Exelon 4,5 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 1,5 mg harde capsules
Exelon 3,0 mg harde capsules
Exelon 4,5 mg harde capsules
Exelon 6,0 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Exelon 1,5 mg harde capsules
Elke capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg rivastigmine.
Exelon 3,0 mg harde capsules
Elke capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 3,0 mg rivastigmine.
Exelon 4,5 mg harde capsules
Elke capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 4,5 mg rivastigmine.
Exelon 6,0 mg harde capsules
Elke capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 6,0 mg rivastigmine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsules
Exelon 1,5 mg harde capsules
Gebroken wit tot lichtgeel poeder in een capsule met geel kapje en gele romp, met rode opdruk
“EXELON 1,5 mg” op de romp.
Exelon 3,0 mg harde capsules
Gebroken wit tot lichtgeel poeder in een capsule met oranje kapje en oranje romp, met rode opdruk
“EXELON 3 mg” op de romp.
Exelon 4,5 mg harde capsules
Gebroken wit tot lichtgeel poeder in een capsule met rood kapje en rode romp, met witte opdruk
“EXELON 4,5 mg” op de romp.
Exelon 6,0 mg harde capsules
Gebroken wit tot lichtgeel poeder in een capsule met rood kapje en oranje romp, met rode opdruk
“EXELON 6 mg” op de romp.
2
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij patiënten met idiopatische
ziekte van Parkinson.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De start van en het toezicht op de behandeling dient te geschieden door een arts met ervaring in de
diagnose en behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer of geassocieerd met de ziekte van
Parkinson. De diagnose dient gesteld te worden aan de hand van de huidige richtlijnen. De
behandeling met rivastigmine mag slechts gestart worden als er een verzorger beschikbaar is die
regelmatig de geneesmiddelinname door de patiënt bewaakt.
Dosering
Rivastigmine dient tweemaal daags te worden toegediend, bij het ontbijt en de avondmaaltijd. De
capsules dienen heel doorgeslikt te worden.
Startdosis
1,5 mg tweemaal daags.
Dosistitratie
De startdosis is tweemaal daags 1,5 mg. Wanneer deze dosering na minimaal twee weken behandeling
goed verdragen wordt, kan de dosis verhoogd worden tot tweemaal daags 3 mg. Verdere verhogingen
tot 4,5 mg en vervolgens 6 mg tweemaal daags zijn mede afhankelijk van het goed verdragen worden
van de huidige dosis en kunnen worden overwogen na minimaal twee weken behandeling bij die
dosis.
Wanneer bijwerkingen (b.v. misselijkheid, braken, buikpijn of verlies van eetlust), gewichtsafname of
een verergering van extrapyramidale symptomen (b.v. tremor) tijdens de behandeling worden
waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, kunnen zij
reageren op het overslaan van één of meerdere doses. Wanneer de bijwerkingen aanhouden, dient de
dagelijkse dosis tijdelijk verminderd te worden tot de voorheen goed verdragen dosis of dient de
behandeling beëindigd te worden.
Onderhoudsdosis
De werkzame dosis is tweemaal daags 3 tot 6 mg. Om een maximaal therapeutisch effect te bereiken
dienen patiënten te worden ingesteld op de hoogste door hen goed verdragen dosis. De aanbevolen
maximale dagelijkse dosis is tweemaal daags 6 mg.
De onderhoudsbehandeling kan voortgezet worden zo lang er een therapeutisch voordeel voor de
patiënt bestaat. Daarom dient het klinisch voordeel van rivastigmine regelmatig opnieuw geëvalueerd
te worden, met name bij patiënten die behandeld worden met doseringen lager dan tweemaal daags
3 mg. Indien na 3 maanden onderhoudsbehandeling, de mate van achteruitgang in
dementiesymptomen niet positief veranderd is, dient de behandeling beëindigd te worden. Indien er
geen bewijs meer aanwezig is van een therapeutisch effect, dient het stopzetten van de therapie ook
overwogen te worden.
De individuele respons op rivastigmine kan niet voorspeld worden. Er werd echter een groter
behandelingseffect waargenomen bij parkinsonpatiënten met matige dementie. Evenzo werd er een
groter effect waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie rubriek 5.1).
Het effect van de behandeling is niet onderzocht in placebo-gecontroleerde studies, die langer duurden
dan 6 maanden.
3
Opnieuw starten van de therapie
Wanneer de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart
met 1,5 mg tweemaal daags. Dosistitratie dient dan te worden uitgevoerd zoals hierboven beschreven.
Speciale populaties
Gestoorde nier- of leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een licht tot matig gestoorde nier- of leverfunctie.
Echter, gezien de toegenomen blootstelling bij deze populaties, dienen de doseringsaanbevelingen om
te titreren overeenkomstig de individuele verdraagbaarheid nauwgezet te worden opgevolgd, omdat
patiënten met een klinisch significante gestoorde nier- of leverfunctie meer dosisafhankelijke
bijwerkingen zouden kunnen ervaren. Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht.
Exelon capsules kunnen echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie mits nauwkeurige controle
wordt uitgevoerd (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof rivastigmine, voor andere carbamaatderivaten of voor een
van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Eerdere geschiedenis van reacties op de aanbrengplaats die wijzen op allergische contactdermatitis bij
rivastigmine pleisters (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
De incidentie en ernst van bijwerkingen nemen in het algemeen toe met hogere doseringen. Wanneer
de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart met
1,5 mg tweemaal daags om de kans op bijwerkingen (b.v. braken) te verminderen.
Huidreacties op de aanbrengplaats kunnen voorkomen met rivastigmine pleisters en zijn meestal van
lichte tot matige intensiteit. Deze reacties zijn op zichzelf niet een indicatie van sensibilisering. Echter,
het gebruik van rivastigmine pleisters kan leiden tot allergische contactdermatitis.
Allergische contactdermatitis moet worden vermoed indien reacties op de aanbrengplaats zich
verspreiden buiten de pleistergrootte, als er aanwijzingen zijn van een meer intense lokale reactie
(zoals toename van erytheem, oedeem, papels, blaasjes) en als de symptomen niet significant
verbeteren binnen 48 uur na verwijdering van de pleister. In deze gevallen moet de behandeling
worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten die reacties op de aanbrengplaats krijgen die wijzen op allergische contactdermatitis voor
rivastigmine pleisters en die nog steeds behandeling met rivastigmine nodig hebben, dienen alleen
omgezet te worden op orale rivastigmine na negatieve allergietesten en onder streng medisch toezicht.
Het is mogelijk dat sommige patiënten die gesensibiliseerd geraakt zijn voor rivastigmine door
blootstelling aan rivastigmine pleisters niet in staat zijn om rivastigmine te gebruiken in welke vorm
dan ook.
Er zijn zeldzame postmarketingmeldingen van patiënten die allergische dermatitis (verspreid)
ervoeren bij toediening van rivastigmine, ongeacht de wijze van toediening (oraal, transdermaal). In
deze gevallen moet de behandeling worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten en verzorgers dienen dienovereenkomstig geïnstrueerd te worden.
4
Dosistitratie: bijwerkingen (b.v. hypertensie en hallucinaties bij patiënten met Alzheimer dementie en
verergering van extrapyramidale symptomen, in het bijzonder tremor, bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson) zijn waargenomen kort na dosisverhoging. Ze kunnen
reageren op een verlaging van de dosis. In andere gevallen werd Exelon stopgezet (zie rubriek 4.8).
Gastrointestinale stoornissen zoals misselijkheid, braken en diarree zijn dosisgerelateerd en kunnen
zich voordoen, in het bijzonder wanneer de behandeling wordt gestart en/of de dosis wordt verhoogd
(zie rubriek 4.8). Deze bijwerkingen komen vaker voor bij vrouwen. Patiënten die klachten of
symptomen vertonen van dehydratie als gevolg van langdurig braken of diarree, kunnen onder
controle worden gehouden door intraveneuze vloeistof toe te dienen en de dosis te verlagen of te
staken, wanneer dit direct opgemerkt en behandeld wordt. Dehydratie kan ernstige gevolgen hebben.
Patiënten met de ziekte van Alzheimer kunnen gewicht verliezen. Cholinesteraseremmers, waaronder
rivastigmine, worden in verband gebracht met gewichtsverlies bij deze patiënten. Het gewicht van de
patiënt dient tijdens de behandeling gecontroleerd te worden.
In geval van ernstig braken geassocieerd met de behandeling met rivastigmine, moet een geschikte
aanpassing van de dosering doorgevoerd worden zoals aanbevolen in rubriek 4.2. Enkele gevallen van
ernstig braken werden geassocieerd met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.8). Zulke gevallen leken
voornamelijk voor te komen na verhoging van de dosis of bij hogere doses rivastigmine.
Rivastigmine kan bradycardie veroorzaken dat een risicofactor is voor het optreden van torsade de
pointes, voornamelijk bij patiënten met risicofactoren. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met
een hoger risico op het ontwikkelen van torsade de pointes; bijvoorbeeld, degenen met
ongecompenseerd hartfalen, een recent myocardinfarct, bradyaritmieën, een predispositie voor
hypokaliëmie of hypomagnesiëmie of bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen waarvan het bekend
is dat ze QT-verlenging en/of torsade de pointes induceren (zie rubrieken 4.5 en 4.8).
Voorzichtigheid is geboden wanneer rivastigmine gebruikt wordt bij patiënten met sick sinus-
syndroom of met geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok, atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8).
Rivastigmine kan de maagzuursecretie verhogen. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van
patiënten met actieve maag- of duodenumzweren of patiënten die gepredisponeerd zijn voor dergelijke
aandoeningen.
Cholinesteraseremmers moeten met voorzichtigheid voorgeschreven worden aan patiënten met een
geschiedenis van astma of obstructieve longziekten.
Cholinerge stoffen kunnen urinewegobstructie en convulsies doen ontstaan of verergeren.
Voorzichtigheid wordt aanbevolen bij de behandeling van patiënten met een predispositie voor
dergelijke ziekten.
Het gebruik van rivastigmine door patiënten met ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer of
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, andere vormen van dementie of andere vormen van
geheugenfunctiestoornissen (bijvoorbeeld leeftijdgerelateerde cognitieve achteruitgang) zijn niet
onderzocht en gebruik bij deze patiëntenpopulaties wordt daarom niet aanbevolen.
Evenals bij andere cholinomimetica kan rivastigmine extrapyramidale symptomen verergeren of
induceren. Verslechtering (inclusief bradykinesie, dyskinesie, loopstoornis) en een toename in
incidentie of intensiteit van tremor is waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de
ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.8). Deze voorvallen hebben in enkele gevallen geleid tot het
beëindigen van de behandeling met rivastigmine (b.v. beëindiging als gevolg van tremor 1,7% met
rivastigmine ten opzichte van 0% met placebo). Klinisch toezicht wordt aanbevolen voor deze
bijwerkingen.
5
Speciale populaties
Patiënten met een klinisch significant gestoorde nier- of leverfunctie zouden meer bijwerkingen
kunnen ervaren (zie rubrieken 4.2 en 5.2). De doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig
de individuele verdraagbaarheid moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht. Exelon kan echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie
en nauwgezette controle is nodig.
Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg kunnen meer bijwerkingen ervaren en zullen
waarschijnlijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg van bijwerkingen.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Als cholinesteraseremmer kan rivastigmine de effecten van succinylcholine-achtige spierrelaxantia
tijdens de anesthesie versterken. Voorzichtigheid is geboden bij de keuze van anesthetica. Indien
nodig kunnen doseringsaanpassingen of tijdelijk staken van de behandeling worden overwogen.
Met het oog op de farmacodynamische effecten en mogelijke additieve effecten dient rivastigmine niet
gelijktijdig gegeven te worden met andere cholinomimetische middelen. Rivastigmine zou de activiteit
van anticholinerge geneesmiddelen (b.v. oxybutynine, tolterodine) kunnen beïnvloeden.
Additieve effecten die leiden tot bradycardie (wat kan resulteren in syncope) zijn gemeld bij
gelijktijdig gebruik van verschillende bètablokkers (waaronder atenolol) en rivastigmine. Het hoogste
risico is te verwachten met cardiovasculaire bètablokkers, maar er zijn ook meldingen geweest bij
patiënten die andere bètablokkers gebruikten. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van
rivastigmine in combinatie met bètablokkers en ook met andere middelen die bradycardie veroorzaken
(b.v. klasse III-antiaritmica, calciumkanaalantagonisten, digitalisglycosiden, pilocarpine).
Bradycardie is een risicofactor voor het optreden van torsade de pointes; daarom dient het combineren
van rivastigmine met geneesmiddelen die torsade de pointes induceren, zoals antipsychotica, d.w.z.
bepaalde fenothiazinen (chloorpromazine, levomepromazine), benzamiden (sulpiride, sultopride,
amisulpride, tiapride, veralipride), pimozide, haloperidol, droperidol, cisapride, citalopram, difemanil,
erytromycine IV, halofantrine, mizolastine, methadon, pentamidine en moxifloxacine, onder
zorgvuldig toezicht te gebeuren waarbij ook klinische monitoring (ECG) vereist kan zijn.
Er werd geen farmacokinetische interactie waargenomen tussen rivastigmine en digoxine, warfarine,
diazepam of fluoxetine in studies bij gezonde vrijwilligers. De verlenging van de protrombinetijd
geïnduceerd door warfarine wordt niet beïnvloed door de toediening van rivastigmine. Er werden geen
ongunstige effecten op de cardiale geleiding waargenomen na gelijktijdige toediening van digoxine en
rivastigmine.
Gezien het metabolisme van rivastigmine, zijn metabole interacties met andere geneesmiddelen niet
waarschijnlijk, hoewel rivastigmine het butyrylcholinesterase gemedieerde metabolisme van andere
middelen zou kunnen remmen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bij drachtige dieren passeerde rivastigmine/metabolieten de placenta. Het is niet bekend of dit ook bij
mensen gebeurt. Er zijn geen klinische gegevens over gevallen van gebruik tijdens de zwangerschap
voorhanden. Bij peri-/postnatale studies bij ratten werd een verlengde drachttijd gezien. Rivastigmine
dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
6
Borstvoeding
Bij dieren wordt rivastigmine uitgescheiden in de melk. Het is niet bekend of rivastigmine bij de mens
wordt uitgescheiden in de moedermelk. Daarom mogen vrouwen die met rivastigmine worden
behandeld geen borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen nadelige effecten waargenomen op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij
ratten (zie rubriek 5.3). De effecten van rivastigmine op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet
bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
De ziekte van Alzheimer kan een geleidelijke vermindering van de rijvaardigheid veroorzaken of het
vermogen om machines te gebruiken in gevaar brengen. Tevens kan rivastigmine duizeligheid en
slaperigheid induceren, voornamelijk bij de start van de behandeling of bij een dosisverhoging. Als
gevolg hiervan heeft rivastigmine geringe of matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Daarom dient de behandelende arts routinematig te evalueren of patiënten
met dementie bij gebruik van rivastigmine in staat zijn om auto te blijven rijden of ingewikkelde
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn gastrointestinale bijwerkingen met inbegrip van
misselijkheid (38%) en braken (23%), met name tijdens titratie. Vrouwelijke patiënten in klinische
studies waren gevoeliger voor gastrointestinale bijwerkingen en gewichtsverlies dan mannelijke
patiënten.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen in Tabel 1 en Tabel 2 zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklassen volgens MedDRA
en frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd, gebruikmakend van de volgende afspraak: zeer vaak
(≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden
(<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De volgende bijwerkingen in Tabel 1 komen voort uit de behandeling met Exelon van patiënten met
dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Tabel 1
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer zelden
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak
Vaak
Niet bekend
Urineweginfecties
Anorexie
Verminderde eetlust
Dehydratie
7
Psychische stoornissen
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Soms
Zeer zelden
Niet bekend
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Hartaandoeningen
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Zelden
Zeer zelden
Zeer zelden
Niet bekend
Nachtmerries
Agitatie
Verwarring
Angst
Slapeloosheid
Depressie
Hallucinaties
Agressie, rusteloosheid
Duizeligheid
Hoofdpijn
Slaperigheid
Tremor
Syncope
Epileptische aanvallen
Extrapyramidale symptomen (inclusief verergering van
ziekte van Parkinson)
Angina pectoris
Hartaritmieën (b.v. bradycardie, atrioventriculair blok,
atriumfibrilleren en tachycardie)
Sick sinus syndroom
Hypertensie
Misselijkheid
Braken
Diarree
Buikpijn en dyspepsie
Maag- en darmulceraties
Gastrointestinale bloedingen
Pancreatitis
Enkele gevallen van ernstig braken werden geassocieerd
met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.4)
Lever- en galaandoeningen
Soms
Verhoogde leverfunctietesten
Niet bekend
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Zelden
Huiduitslag
Niet bekend
Pruritus, allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Malaise
Soms
Vallen
Onderzoeken
Vaak
Gewichtsverlies
De volgende additionele bijwerkingen zijn waargenomen met Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik: delirium, koorts, verminderde eetlust, urine-incontinentie (vaak), psychomotorische
hyperactiviteit (soms), erytheem, urticaria, blaren, allergische dermatitis (niet bekend).
8
Tabel 2 geeft de bijwerkingen weer die gemeld zijn gedurende klinische studies die uitgevoerd zijn bij
patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, behandeld met Exelon capsules.
Tabel 2
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Verminderde eetlust
Vaak
Dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Slapeloosheid
Vaak
Angst
Vaak
Rusteloosheid
Vaak
Hallucinatie, visueel
Vaak
Depressie
Niet bekend
Agressie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Tremor
Vaak
Duizeligheid
Vaak
Slaperigheid
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Ziekte van Parkinson (verergering)
Vaak
Bradykinesie
Vaak
Dyskinesie
Vaak
Hypokinesie
Vaak
Tandradfenomeen
Soms
Dystonie
Hartaandoeningen
Vaak
Bradycardie
Soms
Atriumfibrilleren
Soms
Atrioventriculair blok
Niet bekend
Sick sinus syndroom
Bloedvataandoeningen
Vaak
Hypertensie
Soms
Hypotensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Zeer vaak
Braken
Vaak
Diarree
Vaak
Buikpijn en dyspepsie
Vaak
Speekselhypersecretie
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Niet bekend
Allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak
Vallen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Loopstoornis
Vaak
Parkinsonloop
De volgende bijkomende bijwerking is waargenomen in een studie bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, die behandeld werden met Exelon pleisters voor
transdermaal gebruik: agitatie (vaak).
9
Tabel 3 vermeldt het aantal en percentage patiënten uit de specifieke klinische studie van 24 weken
uitgevoerd met Exelon bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson met
vooraf gedefinieerde bijwerkingen die een verergering van de parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen.
Tabel 3
Vooraf gedefinieerde bijwerkingen, die een
verergering van parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen bij patiënten met dementie geassocieerd
met de ziekte van Parkinson
Totaal aantal patiënten bestudeerd
Totaal aantal patiënten met vooraf gedefinieerde
bijwerkingen
Tremor
Vallen
Ziekte van Parkinson (verergering)
Speekselhypersecretie
Dyskinesie
Parkinsonisme
Hypokinesie
Bewegingsstoornis
Bradykinesie
Dystonie
Loopstoornis
Spierstijfheid
Balansstoornis
Skeletspierstijfheid
Stijfheid
Motoriekstoornissen
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Exelon
n (%)
Placebo
n (%)
362 (100)
99 (27,3)
37 (10,2)
21 (5,8)
12 (3,3)
5 (1,4)
5 (1,4)
8 (2,2)
1 (0,3)
1 (0,3)
9 (2,5)
3 (0,8)
5 (1,4)
1 (0,3)
3 (0,8)
3 (0,8)
1 (0,3)
1 (0,3)
179 (100)
28 (15,6)
7 (3,9)
11 (6,1)
2 (1,1)
0
1 (0,6)
1 (0,6)
0
0
3 (1,7)
1 (0,6)
0
0
2 (1,1)
0
0
0
Symptomen
De meeste gevallen van onopzettelijke overdosering zijn niet geassocieerd met enige klinische tekenen
of symptomen en bijna alle betreffende patiënten zetten de behandeling met rivastigmine 24 uur na de
overdosering voort.
Cholinerge toxiciteit is gemeld met muscarine-achtige symptomen die waargenomen zijn bij matig
ernstige vergiftigingen, zoals miose, blozen, spijsverteringsstoornissen waaronder buikpijn,
misselijkheid, overgeven en diarree, bradycardie, bronchospasmen en toename van bronchiale
secreties, hyperhidrose en urine en/of fecale incontinentie, tranenvloed, hypotensie en
speekselhypersecretie.
In meer ernstige gevallen kunnen zich nicotine-achtige effecten ontwikkelen, zoals spierzwakte,
fasciculaties, toevallen en respiratoir arrest met een mogelijk fatale afloop.
Er zijn ook postmarketingmeldingen van duizeligheid, tremor, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hypertensie, hallucinaties en malaise.
10
Behandeling
Aangezien rivastigmine een plasmahalfwaardetijd heeft van ongeveer 1 uur en een
acetylcholinesterase-inhibitieduur heeft van ongeveer 9 uur, wordt aangeraden om in gevallen van
asymptomatische overdosering gedurende de volgende 24 uur geen verdere dosis van rivastigmine toe
te dienen. Bij een overdosering die gepaard gaat met ernstige misselijkheid en braken dient het
gebruik van anti-emetica overwogen te worden. Symptomatische behandeling van andere
bijwerkingen dient gegeven te worden indien dit noodzakelijk geacht wordt.
Bij een massale overdosering kan atropine gebruikt worden. Een initiële dosis van 0,03 mg/kg
intraveneus atropinesulfaat wordt aanbevolen, gevolgd door doses gebaseerd op de klinische respons.
Het gebruik van scopolamine als antidotum wordt niet aanbevolen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psychoanaleptica, anticholinesterases, ATC-code: N06DA03
Rivastigmine is een acetyl- en butyrylcholinesteraseremmer van het carbamaat-type, waarvan wordt
verondersteld dat het de cholinerge neurotransmissie vergemakkelijkt door het vertragen van de
afbraak van acetylcholine, dat vrijkomt uit functioneel intacte cholinerge neuronen. Rivastigmine kan
daarom een verbeterend effect hebben op cholinerg-gemedieerde cognitieve gebreken bij dementie,
die geassocieerd worden met de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson.
Rivastigmine reageert met de doelenzymen door de vorming van een covalent gebonden complex,
waardoor de enzymen tijdelijk worden geïnactiveerd. Een orale dosis van 3 mg verlaagt bij gezonde
jonge mannen de acetylcholinesterase (AChE) activiteit in de liquor cerebrospinalis met circa 40%
binnen de eerste 1,5 uur na toediening. De activiteit van het enzym keert ongeveer 9 uur nadat het
maximaal remmend effect werd bereikt weer terug naar de basiswaarde. Bij patiënten met de ziekte
van Alzheimer is de remming van AChE door rivastigmine in de liquor cerebrospinalis dosis-
afhankelijk en dit tot de hoogst geteste dosis, zijnde 6 mg tweemaal daags. Remming van
butyrylcholinesterase activiteit in de liquor cerebrospinalis bij 14 Alzheimer patiënten behandeld met
rivastigmine was vergelijkbaar met die van AChE.
Klinische studies bij dementie bij de ziekte van Alzheimer
De werkzaamheid van rivastigmine is aangetoond door gebruik te maken van drie onafhankelijke
domeinspecifieke bepalingsmethoden die periodiek uitgevoerd werden gedurende de 6 maanden
durende behandelingsperioden. Deze bepalingsmethoden omvatten de ADAS-Cog (Alzheimer’s
Disease Assessment Scale – Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie), de
CIBIC-Plus (Clinician’s Interview Based Impression of Change-Plus, een uitgebreid globaal
onderzoek van de patiënt door de arts, daarbij rekening houdend met informatie die door de verzorger
wordt gegeven), en de PDS (Progressive Deterioration Scale, een door de verzorger vastgestelde
evaluatie van het vermogen van de patiënt om activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren,
waaronder persoonlijke hygiëne, eten, aankleden, huishoudelijke taken zoals boodschappen doen, de
mogelijkheid zichzelf te oriënteren ten opzichte van de omgeving alsmede de betrokkenheid bij
financiële zaken enz.).
De bestudeerde patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10–24.
11
De resultaten van twee studies met flexibele dosering van de drie belangrijke 26-weken durende
multicenter studies van patiënten met lichte tot matige ernstige vormen van de ziekte van Alzheimer,
die een klinisch relevante respons vertoonden, zijn samengevoegd en hieronder weergegeven in
Tabel 4. Klinisch relevante verbetering was in deze studies a priori gedefinieerd als minstens een
verbetering van 4 punten op de ADAS-Cog, een verbetering op de CIBIC-Plus, of minstens een
verbetering van 10% op de PDS.
Verder wordt in dezelfde tabel een post-hoc definitie gegeven voor respons. De secundaire definitie
van respons vereiste een verbetering van 4 punten of meer op de ADAS-Cog, geen verslechtering op
de CIBIC-Plus, en geen verslechtering op de PDS. De gemiddelde werkelijke dagelijkse dosering voor
de patiënten die reageerden in de 6–12 mg groep, overeenkomend met deze definitie, was 9,3 mg. Het
is belangrijk op te merken dat de schalen die gebruikt zijn bij deze indicatie variëren en dat directe
vergelijkingen van de resultaten met andere therapeutische middelen niet opgaan.
Tabel 4
Patiënten met een significante klinische respons (%)
ITT
LOCF
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo
6–12 mg
6–12 mg
N=473
N=472
N=379
N=444
21***
12
25***
12
32***
30***
12**
19
18
6
Mate van respons
ADAS-Cog: verbetering met
minstens 4 punten
CIBIC-Plus: verbetering
29***
18
PDS: verbetering met minstens
26***
17
10%
Minstens 4 punten verbetering op
10*
6
de ADAS-Cog en geen
verslechtering op de CIBIC-Plus
en PDS
*p<0,05, **p<0,01, ***p<0,001
ITT: Intent-To-Treat; LOCF: Last Observation Carried Forward
12
Klinische studies bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson
De werkzaamheid van rivastigmine bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson is
aangetoond in een 24-weken durende, multicenter, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde hoofdstudie
en de daarop volgende 24-weken durende, open-label extensiefase. De in deze studie geïncludeerde
patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10–24. Werkzaamheid is
aangetoond door gebruik te maken van twee onafhankelijke schalen, die werden geanalyseerd op vaste
intervallen gedurende de 6-maanden durende behandelingsperiode, zoals weergegeven in Tabel 5
hieronder: de ADAS-Cog, een maat voor cognitie en de allesomvattende maatstaf ADCS-CGIC
(Alzheimer’s Disease Cooperative Study-Clinician’s Global Impression of Change).
Tabel 5
Dementie geassocieerd
met de ziekte van
Parkinson
ITT + RDO populatie
Gemiddelde basislijn ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
ITT - LOCF populatie
Gemiddelde basislijn ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
1
ADAS-Cog
Exelon
(n=329)
23,8 ± 10.2
2,1 ± 8,2
ADAS-Cog
Placebo
(n=161)
24,3 ± 10,5
-0,7 ± 7,5
ADCS-CGIC
Exelon
(n=329)
n.v.t.
3,8 ± 1,4
ADCS-CGIC
Placebo
(n=165)
n.v.t.
4,3 ± 1,5
2,88
1
<0,001
1
(n=287)
24,0 ± 10,3
2,5 ± 8,4
(n=154)
24,5 ± 10,6
-0,8 ± 7,5
3,54
1
<0,001
1
(n=289)
n.v.t.
3,7 ± 1,4
n.v.t.
0,007
2
(n=158)
n.v.t.
4,3 ± 1,5
n.v.t.
<0,001
2
Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en basislijn ADAS-Cog als
covariante. Een positieve verandering wijst op verbetering.
2
Gemakshalve worden gemiddelde data getoond, categoriale analyse uitgevoerd met de van Elteren
test
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs; LOCF: Last Observation Carried Forward
Alhoewel een behandelingseffect is aangetoond in de gehele studiepopulatie, suggereren de gegevens
een groter behandelingseffect ten opzichte van placebo in de subgroep van patiënten met matige
dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson. Evenzo werd er een groter behandelingseffect
waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie Tabel 6).
13
Tabel 6
Dementie geassocieerd
met de ziekte van
Parkinson
ADAS-Cog
Exelon
ADAS-Cog
Placebo
ADAS-Cog
Exelon
ADAS-Cog
Placebo
Patiënten met visuele
hallucinaties
ITT + RDO populatie
Gemiddelde basislijn ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
(n=107)
25,4 ± 9,9
1,0 ± 9,2
(n=60)
27,4 ± 10,4
-2,1 ± 8,3
Patiënten zonder visuele
hallucinaties
(n=220)
23,1 ± 10,4
2,6 ± 7,6
(n=101)
22,5 ± 10,1
0,1 ± 6,9
4,27
1
0,002
1
Patiënten met matige
dementie (MMSE 10-17)
(n=87)
32,6 ± 10,4
2,6 ± 9,4
(n=44)
33,7 ± 10,3
-1,8 ± 7,2
4,73
1
0,002
1
2,09
1
0,015
1
Patiënten met lichte
dementie (MMSE 18-24)
(n=237)
20,6 ± 7,9
1,9 ± 7,7
(n=115)
20,7 ± 7,9
-0,2 ± 7,5
2,14
1
0,010
1
ITT + RDO populatie
Gemiddelde basislijn ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
1
Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en basislijn ADAS-Cog als
covariante. Een positieve verandering wijst op verbetering.
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Exelon in alle subgroepen van pediatrische patiënten
voor de behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer en van dementie bij patiënten met de
idiopatische ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Rivastigmine wordt snel en volledig geabsorbeerd. Maximale plasmaconcentraties worden binnen
ongeveer 1 uur bereikt. Als gevolg van de interactie van rivastigmine met het doelenzym is de
toename in de biologische beschikbaarheid circa 1,5 maal hoger dan verwacht wordt op basis van de
toename in de dosis. De absolute biologische beschikbaarheid na een dosis van 3 mg bedraagt circa
36%±13%. Toediening van rivastigmine met voedsel vertraagt de absorptie (t
max
) met 90 min en
verlaagt de C
max
en doet de AUC toenemen met ongeveer 30%.
Distributie
Eiwitbinding van rivastigmine is ongeveer 40%. Het gaat gemakkelijk door de bloed-hersenbarrière en
heeft een schijnbaar verdelingsvolume variërend van 1,8–2,7 l/kg.
14
Biotransformatie
Rivastigmine wordt snel en uitgebreid gemetaboliseerd (halfwaardetijd in plasma circa 1 uur),
voornamelijk via cholinesterasegemedieerde hydrolyse tot de gedecarbamylateerde metaboliet.
In
vitro
vertoont deze metaboliet een minimale remming van acetylcholinesterase (<10%).
Gebaseerd op
in-vitro-studies
wordt er geen farmacokinetische interactie verwacht met
geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door de volgende cytochroom isoenzymen: CYP1A2,
CYP2D6, CYP3A4/5, CYP2E1, CYP2C9, CYP2C8, CYP2C19, of CYP2B6. Gebaseerd op het bewijs
van dierexperimentele studies zijn de belangrijkste cytochroom P450 isoenzymen minimaal betrokken
bij de metabolisatie van rivastigmine. De totale plasmaklaring van rivastigmine was ongeveer
130 l/uur na een intraveneuze dosis van 0,2 mg en verminderde tot 70 l/uur na een intraveneuze dosis
van 2,7 mg.
Eliminatie
Onveranderd rivastigmine wordt niet in de urine aangetroffen; renale excretie van de metabolieten is
de belangrijkste eliminatieroute. Na toediening van C
14
-rivastigmine, was de renale eliminatie snel en
vrijwel volledig (>90%) binnen 24 uur. Minder dan 1% van de toegediende dosis wordt in de faeces
uitgescheiden. Er vindt geen accumulatie van rivastigmine of van de gedecarbamylateerde metaboliet
plaats bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.
Een analyse van de populatiefarmacokinetiek liet zien dat het gebruik van nicotine leidt tot een stijging
van de orale klaring van rivastigmine met 23% bij patiënten met de ziekte van Alzheimer (n=75 rokers
en 549 niet-rokers) na inname van rivastigmine capsules bij doseringen tot 12 mg/dag.
Speciale populaties
Ouderen
Hoewel de biologische beschikbaarheid van rivastigmine hoger is bij ouderen dan bij jonge gezonde
vrijwilligers, lieten studies bij patiënten met de ziekte van Alzheimer in leeftijd variërend van 50 tot
92 jaar geen verschil zien in de biologische beschikbaarheid met het vorderen van de leeftijd.
Leverinsufficiëntie
De C
max
van rivastigmine was ongeveer 60% hoger en de AUC van rivastigmine was meer dan
tweemaal zo hoog bij personen met lichte tot matige leverinsufficiëntie dan bij gezonde personen.
Nierinsufficiëntie
C
max
en AUC van rivastigmine waren meer dan tweemaal zo hoog bij personen met matige
nierinsufficiëntie vergeleken met gezonde personen; er waren echter geen veranderingen in C
max
en
AUC van rivastigmine gevonden bij personen met een ernstige nierinsufficiëntie.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies met betrekking tot de toxiciteit na herhaalde doses bij ratten, muizen en honden leverden
alleen effecten op geassocieerd met een versterkte farmacologische actie. Er werd geen toxiciteit in het
doelorgaan waargenomen. Door de gevoeligheid van de gebruikte diermodellen konden er geen
veiligheidsgrenzen voor blootstelling bij de mens worden bereikt.
Rivastigmine was niet mutageen in een standaardreeks van
in-vitro-
en
in-vivo-testen,
behalve in een
onderzoek naar chromosomale afwijkingen in humane perifere lymfocyten bij een dosis van 10
4
maal
de maximale klinische blootstelling. De
in vivo
micronucleus test was negatief. Tevens toonde de
belangrijkste metaboliet NAP226-90 geen genotoxisch potentieel.
15
Er zijn geen aanwijzingen van carcinogeniteit gevonden in studies bij muizen en ratten met de
maximale tolereerbare dosis, hoewel de blootstelling aan rivastigmine en de metabolieten lager was
dan de humane blootstelling. Wanneer deze in overeenstemming gebracht werd met het
lichaamsoppervlak was de blootstelling aan rivastigmine en zijn metabolieten ongeveer gelijk aan de
maximale aanbevolen dosis bij de mens van 12 mg/dag; wanneer men dit echter vergelijkt met de
maximale dosis bij de mens, werd ongeveer het zesvoudige bereikt in dieren.
Bij dieren passeert rivastigmine de placenta en wordt het uitgescheiden in de melk. Orale studies bij
zwangere ratten en konijnen gaven geen aanwijzing van een teratogeen potentieel van rivastigmine. In
orale studies met mannelijke en vrouwelijke ratten zijn geen nadelige effecten waargenomen van
rivastigmine op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij ofwel de oudergeneratie ofwel
de nakomelingen.
Een mogelijkheid op lichte oog-/mucosale irritatie werd aangetoond in een studie met konijnen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Gelatine
Magnesiumstearaat
Hypromellose
Microkristallijne cellulose
Watervrij colloïdaal siliciumdioxide
Geel ijzeroxide (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
Titaandioxide (E171)
Schellak
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
5 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 30°C.
6.5
-
-
Aard en inhoud van de verpakking
Een blisterverpakking van heldere PVC houder met blauwe omhullende folie met 14 capsules.
Elke doos bevat 28, 56 of 112 capsules.
HDPE flessen met plastic sluiting met inductie binnenverzegeling. Elke fles bevat 250 capsules.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
16
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Exelon 1,5 mg harde capsules
EU/1/98/066/001-3
EU/1/98/066/014
Exelon 3,0 mg harde capsules
EU/1/98/066/004-6
EU/1/98/066/015
Exelon 4,5 mg harde capsules
EU/1/98/066/007-9
EU/1/98/066/016
Exelon 6,0 mg harde capsules
EU/1/98/066/010-12
EU/1/98/066/017
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 12 mei 1998
Datum van laatste verlenging: 20 mei 2008
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
17
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 2 mg/ml drank
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 2 mg rivastigmine.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke 3 ml drank bevat 3 mg natriumbenzoaat (E211).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
Drank
FARMACEUTISCHE VORM
Heldere, gele oplossing.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij patiënten met idiopatische
ziekte van Parkinson.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De start van en het toezicht op de behandeling dient te geschieden door een arts met ervaring in de
diagnose en behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer of geassocieerd met de ziekte van
Parkinson. De diagnose dient gesteld te worden aan de hand van de huidige richtlijnen. De
behandeling met rivastigmine mag slechts gestart worden als er een verzorger beschikbaar is, die
regelmatig de geneesmiddelinname door de patiënt bewaakt.
Dosering
Rivastigmine drank dient tweemaal daags te worden toegediend, bij het ontbijt en de avondmaaltijd.
De voorgeschreven hoeveelheid drank dient met behulp van de bijgeleverde doseerspuit uit de fles
genomen te worden. Rivastigmine drank kan direct uit de spuit worden ingeslikt. Rivastigmine drank
en rivastigmine capsules mogen bij gelijke doses uitgewisseld worden.
Startdosis
1,5 mg tweemaal daags.
Dosistitratie
De startdosis is tweemaal daags 1,5 mg. Wanneer deze dosering na minimaal twee weken behandeling
goed verdragen wordt, kan de dosis verhoogd worden tot tweemaal daags 3 mg. Verdere verhogingen
tot 4,5 mg en vervolgens 6 mg tweemaal daags zijn mede afhankelijk van het goed verdragen worden
van de huidige dosis en kunnen worden overwogen na minimaal twee weken behandeling bij die
dosis.
18
Wanneer bijwerkingen (b.v. misselijkheid, braken, buikpijn of verlies van eetlust), gewichtsafname of
een verergering van extrapyramidale symptomen (b.v. tremor) tijdens de behandeling worden
waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, kunnen zij
reageren op het overslaan van één of meerdere doses. Wanneer de bijwerkingen aanhouden, dient de
dagelijkse dosis tijdelijk verminderd te worden tot de voorheen goed verdragen dosis of dient de
behandeling beëindigd te worden.
Onderhoudsdosis
De werkzame dosis is tweemaal daags 3 tot 6 mg. Om een maximaal therapeutisch effect te bereiken
dienen patiënten te worden ingesteld op de hoogste door hen goed verdragen dosis. De aanbevolen
maximale dagelijkse dosis is tweemaal daags 6 mg.
De onderhoudsbehandeling kan voortgezet worden zo lang er een therapeutisch voordeel voor de
patiënt bestaat. Daarom dient het klinisch voordeel van rivastigmine regelmatig opnieuw geëvalueerd
te worden, met name bij patiënten die behandeld worden met doseringen lager dan tweemaal daags
3 mg. Indien na 3 maanden onderhoudsbehandeling, de mate van achteruitgang in
dementiesymptomen niet positief veranderd is, dient de behandeling beëindigd te worden. Indien er
geen bewijs meer aanwezig is van een therapeutisch effect, dient het stopzetten van de therapie ook
overwogen te worden.
De individuele respons op rivastigmine kan niet voorspeld worden. Er werd echter een groter
behandelingseffect waargenomen bij parkinsonpatiënten met matige dementie. Evenzo werd er een
groter effect waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie rubriek 5.1).
Het effect van de behandeling is niet onderzocht in placebo-gecontroleerde studies, die langer duurden
dan 6 maanden.
Opnieuw starten van de therapie
Wanneer de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart
met 1,5 mg tweemaal daags. Dosistitratie dient dan te worden uitgevoerd zoals hierboven beschreven.
Speciale populaties
Gestoorde nier- of leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een licht tot matig gestoorde nier- of leverfunctie.
Echter, gezien de toegenomen blootstelling bij deze populaties, dienen de doseringsaanbevelingen om
te titreren overeenkomstig de individuele verdraagbaarheid nauwgezet te worden opgevolgd, omdat
patiënten met een klinisch significante gestoorde nier- of leverfunctie meer dosisafhankelijke
bijwerkingen zouden kunnen ervaren. Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht.
Exelon drank kan echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie mits nauwkeurige controle wordt
uitgevoerd (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof rivastigmine, voor andere carbamaatderivaten of voor een
van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Eerdere geschiedenis van reacties op de aanbrengplaats die wijzen op allergische contactdermatitis bij
rivastigmine pleisters (zie rubriek 4.4).
19
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
De incidentie en ernst van bijwerkingen nemen in het algemeen toe met hogere doseringen. Wanneer
de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart met
1,5 mg tweemaal daags om de kans op bijwerkingen (b.v. braken) te verminderen.
Huidreacties op de aanbrengplaats kunnen voorkomen met rivastigmine pleisters en zijn meestal van
lichte tot matige intensiteit. Deze reacties zijn op zichzelf niet een indicatie van sensibilisering. Echter,
het gebruik van rivastigmine pleisters kan leiden tot allergische contactdermatitis.
Allergische contactdermatitis moet worden vermoed indien reacties op de aanbrengplaats zich
verspreiden buiten de pleistergrootte, als er aanwijzingen zijn van een meer intense lokale reactie
(zoals toename van erytheem, oedeem, papels, blaasjes) en als de symptomen niet significant
verbeteren binnen 48 uur na verwijdering van de pleister. In deze gevallen moet de behandeling
worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten die reacties op de aanbrengplaats krijgen die wijzen op allergische contactdermatitis voor
rivastigmine pleisters en die nog steeds behandeling met rivastigmine nodig hebben, dienen alleen
omgezet te worden op orale rivastigmine na negatieve allergietesten en onder streng medisch toezicht.
Het is mogelijk dat sommige patiënten die gesensibiliseerd geraakt zijn voor rivastigmine door
blootstelling aan rivastigmine pleisters niet in staat zijn om rivastigmine te gebruiken in welke vorm
dan ook.
Er zijn zeldzame postmarketingmeldingen van patiënten die allergische dermatitis (verspreid)
ervoeren bij toediening van rivastigmine, ongeacht de wijze van toediening (oraal, transdermaal). In
deze gevallen moet de behandeling worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten en verzorgers dienen dienovereenkomstig geïnstrueerd te worden.
Dosistitratie: bijwerkingen (b.v. hypertensie en hallucinaties bij patiënten met Alzheimer dementie en
verergering van extrapyramidale symptomen, in het bijzonder tremor, bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson) zijn waargenomen kort na dosisverhoging. Ze kunnen
reageren op een verlaging van de dosis. In andere gevallen werd Exelon stopgezet (zie rubriek 4.8).
Gastrointestinale stoornissen zoals misselijkheid, braken en diarree zijn dosisgerelateerd en kunnen
zich voordoen, in het bijzonder wanneer de behandeling wordt gestart en/of de dosis wordt verhoogd
(zie rubriek 4.8). Deze bijwerkingen komen vaker voor bij vrouwen. Patiënten die klachten of
symptomen vertonen van dehydratie als gevolg van langdurig braken of diarree, kunnen onder
controle worden gehouden door intraveneuze vloeistof toe te dienen en de dosis te verlagen of te
staken, wanneer dit direct opgemerkt en behandeld wordt. Dehydratie kan ernstige gevolgen hebben.
Patiënten met de ziekte van Alzheimer kunnen gewicht verliezen. Cholinesteraseremmers, waaronder
rivastigmine, worden in verband gebracht met gewichtsverlies bij deze patiënten. Het gewicht van de
patiënt dient tijdens de behandeling gecontroleerd te worden.
In geval van ernstig braken geassocieerd met de behandeling met rivastigmine, moet een geschikte
aanpassing van de dosering doorgevoerd worden zoals aanbevolen in rubriek 4.2. Enkele gevallen van
ernstig braken werden geassocieerd met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.8). Zulke gevallen leken
voornamelijk voor te komen na verhoging van de dosis of bij hogere doses rivastigmine.
Rivastigmine kan bradycardie veroorzaken dat een risicofactor is voor het optreden van torsade de
pointes, voornamelijk bij patiënten met risicofactoren. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met
een hoger risico op het ontwikkelen van torsade de pointes; bijvoorbeeld, degenen met
ongecompenseerd hartfalen, een recent myocardinfarct, bradyaritmieën, een predispositie voor
hypokaliëmie of hypomagnesiëmie of bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen waarvan het bekend
is dat ze QT-verlenging en/of torsade de pointes induceren (zie rubrieken 4.5 en 4.8).
20
Voorzichtigheid is geboden wanneer rivastigmine gebruikt wordt bij patiënten met sick sinus-
syndroom of met geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok, atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8).
Rivastigmine kan de maagzuursecretie verhogen. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van
patiënten met actieve maag- of duodenumzweren of patiënten die gepredisponeerd zijn voor dergelijke
aandoeningen.
Cholinesteraseremmers moeten met voorzichtigheid voorgeschreven worden aan patiënten met een
geschiedenis van astma of obstructieve longziekten.
Cholinerge stoffen kunnen urinewegobstructie en convulsies doen ontstaan of verergeren.
Voorzichtigheid wordt aanbevolen bij de behandeling van patiënten met een predispositie voor
dergelijke ziekten.
Het gebruik van rivastigmine door patiënten met ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer of
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, andere vormen van dementie of andere vormen van
geheugenfunctiestoornissen (bijvoorbeeld leeftijdgerelateerde cognitieve achteruitgang) zijn niet
onderzocht en gebruik bij deze patiëntenpopulaties wordt daarom niet aanbevolen.
Evenals bij andere cholinomimetica kan rivastigmine extrapyramidale symptomen verergeren of
induceren. Verslechtering (inclusief bradykinesie, dyskinesie, loopstoornis) en een toename in
incidentie of intensiteit van tremor is waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de
ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.8). Deze voorvallen hebben in enkele gevallen geleid tot het
beëindigen van de behandeling met rivastigmine (b.v. beëindiging als gevolg van tremor 1,7% met
rivastigmine ten opzichte van 0% met placebo). Klinisch toezicht wordt aanbevolen voor deze
bijwerkingen.
Speciale populaties
Patiënten met een klinisch significant gestoorde nier- of leverfunctie zouden meer bijwerkingen
kunnen ervaren (zie rubrieken 4.2 en 5.2). De doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig
de individuele verdraagbaarheid moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht. Exelon kan echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie
en nauwgezette controle is nodig.
Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg kunnen meer bijwerkingen ervaren en zullen
waarschijnlijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg van bijwerkingen.
Hulpstoffen met bekend effect
Eén van de bestanddelen van Exelon drank is natriumbenzoaat (E211). Benzoëzuur is mild irriterend
voor huid, ogen en slijmvliezen.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per ml, dat wil zeggen dat het in wezen
'natriumvrij' is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Als cholinesteraseremmer kan rivastigmine de effecten van succinylcholine-achtige spierrelaxantia
tijdens de anesthesie versterken. Voorzichtigheid is geboden bij de keuze van anesthetica. Indien
nodig kunnen doseringsaanpassingen of tijdelijk staken van de behandeling worden overwogen.
Met het oog op de farmacodynamische effecten en mogelijke additieve effecten dient rivastigmine niet
gelijktijdig gegeven te worden met andere cholinomimetische middelen. Rivastigmine zou de activiteit
van anticholinerge geneesmiddelen (b.v. oxybutynine, tolterodine) kunnen beïnvloeden.
21
Additieve effecten die leiden tot bradycardie (wat kan resulteren in syncope) zijn gemeld bij
gelijktijdig gebruik van verschillende bètablokkers (waaronder atenolol) en rivastigmine. Het hoogste
risico is te verwachten met cardiovasculaire bètablokkers, maar er zijn ook meldingen geweest bij
patiënten die andere bètablokkers gebruikten. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van
rivastigmine in combinatie met bètablokkers en ook met andere middelen die bradycardie veroorzaken
(b.v. klasse III-antiaritmica, calciumkanaalantagonisten, digitalisglycosiden, pilocarpine).
Bradycardie is een risicofactor voor het optreden van torsade de pointes; daarom dient het combineren
van rivastigmine met geneesmiddelen die torsade de pointes induceren, zoals antipsychotica, d.w.z.
bepaalde fenothiazinen (chloorpromazine, levomepromazine), benzamiden (sulpiride, sultopride,
amisulpride, tiapride, veralipride), pimozide, haloperidol, droperidol, cisapride, citalopram, difemanil,
erytromycine IV, halofantrine, mizolastine, methadon, pentamidine en moxifloxacine, onder
zorgvuldig toezicht te gebeuren waarbij ook klinische monitoring (ECG) vereist kan zijn.
Er werd geen farmacokinetische interactie waargenomen tussen rivastigmine en digoxine, warfarine,
diazepam of fluoxetine in studies bij gezonde vrijwilligers. De verlenging van de protrombinetijd
geïnduceerd door warfarine wordt niet beïnvloed door de toediening van rivastigmine. Er werden geen
ongunstige effecten op de cardiale geleiding waargenomen na gelijktijdige toediening van digoxine en
rivastigmine.
Gezien het metabolisme van rivastigmine, zijn metabole interacties met andere geneesmiddelen niet
waarschijnlijk, hoewel rivastigmine het butyrylcholinesterase gemedieerde metabolisme van andere
middelen zou kunnen remmen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bij drachtige dieren passeerde rivastigmine/metabolieten de placenta. Het is niet bekend of dit ook bij
mensen gebeurt. Er zijn geen klinische gegevens over gevallen van gebruik tijdens de zwangerschap
voorhanden. Bij peri-/postnatale studies bij ratten werd een verlengde drachttijd gezien. Rivastigmine
dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
Borstvoeding
Bij dieren wordt rivastigmine uitgescheiden in de melk. Het is niet bekend of rivastigmine bij de mens
wordt uitgescheiden in de moedermelk. Daarom mogen vrouwen die met rivastigmine worden
behandeld geen borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen nadelige effecten waargenomen op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij
ratten (zie rubriek 5.3). De effecten van rivastigmine op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet
bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
De ziekte van Alzheimer kan een geleidelijke vermindering van de rijvaardigheid veroorzaken of het
vermogen om machines te gebruiken in gevaar brengen. Tevens kan rivastigmine duizeligheid en
slaperigheid induceren, voornamelijk bij de start van de behandeling of bij een dosisverhoging. Als
gevolg hiervan heeft rivastigmine geringe of matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Daarom dient de behandelende arts routinematig te evalueren of patiënten
met dementie bij gebruik van rivastigmine in staat zijn om auto te blijven rijden of ingewikkelde
machines te bedienen.
22
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn gastrointestinale bijwerkingen met inbegrip van
misselijkheid (38%) en braken (23%), met name tijdens titratie. Vrouwelijke patiënten in klinische
studies waren gevoeliger voor gastrointestinale bijwerkingen en gewichtsverlies dan mannelijke
patiënten.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen in Tabel 1 en Tabel 2 zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklassen volgens MedDRA
en frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd, gebruikmakend van de volgende afspraak: zeer vaak
(≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden
(<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De volgende bijwerkingen in Tabel 1 komen voort uit de behandeling met Exelon van patiënten met
dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Tabel 1
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer zelden
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak
Vaak
Niet bekend
Psychische stoornissen
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Soms
Zeer zelden
Niet bekend
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Hartaandoeningen
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden
Urineweginfecties
Anorexie
Verminderde eetlust
Dehydratie
Nachtmerries
Agitatie
Verwarring
Angst
Slapeloosheid
Depressie
Hallucinaties
Agressie, rusteloosheid
Duizeligheid
Hoofdpijn
Slaperigheid
Tremor
Syncope
Epileptische aanvallen
Extrapyramidale symptomen (inclusief verergering van
ziekte van Parkinson)
Angina pectoris
Hartaritmieën (b.v. bradycardie, atrioventriculair blok,
atriumfibrilleren en tachycardie)
Sick sinus syndroom
Hypertensie
23
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Zelden
Zeer zelden
Zeer zelden
Niet bekend
Misselijkheid
Braken
Diarree
Buikpijn en dyspepsie
Maag- en darmulceraties
Gastrointestinale bloedingen
Pancreatitis
Enkele gevallen van ernstig braken werden geassocieerd
met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.4)
Lever- en galaandoeningen
Soms
Verhoogde leverfunctietesten
Niet bekend
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Zelden
Huiduitslag
Niet bekend
Pruritus, allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Malaise
Soms
Vallen
Onderzoeken
Vaak
Gewichtsverlies
De volgende additionele bijwerkingen zijn waargenomen met Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik: delirium, koorts, verminderde eetlust, urine-incontinentie (vaak), psychomotorische
hyperactiviteit (soms), erytheem, urticaria, blaren, allergische dermatitis (niet bekend).
24
Tabel 2 geeft de bijwerkingen weer die gemeld zijn gedurende klinische studies die uitgevoerd zijn bij
patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, behandeld met Exelon capsules.
Tabel 2
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Verminderde eetlust
Vaak
Dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Slapeloosheid
Vaak
Angst
Vaak
Rusteloosheid
Vaak
Hallucinatie, visueel
Vaak
Depressie
Niet bekend
Agressie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Tremor
Vaak
Duizeligheid
Vaak
Slaperigheid
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Ziekte van Parkinson (verergering)
Vaak
Bradykinesie
Vaak
Dyskinesie
Vaak
Hypokinesie
Vaak
Tandradfenomeen
Soms
Dystonie
Hartaandoeningen
Vaak
Bradycardie
Soms
Atriumfibrilleren
Soms
Atrioventriculair blok
Niet bekend
Sick sinus syndroom
Bloedvataandoeningen
Vaak
Hypertensie
Soms
Hypotensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Zeer vaak
Braken
Vaak
Diarree
Vaak
Buikpijn en dyspepsie
Vaak
Speekselhypersecretie
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Niet bekend
Allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak
Vallen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Loopstoornis
Vaak
Parkinsonloop
De volgende bijkomende bijwerking is waargenomen in een studie bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, die behandeld werden met Exelon pleisters voor
transdermaal gebruik: agitatie (vaak).
25
Tabel 3 vermeldt het aantal en percentage patiënten uit de specifieke klinische studie van 24 weken
uitgevoerd met Exelon bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson met
vooraf gedefinieerde bijwerkingen die een verergering van de parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen.
Tabel 3
Vooraf gedefinieerde bijwerkingen, die een
verergering van parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen bij patiënten met dementie geassocieerd
met de ziekte van Parkinson
Totaal aantal patiënten bestudeerd
Totaal aantal patiënten met vooraf gedefinieerde
bijwerkingen
Tremor
Vallen
Ziekte van Parkinson (verergering)
Speekselhypersecretie
Dyskinesie
Parkinsonisme
Hypokinesie
Bewegingsstoornis
Bradykinesie
Dystonie
Loopstoornis
Spierstijfheid
Balansstoornis
Skeletspierstijfheid
Stijfheid
Motoriekstoornissen
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Exelon
n (%)
Placebo
n (%)
362 (100)
99 (27,3)
37 (10,2)
21 (5,8)
12 (3,3)
5 (1,4)
5 (1,4)
8 (2,2)
1 (0,3)
1 (0,3)
9 (2,5)
3 (0,8)
5 (1,4)
1 (0,3)
3 (0,8)
3 (0,8)
1 (0,3)
1 (0,3)
179 (100)
28 (15,6)
7 (3,9)
11 (6,1)
2 (1,1)
0
1 (0,6)
1 (0,6)
0
0
3 (1,7)
1 (0,6)
0
0
2 (1,1)
0
0
0
Symptomen
De meeste gevallen van onopzettelijke overdosering zijn niet geassocieerd met enige klinische tekenen
of symptomen en bijna alle betreffende patiënten zetten de behandeling met rivastigmine 24 uur na de
overdosering voort.
Cholinerge toxiciteit is gemeld met muscarine-achtige symptomen die waargenomen zijn bij matig
ernstige vergiftigingen, zoals miose, blozen, spijsverteringsstoornissen waaronder buikpijn,
misselijkheid, overgeven en diarree, bradycardie, bronchospasmen en toename van bronchiale
secreties, hyperhidrose en urine en/of fecale incontinentie, tranenvloed, hypotensie en
speekselhypersecretie.
In meer ernstige gevallen kunnen zich nicotine-achtige effecten ontwikkelen, zoals spierzwakte,
fasciculaties, toevallen en respiratoir arrest met een mogelijk fatale afloop.
Er zijn ook postmarketingmeldingen van duizeligheid, tremor, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hypertensie, hallucinaties en malaise.
26
Behandeling
Aangezien rivastigmine een plasmahalfwaardetijd heeft van ongeveer 1 uur en een
acetylcholinesterase-inhibitieduur heeft van ongeveer 9 uur, wordt aangeraden om in gevallen van
asymptomatische overdosering gedurende de volgende 24 uur geen verdere dosis van rivastigmine toe
te dienen. Bij een overdosering die gepaard gaat met ernstige misselijkheid en braken dient het
gebruik van anti-emetica overwogen te worden. Symptomatische behandeling van andere
bijwerkingen dient gegeven te worden indien dit noodzakelijk geacht wordt.
Bij een massale overdosering kan atropine gebruikt worden. Een initiële dosis van 0,03 mg/kg
intraveneus atropinesulfaat wordt aanbevolen, gevolgd door doses gebaseerd op de klinische respons.
Het gebruik van scopolamine als antidotum wordt niet aanbevolen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psychoanaleptica, anticholinesterases, ATC-code: N06DA03
Rivastigmine is een acetyl- en butyrylcholinesteraseremmer van het carbamaat-type, waarvan wordt
verondersteld dat het de cholinerge neurotransmissie vergemakkelijkt door het vertragen van de
afbraak van acetylcholine, dat vrijkomt uit functioneel intacte cholinerge neuronen. Rivastigmine kan
daarom een verbeterend effect hebben op cholinerg-gemedieerde cognitieve gebreken bij dementie,
die geassocieerd worden met de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson.
Rivastigmine reageert met de doelenzymen door de vorming van een covalent gebonden complex,
waardoor de enzymen tijdelijk worden geïnactiveerd. Een orale dosis van 3 mg verlaagt bij gezonde
jonge mannen de acetylcholinesterase (AChE) activiteit in de liquor cerebrospinalis met circa 40%
binnen de eerste 1,5 uur na toediening. De activiteit van het enzym keert ongeveer 9 uur nadat het
maximaal remmend effect werd bereikt weer terug naar de basiswaarde. Bij patiënten met de ziekte
van Alzheimer is de remming van AChE door rivastigmine in de liquor cerebrospinalis dosis-
afhankelijk en dit tot de hoogst geteste dosis, zijnde 6 mg tweemaal daags. Remming van
butyrylcholinesterase activiteit in de liquor cerebrospinalis bij 14 Alzheimer patiënten behandeld met
rivastigmine was vergelijkbaar met die van AChE.
Klinische studies bij dementie bij de ziekte van Alzheimer
De werkzaamheid van rivastigmine is aangetoond door gebruik te maken van drie onafhankelijke
domeinspecifieke bepalingsmethoden die periodiek uitgevoerd werden gedurende de 6 maanden
durende behandelingsperioden. Deze bepalingsmethoden omvatten de ADAS-Cog (Alzheimer’s
Disease Assessment Scale – Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie), de
CIBIC-Plus (Clinician’s Interview Based Impression of Change-Plus, een uitgebreid globaal
onderzoek van de patiënt door de arts, daarbij rekening houdend met informatie die door de verzorger
wordt gegeven), en de PDS (Progressive Deterioration Scale, een door de verzorger vastgestelde
evaluatie van het vermogen van de patiënt om activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren,
waaronder persoonlijke hygiëne, eten, aankleden, huishoudelijke taken zoals boodschappen doen, de
mogelijkheid zichzelf te oriënteren ten opzichte van de omgeving alsmede de betrokkenheid bij
financiële zaken enz.).
De bestudeerde patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10–24.
27
De resultaten van twee studies met flexibele dosering van de drie belangrijke 26-weken durende
multicenter studies van patiënten met lichte tot matige ernstige vormen van de ziekte van Alzheimer,
die een klinisch relevante respons vertoonden, zijn samengevoegd en hieronder weergegeven in
Tabel 4. Klinisch relevante verbetering was in deze studies a priori gedefinieerd als minstens een
verbetering van 4 punten op de ADAS-Cog, een verbetering op de CIBIC-Plus, of minstens een
verbetering van 10% op de PDS.
Verder wordt in dezelfde tabel een post-hoc definitie gegeven voor respons. De secundaire definitie
van respons vereiste een verbetering van 4 punten of meer op de ADAS-Cog, geen verslechtering op
de CIBIC-Plus, en geen verslechtering op de PDS. De gemiddelde werkelijke dagelijkse dosering voor
de patiënten die reageerden in de 6–12 mg groep, overeenkomend met deze definitie, was 9,3 mg. Het
is belangrijk op te merken dat de schalen die gebruikt zijn bij deze indicatie variëren en dat directe
vergelijkingen van de resultaten met andere therapeutische middelen niet opgaan.
Tabel 4
Patiënten met een significante klinische respons (%)
ITT
LOCF
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo
6–12 mg
6–12 mg
N=473
N=472
N=379
N=444
21***
12
25***
12
32***
30***
12**
19
18
6
Mate van respons
ADAS-Cog: verbetering met
minstens 4 punten
CIBIC-Plus: verbetering
29***
18
PDS: verbetering met minstens
26***
17
10%
Minstens 4 punten verbetering op
10*
6
de ADAS-Cog en geen
verslechtering op de CIBIC-Plus
en PDS
*p<0,05, **p<0,01, ***p<0,001
ITT: Intent-To-Treat; LOCF: Last Observation Carried Forward
28
Klinische studies bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson
De werkzaamheid van rivastigmine bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson is
aangetoond in een 24-weken durende, multicenter, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde hoofdstudie
en de daarop volgende 24-weken durende, open-label extensiefase. De in deze studie geïncludeerde
patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10–24. Werkzaamheid is
aangetoond door gebruik te maken van twee onafhankelijke schalen, die werden geanalyseerd op vaste
intervallen gedurende de 6-maanden durende behandelingsperiode, zoals weergegeven in Tabel 5
hieronder: de ADAS-Cog, een maat voor cognitie en de allesomvattende maatstaf ADCS-CGIC
(Alzheimer’s Disease Cooperative Study-Clinician’s Global Impression of Change).
Tabel 5
Dementie geassocieerd
met de ziekte van
Parkinson
ITT + RDO populatie
Gemiddelde basislijn ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
ITT - LOCF populatie
Gemiddelde basislijn ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
1
ADAS-Cog
Exelon
(n=329)
23,8 ± 10.2
2,1 ± 8,2
ADAS-Cog
Placebo
(n=161)
24,3 ± 10,5
-0,7 ± 7,5
ADCS-CGIC
Exelon
(n=329)
n.v.t.
3,8 ± 1,4
ADCS-CGIC
Placebo
(n=165)
n.v.t.
4,3 ± 1,5
2,88
1
<0,001
1
(n=287)
24,0 ± 10,3
2,5 ± 8,4
(n=154)
24,5 ± 10,6
-0,8 ± 7,5
3,54
1
<0,001
1
(n=289)
n.v.t.
3,7 ± 1,4
n.v.t.
0,007
2
(n=158)
n.v.t.
4,3 ± 1,5
n.v.t.
<0,001
2
Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en basislijn ADAS-Cog als
covariante. Een positieve verandering wijst op verbetering.
2
Gemakshalve worden gemiddelde data getoond, categoriale analyse uitgevoerd met de van Elteren
test
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs; LOCF: Last Observation Carried Forward
Alhoewel een behandelingseffect is aangetoond in de gehele studiepopulatie, suggereren de gegevens
een groter behandelingseffect ten opzichte van placebo in de subgroep van patiënten met matige
dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson. Evenzo werd er een groter behandelingseffect
waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie Tabel 6).
29
Tabel 6
Dementie geassocieerd
met de ziekte van
Parkinson
ADAS-Cog
Exelon
ADAS-Cog
Placebo
ADAS-Cog
Exelon
ADAS-Cog
Placebo
Patiënten met visuele
hallucinaties
ITT + RDO populatie
Gemiddelde basislijn ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
(n=107)
25,4 ± 9,9
1,0 ± 9,2
(n=60)
27,4 ± 10,4
-2,1 ± 8,3
Patiënten zonder visuele
hallucinaties
(n=220)
23,1 ± 10,4
2,6 ± 7,6
(n=101)
22,5 ± 10,1
0,1 ± 6,9
4,27
1
0,002
1
Patiënten met matige
dementie (MMSE 10-17)
(n=87)
32,6 ± 10,4
2,6 ± 9,4
(n=44)
33,7 ± 10,3
-1,8 ± 7,2
4,73
1
0,002
1
2,09
1
0,015
1
Patiënten met lichte
dementie (MMSE 18-24)
(n=237)
20,6 ± 7,9
1,9 ± 7,7
(n=115)
20,7 ± 7,9
-0,2 ± 7,5
2,14
1
0,010
1
ITT + RDO populatie
Gemiddelde basislijn ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
1
Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en basislijn ADAS-Cog als
covariante. Een positieve verandering wijst op verbetering.
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Exelon in alle subgroepen van pediatrische patiënten
voor de behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer en van dementie bij patiënten met de
idiopatische ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Rivastigmine wordt snel en volledig geabsorbeerd. Maximale plasmaconcentraties worden binnen
ongeveer 1 uur bereikt. Als gevolg van de interactie van rivastigmine met het doelenzym is de
toename in de biologische beschikbaarheid circa 1,5 maal hoger dan verwacht wordt op basis van de
toename in de dosis. De absolute biologische beschikbaarheid na een dosis van 3 mg bedraagt circa
36%±13%. Toediening van rivastigmine-drank met voedsel vertraagt de absorptie (t
max
) met 74 min en
verlaagt de C
max
met 43% en doet de AUC toenemen met ongeveer 9%.
Distributie
Eiwitbinding van rivastigmine is ongeveer 40%. Het gaat gemakkelijk door de bloed-hersenbarrière en
heeft een schijnbaar verdelingsvolume variërend van 1,8–2,7 l/kg.
30
Biotransformatie
Rivastigmine wordt snel en uitgebreid gemetaboliseerd (halfwaardetijd in plasma circa 1 uur),
voornamelijk via cholinesterasegemedieerde hydrolyse tot de gedecarbamylateerde metaboliet.
In
vitro
vertoont deze metaboliet een minimale remming van acetylcholinesterase (<10%).
Gebaseerd op
in-vitro-studies
wordt er geen farmacokinetische interactie verwacht met
geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door de volgende cytochroom isoenzymen: CYP1A2,
CYP2D6, CYP3A4/5, CYP2E1, CYP2C9, CYP2C8, CYP2C19, of CYP2B6. Gebaseerd op het bewijs
van dierexperimentele studies zijn de belangrijkste cytochroom P450 isoenzymen minimaal betrokken
bij de metabolisatie van rivastigmine. De totale plasmaklaring van rivastigmine was ongeveer
130 l/uur na een intraveneuze dosis van 0,2 mg en verminderde tot 70 l/uur na een intraveneuze dosis
van 2,7 mg.
Eliminatie
Onveranderd rivastigmine wordt niet in de urine aangetroffen; renale excretie van de metabolieten is
de belangrijkste eliminatieroute. Na toediening van C
14
-rivastigmine, was de renale eliminatie snel en
vrijwel volledig (>90%) binnen 24 uur. Minder dan 1% van de toegediende dosis wordt in de faeces
uitgescheiden. Er vindt geen accumulatie van rivastigmine of van de gedecarbamylateerde metaboliet
plaats bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.
Een analyse van de populatiefarmacokinetiek liet zien dat het gebruik van nicotine leidt tot een stijging
van de orale klaring van rivastigmine met 23% bij patiënten met de ziekte van Alzheimer (n=75 rokers
en 549 niet-rokers) na inname van rivastigmine capsules bij doseringen tot 12 mg/dag.
Speciale populaties
Ouderen
Hoewel de biologische beschikbaarheid van rivastigmine hoger is bij ouderen dan bij jonge gezonde
vrijwilligers, lieten studies bij patiënten met de ziekte van Alzheimer in leeftijd variërend van 50 tot
92 jaar geen verschil zien in de biologische beschikbaarheid met het vorderen van de leeftijd.
Leverinsufficiëntie
De C
max
van rivastigmine was ongeveer 60% hoger en de AUC van rivastigmine was meer dan
tweemaal zo hoog bij personen met lichte tot matige leverinsufficiëntie dan bij gezonde personen.
Nierinsufficiëntie
C
max
en AUC van rivastigmine waren meer dan tweemaal zo hoog bij personen met matige
nierinsufficiëntie vergeleken met gezonde personen; er waren echter geen veranderingen in C
max
en
AUC van rivastigmine gevonden bij personen met een ernstige nierinsufficiëntie.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies met betrekking tot de toxiciteit na herhaalde doses bij ratten, muizen en honden leverden
alleen effecten op geassocieerd met een versterkte farmacologische actie. Er werd geen toxiciteit in het
doelorgaan waargenomen. Door de gevoeligheid van de gebruikte diermodellen konden er geen
veiligheidsgrenzen voor blootstelling bij de mens worden bereikt.
Rivastigmine was niet mutageen in een standaardreeks van
in-vitro-
en
in-vivo-testen,
behalve in een
onderzoek naar chromosomale afwijkingen in humane perifere lymfocyten bij een dosis van 10
4
maal
de maximale klinische blootstelling. De
in vivo
micronucleus test was negatief. Tevens toonde de
belangrijkste metaboliet NAP226-90 geen genotoxisch potentieel.
31
Er zijn geen aanwijzingen van carcinogeniteit gevonden in studies bij muizen en ratten met de
maximale tolereerbare dosis, hoewel de blootstelling aan rivastigmine en de metabolieten lager was
dan de humane blootstelling. Wanneer deze in overeenstemming gebracht werd met het
lichaamsoppervlak was de blootstelling aan rivastigmine en zijn metabolieten ongeveer gelijk aan de
maximale aanbevolen dosis bij de mens van 12 mg/dag; wanneer men dit echter vergelijkt met de
maximale dosis bij de mens, werd ongeveer het zesvoudige bereikt in dieren.
Bij dieren passeert rivastigmine de placenta en wordt het uitgescheiden in de melk. Orale studies bij
zwangere ratten en konijnen gaven geen aanwijzing van een teratogeen potentieel van rivastigmine. In
orale studies met mannelijke en vrouwelijke ratten zijn geen nadelige effecten waargenomen van
rivastigmine op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij ofwel de oudergeneratie ofwel
de nakomelingen.
Een mogelijkheid op lichte oog-/mucosale irritatie werd aangetoond in een studie met konijnen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Natriumbenzoaat (E211)
Citroenzuur
Natriumcitraat
Geel quinoline WS (E104)
Gezuiverd water
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
Exelon drank moet worden gebruikt binnen 1 maand na openen van de fles.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 30°C. Niet in de koelkast of de vriezer bewaren.
Rechtop staand bewaren.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Type III amberkleurige glazen fles met een kindveilige sluiting, verzonken buis en zelf richtende stop.
50 ml of 120 ml fles. De drank is verpakt met een orale doseerspuit in een buisvormige plastic houder.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
De voorgeschreven hoeveelheid vloeistof dient met behulp van de bijgeleverde orale doseerspuit uit de
fles te worden genomen.
32
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/013
EU/1/98/066/018
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 12 mei 1998
Datum van laatste verlenging: 20 mei 2008
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
33
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik geeft 4,6 mg rivastigmine per 24 uur af. Elke pleister voor
transdermaal gebruik van 5 cm
2
bevat 9 mg rivastigmine.
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik geeft 9,5 mg rivastigmine per 24 uur af. Elke pleister voor
transdermaal gebruik van 10 cm
2
bevat 18 mg rivastigmine.
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik geeft 13,3 mg rivastigmine per 24 uur af. Elke pleister voor
transdermaal gebruik van 15 cm
2
bevat 27 mg rivastigmine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Pleister voor transdermaal gebruik
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik is een dunne pleister voor transdermaal gebruik van het
matrixtype bestaande uit drie lagen. De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk
“Exelon”, “4.6 mg/24 h” en “AMCX”.
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik is een dunne pleister voor transdermaal gebruik van het
matrixtype bestaande uit drie lagen. De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk
“Exelon”, “9.5 mg/24 h” en “BHDI”.
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik is een dunne pleister voor transdermaal gebruik van het
matrixtype bestaande uit drie lagen. De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk
“Exelon”, “13.3 mg/24 h” en “CNFU”.
34
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De start van en het toezicht op de behandeling dient te geschieden door een arts met ervaring in de
diagnose en behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer. De diagnose dient gesteld te
worden aan de hand van de huidige richtlijnen. Overeenkomstig iedere behandeling die wordt
geïnitieerd bij patiënten met dementie, mag de behandeling met rivastigmine slechts gestart worden
als er een verzorger beschikbaar is om regelmatig het geneesmiddel aan te brengen en de behandeling
te bewaken.
Dosering
Pleisters voor
transdermaal
gebruik
Exelon 4,6 mg/24 u
Exelon 9,5 mg/24 u
Exelon 13,3 mg/24 u
Rivastigmine
in vivo
afgifte
per 24 u
4,6 mg
9,5 mg
13,3 mg
Startdosis
De behandeling wordt gestart met 4,6 mg/24 u.
Onderhoudsdosis
Na minimaal vier weken behandeling en indien goed verdragen volgens de behandelend arts, dient de
dosis van 4,6 mg/24 u verhoogd te worden naar 9,5 mg/24 u. Dit is de aanbevolen dagelijkse
werkzame dosering, welke voortgezet dient te worden zolang de patiënt therapeutisch voordeel blijft
vertonen.
Dosisescalatie
9,5 mg/24 u is de aanbevolen dagelijkse werkzame dosering, welke voortgezet dient te worden, zolang
de patiënt therapeutisch voordeel blijft vertonen. Indien de dosering van 9,5 mg/24 u goed verdragen
wordt en alleen na een minimale behandelingsduur van zes maanden, kan de behandelend arts
overwegen om de dosis te verhogen naar 13,3 mg/24 u bij patiënten die een betekenisvolle cognitieve
(bijv. een afname van de MMSE-score) en/of functionele (gebaseerd op de beoordeling van de arts)
verslechtering hebben laten zien terwijl ze behandeld werden met de aanbevolen dagelijkse werkzame
dosering van 9,5 mg/24 u (zie rubriek 5.1).
Het klinische voordeel van rivastigmine dient regelmatig opnieuw beoordeeld te worden. Indien er
geen bewijs meer is van een therapeutisch effect bij de optimale dosering, dient het stopzetten van de
behandeling eveneens overwogen te worden.
Indien zich gastrointestinale bijwerkingen voordoen, dient de behandeling tijdelijk gestaakt te worden,
totdat deze bijwerkingen zijn verdwenen. Als de behandeling met niet meer dan drie dagen
onderbroken is, kan de behandeling met een pleister voor transdermaal gebruik van dezelfde dosis
worden voortgezet. Anders dient behandeling opnieuw te worden gestart met 4,6 mg/24 u en opnieuw
te worden getitreerd.
35
Omschakelen van capsules of orale oplossing naar pleisters voor transdermaal gebruik
Gebaseerd op een vergelijkbare blootstelling tussen orale en transdermale rivastigmine (zie rubriek
5.2) kunnen patiënten, die worden behandeld met Exelon capsules of orale oplossing, als volgt worden
omgezet naar Exelon pleisters voor transdermaal gebruik:
Een patiënt op een dosis van 3 mg/dag orale rivastigmine kan worden omgezet naar 4,6 mg/24 u
pleisters voor transdermaal gebruik.
Een patiënt op een dosis van 6 mg/dag orale rivastigmine kan worden omgezet naar 4,6 mg/24 u
pleisters voor transdermaal gebruik.
Een patiënt op een stabiele en goed getolereerde dosis van 9 mg/dag orale rivastigmine kan
worden omgezet naar 9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik. Als de orale dosis van
9 mg/dag niet stabiel is en goed getolereerd wordt, wordt een omzetting naar 4,6 mg/24 u
pleisters voor transdermaal gebruik aanbevolen.
Een patiënt op een dosis van 12 mg/dag orale rivastigmine kan worden omgezet naar
9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik.
Na omzetting naar 4,6 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik, dient de dosis van 4,6 mg/24 u, op
voorwaarde dat deze goed verdragen wordt na een minimale behandelingsduur van 4 weken, te
worden verhoogd naar 9,5 mg/24 u, wat de aanbevolen werkzame dosering is.
Het wordt aanbevolen om de eerste pleister voor transdermaal gebruik aan te brengen op de dag nadat
de laatste orale dosis is ingenomen.
Speciale populaties
Pediatrische patiënten: er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten
voor de behandeling van de ziekte van Alzheimer.
Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg: extra voorzichtigheid is geboden bij het
titreren van patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg tot boven de aanbevolen
werkzame dosering van 9,5 mg/24 u (zie rubriek 4.4). Deze patiënten kunnen meer
bijwerkingen ervaren en zijn mogelijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg
van bijwerkingen.
Gestoorde leverfunctie: Gezien de toegenomen blootstelling bij een licht tot matig gestoorde
leverfunctie zoals waargenomen bij de orale toedieningsvorm, dienen de
doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig de individuele verdraagbaarheid
nauwgezet te worden opgevolgd. Patiënten met een klinisch significant gestoorde leverfunctie
kunnen meer dosisafhankelijke bijwerkingen ervaren. Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie
zijn niet onderzocht. Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij het titreren bij deze patiënten
(zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Gestoorde nierfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een gestoorde
nierfunctie (zie rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Pleisters voor transdermaal gebruik dienen eenmaal daags aangebracht te worden op een schone,
droge, haarloze, intacte gezonde huid op de onder- of bovenrug, bovenarm of borst, op een plek
waarlangs geen nauwsluitende kleding wrijft. Het wordt niet aanbevolen de pleister voor transdermaal
gebruik aan te brengen op de dij of de buik in verband met een verminderde biologische
beschikbaarheid van rivastigmine, die is waargenomen wanneer de pleister voor transdermaal gebruik
wordt aangebracht op deze plaatsen op het lichaam.
De pleister voor transdermaal gebruik dient niet aangebracht te worden op een rode, geïrriteerde of
verwonde huid. Het opnieuw aanbrengen van een pleister op precies dezelfde plaats op de huid binnen
14 dagen dient vermeden te worden om het mogelijke risico op huidirritatie te voorkomen.
36
Patiënten en verzorgers dienen belangrijke aanbrenginstructies te krijgen:
De pleister van de vorige dag dient iedere dag voor het aanbrengen van een nieuwe pleister
verwijderd te worden (zie rubriek 4.9).
De pleister dient na 24 uur vervangen te worden door een nieuwe. Er mag slechts één pleister
tegelijkertijd gedragen worden (zie rubriek 4.9).
De pleister dient gedurende ten minste 30 seconden stevig aangedrukt te worden met de
handpalm totdat de randen goed vastplakken.
Als de pleister loslaat, dient een nieuwe aangebracht te worden voor de rest van de dag. De
nieuwe pleister dient de volgende dag op de normale tijd vervangen te worden.
De pleister kan in alledaagse situaties gebruikt worden, ook tijdens het baden en bij warm weer.
De pleister mag niet voor langere periodes blootgesteld worden aan externe warmtebronnen
(bijv. overmatig zonlicht, sauna, zonnebank).
De pleister mag niet in stukken worden geknipt.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof rivastigmine, voor andere carbamaatderivaten of voor een
van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Eerdere geschiedenis van reacties op de aanbrengplaats die wijzen op allergische contactdermatitis bij
rivastigmine pleisters (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
De incidentie en ernst van bijwerkingen nemen in het algemeen toe met hogere doseringen,
voornamelijk bij dosiswijzigingen. Wanneer de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken,
dient deze opnieuw te worden gestart met 4,6 mg/24 u.
Overdosering als gevolg van misbruik van het geneesmiddel en doseringsfouten
Misbruik van het geneesmiddel en doseringsfouten met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik
hebben ernstige bijwerkingen tot gevolg gehad; in sommige gevallen was hiervoor ziekenhuisopname
nodig en in zeldzame gevallen had dit de dood tot gevolg (zie rubriek 4.9). De meeste gevallen van
misbruik van het geneesmiddel en doseringsfouten hadden te maken met het niet verwijderen van de
oude pleister bij het aanbrengen van een nieuwe, en het gebruik van meerdere pleisters tegelijkertijd.
Patiënten en hun verzorgers dienen belangrijke aanbrenginstructies te krijgen voor Exelon pleisters voor
transdermaal gebruik (zie rubriek 4.2).
Gastro-intestinale aandoeningen
Gastrointestinale aandoeningen, zoals misselijkheid, braken en diarree zijn dosisgerelateerd en kunnen
zich voordoen wanneer de behandeling wordt gestart en/of de dosis wordt verhoogd (zie rubriek 4.8).
Deze bijwerkingen komen vaker voor bij vrouwen. Patiënten die klachten of symptomen vertonen van
dehydratie als gevolg van langdurig braken of diarree, kunnen onder controle worden gehouden door
intraveneuze vloeistof toe te dienen en de dosis te verlagen of te staken, wanneer dit direct opgemerkt
en behandeld wordt. Dehydratie kan ernstige gevolgen hebben.
Gewichtsverlies
Patiënten met de ziekte van Alzheimer kunnen gewicht verliezen tijdens gebruik van
cholinesteraseremmers, waaronder rivastigmine. Het gewicht van de patiënt dient tijdens de
behandeling met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik gecontroleerd te worden.
37
Bradycardie
Rivastigmine kan bradycardie veroorzaken dat een risicofactor is voor het optreden van torsade de
pointes, voornamelijk bij patiënten met risicofactoren. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met
een hoger risico op het ontwikkelen van torsade de pointes; bijvoorbeeld, degenen met
ongecompenseerd hartfalen, een recent myocardinfarct, bradyaritmieën, een predispositie voor
hypokaliëmie of hypomagnesiëmie of bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen waarvan het bekend
is dat ze QT-verlenging en/of torsade de pointes induceren (zie rubrieken 4.5 en 4.8).
Andere bijwerkingen
Voorzichtigheid is geboden wanneer Exelon pleisters voor transdermaal gebruik worden
voorgeschreven:
aan patiënten met sick sinus-syndroom of geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok,
atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8);
aan patiënten met actieve maag- of duodenumzweren of patiënten die gepredisponeerd zijn voor
deze aandoeningen, omdat rivastigmine de maagzuursecretie kan verhogen (zie rubriek 4.8);
aan patiënten met een predispositie voor urinewegobstructie en convulsies, omdat
cholinomimetica deze aandoeningen kunnen opwekken of verergeren;
aan patiënten met een voorgeschiedenis van astma of obstructieve longziekte.
Huidreacties op de aanbrengplaats
Huidreacties op de aanbrengplaats kunnen voorkomen met rivastigmine pleisters en zijn meestal van
lichte tot matige intensiteit. Patiënten en verzorgers dienen dienovereenkomstig geïnstrueerd te
worden.
Deze reacties zijn op zichzelf niet een indicatie van sensibilisering. Echter, het gebruik van
rivastigmine pleisters kan leiden tot allergische contactdermatitis.
Allergische contactdermatitis moet worden vermoed indien reacties op de aanbrengplaats zich
verspreiden buiten de pleistergrootte, als er aanwijzingen zijn van een meer intense lokale reactie
(zoals toename van erytheem, oedeem, papels, blaasjes) en als de symptomen niet significant
verbeteren binnen 48 uur na de verwijdering van de pleister. In deze gevallen moet de behandeling
worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten die reacties op de aanbrengplaats krijgen die wijzen op allergische contactdermatitis voor
rivastigmine pleisters en die nog steeds behandeling met rivastigmine nodig hebben dienen alleen
omgezet te worden op orale rivastigmine na negatieve allergietesten en onder streng medisch toezicht.
Het is mogelijk dat sommige patiënten die gesensibiliseerd geraakt zijn voor rivastigmine door
blootstelling aan rivastigmine pleisters niet in staat zijn om rivastigmine te gebruiken in welke vorm
dan ook.
Er zijn zeldzame postmarketingmeldingen van patiënten die allergische dermatitis (verspreid)
ervoeren bij toediening van rivastigmine, ongeacht de wijze van toediening (oraal, transdermaal). In
deze gevallen moet de behandeling worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Andere waarschuwingen en voorzorgen
Rivastigmine kan extrapyramidale symptomen verergeren of opwekken.
Contact met de ogen moet worden vermeden na aanraking van Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik (zie rubriek 5.3). Na het verwijderen van de pleister moeten de handen met water en zeep
gewassen worden. In geval van contact met de ogen of als de ogen rood worden na het hanteren van
de pleister, onmiddellijk met overvloedig water spoelen en een arts raadplegen als de symptomen niet
verdwijnen.
38
Speciale populaties
Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg kunnen meer bijwerkingen ervaren en zullen
waarschijnlijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg van bijwerkingen (zie
rubriek 4.2). Titreer deze patiënten voorzichtig en controleer hen op bijwerkingen (bijv. hevige
misselijkheid of overvloedig braken) en overweeg om de onderhoudsdosering te verlagen tot de
4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik als er bijwerkingen optreden.
Gestoorde leverfunctie: patiënten met een klinisch significante gestoorde leverfunctie kunnen
meer bijwerkingen ervaren. De doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig de
individuele verdraagbaarheid moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht. Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij het titreren
bij deze patiënten (zie rubrieken 4.2 en 5.2).
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
4.5
Er is geen specifiek onderzoek naar interacties uitgevoerd met Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik.
Als cholinesteraseremmer kan rivastigmine de effecten van succinylcholine-achtige spierrelaxantia
tijdens de anesthesie versterken. Voorzichtigheid is geboden bij de keuze van anesthetica. Indien
nodig kunnen doseringsaanpassingen of tijdelijk staken van de behandeling worden overwogen.
Met het oog op de farmacodynamische effecten en mogelijke additieve effecten dient rivastigmine niet
gelijktijdig gegeven te worden met andere cholinomimetische middelen. Rivastigmine zou de activiteit
van anticholinerge geneesmiddelen (b.v. oxybutynine, tolterodine) kunnen beïnvloeden.
Additieve effecten die leiden tot bradycardie (wat kan resulteren in syncope) zijn gemeld bij
gelijktijdig gebruik van verschillende bètablokkers (waaronder atenolol) en rivastigmine. Het hoogste
risico is te verwachten met cardiovasculaire bètablokkers, maar er zijn ook meldingen geweest bij
patiënten die andere bètablokkers gebruikten. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van
rivastigmine in combinatie met bètablokkers en ook met andere middelen die bradycardie veroorzaken
(b.v. klasse III-antiaritmica, calciumkanaalantagonisten, digitalisglycosiden, pilocarpine).
Bradycardie is een risicofactor voor het optreden van torsade de pointes; daarom dient het combineren
van rivastigmine met geneesmiddelen die torsade de pointes induceren, zoals antipsychotica, d.w.z.
bepaalde fenothiazinen (chloorpromazine, levomepromazine), benzamiden (sulpiride, sultopride,
amisulpride, tiapride, veralipride), pimozide, haloperidol, droperidol, cisapride, citalopram, difemanil,
erytromycine IV, halofantrine, mizolastine, methadon, pentamidine en moxifloxacine, onder
zorgvuldig toezicht te gebeuren waarbij ook klinische monitoring (ECG) vereist kan zijn.
Er werd geen farmacokinetische interactie waargenomen tussen oraal rivastigmine en digoxine,
warfarine, diazepam of fluoxetine in studies met gezonde vrijwilligers. De verlenging van de
protrombinetijd geïnduceerd door warfarine wordt niet beïnvloed door de toediening van rivastigmine.
Er werden geen ongunstige effecten op de cardiale geleiding waargenomen na gelijktijdige toediening
van digoxine en oraal rivastigmine.
Gelijktijdige toediening van rivastigmine met vaak voorgeschreven geneesmiddelen, zoals antacida,
anti-emetica, antidiabetica, centraalwerkende antihypertensiva, calciumkanaalblokkers, inotrope
middelen, anti-angineuze middelen, niet-steroïde anti-inflammatoire middelen, oestrogenen,
analgetica, benzodiazepines en antihistaminica, werd niet in verband gebracht met een verandering in
de kinetiek van rivastigmine of een verhoogd risico op klinisch relevante bijwerkingen.
Gezien het metabolisme van rivastigmine, zijn metabole interacties met andere geneesmiddelen niet
waarschijnlijk, hoewel rivastigmine het butyrylcholinesterase gemedieerde metabolisme van andere
middelen zou kunnen remmen.
39
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bij drachtige dieren passeerde rivastigmine/metabolieten de placenta. Het is niet bekend of dit ook bij
mensen gebeurt. Er zijn geen klinische gegevens over gevallen van gebruik tijdens de zwangerschap
voorhanden. Bij peri-/postnatale studies bij ratten werd een verlengde drachttijd gezien. Rivastigmine
mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
Borstvoeding
Bij dieren wordt rivastigmine uitgescheiden in de melk. Het is niet bekend of rivastigmine bij de mens
wordt uitgescheiden in de moedermelk. Daarom mogen vrouwen die met rivastigmine worden
behandeld geen borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen nadelige effecten waargenomen op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij
ratten (zie rubriek 5.3). De effecten van rivastigmine op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet
bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
De ziekte van Alzheimer kan een geleidelijke vermindering van de rijvaardigheid veroorzaken of het
vermogen om machines te gebruiken in gevaar brengen. Tevens kan rivastigmine syncope en delirium
induceren. Als gevolg hiervan heeft rivastigmine geringe of matige invloed op de rijvaardigheid en op
het vermogen om machines te bedienen. Daarom dient de behandelende arts routinematig te evalueren
of patiënten met dementie, die behandeld worden met rivastigmine in staat zijn om auto te blijven
rijden of ingewikkelde machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Huidreacties op de aanbrengplaats (meestal milde tot matige erytheem op de aanbrengplaats) zijn de
meest voorkomende bijwerkingen van het gebruik van Exelon pleisters voor transdermaal gebruik. De
daarna meest voorkomende bijwerkingen zijn gastro-intestinale bijwerkingen, waaronder
misselijkheid en braken.
Bijwerkingen in Tabel 1 zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklassen volgens MedDRA en
frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd, gebruikmakend van de volgende afspraak: zeer vaak
(≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden
(<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Tabel 1 toont de bijwerkingen die gemeld zijn bij 1.670 patiënten met dementie bij de ziekte van
Alzheimer die werden behandeld in gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo- en actief-gecontroleerde
klinische studies met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik, met een duur van 24-48 weken en in
post-marketinggegevens.
40
Tabel 1
Infecties en parasitaire aandoeningen
Vaak
Urineweginfectie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Anorexia, verminderde eetlust
Soms
Dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Angst, depressie, delirium, agitatie
Soms
Agressie
Niet bekend
Hallucinaties, rusteloosheid, nachtmerries
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak
Hoofdpijn, syncope, duizeligheid
Soms
Psychomotorische hyperactiviteit
Zeer zelden
Extrapyramidale symptomen
Niet bekend
Verergering van de ziekte van Parkinson, epileptische aanval, tremor,
slaperigheid
Hartaandoeningen
Soms
Bradycardie
Niet bekend
Atrioventriculair blok, atriumfibrilleren, tachycardie, sick sinus
syndroom
Bloedvataandoeningen
Niet bekend
Hypertensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak
Misselijkheid, braken, diarree, dyspepsia, buikpijn
Soms
Maagzweer
Niet bekend
Pancreatitis
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend
Hepatitis, verhoogde leverfunctietesten
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Huiduitslag
Niet bekend
Pruritus, erytheem, urticaria, blaren, allergische dermatitis (verspreid)
Nier- en urinewegaandoeningen
Vaak
Urine-incontinentie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
Huidreacties op de plaats van toediening (bijvoorbeeld erytheem*,
pruritus*, oedeem*, dermatitis, irritatie op de aanbrengplaats),
asthenische condities (bijvoorbeeld vermoeidheid, asthenie), koorts,
gewichtsverlies
Zelden
Vallen
*In een 24 weken durende gecontroleerde studie met Japanse patiënten werden erytheem, oedeem en
pruritis op de aanbrengplaats met frequentie “zeer vaak” gemeld.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Wanneer doseringen hoger dan 13,3 mg/24 u werden gebruikt in bovengenoemde placebo-
gecontroleerde studie, werden slapeloosheid en hartfalen frequenter waargenomen dan met
13,3 mg/24 u of placebo, wat een dosis-effect relatie suggereert. Met 13,3 mg/24 u pleisters voor
transdermaal gebruik deden deze voorvallen zich echter niet met een hogere frequentie voor dan met
placebo.
De volgende bijwerkingen zijn alleen waargenomen met Exelon capsules en orale oplossing en niet in
klinische studies met pleisters voor transdermaal gebruik: malaise, verwarring, toegenomen
transpiratie (vaak); duodenumulceraties, angina pectoris (zelden); gastro-intestinale bloeding (zeer
zelden); en enkele gevallen van ernstig braken werden geassocieerd met oesofagusruptuur (niet
bekend).
41
Huidirritatie
In dubbelblinde gecontroleerde klinische studies waren reacties op de toedieningsplaats meestal licht
tot matig van ernst. De incidentie van huidreacties op de plaats van toediening die leidden tot het
stopzetten van de behandeling was ≤2,3% bij patiënten die met Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik behandeld werden. De incidentie van huidreacties op de plaats van toediening die leidden tot
het stopzetten van de behandeling was hoger in de Aziatische populatie, met 4,9% en 8,4% bij
respectievelijk de Chinese en de Japanse populatie.
In twee dubbelblinde placebogecontroleerde klinische studies met een duur van 24 weken werden bij
ieder bezoek huidreacties beoordeeld gebruikmakend van een huidirritatie-classificatieschaal.
Wanneer een huidirritatie was waargenomen bij patiënten die behandeld werden met Exelon pleisters
voor transdermaal gebruik was deze meestal gering of licht van ernst. Het werd geclassificeerd als
ernstig bij ≤2,2% van de patiënten in deze studies en in ≤3,7% van de patiënten die behandeld werden
met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik in een Japanse studie.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De meeste gevallen van onopzettelijke overdosering met oraal rivastigmine zijn niet geassocieerd met
enige klinische tekenen of symptomen en bijna alle betreffende patiënten zetten de behandeling met
rivastigmine 24 uur na de overdosering voort.
Cholinerge toxiciteit is gemeld met muscarine-achtige symptomen die waargenomen zijn bij matig
ernstige vergiftigingen, zoals miose, blozen, spijsverteringsstoornissen waaronder buikpijn,
misselijkheid, overgeven en diarree, bradycardie, bronchospasmen en toename van bronchiale
secreties, hyperhidrose en urine en/of fecale incontinentie, tranenvloed, hypotensie en
speekselhypersecretie.
In meer ernstige gevallen kunnen zich nicotine-achtige effecten ontwikkelen, zoals spierzwakte,
fasciculaties, toevallen en respiratoir arrest met een mogelijk fatale afloop.
Er zijn ook postmarketingmeldingen van duizeligheid, tremor, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hypertensie, hallucinaties en malaise. Overdosering met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik als
gevolg van misbruik/doseringsfout (aanbrengen van meerdere pleisters tegelijk) zijn gerapporteerd in
post-marketing setting en zelden in klinische onderzoeken.
Behandeling
Aangezien rivastigmine een plasmahalfwaardetijd heeft van ongeveer 3,4 uur en een
acetylcholinesterase-inhibitieduur heeft van ongeveer 9 uur, wordt aangeraden om in gevallen van
asymptomatische overdosering alle Exelon pleisters voor transdermaal gebruik onmiddellijk te
verwijderen en geen verdere pleisters voor transdermaal gebruik aan te brengen gedurende de
volgende 24 uur. Bij een overdosering die gepaard gaat met ernstige misselijkheid en braken dient het
gebruik van anti-emetica overwogen te worden. Symptomatische behandeling van andere
bijwerkingen dient gegeven te worden indien dit noodzakelijk geacht wordt.
Bij een massale overdosering kan atropine gebruikt worden. Een initiële dosis van 0,03 mg/kg
intraveneus atropinesulfaat wordt aanbevolen, gevolgd door doses gebaseerd op de klinische respons.
Het gebruik van scopolamine als antidotum wordt niet aanbevolen.
42
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psychoanaleptica, anticholinesterases, ATC-code: N06DA03
Rivastigmine is een acetyl- en butyrylcholinesteraseremmer van het carbamaat-type, waarvan wordt
verondersteld dat het de cholinerge neurotransmissie vergemakkelijkt door het vertragen van de
afbraak van acetylcholine dat vrijkomt uit functioneel intacte cholinerge neuronen. Rivastigmine kan
daarom een verbeterend effect hebben op cholinerg-gemedieerde cognitieve gebreken bij dementie,
die geassocieerd worden met de ziekte van Alzheimer.
Rivastigmine reageert met de doelenzymen door de vorming van een covalent gebonden complex,
waardoor de enzymen tijdelijk worden geïnactiveerd. Een orale dosis van 3 mg verlaagt bij gezonde
jonge mannen de acetylcholinesterase (AChE) activiteit in de liquor cerebrospinalis met circa 40%
binnen de eerste 1,5 uur na toediening. De activiteit van het enzym keert ongeveer 9 uur nadat het
maximaal remmend effect werd bereikt weer terug naar de basiswaarde. Bij patiënten met de ziekte
van Alzheimer is de remming van AChE door oraal rivastigmine in de liquor cerebrospinalis
dosisafhankelijk en dit tot de hoogst geteste dosis, zijnde 6 mg tweemaal daags. Remming van
butyrylcholinesterase activiteit in de liquor cerebrospinalis bij 14 Alzheimer patiënten behandeld met
oraal rivastigmine was vergelijkbaar met de remming van AChE-activiteit.
Klinische studies bij dementie bij de ziekte van Alzheimer
De werkzaamheid van Exelon pleisters voor transdermaal gebruik bij patiënten met dementie bij de
ziekte van Alzheimer is aangetoond in een 24 weken durende dubbelblinde, placebo-gecontroleerde
basisstudie plus open-label extensiestudie en in een 48 weken durende dubbelblinde comparatorstudie.
24 weken durende placebo-gecontroleerde studie
De patiënten die deelnamen aan de placebo-gecontroleerde studie, hadden een MMSE (Mini-Mental
State Examination) score van 10-20. De werkzaamheid werd vastgesteld door gebruik te maken van
onafhankelijke, domeinspecifieke bepalingsmethoden, die periodiek uitgevoerd werden gedurende de
24-weken behandelingsperiode. Deze bepalingsmethoden omvatten de ADAS-Cog (Alzheimer’s
Disease Assessment Scale – Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie), de
ADCS-CGIC (Alzheimer’s Disease Cooperative Study – Clinician’s Global Impression of Change,
een uitgebreid globaal onderzoek van de patiënt door de arts, daarbij rekening houdend met informatie
die door de verzorger wordt gegeven) en de ADCS-ADL (Alzheimer’s Disease Cooperative Study –
Activities of Daily Living, een door de verzorger vastgestelde evaluatie van het vermogen van de
patiënt om activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren, waaronder persoonlijke hygiëne, eten,
aankleden, huishoudelijke taken zoals boodschappen doen, behoud van de mogelijkheid zichzelf te
oriënteren ten opzichte van de omgeving alsmede de betrokkenheid bij financiële zaken). De
resultaten na 24 weken voor de drie bepalingsmethoden zijn samengevat in Tabel 2.
43
Tabel 2
Exelon
pleisters voor
transdermaal gebruik
9,5 mg/24 u
N = 251
(n=248)
27,0
10,3
-0,6
6,4
0,005*
1
(n=248)
3,9
1,20
0,010*
2
(n=247)
50,1
16,3
-0,1
9,1
Exelon
capsules
12 mg/dag
N = 256
(n=253)
27,9
9,4
-0,6
6,2
0,003*
1
(n=253)
3,9
1,25
0,009*
2
(n=254)
49,3
15,8
-0,5
9,5
(n=278)
4,2
1,26
Placebo
ITT-LOCF populatie
ADAS-Cog
Gemiddelde basislijn ± SD
Gemiddelde verandering bij
24 weken ± SD
p-waarde t.o.v. placebo
ADCS-CGIC
Gemiddelde score
SD
p-waarde t.o.v. placebo
ADCS-ADL
N = 282
(n=281)
28,6
9,9
1,0
6,8
Gemiddelde basislijn ± SD
Gemiddelde verandering bij
24 weken ± SD
p-waarde t.o.v. placebo
0,013*
1
0,039*
1
* p≤0,05 t.o.v. placebo
ITT: Intent-To-Treat; LOCF: Last Observation Carried Forward
1
Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en basislijn waarde als covariante.
Een negatieve ADAS-Cog verandering betekent verbetering. Een positieve ADCS-ADL verandering
betekent verbetering.
2
Gebaseerd op CMH-test (van Elteren test) gestratificeerd naar land. ADCS-CGIC scores <4 betekent
verbetering.
De resultaten van patiënten, die een klinisch relevante respons vertoonden in de 24 weken durende
placebo-gecontroleerde studie worden weergegeven in Tabel 3. Klinisch relevante verbetering was in
deze studies a priori gedefinieerd als minstens een verbetering van 4 punten op de ADAS-Cog, geen
verslechtering op de ADCS-CGIC en geen verslechtering op de ADCS-ADL.
Tabel 3
Patiënten met een klinisch significante respons (%)
Exelon
Exelon
Placebo
pleisters voor
capsules
transdermaal gebruik
12 mg/dag
9,5 mg/24 u
N = 251
N = 256
N = 282
17,4
19,0
10,5
(n=281)
49,2
16,0
-2,3
9,4
ITT-LOCF populatie
Minstens 4 punten
verbetering op de ADAS-Cog
en geen verslechtering op de
ADCS-CGIC en ADCS-ADL
p-waarde t.o.v. placebo
*p<0,05 t.o.v. placebo
0,037*
0,004*
Volgens het compartimentenmodel, vertonen 9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik een
blootstelling, die vergelijkbaar is met die van een orale dosering van 12 mg/dag.
44
48 weken durende met een actieve comparatorgecontroleerde studie
Patiënten die deelnamen aan de met een actieve comparatorgecontroleerde studie hadden een baseline-
MMSE-score van 10-24. De studie was opgezet om de werkzaamheid van 13,3 mg/24 u pleisters voor
transdermaal gebruik te vergelijken met de werkzaamheid van 9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal
gebruik tijdens een 48 weken durende dubbelblinde behandelingsfase bij patiënten met de ziekte van
Alzheimer die een functionele en cognitieve achteruitgang vertoonden na een initiële open-label
behandelingsfase van 24-48 weken waarin ze behandeld werden met een onderhoudsdosering van
9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik. Functionele achteruitgang werd beoordeeld door de
onderzoeker en cognitieve achteruitgang werd gedefinieerd als een afname van de MMSE-score met
>2 punten ten opzichte van de score tijdens het vorige bezoek of een afname van >3 punten vanaf
baseline. De werkzaamheid werd vastgesteld door gebruik te maken van ADAS-Cog (Alzheimer’s
Disease Assessment Scale – Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie) en de
ADCS-IADL (Alzheimer’s Disease Cooperative Study – Instrumental Activities of Daily Living) voor
de evaluatie van de instrumentele activiteiten, waaronder het op orde houden van de financiën,
maaltijdbereiding, winkelen, het vermogen zichzelf te oriënteren ten opzichte van de omgeving en het
vermogen om onbegeleid te zijn. De resultaten na 48 weken voor de twee bepalingsmethoden zijn
samengevat in Tabel 4.
Tabel 4
Exelon 15 cm
2
N = 265
n
ADAS-Cog
LOCF
DB-week 48
ADCS-IADL
LOCF
Week 48
Gemi
ddeld
34,4
38,5
4,1
27,5
23,1
-4,4
Exelon
10 cm
2
N = 271
n
Gemid
deld
268
268
268
271
271
271
34,9
39,7
4,9
25,8
19,6
-6,2
Exelon 15 cm
2
Exelon
10 cm
2
p-
waarde
Populatie/Bezoek
DLSM
95% BI
Baseline
Waarde
Verandering
Baseline
Waarde
Verandering
264
264
264
265
265
265
-0,8
(-2,1, 0,5)
0,227
2,2
(0,8, 3,6)
0,002*
BI – betrouwbaarheidsinterval.
DLSM –
difference in least square means
(verandering in kleinste kwadratengemiddelde).
LOCF –
Last Observation Carried Forward
(waarden laatste observatie gebruikt).
ADAS-cog-scores: een negatief DLSM-verschil betekent een grotere verbetering met Exelon
15 cm
2
in vergelijking met Exelon 10 cm
2
.
ADCS-IADL-scores: een positief DLSM-verschil betekent een grotere verbetering met Exelon
15 cm
2
in vergelijking met Exelon 10 cm
2
.
N is het aantal patiënten dat op baseline beoordeeld is (laatste beoordeling in de initiële open-
labelfase) en ten minste 1 beoordeling post-baseline heeft gehad (voor de LOCF).
De DLSM, 95% BI en p-waarde zijn gebaseerd op een ANCOVA-model (covariantie-analyse) dat
gecorrigeerd is voor land en ADAS-cog-score op baseline.
* p<0,05
Bron: studie D2340-Tabel 11-6 en Tabel 11-7
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Exelon in alle subgroepen van pediatrische patiënten
voor de behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer (zie rubriek 4.2 voor informatie over
pediatrisch gebruik).
45
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Absorptie van rivastigmine uit Exelon pleisters voor transdermaal gebruik is traag. Na de eerste dosis
worden detecteerbare plasmaconcentraties met een vertragingstijd van 0,5-1 uur waargenomen. C
max
wordt na 10-16 uur bereikt. Na de piek nemen de plasmaconcentraties langzaam af gedurende de
resterende 24 uur gebruiksperiode. Bij veelvuldig doseren (zoals bij steady-state) zullen de
plasmaconcentraties, nadat de vorige pleister voor transdermaal gebruik is vervangen door een
nieuwe, eerst langzaam afnemen voor ongeveer gemiddeld 40 minuten, totdat de absorptie uit de
nieuw aangebrachte pleister voor transdermaal gebruik sneller wordt dan de eliminatie en de
plasmaniveaus weer beginnen toe te nemen om een nieuwe piek te bereiken na ongeveer 8 uur. Bij
steady-state zijn de dalniveaus ongeveer 50% van de piekniveaus, in tegenstelling tot de orale
toediening, waarbij de concentraties tot praktisch nul afnemen tussen de doses. Alhoewel minder
uitgesproken dan met een orale toediening, neemt de blootstelling aan rivastigmine (C
max
en AUC)
bovenproportioneel toe met een factor 2,6 en 4,9 wanneer de dosis verhoogd wordt van 4,6 mg/24 u
naar respectievelijk 9,5 mg/24 u en 13,3 mg/24 u. De fluctuatie index (FI), een maat voor het relatieve
verschil tussen de piek- en dalniveaus ((C
max
-C
min
)/C
gem
), was 0,58 voor Exelon 4,6 mg/24 u pleisters
voor transdermaal gebruik, 0,77 voor Exelon 9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik en 0,72
voor Exelon 13,3 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik, waarmee een veel kleinere fluctuatie
tussen de piek- en dalconcentraties wordt aangetoond dan voor de orale formulering (FI = 3,96
(6 mg/dag) en 4,15 (12 mg/dag)).
Met betrekking tot de plasmaconcentratie over 24 uur, kan de dosis rivastigmine, die gedurende 24 uur
door de pleister wordt afgegeven (mg/24 u) niet direct worden gelijk gesteld aan de hoeveelheid (mg)
rivastigmine, die een capsule bevat.
Na een eenmalige dosis was de interindividuele variabiliteit van de farmacokinetische parameters voor
rivastigmine (genormaliseerd voor dosis/kg lichaamsgewicht) 43% (C
max
) en 49% (AUC
0-24u
) na
transdermale toediening versus 74% (C
max
) en 103% (AUC
0-24u
) na de orale formulering. De
variabiliteit tussen de patiënten in een steady-state studie bij dementie bij de ziekte van Alzheimer was
na het gebruik van de pleister voor transdermaal gebruik hoogstens 45% (C
max
) en 43% (AUC
0-24u
) en
71%(C
max
) en 73% (AUC
0-24u
) na toediening van de orale formulering.
Een verband tussen de blootstelling aan de werkzame stof bij steady-state (rivastigmine en metaboliet
NAP226-90) en lichaamsgewicht werd waargenomen bij patiënten met dementie bij de ziekte van
Alzheimer. In vergelijking met een patiënt met een lichaamsgewicht van 65 kg zou de rivastigmine
steady-state-concentratie ongeveer verdubbeld worden bij een patiënt met een lichaamsgewicht van
35 kg, terwijl voor een patiënt met een lichaamsgewicht van 100 kg de concentraties ongeveer
gehalveerd zouden worden. Het effect van het lichaamsgewicht op de blootstelling aan de werkzame
stof verdient speciale aandacht voor patiënten met een zeer laag lichaamsgewicht gedurende het
optitreren (zie rubriek 4.4).
Blootstelling (AUC
) aan rivastigmine (en metaboliet NAP266-90) was het hoogst, wanneer de
pleister voor transdermaal gebruik werd aangebracht op de bovenrug, borst of bovenarm en ongeveer
20-30% lager, wanneer aangebracht op de buik en dij.
Er was geen relevant accumulatie van rivastigmine of de metaboliet NAP266-90 in plasma bij
patiënten met de ziekte van Alzheimer, behalve dat de plasmaniveaus op de tweede dag van
behandeling met de pleister voor transdermaal gebruik hoger waren dan op de eerste dag.
Distributie
Rivastigmine wordt zwak gebonden aan plasma-eiwitten (ongeveer 40%). Het gaat gemakkelijk door
de bloed-hersenbarrière en heeft een schijnbaar verdelingsvolume variërend van 1,8-2,7 l/kg.
46
Biotransformatie
Rivastigmine wordt snel en uitgebreid gemetaboliseerd met een schijnbare eliminatiehalfwaardetijd in
plasma van ongeveer 3,4 uur na het verwijderen van de pleister voor transdermaal gebruik. Eliminatie
was absorptiesnelheid-afhankelijk (flip-flop kinetiek), wat de langere t
½
na pleister (3,4 uur)
vergeleken met orale of intraveneuze toediening (1,4 tot 1,7 uur) verklaart. Metabolisme is
voornamelijk via cholinesterasegemedieerde hydrolyse tot de metaboliet NAP266-90.
In vitro
vertoont
deze metaboliet een minimale remming van acetylcholinesterase (<10%).
Gebaseerd op
in-vitro-studies
wordt er geen farmacokinetische interactie verwacht met
geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door de volgende cytochroom isoenzymen: CYP1A2,
CYP2D6, CYP3A4/5, CYP2E1, CYP2C9, CYP2C8, CYP2C19, of CYP2B6. Gebaseerd op het bewijs
van dierexperimentele studies zijn de belangrijkste cytochroom P450 isoenzymen minimaal betrokken
bij het metabolisme van rivastigmine. De totale plasmaklaring van rivastigmine was ongeveer
130 liter/uur na een intraveneuze dosis van 0,2 mg en verminderde tot 70 liter/uur na een intraveneuze
dosis van 2,7 mg, wat overeenkomt met de non-lineaire, bovenproportionele farmacokinetiek van
rivastigmine als gevolg van verzadiging van zijn eliminatie.
De AUC
verhouding van metaboliet tot het oorspronkelijke middel was ongeveer 0,7 na het
aanbrengen van de pleister voor transdermaal gebruik ten opzichte van 3,5 na orale toediening, wat
erop wijst dat een veel lager metabolisme optreedt na toediening via de huid in vergelijking met de
orale toediening. Er wordt minder NAP226-90 gevormd bij het aanbrengen van de pleister voor
transdermaal gebruik, waarschijnlijk als gevolg van de afwezigheid van presystemisch (hepatisch first-
pass) metabolisme, in tegenstelling tot de orale toediening.
Eliminatie
Onveranderd rivastigmine wordt in sporen in de urine aangetroffen; renale excretie van de
metabolieten is de belangrijkste eliminatieroute na toepassing van de pleister voor transdermaal
gebruik. Na toediening van oraal C
14
-rivastigmine, was de renale eliminatie snel en vrijwel volledig
(>90%) binnen 24 uur. Minder dan 1% van de toegediende dosis wordt in de faeces uitgescheiden.
Een analyse van de populatiefarmacokinetiek liet zien dat het gebruik van nicotine leidt tot een stijging
van de orale klaring van rivastigmine met 23% bij patiënten met de ziekte van Alzheimer (n=75 rokers
en 549 niet-rokers) na inname van rivastigmine capsules bij doseringen tot 12 mg/dag.
Speciale populaties
Ouderen
Leeftijd had geen invloed op de blootstelling aan rivastigmine bij patiënten met de ziekte van
Alzheimer, die behandeld werden met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik.
Leverinsufficiëntie
Er zijn geen studies uitgevoerd met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik bij personen met
leverinsufficiëntie. Na orale toediening was de C
max
van rivastigmine ongeveer 60% hoger en de AUC
van rivastigmine meer dan tweemaal zo hoog bij personen met lichte tot matige leverinsufficiëntie dan
bij gezonde personen.
Na een enkele orale dosering van 3 mg of 6 mg was de gemiddelde orale klaring van rivastigmine
ongeveer 46-63% lager bij patiënten met een licht tot matig gestoorde leverfunctie (n=10, Child Pugh
score 5-12, biopsie bewezen) dan bij gezonde personen (n=10).
Nierinsufficiëntie
Er zijn geen studies uitgevoerd met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik bij personen met
nierinsufficiëntie. Creatinineklaring toonde, op basis van populatieanalyse, geen duidelijk effect op de
steady-state-concentraties van rivastigmine of zijn metabolieten. Er is geen doseringsaanpassing nodig
bij patiënten met nierinsufficiëntie (zie rubriek 4.2).
47
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies met betrekking tot de toxiciteit na herhaalde orale en topicale doses bij muizen, ratten,
konijnen, honden en minipigs leverden alleen effecten op geassocieerd met een versterkte
farmacologische actie. Er werd geen toxiciteit in het doelorgaan waargenomen. Door de gevoeligheid
van de gebruikte diermodellen was de orale en topicale dosering in de dierstudies beperkt.
Rivastigmine was niet mutageen in een standaardreeks van
in-vitro-
en
in-vivo-testen,
behalve in een
onderzoek naar chromosomale afwijkingen in humane perifere lymfocyten bij een dosis, die de
verwachte klinische blootstelling 10
4
maal overschrijdt. De
in vivo
micronucleus test was negatief.
Tevens toonde de belangrijkste metaboliet NAP226-90 geen genotoxisch potentieel.
Er zijn geen aanwijzingen van carcinogeniteit gevonden in orale en topicale studies bij muizen en in
een orale studie bij ratten bij de maximaal getolereerde dosis. De blootstelling aan rivastigmine en zijn
metabolieten was ongeveer equivalent aan de blootstelling in de mens met hoogste doseringen van
rivastigmine capsules en pleisters voor transdermaal gebruik.
Bij dieren passeert rivastigmine de placenta en wordt het uitgescheiden in de melk. Orale studies bij
zwangere ratten en konijnen gaven geen aanwijzing van een teratogeen potentieel van rivastigmine. In
orale studies met mannelijke en vrouwelijke ratten zijn geen nadelige effecten waargenomen van
rivastigmine op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij ofwel de oudergeneratie ofwel
de nakomelingen. Specifieke dermale studies bij zwangere dieren zijn niet uitgevoerd.
Rivastigmine pleisters voor transdermaal gebruik waren niet fototoxisch en niet beschouwd als een
sensibilisator. In sommige andere huidtoxiciteitsstudies werd een zwak irriterend effect op de huid van
de laboratoriumdieren waargenomen, inclusief bij de controlegroep. Dit zou een aanwijzing kunnen
zijn voor de mogelijkheid dat Exelon pleisters voor transdermaal gebruik licht erytheem bij patiënten
kan veroorzaken.
Een mogelijkheid op lichte oog-/mucosale irritatie werd aangetoond in een studie met konijnen.
Daarom dient de patiënt/verzorger na aanraking van de pleisters contact met de ogen te vermijden (zie
rubriek 4.4).
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Steunlaag
Gelakte polyethyleentereftalaat film
Geneesmiddelmatrix
Alfa-tocoferol
Poly(butylmethacrylaat, methylmethacrylaat)
Acryl-copolymeer
Hechtende matrix
Alfa-tocoferol
Siliconenolie
Dimethicon
48
Afgiftelaag
Fluoropolymeer gecoate polyester film
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Om belemmering van de klevende eigenschappen van de pleister voor transdermaal gebruik te
voorkomen, dient er geen crème, lotion of poeder aangebracht te worden op het gebied van de huid
waar de pleister zal worden aangebracht.
6.3
2 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister voor transdermaal gebruik in de sachet tot gebruik.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Exelon 9 mg/5 cm
2
, 18 mg/10 cm
2
and 27 mg/15 cm
2
pleisters voor transdermaal gebruik zijn
individueel verpakt in kindveilige, hitteverzegelde sachets gemaakt van
papier/polyethyleentereftalaat/aluminium/polyacrylonitril (PAN) multigelamineerd materiaal
(papier/PET/alu/PAN) of in hitteverzegelde, kindveilige sachets gemaakt van meerlaging
composietlaminaat bestaande uit papier/polyethyleentereftalaat/polyethyleen/aluminium/polyamide
(papier/PET/PE/alu/PA).
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Beschikbaar in dozen met 7, 30 of 42 sachets en in multiverpakkingen met 60, 84 of 90 sachets.
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Beschikbaar in dozen met 7, 30 of 42 sachets en in multiverpakkingen met 60, 84 of 90 sachets.
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Beschikbaar in dozen met 7 of 30 sachets en in multiverpakkingen met 60 of 90 sachets.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Gebruikte pleisters voor transdermaal gebruik moeten worden dubbelgevouwen, met de plakkant naar
binnen, in de oorspronkelijke sachet worden gedaan en veilig worden weggegooid, buiten het bereik
en zicht van kinderen. Iedere gebruikte of ongebruikte pleister voor transdermaal gebruik dient te
worden weggegooid overeenkomstig lokale voorschriften of teruggebracht te worden naar de
apotheek.
49
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/98/066/019-022
EU/1/98/066/031-032
EU/1/98/066/035-038
EU/1/98/066/047-048
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/98/066/023-026
EU/1/98/066/033-034
EU/1/98/066/039-042
EU/1/98/066/049-050
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/98/066/027-030
EU/1/98/066/043-046
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 12 mei 1998
Datum van laatste verlenging: 20 mei 2008
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
50
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
C.
D.
51
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Capsule, hard
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Drank
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Pleister voor transdermaal gebruik
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
52
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
Extra risicobeperkende maatregelen
Voorafgaand aan het op de markt brengen in elke lidstaat dient de vergunninghouder (MAH)
overeenstemming te bereiken met de bevoegde nationale autoriteit over het finale educatief materiaal.
De vergunninghouder zorgt ervoor dat, na besprekingen en overeenkomst met de nationale bevoegde
autoriteiten in elke lidstaat waar Exelon pleister op de markt is, alle artsen, waarvan verwacht wordt
dat zij Exelon pleister voorschrijven, voorzien zijn van een informatiepakket bestaande uit de
volgende elementen:
De Samenvatting van de productkenmerken
Herinneringskaart voor patiënten
Instructies over het voorzien van patiënten en verzorgers van de herinneringskaart voor
patiënten
De herinneringskaart voor patiënten dient de volgende belangrijke mededelingen te bevatten:
Verwijder de vorige pleister alvorens ÉÉN nieuwe pleister aan te brengen.
Enkel één pleister per dag.
Knip de pleister niet in stukken.
Druk de pleister gedurende ten minste 30 seconden stevig vast op zijn plaats met de handpalm.
Hoe de herinneringskaart voor patiënten gebruikt moet worden om het aanbrengen en
verwijderen van de pleister te noteren.
53
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
54
A. ETIKETTERING
55
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 1,5 mg harde capsules
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 1,5 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.
56
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules
EU/1/98/066/001
EU/1/98/066/002
EU/1/98/066/003
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 1,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
57
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 1,5 mg harde capsules
rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
58
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET FLES
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 1,5 mg harde capsules
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 1,5 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.
59
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/014
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 1,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
60
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 3,0 mg harde capsules
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 3,0 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.
61
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules
EU/1/98/066/004
EU/1/98/066/005
EU/1/98/066/006
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 3,0 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
62
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 3,0 mg harde capsules
rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
63
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET FLES
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 3,0 mg harde capsules
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 3,0 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.
64
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/015
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 3,0 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
65
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,5 mg harde capsules
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 4,5 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.
66
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules
EU/1/98/066/007
EU/1/98/066/008
EU/1/98/066/009
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 4,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
67
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,5 mg harde capsules
rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
68
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET FLES
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,5 mg harde capsules
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 4,5 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.
69
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/016
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 4,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
70
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 6,0 mg harde capsules
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 6,0 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.
71
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules
EU/1/98/066/010
EU/1/98/066/011
EU/1/98/066/012
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 6,0 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
72
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 6,0 mg harde capsules
rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
73
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET FLES
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 6,0 mg harde capsules
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 6,0 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.
74
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/017
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 6,0 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
75
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS EN ETIKET FLES
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 2 mg/ml drank
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml bevat 2 mg rivastigmine, aanwezig als rivastigminewaterstoftartraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: natriumbenzoaat (E211), citroenzuur, natriumcitraat, geel quinoline WS (E104) en
gezuiverd water.
4.
Drank
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
50 ml
120 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Gebruik Exelon drank binnen 1 maand na opening van de fles.
76
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C. Niet in de koelkast of de vriezer bewaren.
Rechtop staand bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
50 ml
120 ml
EU/1/98/066/018
EU/1/98/066/013
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 2 mg/ml [alleen op doos]
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk. [alleen op doos]
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC [alleen op doos]
SN [alleen op doos]
NN [alleen op doos]
77
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VOOR EENHEIDSVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 5 cm
2
bevat 9 mg rivastigmine en geeft 4,6 mg/24 u af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
42 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
78
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
42 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
42 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/019
EU/1/98/066/020
EU/1/98/066/031
EU/1/98/066/035
EU/1/98/066/036
EU/1/98/066/047
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 4,6 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
79
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
80
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
TUSSENDOOS VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 5 cm
2
bevat 9 mg rivastigmine en geeft 4,6 mg/24 u af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een multi-verpakking. Niet voor individuele
verkoop.
42 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een multi-verpakking. Niet voor individuele
verkoop.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
81
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/021
EU/1/98/066/022
EU/1/98/066/032
EU/1/98/066/037
EU/1/98/066/038
EU/1/98/066/048
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 4,6 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
82
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN MULTIVERPAKKING (MET BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 5 cm
2
bevat 9 mg rivastigmine en geeft 4,6 mg/24 u af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multi-verpakking: 60 (2 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik
Multi-verpakking: 90 (3 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik
Multi-verpakking: 84 (2 verpakkingen van 42) pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
83
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/021
EU/1/98/066/022
EU/1/98/066/032
EU/1/98/066/037
EU/1/98/066/038
EU/1/98/066/048
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 4,6 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
84
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
85
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik per sachet
6.
OVERIGE
Breng één pleister per dag aan. Verwijder de vorige pleister alvorens ÉÉN nieuwe pleister aan te
brengen.
86
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VOOR EENHEIDSVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 10 cm
2
bevat 18 mg rivastigmine en geeft 9,5 mg/24 u af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
42 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
87
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
42 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
42 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/023
EU/1/98/066/024
EU/1/98/066/033
EU/1/98/066/039
EU/1/98/066/040
EU/1/98/066/049
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 9,5 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
88
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
89
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
TUSSENDOOS VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 10 cm
2
bevat 18 mg rivastigmine en geeft 9,5 mg/24 u af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een multi-verpakking. Niet voor individuele
verkoop.
42 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een multi-verpakking. Niet voor individuele
verkoop.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
90
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/025
EU/1/98/066/026
EU/1/98/066/034
EU/1/98/066/041
EU/1/98/066/042
EU/1/98/066/050
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 9,5 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
91
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN MULTIVERPAKKING (MET BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 10 cm
2
bevat 18 mg rivastigmine en geeft 9,5 mg/24 u af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multi-verpakking: 60 (2 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik
Multi-verpakking: 90 (3 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik
Multi-verpakking: 84 (2 verpakkingen van 42) pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
92
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/025
EU/1/98/066/026
EU/1/98/066/034
EU/1/98/066/041
EU/1/98/066/042
EU/1/98/066/050
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 9,5 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
93
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
94
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik per sachet
6.
OVERIGE
Breng één pleister per dag aan. Verwijder de vorige pleister alvorens ÉÉN nieuwe pleister aan te
brengen.
95
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VOOR EENHEIDSVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 15 cm
2
bevat 27 mg rivastigmine en geeft 13,3 mg/24 u af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.
96
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/027
EU/1/98/066/028
EU/1/98/066/043
EU/1/98/066/044
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 13,3 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
97
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
TUSSENDOOS VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 15 cm
2
bevat 27 mg rivastigmine en geeft 13,3 mg/24 u af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een multi-verpakking. Niet voor individuele
verkoop.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.
98
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/029
EU/1/98/066/030
EU/1/98/066/045
EU/1/98/066/046
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 13,3 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
99
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN MULTIVERPAKKING (MET BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 15 cm
2
bevat 27 mg rivastigmine en geeft 13,3 mg/24 u af.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multi-verpakking: 60 (2 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik
Multi-verpakking: 90 (3 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.
100
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/029
EU/1/98/066/030
EU/1/98/066/045
EU/1/98/066/046
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 13,3 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
101
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik per sachet
6.
OVERIGE
Breng één pleister per dag aan. Verwijder de vorige pleister alvorens ÉÉN nieuwe pleister aan te
brengen.
102
B. BIJSLUITER
103
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Exelon 1,5 mg harde capsules
Exelon 3,0 mg harde capsules
Exelon 4,5 mg harde capsules
Exelon 6,0 mg harde capsules
rivastigmine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof van Exelon is rivastigmine.
Rivastigmine behoort tot een groep van verbindingen die cholinesteraseremmers wordt genoemd. Bij
patiënten met dementie bij de ziekte van Alzheimer of dementie door de ziekte van Parkinson sterven
er bepaalde zenuwcellen in de hersenen af, waardoor het gehalte van de neurotransmitter acetylcholine
(een stof die de communicatie tussen zenuwcellen mogelijk maakt) te laag wordt. Rivastigmine werkt
door het blokkeren van de enzymen die acetylcholine afbreken: acetylcholinesterase en
butyrylcholinesterase. Doordat Exelon deze enzymen blokkeert, kunnen de gehaltes acetylcholine in
de hersenen toenemen. Op deze manier helpt Exelon de symptomen van de ziekte van Alzheimer en
met de ziekte van Parkinson gepaard gaande dementie te verminderen.
Exelon wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met milde tot matige dementie
bij de ziekte van Alzheimer, een progressieve hersenaandoening die het geheugen, de intellectuele
vermogens en het gedrag geleidelijk aantast. De capsules en drank kunnen tevens gebruikt worden
voor de behandeling van dementie bij volwassen patiënten met de ziekte van Parkinson.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
Als u een huidreactie heeft die zich verspreidt buiten de pleistergrootte, als er een meer intense
lokale reactie is (zoals blaren, een toename van huidontsteking, zwelling) en als dit niet
verbetert binnen 48 uur na het verwijderen van de pleister.
Als dit op u van toepassing is, informeer dan uw arts en neem geen Exelon in.
104
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een onregelmatige of trage hartslag heeft of ooit heeft gehad
-
als u een actieve maagzweer heeft of ooit heeft gehad
-
als u moeite met plassen heeft of ooit heeft gehad
-
als u epileptische aanvallen heeft of ooit heeft gehad
-
als u astma of een ernstige luchtwegaandoening heeft of ooit heeft gehad
-
als u slecht werkende nieren heeft of ooit heeft gehad
-
als u een slecht werkende lever heeft of ooit heeft gehad
-
als u last heeft van beven
-
als u een laag lichaamsgewicht heeft
-
als u maagdarmklachten heeft, zoals misselijkheid, braken (overgeven) en diarree. U kunt
uitgedroogd zijn (te veel vochtverlies) als overgeven en diarree langer aanhouden.
Als een van deze gevallen op u van toepassing is, kan het nodig zijn dat uw arts u nauwlettender
controleert terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Exelon meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende dosis
totdat u met uw arts heeft overlegd.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Exelon nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Exelon mag niet tegelijk worden gegeven met andere geneesmiddelen die vergelijkbare effecten
hebben als Exelon. Exelon kan van invloed zijn op de werking van anticholinergische geneesmiddelen
(geneesmiddelen die gebruikt worden voor verlichting van buikkramp of buikspasme, voor
behandeling van de ziekte van Parkinson of om reisziekte te voorkomen).
Exelon mag niet tegelijk worden gegeven met metoclopramide (een geneesmiddel dat gebruikt wordt
om misselijkheid en overgeven te verminderen of te voorkomen). Als deze twee geneesmiddelen
tegelijk gebruikt worden kan dit problemen veroorzaken, zoals stijve armen en benen en trillende
handen.
Wanneer u geopereerd moet worden terwijl u Exelon gebruikt, vertel dat dan aan uw arts voordat u
een verdovingsmiddel krijgt, omdat Exelon de effecten van sommige spierverslappers gedurende de
verdoving kan versterken.
Let op wanneer Exelon gebruikt wordt samen met bètablokkers (geneesmiddelen zoals atenolol voor
de behandeling van een hoge bloeddruk, een beklemmend, pijnlijk gevoel op de borst (angina
pectoris) en andere hartkwalen). Als deze twee geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit
problemen veroorzaken, zoals een vertraging van de hartslag (bradycardie) die kan leiden tot
flauwvallen of bewusteloosheid.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Als u zwanger bent, moeten de voordelen van het gebruik van Exelon afgewogen worden tegen de
mogelijke effecten op uw ongeboren kind. Exelon mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap,
tenzij dit strikt noodzakelijk is.
U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met Exelon.
105
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw arts zal u vertellen of u met uw ziekte veilig kan autorijden of machines bedienen. Exelon kan
duizeligheid en slaperigheid veroorzaken, voornamelijk in het begin van de behandeling of bij
verhogingen van de dosis. Als u duizelig of slaperig bent, moet u niet autorijden, machines bedienen
of andere taken uitoefenen die uw aandacht vereisen.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Hoe wordt de behandeling gestart?
Uw arts zal u vertellen welke dosis van Exelon u moet nemen.
-
De behandeling start meestal met een lage dosis.
-
Uw arts zal daarna langzaam de dosis verhogen, afhankelijk van hoe u reageert op de
behandeling.
-
De hoogste dosis die mag worden ingenomen is tweemaal per dag 6,0 mg.
Uw arts zal regelmatig nagaan of het geneesmiddel op de juiste manier werkt bij u. Uw arts zal ook uw
gewicht in de gaten houden terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Exelon meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende dosis,
totdat u met uw arts heeft overlegd.
Hoe neemt u dit middel in?
Vertel uw verzorger dat u Exelon gebruikt.
Om voordeel te hebben van dit middel, moet u dit middel elke dag gebruiken.
Neem Exelon tweemaal per dag bij het eten in, in de ochtend en de avond.
Slik de capsules in z’n geheel door met wat drinken.
Open of plet de capsules niet.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Heeft u per ongeluk te veel van dit middel ingenomen? Vertel dat dan onmiddellijk uw arts. Het is
mogelijk dat u medische hulp nodig heeft. Sommige mensen die per ongeluk te veel Exelon hebben
gebruikt, voelden zich misselijk, moesten overgeven (braken), hadden diarree, hoge bloeddruk en
hallucinaties. Een trage hartslag en flauwvallen kunnen ook voorkomen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u er achter komt dat u vergeten bent uw dosis Exelon in te nemen, wacht dan en neem de volgende
dosis op het gebruikelijke tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen kunnen vaker optreden als de behandeling met dit middel wordt gestart of als de dosis
wordt verhoogd. Gewoonlijk zullen de bijwerkingen langzaam verdwijnen naarmate uw lichaam aan
het geneesmiddel went.
106
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Duizeligheid
Gebrek aan eetlust
Maagproblemen zoals misselijkheid, braken (overgeven) of diarree
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Angst
Zweten
Hoofdpijn
Maagzuur
Gewichtsverlies
Maagpijn
Zich opgewonden voelen
Zich moe of zwak voelen
Zich niet lekker voelen
Beven of zich verward voelen
Verlies van eetlust
Nachtmerries
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Neerslachtigheid
Moeite met slapen
Flauwvallen of onverklaard vallen
Veranderingen in hoe goed uw lever werkt
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
Pijn op de borst
Huiduitslag, jeuk
Toevallen (epileptische aanvallen)
Zweren in uw maag of darm
Zeer zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 mensen)
Hoge bloeddruk
Infectie van de urinewegen
Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
Problemen met de hartslag zoals snelle of langzame hartslag
Bloeding in het maagdarmkanaal – dit vertoont zich door bloed in de ontlasting of braaksel
Ontsteking aan de alvleesklier – de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
– zoals stijve spieren, moeite met het uitvoeren van bewegingen
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Ernstig braken (overgeven), wat kan leiden tot het scheuren van de slokdarm
Uitdroging (te veel vochtverlies)
Leveraandoeningen (gele huid, geelkleuring van het oogwit, abnormaal donkere urine of
onverklaarbare misselijkheid, braken, vermoeidheid en verlies van eetlust)
Agressie, zich rusteloos voelen
Onregelmatige hartslag
107
Patiënten met dementie en de ziekte van Parkinson
Deze patiënten krijgen sommige bijwerkingen vaker. Ze kunnen ook enkele andere bijwerkingen
krijgen:
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Beven
Flauwvallen
Per ongeluk vallen
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Angst
Zich rusteloos voelen
Langzame en snelle hartslag
Moeite met slapen
Te veel speeksel en uitdroging
Ongebruikelijk langzame bewegingen of bewegingen die u niet onder controle heeft
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
– zoals stijve spieren, moeite met bewegingen uitvoeren en spierzwakte
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Onregelmatige hartslag en slechte controle van bewegingen
Andere bijwerkingen opgemerkt bij Exelon pleisters voor transdermaal gebruik die kunnen
voorkomen bij de harde capsules:
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Koorts
Ernstige verwarring
Urine-incontinentie (onvermogen om urine goed op te houden)
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Hyperactiviteit (heel actief, rusteloos)
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Overgevoeligheidsreactie op de plaats waar de pleister was aangebracht, zoals blaren of
ontstoken huid
Als u een van deze bijwerkingen krijgt, neem dan contact op met uw arts, omdat u misschien medische
hulp nodig heeft.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
108
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos
na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u
geneesmiddelen op de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
6.
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is rivastigminewaterstoftartraat.
-
De andere stoffen in dit middel zijn hypromellose, magnesiumstearaat, microkristallijne
cellulose, colloïdaal siliciumdioxide, gelatine, geel ijzeroxide (E172), rood ijzeroxide (E172),
titaandioxide (E171) en schellak.
Elke Exelon 1,5 mg capsule bevat 1,5 mg rivastigmine.
Elke Exelon 3,0 mg capsule bevat 3,0 mg rivastigmine.
Elke Exelon 4,5 mg capsule bevat 4,5 mg rivastigmine.
Elke Exelon 6,0 mg capsule bevat 6,0 mg rivastigmine.
Hoe ziet Exelon eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
-
Exelon 1,5 mg harde capsules, die een gebroken wit tot lichtgeel poeder bevatten, hebben een
geel kapje en een gele romp, met rode opdruk “EXELON 1,5 mg” op de romp.
-
Exelon 3,0 mg harde capsules, die een gebroken wit tot lichtgeel poeder bevatten, hebben een
oranje kapje en een oranje romp, met rode opdruk “EXELON 3 mg” op de romp.
-
Exelon 4,5 mg harde capsules, die een gebroken wit tot lichtgeel poeder bevatten, hebben een
rood kapje en een rode romp, met witte opdruk “EXELON 4,5 mg” op de romp.
-
Exelon 6,0 mg harde capsules, die een gebroken wit tot lichtgeel poeder bevatten, hebben een
rood kapje en een oranje romp, met rode opdruk “EXELON 6 mg” op de romp.
Ze zijn verpakt in blisterverpakkingen, die beschikbaar zijn in drie verschillende verpakkingsgrootten
(28, 56 of 112 capsules) en in plastic flessen met 250 capsules, maar het is mogelijk dat deze niet
allemaal in uw land verkrijgbaar zijn.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
109
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
България
Novartis Bulgaria EOOD
Тел: +359 2 489 98 28
Česká republika
Novartis s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark
Novartis Healthcare A/S
Tlf: +45 39 16 84 00
Deutschland
Novartis Pharma GmbH
Tel: +49 911 273 0
Eesti
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 66 30 810
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Novartis Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 93 306 42 00
France
Novartis Pharma S.A.S.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Hrvatska
Novartis Hrvatska d.o.o.
Tel. +385 1 6274 220
Ireland
Novartis Ireland Limited
Tel: +353 1 260 12 55
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Novartis Farma S.p.A.
Tel: +39 02 96 54 1
Lietuva
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tel: +370 5 269 16 50
Luxembourg/Luxemburg
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Magyarország
Novartis Hungária Kft.
Tel.: +36 1 457 65 00
Malta
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +356 2122 2872
Nederland
Novartis Pharma B.V.
Tel: +31 88 04 52 111
Norge
Novartis Norge AS
Tlf: +47 23 05 20 00
Österreich
Novartis Pharma GmbH
Tel: +43 1 86 6570
Polska
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 375 4888
Portugal
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tel: +351 21 000 8600
România
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel: +40 21 31299 01
Slovenija
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +386 1 300 75 50
Slovenská republika
Novartis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 5542 5439
Suomi/Finland
Novartis Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
110
Κύπρος
Novartis Pharma Services Inc.
Τηλ: +357 22 690 690
Latvija
SIA Novartis Baltics
Tel: +371 67 887 070
Sverige
Novartis Sverige AB
Tel: +46 8 732 32 00
United Kingdom
(Northern Ireland)
Novartis Ireland Limited
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
111
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Exelon 2 mg/ml drank
rivastigmine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof van Exelon is rivastigmine.
Rivastigmine behoort tot een groep van verbindingen die cholinesteraseremmers wordt genoemd. Bij
patiënten met dementie bij de ziekte van Alzheimer of dementie door de ziekte van Parkinson sterven
er bepaalde zenuwcellen in de hersenen af, waardoor het gehalte van de neurotransmitter acetylcholine
(een stof die de communicatie tussen zenuwcellen mogelijk maakt) te laag wordt. Rivastigmine werkt
door het blokkeren van de enzymen die acetylcholine afbreken: acetylcholinesterase en
butyrylcholinesterase. Doordat Exelon deze enzymen blokkeert, kunnen de gehaltes acetylcholine in
de hersenen toenemen. Op deze manier helpt Exelon de symptomen van de ziekte van Alzheimer en
met de ziekte van Parkinson gepaard gaande dementie te verminderen.
Exelon wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met milde tot matige dementie
bij de ziekte van Alzheimer, een progressieve hersenaandoening die het geheugen, de intellectuele
vermogens en het gedrag geleidelijk aantast. De capsules en drank kunnen tevens gebruikt worden
voor de behandeling van dementie bij volwassen patiënten met de ziekte van Parkinson.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
Als u een huidreactie heeft die zich verspreidt buiten de pleistergrootte, als er een meer intense
lokale reactie is (zoals blaren, een toename van huidontsteking, zwelling) en als dit niet
verbetert binnen 48 uur na het verwijderen van de pleister.
Als dit op u van toepassing is, informeer dan uw arts en neem geen Exelon in.
112
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een onregelmatige of trage hartslag heeft of ooit heeft gehad
-
als u een actieve maagzweer heeft of ooit heeft gehad
-
als u moeite met plassen heeft of ooit heeft gehad
-
als u epileptische aanvallen heeft of ooit heeft gehad
-
als u astma of een ernstige luchtwegaandoening heeft of ooit heeft gehad
-
als u slecht werkende nieren heeft of ooit heeft gehad
-
als u een slecht werkende lever heeft of ooit heeft gehad
-
als u last heeft van beven
-
als u een laag lichaamsgewicht heeft
-
als u maagdarmklachten heeft, zoals misselijkheid, braken (overgeven) en diarree. U kunt
uitgedroogd zijn (te veel vochtverlies) als overgeven en diarree langer aanhouden.
Als een van deze gevallen op u van toepassing is, kan het nodig zijn dat uw arts u nauwlettender
controleert terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Exelon meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende dosis
totdat u met uw arts heeft overlegd.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Exelon nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Exelon mag niet tegelijk worden gegeven met andere geneesmiddelen die vergelijkbare effecten
hebben als Exelon. Exelon kan van invloed zijn op de werking van anticholinergische geneesmiddelen
(geneesmiddelen die gebruikt worden voor verlichting van buikkramp of buikspasme, voor
behandeling van de ziekte van Parkinson of om reisziekte te voorkomen).
Exelon mag niet tegelijk worden gegeven met metoclopramide (een geneesmiddel dat gebruikt wordt
om misselijkheid en overgeven te verminderen of te voorkomen). Als deze twee geneesmiddelen
tegelijk gebruikt worden kan dit problemen veroorzaken, zoals stijve armen en benen en trillende
handen.
Wanneer u geopereerd moet worden terwijl u Exelon gebruikt, vertel dat dan aan uw arts voordat u
een verdovingsmiddel krijgt, omdat Exelon de effecten van sommige spierverslappers gedurende de
verdoving kan versterken.
Let op wanneer Exelon gebruikt wordt samen met bètablokkers (geneesmiddelen zoals atenolol voor
de behandeling van een hoge bloeddruk, een beklemmend, pijnlijk gevoel op de borst (angina
pectoris) en andere hartkwalen). Als deze twee geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit
problemen veroorzaken, zoals een vertraging van de hartslag (bradycardie) die kan leiden tot
flauwvallen of bewusteloosheid.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Als u zwanger bent, moeten de voordelen van het gebruik van Exelon afgewogen worden tegen de
mogelijke effecten op uw ongeboren kind. Exelon mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap,
tenzij dit strikt noodzakelijk is.
U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met Exelon.
113
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw arts zal u vertellen of u met uw ziekte veilig kan autorijden of machines bedienen. Exelon kan
duizeligheid en slaperigheid veroorzaken, voornamelijk in het begin van de behandeling of bij
verhogingen van de dosis. Als u duizelig of slaperig bent, moet u niet autorijden, machines bedienen
of andere taken uitoefenen die uw aandacht vereisen.
Exelon bevat natriumbenzoaat
(E211)
en natrium
Eén van de inactieve stoffen in Exelon drank is natriumbenzoaat (E211). Benzoëzuur is mild irriterend
voor de huid, ogen en slijmvliezen. Dit middel bevat 3 mg natriumbenzoaat (E211) in elke 3 ml drank.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per ml, dat wil zeggen dat het in wezen
'natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Hoe wordt de behandeling gestart?
Uw arts zal u vertellen welke dosis van Exelon u moet nemen.
De behandeling start meestal met een lage dosis.
Uw arts zal daarna langzaam de dosis verhogen, afhankelijk van hoe u reageert op de
behandeling.
De hoogste dosis die mag worden ingenomen is tweemaal per dag 6,0 mg.
Uw arts zal regelmatig nagaan of het geneesmiddel op de juiste manier werkt bij u. Uw arts zal ook uw
gewicht in de gaten houden terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Exelon meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende dosis,
totdat u met uw arts heeft overlegd.
Het innemen van dit middel
Vertel uw verzorger dat u Exelon gebruikt.
Om voordeel te hebben van dit middel, moet u dit middel elke dag gebruiken.
Neem Exelon tweemaal per dag bij het eten in, in de ochtend en de avond.
Hoe neemt u dit middel in?
1.
Klaarmaken van de fles en de spuit
Neem de spuit uit de beschermhuls.
Druk de kindveilige dop in en draai hieraan om de
fles te openen.
114
2.
Bevestigen van de spuit op de fles
Druk de tuit van de spuit in de opening van de
witte stopper.
3.
Vullen van de spuit
Trek de zuiger omhoog tot deze de juiste
maatstreep voor de dosis heeft bereikt die uw arts
heeft voorgeschreven.
4.
Verwijderen van luchtbellen
Verwijder de grote luchtbellen door de zuiger
enkele keren omlaag te duwen en omhoog te
trekken.
De aanwezigheid van enkele kleine luchtbellen is
niet van belang en zal niet van invloed zijn op uw
dosis.
Controleer of de dosis nog juist is.
Haal vervolgens de spuit van de fles.
Uw geneesmiddel innemen
Neem uw geneesmiddel rechtstreeks in uit de
spuit.
U kunt ook uw geneesmiddel met water mengen
in een klein glas. Roer en drink de gehele inhoud
op.
5.
6.
Na het gebruik van de spuit
Veeg de buitenkant van de spuit af met een
schoon doekje.
Stop vervolgens de spuit terug in de
beschermhuls.
Sluit de fles met de kindveilige dop.
115
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Heeft u per ongeluk te veel van dit middel ingenomen? Vertel dat dan onmiddellijk uw arts. Het is
mogelijk dat u medische hulp nodig heeft. Sommige mensen die per ongeluk te veel Exelon hebben
gebruikt, voelden zich misselijk, moesten overgeven (braken), hadden diarree, hoge bloeddruk en
hallucinaties. Een trage hartslag en flauwvallen kunnen ook voorkomen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u er achter komt dat u vergeten bent uw dosis Exelon in te nemen, wacht dan en neem de volgende
dosis op het gebruikelijke tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen kunnen vaker optreden als de behandeling met dit middel wordt gestart of als de dosis
wordt verhoogd. Gewoonlijk zullen de bijwerkingen langzaam verdwijnen naarmate uw lichaam aan
het geneesmiddel went.
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Duizeligheid
Gebrek aan eetlust
Maagproblemen zoals misselijkheid, braken (overgeven) of diarree
Vaak (komen
voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Angst
Zweten
Hoofdpijn
Maagzuur
Gewichtsverlies
Maagpijn
Zich opgewonden voelen
Zich moe of zwak voelen
Zich niet lekker voelen
Beven of zich verward voelen
Verlies van eetlust
Nachtmerries
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Neerslachtigheid
Moeite met slapen
Flauwvallen of onverklaard vallen
Veranderingen in hoe goed uw lever werkt
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
Pijn op de borst
Huiduitslag, jeuk
Toevallen (epileptische aanvallen)
Zweren in uw maag of darm
116
Zeer zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 mensen)
Hoge bloeddruk
Infectie van de urinewegen
Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
Problemen met de hartslag zoals snelle of langzame hartslag
Bloeding in het maagdarmkanaal – dit vertoont zich door bloed in de ontlasting of braaksel
Ontsteking aan de alvleesklier – de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
– zoals stijve spieren, moeite met het uitvoeren van bewegingen
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Ernstig braken (overgeven), wat kan leiden tot het scheuren van de slokdarm
Uitdroging (te veel vochtverlies)
Leveraandoeningen (gele huid, geelkleuring van het oogwit, abnormaal donkere urine of
onverklaarbare misselijkheid, braken, vermoeidheid en verlies van eetlust)
Agressie, zich rusteloos voelen
Onregelmatige hartslag
Patiënten met dementie en de ziekte van Parkinson
Deze patiënten krijgen sommige bijwerkingen vaker. Ze kunnen ook enkele andere bijwerkingen
krijgen:
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Beven
Flauwvallen
Per ongeluk vallen
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Angst
Zich rusteloos voelen
Langzame en snelle hartslag
Moeite met slapen
Te veel speeksel en uitdroging
Ongebruikelijk langzame bewegingen of bewegingen die u niet onder controle heeft
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
– zoals stijve spieren, moeite met bewegingen uitvoeren en spierzwakte
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Onregelmatige hartslag en slechte controle van bewegingen
Andere bijwerkingen opgemerkt bij Exelon pleisters voor transdermaal gebruik die kunnen
voorkomen bij de drank:
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Koorts
Ernstige verwarring
Urine-incontinentie (onvermogen om urine goed op te houden)
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Hyperactiviteit (heel actief, rusteloos)
117
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Overgevoeligheidsreactie op de plaats waar de pleister was aangebracht, zoals blaren of
ontstoken huid
Als u een van deze bijwerkingen krijgt, neem dan contact op met uw arts, omdat u misschien medische
hulp nodig heeft.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos
na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C. Niet in de koelkast of de vriezer bewaren.
Rechtop staand bewaren.
Gebruik Exelon drank binnen 1 maand na openen van de fles.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u
geneesmiddelen op de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is rivastigminewaterstoftartraat. Elke ml bevat
rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met rivastigmine base 2,0 mg.
-
De andere stoffen in dit middel zijn natriumbenzoaat (E211), citroenzuur, natriumcitraat, geel
quinoline WS (E104) en gezuiverd water.
Hoe ziet Exelon eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Exelon drank wordt geleverd als een 50 ml of 120 ml heldere, gele oplossing (2,0 mg/ml base) in een
amberkleurige glazen fles met een kindveilige sluiting, met een plastic omhulling, verzonken buis en
zelfrichtende stop. De drank is verpakt met een orale doseerspuit in een buisvormige plastic houder.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
118
Fabrikant
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
България
Novartis Bulgaria EOOD
Тел: +359 2 489 98 28
Česká republika
Novartis s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark
Novartis Healthcare A/S
Tlf: +45 39 16 84 00
Deutschland
Novartis Pharma GmbH
Tel: +49 911 273 0
Eesti
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 66 30 810
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Novartis Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 93 306 42 00
France
Novartis Pharma S.A.S.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Hrvatska
Novartis Hrvatska d.o.o.
Tel. +385 1 6274 220
Lietuva
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tel: +370 5 269 16 50
Luxembourg/Luxemburg
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Magyarország
Novartis Hungária Kft.
Tel.: +36 1 457 65 00
Malta
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +356 2122 2872
Nederland
Novartis Pharma B.V.
Tel: +31 88 04 52 111
Norge
Novartis Norge AS
Tlf: +47 23 05 20 00
Österreich
Novartis Pharma GmbH
Tel: +43 1 86 6570
Polska
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 375 4888
Portugal
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tel: +351 21 000 8600
România
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel: +40 21 31299 01
119
Ireland
Novartis Ireland Limited
Tel: +353 1 260 12 55
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Novartis Farma S.p.A.
Tel: +39 02 96 54 1
Κύπρος
Novartis Pharma Services Inc.
Τηλ: +357 22 690 690
Latvija
SIA Novartis Baltics
Tel: +371 67 887 070
Slovenija
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +386 1 300 75 50
Slovenská republika
Novartis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 5542 5439
Suomi/Finland
Novartis Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
Sverige
Novartis Sverige AB
Tel: +46 8 732 32 00
United Kingdom
(Northern Ireland)
Novartis Ireland Limited
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
120
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof van Exelon is rivastigmine.
Rivastigmine behoort tot een groep van verbindingen die cholinesteraseremmers wordt genoemd. Bij
patiënten met dementie bij de ziekte van Alzheimer sterven er bepaalde zenuwcellen in de hersenen af,
waardoor het gehalte van de neurotransmitter acetylcholine (een stof die de communicatie tussen
zenuwcellen mogelijk maakt) te laag wordt. Rivastigmine werkt door het blokkeren van de enzymen
die acetylcholine afbreken: acetylcholinesterase en butyrylcholinesterase. Doordat Exelon deze
enzymen blokkeert, kunnen de gehaltes acetylcholine in de hersenen toenemen. Op deze manier helpt
Exelon de symptomen van de ziekte van Alzheimer te verminderen.
Exelon wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met milde tot matige dementie
bij de ziekte van Alzheimer, een progressieve hersenaandoening die het geheugen, de intellectuele
vermogens en het gedrag geleidelijk aantast.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft ooit eerder een allergische reactie gehad op een soortgelijk geneesmiddel
(carbamaatderivaten).
-
Als u een huidreactie heeft die zich verspreidt buiten de pleistergrootte, als er een meer intense
lokale reactie is (zoals blaren, een toename van huidontsteking, zwelling) en als dit niet
verbetert binnen 48 uur na het verwijderen van de pleister.
Als dit op u van toepassing is, informeer dan uw arts en breng geen Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik aan.
121
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een onregelmatige of trage hartslag heeft of ooit heeft gehad
-
als u een actieve maagzweer heeft of ooit heeft gehad
-
als u moeite met plassen heeft of ooit heeft gehad
-
als u epileptische aanvallen heeft of ooit heeft gehad
-
als u astma of een ernstige luchtwegaandoening heeft of ooit heeft gehad
-
als u last heeft van beven
-
als u een laag lichaamsgewicht heeft
-
als u maagdarmklachten heeft, zoals misselijkheid, braken (overgeven) en diarree. U kunt
uitgedroogd zijn (te veel vochtverlies) als overgeven en diarree langer aanhouden
-
als u een slecht werkende lever heeft.
Als een van deze gevallen op u van toepassing is, kan het nodig zijn dat uw arts u nauwlettender
controleert terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u meer dan drie dagen geen pleister aangebracht? Wacht dan met het aanbrengen van de
volgende, totdat u met uw arts heeft overlegd.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Exelon nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Exelon kan van invloed zijn op de werking van anticholinergische geneesmiddelen, waarvan sommige
geneesmiddelen zijn die gebruikt worden voor verlichting van buikkramp of buikspasme (bijv.
dicyclomine), voor de behandeling van de ziekte van Parkinson (bijv. amantadine) of om
bewegingsziekte te voorkomen (bijv. difenhydramine, scopolamine of meclozine).
De Exelon pleister mag niet tegelijk worden gebruikt met metoclopramide (een geneesmiddel dat
gebruikt wordt om misselijkheid en overgeven te verminderen of te voorkomen). Als deze twee
geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit problemen veroorzaken, zoals stijve armen en benen
en trillende handen.
Wanneer u geopereerd moet worden terwijl u Exelon gebruikt, moet u dit aan de arts vertellen voordat
u een verdovingsmiddel krijgt, omdat Exelon de effecten van sommige spierverslappers gedurende de
verdoving kan versterken.
Let op wanneer de Exelon pleister gebruikt wordt samen met bètablokkers (geneesmiddelen zoals
atenolol voor de behandeling van een hoge bloeddruk, een beklemmend, pijnlijk gevoel op de borst
(angina pectoris) en andere hartkwalen). Als deze twee geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan
dit problemen veroorzaken, zoals een vertraging van de hartslag (bradycardie) die kan leiden tot
flauwvallen of bewusteloosheid.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Als u zwanger bent, moeten de voordelen van het gebruik van Exelon afgewogen worden tegen de
mogelijke effecten op uw ongeboren kind. Exelon mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap,
tenzij dit strikt noodzakelijk is.
U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik.
122
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw arts zal u vertellen of u met uw ziekte veilig kan autorijden of machines bedienen. Exelon pleisters
voor transdermaal gebruik kan flauwvallen en ernstige verwarring veroorzaken. Als u zich slap of
verward voelt, moet u niet autorijden, machines bedienen of andere taken uitoefenen die uw aandacht
vereisen.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
BELANGRIJK:
Verwijder de vorige pleister voordat u ÉÉN nieuwe pleister aanbrengt.
Enkel één pleister per dag.
Knip de pleister niet in stukken.
Druk de pleister gedurende ten minste 30 seconden stevig vast op zijn plaats met de
handpalm.
Hoe wordt de behandeling gestart?
Uw arts zal u vertellen welke Exelon pleister voor transdermaal gebruik het meest geschikt voor u is.
Behandeling start meestal met Exelon 4,6 mg/24 u.
De aanbevolen gebruikelijke dagelijkse dosering is Exelon 9,5 mg/24 u. Indien u dit goed
verdraagt, kan de arts overwegen om de dosering te verhogen naar 13,3 mg/24 u.
Gebruik slechts één Exelon pleister per keer en vervang de pleister na 24 uur door een nieuwe.
Gedurende de behandeling kan uw arts de dosering aanpassen aan uw individuele behoeftes.
Heeft u meer dan drie dagen geen pleister aangebracht? Wacht dan met het aanbrengen van de
volgende, totdat u met uw arts heeft overlegd. U kunt verdergaan met de behandeling met pleisters
voor transdermaal gebruik in dezelfde dosis als de behandeling niet langer dan drie dagen is
onderbroken. Anders zal de arts uw behandeling opnieuw beginnen met Exelon 4,6 mg/24 u.
Exelon kan gebruikt worden met eten, drinken en alcohol.
Waar brengt u uw Exelon pleister voor transdermaal gebruik aan?
Voordat u een pleister aanbrengt, zorg ervoor dat uw huid schoon, droog en onbehaard is, vrij is
van enig poeder, olie, vochtinbrengende crème of lotion, dat verhinderen kan dat de pleister
goed aan uw huid blijft plakken, vrij is van verwondingen, uitslag en/of irritaties.
Verwijder voorzichtig een reeds eerder aangebrachte pleister voordat u een nieuwe
pleister aanbrengt.
Meerdere pleisters op uw lichaam kan u blootstellen aan een overmatige
hoeveelheid van dit geneesmiddel, wat mogelijk gevaarlijk kan zijn.
Breng
ÉÉN
pleister per dag aan op
SLECHTS ÉÉN
van de mogelijke plaatsen die in de
volgende figuren staan afgebeeld:
-
Linker bovenarm of rechter bovenarm
-
Linker of rechter borstkas (vermijd de borsten)
-
Linker of rechter bovenrug
-
Linker of rechter onderrug
123
Verwijder de vorige pleister iedere 24 uur voordat u ÉÉN
nieuwe pleister op SLECHTS ÉÉN van de volgende
mogelijke plaatsen aanbrengt.
Voor
zijde
OF
OF
OF
OF
Achter
zijde
OF
OF
OF
Wanneer u de pleister vervangt, moet u de pleister van de vorige dag verwijderen voordat u een
nieuwe pleister aanbrengt, iedere keer op een andere plaats op uw huid (bijvoorbeeld op één dag op de
rechterzijde van uw lichaam, dan op de volgende dag op de linkerzijde en op één dag op uw
bovenlichaam, dan op de volgende dag op uw onderlichaam). Breng een nieuwe pleister niet tweemaal
binnen 14 dagen op dezelfde plaats op de huid aan.
Hoe brengt u uw Exelon pleister voor transdermaal gebruik aan?
Exelon pleisters zijn dunne, ondoorzichtige, plastic pleisters, die op de huid plakken. Elke pleister is
verzegeld in een sachet, die de pleister beschermt totdat u klaar bent om de pleister aan te brengen.
Open de sachet niet of haal de pleister er niet uit tot vlak voordat u de pleister aanbrengt.
Verwijder de oude pleister voorzichtig voordat u een nieuwe
pleister aanbrengt.
Patiënten die voor het eerst met de behandeling starten en
patiënten die opnieuw starten met de behandeling met Exelon na
een onderbreking van de behandeling, moeten beginnen bij het
tweede plaatje.
-
Elke pleister is verzegeld in zijn eigen beschermende
sachet.
U moet alleen de sachet openen, wanneer u klaar bent om
de pleister aan te brengen.
Knip de sachet met een schaar open langs de stippellijn
en haal de pleister uit de sachet.
Een beschermstrook bedekt de plakzijde van de pleister.
Trek één kant van de beschermstrook los en raak de
plakzijde van de pleister niet met uw vingers aan.
-
124
-
Plaats de plakzijde van de pleister op de boven- of
onderrug, bovenarm of borstkas en trek het tweede deel
van de beschermstrook los.
-
Druk met uw handpalm vervolgens de pleister gedurende
ten minste 30 seconden stevig vast op zijn plaats om er
zeker van te zijn dat de randen goed plakken.
Als ondersteuning kunt u bijvoorbeeld de dag van de week op de
pleister schrijven met een dunne balpen.
De pleister moet continu gedragen worden, totdat het tijd is om de pleister te vervangen door een
nieuwe. U zou verschillende plaatsen kunnen uitproberen wanneer u een nieuwe pleister aanbrengt,
om plaatsen te vinden die het meest comfortabel voor u zijn en waar uw kleding niet op de pleister
schuurt.
Hoe verwijdert u uw Exelon pleister voor transdermaal gebruik?
Trek voorzichtig aan één rand van de pleister om deze langzaam van de huid te verwijderen. Als er
plaksel achterblijft op uw huid, week dat gebied dan voorzichtig in warm water en milde zeep of
gebruik babyolie om het te verwijderen. Gebruik geen alcohol of andere oplosvloeistoffen
(nagellakremover of andere oplosmiddelen).
Was uw handen met water en zeep na het verwijderen van de pleister. In geval van contact met de
ogen of als uw ogen rood worden na het hanteren van de pleister, onmiddellijk met overvloedig water
spoelen en een arts raadplegen als de symptomen niet verdwijnen.
Kunt u uw Exelon pleister voor transdermaal gebruik dragen, als u gaat baden, zwemmen of
zonnen?
Baden, zwemmen of douchen zouden het plakken van de pleister niet mogen beïnvloeden. Zorg
ervoor dat de pleister niet loslaat gedurende deze activiteiten.
Stel de pleister niet bloot aan enige externe hittebronnen (bijv. overmatig zonlicht, sauna,
solarium) voor langere periodes.
Wat moet u doen als een pleister loslaat?
Als er een pleister loslaat, breng dan een nieuwe pleister aan voor de rest van de dag en vervang deze
de volgende dag op hetzelfde tijdstip als gebruikelijk.
Wanneer en hoelang moet u uw Exelon pleister voor transdermaal gebruik aanbrengen?
Om voordeel van de behandeling te hebben, moet u iedere dag een nieuwe pleister aanbrengen,
bij voorkeur op hetzelfde tijdstip van de dag.
Gebruik slechts één Exelon pleister per keer en vervang de pleister na 24 uur door een nieuwe.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u per ongeluk meer dan één pleister aangebracht? Verwijder dan alle pleisters van uw lichaam
en vertel het uw arts dat u per ongeluk meer dan één pleister heeft aangebracht. Het is mogelijk dat u
medische hulp nodig heeft. Sommige mensen die per ongeluk te veel Exelon hebben gebruikt, voelden
zich misselijk, moesten overgeven (braken), hadden diarree, hoge bloeddruk en hallucinaties. Een
trage hartslag en flauwvallen kunnen ook voorkomen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u er achter komt dat u vergeten bent een pleister aan te brengen, breng dan onmiddellijk een
pleister aan. De volgende dag kunt u de volgende pleister aanbrengen op het gebruikelijke tijdstip.
Breng niet twee pleisters tegelijk aan om de vergeten pleister in te halen.
125
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Informeer uw arts of apotheker, wanneer u stopt met het gebruik van de pleister.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kunnen Exelon pleisters voor transdermaal gebruik bijwerkingen hebben, al
krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Bijwerkingen kunnen vaker optreden als de behandeling met dit middel wordt gestart of als de dosis
wordt verhoogd. Gewoonlijk zullen de bijwerkingen langzaam verdwijnen naarmate uw lichaam aan
het geneesmiddel went.
Verwijder de pleister en neem onmiddellijk contact op met uw arts, wanneer u een van de
volgende bijwerkingen opmerkt, die ernstig kunnen worden:
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Verlies van eetlust
Duizeligheid
Zich opgewonden of slaperig voelen
Urine-incontinentie (onvermogen om urine goed op te houden)
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Problemen met de hartslag zoals langzame hartslag
Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
Maagzweer
Uitdroging (te veel vochtverlies)
Hyperactiviteit (heel actief, rusteloos)
Agressie
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
Vallen
Zeer zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 mensen)
Stijve armen of benen
Trillende handen
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Overgevoeligheidsreactie op de plaats waar de pleister was aangebracht, zoals blaren of
ontstoken huid
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger – zoals beven, stijfheid en schuifelen
Ontsteking aan de alvleesklier – de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
Snelle of onregelmatige hartslag
Hoge bloeddruk
Toevallen (epileptische aanvallen)
Leveraandoeningen (gele huid, geelkleuring van het oogwit, abnormaal donkere urine of
onverklaarbare misselijkheid, braken, vermoeidheid en verlies van eetlust)
Veranderingen in onderzoeken die laten zien hoe goed uw lever werkt
Zich rusteloos voelen
Nachtmerries
Verwijder de pleister en neem onmiddellijk contact op met uw arts, wanneer u een van bovenstaande
bijwerkingen opmerkt.
126
Andere bijwerkingen opgemerkt bij Exelon capsules of drank, die kunnen voorkomen bij de
pleisters voor transdermaal gebruik:
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Te veel speeksel
Verlies van eetlust
Zich rusteloos voelen
Zich niet lekker voelen
Beven of zich verward voelen
Veel zweten
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Onregelmatige hartslag (b.v. snelle hartslag)
Moeite met slapen
Onverklaard vallen
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
Toevallen (epileptische aanvallen)
Zweren in uw darm
Pijn op de borst – dit kan veroorzaakt worden door spastische kramp van de hartspier
(hartspasme)
Zeer zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 mensen)
Hoge bloeddruk
Ontsteking aan de alvleesklier – de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
Bloeding in het maagdarmkanaal – dit vertoont zich door bloed in de ontlasting of braaksel
Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
Sommige mensen die hevig overgegeven hebben hadden last van het scheuren van de slokdarm
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos
en de sachet na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister voor transdermaal gebruik in de sachet tot gebruik.
Gebruik geen pleister die beschadigd is of tekenen van knoeien vertoont.
Nadat u een pleister van de huid verwijderd heeft, vouw deze dan dubbel met de plakzijdes
naar binnen en druk ze samen. Stop de gebruikte pleister terug in zijn verpakking en gooi deze
zodanig weg, dat kinderen er niet bij kunnen. Raak uw ogen niet met uw vingers aan en was
uw handen direct met zeep en water na het verwijderen van de pleister.
Spoel geneesmiddelen
niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u
met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste
manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
127
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is rivastigmine.
-
Exelon 4,6 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik: Elke pleister die 4,6 mg
rivastigmine afgeeft per 24 uur, is 5 cm
2
en bevat 9 mg rivastigmine.
-
Exelon 9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik: Elke pleister die 9,5 mg
rivastigmine afgeeft per 24 uur, is 10 cm
2
en bevat 18 mg rivastigmine.
-
Exelon 13,3 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik: Elke pleister die 13,3 mg
rivastigmine afgeeft per 24 uur, is 15 cm
2
en bevat 27 mg rivastigmine.
-
De andere stoffen in dit middel zijn gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol,
poly(butylmethacrylaat, methylmethacrylaat), acryl copolymeer, siliconenolie, dimethicon,
fluoropolymeer gecoate polyester film.
Hoe ziet Exelon eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elke pleister voor transdermaal gebruik is een dunne pleister bestaande uit drie lagen. De buitenlaag is
beige en gemarkeerd met één van het volgende:
-
“Exelon”, “4.6 mg/24 h” en “AMCX”,
-
“Exelon”, “9.5 mg/24 h” en “BHDI”,
-
“Exelon”, “13.3 mg/24 h” en “CNFU”.
Elke pleister voor transdermaal gebruik zit in één verzegelde sachet.
Exelon 4,6 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik en Exelon 9,5 mg/24 u pleisters voor
transdermaal gebruik zijn verkrijgbaar in dozen met 7, 30 of 42 sachets en in multi-verpakkingen met
60, 84 of 90 sachets.
Exelon 13,3 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik zijn verkrijgbaar in dozen met 7 of
30 sachets en in multi-verpakkingen met 60 of 90 sachets.
Het kan voorkomen dat niet alle genoemde verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
128
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
България
Novartis Bulgaria EOOD
Тел: +359 2 489 98 28
Česká republika
Novartis s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark
Novartis Healthcare A/S
Tlf: +45 39 16 84 00
Deutschland
Novartis Pharma GmbH
Tel: +49 911 273 0
Eesti
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 66 30 810
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Novartis Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 93 306 42 00
France
Novartis Pharma S.A.S.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Hrvatska
Novartis Hrvatska d.o.o.
Tel. +385 1 6274 220
Ireland
Novartis Ireland Limited
Tel: +353 1 260 12 55
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Novartis Farma S.p.A.
Tel: +39 02 96 54 1
Lietuva
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tel: +370 5 269 16 50
Luxembourg/Luxemburg
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Magyarország
Novartis Hungária Kft.
Tel.: +36 1 457 65 00
Malta
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +356 2122 2872
Nederland
Novartis Pharma B.V.
Tel: +31 88 04 52 111
Norge
Novartis Norge AS
Tlf: +47 23 05 20 00
Österreich
Novartis Pharma GmbH
Tel: +43 1 86 6570
Polska
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 375 4888
Portugal
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tel: +351 21 000 8600
România
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel: +40 21 31299 01
Slovenija
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +386 1 300 75 50
Slovenská republika
Novartis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 5542 5439
Suomi/Finland
Novartis Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
129
Κύπρος
Novartis Pharma Services Inc.
Τηλ: +357 22 690 690
Latvija
SIA Novartis Baltics
Tel: +371 67 887 070
Sverige
Novartis Sverige AB
Tel: +46 8 732 32 00
United Kingdom
(Northern Ireland)
Novartis Ireland Limited
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
130












BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 1,5 mg harde capsules
Exelon 3,0 mg harde capsules
Exelon 4,5 mg harde capsules
Exelon 6,0 mg harde capsules

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Exelon 1,5 mg harde capsules
Elke capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg rivastigmine.
Exelon 3,0 mg harde capsules
Elke capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 3,0 mg rivastigmine.
Exelon 4,5 mg harde capsules
Elke capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 4,5 mg rivastigmine.
Exelon 6,0 mg harde capsules
Elke capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 6,0 mg rivastigmine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsules
Exelon 1,5 mg harde capsules
Gebroken wit tot lichtgeel poeder in een capsule met geel kapje en gele romp, met rode opdruk
'EXELON 1,5 mg' op de romp.
Exelon 3,0 mg harde capsules
Gebroken wit tot lichtgeel poeder in een capsule met oranje kapje en oranje romp, met rode opdruk
'EXELON 3 mg' op de romp.
Exelon 4,5 mg harde capsules
Gebroken wit tot lichtgeel poeder in een capsule met rood kapje en rode romp, met witte opdruk
'EXELON 4,5 mg' op de romp.
Exelon 6,0 mg harde capsules
Gebroken wit tot lichtgeel poeder in een capsule met rood kapje en oranje romp, met rode opdruk
'EXELON 6 mg' op de romp.

4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij patiënten met idiopatische
ziekte van Parkinson.
4.2 Dosering en wijze van toediening
De start van en het toezicht op de behandeling dient te geschieden door een arts met ervaring in de
diagnose en behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer of geassocieerd met de ziekte van
Parkinson. De diagnose dient gesteld te worden aan de hand van de huidige richtlijnen. De
behandeling met rivastigmine mag slechts gestart worden als er een verzorger beschikbaar is die
regelmatig de geneesmiddelinname door de patiënt bewaakt.
Dosering
Rivastigmine dient tweemaal daags te worden toegediend, bij het ontbijt en de avondmaaltijd. De
capsules dienen heel doorgeslikt te worden.
Startdosis
1,5 mg tweemaal daags.
Dosistitratie
De startdosis is tweemaal daags 1,5 mg. Wanneer deze dosering na minimaal twee weken behandeling
goed verdragen wordt, kan de dosis verhoogd worden tot tweemaal daags 3 mg. Verdere verhogingen
tot 4,5 mg en vervolgens 6 mg tweemaal daags zijn mede afhankelijk van het goed verdragen worden
van de huidige dosis en kunnen worden overwogen na minimaal twee weken behandeling bij die
dosis.
Wanneer bijwerkingen (b.v. misselijkheid, braken, buikpijn of verlies van eetlust), gewichtsafname of
een verergering van extrapyramidale symptomen (b.v. tremor) tijdens de behandeling worden
waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, kunnen zij
reageren op het overslaan van één of meerdere doses. Wanneer de bijwerkingen aanhouden, dient de
dagelijkse dosis tijdelijk verminderd te worden tot de voorheen goed verdragen dosis of dient de
behandeling beëindigd te worden.
Onderhoudsdosis
De werkzame dosis is tweemaal daags 3 tot 6 mg. Om een maximaal therapeutisch effect te bereiken
dienen patiënten te worden ingesteld op de hoogste door hen goed verdragen dosis. De aanbevolen
maximale dagelijkse dosis is tweemaal daags 6 mg.
De onderhoudsbehandeling kan voortgezet worden zo lang er een therapeutisch voordeel voor de
patiënt bestaat. Daarom dient het klinisch voordeel van rivastigmine regelmatig opnieuw geëvalueerd
te worden, met name bij patiënten die behandeld worden met doseringen lager dan tweemaal daags
3 mg. Indien na 3 maanden onderhoudsbehandeling, de mate van achteruitgang in
dementiesymptomen niet positief veranderd is, dient de behandeling beëindigd te worden. Indien er
geen bewijs meer aanwezig is van een therapeutisch effect, dient het stopzetten van de therapie ook
overwogen te worden.
De individuele respons op rivastigmine kan niet voorspeld worden. Er werd echter een groter
behandelingseffect waargenomen bij parkinsonpatiënten met matige dementie. Evenzo werd er een
groter effect waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie rubriek 5.1).
Het effect van de behandeling is niet onderzocht in placebo-gecontroleerde studies, die langer duurden
dan 6 maanden.
Opnieuw starten van de therapie
Wanneer de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart
met 1,5 mg tweemaal daags. Dosistitratie dient dan te worden uitgevoerd zoals hierboven beschreven.
Speciale populaties
Gestoorde nier- of leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een licht tot matig gestoorde nier- of leverfunctie.
Echter, gezien de toegenomen blootstelling bij deze populaties, dienen de doseringsaanbevelingen om
te titreren overeenkomstig de individuele verdraagbaarheid nauwgezet te worden opgevolgd, omdat
patiënten met een klinisch significante gestoorde nier- of leverfunctie meer dosisafhankelijke
bijwerkingen zouden kunnen ervaren. Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht.
Exelon capsules kunnen echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie mits nauwkeurige controle
wordt uitgevoerd (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof rivastigmine, voor andere carbamaatderivaten of voor een
van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Eerdere geschiedenis van reacties op de aanbrengplaats die wijzen op allergische contactdermatitis bij
rivastigmine pleisters (zie rubriek 4.4).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
De incidentie en ernst van bijwerkingen nemen in het algemeen toe met hogere doseringen. Wanneer
de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart met
1,5 mg tweemaal daags om de kans op bijwerkingen (b.v. braken) te verminderen.
Huidreacties op de aanbrengplaats kunnen voorkomen met rivastigmine pleisters en zijn meestal van
lichte tot matige intensiteit. Deze reacties zijn op zichzelf niet een indicatie van sensibilisering. Echter,
het gebruik van rivastigmine pleisters kan leiden tot allergische contactdermatitis.
Allergische contactdermatitis moet worden vermoed indien reacties op de aanbrengplaats zich
verspreiden buiten de pleistergrootte, als er aanwijzingen zijn van een meer intense lokale reactie
(zoals toename van erytheem, oedeem, papels, blaasjes) en als de symptomen niet significant
verbeteren binnen 48 uur na verwijdering van de pleister. In deze gevallen moet de behandeling
worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten die reacties op de aanbrengplaats krijgen die wijzen op allergische contactdermatitis voor
rivastigmine pleisters en die nog steeds behandeling met rivastigmine nodig hebben, dienen alleen
omgezet te worden op orale rivastigmine na negatieve allergietesten en onder streng medisch toezicht.
Het is mogelijk dat sommige patiënten die gesensibiliseerd geraakt zijn voor rivastigmine door
blootstelling aan rivastigmine pleisters niet in staat zijn om rivastigmine te gebruiken in welke vorm
dan ook.
Er zijn zeldzame postmarketingmeldingen van patiënten die allergische dermatitis (verspreid)
ervoeren bij toediening van rivastigmine, ongeacht de wijze van toediening (oraal, transdermaal). In
deze gevallen moet de behandeling worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten en verzorgers dienen dienovereenkomstig geïnstrueerd te worden.
Dosistitratie: bijwerkingen (b.v. hypertensie en hallucinaties bij patiënten met Alzheimer dementie en
verergering van extrapyramidale symptomen, in het bijzonder tremor, bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson) zijn waargenomen kort na dosisverhoging. Ze kunnen
reageren op een verlaging van de dosis. In andere gevallen werd Exelon stopgezet (zie rubriek 4.8).
Gastrointestinale stoornissen zoals misselijkheid, braken en diarree zijn dosisgerelateerd en kunnen
zich voordoen, in het bijzonder wanneer de behandeling wordt gestart en/of de dosis wordt verhoogd
(zie rubriek 4.8). Deze bijwerkingen komen vaker voor bij vrouwen. Patiënten die klachten of
symptomen vertonen van dehydratie als gevolg van langdurig braken of diarree, kunnen onder
controle worden gehouden door intraveneuze vloeistof toe te dienen en de dosis te verlagen of te
staken, wanneer dit direct opgemerkt en behandeld wordt. Dehydratie kan ernstige gevolgen hebben.
Patiënten met de ziekte van Alzheimer kunnen gewicht verliezen. Cholinesteraseremmers, waaronder
rivastigmine, worden in verband gebracht met gewichtsverlies bij deze patiënten. Het gewicht van de
patiënt dient tijdens de behandeling gecontroleerd te worden.
In geval van ernstig braken geassocieerd met de behandeling met rivastigmine, moet een geschikte
aanpassing van de dosering doorgevoerd worden zoals aanbevolen in rubriek 4.2. Enkele gevallen van
ernstig braken werden geassocieerd met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.8). Zulke gevallen leken
voornamelijk voor te komen na verhoging van de dosis of bij hogere doses rivastigmine.
Rivastigmine kan bradycardie veroorzaken dat een risicofactor is voor het optreden van torsade de
pointes, voornamelijk bij patiënten met risicofactoren. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met
een hoger risico op het ontwikkelen van torsade de pointes; bijvoorbeeld, degenen met
ongecompenseerd hartfalen, een recent myocardinfarct, bradyaritmieën, een predispositie voor
hypokaliëmie of hypomagnesiëmie of bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen waarvan het bekend
is dat ze QT-verlenging en/of torsade de pointes induceren (zie rubrieken 4.5 en 4.8).
Voorzichtigheid is geboden wanneer rivastigmine gebruikt wordt bij patiënten met sick sinus-
syndroom of met geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok, atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8).
Rivastigmine kan de maagzuursecretie verhogen. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van
patiënten met actieve maag- of duodenumzweren of patiënten die gepredisponeerd zijn voor dergelijke
aandoeningen.
Cholinesteraseremmers moeten met voorzichtigheid voorgeschreven worden aan patiënten met een
geschiedenis van astma of obstructieve longziekten.
Cholinerge stoffen kunnen urinewegobstructie en convulsies doen ontstaan of verergeren.
Voorzichtigheid wordt aanbevolen bij de behandeling van patiënten met een predispositie voor
dergelijke ziekten.
Het gebruik van rivastigmine door patiënten met ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer of
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, andere vormen van dementie of andere vormen van
geheugenfunctiestoornissen (bijvoorbeeld leeftijdgerelateerde cognitieve achteruitgang) zijn niet
onderzocht en gebruik bij deze patiëntenpopulaties wordt daarom niet aanbevolen.
Evenals bij andere cholinomimetica kan rivastigmine extrapyramidale symptomen verergeren of
induceren. Verslechtering (inclusief bradykinesie, dyskinesie, loopstoornis) en een toename in
incidentie of intensiteit van tremor is waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de
ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.8). Deze voorvallen hebben in enkele gevallen geleid tot het
beëindigen van de behandeling met rivastigmine (b.v. beëindiging als gevolg van tremor 1,7% met
rivastigmine ten opzichte van 0% met placebo). Klinisch toezicht wordt aanbevolen voor deze
bijwerkingen.
Speciale populaties
Patiënten met een klinisch significant gestoorde nier- of leverfunctie zouden meer bijwerkingen
kunnen ervaren (zie rubrieken 4.2 en 5.2). De doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig
de individuele verdraagbaarheid moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht. Exelon kan echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie
en nauwgezette controle is nodig.
Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg kunnen meer bijwerkingen ervaren en zullen
waarschijnlijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg van bijwerkingen.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Als cholinesteraseremmer kan rivastigmine de effecten van succinylcholine-achtige spierrelaxantia
tijdens de anesthesie versterken. Voorzichtigheid is geboden bij de keuze van anesthetica. Indien
nodig kunnen doseringsaanpassingen of tijdelijk staken van de behandeling worden overwogen.
Met het oog op de farmacodynamische effecten en mogelijke additieve effecten dient rivastigmine niet
gelijktijdig gegeven te worden met andere cholinomimetische middelen. Rivastigmine zou de activiteit
van anticholinerge geneesmiddelen (b.v. oxybutynine, tolterodine) kunnen beïnvloeden.
Additieve effecten die leiden tot bradycardie (wat kan resulteren in syncope) zijn gemeld bij
gelijktijdig gebruik van verschillende bètablokkers (waaronder atenolol) en rivastigmine. Het hoogste
risico is te verwachten met cardiovasculaire bètablokkers, maar er zijn ook meldingen geweest bij
patiënten die andere bètablokkers gebruikten. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van
rivastigmine in combinatie met bètablokkers en ook met andere middelen die bradycardie veroorzaken
(b.v. klasse III-antiaritmica, calciumkanaalantagonisten, digitalisglycosiden, pilocarpine).
Bradycardie is een risicofactor voor het optreden van torsade de pointes; daarom dient het combineren
van rivastigmine met geneesmiddelen die torsade de pointes induceren, zoals antipsychotica, d.w.z.
bepaalde fenothiazinen (chloorpromazine, levomepromazine), benzamiden (sulpiride, sultopride,
amisulpride, tiapride, veralipride), pimozide, haloperidol, droperidol, cisapride, citalopram, difemanil,
erytromycine IV, halofantrine, mizolastine, methadon, pentamidine en moxifloxacine, onder
zorgvuldig toezicht te gebeuren waarbij ook klinische monitoring (ECG) vereist kan zijn.
Er werd geen farmacokinetische interactie waargenomen tussen rivastigmine en digoxine, warfarine,
diazepam of fluoxetine in studies bij gezonde vrijwilligers. De verlenging van de protrombinetijd
geïnduceerd door warfarine wordt niet beïnvloed door de toediening van rivastigmine. Er werden geen
ongunstige effecten op de cardiale geleiding waargenomen na gelijktijdige toediening van digoxine en
rivastigmine.
Gezien het metabolisme van rivastigmine, zijn metabole interacties met andere geneesmiddelen niet
waarschijnlijk, hoewel rivastigmine het butyrylcholinesterase gemedieerde metabolisme van andere
middelen zou kunnen remmen.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bij drachtige dieren passeerde rivastigmine/metabolieten de placenta. Het is niet bekend of dit ook bij
mensen gebeurt. Er zijn geen klinische gegevens over gevallen van gebruik tijdens de zwangerschap
voorhanden. Bij peri-/postnatale studies bij ratten werd een verlengde drachttijd gezien. Rivastigmine
dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
Borstvoeding
Bij dieren wordt rivastigmine uitgescheiden in de melk. Het is niet bekend of rivastigmine bij de mens
wordt uitgescheiden in de moedermelk. Daarom mogen vrouwen die met rivastigmine worden
behandeld geen borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen nadelige effecten waargenomen op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij
ratten (zie rubriek 5.3). De effecten van rivastigmine op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet
bekend.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
De ziekte van Alzheimer kan een geleidelijke vermindering van de rijvaardigheid veroorzaken of het
vermogen om machines te gebruiken in gevaar brengen. Tevens kan rivastigmine duizeligheid en
slaperigheid induceren, voornamelijk bij de start van de behandeling of bij een dosisverhoging. Als
gevolg hiervan heeft rivastigmine geringe of matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Daarom dient de behandelende arts routinematig te evalueren of patiënten
met dementie bij gebruik van rivastigmine in staat zijn om auto te blijven rijden of ingewikkelde
machines te bedienen.
4.8 Bijwerkingen

Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn gastrointestinale bijwerkingen met inbegrip van
misselijkheid (38%) en braken (23%), met name tijdens titratie. Vrouwelijke patiënten in klinische
studies waren gevoeliger voor gastrointestinale bijwerkingen en gewichtsverlies dan mannelijke
patiënten.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen in Tabel 1 en Tabel 2 zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklassen volgens MedDRA
en frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd, gebruikmakend van de volgende afspraak: zeer vaak
(1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden
(<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De volgende bijwerkingen in Tabel 1 komen voort uit de behandeling met Exelon van patiënten met
dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Tabel 1

Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer zelden
Urineweginfecties
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak
Anorexie
Vaak
Verminderde eetlust
Niet bekend
Dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Nachtmerries
Vaak
Agitatie
Vaak
Verwarring
Vaak
Angst
Soms
Slapeloosheid
Soms
Depressie
Zeer zelden
Hallucinaties
Niet bekend
Agressie, rusteloosheid
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Duizeligheid
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Slaperigheid
Vaak
Tremor
Soms
Syncope
Zelden
Epileptische aanvallen
Zeer zelden
Extrapyramidale symptomen (inclusief verergering van
ziekte van Parkinson)
Hartaandoeningen
Zelden
Angina pectoris
Zeer zelden
Hartaritmieën (b.v. bradycardie, atrioventriculair blok,
atriumfibrilleren en tachycardie)
Niet bekend
Sick sinus syndroom
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden
Hypertensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Zeer vaak
Braken
Zeer vaak
Diarree
Vaak
Buikpijn en dyspepsie
Zelden
Maag- en darmulceraties
Zeer zelden
Gastrointestinale bloedingen
Zeer zelden
Pancreatitis
Niet bekend
Enkele gevallen van ernstig braken werden geassocieerd
met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.4)
Lever- en galaandoeningen
Soms
Verhoogde leverfunctietesten
Niet bekend
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Zelden
Huiduitslag
Niet bekend
Pruritus, allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Malaise
Soms
Vallen
Onderzoeken
Vaak
Gewichtsverlies
De volgende additionele bijwerkingen zijn waargenomen met Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik: delirium, koorts, verminderde eetlust, urine-incontinentie (vaak), psychomotorische
hyperactiviteit (soms), erytheem, urticaria, blaren, allergische dermatitis (niet bekend).

Tabel 2 geeft de bijwerkingen weer die gemeld zijn gedurende klinische studies die uitgevoerd zijn bij
patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, behandeld met Exelon capsules.
Tabel 2

Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Verminderde eetlust
Vaak
Dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Slapeloosheid
Vaak
Angst
Vaak
Rusteloosheid
Vaak
Hallucinatie, visueel
Vaak
Depressie
Niet bekend
Agressie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Tremor
Vaak
Duizeligheid
Vaak
Slaperigheid
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Ziekte van Parkinson (verergering)
Vaak
Bradykinesie
Vaak
Dyskinesie
Vaak
Hypokinesie
Vaak
Tandradfenomeen
Soms
Dystonie
Hartaandoeningen
Vaak
Bradycardie
Soms
Atriumfibrilleren
Soms
Atrioventriculair blok
Niet bekend
Sick sinus syndroom
Bloedvataandoeningen
Vaak
Hypertensie
Soms
Hypotensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Zeer vaak
Braken
Vaak
Diarree
Vaak
Buikpijn en dyspepsie
Vaak
Speekselhypersecretie
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Niet bekend
Allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak
Vallen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Loopstoornis
Vaak
Parkinsonloop
De volgende bijkomende bijwerking is waargenomen in een studie bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, die behandeld werden met Exelon pleisters voor
transdermaal gebruik: agitatie (vaak).
Tabel 3 vermeldt het aantal en percentage patiënten uit de specifieke klinische studie van 24 weken
uitgevoerd met Exelon bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson met
vooraf gedefinieerde bijwerkingen die een verergering van de parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen.
Tabel 3

Vooraf gedefinieerde bijwerkingen, die een
Exelon
Placebo
verergering van parkinsonsymptomen kunnen
n (%)
n (%)
weerspiegelen bij patiënten met dementie geassocieerd
met de ziekte van Parkinson
Totaal aantal patiënten bestudeerd
362 (100)
179 (100)
Totaal aantal patiënten met vooraf gedefinieerde
99 (27,3)
28 (15,6)
bijwerkingen
Tremor
37 (10,2)
7 (3,9)
Vallen
21 (5,8)
11 (6,1)
Ziekte van Parkinson (verergering)
12 (3,3)
2 (1,1)
Speekselhypersecretie
5 (1,4)
0
Dyskinesie
5 (1,4)
1 (0,6)
Parkinsonisme
8 (2,2)
1 (0,6)
Hypokinesie
1 (0,3)
0
Bewegingsstoornis
1 (0,3)
0
Bradykinesie
9 (2,5)
3 (1,7)
Dystonie
3 (0,8)
1 (0,6)
Loopstoornis
5 (1,4)
0
Spierstijfheid
1 (0,3)
0
Balansstoornis
3 (0,8)
2 (1,1)
Skeletspierstijfheid
3 (0,8)
0
Stijfheid
1 (0,3)
0
Motoriekstoornissen
1 (0,3)
0
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Symptomen
De meeste gevallen van onopzettelijke overdosering zijn niet geassocieerd met enige klinische tekenen
of symptomen en bijna alle betreffende patiënten zetten de behandeling met rivastigmine 24 uur na de
overdosering voort.
Cholinerge toxiciteit is gemeld met muscarine-achtige symptomen die waargenomen zijn bij matig
ernstige vergiftigingen, zoals miose, blozen, spijsverteringsstoornissen waaronder buikpijn,
misselijkheid, overgeven en diarree, bradycardie, bronchospasmen en toename van bronchiale
secreties, hyperhidrose en urine en/of fecale incontinentie, tranenvloed, hypotensie en
speekselhypersecretie.
In meer ernstige gevallen kunnen zich nicotine-achtige effecten ontwikkelen, zoals spierzwakte,
fasciculaties, toevallen en respiratoir arrest met een mogelijk fatale afloop.
Er zijn ook postmarketingmeldingen van duizeligheid, tremor, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hypertensie, hallucinaties en malaise.
Behandeling
Aangezien rivastigmine een plasmahalfwaardetijd heeft van ongeveer 1 uur en een
acetylcholinesterase-inhibitieduur heeft van ongeveer 9 uur, wordt aangeraden om in gevallen van
asymptomatische overdosering gedurende de volgende 24 uur geen verdere dosis van rivastigmine toe
te dienen. Bij een overdosering die gepaard gaat met ernstige misselijkheid en braken dient het
gebruik van anti-emetica overwogen te worden. Symptomatische behandeling van andere
bijwerkingen dient gegeven te worden indien dit noodzakelijk geacht wordt.
Bij een massale overdosering kan atropine gebruikt worden. Een initiële dosis van 0,03 mg/kg
intraveneus atropinesulfaat wordt aanbevolen, gevolgd door doses gebaseerd op de klinische respons.
Het gebruik van scopolamine als antidotum wordt niet aanbevolen.

5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psychoanaleptica, anticholinesterases, ATC-code: N06DA03
Rivastigmine is een acetyl- en butyrylcholinesteraseremmer van het carbamaat-type, waarvan wordt
verondersteld dat het de cholinerge neurotransmissie vergemakkelijkt door het vertragen van de
afbraak van acetylcholine, dat vrijkomt uit functioneel intacte cholinerge neuronen. Rivastigmine kan
daarom een verbeterend effect hebben op cholinerg-gemedieerde cognitieve gebreken bij dementie,
die geassocieerd worden met de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson.
Rivastigmine reageert met de doelenzymen door de vorming van een covalent gebonden complex,
waardoor de enzymen tijdelijk worden geïnactiveerd. Een orale dosis van 3 mg verlaagt bij gezonde
jonge mannen de acetylcholinesterase (AChE) activiteit in de liquor cerebrospinalis met circa 40%
binnen de eerste 1,5 uur na toediening. De activiteit van het enzym keert ongeveer 9 uur nadat het
maximaal remmend effect werd bereikt weer terug naar de basiswaarde. Bij patiënten met de ziekte
van Alzheimer is de remming van AChE door rivastigmine in de liquor cerebrospinalis dosis-
afhankelijk en dit tot de hoogst geteste dosis, zijnde 6 mg tweemaal daags. Remming van
butyrylcholinesterase activiteit in de liquor cerebrospinalis bij 14 Alzheimer patiënten behandeld met
rivastigmine was vergelijkbaar met die van AChE.
Klinische studies bij dementie bij de ziekte van Alzheimer
De werkzaamheid van rivastigmine is aangetoond door gebruik te maken van drie onafhankelijke
domeinspecifieke bepalingsmethoden die periodiek uitgevoerd werden gedurende de 6 maanden
durende behandelingsperioden. Deze bepalingsmethoden omvatten de ADAS-Cog (Alzheimer's
Disease Assessment Scale ­ Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie), de
CIBIC-Plus (Clinician's Interview Based Impression of Change-Plus, een uitgebreid globaal
onderzoek van de patiënt door de arts, daarbij rekening houdend met informatie die door de verzorger
wordt gegeven), en de PDS (Progressive Deterioration Scale, een door de verzorger vastgestelde
evaluatie van het vermogen van de patiënt om activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren,
waaronder persoonlijke hygiëne, eten, aankleden, huishoudelijke taken zoals boodschappen doen, de
mogelijkheid zichzelf te oriënteren ten opzichte van de omgeving alsmede de betrokkenheid bij
financiële zaken enz.).
De bestudeerde patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10­24.
De resultaten van twee studies met flexibele dosering van de drie belangrijke 26-weken durende
multicenter studies van patiënten met lichte tot matige ernstige vormen van de ziekte van Alzheimer,
die een klinisch relevante respons vertoonden, zijn samengevoegd en hieronder weergegeven in
Tabel 4. Klinisch relevante verbetering was in deze studies a priori gedefinieerd als minstens een
verbetering van 4 punten op de ADAS-Cog, een verbetering op de CIBIC-Plus, of minstens een
verbetering van 10% op de PDS.
Verder wordt in dezelfde tabel een post-hoc definitie gegeven voor respons. De secundaire definitie
van respons vereiste een verbetering van 4 punten of meer op de ADAS-Cog, geen verslechtering op
de CIBIC-Plus, en geen verslechtering op de PDS. De gemiddelde werkelijke dagelijkse dosering voor
de patiënten die reageerden in de 6­12 mg groep, overeenkomend met deze definitie, was 9,3 mg. Het
is belangrijk op te merken dat de schalen die gebruikt zijn bij deze indicatie variëren en dat directe
vergelijkingen van de resultaten met andere therapeutische middelen niet opgaan.
Tabel 4


Patiënten met een significante klinische respons (%)

ITT
LOCF
Mate van respons
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo

6­
12 mg

6­
12 mg


N=473
N=472
N=379
N=444
ADAS-Cog: verbetering met
21***
12
25***
12
minstens 4 punten


CIBIC-Plus: verbetering
29***
18
32***
19
PDS: verbetering met minstens
26***
17
30***
18
10%

Minstens 4 punten verbetering op
10*
6
12**
6
de ADAS-Cog en geen

verslechtering op de CIBIC-Plus
en PDS
*p<0,05, **p<0,01, ***p<0,001
ITT: Intent-To-Treat; LOCF: Last Observation Carried Forward

Klinische studies bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson
De werkzaamheid van rivastigmine bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson is
aangetoond in een 24-weken durende, multicenter, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde hoofdstudie
en de daarop volgende 24-weken durende, open-label extensiefase. De in deze studie geïncludeerde
patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10­24. Werkzaamheid is
aangetoond door gebruik te maken van twee onafhankelijke schalen, die werden geanalyseerd op vaste
intervallen gedurende de 6-maanden durende behandelingsperiode, zoals weergegeven in Tabel 5
hieronder: de ADAS-Cog, een maat voor cognitie en de allesomvattende maatstaf ADCS-CGIC
(Alzheimer's Disease Cooperative Study-Clinician's Global Impression of Change).
Tabel 5

Dementie geassocieerd
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADCS-CGIC ADCS-CGIC
met de ziekte van
Exelon
Placebo
Exelon
Placebo
Parkinson


ITT + RDO populatie
(n=329)
(n=161)
(n=329)
(n=165)


Gemiddelde basislijn ± SD 23,8 ± 10.2
24,3 ± 10,5
n.v.t.
n.v.t.
Gemiddelde verandering
2,1 ± 8,2
-0,7 ± 7,5
3,8 ± 1,4
4,3 ± 1,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast

behandelingsverschil
2,881
n.v.t.
p-waarde t.o.v. placebo
<0,0011
0,0072



ITT - LOCF populatie
(n=287)
(n=154)
(n=289)
(n=158)


Gemiddelde basislijn ± SD 24,0 ± 10,3
24,5 ± 10,6
n.v.t.
n.v.t.
Gemiddelde verandering
2,5 ± 8,4
-0,8 ± 7,5
3,7 ± 1,4
4,3 ± 1,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast

behandelingsverschil
3,541
n.v.t.
p-waarde t.o.v. placebo
<0,0011
<0,0012


1 Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en basislijn ADAS-Cog als
covariante. Een positieve verandering wijst op verbetering.
2 Gemakshalve worden gemiddelde data getoond, categoriale analyse uitgevoerd met de van Elteren
test
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs; LOCF: Last Observation Carried Forward
Alhoewel een behandelingseffect is aangetoond in de gehele studiepopulatie, suggereren de gegevens
een groter behandelingseffect ten opzichte van placebo in de subgroep van patiënten met matige
dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson. Evenzo werd er een groter behandelingseffect
waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie Tabel 6).
Tabel 6

Dementie geassocieerd
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADAS-Cog
met de ziekte van
Exelon
Placebo
Exelon
Placebo
Parkinson



Patiënten met visuele
Patiënten zonder visuele
hallucinaties
hallucinaties



ITT + RDO populatie
(n=107)
(n=60)
(n=220)
(n=101)


Gemiddelde basislijn ± SD 25,4 ± 9,9
27,4 ± 10,4
23,1 ± 10,4
22,5 ± 10,1
Gemiddelde verandering
1,0 ± 9,2
-2,1 ± 8,3
2,6 ± 7,6
0,1 ± 6,9
bij 24 weken ± SD
Aangepast

behandelingsverschil
4,271
2,091
p-waarde t.o.v. placebo
0,0021
0,0151

Patiënten met matige
Patiënten met lichte
dementie (MMSE 10-17)
dementie (MMSE 18-24)



ITT + RDO populatie
(n=87)
(n=44)
(n=237)
(n=115)


Gemiddelde basislijn ± SD 32,6 ± 10,4
33,7 ± 10,3
20,6 ± 7,9
20,7 ± 7,9
Gemiddelde verandering
2,6 ± 9,4
-1,8 ± 7,2
1,9 ± 7,7
-0,2 ± 7,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast

behandelingsverschil
4,731
2,141
p-waarde t.o.v. placebo
0,0021
0,0101


1 Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en basislijn ADAS-Cog als
covariante. Een positieve verandering wijst op verbetering.
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Exelon in alle subgroepen van pediatrische patiënten
voor de behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer en van dementie bij patiënten met de
idiopatische ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Absorptie
Rivastigmine wordt snel en volledig geabsorbeerd. Maximale plasmaconcentraties worden binnen
ongeveer 1 uur bereikt. Als gevolg van de interactie van rivastigmine met het doelenzym is de
toename in de biologische beschikbaarheid circa 1,5 maal hoger dan verwacht wordt op basis van de
toename in de dosis. De absolute biologische beschikbaarheid na een dosis van 3 mg bedraagt circa
36%±13%. Toediening van rivastigmine met voedsel vertraagt de absorptie (tmax) met 90 min en
verlaagt de Cmax en doet de AUC toenemen met ongeveer 30%.
Distributie
Eiwitbinding van rivastigmine is ongeveer 40%. Het gaat gemakkelijk door de bloed-hersenbarrière en
heeft een schijnbaar verdelingsvolume variërend van 1,8­2,7 l/kg.
Biotransformatie
Rivastigmine wordt snel en uitgebreid gemetaboliseerd (halfwaardetijd in plasma circa 1 uur),
voornamelijk via cholinesterasegemedieerde hydrolyse tot de gedecarbamylateerde metaboliet. In
vitro
vertoont deze metaboliet een minimale remming van acetylcholinesterase (<10%).
Gebaseerd op in-vitro-studies wordt er geen farmacokinetische interactie verwacht met
geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door de volgende cytochroom isoenzymen: CYP1A2,
CYP2D6, CYP3A4/5, CYP2E1, CYP2C9, CYP2C8, CYP2C19, of CYP2B6. Gebaseerd op het bewijs
van dierexperimentele studies zijn de belangrijkste cytochroom P450 isoenzymen minimaal betrokken
bij de metabolisatie van rivastigmine. De totale plasmaklaring van rivastigmine was ongeveer
130 l/uur na een intraveneuze dosis van 0,2 mg en verminderde tot 70 l/uur na een intraveneuze dosis
van 2,7 mg.
Eliminatie
Onveranderd rivastigmine wordt niet in de urine aangetroffen; renale excretie van de metabolieten is
de belangrijkste eliminatieroute. Na toediening van C14-rivastigmine, was de renale eliminatie snel en
vrijwel volledig (>90%) binnen 24 uur. Minder dan 1% van de toegediende dosis wordt in de faeces
uitgescheiden. Er vindt geen accumulatie van rivastigmine of van de gedecarbamylateerde metaboliet
plaats bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.
Een analyse van de populatiefarmacokinetiek liet zien dat het gebruik van nicotine leidt tot een stijging
van de orale klaring van rivastigmine met 23% bij patiënten met de ziekte van Alzheimer (n=75 rokers
en 549 niet-rokers) na inname van rivastigmine capsules bij doseringen tot 12 mg/dag.
Speciale populaties
Ouderen
Hoewel de biologische beschikbaarheid van rivastigmine hoger is bij ouderen dan bij jonge gezonde
vrijwilligers, lieten studies bij patiënten met de ziekte van Alzheimer in leeftijd variërend van 50 tot
92 jaar geen verschil zien in de biologische beschikbaarheid met het vorderen van de leeftijd.
Leverinsufficiëntie
De Cmax van rivastigmine was ongeveer 60% hoger en de AUC van rivastigmine was meer dan
tweemaal zo hoog bij personen met lichte tot matige leverinsufficiëntie dan bij gezonde personen.
Nierinsufficiëntie
Cmax en AUC van rivastigmine waren meer dan tweemaal zo hoog bij personen met matige
nierinsufficiëntie vergeleken met gezonde personen; er waren echter geen veranderingen in Cmax en
AUC van rivastigmine gevonden bij personen met een ernstige nierinsufficiëntie.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies met betrekking tot de toxiciteit na herhaalde doses bij ratten, muizen en honden leverden
alleen effecten op geassocieerd met een versterkte farmacologische actie. Er werd geen toxiciteit in het
doelorgaan waargenomen. Door de gevoeligheid van de gebruikte diermodellen konden er geen
veiligheidsgrenzen voor blootstelling bij de mens worden bereikt.
Rivastigmine was niet mutageen in een standaardreeks van in-vitro- en in-vivo-testen, behalve in een
onderzoek naar chromosomale afwijkingen in humane perifere lymfocyten bij een dosis van 104 maal
de maximale klinische blootstelling. De in vivo micronucleus test was negatief. Tevens toonde de
belangrijkste metaboliet NAP226-90 geen genotoxisch potentieel.
Er zijn geen aanwijzingen van carcinogeniteit gevonden in studies bij muizen en ratten met de
maximale tolereerbare dosis, hoewel de blootstelling aan rivastigmine en de metabolieten lager was
dan de humane blootstelling. Wanneer deze in overeenstemming gebracht werd met het
lichaamsoppervlak was de blootstelling aan rivastigmine en zijn metabolieten ongeveer gelijk aan de
maximale aanbevolen dosis bij de mens van 12 mg/dag; wanneer men dit echter vergelijkt met de
maximale dosis bij de mens, werd ongeveer het zesvoudige bereikt in dieren.
Bij dieren passeert rivastigmine de placenta en wordt het uitgescheiden in de melk. Orale studies bij
zwangere ratten en konijnen gaven geen aanwijzing van een teratogeen potentieel van rivastigmine. In
orale studies met mannelijke en vrouwelijke ratten zijn geen nadelige effecten waargenomen van
rivastigmine op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij ofwel de oudergeneratie ofwel
de nakomelingen.
Een mogelijkheid op lichte oog-/mucosale irritatie werd aangetoond in een studie met konijnen.

6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Gelatine
Magnesiumstearaat
Hypromellose
Microkristallijne cellulose
Watervrij colloïdaal siliciumdioxide
Geel ijzeroxide (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
Titaandioxide (E171)
Schellak
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
5 jaar
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
-
Een blisterverpakking van heldere PVC houder met blauwe omhullende folie met 14 capsules.
Elke doos bevat 28, 56 of 112 capsules.
-
HDPE flessen met plastic sluiting met inductie binnenverzegeling. Elke fles bevat 250 capsules.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.

7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Exelon 1,5 mg harde capsules
EU/1/98/066/001-3
EU/1/98/066/014
Exelon 3,0 mg harde capsules
EU/1/98/066/004-6
EU/1/98/066/015
Exelon 4,5 mg harde capsules
EU/1/98/066/007-9
EU/1/98/066/016
Exelon 6,0 mg harde capsules
EU/1/98/066/010-12
EU/1/98/066/017

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 12 mei 1998
Datum van laatste verlenging: 20 mei 2008

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 2 mg/ml drank

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 2 mg rivastigmine.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke 3 ml drank bevat 3 mg natriumbenzoaat (E211).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Drank
Heldere, gele oplossing.

4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij patiënten met idiopatische
ziekte van Parkinson.
4.2 Dosering en wijze van toediening
De start van en het toezicht op de behandeling dient te geschieden door een arts met ervaring in de
diagnose en behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer of geassocieerd met de ziekte van
Parkinson. De diagnose dient gesteld te worden aan de hand van de huidige richtlijnen. De
behandeling met rivastigmine mag slechts gestart worden als er een verzorger beschikbaar is, die
regelmatig de geneesmiddelinname door de patiënt bewaakt.
Dosering
Rivastigmine drank dient tweemaal daags te worden toegediend, bij het ontbijt en de avondmaaltijd.
De voorgeschreven hoeveelheid drank dient met behulp van de bijgeleverde doseerspuit uit de fles
genomen te worden. Rivastigmine drank kan direct uit de spuit worden ingeslikt. Rivastigmine drank
en rivastigmine capsules mogen bij gelijke doses uitgewisseld worden.
Startdosis
1,5 mg tweemaal daags.
Dosistitratie
De startdosis is tweemaal daags 1,5 mg. Wanneer deze dosering na minimaal twee weken behandeling
goed verdragen wordt, kan de dosis verhoogd worden tot tweemaal daags 3 mg. Verdere verhogingen
tot 4,5 mg en vervolgens 6 mg tweemaal daags zijn mede afhankelijk van het goed verdragen worden
van de huidige dosis en kunnen worden overwogen na minimaal twee weken behandeling bij die
dosis.
Wanneer bijwerkingen (b.v. misselijkheid, braken, buikpijn of verlies van eetlust), gewichtsafname of
een verergering van extrapyramidale symptomen (b.v. tremor) tijdens de behandeling worden
waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, kunnen zij
reageren op het overslaan van één of meerdere doses. Wanneer de bijwerkingen aanhouden, dient de
dagelijkse dosis tijdelijk verminderd te worden tot de voorheen goed verdragen dosis of dient de
behandeling beëindigd te worden.
Onderhoudsdosis
De werkzame dosis is tweemaal daags 3 tot 6 mg. Om een maximaal therapeutisch effect te bereiken
dienen patiënten te worden ingesteld op de hoogste door hen goed verdragen dosis. De aanbevolen
maximale dagelijkse dosis is tweemaal daags 6 mg.
De onderhoudsbehandeling kan voortgezet worden zo lang er een therapeutisch voordeel voor de
patiënt bestaat. Daarom dient het klinisch voordeel van rivastigmine regelmatig opnieuw geëvalueerd
te worden, met name bij patiënten die behandeld worden met doseringen lager dan tweemaal daags
3 mg. Indien na 3 maanden onderhoudsbehandeling, de mate van achteruitgang in
dementiesymptomen niet positief veranderd is, dient de behandeling beëindigd te worden. Indien er
geen bewijs meer aanwezig is van een therapeutisch effect, dient het stopzetten van de therapie ook
overwogen te worden.
De individuele respons op rivastigmine kan niet voorspeld worden. Er werd echter een groter
behandelingseffect waargenomen bij parkinsonpatiënten met matige dementie. Evenzo werd er een
groter effect waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie rubriek 5.1).
Het effect van de behandeling is niet onderzocht in placebo-gecontroleerde studies, die langer duurden
dan 6 maanden.
Opnieuw starten van de therapie
Wanneer de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart
met 1,5 mg tweemaal daags. Dosistitratie dient dan te worden uitgevoerd zoals hierboven beschreven.
Speciale populaties
Gestoorde nier- of leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een licht tot matig gestoorde nier- of leverfunctie.
Echter, gezien de toegenomen blootstelling bij deze populaties, dienen de doseringsaanbevelingen om
te titreren overeenkomstig de individuele verdraagbaarheid nauwgezet te worden opgevolgd, omdat
patiënten met een klinisch significante gestoorde nier- of leverfunctie meer dosisafhankelijke
bijwerkingen zouden kunnen ervaren. Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht.
Exelon drank kan echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie mits nauwkeurige controle wordt
uitgevoerd (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof rivastigmine, voor andere carbamaatderivaten of voor een
van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Eerdere geschiedenis van reacties op de aanbrengplaats die wijzen op allergische contactdermatitis bij
rivastigmine pleisters (zie rubriek 4.4).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
De incidentie en ernst van bijwerkingen nemen in het algemeen toe met hogere doseringen. Wanneer
de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart met
1,5 mg tweemaal daags om de kans op bijwerkingen (b.v. braken) te verminderen.
Huidreacties op de aanbrengplaats kunnen voorkomen met rivastigmine pleisters en zijn meestal van
lichte tot matige intensiteit. Deze reacties zijn op zichzelf niet een indicatie van sensibilisering. Echter,
het gebruik van rivastigmine pleisters kan leiden tot allergische contactdermatitis.
Allergische contactdermatitis moet worden vermoed indien reacties op de aanbrengplaats zich
verspreiden buiten de pleistergrootte, als er aanwijzingen zijn van een meer intense lokale reactie
(zoals toename van erytheem, oedeem, papels, blaasjes) en als de symptomen niet significant
verbeteren binnen 48 uur na verwijdering van de pleister. In deze gevallen moet de behandeling
worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten die reacties op de aanbrengplaats krijgen die wijzen op allergische contactdermatitis voor
rivastigmine pleisters en die nog steeds behandeling met rivastigmine nodig hebben, dienen alleen
omgezet te worden op orale rivastigmine na negatieve allergietesten en onder streng medisch toezicht.
Het is mogelijk dat sommige patiënten die gesensibiliseerd geraakt zijn voor rivastigmine door
blootstelling aan rivastigmine pleisters niet in staat zijn om rivastigmine te gebruiken in welke vorm
dan ook.
Er zijn zeldzame postmarketingmeldingen van patiënten die allergische dermatitis (verspreid)
ervoeren bij toediening van rivastigmine, ongeacht de wijze van toediening (oraal, transdermaal). In
deze gevallen moet de behandeling worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten en verzorgers dienen dienovereenkomstig geïnstrueerd te worden.
Dosistitratie: bijwerkingen (b.v. hypertensie en hallucinaties bij patiënten met Alzheimer dementie en
verergering van extrapyramidale symptomen, in het bijzonder tremor, bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson) zijn waargenomen kort na dosisverhoging. Ze kunnen
reageren op een verlaging van de dosis. In andere gevallen werd Exelon stopgezet (zie rubriek 4.8).
Gastrointestinale stoornissen zoals misselijkheid, braken en diarree zijn dosisgerelateerd en kunnen
zich voordoen, in het bijzonder wanneer de behandeling wordt gestart en/of de dosis wordt verhoogd
(zie rubriek 4.8). Deze bijwerkingen komen vaker voor bij vrouwen. Patiënten die klachten of
symptomen vertonen van dehydratie als gevolg van langdurig braken of diarree, kunnen onder
controle worden gehouden door intraveneuze vloeistof toe te dienen en de dosis te verlagen of te
staken, wanneer dit direct opgemerkt en behandeld wordt. Dehydratie kan ernstige gevolgen hebben.
Patiënten met de ziekte van Alzheimer kunnen gewicht verliezen. Cholinesteraseremmers, waaronder
rivastigmine, worden in verband gebracht met gewichtsverlies bij deze patiënten. Het gewicht van de
patiënt dient tijdens de behandeling gecontroleerd te worden.
In geval van ernstig braken geassocieerd met de behandeling met rivastigmine, moet een geschikte
aanpassing van de dosering doorgevoerd worden zoals aanbevolen in rubriek 4.2. Enkele gevallen van
ernstig braken werden geassocieerd met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.8). Zulke gevallen leken
voornamelijk voor te komen na verhoging van de dosis of bij hogere doses rivastigmine.
Rivastigmine kan bradycardie veroorzaken dat een risicofactor is voor het optreden van torsade de
pointes, voornamelijk bij patiënten met risicofactoren. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met
een hoger risico op het ontwikkelen van torsade de pointes; bijvoorbeeld, degenen met
ongecompenseerd hartfalen, een recent myocardinfarct, bradyaritmieën, een predispositie voor
hypokaliëmie of hypomagnesiëmie of bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen waarvan het bekend
is dat ze QT-verlenging en/of torsade de pointes induceren (zie rubrieken 4.5 en 4.8).
Voorzichtigheid is geboden wanneer rivastigmine gebruikt wordt bij patiënten met sick sinus-
syndroom of met geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok, atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8).
Rivastigmine kan de maagzuursecretie verhogen. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van
patiënten met actieve maag- of duodenumzweren of patiënten die gepredisponeerd zijn voor dergelijke
aandoeningen.
Cholinesteraseremmers moeten met voorzichtigheid voorgeschreven worden aan patiënten met een
geschiedenis van astma of obstructieve longziekten.
Cholinerge stoffen kunnen urinewegobstructie en convulsies doen ontstaan of verergeren.
Voorzichtigheid wordt aanbevolen bij de behandeling van patiënten met een predispositie voor
dergelijke ziekten.
Het gebruik van rivastigmine door patiënten met ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer of
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, andere vormen van dementie of andere vormen van
geheugenfunctiestoornissen (bijvoorbeeld leeftijdgerelateerde cognitieve achteruitgang) zijn niet
onderzocht en gebruik bij deze patiëntenpopulaties wordt daarom niet aanbevolen.
Evenals bij andere cholinomimetica kan rivastigmine extrapyramidale symptomen verergeren of
induceren. Verslechtering (inclusief bradykinesie, dyskinesie, loopstoornis) en een toename in
incidentie of intensiteit van tremor is waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de
ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.8). Deze voorvallen hebben in enkele gevallen geleid tot het
beëindigen van de behandeling met rivastigmine (b.v. beëindiging als gevolg van tremor 1,7% met
rivastigmine ten opzichte van 0% met placebo). Klinisch toezicht wordt aanbevolen voor deze
bijwerkingen.
Speciale populaties
Patiënten met een klinisch significant gestoorde nier- of leverfunctie zouden meer bijwerkingen
kunnen ervaren (zie rubrieken 4.2 en 5.2). De doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig
de individuele verdraagbaarheid moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht. Exelon kan echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie
en nauwgezette controle is nodig.
Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg kunnen meer bijwerkingen ervaren en zullen
waarschijnlijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg van bijwerkingen.
Hulpstoffen met bekend effect
Eén van de bestanddelen van Exelon drank is natriumbenzoaat (E211). Benzoëzuur is mild irriterend
voor huid, ogen en slijmvliezen.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per ml, dat wil zeggen dat het in wezen
'natriumvrij' is.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Als cholinesteraseremmer kan rivastigmine de effecten van succinylcholine-achtige spierrelaxantia
tijdens de anesthesie versterken. Voorzichtigheid is geboden bij de keuze van anesthetica. Indien
nodig kunnen doseringsaanpassingen of tijdelijk staken van de behandeling worden overwogen.
Met het oog op de farmacodynamische effecten en mogelijke additieve effecten dient rivastigmine niet
gelijktijdig gegeven te worden met andere cholinomimetische middelen. Rivastigmine zou de activiteit
van anticholinerge geneesmiddelen (b.v. oxybutynine, tolterodine) kunnen beïnvloeden.
Additieve effecten die leiden tot bradycardie (wat kan resulteren in syncope) zijn gemeld bij
gelijktijdig gebruik van verschillende bètablokkers (waaronder atenolol) en rivastigmine. Het hoogste
risico is te verwachten met cardiovasculaire bètablokkers, maar er zijn ook meldingen geweest bij
patiënten die andere bètablokkers gebruikten. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van
rivastigmine in combinatie met bètablokkers en ook met andere middelen die bradycardie veroorzaken
(b.v. klasse III-antiaritmica, calciumkanaalantagonisten, digitalisglycosiden, pilocarpine).
Bradycardie is een risicofactor voor het optreden van torsade de pointes; daarom dient het combineren
van rivastigmine met geneesmiddelen die torsade de pointes induceren, zoals antipsychotica, d.w.z.
bepaalde fenothiazinen (chloorpromazine, levomepromazine), benzamiden (sulpiride, sultopride,
amisulpride, tiapride, veralipride), pimozide, haloperidol, droperidol, cisapride, citalopram, difemanil,
erytromycine IV, halofantrine, mizolastine, methadon, pentamidine en moxifloxacine, onder
zorgvuldig toezicht te gebeuren waarbij ook klinische monitoring (ECG) vereist kan zijn.
Er werd geen farmacokinetische interactie waargenomen tussen rivastigmine en digoxine, warfarine,
diazepam of fluoxetine in studies bij gezonde vrijwilligers. De verlenging van de protrombinetijd
geïnduceerd door warfarine wordt niet beïnvloed door de toediening van rivastigmine. Er werden geen
ongunstige effecten op de cardiale geleiding waargenomen na gelijktijdige toediening van digoxine en
rivastigmine.
Gezien het metabolisme van rivastigmine, zijn metabole interacties met andere geneesmiddelen niet
waarschijnlijk, hoewel rivastigmine het butyrylcholinesterase gemedieerde metabolisme van andere
middelen zou kunnen remmen.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bij drachtige dieren passeerde rivastigmine/metabolieten de placenta. Het is niet bekend of dit ook bij
mensen gebeurt. Er zijn geen klinische gegevens over gevallen van gebruik tijdens de zwangerschap
voorhanden. Bij peri-/postnatale studies bij ratten werd een verlengde drachttijd gezien. Rivastigmine
dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
Borstvoeding
Bij dieren wordt rivastigmine uitgescheiden in de melk. Het is niet bekend of rivastigmine bij de mens
wordt uitgescheiden in de moedermelk. Daarom mogen vrouwen die met rivastigmine worden
behandeld geen borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen nadelige effecten waargenomen op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij
ratten (zie rubriek 5.3). De effecten van rivastigmine op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet
bekend.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
De ziekte van Alzheimer kan een geleidelijke vermindering van de rijvaardigheid veroorzaken of het
vermogen om machines te gebruiken in gevaar brengen. Tevens kan rivastigmine duizeligheid en
slaperigheid induceren, voornamelijk bij de start van de behandeling of bij een dosisverhoging. Als
gevolg hiervan heeft rivastigmine geringe of matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Daarom dient de behandelende arts routinematig te evalueren of patiënten
met dementie bij gebruik van rivastigmine in staat zijn om auto te blijven rijden of ingewikkelde
machines te bedienen.
4.8 Bijwerkingen

Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn gastrointestinale bijwerkingen met inbegrip van
misselijkheid (38%) en braken (23%), met name tijdens titratie. Vrouwelijke patiënten in klinische
studies waren gevoeliger voor gastrointestinale bijwerkingen en gewichtsverlies dan mannelijke
patiënten.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen in Tabel 1 en Tabel 2 zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklassen volgens MedDRA
en frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd, gebruikmakend van de volgende afspraak: zeer vaak
(1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden
(<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De volgende bijwerkingen in Tabel 1 komen voort uit de behandeling met Exelon van patiënten met
dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Tabel 1

Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer zelden
Urineweginfecties
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak
Anorexie
Vaak
Verminderde eetlust
Niet bekend
Dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Nachtmerries
Vaak
Agitatie
Vaak
Verwarring
Vaak
Angst
Soms
Slapeloosheid
Soms
Depressie
Zeer zelden
Hallucinaties
Niet bekend
Agressie, rusteloosheid
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Duizeligheid
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Slaperigheid
Vaak
Tremor
Soms
Syncope
Zelden
Epileptische aanvallen
Zeer zelden
Extrapyramidale symptomen (inclusief verergering van
ziekte van Parkinson)
Hartaandoeningen
Zelden
Angina pectoris
Zeer zelden
Hartaritmieën (b.v. bradycardie, atrioventriculair blok,
atriumfibrilleren en tachycardie)
Niet bekend
Sick sinus syndroom
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden
Hypertensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Zeer vaak
Braken
Zeer vaak
Diarree
Vaak
Buikpijn en dyspepsie
Zelden
Maag- en darmulceraties
Zeer zelden
Gastrointestinale bloedingen
Zeer zelden
Pancreatitis
Niet bekend
Enkele gevallen van ernstig braken werden geassocieerd
met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.4)
Lever- en galaandoeningen
Soms
Verhoogde leverfunctietesten
Niet bekend
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Zelden
Huiduitslag
Niet bekend
Pruritus, allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Malaise
Soms
Vallen
Onderzoeken
Vaak
Gewichtsverlies
De volgende additionele bijwerkingen zijn waargenomen met Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik: delirium, koorts, verminderde eetlust, urine-incontinentie (vaak), psychomotorische
hyperactiviteit (soms), erytheem, urticaria, blaren, allergische dermatitis (niet bekend).

Tabel 2 geeft de bijwerkingen weer die gemeld zijn gedurende klinische studies die uitgevoerd zijn bij
patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, behandeld met Exelon capsules.
Tabel 2

Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Verminderde eetlust
Vaak
Dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Slapeloosheid
Vaak
Angst
Vaak
Rusteloosheid
Vaak
Hallucinatie, visueel
Vaak
Depressie
Niet bekend
Agressie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Tremor
Vaak
Duizeligheid
Vaak
Slaperigheid
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Ziekte van Parkinson (verergering)
Vaak
Bradykinesie
Vaak
Dyskinesie
Vaak
Hypokinesie
Vaak
Tandradfenomeen
Soms
Dystonie
Hartaandoeningen
Vaak
Bradycardie
Soms
Atriumfibrilleren
Soms
Atrioventriculair blok
Niet bekend
Sick sinus syndroom
Bloedvataandoeningen
Vaak
Hypertensie
Soms
Hypotensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Zeer vaak
Braken
Vaak
Diarree
Vaak
Buikpijn en dyspepsie
Vaak
Speekselhypersecretie
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Niet bekend
Allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak
Vallen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Loopstoornis
Vaak
Parkinsonloop
De volgende bijkomende bijwerking is waargenomen in een studie bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, die behandeld werden met Exelon pleisters voor
transdermaal gebruik: agitatie (vaak).

Tabel 3 vermeldt het aantal en percentage patiënten uit de specifieke klinische studie van 24 weken
uitgevoerd met Exelon bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson met
vooraf gedefinieerde bijwerkingen die een verergering van de parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen.
Tabel 3

Vooraf gedefinieerde bijwerkingen, die een
Exelon
Placebo
verergering van parkinsonsymptomen kunnen
n (%)
n (%)
weerspiegelen bij patiënten met dementie geassocieerd
met de ziekte van Parkinson
Totaal aantal patiënten bestudeerd
362 (100)
179 (100)
Totaal aantal patiënten met vooraf gedefinieerde
99 (27,3)
28 (15,6)
bijwerkingen
Tremor
37 (10,2)
7 (3,9)
Vallen
21 (5,8)
11 (6,1)
Ziekte van Parkinson (verergering)
12 (3,3)
2 (1,1)
Speekselhypersecretie
5 (1,4)
0
Dyskinesie
5 (1,4)
1 (0,6)
Parkinsonisme
8 (2,2)
1 (0,6)
Hypokinesie
1 (0,3)
0
Bewegingsstoornis
1 (0,3)
0
Bradykinesie
9 (2,5)
3 (1,7)
Dystonie
3 (0,8)
1 (0,6)
Loopstoornis
5 (1,4)
0
Spierstijfheid
1 (0,3)
0
Balansstoornis
3 (0,8)
2 (1,1)
Skeletspierstijfheid
3 (0,8)
0
Stijfheid
1 (0,3)
0
Motoriekstoornissen
1 (0,3)
0
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Symptomen
De meeste gevallen van onopzettelijke overdosering zijn niet geassocieerd met enige klinische tekenen
of symptomen en bijna alle betreffende patiënten zetten de behandeling met rivastigmine 24 uur na de
overdosering voort.
Cholinerge toxiciteit is gemeld met muscarine-achtige symptomen die waargenomen zijn bij matig
ernstige vergiftigingen, zoals miose, blozen, spijsverteringsstoornissen waaronder buikpijn,
misselijkheid, overgeven en diarree, bradycardie, bronchospasmen en toename van bronchiale
secreties, hyperhidrose en urine en/of fecale incontinentie, tranenvloed, hypotensie en
speekselhypersecretie.
In meer ernstige gevallen kunnen zich nicotine-achtige effecten ontwikkelen, zoals spierzwakte,
fasciculaties, toevallen en respiratoir arrest met een mogelijk fatale afloop.
Er zijn ook postmarketingmeldingen van duizeligheid, tremor, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hypertensie, hallucinaties en malaise.
Behandeling
Aangezien rivastigmine een plasmahalfwaardetijd heeft van ongeveer 1 uur en een
acetylcholinesterase-inhibitieduur heeft van ongeveer 9 uur, wordt aangeraden om in gevallen van
asymptomatische overdosering gedurende de volgende 24 uur geen verdere dosis van rivastigmine toe
te dienen. Bij een overdosering die gepaard gaat met ernstige misselijkheid en braken dient het
gebruik van anti-emetica overwogen te worden. Symptomatische behandeling van andere
bijwerkingen dient gegeven te worden indien dit noodzakelijk geacht wordt.
Bij een massale overdosering kan atropine gebruikt worden. Een initiële dosis van 0,03 mg/kg
intraveneus atropinesulfaat wordt aanbevolen, gevolgd door doses gebaseerd op de klinische respons.
Het gebruik van scopolamine als antidotum wordt niet aanbevolen.

5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psychoanaleptica, anticholinesterases, ATC-code: N06DA03
Rivastigmine is een acetyl- en butyrylcholinesteraseremmer van het carbamaat-type, waarvan wordt
verondersteld dat het de cholinerge neurotransmissie vergemakkelijkt door het vertragen van de
afbraak van acetylcholine, dat vrijkomt uit functioneel intacte cholinerge neuronen. Rivastigmine kan
daarom een verbeterend effect hebben op cholinerg-gemedieerde cognitieve gebreken bij dementie,
die geassocieerd worden met de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson.
Rivastigmine reageert met de doelenzymen door de vorming van een covalent gebonden complex,
waardoor de enzymen tijdelijk worden geïnactiveerd. Een orale dosis van 3 mg verlaagt bij gezonde
jonge mannen de acetylcholinesterase (AChE) activiteit in de liquor cerebrospinalis met circa 40%
binnen de eerste 1,5 uur na toediening. De activiteit van het enzym keert ongeveer 9 uur nadat het
maximaal remmend effect werd bereikt weer terug naar de basiswaarde. Bij patiënten met de ziekte
van Alzheimer is de remming van AChE door rivastigmine in de liquor cerebrospinalis dosis-
afhankelijk en dit tot de hoogst geteste dosis, zijnde 6 mg tweemaal daags. Remming van
butyrylcholinesterase activiteit in de liquor cerebrospinalis bij 14 Alzheimer patiënten behandeld met
rivastigmine was vergelijkbaar met die van AChE.
Klinische studies bij dementie bij de ziekte van Alzheimer
De werkzaamheid van rivastigmine is aangetoond door gebruik te maken van drie onafhankelijke
domeinspecifieke bepalingsmethoden die periodiek uitgevoerd werden gedurende de 6 maanden
durende behandelingsperioden. Deze bepalingsmethoden omvatten de ADAS-Cog (Alzheimer's
Disease Assessment Scale ­ Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie), de
CIBIC-Plus (Clinician's Interview Based Impression of Change-Plus, een uitgebreid globaal
onderzoek van de patiënt door de arts, daarbij rekening houdend met informatie die door de verzorger
wordt gegeven), en de PDS (Progressive Deterioration Scale, een door de verzorger vastgestelde
evaluatie van het vermogen van de patiënt om activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren,
waaronder persoonlijke hygiëne, eten, aankleden, huishoudelijke taken zoals boodschappen doen, de
mogelijkheid zichzelf te oriënteren ten opzichte van de omgeving alsmede de betrokkenheid bij
financiële zaken enz.).
De bestudeerde patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10­24.
De resultaten van twee studies met flexibele dosering van de drie belangrijke 26-weken durende
multicenter studies van patiënten met lichte tot matige ernstige vormen van de ziekte van Alzheimer,
die een klinisch relevante respons vertoonden, zijn samengevoegd en hieronder weergegeven in
Tabel 4. Klinisch relevante verbetering was in deze studies a priori gedefinieerd als minstens een
verbetering van 4 punten op de ADAS-Cog, een verbetering op de CIBIC-Plus, of minstens een
verbetering van 10% op de PDS.
Verder wordt in dezelfde tabel een post-hoc definitie gegeven voor respons. De secundaire definitie
van respons vereiste een verbetering van 4 punten of meer op de ADAS-Cog, geen verslechtering op
de CIBIC-Plus, en geen verslechtering op de PDS. De gemiddelde werkelijke dagelijkse dosering voor
de patiënten die reageerden in de 6­12 mg groep, overeenkomend met deze definitie, was 9,3 mg. Het
is belangrijk op te merken dat de schalen die gebruikt zijn bij deze indicatie variëren en dat directe
vergelijkingen van de resultaten met andere therapeutische middelen niet opgaan.
Tabel 4


Patiënten met een significante klinische respons (%)

ITT
LOCF
Mate van respons
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo

6­
12 mg

6­
12 mg


N=473
N=472
N=379
N=444
ADAS-Cog: verbetering met
21***
12
25***
12
minstens 4 punten


CIBIC-Plus: verbetering
29***
18
32***
19
PDS: verbetering met minstens
26***
17
30***
18
10%

Minstens 4 punten verbetering op
10*
6
12**
6
de ADAS-Cog en geen

verslechtering op de CIBIC-Plus
en PDS
*p<0,05, **p<0,01, ***p<0,001
ITT: Intent-To-Treat; LOCF: Last Observation Carried Forward

Klinische studies bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson
De werkzaamheid van rivastigmine bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson is
aangetoond in een 24-weken durende, multicenter, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde hoofdstudie
en de daarop volgende 24-weken durende, open-label extensiefase. De in deze studie geïncludeerde
patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10­24. Werkzaamheid is
aangetoond door gebruik te maken van twee onafhankelijke schalen, die werden geanalyseerd op vaste
intervallen gedurende de 6-maanden durende behandelingsperiode, zoals weergegeven in Tabel 5
hieronder: de ADAS-Cog, een maat voor cognitie en de allesomvattende maatstaf ADCS-CGIC
(Alzheimer's Disease Cooperative Study-Clinician's Global Impression of Change).
Tabel 5

Dementie geassocieerd
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADCS-CGIC ADCS-CGIC
met de ziekte van
Exelon
Placebo
Exelon
Placebo
Parkinson


ITT + RDO populatie
(n=329)
(n=161)
(n=329)
(n=165)


Gemiddelde basislijn ± SD 23,8 ± 10.2
24,3 ± 10,5
n.v.t.
n.v.t.
Gemiddelde verandering
2,1 ± 8,2
-0,7 ± 7,5
3,8 ± 1,4
4,3 ± 1,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast

behandelingsverschil
2,881
n.v.t.
p-waarde t.o.v. placebo
<0,0011
0,0072



ITT - LOCF populatie
(n=287)
(n=154)
(n=289)
(n=158)


Gemiddelde basislijn ± SD 24,0 ± 10,3
24,5 ± 10,6
n.v.t.
n.v.t.
Gemiddelde verandering
2,5 ± 8,4
-0,8 ± 7,5
3,7 ± 1,4
4,3 ± 1,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast

behandelingsverschil
3,541
n.v.t.
p-waarde t.o.v. placebo
<0,0011
<0,0012


1 Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en basislijn ADAS-Cog als
covariante. Een positieve verandering wijst op verbetering.
2 Gemakshalve worden gemiddelde data getoond, categoriale analyse uitgevoerd met de van Elteren
test
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs; LOCF: Last Observation Carried Forward
Alhoewel een behandelingseffect is aangetoond in de gehele studiepopulatie, suggereren de gegevens
een groter behandelingseffect ten opzichte van placebo in de subgroep van patiënten met matige
dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson. Evenzo werd er een groter behandelingseffect
waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie Tabel 6).
Tabel 6

Dementie geassocieerd
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADAS-Cog
met de ziekte van
Exelon
Placebo
Exelon
Placebo
Parkinson



Patiënten met visuele
Patiënten zonder visuele
hallucinaties
hallucinaties



ITT + RDO populatie
(n=107)
(n=60)
(n=220)
(n=101)


Gemiddelde basislijn ± SD 25,4 ± 9,9
27,4 ± 10,4
23,1 ± 10,4
22,5 ± 10,1
Gemiddelde verandering
1,0 ± 9,2
-2,1 ± 8,3
2,6 ± 7,6
0,1 ± 6,9
bij 24 weken ± SD
Aangepast

behandelingsverschil
4,271
2,091
p-waarde t.o.v. placebo
0,0021
0,0151

Patiënten met matige
Patiënten met lichte
dementie (MMSE 10-17)
dementie (MMSE 18-24)



ITT + RDO populatie
(n=87)
(n=44)
(n=237)
(n=115)


Gemiddelde basislijn ± SD 32,6 ± 10,4
33,7 ± 10,3
20,6 ± 7,9
20,7 ± 7,9
Gemiddelde verandering
2,6 ± 9,4
-1,8 ± 7,2
1,9 ± 7,7
-0,2 ± 7,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast

behandelingsverschil
4,731
2,141
p-waarde t.o.v. placebo
0,0021
0,0101


1 Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en basislijn ADAS-Cog als
covariante. Een positieve verandering wijst op verbetering.
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Exelon in alle subgroepen van pediatrische patiënten
voor de behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer en van dementie bij patiënten met de
idiopatische ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Absorptie
Rivastigmine wordt snel en volledig geabsorbeerd. Maximale plasmaconcentraties worden binnen
ongeveer 1 uur bereikt. Als gevolg van de interactie van rivastigmine met het doelenzym is de
toename in de biologische beschikbaarheid circa 1,5 maal hoger dan verwacht wordt op basis van de
toename in de dosis. De absolute biologische beschikbaarheid na een dosis van 3 mg bedraagt circa
36%±13%. Toediening van rivastigmine-drank met voedsel vertraagt de absorptie (tmax) met 74 min en
verlaagt de Cmax met 43% en doet de AUC toenemen met ongeveer 9%.
Distributie
Eiwitbinding van rivastigmine is ongeveer 40%. Het gaat gemakkelijk door de bloed-hersenbarrière en
heeft een schijnbaar verdelingsvolume variërend van 1,8­2,7 l/kg.
Biotransformatie
Rivastigmine wordt snel en uitgebreid gemetaboliseerd (halfwaardetijd in plasma circa 1 uur),
voornamelijk via cholinesterasegemedieerde hydrolyse tot de gedecarbamylateerde metaboliet. In
vitro
vertoont deze metaboliet een minimale remming van acetylcholinesterase (<10%).
Gebaseerd op in-vitro-studies wordt er geen farmacokinetische interactie verwacht met
geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door de volgende cytochroom isoenzymen: CYP1A2,
CYP2D6, CYP3A4/5, CYP2E1, CYP2C9, CYP2C8, CYP2C19, of CYP2B6. Gebaseerd op het bewijs
van dierexperimentele studies zijn de belangrijkste cytochroom P450 isoenzymen minimaal betrokken
bij de metabolisatie van rivastigmine. De totale plasmaklaring van rivastigmine was ongeveer
130 l/uur na een intraveneuze dosis van 0,2 mg en verminderde tot 70 l/uur na een intraveneuze dosis
van 2,7 mg.
Eliminatie
Onveranderd rivastigmine wordt niet in de urine aangetroffen; renale excretie van de metabolieten is
de belangrijkste eliminatieroute. Na toediening van C14-rivastigmine, was de renale eliminatie snel en
vrijwel volledig (>90%) binnen 24 uur. Minder dan 1% van de toegediende dosis wordt in de faeces
uitgescheiden. Er vindt geen accumulatie van rivastigmine of van de gedecarbamylateerde metaboliet
plaats bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.
Een analyse van de populatiefarmacokinetiek liet zien dat het gebruik van nicotine leidt tot een stijging
van de orale klaring van rivastigmine met 23% bij patiënten met de ziekte van Alzheimer (n=75 rokers
en 549 niet-rokers) na inname van rivastigmine capsules bij doseringen tot 12 mg/dag.
Speciale populaties
Ouderen
Hoewel de biologische beschikbaarheid van rivastigmine hoger is bij ouderen dan bij jonge gezonde
vrijwilligers, lieten studies bij patiënten met de ziekte van Alzheimer in leeftijd variërend van 50 tot
92 jaar geen verschil zien in de biologische beschikbaarheid met het vorderen van de leeftijd.
Leverinsufficiëntie
De Cmax van rivastigmine was ongeveer 60% hoger en de AUC van rivastigmine was meer dan
tweemaal zo hoog bij personen met lichte tot matige leverinsufficiëntie dan bij gezonde personen.
Nierinsufficiëntie
Cmax en AUC van rivastigmine waren meer dan tweemaal zo hoog bij personen met matige
nierinsufficiëntie vergeleken met gezonde personen; er waren echter geen veranderingen in Cmax en
AUC van rivastigmine gevonden bij personen met een ernstige nierinsufficiëntie.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies met betrekking tot de toxiciteit na herhaalde doses bij ratten, muizen en honden leverden
alleen effecten op geassocieerd met een versterkte farmacologische actie. Er werd geen toxiciteit in het
doelorgaan waargenomen. Door de gevoeligheid van de gebruikte diermodellen konden er geen
veiligheidsgrenzen voor blootstelling bij de mens worden bereikt.
Rivastigmine was niet mutageen in een standaardreeks van in-vitro- en in-vivo-testen, behalve in een
onderzoek naar chromosomale afwijkingen in humane perifere lymfocyten bij een dosis van 104 maal
de maximale klinische blootstelling. De in vivo micronucleus test was negatief. Tevens toonde de
belangrijkste metaboliet NAP226-90 geen genotoxisch potentieel.
Er zijn geen aanwijzingen van carcinogeniteit gevonden in studies bij muizen en ratten met de
maximale tolereerbare dosis, hoewel de blootstelling aan rivastigmine en de metabolieten lager was
dan de humane blootstelling. Wanneer deze in overeenstemming gebracht werd met het
lichaamsoppervlak was de blootstelling aan rivastigmine en zijn metabolieten ongeveer gelijk aan de
maximale aanbevolen dosis bij de mens van 12 mg/dag; wanneer men dit echter vergelijkt met de
maximale dosis bij de mens, werd ongeveer het zesvoudige bereikt in dieren.
Bij dieren passeert rivastigmine de placenta en wordt het uitgescheiden in de melk. Orale studies bij
zwangere ratten en konijnen gaven geen aanwijzing van een teratogeen potentieel van rivastigmine. In
orale studies met mannelijke en vrouwelijke ratten zijn geen nadelige effecten waargenomen van
rivastigmine op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij ofwel de oudergeneratie ofwel
de nakomelingen.
Een mogelijkheid op lichte oog-/mucosale irritatie werd aangetoond in een studie met konijnen.

6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Natriumbenzoaat (E211)
Citroenzuur
Natriumcitraat
Geel quinoline WS (E104)
Gezuiverd water
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
Exelon drank moet worden gebruikt binnen 1 maand na openen van de fles.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C. Niet in de koelkast of de vriezer bewaren.
Rechtop staand bewaren.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Type III amberkleurige glazen fles met een kindveilige sluiting, verzonken buis en zelf richtende stop.
50 ml of 120 ml fles. De drank is verpakt met een orale doseerspuit in een buisvormige plastic houder.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
De voorgeschreven hoeveelheid vloeistof dient met behulp van de bijgeleverde orale doseerspuit uit de
fles te worden genomen.

7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/013
EU/1/98/066/018

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 12 mei 1998
Datum van laatste verlenging: 20 mei 2008

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik geeft 4,6 mg rivastigmine per 24 uur af. Elke pleister voor
transdermaal gebruik van 5 cm2 bevat 9 mg rivastigmine.
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik geeft 9,5 mg rivastigmine per 24 uur af. Elke pleister voor
transdermaal gebruik van 10 cm2 bevat 18 mg rivastigmine.
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik geeft 13,3 mg rivastigmine per 24 uur af. Elke pleister voor
transdermaal gebruik van 15 cm2 bevat 27 mg rivastigmine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Pleister voor transdermaal gebruik
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik is een dunne pleister voor transdermaal gebruik van het
matrixtype bestaande uit drie lagen. De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk
'Exelon', '4.6 mg/24 h' en 'AMCX'.
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik is een dunne pleister voor transdermaal gebruik van het
matrixtype bestaande uit drie lagen. De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk
'Exelon', '9.5 mg/24 h' en 'BHDI'.
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister voor transdermaal gebruik is een dunne pleister voor transdermaal gebruik van het
matrixtype bestaande uit drie lagen. De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk
'Exelon', '13.3 mg/24 h' en 'CNFU'.



4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer.
4.2 Dosering en wijze van toediening
De start van en het toezicht op de behandeling dient te geschieden door een arts met ervaring in de
diagnose en behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer. De diagnose dient gesteld te
worden aan de hand van de huidige richtlijnen. Overeenkomstig iedere behandeling die wordt
geïnitieerd bij patiënten met dementie, mag de behandeling met rivastigmine slechts gestart worden
als er een verzorger beschikbaar is om regelmatig het geneesmiddel aan te brengen en de behandeling
te bewaken.
Dosering
Pleisters voor
Rivastigmine in vivo afgifte
transdermaal
per 24 u
gebruik
Exelon 4,6 mg/24 u
4,6 mg
Exelon 9,5 mg/24 u
9,5 mg
Exelon 13,3 mg/24 u
13,3 mg
Startdosis
De behandeling wordt gestart met 4,6 mg/24 u.
Onderhoudsdosis
Na minimaal vier weken behandeling en indien goed verdragen volgens de behandelend arts, dient de
dosis van 4,6 mg/24 u verhoogd te worden naar 9,5 mg/24 u. Dit is de aanbevolen dagelijkse
werkzame dosering, welke voortgezet dient te worden zolang de patiënt therapeutisch voordeel blijft
vertonen.
Dosisescalatie
9,5 mg/24 u is de aanbevolen dagelijkse werkzame dosering, welke voortgezet dient te worden, zolang
de patiënt therapeutisch voordeel blijft vertonen. Indien de dosering van 9,5 mg/24 u goed verdragen
wordt en alleen na een minimale behandelingsduur van zes maanden, kan de behandelend arts
overwegen om de dosis te verhogen naar 13,3 mg/24 u bij patiënten die een betekenisvolle cognitieve
(bijv. een afname van de MMSE-score) en/of functionele (gebaseerd op de beoordeling van de arts)
verslechtering hebben laten zien terwijl ze behandeld werden met de aanbevolen dagelijkse werkzame
dosering van 9,5 mg/24 u (zie rubriek 5.1).
Het klinische voordeel van rivastigmine dient regelmatig opnieuw beoordeeld te worden. Indien er
geen bewijs meer is van een therapeutisch effect bij de optimale dosering, dient het stopzetten van de
behandeling eveneens overwogen te worden.
Indien zich gastrointestinale bijwerkingen voordoen, dient de behandeling tijdelijk gestaakt te worden,
totdat deze bijwerkingen zijn verdwenen. Als de behandeling met niet meer dan drie dagen
onderbroken is, kan de behandeling met een pleister voor transdermaal gebruik van dezelfde dosis
worden voortgezet. Anders dient behandeling opnieuw te worden gestart met 4,6 mg/24 u en opnieuw
te worden getitreerd.


Omschakelen van capsules of orale oplossing naar pleisters voor transdermaal gebruik
Gebaseerd op een vergelijkbare blootstelling tussen orale en transdermale rivastigmine (zie rubriek
5.2) kunnen patiënten, die worden behandeld met Exelon capsules of orale oplossing, als volgt worden
omgezet naar Exelon pleisters voor transdermaal gebruik:
Een patiënt op een dosis van 3 mg/dag orale rivastigmine kan worden omgezet naar 4,6 mg/24 u
pleisters voor transdermaal gebruik.
Een patiënt op een dosis van 6 mg/dag orale rivastigmine kan worden omgezet naar 4,6 mg/24 u
pleisters voor transdermaal gebruik.
Een patiënt op een stabiele en goed getolereerde dosis van 9 mg/dag orale rivastigmine kan
worden omgezet naar 9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik. Als de orale dosis van
9 mg/dag niet stabiel is en goed getolereerd wordt, wordt een omzetting naar 4,6 mg/24 u
pleisters voor transdermaal gebruik aanbevolen.
Een patiënt op een dosis van 12 mg/dag orale rivastigmine kan worden omgezet naar
9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik.
Na omzetting naar 4,6 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik, dient de dosis van 4,6 mg/24 u, op
voorwaarde dat deze goed verdragen wordt na een minimale behandelingsduur van 4 weken, te
worden verhoogd naar 9,5 mg/24 u, wat de aanbevolen werkzame dosering is.
Het wordt aanbevolen om de eerste pleister voor transdermaal gebruik aan te brengen op de dag nadat
de laatste orale dosis is ingenomen.
Speciale populaties

Pediatrische patiënten: er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten
voor de behandeling van de ziekte van Alzheimer.
Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg: extra voorzichtigheid is geboden bij het
titreren van patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg tot boven de aanbevolen
werkzame dosering van 9,5 mg/24 u (zie rubriek 4.4). Deze patiënten kunnen meer
bijwerkingen ervaren en zijn mogelijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg
van bijwerkingen.
Gestoorde leverfunctie: Gezien de toegenomen blootstelling bij een licht tot matig gestoorde
leverfunctie zoals waargenomen bij de orale toedieningsvorm, dienen de
doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig de individuele verdraagbaarheid
nauwgezet te worden opgevolgd. Patiënten met een klinisch significant gestoorde leverfunctie
kunnen meer dosisafhankelijke bijwerkingen ervaren. Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie
zijn niet onderzocht. Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij het titreren bij deze patiënten
(zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Gestoorde nierfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een gestoorde
nierfunctie (zie rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Pleisters voor transdermaal gebruik dienen eenmaal daags aangebracht te worden op een schone,
droge, haarloze, intacte gezonde huid op de onder- of bovenrug, bovenarm of borst, op een plek
waarlangs geen nauwsluitende kleding wrijft. Het wordt niet aanbevolen de pleister voor transdermaal
gebruik aan te brengen op de dij of de buik in verband met een verminderde biologische
beschikbaarheid van rivastigmine, die is waargenomen wanneer de pleister voor transdermaal gebruik
wordt aangebracht op deze plaatsen op het lichaam.
De pleister voor transdermaal gebruik dient niet aangebracht te worden op een rode, geïrriteerde of
verwonde huid. Het opnieuw aanbrengen van een pleister op precies dezelfde plaats op de huid binnen
14 dagen dient vermeden te worden om het mogelijke risico op huidirritatie te voorkomen.


Patiënten en verzorgers dienen belangrijke aanbrenginstructies te krijgen:

De pleister van de vorige dag dient iedere dag voor het aanbrengen van een nieuwe pleister
verwijderd te worden (zie rubriek 4.9).
De pleister dient na 24 uur vervangen te worden door een nieuwe. Er mag slechts één pleister
tegelijkertijd gedragen worden (zie rubriek 4.9).
De pleister dient gedurende ten minste 30 seconden stevig aangedrukt te worden met de
handpalm totdat de randen goed vastplakken.
Als de pleister loslaat, dient een nieuwe aangebracht te worden voor de rest van de dag. De
nieuwe pleister dient de volgende dag op de normale tijd vervangen te worden.
De pleister kan in alledaagse situaties gebruikt worden, ook tijdens het baden en bij warm weer.
De pleister mag niet voor langere periodes blootgesteld worden aan externe warmtebronnen
(bijv. overmatig zonlicht, sauna, zonnebank).
De pleister mag niet in stukken worden geknipt.

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof rivastigmine, voor andere carbamaatderivaten of voor een
van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Eerdere geschiedenis van reacties op de aanbrengplaats die wijzen op allergische contactdermatitis bij
rivastigmine pleisters (zie rubriek 4.4).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
De incidentie en ernst van bijwerkingen nemen in het algemeen toe met hogere doseringen,
voornamelijk bij dosiswijzigingen. Wanneer de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken,
dient deze opnieuw te worden gestart met 4,6 mg/24 u.
Overdosering als gevolg van misbruik van het geneesmiddel en doseringsfouten
Misbruik van het geneesmiddel en doseringsfouten met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik
hebben ernstige bijwerkingen tot gevolg gehad; in sommige gevallen was hiervoor ziekenhuisopname
nodig en in zeldzame gevallen had dit de dood tot gevolg (zie rubriek 4.9). De meeste gevallen van
misbruik van het geneesmiddel en doseringsfouten hadden te maken met het niet verwijderen van de
oude pleister bij het aanbrengen van een nieuwe, en het gebruik van meerdere pleisters tegelijkertijd.
Patiënten en hun verzorgers dienen belangrijke aanbrenginstructies te krijgen voor Exelon pleisters voor
transdermaal gebruik (zie rubriek 4.2).
Gastro-intestinale aandoeningen
Gastrointestinale aandoeningen, zoals misselijkheid, braken en diarree zijn dosisgerelateerd en kunnen
zich voordoen wanneer de behandeling wordt gestart en/of de dosis wordt verhoogd (zie rubriek 4.8).
Deze bijwerkingen komen vaker voor bij vrouwen. Patiënten die klachten of symptomen vertonen van
dehydratie als gevolg van langdurig braken of diarree, kunnen onder controle worden gehouden door
intraveneuze vloeistof toe te dienen en de dosis te verlagen of te staken, wanneer dit direct opgemerkt
en behandeld wordt. Dehydratie kan ernstige gevolgen hebben.
Gewichtsverlies
Patiënten met de ziekte van Alzheimer kunnen gewicht verliezen tijdens gebruik van
cholinesteraseremmers, waaronder rivastigmine. Het gewicht van de patiënt dient tijdens de
behandeling met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik gecontroleerd te worden.
Bradycardie
Rivastigmine kan bradycardie veroorzaken dat een risicofactor is voor het optreden van torsade de
pointes, voornamelijk bij patiënten met risicofactoren. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met
een hoger risico op het ontwikkelen van torsade de pointes; bijvoorbeeld, degenen met
ongecompenseerd hartfalen, een recent myocardinfarct, bradyaritmieën, een predispositie voor
hypokaliëmie of hypomagnesiëmie of bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen waarvan het bekend
is dat ze QT-verlenging en/of torsade de pointes induceren (zie rubrieken 4.5 en 4.8).
Andere bijwerkingen
Voorzichtigheid is geboden wanneer Exelon pleisters voor transdermaal gebruik worden
voorgeschreven:
aan patiënten met sick sinus-syndroom of geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok,
atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8);
aan patiënten met actieve maag- of duodenumzweren of patiënten die gepredisponeerd zijn voor
deze aandoeningen, omdat rivastigmine de maagzuursecretie kan verhogen (zie rubriek 4.8);
aan patiënten met een predispositie voor urinewegobstructie en convulsies, omdat
cholinomimetica deze aandoeningen kunnen opwekken of verergeren;
aan patiënten met een voorgeschiedenis van astma of obstructieve longziekte.
Huidreacties op de aanbrengplaats
Huidreacties op de aanbrengplaats kunnen voorkomen met rivastigmine pleisters en zijn meestal van
lichte tot matige intensiteit. Patiënten en verzorgers dienen dienovereenkomstig geïnstrueerd te
worden.
Deze reacties zijn op zichzelf niet een indicatie van sensibilisering. Echter, het gebruik van
rivastigmine pleisters kan leiden tot allergische contactdermatitis.
Allergische contactdermatitis moet worden vermoed indien reacties op de aanbrengplaats zich
verspreiden buiten de pleistergrootte, als er aanwijzingen zijn van een meer intense lokale reactie
(zoals toename van erytheem, oedeem, papels, blaasjes) en als de symptomen niet significant
verbeteren binnen 48 uur na de verwijdering van de pleister. In deze gevallen moet de behandeling
worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten die reacties op de aanbrengplaats krijgen die wijzen op allergische contactdermatitis voor
rivastigmine pleisters en die nog steeds behandeling met rivastigmine nodig hebben dienen alleen
omgezet te worden op orale rivastigmine na negatieve allergietesten en onder streng medisch toezicht.
Het is mogelijk dat sommige patiënten die gesensibiliseerd geraakt zijn voor rivastigmine door
blootstelling aan rivastigmine pleisters niet in staat zijn om rivastigmine te gebruiken in welke vorm
dan ook.
Er zijn zeldzame postmarketingmeldingen van patiënten die allergische dermatitis (verspreid)
ervoeren bij toediening van rivastigmine, ongeacht de wijze van toediening (oraal, transdermaal). In
deze gevallen moet de behandeling worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Andere waarschuwingen en voorzorgen
Rivastigmine kan extrapyramidale symptomen verergeren of opwekken.
Contact met de ogen moet worden vermeden na aanraking van Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik (zie rubriek 5.3). Na het verwijderen van de pleister moeten de handen met water en zeep
gewassen worden. In geval van contact met de ogen of als de ogen rood worden na het hanteren van
de pleister, onmiddellijk met overvloedig water spoelen en een arts raadplegen als de symptomen niet
verdwijnen.
Speciale populaties

Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg kunnen meer bijwerkingen ervaren en zullen
waarschijnlijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg van bijwerkingen (zie
rubriek 4.2). Titreer deze patiënten voorzichtig en controleer hen op bijwerkingen (bijv. hevige
misselijkheid of overvloedig braken) en overweeg om de onderhoudsdosering te verlagen tot de
4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik als er bijwerkingen optreden.
Gestoorde leverfunctie: patiënten met een klinisch significante gestoorde leverfunctie kunnen
meer bijwerkingen ervaren. De doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig de
individuele verdraagbaarheid moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht. Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij het titreren
bij deze patiënten (zie rubrieken 4.2 en 5.2).

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen specifiek onderzoek naar interacties uitgevoerd met Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik.
Als cholinesteraseremmer kan rivastigmine de effecten van succinylcholine-achtige spierrelaxantia
tijdens de anesthesie versterken. Voorzichtigheid is geboden bij de keuze van anesthetica. Indien
nodig kunnen doseringsaanpassingen of tijdelijk staken van de behandeling worden overwogen.
Met het oog op de farmacodynamische effecten en mogelijke additieve effecten dient rivastigmine niet
gelijktijdig gegeven te worden met andere cholinomimetische middelen. Rivastigmine zou de activiteit
van anticholinerge geneesmiddelen (b.v. oxybutynine, tolterodine) kunnen beïnvloeden.
Additieve effecten die leiden tot bradycardie (wat kan resulteren in syncope) zijn gemeld bij
gelijktijdig gebruik van verschillende bètablokkers (waaronder atenolol) en rivastigmine. Het hoogste
risico is te verwachten met cardiovasculaire bètablokkers, maar er zijn ook meldingen geweest bij
patiënten die andere bètablokkers gebruikten. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van
rivastigmine in combinatie met bètablokkers en ook met andere middelen die bradycardie veroorzaken
(b.v. klasse III-antiaritmica, calciumkanaalantagonisten, digitalisglycosiden, pilocarpine).
Bradycardie is een risicofactor voor het optreden van torsade de pointes; daarom dient het combineren
van rivastigmine met geneesmiddelen die torsade de pointes induceren, zoals antipsychotica, d.w.z.
bepaalde fenothiazinen (chloorpromazine, levomepromazine), benzamiden (sulpiride, sultopride,
amisulpride, tiapride, veralipride), pimozide, haloperidol, droperidol, cisapride, citalopram, difemanil,
erytromycine IV, halofantrine, mizolastine, methadon, pentamidine en moxifloxacine, onder
zorgvuldig toezicht te gebeuren waarbij ook klinische monitoring (ECG) vereist kan zijn.
Er werd geen farmacokinetische interactie waargenomen tussen oraal rivastigmine en digoxine,
warfarine, diazepam of fluoxetine in studies met gezonde vrijwilligers. De verlenging van de
protrombinetijd geïnduceerd door warfarine wordt niet beïnvloed door de toediening van rivastigmine.
Er werden geen ongunstige effecten op de cardiale geleiding waargenomen na gelijktijdige toediening
van digoxine en oraal rivastigmine.
Gelijktijdige toediening van rivastigmine met vaak voorgeschreven geneesmiddelen, zoals antacida,
anti-emetica, antidiabetica, centraalwerkende antihypertensiva, calciumkanaalblokkers, inotrope
middelen, anti-angineuze middelen, niet-steroïde anti-inflammatoire middelen, oestrogenen,
analgetica, benzodiazepines en antihistaminica, werd niet in verband gebracht met een verandering in
de kinetiek van rivastigmine of een verhoogd risico op klinisch relevante bijwerkingen.
Gezien het metabolisme van rivastigmine, zijn metabole interacties met andere geneesmiddelen niet
waarschijnlijk, hoewel rivastigmine het butyrylcholinesterase gemedieerde metabolisme van andere
middelen zou kunnen remmen.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bij drachtige dieren passeerde rivastigmine/metabolieten de placenta. Het is niet bekend of dit ook bij
mensen gebeurt. Er zijn geen klinische gegevens over gevallen van gebruik tijdens de zwangerschap
voorhanden. Bij peri-/postnatale studies bij ratten werd een verlengde drachttijd gezien. Rivastigmine
mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
Borstvoeding
Bij dieren wordt rivastigmine uitgescheiden in de melk. Het is niet bekend of rivastigmine bij de mens
wordt uitgescheiden in de moedermelk. Daarom mogen vrouwen die met rivastigmine worden
behandeld geen borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen nadelige effecten waargenomen op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij
ratten (zie rubriek 5.3). De effecten van rivastigmine op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet
bekend.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
De ziekte van Alzheimer kan een geleidelijke vermindering van de rijvaardigheid veroorzaken of het
vermogen om machines te gebruiken in gevaar brengen. Tevens kan rivastigmine syncope en delirium
induceren. Als gevolg hiervan heeft rivastigmine geringe of matige invloed op de rijvaardigheid en op
het vermogen om machines te bedienen. Daarom dient de behandelende arts routinematig te evalueren
of patiënten met dementie, die behandeld worden met rivastigmine in staat zijn om auto te blijven
rijden of ingewikkelde machines te bedienen.
4.8 Bijwerkingen

Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Huidreacties op de aanbrengplaats (meestal milde tot matige erytheem op de aanbrengplaats) zijn de
meest voorkomende bijwerkingen van het gebruik van Exelon pleisters voor transdermaal gebruik. De
daarna meest voorkomende bijwerkingen zijn gastro-intestinale bijwerkingen, waaronder
misselijkheid en braken.
Bijwerkingen in Tabel 1 zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklassen volgens MedDRA en
frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd, gebruikmakend van de volgende afspraak: zeer vaak
(1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden
(<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Tabel 1 toont de bijwerkingen die gemeld zijn bij 1.670 patiënten met dementie bij de ziekte van
Alzheimer die werden behandeld in gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo- en actief-gecontroleerde
klinische studies met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik, met een duur van 24-48 weken en in
post-marketinggegevens.
Tabel 1

Infecties en parasitaire aandoeningen

Vaak
Urineweginfectie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen

Vaak
Anorexia, verminderde eetlust
Soms
Dehydratie
Psychische stoornissen

Vaak
Angst, depressie, delirium, agitatie
Soms
Agressie
Niet bekend
Hallucinaties, rusteloosheid, nachtmerries
Zenuwstelselaandoeningen

Vaak
Hoofdpijn, syncope, duizeligheid
Soms
Psychomotorische hyperactiviteit
Zeer zelden
Extrapyramidale symptomen
Niet bekend
Verergering van de ziekte van Parkinson, epileptische aanval, tremor,
slaperigheid
Hartaandoeningen

Soms
Bradycardie
Niet bekend
Atrioventriculair blok, atriumfibrilleren, tachycardie, sick sinus
syndroom
Bloedvataandoeningen

Niet bekend
Hypertensie
Maagdarmstelselaandoeningen

Vaak
Misselijkheid, braken, diarree, dyspepsia, buikpijn
Soms
Maagzweer
Niet bekend
Pancreatitis
Lever- en galaandoeningen

Niet bekend
Hepatitis, verhoogde leverfunctietesten
Huid- en onderhuidaandoeningen

Vaak
Huiduitslag
Niet bekend
Pruritus, erytheem, urticaria, blaren, allergische dermatitis (verspreid)
Nier- en urinewegaandoeningen

Vaak
Urine-incontinentie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen

Vaak
Huidreacties op de plaats van toediening (bijvoorbeeld erytheem*,
pruritus*, oedeem*, dermatitis, irritatie op de aanbrengplaats),
asthenische condities (bijvoorbeeld vermoeidheid, asthenie), koorts,
gewichtsverlies
Zelden
Vallen
*In een 24 weken durende gecontroleerde studie met Japanse patiënten werden erytheem, oedeem en
pruritis op de aanbrengplaats met frequentie 'zeer vaak' gemeld.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Wanneer doseringen hoger dan 13,3 mg/24 u werden gebruikt in bovengenoemde placebo-
gecontroleerde studie, werden slapeloosheid en hartfalen frequenter waargenomen dan met
13,3 mg/24 u of placebo, wat een dosis-effect relatie suggereert. Met 13,3 mg/24 u pleisters voor
transdermaal gebruik deden deze voorvallen zich echter niet met een hogere frequentie voor dan met
placebo.
De volgende bijwerkingen zijn alleen waargenomen met Exelon capsules en orale oplossing en niet in
klinische studies met pleisters voor transdermaal gebruik: malaise, verwarring, toegenomen
transpiratie (vaak); duodenumulceraties, angina pectoris (zelden); gastro-intestinale bloeding (zeer
zelden); en enkele gevallen van ernstig braken werden geassocieerd met oesofagusruptuur (niet
bekend).
Huidirritatie
In dubbelblinde gecontroleerde klinische studies waren reacties op de toedieningsplaats meestal licht
tot matig van ernst. De incidentie van huidreacties op de plaats van toediening die leidden tot het
stopzetten van de behandeling was 2,3% bij patiënten die met Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik behandeld werden. De incidentie van huidreacties op de plaats van toediening die leidden tot
het stopzetten van de behandeling was hoger in de Aziatische populatie, met 4,9% en 8,4% bij
respectievelijk de Chinese en de Japanse populatie.
In twee dubbelblinde placebogecontroleerde klinische studies met een duur van 24 weken werden bij
ieder bezoek huidreacties beoordeeld gebruikmakend van een huidirritatie-classificatieschaal.
Wanneer een huidirritatie was waargenomen bij patiënten die behandeld werden met Exelon pleisters
voor transdermaal gebruik was deze meestal gering of licht van ernst. Het werd geclassificeerd als
ernstig bij 2,2% van de patiënten in deze studies en in 3,7% van de patiënten die behandeld werden
met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik in een Japanse studie.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Symptomen
De meeste gevallen van onopzettelijke overdosering met oraal rivastigmine zijn niet geassocieerd met
enige klinische tekenen of symptomen en bijna alle betreffende patiënten zetten de behandeling met
rivastigmine 24 uur na de overdosering voort.
Cholinerge toxiciteit is gemeld met muscarine-achtige symptomen die waargenomen zijn bij matig
ernstige vergiftigingen, zoals miose, blozen, spijsverteringsstoornissen waaronder buikpijn,
misselijkheid, overgeven en diarree, bradycardie, bronchospasmen en toename van bronchiale
secreties, hyperhidrose en urine en/of fecale incontinentie, tranenvloed, hypotensie en
speekselhypersecretie.
In meer ernstige gevallen kunnen zich nicotine-achtige effecten ontwikkelen, zoals spierzwakte,
fasciculaties, toevallen en respiratoir arrest met een mogelijk fatale afloop.
Er zijn ook postmarketingmeldingen van duizeligheid, tremor, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hypertensie, hallucinaties en malaise. Overdosering met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik als
gevolg van misbruik/doseringsfout (aanbrengen van meerdere pleisters tegelijk) zijn gerapporteerd in
post-marketing setting en zelden in klinische onderzoeken.
Behandeling
Aangezien rivastigmine een plasmahalfwaardetijd heeft van ongeveer 3,4 uur en een
acetylcholinesterase-inhibitieduur heeft van ongeveer 9 uur, wordt aangeraden om in gevallen van
asymptomatische overdosering alle Exelon pleisters voor transdermaal gebruik onmiddellijk te
verwijderen en geen verdere pleisters voor transdermaal gebruik aan te brengen gedurende de
volgende 24 uur. Bij een overdosering die gepaard gaat met ernstige misselijkheid en braken dient het
gebruik van anti-emetica overwogen te worden. Symptomatische behandeling van andere
bijwerkingen dient gegeven te worden indien dit noodzakelijk geacht wordt.
Bij een massale overdosering kan atropine gebruikt worden. Een initiële dosis van 0,03 mg/kg
intraveneus atropinesulfaat wordt aanbevolen, gevolgd door doses gebaseerd op de klinische respons.
Het gebruik van scopolamine als antidotum wordt niet aanbevolen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psychoanaleptica, anticholinesterases, ATC-code: N06DA03
Rivastigmine is een acetyl- en butyrylcholinesteraseremmer van het carbamaat-type, waarvan wordt
verondersteld dat het de cholinerge neurotransmissie vergemakkelijkt door het vertragen van de
afbraak van acetylcholine dat vrijkomt uit functioneel intacte cholinerge neuronen. Rivastigmine kan
daarom een verbeterend effect hebben op cholinerg-gemedieerde cognitieve gebreken bij dementie,
die geassocieerd worden met de ziekte van Alzheimer.
Rivastigmine reageert met de doelenzymen door de vorming van een covalent gebonden complex,
waardoor de enzymen tijdelijk worden geïnactiveerd. Een orale dosis van 3 mg verlaagt bij gezonde
jonge mannen de acetylcholinesterase (AChE) activiteit in de liquor cerebrospinalis met circa 40%
binnen de eerste 1,5 uur na toediening. De activiteit van het enzym keert ongeveer 9 uur nadat het
maximaal remmend effect werd bereikt weer terug naar de basiswaarde. Bij patiënten met de ziekte
van Alzheimer is de remming van AChE door oraal rivastigmine in de liquor cerebrospinalis
dosisafhankelijk en dit tot de hoogst geteste dosis, zijnde 6 mg tweemaal daags. Remming van
butyrylcholinesterase activiteit in de liquor cerebrospinalis bij 14 Alzheimer patiënten behandeld met
oraal rivastigmine was vergelijkbaar met de remming van AChE-activiteit.
Klinische studies bij dementie bij de ziekte van Alzheimer
De werkzaamheid van Exelon pleisters voor transdermaal gebruik bij patiënten met dementie bij de
ziekte van Alzheimer is aangetoond in een 24 weken durende dubbelblinde, placebo-gecontroleerde
basisstudie plus open-label extensiestudie en in een 48 weken durende dubbelblinde comparatorstudie.
24 weken durende placebo-gecontroleerde studie
De patiënten die deelnamen aan de placebo-gecontroleerde studie, hadden een MMSE (Mini-Mental
State Examination) score van 10-20. De werkzaamheid werd vastgesteld door gebruik te maken van
onafhankelijke, domeinspecifieke bepalingsmethoden, die periodiek uitgevoerd werden gedurende de
24-weken behandelingsperiode. Deze bepalingsmethoden omvatten de ADAS-Cog (Alzheimer's
Disease Assessment Scale ­ Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie), de
ADCS-CGIC (Alzheimer's Disease Cooperative Study ­ Clinician's Global Impression of Change,
een uitgebreid globaal onderzoek van de patiënt door de arts, daarbij rekening houdend met informatie
die door de verzorger wordt gegeven) en de ADCS-ADL (Alzheimer's Disease Cooperative Study ­
Activities of Daily Living, een door de verzorger vastgestelde evaluatie van het vermogen van de
patiënt om activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren, waaronder persoonlijke hygiëne, eten,
aankleden, huishoudelijke taken zoals boodschappen doen, behoud van de mogelijkheid zichzelf te
oriënteren ten opzichte van de omgeving alsmede de betrokkenheid bij financiële zaken). De
resultaten na 24 weken voor de drie bepalingsmethoden zijn samengevat in Tabel 2.
Tabel 2


Exelon
Exelon
Placebo
pleisters voor
capsules
transdermaal gebruik
12 mg/dag
9,5 mg/24 u
ITT-LOCF populatie
N = 251
N = 256
N = 282
ADAS-Cog


(n=248)
(n=253)
(n=281)
Gemiddelde basislijn ± SD
27,0 10,3
27,9 9,4
28,6 9,9
Gemiddelde verandering bij
-0,6 6,4
-0,6 6,2
1,0 6,8
24 weken ± SD
p-waarde t.o.v. placebo
0,005*1
0,003*1

ADCS-CGIC


(n=248)
(n=253)
(n=278)
Gemiddelde score SD
3,9 1,20
3,9 1,25
4,2 1,26
p-waarde t.o.v. placebo
0,010*2
0,009*2

ADCS-ADL


(n=247)
(n=254)
(n=281)
Gemiddelde basislijn ± SD
50,1 16,3
49,3 15,8
49,2 16,0
Gemiddelde verandering bij
-0,1 9,1
-0,5 9,5
-2,3 9,4
24 weken ± SD
p-waarde t.o.v. placebo
0,013*1
0,039*1
* p0,05 t.o.v. placebo
ITT: Intent-To-Treat; LOCF: Last Observation Carried Forward
1 Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en basislijn waarde als covariante.
Een negatieve ADAS-Cog verandering betekent verbetering. Een positieve ADCS-ADL verandering
betekent verbetering.
2 Gebaseerd op CMH-test (van Elteren test) gestratificeerd naar land. ADCS-CGIC scores <4 betekent
verbetering.
De resultaten van patiënten, die een klinisch relevante respons vertoonden in de 24 weken durende
placebo-gecontroleerde studie worden weergegeven in Tabel 3. Klinisch relevante verbetering was in
deze studies a priori gedefinieerd als minstens een verbetering van 4 punten op de ADAS-Cog, geen
verslechtering op de ADCS-CGIC en geen verslechtering op de ADCS-ADL.
Tabel 3


Patiënten met een klinisch significante respons (%)

Exelon
Exelon
Placebo

pleisters voor
capsules

transdermaal gebruik
12 mg/dag

ITT-LOCF populatie
9,5 mg/24 u

N = 251
N = 256
N = 282
Minstens 4 punten
17,4
19,0
10,5
verbetering op de ADAS-Cog
en geen verslechtering op de
ADCS-CGIC en ADCS-ADL
p-waarde t.o.v. placebo
0,037*
0,004*
*p<0,05 t.o.v. placebo
Volgens het compartimentenmodel, vertonen 9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik een
blootstelling, die vergelijkbaar is met die van een orale dosering van 12 mg/dag.
48 weken durende met een actieve comparatorgecontroleerde studie
Patiënten die deelnamen aan de met een actieve comparatorgecontroleerde studie hadden een baseline-
MMSE-score van 10-24. De studie was opgezet om de werkzaamheid van 13,3 mg/24 u pleisters voor
transdermaal gebruik te vergelijken met de werkzaamheid van 9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal
gebruik tijdens een 48 weken durende dubbelblinde behandelingsfase bij patiënten met de ziekte van
Alzheimer die een functionele en cognitieve achteruitgang vertoonden na een initiële open-label
behandelingsfase van 24-48 weken waarin ze behandeld werden met een onderhoudsdosering van
9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik. Functionele achteruitgang werd beoordeeld door de
onderzoeker en cognitieve achteruitgang werd gedefinieerd als een afname van de MMSE-score met
>2 punten ten opzichte van de score tijdens het vorige bezoek of een afname van >3 punten vanaf
baseline. De werkzaamheid werd vastgesteld door gebruik te maken van ADAS-Cog (Alzheimer's
Disease Assessment Scale ­ Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie) en de
ADCS-IADL (Alzheimer's Disease Cooperative Study ­ Instrumental Activities of Daily Living) voor
de evaluatie van de instrumentele activiteiten, waaronder het op orde houden van de financiën,
maaltijdbereiding, winkelen, het vermogen zichzelf te oriënteren ten opzichte van de omgeving en het
vermogen om onbegeleid te zijn. De resultaten na 48 weken voor de twee bepalingsmethoden zijn
samengevat in Tabel 4.
Tabel 4


Exelon 15 cm2
Exelon
Exelon 15 cm2
Exelon
Populatie/Bezoek
N = 265
10 cm2
10 cm2
N = 271
n
Gemi
n
Gemid
DLSM 95% BI
p-
ddeld
deld
waarde
ADAS-Cog




LOCF
Baseline
264
34,4
268
34,9


DB-week 48 Waarde
264
38,5
268
39,7



Verandering 264
4,1
268
4,9
-0,8
(-2,1, 0,5)
0,227
ADCS-IADL








LOCF
Baseline
265
27,5
271
25,8


Week 48
Waarde
265
23,1
271
19,6


Verandering 265
-4,4
271
-6,2
2,2
(0,8, 3,6)
0,002*
BI ­ betrouwbaarheidsinterval.
DLSM ­ difference in least square means (verandering in kleinste kwadratengemiddelde).
LOCF ­ Last Observation Carried Forward (waarden laatste observatie gebruikt).
ADAS-cog-scores: een negatief DLSM-verschil betekent een grotere verbetering met Exelon
15 cm2 in vergelijking met Exelon 10 cm2.
ADCS-IADL-scores: een positief DLSM-verschil betekent een grotere verbetering met Exelon
15 cm2 in vergelijking met Exelon 10 cm2.
N is het aantal patiënten dat op baseline beoordeeld is (laatste beoordeling in de initiële open-
labelfase) en ten minste 1 beoordeling post-baseline heeft gehad (voor de LOCF).
De DLSM, 95% BI en p-waarde zijn gebaseerd op een ANCOVA-model (covariantie-analyse) dat
gecorrigeerd is voor land en ADAS-cog-score op baseline.
* p<0,05
Bron: studie D2340-Tabel 11-6 en Tabel 11-7
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Exelon in alle subgroepen van pediatrische patiënten
voor de behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer (zie rubriek 4.2 voor informatie over
pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen

Absorptie
Absorptie van rivastigmine uit Exelon pleisters voor transdermaal gebruik is traag. Na de eerste dosis
worden detecteerbare plasmaconcentraties met een vertragingstijd van 0,5-1 uur waargenomen. Cmax
wordt na 10-16 uur bereikt. Na de piek nemen de plasmaconcentraties langzaam af gedurende de
resterende 24 uur gebruiksperiode. Bij veelvuldig doseren (zoals bij steady-state) zullen de
plasmaconcentraties, nadat de vorige pleister voor transdermaal gebruik is vervangen door een
nieuwe, eerst langzaam afnemen voor ongeveer gemiddeld 40 minuten, totdat de absorptie uit de
nieuw aangebrachte pleister voor transdermaal gebruik sneller wordt dan de eliminatie en de
plasmaniveaus weer beginnen toe te nemen om een nieuwe piek te bereiken na ongeveer 8 uur. Bij
steady-state zijn de dalniveaus ongeveer 50% van de piekniveaus, in tegenstelling tot de orale
toediening, waarbij de concentraties tot praktisch nul afnemen tussen de doses. Alhoewel minder
uitgesproken dan met een orale toediening, neemt de blootstelling aan rivastigmine (Cmax en AUC)
bovenproportioneel toe met een factor 2,6 en 4,9 wanneer de dosis verhoogd wordt van 4,6 mg/24 u
naar respectievelijk 9,5 mg/24 u en 13,3 mg/24 u. De fluctuatie index (FI), een maat voor het relatieve
verschil tussen de piek- en dalniveaus ((Cmax-Cmin)/Cgem), was 0,58 voor Exelon 4,6 mg/24 u pleisters
voor transdermaal gebruik, 0,77 voor Exelon 9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik en 0,72
voor Exelon 13,3 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik, waarmee een veel kleinere fluctuatie
tussen de piek- en dalconcentraties wordt aangetoond dan voor de orale formulering (FI = 3,96
(6 mg/dag) en 4,15 (12 mg/dag)).
Met betrekking tot de plasmaconcentratie over 24 uur, kan de dosis rivastigmine, die gedurende 24 uur
door de pleister wordt afgegeven (mg/24 u) niet direct worden gelijk gesteld aan de hoeveelheid (mg)
rivastigmine, die een capsule bevat.
Na een eenmalige dosis was de interindividuele variabiliteit van de farmacokinetische parameters voor
rivastigmine (genormaliseerd voor dosis/kg lichaamsgewicht) 43% (Cmax) en 49% (AUC0-24u) na
transdermale toediening versus 74% (Cmax) en 103% (AUC0-24u) na de orale formulering. De
variabiliteit tussen de patiënten in een steady-state studie bij dementie bij de ziekte van Alzheimer was
na het gebruik van de pleister voor transdermaal gebruik hoogstens 45% (Cmax) en 43% (AUC0-24u) en
71%(Cmax) en 73% (AUC0-24u) na toediening van de orale formulering.
Een verband tussen de blootstelling aan de werkzame stof bij steady-state (rivastigmine en metaboliet
NAP226-90) en lichaamsgewicht werd waargenomen bij patiënten met dementie bij de ziekte van
Alzheimer. In vergelijking met een patiënt met een lichaamsgewicht van 65 kg zou de rivastigmine
steady-state-concentratie ongeveer verdubbeld worden bij een patiënt met een lichaamsgewicht van
35 kg, terwijl voor een patiënt met een lichaamsgewicht van 100 kg de concentraties ongeveer
gehalveerd zouden worden. Het effect van het lichaamsgewicht op de blootstelling aan de werkzame
stof verdient speciale aandacht voor patiënten met een zeer laag lichaamsgewicht gedurende het
optitreren (zie rubriek 4.4).
Blootstelling (AUC) aan rivastigmine (en metaboliet NAP266-90) was het hoogst, wanneer de
pleister voor transdermaal gebruik werd aangebracht op de bovenrug, borst of bovenarm en ongeveer
20-30% lager, wanneer aangebracht op de buik en dij.
Er was geen relevant accumulatie van rivastigmine of de metaboliet NAP266-90 in plasma bij
patiënten met de ziekte van Alzheimer, behalve dat de plasmaniveaus op de tweede dag van
behandeling met de pleister voor transdermaal gebruik hoger waren dan op de eerste dag.
Distributie
Rivastigmine wordt zwak gebonden aan plasma-eiwitten (ongeveer 40%). Het gaat gemakkelijk door
de bloed-hersenbarrière en heeft een schijnbaar verdelingsvolume variërend van 1,8-2,7 l/kg.
Biotransformatie
Rivastigmine wordt snel en uitgebreid gemetaboliseerd met een schijnbare eliminatiehalfwaardetijd in
plasma van ongeveer 3,4 uur na het verwijderen van de pleister voor transdermaal gebruik. Eliminatie
was absorptiesnelheid-afhankelijk (flip-flop kinetiek), wat de langere t½ na pleister (3,4 uur)
vergeleken met orale of intraveneuze toediening (1,4 tot 1,7 uur) verklaart. Metabolisme is
voornamelijk via cholinesterasegemedieerde hydrolyse tot de metaboliet NAP266-90. In vitro vertoont
deze metaboliet een minimale remming van acetylcholinesterase (<10%).
Gebaseerd op in-vitro-studies wordt er geen farmacokinetische interactie verwacht met
geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door de volgende cytochroom isoenzymen: CYP1A2,
CYP2D6, CYP3A4/5, CYP2E1, CYP2C9, CYP2C8, CYP2C19, of CYP2B6. Gebaseerd op het bewijs
van dierexperimentele studies zijn de belangrijkste cytochroom P450 isoenzymen minimaal betrokken
bij het metabolisme van rivastigmine. De totale plasmaklaring van rivastigmine was ongeveer
130 liter/uur na een intraveneuze dosis van 0,2 mg en verminderde tot 70 liter/uur na een intraveneuze
dosis van 2,7 mg, wat overeenkomt met de non-lineaire, bovenproportionele farmacokinetiek van
rivastigmine als gevolg van verzadiging van zijn eliminatie.
De AUC verhouding van metaboliet tot het oorspronkelijke middel was ongeveer 0,7 na het
aanbrengen van de pleister voor transdermaal gebruik ten opzichte van 3,5 na orale toediening, wat
erop wijst dat een veel lager metabolisme optreedt na toediening via de huid in vergelijking met de
orale toediening. Er wordt minder NAP226-90 gevormd bij het aanbrengen van de pleister voor
transdermaal gebruik, waarschijnlijk als gevolg van de afwezigheid van presystemisch (hepatisch first-
pass) metabolisme, in tegenstelling tot de orale toediening.
Eliminatie
Onveranderd rivastigmine wordt in sporen in de urine aangetroffen; renale excretie van de
metabolieten is de belangrijkste eliminatieroute na toepassing van de pleister voor transdermaal
gebruik. Na toediening van oraal C14-rivastigmine, was de renale eliminatie snel en vrijwel volledig
(>90%) binnen 24 uur. Minder dan 1% van de toegediende dosis wordt in de faeces uitgescheiden.
Een analyse van de populatiefarmacokinetiek liet zien dat het gebruik van nicotine leidt tot een stijging
van de orale klaring van rivastigmine met 23% bij patiënten met de ziekte van Alzheimer (n=75 rokers
en 549 niet-rokers) na inname van rivastigmine capsules bij doseringen tot 12 mg/dag.
Speciale populaties
Ouderen
Leeftijd had geen invloed op de blootstelling aan rivastigmine bij patiënten met de ziekte van
Alzheimer, die behandeld werden met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik.
Leverinsufficiëntie
Er zijn geen studies uitgevoerd met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik bij personen met
leverinsufficiëntie. Na orale toediening was de Cmax van rivastigmine ongeveer 60% hoger en de AUC
van rivastigmine meer dan tweemaal zo hoog bij personen met lichte tot matige leverinsufficiëntie dan
bij gezonde personen.
Na een enkele orale dosering van 3 mg of 6 mg was de gemiddelde orale klaring van rivastigmine
ongeveer 46-63% lager bij patiënten met een licht tot matig gestoorde leverfunctie (n=10, Child Pugh
score 5-12, biopsie bewezen) dan bij gezonde personen (n=10).
Nierinsufficiëntie
Er zijn geen studies uitgevoerd met Exelon pleisters voor transdermaal gebruik bij personen met
nierinsufficiëntie. Creatinineklaring toonde, op basis van populatieanalyse, geen duidelijk effect op de
steady-state-concentraties van rivastigmine of zijn metabolieten. Er is geen doseringsaanpassing nodig
bij patiënten met nierinsufficiëntie (zie rubriek 4.2).

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies met betrekking tot de toxiciteit na herhaalde orale en topicale doses bij muizen, ratten,
konijnen, honden en minipigs leverden alleen effecten op geassocieerd met een versterkte
farmacologische actie. Er werd geen toxiciteit in het doelorgaan waargenomen. Door de gevoeligheid
van de gebruikte diermodellen was de orale en topicale dosering in de dierstudies beperkt.
Rivastigmine was niet mutageen in een standaardreeks van in-vitro- en in-vivo-testen, behalve in een
onderzoek naar chromosomale afwijkingen in humane perifere lymfocyten bij een dosis, die de
verwachte klinische blootstelling 104 maal overschrijdt. De in vivo micronucleus test was negatief.
Tevens toonde de belangrijkste metaboliet NAP226-90 geen genotoxisch potentieel.
Er zijn geen aanwijzingen van carcinogeniteit gevonden in orale en topicale studies bij muizen en in
een orale studie bij ratten bij de maximaal getolereerde dosis. De blootstelling aan rivastigmine en zijn
metabolieten was ongeveer equivalent aan de blootstelling in de mens met hoogste doseringen van
rivastigmine capsules en pleisters voor transdermaal gebruik.
Bij dieren passeert rivastigmine de placenta en wordt het uitgescheiden in de melk. Orale studies bij
zwangere ratten en konijnen gaven geen aanwijzing van een teratogeen potentieel van rivastigmine. In
orale studies met mannelijke en vrouwelijke ratten zijn geen nadelige effecten waargenomen van
rivastigmine op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij ofwel de oudergeneratie ofwel
de nakomelingen. Specifieke dermale studies bij zwangere dieren zijn niet uitgevoerd.
Rivastigmine pleisters voor transdermaal gebruik waren niet fototoxisch en niet beschouwd als een
sensibilisator. In sommige andere huidtoxiciteitsstudies werd een zwak irriterend effect op de huid van
de laboratoriumdieren waargenomen, inclusief bij de controlegroep. Dit zou een aanwijzing kunnen
zijn voor de mogelijkheid dat Exelon pleisters voor transdermaal gebruik licht erytheem bij patiënten
kan veroorzaken.
Een mogelijkheid op lichte oog-/mucosale irritatie werd aangetoond in een studie met konijnen.
Daarom dient de patiënt/verzorger na aanraking van de pleisters contact met de ogen te vermijden (zie
rubriek 4.4).

6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Steunlaag
Gelakte polyethyleentereftalaat film
Geneesmiddelmatrix
Alfa-tocoferol
Poly(butylmethacrylaat, methylmethacrylaat)
Acryl-copolymeer
Hechtende matrix
Alfa-tocoferol
Siliconenolie
Dimethicon
Afgiftelaag
Fluoropolymeer gecoate polyester film
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Om belemmering van de klevende eigenschappen van de pleister voor transdermaal gebruik te
voorkomen, dient er geen crème, lotion of poeder aangebracht te worden op het gebied van de huid
waar de pleister zal worden aangebracht.
6.3 Houdbaarheid
2 jaar
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister voor transdermaal gebruik in de sachet tot gebruik.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Exelon 9 mg/5 cm2, 18 mg/10 cm2 and 27 mg/15 cm2 pleisters voor transdermaal gebruik zijn
individueel verpakt in kindveilige, hitteverzegelde sachets gemaakt van
papier/polyethyleentereftalaat/aluminium/polyacrylonitril (PAN) multigelamineerd materiaal
(papier/PET/alu/PAN) of in hitteverzegelde, kindveilige sachets gemaakt van meerlaging
composietlaminaat bestaande uit papier/polyethyleentereftalaat/polyethyleen/aluminium/polyamide
(papier/PET/PE/alu/PA).
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Beschikbaar in dozen met 7, 30 of 42 sachets en in multiverpakkingen met 60, 84 of 90 sachets.
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Beschikbaar in dozen met 7, 30 of 42 sachets en in multiverpakkingen met 60, 84 of 90 sachets.
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Beschikbaar in dozen met 7 of 30 sachets en in multiverpakkingen met 60 of 90 sachets.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Gebruikte pleisters voor transdermaal gebruik moeten worden dubbelgevouwen, met de plakkant naar
binnen, in de oorspronkelijke sachet worden gedaan en veilig worden weggegooid, buiten het bereik
en zicht van kinderen. Iedere gebruikte of ongebruikte pleister voor transdermaal gebruik dient te
worden weggegooid overeenkomstig lokale voorschriften of teruggebracht te worden naar de
apotheek.

7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/98/066/019-022
EU/1/98/066/031-032
EU/1/98/066/035-038
EU/1/98/066/047-048
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/98/066/023-026
EU/1/98/066/033-034
EU/1/98/066/039-042
EU/1/98/066/049-050
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/98/066/027-030
EU/1/98/066/043-046

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 12 mei 1998
Datum van laatste verlenging: 20 mei 2008

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.












BIJLAGE II

A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK


C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN


D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL

A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Capsule, hard
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Drank
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Pleister voor transdermaal gebruik
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
Extra risicobeperkende maatregelen
Voorafgaand aan het op de markt brengen in elke lidstaat dient de vergunninghouder (MAH)
overeenstemming te bereiken met de bevoegde nationale autoriteit over het finale educatief materiaal.
De vergunninghouder zorgt ervoor dat, na besprekingen en overeenkomst met de nationale bevoegde
autoriteiten in elke lidstaat waar Exelon pleister op de markt is, alle artsen, waarvan verwacht wordt
dat zij Exelon pleister voorschrijven, voorzien zijn van een informatiepakket bestaande uit de
volgende elementen:
De Samenvatting van de productkenmerken
Herinneringskaart voor patiënten
Instructies over het voorzien van patiënten en verzorgers van de herinneringskaart voor
patiënten
De herinneringskaart voor patiënten dient de volgende belangrijke mededelingen te bevatten:
Verwijder de vorige pleister alvorens ÉÉN nieuwe pleister aan te brengen.
Enkel één pleister per dag.
Knip de pleister niet in stukken.
Druk de pleister gedurende ten minste 30 seconden stevig vast op zijn plaats met de handpalm.
Hoe de herinneringskaart voor patiënten gebruikt moet worden om het aanbrengen en
verwijderen van de pleister te noteren.












BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER












A. ETIKETTERING


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD

DOOS

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 1,5 mg harde capsules
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 1,5 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/98/066/001
28 harde capsules
EU/1/98/066/002
56 harde capsules
EU/1/98/066/003
112 harde capsules
13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 1,5 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN


GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKINGEN

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 1,5 mg harde capsules
rivastigmine

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Novartis Europharm Limited

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD

ETIKET FLES

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 1,5 mg harde capsules
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 1,5 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/98/066/014

13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 1,5 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD

DOOS

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 3,0 mg harde capsules
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 3,0 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/98/066/004
28 harde capsules
EU/1/98/066/005
56 harde capsules
EU/1/98/066/006
112 harde capsules
13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 3,0 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN


GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKINGEN

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 3,0 mg harde capsules
rivastigmine

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Novartis Europharm Limited

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag



GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD

ETIKET FLES

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 3,0 mg harde capsules
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 3,0 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/98/066/015

13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 3,0 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD

DOOS

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,5 mg harde capsules
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 4,5 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/98/066/007
28 harde capsules
EU/1/98/066/008
56 harde capsules
EU/1/98/066/009
112 harde capsules
13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 4,5 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN


GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKINGEN

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,5 mg harde capsules
rivastigmine

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Novartis Europharm Limited

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag

GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD

ETIKET FLES

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,5 mg harde capsules
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 4,5 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/98/066/016

13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 4,5 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD

DOOS

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 6,0 mg harde capsules
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 6,0 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
56 harde capsules
112 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/98/066/010
28 harde capsules
EU/1/98/066/011
56 harde capsules
EU/1/98/066/012
112 harde capsules
13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 6,0 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN


GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKINGEN

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 6,0 mg harde capsules
rivastigmine

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Novartis Europharm Limited

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD

ETIKET FLES

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 6,0 mg harde capsules
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 capsule bevat 6,0 mg rivastigmine in de vorm van rivastigminewaterstoftartraat.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
250 harde capsules

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/98/066/017

13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 6,0 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD

DOOS EN ETIKET FLES

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 2 mg/ml drank
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml bevat 2 mg rivastigmine, aanwezig als rivastigminewaterstoftartraat.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: natriumbenzoaat (E211), citroenzuur, natriumcitraat, geel quinoline WS (E104) en
gezuiverd water.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Drank
50 ml
120 ml

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Gebruik Exelon drank binnen 1 maand na opening van de fles.

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30C. Niet in de koelkast of de vriezer bewaren.
Rechtop staand bewaren.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/98/066/018
50 ml
EU/1/98/066/013
120 ml
13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Exelon 2 mg/ml [alleen op doos]

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk. [alleen op doos]

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC [alleen op doos]
SN [alleen op doos]
NN [alleen op doos]


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VOOR EENHEIDSVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 5 cm2 bevat 9 mg rivastigmine en geeft 4,6 mg/24 u af.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
42 pleisters voor transdermaal gebruik

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/019
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/020
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/031
42 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/035
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/036
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/047
42 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 4,6 mg/24 h

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN

GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
TUSSENDOOS VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLUE BOX)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 5 cm2 bevat 9 mg rivastigmine en geeft 4,6 mg/24 u af.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een multi-verpakking. Niet voor individuele
verkoop.
42 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een multi-verpakking. Niet voor individuele
verkoop.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/021
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/022
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/032
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/037
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/038
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/048
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 4,6 mg/24 h

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS



GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN MULTIVERPAKKING (MET BLUE BOX)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 5 cm2 bevat 9 mg rivastigmine en geeft 4,6 mg/24 u af.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multi-verpakking: 60 (2 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik
Multi-verpakking: 90 (3 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik
Multi-verpakking: 84 (2 verpakkingen van 42) pleisters voor transdermaal gebruik

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/021
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/022
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/032
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/037
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/038
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/048
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 4,6 mg/24 h

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN

GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD

SACHET

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik per sachet

6.
OVERIGE
Breng één pleister per dag aan. Verwijder de vorige pleister alvorens ÉÉN nieuwe pleister aan te
brengen.


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VOOR EENHEIDSVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 10 cm2 bevat 18 mg rivastigmine en geeft 9,5 mg/24 u af.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
42 pleisters voor transdermaal gebruik

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/023
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/024
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/033
42 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/039
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/040
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/049
42 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 9,5 mg/24 h

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN

GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
TUSSENDOOS VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLUE BOX)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 10 cm2 bevat 18 mg rivastigmine en geeft 9,5 mg/24 u af.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een multi-verpakking. Niet voor individuele
verkoop.
42 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een multi-verpakking. Niet voor individuele
verkoop.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/025
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/026
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/034
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/041
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/042
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/050
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 9,5 mg/24 h

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN MULTIVERPAKKING (MET BLUE BOX)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 10 cm2 bevat 18 mg rivastigmine en geeft 9,5 mg/24 u af.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multi-verpakking: 60 (2 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik
Multi-verpakking: 90 (3 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik
Multi-verpakking: 84 (2 verpakkingen van 42) pleisters voor transdermaal gebruik

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/025
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/026
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/034
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/041
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/042
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/050
84 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 9,5 mg/24 h

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN

GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD

SACHET

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik per sachet

6.
OVERIGE
Breng één pleister per dag aan. Verwijder de vorige pleister alvorens ÉÉN nieuwe pleister aan te
brengen.


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VOOR EENHEIDSVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 15 cm2 bevat 27 mg rivastigmine en geeft 13,3 mg/24 u af.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/027
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/028
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/043
7 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/044
30 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 13,3 mg/24 h

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN

GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
TUSSENDOOS VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLUE BOX)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 15 cm2 bevat 27 mg rivastigmine en geeft 13,3 mg/24 u af.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een multi-verpakking. Niet voor individuele
verkoop.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/029
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/030
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/045
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/046
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 13,3 mg/24 h

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS


GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS VAN MULTIVERPAKKING (MET BLUE BOX)

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 pleister voor transdermaal gebruik van 15 cm2 bevat 27 mg rivastigmine en geeft 13,3 mg/24 u af.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat verder: gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol, poly(butylmethacrylaat,
methylmethacrylaat), acryl copolymeer; siliconenolie, dimethicon, fluoropolymeer gecoate polyester
film.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Multi-verpakking: 60 (2 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik
Multi-verpakking: 90 (3 verpakkingen van 30) pleisters voor transdermaal gebruik

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaar de pleister in de sachet tot gebruik.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/98/066/029
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/030
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/alu/PAN)
EU/1/98/066/045
60 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
EU/1/98/066/046
90 pleisters voor transdermaal gebruik (sachet: papier/PET/PE/alu/PA)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE

Exelon 13,3 mg/24 h

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

PC
SN
NN

GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD

SACHET

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine

2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik per sachet

6.
OVERIGE
Breng één pleister per dag aan. Verwijder de vorige pleister alvorens ÉÉN nieuwe pleister aan te
brengen.











B. BIJSLUITER
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Exelon 1,5 mg harde capsules
Exelon 3,0 mg harde capsules
Exelon 4,5 mg harde capsules
Exelon 6,0 mg harde capsules

rivastigmine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Inhoud van deze bijsluiter

1.
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof van Exelon is rivastigmine.
Rivastigmine behoort tot een groep van verbindingen die cholinesteraseremmers wordt genoemd. Bij
patiënten met dementie bij de ziekte van Alzheimer of dementie door de ziekte van Parkinson sterven
er bepaalde zenuwcellen in de hersenen af, waardoor het gehalte van de neurotransmitter acetylcholine
(een stof die de communicatie tussen zenuwcellen mogelijk maakt) te laag wordt. Rivastigmine werkt
door het blokkeren van de enzymen die acetylcholine afbreken: acetylcholinesterase en
butyrylcholinesterase. Doordat Exelon deze enzymen blokkeert, kunnen de gehaltes acetylcholine in
de hersenen toenemen. Op deze manier helpt Exelon de symptomen van de ziekte van Alzheimer en
met de ziekte van Parkinson gepaard gaande dementie te verminderen.
Exelon wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met milde tot matige dementie
bij de ziekte van Alzheimer, een progressieve hersenaandoening die het geheugen, de intellectuele
vermogens en het gedrag geleidelijk aantast. De capsules en drank kunnen tevens gebruikt worden
voor de behandeling van dementie bij volwassen patiënten met de ziekte van Parkinson.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
Als u een huidreactie heeft die zich verspreidt buiten de pleistergrootte, als er een meer intense
lokale reactie is (zoals blaren, een toename van huidontsteking, zwelling) en als dit niet
verbetert binnen 48 uur na het verwijderen van de pleister.
Als dit op u van toepassing is, informeer dan uw arts en neem geen Exelon in.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een onregelmatige of trage hartslag heeft of ooit heeft gehad
-
als u een actieve maagzweer heeft of ooit heeft gehad
-
als u moeite met plassen heeft of ooit heeft gehad
-
als u epileptische aanvallen heeft of ooit heeft gehad
-
als u astma of een ernstige luchtwegaandoening heeft of ooit heeft gehad
-
als u slecht werkende nieren heeft of ooit heeft gehad
-
als u een slecht werkende lever heeft of ooit heeft gehad
-
als u last heeft van beven
-
als u een laag lichaamsgewicht heeft
-
als u maagdarmklachten heeft, zoals misselijkheid, braken (overgeven) en diarree. U kunt
uitgedroogd zijn (te veel vochtverlies) als overgeven en diarree langer aanhouden.
Als een van deze gevallen op u van toepassing is, kan het nodig zijn dat uw arts u nauwlettender
controleert terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Exelon meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende dosis
totdat u met uw arts heeft overlegd.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Exelon nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Exelon mag niet tegelijk worden gegeven met andere geneesmiddelen die vergelijkbare effecten
hebben als Exelon. Exelon kan van invloed zijn op de werking van anticholinergische geneesmiddelen
(geneesmiddelen die gebruikt worden voor verlichting van buikkramp of buikspasme, voor
behandeling van de ziekte van Parkinson of om reisziekte te voorkomen).
Exelon mag niet tegelijk worden gegeven met metoclopramide (een geneesmiddel dat gebruikt wordt
om misselijkheid en overgeven te verminderen of te voorkomen). Als deze twee geneesmiddelen
tegelijk gebruikt worden kan dit problemen veroorzaken, zoals stijve armen en benen en trillende
handen.
Wanneer u geopereerd moet worden terwijl u Exelon gebruikt, vertel dat dan aan uw arts voordat u
een verdovingsmiddel krijgt, omdat Exelon de effecten van sommige spierverslappers gedurende de
verdoving kan versterken.
Let op wanneer Exelon gebruikt wordt samen met bètablokkers (geneesmiddelen zoals atenolol voor
de behandeling van een hoge bloeddruk, een beklemmend, pijnlijk gevoel op de borst (angina
pectoris) en andere hartkwalen). Als deze twee geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit
problemen veroorzaken, zoals een vertraging van de hartslag (bradycardie) die kan leiden tot
flauwvallen of bewusteloosheid.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Als u zwanger bent, moeten de voordelen van het gebruik van Exelon afgewogen worden tegen de
mogelijke effecten op uw ongeboren kind. Exelon mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap,
tenzij dit strikt noodzakelijk is.
U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met Exelon.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw arts zal u vertellen of u met uw ziekte veilig kan autorijden of machines bedienen. Exelon kan
duizeligheid en slaperigheid veroorzaken, voornamelijk in het begin van de behandeling of bij
verhogingen van de dosis. Als u duizelig of slaperig bent, moet u niet autorijden, machines bedienen
of andere taken uitoefenen die uw aandacht vereisen.

3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Hoe wordt de behandeling gestart?
Uw arts zal u vertellen welke dosis van Exelon u moet nemen.
-
De behandeling start meestal met een lage dosis.
-
Uw arts zal daarna langzaam de dosis verhogen, afhankelijk van hoe u reageert op de
behandeling.
-
De hoogste dosis die mag worden ingenomen is tweemaal per dag 6,0 mg.
Uw arts zal regelmatig nagaan of het geneesmiddel op de juiste manier werkt bij u. Uw arts zal ook uw
gewicht in de gaten houden terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Exelon meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende dosis,
totdat u met uw arts heeft overlegd.
Hoe neemt u dit middel in?
Vertel uw verzorger dat u Exelon gebruikt.
Om voordeel te hebben van dit middel, moet u dit middel elke dag gebruiken.
Neem Exelon tweemaal per dag bij het eten in, in de ochtend en de avond.
Slik de capsules in z'n geheel door met wat drinken.
Open of plet de capsules niet.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Heeft u per ongeluk te veel van dit middel ingenomen? Vertel dat dan onmiddellijk uw arts. Het is
mogelijk dat u medische hulp nodig heeft. Sommige mensen die per ongeluk te veel Exelon hebben
gebruikt, voelden zich misselijk, moesten overgeven (braken), hadden diarree, hoge bloeddruk en
hallucinaties. Een trage hartslag en flauwvallen kunnen ook voorkomen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u er achter komt dat u vergeten bent uw dosis Exelon in te nemen, wacht dan en neem de volgende
dosis op het gebruikelijke tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.

4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen kunnen vaker optreden als de behandeling met dit middel wordt gestart of als de dosis
wordt verhoogd. Gewoonlijk zullen de bijwerkingen langzaam verdwijnen naarmate uw lichaam aan
het geneesmiddel went.
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Duizeligheid
Gebrek aan eetlust
Maagproblemen zoals misselijkheid, braken (overgeven) of diarree

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Angst
Zweten
Hoofdpijn
Maagzuur
Gewichtsverlies
Maagpijn
Zich opgewonden voelen
Zich moe of zwak voelen
Zich niet lekker voelen
Beven of zich verward voelen
Verlies van eetlust
Nachtmerries

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Neerslachtigheid
Moeite met slapen
Flauwvallen of onverklaard vallen
Veranderingen in hoe goed uw lever werkt

Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
Pijn op de borst
Huiduitslag, jeuk
Toevallen (epileptische aanvallen)
Zweren in uw maag of darm

Zeer zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 mensen)
Hoge bloeddruk
Infectie van de urinewegen
Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
Problemen met de hartslag zoals snelle of langzame hartslag
Bloeding in het maagdarmkanaal ­ dit vertoont zich door bloed in de ontlasting of braaksel
Ontsteking aan de alvleesklier ­ de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
­ zoals stijve spieren, moeite met het uitvoeren van bewegingen

Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Ernstig braken (overgeven), wat kan leiden tot het scheuren van de slokdarm
Uitdroging (te veel vochtverlies)
Leveraandoeningen (gele huid, geelkleuring van het oogwit, abnormaal donkere urine of
onverklaarbare misselijkheid, braken, vermoeidheid en verlies van eetlust)
Agressie, zich rusteloos voelen
Onregelmatige hartslag



Patiënten met dementie en de ziekte van Parkinson
Deze patiënten krijgen sommige bijwerkingen vaker. Ze kunnen ook enkele andere bijwerkingen
krijgen:
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Beven
Flauwvallen
Per ongeluk vallen

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Angst
Zich rusteloos voelen
Langzame en snelle hartslag
Moeite met slapen
Te veel speeksel en uitdroging
Ongebruikelijk langzame bewegingen of bewegingen die u niet onder controle heeft
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
­ zoals stijve spieren, moeite met bewegingen uitvoeren en spierzwakte

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Onregelmatige hartslag en slechte controle van bewegingen

Andere bijwerkingen opgemerkt bij Exelon pleisters voor transdermaal gebruik die kunnen
voorkomen bij de harde capsules:

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Koorts
Ernstige verwarring
Urine-incontinentie (onvermogen om urine goed op te houden)

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Hyperactiviteit (heel actief, rusteloos)

Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Overgevoeligheidsreactie op de plaats waar de pleister was aangebracht, zoals blaren of
ontstoken huid
Als u een van deze bijwerkingen krijgt, neem dan contact op met uw arts, omdat u misschien medische
hulp nodig heeft.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.



5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos
na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u
geneesmiddelen op de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is rivastigminewaterstoftartraat.
-
De andere stoffen in dit middel zijn hypromellose, magnesiumstearaat, microkristallijne
cellulose, colloïdaal siliciumdioxide, gelatine, geel ijzeroxide (E172), rood ijzeroxide (E172),
titaandioxide (E171) en schellak.
Elke Exelon 1,5 mg capsule bevat 1,5 mg rivastigmine.
Elke Exelon 3,0 mg capsule bevat 3,0 mg rivastigmine.
Elke Exelon 4,5 mg capsule bevat 4,5 mg rivastigmine.
Elke Exelon 6,0 mg capsule bevat 6,0 mg rivastigmine.
Hoe ziet Exelon eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
-
Exelon 1,5 mg harde capsules, die een gebroken wit tot lichtgeel poeder bevatten, hebben een
geel kapje en een gele romp, met rode opdruk 'EXELON 1,5 mg' op de romp.
-
Exelon 3,0 mg harde capsules, die een gebroken wit tot lichtgeel poeder bevatten, hebben een
oranje kapje en een oranje romp, met rode opdruk 'EXELON 3 mg' op de romp.
-
Exelon 4,5 mg harde capsules, die een gebroken wit tot lichtgeel poeder bevatten, hebben een
rood kapje en een rode romp, met witte opdruk 'EXELON 4,5 mg' op de romp.
-
Exelon 6,0 mg harde capsules, die een gebroken wit tot lichtgeel poeder bevatten, hebben een
rood kapje en een oranje romp, met rode opdruk 'EXELON 6 mg' op de romp.
Ze zijn verpakt in blisterverpakkingen, die beschikbaar zijn in drie verschillende verpakkingsgrootten
(28, 56 of 112 capsules) en in plastic flessen met 250 capsules, maar het is mogelijk dat deze niet
allemaal in uw land verkrijgbaar zijn.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Novartis Pharma N.V.
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Tel: +370 5 269 16 50


Luxembourg/Luxemburg
Novartis Bulgaria EOOD
Novartis Pharma N.V.
: +359 2 489 98 28
Tél/Tel: +32 2 246 16 11


Ceská republika
Magyarország
Novartis s.r.o.
Novartis Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 457 65 00

Danmark
Malta
Novartis Healthcare A/S
Novartis Pharma Services Inc.
Tlf: +45 39 16 84 00
Tel: +356 2122 2872

Deutschland
Nederland
Novartis Pharma GmbH
Novartis Pharma B.V.
Tel: +49 911 273 0
Tel: +31 88 04 52 111

Eesti
Norge
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Novartis Norge AS
Tel: +372 66 30 810
Tlf: +47 23 05 20 00


Österreich
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Novartis Pharma GmbH
: +30 210 281 17 12
Tel: +43 1 86 6570

España
Polska
Novartis Farmacéutica, S.A.
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 93 306 42 00
Tel.: +48 22 375 4888

France
Portugal
Novartis Pharma S.A.S.
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Tel: +351 21 000 8600

Hrvatska

România
Novartis Hrvatska d.o.o.
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel. +385 1 6274 220
Tel: +40 21 31299 01

Ireland

Slovenija
Novartis Ireland Limited
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +353 1 260 12 55
Tel: +386 1 300 75 50

Ísland

Slovenská republika
Vistor hf.
Novartis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 5542 5439

Italia
Suomi/Finland
Novartis Farma S.p.A.
Novartis Finland Oy
Tel: +39 02 96 54 1
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
Sverige
Novartis Pharma Services Inc.
Novartis Sverige AB
: +357 22 690 690
Tel: +46 8 732 32 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Novartis Baltics
Novartis Ireland Limited
Tel: +371 67 887 070
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Exelon 2 mg/ml drank
rivastigmine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Inhoud van deze bijsluiter

1.
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof van Exelon is rivastigmine.
Rivastigmine behoort tot een groep van verbindingen die cholinesteraseremmers wordt genoemd. Bij
patiënten met dementie bij de ziekte van Alzheimer of dementie door de ziekte van Parkinson sterven
er bepaalde zenuwcellen in de hersenen af, waardoor het gehalte van de neurotransmitter acetylcholine
(een stof die de communicatie tussen zenuwcellen mogelijk maakt) te laag wordt. Rivastigmine werkt
door het blokkeren van de enzymen die acetylcholine afbreken: acetylcholinesterase en
butyrylcholinesterase. Doordat Exelon deze enzymen blokkeert, kunnen de gehaltes acetylcholine in
de hersenen toenemen. Op deze manier helpt Exelon de symptomen van de ziekte van Alzheimer en
met de ziekte van Parkinson gepaard gaande dementie te verminderen.
Exelon wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met milde tot matige dementie
bij de ziekte van Alzheimer, een progressieve hersenaandoening die het geheugen, de intellectuele
vermogens en het gedrag geleidelijk aantast. De capsules en drank kunnen tevens gebruikt worden
voor de behandeling van dementie bij volwassen patiënten met de ziekte van Parkinson.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
Als u een huidreactie heeft die zich verspreidt buiten de pleistergrootte, als er een meer intense
lokale reactie is (zoals blaren, een toename van huidontsteking, zwelling) en als dit niet
verbetert binnen 48 uur na het verwijderen van de pleister.
Als dit op u van toepassing is, informeer dan uw arts en neem geen Exelon in.


Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een onregelmatige of trage hartslag heeft of ooit heeft gehad
-
als u een actieve maagzweer heeft of ooit heeft gehad
-
als u moeite met plassen heeft of ooit heeft gehad
-
als u epileptische aanvallen heeft of ooit heeft gehad
-
als u astma of een ernstige luchtwegaandoening heeft of ooit heeft gehad
-
als u slecht werkende nieren heeft of ooit heeft gehad
-
als u een slecht werkende lever heeft of ooit heeft gehad
-
als u last heeft van beven
-
als u een laag lichaamsgewicht heeft
-
als u maagdarmklachten heeft, zoals misselijkheid, braken (overgeven) en diarree. U kunt
uitgedroogd zijn (te veel vochtverlies) als overgeven en diarree langer aanhouden.
Als een van deze gevallen op u van toepassing is, kan het nodig zijn dat uw arts u nauwlettender
controleert terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Exelon meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende dosis
totdat u met uw arts heeft overlegd.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Exelon nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Exelon mag niet tegelijk worden gegeven met andere geneesmiddelen die vergelijkbare effecten
hebben als Exelon. Exelon kan van invloed zijn op de werking van anticholinergische geneesmiddelen
(geneesmiddelen die gebruikt worden voor verlichting van buikkramp of buikspasme, voor
behandeling van de ziekte van Parkinson of om reisziekte te voorkomen).
Exelon mag niet tegelijk worden gegeven met metoclopramide (een geneesmiddel dat gebruikt wordt
om misselijkheid en overgeven te verminderen of te voorkomen). Als deze twee geneesmiddelen
tegelijk gebruikt worden kan dit problemen veroorzaken, zoals stijve armen en benen en trillende
handen.
Wanneer u geopereerd moet worden terwijl u Exelon gebruikt, vertel dat dan aan uw arts voordat u
een verdovingsmiddel krijgt, omdat Exelon de effecten van sommige spierverslappers gedurende de
verdoving kan versterken.
Let op wanneer Exelon gebruikt wordt samen met bètablokkers (geneesmiddelen zoals atenolol voor
de behandeling van een hoge bloeddruk, een beklemmend, pijnlijk gevoel op de borst (angina
pectoris) en andere hartkwalen). Als deze twee geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit
problemen veroorzaken, zoals een vertraging van de hartslag (bradycardie) die kan leiden tot
flauwvallen of bewusteloosheid.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Als u zwanger bent, moeten de voordelen van het gebruik van Exelon afgewogen worden tegen de
mogelijke effecten op uw ongeboren kind. Exelon mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap,
tenzij dit strikt noodzakelijk is.
U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met Exelon.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw arts zal u vertellen of u met uw ziekte veilig kan autorijden of machines bedienen. Exelon kan
duizeligheid en slaperigheid veroorzaken, voornamelijk in het begin van de behandeling of bij
verhogingen van de dosis. Als u duizelig of slaperig bent, moet u niet autorijden, machines bedienen
of andere taken uitoefenen die uw aandacht vereisen.
Exelon bevat natriumbenzoaat (E211)
en natrium
Eén van de inactieve stoffen in Exelon drank is natriumbenzoaat (E211). Benzoëzuur is mild irriterend
voor de huid, ogen en slijmvliezen. Dit middel bevat 3 mg natriumbenzoaat (E211) in elke 3 ml drank.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per ml, dat wil zeggen dat het in wezen
'natriumvrij' is.

3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Hoe wordt de behandeling gestart?
Uw arts zal u vertellen welke dosis van Exelon u moet nemen.
De behandeling start meestal met een lage dosis.
Uw arts zal daarna langzaam de dosis verhogen, afhankelijk van hoe u reageert op de
behandeling.
De hoogste dosis die mag worden ingenomen is tweemaal per dag 6,0 mg.
Uw arts zal regelmatig nagaan of het geneesmiddel op de juiste manier werkt bij u. Uw arts zal ook uw
gewicht in de gaten houden terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Exelon meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende dosis,
totdat u met uw arts heeft overlegd.
Het innemen van dit middel
Vertel uw verzorger dat u Exelon gebruikt.
Om voordeel te hebben van dit middel, moet u dit middel elke dag gebruiken.
Neem Exelon tweemaal per dag bij het eten in, in de ochtend en de avond.

Hoe neemt u dit middel in?

1.
Klaarmaken van de fles en de spuit
Neem de spuit uit de beschermhuls.
Druk de kindveilige dop in en draai hieraan om de
fles te openen.





2.
Bevestigen van de spuit op de fles
Druk de tuit van de spuit in de opening van de
witte stopper.

3.
Vullen van de spuit
Trek de zuiger omhoog tot deze de juiste
maatstreep voor de dosis heeft bereikt die uw arts
heeft voorgeschreven.
4.
Verwijderen van luchtbellen
Verwijder de grote luchtbellen door de zuiger
enkele keren omlaag te duwen en omhoog te
trekken.
De aanwezigheid van enkele kleine luchtbellen is
niet van belang en zal niet van invloed zijn op uw
dosis.
Controleer of de dosis nog juist is.
Haal vervolgens de spuit van de fles.

5.
Uw geneesmiddel innemen
Neem uw geneesmiddel rechtstreeks in uit de
spuit.
U kunt ook uw geneesmiddel met water mengen
in een klein glas. Roer en drink de gehele inhoud
op.

6.
Na het gebruik van de spuit
Veeg de buitenkant van de spuit af met een
schoon doekje.
Stop vervolgens de spuit terug in de
beschermhuls.
Sluit de fles met de kindveilige dop.


Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Heeft u per ongeluk te veel van dit middel ingenomen? Vertel dat dan onmiddellijk uw arts. Het is
mogelijk dat u medische hulp nodig heeft. Sommige mensen die per ongeluk te veel Exelon hebben
gebruikt, voelden zich misselijk, moesten overgeven (braken), hadden diarree, hoge bloeddruk en
hallucinaties. Een trage hartslag en flauwvallen kunnen ook voorkomen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u er achter komt dat u vergeten bent uw dosis Exelon in te nemen, wacht dan en neem de volgende
dosis op het gebruikelijke tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.

4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen kunnen vaker optreden als de behandeling met dit middel wordt gestart of als de dosis
wordt verhoogd. Gewoonlijk zullen de bijwerkingen langzaam verdwijnen naarmate uw lichaam aan
het geneesmiddel went.
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Duizeligheid
Gebrek aan eetlust
Maagproblemen zoals misselijkheid, braken (overgeven) of diarree

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Angst
Zweten
Hoofdpijn
Maagzuur
Gewichtsverlies
Maagpijn
Zich opgewonden voelen
Zich moe of zwak voelen
Zich niet lekker voelen
Beven of zich verward voelen
Verlies van eetlust
Nachtmerries

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Neerslachtigheid
Moeite met slapen
Flauwvallen of onverklaard vallen
Veranderingen in hoe goed uw lever werkt

Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
Pijn op de borst
Huiduitslag, jeuk
Toevallen (epileptische aanvallen)
Zweren in uw maag of darm



Zeer zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 mensen)
Hoge bloeddruk
Infectie van de urinewegen
Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
Problemen met de hartslag zoals snelle of langzame hartslag
Bloeding in het maagdarmkanaal ­ dit vertoont zich door bloed in de ontlasting of braaksel
Ontsteking aan de alvleesklier ­ de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
­ zoals stijve spieren, moeite met het uitvoeren van bewegingen

Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Ernstig braken (overgeven), wat kan leiden tot het scheuren van de slokdarm
Uitdroging (te veel vochtverlies)
Leveraandoeningen (gele huid, geelkleuring van het oogwit, abnormaal donkere urine of
onverklaarbare misselijkheid, braken, vermoeidheid en verlies van eetlust)
Agressie, zich rusteloos voelen
Onregelmatige hartslag

Patiënten met dementie en de ziekte van Parkinson
Deze patiënten krijgen sommige bijwerkingen vaker. Ze kunnen ook enkele andere bijwerkingen
krijgen:
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Beven
Flauwvallen
Per ongeluk vallen

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Angst
Zich rusteloos voelen
Langzame en snelle hartslag
Moeite met slapen
Te veel speeksel en uitdroging
Ongebruikelijk langzame bewegingen of bewegingen die u niet onder controle heeft
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
­ zoals stijve spieren, moeite met bewegingen uitvoeren en spierzwakte

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Onregelmatige hartslag en slechte controle van bewegingen

Andere bijwerkingen opgemerkt bij Exelon pleisters voor transdermaal gebruik die kunnen
voorkomen bij de drank:

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Koorts
Ernstige verwarring
Urine-incontinentie (onvermogen om urine goed op te houden)

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Hyperactiviteit (heel actief, rusteloos)



Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Overgevoeligheidsreactie op de plaats waar de pleister was aangebracht, zoals blaren of
ontstoken huid
Als u een van deze bijwerkingen krijgt, neem dan contact op met uw arts, omdat u misschien medische
hulp nodig heeft.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.

5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos
na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C. Niet in de koelkast of de vriezer bewaren.
Rechtop staand bewaren.
Gebruik Exelon drank binnen 1 maand na openen van de fles.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u
geneesmiddelen op de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is rivastigminewaterstoftartraat. Elke ml bevat
rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met rivastigmine base 2,0 mg.
-
De andere stoffen in dit middel zijn natriumbenzoaat (E211), citroenzuur, natriumcitraat, geel
quinoline WS (E104) en gezuiverd water.

Hoe ziet Exelon eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Exelon drank wordt geleverd als een 50 ml of 120 ml heldere, gele oplossing (2,0 mg/ml base) in een
amberkleurige glazen fles met een kindveilige sluiting, met een plastic omhulling, verzonken buis en
zelfrichtende stop. De drank is verpakt met een orale doseerspuit in een buisvormige plastic houder.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland


Fabrikant
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Novartis Pharma N.V.
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Tel: +370 5 269 16 50


Luxembourg/Luxemburg
Novartis Bulgaria EOOD
Novartis Pharma N.V.
: +359 2 489 98 28
Tél/Tel: +32 2 246 16 11


Ceská republika
Magyarország
Novartis s.r.o.
Novartis Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 457 65 00

Danmark
Malta
Novartis Healthcare A/S
Novartis Pharma Services Inc.
Tlf: +45 39 16 84 00
Tel: +356 2122 2872

Deutschland
Nederland
Novartis Pharma GmbH
Novartis Pharma B.V.
Tel: +49 911 273 0
Tel: +31 88 04 52 111

Eesti
Norge
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Novartis Norge AS
Tel: +372 66 30 810
Tlf: +47 23 05 20 00


Österreich
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Novartis Pharma GmbH
: +30 210 281 17 12
Tel: +43 1 86 6570

España
Polska
Novartis Farmacéutica, S.A.
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 93 306 42 00
Tel.: +48 22 375 4888

France
Portugal
Novartis Pharma S.A.S.
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Tel: +351 21 000 8600

Hrvatska

România
Novartis Hrvatska d.o.o.
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel. +385 1 6274 220
Tel: +40 21 31299 01

Slovenija
Novartis Ireland Limited
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +353 1 260 12 55
Tel: +386 1 300 75 50
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Novartis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 5542 5439
Italia
Suomi/Finland
Novartis Farma S.p.A.
Novartis Finland Oy
Tel: +39 02 96 54 1
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200

Sverige
Novartis Pharma Services Inc.
Novartis Sverige AB
: +357 22 690 690
Tel: +46 8 732 32 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Novartis Baltics
Novartis Ireland Limited
Tel: +371 67 887 070
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Exelon 4,6 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
Exelon 9,5 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik

Exelon 13,3 mg/24 u pleister voor transdermaal gebruik
rivastigmine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Inhoud van deze bijsluiter

1.
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Exelon en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
De werkzame stof van Exelon is rivastigmine.
Rivastigmine behoort tot een groep van verbindingen die cholinesteraseremmers wordt genoemd. Bij
patiënten met dementie bij de ziekte van Alzheimer sterven er bepaalde zenuwcellen in de hersenen af,
waardoor het gehalte van de neurotransmitter acetylcholine (een stof die de communicatie tussen
zenuwcellen mogelijk maakt) te laag wordt. Rivastigmine werkt door het blokkeren van de enzymen
die acetylcholine afbreken: acetylcholinesterase en butyrylcholinesterase. Doordat Exelon deze
enzymen blokkeert, kunnen de gehaltes acetylcholine in de hersenen toenemen. Op deze manier helpt
Exelon de symptomen van de ziekte van Alzheimer te verminderen.
Exelon wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met milde tot matige dementie
bij de ziekte van Alzheimer, een progressieve hersenaandoening die het geheugen, de intellectuele
vermogens en het gedrag geleidelijk aantast.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft ooit eerder een allergische reactie gehad op een soortgelijk geneesmiddel
(carbamaatderivaten).
-
Als u een huidreactie heeft die zich verspreidt buiten de pleistergrootte, als er een meer intense
lokale reactie is (zoals blaren, een toename van huidontsteking, zwelling) en als dit niet
verbetert binnen 48 uur na het verwijderen van de pleister.
Als dit op u van toepassing is, informeer dan uw arts en breng geen Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik aan.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een onregelmatige of trage hartslag heeft of ooit heeft gehad
-
als u een actieve maagzweer heeft of ooit heeft gehad
-
als u moeite met plassen heeft of ooit heeft gehad
-
als u epileptische aanvallen heeft of ooit heeft gehad
-
als u astma of een ernstige luchtwegaandoening heeft of ooit heeft gehad
-
als u last heeft van beven
-
als u een laag lichaamsgewicht heeft
-
als u maagdarmklachten heeft, zoals misselijkheid, braken (overgeven) en diarree. U kunt
uitgedroogd zijn (te veel vochtverlies) als overgeven en diarree langer aanhouden
-
als u een slecht werkende lever heeft.
Als een van deze gevallen op u van toepassing is, kan het nodig zijn dat uw arts u nauwlettender
controleert terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u meer dan drie dagen geen pleister aangebracht? Wacht dan met het aanbrengen van de
volgende, totdat u met uw arts heeft overlegd.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen relevante toepassing van Exelon bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Exelon nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Exelon kan van invloed zijn op de werking van anticholinergische geneesmiddelen, waarvan sommige
geneesmiddelen zijn die gebruikt worden voor verlichting van buikkramp of buikspasme (bijv.
dicyclomine), voor de behandeling van de ziekte van Parkinson (bijv. amantadine) of om
bewegingsziekte te voorkomen (bijv. difenhydramine, scopolamine of meclozine).
De Exelon pleister mag niet tegelijk worden gebruikt met metoclopramide (een geneesmiddel dat
gebruikt wordt om misselijkheid en overgeven te verminderen of te voorkomen). Als deze twee
geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit problemen veroorzaken, zoals stijve armen en benen
en trillende handen.
Wanneer u geopereerd moet worden terwijl u Exelon gebruikt, moet u dit aan de arts vertellen voordat
u een verdovingsmiddel krijgt, omdat Exelon de effecten van sommige spierverslappers gedurende de
verdoving kan versterken.
Let op wanneer de Exelon pleister gebruikt wordt samen met bètablokkers (geneesmiddelen zoals
atenolol voor de behandeling van een hoge bloeddruk, een beklemmend, pijnlijk gevoel op de borst
(angina pectoris) en andere hartkwalen). Als deze twee geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan
dit problemen veroorzaken, zoals een vertraging van de hartslag (bradycardie) die kan leiden tot
flauwvallen of bewusteloosheid.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Als u zwanger bent, moeten de voordelen van het gebruik van Exelon afgewogen worden tegen de
mogelijke effecten op uw ongeboren kind. Exelon mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap,
tenzij dit strikt noodzakelijk is.
U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met Exelon pleisters voor transdermaal
gebruik.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw arts zal u vertellen of u met uw ziekte veilig kan autorijden of machines bedienen. Exelon pleisters
voor transdermaal gebruik kan flauwvallen en ernstige verwarring veroorzaken. Als u zich slap of
verward voelt, moet u niet autorijden, machines bedienen of andere taken uitoefenen die uw aandacht
vereisen.

3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
BELANGRIJK:

Verwijder de vorige pleister voordat u ÉÉN nieuwe pleister aanbrengt.

Enkel één pleister per dag.

Knip de pleister niet in stukken.

Druk de pleister gedurende ten minste 30 seconden stevig vast op zijn plaats met de
handpalm.


Hoe wordt de behandeling gestart?
Uw arts zal u vertellen welke Exelon pleister voor transdermaal gebruik het meest geschikt voor u is.
Behandeling start meestal met Exelon 4,6 mg/24 u.
De aanbevolen gebruikelijke dagelijkse dosering is Exelon 9,5 mg/24 u. Indien u dit goed
verdraagt, kan de arts overwegen om de dosering te verhogen naar 13,3 mg/24 u.
Gebruik slechts één Exelon pleister per keer en vervang de pleister na 24 uur door een nieuwe.
Gedurende de behandeling kan uw arts de dosering aanpassen aan uw individuele behoeftes.
Heeft u meer dan drie dagen geen pleister aangebracht? Wacht dan met het aanbrengen van de
volgende, totdat u met uw arts heeft overlegd. U kunt verdergaan met de behandeling met pleisters
voor transdermaal gebruik in dezelfde dosis als de behandeling niet langer dan drie dagen is
onderbroken. Anders zal de arts uw behandeling opnieuw beginnen met Exelon 4,6 mg/24 u.
Exelon kan gebruikt worden met eten, drinken en alcohol.
Waar brengt u uw Exelon pleister voor transdermaal gebruik aan?
Voordat u een pleister aanbrengt, zorg ervoor dat uw huid schoon, droog en onbehaard is, vrij is
van enig poeder, olie, vochtinbrengende crème of lotion, dat verhinderen kan dat de pleister
goed aan uw huid blijft plakken, vrij is van verwondingen, uitslag en/of irritaties.

Verwijder voorzichtig een reeds eerder aangebrachte pleister voordat u een nieuwe
pleister aanbrengt.
Meerdere pleisters op uw lichaam kan u blootstellen aan een overmatige
hoeveelheid van dit geneesmiddel, wat mogelijk gevaarlijk kan zijn.
Breng
ÉÉN pleister per dag aan op
SLECHTS ÉÉN van de mogelijke plaatsen die in de
volgende figuren staan afgebeeld:
-
Linker bovenarm of rechter bovenarm
-
Linker of rechter borstkas (vermijd de borsten)
-
Linker of rechter bovenrug
-
Linker of rechter onderrug

Verwijder de vorige pleister iedere 24 uur voordat u ÉÉN
nieuwe pleister op SLECHTS ÉÉN van de volgende
mogelijke plaatsen aanbrengt.

Voor
zijde
OF
OF
OF
OF
Achter
zijde
OF
OF
OF

Wanneer u de pleister vervangt, moet u de pleister van de vorige dag verwijderen voordat u een
nieuwe pleister aanbrengt, iedere keer op een andere plaats op uw huid (bijvoorbeeld op één dag op de
rechterzijde van uw lichaam, dan op de volgende dag op de linkerzijde en op één dag op uw
bovenlichaam, dan op de volgende dag op uw onderlichaam). Breng een nieuwe pleister niet tweemaal
binnen 14 dagen op dezelfde plaats op de huid aan.
Hoe brengt u uw Exelon pleister voor transdermaal gebruik aan?
Exelon pleisters zijn dunne, ondoorzichtige, plastic pleisters, die op de huid plakken. Elke pleister is
verzegeld in een sachet, die de pleister beschermt totdat u klaar bent om de pleister aan te brengen.
Open de sachet niet of haal de pleister er niet uit tot vlak voordat u de pleister aanbrengt.
Verwijder de oude pleister voorzichtig voordat u een nieuwe
pleister aanbrengt.

Patiënten die voor het eerst met de behandeling starten en
patiënten die opnieuw starten met de behandeling met Exelon na
een onderbreking van de behandeling, moeten beginnen bij het
tweede plaatje.

-
Elke pleister is verzegeld in zijn eigen beschermende
sachet.
U moet alleen de sachet openen, wanneer u klaar bent om
de pleister aan te brengen.
Knip de sachet met een schaar open langs de stippellijn
en haal de pleister uit de sachet.
-
Een beschermstrook bedekt de plakzijde van de pleister.
Trek één kant van de beschermstrook los en raak de
plakzijde van de pleister niet met uw vingers aan.
-
Plaats de plakzijde van de pleister op de boven- of
onderrug, bovenarm of borstkas en trek het tweede deel
van de beschermstrook los.
-
Druk met uw handpalm vervolgens de pleister gedurende
ten minste 30 seconden stevig vast op zijn plaats om er
zeker van te zijn dat de randen goed plakken.
Als ondersteuning kunt u bijvoorbeeld de dag van de week op de
pleister schrijven met een dunne balpen.

De pleister moet continu gedragen worden, totdat het tijd is om de pleister te vervangen door een
nieuwe. U zou verschillende plaatsen kunnen uitproberen wanneer u een nieuwe pleister aanbrengt,
om plaatsen te vinden die het meest comfortabel voor u zijn en waar uw kleding niet op de pleister
schuurt.
Hoe verwijdert u uw Exelon pleister voor transdermaal gebruik?
Trek voorzichtig aan één rand van de pleister om deze langzaam van de huid te verwijderen. Als er
plaksel achterblijft op uw huid, week dat gebied dan voorzichtig in warm water en milde zeep of
gebruik babyolie om het te verwijderen. Gebruik geen alcohol of andere oplosvloeistoffen
(nagellakremover of andere oplosmiddelen).
Was uw handen met water en zeep na het verwijderen van de pleister. In geval van contact met de
ogen of als uw ogen rood worden na het hanteren van de pleister, onmiddellijk met overvloedig water
spoelen en een arts raadplegen als de symptomen niet verdwijnen.
Kunt u uw Exelon pleister voor transdermaal gebruik dragen, als u gaat baden, zwemmen of
zonnen?

Baden, zwemmen of douchen zouden het plakken van de pleister niet mogen beïnvloeden. Zorg
ervoor dat de pleister niet loslaat gedurende deze activiteiten.
Stel de pleister niet bloot aan enige externe hittebronnen (bijv. overmatig zonlicht, sauna,
solarium) voor langere periodes.

Wat moet u doen als een pleister loslaat?
Als er een pleister loslaat, breng dan een nieuwe pleister aan voor de rest van de dag en vervang deze
de volgende dag op hetzelfde tijdstip als gebruikelijk.
Wanneer en hoelang moet u uw Exelon pleister voor transdermaal gebruik aanbrengen?
Om voordeel van de behandeling te hebben, moet u iedere dag een nieuwe pleister aanbrengen,
bij voorkeur op hetzelfde tijdstip van de dag.
Gebruik slechts één Exelon pleister per keer en vervang de pleister na 24 uur door een nieuwe.

Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u per ongeluk meer dan één pleister aangebracht? Verwijder dan alle pleisters van uw lichaam
en vertel het uw arts dat u per ongeluk meer dan één pleister heeft aangebracht. Het is mogelijk dat u
medische hulp nodig heeft. Sommige mensen die per ongeluk te veel Exelon hebben gebruikt, voelden
zich misselijk, moesten overgeven (braken), hadden diarree, hoge bloeddruk en hallucinaties. Een
trage hartslag en flauwvallen kunnen ook voorkomen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u er achter komt dat u vergeten bent een pleister aan te brengen, breng dan onmiddellijk een
pleister aan. De volgende dag kunt u de volgende pleister aanbrengen op het gebruikelijke tijdstip.
Breng niet twee pleisters tegelijk aan om de vergeten pleister in te halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Informeer uw arts of apotheker, wanneer u stopt met het gebruik van de pleister.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.

4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kunnen Exelon pleisters voor transdermaal gebruik bijwerkingen hebben, al
krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Bijwerkingen kunnen vaker optreden als de behandeling met dit middel wordt gestart of als de dosis
wordt verhoogd. Gewoonlijk zullen de bijwerkingen langzaam verdwijnen naarmate uw lichaam aan
het geneesmiddel went.
Verwijder de pleister en neem onmiddellijk contact op met uw arts, wanneer u een van de
volgende bijwerkingen opmerkt, die ernstig kunnen worden:

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Verlies van eetlust
Duizeligheid
Zich opgewonden of slaperig voelen
Urine-incontinentie (onvermogen om urine goed op te houden)

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Problemen met de hartslag zoals langzame hartslag
Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
Maagzweer
Uitdroging (te veel vochtverlies)
Hyperactiviteit (heel actief, rusteloos)
Agressie

Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
Vallen

Zeer zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 mensen)
Stijve armen of benen
Trillende handen

Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Overgevoeligheidsreactie op de plaats waar de pleister was aangebracht, zoals blaren of
ontstoken huid
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger ­ zoals beven, stijfheid en schuifelen
Ontsteking aan de alvleesklier ­ de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
Snelle of onregelmatige hartslag
Hoge bloeddruk
Toevallen (epileptische aanvallen)
Leveraandoeningen (gele huid, geelkleuring van het oogwit, abnormaal donkere urine of
onverklaarbare misselijkheid, braken, vermoeidheid en verlies van eetlust)
Veranderingen in onderzoeken die laten zien hoe goed uw lever werkt
Zich rusteloos voelen
Nachtmerries
Verwijder de pleister en neem onmiddellijk contact op met uw arts, wanneer u een van bovenstaande
bijwerkingen opmerkt.
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
Te veel speeksel
Verlies van eetlust
Zich rusteloos voelen
Zich niet lekker voelen
Beven of zich verward voelen
Veel zweten
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Onregelmatige hartslag (b.v. snelle hartslag)
Moeite met slapen
Onverklaard vallen
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
Toevallen (epileptische aanvallen)
Zweren in uw darm
Pijn op de borst ­ dit kan veroorzaakt worden door spastische kramp van de hartspier
(hartspasme)
Zeer zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 mensen)
Hoge bloeddruk
Ontsteking aan de alvleesklier ­ de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
Bloeding in het maagdarmkanaal ­ dit vertoont zich door bloed in de ontlasting of braaksel
Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
Sommige mensen die hevig overgegeven hebben hadden last van het scheuren van de slokdarm
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
- Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
- Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos
en de sachet na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
- Bewaren beneden 25°C.
- Bewaar de pleister voor transdermaal gebruik in de sachet tot gebruik.
- Gebruik geen pleister die beschadigd is of tekenen van knoeien vertoont.
- Nadat u een pleister van de huid verwijderd heeft, vouw deze dan dubbel met de plakzijdes
naar binnen en druk ze samen. Stop de gebruikte pleister terug in zijn verpakking en gooi deze
zodanig weg, dat kinderen er niet bij kunnen. Raak uw ogen niet met uw vingers aan en was
uw handen direct met zeep en water na het verwijderen van de pleister. Spoel geneesmiddelen
niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u
met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste
manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is rivastigmine.
-
Exelon 4,6 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik: Elke pleister die 4,6 mg
rivastigmine afgeeft per 24 uur, is 5 cm2 en bevat 9 mg rivastigmine.
- Exelon 9,5 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik: Elke pleister die 9,5 mg
rivastigmine afgeeft per 24 uur, is 10 cm2 en bevat 18 mg rivastigmine.
- Exelon 13,3 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik: Elke pleister die 13,3 mg
rivastigmine afgeeft per 24 uur, is 15 cm2 en bevat 27 mg rivastigmine.
- De andere stoffen in dit middel zijn gelakte polyethyleentereftalaat film, alfa-tocoferol,
poly(butylmethacrylaat, methylmethacrylaat), acryl copolymeer, siliconenolie, dimethicon,
fluoropolymeer gecoate polyester film.
Hoe ziet Exelon eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Elke pleister voor transdermaal gebruik is een dunne pleister bestaande uit drie lagen. De buitenlaag is
beige en gemarkeerd met één van het volgende:
-
'Exelon', '4.6 mg/24 h' en 'AMCX',
- 'Exelon', '9.5 mg/24 h' en 'BHDI',
- 'Exelon', '13.3 mg/24 h' en 'CNFU'.
Elke pleister voor transdermaal gebruik zit in één verzegelde sachet.
Exelon 4,6 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik en Exelon 9,5 mg/24 u pleisters voor
transdermaal gebruik zijn verkrijgbaar in dozen met 7, 30 of 42 sachets en in multi-verpakkingen met
60, 84 of 90 sachets.
Exelon 13,3 mg/24 u pleisters voor transdermaal gebruik zijn verkrijgbaar in dozen met 7 of
30 sachets en in multi-verpakkingen met 60 of 90 sachets.
Het kan voorkomen dat niet alle genoemde verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Farmacéutica, S.A.
Gran Via de les Corts Catalanes, 764
08013 Barcelona
Spanje
Novartis Pharma GmbH
Roonstraße 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Novartis Pharma N.V.
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Tel: +370 5 269 16 50


Luxembourg/Luxemburg
Novartis Bulgaria EOOD
Novartis Pharma N.V.
: +359 2 489 98 28
Tél/Tel: +32 2 246 16 11


Ceská republika
Magyarország
Novartis s.r.o.
Novartis Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 457 65 00

Danmark
Malta
Novartis Healthcare A/S
Novartis Pharma Services Inc.
Tlf: +45 39 16 84 00
Tel: +356 2122 2872

Deutschland
Nederland
Novartis Pharma GmbH
Novartis Pharma B.V.
Tel: +49 911 273 0
Tel: +31 88 04 52 111

Eesti
Norge
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Novartis Norge AS
Tel: +372 66 30 810
Tlf: +47 23 05 20 00


Österreich
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Novartis Pharma GmbH
: +30 210 281 17 12
Tel: +43 1 86 6570

España
Polska
Novartis Farmacéutica, S.A.
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 93 306 42 00
Tel.: +48 22 375 4888

France
Portugal
Novartis Pharma S.A.S.
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Tel: +351 21 000 8600

Hrvatska

România
Novartis Hrvatska d.o.o.
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel. +385 1 6274 220
Tel: +40 21 31299 01

Ireland

Slovenija
Novartis Ireland Limited
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +353 1 260 12 55
Tel: +386 1 300 75 50

Ísland

Slovenská republika
Vistor hf.
Novartis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 5542 5439

Italia
Suomi/Finland
Novartis Farma S.p.A.
Novartis Finland Oy
Tel: +39 02 96 54 1
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
Sverige
Novartis Pharma Services Inc.
Novartis Sverige AB
: +357 22 690 690
Tel: +46 8 732 32 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Novartis Baltics
Novartis Ireland Limited
Tel: +371 67 887 070
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Exelon 4,5 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Exelon 4,5 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Exelon 4,5 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG