Glucose carelide 5 %
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER
GLUCOSE CARELIDE 5%, oplossing voor infusie
GLUCOSE CARELIDE 10%, oplossing voor infusie
(Glucose monohydraat)
Lees goed de hele bijsluiter, voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat
belangrijke informatie in voor u.
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals beschreven in deze bijsluiter of zoals uw arts, of
verpleegkundige u dat heeft verteld.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw apotheker.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundig.
- Wordt uw klacht na het einde van uw behandeling niet minder, of wordt hij zelfs erger?
Neem dan contact op met uw arts
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is GLUCOSE CARELIDE 5% en 10% en waarvoor worden deze middelen
ingenomen?
2. Wanneer mag u deze middelen niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u deze middelen in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u deze middelen?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. WAT IS GLUCOSE CARELIDE 5 EN 10% EN WAARVOOR WORDEN DEZE
MIDDELEN INGENOMEN?
Glucose CARELIDE 5% en 10% zijn oplossingen voor infusie die glucose bevatten.
Deze oplossingen worden gebruikt in de volgende gevallen:
-
Preventie van intra- en extracellulaire dehydratatie.
-
Oplosmiddel voor de parenterale injectie van geneesmiddelen.
-
Preventie en behandeling van ketose bij ondervoeding, braken en diarree.
-
Milde koolhydraat calorie-opname (Glucose CARELIDE 5% : 200 kcal/l en Glucose
CARELIDE 10%: 400 kcal/l).
2. WANNEER MAG U DEZE MIDDELEN NIET INNEMEN OF MOET U ER EXTRA
VOORZICHTIG MEE ZIJN?
Wanneer mag u deze middelen niet gebruiken?
-
Hyperglycemie
(te
hoge glucosespiegel in het bloed)
-
Gedecompenseerde diabetes
-
Hyperosmolair coma
(diabetisch coma)
-
Bekende
glucose-intolerantie
(zoals situaties van metabole stress)
-
Hyperlactatemie
(te hoge lactaatspiegel in het bloed)
-
Ernstige
nierinsufficiëntie.
-
Hyponatriëmie
(te lage natriumspiegel in het bloed)
-
Hypokaliëmie
(te lage kaliumspiegel in het bloed)
1/7
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met deze middelen?
-
Een trage infusiesnelheid moet behouden worden om een ongewenste osmotische diurese
te vermijden.
-
De klinische status alsook de electrolyten balans van de patiënt moeten nauwkeurig
worden gemonitord, meer bepaald de glycemie en de kaliëmie bij de start van de infusie.
Indien nodig moet een supplement insuline en Kalium overwogen worden.
-
De glucose oplossingen mogen niet worden toegediend aan kinderen, adolescenten en
volwassenen die een ischemische hartstilstand, hersenbloeding of craniëel trauma hebben
gehad behalve in het kader van een bewezen of zeer sterk vermoeden van hypoglycemie,
daar een hypoglycemie de toestand van de patiënt kan verslechteren.
-
Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij diabetici of mensen die een intoleratie
voor glucose hebben en in geval van ernstige nierinsufficiëntie.
-
Om de risico’s op tromboflebitis te verminderen, is het aanbevolen om de 24 uur van
injectieplaats te veranderen.
Gebruiksvoorzorgen van de zak en het gesloten systeem
-
Gebruik onmiddellijk na opening van de omzak.
-
Controleer of de oplossing helder is.
-
Controleer of de ophangring open is.
-
Controleer of de zak niet lekt, gebruik geen beschadigde of gedeeltelijk gebruikte zak of
een zak waarvan de suspensiering niet open is.
-
Gebruik geen luchttoevoer, gebruik de zak niet in serieverbinding.
Kinderen en adolescenten.
Zie deel:
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
aan het einde van deze bijsluiter.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
-
Controleer de verenigbaarheid van de geneesmiddelen die toegevoegd worden in de
recipiënt.
-
Bij diabetici kan de infusie van glucose de
insulinebehoeften
veranderen.
-
Niet gelijktijdig
bloed
toedienen via deze toedieningsset omwille van het risico op
pseudo-agglutinatie.
Vertel uw arts als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt
ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Niet van toepassing
Zwangerschap en borstvoeding en vruchtbaarheid
Glucose CARELIDE 5% en Glucose 10% mogen worden gebruikt tijdens de zwangerschap of
de periode van borstvoeding.
De toediening van glucose voor en tijdens de bevalling kan aanleiding geven tot
hypoglycemie bij de pasgeborene.
Vruchtbaarheid : niet van toepassing
Als u zwanger bent of borstvoeding geeft, als u zwanger denkt te zijn of van plan zwanger te
worden vraag dan uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
2/7
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Niet van toepassing
3. HOE NEEMT U DEZE MIDDELEN IN?
Gebruik deze geneesmiddelen altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld.
Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De oplossing wordt toegediend via intraveneuze weg in uw arm.
De dosering en het debiet worden aangepast door uw arts of verpleegster in functie van uw
leeftijd, uw klinische toestand, uw gewicht en uw eventuele bijkomende behandelingen. Voor
de dosering, zie rubriek 6.
Gebruik bij kinderen
Zie deel:
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
aan het einde van deze bijsluiter
Heeft u te veel van deze middelen ingenomen?
Een te snelle infusie van de Glucose CARELIDE 5% oplossing kan leiden tot
hyperhydratatie, hypokaliëmie
(daling van de kaliumspiegel in het bloed)
en hypofosfatemie
(daling van de fosfaatspiegel in het bloed).
Een te snelle infusie van de Glucose CARELIDE 10% oplossing kan leiden tot hyperglycemie
(te
veel suiker in uw bloed),
glycosurie (suiker
in de urine),
hyperosmolair coma,
hypokaliëmie en hypofosfatemie.
De infusie moet stopgezet worden in geval van abnormale symptomen (zoals oedeem als
gevolg van de infusie, duizeligheid, hartritmestoornissen).
Wanneer u te veel van de
Glucose CARELIDE 5% en Glucose 10%
heeft gebruikt, neem dan
onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
De medische behandeling moet symptomatisch zijn.
Het kan nodig zijn om de elektrolytenstoornissen te corrigeren.
Bent u vergeten deze middelen te gebruiken?
Niet van toepassing.
Als u stopt met het gebruiken van deze middelen
Niet van toepassing.
4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De volgende bijwerkingen kunnen waargenomen worden :
-
Hyperglycemie.
-
Oedeem.
3/7
-
Verstoring van de vocht- en elektrolytenbalans, vooral hypokaliëmie en hypofosfatemie.
-
Glycosurie.
-
Risico op tromboflebitis in geval van langdurige toediening.
Sommige ongewenste effecten kunnen worden geassocieerd aan de techniek van toediening
zelf onder andere: febriele respons, infectie ter hoogte van de injectiesite, locale pijn of
reactie, veineuze irritatie, veneuze thromboze of flebitis vertrekkend van aan de injectiesite,
axtravasatie en hypervolemie.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen
ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem: Federaal agentschap voor
geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
EUROSTATION II
Victor Hortaplein, 40/ 40
B-1060 Brussel
Website:
www.fagg.be
E-mail:
patientinfo@fagg-afmps.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5. HOE BEWAART U DEZE MIDDELEN?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren bij kamertemperatuur (15°C-25°C).
Gebruik Glucose CARELIDE 5% en Glucose CARELIDE 10% niet meer na de uiterste
houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het zak. Daar staat een maand en een jaar. De laatste
dag van die maand is de uiterste Vervaldatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC. Vraag uw apotheker wat u met
geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde
manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE
Welke stoffen zitten er in deze middelen
?
Glucose CARELIDE 5%
Het
werkzaam glucosemonohydraat
bestanddeel is
(55 g - 280 mmol/l)
Het andere bestanddeel water voor injecties
is
Osmolariteit
280 mOsm/l
Glucose CARELIDE 10%
glucosemonohydraat
(110 g - 560 mmol/l)
water voor injecties
560 mOsm/l
Hoe zien Glucose CARELIDE 5% en 10% eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dit geneesmiddel wordt voorgesteld onder de vorm van een oplossing voor I.V infusie:
- in een soepele PVC zak (Macoflex), in een soepele polyolefinezak (Macoflex N) met een
inhoud van 50 ml, 100 ml, 150 ml, 250 ml, 500 ml en 1 000 ml. Elke zak Macoflex en
4/7
Macoflex N heeft een infuusplaats en een injectiepoort voor het toevoegen van
geneesmiddelen.
- in soepele PVC zak (Macoperf) met een inhoud van 50 ml, 100 ml, 250 ml, 500 ml en
1 000 ml met geïntegreerde infusieset. Elke zak Macoperf bevat een injectiepoort voor de
geneesmiddelen en een geïntegreerde infusieset.
- in een soepele polyolefinezak met een naaldloze toegangsplaats (Easyflex N) met een
inhoud van 50 ml, 100 ml, 250 ml, 500 ml en 1000 ml. Elke zak Easyflex N bevat een
infuusplaats waarop de infuuslijn kan worden aangesloten en een naaldloze toegangsplaats die
over een anti-refluxklep beschikt voor de injectie of het infuus van een oplossing.
- in een soepele polyolefinezak met dubbele luer-lock toegang (Macoflex N biluer) met een
inhoud van 50 ml, 100 ml, 250 ml, 500 ml en 1 000 ml. Elke zak Macoflex N biluer heeft een
infuusplaats en een injectiepoort voor het toevoegen van geneesmiddelen.
Elke zak is individueel verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
CARELIDE -
Rue Michel
Raillard - 59420 Mouvaux - FRANCE
Fabrikant :
CARELIDE -
Rue Michel Raillard - 59420 Mouvaux - FRANCE
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen:
Glucose CARELIDE 5%
Macoflex:
50ml: BE151977 - 100ml: BE151986 - 150ml: BE151952 - 250ml: BE151934 -
500ml: BE151943 - 1000ml: BE151925
Macoperf:
50ml: BE217104 - 100ml: BE217113 - 250ml: BE217122 - 500ml: BE230081 -
1000ml: BE230097
Macoflex N:
50ml: BE238104 - 100ml: BE238113 - 150ml: BE238122 – 250ml: BE238131 -
500ml: BE238147 - 1000ml: BE238156
Easyflex N:
50ml: BE316407 - 100ml: BE316416 – 250ml: BE316425 – 500ml: BE316434 -
1000ml: BE316443
Macoflex N biluer:
50ml: BE447804 - 100 ml: BE447813 - 250ml: BE447822 - 500ml:
BE447831 - 1000ml: BE447840
Glucose CARELIDE 10%
Macoflex:
50ml: BE151995 - 100ml: BE152083 - 150ml: BE152004 - 250ml: BE152013 -
500ml: BE152022 - 1000ml: BE151855
Macoflex N:
50ml: BE447751 - 100ml: BE447760 - 250ml: BE447777 – 500ml : BE447786 -
1000ml: BE447795
Wettelijk statuut van aflevering:
Geneesmiddel niet op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 10/2020.
__________________________________________________________________________
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg
Zie ook paragraaf 3.
5/7
Dosering:
De dosering moet aangepast worden in functie van de leeftijd, het gewicht en de klinische
toestand van de patiënt. Het kan nodig zijn om de evolutie van de serumconcentraties van
glucose nauwgezet op te volgen.
De aanbevolen dosering bij vocht- en koolhydraatdepletie is :
Bij volwassenen
: 500 ml aan 3 liter / 24 u
Bij kinderen en zuigelingen :
-
van 0-10 kg lichaamsgewicht
: 100 ml / kg / 24 u
-
van 10-20 kg lichaamsgewicht
: 1000 ml + 50 ml / kg boven 10 kg / 24 u.
-
boven 20 kg lichaamsgewicht
: 1500 ml + 20 ml / kg boven 20 kg / 24 u.
Het infusiedebiet is afhankelijk van de klinische toestand van de patiënt.
De oxidatiecapaciteiten van glucose mogen niet overschreden worden om hyperglycemie te
voorkomen. Hieruit volgt dat de
maximale dosissen variëren
van
5 mg / kg / min voor
volwassenen
tot
10 - 18 mg / kg / min voor zuigelingen en kinderen,
afhankelijk van de
leeftijd en het lichaamsgewicht.
De aanbevolen dosering als Glucose CARELIDE 5% en 10% oplossingen voor infusie wordt
gebruikt als oplosmiddel of verdunningsmiddel, varieert van 50 tot 250 ml per dosis van het
toe te dienen geneesmiddel.
Als Glucose CARELIDE 5% en 10% oplossingen voor infusie wordt gebruikt voor de
verdunning en de aflevering van complementaire behandelingen, zullen de dosering en het
debiet hoofdzakelijk afhangen van de aard en de dosis van het voorgeschreven geneesmiddel.
Toediening:
De oplossing is bestemd voor gebruik als intraveneuze infusie (via een perifere of een centrale
vene).
Als de oplossing wordt gebruikt voor de verdunning en de toediening van complementaire
behandelingen via intraveneuze infusie, zullen de gebruiksrichtlijnen van de bijkomende
therapeutische stof het aangepaste volume voor elke behandeling bepalen.
Alvorens toevoegingen van medicijnen te doen in de zak gelieven de compatibiliteit met de
oplossing en de recipiënt na te gaan.
Gebruiksaanwijzing van de zakken Macoflex en Macoflex N
-
-
-
-
Neem de zak uit de omzak ; gebruik de zak onmiddellijk na opening.
Verwijder de beschermer van de infusiepoort.
Verbind de toedieningsset met de zak.
Geneesmiddelen moeten toegevoegd worden via de injectiepoort.
Gebruiksaanwijzing van het gesloten systeem Macoperf
-
-
-
-
-
Neem het gesloten systeem uit de omzak; gebruik onmiddellijk na opening;
Beweeg de druppelregulator enkele centimeters vooraleer de slang af te klemmen;
Verbreek de openbreek canule door de slang krachtig te plooien in beide richtingen
(Klik-Klak);
Vul de druppelkamer;
Maak de slang open en spoel de infuuslijn door;
6/7
-
-
-
Sluit de slang opnieuw af;
Geneesmiddelen moeten toegevoegd worden via de injectiepoort.
De toediening gebeurt door de zwaartekracht. Het debiet moet regelmatig
gecontroleerd worden in functie van de toedieningsduur.
Gebruiksaanwijzing voor het zak Easyflex N
Het zakje uit de buitenverpakking halen ; onmiddellijk na opening gebruiken.
De Easyflex N-zak heeft een infuusplaats waarop de infuuslijn kan worden aangesloten en een
naaldloze toegangsplaats die over een antirefluxklep beschikt voor de injectie of het infuus
van een oplossing.
Aansluiting van een spuit op de naaldloze toegangsweg voor de injectie van een geneesmiddel
of de terugtrekking van een oplossing:
1. Het luer-lockuiteinde van de spuit aansluiten op de naaldloze toegangsplaats door te
duwen en de spuit in wijzerzin te draaien om de aansluiting te beveiligen.
2. De oplossing in de spuit injecteren of de oplossing uit de zak trekken.
3. De spuit loskoppelen van de naaldloze toegangsplaats door in tegenwijzerzin te
draaien.
4. De naaldloze toegangsweg wordt automatisch afgesloten en heeft een antirefluxklep.
5. De naaldloze toegangsweg kan meerdere keren opnieuw worden aangesloten door
fase 1 tot 3 te herhalen.
Aansluiting van een infuuslijn op de naaldloze toegangsplaats voor de infusie van een
geneesmiddel:
1. Het mannelijke lueruiteinde van een infuuslijn aansluiten op de naaldloze
toegangsplaats door te duwen en de infuuslijn in wijzerzin te draaien om de aansluiting
te beveiligen.
2. De i.v. oplossing toedienen.
3. De infuuslijn ontkoppelen van de naaldloze toegangsplaats door in tegenwijzerzin te
draaien.
4. De naaldloze toegangsweg wordt automatisch afgesloten en heeft een antirefluxklep.
5. De naaldloze toegangsweg kan meerdere keren opnieuw worden aangesloten door
fase 1 tot 3 te herhalen.
Gebruiksaanwijzing voor het zak Macoflex N biluer
-
-
-
-
-
Neem de zak uit de omzak ; gebruik de zak onmiddellijk na opening.
Verwijder de beschermer van de infusiepoort.
Verbind de toedieningsset met de zak met behulp van de luer-aansluiting.
Verbreek de openbreek canule door de slang flink te vouwen in beide richtingen (klik-
klak).
Geneesmiddelen moeten toegevoegd worden via de toevoegingspoort (verbreek de
openbreek canule).
7/7
GLUCOSE CARELIDE 5%, oplossing voor infusie
GLUCOSE CARELIDE 10%, oplossing voor infusie
(Glucose monohydraat)
Lees goed de hele bijsluiter, voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat
belangrijke informatie in voor u.
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals beschreven in deze bijsluiter of zoals uw arts, of
verpleegkundige u dat heeft verteld.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw apotheker.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundig.
- Wordt uw klacht na het einde van uw behandeling niet minder, of wordt hij zelfs erger?
Neem dan contact op met uw arts
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is GLUCOSE CARELIDE 5% en 10% en waarvoor worden deze middelen
ingenomen?
2. Wanneer mag u deze middelen niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe neemt u deze middelen in?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u deze middelen?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. WAT IS GLUCOSE CARELIDE 5 EN 10% EN WAARVOOR WORDEN DEZE
MIDDELEN INGENOMEN?
Glucose CARELIDE 5% en 10% zijn oplossingen voor infusie die glucose bevatten.
Deze oplossingen worden gebruikt in de volgende gevallen:
- Preventie van intra- en extracellulaire dehydratatie.
- Oplosmiddel voor de parenterale injectie van geneesmiddelen.
- Preventie en behandeling van ketose bij ondervoeding, braken en diarree.
- Milde koolhydraat calorie-opname (Glucose CARELIDE 5% : 200 kcal/l en Glucose
CARELIDE 10%: 400 kcal/l).
2. WANNEER MAG U DEZE MIDDELEN NIET INNEMEN OF MOET U ER EXTRA
VOORZICHTIG MEE ZIJN?
Wanneer mag u deze middelen niet gebruiken?
-
Hyperglycemie (te hoge glucosespiegel in het bloed)
-
Gedecompenseerde diabetes
-
Hyperosmolair coma (diabetisch coma)
- Bekende
glucose-intolerantie (zoals situaties van metabole stress)
-
Hyperlactatemie (te hoge lactaatspiegel in het bloed)
- Ernstige
nierinsufficiëntie.
-
Hyponatriëmie (te lage natriumspiegel in het bloed)
-
Hypokaliëmie (te lage kaliumspiegel in het bloed)
te vermijden.
- De klinische status alsook de electrolyten balans van de patiënt moeten nauwkeurig
worden gemonitord, meer bepaald de glycemie en de kaliëmie bij de start van de infusie.
Indien nodig moet een supplement insuline en Kalium overwogen worden.
- De glucose oplossingen mogen niet worden toegediend aan kinderen, adolescenten en
volwassenen die een ischemische hartstilstand, hersenbloeding of craniëel trauma hebben
gehad behalve in het kader van een bewezen of zeer sterk vermoeden van hypoglycemie,
daar een hypoglycemie de toestand van de patiënt kan verslechteren.
- Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij diabetici of mensen die een intoleratie
voor glucose hebben en in geval van ernstige nierinsufficiëntie.
- Om de risico's op tromboflebitis te verminderen, is het aanbevolen om de 24 uur van
injectieplaats te veranderen.
Gebruiksvoorzorgen van de zak en het gesloten systeem
-
Gebruik onmiddellijk na opening van de omzak.
- Controleer of de oplossing helder is.
- Controleer of de ophangring open is.
- Controleer of de zak niet lekt, gebruik geen beschadigde of gedeeltelijk gebruikte zak of
een zak waarvan de suspensiering niet open is.
- Gebruik geen luchttoevoer, gebruik de zak niet in serieverbinding.
Kinderen en adolescenten.
Zie deel:
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg aan het einde van deze bijsluiter.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
-
Controleer de verenigbaarheid van de geneesmiddelen die toegevoegd worden in de
recipiënt.
- Bij diabetici kan de infusie van glucose de
insulinebehoeften veranderen.
- Niet gelijktijdig
bloed toedienen via deze toedieningsset omwille van het risico op
pseudo-agglutinatie.
Vertel uw arts als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt
ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Niet van toepassing
Zwangerschap en borstvoeding en vruchtbaarheid
Glucose CARELIDE 5% en Glucose 10% mogen worden gebruikt tijdens de zwangerschap of
de periode van borstvoeding.
De toediening van glucose voor en tijdens de bevalling kan aanleiding geven tot
hypoglycemie bij de pasgeborene.
Vruchtbaarheid : niet van toepassing
Als u zwanger bent of borstvoeding geeft, als u zwanger denkt te zijn of van plan zwanger te
worden vraag dan uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
3. HOE NEEMT U DEZE MIDDELEN IN?
Gebruik deze geneesmiddelen altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld.
Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De oplossing wordt toegediend via intraveneuze weg in uw arm.
De dosering en het debiet worden aangepast door uw arts of verpleegster in functie van uw
leeftijd, uw klinische toestand, uw gewicht en uw eventuele bijkomende behandelingen. Voor
de dosering, zie rubriek 6.
Gebruik bij kinderen
Zie deel:
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg aan het einde van deze bijsluiter
Heeft u te veel van deze middelen ingenomen?
Een te snelle infusie van de Glucose CARELIDE 5% oplossing kan leiden tot
hyperhydratatie, hypokaliëmie (daling van de kaliumspiegel in het bloed) en hypofosfatemie
(daling van de fosfaatspiegel in het bloed).
Een te snelle infusie van de Glucose CARELIDE 10% oplossing kan leiden tot hyperglycemie
(te veel suiker in uw bloed), glycosurie (suiker in de urine), hyperosmolair coma,
hypokaliëmie en hypofosfatemie.
De infusie moet stopgezet worden in geval van abnormale symptomen (zoals oedeem als
gevolg van de infusie, duizeligheid, hartritmestoornissen).
Wanneer u te veel van de Glucose CARELIDE 5% en Glucose 10% heeft gebruikt, neem dan
onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
De medische behandeling moet symptomatisch zijn.
Het kan nodig zijn om de elektrolytenstoornissen te corrigeren.
Bent u vergeten deze middelen te gebruiken?
Niet van toepassing.
Als u stopt met het gebruiken van deze middelen
Niet van toepassing.
4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De volgende bijwerkingen kunnen waargenomen worden :
- Hyperglycemie.
- Oedeem.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen
ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem: Federaal agentschap voor
geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
EUROSTATION II
Victor Hortaplein, 40/ 40
B-1060 Brussel
Website: www.fagg.be
E-mail: patientinfo@fagg-afmps.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5. HOE BEWAART U DEZE MIDDELEN?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren bij kamertemperatuur (15°C-25°C).
Gebruik Glucose CARELIDE 5% en Glucose CARELIDE 10% niet meer na de uiterste
houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het zak. Daar staat een maand en een jaar. De laatste
dag van die maand is de uiterste Vervaldatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC. Vraag uw apotheker wat u met
geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde
manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE
Welke stoffen zitten er in deze middelen?
Glucose CARELIDE 5%
Glucose CARELIDE 10%
Het
werkzaam glucosemonohydraat
glucosemonohydraat
bestanddeel is
(55 g - 280 mmol/l)
(110 g - 560 mmol/l)
Het andere bestanddeel water voor injecties
water voor injecties
is
Osmolariteit
280 mOsm/l
560 mOsm/l
Hoe zien Glucose CARELIDE 5% en 10% eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Dit geneesmiddel wordt voorgesteld onder de vorm van een oplossing voor I.V infusie:
- in een soepele PVC zak (Macoflex), in een soepele polyolefinezak (Macoflex N) met een
inhoud van 50 ml, 100 ml, 150 ml, 250 ml, 500 ml en 1 000 ml. Elke zak Macoflex en
Elke zak is individueel verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: CARELIDE - Rue Michel
Raillard - 59420 Mouvaux - FRANCE
Fabrikant :
CARELIDE - Rue Michel Raillard - 59420 Mouvaux - FRANCE
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen:
Glucose CARELIDE 5%
Macoflex: 50ml: BE151977 - 100ml: BE151986 - 150ml: BE151952 - 250ml: BE151934 -
500ml: BE151943 - 1000ml: BE151925
Macoperf: 50ml: BE217104 - 100ml: BE217113 - 250ml: BE217122 - 500ml: BE230081 -
1000ml: BE230097
Macoflex N: 50ml: BE238104 - 100ml: BE238113 - 150ml: BE238122 250ml: BE238131 -
500ml: BE238147 - 1000ml: BE238156
Easyflex N: 50ml: BE316407 - 100ml: BE316416 250ml: BE316425 500ml: BE316434 -
1000ml: BE316443
Macoflex N biluer: 50ml: BE447804 - 100 ml: BE447813 - 250ml: BE447822 - 500ml:
BE447831 - 1000ml: BE447840
G
lucose C
ARELIDE 10%
Macoflex: 50ml: BE151995 - 100ml: BE152083 - 150ml: BE152004 - 250ml: BE152013 -
500ml: BE152022 - 1000ml: BE151855
Macoflex N: 50ml: BE447751 - 100ml: BE447760 - 250ml: BE447777 500ml : BE447786 -
1000ml: BE447795
Wettelijk statuut van aflevering: Geneesmiddel niet op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 10/2020.
__________________________________________________________________________
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg
Zie ook paragraaf 3.
De aanbevolen dosering bij vocht- en koolhydraatdepletie is :
Bij volwassenen : 500 ml aan 3 liter / 24 u
Bij kinderen en zuigelingen :
-
van 0-10 kg lichaamsgewicht : 100 ml / kg / 24 u
-
van 10-20 kg lichaamsgewicht : 1000 ml + 50 ml / kg boven 10 kg / 24 u.
-
boven 20 kg lichaamsgewicht : 1500 ml + 20 ml / kg boven 20 kg / 24 u.
Het infusiedebiet is afhankelijk van de klinische toestand van de patiënt.
De oxidatiecapaciteiten van glucose mogen niet overschreden worden om hyperglycemie te
voorkomen. Hieruit volgt dat de
maximale dosissen variëren van
5 mg / kg / min voor
volwassenen tot
10 - 18 mg / kg / min voor zuigelingen en kinderen, afhankelijk van de
leeftijd en het lichaamsgewicht.
De aanbevolen dosering als Glucose CARELIDE 5% en 10% oplossingen voor infusie wordt
gebruikt als oplosmiddel of verdunningsmiddel, varieert van 50 tot 250 ml per dosis van het
toe te dienen geneesmiddel.
Als Glucose CARELIDE 5% en 10% oplossingen voor infusie wordt gebruikt voor de
verdunning en de aflevering van complementaire behandelingen, zullen de dosering en het
debiet hoofdzakelijk afhangen van de aard en de dosis van het voorgeschreven geneesmiddel.
Toediening:
De oplossing is bestemd voor gebruik als intraveneuze infusie (via een perifere of een centrale
vene).
Als de oplossing wordt gebruikt voor de verdunning en de toediening van complementaire
behandelingen via intraveneuze infusie, zullen de gebruiksrichtlijnen van de bijkomende
therapeutische stof het aangepaste volume voor elke behandeling bepalen.
Alvorens toevoegingen van medicijnen te doen in de zak gelieven de compatibiliteit met de
oplossing en de recipiënt na te gaan.
Gebruiksaanwijzing van de zakken Macoflex en Macoflex N
- Neem de zak uit de omzak ; gebruik de zak onmiddellijk na opening.
- Verwijder de beschermer van de infusiepoort.
- Verbind de toedieningsset met de zak.
- Geneesmiddelen moeten toegevoegd worden via de injectiepoort.
Gebruiksaanwijzing van het gesloten systeem Macoperf
- Neem het gesloten systeem uit de omzak; gebruik onmiddellijk na opening;
- Beweeg de druppelregulator enkele centimeters vooraleer de slang af te klemmen;
- Verbreek de openbreek canule door de slang krachtig te plooien in beide richtingen
(Klik-Klak);
- Vul de druppelkamer;
- Maak de slang open en spoel de infuuslijn door;
Sluit de slang opnieuw af;
- Geneesmiddelen moeten toegevoegd worden via de injectiepoort.
- De toediening gebeurt door de zwaartekracht. Het debiet moet regelmatig
gecontroleerd worden in functie van de toedieningsduur.
Gebruiksaanwijzing voor het zak Easyflex N
Het zakje uit de buitenverpakking halen ; onmiddellijk na opening gebruiken.
De Easyflex N-zak heeft een infuusplaats waarop de infuuslijn kan worden aangesloten en een
naaldloze toegangsplaats die over een antirefluxklep beschikt voor de injectie of het infuus
van een oplossing.
Aansluiting van een spuit op de naaldloze toegangsweg voor de injectie van een geneesmiddel
of de terugtrekking van een oplossing:
1. Het luer-lockuiteinde van de spuit aansluiten op de naaldloze toegangsplaats door te
duwen en de spuit in wijzerzin te draaien om de aansluiting te beveiligen.
2. De oplossing in de spuit injecteren of de oplossing uit de zak trekken.
3. De spuit loskoppelen van de naaldloze toegangsplaats door in tegenwijzerzin te
draaien.
4. De naaldloze toegangsweg wordt automatisch afgesloten en heeft een antirefluxklep.
5. De naaldloze toegangsweg kan meerdere keren opnieuw worden aangesloten door
fase 1 tot 3 te herhalen.
Aansluiting van een infuuslijn op de naaldloze toegangsplaats voor de infusie van een
geneesmiddel:
1. Het mannelijke lueruiteinde van een infuuslijn aansluiten op de naaldloze
toegangsplaats door te duwen en de infuuslijn in wijzerzin te draaien om de aansluiting
te beveiligen.
2. De i.v. oplossing toedienen.
3. De infuuslijn ontkoppelen van de naaldloze toegangsplaats door in tegenwijzerzin te
draaien.
4. De naaldloze toegangsweg wordt automatisch afgesloten en heeft een antirefluxklep.
5. De naaldloze toegangsweg kan meerdere keren opnieuw worden aangesloten door
fase 1 tot 3 te herhalen.
Gebruiksaanwijzing voor het zak Macoflex N biluer
- Neem de zak uit de omzak ; gebruik de zak onmiddellijk na opening.
- Verwijder de beschermer van de infusiepoort.
- Verbind de toedieningsset met de zak met behulp van de luer-aansluiting.
- Verbreek de openbreek canule door de slang flink te vouwen in beide richtingen (klik-
klak).
- Geneesmiddelen moeten toegevoegd worden via de toevoegingspoort (verbreek de
openbreek canule).