Glucagen 1 mg
Bijsluiter
202009_varIB/78v3implemented
Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker
GlucaGen 1 mg
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Glucagon
Lees goed de hele bijsluiter voordat men u dit geneesmiddel geeft want er staat belangrijke
informatie in voor u.
•
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
•
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
•
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
•
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is GlucaGen en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u GlucaGen niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u GlucaGen?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u GlucaGen?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
7.
Bijkomende informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
1.
Wat is GlucaGen en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
GlucaGen bevat de werkzame stof “glucagon”.
GlucaGen is voor onmiddellijk gebruik bij een noodsituatie bij kinderen en volwassenen met diabetes
die insuline gebruiken. Het wordt gebruikt wanneer zij flauwvallen (bewusteloos zijn) als gevolg van
een zeer lage bloedsuikerspiegel. Dit wordt “ernstige hypoglykemie” genoemd. GlucaGen wordt
gebruikt wanneer ze geen suiker door de mond kunnen innemen.
Glucagon is een natuurlijk hormoon dat het omgekeerde effect heeft van insuline in het menselijk
lichaam. Het bevordert de omzetting van het zogenaamde “glycogeen” in glucose (suiker) in de lever.
Glucose wordt dan in het bloed vrijgesteld – dit doet de bloedsuikerspiegel stijgen.
Voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
zie rubriek 7.
2.
Wanneer mag u GlucaGen niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Belangrijke informatie
•
•
Zorg ervoor dat uw familie, medewerkers of vrienden GlucaGen kennen. Vertel hun dat zij, als
u flauwvalt (bewusteloos bent), u meteen GlucaGen moeten toedienen.
Toon uw familie en anderen waar u GlucaGen bewaard en hoe het te gebruiken. Ze moeten snel
handelen – als u een bepaalde tijd bewusteloos blijft, kan dit schadelijk zijn. Het is belangrijk
dat zij opgeleid zijn en weten hoe ze GlucaGen moeten gebruiken vóór u het nodig heeft.
Meng het compacte GlucaGen poeder en het oplosmiddel vóór de injectie. Vertel uw familie en
anderen om de instructies in rubriek 3:
Hoe gebruikt u GlucaGen?
te volgen.
•
1/6
Bijsluiter
202009_varIB/78v3implemented
•
•
Elk gemengd GlucaGen dat niet wordt gebruikt, moet worden weggegooid.
Na het gebruik van GlucaGen, moet u of iemand anders uw arts of een
gezondheidszorgbeoefenaar contacteren. U moet uitvinden om welke reden u een zeer lage
bloedsuikerspiegel had en hoe kan vermeden worden dat het weer gebeurt.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
•
U bent allergisch voor glucagon of één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
U heeft een bijniertumor.
Als één van deze van toepassing is, gebruik GlucaGen dan niet.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
GlucaGen zal niet goed werken als:
•
u al lang nuchter bent
•
u een laag adrenalinegehalte heeft
•
u een lage bloedsuiker heeft veroorzaakt door overmatig alcoholgebruik
•
u een tumor heeft die glucagon of insuline afgeeft.
Als één van deze van toepassing is, raadpleeg uw arts of apotheker.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
De volgende geneesmiddelen kunnen de werking van GlucaGen beïnvloeden:
•
insuline – voor de behandeling van diabetes
•
indometacine – voor de behandeling van gewrichtspijn en stijfheid
De volgende geneesmiddelen kunnen beïnvloed worden door GlucaGen:
•
warfarine – om vorming van bloedklonters te voorkomen. GlucaGen kan het bloedverdunnende
effect van warfarine verhogen.
•
bètablokkers – voor de behandeling van hoge bloeddruk en onregelmatige hartslag. GlucaGen
kan de bloeddruk en de hartslag verhogen, dit duurt slechts een korte tijd.
Als één van bovengenoemde op u van toepassing is (of u twijfelt), praat met uw arts of apotheker
voor u GlucaGen gebruikt.
Gebruikt u naast GlucaGen nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan
uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Zwangerschap en borstvoeding
Als u een zeer lage bloedsuiker ervaart als u zwanger bent, denkt zwanger te zijn of zwanger wilt
worden of borstvoeding geeft, kunt u GlucaGen gebruiken.
Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt als u zwanger
bent.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Wacht totdat de effecten van zeer lage bloedsuiker uitgewerkt zijn voordat u een auto bestuurt,
gereedschap gebruikt of machines bedient.
2/6
Bijsluiter
202009_varIB/78v3implemented
GlucaGen bevat natrium
GlucaGen bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per maximale dosis (2 ml), dat wil zeggen dat
het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u GlucaGen?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals beschreven in deze bijsluiter of zoals uw arts u dat heeft
verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Voorbereiding en het geven van de injectie
1
1.
Verwijder beide plastic doppen van de injectieflacons. Zuig al het water op in een spuit voor
eenmalig gebruik. Steek de naald doorheen de rubber schijf (binnen de aangeduide cirkel) van
de injectieflacon die GlucaGen bevat en injecteer al het water van de spuit in de flacon.
2
2.
3
Zonder de naald uit de flacon te verwijderen, de flacon lichtjes schudden totdat GlucaGen
volledig opgelost is en de oplossing helder is.
3.
•
•
Vergewis u ervan dat de zuiger volledig is ingedrukt. Zuig al de oplossing op in de spuit,
terwijl u de naald in de oplossing houdt. Trek de zuiger niet uit de spuit.
Het is belangrijk dat u de lucht uit de spuit verwijdert door:
met uw vinger licht tegen de spuit te tikken, met de naald omhoog
een beetje op de zuiger te duwen om alle luchtbelletjes die zich boven in de spuit verzameld
hebben, vrij te laten.
Duw de zuiger verder in tot de correcte toe te dienen dosis wordt bekomen. Een kleine
hoeveelheid vloeistof zal hierbij uitgescheiden worden.
Zie
Hoeveel moet u gebruiken.
4
4.
Injecteer de oplossing onder de huid of in een spier.
3/6
Bijsluiter
202009_varIB/78v3implemented
5.
6.
Leg de bewusteloze persoon op zijn zij om verstikking te voorkomen.
Geef de persoon een suikerrijk tussendoortje zoals snoep, koekjes of vruchtensap zodra hij of
zij weer bij bewustzijn is en in staat is om te slikken. Het suikerrijk tussendoortje zal een
nieuwe lage bloedsuikerspiegel voorkomen.
Na het gebruik van GlucaGen, moet u of iemand anders uw arts of een gezondheidszorgbeoefenaar
contacteren. U moet uitvinden om welke reden u een zeer lage bloedsuikerspiegel had en hoe kan
vermeden worden dat het weer gebeurd.
Hoeveel moet u gebruiken
De aanbevolen dosering is:
•
Volwassenen:
injecteer het hele geneesmiddel (1 ml).
•
Kinderen jonger dan 8 jaar of kinderen ouder dan 8 jaar die minder dan 25 kg wegen:
injecteer de helft van het geneesmiddel (0,5 ml).
•
Kinderen ouder dan 8 jaar of kinderen jonger dan 8 jaar die meer dan 25 kg wegen:
injecteer het hele geneesmiddel (1 ml).
Heeft u te veel GlucaGen gekregen?
Wanneer u te veel GlucaGen heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245). Een te hoge dosis GlucaGen kan misselijkheid en
braken veroorzaken. Een specifieke behandeling is meestal niet nodig.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De volgende bijwerkingen kunnen voorkomen met dit geneesmiddel:
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een van de volgende ernstige bijwerkingen
opmerkt:
Zeer zelden:
kunnen tot 1 op de 10.000 personen treffen
•
Allergische reactie – symptomen kunnen zijn: piepende ademhaling, zweten, snelle hartslag,
huiduitslag, zwelling van het gezicht en bewustzijnsverlies.
►
Praat onmiddellijk met uw arts,
als u één van de bovenvermelde ernstige bijwerkingen
opmerkt.
Andere bijwerkingen
Vaak:
kunnen tot 1 op de 10 personen treffen
•
misselijkheid (braakneigingen)
Soms:
kunnen tot 1 op de 100 personen treffen
•
braken
Zelden:
kunnen tot 1 op 1.000 personen treffen
•
buikpijn
►
Wanneer u één van de bovenstaande bijwerkingen krijgt
of als er bij u een bijwerking
optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Dit geldt ook voor mogelijke
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het
4/6
Bijsluiter
202009_varIB/78v3implemented
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie, Postbus
97, B-1000 Brussel Madou (www.eenbijwerkingmelden.be of
adr@fagg.be).
Door bijwerkingen te
melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Hoe bewaart u GlucaGen?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren
in de koelkast
(2°C – 8°C).
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Niet in de vriezer bewaren om het product niet te beschadigen.
Onmiddellijk gebruiken na het mengen – niet bewaren voor later gebruik.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het
etiket. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Gebruik de gemengde oplossing niet als u merkt dat ze er uitziet als een gel of als het poeder
niet goed is opgelost.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de plastic doppen loszitten of ontbreken wanneer
u de verpakking ontvangt – breng het product terug naar uw apotheek.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
6.
Welke stoffen zitten er in dit middel?
•
•
De werkzame stof in dit middel is glucagon 1 mg als hydrochloride, geproduceerd met behulp
van recombinant-DNA technologie in gistcellen.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, water voor injecties, zoutzuur en/of
natriumhydroxide (voor pH-aanpassing).
Hoe ziet GlucaGen eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
GlucaGen wordt geleverd als steriel wit glucagonpoeder in een injectieflacon samen met een
oplosmiddel eveneens in een injectieflacon. Het poeder is compact. Eens gemengd, vormt het een
oplossing van 1 mg glucagon/ml. GlucaGen wordt geleverd in verpakkingen met 1 x 1 mg en 10 x 1
mg. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Novo Nordisk Pharma, Internationalelaan
55, 1070 Brussel
Fabrikant: Novo Nordisk A/S, Novo Allé, DK-2880 Bagsværd, Denemarken
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen:
BE169145
Afleveringswijze:
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
7.
Bijkomende informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg dienen alle bovenstaande rubrieken te lezen alvorens deze
bijkomende informatie te lezen.
5/6
Bijsluiter
202009_varIB/78v3implemented
Vanwege de instabiliteit van GlucaGen in oplossing, moet het product onmiddellijk na
reconstitutie gegeven worden en mag het niet toegediend worden als een intraveneuze infusie.
Behandeling van ernstige hypoglykemie
Door subcutane of intramusculaire injectie toedienen. Indien de patiënt niet binnen de 10 minuten
reageert, dient glucose via intraveneuze weg te worden toegediend. Zodra de patiënt op de
behandeling heeft gereageerd, orale koolhydraten toedienen om het leverglycogeen te herstellen en
om het heroptreden van een hypoglykemie te voorkomen.
Diagnostisch onderzoek
Na het onderzoek moeten orale koolhydraten toegediend worden op voorwaarde dat dit verenigbaar is
met het uitgevoerde onderzoek. U mag nooit uit het oog verliezen dat GlucaGen het
tegenovergestelde effect heeft van insuline. Voorzichtigheid is ook geboden met het gebruik van
GlucaGen bij endoscopische of radiografische onderzoeken bij diabetische patiënten of bij bejaarde
patiënten met een erkende hartziekte.
Onderzoek van het maag-darmkanaal:
De dosissen variëren van 0,2-2 mg volgens de gebruikte diagnostische techniek en toedieningsweg.
De dosis voor de relaxatie van de maag, de duodenale bulbus, het duodenum en de dunne darm
bedraagt 0,2-0,5 mg intraveneus of 1 mg intramusculair. De dosis voor de relaxatie van het colon
bedraagt 0,5-0,75 mg intraveneus of 1-2 mg intramusculair. De werking vangt aan binnen de minuut
die volgt op de intraveneuze injectie van 0,2-0,5 mg en het relaxerend effect houdt tussen 5 à 20
minuten aan. De werking vangt aan 5-15 minuten na de intramusculaire injectie van 1-2 mg en duurt
ongeveer 10-40 minuten.
Bijkomende bijwerkingen na gebruik in diagnostisch onderzoek
Bloeddrukverandering, snelle hartslag, hypoglykemie en hypoglycemisch coma.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 05/2021
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Federaal Agentschap
voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten: www.fagg.be.
6/6
Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker
GlucaGen 1 mg
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Glucagon
Lees goed de hele bijsluiter voordat men u dit geneesmiddel geeft want er staat belangrijke
informatie in voor u.
·
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is GlucaGen en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u GlucaGen niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u GlucaGen?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u GlucaGen?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
7.
Bijkomende informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
1.
Wat is GlucaGen en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
GlucaGen bevat de werkzame stof 'glucagon'.
GlucaGen is voor onmiddellijk gebruik bij een noodsituatie bij kinderen en volwassenen met diabetes
die insuline gebruiken. Het wordt gebruikt wanneer zij flauwvallen (bewusteloos zijn) als gevolg van
een zeer lage bloedsuikerspiegel. Dit wordt 'ernstige hypoglykemie' genoemd. GlucaGen wordt
gebruikt wanneer ze geen suiker door de mond kunnen innemen.
Glucagon is een natuurlijk hormoon dat het omgekeerde effect heeft van insuline in het menselijk
lichaam. Het bevordert de omzetting van het zogenaamde 'glycogeen' in glucose (suiker) in de lever.
Glucose wordt dan in het bloed vrijgesteld dit doet de bloedsuikerspiegel stijgen.
Voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: zie rubriek 7.
2.
Wanneer mag u GlucaGen niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Belangrijke informatie
- Zorg ervoor dat uw familie, medewerkers of vrienden GlucaGen kennen. Vertel hun dat zij, als
u flauwvalt (bewusteloos bent), u meteen GlucaGen moeten toedienen.
- Toon uw familie en anderen waar u GlucaGen bewaard en hoe het te gebruiken. Ze moeten snel
handelen als u een bepaalde tijd bewusteloos blijft, kan dit schadelijk zijn. Het is belangrijk
dat zij opgeleid zijn en weten hoe ze GlucaGen moeten gebruiken vóór u het nodig heeft.
- Meng het compacte GlucaGen poeder en het oplosmiddel vóór de injectie. Vertel uw familie en
anderen om de instructies in rubriek 3: Hoe gebruikt u GlucaGen? te volgen.
- Elk gemengd GlucaGen dat niet wordt gebruikt, moet worden weggegooid.
- Na het gebruik van GlucaGen, moet u of iemand anders uw arts of een
gezondheidszorgbeoefenaar contacteren. U moet uitvinden om welke reden u een zeer lage
bloedsuikerspiegel had en hoe kan vermeden worden dat het weer gebeurt.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor glucagon of één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
- U heeft een bijniertumor.
Als één van deze van toepassing is, gebruik GlucaGen dan niet.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
GlucaGen zal niet goed werken als:
·
u al lang nuchter bent
- u een laag adrenalinegehalte heeft
- u een lage bloedsuiker heeft veroorzaakt door overmatig alcoholgebruik
- u een tumor heeft die glucagon of insuline afgeeft.
Als één van deze van toepassing is, raadpleeg uw arts of apotheker.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
De volgende geneesmiddelen kunnen de werking van GlucaGen beïnvloeden:
·
insuline voor de behandeling van diabetes
- indometacine voor de behandeling van gewrichtspijn en stijfheid
De volgende geneesmiddelen kunnen beïnvloed worden door GlucaGen:
·
warfarine om vorming van bloedklonters te voorkomen. GlucaGen kan het bloedverdunnende
effect van warfarine verhogen.
- bètablokkers voor de behandeling van hoge bloeddruk en onregelmatige hartslag. GlucaGen
kan de bloeddruk en de hartslag verhogen, dit duurt slechts een korte tijd.
Als één van bovengenoemde op u van toepassing is (of u twijfelt), praat met uw arts of apotheker
voor u GlucaGen gebruikt.
Gebruikt u naast GlucaGen nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan
uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Zwangerschap en borstvoeding
Als u een zeer lage bloedsuiker ervaart als u zwanger bent, denkt zwanger te zijn of zwanger wilt
worden of borstvoeding geeft, kunt u GlucaGen gebruiken.
Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt als u zwanger
bent.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Wacht totdat de effecten van zeer lage bloedsuiker uitgewerkt zijn voordat u een auto bestuurt,
gereedschap gebruikt of machines bedient.
Bijsluiter
202009_varIB/78v3implemented
GlucaGen bevat natrium
GlucaGen bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per maximale dosis (2 ml), dat wil zeggen dat
het in wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u GlucaGen?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals beschreven in deze bijsluiter of zoals uw arts u dat heeft
verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Voorbereiding en het geven van de injectie
1
1.
Verwijder beide plastic doppen van de injectieflacons. Zuig al het water op in een spuit voor
eenmalig gebruik. Steek de naald doorheen de rubber schijf (binnen de aangeduide cirkel) van
de injectieflacon die GlucaGen bevat en injecteer al het water van de spuit in de flacon.
2
2.
Zonder de naald uit de flacon te verwijderen, de flacon lichtjes schudden totdat GlucaGen
volledig opgelost is en de oplossing helder is.
3
3.
Vergewis u ervan dat de zuiger volledig is ingedrukt. Zuig al de oplossing op in de spuit,
terwijl u de naald in de oplossing houdt. Trek de zuiger niet uit de spuit.
Het is belangrijk dat u de lucht uit de spuit verwijdert door:
- met uw vinger licht tegen de spuit te tikken, met de naald omhoog
- een beetje op de zuiger te duwen om alle luchtbelletjes die zich boven in de spuit verzameld
hebben, vrij te laten.
Duw de zuiger verder in tot de correcte toe te dienen dosis wordt bekomen. Een kleine
hoeveelheid vloeistof zal hierbij uitgescheiden worden.
Zie Hoeveel moet u gebruiken.
4
4.
Injecteer de oplossing onder de huid of in een spier.
5.
Leg de bewusteloze persoon op zijn zij om verstikking te voorkomen.
6.
Geef de persoon een suikerrijk tussendoortje zoals snoep, koekjes of vruchtensap zodra hij of
zij weer bij bewustzijn is en in staat is om te slikken. Het suikerrijk tussendoortje zal een
nieuwe lage bloedsuikerspiegel voorkomen.
Na het gebruik van GlucaGen, moet u of iemand anders uw arts of een gezondheidszorgbeoefenaar
contacteren. U moet uitvinden om welke reden u een zeer lage bloedsuikerspiegel had en hoe kan
vermeden worden dat het weer gebeurd.
Hoeveel moet u gebruiken
De aanbevolen dosering is:
·
Volwassenen: injecteer het hele geneesmiddel (1 ml).
-
Kinderen jonger dan 8 jaar of kinderen ouder dan 8 jaar die minder dan 25 kg wegen:
injecteer de helft van het geneesmiddel (0,5 ml).
-
Kinderen ouder dan 8 jaar of kinderen jonger dan 8 jaar die meer dan 25 kg wegen:
injecteer het hele geneesmiddel (1 ml).
Heeft u te veel GlucaGen gekregen?
Wanneer u te veel GlucaGen heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245). Een te hoge dosis GlucaGen kan misselijkheid en
braken veroorzaken. Een specifieke behandeling is meestal niet nodig.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De volgende bijwerkingen kunnen voorkomen met dit geneesmiddel:
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een van de volgende ernstige bijwerkingen
opmerkt:
Zeer zelden: kunnen tot 1 op de 10.000 personen treffen
·
Allergische reactie
symptomen kunnen zijn: piepende ademhaling, zweten, snelle hartslag,
huiduitslag, zwelling van het gezicht en bewustzijnsverlies.
Praat onmiddellijk met uw arts, als u één van de bovenvermelde ernstige bijwerkingen
opmerkt.
Andere bijwerkingen
Vaak: kunnen tot 1 op de 10 personen treffen
·
misselijkheid (braakneigingen)
Soms: kunnen tot 1 op de 100 personen treffen
·
braken
Zelden: kunnen tot 1 op 1.000 personen treffen
·
buikpijn
Wanneer u één van de bovenstaande bijwerkingen
krijgt of als er bij u een bijwerking
optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Dit geldt ook voor mogelijke
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten - Afdeling Vigilantie, Postbus
97, B-1000 Brussel Madou (www.eenbijwerkingmelden.be of adr@fagg.be). Door bijwerkingen te
melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u GlucaGen?
- Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
- Bewaren
in de koelkast (2°C 8°C).
- Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
- Niet in de vriezer bewaren om het product niet te beschadigen.
- Onmiddellijk gebruiken na het mengen niet bewaren voor later gebruik.
- Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het
etiket. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
- Gebruik de gemengde oplossing niet als u merkt dat ze er uitziet als een gel of als het poeder
niet goed is opgelost.
- Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de plastic doppen loszitten of ontbreken wanneer
u de verpakking ontvangt breng het product terug naar uw apotheek.
- Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is glucagon 1 mg als hydrochloride, geproduceerd met behulp
van recombinant-DNA technologie in gistcellen.
- De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, water voor injecties, zoutzuur en/of
natriumhydroxide (voor pH-aanpassing).
Hoe ziet GlucaGen eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
GlucaGen wordt geleverd als steriel wit glucagonpoeder in een injectieflacon samen met een
oplosmiddel eveneens in een injectieflacon. Het poeder is compact. Eens gemengd, vormt het een
oplossing van 1 mg glucagon/ml. GlucaGen wordt geleverd in verpakkingen met 1 x 1 mg en 10 x 1
mg. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Novo Nordisk Pharma, Internationalelaan
55, 1070 Brussel
Fabrikant: Novo Nordisk A/S, Novo Allé, DK-2880 Bagsværd, Denemarken
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen: BE169145
Afleveringswijze: Geneesmiddel op medisch voorschrift.
7.
Bijkomende informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg dienen alle bovenstaande rubrieken te lezen alvorens deze
bijkomende informatie te lezen.
Vanwege de instabiliteit van GlucaGen in oplossing, moet het product onmiddellijk na
reconstitutie gegeven worden en mag het niet toegediend worden als een intraveneuze infusie.
Behandeling van ernstige hypoglykemie
Door subcutane of intramusculaire injectie toedienen. Indien de patiënt niet binnen de 10 minuten
reageert, dient glucose via intraveneuze weg te worden toegediend. Zodra de patiënt op de
behandeling heeft gereageerd, orale koolhydraten toedienen om het leverglycogeen te herstellen en
om het heroptreden van een hypoglykemie te voorkomen.
Diagnostisch onderzoek
Na het onderzoek moeten orale koolhydraten toegediend worden op voorwaarde dat dit verenigbaar is
met het uitgevoerde onderzoek. U mag nooit uit het oog verliezen dat GlucaGen het
tegenovergestelde effect heeft van insuline. Voorzichtigheid is ook geboden met het gebruik van
GlucaGen bij endoscopische of radiografische onderzoeken bij diabetische patiënten of bij bejaarde
patiënten met een erkende hartziekte.
Onderzoek van het maag-darmkanaal:
De dosissen variëren van 0,2-2 mg volgens de gebruikte diagnostische techniek en toedieningsweg.
De dosis voor de relaxatie van de maag, de duodenale bulbus, het duodenum en de dunne darm
bedraagt 0,2-0,5 mg intraveneus of 1 mg intramusculair. De dosis voor de relaxatie van het colon
bedraagt 0,5-0,75 mg intraveneus of 1-2 mg intramusculair. De werking vangt aan binnen de minuut
die volgt op de intraveneuze injectie van 0,2-0,5 mg en het relaxerend effect houdt tussen 5 à 20
minuten aan. De werking vangt aan 5-15 minuten na de intramusculaire injectie van 1-2 mg en duurt
ongeveer 10-40 minuten.
Bijkomende bijwerkingen na gebruik in diagnostisch onderzoek
Bloeddrukverandering, snelle hartslag, hypoglykemie en hypoglycemisch coma.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 05/2021
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Federaal Agentschap
voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten: www.fagg.be.