Formicpro 68,2 g
Notice – Version NL
FORMICPRO
BIJSLUITER:
Formicpro 68,2 g strips voor in de bijenkorf voor honingbijen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN
DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
NOD Apiary Ireland Ltd.
5 George’s Dock
IFSC Dublin 1
D01 X8N7
Ierland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Lohmann Pharma Herstellung GmbH
Heinz-Lohmann-Strasse 5
27472 Cuxhaven
Duitsland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Formicpro 68,2 g strips voor in de bijenkorf voor honingbijen
Mierenzuur
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)
Per strip voor in de bijenkorf:
Werkzaam bestanddeel:
Mierenzuur:
68,2 g
Bruine, half harde tot zachte gelstrip bedekt met biologisch afbreekbaar gelamineerd papier, dat
zijn vorm behoudt.
4.
INDICATIE(S)
Behandeling van varroase veroorzaakt door Varroa
destructor bij honingbijen (Apis mellifera).
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken wanneer de dagtemperaturen buiten het bereik van 10 - 29,5 °C liggen op de dag
van toepassing. Zie ook ‘Speciale waarschuwingen’.
Niet gebruiken voor de behandeling van kolonies van minder dan 10.000 bijen. Een kleinere
kolonie is misschien niet in staat om voldoende lucht te laten circuleren om een verdraagbare
mierenzuurconcentratie te bereiken.
Notice – Version NL
FORMICPRO
6.
BIJWERKINGEN
Onvoldoende ventilatie, hoge omgevingstemperaturen en een te klein volume van de bijenkorf
zijn geïdentificeerd als specifieke risicofactoren voor de opbouw van mierenzuurconcentraties tot
boven een gemakkelijk te verdragen niveau. De specifieke voorschriften in de rubrieken 'Contra-
indicaties' en 'Speciale waarschuwingen' moeten zorgvuldig in acht worden genomen, aangezien
er een verhoogd risico op bijwerkingen bestaat als deze niet worden gevolgd.
Er is soms een verhoogde sterfte van volwassen bijen, broedsterfte en/of verlies van de koningin
waargenomen, vooral bij kleinere bijenkorven of wanneer de vliegspleetverkleiners niet waren
verwijderd vóór gebruik. Dit heeft geleid tot secundaire verschijnselen, zoals noodzwermen,
verminderde voorplanting en/of verlies van het hele bijenvolk.
Stervende bijen (bijv. die lijden aan een virusinfectie of een grote mijtenplaag) zijn gevoeliger
voor toxische effecten.
Mierenzuur zal aanvankelijk de activiteiten van de kolonie verstoren en kan binnen één dag na
toepassing leiden tot het niet meer accepteren van de koningin, wat in zeldzame gevallen
aanleiding geeft tot vervanging van de koningin.
Van de kolonies wordt verwacht dat ze de raatbezetting uitbreiden in het kader van de beheersing
van de dampconcentratie gedurende de eerste 3 behandelingsdagen. In zeer zeldzame gevallen
kan baardvorming worden waargenomen.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde kolonies vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde kolonies)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde kolonies)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde kolonies)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde kolonies, inclusief geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in
kennis te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Honingbij
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN
WIJZE VAN GEBRUIK
Dosering: 1 sachet (d.w.z. 2 strips) per bijenkorf gedurende 7 dagen. Laat minimaal een maand
tussen de toepassingen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Notice – Version NL
FORMICPRO
V
ERTICAAL MODULAIRE BIJENKORFTYPES
(
VOORBEELDEN
: D
ADANT
, L
ANGSTROTH
)
ALGEMENE INSTRUCTIES
De bodemlade moet gesloten zijn tijdens de behandeling om de werkzaamheid te optimaliseren.
Zodra de bijenkorf is voorbereid, verwijder voorzichtig de strips uit het sachet en scheid de twee
strips. VERWIJDER
DE ECO-PAPIERWIKKEL NIET.
Deze laatste fungeert als een lont
(d.w.z. hij controleert de snelheid waarmee de werkzame stof vrijkomt).
Verstoor de ramen in de broedkamer niet tijdens de behandeling. Plaats de behandeling op de
toplatten van de ramen van de onderste broedkamer. Er mag geen extra afstandshouder worden
gebruikt; de onderdelen van de bijenkorf moeten goed op elkaar aansluiten wanneer de kast weer
in elkaar wordt gezet.
DOSEERINSTRUCTIES
Voor bijenkorven met een dubbele broedkamer legt u twee strips, zodanig gespreid dat ze plat en
over de volle breedte van de onderste broedkamer liggen, in het hart van de broedzone, met
ongeveer 5 cm tussen de strips en 10 cm tussen de uiteinden van de broedkamer en de
buitenranden van de strips. Voor bijenkorven met één broedkamer moeten twee strips plat over de
ramen direct boven de broedzone worden gelegd, met de hierboven aangegeven tussenruimte.
Notice – Version NL
FORMICPRO
De vliegspleet van de bijenkorf moet over de hele breedte van de kast open zijn, minimaal 12,5
mm hoog, gedurende de hele behandeling, zonder barrières naar de broedkamer.
Neem in bijenkorven met permanent verkleinde vliegspleet passende maatregelen om
gelijkwaardige ventilatiesleuven aan te brengen. Voorbeelden hiervan worden gegeven in het
pictogram.
Gebruikte strips hoeven aan het eind van de behandelingsperiode niet onmiddellijk te worden
verwijderd, maar moeten wel worden verwijderd voordat de honingkamers weer in de bijenkorf
worden geplaatst.
Na verwijdering weggooien bij het compost.
10.
WACHTTIJD(EN)
Honing:
nul dagen.
Honingkamers met honing moeten uit de bijenkorf worden verwijderd voordat het
diergeneesmiddel wordt toegepast. In (een) honingkamer(s) opgeslagen honing die tijdens de
behandelingsperiode niet was verwijderd,mag niet voor menselijke consumptie worden gebruikt.
Gebruikte strips moeten worden verwijderd voordat de voor de oogst bestemde honingkamers in
de bijenkorf worden geplaatst.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Notice – Version NL
FORMICPRO
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking.
Tegen direct zonlicht beschermen.
Binnenshuis, op een koele, droge en goed geventileerde plaats bewaren.
Tijdens de opslag kan een kleurverandering van lichtbruin naar donkerbruin worden
waargenomen als gevolg van de mogelijkheid tot karamelliseren van de gelmatrix.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Het diergeneesmiddel mag alleen worden gebruikt als onderdeel van een geïntegreerd
varroabestrijdingsprogramma. Het wordt sterk aanbevolen om maandelijks de mijtenconcentraties
te controleren tijdens de broedperiode en te behandelen wanneer de lokale drempelwaarden
worden bereikt. Gebruik het diergeneesmiddel volgens de lokale behandelingsaanbevelingen,
indien beschikbaar.
Zorg ervoor dat de kolonie zo min mogelijk wordt verstoord tijdens de toepassing.
Behandel alle kolonies op een locatie tegelijkertijd om herinfectie vanuit onbehandelde kolonies
te voorkomen.
De bodemlade moet gesloten zijn tijdens de behandeling om de werkzaamheid te optimaliseren.
De veiligheid en werkzaamheid van het diergeneesmiddel zijn niet volledig getest in horizontale
bijenkorven zoals Layens bijenkorfsystemen. Uitsluitend gebruiken op basis van een grondige
baten/risicobeoordeling en na bestudering van mogelijke alternatieven voor geïntegreerde
plaagbestrijding.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Verstoor de kolonie niet tijdens de behandelingsperiode. Als de kolonie tijdens de
behandelingsperiode wordt verstoord, bestaat er een verhoogd risico op broedsterfte en/of sterfte
van volwassen bijen (met inbegrip van de koningin), alsook op noodzwermen.
Het natuurlijke geboorte- en sterftecijfer bedraagt 1.000 tot 2.000 bijen per dag in het voorjaar en
de zomer; het natuurlijke sterftecijfer neemt toe in het najaar wanneer de grote populatie
zomerbijen wordt vervangen door de kleinere populatie winterbijen. Door de stress van de
behandeling kunnen bijen die door ouderdom of ziekte verzwakt zijn (en die normaal gesproken
buiten de bijenkorf zouden sterven), in de bijenkorf bezwijken; deze bijen kunnen rond de
vliegspleet van de bijenkorf worden waargenomen.
Temperaturen: De buitentemperaturen overdag moeten binnen het temperatuurbereik liggen dat
in de rubriek ‘Contra-indicaties’ wordt vermeld. Temperaturen boven dit bereik tijdens de eerste
drie dagen van de behandeling kunnen leiden tot verhoogde broedsterfte en een hoger risico op
verlies van de koningin, vooral bij verzwakte koninginnen. Als deze temperaturen samenvallen
met een periode van voedselschaarste, is er een verhoogd risico op verlies van de koningin,
plotselinge vervanging van de koningin of vertraging in de eileg. De behandeling moet worden
uitgesteld tot de temperaturen dalen of de nectarstroom wordt hervat.
Notice – Version NL
FORMICPRO
Om een te hoge mierenzuurconcentratie te voorkomen, is het van essentieel belang dat tijdens de
behandelingsperiode voor voldoende ventilatie wordt gezorgd. Er moet worden gezorgd voor een
vrije vliegspleet over de volle breedte van de bijenkorf (meestal de vliegspleet van de onderste
plank), met een minimumhoogte van 12,5 mm. Elke belemmering van de luchtcirculatie door de
vliegspleet naar de broedkamer (bijv. een vliegspleetverkleiner of een muizenrooster) moet
worden verwijderd om buitensporige schade aan de kolonies te voorkomen.
Neem in bijenkorven met een permanent verkleinde vliegspleet passende maatregelen om voor
voldoende ventilatie te zorgen (bijv. aanbrengen van alternatieve broedkameringangen die als
ventilatiesleuven kunnen fungeren). Zie de rubriek ‘Aanwijzingen voor een juiste toediening’
voor meer informatie.
De kolonies moeten ten tijde van de behandeling over goede voedselreserves beschikken en
mogen tijdens de behandeling niet in de bijenkorf worden gevoederd.
Vernietig geen koninginnencellen die voor of na de behandeling kunnen worden waargenomen.
De vervanging van de koningin, ook al wordt deze geacht door de behandeling in gang te zijn
gezet, is een natuurlijk proces, dat voor de gezondheid van de kolonie dient te worden voortgezet.
Controleer of de kolonie één maand na de behandeling moergoed is. Moeder- en
dochterkoninginnen die na de behandeling aanwezig zijn, zijn niet ongewoon.
Bij zich uitbreidende kolonies die extra ruimte nodig hebben, kunnen op het moment van
behandeling honingloze honingkamers op de bijenkorf worden geplaatst.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Dit diergeneesmiddel is irriterend voor de huid en de ogen. Vermijd contact met de huid,
ogen en slijmvliezen. Draag bij het hanteren en toedienen van het diergeneesmiddel de
gebruikelijke beschermende kleding voor de bijenteelt. Houd water bij de hand.
In geval van accidenteel contact met een oog/de ogen, het oog/de ogen onmiddellijk spoelen
met schoon stromend water gedurende 10 minuten, onmiddellijk een arts raadplegen en de
bijsluiter tonen.
Vermijd contact met de huid door chemisch bestendige handschoenen (EN 374) te dragen. In
geval van accidenteel contact met de huid, de blootgestelde huid onmiddellijk spoelen met
water en, indien de irritatie aanhoudt, medische hulp inroepen.
Vermijd inademing van de damp. Open de verpakking van het diergeneesmiddel en pak de
strips alleen buiten uit, bovenwinds van het diergeneesmiddel. In geval van accidentele
inademing in de frisse lucht gaan staan en indien de irritatie aanhoudt, een arts raadplegen.
Als u niet kunt voorkomen dat u in een afgesloten ruimte werkt, draag dan een geschikt
halfgelaatsmasker of volgelaatsmasker met filters die voldoen aan type B of E.
Houd kinderen uit de buurt tijdens het toepassen van het diergeneesmiddel.
Niet eten, drinken of roken tijdens het hanteren en aanbrengen van het diergeneesmiddel.
Was de handen altijd direct na gebruik met water en zeep.
Personen met bekende overgevoeligheid voor mierenzuur of oxaalzuur dienen bij toediening
van het diergeneesmiddel grote voorzichtigheid in acht te nemen.
Overige voorzorgsmaatregelen:
Dit diergeneesmiddel heeft corrosieve eigenschappen. Laat het diergeneesmiddel niet in contact
komen met metalen oppervlakken.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Notice – Version NL
FORMICPRO
Niet gebruiken in combinatie met andere acariciden tegen varroase.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Overmatige sterfte van volwassen bijen en broed, alsmede noodzwermen zijn typische
overdoseringsverschijnselen. Deze verschijnselen kunnen worden veroorzaakt door
overschrijding van de aanbevolen dosering, onvoldoende ventilatie, hoge temperaturen en/of een
ongeschikt volume van de bijenkorf. Verhoog in geval van overdosering de ventilatie van de
bijenkorf door extra ingangen te maken van boven naar beneden. Controleer 2 weken na
toepassing op de aanwezigheid van de koningin. Zie ook de rubriek ‘Speciale
voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren‘ en ‘Aanwijzingen voor een juiste toediening’.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Juni 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met plastic voering (met hersluitbare tape) met 2 sachets (4 strips)
Kartonnen doos met plastic voering (met hersluitbare tape) met 10 sachets (20 strips)
Kartonnen doos met plastic voering (met hersluitbare tape) met 30 sachets (60 strips)
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V586906
KANALISATIE
Vrije aflevering
FORMICPRO
BIJSLUITER:
Formicpro 68,2 g strips voor in de bijenkorf voor honingbijen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN
DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
NOD Apiary Ireland Ltd.
5 George's Dock
IFSC Dublin 1
D01 X8N7
Ierland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Lohmann Pharma Herstellung GmbH
Heinz-Lohmann-Strasse 5
27472 Cuxhaven
Duitsland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Formicpro 68,2 g strips voor in de bijenkorf voor honingbijen
Mierenzuur
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)
Per strip voor in de bijenkorf:
Werkzaam bestanddeel:
Mierenzuur:
68,2 g
Bruine, half harde tot zachte gelstrip bedekt met biologisch afbreekbaar gelamineerd papier, dat
zijn vorm behoudt.
4.
INDICATIE(S)
Behandeling van varroase veroorzaakt door Varroa destructor bij honingbijen (Apis mellifera).
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken wanneer de dagtemperaturen buiten het bereik van 10 - 29,5 °C liggen op de dag
van toepassing. Zie ook `Speciale waarschuwingen'.
FORMICPRO
6.
BIJWERKINGEN
Onvoldoende ventilatie, hoge omgevingstemperaturen en een te klein volume van de bijenkorf
zijn geïdentificeerd als specifieke risicofactoren voor de opbouw van mierenzuurconcentraties tot
boven een gemakkelijk te verdragen niveau. De specifieke voorschriften in de rubrieken 'Contra-
indicaties' en 'Speciale waarschuwingen' moeten zorgvuldig in acht worden genomen, aangezien
er een verhoogd risico op bijwerkingen bestaat als deze niet worden gevolgd.
Er is soms een verhoogde sterfte van volwassen bijen, broedsterfte en/of verlies van de koningin
waargenomen, vooral bij kleinere bijenkorven of wanneer de vliegspleetverkleiners niet waren
verwijderd vóór gebruik. Dit heeft geleid tot secundaire verschijnselen, zoals noodzwermen,
verminderde voorplanting en/of verlies van het hele bijenvolk.
Stervende bijen (bijv. die lijden aan een virusinfectie of een grote mijtenplaag) zijn gevoeliger
voor toxische effecten.
Mierenzuur zal aanvankelijk de activiteiten van de kolonie verstoren en kan binnen één dag na
toepassing leiden tot het niet meer accepteren van de koningin, wat in zeldzame gevallen
aanleiding geeft tot vervanging van de koningin.
Van de kolonies wordt verwacht dat ze de raatbezetting uitbreiden in het kader van de beheersing
van de dampconcentratie gedurende de eerste 3 behandelingsdagen. In zeer zeldzame gevallen
kan baardvorming worden waargenomen.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde kolonies vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde kolonies)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde kolonies)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde kolonies)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde kolonies, inclusief geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in
kennis te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Honingbij
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN
WIJZE VAN GEBRUIK
Dosering: 1 sachet (d.w.z. 2 strips) per bijenkorf gedurende 7 dagen. Laat minimaal een maand
tussen de toepassingen.
9.
Notice Version NL
FORMICPRO
V
ERTICAAL MODULAIRE BIJENKORFTYPES (VOORBEELDEN: DADANT, LANGSTROTH)
ALGEMENE INSTRUCTIES
De bodemlade moet gesloten zijn tijdens de behandeling om de werkzaamheid te optimaliseren.
Zodra de bijenkorf is voorbereid, verwijder voorzichtig de strips uit het sachet en scheid de twee
strips.
VERWIJDER DE ECO-PAPIERWIKKEL NIET. Deze laatste fungeert als een lont
(d.w.z. hij controleert de snelheid waarmee de werkzame stof vrijkomt).
Verstoor de ramen in de broedkamer niet tijdens de behandeling. Plaats de behandeling op de
toplatten van de ramen van de onderste broedkamer. Er mag geen extra afstandshouder worden
gebruikt; de onderdelen van de bijenkorf moeten goed op elkaar aansluiten wanneer de kast weer
in elkaar wordt gezet.
DOSEERINSTRUCTIES
Notice Version NL
FORMICPRO
De vliegspleet van de bijenkorf moet over de hele breedte van de kast open zijn, minimaal 12,5
mm hoog, gedurende de hele behandeling, zonder barrières naar de broedkamer.
Neem in bijenkorven met permanent verkleinde vliegspleet passende maatregelen om
gelijkwaardige ventilatiesleuven aan te brengen. Voorbeelden hiervan worden gegeven in het
pictogram.
Gebruikte strips hoeven aan het eind van de behandelingsperiode niet onmiddellijk te worden
verwijderd, maar moeten wel worden verwijderd voordat de honingkamers weer in de bijenkorf
worden geplaatst.
Na verwijdering weggooien bij het compost.
10.
WACHTTIJD(EN)
Honing: nul dagen.
Honingkamers met honing moeten uit de bijenkorf worden verwijderd voordat het
diergeneesmiddel wordt toegepast. In (een) honingkamer(s) opgeslagen honing die tijdens de
behandelingsperiode niet was verwijderd,mag niet voor menselijke consumptie worden gebruikt.
Gebruikte strips moeten worden verwijderd voordat de voor de oogst bestemde honingkamers in
de bijenkorf worden geplaatst.
11.
FORMICPRO
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking.
Tegen direct zonlicht beschermen.
Binnenshuis, op een koele, droge en goed geventileerde plaats bewaren.
Tijdens de opslag kan een kleurverandering van lichtbruin naar donkerbruin worden
waargenomen als gevolg van de mogelijkheid tot karamelliseren van de gelmatrix.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Het diergeneesmiddel mag alleen worden gebruikt als onderdeel van een geïntegreerd
varroabestrijdingsprogramma. Het wordt sterk aanbevolen om maandelijks de mijtenconcentraties
te controleren tijdens de broedperiode en te behandelen wanneer de lokale drempelwaarden
worden bereikt. Gebruik het diergeneesmiddel volgens de lokale behandelingsaanbevelingen,
indien beschikbaar.
Zorg ervoor dat de kolonie zo min mogelijk wordt verstoord tijdens de toepassing.
Behandel alle kolonies op een locatie tegelijkertijd om herinfectie vanuit onbehandelde kolonies
te voorkomen.
De bodemlade moet gesloten zijn tijdens de behandeling om de werkzaamheid te optimaliseren.
De veiligheid en werkzaamheid van het diergeneesmiddel zijn niet volledig getest in horizontale
bijenkorven zoals Layens bijenkorfsystemen. Uitsluitend gebruiken op basis van een grondige
baten/risicobeoordeling en na bestudering van mogelijke alternatieven voor geïntegreerde
plaagbestrijding.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Verstoor de kolonie niet tijdens de behandelingsperiode. Als de kolonie tijdens de
behandelingsperiode wordt verstoord, bestaat er een verhoogd risico op broedsterfte en/of sterfte
van volwassen bijen (met inbegrip van de koningin), alsook op noodzwermen.
Het natuurlijke geboorte- en sterftecijfer bedraagt 1.000 tot 2.000 bijen per dag in het voorjaar en
de zomer; het natuurlijke sterftecijfer neemt toe in het najaar wanneer de grote populatie
zomerbijen wordt vervangen door de kleinere populatie winterbijen. Door de stress van de
behandeling kunnen bijen die door ouderdom of ziekte verzwakt zijn (en die normaal gesproken
buiten de bijenkorf zouden sterven), in de bijenkorf bezwijken; deze bijen kunnen rond de
vliegspleet van de bijenkorf worden waargenomen.
FORMICPRO
Om een te hoge mierenzuurconcentratie te voorkomen, is het van essentieel belang dat tijdens de
behandelingsperiode voor voldoende ventilatie wordt gezorgd. Er moet worden gezorgd voor een
vrije vliegspleet over de volle breedte van de bijenkorf (meestal de vliegspleet van de onderste
plank), met een minimumhoogte van 12,5 mm. Elke belemmering van de luchtcirculatie door de
vliegspleet naar de broedkamer (bijv. een vliegspleetverkleiner of een muizenrooster) moet
worden verwijderd om buitensporige schade aan de kolonies te voorkomen.
Neem in bijenkorven met een permanent verkleinde vliegspleet passende maatregelen om voor
voldoende ventilatie te zorgen (bijv. aanbrengen van alternatieve broedkameringangen die als
ventilatiesleuven kunnen fungeren). Zie de rubriek `Aanwijzingen voor een juiste toediening'
voor meer informatie.
De kolonies moeten ten tijde van de behandeling over goede voedselreserves beschikken en
mogen tijdens de behandeling niet in de bijenkorf worden gevoederd.
Vernietig geen koninginnencellen die voor of na de behandeling kunnen worden waargenomen.
De vervanging van de koningin, ook al wordt deze geacht door de behandeling in gang te zijn
gezet, is een natuurlijk proces, dat voor de gezondheid van de kolonie dient te worden voortgezet.
Controleer of de kolonie één maand na de behandeling moergoed is. Moeder- en
dochterkoninginnen die na de behandeling aanwezig zijn, zijn niet ongewoon.
Bij zich uitbreidende kolonies die extra ruimte nodig hebben, kunnen op het moment van
behandeling honingloze honingkamers op de bijenkorf worden geplaatst.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Dit diergeneesmiddel is irriterend voor de huid en de ogen. Vermijd contact met de huid,
ogen en slijmvliezen. Draag bij het hanteren en toedienen van het diergeneesmiddel de
gebruikelijke beschermende kleding voor de bijenteelt. Houd water bij de hand.
In geval van accidenteel contact met een oog/de ogen, het oog/de ogen onmiddellijk spoelen
met schoon stromend water gedurende 10 minuten, onmiddellijk een arts raadplegen en de
bijsluiter tonen.
Vermijd contact met de huid door chemisch bestendige handschoenen (EN 374) te dragen. In
geval van accidenteel contact met de huid, de blootgestelde huid onmiddellijk spoelen met
water en, indien de irritatie aanhoudt, medische hulp inroepen.
Vermijd inademing van de damp. Open de verpakking van het diergeneesmiddel en pak de
strips alleen buiten uit, bovenwinds van het diergeneesmiddel. In geval van accidentele
inademing in de frisse lucht gaan staan en indien de irritatie aanhoudt, een arts raadplegen.
Als u niet kunt voorkomen dat u in een afgesloten ruimte werkt, draag dan een geschikt
halfgelaatsmasker of volgelaatsmasker met filters die voldoen aan type B of E.
Houd kinderen uit de buurt tijdens het toepassen van het diergeneesmiddel.
Niet eten, drinken of roken tijdens het hanteren en aanbrengen van het diergeneesmiddel.
Was de handen altijd direct na gebruik met water en zeep.
Personen met bekende overgevoeligheid voor mierenzuur of oxaalzuur dienen bij toediening
van het diergeneesmiddel grote voorzichtigheid in acht te nemen.
Overige voorzorgsmaatregelen:
Dit diergeneesmiddel heeft corrosieve eigenschappen. Laat het diergeneesmiddel niet in contact
komen met metalen oppervlakken.
FORMICPRO
Niet gebruiken in combinatie met andere acariciden tegen varroase.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Overmatige sterfte van volwassen bijen en broed, alsmede noodzwermen zijn typische
overdoseringsverschijnselen. Deze verschijnselen kunnen worden veroorzaakt door
overschrijding van de aanbevolen dosering, onvoldoende ventilatie, hoge temperaturen en/of een
ongeschikt volume van de bijenkorf. Verhoog in geval van overdosering de ventilatie van de
bijenkorf door extra ingangen te maken van boven naar beneden. Controleer 2 weken na
toepassing op de aanwezigheid van de koningin. Zie ook de rubriek `Speciale
voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren` en `Aanwijzingen voor een juiste toediening'.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Juni 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met plastic voering (met hersluitbare tape) met 2 sachets (4 strips)
Kartonnen doos met plastic voering (met hersluitbare tape) met 10 sachets (20 strips)
Kartonnen doos met plastic voering (met hersluitbare tape) met 30 sachets (60 strips)
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V586906
BIJSLUITER:
Formicpro 68,2 g strips voor in de bijenkorf voor honingbijen
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN
DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
NOD Apiary Ireland Ltd.
5 George's Dock
IFSC Dublin 1
D01 X8N7
Ierland
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Lohmann Pharma Herstellung GmbH
Heinz-Lohmann-Strasse 5
27472 Cuxhaven
Duitsland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Formicpro 68,2 g strips voor in de bijenkorf voor honingbijen
Mierenzuur
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)
Per strip voor in de bijenkorf:
Werkzaam bestanddeel:
Mierenzuur:
68,2 g
Bruine, half harde tot zachte gelstrip bedekt met biologisch afbreekbaar gelamineerd papier, dat
zijn vorm behoudt.
4.
INDICATIE(S)
Behandeling van varroase veroorzaakt door Varroa destructor bij honingbijen (Apis mellifera).
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken wanneer de dagtemperaturen buiten het bereik van 10 - 29,5 °C liggen op de dag
van toepassing. Zie ook `Speciale waarschuwingen'.
FORMICPRO
6.
BIJWERKINGEN
Onvoldoende ventilatie, hoge omgevingstemperaturen en een te klein volume van de bijenkorf
zijn geïdentificeerd als specifieke risicofactoren voor de opbouw van mierenzuurconcentraties tot
boven een gemakkelijk te verdragen niveau. De specifieke voorschriften in de rubrieken 'Contra-
indicaties' en 'Speciale waarschuwingen' moeten zorgvuldig in acht worden genomen, aangezien
er een verhoogd risico op bijwerkingen bestaat als deze niet worden gevolgd.
Er is soms een verhoogde sterfte van volwassen bijen, broedsterfte en/of verlies van de koningin
waargenomen, vooral bij kleinere bijenkorven of wanneer de vliegspleetverkleiners niet waren
verwijderd vóór gebruik. Dit heeft geleid tot secundaire verschijnselen, zoals noodzwermen,
verminderde voorplanting en/of verlies van het hele bijenvolk.
Stervende bijen (bijv. die lijden aan een virusinfectie of een grote mijtenplaag) zijn gevoeliger
voor toxische effecten.
Mierenzuur zal aanvankelijk de activiteiten van de kolonie verstoren en kan binnen één dag na
toepassing leiden tot het niet meer accepteren van de koningin, wat in zeldzame gevallen
aanleiding geeft tot vervanging van de koningin.
Van de kolonies wordt verwacht dat ze de raatbezetting uitbreiden in het kader van de beheersing
van de dampconcentratie gedurende de eerste 3 behandelingsdagen. In zeer zeldzame gevallen
kan baardvorming worden waargenomen.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde kolonies vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde kolonies)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde kolonies)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde kolonies)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde kolonies, inclusief geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in
kennis te stellen.
Als alternatief kunt u dit rapporteren via uw nationaal meldsysteem.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Honingbij
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN
WIJZE VAN GEBRUIK
Dosering: 1 sachet (d.w.z. 2 strips) per bijenkorf gedurende 7 dagen. Laat minimaal een maand
tussen de toepassingen.
9.
Notice Version NL
FORMICPRO
V
ERTICAAL MODULAIRE BIJENKORFTYPES (VOORBEELDEN: DADANT, LANGSTROTH)
ALGEMENE INSTRUCTIES
De bodemlade moet gesloten zijn tijdens de behandeling om de werkzaamheid te optimaliseren.
Zodra de bijenkorf is voorbereid, verwijder voorzichtig de strips uit het sachet en scheid de twee
strips.
VERWIJDER DE ECO-PAPIERWIKKEL NIET. Deze laatste fungeert als een lont
(d.w.z. hij controleert de snelheid waarmee de werkzame stof vrijkomt).
Verstoor de ramen in de broedkamer niet tijdens de behandeling. Plaats de behandeling op de
toplatten van de ramen van de onderste broedkamer. Er mag geen extra afstandshouder worden
gebruikt; de onderdelen van de bijenkorf moeten goed op elkaar aansluiten wanneer de kast weer
in elkaar wordt gezet.
DOSEERINSTRUCTIES
Notice Version NL
FORMICPRO
De vliegspleet van de bijenkorf moet over de hele breedte van de kast open zijn, minimaal 12,5
mm hoog, gedurende de hele behandeling, zonder barrières naar de broedkamer.
Neem in bijenkorven met permanent verkleinde vliegspleet passende maatregelen om
gelijkwaardige ventilatiesleuven aan te brengen. Voorbeelden hiervan worden gegeven in het
pictogram.
Gebruikte strips hoeven aan het eind van de behandelingsperiode niet onmiddellijk te worden
verwijderd, maar moeten wel worden verwijderd voordat de honingkamers weer in de bijenkorf
worden geplaatst.
Na verwijdering weggooien bij het compost.
10.
WACHTTIJD(EN)
Honing: nul dagen.
Honingkamers met honing moeten uit de bijenkorf worden verwijderd voordat het
diergeneesmiddel wordt toegepast. In (een) honingkamer(s) opgeslagen honing die tijdens de
behandelingsperiode niet was verwijderd,mag niet voor menselijke consumptie worden gebruikt.
Gebruikte strips moeten worden verwijderd voordat de voor de oogst bestemde honingkamers in
de bijenkorf worden geplaatst.
11.
FORMICPRO
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking.
Tegen direct zonlicht beschermen.
Binnenshuis, op een koele, droge en goed geventileerde plaats bewaren.
Tijdens de opslag kan een kleurverandering van lichtbruin naar donkerbruin worden
waargenomen als gevolg van de mogelijkheid tot karamelliseren van de gelmatrix.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Het diergeneesmiddel mag alleen worden gebruikt als onderdeel van een geïntegreerd
varroabestrijdingsprogramma. Het wordt sterk aanbevolen om maandelijks de mijtenconcentraties
te controleren tijdens de broedperiode en te behandelen wanneer de lokale drempelwaarden
worden bereikt. Gebruik het diergeneesmiddel volgens de lokale behandelingsaanbevelingen,
indien beschikbaar.
Zorg ervoor dat de kolonie zo min mogelijk wordt verstoord tijdens de toepassing.
Behandel alle kolonies op een locatie tegelijkertijd om herinfectie vanuit onbehandelde kolonies
te voorkomen.
De bodemlade moet gesloten zijn tijdens de behandeling om de werkzaamheid te optimaliseren.
De veiligheid en werkzaamheid van het diergeneesmiddel zijn niet volledig getest in horizontale
bijenkorven zoals Layens bijenkorfsystemen. Uitsluitend gebruiken op basis van een grondige
baten/risicobeoordeling en na bestudering van mogelijke alternatieven voor geïntegreerde
plaagbestrijding.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Verstoor de kolonie niet tijdens de behandelingsperiode. Als de kolonie tijdens de
behandelingsperiode wordt verstoord, bestaat er een verhoogd risico op broedsterfte en/of sterfte
van volwassen bijen (met inbegrip van de koningin), alsook op noodzwermen.
Het natuurlijke geboorte- en sterftecijfer bedraagt 1.000 tot 2.000 bijen per dag in het voorjaar en
de zomer; het natuurlijke sterftecijfer neemt toe in het najaar wanneer de grote populatie
zomerbijen wordt vervangen door de kleinere populatie winterbijen. Door de stress van de
behandeling kunnen bijen die door ouderdom of ziekte verzwakt zijn (en die normaal gesproken
buiten de bijenkorf zouden sterven), in de bijenkorf bezwijken; deze bijen kunnen rond de
vliegspleet van de bijenkorf worden waargenomen.
FORMICPRO
Om een te hoge mierenzuurconcentratie te voorkomen, is het van essentieel belang dat tijdens de
behandelingsperiode voor voldoende ventilatie wordt gezorgd. Er moet worden gezorgd voor een
vrije vliegspleet over de volle breedte van de bijenkorf (meestal de vliegspleet van de onderste
plank), met een minimumhoogte van 12,5 mm. Elke belemmering van de luchtcirculatie door de
vliegspleet naar de broedkamer (bijv. een vliegspleetverkleiner of een muizenrooster) moet
worden verwijderd om buitensporige schade aan de kolonies te voorkomen.
Neem in bijenkorven met een permanent verkleinde vliegspleet passende maatregelen om voor
voldoende ventilatie te zorgen (bijv. aanbrengen van alternatieve broedkameringangen die als
ventilatiesleuven kunnen fungeren). Zie de rubriek `Aanwijzingen voor een juiste toediening'
voor meer informatie.
De kolonies moeten ten tijde van de behandeling over goede voedselreserves beschikken en
mogen tijdens de behandeling niet in de bijenkorf worden gevoederd.
Vernietig geen koninginnencellen die voor of na de behandeling kunnen worden waargenomen.
De vervanging van de koningin, ook al wordt deze geacht door de behandeling in gang te zijn
gezet, is een natuurlijk proces, dat voor de gezondheid van de kolonie dient te worden voortgezet.
Controleer of de kolonie één maand na de behandeling moergoed is. Moeder- en
dochterkoninginnen die na de behandeling aanwezig zijn, zijn niet ongewoon.
Bij zich uitbreidende kolonies die extra ruimte nodig hebben, kunnen op het moment van
behandeling honingloze honingkamers op de bijenkorf worden geplaatst.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Dit diergeneesmiddel is irriterend voor de huid en de ogen. Vermijd contact met de huid,
ogen en slijmvliezen. Draag bij het hanteren en toedienen van het diergeneesmiddel de
gebruikelijke beschermende kleding voor de bijenteelt. Houd water bij de hand.
In geval van accidenteel contact met een oog/de ogen, het oog/de ogen onmiddellijk spoelen
met schoon stromend water gedurende 10 minuten, onmiddellijk een arts raadplegen en de
bijsluiter tonen.
Vermijd contact met de huid door chemisch bestendige handschoenen (EN 374) te dragen. In
geval van accidenteel contact met de huid, de blootgestelde huid onmiddellijk spoelen met
water en, indien de irritatie aanhoudt, medische hulp inroepen.
Vermijd inademing van de damp. Open de verpakking van het diergeneesmiddel en pak de
strips alleen buiten uit, bovenwinds van het diergeneesmiddel. In geval van accidentele
inademing in de frisse lucht gaan staan en indien de irritatie aanhoudt, een arts raadplegen.
Als u niet kunt voorkomen dat u in een afgesloten ruimte werkt, draag dan een geschikt
halfgelaatsmasker of volgelaatsmasker met filters die voldoen aan type B of E.
Houd kinderen uit de buurt tijdens het toepassen van het diergeneesmiddel.
Niet eten, drinken of roken tijdens het hanteren en aanbrengen van het diergeneesmiddel.
Was de handen altijd direct na gebruik met water en zeep.
Personen met bekende overgevoeligheid voor mierenzuur of oxaalzuur dienen bij toediening
van het diergeneesmiddel grote voorzichtigheid in acht te nemen.
Overige voorzorgsmaatregelen:
Dit diergeneesmiddel heeft corrosieve eigenschappen. Laat het diergeneesmiddel niet in contact
komen met metalen oppervlakken.
FORMICPRO
Niet gebruiken in combinatie met andere acariciden tegen varroase.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Overmatige sterfte van volwassen bijen en broed, alsmede noodzwermen zijn typische
overdoseringsverschijnselen. Deze verschijnselen kunnen worden veroorzaakt door
overschrijding van de aanbevolen dosering, onvoldoende ventilatie, hoge temperaturen en/of een
ongeschikt volume van de bijenkorf. Verhoog in geval van overdosering de ventilatie van de
bijenkorf door extra ingangen te maken van boven naar beneden. Controleer 2 weken na
toepassing op de aanwezigheid van de koningin. Zie ook de rubriek `Speciale
voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren` en `Aanwijzingen voor een juiste toediening'.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL
AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale
vereisten te worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Juni 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met plastic voering (met hersluitbare tape) met 2 sachets (4 strips)
Kartonnen doos met plastic voering (met hersluitbare tape) met 10 sachets (20 strips)
Kartonnen doos met plastic voering (met hersluitbare tape) met 30 sachets (60 strips)
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
BE-V586906