Gilenya 0,25 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Gilenya 0,5 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Elke 0,25 mg capsule bevat 0,25 mg fingolimod (als hydrochloride).
Gilenya 0,5 mg harde capsules
Elke 0,5 mg harde capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Capsule van 16 mm met ivoorkleurig ondoorzichtig kapje en romp, met zwarte opdruk ‘FTY 0.25mg’
op het kapje en zwarte band rondom de romp.
Gilenya 0,5 mg harde capsules
Capsule van 16 mm met glanzend geel ondoorzichtig kapje en witte ondoorzichtige romp; zwarte
opdruk met ‘FTY0.5 mg’ op het kapje en twee gele ringen rondom de romp.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Gilenya is geïndiceerd als enkelvoudige ziektemodificerende therapie bij zeer actieve relapsing
remitting multiple sclerose in de volgende groepen van volwassen patiënten en pediatrische patiënten
van 10 jaar en ouder:
-
Patiënten met zeer actieve ziekte ondanks een volledige en adequate behandeling met ten minste
één ziektemodificerend middel (voor uitzonderingen en informatie over de wash-outperioden
zie rubriek 4.4 en 5.1).
Patiënten met zich snel ontwikkelende ernstige relapsing remitting multiple sclerose,
gedefinieerd door 2 of meer invaliderende exacerbaties in één jaar en met 1 of meer gadolinium
aankleurende laesies op de hersen-MRI of een significante toename van de lading van T2-
laesies in vergelijking met een eerdere recente MRI.
Dosering en wijze van toediening
of
-
4.2
De behandeling dient te worden gestart en gecontroleerd door een arts met ervaring op het gebied van
multiple sclerose.
2
Dosering
Bij volwassenen is de aanbevolen dosis van fingolimod één 0,5 mg capsule, eenmaal daags oraal in te
nemen.
Bij kinderen (10 jaar of ouder) is de aanbevolen dosis afhankelijk van het lichaamsgewicht:
-
Kinderen met een lichaamsgewicht ≤ 40 kg: één 0,25 mg capsule, eenmaal daags oraal in te
nemen.
-
Kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg: één 0,5 mg capsule, eenmaal daags oraal in te
nemen.
Kinderen die starten met de 0,25 mg capsules en vervolgens een stabiel lichaamsgewicht bereiken van
boven de 40 kg, moeten overschakelen op de 0,5 mg capsules.
Wanneer overgeschakeld wordt van 0,25 mg per dag op 0,5 mg per dag, wordt aanbevolen om
dezelfde eerstedosismonitoring als bij de start van de behandeling te herhalen.
Dezelfde eerstedosismonitoring als bij de start van de behandeling wordt aanbevolen wanneer de
behandeling is onderbroken voor:
-
1 dag of meer gedurende de eerste 2 weken van de behandeling.
-
meer dan 7 dagen tijdens week 3 en 4 van de behandeling.
-
meer dan 2 weken na een maand van behandeling.
Als de onderbreking van de behandeling van kortere duur is dan het bovenstaande moet de
behandeling worden voortgezet met de volgende dosis zoals gepland (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Ouderen
Gilenya dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten van 65 jaar en ouder vanwege
onvoldoende gegevens over de veiligheid en werkzaamheid (zie rubriek 5.2).
Nierfunctiestoornis
Fingolimod werd in de belangrijkste multiple sclerose studies niet onderzocht bij patiënten met een
nierfunctiestoornis. Gebaseerd op klinisch-farmacologische studies is geen aanpassing van de dosis
nodig bij patiënten met een lichte tot ernstige nierfunctiestoornis.
Leverfunctiestoornis
Gilenya mag niet worden gebruikt bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh
klasse C) (zie rubriek 4.3). Alhoewel er geen aanpassing van de dosis nodig is bij patiënten met een
lichte tot matige leverfunctiestoornis, is voorzichtigheid geboden bij het initiëren van de behandeling
bij deze patiënten (zie rubriek 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van fingolimod bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 10 jaar zijn nog
niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar. Er zijn zeer beperkte gegevens beschikbaar bij
kinderen in de leeftijd van 10 tot 12 jaar (zie rubriek 4.4, 4.8 en 5.1).
Wijze van toediening
Dit geneesmiddel is voor oraal gebruik.
Gilenya kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
De capsules moeten altijd in zijn geheel doorgeslikt worden, zonder deze te openen.
3
4.3
-
-
Contra-indicaties
Immunodeficiëntiesyndroom.
Patiënten met een verhoogd risico op opportunistische infecties, waaronder
immunogecompromitteerde patiënten (waaronder degenen die momenteel immunosuppressieve
behandeling krijgen of degenen die immunogecompromitteerd zijn door eerdere
behandelingen).
Ernstige actieve infecties, actieve chronische infecties (hepatitis, tuberculose).
Actieve maligniteiten.
Ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C).
Patiënten die in de voorgaande 6 maanden myocardinfarct (MI), instabiele angina pectoris,
beroerte/voorbijgaande ischemische aanval (TIA), gedecompenseerd hartfalen (waarvoor
ziekenhuisopname vereist was), of New York Heart Association (NYHA) klasse III/IV hartfalen
hebben gehad (zie rubriek 4.4).
Patiënten met ernstige hartaritmieën die behandeling vereisen met klasse Ia of klasse III
antiaritmica (zie rubriek 4.4).
Patiënten met tweedegraads atrioventriculair (AV) blok type Mobitz-II of derdegraads AV-blok,
of sicksinussyndroom bij patiënten die geen pacemaker dragen (zie rubriek 4.4).
Patiënten met een QTc-interval-uitgangswaarde ≥ 500 msec (zie rubriek 4.4).
Tijdens de zwangerschap en bij vrouwen die zwanger kunnen worden en die geen effectieve
anticonceptie gebruiken (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4.4
Bradyaritmie
Het initiëren van de behandeling resulteert in een tijdelijke afname van de hartslag en kan tevens
geassocieerd worden met een vertraging van de atrioventriculaire geleiding, inclusief het optreden van
geïsoleerde meldingen van voorbijgaande complete AV-blok die spontaan verdwijnt (zie rubriek 4.8
en 5.1).
De daling van de hartslag start binnen het uur na de eerste dosis en is maximaal binnen 6 uur. Dit post-
dosis effect persisteert gedurende de volgende dagen, maar meestal in een mindere mate en normaal
gesproken afnemend in de volgende weken. Bij voortzetting van de toediening keert de gemiddelde
hartslag binnen een maand terug richting de uitgangswaarde. Echter, bij individuele patiënten kan het
zijn dat de hartslag niet terugkeert naar de uitgangswaarde tegen het einde van de eerste maand.
Geleidingsstoornissen waren typisch van voorbijgaande aard en asymptomatisch. Deze vereisten
gewoonlijk geen behandeling en verdwenen binnen de eerste 24 uur behandeling. Indien nodig kan de
door fingolimod geïnduceerde daling van de hartslag worden tegengegaan door parenterale doseringen
van atropine of isoprenaline.
Bij alle patiënten dient een ECG te worden afgenomen en de bloeddruk te worden gemeten vóór en
6 uur na de eerste dosis van Gilenya. Alle patiënten dienen gedurende een periode van 6 uur te worden
gemonitord, met om het uur meting van hartslag en bloeddruk, op verschijnselen en klachten van
bradycardie. Continue (real time) ECG-monitoring wordt aanbevolen tijdens deze periode van 6 uur.
Dezelfde voorzorgen als voor de eerstedosismonitoring worden aanbevolen wanneer patiënten
overschakelen van 0,25 mg per dag op 0,5 mg per dag.
Indien zich na gebruik bradyaritmie-gerelateerde symptomen voordoen, dient passende klinische
behandeling te worden geïnitieerd en dient de monitoring te worden voortgezet totdat de symptomen
zijn verdwenen. Indien een patiënt farmacologische interventie nodig heeft tijdens monitoring van de
eerste dosis, dient de patiënt gedurende de nacht te worden gemonitord in een ziekenhuis en de
eerstedosismonitoring dient te worden herhaald na de tweede dosis van Gilenya.
4
Als de hartslag na 6 uur het laagste is sinds de eerste dosis werd toegediend (wat suggereert dat het
maximale farmacodynamische effect op het hart misschien nog niet manifest is), dient de monitoring
te worden verlengd met ten minste 2 uur en tot de hartslag weer toeneemt. Bovendien, als na 6 uur de
hartslag < 45 slagen per minuut is bij volwassenen, < 55 slagen per minuut bij kinderen van 12 jaar en
ouder, of < 60 slagen per minuut bij kinderen van 10 tot 12 jaar, of het ECG een nieuw geval van
tweedegraads of hogere graad AV-blok laat zien of een QTc-interval ≥ 500 msec, dient verlengde
monitoring (ten minste monitoring gedurende de nacht) te worden uitgevoerd tot de bevindingen zijn
verdwenen. Het optreden op elk moment van derdegraads AV-blok moet ook leiden tot uitgebreide
monitoring (ten minste monitoring gedurende de nacht).
De effecten op de hartslag en atrioventriculaire geleiding kunnen weer optreden bij het opnieuw
beginnen van de behandeling met fingolimod, afhankelijk van de duur van de onderbreking en de tijd
sinds de start van de behandeling. Dezelfde eerstedosismonitoring als bij de start van de behandeling
wordt aanbevolen wanneer de behandeling is onderbroken (zie rubriek 4.2).
Zeer zeldzame gevallen van T-golf inversie zijn gemeld bij volwassen patiënten die werden behandeld
met fingolimod. In geval van T-golf inversie moet de voorschrijver er zeker van zijn dat er geen
verschijnselen of klachten geassocieerd met myocardiale ischemie zijn. Als myocardiale ischemie
wordt vermoed, wordt het aanbevolen om een cardioloog te raadplegen.
Vanwege het risico op ernstige ritmestoornissen of significante bradycardie dient Gilenya niet te
worden gebruikt bij patiënten met sinoatriaal blok, een ziektegeschiedenis met symptomatische
bradycardie, terugkerende syncope of hartstilstand, of bij patiënten met significante QT-verlenging
(QTc > 470 msec [volwassen vrouwen], QTc > 460 msec [meisjes] of > 450 msec [volwassen mannen
en jongens]), ongecontroleerde hypertensie of ernstige slaapapneu (zie ook rubriek 4.3). Bij deze
patiënten dient de behandeling met Gilenya alleen te worden overwogen indien de verwachte
voordelen opwegen tegen de potentiële risico's en advies van een cardioloog dient te worden gezocht
vóór de start van de behandeling om de meest geschikte monitoring vast te stellen. Verlengde
monitoring gedurende ten minste de nacht wordt aanbevolen voor het starten van de behandeling (zie
ook rubriek 4.5).
Fingolimod is niet onderzocht bij patiënten met aritmieën, die behandeling vereisen met klasse Ia
(bijv. kinidine, disopyramide) of klasse III (bijv. amiodaron, sotalol) antiaritmica. Klasse Ia en
klasse III antiaritmica werden gerelateerd aan gevallen van torsade de pointes bij patiënten met
bradycardie (zie rubriek 4.3).
De ervaring met Gilenya is beperkt bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met bètablokkers,
hartslagverlagende calciumantagonisten (zoals verapamil of diltiazem), of andere stoffen die de
hartslag (bijv. ivabradine, digoxine, anticholinesterasen of pilocarpine) kunnen verlagen. Aangezien
start van behandeling met fingolimod ook wordt geassocieerd met verlaging van de hartslag (zie ook
rubriek 4.8, Bradyaritmie), kan gelijktijdig gebruik van deze stoffen bij de start van de behandeling
gepaard gaan met ernstige bradycardie en hartblok. Vanwege het mogelijke additieve effect op de
hartslag dient behandeling met Gilenya niet te worden gestart bij patiënten die gelijktijdig worden
behandeld met deze stoffen (zie ook rubriek 4.5). Bij deze patiënten dient de behandeling met Gilenya
alleen te worden overwogen indien de verwachte voordelen opwegen tegen de potentiële risico's. Als
behandeling met Gilenya wordt overwogen, dient vóór de start van de behandeling advies van een
cardioloog te worden gezocht betreffende het overschakelen op geneesmiddelen die de hartslag niet
verlagen. Als de hartslagverlagende behandeling niet kan worden gestopt, dient advies van een
cardioloog te worden gezocht om de geschikte eerstedosismonitoring vast te stellen; verlengde
monitoring gedurende ten minste de nacht wordt aanbevolen (zie ook rubriek 4.5).
5
QT-interval
Bij een grondige studie naar het QT-interval van doses 1,25 of 2,5 mg fingolimod bij steady-state,
wanneer een negatief chronotroop effect van fingolimod nog steeds aanwezig was, resulteerde
fingolimod behandeling in een verlenging van QTcI, met de bovengrens van het 90%
betrouwbaarheidsinterval (BI) ≤ 13,0 ms. Er is geen dosis- of blootstelling-respons relatie tussen
fingolimod en QTcI verlenging. Behandeling met fingolimod is niet geassocieerd met een eenduidig
signaal van een verhoogde incidentie van QTcI uitschieters, noch absoluut noch als verandering ten
opzichte van de uitgangswaarde.
De klinische relevantie van deze bevinding is onbekend. In het multiple sclerose onderzoek werden
klinisch relevante effecten op de verlenging van het QTc-interval niet waargenomen, maar patiënten
met risico op verlenging van het QTc-interval werden niet opgenomen in klinische studies.
Geneesmiddelen die het QTc-interval kunnen verlengen kunnen beter vermeden worden bij patiënten
met relevante risicofactoren, bijvoorbeeld, hypokaliëmie of aangeboren QT-verlenging.
Immunosuppressieve effecten
Fingolimod heeft een immunosuppressief effect, waardoor patiënten een verhoogd risico hebben op
zowel infecties, waaronder opportunistische infecties die fataal kunnen zijn, als het ontwikkelen van
lymfomen en andere tumoren, vooral die van de huid. Artsen dienen patiënten nauwgezet te
monitoren, vooral diegene met andere aandoeningen of bekende risicofactoren, zoals eerdere
behandeling met immunosuppressiva. Als dit risico vermoed wordt, moet de arts per geval overwegen
of de behandeling gestaakt moet worden (zie ook rubriek 4.4 ‘Infecties’ en ‘Huidtumoren’ en
rubriek 4.8 ‘Lymfomen’).
Infecties
Een essentieel farmacodynamisch effect van fingolimod is een dosis-afhankelijke afname van het
aantal perifere lymfocyten tot 20-30% van de uitgangswaarden. Dit is het gevolg van de reversibele
isolatie van lymfocyten in het lymfeweefsel (zie rubriek 5.1).
Vóór de start van de behandeling met Gilenya, moet een recent compleet bloedbeeld (CBC) (d.w.z.
van de laatste 6 maanden of na het stopzetten van een eerdere behandeling) beschikbaar zijn. Periodiek
bepalen van het CBC wordt ook aanbevolen tijdens de behandeling, op maand 3 en minstens jaarlijks
daarna, en in geval van verschijnselen van infectie. Het absolute aantal lymfocyten < 0,2x10
9
/l, indien
bevestigd, moet leiden tot onderbreking van de behandeling totdat herstel is opgetreden, omdat in
klinische studies de behandeling van patiënten met fingolimod onderbroken werd bij het absolute
aantal lymfocyten < 0,2x10
9
/l.
Start van de behandeling met Gilenya dient uitgesteld te worden bij patiënten met een ernstige actieve
infectie totdat deze is verdwenen.
De effecten van Gilenya op het immuunsysteem kunnen het risico op infecties verhogen, met inbegrip
van opportunistische infecties (zie rubriek 4.8). Doeltreffende diagnostische en therapeutische
strategieën dienen te worden aangewend bij patiënten met symptomen van infectie tijdens de
behandeling. Bij het beoordelen van een patiënt bij wie een mogelijk ernstige infectie wordt vermoed,
dient doorverwijzing naar een arts met ervaring in het behandelen van infecties te worden overwogen.
Tijdens behandeling dienen patiënten voorgelicht te worden om symptomen van infectie direct te
melden aan hun arts.
Onderbreking van de behandeling met Gilenya moet worden overwogen als een patiënt een ernstige
infectie ontwikkelt en de afweging van de voor- en nadelen zal gemaakt moeten worden vóór het
opnieuw starten met de behandeling.
6
Eliminatie van fingolimod na staken van de behandeling kan tot twee maanden duren en gedurende
deze periode dient men daarom waakzaam te blijven op infecties. Patiënten dienen voorgelicht te
worden om symptomen van infectie te melden tot 2 maanden na het staken van fingolimod.
Herpesvirusinfectie
Ernstige, levensbedreigende en soms fatale gevallen van encefalitis, meningitis of meningo-encefalitis
veroorzaakt door herpessimplex- en varicellazostervirussen zijn op elk moment tijdens de behandeling
met Gilenya opgetreden. Als herpes encefalitis, meningitis of meningo-encefalitis optreden, moet
Gilenya worden stopgezet en moet een geschikte behandeling voor de desbetreffende infectie worden
toegediend.
Voorafgaand aan de behandeling met Gilenya dienen patiënten te worden beoordeeld op hun
immuniteit tegen varicella (waterpokken). Het wordt aanbevolen dat patiënten zonder een door een
beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg bevestigde voorgeschiedenis van waterpokken of zonder
een gedocumenteerde volledige vaccinatie met het varicellavaccin, getest worden op antilichamen
tegen het varicellazostervirus (VZV) vóór aanvang van de behandeling met fingolimod. Een volledige
vaccinatie van antilichaam-negatieve patiënten met het varicellavaccin wordt aanbevolen vóór de start
van de behandeling met Gilenya (zie rubriek 4.8). Aanvang van de behandeling met fingolimod dient
1 maand uitgesteld te worden om een volledig effect van de vaccinatie te verzekeren.
Cryptokokkenmeningitis
Gevallen van cryptokokkenmeningitis (een schimmelinfectie), soms fataal, zijn gemeld in de
postmarketingsetting na ongeveer 2-3 jaar behandeling; een exact verband met de behandelingsduur is
echter niet bekend (zie rubriek 4.8). Patiënten met klachten en verschijnselen die passen bij
cryptokokkenmeningitis (bijv. hoofdpijn vergezeld van mentale veranderingen zoals verwarring,
hallucinaties en/of persoonlijkheidsveranderingen) moeten onmiddellijk diagnostisch worden
onderzocht. Als cryptokokkenmeningitis wordt vastgesteld, moet fingolimod gestaakt worden en
gepaste behandeling opgestart worden. Een multidisciplinair consult (met andere woorden: een
specialist op het gebied van infectieziekten) moet worden verricht indien het herstarten met
fingolimod gerechtvaardigd is.
Progressieve multifocale leuko-encefalopathie
Progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) is gemeld tijdens de behandeling met
fingolimod sinds de goedkeuring van de handelsvergunning (zie rubriek 4.8). PML is een
opportunistische infectie veroorzaakt door het John Cunningham virus (JCV) die fataal kan zijn of kan
leiden tot ernstige invaliditeit. Gevallen van PML zijn voorgekomen na ongeveer 2-3 jaar behandeling
met een monotherapie zonder voorgaande blootstelling aan natalizumab. Hoewel het geschatte risico
toeneemt met de cumulatieve blootstelling in de loop van de tijd, is een exact verband met de
behandelingsduur niet bekend. Daarnaast zijn er PML-gevallen voorgekomen bij patiënten die eerder
behandeld werden met natalizumab, waarvan bekend is dat er een verband is met PML. PML kan
alleen voorkomen in de aanwezigheid van een JCV-infectie. Als onderzoek naar JCV wordt gedaan,
moet in overweging worden genomen dat de invloed van lymfopenie op de nauwkeurigheid van anti-
JCV antilichaamonderzoek niet is bestudeerd bij patiënten die behandeld werden met fingolimod.
Verder moet worden opgemerkt dat een negatief anti-JCV antilichaamonderzoek de mogelijkheid op
een daaropvolgende JCV-infectie niet uitsluit. Voordat de behandeling met fingolimod wordt gestart
moet er een MRI van de uitgangssituatie beschikbaar zijn (meestal binnen 3 maanden) als referentie.
MRI-bevindingen kunnen duidelijk zijn voor de klinische tekenen en symptomen. Tijdens routine
MRI-onderzoek (in overeenkomst met nationale en lokale aanbevelingen) moeten artsen letten op
PML-suggestieve laesies. Een MRI-scan kan worden overwogen als onderdeel van een verhoogde
waakzaamheid bij patiënten met een verhoogd risico op PML. Gevallen van asymptomatische PML
gebaseerd op MRI-bevindingen en positieve JCV DNA in het cerebrospinaal vocht werden gemeld bij
patiënten behandeld met fingolimod. Als er verdenking is op PML, dan moet er direct een MRI
worden gemaakt om de diagnose te kunnen stellen en de behandeling met fingolimod dient te worden
gestopt totdat PML is uitgesloten.
7
Humaanpapillomavirus-infectie
Humaanpapillomavirus- (HPV-)infectie, waaronder papilloma, dysplasie, wratten en aan HPV
gerelateerde kanker, is gemeld tijdens de behandeling met fingolimod in de postmarketingsetting (zie
rubriek 4.8). Vanwege de immunosuppressieve eigenschappen van fingolimod dient vaccinatie tegen
HPV overwogen te worden voorafgaand aan de start van de behandeling met fingolimod, rekening
houdend met aanbevelingen voor vaccinatie. Controle op kanker, inclusief Pap-test, wordt aanbevolen
volgens de standaardbehandeling.
Macula-oedeem
Macula-oedeem met of zonder visuele symptomen is gemeld bij 0,5% van de patiënten die met 0,5 mg
fingolimod behandeld werden; dit trad meestal op in de eerste 3-4 maanden van de behandeling (zie
rubriek 4.8). Daarom wordt 3-4 maanden na de start van de behandeling een oogheelkundig onderzoek
aanbevolen. Onderzoek van de oogfundus, inclusief macula, dient te worden verricht wanneer
patiënten visusstoornissen rapporteren gedurende de behandeling.
Patiënten met een voorgeschiedenis van uveïtis en patiënten met diabetes mellitus hebben een
verhoogd risico op macula-oedeem (zie rubriek 4.8). Fingolimod is niet onderzocht bij multiple
sclerose patiënten met diabetes mellitus. Multiple sclerose patiënten met diabetes mellitus of een
voorgeschiedenis van uveïtis worden aangeraden een oogheelkundig onderzoek te ondergaan vóór
aanvang van de behandeling en daarna vervolgonderzoeken tijdens de behandeling.
Voortzetting van de behandeling bij patiënten met macula-oedeem is niet onderzocht. Het wordt
aanbevolen de behandeling met Gilenya te staken als een patiënt macula-oedeem ontwikkelt. Bij de
beslissing om de behandeling al dan niet te herstarten na het verdwijnen van de macula-oedeem,
dienen de mogelijke voor- en nadelen voor de individuele patiënt meegewogen te worden.
Leverschade
Verhoging van leverenzymen, in het bijzonder van alanine-aminotransferase (ALT), maar ook van
gammaglutamyltransferase (GGT) en aspartaattransaminase (AST), is gemeld bij multiple sclerose
patiënten behandeld met fingolimod. Er zijn ook enkele gevallen gemeld van acuut leverfalen waarbij
levertransplantatie nodig was en gevallen van klinisch significante leverschade. Tekenen van
leverschade, waaronder duidelijk verhoogde leverenzymen in het serum en verhoogd totaal bilirubine,
traden al bij tien dagen na de eerste dosis op en zijn ook gemeld na langdurig gebruik. In klinische
studies traden verhogingen van ALT op van 3-maal de ULN (upper limit of normal) of groter bij 8,0%
van de volwassen patiënten die met 0,5 mg fingolimod werden behandeld in vergelijking met 1,9%
van de patiënten op placebo. Verhogingen van 5-maal de ULN traden op bij 1,8% van de patiënten op
fingolimod en bij 0,9% van de patiënten op placebo. In klinische studies werd fingolimod gestaakt als
de verhoging groter was dan 5-maal de ULN. Bij enkele patiënten trad opnieuw een verhoging van de
levertransaminases op bij hernieuwde blootstelling, wat een verband met fingolimod ondersteunt. In
klinische studies traden transaminaseverhogingen op enig moment op gedurende de behandeling,
hoewel het merendeel optrad gedurende de eerste 12 maanden. Serumtransaminasewaarden keerden
terug naar normaalwaarden binnen ongeveer 2 maanden na staken van de fingolimod behandeling.
Fingolimod is niet onderzocht bij patiënten met ernstige leverschade (Child-Pugh klasse C) en dient
niet te worden gebruikt bij deze patiënten (zie rubriek 4.3).
In verband met de immunosuppressieve eigenschappen van fingolimod dient het starten van de
behandeling uitgesteld te worden bij patiënten met actieve virale hepatitis totdat deze is verdwenen.
8
Recente (d.w.z. van de laatste 6 maanden) transaminase- en bilirubinewaarden dienen beschikbaar te
zijn voor het starten van de behandeling. In afwezigheid van klinische symptomen moeten de
levertransaminasen en serumbilirubine worden gecontroleerd op maand 1, 3, 6, 9 en 12 van de therapie
en daarna periodiek tot 2 maanden na stopzetting van Gilenya. Als de levertransaminasen groter zijn
dan 3-maal maar kleiner dan 5-maal de ULN zonder verhoging van het serumbilirubine, moet bij
afwezigheid van klinische symptomen vaker een controle worden uitgevoerd, waaronder een
serumbilirubine- en alkalische fosfatase (AF)-meting om te bepalen of verdere verhogingen optreden
en om te achterhalen of er een alternatieve oorzaak van de leverfunctiestoornis aanwezig is. Als de
levertransaminasen minstens 5-maal de ULN of minstens 3-maal de ULN zijn, geassocieerd met een
verhoging van serumbilirubine, moet Gilenya worden stopgezet. De levercontrole moet worden
voortgezet. Als de serumwaarden weer zijn genormaliseerd (inclusief als een alternatieve oorzaak van
de leverfunctiestoornis wordt ontdekt), kan Gilenya opnieuw worden gestart op basis van een
zorgvuldige afweging van de voordelen en risico’s voor de patiënt.
Bij patiënten die symptomen ontwikkelen die duiden op een gestoorde leverfunctie, zoals
onverklaarbare misselijkheid, braken, buikpijn, vermoeidheid, anorexie of geelzucht en/of donkere
urine, dienen de leverenzymen en bilirubine onmiddellijk gecontroleerd te worden en de behandeling
gestaakt te worden als er een aanzienlijke leverschade wordt bevestigd. De behandeling mag niet
worden hervat tenzij een aannemelijke alternatieve oorzaak voor de tekenen en symptomen van
leverschade kan worden vastgesteld.
Hoewel er geen data beschikbaar zijn waaruit geconcludeerd kan worden dat bij patiënten met een
bestaande leveraandoening sprake is van een verhoogd risico op het ontwikkelen van verhoogde
leverfuncties bij gebruik van Gilenya, is voorzichtigheid geboden bij gebruik van Gilenya bij patiënten
met een voorgeschiedenis van significante leveraandoening.
Effecten op de bloeddruk
Patiënten met hypertensie die ondanks medicatie niet onder controle is, waren uitgesloten van
deelname aan pre-marketing klinische studies. Speciale zorg is geïndiceerd als patiënten met
hypertensie die niet onder controle is worden behandeld met Gilenya.
In klinische studies bij MS hadden de patiënten die werden behandeld met 0,5 mg fingolimod een
gemiddelde toename van ongeveer 3 mmHg in systolische bloeddruk en ongeveer 1 mmHg in
diastolische bloeddruk, voor het eerst waargenomen ongeveer 1 maand na aanvang van de behandeling
en persisterend bij voortgezette behandeling. In de twee jaar durende placebogecontroleerde studie
werd hypertensie bij 6,5% van de patiënten op 0,5 mg fingolimod gerapporteerd als bijwerking en bij
3,3% van de patiënten op placebo. Daarom dient de bloeddruk regelmatig gecontroleerd te worden
tijdens de behandeling.
Respiratoire effecten
Kleine dosisafhankelijke afnames van de waardes van het forced expiratory volume (FEV
1
) en de
diffusiecapaciteit voor koolstofmonoxide (DLCO) werden waargenomen bij fingolimod-behandeling
in maand 1, waarna deze stabiel bleven. Gilenya dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij
patiënten met ernstige respiratoire aandoeningen, pulmonale fibrose en COPD (chronic obstructive
pulmonary disease) (zie rubriek 4.8).
Posterieur reversibel encefalopathie-syndroom
Zeldzame gevallen van posterieur reversibel encefalopathie-syndroom (PRES) zijn gemeld bij doses
van 0,5 mg in klinische studies en tijdens postmarketing (zie rubriek 4.8). Gemelde klachten omvatten
het plotseling ontstaan van ernstige hoofdpijn, misselijkheid, braken, veranderde geestelijke
gesteldheid, visuele stoornissen en toevallen. Klachten van PRES zijn gewoonlijk reversibel, maar
kunnen zich ontwikkelen tot een ischemische beroerte of hersenbloeding. Vertraging in diagnose en
behandeling kan leiden tot blijvende neurologische restverschijnselen. Als PRES wordt vermoed, moet
Gilenya worden gestaakt.
9
Eerdere behandeling met immunosuppressieve of immunomodulerende therapieën
Er zijn geen studies uitgevoerd om de werkzaamheid en veiligheid van fingolimod te evalueren bij het
overschakelen van patiënten van behandeling met teriflunomide, dimethylfumaraat of alemtuzumab op
Gilenya. Bij het overschakelen van patiënten van een andere ziektemodificerende behandeling op
Gilenya, moet rekening worden gehouden met de eliminatiehalfwaardetijd en het
werkingsmechanisme van de andere therapie om een additief immuuneffect te voorkomen en
tegelijkertijd het risico van ziektereactivering te minimaliseren. Een CBC wordt aanbevolen
voorafgaand aan de start van Gilenya, om ervoor te zorgen dat de immuunsysteemeffecten van de
eerdere therapie (d.w.z. cytopenie) zijn verdwenen.
Normaal gesproken kan men direct na het stopzetten van interferon of glatirameeracetaat starten met
Gilenya.
Voor dimethylfumaraat moet de wash-outperiode voldoende zijn om de CBC te laten herstellen
voordat de behandeling met Gilenya wordt gestart.
Vanwege de lange eliminatiehalfwaardetijd van natalizumab, duurt de eliminatie normaal gesproken
tot 2-3 maanden na stopzetten. Teriflunomide wordt ook traag uit het plasma geëlimineerd. Zonder een
versnelde eliminatieprocedure kan de klaring van teriflunomide uit het plasma van enkele maanden tot
2 jaar duren. Een versnelde procedure voor eliminatie, zoals omschreven in de samenvatting van de
productkenmerken van teriflunomide, wordt aanbevolen, of als alternatief, mag de wash-outperiode
niet korter zijn dan 3,5 maand. Voorzichtigheid met betrekking tot mogelijk gelijktijdige
immuuneffecten is nodig bij het overschakelen van patiënten van natalizumab of teriflunomide op
Gilenya.
Alemtuzumab heeft diepgaande en langdurige immunosuppressieve effecten. Aangezien de werkelijke
duur van deze effecten onbekend is, wordt starten van de behandeling met Gilenya na alemtuzumab
niet aanbevolen, tenzij de voordelen van een dergelijke behandeling duidelijk opwegen tegen de
risico's voor de individuele patiënt.
Een besluit tot langdurige, gelijktijdige behandeling met corticosteroïden moet na zorgvuldige
overweging worden genomen.
Gelijktijdige toediening met krachtige CYP450-inductoren
De combinatie van fingolimod met krachtige CYP450-inductoren dient met voorzichtigheid te worden
gebruikt. Gelijktijdige toediening met sint-janskruid wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Maligniteiten
Huidmaligniteiten
Basaalcelcarcinoom (BCC) en andere huidtumoren, waaronder maligne melanoom,
plaveiselcelcarcinoom, Kaposi-sarcoom en Merkelcel-carcinoom, zijn gemeld bij patiënten die
Gilenya hebben gekregen (zie rubriek 4.8). Waakzaamheid voor huidlaesies is geboden en een
medische beoordeling van de huid wordt aanbevolen bij aanvang en vervolgens om de 6 tot
12 maanden, rekening houdend met het klinisch oordeel. De patiënten moet worden doorverwezen
naar een dermatoloog bij het ontdekken van verdachte laesies.
Vanwege het potentiële risico van kwaadaardige huidtumoren, moeten patiënten die behandeld worden
met fingolimod worden gewaarschuwd om zich niet zonder bescherming bloot te stellen aan zonlicht.
Deze patiënten moeten geen gelijktijdige fototherapie met UV-B-straling of PUVA-fotochemotherapie
krijgen.
10
Lymfomen
Er zijn gevallen geweest van lymfoom in zowel klinische onderzoeken als in de postmarketingsetting
(zie rubriek 4.8). De gemelde gevallen waren heterogeen van aard, voornamelijk non-Hodgkin-
lymfoom, inclusief B-cel- en T-cel-lymfomen. Gevallen van huid T-cellymfoom (mycosis fungoides)
zijn waargenomen. Een fataal geval van Epstein-Barr-virus (EBV)-positief B-cellymfoom is ook
waargenomen. Als lymfoom wordt vermoed, moet de behandeling worden stopgezet.
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Vanwege het risico voor de foetus is fingolimod gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap en bij
vrouwen die zwanger kunnen worden en die geen effectieve anticonceptie gebruiken. Vrouwen die
zwanger kunnen worden, moeten vóór aanvang van de behandeling worden geïnformeerd over dit
risico voor de foetus en een negatief zwangerschapstestresultaat hebben. Zij moeten effectieve
anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling en gedurende 2 maanden na het staken van de
behandeling (zie rubriek 4.3 en 4.6 en de informatie in het Artseninformatiepakket).
Tumefactieve laesies
Zeldzame gevallen van tumefactieve laesies geassocieerd met MS exacerbaties (relapses, schubs,
opstoten) werden gerapporteerd in de postmarketingsetting. In geval van ernstige exacerbaties dient
een MRI-onderzoek uitgevoerd te worden om tumefactieve laesies uit te sluiten. Het staken van de
behandeling moet door de arts overwogen worden op een ‘case-by-case’-basis, waarbij rekening
gehouden moet worden met de individuele voordelen en risico's.
Terugkeer van ziekteactiviteit (rebound) na het staken van fingolimod
In de post-marketing setting zijn ernstige exacerbaties van de ziekte zelden waargenomen bij sommige
patiënten die gestopt zijn met fingolimod. In de meeste gevallen werd dit waargenomen binnen
12 weken na het staken van fingolimod, maar het is ook gemeld tot 24 weken na het staken van
fingolimod. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het staken van de behandeling met fingolimod.
Indien staken van fingolimod noodzakelijk wordt geacht, dient de mogelijkheid van opnieuw optreden
van extreem hoge ziekteactiviteit overwogen te worden en dienen patiënten gecontroleerd te worden
op relevante klachten en symptomen. Waar nodig, dient geschikte behandeling te worden gestart (zie
‘Staken van de behandeling’ hieronder).
Staken van de behandeling
Als wordt besloten de behandeling met Gilenya te stoppen dan is er een interval van 6 weken zonder
therapie nodig, gebaseerd op de halfwaardetijd, om fingolimod uit de circulatie te zuiveren (zie
rubriek 5.2). Het lymfocytenaantal keert bij de meeste patiënten geleidelijk terug naar het normale
bereik binnen 1-2 maanden na het stoppen van de behandeling (zie rubriek 5.1), hoewel volledig
herstel bij sommige patiënten aanzienlijk langer kan duren. Het starten van andere behandelingen
tijdens deze periode zal leiden tot gelijktijdige blootstelling aan fingolimod. Gebruik van
immunosuppressiva binnen korte tijd na het staken van de behandeling met Gilenya kan resulteren in
een versterking van de immunosuppressieve werking en voorzichtigheid is daarom geboden.
Voorzichtigheid is ook geboden bij het staken van de behandeling met fingolimod vanwege het risico
op een rebound (zie ‘Terugkeer van ziekteactiviteit (rebound) na het staken van fingolimod’
hierboven). Indien staken van Gilenya noodzakelijk wordt geacht, dienen patiënten gedurende deze
periode gecontroleerd te worden op relevante symptomen van een mogelijke rebound.
11
Verstoring van serologische bepalingen
Aangezien fingolimod het aantal bloedlymfocyten vermindert door herdistributie in secundaire
lymfoïde organen, kan bepaling van de perifere bloedlymfocyten niet gebruikt worden om de status
van de lymfocyten-subsets vast te stellen van een patiënt die behandeld is met Gilenya.
Laboratoriumtesten waarvoor circulerende mononucleaire cellen nodig zijn, vereisen grotere
bloedvolumes vanwege afname van het aantal circulerende lymfocyten.
Pediatrische patiënten
Het veiligheidsprofiel van kinderen is vergelijkbaar met dat van volwassenen en daarom gelden de
waarschuwingen en voorzorgen voor volwassenen ook voor kinderen.
In het bijzonder moet het volgende worden opgemerkt bij het voorschrijven van Gilenya aan kinderen:
-
Voorzorgsmaatregelen moeten worden gevolgd op het moment van de eerste dosis (zie
‘Bradyaritmie’ hierboven). Dezelfde voorzorgsmaatregelen als voor de eerste dosis worden
aanbevolen wanneer patiënten overschakelen van 0,25 mg op 0,5 mg per dag.
-
In de gecontroleerde pediatrische studie D2311 zijn gevallen van convulsies, angst, depressieve
gemoedstoestand en depressie gemeld met een hogere incidentie bij patiënten die met
fingolimod werden behandeld vergeleken met patiënten die met interferon bèta-1a werden
behandeld. Voorzichtigheid is geboden in deze subgroep patiënten (zie ‘Pediatrische patiënten’
in rubriek 4.8).
-
Geïsoleerde milde bilirubineverhogingen zijn waargenomen bij pediatrische patiënten met
Gilenya.
-
Het wordt aanbevolen dat pediatrische patiënten alle vaccinaties voltooien in overeenstemming
met de huidige vaccinatierichtlijnen alvorens de Gilenya-behandeling wordt gestart (zie
‘Infecties’ hierboven).
-
Er is een zeer beperkte hoeveelheid gegevens beschikbaar bij kinderen van 10 tot 12 jaar, die
minder dan 40 kg wegen, of die in Tanner-stadium < 2 zitten (zie rubriek 4.8 en 5.1).
Voorzichtigheid is geboden in deze subgroepen vanwege de zeer beperkte kennis die
beschikbaar is uit de klinische studie.
-
Er zijn geen gegevens over langetermijnveiligheid bij kinderen beschikbaar.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Behandeling met antineoplastica, immunomodulentia of immunosuppressiva
Antineoplastische, immunomodulerende of immunosuppressieve behandelingen dienen niet
gelijktijdig gebruikt te worden vanwege het risico op additieve effecten op het immuunsysteem (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Voorzichtigheid is ook geboden wanneer patiënten overgezet worden van middelen met een
langdurige immunosuppressieve werking, zoals natalizumab, teriflunomide of mitoxantron (zie
rubriek 4.4). Tijdens klinische studies op het gebied van multiple sclerose was de gelijktijdige
behandeling van exacerbaties met een kortdurende corticosteroïdkuur niet geassocieerd met een
toename van het aantal infecties.
Vaccinatie
Tijdens en tot twee maanden na behandeling met Gilenya kan vaccinatie minder effectief zijn. Het
gebruik van een levend verzwakt vaccin kan een risico op infecties opleveren en dient daarom
vermeden te worden (zie rubriek 4.4 en 4.8).
12
Bradycardie-inducerende middelen
Fingolimod is onderzocht in combinatie met atenolol en diltiazem. Wanneer fingolimod samen met
atenolol werd gebruikt in een geneesmiddelinteractiestudie bij volwassen vrijwilligers, trad bij
aanvang van de fingolimodbehandeling een additionele daling van de hartslag op met 15%, een effect
dat niet optreedt bij diltiazem. Behandeling met Gilenya dient niet te worden gestart bij patiënten die
bètablokkers gebruiken of andere middelen die de hartslag kunnen verlagen, zoals klasse Ia en III
antiaritmica, calciumkanaalblokkers (zoals, verapamil of diltiazem), ivabradine, digoxine,
cholinesteraseremmers of pilocarpine vanwege het mogelijk additieve effect op de hartslag (zie
rubriek 4.4 en 4.8). Als behandeling met Gilenya bij deze patiënten wordt overwogen, dient advies van
een cardioloog te worden gezocht betreffende de overschakeling op geneesmiddelen die de hartslag
niet verlagen of een geschikte monitoring bij start van de behandeling; verlengde monitoring
gedurende ten minste de nacht wordt aanbevolen, indien de hartslagverlagende medicatie niet kan
worden gestopt.
Farmacokinetische interacties van andere middelen met fingolimod
Fingolimod wordt hoofdzakelijk gemetaboliseerd door CYP4F2. Andere enzymen zoals CYP3A4
kunnen ook bijdragen aan het metabolisme, met name in het geval van sterke inductie van CYP3A4.
Er wordt verondersteld dat krachtige remmers van transporteiwitten de beschikbaarheid van
fingolimod niet beïnvloeden. Gelijktijdige toediening van fingolimod met ketoconazol resulteert in een
1,7-voudige toename in fingolimod- en fingolimodfosfaatblootstelling (AUC) door remming van
CYP4F2. Voorzichtigheid is geboden met middelen, die CYP3A4 kunnen remmen (proteaseremmers,
azol-antischimmelmiddelen, sommige macroliden zoals claritromycine of telitromycine).
Gelijktijdige toediening van carbamazepine 600 mg tweemaal daags bij steady-state en een enkele
dosis van fingolimod 2 mg verminderde de AUC van fingolimod en zijn metaboliet met ongeveer
40%. Andere sterke CYP3A4-enzyminductoren, bijvoorbeeld rifampicine, fenobarbital, fenytoïne,
efavirenz en sint-janskruid, kunnen de AUC van fingolimod en zijn metaboliet ten minste in dezelfde
mate verminderen. Omdat dit de werkzaamheid mogelijk kan hinderen, moet gelijktijdige toediening
met voorzichtigheid worden gebruikt. Gelijktijdige toediening met sint-janskruid wordt echter niet
aangeraden (zie rubriek 4.4).
Farmacokinetische interacties van fingolimod met andere middelen
Het is onwaarschijnlijk dat fingolimod een interactie aangaat met middelen, die hoofdzakelijk
geklaard worden door de CYP450-enzymen of door substraten van de belangrijkste transporteiwitten.
Gelijktijdige toediening van fingolimod met ciclosporine veroorzaakte geen verandering in de
ciclosporine- of fingolimodblootstelling. Daarom wordt verondersteld dat fingolimod niet de
farmacokinetiek verandert van geneesmiddelen, die CYP3A4-substraten zijn.
Gelijktijdige toediening van fingolimod met orale anticonceptiva (ethinylestradiol en levonorgestrel)
veroorzaakte geen verandering van de blootstelling aan de orale anticonceptiva. Er zijn geen
interactiestudies uitgevoerd met orale anticonceptiva, die andere progestagenen bevatten; er wordt
echter geen effect van fingolimod op hun blootstelling verwacht.
13
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden/Anticonceptie voor vrouwen
Fingolimod is gecontra-indiceerd bij vrouwen die zwanger kunnen worden en die geen effectieve
anticonceptie gebruiken (zie rubriek 4.3). Daarom moet vóór aanvang van de behandeling bij vrouwen
die zwanger kunnen worden een negatief zwangerschapstestresultaat beschikbaar zijn en moeten ze
voorgelicht worden over het ernstige risico voor de foetus. Vrouwen die zwanger kunnen worden,
moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling en gedurende 2 maanden na het
staken van Gilenya, aangezien na stoppen van de behandeling de eliminatie van fingolimod uit het
lichaam ongeveer 2 maanden duurt (zie rubriek 4.4).
Specifieke maatregelen zijn ook opgenomen in het Artseninformatiepakket. Deze maatregelen moeten
worden toegepast voordat fingolimod wordt voorgeschreven aan vrouwelijke patiënten en tijdens de
behandeling.
Wanneer de fingolimodbehandeling wordt gestaakt voor het plannen van een zwangerschap, moet
rekening worden gehouden met de mogelijkheid op terugkeer van de ziekteactiviteit (zie rubriek 4.4).
Zwangerschap
Op basis van de ervaringen bij de mens suggereren post-marketinggegevens dat het gebruik van
fingolimod tijdens de zwangerschap gepaard gaat met een tweemaal verhoogd risico op ernstige
aangeboren afwijkingen vergeleken met het percentage dat werd waargenomen bij de algehele
populatie (2-3 %; EUROCAT).
De volgende ernstige misvormingen werden het meest gemeld:
-
Congenitale hartaandoeningen zoals atrium- en ventrikelseptumdefecten, tetralogie van Fallot
-
Nierafwijkingen
-
Skeletspierstelselafwijkingen
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de effecten van fingolimod op de bevalling en de geboorte.
Uit dierexperimenteel onderzoek is reproductietoxiciteit gebleken, inclusief verlies van de foetus en
orgaandefecten, in het bijzonder persisterende truncus arteriosus en ventriculair septumdefect (zie
rubriek 5.3). Verder is bekend dat de receptor waarop fingolimod aangrijpt (sfingosine 1-fosfaat-
receptor) betrokken is bij vaatvorming tijdens de embryogenese.
Fingolimod is daarom gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap (zie rubriek 4.3). Fingolimod dient
2 maanden vóór het plannen van een zwangerschap te worden gestopt (zie rubriek 4.4). Indien een
vrouw zwanger wordt tijdens de behandeling, moet fingolimod worden gestaakt. Medisch advies dient
te worden gegeven met betrekking tot het risico van schadelijke effecten voor de foetus geassocieerd
met de behandeling en echografieën dienen te worden uitgevoerd.
Borstvoeding
Fingolimod wordt uitgescheiden in de melk van behandelde dieren tijdens de lactatie (zie rubriek 5.3).
Vanwege de kans op ernstige bijwerkingen van fingolimod bij zuigelingen mogen vrouwen die met
Gilenya behandeld worden geen borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Gegevens uit preklinisch onderzoek wijzen niet op een verband tussen fingolimod en een verhoogd
risico op een verminderde vruchtbaarheid (zie rubriek 5.3).
14
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Fingolimod heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
Echter, incidenteel kan duizeligheid of slaperigheid optreden wanneer de behandeling wordt gestart.
Bij aanvang van Gilenya wordt aanbevolen patiënten te observeren voor een periode van 6 uur (zie
rubriek 4.4, Bradyaritmie).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest voorkomende bijwerkingen (incidentie ≥ 10%) bij de dosis van 0,5 mg waren hoofdpijn
(24,5%), verhoogde leverenzymen (15,2%), diarree (12,6%), hoesten (12,3%), influenza (11,4%),
sinusitis (10,9%) en rugpijn (10,0%).
Tabellarische lijst van bijwerkingen
Bijwerkingen die zijn gemeld in klinische onderzoeken en zijn afgeleid van postmarketingervaring via
spontane meldingen of gevallen uit de literatuur, worden hieronder weergegeven. De frequenties zijn
gedefinieerd volgens de volgende overeenkomst: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms
(≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met
de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke frequentiegroep worden bijwerkingen
gerangschikt naar afnemende ernst.
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer vaak:
Influenza
Sinusitis
Vaak:
Herpesvirusinfecties
Bronchitis
Tinea versicolor
Soms:
Pneumonie
Niet bekend:
Progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML)**
Cryptokokkeninfecties**
Neoplasmata, benigne, maligne en niet-gespecificeerd (inclusief cysten en poliepen)
Vaak:
Basaalcelcarcinoom
Soms:
Maligne melanoom****
Zelden:
Lymfoom***
Plaveiselcelcarcinoom****
Zeer zelden:
Kaposi-sarcoom****
Niet bekend:
Merkelcel-carcinoom***
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Vaak:
Lymfopenie
Leukopenie
Soms:
Trombocytopenie
Niet bekend:
Auto-immuunhemolytische anemie***
Perifeer oedeem***
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
Overgevoeligheidsreacties, waaronder rash, urticaria en angio-oedeem
bij aanvang van de behandeling***
Psychische stoornissen
Vaak:
Depressie
Soms:
Depressieve stemming
15
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak:
Hoofdpijn
Vaak:
Duizeligheid
Migraine
Soms:
Convulsie
Zelden:
Posterieur reversibel encefalopathie-syndroom (PRES)*
Niet bekend:
Ernstige exacerbatie van de ziekte na het staken van fingolimod***
Oogaandoeningen
Vaak:
Wazig gezichtsvermogen
Soms:
Macula-oedeem
Hartaandoeningen
Vaak:
Bradycardie
Atrioventriculair blok
Zeer zelden:
T-golf inversie***
Bloedvataandoeningen
Vaak:
Hypertensie
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Zeer vaak:
Hoesten
Vaak:
Dyspneu
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak:
Diarree
Soms:
Misselijkheid***
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend:
Acuut leverfalen***
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak:
Eczeem
Alopecia
Pruritus
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Zeer vaak:
Rugpijn
Vaak:
Myalgie
Artralgie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
Asthenie
Onderzoeken
Zeer vaak:
Verhoogde leverenzymen (verhoogde alaninetransaminase,
gammaglutamyltransferase, aspartaattransaminase)
Vaak:
Gewichtsafname***
Verhoogde bloedtriglyceriden
Soms:
Verminderd aantal neutrofielen
*
De frequentiecategorie werd gebaseerd op de geschatte blootstelling van ongeveer
10.000 patiënten aan fingolimod in alle klinische studies.
**
PML en cryptokokkeninfecties (inclusief gevallen van cryptokokkenmeningitis) zijn gemeld
in de postmarketingsetting (zie rubriek 4.4).
*** Bijwerkingen uit spontane meldingen en de literatuur
**** De frequentiecategorie en risicobeoordeling zijn gebaseerd op een geschatte blootstelling van
meer dan 24.000 patiënten aan fingolimod 0,5 mg in alle klinische studies.
Beschrijving van een selectie van de bijwerkingen
Infecties
In klinische studies op het gebied van multiple sclerose was het algehele percentage infecties (65,1%)
bij de 0,5 mg dosering vergelijkbaar met placebo. Echter lage luchtweginfecties, voornamelijk
bronchitis en in mindere mate herpesinfectie en pneumonie, kwamen vaker voor bij de met fingolimod
behandelde patiënten. Sommige gevallen van gedissemineerde herpesinfectie, waaronder fatale
gevallen, zijn zelfs bij de dosis van 0,5 mg gemeld.
16
In de postmarketingsetting zijn gevallen van infecties gemeld, soms fataal, met opportunistische
pathogenen, zoals virussen (bijv. varicella-zostervirus [VZV], JC-virus [JCV] dat progressieve
multifocale leuko-encefalopathie veroorzaakt, herpessimplexvirus [HSV]), schimmels (bijv.
cryptokokken zoals cryptokokkenmeningitis) of bacteriën (bijv. atypische mycobacterium) (zie
rubriek 4.4).
Humaanpapillomavirus- (HPV-)infectie, waaronder papilloma, dysplasie, wratten en aan HPV
gerelateerde kanker, is gemeld tijdens de behandeling met fingolimod in de postmarketingsetting (zie
rubriek 4.4). Vanwege de immunosuppressieve eigenschappen van fingolimod dient vaccinatie tegen
HPV overwogen te worden voorafgaand aan de start van de behandeling met fingolimod, rekening
houdend met aanbevelingen voor vaccinatie. Controle op kanker, inclusief Pap-test, wordt aanbevolen
volgens de standaardbehandeling.
Macula-oedeem
In multiple sclerose klinische studies kwam macula-oedeem voor bij 0,5% van de patiënten, behandeld
met de aanbevolen dosering van 0,5 mg en bij 1,1% van de patiënten, behandeld met de hogere
dosering van 1,25 mg. Het merendeel van de gevallen trad op in de eerste 3-4 maanden van de
behandeling. Enkele patiënten vertoonden wazig gezichtsvermogen of verminderd scherpzien, maar
anderen waren asymptomatisch en gediagnosticeerd bij routinematig oogheelkundig onderzoek. In het
algemeen verbeterde of verdween het macula-oedeem spontaan na het staken van de behandeling. Het
risico op herhaling na hernieuwde blootstelling is niet onderzocht.
De incidentie van macula-oedeem is verhoogd bij multiple sclerose patiënten met een
voorgeschiedenis van uveïtis (17% met een voorgeschiedenis van uveïtis vs. 0,6% zonder een
voorgeschiedenis van uveïtis). Gilenya is niet onderzocht bij multiple sclerose patiënten met diabetes
mellitus, een aandoening die geassocieerd wordt met een verhoogd risico op macula-oedeem (zie
rubriek 4.4). In klinische studies bij niertransplantatie, waarin patiënten met diabetes mellitus waren
geïncludeerd, resulteerde behandeling met 2,5 mg en 5 mg fingolimod in een 2-voudige toename van
de incidentie van macula-oedeem.
Bradyaritmie
Het initiëren van de behandeling resulteert in een tijdelijke afname van de hartslag en kan tevens in
verband worden gebracht met vertragingen van de atrioventriculaire geleiding. In klinische studies op
het gebied van multiple sclerose werd de maximale afname van de hartslag binnen 6 uur na aanvang
van de behandeling waargenomen, met afnames in gemiddelde hartslag van 12-13 slagen per minuut
bij 0,5 mg fingolimod. Een hartslag onder de 40 slagen per minuut bij volwassenen en onder de
50 slagen per minuut bij kinderen werd zelden waargenomen bij patiënten op 0,5 mg fingolimod. De
gemiddelde hartslag keerde terug richting de uitgangswaarde binnen 1 maand van chronische
behandeling. De bradycardie was over het algemeen asymptomatisch, maar enkele patiënten
ondervonden lichte tot matige symptomen, waaronder hypotensie, duizeligheid, vermoeidheid en/of
palpitaties, die binnen 24 uur na aanvang van de behandeling verdwenen (zie ook rubriek 4.4 en 5.1).
In klinische studies op het gebied van multiple sclerose werd eerstegraads atrioventriculaire blok
(verlengd PR-interval op het ECG) waargenomen na initiatie van de behandeling bij volwassen en
pediatrische patiënten. In de klinische studies bij volwassenen kwam het voor bij 4,7% van de
patiënten op 0,5 mg fingolimod, bij 2,8% van de patiënten op intramusculair interferon bèta-1a en bij
1,6% van de patiënten op placebo. Tweedegraads atrioventriculair blok werd waargenomen bij minder
dan 0,2% van de volwassen patiënten op 0,5 mg fingolimod. In de postmarketingsetting zijn
geïsoleerde meldingen van voorbijgaande complete AV-blok die spontaan verdwijnt, waargenomen
tijdens de zes uur durende monitoringsperiode volgend op de eerste dosis van Gilenya. De patiënten
herstelden spontaan. De geleidingsstoornissen, waargenomen in zowel klinische studies als
postmarketing, waren tijdelijk en asymptomatisch en verdwenen binnen de eerste 24 uur na aanvang
van de behandeling. Hoewel de meeste patiënten hiervoor geen medische interventie nodig hadden,
kreeg één patiënt op 0,5 mg fingolimod isoprenaline toegediend voor asymptomatische tweedegraads
atrioventriculair blok type Mobitz-I.
17
In de postmarketingsetting hebben geïsoleerde, later optredende voorvallen, inclusief voorbijgaande
asystolie en onverklaarbaar overlijden, plaatsgevonden binnen 24 uur na de eerste dosis. Deze
gevallen zijn onduidelijk als gevolg van gelijktijdig toegediende geneesmiddelen en/of vooraf
bestaande ziekte. De relatie van dergelijke gevallen met Gilenya is onzeker.
Bloeddruk
In multiple sclerose klinische studies werd 0,5 mg fingolimod in verband gebracht met een
gemiddelde toename van ongeveer 3 mmHg in systolische druk en ongeveer 1 mmHg in diastolische
druk, welke zich ongeveer 1 maand na aanvang van de behandeling manifesteerde. Deze toename
duurde voort bij voortgezette behandeling. Hypertensie werd gerapporteerd bij 6,5% van de patiënten
op 0,5 mg fingolimod en bij 3,3% van de patiënten op placebo. In de postmarketingsetting zijn er
gevallen van hypertensie gemeld binnen de eerste maand na start van de behandeling en op de eerste
dag van de behandeling waarbij behandeling met bloeddrukverlagende middelen of het stoppen van de
behandeling met Gilenya nodig kan zijn (zie ook rubriek 4.4, Effecten op de bloeddruk).
Leverfunctie
Verhoogde leverenzymen zijn gemeld bij volwassen en pediatrische multiple sclerose patiënten
behandeld met Gilenya. In klinische studies vertoonde respectievelijk 8,0% en 1,8% van de volwassen
patiënten behandeld met 0,5 mg fingolimod asymptomatisch verhoogde ALT-serumwaarden van
≥ 3x ULN en ≥ 5x ULN. Herhaling van verhoogde levertransaminases is bij enkele patiënten
opgetreden bij hernieuwde blootstelling, wat duidt op een verband met het geneesmiddel. In klinische
studies traden transaminaseverhogingen op enig moment op gedurende de behandeling, hoewel het
merendeel optrad gedurende de eerste 12 maanden. ALT-waarden normaliseerden binnen ongeveer
2 maanden na staken van de behandeling. In een klein aantal patiënten (N = 10 op 1,25 mg, N = 2 op
0,5 mg), bij wie verhoogde ALT ≥ 5x ULN optrad en die de fingolimod -behandeling voortzette,
normaliseerden de ALT-waarden binnen ongeveer 5 maanden (zie ook rubriek 4.4, Leverfunctie).
Zenuwstelselaandoeningen
In klinische studies, traden er zeldzame gevallen van zenuwstelselaandoeningen op bij patiënten
behandeld met hogere doses fingolimod (1,25 of 5,0 mg) waaronder ischemische en hemorragische
beroertes en atypische neurologische aandoeningen, zoals acute gedissemineerde encefalomyelitis
(ADEM)-achtige verschijnselen.
Gevallen van convulsies, waaronder status epilepticus, zijn gemeld bij het gebruik van fingolimod in
klinische studies en in de postmarketingsetting.
Bloedvataandoeningen
Zeldzame gevallen van perifere arteriële occlusieve ziekte traden op bij patiënten behandeld met
fingolimod bij hogere doseringen (1,25 mg).
Ademhalingsstelselaandoeningen
Kleine dosisafhankelijke afnames van de waardes van het forced expiratory volume (FEV
1
) en de
diffusiecapaciteit voor koolstofmonoxide (DLCO) werden waargenomen bij Gilenya-behandeling in
maand 1, waarna deze stabiel bleven. In maand 24 was de vermindering ten opzichte van
normaalwaarde in percentage van voorspelde FEV
1
2,7% voor 0,5 mg fingolimod en 1,2% voor
placebo, een verschil dat verdween na het stopzetten van de behandeling. Voor de DLCO was de
vermindering in maand 24 3,3% voor 0,5 mg fingolimod en 2,7% voor placebo (zie ook rubriek 4.4,
Respiratoire effecten).
Lymfomen
Er zijn gevallen geweest van lymfoom van verschillende diversiteit, in zowel klinische studies als in
de postmarktetingsetting, inclusief een fataal geval van EBV-positief B-cellymfoom. De incidentie
van gevallen van non-Hodgkin-lymfoom (B-cel en T-cel) was hoger in de klinische studies dan
verwacht in de algehele populatie. Een aantal gevallen van T-cellymfoom zijn ook gemeld in de
postmarketingsetting, waaronder gevallen van cutaan T-cellymfoom (mycosis fungoides) (zie ook
rubriek 4.4, Maligniteiten).
18
Hemofagocytair syndroom
Zeer zeldzame gevallen van hemofagocytair syndroom (HPS) met fatale afloop zijn gemeld bij
patiënten behandeld met fingolimod in de context van een infectie. HPS is een zeldzame aandoening
die is beschreven in samenhang met infecties, immuunsuppressie en diverse auto-immuunziekten.
Pediatrische patiënten
In de gecontroleerde pediatrische studie D2311 (zie rubriek 5.1) was het veiligheidsprofiel van
kinderen
(10 tot 18 jaar) die 0,25 mg of 0,5 mg fingolimod per dag ontvingen over het algemeen
vergelijkbaar met dat van volwassen patiënten.
Er werden echter meer neurologische en psychiatrische
aandoeningen waargenomen in de studie. Voorzichtigheid is geboden in deze subgroep vanwege de
zeer beperkte kennis die beschikbaar is uit de klinische studie.
In de pediatrische studie zijn gevallen van convulsies gemeld bij 5,6% van de patiënten die behandeld
werden met fingolimod en bij 0,9% van de patiënten die behandeld werden met
interferon bèta-1a.
Het is bekend dat depressie en angst in hogere mate voorkomen bij de MS-populatie. Depressie en
angst zijn ook gemeld bij de kinderen die behandeld werden met fingolimod.
Geïsoleerde milde bilirubineverhogingen zijn waargenomen bij kinderen met fingolimod.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Eenmalige doses tot 80 maal de aanbevolen dosering (0,5 mg) werden goed verdragen door gezonde
volwassen vrijwilligers. Bij 40 mg rapporteerden 5 van de 6 personen licht beklemmend of
ongemakkelijk gevoel op de borst, wat klinisch overeenkomt met lichte reactiviteit van de luchtwegen.
Fingolimod kan bradycardie veroorzaken bij de start van de behandeling. De daling van de hartslag
begint meestal binnen een uur na de eerste dosis, en is het steilste binnen 6 uur. Het negatieve
chronotrope effect van Gilenya houdt langer aan dan 6 uur en vermindert geleidelijk gedurende de
daaropvolgende dagen van de behandeling (zie rubriek 4.4 voor details). Er zijn meldingen geweest
van een trage AV-geleiding, met geïsoleerde meldingen van voorbijgaande complete AV-blok die
spontaan verdwijnt (zie rubriek 4.4 en 4.8).
Als de overdosis voorkomt bij een eerste blootstelling aan Gilenya, is het belangrijk om patiënten te
monitoren met een continu (real time) ECG en om het uur meting van de hartslag en bloeddruk, ten
minste gedurende de eerste 6 uur (zie rubriek 4.4).
Bovendien, als na 6 uur de hartslag < 45 slagen per minuut is bij volwassenen, < 55 slagen per minuut
bij kinderen van 12 jaar en ouder, of < 60 slagen per minuut bij kinderen van 10 tot 12 jaar, of als het
ECG 6 uur na de eerste dosis tweedegraads of hoger AV-blok laat zien, of als het een QTc-interval
≥ 500 msec laat zien, dient de monitoring te worden verlengd ten minste gedurende de nacht en tot de
bevindingen zijn verdwenen. Het optreden op enig moment van derdegraads AV-blok dient ook te
leiden tot een verlengde controle inclusief monitoring gedurende de nacht.
Dialyse noch plasmaferese resulteert in het verwijderen van fingolimod uit het lichaam.
19
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Immunosuppressiva, selectieve immunosuppressiva, ATC-code:
L04AA27
Werkingsmechanisme
Fingolimod is een sfingosine 1-fosfaatreceptor modulator. Fingolimod wordt gemetaboliseerd door
sfingosinekinase tot de actieve metaboliet fingolimodfosfaat. Fingolimodfosfaat bindt in lage
nanomolaire concentraties aan de sfingosine 1-fosfaat (S1P)-receptortype-1 aanwezig op de
lymfocyten, en passeert gemakkelijk de bloed-hersenbarrière om daar te binden aan de S1P-receptor-1
op de zenuwcellen in het centraal zenuwstelsel (CZS). Door zich als functionele antagonist van de
S1P-receptor-1 op de lymfocyten te gedragen, zorgt fingolimodfosfaat ervoor dat lymfocyten niet
meer weg kunnen komen uit de lymfeknopen, wat een herverdeling van lymfocyten veroorzaakt in
plaats van een vermindering. Uit dieronderzoek is gebleken dat deze herverdeling de infiltratie van
pathogene lymfocyten, inclusief pro-inflammatoire Th17 cellen, in het CZS vermindert, waar zij
betrokken zouden zijn bij zenuwontsteking en zenuwweefselbeschadiging. Experimenteel onderzoek
bij dieren en
in vitro
onderzoeken tonen aan dat fingolimod ook invloed kan uitoefenen door middel
van interactie met S1P-receptoren op zenuwcellen.
Farmacodynamische effecten
Binnen 4-6 uur na de eerste dosis 0,5 mg fingolimod, neemt het aantal lymfocyten af tot ongeveer
75% van de uitgangswaarde in perifeer bloed. Bij een continue dagelijkse dosering blijft het aantal
lymfocyten afnemen gedurende een periode van twee weken, waarbij een minimum aantal van
ongeveer 500 cellen/microliter of ongeveer 30% van de normaalwaarde wordt bereikt. Achttien
procent van de patiënten bereikte ten minste één keer een minimum aantal onder de
200 cellen/microliter. Lage lymfocytenaantallen blijven gehandhaafd bij langdurige dagelijkse
dosering. Het merendeel van de T- en B-lymfocyten verplaatst zich regelmatig door lymfoïde organen
en dit zijn de cellen waar fingolimod hoofdzakelijk op aangrijpt. Ongeveer 15-20% van de T-
lymfocyten heeft een ‘effector memory’ fenotype; dit zijn cellen die belangrijk zijn voor de perifere
immuunbewaking. Aangezien deze subset van lymfocyten zich juist niet verplaatst naar lymfoïde
organen, wordt deze niet door fingolimod beïnvloed. Stijgingen van het aantal perifere lymfocyten
worden zichtbaar binnen dagen na staken van de behandeling met fingolimod en normaalwaarden
worden binnen één tot twee maanden weer bereikt. Langdurig doseren met fingolimod resulteert in
een lichte daling van het aantal neutrofielen tot ongeveer 80% van de normaalwaarde. Monocyten
worden niet beïnvloed door fingolimod.
Bij initiatie van de behandeling veroorzaakt Gilenya een tijdelijke afname van de hartslag en
vertragingen in de atrioventriculaire geleiding (zie rubriek 4.4 en 4.8). De maximale afname van de
hartslag wordt waargenomen binnen 6 uur na gebruik, waarbij 70% van het negatief chronotroop
effect bereikt wordt op de eerste dag. Bij chronische behandeling keert de hartslag binnen één maand
terug naar de normaalwaarde. De afname van de hartslag die wordt geïnduceerd door fingolimod kan
worden teniet gedaan door parenterale toediening van atropine of isoprenaline. Er is aangetoond dat
inhalatiesalmeterol ook een bescheiden positief chronotroop effect heeft. Bij aanvang van de
behandeling met fingolimod treedt een toename van vroegtijdige atriumcontracties op, maar er is geen
verhoogd percentage van atriumfibrilleren/flutter of ventriculaire aritmieën of ectopie. Behandeling
met fingolimod wordt niet geassocieerd met een afname van de cardiac output. Autonome reacties van
het hart, waaronder variatie in hartslag gedurende de dag en reactie op lichaamsbeweging worden door
behandeling met fingolimod niet beïnvloed.
20
S1P4 kon gedeeltelijk bijdragen aan het effect, maar was niet de belangrijkste receptor die
verantwoordelijk was voor de lymfoïde depletie. Het werkingsmechanisme van bradycardie en
vasoconstrictie werd ook
in vitro
bestudeerd bij cavia's en in geïsoleerde aorta’s en kransslagaders van
konijnen. Er werd geconcludeerd dat bradycardie primair kon worden gemedieerd door activering van
inwaarts rectificerend kaliumkanaal of G-eiwitgekoppeld inwaarts rectificerend K+-kanaal
(IKACh/GIRK) en dat vasoconstrictie wordt gemedieerd door een Rho-kinase- en calciumafhankelijk
mechanisme.
Behandeling met fingolimod met eenmalige of meervoudige doses van 0,5 en 1,25 mg gedurende twee
weken wordt niet in verband gebracht met een waarneembare toename in de luchtwegweerstand,
gemeten als FEV
1
en forced expiratory flow rate (FEF) 25-75. Een eenmalige dosis fingolimod van
≥ 5 mg (10-voudige van de aanbevolen dosering) wordt geassocieerd met een dosis-afhankelijke
toename van de luchtwegweerstand. Behandeling met fingolimod met meervoudige doses van 0,5,
1,25 of 5 mg wordt niet in verband gebracht met verminderde oxygenatie of zuurstoftekort bij
lichaamsbeweging of een toename in luchtwegreactiviteit op methacholine. De bronchodilatoire
reactie op bèta-agonisten is normaal bij personen die met fingolimod worden behandeld.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van fingolimod is aangetoond in twee studies die de eenmaaldaagse dosering van
0,5 mg en 1,25 mg fingolimod onderzochten bij volwassen patiënten met relapsing remitting multiple
sclerose (RRMS). Beide studies includeerden volwassen patiënten die ≥ 2 exacerbaties in de
voorafgaande 2 jaar of ≥1 exacerbatie in het voorafgaande jaar. De Expanded Disability Status Score
(EDSS) was tussen 0 en 5,5 hadden. Een derde studie gericht op dezelfde volwassen
patiëntenpopulatie werd na registratie van Gilenya voltooid.
Studie D2301 (FREEDOMS) was een 2-jaars gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde
Fase III-studie met 1.272 patiënten (n = 425 op 0,5 mg, 429 op 1,25 mg, 418 op placebo). De mediane
waarden voor baselinekenmerken waren: leeftijd 37 jaar, ziekteduur 6,7 jaar en EDSS-score 2,0. De
resultaten worden weergegeven in Tabel 1. Er waren geen significante verschillen tussen de 0,5 mg en
1,25 mg doses met betrekking tot beide eindpunten.
Tabel 1
Studie D2301 (FREEDOMS): belangrijkste resultaten
Fingolimod
0,5 mg
Placebo
Klinische eindpunten
Aantal exacerbaties op jaarbasis (primair
0,18**
0,40
eindpunt)
Percentage patiënten dat tot 24 maanden geen
70%**
46%
exacerbatie heeft
Proportie met 3-maanden bevestigde
17%
24%
invaliditeitsprogressie†
Hazard ratio (95% BI)
0,70 (0,52, 0,96)*
MRI-eindpunten
Mediaan (gemiddeld) aantal nieuwe of vergrote
0,0 (2,5)**
5,0 (9,8)
T2-laesies over 24 maanden
Mediaan (gemiddeld) aantal gadolinium-
0,0 (0,2)**
0,0 (1,1)
aankleurende laesies bij maand 24
Mediaan (gemiddeld) % verandering in
-0,7 (-0,8)**
-1,0 (-1,3)
hersenvolume over 24 maanden
†
Invaliditeitsprogressie gedefinieerd als 1-punt toename in EDSS, bevestigd na
3 maanden
**
p < 0,001, *p < 0,05 in vergelijking met placebo
Alle analyses van klinische eindpunten waren intent-to-treat. MRI analyses gebruikten
evalueerbare dataset.
21
Patiënten die de 24 maanden durende FREEDOMS kernstudie voltooiden, konden deelnemen aan een
dosisgeblindeerd vervolgonderzoek (D2301E1) waarin ze fingolimod kregen. In totaal werden
920 patiënten opgenomen (n = 331 bleven op 0,5 mg, 289 bleven op 1,25 mg, 155 stapten over van
placebo naar 0,5 mg en 145 stapten over van placebo naar 1,25 mg). Na 12 maanden (maand 36)
namen er nog 856 patiënten (93%) deel aan de studie. Tussen maand 24 en 36 was de
annualised
relapse rate
(ARR) voor patiënten op 0,5 mg fingolimod in de kernstudie die op 0,5 mg bleven 0,17
(0,21 in de kernstudie). De ARR voor patiënten die overschakelden van placebo op fingolimod 0,5 mg
was 0,22 (0,42 in de kernstudie).
Vergelijkbare resultaten werden getoond in een herhaalde, 2-jarige, gerandomiseerde, dubbelblinde,
placebogecontroleerde fase III-studie met fingolimod bij 1083 patiënten (n = 358 op 0,5 mg, 370 op
1,25 mg, 355 op placebo) met RRMS (D2309; FREEDIOMS 2). Mediane waarden voor baseline-
kenmerken waren: leeftijd 41 jaar, ziekteduur 8,9 jaar, EDSS-score 2,5.
Tabel 2
Studie D2309 (FREEDOMS 2): belangrijkste resultaten
Fingolimod
0,5 mg
Placebo
Klinische eindpunten
Annualised relapse rate
(primair eindpunt)
0,21**
0,40
Percentage patiënten dat tot 24 maanden geen
71,5%**
52,7%
exacerbatie heeft
Proportie met 3-maanden bevestigde
25%
29%
invaliditeitsprogressie †
Hazard ratio (95% BI)
0,83 (0,61, 1,12)
MRI-eindpunten
Mediaan (gemiddeld) aantal nieuwe of vergrote 0,0 (2,3)**
4,0 (8,9)
T2-laesies over 24 maanden
Mediaan (gemiddeld) aantal gadolinium-
0,0 (0,4)**
0,0 (1,2)
aankleurende laesies bij maand 24
Mediaan (gemiddeld) % verandering in
-0,71 (-0,86)**
-1,02 (-1,28)
hersenvolume over 24 maanden
†
Invaliditeitsprogressie gedefinieerd als 1-punt toename in EDSS, bevestigd na
3 maanden
**
p < 0,001 in vergelijking met placebo
Alle analyses van klinische eindpunten waren intent-to-treat. MRI analyses gebruikten een
evalueerbare dataset.
22
Studie D2302 (TRANSFORMS) was een 1 jaar durende, gerandomiseerde, dubbelblinde,
dubbelplacebo, actieve (interferon bèta-1a)-gecontroleerde Fase III-studie met 1280 patiënten (n = 429
op 0,5 mg, 420 op 1,25 mg, 431 op interferon bèta-1a, 30 µg door intramusculaire injectie één maal
per week). De mediane waarden voor baselinekenmerken waren: leeftijd 36 jaar, ziekteduur 5,9 jaar en
EDSS-score 2,0. De resultaten worden weergegeven in Tabel 3. Er waren geen significante verschillen
tussen de 0,5 mg en 1,25 mg doses met betrekking tot de studie-eindpunten.
Tabel 3
Studie D2302 (TRANSFORMS): belangrijkste resultaten
Fingolimod
0,5 mg
Interferon bèta-
1a, 30 μg
Klinische eindpunten
Aantal exacerbaties op jaarbasis (primair
0,16**
0,33
eindpunt)
Percentage patiënten dat tot 12 maanden geen
83%**
71%
exacerbatie heeft
Proportie met 3-maanden bevestigde
6%
8%
invaliditeitsprogressie†
Hazard ratio (95% BI)
0,71 (0,42, 1,21)
MRI-eindpunten
Mediaan (gemiddeld) aantal nieuwe of vergrote
0,0 (1,7)*
1,0 (2,6)
T2-laesies over 12 maanden
Mediaan (gemiddeld) aantal gadolinium-
0,0 (0,2)**
0,0 (0,5)
aankleurende laesies bij 12 maanden
Mediaan (gemiddeld) % verandering in
-0,2 (-0,3)**
-0,4 (-0,5)
hersenvolume over 12 maanden
†
Invaliditeitsprogressie gedefinieerd als 1-punt toename in EDSS, bevestigd na
3 maanden.
*
p < 0,01,** p < 0,001, in vergelijking met interferon bèta-1a
Alle analyses van klinische eindpunten waren intent-to-treat. MRI analyses gebruikten
evalueerbare dataset.
Patiënten die de 12 maanden durende TRANSFORMS kernstudie voltooiden, konden deelnemen aan
een dosisgeblindeerd vervolgonderzoek (D2302E1) waarin ze fingolimod kregen. In totaal werden
1.030 patiënten opgenomen, echter 3 van deze patiënten kregen geen behandeling (n = 356 bleven op
0,5 mg, 330 bleven op 1,25 mg, 167 stapten over van interferon bèta-1a naar 0,5 mg en 174 van
interferon bèta-1a naar 1,25 mg). Na 12 maanden (maand 24) namen er nog 882 patiënten (86%) deel
aan de studie. Tussen maand 12 en 24 was de ARR voor patiënten op 0,5 mg fingolimod in de
kernstudie die op 0,5 mg bleven 0,20 (0,19 in de kernstudie). De ARR voor patiënten die
overschakelden van interferon bèta-1a op fingolimod 0,5 mg was 0,33 (0,48 in de kernstudie).
Gepoolde resultaten van Studie D2301 en D2302 tonen een constante en statistisch significante
reductie van het aantal exacerbaties op jaarbasis in vergelijking met de comparator in subgroepen
gedefinieerd door geslacht, leeftijd, eerdere behandeling van multiple sclerose, ziekteactiviteit of mate
van invaliditeit bij aanvang.
Verdere analyses van gegevens uit klinische studies tonen consistente behandelingseffecten bij zeer
actieve subgroepen van relapsing remitting multiple sclerose patiënten.
23
Pediatrische patiënten
De werkzaamheid en veiligheid van
de dosering van eenmaal daags 0,25 mg of 0,5 mg fingolimod
(dosis geselecteerd op basis van lichaamsgewicht en concentratiemetingen) zijn vastgesteld bij
kinderen in de leeftijd van 10 tot 18 jaar
met relapsing remitting multiple sclerose.
Studie D2311 (PARADIGMS) was een dubbelblinde, dubbel-dummy, actief gecontroleerde studie met
een flexibele duur tot 24 maanden, met 215 patiënten van 10 tot 18 jaar (n = 107 op fingolimod, 108
op interferon bèta-1a, 30 μg door intramusculaire injectie eenmaal per week).
De mediane waarden voor baselinekenmerken waren: leeftijd 16 jaar, ziekteduur 1,5 jaar en EDSS-
score 1,5. Het merendeel van de patiënten zat in Tanner-stadium 2 of hoger (94,4%) en was > 40 kg
(95,3%). In totaal voltooiden 180 patiënten (84%) de kernfase op studiemedicatie (n = 99 [92,5%] op
fingolimod, 81 [75%] op interferon bèta-1a). De resultaten worden weergegeven in tabel 4.
Tabel 4
Studie D2311 (PARADIGMS): belangrijkste resultaten
Fingolimod
0,25 mg of 0,5 mg
N = 107
0,122**
85,7**
Interferon bèta-1a
30 µg
N = 107
#
0,675
38,8
Klinische eindpunten
Aantal exacerbaties op jaarbasis (primair eindpunt)
Percentage patiënten dat tot 24 maanden geen
exacerbatie heeft
MRI-eindpunten
Aantal nieuwe of nieuw vergrote T2-laesies op
n = 106
n = 102
jaarbasis
Aangepast gemiddelde
4,393**
9,269
Aantal Gd-aankleurende T1-laesies per scan tot
n = 106
n = 101
24 maanden
Aangepast gemiddelde
0,436**
1,282
Mate van hersenatrofie op jaarbasis ten opzichte van n = 96
n = 89
de uitgangswaarde tot 24 maanden
‘Least square’-gemiddelde
-0,48*
-0,80
#
Eén patiënt die gerandomiseerd was op interferon bèta-1a door intramusculaire injectie, was
niet in staat de dubbel-dummymedicatie door te slikken en beëindigde de studie. De patiënt
werd uitgesloten van de volledige analyse- en veiligheidsset
*
p < 0,05, ** p < 0,001, vergeleken met interferon bèta-1a.
Alle analyses van klinische eindpunten waren op de volledige analyseset.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Farmacokinetiekgegevens zijn verkregen van gezonde volwassen vrijwilligers, van volwassen
niertransplantatiepatiënten en van volwassen multiple sclerosepatiënten.
De farmacologisch actieve metaboliet verantwoordelijk voor de werkzaamheid is fingolimodfosfaat.
Absorptie
De absorptie van fingolimod is traag (t
max
van 12-16 uur) en extensief (≥ 85%). De schijnbare absolute
biologische beschikbaarheid is 93% (95% betrouwbaarheidsinterval: 79-111%). Steady-state-
bloedconcentraties worden binnen 1 tot 2 maanden bereikt na eenmaal daags gebruik en steady-state-
concentraties zijn ongeveer 10-maal hoger dan met de eerste dosis.
Voedselinname verandert niet de C
max
of blootstelling (AUC) aan fingolimod. De C
max
van
fingolimodfosfaat nam enigszins af met 34%, maar de AUC veranderde niet. Gilenya kan daarom
worden ingenomen zonder rekening te houden met maaltijden (zie rubriek 4.2).
24
Distributie
Fingolimod verdeelt zich hoofdzakelijk in de rode bloedcellen, met als fractie in bloedcellen 86%.
Fingolimodfosfaat heeft een geringere opname in bloedcellen van < 17%. Fingolimod en
fingolimodfosfaat binden sterk aan eiwitten (> 99%).
Fingolimod wordt extensief verdeeld over lichaamsweefsel met een distributievolume van ongeveer
1200260 liter. Een studie bij vier gezonde proefpersonen die een enkele intraveneuze dosis van een
radioactief gelabeld fingolimod-analoog ontvingen, heeft aangetoond dat fingolimod doordringt in de
hersenen. In een onderzoek bij 13 mannelijke patiënten met multipele sclerose die 0,5 mg/dag
fingolimod kregen, was de gemiddelde hoeveelheid van fingolimod (en fingolimodfosfaat) in het
seminale ejaculaat bij steady-state ongeveer 10.000 keer lager dan de toegediende orale dosis
(0,5 mg).
Biotransformatie
Fingolimod wordt in de mens door reversibele stereoselectieve fosforylatie omgezet tot het
farmacologisch actieve (S)-enantiomeer fingolimodfosfaat. Fingolimod wordt uitgescheiden door
oxidatieve biotransformatie, hoofdzakelijk gekatalyseerd door CYPF2 en mogelijk door andere iso-
enzymen en vervolgens vetzuurachtige afbraak tot inactieve metabolieten. Vorming van
farmacologisch inactieve niet-polaire ceramide-analoga van fingolimod is ook waargenomen. Het
belangrijkste enzym dat betrokken is bij het metabolisme van fingolimod is gedeeltelijk
geïdentificeerd en kan of CYP4F2 of CYP3A4 zijn.
Na eenmalige toediening van [
14
C] fingolimod zijn de voornaamste fingolimod-gerelateerde
componenten in het bloed, beoordeeld naar bijdrage aan de AUC tot 34 dagen na toediening van totaal
radioactief gelabelde componenten, fingolimod zelf (23%), fingolimodfosfaat (10%) en inactieve
metabolieten (M3 carboxylzuurmetaboliet (8%), M29 ceramidemetaboliet (9%) en M30
ceramidemetaboliet (7%)).
Eliminatie
Fingolimodklaring uit het bloed is 6,3
2,3 l/u, en de gemiddelde schijnbare terminale
eliminatiehalfwaardetijd (t
1/2
) is 6-9 dagen. Bloedconcentraties van fingolimod en fingolimodfosfaat
nemen parallel af in de eindfase, resulterend in vergelijkbare halfwaardetijden voor beiden.
Na orale toediening wordt ongeveer 81% van de dosis langzaam uitgescheiden in de urine als
inactieve metabolieten. Fingolimod en fingolimodfosfaat worden niet intact uitgescheiden in de urine,
maar als belangrijkste componenten in de feces met ieder in hoeveelheden minder dan 2,5% van de
dosis. Na 34 dagen is 89% van de toegediende dosis uitgescheiden.
Lineariteit
Fingolimod- en fingolimodfosfaatconcentraties nemen schijnbaar dosisproportioneel toe na
meervoudig eenmaaldaagse doses van 0,5 mg of 1,25 mg.
Karakteristieken in specifieke patiëntengroepen
Geslacht, etniciteit en nierfunctiestoornis
De farmacokinetiek van fingolimod en fingolimodfosfaat verschilt niet bij mannen en vrouwen, bij
patiënten met verschillende etnische achtergrond of bij patiënten met een lichte tot ernstige
nierfunctiestoornis.
25
Leverfunctiestoornis
Bij patiënten met een lichte, matige of ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse A, B en C)
werd geen verandering in de C
max
van fingolimod waargenomen, maar de AUC van fingolimod nam
toe met respectievelijk 12%, 44% en 103%. Bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-
Pugh klasse C) nam de C
max
van fingolimodfosfaat af met 22% en de AUC veranderde niet wezenlijk.
De farmacokinetiek van fingolimodfosfaat werd niet beoordeeld bij patiënten met een lichte tot matige
leverfunctiestoornis. De schijnbare eliminatiehalfwaardetijd van fingolimod verandert niet bij
patiënten met een lichte leverfunctiestoornis, maar wordt verlengd met ongeveer 50% bij patiënten
met een matige of ernstige leverfunctiestoornis.
Fingolimod dient niet gebruikt te worden bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-
Pugh klasse C) (zie rubriek 4.3). Fingolimod dient met voorzichtigheid geïnitieerd te worden bij
patiënten met een lichte tot matige leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.2).
Ouderen
Klinische ervaring en farmacokinetische gegevens bij patiënten ouder dan 65 jaar is zijn beperkt.
Gilenya dient met voorzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten van 65 jaar en ouder (zie
rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
Bij kinderen (10 jaar en ouder) nemen de fingolimod-fosfaatconcentraties duidelijk dosisproportioneel
toe tussen de 0,25 mg en 0,5 mg.
De steady-state fingolimod-fosfaatconcentratie is ongeveer 25% lager bij kinderen (10 jaar en ouder)
na dagelijkse toediening van 0,25 mg of 0,5 mg fingolimod vergeleken met de concentratie bij
volwassen patiënten die behandeld werden met 0,5 mg fingolimod eenmaal daags.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over kinderen jonger dan 10 jaar.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Het preklinisch veiligheidsprofiel van fingolimod werd bepaald in muizen, ratten, honden en apen. De
belangrijkste doelorganen waren het lymfoïde systeem (lymfopenie en lymfoïde atrofie), longen
(toegenomen gewicht, gladde spierhypertrofie bij de bronchoalveolaire splitsing) en hart (negatief
chronotroop effect, toename in bloeddruk, perivasculaire veranderingen en myocarddegeneratie) in
diverse soorten; bloedvaten (vasculopathie) uitsluitend bij ratten bij doses van 0,15 mg/kg en hoger in
een 2-jaars studie, wat ongeveer het 4-voudige betekent gebaseerd op een humaan systemische
blootstelling (AUC) bij een dagelijkse dosis van 0,5 mg.
Er is geen bewijs voor carcinogeniciteit waargenomen in een 2 jaar durende bioassay bij ratten met
orale doses tot de maximaal getolereerde dosis van 2,5 mg/kg, wat een ongeveer 50-voudige marge
betekent gebaseerd op de humane systemische blootstelling (AUC) bij de 0,5 mg dosering. In een 2-
jaars muizenstudie echter werd een toegenomen incidentie van maligne lymfomen waargenomen bij
doses van 0,25 mg/kg en hoger, wat een ongeveer 6-voudige marge betekent gebaseerd op de humane
systemische blootstelling (AUC) bij een dagelijkse dosering van 0,5 mg.
Fingolimod was in experimenteel onderzoek bij dieren mutageen noch clastogeen.
Fingolimod heeft geen effect op de hoeveelheid/motiliteit van sperma of op de vruchtbaarheid bij
mannetjes- en vrouwtjesratten tot de hoogst geteste dosis (10 mg/kg), wat een ongeveer 150-voudige
marge betekent gebaseerd op de humane systemische blootstelling (AUC) bij een dagelijkse dosering
van 0,5 mg.
26
Fingolimod was teratogeen bij de rat wanneer gegeven in doses van 0,1 mg/kg of hoger.
Geneesmiddelblootstelling in deze dosis bij ratten was gelijk aan de therapeutische dosis bij patiënten
(0,5 mg). De meest voorkomende foetale viscerale afwijkingen omvatten persisterende truncus
arteriosus en ventriculair septumdefect. De kans op teratogeniciteit in konijnen kon niet volledig
worden beoordeeld, hoewel er een toename in embryofoetale sterfte werd waargenomen bij doses van
1,5 mg/kg en hoger en een afname in levensvatbare foetussen en foetale groeivertraging bij doses van
5 mg/kg. Geneesmiddelblootstelling van konijnen aan deze doses was gelijk aan die in patiënten.
Bij ratten was in de vroege postpartumperiode de F1-generatie jongenoverleving afgenomen bij
doseringen, die geen maternale toxiciteit veroorzaakten. De F1-lichaamsgewichten, -ontwikkeling, -
gedrag en -vruchtbaarheid werden echter niet beïnvloed.
Tijdens lactatie werd fingolimod in de moedermelk van behandelde dieren uitgescheiden in
concentraties die 2-maal tot 3-maal hoger waren dan die gevonden in het maternale plasma.
Fingolimod en zijn metabolieten passeerden de placentabarrière in zwangere konijnen.
Juveniele dierstudies
Resultaten van twee toxiciteitsstudies bij juveniele ratten toonden geringe effecten op neurologische
gedragsrespons, vertraagde seksuele rijping en een verminderde immuunrespons op herhaalde
stimulaties met ‘keyhole limpet haemocyanin’ (KLH). Deze effecten werden niet als nadelig
beschouwd. Over het algemeen waren de behandelingsgerelateerde effecten van fingolimod bij
juveniele dieren vergelijkbaar met die bij volwassen ratten bij vergelijkbare dosisniveaus. Dit met
uitzondering van veranderingen in botmineraaldichtheid en neurologische gedragsstoornissen
(verminderde auditieve schrikreactie) waargenomen bij doses van 1,5 mg/kg en hoger bij juveniele
dieren en de afwezigheid van gladdespierhypertrofie in de longen van de juveniele ratten.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Capsule-inhoud
Mannitol
Hydroxypropylcellulose
Hydroxypropylbetadex
Magnesiumstearaat
Capsulehuls
Gelatine
Titaandioxide (E171)
Geel ijzeroxide (E172)
Zwarte opdruk
Schellak (E904)
Zwart ijzeroxide (E172)
Propyleenglycol (E1520)
Ammonia-oplossing, geconcentreerd (E527)
27
Gilenya 0,50 mg harde capsules
Capsule-inhoud
Mannitol
Magnesiumstearaat
Capsulehuls
Gelatine
Titaandioxide (E171)
Geel ijzeroxide (E172)
Zwarte opdruk
Schellak (E904)
Ethanol, watervrij
Isopropylalcohol
Butylalcohol
Propyleenglycol (E1520)
Gezuiverd water
Ammonia-oplossing, geconcentreerd (E527)
Kaliumhydroxide
Zwart ijzeroxide (E172)
Geel ijzeroxide (E172)
Titaandioxide (E171)
Dimeticon
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
Gilenya 0,25 mg harde capsules
2 jaar
Gilenya 0,5 mg harde capsules
2 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Gilenya 0,25 mg harde capsules
PVC/PVDC/aluminium blisterverpakkingen met 28 harde capsules.
PVC/PVDC/aluminium geperforeerde eenheidsdosis-blisterverpakkingen met 7 x 1 harde capsule.
28
Gilenya 0,5 mg harde capsules
PVC/PVDC/aluminium blisterverpakkingen met 28 of 98 harde capsules.
PVC/PVDC/aluminium blisterverpakkingen met 7 of 28 harde capsules in een mapje of meervoudige
verpakkingen met 84 (3 verpakkingen met 28) harde capsules in een mapje.
PVC/PVDC/aluminium geperforeerde eenheidsdosis-blisterverpakkingen met 7 x 1 harde capsule.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Gilenya 0,25 mg harde capsules
EU/1/11/677/007-008
Gilenya 0,5 mg harde capsules
EU/1/11/677/001-006
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 17 maart 2011
Datum van laatste verlenging: 16 november 2020
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
29
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
C.
D.
30
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Lek Pharmaceuticals d.d.
Verovskova Ulica 57
Ljubljana, 1526
Slovenië
Gilenya 0,5 mg harde capsules
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
•
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
31
•
Extra risicobeperkende maatregelen
Voorafgaand aan het op de markt brengen van GILENYA in elke lidstaat moet de vergunninghouder
(MAH) overeenstemming krijgen met de bevoegde nationale instantie over de inhoud en het formaat
van het educatief programma, waaronder communicatiemedia, distributiemodaliteiten en alle andere
aspecten van het programma.
De vergunninghouder zorgt ervoor dat in elke lidstaat waar GILENYA op de markt is, alle artsen die
van plan zijn GILENYA voor te schrijven voorzien zijn van een vernieuwde versie van het
Artseninformatiepakket bestaande uit:
1.
2.
Samenvatting van de Productkenmerken (SmPC);
Checklist voor de arts voor volwassen en pediatrische patiënten, ter overweging voorafgaand
aan het voorschrijven van GILENYA, inclusief informatie over het Zwangerschap
Blootstellingsregister;
De informatiebrochure voor patiënten/ouders/verzorgers, om te verstrekken aan alle patiënten,
hun ouders (of wettelijke vertegenwoordigers) en verzorgers.
De zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor patiënten, om te verstrekken aan alle
patiënten, hun ouders (of wettelijke vertegenwoordigers) en verzorgers, indien van toepassing.
3.
4.
Checklist voor de artsen
De checklist voor de artsen bevat de volgende belangrijke punten:
•
Monitoringseisen bij start van de behandeling:
Vóór de eerste dosis
o
Neem een uitgangswaarde-ECG af vóór de eerste dosis van GILENYA;
o
Meet de bloeddruk voorafgaand aan de eerste dosis van GILENYA;
o
Voer een leverfunctietest uit, waaronder transaminase en bilirubine, maximaal 6 maanden
voorafgaand aan de start van de behandeling;
o
Laat oogheelkundige beoordeling plaatsvinden alvorens de behandeling met GILENYA
te starten bij patiënten met diabetes mellitus of met een voorgeschiedenis van uveïtis.
o
Een negatief zwangerschapstestresultaat moet vastgesteld worden alvorens de
behandeling te starten.
Tot 6 uur na de eerste dosis
o
Monitor de patiënt gedurende 6 uur nadat de eerste dosis van GILENYA is toegediend op
verschijnselen en klachten van bradycardie, inclusief controle van hartslag en bloeddruk
om het uur. Continue (real time) ECG-monitoring wordt aanbevolen;
o
Neem een ECG af aan het eind van de monitoringsperiode van 6 uur.
> 6 tot 8 uur na de eerste dosis
o
Indien bij het 6-uurpunt de hartslag op de laagste waarde na de eerste dosis is, dient de
hartslagmonitoring gedurende ten minste 2 uur te worden verlengd en totdat de hartslag
weer toeneemt.
•
Aanbeveling voor het herstarten van de behandeling met GILENYA na onderbreking van de
behandeling:
Dezelfde eerstedosismonitoring als voor het begin van de behandeling wordt aanbevolen
wanneer de behandeling wordt onderbroken voor:
o
Een dag of meer gedurende de eerste 2 weken van de behandeling;
o
Gedurende meer dan 7 dagen in weken 3 en 4 van de behandeling;
o
Gedurende meer dan 2 weken na ten minste 1 maand behandeling.
32
•
Aanbeveling voor monitoring gedurende de nacht na de eerste dosis (of als de
eerstedosismonitoring van toepassing is tijdens het opnieuw starten met de behandeling):
o
Verleng monitoring van de hartslag gedurende ten minste een nacht in een ziekenhuis en
tot het verdwijnen van de bevindingen bij patiënten die farmacologische interventie nodig
hebben tijdens de monitoring na de start/herstart van de behandeling. Herhaal de
eerstedosismonitoring na de tweede dosis van GILENYA;
o
Verleng monitoring van de hartslag gedurende ten minste een nacht in een ziekenhuis en
tot het verdwijnen van de bevindingen bij patiënten:
•
Met derdegraads AV-blok op enig moment;
•
Met op het 6-uurtijdstip:
a. Hartslag < 45 slagen per minuut, < 55 slagen per minuut bij kinderen van
12 jaar en ouder, of < 60 slagen per minuut bij kinderen van 10 tot 12 jaar;
b. Nieuw tweedegraads of hoger AV-blok;
c. QTc-interval ≥ 500 msec.
GILENYA is gecontra-indiceerd bij patiënten met:
o
Bekend immunodeficiëntiesyndroom;
o
Een verhoogd risico op opportunistische infecties, waaronder immunogecompromitteerde
patiënten (waaronder degenen die momenteel immunosuppressieve behandeling krijgen
of degenen die immunogecompromitteerd zijn door eerdere behandelingen);
o
Ernstige actieve infecties, actieve chronische infecties (hepatitis, tuberculose);
o
Bekende actieve maligniteiten;
o
Ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C);
o
In de voorgaande 6 maanden myocardinfarct (MI), instabiele angina pectoris,
beroerte/voorbijgaande ischemische aanval (TIA), gedecompenseerd hartfalen (waarvoor
ziekenhuisopname vereist was), of New York Heart Association (NYHA) klasse III/IV
hartfalen;
o
Ernstige hartaritmieën die behandeling vereisen met klasse Ia of klasse III antiaritmica;
o
Tweedegraads atrioventriculair (AV-) blok type Mobitz-II, of derdegraads AV-blok, of
sicksinussyndroom terwijl ze geen pacemaker dragen;
o
Patiënten met een QTc-interval-uitgangswaarde ≥ 500 msec;
o
Zwangere vrouwen en vrouwen die zwanger kunnen worden en die geen effectieve
anticonceptie gebruiken;
o
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de hulpstoffen.
GILENYA wordt niet aanbevolen bij patiënten met:
o
Sinoatriaal blok;
o
QTc-verlenging > 470 msec (volwassen vrouwen), QTc > 460 msec (meisjes) of
> 450 msec (volwassen mannen en jongens);
o
Voorgeschiedenis van een hartstilstand;
o
Ernstige slaapapneu;
o
Voorgeschiedenis van symptomatische bradycardie;
o
Voorgeschiedenis van terugkerende syncope;
o
Ongecontroleerde hypertensie.
Als behandeling met GILENYA bij deze patiënten wordt overwogen, dienen de te verwachten
voordelen op te wegen tegen de mogelijke risico's en moet een cardioloog worden geraadpleegd
om geschikte monitoring te bepalen; verlengde monitoring gedurende ten minste een nacht
wordt aanbevolen.
•
•
33
•
GILENYA wordt niet aanbevolen bij patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen gebruiken die
bekend staan om verlaging van de hartslag. Als behandeling met GILENYA bij deze patiënten
wordt overwogen, dienen de verwachte voordelen op te wegen tegen de potentiële risico's en
advies van een cardioloog dient te worden gezocht betreffende de overschakeling op
geneesmiddelen die de hartslag niet verlagen, of indien niet mogelijk om geschikte monitoring
te bepalen. Verlengde monitoring gedurende ten minste een nacht wordt aanbevolen.
GILENYA verlaagt het aantal lymfocyten in het perifere bloed. Het aantal lymfocyten in het
perifere bloed (CBC) dient gecontroleerd te worden bij alle patiënten voorafgaand aan de start
van de behandeling (maximaal 6 maanden vooraf of na het stoppen van een eerdere
behandeling) en gemonitord te worden tijdens de behandeling met GILENYA. De behandeling
dient onderbroken te worden als het aantal lymfocyten bevestigd is als < 0,2x10
9
/l. De
goedgekeurde dosis van eenmaal daags 0,5 mg (of 0,25 mg eenmaal daags bij kinderen van
10 jaar en ouder met een lichaamsgewicht van ≤ 40 kg) dient gebruikt te worden bij het
herstarten van de behandeling met Gilenya. Andere doseringsregimes werden niet goedgekeurd.
GILENYA heeft een immunosuppressief effect dat patiënten vatbaar maakt voor risico op
infectie, waaronder opportunistische infecties die fataal kunnen zijn, en het risico verhoogt op
het ontwikkelen van lymfomen (waaronder mycosis fungoides) en andere maligniteiten, in het
bijzonder die van de huid. Bij controle is alertheid geboden voor zowel huidmaligniteiten als
mycosis fungoides. Artsen moeten patiënten zorgvuldig monitoren, vooral die met gelijktijdige
aandoeningen of bekende factoren, zoals voorafgaande immunosuppressieve behandeling. Als
dit risico wordt vermoed, dient het staken van de behandeling door de arts overwogen te worden
op een ‘case-by-case’-basis.
o
Start van behandeling bij patiënten met ernstige actieve infectie dient te worden uitgesteld
totdat de infectie is verdwenen. Onderbreking van de behandeling tijdens ernstige
infecties moet worden overwogen. Antineoplastische, immunomodulerende of
immunosuppressieve behandelingen dienen niet gelijktijdig gebruikt te worden vanwege
het risico op additieve effecten op het immuunsysteem. Om dezelfde reden moet een
besluit tot langdurige, gelijktijdige behandeling met corticosteroïden na zorgvuldige
overweging worden genomen.
Het wordt aanbevolen waakzaam te zijn voor basaalcelcarcinoom en andere
huidneoplasmata waaronder kwaadaardig melanoom, plaveiselcelcarcinoom, Kaposi-
sarcoom en Merkelcel-carcinoom, met een huidonderzoek vóór de start van de
behandeling en daarna elke 6 tot 12 maanden met inachtneming van klinische
beoordeling. Patiënten moeten naar een dermatoloog worden doorverwezen als verdachte
laesies worden ontdekt. Waarschuw patiënten om zich niet zonder bescherming bloot te
stellen aan zonlicht. Deze patiënten mogen geen gelijktijdige fototherapie met UV-B-
straling of PUVA-fotochemotherapie krijgen.
•
•
o
34
•
Specifieke aanbevelingen met betrekking tot vaccinatie voor patiënten die starten met de
behandeling met GILENYA.
o
Controleer de antilichaamstatus van het varicella-zostervirus (VZV) bij patiënten zonder
een door een gezondheidszorgbeoefenaar vastgestelde voorgeschiedenis van waterpokken
of documentatie van een volledige kuur van varicellavaccinatie. Indien negatief, dan
wordt een volledige vaccinatiekuur met varicellavaccin aanbevolen en moet de start van
de behandeling met 1 maand worden uitgesteld om het volledige effect van de vaccinatie
te laten optreden.
•
Patiënten moeten geïnstrueerd worden om onmiddellijk verschijnselen en klachten van infecties
te melden aan hun voorschrijver tijdens en tot twee maanden na de behandeling met GILENYA.
o
Directe diagnostische evaluatie dient uitgevoerd te worden bij een patiënt met klachten en
verschijnselen consistent met encefalitis, meningitis of meningo-encefalitis; bij diagnose
moet de juiste behandeling gestart worden.
Ernstige, levensbedreigende en soms fatale gevallen van encefalitis, meningitis of
meningo-encefalitis veroorzaakt door herpessimplexvirus (HSV) en VZV zijn gemeld
tijdens de behandeling met Gilenya.
Meldingen van cryptokokkenmeningitis (soms fataal) werden ontvangen na ongeveer
2-3 jaar behandeling, alhoewel een exact verband met de duur van de behandeling
onbekend is.
Gevallen van progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) zijn opgetreden na
ongeveer 2-3 jaar monotherapiebehandeling, alhoewel een exact verband met de duur van
de behandeling onbekend is.
Artsen moeten waakzaam zijn op klinische symptomen of MRI-bevindingen die lijken op
PML. Als PML wordt vermoed, moet de behandeling met GILENYA worden opgeschort
totdat PML is uitgesloten.
Humaanpapillomavirus- (HPV-)infectie, waaronder papilloma, dysplasie, wratten en
HPV-gerelateerde kanker, is gemeld in de postmarketingsetting. Controle op kanker,
inclusief Pap-test en vaccinatie voor HPV-gerelateerde kanker, wordt aanbevolen volgens
de standaardbehandeling.
o
o
o
o
•
Een volledige oogheelkundige beoordeling moet overwogen worden:
o
3-4 maanden na de start van de behandeling met GILENYA voor de vroegtijdige
opsporing van visuele beperkingen als gevolg van geneesmiddelgeïnduceerd macula-
oedeem;
o
Tijdens de behandeling met GILENYA bij patiënten met diabetes mellitus of met een
voorgeschiedenis van uveïtis.
35
•
GILENYA is teratogeen. Het is gecontra-indiceerd bij vrouwen die zwanger kunnen worden
(inclusief vrouwelijke adolescenten) en die geen effectieve anticonceptie gebruiken en bij
zwangere vrouwen.
o
o
Een negatief zwangerschapstestresultaat moet vastgesteld worden alvorens de
behandeling te starten en dit moet met passende tussenpozen worden herhaald.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, inclusief vrouwelijke adolescenten, hun ouders (of
wettelijke vertegenwoordigers) en verzorgers, moeten voordat de behandeling wordt
gestart en regelmatig daarna worden voorgelicht over het ernstige risico van GILENYA
voor de foetus aan de hand van de zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor
patiënten.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens
de behandeling en gedurende twee maanden na het stoppen van de behandeling.
Tijdens de behandeling mogen vrouwen niet zwanger worden. Indien een vrouw zwanger
wordt tijdens de behandeling, moet GILENYA gestaakt worden. Wanneer de GILENYA-
behandeling wordt gestaakt vanwege een zwangerschap of voor het plannen van een
zwangerschap, moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid op terugkeer van de
ziekteactiviteit. Medisch advies dient te worden gegeven met betrekking tot het risico van
schadelijke effecten voor de foetus geassocieerd met de behandeling met GILENYA en
echografieën dienen te worden uitgevoerd.
GILENYA moet 2 maanden voor het plannen van een zwangerschap worden gestopt.
Artsen worden aangemoedigd om zwangere patiënten op te nemen, of zwangere vrouwen
kunnen zichzelf aanmelden, in het GILENYA-zwangerschapsregister.
o
o
o
o
•
Er zijn enkele gevallen gemeld van acuut leverfalen waarbij levertransplantatie nodig was en
gevallen van klinisch significante leverschade. Daarom moet de leverfunctie nauwlettend
gecontroleerd worden.
o
o
Recente (d.w.z. van de laatste 6 maanden) transaminase- en bilirubinewaarden dienen
beschikbaar te zijn voor het starten van de behandeling.
Tijdens de behandeling, bij afwezigheid van klinische symptomen moeten de
levertransaminasen en serumbilirubine worden gecontroleerd op maand 1, 3, 6, 9 en 12
van de therapie en daarna periodiek tot 2 maanden na stopzetting van Gilenya.
Tijdens de behandeling, bij afwezigheid van klinische symptomen, als de
levertransaminasen groter zijn dan 3-maal maar kleiner dan 5-maal de ULN zonder
verhoging van het serumbilirubine, moet vaker een controle worden uitgevoerd,
waaronder een serumbilirubine- en alkalische fosfatase (AF)-meting om te bepalen of
verdere verhogingen optreden en om te achterhalen of er een alternatieve oorzaak van de
leverfunctiestoornis aanwezig is. Als de levertransaminasen minstens 5-maal de ULN of
minstens 3-maal de ULN zijn, geassocieerd met een verhoging van serumbilirubine, moet
Gilenya worden stopgezet. De levercontrole moet worden voortgezet. Als de
serumwaarden weer zijn genormaliseerd (ook als een alternatieve oorzaak van de
leverfunctiestoornis wordt ontdekt), kan Gilenya opnieuw worden gestart op basis van
een zorgvuldige afweging van de voordelen en risico’s voor de patiënt.
o
•
De goedgekeurde dosis van 0,5 mg eenmaal daags (of 0,25 mg eenmaal daags bij kinderen van
10 jaar en ouder met een lichaamsgewicht van ≤ 40 kg) dient gebruikt te worden. Andere
doseringsregimes werden niet goedgekeurd.
36
•
In de postmarketingsetting werden bij sommige patiënten die stopten met GILENYA zeldzame
gevallen van ernstige ziekte-exacerbatie waargenomen. De mogelijkheid van heroptreden van
uitzonderlijk hoge ziekteactiviteit moet overwogen worden.
Gevallen van convulsies, waaronder status epilepticus, werden gemeld. Artsen moeten
waakzaam zijn op convulsies en vooral bij patiënten met onderliggende aandoeningen of een
voorgeschiedenis of familiegeschiedenis van epilepsie.
Artsen moeten jaarlijks het voordeel versus het risico van GILENYA-behandeling bij elke
patiënt opnieuw beoordelen, in het bijzonder bij kinderen.
Artsen moeten patiënten/ouders/verzorgers de informatiebrochure voor
patiënten/ouders/verzorgers en de zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor patiënten
geven.
•
•
•
Het veiligheidsprofiel van kinderen is vergelijkbaar met volwassenen en daarom gelden de
waarschuwingen en voorzorgen voor volwassenen ook voor kinderen.
In het bijzonder bij kinderen moeten artsen ook:
o
Het Tanner-stadium bepalen en lengte en gewicht meten volgens de
standaardbehandeling;
o
Cardiovasculaire monitoring uitvoeren;
o
Voorzorgen nemen wanneer de eerste dosis wordt toegediend / patiënten overschakelen
van 0,25 mg op 0,5 mg per dag, vanwege de mogelijkheid op het risico van bradyaritmie;
o
De patiënten controleren op verschijnselen en klachten van depressie en angst;
o
Patiënten wijzen op het belang van medicatietrouw en de gevolgen van verkeerd gebruik,
met name onderbreking van de behandeling, en de noodzaak van herhaalde
cardiovasculaire monitoring
o
De immunosuppressieve effecten van GILENYA benadrukken;
o
Een compleet vaccinatieprogramma overwegen alvorens met GILENYA te starten;
o
Toelichting geven over het monitoren van convulsies.
Informatiebrochure voor patiënten/ouders/verzorgers
De informatiebrochure voor patiënten/ouders/verzorgers bevat de volgende belangrijke mededelingen:
•
Wat is GILENYA en hoe werkt het;
•
Wat is multiple sclerose;
•
Patiënten moeten de bijsluiter zorgvuldig lezen voordat ze met de behandeling beginnen en
moeten de bijsluiter bewaren voor het geval ze deze tijdens de behandeling opnieuw nodig
hebben;
•
Het belang van het melden van bijwerkingen;
•
Patiënten moeten een uitgangswaarde-ECG en -bloeddrukmeting hebben voordat zij de eerste
dosis van GILENYA ontvangen;
•
De hartslag moet gemonitord worden gedurende 6 of meer uur na de eerste dosis van
GILENYA, met inbegrip van om het uur hartslag- en bloeddrukcontroles. Patiënten kunnen
worden gecontroleerd met continue ECG tijdens de eerste 6 uur. Na 6 uur moet ook een ECG
worden afgenomen en, in sommige gevallen, kan de monitoring een overnachting in het
ziekenhuis betekenen;
•
Patiënten moeten hun arts bellen bij onderbreking van de behandeling omdat de
eerstedosismonitoring mogelijk moet worden herhaald, afhankelijk van de duur van
onderbreking en de tijd sinds het starten van de behandeling met GILENYA;
•
Patiënten moeten onmiddellijk klachten die duiden op een lage hartslag (zoals duizeligheid,
draaiduizeligheid, misselijkheid of hartkloppingen) na de eerste dosis van GILENYA melden;
•
GILENYA wordt niet aanbevolen bij patiënten met een hartaandoening of bij patiënten die
gelijktijdig geneesmiddelen gebruiken die bekend staan om de verlaging van de hartslag, en ze
moeten aan alle behandelende artsen laten weten dat ze worden behandeld met GILENYA;
37
•
•
•
•
•
•
•
•
Verschijnselen en klachten van een infectie, moeten onmiddellijk aan de voorschrijvend arts
gemeld worden tijdens en tot twee maanden na het stoppen van de GILENYA-behandeling,
waaronder:
o
Hoofdpijn tegelijkertijd met een stijve nek, gevoeligheid voor licht, koorts, zich grieperig
voelen, misselijkheid, huiduitslag, zich verward voelen en/of aanvallen van epilepsie
(toevallen) (deze klachten kunnen tekenen zijn van meningitis en/of encefalitis
veroorzaakt door een schimmel- of virusinfectie);
o
Klachten zoals zwakte, veranderingen in gezichtsvermogen of nieuwe/verslechterde MS
klachten (kunnen symptomen zijn van progressieve multifocale leuko-encefalopathie
[PML]).
De noodzaak om kankerscreening te ondergaan, waaronder de Pap-test, en vaccinatie tegen
HPV-gerelateerde kanker, volgens de standaardbehandeling, zal beoordeeld worden door de
voorschrijvend arts;
Elke klacht van een visuele beperking moet onmiddellijk aan de voorschrijver gemeld worden
tijdens en tot twee maanden na het stoppen van de behandeling met GILENYA;
GILENYA is teratogeen. Vrouwen die zwanger kunnen worden, waaronder vrouwelijke
adolescenten, moeten:
o
Voordat de behandeling wordt gestart en regelmatig daarna door hun arts aan de hand van
de zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor patiënten geïnformeerd worden over
de ernstige risico’s van GILENYA voor de foetus en over de contra-indicatie bij
zwangere vrouwen en bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd die geen effectieve
anticonceptie gebruiken;
o
Een negatieve uitslag van een zwangerschapstest hebben alvorens GILENYA te starten;
o
Gebruikmaken van effectieve anticonceptie tijdens en gedurende ten minste twee
maanden na het stoppen van de GILENYA-behandeling;
o
Onmiddellijk melding doen aan de voorschrijvend arts in geval van (bedoelde of
onbedoelde) zwangerschap tijdens en tot twee maanden na het stoppen van de
behandeling met GILENYA;
Een leverfunctietest dient uitgevoerd te worden voorafgaand aan de start van de behandeling;
monitoring van de leverfunctie dient uitgevoerd te worden op maand 1, 3, 6, 9 en 12 tijdens de
behandeling met GILENYA, en periodiek daarna, tot 2 maanden na het stopzetten van de
behandeling met GILENYA. Patiënten moeten hun arts informeren als zij een gele verkleuring
van de huid of oogwit merken, bij uitzonderlijk donkere kleur van de urine, pijn aan de
rechterkant van de maagstreek (buik), vermoeidheid, minder honger hebben dan normaal of
onverklaarbare misselijkheid en braken optreden, omdat deze tekenen van leverschade kunnen
zijn;
Huidkankers werden gemeld bij patiënten met multiple sclerose die behandeld werden met
GILENYA. Patiënten moeten onmiddellijk hun arts informeren als huidnodules (bijvoorbeeld
glanzende, parelachtige nodules), vlekken of open zweren opgemerkt worden, die niet binnen
enkele weken genezen. Verschijnselen van huidkanker kunnen abnormale groei of
veranderingen in huidweefsel omvatten (bijv. ongewone moedervlekken) met in de loop van de
tijd een verandering in kleur, vorm of grootte;
Convulsie kan voorkomen. De arts moet geïnformeerd worden over een voorgeschiedenis of
familiegeschiedenis van epilepsie;
Stopzetten van de behandeling met GILENYA kan leiden tot een terugkeer van ziekteactiviteit.
De voorschrijvend arts zal beslissen of en hoe de patiënt gemonitord moet worden na het
stoppen met GILENYA.
38
In het bijzonder voor kinderen:
Het volgende moet worden overwogen:
•
Artsen moeten het Tanner-stadium bepalen en lengte en gewicht meten volgens de
standaardbehandeling;
•
Voorzorgen moeten genomen worden bij de eerste dosis van GILENYA en wanneer patiënten
overschakelen van 0,25 op 0,5 mg per dag;
•
Het is bekend dat depressie en angst in hogere mate voorkomen in de multiple sclerose-
populatie en deze zijn ook gemeld in kinderen die behandeld werden met GILENYA;
•
Begeleiding bij hartmonitoring;
•
Patiënten moeten medicatietrouw zijn en verkeerd gebruik voorkomen, met name onderbreking
van de behandeling, en hartmonitoring laten herhalen;
•
Verschijnselen en klachten van infectie;
•
Toelichting over het monitoren van convulsie.
Zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor patiënten
De zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor patiënten bevat de volgende belangrijke punten:
•
GILENYA is gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap en bij vrouwen in de vruchtbare
leeftijd die geen effectieve anticonceptie gebruiken.
•
Voordat de behandeling wordt gestart en regelmatig daarna zullen artsen informatie geven over
het teratogene risico van GILENYA en de vereiste maatregelen om dit risico te beperken.
•
Patiënten moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling met GILENYA.
•
Een zwangerschapstest moet worden uitgevoerd en een negatieve uitslag moet worden
vastgesteld door de arts alvorens de behandeling te starten. Dit moet met passende tussenpozen
worden herhaald.
•
Patiënten zullen door hun arts geïnformeerd worden over de noodzaak om effectieve
anticonceptie te gebruiken tijdens de behandeling en gedurende 2 maanden na het staken van de
behandeling.
•
Artsen zullen voorlichting geven in geval van een zwangerschap en de uitkomst van elke
zwangerschap evalueren.
•
Vrouwen mogen niet zwanger worden tijdens de behandeling. Als een vrouw zwanger wordt of
zwanger wil worden, moet GILENYA gestaakt worden.
•
Patiënten moeten hun arts onmiddellijk informeren als hun multiple sclerose verslechtert na het
stoppen van de behandeling met GILENYA.
•
Vrouwen die blootgesteld worden aan GILENYA tijdens de zwangerschap worden
aangemoedigd zich te registreren in het zwangerschapblootstellingsregister waarin de
uitkomsten van zwangerschappen gemonitord worden.
39
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
40
A. ETIKETTERING
41
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN EENHEIDSVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,25 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,25 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
42
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 capsules
EU/1/11/677/008
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,25 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
43
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERS VAN EENHEIDSVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,25 mg harde capsules
fingolimod
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
44
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN EENHEIDSVERPAKKING MET EENHEIDSDOSIS-
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,25 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,25 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 x 1 harde capsule
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
45
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
7 x 1 harde capsule
EU/1/11/677/007
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,25 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
46
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
EENHEIDSDOSIS-BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,25 mg harde capsules
fingolimod
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
47
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN EENHEIDSVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
98 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
48
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 capsules
98 capsules
EU/1/11/677/005
EU/1/11/677/006
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
49
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERS VAN EENHEIDSVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
50
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN EENHEIDSVERPAKKING – MAPJE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 harde capsules
28 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
Om te openen: Druk hard op label 1 en trek ondertussen aan label 2.
Week
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
51
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
7 capsules
28 capsules
EU/1/11/677/002
EU/1/11/677/003
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
52
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
53
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN MEERVOUDIGE VERPAKKING MET MAPJES (MET BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) harde capsules.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
54
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
84 capsules (3 verpakkingen van 28)
EU/1/11/677/004
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
55
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
TUSSENDOOS VAN MEERVOUDIGE VERPAKKING – MAPJE (ZONDER BLUE BOX)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules. Onderdeel van meervoudige verpakking. Mag niet afzonderlijk verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
Om te openen: Druk hard op label 1 en trek ondertussen aan label 2.
Week
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
56
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
84 capsules (3 verpakkingen met 28)
EU/1/11/677/004
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
57
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERS VOOR MAPJE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg
fingolimod
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
3.
EXP
4.
Lot
5.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
PARTIJNUMMER
OVERIGE
58
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN EENHEIDSVERPAKKING MET
EENHEIDSAFLEVERVERPAKKINGSBLISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 x 1 harde capsule
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
59
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
7 x 1 harde capsule
EU/1/11/677/001
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
60
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
EENHEIDSAFLEVERVERPAKKINGSBLISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
61
B. BIJSLUITER
62
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Gilenya 0,5 mg harde capsules
fingolimod
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Gilenya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Gilenya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Gilenya?
Gilenya bevat de werkzame stof fingolimod.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Gilenya wordt gebruikt bij volwassenen en bij kinderen en jongeren (10 jaar en ouder) voor de
behandeling van relapsing remitting multiple sclerose (MS), specifiek bij:
-
Patiënten die niet reageren ondanks een behandeling van MS.
Of
-
Patiënten die een snel ontwikkelende ernstige vorm van MS hebben.
Gilenya geneest MS niet, maar helpt het aantal aanvallen te verminderen en vertraagt de voortgang
van lichamelijke belemmeringen als gevolg van MS.
Wat is multiple sclerose?
MS is een langdurige aandoening waarbij het centrale zenuwstelsel (CZS), bestaande uit de hersenen
en het ruggenmerg, wordt aangetast. Bij MS beschadigt een ontsteking het beschermende omhulsel
(myeline genaamd) rondom de zenuwen in het CZS en verhindert de zenuwen om op de juiste manier
te werken. Dit wordt demyelinisatie genoemd.
Relapsing remitting MS wordt gekenmerkt door herhaalde periodes van verschijnselen
(aanval/exacerbatie/schub/opstoot) aan het zenuwstelsel, die een ontsteking van het CZS aangeven. De
verschijnselen verschillen van patiënt tot patiënt, maar omvatten meestal problemen met lopen,
verdoofd gevoel, problemen bij het zien of evenwichtsproblemen. De verschijnselen tijdens een aanval
kunnen volledig verdwijnen als de aanval over is, maar sommige problemen kunnen blijven.
Hoe werkt Gilenya?
Gilenya helpt te beschermen tegen aanvallen van het immuunsysteem op het CZS door het vermogen
te beïnvloeden van sommige witte bloedcellen om vrij in het lichaam te bewegen en er voor te zorgen
dat ze de hersenen en het ruggenmerg niet kunnen bereiken. Dit beperkt de zenuwbeschadiging
veroorzaakt door MS. Gilenya vermindert ook sommige afweerreacties van uw lichaam.
63
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U heeft een
verminderde weerstand
(als gevolg van een immunodeficiëntiesyndroom, een
ziekte of geneesmiddelen die de weerstand onderdrukken).
-
U heeft een
ernstige actieve infectie of actieve chronische infectie,
zoals hepatitis of
tuberculose.
-
U heeft een
actieve tumor.
-
U heeft
ernstige leverproblemen.
-
U heeft, in de afgelopen 6 maanden, een hartaanval, angina pectoris (een beklemmend,
drukkend, pijnlijk gevoel op de borst), een beroerte of waarschuwingssignalen van een
beroerte of een bepaald type hartfalen gehad.
-
U heeft een bepaald type
onregelmatige of abnormale hartslag
(aritmie); dit geldt ook voor
patiënten bij wie het elektrocardiogram (ECG) een verlenging van het QT-interval laat zien voor
de start van de behandeling met Gilenya.
-
U gebruikt geneesmiddelen, of u heeft kortgeleden geneesmiddelen gebruikt, voor een
onregelmatige hartslag,
zoals kinidine, disopyramide, amiodaron of sotalol.
-
U bent
zwanger
of u
bent een vrouw die kinderen kan krijgen en die geen effectieve
anticonceptie gebruikt.
-
U bent allergisch
voor fingolimod of voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen
kunt u vinden in rubriek 6.
Als dit voor u geldt of u twijfelt hierover,
neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel
inneemt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt:
-
als u ernstige ademhalingsproblemen heeft tijdens het slapen (ernstige slaapapneu).
-
als u is verteld dat u een afwijkend elektrocardiogram heeft.
-
als u klachten heeft vanwege een lage hartslag (bijvoorbeeld duizeligheid, misselijkheid of
hartkloppingen).
-
als u geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt die uw hartslag verlagen
(zoals bètablokkers, verapamil, diltiazem of ivabradine, digoxine, anticholinesterasen of
pilocarpine).
-
als u een voorgeschiedenis heeft van plotseling bewustzijnsverlies of flauwvallen (syncope).
-
als u binnenkort gevaccineerd wordt.
-
als u nog nooit waterpokken heeft gehad.
-
als u problemen heeft of heeft gehad met zien
of andere klachten van zwelling in het centraal
gezichtsgebied (macula) achterin uw oog (een aandoening die beter bekend is als macula-
oedeem, zie hieronder),
of als u diabetes heeft
(wat oogproblemen kan veroorzaken).
-
als u leverproblemen heeft.
-
als u een
hoge bloeddruk heeft, die niet onder controle blijft met geneesmiddelen.
-
als u ernstige
longproblemen
heeft of een rokershoest.
Als een van deze aandoeningen voor u geldt of u twijfelt hierover,
neem dan contact op met uw arts
voordat u dit middel inneemt.
Trage hartslag (bradycardie) en onregelmatige hartslag
Aan het begin van de behandeling, of na het nemen van de eerste dosis van 0,5 mg nadat u bent
overgeschakeld van een dagelijkse dosis van 0,25 mg, veroorzaakt Gilenya een vertraging van de
hartslag. Als gevolg daarvan kunt u zich duizelig of moe voelen, bewust zijn van uw hartslag of kan
uw bloeddruk dalen.
Als deze verschijnselen ernstig zijn, neem dan contact op met uw arts, omdat
u mogelijk onmiddellijk behandeling nodig heeft.
Gilenya kan een onregelmatige hartslag
veroorzaken, met name na de eerste dosis. De onregelmatige hartslag herstelt zich meestal binnen één
dag. De trage hartslag normaliseert meestal binnen één maand. Tijdens deze periode worden
gewoonlijk geen klinisch significante hartslageffecten verwacht.
64
Uw arts zal u vragen om ten minste 6 uur in het ziekenhuis te blijven, met om het uur meting van de
hartslag en bloeddruk, na inname van de eerste dosis Gilenya of na het nemen van de eerste dosis van
0,5 mg nadat u bent overgeschakeld van een dagelijkse dosis van 0,25 mg, zodat passende maatregelen
kunnen worden genomen in geval van bijwerkingen die voorkomen bij de start van de behandeling. U
dient een elektrocardiogram te laten afnemen vóór de eerste dosis van Gilenya en na de
controleperiode van 6 uur. Gedurende deze periode kan het zijn dat uw arts uw elektrocardiogram
voortdurend controleert. Als u na de periode van 6 uur last heeft van een erg langzame of dalende
hartslag, of als uw elektrocardiogram afwijkingen vertoont, dan dient u mogelijk voor een langere
periode te worden gecontroleerd (minimaal 2 uur langer en mogelijk gedurende de nacht), totdat deze
zijn verdwenen. Hetzelfde kan gelden bij het hervatten van Gilenya na een onderbreking van de
behandeling, afhankelijk van de duur van de onderbreking en de duur van uw gebruik van Gilenya
vóór de onderbreking.
Wanneer u last heeft van, of risico loopt op, een onregelmatige of afwijkende hartslag, uw
elektrocardiogram afwijkend is, of als u een hartziekte of hartfalen heeft, dan is Gilenya mogelijk niet
geschikt voor u.
Als u een voorgeschiedenis heeft van plotseling bewustzijnsverlies of een verlaagde hartslag, dan is
Gilenya mogelijk niet geschikt voor u. U moet worden beoordeeld door een cardioloog (hartspecialist)
voor advies over het starten van de behandeling met Gilenya, inclusief controle gedurende de nacht.
Als u geneesmiddelen gebruikt die kunnen leiden tot een verlaging van uw hartslag, dan is Gilenya
mogelijk niet geschikt voor u. U moet worden beoordeeld door een cardioloog die zal controleren of u
kunt worden overgeschakeld op een ander geneesmiddel dat uw hartslag niet verlaagt, zodat u
behandeld kunt worden met Gilenya. Indien een dergelijke overschakeling niet mogelijk is, zal de
cardioloog adviseren hoe u de behandeling met Gilenya moet starten, inclusief controle gedurende de
nacht.
Als u nog nooit waterpokken heeft gehad
Als u nog nooit waterpokken heeft gehad, zal uw arts onderzoeken of u weerstand heeft tegen het virus
dat waterpokken veroorzaakt (varicellazostervirus). Als u niet beschermd bent tegen dit virus, moet u
mogelijk worden gevaccineerd vóórdat u start met de behandeling met Gilenya. Als dit het geval is,
zal uw arts de start van de behandeling met Gilenya uitstellen tot één maand na het afronden van de
volledige vaccinatie.
Infecties
Gilenya vermindert het aantal witte bloedcellen (in het bijzonder het aantal lymfocyten). Witte
bloedcellen bestrijden infecties. Wanneer u Gilenya gebruikt (en tot 2 maanden nadat u ermee gestopt
bent), kunt u eerder infecties krijgen. Iedere infectie die u al heeft, kan erger worden. Infecties kunnen
ernstig en levensbedreigend zijn. Als u denkt dat u een infectie heeft, als u koorts heeft, zich grieperig
voelt, last heeft van vlekken en blaasjes op de huid met jeuk en pijn (gordelroos), of hoofdpijn heeft en
daarnaast last heeft van een stijve nek, gevoeligheid voor licht, misselijkheid, huiduitslag, en/of u zich
verward voelt of aanvallen van epilepsie (toevallen) heeft (deze klachten kunnen tekenen zijn van
hersenvliesontsteking (meningitis) en/of hersenontsteking (encefalitis) veroorzaakt door een
schimmel- of herpesvirusinfectie), neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, omdat dit ernstig en
levensbedreigend zou kunnen zijn. Als u denkt dat uw MS verslechtert (bijv. zwakte of veranderingen
in uw gezichtsvermogen) of als u nieuwe klachten ervaart, bespreek dit dan onmiddellijk met uw arts
omdat deze klachten mogelijk worden veroorzaakt door een zeldzame hersenziekte die wordt
veroorzaakt door een infectie, genaamd progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML). PML is
een ernstige aandoening die kan leiden tot ernstige invaliditeit of overlijden. Uw arts zal overwegen
een MRI-onderzoek uit te voeren om deze aandoening te evalueren. Uw arts zal beslissen of u moet
stoppen met het gebruik van Gilenya.
Humaanpapillomavirus- (HPV-)infectie, waaronder papilloma, dysplasie, wratten en
HPV-gerelateerde kanker, is gemeld bij patiënten die met Gilenya behandeld werden. Uw arts zal
overwegen of u een vaccinatie tegen HPV nodig heeft alvorens de behandeling te starten. Als u een
vrouw bent zal uw arts ook HPV-screening aanbevelen.
65
Macula-oedeem
Als u problemen heeft of heeft gehad met zien of andere tekenen van zwelling in het centraal
gezichtsgebied (macula) achterin uw oog, ontsteking of infectie van het oog (uveïtis) of diabetes, wil
uw arts, voordat u start met Gilenya, uw ogen mogelijk controleren.
Uw arts wil mogelijk uw ogen controleren 3 tot 4 maanden na de start van uw behandeling met
Gilenya.
De macula is een kleine vlek op het netvlies achterin het oog, waardoor u vormen, kleuren en details
helder en scherp kunt zien. Gilenya kan zwelling van de macula veroorzaken, wat bekend staat als
macula-oedeem. De zwelling ontstaat meestal binnen de eerste 4 maanden van behandeling met
Gilenya.
De kans dat u macula-oedeem ontwikkelt is groter als u
diabetes
heeft of als u een ontsteking van het
oog, genaamd uveïtis heeft gehad. In deze gevallen zal uw arts willen dat u regelmatig een
oogonderzoek ondergaat zodat macula-oedeem opgespoord kan worden.
Als u macula-oedeem heeft gehad, neem dan eerst contact op met uw arts voordat u opnieuw begint
met de behandeling met Gilenya.
Macula-oedeem kan enkele van dezelfde oogklachten veroorzaken als MS (optische neuritis). In het
begin is er mogelijk geen enkele klacht. Vergeet vooral niet uw arts te vertellen over enige
verandering in uw gezichtsvermogen. Uw arts wil uw ogen mogelijk controleren, vooral als:
-
het middelpunt van uw gezichtsveld wazig wordt of schaduwvlekken vertoont;
-
er een blinde vlek in het middelpunt van uw gezichtsveld ontstaat;
-
u moeite heeft kleur en scherpe details te zien.
Leverfunctietest
Als u ernstige leverproblemen heeft, mag u Gilenya niet gebruiken. Gilenya kan uw leverfunctie
beïnvloeden. U zult waarschijnlijk geen verschijnselen waarnemen, maar als er bij u een gele
verkleuring van de huid of oogwit, uitzonderlijk donkere kleur van de urine (bruin gekleurd), pijn aan
de rechterkant van uw maagstreek (buik), vermoeidheid, minder honger hebben dan normaal of
onverklaarbare misselijkheid en braken optreedt,
neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Als u een van deze verschijnselen krijgt na het starten met Gilenya,
neem dan onmiddellijk contact
op met uw arts.
Voor, tijdens en na de behandeling zal uw arts bloedtesten laten uitvoeren om uw leverfunctie te
controleren. Als uw testresultaten wijzen op een probleem met uw lever, dan kan het zijn dat de
behandeling met Gilenya onderbroken moet worden.
Hoge bloeddruk
Omdat Gilenya een lichte verhoging van de bloeddruk veroorzaakt, zal uw arts uw bloeddruk
regelmatig willen controleren.
Longproblemen
Gilenya heeft een gering effect op de longfunctie. Patiënten met ernstige longproblemen of met een
rokershoest kunnen een grotere kans hebben op het krijgen van bijwerkingen.
Bloedonderzoek
Het gewenste effect van Gilenya is het aantal witte bloedcellen in uw bloed te verminderen. Dit effect
zal normaal gesproken binnen 2 maanden na stoppen met behandeling zijn hersteld. Als u
bloedonderzoek nodig heeft, vertel uw arts dan dat u Gilenya gebruikt. Anders kan de arts mogelijk de
resultaten van het onderzoek niet begrijpen en voor bepaalde soorten bloedonderzoek dient de arts
mogelijk meer bloed dan normaal af te nemen.
66
Voordat u start met Gilenya, zal uw arts nagaan of u voldoende witte bloedcellen in uw bloed heeft en
deze controle regelmatig herhalen. In het geval dat u niet genoeg witte bloedcellen heeft, dan kan het
zijn dat de behandeling met Gilenya onderbroken moet worden.
Posterieur reversibel encefalopathie-syndroom (PRES)
Een aandoening genaamd posterieur reversibel encefalopathie-syndroom (PRES) is zelden gemeld bij
MS-patiënten behandeld met Gilenya. Klachten kunnen bestaan uit het plotseling ontstaan van ernstige
hoofdpijn, verwardheid, epileptische aanvallen en veranderingen in het gezichtsvermogen. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts als u last krijgt van een van deze klachten tijdens de behandeling
met Gilenya, omdat dit ernstig zou kunnen zijn.
Kanker
Huidkanker is gemeld bij MS-patiënten behandeld met Gilenya. Neem onmiddellijk contact op met uw
arts als u huidknobbels (bijv. glanzende, parelachtige knobbels), vlekken of open wonden die niet
binnen enkele weken genezen, opmerkt. Tekenen van huidkanker zijn, onder andere, abnormale groei
of veranderingen van huidweefsel (bijvoorbeeld ongewone moedervlekken) met een verschil in kleur,
vorm of grootte in de loop van de tijd. Voordat u met Gilenya start, is een huidonderzoek nodig om te
controleren of u huidknobbels heeft. Uw arts zal ook regelmatig huidonderzoeken uitvoeren tijdens uw
behandeling met Gilenya. Als u huidproblemen krijgt, kan uw arts u doorverwijzen naar een huidarts,
die na de consultatie kan beslissen dat het voor u van belang is om regelmatig voor controle terug te
komen.
Een type kanker van het lymfestelsel (lymfoom) is gemeld bij MS-patiënten die werden behandeld met
Gilenya.
Blootstelling aan de zon en bescherming tegen de zon
Fingolimod verzwakt uw immuunsysteem. Dit verhoogt uw kans op het krijgen van kanker, vooral
huidkanker. U moet blootstelling aan de zon en UV-straling beperken door:
•
het dragen van geschikte beschermende kleding.
•
regelmatig gebruik van zonnebrandcrème met een hoge UV-beschermingsfactor.
Ongewoon hersenletsel geassocieerd met MS-aanval
Zeldzame gevallen van ongewoon groot hersenletsel geassocieerd met MS-aanvallen werden
gerapporteerd bij patiënten die behandeld werden met Gilenya. In geval van een ernstige aanval, zal
uw arts overwegen om een MRI-onderzoek uit te voeren om deze aandoening te evalueren. Uw arts
zal beslissen of u moet stoppen met het gebruik van Gilenya.
Overschakelen van andere behandelingen op Gilenya
Uw arts kan u direct van bèta-interferon, glatirameeracetaat of dimethylfumaraat overschakelen op
Gilenya als er geen tekenen zijn van afwijkingen veroorzaakt door uw vorige behandeling. Uw arts
kan een bloedtest doen om dergelijke afwijkingen uit te sluiten. Na het stoppen van natalizumab kan
het zijn dat u 2-3 maanden moet wachten voordat u de behandeling met Gilenya kunt starten. Bij
overschakeling van teriflunomide kan uw arts u adviseren om een bepaalde tijd te wachten of een
versnelde eliminatieprocedure te ondergaan. Als u behandeld bent met alemtuzumab, is een grondige
evaluatie en bespreking met uw arts nodig om te beslissen of Gilenya voor u geschikt is.
Vrouwen die kinderen kunnen krijgen
Als Gilenya gebruikt wordt tijdens de zwangerschap, kan dit schadelijk zijn voor de ongeboren baby.
Voordat u begint met de behandeling met Gilenya zal uw arts het risico aan u uitleggen en u vragen
om een zwangerschapstest uit te voeren om er zeker van te zijn dat u niet zwanger bent. Uw arts zal u
een kaart geven waarin uitgelegd wordt waarom u niet zwanger mag worden tijdens het gebruik van
Gilenya. Er wordt ook uitgelegd wat u moet doen om te voorkomen dat u zwanger raakt terwijl u
Gilenya gebruikt. U moet effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling en gedurende
2 maanden nadat u bent gestopt met de behandeling (zie de rubriek “Zwangerschap en borstvoeding”).
67
Verslechtering van MS na het stoppen van de behandeling met Gilenya
Stop niet met het gebruik van Gilenya en wijzig uw dosering niet zonder eerst met uw arts te
overleggen.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u denkt dat uw MS verslechtert na het stoppen van de
behandeling met Gilenya. Dit kan ernstig zijn (zie “Als u stopt met het innemen van dit middel” in
rubriek 3, en ook rubriek 4, “Mogelijke bijwerkingen”).
Ouderen
De ervaring met Gilenya bij patiënten ouder dan 65 jaar is beperkt. Neem contact op met uw arts als u
zich hierover zorgen maakt.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Gilenya behoort niet bij kinderen onder de 10 jaar gebruikt te worden, omdat het niet onderzocht is bij
MS-patiënten in deze leeftijdsgroep.
De waarschuwingen en voorzorgen hierboven zijn ook van toepassing op kinderen en jongeren. De
volgende informatie is bijzonder belangrijk voor kinderen en jongeren en hun verzorgers:
-
Alvorens u met Gilenya start, zal uw arts uw vaccinatiestatus controleren. Als u sommige
vaccinaties niet heeft gehad, kan het nodig zijn dat ze aan u gegeven worden alvorens met
Gilenya kan worden gestart.
-
De eerste keer dat u Gilenya neemt, of wanneer u overschakelt van 0,25 mg per dag op 0,5 mg
per dag, zal uw arts uw hartfrequentie en hartslag monitoren (zie ‘Trage hartslag (bradycardie)
en onregelmatige hartslag’ hierboven).
-
Als u stuiptrekkingen of aanvallen ervaart wanneer u Gilenya neemt, vertel dit dan uw arts.
-
Als u lijdt aan depressie of angst, of depressief of angstig wordt wanneer u Gilenya neemt,
vertel dit dan uw arts. Het kan zijn dat u nauwlettend gemonitord dient te worden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Gilenya nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Vertel uw arts als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
•
Geneesmiddelen die het natuurlijke afweersysteem (immuunsysteem) onderdrukken of
beïnvloeden,
waaronder
andere geneesmiddelen voor MS,
zoals bèta-interferon,
glatirameeracetaat, natalizumab, mitoxantron, teriflunomide, dimethylfumaraat of alemtuzumab.
U mag Gilenya niet gelijktijdig met dit soort geneesmiddelen gebruiken, aangezien hierdoor het
effect op het immuunsysteem kan worden versterkt (zie ook “Wanneer mag u dit middel niet
gebruiken?”).
•
Corticosteroïden,
vanwege een mogelijk bijkomend effect op het immuunsysteem.
•
Vaccins.
Vraag eerst advies aan uw arts als u een vaccin moet krijgen. Tijdens en tot 2 maanden
na behandeling met Gilenya mag u bepaalde soorten vaccins niet krijgen (levende verzwakte
vaccins), omdat deze de infectie kunnen veroorzaken, die zij zouden moeten voorkómen.
Andere soorten vaccins zouden niet zo goed als normaal kunnen werken, wanneer zij tijdens
deze periode worden toegediend.
•
Geneesmiddelen die de hartslag vertragen
(bijvoorbeeld bètablokkers, zoals atenolol).
Gebruik van Gilenya met dit soort geneesmiddelen kan het effect op de hartslag versterken in de
eerste dagen na het starten met de Gilenya behandeling.
•
Geneesmiddelen voor een onregelmatige hartslag,
zoals kinidine, disopyramide, amiodaron
en sotalol. U mag Gilenya niet gebruiken als u een dergelijk geneesmiddel gebruikt, omdat het
effect op de onregelmatige hartslag kan worden vergroot (zie ook “Wanneer mag u dit middel
niet gebruiken?”).
•
Andere geneesmiddelen:
o
proteaseremmers, ontstekingswerende middelen zoals ketoconazol, azol-antimycotica,
claritromycine of telithromycine.
o
carbamazepine, rifampicine, fenobarbital, fenytoïne, efavirenz of sint-janskruid
(potentieel risico op verminderde werkzaamheid van Gilenya).
68
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Gebruik Gilenya niet tijdens de zwangerschap, als u probeert zwanger te worden of als u een vrouw
bent die zwanger zou kunnen worden en u geen effectieve anticonceptie gebruikt. Als Gilenya
gebruikt wordt tijdens de zwangerschap is er een risico op schade bij de baby. Het percentage
aangeboren afwijkingen dat wordt gezien bij baby's die tijdens de zwangerschap aan Gilenya werden
blootgesteld, is ongeveer 2 keer zo hoog als die in de algehele bevolking (bij wie aangeboren
afwijkingen ongeveer 2-3% voorkomt). De misvormingen die het meest gemeld werden, zijn hart-,
nier- en bot-, spier- of gewrichtsmisvormingen.
Daarom, als u een vrouw bent die kinderen kan krijgen:
•
zal uw arts u informeren over het risico voor de ongeboren baby en u vragen om een
zwangerschapstest te doen, om er zeker van te zijn dat u niet zwanger bent, voordat u begint met
de behandeling met Gilenya.
en
•
moet u, terwijl u Gilenya gebruikt en in de twee maanden nadat u gestopt bent met Gilenya,
effectieve anticonceptie gebruiken om zwangerschap te voorkomen. Bespreek betrouwbare
anticonceptie methodes met uw arts.
Uw arts zal u een kaart geven waarin uitgelegd wordt waarom u niet zwanger mag worden tijdens het
gebruik van Gilenya.
Als u toch zwanger wordt terwijl u Gilenya gebruikt, neem onmiddellijk contact op met uw arts.
Uw arts zal beslissen om de behandeling te stoppen (zie “Als u stopt met het innemen van dit middel”
in rubriek 3, en ook rubriek 4, “Mogelijke bijwerkingen”). Gespecialiseerde prenatale controle zal
worden uitgevoerd.
Borstvoeding
U mag geen borstvoeding geven terwijl u Gilenya gebruikt.
Gilenya kan overgaan in de
borstvoeding, waardoor er een risico bestaat op bijwerkingen voor uw baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw arts zal aangeven of u in uw conditie in staat bent veilig een voertuig, waaronder een fiets, te
besturen of machines te bedienen. Het is niet te verwachten dat Gilenya invloed heeft op uw
rijvaardigheid of bediening van machines.
Echter, bij de start van de behandeling moet u gedurende 6 uur na inname van de eerste dosis Gilenya
in het ziekenhuis blijven. Uw vermogen om een voertuig te besturen of machines te bedienen kan
verminderd zijn tijdens en mogelijk na deze periode.
69
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Op behandeling met Gilenya zal worden toegezien door een arts die ervaring heeft in de behandeling
van multiple sclerose.
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
De aanbevolen dosering is:
Volwassenen:
De dosering is één 0,5 mg capsule per dag.
Kinderen en jongeren (10 jaar en ouder):
De dosis is afhankelijk van het lichaamsgewicht:
•
Kinderen en jongeren met een lichaamsgewicht van 40 kg of minder:
één 0,25 mg capsule per
dag.
•
Kinderen en jongeren met een lichaamsgewicht van meer dan 40 kg:
één 0,5 mg capsule per dag.
Kinderen en jongeren die starten op één 0,25 mg capsule per dag en later een stabiel lichaamsgewicht
boven de 40 kg bereiken, zullen door hun arts geïnstrueerd worden om over te schakelen naar één
0,5 mg capsule per dag. In dit geval is het aanbevolen de observatieperiode die plaatsvond bij de eerste
dosis, te herhalen.
Neem niet meer dan de aanbevolen dosering.
Gilenya is voor oraal gebruik.
Neem Gilenya eenmaal daags in met een glas water. De Gilenya capsules moeten in zijn geheel
worden doorgeslikt, zonder ze te openen. Gilenya kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Neem Gilenya iedere dag op hetzelfde tijdstip in; dit helpt u eraan te herinneren wanneer u uw
geneesmiddel moet innemen.
Als u vragen heeft over hoelang u Gilenya moet gebruiken, neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Wanneer u te veel Gilenya heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u Gilenya gedurende minder dan 1 maand inneemt en u bent een hele dag vergeten om een dosis in
te nemen, neem dan contact op met uw arts voordat u de volgende dosis inneemt. Uw arts kan
besluiten om u ter observatie op te nemen op het moment dat u de volgende dosis in gaat nemen.
Als u Gilenya gedurende ten minste 1 maand inneemt en u bent langer dan 2 weken vergeten om uw
geneesmiddel in te nemen, neem dan contact op met uw arts voordat u de volgende dosis inneemt. Uw
arts kan besluiten om u ter observatie op te nemen op het moment dat u de volgende dosis in gaat
nemen. Als u echter korter dan 2 weken vergeten bent om uw geneesmiddel in te nemen, kunt u de
volgende dosis innemen zoals gepland.
Neem nooit een dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
70
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het gebruik van Gilenya en wijzig uw dosering niet zonder eerst met uw arts te
overleggen.
Gilenya blijft nog in uw lichaam tot 2 maanden nadat u ermee bent gestopt. Uw aantal witte
bloedcellen (lymfocyten) kan ook laag blijven tijdens deze periode en de bijwerkingen, zoals vermeld
in deze bijsluiter, kunnen nog steeds optreden. Na het stoppen met Gilenya kan het zijn dat u
6-8 weken moet wachten voordat u een nieuwe behandeling van MS kunt starten.
Als u opnieuw met Gilenya moet beginnen na meer dan 2 weken te zijn gestopt, kan het effect op de
hartslag opnieuw optreden en dient u te worden gecontroleerd in het ziekenhuis voor de herstart van de
behandeling. Indien u langer dan twee weken bent gestopt met de behandeling met Gilenya, herstart de
behandeling dan niet zonder advies te vragen aan uw arts.
Uw arts zal beslissen of en hoe u gecontroleerd dient te worden na het staken van Gilenya. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts als u denkt dat uw MS verslechtert na het stoppen van de
behandeling met Gilenya. Dit kan ernstig zijn.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Sommige bijwerkingen kunnen ernstig zijn of worden
Vaak
(kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Hoesten met slijm, een naar gevoel op de borst, koorts (klachten van longaandoeningen);
-
Infectie met het herpesvirus (gordelroos of herpes zoster) met verschijnselen zoals blaren,
branderig gevoel, jeuk of pijn van de huid, meestal op het bovenlichaam of het gezicht. Andere
verschijnselen kunnen zijn koorts en slap gevoel in het vroege stadium van de infectie, gevolgd
door verdoofd gevoel, jeuk of rode vlekken met ernstige pijn;
-
Trage hartslag (bradycardie), onregelmatig hartritme;
-
Een type huidkanker genaamd basaalcelcarcinoom (BCC) dat vaak verschijnt als een
parelachtige knobbel, hoewel het ook andere vormen kan aannemen;
-
Het is bekend dat depressie en angst in hogere mate voorkomen in de MS-populatie. Deze
bijwerkingen werden ook gemeld bij kinderen die behandeld werden met Gilenya;
-
Gewichtsverlies.
Soms
(kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Longontsteking (pneumonie) met verschijnselen zoals koorts, hoesten, moeilijkheden met
ademhalen;
-
Macula-oedeem (zwelling in het centraal zichtsgebied van het netvlies achterin uw oog) met
verschijnselen zoals schaduwvlekken of blinde vlek in het midden van het gezichtsveld, wazig
zien, problemen met het zien van kleuren en details;
-
Een afname in het aantal bloedplaatjes wat zorgt voor een verhoogde kans op een bloeding of
een blauwe plek;
-
Maligne melanoom (een type huidkanker die meestal tot stand komt door een ongewone
moedervlek). Mogelijke tekenen van een melanoom zijn moedervlekken die in grootte, vorm,
hoogte of kleur veranderen in de loop van de tijd, of nieuwe moedervlekken. De moedervlekken
kunnen gaan jeuken, bloeden of zweren;
-
Stuiptrekkingen, aanvallen (komen vaker voor bij kinderen en jongeren dan bij volwassenen).
71
Zelden
(kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 1.000 mensen)
-
Een aandoening genaamd posterieur reversibel encefalopathie-syndroom (PRES). De
symptomen kunnen bestaan uit het plotseling ontstaan van ernstige hoofdpijn, verwardheid,
epileptische aanvallen en/of stoornissen in het zien;
-
Lymfoom (een type kanker dat het lymfestelsel aantast);
-
Plaveiselcelcarcinoom: een type huidkanker die eruit kan zien als een hard, rood knobbeltje, een
zweer met een korst of een nieuwe zweer op een bestaand litteken.
Zeer zelden
(kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen)
-
Elektrocardiogram-afwijking (T-golf inversie);
-
Een tumor die veroorzaakt wordt door het humaan herpesvirus-8 (Kaposi-sarcoom).
Niet bekend
(kan met de beschikbare gegevens niet bepaald worden)
-
Allergische reacties, waaronder klachten van huiduitslag of jeukende netelroos, zwelling van de
lippen, tong of het gezicht, die vaker optreden op de dag waarop u met de Gilenya behandeling
begint;
-
Tekenen van een leveraandoening (waaronder leverfalen), zoals gele verkleuring van uw huid of
het wit van uw ogen (geelzucht), misselijkheid of braken, pijn aan de rechterkant van uw
maagstreek (buik), donkere urine (bruin gekleurd), minder honger hebben dan normaal,
vermoeidheid en abnormale leverfunctietesten. In een zeer klein aantal gevallen kan leverfalen
leiden tot levertransplantatie;
-
Risico op een zeldzame herseninfectie genaamd progressieve multifocale leuko-encefalopathie
(PML). De klachten van PML kunnen vergelijkbaar zijn met een aanval van MS. Er kunnen ook
klachten optreden waar u zelf misschien niets van merkt, zoals veranderingen in humeur en
gedrag, geheugenverlies, spraak- en communicatiemoeilijkheden, die uw arts mogelijk verder
moet onderzoeken om PML uit te sluiten. Als u denkt dat uw MS erger wordt of als uw naasten
nieuwe of ongebruikelijke klachten opmerken, is het zeer belangrijk dat u zo snel mogelijk met
uw arts spreekt;
-
Cryptokokkeninfecties (een soort schimmelinfectie), inclusief cryptokokkenmeningitis met
klachten zoals hoofdpijn met tegelijkertijd een stijve nek, gevoeligheid voor licht, misselijkheid
en/of verward voelen;
-
Merkelcel-carcinoom (een type huidkanker). Mogelijke tekenen van Merkelcel-carcinoom zijn
onder meer een huidkleurig of blauw-rood, pijnloos knobbeltje, vaak in het gezicht, op het hoofd
of in de hals. Een Merkelcel-carcinoom kan ook voorkomen als een hard, pijnloos knobbeltje of
gezwel. Langdurige blootstelling aan de zon en een verzwakt immuunsysteem kunnen de kans
op het ontwikkelen van een Merkelcel-carcinoom beïnvloeden;
-
Nadat de behandeling met Gilenya wordt gestopt, kunnen de MS-verschijnselen terugkomen en
kunnen ze erger worden dan voor of tijdens de behandeling;
-
Een soort bloedarmoede (u heeft te weinig rode bloedcellen) waarbij rode bloedcellen door de
afweer van uw lichaam worden vernietigd (auto-immuunhemolytische anemie).
Als u een van deze bijwerkingen krijgt,
neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Zeer vaak
(kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen)
-
Infectie door het griepvirus met verschijnselen zoals vermoeidheid, rillingen, keelpijn,
gewrichtspijn of spierpijn, koorts;
-
Gevoel van druk of pijn in de kaken en voorhoofd (sinusitis);
-
Hoofdpijn;
-
Diarree;
-
Rugpijn;
-
Bloedtesten waaruit verhoogde waarden van leverenzymen blijken;
-
Hoesten.
72
Vaak
(kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Ringworm, een schimmelinfectie van de huid (tinea versicolor);
-
Duizeligheid;
-
Ernstige hoofdpijn, vaak samen met misselijkheid, braken en overgevoeligheid voor licht
(migraine);
-
Laag niveau van witte bloedcellen (lymfocyten, leukocyten);
-
Slap gevoel;
-
Jeukende, rode, branderige uitslag (eczeem);
-
Jeuk;
-
Verhoogd vetgehalte (triglyceriden) in het bloed;
-
Haaruitval;
-
Ademnood;
-
Neerslachtigheid (depressie);
-
Wazig zien (zie ook de rubriek over macula-oedeem onder ‘Sommige bijwerkingen kunnen
ernstig zijn of worden’);
-
Hoge bloeddruk (hypertensie) (Gilenya kan een lichte verhoging van de bloeddruk
veroorzaken);
-
Spierpijn;
-
Gewrichtspijn.
Soms
(kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Laag niveau van bepaalde witte bloedcellen (neutrofielen);
-
Depressieve stemming;
-
Misselijkheid.
Zelden
(kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 1.000 mensen)
-
Kanker van het lymfevatenstelsel (lymfoom).
Niet bekend
(kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Perifere zwelling.
Als u veel last heeft van een van deze bijwerkingen,
neem dan contact op met uw arts.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
blisterfolie na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de verpakking beschadigd is of tekenen van knoeierij
vertoont.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
73
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is fingolimod.
Gilenya 0,25 mg harde capsules
-
Elke capsule bevat 0,25 mg fingolimod (als hydrochloride).
-
De andere stoffen in dit middel zijn:
Capsule-inhoud:
mannitol, hydroxypropylcellulose, hydroxypropylbetadex, magnesiumstearaat.
Capsulehuls:
gelatine, titaandioxide (E171), geel ijzeroxide (E172).
Zwarte opdruk:
schellak (E904), zwart ijzeroxide (E172), propyleenglycol (E1520),
geconcentreerde ammonia-oplossing (E527).
Gilenya 0,5 mg harde capsules
-
Elke capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
-
De andere stoffen in dit middel zijn:
Capsule-inhoud:
mannitol, magnesiumstearaat.
Capsulehuls:
gelatine, titaandioxide (E171), geel ijzeroxide (E172).
Zwarte opdruk:
schellak (E904), watervrije ethanol, isopropylalcohol, butylalcohol,
propyleenglycol (E1520), gezuiverd water, geconcentreerde ammonia-oplossing (E527),
kaliumhydroxide, zwart ijzeroxide (E172), geel ijzeroxide (E172), titaandioxide (E171),
dimeticon.
Hoe ziet Gilenya eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Gilenya 0,25 mg harde capsules hebben een ivoorkleurige ondoorzichtige romp en kapje. Op het kapje
is in zwart ‘FTY 0.25mg’ gedrukt en om de romp zit een zwarte band.
Gilenya 0,5 mg harde capsules hebben een witte ondoorzichtige romp en een glanzend geel
ondoorzichtig kapje. ‘FTY 0.5mg’ is in zwart op het kapje en twee ringen zijn in geel op de romp
gedrukt.
Gilenya 0,25 mg capsules zijn beschikbaar in verpakkingen met 7 of 28 capsules. Niet alle genoemde
verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Gilenya 0,5 mg capsules zijn beschikbaar in verpakkingen met 7, 28 of 98 capsules of in meervoudige
verpakkingen met 84 capsules (3 verpakkingen van 28 capsules). Niet alle genoemde
verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
90429 Neurenberg
Duitsland
Lek Pharmaceuticals d.d.
Verovskova Ulica 57
Ljubljana, 1526
Slovenië
74
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
България
Novartis Bulgaria EOOD
Тел.: +359 2 489 98 28
Česká republika
Novartis s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark
Novartis Healthcare A/S
Tlf: +45 39 16 84 00
Deutschland
Novartis Pharma GmbH
Tel: +49 911 273 0
Eesti
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 66 30 810
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Novartis Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 93 306 42 00
France
Novartis Pharma S.A.S.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Hrvatska
Novartis Hrvatska d.o.o.
Tel. +385 1 6274 220
Ireland
Novartis Ireland Limited
Tel: +353 1 260 12 55
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Novartis Farma S.p.A.
Tel: +39 02 96 54 1
Lietuva
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tel: +370 5 269 16 50
Luxembourg/Luxemburg
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Magyarország
Novartis Hungária Kft.
Tel.: +36 1 457 65 00
Malta
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +356 2122 2872
Nederland
Novartis Pharma B.V.
Tel: +31 88 04 52 111
Norge
Novartis Norge AS
Tlf: +47 23 05 20 00
Österreich
Novartis Pharma GmbH
Tel: +43 1 86 6570
Polska
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 375 4888
Portugal
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tel: +351 21 000 8600
România
Novartis Pharma Services
Romania SRL
Tel: +40 21 31299 01
Slovenija
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +386 1 300 75 50
Slovenská republika
Novartis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 5542 5439
Suomi/Finland
Novartis Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
75
Κύπρος
Novartis Pharma Services Inc.
Τηλ: +357 22 690 690
Latvija
SIA Novartis Baltics
Tel: +371 67 887 070
Sverige
Novartis Sverige AB
Tel: +46 8 732 32 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Novartis Ireland Limited
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
76
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Gilenya 0,5 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Elke 0,25 mg capsule bevat 0,25 mg fingolimod (als hydrochloride).
Gilenya 0,5 mg harde capsules
Elke 0,5 mg harde capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Capsule van 16 mm met ivoorkleurig ondoorzichtig kapje en romp, met zwarte opdruk `FTY 0.25mg'
op het kapje en zwarte band rondom de romp.
Gilenya 0,5 mg harde capsules
Capsule van 16 mm met glanzend geel ondoorzichtig kapje en witte ondoorzichtige romp; zwarte
opdruk met `FTY0.5 mg' op het kapje en twee gele ringen rondom de romp.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Gilenya is geïndiceerd als enkelvoudige ziektemodificerende therapie bij zeer actieve relapsing
remitting multiple sclerose in de volgende groepen van volwassen patiënten en pediatrische patiënten
van 10 jaar en ouder:
-
Patiënten met zeer actieve ziekte ondanks een volledige en adequate behandeling met ten minste
één ziektemodificerend middel (voor uitzonderingen en informatie over de wash-outperioden
zie rubriek 4.4 en 5.1).
of
-
Patiënten met zich snel ontwikkelende ernstige relapsing remitting multiple sclerose,
gedefinieerd door 2 of meer invaliderende exacerbaties in één jaar en met 1 of meer gadolinium
aankleurende laesies op de hersen-MRI of een significante toename van de lading van T2-
laesies in vergelijking met een eerdere recente MRI.
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden gestart en gecontroleerd door een arts met ervaring op het gebied van
multiple sclerose.
Kinderen met een lichaamsgewicht 40 kg: één 0,25 mg capsule, eenmaal daags oraal in te
nemen.
-
Kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg: één 0,5 mg capsule, eenmaal daags oraal in te
nemen.
Kinderen die starten met de 0,25 mg capsules en vervolgens een stabiel lichaamsgewicht bereiken van
boven de 40 kg, moeten overschakelen op de 0,5 mg capsules.
Wanneer overgeschakeld wordt van 0,25 mg per dag op 0,5 mg per dag, wordt aanbevolen om
dezelfde eerstedosismonitoring als bij de start van de behandeling te herhalen.
Dezelfde eerstedosismonitoring als bij de start van de behandeling wordt aanbevolen wanneer de
behandeling is onderbroken voor:
-
1 dag of meer gedurende de eerste 2 weken van de behandeling.
-
meer dan 7 dagen tijdens week 3 en 4 van de behandeling.
-
meer dan 2 weken na een maand van behandeling.
Als de onderbreking van de behandeling van kortere duur is dan het bovenstaande moet de
behandeling worden voortgezet met de volgende dosis zoals gepland (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Ouderen
Gilenya dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten van 65 jaar en ouder vanwege
onvoldoende gegevens over de veiligheid en werkzaamheid (zie rubriek 5.2).
Nierfunctiestoornis
Fingolimod werd in de belangrijkste multiple sclerose studies niet onderzocht bij patiënten met een
nierfunctiestoornis. Gebaseerd op klinisch-farmacologische studies is geen aanpassing van de dosis
nodig bij patiënten met een lichte tot ernstige nierfunctiestoornis.
Leverfunctiestoornis
Gilenya mag niet worden gebruikt bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh
klasse C) (zie rubriek 4.3). Alhoewel er geen aanpassing van de dosis nodig is bij patiënten met een
lichte tot matige leverfunctiestoornis, is voorzichtigheid geboden bij het initiëren van de behandeling
bij deze patiënten (zie rubriek 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van fingolimod bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 10 jaar zijn nog
niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar. Er zijn zeer beperkte gegevens beschikbaar bij
kinderen in de leeftijd van 10 tot 12 jaar (zie rubriek 4.4, 4.8 en 5.1).
Wijze van toediening
Dit geneesmiddel is voor oraal gebruik.
Gilenya kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
De capsules moeten altijd in zijn geheel doorgeslikt worden, zonder deze te openen.
Contra-indicaties
-
Immunodeficiëntiesyndroom.
-
Patiënten met een verhoogd risico op opportunistische infecties, waaronder
immunogecompromitteerde patiënten (waaronder degenen die momenteel immunosuppressieve
behandeling krijgen of degenen die immunogecompromitteerd zijn door eerdere
behandelingen).
-
Ernstige actieve infecties, actieve chronische infecties (hepatitis, tuberculose).
-
Actieve maligniteiten.
-
Ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C).
-
Patiënten die in de voorgaande 6 maanden myocardinfarct (MI), instabiele angina pectoris,
beroerte/voorbijgaande ischemische aanval (TIA), gedecompenseerd hartfalen (waarvoor
ziekenhuisopname vereist was), of New York Heart Association (NYHA) klasse III/IV hartfalen
hebben gehad (zie rubriek 4.4).
-
Patiënten met ernstige hartaritmieën die behandeling vereisen met klasse Ia of klasse III
antiaritmica (zie rubriek 4.4).
-
Patiënten met tweedegraads atrioventriculair (AV) blok type Mobitz-II of derdegraads AV-blok,
of sicksinussyndroom bij patiënten die geen pacemaker dragen (zie rubriek 4.4).
-
Patiënten met een QTc-interval-uitgangswaarde 500 msec (zie rubriek 4.4).
-
Tijdens de zwangerschap en bij vrouwen die zwanger kunnen worden en die geen effectieve
anticonceptie gebruiken (zie rubriek 4.4 en 4.6).
-
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Bradyaritmie
Het initiëren van de behandeling resulteert in een tijdelijke afname van de hartslag en kan tevens
geassocieerd worden met een vertraging van de atrioventriculaire geleiding, inclusief het optreden van
geïsoleerde meldingen van voorbijgaande complete AV-blok die spontaan verdwijnt (zie rubriek 4.8
en 5.1).
De daling van de hartslag start binnen het uur na de eerste dosis en is maximaal binnen 6 uur. Dit post-
dosis effect persisteert gedurende de volgende dagen, maar meestal in een mindere mate en normaal
gesproken afnemend in de volgende weken. Bij voortzetting van de toediening keert de gemiddelde
hartslag binnen een maand terug richting de uitgangswaarde. Echter, bij individuele patiënten kan het
zijn dat de hartslag niet terugkeert naar de uitgangswaarde tegen het einde van de eerste maand.
Geleidingsstoornissen waren typisch van voorbijgaande aard en asymptomatisch. Deze vereisten
gewoonlijk geen behandeling en verdwenen binnen de eerste 24 uur behandeling. Indien nodig kan de
door fingolimod geïnduceerde daling van de hartslag worden tegengegaan door parenterale doseringen
van atropine of isoprenaline.
Bij alle patiënten dient een ECG te worden afgenomen en de bloeddruk te worden gemeten vóór en
6 uur na de eerste dosis van Gilenya. Alle patiënten dienen gedurende een periode van 6 uur te worden
gemonitord, met om het uur meting van hartslag en bloeddruk, op verschijnselen en klachten van
bradycardie. Continue (real time) ECG-monitoring wordt aanbevolen tijdens deze periode van 6 uur.
Dezelfde voorzorgen als voor de eerstedosismonitoring worden aanbevolen wanneer patiënten
overschakelen van 0,25 mg per dag op 0,5 mg per dag.
Indien zich na gebruik bradyaritmie-gerelateerde symptomen voordoen, dient passende klinische
behandeling te worden geïnitieerd en dient de monitoring te worden voortgezet totdat de symptomen
zijn verdwenen. Indien een patiënt farmacologische interventie nodig heeft tijdens monitoring van de
eerste dosis, dient de patiënt gedurende de nacht te worden gemonitord in een ziekenhuis en de
eerstedosismonitoring dient te worden herhaald na de tweede dosis van Gilenya.
Voorzorgsmaatregelen moeten worden gevolgd op het moment van de eerste dosis (zie
`Bradyaritmie' hierboven). Dezelfde voorzorgsmaatregelen als voor de eerste dosis worden
aanbevolen wanneer patiënten overschakelen van 0,25 mg op 0,5 mg per dag.
-
In de gecontroleerde pediatrische studie D2311 zijn gevallen van convulsies, angst, depressieve
gemoedstoestand en depressie gemeld met een hogere incidentie bij patiënten die met
fingolimod werden behandeld vergeleken met patiënten die met interferon bèta-1a werden
behandeld. Voorzichtigheid is geboden in deze subgroep patiënten (zie `Pediatrische patiënten'
in rubriek 4.8).
-
Geïsoleerde milde bilirubineverhogingen zijn waargenomen bij pediatrische patiënten met
Gilenya.
-
Het wordt aanbevolen dat pediatrische patiënten alle vaccinaties voltooien in overeenstemming
met de huidige vaccinatierichtlijnen alvorens de Gilenya-behandeling wordt gestart (zie
`Infecties' hierboven).
-
Er is een zeer beperkte hoeveelheid gegevens beschikbaar bij kinderen van 10 tot 12 jaar, die
minder dan 40 kg wegen, of die in Tanner-stadium < 2 zitten (zie rubriek 4.8 en 5.1).
Voorzichtigheid is geboden in deze subgroepen vanwege de zeer beperkte kennis die
beschikbaar is uit de klinische studie.
-
Er zijn geen gegevens over langetermijnveiligheid bij kinderen beschikbaar.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Behandeling met antineoplastica, immunomodulentia of immunosuppressiva
Antineoplastische, immunomodulerende of immunosuppressieve behandelingen dienen niet
gelijktijdig gebruikt te worden vanwege het risico op additieve effecten op het immuunsysteem (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Voorzichtigheid is ook geboden wanneer patiënten overgezet worden van middelen met een
langdurige immunosuppressieve werking, zoals natalizumab, teriflunomide of mitoxantron (zie
rubriek 4.4). Tijdens klinische studies op het gebied van multiple sclerose was de gelijktijdige
behandeling van exacerbaties met een kortdurende corticosteroïdkuur niet geassocieerd met een
toename van het aantal infecties.
Vaccinatie
Tijdens en tot twee maanden na behandeling met Gilenya kan vaccinatie minder effectief zijn. Het
gebruik van een levend verzwakt vaccin kan een risico op infecties opleveren en dient daarom
vermeden te worden (zie rubriek 4.4 en 4.8).
Congenitale hartaandoeningen zoals atrium- en ventrikelseptumdefecten, tetralogie van Fallot
-
Nierafwijkingen
-
Skeletspierstelselafwijkingen
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de effecten van fingolimod op de bevalling en de geboorte.
Uit dierexperimenteel onderzoek is reproductietoxiciteit gebleken, inclusief verlies van de foetus en
orgaandefecten, in het bijzonder persisterende truncus arteriosus en ventriculair septumdefect (zie
rubriek 5.3). Verder is bekend dat de receptor waarop fingolimod aangrijpt (sfingosine 1-fosfaat-
receptor) betrokken is bij vaatvorming tijdens de embryogenese.
Fingolimod is daarom gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap (zie rubriek 4.3). Fingolimod dient
2 maanden vóór het plannen van een zwangerschap te worden gestopt (zie rubriek 4.4). Indien een
vrouw zwanger wordt tijdens de behandeling, moet fingolimod worden gestaakt. Medisch advies dient
te worden gegeven met betrekking tot het risico van schadelijke effecten voor de foetus geassocieerd
met de behandeling en echografieën dienen te worden uitgevoerd.
Borstvoeding
Fingolimod wordt uitgescheiden in de melk van behandelde dieren tijdens de lactatie (zie rubriek 5.3).
Vanwege de kans op ernstige bijwerkingen van fingolimod bij zuigelingen mogen vrouwen die met
Gilenya behandeld worden geen borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Gegevens uit preklinisch onderzoek wijzen niet op een verband tussen fingolimod en een verhoogd
risico op een verminderde vruchtbaarheid (zie rubriek 5.3).
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer vaak:
Influenza
Sinusitis
Vaak:
Herpesvirusinfecties
Bronchitis
Tinea versicolor
Soms:
Pneumonie
Niet bekend:
Progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML)**
Cryptokokkeninfecties**
Neoplasmata, benigne, maligne en niet-gespecificeerd (inclusief cysten en poliepen)
Vaak:
Basaalcelcarcinoom
Soms:
Maligne melanoom****
Zelden:
Lymfoom***
Plaveiselcelcarcinoom****
Zeer zelden:
Kaposi-sarcoom****
Niet bekend:
Merkelcel-carcinoom***
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Vaak:
Lymfopenie
Leukopenie
Soms:
Trombocytopenie
Niet bekend:
Auto-immuunhemolytische anemie***
Perifeer oedeem***
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend:
Overgevoeligheidsreacties, waaronder rash, urticaria en angio-oedeem
bij aanvang van de behandeling***
Psychische stoornissen
Vaak:
Depressie
Soms:
Depressieve stemming
Hoofdpijn
Vaak:
Duizeligheid
Migraine
Soms:
Convulsie
Zelden:
Posterieur reversibel encefalopathie-syndroom (PRES)*
Niet bekend:
Ernstige exacerbatie van de ziekte na het staken van fingolimod***
Oogaandoeningen
Vaak:
Wazig gezichtsvermogen
Soms:
Macula-oedeem
Hartaandoeningen
Vaak:
Bradycardie
Atrioventriculair blok
Zeer zelden:
T-golf inversie***
Bloedvataandoeningen
Vaak:
Hypertensie
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Zeer vaak:
Hoesten
Vaak:
Dyspneu
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak:
Diarree
Soms:
Misselijkheid***
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend:
Acuut leverfalen***
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak:
Eczeem
Alopecia
Pruritus
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Zeer vaak:
Rugpijn
Vaak:
Myalgie
Artralgie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
Asthenie
Onderzoeken
Zeer vaak:
Verhoogde leverenzymen (verhoogde alaninetransaminase,
gammaglutamyltransferase, aspartaattransaminase)
Vaak:
Gewichtsafname***
Verhoogde bloedtriglyceriden
Soms:
Verminderd aantal neutrofielen
*
De frequentiecategorie werd gebaseerd op de geschatte blootstelling van ongeveer
10.000 patiënten aan fingolimod in alle klinische studies.
**
PML en cryptokokkeninfecties (inclusief gevallen van cryptokokkenmeningitis) zijn gemeld
in de postmarketingsetting (zie rubriek 4.4).
*** Bijwerkingen uit spontane meldingen en de literatuur
**** De frequentiecategorie en risicobeoordeling zijn gebaseerd op een geschatte blootstelling van
meer dan 24.000 patiënten aan fingolimod 0,5 mg in alle klinische studies.
Beschrijving van een selectie van de bijwerkingen
Infecties
In klinische studies op het gebied van multiple sclerose was het algehele percentage infecties (65,1%)
bij de 0,5 mg dosering vergelijkbaar met placebo. Echter lage luchtweginfecties, voornamelijk
bronchitis en in mindere mate herpesinfectie en pneumonie, kwamen vaker voor bij de met fingolimod
behandelde patiënten. Sommige gevallen van gedissemineerde herpesinfectie, waaronder fatale
gevallen, zijn zelfs bij de dosis van 0,5 mg gemeld.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Immunosuppressiva, selectieve immunosuppressiva, ATC-code:
L04AA27
Werkingsmechanisme
Fingolimod is een sfingosine 1-fosfaatreceptor modulator. Fingolimod wordt gemetaboliseerd door
sfingosinekinase tot de actieve metaboliet fingolimodfosfaat. Fingolimodfosfaat bindt in lage
nanomolaire concentraties aan de sfingosine 1-fosfaat (S1P)-receptortype-1 aanwezig op de
lymfocyten, en passeert gemakkelijk de bloed-hersenbarrière om daar te binden aan de S1P-receptor-1
op de zenuwcellen in het centraal zenuwstelsel (CZS). Door zich als functionele antagonist van de
S1P-receptor-1 op de lymfocyten te gedragen, zorgt fingolimodfosfaat ervoor dat lymfocyten niet
meer weg kunnen komen uit de lymfeknopen, wat een herverdeling van lymfocyten veroorzaakt in
plaats van een vermindering. Uit dieronderzoek is gebleken dat deze herverdeling de infiltratie van
pathogene lymfocyten, inclusief pro-inflammatoire Th17 cellen, in het CZS vermindert, waar zij
betrokken zouden zijn bij zenuwontsteking en zenuwweefselbeschadiging. Experimenteel onderzoek
bij dieren en in vitro onderzoeken tonen aan dat fingolimod ook invloed kan uitoefenen door middel
van interactie met S1P-receptoren op zenuwcellen.
Farmacodynamische effecten
Binnen 4-6 uur na de eerste dosis 0,5 mg fingolimod, neemt het aantal lymfocyten af tot ongeveer
75% van de uitgangswaarde in perifeer bloed. Bij een continue dagelijkse dosering blijft het aantal
lymfocyten afnemen gedurende een periode van twee weken, waarbij een minimum aantal van
ongeveer 500 cellen/microliter of ongeveer 30% van de normaalwaarde wordt bereikt. Achttien
procent van de patiënten bereikte ten minste één keer een minimum aantal onder de
200 cellen/microliter. Lage lymfocytenaantallen blijven gehandhaafd bij langdurige dagelijkse
dosering. Het merendeel van de T- en B-lymfocyten verplaatst zich regelmatig door lymfoïde organen
en dit zijn de cellen waar fingolimod hoofdzakelijk op aangrijpt. Ongeveer 15-20% van de T-
lymfocyten heeft een `effector memory' fenotype; dit zijn cellen die belangrijk zijn voor de perifere
immuunbewaking. Aangezien deze subset van lymfocyten zich juist niet verplaatst naar lymfoïde
organen, wordt deze niet door fingolimod beïnvloed. Stijgingen van het aantal perifere lymfocyten
worden zichtbaar binnen dagen na staken van de behandeling met fingolimod en normaalwaarden
worden binnen één tot twee maanden weer bereikt. Langdurig doseren met fingolimod resulteert in
een lichte daling van het aantal neutrofielen tot ongeveer 80% van de normaalwaarde. Monocyten
worden niet beïnvloed door fingolimod.
Bij initiatie van de behandeling veroorzaakt Gilenya een tijdelijke afname van de hartslag en
vertragingen in de atrioventriculaire geleiding (zie rubriek 4.4 en 4.8). De maximale afname van de
hartslag wordt waargenomen binnen 6 uur na gebruik, waarbij 70% van het negatief chronotroop
effect bereikt wordt op de eerste dag. Bij chronische behandeling keert de hartslag binnen één maand
terug naar de normaalwaarde. De afname van de hartslag die wordt geïnduceerd door fingolimod kan
worden teniet gedaan door parenterale toediening van atropine of isoprenaline. Er is aangetoond dat
inhalatiesalmeterol ook een bescheiden positief chronotroop effect heeft. Bij aanvang van de
behandeling met fingolimod treedt een toename van vroegtijdige atriumcontracties op, maar er is geen
verhoogd percentage van atriumfibrilleren/flutter of ventriculaire aritmieën of ectopie. Behandeling
met fingolimod wordt niet geassocieerd met een afname van de cardiac output. Autonome reacties van
het hart, waaronder variatie in hartslag gedurende de dag en reactie op lichaamsbeweging worden door
behandeling met fingolimod niet beïnvloed.
Studie D2301 (FREEDOMS): belangrijkste resultaten
Fingolimod
Placebo
0,5 mg
Klinische eindpunten
Aantal exacerbaties op jaarbasis (primair
0,18**
0,40
eindpunt)
Percentage patiënten dat tot 24 maanden geen
70%**
46%
exacerbatie heeft
Proportie met 3-maanden bevestigde
17%
24%
invaliditeitsprogressie
Hazard ratio (95% BI)
0,70 (0,52, 0,96)*
MRI-eindpunten
Mediaan (gemiddeld) aantal nieuwe of vergrote
0,0 (2,5)**
5,0 (9,8)
T2-laesies over 24 maanden
Mediaan (gemiddeld) aantal gadolinium-
0,0 (0,2)**
0,0 (1,1)
aankleurende laesies bij maand 24
Mediaan (gemiddeld) % verandering in
-0,7 (-0,8)**
-1,0 (-1,3)
hersenvolume over 24 maanden
Invaliditeitsprogressie gedefinieerd als 1-punt toename in EDSS, bevestigd na
3 maanden
**
p < 0,001, *p < 0,05 in vergelijking met placebo
Alle analyses van klinische eindpunten waren intent-to-treat. MRI analyses gebruikten
evalueerbare dataset.
Studie D2309 (FREEDOMS 2): belangrijkste resultaten
Fingolimod
Placebo
0,5 mg
Klinische eindpunten
Annualised relapse rate (primair eindpunt)
0,21**
0,40
Percentage patiënten dat tot 24 maanden geen
71,5%**
52,7%
exacerbatie heeft
Proportie met 3-maanden bevestigde
25%
29%
invaliditeitsprogressie
Hazard ratio (95% BI)
0,83 (0,61, 1,12)
MRI-eindpunten
Mediaan (gemiddeld) aantal nieuwe of vergrote
0,0 (2,3)**
4,0 (8,9)
T2-laesies over 24 maanden
Mediaan (gemiddeld) aantal gadolinium-
0,0 (0,4)**
0,0 (1,2)
aankleurende laesies bij maand 24
Mediaan (gemiddeld) % verandering in
-0,71 (-0,86)**
-1,02 (-1,28)
hersenvolume over 24 maanden
Invaliditeitsprogressie gedefinieerd als 1-punt toename in EDSS, bevestigd na
3 maanden
**
p < 0,001 in vergelijking met placebo
Alle analyses van klinische eindpunten waren intent-to-treat. MRI analyses gebruikten een
evalueerbare dataset.
Studie D2302 (TRANSFORMS): belangrijkste resultaten
Fingolimod
Interferon bèta-
0,5 mg
1a, 30 g
Klinische eindpunten
Aantal exacerbaties op jaarbasis (primair
0,16**
0,33
eindpunt)
Percentage patiënten dat tot 12 maanden geen
83%**
71%
exacerbatie heeft
Proportie met 3-maanden bevestigde
6%
8%
invaliditeitsprogressie
Hazard ratio (95% BI)
0,71 (0,42, 1,21)
MRI-eindpunten
Mediaan (gemiddeld) aantal nieuwe of vergrote
0,0 (1,7)*
1,0 (2,6)
T2-laesies over 12 maanden
Mediaan (gemiddeld) aantal gadolinium-
0,0 (0,2)**
0,0 (0,5)
aankleurende laesies bij 12 maanden
Mediaan (gemiddeld) % verandering in
-0,2 (-0,3)**
-0,4 (-0,5)
hersenvolume over 12 maanden
Invaliditeitsprogressie gedefinieerd als 1-punt toename in EDSS, bevestigd na
3 maanden.
*
p < 0,01,** p < 0,001, in vergelijking met interferon bèta-1a
Alle analyses van klinische eindpunten waren intent-to-treat. MRI analyses gebruikten
evalueerbare dataset.
Patiënten die de 12 maanden durende TRANSFORMS kernstudie voltooiden, konden deelnemen aan
een dosisgeblindeerd vervolgonderzoek (D2302E1) waarin ze fingolimod kregen. In totaal werden
1.030 patiënten opgenomen, echter 3 van deze patiënten kregen geen behandeling (n = 356 bleven op
0,5 mg, 330 bleven op 1,25 mg, 167 stapten over van interferon bèta-1a naar 0,5 mg en 174 van
interferon bèta-1a naar 1,25 mg). Na 12 maanden (maand 24) namen er nog 882 patiënten (86%) deel
aan de studie. Tussen maand 12 en 24 was de ARR voor patiënten op 0,5 mg fingolimod in de
kernstudie die op 0,5 mg bleven 0,20 (0,19 in de kernstudie). De ARR voor patiënten die
overschakelden van interferon bèta-1a op fingolimod 0,5 mg was 0,33 (0,48 in de kernstudie).
Gepoolde resultaten van Studie D2301 en D2302 tonen een constante en statistisch significante
reductie van het aantal exacerbaties op jaarbasis in vergelijking met de comparator in subgroepen
gedefinieerd door geslacht, leeftijd, eerdere behandeling van multiple sclerose, ziekteactiviteit of mate
van invaliditeit bij aanvang.
Verdere analyses van gegevens uit klinische studies tonen consistente behandelingseffecten bij zeer
actieve subgroepen van relapsing remitting multiple sclerose patiënten.
Studie D2311 (PARADIGMS): belangrijkste resultaten
Fingolimod
Interferon bèta-1a
0,25 mg of 0,5 mg
30 µg
Klinische eindpunten
N = 107
N = 107#
Aantal exacerbaties op jaarbasis (primair eindpunt)
0,122**
0,675
Percentage patiënten dat tot 24 maanden geen
85,7**
38,8
exacerbatie heeft
MRI-eindpunten
Aantal nieuwe of nieuw vergrote T2-laesies op
n = 106
n = 102
jaarbasis
Aangepast gemiddelde
4,393**
9,269
Aantal Gd-aankleurende T1-laesies per scan tot
n = 106
n = 101
24 maanden
Aangepast gemiddelde
0,436**
1,282
Mate van hersenatrofie op jaarbasis ten opzichte van
n = 96
n = 89
de uitgangswaarde tot 24 maanden
`Least square'-gemiddelde
-0,48*
-0,80
#
Eén patiënt die gerandomiseerd was op interferon bèta-1a door intramusculaire injectie, was
niet in staat de dubbel-dummymedicatie door te slikken en beëindigde de studie. De patiënt
werd uitgesloten van de volledige analyse- en veiligheidsset
*
p < 0,05, ** p < 0,001, vergeleken met interferon bèta-1a.
Alle analyses van klinische eindpunten waren op de volledige analyseset.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Farmacokinetiekgegevens zijn verkregen van gezonde volwassen vrijwilligers, van volwassen
niertransplantatiepatiënten en van volwassen multiple sclerosepatiënten.
De farmacologisch actieve metaboliet verantwoordelijk voor de werkzaamheid is fingolimodfosfaat.
Absorptie
De absorptie van fingolimod is traag (tmax van 12-16 uur) en extensief ( 85%). De schijnbare absolute
biologische beschikbaarheid is 93% (95% betrouwbaarheidsinterval: 79-111%). Steady-state-
bloedconcentraties worden binnen 1 tot 2 maanden bereikt na eenmaal daags gebruik en steady-state-
concentraties zijn ongeveer 10-maal hoger dan met de eerste dosis.
Voedselinname verandert niet de Cmax of blootstelling (AUC) aan fingolimod. De Cmax van
fingolimodfosfaat nam enigszins af met 34%, maar de AUC veranderde niet. Gilenya kan daarom
worden ingenomen zonder rekening te houden met maaltijden (zie rubriek 4.2).
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Capsule-inhoud
Mannitol
Hydroxypropylcellulose
Hydroxypropylbetadex
Magnesiumstearaat
Capsulehuls
Gelatine
Titaandioxide (E171)
Geel ijzeroxide (E172)
Zwarte opdruk
Schellak (E904)
Zwart ijzeroxide (E172)
Propyleenglycol (E1520)
Ammonia-oplossing, geconcentreerd (E527)
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Gilenya 0,25 mg harde capsules
EU/1/11/677/007-008
Gilenya 0,5 mg harde capsules
EU/1/11/677/001-006
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 17 maart 2011
Datum van laatste verlenging: 16 november 2020
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Lek Pharmaceuticals d.d.
Verovskova Ulica 57
Ljubljana, 1526
Slovenië
Gilenya 0,5 mg harde capsules
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
D-90429 Neurenberg
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
Extra risicobeperkende maatregelen
Voorafgaand aan het op de markt brengen van GILENYA in elke lidstaat moet de vergunninghouder
(MAH) overeenstemming krijgen met de bevoegde nationale instantie over de inhoud en het formaat
van het educatief programma, waaronder communicatiemedia, distributiemodaliteiten en alle andere
aspecten van het programma.
De vergunninghouder zorgt ervoor dat in elke lidstaat waar GILENYA op de markt is, alle artsen die
van plan zijn GILENYA voor te schrijven voorzien zijn van een vernieuwde versie van het
Artseninformatiepakket bestaande uit:
1.
Samenvatting van de Productkenmerken (SmPC);
2.
Checklist voor de arts voor volwassen en pediatrische patiënten, ter overweging voorafgaand
aan het voorschrijven van GILENYA, inclusief informatie over het Zwangerschap
Blootstellingsregister;
3.
De informatiebrochure voor patiënten/ouders/verzorgers, om te verstrekken aan alle patiënten,
hun ouders (of wettelijke vertegenwoordigers) en verzorgers.
4.
De zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor patiënten, om te verstrekken aan alle
patiënten, hun ouders (of wettelijke vertegenwoordigers) en verzorgers, indien van toepassing.
Checklist voor de artsen
De checklist voor de artsen bevat de volgende belangrijke punten:
·
Monitoringseisen bij start van de behandeling:
Vóór de eerste dosis
o
Neem een uitgangswaarde-ECG af vóór de eerste dosis van GILENYA;
o
Meet de bloeddruk voorafgaand aan de eerste dosis van GILENYA;
o
Voer een leverfunctietest uit, waaronder transaminase en bilirubine, maximaal 6 maanden
voorafgaand aan de start van de behandeling;
o
Laat oogheelkundige beoordeling plaatsvinden alvorens de behandeling met GILENYA
te starten bij patiënten met diabetes mellitus of met een voorgeschiedenis van uveïtis.
o
Een negatief zwangerschapstestresultaat moet vastgesteld worden alvorens de
behandeling te starten.
Tot 6 uur na de eerste dosis
o
Monitor de patiënt gedurende 6 uur nadat de eerste dosis van GILENYA is toegediend op
verschijnselen en klachten van bradycardie, inclusief controle van hartslag en bloeddruk
om het uur. Continue (real time) ECG-monitoring wordt aanbevolen;
o
Neem een ECG af aan het eind van de monitoringsperiode van 6 uur.
> 6 tot 8 uur na de eerste dosis
o
Indien bij het 6-uurpunt de hartslag op de laagste waarde na de eerste dosis is, dient de
hartslagmonitoring gedurende ten minste 2 uur te worden verlengd en totdat de hartslag
weer toeneemt.
·
Aanbeveling voor het herstarten van de behandeling met GILENYA na onderbreking van de
behandeling:
Dezelfde eerstedosismonitoring als voor het begin van de behandeling wordt aanbevolen
wanneer de behandeling wordt onderbroken voor:
o
Een dag of meer gedurende de eerste 2 weken van de behandeling;
o
Gedurende meer dan 7 dagen in weken 3 en 4 van de behandeling;
o
Gedurende meer dan 2 weken na ten minste 1 maand behandeling.
Aanbeveling voor monitoring gedurende de nacht na de eerste dosis (of als de
eerstedosismonitoring van toepassing is tijdens het opnieuw starten met de behandeling):
o
Verleng monitoring van de hartslag gedurende ten minste een nacht in een ziekenhuis en
tot het verdwijnen van de bevindingen bij patiënten die farmacologische interventie nodig
hebben tijdens de monitoring na de start/herstart van de behandeling. Herhaal de
eerstedosismonitoring na de tweede dosis van GILENYA;
o
Verleng monitoring van de hartslag gedurende ten minste een nacht in een ziekenhuis en
tot het verdwijnen van de bevindingen bij patiënten:
·
Met derdegraads AV-blok op enig moment;
·
Met op het 6-uurtijdstip:
a. Hartslag < 45 slagen per minuut, < 55 slagen per minuut bij kinderen van
12 jaar en ouder, of < 60 slagen per minuut bij kinderen van 10 tot 12 jaar;
b. Nieuw tweedegraads of hoger AV-blok;
c. QTc-interval 500 msec.
·
GILENYA is gecontra-indiceerd bij patiënten met:
o
Bekend immunodeficiëntiesyndroom;
o
Een verhoogd risico op opportunistische infecties, waaronder immunogecompromitteerde
patiënten (waaronder degenen die momenteel immunosuppressieve behandeling krijgen
of degenen die immunogecompromitteerd zijn door eerdere behandelingen);
o
Ernstige actieve infecties, actieve chronische infecties (hepatitis, tuberculose);
o
Bekende actieve maligniteiten;
o
Ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C);
o
In de voorgaande 6 maanden myocardinfarct (MI), instabiele angina pectoris,
beroerte/voorbijgaande ischemische aanval (TIA), gedecompenseerd hartfalen (waarvoor
ziekenhuisopname vereist was), of New York Heart Association (NYHA) klasse III/IV
hartfalen;
o
Ernstige hartaritmieën die behandeling vereisen met klasse Ia of klasse III antiaritmica;
o
Tweedegraads atrioventriculair (AV-) blok type Mobitz-II, of derdegraads AV-blok, of
sicksinussyndroom terwijl ze geen pacemaker dragen;
o
Patiënten met een QTc-interval-uitgangswaarde 500 msec;
o
Zwangere vrouwen en vrouwen die zwanger kunnen worden en die geen effectieve
anticonceptie gebruiken;
o
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de hulpstoffen.
·
GILENYA wordt niet aanbevolen bij patiënten met:
o Sinoatriaal blok;
o
QTc-verlenging > 470 msec (volwassen vrouwen), QTc > 460 msec (meisjes) of
> 450 msec (volwassen mannen en jongens);
o
Voorgeschiedenis van een hartstilstand;
o Ernstige slaapapneu;
o Voorgeschiedenis van symptomatische bradycardie;
o Voorgeschiedenis van terugkerende syncope;
o Ongecontroleerde hypertensie.
Als behandeling met GILENYA bij deze patiënten wordt overwogen, dienen de te verwachten
voordelen op te wegen tegen de mogelijke risico's en moet een cardioloog worden geraadpleegd
om geschikte monitoring te bepalen; verlengde monitoring gedurende ten minste een nacht
wordt aanbevolen.
GILENYA wordt niet aanbevolen bij patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen gebruiken die
bekend staan om verlaging van de hartslag. Als behandeling met GILENYA bij deze patiënten
wordt overwogen, dienen de verwachte voordelen op te wegen tegen de potentiële risico's en
advies van een cardioloog dient te worden gezocht betreffende de overschakeling op
geneesmiddelen die de hartslag niet verlagen, of indien niet mogelijk om geschikte monitoring
te bepalen. Verlengde monitoring gedurende ten minste een nacht wordt aanbevolen.
·
GILENYA verlaagt het aantal lymfocyten in het perifere bloed. Het aantal lymfocyten in het
perifere bloed (CBC) dient gecontroleerd te worden bij alle patiënten voorafgaand aan de start
van de behandeling (maximaal 6 maanden vooraf of na het stoppen van een eerdere
behandeling) en gemonitord te worden tijdens de behandeling met GILENYA. De behandeling
dient onderbroken te worden als het aantal lymfocyten bevestigd is als < 0,2x109/l. De
goedgekeurde dosis van eenmaal daags 0,5 mg (of 0,25 mg eenmaal daags bij kinderen van
10 jaar en ouder met een lichaamsgewicht van 40 kg) dient gebruikt te worden bij het
herstarten van de behandeling met Gilenya. Andere doseringsregimes werden niet goedgekeurd.
·
GILENYA heeft een immunosuppressief effect dat patiënten vatbaar maakt voor risico op
infectie, waaronder opportunistische infecties die fataal kunnen zijn, en het risico verhoogt op
het ontwikkelen van lymfomen (waaronder mycosis fungoides) en andere maligniteiten, in het
bijzonder die van de huid. Bij controle is alertheid geboden voor zowel huidmaligniteiten als
mycosis fungoides. Artsen moeten patiënten zorgvuldig monitoren, vooral die met gelijktijdige
aandoeningen of bekende factoren, zoals voorafgaande immunosuppressieve behandeling. Als
dit risico wordt vermoed, dient het staken van de behandeling door de arts overwogen te worden
op een `case-by-case'-basis.
o
Start van behandeling bij patiënten met ernstige actieve infectie dient te worden uitgesteld
totdat de infectie is verdwenen. Onderbreking van de behandeling tijdens ernstige
infecties moet worden overwogen. Antineoplastische, immunomodulerende of
immunosuppressieve behandelingen dienen niet gelijktijdig gebruikt te worden vanwege
het risico op additieve effecten op het immuunsysteem. Om dezelfde reden moet een
besluit tot langdurige, gelijktijdige behandeling met corticosteroïden na zorgvuldige
overweging worden genomen.
o
Het wordt aanbevolen waakzaam te zijn voor basaalcelcarcinoom en andere
huidneoplasmata waaronder kwaadaardig melanoom, plaveiselcelcarcinoom, Kaposi-
sarcoom en Merkelcel-carcinoom, met een huidonderzoek vóór de start van de
behandeling en daarna elke 6 tot 12 maanden met inachtneming van klinische
beoordeling. Patiënten moeten naar een dermatoloog worden doorverwezen als verdachte
laesies worden ontdekt. Waarschuw patiënten om zich niet zonder bescherming bloot te
stellen aan zonlicht. Deze patiënten mogen geen gelijktijdige fototherapie met UV-B-
straling of PUVA-fotochemotherapie krijgen.
Specifieke aanbevelingen met betrekking tot vaccinatie voor patiënten die starten met de
behandeling met GILENYA.
o
Controleer de antilichaamstatus van het varicella-zostervirus (VZV) bij patiënten zonder
een door een gezondheidszorgbeoefenaar vastgestelde voorgeschiedenis van waterpokken
of documentatie van een volledige kuur van varicellavaccinatie. Indien negatief, dan
wordt een volledige vaccinatiekuur met varicellavaccin aanbevolen en moet de start van
de behandeling met 1 maand worden uitgesteld om het volledige effect van de vaccinatie
te laten optreden.
·
Patiënten moeten geïnstrueerd worden om onmiddellijk verschijnselen en klachten van infecties
te melden aan hun voorschrijver tijdens en tot twee maanden na de behandeling met GILENYA.
o
Directe diagnostische evaluatie dient uitgevoerd te worden bij een patiënt met klachten en
verschijnselen consistent met encefalitis, meningitis of meningo-encefalitis; bij diagnose
moet de juiste behandeling gestart worden.
o
Ernstige, levensbedreigende en soms fatale gevallen van encefalitis, meningitis of
meningo-encefalitis veroorzaakt door herpessimplexvirus (HSV) en VZV zijn gemeld
tijdens de behandeling met Gilenya.
o
Meldingen van cryptokokkenmeningitis (soms fataal) werden ontvangen na ongeveer
2-3 jaar behandeling, alhoewel een exact verband met de duur van de behandeling
onbekend is.
o
Gevallen van progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) zijn opgetreden na
ongeveer 2-3 jaar monotherapiebehandeling, alhoewel een exact verband met de duur van
de behandeling onbekend is.
Artsen moeten waakzaam zijn op klinische symptomen of MRI-bevindingen die lijken op
PML. Als PML wordt vermoed, moet de behandeling met GILENYA worden opgeschort
totdat PML is uitgesloten.
o
Humaanpapillomavirus- (HPV-)infectie, waaronder papilloma, dysplasie, wratten en
HPV-gerelateerde kanker, is gemeld in de postmarketingsetting. Controle op kanker,
inclusief Pap-test en vaccinatie voor HPV-gerelateerde kanker, wordt aanbevolen volgens
de standaardbehandeling.
·
Een volledige oogheelkundige beoordeling moet overwogen worden:
o
3-4 maanden na de start van de behandeling met GILENYA voor de vroegtijdige
opsporing van visuele beperkingen als gevolg van geneesmiddelgeïnduceerd macula-
oedeem;
o
Tijdens de behandeling met GILENYA bij patiënten met diabetes mellitus of met een
voorgeschiedenis van uveïtis.
GILENYA is teratogeen. Het is gecontra-indiceerd bij vrouwen die zwanger kunnen worden
(inclusief vrouwelijke adolescenten) en die geen effectieve anticonceptie gebruiken en bij
zwangere vrouwen.
o
Een negatief zwangerschapstestresultaat moet vastgesteld worden alvorens de
behandeling te starten en dit moet met passende tussenpozen worden herhaald.
o
Vrouwen die zwanger kunnen worden, inclusief vrouwelijke adolescenten, hun ouders (of
wettelijke vertegenwoordigers) en verzorgers, moeten voordat de behandeling wordt
gestart en regelmatig daarna worden voorgelicht over het ernstige risico van GILENYA
voor de foetus aan de hand van de zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor
patiënten.
o
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens
de behandeling en gedurende twee maanden na het stoppen van de behandeling.
o
Tijdens de behandeling mogen vrouwen niet zwanger worden. Indien een vrouw zwanger
wordt tijdens de behandeling, moet GILENYA gestaakt worden. Wanneer de GILENYA-
behandeling wordt gestaakt vanwege een zwangerschap of voor het plannen van een
zwangerschap, moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid op terugkeer van de
ziekteactiviteit. Medisch advies dient te worden gegeven met betrekking tot het risico van
schadelijke effecten voor de foetus geassocieerd met de behandeling met GILENYA en
echografieën dienen te worden uitgevoerd.
o
GILENYA moet 2 maanden voor het plannen van een zwangerschap worden gestopt.
o
Artsen worden aangemoedigd om zwangere patiënten op te nemen, of zwangere vrouwen
kunnen zichzelf aanmelden, in het GILENYA-zwangerschapsregister.
·
Er zijn enkele gevallen gemeld van acuut leverfalen waarbij levertransplantatie nodig was en
gevallen van klinisch significante leverschade. Daarom moet de leverfunctie nauwlettend
gecontroleerd worden.
o
Recente (d.w.z. van de laatste 6 maanden) transaminase- en bilirubinewaarden dienen
beschikbaar te zijn voor het starten van de behandeling.
o
Tijdens de behandeling, bij afwezigheid van klinische symptomen moeten de
levertransaminasen en serumbilirubine worden gecontroleerd op maand 1, 3, 6, 9 en 12
van de therapie en daarna periodiek tot 2 maanden na stopzetting van Gilenya.
o
Tijdens de behandeling, bij afwezigheid van klinische symptomen, als de
levertransaminasen groter zijn dan 3-maal maar kleiner dan 5-maal de ULN zonder
verhoging van het serumbilirubine, moet vaker een controle worden uitgevoerd,
waaronder een serumbilirubine- en alkalische fosfatase (AF)-meting om te bepalen of
verdere verhogingen optreden en om te achterhalen of er een alternatieve oorzaak van de
leverfunctiestoornis aanwezig is. Als de levertransaminasen minstens 5-maal de ULN of
minstens 3-maal de ULN zijn, geassocieerd met een verhoging van serumbilirubine, moet
Gilenya worden stopgezet. De levercontrole moet worden voortgezet. Als de
serumwaarden weer zijn genormaliseerd (ook als een alternatieve oorzaak van de
leverfunctiestoornis wordt ontdekt), kan Gilenya opnieuw worden gestart op basis van
een zorgvuldige afweging van de voordelen en risico's voor de patiënt.
·
De goedgekeurde dosis van 0,5 mg eenmaal daags (of 0,25 mg eenmaal daags bij kinderen van
10 jaar en ouder met een lichaamsgewicht van 40 kg) dient gebruikt te worden. Andere
doseringsregimes werden niet goedgekeurd.
In de postmarketingsetting werden bij sommige patiënten die stopten met GILENYA zeldzame
gevallen van ernstige ziekte-exacerbatie waargenomen. De mogelijkheid van heroptreden van
uitzonderlijk hoge ziekteactiviteit moet overwogen worden.
·
Gevallen van convulsies, waaronder status epilepticus, werden gemeld. Artsen moeten
waakzaam zijn op convulsies en vooral bij patiënten met onderliggende aandoeningen of een
voorgeschiedenis of familiegeschiedenis van epilepsie.
·
Artsen moeten jaarlijks het voordeel versus het risico van GILENYA-behandeling bij elke
patiënt opnieuw beoordelen, in het bijzonder bij kinderen.
·
Artsen moeten patiënten/ouders/verzorgers de informatiebrochure voor
patiënten/ouders/verzorgers en de zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor patiënten
geven.
Het veiligheidsprofiel van kinderen is vergelijkbaar met volwassenen en daarom gelden de
waarschuwingen en voorzorgen voor volwassenen ook voor kinderen.
In het bijzonder bij kinderen moeten artsen ook:
o
Het Tanner-stadium bepalen en lengte en gewicht meten volgens de
standaardbehandeling;
o
Cardiovasculaire monitoring uitvoeren;
o
Voorzorgen nemen wanneer de eerste dosis wordt toegediend / patiënten overschakelen
van 0,25 mg op 0,5 mg per dag, vanwege de mogelijkheid op het risico van bradyaritmie;
o
De patiënten controleren op verschijnselen en klachten van depressie en angst;
o
Patiënten wijzen op het belang van medicatietrouw en de gevolgen van verkeerd gebruik,
met name onderbreking van de behandeling, en de noodzaak van herhaalde
cardiovasculaire monitoring
o
De immunosuppressieve effecten van GILENYA benadrukken;
o
Een compleet vaccinatieprogramma overwegen alvorens met GILENYA te starten;
o
Toelichting geven over het monitoren van convulsies.
Informatiebrochure voor patiënten/ouders/verzorgers
De informatiebrochure voor patiënten/ouders/verzorgers bevat de volgende belangrijke mededelingen:
·
Wat is GILENYA en hoe werkt het;
·
Wat is multiple sclerose;
·
Patiënten moeten de bijsluiter zorgvuldig lezen voordat ze met de behandeling beginnen en
moeten de bijsluiter bewaren voor het geval ze deze tijdens de behandeling opnieuw nodig
hebben;
·
Het belang van het melden van bijwerkingen;
·
Patiënten moeten een uitgangswaarde-ECG en -bloeddrukmeting hebben voordat zij de eerste
dosis van GILENYA ontvangen;
·
De hartslag moet gemonitord worden gedurende 6 of meer uur na de eerste dosis van
GILENYA, met inbegrip van om het uur hartslag- en bloeddrukcontroles. Patiënten kunnen
worden gecontroleerd met continue ECG tijdens de eerste 6 uur. Na 6 uur moet ook een ECG
worden afgenomen en, in sommige gevallen, kan de monitoring een overnachting in het
ziekenhuis betekenen;
·
Patiënten moeten hun arts bellen bij onderbreking van de behandeling omdat de
eerstedosismonitoring mogelijk moet worden herhaald, afhankelijk van de duur van
onderbreking en de tijd sinds het starten van de behandeling met GILENYA;
·
Patiënten moeten onmiddellijk klachten die duiden op een lage hartslag (zoals duizeligheid,
draaiduizeligheid, misselijkheid of hartkloppingen) na de eerste dosis van GILENYA melden;
·
GILENYA wordt niet aanbevolen bij patiënten met een hartaandoening of bij patiënten die
gelijktijdig geneesmiddelen gebruiken die bekend staan om de verlaging van de hartslag, en ze
moeten aan alle behandelende artsen laten weten dat ze worden behandeld met GILENYA;
Verschijnselen en klachten van een infectie, moeten onmiddellijk aan de voorschrijvend arts
gemeld worden tijdens en tot twee maanden na het stoppen van de GILENYA-behandeling,
waaronder:
o
Hoofdpijn tegelijkertijd met een stijve nek, gevoeligheid voor licht, koorts, zich grieperig
voelen, misselijkheid, huiduitslag, zich verward voelen en/of aanvallen van epilepsie
(toevallen) (deze klachten kunnen tekenen zijn van meningitis en/of encefalitis
veroorzaakt door een schimmel- of virusinfectie);
o
Klachten zoals zwakte, veranderingen in gezichtsvermogen of nieuwe/verslechterde MS
klachten (kunnen symptomen zijn van progressieve multifocale leuko-encefalopathie
[PML]).
·
De noodzaak om kankerscreening te ondergaan, waaronder de Pap-test, en vaccinatie tegen
HPV-gerelateerde kanker, volgens de standaardbehandeling, zal beoordeeld worden door de
voorschrijvend arts;
·
Elke klacht van een visuele beperking moet onmiddellijk aan de voorschrijver gemeld worden
tijdens en tot twee maanden na het stoppen van de behandeling met GILENYA;
·
GILENYA is teratogeen. Vrouwen die zwanger kunnen worden, waaronder vrouwelijke
adolescenten, moeten:
o
Voordat de behandeling wordt gestart en regelmatig daarna door hun arts aan de hand van
de zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor patiënten geïnformeerd worden over
de ernstige risico's van GILENYA voor de foetus en over de contra-indicatie bij
zwangere vrouwen en bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd die geen effectieve
anticonceptie gebruiken;
o
Een negatieve uitslag van een zwangerschapstest hebben alvorens GILENYA te starten;
o
Gebruikmaken van effectieve anticonceptie tijdens en gedurende ten minste twee
maanden na het stoppen van de GILENYA-behandeling;
o
Onmiddellijk melding doen aan de voorschrijvend arts in geval van (bedoelde of
onbedoelde) zwangerschap tijdens en tot twee maanden na het stoppen van de
behandeling met GILENYA;
·
Een leverfunctietest dient uitgevoerd te worden voorafgaand aan de start van de behandeling;
monitoring van de leverfunctie dient uitgevoerd te worden op maand 1, 3, 6, 9 en 12 tijdens de
behandeling met GILENYA, en periodiek daarna, tot 2 maanden na het stopzetten van de
behandeling met GILENYA. Patiënten moeten hun arts informeren als zij een gele verkleuring
van de huid of oogwit merken, bij uitzonderlijk donkere kleur van de urine, pijn aan de
rechterkant van de maagstreek (buik), vermoeidheid, minder honger hebben dan normaal of
onverklaarbare misselijkheid en braken optreden, omdat deze tekenen van leverschade kunnen
zijn;
·
Huidkankers werden gemeld bij patiënten met multiple sclerose die behandeld werden met
GILENYA. Patiënten moeten onmiddellijk hun arts informeren als huidnodules (bijvoorbeeld
glanzende, parelachtige nodules), vlekken of open zweren opgemerkt worden, die niet binnen
enkele weken genezen. Verschijnselen van huidkanker kunnen abnormale groei of
veranderingen in huidweefsel omvatten (bijv. ongewone moedervlekken) met in de loop van de
tijd een verandering in kleur, vorm of grootte;
·
Convulsie kan voorkomen. De arts moet geïnformeerd worden over een voorgeschiedenis of
familiegeschiedenis van epilepsie;
·
Stopzetten van de behandeling met GILENYA kan leiden tot een terugkeer van ziekteactiviteit.
De voorschrijvend arts zal beslissen of en hoe de patiënt gemonitord moet worden na het
stoppen met GILENYA.
Artsen moeten het Tanner-stadium bepalen en lengte en gewicht meten volgens de
standaardbehandeling;
·
Voorzorgen moeten genomen worden bij de eerste dosis van GILENYA en wanneer patiënten
overschakelen van 0,25 op 0,5 mg per dag;
·
Het is bekend dat depressie en angst in hogere mate voorkomen in de multiple sclerose-
populatie en deze zijn ook gemeld in kinderen die behandeld werden met GILENYA;
·
Begeleiding bij hartmonitoring;
·
Patiënten moeten medicatietrouw zijn en verkeerd gebruik voorkomen, met name onderbreking
van de behandeling, en hartmonitoring laten herhalen;
·
Verschijnselen en klachten van infectie;
·
Toelichting over het monitoren van convulsie.
Zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor patiënten
De zwangerschapsspecifieke herinneringskaart voor patiënten bevat de volgende belangrijke punten:
·
GILENYA is gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap en bij vrouwen in de vruchtbare
leeftijd die geen effectieve anticonceptie gebruiken.
·
Voordat de behandeling wordt gestart en regelmatig daarna zullen artsen informatie geven over
het teratogene risico van GILENYA en de vereiste maatregelen om dit risico te beperken.
·
Patiënten moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling met GILENYA.
·
Een zwangerschapstest moet worden uitgevoerd en een negatieve uitslag moet worden
vastgesteld door de arts alvorens de behandeling te starten. Dit moet met passende tussenpozen
worden herhaald.
·
Patiënten zullen door hun arts geïnformeerd worden over de noodzaak om effectieve
anticonceptie te gebruiken tijdens de behandeling en gedurende 2 maanden na het staken van de
behandeling.
·
Artsen zullen voorlichting geven in geval van een zwangerschap en de uitkomst van elke
zwangerschap evalueren.
·
Vrouwen mogen niet zwanger worden tijdens de behandeling. Als een vrouw zwanger wordt of
zwanger wil worden, moet GILENYA gestaakt worden.
·
Patiënten moeten hun arts onmiddellijk informeren als hun multiple sclerose verslechtert na het
stoppen van de behandeling met GILENYA.
·
Vrouwen die blootgesteld worden aan GILENYA tijdens de zwangerschap worden
aangemoedigd zich te registreren in het zwangerschapblootstellingsregister waarin de
uitkomsten van zwangerschappen gemonitord worden.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,25 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,25 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/677/008
28 capsules
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,25 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,25 mg harde capsules
fingolimod
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,25 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,25 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 x 1 harde capsule
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/677/007
7 x 1 harde capsule
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,25 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,25 mg harde capsules
fingolimod
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules
98 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/677/005
28 capsules
EU/1/11/677/006
98 capsules
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,5 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 harde capsules
28 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
Om te openen: Druk hard op label 1 en trek ondertussen aan label 2.
Week
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/677/002
7 capsules
EU/1/11/677/003
28 capsules
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,5 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) harde capsules.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/677/004
84 capsules (3 verpakkingen van 28)
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,5 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 harde capsules. Onderdeel van meervoudige verpakking. Mag niet afzonderlijk verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
Om te openen: Druk hard op label 1 en trek ondertussen aan label 2.
Week
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/677/004
84 capsules (3 verpakkingen met 28)
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,5 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg
fingolimod
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Eén capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 x 1 harde capsule
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
Elke capsule in zijn geheel doorslikken.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/677/001
7 x 1 harde capsule
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
GILENYA 0,5 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
GILENYA 0,5 mg harde capsules
fingolimod
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Novartis Europharm Limited
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
B. BIJSLUITER
Gilenya 0,25 mg harde capsules
Gilenya 0,5 mg harde capsules
fingolimod
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Gilenya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Gilenya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Gilenya?
Gilenya bevat de werkzame stof fingolimod.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Gilenya wordt gebruikt bij volwassenen en bij kinderen en jongeren (10 jaar en ouder) voor de
behandeling van relapsing remitting multiple sclerose (MS), specifiek bij:
-
Patiënten die niet reageren ondanks een behandeling van MS.
Of
-
Patiënten die een snel ontwikkelende ernstige vorm van MS hebben.
Gilenya geneest MS niet, maar helpt het aantal aanvallen te verminderen en vertraagt de voortgang
van lichamelijke belemmeringen als gevolg van MS.
Wat is multiple sclerose?
MS is een langdurige aandoening waarbij het centrale zenuwstelsel (CZS), bestaande uit de hersenen
en het ruggenmerg, wordt aangetast. Bij MS beschadigt een ontsteking het beschermende omhulsel
(myeline genaamd) rondom de zenuwen in het CZS en verhindert de zenuwen om op de juiste manier
te werken. Dit wordt demyelinisatie genoemd.
Relapsing remitting MS wordt gekenmerkt door herhaalde periodes van verschijnselen
(aanval/exacerbatie/schub/opstoot) aan het zenuwstelsel, die een ontsteking van het CZS aangeven. De
verschijnselen verschillen van patiënt tot patiënt, maar omvatten meestal problemen met lopen,
verdoofd gevoel, problemen bij het zien of evenwichtsproblemen. De verschijnselen tijdens een aanval
kunnen volledig verdwijnen als de aanval over is, maar sommige problemen kunnen blijven.
Hoe werkt Gilenya?
Gilenya helpt te beschermen tegen aanvallen van het immuunsysteem op het CZS door het vermogen
te beïnvloeden van sommige witte bloedcellen om vrij in het lichaam te bewegen en er voor te zorgen
dat ze de hersenen en het ruggenmerg niet kunnen bereiken. Dit beperkt de zenuwbeschadiging
veroorzaakt door MS. Gilenya vermindert ook sommige afweerreacties van uw lichaam.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U heeft een
verminderde weerstand (als gevolg van een immunodeficiëntiesyndroom, een
ziekte of geneesmiddelen die de weerstand onderdrukken).
-
U heeft een
ernstige actieve infectie of actieve chronische infectie, zoals hepatitis of
tuberculose.
-
U heeft een
actieve tumor.
-
U heeft
ernstige leverproblemen.
-
U heeft, in de afgelopen 6 maanden, een hartaanval, angina pectoris (een beklemmend,
drukkend, pijnlijk gevoel op de borst), een beroerte of waarschuwingssignalen van een
beroerte of een bepaald type hartfalen gehad.
-
U heeft een bepaald type
onregelmatige of abnormale hartslag (aritmie); dit geldt ook voor
patiënten bij wie het elektrocardiogram (ECG) een verlenging van het QT-interval laat zien voor
de start van de behandeling met Gilenya.
-
U gebruikt geneesmiddelen, of u heeft kortgeleden geneesmiddelen gebruikt, voor een
onregelmatige hartslag, zoals kinidine, disopyramide, amiodaron of sotalol.
-
U bent
zwanger of u
bent een vrouw die kinderen kan krijgen en die geen effectieve
anticonceptie gebruikt.
-
U bent allergisch voor fingolimod of voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen
kunt u vinden in rubriek 6.
Als dit voor u geldt of u twijfelt hierover,
neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel
inneemt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt:
-
als u ernstige ademhalingsproblemen heeft tijdens het slapen (ernstige slaapapneu).
-
als u is verteld dat u een afwijkend elektrocardiogram heeft.
-
als u klachten heeft vanwege een lage hartslag (bijvoorbeeld duizeligheid, misselijkheid of
hartkloppingen).
-
als u geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt die uw hartslag verlagen
(zoals bètablokkers, verapamil, diltiazem of ivabradine, digoxine, anticholinesterasen of
pilocarpine).
-
als u een voorgeschiedenis heeft van plotseling bewustzijnsverlies of flauwvallen (syncope).
-
als u binnenkort gevaccineerd wordt.
-
als u nog nooit waterpokken heeft gehad.
-
als u problemen heeft of heeft gehad met zien of andere klachten van zwelling in het centraal
gezichtsgebied (macula) achterin uw oog (een aandoening die beter bekend is als macula-
oedeem, zie hieronder),
of als u diabetes heeft (wat oogproblemen kan veroorzaken).
-
als u leverproblemen heeft.
-
als u een
hoge bloeddruk heeft, die niet onder controle blijft met geneesmiddelen.
-
als u ernstige
longproblemen heeft of een rokershoest.
Als een van deze aandoeningen voor u geldt of u twijfelt hierover,
neem dan contact op met uw arts
voordat u dit middel inneemt.
Trage hartslag (bradycardie) en onregelmatige hartslag
Aan het begin van de behandeling, of na het nemen van de eerste dosis van 0,5 mg nadat u bent
overgeschakeld van een dagelijkse dosis van 0,25 mg, veroorzaakt Gilenya een vertraging van de
hartslag. Als gevolg daarvan kunt u zich duizelig of moe voelen, bewust zijn van uw hartslag of kan
uw bloeddruk dalen.
Als deze verschijnselen ernstig zijn, neem dan contact op met uw arts, omdat
u mogelijk onmiddellijk behandeling nodig heeft. Gilenya kan een onregelmatige hartslag
veroorzaken, met name na de eerste dosis. De onregelmatige hartslag herstelt zich meestal binnen één
dag. De trage hartslag normaliseert meestal binnen één maand. Tijdens deze periode worden
gewoonlijk geen klinisch significante hartslageffecten verwacht.
het middelpunt van uw gezichtsveld wazig wordt of schaduwvlekken vertoont;
-
er een blinde vlek in het middelpunt van uw gezichtsveld ontstaat;
-
u moeite heeft kleur en scherpe details te zien.
Leverfunctietest
Als u ernstige leverproblemen heeft, mag u Gilenya niet gebruiken. Gilenya kan uw leverfunctie
beïnvloeden. U zult waarschijnlijk geen verschijnselen waarnemen, maar als er bij u een gele
verkleuring van de huid of oogwit, uitzonderlijk donkere kleur van de urine (bruin gekleurd), pijn aan
de rechterkant van uw maagstreek (buik), vermoeidheid, minder honger hebben dan normaal of
onverklaarbare misselijkheid en braken optreedt,
neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Als u een van deze verschijnselen krijgt na het starten met Gilenya,
neem dan onmiddellijk contact
op met uw arts.
Voor, tijdens en na de behandeling zal uw arts bloedtesten laten uitvoeren om uw leverfunctie te
controleren. Als uw testresultaten wijzen op een probleem met uw lever, dan kan het zijn dat de
behandeling met Gilenya onderbroken moet worden.
Hoge bloeddruk
Omdat Gilenya een lichte verhoging van de bloeddruk veroorzaakt, zal uw arts uw bloeddruk
regelmatig willen controleren.
Longproblemen
Gilenya heeft een gering effect op de longfunctie. Patiënten met ernstige longproblemen of met een
rokershoest kunnen een grotere kans hebben op het krijgen van bijwerkingen.
Bloedonderzoek
Het gewenste effect van Gilenya is het aantal witte bloedcellen in uw bloed te verminderen. Dit effect
zal normaal gesproken binnen 2 maanden na stoppen met behandeling zijn hersteld. Als u
bloedonderzoek nodig heeft, vertel uw arts dan dat u Gilenya gebruikt. Anders kan de arts mogelijk de
resultaten van het onderzoek niet begrijpen en voor bepaalde soorten bloedonderzoek dient de arts
mogelijk meer bloed dan normaal af te nemen.
·
het dragen van geschikte beschermende kleding.
·
regelmatig gebruik van zonnebrandcrème met een hoge UV-beschermingsfactor.
Ongewoon hersenletsel geassocieerd met MS-aanval
Zeldzame gevallen van ongewoon groot hersenletsel geassocieerd met MS-aanvallen werden
gerapporteerd bij patiënten die behandeld werden met Gilenya. In geval van een ernstige aanval, zal
uw arts overwegen om een MRI-onderzoek uit te voeren om deze aandoening te evalueren. Uw arts
zal beslissen of u moet stoppen met het gebruik van Gilenya.
Overschakelen van andere behandelingen op Gilenya
Uw arts kan u direct van bèta-interferon, glatirameeracetaat of dimethylfumaraat overschakelen op
Gilenya als er geen tekenen zijn van afwijkingen veroorzaakt door uw vorige behandeling. Uw arts
kan een bloedtest doen om dergelijke afwijkingen uit te sluiten. Na het stoppen van natalizumab kan
het zijn dat u 2-3 maanden moet wachten voordat u de behandeling met Gilenya kunt starten. Bij
overschakeling van teriflunomide kan uw arts u adviseren om een bepaalde tijd te wachten of een
versnelde eliminatieprocedure te ondergaan. Als u behandeld bent met alemtuzumab, is een grondige
evaluatie en bespreking met uw arts nodig om te beslissen of Gilenya voor u geschikt is.
Vrouwen die kinderen kunnen krijgen
Als Gilenya gebruikt wordt tijdens de zwangerschap, kan dit schadelijk zijn voor de ongeboren baby.
Voordat u begint met de behandeling met Gilenya zal uw arts het risico aan u uitleggen en u vragen
om een zwangerschapstest uit te voeren om er zeker van te zijn dat u niet zwanger bent. Uw arts zal u
een kaart geven waarin uitgelegd wordt waarom u niet zwanger mag worden tijdens het gebruik van
Gilenya. Er wordt ook uitgelegd wat u moet doen om te voorkomen dat u zwanger raakt terwijl u
Gilenya gebruikt. U moet effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling en gedurende
2 maanden nadat u bent gestopt met de behandeling (zie de rubriek 'Zwangerschap en borstvoeding').
Alvorens u met Gilenya start, zal uw arts uw vaccinatiestatus controleren. Als u sommige
vaccinaties niet heeft gehad, kan het nodig zijn dat ze aan u gegeven worden alvorens met
Gilenya kan worden gestart.
-
De eerste keer dat u Gilenya neemt, of wanneer u overschakelt van 0,25 mg per dag op 0,5 mg
per dag, zal uw arts uw hartfrequentie en hartslag monitoren (zie `Trage hartslag (bradycardie)
en onregelmatige hartslag' hierboven).
-
Als u stuiptrekkingen of aanvallen ervaart wanneer u Gilenya neemt, vertel dit dan uw arts.
-
Als u lijdt aan depressie of angst, of depressief of angstig wordt wanneer u Gilenya neemt,
vertel dit dan uw arts. Het kan zijn dat u nauwlettend gemonitord dient te worden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Gilenya nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Vertel uw arts als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
·
Geneesmiddelen die het natuurlijke afweersysteem (immuunsysteem) onderdrukken of
beïnvloeden, waaronder
andere geneesmiddelen voor MS, zoals bèta-interferon,
glatirameeracetaat, natalizumab, mitoxantron, teriflunomide, dimethylfumaraat of alemtuzumab.
U mag Gilenya niet gelijktijdig met dit soort geneesmiddelen gebruiken, aangezien hierdoor het
effect op het immuunsysteem kan worden versterkt (zie ook 'Wanneer mag u dit middel niet
gebruiken?').
·
Corticosteroïden, vanwege een mogelijk bijkomend effect op het immuunsysteem.
·
Vaccins. Vraag eerst advies aan uw arts als u een vaccin moet krijgen. Tijdens en tot 2 maanden
na behandeling met Gilenya mag u bepaalde soorten vaccins niet krijgen (levende verzwakte
vaccins), omdat deze de infectie kunnen veroorzaken, die zij zouden moeten voorkómen.
Andere soorten vaccins zouden niet zo goed als normaal kunnen werken, wanneer zij tijdens
deze periode worden toegediend.
·
Geneesmiddelen die de hartslag vertragen (bijvoorbeeld bètablokkers, zoals atenolol).
Gebruik van Gilenya met dit soort geneesmiddelen kan het effect op de hartslag versterken in de
eerste dagen na het starten met de Gilenya behandeling.
·
Geneesmiddelen voor een onregelmatige hartslag, zoals kinidine, disopyramide, amiodaron
en sotalol. U mag Gilenya niet gebruiken als u een dergelijk geneesmiddel gebruikt, omdat het
effect op de onregelmatige hartslag kan worden vergroot (zie ook 'Wanneer mag u dit middel
niet gebruiken?').
·
Andere geneesmiddelen:
o
proteaseremmers, ontstekingswerende middelen zoals ketoconazol, azol-antimycotica,
claritromycine of telithromycine.
o
carbamazepine, rifampicine, fenobarbital, fenytoïne, efavirenz of sint-janskruid
(potentieel risico op verminderde werkzaamheid van Gilenya).
·
zal uw arts u informeren over het risico voor de ongeboren baby en u vragen om een
zwangerschapstest te doen, om er zeker van te zijn dat u niet zwanger bent, voordat u begint met
de behandeling met Gilenya.
en
·
moet u, terwijl u Gilenya gebruikt en in de twee maanden nadat u gestopt bent met Gilenya,
effectieve anticonceptie gebruiken om zwangerschap te voorkomen. Bespreek betrouwbare
anticonceptie methodes met uw arts.
Uw arts zal u een kaart geven waarin uitgelegd wordt waarom u niet zwanger mag worden tijdens het
gebruik van Gilenya.
Als u toch zwanger wordt terwijl u Gilenya gebruikt, neem onmiddellijk contact op met uw arts.
Uw arts zal beslissen om de behandeling te stoppen (zie 'Als u stopt met het innemen van dit middel'
in rubriek 3, en ook rubriek 4, 'Mogelijke bijwerkingen'). Gespecialiseerde prenatale controle zal
worden uitgevoerd.
Borstvoeding
U mag geen borstvoeding geven terwijl u Gilenya gebruikt. Gilenya kan overgaan in de
borstvoeding, waardoor er een risico bestaat op bijwerkingen voor uw baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw arts zal aangeven of u in uw conditie in staat bent veilig een voertuig, waaronder een fiets, te
besturen of machines te bedienen. Het is niet te verwachten dat Gilenya invloed heeft op uw
rijvaardigheid of bediening van machines.
Echter, bij de start van de behandeling moet u gedurende 6 uur na inname van de eerste dosis Gilenya
in het ziekenhuis blijven. Uw vermogen om een voertuig te besturen of machines te bedienen kan
verminderd zijn tijdens en mogelijk na deze periode.
Hoe gebruikt u dit middel?
Op behandeling met Gilenya zal worden toegezien door een arts die ervaring heeft in de behandeling
van multiple sclerose.
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
De aanbevolen dosering is:
Volwassenen:
De dosering is één 0,5 mg capsule per dag.
Kinderen en jongeren (10 jaar en ouder):
De dosis is afhankelijk van het lichaamsgewicht:
·
Kinderen en jongeren met een lichaamsgewicht van 40 kg of minder: één 0,25 mg capsule per
dag.
·
Kinderen en jongeren met een lichaamsgewicht van meer dan 40 kg: één 0,5 mg capsule per dag.
Kinderen en jongeren die starten op één 0,25 mg capsule per dag en later een stabiel lichaamsgewicht
boven de 40 kg bereiken, zullen door hun arts geïnstrueerd worden om over te schakelen naar één
0,5 mg capsule per dag. In dit geval is het aanbevolen de observatieperiode die plaatsvond bij de eerste
dosis, te herhalen.
Neem niet meer dan de aanbevolen dosering.
Gilenya is voor oraal gebruik.
Neem Gilenya eenmaal daags in met een glas water. De Gilenya capsules moeten in zijn geheel
worden doorgeslikt, zonder ze te openen. Gilenya kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Neem Gilenya iedere dag op hetzelfde tijdstip in; dit helpt u eraan te herinneren wanneer u uw
geneesmiddel moet innemen.
Als u vragen heeft over hoelang u Gilenya moet gebruiken, neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Wanneer u te veel Gilenya heeft ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u Gilenya gedurende minder dan 1 maand inneemt en u bent een hele dag vergeten om een dosis in
te nemen, neem dan contact op met uw arts voordat u de volgende dosis inneemt. Uw arts kan
besluiten om u ter observatie op te nemen op het moment dat u de volgende dosis in gaat nemen.
Als u Gilenya gedurende ten minste 1 maand inneemt en u bent langer dan 2 weken vergeten om uw
geneesmiddel in te nemen, neem dan contact op met uw arts voordat u de volgende dosis inneemt. Uw
arts kan besluiten om u ter observatie op te nemen op het moment dat u de volgende dosis in gaat
nemen. Als u echter korter dan 2 weken vergeten bent om uw geneesmiddel in te nemen, kunt u de
volgende dosis innemen zoals gepland.
Neem nooit een dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Sommige bijwerkingen kunnen ernstig zijn of worden
Vaak (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Hoesten met slijm, een naar gevoel op de borst, koorts (klachten van longaandoeningen);
-
Infectie met het herpesvirus (gordelroos of herpes zoster) met verschijnselen zoals blaren,
branderig gevoel, jeuk of pijn van de huid, meestal op het bovenlichaam of het gezicht. Andere
verschijnselen kunnen zijn koorts en slap gevoel in het vroege stadium van de infectie, gevolgd
door verdoofd gevoel, jeuk of rode vlekken met ernstige pijn;
-
Trage hartslag (bradycardie), onregelmatig hartritme;
-
Een type huidkanker genaamd basaalcelcarcinoom (BCC) dat vaak verschijnt als een
parelachtige knobbel, hoewel het ook andere vormen kan aannemen;
-
Het is bekend dat depressie en angst in hogere mate voorkomen in de MS-populatie. Deze
bijwerkingen werden ook gemeld bij kinderen die behandeld werden met Gilenya;
-
Gewichtsverlies.
Soms (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Longontsteking (pneumonie) met verschijnselen zoals koorts, hoesten, moeilijkheden met
ademhalen;
-
Macula-oedeem (zwelling in het centraal zichtsgebied van het netvlies achterin uw oog) met
verschijnselen zoals schaduwvlekken of blinde vlek in het midden van het gezichtsveld, wazig
zien, problemen met het zien van kleuren en details;
-
Een afname in het aantal bloedplaatjes wat zorgt voor een verhoogde kans op een bloeding of
een blauwe plek;
-
Maligne melanoom (een type huidkanker die meestal tot stand komt door een ongewone
moedervlek). Mogelijke tekenen van een melanoom zijn moedervlekken die in grootte, vorm,
hoogte of kleur veranderen in de loop van de tijd, of nieuwe moedervlekken. De moedervlekken
kunnen gaan jeuken, bloeden of zweren;
-
Stuiptrekkingen, aanvallen (komen vaker voor bij kinderen en jongeren dan bij volwassenen).
Een aandoening genaamd posterieur reversibel encefalopathie-syndroom (PRES). De
symptomen kunnen bestaan uit het plotseling ontstaan van ernstige hoofdpijn, verwardheid,
epileptische aanvallen en/of stoornissen in het zien;
-
Lymfoom (een type kanker dat het lymfestelsel aantast);
-
Plaveiselcelcarcinoom: een type huidkanker die eruit kan zien als een hard, rood knobbeltje, een
zweer met een korst of een nieuwe zweer op een bestaand litteken.
Zeer zelden (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen)
-
Elektrocardiogram-afwijking (T-golf inversie);
-
Een tumor die veroorzaakt wordt door het humaan herpesvirus-8 (Kaposi-sarcoom).
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet bepaald worden)
-
Allergische reacties, waaronder klachten van huiduitslag of jeukende netelroos, zwelling van de
lippen, tong of het gezicht, die vaker optreden op de dag waarop u met de Gilenya behandeling
begint;
-
Tekenen van een leveraandoening (waaronder leverfalen), zoals gele verkleuring van uw huid of
het wit van uw ogen (geelzucht), misselijkheid of braken, pijn aan de rechterkant van uw
maagstreek (buik), donkere urine (bruin gekleurd), minder honger hebben dan normaal,
vermoeidheid en abnormale leverfunctietesten. In een zeer klein aantal gevallen kan leverfalen
leiden tot levertransplantatie;
-
Risico op een zeldzame herseninfectie genaamd progressieve multifocale leuko-encefalopathie
(PML). De klachten van PML kunnen vergelijkbaar zijn met een aanval van MS. Er kunnen ook
klachten optreden waar u zelf misschien niets van merkt, zoals veranderingen in humeur en
gedrag, geheugenverlies, spraak- en communicatiemoeilijkheden, die uw arts mogelijk verder
moet onderzoeken om PML uit te sluiten. Als u denkt dat uw MS erger wordt of als uw naasten
nieuwe of ongebruikelijke klachten opmerken, is het zeer belangrijk dat u zo snel mogelijk met
uw arts spreekt;
-
Cryptokokkeninfecties (een soort schimmelinfectie), inclusief cryptokokkenmeningitis met
klachten zoals hoofdpijn met tegelijkertijd een stijve nek, gevoeligheid voor licht, misselijkheid
en/of verward voelen;
-
Merkelcel-carcinoom (een type huidkanker). Mogelijke tekenen van Merkelcel-carcinoom zijn
onder meer een huidkleurig of blauw-rood, pijnloos knobbeltje, vaak in het gezicht, op het hoofd
of in de hals. Een Merkelcel-carcinoom kan ook voorkomen als een hard, pijnloos knobbeltje of
gezwel. Langdurige blootstelling aan de zon en een verzwakt immuunsysteem kunnen de kans
op het ontwikkelen van een Merkelcel-carcinoom beïnvloeden;
-
Nadat de behandeling met Gilenya wordt gestopt, kunnen de MS-verschijnselen terugkomen en
kunnen ze erger worden dan voor of tijdens de behandeling;
-
Een soort bloedarmoede (u heeft te weinig rode bloedcellen) waarbij rode bloedcellen door de
afweer van uw lichaam worden vernietigd (auto-immuunhemolytische anemie).
Als u een van deze bijwerkingen krijgt,
neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen
Zeer vaak (kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen)
-
Infectie door het griepvirus met verschijnselen zoals vermoeidheid, rillingen, keelpijn,
gewrichtspijn of spierpijn, koorts;
-
Gevoel van druk of pijn in de kaken en voorhoofd (sinusitis);
-
Hoofdpijn;
-
Diarree;
-
Rugpijn;
-
Bloedtesten waaruit verhoogde waarden van leverenzymen blijken;
-
Hoesten.
Ringworm, een schimmelinfectie van de huid (tinea versicolor);
-
Duizeligheid;
-
Ernstige hoofdpijn, vaak samen met misselijkheid, braken en overgevoeligheid voor licht
(migraine);
-
Laag niveau van witte bloedcellen (lymfocyten, leukocyten);
-
Slap gevoel;
-
Jeukende, rode, branderige uitslag (eczeem);
-
Jeuk;
-
Verhoogd vetgehalte (triglyceriden) in het bloed;
-
Haaruitval;
-
Ademnood;
-
Neerslachtigheid (depressie);
-
Wazig zien (zie ook de rubriek over macula-oedeem onder `Sommige bijwerkingen kunnen
ernstig zijn of worden');
-
Hoge bloeddruk (hypertensie) (Gilenya kan een lichte verhoging van de bloeddruk
veroorzaken);
-
Spierpijn;
-
Gewrichtspijn.
Soms (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Laag niveau van bepaalde witte bloedcellen (neutrofielen);
-
Depressieve stemming;
-
Misselijkheid.
Zelden (kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 1.000 mensen)
-
Kanker van het lymfevatenstelsel (lymfoom).
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Perifere zwelling.
Als u veel last heeft van een van deze bijwerkingen,
neem dan contact op met uw arts.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
blisterfolie na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de verpakking beschadigd is of tekenen van knoeierij
vertoont.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is fingolimod.
Gilenya 0,25 mg harde capsules
-
Elke capsule bevat 0,25 mg fingolimod (als hydrochloride).
-
De andere stoffen in dit middel zijn:
Capsule-inhoud: mannitol, hydroxypropylcellulose, hydroxypropylbetadex, magnesiumstearaat.
Capsulehuls: gelatine, titaandioxide (E171), geel ijzeroxide (E172).
Zwarte opdruk: schellak (E904), zwart ijzeroxide (E172), propyleenglycol (E1520),
geconcentreerde ammonia-oplossing (E527).
Gilenya 0,5 mg harde capsules
-
Elke capsule bevat 0,5 mg fingolimod (als hydrochloride).
-
De andere stoffen in dit middel zijn:
Capsule-inhoud: mannitol, magnesiumstearaat.
Capsulehuls: gelatine, titaandioxide (E171), geel ijzeroxide (E172).
Zwarte opdruk: schellak (E904), watervrije ethanol, isopropylalcohol, butylalcohol,
propyleenglycol (E1520), gezuiverd water, geconcentreerde ammonia-oplossing (E527),
kaliumhydroxide, zwart ijzeroxide (E172), geel ijzeroxide (E172), titaandioxide (E171),
dimeticon.
Hoe ziet Gilenya eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Gilenya 0,25 mg harde capsules hebben een ivoorkleurige ondoorzichtige romp en kapje. Op het kapje
is in zwart `FTY 0.25mg' gedrukt en om de romp zit een zwarte band.
Gilenya 0,5 mg harde capsules hebben een witte ondoorzichtige romp en een glanzend geel
ondoorzichtig kapje. `FTY 0.5mg' is in zwart op het kapje en twee ringen zijn in geel op de romp
gedrukt.
Gilenya 0,25 mg capsules zijn beschikbaar in verpakkingen met 7 of 28 capsules. Niet alle genoemde
verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Gilenya 0,5 mg capsules zijn beschikbaar in verpakkingen met 7, 28 of 98 capsules of in meervoudige
verpakkingen met 84 capsules (3 verpakkingen van 28 capsules). Niet alle genoemde
verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Europharm Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
90429 Neurenberg
Duitsland
Lek Pharmaceuticals d.d.
Verovskova Ulica 57
Ljubljana, 1526
Slovenië
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Novartis Pharma N.V.
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Tel: +370 5 269 16 50
Luxembourg/Luxemburg
Novartis Bulgaria EOOD
Novartis Pharma N.V.
.: +359 2 489 98 28
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Ceská republika
Magyarország
Novartis s.r.o.
Novartis Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 457 65 00
Danmark
Malta
Novartis Healthcare A/S
Novartis Pharma Services Inc.
Tlf: +45 39 16 84 00
Tel: +356 2122 2872
Deutschland
Nederland
Novartis Pharma GmbH
Novartis Pharma B.V.
Tel: +49 911 273 0
Tel: +31 88 04 52 111
Eesti
Norge
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Novartis Norge AS
Tel: +372 66 30 810
Tlf: +47 23 05 20 00
Österreich
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Novartis Pharma GmbH
: +30 210 281 17 12
Tel: +43 1 86 6570
España
Polska
Novartis Farmacéutica, S.A.
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 93 306 42 00
Tel.: +48 22 375 4888
France
Portugal
Novartis Pharma S.A.S.
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Tel: +351 21 000 8600
Hrvatska
România
Novartis Hrvatska d.o.o.
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel. +385 1 6274 220
Tel: +40 21 31299 01
Ireland
Slovenija
Novartis Ireland Limited
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +353 1 260 12 55
Tel: +386 1 300 75 50
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Novartis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 5542 5439
Italia
Suomi/Finland
Novartis Farma S.p.A.
Novartis Finland Oy
Tel: +39 02 96 54 1
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
Sverige
Novartis Pharma Services Inc.
Novartis Sverige AB
: +357 22 690 690
Tel: +46 8 732 32 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Novartis Baltics
Novartis Ireland Limited
Tel: +371 67 887 070
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.