Glucose 5 % + nacl 0,3 % + kcl 0,3 % baxter
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %
Bijsluiter
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %, oplossing voor infusie
Glucose, Natriumchloride, Kaliumchloride
Baxter S.A.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
- Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
2. Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dit geneesmiddel is een vloeistof (oplossing) die water, zouten (natrium en kalium) en suiker
(glucose) bevat. Glucose is een van de energiebronnen voor het lichaam. Dit geneesmiddel levert
200 kilocalorieën per liter oplossing.
De suiker en de twee zouten zijn normale bestanddelen in het bloed en het gehele lichaam.
U zult deze oplossing toegediend krijgen door een ader (infusie) als u te veel van deze twee zouten
hebt verloren, bijvoorbeeld in het geval van ernstige diarree of braken.
Het is mogelijk dat een ander geneesmiddel, dat de arts u wilt toedienen, wordt toegevoegd aan de
vloeistof om er in op te lossen en gelijktijdig met de infusie te worden toegediend.
2. Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
U mag Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % NIET toegediend krijgen als:
u allergisch bent voor glucose, natriumchloride of kaliumchloride of een van de stoffen in dit
geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6;
u te veel natrium in uw bloed heeft (hypernatriëmie);
u te veel kalium in uw bloed heeft (hyperkaliëmie);
uw nieren slecht werken (nierfalen);
de klieren boven uw nieren (bijnieren) slecht werken (bijnierfalen);
u diabetes heeft;
uw hart slecht werkt (hartfalen);
u te veel melkzuur in uw bloed heeft en uw bloed te zuur is geworden (hyperlactatemie).
In sommige gevallen kan uw arts een geneesmiddel toevoegen aan de infusie met Glucose 5 % +
NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %. Om te controleren of een toegevoegd geneesmiddel in uw geval niet
gecontra-indiceerd is, lees ook de bijsluiter voor dat geneesmiddel. Controleer in het bijzonder of u
Version 4.0 (QRD 4.0)
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
niet allergisch bent voor de werkzame stof of een van de stoffen in dat geneesmiddel. Deze stoffen
kunt u vinden in rubriek 6 van de betreffende bijsluiter.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Licht uw arts in als u een van de volgende medische aandoeningen heeft of gehad heeft:
lager natriumgehalte in uw bloed dan normaal (hyponatriëmie)
o
Hyponatriëmie kan leiden tot hoofdpijn, nausea, insulten, lethargie, coma, zwelling
van de hersenen (cerebraal oedeem) en overlijden. Acute hyponatriëmische
encefalopathie is een ernstige complicatie.
o
Sommige patiënten lopen meer risico op hyponatriëmie. In het algemeen geldt dit
voor jongeren, ouderen, vrouwen en iedereen met een aandoening zoals een laag
zuurstofgehalte in het bloed (hypoxemie) of veel drinken vanwege een droge mond
(psychogenetische polydipsie). U kunt ook een hoger risico lopen op hyponatriëmie
als u onlangs een operatie hebt ondergaan.
Als u dit geneesmiddel krijgt toegediend, zal uw arts een aantal voorzorgen nemen:
voor toediening zal uw arts controleren of de oplossing helder is;
uw arts zal regelmatig de hoeveelheid van kalium en natrium in uw bloed meten door
bloedonderzoeken: hierdoor kan hij/zij controleren of ze niet te veel stijgen (hyperkaliëmie en
hypernatriëmie);
als u hartmedicatie inneemt op basis van digitalis zal uw arts bijzondere aandacht besteden aan
uw concentraties van kalium (zie rubriek "Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?");
uw arts zal de elektrische activiteit van uw hart vastleggen met een pijnloze test die
elektrocardiogram wordt genoemd. Hierdoor kan hij/zij opvolgen of uw hart correct werkt
tijdens de behandeling en elk mogelijk probleem opmerken, zoals een hartaanval;
als u aan hartfalen lijdt, zal uw arts ervoor zorgen dat de hoeveelheid oplossing die u wordt
toegediend, het volume van bloed in uw bloedvaten niet te veel zal doen toenemen. Dit zal
vermijden dat uw hart overbelast wordt;
uw arts zal de plaats waar de naald van het infuus is bevestigd, om de 24 uur veranderen. Dit
zal voorkomen dat er een bloedklonter wordt gevormd die de ader zou afsluiten en daar een
ontsteking zou veroorzaken (tromboflebitis);
uw arts zal een grote ader kiezen en de oplossing langzaam toedienen. Hierdoor wordt irritatie
van de ader vermeden, iets wat met geneesmiddelen van dit soort wel mogelijk is;
uw arts zal het infuus wisselen als hij/zij u bloed moet toedienen via een ader. Als er bloed
wordt toegediend via lijnen die glucose of sporen van glucose bevatten, kunnen de rode
bloedcellen in dit bloed mogelijk aan elkaar kleven (pseudoagglutinatie).
Licht uw arts in als u een van de volgende medische aandoeningen heeft of gehad heeft:
een aandoening die de oorzaak is van een verhoogd gehalte van vasopressine, een hormoon
dat het vocht in uw lichaam regelt. U zou te veel vasopressine in uw lichaam kunnen hebben
omdat u, bijvoorbeeld:
een plotse en ernstige ziekte heeft gehad,
pijn heeft,
een operatie heeft ondergaan,
infecties, brandwonden, een hersenziekte of ziekten heeft die te maken hebben met uw
hart, lever, nieren of centrale zenuwstelsel of
bepaalde geneesmiddelen inneemt (zie ook hieronder “Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?”).
Hierdoor kan het risico op een laag natriumgehalte in uw bloed stijgen en dit kan leiden
tot hoofdpijn, misselijkheid, toevallen, lethargie, coma, zwelling van de hersenen en
Version 4.0 (QRD 4.0)
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
overlijden. Zwelling van de hersenen verhoogt het risico op overlijden en op
hersenschade. Mensen die een risico lopen op zwelling van de hersenen zijn:
- kinderen
- vrouwen (in het bijzonder wanneer u in de vruchtbare leeftijd bent)
- mensen die problemen hebben met het vochtniveau in hun hersenen, bijvoorbeeld,
door meningitis, bloeding in de schedel of een hersenletsel.
Als dit in uw geval noodzakelijk is, kan uw arts een geneesmiddel toevoegen aan de infusie met
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %. Om te controleren of dit toegevoegd geneesmiddel geen
probleem veroorzaakt bij u, lees ook de rubriek "Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit
middel?" in de bijsluiter voor dat geneesmiddel.
Kinderen
De arts zal de hoeveelheid zouten in het bloed van kinderen nauwlettend controleren omdat zij meer
moeite hebben dan volwassenen, om uit zichzelf de balans van vloeistoffen en zouten in hun bloed en
gehele lichaam aan te passen. Het meest ernstige risico is een daling van natrium in het bloed
(hyponatriëmie), dit kan ernstige problemen in de hersenen veroorzaken en zelfs overlijden.
Bij pasgeborenen, in het bijzonder onvoldragen pasgeborenen en baby's met laag geboortegewicht, zal
de arts in het bijzonder de hoeveelheid glucose in het bloed nauwlettend controleren. Dit is omdat de
extra glucose die met dit geneesmiddel wordt aangebracht, de glucosebalans in het lichaam van de
pasgeborene kan verstoren en de hoeveelheid glucose in zijn/haar bloed kan doen afnemen
(hypoglykemie) of doen toenemen (hyperglykemie). Deze twee soorten van verstoringen kunnen tot
ernstige problemen leiden, waaronder coma en overlijden.
Kinderen lopen meer risico op het hebben of ontwikkelen van een te laag natriumgehalte in het bloed
(hyponatriëmie). Hyponatriëmie kan leiden tot hoofdpijn, nausea, insulten, lethargie, coma, zwelling
van de hersenen (cerebraal oedeem) en overlijden. Acute hyponatriëmische encefalopathie is een
ernstige complicatie, in het bijzonder bij kinderen.
Uw arts weet dit en zal de hoeveelheid chemische stoffen, waaronder natrium en chloride, in het bloed
van uw kind nauwlettend volgen (plasmaelektrolyten).
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort
geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat
innemen? Vertel dat dan uw arts.
Andere geneesmiddelen die invloed kunnen hebben op of kunnen worden beïnvloed door Glucose 5 %
+ NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %, omvatten:
lithium (wordt gebruikt voor de behandeling van psychiatrische aandoeningen)
kaliumsparende diuretica (enkele watertabletten, bv. amiloride, spironolacton, triamtereen)
geneesmiddelen die kalium bevatten (bv. kaliumsupplementen, zoutvervangers die kalium
bevatten en bepaalde types penicilline)
geneesmiddelen die het risico op hyponatriëmie of natrium- en vochtretentie verhogen
U moet uw arts of verpleegkundige op de hoogte brengen met name als u hartmedicatie inneemt op
basis van digitalis (Lanoxin, Lanitop). Als u te veel kalium krijgt tijdens de toediening van
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % zou dat, in dit geval, oorzaak kunnen zijn van het slecht
werken van uw hart (hartfalen).
Sommige geneesmiddelen werken in op het hormoon vasopressine. Deze geneesmiddelen kunnen
bestaan uit
Version 4.0 (QRD 4.0)
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
medicatie tegen diabetes (chloorpropamide),
geneesmiddelen tegen cholesterol (clofibraat),
sommige geneesmiddelen tegen kanker (vincristine, ifosfamide, cyclofosfamide),
selectieve serotonineheropnameremmers (gebruikt om depressie te behandelen),
Antipsychotica of opiaten voor krachtige pijnstilling,
geneesmiddelen tegen pijn en/of ontsteking (ook bekend als NSAID’s)
geneesmiddelen die de werking van vasopressine nabootsen of versterken zoals desmopressine
(gebruikt om toegenomen dorst en urine-uitscheiding te behandelen), terlipressine (gebruikt
om bloeding van de slokdarm te behandelen) en oxytocine (gebruikt om de bevalling in te
leiden).
anti-epileptica (carbamazepine en oxcarbazepine)
diuretica (middelen om beter te kunnen plassen).
Als er een geneesmiddel wordt toegevoegd aan uw infusie zal uw arts ervoor zorgen dat dit niet
onverenigbaar is met de oplossing van Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % en zal hij/zij, na
toevoeging van dit geneesmiddel, controleren of de oplossing nog helder en transparant is.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel toegediend krijgt.
Tijdens de zwangerschap: er zijn geen specifieke contra-indicaties voor het gebruik van deze
oplossing tijdens de zwangerschap. Uw arts zal beslissen of dit in uw geval passend is.
Tijdens de bevalling: het kan nodig zijn om op het moment van de bevalling voorzichtig te zijn. Als u
dit geneesmiddel tijdens de bevalling krijgt toegediend, kan de glucose dat het bevat een daling in de
bloedsuiker van de pasgeboren zuigeling veroorzaken (neonatale hypoglykemie).
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel heeft geen invloed op uw vermogen om machines te bedienen of te gebruiken.
3. Hoe krijgt u dit middel toegediend?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
De dosering die u zal worden toegediend, is afhankelijk van uw leeftijd, gewicht en
gezondheidstoestand. Uw arts zal in het bijzonder ervoor zorgen dat de hoeveelheid die u toegediend
krijgt, een bepaalde concentratie van kalium per uur en per 24 uur niet overschrijdt.
Vóór en tijdens de infusie zal uw arts de volgende zaken opvolgen:
volume lichaamsvocht
de zuurgraad van uw bloed en urine
de hoeveelheid elektrolyten in uw lichaam (voornamelijk natrium, bij patiënten met hoge waarden
van het hormoon vasopressine of bij patiënten die andere geneesmiddelen nemen die de werking
van vasopressine verhogen).
Version 4.0 (QRD 4.0)
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
Gebruik bij kinderen
De toegediende hoeveelheid en de snelheid van de toediening zullen worden berekend in functie van
de leeftijd, het gewicht, de gezondheidstoestand en andere behandelingen door een arts die ervaring
heeft in het toedienen van vloeistoffen aan kinderen via een ader (pediatrische parenterale hydratie).
Heeft u te veel van dit middel toegediend gekregen?
Als u te veel van dit geneesmiddel wordt gegeven, kan dit tot de volgende symptomen leiden:
hoog bloedsuikergehalte (hyperglykemie), wat ernstige dorst, droge mond en frequent urineren
veroorzaakt
laag natriumgehalte in uw bloed (hyponatriëmie). Hyponatriëmie kan leiden tot hoofdpijn, nausea,
insulten, lethargie, coma, zwelling van de hersenen (cerebraal oedeem) en overlijden
vochtophoping onder de huid (perifeer oedeem), in het bijzonder rond de enkels
hoge concentraties kalium (hyperkaliëmie). De symptomen omvatten:
ademhalingsverlamming (onvermogen om te ademen)
maag-darmstelselsymptomen (pijnlijke darmobstructies, nausea, braken, buikpijn)
hypotensie (lage bloeddruk)
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of verpleegkundige.
Wanneer u te veel van Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % heeft toegediend gekregen of
ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245
245).
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De bijwerkingen die voor dit geneesmiddel zijn gemeld, zijn:
verhoging van de hoeveelheid suiker in het bloed (hyperglykemie);
aanwezigheid van suiker in de urine (glucosurie);
verhoging van de hoeveelheid kalium in het bloed (hyperkaliëmie). Dit leidt tot afwijkingen in
de werking van het hart, waaronder mogelijk een hartaanval;
verstoord evenwicht van de zouten in het lichaam (elektrolytevenwichtstoornis);
waterretentie met zwelling van de ledematen of het gezicht (perifeer oedeem) en vochtretentie
in de longen (pulmonair oedeem);
verhoging van melkzuur in het bloed, waardoor het bloed te zuur wordt (melkzuur-acidose);
te veel urinezuur in het bloed (hyperurikemie);
wanneer te snel toegediend: roodheid van de huid (erytheem), pijn in het bovenste en
middelste deel van de maag, boven de navel (bovenbuikpijn), zweten;
lage waarden van natrium in het bloed dat kan verworven zijn tijdens ziekenhuisopname
(nosocomiale hyponatriëmie) en een verwante neurologische aandoening (acute
hyponatriëmische encefalopathie). Hyponatriëmie kan leiden tot onomkeerbaar hersenletsel en
overlijden ten gevolge van cerebrale oedeem/zwelling van de hersenen (zie ook de rubriek 2
“Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Tot de bijwerkingen die verband kunnen houden met de wijze van toediening, behoren:
overgevoeligheidsreacties, waaronder een ernstige allergische reactie die anafylaxie heet
(mogelijke manifestatie bij patiënten met een allergie voor maïs);
hyponatriëmie (te laag natriumgehalte in de lichaamsvloeistoffen);
Version 4.0 (QRD 4.0)
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
irritatie en ontsteking van de ader waarin de oplossing wordt toegediend (flebitis). Dit kan
leiden tot roodheid, pijn of een brandend gevoel en zwelling van de ader;
rash;
pruritus (jeukende huid);
koorts (pyrexie);
infectie op de plaats van infusie;
lokale pijn of reactie (roodheid of zwelling) op de plaats van infusie;
injectieplaatsblaasjes;
koude rillingen;
hartstilstand;
de vorming van een klonter in de geïnjecteerde ader (veneuze trombose), wat pijn, zwelling of
roodheid veroorzaakt;
ontsnappen van de infuusoplossing (extravasatie) in de weefsels rond de ader. Dit kan de
weefsels beschadigen en littekenvorming veroorzaken;
hoger bloedvolume in de bloedvaten (hypervolemie).
Andere bijwerkingen die bij gelijkaardige geneesmiddelen gemeld zijn en ook bij Glucose 5 % +
NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % kunnen voorkomen:
afname van de hoeveelheid natrium in het bloed (hyponatriëmie). Dit is waargenomen bij
andere oplossingen die een kleine hoeveelheid natriumchloride bevatten (minder dan 0,9 %).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via:
België
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
EUROSTATION II
Victor Hortaplein, 40/ 40
B-1060 Brussel
Website:
www.fagg.be
e-mail:
patientinfo@fagg-afmps.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de zak na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de oplossing niet helder is of dat er deeltjes in de
vloeistof zweven, of als de zak beschadigd is.
Elke zak moet na eenmalig gebruik worden vernietigd. Eventuele niet-gebruikte oplossing moet
worden vernietigd.
Version 4.0 (QRD 4.0)
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn: watervrije glucose, natriumchloride, kaliumchloride.
De andere stof in dit middel is water voor injecties.
Hoe ziet Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Viaflo-zak van 1000 ml.
De Viaflo-zakken zijn gemaakt van plastic (polyolefine/polyamide - PL-2442). De zakken zitten in
een plastic beschermverpakking die uitsluitend bestemd is voor de fysieke bescherming van de zak.
Elk karton bevat 10 zakken van 1000 ml.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Baxter S.A.,
Bd René Branquart 80, B-7860 Lessines, België
Fabrikanten:
Bieffe Medital,
Ctra de Biescas-Senegüé, E-22666 Sabiñánigo (Huesca), Spanje
Baxter Healthcare Ltd,
Caxton Way, Thetford, Norfolk IP24 3SE, Verenigd Koninkrijk
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
BE153036
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 03/2019.
Baxter en Viaflo zijn geregistreerde handelsmerken van Baxter International Inc.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
Voorzorgen bij gebruik:
Controles voorafgaand aan gebruik
-
De oplossing enkel toedienen wanneer ze helder en vrij van zichtbare deeltjes is en als de zak
niet beschadigd is.
-
De zak pas vlak vóór gebruik uit de beschermverpakking nemen. De binnenverpakking zorgt
ervoor dat de steriliteit van het product behouden blijft.
-
Onmiddellijk toedienen na inbrenging van de toedieningsset.
Version 4.0 (QRD 4.0)
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %
Bijsluiter
Baxter S.A.
Waarschuwingen voor het aansluiten van de infusie en hanteren van de zakken
-
De oplossing moet aan de hand van een aseptische techniek worden toegediend met behulp van
steriele apparatuur.
-
Deze apparatuur moet worden geprimed met de oplossing om te voorkomen dat lucht
binnendringt in het systeem.
-
Plastic zakken mogen niet in serie worden aangesloten om een luchtembolie te vermijden: de
achterblijvende lucht uit de eerste zak wordt opgezogen met de oplossing uit de tweede zak.
-
Oefen geen druk uit op de flexibele plastic zak om de doorstroming te verhogen want dit kan
leiden tot een luchtembolie als de resterende lucht in de zak niet volledig verwijderd is vóór
toediening.
-
Het gebruik van een intraveneuze toedieningsset met ontluchting, waarbij het
ontluchtingsventiel open is, kan leiden tot luchtembolie. Intraveneuze toedieningssets met
ontluchting waarbij het ontluchtingsventiel open is, mogen niet worden gebruikt met soepele
plastic zakken.
-
Kies een grote ader en hou de toedieningssnelheid zo laag mogelijk om te vermijden dat er
irritatie van de ader optreedt, een risico gerelateerd aan het gebruik van hypertonische
oplossingen.
-
Verander van injectieplaats om de 24 uur om het risico op tromboflebitis te verminderen.
-
Dien geen bloed toe langs dezelfde intraveneuze lijn om elk risico op pseudoagglutinatie te
vermijden.
-
De zakken zijn voor eenmalig gebruik. Sluit geen deels gebruikte zakken opnieuw aan, bewaar
geen deels gebruikte zakken, vernietig alle niet-gebruikte oplossing.
Gebruik met toe te voegen geneesmiddelen
-
Zoals bij alle parenterale oplossingen, moet de verenigbaarheid van toe te voegen
geneesmiddelen met de oplossing worden gecontroleerd vóór de toediening.
-
Raadpleeg eveneens de bijsluiter van het geneesmiddel dat u wilt toevoegen, alsook andere
relevante literatuur.
-
Toe te voegen geneesmiddelen waarvan de onverenigbaarheid vastgesteld is, mogen niet
worden gebruikt.
-
Vóór het toevoegen van een stof of medicatie dient u te verifiëren dat dit oplosbaar en/of stabiel
is in Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % en dat het pH-bereik van Glucose 5 % +
NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % geschikt is.
-
Wanneer een toe te voegen geneesmiddel gebruikt wordt, moet vóór parenterale toediening de
isotoniciteit ervan worden gecontroleerd. Het is de verantwoordelijkheid van de arts om de
onverenigbaarheid van een toe te voegen geneesmiddel met deze oplossing vast te stellen, door
de oplossing te controleren op een kleurverandering en/of de vorming van neerslag.
-
Gebruik de oplossing niet indien zich na toevoeging een kleurverandering heeft voorgedaan
en/of zich neerslag, onoplosbare complexen of kristallen hebben gevormd.
-
-
-
Het toegevoegde geneesmiddel moet onder aseptische omstandigheden grondig en zorgvuldig
worden gemengd. Toe te voegen geneesmiddelen kunnen vóór of tijdens de infusie worden
toegevoegd via de hersluitbare injectiepoort.
Door de toevoeging van andere geneesmiddelen of een verkeerde wijze van toediening kunnen
pyrogenen in de bloedsomloop terechtkomen. Dit kan leiden tot de ontwikkeling van koorts. In
geval van bijwerkingen moet de infusie onmiddellijk worden stopgezet.
Oplossingen met toegevoegde geneesmiddelen moeten onmiddellijk worden gebruikt en mogen
niet worden bewaard.
Wijze van gebruik:
Version 4.0 (QRD 4.0)
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %
Bijsluiter
Openen
Baxter S.A.
1. Neem de Viaflo-zak pas vlak vóór gebruik uit de beschermverpakking.
2. Controleer op de aanwezigheid van lekken door stevig in de zak te knijpen. Vernietig de oplossing
in geval van lekken, aangezien de steriliteit aangetast kan zijn.
3. Controleer of de oplossing helder is en geen vreemde deeltjes bevat. Vernietig de oplossing als die
niet helder is of als die vreemde deeltjes bevat.
De toediening voorbereiden
Gebruik steriel materiaal voor de voorbereiding en toediening.
1. Hang de zak aan het oogje omhoog aan de infuusstandaard.
2. Verwijder de plastic beschermhuls van de uitlaatpoort onderaan in de zak:
- neem met de ene hand de kleine vleugel op de uitlaatpoort vast;
- neem met de andere hand de vleugel op de beschermhuls vast en draai;
- de beschermhuls springt los van de uitlaatpoort.
3. Pas een aseptische techniek toe om de infusie voor te bereiden.
4. Bevestig de toedieningsset. Raadpleeg de volledige gebruiksaanwijzing van de set voor de
aansluiting en priming van de set en de toediening van de oplossing.
Technieken voor de injectie van toe te voegen geneesmiddelen
Opgelet: Het is mogelijk dat toe te voegen geneesmiddelen onverenigbaar zijn.
Geneesmiddelen toevoegen vóór de toediening
1. Desinfecteer de injectieplaats.
2. Gebruik een spuit met een naald van 19 gauge (1,10 mm) tot 22 gauge (0,70 mm) om de
hersluitbare injectiepoort aan te prikken, en injecteer het toe te voegen geneesmiddel in de zak met
oplossing.
3. Meng de oplossing grondig met het geneesmiddel. Tik voorzichtig op de poorten terwijl u die
rechtop houdt, en meng het geneesmiddel met de oplossing in geval van geneesmiddelen met een
hoge densiteit zoals kaliumchloride.
Opgelet: zakken met toegevoegde geneesmiddelen niet bewaren.
Geneesmiddelen toevoegen tijdens de toediening
1. Sluit het doorstromingscontroleventiel op de set.
2. Desinfecteer de injectieplaats.
3. Gebruik een spuit met een naald van 19 gauge (1,10 mm) tot 22 gauge (0,70 mm) om de
hersluitbare injectiepoort aan te prikken, en injecteer het toe te voegen geneesmiddel in de zak met
oplossing.
4. Verwijder de zak van de infuusstandaard en/of houd de zak rechtop.
5. Tik voorzichtig op beide poorten om de aanwezige luchtbellen in de poorten te verwijderen, terwijl
u de zak rechtop houdt.
6. Meng de oplossing grondig met het geneesmiddel.
7. Hang de zak opnieuw op aan de infuusstandaard, open de klem en ga verder met de toediening.
Baxter en Viaflo zijn geregistreerde handelsmerken van Baxter International Inc.
Version 4.0 (QRD 4.0)
Baxter S.A.
Bijsluiter
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %, oplossing voor infusie
Glucose, Natriumchloride, Kaliumchloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
- Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
2. Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Glucose 5 % + NaCl
0,3 % + KCl
0,3 % en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dit geneesmiddel is een vloeistof (oplossing) die water, zouten (natrium en kalium) en suiker
(glucose) bevat. Glucose is een van de energiebronnen voor het lichaam. Dit geneesmiddel levert
200 kilocalorieën per liter oplossing.
De suiker en de twee zouten zijn normale bestanddelen in het bloed en het gehele lichaam.
U zult deze oplossing toegediend krijgen door een ader (infusie) als u te veel van deze twee zouten
hebt verloren, bijvoorbeeld in het geval van ernstige diarree of braken.
Het is mogelijk dat een ander geneesmiddel, dat de arts u wilt toedienen, wordt toegevoegd aan de
vloeistof om er in op te lossen en gelijktijdig met de infusie te worden toegediend.
2. Wanneer mag u dit
middel
niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
U mag Glucose 5 % + NaCl
0,3 % + KCl
0,3 % NIET toegediend krijgen als:
u allergisch bent voor glucose, natriumchloride of kaliumchloride of een van de stoffen in dit
geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6;
u te veel natrium in uw bloed heeft (hypernatriëmie);
u te veel kalium in uw bloed heeft (hyperkaliëmie);
uw nieren slecht werken (nierfalen);
de klieren boven uw nieren (bijnieren) slecht werken (bijnierfalen);
u diabetes heeft;
uw hart slecht werkt (hartfalen);
u te veel melkzuur in uw bloed heeft en uw bloed te zuur is geworden (hyperlactatemie).
In sommige gevallen kan uw arts een geneesmiddel toevoegen aan de infusie met Glucose 5 % +
NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %. Om te controleren of een toegevoegd geneesmiddel in uw geval niet
gecontra-indiceerd is, lees ook de bijsluiter voor dat geneesmiddel. Controleer in het bijzonder of u
Baxter S.A.
Bijsluiter
niet allergisch bent voor de werkzame stof of een van de stoffen in dat geneesmiddel. Deze stoffen
kunt u vinden in rubriek 6 van de betreffende bijsluiter.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Licht uw arts in als u een van de volgende medische aandoeningen heeft of gehad heeft:
lager natriumgehalte in uw bloed dan normaal (hyponatriëmie)
o Hyponatriëmie kan leiden tot hoofdpijn, nausea, insulten, lethargie, coma, zwelling
van de hersenen (cerebraal oedeem) en overlijden. Acute hyponatriëmische
encefalopathie is een ernstige complicatie.
o Sommige patiënten lopen meer risico op hyponatriëmie. In het algemeen geldt dit
voor jongeren, ouderen, vrouwen en iedereen met een aandoening zoals een laag
zuurstofgehalte in het bloed (hypoxemie) of veel drinken vanwege een droge mond
(psychogenetische polydipsie). U kunt ook een hoger risico lopen op hyponatriëmie
als u onlangs een operatie hebt ondergaan.
Als u dit geneesmiddel krijgt toegediend, zal uw arts een aantal voorzorgen nemen:
voor toediening zal uw arts controleren of de oplossing helder is;
uw arts zal regelmatig de hoeveelheid van kalium en natrium in uw bloed meten door
bloedonderzoeken: hierdoor kan hij/zij controleren of ze niet te veel stijgen (hyperkaliëmie en
hypernatriëmie);
als u hartmedicatie inneemt op basis van digitalis zal uw arts bijzondere aandacht besteden aan
uw concentraties van kalium (zie rubriek "Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?");
uw arts zal de elektrische activiteit van uw hart vastleggen met een pijnloze test die
elektrocardiogram wordt genoemd. Hierdoor kan hij/zij opvolgen of uw hart correct werkt
tijdens de behandeling en elk mogelijk probleem opmerken, zoals een hartaanval;
als u aan hartfalen lijdt, zal uw arts ervoor zorgen dat de hoeveelheid oplossing die u wordt
toegediend, het volume van bloed in uw bloedvaten niet te veel zal doen toenemen. Dit zal
vermijden dat uw hart overbelast wordt;
uw arts zal de plaats waar de naald van het infuus is bevestigd, om de 24 uur veranderen. Dit
zal voorkomen dat er een bloedklonter wordt gevormd die de ader zou afsluiten en daar een
ontsteking zou veroorzaken (tromboflebitis);
uw arts zal een grote ader kiezen en de oplossing langzaam toedienen. Hierdoor wordt irritatie
van de ader vermeden, iets wat met geneesmiddelen van dit soort wel mogelijk is;
uw arts zal het infuus wisselen als hij/zij u bloed moet toedienen via een ader. Als er bloed
wordt toegediend via lijnen die glucose of sporen van glucose bevatten, kunnen de rode
bloedcellen in dit bloed mogelijk aan elkaar kleven (pseudoagglutinatie).
Licht uw arts in als u een van de volgende medische aandoeningen heeft of gehad heeft:
een aandoening die de oorzaak is van een verhoogd gehalte van vasopressine, een hormoon
dat het vocht in uw lichaam regelt. U zou te veel vasopressine in uw lichaam kunnen hebben
omdat u, bijvoorbeeld:
een plotse en ernstige ziekte heeft gehad,
pijn heeft,
een operatie heeft ondergaan,
infecties, brandwonden, een hersenziekte of ziekten heeft die te maken hebben met uw
hart, lever, nieren of centrale zenuwstelsel of
bepaalde geneesmiddelen inneemt (zie ook hieronder 'Gebruikt u nog andere
geneesmiddelen?').
Hierdoor kan het risico op een laag natriumgehalte in uw bloed stijgen en dit kan leiden
tot hoofdpijn, misselijkheid, toevallen, lethargie, coma, zwelling van de hersenen en
Baxter S.A.
Bijsluiter
overlijden. Zwelling van de hersenen verhoogt het risico op overlijden en op
hersenschade. Mensen die een risico lopen op zwelling van de hersenen zijn:
-
kinderen
- vrouwen (in het bijzonder wanneer u in de vruchtbare leeftijd bent)
- mensen die problemen hebben met het vochtniveau in hun hersenen, bijvoorbeeld,
door meningitis, bloeding in de schedel of een hersenletsel.
Als dit in uw geval noodzakelijk is, kan uw arts een geneesmiddel toevoegen aan de infusie met
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %. Om te controleren of dit toegevoegd geneesmiddel geen
probleem veroorzaakt bij u, lees ook de rubriek "Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit
middel?" in de bijsluiter voor dat geneesmiddel.
Kinderen
De arts zal de hoeveelheid zouten in het bloed van kinderen nauwlettend controleren omdat zij meer
moeite hebben dan volwassenen, om uit zichzelf de balans van vloeistoffen en zouten in hun bloed en
gehele lichaam aan te passen. Het meest ernstige risico is een daling van natrium in het bloed
(hyponatriëmie), dit kan ernstige problemen in de hersenen veroorzaken en zelfs overlijden.
Bij pasgeborenen, in het bijzonder onvoldragen pasgeborenen en baby's met laag geboortegewicht, zal
de arts in het bijzonder de hoeveelheid glucose in het bloed nauwlettend controleren. Dit is omdat de
extra glucose die met dit geneesmiddel wordt aangebracht, de glucosebalans in het lichaam van de
pasgeborene kan verstoren en de hoeveelheid glucose in zijn/haar bloed kan doen afnemen
(hypoglykemie) of doen toenemen (hyperglykemie). Deze twee soorten van verstoringen kunnen tot
ernstige problemen leiden, waaronder coma en overlijden.
Kinderen lopen meer risico op het hebben of ontwikkelen van een te laag natriumgehalte in het bloed
(hyponatriëmie). Hyponatriëmie kan leiden tot hoofdpijn, nausea, insulten, lethargie, coma, zwelling
van de hersenen (cerebraal oedeem) en overlijden. Acute hyponatriëmische encefalopathie is een
ernstige complicatie, in het bijzonder bij kinderen.
Uw arts weet dit en zal de hoeveelheid chemische stoffen, waaronder natrium en chloride, in het bloed
van uw kind nauwlettend volgen (plasmaelektrolyten).
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort
geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat
innemen? Vertel dat dan uw arts.
Andere geneesmiddelen die invloed kunnen hebben op of kunnen worden beïnvloed door Glucose 5 %
+ NaCl 0,3 % + KCl 0,3 %, omvatten:
lithium (wordt gebruikt voor de behandeling van psychiatrische aandoeningen)
kaliumsparende diuretica (enkele watertabletten, bv. amiloride, spironolacton, triamtereen)
geneesmiddelen die kalium bevatten (bv. kaliumsupplementen, zoutvervangers die kalium
bevatten en bepaalde types penicilline)
geneesmiddelen die het risico op hyponatriëmie of natrium- en vochtretentie verhogen
U moet uw arts of verpleegkundige op de hoogte brengen met name als u hartmedicatie inneemt op
basis van digitalis (Lanoxin, Lanitop). Als u te veel kalium krijgt tijdens de toediening van
Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % zou dat, in dit geval, oorzaak kunnen zijn van het slecht
werken van uw hart (hartfalen).
Sommige geneesmiddelen werken in op het hormoon vasopressine. Deze geneesmiddelen kunnen
bestaan uit
Baxter S.A.
Bijsluiter
medicatie tegen diabetes (chloorpropamide),
geneesmiddelen tegen cholesterol (clofibraat),
sommige geneesmiddelen tegen kanker (vincristine, ifosfamide, cyclofosfamide),
selectieve serotonineheropnameremmers (gebruikt om depressie te behandelen),
Antipsychotica of opiaten voor krachtige pijnstilling,
geneesmiddelen tegen pijn en/of ontsteking (ook bekend als NSAID's)
geneesmiddelen die de werking van vasopressine nabootsen of versterken zoals desmopressine
(gebruikt om toegenomen dorst en urine-uitscheiding te behandelen), terlipressine (gebruikt
om bloeding van de slokdarm te behandelen) en oxytocine (gebruikt om de bevalling in te
leiden).
anti-epileptica (carbamazepine en oxcarbazepine)
diuretica (middelen om beter te kunnen plassen).
Als er een geneesmiddel wordt toegevoegd aan uw infusie zal uw arts ervoor zorgen dat dit niet
onverenigbaar is met de oplossing van Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % en zal hij/zij, na
toevoeging van dit geneesmiddel, controleren of de oplossing nog helder en transparant is.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel toegediend krijgt.
Tijdens de zwangerschap: er zijn geen specifieke contra-indicaties voor het gebruik van deze
oplossing tijdens de zwangerschap. Uw arts zal beslissen of dit in uw geval passend is.
Tijdens de bevalling: het kan nodig zijn om op het moment van de bevalling voorzichtig te zijn. Als u
dit geneesmiddel tijdens de bevalling krijgt toegediend, kan de glucose dat het bevat een daling in de
bloedsuiker van de pasgeboren zuigeling veroorzaken (neonatale hypoglykemie).
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel heeft geen invloed op uw vermogen om machines te bedienen of te gebruiken.
3. Hoe krijgt u dit middel toegediend?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
De dosering die u zal worden toegediend, is afhankelijk van uw leeftijd, gewicht en
gezondheidstoestand. Uw arts zal in het bijzonder ervoor zorgen dat de hoeveelheid die u toegediend
krijgt, een bepaalde concentratie van kalium per uur en per 24 uur niet overschrijdt.
Vóór en tijdens de infusie zal uw arts de volgende zaken opvolgen:
volume lichaamsvocht
de zuurgraad van uw bloed en urine
de hoeveelheid elektrolyten in uw lichaam (voornamelijk natrium, bij patiënten met hoge waarden
van het hormoon vasopressine of bij patiënten die andere geneesmiddelen nemen die de werking
van vasopressine verhogen).
Baxter S.A.
Bijsluiter
Gebruik bij kinderen
De toegediende hoeveelheid en de snelheid van de toediening zullen worden berekend in functie van
de leeftijd, het gewicht, de gezondheidstoestand en andere behandelingen door een arts die ervaring
heeft in het toedienen van vloeistoffen aan kinderen via een ader (pediatrische parenterale hydratie).
Heeft u te veel van dit middel toegediend gekregen?
Als u te veel van dit geneesmiddel wordt gegeven, kan dit tot de volgende symptomen leiden:
hoog bloedsuikergehalte (hyperglykemie), wat ernstige dorst, droge mond en frequent urineren
veroorzaakt
laag natriumgehalte in uw bloed (hyponatriëmie). Hyponatriëmie kan leiden tot hoofdpijn, nausea,
insulten, lethargie, coma, zwelling van de hersenen (cerebraal oedeem) en overlijden
vochtophoping onder de huid (perifeer oedeem), in het bijzonder rond de enkels
hoge concentraties kalium (hyperkaliëmie). De symptomen omvatten:
ademhalingsverlamming (onvermogen om te ademen)
maag-darmstelselsymptomen (pijnlijke darmobstructies, nausea, braken, buikpijn)
hypotensie (lage bloeddruk)
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of verpleegkundige.
Wanneer u te veel van Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % heeft toegediend gekregen of
ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245
245).
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De bijwerkingen die voor dit geneesmiddel zijn gemeld, zijn:
verhoging van de hoeveelheid suiker in het bloed (hyperglykemie);
aanwezigheid van suiker in de urine (glucosurie);
verhoging van de hoeveelheid kalium in het bloed (hyperkaliëmie). Dit leidt tot afwijkingen in
de werking van het hart, waaronder mogelijk een hartaanval;
verstoord evenwicht van de zouten in het lichaam (elektrolytevenwichtstoornis);
waterretentie met zwelling van de ledematen of het gezicht (perifeer oedeem) en vochtretentie
in de longen (pulmonair oedeem);
verhoging van melkzuur in het bloed, waardoor het bloed te zuur wordt (melkzuur-acidose);
te veel urinezuur in het bloed (hyperurikemie);
wanneer te snel toegediend: roodheid van de huid (erytheem), pijn in het bovenste en
middelste deel van de maag, boven de navel (bovenbuikpijn), zweten;
lage waarden van natrium in het bloed dat kan verworven zijn tijdens ziekenhuisopname
(nosocomiale hyponatriëmie) en een verwante neurologische aandoening (acute
hyponatriëmische encefalopathie). Hyponatriëmie kan leiden tot onomkeerbaar hersenletsel en
overlijden ten gevolge van cerebrale oedeem/zwelling van de hersenen (zie ook de rubriek 2
'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Tot de bijwerkingen die verband kunnen houden met de wijze van toediening, behoren:
overgevoeligheidsreacties, waaronder een ernstige allergische reactie die anafylaxie heet
(mogelijke manifestatie bij patiënten met een allergie voor maïs);
hyponatriëmie (te laag natriumgehalte in de lichaamsvloeistoffen);
Baxter S.A.
Bijsluiter
irritatie en ontsteking van de ader waarin de oplossing wordt toegediend (flebitis). Dit kan
leiden tot roodheid, pijn of een brandend gevoel en zwelling van de ader;
rash;
pruritus (jeukende huid);
koorts (pyrexie);
infectie op de plaats van infusie;
lokale pijn of reactie (roodheid of zwelling) op de plaats van infusie;
injectieplaatsblaasjes;
koude rillingen;
hartstilstand;
de vorming van een klonter in de geïnjecteerde ader (veneuze trombose), wat pijn, zwelling of
roodheid veroorzaakt;
ontsnappen van de infuusoplossing (extravasatie) in de weefsels rond de ader. Dit kan de
weefsels beschadigen en littekenvorming veroorzaken;
hoger bloedvolume in de bloedvaten (hypervolemie).
Andere bijwerkingen die bij gelijkaardige geneesmiddelen gemeld zijn en ook bij Glucose 5 % +
NaCl
0,3 % + KCl
0,3 % kunnen voorkomen:
afname van de hoeveelheid natrium in het bloed (hyponatriëmie). Dit is waargenomen bij
andere oplossingen die een kleine hoeveelheid natriumchloride bevatten (minder dan 0,9 %).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via:
België
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
EUROSTATION II
Victor Hortaplein, 40/ 40
B-1060 Brussel
Website: www.fagg.be
e-mail: patientinfo@fagg-afmps.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de zak na
EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de oplossing niet helder is of dat er deeltjes in de
vloeistof zweven, of als de zak beschadigd is.
Elke zak moet na eenmalig gebruik worden vernietigd. Eventuele niet-gebruikte oplossing moet
worden vernietigd.
Baxter S.A.
Bijsluiter
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stoffen in dit middel zijn: watervrije glucose, natriumchloride, kaliumchloride.
-
De andere stof in dit middel is water voor injecties.
Hoe ziet Glucose 5 % + NaCl 0,3 % + KCl 0,3 % eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Viaflo-zak van 1000 ml.
De Viaflo-zakken zijn gemaakt van plastic (polyolefine/polyamide - PL-2442). De zakken zitten in
een plastic beschermverpakking die uitsluitend bestemd is voor de fysieke bescherming van de zak.
Elk karton bevat 10 zakken van 1000 ml.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Baxter S.A., Bd René Branquart 80, B-7860 Lessines, België
Fabrikanten:
Bieffe Medital, Ctra de Biescas-Senegüé, E-22666 Sabiñánigo (Huesca), Spanje
Baxter Healthcare Ltd, Caxton Way, Thetford, Norfolk IP24 3SE, Verenigd Koninkrijk
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
BE153036
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 03/2019.
Baxter en Viaflo zijn geregistreerde handelsmerken van Baxter International Inc.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
Voorzorgen bij gebruik:
Controles voorafgaand aan gebruik
-
De oplossing enkel toedienen wanneer ze helder en vrij van zichtbare deeltjes is en als de zak
niet beschadigd is.
- De zak pas vlak vóór gebruik uit de beschermverpakking nemen. De binnenverpakking zorgt
ervoor dat de steriliteit van het product behouden blijft.
- Onmiddellijk toedienen na inbrenging van de toedieningsset.
Baxter S.A.
Bijsluiter
Waarschuwingen voor het aansluiten van de infusie en hanteren van de zakken
-
De oplossing moet aan de hand van een aseptische techniek worden toegediend met behulp van
steriele apparatuur.
- Deze apparatuur moet worden geprimed met de oplossing om te voorkomen dat lucht
binnendringt in het systeem.
- Plastic zakken mogen niet in serie worden aangesloten om een luchtembolie te vermijden: de
achterblijvende lucht uit de eerste zak wordt opgezogen met de oplossing uit de tweede zak.
- Oefen geen druk uit op de flexibele plastic zak om de doorstroming te verhogen want dit kan
leiden tot een luchtembolie als de resterende lucht in de zak niet volledig verwijderd is vóór
toediening.
-
Het gebruik van een intraveneuze toedieningsset met ontluchting, waarbij het
ontluchtingsventiel open is, kan leiden tot luchtembolie. Intraveneuze toedieningssets met
ontluchting waarbij het ontluchtingsventiel open is, mogen niet worden gebruikt met soepele
plastic zakken.
- Kies een grote ader en hou de toedieningssnelheid zo laag mogelijk om te vermijden dat er
irritatie van de ader optreedt, een risico gerelateerd aan het gebruik van hypertonische
oplossingen.
- Verander van injectieplaats om de 24 uur om het risico op tromboflebitis te verminderen.
- Dien geen bloed toe langs dezelfde intraveneuze lijn om elk risico op pseudoagglutinatie te
vermijden.
- De zakken zijn voor eenmalig gebruik. Sluit geen deels gebruikte zakken opnieuw aan, bewaar
geen deels gebruikte zakken, vernietig alle niet-gebruikte oplossing.
Gebruik met toe te voegen geneesmiddelen
-
Zoals bij alle parenterale oplossingen, moet de verenigbaarheid van toe te voegen
geneesmiddelen met de oplossing worden gecontroleerd vóór de toediening.
- Raadpleeg eveneens de bijsluiter van het geneesmiddel dat u wilt toevoegen, alsook andere
relevante literatuur.
- Toe te voegen geneesmiddelen waarvan de onverenigbaarheid vastgesteld is, mogen niet
worden gebruikt.
- Vóór het toevoegen van een stof of medicatie dient u te verifiëren dat dit oplosbaar en/of stabiel
is in Glucose 5 % + NaCl
0,3 % + KCl
0,3 % en dat het pH-bereik van Glucose 5 % +
NaCl
0,3 % + KCl
0,3 % geschikt is.
- Wanneer een toe te voegen geneesmiddel gebruikt wordt, moet vóór parenterale toediening de
isotoniciteit ervan worden gecontroleerd. Het is de verantwoordelijkheid van de arts om de
onverenigbaarheid van een toe te voegen geneesmiddel met deze oplossing vast te stellen, door
de oplossing te controleren op een kleurverandering en/of de vorming van neerslag.
- Gebruik de oplossing niet indien zich na toevoeging een kleurverandering heeft voorgedaan
en/of zich neerslag, onoplosbare complexen of kristallen hebben gevormd.
- Het toegevoegde geneesmiddel moet onder aseptische omstandigheden grondig en zorgvuldig
worden gemengd. Toe te voegen geneesmiddelen kunnen vóór of tijdens de infusie worden
toegevoegd via de hersluitbare injectiepoort.
- Door de toevoeging van andere geneesmiddelen of een verkeerde wijze van toediening kunnen
pyrogenen in de bloedsomloop terechtkomen. Dit kan leiden tot de ontwikkeling van koorts. In
geval van bijwerkingen moet de infusie onmiddellijk worden stopgezet.
- Oplossingen met toegevoegde geneesmiddelen moeten onmiddellijk worden gebruikt en mogen
niet worden bewaard.
Wijze van gebruik:
Baxter S.A.
Bijsluiter
Openen
1. Neem de Viaflo-zak pas vlak vóór gebruik uit de beschermverpakking.
2. Controleer op de aanwezigheid van lekken door stevig in de zak te knijpen. Vernietig de oplossing
in geval van lekken, aangezien de steriliteit aangetast kan zijn.
3. Controleer of de oplossing helder is en geen vreemde deeltjes bevat. Vernietig de oplossing als die
niet helder is of als die vreemde deeltjes bevat.
De toediening voorbereiden
Gebruik steriel materiaal voor de voorbereiding en toediening.
1. Hang de zak aan het oogje omhoog aan de infuusstandaard.
2. Verwijder de plastic beschermhuls van de uitlaatpoort onderaan in de zak:
- neem met de ene hand de kleine vleugel op de uitlaatpoort vast;
- neem met de andere hand de vleugel op de beschermhuls vast en draai;
- de beschermhuls springt los van de uitlaatpoort.
3. Pas een aseptische techniek toe om de infusie voor te bereiden.
4. Bevestig de toedieningsset. Raadpleeg de volledige gebruiksaanwijzing van de set voor de
aansluiting en priming van de set en de toediening van de oplossing.
Technieken voor de injectie van toe te voegen geneesmiddelen
Opgelet: Het is mogelijk dat toe te voegen geneesmiddelen onverenigbaar zijn.
Geneesmiddelen toevoegen vóór de toediening
1. Desinfecteer de injectieplaats.
2. Gebruik een spuit met een naald van 19 gauge (1,10 mm) tot 22 gauge (0,70 mm) om de
hersluitbare injectiepoort aan te prikken, en injecteer het toe te voegen geneesmiddel in de zak met
oplossing.
3. Meng de oplossing grondig met het geneesmiddel. Tik voorzichtig op de poorten terwijl u die
rechtop houdt, en meng het geneesmiddel met de oplossing in geval van geneesmiddelen met een
hoge densiteit zoals kaliumchloride.
Opgelet: zakken met toegevoegde geneesmiddelen niet bewaren.
Geneesmiddelen toevoegen tijdens de toediening
1. Sluit het doorstromingscontroleventiel op de set.
2. Desinfecteer de injectieplaats.
3. Gebruik een spuit met een naald van 19 gauge (1,10 mm) tot 22 gauge (0,70 mm) om de
hersluitbare injectiepoort aan te prikken, en injecteer het toe te voegen geneesmiddel in de zak met
oplossing.
4. Verwijder de zak van de infuusstandaard en/of houd de zak rechtop.
5. Tik voorzichtig op beide poorten om de aanwezige luchtbellen in de poorten te verwijderen, terwijl
u de zak rechtop houdt.
6. Meng de oplossing grondig met het geneesmiddel.
7. Hang de zak opnieuw op aan de infuusstandaard, open de klem en ga verder met de toediening.
Baxter en Viaflo zijn geregistreerde handelsmerken van Baxter International Inc.