Glustin 45 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 15 mg tabletten
Glustin 30 mg tabletten
Glustin 45 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Glustin 15 mg tabletten
Iedere tablet bevat 15 mg pioglitazon (in de vorm van het hydrochloridezout).
Hulpstof met bekend effect
Iedere tablet bevat 92,87 mg lactose monohydraat (zie rubriek 4.4).
Glustin 30 mg tabletten
Iedere tablet bevat 30 mg pioglitazon (in de vorm van het hydrochloridezout).
Hulpstof met bekend effect
Iedere tablet bevat 76,34 mg lactose monohydraat (zie rubriek 4.4).
Glustin 45 mg tabletten
Iedere tablet bevat 45 mg pioglitazon (in de vorm van het hydrochloridezout).
Hulpstof met bekend effect
Iedere tablet bevat 114,51 mg lactose monohydraat (zie rubriek 4.4).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet
Glustin 15 mg tabletten
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, rond en convex, waarbij aan de ene kant het cijfer ‘15’ is
aangebracht en aan de andere kant ‘AD4’.
Glustin 30 mg tabletten
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, rond en plat, waarbij aan de ene kant het cijfer ‘30’ is
aangebracht en aan de andere kant ‘AD4’.
Glustin 45 mg tabletten
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, rond en plat, waarbij aan de ene kant het cijfer ‘45’ is
aangebracht en aan de andere kant ‘AD4’.
2
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Pioglitazon is geïndiceerd als tweede- of derdelijnsbehandeling van type 2 diabetes mellitus zoals
hieronder beschreven:
als
monotherapie
-
bij volwassen patiënten (in het bijzonder bij patiënten met overgewicht) met onvoldoende
glykemische controle ondanks een dieet en lichaamsbeweging, en voor wie metformine niet
geschikt is vanwege contra-indicaties of intolerantie.
als
dubbele orale therapie
in combinatie met
-
metformine, bij volwassen patiënten (in het bijzonder bij patiënten met overgewicht) met
onvoldoende glykemische controle ondanks monotherapie met metformine in een maximaal
verdraagbare dosis
-
een sulfonylureumderivaat, alleen bij volwassen patiënten die intolerantie vertonen voor
metformine of voor wie metformine gecontraïndiceerd is, met onvoldoende glykemische
controle ondanks monotherapie met een sulfonylureumderivaat in een maximaal verdraagbare
dosis.
als
drievoudige orale therapie
in combinatie met
-
metformine en een sulfonylureumderivaat, bij volwassen patiënten (in het bijzonder bij
patiënten met overgewicht) met onvoldoende glykemische controle ondanks dubbele orale
therapie.
Pioglitazon is eveneens geïndiceerd voor gebruik in combinatie met insuline bij volwassen patiënten
met type 2 diabetes mellitus met onvoldoende glykemische controle tijdens insulinebehandeling, voor
wie metformine niet geschikt is vanwege contra-indicaties of intoleranties (zie rubriek 4.4).
Na start van de behandeling met pioglitazon moet de werkzaamheid ervan (bijvoorbeeld reductie in
HbA
1c
) binnen 3 tot 6 maanden worden geëvalueerd. Bij patiënten die onvoldoende reageren moet de
behandeling worden gestaakt.
Vanwege de mogelijke risico’s bij langdurig gebruik moet de voorschrijver tijdens regelmatige
vervolgafspraken opnieuw vaststellen of de patiënt nog baat heeft bij de behandeling met pioglitazon
(zie rubriek 4.4).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Behandeling met pioglitazon kan worden gestart met een dosis van 15 mg of 30 mg eenmaal per dag.
De dosis kan stapsgewijs worden verhoogd tot 45 mg éénmaal per dag.
In combinatie met insuline kan de huidige insulinedosis worden voortgezet bij aanvang van de
behandeling met pioglitazin. Bij een melding van de patiënt over hypoglykemie moet de insulinedosis
worden verlaagd.
Speciale patiëntenpopulaties
Oudere patiënten
Voor oudere patiënten is geen aanpassing van de dosering noodzakelijk (zie rubriek 5.2). Artsen
moeten de behandeling beginnen met de laagst beschikbare dosis en de dosis geleidelijk verhogen,
vooral wanneer pioglitazon wordt gebruikt in combinatie met insuline (zie rubriek 4.4 Vochtretentie
en hartfalen).
3
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met verminderde nierfunctie is geen aanpassing van de dosering noodzakelijk
(creatinine-klaring
4 ml/min) (zie rubriek 5.2). Er is geen informatie beschikbaar m.b.t.
dialysepatiënten, daarom dient pioglitazon bij deze patiënten niet te worden gebruikt.
Verminderde leverfunctie
Pioglitazon dient niet te worden gebruikt bij patiënten met verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.3
en 4.4).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Glustin bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar zijn nog
niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Pioglitazon tabletten worden éénmaal daags oraal, met of zonder voedsel, ingenomen. Tabletten
moeten worden doorgeslikt met een glas water.
4.3
Contra-indicaties
Pioglitazon is gecontraïndiceerd bij patiënten met:
-
overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
-
hartfalen of voorgeschiedenis van hartfalen (NYHA klasse I tot IV)
-
verminderde leverfunctie
-
diabetische ketoacidose
-
actieve blaaskanker of een voorgeschiedenis van blaaskanker
-
niet-onderzochte, macroscopische hematurie
4.4
Bijzondere waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik
Vochtretentie en hartfalen
Pioglitazon kan vochtretentie veroorzaken, wat hartfalen kan verergeren of bespoedigen. Wanneer
patiënten behandeld worden die minstens één risicofactor hebben voor de ontwikkeling van congestief
hartfalen (bijvoorbeeld een eerder hartinfarct of symptomatisch coronair lijden of bij ouderen),
zouden artsen moeten beginnen met de laagst beschikbare dosis en de dosis geleidelijk opvoeren.
Patiënten dienen te worden gevolgd op tekenen en symptomen van hartfalen, gewichtstoename of
oedeem, zeker patiënten met een verminderde cardiale reserve. Er zijn post-marketing gevallen
gerapporteerd van hartfalen bij gebruik van pioglitazon in combinatie met insuline of bij patiënten
met een voorgeschiedenis van hartfalen. Patiënten dienen te worden gevolgd op tekenen en
symptomen van hartfalen, gewichtstoename en oedeem, wanneer pioglitazon wordt gebruikt in
combinatie met insuline. Aangezien insuline en pioglitazon beide zijn geassocieerd met vochtretentie,
kan gelijktijdige toediening het risico op oedeem vergroten. Post-marketing gevallen van perifeer
oedeem en hartfalen werden eveneens gerapporteerd bij patiënten die gelijktijdig pioglitazon en
niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen gebruikten, met inbegrip van selectieve
COX-2-remmers.
Pioglitazon dient te worden gestaakt als er verslechtering in de cardiale status optreedt.
Een onderzoek naar de cardiovasculaire gevolgen bij pioglitazon werd uitgevoerd bij patiënten jonger
dan 75 jaar, met type 2 diabetes mellitus en een bestaande ernstige macrovasculaire aandoening.
Pioglitazon of placebo werd toegevoegd aan de bestaande antidiabetica en cardiovasculaire therapie
gedurende maximaal 3,5 jaar. Deze studie liet een toename zien van de meldingen van hartfalen,
hoewel dit niet leidde tot een verhoogde mortaliteit in dit onderzoek.
4
Ouderen
Gebruik in combinatie met insuline moet bij ouderen met voorzichtigheid worden overwogen
vanwege een verhoogd risico op ernstig hartfalen.
Met het oog op leeftijd-gerelateerde risico's (in het bijzonder blaaskanker, breuken en hartfalen) moet
de balans van voordelen en risico's zorgvuldig worden overwogen, zowel vóór als tijdens de
behandeling bij ouderen.
Blaaskanker
In een meta-analyse van gecontroleerde klinische studies met pioglitazon werd blaaskanker vaker
gerapporteerd in de pioglitazongroep (19 gevallen onder 12.506 patiënten, 0,15%) dan in de
controlegroep (7 gevallen onder 10.212 patiënten, 0,07%) HR = 2,64 (95% CI 1,11-6,31, p = 0,029).
Na uitsluiting van alle patiënten die, ten tijde van de diagnose blaaskanker, minder dan één jaar aan de
studiemedicatie waren blootgesteld, bleven er nog 7 patiënten met blaaskanker (0,06%) in de
pioglitazongroep over en 2 patiënten (0,02%) in de controlegroep. Epidemiologische studies wezen
ook op een licht verhoogd risico op blaaskanker bij patiënten met diabetes mellitus die behandeld
werden met pioglitazon, hoewel niet uit alle studies een statistisch significant verhoogd risico bleek.
Risicofactoren voor blaaskanker moeten worden beoordeeld voor het opstarten van een behandeling
met pioglitazon (risico's zijn leeftijd, voorgeschiedenis van roken, blootstelling aan een aantal
beroeps- of chemotherapeutische middelen zoals cyclofosfamide, of eerdere behandeling met
bestraling in het bekkengebied). Elke macroscopische hematurie moet worden onderzocht alvorens
behandeling met pioglitazon te starten.
Patiënten moeten worden geadviseerd onmiddellijk contact op te nemen met hun arts als
macroscopische hematurie of andere symptomen zoals dysurie of urinaire urgentie zich tijdens de
behandeling ontwikkelen.
Controle van leverfuncties
In zeldzame gevallen is hepatocellulaire disfunctie gerapporteerd tijdens post-marketing ervaring (zie
rubriek 4.8). Het wordt daarom aanbevolen dat bij patiënten die behandeld worden met pioglitazon
periodieke controle van leverenzymen plaatsvindt. Leverenzymen dienen te worden gecontroleerd
voor aanvang van behandeling met pioglitazon bij alle patiënten. Behandeling met pioglitazon moet
niet worden gestart bij patiënten met verhoogde uitgangswaarden van leverenzymen (ALT > 2,5 maal
bovengrens van normaalwaarde) of met andere aanwijzingen voor een leveraandoening.
Na aanvang van behandeling met pioglitazon wordt aanbevolen om op basis van een klinische
beoordeling regelmatig leverenzymen te controleren. Als ALT-waarden tijdens behandeling met
pioglitazon zijn verhoogd tot 3 maal de bovengrens van de normaalwaarde, dient bepaling van de
leverenzymen zo snel mogelijk herhaald te worden. Als ALT-waarden boven 3 maal de bovengrens
van de normaalwaarde blijven, dient behandeling te worden gestaakt. Als patiënten symptomen
ontwikkelen die leverdisfunctie doen vermoeden, waaronder onverklaarde misselijkheid, braken,
buikpijn, moeheid, anorexia en/of donkere urine kunnen vallen, dienen de leverenzymen te worden
gecontroleerd. De beslissing om behandeling van de patiënt met pioglitazon voort te zetten dient
plaats te vinden op basis van een klinische beoordeling in afwachting van laboratoriumuitslagen. Als
geelzucht wordt waargenomen dient de behandeling met het geneesmiddel te worden gestaakt.
Gewichtstoename
In klinische studies met pioglitazon werd dosisgerelateerde gewichtstoename aangetoond, welke te
wijten kan zijn aan een opstapeling van vet en in sommige gevallen geassocieerd kan zijn met
vochtretentie. In sommige gevallen kan gewichtsvermeerdering een symptoom zijn van hartfalen,
daarom dient het gewicht nauwkeurig te worden opgevolgd. Deel van de behandeling van diabetes
5
bestaat uit dieetmaatregelen. Aan patiënten dient het advies te worden gegeven om zich strikt aan een
calorie-gecontroleerd dieet te houden.
Hematologie
Tijdens therapie met pioglitazon was er een kleine afname in de gemiddelde hemoglobinewaarde (4%
relatieve afname) en hematocriet (4,1% relatieve afname), die consistent was met hemodilutie.
Soortgelijke veranderingen werden waargenomen bij patiënten behandeld met metformine
(hemoglobinewaarde 3–4% en hematocriet 3,6–4,1% relatieve afname) en, in mindere mate, bij
patiënten behandeld met een sulfonylureumderivaat en insuline (hemoglobinewaarde 1–2% en
hematocriet 1–3,2% relatieve afname) in vergelijkende, gecontroleerde studies met pioglitazon.
Hypoglykemie
Als gevolg van een verhoogde insulinesensitiviteit, kunnen patiënten die pioglitazon krijgen in een
dubbele of drievoudige orale therapie met een sulfonylureumderivaat, of een dubbele therapie met
insuline, risico lopen op een dosisgerelateerde hypoglykemie. Het kan dan noodzakelijk zijn de dosis
sulfonylureumderivaat of insuline te verlagen.
Oogaandoeningen
Post-marketing meldingen van nieuw ontstaan of verslechterend diabetisch maculair oedeem met
afname van de gezichtsscherpte zijn gerapporteerd met thiazolidinedionen, waaronder pioglitazon.
Veel van deze patiënten meldden gelijktijdig perifeer oedeem. Het is onduidelijk of er wel of niet een
directe relatie bestaat tussen pioglitazon en maculair oedeem maar voorschrijvers dienen alert te zijn
op de mogelijkheid van maculair oedeem als patiënten visusstoornissen melden: een geschikte
oftalmologische verwijzing dient overwogen te worden.
Overigen
Er werd een verhoogde incidentie van botfracturen waargenomen bij vrouwen in een gepoolde
analyse van bijwerkingen van botfracturen vanuit gerandomiseerde, gecontroleerde dubbel
geblindeerde studies bij meer dan 8.100 met pioglitazon en 7.400 met een comparator behandelde
patiënten, met een behandelingsduur tot en met 3,5 jaar.
Fracturen werden waargenomen bij 2,6% van de vrouwen die pioglitazon namen vergeleken met 1,7%
van de vrouwen die behandeld werden met een comparator. Er werd geen verhoogd aantal fracturen
gevonden bij mannen die behandeld werden met pioglitazon (1,3%) vergeleken met een comparator
(1,5%).
De incidentie was 1,9 fracturen per 100 patiëntenjaren bij vrouwen die werden behandeld met
pioglitazon ten opzichte van 1,1 fracturen per 100 patiëntenjaren in de groep met een comparator. Het
extra risico op fracturen dat werd waargenomen bij vrouwen behandeld met pioglitazon is op basis
van deze gegevens 0,8 fracturen per 100 patiëntenjaren van gebruik.
In de 3,5 jaar durende cardiovasculair-risicostudie (PROactive) hadden 44/870 (5,1%: 1,0 fracturen
per 100 patiëntenjaren) van de pioglitazon behandelde vrouwen fracturen vergeleken met 23/905
(2,5%: 0,5 fracturen per 100 patiëntenjaren) van de vrouwelijke patiënten die behandeld werden met
een comparator. Er werd geen verhoogde mate van fracturen waargenomen bij de behandeling met
pioglitazon (1,7%) vergeleken met een comparator (2,1%).
Sommige epidemiologische studies suggereerden een vergelijkbare stijging van het risico op fracturen
bij zowel mannen als vrouwen.
Het risico op fracturen moet in overweging worden genomen bij patiënten die langdurig behandeld
worden met pioglitazon (zie rubriek 4.8).
6
Als gevolg van de versterking van de werking van insuline, kan behandeling met pioglitazon er bij
patiënten met polycysteus ovariumsyndroom toe leiden dat er weer een ovulatie optreedt. Bij deze
patiënten bestaat de kans om zwanger te raken. Patiënten dienen op de hoogte te zijn van de kans op
zwangerschap en als een patiënte zwanger wil worden of wordt, dient de behandeling te worden
gestaakt (zie rubriek 4.6).
Pioglitazon dient met zorg te worden toegediend bij gelijktijdige toediening van P450 2C8-remmers
(bijvoorbeeld gemfibrozil) of -inductoren (bijvoorbeeld rifampicine). Glykemische controle dient
nauwlettend te worden gevolgd. Een dosisaanpassing van pioglitazon binnen het aanbevolen
doseringsbereik of aanpassingen van de diabetesbehandeling moeten worden overwogen (zie
rubriek 4.5).
Glustin tabletten bevatten lactose monohydraat en mogen daarom niet worden toegediend aan
patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie
of glucose-galactose malabsorptie.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties heeft aangetoond dat pioglitazon geen relevant effect heeft op de
farmacokinetiek of farmacodynamiek van digoxine, warfarine, fenprocoumon en metformine.
Gelijktijdige toediening van pioglitazon met een sulfonylureumderivaat lijkt de farmacokinetiek van
het sulfonylureumderivaat niet te beïnvloeden. Studies bij mensen hebben geen aanwijzingen
opgeleverd voor inductie van de belangrijkste induceerbare cytochromen P450, 1A, 2C8/9 en 3A4.
In vitro-studies
hebben geen remming van enig subtype van het cytochroom P450 aangetoond.
Interacties met door deze enzymen gemetaboliseerde stoffen, bijvoorbeeld orale anticonceptiva,
cyclosporine, calciumantagonisten en HMGCoA-reductaseremmers zijn niet te verwachten.
Gelijktijdige toediening van pioglitazon met gemfibrozil (een remmer van cytochroom P450 2C8) zou
resulteren in een drievoudige toename van de AUC van pioglitazon. Aangezien er een kans bestaat op
een toename van dosisgerelateerde ongewenste effecten, kan verlaging van de dosis pioglitazon
noodzakelijk zijn bij gelijktijdige toediening van gemfibrozil. Een nauwgezette opvolging van de
glykemische controle dient dan te worden overwogen (zie rubriek 4.4). Gelijktijdige toediening van
pioglitazon met rifampicine (een inductor van cytochroom P450 2C8) zou resulteren in een daling met
54% van de AUC van pioglitazon. Bij gelijktijdige toediening van rifampicine moet de dosis
pioglitazon mogelijk worden verhoogd. Een nauwgezette opvolging van de glykemische regulering
dient te worden overwogen (zie rubriek 4.4).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn niet voldoende gegevens bij de mens om de veiligheid van pioglitazon tijdens de
zwangerschap te bepalen. In dierstudies met pioglitazon werd een vertraagde groei van de foetus
aangetoond. Dit wordt toegeschreven aan het feit dat pioglitazon bij het moederdier de
hyperinsulinemie en de verhoogde insulineweerstand tijdens de zwangerschap vermindert, waardoor
de beschikbaarheid van metabole substraten voor de groei van de foetus lager is. Het is onduidelijk in
hoeverre dit mechanisme relevant is bij mensen en daarom dient pioglitazon tijdens de zwangerschap
niet te worden gebruikt.
Borstvoeding
Pioglitazon is aangetroffen in de melk van zogende ratten. Het is niet bekend of pioglitazon bij de
mens wordt uitgescheiden met de moedermelk. Daarom dient pioglitazon niet te worden toegediend
aan vrouwen die borstvoeding geven.
7
Vruchtbaarheid
In vruchtbaarheidsonderzoek bij dieren werd geen effect op copulatie, impregnatie of
vruchtbaarheidsindex aangetoond.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Glustin heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines
te bedienen. Echter patiënten die stoornissen in het zicht ervaren, dienen voorzichtig te zijn met het
besturen van auto’s of het bedienen van machines.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen die meer gemeld werden (> 0,5%) dan placebo en meer dan één enkel geval bij
patiënten die pioglitazon kregen tijdens dubbelblinde studies zijn hieronder weergegeven als
MedDRA voorkeursterm per systeem/orgaanklasse en absolute frequentie. De frequenties zijn
gedefinieerd als: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere systeem/orgaanklasse worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende incidentie en vervolgens afnemende ernst.
Bijwerking
Frequentie van bijwerkingen van pioglitazon per
behandelingsregime
Combinatie
Mono-
met
met sulfo-
met
therapie
metformine nylureum
metformine
en sulfon-
ylureum
vaak
soms
vaak
soms
vaak
soms
vaak
soms
met insuline
Infecties en parasitaire
aandoeningen
bovenste luchtweginfectie
bronchitis
sinusitis
Neoplasmata, benigne,
maligne en
niet-gespecificeerd
(inclusief cysten en
poliepen)
blaaskanker
Bloed- en
lymfestelselaandoeningen
anemie
Immuunsysteemaandoeni
ngen
hypersensitiviteit en
allergische reacties
1
Voedings-en
stofwisselingsstoornissen
hypoglykemie
toegenomen eetlust
vaak
vaak
soms
soms
soms
vaak
soms
soms
soms
niet
bekend
niet bekend
niet bekend
niet bekend
niet bekend
soms
soms
zeer vaak
vaak
8
Bijwerking
Zenuwstelselaandoeninge
n
hypoasthesie
hoofdpijn
duizeligheid
insomnia
Oogaandoeningen
stoornis van het
gezichtsvermogen
2
maculaoedeem
Evenwichtsorgaan- en
ooraandoeningen
vertigo
Hartaandoeningen
hartfalen
3
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
mediastinumaandoeninge
n
dyspnoe
Maagdarmstelselaandoen
ingen
flatulentie
Huid- en
onderhuidaandoeningen
zweten
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
botfractuur
4
arthralgie
rugpijn
Nier- en
urinewegaandoeningen
hematurie
glucosurie
proteinurie
Voortplantingsstelsel- en
borstaandoeningen
erectiele disfunctie
Algemene aandoeningen
en
toedieningsplaatsstoornis
sen
oedeem
5
vermoeidheid
Onderzoeken
Frequentie van bijwerkingen van pioglitazon per
behandelingsregime
Combinatie
Mono-
met
met sulfo-
met
therapie
metformine nylureum
metformine
en sulfon-
ylureum
vaak
soms
vaak
niet
bekend
vaak
vaak
soms
vaak
niet bekend
vaak
soms
vaak
soms
soms
niet bekend
niet bekend
vaak
soms
met insuline
vaak
soms
niet bekend
soms
vaak
vaak
soms
vaak
soms
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
soms
soms
vaak
soms
zeer vaak
9
Bijwerking
gewichtstoename
6
verhoging van
creatininefosfokinase in
het bloed
verhoogd lactaat
dehydrogenase
verhoogd alanine
aminotransferase
7
Frequentie van bijwerkingen van pioglitazon per
behandelingsregime
Combinatie
Mono-
met
met sulfo-
met
therapie
metformine nylureum
metformine
en sulfon-
ylureum
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
soms
niet
bekend
niet bekend
niet bekend
niet bekend
met insuline
vaak
niet bekend
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Na het op de markt brengen van pioglitazon werden er meldingen van hypersensitiviteitsreacties bij
patiënten gemaakt. Deze reacties omvatten anafylaxie, angio-oedeem en urticaria.
1
Stoornissen van het gezichtsvermogen worden vooral in het begin van de behandeling gemeld en
hangen samen met veranderingen in bloedglucose vanwege een tijdelijke verandering van de
oogboldruk en brekingsindex van de lens zoals ook wordt waargenomen bij andere hypoglykemische
geneesmiddelen.
2
Bij gecontroleerde, klinische studies was de incidentie van meldingen van hartfalen dezelfde bij
behandeling met pioglitazon als bij de behandelingsgroep met placebo, metformine en een
sulfonylureumderivaat, maar was verhoogd in combinatietherapie met insuline. In een
uitkomstonderzoek bij patiënten met een bestaande macrovasculaire aandoening, was de incidentie
van ernstig hartfalen 1,6% hoger met pioglitazon dan met placebo, wanneer het werd toegevoegd aan
een therapie die ook insuline bevatte. Echter, dit leidde niet tot een verhoogde mortaliteit in dit
onderzoek. In dit onderzoek werd, bij patiënten die pioglitazon en insuline kregen toegediend, een
groter percentage van patiënten met hartfalen geobserveerd in de groep van patiënten van 65 aar en
ouder vergeleken met deze jonger dan 65 aar (9,7% in vergelijking met 4,0%). Bij patiënten die
insuline gebruikten zonder pioglitazon was de incidentie van hartfalen 8,2% in de patiëntengroep van
65 jaar en ouder vergeleken met 4,0% in de patiëntengroep jonger dan 65 jaar. Hartfalen is gemeld bij
het gebruik van pioglitazon sinds het op de markt werd gebracht, en frequenter wanneer pioglitazon
werd gebruikt in combinatie met insuline of bij patiënten met een voorgeschiedenis van hartfalen (zie
rubriek 4.4).
3
4
Een gepoolde analyse van gemelde bijwerkingen van botfracturen werd uitgevoerd vanuit
gerandomiseerde, comparator-gecontroleerde dubbel geblindeerde studies bij meer dan 8.100 met
pioglitazon en 7.400 met een comparator behandelde patiënten, met een behandelingsduur tot en met
3,5 jaar. Een hogere incidentie van fracturen werd waargenomen bij vrouwen die werden behandeld
met pioglitazon (2,6%) versus een comparator (1,7%). Er werd geen verhoogd aantal fracturen
waargenomen bij mannen die behandeld werden met pioglitazon (1,3%) versus een comparator
(1,5%).
In de 3,5 jaar durende PROactive studie hadden 44/870 (5,1%) van de met pioglitazon behandelde
vrouwen fracturen vergeleken met 23/905 (2,5%) van de vrouwelijke patiënten behandeld met een
comparator. Er werd geen verhoogd aantal botbreuken waargenomen bij mannen die behandeld
werden met pioglitazon (1,7%) vergeleken met een comparator (2,1%). Postmarketing is er melding
gemaakt van botbreuken bij zowel mannelijke als vrouwelijke patiënten (zie rubriek 4.4).
10
5
Oedeem werd gemeld bij 6–9% van de patiënten die gedurende één jaar behandeld werden met
pioglitazon in gecontroleerde klinische studies. De percentages voor oedeem waren 2–5% in de
vergelijkende groepen (sulfonylureumderivaten, metformine). De meldingen van oedeem waren in het
algemeen licht tot matig van aard en leidden gewoonlijk niet tot het staken van de behandeling.
Bij actieve comparator-gecontroleerde klinische studies was de gemiddelde gewichtstoename met
pioglitazon, dat als monotherapie gegeven werd, 2–3 kg in één jaar. Dit is vergelijkbaar met de
gewichtstoename waargenomen in een actieve vergelijkende groep behandeld met een
sulfonylureumderivaat. In combinatiestudies leidde pioglitazon, toegevoegd aan metformine, tot een
gemiddelde gewichtstoename van 1,5 kg in één jaar en toegevoegd aan een sulfonylureumderivaat tot
een gemiddelde gewichtstoename van 2,8 kg in één jaar. In vergelijkende groepen leidde toevoeging
van een sulfonylureumderivaat aan metformine tot een gemiddelde gewichtstoename van 1,3 kg en
toevoeging van metformine aan een sulfonylureumderivaat tot een gemiddeld gewichtsverlies van
1,0 kg.
6
De incidentie van verhoogde ALT-waarden groter dan driemaal de bovengrens van de
normaalwaarde, was bij klinische studies met pioglitazon gelijk aan die van placebo, maar minder dan
die waargenomen bij een vergelijkende groep met metformine of een sulfonylureumderivaat. De
gemiddelde waarden van leverenzymen namen af bij behandeling met pioglitazon. Zeldzame gevallen
van verhoogde leverenzymen en hepatocellulaire dysfunctie zijn waargenomen tijdens postmarketing
ervaring. Hoewel er in zeldzame gevallen een fatale afloop is gemeld, is een oorzakelijk verband niet
aangetoond.
7
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
In klinisch onderzoek hebben patiënten hogere doses pioglitazon ingenomen dan de aanbevolen
hoogste dosis van 45 mg per dag. De hoogst gemelde dosis van 120 mg per dag gedurende vier dagen,
en vervolgens 180 mg per dag gedurende zeven dagen werd niet in verband gebracht met welke
symptomen dan ook.
Hypoglykemie kan in combinatie met sulfonylureumderivaten of insuline voorkomen. Bij overdosis
dienen symptomatische en algemene ondersteunende maatregelen te worden genomen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor diabetes, bloedglucose verlagende
geneesmiddelen, excl. insuline; ATC-code: A10BG03.
Het effect van pioglitazon kan worden gemedieerd door een vermindering van de insulineresistentie.
Bij dieren lijkt de werking van pioglitazon te zijn gebaseerd op activering van specifieke nucleaire
receptoren (peroxisome proliferator activated receptor gamma), wat leidt tot een hogere
insulinegevoeligheid van de lever-, vet- en skeletspiercellen. Behandeling met pioglitazon heeft laten
zien dat de glucose-uitstoot van de lever wordt verminderd en de afvoer van perifere glucose bij
insulineresistentie wordt verhoogd.
Zowel nuchter als na de maaltijd werd een verbetering geconstateerd van de glykemische controle bij
patiënten met type 2-diabetes mellitus. De verbeterde glykemische controle gaat gepaard met een
11
vermindering van insulineconcentraties in plasma, zowel nuchter als na de maaltijd. Een klinische
studie met pioglitazon versus gliclazide in monotherapie werd uitgebreid tot twee jaar om de tijd tot
falen van de behandeling te bepalen (gedefinieerd als het optreden van HbA
1c
≥ 8,0% na de eerste zes
maanden therapie). Kaplan-Meier-analyse toonde een kortere tijd tot falen van de behandeling aan bij
patiënten behandeld met gliclazide, vergeleken met pioglitazon. Na twee jaar hield de glykemische
controle (gedefinieerd als HbA
1c
< 8,0%) aan bij 69% van de patiënten behandeld met pioglitazon,
vergeleken met 50% van de patiënten op gliclazide. In een twee jaar durende studie naar
combinatietherapie, waarin pioglitazon vergeleken werd met gliclazide wanneer het werd toegevoegd
aan metformine, was de glykemische controle gemeten als gemiddelde verandering van HbA
1c
ten
opzichte van de uitgangswaarde na één jaar vergelijkbaar tussen de behandelingsgroepen. De mate
van verslechtering van het HbA
1c
gedurende het tweede jaar was minder bij pioglitazon dan bij
gliclazide.
In een placebo-gecontroleerde studie werden patiënten met onvoldoende glykemische regulering
ondanks een drie maanden durende optimalisatieperiode voor insuline gerandomiseerd toegewezen
aan pioglitazon of placebo, voor een duur van 12 maanden. Bij de patiënten die pioglitazon ontvingen,
werd een gemiddelde verlaging van HbA
1c
waargenomen van 0,45% vergeleken met patiënten die
uitsluitend insuline bleven gebruiken, en een verlaging van de insulinedosis in de met pioglitazon
behandelde groep.
Uit HOMA-analyse blijkt dat pioglitazon de bètacelfunctie verbetert en eveneens de
insulinegevoeligheid verhoogt. Klinische studies die twee jaar duurden, hebben bewezen dat dit effect
gehandhaafd wordt.
In klinische studies die één jaar duurden zorgde pioglitazon consistent voor een statistisch significante
vermindering van de albumine/creatinine ratio vergeleken met de uitgangswaarde.
Het effect van pioglitazon (45 mg monotherapie versus placebo) werd onderzocht in een kleinschalige
studie van 18 weken bij type 2 diabetespatiënten. Pioglitazon werd in verband gebracht met
significante gewichtstoename. Het visceraal vet nam significant af, terwijl er een toename was van de
hoeveelheid extra-abdominaal vet. Vergelijkbare veranderingen in de verdeling van lichaamsvet bij
pioglitazon zijn gepaard gegaan met een verbetering van de insulinegevoeligheid. Bij de meeste
klinische studies werd, in vergelijking met placebo, een verminderd totaal aantal plasma triglyceriden
en vrije vetzuren en verhoogde HDL-cholesterolwaarden waargenomen, met kleine maar niet
statistisch significante verhogingen van LDL-cholesterolwaarden.
Bij klinische studies tot een duur van twee jaar, verminderde pioglitazon het totaal gehalte aan
triglyceriden en vrije vetzuren in het plasma, en verhoogde pioglitazon de HDL-cholesterolwaarden,
vergeleken met placebo, metformine of gliclazide.
Pioglitazon veroorzaakte geen statistisch significante verhogingen van LDL-cholesterolwaarden,
vergeleken met placebo, terwijl verminderingen werden waargenomen met metformine en gliclazide.
Bij een studie van 20 weken verminderde pioglitazon zowel het nuchtere triglyceridegehalte als
postprandiale hypertriglyceridemie, door een effect op zowel geabsorbeerde als door de lever
gesynthetiseerde triglyceriden. Deze effecten waren onafhankelijk van het effect van pioglitazon op
de glykemie en waren statistisch significant verschillend ten opzichte van glibenclamide.
In het PROactive onderzoek, een cardiovasculair outcome-onderzoek van 5.238 patiënten met type 2
diabetes mellitus en een bestaande ernstige macrovasculaire aandoening, werd na randomisatie
pioglitazon of placebo maximaal 3,5 jaar lang toegevoegd aan een bestaande antidiabetische en
cardiovasculaire behandeling. De gemiddelde leeftijd van de onderzoekspopulatie was 62 jaar en de
gemiddelde duur van de diabetes was 9,5 jaar. Circa eenderde van de patiënten ontving insuline in
combinatie met metformine en/of een sulfonylureumderivaat. Om voor inclusie in aanmerking te
komen, moesten één of meer van de volgende factoren op de patiënten van toepassing zijn:
myocardinfarct, beroerte, percutane cardiale interventie of coronaire arteriële bypass-graft, acuut
coronair syndroom, coronaire vaatziekte of perifere arteriële obstructieve aandoening. Bijna de helft
van de patiënten had een myocardinfarct in de voorgeschiedenis en circa 20% had een beroerte gehad.
12
Ongeveer de helft van de onderzoekspopulatie voldeed aan ten minste twee van de inclusiecriteria met
betrekking tot de cardiovasculaire voorgeschiedenis. Vrijwel alle patiënten (95%) gebruikten
cardiovasculaire geneesmiddelen (bètablokkers, angiotensine-converterend enzym [ACE]-remmers,
angiotensine-II-antagonisten, calciumkanaalblokkers, nitraten, diuretica, acetylsalicylzuur, statinen,
fibraten).
Ondanks het feit dat het onderzoek faalde in zijn primaire eindpunt, dat was samengesteld uit alle
mortaliteitsoorzaken, niet-fataal myocardinfarct, beroerte, acuut coronair syndroom, ernstige
beenamputatie, coronaire revascularisatie en beenrevascularisatie, suggereerden de resultaten dat er
geen lange termijn cardiovasculaire bezorgdheid is betreffende het gebruik van pioglitazon. Dit
ondanks het feit dat de incidentie van oedeem, gewichtstoename en hartfalen verhoogd was. Er werd
geen verhoging waargenomen in de mortaliteit bij het falen van de hartfuntie.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Glustin in alle subgroepen van pediatrische patiënten
met type 2 diabetes mellitus (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische gegevens
Absorptie
Na orale toediening wordt pioglitazon snel geabsorbeerd en maximale plasmaconcentraties van
onveranderd pioglitazon worden gewoonlijk binnen 2 uur na toediening bereikt. Proportionele
toenamen van de plasmaconcentratie werden waargenomen voor doses van 2-60 mg. Steady state
wordt na 4-7 dagen inname bereikt. Herhaalde inname leidt niet tot een accumulatie van de verbinding
of metabolieten. De absorptie wordt niet door voedselinname beïnvloed. De absolute biologische
beschikbaarheid is meer dan 80%.
Distributie
Het geschatte distributievolume bij mensen bedraagt 0,25 l/kg.
Pioglitazon en alle actieve metabolieten worden extensief aan plasmaproteïne gebonden (> 99%).
Biotransformatie
Pioglitazon wordt extensief door de lever gemetaboliseerd door hydroxylatie van alifatische
methyleengroepen. Dit gebeurt voornamelijk door middel van het cytochroom P450 2C8 hoewel
andere iso-vormen er in mindere mate bij betrokken kunnen zijn. Drie van de zes geïdentificeerde
metabolieten zijn actief (M-II, M-III en M-IV). Lettende op de activiteit, concentratie en eiwitbinding,
dragen pioglitazon en metaboliet M-III in gelijke mate bij aan de effectiviteit. Op basis hiervan is de
bijdrage van M-IV aan de effectiviteit ongeveer het drievoudige ten opzichte van die van pioglitazon,
terwijl de relatieve effectiviteit van M-II minimaal is.
In vitro-studies
hebben geen aanwijzingen opgeleverd dat pioglitazon enig subtype van het
cytochroom P450 remt. Inductie van de belangrijkste induceerbare P450-isoenzymen bij de mens,
cytochromen 1A, 2C8/9 en 3A4, is niet aangetoond.
Interactiestudies hebben laten zien dat pioglitazon geen relevant effect heeft op de farmacokinetiek en
farmacodynamiek van digoxine, warfarine, fenprocoumon en metformine. Gelijktijdige toediening
van pioglitazon met gemfibrozil (een remmer van cytochroom P450 2C8) of met rifampicine (een
inductor van cytochroom P450 2C8) zou leiden tot respectievelijk een toename en een afname van de
plasmaconcentratie van pioglitazon (zie rubriek 4.5).
13
Eliminatie
Na orale toediening van radioactief gemerkt pioglitazon bij de mens, werd het gemerkte pioglitazon
voornamelijk in de faeces (55%) en een geringere hoeveelheid in de urine (45%) teruggevonden. Bij
dieren kon slechts een kleine hoeveelheid onveranderd pioglitazon in de urine en faeces worden
gevonden. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van onveranderd pioglitazon bij de mens bedraagt
5 tot 6 uur en van de totale actieve metabolieten 16 tot 23 uur.
Oudere patiënten
De steady-state farmacokinetiek voor patiënten van 65 jaar en ouder, en jonge personen is
vergelijkbaar.
Patiënten met een verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie zijn de plasmaconcentraties van pioglitazon en de
metabolieten lager dan die bij personen met een normale nierfunctie, maar de orale klaring van de
oorspronkelijke substantie is vergelijkbaar. De concentratie vrij (ongebonden) pioglitazon is daarom
onveranderd.
Patiënten met een verminderde leverfunctie
De totale plasmaconcentratie van pioglitazon is onveranderd, maar het distributievolume ligt hoger.
De intrinsieke klaring is daarom lager en gaat gepaard met een hogere fractie aan ongebonden
pioglitazon.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In toxiciteitsstudies werd na herhaalde toediening aan muizen, ratten, honden en apen telkens een
verhoging van het plasmavolume geconstateerd met daarmee gepaard gaande hemodilutie, anemie en
reversibele excentrische harthypertrofie. Ook werden een verhoogde vetdepositie en infiltratie
waargenomen. Deze bevindingen werden bij alle species waargenomen bij plasmaconcentraties die
kleiner of gelijk waren aan viermaal de klinische blootstelling. Vertraagde groei bij de foetus was
duidelijk in dierstudies met piogliatazon. Dit was toe te schrijven aan de werking van pioglitazon door
vermindering van de maternale hyperinsulinemie en toename van de insulineresistentie die optreedt
gedurende de zwangerschap, waarbij de beschikbaarheid van metabole substraten voor de groei van
de foetus wordt gereduceerd.
Bij onderzoek aan de hand van een uitgebreide reeks aan
in vitro-
en
in vivo-testen
bleek pioglitazon
niet genotoxisch te zijn. Bij ratten die gedurende een periode van maximaal 2 jaar met pioglitazon
werden behandeld, werd een verhoogd aantal gevallen van hyperplasie (mannetjes en vrouwtjes) en
tumoren (mannetjes) van het epitheel van de urineblaas geconstateerd.
De vorming en aanwezigheid van nierstenen met bijbehorende irritatie en hyperplasie werd naar voren
gebracht als het basismechanisme voor de geobserveerde tumorigene reactie in de mannelijke rat. Een
mechanistisch onderzoek gedurende 24 maanden in mannelijke ratten toonde aan dat de toediening
van pioglitazon resulteerde in een verhoogde incidentie van hyperplastische veranderingen aan de
blaas. Verzuring door de inname van voedsel deed de incidentie van tumoren significant verminderen,
maar niet geheel verdwijnen. De aanwezigheid van microkristallen versterkte de hyperplastische
reactie, maar werd niet gezien als de primaire oorzaak van hyperplastische veranderingen. De
relevantie voor de mens – van deze tumorigene bevinding in de mannelijke rat – kan niet worden
uitgesloten.
Er werd geen tumorigene respons vastgesteld bij muizen van beide geslachten. Bij honden of apen die
gedurende maximaal 12 maanden waren behandeld met pioglitazon werd geen hyperplasie van de
urineblaas geconstateerd.
14
In een diermodel van familiaire adenomateuze polypose (FAP) verhoogde de behandeling met twee
andere thiazolidinedionen de multipliciteit van tumoren in het colon. De relevantie van deze
bevindingen is onbekend.
Environmental Risk Assessment (ERA):
Geen milieu-effecten verwacht als gevolg van het klinisch gebruik van pioglitazon
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Carmellosecalcium
Hyprolose
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Aluminium/aluminium blisters, verpakkingen van 14, 28, 30, 50, 56, 84, 90 en 98 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensb
æ
k Strand
Denemarken
15
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/151/001
EU/1/00/151/002
EU/1/00/151/003
EU/1/00/151/004
EU/1/00/151/005
EU/1/00/151/006
EU/1/00/151/007
EU/1/00/151/008
EU/1/00/151/009
EU/1/00/151/010
EU/1/00/151/011
EU/1/00/151/012
EU/1/00/151/013
EU/1/00/151/014
EU/1/00/151/015
EU/1/00/151/016
EU/1/00/151/017
EU/1/00/151/018
EU/1/00/151/019
EU/1/00/151/020
EU/1/00/151/021
EU/1/00/151/022
EU/1/00/151/023
EU/1/00/151/024
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 11/10/2000
Datum van laatste verlenging: 31/08/2010
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu
16
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN DE AFLEVERING EN HET GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
D.
17
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Takeda Ireland Limited
Bray Business Park
Kilruddery
County Wicklow
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
BRENGENHANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
18
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
19
A. ETIKETTERING
20
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 15 mg tabletten
Pioglitazon
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere tablet bevat 15 mg pioglitazon (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose monohydraat. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
50 tabletten
56 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
21
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensb
æ
k Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/151/007 14 tabletten
EU/1/00/151/001 28 tabletten
EU/1/00/151/014 30 tabletten
EU/1/00/151/002 50 tabletten
EU/1/00/151/023 56 tabletten
EU/1/00/151/015 84 tabletten
EU/1/00/151/016 90 tabletten
EU/1/00/151/003 98 tabletten
13.
Lot
14.
15.
16
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Glustin 15 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
22
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
23
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 30 mg tabletten
Pioglitazon
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere tablet bevat 30 mg pioglitazon (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose monohydraat. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
50 tabletten
56 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
24
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensb
æ
k Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/151/008 14 tabletten
EU/1/00/151/004 28 tabletten
EU/1/00/151/017 30 tabletten
EU/1/00/151/005 50 tabletten
EU/1/00/151/024 56 tabletten
EU/1/00/151/018 84 tabletten
EU/1/00/151/019 90 tabletten
EU/1/00/151/006 98 tabletten
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Glustin 30 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
25
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
26
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 45 mg tabletten
Pioglitazon
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere tablet bevat 45 mg pioglitazon (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose monohydraat. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
50 tabletten
56 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
27
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensb
æ
k Strand
Denemarken
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/151/009 14 tabletten
EU/1/00/151/010 28 tabletten
EU/1/00/151/020 30 tabletten
EU/1/00/151/011 50 tabletten
EU/1/00/151/012 56 tabletten
EU/1/00/151/021 84 tabletten
EU/1/00/151/022 90 tabletten
EU/1/00/151/013 98 tabletten
13.
Lot
14.
15.
16.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
PARTIJNUMMER
Glustin 45 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
28
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
29
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 15 mg tabletten
Pioglitazon
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Takeda (logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
KALENDERVERPAKKINGEN:
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
30
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 30 mg tabletten
Pioglitazon
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Takeda (logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
KALENDERVERPAKKINGEN:
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
31
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 45 mg tabletten
Pioglitazon
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Takeda (logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
KALENDERVERPAKKINGEN:
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
32
B. BIJSLUITER
33
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Glustin 15 mg, tabletten
Glustin 30 mg, tabletten
Glustin 45 mg, tabletten
Pioglitazon
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Glustin en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Glustin en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Glustin bevat pioglitazon. Glustin is een geneesmiddel tegen diabetes (anti-diabeticum) en wordt
gebruikt ter behandeling van type 2 (niet-insuline afhankelijke) diabetes bij volwassenen, wanneer
metformine niet geschikt is of niet voldoende heeft gewerkt. Dit is de diabetes die zich voornamelijk
ontwikkelt bij volwassenen.
Als u type 2 diabetes heeft, reguleert Glustin het glucosegehalte in uw bloed waardoor uw lichaam
beter gebruik kan maken van de insuline die door uw lichaam wordt geproduceerd. Drie tot zes
maanden nadat u bent gestart met de inname, zal uw arts controleren of Glustin, effect heeft.
Glustin alleen kan worden gebruikt bij patiënten die niet in staat zijn metformine in te nemen en bij
patiënten bij wie een behandeling bestaande uit dieet en lichaamsbeweging de bloedsuikerspiegel niet
onder controle kon brengen. Het kan ook worden toegevoegd aan andere behandelingen (zoals
metformine, sulfonylureum of insuline) die de bloedsuikerspiegel niet voldoende onder controle
kunnen brengen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
Als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
Als u lijdt aan hartfalen of ooit eerder aan hartfalen hebt geleden.
-
Als u een leverziekte heeft.
-
Als u een ketoacidose heeft gehad als gevolg van de diabetes (een complicatie van diabetes met
een snel gewichtsverlies, misselijkheid of braken).
-
Als u blaaskanker heeft of ooit heeft gehad.
-
Als u bloed in de urine heeft en wanneer dit niet werd gecontroleerd door uw arts.
34
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt (zie rubriek 4).
-
Als u vocht vasthoudt (vochtretentie) of hartproblemen heeft in het bijzonder indien u ouder
bent dan 75 jaar. Vertel het uw arts als u geneesmiddelen neemt tegen ontsteking omdat deze
ook aanleiding kunnen geven tot het vasthouden van vocht en zwelling kunnen veroorzaken.
-
Als u een bijzonder soort diabetische oogziekte heeft die maculair oedeem wordt genoemd
(zwelling van de achterzijde van het oog).
-
Als u cysten heeft op uw eierstokken (polycystisch ovarium syndroom). Er zou een toegenomen
kans kunnen zijn op zwangerschap omdat een eisprong opnieuw mogelijk is wanneer u Glustin
gebruikt. Indien dit op u van toepassing is, dient u gebruik te maken van geschikte
voorbehoedsmiddelen om de mogelijkheid van een ongeplande zwangerschap te voorkomen.
-
Als u problemen heeft met uw lever of hart. Voordat u begint met het innemen van Glustin
wordt er bij u een bloedmonster genomen om de leverfunctie te controleren. Deze controle
moet met tussenpozen worden herhaald. Sommige patiënten die werden behandeld met Glustin,
en al langer type 2 diabetes mellitus en een aandoening van het hart hadden of eerder een
beroerte hadden doorgemaakt, ontwikkelden hartfalen. Raadpleeg uw arts zodra u symptomen
ervaart van hartfalen zoals ongebruikelijke kortademigheid of een snelle gewichtstoename of
een plaatselijke zwelling (oedeem).
Als u Glustin samen neemt met andere geneesmiddelen voor diabetes, kan het sneller voorkomen dat
uw bloedglucosespiegel daalt tot onder het normale niveau (hypoglykemie).
U kunt ook een vermindering in het aantal rode bloedcellen ervaren (anemie).
Botbreuken
Een verhoogd aantal botbreuken werd waargenomen bij patiënten, voornamelijk vrouwen die
pioglitazon gebruikten. Uw arts houdt hier rekening mee, wanneer deze uw diabetes behandelt.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Het gebruik bij kinderen en adolescenten onder 18 jaar wordt niet aanbevolen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Glustin nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
U kunt normaal doorgaan met het gebruik van andere geneesmiddelen, wanneer u Glustin gebruikt.
Echter, er zijn enkele geneesmiddelen die waarschijnlijk invloed hebben op de hoeveelheid suiker in
uw bloed:
-
gemfibrozil (voor het verlagen van een hoog cholesterolgehalte)
-
rifampicine (voor het behandelen van infecties, tuberculose)
Informeer uw arts of apotheker indien u (een van) deze geneesmiddelen gebruikt. Uw
bloedsuikergehalte zal worden gecontroleerd en mogelijk wordt de dosis van Glustin aangepast.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
U kunt uw tabletten met of zonder voedsel innemen. U dient de tablet in te slikken met een glas water.
Zwangerschap en borstvoeding
Vertel het aan uw arts als u
-
zwanger bent, als u denkt dat u mogelijk zwanger bent of als u overweegt zwanger te worden.
-
borstvoeding geeft of overweegt borstvoeding te geven.
Uw arts zal u adviseren met dit geneesmiddel te stoppen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel beïnvloedt uw vermogen om een auto te besturen of machines te bedienen niet, maar
let op indien u een afwijkend zicht ervaart.
35
Glustin bevat lactose monohydraat
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u Glustin inneemt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De gebruikelijke startdosering is één tablet van 15 mg of 30 mg pioglitazon éénmaal per dag. Uw arts
kan de dosis verhogen tot maximaal 45 mg eenmaal per dag. Uw arts zal u vertellen welke dosis u
moet gebruiken.
Als u het idee heeft dat het effect van Glustin onvoldoende is, vertel dit dan aan uw arts.
Wanneer Glustin in combinatie wordt ingenomen met andere geneesmiddelen ter behandeling van
diabetes (zoals insuline, chloorpropamide, glibenclamide, gliclazide, tolbutamide), zal uw arts u
meedelen of u de dosering van de andere geneesmiddelen dient te verminderen.
Uw arts zal vragen om gedurende de behandeling met Glustin regelmatig een bloedtest bij u af te
nemen. Hierna zal dit met regelmatige pauzes plaatsvinden. Dit is om na te gaan of uw lever normaal
functioneert.
Indien u een speciaal dieet voor diabetes volgt, dient u dit voort te zetten terwijl u Glustin gebruikt.
Uw lichaamsgewicht dient regelmatig te worden gecontroleerd; vertel het uw arts als uw gewicht is
toegenomen.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Indien u per ongeluk teveel tabletten heeft ingenomen, of indien iemand anders of een kind het
geneesmiddel inneemt, dient u onmiddellijk een arts of apotheker te raadplegen. Uw
bloedsuikerspiegel kan dalen onder het normale niveau en kan weer worden verhoogd door de inname
van suiker. U wordt aangeraden om enkele suikerbevattende producten bij u te dragen: suikerklontjes,
snoepjes, koekjes of vruchtensap met suiker.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem Glustin dagelijks in, zoals voorgeschreven. Indien u echter een dosis vergeet, neemt u de
volgende dosis op de gebruikelijke tijd in. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te
halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Glustin dient iedere dag te worden ingenomen om op de juiste manier te werken. Indien u stopt met
het gebruik van Glustin, kan uw bloedsuiker stijgen. Raadpleeg uw arts voordat u stopt met deze
behandeling.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
36
Patiënten hadden met name last van de volgende ernstige bijwerkingen:
Hartfalen werd vaak gemeld (komt voor bij minder dan 1 op de 10 mensen) bij patiënten die Glustin
gebruikten in combinatie met insuline. De symptomen bestonden uit ongebruikelijke kortademigheid
of snelle gewichtstoename of lokale zwelling (oedeem). Als u last krijgt van een van deze
bijwerkingen, vooral wanneer u ouder bent dan 65, dient u onmiddellijk medisch advies in te winnen.
Blaaskanker kwam soms voor (komt voor bij minder dan 1 op de 100 mensen) bij patiënten die
Glustin innemen. Ze zijn ook gemeld bij mannelijke patiënten (frequentie kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald) die Glustin innemen. Tekenen en symptomen zijn bloed in de urine,
pijn bij het plassen of een plotselinge behoefte om te plassen. Als u een van deze bijwerkingen
ervaart, raadpleeg uw arts dan zo snel mogelijk.
Lokale zwelling (oedeem) is ook zeer vaak (komt voor bij meer dan 1 op de 10 mensen) gemeld bij
patiënten die Glustin gebruiken in combinatie met insuline. Als u last krijgt van deze bijwerking, dient
u zo snel mogelijk een arts te raadplegen.
Botbreuken zijn vaak gemeld (komt voor bij minder dan 1 op de 10 mensen) bij vrouwelijke patiënten
die Glustin innemen. Als u deze bijwerking krijgt, raadpleeg dan zo snel mogelijk uw arts.
Wazig zien door zwelling (of vloeistof) aan de achterkant van het oog is eveneens gemeld bij
patiënten die Glustin gebruiken (frequentie kan niet met de beschikbare gegevens worden bepaald).
Als u dit symptoom voor het eerst ervaart, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts. Als u al
last heeft van wazig zien en de symptomen worden erger, raadpleeg dan zo snel mogelijk uw arts.
Allergische reacties werden gemeld bij patiënten die Glustin innemen met onbekende frequentie (kan
niet met de beschikbare gegevens worden bepaald). Indien u een ernstige allergische reactie heeft
waaronder netelroos en het opzwellen van het gezicht, de lippen, de tong of de keel die moeilijkheden
om te ademhalen of te slikken kan veroorzaken, stop dan met het innemen van dit geneesmiddel en
raadpleeg uw arts zo vlug mogelijk.
De andere bijwerkingen die door sommige patiënten die Glustin gebruiken, werden ervaren, zijn:
vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
-
luchtweginfectie
-
verstoord zicht
-
gewichtstoename
-
gevoelloosheid
soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
-
ontsteking van de sinusholten (sinusitis)
-
slapeloosheid (insomnia)
niet bekend (frequentie kan niet met de beschikbare gegevens worden bepaald)
-
verhoogd aantal leverenzymen
-
allergische reacties
De overige bijwerkingen die zijn waargenomen bij enkele patiënten die Glustin gebruiken in
combinatie met andere geneesmiddelen tegen diabetes zijn:
zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
-
afgenomen bloedsuikerwaarden (hypoglykemie)
37
vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
-
hoofdpijn
-
duizeligheid
-
pijn in de gewrichten
-
impotentie
-
rugpijn
-
kortademigheid
-
een lichte afname in aantallen rode bloedcellen
-
winderigheid
soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
-
suiker in de urine, eiwitten in de urine
-
verhoogd aantal enzymen
-
duizeligheid (vertigo)
-
zweten
-
vermoeidheid
-
toegenomen eetlust
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereikvan kinderen houden.
Gebruik dit middel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het kartonnen doosje
en op de blisterverpakking na ‘EXP’. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand
is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in Glustin is pioglitazon.
Iedere Glustin 15 mg tablet bevat 15 mg pioglitazon (als hydrochloride).
Iedere Glustin 30 mg tablet bevat 30 mg pioglitazon (als hydrochloride).
Iedere Glustin 30 mg tablet bevat 45 mg pioglitazon (als hydrochloride).
De andere stoffen in dit middel zijn lactose monohydraat, hyprolose, carmellosecalcium en
magnesiumstearaat. Zie rubriek 2 “Glustin bevat lactose monohydraat”.
Hoe ziet Glustin eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
-
Glustin 15 mg tabletten zijn witte tot gebroken witte, ronde, bolle tabletten, waarbij aan de ene
kant het cijfer ‘15’ is aangebracht en aan de andere kant ‘AD4’.
-
Glustin 30 mg tabletten zijn witte tot gebroken witte, ronde, platte tabletten, waarbij aan de ene
kant het cijfer ‘30’ is aangebracht en aan de andere kant ‘AD4’.
38
-
Glustin 45 mg tabletten zijn witte tot gebroken witte, ronde, platte tabletten, waarbij aan de ene
kant het cijfer ‘45’ is aangebracht en aan de andere kant ‘AD4’.
De tabletten worden geleverd in blisterverpakkingen van 14, 28, 30, 50, 56, 84, 90 of 98 tabletten. Het
is mogelijk dat niet alle genoemde verpakkingsgrootten verkrijgbaar zijn.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensb
æ
k Strand
Denemarken
Fabrikant
Takeda Ireland Limited
Bray Business Park
Kilruddery
County Wicklow
Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Takeda Belgium
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
takeda-belgium@takeda.com
България
Такеда България
Тел.: + 359 2 958 27 36; + 359 2 958 15 29
Česká republika
Takeda Pharmaceuticals Czech Republic s.r.o.
Tel: + 420 234 722 722
Danmark
Takeda Pharma A/S
Tlf: +45 46 77 11 11
Deutschland
Takeda GmbH
Tel: +49 (0) 0800 825 3325
medinfoEMEA@takeda.com
Lietuva
Takeda UAB
Tel: +370 521 09 070
Luxembourg/Luxemburg
Takeda Belgium
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
takeda-belgium@takeda.com
Magyarország
Takeda Pharma Kft.
Tel: +361 2707030
Malta
Takeda Italia S.p.A.
Tel: +39 06 502601
Nederland
Takeda Nederland bv
Tel: +31 20 203 5492
medinfoEMEA@takeda.com
39
Eesti
Takeda Pharma AS
Tel: +372 617 7669
Ελλάδα
TAKEDA ΕΛΛΑΣ Α.Ε
Τηλ: +30 210 6387800
gr.info@takeda.com
España
Takeda Farmacéutica España S.A.
Tel: +34 917 90 42 22
spain@takeda.com
France
Takeda France SAS
Tél: +33 1 40 67 33 00
medinfoEMEA@takeda.com
Hrvatska
Takeda Pharmaceuticals Croatia d.o.o
Tel: +385 1 377 88 96
Ireland
Takeda Products Ireland Limited
Tel: +353 (0) 1 6420021
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
vistor@vistor.is
Italia
Takeda Italia S.p.A.
Tel: +39 06 502601
Κύπρος
Takeda Pharma A/S
Τηλ: +45 46 77 11 11
Latvija
Takeda Latvia SIA
Tel: +371 67840082
Deze bijsluiter is goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Norge
Takeda AS
Tlf: +47 6676 3030
infonorge@takeda.com
Österreich
Takeda Pharma Ges.m.b.H.
Tel.: +43(0)800 20 80 50
Polska
Takeda Pharma sp. z o.o.
Tel.: +48 22 608 13 00
Portugal
Takeda - Farmacêuticos Portugal, Lda.
Tel: + 351 21 120 1457
România
Takeda Pharmaceuticals SRL
Tel: +40 21 335 03 91
Slovenija
Takeda GmbH Podružnica Slovenija
Te:.+ 386 (0) 59 082 480
Slovenská republika
Takeda Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 (2) 20 602 600
Suomi/Finland
Takeda Oy
Puh/Tel: +358 20 746 5000
Sverige
Takeda Pharma AB
Tel: +46 8 731 28 00
infosweden@takeda.com
United Kingdom
Takeda UK Ltd
Tel: +44 (0)1628 537 900
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau
http://www.ema.europa.eu
40
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 15 mg tabletten
Glustin 30 mg tabletten
Glustin 45 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Glustin 15 mg tabletten
Iedere tablet bevat 15 mg pioglitazon (in de vorm van het hydrochloridezout).
Hulpstof met bekend effect
Iedere tablet bevat 92,87 mg lactose monohydraat (zie rubriek 4.4).
Glustin 30 mg tabletten
Iedere tablet bevat 30 mg pioglitazon (in de vorm van het hydrochloridezout).
Hulpstof met bekend effect
Iedere tablet bevat 76,34 mg lactose monohydraat (zie rubriek 4.4).
Glustin 45 mg tabletten
Iedere tablet bevat 45 mg pioglitazon (in de vorm van het hydrochloridezout).
Hulpstof met bekend effect
Iedere tablet bevat 114,51 mg lactose monohydraat (zie rubriek 4.4).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet
Glustin 15 mg tabletten
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, rond en convex, waarbij aan de ene kant het cijfer `15' is
aangebracht en aan de andere kant `AD4'.
Glustin 30 mg tabletten
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, rond en plat, waarbij aan de ene kant het cijfer `30' is
aangebracht en aan de andere kant `AD4'.
Glustin 45 mg tabletten
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, rond en plat, waarbij aan de ene kant het cijfer `45' is
aangebracht en aan de andere kant `AD4'.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Pioglitazon is geïndiceerd als tweede- of derdelijnsbehandeling van type 2 diabetes mellitus zoals
hieronder beschreven:
als
monotherapie
-
bij volwassen patiënten (in het bijzonder bij patiënten met overgewicht) met onvoldoende
glykemische controle ondanks een dieet en lichaamsbeweging, en voor wie metformine niet
geschikt is vanwege contra-indicaties of intolerantie.
als
dubbele orale therapie in combinatie met
-
metformine, bij volwassen patiënten (in het bijzonder bij patiënten met overgewicht) met
onvoldoende glykemische controle ondanks monotherapie met metformine in een maximaal
verdraagbare dosis
-
een sulfonylureumderivaat, alleen bij volwassen patiënten die intolerantie vertonen voor
metformine of voor wie metformine gecontraïndiceerd is, met onvoldoende glykemische
controle ondanks monotherapie met een sulfonylureumderivaat in een maximaal verdraagbare
dosis.
als
drievoudige orale therapie in combinatie met
-
metformine en een sulfonylureumderivaat, bij volwassen patiënten (in het bijzonder bij
patiënten met overgewicht) met onvoldoende glykemische controle ondanks dubbele orale
therapie.
Pioglitazon is eveneens geïndiceerd voor gebruik in combinatie met insuline bij volwassen patiënten
met type 2 diabetes mellitus met onvoldoende glykemische controle tijdens insulinebehandeling, voor
wie metformine niet geschikt is vanwege contra-indicaties of intoleranties (zie rubriek 4.4).
Na start van de behandeling met pioglitazon moet de werkzaamheid ervan (bijvoorbeeld reductie in
HbA1c) binnen 3 tot 6 maanden worden geëvalueerd. Bij patiënten die onvoldoende reageren moet de
behandeling worden gestaakt.
Vanwege de mogelijke risico's bij langdurig gebruik moet de voorschrijver tijdens regelmatige
vervolgafspraken opnieuw vaststellen of de patiënt nog baat heeft bij de behandeling met pioglitazon
(zie rubriek 4.4).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Behandeling met pioglitazon kan worden gestart met een dosis van 15 mg of 30 mg eenmaal per dag.
De dosis kan stapsgewijs worden verhoogd tot 45 mg éénmaal per dag.
In combinatie met insuline kan de huidige insulinedosis worden voortgezet bij aanvang van de
behandeling met pioglitazin. Bij een melding van de patiënt over hypoglykemie moet de insulinedosis
worden verlaagd.
Speciale patiëntenpopulaties
Oudere patiënten
Voor oudere patiënten is geen aanpassing van de dosering noodzakelijk (zie rubriek 5.2). Artsen
moeten de behandeling beginnen met de laagst beschikbare dosis en de dosis geleidelijk verhogen,
vooral wanneer pioglitazon wordt gebruikt in combinatie met insuline (zie rubriek 4.4 Vochtretentie
en hartfalen).
Bij patiënten met verminderde nierfunctie is geen aanpassing van de dosering noodzakelijk
(creatinine-klaring 4 ml/min) (zie rubriek 5.2). Er is geen informatie beschikbaar m.b.t.
dialysepatiënten, daarom dient pioglitazon bij deze patiënten niet te worden gebruikt.
Verminderde leverfunctie
Pioglitazon dient niet te worden gebruikt bij patiënten met verminderde leverfunctie (zie rubriek 4.3
en 4.4).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Glustin bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar zijn nog
niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Pioglitazon tabletten worden éénmaal daags oraal, met of zonder voedsel, ingenomen. Tabletten
moeten worden doorgeslikt met een glas water.
4.3 Contra-indicaties
Pioglitazon is gecontraïndiceerd bij patiënten met:
-
overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
-
hartfalen of voorgeschiedenis van hartfalen (NYHA klasse I tot IV)
-
verminderde leverfunctie
-
diabetische ketoacidose
-
actieve blaaskanker of een voorgeschiedenis van blaaskanker
-
niet-onderzochte, macroscopische hematurie
4.4 Bijzondere waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik
Vochtretentie en hartfalen
Pioglitazon kan vochtretentie veroorzaken, wat hartfalen kan verergeren of bespoedigen. Wanneer
patiënten behandeld worden die minstens één risicofactor hebben voor de ontwikkeling van congestief
hartfalen (bijvoorbeeld een eerder hartinfarct of symptomatisch coronair lijden of bij ouderen),
zouden artsen moeten beginnen met de laagst beschikbare dosis en de dosis geleidelijk opvoeren.
Patiënten dienen te worden gevolgd op tekenen en symptomen van hartfalen, gewichtstoename of
oedeem, zeker patiënten met een verminderde cardiale reserve. Er zijn post-marketing gevallen
gerapporteerd van hartfalen bij gebruik van pioglitazon in combinatie met insuline of bij patiënten
met een voorgeschiedenis van hartfalen. Patiënten dienen te worden gevolgd op tekenen en
symptomen van hartfalen, gewichtstoename en oedeem, wanneer pioglitazon wordt gebruikt in
combinatie met insuline. Aangezien insuline en pioglitazon beide zijn geassocieerd met vochtretentie,
kan gelijktijdige toediening het risico op oedeem vergroten. Post-marketing gevallen van perifeer
oedeem en hartfalen werden eveneens gerapporteerd bij patiënten die gelijktijdig pioglitazon en
niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen gebruikten, met inbegrip van selectieve
COX-2-remmers.
Pioglitazon dient te worden gestaakt als er verslechtering in de cardiale status optreedt.
Een onderzoek naar de cardiovasculaire gevolgen bij pioglitazon werd uitgevoerd bij patiënten jonger
dan 75 jaar, met type 2 diabetes mellitus en een bestaande ernstige macrovasculaire aandoening.
Pioglitazon of placebo werd toegevoegd aan de bestaande antidiabetica en cardiovasculaire therapie
gedurende maximaal 3,5 jaar. Deze studie liet een toename zien van de meldingen van hartfalen,
hoewel dit niet leidde tot een verhoogde mortaliteit in dit onderzoek.
Gebruik in combinatie met insuline moet bij ouderen met voorzichtigheid worden overwogen
vanwege een verhoogd risico op ernstig hartfalen.
Met het oog op leeftijd-gerelateerde risico's (in het bijzonder blaaskanker, breuken en hartfalen) moet
de balans van voordelen en risico's zorgvuldig worden overwogen, zowel vóór als tijdens de
behandeling bij ouderen.
Blaaskanker
In een meta-analyse van gecontroleerde klinische studies met pioglitazon werd blaaskanker vaker
gerapporteerd in de pioglitazongroep (19 gevallen onder 12.506 patiënten, 0,15%) dan in de
controlegroep (7 gevallen onder 10.212 patiënten, 0,07%) HR = 2,64 (95% CI 1,11-6,31, p = 0,029).
Na uitsluiting van alle patiënten die, ten tijde van de diagnose blaaskanker, minder dan één jaar aan de
studiemedicatie waren blootgesteld, bleven er nog 7 patiënten met blaaskanker (0,06%) in de
pioglitazongroep over en 2 patiënten (0,02%) in de controlegroep. Epidemiologische studies wezen
ook op een licht verhoogd risico op blaaskanker bij patiënten met diabetes mellitus die behandeld
werden met pioglitazon, hoewel niet uit alle studies een statistisch significant verhoogd risico bleek.
Risicofactoren voor blaaskanker moeten worden beoordeeld voor het opstarten van een behandeling
met pioglitazon (risico's zijn leeftijd, voorgeschiedenis van roken, blootstelling aan een aantal
beroeps- of chemotherapeutische middelen zoals cyclofosfamide, of eerdere behandeling met
bestraling in het bekkengebied). Elke macroscopische hematurie moet worden onderzocht alvorens
behandeling met pioglitazon te starten.
Patiënten moeten worden geadviseerd onmiddellijk contact op te nemen met hun arts als
macroscopische hematurie of andere symptomen zoals dysurie of urinaire urgentie zich tijdens de
behandeling ontwikkelen.
Controle van leverfuncties
In zeldzame gevallen is hepatocellulaire disfunctie gerapporteerd tijdens post-marketing ervaring (zie
rubriek 4.8). Het wordt daarom aanbevolen dat bij patiënten die behandeld worden met pioglitazon
periodieke controle van leverenzymen plaatsvindt. Leverenzymen dienen te worden gecontroleerd
voor aanvang van behandeling met pioglitazon bij alle patiënten. Behandeling met pioglitazon moet
niet worden gestart bij patiënten met verhoogde uitgangswaarden van leverenzymen (ALT > 2,5 maal
bovengrens van normaalwaarde) of met andere aanwijzingen voor een leveraandoening.
Na aanvang van behandeling met pioglitazon wordt aanbevolen om op basis van een klinische
beoordeling regelmatig leverenzymen te controleren. Als ALT-waarden tijdens behandeling met
pioglitazon zijn verhoogd tot 3 maal de bovengrens van de normaalwaarde, dient bepaling van de
leverenzymen zo snel mogelijk herhaald te worden. Als ALT-waarden boven 3 maal de bovengrens
van de normaalwaarde blijven, dient behandeling te worden gestaakt. Als patiënten symptomen
ontwikkelen die leverdisfunctie doen vermoeden, waaronder onverklaarde misselijkheid, braken,
buikpijn, moeheid, anorexia en/of donkere urine kunnen vallen, dienen de leverenzymen te worden
gecontroleerd. De beslissing om behandeling van de patiënt met pioglitazon voort te zetten dient
plaats te vinden op basis van een klinische beoordeling in afwachting van laboratoriumuitslagen. Als
geelzucht wordt waargenomen dient de behandeling met het geneesmiddel te worden gestaakt.
Gewichtstoename
In klinische studies met pioglitazon werd dosisgerelateerde gewichtstoename aangetoond, welke te
wijten kan zijn aan een opstapeling van vet en in sommige gevallen geassocieerd kan zijn met
vochtretentie. In sommige gevallen kan gewichtsvermeerdering een symptoom zijn van hartfalen,
daarom dient het gewicht nauwkeurig te worden opgevolgd. Deel van de behandeling van diabetes
calorie-gecontroleerd dieet te houden.
Hematologie
Tijdens therapie met pioglitazon was er een kleine afname in de gemiddelde hemoglobinewaarde (4%
relatieve afname) en hematocriet (4,1% relatieve afname), die consistent was met hemodilutie.
Soortgelijke veranderingen werden waargenomen bij patiënten behandeld met metformine
(hemoglobinewaarde 34% en hematocriet 3,64,1% relatieve afname) en, in mindere mate, bij
patiënten behandeld met een sulfonylureumderivaat en insuline (hemoglobinewaarde 12% en
hematocriet 13,2% relatieve afname) in vergelijkende, gecontroleerde studies met pioglitazon.
Hypoglykemie
Als gevolg van een verhoogde insulinesensitiviteit, kunnen patiënten die pioglitazon krijgen in een
dubbele of drievoudige orale therapie met een sulfonylureumderivaat, of een dubbele therapie met
insuline, risico lopen op een dosisgerelateerde hypoglykemie. Het kan dan noodzakelijk zijn de dosis
sulfonylureumderivaat of insuline te verlagen.
Oogaandoeningen
Post-marketing meldingen van nieuw ontstaan of verslechterend diabetisch maculair oedeem met
afname van de gezichtsscherpte zijn gerapporteerd met thiazolidinedionen, waaronder pioglitazon.
Veel van deze patiënten meldden gelijktijdig perifeer oedeem. Het is onduidelijk of er wel of niet een
directe relatie bestaat tussen pioglitazon en maculair oedeem maar voorschrijvers dienen alert te zijn
op de mogelijkheid van maculair oedeem als patiënten visusstoornissen melden: een geschikte
oftalmologische verwijzing dient overwogen te worden.
Overigen
Er werd een verhoogde incidentie van botfracturen waargenomen bij vrouwen in een gepoolde
analyse van bijwerkingen van botfracturen vanuit gerandomiseerde, gecontroleerde dubbel
geblindeerde studies bij meer dan 8.100 met pioglitazon en 7.400 met een comparator behandelde
patiënten, met een behandelingsduur tot en met 3,5 jaar.
Fracturen werden waargenomen bij 2,6% van de vrouwen die pioglitazon namen vergeleken met 1,7%
van de vrouwen die behandeld werden met een comparator. Er werd geen verhoogd aantal fracturen
gevonden bij mannen die behandeld werden met pioglitazon (1,3%) vergeleken met een comparator
(1,5%).
De incidentie was 1,9 fracturen per 100 patiëntenjaren bij vrouwen die werden behandeld met
pioglitazon ten opzichte van 1,1 fracturen per 100 patiëntenjaren in de groep met een comparator. Het
extra risico op fracturen dat werd waargenomen bij vrouwen behandeld met pioglitazon is op basis
van deze gegevens 0,8 fracturen per 100 patiëntenjaren van gebruik.
In de 3,5 jaar durende cardiovasculair-risicostudie (PROactive) hadden 44/870 (5,1%: 1,0 fracturen
per 100 patiëntenjaren) van de pioglitazon behandelde vrouwen fracturen vergeleken met 23/905
(2,5%: 0,5 fracturen per 100 patiëntenjaren) van de vrouwelijke patiënten die behandeld werden met
een comparator. Er werd geen verhoogde mate van fracturen waargenomen bij de behandeling met
pioglitazon (1,7%) vergeleken met een comparator (2,1%).
Sommige epidemiologische studies suggereerden een vergelijkbare stijging van het risico op fracturen
bij zowel mannen als vrouwen.
Het risico op fracturen moet in overweging worden genomen bij patiënten die langdurig behandeld
worden met pioglitazon (zie rubriek 4.8).
patiënten met polycysteus ovariumsyndroom toe leiden dat er weer een ovulatie optreedt. Bij deze
patiënten bestaat de kans om zwanger te raken. Patiënten dienen op de hoogte te zijn van de kans op
zwangerschap en als een patiënte zwanger wil worden of wordt, dient de behandeling te worden
gestaakt (zie rubriek 4.6).
Pioglitazon dient met zorg te worden toegediend bij gelijktijdige toediening van P450 2C8-remmers
(bijvoorbeeld gemfibrozil) of -inductoren (bijvoorbeeld rifampicine). Glykemische controle dient
nauwlettend te worden gevolgd. Een dosisaanpassing van pioglitazon binnen het aanbevolen
doseringsbereik of aanpassingen van de diabetesbehandeling moeten worden overwogen (zie
rubriek 4.5).
Glustin tabletten bevatten lactose monohydraat en mogen daarom niet worden toegediend aan
patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie
of glucose-galactose malabsorptie.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Onderzoek naar interacties heeft aangetoond dat pioglitazon geen relevant effect heeft op de
farmacokinetiek of farmacodynamiek van digoxine, warfarine, fenprocoumon en metformine.
Gelijktijdige toediening van pioglitazon met een sulfonylureumderivaat lijkt de farmacokinetiek van
het sulfonylureumderivaat niet te beïnvloeden. Studies bij mensen hebben geen aanwijzingen
opgeleverd voor inductie van de belangrijkste induceerbare cytochromen P450, 1A, 2C8/9 en 3A4.
In vitro-studies hebben geen remming van enig subtype van het cytochroom P450 aangetoond.
Interacties met door deze enzymen gemetaboliseerde stoffen, bijvoorbeeld orale anticonceptiva,
cyclosporine, calciumantagonisten en HMGCoA-reductaseremmers zijn niet te verwachten.
Gelijktijdige toediening van pioglitazon met gemfibrozil (een remmer van cytochroom P450 2C8) zou
resulteren in een drievoudige toename van de AUC van pioglitazon. Aangezien er een kans bestaat op
een toename van dosisgerelateerde ongewenste effecten, kan verlaging van de dosis pioglitazon
noodzakelijk zijn bij gelijktijdige toediening van gemfibrozil. Een nauwgezette opvolging van de
glykemische controle dient dan te worden overwogen (zie rubriek 4.4). Gelijktijdige toediening van
pioglitazon met rifampicine (een inductor van cytochroom P450 2C8) zou resulteren in een daling met
54% van de AUC van pioglitazon. Bij gelijktijdige toediening van rifampicine moet de dosis
pioglitazon mogelijk worden verhoogd. Een nauwgezette opvolging van de glykemische regulering
dient te worden overwogen (zie rubriek 4.4).
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn niet voldoende gegevens bij de mens om de veiligheid van pioglitazon tijdens de
zwangerschap te bepalen. In dierstudies met pioglitazon werd een vertraagde groei van de foetus
aangetoond. Dit wordt toegeschreven aan het feit dat pioglitazon bij het moederdier de
hyperinsulinemie en de verhoogde insulineweerstand tijdens de zwangerschap vermindert, waardoor
de beschikbaarheid van metabole substraten voor de groei van de foetus lager is. Het is onduidelijk in
hoeverre dit mechanisme relevant is bij mensen en daarom dient pioglitazon tijdens de zwangerschap
niet te worden gebruikt.
Borstvoeding
Pioglitazon is aangetroffen in de melk van zogende ratten. Het is niet bekend of pioglitazon bij de
mens wordt uitgescheiden met de moedermelk. Daarom dient pioglitazon niet te worden toegediend
aan vrouwen die borstvoeding geven.
In vruchtbaarheidsonderzoek bij dieren werd geen effect op copulatie, impregnatie of
vruchtbaarheidsindex aangetoond.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Glustin heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines
te bedienen. Echter patiënten die stoornissen in het zicht ervaren, dienen voorzichtig te zijn met het
besturen van auto's of het bedienen van machines.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen die meer gemeld werden (> 0,5%) dan placebo en meer dan één enkel geval bij
patiënten die pioglitazon kregen tijdens dubbelblinde studies zijn hieronder weergegeven als
MedDRA voorkeursterm per systeem/orgaanklasse en absolute frequentie. De frequenties zijn
gedefinieerd als: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden
( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere systeem/orgaanklasse worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende incidentie en vervolgens afnemende ernst.
Bijwerking
Frequentie van bijwerkingen van pioglitazon per
behandelingsregime
Combinatie
Mono-
met
met sulfo- met
met insuline
therapie metformine nylureum metformine
en sulfon-
ylureum
Infecties en parasitaire
aandoeningen
bovenste luchtweginfectie vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
bronchitis
vaak
sinusitis
soms
soms
soms
soms
soms
Neoplasmata, benigne,
maligne en
niet-gespecificeerd
(inclusief cysten en
poliepen)
blaaskanker
soms
soms
soms
soms
soms
Bloed- en
lymfestelselaandoeningen
anemie
vaak
Immuunsysteemaandoeni
ngen
hypersensitiviteit en
niet
niet bekend niet bekend niet bekend
niet bekend
allergische reacties 1
bekend
Voedings-en
stofwisselingsstoornissen
hypoglykemie
soms
zeer vaak
vaak
toegenomen eetlust
soms
Frequentie van bijwerkingen van pioglitazon per
behandelingsregime
Combinatie
Mono-
met
met sulfo- met
met insuline
therapie metformine nylureum metformine
en sulfon-
ylureum
Zenuwstelselaandoeninge
n
hypoasthesie
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
hoofdpijn
vaak
soms
duizeligheid
vaak
insomnia
soms
soms
soms
soms
soms
Oogaandoeningen
stoornis van het
vaak
vaak
soms
gezichtsvermogen 2
maculaoedeem
niet
niet bekend
niet bekend niet bekend
niet bekend
bekend
Evenwichtsorgaan- en
ooraandoeningen
vertigo
soms
Hartaandoeningen
hartfalen 3
vaak
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
mediastinumaandoeninge
n
dyspnoe
vaak
Maagdarmstelselaandoen
ingen
flatulentie
soms
vaak
Huid- en
onderhuidaandoeningen
zweten
soms
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
botfractuur 4
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
arthralgie
vaak
vaak
vaak
rugpijn
vaak
Nier- en
urinewegaandoeningen
hematurie
vaak
glucosurie
soms
proteinurie
soms
Voortplantingsstelsel- en
borstaandoeningen
erectiele disfunctie
vaak
Algemene aandoeningen
en
toedieningsplaatsstoornis
sen
oedeem 5
zeer vaak
vermoeidheid
soms
Onderzoeken
Frequentie van bijwerkingen van pioglitazon per
behandelingsregime
Combinatie
Mono-
met
met sulfo- met
met insuline
therapie metformine nylureum metformine
en sulfon-
ylureum
gewichtstoename 6
vaak
vaak
vaak
vaak
vaak
verhoging van
vaak
creatininefosfokinase in
het bloed
verhoogd lactaat
soms
dehydrogenase
verhoogd alanine
niet
niet bekend
niet bekend niet bekend
niet bekend
aminotransferase 7
bekend
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
1 Na het op de markt brengen van pioglitazon werden er meldingen van hypersensitiviteitsreacties bij
patiënten gemaakt. Deze reacties omvatten anafylaxie, angio-oedeem en urticaria.
2 Stoornissen van het gezichtsvermogen worden vooral in het begin van de behandeling gemeld en
hangen samen met veranderingen in bloedglucose vanwege een tijdelijke verandering van de
oogboldruk en brekingsindex van de lens zoals ook wordt waargenomen bij andere hypoglykemische
geneesmiddelen.
3 Bij gecontroleerde, klinische studies was de incidentie van meldingen van hartfalen dezelfde bij
behandeling met pioglitazon als bij de behandelingsgroep met placebo, metformine en een
sulfonylureumderivaat, maar was verhoogd in combinatietherapie met insuline. In een
uitkomstonderzoek bij patiënten met een bestaande macrovasculaire aandoening, was de incidentie
van ernstig hartfalen 1,6% hoger met pioglitazon dan met placebo, wanneer het werd toegevoegd aan
een therapie die ook insuline bevatte. Echter, dit leidde niet tot een verhoogde mortaliteit in dit
onderzoek. In dit onderzoek werd, bij patiënten die pioglitazon en insuline kregen toegediend, een
groter percentage van patiënten met hartfalen geobserveerd in de groep van patiënten van 65 aar en
ouder vergeleken met deze jonger dan 65 aar (9,7% in vergelijking met 4,0%). Bij patiënten die
insuline gebruikten zonder pioglitazon was de incidentie van hartfalen 8,2% in de patiëntengroep van
65 jaar en ouder vergeleken met 4,0% in de patiëntengroep jonger dan 65 jaar. Hartfalen is gemeld bij
het gebruik van pioglitazon sinds het op de markt werd gebracht, en frequenter wanneer pioglitazon
werd gebruikt in combinatie met insuline of bij patiënten met een voorgeschiedenis van hartfalen (zie
rubriek 4.4).
4 Een gepoolde analyse van gemelde bijwerkingen van botfracturen werd uitgevoerd vanuit
gerandomiseerde, comparator-gecontroleerde dubbel geblindeerde studies bij meer dan 8.100 met
pioglitazon en 7.400 met een comparator behandelde patiënten, met een behandelingsduur tot en met
3,5 jaar. Een hogere incidentie van fracturen werd waargenomen bij vrouwen die werden behandeld
met pioglitazon (2,6%) versus een comparator (1,7%). Er werd geen verhoogd aantal fracturen
waargenomen bij mannen die behandeld werden met pioglitazon (1,3%) versus een comparator
(1,5%).
In de 3,5 jaar durende PROactive studie hadden 44/870 (5,1%) van de met pioglitazon behandelde
vrouwen fracturen vergeleken met 23/905 (2,5%) van de vrouwelijke patiënten behandeld met een
comparator. Er werd geen verhoogd aantal botbreuken waargenomen bij mannen die behandeld
werden met pioglitazon (1,7%) vergeleken met een comparator (2,1%). Postmarketing is er melding
gemaakt van botbreuken bij zowel mannelijke als vrouwelijke patiënten (zie rubriek 4.4).
pioglitazon in gecontroleerde klinische studies. De percentages voor oedeem waren 25% in de
vergelijkende groepen (sulfonylureumderivaten, metformine). De meldingen van oedeem waren in het
algemeen licht tot matig van aard en leidden gewoonlijk niet tot het staken van de behandeling.
6 Bij actieve comparator-gecontroleerde klinische studies was de gemiddelde gewichtstoename met
pioglitazon, dat als monotherapie gegeven werd, 23 kg in één jaar. Dit is vergelijkbaar met de
gewichtstoename waargenomen in een actieve vergelijkende groep behandeld met een
sulfonylureumderivaat. In combinatiestudies leidde pioglitazon, toegevoegd aan metformine, tot een
gemiddelde gewichtstoename van 1,5 kg in één jaar en toegevoegd aan een sulfonylureumderivaat tot
een gemiddelde gewichtstoename van 2,8 kg in één jaar. In vergelijkende groepen leidde toevoeging
van een sulfonylureumderivaat aan metformine tot een gemiddelde gewichtstoename van 1,3 kg en
toevoeging van metformine aan een sulfonylureumderivaat tot een gemiddeld gewichtsverlies van
1,0 kg.
7 De incidentie van verhoogde ALT-waarden groter dan driemaal de bovengrens van de
normaalwaarde, was bij klinische studies met pioglitazon gelijk aan die van placebo, maar minder dan
die waargenomen bij een vergelijkende groep met metformine of een sulfonylureumderivaat. De
gemiddelde waarden van leverenzymen namen af bij behandeling met pioglitazon. Zeldzame gevallen
van verhoogde leverenzymen en hepatocellulaire dysfunctie zijn waargenomen tijdens postmarketing
ervaring. Hoewel er in zeldzame gevallen een fatale afloop is gemeld, is een oorzakelijk verband niet
aangetoond.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
In klinisch onderzoek hebben patiënten hogere doses pioglitazon ingenomen dan de aanbevolen
hoogste dosis van 45 mg per dag. De hoogst gemelde dosis van 120 mg per dag gedurende vier dagen,
en vervolgens 180 mg per dag gedurende zeven dagen werd niet in verband gebracht met welke
symptomen dan ook.
Hypoglykemie kan in combinatie met sulfonylureumderivaten of insuline voorkomen. Bij overdosis
dienen symptomatische en algemene ondersteunende maatregelen te worden genomen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Geneesmiddelen voor diabetes, bloedglucose verlagende
geneesmiddelen, excl. insuline; ATC-code: A10BG03.
Het effect van pioglitazon kan worden gemedieerd door een vermindering van de insulineresistentie.
Bij dieren lijkt de werking van pioglitazon te zijn gebaseerd op activering van specifieke nucleaire
receptoren (peroxisome proliferator activated receptor gamma), wat leidt tot een hogere
insulinegevoeligheid van de lever-, vet- en skeletspiercellen. Behandeling met pioglitazon heeft laten
zien dat de glucose-uitstoot van de lever wordt verminderd en de afvoer van perifere glucose bij
insulineresistentie wordt verhoogd.
Zowel nuchter als na de maaltijd werd een verbetering geconstateerd van de glykemische controle bij
patiënten met type 2-diabetes mellitus. De verbeterde glykemische controle gaat gepaard met een
studie met pioglitazon versus gliclazide in monotherapie werd uitgebreid tot twee jaar om de tijd tot
falen van de behandeling te bepalen (gedefinieerd als het optreden van HbA1c 8,0% na de eerste zes
maanden therapie). Kaplan-Meier-analyse toonde een kortere tijd tot falen van de behandeling aan bij
patiënten behandeld met gliclazide, vergeleken met pioglitazon. Na twee jaar hield de glykemische
controle (gedefinieerd als HbA1c < 8,0%) aan bij 69% van de patiënten behandeld met pioglitazon,
vergeleken met 50% van de patiënten op gliclazide. In een twee jaar durende studie naar
combinatietherapie, waarin pioglitazon vergeleken werd met gliclazide wanneer het werd toegevoegd
aan metformine, was de glykemische controle gemeten als gemiddelde verandering van HbA1c ten
opzichte van de uitgangswaarde na één jaar vergelijkbaar tussen de behandelingsgroepen. De mate
van verslechtering van het HbA1c gedurende het tweede jaar was minder bij pioglitazon dan bij
gliclazide.
In een placebo-gecontroleerde studie werden patiënten met onvoldoende glykemische regulering
ondanks een drie maanden durende optimalisatieperiode voor insuline gerandomiseerd toegewezen
aan pioglitazon of placebo, voor een duur van 12 maanden. Bij de patiënten die pioglitazon ontvingen,
werd een gemiddelde verlaging van HbA1c waargenomen van 0,45% vergeleken met patiënten die
uitsluitend insuline bleven gebruiken, en een verlaging van de insulinedosis in de met pioglitazon
behandelde groep.
Uit HOMA-analyse blijkt dat pioglitazon de bètacelfunctie verbetert en eveneens de
insulinegevoeligheid verhoogt. Klinische studies die twee jaar duurden, hebben bewezen dat dit effect
gehandhaafd wordt.
In klinische studies die één jaar duurden zorgde pioglitazon consistent voor een statistisch significante
vermindering van de albumine/creatinine ratio vergeleken met de uitgangswaarde.
Het effect van pioglitazon (45 mg monotherapie versus placebo) werd onderzocht in een kleinschalige
studie van 18 weken bij type 2 diabetespatiënten. Pioglitazon werd in verband gebracht met
significante gewichtstoename. Het visceraal vet nam significant af, terwijl er een toename was van de
hoeveelheid extra-abdominaal vet. Vergelijkbare veranderingen in de verdeling van lichaamsvet bij
pioglitazon zijn gepaard gegaan met een verbetering van de insulinegevoeligheid. Bij de meeste
klinische studies werd, in vergelijking met placebo, een verminderd totaal aantal plasma triglyceriden
en vrije vetzuren en verhoogde HDL-cholesterolwaarden waargenomen, met kleine maar niet
statistisch significante verhogingen van LDL-cholesterolwaarden.
Bij klinische studies tot een duur van twee jaar, verminderde pioglitazon het totaal gehalte aan
triglyceriden en vrije vetzuren in het plasma, en verhoogde pioglitazon de HDL-cholesterolwaarden,
vergeleken met placebo, metformine of gliclazide.
Pioglitazon veroorzaakte geen statistisch significante verhogingen van LDL-cholesterolwaarden,
vergeleken met placebo, terwijl verminderingen werden waargenomen met metformine en gliclazide.
Bij een studie van 20 weken verminderde pioglitazon zowel het nuchtere triglyceridegehalte als
postprandiale hypertriglyceridemie, door een effect op zowel geabsorbeerde als door de lever
gesynthetiseerde triglyceriden. Deze effecten waren onafhankelijk van het effect van pioglitazon op
de glykemie en waren statistisch significant verschillend ten opzichte van glibenclamide.
In het PROactive onderzoek, een cardiovasculair outcome-onderzoek van 5.238 patiënten met type 2
diabetes mellitus en een bestaande ernstige macrovasculaire aandoening, werd na randomisatie
pioglitazon of placebo maximaal 3,5 jaar lang toegevoegd aan een bestaande antidiabetische en
cardiovasculaire behandeling. De gemiddelde leeftijd van de onderzoekspopulatie was 62 jaar en de
gemiddelde duur van de diabetes was 9,5 jaar. Circa eenderde van de patiënten ontving insuline in
combinatie met metformine en/of een sulfonylureumderivaat. Om voor inclusie in aanmerking te
komen, moesten één of meer van de volgende factoren op de patiënten van toepassing zijn:
myocardinfarct, beroerte, percutane cardiale interventie of coronaire arteriële bypass-graft, acuut
coronair syndroom, coronaire vaatziekte of perifere arteriële obstructieve aandoening. Bijna de helft
van de patiënten had een myocardinfarct in de voorgeschiedenis en circa 20% had een beroerte gehad.
betrekking tot de cardiovasculaire voorgeschiedenis. Vrijwel alle patiënten (95%) gebruikten
cardiovasculaire geneesmiddelen (bètablokkers, angiotensine-converterend enzym [ACE]-remmers,
angiotensine-II-antagonisten, calciumkanaalblokkers, nitraten, diuretica, acetylsalicylzuur, statinen,
fibraten).
Ondanks het feit dat het onderzoek faalde in zijn primaire eindpunt, dat was samengesteld uit alle
mortaliteitsoorzaken, niet-fataal myocardinfarct, beroerte, acuut coronair syndroom, ernstige
beenamputatie, coronaire revascularisatie en beenrevascularisatie, suggereerden de resultaten dat er
geen lange termijn cardiovasculaire bezorgdheid is betreffende het gebruik van pioglitazon. Dit
ondanks het feit dat de incidentie van oedeem, gewichtstoename en hartfalen verhoogd was. Er werd
geen verhoging waargenomen in de mortaliteit bij het falen van de hartfuntie.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Glustin in alle subgroepen van pediatrische patiënten
met type 2 diabetes mellitus (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische gegevens
Absorptie
Na orale toediening wordt pioglitazon snel geabsorbeerd en maximale plasmaconcentraties van
onveranderd pioglitazon worden gewoonlijk binnen 2 uur na toediening bereikt. Proportionele
toenamen van de plasmaconcentratie werden waargenomen voor doses van 2-60 mg. Steady state
wordt na 4-7 dagen inname bereikt. Herhaalde inname leidt niet tot een accumulatie van de verbinding
of metabolieten. De absorptie wordt niet door voedselinname beïnvloed. De absolute biologische
beschikbaarheid is meer dan 80%.
Distributie
Het geschatte distributievolume bij mensen bedraagt 0,25 l/kg.
Pioglitazon en alle actieve metabolieten worden extensief aan plasmaproteïne gebonden (> 99%).
Biotransformatie
Pioglitazon wordt extensief door de lever gemetaboliseerd door hydroxylatie van alifatische
methyleengroepen. Dit gebeurt voornamelijk door middel van het cytochroom P450 2C8 hoewel
andere iso-vormen er in mindere mate bij betrokken kunnen zijn. Drie van de zes geïdentificeerde
metabolieten zijn actief (M-II, M-III en M-IV). Lettende op de activiteit, concentratie en eiwitbinding,
dragen pioglitazon en metaboliet M-III in gelijke mate bij aan de effectiviteit. Op basis hiervan is de
bijdrage van M-IV aan de effectiviteit ongeveer het drievoudige ten opzichte van die van pioglitazon,
terwijl de relatieve effectiviteit van M-II minimaal is.
In vitro-studies hebben geen aanwijzingen opgeleverd dat pioglitazon enig subtype van het
cytochroom P450 remt. Inductie van de belangrijkste induceerbare P450-isoenzymen bij de mens,
cytochromen 1A, 2C8/9 en 3A4, is niet aangetoond.
Interactiestudies hebben laten zien dat pioglitazon geen relevant effect heeft op de farmacokinetiek en
farmacodynamiek van digoxine, warfarine, fenprocoumon en metformine. Gelijktijdige toediening
van pioglitazon met gemfibrozil (een remmer van cytochroom P450 2C8) of met rifampicine (een
inductor van cytochroom P450 2C8) zou leiden tot respectievelijk een toename en een afname van de
plasmaconcentratie van pioglitazon (zie rubriek 4.5).
Na orale toediening van radioactief gemerkt pioglitazon bij de mens, werd het gemerkte pioglitazon
voornamelijk in de faeces (55%) en een geringere hoeveelheid in de urine (45%) teruggevonden. Bij
dieren kon slechts een kleine hoeveelheid onveranderd pioglitazon in de urine en faeces worden
gevonden. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd van onveranderd pioglitazon bij de mens bedraagt
5 tot 6 uur en van de totale actieve metabolieten 16 tot 23 uur.
Oudere patiënten
De steady-state farmacokinetiek voor patiënten van 65 jaar en ouder, en jonge personen is
vergelijkbaar.
Patiënten met een verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie zijn de plasmaconcentraties van pioglitazon en de
metabolieten lager dan die bij personen met een normale nierfunctie, maar de orale klaring van de
oorspronkelijke substantie is vergelijkbaar. De concentratie vrij (ongebonden) pioglitazon is daarom
onveranderd.
Patiënten met een verminderde leverfunctie
De totale plasmaconcentratie van pioglitazon is onveranderd, maar het distributievolume ligt hoger.
De intrinsieke klaring is daarom lager en gaat gepaard met een hogere fractie aan ongebonden
pioglitazon.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In toxiciteitsstudies werd na herhaalde toediening aan muizen, ratten, honden en apen telkens een
verhoging van het plasmavolume geconstateerd met daarmee gepaard gaande hemodilutie, anemie en
reversibele excentrische harthypertrofie. Ook werden een verhoogde vetdepositie en infiltratie
waargenomen. Deze bevindingen werden bij alle species waargenomen bij plasmaconcentraties die
kleiner of gelijk waren aan viermaal de klinische blootstelling. Vertraagde groei bij de foetus was
duidelijk in dierstudies met piogliatazon. Dit was toe te schrijven aan de werking van pioglitazon door
vermindering van de maternale hyperinsulinemie en toename van de insulineresistentie die optreedt
gedurende de zwangerschap, waarbij de beschikbaarheid van metabole substraten voor de groei van
de foetus wordt gereduceerd.
Bij onderzoek aan de hand van een uitgebreide reeks aan in vitro- en in vivo-testen bleek pioglitazon
niet genotoxisch te zijn. Bij ratten die gedurende een periode van maximaal 2 jaar met pioglitazon
werden behandeld, werd een verhoogd aantal gevallen van hyperplasie (mannetjes en vrouwtjes) en
tumoren (mannetjes) van het epitheel van de urineblaas geconstateerd.
De vorming en aanwezigheid van nierstenen met bijbehorende irritatie en hyperplasie werd naar voren
gebracht als het basismechanisme voor de geobserveerde tumorigene reactie in de mannelijke rat. Een
mechanistisch onderzoek gedurende 24 maanden in mannelijke ratten toonde aan dat de toediening
van pioglitazon resulteerde in een verhoogde incidentie van hyperplastische veranderingen aan de
blaas. Verzuring door de inname van voedsel deed de incidentie van tumoren significant verminderen,
maar niet geheel verdwijnen. De aanwezigheid van microkristallen versterkte de hyperplastische
reactie, maar werd niet gezien als de primaire oorzaak van hyperplastische veranderingen. De
relevantie voor de mens van deze tumorigene bevinding in de mannelijke rat kan niet worden
uitgesloten.
Er werd geen tumorigene respons vastgesteld bij muizen van beide geslachten. Bij honden of apen die
gedurende maximaal 12 maanden waren behandeld met pioglitazon werd geen hyperplasie van de
urineblaas geconstateerd.
andere thiazolidinedionen de multipliciteit van tumoren in het colon. De relevantie van deze
bevindingen is onbekend.
Environmental Risk Assessment (ERA):
Geen milieu-effecten verwacht als gevolg van het klinisch gebruik van pioglitazon
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Carmellosecalcium
Hyprolose
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Aluminium/aluminium blisters, verpakkingen van 14, 28, 30, 50, 56, 84, 90 en 98 tabletten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbæk Strand
Denemarken
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/151/001
EU/1/00/151/002
EU/1/00/151/003
EU/1/00/151/004
EU/1/00/151/005
EU/1/00/151/006
EU/1/00/151/007
EU/1/00/151/008
EU/1/00/151/009
EU/1/00/151/010
EU/1/00/151/011
EU/1/00/151/012
EU/1/00/151/013
EU/1/00/151/014
EU/1/00/151/015
EU/1/00/151/016
EU/1/00/151/017
EU/1/00/151/018
EU/1/00/151/019
EU/1/00/151/020
EU/1/00/151/021
EU/1/00/151/022
EU/1/00/151/023
EU/1/00/151/024
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 11/10/2000
Datum van laatste verlenging: 31/08/2010
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu
BIJLAGE II
A. FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN DE AFLEVERING EN HET GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Takeda Ireland Limited
Bray Business Park
Kilruddery
County Wicklow
Ierland
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
BRENGENHANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 15 mg tabletten
Pioglitazon
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere tablet bevat 15 mg pioglitazon (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose monohydraat. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
50 tabletten
56 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbæk Strand
Denemarken
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/151/007 14 tabletten
EU/1/00/151/001 28 tabletten
EU/1/00/151/014 30 tabletten
EU/1/00/151/002 50 tabletten
EU/1/00/151/023 56 tabletten
EU/1/00/151/015 84 tabletten
EU/1/00/151/016 90 tabletten
EU/1/00/151/003 98 tabletten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16 INFORMATIE IN BRAILLE
Glustin 15 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN
MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 30 mg tabletten
Pioglitazon
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere tablet bevat 30 mg pioglitazon (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose monohydraat. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
50 tabletten
56 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbæk Strand
Denemarken
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/151/008 14 tabletten
EU/1/00/151/004 28 tabletten
EU/1/00/151/017 30 tabletten
EU/1/00/151/005 50 tabletten
EU/1/00/151/024 56 tabletten
EU/1/00/151/018 84 tabletten
EU/1/00/151/019 90 tabletten
EU/1/00/151/006 98 tabletten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Glustin 30 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN
MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 45 mg tabletten
Pioglitazon
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Iedere tablet bevat 45 mg pioglitazon (als hydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose monohydraat. Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
50 tabletten
56 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbæk Strand
Denemarken
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/151/009 14 tabletten
EU/1/00/151/010 28 tabletten
EU/1/00/151/020 30 tabletten
EU/1/00/151/011 50 tabletten
EU/1/00/151/012 56 tabletten
EU/1/00/151/021 84 tabletten
EU/1/00/151/022 90 tabletten
EU/1/00/151/013 98 tabletten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Glustin 45 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 15 mg tabletten
Pioglitazon
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Takeda (logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
KALENDERVERPAKKINGEN:
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 30 mg tabletten
Pioglitazon
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Takeda (logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
KALENDERVERPAKKINGEN:
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Glustin 45 mg tabletten
Pioglitazon
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Takeda (logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
KALENDERVERPAKKINGEN:
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
B. BIJSLUITER
Glustin 15 mg, tabletten
Glustin 30 mg, tabletten
Glustin 45 mg, tabletten
Pioglitazon
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Glustin en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Glustin en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Glustin bevat pioglitazon. Glustin is een geneesmiddel tegen diabetes (anti-diabeticum) en wordt
gebruikt ter behandeling van type 2 (niet-insuline afhankelijke) diabetes bij volwassenen, wanneer
metformine niet geschikt is of niet voldoende heeft gewerkt. Dit is de diabetes die zich voornamelijk
ontwikkelt bij volwassenen.
Als u type 2 diabetes heeft, reguleert Glustin het glucosegehalte in uw bloed waardoor uw lichaam
beter gebruik kan maken van de insuline die door uw lichaam wordt geproduceerd. Drie tot zes
maanden nadat u bent gestart met de inname, zal uw arts controleren of Glustin, effect heeft.
Glustin alleen kan worden gebruikt bij patiënten die niet in staat zijn metformine in te nemen en bij
patiënten bij wie een behandeling bestaande uit dieet en lichaamsbeweging de bloedsuikerspiegel niet
onder controle kon brengen. Het kan ook worden toegevoegd aan andere behandelingen (zoals
metformine, sulfonylureum of insuline) die de bloedsuikerspiegel niet voldoende onder controle
kunnen brengen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
Als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
Als u lijdt aan hartfalen of ooit eerder aan hartfalen hebt geleden.
-
Als u een leverziekte heeft.
-
Als u een ketoacidose heeft gehad als gevolg van de diabetes (een complicatie van diabetes met
een snel gewichtsverlies, misselijkheid of braken).
-
Als u blaaskanker heeft of ooit heeft gehad.
-
Als u bloed in de urine heeft en wanneer dit niet werd gecontroleerd door uw arts.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt (zie rubriek 4).
-
Als u vocht vasthoudt (vochtretentie) of hartproblemen heeft in het bijzonder indien u ouder
bent dan 75 jaar. Vertel het uw arts als u geneesmiddelen neemt tegen ontsteking omdat deze
ook aanleiding kunnen geven tot het vasthouden van vocht en zwelling kunnen veroorzaken.
-
Als u een bijzonder soort diabetische oogziekte heeft die maculair oedeem wordt genoemd
(zwelling van de achterzijde van het oog).
-
Als u cysten heeft op uw eierstokken (polycystisch ovarium syndroom). Er zou een toegenomen
kans kunnen zijn op zwangerschap omdat een eisprong opnieuw mogelijk is wanneer u Glustin
gebruikt. Indien dit op u van toepassing is, dient u gebruik te maken van geschikte
voorbehoedsmiddelen om de mogelijkheid van een ongeplande zwangerschap te voorkomen.
-
Als u problemen heeft met uw lever of hart. Voordat u begint met het innemen van Glustin
wordt er bij u een bloedmonster genomen om de leverfunctie te controleren. Deze controle
moet met tussenpozen worden herhaald. Sommige patiënten die werden behandeld met Glustin,
en al langer type 2 diabetes mellitus en een aandoening van het hart hadden of eerder een
beroerte hadden doorgemaakt, ontwikkelden hartfalen. Raadpleeg uw arts zodra u symptomen
ervaart van hartfalen zoals ongebruikelijke kortademigheid of een snelle gewichtstoename of
een plaatselijke zwelling (oedeem).
Als u Glustin samen neemt met andere geneesmiddelen voor diabetes, kan het sneller voorkomen dat
uw bloedglucosespiegel daalt tot onder het normale niveau (hypoglykemie).
U kunt ook een vermindering in het aantal rode bloedcellen ervaren (anemie).
Botbreuken
Een verhoogd aantal botbreuken werd waargenomen bij patiënten, voornamelijk vrouwen die
pioglitazon gebruikten. Uw arts houdt hier rekening mee, wanneer deze uw diabetes behandelt.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Het gebruik bij kinderen en adolescenten onder 18 jaar wordt niet aanbevolen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Glustin nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
U kunt normaal doorgaan met het gebruik van andere geneesmiddelen, wanneer u Glustin gebruikt.
Echter, er zijn enkele geneesmiddelen die waarschijnlijk invloed hebben op de hoeveelheid suiker in
uw bloed:
-
gemfibrozil (voor het verlagen van een hoog cholesterolgehalte)
-
rifampicine (voor het behandelen van infecties, tuberculose)
Informeer uw arts of apotheker indien u (een van) deze geneesmiddelen gebruikt. Uw
bloedsuikergehalte zal worden gecontroleerd en mogelijk wordt de dosis van Glustin aangepast.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
U kunt uw tabletten met of zonder voedsel innemen. U dient de tablet in te slikken met een glas water.
Zwangerschap en borstvoeding
Vertel het aan uw arts als u
-
zwanger bent, als u denkt dat u mogelijk zwanger bent of als u overweegt zwanger te worden.
-
borstvoeding geeft of overweegt borstvoeding te geven.
Uw arts zal u adviseren met dit geneesmiddel te stoppen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel beïnvloedt uw vermogen om een auto te besturen of machines te bedienen niet, maar
let op indien u een afwijkend zicht ervaart.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u Glustin inneemt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De gebruikelijke startdosering is één tablet van 15 mg of 30 mg pioglitazon éénmaal per dag. Uw arts
kan de dosis verhogen tot maximaal 45 mg eenmaal per dag. Uw arts zal u vertellen welke dosis u
moet gebruiken.
Als u het idee heeft dat het effect van Glustin onvoldoende is, vertel dit dan aan uw arts.
Wanneer Glustin in combinatie wordt ingenomen met andere geneesmiddelen ter behandeling van
diabetes (zoals insuline, chloorpropamide, glibenclamide, gliclazide, tolbutamide), zal uw arts u
meedelen of u de dosering van de andere geneesmiddelen dient te verminderen.
Uw arts zal vragen om gedurende de behandeling met Glustin regelmatig een bloedtest bij u af te
nemen. Hierna zal dit met regelmatige pauzes plaatsvinden. Dit is om na te gaan of uw lever normaal
functioneert.
Indien u een speciaal dieet voor diabetes volgt, dient u dit voort te zetten terwijl u Glustin gebruikt.
Uw lichaamsgewicht dient regelmatig te worden gecontroleerd; vertel het uw arts als uw gewicht is
toegenomen.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Indien u per ongeluk teveel tabletten heeft ingenomen, of indien iemand anders of een kind het
geneesmiddel inneemt, dient u onmiddellijk een arts of apotheker te raadplegen. Uw
bloedsuikerspiegel kan dalen onder het normale niveau en kan weer worden verhoogd door de inname
van suiker. U wordt aangeraden om enkele suikerbevattende producten bij u te dragen: suikerklontjes,
snoepjes, koekjes of vruchtensap met suiker.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem Glustin dagelijks in, zoals voorgeschreven. Indien u echter een dosis vergeet, neemt u de
volgende dosis op de gebruikelijke tijd in. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te
halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Glustin dient iedere dag te worden ingenomen om op de juiste manier te werken. Indien u stopt met
het gebruik van Glustin, kan uw bloedsuiker stijgen. Raadpleeg uw arts voordat u stopt met deze
behandeling.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Hartfalen werd vaak gemeld (komt voor bij minder dan 1 op de 10 mensen) bij patiënten die Glustin
gebruikten in combinatie met insuline. De symptomen bestonden uit ongebruikelijke kortademigheid
of snelle gewichtstoename of lokale zwelling (oedeem). Als u last krijgt van een van deze
bijwerkingen, vooral wanneer u ouder bent dan 65, dient u onmiddellijk medisch advies in te winnen.
Blaaskanker kwam soms voor (komt voor bij minder dan 1 op de 100 mensen) bij patiënten die
Glustin innemen. Ze zijn ook gemeld bij mannelijke patiënten (frequentie kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald) die Glustin innemen. Tekenen en symptomen zijn bloed in de urine,
pijn bij het plassen of een plotselinge behoefte om te plassen. Als u een van deze bijwerkingen
ervaart, raadpleeg uw arts dan zo snel mogelijk.
Lokale zwelling (oedeem) is ook zeer vaak (komt voor bij meer dan 1 op de 10 mensen) gemeld bij
patiënten die Glustin gebruiken in combinatie met insuline. Als u last krijgt van deze bijwerking, dient
u zo snel mogelijk een arts te raadplegen.
Botbreuken zijn vaak gemeld (komt voor bij minder dan 1 op de 10 mensen) bij vrouwelijke patiënten
die Glustin innemen. Als u deze bijwerking krijgt, raadpleeg dan zo snel mogelijk uw arts.
Wazig zien door zwelling (of vloeistof) aan de achterkant van het oog is eveneens gemeld bij
patiënten die Glustin gebruiken (frequentie kan niet met de beschikbare gegevens worden bepaald).
Als u dit symptoom voor het eerst ervaart, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts. Als u al
last heeft van wazig zien en de symptomen worden erger, raadpleeg dan zo snel mogelijk uw arts.
Allergische reacties werden gemeld bij patiënten die Glustin innemen met onbekende frequentie (kan
niet met de beschikbare gegevens worden bepaald). Indien u een ernstige allergische reactie heeft
waaronder netelroos en het opzwellen van het gezicht, de lippen, de tong of de keel die moeilijkheden
om te ademhalen of te slikken kan veroorzaken, stop dan met het innemen van dit geneesmiddel en
raadpleeg uw arts zo vlug mogelijk.
De andere bijwerkingen die door sommige patiënten die Glustin gebruiken, werden ervaren, zijn:
vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
-
luchtweginfectie
-
verstoord zicht
-
gewichtstoename
-
gevoelloosheid
soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
-
ontsteking van de sinusholten (sinusitis)
-
slapeloosheid (insomnia)
niet bekend (frequentie kan niet met de beschikbare gegevens worden bepaald)
-
verhoogd aantal leverenzymen
-
allergische reacties
De overige bijwerkingen die zijn waargenomen bij enkele patiënten die Glustin gebruiken in
combinatie met andere geneesmiddelen tegen diabetes zijn:
zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
-
afgenomen bloedsuikerwaarden (hypoglykemie)
-
hoofdpijn
-
duizeligheid
-
pijn in de gewrichten
-
impotentie
-
rugpijn
-
kortademigheid
-
een lichte afname in aantallen rode bloedcellen
-
winderigheid
soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
-
suiker in de urine, eiwitten in de urine
-
verhoogd aantal enzymen
-
duizeligheid (vertigo)
-
zweten
-
vermoeidheid
-
toegenomen eetlust
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereikvan kinderen houden.
Gebruik dit middel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het kartonnen doosje
en op de blisterverpakking na `EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand
is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in Glustin is pioglitazon.
Iedere Glustin 15 mg tablet bevat 15 mg pioglitazon (als hydrochloride).
Iedere Glustin 30 mg tablet bevat 30 mg pioglitazon (als hydrochloride).
Iedere Glustin 30 mg tablet bevat 45 mg pioglitazon (als hydrochloride).
De andere stoffen in dit middel zijn lactose monohydraat, hyprolose, carmellosecalcium en
magnesiumstearaat. Zie rubriek 2 'Glustin bevat lactose monohydraat'.
Hoe ziet Glustin eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
-
Glustin 15 mg tabletten zijn witte tot gebroken witte, ronde, bolle tabletten, waarbij aan de ene
kant het cijfer `15' is aangebracht en aan de andere kant `AD4'.
-
Glustin 30 mg tabletten zijn witte tot gebroken witte, ronde, platte tabletten, waarbij aan de ene
kant het cijfer `30' is aangebracht en aan de andere kant `AD4'.
Glustin 45 mg tabletten zijn witte tot gebroken witte, ronde, platte tabletten, waarbij aan de ene
kant het cijfer `45' is aangebracht en aan de andere kant `AD4'.
De tabletten worden geleverd in blisterverpakkingen van 14, 28, 30, 50, 56, 84, 90 of 98 tabletten. Het
is mogelijk dat niet alle genoemde verpakkingsgrootten verkrijgbaar zijn.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Takeda Pharma A/S
Delta Park 45
2665 Vallensbæk Strand
Denemarken
Fabrikant
Takeda Ireland Limited
Bray Business Park
Kilruddery
County Wicklow
Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Takeda Belgium
Takeda UAB
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
Tel: +370 521 09 070
takeda-belgium@takeda.com
Luxembourg/Luxemburg
Takeda Belgium
.: + 359 2 958 27 36; + 359 2 958 15 29
Tél/Tel: +32 2 464 06 11
takeda-belgium@takeda.com
Ceská republika
Magyarország
Takeda Pharmaceuticals Czech Republic s.r.o.
Takeda Pharma Kft.
Tel: + 420 234 722 722
Tel: +361 2707030
Danmark
Malta
Takeda Pharma A/S
Takeda Italia S.p.A.
Tlf: +45 46 77 11 11
Tel: +39 06 502601
Deutschland
Nederland
Takeda GmbH
Takeda Nederland bv
Tel: +49 (0) 0800 825 3325
Tel: +31 20 203 5492
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Norge
Takeda Pharma AS
Takeda AS
Tel: +372 617 7669
Tlf: +47 6676 3030
infonorge@takeda.com
Österreich
TAKEDA .
Takeda Pharma Ges.m.b.H.
: +30 210 6387800
Tel.: +43(0)800 20 80 50
gr.info@takeda.com
España
Polska
Takeda Farmacéutica España S.A.
Takeda Pharma sp. z o.o.
Tel: +34 917 90 42 22
Tel.: +48 22 608 13 00
spain@takeda.com
France
Portugal
Takeda France SAS
Takeda - Farmacêuticos Portugal, Lda.
Tél: +33 1 40 67 33 00
Tel: + 351 21 120 1457
medinfoEMEA@takeda.com
Hrvatska
România
Takeda Pharmaceuticals Croatia d.o.o
Takeda Pharmaceuticals SRL
Tel: +385 1 377 88 96
Tel: +40 21 335 03 91
Ireland
Slovenija
Takeda Products Ireland Limited
Takeda GmbH Podruznica Slovenija
Tel: +353 (0) 1 6420021
Te:.+ 386 (0) 59 082 480
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Takeda Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 (2) 20 602 600
vistor@vistor.is
Italia
Suomi/Finland
Takeda Italia S.p.A.
Takeda Oy
Tel: +39 06 502601
Puh/Tel: +358 20 746 5000
Sverige
Takeda Pharma A/S
Takeda Pharma AB
: +45 46 77 11 11
Tel: +46 8 731 28 00
infosweden@takeda.com
Latvija
United Kingdom
Takeda Latvia SIA
Takeda UK Ltd
Tel: +371 67840082
Tel: +44 (0)1628 537 900
Deze bijsluiter is goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese
Geneesmiddelen Bureau http://www.ema.europa.eu