te veel zult krijgen. In het onwaarschijnlijke geval van een overdosis zal uw
arts u nauwlettend controleren op bijwerkingen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Het staken van uw behandeling met Empliciti kan het effect van het geneesmiddel stoppen. Stop de
behandeling niet tenzij u dit met uw arts heeft besproken.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. Uw arts zal deze bijwerkingen met u bespreken en de risico's en voordelen van uw
behandeling uitleggen.
De volgende bijwerkingen zijn gemeld in klinische onderzoeken naar elotuzumab:
Infusiegerelateerde reacties
Empliciti is in verband gebracht met infusiegerelateerde reacties (zie rubriek 2 'Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?').
Vertel het onmiddellijk aan uw arts of verpleegkundige als u
zich niet goed voelt tijdens de infusie. Hieronder volgt een lijst met typische symptomen die
geassocieerd zijn met infusiegerelateerde reacties:
Koorts
Rillingen
Hoge bloeddruk
Andere symptomen kunnen zich ook voordoen. Uw arts kan overwegen om de infusiesnelheid van
Empliciti te vertragen of te onderbreken om deze symptomen onder controle te houden.
Andere bijwerkingen
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij meer dan 1 op de 10 mensen voorkomen)
Koorts
Keelpijn
Pneumonie
Gewichtsverlies
Lage aantallen witte bloedcellen
Hoesten
Gewone verkoudheid
Hoofdpijn
Diarree
Zich vermoeid of zwak voelen
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op de 10 mensen voorkomen)
Pijn op de borst
Bloedstolsels in de aders (trombose)
Pijnlijke huiduitslag met blaren (gordelroos, zona)
Nachtzweten
Stemmingswisselingen
Verminderde gevoeligheid, vooral in de huid
Allergische reacties (overgevoeligheid)
Pijn in de mond/keelstreek/ keelpijn
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op de 100 mensen voorkomen)
Plotselinge levensbedreigende allergische reactie (anafylactische reactie)
Vertel het onmiddellijk aan uw arts als u een van de hierboven vermelde bijwerkingen krijgt.
Probeer de symptomen die u heeft niet zelf te behandelen met andere geneesmiddelen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Dit geldt ook voor mogelijke
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het
nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons
helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
van de injectieflacon en de doos na `EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die
maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Na reconstitutie moet de gereconstitueerde oplossing onmiddellijk overgebracht worden van de
injectieflacon naar de infusiezak.
Na verdunning moet de infusie binnen 24 uur na bereiding voltooid worden. Het product moet
onmiddellijk gebruikt worden. Indien niet onmiddellijk gebruikt, kan de oplossing voor infusie
gedurende maximaal 24 uur bewaard worden in de koelkast (2°C - 8°C).
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is elotuzumab.
Elke injectieflacon met poeder bevat 300 mg of 400 mg elotuzumab.
Na reconstitutie bevat elke ml concentraat 25 mg elotuzumab.
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit middel zijn sucrose, natriumcitraat (zie rubriek 2
'Empliciti bevat natrium'), citroenzuurmonohydraat en polysorbaat 80 (E433).
Hoe ziet Empliciti eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Empliciti poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie (poeder voor concentraat) is een witte
tot gebroken witte hele of gefragmenteerde koek in een glazen injectieflacon.
Empliciti is verkrijgbaar in verpakkingen van 1 injectieflacon.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG
Plaza 254
Blanchardstown Corporate Park 2
Dublin 15, D15 T867
Ierland
Fabrikant
CATALENT ANAGNI S.R.L.
Loc. Fontana del Ceraso snc
Strada Provinciale 12 Casilina, 41
03012 - ANAGNI (FR)
Italië
Swords Laboratories Unlimited Company t/a Bristol-Myers Squibb Cruiserath Biologics
Cruiserath Road, Mulhuddart
Dublin 15, D15 H6EF
Ierland
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu. Hier vindt u ook verwijzingen naar andere
websites over zeldzame ziektes en hun behandelingen.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Voorbereiding en toediening van Empliciti
Berekening van de dosis
Bereken de dosis (mg) en bepaal het aantal benodigde injectieflacons voor de dosis (10 mg/kg of
20 mg/kg) op basis van het lichaamsgewicht. Er kan meer dan één injectieflacon Empliciti nodig zijn
om de totale dosis aan de patiënt toe te dienen.
De totale dosis elotuzumab in mg is gelijk aan het lichaamsgewicht van de patiënt in kg
vermenigvuldigd met de elotuzumab dosis (10 of 20 mg/kg).
Reconstitutie van de injectieflacons
Reconstitueer elke injectieflacon Empliciti aseptisch met een injectiespuit van voldoende grootte en
een naald van 18 Gauge of kleiner, zoals getoond in tabel 1. Er kan een lichte tegendruk ervaren
worden bij het toedienen van het water voor injecties, wat als normaal beschouwd wordt.
Tabel 1:
Instructies reconstitutie
Sterkte
Hoeveelheid water voor
Uiteindelijke volume van Concentratie na
injecties, vereist voor
gereconstitueerd
reconstitutie
reconstitutie
Empliciti in de
injectieflacon
injectieflacon
13,0 ml
13,6 ml
25 mg/ml
300 mg
injectieflacon
17,0 ml
17,6 ml
25 mg/ml
400 mg
Houd de injectieflacon rechtop en meng de oplossing door de injectieflacon rond te draaien om de
gelyofiliseerde koek op te lossen. Draai de injectieflacon dan een paar keer om om het poeder op te
lossen dat mogelijk nog aanwezig is bovenaan bovenin de injectieflacon of op de stopper. Vermijd
krachtige agitatie, NIET SCHUDDEN. Het gelyofiliseerde poeder moet in minder dan 10 minuten
oplossen.
Nadat de resterende vaste stoffen volledig opgelost zijn, laat u de gereconstitueerde oplossing voor
5 tot 10 minuten staan. De gereconstitueerde oplossing is kleurloos tot lichtgeel en doorzichtig tot zeer
opaalachtig. Empliciti moet visueel worden gecontroleerd op deeltjes en verkleuring voordat het wordt
toegediend. Voer de oplossing af indien deeltjes of verkleuring worden waargenomen.
Voorbereiden van de oplossing voor infusie
De gereconstrueerde oplossing dient verdund te worden met 9 mg/ml (0,9%) natriumchlorideoplossing
voor injectie of 5% glucose-injectie om een uiteindelijk concentratiebereik voor infusie tussen de
1 mg/ml en 6 mg/ml te verkrijgen. Het volume van de 9 mg/ml (0,9%) natriumchlorideoplossing voor
injectie of 5% glucose-injectie moet aangepast worden zodat de 5 ml/kg lichaamsgewicht van de
patiënt bij welke gegeven dosis Empliciti ook niet wordt overschreden.
Bereken het benodigde volume (ml) van het verdunningsmiddel (ofwel 9 mg/ml (0,9%)
natriumchlorideoplossing voor injectie of 5% glucose-injectie) om de oplossing voor infusie voor de
patiënt te bereiden.
Trek het noodzakelijke volume voor de berekende dosis op uit elke injectieflacon, tot een maximum
van 16 ml uit een injectieflacon van 400 mg en 12 ml uit een injectieflacon van 300 mg. Iedere
injectieflacon bevat een lichte overvulling om voldoende extraheerbaar volume te garanderen.
Breng het opgetrokken volume uit alle injectieflacons die nodig waren volgens de berekende dosis
voor deze patiënt over in een enkele infusiezak gemaakt van polyvinylchloride of polyolefine die het
berekende volume van het verdunningsmiddel bevat. Meng de infusie voorzichtig door middel van
handmatige rotatie. Niet schudden.
Empliciti is enkel voor eenmalig gebruik. Gooi al het overgebleven middel in de injectieflacon weg.
Toediening
De gehele infusie met Empliciti moet toegediend worden met een infusieset en een steriel,
niet-pyrogeen, laagproteïnebindend filter (met poriegrootte van 0,2-1,2 µm) met gebruikmaking van
een geautomatiseerde infusiepomp.
De infusie met Empliciti is verenigbaar met:
containers uit PVC en polyolefine;
PVC-infusiesets;
polyethersulfon en nylon inlinefilters met poriegrootten van 0,2 m tot 1,2 m.
Infusiesnelheid voor Empliciti 10 mg/kg lichaamsgewicht
Empliciti 10 mg/kg lichaamsgewicht moet worden gestart met een infusiesnelheid van 0,5 ml/min. Als
het goed verdragen wordt, kan de infusiesnelheid stapsgewijs verhoogd worden, zoals beschreven in
tabel 2. De maximale infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan 5 ml/min.
Tabel 2:
Infusiesnelheid voor Empliciti 10 mg/kg lichaamsgewicht
Cyclus 1, dosis 1
Cyclus 1, dosis 2
Cyclus 1, dosis 3 en 4 en alle
daaropvolgende cycli
Tijdsinterval
Snelheid
Tijdsinterval
Snelheid
Snelheid
0 - 30 min
0,5 ml/min
0 - 30 min
3 ml/min
30 - 60 min
1 ml/min
30 min
4 ml/min*
5 ml/min*
60 min
2 ml/min*
-
-
*
Houd deze snelheid aan tot de infusie voltooid is.
Infusiesnelheid voor Empliciti 20 mg/kg lichaamsgewicht
Empliciti 20 mg/kg lichaamsgewicht moet worden gestart met een infusiesnelheid van 3 ml/min. Als
de infusie goed verdragen wordt, kan de infusiesnelheid stapsgewijs verhoogd worden, zoals
beschreven in tabel 3. De maximale infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan 5 ml/min.
Bij patiënten waarbij de snelheid verhoogd is naar 5 ml/min bij de dosis van
10 mg/kg lichaamsgewicht moet de snelheid worden verlaagd naar 3 ml/min bij de eerste infusie van
20 mg/kg lichaamsgewicht.
Tabel 3:
Infusiesnelheid voor Empliciti 20 mg/kg lichaamsgewicht
Dosis 1
Dosis 2 en alle daaropvolgende doses
Tijdsinterval
Snelheid
Snelheid
0-30 min
3 ml/min
5 ml/min*
30 min
4 ml/min*
*
Houd deze snelheid aan tot de infusie voltooid is.
De infusieoplossing van Empliciti moet onmiddellijk gebruikt worden. Indien het niet onmiddellijk
gebruikt wordt, zijn de bewaartijden en bewaaromstandigheden voorafgaand aan gebruik de
verantwoordelijkheid van de gebruiker en mogen deze normaliter niet meer bedragen dan 24 uur bij
2°C - 8°C, beschermd tegen licht. De gereconstitueerde of verdunde oplossing niet in de vriezer
bewaren. De oplossing voor infusie kan maximaal 8 uur van de totale 24 uur bewaard worden bij
20°C - 25°C en bij kamerverlichting. Deze periode van 8 uur is inclusief de periode voor het toedienen
van het product.
Verwijdering
Bewaar geen ongebruikte delen van de infusieoplossing voor hergebruik. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften.