Hefiya 40 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit:
Elke voorgevulde spuit van 0,4 ml bevat een enkele dosis van 20 mg adalimumab.
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit:
Elke voorgevulde spuit van 0,8 ml bevat een enkele dosis van 40 mg adalimumab.
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen:
Elke voorgevulde pen van 0,8 ml bevat een enkele dosis van 40 mg adalimumab.
Adalimumab is een recombinant humaan monoklonaal antilichaam dat geproduceerd wordt in Chinese
Hamster Ovariumcellen.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. (injectie)
Heldere tot licht opalescente, kleurloze of lichtgele oplossing.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Reumatoïde artritis
Hefiya is in combinatie met methotrexaat bestemd voor:
•
•
de behandeling van volwassen patiënten met matige tot ernstige, actieve reumatoïde artritis
wanneer de respons op antireumatische geneesmiddelen, waaronder methotrexaat, ontoereikend
is gebleken.
de behandeling van volwassen patiënten met ernstige, actieve en progressieve reumatoïde
artritis die niet eerder behandeld zijn met methotrexaat
Hefiya kan gegeven worden als monotherapie in geval van intolerantie voor methotrexaat of wanneer
voortgezette behandeling met methotrexaat ongewenst is.
2
Het is aangetoond dat adalimumab de progressie van gewrichtsschade remt, wat gemeten is door
middel van röntgenonderzoek, en de fysieke functie verbetert wanneer het gegeven wordt in
combinatie met methotrexaat.
Juveniele idiopathische artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
Hefiya is in combinatie met methotrexaat bestemd voor de behandeling van actieve polyarticulaire
juveniele idiopathische artritis, bij patiënten vanaf de leeftijd van 2 jaar die een ontoereikende respons
hebben gehad op één of meerdere antireumatische middelen. Hefiya kan als monotherapie worden
gebruikt in geval van intolerantie voor methotrexaat of wanneer voortgezette behandeling met
methotrexaat ongewenst is (voor de werkzaamheid van monotherapie zie rubriek 5.1). Het gebruik van
adalimumab is niet onderzocht bij patiënten jonger dan 2 jaar.
Enthesitis-gerelateerde artritis
Hefiya is bestemd voor de behandeling van actieve enthesitis-gerelateerde artritis bij patiënten
vanaf 6 jaar die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele therapie of die
conventionele therapie niet verdragen (zie rubriek 5.1).
Axiale spondylartritis
Spondylitis ankylopoetica (AS)
Hefiya is bestemd voor de behandeling van ernstige actieve spondylitis ankylopoetica bij volwassenen
die onvoldoende gereageerd hebben op conventionele therapie.
Axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS
Hefiya is bestemd voor de behandeling van volwassenen met ernstige axiale spondylartritis zonder
röntgenologisch bewijs van AS, maar met objectieve tekenen van ontsteking door verhoogde CRP
en/of MRI, die een inadequate respons hebben gehad op, of die intolerant zijn voor, non-steroïde
anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s).
Artritis psoriatica
Hefiya is bestemd voor de behandeling van actieve en progressieve artritis psoriatica bij volwassen
patiënten wanneer de respons op eerdere therapie met antireumatische geneesmiddelen ontoereikend is
gebleken.
Het is aangetoond dat adalimumab de mate van progressie van perifere gewrichtsschade remt zoals
gemeten door middel van röntgenonderzoek bij patiënten met het polyarticulaire symmetrische
subtype van de aandoening (zie rubriek 5.1) en het lichamelijk functioneren verbetert.
Psoriasis
Hefiya is bestemd voor de behandeling van matige tot ernstige chronische plaque psoriasis bij
volwassen patiënten die in aanmerking komen voor systemische therapie.
Juveniele plaque psoriasis
Hefiya is bestemd voor de behandeling van ernstige chronische plaque psoriasis bij kinderen en
adolescenten vanaf 4 jaar die een ontoereikende respons hebben gehad op, of niet geschikt zijn voor,
topicale therapie en lichttherapieën.
3
Hidradenitis suppurativa (HS)
Hefiya is bestemd voor de behandeling van actieve matige tot ernstige hidradenitis suppurativa (acne
inversa) bij volwassenen en adolescenten vanaf 12 jaar met ontoereikende respons op een
conventionele systemische HS-behandeling (zie rubriek 5.1 en 5.2).
De ziekte van Crohn
Hefiya is bestemd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn, bij volwassen
patiënten die niet gereageerd hebben op een volledige en adequate behandeling met een corticosteroïde
en/of een immunosuppressivum, of die dergelijke behandelingen niet verdragen of bij wie hiertegen
een contra-indicatie bestaat.
Juveniele ziekte van Crohn
Hefiya is bestemd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn bij kinderen
(vanaf 6 jaar) die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele behandeling waaronder
primaire voedingstherapie en een corticosteroïde en/of een immunomodulator, of die dergelijke
behandelingen niet verdragen of bij wie hiertegen een contra-indicatie bestaat.
Juveniele colitis ulcerosa
Hefiya is geïndiceerd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa bij kinderen
(vanaf 6 jaar) die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele behandeling waaronder
corticosteroïden en/of 6-mercaptopurine (6-MP) of azathioprine (AZA), of die dergelijke
behandelingen niet verdragen of bij wie hiertegen een contra-indicatie bestaat.
Colitis ulcerosa
Hefiya is bestemd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa bij volwassen
patiënten die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele therapie, waaronder
corticosteroïden en 6-mercaptopurine (6-MP) of azathioprine (AZA), of die dergelijke behandelingen
niet verdragen of bij wie hiertegen een contra-indicatie bestaat.
Uveïtis
Hefiya is geïndiceerd voor de behandeling van niet-infectieuze uveïtis intermediair, uveïtis posterior
en panuveïtis bij volwassen patiënten die een ontoereikende respons hebben gehad op corticosteroïden,
bij patiënten die minder corticosteroïden moeten gebruiken of voor wie een corticosteroïde
behandeling niet geschikt is.
Juveniele uveïtis
Hefiya is bestemd voor de behandeling van juveniele chronische niet-infectieuze uveïtis anterior bij
patiënten vanaf twee jaar die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele behandeling
of deze niet verdragen, of voor wie conventionele behandeling niet geschikt is.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De Hefiya-behandeling dient te worden geïnitieerd door en plaats te vinden onder toezicht van
medische specialisten met ervaring in het diagnosticeren en behandelen van de aandoeningen
waarvoor Hefiya is bestemd. Oogartsen wordt geadviseerd om te overleggen met een geschikte
specialist voor aanvang van de behandeling met Hefiya (zie rubriek 4.4). Patiënten die behandeld
worden met Hefiya dient de veiligheidsinformatiekaart voor patiënten (patiëntenkaart) gegeven te
worden.
4
Na de injectietechniek goed te hebben geoefend, kunnen patiënten zelf Hefiya injecteren als hun arts
beslist dat dit passend is, en met medische follow-up voor zover dit nodig is.
Gedurende de behandeling met Hefiya moeten andere gelijktijdige behandelingen (bijv.
corticosteroïden en/of immuunmodulerende middelen) worden geoptimaliseerd.
Dosering
Reumatoïde artritis
De aanbevolen dosis Hefiya voor volwassen patiënten met reumatoïde artritis is 40 mg adalimumab
eenmaal per twee weken toegediend als een enkele dosis via subcutane injectie. Methotrexaat wordt
voortgezet tijdens de behandeling met Hefiya.
Glucocorticoïden, salicylaten, niet-steroïde anti-inflammatoire middelen of analgetica kunnen
gedurende de behandeling met Hefiya worden gecontinueerd. Aangaande de combinatie met andere
antireumatische geneesmiddelen anders dan methotrexaat zie rubrieken 4.4 en 5.1.
Bij gebruik als monotherapie, kunnen patiënten die een afname in hun respons hebben op Hefiya
40 mg eenmaal per twee weken baat hebben bij een verhoging van de dosering adalimumab tot 40 mg
per week of 80 mg eenmaal per twee weken.
Beschikbare data geven aan dat de klinische respons normaal binnen 12 weken behandeling wordt
bereikt. Het vervolgen van de therapie in patiënten die in deze periode nog niet reageren op het
geneesmiddel, dient heroverwogen te worden.
Onderbreking van de toediening
Het kan nodig zijn de toediening te onderbreken, bijvoorbeeld voor een operatie of wanneer een
ernstige infectie optreedt.
Beschikbare data geven aan dat het opnieuw starten met adalimumab na stopzetting voor 70 dagen of
langer, resulteerde in een even grote klinische respons en een vergelijkbaar veiligheidsprofiel als voor
de onderbreking.
Spondylitis ankylopoetica, axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS en artritis
psoriatica
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten met spondylitis ankylopoetica, axiale spondylartritis
zonder röntgenologisch bewijs van AS en voor patiënten met artritis psoriatica is 40 mg adalimumab
eenmaal per twee weken toegediend als een enkele dosis via subcutane injectie.
Beschikbare data geven aan dat de klinische respons normaal binnen 12 weken behandeling wordt
bereikt. Het vervolgen van de therapie in patiënten die in deze periode nog niet reageren op het
geneesmiddel, dient heroverwogen te worden.
Psoriasis
De aanbevolen dosering Hefiya voor volwassen patiënten bestaat uit een aanvangsdosis van 80 mg,
subcutaan toegediend, gevolgd door 40 mg subcutaan eenmaal per twee weken vanaf één week na de
aanvangsdosis.
Als een patiënt na 16 weken behandeling niet gereageerd heeft, dient voortzetting van de therapie
zorgvuldig te worden heroverwogen.
Na 16 weken kunnen patiënten die onvoldoende reageren op Hefiya 40 mg eenmaal per twee weken
baat hebben bij een verhoging van de dosering naar 40 mg eenmaal per week of 80 mg eenmaal per
5
twee weken. Bij patiënten met onvoldoende respons op Hefiya dienen de voordelen en risico’s van
voortgezette wekelijkse 40 mg behandeling danwel 80 mg eenmaal per twee weken zorgvuldig te
worden afgewogen nadat de dosering is verhoogd (zie rubriek 5.1). Als de respons voldoende is bij
40 mg eenmaal per week of 80 mg eenmaal per twee weken, kan de dosering vervolgens weer
naar 40 mg eenmaal per twee weken verlaagd worden.
Hidradenitis suppurativa
Het aanbevolen Hefiya-doseringsschema voor volwassen patiënten met hidradenitis suppurativa (HS)
start met 160 mg op dag 1 (dosis kan worden toegediend als vier injecties van 40 mg op één dag of als
twee injecties van 40 mg per dag op twee achtereenvolgende dagen), gevolgd door 80 mg twee weken
later op dag 15 (dosis wordt toegediend als twee injecties van 40 mg op één dag). Twee weken later
(dag 29) wordt de therapie voortgezet met een dosis van 40 mg per week of 80 mg eenmaal per twee
weken (toegediend als twee injecties van 40 mg op één dag). Behandelingen met antibiotica mogen
indien nodig tijdens de behandeling met Hefiya worden voortgezet. Patiënten wordt aangeraden tijdens
de behandeling met Hefiya dagelijks een lokaal antiseptisch middel voor hun HS-laesies te gebruiken.
Voortzetting van de behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen wanneer een patiënt in
week 12 nog geen respons vertoont.
Als de behandeling moet worden onderbroken, kan er opnieuw worden gestart met 40 mg Hefiya per
week of 80 mg eenmaal per twee weken (zie rubriek 5.1).
De verhouding tussen voordelen en risico’s van aanhoudende langetermijnbehandeling moet
regelmatig geëvalueerd worden (zie rubriek 5.1).
De ziekte van Crohn
Het aanbevolen Hefiya inductiedoseringsschema voor volwassen patiënten met matig tot ernstig
actieve ziekte van Crohn is 80 mg in week 0, gevolgd door 40 mg in week 2. Indien er een snellere
respons op de therapie nodig is, kan het schema 160 mg in week 0 (toegediend als vier 40 mg injecties
op één dag of als twee 40 mg injecties per dag voor twee opeenvolgende dagen), 80 mg in
week 2 (toegediend als twee 40 mg injecties op één dag) worden gebruikt, waarbij men zich ervan
bewust moet zijn dat het risico van bijwerkingen hoger is gedurende de inductie.
Na de inductiebehandeling is de aanbevolen dosering 40 mg eenmaal per twee weken via subcutane
injectie. Eventueel mag, indien een patiënt gestopt is met Hefiya en symptomen van de ziekte
terugkeren, Hefiya opnieuw worden toegediend. Er is weinig ervaring met opnieuw toedienen na meer
dan 8 weken sinds de vorige dosis.
Gedurende de onderhoudsbehandeling, kunnen corticosteroïden geleidelijk worden afgebouwd,
overeenkomstig klinische richtlijnen.
Sommige patiënten die een verminderde respons ervaren op Hefiya 40 mg eenmaal per twee weken,
kunnen baat hebben bij een verhoging van de dosering naar elke week Hefiya 40 mg of 80 mg
eenmaal per twee weken.
Sommige patiënten die geen respons hebben in week 4 kunnen baat hebben bij voortgezette
onderhoudsbehandeling tot en met week 12. Voortgezette behandeling dient zorgvuldig te worden
heroverwogen bij een patiënt die geen respons ervaart binnen deze periode.
Colitis ulcerosa
Het aanbevolen Hefiya inductiedoseringsschema voor volwassen patiënten met matige tot ernstige
colitis ulcerosa is 160 mg in week 0 (toegediend als vier 40 mg injecties op één dag of als twee 40 mg
injecties per dag voor twee opeenvolgende dagen) en 80 mg in week 2 (toegediend als twee 40 mg
6
injecties op één dag). Na de inductiebehandeling is de aanbevolen dosering 40 mg eenmaal per twee
weken via subcutane injectie.
Gedurende de onderhoudsbehandeling kunnen corticosteroïden geleidelijk worden afgebouwd,
overeenkomstig klinische richtlijnen.
Sommige patiënten die een verminderde respons ervaren op Hefiya 40 mg eenmaal per twee weken,
kunnen baat hebben bij een verhoging van de doseringsfrequentie naar elke week Hefiya 40 mg of
80 mg eenmaal per twee weken.
Beschikbare data geven aan dat de klinische respons gewoonlijk binnen 2-8 weken behandeling wordt
bereikt. Behandeling met Hefiya dient niet te worden voortgezet bij patiënten die binnen deze periode
geen respons ervaren.
Uveïtis
De aanbevolen dosering Hefiya voor volwassen patiënten met uveïtis bestaat uit een aanvangsdosis
van 80 mg, gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf één week na de aanvangsdosis. Er is
beperkte ervaring met de start van behandeling met uitsluitend adalimumab. Behandeling met Hefiya
kan gestart worden in combinatie met corticosteroïden en/of andere niet-biologische
immuunmodulerende middelen. Corticosteroïden die gelijktijdig worden gebruikt kunnen worden
afgebouwd overeenkomstig de klinische praktijk, te beginnen twee weken na aanvang van de
behandeling met Hefiya.
De verhouding tussen voordelen en risico’s van voortgezette langetermijnbehandeling moet jaarlijks
geëvalueerd worden (zie rubriek 5.1).
Speciale populaties
Ouderen
Aanpassing van de dosis is niet vereist.
Nier- en/of leverfunctiestoornis
Adalimumab is niet onderzocht in deze patiëntenpopulatie. Er kan geen doseringsadvies worden
gegeven.
Pediatrische patiënten
Juveniele idiopathische artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis vanaf de leeftijd van 2 jaar
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten met polyarticulaire juveniele idiopathische artritis in de
leeftijd vanaf 2 jaar is gebaseerd op lichaamsgewicht (tabel 1). Hefiya wordt eenmaal per twee weken
toegediend via subcutane injectie.
Tabel 1. Hefiya-dosis voor patiënten met polyarticulaire juveniele idiopathische
artritis
Patiëntgewicht
10 kg tot < 30 kg
≥ 30 kg
Doseringsschema
20 mg eenmaal per twee weken
40 mg eenmaal per twee weken
7
Beschikbare data geven aan dat klinische respons meestal binnen 12 weken behandeling bereikt wordt.
Voortgezette behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen bij een patiënt die geen respons
ervaart binnen deze periode.
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij patiënten jonger dan 2 jaar voor deze indicatie.
Enthesitis-gerelateerde artritis
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten met enthesitis-gerelateerde artritis met een leeftijd van
6 jaar of ouder is gebaseerd op het lichaamsgewicht (tabel 2). Hefiya wordt eenmaal per twee weken
toegediend via subcutane injectie.
Tabel 2. Hefiya-dosis voor patiënten met enthesitis-gerelateerde
artritis
Patiëntgewicht
15 kg tot < 30 kg
≥ 30 kg
Doseringsschema
20 mg eenmaal per twee weken
40 mg eenmaal per twee weken
Het gebruik van adalimumab is niet onderzocht bij patiënten met enthesitis-gerelateerde artritis jonger
dan 6 jaar.
Juveniele plaque psoriasis
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten met plaque psoriasis van 4 tot en met 17 jaar oud is
gebaseerd op lichaamsgewicht (tabel 3). Hefiya wordt toegediend via subcutane injectie.
Tabel 3. Hefiya-dosis voor kinderen met plaque psoriasis
Patiëntgewicht
15 kg tot < 30 kg
≥ 30 kg
Doseringsschema
Aanvangsdosis van 20 mg, gevolgd
door 20 mg eenmaal per twee weken vanaf
één week na de aanvangsdosis
Aanvangsdosis van 40 mg, gevolgd
door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf
één week na de aanvangsdosis
Voortgezette behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen bij een patiënt die geen respons
ervaart binnen 16 weken.
Als herbehandeling met adalimumab geïndiceerd is, dient bovenstaande aanbeveling over de dosering
en de behandelingsduur gevolgd te worden.
De veiligheid van adalimumab bij kinderen met plaque psoriasis is beoordeeld gedurende
gemiddeld 13 maanden.
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij kinderen jonger dan 4 jaar voor deze indicatie.
8
Hidradenitis suppurativa bij adolescenten (vanaf 12 jaar, met een gewicht van minstens 30 kg)
Er zijn geen klinische studies met adalimumab in adolescente patiënten met HS gedaan. De dosering
van Hefiya bij deze patiënten is bepaald met farmacokinetische modellen en simulatie (zie
rubriek 5.2).
De aanbevolen dosis Hefiya is 80 mg in week 0 gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf
week 1 via subcutane injectie.
Bij adolescente patiënten die onvoldoende reageren op Hefiya 40 mg eenmaal per twee weken, kan
verhoging van de dosering naar 40 mg eenmaal per week of 80 mg eenmaal per twee weken worden
overwogen.
Behandelingen met antibiotica kunnen indien nodig tijdens de behandeling met Hefiya worden
voortgezet. Patiënten wordt aangeraden tijdens de behandeling met Hefiya dagelijks een lokaal
antiseptisch middel voor hun HS-laesies te gebruiken.
Voortzetting van de behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen wanneer een patiënt in
week 12 nog geen respons vertoont.
Als de behandeling wordt onderbroken, kan er indien nodig opnieuw worden gestart met Hefiya.
De verhouding tussen voordelen en risico’s van aanhoudende langetermijnbehandeling moet
regelmatig geëvalueerd worden (zie de gegevens voor volwassenen in rubriek 5.1).
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij kinderen jonger dan 12 jaar met deze indicatie.
Juveniele ziekte van Crohn
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten met de ziekte van Crohn van 6 tot en met 17 jaar oud is
gebaseerd op lichaamsgewicht (tabel 4). Hefiya wordt toegediend via subcutane injectie.
Tabel 4. Hefiya-dosis voor kinderen met de ziekte van Crohn
Gewicht patiënt
< 40 kg
•
Inductiedosering
40 mg in week 0 en 20 mg in week 2
20 mg eenmaal per
twee weken
Onderhoudsdosering
vanaf week 4
Indien een snellere respons op de therapie nodig is,
kan de volgende dosering worden gebruikt,
waarbij men zich ervan bewust moet zijn dat het
risico op bijwerkingen hoger kan zijn wanneer de
hogere inductiedosering wordt gebruikt:
•
80 mg in week 0 en 40 mg in week 2
≥ 40 kg
•
80 mg in week 0 en 40 mg in week 2
40 mg eenmaal per
twee weken
Indien een snellere respons op de therapie nodig is,
kan de volgende dosering worden gebruikt,
waarbij men zich ervan bewust moet zijn dat het
risico op bijwerkingen hoger kan zijn wanneer de
hogere inductiedosering wordt gebruikt:
•
160 mg in week 0 en 80 mg in week 2
9
Patiënten die onvoldoende respons ervaren, kunnen baat hebben bij een verhoging van de dosering:
•
•
< 40 kg: 20 mg eenmaal per week
≥ 40 kg: 40 mg eenmaal per week of 80 mg eenmaal per twee weken
Voortzetting van de behandeling dient zorgvuldig te worden overwogen wanneer een patiënt in
week 12 nog geen respons vertoont.
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij kinderen jonger dan 6 jaar voor deze indicatie.
Juveniele colitis ulcerosa
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten van 6 tot en met 17 jaar met juveniele colitis ulcerosa is
gebaseerd op het lichaamsgewicht (tabel 5). Hefiya wordt toegediend via subcutane injectie.
Tabel 5. Hefiya dosis voor pediatrische patiënten met colitis ulcerosa
Patiëntgewicht
< 40 kg
•
Inductiedosering
80 mg in week 0 (gegeven als
twee injecties met 40 mg op één
dag) en
40 mg in week 2 (gegeven als één
injectie met 40 mg)
160 mg in week 0 (gegeven als
vier injecties met 40 mg op één
dag of twee injecties met 40 mg
per dag op twee opeenvolgende
dagen) en
80 mg in week 2 (gegeven als
twee injecties met 40 mg op één
dag)
Onderhoudsdosering vanaf
week 4
•
40 mg eenmaal per twee
weken
•
≥ 40 kg
•
•
80 mg eenmaal per twee
weken (gegeven als twee
injecties met 40 mg op
één dag)
•
* Pediatrische patiënten die 18 jaar worden tijdens behandeling met Hefiya dienen door te
gaan met de hun voorgeschreven onderhoudsdosis.
Voortzetting van de behandeling na 8 weken dient zorgvuldig te worden overwogen bij patiënten die
geen tekenen van een respons vertonen binnen deze tijdsperiode.
Er is geen relevante toepassing van Hefiya bij kinderen jonger dan 6 jaar voor deze indicatie.
Hefiya kan in andere sterkten en/of toedieningsvormen beschikbaar zijn, afhankelijk van de
individuele behandelingsbehoeften.
Juveniele uveïtis
De aanbevolen dosis Hefiya voor kinderen met uveïtis vanaf 2 jaar is gebaseerd op het
lichaamsgewicht (tabel 6). Hefiya wordt toegediend via subcutane injectie.
10
Voor juveniele uveïtis is er geen ervaring met de behandeling van adalimumab zonder gelijktijdig
gebruik van methotrexaat.
Tabel 6. Hefiya-dosis voor kinderen met uveïtis
Patiëntgewicht
< 30 kg
≥ 30 kg
Doseringsschema
20 mg eenmaal per twee weken in
combinatie met methotrexaat
40 mg eenmaal per twee weken in
combinatie met methotrexaat
Bij initiatie van de Hefiya-behandeling kan één week voor aanvang van de onderhoudsbehandeling
een oplaaddosis van 40 mg worden toegediend voor patiënten < 30 kg of 80 mg voor patiënten
≥ 30 kg. Er zijn geen klinische gegevens beschikbaar over het gebruik van een oplaaddosis
adalimumab bij kinderen jonger dan 6 jaar (zie rubriek 5.2).
Er is geen relevante toepassing van Hefiya bij kinderen jonger dan 2 jaar voor deze indicatie.
De verhouding tussen voordelen en risico’s van voortgezette langetermijnbehandeling moet jaarlijks
geëvalueerd worden (zie rubriek 5.1).
Artritis psoriatica en axiale spondylartritis waaronder spondylitis ankylopoetica
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij pediatrische patiënten voor de indicaties
spondylitis ankylopoetica en artritis psoriatica.
Wijze van toediening
Hefiya wordt toegediend via subcutane injectie.
Een volledige gebruiksaanwijzing is te vinden in de bijsluiter.
Adalimumab is verkrijgbaar in andere sterktes en presentatievormen.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Actieve tuberculose of andere ernstige infecties zoals sepsis en andere opportunistische infecties (zie
rubriek 4.4).
Matig tot ernstig hartfalen (NYHA-klasse III/IV) (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Infecties
Patiënten die TNF-antagonisten gebruiken zijn vatbaarder voor ernstige infecties. Een verminderde
longfunctie kan het risico op het ontwikkelen van infecties vergroten. Patiënten moeten daarom
zorgvuldig worden gecontroleerd op infecties, waaronder tuberculose, voor, tijdens en na de
behandeling met Hefiya. Omdat de eliminatie van adalimumab 4 maanden kan duren, dienen de
controles gedurende deze periode door te gaan.
11
De behandeling met Hefiya mag niet worden geïnitieerd bij patiënten met actieve infecties, waaronder
chronische of gelokaliseerde infecties, tot deze infecties onder controle zijn gebracht. Bij patiënten die
zijn blootgesteld aan tuberculose en patiënten die hebben gereisd in gebieden met een hoog risico op
tuberculose of endemische mycosen, zoals histoplasmose, coccidioïdomycose of blastomycose, dienen
het risico en de voordelen van behandeling met Hefiya te worden afgewogen alvorens de therapie te
initiëren (zie
Andere opportunistische infecties).
Patiënten, bij wie een nieuwe infectie optreedt tijdens de behandeling met Hefiya, dienen zorgvuldig te
worden gecontroleerd en dienen een volledige diagnostische evaluatie te ondergaan. Toediening van
Hefiya dient te worden stopgezet als er bij een patiënt een nieuwe ernstige infectie of sepsis optreedt
en een geschikte antimicrobiële of antischimmeltherapie dient te worden geïnitieerd tot de infectie
onder controle is gebracht. Artsen dienen de nodige voorzichtigheid in acht te nemen wanneer zij het
gebruik van Hefiya overwegen bij patiënten met een geschiedenis van recidiverende infectie of met
onderliggende aandoeningen die tot een predispositie voor infecties kunnen leiden, inclusief het
gebruik van gelijktijdig toegediende immunosuppressiva.
Ernstige infecties
Bij patiënten die werden behandeld met adalimumab zijn ernstige infecties gerapporteerd, waaronder
sepsis, veroorzaakt door bacteriële, mycobacteriële, invasieve schimmel-, parasitaire, virale of andere
opportunistische infecties, zoals listeriose, legionellose en pneumocystose.
Andere ernstige infecties die zijn waargenomen in klinisch onderzoek zijn onder andere pneumonie,
pyelonefritis, septische artritis en septikemie. Ziekenhuisopname of gevallen met fatale afloop
geassocieerd met infecties zijn gemeld.
Tuberculose
Zowel reactivering als het ontstaan van tuberculose is gemeld bij patiënten die adalimumab gebruiken.
Meldingen betroffen gevallen van pulmonale en extrapulmonale (d.w.z. gedissemineerde) tuberculose.
Vóór initiatie van de behandeling met Hefiya moeten alle patiënten worden geëvalueerd op zowel
actieve als inactieve (“latente”) tuberculose-infectie. Deze evaluatie dient een gedetailleerde medische
beoordeling te omvatten van de patiëntgeschiedenis betreffende tuberculose of mogelijke eerdere
blootstelling aan mensen met actieve tuberculose en vroegere en/of huidige behandeling met
immunosuppressiva. Er moeten gepaste screeningtests (d.w.z. tuberculine huidtest en röntgenopname
van de borst) worden uitgevoerd bij alle patiënten (plaatselijke richtlijnen kunnen van toepassing zijn).
Het is aanbevolen dat de wijze waarop deze testen zijn uitgevoerd en de resultaten ervan worden
aangegeven in de Hefiya patiëntenkaart van de patiënt. De voorschrijvers worden herinnerd aan de
risico’s van vals negatieve uitkomsten van tuberculine huidtesten, vooral in ernstig zieke en immuno-
incompetente patiënten.
Als actieve tuberculose wordt gediagnosticeerd, mag de Hefiya-behandeling niet worden geïnitieerd
(zie rubriek 4.3).
In alle hieronder beschreven situaties dienen de voordelen van behandeling met Hefiya zorgvuldig te
worden afgewogen tegen de risico’s ervan.
Als latente tuberculose vermoed wordt, dient een arts met expertise op het gebied van de
tuberculosebehandeling te worden geconsulteerd.
Als latente tuberculose wordt gediagnosticeerd, moet vóór het begin van de behandeling met Hefiya
gestart worden met antituberculeuze behandeling volgens de plaatselijke richtlijnen.
Het gebruik van antituberculeuze profylaxe behandeling dient ook te worden overwogen vóór het
begin van de behandeling met Hefiya bij patiënten met meerdere of significante risicofactoren voor
12
tuberculose ondanks een negatieve tuberculosetest en bij patiënten met latente of actieve tuberculose
in de voorgeschiedenis, bij wie niet met zekerheid is vast te stellen dat ze adequaat zijn behandeld.
Ondanks tuberculose profylaxe behandeling, zijn er gevallen van gereactiveerde tuberculose geweest
onder patiënten die met adalimumab werden behandeld. Bij sommige patiënten die met succes waren
behandeld voor actieve tuberculose, trad tuberculose opnieuw op tijdens behandeling met adalimumab.
Patiënten dienen het advies te krijgen een arts te raadplegen als tijdens of na de behandeling met
Hefiya tekenen/symptomen optreden die wijzen op een tuberculose-infectie (bijvoorbeeld aanhoudend
hoesten, emaciatie/gewichtsverlies, lichte koorts, lusteloosheid).
Andere opportunistische infecties
Opportunistische infecties, waaronder invasieve schimmelinfecties, zijn waargenomen bij patiënten
die werden behandeld met adalimumab. Deze infecties zijn niet altijd herkend bij patiënten die
TNF-antagonisten gebruikten en dit heeft geresulteerd in vertragingen bij het instellen van de adequate
behandeling, met in sommige gevallen een fatale afloop.
Patiënten die tekenen en symptomen ontwikkelen zoals koorts, malaise, gewichtsverlies, zweten,
hoesten, dyspnoe en/of pulmonaire infiltraten of andere ernstige systemische ziekte al dan niet gepaard
gaand met shock, dienen verdacht te worden van een invasieve schimmelinfectie en de toediening van
Hefiya dient onmiddellijk te worden gestaakt. Bij deze patiënten dient de diagnose te worden gesteld
en toediening van een empirische antischimmeltherapie te worden gestart in overleg met een arts met
expertise op het gebied van de zorg voor patiënten met invasieve schimmelinfecties.
Hepatitis B reactivering
Reactivering van hepatitis B is opgetreden bij patiënten die behandeld werden met een TNF-antagonist
zoals adalimumab en die chronisch drager zijn van dit virus (d.w.z. oppervlakte-antigeen positief).
Sommige gevallen waren fataal. Patiënten dienen getest te worden op hepatitis B-infectie voordat met
de behandeling met Hefiya begonnen wordt. Voor patiënten die positief voor hepatitis B-infectie
worden getest, wordt consultatie met een arts met ervaring met de behandeling van hepatitis B
aanbevolen.
Dragers van het hepatitis B-virus die behandeling met Hefiya nodig hebben dienen zorgvuldig te
worden gemonitord op symptomen van actieve infectie met het hepatitis B-virus gedurende de
behandeling en gedurende verschillende maanden na beëindiging van de behandeling. Er zijn
onvoldoende gegevens beschikbaar over het behandelen van patiënten die drager zijn van het hepatitis
B-virus met antivirale therapie in combinatie met behandeling met TNF-antagonisten om hepatitis B-
virus reactivering te voorkomen. Bij patiënten bij wie reactivering van hepatitis B optreedt, dient
Hefiya te worden gestopt en dient effectieve antivirale therapie met geschikte ondersteunende
behandeling te worden gestart.
Neurologische complicaties
TNF-antagonisten, waaronder adalimumab, zijn in zeldzame gevallen in verband gebracht met het
ontstaan van of de verergering van klinische symptomen en/of röntgenografische aanwijzingen voor
demyeliniserende aandoeningen van het centraal zenuwstelsel, waaronder multipele sclerose en
optische neuritis, en perifere demyeliniserende aandoeningen, waaronder Guillain-Barré-syndroom.
Voorschrijvers dienen voorzichtigheid in acht te nemen wanneer het gebruik van Hefiya wordt
overwogen bij patiënten met reeds bestaande of recent opgetreden demyeliniserende aandoeningen van
het centrale of perifere zenuwstelsel; stopzetten van het gebruik van Hefiya dient overwogen te
worden indien een van deze aandoeningen zich ontwikkelt. Er is een bekende associatie tussen
intermediaire uveïtis en centrale demyeliniserende aandoeningen. In patiënten met niet-infectieuze
intermediaire uveïtis moet een neurologische beoordeling worden uitgevoerd voor aanvang van de
Hefiya-behandeling en regelmatig tijdens de behandeling om reeds bestaande of zich ontwikkelende
centrale demyeliniserende aandoeningen vast te stellen.
13
Allergische reacties
Tijdens klinische onderzoeken traden zelden ernstige allergische reacties geassocieerd met
adalimumab op. Niet-ernstige allergische reacties op adalimumab traden tijdens klinische onderzoeken
soms op. Na het toedienen van adalimumab zijn meldingen van ernstige allergische reacties,
waaronder anafylaxie, ontvangen. Als er een anafylactische reactie of andere ernstige bijwerking
optreedt, dient de toediening van Hefiya onmiddellijk te worden gestaakt en dient de gepaste
behandeling te worden geïnitieerd.
Immunosuppressie
Bij een onderzoek met 64 patiënten met reumatoïde artritis die werden behandeld met adalimumab
waren er geen aanwijzingen voor onderdrukking van vertraagde hypersensitiviteit, verlaagde
immunoglobulinewaarden of gewijzigde tellingen voor effector-T-, B- en NK-cellen,
monocyten / macrofagen en neutrofielen.
Maligniteiten en lymfoproliferatieve aandoeningen
In de gecontroleerde delen van de klinische onderzoeken met TNF-antagonisten zijn meer gevallen
van maligniteiten waaronder lymfomen waargenomen in de patiënten die TNF-antagonisten hebben
gekregen vergeleken met de controlepatiënten. Echter, het voorkomen hiervan was zeldzaam. In
postmarketingverband zijn gevallen van leukemie gemeld bij patiënten die behandeld waren met een
TNF-antagonist. Er is een verhoogd achtergrondrisico op lymfomen en leukemie voor reumatoïde
artritis patiënten met langdurige, zeer actieve, ontstekingsziekte, wat de inschatting van het risico
compliceert. Met de huidige kennis kan een mogelijk risico op de ontwikkeling van lymfomen,
leukemie en andere maligniteiten bij patiënten die behandeld worden met TNF-antagonisten niet
worden uitgesloten.
Maligniteiten, waarvan sommige fataal, zijn in postmarketingverband gemeld bij kinderen,
adolescenten en jongvolwassenen (tot 22 jaar) die werden behandeld met TNF-antagonisten (start van
de behandeling bij een leeftijd ≤ 18 jaar), waaronder adalimumab. Ongeveer de helft van de gevallen
betrof lymfomen. De andere gemelde gevallen betroffen een variëteit van verschillende maligniteiten,
waaronder zeldzame maligniteiten die gewoonlijk in verband worden gebracht met immunosuppressie.
Een risico op het ontwikkelen van maligniteiten bij kinderen en adolescenten die behandeld worden
met TNF-antagonisten kan niet worden uitgesloten.
Er zijn zeldzame postmarketing gevallen vastgesteld van hepatosplenisch T-cellymfoom bij patiënten
die behandeld werden met adalimumab. Dit zeldzame type T-cellymfoom heeft een zeer agressief
ziekteverloop en is gewoonlijk fataal. Enkele van deze hepatosplenische T-cellymfomen tijdens
adalimumab-gebruik, deden zich voor bij jonge volwassen patiënten die voor inflammatoire
darmziekte gelijktijdig behandeld werden met azathioprine of 6-mercaptopurine. Het mogelijke risico
van de combinatie van azathioprine of 6-mercaptopurine en Hefiya moet zorgvuldig worden
overwogen. Het risico van het ontwikkelen van hepatosplenisch T-cellymfoom bij patiënten die
worden behandeld met Hefiya kan niet worden uitgesloten (zie rubriek 4.8).
Er hebben geen onderzoeken plaatsgevonden waarbij patiënten met een achtergrond van maligniteiten
geïncludeerd werden of patiënten bij wie de behandeling met adalimumab werd voortgezet nadat er
zich bij hen een maligniteit had ontwikkeld. Voorzichtigheid is geboden bij de overweging om deze
patiënten met Hefiya te behandelen (zie rubriek 4.8).
Alle patiënten, maar in het bijzonder patiënten die in het verleden uitgebreid met immunosuppressiva
zijn behandeld en psoriasispatiënten die in het verleden met PUVA behandeld zijn, dienen vóór en
tijdens de behandeling met Hefiya te worden onderzocht op de aanwezigheid van niet-melanoom
huidkanker. Er zijn ook meldingen van melanoom en Merkelcelcarcinoom bij patiënten die werden
behandeld met TNF-antagonisten waaronder adalimumab (zie rubriek 4.8).
14
In een oriënterend klinisch onderzoek waarin het gebruik van een andere TNF-antagonist, infliximab,
werd geëvalueerd bij patiënten met matig ernstig tot ernstig COPD werden meer maligniteiten,
meestal in de longen of hoofd en nek, gemeld bij patiënten die infliximab gebruikten dan bij
controlepatiënten. Alle patiënten hadden een voorgeschiedenis van zwaar roken. Daarom moet
voorzichtigheid betracht worden bij het voorschrijven van TNF-antagonisten aan COPD patiënten,
evenals aan patiënten met een verhoogd risico op een maligniteit door zwaar roken.
Op basis van de huidige gegevens is het niet bekend of behandeling met adalimumab het risico op de
ontwikkeling van dysplasie of colonkanker beïnvloedt. Alle patiënten met colitis ulcerosa die een
verhoogd risico hebben op dysplasie of coloncarcinoom (bijvoorbeeld patiënten met langdurige colitis
ulcerosa of primaire scleroserende cholangitis) of die een voorgeschiedenis hebben van dysplasie of
coloncarcinoom, dienen voorafgaand aan de behandeling en gedurende hun ziekteverloop met
regelmaat te worden onderzocht op dysplasie. Deze controle dient overeenkomstig de lokale
richtlijnen te bestaan uit o.a. colonoscopie en biopten.
Hematologische reacties
Pancytopenie inclusief aplastische anemie is in zeldzame gevallen gemeld bij gebruik van
TNF-antagonisten. Hematologische bijwerkingen, waaronder medisch significante cytopenie (bijv.
trombocytopenie, leukopenie) zijn gemeld in samenhang met adalimumab. Patiënten die Hefiya
gebruiken dienen geadviseerd te worden onmiddellijk medisch advies te vragen indien zij tekenen en
symptomen ontwikkelen die duiden op bloeddyscrasie (bijv. aanhoudende koorts, blauwe plekken,
bloedingen, bleekheid). Stopzetten van het gebruik van Hefiya dient overwogen te worden bij
patiënten met bewezen significante hematologische afwijkingen.
Vaccinaties
Vergelijkbare antilichaamreacties op de standaard 23-valent pneumokokkenvaccinatie en de influenza
trivalent virusvaccinatie zijn waargenomen in een studie met 226 volwassen personen met reumatoïde
artritis die behandeld werden met adalimumab of placebo. Er zijn geen gegevens bekend over de
secundaire overdracht van een infectie door levende vaccins bij patiënten die adalimumab gebruiken.
Het wordt aanbevolen om kinderen, indien mogelijk, vóór het starten met de behandeling met Hefiya
alle vaccinaties toe te dienen in overeenstemming met de van toepassing zijnde vaccinatierichtlijnen.
Patiënten die Hefiya gebruiken kunnen gelijktijdig vaccinaties toegediend krijgen, met uitzondering
van levende vaccins. Toediening van levende vaccins aan zuigelingen (bijvoorbeeld BCG-vaccin) die
in utero
aan adalimumab zijn blootgesteld, wordt niet aanbevolen gedurende 5 maanden na de laatste
adalimumabinjectie van de moeder tijdens de zwangerschap.
Congestief hartfalen
In een klinisch onderzoek met een andere TNF-antagonist zijn verslechtering van congestief hartfalen
en verhoogde mortaliteit als gevolg van congestief hartfalen waargenomen. Gevallen van
verslechtering van congestief hartfalen zijn ook gemeld bij met adalimumab behandelde patiënten. Bij
het gebruik van Hefiya bij patiënten met mild hartfalen (NYHA-klasse I/II) is voorzichtigheid
geboden. Hefiya is gecontra-indiceerd bij matig tot ernstig hartfalen (zie rubriek 4.3). De behandeling
met Hefiya moet worden gestaakt bij patiënten bij wie nieuwe of verergerende symptomen van
congestief hartfalen optreden.
Auto-immuunprocessen
De behandeling met Hefiya kan leiden tot de vorming van auto-immuunantilichamen. De invloed van
langdurige behandeling met adalimumab op de ontwikkeling van auto-immuun aandoeningen is
onbekend. Als een patiënt na behandeling met Hefiya symptomen ontwikkelt die wijzen op een
lupusachtig syndroom en als deze patiënt positief bevonden wordt voor antilichamen tegen
dubbelstrengs DNA, mag de behandeling met Hefiya niet langer gegeven worden (zie rubriek 4.8).
15
Gelijktijdige toediening van biologische DMARD’s of TNF-antagonisten
In klinische onderzoeken zijn ernstige infecties gemeld na gelijktijdig gebruik van anakinra en een
andere TNF-antagonist, etanercept, zonder toegevoegd voordeel vergeleken met etanercept alleen.
Gezien de aard van de bijwerkingen die gevonden zijn met de combinatie van etanercept en anakinra,
kan de combinatie van anakinra met andere TNF-antagonisten in vergelijkbare toxiciteiten resulteren.
Daarom wordt de combinatie van adalimumab en anakinra niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdige toediening van adalimumab met andere biologische DMARD’s (bijv. anakinra en
abatacept) of andere TNF-antagonisten wordt niet aanbevolen vanwege een mogelijk toegenomen
risico van infecties, waaronder ernstige infecties en andere potentiële farmacologische interacties (zie
rubriek 4.5).
Chirurgische ingrepen
Er is gelimiteerde ervaring met de veiligheid van chirurgische procedures bij patiënten die behandeld
worden met adalimumab. Er dient rekening gehouden te worden met de lange halfwaardetijd van
adalimumab als een chirurgische ingreep gepland wordt. Een patiënt die een operatie ondergaat terwijl
hij of zij nog Hefiya gebruikt moet zorgvuldig worden gecontroleerd op infecties en geschikte acties
dienen ondernomen te worden. Er is gelimiteerde ervaring met de veiligheid bij patiënten die
adalimumab gebruiken en artroplastiek ondergaan.
Dunne darmobstructie
Gebrek aan respons op behandeling voor de ziekte van Crohn kan een indicatie zijn voor de
aanwezigheid van een gefixeerde fibrotische vernauwing, waarvoor chirurgische behandeling
noodzakelijk is. Beschikbare gegevens wijzen erop dat adalimumab vernauwingen niet verergert of
veroorzaakt.
Ouderen
De frequentie van ernstige infecties tijdens adalimumab-behandeling was hoger bij patiënten ouder
dan 65 jaar (3,7%) dan bij patiënten jonger dan 65 jaar (1,5%). Enkele hadden een fatale uitkomst.
Bijzondere aandacht voor het risico op infecties dient in acht genomen te worden bij de behandeling
van ouderen.
Pediatrische patiënten
Zie Vaccinaties hierboven.
Natriumgehalte
Dit product bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 0,8 ml en per dosis van 0,4 ml,
d.w.z. dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Adalimumab is onderzocht bij patiënten met reumatoïde artritis, polyarticulaire juveniele idiopathische
artritis en artritis psoriatica die adalimumab als monotherapie gebruikten en bij patiënten die
gelijktijdig methotrexaat gebruikten. De aanmaak van antilichamen was lager wanneer adalimumab
samen met methotrexaat werd gegeven in vergelijking met de monotherapie. Toediening van
adalimumab zonder methotrexaat resulteerde in een verhoogde aanmaak van antilichamen, een
verhoogde klaring en verminderde werkzaamheid van adalimumab (zie rubriek 5.1).
De combinatie van adalimumab en anakinra wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4 “Gelijktijdige
toediening van biologische DMARD’s of TNF-antagonisten”).
16
De combinatie van adalimumab en abatacept wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4 “Gelijktijdige
toediening van biologische DMARD’s of TNF-antagonisten”).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Vrouwen die zwanger kunnen worden, dienen te overwegen een betrouwbare anticonceptiemethode te
gebruiken om zwangerschap te voorkomen en het gebruik daarvan gedurende ten minste vijf maanden
na de laatste Hefiya-behandeling voort te zetten.
Zwangerschap
Prospectief verzamelde gegevens van een groot aantal (ongeveer 2100) aan adalimumab blootgestelde
zwangerschappen die leidden tot een levende geboorte met bekende uitkomsten, waaronder meer dan
1500 die in het eerste trimester waren blootgesteld, wijzen niet op een toename van het aantal
misvormingen bij de pasgeborene.
In een prospectief cohortregister waren 257 vrouwen geïncludeerd met reumatoïde artritis (RA) of de
ziekte van Crohn (CD) die tenminste tijdens het eerste trimester met adalimumab waren behandeld, en
120 vrouwen met RA of CD die niet met adalimumab waren behandeld. Het primaire eindpunt was de
prevalentie van ernstige geboorteafwijkingen. Het percentage zwangerschappen dat eindigde met de
geboorte van minstens één levend geboren kind met een ernstige geboorteafwijking was 6/69 (8,7%)
bij de met adalimumab behandelde vrouwen met RA en 5/74 (6,8%) bij de onbehandelde vrouwen met
RA (niet-gecorrigeerde OR 1,31; 95% CI 0,38-4,52) en 16/152 (10,5%) bij de met adalimumab
behandelde vrouwen met CD en 3/32 (9,4%) bij de onbehandelde vrouwen met CD (niet-
gecorrigeerde OR 1,14; 95% CI 0,31-4,16). De gecorrigeerde OR (rekening houdend met verschillen
in baselinekarakteristieken) was 1,10 (95% CI 0,45-2,73) met RA en CD gecombineerd. Er waren
geen duidelijke verschillen tussen de met adalimumab behandelde vrouwen en de onbehandelde
vrouwen voor de secundaire eindpunten spontane abortussen, geringe geboorteafwijkingen,
vroeggeboortes, lengte van de baby bij de geboorte en ernstige of opportunistische infecties. Er
werden geen doodgeboortes of maligniteiten gemeld. De interpretatie van de gegevens kan zijn
beïnvloed door methodologische beperkingen van de studie, waaronder de geringe steekproefgrootte
en niet-gerandomiseerde opzet.
Bij een onderzoek naar de ontwikkelingstoxiciteit bij apen waren er geen aanwijzingen voor toxiciteit
voor de moeder, embryotoxiciteit of teratogeniciteit. Er zijn geen preklinische gegevens beschikbaar
over de postnatale toxiciteit van adalimumab (zie rubriek 5.3).
Doordat adalimumab remmend werkt op TNF-α, kan toediening van het middel tijdens de
zwangerschap invloed hebben op de normale immuunresponsen bij de pasgeborene. Adalimumab mag
alleen tijdens de zwangerschap worden gebruikt als daar een duidelijke noodzaak toe bestaat.
Adalimumab kan de placenta passeren naar het serum van kinderen van vrouwen die tijdens hun
zwangerschap met adalimumab worden behandeld. Als gevolg hiervan kunnen deze kinderen een
verhoogd risico op infectie hebben. Toediening van levende vaccins (bijvoorbeeld BCG-vaccin) aan
zuigelingen die
in utero
aan adalimumab zijn blootgesteld, wordt niet aanbevolen voor 5 maanden na
de laatste injectie van de moeder tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Beperkte gegevens uit de gepubliceerde literatuur wijzen erop dat adalimumab in zeer lage
concentraties in de moedermelk wordt uitgescheiden: de concentratie adalimumab in moedermelk is
0,1% tot 1% van de serumconcentratie van de moeder. Oraal toegediende immunoglobuline G-
eiwitten ondergaan intestinale proteolyse en hebben een beperkte biologische beschikbaarheid. Er
worden geen effecten verwacht voor met moedermelk gevoede pasgeborenen/zuigelingen. Hefiya kan
dan ook tijdens borstvoeding worden gebruikt.
17
Vruchtbaarheid
Er zijn geen preklinische gegevens beschikbaar met betrekking tot de invloed van adalimumab op de
vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Hefiya heeft een geringe invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.
Vertigo en verslechtering van het gezichtsvermogen kunnen optreden na toediening van Hefiya (zie
rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Adalimumab is tot 60 maanden of langer onderzocht bij 9.506 patiënten in de belangrijkste
gecontroleerde en open label onderzoeken. Bij deze onderzoeken waren patiënten betrokken met kort
bestaande en langer bestaande reumatoïde artritis, met juveniele idiopathische artritis (polyarticulaire
juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis) en met axiale spondylartritis
(spondylitis ankylopoetica en axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS), artritis
psoriatica, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, psoriasis, hidradenitis suppurativa en uveïtis. In de
belangrijkste gecontroleerde onderzoeken kregen 6.089 patiënten adalimumab en 3.801 patiënten een
placebo of actieve- comparator tijdens de gecontroleerde periode.
Het deel van de patiënten dat de behandeling staakte omwille van bijwerkingen tijdens het
dubbelblinde gecontroleerde deel van de belangrijkste onderzoeken bedroeg 5,9% voor de patiënten
die adalimumab gebruikten en 5,4% voor met controle behandelde patiënten.
De meest gemelde bijwerkingen zijn infecties (zoals nasofaryngitis, infectie van de bovenste
luchtwegen en sinusitis), reacties op de injectieplaats (erytheem, jeuk, bloeding, pijn of zwelling),
hoofdpijn en skeletspierpijn.
Voor adalimumab zijn meldingen van ernstige bijwerkingen gedaan. TNF-antagonisten zoals
adalimumab hebben een effect op het immuunsysteem en het gebruik ervan kan de afweer van het
lichaam tegen infecties en kanker beïnvloeden.
Fatale en levensbedreigende infecties (waaronder sepsis, opportunistische infecties en TB),
HBV-reactivatie en verscheidene maligniteiten (waaronder leukemie, lymfomen en HSTCL) zijn ook
gemeld bij gebruik van adalimumab.
Ook zijn meldingen gedaan van ernstige hematologische, neurologische en auto-immuunreacties. Deze
omvatten zeldzame gevallen van pancytopenie, aplastische anemie, centrale en perifere
demyeliniserende aandoeningen en meldingen van lupus, lupus-gerelateerde aandoeningen en Stevens-
Johnson-syndroom.
Pediatrische patiënten
In het algemeen waren de bijwerkingen bij kinderen qua frequentie en type vergelijkbaar met de bij
volwassen patiënten waargenomen bijwerkingen.
Getabelleerde lijst van bijwerkingen
De vermelde lijst met bijwerkingen is gebaseerd op ervaring uit klinische studies en op
postmarketingervaring en is weergegeven per systeem/orgaanklasse en frequentie hieronder in tabel 7:
zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000)
18
en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep
worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
De hoogste frequentie die werd waargenomen bij de verschillende indicaties is opgenomen. Een
asterisk (*) in de ‘Systeem/orgaanklasse’-kolom betekent dat aanvullende informatie elders in
rubriek 4.3, 4.4 en 4.8 gevonden kan worden.
Tabel 7
Bijwerkingen
Systeem/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen*
Frequentie
Zeer vaak
Bijwerking
Luchtweginfecties (waaronder lagere en
hogere luchtweginfecties, pneumonie,
sinusitis, faryngitis, nasofaryngitis en virale
herpes pneumonie)
Systemische infecties (waaronder
sepsis, candidiasis en influenza),
intestinale infecties (waaronder virale
gastro- enteritis),
huid- en onderhuidinfecties
(waaronder paronychia, cellulitis,
impetigo, fasciitis necroticans en
herpes zoster), oorontstekingen,
orale infecties (waaronder herpes simplex,
orale herpes en tandinfecties),
genitale infecties (waaronder
vulvovaginale schimmelinfectie),
urineweginfecties (waaronder
pyelonefritis), schimmelinfecties,
gewrichtsinfecties
Neurologische infecties (waaronder
virale meningitis),
opportunistische infecties en tuberculose
(waaronder coccidioïdomycose,
histoplasmose en MAC-infectie
(Mycobacterium avium complex)),
bacteriële
infecties,
ooginfecties,
diverticulitis
1)
Huidkanker met uitzondering van
melanoom (waaronder
basaalcelcarcinoom en
epitheelcelcarcinoom),
benigne neoplasma
Lymfoom**,
solide tumoren (waaronder borstkanker,
longkanker en schildklierkanker),
melanoom**
Leukemie
1)
Hepatosplenisch T-cel lymfoom
1)
Merkelcelcarcinoom
(neuro-endocrien carcinoom van de
huid)
1)
Kaposi-sarcoom
Vaak
Soms
Neoplasmata, benigne, maligne
en niet-gespecificeerd (inclusief
cysten en poliepen)*
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
19
Systeem/orgaanklasse
Bloed- en
lymfestelselaandoeningen*
Frequentie
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Vaak
Soms
Immuunsysteemaandoeningen*
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Zelden
Zeer vaak
Vaak
Psychische stoornissen
Zenuwstelselaandoeningen*
Vaak
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Oogaandoeningen
Vaak
Evenwichtsorgaan- en
ooraandoeningen
Hartaandoeningen*
Soms
Vaak
Soms
Vaak
Soms
Zelden
Bijwerking
Leukopenie (waaronder
neutropenie en agranulocytose),
anemie
Leukocytose,
trombocytope
nie
Idiopathische trombocytopenische purpura
Pancytopenie
Hypersensitiviteit,
allergieën (waaronder hooikoorts)
Sarcoïdose
1)
,
vasculitis
Anafylaxie
1)
Verhoogde lipiden
Hypokaliëmie,
verhoogd
urinezuur,
afwijkend
bloednatrium,
hypocalciëmie,
hyperglykemie,
hypofosfatemie,
dehydratie
Stemmingswisselingen (waaronder
depressie), angst,
slapeloosheid
Hoofdpijn
Paresthesieën (waaronder
hypo-esthesie), migraine,
zenuwwortelcompressie
Cerebrovasculair accident
1)
,
tremor,
neuropat
hie
Multipele sclerose,
demyeliniserende aandoeningen (bijv.
optische neuritis,
Guillain-Barré-syndroom)
1)
Visusstoorn
is,
conjunctivit
is,
blefaritis,
zwelling van het oog
Dubbel zien
Draaiduizeligheid
Doofheid,
tinnitus
Tachycardie
Myocardinfarct
1)
,
aritmieën,
congestief
hartfalen
Hartstilstand
20
Systeem/orgaanklasse
Bloedvataandoeningen
Frequentie
Vaak
Bijwerking
Hypertensie,
blozen,
hematoom
Aneurysma aortae,
bloedvatafsluiting,
tromboflebitis
Astma, dyspneu,
hoesten
Longembolie
1)
,
interstitiële longaandoening,
COPD (chronic obstructive pulmonary
disease), pneumonitis, pleurale effusie
1)
Pulmonale fibrose
1)
Buikpijn,
misselijkheid en braken
Maagdarmbloedin
g, dyspepsie,
refluxoesofagitis,
siccasyndroom
Pancreatitis,
slikklachten,
zwelling van het gezicht
Intestinale perforatie
1)
Verhoogde leverenzymen
Cholecystitis en
cholelithiase, hepatische
steatose, verhoogd
bilirubine
Hepatitis,
reactivatie van hepatitis
B
1)
,
auto-immuun hepatitis
1)
Leverfalen
1)
Uitslag (waaronder schilferende uitslag)
Verergering of het ontstaan van psoriasis
(inclusief psoriasis pustulosa
palmoplantaris)
1)
, urticaria,
blauwe plekken (waaronder
purpura), dermatitis (waaronder
eczeem), breken van de nagels,
overmatig
zweten,
alopecia
1),
pruritus
Nachtzweten,
litteken
Erythema multiforme
1)
,
Stevens-Johnson-syndroo
m
1)
, angio-oedeem
1)
,
cutane vasculitis
1)
lichenoïde huidreactie
1)
Verergering van symptomen
van dermatomyositis
1)
Soms
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
en mediastinumaandoeningen*
Vaak
Soms
Maagdarmstelselaandoeningen
Zelden
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer vaak
Soms
Lever- en galaandoeningen*
Zelden
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Niet bekend
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
21
Systeem/orgaanklasse
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Frequentie
Zeer vaak
Vaak
Soms
Bijwerking
Skeletspierpijn
Spierspasmen (waaronder verhoging van de
hoeveelheid creatininefosfokinase in het
bloed)
Rabdomyolyse,
systemische lupus erythematodes
Lupus-achtig syndroom
1)
Nierfunctiestoorniss
en, hematurie
Nycturie
Erectiestoornissen
Reacties op de injectieplaats
(waaronder erytheem op de
injectieplaats)
Pijn op de
borst,
oedeem,
koorts
1)
Ontsteking
Stollings- en bloedingsstoornissen
(waaronder verlengde geactiveerde partiële
tromboplastinetijd),
positieve test op autoantilichamen
(waaronder antilichamen tegen
dubbelstrengs DNA), verhoogd
lactaatdehydrogenase in het bloed
Gewichtstoename
2)
Vertraagd herstel
Nier- en urinewegaandoeningen
Voortplantingsstelsel- en
borstaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen*
Zelden
Vaak
Soms
Soms
Zeer vaak
Vaak
Onderzoeken*
Soms
Vaak
Letsels, intoxicaties en
verrichtingscomplicaties
*
nadere informatie is elders in rubrieken 4.3, 4.4 en 4.8 te vinden
**
inclusief aanvullende open label onderzoeken
1)
inclusief spontane meldingen
2)
De gemiddelde gewichtsverandering vanaf baseline voor adalimumab varieerde van 0,3 kg tot
1,0 kg voor de verschillende indicaties voor volwassenen ten opzichte van (minus) -0,4 kg tot 0,4 kg
voor placebo gedurende een behandelperiode van 4-6 maanden. Er werd ook een gewichtstoename van
5-6 kg waargenomen in langlopende verlengingsonderzoeken met een gemiddelde blootstelling van
ongeveer 1-2 jaar zonder controlegroep, met name bij patiënten met ziekte van Crohn en colitis
ulcerosa. Het mechanisme achter dit effect is onduidelijk, maar zou verband kunnen houden met het
ontstekingsremmende effect van adalimumab.
Hidradenitis suppurativa
Het veiligheidsprofiel voor HS-patiënten die eenmaal per week met adalimumab werden behandeld,
kwam overeen met het reeds bekende veiligheidsprofiel van adalimumab.
Uveïtis
Het veiligheidsprofiel voor patiënten met uveïtis die eenmaal per twee weken met adalimumab werden
behandeld, kwam overeen met het reeds bekende veiligheidsprofiel van adalimumab.
Niet bekend
Vaak
22
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Reacties op de injectieplaats
In de belangrijkste gecontroleerde onderzoeken bij volwassenen en kinderen traden bij 12,9% van de
met adalimumab behandelde patiënten reacties op de injectieplaats op (erytheem en/of jeuk, bloeding,
pijn of zwelling), in vergelijking met 7,2% van de patiënten die placebo of actieve-control kregen.
Reacties op de injectieplaats noodzaakten doorgaans niet tot staken van het geneesmiddel.
Infecties
In de belangrijkste gecontroleerde onderzoeken bij volwassenen en kinderen bedroeg het
incidentiecijfer voor infectie 1,51 per patiëntjaar bij de met adalimumab behandelde patiënten
en 1,46 per patiëntjaar bij de met placebo en actieve-control behandelde patiënten. De infecties
bestonden hoofdzakelijk uit nasofaryngitis, bovenste luchtweginfecties en sinusitis. De meeste
patiënten bleven op adalimumab na het verdwijnen van de infectie.
De incidentie van ernstige infecties bedroeg 0,04 per patiëntjaar bij met adalimumab behandelde
patiënten en 0,03 per patiëntjaar bij met placebo en actieve-control behandelde patiënten.
In gecontroleerde en open label onderzoeken met adalimumab bij volwassenen en kinderen zijn
ernstige infecties (waaronder fatale infecties, die zelden voorkwamen) gemeld, waaronder tuberculose
(inclusief miliair en extrapulmonale locaties) en invasieve opportunistische infecties (o.a.
gedissemineerde of extrapulmonaire histoplasmose, blastomycose, coccidioïdomycose,
pneumocystose, candidiasis, aspergillose en listeriose). De meeste gevallen van tuberculose traden op
in de eerste acht maanden na het starten van de therapie en kan duiden op een recidief van een latente
ziekte.
Maligniteiten en lymfoproliferatieve aandoeningen
Er zijn geen maligniteiten waargenomen bij 249 pediatrische patiënten met een blootstelling
van 655,6 patiëntjaren tijdens onderzoeken met adalimumab bij patiënten met juveniele idiopathische
artritis (polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis). Daarnaast
zijn er geen maligniteiten waargenomen bij 192 kinderen met een blootstelling van 498,1 patiëntjaren
tijdens onderzoeken met adalimumab in kinderen met de ziekte van Crohn. Er zijn geen maligniteiten
waargenomen bij 77 pediatrische patiënten met een blootstelling van 80,0 patiëntjaren tijdens een
onderzoek met adalimumab bij pediatrische patiënten met chronische plaque psoriasis. Er zijn geen
maligniteiten waargenomen bij 93 pediatrische patiënten met een blootstelling van 65,3 patiëntjaren
tijdens een onderzoek met adalimumab bij pediatrische patiënten met colitis ulcerosa. Er zijn geen
maligniteiten waargenomen bij 60 pediatrische patiënten met een blootstelling van 58,4 patiëntjaren
tijdens een onderzoek met adalimumab bij pediatrische patiënten met uveïtis.
Tijdens de gecontroleerde gedeelten van belangrijke adalimumab onderzoeken bij volwassenen die ten
minste 12 weken duurden bij patiënten met matig ernstige tot ernstige actieve reumatoïde artritis,
spondylitis ankylopoetica, axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS, artritis
psoriatica, psoriasis, hidradenitis suppurativa, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en uveïtis werden
maligniteiten, anders dan lymfomen en niet-melanoom huidkanker, geobserveerd met een incidentie
(95% betrouwbaarheidsinterval) van 6,8 (4,4; 10,5) per 1.000 patiëntjaren bij 5.291 met adalimumab
behandelde patiënten
versus
een incidentie van 6,3 (3,4; 11,8) per 1.000 patiëntjaren
bij 3.444 controlepatiënten (gemiddelde behandelingsduur was 4,0 maanden voor adalimumab
en 3,8 maanden voor de controlepatiënten). De incidentie (95% betrouwbaarheidsinterval) van
niet-melanoom huidcarcinomen was 8,8 (6,0; 13,0) per 1.000 patiëntjaren bij de met adalimumab
behandelde patiënten en 3,2 (1,3; 7,6) per 1.000 patiëntjaren bij de controlepatiënten. Van deze
huidcarcinomen, bedroeg de incidentie (95% betrouwbaarheidsinterval) van
plaveiselcelcarcinoom 2,7 (1,4; 5,4) per 1.000 patiëntjaren bij met adalimumab behandelde patiënten
en 0,6 (0,1; 4,5) per 1.000 patiëntjaren bij de controlepatiënten. De incidentie (95%
23
betrouwbaarheidsinterval) van lymfomen bedroeg 0,7 (0,2; 2,7) per 1.000 patiëntjaren bij met
adalimumab behandelde patiënten en 0,6 (0,1; 4,5) per 1.000 patiëntjaren bij de controlepatiënten.
Bij het combineren van de gecontroleerde gedeelten van deze onderzoeken en de lopende en afgeronde
open label extensieonderzoeken met een gemiddelde duur van ongeveer 3,3 jaar
waarin 6.427 patiënten geïncludeerd waren en meer dan 26.439 patiëntjaren van therapie, is het
waargenomen aantal maligniteiten, anders dan lymfomen en niet-melanoom huidcarcinomen
ongeveer 8,5 per 1.000 patiëntjaren. De geobserveerde incidentie van niet-melanoom huidcarcinomen
bedraagt ongeveer 9,6 per 1.000 patiëntjaren en voor lymfomen ongeveer 1,3 per 1.000 patiëntjaren.
Tijdens postmarketing ervaringen van januari 2003 tot december 2010, voornamelijk bij patiënten met
reumatoïde artritis, was de incidentie van maligniteiten ongeveer 2,7 per 1.000 patiëntbehandeljaren.
De gerapporteerde incidenties van niet-melanoom huidcarcinomen en lymfomen waren respectievelijk
ongeveer 0,2 en 0,3 per 1.000 patiëntbehandeljaren (zie rubriek 4.4).
Zeldzame postmarketing gevallen van hepatosplenisch T-cellymfoom zijn gerapporteerd bij patiënten
die behandeld werden met adalimumab (zie rubriek 4.4).
Autoantilichamen
Op verschillende tijdstippen tijdens de reumatoïde artritis onderzoeken I-V werden serummonsters van
de patiënten getest op autoantilichamen. In deze onderzoeken werden voor 11,9% van de met
adalimumab behandelde patiënten en 8,1% van de met placebo en actieve-control behandelde
patiënten die aan het begin van het onderzoek negatieve antinucleaire-antilichaamtiters hadden,
positieve titers gemeld in week 24. Twee van de 3.441 met adalimumab behandelde patiënten in alle
reumatoïde artritis en artritis psoriatica onderzoeken vertoonden klinische symptomen die wezen op
recent opgetreden lupusachtig syndroom. De patiënten vertoonden verbetering na het staken van de
behandeling. Er waren geen patiënten bij wie lupus nefritis of symptomen van het centrale
zenuwstelsel optraden.
Lever- en galaandoeningen
In de gecontroleerde fase 3 klinische onderzoeken met adalimumab bij patiënten met reumatoïde
artritis en artritis psoriatica met een controleperiode met een duur variërend van 4 tot 104 weken,
kwamen ALAT-verhogingen van ≥ 3 x ULN voor bij 3,7% van de patiënten die werden behandeld met
adalimumab en bij 1,6% van de patiënten in de controle-arm.
In de gecontroleerde fase 3 klinische onderzoeken met adalimumab bij patiënten met polyarticulaire
juveniele idiopathische artritis in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar en enthesitis-gerelateerde artritis
in de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar, kwamen ALAT-verhogingen van ≥ 3 x ULN voor bij 6,1% van
de patiënten die werden behandeld met adalimumab en bij 1,3% van de patiënten in de controle-arm.
De meeste ALAT-verhogingen kwamen voor tijdens gelijktijdig gebruik van methotrexaat. In het
fase 3 klinische onderzoek kwamen geen ALAT-verhogingen van ≥ 3 x ULN voor bij patiënten met
polyarticulaire juveniele idiopathische artritis in de leeftijd van 2 tot 4 jaar.
In de gecontroleerde fase 3 klinische onderzoeken met adalimumab bij patiënten met de ziekte van
Crohn en colitis ulcerosa waarbij de controleperiode varieerde van 4 tot 52 weken, kwamen ALAT-
verhogingen van ≥ 3 x ULN voor bij 0,9 % van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en
bij 0,9% van de patiënten in de controle-arm.
In het fase 3 onderzoek met adalimumab werden bij patiënten met Juveniele ziekte van Crohn de
werkzaamheid en veiligheid tot 52 weken behandeling beoordeeld van twee op lichaamsgewicht
aangepaste onderhoudsdoseringregimes na een op lichaamsgewicht aangepaste inductietherapie.
Hierbij kwamen ALAT-verhogingen van ≥ 3 x ULN voor bij 2,6% (5/192) van de patiënten van wie
er 4 in de uitgangssituatie gelijktijdig immunosuppressiva toegediend kregen.
24
In de gecontroleerde fase 3 klinische onderzoeken met adalimumab bij patiënten met plaque psoriasis
waarbij de controleperiode varieerde van 12 tot 24 weken, kwamen ALAT-verhogingen van ≥ 3 x
ULN voor bij 1,8% van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en bij 1,8% van de
patiënten in de controle-arm.
Er kwamen geen ALAT-verhogingen van ≥ 3 x ULN voor in het fase 3 onderzoek met adalimumab bij
pediatrische patiënten met plaque psoriasis.
In gecontroleerde onderzoeken kregen patiënten met hidradenitis suppurativa adalimumab (toegediend
in initiële doses van 160 mg in week 0 en 80 mg in week 2, gevolgd door wekelijkse doses van 40 mg
vanaf week 4) waarbij de controleperiode varieerde van 12 tot 16 weken. ALAT-verhogingen van
≥ 3 x ULN kwamen voor bij 0,3% van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en
bij 0,6% van de patiënten in de controle-arm.
In gecontroleerde onderzoeken kregen volwassen patiënten met uveïtis adalimumab (initiële doses
van 80 mg in week 0, gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf week 1) tot 80 weken met
een mediane blootstelling van 166,5 dagen en 105,0 dagen in respectievelijk patiënten die werden
behandeld met adalimumab en patiënten in de controle-arm. ALAT-verhogingen van ≥ 3 x ULN
kwamen hierbij voor bij 2,4% van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en bij 2,4%
van de patiënten in de controle-arm.
In het gecontroleerde fase 3-onderzoek van adalimumab bij patiënten met juveniele colitis ulcerosa
(N = 93) waarin de werkzaamheid en veiligheid werden beoordeeld van een onderhoudsdosering van
0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken (N = 31) en een onderhoudsdosering van
0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per week (N = 32), volgend op een voor lichaamsgewicht
gecorrigeerde inductiedosering van 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0 en week 1, en 1,2 mg/kg
(maximaal 80 mg) in week 2 (N = 63), of een inductiedosering van 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in
week 0, placebo in week 1 en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2 (N = 30), kwamen ALT-
verhogingen van ≥ 3 x ULN voor bij 1,1% (1/93) van de patiënten.
Bij de klinische onderzoeken van alle indicaties waren patiënten met een verhoogd ALAT klachtenvrij
en in de meeste gevallen waren de verhogingen voorbijgaand van aard en verdwenen gedurende de
voortzetting van de behandeling. Er zijn echter ook postmarketingmeldingen van leverfalen, evenals
minder ernstige leveraandoeningen die kunnen voorafgaan aan leverfalen, zoals hepatitis waaronder
auto-immuun hepatitis bij patiënten die adalimumab kregen.
Gelijktijdige behandeling met azathioprine/6-mercaptopurine
Tijdens onderzoeken bij volwassenen met de ziekte van Crohn werden hogere incidenties van maligne
en ernstige infectiegerelateerde bijwerkingen gezien bij de combinatie van adalimumab en
azathioprine/6- mercaptopurine in vergelijking met alleen Hefiya.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er werd geen dosisbeperkende toxiciteit waargenomen tijdens klinische onderzoeken. De hoogste
geëvalueerde dosering bestond uit verschillende intraveneuze doses van 10 mg/kg, hetgeen ongeveer
overeenkomt met 15 maal de aanbevolen dosis.
25
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Immunosuppressieve middelen, Tumornecrosefactor-alfa (TNF-α)
remmers, ATC-code: L04AB04
Hefiya is een biosimilar geneesmiddel. Gedetailleerde informatie is beschikbaar op de website van het
Europees Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu
Werkingsmechanisme
Adalimumab bindt specifiek aan TNF en neutraliseert de biologische werking van TNF door de
interactie van TNF met de p55- en p75-TNF-receptoren op het oppervlak van cellen te blokkeren.
Adalimumab moduleert ook de biologische respons die wordt geïnduceerd of gereguleerd door TNF,
waaronder wijzigingen in de concentraties van adhesiemoleculen die verantwoordelijk zijn voor
leukocytenmigratie (ELAM-1, VCAM-1 en ICAM-1 met een IC
50
van 0,1-0,2 nM).
Farmacodynamische effecten
Na behandeling met adalimumab werd er een snelle daling ten opzichte van uitgangsniveau
vastgesteld van de concentraties van de bij ontsteking optredende acutefase-eiwitten (C-reactief
proteïne (CRP)) en de sedimentatiesnelheid van de erytrocyten (ESR:
erythrocyte sedimentation rate)
en serumcytokinen (IL-6) bij patiënten met reumatoïde artritis. De serumwaarden van
matrixmetalloproteïnases (MMP-1 en MMP-3), die voor de remodellering van het weefsel zorgen wat
leidt tot kraakbeendestructie, waren eveneens verlaagd na toediening van adalimumab. Met
adalimumab behandelde patiënten vertonen gewoonlijk een verbetering van de hematologische
tekenen van chronische ontsteking.
Een snelle afname van de CRP-spiegels werd ook waargenomen bij patiënten met polyarticulaire
juveniele idiopathische artritis, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en hidradenitis suppurativa na
behandeling met adalimumab. Bij patiënten met de ziekte van Crohn werd een afname van het aantal
cellen dat ontstekingsmarkers in de dikke darm tot expressie brengt waargenomen, waaronder een
significante afname van de expressie van TNF-α. Endoscopische onderzoeken van darmslijmvlies
hebben mucosale genezing aangetoond bij patiënten die met adalimumab worden behandeld.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Reumatoïde artritis
Adalimumab is geëvalueerd bij meer dan 3.000 patiënten in alle klinische onderzoeken naar
reumatoïde artritis. De werkzaamheid en veiligheid van adalimumab werden beoordeeld in vijf
gerandomiseerde, dubbelblinde en goed gecontroleerde onderzoeken. Sommige patiënten werden tot
maximaal 120 maanden behandeld.
In RA onderzoek I werden 271 patiënten met matig tot ernstig actieve reumatoïde artritis geëvalueerd
die ≥ 18 jaar oud waren, bij wie ten minste één behandeling met antireumatische middelen niet
geslaagd was en bij wie methotrexaat in wekelijkse doseringen van 12,5 tot 25 mg (10 mg indien
intolerant voor methotrexaat) onvoldoende werkzaamheid vertoonde en bij wie de
methotrexaatdosering constant bleef op eenmaal per week 10 tot 25 mg. Er werd gedurende 24 weken
eenmaal per twee weken een dosis van 20, 40 of 80 mg adalimumab of placebo gegeven.
In RA onderzoek II werden 544 patiënten geëvalueerd met matig tot ernstig actieve reumatoïde artritis
die ≥ 18 jaar oud waren en bij wie ten minste één behandeling met antireumatische middelen niet
geslaagd was. Doses van 20 of 40 mg adalimumab werden gedurende 26 weken eenmaal per week, of
eenmaal per twee weken, met de andere weken placebo, toegediend door subcutane injectie; placebo
26
werd gedurende dezelfde periode eenmaal per week gegeven. Er waren geen andere antireumatische
middelen toegelaten.
In RA onderzoek III werden 619 patiënten met matig tot ernstig actieve reumatoïde artritis
geëvalueerd die ≥ 18 jaar oud waren en die een ineffectieve respons hadden op doseringen
van 12,5 tot 25 mg methotrexaat of intolerant waren voor eenmaal per week 10 mg methotrexaat. In
dit onderzoek waren er drie groepen. De eerste kreeg gedurende 52 weken eenmaal per week
placebo-injecties. De tweede kreeg gedurende 52 weken eenmaal per week 20 mg adalimumab. De
derde groep kreeg eenmaal per twee weken 40 mg adalimumab en de andere weken placebo-injecties.
Na voltooiing van de eerste 52 weken werden 457 patiënten opgenomen in een open–label
extensiefase waarin 40 mg adalimumab/MTX eenmaal per twee weken werd toegediend tot
maximaal 10 jaar.
In RA onderzoek IV werd in de eerste plaats de veiligheid geëvalueerd bij 636 patiënten van ≥ 18 jaar
met matig tot ernstig actieve reumatoïde artritis. De patiënten konden ofwel nog geen antireumatische
middelen gebruikt hebben, ofwel op hun bestaande reumaticum blijven op voorwaarde dat de
behandeling gedurende minimaal 28 dagen stabiel bleef. Deze behandelingen omvatten methotrexaat,
leflonumide, hydroxychloroquine, sulfasalazine en/of goudzouten. De patiënten werden
gerandomiseerd tussen eenmaal per twee weken 40 mg adalimumab of placebo gedurende een periode
van 24 weken.
RA onderzoek V evalueerde 799 methotrexaat-naïeve volwassen patiënten met matig tot ernstig
actieve kort bestaande reumatoïde artritis (gemiddelde ziekteduur minder dan 9 maanden). Deze studie
evalueerde de doelmatigheid van adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken/methotrexaat
combinatie therapie, adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken monotherapie en methotrexaat
monotherapie bij vermindering van de tekenen en symptomen en progressie van gewrichtsschade bij
reumatoïde artritis gedurende 104 weken. Na voltooiing van de eerste 104 weken
werden 497 patiënten opgenomen in een open–label extensiefase waarin 40 mg adalimumab eenmaal
per twee weken werd toegediend tot 10 jaar.
Het primaire eindpunt in RA onderzoeken I, II en III en het secundaire eindpunt in RA onderzoek IV
was het percentage patiënten dat in week 24 of 26 een ACR 20-respons vertoonde. Het primaire
eindpunt in RA onderzoek V was het percentage patiënten dat in week 52 een ACR 50-respons
vertoonde. RA onderzoeken III en V hadden als verdere primaire eindpunten op 52 weken vertraging
van de progressie van de aandoening (als bepaald d.m.v. de resultaten van röntgenonderzoek). RA
onderzoek III had tevens als primair eindpunt de wijzigingen in de kwaliteit van leven.
ACR-respons
Het percentage met adalimumab behandelde patiënten met een ACR-respons 20, 50 en 70 was in de
RA onderzoeken I, II en III onderling consistent. Tabel 8 vermeldt de resultaten voor de dosering van
eenmaal per twee weken 40 mg.
Tabel 8
ACR-responsen bij placebogecontroleerde onderzoeken
(percentage patiënten)
Respons
RA onderzoek I
a
**
Placebo/ Adalimumab
b
/
MTX
c
MTX
c
n=60
n=63
13,3%
N.v.t.
65,1%
N.v.t.
RA onderzoek II
a
**
Placebo Adalimumab
b
n=110
n=113
19,1%
N.v.t.
46,0%
N.v.t.
RA onderzoek III
a
**
Placebo/ Adalimumab
b
/
MTX
c
MTX
c
n=200
N=207
29,5%
24,0%
63,3%
58,9%
ACR 20
6 maanden
12 maanden
27
Respons
RA onderzoek I
a
**
Placebo/ Adalimumab
b
/
MTX
c
MTX
c
n=60
n=63
6,7%
N.v.t.
3,3%
52,4%
N.v.t.
23,8%
RA onderzoek II
a
**
Placebo Adalimumab
b
n=110
n=113
8,2%
N.v.t.
1,8%
22,1%
N.v.t.
12,4%
RA onderzoek III
a
**
Placebo/ Adalimumab
b
/
MTX
c
MTX
c
n=200
N=207
9,5%
9,5%
2,5%
39,1%
41,5%
20,8%
23,2%
ACR 50
6 maanden
12 maanden
ACR 70
6 maanden
a
12 maanden
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
4,5%
RA onderzoek I op 24 weken, RA onderzoek II op 26 weken en RA onderzoek III
op 24 en 52 weken
b
40 mg adalimumab, eenmaal per twee weken toegediend
c
MTX = methotrexaat
**
p < 0,01, adalimumab
versus
placebo
In RA onderzoeken I-IV vertoonden alle afzonderlijke componenten van de ACR-responscriteria
(aantal pijnlijke en gezwollen gewrichten, beoordeling door arts en patiënt van de ziekteactiviteit en
pijn, 'disability index' (HAQ)-scores en CRP (mg/dl)-waarden) een verbetering in week 24 of 26 in
vergelijking met placebo. In RA onderzoek III bleven deze verbeteringen gedurende 52 weken
gehandhaafd.
In de open-label extensie van het RA onderzoek III bleven de responsen bij de meeste patiënten die
ACR-responders waren gehandhaafd wanneer zij tot 10 jaar werden gevolgd. 114 van de 207 patiënten
die gerandomiseerd werden naar adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken zetten de behandeling
met adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken voort gedurende 5 jaar. Hiervan hadden 86 patiënten
(75,4%) een ACR-respons van 20; 72 patiënten (63,2%) hadden een ACR-respons van 50;
en 41 patiënten (36%) hadden een ACR-respons van 70. 81 van de 207 patiënten zetten de
behandeling met adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken voort gedurende 10 jaar. Hiervan
hadden 64 patiënten (79,0%) een ACR-respons van 20; 56 patiënten (69,1%) hadden een ACR-respons
van 50; en 43 patiënten (53,1%) hadden een ACR-respons van 70.
In RA onderzoek IV was de ACR 20-respons van patiënten behandeld met adalimumab plus
standaardbehandeling statistisch significant beter dan die van patiënten behandeld met placebo plus
standaardbehandeling (p < 0,001).
In RA onderzoeken I-IV behaalden met adalimumab behandelde patiënten reeds een tot twee weken
na het begin van de behandeling statistisch significante ACR 20- en 50-responsen in vergelijking met
placebo.
In RA onderzoek V bij kort bestaande reumatoïde artritis patiënten die methotrexaat-naïeve waren,
leidde de combinatie therapie van adalimumab met methotrexaat tot een sneller en significant hogere
ACR- respons dan met methotrexaat monotherapie en adalimumab monotherapie in week 52 en de
respons bleef behouden in week 104 (zie tabel 9).
Tabel 9
ACR-respons in RA onderzoek V
(percentage patiënten)
Respons
ACR 20
week 52
week 104
MTX
n=257
62,6%
56,0%
Adalimu
mab
n=274
54,4%
49,3%
Adalimumab
/MTX n=268
72,8%
69,4%
28
p-waarde
a
p-waarde
b
p-waarde
c
0,013
0,002
< 0,001
< 0,001
0,043
0,140
Respons
MTX
n=257
Adalimu
mab
n=274
Adalimumab
/MTX n=268
p-waarde
a
p-waarde
b
p-waarde
c
ACR 50
week 52
45,9%
41,2%
61,6%
< 0,001
< 0,001
0,317
week 104
42,8%
36,9%
59,0%
< 0,001
< 0,001
0,162
ACR 70
week 52
27,2%
25,9%
45,5%
< 0,001
< 0,001
0,656
week 104
28,4%
28,1%
46,6%
< 0,001
< 0,001
0,864
a
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van methotrexaat monotherapie en
adalimumab/methotrexaat combinatietherapie waarbij gebruikt gemaakt is van de
Mann-Whitney U test.
b
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van adalimumab monotherapie en adalimumab
/methotrexaat combinatietherapie waarbij gebruikt gemaakt is van de Mann-Withney U test.
c
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van adalimumab monotherapie en methotrexaat
monotherapie waarbij gebruik gemaakt is van de Mann-Whitney U test.
In de open-label extensie van RA onderzoek V, bleven de ACR-responsen gehandhaafd wanneer zij
tot 10 jaar werden gevolgd. Van de 542 patiënten die gerandomiseerd waren naar adalimumab 40 mg
eenmaal per twee weken gingen 170 patiënten door met adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken
gedurende 10 jaar. Hiervan hadden 154 patiënten (90,6%) een ACR-respons van 20; 127 patiënten
(74,7%) hadden een ACR-respons van 50; en 102 patiënten (60,0%) hadden een ACR-respons van 70.
In week 52 behaalde 42,9% van de patiënten die behandeld werden met adalimumab /methotrexaat
combinatietherapie klinische remissie (DAS28 (CRP) < 2,6) vergeleken met 20,6% van de patiënten
behandeld met methotrexaat monotherapie en 23,4% van de patiënten behandeld met adalimumab
monotherapie. De combinatietherapie adalimumab /methotrexaat was klinisch en statistisch superieur
aan de methotrexaat (p < 0,001) en adalimumab monotherapie (p < 0,001) wat betreft het behalen van
lagere ziektestatus bij patiënten met een recent gediagnosticeerde matig tot ernstige reumatoïde artritis.
De responsen voor de twee monotherapie onderzoeken waren vergelijkbaar (p = 0,447). Van
de 342 patiënten die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar adalimumab monotherapie of
adalimumab /methotrexaat combinatietherapie en in de open-label extensiestudie kwamen,
voltooiden 171 patiënten 10 jaar behandeling met adalimumab. Van deze patiënten werd
bij 109 patiënten (63,7 %) klinische remissie gemeld na 10 jaar.
Radiografische respons
In RA onderzoek III, waarin de met adalimumab behandelde patiënten een gemiddelde duur van
reumatoïde artritis hadden van ongeveer 11 jaar, werd structurele gewrichtsschade radiografisch
bepaald en uitgedrukt als een verandering in de aangepaste Totale Sharp Score (TSS) en de
componenten daarvan, de erosiescore en gewrichtsruimte-vernauwingsscore (JSN). adalimumab
/methotrexaat patiënten vertoonden minder radiografische progressie na 6 en 12 maanden dan
patiënten die alleen methotrexaat kregen (zie tabel 10).
In de open-label extensie van RA onderzoek III werd de remming van de progressie van structurele
schade in een subgroep van patiënten gedurende 8 en 10 jaar gehandhaafd. 81 van de 207 patiënten die
aanvankelijk eenmaal per twee weken werden behandeld met 40 mg adalimumab, werden na 8 jaar
radiografisch geëvalueerd. Van deze patiënten vertoonden 48 geen progressie van structurele schade,
gedefinieerd als een verandering van de mTSS van 0,5 of minder ten opzichte van baseline. 79 van
de 207 patiënten die aanvankelijk eenmaal per twee weken werden behandeld met 40 mg adalimumab,
werden na 10 jaar radiografisch geëvalueerd. Van deze patiënten vertoonden 40 geen progressie van
structurele schade, gedefinieerd als een verandering van de mTSS van 0,5 of minder ten opzichte van
baseline.
29
Tabel 10
Gemiddelde Radiografische Verandering Over 12 Maanden in RA onderzoek III
Placebo/
MTX
a
Adalimumab
/MTX 40 mg
eenmaal per twee
weken
0,1
0,0
0,1
Placebo/MTX-
adalimumab /MTX (95%
betrouwbaarheidsinterval
b
)
p-waarde
a
b
c
d
Totale Sharp
2,7
2,6 (1,4, 3,8)
< 0,001
c
Score score
Erosie
1,6
1,6 (0,9, 2,2)
< 0,001
JSN
d
score
1,0
0,9 (0,3, 1,4)
0,002
methotrexaat
95% betrouwbaarheidsinterval voor de verschillen in verandering-scores tussen methotrexaat en
adalimumab.
gebaseerd op rank analyse
gewrichtsruimte-vernauwingsscore
In RA onderzoek V werd structurele gewrichtsschade radiografisch bepaald en uitgedrukt als
verandering in de aangepaste Totale Sharp Score (zie tabel 11).
Tabel 11
Gemiddelde Radiografische Veranderingen in week 52 in RA onderzoek V
MTX n=257 (95%
betrouwbaarheids-
interval)
Adalimumab
n=274 (95%
betrouwbaarheids
- interval)
Adalimumab
/MTX n=268 (95%
betrouwbaarheids-
interval)
p-
waarde
a
p-
waarde
b
p-
waarde
c
Total
5,7 (4,2-7,3)
3,0 (1,7-4,3)
1,3 (0,5-2,1)
< 0,001 0,0020 < 0,001
Sharp
Score
Erosion
3,7 (2,7-4,7)
1,7 (1,0-2,4)
0,8 (0,4-1,2)
< 0,001 0,0082 < 0,001
score
JSN
2,0 (1,2-2,8)
1,3 (0,5-2,1)
0,5 (0-1,0)
< 0,001 0,0037
0,151
score
a
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van methotrexaat monotherapie en adalimumab
/methotrexaat combinatietherapie waarbij gebruikt gemaakt is van de Mann-Whitney U test.
b
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van adalimumab monotherapie en adalimumab
/methotrexaat combinatietherapie waarbij gebruik gemaakt is van de Mann-Whitney U test.
c
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van adalimumab monotherapie en methotrexaat
monotherapie waarbij gebruik gemaakt is van de Mann-Whitney U test.
Na 52 weken en 104 weken behandeling was het percentage patiënten zonder progressie (verandering
vanaf uitgangsniveau in de aangepaste Totale Sharp Score ≤ 0,5) significant hoger met adalimumab
/methotrexaat combinatietherapie (63,8% en 61,2% respectievelijk) in vergelijking met methotrexaat
monotherapie (37,4% en 33,5% respectievelijk, p < 0,001) en adalimumab monotherapie (50,7%, p
< 0,002 en 44,5%, p < 0,001 respectievelijk).
In de open-label extensie van RA onderzoek V, was na jaar 10 de gemiddelde verandering in de
aangepaste Total Sharp score bij oorspronkelijk gerandomiseerde patiënten met methotrexaat
monotherapie, adalimumab monotherapie en de adalimumab /methotrexaat combinatietherapie
respectievelijk 10,8, 9,2 en 3,9. Het bijbehorende percentage patiënten zonder radiografische
progressie was respectievelijk 31,3%, 23,7% en 36,7%.
Kwaliteit van leven en fysiek functioneren
De kwaliteit van leven met betrekking tot de gezondheid en fysiek functioneren werden beoordeeld
met behulp van de ‘disability index’ op het Health Assessment Questionnaire (HAQ) in de vier
30
oorspronkelijke adequate en goedgecontroleerde onderzoeken en deze vormde een vooraf vastgelegd
primair eindpunt op week 52 in RA onderzoek III. Alle adalimumab-doses/schema’s in alle vier de
onderzoeken vertoonden statistisch significant grotere verbeteringen in de HAQ-‘disability index’
vanaf uitgangsniveau tot Maand 6 vergeleken met placebo en in RA onderzoek III werd hetzelfde
vastgesteld op week 52. De resultaten van de Short Form Health Survey (SF 36) voor alle
adalimumab-doses/schema’s in alle vier de onderzoeken ondersteunen deze bevindingen, met
statistisch significante ‘physical component summary’ (PCS)-scores, evenals statistisch significante
‘pain and vitality domain’-scores voor de dosering van eenmaal per twee weken 40 mg. Er werd een
statistisch significante afname vastgesteld van vermoeidheid als gemeten door middel van de
‘functional assessment of chronic illness therapy’ (FACIT)-scores in alle drie onderzoeken waarin de
vermoeidheid werd beoordeeld (RA onderzoeken I, III, IV).
In RA onderzoek III bleef de verbetering bij de meeste patiënten die verbetering in fysieke functie
bereikten en hun behandeling voortzetten gehandhaafd gedurende 520 weken (120 maanden) open-
label behandeling. De verbetering van de kwaliteit van leven werd gemeten tot
week 156 (36 maanden) en de verbetering werd gehandhaafd gedurende die periode.
In RA onderzoek V toonde de verbetering in de HAQ disability index en het fysieke gedeelte van de
SF 36 een grotere verbetering (p < 0,001) voor adalimumab/methotrexaat combinatietherapie versus
methotrexaat monotherapie en adalimumab monotherapie in week 52, die behouden werd tot
week 104. Van de 250 patiënten die de open-label extensiestudie voltooiden, bleven de verbeteringen
in fysieke functie gehandhaafd gedurende 10 jaar behandeling.
Axiale spondylartritis
Spondylitis ankylopoetica (AS)
Adalimumab, 40 mg eenmaal per twee weken werd onderzocht bij 393 patiënten met spondylitis
ankylopoetica die onvoldoende reageerden op conventionele therapie, in twee
gerandomiseerde, 24 weken durende dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken (de
gemiddelde basisscore van de activiteit van de ziekte [Bath Ankylosing Spondylitis Disease Activity
Index (BASDAI)] was 6,3 in alle groepen). Negenenzeventig (20,1%) patiënten werden gelijktijdig
behandeld met antireumatica die de ziekte beïnvloeden, en 37 (9,4%) patiënten met glucocorticoïden.
De blinde periode werd gevolgd door een open-label periode waarin de patiënten adalimumab 40 mg
eenmaal in de twee weken subcutaan kregen toegediend voor nog eens 28 weken. Personen
(n=215, 54,7%) die ASAS 20 niet binnen 12, 16 of 20 weken bereikten, kregen kortdurend open-label
adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken subcutaan en werden verder behandeld als
non-responders in de dubbelblinde statistische analyses.
In het grotere AS onderzoek I met 315 patiënten, toonden de resultaten statistisch significante
verbetering van de tekenen en symptomen van spondylitis ankylopoetica bij patiënten die met
adalimumab werden behandeld in vergelijking tot placebo. Een eerste significante reactie werd in
week 2 waargenomen en hield gedurende 24 weken aan (tabel 12).
Tabel 12
Effectiviteitsrespons in placebogecontroleerd AS onderzoek – Onderzoek I
Vermindering van tekenen en symptomen
Respons
ASAS
a
20
Week 2
Week 12
Week 24
Placebo
N = 107
16%
21%
19%
Adalimuma
b N = 208
42%***
58%***
51%***
31
Respons
ASAS 50
Week 2
Week 12
Week 24
ASAS 70
Week 2
Week 12
Week 24
Placebo
N = 107
3%
10%
11%
0%
5%
8%
Adalimuma
b N = 208
16%***
38%***
35%***
7%**
23%***
24%***
BASDAI
b
50
Week 2
4%
20%***
Week 12
16%
45%***
Week 24
15%
42%***
***,**
Statistisch significant bij p < 0,001, < 0,01 voor alle vergelijkingen tussen
adalimumab en placebo in week 2, 12 en 24
a
Onderzoek naar Spondylitis Ankylopoetica (Assessments in Ankylosing Spondylitis)
b
Bath Ankylosing Spondylitis Disease Activity Index
Met adalimumab behandelde patiënten hadden een significante verbetering in week 12 die tot in
week 24 aanhield in zowel de SF36 als de Ankylosing Spondylitis Quality of Life Questionnaire
(ASQoL).
Vergelijkbare trends (niet alle statistisch significant) werden waargenomen in het kleinere
gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde AS onderzoek II bij 82 volwassen patiënten
met actieve spondylitis ankylopoetica.
Axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab zijn beoordeeld in twee gerandomiseerde,
dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken bij patiënten met axiale spondylartritis zonder
röntgenologisch bewijs van AS (nr-axSpA). In het nr-axSpA I-onderzoek werden patiënten met
actieve nr-axSpA onderzocht. In het nr-axSpA II-onderzoek kregen patiënten met actieve nr-axSpA
die tijdens open-label behandeling met adalimumab remissie hadden bereikt, een placebo behandeling
of werd de behandeling met adalimumab voortgezet.
Nr-axSpA I-onderzoek
In het nr-axSpA I-onderzoek werd adalimumab, 40 mg eenmaal per twee weken, onderzocht
bij 185 patiënten in een gerandomiseerd, 12 weken durend dubbelblind, placebogecontroleerd
onderzoek bij patiënten met actieve nr-axSpA (gemiddelde baselinescore van ziekteactiviteit [Bath
Ankylosing Spondylitis Disease Activity Index (BASDAI)] was 6,4 voor patiënten die met
adalimumab werden behandeld en 6,5 voor diegenen die met placebo werden behandeld) die een
inadequate response hadden op of intolerantie voor ≥ 1 NSAID’s of een contra-indicatie voor
NSAID’s.
Drieëndertig (18%) patiënten werden gelijktijdig behandeld met ziektemodificerende antireumatische
geneesmiddelen (DMARD’s) en 146 (79%) patiënten met NSAID’s bij baseline. De dubbelblinde
periode werd gevolgd door een open-label periode waarin patiënten tot 144 additionele weken
adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken subcutaan kregen. Resultaten van week 12 toonden een
statistisch significante verbetering van de tekenen en symptomen van actieve nr-axSpA bij patiënten
behandeld met adalimumab ten opzichte van placebo (tabel 13).
32
Tabel 13
Effectiviteitsrespons in placebogecontroleerd nr-axSpA I-onderzoek
Dubbelblind
Placebo
Adalimumab
Respons op week 12
N=94
N=91
ASAS
a
40
15%
36%***
ASAS 20
31%
52%**
ASAS 5/6
6%
31%***
ASAS partiële remissie
5%
16%*
BASDAI
b
50
15%
35%**
ASDAS
c,d,e
-0,3
-1,0***
ASDAS inactieve ziekte
4%
24%***
hs-CRP
d,f,g
-0,3
-4,7***
SPARCCh MRI sacro-iliacale gewrichten
d,i
-0,6
-3,2**
d,j
SPARCC MRI wervelkolom
-0,2
-1,8**
a
Onderzoek door spondylartritis internationale gemeenschap (Assessments in SpondyloArthritis
international Society)
b
Bath Ankylosing Spondylitis Disease Activity Index
c
Ankylosing Spondylitis Disease Activity Score
d
gemiddelde verandering van baseline
e
n=91 placebo en n=87 adalimumab
f
high sensitivity C-Reactive Protein (mg/l)
g
n=73 placebo en n=70 adalimumab
h
Spondyloarthritis Research Consortium of Canada
i
n=84 placebo en adalimumab
j
n=82 placebo en n=85 adalimumab
***, **, *
Statistisch significant bij respectievelijk p < 0,001, < 0,01, en
< 0,05 voor alle vergelijkingen tussen adalimumab en placebo.
De verbetering van tekenen en symptomen hield aan gedurende de open-label extensie van de
adalimumab- behandeling tot en met week 156.
Remmen van ontstekingen
In met adalimumab behandelde patiënten hield een significante verbetering aan van tekenen van
ontsteking, zoals gemeten door hs-CRP en MRI van zowel sacro-iliacale gewrichten als de
wervelkolom respectievelijk tot en met week 156 en week 104.
Kwaliteit van leven en fysiek functioneren
Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en fysiek functioneren werden beoordeeld aan de hand
van de HAQ-S en de SF-36 vragenlijsten. Adalimumab toonde een statistisch significant grotere
verbetering in de HAQ-S totaalscore en de SF-36 fysieke componenten score (PCS) van baseline tot
week 12 vergeleken met placebo. Verbeteringen in gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en
fysiek functioneren bleven gehandhaafd gedurende het open-label extensieonderzoek tot en met
week 156.
Nr-axSpA II-onderzoek
673 patiënten met actieve nr-axSpA (gemiddelde ziekteactiviteit bij baseline [BASDAI] was 7,0) die
een inadequate respons hadden op ≥ 2 NSAID’s, intolerant waren of met een contra-indicatie voor
NSAID’s, namen deel aan de open-label periode van het nr-axSpA II-onderzoek waarin ze gedurende
28 weken adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken kregen. Deze patiënten vertoonden ook
objectief bewijs van ontsteking in de sacro-iliacale gewrichten of de wervelkolom op MRI of een
verhoogd hs-CRP. Patiënten die tijdens de open-label periode aanhoudende remissie bereikten
gedurende minimaal 12 weken (N=305) (ASDAS < 1,3 op week 16, 20, 24 en 28) werden vervolgens
33
gerandomiseerd naar ofwel voortgezette behandeling met adalimumab40 mg eenmaal per twee weken
(N=152) of placebo (N=153) voor 40 additionele weken in een dubbelblinde, placebogecontroleerde
periode (totale onderzoeksduur 68 weken). Proefpersonen die tijdens de dubbelblinde periode een
opvlamming kregen, mochten tenminste 12 weken lang adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken
als rescue medicatie gebruiken.
Het primaire eindpunt voor de werkzaamheid was het percentage patiënten zonder opvlamming in
week 68 van het onderzoek. Een opvlamming werd gedefinieerd als ASDAS ≥ 2,1 tijdens twee
opeenvolgende bezoeken met vier weken ertussen. Gedurende de dubbelblinde periode kreeg een
hoger percentage van de patiënten die adalimumab kregen geen opvlamming van de ziekte in
vergelijking met patiënten die placebo kregen (70,4% vs. 47,1%, p<0,001) (Figuur 1).
Figuur 1: Kaplan-Meier-curves tonen een samenvatting
van de tijd tot opvlamming in nr-axSpA onderzoek II
WAARSCHIJNSCHIJNLIJKHEID VAN GEEN
OPVLAMMING
Behandeling
TIJD (WEKEN)
Placebo
Adalimumab
∆ Gecensureerd
NB: P = Placebo (aantal met risico (met opvlamming)); A = Adalimumab (aantal met risico (met
opvlamming)).
Van de 68 patiënten die een opvlamming kregen in de placebogroep, voltooiden 65 patiënten een
periode van 12 weken met adalimumab als rescue medicatie. Van hen bereikten 37 patiënten (56,9%)
opnieuw remissie 12 weken nadat ze opnieuw begonnen waren met de open-label behandeling
(ASDAS < 1,3).
In week 68 vertoonden patiënten die onafgebroken met adalimumab behandeld waren een statistisch
significant grotere verbetering in de tekenen en symptomen van actieve nr-axSpA in vergelijking met
patiënten die waren toegewezen aan de placebogroep gedurende de dubbelblinde periode van het
onderzoek (tabel 14).
Tabel 14
Werkzaamheidsrespons in placebogecontroleerde periode van nr-axSpA II-onderzoek
Dubbelblind Respons in week 68
ASAS
a,b
20
ASAS
a,b
40
34
Placebo N=153
47,1%
45,8%
Adalimumab
N=152
70,4%***
65,8%***
Dubbelblind Respons in week 68
Placebo N=153
ASAS
a
Partiële remissie
26,8%
c
Inactieve ziekte
ASDAS
33,3%
d
Partiële opvlamming
64,1%
a
Assessments in SpondyloArtrhritis international Society
b
Baseline is gedefinieerd als open label baseline wanneer patiënten actieve ziekte hebben.
c
Ankylosing Spondylitis Disease Activity Score
d
Partiële opvlamming is gedefinieerd als ASDAS ≥ 1,3 maar < 2,1 tijdens twee opeenvolgende
bezoeken.
***, ** Statistisch significant bij respectievelijk p < 0,001, < 0,01, voor alle vergelijkingen tussen
adalimumab en placebo.
Artritis psoriatica
Adalimumab
N=152
42,1**
57,2%***
40,8%***
Adalimumab, 40 mg eenmaal per twee weken, werd onderzocht bij patiënten met matig tot ernstig
actieve artritis psoriatica in twee placebogecontroleerde onderzoeken, PsA onderzoeken I en II. In PsA
onderzoek I werden gedurende 24 weken 313 volwassen patiënten behandeld die een onvoldoende
respons op NSAID-therapie hadden en van welke groep ongeveer 50% methotrexaat gebruikten. In
PsA onderzoek II, met een duur van 12 weken, werden 100 patiënten behandeld die een onvoldoende
respons hadden op DMARD-therapie. Na beëindiging van beide onderzoeken werden 383 patiënten
geïncludeerd in een open-label extensieonderzoek waarin eenmaal per twee weken 40 mg adalimumab
werd toegediend.
Er is onvoldoende bewijs voor de werkzaamheid van adalimumab bij patiënten met ankylosis
spondilitis- achtige artritis psoriatica door het geringe aantal patiënten dat onderzocht is.
Tabel 15
ACR-respons in placebogecontroleerde onderzoeken bij artritis psoriatica
(percentage patiënten)
Respons
PsA onderzoek I
Placebo
Adalimumab
N=162
N=151
PsA onderzoek II
Placebo
Adalimumab
N=49
N=51
ACR 20
Week 12
14%
58%***
16%
39%*
Week 24
15%
57%***
Nvt
Nvt
ACR 50
Week 12
4%
36%***
2%
25%***
Week 24
6%
39%***
Nvt
Nvt
ACR 70
Week 12
1%
20%***
0%
14%*
Week 24
1%
23%***
Nvt
Nvt
*** p < 0,001 voor alle vergelijkingen tussen adalimumab en placebo
*
p < 0,05 voor alle vergelijkingen tussen adalimumab en placebo
Nvt: Niet van toepassing
ACR-responses in PsA onderzoek I waren vergelijkbaar, met en zonder gelijktijdige methotrexaat
therapie. ACR-responses werden behouden in het open-label extensieonderzoek tot 136 weken.
Radiologische veranderingen werden beoordeeld in de onderzoeken bij artritis psoriatica.
Röntgenfoto’s van handen, polsen en voeten werden gemaakt in de uitgangssituatie en in
week 24 gedurende de dubbelblinde periode toen de patiënten adalimumab of placebo kregen en in
week 48 toen alle patiënten open-label adalimumab kregen. Er werd gebruik gemaakt van een
gemodificeerde Total Sharp Score (mTSS), waarbij de distale interfalangeale gewrichten werden
meegenomen (d.w.z. niet precies dezelfde als de TSS die gebruikt wordt voor reumatoïde artritis).
35
Behandeling met adalimumab remde de progressie van perifere gewrichtsschade in vergelijking met
placebobehandeling, gemeten als verandering ten opzichte van de uitgangssituatie in de mTSS
(gemiddelde ± standaarddeviatie) 0,8 ± 2,5 in de placebogroep (in week 24) in vergelijking
met 0,0 ± 1,9; (p < 0,001) in de adalimumabgroep (in week 48).
Bij patiënten die behandeld werden met adalimumab en die geen radiografische progressie ten
opzichte van de uitgangssituatie hadden in week 48 (n=102), had 84% in de periode tot en
met 144 weken behandeling nog steeds geen radiografische progressie.
Bij met adalimumab behandelde patiënten werd in week 24 statistisch significante verbetering in
lichamelijk functioneren geconstateerd in vergelijking met placebo zoals beoordeeld d.m.v. HAQ en
Short Form Health Survey (SF 36). Het verbeterde lichamelijk functioneren hield aan gedurende het
open-label extensieonderzoek tot en met week 136.
Psoriasis
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden in gerandomiseerde, dubbelblinde
onderzoeken bestudeerd bij volwassen patiënten met chronische plaque psoriasis (≥ 10% aangedaan
lichaamsoppervlak (BSA) en
Psoriasis Area and Severity Index
(PASI) ≥ 12 of ≥ 10) die in
aanmerking kwamen voor systemische therapie of lichttherapie. 73% van de patiënten die waren
geïncludeerd in Psoriasisonderzoeken I en II waren eerder behandeld met systemische therapie of
lichttherapie. De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden ook bestudeerd in een
gerandomiseerd dubbelblind onderzoek (Psoriasis Onderzoek III) bij volwassen patiënten met matige
tot ernstige chronische plaque psoriasis met gelijktijdige hand- en/of voetpsoriasis die in aanmerking
kwamen voor systemische therapie.
In Psoriasisonderzoek I (REVEAL) werden 1.212 patiënten onderzocht binnen drie behandelperioden.
In behandelperiode A kregen patiënten placebo of adalimumab in een aanvangsdosis van 80 mg,
gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf één week na de aanvangsdosering. Na 16 weken
behandeling gingen patiënten die ten minste een PASI 75 respons hadden bereikt (verbetering PASI-
score van ten minste 75% ten opzichte van aanvang van het onderzoek), behandelperiode B in en
kregen eenmaal per twee weken 40 mg adalimumab (open-label). Patiënten die in week 33 nog steeds
≥PASI 75 respons hadden en die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar actieve behandeling in
behandelperiode A, werden opnieuw gerandomiseerd in behandelperiode C naar ofwel 40 mg
adalimumab eenmaal per twee weken ofwel placebo voor nog eens 19 weken. In alle behandelgroepen
was bij aanvang van het onderzoek de gemiddelde PASI-score 18,9 en de
Physician’s Global
Assessment
(PGA) score varieerde bij aanvang van het onderzoek van “matig” (53% van de
geïncludeerde proefpersonen) tot “ernstig” (41%) tot “zeer ernstig” (6%).
In Psoriasisonderzoek II (CHAMPION) werden de werkzaamheid en veiligheid van adalimumab
versus methotrexaat (MTX) en placebo vergeleken bij 271 patiënten. Patiënten kregen
gedurende 16 weken ofwel placebo, een aanvangsdosis van 7,5 mg MTX en daarna dosisverhogingen
tot aan week 12, met een maximale dosis van 25 mg ofwel een aanvangsdosis van 80 mg adalimumab
gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken (vanaf één week na de aanvangsdosis). Er zijn geen
gegevens beschikbaar van vergelijking van adalimumab met MTX na meer dan 16 weken
behandeling. Patiënten die MTX kregen en een ≥PASI 50 respons bereikt hadden in
week 8 en/of 12 kregen geen verdere dosisverhogingen. In alle behandelgroepen was bij aanvang van
het onderzoek de gemiddelde PASI- score 19,7 en de PGA-score varieerde van “licht” (< 1%) tot
“matig” (48%) tot “ernstig” (46%) tot “zeer ernstig” (6%).
Alle patiënten die hadden deelgenomen aan fase 2 en fase 3 psoriasisonderzoeken kwamen in
aanmerking om deel te nemen aan een open-label extensieonderzoek, waarin adalimumab gedurende
nog minimaal 108 additionele weken werd gegeven.
Een primair eindpunt in Psoriasisonderzoeken I en II was het percentage patiënten dat in week 16 een
PASI 75 respons ten opzichte van aanvang van het onderzoek had bereikt (zie tabellen 16 en 17).
36
Tabel 16
Psoriasisonderzoek I (REVEAL)
Resultaten werkzaamheid na 16 weken
Placebo N=398
Adalimumab 40 mg
n (%)
eenmaal per twee weken
N=814 n (%)
≥PASI 75
a
26 (6,5)
578 (70,9)
b
PASI 100
3 (0,8)
163 (20,0)
b
PGA: schoon/minimaal
17 (4,3)
506 (62,2)
b
a
Het percentage patiënten dat PASI 75 respons bereikte, werd bij de berekening naar het
midden afgerond
b
p<0,001, adalimumab versus placebo
Tabel 17
Psoriasisonderzoek II (CHAMPION)
Resultaten werkzaamheid na 16 weken
Placebo
N=53 n (%)
MTX N=110
N (%)
Adalimumab 40 mg eenmaal
per twee weken
N=108 n (%)
86 (79,6) a, b
18 (16,7) c, d
79 (73,1) a, b
≥PASI 75
10 (18,9)
39 (35,5)
PASI 100
1 (1,9)
8 (7,3)
PGA: schoon/minimaal
6 (11,3)
33 (30,0)
a
p<0,001 adalimumab versus placebo
b
p<0,001 adalimumab versus methotrexaat
c
p<0,01 adalimumab versus placebo
d
p<0,05 adalimumab versus methotrexaat
In Psoriasisonderzoek I vertoonde 28% van de PASI 75 responders die in week 33 opnieuw
gerandomiseerd werden naar placebo in vergelijking met 5% van de PASI 75 responders die in
week 33 adalimumab bleven krijgen (p<0,001) “verlies van adequate respons” (PASI-score na
week 33 en in of voor week 52 die resulteerde in een < PASI 50 respons ten opzichte van aanvang van
het onderzoek met minimaal 6 punten toename in PASI-score in vergelijking met week 33). Van de
patiënten die adequate respons verloren nadat ze opnieuw gerandomiseerd waren naar placebo en die
vervolgens geïncludeerd werden in de open-label extensiestudie, behaalde 38% (25/66) en 55%
(36/66) opnieuw PASI 75 respons na respectievelijk 12 en 24 weken van hervatte behandeling.
In totaal 233 PASI 75 responders in week 16 en week 33 werden gedurende 52 weken onafgebroken
met adalimumab behandeld in Psoriasisonderzoek I en vervolgden het gebruik van adalimumab in het
open- label extensieonderzoek. PASI 75 en PGA schoon of minimaal responspercentages waren bij
deze patiënten 74,7% respectievelijk 59,0% na een additionele 108 weken open-label behandeling
(totaal van 160 weken). In een analyse waarin alle patiënten die stopten met het onderzoek vanwege
bijwerkingen of gebrek aan werkzaamheid, of bij wie de dosering werd verhoogd, werden beschouwd
als non-responders, waren de responspercentages van PASI 75 en PGA schoon of minimaal bij deze
patiënten 69,6% respectievelijk 55,7% na een additionele 108 weken open-label behandeling (totaal
van 160 weken).
In totaal namen 347 stabiele responders deel aan een open-label extensieonderzoek waarin de
behandeling werd onderbroken en vervolgens opnieuw werd gestart. Tijdens de onderbreking keerden
de symptomen van psoriasis in de loop van de tijd terug met een mediane tijd tot terugkeer
(verslechtering naar PGA “matig” of slechter) van ongeveer 5 maanden. Geen van deze patiënten
ervoer rebound gedurende de onderbreking. In totaal had 76,5% (218/285) van de patiënten die
opnieuw werden behandeld een respons van PGA “schoon” of “minimaal” na 16 weken van
herbehandeling, ongeacht of zij terugkeer van symptomen hadden ervaren gedurende de onderbreking
37
(69,1%[123/178] en 88,8% [95/107] voor patiënten die wel respectievelijk geen terugkeer van
symptomen hadden ervaren tijdens de onderbreking). Het geobserveerde veiligheidsprofiel gedurende
herbehandeling was vergelijkbaar met dat van vóór de onderbreking. In week 16 werden significante
verbeteringen aangetoond in de DLQI (Dermatology
Life Quality Index)
ten opzichte van aanvang van
het onderzoek in vergelijking met placebo (Onderzoeken I en II) en MTX (Onderzoek II). In
Onderzoek I waren de verbeteringen in de lichamelijke en psychische samenvattingsscores van de
SF-36 ook significant in vergelijking met placebo.
In een open-label extensiestudie voor patiënten die vanwege een PASI respons van minder dan 50%
een dosisverhoging hadden gehad van 40 mg eenmaal per twee weken naar eenmaal per week 40 mg,
behaalde 26,4% (92/349) en 37,8% (132/349) een PASI 75 respons na respectievelijk 12 en 24 weken.
Psoriasis Onderzoek III (REACH) vergeleek de werkzaamheid en veiligheid van adalimumab
versus
placebo bij 72 patiënten met matige tot ernstige chronische plaque psoriasis en hand- en/of
voetpsoriasis. Patiënten kregen een aanvangsdosis van 80 mg adalimumab gevolgd door 40 mg
eenmaal per twee weken (vanaf één week na de aanvangsdosis) of placebo gedurende 16 weken. Op
week 16 bereikte een statistisch significant hoger percentage van de patiënten die adalimumab kregen
een PGA van “schoon” of “bijna schoon” voor handen en/of voeten in vergelijking met patiënten die
placebo ontvingen (respectievelijk 30,6% versus 4,3% [P = 0,014]).
Psoriasisonderzoek IV vergeleek de werkzaamheid en veiligheid van adalimumab
versus
placebo
bij 217 volwassen patiënten met matige tot ernstige nagelpsoriasis. Patiënten kregen een
aanvangsdosis van 80 mg adalimumab, gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken (vanaf één week
na de aanvangsdosis) of placebo gedurende 26 weken, gevolgd door open-label behandeling met
adalimumab voor 26 additionele weken. Het nagelpsoriasis onderzoek bevatte de
Modified Nail
Psoriasis Severity Index
(mNAPSI), de
Physician’s Global Assessment of Fingernail Psoriasis
(PGA-F) en de
Nail Psoriasis Severity Index
(NAPSI) (zie tabel 18). Behandeling met adalimumab
toonde een voordeel aan bij patiënten met nagelpsoriasis met verschillende mate van aangedaan
lichaamsoppervlak (BSA≥10% (60% van de patiënten) en BSA < 10% en ≥ 5% (40% van de
patiënten)).
Tabel 18
Resultaten psoriasisonderzoek IV t.a.v. werkzaamheid in week 16, 26 en 52
Eindpunt
Week 16
Placebogecontroleerd
Placebo Adalimumab
N=108
40 mg
eenmaal
per 2 weken
N=109
26,0
a
29,7
a
Week 26
Placebogecontroleerd
Placebo Adalimumab
N=108
40 mg
eenmaal
per 2 weken
N=109
3,4
6,9
46,6
a
48,9
a
Week 52
Open-label
Adalimumab
40 mg eenmaal
per 2 weken
N=80
65,0
61,3
≥ mNAPSI 75 (%)
2,9
PGA-F
2,9
Schoon/minimaal en
≥ 2-gradaties
verbetering (%)
Veranderingspercentage
-7,8
in totale vingernagel
NAPSI (%)
a
p<0.001, adalimumab
vs.
Placebo
-44,2
a
-11,5
-56,2
a
-72,2
Patiënten die met adalimumab waren behandeld vertoonden statistisch significante verbeteringen in
week 26 in vergelijking met placebo in de DLQI.
38
Hidradenitis suppurativa
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in gerandomiseerde,
dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken en in een open-label extensieonderzoek bij
volwassen patiënten met matige tot ernstige hidradenitis suppurativa (HS) die intolerant waren voor,
een contra-indicatie hadden voor of een ontoereikende respons hadden op een ten minste 3 maanden
durende onderzoeksbehandeling met systemische antibiotica. De patiënten in HS-I en HS-II hadden
Hurley stadium II of III met ten minste 3 abcessen of inflammatoire noduli.
In het HS-I (PIONEER I)-onderzoek werden 307 patiënten geëvalueerd in 2 behandelperiodes. In
behandelperiode A kregen patiënten placebo of adalimumab in een startdosis van 160 mg in
week 0, 80 mg in week 2 en eenmaal per week 40 mg van week 4 tot week 11. Gelijktijdig gebruik
van antibiotica was tijdens het onderzoek niet toegestaan. Na 12 weken behandeling werden de
patiënten die adalimumab hadden gekregen in behandelperiode A, opnieuw gerandomiseerd in
behandelperiode B naar 1 van de 3 behandelgroepen (eenmaal per week adalimumab 40 mg, eenmaal
per twee weken adalimumab 40 mg of placebo van week 12 tot week 35). Patiënten die in
behandelperiode A in de placebogroep zaten, kregen in behandelperiode B eenmaal per week 40 mg
adalimumab.
In het HS-II (PIONEER II)-onderzoek werden 326 patiënten geëvalueerd in 2 behandelperiodes. In
behandelperiode A kregen patiënten placebo of adalimumab in een startdosis van 160 mg in
week 0, 80 mg in week 2 en eenmaal per week 40 mg van week 4 tot week 11. 19,3% van de patiënten
zette tijdens het onderzoek de behandeling met de baseline orale antibiotica voort. Na 12 weken
behandeling werden de patiënten die adalimumab hadden gekregen in behandelperiode A opnieuw
gerandomiseerd in behandelperiode B naar 1 van de 3 behandelgroepen (eenmaal per week
adalimumab 40 mg, eenmaal per twee weken adalimumab 40 mg of placebo van Week 12 tot
Week 35). Patiënten die in behandelperiode A in de placebogroep zaten, kregen in behandelperiode B
eveneens placebo.
Patiënten die aan de HS-I- en HS-II-onderzoeken deelnamen, kwamen in aanmerking voor deelname
aan een open-label extensieonderzoek waarin iedere week 40 mg adalimumab werd toegediend. De
gemiddelde blootstelling in de totale adalimumab-populatie was 762 dagen. In alle 3 de studies
gebruikten de patiënten dagelijks een lokaal antiseptisch middel.
Klinische respons
Er werd een afname van de inflammatoire laesies en preventie van een verslechtering van de abcessen
en drainerende fistels vastgesteld met behulp van de
Hidradenitis Suppurativa Clinical Response
(HiSCR; minimaal 50% afname in het totale aantal abcessen en inflammatoire noduli en geen stijging
in aantal abcessen en aantal drainerende fistels ten opzichte van baseline). Er werd met een numerieke
beoordelingsschaal een afname van de HS-gerelateerde huidpijn beoordeeld bij patiënten die in de
studie kwamen met een aanvankelijke baselinescore van 3 of hoger op een 11-puntsschaal.
In week 12 was het aantal met adalimumab behandelde patiënten dat HiSCR bereikte significant hoger
dan het aantal placebopatiënten dat HiSCR bereikte. In week 12 ervoer een significant hoger aantal
patiënten in het HS-II-onderzoek een klinisch relevante afname van HS-gerelateerde huidpijn (zie
tabel 19). Patiënten die met adalimumab werden behandeld, hadden gedurende de eerste 12 weken van
de behandeling een significant lager risico op opvlamming van de ziekte.
39
Tabel 19
Werkzaamheidsresultaten na 12 weken, HS-I- en HS-II-onderzoek
Placebo
Hidradenitis
Suppurativa
Clinical
Response
(HiSCR)
a
≥30% afname
van huidpijn
b
*
a.
b.
HS-I-onderzoek
Adalimumab 40 mg
eenmaal per week
N = 153
64 (41,8%)*
HS-II-onderzoek
Placebo
Adalimumab 40 mg
eenmaal per week
N = 163
45 (27,6%)
N = 163
96 (58,9%)***
N = 154
40 (26,0%)
N = 109
27 (24,8%)
N = 122
34 (27,9%)
N = 111
23 (20,7%)
N = 105
48 (45,7%)***
P
< 0,05, ***P < 0,001, adalimumab versus placebo
Onder alle gerandomiseerde patiënten.
Onder patiënten met een HS-gerelateerde huidpijnbeoordeling bij baseline van ≥ 3, gebaseerd
op numerieke beoordelingsschaal 0-10; 0 = geen huidpijn, 10 = ondragelijke pijn of ergst
denkbare pijn.
Behandeling met eenmaal per week adalimumab 40 mg reduceerde significant het risico op een
verergering van abcessen en drainerende fistels. In de eerste 12 weken van onderzoeken HS-I en HS-II
ervoeren ongeveer tweemaal zoveel patiënten in de placebogroep verergering van de abcessen
(respectievelijk 23,0% en 11,4%) en drainerende fistels (respectievelijk 30,0% en 13,9%) vergeleken
met de adalimumab-groep.
Er werden in week 12 ten opzichte van baseline in vergelijking met placebo grotere verbeteringen
aangetoond in huidspecifieke gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven, zoals gemeten door de
Dermatology Life Quality Index
(DLQI; HS-I- en HS-II-onderzoek), algehele patiënttevredenheid met
de medicatiebehandeling, zoals gemeten door de
Treatment Satisfaction Questionnaire
– medicatie
(TSQM; HS-I- en HS-II-onderzoek) en lichamelijke gezondheid, zoals gemeten door de
samenvattingsscore van de lichamelijke component van de SF-36 (HS-I-onderzoek).
Bij patiënten die in week 12 minimaal een gedeeltelijke respons op eenmaal per week
adalimumab 40 mg vertoonden, was op week 36 de HiSCR-score hoger bij patiënten die doorgingen
met eenmaal per week adalimumab dan bij patiënten bij wie de doseringsfrequentie was verlaagd naar
eenmaal per twee weken of bij wie de behandeling was gestaakt (zie tabel 20).
Tabel 20
Deel van patiënten
a
die HiSCR
b
bereikten op
week 24 en 36 nadat na adalimumab op week 12 de
wekelijkse behandeling opnieuw was toegewezen
Placebo
(behandeling
gestaakt)
N = 73
24 (32,9%)
Adalimumab 40 m
g eenmaal per
twee weken
N = 70
36 (51,4%)
Adalimumab 40
mg eenmaal per
week
N = 70
40 (57,1%)
Week 24
Week 36
22 (30,1%)
28 (40,0%)
39 (55,7%)
a
Patiënten met minimaal een gedeeltelijke respons op eenmaal per week
adalimumab 40 mg na 12 weken behandeling.
b
Patiënten die voldeden aan protocolspecifieke criteria voor het verliezen
van de respons of geen verbetering moesten de onderzoeken verlaten en
werden gerekend onder de non-responders.
40
Onder de patiënten met minimaal een gedeeltelijke respons op week 12 en met voortzetting van de
wekelijkse dosering van adalimumab, was het HiSCR-percentage in week 48 68,3% en in
week 96 65,1%. Langere-termijnbehandeling met adalimumab 40 mg eenmaal per week
gedurende 96 weken resulteerde niet in nieuwe veiligheidsbevindingen.
Onder patiënten bij wie de adalimumab-behandeling op week 12 was gestaakt in onderzoeken HS-I en
HS- II, was 12 weken na herintroductie van eenmaal per week adalimumab 40 mg het
HiSCR-percentage terug op het niveau vergelijkbaar met het niveau dat werd gezien voor het staken
(56,0%).
De ziekte van Crohn
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld bij meer dan 1.500 patiënten met
matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn (‘Crohn’s Disease Activity Index’ (CDAI) ≥ 220 en ≤ 450)
in gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken. Gelijktijdige vaste doses
aminosalicylaten, corticosteroïden en/of immuunmodulerende middelen waren toegestaan en 80% van
de patiënten bleef ten minste één van deze geneesmiddelen krijgen.
Inductie van klinische remissie (gedefinieerd als CDAI < 150) werd geëvalueerd in twee
onderzoeken, CD onderzoek I (CLASSIC I) en CD onderzoek II (GAIN). In CD onderzoek I
werden 299 TNF-antagonist naïeve patiënten gerandomiseerd naar één van vier behandelgroepen;
placebo in week 0 en week 2, 160 mg adalimumab in week 0 en 80 mg in week 2, 80 mg in
week 0 en 40 mg in week 2, en 40 mg in week 0 en 20 mg in week 2. In CD onderzoek II
werden 325 patiënten die geen respons meer hadden op of intolerant waren voor infliximab
gerandomiseerd naar behandeling met ofwel 160 mg adalimumab in week 0 en 80 mg in week 2 ofwel
placebo in weken 0 en 2. De primaire non- responders werden uitgesloten van de onderzoeken en
daarom werden deze patiënten niet verder geëvalueerd.
Handhaving van klinische remissie werd geëvalueerd in CD onderzoek III (CHARM). In CD
onderzoek III ontvingen 854 patiënten 80 mg open-label in week 0 en 40 mg in week 2. In
week 4 werden patiënten gerandomiseerd naar 40 mg eenmaal per twee weken, 40 mg per week, of
placebo met een totale studieduur van 56 weken. Patiënten met een klinische respons (verlaging van
CDAI ≥ 70) in week 4 werden gestratificeerd en apart geanalyseerd van degenen zonder klinische
respons in week 4. Geleidelijk afbouwen van corticosteroïden was toegestaan na week 8.
CD onderzoek I en CD onderzoek II inductie van remissie en responspercentages worden
weergegeven in tabel 21.
Tabel 21
Inductie van klinische remissie en respons
(percentage patiënten)
CD onderzoek I: Infliximab- naïeve patiënten
Placeb
o N=74
Adalimumab 80/40 m
g N = 75
Adalimumab 160/80 m
g N=76
CD onderzoek II:
Infliximab-ervaren
patiënten Adalimuma
Placeb
o
b
N=166
160/80 mg
N=159
7%
21%*
Week 4
Klinisch
12%
24%
36%*
e
remissie
Klinisch
24%
37%
49%**
25%
38%**
e respons
(CR-100
)
Alle p-waarden zijn paarsgewijze vergelijkingen van percentages voor adalimumab
versus
placebo
*
p < 0,001
**
p < 0,01
41
Vergelijkbare remissiepercentages werden waargenomen voor het 160/80 mg en het 80/40 mg
inductieschema in week 8 en bijwerkingen werden vaker waargenomen in de 160/80 mg groep.
In CD onderzoek III, had 58% (499/854) van de patiënten een klinische respons in week 4 en werd
geanalyseerd in de primaire analyse. Van degenen die in week 4 een klinische respons hadden,
was 48% eerder blootgesteld aan andere TNF-antagonisten. Handhaving van remissie en
responspercentages worden weergegeven in tabel 22. Klinische remissieresultaten bleven relatief
constant onafhankelijk van eerdere blootstelling aan TNF-antagonisten. Een statistisch significante
daling van ziektegerelateerde ziekenhuisopnamen en operatieve ingrepen werd waargenomen bij
adalimumab in vergelijking met placebo in week 56.
Tabel 22
Handhaving van klinische remissie en respons
(percentage patiënten)
Placebo
40 mg
Adalimumab
eenmaal per
twee weken
N=172
40%*
52%*
19%
(11/58)**
40 mg
Adalimumab
eenmaal per
week
N=157
47%*
52%*
15% (11/74)**
Week 26
Klinische remissie
Klinische respons (CR-100)
patiënten met steroïdvrije
remissie voor >=90 dagen
a
N=170
17%
27%
3% (2/66)
Week 56
N=170
N=172
N=157
Klinische remissie
12%
36%*
41%*
Klinische respons (CR-100)
17%
41%*
48%*
patiënten met steroïdvrije
5% (3/66)
29%
20% (15/74)**
a
remissie voor >=90 dagen
(17/58)*
*
p < 0,001 voor paarsgewijze vergelijkingen van percentages voor adalimumab
versus
placebo
** p < 0,02 voor paarsgewijze vergelijkingen van percentages voor adalimumab
versus
placebo
a
Van degenen die op baseline corticosteroïden kregen
Onder patiënten die geen respons hadden in week 4, had 43% van de patiënten op de
onderhoudsdosering adalimumab een respons in week 12 in vergelijking met 30% van de patiënten op
de onderhoudsdosering placebo. Deze resultaten wijzen erop dat sommige patiënten die in week 4 nog
geen respons hebben gehad baat kunnen hebben bij voortgezette onderhoudsbehandeling tot en met
week 12. Behandeling voortgezet tot na 12 weken resulteerde niet in significant meer responsen (zie
rubriek 4.2).
117 van de 276 patiënten uit CD onderzoek I en 272 van de 777 patiënten uit CD onderzoeken II en III
werden gevolgd gedurende minimaal 3 jaar open-label adalimumab-behandeling. Klinische remissie
werd gehandhaafd bij 88 van de 117, respectievelijk 189 van de 272 patiënten. Klinische respons
(CR-100) werd behouden bij 102 van de 117, respectievelijk 233 van de 272 patiënten.
Kwaliteit van leven
In CD onderzoek I en CD onderzoek II werd in week 4 een statistisch significante verbetering bereikt
in de totale score van de ziektespecifieke ‘inflammatory
bowel disease questionnaire’
(IBDQ) bij
patiënten die gerandomiseerd waren naar adalimumab 80/40 mg en 160/80 mg in vergelijking met
placebo. Deze verbetering werd ook in week 26 en week 56 van CD onderzoek III gezien bij de
adalimumab- behandelingsgroepen in vergelijking met de placebogroep.
42
Colitis ulcerosa
De veiligheid en werkzaamheid van meerdere doses adalimumab werden beoordeeld bij volwassen
patiënten met matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa (Mayo score 6 tot 12 met een endoscopie
subscore van 2 tot 3) in gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken.
In onderzoek UC-I werden 390 patiënten die naïef waren voor TNF-antagonisten gerandomiseerd om
of in week 0 en in week 2 placebo te krijgen, of in week 0 160 mg adalimumab gevolgd door 80 mg in
week 2, of in week 0 80 mg adalimumab gevolgd door 40 mg in week 2. Na week 2 kregen de
patiënten in beide adalimumab groepen 40 mg eenmaal per twee weken. Klinische remissie
(gedefinieerd als Mayo score ≤ 2 met geen subscore van > 1) werd bepaald in week 8.
In onderzoek UC-II kregen 248 patiënten 160 mg adalimumab in week 0, 80 mg in week 2 en
daarna 40 mg eenmaal per twee weken en 246 patiënten kregen placebo. Klinische resultaten werden
beoordeeld op inductie van remissie in week 8 en voor handhaving van remissie in week 52.
Patiënten die met 160/80 mg adalimumab waren geïnduceerd, bereikten met statistisch significant
grotere percentages klinische remissie in week 8 dan met placebo in onderzoek UC-I
(respectievelijk 18% vs. 9 %, p=0,031) en in onderzoek UC-II (respectievelijk 17% vs. 9%, p=0,019).
Van degenen die in onderzoek UC-II met adalimumab waren behandeld en in week 8 in remissie
waren, waren 21/41 (51%) in week 52 in remissie.
Resultaten van de totale UC-II onderzoekspopulatie zijn weergegeven in tabel 23.
Tabel 23
Respons, remissie en mucosale genezing in onderzoek UC-II
(percentage patiënten)
Placebo
Week 52
Klinische respons
Klinische remissie
Mucosale genezing
Steroïde-vrije remissie voor ≥ 90 dagen
a
N=246
18%
9%
15%
6%
(N=140)
Adalimumab 40 mg
eenmaal per twee weken
N=248
30%*
17%*
25%*
13%*
(N=150)
Week 8 en 52
Aanhoudende respons
12%
24%**
Aanhoudende remissie
4%
8%*
Aanhoudende mucosale genezing
11%
19%*
Klinische remissie is Mayo score ≤ 2 met geen subscore > 1;
Klinische respons is een daling ten opzichte van baseline in Mayo score ≥ 3punten en
≥ 30% plus een daling ≥ 1 in de rectale bloedingssubscore [RBS] of een absolute RBS van 0
of 1;
*
p<0,05 voor adalimumab
vs.
placebo paarsgewijze vergelijking van proporties
**
p<0,001 voor adalimumab
vs.
placebo paarsgewijze vergelijking van proporties
a
Van degenen die bij aanvang corticosteroïden kregen
Van de patiënten met een respons op week 8 had 47% een respons, was 29% in remissie, had 41%
mucosale genezing en was 20% in steroïdvrije remissie voor ≥ 90 dagen in week 52.
Ongeveer 40% van de patiënten in onderzoek UC-II had gefaald op voorafgaande anti-TNF
behandeling met infliximab. De werkzaamheid van adalimumab was bij deze patiënten verminderd
vergeleken met die bij patiënten die naïef waren voor TNF-antagonisten. Van de patiënten die hadden
gefaald op voorafgaande anti-TNF-behandeling, werd in week 52 bij 3% op placebo en bij 10% op
adalimumab remissie bereikt.
43
Patiënten uit de onderzoeken UC-I en UC-II hadden de mogelijkheid om naar een open-label
langetermijn extensie-onderzoek (UC-III) over te stappen. Na 3 jaar behandeling met adalimumab
bleef 75% (301/402) in klinische remissie op basis van partiële Mayo score.
Ziekenhuisopnames
In studie UC-I en UC-II werden gedurende 52 weken minder ziekenhuisopnames voor alle oorzaken
en ziekenhuisopnames gerelateerd aan UC waargenomen in de groep behandeld met adalimumab in
vergelijking met de placebo-arm. Het aantal ziekenhuisopnames voor alle oorzaken in de groep
behandeld met adalimumab was 0,18 per patiëntjaar versus 0,26 per patiëntjaar in de placebogroep en
de overeenkomstige cijfers voor UC-gerelateerde ziekenhuisopnames waren 0,12 per patiëntjaar
versus 0,22 per patiëntjaar.
Kwaliteit van leven
In studie UC-II resulteerde behandeling met adalimumab tot verbeteringen in de
Inflammatory Bowel
Disease Questionnaire
(IBDQ) score.
Uveïtis
De veiligheid en de werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld bij volwassen patiënten met
niet- infectieuze uveïtis intermediair, uveïtis posterior en panuveïtis, in twee gerandomiseerde,
dubbelblinde, placebogecontroleerde studies (UV I en II), met uitzondering van patiënten met
geïsoleerde uveïtis anterior. Patiënten kregen placebo of adalimumab in een aanvangsdosis van 80 mg,
gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf één week na de aanvangsdosering. Gelijktijdige
vaste doses van een niet-biologisch immunosuppressivum werden toegestaan.
In studie UV I werden 217 patiënten geëvalueerd met actieve uveïtis ondanks behandeling met
corticosteroïden (orale prednison met een dosis van 10 tot 60 mg/dag). Alle patiënten kregen
gedurende 2 weken een standaarddosis prednison van 60 mg/dag bij de aanvang van de studie gevolgd
door een verplicht afbouwschema, met volledige stopzetting van de corticosteroïden in week 15.
In studie UV II werden 226 patiënten geëvalueerd met inactieve uveïtis die een chronische
behandeling met corticosteroïden (orale prednison met een dosis van 10 tot 35 mg/dag) nodig hadden
op baseline om hun ziekte onder controle te houden. Vervolgens volgden de patiënten een verplicht
afbouwschema met volledige stopzetting van de corticosteroïden in week 19.
Het primaire eindpunt voor de werkzaamheid was in beide studies ´tijd tot falen van de behandeling´.
Falen van de behandeling werd gedefinieerd door een multi-component resultaat gebaseerd op
inflammatoire chorioretinale en/of inflammatoire retinale vasculaire laesies, anterior kamer (AC) cel
grade, glasvocht haze (VH) grade en best gecorrigeerde gezichtsscherpte (BCVA).
Patiënten die de studies UV I en UV II voltooid hadden, kwamen in aanmerking voor deelname aan
een ongecontroleerd aanvullend langetermijnsonderzoek met een oorspronkelijk geplande duur
van 78 weken. Patiënten mochten doorgaan met de studiemedicatie na week 78 totdat adalimumab
voor hen beschikbaar was.
Klinische respons
Resultaten van beide onderzoeken toonden een statistisch significante vermindering van het risico op
falen van de behandeling bij patiënten behandeld met adalimumab ten opzichte van patiënten die
placebo kregen (zie tabel 24). Beide studies toonden een vroeg en aanhoudend effect van adalimumab
aan op het percentage falen van de behandeling in vergelijking met placebo (zie figuur 2).
44
Tabel 24
Tijd tot falen van de behandeling in onderzoeken UV I en UV II
Analyse
N
Falen
Mediane tijd tot
HR
a
CI 95%
p-
a
behandeling
N (%)
falen (maanden)
voor HR
waarde
b
Tijd tot het falen van de behandeling op of na week 6 in studie UV I
Primaire analyse (ITT)
Placebo
107
84 (78,5)
3,0
--
--
--
Adalimumab
110
60 (54,5)
5,6
0,50
0,36; 0,70 < 0,001
Tijd tot het falen van de behandeling op of na week 2 in studie UV II
Primaire analyse (ITT)
Placebo
111
61 (55,0)
8,3
--
--
--
Adalimumab
115
45 (39,1)
NEc
0,57
0,39; 0,84 0,004
N.B.: falen van de behandeling op of na week 6 (studie UV I), of op of na week 2 (studie UV II) werd
geteld als een gebeurtenis. Drop-outs om redenen anders dan falen op de behandeling werden
geschrapt op het moment van uitvallen.
a
HR van adalimumab versus placebo uit proportionele risicoregressie met behandeling als factor.
b
2-zijdige
P-waarde
uit de log-rank test.
c
NE = niet te schatten. Een gebeurtenis trad op bij minder dan de helft van de
at-risk
patiënten.
Figuur 2: Kaplan-Meier-curves tonen een samenvatting van de tijd tot het falen van de
behandeling op of na week 6 (studie UV I) of week 2 (studie UV II)
Percentage falen van
behandeling (%)
Studie UV I
Behandeling
Tijd (maanden)
Placebo
Adalimumab
Percentage falen van
behandeling (%)
Tijd (maanden)
Studie UV II
Behandeling
45
Placebo
Adalimumab
N.B.: P# = Placebo (aantal gebeurtenissen/aantal met risico); A# = Adalimumab (aantal
gebeurtenissen/aantal met risico).
In studie UV I werden statistisch significante verschillen ten gunste van adalimumab in vergelijking
met placebo waargenomen voor elk onderdeel van falen van de behandeling. In studie UV II werden
statistisch significante verschillen alleen waargenomen voor gezichtsscherpte, maar waren de andere
onderdelen getalsmatig in het voordeel van adalimumab.
Van de 424 proefpersonen die aan de ongecontroleerde langetermijnextensie van de studies UV I en
UV II deelnamen, kwamen 60 proefpersonen niet in aanmerking (bijvoorbeeld door afwijkingen of
door complicaties secundair aan diabetische retinopathie, door een staaroperatie of vitrectomie); zij
werden uitgesloten van de primaire effectiviteitsanalyse. Van de 364 resterende patiënten
bereikten 269 (74%) evalueerbare patiënten 78 weken open-label adalimumabbehandeling. Op basis
van de waargenomen gegevens waren 216 (80,3%) patiënten in een latente fase (geen actieve
ontstekingslaesies, anterior kamer (AC) cel grade ≤ 0,5+, glasvocht haze (VH) grade ≤ 0,5+) met een
gelijktijdig toegediende dosis steroïden ≤ 7,5 mg per dag; bij 178 (66,2%) proefpersonen was de ziekte
zonder steroïden latent. De beste gecorrigeerde gezichtsscherpte (BCVA) was bij 88,6% van de ogen
verbeterd of gehandhaafd (< 5 letters achteruitgang) in week 78. De gegevens na week 78 waren in het
algemeen consistent met deze resultaten, maar het aantal deelnemende proefpersonen nam na deze tijd
af. Van de patiënten die met het onderzoek stopten, stopte 18% wegens bijwerkingen en 8% wegens
onvoldoende respons op behandeling met adalimumab.
Kwaliteit van leven
In beide klinische studies werden door de patiënt gemelde resultaten met betrekking tot
gezichtsvermogen-gerelateerd functioneren gemeten op basis van de NEI VFQ-25. Adalimumab was
getalsmatig in het voordeel voor het merendeel van de subscores, met statistisch significante
gemiddelde verschillen voor algeheel gezichtsvermogen, pijn in het oog, dichtbij zien, geestelijke
gezondheid en totaalscore in studie UV I en voor algeheel gezichtsvermogen en de geestelijke
gezondheid in studie UV II. Gezichtsvermogen-gerelateerde effecten waren niet getalsmatig in het
voordeel van adalimumab met betrekking tot kleurwaarneming in studie UV I en met betrekking tot
kleurwaarneming, perifeer zicht en dichtbij zien in studie UV II.
Immunogeniciteit
Tijdens de behandeling met adalimumab kunnen zich anti-adalimumab antilichamen vormen.
Vorming van anti-adalimumab antilichamen is geassocieerd met een verhoogde klaring en een
verminderde werkzaamheid van adalimumab. Er is geen duidelijke correlatie tussen de aanwezigheid
van anti-adalimumab antilichamen en het optreden van bijwerkingen.
Pediatrische patiënten
Juveniele idiopathische artritis (JIA)
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis (pJIA)
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in twee onderzoeken (pJIA I en
II) bij kinderen met actieve polyarticulaire juveniele idiopathische artritis of juveniele idiopathische
artritis met een polyarticulair verloop, met een variëteit aan JIA aanvangstypes (meestal reumafactor
negatieve of positieve polyartritis en uitgebreide oligoartritis).
pJIA I
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in een gerandomiseerd,
dubbelblind onderzoek met parallelle groepen in meerdere centra waaraan 171 kinderen
(van 4-17 jaar) met polyarticulaire JIA deelnamen. In de open-label inleidingsfase (OL LI) werden
patiënten in twee groepen verdeeld, MTX (methotrexaat)-behandeld of niet-MTX-behandeld.
46
Patiënten in het niet-MTX deel waren ofwel naïef voor MTX, of MTX was ten minste twee weken
voor toediening van de onderzoeksmedicatie gediscontinueerd. De doseringen niet-steroïde anti-
inflammatoire middelen (NSAID’s) en/of prednison (≤ 0,2 mg /kg/dag of maximaal 10 mg/dag) die
patiënten kregen, bleven gelijk. In de OL LI fase kregen alle patiënten gedurende 16 weken eenmaal
per twee weken 24 mg/m
2
tot maximaal 40 mg adalimumab. De verdeling van patiënten naar leeftijd
en minimale, mediane en maximale dosering tijdens de OL LI fase worden weergegeven in tabel 25.
Tabel 25
Verdeling van patiënten naar leeftijd en tijdens de OL LI fase ontvangen dosering adalimumab
Leeftijdsgroep
4 tot en met 7 jaar
8 tot en met 12 jaar
13 tot en met 17 jaar
Aantal patiënten in de uitgangssituatie
n (%)
31 (18,1)
71 (41,5)
69 (40,4)
Minimale, mediane en maximale
dosering
10, 20 en 25 mg
20, 25 en 40 mg
25, 40 en 40 mg
Patiënten met een ACR Pedi 30 respons in week 16 kwamen in aanmerking voor randomisatie naar de
dubbelblinde (DB) fase en kregen daarna nog gedurende 32 weken of tot opvlamming van de ziekte
eenmaal per twee weken ofwel adalimumab 24 mg/m
2
tot maximaal 40 mg ofwel placebo. Criteria
voor opvlamming van de ziekte waren gedefinieerd als verslechtering van ≥ 30% ten opzichte van de
uitgangssituatie van ≥ 3 van de 6 ACR Pedi kerncriteria, ≥ 2 actieve gewrichten, en verbetering van
> 30% van niet meer dan 1 van de 6 criteria. Na 32 weken of bij opvlamming van de ziekte, kwamen
patiënten in aanmerking om te worden geïncludeerd in de open-label extensiefase.
Tabel 26
ACR Pedi 30 respons in het JIA onderzoek
Groep
Periode
OL-LI 16 weken
ACR Pedi 30
respons (n/N)
Dubbelblind 32 weken
MTX
Zonder MTX
94,1% (80/85)
74,4% (64/86)
Opvlammingen van de
ziekte aan het einde van
de 32 weken
a
(n/N)
Mediane tijd tot
>32 weken
20 weken
>32 weken
14 weken
opvlamming van de ziekte
a
ACR Pedi 30/50/70 responsen waren in week 48 significant hoger dan bij met placebo behandelde
patiënten
b
p = 0,015
c
p = 0,031
Onder degenen die een respons hadden in week 16 (n = 144) bleven de ACR
Pedi 30/50/70/90 responsen tot een periode van zes jaar behouden in de open-label extensiefase bij
patiënten die adalimumab kregen gedurende het gehele onderzoek. In totaal werden 19 deelnemers,
waarvan 11 uit de leeftijdsgroep die in de uitgangssituatie 4 tot en met 12 jaar waren en 8 uit de
leeftijdsgroep die in de uitgangssituatie 13 tot en met 17 jaar waren, 6 jaar of langer behandeld.
Resultaten v.w.b. werkzaamheid
Adalimumab / Placebo / MTX Adalimumab Placebo (N = 28)
MTX (N = 38)
(N = 37)
(N = 30)
36,8% (14/38) 64,9% (24/37)
b
43,3% (13/30) 71,4% (20/28)
c
In het algemeen was de respons beter en ontwikkelden minder patiënten antilichamen bij behandeling
met de combinatie van adalimumab en MTX in vergelijking met alleen adalimumab. Op basis van
47
deze resultaten wordt aanbevolen om Hefiya in combinatie met MTX te gebruiken en als
monotherapie bij patiënten voor wie MTX-gebruik ongewenst is (zie rubriek 4.2).
pJIA II
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in een open-label, multicenter
onderzoek bij 32 kinderen (in de leeftijd van 2 tot 4 jaar of 4 jaar en ouder met een lichaamsgewicht
van minder dan 15 kg) met matig tot ernstig actieve polyarticulaire JIA. De patiënten
kregen 24 mg/m
2
lichaamsoppervlakte (BSA) adalimumab tot een maximum van 20 mg eenmaal per
twee weken als een enkele dosis via subcutane injectie gedurende ten minste 24 weken. Tijdens het
onderzoek gebruikten de meeste kinderen gelijktijdig MTX; het gebruik van corticosteroïden of
NSAID’s werd minder gerapporteerd.
In week 12 en week 24 was de ACR Pedi 30 respons respectievelijk 93,5% en 90,0%, gebruikmakend
van de benadering van de waargenomen data. De verhouding kinderen met ACR Pedi 50/70/90 in
week 12 en week 24 was respectievelijk 90,3%/61,3%/38,7% en 83,3%/73,3%/36,7%. Onder degenen
die een respons hadden (ACR Pedi 30) in week 24 (n = 27 van de 30 patiënten), werd de ACR
Pedi 30 respons behouden gedurende tot 60 weken tijdens de OLE fase bij patiënten die adalimumab
kregen gedurende deze periode. In totaal werden 20 kinderen behandeld gedurende 60 weken of
langer.
Enthesitis-gerelateerde artritis
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek bij 46 pediatrische patiënten (6 tot en met 17 jaar oud) met
matige enthesitis-gerelateerde artritis. De patiënten werden gerandomiseerd om gedurende 12 weken
eenmaal per 2 weken óf 24 mg/m
2
lichaamsoppervlakte (BSA) adalimumab tot een maximum
van 40 mg óf placebo te ontvangen. De dubbelblinde periode werd gevolgd door een open-label (OL)
periode van maximaal 192 extra weken waarin patiënten subcutaan 24 mg/m
2
BSA adalimumab tot
een maximum van 40 mg eenmaal per 2 weken ontvingen. Het primaire eindpunt was de procentuele
verandering vanaf baseline tot week 12 in het aantal actieve gewrichten met artritis (zwelling niet te
wijten aan misvorming of gewrichten met verlies van beweging met pijn en/of gevoeligheid) die werd
bereikt met een gemiddelde procentuele daling van -62,6% (mediane procentuele verandering -88,9%)
in patiënten in de adalimumabgroep ten opzichte van -11,6% (mediane procentuele verandering
-50,0%) in patiënten in de placebogroep. Gedurende de OL periode werd tot en met week 156 van het
onderzoek de verbetering in het aantal actieve gewrichten met artritis behouden voor 26 van
de 31 (84%) patiënten in de adalimumabgroep die nog deel uitmaakten van de studie. Hoewel niet
statistisch significant, vertoonde de meerderheid van de patiënten klinische verbetering in secundaire
eindpunten zoals aantal plaatsen met enthesitis, aantal pijnlijke gewrichten (TJC), aantal gezwollen
gewrichten (SJC), ACR Pedi 50-respons en ACR Pedi 70-respons.
Juveniele plaque psoriasis
De werkzaamheid van adalimumab werd beoordeeld in een gerandomiseerd, dubbelblind
gecontroleerd onderzoek bij 114 pediatrische patiënten vanaf 4 jaar met ernstige chronische plaque
psoriasis (gedefinieerd als PGA ≥ 4 of > 20% aangedaan lichaamsoppervlak (BSA) of > 10%
aangedaan lichaamsoppervlak (BSA) met erg dikke laesies of PASI ≥ 20 of ≥ 10 met klinisch relevant
aangedaan gezicht, aangedane genitaliën, of aangedane handen/voeten), die onvoldoende onder
controle waren gebracht met topicale therapie en heliotherapie of lichttherapie.
Patiënten kregen 0,8 mg/kg adalimumab eenmaal per twee weken (tot 40 mg), 0,4 mg/kg adalimumab
eenmaal per twee weken (tot 20 mg), of eenmaal per week 0,1 – 0,4 mg/kg methotrexaat (tot 25 mg).
In week 16 hadden meer patiënten die gerandomiseerd waren naar adalimumab 0,8 mg/kg eenmaal per
twee weken een positieve werkzaamheidsrespons (bijv. PASI 75) dan patiënten gerandomiseerd
naar 0,4 mg/kg eenmaal per twee weken of MTX.
48
Tabel 27
Juveniele plaque psoriasis - Resultaten werkzaamheid na 16 weken
MTX
a
N = 37
PASI 75
b
12 (32,4%)
Adalimumab 0,8 mg/kg eenmaal per
twee weken
N=38
22 (57,9%)
23 (60,5%)
15 (40,5%)
PGA: schoon/minimaal
c
a
MTX = methotrexaat
b
p = 0,027, adalimumab 0,8 mg/kg versus MTX
c
p = 0,083, adalimumab 0,8 mg/kg versus MTX
Bij patiënten die een PASI 75 of PGA van “schoon” of “minimaal” hadden bereikt, werd de
behandeling gestaakt tot maximaal 36 weken en zij werden gemonitord op verlies van ziektecontrole
(bijv. verergering van PGA met minimaal 2 gradaties). Patiënten werden vervolgens opnieuw
behandeld met 0,8 mg/kg adalimumab eenmaal per twee weken gedurende 16 additionele weken. De
waargenomen responspercentages tijdens herbehandeling waren vergelijkbaar met die tijdens de
voorafgaande dubbelblinde periode: PASI 75 respons van 78,9% (15 van de 19 patiënten) en PGA
“schoon” of “minimaal” van 52,6% (10 van de 19 patiënten).
In de open-labelperiode van het onderzoek werden de PASI 75 en PGA “schoon” of “minimaal”
responsen gehandhaafd gedurende maximaal 52 extra weken zonder nieuwe veiligheidsbevindingen.
Hidradenitis suppurativa bij adolescenten
Er zijn geen klinische studies met adalimumab bij adolescente patiënten met HS gedaan. De
werkzaamheid van adalimumab voor de behandeling van adolescente patiënten met HS is voorspeld
op basis van de aangetoonde werkzaamheid en de relatie tussen blootstelling en respons bij volwassen
HS-patiënten en de waarschijnlijkheid dat het ziekteverloop, de pathofysiologie en de effecten van het
geneesmiddel wezenlijk vergelijkbaar zijn met die bij volwassenen bij dezelfde blootstelling.
Veiligheid van de aanbevolen dosis adalimumab in de adolescente HS-populatie is gebaseerd op het
cross-indicatie veiligheidsprofiel van adalimumab bij zowel volwassenen als kinderen bij
vergelijkbare of frequentere doseringen (zie rubriek 5.2).
Juveniele ziekte van Crohn
Adalimumab is onderzocht in een multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind klinisch onderzoek dat
was opgezet om de werkzaamheid en veiligheid van inductie en onderhoudsbehandeling met
doseringen afhankelijk van het lichaamsgewicht (< 40 kg of ≥ 40 kg) te beoordelen bij 192 kinderen in
de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar, met matige tot ernstige ziekte van Crohn gedefinieerd als
Paediatric Crohn's Disease Activity Index
(PCDAI) score > 30. Patiënten dienden een ontoereikende
respons te hebben gehad op conventionele behandeling voor de ziekte van Crohn (waaronder een
corticosteroïde en/of een immuunmodulerend middel). Patiënten konden ook eerder geen respons meer
hebben op of intolerant zijn geworden voor infliximab.
Alle patiënten kregen open-label inductiebehandeling met een dosering gebaseerd op hun
lichaamsgewicht bij baseline: 160 mg in week 0 en 80 mg in week 2 voor patiënten ≥ 40 kg en
respectievelijk 80 mg en 40 mg voor patiënten < 40 kg.
In week 4 werden patiënten op basis van het lichaamsgewicht dat zij op dat moment hadden
1:1 gerandomiseerd naar ofwel het lage ofwel het standaard onderhoudsdoseringsschema zoals te zien
in tabel 28.
49
Tabel 28
Onderhoudsdoseringsschema
Gewicht patiënt
< 40 kg
≥ 40 kg
Werkzaamheidsresultaten
Het primaire eindpunt van het onderzoek was klinische remissie in week 26, gedefinieerd als
PCDAI-score ≤ 10.
Percentages klinische remissie en klinische respons (gedefinieerd als reductie in PCDAI-score van ten
minste 15 punten ten opzichte van baseline) zijn weergegeven in tabel 29. Percentages van
discontinuering van corticosteroïden of immuunmodulerende middelen zijn weergegeven in tabel 30.
Tabel 29
Onderzoek juveniele ziekte van Crohn PCDAI klinische remissie en respons
Standaard
Lage
P-waarde*
dosering 40/20 mg
dosering 20/10 mg
eenmaal per 2 weken eenmaal per 2 weken
N = 93
N = 95
Week 26
Klinische remissie
38,7%
28,4%
Klinische respons
59,1%
48,4%
Week 52
Klinische remissie
33,3%
23,2%
Klinische respons
41,9%
28,4%
* p-waarde voor vergelijking standaarddosering
versus
lage dosering.
0,075
0,073
0,100
0,038
Lage dosering
10 mg eenmaal per 2 weken
20 mg eenmaal per 2 weken
Standaard dosering
20 mg eenmaal per 2 weken
40 mg eenmaal per 2 weken
Tabel 30
Onderzoek juveniele ziekte van Crohn
Discontinuering van corticosteroïden of immuunmodulerende middelen en fistelremissie
Standaard dosering Lage dosering
P-waarde
1
40/20 mg eenmaal 20/10 mg eenmaal
per 2 weken
per 2 weken
N = 33
N = 38
84,8%
65,8%
0,066
69,7%
60,5%
0,420
N = 60
N = 57
30,0%
29,8%
0,983
Discontinuering corticosteroïden
Week 26
Week 52
Discontinuering van
immuunmodulerende middelen
2
Week 52
50
Standaard dosering Lage dosering
P-waarde
1
40/20 mg eenmaal 20/10 mg eenmaal
per 2 weken
per 2 weken
Fistelremissie
3
N = 15
N = 21
Week 26
46,7%
38,1%
0,608
Week 52
40,0%
23,8%
0,303
1
p-waarde voor vergelijking standaarddosering
versus
lage dosering.
2
Immunosuppressieve behandeling kon alleen worden gediscontinueerd op of na week 26 naar
het oordeel van de onderzoeker wanneer de patiënt voldeed aan het klinische responscriterium
³ gedefinieerd als het sluiten van alle fistels die vanaf baseline gedurende ten
minste 2 opeenvolgende bezoeken na baseline draineerden
In beide behandelgroepen werden statistisch significante toenames (verbeteringen) in Body Mass
Index en groeisnelheid vanaf baseline tot week 26 en week 52 waargenomen.
In beide behandelgroepen werden ook statistisch en klinisch significante verbeteringen in de
parameters voor de kwaliteit van leven vanaf baseline waargenomen (waaronder IMPACT III).
Honderd patiënten (n = 100) uit het onderzoek bij pediatrische patiënten met de ziekte van Crohn
namen verder deel aan een open-label langetermijnextensiestudie. Na 5 jaar adalimumabtherapie
bleef 74,0% (37/50) van de 50 patiënten die nog in de studie zaten in klinische remissie en 92,0%
(46/50) van de patiënten hielden een klinische respons per PCDAI.
Juveniele colitis ulcerosa
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in een gerandomiseerd,
dubbelblind onderzoek in meerdere centra bij 93 pediatrische patiënten van 5 tot en met 17 jaar met
matige tot ernstige colitis ulcerosa (Mayo-score 6 tot 12 met endoscopische subscore van 2 tot 3
punten, bevestigd door centraal afgelezen endoscopie) die een ontoereikende respons hadden op
conventionele behandeling of deze niet verdroegen. Bij ongeveer 16% van de patiënten in het
onderzoek was een eerdere anti-TNF-behandeling niet geslaagd. Patiënten die op het moment van
inclusie corticosteroïden kregen konden hun corticosteroïdenbehandeling afbouwen na week 4.
Tijdens de inductieperiode van het onderzoek werden 77 patiënten gerandomiseerd 3:2 naar een
dubbelblinde behandeling met adalimumab met een inductiedosering van 2,4 mg/kg (maximaal
160 mg) in week 0 en week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2 of een inductiedosering van
2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0, placebo in week 1 en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in
week 2. Beide groepen kregen 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) in week 4 en week 6. Na een aanpassing
in de opzet van het onderzoek kregen de overgebleven 16 patiënten die werden geïncludeerd in de
inductieperiode een open-labelbehandeling met adalimumab met de inductiedosering van 2,4 mg/kg
(maximaal 160 mg) in week 0 en week 1 en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2.
In week 8 werden 62 patiënten met een aangetoonde klinische respons volgens partiële Mayo-score
(Partial Mayo Score (PMS) gedefinieerd als een afname in PMS ≥ 2 punten en ≥ 30% ten opzichte van
de uitgangssituatie) gerandomiseerd naar gelijke groepen om een dubbelblinde
onderhoudsbehandeling met adalimumab te krijgen in een dosering van 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg)
eenmaal per week, of een onderhoudsbehandeling van 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per twee
weken. Voorafgaand aan een wijziging in de opzet van het onderzoek werden 12 extra patiënten met
een aangetoonde klinische respons volgens PMS gerandomiseerd naar placebo, maar deze werden niet
opgenomen in de bevestigende analyse van de werkzaamheid.
Opvlamming van ziekte werd gedefinieerd als een toename in PMS van ten minste 3 punten (voor
patiënten met een PMS van 0 tot 2 in week 8), ten minste 2 punten (voor patiënten met een PMS van 3
tot 4 in week 8) of ten minste 1 punt (voor patiënten met een PMS van 5 tot 6 in week 8).
51
Patiënten die voldeden aan de criteria voor opvlamming van ziekte in of na week 12, werden
gerandomiseerd naar het ontvangen van een herinductiedosering van 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) of
een dosis van 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) en bleven daarna hun respectievelijke onderhoudsdosering
ontvangen.
Werkzaamheidsresultaten
De co-primaire eindpunten van het onderzoek waren klinische remissie volgens PMS (gedefinieerd als
PMS ≤ 2 en afwezigheid van individuele subscore > 1) in week 8, en klinische remissie volgens FMS
(Full Mayo Score, volledige Mayo-score) (gedefinieerd als een Mayo-score ≤ 2 en afwezigheid van
individuele subscore > 1) in week 52 bij patiënten met een klinische respons volgens PMS in week 8.
Klinische remissiepercentages volgens PMS in week 8 voor patiënten in elk van de adalimumab
dubbelblinde inductiegroepen worden weergegeven in tabel 31.
Tabel 31: Klinische remissie volgens PMS na 8 weken
Adalimumab
a
Adalimumab
b, c
Maximaal 160 mg in
Maximaal 160 mg in week 0 en
week 0 / placebo in week 1
week 1
N = 30
N = 47
Klinische remissie
13/30 (43,3%)
28/47 (59,6%)
a
Adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0, placebo in
week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2
b
Adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0 en
week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2
c
Exclusief open-label inductiedosering van adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal
160 mg) in week 0 en week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2
Opmerking 1: beide inductiegroepen kregen 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) in week 4 en
week 6
Opmerking 2: patiënten met ontbrekende waarden in week 8 werden geacht het
eindpunt niet te hebben bereikt
In week 52 werden de klinische remissie bij responders in week 8 volgens FMS, klinische respons
volgens FMS (gedefinieerd als een afname in Mayo-score ≥ 3 punten en ≥ 30% ten opzichte van
uitgangssituatie) bij responders in week 8, mucosale genezing (gedefinieerd als Mayo-
endoscopiesubscore ≤ 1) bij responders in week 8, klinische remissie volgens FMS bij patiënten in
remissie in week 8, en het aandeel van proefpersonen met een corticosteroïde-vrije remissie volgens
FMS bij responders in week 8, beoordeeld bij patiënten die adalimumab kregen in het dubbelblinde
maximum van 40 mg eenmaal per twee weken (0,6 mg/kg) en maximaal 40 mg eenmaal per
week (0,6 mg/kg) als onderhoudsdosering (tabel 32).
Tabel 32: Werkzaamheidsresultaten na 52 weken
Adalimumab
a
Adalimumab
b
Maximaal 40 mg eenmaal Maximaal 40 mg eenmaal
per twee weken
per week
N = 31
N = 31
Klinische remissie bij
PMS-responders in
week 8
Klinische respons bij
PMS-responders in
week 8
9/31 (29,0%)
14/31 (45,2%)
19/31 (61,3%)
21/31 (67,7%)
52
Adalimumab
a
Adalimumab
b
Maximaal 40 mg eenmaal Maximaal 40 mg eenmaal
per twee weken
per week
N = 31
N = 31
Mucosale genezing bij
PMS-responders in
12/31 (38,7%)
16/31 (51,6%)
week 8
Klinische remissie bij
patiënten met een PMS-
9/21 (42,9%)
10/22 (45,5%)
remissie in week 8
Corticosteroïde-vrije
remissie bij PMS-
4/13 (30,8%)
5/16 (31,3%)
c
responders in week 8
a
Adalimumab 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken
b
Adalimumab 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per week
c
Bij patiënten die bij uitgangssituatie gelijktijdig corticosteroïden gebruikten
Opmerking: patiënten met ontbrekende waarden in week 52 of die werden
gerandomiseerd om een herinductie- of onderhoudsbehandeling te krijgen werden
beschouwd als non-responders voor de eindpunten van week 52
Extra verkennende werkzaamheidseindpunten zijn onder andere klinische respons volgens de
Paediatric Ulcerative Colitis Activity Index (PUCAI) (gedefinieerd als een afname in PUCAI ≥ 20
punten ten opzichte van uitgangssituatie) en klinische remissie volgens PUCAI (gedefinieerd als
PUCAI < 10) in week 8 en week 52 (tabel 33).
Tabel 33: Resultaten verkennende eindpunten volgens PUCAI
Week 8
Adalimumab
a
Maximaal 160 mg in week 0 /
placebo in week 1
N = 30
10/30 (33,3%)
15/30 (50,0%)
Adalimumab
b,c
Maximaal 160 mg in week 0 en
week 1
N = 47
22/47 (46,8%)
32/47 (68,1%)
Klinische remissie volgens
PUCAI
Klinische respons volgens
PUCAI
53
Week 52
Adalimumab
d
Adalimumab
e
Maximaal 40 mg eenmaal per Maximaal 40 mg eenmaal per week
N = 31
twee weken
N = 31
14/31 (45,2%)
18/31 (58,1%)
Klinische remissie volgens
PUCAI bij PMS-responders
in week 8
Klinische respons volgens
18/31 (58,1%)
16/31 (51,6%)
PUCAI bij PMS-responders
in week 8
a
Adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0, placebo in week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal
80 mg) in week 2
b
Adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0 en week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in
week 2
c
Exclusief open-label inductiedosering van adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0 en
week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2
d
Adalimumab 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken
e
Adalimumab 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per week
Opmerking 1: beide inductiegroepen kregen 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) in week 4 en week 6
Opmerking 2: patiënten met ontbrekende waarden in week 8 werden geacht de eindpunten niet te
hebben bereikt
Opmerking 3: patiënten met ontbrekende waarden in week 52 of die werden gerandomiseerd om een
herinductie- of onderhoudsbehandeling te krijgen werden beschouwd als non-responders voor de
eindpunten van week 52
Van de met adalimumab behandelde patiënten die herinductiebehandeling kregen tijdens de
onderhoudsperiode, bereikten 2/6 (33%) een klinische respons volgens FMS in week 52.
Kwaliteit van leven
Klinisch belangrijke verbeteringen ten opzichte van de uitgangssituatie zijn waargenomen in de
IMPACT III- en WPAI-scores (Work Productivity and Activity Impairment voor verzorgers) bij de
groepen die behandeld zijn met adalimumab.
Klinisch belangrijke toenames (verbetering) ten opzichte van de uitgangssituatie in
lengtegroeisnelheid zijn waargenomen in de groepen die werden behandeld met adalimumab, en
klinisch belangrijke toenames (verbetering) ten opzichte van de uitgangssituatie in BMI (Body Mass
Index) zijn waargenomen bij proefpersonen die de hoge onderhoudsdosering kregen van maximaal
40 mg (0,6 mg/kg) eenmaal per week.
Juveniele uveïtis
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in een gerandomiseerd,
dubbelblind, gecontroleerd onderzoek bij 90 pediatrische patiënten in de leeftijd van 2 tot 18 jaar met
actieve JIA- geassocieerde niet-infectieuze uveïtis anterior die ongevoelig waren voor ten
minste 12 weken behandeling met methotrexaat. Patiënten kregen ofwel placebo of 20 mg
adalimumab (indien < 30 kg) of 40 mg adalimumab (indien ≥ 30 kg) eenmaal per twee weken in
combinatie met hun baselinedosis methotrexaat.
Het primaire eindpunt was ‘tijd tot falen van de behandeling’. De criteria voor falen van de
behandeling waren verergering of aanhoudend uitblijven van verbetering van de oogontsteking,
gedeeltelijke verbetering met optreden van aanhoudende oculaire comorbiditeiten of verergering van
oculaire comorbiditeiten, niet-toegestaan gebruik van gelijktijdige medicatie en langdurige
opschorting van de behandeling.
54
Klinische respons
Adalimumab vertraagde de tijd tot falen van de behandeling significant in vergelijking met placebo
(zie figuur 3, P < 0,0001 op basis van log-rank test). De mediane tijd tot falen van de behandeling
was 24,1 weken voor met placebo behandelde proefpersonen, terwijl de mediane tijd tot falen van de
behandeling voor met adalimumab behandelde proefpersonen niet kon worden bepaald omdat de
behandeling bij minder dan de helft van deze proefpersonen faalde. Adalimumab toonde een
significante vermindering van het risico op falen van de behandeling van 75% ten opzichte van
placebo, zoals blijkt uit de hazard ratio (HR = 0,25 [95% CI: 0,12, 0,49]).
Figuur 3: Kaplan-Meier-curves tonen een samenvatting van de tijd tot falen van de behandeling
in de studie naar pediatrische uveïtis
WAARSCHIJNLIJKHEID VAN FALEN VAN BEHANDELING
TIJD (WEKEN)
Behandeling
Placebo
NB: P = Placebo (aantal met risico);
A = Adalimumab
(aantal met risico).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Adalimumab
Absorptie en distributie
Na subcutane toediening van een enkele dosis van 40 mg verliep de resorptie en distributie van
adalimumab langzaam, en werden piekconcentraties in serum ongeveer 5 dagen na toediening bereikt.
De gemiddelde geschatte absolute biologische beschikbaarheid van adalimumab na een enkele
subcutane dosis van 40 mg in deze drie onderzoeken bedroeg 64%. Na een enkele intraveneuze dosis
van 0,25 tot 10 mg/kg waren de concentraties dosisafhankelijk. Na doseringen van 0,5 mg/kg
(~40 mg), varieerde de klaring van 11 tot 15 ml/uur, het verdelingsvolume (Vss) varieerde
van 5 tot 6 liter en de gemiddelde terminale halfwaardetijd bedroeg circa twee weken. De
55
adalimumab- concentraties in het synoviavocht van verschillende patiënten met reumatoïde artritis
varieerden van 31 tot 96% van die in serum.
Na subcutane toediening van 40 mg adalimumab eenmaal per twee weken bij volwassen patiënten met
reumatoïde artritis (RA) waren de gemiddelde steady-state dalconcentraties respectievelijk
circa 5 μg/ml (zonder gelijktijdig methotrexaat) en 8 tot 9 μg/ml (met gelijktijdig methotrexaat). De
dalwaarden voor adalimumab in serum in een steady-state-toestand namen na subcutane toediening
van 20, 40 en 80 mg eenmaal per twee weken en eenmaal per week bij benadering evenredig met de
dosering toe.
Na subcutane toediening van 24 mg/m
2
(maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken aan patiënten met
polyarticulaire juveniele idiopathische artritis (JIA) in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar was de
gemiddelde steady-state (waarden gemeten van week 20 tot week 48) dalconcentratie van adalimumab
in serum 5,6 ± 5,6 μg/ml (102% CV) voor adalimumab zonder gelijktijdig gebruik van methotrexaat
en 10,9 ± 5,2 μg/ml (47,7% CV) voor gebruik in combinatie met methotrexaat.
Bij patiënten met polyarticulaire JIA in de leeftijd van 2 tot 4 jaar of 4 jaar en ouder met een
lichaamsgewicht van minder dan 15 kg die 24 mg/m
2
adalimumab kregen, waren de gemiddelde
steady-state dalconcentraties van adalimumab 6,0 ± 6,1 μg/ml (101% CV) bij adalimumab zonder
gelijktijdig gebruik van methotrexaat en 7,9 ± 5,6 µg/ml (71,2% CV) bij gebruik in combinatie met
methotrexaat.
Na subcutane toediening van 24 mg/m
2
(maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken aan patiënten met
enthesitis-gerelateerde artritis in de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar waren de gemiddelde steady- state
dalconcentraties (waarden gemeten op week 24) van adalimumab in serum 8,8 ± 6,6 μg/ml bij
adalimumab zonder gelijktijdig gebruik van methotrexaat en 11,8 ± 4,3 µg/ml voor gebruik in
combinatie met methotrexaat.
Bij volwassen patiënten met psoriasis was de gemiddelde steady-state dalconcentratie 5 μg/ml
gedurende behandeling met monotherapie adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken.
Na subcutane toediening van 0,8 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken aan pediatrische
patiënten met chronische plaque psoriasis was de gemiddelde ± SD steady-state dalconcentratie
adalimumab ongeveer 7,4 ± 5,8 µg/ml (79% CV).
Na subcutane toediening van 40 mg adalimumab eenmaal per twee weken aan volwassen patiënten
met axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS was de gemiddelde (±SD) steady-
state dalconcentratie in week 68, 8,0 ± 4,6 µg/ml.
Bij volwassen patiënten met hidradenitis suppurativa werden bij een dosis van 160 mg adalimumab in
week 0, gevolgd door 80 mg in week 2 dalconcentraties adalimumab in serum bereikt van
ongeveer 7 tot 8 μg/ml in week 2 en week 4. De gemiddelde steady-state dalconcentraties van
week 12 tot en met week 36 bedroegen ongeveer 8 tot 10 μg/ml bij een wekelijkse behandeling
met 40 mg adalimumab.
De blootstelling aan adalimumab bij adolescente HS-patiënten werd voorspeld door gebruik te maken
van farmacokinetische populatiemodellen en simulatie die was gebaseerd op farmacokinetiek voor
andere indicaties bij juveniele patiënten (juveniele psoriasis, juveniele idiopathische artritis, juveniele
ziekte van Crohn en enthesitis-gerelateerde artritis). Het aanbevolen doseringsschema voor HS bij
adolescenten is 40 mg eenmaal per twee weken. Omdat de lichaamsgrootte invloed kan hebben op de
blootstelling aan adalimumab, kunnen adolescenten met een hoger lichaamsgewicht en onvoldoende
respons baat hebben bij de aanbevolen dosering voor volwassenen van eenmaal per week 40 mg.
Bij patiënten met de ziekte van Crohn worden bij de oplaaddosis van 80 mg adalimumab in
week 0 gevolgd door 40 mg adalimumab in week 2 dalconcentraties van adalimumab in serum bereikt
van ongeveer 5,5 μg/ml gedurende de inductieperiode. Bij een oplaaddosis van 160 mg adalimumab in
week 0 gevolgd door 80 mg adalimumab in week 2 worden dalconcentraties van adalimumab in serum
56
bereikt van ongeveer 12 μg/ml gedurende de inductieperiode. Gemiddelde steady-state
dalconcentraties van ongeveer 7 μg/ml werden waargenomen bij patiënten met de ziekte van Crohn die
eenmaal per twee weken een onderhoudsdosering van 40 mg adalimumab kregen.
Bij pediatrische patiënten met matige tot ernstige ziekte van Crohn was de open-label adalimumab
inductiedosering respectievelijk 160/80 mg of 80/40 mg in week 0 en week 2, afhankelijk van of het
lichaamsgewicht meer of minder dan 40 kg was. In week 4 werden patiënten op basis van hun
lichaamsgewicht 1:1 gerandomiseerd naar ofwel de standaarddosering (40/20 mg eenmaal per twee
weken) ofwel de lage dosering (20/10 mg eenmaal per twee weken) onderhoudsbehandelingsgroep. De
gemiddelde (±SD) serum adalimumab dalconcentraties bereikt in week 4 waren 15,7±6,6 µg/ml voor
patiënten < 40 kg (160/80 mg) en 10,6 ± 6,1 µg/ml voor patiënten < 40 kg (80/40 mg).
Bij patiënten die hun gerandomiseerde behandeling voortzetten, was de gemiddelde (± SD)
adalimumab dalconcentratie in week 52 voor de groep met standaarddosering 9,5 ± 5,6 µg/ml en voor
de groep met lage dosering 3,5±2,2 µg/ml. De gemiddelde dalconcentraties werden
gedurende 52 weken gehandhaafd bij patiënten die voortgezette behandeling met adalimumab eenmaal
per twee weken kregen. Bij patiënten voor wie de dosering werd verhoogd van eenmaal per twee
weken naar een wekelijkse dosering waren de gemiddelde (±SD) serumconcentraties van adalimumab
in week 52 15,3 ± 11,4 μg/ml (40/20 mg, wekelijks) en 6,7 ± 3,5 μg/ml (20/10 mg, wekelijks).
Bij patiënten met colitis ulcerosa worden bij de oplaaddosis van 160 mg adalimumab in
week 0 gevolgd door 80 mg adalimumab in week 2 dalconcentraties van adalimumab in serum bereikt
van ongeveer 12 µg/ml gedurende de inductieperiode. Gemiddelde steady-state dalconcentraties van
ongeveer 8 µg/ml werden waargenomen bij patiënten met colitis ulcerosa die eenmaal per twee weken
een onderhoudsdosering van 40 mg adalimumab kregen.
Na de subcutane toediening van een op lichaamsgewicht gebaseerde dosering van 0,6 mg/kg
(maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken aan pediatrische patiënten met colitis ulcerosa was de
gemiddelde steady-state dalconcentratie van adalimumab in serum 5,01±3,28 µg/ml in week 52. Bij
patiënten die eenmaal per week 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) kregen, was de gemiddelde (±SD)
steady-state dalconcentratie van adalimumab in serum 15,7±5,60 μg/ml in week 52.
Bij volwassen patiënten met uveïtis resulteerde een oplaaddosis van 80 mg adalimumab in week 0,
gevolgd door 40 mg adalimumab eenmaal per twee weken vanaf week 1, in een gemiddelde steady-
state concentratie van ongeveer 8 tot 10 μg/ml.
De blootstelling aan adalimumab bij juveniele uveïtis patiënten werd voorspeld door gebruik te maken
van farmacokinetische populatiemodellen en simulatie die was gebaseerd op farmacokinetiek voor
andere indicaties bij juveniele patiënten (juveniele psoriasis, juveniele idiopathische artritis, juveniele
ziekte van Crohn en enthesitis-gerelateerde artritis). Er zijn geen klinische blootstellingsgegevens
beschikbaar betreffende het gebruik van de oplaaddosis bij kinderen jonger dan 6 jaar. De voorspelde
blootstellingen duiden erop dat in de afwezigheid van methotrexaat een oplaaddosis kan leiden tot een
initiële toename in de systemische blootstelling.
Populatie-farmacokinetische en farmacokinetische/farmacodynamische modellering en simulatie
voorspelden een vergelijkbare blootstelling aan en effectiviteit van adalimumab bij patiënten die
behandeld werden met 80 mg eenmaal per twee weken in vergelijking met 40 mg eenmaal per week
(inclusief volwassen patiënten met RA, HS, UC, CD of PsO, adolescente patiënten met HS en
pediatrische patiënten ≥ 40 kg met CD).
Relatie tussen blootstelling en respons bij pediatrische patiënten
Op basis van gegevens uit klinisch onderzoek bij patiënten met JIA (pJIA en ERA) is een relatie
tussen blootstelling en respons vastgesteld tussen plasmaconcentraties en ACR Pedi 50-respons. De
schijnbare plasmaconcentratie van adalimumab die de helft van de maximale waarschijnlijkheid van
een ACR Pedi 50-respons (EC50) geeft, was 3 μg/ml (95% CI: 1–6 μg/ml).
57
Relaties tussen blootstelling en respons voor de adalimumabconcentratie en effectiviteit bij
pediatrische patiënten met ernstige chronische plaque psoriasis werden vastgesteld voor
PASI 75 respectievelijk PGA schoon of minimaal. PASI 75 en PGA schoon of minimaal namen toe bij
toenemende adalimumabconcentraties, beide met een vergelijkbare schijnbare EC50 van
ongeveer 4,5 μg/ml (95% CI 0,4-47,6 resp. 1,9-10,5).
Eliminatie
Populatie-farmacokinetische analyses met gegevens van meer dan 1.300 RA patiënten gaven een trend
te zien in de richting van verhoogde schijnbare klaring van adalimumab bij toenemend
lichaamsgewicht. Na correctie voor gewichtsverschillen, leken geslacht en leeftijd een minimaal effect
te hebben op de adalimumab-klaring. Er zijn lagere serumconcentraties vrij adalimumab (niet
gebonden aan anti-adalimumab antilichamen, AAA) waargenomen bij patiënten met meetbare AAA’s.
Lever- of nierinsufficiëntie
Adalimumab is niet onderzocht bij patiënten met lever- of nierinsufficiëntie.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens tonen geen speciale risico's aan voor mensen, uitgaande van onderzoek van de
toxiciteit bij enkele dosering, de toxiciteit bij herhaalde dosering en de genotoxiciteit.
Er is een onderzoek uitgevoerd naar de toxiciteit voor de embryofoetale ontwikkeling/perinatale
ontwikkeling bij Cynomologus-apen met 0, 30 en 100 mg/kg (9-17 apen/groep), waarbij geen
aanwijzing werd gevonden voor schade aan de foetussen als gevolg van adalimumab. Er werden noch
carcinogeniciteitsonderzoeken, noch een standaardbeoordeling van de vruchtbaarheid en de postnatale
toxiciteit uitgevoerd met adalimumab, omwille van het ontbreken van gepaste modellen voor een
antilichaam met beperkte kruisreactiviteit met knaagdier-TNF en vanwege de vorming van
neutraliserende antilichamen bij knaagdieren.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Adipinezuur
Citroenzuurmonohydraat
Natriumchloride
Mannitol (E 421)
Polysorbaat 80 (E 433)
Zoutzuur (voor pH-aanpassing) (E 507)
Natriumhydroxide (voor pH-aanpassing) (E 524)
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
Houdbaarheid
30 maanden
58
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C). Niet in de vriezer bewaren. De voorgevulde spuit of voorgevulde
pen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Een enkele Hefiya voorgevulde spuit of voorgevulde pen mag bewaard worden bij een temperatuur tot
maximaal 25°C gedurende maximaal 21 dagen. De voorgevulde spuit of voorgevulde pen moet
worden beschermd tegen licht en worden afgevoerd als deze niet binnen de periode van 21 dagen
wordt gebruikt.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik
Hefiya wordt geleverd in een heldere glazen spuit type I voor eenmalig gebruik met rubberen stop en
een naald van roestvrij staal met automatische naaldhuls met vingersteun, rubberen naalddop en plastic
zuiger, en bevat 0,4 ml oplossing.
Verpakking van 2 voorgevulde spuiten in een blisterverpakking
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik
Hefiya wordt geleverd in een heldere glazen spuit type I voor eenmalig gebruik met rubberen stop en
een naald van roestvrij staal met automatische naaldhuls met vingersteun, rubberen naalddop en plastic
zuiger, en bevat 0,8 ml oplossing.
Verpakkingen van 1 en 2 voorgevulde spuiten in een blisterverpakking
Multiverpakking met 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten in een blisterverpakking
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde SensoReady-pen voor eenmalig gebruik
Hefiya wordt geleverd in een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik, gevat in een driehoekige pen
met transparant venster en etiket (SensoReady-pen). De spuit in de pen is gemaakt van type I-glas met
naald van roestvrij staal, een binnenste rubberen beschermdop en een rubberen zuigerstop, en
bevat 0,8 ml oplossing.
Verpakkingen van 1 en 2 voorgevulde pennen
Multiverpakking van 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde pennen
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
Volledige instructies vindt u in rubriek 7 van de bijsluiter, "Instructies voor gebruik".
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6250 Kundl
Oostenrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit met naaldhuls
EU/1/18/1287/007
59
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit met naaldhuls
EU/1/18/1287/001
EU/1/18/1287/002
EU/1/18/1287/003
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
EU/1/18/1287/004
EU/1/18/1287/005
EU/1/18/1287/006
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 26 juli 2018
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het
Europees Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
60
BIJLAGE II
A.
B.
C.
D.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
61
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Catalent Biologics
1300 S. Patterson Drive
Bloomington
Indiana
47403
VERENIGDE STATEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6336 Langkampfen
OOSTENRIJK
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6336 Langkampfen
OOSTENRIJK
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
•
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
62
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
Extra risicobeperkende maatregelen
•
De veiligheidsinformatiekaarten voor patiënten
bevatten de volgende hoofdonderdelen:
•
dat behandeling met Hefiya kan zorgen voor een toename van het mogelijke risico op
o
infecties, inclusief tuberculose
o
kanker
o
problemen met het zenuwstelsel
o
vaccinaties
63
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
64
A. ETIKETTERING
65
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING VAN VERPAKKINGSEENHEID
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuiten
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde spuit van 0,4 ml bevat 20 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
2 voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
66
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuiten in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/007 2 voorgevulde spuiten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 20 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
67
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
TEKST OP DE BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 20 mg injectie
adalimumab
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
SANDOZ a Novartis Division
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
SC
20 mg / 0,4 ml
68
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
INJECTIESPUIT ETIKET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Hefiya 20 mg injectievloeistof
adalimumab
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
4.
Lot
5.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
PARTIJNUMMER
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
69
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING VAN VERPAKKINGSEENHEID
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde spuit van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit
2 voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
70
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuit in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
De voorgevulde spuiten in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/001 1 voorgevulde spuit
EU/1/18/1287/002 2 voorgevulde spuiten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
71
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING VAN MULTIVERPAKKING (INCLUSIEF BLAUWE DOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde spuit van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
72
De voorgevulde spuiten in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/003 6 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 2)
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
73
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENVERPAKKING VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLAUWE DOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde spuit van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
2 voorgevulde spuiten
Onderdelen van multiverpakkingen kunnen niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
74
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuiten in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/003 6 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 2)
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
75
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
TEKST OP DE BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg / 0,8 ml injectie
adalimumab
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
SANDOZ a Novartis Division
3.
EXP
4.
Lot
5.
SC
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
76
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
INJECTIESPUIT ETIKET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Hefiya 40 mg injectievloeistof
adalimumab
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
4.
Lot
5.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
PARTIJNUMMER
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
77
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING VAN VERPAKKINGSEENHEID
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde pen van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde pen (SensoReady)
2 voorgevulde pennen (SensoReady)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
78
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
De voorgevulde pennen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/004 1 voorgevulde pen
EU/1/18/1287/005 2 voorgevulde pennen
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
79
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING VAN MULTIVERPAKKING (INCLUSIEF BLAUWE DOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde pen van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde pennen (SensoReady)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
80
De voorgevulde pennen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/006 6 voorgevulde pennen (3 verpakkingen van 2)
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
81
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENVERPAKKING VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLAUWE DOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde pen van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
2 voorgevulde pennen (SensoReady)
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
82
Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pennen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/006 6 voorgevulde pennen (3 verpakkingen van 2)
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
83
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET VAN DE PEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Hefiya 40 mg / 0,8 ml injectie
adalimumab
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
4.
Lot
5.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
PARTIJNUMMER
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
84
B. BIJSLUITER
85
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
adalimumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat uw kind dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat
belangrijke informatie in.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Uw arts zal u ook een Hefiya patiëntenkaart geven, deze bevat belangrijke veiligheidsinformatie
waar u zich bewust van moet zijn voordat uw kind Hefiya gaat gebruiken en tijdens de therapie
met Hefiya. Houd deze patiëntenkaart bij u of uw kind tijdens de therapie en tot 4 maanden
nadat uw kind de laatste Hefiya-injectie heeft gehad.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan uw kind voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als uw kind.
-
Krijgt uw kind last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een
bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag uw kind dit middel niet gebruiken of moet uw kind er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
7.
Instructies voor gebruik
1.
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Hefiya bevat de werkzame stof adalimumab, een geneesmiddel dat inwerkt op het immuunsysteem
(afweersysteem) van uw lichaam.
Hefiya is bedoeld voor het behandelen van de onderstaand genoemde ontstekingsziekten:
•
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
•
Enthesitis-gerelateerde artritis
•
Juveniele plaque psoriasis
•
Juveniele ziekte van Crohn
•
Juveniele niet-infectieuze uveïtis
De werkzame stof in Hefiya, adalimumab, is een humaan monoklonaal antilichaam. Monoklonale
antilichamen zijn eiwitten die zich binden aan een specifiek doeleiwit.
Het doeleiwit van adalimumab is een eiwit genaamd tumor necrose factor (TNF-α), dat een rol speelt
bij het immuunsysteem (afweersysteem) en dat in verhoogde mate aanwezig is bij de bovenstaand
genoemde ontstekingsziekten. Door te binden aan TNF-α, blokkeert Hefiya de werking ervan en zorgt
voor een afname van het ontstekingsproces in genoemde ziekten.
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis zijn ontstekingsziekten
van de gewrichten die zich meestal openbaren in de kinderjaren.
86
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van polyarticulaire juveniele idiopathische artritis bij
kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot en met 17 jaar en enthesitis-gerelateerde artritis bij
kinderen en jongeren in de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar. Patiënten kunnen eerst andere
antireumatische geneesmiddelen krijgen, zoals methotrexaat. Als deze geneesmiddelen niet voldoende
werken, krijgen patiënten Hefiya om de polyarticulaire juveniele idiopathische artritis of enthesitis-
gerelateerde artritis te behandelen.
Juveniele plaque psoriasis
Plaque psoriasis is een ontstekingsziekte van de huid die rode, schilferige, korstige plekken op de huid
veroorzaakt, die bedekt zijn met zilverachtige schubben. Plaque psoriasis kan ook een effect hebben
op de nagels, waardoor deze afbrokkelen, dik worden en van het nagelbed loskomen, wat pijnlijk kan
zijn. Psoriasis wordt verondersteld te worden veroorzaakt door een probleem met het immuunsysteem
wat leidt tot een verhoogde productie van huidcellen.
Hefiya wordt gebruikt om ernstige plaque psoriasis te behandelen bij kinderen en jongeren in de
leeftijd van 4 tot en met 17 jaar bij wie geneesmiddelen aangebracht op de huid en behandeling met
ultraviolet licht niet goed werkten of die hier niet voor in aanmerking kwamen.
Juveniele ziekte van Crohn
De ziekte van Crohn is een ontstekingsziekte van de darmen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van matige tot ernstige ziekte van Crohn bij kinderen en
jongeren van 6 tot en met 17 jaar.
Uw kind krijgt mogelijk eerst andere geneesmiddelen. Als die geneesmiddelen niet voldoende werken,
krijgt uw kind Hefiya om de klachten en symptomen van zijn/haar ziekte te verminderen.
Juveniele niet-infectieuze uveïtis
Niet-infectieuze uveïtis is een ontstekingsziekte die effect heeft op bepaalde delen van het oog. Deze
ontsteking leidt tot een afname van het gezichtsvermogen en/of de aanwezigheid van vlekjes in het
oog (zwarte puntjes of slierten die bewegen in het gezichtsveld, ook wel ‘mouches volantes’
genoemd). Hefiya werkt om deze ontsteking te verminderen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van
•
Kinderen vanaf 2 jaar met chronische niet-infectieuze uveïtis die een ontsteking hebben die de
voorkant van het oog treft.
Uw kind krijgt mogelijk eerst andere geneesmiddelen. Als die geneesmiddelen niet voldoende werken,
krijgt uw kind Hefiya om de klachten en symptomen van zijn/haar ziekte te verminderen.
2.
Wanneer mag uw kind dit middel niet gebruiken of moet uw kind er extra voorzichtig mee
zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
•
Uw kind is allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Uw kind heeft een ernstige infectie, zoals actieve tuberculose, sepsis (bloedvergiftiging) of
andere opportunistische infectie (niet-gebruikelijke infectie door een verzwakt
immuunsysteem). Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte brengt als uw kind symptomen
87
van een infectie krijgt, zoals koorts, wondjes, moeheid, gebitsproblemen (zie ook “Wanneer
moet uw kind extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
•
Uw kind lijdt aan matig tot ernstig hartfalen. Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte brengt
als uw kind een ernstige hartaandoening heeft of heeft gehad (zie ook “Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?”).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker, voordat u dit middel gebruikt.
Allergische reactie
•
Als uw kind allergische reacties met symptomen als benauwdheid, piepende ademhaling,
duizeligheid, zwelling of uitslag krijgt, injecteer dan geen Hefiya meer, maar neem direct
contact op met uw arts aangezien, in zeldzame gevallen, deze reacties levensbedreigend kunnen
zijn.
Infectie
•
Als uw kind een infectie heeft, zoals een langdurige of lokale infectie (bijvoorbeeld een open
been), neem dan altijd contact op met uw arts voor uw kind start met het gebruik van Hefiya.
Neem bij twijfel contact op met uw arts.
Door het gebruik van Hefiya kan uw kind makkelijker infecties oplopen. Dit risico kan groter
zijn wanneer de longfunctie van uw kind verminderd is. Deze infecties kunnen ernstig zijn.
Voorbeelden van dergelijke infecties zijn tuberculose, infecties veroorzaakt door virussen,
schimmels, parasieten, bacteriën of andere infectieuze organismen, en sepsis
(bloedvergiftiging).
In zeldzame gevallen kunnen deze infecties leiden tot de dood. Het is daarom belangrijk om uw
arts symptomen als koorts, wondjes, moeheid en gebitsproblemen door te geven. Mogelijk zal
uw arts tijdelijke stopzetting van de behandeling met Hefiya aanbevelen.
•
•
Tuberculose
•
Aangezien er gevallen van tuberculose zijn gemeld bij behandeling met adalimumab, zal uw arts
uw kind onderzoeken op symptomen van tuberculose voordat u wordt behandeld met Hefiya.
Dit zal een grondige medische evaluatie omvatten, waarbij de medische geschiedenis van uw
kind zal worden doorgenomen en gepaste screening tests zullen worden uitgevoerd
(bijvoorbeeld een röntgenfoto van de thorax (borst) zal worden gemaakt en een tuberculinetest
zal worden uitgevoerd). De wijze waarop deze tests zijn uitgevoerd en resultaten moeten op de
Hefiya patiëntenkaart van uw kind worden aangegeven. Het is heel belangrijk dat u uw arts
vertelt of uw kind ooit tuberculose heeft gehad, of wanneer hij/zij in nauw contact is gekomen
met iemand die tuberculose had. Het kan zijn dat tuberculose zich ontwikkelt tijdens de
behandeling met Hefiya, zelfs wanneer uw kind preventief is behandeld tegen tuberculose.
Wanneer uw kind tijdens of na deze therapie symptomen ontwikkelt van tuberculose (hoesten
dat maar niet overgaat, gewichtsverlies, lusteloosheid, lichte koorts), of een andere infectie zich
openbaart, waarschuw dan meteen uw arts.
Reis-/terugkerende infectie
•
Informeer uw arts als uw kind in gebieden heeft gewoond of gereisd waar schimmelinfecties
zoals histoplasmose, coccidioïdomycose of blastomycose vaak voorkomen.
88
•
Informeer uw arts als uw kind infecties heeft gehad die steeds terugkomen, of andere
aandoeningen die het risico op infecties zouden kunnen verhogen.
Hepatitis-B-virus
•
Informeer uw arts als uw kind drager is van het hepatitis B-virus (HBV), als hij/zij een actieve
HBV-infectie heeft of als u denkt dat hij/zij risico loopt op HBV. Uw arts dient uw kind op
HBV te testen. Adalimumab kan reactivering van de HBV-infectie veroorzaken bij mensen die
drager zijn van dit virus. In sommige zeldzame gevallen, vooral als uw kind andere
geneesmiddelen gebruikt die het immuunsysteem onderdrukken, kan reactivering van de
HBV-infectie levensbedreigend zijn.
Chirurgische of tandheelkundige verrichtingen
•
Als uw kind chirurgische of tandheelkundige ingrepen moet ondergaan, geef dan bij uw arts aan
dat uw kind Hefiya gebruikt. Mogelijk zal uw arts tijdelijke stopzetting van de behandeling met
Hefiya aanbevelen.
Demyeliniserende aandoening
•
Als uw kind een demyeliniserende aandoening (een aandoening die de isolerende laag rond de
zenuwen aantast, zoals multipele sclerose) heeft of ontwikkelt, zal uw arts beslissen of hij/zij
Hefiya kan gebruiken of kan blijven gebruiken. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als
hij/zij symptomen krijgt zoals veranderingen in gezichtsvermogen, zwakte in armen of benen of
gevoelloosheid of tinteling in een deel van het lichaam.
Vaccin
•
Bepaalde vaccins bevatten levende maar verzwakte vormen van ziekteverwekkende bacteriën of
virussen, en deze mogen niet gegeven worden tijdens de Hefiya-therapie omdat ze een infectie
kunnen veroorzaken. Vraag uw arts om advies, voordat uw kind een vaccinatie krijgt. Het wordt
aanbevolen dat kinderen indien mogelijk alle vaccinaties krijgen die ze volgens de geldende
richtlijnen met betrekking tot vaccinaties zouden moeten krijgen, voordat gestart wordt met de
Hefiya-behandeling.
Wanneer uw kind met Hefiya werd behandeld tijdens haar zwangerschap, kan haar kind tot
ongeveer vijf maanden na de laatste dosis die zij tijdens haar zwangerschap toegediend heeft
gekregen een verhoogd risico hebben om een dergelijke infectie te krijgen. Het is belangrijk dat
u de artsen van haar kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt wanneer uw kind
tijdens haar zwangerschap Hefiya heeft gebruikt, zodat zij kunnen beslissen wanneer haar kind
een vaccin zou moeten krijgen.
•
Hartfalen
•
Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte stelt als uw kind een ernstige hartaandoening heeft
of heeft gehad. Als uw kind lijdt aan licht hartfalen en wordt behandeld met Hefiya dan moet
het verloop van het hartfalen goed gecontroleerd worden door uw arts. Als er nieuwe
symptomen van hartfalen ontstaan of als bestaande symptomen verergeren (zoals
kortademigheid of gezwollen voeten) moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
Koorts, blauwe plekken, bloeding of bleek zien
•
Bij sommige patiënten kan het gebeuren dat het lichaam onvoldoende bloedcellen aanmaakt die
het lichaam helpen om infecties te bestrijden of helpen om een bloeding snel tot staan te
brengen. Als u merkt dat uw kind koorts heeft die niet overgaat, of snel blauwe plekken krijgt of
zeer gemakkelijk bloedt en erg bleek ziet, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Uw
arts kan besluiten de therapie te stoppen.
89
Kanker
•
Er is een aantal zeldzame gevallen geweest van bepaalde soorten kanker bij kinderen en
volwassenen die adalimumab of andere TNF-α-blokkers
gebruikten. Mensen met een ernstige
vorm van reumatoïde artritis die de ziekte al langere tijd hebben zouden een hoger dan
gemiddeld risico kunnen lopen om een lymfoom en leukemie (kankers van bloedcellen en
beenmerg) te krijgen. Als uw kind Hefiya gebruikt, kan het risico op het krijgen van een
lymfoom, leukemie of een andere vorm van kanker toenemen. In zeldzame gevallen is een
ernstig type lymfoom opgetreden bij patiënten die adalimumab gebruikten. Sommige van deze
patiënten werden ook behandeld met de geneesmiddelen azathioprine of 6-mercaptopurine.
Informeer uw arts wanneer uw kind azathioprine of 6-mercaptopurine met Hefiya gebruikt.
Gevallen van niet-melanoom huidkanker kunnen voorkomen bij patiënten die adalimumab
gebruiken. Als nieuwe huidafwijkingen verschijnen tijdens of na de behandeling of als
bestaande plekken of beschadigde delen van de huid van uiterlijk veranderen, vertel dit dan aan
uw arts.
Er zijn gevallen van kanker, anders dan lymfoom, geweest bij patiënten met een specifiek soort
longziekte, Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) die behandeld worden met een
andere TNF-α-blokker. Als uw kind lijdt aan COPD, of als uw kind veel rookt, dan moet u met
uw arts bespreken of behandeling met een TNF-α-blokker geschikt is.
•
•
Auto-immuunziekten
•
In zeldzame gevallen kan Hefiya-behandeling leiden tot een lupus-achtig syndroom. Neem
contact op met uw arts als zich symptomen voordoen zoals aanhoudende onverklaarbare
huiduitslag, koorts, gewrichtspijn of vermoeidheid.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
•
•
•
•
Geef geen Hefiya aan kinderen onder de 2 jaar met polyarticulaire juveniele idiopathische
artritis.
Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 4 jaar met juveniele plaque psoriasis of juveniele
ulceratieve colitis.
Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 6 jaar met juveniele ziekte van Crohn.
Gebruik niet de voorgevulde spuit van 40 mg als andere doses dan 40 mg worden aanbevolen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt uw kind naast Hefiya nog andere geneesmiddelen of heeft hij/zij dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat hij/zij binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan
aan uw arts of apotheker.
Hefiya kan in combinatie met methotrexaat of bepaalde antireumatische middelen (zoals sulfasalazine,
hydroxychloroquine, leflunomide en injecteerbare goudpreparaten) gebruikt worden, of in combinatie
met corticosteroïden of pijnstillers, inclusief niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s).
Uw kind mag Hefiya niet gebruiken samen met geneesmiddelen die de werkzame stoffen anakinra of
abatacept bevatten in verband met een verhoogd risico op ernstige infectie. De combinatie van
adalimumab en andere TNF-antagonisten en anakinra of abatacept wordt niet aanbevolen vanwege het
mogelijk verhoogde risico op infecties, waaronder ernstige infecties en andere mogelijke
farmacologische interacties. Neem bij vragen contact op met uw arts.
Zwangerschap en borstvoeding
90
•
•
•
•
•
•
•
Uw kind dient het gebruik van een goed voorbehoedsmiddel te overwegen om zwangerschap te
voorkomen en het gebruik ervan voort te zetten tot minimaal 5 maanden na de laatste Hefiya-
behandeling.
Is uw kind zwanger, denkt zij zwanger te zijn of wil zij zwanger worden? Neem dan contact op
met haar arts voordat zij dit geneesmiddel gebruikt.
Hefiya mag alleen tijdens de zwangerschap worden gebruikt als dat noodzakelijk is.
Volgens een studie bij zwangere vrouwen was er geen hoger risico op geboorteafwijkingen bij
moeders die tijdens de zwangerschap adalimumab hadden gebruikt in vergelijking met moeders
met dezelfde ziekte die geen adalimumab hadden gebruikt.
Hefiya kan tijdens borstvoeding worden gebruikt.
Wanneer uw kind tijdens haar zwangerschap Hefiya gebruikt, kan het kind een verhoogd risico
hebben om een infectie te krijgen.
Het is belangrijk dat u de artsen van haar kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt
van haar gebruik van Hefiya tijdens haar zwangerschap voordat de baby een vaccin krijgt
toegediend. Voor meer informatie over vaccinaties, zie de rubriek “Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?”.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Hefiya kan een gering effect hebben op de rijvaardigheid van uw kind en zijn/haar vermogen om te
fietsen of machines te bedienen. Het gevoel dat de kamer draait (vertigo) en stoornissen met het
gezichtsvermogen kunnen optreden na gebruik van Hefiya.
Hefiya bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 0,4 ml, dat wil zeggen is
in wezen ´natriumvrij´.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hefiya is verkrijgbaar als 40 mg oplossing in een voorgevulde pen en als 20 mg en 40 mg oplossing in
een voorgevulde spuit waarmee patiënten zich een volledige dosis van 20 mg of 40 mg kunnen
toedienen.
Polyarticulaire juveniele idiopatische artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Kinderen, jongeren en
40 mg eenmaal per twee
volwassenen vanaf 2 jaar die
weken
ten minste 30 kg wegen
Kinderen, en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
2 jaar die ten minste 10 kg,
weken
maar minder dan 30 kg wegen
Met enthesitis gerelateerde artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Opmerkingen
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Opmerkingen
91
Kinderen, jongeren en
volwassenen vanaf 6 jaar die
ten minste 30 kg wegen
Kinderen en jongeren vanaf
6 jaar die ten minste 15 kg,
maar minder dan 30 kg wegen
Juveniele plaque psoriasis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 4
tot 17 jaar die ten minste
30 kg wegen
40 mg eenmaal per twee
weken
20 mg eenmaal per twee
weken
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 40 mg, gevolgd
door 40 mg één week later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Startdosis van 20 mg, gevolgd
door 20 mg één week later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Niet van toepassing
Kinderen en jongeren vanaf 4
tot 17 jaar die ten minste
15 kg, maar minder dan 30 kg
wegen
Niet van toepassing
Juveniele ziekte van Crohn
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 6
tot 17 jaar die ten minste
40 kg wegen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op
één dag), gevolgd door 40 mg
eenmaal per twee weken
vanaf twee weken na de
startdosis.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
160 mg (als vier injecties van
40 mg op één dag of twee
injecties van 40 mg per dag
op twee opeenvolgende
dagen), gevolgd door 80 mg
(als twee injecties van 40 mg
op één dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Startdosis van 40 mg, gevolgd
door 20 mg eenmaal per twee
weken vanaf twee weken na
de startdosis.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
92
Opmerkingen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan de arts van uw
kind de dosering verhogen
naar 40 mg per week of
80 mg eenmaal per twee
weken.
Kinderen en jongeren vanaf 6
tot 17 jaar die minder dan
40 kg wegen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan de arts van uw
kind de dosis verhogen naar
20 mg elke week.
Juveniele ziekte van Crohn
80 mg (als twee injecties van
40 mg op één dag), gevolgd
door 40 mg twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Juveniele niet-infectieuze uveïtis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf
40 mg eenmaal per twee
2 jaar die ten minste 30 kg
weken met methotrexaat
wegen
Kinderen en jongeren vanaf
2 jaar die minder dan 30 kg
wegen
20 mg eenmaal per twee
weken met methotrexaat
Opmerkingen
Uw arts kan ook een
startdosis voorschrijven van
80 mg die één week voor
aanvang van de gebruikelijke
dosis wordt toegediend.
Uw arts kan ook een
startdosis voorschrijven van
40 mg die één week voor
aanvang van de gebruikelijke
dosis wordt toegediend.
Hoe en waar dient u Hefiya toe?
Hefiya wordt toegediend via een injectie onder de huid (door subcutane injectie).
Volledige instructies voor het injecteren van Hefiya vindt u in rubriek 7,
“Instructies voor gebruik”.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Wanneer u Hefiya per ongeluk vaker heeft geïnjecteerd dan zou moeten, neem dan meteen contact op
met uw arts of apotheker en vertel hem of haar dat uw kind te veel medicatie heeft gebruikt. Houd
altijd de buitenverpakking van het geneesmiddel bij de hand, ook al is deze leeg.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Wanneer u uw kind bent vergeten te injecteren, zult u de eerstvolgende injectie Hefiya moeten
toedienen zodra u het zich weer herinnert. De volgende injectie zult u moeten nemen op de dag dat uw
kind volgens het originele schema de volgende injectie had moeten krijgen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
De beslissing om te stoppen met het gebruik van Hefiya moet worden besproken met de arts van uw
kind. De symptomen kunnen na het stoppen van de behandeling terugkeren.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
93
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De meeste bijwerkingen zijn mild tot gematigd. Sommige bijwerkingen kunnen
echter ernstig zijn en behandeling vereisen. Bijwerkingen kunnen nog 4 maanden of langer na de
laatste Hefiya-injectie optreden.
Roep meteen medische hulp in
als u een van de volgende tekenen van allergische reactie of hartfalen
bemerkt:
•
ernstige uitslag, netelroos of andere tekenen van een allergische reactie;
•
opgezwollen gezicht, handen of voeten;
•
ademhalingsproblemen en problemen bij het slikken;
•
kortademigheid bij inspanning of na het gaan liggen, of het opzwellen van de voeten.
Informeer uw arts zo snel mogelijk
wanneer u één van de volgende verschijnselen vertoont:
•
tekenen en symptomen van infectie zoals koorts, zich ziek voelen, wondjes, gebitsproblemen,
brandend gevoel bij urineren, verzwakt of moe voelen;
•
symptomen van zenuwproblemen, zoals tintelingen;
•
gevoelloosheid;
•
dubbel zien;
•
verzwakte armen of benen;
•
tekenen van huidkanker, zoals een bult of open zweer die niet geneest;
•
tekenen en symptomen die zouden kunnen wijzen op een afwijkend bloedbeeld zoals
aanhoudende koorts, blauwe plekken, bloedingen en bleekheid.
De volgende bijwerkingen zijn bij gebruik van adalimumab waargenomen:
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
•
reacties op de injectieplaats (waaronder pijn, zwelling, roodheid of jeuk);
•
infecties van de ademhalingswegen (waaronder verkoudheid, loopneus, ontsteking van de
neusbijholten, longontsteking);
•
hoofdpijn;
•
buikpijn;
•
misselijkheid en braken;
•
huiduitslag;
•
spierpijn.
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
•
ernstige infecties (waaronder bloedvergiftiging en influenza);
•
darminfecties (waaronder gastro-enteritis);
•
huidinfecties (waaronder cellulitis en gordelroos);
•
oorontstekingen;
•
mondinfecties (waaronder gebitsinfecties en koortslip);
•
genitale infecties;
•
urineweginfectie;
•
schimmelinfecties;
•
gewrichtsinfecties;
•
goedaardige gezwellen;
•
huidkanker;
•
allergische reacties (waaronder hooikoorts);
•
uitdroging;
•
stemmingswisselingen (waaronder depressie);
•
angst;
•
moeite hebben met slapen;
•
gevoelsstoornissen zoals tintelingen, prikkelingen of verdoofdheid;
94
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
migraine;
symptomen van zenuwwortelcompressie (waaronder lage rugpijn en pijn in de benen);
gezichtsstoornissen;
oogontsteking;
ontsteking van het ooglid en zwelling van het oog;
draaiduizeligheid (vertigo);
gevoel van snelle hartslag;
hoge bloeddruk;
blozen;
bloeduitstorting (een ophoping van gestold bloed);
hoesten;
astma;
kortademigheid;
maagdarmbloeding;
dyspepsie (spijsverteringsmoeilijkheden, opgeblazen gevoel, brandend maagzuur);
oprispingen;
siccasyndroom (waaronder droge ogen en droge mond);
jeuk;
jeukende huiduitslag;
blauwe plekken;
ontsteking van de huid (zoals eczeem);
breken van vingernagels en teennagels;
overmatig zweten;
haaruitval;
opnieuw voorkomen of verslechteren van psoriasis;
spierspasmen;
bloed in de urine;
nierfunctiestoornissen;
pijn op de borst;
oedeem (ophoping van vocht in het lichaam waardoor het aangedane weefsel zwelt);
koorts;
vermindering van het aantal bloedplaatjes wat het risico op bloedingen of blauwe plekken
vergroot;
vertraagd herstel.
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
niet-gebruikelijke infecties (waaronder tuberculose en andere infecties) die voorkomen wanneer
de weerstand tegen ziekte verlaagd is;
infecties van het zenuwstelsel (waaronder virale meningitis);
ooginfecties;
bacteriële infecties;
diverticulitis (ontsteking en infectie van de dikke darm);
kanker, waaronder kanker van het lymfesysteem (lymfoom) en melanoom (type huidkanker);
aandoeningen aan het afweersysteem die de longen, huid en lymfeklieren aan kunnen tasten
(meestal uit zich dit als een aandoening die sarcoïdose wordt genoemd);
vasculitis (ontsteking van een bloedvat);
trillen;
neuropathie (zenuwaandoening);
beroerte;
gehoorverlies, oorsuizen;
gevoel van onregelmatige hartslag zoals het overslaan van een hartslag;
hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken;
hartaanval;
95
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
een uitstulping in de wand van een belangrijke slagader, ontsteking en dichtslibben van een
ader, blokkade van een bloedvat;
longziekten die kortademigheid veroorzaken (waaronder ontsteking);
longembolie (afsluiting van een longslagader);
pleurale effusie (abnormale vochtophoping tussen de borstvliezen);
ontsteking van de alvleesklier wat een hevige pijn in de buik en rug veroorzaakt;
moeilijkheden met slikken;
gezichtsoedeem (zwelling);
galblaasontsteking, galstenen;
leververvetting (ophoping van vetten in levercellen);
nachtzweten;
litteken;
abnormale afbraak van spieren;
systemische lupus erythematodes (een immuunziekte met ontstekingen van huid, hart, longen,
gewrichten en andere orgaansystemen);
onderbrekingen van de slaap;
impotentie;
ontstekingen.
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
leukemie (kanker die het bloed en beenmerg aantast);
ernstige allergische reactie met shock;
multipele sclerose;
zenuwstoornissen (zoals oogzenuwontsteking en het Guillain-Barré-syndroom, een aandoening
die spierzwakte, abnormaal gevoel, tintelingen in de armen en het bovenlichaam kan
veroorzaken;
hartstilstand;
longfibrose (vorming van littekenweefsel in de long);
darmperforatie (gat in de darmwand);
hepatitis (leverontsteking);
reactivatie van hepatitis B-infectie;
auto-immuun hepatitis (ontsteking van de lever die wordt veroorzaakt door het eigen
immuunsysteem van het lichaam);
cutane vasculitis (ontsteking van bloedvaten in de huid);
Stevens-Johnson-syndroom (levensbedreigende reactie met griepachtige symptomen en uitslag
met blaarvorming);
gezichtsoedeem (zwelling) in verband gebracht met allergische reacties;
erythema multiforme (ontstoken huiduitslag);
lupus-achtig syndroom;
angio-oedeem (plaatselijke zwelling van de huid);
lichenoïde huidreactie (jeukende, rood-paarse huiduitslag).
Onbekend
(kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
•
•
•
•
•
•
hepatosplenisch T-cellymfoom (een zeldzame kanker in het bloed die vaak dodelijk is);
Merkelcelcarcinoom (een type huidkanker);
Kaposi-sarcoom, een zeldzame vorm van kanker die verband houdt met infectie met humaan
herpesvirus 8. Kaposi-sarcoom is meestal zichtbaar in de vorm van paarse huidschade;
leverfalen;
verergering van een aandoening genaamd dermatomyositis (zich uitend als huiduitslag samen
met spierzwakte);
gewichtstoename (bij de meeste patiënten was sprake van een kleine gewichtstoename).
96
Sommige bijwerkingen die waargenomen werden met adalimumab hebben geen symptomen en
kunnen alleen waargenomen worden door middel van bloedonderzoek.
Hieronder vallen:
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
•
•
•
•
verlaagd aantal witte bloedcellen;
verlaagd aantal rode bloedcellen;
verhoogd aantal vetten in het bloed;
verhoogde leverenzymen.
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
verhoogd aantal witte bloedcellen;
verlaagd aantal bloedplaatjes;
toegenomen hoeveelheid urinezuur in het bloed;
afwijkende bloedwaarden voor natrium;
lage bloedwaarden voor calcium;
lage bloedwaarden voor fosfaat;
hoog bloedsuiker;
hoge bloedwaarden voor lactaatdehydrogenase;
aanwezigheid van autoantilichamen in het bloed;
lage bloedwaarden kalium.
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)
•
verhoogde bloedwaarden voor bilirubine (leverbloedtesten).
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers)
•
verlaagd aantal witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt uw kind last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het
etiket/blister/verpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuit in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Alternatieve bewaring:
97
Wanneer nodig (bijvoorbeeld als u op reis bent), mag Hefiya bewaard worden bij kamertemperatuur
(tot maximaal 25°C) gedurende maximaal 21 dagen – zorg ervoor dat de spuit beschermd wordt tegen
licht. Eenmaal uit de koelkast gehaald voor bewaring bij kamertemperatuur,
moet de voorgevulde
spuit binnen 21 dagen gebruikt worden of worden afgevoerd,
ook als deze later in de koelkast
wordt teruggelegd. Schrijf de datum waarop de voorgevulde spuit voor de eerste keer uit de koelkast
wordt gehaald op en de datum waarna de spuit moet worden afgevoerd.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts
of apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op
de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
•
•
De werkzame stof in dit middel is adalimumab. Elke voorgevulde spuit bevat 20 mg
adalimumab in 0,4 ml oplossing.
De andere stoffen in dit middel zijn adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride,
mannitol (E 421), polysorbaat 80 (E 433), zoutzuur (E 507), natriumhydroxide (E 524) en water
voor injecties.
Hoe ziet Hefiya eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie (injectie) in voorgevulde spuit voor gebruik bij kinderen wordt
geleverd als 0,4 ml heldere tot licht opalescente, kleurloze of lichtgele oplossing.
Hefiya wordt geleverd in een heldere glazen spuit type I voor eenmalig gebruik met naald van roestvrij
staal met een naaldhuls met vingersteun, rubberen beschermdoop en plastic zuigerstang,
bevattende 0,4 ml oplossing.
De verpakking bevat 2 voorgevulde spuiten met Hefiya.
Niet alle verpakkingsgrootten worden op de markt gebracht.
Hefiya is verkrijgbaar als voorgevulde spuit en voorgevulde pen (SensoReady).
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6250 Kundl
Oostenrijk
Fabrikant
Sandoz GmbH Schaftenau
Biochemiestr. 10
6336 Langkampfen
Oostenrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
98
België/Belgique/Belgien
Sandoz nv/sa
Tél/Tel: +32 2 722 97 97
България
Са½доз България КЧТ
Тел.: +359 2
970 47 47
Česká republika
Sandoz s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark/Norge/Ísland/Sverige
Sandoz A/S
Tlf: +45 63 95 10 00
Deutschland
Hexal AG
Tel: +49 8024 908 0
Eesti
Sandoz d.d. Eesti filiaal
Tel: +372 665 2400
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Sandoz Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 900 456 856
France
Sandoz SAS
Tél: +33 1 49 64 48 00
Hrvatska
Sandoz d.o.o.
Tel: +385 1 23 53 111
Ireland
Rowex Ltd.
Tel: + 353 27 50077
Italia
Sandoz S.p.A.
Tel: +39 02 96541
Κύπρος
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Τηλ: +357 22 69 0690
Latvija
Sandoz d.d. Pārstāvniecība Latvijā
Tel: +371 67 892 006
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Lietuva
Sandoz Pharmaceuticals d.d filialas
Tel: +370 5 2636 037
Luxembourg/Luxemburg
Sandoz nv/saTél/Tel.: +32 2 722 97 97
Magyarország
Sandoz Hungária Kft.
Tel.: +36 1 430 2890
Malta
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Tel: +356 21222872
Nederland
Sandoz B.V.
Tel: +31 36 52 41 600
Österreich
Sandoz GmbH
Tel: +43 5338 2000
Polska
Sandoz Polska Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 209 70 00
Portugal
Sandoz Farmacêutica Lda.
Tel: +351 21 196 40 00
România
Terapia S.A.
Tel:+40 264 50 15 00
Slovenija
Lek farmacevtska družba d.d.
Tel: +386 1 580 21 11
Slovenská republika
Sandoz d.d. - organizačná zložka
Tel: +421 2 48 200 600
Suomi/Finland
Sandoz A/S
Puh/Tel: +358 10 6133 400
United Kingdom (Northern Ireland)
Sandoz GmbH
Tel: +43 5338 2000
99
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu
7.
Instructies voor gebruik
Om mogelijke infecties te voorkomen en ervoor te zorgen dat u het geneesmiddel correct gebruikt, is
het belangrijk dat u deze instructies opvolgt.
Zorg dat u deze gebruiksinstructies leest, begrijpt en opvolgt voordat u Hefiya injecteert. Uw
zorgverlener laat u zien hoe u Hefiya op de juiste manier kunt voorbereiden en injecteren met de
voorgevulde spuit voordat u deze voor het eerst gebruikt. Neem voor vragen contact op met uw
zorgverlener.
Uw Hefiya voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik met naaldhuls en extra vingersteun
Afbeelding A: Hefiya voorgevulde spuit met naaldhuls en extra vingersteun
Let op het volgende:
•
Open de buitenverpakking pas op het moment dat u de spuit gaat gebruiken.
•
Gebruik de spuit niet als de blisterverpakking is geopend, omdat u de spuit dan niet meer veilig
kunt gebruiken.
•
Laat de spuit nooit onbeheerd liggen om te voorkomen dat anderen ermee kunnen knoeien.
•
Gebruik een spuit die u laat vallen niet als deze beschadigd lijkt, of als u de spuit laat vallen
terwijl de beschermdop is verwijderd.
•
Verwijder de beschermdop pas op het moment dat u de injectie gaat toedienen.
•
Raak de vleugels van de naaldhuls vóór gebruik niet aan. Als u de vleugels aanraakt, kan de
naaldhuls te vroeg worden geactiveerd. Verwijder de vingersteun niet voordat u de injectie gaat
toedienen.
•
Injecteer Hefiya 15-30 minuten nadat u het uit de koelkast heeft gehaald om de injectie
comfortabeler te maken.
•
Gooi de gebruikte spuit meteen na gebruik weg.
Gebruik de spuit niet opnieuw.
Zie “4.
Gebruikte spuiten wegwerpen” aan het eind van deze gebruiksinstructies.
Hoe moet u Hefiya bewaren?
•
Bewaar uw buitenverpakking met spuiten in de koelkast bij een temperatuur tussen 2°C en 8°C.
•
Indien nodig (bijvoorbeeld op reis) kan Hefiya tot 21 dagen bij kamertemperatuur
(maximaal 25°C) en beschermd tegen licht worden bewaard. Nadat u de voorgevulde spuit uit
100
•
•
•
de koelkast heeft gehaald en op kamertemperatuur heeft gebracht, moet u de voorgevulde spuit
binnen 21 dagen gebruiken of weggooien,
ook als u de spuit later weer in de koelkast heeft
geplaatst. Noteer de datum waarop de voorgevulde spuit voor het eerst uit de koelkast wordt
gehaald, en de datum waarna de voorgevulde spuit moet worden weggegooid.
Bewaar de spuiten tot gebruik in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Bewaar de spuiten niet op een plaats waar het erg warm of erg koud is.
Bewaar de spuiten niet in de vriezer.
Houd Hefiya net als alle geneesmiddelen buiten het bereik van kinderen.
Wat heeft u nodig voor het injecteren?
Leg de volgende artikelen op een schoon en vlak werkoppervlak.
De verpakking bevat:
•
Hefiya voorgevulde spuit(en) (zie afbeelding A). Elke spuit bevat 20 mg/0,4 ml Hefiya.
Niet meegeleverd in de verpakking zijn (zie afbeelding B):
•
Alcoholdoekje
•
Wattenbolletje of gaasje
•
Naaldencontainer
Afbeelding B: artikelen die niet worden meegeleverd
Zie
“4. Gebruikte spuiten wegwerpen”
aan het eind van deze gebruiksinstructies.
Voor het injecteren
Afbeelding C:
de naaldhuls is niet geactiveerd – de
spuit is klaar voor gebruik
o
o
In deze configuratie is de naaldhuls
NIET GEACTIVEERD.
De spuit is klaar voor gebruik (zie
afbeelding C).
Afbeelding D: de naaldhuls is geactiveerd - de
spuit niet gebruiken
o
o
In deze configuratie is de
naaldhuls
GEACTIVEERD.
De spuit
NIET GEBRUIKEN
(zie afbeelding D).
De spuit voorbereiden
•
Om de injectie wat comfortabeler te maken, neemt u de blisterverpakking met de spuit uit de
koelkast en laat u deze ongeopend ongeveer 15 tot 30 minuten op uw werkoppervlak liggen
totdat de verpakking op kamertemperatuur is.
•
Neem de spuit uit de blisterverpakking.
101
•
•
•
Kijk door het venster. De oplossing moet kleurloos of lichtgeel en helder tot licht opalescent
zijn. Gebruik de pen niet als u ziet dat de oplossing deeltjes bevat en/of verkleurd is. Neem
contact op met de apotheker als u zich zorgen maakt over hoe de oplossing eruitziet.
Gebruik de spuit niet als deze is gebroken of als de naaldhuls is geactiveerd. Breng de spuit met
de verpakking terug naar de apotheek.
Controleer de uiterste gebruiksdatum (EXP) op uw spuit. Gebruik de spuit niet als deze uiterste
gebruiksdatum is verstreken.
Neem contact op met de apotheker als de spuit niet voldoet aan een van de bovenvermelde
punten.
1.
•
•
•
De injectieplaats kiezen:
De aanbevolen injectieplaats is de voorkant van de dijen. U
kunt ook kiezen voor de onderbuik, maar niet in het gebied
binnen 5 cm rond uw navel (zie
afbeelding E).
Verander elke keer dat u uzelf injecteert van injectieplaats.
Injecteer niet op plaatsen waar de huid pijnlijk, gekneusd,
rood, schilferig of hard is. Vermijd ook plaatsen met
littekens of striae. Als u psoriasis heeft, moet u NIET
injecteren op plaatsen met psoriasisplekken.
Afbeelding E: kies uw injectieplaats
2.
•
•
•
De injectieplaats reinigen:
Was uw handen grondig met water en zeep.
Desinfecteer in een draaiende beweging de injectieplaats
met een alcoholdoekje. Laat de plaats drogen voordat u
injecteert (zie
afbeelding F).
Raak de gereinigde plaats niet aan voordat u injecteert.
Afbeelding F: reinig de injectieplaats
3.
•
•
•
De injectie toedienen:
Trek de beschermdop voorzichtig recht uit de spuit (zie
afbeelding G).
Gooi de beschermdop weg.
U kunt een kleine druppel vloeistof opmerken aan het
uiteinde van de naald. Dat is normaal.
Afbeelding G: trek de beschermdop
uit
102
•
•
•
Pak de huid op de injectieplaats voorzichtig vast tussen
duim en wijsvinger (zie
afbeelding H).
Steek de naald in de huid zoals afgebeeld.
Steek de naald helemaal in de huid zodat de hele dosis kan
worden toegediend.
Afbeelding H: steek de naald in de
huid
•
•
•
Houd de spuit vast zoals afgebeeld (zie
afbeelding I).
Druk de zuiger langzaam volledig in, totdat het uiteinde
van de zuiger zich tussen de vleugels van de naaldhuls
bevindt.
Houd de zuiger volledig ingedrukt terwijl u de spuit
gedurende 5 seconden op zijn plaats houdt.
Afbeelding I: houd de spuit vast
•
Houd de zuiger volledig ingedrukt
terwijl u de naald
voorzichtig uit de injectieplaats trekt en de huid loslaat
(zie
afbeelding J).
Afbeelding J: trek de naald recht eruit
•
•
Laat de zuiger langzaam los totdat de naaldhoes
automatisch de naald bedekt (zie
afbeelding K).
Er kan wat bloed op de injectieplaats verschijnen. Druk
een wattenbolletje of gaasje tegen de injectieplaats en
houd 10 seconden vast. Wrijf niet over de injectieplaats. U
kunt de injectieplaats indien nodig afdekken met een
pleister.
Afbeelding K: laat de zuiger
langzaam los
103
4.
•
Gebruikte spuiten wegwerpen:
Werp de gebruikte spuit weg in een naaldencontainer
(afsluitbare container waar naalden niet doorheen kunnen
prikken). Voor uw eigen veiligheid en gezondheid en die
van anderen mogen naalden en gebruikte spuiten niet
worden hergebruikt.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en
gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts of apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer
gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier
afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften.
Heeft u nog andere vragen? Neem dan contact op met een arts, apotheker of verpleegkundige
die bekend is met Hefiya.
104
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
adalimumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Uw arts zal u ook een Hefiya patiëntenkaart geven, deze bevat belangrijke veiligheidsinformatie
waar u zich bewust van moet zijn voordat u Hefiya gaat gebruiken en tijdens de therapie met
Hefiya. Houd deze patiëntenkaart bij u tijdens de therapie en tot 4 maanden nadat u (of uw kind)
de laatste Hefiya-injectie heeft gehad.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
7.
Instructies voor gebruik
1.
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Hefiya bevat de werkzame stof adalimumab, een geneesmiddel dat inwerkt op het immuunsysteem
(afweersysteem) van uw lichaam.
Hefiya is bedoeld voor het behandelen van de onderstaand genoemde ontstekingsziekten:
•
Reumatoïde artritis
•
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
•
Enthesitis-gerelateerde artritis
•
Spondylitis ankylopoetica
•
Axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis ankylopoetica
•
Artritis psoriatica
•
Psoriasis
•
Hidradenitis suppurativa
•
Ziekte van Crohn
•
Colitis ulcerosa
•
Niet-infectieuze uveïtis
De werkzame stof in Hefiya, adalimumab, is een humaan monoklonaal antilichaam. Monoklonale
antilichamen zijn eiwitten die zich binden aan een specifiek doeleiwit.
Het doeleiwit van adalimumab is een eiwit genaamd tumor necrose factor (TNF-α), dat een rol speelt
bij het immuunsysteem (afweersysteem) en dat in verhoogde mate aanwezig is bij de bovenstaand
105
genoemde ontstekingsziekten. Door te binden aan TNF-α, blokkeert Hefiya de werking ervan en zorgt
voor een afname van het ontstekingsproces in genoemde ziekten.
Reumatoïde artritis
Reumatoïde artritis is een ontstekingsziekte van de gewrichten.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van reumatoïde artritis bij volwassenen. Wanneer u matig
tot ernstige reumatoïde artritis heeft, zult u waarschijnlijk eerst andere antireumatische
geneesmiddelen hebben ontvangen, zoals bijvoorbeeld methotrexaat. Als deze geneesmiddelen niet
voldoende werken, krijgt u Hefiya om uw reumatoïde artritis te behandelen.
Hefiya kan ook worden voorgeschreven voor de behandeling van ernstige, actieve en progressieve
reumatoïde artritis zonder voorgaande methotrexaatbehandeling.
Hefiya kan de door ziekte veroorzaakte schade aan het kraakbeen en bot van de gewrichten vertragen
en het lichamelijk functioneren verbeteren.
Hefiya wordt over het algemeen samen met methotrexaat gebruikt. Als uw arts besluit dat
methotrexaat niet passend is, kan Hefiya alleen voorgeschreven worden.
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis zijn ontstekingsziekten
van de gewrichten die zich meestal openbaren in de kinderjaren.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van polyarticulaire juveniele idiopathische artritis bij
kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot en met 17 jaar en enthesitis-gerelateerde artritis bij
kinderen en jongeren in de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar. Patiënten kunnen eerst andere
antireumatische geneesmiddelen krijgen, zoals methotrexaat. Als deze geneesmiddelen niet voldoende
werken, krijgen patiënten Hefiya om de polyarticulaire juveniele idiopathische artritis of enthesitis-
gerelateerde artritis te behandelen.
Spondylitis ankylopoetica en axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis
ankylopoetica
Spondylitis ankylopoetica en axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis
ankylopoetica zijn ontstekingsziekten van de wervelkolom.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van deze aandoeningen bij volwassenen. Als u spondylitis
ankylopoetica of axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis ankylopoetica
heeft, zult u eerst met andere geneesmiddelen zijn behandeld. Als deze geneesmiddelen niet voldoende
werken, krijgt u Hefiya om de verschijnselen en symptomen van uw ziekte te verminderen.
Plaque psoriasis bij volwassenen en kinderen
Plaque psoriasis is een ontstekingsziekte van de huid die rode, schilferige, korstige plekken op de huid
veroorzaakt, die bedekt zijn met zilverachtige schubben. Plaque psoriasis kan ook een effect hebben
op de nagels, waardoor deze afbrokkelen, dik worden en van het nagelbed loskomen, wat pijnlijk kan
zijn. Psoriasis wordt verondersteld te worden veroorzaakt door een probleem met het immuunsysteem
wat leidt tot een verhoogde productie van huidcellen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van matige tot ernstige psoriasis bij volwassenen. Hefiya
wordt ook gebruikt om ernstige plaque psoriasis te behandelen bij kinderen en jongeren in de leeftijd
van 4 tot en met 17 jaar bij wie geneesmiddelen aangebracht op de huid en behandeling met ultraviolet
licht niet goed werkten of die hier niet voor in aanmerking kwamen.
106
Artritis psoriatica
Artritis psoriatica is een ontstekingsziekte van de gewrichten geassocieerd met psoriasis.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van artritis psoriatica bij volwassenen. Hefiya kan de door
de aandoening veroorzaakte schade aan kraakbeen en botten van de gewrichten vertragen en het
lichamelijk functioneren verbeteren.
Hidradenitis suppurativa bij volwassenen en jongeren
Hidradenitis suppurativa (ook wel acne inversa genoemd) is een chronische, vaak pijnlijke
huidaandoening met ontstekingen. De symptomen kunnen bestaan uit pijnlijke zwellingen (abcessen)
waar pus uit kan komen.
Er zijn bepaalde gebieden van de huid die het vaakst aangetast worden, zoals onder de borsten, de
oksels, de binnenkant van de dijen, de liezen en de billen. Op de aangedane gebieden kunnen littekens
ontstaan.
Hefiya wordt gebruikt om hidradenitis suppurativa te behandelen bij volwassenen en jongeren
vanaf 12 jaar. Hefiya kan het aantal zwellingen (abcessen) verminderen en ook de pijn die vaak met de
aandoening gepaard gaat. Het is mogelijk dat u eerst andere geneesmiddelen krijgt. Als deze
geneesmiddelen niet voldoende werken, krijgt u Hefiya.
De ziekte van Crohn bij volwassenen en kinderen
De ziekte van Crohn is een ontstekingsziekte van de darmen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van de ziekte van Crohn bij volwassenen en bij kinderen
van 6 tot en met 17 jaar. Als u de ziekte van Crohn heeft, krijgt u eerst andere geneesmiddelen. Als u
niet goed genoeg reageert op die geneesmiddelen, krijgt u Hefiya om de klachten en symptomen van
uw ziekte van Crohn te verminderen.
Colitis ulcerosa bij volwassenen en kinderen
Colitis ulcerosa is een ontstekingsziekte van de dikke darm.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van matige tot ernstige colitis ulcerosa bij volwassenen en
kinderen van 6 tot en met 17 jaar. Als u colitis ulcerosa heeft, krijgt u mogelijk eerst andere
geneesmiddelen. Als deze geneesmiddelen niet voldoende werken, krijgt u Hefiya om de symptomen
van uw ziekte te verminderen.
Niet-infectieuze uveïtis bij volwassenen en kinderen
Niet-infectieuze uveïtis is een ontstekingsziekte die effect heeft op bepaalde delen van het oog. Deze
ontsteking leidt tot een afname van het gezichtsvermogen en/of de aanwezigheid van vlekjes in het
oog (zwarte puntjes of slierten die bewegen in het gezichtsveld, ook wel ‘mouches volantes’
genoemd). Hefiya werkt om deze ontsteking te verminderen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van
•
Volwassenen met niet-infectieuze uveïtis die een ontsteking hebben die de achterkant van het
oog treft.
•
Kinderen vanaf 2 jaar met chronische niet-infectieuze uveïtis die een ontsteking hebben die de
voorkant van het oog treft.
107
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
•
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U heeft een ernstige infectie, zoals actieve tuberculose, sepsis (bloedvergiftiging) of andere
opportunistische infectie (niet-gebruikelijke infectie door een verzwakt immuunsysteem). Het is
belangrijk dat u uw arts symptomen van een infectie vertelt, zoals koorts, wondjes, moeheid,
gebitsproblemen (zie ook “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
U lijdt aan matig tot ernstig hartfalen. Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte brengt als u
een ernstige hartaandoening heeft of heeft gehad (zie ook “Wanneer moet u extra voorzichtig
zijn met dit middel?”).
•
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker, voordat u dit middel gebruikt.
Allergische reactie
•
Als u allergische reacties met symptomen als benauwdheid, piepende ademhaling, duizeligheid,
zwelling of uitslag krijgt, injecteer dan geen Hefiya meer, maar neem direct contact op met uw
arts aangezien, in zeldzame gevallen, deze reacties levensbedreigend kunnen zijn.
Infectie
•
Als u een infectie heeft, zoals een langdurige of lokale infectie (bijvoorbeeld een open been),
neem dan altijd contact op met uw arts voor u start met het gebruik van Hefiya. Neem bij twijfel
contact op met uw arts.
Door het gebruik van Hefiya kunt u makkelijker infecties oplopen. Dit risico kan groter zijn
wanneer uw longfunctie verminderd is. Deze infecties kunnen ernstig zijn. Voorbeelden van
dergelijke infecties zijn tuberculose, infecties veroorzaakt door virussen, schimmels, parasieten,
bacteriën of andere infectieuze organismen, en sepsis (bloedvergiftiging).
In zeldzame gevallen kunnen deze infecties leiden tot de dood. Het is daarom belangrijk om uw
arts symptomen als koorts, wondjes, moeheid en gebitsproblemen door te geven. Mogelijk zal
uw arts tijdelijke stopzetting van de behandeling met Hefiya aanbevelen.
•
•
Tuberculose
•
Aangezien er gevallen van tuberculose zijn gemeld bij behandeling met adalimumab, zal uw arts
u onderzoeken op symptomen van tuberculose voordat u wordt behandeld met Hefiya. Dit zal
een grondige medische evaluatie omvatten, waarbij uw medische geschiedenis zal worden
doorgenomen en gepaste screening tests zullen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld een
röntgenfoto van uw thorax (borst) zal worden gemaakt en een tuberculinetest zal worden
uitgevoerd). De wijze waarop deze tests zijn uitgevoerd en resultaten moeten op uw Hefiya
patiëntenkaart worden aangegeven. Het is heel belangrijk dat u uw arts vertelt of u ooit
tuberculose heeft gehad, of wanneer u in nauw contact bent gekomen met iemand die
tuberculose had. Het kan zijn dat tuberculose zich ontwikkelt tijdens de behandeling met
Hefiya, zelfs wanneer u preventief bent behandeld tegen tuberculose. Wanneer u tijdens of na
deze therapie symptomen ontwikkelt van tuberculose (hoesten dat maar niet overgaat,
gewichtsverlies, lusteloosheid, lichte koorts), of een andere infectie zich openbaart, waarschuw
dan meteen uw arts.
108
Reis-/terugkerende infectie
•
•
Informeer uw arts als u in gebieden heeft gewoond of gereisd waar schimmelinfecties zoals
histoplasmose, coccidioïdomycose of blastomycose vaak voorkomen.
Informeer uw arts als u infecties heeft gehad die steeds terugkomen, of andere aandoeningen die
het risico op infecties zouden kunnen verhogen.
Hepatitis-B-virus
•
Informeer uw arts als u drager bent van het hepatitis B-virus (HBV), als u een actieve
HBV-infectie heeft of als u denkt dat u risico loopt op HBV. Uw arts dient u op HBV te testen.
Adalimumab kan reactivering van de HBV-infectie veroorzaken bij mensen die drager zijn van
dit virus. In sommige zeldzame gevallen, vooral als u andere geneesmiddelen gebruikt die het
immuunsysteem onderdrukken, kan reactivering van de HBV-infectie levensbedreigend zijn.
Ouder dan 65 jaar
•
Als u ouder dan 65 jaar bent, kunt u vatbaarder zijn voor infecties terwijl u Hefiya gebruikt. U
en uw arts moeten extra letten op verschijnselen van een infectie terwijl u met Hefiya behandeld
wordt. Het is belangrijk om uw arts in te lichten als u verschijnselen van een infectie krijgt zoals
koorts, wondjes, moeheid of gebitsproblemen.
Chirurgische of tandheelkundige verrichtingen
•
Als u chirurgische of tandheelkundige ingrepen moet ondergaan, geef dan bij uw arts aan dat u
Hefiya gebruikt. Mogelijk zal uw arts tijdelijke stopzetting van de behandeling met Hefiya
aanbevelen.
Demyeliniserende aandoening
•
Als u een demyeliniserende aandoening (een aandoening die de isolerende laag rond de
zenuwen aantast, zoals multipele sclerose) heeft of ontwikkelt, zal uw arts beslissen of u Hefiya
kunt gebruiken of kunt blijven gebruiken. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u
symptomen krijgt zoals veranderingen in gezichtsvermogen, zwakte in armen of benen of
gevoelloosheid of tinteling in een deel van het lichaam.
Vaccin
•
Bepaalde vaccins bevatten levende maar verzwakte vormen van ziekteverwekkende bacteriën of
virussen, en deze mogen niet gegeven worden tijdens de Hefiya-therapie omdat ze een infectie
kunnen veroorzaken. Vraag uw arts om advies, voordat u een vaccinatie krijgt. Het wordt
aanbevolen dat kinderen indien mogelijk alle vaccinaties krijgen die ze volgens de geldende
richtlijnen met betrekking tot vaccinaties zouden moeten krijgen, voordat gestart wordt met de
Hefiya-behandeling. Wanneer u met Hefiya werd behandeld tijdens uw zwangerschap, kan uw
kind tot ongeveer vijf maanden na de laatste dosis die u tijdens uw zwangerschap toegediend
heeft gekregen een verhoogd risico hebben om een dergelijke infectie te krijgen. Het is
belangrijk dat u de artsen van uw kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt wanneer u
tijdens uw zwangerschap Hefiya heeft gebruikt, zodat zij kunnen beslissen wanneer uw kind een
vaccin zou moeten krijgen.
109
Hartfalen
•
Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte stelt als u een ernstige hartaandoening heeft of heeft
gehad. Als u lijdt aan licht hartfalen en u wordt behandeld met Hefiya dan moet het verloop van
uw hartfalen goed gecontroleerd worden door uw arts. Als er nieuwe symptomen van hartfalen
ontstaan of als bestaande symptomen verergeren (zoals kortademigheid of gezwollen voeten)
moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
Koorts, blauwe plekken, bloeding of bleek zien
•
Bij sommige patiënten kan het gebeuren dat het lichaam onvoldoende bloedcellen aanmaakt die
het lichaam helpen om infecties te bestrijden of helpen om een bloeding snel tot staan te
brengen. Als u merkt dat u koorts heeft die niet overgaat, of snel blauwe plekken krijgt of zeer
gemakkelijk bloedt en erg bleek ziet, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Uw arts
kan besluiten de therapie te stoppen.
Kanker
•
Er is een aantal zeldzame gevallen geweest van bepaalde soorten kanker bij kinderen en
volwassenen die adalimumab of andere TNF-α-blokkers gebruikten. Mensen met een ernstige
vorm van reumatoïde artritis die de ziekte al langere tijd hebben zouden een hoger dan
gemiddeld risico kunnen lopen om een lymfoom en leukemie (kankers van bloedcellen en
beenmerg) te krijgen. Als u Hefiya gebruikt, kan het risico op het krijgen van een lymfoom,
leukemie of een andere vorm van kanker toenemen. In zeldzame gevallen is een ernstig type
lymfoom opgetreden bij patiënten die adalimumab gebruikten. Sommige van deze patiënten
werden ook behandeld met de geneesmiddelen azathioprine of 6-mercaptopurine. Informeer uw
arts wanneer u azathioprine of 6-mercaptopurine met Hefiya gebruikt.
Gevallen van niet-melanoom huidkanker kunnen voorkomen bij patiënten die adalimumab
gebruiken. Als nieuwe huidafwijkingen verschijnen tijdens of na de behandeling of als
bestaande plekken of beschadigde delen van de huid van uiterlijk veranderen, vertel dit dan aan
uw arts.
Er zijn gevallen van kanker, anders dan lymfoom, geweest bij patiënten met een specifiek soort
longziekte, Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) die behandeld worden met een
andere TNF-α-blokker. Als u lijdt aan COPD, of als u veel rookt, dan moet u met uw arts
bespreken of behandeling met een TNF-α-blokker voor u geschikt is.
•
•
Auto-immuunziekten
•
In zeldzame gevallen kan Hefiya-behandeling leiden tot een lupus-achtig syndroom. Neem
contact op met uw arts als zich symptomen voordoen zoals aanhoudende onverklaarbare
huiduitslag, koorts, gewrichtspijn of vermoeidheid.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
•
•
•
•
Geef geen Hefiya aan kinderen onder de 2 jaar met polyarticulaire juveniele idiopathische
artritis.
Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 4 jaar met juveniele plaque psoriasis of juveniele
ulceratieve colitis.
Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 6 jaar met juveniele ziekte van Crohn.
Gebruik niet de voorgevulde spuit van 40 mg als andere doses dan 40 mg worden aanbevolen.
110
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Hefiya nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan aan uw arts of
apotheker.
Hefiya kan in combinatie met methotrexaat of bepaalde antireumatische middelen (zoals sulfasalazine,
hydroxychloroquine, leflunomide en injecteerbare goudpreparaten) gebruikt worden, of in combinatie
met corticosteroïden of pijnstillers, inclusief niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s).
Gebruik Hefiya niet samen met geneesmiddelen die de werkzame stoffen anakinra of abatacept
bevatten in verband met een verhoogd risico op ernstige infectie. De combinatie van adalimumab en
andere TNF-antagonisten en anakinra of abatacept wordt niet aanbevolen vanwege het mogelijk
verhoogde risico op infecties, waaronder ernstige infecties en andere mogelijke farmacologische
interacties. Neem bij vragen contact op met uw arts.
Zwangerschap en borstvoeding
•
•
•
•
•
•
•
U dient het gebruik van een goed voorbehoedsmiddel te overwegen om zwangerschap te
voorkomen en het gebruik ervan voort te zetten tot minimaal 5 maanden na de laatste Hefiya-
behandeling.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Hefiya mag alleen tijdens de zwangerschap worden gebruikt als dat noodzakelijk is.
Volgens een studie bij zwangere vrouwen was er geen hoger risico op geboorteafwijkingen bij
moeders die tijdens de zwangerschap adalimumab hadden gebruikt in vergelijking met moeders
met dezelfde ziekte die geen adalimumab hadden gebruikt.
Hefiya kan tijdens borstvoeding worden gebruikt.
Wanneer u tijdens uw zwangerschap Hefiya gebruikt, kan uw kind een verhoogd risico hebben
om een infectie te krijgen.
Het is belangrijk dat u de artsen van uw kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt van
uw gebruik van Hefiya tijdens uw zwangerschap voordat uw baby een vaccin krijgt toegediend.
Voor meer informatie over vaccinaties, zie de rubriek “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn
met dit middel?”.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Hefiya kan een gering effect hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om te fietsen of machines
te bedienen. Het gevoel dat de kamer draait (vertigo) en stoornissen met het gezichtsvermogen kunnen
optreden na gebruik van Hefiya.
Hefiya bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 0,8 ml, dat wil zeggen is
in wezen ´natriumvrij´.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hefiya is verkrijgbaar als 40 mg oplossing in een voorgevulde pen en als 20 mg en 40 mg oplossing in
een voorgevulde spuit waarmee patiënten zich een volledige dosis van 20 mg of 40 mg kunnen
toedienen.
111
Reumatoïde artritis, psoriatische artritis, ankyloserende spondylitis of axiale
spondyloartritis zonder radiografisch bewijs van ankyloserende spondylitis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
40 mg eenmaal per twee
Bij reumatoïde artritis wordt
weken als een enkele dosis
de behandeling met
methotrexaat voorgezet
terwijl Hefiya wordt gebruikt.
Als uw arts vaststelt dat
methotrexaat ongeschikt is,
kan Hefiya alleen worden
toegediend.
Als u reumatoïde artritis heeft
en niet wordt behandeld met
methotrexaat tijdens uw
behandeling met Hefiya, kan
uw arts besluiten om u 40 mg
Hefiya per week of 80 mg
eenmaal per twee weken te
geven.
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Kinderen, jongeren en
40 mg eenmaal per twee
volwassenen vanaf 2 jaar die
weken
ten minste 30 kg wegen
Kinderen en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
2 jaar die ten minste 10 kg,
weken
maar minder dan 30 kg wegen
Enthesitisgerelateerde artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen, jongeren en
volwassenen vanaf 6 jaar die
ten minste 30 kg wegen
Kinderen en jongeren vanaf
6 jaar die ten minste 15 kg,
maar minder dan 30 kg wegen
Psoriasis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Volwassenen
Opmerkingen
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
40 mg eenmaal per twee
weken
20 mg eenmaal per twee
weken
Opmerkingen
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op
één dag), gevolgd door 40 mg
eenmaal per twee weken
vanaf een week na de
startdosis.
Opmerkingen
Blijf net zo lang doorgaan met
Hefiya injecteren als uw arts u
heeft verteld. Als deze dosis
niet voldoende werkt, kan uw
arts de dosis verhogen tot
40 mg per week of 80 mg
eenmaal per twee weken.
112
Juveniele plaque psoriasis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 4
tot 17 jaar die ten minste
30 kg wegen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 40 mg, gevolgd
door 40 mg een week later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Startdosis van 20 mg, gevolgd
door 20 mg een week later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Niet van toepassing
Kinderen en jongeren vanaf 4
tot 17 jaar die ten minste
15 kg, maar minder dan 30 kg
wegen
Niet van toepassing
Hidradenitis suppurativa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Volwassenen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 160 mg (als
vier injecties van 40 mg op
één dag of twee injecties van
40 mg per dag op twee
opeenvolgende dagen),
gevolgd door 80 mg (als twee
injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Na nog twee weken gaat u
door met een dosis van 40 mg
per week of 80 mg eenmaal
per twee weken, volgens
voorschrift van uw arts.
Startdosis van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op
één dag), gevolgd door 40 mg
eenmaal per twee weken
vanaf de daaropvolgende
week.
Opmerkingen
Het is aan te raden om de
aangedane plaatsen dagelijks
te wassen met een
desinfecterende zeep.
Jongeren vanaf 12 tot 17 jaar
die ten minste 30 kg wegen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan de arts van uw
kind de dosis verhogen naar
40 mg per week of 80 mg
eenmaal per twee weken.
Het is aan te raden om de
aangedane plaatsen dagelijks
te wassen met een
desinfecterende zeep.
113
Ziekte van Crohn
Leeftijd en lichaamsgewicht
Volwassenen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op
één dag), gevolgd door 40 mg
eenmaal per twee weken
vanaf twee weken na de
startdosis.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
160 mg (als vier injecties van
40 mg op één dag of twee
injecties van 40 mg per dag
op twee opeenvolgende
dagen), gevolgd door 80 mg
(als twee injecties van 40 mg
op één dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan uw arts de
dosering verhogen naar 40 mg
per week of 80 mg eenmaal
per twee weken.
Juveniele ziekte van Crohn
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 6
tot 17 jaar die ten minste
40 kg wegen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op
één dag), gevolgd door 40 mg
eenmaal per twee weken
vanaf twee weken na de
startdosis.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
160 mg (als vier injecties van
40 mg op één dag of twee
injecties van 40 mg per dag
op twee opeenvolgende
dagen), gevolgd door 80 mg
(als twee injecties van 40 mg
op één dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan de arts van uw
kind de dosering verhogen
naar 40 mg per week of
80 mg eenmaal per twee
weken.
114
Juveniele ziekte van Crohn
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 6
tot 17 jaar minder dan 40 kg
wegen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 40 mg, gevolgd
door 20 mg eenmaal per twee
weken vanaf twee weken na
de startdosis.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
80 mg (als twee injecties van
40 mg op één dag), gevolgd
door 40 mg twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan de arts van uw
kind de dosering verhogen
naar 20 mg per week.
Colitis ulcerosa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Volwassenen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 160 mg (als
vier injecties van 40 mg op
één dag of twee injecties van
40 mg per dag op twee
opeenvolgende dagen),
gevolgd door 80 mg (als twee
injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan de arts van uw
kind de dosering verhogen
naar 40 mg per week of
80 mg eenmaal per twee
weken.
Juveniele colitis ulcerosa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 6
jaar die 40 kg of meer wegen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 160 mg (als vier
injecties van 40 mg op één dag
of twee injecties van 40 mg per
dag op twee opeenvolgende
dagen), gevolgd door 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke dosis
80 mg eenmaal per twee weken.
(als twee injecties van 40 mg op
één dag)
Opmerkingen
Patiënten die 18 worden terwijl
ze eenmaal per twee weken
80 mg krijgen, moeten hun
voorgeschreven dosering
voortzetten
115
Juveniele colitis ulcerosa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 6
jaar die minder dan 40 kg
wegen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 80 mg (als twee
injecties van 40 mg op één dag)
gevolgd door 40 mg (als één
injectie van 40 mg) twee weken
later. Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Patiënten die 18 worden terwijl
ze eenmaal per twee weken
40 mg krijgen, moeten hun
voorgeschreven dosering
voortzetten.
Niet-infectieuze uveïtis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Volwassenen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg),
gevolgd door 40 mg eenmaal
per twee weken vanaf een
week na de startdosis.
Opmerkingen
Bij niet-infectieuze uveïtis
kunt u doorgaan met
corticosteroïden of andere
geneesmiddelen die het
immuunsysteem beïnvloeden
terwijl u Hefiya gebruikt. U
kunt ook alleen Hefiya
gebruiken.
Blijf net zo lang doorgaan met
Hefiya injecteren als uw arts u
heeft verteld.
De arts van uw kind kan ook
een eerste dosis voorschrijven
van 80 mg die wordt
toegediend een week vóór de
start met de gebruikelijke
dosis.
De arts van uw kind kan ook
een eerste dosis voorschrijven
van 40 mg die wordt
toegediend een week vóór de
start met de gebruikelijke
dosis.
Kinderen en jongeren vanaf
2 jaar die ten minste 30 kg
wegen
40 mg eenmaal per twee
weken met methotrexaat
Kinderen en jongeren vanaf
2 jaar die minder dan 30 kg
wegen
20 mg eenmaal per twee
weken met methotrexaat
Hoe en waar dient u Hefiya toe?
Hefiya wordt toegediend via een injectie onder de huid (door subcutane injectie).
Volledige instructies voor het injecteren van Hefiya vindt u in rubriek 7,
“Instructies voor gebruik”.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Wanneer u Hefiya per ongeluk vaker heeft geïnjecteerd dan zou moeten, neem dan meteen contact op
met uw arts of apotheker en vertel hem of haar dat u te veel heeft gebruikt. Houd altijd de
buitenverpakking van het geneesmiddel bij de hand, ook al is deze leeg.
116
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Wanneer u uzelf bent vergeten te injecteren, zult u de eerstvolgende injectie Hefiya moeten nemen
zodra u het zich weer herinnert. De volgende injectie zult u moeten nemen op de dag dat u volgens uw
originele schema ook uw volgende injectie had moeten nemen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
De beslissing om te stoppen met het gebruik van Hefiya moet worden besproken met uw arts. Uw
symptomen kunnen na het stoppen van de behandeling terugkeren.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De meeste bijwerkingen zijn mild tot gematigd. Sommige bijwerkingen kunnen
echter ernstig zijn en behandeling vereisen. Bijwerkingen kunnen nog 4 maanden of langer na de
laatste Hefiya-injectie optreden.
Roep meteen medische hulp in
als u een van de volgende tekenen van allergische reactie of hartfalen
bemerkt:
•
ernstige uitslag, netelroos of andere tekenen van een allergische reactie;
•
opgezwollen gezicht, handen of voeten;
•
ademhalingsproblemen en problemen bij het slikken;
•
kortademigheid bij inspanning of na het gaan liggen, of het opzwellen van de voeten.
Informeer uw arts zo snel mogelijk
wanneer u één van de volgende verschijnselen vertoont:
•
tekenen en symptomen van infectie zoals koorts, zich ziek voelen, wondjes, gebitsproblemen,
brandend gevoel bij urineren, verzwakt of moe voelen;
•
symptomen van zenuwproblemen, zoals tintelingen;
•
gevoelloosheid;
•
dubbel zien;
•
verzwakte armen of benen;
•
tekenen van huidkanker, zoals een bult of open zweer die niet geneest;
•
tekenen en symptomen die zouden kunnen wijzen op een afwijkend bloedbeeld zoals
aanhoudende koorts, blauwe plekken, bloedingen en bleekheid.
De volgende bijwerkingen zijn bij gebruik van adalimumab waargenomen:
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
•
reacties op de injectieplaats (waaronder pijn, zwelling, roodheid of jeuk);
•
infecties van de ademhalingswegen (waaronder verkoudheid, loopneus, ontsteking van de
neusbijholten, longontsteking);
•
hoofdpijn;
•
buikpijn;
•
misselijkheid en braken;
•
huiduitslag;
•
spierpijn.
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
•
ernstige infecties (waaronder bloedvergiftiging en influenza);
•
darminfecties (waaronder gastro-enteritis);
•
huidinfecties (waaronder cellulitis en gordelroos);
117
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
oorontstekingen;
mondinfecties (waaronder gebitsinfecties en koortslip);
genitale infecties;
urineweginfectie;
schimmelinfecties;
gewrichtsinfecties;
goedaardige gezwellen;
huidkanker;
allergische reacties (waaronder hooikoorts);
uitdroging;
stemmingswisselingen (waaronder depressie);
angst;
moeite hebben met slapen;
gevoelsstoornissen zoals tintelingen, prikkelingen of verdoofdheid;
migraine;
symptomen van zenuwwortelcompressie (waaronder lage rugpijn en pijn in de benen);
gezichtsstoornissen;
oogontsteking;
ontsteking van het ooglid en zwelling van het oog;
draaiduizeligheid (vertigo);
gevoel van snelle hartslag;
hoge bloeddruk;
blozen;
bloeduitstorting (een ophoping van gestold bloed);
hoesten;
astma;
kortademigheid;
maagdarmbloeding;
dyspepsie (spijsverteringsmoeilijkheden, opgeblazen gevoel, brandend maagzuur);
oprispingen;
siccasyndroom (waaronder droge ogen en droge mond);
jeuk;
jeukende huiduitslag;
blauwe plekken;
ontsteking van de huid (zoals eczeem);
breken van vingernagels en teennagels;
overmatig zweten;
haaruitval;
opnieuw voorkomen of verslechteren van psoriasis;
spierspasmen;
bloed in de urine;
nierfunctiestoornissen;
pijn op de borst;
oedeem (ophoping van vocht in het lichaam waardoor het aangedane weefsel zwelt);
koorts;
vermindering van het aantal bloedplaatjes wat het risico op bloedingen of blauwe plekken
vergroot;
vertraagd herstel.
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)
•
•
niet-gebruikelijke infecties (waaronder tuberculose en andere infecties) die voorkomen wanneer
de weerstand tegen ziekte verlaagd is;
infecties van het zenuwstelsel (waaronder virale meningitis);
118
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
ooginfecties;
bacteriële infecties;
diverticulitis (ontsteking en infectie van de dikke darm);
kanker, waaronder kanker van het lymfesysteem (lymfoom) en melanoom (type huidkanker);
aandoeningen aan het afweersysteem die de longen, huid en lymfeklieren aan kunnen tasten
(meestal uit zich dit als een aandoening die sarcoïdose wordt genoemd);
vasculitis (ontsteking van een bloedvat);
trillen;
neuropathie (zenuwaandoening);
beroerte;
gehoorverlies, oorsuizen;
gevoel van onregelmatige hartslag zoals het overslaan van een hartslag;
hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken;
hartaanval;
een uitstulping in de wand van een belangrijke slagader, ontsteking en dichtslibben van een
ader, blokkade van een bloedvat;
longziekten die kortademigheid veroorzaken (waaronder ontsteking);
longembolie (afsluiting van een longslagader);
pleurale effusie (abnormale vochtophoping tussen de borstvliezen);
ontsteking van de alvleesklier wat een hevige pijn in de buik en rug veroorzaakt;
moeilijkheden met slikken;
gezichtsoedeem (zwelling);
galblaasontsteking, galstenen;
leververvetting (ophoping van vetten in levercellen);
nachtzweten;
litteken;
abnormale afbraak van spieren;
systemische lupus erythematodes (een immuunziekte met ontstekingen van huid, hart, longen,
gewrichten en andere orgaansystemen);
onderbrekingen van de slaap;
impotentie;
ontstekingen.
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
leukemie (kanker die het bloed en beenmerg aantast);
ernstige allergische reactie met shock;
multipele sclerose;
zenuwstoornissen (zoals oogzenuwontsteking en het Guillain-Barré-syndroom, een aandoening
die spierzwakte, abnormaal gevoel, tintelingen in de armen en het bovenlichaam kan
veroorzaken;
hartstilstand;
longfibrose (vorming van littekenweefsel in de long);
darmperforatie (gat in de darmwand);
hepatitis (leverontsteking);
reactivatie van hepatitis B-infectie;
auto-immuun hepatitis (ontsteking van de lever die wordt veroorzaakt door het eigen
immuunsysteem van het lichaam);
cutane vasculitis (ontsteking van bloedvaten in de huid);
Stevens-Johnson-syndroom (levensbedreigende reactie met griepachtige symptomen en uitslag
met blaarvorming);
gezichtsoedeem (zwelling) in verband gebracht met allergische reacties;
erythema multiforme (ontstoken huiduitslag);
lupus-achtig syndroom;
119
•
•
angio-oedeem (plaatselijke zwelling van de huid);
lichenoïde huidreactie (jeukende, rood-paarse huiduitslag).
Onbekend
(kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
•
•
•
•
•
•
hepatosplenisch T-cellymfoom (een zeldzame kanker in het bloed die vaak dodelijk is);
Merkelcelcarcinoom (een type huidkanker);
Kaposi-sarcoom, een zeldzame vorm van kanker die verband houdt met infectie met humaan
herpesvirus 8. Kaposi-sarcoom is meestal zichtbaar in de vorm van paarse huidschade;
leverfalen;
verergering van een aandoening genaamd dermatomyositis (zich uitend als huiduitslag samen
met spierzwakte);
gewichtstoename (bij de meeste patiënten was sprake van een kleine gewichtstoename).
Sommige bijwerkingen die waargenomen werden met adalimumab hebben geen symptomen en
kunnen alleen waargenomen worden door middel van bloedonderzoek.
Hieronder vallen:
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
•
•
•
•
verlaagd aantal witte bloedcellen;
verlaagd aantal rode bloedcellen;
verhoogd aantal vetten in het bloed;
verhoogde leverenzymen.
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
verhoogd aantal witte bloedcellen;
verlaagd aantal bloedplaatjes;
toegenomen hoeveelheid urinezuur in het bloed;
afwijkende bloedwaarden voor natrium;
lage bloedwaarden voor calcium;
lage bloedwaarden voor fosfaat;
hoog bloedsuiker;
hoge bloedwaarden voor lactaatdehydrogenase;
aanwezigheid van autoantilichamen in het bloed;
lage bloedwaarden kalium.
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)
•
verhoogde bloedwaarden voor bilirubine (leverbloedtesten).
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers)
•
verlaagd aantal witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
120
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het
etiket/blister/verpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuit in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Alternatieve bewaring:
Wanneer nodig (bijvoorbeeld als u op reis bent), mag Hefiya bewaard worden bij kamertemperatuur
(tot maximaal 25°C) gedurende maximaal 21 dagen – zorg ervoor dat de spuit beschermd wordt tegen
licht. Eenmaal uit de koelkast gehaald voor bewaring bij kamertemperatuur,
moet de voorgevulde
spuit binnen 21 dagen gebruikt worden of worden afgevoerd,
ook als deze later in de koelkast
wordt teruggelegd. Schrijf de datum waarop de voorgevulde spuit voor de eerste keer uit de koelkast
wordt gehaald op en de datum waarna de spuit moet worden afgevoerd.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts
of apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op
de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
•
•
De werkzame stof in dit middel is adalimumab. Elke voorgevulde spuit bevat 40 mg
adalimumab in 0,8 ml oplossing.
De andere stoffen in dit middel zijn adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride,
mannitol (E 421), polysorbaat 80 (E 433), zoutzuur (E 507), natriumhydroxide (E 524) en water
voor injecties.
Hoe ziet Hefiya eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie (injectie) in voorgevulde spuit wordt geleverd als 0,8 ml heldere
tot licht opalescente, kleurloze of lichtgele oplossing.
Hefiya wordt geleverd in een heldere glazen spuit type I voor eenmalig gebruik met naald van roestvrij
staal met een naaldhuls met vingersteun, rubberen beschermdoop en plastic zuigerstang,
bevattende 0,8 ml oplossing.
Verpakkingen bevatten 1 en 2 voorgevulde spuiten met Hefiya.
Multiverpakkingen bevatten 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met Hefiya.
Niet alle verpakkingsgrootten worden op de markt gebracht.
Hefiya is verkrijgbaar als voorgevulde spuit en voorgevulde pen (SensoReady).
121
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6250 Kundl
Oostenrijk
Fabrikant
Sandoz GmbH Schaftenau
Biochemiestr. 10
6336 Langkampfen
Oostenrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Sandoz nv/sa
Tél/Tel: +32 2 722 97 97
България
Са½доз България КЧТ
Тел.: +359 2
970 47 47
Česká republika
Sandoz s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark/Norge/Ísland/Sverige
Sandoz A/S
Tlf: +45 63 95 10 00
Deutschland
Hexal AG
Tel: +49 8024 908 0
Eesti
Sandoz d.d. Eesti filiaal
Tel: +372 665 2400
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Sandoz Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 900 456 856
France
Sandoz SAS
Tél: +33 1 49 64 48 00
Hrvatska
Sandoz d.o.o.
Tel: +385 1 23 53 111
Lietuva
Sandoz Pharmaceuticals d.d filialas
Tel: +370 5 2636 037
Luxembourg/Luxemburg
Sandoz nv/saTél/Tel.: +32 2 722 97 97
Magyarország
Sandoz Hungária Kft.
Tel.: +36 1 430 2890
Malta
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Tel: +356 21222872
Nederland
Sandoz B.V.
Tel: +31 36 52 41 600
Österreich
Sandoz GmbH
Tel: +43 5338 2000
Polska
Sandoz Polska Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 209 70 00
Portugal
Sandoz Farmacêutica Lda.
Tel: +351 21 196 40 00
România
Terapia S.A.
Tel:+40 264 50 15 00
Slovenija
Lek farmacevtska družba d.d.
Tel: +386 1 580 21 11
122
Ireland
Rowex Ltd.
Tel: + 353 27 50077
Italia
Sandoz S.p.A.
Tel: +39 02 96541
Κύπρος
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Τηλ: +357 22 69 0690
Latvija
Sandoz d.d. Pārstāvniecība Latvijā
Tel: +371 67 892 006
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Slovenská republika
Sandoz d.d. - organizačná zložka
Tel: +421 2 48 200 600
Suomi/Finland
Sandoz A/S
Puh/Tel: +358 10 6133 400
United Kingdom (Northern Ireland)
Sandoz GmbH
Tel: +43 5338 2000
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu
7.
Instructies voor gebruik
Om mogelijke infecties te voorkomen en ervoor te zorgen dat u het geneesmiddel correct gebruikt, is
het belangrijk dat u deze instructies opvolgt.
Zorg dat u deze gebruiksinstructies leest, begrijpt en opvolgt voordat u Hefiya injecteert. Uw
zorgverlener laat u zien hoe u Hefiya op de juiste manier kunt voorbereiden en injecteren met de
voorgevulde spuit voordat u deze voor het eerst gebruikt. Neem voor vragen contact op met uw
zorgverlener.
Uw Hefiya voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik met naaldhuls en extra vingersteun
Afbeelding A: Hefiya voorgevulde spuit met naaldhuls en extra vingersteun
123
Let op het volgende:
•
Open de buitenverpakking pas op het moment dat u de spuit gaat gebruiken.
•
Gebruik de spuit niet als de blisterverpakking is geopend, omdat u de spuit dan niet meer veilig
kunt gebruiken.
•
Laat de spuit nooit onbeheerd liggen om te voorkomen dat anderen ermee kunnen knoeien.
•
Gebruik een spuit die u laat vallen niet als deze beschadigd lijkt, of als u de spuit laat vallen
terwijl de beschermdop is verwijderd.
•
Verwijder de beschermdop pas op het moment dat u de injectie gaat toedienen.
•
Raak de vleugels van de naaldhuls vóór gebruik niet aan. Als u de vleugels aanraakt, kan de
naaldhuls te vroeg worden geactiveerd. Verwijder de vingersteun niet voordat u de injectie gaat
toedienen.
•
Injecteer Hefiya 15-30 minuten nadat u het uit de koelkast heeft gehaald om de injectie
comfortabeler te maken.
•
Gooi de gebruikte spuit meteen na gebruik weg.
Gebruik de spuit niet opnieuw.
Zie “4.
Gebruikte spuiten wegwerpen” aan het eind van deze gebruiksinstructies.
Hoe moet u Hefiya bewaren?
•
Bewaar uw buitenverpakking met spuiten in de koelkast bij een temperatuur tussen 2°C en 8°C.
•
Indien nodig (bijvoorbeeld op reis) kan Hefiya tot 21 dagen bij kamertemperatuur
(maximaal 25°C) en beschermd tegen licht worden bewaard. Nadat u de voorgevulde spuit uit
de koelkast heeft gehaald en op kamertemperatuur heeft gebracht, moet u de voorgevulde spuit
binnen 21 dagen gebruiken of weggooien,
ook als u de spuit later weer in de koelkast heeft
geplaatst. Noteer de datum waarop de voorgevulde spuit voor het eerst uit de koelkast wordt
gehaald, en de datum waarna de voorgevulde spuit moet worden weggegooid.
•
Bewaar de spuiten tot gebruik in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
•
Bewaar de spuiten niet op een plaats waar het erg warm of erg koud is.
•
Bewaar de spuiten niet in de vriezer.
Houd Hefiya net als alle geneesmiddelen buiten het bereik van kinderen.
Wat heeft u nodig voor het injecteren?
Leg de volgende artikelen op een schoon en vlak werkoppervlak.
De verpakking bevat:
•
Hefiya voorgevulde spuit(en) (zie afbeelding A). Elke spuit bevat 40 mg/0,8 ml Hefiya.
Niet meegeleverd in de verpakking zijn (zie afbeelding B):
•
Alcoholdoekje
•
Wattenbolletje of gaasje
•
Naaldencontainer
Afbeelding B: artikelen die niet worden meegeleverd
Zie
“4. Gebruikte spuiten wegwerpen”
aan het eind van deze gebruiksinstructies.
124
Voor het injecteren
Afbeelding C:
de naaldhuls is niet geactiveerd – de
spuit is klaar voor gebruik
o
o
In deze configuratie is de naaldhuls
NIET GEACTIVEERD.
De spuit is klaar voor gebruik (zie
afbeelding C).
Afbeelding D: de naaldhuls is geactiveerd - de
spuit niet gebruiken
o
o
In deze configuratie is de
naaldhuls
GEACTIVEERD.
De spuit
NIET GEBRUIKEN
(zie afbeelding D).
De spuit voorbereiden
•
Om de injectie wat comfortabeler te maken, neemt u de blisterverpakking met de spuit uit de
koelkast en laat u deze ongeopend ongeveer 15 tot 30 minuten op uw werkoppervlak liggen
totdat de verpakking op kamertemperatuur is.
•
Neem de spuit uit de blisterverpakking.
•
Kijk door het venster. De oplossing moet kleurloos of lichtgeel en helder tot licht opalescent
zijn. Gebruik de pen niet als u ziet dat de oplossing deeltjes bevat en/of verkleurd is. Neem
contact op met de apotheker als u zich zorgen maakt over hoe de oplossing eruitziet.
•
Gebruik de spuit niet als deze is gebroken of als de naaldhuls is geactiveerd. Breng de spuit met
de verpakking terug naar de apotheek.
•
Controleer de uiterste gebruiksdatum (EXP) op uw spuit. Gebruik de spuit niet als deze uiterste
gebruiksdatum is verstreken.
Neem contact op met de apotheker als de spuit niet voldoet aan een van de bovenvermelde
punten.
1.
•
•
•
De injectieplaats kiezen:
De aanbevolen injectieplaats is de voorkant van de dijen. U
kunt ook kiezen voor de onderbuik, maar niet in het gebied
binnen 5 cm rond uw navel (zie
afbeelding E).
Verander elke keer dat u uzelf injecteert van injectieplaats.
Injecteer niet op plaatsen waar de huid pijnlijk, gekneusd,
rood, schilferig of hard is. Vermijd ook plaatsen met
littekens of striae. Als u psoriasis heeft, moet u NIET
injecteren op plaatsen met psoriasisplekken.
Afbeelding E: kies uw injectieplaats
125
2.
•
•
•
De injectieplaats reinigen:
Was uw handen grondig met water en zeep.
Desinfecteer in een draaiende beweging de injectieplaats
met een alcoholdoekje. Laat de plaats drogen voordat u
injecteert (zie
afbeelding F).
Raak de gereinigde plaats niet aan voordat u injecteert.
Afbeelding F: reinig de injectieplaats
3.
•
•
•
De injectie toedienen:
Trek de beschermdop voorzichtig recht uit de spuit (zie
afbeelding G).
Gooi de beschermdop weg.
U kunt een kleine druppel vloeistof opmerken aan het
uiteinde van de naald. Dat is normaal.
Afbeelding G: trek de beschermdop
uit
•
•
•
Pak de huid op de injectieplaats voorzichtig vast tussen
duim en wijsvinger (zie
afbeelding H).
Steek de naald in de huid zoals afgebeeld.
Steek de naald helemaal in de huid zodat de hele dosis kan
worden toegediend.
Afbeelding H: steek de naald in de
huid
•
•
•
Houd de spuit vast zoals afgebeeld (zie
afbeelding I).
Druk de zuiger langzaam volledig in, totdat het uiteinde
van de zuiger zich tussen de vleugels van de naaldhuls
bevindt.
Houd de zuiger volledig ingedrukt terwijl u de spuit
gedurende 5 seconden op zijn plaats houdt.
Afbeelding I: houd de spuit vast
126
•
Houd de zuiger volledig ingedrukt
terwijl u de naald
voorzichtig uit de injectieplaats trekt en de huid loslaat
(zie
afbeelding J).
Afbeelding J: trek de naald recht eruit
•
•
Laat de zuiger langzaam los totdat de naaldhoes
automatisch de naald bedekt (zie
afbeelding K).
Er kan wat bloed op de injectieplaats verschijnen. Druk
een wattenbolletje of gaasje tegen de injectieplaats en
houd 10 seconden vast. Wrijf niet over de injectieplaats. U
kunt de injectieplaats indien nodig afdekken met een
pleister.
Afbeelding K: laat de zuiger
langzaam los
4.
•
Gebruikte spuiten wegwerpen:
Werp de gebruikte spuit weg in een naaldencontainer
(afsluitbare container waar naalden niet doorheen kunnen
prikken). Voor uw eigen veiligheid en gezondheid en die
van anderen mogen naalden en gebruikte spuiten niet
worden hergebruikt.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en
gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts of apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer
gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier
afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften.
Heeft u nog andere vragen? Neem dan contact op met een arts, apotheker of verpleegkundige
die bekend is met Hefiya.
127
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
adalimumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Uw arts zal u ook een Hefiya patiëntenkaart geven, deze bevat belangrijke veiligheidsinformatie
waar u zich bewust van moet zijn voordat u Hefiya krijgt en tijdens de therapie met Hefiya.
Houd deze patiëntenkaart bij u tijdens de therapie en tot 4 maanden nadat u (of uw kind) de
laatste Hefiya-injectie heeft gehad.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
1.
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Instructies voor gebruik
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Hefiya bevat de werkzame stof adalimumab, een geneesmiddel dat inwerkt op het immuunsysteem
(afweersysteem) van uw lichaam.
Hefiya is bedoeld voor het behandelen van de onderstaand genoemde ontstekingsziekten:
•
Reumatoïde artritis
•
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
•
Enthesitis-gerelateerde artritis
•
Spondylitis ankylopoetica
•
Axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis ankylopoetica
•
Artritis psoriatica
•
Psoriasis
•
Hidradenitis suppurativa
•
Ziekte van Crohn
•
Colitis ulcerosa
•
Niet-infectieuze uveïtis
De werkzame stof in Hefiya, adalimumab, is een humaan monoklonaal antilichaam. Monoklonale
antilichamen zijn eiwitten die zich binden aan een specifiek doeleiwit.
Het doeleiwit van adalimumab is een eiwit genaamd tumor necrose factor (TNF-α), dat een rol speelt
bij het immuunsysteem (afweersysteem) en dat in verhoogde mate aanwezig is bij de bovenstaand
128
genoemde ontstekingsziekten. Door te binden aan TNF-α, blokkeert Hefiya de werking ervan en zorgt
voor een afname van het ontstekingsproces in genoemde ziekten.
Reumatoïde artritis
Reumatoïde artritis is een ontstekingsziekte van de gewrichten.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van reumatoïde artritis bij volwassenen. Wanneer u matig
tot ernstige reumatoïde artritis heeft, zult u waarschijnlijk eerst andere antireumatische
geneesmiddelen hebben ontvangen, zoals bijvoorbeeld methotrexaat. Als deze geneesmiddelen niet
voldoende werken, krijgt u Hefiya om uw reumatoïde artritis te behandelen.
Hefiya kan ook worden voorgeschreven voor de behandeling van ernstige, actieve en progressieve
reumatoïde artritis zonder voorgaande methotrexaatbehandeling.
Hefiya kan de door ziekte veroorzaakte schade aan het kraakbeen en bot van de gewrichten vertragen
en het lichamelijk functioneren verbeteren.
Hefiya wordt over het algemeen samen met methotrexaat gebruikt. Als uw arts besluit dat
methotrexaat niet passend is, kan Hefiya alleen worden voorgeschreven.
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis zijn ontstekingsziekten
van de gewrichten die zich meestal openbaren in de kinderjaren.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van polyarticulaire juveniele idiopathische artritis bij
kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot en met 17 jaar en enthesitis-gerelateerde artritis bij
kinderen en jongeren in de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar. Het is mogelijk dat u eerst andere
antireumatische geneesmiddelen krijgt, zoals methotrexaat. Als deze geneesmiddelen niet voldoende
werken, krijgen patiënten Hefiya om de polyarticulaire juveniele idiopathische artritis of enthesitis-
gerelateerde artritis te behandelen.
Spondylitis ankylopoetica en axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis
ankylopoetica
Spondylitis ankylopoetica en axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis
ankylopoetica zijn ontstekingsziekten van de wervelkolom.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van deze aandoeningen bij volwassenen. Als u spondylitis
ankylopoetica of axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis ankylopoetica
heeft, zult u eerst met andere geneesmiddelen zijn behandeld. Als deze geneesmiddelen niet voldoende
werken, krijgt u Hefiya om de verschijnselen en symptomen van uw ziekte te verminderen.
Plaque psoriasis bij volwassenen en kinderen
Plaque psoriasis is een ontstekingsziekte van de huid die rode, schilferige, korstige plekken op de huid
veroorzaakt, die bedekt zijn met zilverachtige schubben. Plaque psoriasis kan ook een effect hebben
op de nagels, waardoor deze afbrokkelen, dik worden en van het nagelbed loskomen, wat pijnlijk kan
zijn. Psoriasis wordt verondersteld te worden veroorzaakt door een probleem met het immuunsysteem
wat leidt tot een verhoogde productie van huidcellen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van matige tot ernstige psoriasis bij volwassenen. Hefiya
wordt ook gebruikt om ernstige plaque psoriasis te behandelen bij kinderen en jongeren in de leeftijd
van 4 tot en met 17 jaar bij wie geneesmiddelen aangebracht op de huid en behandeling met ultraviolet
licht niet goed werkten of die hier niet voor in aanmerking kwamen.
129
Artritis psoriatica
Artritis psoriatica is een ontstekingsziekte van de gewrichten geassocieerd met psoriasis.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van artritis psoriatica bij volwassenen. Hefiya kan de door
de aandoening veroorzaakte schade aan kraakbeen en botten van de gewrichten vertragen en het
lichamelijk functioneren verbeteren.
Hidradenitis suppurativa bij volwassenen en jongeren
Hidradenitis suppurativa (ook wel acne inversa genoemd) is een chronische, vaak pijnlijke
huidaandoening met ontstekingen. De symptomen kunnen bestaan uit pijnlijke zwellingen (abcessen)
waar pus uit kan komen.
Er zijn bepaalde gebieden van de huid die het vaakst aangetast worden, zoals onder de borsten, de
oksels, de binnenkant van de dijen, de liezen en de billen. Op de aangedane gebieden kunnen littekens
ontstaan.
Hefiya wordt gebruikt om hidradenitis suppurativa te behandelen bij volwassenen en jongeren
vanaf 12 jaar. Hefiya kan het aantal zwellingen (abcessen) verminderen en ook de pijn die vaak met de
aandoening gepaard gaat. Het is mogelijk dat u eerst andere geneesmiddelen krijgt. Als deze
geneesmiddelen niet voldoende werken, krijgt u Hefiya.
De ziekte van Crohn bij volwassenen en kinderen
De ziekte van Crohn is een ontstekingsziekte van de darmen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van de ziekte van Crohn bij volwassenen en bij kinderen
van 6 tot en met 17 jaar. Als u de ziekte van Crohn heeft, krijgt u eerst andere geneesmiddelen. Als u
niet goed genoeg reageert op die geneesmiddelen, krijgt u Hefiya om de klachten en symptomen van
uw ziekte van Crohn te verminderen.
Colitis ulcerosa bij volwassenen en kinderen
Colitis ulcerosa is een ontstekingsziekte van de dikke darm.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van matige tot ernstige colitis ulcerosa bij volwassenen en
kinderen van 6 tot en met 17 jaar. Als u colitis ulcerosa heeft, krijgt u mogelijk eerst andere
geneesmiddelen. Als deze geneesmiddelen niet voldoende werken, krijgt u Hefiya om de symptomen
van uw ziekte te verminderen.
Niet-infectieuze uveïtis bij volwassenen en kinderen
Niet-infectieuze uveïtis is een ontstekingsziekte die effect heeft op bepaalde delen van het oog. Deze
ontsteking leidt tot een afname van het gezichtsvermogen en/of de aanwezigheid van vlekjes in het
oog (zwarte puntjes of slierten die bewegen in het gezichtsveld, ook wel ‘mouches volantes’
genoemd). Hefiya werkt om deze ontsteking te verminderen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van
•
Volwassenen met niet-infectieuze uveïtis die een ontsteking hebben die de achterkant van het
oog treft.
•
Kinderen vanaf 2 jaar met chronische niet-infectieuze uveïtis die een ontsteking hebben die de
voorkant van het oog treft.
130
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
•
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6;
U heeft een ernstige infectie, zoals actieve tuberculose, sepsis (bloedvergiftiging) of andere
opportunistische infectie (niet-gebruikelijke infectie door een verzwakt immuunsysteem). Het is
belangrijk dat u uw arts symptomen van een infectie vertelt, zoals koorts, wondjes, moeheid,
gebitsproblemen (zie ook “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
U lijdt aan matig tot ernstig hartfalen. Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte brengt als u
een ernstige hartaandoening heeft of heeft gehad (zie ook “Wanneer moet u extra voorzichtig
zijn met dit middel?”).
•
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker, voordat u dit middel gebruikt.
Allergische reactie
•
Als u allergische reacties met symptomen als benauwdheid, piepende ademhaling, duizeligheid,
zwelling of uitslag krijgt, injecteer dan geen Hefiya meer, maar neem direct contact op met uw
arts aangezien, in zeldzame gevallen, deze reacties levensbedreigend kunnen zijn.
Infectie
•
Als u een infectie heeft, zoals een langdurige of lokale infectie (bijvoorbeeld een open been),
neem dan altijd contact op met uw arts voor u start met het gebruik van Hefiya. Neem bij twijfel
contact op met uw arts.
Door het gebruik van Hefiya kunt u makkelijker infecties oplopen. Dit risico kan groter zijn
wanneer uw longfunctie verminderd is. Deze infecties kunnen ernstig zijn. Voorbeelden van
dergelijke infecties zijn tuberculose, infecties veroorzaakt door virussen, schimmels, parasieten,
bacteriën of andere infectieuze organismen, en sepsis (bloedvergiftiging). In zeldzame gevallen
kunnen deze infecties leiden tot de dood. Het is daarom belangrijk om uw arts symptomen als
koorts, wondjes, moeheid en gebitsproblemen door te geven. Mogelijk zal uw arts tijdelijke
stopzetting van de behandeling met Hefiya aanbevelen.
•
Tuberculose
•
Aangezien er gevallen van tuberculose zijn gemeld bij behandeling met adalimumab, zal uw arts
u onderzoeken op symptomen van tuberculose voordat u wordt behandeld met Hefiya. Dit zal
een grondige medische evaluatie omvatten, waarbij uw medische geschiedenis zal worden
doorgenomen en gepaste screening tests zullen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld een
röntgenfoto van uw thorax (borst) zal worden gemaakt en een tuberculinetest zal worden
uitgevoerd). De wijze waarop deze tests zijn uitgevoerd en resultaten moeten op uw Hefiya
patiëntenkaart worden aangegeven. Het is heel belangrijk dat u uw arts vertelt of u ooit
tuberculose heeft gehad, of wanneer u in nauw contact bent gekomen met iemand die
tuberculose had. Het kan zijn dat tuberculose zich ontwikkelt tijdens de behandeling met
Hefiya, zelfs wanneer u preventief bent behandeld tegen tuberculose. Wanneer u tijdens of na
deze therapie symptomen ontwikkelt van tuberculose (hoesten dat maar niet overgaat,
gewichtsverlies, lusteloosheid, lichte koorts), of een andere infectie zich openbaart, waarschuw
dan meteen uw arts.
131
Reis-/terugkerende infectie
•
•
Informeer uw arts als u in gebieden heeft gewoond of gereisd waar schimmelinfecties zoals
histoplasmose, coccidioïdomycose of blastomycose vaak voorkomen.
Informeer uw arts als u infecties heeft gehad die steeds terugkomen, of andere aandoeningen die
het risico op infecties zouden kunnen verhogen.
Hepatitis-B-virus
•
Informeer uw arts als u drager bent van het hepatitis B-virus (HBV), als u een actieve
HBV-infectie heeft of als u denkt dat u risico loopt op HBV. Uw arts moet u testen op HBV.
Adalimumab kan reactivering van de HBV-infectie veroorzaken bij mensen die drager zijn van
dit virus. In sommige zeldzame gevallen, vooral als u andere geneesmiddelen gebruikt die het
immuunsysteem onderdrukken, kan reactivering van de HBV-infectie levensbedreigend zijn.
Ouder dan 65 jaar
•
Als u ouder dan 65 jaar bent, kunt u vatbaarder zijn voor infecties terwijl u Hefiya gebruikt. U
en uw arts moeten extra letten op verschijnselen van een infectie terwijl u met Hefiya behandeld
wordt. Het is belangrijk om uw arts in te lichten als u verschijnselen van een infectie krijgt zoals
koorts, wondjes, moeheid of gebitsproblemen.
Chirurgische of tandheelkundige verrichtingen
•
Als u chirurgische of tandheelkundige ingrepen moet ondergaan, geef dan bij uw arts aan dat u
Hefiya gebruikt. Mogelijk zal uw arts tijdelijke stopzetting van de behandeling met Hefiya
aanbevelen.
Demyeliniserende aandoening
•
Als u een demyeliniserende aandoening (een aandoening die de isolerende laag rond de
zenuwen aantast, zoals multipele sclerose) heeft of ontwikkelt zal uw arts beslissen of u Hefiya
kunt gebruiken of kunt blijven gebruiken. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u
symptomen krijgt zoals veranderingen in gezichtsvermogen, zwakte in armen of benen of
gevoelloosheid of tinteling in een deel van het lichaam.
Vaccin
•
Bepaalde vaccins bevatten levende maar verzwakte vormen van ziekteverwekkende bacteriën of
virussen, en deze mogen niet gegeven worden tijdens de Hefiya-therapie omdat ze een infectie
kunnen veroorzaken. Vraag uw arts om advies, voordat u een vaccinatie krijgt. Het wordt
aanbevolen dat kinderen indien mogelijk alle vaccinaties krijgen die ze volgens de geldende
richtlijnen met betrekking tot vaccinaties zouden moeten krijgen, voordat gestart wordt met de
Hefiya-behandeling. Wanneer u met Hefiya werd behandeld tijdens uw zwangerschap, kan uw
kind tot ongeveer vijf maanden na de laatste dosis die u tijdens uw zwangerschap toegediend
heeft gekregen een verhoogd risico hebben om een dergelijke infectie te krijgen. Het is
belangrijk dat u de artsen van uw kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt wanneer u
tijdens uw zwangerschap Hefiya heeft gebruikt, zodat zij kunnen beslissen wanneer uw kind een
vaccin zou moeten krijgen.
132
Hartfalen
•
Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte stelt als u een ernstige hartaandoening heeft of heeft
gehad. Als u lijdt aan licht hartfalen en u wordt behandeld met Hefiya dan moet het verloop van
uw hartfalen goed gecontroleerd worden door uw arts. Als er nieuwe symptomen van hartfalen
ontstaan of als bestaande symptomen verergeren (zoals kortademigheid of gezwollen voeten)
moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
Koorts, blauwe plekken, bloeding of bleek zien
•
Bij sommige patiënten kan het gebeuren dat het lichaam onvoldoende bloedcellen aanmaakt die
het lichaam helpen om infecties te bestrijden of helpen om een bloeding snel tot staan te
brengen. Als u merkt dat u koorts heeft die niet overgaat, of snel blauwe plekken krijgt of zeer
gemakkelijk bloedt en erg bleek ziet, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Uw arts
kan besluiten de therapie te stoppen.
Kanker
•
Er is een aantal zeldzame gevallen geweest van bepaalde soorten kanker bij kinderen en
volwassenen die adalimumab of andere TNF-α-blokkers gebruikten. Mensen met een ernstige
vorm van reumatoïde artritis die de ziekte al langere tijd hebben zouden een hoger dan
gemiddeld risico kunnen lopen om een lymfoom en leukemie (kankers van bloedcellen en
beenmerg) te krijgen. Als u Hefiya gebruikt, kan het risico op het krijgen van een lymfoom,
leukemie of een andere vorm van kanker toenemen. In zeldzame gevallen is een ernstig type
lymfoom opgetreden bij patiënten die adalimumab gebruikten. Sommige van deze patiënten
werden ook behandeld met de geneesmiddelen azathioprine of 6-mercaptopurine. Informeer uw
arts wanneer u azathioprine of 6-mercaptopurine met Hefiya gebruikt.
Gevallen van niet-melanoom huidkanker kunnen voorkomen bij patiënten die adalimumab
gebruiken. Als nieuwe huidafwijkingen verschijnen tijdens of na de behandeling of als
bestaande plekken of beschadigde delen van de huid van uiterlijk veranderen, vertel dit dan aan
uw arts.
Er zijn gevallen van kanker, anders dan lymfoom, geweest bij patiënten met een specifiek soort
longziekte,
Chronic Obstructive Pulmonary Disease
(COPD) die behandeld worden met een
andere TNF-α-blokker. Als u lijdt aan COPD, of als u veel rookt, dan moet u met uw arts
bespreken of behandeling met een TNF-α-blokker voor u geschikt is.
•
•
Auto-immuunziekten
•
In zeldzame gevallen, kan Hefiya-behandeling leiden tot een lupus-achtig syndroom. Neem
contact op met uw arts als zich symptomen voordoen zoals aanhoudende onverklaarbare
huiduitslag, koorts, gewrichtspijn of vermoeidheid.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
•
•
•
•
Geef geen Hefiya aan kinderen onder de 2 jaar met polyarticulaire juveniele idiopathische
artritis.
Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 4 jaar met juveniele plaque psoriasis of juveniele
ulceratieve colitis.
Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 6 jaar met juveniele ziekte van Crohn.
Gebruik niet de voorgevulde spuit van 40 mg als andere doses dan 40 mg worden aanbevolen.
133
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Hefiya nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan aan uw arts of
apotheker.
Hefiya kan in combinatie met methotrexaat of bepaalde antireumatische middelen (zoals sulfasalazine,
hydroxychloroquine, leflunomide en injecteerbare goudpreparaten) gebruikt worden, of in combinatie
met corticosteroïden of pijnstillers, inclusief niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s).
Gebruik Hefiya niet samen met geneesmiddelen die de werkzame stoffen anakinra of abatacept
bevatten in verband met een verhoogd risico op ernstige infectie. De combinatie van adalimumab en
andere TNF-antagonisten en anakinra of abatacept wordt niet aanbevolen vanwege het mogelijk
verhoogde risico op infecties, waaronder ernstige infecties en andere mogelijke farmacologische
interacties. Neem bij vragen contact op met uw arts.
Zwangerschap en borstvoeding
•
•
•
•
•
•
•
U dient het gebruik van een goed voorbehoedsmiddel te overwegen om zwangerschap te
voorkomen en het gebruik ervan voort te zetten tot minimaal 5 maanden na de laatste Hefiya-
behandeling.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Hefiya mag alleen tijdens de zwangerschap worden gebruikt als dat noodzakelijk is.
Volgens een studie bij zwangere vrouwen was er geen hoger risico op geboorteafwijkingen bij
moeders die tijdens de zwangerschap adalimumab hadden gebruikt in vergelijking met moeders
met dezelfde ziekte die geen adalimumab hadden gebruikt.
Hefiya kan tijdens borstvoeding worden gebruikt.
Wanneer u tijdens uw zwangerschap Hefiya gebruikt, kan uw kind een verhoogd risico hebben
om een infectie te krijgen.
Het is belangrijk dat u de artsen van uw kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt van
uw gebruik van Hefiya tijdens uw zwangerschap voordat uw baby een vaccin krijgt toegediend.
Voor meer informatie over vaccinaties, zie de rubriek “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn
met dit middel?”.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Hefiya kan een gering effect hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om te fietsen of machines
te bedienen. Het gevoel dat de kamer draait (vertigo) en stoornissen met het gezichtsvermogen kunnen
optreden na gebruik van Hefiya.
Hefiya bevat natrium
Dit product bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 0,8 ml, d.w.z. dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hefiya is verkrijgbaar als 40 mg oplossing in een voorgevulde pen en als 20 mg en 40 mg oplossing in
een voorgevulde spuit waarmee patiënten zich een volledige dosis van 20 mg of 40 mg kunnen
toedienen.
134
Reumatoïde artritis, psoriatische artritis, ankyloserende spondylitis of axiale spondyloartritis
zonder radiografisch bewijs van ankyloserende spondylitis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
40 mg eenmaal per twee
Bij reumatoïde artritis wordt
weken als een enkele dosis
de behandeling met
methotrexaat voorgezet
terwijl Hefiya wordt gebruikt.
Als uw arts vaststelt dat
methotrexaat ongeschikt is,
kan Hefiya alleen worden
toegediend.
Als u reumatoïde artritis heeft
en niet wordt behandeld met
methotrexaat tijdens uw
behandeling met Hefiya, kan
uw arts besluiten om u 40 mg
Hefiya per week of 80 mg
eenmaal per twee weken te
geven.
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Kinderen, jongeren en
40 mg eenmaal per twee
volwassenen vanaf 2 jaar die
weken
ten minste 30 kg wegen
Kinderen en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
2 jaar die ten minste 10 kg,
weken
maar minder dan 30 kg wegen
Enthesitisgerelateerde artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen, jongeren en
volwassenen vanaf 6 jaar die
ten minste 30 kg wegen
Kinderen en jongeren vanaf
6 jaar die ten minste 15 kg,
maar minder dan 30 kg wegen
Psoriasis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Volwassenen
Opmerkingen
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
40 mg eenmaal per twee
weken
20 mg eenmaal per twee
weken
Opmerkingen
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op
één dag), gevolgd door 40 mg
eenmaal per twee weken
vanaf een week na de
startdosis.
Opmerkingen
Blijf net zo lang doorgaan met
Hefiya injecteren als uw arts u
heeft verteld. Als deze dosis
niet voldoende werkt, kan uw
arts de dosis verhogen tot
40 mg per week of 80 mg
eenmaal per twee weken.
135
Plaque psoriasis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 4
tot 17 jaar die ten minste
30 kg wegen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 40 mg, gevolgd
door 40 mg een week later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Startdosis van 20 mg, gevolgd
door 20 mg een week later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Niet van toepassing
Kinderen en jongeren vanaf 4
tot 17 jaar die ten minste
15 kg, maar minder dan 30 kg
wegen
Niet van toepassing
Hidradenitis suppurativa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Volwassenen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 160 mg (als
vier injecties van 40 mg op
één dag of twee injecties van
40 mg per dag op twee
opeenvolgende dagen),
gevolgd door 80 mg (als twee
injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Na nog twee weken gaat u
door met een dosis van 40 mg
per week of 80 mg eenmaal
per twee weken, volgens
voorschrift van uw arts.
Startdosis van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op
één dag), gevolgd door 40 mg
eenmaal per twee weken
vanaf de daaropvolgende
week.
Opmerkingen
Het is aan te raden om de
aangedane plaatsen dagelijks
te wassen met een
desinfecterende zeep.
Jongeren vanaf 12 tot 17 jaar
die ten minste 30 kg wegen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan de arts van uw
kind de dosis verhogen naar
40 mg per week of 80 mg
eenmaal per twee weken.
Het is aan te raden om de
aangedane plaatsen dagelijks
te wassen met een
desinfecterende zeep.
136
Ziekte van Crohn
Leeftijd en lichaamsgewicht
Volwassenen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op
één dag), gevolgd door 40 mg
eenmaal per twee weken
vanaf twee weken na de
startdosis.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
160 mg (als vier injecties van
40 mg op één dag of twee
injecties van 40 mg per dag
op twee opeenvolgende
dagen), gevolgd door 80 mg
(als twee injecties van 40 mg
op één dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan uw arts de
dosering verhogen naar 40 mg
per week of 80 mg eenmaal
per twee weken.
Juveniele ziekte van Crohn
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 6
tot 17 jaar die ten minste 40 kg
wegen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 80 mg (als twee
injecties van 40 mg op één
dag), gevolgd door 40 mg
eenmaal per twee weken vanaf
twee weken na de startdosis.
Als een snellere respons nodig
is, kan uw arts een startdosis
voorschrijven van 160 mg (als
vier injecties van 40 mg op één
dag of twee injecties van
40 mg per dag op twee
opeenvolgende dagen),
gevolgd door 80 mg (als twee
injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan de arts van uw kind
de dosering verhogen naar
40 mg per week of 80 mg
eenmaal per twee weken.
137
Juveniele ziekte van Crohn
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 6
tot 17 jaar minder dan 40 kg
wegen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 40 mg, gevolgd
door 20 mg eenmaal per twee
weken vanaf twee weken na de
startdosis.
Als een snellere respons nodig
is, kan uw arts een startdosis
voorschrijven van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op
één dag), gevolgd door 40 mg
twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan de arts van uw kind
de dosering verhogen naar
20 mg per week.
Colitis ulcerosa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Volwassenen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 160 mg (als
vier injecties van 40 mg op
één dag of twee injecties van
40 mg per dag op twee
opeenvolgende dagen),
gevolgd door 80 mg (als twee
injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Als deze dosis niet voldoende
werkt, kan de arts van uw
kind de dosering verhogen
naar 40 mg per week of
80 mg eenmaal per twee
weken.
Juveniele colitis ulcerosa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 6
jaar die 40 kg of meer wegen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 160 mg (als vier
injecties van 40 mg op één dag
of twee injecties van 40 mg per
dag op twee opeenvolgende
dagen), gevolgd door 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke dosis
80 mg eenmaal per twee weken.
(als twee injecties van 40 mg op
één dag)
Opmerkingen
Patiënten die 18 worden terwijl
ze eenmaal per twee weken
80 mg krijgen, moeten hun
voorgeschreven dosering
voortzetten
138
Juveniele colitis ulcerosa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Kinderen en jongeren vanaf 6
jaar die minder dan 40 kg
wegen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 80 mg (als twee
injecties van 40 mg op één dag)
gevolgd door 40 mg (als één
injectie van 40 mg) twee weken
later. Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Opmerkingen
Patiënten die 18 worden terwijl
ze eenmaal per twee weken
40 mg krijgen, moeten hun
voorgeschreven dosering
voortzetten.
Niet-infectieuze uveïtis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Volwassenen
Hoe veel en hoe vaak
toedienen?
Startdosis van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg),
gevolgd door 40 mg eenmaal
per twee weken vanaf een
week na de startdosis.
Opmerkingen
Bij niet-infectieuze uveïtis
kunt u doorgaan met
corticosteroïden of andere
geneesmiddelen die het
immuunsysteem beïnvloeden
terwijl u Hefiya gebruikt. U
kunt ook alleen Hefiya
gebruiken.
Blijf net zo lang doorgaan met
Hefiya injecteren als uw arts u
heeft verteld.
De arts van uw kind kan ook
een eerste dosis voorschrijven
van 80 mg die wordt
toegediend een week vóór de
start met de gebruikelijke
dosis.
De arts van uw kind kan ook
een eerste dosis voorschrijven
van 40 mg die wordt
toegediend een week vóór de
start met de gebruikelijke
dosis.
Kinderen en jongeren vanaf
2 jaar die ten minste 30 kg
wegen
40 mg eenmaal per twee
weken met methotrexaat
Kinderen en jongeren vanaf
2 jaar die minder dan 30 kg
wegen
20 mg eenmaal per twee
weken met methotrexaat
Hoe en waar dient u Hefiya toe?
Hefiya wordt toegediend via een injectie onder de huid (door subcutane injectie).
Volledige instructies voor het injecteren van Hefiya vindt u in rubriek 7,
“Instructies voor gebruik”.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Wanneer u Hefiya per ongeluk vaker heeft geïnjecteerd dan zou moeten, neem dan meteen contact op
met uw arts of apotheker en vertel hem of haar dat u te veel heeft gebruikt. Houd altijd het
verpakkingsdoosje bij de hand, ook al is deze leeg.
139
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Wanneer u uzelf bent vergeten te injecteren, zult u de eerstvolgende injectie Hefiya moeten nemen
zodra u het zich weer herinnert. De volgende injectie zult u moeten nemen op de dag dat u volgens uw
originele schema ook uw volgende injectie had moeten nemen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
De beslissing om te stoppen met het gebruik van Hefiya moet worden besproken met uw arts. Uw
symptomen kunnen na het stoppen van de behandeling terugkeren.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De meeste bijwerkingen zijn mild tot gematigd. Sommige bijwerkingen kunnen
echter ernstig zijn en behandeling vereisen. Bijwerkingen kunnen nog 4 maanden of langer na de
laatste Hefiya-injectie optreden.
Roep meteen medische hulp in
als u een van de volgende tekenen van allergische reactie of hartfalen
bemerkt:
•
ernstige uitslag, netelroos of andere tekenen van een allergische reactie;
•
opgezwollen gezicht, handen of voeten;
•
ademhalingsproblemen en problemen bij het slikken;
•
kortademigheid bij inspanning of na het gaan liggen, of het opzwellen van de voeten;
Informeer uw arts zo snel
mogelijk wanneer u één van de volgende verschijnselen vertoont:
•
tekenen en symptomen van infectie zoals koorts, zich ziek voelen, wondjes, gebitsproblemen,
brandend gevoel bij urineren, verzwakt of moe voelen, of hoesten;
•
symptomen van zenuwproblemen, zoals tintelingen;
•
gevoelloosheid;
•
dubbel zien;
•
verzwakte armen of benen;
•
tekenen van huidkanker, zoals een bult of open zweer die niet geneest;
•
tekenen en symptomen die zouden kunnen wijzen op een afwijkend bloedbeeld zoals
aanhoudende koorts, blauwe plekken, bloedingen en bleekheid.
De volgende bijwerkingen zijn bij gebruik van adalimumab waargenomen:
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
•
•
•
•
•
•
•
reacties op de injectieplaats (waaronder pijn, zwelling, roodheid of jeuk);
infecties van de ademhalingswegen (waaronder verkoudheid, loopneus, ontsteking van de
neusbijholten, longontsteking);
hoofdpijn;
buikpijn;
misselijkheid en braken;
huiduitslag;
spierpijn.
140
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
ernstige infecties (waaronder bloedvergiftiging en influenza);
darm infecties (waaronder gastro-enteritis);
huidinfecties (waaronder cellulitis en gordelroos);
oorontstekingen;
mondinfecties (waaronder gebitsinfecties en koortslip);
genitale infecties;
urineweginfectie;
schimmelinfecties;
gewrichtsinfecties;
goedaardige gezwellen;
huidkanker;
allergische reacties (waaronder hooikoorts);
uitdroging;
stemmingswisselingen (waaronder depressie);
angst;
moeite hebben met slapen;
gevoelsstoornissen zoals tintelingen, prikkelingen of verdoofdheid;
migraine;
symptomen van zenuwwortelcompressie (waaronder lage rugpijn en pijn in de benen);
gezichtsstoornissen;
oogontsteking;
ontsteking van het ooglid en zwelling van het oog;
draaiduizeligheid (vertigo);
gevoel van snelle hartslag;
hoge bloeddruk;
blozen;
bloeduitstorting (een ophoping van gestold bloed);
hoesten;
astma;
kortademigheid;
maagdarmbloeding;
dyspepsie (spijsverteringsmoeilijkheden, opgeblazen gevoel, brandend maagzuur);
oprispingen;
siccasyndroom (waaronder droge ogen en droge mond);
jeuk;
jeukende huiduitslag;
blauwe plekken;
ontsteking van de huid (zoals eczeem);
breken van vingernagels en teennagels;
overmatig zweten;
haaruitval;
opnieuw voorkomen of verslechteren van psoriasis;
spierspasmen;
bloed in de urine;
nierfunctiestoornissen;
pijn op de borst;
oedeem (ophoping van vocht in het lichaam waardoor het aangedane weefsel zwelt);
koorts;
vermindering van het aantal bloedplaatjes wat het risico op bloedingen of blauwe plekken
vergroot;
vertraagd herstel.
141
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
niet-gebruikelijke infecties (waaronder tuberculose en andere infecties) die voorkomen wanneer
de weerstand tegen ziekte verlaagd is;
infecties van het zenuwstelsel (waaronder virale meningitis);
ooginfecties;
bacteriële infecties;
diverticulitis (ontsteking en infectie van de dikke darm);
kanker, waaronder kanker van het lymfesysteem (lymfoom) en melanoom (type huidkanker);
aandoeningen aan het afweersysteem die de longen, huid en lymfeklieren aan kunnen tasten
(meestal uit zich dit als een aandoening die sarcoïdose wordt genoemd);
vasculitis (ontsteking van een bloedvat);
trillen;
neuropathie (zenuwaandoening);
beroerte;
gehoorverlies, oorsuizen;
gevoel van onregelmatige hartslag zoals het overslaan van een hartslag;
hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken;
hartaanval;
een uitstulping in de wand van een belangrijke slagader, ontsteking en dichtslibben van een
ader, blokkade van een bloedvat;
longziekten die kortademigheid veroorzaken (waaronder ontsteking);
longembolie (afsluiting van een longslagader);
pleurale effusie (abnormale vochtophoping tussen de borstvliezen);
ontsteking van de alvleesklier wat een hevige pijn in de buik en rug veroorzaakt;
moeilijkheden met slikken;
gezichtsoedeem (zwelling);
galblaasontsteking, galstenen;
leververvetting (ophoping van vetten in levercellen);
nachtzweten;
litteken;
abnormale afbraak van spieren;
systemische lupus erythematodes (een immuunziekte met ontstekingen van huid, hart, longen,
gewrichten en andere orgaansystemen);
onderbrekingen van de slaap;
impotentie;
ontstekingen.
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
leukemie (kanker die het bloed en beenmerg aantast);
ernstige allergische reactie met shock;
multipele sclerose;
zenuwstoornissen (zoals oogzenuwontsteking en het Guillain-Barré-syndroom, een aandoening
die spierzwakte, abnormaal gevoel, tintelingen in de armen en het bovenlichaam kan
veroorzaken);
hartstilstand;
longfibrose (vorming van littekenweefsel in de long);
darmperforatie (gat in de darmwand);
hepatitis (leverontsteking);
reactivatie van hepatitis B-infectie;
auto-immuun hepatitis (ontsteking van de lever die wordt veroorzaakt door het eigen
immuunsysteem van het lichaam);
cutane vasculitis (ontsteking van bloedvaten in de huid);
142
•
•
•
•
•
•
Stevens-Johnson-syndroom (levensbedreigende reactie met griepachtige symptomen en uitslag
met blaarvorming);
gezichtsoedeem (zwelling) in verband gebracht met allergische reacties;
erythema multiforme (ontstoken huiduitslag);
lupus-achtig syndroom;
angio-oedeem (plaatselijke zwelling van de huid);
lichenoïde huidreactie (jeukende, rood-paarse huiduitslag).
Niet bekend
(kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
•
•
•
•
•
•
hepatosplenisch T-cellymfoom (een zeldzame kanker in het bloed die vaak dodelijk is);
Merkelcelcarcinoom (een type huidkanker);
Kaposi-sarcoom, een zeldzame vorm van kanker die verband houdt met infectie met humaan
herpesvirus 8. Kaposi-sarcoom is meestal zichtbaar in de vorm van paarse huidschade;
leverfalen;
verergering van een aandoening genaamd dermatomyositis (zich uitend als huiduitslag samen
met spierzwakte);
gewichtstoename (bij de meeste patiënten was sprake van een kleine gewichtstoename).
Sommige bijwerkingen die waargenomen werden met adalimumab hebben geen symptomen en
kunnen alleen waargenomen worden door middel van bloedonderzoek.
Hieronder vallen:
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
•
•
•
•
verlaagd aantal witte bloedcellen;
verlaagd aantal rode bloedcellen;
verhoogd aantal vetten in het bloed;
verhoogde leverenzymen.
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen):
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
verhoogd aantal witte bloedcellen;
verlaagd aantal bloedplaatjes;
toegenomen hoeveelheid urinezuur in het bloed;
afwijkende bloedwaarden voor natrium;
lage bloedwaarden voor calcium;
lage bloedwaarden voor fosfaat;
hoog bloedsuiker;
hoge bloedwaarden voor lactaatdehydrogenase;
aanwezigheid van autoantilichamen in het bloed.
lage bloedwaarden kalium
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
•
verhoogde bloedwaarden voor bilirubine (leverbloedtesten).
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
•
verlaagd aantal witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
143
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het
etiket/blister/verpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Alternatieve bewaring:
Wanneer nodig (bijvoorbeeld als u op reis bent), mag Hefiya bewaard worden bij kamertemperatuur
(tot maximaal 25°C) gedurende maximaal 21 dagen – zorg ervoor dat de pen beschermd wordt tegen
licht. Eenmaal uit de koelkast gehaald voor bewaring bij kamertemperatuur,
moet de voorgevulde
pen binnen 21 dagen gebruikt worden of worden afgevoerd,
ook als deze later in de koelkast wordt
teruggelegd. Schrijf de datum waarop de voorgevulde pen voor de eerste keer uit de koelkast wordt
gehaald op en de datum waarna de pen dient te worden afgevoerd.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts
of apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op
de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
•
•
De werkzame stof in dit middel is adalimumab. Elke voorgevulde pen bevat 40 mg adalimumab
in 0,8 ml oplossing.
De andere stoffen in dit middel zijn adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride,
mannitol (E 421), polysorbaat 80 (E 433), zoutzuur (E 507), natriumhydroxide (E 524) en water
voor injecties.
Hoe ziet Hefiya eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen wordt geleverd als heldere tot licht
opalescente, kleurloze of lichtgele oplossing.
Hefiya wordt geleverd als voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik, gevat in een driehoekige pen
(SensoReady) met transparant venster en etiket. De spuit in de pen is gemaakt van type I-glas met
naald van roestvrij staal en een binnenste rubberen beschermdop, bevattende 0,8 ml oplossing.
Verpakkingen bevatten 1 en 2 voorgevulde pennen met Hefiya.
Multiverpakkingen bevatten 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde pennen met Hefiya.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
144
Hefiya is verkrijgbaar als voorgevulde spuit en voorgevulde pen (SensoReady).
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6250 Kundl
Oostenrijk
Fabrikant
Sandoz GmbH Schaftenau
Biochemiestr. 10
6336 Langkampfen
Oostenrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Sandoz nv/sa
Tél/Tel: +32 2 722 97 97
България
Са½доз България КЧТ
Тел.: +359 2
970 47 47
Česká republika
Sandoz s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark/Norge/Ísland/Sverige
Sandoz A/S
Tlf: +45 63 95 10 00
Deutschland
Hexal AG
Tel: +49 8024 908 0
Eesti
Sandoz d.d. Eesti filiaal
Tel: +372 665 2400
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Sandoz Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 900 456 856
France
Sandoz SAS
Tél: +33 1 49 64 48 00
Lietuva
Sandoz Pharmaceuticals d.d filialas
Tel: +370 5 2636 037
Luxembourg/Luxemburg
Sandoz nv/saTél/Tel.: +32 2 722 97 97
Magyarország
Sandoz Hungária Kft.
Tel.: +36 1 430 2890
Malta
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Tel: +356 21222872
Nederland
Sandoz B.V.
Tel: +31 36 52 41 600
Österreich
Sandoz GmbH
Tel: +43 5338 2000
Polska
Sandoz Polska Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 209 70 00
Portugal
Sandoz Farmacêutica Lda.
Tel: +351 21 196 40 00
România
Terapia S.A.
Tel:+40 264 50 15 00
145
Hrvatska
Sandoz d.o.o.
Tel: +385 1 23 53 111
Ireland
Rowex Ltd.
Tel: + 353 27 50077
Italia
Sandoz S.p.A.
Tel: +39 02 96541
Κύπρος
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Τηλ: +357 22 69 0690
Latvija
Sandoz d.d. Pārstāvniecība Latvijā
Tel: +371 67 892 006
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Slovenija
Lek farmacevtska družba d.d.
Tel: +386 1 580 21 11
Slovenská republika
Sandoz d.d. - organizačná zložka
Tel: +421 2 48 200 600
Suomi/Finland
Sandoz A/S
Puh/Tel: +358 10 6133 400
United Kingdom (Northern Ireland)
Sandoz GmbH
Tel: +43 5338 2000
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu
7.
Instructies voor gebruik
Om mogelijke infecties te voorkomen en ervoor te zorgen dat u het geneesmiddel correct gebruikt, is
het belangrijk dat u deze instructies opvolgt.
Zorg dat u deze gebruiksinstructies leest, begrijpt en opvolgt voordat u Hefiya injecteert. Uw
zorgverlener laat u zien hoe u Hefiya op de juiste manier kunt voorbereiden en injecteren met de
voorgevulde pen voordat u deze voor het eerst gebruikt. Neem voor vragen contact op met uw
zorgverlener.
Uw Hefiya voorgevulde SensoReady-pen voor eenmalig gebruik
Afbeelding A: onderdelen van de Hefiya SensoReady-pen
In
afbeelding A
is de pen afgebeeld met de dop verwijderd. Verwijder de dop pas op het moment dat u
gaat injecteren.
146
Let op het volgende:
•
Open de buitenverpakking pas op het moment dat u de pen gaat gebruiken.
•
Gebruik de pen niet
als de verzegeling op de buitenverpakking of de veiligheidsverzegeling op
de pen is verbroken.
•
Laat de pen nooit onbeheerd liggen om te voorkomen dat anderen ermee kunnen knoeien.
•
Als u uw pen laat vallen, mag u deze niet gebruiken als deze beschadigd lijkt, of als u de pen
laat vallen terwijl de dop is verwijderd.
•
Injecteer Hefiya 15-30 minuten nadat u het uit de koelkast heeft gehaald om de injectie
comfortabeler te maken.
•
Gooi de gebruikte pen meteen na gebruik weg.
Gebruik de pen niet opnieuw.
Zie “8.
Gebruikte pennen wegwerpen” aan het eind van deze gebruiksinstructies.
Hoe moet u de pen bewaren?
•
Bewaar de pen in de verpakking in de koelkast bij een temperatuur tussen 2°C en 8°C.
•
Indien nodig (bijvoorbeeld op reis) kan Hefiya tot 21 dagen bij kamertemperatuur
(maximaal 25°C) en beschermd tegen licht worden bewaard. Nadat u de pen uit de koelkast
heeft gehaald en op kamertemperatuur heeft gebracht, moet u de voorgevulde pen
binnen
21 dagen gebruiken of weggooien,
ook als u de pen later weer in de koelkast heeft
geplaatst. Noteer de datum waarop de voorgevulde pen voor het eerst uit de koelkast wordt
gehaald, en de datum waarna de voorgevulde pen moet worden weggegooid.
•
Bewaar uw pen tot gebruik in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
•
Bewaar uw pen niet op een plaats waar het erg warm of erg koud is.
•
Bewaar de pen niet in de vriezer.
Houd Hefiya net als alle geneesmiddelen buiten het bereik van kinderen.
Wat heeft u nodig voor het injecteren?
Leg de volgende artikelen op een schoon en vlak werkoppervlak.
De verpakking bevat:
•
Hefiya voorgevulde SensoReady-pen(nen) (zie afbeelding A). Elke pen bevat 40 mg/0,8 ml
Hefiya.
Niet meegeleverd in de verpakking zijn (zie afbeelding B):
•
Alcoholdoekje
•
Wattenbolletje of gaasje
•
Naaldencontainer
Afbeelding B: artikelen die niet worden meegeleverd
Zie
“8. Gebruikte pennen wegwerpen”
aan het eind van deze gebruiksinstructies.
147
Voor het injecteren
De pen voorbereiden
•
•
Om de injectie wat comfortabeler te maken, neemt u de pen 15 tot 30 minuten voordat u Hefiya
gaat injecteren uit de koelkast om de pen op kamertemperatuur te laten komen.
Kijk door het venster. De oplossing moet kleurloos of lichtgeel en helder tot licht opalescent
zijn.
Gebruik de pen niet
als u ziet dat de oplossing deeltjes bevat en/of verkleurd is. Neem
contact op met de apotheker als u zich zorgen maakt over hoe de oplossing eruitziet.
Afbeelding C: Veiligheidscontroles voor
het injecteren
•
•
Controleer de uiterste gebruiksdatum (EXP) op uw pen. Gebruik de pen niet als de uiterste
gebruiksdatum is verstreken.
Gebruik de pen niet als de veiligheidsverzegeling is verbroken.
Neem contact op met de apotheker als de pen niet voldoet aan een van de bovenvermelde punten.
1.
•
•
•
De injectieplaats kiezen:
De aanbevolen injectieplaats is de voorkant van de dijen. U
kunt ook kiezen voor de onderbuik, maar niet in het gebied
binnen 5 cm rond uw navel (zie
afbeelding D).
Verander elke keer dat u uzelf injecteert van injectieplaats.
Injecteer niet op plaatsen waar de huid pijnlijk, gekneusd,
rood, schilferig of hard is. Vermijd ook plaatsen met
littekens of striae. Als u psoriasis heeft, moet u NIET
injecteren op plaatsen met psoriasisplekken.
Afbeelding D: kies uw injectieplaats
148
2.
•
•
•
De injectieplaats reinigen:
Was uw handen grondig met water en zeep.
Desinfecteer in een draaiende beweging de injectieplaats
met een alcoholdoekje. Laat de plaats drogen voordat u
injecteert (zie
afbeelding E).
Raak de gereinigde plaats niet aan voordat u injecteert.
Afbeelding E: reinig de injectieplaats
3.
•
•
•
•
•
4.
•
De dop van de pen verwijderen:
Verwijder de dop pas op het moment dat u de pen gaat
gebruiken.
Draai de dop los in de richting van de pijlen (zie
afbeelding F).
Gooi de verwijderde dop weg.
Probeer niet de dop weer
op de pen te draaien.
Gebruik de pen binnen 5 minuten nadat de dop is
verwijderd.
U kunt een paar druppels vloeistof uit de naald zien komen.
Dat is normaal.
De pen vasthouden:
Houd de pen onder een hoek van 90 graden op de
gereinigde injectieplaats (zie
afbeelding G).
Afbeelding F: verwijder de dop
Goed
Fout
Afbeelding G: houd uw pen vast
De injectie toedienen
Lees deze informatie voordat u de injectie gaat toedienen
Tijdens het injecteren hoort u de pen
2 keer klikken:
o
De
1ste klik
geeft aan dat de injectie is gestart.
o
Enkele seconden later hoort u een
2de klik
die aangeeft dat de injectie
bijna
is
voltooid.
Blijf de pen stevig tegen uw huid drukken totdat u ziet dat een
groene indicator
in het venster
verschijnt en stopt met bewegen.
149
5.
•
•
•
•
De injectie starten:
Druk de pen stevig tegen de huid om de injectie te starten
(zie
afbeelding H).
De
1ste klik
geeft aan dat de injectie is gestart.
Blijf de pen stevig
tegen uw huid
drukken.
De
groene indicator
geeft de voortgang van de injectie aan.
Afbeelding H: start de injectie
6.
•
•
•
De injectie voltooien:
Wacht totdat u de
2de klik
hoort. Deze geeft aan dat de
injectie
bijna
is voltooid.
Controleer of de
groene indicator
het venster vult en niet
meer beweegt (zie
afbeelding I):
De pen kan nu worden verwijderd.
Afbeelding I: voltooi de injectie
Na de injectie
7.
•
•
Controleer of de groene indicator het venster vult
(zie
afbeelding J):
Dit betekent dat het geneesmiddel is toegediend. Neem
contact op met uw arts als de groene indicator niet zichtbaar
is.
Er kan wat bloed op de injectieplaats verschijnen. Druk een
wattenbolletje of gaasje tegen de injectieplaats en
houd 10 seconden vast. Wrijf niet over de injectieplaats. U
kunt de injectieplaats indien nodig afdekken met een
pleister.
Afbeelding J: controleer de groene
indicator
150
8.
•
Gebruikte pennen wegwerpen:
Werp de gebruikte pennen weg in een naaldencontainer
(afsluitbare container waar naalden niet doorheen kunnen
prikken). Voor uw eigen veiligheid en gezondheid en die
van anderen mogen de pennen niet worden hergebruikt.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en
gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts of apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer
gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier
afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften.
Heeft u nog andere vragen? Neem dan contact op met een arts, apotheker of verpleegkundige
die bekend is met Hefiya.
151
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit:
Elke voorgevulde spuit van 0,4 ml bevat een enkele dosis van 20 mg adalimumab.
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit:
Elke voorgevulde spuit van 0,8 ml bevat een enkele dosis van 40 mg adalimumab.
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen:
Elke voorgevulde pen van 0,8 ml bevat een enkele dosis van 40 mg adalimumab.
Adalimumab is een recombinant humaan monoklonaal antilichaam dat geproduceerd wordt in Chinese
Hamster Ovariumcellen.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. (injectie)
Heldere tot licht opalescente, kleurloze of lichtgele oplossing.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Reumatoïde artritis
Hefiya is in combinatie met methotrexaat bestemd voor:
- de behandeling van volwassen patiënten met matige tot ernstige, actieve reumatoïde artritis
wanneer de respons op antireumatische geneesmiddelen, waaronder methotrexaat, ontoereikend
is gebleken.
- de behandeling van volwassen patiënten met ernstige, actieve en progressieve reumatoïde
artritis die niet eerder behandeld zijn met methotrexaat
Hefiya kan gegeven worden als monotherapie in geval van intolerantie voor methotrexaat of wanneer
voortgezette behandeling met methotrexaat ongewenst is.
Juveniele idiopathische artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
Hefiya is in combinatie met methotrexaat bestemd voor de behandeling van actieve polyarticulaire
juveniele idiopathische artritis, bij patiënten vanaf de leeftijd van 2 jaar die een ontoereikende respons
hebben gehad op één of meerdere antireumatische middelen. Hefiya kan als monotherapie worden
gebruikt in geval van intolerantie voor methotrexaat of wanneer voortgezette behandeling met
methotrexaat ongewenst is (voor de werkzaamheid van monotherapie zie rubriek 5.1). Het gebruik van
adalimumab is niet onderzocht bij patiënten jonger dan 2 jaar.
Enthesitis-gerelateerde artritis
Hefiya is bestemd voor de behandeling van actieve enthesitis-gerelateerde artritis bij patiënten
vanaf 6 jaar die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele therapie of die
conventionele therapie niet verdragen (zie rubriek 5.1).
Axiale spondylartritis
Spondylitis ankylopoetica (AS)
Hefiya is bestemd voor de behandeling van ernstige actieve spondylitis ankylopoetica bij volwassenen
die onvoldoende gereageerd hebben op conventionele therapie.
Axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS
Hefiya is bestemd voor de behandeling van volwassenen met ernstige axiale spondylartritis zonder
röntgenologisch bewijs van AS, maar met objectieve tekenen van ontsteking door verhoogde CRP
en/of MRI, die een inadequate respons hebben gehad op, of die intolerant zijn voor, non-steroïde
anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's).
Artritis psoriatica
Hefiya is bestemd voor de behandeling van actieve en progressieve artritis psoriatica bij volwassen
patiënten wanneer de respons op eerdere therapie met antireumatische geneesmiddelen ontoereikend is
gebleken.
Het is aangetoond dat adalimumab de mate van progressie van perifere gewrichtsschade remt zoals
gemeten door middel van röntgenonderzoek bij patiënten met het polyarticulaire symmetrische
subtype van de aandoening (zie rubriek 5.1) en het lichamelijk functioneren verbetert.
Psoriasis
Hefiya is bestemd voor de behandeling van matige tot ernstige chronische plaque psoriasis bij
volwassen patiënten die in aanmerking komen voor systemische therapie.
Juveniele plaque psoriasis
Hefiya is bestemd voor de behandeling van ernstige chronische plaque psoriasis bij kinderen en
adolescenten vanaf 4 jaar die een ontoereikende respons hebben gehad op, of niet geschikt zijn voor,
topicale therapie en lichttherapieën.
Hefiya is bestemd voor de behandeling van actieve matige tot ernstige hidradenitis suppurativa (acne
inversa) bij volwassenen en adolescenten vanaf 12 jaar met ontoereikende respons op een
conventionele systemische HS-behandeling (zie rubriek 5.1 en 5.2).
De ziekte van Crohn
Hefiya is bestemd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn, bij volwassen
patiënten die niet gereageerd hebben op een volledige en adequate behandeling met een corticosteroïde
en/of een immunosuppressivum, of die dergelijke behandelingen niet verdragen of bij wie hiertegen
een contra-indicatie bestaat.
Juveniele ziekte van Crohn
Hefiya is bestemd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn bij kinderen
(vanaf 6 jaar) die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele behandeling waaronder
primaire voedingstherapie en een corticosteroïde en/of een immunomodulator, of die dergelijke
behandelingen niet verdragen of bij wie hiertegen een contra-indicatie bestaat.
Juveniele colitis ulcerosa
Hefiya is geïndiceerd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa bij kinderen
(vanaf 6 jaar) die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele behandeling waaronder
corticosteroïden en/of 6-mercaptopurine (6-MP) of azathioprine (AZA), of die dergelijke
behandelingen niet verdragen of bij wie hiertegen een contra-indicatie bestaat.
Colitis ulcerosa
Hefiya is bestemd voor de behandeling van matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa bij volwassen
patiënten die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele therapie, waaronder
corticosteroïden en 6-mercaptopurine (6-MP) of azathioprine (AZA), of die dergelijke behandelingen
niet verdragen of bij wie hiertegen een contra-indicatie bestaat.
Uveïtis
Hefiya is geïndiceerd voor de behandeling van niet-infectieuze uveïtis intermediair, uveïtis posterior
en panuveïtis bij volwassen patiënten die een ontoereikende respons hebben gehad op corticosteroïden,
bij patiënten die minder corticosteroïden moeten gebruiken of voor wie een corticosteroïde
behandeling niet geschikt is.
Juveniele uveïtis
Hefiya is bestemd voor de behandeling van juveniele chronische niet-infectieuze uveïtis anterior bij
patiënten vanaf twee jaar die een ontoereikende respons hebben gehad op conventionele behandeling
of deze niet verdragen, of voor wie conventionele behandeling niet geschikt is.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De Hefiya-behandeling dient te worden geïnitieerd door en plaats te vinden onder toezicht van
medische specialisten met ervaring in het diagnosticeren en behandelen van de aandoeningen
waarvoor Hefiya is bestemd. Oogartsen wordt geadviseerd om te overleggen met een geschikte
specialist voor aanvang van de behandeling met Hefiya (zie rubriek 4.4). Patiënten die behandeld
worden met Hefiya dient de veiligheidsinformatiekaart voor patiënten (patiëntenkaart) gegeven te
worden.
Gedurende de behandeling met Hefiya moeten andere gelijktijdige behandelingen (bijv.
corticosteroïden en/of immuunmodulerende middelen) worden geoptimaliseerd.
Dosering
Reumatoïde artritis
De aanbevolen dosis Hefiya voor volwassen patiënten met reumatoïde artritis is 40 mg adalimumab
eenmaal per twee weken toegediend als een enkele dosis via subcutane injectie. Methotrexaat wordt
voortgezet tijdens de behandeling met Hefiya.
Glucocorticoïden, salicylaten, niet-steroïde anti-inflammatoire middelen of analgetica kunnen
gedurende de behandeling met Hefiya worden gecontinueerd. Aangaande de combinatie met andere
antireumatische geneesmiddelen anders dan methotrexaat zie rubrieken 4.4 en 5.1.
Bij gebruik als monotherapie, kunnen patiënten die een afname in hun respons hebben op Hefiya
40 mg eenmaal per twee weken baat hebben bij een verhoging van de dosering adalimumab tot 40 mg
per week of 80 mg eenmaal per twee weken.
Beschikbare data geven aan dat de klinische respons normaal binnen 12 weken behandeling wordt
bereikt. Het vervolgen van de therapie in patiënten die in deze periode nog niet reageren op het
geneesmiddel, dient heroverwogen te worden.
Onderbreking van de toediening
Het kan nodig zijn de toediening te onderbreken, bijvoorbeeld voor een operatie of wanneer een
ernstige infectie optreedt.
Beschikbare data geven aan dat het opnieuw starten met adalimumab na stopzetting voor 70 dagen of
langer, resulteerde in een even grote klinische respons en een vergelijkbaar veiligheidsprofiel als voor
de onderbreking.
Spondylitis ankylopoetica, axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS en artritis
psoriatica
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten met spondylitis ankylopoetica, axiale spondylartritis
zonder röntgenologisch bewijs van AS en voor patiënten met artritis psoriatica is 40 mg adalimumab
eenmaal per twee weken toegediend als een enkele dosis via subcutane injectie.
Beschikbare data geven aan dat de klinische respons normaal binnen 12 weken behandeling wordt
bereikt. Het vervolgen van de therapie in patiënten die in deze periode nog niet reageren op het
geneesmiddel, dient heroverwogen te worden.
Psoriasis
De aanbevolen dosering Hefiya voor volwassen patiënten bestaat uit een aanvangsdosis van 80 mg,
subcutaan toegediend, gevolgd door 40 mg subcutaan eenmaal per twee weken vanaf één week na de
aanvangsdosis.
Als een patiënt na 16 weken behandeling niet gereageerd heeft, dient voortzetting van de therapie
zorgvuldig te worden heroverwogen.
Na 16 weken kunnen patiënten die onvoldoende reageren op Hefiya 40 mg eenmaal per twee weken
baat hebben bij een verhoging van de dosering naar 40 mg eenmaal per week of 80 mg eenmaal per
Hidradenitis suppurativa
Het aanbevolen Hefiya-doseringsschema voor volwassen patiënten met hidradenitis suppurativa (HS)
start met 160 mg op dag 1 (dosis kan worden toegediend als vier injecties van 40 mg op één dag of als
twee injecties van 40 mg per dag op twee achtereenvolgende dagen), gevolgd door 80 mg twee weken
later op dag 15 (dosis wordt toegediend als twee injecties van 40 mg op één dag). Twee weken later
(dag 29) wordt de therapie voortgezet met een dosis van 40 mg per week of 80 mg eenmaal per twee
weken (toegediend als twee injecties van 40 mg op één dag). Behandelingen met antibiotica mogen
indien nodig tijdens de behandeling met Hefiya worden voortgezet. Patiënten wordt aangeraden tijdens
de behandeling met Hefiya dagelijks een lokaal antiseptisch middel voor hun HS-laesies te gebruiken.
Voortzetting van de behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen wanneer een patiënt in
week 12 nog geen respons vertoont.
Als de behandeling moet worden onderbroken, kan er opnieuw worden gestart met 40 mg Hefiya per
week of 80 mg eenmaal per twee weken (zie rubriek 5.1).
De verhouding tussen voordelen en risico's van aanhoudende langetermijnbehandeling moet
regelmatig geëvalueerd worden (zie rubriek 5.1).
De ziekte van Crohn
Het aanbevolen Hefiya inductiedoseringsschema voor volwassen patiënten met matig tot ernstig
actieve ziekte van Crohn is 80 mg in week 0, gevolgd door 40 mg in week 2. Indien er een snellere
respons op de therapie nodig is, kan het schema 160 mg in week 0 (toegediend als vier 40 mg injecties
op één dag of als twee 40 mg injecties per dag voor twee opeenvolgende dagen), 80 mg in
week 2 (toegediend als twee 40 mg injecties op één dag) worden gebruikt, waarbij men zich ervan
bewust moet zijn dat het risico van bijwerkingen hoger is gedurende de inductie.
Na de inductiebehandeling is de aanbevolen dosering 40 mg eenmaal per twee weken via subcutane
injectie. Eventueel mag, indien een patiënt gestopt is met Hefiya en symptomen van de ziekte
terugkeren, Hefiya opnieuw worden toegediend. Er is weinig ervaring met opnieuw toedienen na meer
dan 8 weken sinds de vorige dosis.
Gedurende de onderhoudsbehandeling, kunnen corticosteroïden geleidelijk worden afgebouwd,
overeenkomstig klinische richtlijnen.
Sommige patiënten die een verminderde respons ervaren op Hefiya 40 mg eenmaal per twee weken,
kunnen baat hebben bij een verhoging van de dosering naar elke week Hefiya 40 mg of 80 mg
eenmaal per twee weken.
Sommige patiënten die geen respons hebben in week 4 kunnen baat hebben bij voortgezette
onderhoudsbehandeling tot en met week 12. Voortgezette behandeling dient zorgvuldig te worden
heroverwogen bij een patiënt die geen respons ervaart binnen deze periode.
Colitis ulcerosa
Het aanbevolen Hefiya inductiedoseringsschema voor volwassen patiënten met matige tot ernstige
colitis ulcerosa is 160 mg in week 0 (toegediend als vier 40 mg injecties op één dag of als twee 40 mg
injecties per dag voor twee opeenvolgende dagen) en 80 mg in week 2 (toegediend als twee 40 mg
Gedurende de onderhoudsbehandeling kunnen corticosteroïden geleidelijk worden afgebouwd,
overeenkomstig klinische richtlijnen.
Sommige patiënten die een verminderde respons ervaren op Hefiya 40 mg eenmaal per twee weken,
kunnen baat hebben bij een verhoging van de doseringsfrequentie naar elke week Hefiya 40 mg of
80 mg eenmaal per twee weken.
Beschikbare data geven aan dat de klinische respons gewoonlijk binnen 2-8 weken behandeling wordt
bereikt. Behandeling met Hefiya dient niet te worden voortgezet bij patiënten die binnen deze periode
geen respons ervaren.
Uveïtis
De aanbevolen dosering Hefiya voor volwassen patiënten met uveïtis bestaat uit een aanvangsdosis
van 80 mg, gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf één week na de aanvangsdosis. Er is
beperkte ervaring met de start van behandeling met uitsluitend adalimumab. Behandeling met Hefiya
kan gestart worden in combinatie met corticosteroïden en/of andere niet-biologische
immuunmodulerende middelen. Corticosteroïden die gelijktijdig worden gebruikt kunnen worden
afgebouwd overeenkomstig de klinische praktijk, te beginnen twee weken na aanvang van de
behandeling met Hefiya.
De verhouding tussen voordelen en risico's van voortgezette langetermijnbehandeling moet jaarlijks
geëvalueerd worden (zie rubriek 5.1).
Speciale populaties
Ouderen
Aanpassing van de dosis is niet vereist.
Nier- en/of leverfunctiestoornis
Adalimumab is niet onderzocht in deze patiëntenpopulatie. Er kan geen doseringsadvies worden
gegeven.
Pediatrische patiënten
Juveniele idiopathische artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis vanaf de leeftijd van 2 jaar
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten met polyarticulaire juveniele idiopathische artritis in de
leeftijd vanaf 2 jaar is gebaseerd op lichaamsgewicht (tabel 1). Hefiya wordt eenmaal per twee weken
toegediend via subcutane injectie.
Tabel 1. Hefiya-dosis voor patiënten met polyarticulaire juveniele idiopathische
artritis
Patiëntgewicht
Doseringsschema
10 kg tot < 30 kg
20 mg eenmaal per twee weken
30 kg
40 mg eenmaal per twee weken
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij patiënten jonger dan 2 jaar voor deze indicatie.
Enthesitis-gerelateerde artritis
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten met enthesitis-gerelateerde artritis met een leeftijd van
6 jaar of ouder is gebaseerd op het lichaamsgewicht (tabel 2). Hefiya wordt eenmaal per twee weken
toegediend via subcutane injectie.
Tabel 2. Hefiya-dosis voor patiënten met enthesitis-gerelateerde
artritis
Patiëntgewicht
Doseringsschema
15 kg tot < 30 kg
20 mg eenmaal per twee weken
30 kg
40 mg eenmaal per twee weken
Het gebruik van adalimumab is niet onderzocht bij patiënten met enthesitis-gerelateerde artritis jonger
dan 6 jaar.
Juveniele plaque psoriasis
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten met plaque psoriasis van 4 tot en met 17 jaar oud is
gebaseerd op lichaamsgewicht (tabel 3). Hefiya wordt toegediend via subcutane injectie.
Tabel 3. Hefiya-dosis voor kinderen met plaque psoriasis
Patiëntgewicht
Doseringsschema
Aanvangsdosis van 20 mg, gevolgd
15 kg tot < 30 kg
door 20 mg eenmaal per twee weken vanaf
één week na de aanvangsdosis
Aanvangsdosis van 40 mg, gevolgd
30 kg
door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf
één week na de aanvangsdosis
Voortgezette behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen bij een patiënt die geen respons
ervaart binnen 16 weken.
Als herbehandeling met adalimumab geïndiceerd is, dient bovenstaande aanbeveling over de dosering
en de behandelingsduur gevolgd te worden.
De veiligheid van adalimumab bij kinderen met plaque psoriasis is beoordeeld gedurende
gemiddeld 13 maanden.
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij kinderen jonger dan 4 jaar voor deze indicatie.
Er zijn geen klinische studies met adalimumab in adolescente patiënten met HS gedaan. De dosering
van Hefiya bij deze patiënten is bepaald met farmacokinetische modellen en simulatie (zie
rubriek 5.2).
De aanbevolen dosis Hefiya is 80 mg in week 0 gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf
week 1 via subcutane injectie.
Bij adolescente patiënten die onvoldoende reageren op Hefiya 40 mg eenmaal per twee weken, kan
verhoging van de dosering naar 40 mg eenmaal per week of 80 mg eenmaal per twee weken worden
overwogen.
Behandelingen met antibiotica kunnen indien nodig tijdens de behandeling met Hefiya worden
voortgezet. Patiënten wordt aangeraden tijdens de behandeling met Hefiya dagelijks een lokaal
antiseptisch middel voor hun HS-laesies te gebruiken.
Voortzetting van de behandeling dient zorgvuldig te worden heroverwogen wanneer een patiënt in
week 12 nog geen respons vertoont.
Als de behandeling wordt onderbroken, kan er indien nodig opnieuw worden gestart met Hefiya.
De verhouding tussen voordelen en risico's van aanhoudende langetermijnbehandeling moet
regelmatig geëvalueerd worden (zie de gegevens voor volwassenen in rubriek 5.1).
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij kinderen jonger dan 12 jaar met deze indicatie.
Juveniele ziekte van Crohn
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten met de ziekte van Crohn van 6 tot en met 17 jaar oud is
gebaseerd op lichaamsgewicht (tabel 4). Hefiya wordt toegediend via subcutane injectie.
Tabel 4. Hefiya-dosis voor kinderen met de ziekte van Crohn
Onderhoudsdosering
Gewicht patiënt
Inductiedosering
vanaf week 4
< 40 kg
- 40 mg in week 0 en 20 mg in week 2
Indien een snellere respons op de therapie nodig is,
kan de volgende dosering worden gebruikt,
20 mg eenmaal per
waarbij men zich ervan bewust moet zijn dat het
twee weken
risico op bijwerkingen hoger kan zijn wanneer de
hogere inductiedosering wordt gebruikt:
·
80 mg in week 0 en 40 mg in week 2
40 kg
- 80 mg in week 0 en 40 mg in week 2
40 mg eenmaal per
twee weken
Indien een snellere respons op de therapie nodig is,
kan de volgende dosering worden gebruikt,
waarbij men zich ervan bewust moet zijn dat het
risico op bijwerkingen hoger kan zijn wanneer de
hogere inductiedosering wordt gebruikt:
·
160 mg in week 0 en 80 mg in week 2
- < 40 kg: 20 mg eenmaal per week
- 40 kg: 40 mg eenmaal per week of 80 mg eenmaal per twee weken
Voortzetting van de behandeling dient zorgvuldig te worden overwogen wanneer een patiënt in
week 12 nog geen respons vertoont.
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij kinderen jonger dan 6 jaar voor deze indicatie.
Juveniele colitis ulcerosa
De aanbevolen dosis Hefiya voor patiënten van 6 tot en met 17 jaar met juveniele colitis ulcerosa is
gebaseerd op het lichaamsgewicht (tabel 5). Hefiya wordt toegediend via subcutane injectie.
Tabel 5. Hefiya dosis voor pediatrische patiënten met colitis ulcerosa
Onderhoudsdosering vanaf
Patiëntgewicht
Inductiedosering
week 4
< 40 kg
- 80 mg in week 0 (gegeven als
- 40 mg eenmaal per twee
twee injecties met 40 mg op één
weken
dag) en
- 40 mg in week 2 (gegeven als één
injectie met 40 mg)
40 kg
- 160 mg in week 0 (gegeven als
- 80 mg eenmaal per twee
vier injecties met 40 mg op één
weken (gegeven als twee
dag of twee injecties met 40 mg
injecties met 40 mg op
per dag op twee opeenvolgende
één dag)
dagen) en
- 80 mg in week 2 (gegeven als
twee injecties met 40 mg op één
dag)
* Pediatrische patiënten die 18 jaar worden tijdens behandeling met Hefiya dienen door te
gaan met de hun voorgeschreven onderhoudsdosis.
Voortzetting van de behandeling na 8 weken dient zorgvuldig te worden overwogen bij patiënten die
geen tekenen van een respons vertonen binnen deze tijdsperiode.
Er is geen relevante toepassing van Hefiya bij kinderen jonger dan 6 jaar voor deze indicatie.
Hefiya kan in andere sterkten en/of toedieningsvormen beschikbaar zijn, afhankelijk van de
individuele behandelingsbehoeften.
Juveniele uveïtis
De aanbevolen dosis Hefiya voor kinderen met uveïtis vanaf 2 jaar is gebaseerd op het
lichaamsgewicht (tabel 6). Hefiya wordt toegediend via subcutane injectie.
Tabel 6. Hefiya-dosis voor kinderen met uveïtis
Patiëntgewicht
Doseringsschema
< 30 kg
20 mg eenmaal per twee weken in
combinatie met methotrexaat
30 kg
40 mg eenmaal per twee weken in
combinatie met methotrexaat
Bij initiatie van de Hefiya-behandeling kan één week voor aanvang van de onderhoudsbehandeling
een oplaaddosis van 40 mg worden toegediend voor patiënten < 30 kg of 80 mg voor patiënten
30 kg. Er zijn geen klinische gegevens beschikbaar over het gebruik van een oplaaddosis
adalimumab bij kinderen jonger dan 6 jaar (zie rubriek 5.2).
Er is geen relevante toepassing van Hefiya bij kinderen jonger dan 2 jaar voor deze indicatie.
De verhouding tussen voordelen en risico's van voortgezette langetermijnbehandeling moet jaarlijks
geëvalueerd worden (zie rubriek 5.1).
Artritis psoriatica en axiale spondylartritis waaronder spondylitis ankylopoetica
Er is geen relevante toepassing van adalimumab bij pediatrische patiënten voor de indicaties
spondylitis ankylopoetica en artritis psoriatica.
Wijze van toediening
Hefiya wordt toegediend via subcutane injectie.
Een volledige gebruiksaanwijzing is te vinden in de bijsluiter.
Adalimumab is verkrijgbaar in andere sterktes en presentatievormen.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor (één van) de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Actieve tuberculose of andere ernstige infecties zoals sepsis en andere opportunistische infecties (zie
rubriek 4.4).
Matig tot ernstig hartfalen (NYHA-klasse III/IV) (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Infecties
Patiënten die TNF-antagonisten gebruiken zijn vatbaarder voor ernstige infecties. Een verminderde
longfunctie kan het risico op het ontwikkelen van infecties vergroten. Patiënten moeten daarom
zorgvuldig worden gecontroleerd op infecties, waaronder tuberculose, voor, tijdens en na de
behandeling met Hefiya. Omdat de eliminatie van adalimumab 4 maanden kan duren, dienen de
controles gedurende deze periode door te gaan.
Patiënten, bij wie een nieuwe infectie optreedt tijdens de behandeling met Hefiya, dienen zorgvuldig te
worden gecontroleerd en dienen een volledige diagnostische evaluatie te ondergaan. Toediening van
Hefiya dient te worden stopgezet als er bij een patiënt een nieuwe ernstige infectie of sepsis optreedt
en een geschikte antimicrobiële of antischimmeltherapie dient te worden geïnitieerd tot de infectie
onder controle is gebracht. Artsen dienen de nodige voorzichtigheid in acht te nemen wanneer zij het
gebruik van Hefiya overwegen bij patiënten met een geschiedenis van recidiverende infectie of met
onderliggende aandoeningen die tot een predispositie voor infecties kunnen leiden, inclusief het
gebruik van gelijktijdig toegediende immunosuppressiva.
Ernstige infecties
Bij patiënten die werden behandeld met adalimumab zijn ernstige infecties gerapporteerd, waaronder
sepsis, veroorzaakt door bacteriële, mycobacteriële, invasieve schimmel-, parasitaire, virale of andere
opportunistische infecties, zoals listeriose, legionellose en pneumocystose.
Andere ernstige infecties die zijn waargenomen in klinisch onderzoek zijn onder andere pneumonie,
pyelonefritis, septische artritis en septikemie. Ziekenhuisopname of gevallen met fatale afloop
geassocieerd met infecties zijn gemeld.
Tuberculose
Zowel reactivering als het ontstaan van tuberculose is gemeld bij patiënten die adalimumab gebruiken.
Meldingen betroffen gevallen van pulmonale en extrapulmonale (d.w.z. gedissemineerde) tuberculose.
Vóór initiatie van de behandeling met Hefiya moeten alle patiënten worden geëvalueerd op zowel
actieve als inactieve ('latente') tuberculose-infectie. Deze evaluatie dient een gedetailleerde medische
beoordeling te omvatten van de patiëntgeschiedenis betreffende tuberculose of mogelijke eerdere
blootstelling aan mensen met actieve tuberculose en vroegere en/of huidige behandeling met
immunosuppressiva. Er moeten gepaste screeningtests (d.w.z. tuberculine huidtest en röntgenopname
van de borst) worden uitgevoerd bij alle patiënten (plaatselijke richtlijnen kunnen van toepassing zijn).
Het is aanbevolen dat de wijze waarop deze testen zijn uitgevoerd en de resultaten ervan worden
aangegeven in de Hefiya patiëntenkaart van de patiënt. De voorschrijvers worden herinnerd aan de
risico's van vals negatieve uitkomsten van tuberculine huidtesten, vooral in ernstig zieke en immuno-
incompetente patiënten.
Als actieve tuberculose wordt gediagnosticeerd, mag de Hefiya-behandeling niet worden geïnitieerd
(zie rubriek 4.3).
In alle hieronder beschreven situaties dienen de voordelen van behandeling met Hefiya zorgvuldig te
worden afgewogen tegen de risico's ervan.
Als latente tuberculose vermoed wordt, dient een arts met expertise op het gebied van de
tuberculosebehandeling te worden geconsulteerd.
Als latente tuberculose wordt gediagnosticeerd, moet vóór het begin van de behandeling met Hefiya
gestart worden met antituberculeuze behandeling volgens de plaatselijke richtlijnen.
Het gebruik van antituberculeuze profylaxe behandeling dient ook te worden overwogen vóór het
begin van de behandeling met Hefiya bij patiënten met meerdere of significante risicofactoren voor
Ondanks tuberculose profylaxe behandeling, zijn er gevallen van gereactiveerde tuberculose geweest
onder patiënten die met adalimumab werden behandeld. Bij sommige patiënten die met succes waren
behandeld voor actieve tuberculose, trad tuberculose opnieuw op tijdens behandeling met adalimumab.
Patiënten dienen het advies te krijgen een arts te raadplegen als tijdens of na de behandeling met
Hefiya tekenen/symptomen optreden die wijzen op een tuberculose-infectie (bijvoorbeeld aanhoudend
hoesten, emaciatie/gewichtsverlies, lichte koorts, lusteloosheid).
Andere opportunistische infecties
Opportunistische infecties, waaronder invasieve schimmelinfecties, zijn waargenomen bij patiënten
die werden behandeld met adalimumab. Deze infecties zijn niet altijd herkend bij patiënten die
TNF-antagonisten gebruikten en dit heeft geresulteerd in vertragingen bij het instellen van de adequate
behandeling, met in sommige gevallen een fatale afloop.
Patiënten die tekenen en symptomen ontwikkelen zoals koorts, malaise, gewichtsverlies, zweten,
hoesten, dyspnoe en/of pulmonaire infiltraten of andere ernstige systemische ziekte al dan niet gepaard
gaand met shock, dienen verdacht te worden van een invasieve schimmelinfectie en de toediening van
Hefiya dient onmiddellijk te worden gestaakt. Bij deze patiënten dient de diagnose te worden gesteld
en toediening van een empirische antischimmeltherapie te worden gestart in overleg met een arts met
expertise op het gebied van de zorg voor patiënten met invasieve schimmelinfecties.
Hepatitis B reactivering
Reactivering van hepatitis B is opgetreden bij patiënten die behandeld werden met een TNF-antagonist
zoals adalimumab en die chronisch drager zijn van dit virus (d.w.z. oppervlakte-antigeen positief).
Sommige gevallen waren fataal. Patiënten dienen getest te worden op hepatitis B-infectie voordat met
de behandeling met Hefiya begonnen wordt. Voor patiënten die positief voor hepatitis B-infectie
worden getest, wordt consultatie met een arts met ervaring met de behandeling van hepatitis B
aanbevolen.
Dragers van het hepatitis B-virus die behandeling met Hefiya nodig hebben dienen zorgvuldig te
worden gemonitord op symptomen van actieve infectie met het hepatitis B-virus gedurende de
behandeling en gedurende verschillende maanden na beëindiging van de behandeling. Er zijn
onvoldoende gegevens beschikbaar over het behandelen van patiënten die drager zijn van het hepatitis
B-virus met antivirale therapie in combinatie met behandeling met TNF-antagonisten om hepatitis B-
virus reactivering te voorkomen. Bij patiënten bij wie reactivering van hepatitis B optreedt, dient
Hefiya te worden gestopt en dient effectieve antivirale therapie met geschikte ondersteunende
behandeling te worden gestart.
Neurologische complicaties
TNF-antagonisten, waaronder adalimumab, zijn in zeldzame gevallen in verband gebracht met het
ontstaan van of de verergering van klinische symptomen en/of röntgenografische aanwijzingen voor
demyeliniserende aandoeningen van het centraal zenuwstelsel, waaronder multipele sclerose en
optische neuritis, en perifere demyeliniserende aandoeningen, waaronder Guillain-Barré-syndroom.
Voorschrijvers dienen voorzichtigheid in acht te nemen wanneer het gebruik van Hefiya wordt
overwogen bij patiënten met reeds bestaande of recent opgetreden demyeliniserende aandoeningen van
het centrale of perifere zenuwstelsel; stopzetten van het gebruik van Hefiya dient overwogen te
worden indien een van deze aandoeningen zich ontwikkelt. Er is een bekende associatie tussen
intermediaire uveïtis en centrale demyeliniserende aandoeningen. In patiënten met niet-infectieuze
intermediaire uveïtis moet een neurologische beoordeling worden uitgevoerd voor aanvang van de
Hefiya-behandeling en regelmatig tijdens de behandeling om reeds bestaande of zich ontwikkelende
centrale demyeliniserende aandoeningen vast te stellen.
Tijdens klinische onderzoeken traden zelden ernstige allergische reacties geassocieerd met
adalimumab op. Niet-ernstige allergische reacties op adalimumab traden tijdens klinische onderzoeken
soms op. Na het toedienen van adalimumab zijn meldingen van ernstige allergische reacties,
waaronder anafylaxie, ontvangen. Als er een anafylactische reactie of andere ernstige bijwerking
optreedt, dient de toediening van Hefiya onmiddellijk te worden gestaakt en dient de gepaste
behandeling te worden geïnitieerd.
Immunosuppressie
Bij een onderzoek met 64 patiënten met reumatoïde artritis die werden behandeld met adalimumab
waren er geen aanwijzingen voor onderdrukking van vertraagde hypersensitiviteit, verlaagde
immunoglobulinewaarden of gewijzigde tellingen voor effector-T-, B- en NK-cellen,
monocyten / macrofagen en neutrofielen.
Maligniteiten en lymfoproliferatieve aandoeningen
In de gecontroleerde delen van de klinische onderzoeken met TNF-antagonisten zijn meer gevallen
van maligniteiten waaronder lymfomen waargenomen in de patiënten die TNF-antagonisten hebben
gekregen vergeleken met de controlepatiënten. Echter, het voorkomen hiervan was zeldzaam. In
postmarketingverband zijn gevallen van leukemie gemeld bij patiënten die behandeld waren met een
TNF-antagonist. Er is een verhoogd achtergrondrisico op lymfomen en leukemie voor reumatoïde
artritis patiënten met langdurige, zeer actieve, ontstekingsziekte, wat de inschatting van het risico
compliceert. Met de huidige kennis kan een mogelijk risico op de ontwikkeling van lymfomen,
leukemie en andere maligniteiten bij patiënten die behandeld worden met TNF-antagonisten niet
worden uitgesloten.
Maligniteiten, waarvan sommige fataal, zijn in postmarketingverband gemeld bij kinderen,
adolescenten en jongvolwassenen (tot 22 jaar) die werden behandeld met TNF-antagonisten (start van
de behandeling bij een leeftijd 18 jaar), waaronder adalimumab. Ongeveer de helft van de gevallen
betrof lymfomen. De andere gemelde gevallen betroffen een variëteit van verschillende maligniteiten,
waaronder zeldzame maligniteiten die gewoonlijk in verband worden gebracht met immunosuppressie.
Een risico op het ontwikkelen van maligniteiten bij kinderen en adolescenten die behandeld worden
met TNF-antagonisten kan niet worden uitgesloten.
Er zijn zeldzame postmarketing gevallen vastgesteld van hepatosplenisch T-cellymfoom bij patiënten
die behandeld werden met adalimumab. Dit zeldzame type T-cellymfoom heeft een zeer agressief
ziekteverloop en is gewoonlijk fataal. Enkele van deze hepatosplenische T-cellymfomen tijdens
adalimumab-gebruik, deden zich voor bij jonge volwassen patiënten die voor inflammatoire
darmziekte gelijktijdig behandeld werden met azathioprine of 6-mercaptopurine. Het mogelijke risico
van de combinatie van azathioprine of 6-mercaptopurine en Hefiya moet zorgvuldig worden
overwogen. Het risico van het ontwikkelen van hepatosplenisch T-cellymfoom bij patiënten die
worden behandeld met Hefiya kan niet worden uitgesloten (zie rubriek 4.8).
Er hebben geen onderzoeken plaatsgevonden waarbij patiënten met een achtergrond van maligniteiten
geïncludeerd werden of patiënten bij wie de behandeling met adalimumab werd voortgezet nadat er
zich bij hen een maligniteit had ontwikkeld. Voorzichtigheid is geboden bij de overweging om deze
patiënten met Hefiya te behandelen (zie rubriek 4.8).
Alle patiënten, maar in het bijzonder patiënten die in het verleden uitgebreid met immunosuppressiva
zijn behandeld en psoriasispatiënten die in het verleden met PUVA behandeld zijn, dienen vóór en
tijdens de behandeling met Hefiya te worden onderzocht op de aanwezigheid van niet-melanoom
huidkanker. Er zijn ook meldingen van melanoom en Merkelcelcarcinoom bij patiënten die werden
behandeld met TNF-antagonisten waaronder adalimumab (zie rubriek 4.8).
Op basis van de huidige gegevens is het niet bekend of behandeling met adalimumab het risico op de
ontwikkeling van dysplasie of colonkanker beïnvloedt. Alle patiënten met colitis ulcerosa die een
verhoogd risico hebben op dysplasie of coloncarcinoom (bijvoorbeeld patiënten met langdurige colitis
ulcerosa of primaire scleroserende cholangitis) of die een voorgeschiedenis hebben van dysplasie of
coloncarcinoom, dienen voorafgaand aan de behandeling en gedurende hun ziekteverloop met
regelmaat te worden onderzocht op dysplasie. Deze controle dient overeenkomstig de lokale
richtlijnen te bestaan uit o.a. colonoscopie en biopten.
Hematologische reacties
Pancytopenie inclusief aplastische anemie is in zeldzame gevallen gemeld bij gebruik van
TNF-antagonisten. Hematologische bijwerkingen, waaronder medisch significante cytopenie (bijv.
trombocytopenie, leukopenie) zijn gemeld in samenhang met adalimumab. Patiënten die Hefiya
gebruiken dienen geadviseerd te worden onmiddellijk medisch advies te vragen indien zij tekenen en
symptomen ontwikkelen die duiden op bloeddyscrasie (bijv. aanhoudende koorts, blauwe plekken,
bloedingen, bleekheid). Stopzetten van het gebruik van Hefiya dient overwogen te worden bij
patiënten met bewezen significante hematologische afwijkingen.
Vaccinaties
Vergelijkbare antilichaamreacties op de standaard 23-valent pneumokokkenvaccinatie en de influenza
trivalent virusvaccinatie zijn waargenomen in een studie met 226 volwassen personen met reumatoïde
artritis die behandeld werden met adalimumab of placebo. Er zijn geen gegevens bekend over de
secundaire overdracht van een infectie door levende vaccins bij patiënten die adalimumab gebruiken.
Het wordt aanbevolen om kinderen, indien mogelijk, vóór het starten met de behandeling met Hefiya
alle vaccinaties toe te dienen in overeenstemming met de van toepassing zijnde vaccinatierichtlijnen.
Patiënten die Hefiya gebruiken kunnen gelijktijdig vaccinaties toegediend krijgen, met uitzondering
van levende vaccins. Toediening van levende vaccins aan zuigelingen (bijvoorbeeld BCG-vaccin) die
in utero aan adalimumab zijn blootgesteld, wordt niet aanbevolen gedurende 5 maanden na de laatste
adalimumabinjectie van de moeder tijdens de zwangerschap.
Congestief hartfalen
In een klinisch onderzoek met een andere TNF-antagonist zijn verslechtering van congestief hartfalen
en verhoogde mortaliteit als gevolg van congestief hartfalen waargenomen. Gevallen van
verslechtering van congestief hartfalen zijn ook gemeld bij met adalimumab behandelde patiënten. Bij
het gebruik van Hefiya bij patiënten met mild hartfalen (NYHA-klasse I/II) is voorzichtigheid
geboden. Hefiya is gecontra-indiceerd bij matig tot ernstig hartfalen (zie rubriek 4.3). De behandeling
met Hefiya moet worden gestaakt bij patiënten bij wie nieuwe of verergerende symptomen van
congestief hartfalen optreden.
Auto-immuunprocessen
De behandeling met Hefiya kan leiden tot de vorming van auto-immuunantilichamen. De invloed van
langdurige behandeling met adalimumab op de ontwikkeling van auto-immuun aandoeningen is
onbekend. Als een patiënt na behandeling met Hefiya symptomen ontwikkelt die wijzen op een
lupusachtig syndroom en als deze patiënt positief bevonden wordt voor antilichamen tegen
dubbelstrengs DNA, mag de behandeling met Hefiya niet langer gegeven worden (zie rubriek 4.8).
In klinische onderzoeken zijn ernstige infecties gemeld na gelijktijdig gebruik van anakinra en een
andere TNF-antagonist, etanercept, zonder toegevoegd voordeel vergeleken met etanercept alleen.
Gezien de aard van de bijwerkingen die gevonden zijn met de combinatie van etanercept en anakinra,
kan de combinatie van anakinra met andere TNF-antagonisten in vergelijkbare toxiciteiten resulteren.
Daarom wordt de combinatie van adalimumab en anakinra niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Gelijktijdige toediening van adalimumab met andere biologische DMARD's (bijv. anakinra en
abatacept) of andere TNF-antagonisten wordt niet aanbevolen vanwege een mogelijk toegenomen
risico van infecties, waaronder ernstige infecties en andere potentiële farmacologische interacties (zie
rubriek 4.5).
Chirurgische ingrepen
Er is gelimiteerde ervaring met de veiligheid van chirurgische procedures bij patiënten die behandeld
worden met adalimumab. Er dient rekening gehouden te worden met de lange halfwaardetijd van
adalimumab als een chirurgische ingreep gepland wordt. Een patiënt die een operatie ondergaat terwijl
hij of zij nog Hefiya gebruikt moet zorgvuldig worden gecontroleerd op infecties en geschikte acties
dienen ondernomen te worden. Er is gelimiteerde ervaring met de veiligheid bij patiënten die
adalimumab gebruiken en artroplastiek ondergaan.
Dunne darmobstructie
Gebrek aan respons op behandeling voor de ziekte van Crohn kan een indicatie zijn voor de
aanwezigheid van een gefixeerde fibrotische vernauwing, waarvoor chirurgische behandeling
noodzakelijk is. Beschikbare gegevens wijzen erop dat adalimumab vernauwingen niet verergert of
veroorzaakt.
Ouderen
De frequentie van ernstige infecties tijdens adalimumab-behandeling was hoger bij patiënten ouder
dan 65 jaar (3,7%) dan bij patiënten jonger dan 65 jaar (1,5%). Enkele hadden een fatale uitkomst.
Bijzondere aandacht voor het risico op infecties dient in acht genomen te worden bij de behandeling
van ouderen.
Pediatrische patiënten
Zie Vaccinaties hierboven.
Natriumgehalte
Dit product bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 0,8 ml en per dosis van 0,4 ml,
d.w.z. dat het in wezen `natriumvrij' is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Adalimumab is onderzocht bij patiënten met reumatoïde artritis, polyarticulaire juveniele idiopathische
artritis en artritis psoriatica die adalimumab als monotherapie gebruikten en bij patiënten die
gelijktijdig methotrexaat gebruikten. De aanmaak van antilichamen was lager wanneer adalimumab
samen met methotrexaat werd gegeven in vergelijking met de monotherapie. Toediening van
adalimumab zonder methotrexaat resulteerde in een verhoogde aanmaak van antilichamen, een
verhoogde klaring en verminderde werkzaamheid van adalimumab (zie rubriek 5.1).
De combinatie van adalimumab en anakinra wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4 'Gelijktijdige
toediening van biologische DMARD's of TNF-antagonisten').
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Vrouwen die zwanger kunnen worden, dienen te overwegen een betrouwbare anticonceptiemethode te
gebruiken om zwangerschap te voorkomen en het gebruik daarvan gedurende ten minste vijf maanden
na de laatste Hefiya-behandeling voort te zetten.
Zwangerschap
Prospectief verzamelde gegevens van een groot aantal (ongeveer 2100) aan adalimumab blootgestelde
zwangerschappen die leidden tot een levende geboorte met bekende uitkomsten, waaronder meer dan
1500 die in het eerste trimester waren blootgesteld, wijzen niet op een toename van het aantal
misvormingen bij de pasgeborene.
In een prospectief cohortregister waren 257 vrouwen geïncludeerd met reumatoïde artritis (RA) of de
ziekte van Crohn (CD) die tenminste tijdens het eerste trimester met adalimumab waren behandeld, en
120 vrouwen met RA of CD die niet met adalimumab waren behandeld. Het primaire eindpunt was de
prevalentie van ernstige geboorteafwijkingen. Het percentage zwangerschappen dat eindigde met de
geboorte van minstens één levend geboren kind met een ernstige geboorteafwijking was 6/69 (8,7%)
bij de met adalimumab behandelde vrouwen met RA en 5/74 (6,8%) bij de onbehandelde vrouwen met
RA (niet-gecorrigeerde OR 1,31; 95% CI 0,38-4,52) en 16/152 (10,5%) bij de met adalimumab
behandelde vrouwen met CD en 3/32 (9,4%) bij de onbehandelde vrouwen met CD (niet-
gecorrigeerde OR 1,14; 95% CI 0,31-4,16). De gecorrigeerde OR (rekening houdend met verschillen
in baselinekarakteristieken) was 1,10 (95% CI 0,45-2,73) met RA en CD gecombineerd. Er waren
geen duidelijke verschillen tussen de met adalimumab behandelde vrouwen en de onbehandelde
vrouwen voor de secundaire eindpunten spontane abortussen, geringe geboorteafwijkingen,
vroeggeboortes, lengte van de baby bij de geboorte en ernstige of opportunistische infecties. Er
werden geen doodgeboortes of maligniteiten gemeld. De interpretatie van de gegevens kan zijn
beïnvloed door methodologische beperkingen van de studie, waaronder de geringe steekproefgrootte
en niet-gerandomiseerde opzet.
Bij een onderzoek naar de ontwikkelingstoxiciteit bij apen waren er geen aanwijzingen voor toxiciteit
voor de moeder, embryotoxiciteit of teratogeniciteit. Er zijn geen preklinische gegevens beschikbaar
over de postnatale toxiciteit van adalimumab (zie rubriek 5.3).
Doordat adalimumab remmend werkt op TNF-, kan toediening van het middel tijdens de
zwangerschap invloed hebben op de normale immuunresponsen bij de pasgeborene. Adalimumab mag
alleen tijdens de zwangerschap worden gebruikt als daar een duidelijke noodzaak toe bestaat.
Adalimumab kan de placenta passeren naar het serum van kinderen van vrouwen die tijdens hun
zwangerschap met adalimumab worden behandeld. Als gevolg hiervan kunnen deze kinderen een
verhoogd risico op infectie hebben. Toediening van levende vaccins (bijvoorbeeld BCG-vaccin) aan
zuigelingen die in utero aan adalimumab zijn blootgesteld, wordt niet aanbevolen voor 5 maanden na
de laatste injectie van de moeder tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Beperkte gegevens uit de gepubliceerde literatuur wijzen erop dat adalimumab in zeer lage
concentraties in de moedermelk wordt uitgescheiden: de concentratie adalimumab in moedermelk is
0,1% tot 1% van de serumconcentratie van de moeder. Oraal toegediende immunoglobuline G-
eiwitten ondergaan intestinale proteolyse en hebben een beperkte biologische beschikbaarheid. Er
worden geen effecten verwacht voor met moedermelk gevoede pasgeborenen/zuigelingen. Hefiya kan
dan ook tijdens borstvoeding worden gebruikt.
Er zijn geen preklinische gegevens beschikbaar met betrekking tot de invloed van adalimumab op de
vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Hefiya heeft een geringe invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.
Vertigo en verslechtering van het gezichtsvermogen kunnen optreden na toediening van Hefiya (zie
rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Adalimumab is tot 60 maanden of langer onderzocht bij 9.506 patiënten in de belangrijkste
gecontroleerde en open label onderzoeken. Bij deze onderzoeken waren patiënten betrokken met kort
bestaande en langer bestaande reumatoïde artritis, met juveniele idiopathische artritis (polyarticulaire
juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis) en met axiale spondylartritis
(spondylitis ankylopoetica en axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS), artritis
psoriatica, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, psoriasis, hidradenitis suppurativa en uveïtis. In de
belangrijkste gecontroleerde onderzoeken kregen 6.089 patiënten adalimumab en 3.801 patiënten een
placebo of actieve- comparator tijdens de gecontroleerde periode.
Het deel van de patiënten dat de behandeling staakte omwille van bijwerkingen tijdens het
dubbelblinde gecontroleerde deel van de belangrijkste onderzoeken bedroeg 5,9% voor de patiënten
die adalimumab gebruikten en 5,4% voor met controle behandelde patiënten.
De meest gemelde bijwerkingen zijn infecties (zoals nasofaryngitis, infectie van de bovenste
luchtwegen en sinusitis), reacties op de injectieplaats (erytheem, jeuk, bloeding, pijn of zwelling),
hoofdpijn en skeletspierpijn.
Voor adalimumab zijn meldingen van ernstige bijwerkingen gedaan. TNF-antagonisten zoals
adalimumab hebben een effect op het immuunsysteem en het gebruik ervan kan de afweer van het
lichaam tegen infecties en kanker beïnvloeden.
Fatale en levensbedreigende infecties (waaronder sepsis, opportunistische infecties en TB),
HBV-reactivatie en verscheidene maligniteiten (waaronder leukemie, lymfomen en HSTCL) zijn ook
gemeld bij gebruik van adalimumab.
Ook zijn meldingen gedaan van ernstige hematologische, neurologische en auto-immuunreacties. Deze
omvatten zeldzame gevallen van pancytopenie, aplastische anemie, centrale en perifere
demyeliniserende aandoeningen en meldingen van lupus, lupus-gerelateerde aandoeningen en Stevens-
Johnson-syndroom.
Pediatrische patiënten
In het algemeen waren de bijwerkingen bij kinderen qua frequentie en type vergelijkbaar met de bij
volwassen patiënten waargenomen bijwerkingen.
Getabelleerde lijst van bijwerkingen
De vermelde lijst met bijwerkingen is gebaseerd op ervaring uit klinische studies en op
postmarketingervaring en is weergegeven per systeem/orgaanklasse en frequentie hieronder in tabel 7:
zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, < 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden ( 1/10.000, < 1/1.000)
De hoogste frequentie die werd waargenomen bij de verschillende indicaties is opgenomen. Een
asterisk (*) in de `Systeem/orgaanklasse'-kolom betekent dat aanvullende informatie elders in
rubriek 4.3, 4.4 en 4.8 gevonden kan worden.
Tabel 7
Bijwerkingen
Systeem/orgaanklasse
Frequentie
Bijwerking
Infecties en parasitaire
Zeer vaak
Luchtweginfecties (waaronder lagere en
aandoeningen*
hogere luchtweginfecties, pneumonie,
sinusitis, faryngitis, nasofaryngitis en virale
herpes pneumonie)
Vaak
Systemische infecties (waaronder
sepsis, candidiasis en influenza),
intestinale infecties (waaronder virale
gastro- enteritis),
huid- en onderhuidinfecties
(waaronder paronychia, cellulitis,
impetigo, fasciitis necroticans en
herpes zoster), oorontstekingen,
orale infecties (waaronder herpes simplex,
orale herpes en tandinfecties),
genitale infecties (waaronder
vulvovaginale schimmelinfectie),
urineweginfecties (waaronder
pyelonefritis), schimmelinfecties,
gewrichtsinfecties
Soms
Neurologische infecties (waaronder
virale meningitis),
opportunistische infecties en tuberculose
(waaronder coccidioïdomycose,
histoplasmose en MAC-infectie
(Mycobacterium avium complex)),
bacteriële
infecties,
ooginfecties,
diverticulitis1)
Neoplasmata, benigne, maligne
Vaak
Huidkanker met uitzondering van
en niet-gespecificeerd (inclusief
melanoom (waaronder
cysten en poliepen)*
basaalcelcarcinoom en
epitheelcelcarcinoom),
benigne neoplasma
Soms
Lymfoom**,
solide tumoren (waaronder borstkanker,
longkanker en schildklierkanker),
melanoom**
Zelden
Leukemie1)
Niet bekend
Hepatosplenisch T-cel lymfoom1)
Merkelcelcarcinoom
(neuro-endocrien carcinoom van de
huid)1)
Kaposi-sarcoom
Frequentie
Bijwerking
Bloed- en
Zeer vaak
Leukopenie (waaronder
lymfestelselaandoeningen*
neutropenie en agranulocytose),
anemie
Vaak
Leukocytose,
trombocytope
nie
Soms
Idiopathische trombocytopenische purpura
Zelden
Pancytopenie
Immuunsysteemaandoeningen*
Vaak
Hypersensitiviteit,
allergieën (waaronder hooikoorts)
Soms
Sarcoïdose1),
vasculitis
Zelden
Anafylaxie1)
Voedings- en
Zeer vaak
Verhoogde lipiden
stofwisselingsstoornissen
Vaak
Hypokaliëmie,
verhoogd
urinezuur,
afwijkend
bloednatrium,
hypocalciëmie,
hyperglykemie,
hypofosfatemie,
dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Stemmingswisselingen (waaronder
depressie), angst,
slapeloosheid
Zenuwstelselaandoeningen*
Zeer vaak
Hoofdpijn
Vaak
Paresthesieën (waaronder
hypo-esthesie), migraine,
zenuwwortelcompressie
Soms
Cerebrovasculair accident1),
tremor,
neuropat
hie
Zelden
Multipele sclerose,
demyeliniserende aandoeningen (bijv.
optische neuritis,
Guillain-Barré-syndroom)1)
Oogaandoeningen
Vaak
Visusstoorn
is,
conjunctivit
is,
blefaritis,
zwelling van het oog
Soms
Dubbel zien
Evenwichtsorgaan- en
Vaak
Draaiduizeligheid
ooraandoeningen
Soms
Doofheid,
tinnitus
Hartaandoeningen*
Vaak
Tachycardie
Soms
Myocardinfarct1),
aritmieën,
congestief
hartfalen
Zelden
Hartstilstand
Frequentie
Bijwerking
Bloedvataandoeningen
Vaak
Hypertensie,
blozen,
hematoom
Soms
Aneurysma aortae,
bloedvatafsluiting,
tromboflebitis
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Vaak
Astma, dyspneu,
en mediastinumaandoeningen*
hoesten
Soms
Longembolie1),
interstitiële longaandoening,
COPD (chronic obstructive pulmonary
disease), pneumonitis, pleurale effusie1)
Zelden
Pulmonale fibrose1)
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Buikpijn,
misselijkheid en braken
Vaak
Maagdarmbloedin
g, dyspepsie,
refluxoesofagitis,
siccasyndroom
Soms
Pancreatitis,
slikklachten,
zwelling van het gezicht
Zelden
Intestinale perforatie1)
Lever- en galaandoeningen*
Zeer vaak
Verhoogde leverenzymen
Soms
Cholecystitis en
cholelithiase, hepatische
steatose, verhoogd
bilirubine
Zelden
Hepatitis,
reactivatie van hepatitis
B1),
auto-immuun hepatitis1)
Niet bekend
Leverfalen1)
Huid- en
Zeer vaak
Uitslag (waaronder schilferende uitslag)
onderhuidaandoeningen
Vaak
Verergering of het ontstaan van psoriasis
(inclusief psoriasis pustulosa
palmoplantaris)1), urticaria,
blauwe plekken (waaronder
purpura), dermatitis (waaronder
eczeem), breken van de nagels,
overmatig
zweten,
alopecia1),
pruritus
Soms
Nachtzweten,
litteken
Zelden
Erythema multiforme1),
Stevens-Johnson-syndroo
m1), angio-oedeem1),
cutane vasculitis1)
lichenoïde huidreactie1)
Niet bekend
Verergering van symptomen
van dermatomyositis1)
Frequentie
Bijwerking
Skeletspierstelsel- en
Zeer vaak
Skeletspierpijn
bindweefselaandoeningen
Vaak
Spierspasmen (waaronder verhoging van de
hoeveelheid creatininefosfokinase in het
bloed)
Soms
Rabdomyolyse,
systemische lupus erythematodes
Zelden
Lupus-achtig syndroom1)
Nier- en urinewegaandoeningen
Vaak
Nierfunctiestoorniss
en, hematurie
Soms
Nycturie
Voortplantingsstelsel- en
Soms
Erectiestoornissen
borstaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Zeer vaak
Reacties op de injectieplaats
toedieningsplaatsstoornissen*
(waaronder erytheem op de
injectieplaats)
Vaak
Pijn op de
borst,
oedeem,
koorts1)
Soms
Ontsteking
Onderzoeken*
Vaak
Stollings- en bloedingsstoornissen
(waaronder verlengde geactiveerde partiële
tromboplastinetijd),
positieve test op autoantilichamen
(waaronder antilichamen tegen
dubbelstrengs DNA), verhoogd
lactaatdehydrogenase in het bloed
Niet bekend
Gewichtstoename2)
Letsels, intoxicaties en
Vaak
Vertraagd herstel
verrichtingscomplicaties
*
nadere informatie is elders in rubrieken 4.3, 4.4 en 4.8 te vinden
**
inclusief aanvullende open label onderzoeken
1)
inclusief spontane meldingen
2)
De gemiddelde gewichtsverandering vanaf baseline voor adalimumab varieerde van 0,3 kg tot
1,0 kg voor de verschillende indicaties voor volwassenen ten opzichte van (minus) -0,4 kg tot 0,4 kg
voor placebo gedurende een behandelperiode van 4-6 maanden. Er werd ook een gewichtstoename van
5-6 kg waargenomen in langlopende verlengingsonderzoeken met een gemiddelde blootstelling van
ongeveer 1-2 jaar zonder controlegroep, met name bij patiënten met ziekte van Crohn en colitis
ulcerosa. Het mechanisme achter dit effect is onduidelijk, maar zou verband kunnen houden met het
ontstekingsremmende effect van adalimumab.
Hidradenitis suppurativa
Het veiligheidsprofiel voor HS-patiënten die eenmaal per week met adalimumab werden behandeld,
kwam overeen met het reeds bekende veiligheidsprofiel van adalimumab.
Uveïtis
Het veiligheidsprofiel voor patiënten met uveïtis die eenmaal per twee weken met adalimumab werden
behandeld, kwam overeen met het reeds bekende veiligheidsprofiel van adalimumab.
Reacties op de injectieplaats
In de belangrijkste gecontroleerde onderzoeken bij volwassenen en kinderen traden bij 12,9% van de
met adalimumab behandelde patiënten reacties op de injectieplaats op (erytheem en/of jeuk, bloeding,
pijn of zwelling), in vergelijking met 7,2% van de patiënten die placebo of actieve-control kregen.
Reacties op de injectieplaats noodzaakten doorgaans niet tot staken van het geneesmiddel.
Infecties
In de belangrijkste gecontroleerde onderzoeken bij volwassenen en kinderen bedroeg het
incidentiecijfer voor infectie 1,51 per patiëntjaar bij de met adalimumab behandelde patiënten
en 1,46 per patiëntjaar bij de met placebo en actieve-control behandelde patiënten. De infecties
bestonden hoofdzakelijk uit nasofaryngitis, bovenste luchtweginfecties en sinusitis. De meeste
patiënten bleven op adalimumab na het verdwijnen van de infectie.
De incidentie van ernstige infecties bedroeg 0,04 per patiëntjaar bij met adalimumab behandelde
patiënten en 0,03 per patiëntjaar bij met placebo en actieve-control behandelde patiënten.
In gecontroleerde en open label onderzoeken met adalimumab bij volwassenen en kinderen zijn
ernstige infecties (waaronder fatale infecties, die zelden voorkwamen) gemeld, waaronder tuberculose
(inclusief miliair en extrapulmonale locaties) en invasieve opportunistische infecties (o.a.
gedissemineerde of extrapulmonaire histoplasmose, blastomycose, coccidioïdomycose,
pneumocystose, candidiasis, aspergillose en listeriose). De meeste gevallen van tuberculose traden op
in de eerste acht maanden na het starten van de therapie en kan duiden op een recidief van een latente
ziekte.
Maligniteiten en lymfoproliferatieve aandoeningen
Er zijn geen maligniteiten waargenomen bij 249 pediatrische patiënten met een blootstelling
van 655,6 patiëntjaren tijdens onderzoeken met adalimumab bij patiënten met juveniele idiopathische
artritis (polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis). Daarnaast
zijn er geen maligniteiten waargenomen bij 192 kinderen met een blootstelling van 498,1 patiëntjaren
tijdens onderzoeken met adalimumab in kinderen met de ziekte van Crohn. Er zijn geen maligniteiten
waargenomen bij 77 pediatrische patiënten met een blootstelling van 80,0 patiëntjaren tijdens een
onderzoek met adalimumab bij pediatrische patiënten met chronische plaque psoriasis. Er zijn geen
maligniteiten waargenomen bij 93 pediatrische patiënten met een blootstelling van 65,3 patiëntjaren
tijdens een onderzoek met adalimumab bij pediatrische patiënten met colitis ulcerosa. Er zijn geen
maligniteiten waargenomen bij 60 pediatrische patiënten met een blootstelling van 58,4 patiëntjaren
tijdens een onderzoek met adalimumab bij pediatrische patiënten met uveïtis.
Tijdens de gecontroleerde gedeelten van belangrijke adalimumab onderzoeken bij volwassenen die ten
minste 12 weken duurden bij patiënten met matig ernstige tot ernstige actieve reumatoïde artritis,
spondylitis ankylopoetica, axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS, artritis
psoriatica, psoriasis, hidradenitis suppurativa, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en uveïtis werden
maligniteiten, anders dan lymfomen en niet-melanoom huidkanker, geobserveerd met een incidentie
(95% betrouwbaarheidsinterval) van 6,8 (4,4; 10,5) per 1.000 patiëntjaren bij 5.291 met adalimumab
behandelde patiënten versus een incidentie van 6,3 (3,4; 11,8) per 1.000 patiëntjaren
bij 3.444 controlepatiënten (gemiddelde behandelingsduur was 4,0 maanden voor adalimumab
en 3,8 maanden voor de controlepatiënten). De incidentie (95% betrouwbaarheidsinterval) van
niet-melanoom huidcarcinomen was 8,8 (6,0; 13,0) per 1.000 patiëntjaren bij de met adalimumab
behandelde patiënten en 3,2 (1,3; 7,6) per 1.000 patiëntjaren bij de controlepatiënten. Van deze
huidcarcinomen, bedroeg de incidentie (95% betrouwbaarheidsinterval) van
plaveiselcelcarcinoom 2,7 (1,4; 5,4) per 1.000 patiëntjaren bij met adalimumab behandelde patiënten
en 0,6 (0,1; 4,5) per 1.000 patiëntjaren bij de controlepatiënten. De incidentie (95%
Bij het combineren van de gecontroleerde gedeelten van deze onderzoeken en de lopende en afgeronde
open label extensieonderzoeken met een gemiddelde duur van ongeveer 3,3 jaar
waarin 6.427 patiënten geïncludeerd waren en meer dan 26.439 patiëntjaren van therapie, is het
waargenomen aantal maligniteiten, anders dan lymfomen en niet-melanoom huidcarcinomen
ongeveer 8,5 per 1.000 patiëntjaren. De geobserveerde incidentie van niet-melanoom huidcarcinomen
bedraagt ongeveer 9,6 per 1.000 patiëntjaren en voor lymfomen ongeveer 1,3 per 1.000 patiëntjaren.
Tijdens postmarketing ervaringen van januari 2003 tot december 2010, voornamelijk bij patiënten met
reumatoïde artritis, was de incidentie van maligniteiten ongeveer 2,7 per 1.000 patiëntbehandeljaren.
De gerapporteerde incidenties van niet-melanoom huidcarcinomen en lymfomen waren respectievelijk
ongeveer 0,2 en 0,3 per 1.000 patiëntbehandeljaren (zie rubriek 4.4).
Zeldzame postmarketing gevallen van hepatosplenisch T-cellymfoom zijn gerapporteerd bij patiënten
die behandeld werden met adalimumab (zie rubriek 4.4).
Autoantilichamen
Op verschillende tijdstippen tijdens de reumatoïde artritis onderzoeken I-V werden serummonsters van
de patiënten getest op autoantilichamen. In deze onderzoeken werden voor 11,9% van de met
adalimumab behandelde patiënten en 8,1% van de met placebo en actieve-control behandelde
patiënten die aan het begin van het onderzoek negatieve antinucleaire-antilichaamtiters hadden,
positieve titers gemeld in week 24. Twee van de 3.441 met adalimumab behandelde patiënten in alle
reumatoïde artritis en artritis psoriatica onderzoeken vertoonden klinische symptomen die wezen op
recent opgetreden lupusachtig syndroom. De patiënten vertoonden verbetering na het staken van de
behandeling. Er waren geen patiënten bij wie lupus nefritis of symptomen van het centrale
zenuwstelsel optraden.
Lever- en galaandoeningen
In de gecontroleerde fase 3 klinische onderzoeken met adalimumab bij patiënten met reumatoïde
artritis en artritis psoriatica met een controleperiode met een duur variërend van 4 tot 104 weken,
kwamen ALAT-verhogingen van 3 x ULN voor bij 3,7% van de patiënten die werden behandeld met
adalimumab en bij 1,6% van de patiënten in de controle-arm.
In de gecontroleerde fase 3 klinische onderzoeken met adalimumab bij patiënten met polyarticulaire
juveniele idiopathische artritis in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar en enthesitis-gerelateerde artritis
in de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar, kwamen ALAT-verhogingen van 3 x ULN voor bij 6,1% van
de patiënten die werden behandeld met adalimumab en bij 1,3% van de patiënten in de controle-arm.
De meeste ALAT-verhogingen kwamen voor tijdens gelijktijdig gebruik van methotrexaat. In het
fase 3 klinische onderzoek kwamen geen ALAT-verhogingen van 3 x ULN voor bij patiënten met
polyarticulaire juveniele idiopathische artritis in de leeftijd van 2 tot 4 jaar.
In de gecontroleerde fase 3 klinische onderzoeken met adalimumab bij patiënten met de ziekte van
Crohn en colitis ulcerosa waarbij de controleperiode varieerde van 4 tot 52 weken, kwamen ALAT-
verhogingen van 3 x ULN voor bij 0,9 % van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en
bij 0,9% van de patiënten in de controle-arm.
In het fase 3 onderzoek met adalimumab werden bij patiënten met Juveniele ziekte van Crohn de
werkzaamheid en veiligheid tot 52 weken behandeling beoordeeld van twee op lichaamsgewicht
aangepaste onderhoudsdoseringregimes na een op lichaamsgewicht aangepaste inductietherapie.
Hierbij kwamen ALAT-verhogingen van 3 x ULN voor bij 2,6% (5/192) van de patiënten van wie
er 4 in de uitgangssituatie gelijktijdig immunosuppressiva toegediend kregen.
Er kwamen geen ALAT-verhogingen van 3 x ULN voor in het fase 3 onderzoek met adalimumab bij
pediatrische patiënten met plaque psoriasis.
In gecontroleerde onderzoeken kregen patiënten met hidradenitis suppurativa adalimumab (toegediend
in initiële doses van 160 mg in week 0 en 80 mg in week 2, gevolgd door wekelijkse doses van 40 mg
vanaf week 4) waarbij de controleperiode varieerde van 12 tot 16 weken. ALAT-verhogingen van
3 x ULN kwamen voor bij 0,3% van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en
bij 0,6% van de patiënten in de controle-arm.
In gecontroleerde onderzoeken kregen volwassen patiënten met uveïtis adalimumab (initiële doses
van 80 mg in week 0, gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf week 1) tot 80 weken met
een mediane blootstelling van 166,5 dagen en 105,0 dagen in respectievelijk patiënten die werden
behandeld met adalimumab en patiënten in de controle-arm. ALAT-verhogingen van 3 x ULN
kwamen hierbij voor bij 2,4% van de patiënten die werden behandeld met adalimumab en bij 2,4%
van de patiënten in de controle-arm.
In het gecontroleerde fase 3-onderzoek van adalimumab bij patiënten met juveniele colitis ulcerosa
(N = 93) waarin de werkzaamheid en veiligheid werden beoordeeld van een onderhoudsdosering van
0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken (N = 31) en een onderhoudsdosering van
0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per week (N = 32), volgend op een voor lichaamsgewicht
gecorrigeerde inductiedosering van 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0 en week 1, en 1,2 mg/kg
(maximaal 80 mg) in week 2 (N = 63), of een inductiedosering van 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in
week 0, placebo in week 1 en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2 (N = 30), kwamen ALT-
verhogingen van 3 x ULN voor bij 1,1% (1/93) van de patiënten.
Bij de klinische onderzoeken van alle indicaties waren patiënten met een verhoogd ALAT klachtenvrij
en in de meeste gevallen waren de verhogingen voorbijgaand van aard en verdwenen gedurende de
voortzetting van de behandeling. Er zijn echter ook postmarketingmeldingen van leverfalen, evenals
minder ernstige leveraandoeningen die kunnen voorafgaan aan leverfalen, zoals hepatitis waaronder
auto-immuun hepatitis bij patiënten die adalimumab kregen.
Gelijktijdige behandeling met azathioprine/6-mercaptopurine
Tijdens onderzoeken bij volwassenen met de ziekte van Crohn werden hogere incidenties van maligne
en ernstige infectiegerelateerde bijwerkingen gezien bij de combinatie van adalimumab en
azathioprine/6- mercaptopurine in vergelijking met alleen Hefiya.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er werd geen dosisbeperkende toxiciteit waargenomen tijdens klinische onderzoeken. De hoogste
geëvalueerde dosering bestond uit verschillende intraveneuze doses van 10 mg/kg, hetgeen ongeveer
overeenkomt met 15 maal de aanbevolen dosis.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Immunosuppressieve middelen, Tumornecrosefactor-alfa (TNF-)
remmers, ATC-code: L04AB04
Hefiya is een biosimilar geneesmiddel. Gedetailleerde informatie is beschikbaar op de website van het
Europees Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu
Werkingsmechanisme
Adalimumab bindt specifiek aan TNF en neutraliseert de biologische werking van TNF door de
interactie van TNF met de p55- en p75-TNF-receptoren op het oppervlak van cellen te blokkeren.
Adalimumab moduleert ook de biologische respons die wordt geïnduceerd of gereguleerd door TNF,
waaronder wijzigingen in de concentraties van adhesiemoleculen die verantwoordelijk zijn voor
leukocytenmigratie (ELAM-1, VCAM-1 en ICAM-1 met een IC50 van 0,1-0,2 nM).
Farmacodynamische effecten
Na behandeling met adalimumab werd er een snelle daling ten opzichte van uitgangsniveau
vastgesteld van de concentraties van de bij ontsteking optredende acutefase-eiwitten (C-reactief
proteïne (CRP)) en de sedimentatiesnelheid van de erytrocyten (ESR: erythrocyte sedimentation rate)
en serumcytokinen (IL-6) bij patiënten met reumatoïde artritis. De serumwaarden van
matrixmetalloproteïnases (MMP-1 en MMP-3), die voor de remodellering van het weefsel zorgen wat
leidt tot kraakbeendestructie, waren eveneens verlaagd na toediening van adalimumab. Met
adalimumab behandelde patiënten vertonen gewoonlijk een verbetering van de hematologische
tekenen van chronische ontsteking.
Een snelle afname van de CRP-spiegels werd ook waargenomen bij patiënten met polyarticulaire
juveniele idiopathische artritis, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en hidradenitis suppurativa na
behandeling met adalimumab. Bij patiënten met de ziekte van Crohn werd een afname van het aantal
cellen dat ontstekingsmarkers in de dikke darm tot expressie brengt waargenomen, waaronder een
significante afname van de expressie van TNF-. Endoscopische onderzoeken van darmslijmvlies
hebben mucosale genezing aangetoond bij patiënten die met adalimumab worden behandeld.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Reumatoïde artritis
Adalimumab is geëvalueerd bij meer dan 3.000 patiënten in alle klinische onderzoeken naar
reumatoïde artritis. De werkzaamheid en veiligheid van adalimumab werden beoordeeld in vijf
gerandomiseerde, dubbelblinde en goed gecontroleerde onderzoeken. Sommige patiënten werden tot
maximaal 120 maanden behandeld.
In RA onderzoek I werden 271 patiënten met matig tot ernstig actieve reumatoïde artritis geëvalueerd
die 18 jaar oud waren, bij wie ten minste één behandeling met antireumatische middelen niet
geslaagd was en bij wie methotrexaat in wekelijkse doseringen van 12,5 tot 25 mg (10 mg indien
intolerant voor methotrexaat) onvoldoende werkzaamheid vertoonde en bij wie de
methotrexaatdosering constant bleef op eenmaal per week 10 tot 25 mg. Er werd gedurende 24 weken
eenmaal per twee weken een dosis van 20, 40 of 80 mg adalimumab of placebo gegeven.
In RA onderzoek II werden 544 patiënten geëvalueerd met matig tot ernstig actieve reumatoïde artritis
die 18 jaar oud waren en bij wie ten minste één behandeling met antireumatische middelen niet
geslaagd was. Doses van 20 of 40 mg adalimumab werden gedurende 26 weken eenmaal per week, of
eenmaal per twee weken, met de andere weken placebo, toegediend door subcutane injectie; placebo
In RA onderzoek III werden 619 patiënten met matig tot ernstig actieve reumatoïde artritis
geëvalueerd die 18 jaar oud waren en die een ineffectieve respons hadden op doseringen
van 12,5 tot 25 mg methotrexaat of intolerant waren voor eenmaal per week 10 mg methotrexaat. In
dit onderzoek waren er drie groepen. De eerste kreeg gedurende 52 weken eenmaal per week
placebo-injecties. De tweede kreeg gedurende 52 weken eenmaal per week 20 mg adalimumab. De
derde groep kreeg eenmaal per twee weken 40 mg adalimumab en de andere weken placebo-injecties.
Na voltooiing van de eerste 52 weken werden 457 patiënten opgenomen in een openlabel
extensiefase waarin 40 mg adalimumab/MTX eenmaal per twee weken werd toegediend tot
maximaal 10 jaar.
In RA onderzoek IV werd in de eerste plaats de veiligheid geëvalueerd bij 636 patiënten van 18 jaar
met matig tot ernstig actieve reumatoïde artritis. De patiënten konden ofwel nog geen antireumatische
middelen gebruikt hebben, ofwel op hun bestaande reumaticum blijven op voorwaarde dat de
behandeling gedurende minimaal 28 dagen stabiel bleef. Deze behandelingen omvatten methotrexaat,
leflonumide, hydroxychloroquine, sulfasalazine en/of goudzouten. De patiënten werden
gerandomiseerd tussen eenmaal per twee weken 40 mg adalimumab of placebo gedurende een periode
van 24 weken.
RA onderzoek V evalueerde 799 methotrexaat-naïeve volwassen patiënten met matig tot ernstig
actieve kort bestaande reumatoïde artritis (gemiddelde ziekteduur minder dan 9 maanden). Deze studie
evalueerde de doelmatigheid van adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken/methotrexaat
combinatie therapie, adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken monotherapie en methotrexaat
monotherapie bij vermindering van de tekenen en symptomen en progressie van gewrichtsschade bij
reumatoïde artritis gedurende 104 weken. Na voltooiing van de eerste 104 weken
werden 497 patiënten opgenomen in een openlabel extensiefase waarin 40 mg adalimumab eenmaal
per twee weken werd toegediend tot 10 jaar.
Het primaire eindpunt in RA onderzoeken I, II en III en het secundaire eindpunt in RA onderzoek IV
was het percentage patiënten dat in week 24 of 26 een ACR 20-respons vertoonde. Het primaire
eindpunt in RA onderzoek V was het percentage patiënten dat in week 52 een ACR 50-respons
vertoonde. RA onderzoeken III en V hadden als verdere primaire eindpunten op 52 weken vertraging
van de progressie van de aandoening (als bepaald d.m.v. de resultaten van röntgenonderzoek). RA
onderzoek III had tevens als primair eindpunt de wijzigingen in de kwaliteit van leven.
ACR-respons
Het percentage met adalimumab behandelde patiënten met een ACR-respons 20, 50 en 70 was in de
RA onderzoeken I, II en III onderling consistent. Tabel 8 vermeldt de resultaten voor de dosering van
eenmaal per twee weken 40 mg.
Tabel 8
ACR-responsen bij placebogecontroleerde onderzoeken
(percentage patiënten)
Respons
RA onderzoek Ia**
RA onderzoek IIa**
RA onderzoek IIIa**
Placebo/ Adalimumabb/
Placebo
Adalimumabb Placebo/ Adalimumabb/
MTXc
MTXc
n=110
n=113
MTXc
MTXc
n=60
n=63
n=200
N=207
ACR 20
6 maanden
13,3%
65,1%
19,1%
46,0%
29,5%
63,3%
12 maanden
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
24,0%
58,9%
RA onderzoek Ia**
RA onderzoek IIa**
RA onderzoek IIIa**
Placebo/ Adalimumabb/
Placebo
Adalimumabb Placebo/ Adalimumabb/
MTXc
MTXc
n=110
n=113
MTXc
MTXc
n=60
n=63
n=200
N=207
ACR 50
6 maanden
6,7%
52,4%
8,2%
22,1%
9,5%
39,1%
12 maanden
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
9,5%
41,5%
ACR 70
6 maanden
3,3%
23,8%
1,8%
12,4%
2,5%
20,8%
12 maanden
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
4,5%
23,2%
a
RA onderzoek I op 24 weken, RA onderzoek II op 26 weken en RA onderzoek III
op 24 en 52 weken
b
40 mg adalimumab, eenmaal per twee weken toegediend
c
MTX = methotrexaat
**
p < 0,01, adalimumab versus placebo
In RA onderzoeken I-IV vertoonden alle afzonderlijke componenten van de ACR-responscriteria
(aantal pijnlijke en gezwollen gewrichten, beoordeling door arts en patiënt van de ziekteactiviteit en
pijn, 'disability index' (HAQ)-scores en CRP (mg/dl)-waarden) een verbetering in week 24 of 26 in
vergelijking met placebo. In RA onderzoek III bleven deze verbeteringen gedurende 52 weken
gehandhaafd.
In de open-label extensie van het RA onderzoek III bleven de responsen bij de meeste patiënten die
ACR-responders waren gehandhaafd wanneer zij tot 10 jaar werden gevolgd. 114 van de 207 patiënten
die gerandomiseerd werden naar adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken zetten de behandeling
met adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken voort gedurende 5 jaar. Hiervan hadden 86 patiënten
(75,4%) een ACR-respons van 20; 72 patiënten (63,2%) hadden een ACR-respons van 50;
en 41 patiënten (36%) hadden een ACR-respons van 70. 81 van de 207 patiënten zetten de
behandeling met adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken voort gedurende 10 jaar. Hiervan
hadden 64 patiënten (79,0%) een ACR-respons van 20; 56 patiënten (69,1%) hadden een ACR-respons
van 50; en 43 patiënten (53,1%) hadden een ACR-respons van 70.
In RA onderzoek IV was de ACR 20-respons van patiënten behandeld met adalimumab plus
standaardbehandeling statistisch significant beter dan die van patiënten behandeld met placebo plus
standaardbehandeling (p < 0,001).
In RA onderzoeken I-IV behaalden met adalimumab behandelde patiënten reeds een tot twee weken
na het begin van de behandeling statistisch significante ACR 20- en 50-responsen in vergelijking met
placebo.
In RA onderzoek V bij kort bestaande reumatoïde artritis patiënten die methotrexaat-naïeve waren,
leidde de combinatie therapie van adalimumab met methotrexaat tot een sneller en significant hogere
ACR- respons dan met methotrexaat monotherapie en adalimumab monotherapie in week 52 en de
respons bleef behouden in week 104 (zie tabel 9).
Tabel 9
ACR-respons in RA onderzoek V
(percentage patiënten)
Respons
MTX
Adalimu
Adalimumab
p-waardea
p-waardeb
p-waardec
n=257
mab
/MTX n=268
n=274
ACR 20
week 52
62,6%
54,4%
72,8%
0,013
< 0,001
0,043
week 104
56,0%
49,3%
69,4%
0,002
< 0,001
0,140
MTX
Adalimu
Adalimumab
p-waardea
p-waardeb
p-waardec
n=257
mab
/MTX n=268
n=274
ACR 50
week 52
45,9%
41,2%
61,6%
< 0,001
< 0,001
0,317
week 104
42,8%
36,9%
59,0%
< 0,001
< 0,001
0,162
ACR 70
week 52
27,2%
25,9%
45,5%
< 0,001
< 0,001
0,656
week 104
28,4%
28,1%
46,6%
< 0,001
< 0,001
0,864
a
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van methotrexaat monotherapie en
adalimumab/methotrexaat combinatietherapie waarbij gebruikt gemaakt is van de
Mann-Whitney U test.
b
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van adalimumab monotherapie en adalimumab
/methotrexaat combinatietherapie waarbij gebruikt gemaakt is van de Mann-Withney U test.
c
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van adalimumab monotherapie en methotrexaat
monotherapie waarbij gebruik gemaakt is van de Mann-Whitney U test.
In de open-label extensie van RA onderzoek V, bleven de ACR-responsen gehandhaafd wanneer zij
tot 10 jaar werden gevolgd. Van de 542 patiënten die gerandomiseerd waren naar adalimumab 40 mg
eenmaal per twee weken gingen 170 patiënten door met adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken
gedurende 10 jaar. Hiervan hadden 154 patiënten (90,6%) een ACR-respons van 20; 127 patiënten
(74,7%) hadden een ACR-respons van 50; en 102 patiënten (60,0%) hadden een ACR-respons van 70.
In week 52 behaalde 42,9% van de patiënten die behandeld werden met adalimumab /methotrexaat
combinatietherapie klinische remissie (DAS28 (CRP) < 2,6) vergeleken met 20,6% van de patiënten
behandeld met methotrexaat monotherapie en 23,4% van de patiënten behandeld met adalimumab
monotherapie. De combinatietherapie adalimumab /methotrexaat was klinisch en statistisch superieur
aan de methotrexaat (p < 0,001) en adalimumab monotherapie (p < 0,001) wat betreft het behalen van
lagere ziektestatus bij patiënten met een recent gediagnosticeerde matig tot ernstige reumatoïde artritis.
De responsen voor de twee monotherapie onderzoeken waren vergelijkbaar (p = 0,447). Van
de 342 patiënten die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar adalimumab monotherapie of
adalimumab /methotrexaat combinatietherapie en in de open-label extensiestudie kwamen,
voltooiden 171 patiënten 10 jaar behandeling met adalimumab. Van deze patiënten werd
bij 109 patiënten (63,7 %) klinische remissie gemeld na 10 jaar.
Radiografische respons
In RA onderzoek III, waarin de met adalimumab behandelde patiënten een gemiddelde duur van
reumatoïde artritis hadden van ongeveer 11 jaar, werd structurele gewrichtsschade radiografisch
bepaald en uitgedrukt als een verandering in de aangepaste Totale Sharp Score (TSS) en de
componenten daarvan, de erosiescore en gewrichtsruimte-vernauwingsscore (JSN). adalimumab
/methotrexaat patiënten vertoonden minder radiografische progressie na 6 en 12 maanden dan
patiënten die alleen methotrexaat kregen (zie tabel 10).
In de open-label extensie van RA onderzoek III werd de remming van de progressie van structurele
schade in een subgroep van patiënten gedurende 8 en 10 jaar gehandhaafd. 81 van de 207 patiënten die
aanvankelijk eenmaal per twee weken werden behandeld met 40 mg adalimumab, werden na 8 jaar
radiografisch geëvalueerd. Van deze patiënten vertoonden 48 geen progressie van structurele schade,
gedefinieerd als een verandering van de mTSS van 0,5 of minder ten opzichte van baseline. 79 van
de 207 patiënten die aanvankelijk eenmaal per twee weken werden behandeld met 40 mg adalimumab,
werden na 10 jaar radiografisch geëvalueerd. Van deze patiënten vertoonden 40 geen progressie van
structurele schade, gedefinieerd als een verandering van de mTSS van 0,5 of minder ten opzichte van
baseline.
Gemiddelde Radiografische Verandering Over 12 Maanden in RA onderzoek III
Placebo/
Adalimumab
Placebo/MTX-
p-waarde
MTXa
/MTX 40 mg
adalimumab /MTX (95%
eenmaal per twee
betrouwbaarheidsintervalb)
weken
Totale Sharp
2,7
0,1
2,6 (1,4, 3,8)
< 0,001c
Score
Erosie score
1,6
0,0
1,6 (0,9, 2,2)
< 0,001
JSNd score
1,0
0,1
0,9 (0,3, 1,4)
0,002
a
methotrexaat
b
95% betrouwbaarheidsinterval voor de verschillen in verandering-scores tussen methotrexaat en
adalimumab.
c
gebaseerd op rank analyse
d
gewrichtsruimte-vernauwingsscore
In RA onderzoek V werd structurele gewrichtsschade radiografisch bepaald en uitgedrukt als
verandering in de aangepaste Totale Sharp Score (zie tabel 11).
Tabel 11
Gemiddelde Radiografische Veranderingen in week 52 in RA onderzoek V
MTX n=257 (95%
Adalimumab
Adalimumab
betrouwbaarheids-
n=274 (95%
/MTX n=268 (95% p-
p-
p-
interval)
betrouwbaarheids
betrouwbaarheids- waardea waardeb waardec
- interval)
interval)
Total
5,7 (4,2-7,3)
3,0 (1,7-4,3)
1,3 (0,5-2,1)
< 0,001
0,0020
< 0,001
Sharp
Score
Erosion
3,7 (2,7-4,7)
1,7 (1,0-2,4)
0,8 (0,4-1,2)
< 0,001
0,0082
< 0,001
score
JSN
2,0 (1,2-2,8)
1,3 (0,5-2,1)
0,5 (0-1,0)
< 0,001
0,0037
0,151
score
a
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van methotrexaat monotherapie en adalimumab
/methotrexaat combinatietherapie waarbij gebruikt gemaakt is van de Mann-Whitney U test.
b
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van adalimumab monotherapie en adalimumab
/methotrexaat combinatietherapie waarbij gebruik gemaakt is van de Mann-Whitney U test.
c
p-waarde van de paarsgewijze vergelijking van adalimumab monotherapie en methotrexaat
monotherapie waarbij gebruik gemaakt is van de Mann-Whitney U test.
Na 52 weken en 104 weken behandeling was het percentage patiënten zonder progressie (verandering
vanaf uitgangsniveau in de aangepaste Totale Sharp Score 0,5) significant hoger met adalimumab
/methotrexaat combinatietherapie (63,8% en 61,2% respectievelijk) in vergelijking met methotrexaat
monotherapie (37,4% en 33,5% respectievelijk, p < 0,001) en adalimumab monotherapie (50,7%, p
< 0,002 en 44,5%, p < 0,001 respectievelijk).
In de open-label extensie van RA onderzoek V, was na jaar 10 de gemiddelde verandering in de
aangepaste Total Sharp score bij oorspronkelijk gerandomiseerde patiënten met methotrexaat
monotherapie, adalimumab monotherapie en de adalimumab /methotrexaat combinatietherapie
respectievelijk 10,8, 9,2 en 3,9. Het bijbehorende percentage patiënten zonder radiografische
progressie was respectievelijk 31,3%, 23,7% en 36,7%.
Kwaliteit van leven en fysiek functioneren
De kwaliteit van leven met betrekking tot de gezondheid en fysiek functioneren werden beoordeeld
met behulp van de `disability index' op het Health Assessment Questionnaire (HAQ) in de vier
In RA onderzoek III bleef de verbetering bij de meeste patiënten die verbetering in fysieke functie
bereikten en hun behandeling voortzetten gehandhaafd gedurende 520 weken (120 maanden) open-
label behandeling. De verbetering van de kwaliteit van leven werd gemeten tot
week 156 (36 maanden) en de verbetering werd gehandhaafd gedurende die periode.
In RA onderzoek V toonde de verbetering in de HAQ disability index en het fysieke gedeelte van de
SF 36 een grotere verbetering (p < 0,001) voor adalimumab/methotrexaat combinatietherapie versus
methotrexaat monotherapie en adalimumab monotherapie in week 52, die behouden werd tot
week 104. Van de 250 patiënten die de open-label extensiestudie voltooiden, bleven de verbeteringen
in fysieke functie gehandhaafd gedurende 10 jaar behandeling.
Axiale spondylartritis
Spondylitis ankylopoetica (AS)
Adalimumab, 40 mg eenmaal per twee weken werd onderzocht bij 393 patiënten met spondylitis
ankylopoetica die onvoldoende reageerden op conventionele therapie, in twee
gerandomiseerde, 24 weken durende dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken (de
gemiddelde basisscore van de activiteit van de ziekte [Bath Ankylosing Spondylitis Disease Activity
Index (BASDAI)] was 6,3 in alle groepen). Negenenzeventig (20,1%) patiënten werden gelijktijdig
behandeld met antireumatica die de ziekte beïnvloeden, en 37 (9,4%) patiënten met glucocorticoïden.
De blinde periode werd gevolgd door een open-label periode waarin de patiënten adalimumab 40 mg
eenmaal in de twee weken subcutaan kregen toegediend voor nog eens 28 weken. Personen
(n=215, 54,7%) die ASAS 20 niet binnen 12, 16 of 20 weken bereikten, kregen kortdurend open-label
adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken subcutaan en werden verder behandeld als
non-responders in de dubbelblinde statistische analyses.
In het grotere AS onderzoek I met 315 patiënten, toonden de resultaten statistisch significante
verbetering van de tekenen en symptomen van spondylitis ankylopoetica bij patiënten die met
adalimumab werden behandeld in vergelijking tot placebo. Een eerste significante reactie werd in
week 2 waargenomen en hield gedurende 24 weken aan (tabel 12).
Tabel 12
Effectiviteitsrespons in placebogecontroleerd AS onderzoek Onderzoek I
Vermindering van tekenen en symptomen
Respons
Placebo
Adalimuma
N = 107
b N = 208
ASASa 20
Week 2
16%
42%***
Week 12
21%
58%***
Week 24
19%
51%***
Placebo
Adalimuma
N = 107
b N = 208
ASAS 50
Week 2
3%
16%***
Week 12
10%
38%***
Week 24
11%
35%***
ASAS 70
Week 2
0%
7%**
Week 12
5%
23%***
Week 24
8%
24%***
BASDAIb 50
Week 2
4%
20%***
Week 12
16%
45%***
Week 24
15%
42%***
***,**
Statistisch significant bij p < 0,001, < 0,01 voor alle vergelijkingen tussen
adalimumab en placebo in week 2, 12 en 24
a Onderzoek naar Spondylitis Ankylopoetica (Assessments in Ankylosing Spondylitis)
b Bath Ankylosing Spondylitis Disease Activity Index
Met adalimumab behandelde patiënten hadden een significante verbetering in week 12 die tot in
week 24 aanhield in zowel de SF36 als de Ankylosing Spondylitis Quality of Life Questionnaire
(ASQoL).
Vergelijkbare trends (niet alle statistisch significant) werden waargenomen in het kleinere
gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde AS onderzoek II bij 82 volwassen patiënten
met actieve spondylitis ankylopoetica.
Axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab zijn beoordeeld in twee gerandomiseerde,
dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken bij patiënten met axiale spondylartritis zonder
röntgenologisch bewijs van AS (nr-axSpA). In het nr-axSpA I-onderzoek werden patiënten met
actieve nr-axSpA onderzocht. In het nr-axSpA II-onderzoek kregen patiënten met actieve nr-axSpA
die tijdens open-label behandeling met adalimumab remissie hadden bereikt, een placebo behandeling
of werd de behandeling met adalimumab voortgezet.
Nr-axSpA I-onderzoek
In het nr-axSpA I-onderzoek werd adalimumab, 40 mg eenmaal per twee weken, onderzocht
bij 185 patiënten in een gerandomiseerd, 12 weken durend dubbelblind, placebogecontroleerd
onderzoek bij patiënten met actieve nr-axSpA (gemiddelde baselinescore van ziekteactiviteit [Bath
Ankylosing Spondylitis Disease Activity Index (BASDAI)] was 6,4 voor patiënten die met
adalimumab werden behandeld en 6,5 voor diegenen die met placebo werden behandeld) die een
inadequate response hadden op of intolerantie voor 1 NSAID's of een contra-indicatie voor
NSAID's.
Drieëndertig (18%) patiënten werden gelijktijdig behandeld met ziektemodificerende antireumatische
geneesmiddelen (DMARD's) en 146 (79%) patiënten met NSAID's bij baseline. De dubbelblinde
periode werd gevolgd door een open-label periode waarin patiënten tot 144 additionele weken
adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken subcutaan kregen. Resultaten van week 12 toonden een
statistisch significante verbetering van de tekenen en symptomen van actieve nr-axSpA bij patiënten
behandeld met adalimumab ten opzichte van placebo (tabel 13).
Effectiviteitsrespons in placebogecontroleerd nr-axSpA I-onderzoek
Dubbelblind
Placebo
Adalimumab
Respons op week 12
N=94
N=91
ASASa 40
15%
36%***
ASAS 20
31%
52%**
ASAS 5/6
6%
31%***
ASAS partiële remissie
5%
16%*
BASDAIb 50
15%
35%**
ASDASc,d,e
-0,3
-1,0***
ASDAS inactieve ziekte
4%
24%***
hs-CRPd,f,g
-0,3
-4,7***
SPARCCh MRI sacro-iliacale gewrichtend,i
-0,6
-3,2**
SPARCC MRI wervelkolom d,j
-0,2
-1,8**
a
Onderzoek door spondylartritis internationale gemeenschap (Assessments in SpondyloArthritis
international Society)
b
Bath Ankylosing Spondylitis Disease Activity Index
c
Ankylosing Spondylitis Disease Activity Score
d
gemiddelde verandering van baseline
e
n=91 placebo en n=87 adalimumab
f
high sensitivity C-Reactive Protein (mg/l)
g
n=73 placebo en n=70 adalimumab
h
Spondyloarthritis Research Consortium of Canada
i
n=84 placebo en adalimumab
j
n=82 placebo en n=85 adalimumab
***, **, *
Statistisch significant bij respectievelijk p < 0,001, < 0,01, en
< 0,05 voor alle vergelijkingen tussen adalimumab en placebo.
De verbetering van tekenen en symptomen hield aan gedurende de open-label extensie van de
adalimumab- behandeling tot en met week 156.
Remmen van ontstekingen
In met adalimumab behandelde patiënten hield een significante verbetering aan van tekenen van
ontsteking, zoals gemeten door hs-CRP en MRI van zowel sacro-iliacale gewrichten als de
wervelkolom respectievelijk tot en met week 156 en week 104.
Kwaliteit van leven en fysiek functioneren
Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en fysiek functioneren werden beoordeeld aan de hand
van de HAQ-S en de SF-36 vragenlijsten. Adalimumab toonde een statistisch significant grotere
verbetering in de HAQ-S totaalscore en de SF-36 fysieke componenten score (PCS) van baseline tot
week 12 vergeleken met placebo. Verbeteringen in gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en
fysiek functioneren bleven gehandhaafd gedurende het open-label extensieonderzoek tot en met
week 156.
Nr-axSpA II-onderzoek
673 patiënten met actieve nr-axSpA (gemiddelde ziekteactiviteit bij baseline [BASDAI] was 7,0) die
een inadequate respons hadden op 2 NSAID's, intolerant waren of met een contra-indicatie voor
NSAID's, namen deel aan de open-label periode van het nr-axSpA II-onderzoek waarin ze gedurende
28 weken adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken kregen. Deze patiënten vertoonden ook
objectief bewijs van ontsteking in de sacro-iliacale gewrichten of de wervelkolom op MRI of een
verhoogd hs-CRP. Patiënten die tijdens de open-label periode aanhoudende remissie bereikten
gedurende minimaal 12 weken (N=305) (ASDAS < 1,3 op week 16, 20, 24 en 28) werden vervolgens
gerandomiseerd naar ofwel voortgezette behandeling met adalimumab40 mg eenmaal per twee weken
(N=152) of placebo (N=153) voor 40 additionele weken in een dubbelblinde, placebogecontroleerde
periode (totale onderzoeksduur 68 weken). Proefpersonen die tijdens de dubbelblinde periode een
opvlamming kregen, mochten tenminste 12 weken lang adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken
als rescue medicatie gebruiken.
Het primaire eindpunt voor de werkzaamheid was het percentage patiënten zonder opvlamming in
week 68 van het onderzoek. Een opvlamming werd gedefinieerd als ASDAS 2,1 tijdens twee
opeenvolgende bezoeken met vier weken ertussen. Gedurende de dubbelblinde periode kreeg een
hoger percentage van de patiënten die adalimumab kregen geen opvlamming van de ziekte in
vergelijking met patiënten die placebo kregen (70,4% vs. 47,1%, p<0,001) (Figuur 1).
Figuur 1: Kaplan-Meier-curves tonen een samenvatting
van de tijd tot opvlamming in nr-axSpA onderzoek II
VAN GEEN
HEID
JK
OPVLAMMING
SCHIJNSCHIJNLI
WAAR
TIJD (WEKEN)
Behandeling
Placebo
Adalimumab Gecensureerd
NB: P = Placebo (aantal met risico (met opvlamming)); A = Adalimumab (aantal met risico (met
opvlamming)).
Van de 68 patiënten die een opvlamming kregen in de placebogroep, voltooiden 65 patiënten een
periode van 12 weken met adalimumab als rescue medicatie. Van hen bereikten 37 patiënten (56,9%)
opnieuw remissie 12 weken nadat ze opnieuw begonnen waren met de open-label behandeling
(ASDAS < 1,3).
In week 68 vertoonden patiënten die onafgebroken met adalimumab behandeld waren een statistisch
significant grotere verbetering in de tekenen en symptomen van actieve nr-axSpA in vergelijking met
patiënten die waren toegewezen aan de placebogroep gedurende de dubbelblinde periode van het
onderzoek (tabel 14).
Tabel 14
Werkzaamheidsrespons in placebogecontroleerde periode van nr-axSpA II-onderzoek
Dubbelblind Respons in week 68
Placebo N=153
Adalimumab
N=152
ASASa,b 20
47,1%
70,4%***
ASASa,b 40
45,8%
65,8%***
Placebo N=153
Adalimumab
N=152
ASASa Partiële remissie
26,8%
42,1**
ASDASc Inactieve ziekte
33,3%
57,2%***
Partiële opvlammingd
64,1%
40,8%***
a Assessments in SpondyloArtrhritis international Society
b Baseline is gedefinieerd als open label baseline wanneer patiënten actieve ziekte hebben.
c Ankylosing Spondylitis Disease Activity Score
d Partiële opvlamming is gedefinieerd als ASDAS 1,3 maar < 2,1 tijdens twee opeenvolgende
bezoeken.
***, ** Statistisch significant bij respectievelijk p < 0,001, < 0,01, voor alle vergelijkingen tussen
adalimumab en placebo.
Artritis psoriatica
Adalimumab, 40 mg eenmaal per twee weken, werd onderzocht bij patiënten met matig tot ernstig
actieve artritis psoriatica in twee placebogecontroleerde onderzoeken, PsA onderzoeken I en II. In PsA
onderzoek I werden gedurende 24 weken 313 volwassen patiënten behandeld die een onvoldoende
respons op NSAID-therapie hadden en van welke groep ongeveer 50% methotrexaat gebruikten. In
PsA onderzoek II, met een duur van 12 weken, werden 100 patiënten behandeld die een onvoldoende
respons hadden op DMARD-therapie. Na beëindiging van beide onderzoeken werden 383 patiënten
geïncludeerd in een open-label extensieonderzoek waarin eenmaal per twee weken 40 mg adalimumab
werd toegediend.
Er is onvoldoende bewijs voor de werkzaamheid van adalimumab bij patiënten met ankylosis
spondilitis- achtige artritis psoriatica door het geringe aantal patiënten dat onderzocht is.
Tabel 15
ACR-respons in placebogecontroleerde onderzoeken bij artritis psoriatica
(percentage patiënten)
PsA onderzoek I
PsA onderzoek II
Respons
Placebo
Adalimumab
Placebo
Adalimumab
N=162
N=151
N=49
N=51
ACR 20
Week 12
14%
58%***
16%
39%*
Week 24
15%
57%***
Nvt
Nvt
ACR 50
Week 12
4%
36%***
2%
25%***
Week 24
6%
39%***
Nvt
Nvt
ACR 70
Week 12
1%
20%***
0%
14%*
Week 24
1%
23%***
Nvt
Nvt
*** p < 0,001 voor alle vergelijkingen tussen adalimumab en placebo
*
p < 0,05 voor alle vergelijkingen tussen adalimumab en placebo
Nvt: Niet van toepassing
ACR-responses in PsA onderzoek I waren vergelijkbaar, met en zonder gelijktijdige methotrexaat
therapie. ACR-responses werden behouden in het open-label extensieonderzoek tot 136 weken.
Radiologische veranderingen werden beoordeeld in de onderzoeken bij artritis psoriatica.
Röntgenfoto's van handen, polsen en voeten werden gemaakt in de uitgangssituatie en in
week 24 gedurende de dubbelblinde periode toen de patiënten adalimumab of placebo kregen en in
week 48 toen alle patiënten open-label adalimumab kregen. Er werd gebruik gemaakt van een
gemodificeerde Total Sharp Score (mTSS), waarbij de distale interfalangeale gewrichten werden
meegenomen (d.w.z. niet precies dezelfde als de TSS die gebruikt wordt voor reumatoïde artritis).
Bij patiënten die behandeld werden met adalimumab en die geen radiografische progressie ten
opzichte van de uitgangssituatie hadden in week 48 (n=102), had 84% in de periode tot en
met 144 weken behandeling nog steeds geen radiografische progressie.
Bij met adalimumab behandelde patiënten werd in week 24 statistisch significante verbetering in
lichamelijk functioneren geconstateerd in vergelijking met placebo zoals beoordeeld d.m.v. HAQ en
Short Form Health Survey (SF 36). Het verbeterde lichamelijk functioneren hield aan gedurende het
open-label extensieonderzoek tot en met week 136.
Psoriasis
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden in gerandomiseerde, dubbelblinde
onderzoeken bestudeerd bij volwassen patiënten met chronische plaque psoriasis ( 10% aangedaan
lichaamsoppervlak (BSA) en Psoriasis Area and Severity Index (PASI) 12 of 10) die in
aanmerking kwamen voor systemische therapie of lichttherapie. 73% van de patiënten die waren
geïncludeerd in Psoriasisonderzoeken I en II waren eerder behandeld met systemische therapie of
lichttherapie. De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden ook bestudeerd in een
gerandomiseerd dubbelblind onderzoek (Psoriasis Onderzoek III) bij volwassen patiënten met matige
tot ernstige chronische plaque psoriasis met gelijktijdige hand- en/of voetpsoriasis die in aanmerking
kwamen voor systemische therapie.
In Psoriasisonderzoek I (REVEAL) werden 1.212 patiënten onderzocht binnen drie behandelperioden.
In behandelperiode A kregen patiënten placebo of adalimumab in een aanvangsdosis van 80 mg,
gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf één week na de aanvangsdosering. Na 16 weken
behandeling gingen patiënten die ten minste een PASI 75 respons hadden bereikt (verbetering PASI-
score van ten minste 75% ten opzichte van aanvang van het onderzoek), behandelperiode B in en
kregen eenmaal per twee weken 40 mg adalimumab (open-label). Patiënten die in week 33 nog steeds
PASI 75 respons hadden en die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar actieve behandeling in
behandelperiode A, werden opnieuw gerandomiseerd in behandelperiode C naar ofwel 40 mg
adalimumab eenmaal per twee weken ofwel placebo voor nog eens 19 weken. In alle behandelgroepen
was bij aanvang van het onderzoek de gemiddelde PASI-score 18,9 en de Physician's Global
Assessment (PGA) score varieerde bij aanvang van het onderzoek van 'matig' (53% van de
geïncludeerde proefpersonen) tot 'ernstig' (41%) tot 'zeer ernstig' (6%).
In Psoriasisonderzoek II (CHAMPION) werden de werkzaamheid en veiligheid van adalimumab
versus methotrexaat (MTX) en placebo vergeleken bij 271 patiënten. Patiënten kregen
gedurende 16 weken ofwel placebo, een aanvangsdosis van 7,5 mg MTX en daarna dosisverhogingen
tot aan week 12, met een maximale dosis van 25 mg ofwel een aanvangsdosis van 80 mg adalimumab
gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken (vanaf één week na de aanvangsdosis). Er zijn geen
gegevens beschikbaar van vergelijking van adalimumab met MTX na meer dan 16 weken
behandeling. Patiënten die MTX kregen en een PASI 50 respons bereikt hadden in
week 8 en/of 12 kregen geen verdere dosisverhogingen. In alle behandelgroepen was bij aanvang van
het onderzoek de gemiddelde PASI- score 19,7 en de PGA-score varieerde van 'licht' (< 1%) tot
'matig' (48%) tot 'ernstig' (46%) tot 'zeer ernstig' (6%).
Alle patiënten die hadden deelgenomen aan fase 2 en fase 3 psoriasisonderzoeken kwamen in
aanmerking om deel te nemen aan een open-label extensieonderzoek, waarin adalimumab gedurende
nog minimaal 108 additionele weken werd gegeven.
Een primair eindpunt in Psoriasisonderzoeken I en II was het percentage patiënten dat in week 16 een
PASI 75 respons ten opzichte van aanvang van het onderzoek had bereikt (zie tabellen 16 en 17).
Psoriasisonderzoek I (REVEAL)
Resultaten werkzaamheid na 16 weken
Placebo N=398
Adalimumab 40 mg
n (%)
eenmaal per twee weken
N=814 n (%)
PASI 75a
26 (6,5)
578 (70,9)
b
PASI 100
3 (0,8)
163 (20,0)
b
PGA: schoon/minimaal
17 (4,3)
506 (62,2)
b
a
Het percentage patiënten dat PASI 75 respons bereikte, werd bij de berekening naar het
midden afgerond
b
p<0,001, adalimumab versus placebo
Tabel 17
Psoriasisonderzoek II (CHAMPION)
Resultaten werkzaamheid na 16 weken
Placebo
MTX N=110
Adalimumab 40 mg eenmaal
N=53 n (%)
N (%)
per twee weken
N=108 n (%)
PASI 75
10 (18,9)
39 (35,5)
86 (79,6) a, b
PASI 100
1 (1,9)
8 (7,3)
18 (16,7) c, d
PGA: schoon/minimaal
6 (11,3)
33 (30,0)
79 (73,1) a, b
a
p<0,001 adalimumab versus placebo
b
p<0,001 adalimumab versus methotrexaat
c
p<0,01 adalimumab versus placebo
d
p<0,05 adalimumab versus methotrexaat
In Psoriasisonderzoek I vertoonde 28% van de PASI 75 responders die in week 33 opnieuw
gerandomiseerd werden naar placebo in vergelijking met 5% van de PASI 75 responders die in
week 33 adalimumab bleven krijgen (p<0,001) 'verlies van adequate respons' (PASI-score na
week 33 en in of voor week 52 die resulteerde in een < PASI 50 respons ten opzichte van aanvang van
het onderzoek met minimaal 6 punten toename in PASI-score in vergelijking met week 33). Van de
patiënten die adequate respons verloren nadat ze opnieuw gerandomiseerd waren naar placebo en die
vervolgens geïncludeerd werden in de open-label extensiestudie, behaalde 38% (25/66) en 55%
(36/66) opnieuw PASI 75 respons na respectievelijk 12 en 24 weken van hervatte behandeling.
In totaal 233 PASI 75 responders in week 16 en week 33 werden gedurende 52 weken onafgebroken
met adalimumab behandeld in Psoriasisonderzoek I en vervolgden het gebruik van adalimumab in het
open- label extensieonderzoek. PASI 75 en PGA schoon of minimaal responspercentages waren bij
deze patiënten 74,7% respectievelijk 59,0% na een additionele 108 weken open-label behandeling
(totaal van 160 weken). In een analyse waarin alle patiënten die stopten met het onderzoek vanwege
bijwerkingen of gebrek aan werkzaamheid, of bij wie de dosering werd verhoogd, werden beschouwd
als non-responders, waren de responspercentages van PASI 75 en PGA schoon of minimaal bij deze
patiënten 69,6% respectievelijk 55,7% na een additionele 108 weken open-label behandeling (totaal
van 160 weken).
In totaal namen 347 stabiele responders deel aan een open-label extensieonderzoek waarin de
behandeling werd onderbroken en vervolgens opnieuw werd gestart. Tijdens de onderbreking keerden
de symptomen van psoriasis in de loop van de tijd terug met een mediane tijd tot terugkeer
(verslechtering naar PGA 'matig' of slechter) van ongeveer 5 maanden. Geen van deze patiënten
ervoer rebound gedurende de onderbreking. In totaal had 76,5% (218/285) van de patiënten die
opnieuw werden behandeld een respons van PGA 'schoon' of 'minimaal' na 16 weken van
herbehandeling, ongeacht of zij terugkeer van symptomen hadden ervaren gedurende de onderbreking
In een open-label extensiestudie voor patiënten die vanwege een PASI respons van minder dan 50%
een dosisverhoging hadden gehad van 40 mg eenmaal per twee weken naar eenmaal per week 40 mg,
behaalde 26,4% (92/349) en 37,8% (132/349) een PASI 75 respons na respectievelijk 12 en 24 weken.
Psoriasis Onderzoek III (REACH) vergeleek de werkzaamheid en veiligheid van adalimumab versus
placebo bij 72 patiënten met matige tot ernstige chronische plaque psoriasis en hand- en/of
voetpsoriasis. Patiënten kregen een aanvangsdosis van 80 mg adalimumab gevolgd door 40 mg
eenmaal per twee weken (vanaf één week na de aanvangsdosis) of placebo gedurende 16 weken. Op
week 16 bereikte een statistisch significant hoger percentage van de patiënten die adalimumab kregen
een PGA van 'schoon' of 'bijna schoon' voor handen en/of voeten in vergelijking met patiënten die
placebo ontvingen (respectievelijk 30,6% versus 4,3% [P = 0,014]).
Psoriasisonderzoek IV vergeleek de werkzaamheid en veiligheid van adalimumab versus placebo
bij 217 volwassen patiënten met matige tot ernstige nagelpsoriasis. Patiënten kregen een
aanvangsdosis van 80 mg adalimumab, gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken (vanaf één week
na de aanvangsdosis) of placebo gedurende 26 weken, gevolgd door open-label behandeling met
adalimumab voor 26 additionele weken. Het nagelpsoriasis onderzoek bevatte de Modified Nail
Psoriasis Severity Index (mNAPSI), de Physician's Global Assessment of Fingernail Psoriasis
(PGA-F) en de Nail Psoriasis Severity Index (NAPSI) (zie tabel 18). Behandeling met adalimumab
toonde een voordeel aan bij patiënten met nagelpsoriasis met verschillende mate van aangedaan
lichaamsoppervlak (BSA10% (60% van de patiënten) en BSA < 10% en 5% (40% van de
patiënten)).
Tabel 18
Resultaten psoriasisonderzoek IV t.a.v. werkzaamheid in week 16, 26 en 52
Eindpunt
Week 16
Week 26
Week 52
Placebogecontroleerd
Placebogecontroleerd
Open-label
Placebo
Adalimumab
Placebo Adalimumab
Adalimumab
N=108
40 mg
N=108
40 mg
40 mg eenmaal
eenmaal
eenmaal
per 2 weken
per 2 weken
per 2 weken
N=80
N=109
N=109
mNAPSI 75 (%)
2,9
26,0a
3,4
46,6a
65,0
PGA-F
2,9
29,7a
6,9
48,9a
61,3
Schoon/minimaal en
2-gradaties
verbetering (%)
Veranderingspercentage
-7,8
-44,2a
-11,5
-56,2a
-72,2
in totale vingernagel
NAPSI (%)
a
p<0.001, adalimumab vs. Placebo
Patiënten die met adalimumab waren behandeld vertoonden statistisch significante verbeteringen in
week 26 in vergelijking met placebo in de DLQI.
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in gerandomiseerde,
dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken en in een open-label extensieonderzoek bij
volwassen patiënten met matige tot ernstige hidradenitis suppurativa (HS) die intolerant waren voor,
een contra-indicatie hadden voor of een ontoereikende respons hadden op een ten minste 3 maanden
durende onderzoeksbehandeling met systemische antibiotica. De patiënten in HS-I en HS-II hadden
Hurley stadium II of III met ten minste 3 abcessen of inflammatoire noduli.
In het HS-I (PIONEER I)-onderzoek werden 307 patiënten geëvalueerd in 2 behandelperiodes. In
behandelperiode A kregen patiënten placebo of adalimumab in een startdosis van 160 mg in
week 0, 80 mg in week 2 en eenmaal per week 40 mg van week 4 tot week 11. Gelijktijdig gebruik
van antibiotica was tijdens het onderzoek niet toegestaan. Na 12 weken behandeling werden de
patiënten die adalimumab hadden gekregen in behandelperiode A, opnieuw gerandomiseerd in
behandelperiode B naar 1 van de 3 behandelgroepen (eenmaal per week adalimumab 40 mg, eenmaal
per twee weken adalimumab 40 mg of placebo van week 12 tot week 35). Patiënten die in
behandelperiode A in de placebogroep zaten, kregen in behandelperiode B eenmaal per week 40 mg
adalimumab.
In het HS-II (PIONEER II)-onderzoek werden 326 patiënten geëvalueerd in 2 behandelperiodes. In
behandelperiode A kregen patiënten placebo of adalimumab in een startdosis van 160 mg in
week 0, 80 mg in week 2 en eenmaal per week 40 mg van week 4 tot week 11. 19,3% van de patiënten
zette tijdens het onderzoek de behandeling met de baseline orale antibiotica voort. Na 12 weken
behandeling werden de patiënten die adalimumab hadden gekregen in behandelperiode A opnieuw
gerandomiseerd in behandelperiode B naar 1 van de 3 behandelgroepen (eenmaal per week
adalimumab 40 mg, eenmaal per twee weken adalimumab 40 mg of placebo van Week 12 tot
Week 35). Patiënten die in behandelperiode A in de placebogroep zaten, kregen in behandelperiode B
eveneens placebo.
Patiënten die aan de HS-I- en HS-II-onderzoeken deelnamen, kwamen in aanmerking voor deelname
aan een open-label extensieonderzoek waarin iedere week 40 mg adalimumab werd toegediend. De
gemiddelde blootstelling in de totale adalimumab-populatie was 762 dagen. In alle 3 de studies
gebruikten de patiënten dagelijks een lokaal antiseptisch middel.
Klinische respons
Er werd een afname van de inflammatoire laesies en preventie van een verslechtering van de abcessen
en drainerende fistels vastgesteld met behulp van de Hidradenitis Suppurativa Clinical Response
(HiSCR; minimaal 50% afname in het totale aantal abcessen en inflammatoire noduli en geen stijging
in aantal abcessen en aantal drainerende fistels ten opzichte van baseline). Er werd met een numerieke
beoordelingsschaal een afname van de HS-gerelateerde huidpijn beoordeeld bij patiënten die in de
studie kwamen met een aanvankelijke baselinescore van 3 of hoger op een 11-puntsschaal.
In week 12 was het aantal met adalimumab behandelde patiënten dat HiSCR bereikte significant hoger
dan het aantal placebopatiënten dat HiSCR bereikte. In week 12 ervoer een significant hoger aantal
patiënten in het HS-II-onderzoek een klinisch relevante afname van HS-gerelateerde huidpijn (zie
tabel 19). Patiënten die met adalimumab werden behandeld, hadden gedurende de eerste 12 weken van
de behandeling een significant lager risico op opvlamming van de ziekte.
Werkzaamheidsresultaten na 12 weken, HS-I- en HS-II-onderzoek
HS-I-onderzoek
HS-II-onderzoek
Placebo
Adalimumab 40 mg
Placebo
Adalimumab 40 mg
eenmaal per week
eenmaal per week
Hidradenitis
N = 154
N = 153
N = 163
N = 163
Suppurativa
40 (26,0%)
64 (41,8%)*
45 (27,6%)
96 (58,9%)***
Clinical
Response
(HiSCR)a
30% afname
N = 109
N = 122
N = 111
N = 105
van huidpijnb
27 (24,8%)
34 (27,9%)
23 (20,7%)
48 (45,7%)***
*
P < 0,05, ***P < 0,001, adalimumab versus placebo
a.
Onder alle gerandomiseerde patiënten.
b.
Onder patiënten met een HS-gerelateerde huidpijnbeoordeling bij baseline van 3, gebaseerd
op numerieke beoordelingsschaal 0-10; 0 = geen huidpijn, 10 = ondragelijke pijn of ergst
denkbare pijn.
Behandeling met eenmaal per week adalimumab 40 mg reduceerde significant het risico op een
verergering van abcessen en drainerende fistels. In de eerste 12 weken van onderzoeken HS-I en HS-II
ervoeren ongeveer tweemaal zoveel patiënten in de placebogroep verergering van de abcessen
(respectievelijk 23,0% en 11,4%) en drainerende fistels (respectievelijk 30,0% en 13,9%) vergeleken
met de adalimumab-groep.
Er werden in week 12 ten opzichte van baseline in vergelijking met placebo grotere verbeteringen
aangetoond in huidspecifieke gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven, zoals gemeten door de
Dermatology Life Quality Index (DLQI; HS-I- en HS-II-onderzoek), algehele patiënttevredenheid met
de medicatiebehandeling, zoals gemeten door de Treatment Satisfaction Questionnaire medicatie
(TSQM; HS-I- en HS-II-onderzoek) en lichamelijke gezondheid, zoals gemeten door de
samenvattingsscore van de lichamelijke component van de SF-36 (HS-I-onderzoek).
Bij patiënten die in week 12 minimaal een gedeeltelijke respons op eenmaal per week
adalimumab 40 mg vertoonden, was op week 36 de HiSCR-score hoger bij patiënten die doorgingen
met eenmaal per week adalimumab dan bij patiënten bij wie de doseringsfrequentie was verlaagd naar
eenmaal per twee weken of bij wie de behandeling was gestaakt (zie tabel 20).
Tabel 20
Deel van patiëntena die HiSCRb bereikten op
week 24 en 36 nadat na adalimumab op week 12 de
wekelijkse behandeling opnieuw was toegewezen
Placebo
Adalimumab 40 m
Adalimumab 40
(behandeling
g eenmaal per
mg eenmaal per
gestaakt)
twee weken
week
N = 73
N = 70
N = 70
Week 24
24 (32,9%)
36 (51,4%)
40 (57,1%)
Week 36
22 (30,1%)
28 (40,0%)
39 (55,7%)
a
Patiënten met minimaal een gedeeltelijke respons op eenmaal per week
adalimumab 40 mg na 12 weken behandeling.
b
Patiënten die voldeden aan protocolspecifieke criteria voor het verliezen
van de respons of geen verbetering moesten de onderzoeken verlaten en
werden gerekend onder de non-responders.
Onder patiënten bij wie de adalimumab-behandeling op week 12 was gestaakt in onderzoeken HS-I en
HS- II, was 12 weken na herintroductie van eenmaal per week adalimumab 40 mg het
HiSCR-percentage terug op het niveau vergelijkbaar met het niveau dat werd gezien voor het staken
(56,0%).
De ziekte van Crohn
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld bij meer dan 1.500 patiënten met
matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn (`Crohn's Disease Activity Index' (CDAI) 220 en 450)
in gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken. Gelijktijdige vaste doses
aminosalicylaten, corticosteroïden en/of immuunmodulerende middelen waren toegestaan en 80% van
de patiënten bleef ten minste één van deze geneesmiddelen krijgen.
Inductie van klinische remissie (gedefinieerd als CDAI < 150) werd geëvalueerd in twee
onderzoeken, CD onderzoek I (CLASSIC I) en CD onderzoek II (GAIN). In CD onderzoek I
werden 299 TNF-antagonist naïeve patiënten gerandomiseerd naar één van vier behandelgroepen;
placebo in week 0 en week 2, 160 mg adalimumab in week 0 en 80 mg in week 2, 80 mg in
week 0 en 40 mg in week 2, en 40 mg in week 0 en 20 mg in week 2. In CD onderzoek II
werden 325 patiënten die geen respons meer hadden op of intolerant waren voor infliximab
gerandomiseerd naar behandeling met ofwel 160 mg adalimumab in week 0 en 80 mg in week 2 ofwel
placebo in weken 0 en 2. De primaire non- responders werden uitgesloten van de onderzoeken en
daarom werden deze patiënten niet verder geëvalueerd.
Handhaving van klinische remissie werd geëvalueerd in CD onderzoek III (CHARM). In CD
onderzoek III ontvingen 854 patiënten 80 mg open-label in week 0 en 40 mg in week 2. In
week 4 werden patiënten gerandomiseerd naar 40 mg eenmaal per twee weken, 40 mg per week, of
placebo met een totale studieduur van 56 weken. Patiënten met een klinische respons (verlaging van
CDAI 70) in week 4 werden gestratificeerd en apart geanalyseerd van degenen zonder klinische
respons in week 4. Geleidelijk afbouwen van corticosteroïden was toegestaan na week 8.
CD onderzoek I en CD onderzoek II inductie van remissie en responspercentages worden
weergegeven in tabel 21.
Tabel 21
Inductie van klinische remissie en respons
(percentage patiënten)
CD onderzoek I: Infliximab- naïeve patiënten
CD onderzoek II:
Infliximab-ervaren
Placeb
Adalimumab 80/40 m
Adalimumab 160/80 m
patiënten
Placeb
Adalimuma
o N=74
g N = 75
g N=76
o
b
N=166
160/80 mg
Week 4
N=159
Klinisch
12%
24%
36%*
7%
21%*
e
remissie
Klinisch
24%
37%
49%**
25%
38%**
e respons
(CR-100
)
Alle p-waarden zijn paarsgewijze vergelijkingen van percentages voor adalimumab versus placebo
*
p < 0,001
**
p < 0,01
In CD onderzoek III, had 58% (499/854) van de patiënten een klinische respons in week 4 en werd
geanalyseerd in de primaire analyse. Van degenen die in week 4 een klinische respons hadden,
was 48% eerder blootgesteld aan andere TNF-antagonisten. Handhaving van remissie en
responspercentages worden weergegeven in tabel 22. Klinische remissieresultaten bleven relatief
constant onafhankelijk van eerdere blootstelling aan TNF-antagonisten. Een statistisch significante
daling van ziektegerelateerde ziekenhuisopnamen en operatieve ingrepen werd waargenomen bij
adalimumab in vergelijking met placebo in week 56.
Tabel 22
Handhaving van klinische remissie en respons
(percentage patiënten)
Placebo
40 mg
40 mg
Adalimumab
Adalimumab
eenmaal per
eenmaal per
twee weken
week
Week 26
N=170
N=172
N=157
Klinische remissie
17%
40%*
47%*
Klinische respons (CR-100)
27%
52%*
52%*
patiënten met steroïdvrije
3% (2/66)
19%
15% (11/74)**
remissie voor >=90 dagena
(11/58)**
Week 56
N=170
N=172
N=157
Klinische remissie
12%
36%*
41%*
Klinische respons (CR-100)
17%
41%*
48%*
patiënten met steroïdvrije
5% (3/66)
29%
20% (15/74)**
remissie voor >=90 dagena
(17/58)*
*
p < 0,001 voor paarsgewijze vergelijkingen van percentages voor adalimumab versus placebo
** p < 0,02 voor paarsgewijze vergelijkingen van percentages voor adalimumab versus placebo
a
Van degenen die op baseline corticosteroïden kregen
Onder patiënten die geen respons hadden in week 4, had 43% van de patiënten op de
onderhoudsdosering adalimumab een respons in week 12 in vergelijking met 30% van de patiënten op
de onderhoudsdosering placebo. Deze resultaten wijzen erop dat sommige patiënten die in week 4 nog
geen respons hebben gehad baat kunnen hebben bij voortgezette onderhoudsbehandeling tot en met
week 12. Behandeling voortgezet tot na 12 weken resulteerde niet in significant meer responsen (zie
rubriek 4.2).
117 van de 276 patiënten uit CD onderzoek I en 272 van de 777 patiënten uit CD onderzoeken II en III
werden gevolgd gedurende minimaal 3 jaar open-label adalimumab-behandeling. Klinische remissie
werd gehandhaafd bij 88 van de 117, respectievelijk 189 van de 272 patiënten. Klinische respons
(CR-100) werd behouden bij 102 van de 117, respectievelijk 233 van de 272 patiënten.
Kwaliteit van leven
In CD onderzoek I en CD onderzoek II werd in week 4 een statistisch significante verbetering bereikt
in de totale score van de ziektespecifieke `inflammatory bowel disease questionnaire' (IBDQ) bij
patiënten die gerandomiseerd waren naar adalimumab 80/40 mg en 160/80 mg in vergelijking met
placebo. Deze verbetering werd ook in week 26 en week 56 van CD onderzoek III gezien bij de
adalimumab- behandelingsgroepen in vergelijking met de placebogroep.
De veiligheid en werkzaamheid van meerdere doses adalimumab werden beoordeeld bij volwassen
patiënten met matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa (Mayo score 6 tot 12 met een endoscopie
subscore van 2 tot 3) in gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken.
In onderzoek UC-I werden 390 patiënten die naïef waren voor TNF-antagonisten gerandomiseerd om
of in week 0 en in week 2 placebo te krijgen, of in week 0 160 mg adalimumab gevolgd door 80 mg in
week 2, of in week 0 80 mg adalimumab gevolgd door 40 mg in week 2. Na week 2 kregen de
patiënten in beide adalimumab groepen 40 mg eenmaal per twee weken. Klinische remissie
(gedefinieerd als Mayo score 2 met geen subscore van > 1) werd bepaald in week 8.
In onderzoek UC-II kregen 248 patiënten 160 mg adalimumab in week 0, 80 mg in week 2 en
daarna 40 mg eenmaal per twee weken en 246 patiënten kregen placebo. Klinische resultaten werden
beoordeeld op inductie van remissie in week 8 en voor handhaving van remissie in week 52.
Patiënten die met 160/80 mg adalimumab waren geïnduceerd, bereikten met statistisch significant
grotere percentages klinische remissie in week 8 dan met placebo in onderzoek UC-I
(respectievelijk 18% vs. 9 %, p=0,031) en in onderzoek UC-II (respectievelijk 17% vs. 9%, p=0,019).
Van degenen die in onderzoek UC-II met adalimumab waren behandeld en in week 8 in remissie
waren, waren 21/41 (51%) in week 52 in remissie.
Resultaten van de totale UC-II onderzoekspopulatie zijn weergegeven in tabel 23.
Tabel 23
Respons, remissie en mucosale genezing in onderzoek UC-II
(percentage patiënten)
Placebo
Adalimumab 40 mg
eenmaal per twee weken
Week 52
N=246
N=248
Klinische respons
18%
30%*
Klinische remissie
9%
17%*
Mucosale genezing
15%
25%*
Steroïde-vrije remissie voor 90 dagen a
6%
13%*
(N=140)
(N=150)
Week 8 en 52
Aanhoudende respons
12%
24%**
Aanhoudende remissie
4%
8%*
Aanhoudende mucosale genezing
11%
19%*
Klinische remissie is Mayo score 2 met geen subscore > 1;
Klinische respons is een daling ten opzichte van baseline in Mayo score 3punten en
30% plus een daling 1 in de rectale bloedingssubscore [RBS] of een absolute RBS van 0
of 1;
*
p<0,05 voor adalimumab vs. placebo paarsgewijze vergelijking van proporties
**
p<0,001 voor adalimumab vs. placebo paarsgewijze vergelijking van proporties
a
Van degenen die bij aanvang corticosteroïden kregen
Van de patiënten met een respons op week 8 had 47% een respons, was 29% in remissie, had 41%
mucosale genezing en was 20% in steroïdvrije remissie voor 90 dagen in week 52.
Ongeveer 40% van de patiënten in onderzoek UC-II had gefaald op voorafgaande anti-TNF
behandeling met infliximab. De werkzaamheid van adalimumab was bij deze patiënten verminderd
vergeleken met die bij patiënten die naïef waren voor TNF-antagonisten. Van de patiënten die hadden
gefaald op voorafgaande anti-TNF-behandeling, werd in week 52 bij 3% op placebo en bij 10% op
adalimumab remissie bereikt.
Ziekenhuisopnames
In studie UC-I en UC-II werden gedurende 52 weken minder ziekenhuisopnames voor alle oorzaken
en ziekenhuisopnames gerelateerd aan UC waargenomen in de groep behandeld met adalimumab in
vergelijking met de placebo-arm. Het aantal ziekenhuisopnames voor alle oorzaken in de groep
behandeld met adalimumab was 0,18 per patiëntjaar versus 0,26 per patiëntjaar in de placebogroep en
de overeenkomstige cijfers voor UC-gerelateerde ziekenhuisopnames waren 0,12 per patiëntjaar
versus 0,22 per patiëntjaar.
Kwaliteit van leven
In studie UC-II resulteerde behandeling met adalimumab tot verbeteringen in de Inflammatory Bowel
Disease Questionnaire (IBDQ) score.
Uveïtis
De veiligheid en de werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld bij volwassen patiënten met
niet- infectieuze uveïtis intermediair, uveïtis posterior en panuveïtis, in twee gerandomiseerde,
dubbelblinde, placebogecontroleerde studies (UV I en II), met uitzondering van patiënten met
geïsoleerde uveïtis anterior. Patiënten kregen placebo of adalimumab in een aanvangsdosis van 80 mg,
gevolgd door 40 mg eenmaal per twee weken vanaf één week na de aanvangsdosering. Gelijktijdige
vaste doses van een niet-biologisch immunosuppressivum werden toegestaan.
In studie UV I werden 217 patiënten geëvalueerd met actieve uveïtis ondanks behandeling met
corticosteroïden (orale prednison met een dosis van 10 tot 60 mg/dag). Alle patiënten kregen
gedurende 2 weken een standaarddosis prednison van 60 mg/dag bij de aanvang van de studie gevolgd
door een verplicht afbouwschema, met volledige stopzetting van de corticosteroïden in week 15.
In studie UV II werden 226 patiënten geëvalueerd met inactieve uveïtis die een chronische
behandeling met corticosteroïden (orale prednison met een dosis van 10 tot 35 mg/dag) nodig hadden
op baseline om hun ziekte onder controle te houden. Vervolgens volgden de patiënten een verplicht
afbouwschema met volledige stopzetting van de corticosteroïden in week 19.
Het primaire eindpunt voor de werkzaamheid was in beide studies ´tijd tot falen van de behandeling´.
Falen van de behandeling werd gedefinieerd door een multi-component resultaat gebaseerd op
inflammatoire chorioretinale en/of inflammatoire retinale vasculaire laesies, anterior kamer (AC) cel
grade, glasvocht haze (VH) grade en best gecorrigeerde gezichtsscherpte (BCVA).
Patiënten die de studies UV I en UV II voltooid hadden, kwamen in aanmerking voor deelname aan
een ongecontroleerd aanvullend langetermijnsonderzoek met een oorspronkelijk geplande duur
van 78 weken. Patiënten mochten doorgaan met de studiemedicatie na week 78 totdat adalimumab
voor hen beschikbaar was.
Klinische respons
Resultaten van beide onderzoeken toonden een statistisch significante vermindering van het risico op
falen van de behandeling bij patiënten behandeld met adalimumab ten opzichte van patiënten die
placebo kregen (zie tabel 24). Beide studies toonden een vroeg en aanhoudend effect van adalimumab
aan op het percentage falen van de behandeling in vergelijking met placebo (zie figuur 2).
Tabel 24
Tijd tot falen van de behandeling in onderzoeken UV I en UV II
Analyse
N
Falen
Mediane tijd tot
HRa
CI 95%
p-
behandeling
N (%)
falen (maanden)
voor HRa
waardeb
Tijd tot het falen van de behandeling op of na week 6 in studie UV I
Primaire analyse (ITT)
Placebo
107
84 (78,5)
3,0
--
--
--
Adalimumab
110
60 (54,5)
5,6
0,50
0,36; 0,70
< 0,001
Tijd tot het falen van de behandeling op of na week 2 in studie UV II
Primaire analyse (ITT)
Placebo
111
61 (55,0)
8,3
--
--
--
Adalimumab
115
45 (39,1)
NEc
0,57
0,39; 0,84
0,004
N.B.: falen van de behandeling op of na week 6 (studie UV I), of op of na week 2 (studie UV II) werd
geteld als een gebeurtenis. Drop-outs om redenen anders dan falen op de behandeling werden
geschrapt op het moment van uitvallen.
a
HR van adalimumab versus placebo uit proportionele risicoregressie met behandeling als factor.
b
2-zijdige P-waarde uit de log-rank test.
c
NE = niet te schatten. Een gebeurtenis trad op bij minder dan de helft van de at-risk patiënten.
Figuur 2: Kaplan-Meier-curves tonen een samenvatting van de tijd tot het falen van de
behandeling op of na week 6 (studie UV I) of week 2 (studie UV II)
entage falen van
behandeling (%)
Perc
Tijd (maanden)
Studie UV I
Behandeling
Placebo
Adalimumab
entage falen van
behandeling (%)
Perc
Tijd (maanden)
Studie UV II
Behandeling
Placebo
Adalimumab
In studie UV I werden statistisch significante verschillen ten gunste van adalimumab in vergelijking
met placebo waargenomen voor elk onderdeel van falen van de behandeling. In studie UV II werden
statistisch significante verschillen alleen waargenomen voor gezichtsscherpte, maar waren de andere
onderdelen getalsmatig in het voordeel van adalimumab.
Van de 424 proefpersonen die aan de ongecontroleerde langetermijnextensie van de studies UV I en
UV II deelnamen, kwamen 60 proefpersonen niet in aanmerking (bijvoorbeeld door afwijkingen of
door complicaties secundair aan diabetische retinopathie, door een staaroperatie of vitrectomie); zij
werden uitgesloten van de primaire effectiviteitsanalyse. Van de 364 resterende patiënten
bereikten 269 (74%) evalueerbare patiënten 78 weken open-label adalimumabbehandeling. Op basis
van de waargenomen gegevens waren 216 (80,3%) patiënten in een latente fase (geen actieve
ontstekingslaesies, anterior kamer (AC) cel grade 0,5+, glasvocht haze (VH) grade 0,5+) met een
gelijktijdig toegediende dosis steroïden 7,5 mg per dag; bij 178 (66,2%) proefpersonen was de ziekte
zonder steroïden latent. De beste gecorrigeerde gezichtsscherpte (BCVA) was bij 88,6% van de ogen
verbeterd of gehandhaafd (< 5 letters achteruitgang) in week 78. De gegevens na week 78 waren in het
algemeen consistent met deze resultaten, maar het aantal deelnemende proefpersonen nam na deze tijd
af. Van de patiënten die met het onderzoek stopten, stopte 18% wegens bijwerkingen en 8% wegens
onvoldoende respons op behandeling met adalimumab.
Kwaliteit van leven
In beide klinische studies werden door de patiënt gemelde resultaten met betrekking tot
gezichtsvermogen-gerelateerd functioneren gemeten op basis van de NEI VFQ-25. Adalimumab was
getalsmatig in het voordeel voor het merendeel van de subscores, met statistisch significante
gemiddelde verschillen voor algeheel gezichtsvermogen, pijn in het oog, dichtbij zien, geestelijke
gezondheid en totaalscore in studie UV I en voor algeheel gezichtsvermogen en de geestelijke
gezondheid in studie UV II. Gezichtsvermogen-gerelateerde effecten waren niet getalsmatig in het
voordeel van adalimumab met betrekking tot kleurwaarneming in studie UV I en met betrekking tot
kleurwaarneming, perifeer zicht en dichtbij zien in studie UV II.
Immunogeniciteit
Tijdens de behandeling met adalimumab kunnen zich anti-adalimumab antilichamen vormen.
Vorming van anti-adalimumab antilichamen is geassocieerd met een verhoogde klaring en een
verminderde werkzaamheid van adalimumab. Er is geen duidelijke correlatie tussen de aanwezigheid
van anti-adalimumab antilichamen en het optreden van bijwerkingen.
Pediatrische patiënten
Juveniele idiopathische artritis (JIA)
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis (pJIA)
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in twee onderzoeken (pJIA I en
II) bij kinderen met actieve polyarticulaire juveniele idiopathische artritis of juveniele idiopathische
artritis met een polyarticulair verloop, met een variëteit aan JIA aanvangstypes (meestal reumafactor
negatieve of positieve polyartritis en uitgebreide oligoartritis).
pJIA I
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in een gerandomiseerd,
dubbelblind onderzoek met parallelle groepen in meerdere centra waaraan 171 kinderen
(van 4-17 jaar) met polyarticulaire JIA deelnamen. In de open-label inleidingsfase (OL LI) werden
patiënten in twee groepen verdeeld, MTX (methotrexaat)-behandeld of niet-MTX-behandeld.
Tabel 25
Verdeling van patiënten naar leeftijd en tijdens de OL LI fase ontvangen dosering adalimumab
Leeftijdsgroep
Aantal patiënten in de uitgangssituatie
Minimale, mediane en maximale
n (%)
dosering
4 tot en met 7 jaar
31 (18,1)
10, 20 en 25 mg
8 tot en met 12 jaar
71 (41,5)
20, 25 en 40 mg
13 tot en met 17 jaar
69 (40,4)
25, 40 en 40 mg
Patiënten met een ACR Pedi 30 respons in week 16 kwamen in aanmerking voor randomisatie naar de
dubbelblinde (DB) fase en kregen daarna nog gedurende 32 weken of tot opvlamming van de ziekte
eenmaal per twee weken ofwel adalimumab 24 mg/m2 tot maximaal 40 mg ofwel placebo. Criteria
voor opvlamming van de ziekte waren gedefinieerd als verslechtering van 30% ten opzichte van de
uitgangssituatie van 3 van de 6 ACR Pedi kerncriteria, 2 actieve gewrichten, en verbetering van
> 30% van niet meer dan 1 van de 6 criteria. Na 32 weken of bij opvlamming van de ziekte, kwamen
patiënten in aanmerking om te worden geïncludeerd in de open-label extensiefase.
Tabel 26
ACR Pedi 30 respons in het JIA onderzoek
Groep
MTX
Zonder MTX
Periode
OL-LI 16 weken
ACR Pedi 30
94,1% (80/85)
74,4% (64/86)
respons (n/N)
Resultaten v.w.b. werkzaamheid
Dubbelblind 32 weken
Adalimumab / Placebo / MTX Adalimumab Placebo (N = 28)
MTX (N = 38)
(N = 37)
(N = 30)
Opvlammingen van de
36,8% (14/38) 64,9% (24/37)b 43,3% (13/30) 71,4% (20/28)c
ziekte aan het einde van
de 32 wekena (n/N)
Mediane tijd tot
>32 weken
20 weken
>32 weken
14 weken
opvlamming van de ziekte
a ACR Pedi 30/50/70 responsen waren in week 48 significant hoger dan bij met placebo behandelde
patiënten
b p = 0,015
c p = 0,031
Onder degenen die een respons hadden in week 16 (n = 144) bleven de ACR
Pedi 30/50/70/90 responsen tot een periode van zes jaar behouden in de open-label extensiefase bij
patiënten die adalimumab kregen gedurende het gehele onderzoek. In totaal werden 19 deelnemers,
waarvan 11 uit de leeftijdsgroep die in de uitgangssituatie 4 tot en met 12 jaar waren en 8 uit de
leeftijdsgroep die in de uitgangssituatie 13 tot en met 17 jaar waren, 6 jaar of langer behandeld.
In het algemeen was de respons beter en ontwikkelden minder patiënten antilichamen bij behandeling
met de combinatie van adalimumab en MTX in vergelijking met alleen adalimumab. Op basis van
pJIA II
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in een open-label, multicenter
onderzoek bij 32 kinderen (in de leeftijd van 2 tot 4 jaar of 4 jaar en ouder met een lichaamsgewicht
van minder dan 15 kg) met matig tot ernstig actieve polyarticulaire JIA. De patiënten
kregen 24 mg/m2 lichaamsoppervlakte (BSA) adalimumab tot een maximum van 20 mg eenmaal per
twee weken als een enkele dosis via subcutane injectie gedurende ten minste 24 weken. Tijdens het
onderzoek gebruikten de meeste kinderen gelijktijdig MTX; het gebruik van corticosteroïden of
NSAID's werd minder gerapporteerd.
In week 12 en week 24 was de ACR Pedi 30 respons respectievelijk 93,5% en 90,0%, gebruikmakend
van de benadering van de waargenomen data. De verhouding kinderen met ACR Pedi 50/70/90 in
week 12 en week 24 was respectievelijk 90,3%/61,3%/38,7% en 83,3%/73,3%/36,7%. Onder degenen
die een respons hadden (ACR Pedi 30) in week 24 (n = 27 van de 30 patiënten), werd de ACR
Pedi 30 respons behouden gedurende tot 60 weken tijdens de OLE fase bij patiënten die adalimumab
kregen gedurende deze periode. In totaal werden 20 kinderen behandeld gedurende 60 weken of
langer.
Enthesitis-gerelateerde artritis
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek bij 46 pediatrische patiënten (6 tot en met 17 jaar oud) met
matige enthesitis-gerelateerde artritis. De patiënten werden gerandomiseerd om gedurende 12 weken
eenmaal per 2 weken óf 24 mg/m2 lichaamsoppervlakte (BSA) adalimumab tot een maximum
van 40 mg óf placebo te ontvangen. De dubbelblinde periode werd gevolgd door een open-label (OL)
periode van maximaal 192 extra weken waarin patiënten subcutaan 24 mg/m2 BSA adalimumab tot
een maximum van 40 mg eenmaal per 2 weken ontvingen. Het primaire eindpunt was de procentuele
verandering vanaf baseline tot week 12 in het aantal actieve gewrichten met artritis (zwelling niet te
wijten aan misvorming of gewrichten met verlies van beweging met pijn en/of gevoeligheid) die werd
bereikt met een gemiddelde procentuele daling van -62,6% (mediane procentuele verandering -88,9%)
in patiënten in de adalimumabgroep ten opzichte van -11,6% (mediane procentuele verandering
-50,0%) in patiënten in de placebogroep. Gedurende de OL periode werd tot en met week 156 van het
onderzoek de verbetering in het aantal actieve gewrichten met artritis behouden voor 26 van
de 31 (84%) patiënten in de adalimumabgroep die nog deel uitmaakten van de studie. Hoewel niet
statistisch significant, vertoonde de meerderheid van de patiënten klinische verbetering in secundaire
eindpunten zoals aantal plaatsen met enthesitis, aantal pijnlijke gewrichten (TJC), aantal gezwollen
gewrichten (SJC), ACR Pedi 50-respons en ACR Pedi 70-respons.
Juveniele plaque psoriasis
De werkzaamheid van adalimumab werd beoordeeld in een gerandomiseerd, dubbelblind
gecontroleerd onderzoek bij 114 pediatrische patiënten vanaf 4 jaar met ernstige chronische plaque
psoriasis (gedefinieerd als PGA 4 of > 20% aangedaan lichaamsoppervlak (BSA) of > 10%
aangedaan lichaamsoppervlak (BSA) met erg dikke laesies of PASI 20 of 10 met klinisch relevant
aangedaan gezicht, aangedane genitaliën, of aangedane handen/voeten), die onvoldoende onder
controle waren gebracht met topicale therapie en heliotherapie of lichttherapie.
Patiënten kregen 0,8 mg/kg adalimumab eenmaal per twee weken (tot 40 mg), 0,4 mg/kg adalimumab
eenmaal per twee weken (tot 20 mg), of eenmaal per week 0,1 0,4 mg/kg methotrexaat (tot 25 mg).
In week 16 hadden meer patiënten die gerandomiseerd waren naar adalimumab 0,8 mg/kg eenmaal per
twee weken een positieve werkzaamheidsrespons (bijv. PASI 75) dan patiënten gerandomiseerd
naar 0,4 mg/kg eenmaal per twee weken of MTX.
Juveniele plaque psoriasis - Resultaten werkzaamheid na 16 weken
MTXa
Adalimumab 0,8 mg/kg eenmaal per
N = 37
twee weken
N=38
PASI 75b
12 (32,4%)
22 (57,9%)
PGA: schoon/minimaalc
15 (40,5%)
23 (60,5%)
a MTX = methotrexaat
b p = 0,027, adalimumab 0,8 mg/kg versus MTX
c p = 0,083, adalimumab 0,8 mg/kg versus MTX
Bij patiënten die een PASI 75 of PGA van 'schoon' of 'minimaal' hadden bereikt, werd de
behandeling gestaakt tot maximaal 36 weken en zij werden gemonitord op verlies van ziektecontrole
(bijv. verergering van PGA met minimaal 2 gradaties). Patiënten werden vervolgens opnieuw
behandeld met 0,8 mg/kg adalimumab eenmaal per twee weken gedurende 16 additionele weken. De
waargenomen responspercentages tijdens herbehandeling waren vergelijkbaar met die tijdens de
voorafgaande dubbelblinde periode: PASI 75 respons van 78,9% (15 van de 19 patiënten) en PGA
'schoon' of 'minimaal' van 52,6% (10 van de 19 patiënten).
In de open-labelperiode van het onderzoek werden de PASI 75 en PGA 'schoon' of 'minimaal'
responsen gehandhaafd gedurende maximaal 52 extra weken zonder nieuwe veiligheidsbevindingen.
Hidradenitis suppurativa bij adolescenten
Er zijn geen klinische studies met adalimumab bij adolescente patiënten met HS gedaan. De
werkzaamheid van adalimumab voor de behandeling van adolescente patiënten met HS is voorspeld
op basis van de aangetoonde werkzaamheid en de relatie tussen blootstelling en respons bij volwassen
HS-patiënten en de waarschijnlijkheid dat het ziekteverloop, de pathofysiologie en de effecten van het
geneesmiddel wezenlijk vergelijkbaar zijn met die bij volwassenen bij dezelfde blootstelling.
Veiligheid van de aanbevolen dosis adalimumab in de adolescente HS-populatie is gebaseerd op het
cross-indicatie veiligheidsprofiel van adalimumab bij zowel volwassenen als kinderen bij
vergelijkbare of frequentere doseringen (zie rubriek 5.2).
Juveniele ziekte van Crohn
Adalimumab is onderzocht in een multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind klinisch onderzoek dat
was opgezet om de werkzaamheid en veiligheid van inductie en onderhoudsbehandeling met
doseringen afhankelijk van het lichaamsgewicht (< 40 kg of 40 kg) te beoordelen bij 192 kinderen in
de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar, met matige tot ernstige ziekte van Crohn gedefinieerd als
Paediatric Crohn's Disease Activity Index (PCDAI) score > 30. Patiënten dienden een ontoereikende
respons te hebben gehad op conventionele behandeling voor de ziekte van Crohn (waaronder een
corticosteroïde en/of een immuunmodulerend middel). Patiënten konden ook eerder geen respons meer
hebben op of intolerant zijn geworden voor infliximab.
Alle patiënten kregen open-label inductiebehandeling met een dosering gebaseerd op hun
lichaamsgewicht bij baseline: 160 mg in week 0 en 80 mg in week 2 voor patiënten 40 kg en
respectievelijk 80 mg en 40 mg voor patiënten < 40 kg.
In week 4 werden patiënten op basis van het lichaamsgewicht dat zij op dat moment hadden
1:1 gerandomiseerd naar ofwel het lage ofwel het standaard onderhoudsdoseringsschema zoals te zien
in tabel 28.
Onderhoudsdoseringsschema
Gewicht patiënt
Lage dosering
Standaard dosering
< 40 kg
10 mg eenmaal per 2 weken
20 mg eenmaal per 2 weken
40 kg
20 mg eenmaal per 2 weken
40 mg eenmaal per 2 weken
Werkzaamheidsresultaten
Het primaire eindpunt van het onderzoek was klinische remissie in week 26, gedefinieerd als
PCDAI-score 10.
Percentages klinische remissie en klinische respons (gedefinieerd als reductie in PCDAI-score van ten
minste 15 punten ten opzichte van baseline) zijn weergegeven in tabel 29. Percentages van
discontinuering van corticosteroïden of immuunmodulerende middelen zijn weergegeven in tabel 30.
Tabel 29
Onderzoek juveniele ziekte van Crohn PCDAI klinische remissie en respons
Standaard
Lage
P-waarde*
dosering 40/20 mg
dosering 20/10 mg
eenmaal per 2 weken eenmaal per 2 weken
N = 93
N = 95
Week 26
Klinische remissie
38,7%
28,4%
0,075
Klinische respons
59,1%
48,4%
0,073
Week 52
Klinische remissie
33,3%
23,2%
0,100
Klinische respons
41,9%
28,4%
0,038
* p-waarde voor vergelijking standaarddosering versus lage dosering.
Tabel 30
Onderzoek juveniele ziekte van Crohn
Discontinuering van corticosteroïden of immuunmodulerende middelen en fistelremissie
Standaard dosering
Lage dosering
P-waarde1
40/20 mg eenmaal 20/10 mg eenmaal
per 2 weken
per 2 weken
Discontinuering corticosteroïden
N = 33
N = 38
Week 26
84,8%
65,8%
0,066
Week 52
69,7%
60,5%
0,420
Discontinuering van
N = 60
N = 57
immuunmodulerende middelen2
Week 52
30,0%
29,8%
0,983
Lage dosering
P-waarde1
40/20 mg eenmaal 20/10 mg eenmaal
per 2 weken
per 2 weken
Fistelremissie3
N = 15
N = 21
Week 26
46,7%
38,1%
0,608
Week 52
40,0%
23,8%
0,303
1 p-waarde voor vergelijking standaarddosering versus lage dosering.
2 Immunosuppressieve behandeling kon alleen worden gediscontinueerd op of na week 26 naar
het oordeel van de onderzoeker wanneer de patiënt voldeed aan het klinische responscriterium
³ gedefinieerd als het sluiten van alle fistels die vanaf baseline gedurende ten
minste 2 opeenvolgende bezoeken na baseline draineerden
In beide behandelgroepen werden statistisch significante toenames (verbeteringen) in Body Mass
Index en groeisnelheid vanaf baseline tot week 26 en week 52 waargenomen.
In beide behandelgroepen werden ook statistisch en klinisch significante verbeteringen in de
parameters voor de kwaliteit van leven vanaf baseline waargenomen (waaronder IMPACT III).
Honderd patiënten (n = 100) uit het onderzoek bij pediatrische patiënten met de ziekte van Crohn
namen verder deel aan een open-label langetermijnextensiestudie. Na 5 jaar adalimumabtherapie
bleef 74,0% (37/50) van de 50 patiënten die nog in de studie zaten in klinische remissie en 92,0%
(46/50) van de patiënten hielden een klinische respons per PCDAI.
Juveniele colitis ulcerosa
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in een gerandomiseerd,
dubbelblind onderzoek in meerdere centra bij 93 pediatrische patiënten van 5 tot en met 17 jaar met
matige tot ernstige colitis ulcerosa (Mayo-score 6 tot 12 met endoscopische subscore van 2 tot 3
punten, bevestigd door centraal afgelezen endoscopie) die een ontoereikende respons hadden op
conventionele behandeling of deze niet verdroegen. Bij ongeveer 16% van de patiënten in het
onderzoek was een eerdere anti-TNF-behandeling niet geslaagd. Patiënten die op het moment van
inclusie corticosteroïden kregen konden hun corticosteroïdenbehandeling afbouwen na week 4.
Tijdens de inductieperiode van het onderzoek werden 77 patiënten gerandomiseerd 3:2 naar een
dubbelblinde behandeling met adalimumab met een inductiedosering van 2,4 mg/kg (maximaal
160 mg) in week 0 en week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2 of een inductiedosering van
2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0, placebo in week 1 en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in
week 2. Beide groepen kregen 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) in week 4 en week 6. Na een aanpassing
in de opzet van het onderzoek kregen de overgebleven 16 patiënten die werden geïncludeerd in de
inductieperiode een open-labelbehandeling met adalimumab met de inductiedosering van 2,4 mg/kg
(maximaal 160 mg) in week 0 en week 1 en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2.
In week 8 werden 62 patiënten met een aangetoonde klinische respons volgens partiële Mayo-score
(Partial Mayo Score (PMS) gedefinieerd als een afname in PMS 2 punten en 30% ten opzichte van
de uitgangssituatie) gerandomiseerd naar gelijke groepen om een dubbelblinde
onderhoudsbehandeling met adalimumab te krijgen in een dosering van 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg)
eenmaal per week, of een onderhoudsbehandeling van 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per twee
weken. Voorafgaand aan een wijziging in de opzet van het onderzoek werden 12 extra patiënten met
een aangetoonde klinische respons volgens PMS gerandomiseerd naar placebo, maar deze werden niet
opgenomen in de bevestigende analyse van de werkzaamheid.
Opvlamming van ziekte werd gedefinieerd als een toename in PMS van ten minste 3 punten (voor
patiënten met een PMS van 0 tot 2 in week 8), ten minste 2 punten (voor patiënten met een PMS van 3
tot 4 in week 8) of ten minste 1 punt (voor patiënten met een PMS van 5 tot 6 in week 8).
Werkzaamheidsresultaten
De co-primaire eindpunten van het onderzoek waren klinische remissie volgens PMS (gedefinieerd als
PMS 2 en afwezigheid van individuele subscore > 1) in week 8, en klinische remissie volgens FMS
(Full Mayo Score, volledige Mayo-score) (gedefinieerd als een Mayo-score 2 en afwezigheid van
individuele subscore > 1) in week 52 bij patiënten met een klinische respons volgens PMS in week 8.
Klinische remissiepercentages volgens PMS in week 8 voor patiënten in elk van de adalimumab
dubbelblinde inductiegroepen worden weergegeven in tabel 31.
Tabel 31: Klinische remissie volgens PMS na 8 weken
Adalimumaba
Adalimumabb, c
Maximaal 160 mg in
Maximaal 160 mg in week 0 en
week 0 / placebo in week 1
week 1
N = 30
N = 47
Klinische remissie
13/30 (43,3%)
28/47 (59,6%)
a Adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0, placebo in
week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2
b Adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0 en
week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2
c Exclusief open-label inductiedosering van adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal
160 mg) in week 0 en week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2
Opmerking 1: beide inductiegroepen kregen 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) in week 4 en
week 6
Opmerking 2: patiënten met ontbrekende waarden in week 8 werden geacht het
eindpunt niet te hebben bereikt
In week 52 werden de klinische remissie bij responders in week 8 volgens FMS, klinische respons
volgens FMS (gedefinieerd als een afname in Mayo-score 3 punten en 30% ten opzichte van
uitgangssituatie) bij responders in week 8, mucosale genezing (gedefinieerd als Mayo-
endoscopiesubscore 1) bij responders in week 8, klinische remissie volgens FMS bij patiënten in
remissie in week 8, en het aandeel van proefpersonen met een corticosteroïde-vrije remissie volgens
FMS bij responders in week 8, beoordeeld bij patiënten die adalimumab kregen in het dubbelblinde
maximum van 40 mg eenmaal per twee weken (0,6 mg/kg) en maximaal 40 mg eenmaal per
week (0,6 mg/kg) als onderhoudsdosering (tabel 32).
Tabel 32: Werkzaamheidsresultaten na 52 weken
Adalimumab a
Adalimumab b
Maximaal 40 mg
eenmaal Maximaal 40 mg
eenmaal
per twee weken
per week
N = 31
N = 31
Klinische remissie bij
PMS-responders in
9/31 (29,0%)
14/31 (45,2%)
week 8
Klinische respons bij
PMS-responders in
19/31 (61,3%)
21/31 (67,7%)
week 8
Adalimumab b
Maximaal 40 mg
eenmaal Maximaal 40 mg
eenmaal
per twee weken
per week
N = 31
N = 31
Mucosale genezing bij
PMS-responders in
12/31 (38,7%)
16/31 (51,6%)
week 8
Klinische remissie bij
patiënten met een PMS-
9/21 (42,9%)
10/22 (45,5%)
remissie in week 8
Corticosteroïde-vrije
remissie bij PMS-
4/13 (30,8%)
5/16 (31,3%)
responders in week 8c
a Adalimumab 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken
b Adalimumab 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per week
c Bij patiënten die bij uitgangssituatie gelijktijdig corticosteroïden gebruikten
Opmerking: patiënten met ontbrekende waarden in week 52 of die werden
gerandomiseerd om een herinductie- of onderhoudsbehandeling te krijgen werden
beschouwd als non-responders voor de eindpunten van week 52
Extra verkennende werkzaamheidseindpunten zijn onder andere klinische respons volgens de
Paediatric Ulcerative Colitis Activity Index (PUCAI) (gedefinieerd als een afname in PUCAI 20
punten ten opzichte van uitgangssituatie) en klinische remissie volgens PUCAI (gedefinieerd als
PUCAI < 10) in week 8 en week 52 (tabel 33).
Tabel 33: Resultaten verkennende eindpunten volgens PUCAI
Week 8
Adalimumab a
Adalimumab b,c
Maximaal 160 mg in week 0 /
Maximaal 160 mg in week 0 en
placebo in week 1
week 1
N = 30
N = 47
Klinische remissie volgens
10/30 (33,3%)
22/47 (46,8%)
PUCAI
Klinische respons volgens
15/30 (50,0%)
32/47 (68,1%)
PUCAI
Adalimumab d
Adalimumab e
Maximaal 40 mg eenmaal per Maximaal 40 mg eenmaal per week
twee weken
N = 31
N = 31
Klinische remissie volgens
14/31 (45,2%)
18/31 (58,1%)
PUCAI bij PMS-responders
in week 8
Klinische respons volgens
18/31 (58,1%)
16/31 (51,6%)
PUCAI bij PMS-responders
in week 8
a Adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0, placebo in week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal
80 mg) in week 2
b Adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0 en week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in
week 2
c Exclusief open-label inductiedosering van adalimumab 2,4 mg/kg (maximaal 160 mg) in week 0 en
week 1, en 1,2 mg/kg (maximaal 80 mg) in week 2
d Adalimumab 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken
e Adalimumab 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per week
Opmerking 1: beide inductiegroepen kregen 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) in week 4 en week 6
Opmerking 2: patiënten met ontbrekende waarden in week 8 werden geacht de eindpunten niet te
hebben bereikt
Opmerking 3: patiënten met ontbrekende waarden in week 52 of die werden gerandomiseerd om een
herinductie- of onderhoudsbehandeling te krijgen werden beschouwd als non-responders voor de
eindpunten van week 52
Van de met adalimumab behandelde patiënten die herinductiebehandeling kregen tijdens de
onderhoudsperiode, bereikten 2/6 (33%) een klinische respons volgens FMS in week 52.
Kwaliteit van leven
Klinisch belangrijke verbeteringen ten opzichte van de uitgangssituatie zijn waargenomen in de
IMPACT III- en WPAI-scores (Work Productivity and Activity Impairment voor verzorgers) bij de
groepen die behandeld zijn met adalimumab.
Klinisch belangrijke toenames (verbetering) ten opzichte van de uitgangssituatie in
lengtegroeisnelheid zijn waargenomen in de groepen die werden behandeld met adalimumab, en
klinisch belangrijke toenames (verbetering) ten opzichte van de uitgangssituatie in BMI (Body Mass
Index) zijn waargenomen bij proefpersonen die de hoge onderhoudsdosering kregen van maximaal
40 mg (0,6 mg/kg) eenmaal per week.
Juveniele uveïtis
De veiligheid en werkzaamheid van adalimumab werden beoordeeld in een gerandomiseerd,
dubbelblind, gecontroleerd onderzoek bij 90 pediatrische patiënten in de leeftijd van 2 tot 18 jaar met
actieve JIA- geassocieerde niet-infectieuze uveïtis anterior die ongevoelig waren voor ten
minste 12 weken behandeling met methotrexaat. Patiënten kregen ofwel placebo of 20 mg
adalimumab (indien < 30 kg) of 40 mg adalimumab (indien 30 kg) eenmaal per twee weken in
combinatie met hun baselinedosis methotrexaat.
Het primaire eindpunt was `tijd tot falen van de behandeling'. De criteria voor falen van de
behandeling waren verergering of aanhoudend uitblijven van verbetering van de oogontsteking,
gedeeltelijke verbetering met optreden van aanhoudende oculaire comorbiditeiten of verergering van
oculaire comorbiditeiten, niet-toegestaan gebruik van gelijktijdige medicatie en langdurige
opschorting van de behandeling.
Adalimumab vertraagde de tijd tot falen van de behandeling significant in vergelijking met placebo
(zie figuur 3, P < 0,0001 op basis van log-rank test). De mediane tijd tot falen van de behandeling
was 24,1 weken voor met placebo behandelde proefpersonen, terwijl de mediane tijd tot falen van de
behandeling voor met adalimumab behandelde proefpersonen niet kon worden bepaald omdat de
behandeling bij minder dan de helft van deze proefpersonen faalde. Adalimumab toonde een
significante vermindering van het risico op falen van de behandeling van 75% ten opzichte van
placebo, zoals blijkt uit de hazard ratio (HR = 0,25 [95% CI: 0,12, 0,49]).
Figuur 3: Kaplan-Meier-curves tonen een samenvatting van de tijd tot falen van de behandeling
in de studie naar pediatrische uveïtis
G
I
N
L
E
D
N
A
H
E
B
VAN
FALEN
VAN
I
D
E
H
I
J
K
L
I
J
N
H
S
C
R
A
A
W
TIJD (WEKEN)
Behandeling
Placebo
Adalimumab
NB: P = Placebo (aantal met risico);
A = Adalimumab (aantal met risico).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie en distributie
Na subcutane toediening van een enkele dosis van 40 mg verliep de resorptie en distributie van
adalimumab langzaam, en werden piekconcentraties in serum ongeveer 5 dagen na toediening bereikt.
De gemiddelde geschatte absolute biologische beschikbaarheid van adalimumab na een enkele
subcutane dosis van 40 mg in deze drie onderzoeken bedroeg 64%. Na een enkele intraveneuze dosis
van 0,25 tot 10 mg/kg waren de concentraties dosisafhankelijk. Na doseringen van 0,5 mg/kg
(~40 mg), varieerde de klaring van 11 tot 15 ml/uur, het verdelingsvolume (Vss) varieerde
van 5 tot 6 liter en de gemiddelde terminale halfwaardetijd bedroeg circa twee weken. De
Na subcutane toediening van 40 mg adalimumab eenmaal per twee weken bij volwassen patiënten met
reumatoïde artritis (RA) waren de gemiddelde steady-state dalconcentraties respectievelijk
circa 5 g/ml (zonder gelijktijdig methotrexaat) en 8 tot 9 g/ml (met gelijktijdig methotrexaat). De
dalwaarden voor adalimumab in serum in een steady-state-toestand namen na subcutane toediening
van 20, 40 en 80 mg eenmaal per twee weken en eenmaal per week bij benadering evenredig met de
dosering toe.
Na subcutane toediening van 24 mg/m2 (maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken aan patiënten met
polyarticulaire juveniele idiopathische artritis (JIA) in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar was de
gemiddelde steady-state (waarden gemeten van week 20 tot week 48) dalconcentratie van adalimumab
in serum 5,6 ± 5,6 g/ml (102% CV) voor adalimumab zonder gelijktijdig gebruik van methotrexaat
en 10,9 ± 5,2 g/ml (47,7% CV) voor gebruik in combinatie met methotrexaat.
Bij patiënten met polyarticulaire JIA in de leeftijd van 2 tot 4 jaar of 4 jaar en ouder met een
lichaamsgewicht van minder dan 15 kg die 24 mg/m2 adalimumab kregen, waren de gemiddelde
steady-state dalconcentraties van adalimumab 6,0 ± 6,1 g/ml (101% CV) bij adalimumab zonder
gelijktijdig gebruik van methotrexaat en 7,9 ± 5,6 µg/ml (71,2% CV) bij gebruik in combinatie met
methotrexaat.
Na subcutane toediening van 24 mg/m2 (maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken aan patiënten met
enthesitis-gerelateerde artritis in de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar waren de gemiddelde steady- state
dalconcentraties (waarden gemeten op week 24) van adalimumab in serum 8,8 ± 6,6 g/ml bij
adalimumab zonder gelijktijdig gebruik van methotrexaat en 11,8 ± 4,3 µg/ml voor gebruik in
combinatie met methotrexaat.
Bij volwassen patiënten met psoriasis was de gemiddelde steady-state dalconcentratie 5 g/ml
gedurende behandeling met monotherapie adalimumab 40 mg eenmaal per twee weken.
Na subcutane toediening van 0,8 mg/kg (maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken aan pediatrische
patiënten met chronische plaque psoriasis was de gemiddelde ± SD steady-state dalconcentratie
adalimumab ongeveer 7,4 ± 5,8 µg/ml (79% CV).
Na subcutane toediening van 40 mg adalimumab eenmaal per twee weken aan volwassen patiënten
met axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van AS was de gemiddelde (±SD) steady-
state dalconcentratie in week 68, 8,0 ± 4,6 µg/ml.
Bij volwassen patiënten met hidradenitis suppurativa werden bij een dosis van 160 mg adalimumab in
week 0, gevolgd door 80 mg in week 2 dalconcentraties adalimumab in serum bereikt van
ongeveer 7 tot 8 g/ml in week 2 en week 4. De gemiddelde steady-state dalconcentraties van
week 12 tot en met week 36 bedroegen ongeveer 8 tot 10 g/ml bij een wekelijkse behandeling
met 40 mg adalimumab.
De blootstelling aan adalimumab bij adolescente HS-patiënten werd voorspeld door gebruik te maken
van farmacokinetische populatiemodellen en simulatie die was gebaseerd op farmacokinetiek voor
andere indicaties bij juveniele patiënten (juveniele psoriasis, juveniele idiopathische artritis, juveniele
ziekte van Crohn en enthesitis-gerelateerde artritis). Het aanbevolen doseringsschema voor HS bij
adolescenten is 40 mg eenmaal per twee weken. Omdat de lichaamsgrootte invloed kan hebben op de
blootstelling aan adalimumab, kunnen adolescenten met een hoger lichaamsgewicht en onvoldoende
respons baat hebben bij de aanbevolen dosering voor volwassenen van eenmaal per week 40 mg.
Bij patiënten met de ziekte van Crohn worden bij de oplaaddosis van 80 mg adalimumab in
week 0 gevolgd door 40 mg adalimumab in week 2 dalconcentraties van adalimumab in serum bereikt
van ongeveer 5,5 g/ml gedurende de inductieperiode. Bij een oplaaddosis van 160 mg adalimumab in
week 0 gevolgd door 80 mg adalimumab in week 2 worden dalconcentraties van adalimumab in serum
Bij pediatrische patiënten met matige tot ernstige ziekte van Crohn was de open-label adalimumab
inductiedosering respectievelijk 160/80 mg of 80/40 mg in week 0 en week 2, afhankelijk van of het
lichaamsgewicht meer of minder dan 40 kg was. In week 4 werden patiënten op basis van hun
lichaamsgewicht 1:1 gerandomiseerd naar ofwel de standaarddosering (40/20 mg eenmaal per twee
weken) ofwel de lage dosering (20/10 mg eenmaal per twee weken) onderhoudsbehandelingsgroep. De
gemiddelde (±SD) serum adalimumab dalconcentraties bereikt in week 4 waren 15,7±6,6 µg/ml voor
patiënten < 40 kg (160/80 mg) en 10,6 ± 6,1 µg/ml voor patiënten < 40 kg (80/40 mg).
Bij patiënten die hun gerandomiseerde behandeling voortzetten, was de gemiddelde (± SD)
adalimumab dalconcentratie in week 52 voor de groep met standaarddosering 9,5 ± 5,6 µg/ml en voor
de groep met lage dosering 3,5±2,2 µg/ml. De gemiddelde dalconcentraties werden
gedurende 52 weken gehandhaafd bij patiënten die voortgezette behandeling met adalimumab eenmaal
per twee weken kregen. Bij patiënten voor wie de dosering werd verhoogd van eenmaal per twee
weken naar een wekelijkse dosering waren de gemiddelde (±SD) serumconcentraties van adalimumab
in week 52 15,3 ± 11,4 g/ml (40/20 mg, wekelijks) en 6,7 ± 3,5 g/ml (20/10 mg, wekelijks).
Bij patiënten met colitis ulcerosa worden bij de oplaaddosis van 160 mg adalimumab in
week 0 gevolgd door 80 mg adalimumab in week 2 dalconcentraties van adalimumab in serum bereikt
van ongeveer 12 µg/ml gedurende de inductieperiode. Gemiddelde steady-state dalconcentraties van
ongeveer 8 µg/ml werden waargenomen bij patiënten met colitis ulcerosa die eenmaal per twee weken
een onderhoudsdosering van 40 mg adalimumab kregen.
Na de subcutane toediening van een op lichaamsgewicht gebaseerde dosering van 0,6 mg/kg
(maximaal 40 mg) eenmaal per twee weken aan pediatrische patiënten met colitis ulcerosa was de
gemiddelde steady-state dalconcentratie van adalimumab in serum 5,01±3,28 µg/ml in week 52. Bij
patiënten die eenmaal per week 0,6 mg/kg (maximaal 40 mg) kregen, was de gemiddelde (±SD)
steady-state dalconcentratie van adalimumab in serum 15,7±5,60 g/ml in week 52.
Bij volwassen patiënten met uveïtis resulteerde een oplaaddosis van 80 mg adalimumab in week 0,
gevolgd door 40 mg adalimumab eenmaal per twee weken vanaf week 1, in een gemiddelde steady-
state concentratie van ongeveer 8 tot 10 g/ml.
De blootstelling aan adalimumab bij juveniele uveïtis patiënten werd voorspeld door gebruik te maken
van farmacokinetische populatiemodellen en simulatie die was gebaseerd op farmacokinetiek voor
andere indicaties bij juveniele patiënten (juveniele psoriasis, juveniele idiopathische artritis, juveniele
ziekte van Crohn en enthesitis-gerelateerde artritis). Er zijn geen klinische blootstellingsgegevens
beschikbaar betreffende het gebruik van de oplaaddosis bij kinderen jonger dan 6 jaar. De voorspelde
blootstellingen duiden erop dat in de afwezigheid van methotrexaat een oplaaddosis kan leiden tot een
initiële toename in de systemische blootstelling.
Populatie-farmacokinetische en farmacokinetische/farmacodynamische modellering en simulatie
voorspelden een vergelijkbare blootstelling aan en effectiviteit van adalimumab bij patiënten die
behandeld werden met 80 mg eenmaal per twee weken in vergelijking met 40 mg eenmaal per week
(inclusief volwassen patiënten met RA, HS, UC, CD of PsO, adolescente patiënten met HS en
pediatrische patiënten 40 kg met CD).
Relatie tussen blootstelling en respons bij pediatrische patiënten
Op basis van gegevens uit klinisch onderzoek bij patiënten met JIA (pJIA en ERA) is een relatie
tussen blootstelling en respons vastgesteld tussen plasmaconcentraties en ACR Pedi 50-respons. De
schijnbare plasmaconcentratie van adalimumab die de helft van de maximale waarschijnlijkheid van
een ACR Pedi 50-respons (EC50) geeft, was 3 g/ml (95% CI: 16 g/ml).
Eliminatie
Populatie-farmacokinetische analyses met gegevens van meer dan 1.300 RA patiënten gaven een trend
te zien in de richting van verhoogde schijnbare klaring van adalimumab bij toenemend
lichaamsgewicht. Na correctie voor gewichtsverschillen, leken geslacht en leeftijd een minimaal effect
te hebben op de adalimumab-klaring. Er zijn lagere serumconcentraties vrij adalimumab (niet
gebonden aan anti-adalimumab antilichamen, AAA) waargenomen bij patiënten met meetbare AAA's.
Lever- of nierinsufficiëntie
Adalimumab is niet onderzocht bij patiënten met lever- of nierinsufficiëntie.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens tonen geen speciale risico's aan voor mensen, uitgaande van onderzoek van de
toxiciteit bij enkele dosering, de toxiciteit bij herhaalde dosering en de genotoxiciteit.
Er is een onderzoek uitgevoerd naar de toxiciteit voor de embryofoetale ontwikkeling/perinatale
ontwikkeling bij Cynomologus-apen met 0, 30 en 100 mg/kg (9-17 apen/groep), waarbij geen
aanwijzing werd gevonden voor schade aan de foetussen als gevolg van adalimumab. Er werden noch
carcinogeniciteitsonderzoeken, noch een standaardbeoordeling van de vruchtbaarheid en de postnatale
toxiciteit uitgevoerd met adalimumab, omwille van het ontbreken van gepaste modellen voor een
antilichaam met beperkte kruisreactiviteit met knaagdier-TNF en vanwege de vorming van
neutraliserende antilichamen bij knaagdieren.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Adipinezuur
Citroenzuurmonohydraat
Natriumchloride
Mannitol (E 421)
Polysorbaat 80 (E 433)
Zoutzuur (voor pH-aanpassing) (E 507)
Natriumhydroxide (voor pH-aanpassing) (E 524)
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
Houdbaarheid
30 maanden
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C). Niet in de vriezer bewaren. De voorgevulde spuit of voorgevulde
pen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Een enkele Hefiya voorgevulde spuit of voorgevulde pen mag bewaard worden bij een temperatuur tot
maximaal 25°C gedurende maximaal 21 dagen. De voorgevulde spuit of voorgevulde pen moet
worden beschermd tegen licht en worden afgevoerd als deze niet binnen de periode van 21 dagen
wordt gebruikt.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik
Hefiya wordt geleverd in een heldere glazen spuit type I voor eenmalig gebruik met rubberen stop en
een naald van roestvrij staal met automatische naaldhuls met vingersteun, rubberen naalddop en plastic
zuiger, en bevat 0,4 ml oplossing.
Verpakking van 2 voorgevulde spuiten in een blisterverpakking
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik
Hefiya wordt geleverd in een heldere glazen spuit type I voor eenmalig gebruik met rubberen stop en
een naald van roestvrij staal met automatische naaldhuls met vingersteun, rubberen naalddop en plastic
zuiger, en bevat 0,8 ml oplossing.
Verpakkingen van 1 en 2 voorgevulde spuiten in een blisterverpakking
Multiverpakking met 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten in een blisterverpakking
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde SensoReady-pen voor eenmalig gebruik
Hefiya wordt geleverd in een voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik, gevat in een driehoekige pen
met transparant venster en etiket (SensoReady-pen). De spuit in de pen is gemaakt van type I-glas met
naald van roestvrij staal, een binnenste rubberen beschermdop en een rubberen zuigerstop, en
bevat 0,8 ml oplossing.
Verpakkingen van 1 en 2 voorgevulde pennen
Multiverpakking van 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde pennen
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
Volledige instructies vindt u in rubriek 7 van de bijsluiter, "Instructies voor gebruik".
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6250 Kundl
Oostenrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit met naaldhuls
EU/1/18/1287/007
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
EU/1/18/1287/004
EU/1/18/1287/005
EU/1/18/1287/006
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 26 juli 2018
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het
Europees Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Catalent Biologics
1300 S. Patterson Drive
Bloomington
Indiana
47403
VERENIGDE STATEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6336 Langkampfen
OOSTENRIJK
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6336 Langkampfen
OOSTENRIJK
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
- Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
-
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
- op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
- steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
-
Extra risicobeperkende maatregelen
De veiligheidsinformatiekaarten voor patiënten bevatten de volgende hoofdonderdelen:
- dat behandeling met Hefiya kan zorgen voor een toename van het mogelijke risico op
o infecties, inclusief tuberculose
o kanker
o problemen met het zenuwstelsel
o vaccinaties
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
BUITENVERPAKKING VAN VERPAKKINGSEENHEID
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuiten
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde spuit van 0,4 ml bevat 20 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
2 voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuiten in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/007 2 voorgevulde spuiten
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 20 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
TEKST OP DE BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 20 mg injectie
adalimumab
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
SANDOZ a Novartis Division
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
SC
20 mg / 0,4 ml
INJECTIESPUIT ETIKET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Hefiya 20 mg injectievloeistof
adalimumab
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
BUITENVERPAKKING VAN VERPAKKINGSEENHEID
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde spuit van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit
2 voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuit in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
De voorgevulde spuiten in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/001 1 voorgevulde spuit
EU/1/18/1287/002 2 voorgevulde spuiten
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BUITENVERPAKKING VAN MULTIVERPAKKING (INCLUSIEF BLAUWE DOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde spuit van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/003 6 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 2)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BINNENVERPAKKING VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLAUWE DOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde spuit van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
2 voorgevulde spuiten
Onderdelen van multiverpakkingen kunnen niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuiten in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/003 6 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 2)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
TEKST OP DE BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg / 0,8 ml injectie
adalimumab
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
SANDOZ a Novartis Division
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
SC
INJECTIESPUIT ETIKET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Hefiya 40 mg injectievloeistof
adalimumab
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
BUITENVERPAKKING VAN VERPAKKINGSEENHEID
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde pen van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde pen (SensoReady)
2 voorgevulde pennen (SensoReady)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
De voorgevulde pennen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/004 1 voorgevulde pen
EU/1/18/1287/005 2 voorgevulde pennen
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BUITENVERPAKKING VAN MULTIVERPAKKING (INCLUSIEF BLAUWE DOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde pen van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde pennen (SensoReady)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/006 6 voorgevulde pennen (3 verpakkingen van 2)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BINNENVERPAKKING VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLAUWE DOOS)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
adalimumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF
Eén voorgevulde pen van 0,8 ml bevat 40 mg adalimumab.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride, mannitol, polysorbaat 80,
zoutzuur, natriumhydroxide, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
2 voorgevulde pennen (SensoReady)
Onderdeel van een multiverpakking, kan niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING, INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
De voorgevulde pennen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
A-6250 Kundl
Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/18/1287/006 6 voorgevulde pennen (3 verpakkingen van 2)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Hefiya 40 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIE KENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
ETIKET VAN DE PEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Hefiya 40 mg / 0,8 ml injectie
adalimumab
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
adalimumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat uw kind dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat
belangrijke informatie in.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Uw arts zal u ook een Hefiya patiëntenkaart geven, deze bevat belangrijke veiligheidsinformatie
waar u zich bewust van moet zijn voordat uw kind Hefiya gaat gebruiken en tijdens de therapie
met Hefiya. Houd deze patiëntenkaart bij u of uw kind tijdens de therapie en tot 4 maanden
nadat uw kind de laatste Hefiya-injectie heeft gehad.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan uw kind voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als uw kind.
- Krijgt uw kind last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een
bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag uw kind dit middel niet gebruiken of moet uw kind er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
7.
Instructies voor gebruik
1.
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Hefiya bevat de werkzame stof adalimumab, een geneesmiddel dat inwerkt op het immuunsysteem
(afweersysteem) van uw lichaam.
Hefiya is bedoeld voor het behandelen van de onderstaand genoemde ontstekingsziekten:
·
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
- Enthesitis-gerelateerde artritis
- Juveniele plaque psoriasis
- Juveniele ziekte van Crohn
- Juveniele niet-infectieuze uveïtis
De werkzame stof in Hefiya, adalimumab, is een humaan monoklonaal antilichaam. Monoklonale
antilichamen zijn eiwitten die zich binden aan een specifiek doeleiwit.
Het doeleiwit van adalimumab is een eiwit genaamd tumor necrose factor (TNF-), dat een rol speelt
bij het immuunsysteem (afweersysteem) en dat in verhoogde mate aanwezig is bij de bovenstaand
genoemde ontstekingsziekten. Door te binden aan TNF-, blokkeert Hefiya de werking ervan en zorgt
voor een afname van het ontstekingsproces in genoemde ziekten.
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis zijn ontstekingsziekten
van de gewrichten die zich meestal openbaren in de kinderjaren.
Juveniele plaque psoriasis
Plaque psoriasis is een ontstekingsziekte van de huid die rode, schilferige, korstige plekken op de huid
veroorzaakt, die bedekt zijn met zilverachtige schubben. Plaque psoriasis kan ook een effect hebben
op de nagels, waardoor deze afbrokkelen, dik worden en van het nagelbed loskomen, wat pijnlijk kan
zijn. Psoriasis wordt verondersteld te worden veroorzaakt door een probleem met het immuunsysteem
wat leidt tot een verhoogde productie van huidcellen.
Hefiya wordt gebruikt om ernstige plaque psoriasis te behandelen bij kinderen en jongeren in de
leeftijd van 4 tot en met 17 jaar bij wie geneesmiddelen aangebracht op de huid en behandeling met
ultraviolet licht niet goed werkten of die hier niet voor in aanmerking kwamen.
Juveniele ziekte van Crohn
De ziekte van Crohn is een ontstekingsziekte van de darmen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van matige tot ernstige ziekte van Crohn bij kinderen en
jongeren van 6 tot en met 17 jaar.
Uw kind krijgt mogelijk eerst andere geneesmiddelen. Als die geneesmiddelen niet voldoende werken,
krijgt uw kind Hefiya om de klachten en symptomen van zijn/haar ziekte te verminderen.
Juveniele niet-infectieuze uveïtis
Niet-infectieuze uveïtis is een ontstekingsziekte die effect heeft op bepaalde delen van het oog. Deze
ontsteking leidt tot een afname van het gezichtsvermogen en/of de aanwezigheid van vlekjes in het
oog (zwarte puntjes of slierten die bewegen in het gezichtsveld, ook wel `mouches volantes'
genoemd). Hefiya werkt om deze ontsteking te verminderen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van
·
Kinderen vanaf 2 jaar met chronische niet-infectieuze uveïtis die een ontsteking hebben die de
voorkant van het oog treft.
Uw kind krijgt mogelijk eerst andere geneesmiddelen. Als die geneesmiddelen niet voldoende werken,
krijgt uw kind Hefiya om de klachten en symptomen van zijn/haar ziekte te verminderen.
2.
Wanneer mag uw kind dit middel niet gebruiken of moet uw kind er extra voorzichtig mee
zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- Uw kind is allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
- Uw kind heeft een ernstige infectie, zoals actieve tuberculose, sepsis (bloedvergiftiging) of
andere opportunistische infectie (niet-gebruikelijke infectie door een verzwakt
immuunsysteem). Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte brengt als uw kind symptomen
- Uw kind lijdt aan matig tot ernstig hartfalen. Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte brengt
als uw kind een ernstige hartaandoening heeft of heeft gehad (zie ook 'Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?').
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker, voordat u dit middel gebruikt.
Allergische reactie
- Als uw kind allergische reacties met symptomen als benauwdheid, piepende ademhaling,
duizeligheid, zwelling of uitslag krijgt, injecteer dan geen Hefiya meer, maar neem direct
contact op met uw arts aangezien, in zeldzame gevallen, deze reacties levensbedreigend kunnen
zijn.
Infectie
- Als uw kind een infectie heeft, zoals een langdurige of lokale infectie (bijvoorbeeld een open
been), neem dan altijd contact op met uw arts voor uw kind start met het gebruik van Hefiya.
Neem bij twijfel contact op met uw arts.
- Door het gebruik van Hefiya kan uw kind makkelijker infecties oplopen. Dit risico kan groter
zijn wanneer de longfunctie van uw kind verminderd is. Deze infecties kunnen ernstig zijn.
Voorbeelden van dergelijke infecties zijn tuberculose, infecties veroorzaakt door virussen,
schimmels, parasieten, bacteriën of andere infectieuze organismen, en sepsis
(bloedvergiftiging).
- In zeldzame gevallen kunnen deze infecties leiden tot de dood. Het is daarom belangrijk om uw
arts symptomen als koorts, wondjes, moeheid en gebitsproblemen door te geven. Mogelijk zal
uw arts tijdelijke stopzetting van de behandeling met Hefiya aanbevelen.
Tuberculose
- Aangezien er gevallen van tuberculose zijn gemeld bij behandeling met adalimumab, zal uw arts
uw kind onderzoeken op symptomen van tuberculose voordat u wordt behandeld met Hefiya.
Dit zal een grondige medische evaluatie omvatten, waarbij de medische geschiedenis van uw
kind zal worden doorgenomen en gepaste screening tests zullen worden uitgevoerd
(bijvoorbeeld een röntgenfoto van de thorax (borst) zal worden gemaakt en een tuberculinetest
zal worden uitgevoerd). De wijze waarop deze tests zijn uitgevoerd en resultaten moeten op de
Hefiya patiëntenkaart van uw kind worden aangegeven. Het is heel belangrijk dat u uw arts
vertelt of uw kind ooit tuberculose heeft gehad, of wanneer hij/zij in nauw contact is gekomen
met iemand die tuberculose had. Het kan zijn dat tuberculose zich ontwikkelt tijdens de
behandeling met Hefiya, zelfs wanneer uw kind preventief is behandeld tegen tuberculose.
Wanneer uw kind tijdens of na deze therapie symptomen ontwikkelt van tuberculose (hoesten
dat maar niet overgaat, gewichtsverlies, lusteloosheid, lichte koorts), of een andere infectie zich
openbaart, waarschuw dan meteen uw arts.
Reis-/terugkerende infectie
- Informeer uw arts als uw kind in gebieden heeft gewoond of gereisd waar schimmelinfecties
zoals histoplasmose, coccidioïdomycose of blastomycose vaak voorkomen.
Informeer uw arts als uw kind infecties heeft gehad die steeds terugkomen, of andere
aandoeningen die het risico op infecties zouden kunnen verhogen.
Hepatitis-B-virus
- Informeer uw arts als uw kind drager is van het hepatitis B-virus (HBV), als hij/zij een actieve
HBV-infectie heeft of als u denkt dat hij/zij risico loopt op HBV. Uw arts dient uw kind op
HBV te testen. Adalimumab kan reactivering van de HBV-infectie veroorzaken bij mensen die
drager zijn van dit virus. In sommige zeldzame gevallen, vooral als uw kind andere
geneesmiddelen gebruikt die het immuunsysteem onderdrukken, kan reactivering van de
HBV-infectie levensbedreigend zijn.
Chirurgische of tandheelkundige verrichtingen
- Als uw kind chirurgische of tandheelkundige ingrepen moet ondergaan, geef dan bij uw arts aan
dat uw kind Hefiya gebruikt. Mogelijk zal uw arts tijdelijke stopzetting van de behandeling met
Hefiya aanbevelen.
Demyeliniserende aandoening
- Als uw kind een demyeliniserende aandoening (een aandoening die de isolerende laag rond de
zenuwen aantast, zoals multipele sclerose) heeft of ontwikkelt, zal uw arts beslissen of hij/zij
Hefiya kan gebruiken of kan blijven gebruiken. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als
hij/zij symptomen krijgt zoals veranderingen in gezichtsvermogen, zwakte in armen of benen of
gevoelloosheid of tinteling in een deel van het lichaam.
Vaccin
- Bepaalde vaccins bevatten levende maar verzwakte vormen van ziekteverwekkende bacteriën of
virussen, en deze mogen niet gegeven worden tijdens de Hefiya-therapie omdat ze een infectie
kunnen veroorzaken. Vraag uw arts om advies, voordat uw kind een vaccinatie krijgt. Het wordt
aanbevolen dat kinderen indien mogelijk alle vaccinaties krijgen die ze volgens de geldende
richtlijnen met betrekking tot vaccinaties zouden moeten krijgen, voordat gestart wordt met de
Hefiya-behandeling.
- Wanneer uw kind met Hefiya werd behandeld tijdens haar zwangerschap, kan haar kind tot
ongeveer vijf maanden na de laatste dosis die zij tijdens haar zwangerschap toegediend heeft
gekregen een verhoogd risico hebben om een dergelijke infectie te krijgen. Het is belangrijk dat
u de artsen van haar kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt wanneer uw kind
tijdens haar zwangerschap Hefiya heeft gebruikt, zodat zij kunnen beslissen wanneer haar kind
een vaccin zou moeten krijgen.
Hartfalen
- Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte stelt als uw kind een ernstige hartaandoening heeft
of heeft gehad. Als uw kind lijdt aan licht hartfalen en wordt behandeld met Hefiya dan moet
het verloop van het hartfalen goed gecontroleerd worden door uw arts. Als er nieuwe
symptomen van hartfalen ontstaan of als bestaande symptomen verergeren (zoals
kortademigheid of gezwollen voeten) moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
Koorts, blauwe plekken, bloeding of bleek zien
- Bij sommige patiënten kan het gebeuren dat het lichaam onvoldoende bloedcellen aanmaakt die
het lichaam helpen om infecties te bestrijden of helpen om een bloeding snel tot staan te
brengen. Als u merkt dat uw kind koorts heeft die niet overgaat, of snel blauwe plekken krijgt of
zeer gemakkelijk bloedt en erg bleek ziet, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Uw
arts kan besluiten de therapie te stoppen.
- Er is een aantal zeldzame gevallen geweest van bepaalde soorten kanker bij kinderen en
volwassenen die adalimumab of andere TNF--blokkers gebruikten. Mensen met een ernstige
vorm van reumatoïde artritis die de ziekte al langere tijd hebben zouden een hoger dan
gemiddeld risico kunnen lopen om een lymfoom en leukemie (kankers van bloedcellen en
beenmerg) te krijgen. Als uw kind Hefiya gebruikt, kan het risico op het krijgen van een
lymfoom, leukemie of een andere vorm van kanker toenemen. In zeldzame gevallen is een
ernstig type lymfoom opgetreden bij patiënten die adalimumab gebruikten. Sommige van deze
patiënten werden ook behandeld met de geneesmiddelen azathioprine of 6-mercaptopurine.
Informeer uw arts wanneer uw kind azathioprine of 6-mercaptopurine met Hefiya gebruikt.
- Gevallen van niet-melanoom huidkanker kunnen voorkomen bij patiënten die adalimumab
gebruiken. Als nieuwe huidafwijkingen verschijnen tijdens of na de behandeling of als
bestaande plekken of beschadigde delen van de huid van uiterlijk veranderen, vertel dit dan aan
uw arts.
- Er zijn gevallen van kanker, anders dan lymfoom, geweest bij patiënten met een specifiek soort
longziekte, Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) die behandeld worden met een
andere TNF--blokker. Als uw kind lijdt aan COPD, of als uw kind veel rookt, dan moet u met
uw arts bespreken of behandeling met een TNF--blokker geschikt is.
Auto-immuunziekten
- In zeldzame gevallen kan Hefiya-behandeling leiden tot een lupus-achtig syndroom. Neem
contact op met uw arts als zich symptomen voordoen zoals aanhoudende onverklaarbare
huiduitslag, koorts, gewrichtspijn of vermoeidheid.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
- Geef geen Hefiya aan kinderen onder de 2 jaar met polyarticulaire juveniele idiopathische
artritis.
- Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 4 jaar met juveniele plaque psoriasis of juveniele
ulceratieve colitis.
- Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 6 jaar met juveniele ziekte van Crohn.
- Gebruik niet de voorgevulde spuit van 40 mg als andere doses dan 40 mg worden aanbevolen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt uw kind naast Hefiya nog andere geneesmiddelen of heeft hij/zij dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat hij/zij binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan
aan uw arts of apotheker.
Hefiya kan in combinatie met methotrexaat of bepaalde antireumatische middelen (zoals sulfasalazine,
hydroxychloroquine, leflunomide en injecteerbare goudpreparaten) gebruikt worden, of in combinatie
met corticosteroïden of pijnstillers, inclusief niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID's).
Uw kind mag Hefiya niet gebruiken samen met geneesmiddelen die de werkzame stoffen anakinra of
abatacept bevatten in verband met een verhoogd risico op ernstige infectie. De combinatie van
adalimumab en andere TNF-antagonisten en anakinra of abatacept wordt niet aanbevolen vanwege het
mogelijk verhoogde risico op infecties, waaronder ernstige infecties en andere mogelijke
farmacologische interacties. Neem bij vragen contact op met uw arts.
Zwangerschap en borstvoeding
Uw kind dient het gebruik van een goed voorbehoedsmiddel te overwegen om zwangerschap te
voorkomen en het gebruik ervan voort te zetten tot minimaal 5 maanden na de laatste Hefiya-
behandeling.
- Is uw kind zwanger, denkt zij zwanger te zijn of wil zij zwanger worden? Neem dan contact op
met haar arts voordat zij dit geneesmiddel gebruikt.
- Hefiya mag alleen tijdens de zwangerschap worden gebruikt als dat noodzakelijk is.
- Volgens een studie bij zwangere vrouwen was er geen hoger risico op geboorteafwijkingen bij
moeders die tijdens de zwangerschap adalimumab hadden gebruikt in vergelijking met moeders
met dezelfde ziekte die geen adalimumab hadden gebruikt.
- Hefiya kan tijdens borstvoeding worden gebruikt.
- Wanneer uw kind tijdens haar zwangerschap Hefiya gebruikt, kan het kind een verhoogd risico
hebben om een infectie te krijgen.
- Het is belangrijk dat u de artsen van haar kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt
van haar gebruik van Hefiya tijdens haar zwangerschap voordat de baby een vaccin krijgt
toegediend. Voor meer informatie over vaccinaties, zie de rubriek 'Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?'.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Hefiya kan een gering effect hebben op de rijvaardigheid van uw kind en zijn/haar vermogen om te
fietsen of machines te bedienen. Het gevoel dat de kamer draait (vertigo) en stoornissen met het
gezichtsvermogen kunnen optreden na gebruik van Hefiya.
Hefiya bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 0,4 ml, dat wil zeggen is
in wezen ´natriumvrij´.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hefiya is verkrijgbaar als 40 mg oplossing in een voorgevulde pen en als 20 mg en 40 mg oplossing in
een voorgevulde spuit waarmee patiënten zich een volledige dosis van 20 mg of 40 mg kunnen
toedienen.
Polyarticulaire juveniele idiopatische artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen, jongeren en
40 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
volwassenen vanaf 2 jaar die
weken
ten minste 30 kg wegen
Kinderen, en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
2 jaar die ten minste 10 kg,
weken
maar minder dan 30 kg wegen
Met enthesitis gerelateerde artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
40 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
volwassenen vanaf 6 jaar die
weken
ten minste 30 kg wegen
Kinderen en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
6 jaar die ten minste 15 kg,
weken
maar minder dan 30 kg wegen
Juveniele plaque psoriasis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 4
Startdosis van 40 mg, gevolgd
Niet van toepassing
tot 17 jaar die ten minste
door 40 mg één week later.
30 kg wegen
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Kinderen en jongeren vanaf 4
Startdosis van 20 mg, gevolgd
Niet van toepassing
tot 17 jaar die ten minste
door 20 mg één week later.
15 kg, maar minder dan 30 kg
wegen
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Juveniele ziekte van Crohn
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 6
Startdosis van 80 mg (als
Als deze dosis niet voldoende
tot 17 jaar die ten minste
twee injecties van 40 mg op
werkt, kan de arts van uw
40 kg wegen
één dag), gevolgd door 40 mg
kind de dosering verhogen
eenmaal per twee weken
naar 40 mg per week of
vanaf twee weken na de
80 mg eenmaal per twee
startdosis.
weken.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
160 mg (als vier injecties van
40 mg op één dag of twee
injecties van 40 mg per dag
op twee opeenvolgende
dagen), gevolgd door 80 mg
(als twee injecties van 40 mg
op één dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Kinderen en jongeren vanaf 6
Startdosis van 40 mg, gevolgd
Als deze dosis niet voldoende
tot 17 jaar die minder dan
door 20 mg eenmaal per twee
werkt, kan de arts van uw
40 kg wegen
weken vanaf twee weken na
kind de dosis verhogen naar
de startdosis.
20 mg elke week.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
80 mg (als twee injecties van
40 mg op één dag), gevolgd
door 40 mg twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Juveniele niet-infectieuze uveïtis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf
40 mg eenmaal per twee
Uw arts kan ook een
2 jaar die ten minste 30 kg
weken met methotrexaat
startdosis voorschrijven van
wegen
80 mg die één week voor
aanvang van de gebruikelijke
dosis wordt toegediend.
Kinderen en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
Uw arts kan ook een
2 jaar die minder dan 30 kg
weken met methotrexaat
startdosis voorschrijven van
wegen
40 mg die één week voor
aanvang van de gebruikelijke
dosis wordt toegediend.
Hoe en waar dient u Hefiya toe?
Hefiya wordt toegediend via een injectie onder de huid (door subcutane injectie).
Volledige instructies voor het injecteren van Hefiya vindt u in rubriek 7,
'Instructies voor gebruik'.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Wanneer u Hefiya per ongeluk vaker heeft geïnjecteerd dan zou moeten, neem dan meteen contact op
met uw arts of apotheker en vertel hem of haar dat uw kind te veel medicatie heeft gebruikt. Houd
altijd de buitenverpakking van het geneesmiddel bij de hand, ook al is deze leeg.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Wanneer u uw kind bent vergeten te injecteren, zult u de eerstvolgende injectie Hefiya moeten
toedienen zodra u het zich weer herinnert. De volgende injectie zult u moeten nemen op de dag dat uw
kind volgens het originele schema de volgende injectie had moeten krijgen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
De beslissing om te stoppen met het gebruik van Hefiya moet worden besproken met de arts van uw
kind. De symptomen kunnen na het stoppen van de behandeling terugkeren.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De meeste bijwerkingen zijn mild tot gematigd. Sommige bijwerkingen kunnen
echter ernstig zijn en behandeling vereisen. Bijwerkingen kunnen nog 4 maanden of langer na de
laatste Hefiya-injectie optreden.
Roep meteen medische hulp in als u een van de volgende tekenen van allergische reactie of hartfalen
bemerkt:
·
ernstige uitslag, netelroos of andere tekenen van een allergische reactie;
- opgezwollen gezicht, handen of voeten;
- ademhalingsproblemen en problemen bij het slikken;
- kortademigheid bij inspanning of na het gaan liggen, of het opzwellen van de voeten.
Informeer uw arts zo snel mogelijk wanneer u één van de volgende verschijnselen vertoont:
·
tekenen en symptomen van infectie zoals koorts, zich ziek voelen, wondjes, gebitsproblemen,
brandend gevoel bij urineren, verzwakt of moe voelen;
- symptomen van zenuwproblemen, zoals tintelingen;
- gevoelloosheid;
- dubbel zien;
- verzwakte armen of benen;
- tekenen van huidkanker, zoals een bult of open zweer die niet geneest;
- tekenen en symptomen die zouden kunnen wijzen op een afwijkend bloedbeeld zoals
aanhoudende koorts, blauwe plekken, bloedingen en bleekheid.
De volgende bijwerkingen zijn bij gebruik van adalimumab waargenomen:
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
·
reacties op de injectieplaats (waaronder pijn, zwelling, roodheid of jeuk);
- infecties van de ademhalingswegen (waaronder verkoudheid, loopneus, ontsteking van de
neusbijholten, longontsteking);
- hoofdpijn;
- buikpijn;
- misselijkheid en braken;
- huiduitslag;
- spierpijn.
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
·
ernstige infecties (waaronder bloedvergiftiging en influenza);
- darminfecties (waaronder gastro-enteritis);
- huidinfecties (waaronder cellulitis en gordelroos);
- oorontstekingen;
- mondinfecties (waaronder gebitsinfecties en koortslip);
- genitale infecties;
- urineweginfectie;
- schimmelinfecties;
- gewrichtsinfecties;
- goedaardige gezwellen;
- huidkanker;
- allergische reacties (waaronder hooikoorts);
- uitdroging;
- stemmingswisselingen (waaronder depressie);
- angst;
- moeite hebben met slapen;
- gevoelsstoornissen zoals tintelingen, prikkelingen of verdoofdheid;
migraine;
- symptomen van zenuwwortelcompressie (waaronder lage rugpijn en pijn in de benen);
- gezichtsstoornissen;
- oogontsteking;
- ontsteking van het ooglid en zwelling van het oog;
- draaiduizeligheid (vertigo);
- gevoel van snelle hartslag;
- hoge bloeddruk;
- blozen;
- bloeduitstorting (een ophoping van gestold bloed);
- hoesten;
- astma;
- kortademigheid;
- maagdarmbloeding;
- dyspepsie (spijsverteringsmoeilijkheden, opgeblazen gevoel, brandend maagzuur);
- oprispingen;
- siccasyndroom (waaronder droge ogen en droge mond);
- jeuk;
- jeukende huiduitslag;
- blauwe plekken;
- ontsteking van de huid (zoals eczeem);
- breken van vingernagels en teennagels;
- overmatig zweten;
- haaruitval;
- opnieuw voorkomen of verslechteren van psoriasis;
- spierspasmen;
- bloed in de urine;
- nierfunctiestoornissen;
- pijn op de borst;
- oedeem (ophoping van vocht in het lichaam waardoor het aangedane weefsel zwelt);
- koorts;
- vermindering van het aantal bloedplaatjes wat het risico op bloedingen of blauwe plekken
vergroot;
- vertraagd herstel.
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)
- niet-gebruikelijke infecties (waaronder tuberculose en andere infecties) die voorkomen wanneer
de weerstand tegen ziekte verlaagd is;
- infecties van het zenuwstelsel (waaronder virale meningitis);
- ooginfecties;
- bacteriële infecties;
- diverticulitis (ontsteking en infectie van de dikke darm);
- kanker, waaronder kanker van het lymfesysteem (lymfoom) en melanoom (type huidkanker);
- aandoeningen aan het afweersysteem die de longen, huid en lymfeklieren aan kunnen tasten
(meestal uit zich dit als een aandoening die sarcoïdose wordt genoemd);
- vasculitis (ontsteking van een bloedvat);
- trillen;
- neuropathie (zenuwaandoening);
- beroerte;
- gehoorverlies, oorsuizen;
- gevoel van onregelmatige hartslag zoals het overslaan van een hartslag;
- hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken;
- hartaanval;
een uitstulping in de wand van een belangrijke slagader, ontsteking en dichtslibben van een
ader, blokkade van een bloedvat;
- longziekten die kortademigheid veroorzaken (waaronder ontsteking);
- longembolie (afsluiting van een longslagader);
- pleurale effusie (abnormale vochtophoping tussen de borstvliezen);
- ontsteking van de alvleesklier wat een hevige pijn in de buik en rug veroorzaakt;
- moeilijkheden met slikken;
- gezichtsoedeem (zwelling);
- galblaasontsteking, galstenen;
- leververvetting (ophoping van vetten in levercellen);
- nachtzweten;
- litteken;
- abnormale afbraak van spieren;
- systemische lupus erythematodes (een immuunziekte met ontstekingen van huid, hart, longen,
gewrichten en andere orgaansystemen);
- onderbrekingen van de slaap;
- impotentie;
- ontstekingen.
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers)
- leukemie (kanker die het bloed en beenmerg aantast);
- ernstige allergische reactie met shock;
- multipele sclerose;
- zenuwstoornissen (zoals oogzenuwontsteking en het Guillain-Barré-syndroom, een aandoening
die spierzwakte, abnormaal gevoel, tintelingen in de armen en het bovenlichaam kan
veroorzaken;
- hartstilstand;
- longfibrose (vorming van littekenweefsel in de long);
- darmperforatie (gat in de darmwand);
- hepatitis (leverontsteking);
- reactivatie van hepatitis B-infectie;
- auto-immuun hepatitis (ontsteking van de lever die wordt veroorzaakt door het eigen
immuunsysteem van het lichaam);
- cutane vasculitis (ontsteking van bloedvaten in de huid);
- Stevens-Johnson-syndroom (levensbedreigende reactie met griepachtige symptomen en uitslag
met blaarvorming);
- gezichtsoedeem (zwelling) in verband gebracht met allergische reacties;
- erythema multiforme (ontstoken huiduitslag);
- lupus-achtig syndroom;
- angio-oedeem (plaatselijke zwelling van de huid);
- lichenoïde huidreactie (jeukende, rood-paarse huiduitslag).
Onbekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
- hepatosplenisch T-cellymfoom (een zeldzame kanker in het bloed die vaak dodelijk is);
- Merkelcelcarcinoom (een type huidkanker);
- Kaposi-sarcoom, een zeldzame vorm van kanker die verband houdt met infectie met humaan
herpesvirus 8. Kaposi-sarcoom is meestal zichtbaar in de vorm van paarse huidschade;
- leverfalen;
- verergering van een aandoening genaamd dermatomyositis (zich uitend als huiduitslag samen
met spierzwakte);
- gewichtstoename (bij de meeste patiënten was sprake van een kleine gewichtstoename).
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
- verlaagd aantal witte bloedcellen;
- verlaagd aantal rode bloedcellen;
- verhoogd aantal vetten in het bloed;
- verhoogde leverenzymen.
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
- verhoogd aantal witte bloedcellen;
- verlaagd aantal bloedplaatjes;
- toegenomen hoeveelheid urinezuur in het bloed;
- afwijkende bloedwaarden voor natrium;
- lage bloedwaarden voor calcium;
- lage bloedwaarden voor fosfaat;
- hoog bloedsuiker;
- hoge bloedwaarden voor lactaatdehydrogenase;
- aanwezigheid van autoantilichamen in het bloed;
- lage bloedwaarden kalium.
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)
- verhoogde bloedwaarden voor bilirubine (leverbloedtesten).
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers)
- verlaagd aantal witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt uw kind last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld
aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het
etiket/blister/verpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuit in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Alternatieve bewaring:
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts
of apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op
de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is adalimumab. Elke voorgevulde spuit bevat 20 mg
adalimumab in 0,4 ml oplossing.
- De andere stoffen in dit middel zijn adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride,
mannitol (E 421), polysorbaat 80 (E 433), zoutzuur (E 507), natriumhydroxide (E 524) en water
voor injecties.
Hoe ziet Hefiya eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Hefiya 20 mg oplossing voor injectie (injectie) in voorgevulde spuit voor gebruik bij kinderen wordt
geleverd als 0,4 ml heldere tot licht opalescente, kleurloze of lichtgele oplossing.
Hefiya wordt geleverd in een heldere glazen spuit type I voor eenmalig gebruik met naald van roestvrij
staal met een naaldhuls met vingersteun, rubberen beschermdoop en plastic zuigerstang,
bevattende 0,4 ml oplossing.
De verpakking bevat 2 voorgevulde spuiten met Hefiya.
Niet alle verpakkingsgrootten worden op de markt gebracht.
Hefiya is verkrijgbaar als voorgevulde spuit en voorgevulde pen (SensoReady).
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6250 Kundl
Oostenrijk
Fabrikant
Sandoz GmbH Schaftenau
Biochemiestr. 10
6336 Langkampfen
Oostenrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Lietuva
Sandoz nv/sa
Sandoz Pharmaceuticals d.d filialas
Tél/Tel: +32 2 722 97 97
Tel: +370 5 2636 037
Luxembourg/Luxemburg
Sandoz nv/saTél/Tel.: +32 2 722 97 97
.: +359 2 970 47 47
Ceská republika
Magyarország
Sandoz s.r.o.
Sandoz Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 430 2890
Danmark/Norge/Ísland/Sverige
Malta
Sandoz A/S
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Tlf: +45 63 95 10 00
Tel: +356 21222872
Deutschland
Nederland
Hexal AG
Sandoz B.V.
Tel: +49 8024 908 0
Tel: +31 36 52 41 600
Eesti
Österreich
Sandoz d.d. Eesti filiaal
Sandoz GmbH
Tel: +372 665 2400
Tel: +43 5338 2000
Polska
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Sandoz Polska Sp. z o.o.
: +30 210 281 17 12
Tel.: +48 22 209 70 00
España
Portugal
Sandoz Farmacéutica, S.A.
Sandoz Farmacêutica Lda.
Tel: +34 900 456 856
Tel: +351 21 196 40 00
France
România
Sandoz SAS
Terapia S.A.
Tél: +33 1 49 64 48 00
Tel:+40 264 50 15 00
Hrvatska
Slovenija
Sandoz d.o.o.
Lek farmacevtska druzba d.d.
Tel: +385 1 23 53 111
Tel: +386 1 580 21 11
Ireland
Slovenská republika
Rowex Ltd.
Sandoz d.d. - organizacná zlozka
Tel: + 353 27 50077
Tel: +421 2 48 200 600
Italia
Suomi/Finland
Sandoz S.p.A.
Sandoz A/S
Tel: +39 02 96541
Puh/Tel: +358 10 6133 400
United Kingdom (Northern Ireland)
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Sandoz GmbH
: +357 22 69 0690
Tel: +43 5338 2000
Latvija
Sandoz d.d. Prstvniecba Latvij
Tel: +371 67 892 006
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu
7.
Instructies voor gebruik
Om mogelijke infecties te voorkomen en ervoor te zorgen dat u het geneesmiddel correct gebruikt, is
het belangrijk dat u deze instructies opvolgt.
Zorg dat u deze gebruiksinstructies leest, begrijpt en opvolgt voordat u Hefiya injecteert. Uw
zorgverlener laat u zien hoe u Hefiya op de juiste manier kunt voorbereiden en injecteren met de
voorgevulde spuit voordat u deze voor het eerst gebruikt. Neem voor vragen contact op met uw
zorgverlener.
Uw Hefiya voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik met naaldhuls en extra vingersteun
Afbeelding A: Hefiya voorgevulde spuit met naaldhuls en extra vingersteun
Let op het volgende:
·
Open de buitenverpakking pas op het moment dat u de spuit gaat gebruiken.
- Gebruik de spuit niet als de blisterverpakking is geopend, omdat u de spuit dan niet meer veilig
kunt gebruiken.
- Laat de spuit nooit onbeheerd liggen om te voorkomen dat anderen ermee kunnen knoeien.
- Gebruik een spuit die u laat vallen niet als deze beschadigd lijkt, of als u de spuit laat vallen
terwijl de beschermdop is verwijderd.
- Verwijder de beschermdop pas op het moment dat u de injectie gaat toedienen.
- Raak de vleugels van de naaldhuls vóór gebruik niet aan. Als u de vleugels aanraakt, kan de
naaldhuls te vroeg worden geactiveerd. Verwijder de vingersteun niet voordat u de injectie gaat
toedienen.
- Injecteer Hefiya 15-30 minuten nadat u het uit de koelkast heeft gehaald om de injectie
comfortabeler te maken.
- Gooi de gebruikte spuit meteen na gebruik weg.
Gebruik de spuit niet opnieuw. Zie '4.
Gebruikte spuiten wegwerpen' aan het eind van deze gebruiksinstructies.
Hoe moet u Hefiya bewaren?
·
Bewaar uw buitenverpakking met spuiten in de koelkast bij een temperatuur tussen 2°C en 8°C.
- Indien nodig (bijvoorbeeld op reis) kan Hefiya tot 21 dagen bij kamertemperatuur
(maximaal 25°C) en beschermd tegen licht worden bewaard. Nadat u de voorgevulde spuit uit
- Bewaar de spuiten tot gebruik in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
- Bewaar de spuiten niet op een plaats waar het erg warm of erg koud is.
- Bewaar de spuiten niet in de vriezer.
Houd Hefiya net als alle geneesmiddelen buiten het bereik van kinderen.
Wat heeft u nodig voor het injecteren?
Leg de volgende artikelen op een schoon en vlak werkoppervlak.
De verpakking bevat:
·
Hefiya voorgevulde spuit(en) (zie afbeelding A). Elke spuit bevat 20 mg/0,4 ml Hefiya.
Niet meegeleverd in de verpakking zijn (zie afbeelding B):
·
Alcoholdoekje
- Wattenbolletje of gaasje
- Naaldencontainer
Afbeelding B: artikelen die niet worden meegeleverd
Zie
'4. Gebruikte spuiten wegwerpen' aan het eind van deze gebruiksinstructies.
Voor het injecteren
Afbeelding C: de naaldhuls is niet geactiveerd de Afbeelding D: de naaldhuls is geactiveerd - de
spuit is klaar voor gebruik
spuit niet gebruiken
o
In deze configuratie is de naaldhuls
o
In deze configuratie is de
NIET GEACTIVEERD.
naaldhuls
GEACTIVEERD.
o
De spuit is klaar voor gebruik (zie
o
De spuit
NIET GEBRUIKEN
afbeelding C).
(zie afbeelding D).
De spuit voorbereiden
·
Om de injectie wat comfortabeler te maken, neemt u de blisterverpakking met de spuit uit de
koelkast en laat u deze ongeopend ongeveer 15 tot 30 minuten op uw werkoppervlak liggen
totdat de verpakking op kamertemperatuur is.
- Neem de spuit uit de blisterverpakking.
- Kijk door het venster. De oplossing moet kleurloos of lichtgeel en helder tot licht opalescent
zijn. Gebruik de pen niet als u ziet dat de oplossing deeltjes bevat en/of verkleurd is. Neem
contact op met de apotheker als u zich zorgen maakt over hoe de oplossing eruitziet.
- Gebruik de spuit niet als deze is gebroken of als de naaldhuls is geactiveerd. Breng de spuit met
de verpakking terug naar de apotheek.
- Controleer de uiterste gebruiksdatum (EXP) op uw spuit. Gebruik de spuit niet als deze uiterste
gebruiksdatum is verstreken.
Neem contact op met de apotheker als de spuit niet voldoet aan een van de bovenvermelde
punten.
1.
De injectieplaats kiezen:
- De aanbevolen injectieplaats is de voorkant van de dijen. U
kunt ook kiezen voor de onderbuik, maar niet in het gebied
binnen 5 cm rond uw navel (zie afbeelding E).
- Verander elke keer dat u uzelf injecteert van injectieplaats.
- Injecteer niet op plaatsen waar de huid pijnlijk, gekneusd,
rood, schilferig of hard is. Vermijd ook plaatsen met
littekens of striae. Als u psoriasis heeft, moet u NIET
injecteren op plaatsen met psoriasisplekken.
Afbeelding E: kies uw injectieplaats
2.
De injectieplaats reinigen:
- Was uw handen grondig met water en zeep.
- Desinfecteer in een draaiende beweging de injectieplaats
met een alcoholdoekje. Laat de plaats drogen voordat u
injecteert (zie afbeelding F).
- Raak de gereinigde plaats niet aan voordat u injecteert.
Afbeelding F: reinig de injectieplaats
3.
De injectie toedienen:
- Trek de beschermdop voorzichtig recht uit de spuit (zie
afbeelding G).
- Gooi de beschermdop weg.
- U kunt een kleine druppel vloeistof opmerken aan het
uiteinde van de naald. Dat is normaal.
Afbeelding G: trek de beschermdop
uit
Pak de huid op de injectieplaats voorzichtig vast tussen
duim en wijsvinger (zie afbeelding H).
- Steek de naald in de huid zoals afgebeeld.
- Steek de naald helemaal in de huid zodat de hele dosis kan
worden toegediend.
Afbeelding H: steek de naald in de
huid
- Houd de spuit vast zoals afgebeeld (zie afbeelding I).
- Druk de zuiger langzaam volledig in, totdat het uiteinde
van de zuiger zich tussen de vleugels van de naaldhuls
bevindt.
- Houd de zuiger volledig ingedrukt terwijl u de spuit
gedurende 5 seconden op zijn plaats houdt.
Afbeelding I: houd de spuit vast
-
Houd de zuiger volledig ingedrukt terwijl u de naald
voorzichtig uit de injectieplaats trekt en de huid loslaat
(zie afbeelding J).
Afbeelding J: trek de naald recht eruit
- Laat de zuiger langzaam los totdat de naaldhoes
automatisch de naald bedekt (zie afbeelding K).
- Er kan wat bloed op de injectieplaats verschijnen. Druk
een wattenbolletje of gaasje tegen de injectieplaats en
houd 10 seconden vast. Wrijf niet over de injectieplaats. U
kunt de injectieplaats indien nodig afdekken met een
pleister.
Afbeelding K: laat de zuiger
langzaam los
4.
Gebruikte spuiten wegwerpen:
- Werp de gebruikte spuit weg in een naaldencontainer
(afsluitbare container waar naalden niet doorheen kunnen
prikken). Voor uw eigen veiligheid en gezondheid en die
van anderen mogen naalden en gebruikte spuiten niet
worden hergebruikt.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en
gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts of apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer
gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier
afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften.
Heeft u nog andere vragen? Neem dan contact op met een arts, apotheker of verpleegkundige
die bekend is met Hefiya.
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde spuit
adalimumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Uw arts zal u ook een Hefiya patiëntenkaart geven, deze bevat belangrijke veiligheidsinformatie
waar u zich bewust van moet zijn voordat u Hefiya gaat gebruiken en tijdens de therapie met
Hefiya. Houd deze patiëntenkaart bij u tijdens de therapie en tot 4 maanden nadat u (of uw kind)
de laatste Hefiya-injectie heeft gehad.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
7.
Instructies voor gebruik
1.
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Hefiya bevat de werkzame stof adalimumab, een geneesmiddel dat inwerkt op het immuunsysteem
(afweersysteem) van uw lichaam.
Hefiya is bedoeld voor het behandelen van de onderstaand genoemde ontstekingsziekten:
·
Reumatoïde artritis
- Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
- Enthesitis-gerelateerde artritis
- Spondylitis ankylopoetica
- Axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis ankylopoetica
- Artritis psoriatica
- Psoriasis
- Hidradenitis suppurativa
- Ziekte van Crohn
- Colitis ulcerosa
- Niet-infectieuze uveïtis
De werkzame stof in Hefiya, adalimumab, is een humaan monoklonaal antilichaam. Monoklonale
antilichamen zijn eiwitten die zich binden aan een specifiek doeleiwit.
Het doeleiwit van adalimumab is een eiwit genaamd tumor necrose factor (TNF-), dat een rol speelt
bij het immuunsysteem (afweersysteem) en dat in verhoogde mate aanwezig is bij de bovenstaand
Reumatoïde artritis
Reumatoïde artritis is een ontstekingsziekte van de gewrichten.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van reumatoïde artritis bij volwassenen. Wanneer u matig
tot ernstige reumatoïde artritis heeft, zult u waarschijnlijk eerst andere antireumatische
geneesmiddelen hebben ontvangen, zoals bijvoorbeeld methotrexaat. Als deze geneesmiddelen niet
voldoende werken, krijgt u Hefiya om uw reumatoïde artritis te behandelen.
Hefiya kan ook worden voorgeschreven voor de behandeling van ernstige, actieve en progressieve
reumatoïde artritis zonder voorgaande methotrexaatbehandeling.
Hefiya kan de door ziekte veroorzaakte schade aan het kraakbeen en bot van de gewrichten vertragen
en het lichamelijk functioneren verbeteren.
Hefiya wordt over het algemeen samen met methotrexaat gebruikt. Als uw arts besluit dat
methotrexaat niet passend is, kan Hefiya alleen voorgeschreven worden.
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis zijn ontstekingsziekten
van de gewrichten die zich meestal openbaren in de kinderjaren.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van polyarticulaire juveniele idiopathische artritis bij
kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot en met 17 jaar en enthesitis-gerelateerde artritis bij
kinderen en jongeren in de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar. Patiënten kunnen eerst andere
antireumatische geneesmiddelen krijgen, zoals methotrexaat. Als deze geneesmiddelen niet voldoende
werken, krijgen patiënten Hefiya om de polyarticulaire juveniele idiopathische artritis of enthesitis-
gerelateerde artritis te behandelen.
Spondylitis ankylopoetica en axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis
ankylopoetica
Spondylitis ankylopoetica en axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis
ankylopoetica zijn ontstekingsziekten van de wervelkolom.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van deze aandoeningen bij volwassenen. Als u spondylitis
ankylopoetica of axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis ankylopoetica
heeft, zult u eerst met andere geneesmiddelen zijn behandeld. Als deze geneesmiddelen niet voldoende
werken, krijgt u Hefiya om de verschijnselen en symptomen van uw ziekte te verminderen.
Plaque psoriasis bij volwassenen en kinderen
Plaque psoriasis is een ontstekingsziekte van de huid die rode, schilferige, korstige plekken op de huid
veroorzaakt, die bedekt zijn met zilverachtige schubben. Plaque psoriasis kan ook een effect hebben
op de nagels, waardoor deze afbrokkelen, dik worden en van het nagelbed loskomen, wat pijnlijk kan
zijn. Psoriasis wordt verondersteld te worden veroorzaakt door een probleem met het immuunsysteem
wat leidt tot een verhoogde productie van huidcellen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van matige tot ernstige psoriasis bij volwassenen. Hefiya
wordt ook gebruikt om ernstige plaque psoriasis te behandelen bij kinderen en jongeren in de leeftijd
van 4 tot en met 17 jaar bij wie geneesmiddelen aangebracht op de huid en behandeling met ultraviolet
licht niet goed werkten of die hier niet voor in aanmerking kwamen.
Artritis psoriatica is een ontstekingsziekte van de gewrichten geassocieerd met psoriasis.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van artritis psoriatica bij volwassenen. Hefiya kan de door
de aandoening veroorzaakte schade aan kraakbeen en botten van de gewrichten vertragen en het
lichamelijk functioneren verbeteren.
Hidradenitis suppurativa bij volwassenen en jongeren
Hidradenitis suppurativa (ook wel acne inversa genoemd) is een chronische, vaak pijnlijke
huidaandoening met ontstekingen. De symptomen kunnen bestaan uit pijnlijke zwellingen (abcessen)
waar pus uit kan komen.
Er zijn bepaalde gebieden van de huid die het vaakst aangetast worden, zoals onder de borsten, de
oksels, de binnenkant van de dijen, de liezen en de billen. Op de aangedane gebieden kunnen littekens
ontstaan.
Hefiya wordt gebruikt om hidradenitis suppurativa te behandelen bij volwassenen en jongeren
vanaf 12 jaar. Hefiya kan het aantal zwellingen (abcessen) verminderen en ook de pijn die vaak met de
aandoening gepaard gaat. Het is mogelijk dat u eerst andere geneesmiddelen krijgt. Als deze
geneesmiddelen niet voldoende werken, krijgt u Hefiya.
De ziekte van Crohn bij volwassenen en kinderen
De ziekte van Crohn is een ontstekingsziekte van de darmen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van de ziekte van Crohn bij volwassenen en bij kinderen
van 6 tot en met 17 jaar. Als u de ziekte van Crohn heeft, krijgt u eerst andere geneesmiddelen. Als u
niet goed genoeg reageert op die geneesmiddelen, krijgt u Hefiya om de klachten en symptomen van
uw ziekte van Crohn te verminderen.
Colitis ulcerosa bij volwassenen en kinderen
Colitis ulcerosa is een ontstekingsziekte van de dikke darm.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van matige tot ernstige colitis ulcerosa bij volwassenen en
kinderen van 6 tot en met 17 jaar. Als u colitis ulcerosa heeft, krijgt u mogelijk eerst andere
geneesmiddelen. Als deze geneesmiddelen niet voldoende werken, krijgt u Hefiya om de symptomen
van uw ziekte te verminderen.
Niet-infectieuze uveïtis bij volwassenen en kinderen
Niet-infectieuze uveïtis is een ontstekingsziekte die effect heeft op bepaalde delen van het oog. Deze
ontsteking leidt tot een afname van het gezichtsvermogen en/of de aanwezigheid van vlekjes in het
oog (zwarte puntjes of slierten die bewegen in het gezichtsveld, ook wel `mouches volantes'
genoemd). Hefiya werkt om deze ontsteking te verminderen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van
·
Volwassenen met niet-infectieuze uveïtis die een ontsteking hebben die de achterkant van het
oog treft.
- Kinderen vanaf 2 jaar met chronische niet-infectieuze uveïtis die een ontsteking hebben die de
voorkant van het oog treft.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
- U heeft een ernstige infectie, zoals actieve tuberculose, sepsis (bloedvergiftiging) of andere
opportunistische infectie (niet-gebruikelijke infectie door een verzwakt immuunsysteem). Het is
belangrijk dat u uw arts symptomen van een infectie vertelt, zoals koorts, wondjes, moeheid,
gebitsproblemen (zie ook 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
- U lijdt aan matig tot ernstig hartfalen. Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte brengt als u
een ernstige hartaandoening heeft of heeft gehad (zie ook 'Wanneer moet u extra voorzichtig
zijn met dit middel?').
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker, voordat u dit middel gebruikt.
Allergische reactie
- Als u allergische reacties met symptomen als benauwdheid, piepende ademhaling, duizeligheid,
zwelling of uitslag krijgt, injecteer dan geen Hefiya meer, maar neem direct contact op met uw
arts aangezien, in zeldzame gevallen, deze reacties levensbedreigend kunnen zijn.
Infectie
- Als u een infectie heeft, zoals een langdurige of lokale infectie (bijvoorbeeld een open been),
neem dan altijd contact op met uw arts voor u start met het gebruik van Hefiya. Neem bij twijfel
contact op met uw arts.
- Door het gebruik van Hefiya kunt u makkelijker infecties oplopen. Dit risico kan groter zijn
wanneer uw longfunctie verminderd is. Deze infecties kunnen ernstig zijn. Voorbeelden van
dergelijke infecties zijn tuberculose, infecties veroorzaakt door virussen, schimmels, parasieten,
bacteriën of andere infectieuze organismen, en sepsis (bloedvergiftiging).
- In zeldzame gevallen kunnen deze infecties leiden tot de dood. Het is daarom belangrijk om uw
arts symptomen als koorts, wondjes, moeheid en gebitsproblemen door te geven. Mogelijk zal
uw arts tijdelijke stopzetting van de behandeling met Hefiya aanbevelen.
Tuberculose
- Aangezien er gevallen van tuberculose zijn gemeld bij behandeling met adalimumab, zal uw arts
u onderzoeken op symptomen van tuberculose voordat u wordt behandeld met Hefiya. Dit zal
een grondige medische evaluatie omvatten, waarbij uw medische geschiedenis zal worden
doorgenomen en gepaste screening tests zullen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld een
röntgenfoto van uw thorax (borst) zal worden gemaakt en een tuberculinetest zal worden
uitgevoerd). De wijze waarop deze tests zijn uitgevoerd en resultaten moeten op uw Hefiya
patiëntenkaart worden aangegeven. Het is heel belangrijk dat u uw arts vertelt of u ooit
tuberculose heeft gehad, of wanneer u in nauw contact bent gekomen met iemand die
tuberculose had. Het kan zijn dat tuberculose zich ontwikkelt tijdens de behandeling met
Hefiya, zelfs wanneer u preventief bent behandeld tegen tuberculose. Wanneer u tijdens of na
deze therapie symptomen ontwikkelt van tuberculose (hoesten dat maar niet overgaat,
gewichtsverlies, lusteloosheid, lichte koorts), of een andere infectie zich openbaart, waarschuw
dan meteen uw arts.
- Informeer uw arts als u in gebieden heeft gewoond of gereisd waar schimmelinfecties zoals
histoplasmose, coccidioïdomycose of blastomycose vaak voorkomen.
- Informeer uw arts als u infecties heeft gehad die steeds terugkomen, of andere aandoeningen die
het risico op infecties zouden kunnen verhogen.
Hepatitis-B-virus
- Informeer uw arts als u drager bent van het hepatitis B-virus (HBV), als u een actieve
HBV-infectie heeft of als u denkt dat u risico loopt op HBV. Uw arts dient u op HBV te testen.
Adalimumab kan reactivering van de HBV-infectie veroorzaken bij mensen die drager zijn van
dit virus. In sommige zeldzame gevallen, vooral als u andere geneesmiddelen gebruikt die het
immuunsysteem onderdrukken, kan reactivering van de HBV-infectie levensbedreigend zijn.
Ouder dan 65 jaar
- Als u ouder dan 65 jaar bent, kunt u vatbaarder zijn voor infecties terwijl u Hefiya gebruikt. U
en uw arts moeten extra letten op verschijnselen van een infectie terwijl u met Hefiya behandeld
wordt. Het is belangrijk om uw arts in te lichten als u verschijnselen van een infectie krijgt zoals
koorts, wondjes, moeheid of gebitsproblemen.
Chirurgische of tandheelkundige verrichtingen
- Als u chirurgische of tandheelkundige ingrepen moet ondergaan, geef dan bij uw arts aan dat u
Hefiya gebruikt. Mogelijk zal uw arts tijdelijke stopzetting van de behandeling met Hefiya
aanbevelen.
Demyeliniserende aandoening
- Als u een demyeliniserende aandoening (een aandoening die de isolerende laag rond de
zenuwen aantast, zoals multipele sclerose) heeft of ontwikkelt, zal uw arts beslissen of u Hefiya
kunt gebruiken of kunt blijven gebruiken. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u
symptomen krijgt zoals veranderingen in gezichtsvermogen, zwakte in armen of benen of
gevoelloosheid of tinteling in een deel van het lichaam.
Vaccin
- Bepaalde vaccins bevatten levende maar verzwakte vormen van ziekteverwekkende bacteriën of
virussen, en deze mogen niet gegeven worden tijdens de Hefiya-therapie omdat ze een infectie
kunnen veroorzaken. Vraag uw arts om advies, voordat u een vaccinatie krijgt. Het wordt
aanbevolen dat kinderen indien mogelijk alle vaccinaties krijgen die ze volgens de geldende
richtlijnen met betrekking tot vaccinaties zouden moeten krijgen, voordat gestart wordt met de
Hefiya-behandeling. Wanneer u met Hefiya werd behandeld tijdens uw zwangerschap, kan uw
kind tot ongeveer vijf maanden na de laatste dosis die u tijdens uw zwangerschap toegediend
heeft gekregen een verhoogd risico hebben om een dergelijke infectie te krijgen. Het is
belangrijk dat u de artsen van uw kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt wanneer u
tijdens uw zwangerschap Hefiya heeft gebruikt, zodat zij kunnen beslissen wanneer uw kind een
vaccin zou moeten krijgen.
- Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte stelt als u een ernstige hartaandoening heeft of heeft
gehad. Als u lijdt aan licht hartfalen en u wordt behandeld met Hefiya dan moet het verloop van
uw hartfalen goed gecontroleerd worden door uw arts. Als er nieuwe symptomen van hartfalen
ontstaan of als bestaande symptomen verergeren (zoals kortademigheid of gezwollen voeten)
moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
Koorts, blauwe plekken, bloeding of bleek zien
- Bij sommige patiënten kan het gebeuren dat het lichaam onvoldoende bloedcellen aanmaakt die
het lichaam helpen om infecties te bestrijden of helpen om een bloeding snel tot staan te
brengen. Als u merkt dat u koorts heeft die niet overgaat, of snel blauwe plekken krijgt of zeer
gemakkelijk bloedt en erg bleek ziet, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Uw arts
kan besluiten de therapie te stoppen.
Kanker
- Er is een aantal zeldzame gevallen geweest van bepaalde soorten kanker bij kinderen en
volwassenen die adalimumab of andere TNF--blokkers gebruikten. Mensen met een ernstige
vorm van reumatoïde artritis die de ziekte al langere tijd hebben zouden een hoger dan
gemiddeld risico kunnen lopen om een lymfoom en leukemie (kankers van bloedcellen en
beenmerg) te krijgen. Als u Hefiya gebruikt, kan het risico op het krijgen van een lymfoom,
leukemie of een andere vorm van kanker toenemen. In zeldzame gevallen is een ernstig type
lymfoom opgetreden bij patiënten die adalimumab gebruikten. Sommige van deze patiënten
werden ook behandeld met de geneesmiddelen azathioprine of 6-mercaptopurine. Informeer uw
arts wanneer u azathioprine of 6-mercaptopurine met Hefiya gebruikt.
- Gevallen van niet-melanoom huidkanker kunnen voorkomen bij patiënten die adalimumab
gebruiken. Als nieuwe huidafwijkingen verschijnen tijdens of na de behandeling of als
bestaande plekken of beschadigde delen van de huid van uiterlijk veranderen, vertel dit dan aan
uw arts.
- Er zijn gevallen van kanker, anders dan lymfoom, geweest bij patiënten met een specifiek soort
longziekte, Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) die behandeld worden met een
andere TNF--blokker. Als u lijdt aan COPD, of als u veel rookt, dan moet u met uw arts
bespreken of behandeling met een TNF--blokker voor u geschikt is.
Auto-immuunziekten
- In zeldzame gevallen kan Hefiya-behandeling leiden tot een lupus-achtig syndroom. Neem
contact op met uw arts als zich symptomen voordoen zoals aanhoudende onverklaarbare
huiduitslag, koorts, gewrichtspijn of vermoeidheid.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
- Geef geen Hefiya aan kinderen onder de 2 jaar met polyarticulaire juveniele idiopathische
artritis.
- Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 4 jaar met juveniele plaque psoriasis of juveniele
ulceratieve colitis.
- Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 6 jaar met juveniele ziekte van Crohn.
- Gebruik niet de voorgevulde spuit van 40 mg als andere doses dan 40 mg worden aanbevolen.
Gebruikt u naast Hefiya nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan aan uw arts of
apotheker.
Hefiya kan in combinatie met methotrexaat of bepaalde antireumatische middelen (zoals sulfasalazine,
hydroxychloroquine, leflunomide en injecteerbare goudpreparaten) gebruikt worden, of in combinatie
met corticosteroïden of pijnstillers, inclusief niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID's).
Gebruik Hefiya niet samen met geneesmiddelen die de werkzame stoffen anakinra of abatacept
bevatten in verband met een verhoogd risico op ernstige infectie. De combinatie van adalimumab en
andere TNF-antagonisten en anakinra of abatacept wordt niet aanbevolen vanwege het mogelijk
verhoogde risico op infecties, waaronder ernstige infecties en andere mogelijke farmacologische
interacties. Neem bij vragen contact op met uw arts.
Zwangerschap en borstvoeding
- U dient het gebruik van een goed voorbehoedsmiddel te overwegen om zwangerschap te
voorkomen en het gebruik ervan voort te zetten tot minimaal 5 maanden na de laatste Hefiya-
behandeling.
- Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
- Hefiya mag alleen tijdens de zwangerschap worden gebruikt als dat noodzakelijk is.
- Volgens een studie bij zwangere vrouwen was er geen hoger risico op geboorteafwijkingen bij
moeders die tijdens de zwangerschap adalimumab hadden gebruikt in vergelijking met moeders
met dezelfde ziekte die geen adalimumab hadden gebruikt.
- Hefiya kan tijdens borstvoeding worden gebruikt.
- Wanneer u tijdens uw zwangerschap Hefiya gebruikt, kan uw kind een verhoogd risico hebben
om een infectie te krijgen.
- Het is belangrijk dat u de artsen van uw kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt van
uw gebruik van Hefiya tijdens uw zwangerschap voordat uw baby een vaccin krijgt toegediend.
Voor meer informatie over vaccinaties, zie de rubriek 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn
met dit middel?'.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Hefiya kan een gering effect hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om te fietsen of machines
te bedienen. Het gevoel dat de kamer draait (vertigo) en stoornissen met het gezichtsvermogen kunnen
optreden na gebruik van Hefiya.
Hefiya bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 0,8 ml, dat wil zeggen is
in wezen ´natriumvrij´.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hefiya is verkrijgbaar als 40 mg oplossing in een voorgevulde pen en als 20 mg en 40 mg oplossing in
een voorgevulde spuit waarmee patiënten zich een volledige dosis van 20 mg of 40 mg kunnen
toedienen.
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
40 mg eenmaal per twee
Bij reumatoïde artritis wordt
weken als een enkele dosis
de behandeling met
methotrexaat voorgezet
terwijl Hefiya wordt gebruikt.
Als uw arts vaststelt dat
methotrexaat ongeschikt is,
kan Hefiya alleen worden
toegediend.
Als u reumatoïde artritis heeft
en niet wordt behandeld met
methotrexaat tijdens uw
behandeling met Hefiya, kan
uw arts besluiten om u 40 mg
Hefiya per week of 80 mg
eenmaal per twee weken te
geven.
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen, jongeren en
40 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
volwassenen vanaf 2 jaar die
weken
ten minste 30 kg wegen
Kinderen en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
2 jaar die ten minste 10 kg,
weken
maar minder dan 30 kg wegen
Enthesitisgerelateerde artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen, jongeren en
40 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
volwassenen vanaf 6 jaar die
weken
ten minste 30 kg wegen
Kinderen en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
6 jaar die ten minste 15 kg,
weken
maar minder dan 30 kg wegen
Psoriasis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
Startdosis van 80 mg (als
Blijf net zo lang doorgaan met
twee injecties van 40 mg op
Hefiya injecteren als uw arts u
één dag), gevolgd door 40 mg
heeft verteld. Als deze dosis
eenmaal per twee weken
niet voldoende werkt, kan uw
vanaf een week na de
arts de dosis verhogen tot
startdosis.
40 mg per week of 80 mg
eenmaal per twee weken.
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 4
Startdosis van 40 mg, gevolgd
Niet van toepassing
tot 17 jaar die ten minste
door 40 mg een week later.
30 kg wegen
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Kinderen en jongeren vanaf 4
Startdosis van 20 mg, gevolgd
Niet van toepassing
tot 17 jaar die ten minste
door 20 mg een week later.
15 kg, maar minder dan 30 kg
wegen
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Hidradenitis suppurativa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
Startdosis van 160 mg (als
Het is aan te raden om de
vier injecties van 40 mg op
aangedane plaatsen dagelijks
één dag of twee injecties van
te wassen met een
40 mg per dag op twee
desinfecterende zeep.
opeenvolgende dagen),
gevolgd door 80 mg (als twee
injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Na nog twee weken gaat u
door met een dosis van 40 mg
per week of 80 mg eenmaal
per twee weken, volgens
voorschrift van uw arts.
Jongeren vanaf 12 tot 17 jaar
Startdosis van 80 mg (als
Als deze dosis niet voldoende
die ten minste 30 kg wegen
twee injecties van 40 mg op
werkt, kan de arts van uw
één dag), gevolgd door 40 mg
kind de dosis verhogen naar
eenmaal per twee weken
40 mg per week of 80 mg
vanaf de daaropvolgende
eenmaal per twee weken.
week.
Het is aan te raden om de
aangedane plaatsen dagelijks
te wassen met een
desinfecterende zeep.
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
Startdosis van 80 mg (als
Als deze dosis niet voldoende
twee injecties van 40 mg op
werkt, kan uw arts de
één dag), gevolgd door 40 mg
dosering verhogen naar 40 mg
eenmaal per twee weken
per week of 80 mg eenmaal
vanaf twee weken na de
per twee weken.
startdosis.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
160 mg (als vier injecties van
40 mg op één dag of twee
injecties van 40 mg per dag
op twee opeenvolgende
dagen), gevolgd door 80 mg
(als twee injecties van 40 mg
op één dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Juveniele ziekte van Crohn
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 6
Startdosis van 80 mg (als
Als deze dosis niet voldoende
tot 17 jaar die ten minste
twee injecties van 40 mg op
werkt, kan de arts van uw
40 kg wegen
één dag), gevolgd door 40 mg
kind de dosering verhogen
eenmaal per twee weken
naar 40 mg per week of
vanaf twee weken na de
80 mg eenmaal per twee
startdosis.
weken.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
160 mg (als vier injecties van
40 mg op één dag of twee
injecties van 40 mg per dag
op twee opeenvolgende
dagen), gevolgd door 80 mg
(als twee injecties van 40 mg
op één dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 6
Startdosis van 40 mg, gevolgd
Als deze dosis niet voldoende
tot 17 jaar minder dan 40 kg
door 20 mg eenmaal per twee
werkt, kan de arts van uw
wegen
weken vanaf twee weken na
kind de dosering verhogen
de startdosis.
naar 20 mg per week.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
80 mg (als twee injecties van
40 mg op één dag), gevolgd
door 40 mg twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Colitis ulcerosa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
Startdosis van 160 mg (als
Als deze dosis niet voldoende
vier injecties van 40 mg op
werkt, kan de arts van uw
één dag of twee injecties van
kind de dosering verhogen
40 mg per dag op twee
naar 40 mg per week of
opeenvolgende dagen),
80 mg eenmaal per twee
gevolgd door 80 mg (als twee
weken.
injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Juveniele colitis ulcerosa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 6
Startdosis van 160 mg (als vier
Patiënten die 18 worden terwijl
jaar die 40 kg of meer wegen
injecties van 40 mg op één dag
ze eenmaal per twee weken
of twee injecties van 40 mg per
80 mg krijgen, moeten hun
dag op twee opeenvolgende
voorgeschreven dosering
dagen), gevolgd door 80 mg (als voortzetten
twee injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke dosis
80 mg eenmaal per twee weken.
(als twee injecties van 40 mg op
één dag)
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 6
Startdosis van 80 mg (als twee
Patiënten die 18 worden terwijl
jaar die minder dan 40 kg
injecties van 40 mg op één dag) ze eenmaal per twee weken
wegen
gevolgd door 40 mg (als één
40 mg krijgen, moeten hun
injectie van 40 mg) twee weken voorgeschreven dosering
later. Daarna is de gebruikelijke voortzetten.
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Niet-infectieuze uveïtis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
Startdosis van 80 mg (als
Bij niet-infectieuze uveïtis
twee injecties van 40 mg),
kunt u doorgaan met
gevolgd door 40 mg eenmaal
corticosteroïden of andere
per twee weken vanaf een
geneesmiddelen die het
week na de startdosis.
immuunsysteem beïnvloeden
terwijl u Hefiya gebruikt. U
kunt ook alleen Hefiya
gebruiken.
Blijf net zo lang doorgaan met
Hefiya injecteren als uw arts u
heeft verteld.
Kinderen en jongeren vanaf
40 mg eenmaal per twee
De arts van uw kind kan ook
2 jaar die ten minste 30 kg
weken met methotrexaat
een eerste dosis voorschrijven
wegen
van 80 mg die wordt
toegediend een week vóór de
start met de gebruikelijke
dosis.
Kinderen en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
De arts van uw kind kan ook
2 jaar die minder dan 30 kg
weken met methotrexaat
een eerste dosis voorschrijven
wegen
van 40 mg die wordt
toegediend een week vóór de
start met de gebruikelijke
dosis.
Hoe en waar dient u Hefiya toe?
Hefiya wordt toegediend via een injectie onder de huid (door subcutane injectie).
Volledige instructies voor het injecteren van Hefiya vindt u in rubriek 7,
'Instructies voor gebruik'.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Wanneer u Hefiya per ongeluk vaker heeft geïnjecteerd dan zou moeten, neem dan meteen contact op
met uw arts of apotheker en vertel hem of haar dat u te veel heeft gebruikt. Houd altijd de
buitenverpakking van het geneesmiddel bij de hand, ook al is deze leeg.
Wanneer u uzelf bent vergeten te injecteren, zult u de eerstvolgende injectie Hefiya moeten nemen
zodra u het zich weer herinnert. De volgende injectie zult u moeten nemen op de dag dat u volgens uw
originele schema ook uw volgende injectie had moeten nemen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
De beslissing om te stoppen met het gebruik van Hefiya moet worden besproken met uw arts. Uw
symptomen kunnen na het stoppen van de behandeling terugkeren.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De meeste bijwerkingen zijn mild tot gematigd. Sommige bijwerkingen kunnen
echter ernstig zijn en behandeling vereisen. Bijwerkingen kunnen nog 4 maanden of langer na de
laatste Hefiya-injectie optreden.
Roep meteen medische hulp in als u een van de volgende tekenen van allergische reactie of hartfalen
bemerkt:
·
ernstige uitslag, netelroos of andere tekenen van een allergische reactie;
- opgezwollen gezicht, handen of voeten;
- ademhalingsproblemen en problemen bij het slikken;
- kortademigheid bij inspanning of na het gaan liggen, of het opzwellen van de voeten.
Informeer uw arts zo snel mogelijk wanneer u één van de volgende verschijnselen vertoont:
·
tekenen en symptomen van infectie zoals koorts, zich ziek voelen, wondjes, gebitsproblemen,
brandend gevoel bij urineren, verzwakt of moe voelen;
- symptomen van zenuwproblemen, zoals tintelingen;
- gevoelloosheid;
- dubbel zien;
- verzwakte armen of benen;
- tekenen van huidkanker, zoals een bult of open zweer die niet geneest;
- tekenen en symptomen die zouden kunnen wijzen op een afwijkend bloedbeeld zoals
aanhoudende koorts, blauwe plekken, bloedingen en bleekheid.
De volgende bijwerkingen zijn bij gebruik van adalimumab waargenomen:
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
·
reacties op de injectieplaats (waaronder pijn, zwelling, roodheid of jeuk);
- infecties van de ademhalingswegen (waaronder verkoudheid, loopneus, ontsteking van de
neusbijholten, longontsteking);
- hoofdpijn;
- buikpijn;
- misselijkheid en braken;
- huiduitslag;
- spierpijn.
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
·
ernstige infecties (waaronder bloedvergiftiging en influenza);
- darminfecties (waaronder gastro-enteritis);
- huidinfecties (waaronder cellulitis en gordelroos);
oorontstekingen;
- mondinfecties (waaronder gebitsinfecties en koortslip);
- genitale infecties;
- urineweginfectie;
- schimmelinfecties;
- gewrichtsinfecties;
- goedaardige gezwellen;
- huidkanker;
- allergische reacties (waaronder hooikoorts);
- uitdroging;
- stemmingswisselingen (waaronder depressie);
- angst;
- moeite hebben met slapen;
- gevoelsstoornissen zoals tintelingen, prikkelingen of verdoofdheid;
- migraine;
- symptomen van zenuwwortelcompressie (waaronder lage rugpijn en pijn in de benen);
- gezichtsstoornissen;
- oogontsteking;
- ontsteking van het ooglid en zwelling van het oog;
- draaiduizeligheid (vertigo);
- gevoel van snelle hartslag;
- hoge bloeddruk;
- blozen;
- bloeduitstorting (een ophoping van gestold bloed);
- hoesten;
- astma;
- kortademigheid;
- maagdarmbloeding;
- dyspepsie (spijsverteringsmoeilijkheden, opgeblazen gevoel, brandend maagzuur);
- oprispingen;
- siccasyndroom (waaronder droge ogen en droge mond);
- jeuk;
- jeukende huiduitslag;
- blauwe plekken;
- ontsteking van de huid (zoals eczeem);
- breken van vingernagels en teennagels;
- overmatig zweten;
- haaruitval;
- opnieuw voorkomen of verslechteren van psoriasis;
- spierspasmen;
- bloed in de urine;
- nierfunctiestoornissen;
- pijn op de borst;
- oedeem (ophoping van vocht in het lichaam waardoor het aangedane weefsel zwelt);
- koorts;
- vermindering van het aantal bloedplaatjes wat het risico op bloedingen of blauwe plekken
vergroot;
- vertraagd herstel.
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)
- niet-gebruikelijke infecties (waaronder tuberculose en andere infecties) die voorkomen wanneer
de weerstand tegen ziekte verlaagd is;
- infecties van het zenuwstelsel (waaronder virale meningitis);
ooginfecties;
- bacteriële infecties;
- diverticulitis (ontsteking en infectie van de dikke darm);
- kanker, waaronder kanker van het lymfesysteem (lymfoom) en melanoom (type huidkanker);
- aandoeningen aan het afweersysteem die de longen, huid en lymfeklieren aan kunnen tasten
(meestal uit zich dit als een aandoening die sarcoïdose wordt genoemd);
- vasculitis (ontsteking van een bloedvat);
- trillen;
- neuropathie (zenuwaandoening);
- beroerte;
- gehoorverlies, oorsuizen;
- gevoel van onregelmatige hartslag zoals het overslaan van een hartslag;
- hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken;
- hartaanval;
- een uitstulping in de wand van een belangrijke slagader, ontsteking en dichtslibben van een
ader, blokkade van een bloedvat;
- longziekten die kortademigheid veroorzaken (waaronder ontsteking);
- longembolie (afsluiting van een longslagader);
- pleurale effusie (abnormale vochtophoping tussen de borstvliezen);
- ontsteking van de alvleesklier wat een hevige pijn in de buik en rug veroorzaakt;
- moeilijkheden met slikken;
- gezichtsoedeem (zwelling);
- galblaasontsteking, galstenen;
- leververvetting (ophoping van vetten in levercellen);
- nachtzweten;
- litteken;
- abnormale afbraak van spieren;
- systemische lupus erythematodes (een immuunziekte met ontstekingen van huid, hart, longen,
gewrichten en andere orgaansystemen);
- onderbrekingen van de slaap;
- impotentie;
- ontstekingen.
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers)
- leukemie (kanker die het bloed en beenmerg aantast);
- ernstige allergische reactie met shock;
- multipele sclerose;
- zenuwstoornissen (zoals oogzenuwontsteking en het Guillain-Barré-syndroom, een aandoening
die spierzwakte, abnormaal gevoel, tintelingen in de armen en het bovenlichaam kan
veroorzaken;
- hartstilstand;
- longfibrose (vorming van littekenweefsel in de long);
- darmperforatie (gat in de darmwand);
- hepatitis (leverontsteking);
- reactivatie van hepatitis B-infectie;
- auto-immuun hepatitis (ontsteking van de lever die wordt veroorzaakt door het eigen
immuunsysteem van het lichaam);
- cutane vasculitis (ontsteking van bloedvaten in de huid);
- Stevens-Johnson-syndroom (levensbedreigende reactie met griepachtige symptomen en uitslag
met blaarvorming);
- gezichtsoedeem (zwelling) in verband gebracht met allergische reacties;
- erythema multiforme (ontstoken huiduitslag);
- lupus-achtig syndroom;
angio-oedeem (plaatselijke zwelling van de huid);
- lichenoïde huidreactie (jeukende, rood-paarse huiduitslag).
Onbekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
- hepatosplenisch T-cellymfoom (een zeldzame kanker in het bloed die vaak dodelijk is);
- Merkelcelcarcinoom (een type huidkanker);
- Kaposi-sarcoom, een zeldzame vorm van kanker die verband houdt met infectie met humaan
herpesvirus 8. Kaposi-sarcoom is meestal zichtbaar in de vorm van paarse huidschade;
- leverfalen;
- verergering van een aandoening genaamd dermatomyositis (zich uitend als huiduitslag samen
met spierzwakte);
- gewichtstoename (bij de meeste patiënten was sprake van een kleine gewichtstoename).
Sommige bijwerkingen die waargenomen werden met adalimumab hebben geen symptomen en
kunnen alleen waargenomen worden door middel van bloedonderzoek.
Hieronder vallen:
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
- verlaagd aantal witte bloedcellen;
- verlaagd aantal rode bloedcellen;
- verhoogd aantal vetten in het bloed;
- verhoogde leverenzymen.
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
- verhoogd aantal witte bloedcellen;
- verlaagd aantal bloedplaatjes;
- toegenomen hoeveelheid urinezuur in het bloed;
- afwijkende bloedwaarden voor natrium;
- lage bloedwaarden voor calcium;
- lage bloedwaarden voor fosfaat;
- hoog bloedsuiker;
- hoge bloedwaarden voor lactaatdehydrogenase;
- aanwezigheid van autoantilichamen in het bloed;
- lage bloedwaarden kalium.
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)
- verhoogde bloedwaarden voor bilirubine (leverbloedtesten).
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers)
- verlaagd aantal witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld
aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het
etiket/blister/verpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuit in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Alternatieve bewaring:
Wanneer nodig (bijvoorbeeld als u op reis bent), mag Hefiya bewaard worden bij kamertemperatuur
(tot maximaal 25°C) gedurende maximaal 21 dagen zorg ervoor dat de spuit beschermd wordt tegen
licht. Eenmaal uit de koelkast gehaald voor bewaring bij kamertemperatuur,
moet de voorgevulde
spuit binnen 21 dagen gebruikt worden of worden afgevoerd, ook als deze later in de koelkast
wordt teruggelegd. Schrijf de datum waarop de voorgevulde spuit voor de eerste keer uit de koelkast
wordt gehaald op en de datum waarna de spuit moet worden afgevoerd.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts
of apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op
de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is adalimumab. Elke voorgevulde spuit bevat 40 mg
adalimumab in 0,8 ml oplossing.
- De andere stoffen in dit middel zijn adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride,
mannitol (E 421), polysorbaat 80 (E 433), zoutzuur (E 507), natriumhydroxide (E 524) en water
voor injecties.
Hoe ziet Hefiya eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie (injectie) in voorgevulde spuit wordt geleverd als 0,8 ml heldere
tot licht opalescente, kleurloze of lichtgele oplossing.
Hefiya wordt geleverd in een heldere glazen spuit type I voor eenmalig gebruik met naald van roestvrij
staal met een naaldhuls met vingersteun, rubberen beschermdoop en plastic zuigerstang,
bevattende 0,8 ml oplossing.
Verpakkingen bevatten 1 en 2 voorgevulde spuiten met Hefiya.
Multiverpakkingen bevatten 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde spuiten met Hefiya.
Niet alle verpakkingsgrootten worden op de markt gebracht.
Hefiya is verkrijgbaar als voorgevulde spuit en voorgevulde pen (SensoReady).
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6250 Kundl
Oostenrijk
Fabrikant
Sandoz GmbH Schaftenau
Biochemiestr. 10
6336 Langkampfen
Oostenrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Sandoz nv/sa
Sandoz Pharmaceuticals d.d filialas
Tél/Tel: +32 2 722 97 97
Tel: +370 5 2636 037
Luxembourg/Luxemburg
Sandoz nv/saTél/Tel.: +32 2 722 97 97
.: +359 2 970 47 47
Ceská republika
Magyarország
Sandoz s.r.o.
Sandoz Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 430 2890
Danmark/Norge/Ísland/Sverige
Malta
Sandoz A/S
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Tlf: +45 63 95 10 00
Tel: +356 21222872
Deutschland
Nederland
Hexal AG
Sandoz B.V.
Tel: +49 8024 908 0
Tel: +31 36 52 41 600
Eesti
Österreich
Sandoz d.d. Eesti filiaal
Sandoz GmbH
Tel: +372 665 2400
Tel: +43 5338 2000
Polska
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Sandoz Polska Sp. z o.o.
: +30 210 281 17 12
Tel.: +48 22 209 70 00
España
Portugal
Sandoz Farmacéutica, S.A.
Sandoz Farmacêutica Lda.
Tel: +34 900 456 856
Tel: +351 21 196 40 00
France
România
Sandoz SAS
Terapia S.A.
Tél: +33 1 49 64 48 00
Tel:+40 264 50 15 00
Hrvatska
Slovenija
Sandoz d.o.o.
Lek farmacevtska druzba d.d.
Tel: +385 1 23 53 111
Tel: +386 1 580 21 11
Slovenská republika
Rowex Ltd.
Sandoz d.d. - organizacná zlozka
Tel: + 353 27 50077
Tel: +421 2 48 200 600
Italia
Suomi/Finland
Sandoz S.p.A.
Sandoz A/S
Tel: +39 02 96541
Puh/Tel: +358 10 6133 400
United Kingdom (Northern Ireland)
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Sandoz GmbH
: +357 22 69 0690
Tel: +43 5338 2000
Latvija
Sandoz d.d. Prstvniecba Latvij
Tel: +371 67 892 006
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu
7.
Instructies voor gebruik
Om mogelijke infecties te voorkomen en ervoor te zorgen dat u het geneesmiddel correct gebruikt, is
het belangrijk dat u deze instructies opvolgt.
Zorg dat u deze gebruiksinstructies leest, begrijpt en opvolgt voordat u Hefiya injecteert. Uw
zorgverlener laat u zien hoe u Hefiya op de juiste manier kunt voorbereiden en injecteren met de
voorgevulde spuit voordat u deze voor het eerst gebruikt. Neem voor vragen contact op met uw
zorgverlener.
Uw Hefiya voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik met naaldhuls en extra vingersteun
Afbeelding A: Hefiya voorgevulde spuit met naaldhuls en extra vingersteun
Open de buitenverpakking pas op het moment dat u de spuit gaat gebruiken.
- Gebruik de spuit niet als de blisterverpakking is geopend, omdat u de spuit dan niet meer veilig
kunt gebruiken.
- Laat de spuit nooit onbeheerd liggen om te voorkomen dat anderen ermee kunnen knoeien.
- Gebruik een spuit die u laat vallen niet als deze beschadigd lijkt, of als u de spuit laat vallen
terwijl de beschermdop is verwijderd.
- Verwijder de beschermdop pas op het moment dat u de injectie gaat toedienen.
- Raak de vleugels van de naaldhuls vóór gebruik niet aan. Als u de vleugels aanraakt, kan de
naaldhuls te vroeg worden geactiveerd. Verwijder de vingersteun niet voordat u de injectie gaat
toedienen.
- Injecteer Hefiya 15-30 minuten nadat u het uit de koelkast heeft gehaald om de injectie
comfortabeler te maken.
- Gooi de gebruikte spuit meteen na gebruik weg.
Gebruik de spuit niet opnieuw. Zie '4.
Gebruikte spuiten wegwerpen' aan het eind van deze gebruiksinstructies.
Hoe moet u Hefiya bewaren?
·
Bewaar uw buitenverpakking met spuiten in de koelkast bij een temperatuur tussen 2°C en 8°C.
- Indien nodig (bijvoorbeeld op reis) kan Hefiya tot 21 dagen bij kamertemperatuur
(maximaal 25°C) en beschermd tegen licht worden bewaard. Nadat u de voorgevulde spuit uit
de koelkast heeft gehaald en op kamertemperatuur heeft gebracht, moet u de voorgevulde spuit
binnen 21 dagen gebruiken of weggooien, ook als u de spuit later weer in de koelkast heeft
geplaatst. Noteer de datum waarop de voorgevulde spuit voor het eerst uit de koelkast wordt
gehaald, en de datum waarna de voorgevulde spuit moet worden weggegooid.
- Bewaar de spuiten tot gebruik in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
- Bewaar de spuiten niet op een plaats waar het erg warm of erg koud is.
- Bewaar de spuiten niet in de vriezer.
Houd Hefiya net als alle geneesmiddelen buiten het bereik van kinderen.
Wat heeft u nodig voor het injecteren?
Leg de volgende artikelen op een schoon en vlak werkoppervlak.
De verpakking bevat:
·
Hefiya voorgevulde spuit(en) (zie afbeelding A). Elke spuit bevat 40 mg/0,8 ml Hefiya.
Niet meegeleverd in de verpakking zijn (zie afbeelding B):
·
Alcoholdoekje
- Wattenbolletje of gaasje
- Naaldencontainer
Afbeelding B: artikelen die niet worden meegeleverd
Zie
'4. Gebruikte spuiten wegwerpen' aan het eind van deze gebruiksinstructies.
Voor het injecteren
Afbeelding C: de naaldhuls is niet geactiveerd de Afbeelding D: de naaldhuls is geactiveerd - de
spuit is klaar voor gebruik
spuit niet gebruiken
o
In deze configuratie is de naaldhuls
o
In deze configuratie is de
NIET GEACTIVEERD.
naaldhuls
GEACTIVEERD.
o
De spuit is klaar voor gebruik (zie
o
De spuit
NIET GEBRUIKEN
afbeelding C).
(zie afbeelding D).
De spuit voorbereiden
·
Om de injectie wat comfortabeler te maken, neemt u de blisterverpakking met de spuit uit de
koelkast en laat u deze ongeopend ongeveer 15 tot 30 minuten op uw werkoppervlak liggen
totdat de verpakking op kamertemperatuur is.
- Neem de spuit uit de blisterverpakking.
- Kijk door het venster. De oplossing moet kleurloos of lichtgeel en helder tot licht opalescent
zijn. Gebruik de pen niet als u ziet dat de oplossing deeltjes bevat en/of verkleurd is. Neem
contact op met de apotheker als u zich zorgen maakt over hoe de oplossing eruitziet.
- Gebruik de spuit niet als deze is gebroken of als de naaldhuls is geactiveerd. Breng de spuit met
de verpakking terug naar de apotheek.
- Controleer de uiterste gebruiksdatum (EXP) op uw spuit. Gebruik de spuit niet als deze uiterste
gebruiksdatum is verstreken.
Neem contact op met de apotheker als de spuit niet voldoet aan een van de bovenvermelde
punten.
1.
De injectieplaats kiezen:
- De aanbevolen injectieplaats is de voorkant van de dijen. U
kunt ook kiezen voor de onderbuik, maar niet in het gebied
binnen 5 cm rond uw navel (zie afbeelding E).
- Verander elke keer dat u uzelf injecteert van injectieplaats.
- Injecteer niet op plaatsen waar de huid pijnlijk, gekneusd,
rood, schilferig of hard is. Vermijd ook plaatsen met
littekens of striae. Als u psoriasis heeft, moet u NIET
injecteren op plaatsen met psoriasisplekken.
Afbeelding E: kies uw injectieplaats
2.
De injectieplaats reinigen:
- Was uw handen grondig met water en zeep.
- Desinfecteer in een draaiende beweging de injectieplaats
met een alcoholdoekje. Laat de plaats drogen voordat u
injecteert (zie afbeelding F).
- Raak de gereinigde plaats niet aan voordat u injecteert.
Afbeelding F: reinig de injectieplaats
3.
De injectie toedienen:
- Trek de beschermdop voorzichtig recht uit de spuit (zie
afbeelding G).
- Gooi de beschermdop weg.
- U kunt een kleine druppel vloeistof opmerken aan het
uiteinde van de naald. Dat is normaal.
Afbeelding G: trek de beschermdop
uit
- Pak de huid op de injectieplaats voorzichtig vast tussen
duim en wijsvinger (zie afbeelding H).
- Steek de naald in de huid zoals afgebeeld.
- Steek de naald helemaal in de huid zodat de hele dosis kan
worden toegediend.
Afbeelding H: steek de naald in de
huid
- Houd de spuit vast zoals afgebeeld (zie afbeelding I).
- Druk de zuiger langzaam volledig in, totdat het uiteinde
van de zuiger zich tussen de vleugels van de naaldhuls
bevindt.
- Houd de zuiger volledig ingedrukt terwijl u de spuit
gedurende 5 seconden op zijn plaats houdt.
Afbeelding I: houd de spuit vast
-
Houd de zuiger volledig ingedrukt terwijl u de naald
voorzichtig uit de injectieplaats trekt en de huid loslaat
(zie afbeelding J).
Afbeelding J: trek de naald recht eruit
- Laat de zuiger langzaam los totdat de naaldhoes
automatisch de naald bedekt (zie afbeelding K).
- Er kan wat bloed op de injectieplaats verschijnen. Druk
een wattenbolletje of gaasje tegen de injectieplaats en
houd 10 seconden vast. Wrijf niet over de injectieplaats. U
kunt de injectieplaats indien nodig afdekken met een
pleister.
Afbeelding K: laat de zuiger
langzaam los
4.
Gebruikte spuiten wegwerpen:
- Werp de gebruikte spuit weg in een naaldencontainer
(afsluitbare container waar naalden niet doorheen kunnen
prikken). Voor uw eigen veiligheid en gezondheid en die
van anderen mogen naalden en gebruikte spuiten niet
worden hergebruikt.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en
gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts of apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer
gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier
afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften.
Heeft u nog andere vragen? Neem dan contact op met een arts, apotheker of verpleegkundige
die bekend is met Hefiya.
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen
adalimumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Uw arts zal u ook een Hefiya patiëntenkaart geven, deze bevat belangrijke veiligheidsinformatie
waar u zich bewust van moet zijn voordat u Hefiya krijgt en tijdens de therapie met Hefiya.
Houd deze patiëntenkaart bij u tijdens de therapie en tot 4 maanden nadat u (of uw kind) de
laatste Hefiya-injectie heeft gehad.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
7.
Instructies voor gebruik
1.
Wat is Hefiya en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Hefiya bevat de werkzame stof adalimumab, een geneesmiddel dat inwerkt op het immuunsysteem
(afweersysteem) van uw lichaam.
Hefiya is bedoeld voor het behandelen van de onderstaand genoemde ontstekingsziekten:
·
Reumatoïde artritis
- Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
- Enthesitis-gerelateerde artritis
- Spondylitis ankylopoetica
- Axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis ankylopoetica
- Artritis psoriatica
- Psoriasis
- Hidradenitis suppurativa
- Ziekte van Crohn
- Colitis ulcerosa
- Niet-infectieuze uveïtis
De werkzame stof in Hefiya, adalimumab, is een humaan monoklonaal antilichaam. Monoklonale
antilichamen zijn eiwitten die zich binden aan een specifiek doeleiwit.
Het doeleiwit van adalimumab is een eiwit genaamd tumor necrose factor (TNF-), dat een rol speelt
bij het immuunsysteem (afweersysteem) en dat in verhoogde mate aanwezig is bij de bovenstaand
Reumatoïde artritis
Reumatoïde artritis is een ontstekingsziekte van de gewrichten.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van reumatoïde artritis bij volwassenen. Wanneer u matig
tot ernstige reumatoïde artritis heeft, zult u waarschijnlijk eerst andere antireumatische
geneesmiddelen hebben ontvangen, zoals bijvoorbeeld methotrexaat. Als deze geneesmiddelen niet
voldoende werken, krijgt u Hefiya om uw reumatoïde artritis te behandelen.
Hefiya kan ook worden voorgeschreven voor de behandeling van ernstige, actieve en progressieve
reumatoïde artritis zonder voorgaande methotrexaatbehandeling.
Hefiya kan de door ziekte veroorzaakte schade aan het kraakbeen en bot van de gewrichten vertragen
en het lichamelijk functioneren verbeteren.
Hefiya wordt over het algemeen samen met methotrexaat gebruikt. Als uw arts besluit dat
methotrexaat niet passend is, kan Hefiya alleen worden voorgeschreven.
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis en enthesitis-gerelateerde artritis zijn ontstekingsziekten
van de gewrichten die zich meestal openbaren in de kinderjaren.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van polyarticulaire juveniele idiopathische artritis bij
kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot en met 17 jaar en enthesitis-gerelateerde artritis bij
kinderen en jongeren in de leeftijd van 6 tot en met 17 jaar. Het is mogelijk dat u eerst andere
antireumatische geneesmiddelen krijgt, zoals methotrexaat. Als deze geneesmiddelen niet voldoende
werken, krijgen patiënten Hefiya om de polyarticulaire juveniele idiopathische artritis of enthesitis-
gerelateerde artritis te behandelen.
Spondylitis ankylopoetica en axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis
ankylopoetica
Spondylitis ankylopoetica en axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis
ankylopoetica zijn ontstekingsziekten van de wervelkolom.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van deze aandoeningen bij volwassenen. Als u spondylitis
ankylopoetica of axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis ankylopoetica
heeft, zult u eerst met andere geneesmiddelen zijn behandeld. Als deze geneesmiddelen niet voldoende
werken, krijgt u Hefiya om de verschijnselen en symptomen van uw ziekte te verminderen.
Plaque psoriasis bij volwassenen en kinderen
Plaque psoriasis is een ontstekingsziekte van de huid die rode, schilferige, korstige plekken op de huid
veroorzaakt, die bedekt zijn met zilverachtige schubben. Plaque psoriasis kan ook een effect hebben
op de nagels, waardoor deze afbrokkelen, dik worden en van het nagelbed loskomen, wat pijnlijk kan
zijn. Psoriasis wordt verondersteld te worden veroorzaakt door een probleem met het immuunsysteem
wat leidt tot een verhoogde productie van huidcellen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van matige tot ernstige psoriasis bij volwassenen. Hefiya
wordt ook gebruikt om ernstige plaque psoriasis te behandelen bij kinderen en jongeren in de leeftijd
van 4 tot en met 17 jaar bij wie geneesmiddelen aangebracht op de huid en behandeling met ultraviolet
licht niet goed werkten of die hier niet voor in aanmerking kwamen.
Artritis psoriatica is een ontstekingsziekte van de gewrichten geassocieerd met psoriasis.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van artritis psoriatica bij volwassenen. Hefiya kan de door
de aandoening veroorzaakte schade aan kraakbeen en botten van de gewrichten vertragen en het
lichamelijk functioneren verbeteren.
Hidradenitis suppurativa bij volwassenen en jongeren
Hidradenitis suppurativa (ook wel acne inversa genoemd) is een chronische, vaak pijnlijke
huidaandoening met ontstekingen. De symptomen kunnen bestaan uit pijnlijke zwellingen (abcessen)
waar pus uit kan komen.
Er zijn bepaalde gebieden van de huid die het vaakst aangetast worden, zoals onder de borsten, de
oksels, de binnenkant van de dijen, de liezen en de billen. Op de aangedane gebieden kunnen littekens
ontstaan.
Hefiya wordt gebruikt om hidradenitis suppurativa te behandelen bij volwassenen en jongeren
vanaf 12 jaar. Hefiya kan het aantal zwellingen (abcessen) verminderen en ook de pijn die vaak met de
aandoening gepaard gaat. Het is mogelijk dat u eerst andere geneesmiddelen krijgt. Als deze
geneesmiddelen niet voldoende werken, krijgt u Hefiya.
De ziekte van Crohn bij volwassenen en kinderen
De ziekte van Crohn is een ontstekingsziekte van de darmen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van de ziekte van Crohn bij volwassenen en bij kinderen
van 6 tot en met 17 jaar. Als u de ziekte van Crohn heeft, krijgt u eerst andere geneesmiddelen. Als u
niet goed genoeg reageert op die geneesmiddelen, krijgt u Hefiya om de klachten en symptomen van
uw ziekte van Crohn te verminderen.
Colitis ulcerosa bij volwassenen en kinderen
Colitis ulcerosa is een ontstekingsziekte van de dikke darm.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van matige tot ernstige colitis ulcerosa bij volwassenen en
kinderen van 6 tot en met 17 jaar. Als u colitis ulcerosa heeft, krijgt u mogelijk eerst andere
geneesmiddelen. Als deze geneesmiddelen niet voldoende werken, krijgt u Hefiya om de symptomen
van uw ziekte te verminderen.
Niet-infectieuze uveïtis bij volwassenen en kinderen
Niet-infectieuze uveïtis is een ontstekingsziekte die effect heeft op bepaalde delen van het oog. Deze
ontsteking leidt tot een afname van het gezichtsvermogen en/of de aanwezigheid van vlekjes in het
oog (zwarte puntjes of slierten die bewegen in het gezichtsveld, ook wel `mouches volantes'
genoemd). Hefiya werkt om deze ontsteking te verminderen.
Hefiya wordt gebruikt voor het behandelen van
·
Volwassenen met niet-infectieuze uveïtis die een ontsteking hebben die de achterkant van het
oog treft.
- Kinderen vanaf 2 jaar met chronische niet-infectieuze uveïtis die een ontsteking hebben die de
voorkant van het oog treft.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6;
- U heeft een ernstige infectie, zoals actieve tuberculose, sepsis (bloedvergiftiging) of andere
opportunistische infectie (niet-gebruikelijke infectie door een verzwakt immuunsysteem). Het is
belangrijk dat u uw arts symptomen van een infectie vertelt, zoals koorts, wondjes, moeheid,
gebitsproblemen (zie ook 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
- U lijdt aan matig tot ernstig hartfalen. Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte brengt als u
een ernstige hartaandoening heeft of heeft gehad (zie ook 'Wanneer moet u extra voorzichtig
zijn met dit middel?').
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker, voordat u dit middel gebruikt.
Allergische reactie
- Als u allergische reacties met symptomen als benauwdheid, piepende ademhaling, duizeligheid,
zwelling of uitslag krijgt, injecteer dan geen Hefiya meer, maar neem direct contact op met uw
arts aangezien, in zeldzame gevallen, deze reacties levensbedreigend kunnen zijn.
Infectie
- Als u een infectie heeft, zoals een langdurige of lokale infectie (bijvoorbeeld een open been),
neem dan altijd contact op met uw arts voor u start met het gebruik van Hefiya. Neem bij twijfel
contact op met uw arts.
- Door het gebruik van Hefiya kunt u makkelijker infecties oplopen. Dit risico kan groter zijn
wanneer uw longfunctie verminderd is. Deze infecties kunnen ernstig zijn. Voorbeelden van
dergelijke infecties zijn tuberculose, infecties veroorzaakt door virussen, schimmels, parasieten,
bacteriën of andere infectieuze organismen, en sepsis (bloedvergiftiging). In zeldzame gevallen
kunnen deze infecties leiden tot de dood. Het is daarom belangrijk om uw arts symptomen als
koorts, wondjes, moeheid en gebitsproblemen door te geven. Mogelijk zal uw arts tijdelijke
stopzetting van de behandeling met Hefiya aanbevelen.
Tuberculose
- Aangezien er gevallen van tuberculose zijn gemeld bij behandeling met adalimumab, zal uw arts
u onderzoeken op symptomen van tuberculose voordat u wordt behandeld met Hefiya. Dit zal
een grondige medische evaluatie omvatten, waarbij uw medische geschiedenis zal worden
doorgenomen en gepaste screening tests zullen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld een
röntgenfoto van uw thorax (borst) zal worden gemaakt en een tuberculinetest zal worden
uitgevoerd). De wijze waarop deze tests zijn uitgevoerd en resultaten moeten op uw Hefiya
patiëntenkaart worden aangegeven. Het is heel belangrijk dat u uw arts vertelt of u ooit
tuberculose heeft gehad, of wanneer u in nauw contact bent gekomen met iemand die
tuberculose had. Het kan zijn dat tuberculose zich ontwikkelt tijdens de behandeling met
Hefiya, zelfs wanneer u preventief bent behandeld tegen tuberculose. Wanneer u tijdens of na
deze therapie symptomen ontwikkelt van tuberculose (hoesten dat maar niet overgaat,
gewichtsverlies, lusteloosheid, lichte koorts), of een andere infectie zich openbaart, waarschuw
dan meteen uw arts.
- Informeer uw arts als u in gebieden heeft gewoond of gereisd waar schimmelinfecties zoals
histoplasmose, coccidioïdomycose of blastomycose vaak voorkomen.
- Informeer uw arts als u infecties heeft gehad die steeds terugkomen, of andere aandoeningen die
het risico op infecties zouden kunnen verhogen.
Hepatitis-B-virus
- Informeer uw arts als u drager bent van het hepatitis B-virus (HBV), als u een actieve
HBV-infectie heeft of als u denkt dat u risico loopt op HBV. Uw arts moet u testen op HBV.
Adalimumab kan reactivering van de HBV-infectie veroorzaken bij mensen die drager zijn van
dit virus. In sommige zeldzame gevallen, vooral als u andere geneesmiddelen gebruikt die het
immuunsysteem onderdrukken, kan reactivering van de HBV-infectie levensbedreigend zijn.
Ouder dan 65 jaar
- Als u ouder dan 65 jaar bent, kunt u vatbaarder zijn voor infecties terwijl u Hefiya gebruikt. U
en uw arts moeten extra letten op verschijnselen van een infectie terwijl u met Hefiya behandeld
wordt. Het is belangrijk om uw arts in te lichten als u verschijnselen van een infectie krijgt zoals
koorts, wondjes, moeheid of gebitsproblemen.
Chirurgische of tandheelkundige verrichtingen
- Als u chirurgische of tandheelkundige ingrepen moet ondergaan, geef dan bij uw arts aan dat u
Hefiya gebruikt. Mogelijk zal uw arts tijdelijke stopzetting van de behandeling met Hefiya
aanbevelen.
Demyeliniserende aandoening
- Als u een demyeliniserende aandoening (een aandoening die de isolerende laag rond de
zenuwen aantast, zoals multipele sclerose) heeft of ontwikkelt zal uw arts beslissen of u Hefiya
kunt gebruiken of kunt blijven gebruiken. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u
symptomen krijgt zoals veranderingen in gezichtsvermogen, zwakte in armen of benen of
gevoelloosheid of tinteling in een deel van het lichaam.
Vaccin
- Bepaalde vaccins bevatten levende maar verzwakte vormen van ziekteverwekkende bacteriën of
virussen, en deze mogen niet gegeven worden tijdens de Hefiya-therapie omdat ze een infectie
kunnen veroorzaken. Vraag uw arts om advies, voordat u een vaccinatie krijgt. Het wordt
aanbevolen dat kinderen indien mogelijk alle vaccinaties krijgen die ze volgens de geldende
richtlijnen met betrekking tot vaccinaties zouden moeten krijgen, voordat gestart wordt met de
Hefiya-behandeling. Wanneer u met Hefiya werd behandeld tijdens uw zwangerschap, kan uw
kind tot ongeveer vijf maanden na de laatste dosis die u tijdens uw zwangerschap toegediend
heeft gekregen een verhoogd risico hebben om een dergelijke infectie te krijgen. Het is
belangrijk dat u de artsen van uw kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt wanneer u
tijdens uw zwangerschap Hefiya heeft gebruikt, zodat zij kunnen beslissen wanneer uw kind een
vaccin zou moeten krijgen.
- Het is belangrijk dat u uw arts op de hoogte stelt als u een ernstige hartaandoening heeft of heeft
gehad. Als u lijdt aan licht hartfalen en u wordt behandeld met Hefiya dan moet het verloop van
uw hartfalen goed gecontroleerd worden door uw arts. Als er nieuwe symptomen van hartfalen
ontstaan of als bestaande symptomen verergeren (zoals kortademigheid of gezwollen voeten)
moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts.
Koorts, blauwe plekken, bloeding of bleek zien
- Bij sommige patiënten kan het gebeuren dat het lichaam onvoldoende bloedcellen aanmaakt die
het lichaam helpen om infecties te bestrijden of helpen om een bloeding snel tot staan te
brengen. Als u merkt dat u koorts heeft die niet overgaat, of snel blauwe plekken krijgt of zeer
gemakkelijk bloedt en erg bleek ziet, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Uw arts
kan besluiten de therapie te stoppen.
Kanker
- Er is een aantal zeldzame gevallen geweest van bepaalde soorten kanker bij kinderen en
volwassenen die adalimumab of andere TNF--blokkers gebruikten. Mensen met een ernstige
vorm van reumatoïde artritis die de ziekte al langere tijd hebben zouden een hoger dan
gemiddeld risico kunnen lopen om een lymfoom en leukemie (kankers van bloedcellen en
beenmerg) te krijgen. Als u Hefiya gebruikt, kan het risico op het krijgen van een lymfoom,
leukemie of een andere vorm van kanker toenemen. In zeldzame gevallen is een ernstig type
lymfoom opgetreden bij patiënten die adalimumab gebruikten. Sommige van deze patiënten
werden ook behandeld met de geneesmiddelen azathioprine of 6-mercaptopurine. Informeer uw
arts wanneer u azathioprine of 6-mercaptopurine met Hefiya gebruikt.
- Gevallen van niet-melanoom huidkanker kunnen voorkomen bij patiënten die adalimumab
gebruiken. Als nieuwe huidafwijkingen verschijnen tijdens of na de behandeling of als
bestaande plekken of beschadigde delen van de huid van uiterlijk veranderen, vertel dit dan aan
uw arts.
- Er zijn gevallen van kanker, anders dan lymfoom, geweest bij patiënten met een specifiek soort
longziekte, Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) die behandeld worden met een
andere TNF--blokker. Als u lijdt aan COPD, of als u veel rookt, dan moet u met uw arts
bespreken of behandeling met een TNF--blokker voor u geschikt is.
Auto-immuunziekten
- In zeldzame gevallen, kan Hefiya-behandeling leiden tot een lupus-achtig syndroom. Neem
contact op met uw arts als zich symptomen voordoen zoals aanhoudende onverklaarbare
huiduitslag, koorts, gewrichtspijn of vermoeidheid.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
- Geef geen Hefiya aan kinderen onder de 2 jaar met polyarticulaire juveniele idiopathische
artritis.
- Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 4 jaar met juveniele plaque psoriasis of juveniele
ulceratieve colitis.
- Geef Hefiya niet aan kinderen onder de 6 jaar met juveniele ziekte van Crohn.
- Gebruik niet de voorgevulde spuit van 40 mg als andere doses dan 40 mg worden aanbevolen.
Gebruikt u naast Hefiya nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan aan uw arts of
apotheker.
Hefiya kan in combinatie met methotrexaat of bepaalde antireumatische middelen (zoals sulfasalazine,
hydroxychloroquine, leflunomide en injecteerbare goudpreparaten) gebruikt worden, of in combinatie
met corticosteroïden of pijnstillers, inclusief niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID's).
Gebruik Hefiya niet samen met geneesmiddelen die de werkzame stoffen anakinra of abatacept
bevatten in verband met een verhoogd risico op ernstige infectie. De combinatie van adalimumab en
andere TNF-antagonisten en anakinra of abatacept wordt niet aanbevolen vanwege het mogelijk
verhoogde risico op infecties, waaronder ernstige infecties en andere mogelijke farmacologische
interacties. Neem bij vragen contact op met uw arts.
Zwangerschap en borstvoeding
- U dient het gebruik van een goed voorbehoedsmiddel te overwegen om zwangerschap te
voorkomen en het gebruik ervan voort te zetten tot minimaal 5 maanden na de laatste Hefiya-
behandeling.
- Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met
uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
- Hefiya mag alleen tijdens de zwangerschap worden gebruikt als dat noodzakelijk is.
- Volgens een studie bij zwangere vrouwen was er geen hoger risico op geboorteafwijkingen bij
moeders die tijdens de zwangerschap adalimumab hadden gebruikt in vergelijking met moeders
met dezelfde ziekte die geen adalimumab hadden gebruikt.
- Hefiya kan tijdens borstvoeding worden gebruikt.
- Wanneer u tijdens uw zwangerschap Hefiya gebruikt, kan uw kind een verhoogd risico hebben
om een infectie te krijgen.
- Het is belangrijk dat u de artsen van uw kind en ander medisch personeel op de hoogte stelt van
uw gebruik van Hefiya tijdens uw zwangerschap voordat uw baby een vaccin krijgt toegediend.
Voor meer informatie over vaccinaties, zie de rubriek 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn
met dit middel?'.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Hefiya kan een gering effect hebben op uw rijvaardigheid en uw vermogen om te fietsen of machines
te bedienen. Het gevoel dat de kamer draait (vertigo) en stoornissen met het gezichtsvermogen kunnen
optreden na gebruik van Hefiya.
Hefiya bevat natrium
Dit product bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis van 0,8 ml, d.w.z. dat het in wezen
`natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hefiya is verkrijgbaar als 40 mg oplossing in een voorgevulde pen en als 20 mg en 40 mg oplossing in
een voorgevulde spuit waarmee patiënten zich een volledige dosis van 20 mg of 40 mg kunnen
toedienen.
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
40 mg eenmaal per twee
Bij reumatoïde artritis wordt
weken als een enkele dosis
de behandeling met
methotrexaat voorgezet
terwijl Hefiya wordt gebruikt.
Als uw arts vaststelt dat
methotrexaat ongeschikt is,
kan Hefiya alleen worden
toegediend.
Als u reumatoïde artritis heeft
en niet wordt behandeld met
methotrexaat tijdens uw
behandeling met Hefiya, kan
uw arts besluiten om u 40 mg
Hefiya per week of 80 mg
eenmaal per twee weken te
geven.
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen, jongeren en
40 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
volwassenen vanaf 2 jaar die
weken
ten minste 30 kg wegen
Kinderen en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
2 jaar die ten minste 10 kg,
weken
maar minder dan 30 kg wegen
Enthesitisgerelateerde artritis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen, jongeren en
40 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
volwassenen vanaf 6 jaar die
weken
ten minste 30 kg wegen
Kinderen en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
Niet van toepassing
6 jaar die ten minste 15 kg,
weken
maar minder dan 30 kg wegen
Psoriasis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
Startdosis van 80 mg (als
Blijf net zo lang doorgaan met
twee injecties van 40 mg op
Hefiya injecteren als uw arts u
één dag), gevolgd door 40 mg
heeft verteld. Als deze dosis
eenmaal per twee weken
niet voldoende werkt, kan uw
vanaf een week na de
arts de dosis verhogen tot
startdosis.
40 mg per week of 80 mg
eenmaal per twee weken.
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 4
Startdosis van 40 mg, gevolgd
Niet van toepassing
tot 17 jaar die ten minste
door 40 mg een week later.
30 kg wegen
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Kinderen en jongeren vanaf 4
Startdosis van 20 mg, gevolgd
Niet van toepassing
tot 17 jaar die ten minste
door 20 mg een week later.
15 kg, maar minder dan 30 kg
wegen
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Hidradenitis suppurativa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
Startdosis van 160 mg (als
Het is aan te raden om de
vier injecties van 40 mg op
aangedane plaatsen dagelijks
één dag of twee injecties van
te wassen met een
40 mg per dag op twee
desinfecterende zeep.
opeenvolgende dagen),
gevolgd door 80 mg (als twee
injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Na nog twee weken gaat u
door met een dosis van 40 mg
per week of 80 mg eenmaal
per twee weken, volgens
voorschrift van uw arts.
Jongeren vanaf 12 tot 17 jaar
Startdosis van 80 mg (als
Als deze dosis niet voldoende
die ten minste 30 kg wegen
twee injecties van 40 mg op
werkt, kan de arts van uw
één dag), gevolgd door 40 mg
kind de dosis verhogen naar
eenmaal per twee weken
40 mg per week of 80 mg
vanaf de daaropvolgende
eenmaal per twee weken.
week.
Het is aan te raden om de
aangedane plaatsen dagelijks
te wassen met een
desinfecterende zeep.
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
Startdosis van 80 mg (als
Als deze dosis niet voldoende
twee injecties van 40 mg op
werkt, kan uw arts de
één dag), gevolgd door 40 mg
dosering verhogen naar 40 mg
eenmaal per twee weken
per week of 80 mg eenmaal
vanaf twee weken na de
per twee weken.
startdosis.
Als een snellere respons
nodig is, kan uw arts een
startdosis voorschrijven van
160 mg (als vier injecties van
40 mg op één dag of twee
injecties van 40 mg per dag
op twee opeenvolgende
dagen), gevolgd door 80 mg
(als twee injecties van 40 mg
op één dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Juveniele ziekte van Crohn
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 6
Startdosis van 80 mg (als twee
Als deze dosis niet voldoende
tot 17 jaar die ten minste 40 kg
injecties van 40 mg op één
werkt, kan de arts van uw kind
wegen
dag), gevolgd door 40 mg
de dosering verhogen naar
eenmaal per twee weken vanaf
40 mg per week of 80 mg
twee weken na de startdosis.
eenmaal per twee weken.
Als een snellere respons nodig
is, kan uw arts een startdosis
voorschrijven van 160 mg (als
vier injecties van 40 mg op één
dag of twee injecties van
40 mg per dag op twee
opeenvolgende dagen),
gevolgd door 80 mg (als twee
injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 6
Startdosis van 40 mg, gevolgd
Als deze dosis niet voldoende
tot 17 jaar minder dan 40 kg
door 20 mg eenmaal per twee
werkt, kan de arts van uw kind
wegen
weken vanaf twee weken na de
de dosering verhogen naar
startdosis.
20 mg per week.
Als een snellere respons nodig
is, kan uw arts een startdosis
voorschrijven van 80 mg (als
twee injecties van 40 mg op
één dag), gevolgd door 40 mg
twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 20 mg eenmaal per twee
weken.
Colitis ulcerosa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
Startdosis van 160 mg (als
Als deze dosis niet voldoende
vier injecties van 40 mg op
werkt, kan de arts van uw
één dag of twee injecties van
kind de dosering verhogen
40 mg per dag op twee
naar 40 mg per week of
opeenvolgende dagen),
80 mg eenmaal per twee
gevolgd door 80 mg (als twee
weken.
injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Juveniele colitis ulcerosa
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 6
Startdosis van 160 mg (als vier
Patiënten die 18 worden terwijl
jaar die 40 kg of meer wegen
injecties van 40 mg op één dag
ze eenmaal per twee weken
of twee injecties van 40 mg per
80 mg krijgen, moeten hun
dag op twee opeenvolgende
voorgeschreven dosering
dagen), gevolgd door 80 mg (als voortzetten
twee injecties van 40 mg op één
dag) twee weken later.
Daarna is de gebruikelijke dosis
80 mg eenmaal per twee weken.
(als twee injecties van 40 mg op
één dag)
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Kinderen en jongeren vanaf 6
Startdosis van 80 mg (als twee
Patiënten die 18 worden terwijl
jaar die minder dan 40 kg
injecties van 40 mg op één dag) ze eenmaal per twee weken
wegen
gevolgd door 40 mg (als één
40 mg krijgen, moeten hun
injectie van 40 mg) twee weken voorgeschreven dosering
later. Daarna is de gebruikelijke voortzetten.
dosis 40 mg eenmaal per twee
weken.
Niet-infectieuze uveïtis
Leeftijd en lichaamsgewicht
Hoe veel en hoe vaak
Opmerkingen
toedienen?
Volwassenen
Startdosis van 80 mg (als
Bij niet-infectieuze uveïtis
twee injecties van 40 mg),
kunt u doorgaan met
gevolgd door 40 mg eenmaal
corticosteroïden of andere
per twee weken vanaf een
geneesmiddelen die het
week na de startdosis.
immuunsysteem beïnvloeden
terwijl u Hefiya gebruikt. U
kunt ook alleen Hefiya
gebruiken.
Blijf net zo lang doorgaan met
Hefiya injecteren als uw arts u
heeft verteld.
Kinderen en jongeren vanaf
40 mg eenmaal per twee
De arts van uw kind kan ook
2 jaar die ten minste 30 kg
weken met methotrexaat
een eerste dosis voorschrijven
wegen
van 80 mg die wordt
toegediend een week vóór de
start met de gebruikelijke
dosis.
Kinderen en jongeren vanaf
20 mg eenmaal per twee
De arts van uw kind kan ook
2 jaar die minder dan 30 kg
weken met methotrexaat
een eerste dosis voorschrijven
wegen
van 40 mg die wordt
toegediend een week vóór de
start met de gebruikelijke
dosis.
Hoe en waar dient u Hefiya toe?
Hefiya wordt toegediend via een injectie onder de huid (door subcutane injectie).
Volledige instructies voor het injecteren van Hefiya vindt u in rubriek 7,
'Instructies voor gebruik'.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Wanneer u Hefiya per ongeluk vaker heeft geïnjecteerd dan zou moeten, neem dan meteen contact op
met uw arts of apotheker en vertel hem of haar dat u te veel heeft gebruikt. Houd altijd het
verpakkingsdoosje bij de hand, ook al is deze leeg.
Wanneer u uzelf bent vergeten te injecteren, zult u de eerstvolgende injectie Hefiya moeten nemen
zodra u het zich weer herinnert. De volgende injectie zult u moeten nemen op de dag dat u volgens uw
originele schema ook uw volgende injectie had moeten nemen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
De beslissing om te stoppen met het gebruik van Hefiya moet worden besproken met uw arts. Uw
symptomen kunnen na het stoppen van de behandeling terugkeren.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De meeste bijwerkingen zijn mild tot gematigd. Sommige bijwerkingen kunnen
echter ernstig zijn en behandeling vereisen. Bijwerkingen kunnen nog 4 maanden of langer na de
laatste Hefiya-injectie optreden.
Roep meteen medische hulp in als u een van de volgende tekenen van allergische reactie of hartfalen
bemerkt:
·
ernstige uitslag, netelroos of andere tekenen van een allergische reactie;
- opgezwollen gezicht, handen of voeten;
- ademhalingsproblemen en problemen bij het slikken;
- kortademigheid bij inspanning of na het gaan liggen, of het opzwellen van de voeten;
Informeer uw arts zo snel mogelijk wanneer u één van de volgende verschijnselen vertoont:
·
tekenen en symptomen van infectie zoals koorts, zich ziek voelen, wondjes, gebitsproblemen,
brandend gevoel bij urineren, verzwakt of moe voelen, of hoesten;
- symptomen van zenuwproblemen, zoals tintelingen;
- gevoelloosheid;
- dubbel zien;
- verzwakte armen of benen;
- tekenen van huidkanker, zoals een bult of open zweer die niet geneest;
- tekenen en symptomen die zouden kunnen wijzen op een afwijkend bloedbeeld zoals
aanhoudende koorts, blauwe plekken, bloedingen en bleekheid.
De volgende bijwerkingen zijn bij gebruik van adalimumab waargenomen:
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
- reacties op de injectieplaats (waaronder pijn, zwelling, roodheid of jeuk);
- infecties van de ademhalingswegen (waaronder verkoudheid, loopneus, ontsteking van de
neusbijholten, longontsteking);
- hoofdpijn;
- buikpijn;
- misselijkheid en braken;
- huiduitslag;
- spierpijn.
- ernstige infecties (waaronder bloedvergiftiging en influenza);
- darm infecties (waaronder gastro-enteritis);
- huidinfecties (waaronder cellulitis en gordelroos);
- oorontstekingen;
- mondinfecties (waaronder gebitsinfecties en koortslip);
- genitale infecties;
- urineweginfectie;
- schimmelinfecties;
- gewrichtsinfecties;
- goedaardige gezwellen;
- huidkanker;
- allergische reacties (waaronder hooikoorts);
- uitdroging;
- stemmingswisselingen (waaronder depressie);
- angst;
- moeite hebben met slapen;
- gevoelsstoornissen zoals tintelingen, prikkelingen of verdoofdheid;
- migraine;
- symptomen van zenuwwortelcompressie (waaronder lage rugpijn en pijn in de benen);
- gezichtsstoornissen;
- oogontsteking;
- ontsteking van het ooglid en zwelling van het oog;
- draaiduizeligheid (vertigo);
- gevoel van snelle hartslag;
- hoge bloeddruk;
- blozen;
- bloeduitstorting (een ophoping van gestold bloed);
- hoesten;
- astma;
- kortademigheid;
- maagdarmbloeding;
- dyspepsie (spijsverteringsmoeilijkheden, opgeblazen gevoel, brandend maagzuur);
- oprispingen;
- siccasyndroom (waaronder droge ogen en droge mond);
- jeuk;
- jeukende huiduitslag;
- blauwe plekken;
- ontsteking van de huid (zoals eczeem);
- breken van vingernagels en teennagels;
- overmatig zweten;
- haaruitval;
- opnieuw voorkomen of verslechteren van psoriasis;
- spierspasmen;
- bloed in de urine;
- nierfunctiestoornissen;
- pijn op de borst;
- oedeem (ophoping van vocht in het lichaam waardoor het aangedane weefsel zwelt);
- koorts;
- vermindering van het aantal bloedplaatjes wat het risico op bloedingen of blauwe plekken
vergroot;
- vertraagd herstel.
- niet-gebruikelijke infecties (waaronder tuberculose en andere infecties) die voorkomen wanneer
de weerstand tegen ziekte verlaagd is;
- infecties van het zenuwstelsel (waaronder virale meningitis);
- ooginfecties;
- bacteriële infecties;
- diverticulitis (ontsteking en infectie van de dikke darm);
- kanker, waaronder kanker van het lymfesysteem (lymfoom) en melanoom (type huidkanker);
- aandoeningen aan het afweersysteem die de longen, huid en lymfeklieren aan kunnen tasten
(meestal uit zich dit als een aandoening die sarcoïdose wordt genoemd);
- vasculitis (ontsteking van een bloedvat);
- trillen;
- neuropathie (zenuwaandoening);
- beroerte;
- gehoorverlies, oorsuizen;
- gevoel van onregelmatige hartslag zoals het overslaan van een hartslag;
- hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken;
- hartaanval;
- een uitstulping in de wand van een belangrijke slagader, ontsteking en dichtslibben van een
ader, blokkade van een bloedvat;
- longziekten die kortademigheid veroorzaken (waaronder ontsteking);
- longembolie (afsluiting van een longslagader);
- pleurale effusie (abnormale vochtophoping tussen de borstvliezen);
- ontsteking van de alvleesklier wat een hevige pijn in de buik en rug veroorzaakt;
- moeilijkheden met slikken;
- gezichtsoedeem (zwelling);
- galblaasontsteking, galstenen;
- leververvetting (ophoping van vetten in levercellen);
- nachtzweten;
- litteken;
- abnormale afbraak van spieren;
- systemische lupus erythematodes (een immuunziekte met ontstekingen van huid, hart, longen,
gewrichten en andere orgaansystemen);
- onderbrekingen van de slaap;
- impotentie;
- ontstekingen.
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
- leukemie (kanker die het bloed en beenmerg aantast);
- ernstige allergische reactie met shock;
- multipele sclerose;
- zenuwstoornissen (zoals oogzenuwontsteking en het Guillain-Barré-syndroom, een aandoening
die spierzwakte, abnormaal gevoel, tintelingen in de armen en het bovenlichaam kan
veroorzaken);
- hartstilstand;
- longfibrose (vorming van littekenweefsel in de long);
- darmperforatie (gat in de darmwand);
- hepatitis (leverontsteking);
- reactivatie van hepatitis B-infectie;
- auto-immuun hepatitis (ontsteking van de lever die wordt veroorzaakt door het eigen
immuunsysteem van het lichaam);
- cutane vasculitis (ontsteking van bloedvaten in de huid);
Stevens-Johnson-syndroom (levensbedreigende reactie met griepachtige symptomen en uitslag
met blaarvorming);
- gezichtsoedeem (zwelling) in verband gebracht met allergische reacties;
- erythema multiforme (ontstoken huiduitslag);
- lupus-achtig syndroom;
- angio-oedeem (plaatselijke zwelling van de huid);
- lichenoïde huidreactie (jeukende, rood-paarse huiduitslag).
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
- hepatosplenisch T-cellymfoom (een zeldzame kanker in het bloed die vaak dodelijk is);
- Merkelcelcarcinoom (een type huidkanker);
- Kaposi-sarcoom, een zeldzame vorm van kanker die verband houdt met infectie met humaan
herpesvirus 8. Kaposi-sarcoom is meestal zichtbaar in de vorm van paarse huidschade;
- leverfalen;
- verergering van een aandoening genaamd dermatomyositis (zich uitend als huiduitslag samen
met spierzwakte);
- gewichtstoename (bij de meeste patiënten was sprake van een kleine gewichtstoename).
Sommige bijwerkingen die waargenomen werden met adalimumab hebben geen symptomen en
kunnen alleen waargenomen worden door middel van bloedonderzoek.
Hieronder vallen:
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 mensen)
- verlaagd aantal witte bloedcellen;
- verlaagd aantal rode bloedcellen;
- verhoogd aantal vetten in het bloed;
- verhoogde leverenzymen.
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 mensen):
- verhoogd aantal witte bloedcellen;
- verlaagd aantal bloedplaatjes;
- toegenomen hoeveelheid urinezuur in het bloed;
- afwijkende bloedwaarden voor natrium;
- lage bloedwaarden voor calcium;
- lage bloedwaarden voor fosfaat;
- hoog bloedsuiker;
- hoge bloedwaarden voor lactaatdehydrogenase;
- aanwezigheid van autoantilichamen in het bloed.
- lage bloedwaarden kalium
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 mensen)
- verhoogde bloedwaarden voor bilirubine (leverbloedtesten).
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 mensen)
- verlaagd aantal witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het
etiket/blister/verpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Alternatieve bewaring:
Wanneer nodig (bijvoorbeeld als u op reis bent), mag Hefiya bewaard worden bij kamertemperatuur
(tot maximaal 25°C) gedurende maximaal 21 dagen zorg ervoor dat de pen beschermd wordt tegen
licht. Eenmaal uit de koelkast gehaald voor bewaring bij kamertemperatuur,
moet de voorgevulde
pen binnen 21 dagen gebruikt worden of worden afgevoerd, ook als deze later in de koelkast wordt
teruggelegd. Schrijf de datum waarop de voorgevulde pen voor de eerste keer uit de koelkast wordt
gehaald op en de datum waarna de pen dient te worden afgevoerd.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts
of apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op
de juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stof in dit middel is adalimumab. Elke voorgevulde pen bevat 40 mg adalimumab
in 0,8 ml oplossing.
- De andere stoffen in dit middel zijn adipinezuur, citroenzuurmonohydraat, natriumchloride,
mannitol (E 421), polysorbaat 80 (E 433), zoutzuur (E 507), natriumhydroxide (E 524) en water
voor injecties.
Hoe ziet Hefiya eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Hefiya 40 mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen wordt geleverd als heldere tot licht
opalescente, kleurloze of lichtgele oplossing.
Hefiya wordt geleverd als voorgevulde spuit voor eenmalig gebruik, gevat in een driehoekige pen
(SensoReady) met transparant venster en etiket. De spuit in de pen is gemaakt van type I-glas met
naald van roestvrij staal en een binnenste rubberen beschermdop, bevattende 0,8 ml oplossing.
Verpakkingen bevatten 1 en 2 voorgevulde pennen met Hefiya.
Multiverpakkingen bevatten 6 (3 verpakkingen van 2) voorgevulde pennen met Hefiya.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Sandoz GmbH
Biochemiestr. 10
6250 Kundl
Oostenrijk
Fabrikant
Sandoz GmbH Schaftenau
Biochemiestr. 10
6336 Langkampfen
Oostenrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Sandoz nv/sa
Sandoz Pharmaceuticals d.d filialas
Tél/Tel: +32 2 722 97 97
Tel: +370 5 2636 037
Luxembourg/Luxemburg
Sandoz nv/saTél/Tel.: +32 2 722 97 97
.: +359 2 970 47 47
Ceská republika
Magyarország
Sandoz s.r.o.
Sandoz Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 430 2890
Danmark/Norge/Ísland/Sverige
Malta
Sandoz A/S
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Tlf: +45 63 95 10 00
Tel: +356 21222872
Deutschland
Nederland
Hexal AG
Sandoz B.V.
Tel: +49 8024 908 0
Tel: +31 36 52 41 600
Eesti
Österreich
Sandoz d.d. Eesti filiaal
Sandoz GmbH
Tel: +372 665 2400
Tel: +43 5338 2000
Polska
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Sandoz Polska Sp. z o.o.
: +30 210 281 17 12
Tel.: +48 22 209 70 00
España
Portugal
Sandoz Farmacéutica, S.A.
Sandoz Farmacêutica Lda.
Tel: +34 900 456 856
Tel: +351 21 196 40 00
France
România
Sandoz SAS
Terapia S.A.
Tél: +33 1 49 64 48 00
Tel:+40 264 50 15 00
Slovenija
Sandoz d.o.o.
Lek farmacevtska druzba d.d.
Tel: +385 1 23 53 111
Tel: +386 1 580 21 11
Ireland
Slovenská republika
Rowex Ltd.
Sandoz d.d. - organizacná zlozka
Tel: + 353 27 50077
Tel: +421 2 48 200 600
Italia
Suomi/Finland
Sandoz S.p.A.
Sandoz A/S
Tel: +39 02 96541
Puh/Tel: +358 10 6133 400
United Kingdom (Northern Ireland)
Sandoz Pharmaceuticals d.d.
Sandoz GmbH
: +357 22 69 0690
Tel: +43 5338 2000
Latvija
Sandoz d.d. Prstvniecba Latvij
Tel: +371 67 892 006
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu
7.
Instructies voor gebruik
Om mogelijke infecties te voorkomen en ervoor te zorgen dat u het geneesmiddel correct gebruikt, is
het belangrijk dat u deze instructies opvolgt.
Zorg dat u deze gebruiksinstructies leest, begrijpt en opvolgt voordat u Hefiya injecteert. Uw
zorgverlener laat u zien hoe u Hefiya op de juiste manier kunt voorbereiden en injecteren met de
voorgevulde pen voordat u deze voor het eerst gebruikt. Neem voor vragen contact op met uw
zorgverlener.
Uw Hefiya voorgevulde SensoReady-pen voor eenmalig gebruik
Afbeelding A: onderdelen van de Hefiya SensoReady-pen
In afbeelding A is de pen afgebeeld met de dop verwijderd. Verwijder de dop pas op het moment dat u
gaat injecteren.
Open de buitenverpakking pas op het moment dat u de pen gaat gebruiken.
-
Gebruik de pen niet als de verzegeling op de buitenverpakking of de veiligheidsverzegeling op
de pen is verbroken.
- Laat de pen nooit onbeheerd liggen om te voorkomen dat anderen ermee kunnen knoeien.
- Als u uw pen laat vallen, mag u deze niet gebruiken als deze beschadigd lijkt, of als u de pen
laat vallen terwijl de dop is verwijderd.
- Injecteer Hefiya 15-30 minuten nadat u het uit de koelkast heeft gehaald om de injectie
comfortabeler te maken.
- Gooi de gebruikte pen meteen na gebruik weg.
Gebruik de pen niet opnieuw. Zie '8.
Gebruikte pennen wegwerpen' aan het eind van deze gebruiksinstructies.
Hoe moet u de pen bewaren?
·
Bewaar de pen in de verpakking in de koelkast bij een temperatuur tussen 2°C en 8°C.
- Indien nodig (bijvoorbeeld op reis) kan Hefiya tot 21 dagen bij kamertemperatuur
(maximaal 25°C) en beschermd tegen licht worden bewaard. Nadat u de pen uit de koelkast
heeft gehaald en op kamertemperatuur heeft gebracht, moet u de voorgevulde pen
binnen
21 dagen gebruiken of weggooien, ook als u de pen later weer in de koelkast heeft
geplaatst. Noteer de datum waarop de voorgevulde pen voor het eerst uit de koelkast wordt
gehaald, en de datum waarna de voorgevulde pen moet worden weggegooid.
- Bewaar uw pen tot gebruik in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
- Bewaar uw pen niet op een plaats waar het erg warm of erg koud is.
- Bewaar de pen niet in de vriezer.
Houd Hefiya net als alle geneesmiddelen buiten het bereik van kinderen.
Wat heeft u nodig voor het injecteren?
Leg de volgende artikelen op een schoon en vlak werkoppervlak.
De verpakking bevat:
·
Hefiya voorgevulde SensoReady-pen(nen) (zie afbeelding A). Elke pen bevat 40 mg/0,8 ml
Hefiya.
Niet meegeleverd in de verpakking zijn (zie afbeelding B):
·
Alcoholdoekje
- Wattenbolletje of gaasje
- Naaldencontainer
Afbeelding B: artikelen die niet worden meegeleverd
Zie
'8. Gebruikte pennen wegwerpen' aan het eind van deze gebruiksinstructies.
Voor het injecteren
De pen voorbereiden
- Om de injectie wat comfortabeler te maken, neemt u de pen 15 tot 30 minuten voordat u Hefiya
gaat injecteren uit de koelkast om de pen op kamertemperatuur te laten komen.
- Kijk door het venster. De oplossing moet kleurloos of lichtgeel en helder tot licht opalescent
zijn.
Gebruik de pen niet als u ziet dat de oplossing deeltjes bevat en/of verkleurd is. Neem
contact op met de apotheker als u zich zorgen maakt over hoe de oplossing eruitziet.
Afbeelding C: Veiligheidscontroles voor
het injecteren
- Controleer de uiterste gebruiksdatum (EXP) op uw pen. Gebruik de pen niet als de uiterste
gebruiksdatum is verstreken.
- Gebruik de pen niet als de veiligheidsverzegeling is verbroken.
Neem contact op met de apotheker als de pen niet voldoet aan een van de bovenvermelde punten.
1.
De injectieplaats kiezen:
- De aanbevolen injectieplaats is de voorkant van de dijen. U
kunt ook kiezen voor de onderbuik, maar niet in het gebied
binnen 5 cm rond uw navel (zie afbeelding D).
- Verander elke keer dat u uzelf injecteert van injectieplaats.
- Injecteer niet op plaatsen waar de huid pijnlijk, gekneusd,
rood, schilferig of hard is. Vermijd ook plaatsen met
littekens of striae. Als u psoriasis heeft, moet u NIET
injecteren op plaatsen met psoriasisplekken.
Afbeelding D: kies uw injectieplaats
2.
De injectieplaats reinigen:
- Was uw handen grondig met water en zeep.
- Desinfecteer in een draaiende beweging de injectieplaats
met een alcoholdoekje. Laat de plaats drogen voordat u
injecteert (zie afbeelding E).
- Raak de gereinigde plaats niet aan voordat u injecteert.
Afbeelding E: reinig de injectieplaats
3.
De dop van de pen verwijderen:
- Verwijder de dop pas op het moment dat u de pen gaat
gebruiken.
- Draai de dop los in de richting van de pijlen (zie
afbeelding F).
- Gooi de verwijderde dop weg.
Probeer niet de dop weer
op de pen te draaien.
- Gebruik de pen binnen 5 minuten nadat de dop is
verwijderd.
- U kunt een paar druppels vloeistof uit de naald zien komen. Afbeelding F: verwijder de dop
Dat is normaal.
4.
De pen vasthouden:
- Houd de pen onder een hoek van 90 graden op de
gereinigde injectieplaats (zie afbeelding G).
Goed Fout
Afbeelding G: houd uw pen vast
De injectie toedienen
Lees deze informatie voordat u de injectie gaat toedienen
Tijdens het injecteren hoort u de pen
2 keer klikken:
o
De
1ste klik geeft aan dat de injectie is gestart.
o
Enkele seconden later hoort u een
2de klik die aangeeft dat de injectie
bijna is
voltooid.
Blijf de pen stevig tegen uw huid drukken totdat u ziet dat een
groene indicator in het venster
verschijnt en stopt met bewegen.
5.
De injectie starten:
- Druk de pen stevig tegen de huid om de injectie te starten
(zie afbeelding H).
- De
1ste klik geeft aan dat de injectie is gestart.
- Blijf de pen stevig
tegen uw huid drukken.
- De
groene indicator geeft de voortgang van de injectie aan.
Afbeelding H: start de injectie
6.
De injectie voltooien:
- Wacht totdat u de
2de klik hoort. Deze geeft aan dat de
injectie
bijna is voltooid.
- Controleer of de
groene indicator het venster vult en niet
meer beweegt (zie afbeelding I):
- De pen kan nu worden verwijderd.
Afbeelding I: voltooi de injectie
Na de injectie
7.
Controleer of de groene indicator het venster vult (zie afbeelding J):
- Dit betekent dat het geneesmiddel is toegediend. Neem
contact op met uw arts als de groene indicator niet zichtbaar
is.
- Er kan wat bloed op de injectieplaats verschijnen. Druk een
wattenbolletje of gaasje tegen de injectieplaats en
houd 10 seconden vast. Wrijf niet over de injectieplaats. U
kunt de injectieplaats indien nodig afdekken met een
pleister.
Afbeelding J: controleer de groene
indicator
Gebruikte pennen wegwerpen:
- Werp de gebruikte pennen weg in een naaldencontainer
(afsluitbare container waar naalden niet doorheen kunnen
prikken). Voor uw eigen veiligheid en gezondheid en die
van anderen mogen de pennen niet worden hergebruikt.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en
gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw arts of apotheker
wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer
gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier
afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht. Al het ongebruikte
geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften.
Heeft u nog andere vragen? Neem dan contact op met een arts, apotheker of verpleegkundige
die bekend is met Hefiya.