Eurican dappi
Bijsluiter – NL Versie
EURICAN DAPPI
BIJSLUITER
Eurican DAPPi lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA
Arnaud Fraiteurlaan 15-23
1050 Brussel
België
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Boehringer Ingelheim Animal Health France SCS
Laboratoire Porte des Alpes
Rue de l'Aviation
69800 Saint-Priest
Frankrijk
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Eurican DAPPi lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie.
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Eén dosis vaccin (1 ml) bevat:
Lyofilisaat
Werkzame bestanddelen
Geattenueerd Canine Distempervirus, stam BA5
Geattenueerd Canine Adenovirus type 2, stam DK13
Geattenueerd Canine Parvovirus type 2, stam CAG2
Geattenueerd Canine Parainfluenzavirus type 2, stam CGF
2004/75
(* CCID
50
: 50% cell culture infective dose)
Oplosmiddel:
Steriel water 1 ml.
Beige tot lichtgeel lyofilisaat en kleurloze vloeistof.
4.
INDICATIES
Minimum
10
4,0
CCID
50
*
10
2,5
CCID
50
*
10
4,9
CCID
50
*
10
4,7
CCID
50
*
Maximum
10
6,0
CCID
50
*
10
6,3
CCID
50
*
10
7,1
CCID
50
*
10
7,1
CCID
50
*
Actieve immunisatie van honden ter:
- preventie van mortaliteit en klinische symptomen veroorzaakt door canine distempervirus (CDV),
- preventie van mortaliteit en klinische symptomen veroorzaakt door infectieuze canine hepatitis
virus (CAV),
- reductie van virale excretie tijdens respiratoire ziekte veroorzaakt door canine adenovirus type 2
(CAV-2),
- preventie van mortaliteit, klinische symptomen en virale excretie veroorzaakt door canine
parvovirus (CPV),
- reductie van virale excretie veroorzaakt door canine parainfluenza virus type 2 (CPiV),
Aanvang van immuniteit: 2 weken na de tweede injectie van het basisvaccinatieschema voor alle
stammen.
Bijsluiter – NL Versie
EURICAN DAPPI
Duur van immuniteit: minstens één jaar na de tweede injectie van het basisvaccinatieschema voor alle
stammen.
Beschikbare challenge en serologie data tonen aan dat bescherming tegen distempervirus, adenovirus
en parvovirus* 2 jaar duurt, na een basisvaccinatie gevolgd door een eerste jaarlijkse booster. Iedere
beslissing om het vaccinatie schema van dit diergeneesmiddel aan te passen dient per geval te worden
genomen, rekening houdend met de vaccinatiegeschiedenis van de hond en de epidemiologische
context.
*Bescherming werd aangetoond tegen canine parvovirus type 2a, 2b en 2c, door challenge (type 2b) of
serologie (type 2a en 2c).
5.
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
CONTRA-INDICATIES
Een milde zwelling (≤ 2 cm) ter hoogte van de injectieplaats kan vaak worden waargenomen direct na
de injectie. deze neemt gewoonlijk af binnen 1-6 dagen. Deze kan, in bepaalde gevallen, vergezeld
worden door een milde jeuk, warmte en pijn ter hoogte van de injectieplaats. Voorbijgaande lethargie
en braken kunnen ook vaak worden waargenomen.
Anorexia, polydipsie, hyperthermie, diarree, spiertrillingen, spierzwakte en huidletsels ter hoogte van de
injectieplaats kunnen soms worden waargenomen.
Overgevoeligheidsreacties (gezichtsoedeem, anafylactische shock, urticaria) kunnen zelden optreden,
waarvan sommige levensbedreigend zijn. Gepaste symptomatische behandeling moet onmiddelijk
worden verstrekt.
Gepaste symptomatische behandeling moet onmiddellijk worden verstrekt.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en) )
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem.
7.
Hond.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN WIJZE VAN
GEBRUIK
DOELDIERSOORT(EN)
Injecteer, na reconstitutie, een 1-ml dosis subcutaan volgens het volgende schema:
Basisvaccinatie: Twee injecties met een interval van 4 weken vanaf een leeftijd van 7 weken.
Indien toegediend met rabiës bevattende vaccins van Boehringer Ingelheim , is de minimale leeftijd
voor vaccinatie 12 weken.
In gevallen waar hoge niveaus van maternale antilichamen worden vermoed door de dierenarts en de
basisvaccinatie voltooid was vóór een leeftijd van 16 weken, wordt een derde injectie met een vaccin
van Boehringer Ingelheim tegen Distemper, Adenovirus en Parvovirus aanbevolen vanaf de leeftijd
van 16 weken, minstens 3 weken na de tweede injectie.
Bijsluiter – NL Versie
EURICAN DAPPI
Herhalingsvaccinatie: Dien één dosis toe 12 maanden na het voltooien van de basisvaccinatie. Honden
dienen hervaccineerd te worden met een enkelvoudige booster dosis op jaarbasis.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Reconstitueer op aseptische wijze de inhoud van het lyofilisaat met ofwel een steriele oplosmiddel
ofwel een compatibel vaccin van Boehringer Ingelheim (Eurican LR, Eurican L of Eurican Lmulti)
daar waar beschikbaar. Goed schudden vóór gebruik. De gehele inhoud van de gereconstitueerde
flacon dient toegediend te worden als één enkele dosis.
De gereconstitueerde inhoud zal een melkachtige, geel tot oranje suspensie zijn.
10.
WACHTTIJD(EN)
Niet van toepassing.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2 °C - 8 °C).
Beschermen tegen bevriezing.
Bescherm tegen licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na “EXP”.
Houdbaarheid na reconstitutie volgens instructies: direct gebruiken, .
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Neem de gebruikelijke aseptische voorzorgsmaatregelen in acht.
De levende CAV-2 en CPV vaccinstammen kunnen na vaccinatie kortstondig worden uitgescheiden
zonder nadelige gevolgen voor contactdieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Gebruik tijdens dracht:
Kan tijdens de dracht worden gebruikt.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Beschikbare gegevens ten aanzien van de veiligheid en werkzaamheid tonen aan dat dit vaccin kan
worden toegediend met Eurican LR, Eurican L of Eurican Lmulti vaccins (gebruikt als oplosmiddel)
daar waar beschikbaar.
Beschikbare gegevens ten aanzien van de veiligheid en werkzaamheid tonen aan dat dit vaccin op
dezelfde dag kan worden toegediend, maar niet kan worden gemengd met Rabisin vaccin.
Indien toegediend met rabiës bevattende vaccins van Boehringer Ingelheim , is de minimale leeftijd
voor vaccinatie 12 weken.
Bijsluiter – NL Versie
EURICAN DAPPI
Indien gemengd met het Eurican LR vaccin kan een kleine en voorbijgaande nodulus (maximale
afmeting 1,5 cm) ontstaan op de injectieplaats ten gevolge van de aanwezigheid van aluminium
hydroxide en kan een milde zwelling (~4 cm) optreden na injectie ter hoogte van de injectieplaats,
welke over het algemeen binnen 1-4 dagen afneemt.
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel, behalve de bovenstaande genoemde
diergeneesmiddelen. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na enig ander
diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Bij toediening van een tienvoudige overdosering van het lyofilisaat zijn geen andere bijwerkingen
waargenomen dan die genoemd in rubriek Bijwerkingen.
Onverenigbaarheden:
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel, behalve de oplosmiddel bijgevoegd voor gebruik bij
het diergeneesmiddel of verenigbare vaccins (Eurican LR, Eurican L or Eurican Lmulti).
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten
te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Maart 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Plastic doos met 10 injectieflacons met lyofilisaat (1dosis) en 10 injectieflacons met oplosmiddel
(1 ml).
Plastic doos met 50 injectieflacons met lyofilisaat (1dosis) en 50 injectieflacons met oplosmiddel
(1 ml).
Plastic doos met 100 injectieflacons met lyofilisaat (1dosis) en 100 injectieflacons met oplosmiddel
(1 ml).
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V499164
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift.
EURICAN DAPPI
BIJSLUITER
Eurican DAPPi lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA
Arnaud Fraiteurlaan 15-23
1050 Brussel
België
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Boehringer Ingelheim Animal Health France SCS
Laboratoire Porte des Alpes
Rue de l'Aviation
69800 Saint-Priest
Frankrijk
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Eurican DAPPi lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie.
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Eén dosis vaccin (1 ml) bevat:
Lyofilisaat
Werkzame bestanddelen
Minimum
Maximum
Geattenueerd Canine Distempervirus, stam BA5
104,0 CCID50*
106,0 CCID50*
Geattenueerd Canine Adenovirus type 2, stam DK13
102,5 CCID50*
106,3 CCID50*
Geattenueerd Canine Parvovirus type 2, stam CAG2
104,9 CCID50*
107,1 CCID50*
Geattenueerd Canine Parainfluenzavirus type 2, stam CGF
104,7 CCID50*
107,1 CCID50*
2004/75
(* CCID50: 50% cell culture infective dose)
Oplosmiddel:
Steriel water 1 ml.
Beige tot lichtgeel lyofilisaat en kleurloze vloeistof.
4.
INDICATIES
Actieve immunisatie van honden ter:
- preventie van mortaliteit en klinische symptomen veroorzaakt door canine distempervirus (CDV),
- preventie van mortaliteit en klinische symptomen veroorzaakt door infectieuze canine hepatitis
virus (CAV),
- reductie van virale excretie tijdens respiratoire ziekte veroorzaakt door canine adenovirus type 2
(CAV-2),
- preventie van mortaliteit, klinische symptomen en virale excretie veroorzaakt door canine
parvovirus (CPV),
- reductie van virale excretie veroorzaakt door canine parainfluenza virus type 2 (CPiV),
EURICAN DAPPI
Duur van immuniteit: minstens één jaar na de tweede injectie van het basisvaccinatieschema voor alle
stammen.
Beschikbare challenge en serologie data tonen aan dat bescherming tegen distempervirus, adenovirus
en parvovirus* 2 jaar duurt, na een basisvaccinatie gevolgd door een eerste jaarlijkse booster. Iedere
beslissing om het vaccinatie schema van dit diergeneesmiddel aan te passen dient per geval te worden
genomen, rekening houdend met de vaccinatiegeschiedenis van de hond en de epidemiologische
context.
*Bescherming werd aangetoond tegen canine parvovirus type 2a, 2b en 2c, door challenge (type 2b) of
serologie (type 2a en 2c).
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
Een milde zwelling ( 2 cm) ter hoogte van de injectieplaats kan vaak worden waargenomen direct na
de injectie. deze neemt gewoonlijk af binnen 1-6 dagen. Deze kan, in bepaalde gevallen, vergezeld
worden door een milde jeuk, warmte en pijn ter hoogte van de injectieplaats. Voorbijgaande lethargie
en braken kunnen ook vaak worden waargenomen.
Anorexia, polydipsie, hyperthermie, diarree, spiertrillingen, spierzwakte en huidletsels ter hoogte van de
injectieplaats kunnen soms worden waargenomen.
Overgevoeligheidsreacties (gezichtsoedeem, anafylactische shock, urticaria) kunnen zelden optreden,
waarvan sommige levensbedreigend zijn. Gepaste symptomatische behandeling moet onmiddelijk
worden verstrekt.
Gepaste symptomatische behandeling moet onmiddellijk worden verstrekt.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en) )
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Hond.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN WIJZE VAN
GEBRUIK
Injecteer, na reconstitutie, een 1-ml dosis subcutaan volgens het volgende schema:
Basisvaccinatie:
Twee injecties met een interval van 4 weken vanaf een leeftijd van 7 weken.
Indien toegediend met rabiës bevattende vaccins van Boehringer Ingelheim , is de minimale leeftijd
voor vaccinatie 12 weken.
EURICAN DAPPI
Herhalingsvaccinatie:
Dien één dosis toe 12 maanden na het voltooien van de basisvaccinatie. Honden
dienen hervaccineerd te worden met een enkelvoudige booster dosis op jaarbasis.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Reconstitueer op aseptische wijze de inhoud van het lyofilisaat met ofwel een steriele oplosmiddel
ofwel een compatibel vaccin van Boehringer Ingelheim (Eurican LR, Eurican L of Eurican Lmulti)
daar waar beschikbaar. Goed schudden vóór gebruik. De gehele inhoud van de gereconstitueerde
flacon dient toegediend te worden als één enkele dosis.
De gereconstitueerde inhoud zal een melkachtige, geel tot oranje suspensie zijn.
10.
WACHTTIJD(EN)
Niet van toepassing.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2 °C - 8 °C).
Beschermen tegen bevriezing.
Bescherm tegen licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na 'EXP'.
Houdbaarheid na reconstitutie volgens instructies: direct gebruiken, .
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Neem de gebruikelijke aseptische voorzorgsmaatregelen in acht.
De levende CAV-2 en CPV vaccinstammen kunnen na vaccinatie kortstondig worden uitgescheiden
zonder nadelige gevolgen voor contactdieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Gebruik tijdens dracht:
Kan tijdens de dracht worden gebruikt.
EURICAN DAPPI
Indien gemengd met het Eurican LR vaccin kan een kleine en voorbijgaande nodulus (maximale
afmeting 1,5 cm) ontstaan op de injectieplaats ten gevolge van de aanwezigheid van aluminium
hydroxide en kan een milde zwelling (~4 cm) optreden na injectie ter hoogte van de injectieplaats,
welke over het algemeen binnen 1-4 dagen afneemt.
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel, behalve de bovenstaande genoemde
diergeneesmiddelen. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na enig ander
diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Bij toediening van een tienvoudige overdosering van het lyofilisaat zijn geen andere bijwerkingen
waargenomen dan die genoemd in rubriek Bijwerkingen.
Onverenigbaarheden:
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel, behalve de oplosmiddel bijgevoegd voor gebruik bij
het diergeneesmiddel of verenigbare vaccins (Eurican LR, Eurican L or Eurican Lmulti).
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten
te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Maart 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Plastic doos met 10 injectieflacons met lyofilisaat (1dosis) en 10 injectieflacons met oplosmiddel
(1 ml).
Plastic doos met 50 injectieflacons met lyofilisaat (1dosis) en 50 injectieflacons met oplosmiddel
(1 ml).
Plastic doos met 100 injectieflacons met lyofilisaat (1dosis) en 100 injectieflacons met oplosmiddel
(1 ml).
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V499164
BIJSLUITER
Eurican DAPPi lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA
Arnaud Fraiteurlaan 15-23
1050 Brussel
België
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Boehringer Ingelheim Animal Health France SCS
Laboratoire Porte des Alpes
Rue de l'Aviation
69800 Saint-Priest
Frankrijk
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Eurican DAPPi lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie.
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Eén dosis vaccin (1 ml) bevat:
Lyofilisaat
Werkzame bestanddelen
Minimum
Maximum
Geattenueerd Canine Distempervirus, stam BA5
104,0 CCID50*
106,0 CCID50*
Geattenueerd Canine Adenovirus type 2, stam DK13
102,5 CCID50*
106,3 CCID50*
Geattenueerd Canine Parvovirus type 2, stam CAG2
104,9 CCID50*
107,1 CCID50*
Geattenueerd Canine Parainfluenzavirus type 2, stam CGF
104,7 CCID50*
107,1 CCID50*
2004/75
(* CCID50: 50% cell culture infective dose)
Oplosmiddel:
Steriel water 1 ml.
Beige tot lichtgeel lyofilisaat en kleurloze vloeistof.
4.
INDICATIES
Actieve immunisatie van honden ter:
- preventie van mortaliteit en klinische symptomen veroorzaakt door canine distempervirus (CDV),
- preventie van mortaliteit en klinische symptomen veroorzaakt door infectieuze canine hepatitis
virus (CAV),
- reductie van virale excretie tijdens respiratoire ziekte veroorzaakt door canine adenovirus type 2
(CAV-2),
- preventie van mortaliteit, klinische symptomen en virale excretie veroorzaakt door canine
parvovirus (CPV),
- reductie van virale excretie veroorzaakt door canine parainfluenza virus type 2 (CPiV),
EURICAN DAPPI
Duur van immuniteit: minstens één jaar na de tweede injectie van het basisvaccinatieschema voor alle
stammen.
Beschikbare challenge en serologie data tonen aan dat bescherming tegen distempervirus, adenovirus
en parvovirus* 2 jaar duurt, na een basisvaccinatie gevolgd door een eerste jaarlijkse booster. Iedere
beslissing om het vaccinatie schema van dit diergeneesmiddel aan te passen dient per geval te worden
genomen, rekening houdend met de vaccinatiegeschiedenis van de hond en de epidemiologische
context.
*Bescherming werd aangetoond tegen canine parvovirus type 2a, 2b en 2c, door challenge (type 2b) of
serologie (type 2a en 2c).
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
Een milde zwelling ( 2 cm) ter hoogte van de injectieplaats kan vaak worden waargenomen direct na
de injectie. deze neemt gewoonlijk af binnen 1-6 dagen. Deze kan, in bepaalde gevallen, vergezeld
worden door een milde jeuk, warmte en pijn ter hoogte van de injectieplaats. Voorbijgaande lethargie
en braken kunnen ook vaak worden waargenomen.
Anorexia, polydipsie, hyperthermie, diarree, spiertrillingen, spierzwakte en huidletsels ter hoogte van de
injectieplaats kunnen soms worden waargenomen.
Overgevoeligheidsreacties (gezichtsoedeem, anafylactische shock, urticaria) kunnen zelden optreden,
waarvan sommige levensbedreigend zijn. Gepaste symptomatische behandeling moet onmiddelijk
worden verstrekt.
Gepaste symptomatische behandeling moet onmiddellijk worden verstrekt.
De frequentie van bijwerkingen is als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en) )
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Hond.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN WIJZE VAN
GEBRUIK
Injecteer, na reconstitutie, een 1-ml dosis subcutaan volgens het volgende schema:
Basisvaccinatie:
Twee injecties met een interval van 4 weken vanaf een leeftijd van 7 weken.
Indien toegediend met rabiës bevattende vaccins van Boehringer Ingelheim , is de minimale leeftijd
voor vaccinatie 12 weken.
EURICAN DAPPI
Herhalingsvaccinatie:
Dien één dosis toe 12 maanden na het voltooien van de basisvaccinatie. Honden
dienen hervaccineerd te worden met een enkelvoudige booster dosis op jaarbasis.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Reconstitueer op aseptische wijze de inhoud van het lyofilisaat met ofwel een steriele oplosmiddel
ofwel een compatibel vaccin van Boehringer Ingelheim (Eurican LR, Eurican L of Eurican Lmulti)
daar waar beschikbaar. Goed schudden vóór gebruik. De gehele inhoud van de gereconstitueerde
flacon dient toegediend te worden als één enkele dosis.
De gereconstitueerde inhoud zal een melkachtige, geel tot oranje suspensie zijn.
10.
WACHTTIJD(EN)
Niet van toepassing.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Gekoeld bewaren en transporteren (2 °C - 8 °C).
Beschermen tegen bevriezing.
Bescherm tegen licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na 'EXP'.
Houdbaarheid na reconstitutie volgens instructies: direct gebruiken, .
12.
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Neem de gebruikelijke aseptische voorzorgsmaatregelen in acht.
De levende CAV-2 en CPV vaccinstammen kunnen na vaccinatie kortstondig worden uitgescheiden
zonder nadelige gevolgen voor contactdieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Gebruik tijdens dracht:
Kan tijdens de dracht worden gebruikt.
EURICAN DAPPI
Indien gemengd met het Eurican LR vaccin kan een kleine en voorbijgaande nodulus (maximale
afmeting 1,5 cm) ontstaan op de injectieplaats ten gevolge van de aanwezigheid van aluminium
hydroxide en kan een milde zwelling (~4 cm) optreden na injectie ter hoogte van de injectieplaats,
welke over het algemeen binnen 1-4 dagen afneemt.
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel, behalve de bovenstaande genoemde
diergeneesmiddelen. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na enig ander
diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Bij toediening van een tienvoudige overdosering van het lyofilisaat zijn geen andere bijwerkingen
waargenomen dan die genoemd in rubriek Bijwerkingen.
Onverenigbaarheden:
Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel, behalve de oplosmiddel bijgevoegd voor gebruik bij
het diergeneesmiddel of verenigbare vaccins (Eurican LR, Eurican L or Eurican Lmulti).
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten
te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Maart 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Plastic doos met 10 injectieflacons met lyofilisaat (1dosis) en 10 injectieflacons met oplosmiddel
(1 ml).
Plastic doos met 50 injectieflacons met lyofilisaat (1dosis) en 50 injectieflacons met oplosmiddel
(1 ml).
Plastic doos met 100 injectieflacons met lyofilisaat (1dosis) en 100 injectieflacons met oplosmiddel
(1 ml).
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V499164