Humatrope 12 mg
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Humatrope
®
6 mg/ 12 mg/ 24 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
somatropine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat
belangrijke informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het
kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Humatrope en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Humatrope en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Uw geneesmiddel/het geneesmiddel voor degene voor wie u zorgt, heet Humatrope. Het bevat
menselijk groeihormoon, dat ook ‘somatropine’ wordt genoemd. Humatrope wordt gemaakt via
een speciale procedure dat ‘recombinant-DNA-technologie’ heet. Het heeft dezelfde structuur als
het groeihormoon dat uw lichaam maakt.
Groeihormoon regelt de groei en ontwikkeling van cellen in uw lichaam. Wanneer groeihormoon
de groei van cellen in de wervelkolom en de lange beenderen van de benen stimuleert, zorgt het
voor lengtegroei.
Bij een tekort aan groeihormoon zorgt groeihormoon ook voor toename van mineralen in het bot
en het aantal en de grootte van de spiercellen, en vermindert groeihormoon het lichaamsvet.
Humatrope wordt gebruikt voor
Behandeling van kinderen en adolescenten met één van de onderstaande groeistoornissen:
onvoldoende aanmaak van groeihormoon (groeihormoondeficiëntie);
ontbreken van alle of enkele X-geslachtschromosomen bij vrouwen met een kleine
gestalte (het Turnersyndroom);
een aandoening waarbij de nieren beschadigd zijn (chronische problemen in de wijze
waarop de nieren functioneren) bij kinderen met groeiachterstand vóór de puberteit;
kleine gestalte bij de geboorte (te klein voor de duur van de zwangerschap) zonder op
vierjarige leeftijd of later een normale lengte te hebben bereikt;
een verandering in een gen dat ‘SHOX’ heet (SHOX-gendeficiëntie).
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Behandeling
van
volwassenen
met
de
diagnose
‘groeihormoondeficiëntie’ die begonnen is tijdens de jeugd of op volwassen leeftijd.
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch
(overgevoelig) voor een van de stoffen in dit geneesmiddel (bijvoorbeeld:
metacresol, glycerol in het oplosmiddel). Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 van deze
bijsluiter.
Raadpleeg uw arts als u een actieve tumor
(kanker)
hebt. Tumoren moeten inactief zijn en u
moet uw antitumorbehandeling hebben voltooid voordat u begint met de behandeling met
Humatrope.
U
groeit niet meer
en u wilt verdere lengtegroei bevorderen (gesloten groeischijven aan het
uiteinde van lange beenderen). Uw arts zal u onderzoeken om te beslissen of Humatrope
nog nodig is nadat de beenderen zijn gestopt met groeien.
Bij
ernstige ziekte
en indien u intensieve medische zorg nodig heeft voor een zware hart- of
buikoperatie, bij behandeling wegens meerdere verwondingen door een ongeval of bij
beademing na acuut longfalen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Wanneer u een substitutietherapie met glucocorticoïden ondergaat, dient u uw arts regelmatig te
consulteren, omdat de kans bestaat dat de dosis van uw glucocorticoïdetherapie dient aangepast te
worden.
Als u in uw jeugd bent behandeld wegens groeihormoondeficiëntie, onderzoekt uw arts of u nog
steeds groeihormoondeficiëntie hebt om te bepalen of u op volwassen leeftijd verder met
Humatrope moet worden behandeld.
Als u in het verleden tegen kanker bent behandeld, kan er een scan van uw hersenen nodig zijn
voordat met Humatrope wordt begonnen. U moet regelmatig worden onderzocht om er zeker van
te zijn dat de tumor niet terugkomt of opnieuw is gaan groeien.
Er werd een verhoogde kans gemeld op een nieuwe tumor (goed- of kwaadaardig) bij patiënten
die kanker gehad hebben en die behandeld werden met somatropine. Van deze nieuwe tumoren
kwamen vooral hersentumoren het meest voor.
Bij verschijnselen zoals veelvuldige of zware hoofdpijn met misselijkheid en/of
gezichtsstoornissen. Raadpleeg onmiddellijk uw arts, als dit het geval is. Uw arts dient
oogonderzoeken uit te voeren om te zien of er sprake is van verhoogde hersendruk. Afhankelijk
van de uitslag van dit onderzoek kan de behandeling met Humatrope worden onderbroken.
Als u gaat manken of pijn in uw heup krijgt. Raadpleeg in dit geval uw arts. Tijdens
groeiperioden kunnen er aandoeningen van het bot in de heup ontstaan.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Bij de start van de behandeling kan Humatrope de hoeveelheid schildklierhormoon in het bloed
beïnvloeden. Bij een te lage concentratie aan schildklierhormoon is de reactie op Humatrope
mogelijk minder goed. Daarom moet de schildklierfunctie regelmatig worden onderzocht,
ongeacht of er wel of niet met schildklierhormoon wordt behandeld.
Bij kinderen. Zorg ervoor dat de behandeling wordt voortgezet tot het kind niet meer groeit.
Bij gebruik van een grotere dosis Humatrope dan is voorgeschreven, kunnen sommige
lichaamsdelen, zoals oren, neus, kaak, handen en voeten, te groot worden. Een overdosis kan ook
leiden tot een verhoogd suikergehalte in het bloed en suiker in de urine. Gebruik Humatrope altijd
zoals uw arts het voorgeschreven heeft.
Bij groeistoornissen als gevolg van nierbeschadiging. De behandeling met Humatrope moet
worden gestaakt voordat een niertransplantatie plaatsvindt.
Bij een acute ernstige ziekte. De behandelende arts dient hiervan op de hoogte te worden
gebracht. Er zijn sterfgevallen gerapporteerd bij patiënten die tijdens een ernstige ziekte
somatropine kregen.
Bij een groeihormoontekort in combinatie met het Prader-Willisyndroom (een genetische
aandoening), dient uw arts onderzoek te doen naar ademhalingsproblemen en luchtweginfecties
voordat de behandeling met Humatrope begint, vooral als er sprake is van overgewicht, vroegere
ernstige ademhalingsproblemen (vooral tijdens de slaap) of een vroegere infectie van de longen
of de luchtwegen. Als er tijdens de behandeling tekenen van ademhalingsproblemen (snurken)
ontstaan, moet de behandeling worden onderbroken en de oorzaak door uw arts worden
vastgesteld.
Humatrope kan een invloed hebben op de manier waarop het lichaam met suikers afkomstig
vanuit de voeding en de dranken omgaat door een interferentie met de manier waarop uw lichaam
insuline gebruikt. Daarom als u Humatrope gebruikt, moet uw arts controleren of uw lichaam op
de juiste manier met suikers omgaat.
Als u diabetes mellitus heeft, kan het nodig zijn dat uw insulinedosis aangepast wordt na het
starten van de behandeling met Humatrope. Uw arts zal de hoeveelheid suiker in uw bloed
controleren en zal mogelijk uw diabetesbehandeling aanpassen.
Bij een groeistoornis in verband met een te kleine gestalte bij de geboorte, worden het
suikergehalte en het insulinegehalte van het lichaam gecontroleerd voordat de behandeling begint
en daarna regelmatig tijdens de behandeling.
Oudere patiënten (ouder dan 65 jaar) kunnen gevoeliger zijn voor Humatrope en daardoor kunnen
bijwerkingen gemakkelijker ontstaan.
Humatrope kan een ontsteking van de alvleesklier (pancreas) veroorzaken, wat hevige pijn in de
buik en rug veroorzaakt. Neem contact op met uw arts als u of uw kind buikpijn krijgt na gebruik
van Humatrope.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Scoliose (een abnormale zijdelingse kromming van de wervelkolom) kan bij elk kind verergeren
tijdens een groeispurt. Tekenen van scoliose moeten opgevolgd worden tijdens de behandeling.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Humatrope nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat
u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vertel het uw arts, in het bijzonder als u de volgende geneesmiddelen gebruikt of kort geleden
heeft gebruikt. Het is mogelijk dat uw arts de dosering van Humatrope of van de andere
geneesmiddelen moet aanpassen:
Geneesmiddelen voor de behandeling van
diabetes mellitus,
omdat die behandeling
mogelijk moet worden aangepast.
Adrenocorticosteroïd hormoon
(glucocorticoïd), zoals cortison of prednisolon. Uw arts
zal misschien de de dosis moeten aanpassen omdat de combinatie van deze
geneesmiddelen met Humatrope het effect van beide behandelingen kan verminderen.
Oraal in te nemen oestrogenen of andere geslachtshormonen,
omdat dit het effect van
groeihormoon kan beïnvloeden. Bij een verandering in de manier waarop oestrogeen wordt
toegediend (bijvoorbeeld van oraal naar transdermaal: door de huid) kan aanpassing van de
dosis Humatrope nodig zijn.
Geneesmiddelen die epileptische aanvallen voorkomen (anticonvulsiva) of cyclosporine.
Zwangerschap en borstvoeding
Humatrope mag niet tijdens zwangerschap worden gebruikt, behalve als de arts zegt dat het moet.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u zwanger bent.
Het is niet bekend of somatropine in de moedermelk terechtkomt.
Geeft u borstvoeding of heeft u de intentie om borstvoeding te geven? Neem dan contact op met
uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Humatrope heeft voor zover bekend geen effect op de rijvaardigheid of het gebruik van machines.
Humatrope bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dagelijkse dosis, dat wil zeggen
dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals in deze bijsluiter staat of zoals uw arts u dat heeft
verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Controleer altijd of u de patroon gebruikt met de sterkte die uw arts voorgeschreven heeft
(sterkte van 6 mg, 12 mg of 24 mg) en of u het juiste Humatrope -peninjectiesysteem met
CE-markering gebruikt. Gebruik nooit patronen met andere geneesmiddelen in uw
Humatrope pen.
Elke patroon met Humatrope wordt geleverd met een spuit met een oplosmiddel voor
oplossing voor injectie. Hiermee wordt het poeder gemengd, opgelost en klaargemaakt
voor injectie.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
U mag Humatrope pas mengen of injecteren nadat uw arts of een andere bevoegde
zorgverlener u heeft geleerd hoe dat moet.
Zie
“Hoe Humatrope injecteren”
onderaan deze bijsluiter voor uitgebreide instructies voor
het klaarmaken en injecteren van Humatrope. U mag Humatrope alleen mengen met het
meegeleverde oplosmiddel. Nooit met iets anders mengen, tenzij uw arts u dat zegt.
Nadat Humatrope is opgelost, moet het met een korte naald en een peninjectiesysteem worden
geïnjecteerd in het vetweefsel vlak onder de huid.
De injectieplaatsen moeten worden afgewisseld om te voorkomen dat het vetweefsel onder de
huid plaatselijk afneemt en hard wordt (lipoatrofie).
Nadat Humatrope is gemengd, mag het per dag niet langer dan 30 minuten buiten de koelkast
blijven.
Bewaar de pen en de rest van Humatrope in de koelkast. Gebruik geen restant Humatrope
meer die 28 dagen na het mengen nog in de pen zit.
Dosering
Uw arts vertelt u welke dosis u moet hebben en hoe uw toedieningsschema eruitziet. Verander uw
dosering niet zonder overleg met uw arts.
Behandeling met Humatrope is meestal een langdurige behandeling, waarbij uw arts de dosis in
de loop van de tijd eventueel zal aanpassen, afhankelijk van het lichaamsgewicht en hoe u op de
behandeling reageert. In het algemeen wordt de dosis berekend volgens onderstaande
aanbevelingen en eenmaal per dag toegediend:
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar met
groeihormoondeficiëntie:
0,025 – 0,035 mg/kg lichaamsgewicht per dag
het turnersyndroom:
0,045 – 0,050 mg/kg lichaamsgewicht per dag
chronische problemen in de wijze waarop de nieren functioneren:
0,045 – 0,050 mg/kg lichaamsgewicht per dag
een te kleine gestalte bij de geboorte:
0,035 mg/kg lichaamsgewicht per dag. De behandeling dient na het eerste jaar van de
behandeling te worden gestaakt als de groeisnelheid onvoldoende is,
SHOX-gendeficiëntie:
0,045 – 0,050 mg/kg lichaamsgewicht per dag.
Groeihormoondeficiëntie bij volwassenen
De behandeling dient te worden begonnen met een lage dosis van 0,15 – 0,30 mg per dag. Bij
oudere patiënten en patiënten met overgewicht kan een lagere begindosis nodig zijn. De
begindosis kan geleidelijk worden verhoogd op basis van de individuele behoefte. De totale
dagelijkse dosis is gewoonlijk niet hoger dan 1 mg.
Naarmate de leeftijd toeneemt, kan de dosis afnemen. Vrouwen, in het bijzonder vrouwen die
orale oestrogeensupplementen nemen, kunnen een hogere dosis nodig hebben dan mannen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u meer Humatrope hebt geïnjecteerd dan u zou mogen, raadpleeg dan uw arts.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Als u te veel Humatrope heeft geïnjecteerd, kan het suikergehalte van het bloed in eerste
instantie dalen en te laag worden (hypoglykemie), en vervolgens stijgen en te hoog worden
(hyperglykemie).
Als u langdurig (jarenlang) te veel Humatrope injecteert, kunnen sommige
lichaamsdelen, zoals oren, neus, kaak, handen en voeten, te groot worden (acromegalie).
Wanneer u te veel van Humatrope hebt gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
uw apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245)
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Ga door met de voorgeschreven
dosering. Als u vergeten bent Humatrope te injecteren en u twijfelt aan wat u moet doen,
raadpleeg dan uw arts.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Raadpleeg uw arts voordat u met de behandeling stopt. Door de behandeling met Humatrope te
onderbreken of voortijdig te staken, kan het succes van de behandeling met Humatrope in het
gedrang komen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt
daarmee te maken.
Na het injecteren van Humatrope kunnen onderstaande bijwerkingen ontstaan.
De volgende afspraken werden gebruikt voor het indelen van de bijwerkingen:
Bijwerkingen die zeer vaak optreden: komen voor bij meer dan 1 van de 10 patiënten
Bijwerkingen die vaak optreden: komen voor bij 1 van de 100 tot 1 van de 10 patiënten
Bijwerkingen die soms optreden: komen voor bij 1 van de 1.000 tot 1 van de 100 patiënten
Bijwerkingen die zelden optreden: komen voor bij 1 van de 10.000 tot 1 van de 1.000 patiënten
Bijwerkingen die zeer zelden optreden: komen voor bij minder dan 1 van de 10.000 patiënten,
inclusief geïsoleerde gevallen.
Andere mogelijke bijwerkingen (de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet bepaald
worden)
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Vaak
Pijn op de
injectieplaats
Zwelling (oedeem)
Hoog
bloedsuikergehalte
(hyperglykemie)
Overgevoeligheid
voor metacresol
en/of glycerol
Laag gehalte aan
schildklierhormoon
Ontstaan van
antistoffen tegen
groeihormoon
Verergering van
scoliose (een
abnormale
zijdelingse
kromming van de
wervelkolom)
Soms
Zwakte
Type 2 diabetes
mellitus
Vergroting van de
borsten
(gynaecomastie)
Kinderen
Zelden
Zware of
veelvuldige
hoofdpijn met
misselijkheid en/of
gezichtsstoornissen
zijn tekenen van
verhoogde
hersendruk
(goedaardige
intracraniale
hypertensie). Vertel
het onmiddellijk
aan uw arts als dit
gebeurt.
Verdoofd gevoel en
tintelingen
(paresthesie)
Plaatselijke
spierpijn (myalgie)
Zeer zelden
Slaapproblemen
(insomnia)
Hoge bloeddruk
(hypertensie)
Suiker in de urine
(glycosurie)
Andere
Overgevoelig
heid voor de
werkzame
stof
Zeer vaak
Hoofdpijn
Gewrichtspijn
(artralgie)
Vaak
Pijn op de
injectieplaats
Zwelling (oedeem)
Hoog
bloedsuikergehalte
(hyperglykemie)
Overgevoeligheid
voor metacresol
en/of glycerol
Laag gehalte aan
schildklierhormoon
Volwassenen
Soms
Zwakte
Vergroting van de
borsten
(gynaecomastie)
Zelden
Zware of
veelvuldige
hoofdpijn met
misselijkheid en/of
gezichtsstoornissen
zijn tekenen van
verhoogde
hersendruk
(goedaardige
intracraniale
hypertensie). Vertel
het onmiddellijk
aan uw arts als dit
gebeurt.
Suiker in de urine
(glycosurie)
Andere
Diabetes type
2
Overgevoelig
heid voor de
werkzame
stof
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Slaapproblemen
(insomnia)
Verdoofd gevoel en
tintelingen
(paresthesie)
Verdoofd gevoel en
tintelingen in
vingers en
handpalm als
gevolg van een
geknelde zenuw bij
de pols (carpaal-
tunnelsyndroom)
Plaatselijke
spierpijn (myalgie)
Hoge bloeddruk
(hypertensie)
Kortademigheid
(dyspneu)
Tijdelijke
onderbreking van
de ademhaling
tijdens de slaap
(slaapapneu)
Insuline kan minder werkzaam zijn.
Er is melding gemaakt van leukemie bij een klein aantal kinderen die met groeihormoon zijn
behandeld. Er is echter geen bewijs dat leukemie vaker voorkomt bij patiënten die groeihormoon
krijgen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook melden via:
België:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, Afdeling Vigilantie,
Postbus 97, B-1000 Brussel Madou, Website:
www.eenbijwerkingmelden.be,
e-mail:
adr@fagg.be.
Luxemburg:
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Centre Régional de Pharmacovigilance de Nancy,
crpv@chru-nancy.fr,
tel. : (+33) 3 83 65 60
85/87 ou Division de la Pharmacie et des Médicaments, Direction de la Santé à Luxembourg,
pharmacovigilance@ms.etat.lu,
tel. : (+352) 247-85592.
Door bijwerkingen te melden, helpt u ons om meer informatie te krijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket
en de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u ziet dat de oplossing troebel is of deeltjes bevat.
Bewaren in de koelkast (2°C – 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
Nadat Humatrope is gemengd, mag het niet langer dan 30 minuten per dag buiten de koelkast
blijven.
Humatrope kan na mengen nog 28 dagen worden gebruikt mits het wordt bewaard in de koelkast
en niet langer dan 30 minuten per dag aan kamertemperatuur wordt blootgesteld.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de wc en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen
op de juiste manier afvoert, worden ze op een juiste manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
Poeder in de patroon
-
De werkzame stof in dit middel is somatropine. Elke patroon bevat 6 mg, 12 mg of 24 mg,
afhankelijk van de sterkte.
Na het oplossen:
Humatrope 6 mg
levert na het oplossen 2,08 mg somatropine per ml op.
Humatrope 12 mg
levert na het oplossen 4,17 mg somatropine per ml op.
Humatrope 24 mg
levert na het oplossen 8,33 mg somatropine per ml op.
-
De andere stoffen in dit middel zijn: mannitol, glycine, dibasisch natriumfosfaat.
[Fosforzuur of natriumhydroxide (of beide) kunnen bij het fabricageproces zijn gebruikt als
zuurteregelaar.]
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Spuit met steriel oplosmiddel
De voorgevulde spuit met oplosmiddel bevat: glycerol, metacresol, water voor injectie. [Zoutzuur
of natriumhydroxide (of beide) kunnen bij het fabricageproces zijn gebruikt als zuurteregelaar.]
Hoe ziet Humatrope eruit en wat zit er in een verpakking ?
Humatrope 6 mg:
1 patroon met wit poeder voor oplossing voor injectie;
3,17 ml helder, kleurloos oplosmiddel in een
voorgevulde spuit.
Verpakkingsgrootte 1, 5 en 10 stuks.
1 patroon met wit poeder voor oplossing voor injectie;
3,15 ml helder, kleurloos oplosmiddel in een
voorgevulde spuit.
Verpakkingsgrootte 1, 5 en 10 stuks.
1 patroon met wit poeder voor oplossing voor injectie;
3,15 ml helder, kleurloos oplosmiddel in een
voorgevulde spuit.
Verpakkingsgrootte 1, 5 en 10 stuks.
Humatrope 12 mg:
Humatrope 24 mg:
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Eli Lilly Benelux N.V.
Markiesstraat 1
B-1000 Brussel
Fabrikant
Lilly France
Rue du Colonel Lilly
F-67640 Fegersheim
Frankrijk
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
Humatrope 6 mg: BE169172
Humatrope 12 mg: BE169206
Humatrope 24 mg: BE169197
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de houder
van de vergunning voor het in de handel brengen:
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Eli Lilly Benelux N.V.
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
In lidstaten van de EEA waar dit geneesmiddel geregistreerd is, is het geregistreerd onder de
naam “Humatrope”, behalve in Frankrijk, waar het geregistreerd is onder de naam “Umatrope”.
Deze bijsluiter is voor het laatst herzien in 02/2021.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 07/2021.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Hoe Humatrope 6 mg/ 12 mg/ 24 mg injecteren
In de volgende instructies wordt uitgelegd hoe Humatrope moet worden geïnjecteerd. Lees de
instructies zorgvuldig door en voer
ze stap voor stap uit.
Aan de slag:
Error: Reference source not found
U hebt de volgende vijf zaken nodig:
Onderdelen
1. Humatrope patroon van de juiste
sterkte
2. Een spuit gevuld met oplosmiddel
zuiger
3.
Een Humatrope -pen met CE-
Zwarte driehoekjes
markering
4.
Een steriele naald voor op de pen
Humatrope -patroon
5. Een alcoholdoekje
Spuit met
®
Was uw handen voor u verdergaat met de
volgende stappen.
oplosmidddel
Wit uiteinde
Oplosmiddel*
Beschermkap
Naaldbeschermer
Gebruik uitsluitend onderdelen uit deze set voor het klaarmaken van de patroon met geneesmiddel *
Opmerking: De vloeistof is kleurloos. .Het wordt hier alleen ter illustratie in blauw weergegeven.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
De volgende stappen leggen uit hoe u de nieuwe patroon klaarmaakt voor gebruik
Stap 1: Uitpakken
U mag Humatrope alleen mengen met het meegeleverde oplosmiddel. Nooit met
iets anders mengen, tenzij uw arts u dat zegt.
Lees de gebruiksaanwijzing van uw pen door zodat u weer precies weet wat uw
arts of zorgverlener u heeft geleerd.
Voer de instructies onder de tekeningen uit.
zuiger
Naald
beschermer
zuiger
Naald
beschermer
Haal
ALLE
onderdelen uit de verpakking. Opmerking: dit
product kan zowel door links- of rechtshandigen worden
gebruikt. Gebruik de hand waar u het gemakkelijkst mee
werkt.
Pak de naaldbeschermer vast, deze zit aan de onderkant van
de spuit met oplosmiddel.
Verwijder de naaldbeschermer en gooi deze weg. Druk de zuiger
nog
NIET
in. Het is niet erg als er een druppeltje vloeistof verloren
gaat. Het is niet nodig om de lucht uit de spuit met oplosmiddel te
verwijderen.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Stap 2 en 3: De patroon aansluiten
Zwarte driehoekjes
Houd de patroon met de zwarte driehoekjes naar
boven. Breng de patroon en de spuit met
oplosmiddel in een rechte lijn met elkaar. De
patroon
NIET
onder een hoek inbrengen.
DRUK
de patroon
RECHT
in de spuit tot
dit niet verder kan
EN
de zwarte
driehoekjes
BEDEKT ZIJN.
U kunt een
klik voelen of horen.
NIET
aan de patroon
draaien.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Stap 4: Humatrope mengen
Houd de spuit met oplosmiddel en de patroon
met
TWEE HANDEN
bij elkaar. Druk de
zuiger in en laat de zuiger weer los zodat er
oplosmiddel in de patroon komt. Herhaal dit 2 à
3 keer tot al het oplosmiddel in de patroon zit.
Haal de duim van de zuiger en controleer of
de spuit met oplosmiddel leeg is (het is
normaal dat er een paar kleine druppels
oplosmiddel in de spuit achterblijven).
Stap 5 en 6: Patroon losmaken en de spuit met oplosmiddel verwijderen
Haal de duim van de zuiger en trek de
patroon uit de spuit.
Leg de beschermkap op een hard, vlak
oppervlak. Druk de spuit op de beschermkap en
verwijder de spuit onmiddellijk volgens de
instructies van uw zorgverlener.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Stap 7: Voorzichtig mengen
-
Meng de oplossing door de patroon 10 keer rustig om te draaien. DE PATROON
NIET SCHUDDEN. Laat de patroon 3 minuten rusten en inspecteer de oplossing
daarna zorgvuldig.
-
Als de oplossing troebel is of deeltjes bevat, draai de patroon dan nog eens 10 keer
rustig rond om de inhoud te mengen. Laat de patroon nog eens 5 minuten rusten.
GEBRUIK DE PATROON NIET als de oplossing troebel blijft of nog steeds deeltjes
bevat.
Error: Reference source not found
Error: Reference source not found
Stap 8: Humatrope injecteren met een geschikt peninjectiesysteem
-
Als de oplossing helder is, is de patroon klaar om aan een geschikte Humatrope -
pen te worden gekoppeld.
-
Doe de patroon in de pen (zie de gebruiksaanwijzing bij de pen).
-
Gebruik voor iedere injectie altijd een nieuwe steriele naald.
-
Maak de huid grondig proper met een alcoholdoekje. Laat de huid opdrogen.
-
Stel de juiste dosis in (zie de gebruiksaanwijzing bij de pen).
-
Injecteer langzaam onder de huid (subcutaan) op de manier die u van uw arts hebt
geleerd.
-
Trek de naald uit de huid en verwijder de naald op een veilige manier die u van uw
arts of zorgverlener hebt geleerd.
-
Bewaar de pen bij de rest van de Humatrope in de koelkast. Gebruik geen restant
Humatrope meer die 28 dagen na het mengen nog in de pen zit.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
be-pl-humatropenlv95ttv89annotated
Humatrope® 6 mg/ 12 mg/ 24 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
somatropine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat
belangrijke informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het
kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Humatrope en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Humatrope en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Uw geneesmiddel/het geneesmiddel voor degene voor wie u zorgt, heet Humatrope. Het bevat
menselijk groeihormoon, dat ook `somatropine' wordt genoemd. Humatrope wordt gemaakt via
een speciale procedure dat `recombinant-DNA-technologie' heet. Het heeft dezelfde structuur als
het groeihormoon dat uw lichaam maakt.
Groeihormoon regelt de groei en ontwikkeling van cellen in uw lichaam. Wanneer groeihormoon
de groei van cellen in de wervelkolom en de lange beenderen van de benen stimuleert, zorgt het
voor lengtegroei.
Bij een tekort aan groeihormoon zorgt groeihormoon ook voor toename van mineralen in het bot
en het aantal en de grootte van de spiercellen, en vermindert groeihormoon het lichaamsvet.
Humatrope wordt gebruikt voor
Behandeling van kinderen en adolescenten met één van de onderstaande groeistoornissen:
onvoldoende aanmaak van groeihormoon (groeihormoondeficiëntie);
ontbreken van alle of enkele X-geslachtschromosomen bij vrouwen met een kleine
gestalte (het Turnersyndroom);
een aandoening waarbij de nieren beschadigd zijn (chronische problemen in de wijze
waarop de nieren functioneren) bij kinderen met groeiachterstand vóór de puberteit;
kleine gestalte bij de geboorte (te klein voor de duur van de zwangerschap) zonder op
vierjarige leeftijd of later een normale lengte te hebben bereikt;
een verandering in een gen dat `SHOX' heet (SHOX-gendeficiëntie).
HUMATROPE 37 PN-XX.21
`groeihormoondeficiëntie' die begonnen is tijdens de jeugd of op volwassen leeftijd.
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel
niet gebruiken?
U bent
allergisch (overgevoelig) voor een van de stoffen in dit geneesmiddel (bijvoorbeeld:
metacresol, glycerol in het oplosmiddel). Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6 van deze
bijsluiter.
Raadpleeg uw arts als u een actieve tumor
(kanker) hebt. Tumoren moeten inactief zijn en u
moet uw antitumorbehandeling hebben voltooid voordat u begint met de behandeling met
Humatrope.
U
groeit niet meer en u wilt verdere lengtegroei bevorderen (gesloten groeischijven aan het
uiteinde van lange beenderen). Uw arts zal u onderzoeken om te beslissen of Humatrope
nog nodig is nadat de beenderen zijn gestopt met groeien.
Bij
ernstige ziekte en indien u intensieve medische zorg nodig heeft voor een zware hart- of
buikoperatie, bij behandeling wegens meerdere verwondingen door een ongeval of bij
beademing na acuut longfalen.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Wanneer u een substitutietherapie met glucocorticoïden ondergaat, dient u uw arts regelmatig te
consulteren, omdat de kans bestaat dat de dosis van uw glucocorticoïdetherapie dient aangepast te
worden.
Als u in uw jeugd bent behandeld wegens groeihormoondeficiëntie, onderzoekt uw arts of u nog
steeds groeihormoondeficiëntie hebt om te bepalen of u op volwassen leeftijd verder met
Humatrope moet worden behandeld.
Als u in het verleden tegen kanker bent behandeld, kan er een scan van uw hersenen nodig zijn
voordat met Humatrope wordt begonnen. U moet regelmatig worden onderzocht om er zeker van
te zijn dat de tumor niet terugkomt of opnieuw is gaan groeien.
Er werd een verhoogde kans gemeld op een nieuwe tumor (goed- of kwaadaardig) bij patiënten
die kanker gehad hebben en die behandeld werden met somatropine. Van deze nieuwe tumoren
kwamen vooral hersentumoren het meest voor.
Bij verschijnselen zoals veelvuldige of zware hoofdpijn met misselijkheid en/of
gezichtsstoornissen. Raadpleeg onmiddellijk uw arts, als dit het geval is. Uw arts dient
oogonderzoeken uit te voeren om te zien of er sprake is van verhoogde hersendruk. Afhankelijk
van de uitslag van dit onderzoek kan de behandeling met Humatrope worden onderbroken.
Als u gaat manken of pijn in uw heup krijgt. Raadpleeg in dit geval uw arts. Tijdens
groeiperioden kunnen er aandoeningen van het bot in de heup ontstaan.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
Bij kinderen. Zorg ervoor dat de behandeling wordt voortgezet tot het kind niet meer groeit.
Bij gebruik van een grotere dosis Humatrope dan is voorgeschreven, kunnen sommige
lichaamsdelen, zoals oren, neus, kaak, handen en voeten, te groot worden. Een overdosis kan ook
leiden tot een verhoogd suikergehalte in het bloed en suiker in de urine. Gebruik Humatrope altijd
zoals uw arts het voorgeschreven heeft.
Bij groeistoornissen als gevolg van nierbeschadiging. De behandeling met Humatrope moet
worden gestaakt voordat een niertransplantatie plaatsvindt.
Bij een acute ernstige ziekte. De behandelende arts dient hiervan op de hoogte te worden
gebracht. Er zijn sterfgevallen gerapporteerd bij patiënten die tijdens een ernstige ziekte
somatropine kregen.
Bij een groeihormoontekort in combinatie met het Prader-Willisyndroom (een genetische
aandoening), dient uw arts onderzoek te doen naar ademhalingsproblemen en luchtweginfecties
voordat de behandeling met Humatrope begint, vooral als er sprake is van overgewicht, vroegere
ernstige ademhalingsproblemen (vooral tijdens de slaap) of een vroegere infectie van de longen
of de luchtwegen. Als er tijdens de behandeling tekenen van ademhalingsproblemen (snurken)
ontstaan, moet de behandeling worden onderbroken en de oorzaak door uw arts worden
vastgesteld.
Humatrope kan een invloed hebben op de manier waarop het lichaam met suikers afkomstig
vanuit de voeding en de dranken omgaat door een interferentie met de manier waarop uw lichaam
insuline gebruikt. Daarom als u Humatrope gebruikt, moet uw arts controleren of uw lichaam op
de juiste manier met suikers omgaat.
Als u diabetes mellitus heeft, kan het nodig zijn dat uw insulinedosis aangepast wordt na het
starten van de behandeling met Humatrope. Uw arts zal de hoeveelheid suiker in uw bloed
controleren en zal mogelijk uw diabetesbehandeling aanpassen.
Bij een groeistoornis in verband met een te kleine gestalte bij de geboorte, worden het
suikergehalte en het insulinegehalte van het lichaam gecontroleerd voordat de behandeling begint
en daarna regelmatig tijdens de behandeling.
Oudere patiënten (ouder dan 65 jaar) kunnen gevoeliger zijn voor Humatrope en daardoor kunnen
bijwerkingen gemakkelijker ontstaan.
Humatrope kan een ontsteking van de alvleesklier (pancreas) veroorzaken, wat hevige pijn in de
buik en rug veroorzaakt. Neem contact op met uw arts als u of uw kind buikpijn krijgt na gebruik
van Humatrope.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Humatrope nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat
u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vertel het uw arts, in het bijzonder als u de volgende geneesmiddelen gebruikt of kort geleden
heeft gebruikt. Het is mogelijk dat uw arts de dosering van Humatrope of van de andere
geneesmiddelen moet aanpassen:
Geneesmiddelen voor de behandeling van
diabetes mellitus, omdat die behandeling
mogelijk moet worden aangepast.
Adrenocorticosteroïd hormoon (glucocorticoïd), zoals cortison of prednisolon. Uw arts
zal misschien de de dosis moeten aanpassen omdat de combinatie van deze
geneesmiddelen met Humatrope het effect van beide behandelingen kan verminderen.
Oraal in te nemen oestrogenen of andere geslachtshormonen, omdat dit het effect van
groeihormoon kan beïnvloeden. Bij een verandering in de manier waarop oestrogeen wordt
toegediend (bijvoorbeeld van oraal naar transdermaal: door de huid) kan aanpassing van de
dosis Humatrope nodig zijn.
Geneesmiddelen die epileptische aanvallen voorkomen (
anticonvulsiva) of cyclosporine.
Zwangerschap en borstvoeding
Humatrope mag niet tijdens zwangerschap worden gebruikt, behalve als de arts zegt dat het moet.
Vertel het uw arts onmiddellijk als u zwanger bent.
Het is niet bekend of somatropine in de moedermelk terechtkomt.
Geeft u borstvoeding of heeft u de intentie om borstvoeding te geven? Neem dan contact op met
uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Humatrope heeft voor zover bekend geen effect op de rijvaardigheid of het gebruik van machines.
Humatrope
bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dagelijkse dosis, dat wil zeggen
dat het in wezen `natriumvrij' is.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals in deze bijsluiter staat of zoals uw arts u dat heeft
verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Controleer altijd of u de patroon gebruikt met de sterkte die uw arts voorgeschreven heeft
(sterkte van 6 mg, 12 mg of 24 mg) en of u het juiste Humatrope -peninjectiesysteem met
CE-markering gebruikt. Gebruik nooit patronen met andere geneesmiddelen in uw
Humatrope pen.
Elke patroon met Humatrope wordt geleverd met een spuit met een oplosmiddel voor
oplossing voor injectie. Hiermee wordt het poeder gemengd, opgelost en klaargemaakt
voor injectie.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
zorgverlener u heeft geleerd hoe dat moet.
Zie
'Hoe Humatrope
injecteren' onderaan deze bijsluiter voor uitgebreide instructies voor
het klaarmaken en injecteren van Humatrope. U mag Humatrope alleen mengen met het
meegeleverde oplosmiddel. Nooit met iets anders mengen, tenzij uw arts u dat zegt.
Nadat Humatrope is opgelost, moet het met een korte naald en een peninjectiesysteem worden
geïnjecteerd in het vetweefsel vlak onder de huid.
De injectieplaatsen moeten worden afgewisseld om te voorkomen dat het vetweefsel onder de
huid plaatselijk afneemt en hard wordt (lipoatrofie).
Nadat Humatrope is gemengd, mag het per dag niet langer dan 30 minuten buiten de koelkast
blijven.
Bewaar de pen en de rest van Humatrope in de koelkast. Gebruik geen restant Humatrope
meer die 28 dagen na het mengen nog in de pen zit.
Dosering
Uw arts vertelt u welke dosis u moet hebben en hoe uw toedieningsschema eruitziet. Verander uw
dosering niet zonder overleg met uw arts.
Behandeling met Humatrope is meestal een langdurige behandeling, waarbij uw arts de dosis in
de loop van de tijd eventueel zal aanpassen, afhankelijk van het lichaamsgewicht en hoe u op de
behandeling reageert. In het algemeen wordt de dosis berekend volgens onderstaande
aanbevelingen en eenmaal per dag toegediend:
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar met
groeihormoondeficiëntie:
0,025 0,035 mg/kg lichaamsgewicht per dag
het turnersyndroom:
0,045 0,050 mg/kg lichaamsgewicht per dag
chronische problemen in de wijze waarop de nieren functioneren:
0,045 0,050 mg/kg lichaamsgewicht per dag
een te kleine gestalte bij de geboorte:
0,035 mg/kg lichaamsgewicht per dag. De behandeling dient na het eerste jaar van de
behandeling te worden gestaakt als de groeisnelheid onvoldoende is,
SHOX-gendeficiëntie:
0,045 0,050 mg/kg lichaamsgewicht per dag.
Groeihormoondeficiëntie bij volwassenen
De behandeling dient te worden begonnen met een lage dosis van 0,15 0,30 mg per dag. Bij
oudere patiënten en patiënten met overgewicht kan een lagere begindosis nodig zijn. De
begindosis kan geleidelijk worden verhoogd op basis van de individuele behoefte. De totale
dagelijkse dosis is gewoonlijk niet hoger dan 1 mg.
Naarmate de leeftijd toeneemt, kan de dosis afnemen. Vrouwen, in het bijzonder vrouwen die
orale oestrogeensupplementen nemen, kunnen een hogere dosis nodig hebben dan mannen.
Heeft u te veel van dit middel
gebruikt?
Als u meer Humatrope hebt geïnjecteerd dan u zou mogen, raadpleeg dan uw arts.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
instantie dalen en te laag worden (hypoglykemie), en vervolgens stijgen en te hoog worden
(hyperglykemie).
Als u langdurig (jarenlang) te veel Humatrope injecteert, kunnen sommige
lichaamsdelen, zoals oren, neus, kaak, handen en voeten, te groot worden (acromegalie).
Wanneer u te veel van Humatrope hebt gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts,
uw apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245)
Bent u vergeten dit middel
te gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Ga door met de voorgeschreven
dosering. Als u vergeten bent Humatrope te injecteren en u twijfelt aan wat u moet doen,
raadpleeg dan uw arts.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Raadpleeg uw arts voordat u met de behandeling stopt. Door de behandeling met Humatrope te
onderbreken of voortijdig te staken, kan het succes van de behandeling met Humatrope in het
gedrang komen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw
arts of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt
daarmee te maken.
Na het injecteren van Humatrope kunnen onderstaande bijwerkingen ontstaan.
De volgende afspraken werden gebruikt voor het indelen van de bijwerkingen:
Bijwerkingen die zeer vaak optreden: komen voor bij meer dan 1 van de 10 patiënten
Bijwerkingen die vaak optreden: komen voor bij 1 van de 100 tot 1 van de 10 patiënten
Bijwerkingen die soms optreden: komen voor bij 1 van de 1.000 tot 1 van de 100 patiënten
Bijwerkingen die zelden optreden: komen voor bij 1 van de 10.000 tot 1 van de 1.000 patiënten
Bijwerkingen die zeer zelden optreden: komen voor bij minder dan 1 van de 10.000 patiënten,
inclusief geïsoleerde gevallen.
Andere mogelijke bijwerkingen (de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet bepaald
worden)
HUMATROPE 37 PN-XX.21
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Andere
Pijn op de
Zwakte
Zware of
Slaapproblemen
Overgevoelig
injectieplaats
veelvuldige
(insomnia)
heid voor de
Type 2 diabetes
hoofdpijn met
werkzame
Zwelling (oedeem)
mellitus
misselijkheid en/of
Hoge bloeddruk
stof
gezichtsstoornissen (hypertensie)
Hoog
Vergroting van de
zijn tekenen van
bloedsuikergehalte borsten
verhoogde
Suiker in de urine
(hyperglykemie)
(gynaecomastie)
hersendruk
(glycosurie)
(goedaardige
Overgevoeligheid
intracraniale
voor metacresol
hypertensie). Vertel
en/of glycerol
het onmiddellijk
aan uw arts als dit
Laag gehalte aan
gebeurt.
schildklierhormoon
Verdoofd gevoel en
Ontstaan van
tintelingen
antistoffen tegen
(paresthesie)
groeihormoon
Plaatselijke
Verergering van
spierpijn (myalgie)
scoliose (een
abnormale
zijdelingse
kromming van de
wervelkolom)
Volwassenen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Andere
Hoofdpijn
Pijn op de
Zwakte
Zware of
Diabetes type
injectieplaats
veelvuldige
2
Gewrichtspijn
Vergroting van de
hoofdpijn met
(artralgie)
Zwelling (oedeem)
borsten
misselijkheid en/of
Overgevoelig
(gynaecomastie)
gezichtsstoornissen heid voor de
Hoog
zijn tekenen van
werkzame
bloedsuikergehalte
verhoogde
stof
(hyperglykemie)
hersendruk
(goedaardige
Overgevoeligheid
intracraniale
voor metacresol
hypertensie). Vertel
en/of glycerol
het onmiddellijk
aan uw arts als dit
Laag gehalte aan
gebeurt.
schildklierhormoon
Suiker in de urine
(glycosurie)
HUMATROPE 37 PN-XX.21
Verdoofd gevoel en
tintelingen
(paresthesie)
Verdoofd gevoel en
tintelingen in
vingers en
handpalm als
gevolg van een
geknelde zenuw bij
de pols (carpaal-
tunnelsyndroom)
Plaatselijke
spierpijn (myalgie)
Hoge bloeddruk
(hypertensie)
Kortademigheid
(dyspneu)
Tijdelijke
onderbreking van
de ademhaling
tijdens de slaap
(slaapapneu)
Insuline kan minder werkzaam zijn.
Er is melding gemaakt van leukemie bij een klein aantal kinderen die met groeihormoon zijn
behandeld. Er is echter geen bewijs dat leukemie vaker voorkomt bij patiënten die groeihormoon
krijgen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook melden via:
België:
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, Afdeling Vigilantie,
Postbus 97, B-1000 Brussel Madou, Website: www.eenbijwerkingmelden.be, e-mail:
adr@fagg.be.
Luxemburg:
HUMATROPE 37 PN-XX.21
Door bijwerkingen te melden, helpt u ons om meer informatie te krijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket
en de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u ziet dat de oplossing troebel is of deeltjes bevat.
Bewaren in de koelkast (2°C 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
Nadat Humatrope is gemengd, mag het niet langer dan 30 minuten per dag buiten de koelkast
blijven.
Humatrope kan na mengen nog 28 dagen worden gebruikt mits het wordt bewaard in de koelkast
en niet langer dan 30 minuten per dag aan kamertemperatuur wordt blootgesteld.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de wc en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen
op de juiste manier afvoert, worden ze op een juiste manier vernietigd en komen ze niet in het
milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
Poeder in de patroon
-
De werkzame stof in dit middel is somatropine. Elke patroon bevat 6 mg, 12 mg of 24 mg,
afhankelijk van de sterkte.
Na het oplossen:
Humatrope
6 mg levert na het oplossen 2,08 mg somatropine per ml op.
Humatrope
12 mg levert na het oplossen 4,17 mg somatropine per ml op.
Humatrope
24 mg levert na het oplossen 8,33 mg somatropine per ml op.
-
De andere stoffen in dit middel zijn: mannitol, glycine, dibasisch natriumfosfaat.
[Fosforzuur of natriumhydroxide (of beide) kunnen bij het fabricageproces zijn gebruikt als
zuurteregelaar.]
HUMATROPE 37 PN-XX.21
Hoe ziet Humatrope
eruit en wat zit er in een verpakking ?
Humatrope 6 mg:
1 patroon met wit poeder voor oplossing voor injectie;
3,17 ml helder, kleurloos oplosmiddel in een
voorgevulde spuit.
Verpakkingsgrootte 1, 5 en 10 stuks.
Humatrope 12 mg:
1 patroon met wit poeder voor oplossing voor injectie;
3,15 ml helder, kleurloos oplosmiddel in een
voorgevulde spuit.
Verpakkingsgrootte 1, 5 en 10 stuks.
Humatrope 24 mg:
1 patroon met wit poeder voor oplossing voor injectie;
3,15 ml helder, kleurloos oplosmiddel in een
voorgevulde spuit.
Verpakkingsgrootte 1, 5 en 10 stuks.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Eli Lilly Benelux N.V.
Markiesstraat 1
B-1000 Brussel
Fabrikant
Lilly France
Rue du Colonel Lilly
F-67640 Fegersheim
Frankrijk
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
Humatrope 6 mg: BE169172
Humatrope 12 mg: BE169206
Humatrope 24 mg: BE169197
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de houder
van de vergunning voor het in de handel brengen:
HUMATROPE 37 PN-XX.21
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
In lidstaten van de EEA waar dit geneesmiddel geregistreerd is, is het geregistreerd onder de
naam 'Humatrope', behalve in Frankrijk, waar het geregistreerd is onder de naam 'Umatrope'.
Deze bijsluiter is voor het laatst herzien in 02/2021.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 07/2021.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
In de volgende instructies wordt uitgelegd hoe Humatrope moet worden geïnjecteerd. Lees de
instructies zorgvuldig door en voer ze stap voor stap uit.
Aan de slag:
Error: Reference source not found
U hebt de volgende vijf zaken nodig:
Onderdelen
1. Humatrope patroon van de juiste
sterkte
2. Een spuit gevuld met oplosmiddel
zuiger
3. Een Humatrope -pen met CE-
markering
Zwarte driehoekjes
4. Een steriele naald voor op de pen
5. Een alcoholdoekje
Humatrope
Spuit met
®-patroon
oplosmidddel
Was uw handen voor u verdergaat met de
volgende stappen.
Wit uiteinde
Oplosmiddel*
Beschermkap
Naaldbeschermer
Gebruik uitsluitend onderdelen uit deze set voor het klaarmaken van de patroon met geneesmiddel *
Opmerking: De vloeistof is kleurloos. .Het wordt hier alleen ter illustratie in blauw weergegeven.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
De volgende stappen leggen uit hoe u de nieuwe patroon klaarmaakt voor gebruik
Stap 1: Uitpakken
U mag Humatrope alleen mengen met het meegeleverde oplosmiddel. Nooit met
iets anders mengen, tenzij uw arts u dat zegt.
Lees de gebruiksaanwijzing van uw pen door zodat u weer precies weet wat uw
arts of zorgverlener u heeft geleerd.
Voer de instructies onder de tekeningen uit.
zuiger
Naald
beschermer
zuiger
Naald
beschermer
Haal
ALLE onderdelen uit de verpakking. Opmerking: dit
Pak de naaldbeschermer vast, deze zit aan de onderkant van
Verwijder de naaldbeschermer en gooi deze weg. Druk de zuiger
product kan zowel door links- of rechtshandigen worden
de spuit met oplosmiddel.
nog
NIET in. Het is niet erg als er een druppeltje vloeistof verloren
gebruikt. Gebruik de hand waar u het gemakkelijkst mee
gaat. Het is niet nodig om de lucht uit de spuit met oplosmiddel te
werkt.
verwijderen.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
Stap 2 en 3: De patroon aansluiten
Zwarte driehoekjes
Houd de patroon met de zwarte driehoekjes naar
DRUK de patroon
RECHT in de spuit tot
boven. Breng de patroon en de spuit met
dit niet verder kan
EN de zwarte
oplosmiddel in een rechte lijn met elkaar. De
driehoekjes
BEDEKT ZIJN. U kunt een
patroon
NIET onder een hoek inbrengen.
klik voelen of horen.
NIET aan de patroon
draaien.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
S
tap 4: H
umatrope
m
engen
Houd de spuit met oplosmiddel en de patroon
Haal de duim van de zuiger en controleer of
met
TWEE HANDEN bij elkaar. Druk de
de spuit met oplosmiddel leeg is (het is
zuiger in en laat de zuiger weer los zodat er
normaal dat er een paar kleine druppels
oplosmiddel in de patroon komt. Herhaal dit 2 à
oplosmiddel in de spuit achterblijven).
3 keer tot al het oplosmiddel in de patroon zit.
Stap 5 en 6: Patroon losmaken en de spuit met oplosmiddel verwijderen
Haal de duim van de zuiger
en trek de
Leg de beschermkap op een hard, vlak
patroon uit de spuit.
oppervlak. Druk de spuit op de beschermkap en
verwijder de spuit onmiddellijk volgens de
instructies van uw zorgverlener.
HUMATROPE 37 PN-XX.21
Meng de oplossing door de patroon 10 keer rustig om te draaien. DE PATROON
NIET SCHUDDEN. Laat de patroon 3 minuten rusten en inspecteer de oplossing
daarna zorgvuldig.
- Als de oplossing troebel is of deeltjes bevat, draai de patroon dan nog eens 10 keer
rustig rond om de inhoud te mengen. Laat de patroon nog eens 5 minuten rusten.
GEBRUIK DE PATROON NIET als de oplossing troebel blijft of nog steeds deeltjes
bevat.
Error: Reference source not found
Error: Reference source not found
S
tap 8: H
umatrope
i njecteren met een geschikt peninjectiesysteem
- Als de oplossing helder is, is de patroon klaar om aan een geschikte Humatrope -
pen te worden gekoppeld.
- Doe de patroon in de pen (zie de gebruiksaanwijzing bij de pen).
-
Gebruik voor iedere injectie altijd een nieuwe steriele naald.
-
Maak de huid grondig proper met een alcoholdoekje. Laat de huid opdrogen.
-
Stel de juiste dosis in (zie de gebruiksaanwijzing bij de pen).
-
Injecteer langzaam onder de huid (subcutaan) op de manier die u van uw arts hebt
geleerd.
-
Trek de naald uit de huid en verwijder de naald op een veilige manier die u van uw
arts of zorgverlener hebt geleerd.
- Bewaar de pen bij de rest van de Humatrope in de koelkast. Gebruik geen restant
Humatrope meer die 28 dagen na het mengen nog in de pen zit.
HUMATROPE 37 PN-XX.21