Hyqvia 100 mg/ml
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
HyQvia is een dubbele injectieflacon bestaande uit één injectieflacon met humane normale
immunoglobuline (immunoglobuline 10% of IG 10%) en één injectieflacon met recombinant
humane hyaluronidase (rHuPH20).
Humane normale immunoglobuline (SCIg)*
Eén ml bevat:
Humane normale immunoglobuline
(zuiverheid van minimaal 98% IgG)
100 mg
Elke injectieflacon van 25 ml bevat: 2,5 g humane normale immunoglobuline
Elke injectieflacon van 50 ml bevat: 5 g humane normale immunoglobuline
Elke injectieflacon van 100 ml bevat: 10 g humane normale immunoglobuline
Elke injectieflacon van 200 ml bevat: 20 g humane normale immunoglobuline
Elke injectieflacon van 300 ml bevat: 30 g humane normale immunoglobuline
Distributie van IgG-subklassen (waarden bij benadering):
IgG
1
≥56,9%
IgG
2
≥26,6%
IgG
3
≥3,4%
IgG
4
≥1,7%
Het maximumgehalte IgA is 140 microgram/ml.
*Bereid uit humaan plasma van donoren.
Hulpstoffen met bekend effect:
Recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20)
Recombinant humane hyaluronidase is een gezuiverd glycoproteïne van 447 aminozuren dat met
recombinant-DNA-techniek wordt vervaardigd in de ovariumcellen van de Chinese hamster (CHO).
Natrium (als chloride en fosfaat)
Het totale natriumgehalte van recombinant humane hyaluronidase is 4,03 mg/ml.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor infusie (infusie).
IG 10% is een heldere of licht opaalachtige, en kleurloze of lichtgele oplossing. De oplossing heeft een
pH van 4,6-5,1 en een osmolaliteit van 240-300 mOsmol/kg.
2
Recombinant humane hyaluronidase is een heldere, kleurloze oplossing. De oplossing heeft een pH
van 6,5-8,0 en een osmolaliteit van 290-350 mOsmol/kg.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Vervangingstherapie bij volwassenen, kinderen en jongeren (van 0 tot 18 jaar) bij:
Primaire immunodeficiëntiesyndromen met verminderde productie van antilichamen (zie
rubriek 4.4).
Secundaire immunodeficiënties (SID) bij patiënten met ernstige of recidiverende infecties,
ineffectieve antimicrobiële behandeling en ofwel een bewezen specifieke antilichaamdeficiëntie
(proven specific antibody failure, PSAF)* ofwel een serum-IgG-spiegel van < 4 g/l.
* PSAF = het niet bereiken van een minstens tweevoudige verhoging van de IgG-antistoftiter op
polysacharide-pneumokokken- en polypeptide-antigeenvaccins.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Vervangingstherapie moet worden geïnitieerd en gevolgd onder toezicht van een arts die ervaring
heeft met de behandeling van immunodeficiëntie.
Dosering
De dosering en het doseringsschema zijn afhankelijk van de indicatie.
Het geneesmiddel dient subcutaan te worden toegediend.
Bij vervangingstherapie kan het nodig zijn de dosis per patiënt te individualiseren, afhankelijk van de
farmacokinetische en klinische reactie. Een dosis gebaseerd op lichaamsgewicht dient mogelijk
aangepast te worden bij patiënten met overgewicht of ondergewicht.
De volgende doseringsschema's zijn een richtlijn:
Vervangingstherapie bij primaire immunodeficiëntiesyndromen (zoals gedefinieerd in 4.1)
Patiënten die niet eerder zijn behandeld met immunoglobuline
De dosis vereist voor een dalconcentratie van 6 g/l ligt tussen 0,4-0,8 g/kg lichaamsgewicht per
maand. Het dosisinterval wanneer een steady state is bereikt, varieert tussen 2 en 4 weken.
De dalconcentraties moeten worden gemeten en beoordeeld in samenhang met het voorkomen van
infectie. Om de frequentie van infecties te verlagen, kan het nodig zijn de dosis te verhogen en
te streven naar hogere dalconcentraties (> 6 g/l).
Aanbevolen wordt om bij de start van de behandeling de behandelingsintervallen voor de eerste
infusies geleidelijk te verlengen van een wekelijkse dosis tot maximaal een dosis om de 3 of 4 weken.
De cumulatieve maandelijkse dosis van IG 10% dient te worden verdeeld in doses om de 1, 2, enz.
weken, volgens de geplande behandelingsintervallen met HyQvia.
Patiënten die eerder zijn behandeld met intraveneus toegediende immunoglobuline
Patiënten die rechtstreeks overstappen van intraveneuze toediening van immunoglobuline, of die
een vorige intraveneuze dosis immunoglobuline hebben gehad die als referentie kan dienen, moeten
het geneesmiddel toegediend krijgen in dezelfde dosis en met dezelfde frequentie als de vorige
intraveneuze immunoglobulinebehandeling. Bij patiënten die eerder een doseringsschema om
de 3 weken hadden, kan een verlenging van het interval naar 4 weken worden bereikt door
toediening van dezelfde wekelijkse equivalenten.
3
Patiënten die eerder zijn behandeld met subcutaan toegediende immunoglobuline
Voor patiënten die nu subcutaan immunoglobuline krijgen toegediend, is de eerste dosis van HyQvia
dezelfde als bij subcutane behandeling, maar kan worden aangepast voor een interval om
de 3 of 4 weken. De eerste infusie met HyQvia dient een week na de laatste
immunoglobulinebehandeling te worden gegeven.
Secundaire immunodeficiënties (zoals gedefinieerd in 4.1.)
De aanbevolen dosering is 0,2-0,4 g/kg iedere drie tot vier weken.
De IgG-dalspiegels moeten worden gemeten en beoordeeld in samenhang met de incidentie van
infecties. Zo nodig dient de dosis te worden aangepast om optimale bescherming tegen infecties te
verkrijgen. Verhoging van de dosis kan noodzakelijk zijn bij patiënten met aanhoudende infectie; een
dosisverlaging kan worden overwogen als de patiënt infectievrij blijft.
Pediatrische patiënten
De dosering is bij kinderen en jongeren (van 0 tot 18 jaar) niet anders dan bij volwassenen, aangezien
de dosering voor elke indicatie wordt gebaseerd op het lichaamsgewicht en wordt aangepast aan de
klinische uitkomst van de bovengenoemde aandoening. De momenteel beschikbare gegevens worden
beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2.
Wijze van toediening
Het geneesmiddel is uitsluitend voor subcutaan gebruik, niet intraveneus toedienen.
Inspecteer voorafgaand aan toediening beide componenten van HyQvia visueel op verkleuring
en de aanwezigheid van deeltjes.
Laat gekoelde producten voor gebruik op kamertemperatuur komen. Gebruik geen
verwarmingsapparaten inclusief magnetrons.
Niet schudden.
Dit geneesmiddel is samengesteld uit twee injectieflacons. Meng de componenten van dit
geneesmiddel niet.
Elke injectieflacon met IG 10% wordt geleverd met de juiste overeenkomende hoeveelheid
recombinant humane hyaluronidase, zoals vermeld in de onderstaande tabel. Dien altijd
de volledige inhoud van de injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase toe, ongeacht of de
volledige inhoud van de injectieflacon met IG 10% wordt toegediend.
De twee componenten van het geneesmiddel moeten achtereenvolgens via dezelfde naald worden
toegediend, beginnend met de recombinant humane hyaluronidase en gevolgd door IG 10%, zoals
hierna beschreven.
Toedieningsschema HyQvia
Recombinant humane hyaluronidase
Humane normale immunoglobuline 10%
Volume (ml)
Proteïne (gram)
Volume (ml)
1,25
2,5
25
2,5
5
50
5
10
100
10
20
200
15
30
300
Lekkage op de infuusplaats kan zich voordoen tijdens of na subcutane toediening van
immunoglobuline, met inbegrip van HyQvia. Overweeg het gebruik van langere naalden en/of meer
dan één infuusplaats. Het aanpassen van de naaldgrootte zou onder toezicht van de behandelend arts
dienen te gebeuren.
4
Indien subcutane infusie van HyQvia voor behandeling thuis wordt gebruikt, moet de behandeling
worden ingesteld en gevolgd door een arts die ervaring heeft met de begeleiding van deze patiënten
in de thuissituatie. De patiënt moet worden onderwezen in infusietechnieken, het gebruik van een
infusiepomp, het invullen van een behandelingskaart, herkenning van mogelijke ernstige bijwerkingen
en de te nemen maatregelen wanneer zich bijwerkingen voordoen.
HyQvia kan worden gebruikt voor het toedienen van een volledige therapeutische dosis op een of twee
plaatsen om de maximaal vier weken. Pas de frequentie en het aantal infuusplaatsen aan afhankelijk
van het volume, de totale infusieduur en de verdraagbaarheid, zodat de patiënt wekelijks dezelfde
equivalente dosis krijgt toegediend. Als een patiënt een dosis mist, dient u de gemiste dosis zo snel
mogelijk toe te dienen en vervolgens het van toepassing zijnde toedieningsschema te hervatten.
De IG 10%-component dient te worden geïnfundeerd met behulp van een pomp. De rHuPH20 kan
handmatig worden toegediend of met een pomp worden geïnfundeerd. Een 24 gauge naald kan nodig
zijn zodat de patiënt kan infunderen met een toedieningssnelheid per infuusplaats van 300 ml/uur.
Indien een lagere toedieningssnelheid aanvaardbaar is, is het echter mogelijk om naalden met een
kleinere diameter te gebruiken. Gebruik voor de injectieflacon van 1,25 ml met recombinant humane
hyaluronidase een 18-22 gauge naald om de inhoud van de injectieflacon op te zuigen en om
doordrukken of uitnemen van de stop te voorkomen; voor alle andere injectieflacongrootten kan een
hulpmiddel met of zonder naald worden gebruikt om de inhoud van de injectieflacon op te zuigen.
De aanbevolen plaats(en) voor de infusie van het geneesmiddel zijn het midden van de bovenbuik en
dijbenen. Als twee plaatsen worden gebruikt, dienen de tweede infuusplaatsen zich aan contralaterale
kanten van het lichaam te bevinden. Vermijd uitstekende botdelen of littekens. Het product mag niet
worden geïnfundeerd op of rond een geïnfecteerd of acuut ontstoken plaats vanwege het gevaar op
verspreiding van een gelokaliseerde infectie.
Aanbevolen wordt de recombinant humane hyaluronidase-component bij een constante snelheid toe
te dienen en de toedieningssnelheid van de IG 10% niet te overschrijden, zeker als de patiënt net met
de HyQvia-behandeling is gestart.
Eerst wordt de volledige dosis recombinant humane hyaluronidase-oplossing toegediend met
een snelheid van 1 tot 2 ml/minuut per infuusplaats of een snelheid die goed wordt verdragen. Start
binnen 10 minuten na de recombinant humane hyaluronidase de infusie van de volledige dosis van
IG 10% per plaats toe via dezelfde subcutane naaldset.
Voor IG 10% worden per infuusplaats de volgende toedieningssnelheden aanbevolen:
Patiënten <40 kg
Interval/Minuten
10 minuten
10 minuten
10 minuten
10 minuten
Rest van infusie
Eerste twee
infusies
(ml/uur/
infuusplaats)
5
10
20
40
80
Volgende
2-3 infusies
(ml/uur/
infuusplaats)
10
20
40
80
160
Patiënten ≥40 kg
Eerste twee
infusies
(ml/uur/
infuusplaats)
10
30
60
120
240
Volgende
2-3 infusies
(ml/uur/
infuusplaats)
10
30
120
240
300
Als de patiënt de eerste infusies met volledige dosis per infuusplaats en bij de maximumsnelheid goed
verdraagt, kunnen arts en patiënt besluiten de snelheid van volgende infusies te verhogen.
Voor instructies over het gebruik van het geneesmiddel, zie rubriek 6.6.
5
4.3
Contra-indicaties
HyQvia mag niet intraveneus of intramusculair worden toegediend.
Overgevoeligheid voor de werkzame stof (IgG) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen) (zie rubriek 4.4).
Overgevoeligheid voor humane immunoglobulinen, vooral in zeer zeldzame gevallen van
IgA-deficiëntie wanneer de patiënt antilichamen tegen IgA heeft.
Bekende systemische overgevoeligheid voor hyaluronidase of recombinant humaan hyaluronidase.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Indien HyQvia per ongeluk in een bloedvat wordt toegediend, kan bij de patiënt een anafylactische
shock optreden.
De in rubriek 4.2 aanbevolen toedieningssnelheid moet worden aangehouden. Patiënten moeten
tijdens de gehele infusieperiode nauwlettend worden bewaakt, zeker patiënten bij wie met de
behandeling wordt begonnen.
Bepaalde bijwerkingen kunnen zich vaker voordoen bij patiënten die humane normale
immunoglobuline voor het eerst krijgen toegediend, of in zeldzame gevallen, wanneer op een ander
product met humane normale immunoglobuline wordt overgestapt of wanneer de vorige infusie al lang
geleden is toegediend.
Eventuele complicaties kunnen vaak worden voorkomen met de volgende voorzorgsmaatregelen:
De eerste keer het product langzaam toedienen zodat patiënten niet gevoelig worden voor
humane normale immunoglobuline (zie rubriek 4.2).
Patiënten gedurende de gehele infusieperiode zorgvuldig controleren en volgen om
eventuele symptomen op te sporen. Met name patiënten die voor het eerst humane
normale immunoglobuline krijgen toegediend, patiënten die zijn overgestapt van een andere
immunoglobuline of patiënten die hun vorige infusie langer geleden hebben gehad, moeten
tijdens de eerste infusie en het daaropvolgende uur worden gecontroleerd en gevolgd om
eventuele bijwerkingen op te sporen.
Alle andere patiënten moeten gedurende ten minste 20 minuten na toediening worden geobserveerd.
Als de behandeling thuis plaatsvindt, moet ondersteuning van een andere verantwoordelijke
persoon beschikbaar zijn voor de behandeling van bijwerkingen of het oproepen van hulp
wanneer zich ernstige bijwerkingen voordoen. Patiënten die zelf de behandeling thuis uitvoeren
en/of hun begeleiders moeten ook worden getraind in het herkennen van vroege symptomen van
overgevoeligheidsreacties.
Wanneer zich bijwerkingen voordoen, moet ofwel de toedieningssnelheid worden verlaagd of de
infusie worden gestaakt. De vereiste behandeling is afhankelijk van de aard en ernst van de
bijwerking. In het geval van een shock, dient de infusie onmiddellijk te worden gestaakt en
behandeling voor shock toegepast te worden.
In de klinische onderzoeken zijn geen chronische veranderingen van de huid waargenomen. Patiënten
moet worden verteld dat zij alle chronische ontstekingen, noduli of ontstekingen die op de infuusplaats
ontstaan en meer dan een paar dagen aanhouden, moeten melden.
6
Overgevoeligheid voor IG 10%
Echte overgevoeligheidsreacties komen zelden voor. Deze kunnen met name voorkomen bij patiënten
met anti-IgA-antilichamen die met extra voorzichtigheid moeten worden behandeld. Patiënten met
anti-IgA-antilichamen voor wie behandeling met subcutane IgG-producten de enige overgebleven
optie is, mogen alleen onder nauwlettend medisch toezicht met HyQvia worden behandeld.
In zeldzame gevallen kan humane normale immunoglobuline een daling van de bloeddruk met
anafylactische reactie veroorzaken, zelfs bij patiënten die eerder behandelingen met humane normale
immunoglobuline goed hebben verdragen.
Bij patiënten met een groot risico op allergische reacties mag het product alleen worden
toegediend indien ondersteunende zorg voor levensbedreigende reacties beschikbaar is.
Patiënten moeten worden geïnformeerd over de vroege verschijnselen van
anafylaxie/overgevoeligheid (urticaria, pruritus, gegeneraliseerde urticaria, gevoel van
beklemming op de borst, piepende ademhaling en hypotensie).
Afhankelijk van de ernst van de reactie en de medische praktijk kan met premedicatie dit type
reacties mogelijk worden voorkomen.
Indien anafylactische of ernstige overgevoeligheid voor humane immunoglobuline bekend is,
moet dit in het patiëntendossier worden vermeld.
Overgevoeligheid voor recombinant humane hyaluronidase
Bij de minste verdenking van allergische of anafylactische reacties na toediening van recombinant
humane hyaluronidase, moet de infusie onmiddellijk worden gestaakt en moet indien nodig de
standaard medische behandeling worden toegepast.
Immunogeniciteit van recombinant humane hyaluronidase
Bij patiënten die in klinische studies HyQvia kregen toegediend, werd de ontwikkeling van
niet-neutraliserende antistoffen tegen de component recombinant humane hyaluronidase gemeld. De
mogelijkheid bestaat dat deze antistoffen een kruisreactie aangaan met endogeen PH20, waarvan
bekend is dat deze tot uitdrukking komt in testes, epididymitis en sperma van volwassen mannen. Het
is niet bekend of deze antistoffen enige klinische significantie hebben bij mensen.
Trombo-embolie
Arteriële en veneuze trombo-embolische voorvallen, waaronder myocardinfarct, beroerte, diepe
veneuze trombose en longembolie, werden in verband gebracht met het gebruik van
immunoglobulinen. Patiënten dienen voldoende gehydrateerd te zijn voordat ze immunoglobulinen
gaan gebruiken. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met bestaande risicofactoren voor
trombo-embolische voorvallen (zoals een gevorderde leeftijd, hypertensie, diabetes mellitus en een
geschiedenis van vaatziekten of trombotische episoden, patiënten met verworven of erfelijke
trombofilie, patiënten met langere perioden van immobilisatie, patiënten met ernstige hypovolemie,
patiënten met ziekten die de bloedviscositeit verhogen). Controleer nauwlettend op tekenen en
symptomen van trombose en beoordeel de bloedviscositeit bij patiënten met risico op hyperviscositeit.
Ook bij afwezigheid van bekende risicofactoren kan trombose optreden.
Patiënten moeten worden geïnformeerd over de eerste symptomen van trombo-embolische voorvallen,
inclusief kortademigheid, pijn en zwelling van een ledemaat, focale neurologische stoornissen en pijn
op de borst, en hen moet worden geadviseerd onmiddellijk contact op te nemen met hun arts zodra de
eerste symptomen zich voordoen.
Hemolytische anemie
Immunoglobulineproducten bevatten bloedgroepantistoffen (bijv. A, B, D) die kunnen optreden als
hemolysinen. Deze antistoffen binden aan rode bloedcelepitopen (die kunnen worden gedetecteerd als
7
een positieve directe antiglobulinetest [DAT, (Coombs-test)]) en, zelden, hemolyse kunnen
veroorzaken. Ontvangers van immunoglobulineproducten moeten worden gecontroleerd en gevolgd
op klinische symptomen van hemolyse.
Acuut nierfalen
Ernstige renale bijwerkingen zijn gemeld bij patiënten die intraveneuze immunoglobulinetherapie
kregen, met name bij producten die sucrose bevatten (HyQvia bevat geen sucrose).
Aseptische meningitis
Gevallen van aseptische meningitis zijn gemeld in samenhang met intraveneuze en subcutane
immunoglobulinebehandeling; de symptomen beginnen meestal binnen enkele uren tot 2 dagen na de
immunoglobulinebehandeling. Patiënten dienen te worden geïnformeerd over de eerste symptomen,
waaronder ernstige hoofdpijn, stijfheid van de nek, suf voelen, koorts, fotofobie, nausea en braken.
Stopzetting van de immunoglobulinebehandeling kan binnen enkele dagen leiden tot remissie van
aseptische meningitis zonder restverschijnselen. Onderzoeken naar cerebrospinaal vocht testen vaak
positief op pleiocytose tot enkele duizenden cellen per mm
3
, hoofdzakelijk afkomstig van
granulocyten, en verhoogde proteïneniveaus tot een paar honderd mg/dL.
Aseptische meningitis kan vaker voorkomen in samenhang met intraveneuze immunoglobuline
behandeling met hoge dosis (2 g/kg). Uit gegevens van postmarketingonderzoek bleek geen duidelijke
correlatie tussen aseptische meningitis en hogere doses. De incidentie van aseptische meningitis was
hoger bij vrouwen.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van HyQvia
Dit geneesmiddel bevat geen suikers.
Interferentie met serologische testen
Na infusie van immunoglobuline kan de tijdelijke toename van de diverse passief overgedragen
antilichamen in het bloed van de patiënt leiden tot misleidende positieve resultaten bij serologische
testen.
Passieve transmissie van antilichamen naar antigenen op het erytrocytoppervlak (zoals A, B of D) kan
interfereren met enkele serologische testen op antilichamen tegen rode bloedcellen, zoals de directe
antiglobulinetest (DAT, directe Coombs-test).
Infusies van immunoglobulineproducten kunnen fout-positieve waarden opleveren bij assays die
afhankelijk zijn van de detectie van bèta-D-glucanen voor de diagnose van schimmelinfecties. Dit
effect kan aanhouden in de weken na infusie van het product.
Overdraagbare ziekteverwekkers
Humane normale immunoglobuline en humaan serumalbumine (stabilisator van de recombinant
humane hyaluronidase) worden bereid uit humaan plasma. Selectie van donoren, screening van
individuele donaties en plasmapools op specifieke infectiemarkers, en doeltreffende
virusinactivatie-/virusverwijderingsstappen in het productieproces behoren tot de
standaardmaatregelen om infecties als gevolg van het gebruik van geneesmiddelen bereid uit humaan
bloed of plasma te voorkomen. Ondanks deze maatregelen kan het risico op overdracht van
verwekkers van infectieziekten niet helemaal worden uitgesloten wanneer geneesmiddelen bereid
uit humaan bloed of plasma toegediend worden. Dat geldt tevens voor onbekende of opkomende
virussen en andere ziekteverwekkers.
8
De genomen maatregelen worden geacht effectief te zijn voor omhulde virussen zoals het humane
immuundeficiëntievirus (HIV), hepatitis-B-virus (HBV) en hepatitis-C-virus (HCV), en voor de
niet-omhulde virussen hepatitis-A (HAV) en parvovirus B19.
Er bestaat geruststellend klinisch bewijs met betrekking tot het uitblijven van overdracht van hepatitis
A of parvovirus B19 met immunoglobulinen, en er wordt ook aangenomen dat het gehalte aan
antilichamen een belangrijke bijdrage levert aan de virale veiligheid.
Natriumgehalte
De IG 10%-component is in wezen natriumvrij. De recombinante menselijke hyaluronidase bevat de
volgende hoeveelheid (mg) natrium per injectieflacon:
1,25 ml - 5,0 mg
2,5 ml - 10,1 mg
5 ml - 20,2 mg
10 ml - 40,3 mg
15 ml - 60,5 mg
Dit komt overeen met 0,25 tot 3% van de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van
2 g natrium voor een volwassene.
Pediatrische patiënten
De vermelde waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen gelden voor zowel volwassenen als kinderen.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Levende verzwakte virusvaccins
Na toediening van immunoglobuline kan de werkzaamheid van levende verzwakte virusvaccins zoals
mazelen, rodehond, de bof en varicella gedurende een periode van ten minste 6 weken tot 3 maanden
verstoord zijn. Na toediening van dit geneesmiddel moet 3 maanden worden gewacht voordat
vaccinatie met levende verzwakte virusvaccins mag plaatsvinden. In het geval van mazelen kan de
verminderde werkzaamheid tot een jaar duren. Patiënten die een mazelenvaccin krijgen, moeten
daarom hun antilichaamstatus laten controleren.
Pediatrische patiënten
De vermelde interacties gelden voor zowel volwassenen als kinderen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
De veiligheid van dit geneesmiddel voor gebruik tijdens menselijke zwangerschap is niet vastgesteld
in gecontroleerde klinische studies en mag daarom alleen met voorzichtigheid worden toegediend aan
zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven.
Negen vrouwen die ooit met HyQvia zijn behandeld, zijn geïncludeerd in een prospectieve,
ongecontroleerde, multicenter zwangerschapsregistratie na verlening van de handelsvergunning
(Studie 161301). Van de 8 zwangerschappen met bekende uitkomsten zijn er 8 levende baby’s
geboren met normale APGAR-scores. Er waren geen bijzondere complicaties tijdens de bevalling. Er
zijn geen bijwerkingen gemeld gerelateerd aan HyQvia. Vier moeders zijn getest op anti-rHuPH20-
bindende of neutraliserende antilichamen, waarbij geen antilichamen zijn vastgesteld.
9
Van immunoglobulineproducten is aangetoond dat ze in het derde trimester van de zwangerschap de
placenta van ratten en konijnen kunnen passeren. Klinische ervaring met immunoglobulinen
suggereert dat schadelijke gevolgen voor het verloop van de zwangerschap, of voor de foetus en de
pasgeborene, niet waarschijnlijk zijn.
Onderzoek naar ontwikkelings- of reproductietoxiciteit is uitgevoerd met recombinant humaan
hyaluronidase bij muizen en konijnen. Er werden geen nadelige effecten op de zwangerschap en de
ontwikkeling van de foetus geassocieerd met anti-rHuPH20-antilichamen. In deze onderzoeken
werden maternale antilichamen tegen recombinant humaan hyaluronidase overgebracht op het
nageslacht in utero. De effecten van antilichamen tegen de recombinant humane
hyaluronidase-component van HyQvia op het menselijk embryo of de humane foetale ontwikkeling
zijn momenteel niet bekend (zie rubriek 5.3).
Borstvoeding
Immunoglobulinen worden uitgescheiden in de melk en kunnen bijdragen aan de bescherming van de
pasgeborene van pathogenen die via de slijmvliezen het lichaam binnendringen. Eén zuigeling in de
zwangerschapsregistratie (Studie 161301) kreeg borstvoeding. Alle bijwerkingen werden
gerapporteerd als niet gerelateerd aan eerdere of de huidige HyQvia-behandeling.
Vruchtbaarheid
Er zijn momenteel geen gegevens beschikbaar over de klinische veiligheid van HyQvia voor de
vruchtbaarheid.
Klinische ervaring met immunoglobulinen suggereert dat er geen schadelijke effecten van IG 10% op
de vruchtbaarheid te verwachten zijn.
Onderzoek bij dieren wijst geen directe of indirecte schadelijke effecten uit van recombinant humane
hyaluronidase met betrekking tot reproductie bij doses die worden gebruikt voor facilitering van de
toediening van IG 10% (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
HyQvia heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen, bijvoorbeeld door duizeligheid (zie rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De vaakst gemelde bijwerkingen van HyQvia waren lokale reacties. De vaakst gemelde systemische
bijwerkingen waren hoofdpijn, vermoeidheid en pyrexie. De meeste bijwerkingen waren mild tot
matig in ernst.
Humane normale immunoglobuline
Bijwerkingen zoals koude rillingen, hoofdpijn, duizeligheid, koorts, braken, allergische reacties,
nausea, artralgie, lage bloeddruk en matige lagerugpijn kunnen soms voorkomen.
In zeldzame gevallen kunnen humane normale immunoglobulinen een plotse daling van de bloeddruk
en, in geïsoleerde gevallen, anafylactische shock veroorzaken, zelfs bij patiënten die bij eerdere
toediening geen overgevoeligheidsreacties vertoonden.
Lokale reacties op infuusplaatsen, te weten zwelling, pijn/gevoeligheid, roodheid, verharding, lokale
warmte, jeuk, blauwe plekken en rash, kunnen zich vaak voordoen.
10
Gevallen van voorbijgaande aseptische meningitis, voorbijgaande hemolytische reacties, verhoogd
serumcreatinine en/of acuut nierfalen zijn bij humane normale immunoglobuline waargenomen. Zie
rubriek 4.4.
Trombo-embolische reacties zoals myocardinfarct, beroerte, longembolie en diepe veneuze trombose
zijn zelden waargenomen bij IV- en SC-toediening van immunoglobulineproducten.
Recombinant humane hyaluronidase
De vaakst gemelde bijwerkingen tijdens postmarketinggebruik van recombinant humane
hyaluronidase in soortgelijke preparaten subcutaan toegediend voor de dispersie en absorptie
van subcutaan toegediende vloeistoffen of geneesmiddelen, waren milde lokale reacties op de
infuusplaats, zoals erytheem en pijn. Oedeem is het vaakst gemeld in samenhang met subcutane
toediening van een groot vloeistofvolume.
Antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase
In totaal 13 van de 83 proefpersonen die deelnamen aan een hoofdonderzoek ontwikkelden een
antilichaam dat tijdens het klinische onderzoek in staat bleek zich ten minste eenmaal te binden aan
recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20). Deze antilichamen konden recombinant humane
hyaluronidase niet neutraliseren. Een tijdelijk verband tussen bijwerkingen en de aanwezigheid van
anti-rHuPH20-antistoffen kon niet worden aangetoond. Er was geen toename in incidentie of ernst
van bijwerkingen bij patiënten die antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase hadden
ontwikkeld.
Tabel met bijwerkingen
De veiligheid van HyQvia is beoordeeld in 4 klinische onderzoeken
(160602, 160603, 160902 en 161101) bij 124 unieke patiënten met PID (primaire
immunodeficiëntiesyndromen) die 3202 infusies kregen.
De hieronder gepresenteerde tabel volgt de systeem/orgaanklassen van de MedDRA-gegevensbank
(SOC en Preferred Term Level).
De frequenties per infusie zijn geëvalueerd door gebruik te maken van de volgende conventie: Zeer
vaak (≥1/10); Vaak (≥1/100, <1/10); Soms (≥1/1.000, <1/100); Zelden (≥1/10.000, <1/1.000); Zeer
zelden (<1/10.000); Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke
frequentiegroep worden de ongewenste effecten gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Systeem/
orgaanklasse (SOC)
volgens MedDRA
Maagdarmstelselaandoening
en
Frequentie van bijwerkingen van HyQvia
Zeer vaak
Vaak
Soms
Braken, nausea,
buikpijn (waaronder
boven- en
onderbuikpijn en
gevoeligheid),
diarree
Abdominale distensie
Zelden
11
Systeem/
orgaanklasse (SOC)
volgens MedDRA
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Frequentie van bijwerkingen van HyQvia
Zeer vaak
Vaak
Soms
Lokale
reacties
(totaal)
a
:
Pijn op
infuusplaats
(waaronder
ongemak,
gevoelighei
d, liespijn)
Lokale reacties
(totaal):
Infuusplaatserytheem
,
infuusplaatszwelling
(waaronder lokale
zwelling en oedeem),
infuusplaatspruritus
(waaronder
vulvovaginale
pruritis)
Pyrexie,
asthenie-aandoeninge
n (waaronder
asthenie,
vermoeidheid,
lethargie, malaise)
Lokale reacties
(totaal):
Verkleuring van
infuusplaats, blauwe
plek op infuusplaats
(waaronder
hematoom, bloeding),
massa op infuusplaats
(waaronder nodule),
warmte op
infuusplaats,
verharding van
infuusplaats,
zwaartekrachtsoedee
m/
genitale zwelling
b
(waaronder genitaal
oedeem, scrotale en
vulvovaginale
zwelling)
Oedeem (waaronder
perifere zwelling),
koude rillingen,
hyperhidrose
Directe Coombs-test
positief
Artralgie, rugpijn,
pijn in extremiteit
Migraine,
duizeligheid
Erytheem, rash
(waaronder
erythemateus,
papulair,
maculo-papulair),
pruritus, urticaria
Hypertensie,
verhoging van
bloeddruk
Zelden
Branderig
gevoel
Onderzoeken
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Zenuwstelselaandoeningen
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Myalgie,
musculoskeletale
borstpijn
Hoofdpijn
Paresthesie
Bloedvataandoeningen
Nier- en
Hemosiderinuri
urinewegaandoeningen
e
a
De volgende bijwerkingen zijn niet vermeld, maar zijn wel meegerekend in de frequentie van lokale reacties:
het heet hebben, paresthesie van infuusplaats.
b
Zwaartekrachtsoedeem/genitale zwelling werd waargenomen na toediening in de onderste buikkwadranten.
Naast de bijwerkingen die werden gezien in klinische onderzoeken, zijn de volgende bijwerkingen
gemeld in het postmarketingonderzoek (de frequentie hiervan is niet bekend (kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald)):
Infecties en parasitaire aandoeningen: meningitis aseptisch
Immuunsysteemaandoeningen: overgevoeligheid
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: griepachtige symptomen, lekkage op de
infuusplaats
12
Naast de hierboven vermelde bijwerkingen zijn de volgende andere bijwerkingen gemeld voor
subcutaan toegediende immunoglobulineproducten:
anafylactische shock, anafylactische/anafylactoïde reactie, tremor, tachycardie, hypotensie, blozen,
bleekheid, perifere koudheid, dyspneu, orale paresthesie, zwelling van het gezicht, allergische
dermatitis, skeletspierstijfheid, urticaria op infuusplaats, injectieplaatsrash, alanineaminotransferase
verhoogd.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
De lokale reacties die tijdens het klinisch hoofdonderzoek werden waargenomen, betroffen onder meer
een milde zwelling op de infuusplaats (die bij de meeste infusies voorkwam) vanwege de grote
infusievolumes. Deze lokale reacties werden in het algemeen echter niet beschouwd als bijwerking,
tenzij ze ongemak veroorzaakten. Slechts twee gevallen van lokale bijwerkingen waren ernstig, pijn
op de infuusplaats en zwelling op de infuusplaats. Twee gevallen van voorbijgaand genitaal oedeem,
waarvan één geval als ernstig werd beschouwd, waren te wijten aan diffusie van het geneesmiddel van
de infuusplaats in het abdomen. Alle waargenomen huidveranderingen losten in de loop van het
klinisch onderzoek vanzelf op.
Pediatrische patiënten
De resultaten van klinische onderzoeken wijzen op vergelijkbare veiligheidsprofielen bij volwassenen
en pediatrische patiënten, waaronder de aard, frequentie, ernst en omkeerbaarheid van de
bijwerkingen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden.
Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend
worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke
bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
De gevolgen van overdosering zijn niet bekend.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie (humane normale immunoglobuline): immuunsera
en immunoglobulinen: immunoglobulinen, normaal humaan, ATC-code: J06BA01
Werkingsmechanisme
Het therapeutische effect van dit geneesmiddel wordt geleverd door de IG 10%-component.
De recombinant humane hyaluronidase faciliteert de dispersie en absorptie van IG 10%.
Humane normale immunoglobuline bevat voornamelijk immunoglobuline G (IgG) met een breed
spectrum aan opsoniserende en neutraliserende antilichamen tegen infectieuze agentia.
Humane normale immunoglobuline bevat de IgG-antilichamen die aanwezig zijn in de normale
populatie. Deze immunoglobuline wordt meestal vervaardigd uit humane plasmapools van ten
minste 1000 donaties en heeft een distributie van IgG-subklassen in praktisch dezelfde proportie als in
normaal humaan plasma. Adequate doses humane normale immunoglobuline kunnen abnormaal lage
IgG-niveaus herstellen tot het normale bereik.
13
Recombinant humane hyaluronidase is een oplosbare recombinantvorm van humane hyaluronidase die
de doorlaatbaarheid verhoogt van subcutaan weefsel door tijdelijke depolymerisering van
hyaluronzuur. Hyaluronzuur is een polysacharide dat voorkomt in de intercellulaire matrix van het
bindweefsel. Het wordt gedepolymeriseerd door het natuurlijke enzym hyaluronidase. Anders dan de
stabiele structurele componenten van de interstitiële matrix heeft hyaluronan een zeer snelle
omlooptijd met een halfwaardetijd van ca. 0,5 dagen. De recombinant humane hyaluronidase van
HyQvia werkt lokaal. De effecten van hyaluronidase zijn omkeerbaar en de doorlaatbaarheid van het
subcutane weefsel wordt binnen 24 tot 48 uur hersteld.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De veiligheid en werkzaamheid van HyQvia zijn beoordeeld tijdens een fase 3-onderzoek (160603)
bij 83 patiënten met PID (primaire immunodeficiëntiesyndromen). Patiënten werden behandeld
met HyQvia bij een dosisinterval van 3 of 4 weken gedurende in totaal 12 maanden (na een korte
titratieperiode). De HyQvia-dosis was gebaseerd op de vorige behandeling met intraveneus
toegediende IG 10% (320 tot 1000 mg/kg lichaamsgewicht/4 weken) en was individueel aangepast,
wat zorgde voor de juiste IgG-niveaus gedurende het onderzoek.
De resultaten van het onderzoek lieten een incidentie van gevalideerde, acute, ernstige bacteriële
infecties tijdens behandeling met HyQvia zien van 0,025 (bovengrens van
eenzijdig 99%-betrouwbaarheidsinterval van 0,046) per jaar. De algehele infectie-incidentie was
lager tijdens HyQvia-toediening dan tijdens de drie maanden intraveneuze toediening van IG 10%:
de puntschatting van de infectiegraad van alle infecties per jaar was 2,97 (95% BI: 2,51 t/m 3,47)
voor HyQvia en 4,51 (95% BI: 3,50 t/m 5,69) voor intraveneus toegediende IG 10%.
Voor bijna alle proefpersonen kon hetzelfde dosisinterval voor HyQvia worden aangehouden als voor
de vorige intraveneuze toediening. Achtenzeventig (78) van de 83 (94%) proefpersonen kregen
dezelfde dosis om de 3 á 4 weken, terwijl één persoon van 4 naar 3 weken ging, één persoon
van 4 naar 2 weken en één persoon van 3 naar 2 weken (2 proefpersonen trokken zich tijdens de
titratieperiode terug).
De mediaan van het aantal infuusplaatsen per maand voor HyQvia was 1,09, dit is iets lager dan
de mediaan van het aantal infuusplaatsen voor intraveneuze IG 10% in dit onderzoek (1,34), en
aanzienlijk lager dan de mediaan van het aantal infuusplaatsen in het onderzoek naar subcutane
toediening van IG 10% (21,43).
Zesenzestig patiënten die het fase 3-hoofdonderzoek afmaakten, namen deel aan een
vervolgonderzoek (160902) ter beoordeling van de veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid op
lange termijn van HyQvia bij PID. De totale gecombineerde blootstelling van patiënten met PID
bedroeg in beide onderzoeken 187,69 patiëntjaren; de langste blootstelling was voor
volwassenen 3,8 jaar en voor pediatrische patiënten 3,3 jaar.
Pediatrische patiënten
HyQvia is beoordeeld in 24 pediatrische patiënten, waaronder 13 patiënten van 4 t/m 11 jaar
en 11 patiënten van 12 t/m 18 jaar, die gedurende maximaal 3,3 jaar werden behandeld met een totale
veiligheidservaring van 48,66 patiëntjaren (zoals beschreven in de rubriek Klinische werkzaamheid en
veiligheid). Er zijn geen aanmerkelijke verschillen waargenomen in de farmacodynamische effecten,
of in de veiligheid en werkzaamheid van HyQvia tussen pediatrische patiënten en volwassenen. Zie de
rubrieken 4.2 en 4.8.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met HyQvia in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten naar de behandeling van primaire immunodeficiëntie als model voor
vervangingsbehandeling (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
14
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na subcutane toediening van HyQvia, stijgen de serum-IgG-niveaus in de circulatie van de ontvanger
tot een piekconcentratie na ongeveer 3 tot 5 dagen.
Gegevens uit de klinische onderzoeken naar HyQvia wijzen uit dat de serum-IgG-dalconcentraties
kunnen worden onderhouden met doseringsschema´s van 320 tot 1000 mg/kg
lichaamsgewicht/4 weken, toegediend met intervallen van 3 of 4 weken.
De farmacokinetische gegevens van HyQvia zijn beoordeeld in een klinisch onderzoek bij patiënten
van 12 jaar en ouder die lijden aan PID (primaire immunodeficiëntiesyndromen). De
farmacokinetische resultaten zijn aangegeven in de volgende tabel, en vergeleken met gegevens voor
intraveneuze toediening van IG 10% verkregen in hetzelfde onderzoek.
IgG en IgG-complexen worden afgebroken in de cellen van het reticulo-endotheliale systeem.
Farmacokinetische parameters van HyQvia vergeleken met intraveneuze toediening van
IG 10%
Parameter
HyQvia
IVIG 10%
Mediaan (95% Bl)
Mediaan (95% Bl)
n = 60
n = 68
C
max
[g/l]
15,5 (14,5; 17,1)
21,9 (20,7; 23,9)
C
min
[g/l]
10,4 (9,4 t/m 11,2)
10,1 (9,5 t/m 10,9)
AUC per week [g*dagen/l]
90,52 (83,8 t/m 98,4)
93,9 (89,1 t/m 102,1)
T
max
[dagen]
5,0 (3,3 t/m 5,1)
0,1 (0,1 t/m 0,1)
Duidelijke klaring of klaring [ml/kg/dag]
1,6 (1,4 t/m 1,79)
1,4 (1,2 t/m 1,4)
Terminale halfwaardetijd [dagen]
45,3 (41,0 t/m 60,2)
35,7 (32,4 t/m 40,4)
Pediatrische patiënten
In het klinisch onderzoek naar HyQvia zijn geen verschillen waargenomen in
plasma-IgG-dalconcentraties tussen volwassenen en pediatrische patiënten.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Immunoglobulinen zijn normale bestanddelen van het menselijk lichaam.
De veiligheid van IG 10% is aangetoond in diverse niet-klinische studies. Niet-klinische gegevens
duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van conventioneel
onderzoek naar veiligheidsfarmacologie en toxiciteit. Onderzoeken naar toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit en reproductietoxiciteit bij dieren zijn niet praktisch haalbaar vanwege
inductie van en interferentie met de zich ontwikkelende antilichamen tegen heterologe eiwitten.
Langetermijnonderzoeken naar carcinogeen of mutageen potentieel van recombinant
humane hyaluronidase bij dieren zijn niet uitgevoerd. Er zijn geen effecten op de vruchtbaarheid
gemeld bij muizen, konijnen en cynomolgus-apen die werden blootgesteld aan antilichamen die
binden aan recombinant humane hyaluronidase en soortspecifieke hyaluronidase. Reversibele
onvruchtbaarheid is gemeld bij mannelijke en vrouwelijke cavia’s die werden geïmmuniseerd om de
productie van antilichamen voor hyaluronidase op te wekken. De antilichamen voor hyaluronidase
hadden echter geen invloed op de reproductie na immunisatie van muizen, konijnen, schapen of
cynomolgus-apen. De effecten van antilichamen die binden aan recombinant humane hyaluronidase op
de vruchtbaarheid van de mens zijn niet bekend.
15
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Injectieflacon humane normale immunoglobuline (IG 10%)
Glycine
Water voor injecties
Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20)
Natriumchloride
Dibasisch natriumfosfaat
Humane albumine
Dinatrium-EDTA (ethyleendiaminetetra-azijnzuur)
Calciumchloride
Natriumhydroxide (voor pH-regulering)
Zoutzuur (voor pH-regulering)
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Injectieflacon humane normale immunoglobuline (IG 10%)
25, 50, 100, 200 of 300 ml oplossing in een injectieflacon (type I-glas) met een stop
(broombutylrubber).
Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20)
1,25, 2,5, 5, 10 of 15 ml oplossing in een injectieflacon (type I-glas) met een stop (chlorobutylrubber).
Verpakkingsgrootte:
Eén injectieflacon met IG 10% en één injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase in een
dubbele injectieflacon.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Het product moet vóór gebruik op kamertemperatuur worden gebracht. Gebruik geen
verwarmingsapparaten, inclusief magnetrons.
IG 10% is een heldere of licht opaalachtige, en kleurloze of lichtgele oplossing. Recombinant humane
hyaluronidase is een heldere, kleurloze oplossing.
16
De injectieflacons moeten vóór toediening visueel worden geïnspecteerd op deeltjes en verkleuring.
Oplossingen die troebel zijn of deeltjes bevatten, mogen niet worden gebruikt.
Niet schudden.
De HyQvia-componenten vóór toediening niet mengen.
Gebruik geen toegangshulpmiddelen met luchtinlaat op de injectieflacons om de recombinant humane
hyaluronidase uit de flacons te halen.
Gebruik een aseptische techniek bij het bereiden en toedienen van HyQvia. Als meer dan één
injectieflacon met het geneesmiddel IG 10% of recombinant humane hyaluronidase nodig is om de
vereiste infusiedosis te verkrijgen, moeten de IG 10% en/of recombinant humane hyaluronidase vóór
toediening afzonderlijk worden bereid in geschikte oplossingcontainers. Gedeeltelijk gebruikte
injectieflacons moeten worden afgevoerd.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Baxalta Innovations GmbH
Industriestrasse 67
A-1221 Wenen, Oostenrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/840/001
EU/1/13/840/002
EU/1/13/840/003
EU/1/13/840/004
EU/1/13/840/005
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 16 mei 2013
Datum van verlenging: 8 januari 2018
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
17
BIJLAGE II
A.
B.
C.
D.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN)
EN FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN
DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
18
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Baxalta Belgium Manufacturing SA
Boulevard René Branquart 80
B-7860 Lessines
België
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Baxalta Belgium Manufacturing SA
Boulevard René Branquart 80
B-7860 Lessines
België
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
Officiële vrijgifte van de batch
In overeenstemming met artikel 114 van Richtlijn 2001/83/EG, zal de officiële vrijgifte van de batch
worden uitgevoerd door een rijkslaboratorium of een specifiek daartoe aangewezen laboratorium.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van
het beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging
van de bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke
19
mijlpaal (voor geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een
minimum) is bereikt.
20
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
21
A. ETIKETTERING
22
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING (2,5, 5, 10, 20 en 30 GRAM)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik.
humane normale immunoglobuline.
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Injectieflacon humane normale immunoglobuline: 100 mg/ml, minimaal 98% is IgG.
Maximumgehalte immunoglobuline A (IgA): 140 microgram/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Injectieflacon humane normale immunoglobuline: glycine, water voor injecties.
Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase: natriumchloride, natriumfosfaat, humane albumine,
dinatriumethyleendiaminetetra-azijnzuur, calciumchloride en water voor injecties. Zie de bijsluiter
voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik
1 injectieflacon humane normale immunoglobuline
2,5 g/25 ml
5 g/50 ml
10 g/100 ml
20 g/200 ml
30 g/300 ml
1 injectieflacon recombinant humane hyaluronidase
1,25 ml
2,5 ml
5 ml
10 ml
15 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Alleen voor subcutaan gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
23
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Niet schudden voor gebruik.
De twee injectieflacons vóór toediening niet mengen.
Eerst de recombinant humane hyaluronidase toedienen.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Baxalta Innovations GmbH
A-1221 Wenen, Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/840/001 2,5 g/25 ml
EU/1/13/840/002 5 g/50 ml
EU/1/13/840/003 10 g/100 ml
EU/1/13/840/004 20 g/200 ml
EU/1/13/840/005 30 g/300 ml
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
24
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
HyQvia 100 mg/ml
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
25
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET INJECTIEFLACON HUMANE NORMALE IMMUNOGLOBULINE
(5 G, 10 G, 20 G EN 30 G)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
HyQvia 100 mg/ml infusie voor subcutaan gebruik
humane normale immunoglobuline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Immunoglobuline: 100 mg/ml, minimaal 98% is IgG.
Maximumgehalte immunoglobuline A (IgA): 140 microgram/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Glycine, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Infusie voor subcutaan gebruik
1 injectieflacon
5 g/50 ml
10 g/100 ml
20 g/200 ml
30 g/300 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Alleen voor subcutaan gebruik.
Als 2e toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
26
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De injectieflacon bewaren in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Baxalta Innovations GmbH
A-1221 Wenen, Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/840/002 5 g/50 ml
EU/1/13/840/003 10 g/100 ml
EU/1/13/840/004 20 g/200 ml
EU/1/13/840/005 30 g/300 ml
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
27
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET INJECTIEFLACON HUMANE NORMALE IMMUNOGLOBULINE (2,5 G)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
HyQvia 100 mg/ml infusie voor subcutaan gebruik.
humane normale immunoglobuline.
Alleen voor SC gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Als 2e toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
2,5 g/25 ml
6.
OVERIGE
28
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET INJECTIEFLACON RECOMBINANT HUMANE HYALURONIDASE
(2,5 ML, 5 ML, 10 ML, 15 ML)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Infusie voor subcutaan gebruik voor HyQvia
hyaluronidase
Alleen voor subcutaan gebruik.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Als 1ste toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
EXP
4.
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Charge
5.
2,5 ml
5 ml
10 ml
15 ml
6.
OVERIGE
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
29
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET INJECTIEFLACON RECOMBINANT HUMANE HYALURONIDASE (1,25 ML)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Infusie voor subcutaan gebruik voor HyQvia
hyaluronidase
Alleen voor SC-gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Als 1ste toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1,25 ml
6.
OVERIGE
30
B. BIJSLUITER
31
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik
humane normale immunoglobuline
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
-
-
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is HyQvia en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is HyQvia en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is HyQvia?
HyQvia bevat twee oplossingen voor infusie (druppelinfusie) onder de huid (subcutane of SC-infusie).
Het middel wordt geleverd als pakket bestaande uit een injectieflacon humane normale
immunoglobuline 10% (het werkzame bestanddeel) en een injectieflacon met recombinant humane
hyaluronidase (een bestanddeel dat ervoor zorgt dat de humane normale immunoglobuline 10% in de
bloedbaan komt).
Humane normale immunoglobuline 10% behoort tot een categorie geneesmiddelen die ´humane
normale immunoglobulinen´ worden genoemd. Immunoglobulinen worden ook antilichamen genoemd
en komen voor in het bloed van gezonde personen. Antilichamen zijn een onderdeel van het
immuunsysteem (de natuurlijke afweer van het lichaam) en helpen het lichaam infecties bestrijden.
Hoe werkt HyQvia?
De injectieflacon met immunoglobulinen is bereid uit het bloed van gezonde personen. Het
geneesmiddel werkt op exact dezelfde manier als de immunoglobulinen die van nature in het bloed
voorkomen. De recombinant humane hyaluronidase is een eiwit dat (druppel)infusie van
immunoglobulinen onder de huid en transport naar de bloedbaan vergemakkelijkt.
Waarvoor wordt HyQvia gebruikt?
HyQvia wordt gebruikt voor patiënten met een zwak immuunsysteem, die niet genoeg antilichamen
in hun bloed hebben en vaak infecties krijgen. Regelmatige en adequate doses HyQvia kunnen een
abnormaal laag immunoglobulineniveau in uw bloed herstellen tot de normale waarde
(vervangingstherapie).
32
HyQvia wordt voorgeschreven als vervangingstherapie aan patiënten die niet voldoende antilichamen
aanmaken, waaronder de volgende groepen patiënten:
patiënten met een aangeboren stoornis waarbij niet of niet voldoende antilichamen worden
aangemaakt (primaire immunodeficiënties).
patiënten die last krijgen van ernstige of terugkerende infecties door een verzwakt
immuunsysteem als gevolg van andere aandoeningen of behandelingen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet injecteren of via infusie toedienen?
-
-
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6, “Inhoud van de verpakking en overige informatie”.
U hebt antilichamen tegen immunoglobuline A (IgA) in uw bloed. Dit kan gebeuren als u een
IgA-deficiëntie hebt. Aangezien HyQvia sporen van IgA bevat, kunt u een allergische reactie
krijgen.
Het geneesmiddel mag niet worden toegediend in een bloedvat (intraveneus).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
De volgende waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten worden overwogen voordat u HyQvia
krijgt of gebruikt. Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
De gegevens over effecten van het gebruik van recombinant humane hyaluronidase op zwangerschap,
borstvoeding en vruchtbaarheid zijn beperkt. HyQvia mag alleen na overleg met de arts worden
gebruikt door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.
Allergische reacties
U kunt zonder het te weten allergisch zijn voor immunoglobulinen. Allergische reacties zoals een
plotse daling van de bloeddruk of een anafylactische shock (een scherpe daling van de bloeddruk met
andere symptomen, zoals zwelling van de keel, ademhalingsproblemen en huiduitslag) komen zelden
voor, maar kunnen zich soms voordoen, ook als u nooit eerder problemen met dergelijke
behandelingen hebt gehad. U hebt een verhoogd risico op allergische reacties als u IgA-deficiëntie met
anti-IgA-antilichamen hebt. Symptomen van deze zeldzame allergische reacties zijn onder meer:
-
-
-
-
licht, duizelig of flauw gevoel in het hoofd
huiduitslag en jeuk, zwelling in de mond of keel, moeilijk ademen, piepende ademhaling
abnormale hartslag, pijn op de borst, blauwe lippen of vingers en tenen
wazig zien.
Uw arts of verpleegkundige zal HyQvia eerst langzaam toedienen en u tijdens de eerste infusies
nauwgezet bewaken zodat eventuele allergische reacties onmiddellijk kunnen worden ontdekt en
behandeld.
►
Wanneer u tijdens de infusie een van deze bijwerkingen opmerkt, moet u dit meteen aan
uw arts of verpleegkundige doorgeven. Hij of zij zal dan besluiten de toedieningssnelheid
te vertragen of de toediening geheel te stoppen.
Toedieningssnelheid
Het is erg belangrijk dat het geneesmiddel met de juiste snelheid wordt toegediend. Uw arts of
verpleegkundige zal u adviseren over de juiste toedieningssnelheid wanneer u HyQvia zelf
thuis toedient (zie rubriek 3, “Hoe
gebruikt u HyQvia?”).
33
Controle tijdens de toediening
In de volgende gevallen kunnen vaker bepaalde bijwerkingen optreden:
-
HyQvia wordt bij u voor het eerst toegediend.
-
U bent behandeld met een andere immunoglobuline en bent overgeschakeld op HyQvia.
-
Er is een lange periode verstreken (bijv. meer dan 2 of 3 infusie-intervallen) sinds de laatste
keer dat bij u HyQvia werd toegediend.
►
In deze gevallen wordt u nauwlettend gecontroleerd tijdens uw eerste infusie en
gedurende het eerste uur na het beëindigen van de infusie.
In alle overige gevallen moet u tijdens de infusie en gedurende minimaal 20 minuten na het beëindigen
van de eerste paar HyQvia-infusies worden gecontroleerd.
Thuisbehandeling
Voordat u start met de thuisbehandeling moet u iemand als begeleider aanwijzen. U en uw begeleider
worden getraind in het herkennen van vroege symptomen van bijwerkingen, vooral allergische
reacties. De begeleider moet samen met u op mogelijke bijwerkingen letten. Tijdens de infusie moet
u letten op de eerste symptomen van bijwerkingen (voor meer informatie zie rubriek 4, “Mogelijke
bijwerkingen”).
►
Als er bijwerkingen bij u optreden, moet u of uw begeleider de infusie onmiddellijk
stopzetten en een arts raadplegen.
►
In geval van een ernstige bijwerking moet u of uw begeleider onmiddellijk actie
ondernemen omdat u dan met spoed behandeld moet worden.
Verspreiding van gelokaliseerde infecties
U mag HyQvia niet toedienen in of dicht bij een geïnfecteerd of rood gezwollen gebied op uw huid
omdat de infectie zich hierdoor kan verspreiden.
In de klinische onderzoeken zijn geen langdurige (chronische) veranderingen van de huid
waargenomen. Alle langdurige ontstekingen, bultjes (noduli) of ontstekingen die op de infuusplaats
ontstaan en meer dan een paar dagen aanhouden, moeten aan uw arts worden gemeld.
Effecten op bloedtesten
HyQvia bevat veel verschillende antilichamen, sommige daarvan kunnen bloedtesten (serologische
testen) beïnvloeden.
►
Vertel uw arts dat u wordt behandeld met HyQvia voordat bij u een bloedtest wordt
gedaan.
Informatie over het bronmateriaal van HyQvia
De humane normale immunoglobuline 10% van HyQvia en het humaan serumalbumine (een
ingrediënt van de recombinant humane hyaluronidase) worden bereid uit humaan plasma (het
vloeibare deel van bloed). Bij de bereiding van geneesmiddelen uit humaan bloed of plasma worden
bepaalde maatregelen genomen om te voorkomen dat infecties op patiënten worden overgedragen.
Deze maatregelen zijn onder meer:
-
-
zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren om mogelijke dragers van infecties uit
te sluiten, en
het testen van elke donatie en plasmapool op sporen van virussen en/of infecties.
Fabrikanten van deze producten hebben in het bloed- of plasmaverwerkingsproces tevens stappen
opgenomen waarmee virussen kunnen worden geïnactiveerd of verwijderd. Ondanks deze maatregelen
kan het risico op overdracht van een infectie niet helemaal worden uitgesloten wanneer
34
geneesmiddelen bereid uit humaan bloed of plasma worden gebruikt. Dat geldt tevens voor onbekende
of opkomende virussen of andere soorten infecties.
De genomen maatregelen voor de fabricage van HyQvia worden als doeltreffend beschouwd tegen
ingekapselde virussen zoals het humane immuundeficiëntievirus (HIV), het hepatitis B-virus en het
hepatitis C-virus en tegen het niet-ingekapselde hepatitis A-virus en het parvovirus B19.
Immunoglobulinen zijn niet in verband gebracht met infecties door het hepatitis A-virus of het
parvovirus B19, mogelijk omdat de antilichamen tegen deze infecties, opgenomen in HyQvia,
beschermend werken.
Het wordt sterk aanbevolen om iedere keer dat u HyQvia gebruikt de volgende gegevens te noteren
op uw behandelingskaart:
-
datum van toediening
-
batchnummer van het geneesmiddel
-
het toegediende volume, de toedieningssnelheid, het aantal en de locatie van infuusplaatsen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Voor kinderen en jongeren (van 0 tot 18 jaar) gelden dezelfde indicaties, dosis en infusiefrequentie als
voor volwassenen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast HyQvia nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan
uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Vaccinaties
HyQvia kan de werking verminderen van sommige virusvaccins zoals mazelen, rodehond, bof en
waterpokken (levende virusvaccins). Het kan dan ook voorkomen dat u na toediening van HyQvia
maximaal 3 maanden zult moeten wachten voordat u bepaalde vaccins kunt krijgen. Mogelijk moet u
na toediening van HyQvia maximaal één jaar wachten voordat u kunt worden ingeënt tegen mazelen.
►
Vertel de arts of verpleegkundige die u vaccineert dat u wordt behandeld met HyQvia.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Patiënten kunnen tijdens behandeling met HyQvia bijwerkingen ervaren (bijvoorbeeld duizeligheid of
misselijkheid) die invloed hebben op hun rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen.
Wacht in dat geval totdat de bijwerkingen zijn verdwenen.
HyQvia bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat 5,0-60,5 mg natrium (hoofdbestanddeel van keuken-/tafelzout) in elke flacon
recombinant humane hyaluronidase van HyQvia. Dit komt overeen met 0,25-3% van de aanbevolen
maximale dagelijkse inname van natrium voor een volwassene. De IG 10%-component is in wezen
natriumvrij.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
HyQvia moet onder de huid worden toegediend (subcutane of SC-infusie).
35
De behandeling met HyQvia wordt gestart door uw arts of verpleegkundige, maar het is mogelijk dat
u het geneesmiddel zelf thuis gaat toedienen zodra u de eerste paar infusies onder medisch toezicht
hebt gehad en u (en/of uw begeleider) goed getraind bent. U beslist in overleg met uw arts of u
HyQvia thuis kunt gebruiken. Start de thuisbehandeling met HyQvia pas nadat u volledige instructies
over het gebruik hebt ontvangen.
Dosering
Uw arts berekent de juiste dosis voor u op basis van uw lichaamsgewicht, eventuele vorige
behandelingen die u hebt ontvangen en uw reactie op de behandeling. De aanbevolen begindosis is die
waarmee 400 t/m 800 mg werkzame stof per kilo lichaamsgewicht per maand wordt toegediend. In het
begin wordt een kwart van deze dosis toegediend met een interval van 1 week. Bij de volgende
infusies wordt de dosis stapsgewijs opgevoerd tot de infusies met een interval van 3 tot 4 weken
plaatsvinden. Soms zal uw arts aanraden een grotere dosis te splitsen en gelijktijdig op twee
verschillende plaatsen toe te dienen. Uw arts kan uw dosis ook aanpassen afhankelijk van uw reactie
op de behandeling.
Begin van de behandeling
Uw behandeling wordt gestart door een arts of verpleegkundige die ervaren is in de behandeling van
patiënten met een zwak immuunsysteem en de begeleiding van patiënten bij de thuisbehandeling. U
wordt gedurende de infusie en minimaal 1 uur na het stoppen van de infusie nauwlettend
gecontroleerd om te zien hoe goed u het geneesmiddel verdraagt. In het begin zal uw arts of
verpleegkundige een langzame toedieningssnelheid gebruiken en deze tijdens de eerste en volgende
infusies geleidelijk verhogen. Zodra uw arts of verpleegkundige de juiste dosis en toedieningssnelheid
voor u hebben vastgesteld, is het mogelijk dat de arts u zelf de behandeling thuis laat uitvoeren.
Thuisbehandeling
U krijgt instructies over:
-
Het gebruik van ziektekiemvrije (aseptische) infusietechnieken
-
Het gebruik van een infusiepomp of spuitpomp (indien nodig)
-
Bijhouden van een behandelingskaart, en
-
Te nemen maatregelen in het geval van ernstige bijwerkingen.
U moet de instructies van uw arts over de dosis, toedieningssnelheid en schema voor
de HyQvia-infusie nauwkeurig opvolgen om de behandeling te doen slagen.
Patiënten <40 kg
Interval/Minuten
10 minuten
10 minuten
10 minuten
10 minuten
Rest van infusie
Eerste twee
infusies
(ml/uur/
infuusplaats)
5
10
20
40
80
Volgende
2-3 infusies
(ml/uur/
infuusplaats)
10
20
40
80
160
Patiënten ≥40 kg
Eerste twee
infusies
(ml/uur/
infuusplaats)
10
30
60
120
240
Volgende
2-3 infusies
(ml/uur/
infuusplaats)
10
30
120
240
300
Doet zich lekkage voor op de infuusplaats?
Vraag aan uw arts, apotheker of verpleegkundige of een andere naaldgrootte beter geschikt zou zijn
voor u.
Het aanpassen van de naaldgrootte zou onder toezicht van de behandelend arts dienen te gebeuren.
36
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Neem zo snel mogelijk contact op met uw arts als u denkt dat u meer HyQvia hebt gebruikt dan
zou mogen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Dien geen dubbele dosis HyQvia toe om een vergeten dosis in te halen. Als u denkt dat u een dosis
hebt overgeslagen, dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Gedetailleerde instructies voor gebruik vindt u in de volgende rubriek.
1.
Haal HyQvia uit de verpakking
Laat de injectieflacons op kamertemperatuur komen. Dit kan
tot 60 minuten duren. Gebruik geen verwarmingsapparaten,
inclusief magnetrons.
HyQvia mag niet worden verwarmd of geschud.
Controleer elke HyQvia-injectieflacon voor gebruik:
Vervaldatum:
niet gebruiken na de vervaldatum.
Kleur:
o
De recombinant humane hyaluronidase moet helder
en kleurloos zijn.
o
De humane normale immunoglobuline 10% moet
helder en kleurloos of lichtgeel zijn.
o
HyQvia niet gebruiken als een van de oplossingen
troebel is of deeltjes bevat.
Dop:
de dubbele injectieflacon is voorzien van een
paarse beschermdop. Gebruik het product niet als de
dop ontbreekt.
Verzamel alle benodigdheden:
Verzamel
alle benodigdheden
voor de infusie. Dit zijn: dubbele
injectieflacon(s) met HyQvia, infusiebenodigdheden (subcutane
naaldset, oplossingcontainer (zak of spuit), steriel transparant
verband en tape, pompslang, transfersets, spuiten, verbandgaas en
tape), scherpafvalcontainer, pomp, een behandelingskaart en zo
nodig andere benodigdheden.
Zorg voor een schoon werkoppervlak.
Was uw handen:
Was grondig uw handen. Leg alle verzamelde benodigdheden klaar
en open deze volgens de instructies van uw zorgverlener.
2.
3.
4.
37
5.
6.
7.
Open de dubbele HyQvia-injectieflacon(s):
Verwijder de paarse beschermdop(pen) en controleer of de
blauwe doppen van de injectieflacons verwijderd zijn. Als
dat niet zo is, verwijder de blauwe doppen dan handmatig
van de stoppen van de injectieflacons.
Bereid het overbrengen van de recombinant humane
hyaluronidase-component van HyQvia voor door elke
flaconstop te reinigen met een alcoholdoekje, indien
voorgeschreven, en aan de lucht te drogen
(minimaal 30 seconden).
Bereid de injectieflacon met recombinant humane
hyaluronidase (HY):
Haal de kleine steriele injectiespuit uit de verpakking en sluit
deze aan op een spike of naald zonder beluchting (het
hulpmiddel).
Trek de plunjer terug zodat de kleine injectiespuit zich vult
met lucht, gelijk aan de hoeveelheid recombinant humane
hyaluronidase in de HY-injectieflacon(s).
Verwijder de dop van de naald/onbeluchte transferset.
Steek de tip van de naald/onbeluchte transferset in het
midden van de flaconstop en duw de plunjer omlaag zodat
lucht in de injectieflacon wordt gespoten.
Laat de naald/onbeluchte transferset in de injectieflacon
zitten en houd ze samen ondersteboven. De punt van de
injectienaald wijst naar boven.
Zuig alle recombinant humane hyaluronidase in de
injectiespuit.
Herhaal stap 6 als u meerdere flacons recombinant humane
hyaluronidase nodig hebt voor uw dosis.
Doe zo mogelijk alle recombinant humane hyaluronidase die
u voor de gehele IgG-dosis nodig hebt in dezelfde
injectiespuit.
Houd de spuittip rechtop en tik tegen de zijkant van de
spuit tot eventuele luchtbelletjes naar boven drijven. Duw
de plunjer langzaam en voorzichtig in om alle luchtbelletjes
te verwijderen.
Bereid de naaldset met recombinant humane hyaluronidase
(HY):
Bevestig de injectiespuit gevuld met recombinant humane
hyaluronidase op de naaldset.
Duw de plunjer van de kleine spuit omlaag om alle lucht te
verwijderen en vul de naaldset tot aan de naaldvleugels met
de recombinant humane hyaluronidase.
Opmerking:
uw zorgverlener kan het gebruik van een
Y-verbindingsstuk (voor meer dan één infuusplaats) of
een andere naaldsetopstelling aanraden.
38
8.
Bereid de flacon met humane normale immunoglobuline 10%:
Bereid het overbrengen van de
immunoglobuline 10%-component van HyQvia voor door
elke flaconstop te reinigen met een alcoholdoekje, indien
voorgeschreven, en aan de lucht te drogen
(minimaal 30 seconden).
De humane normale immunoglobuline 10% van HyQvia kan
op de volgende manieren worden toegediend:
o
door de humane normale immunoglobuline uit de
injectieflacons in de grote injectiespuit
(a)
of een
infusiezak
(b)
samen te voegen, volgens de
aanwijzingen van uw zorgverlener, afhankelijk van
de gebruikte pomp, of
o
rechtstreeks vanuit de IG-injectieflacon. Steek de
spike van de beluchte pompslang of een spike en een
beluchtingsnaald in de injectieflacon(s) met humane
normale immunoglobuline 10%. Vul de slang van de
toedieningspomp en leg deze weg totdat
de recombinant humane hyaluronidase is toegediend.
Als u meer dan één injectieflacon voor een volledige dosis
nodig hebt, prikt u een volgende injectieflacon aan nadat de
eerste flacon volledig is toegediend.
Bereid de pomp voor:
Volg de instructies van de fabrikant voor het voorbereiden van
de pomp.
Bereid de infuusplaats voor:
Kies een infuusplaats (of plaatsen) in de boven- of onderbuik
of dijbeen. Zie de afbeelding voor mogelijke infuusplaatsen.
o
Kies infuusplaatsen aan weerszijden van het lichaam,
wanneer u doses van meer dan 600 ml op twee
infuusplaatsen moet toedienen.
Vermijd plaatsen met beenderen, zichtbare bloedvaten,
littekens en plaatsen met een ontsteking of infectie.
Wissel voor opeenvolgende toedieningen de infuusplaatsen
aan weerszijden van het lichaam af.
Maak als uw zorgverlener u dit heeft verteld, de
infuusplaats(en) schoon met een alcoholdoekje. Laat de
infuusplaats opdrogen (minimaal 30 seconden).
(a)
(b)
9.
10.
11.
De naald insteken:
Verwijder de naaldbeschermdop. Pak minstens 2 tot 2,5 cm
huid stevig tussen duim en wijsvinger.
Steek met een snelle beweging de naald tot aan de vleugels
onder een hoek van 90 graden in de huid. De vleugels van de
naald moeten plat op de huid liggen.
Plak de naald met een steriele tape vast op de plaats.
Herhaal deze stap voor de tweede infuusplaats, als u die
gaat gebruiken.
onder hoek van 90 graden
in de huid
39
12.
Controleer of de naald goed op zijn plaats is voordat u start
met de infusie indien uw zorgverlener u dit heeft verteld.
13.
Fixeer de naald aan de huid:
Zet de naald(en) op hun plaats vast door een steriel
transparant verband over de naald te plakken.
Controleer tijdens de toediening af en toe de infuusplaats(en)
op verschuiven of lekken.
14.
15.
16.
17.
Dien als eerste de recombinant humane hyaluronidase toe:
Duw de plunjer van de kleine injectiespuit met recombinant
humane hyaluronidase langzaam in, met een beginsnelheid
per infuusplaats van ongeveer 1 tot 2 ml per minuut en
verhoog de snelheid indien dit goed wordt verdragen.
Als u een pomp gebruikt, bereidt u de pomp voor voor
infusie van recombinant humane hyaluronidase op een
beginsnelheid per infuusplaats van 60 tot 120 ml/uur en
verhoog de snelheid indien dit goed wordt verdragen.
Dien de humane normale immunoglobuline 10% toe:
Nadat u de hele inhoud van de kleine injectiespuit met recombinant
humane hyaluronidase hebt toegediend, verwijdert u de kleine
injectiespuit van het aanzetstuk van de naaldset.
Bevestig de pompslang of de grote injectiespuit met humane
normale immunoglobuline 10% op naaldset.
Dien met een pomp de humane normale immunoglobuline 10% toe
met een toedieningssnelheid die door uw zorgverlener is
voorgeschreven, en begin met de infusie.
Spoel de pompslang door nadat de infusie is voltooid, indien
uw zorgverlener u dit heeft geïnstrueerd:
Als uw zorgverlener u hiertoe heeft geïnstrueerd, bevestigt
u een zak met fysiologische zoutoplossing op de
pompslang/naaldset om de humane normale
immunoglobuline 10% tot aan de naaldvleugels op te duwen.
Verwijder de naaldset:
Verwijder de naaldset door het verband rondom
los te trekken.
Klap de naaldvleugels omhoog en trek de naald aan de
vleugels uit de huid.
Druk voorzichtig een klein gaasje op de prikplaats en dek dit
af met een beschermend verband.
Werp de naald(en) in de scherpafvalcontainer.
o
Vernietig de scherpafvalcontainer volgens de
aanwijzingen die bij de container zijn geleverd of
neem contact op met uw zorgverlener.
40
18.
Noteer gegevens over de toediening:
Haal het etiket van de HyQvia-injectieflacon waarop het
chargenummer van het product en de vervaldatum zijn
vermeld, en plak het etiket op uw behandelingskaart.
Noteer de datum, tijd, dosis, infuusplaats(en) (als
geheugensteun bij het afwisselen van infuusplaats) en
eventuele bijwerkingen na elke toediening.
Voer injectieflacons met eventueel ongebruikt geneesmiddel
en ander afvalmateriaal af volgens de instructies van uw
zorgverlener.
Neem voor nacontrole contact op met uw arts,
volgens afspraak.
Mogelijke bijwerkingen
4.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bepaalde bijwerkingen, zoals hoofdpijn, koude rillingen of pijn in het lichaam, kunnen worden
verminderd door de toedieningssnelheid te verlagen.
Ernstige bijwerkingen
Toediening van geneesmiddelen zoals HyQvia kan in sommige gevallen leiden tot ernstige, maar
zeldzame, allergische reacties. Er kan een plotse daling van de bloeddruk en in een enkel geval een
anafylactische shock bij u optreden. Artsen zijn bekend met deze mogelijke bijwerkingen en zullen
u tijdens en na de eerste infusies controleren.
Kenmerkende klachten en symptomen van bijwerkingen zijn onder meer: licht, duizelig of flauw
gevoel in het hoofd, huiduitslag en jeuk, zwelling in de mond of keel, moeilijk ademen, piepende
ademhaling, abnormale hartslag, pijn op de borst, blauwe lippen of vingers en tenen, wazig zien.
Wanneer u tijdens de infusie een van deze verschijnselen opmerkt, moet u dit meteen
aan uw arts of verpleegkundige doorgeven.
Wanneer u HyQvia thuis gebruikt, moet u de infusie uitvoeren in aanwezigheid van een
aangewezen begeleider. Deze persoon helpt u bij het signaleren van allergische reacties,
het stoppen van de toediening en indien nodig bij het inroepen van hulp.
Zie ook rubriek 2 van deze bijsluiter voor informatie over het risico op allergische
reacties en het gebruik van HyQvia in de thuissituatie.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen zich voordoen bij meer dan 1 op 10 infusies):
Pijn op de infuusplaats, waaronder licht tot matig ongemak en gevoeligheid. Deze verschijnselen gaan
meestal binnen enkele dagen over.
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen zich voordoen bij maximaal 1 op 10 infusies):
Reacties op de infuusplaats, waaronder roodheid, zwelling, jeuk, verharding en huiduitslag op de
infuusplaats. Deze verschijnselen gaan meestal binnen enkele dagen over. Hoofdpijn, moeheid,
misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, spier- of gewrichtspijn, borstpijn, koorts, zwak of onwel
gevoel.
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen zich voordoen bij maximaal 1 op 100 infusies):
Koude rillingen, migraine, verhoogde bloeddruk, duizeligheid, opgeblazen gevoel in de buik,
huiduitslag/allergische uitslag/roodheid, jeuk, pijn op de borst of in de armen en/of benen, genitale
zwelling (door uitbreiding van de zwelling vanaf de infuusplaats), zwelling van de benen, voeten en
enkels, positieve bloedtesten op antilichamen.
41
Frequentie niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
Overgevoeligheid, griepachtige symptomen en lekkage op de infuusplaats, hersenvliesontsteking
(aseptische meningitis).
Bijwerkingen waargenomen bij vergelijkbare geneesmiddelen
De volgende bijwerkingen zijn waargenomen bij toediening van geneesmiddelen zoals humane
normale immunoglobuline 10% onder de huid (subcutaan). Hoewel deze bijwerkingen tot nu toe niet
zijn waargenomen bij gebruik van HyQvia, is het wel mogelijk dat iemand die HyQvia gebruikt
deze krijgt:
Beven, tintelen in de mond, snelle hartslag, allergische reacties, blozen of bleekheid, koude handen of
voeten, kortademigheid, zwelling van het gezicht, overmatig zweten, spierstijfheid, verandering in
leverfunctiebloedtesten (alanineaminotransferase verhoogd)
De volgende bijwerkingen komen zelden voor en zijn waargenomen bij patiënten die geneesmiddelen
gebruiken zoals humane normale immunoglobuline 10%, toegediend in een ader (intraveneus).
Hoewel deze bijwerkingen tot nu toe niet zijn waargenomen bij gebruik van HyQvia, is er een kleine
kans dat iemand die HyQvia gebruikt deze krijgt:
Bloedstolsels in bloedvaten (trombo-embolische reacties) die leiden tot een hartaanval, een beroerte,
verstopping van diepe aderen of van bloedvaten naar de longen (longembolie), nieraandoening of
nierfalen, afbraak van rode bloedcellen (hemolyse).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
Niet schudden.
De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als de oplossingen troebel zijn of deeltjes of neerslag bevatten.
Voer na opening alle ongebruikte oplossingen in de injectieflacons af.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC. Vraag uw apotheker wat u met
geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert
worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
42
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
HyQvia is een dubbele injectieflacon met de volgende inhoud:
-
Een oplossing met recombinant humane hyaluronidase (stap 1 van HyQvia/als eerste
toedienen).
-
Een oplossing met humane normale immunoglobuline 10% (stap 2 van HyQvia/als tweede
toedienen).
De inhoud van elke injectieflacon wordt hierna beschreven:
1.
Recombinant humane hyaluronidase
Deze injectieflacon bevat recombinant humane hyaluronidase.
De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, natriumfosfaat, humane albumine,
dinatrium-EDTA (ethyleendiaminetetra-azijnzuur), calciumchloride en water voor injecties (zie ook
rubriek 2,
“HyQvia bevat natrium”).
2.
Humane normale immunoglobuline 10%
Eén ml van de oplossing in deze injectieflacon bevat 100 mg humane normale immunoglobuline,
waarvan minimaal 98% immunoglobuline G (IgG) is.
De werkzame stof van HyQvia is humane normale immunoglobuline. Dit geneesmiddel bevat sporen
van immunoglobuline A (IgA) (niet meer dan 140 microgram/ml, 37 microgram gemiddeld).
De andere stoffen in deze injectieflacon zijn glycine en water voor injecties.
Hoe ziet HyQvia eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
HyQvia wordt geleverd als pakket bestaande uit:
-
Eén glazen injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase.
-
Eén glazen injectieflacon met humane normale immunoglobuline 10%.
De recombinant humane hyaluronidase is een heldere en kleurloze oplossing.
De humane normale immunoglobuline 10% is een heldere en kleurloze of lichtgele oplossing.
De volgende verpakkingsgrootten zijn verkrijgbaar:
Recombinant humane hyaluronidase
Volume (ml)
1,25
2,5
5
10
15
Humane normale immunoglobuline 10%
Eiwit (gram)
Volume (ml)
2,5
25
5
50
10
100
20
200
30
300
Het kan zijn dat niet alle genoemde verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
43
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Baxalta Innovations GmbH
Industriestrasse 67
A-1221 Wenen
Oostenrijk
Fabrikant:
Baxalta Belgium Manufacturing SA
Boulevard René Branquart 80
B-7860 Lessines
België
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Takeda Belgium NV
Tel/Tél: +32 2 464 06 11
medinfoEMEA@takeda.com
България
Такеда България ЕООД
Тел.: +359 2 958 27 36
medinfoEMEA@takeda.com
Česká republika
Takeda Pharmaceuticals Czech Republic s.r.o.
Tel: +420 234 722 722
medinfoEMEA@takeda.com
Danmark
Takeda Pharma A/S
Tlf: +45 46 77 10 10
medinfoEMEA@takeda.com
Deutschland
Takeda GmbH
Tel: +49 (0)800 825 3325
medinfoEMEA@takeda.com
Eesti
Takeda Pharma AS
Tel: +372 6177 669
medinfoEMEA@takeda.com
Ελλάδα
Τakeda ΕΛΛΑΣ ΑΕ
Tηλ: +30 210 6387800
medinfoEMEA@takeda.com
España
Takeda Farmacéutica España S.A
Tel: +34 917 90 42 22
medinfoEMEA@takeda.com
44
Lietuva
Takeda, UAB
Tel: +370 521 09 070
medinfoEMEA@takeda.com
Luxembourg/Luxemburg
Takeda Belgium NV
Tel/Tél: +32 2 464 06 11
medinfoEMEA@takeda.com
Magyarország
Takeda Pharma Kft.
Tel: +36 1 270 7030
medinfoEMEA@takeda.com
Malta
Τakeda HELLAS SA
Tel: +30 2106387800
medinfoEMEA@takeda.com
Nederland
Takeda Nederland B.V.
Tel: +31 20 203 5492
medinfoEMEA@takeda.com
Norge
Takeda AS
Tlf: +47 800 800 30
medinfoEMEA@takeda.com
Österreich
Takeda Pharma Ges.m.b.H.
Tel: +43 (0) 800-20 80 50
medinfoEMEA@takeda.com
Polska
Takeda Pharma Sp. z o.o.
tel: +48223062447
medinfoEMEA@takeda.com
France
Takeda France SAS
Tel. + 33 1 40 67 33 00
medinfoEMEA@takeda.com
Hrvatska
Takeda Pharmaceuticals Croatia d.o.o.
Tel: +385 1 377 88 96
medinfoEMEA@takeda.com
Ireland
Takeda Products Ireland Ltd
Tel: 1800 937 970
medinfoEMEA@takeda.com
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
medinfoEMEA@takeda.com
Italia
Takeda Italia S.p.A.
Tel: +39 06 502601
medinfoEMEA@takeda.com
Κύπρος
Τakeda ΕΛΛΑΣ ΑΕ
Τηλ.: +30 2106387800
medinfoEMEA@takeda.com
Latvija
Takeda Latvia SIA
Tel: +371 67840082
medinfoEMEA@takeda.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in .
Andere informatiebronnen
Portugal
Takeda Farmacêuticos Portugal, Lda.
Tel: + 351 21 120 1457
medinfoEMEA@takeda.com
România
Takeda Pharmaceuticals SRL
Tel: +40 21 335 03 91
medinfoEMEA@takeda.com
Slovenija
Takeda Pharmaceuticals farmacevtska družba d.o.o.
Tel: + 386 (0) 59 082 480
medinfoEMEA@takeda.com
Slovenská republika
Takeda Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Tel: +421 (2) 20 602 600
medinfoEMEA@takeda.com
Suomi/Finland
Takeda Oy
Puh/Tel: 0800 774 051
medinfoEMEA@takeda.com
Sverige
Takeda Pharma AB
Tel: 020 795 079
medinfoEMEA@takeda.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Takeda UK Ltd
Tel: +44 (0) 2830 640 902
medinfoEMEA@takeda.com
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
45
BIJLAGE IV
WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR DE WIJZIGING VAN DE
VOORWAARDEN
VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
46
Wetenschappelijke conclusies
Rekening houdend met het beoordelingsrapport van het Risicobeoordelingscomité voor
geneesmiddelenbewaking (PRAC) over het niet-interventionele opgelegde PASS finale studierapport
voor het geneesmiddel/de geneesmiddelen die hierboven zijn genoemd, heeft het Comité voor
geneesmiddelen voor menselijk gebruik (CHMP) de volgende wetenschappelijke conclusies
getrokken:
Het finale studierapport zoals ingediend door de vergunninghouder voldoet aan hun verplichting om
een PASS uit te voeren naar de veiligheid op lange termijn en het gebruik van HyQvia bij patiënten
die met HyQvia worden behandeld zoals vastgesteld bij verlening van de handelsvergunning.
Daarom, gezien de beschikbare gegevens over het PASS finale studierapport, was het PRAC van
oordeel dat wijzigingen van de voorwaarden van de vergunning voor het in de handel brengen waren
gerechtvaardigd.
Het CHMP stemt in met de door het PRAC getrokken wetenschappelijke conclusies.
Redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning(en) voor het in de
handel brengen
Op basis van de wetenschappelijke conclusies voor de resultaten van de studie voor het
geneesmiddel/de geneesmiddelen die hierboven zijn genoemd, is het CHMP van mening dat de baten-
risicoverhouding van het geneesmiddel/de geneesmiddelen ongewijzigd blijft op voorwaarde dat de
voorgestelde wijzigingen in de productinformatie worden aangebracht.
Het CHMP beveelt aan de voorwaarden van de vergunning(en) voor het in de handel brengen te
wijzigen.
47
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
HyQvia is een dubbele injectieflacon bestaande uit één injectieflacon met humane normale
immunoglobuline (immunoglobuline 10% of IG 10%) en één injectieflacon met recombinant
humane hyaluronidase (rHuPH20).
Humane normale immunoglobuline (SCIg)*
Eén ml bevat:
Humane normale immunoglobuline
100 mg
(zuiverheid van minimaal 98% IgG)
Elke injectieflacon van 25 ml bevat: 2,5 g humane normale immunoglobuline
Elke injectieflacon van 50 ml bevat: 5 g humane normale immunoglobuline
Elke injectieflacon van 100 ml bevat: 10 g humane normale immunoglobuline
Elke injectieflacon van 200 ml bevat: 20 g humane normale immunoglobuline
Elke injectieflacon van 300 ml bevat: 30 g humane normale immunoglobuline
Distributie van IgG-subklassen (waarden bij benadering):
IgG1 56,9%
IgG2 26,6%
IgG3 3,4%
IgG4 1,7%
Het maximumgehalte IgA is 140 microgram/ml.
*Bereid uit humaan plasma van donoren.
Hulpstoffen met bekend effect:
Recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20)
Recombinant humane hyaluronidase is een gezuiverd glycoproteïne van 447 aminozuren dat met
recombinant-DNA-techniek wordt vervaardigd in de ovariumcellen van de Chinese hamster (CHO).
Natrium (als chloride en fosfaat)
Het totale natriumgehalte van recombinant humane hyaluronidase is 4,03 mg/ml.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor infusie (infusie).
IG 10% is een heldere of licht opaalachtige, en kleurloze of lichtgele oplossing. De oplossing heeft een
pH van 4,6-5,1 en een osmolaliteit van 240-300 mOsmol/kg.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Vervangingstherapie bij volwassenen, kinderen en jongeren (van 0 tot 18 jaar) bij:
Primaire immunodeficiëntiesyndromen met verminderde productie van antilichamen (zie
rubriek 4.4).
Secundaire immunodeficiënties (SID) bij patiënten met ernstige of recidiverende infecties,
ineffectieve antimicrobiële behandeling en ofwel een bewezen specifieke antilichaamdeficiëntie
(proven specific antibody failure, PSAF)* ofwel een serum-IgG-spiegel van < 4 g/l.
* PSAF = het niet bereiken van een minstens tweevoudige verhoging van de IgG-antistoftiter op
polysacharide-pneumokokken- en polypeptide-antigeenvaccins.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Vervangingstherapie moet worden geïnitieerd en gevolgd onder toezicht van een arts die ervaring
heeft met de behandeling van immunodeficiëntie.
Dosering
De dosering en het doseringsschema zijn afhankelijk van de indicatie.
Het geneesmiddel dient subcutaan te worden toegediend.
Bij vervangingstherapie kan het nodig zijn de dosis per patiënt te individualiseren, afhankelijk van de
farmacokinetische en klinische reactie. Een dosis gebaseerd op lichaamsgewicht dient mogelijk
aangepast te worden bij patiënten met overgewicht of ondergewicht.
De volgende doseringsschema's zijn een richtlijn:
Vervangingstherapie bij primaire immunodeficiëntiesyndromen (zoals gedefinieerd in 4.1)
Patiënten die niet eerder zijn behandeld met immunoglobuline
De dosis vereist voor een dalconcentratie van 6 g/l ligt tussen 0,4-0,8 g/kg lichaamsgewicht per
maand. Het dosisinterval wanneer een steady state is bereikt, varieert tussen 2 en 4 weken.
De dalconcentraties moeten worden gemeten en beoordeeld in samenhang met het voorkomen van
infectie. Om de frequentie van infecties te verlagen, kan het nodig zijn de dosis te verhogen en
te streven naar hogere dalconcentraties (> 6 g/l).
Aanbevolen wordt om bij de start van de behandeling de behandelingsintervallen voor de eerste
infusies geleidelijk te verlengen van een wekelijkse dosis tot maximaal een dosis om de 3 of 4 weken.
De cumulatieve maandelijkse dosis van IG 10% dient te worden verdeeld in doses om de 1, 2, enz.
weken, volgens de geplande behandelingsintervallen met HyQvia.
Patiënten die eerder zijn behandeld met intraveneus toegediende immunoglobuline
Patiënten die rechtstreeks overstappen van intraveneuze toediening van immunoglobuline, of die
een vorige intraveneuze dosis immunoglobuline hebben gehad die als referentie kan dienen, moeten
het geneesmiddel toegediend krijgen in dezelfde dosis en met dezelfde frequentie als de vorige
intraveneuze immunoglobulinebehandeling. Bij patiënten die eerder een doseringsschema om
de 3 weken hadden, kan een verlenging van het interval naar 4 weken worden bereikt door
toediening van dezelfde wekelijkse equivalenten.
Secundaire immunodeficiënties (zoals gedefinieerd in 4.1.)
De aanbevolen dosering is 0,2-0,4 g/kg iedere drie tot vier weken.
De IgG-dalspiegels moeten worden gemeten en beoordeeld in samenhang met de incidentie van
infecties. Zo nodig dient de dosis te worden aangepast om optimale bescherming tegen infecties te
verkrijgen. Verhoging van de dosis kan noodzakelijk zijn bij patiënten met aanhoudende infectie; een
dosisverlaging kan worden overwogen als de patiënt infectievrij blijft.
Pediatrische patiënten
De dosering is bij kinderen en jongeren (van 0 tot 18 jaar) niet anders dan bij volwassenen, aangezien
de dosering voor elke indicatie wordt gebaseerd op het lichaamsgewicht en wordt aangepast aan de
klinische uitkomst van de bovengenoemde aandoening. De momenteel beschikbare gegevens worden
beschreven in de rubrieken 4.8, 5.1 en 5.2.
Wijze van toediening
Het geneesmiddel is uitsluitend voor subcutaan gebruik, niet intraveneus toedienen.
Inspecteer voorafgaand aan toediening beide componenten van HyQvia visueel op verkleuring
en de aanwezigheid van deeltjes.
Laat gekoelde producten voor gebruik op kamertemperatuur komen. Gebruik geen
verwarmingsapparaten inclusief magnetrons.
Niet schudden.
Dit geneesmiddel is samengesteld uit twee injectieflacons. Meng de componenten van dit
geneesmiddel niet.
Elke injectieflacon met IG 10% wordt geleverd met de juiste overeenkomende hoeveelheid
recombinant humane hyaluronidase, zoals vermeld in de onderstaande tabel. Dien altijd
de volledige inhoud van de injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase toe, ongeacht of de
volledige inhoud van de injectieflacon met IG 10% wordt toegediend.
De twee componenten van het geneesmiddel moeten achtereenvolgens via dezelfde naald worden
toegediend, beginnend met de recombinant humane hyaluronidase en gevolgd door IG 10%, zoals
hierna beschreven.
Toedieningsschema HyQvia
Recombinant humane hyaluronidase
Humane normale immunoglobuline 10%
Volume (ml)
Proteïne (gram)
Volume (ml)
1,25
2,5
25
2,5
5
50
5
10
100
10
20
200
15
30
300
Lekkage op de infuusplaats kan zich voordoen tijdens of na subcutane toediening van
immunoglobuline, met inbegrip van HyQvia. Overweeg het gebruik van langere naalden en/of meer
dan één infuusplaats. Het aanpassen van de naaldgrootte zou onder toezicht van de behandelend arts
dienen te gebeuren.
HyQvia kan worden gebruikt voor het toedienen van een volledige therapeutische dosis op een of twee
plaatsen om de maximaal vier weken. Pas de frequentie en het aantal infuusplaatsen aan afhankelijk
van het volume, de totale infusieduur en de verdraagbaarheid, zodat de patiënt wekelijks dezelfde
equivalente dosis krijgt toegediend. Als een patiënt een dosis mist, dient u de gemiste dosis zo snel
mogelijk toe te dienen en vervolgens het van toepassing zijnde toedieningsschema te hervatten.
De IG 10%-component dient te worden geïnfundeerd met behulp van een pomp. De rHuPH20 kan
handmatig worden toegediend of met een pomp worden geïnfundeerd. Een 24 gauge naald kan nodig
zijn zodat de patiënt kan infunderen met een toedieningssnelheid per infuusplaats van 300 ml/uur.
Indien een lagere toedieningssnelheid aanvaardbaar is, is het echter mogelijk om naalden met een
kleinere diameter te gebruiken. Gebruik voor de injectieflacon van 1,25 ml met recombinant humane
hyaluronidase een 18-22 gauge naald om de inhoud van de injectieflacon op te zuigen en om
doordrukken of uitnemen van de stop te voorkomen; voor alle andere injectieflacongrootten kan een
hulpmiddel met of zonder naald worden gebruikt om de inhoud van de injectieflacon op te zuigen.
De aanbevolen plaats(en) voor de infusie van het geneesmiddel zijn het midden van de bovenbuik en
dijbenen. Als twee plaatsen worden gebruikt, dienen de tweede infuusplaatsen zich aan contralaterale
kanten van het lichaam te bevinden. Vermijd uitstekende botdelen of littekens. Het product mag niet
worden geïnfundeerd op of rond een geïnfecteerd of acuut ontstoken plaats vanwege het gevaar op
verspreiding van een gelokaliseerde infectie.
Aanbevolen wordt de recombinant humane hyaluronidase-component bij een constante snelheid toe
te dienen en de toedieningssnelheid van de IG 10% niet te overschrijden, zeker als de patiënt net met
de HyQvia-behandeling is gestart.
Eerst wordt de volledige dosis recombinant humane hyaluronidase-oplossing toegediend met
een snelheid van 1 tot 2 ml/minuut per infuusplaats of een snelheid die goed wordt verdragen. Start
binnen 10 minuten na de recombinant humane hyaluronidase de infusie van de volledige dosis van
IG 10% per plaats toe via dezelfde subcutane naaldset.
Voor IG 10% worden per infuusplaats de volgende toedieningssnelheden aanbevolen:
Patiënten <40 kg
Patiënten 40 kg
Eerste twee
Volgende
Eerste twee
Volgende
infusies
2-3 infusies
infusies
2-3 infusies
Interval/Minuten
(ml/uur/
(ml/uur/
(ml/uur/
(ml/uur/
infuusplaats)
infuusplaats)
infuusplaats)
infuusplaats)
10 minuten
5
10
10
10
10 minuten
10
20
30
30
10 minuten
20
40
60
120
10 minuten
40
80
120
240
Rest van infusie
80
160
240
300
Als de patiënt de eerste infusies met volledige dosis per infuusplaats en bij de maximumsnelheid goed
verdraagt, kunnen arts en patiënt besluiten de snelheid van volgende infusies te verhogen.
Voor instructies over het gebruik van het geneesmiddel, zie rubriek 6.6.
Contra-indicaties
HyQvia mag niet intraveneus of intramusculair worden toegediend.
Overgevoeligheid voor de werkzame stof (IgG) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen) (zie rubriek 4.4).
Overgevoeligheid voor humane immunoglobulinen, vooral in zeer zeldzame gevallen van
IgA-deficiëntie wanneer de patiënt antilichamen tegen IgA heeft.
Bekende systemische overgevoeligheid voor hyaluronidase of recombinant humaan hyaluronidase.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Indien HyQvia per ongeluk in een bloedvat wordt toegediend, kan bij de patiënt een anafylactische
shock optreden.
De in rubriek 4.2 aanbevolen toedieningssnelheid moet worden aangehouden. Patiënten moeten
tijdens de gehele infusieperiode nauwlettend worden bewaakt, zeker patiënten bij wie met de
behandeling wordt begonnen.
Bepaalde bijwerkingen kunnen zich vaker voordoen bij patiënten die humane normale
immunoglobuline voor het eerst krijgen toegediend, of in zeldzame gevallen, wanneer op een ander
product met humane normale immunoglobuline wordt overgestapt of wanneer de vorige infusie al lang
geleden is toegediend.
Eventuele complicaties kunnen vaak worden voorkomen met de volgende voorzorgsmaatregelen:
De eerste keer het product langzaam toedienen zodat patiënten niet gevoelig worden voor
humane normale immunoglobuline (zie rubriek 4.2).
Patiënten gedurende de gehele infusieperiode zorgvuldig controleren en volgen om
eventuele symptomen op te sporen. Met name patiënten die voor het eerst humane
normale immunoglobuline krijgen toegediend, patiënten die zijn overgestapt van een andere
immunoglobuline of patiënten die hun vorige infusie langer geleden hebben gehad, moeten
tijdens de eerste infusie en het daaropvolgende uur worden gecontroleerd en gevolgd om
eventuele bijwerkingen op te sporen.
Alle andere patiënten moeten gedurende ten minste 20 minuten na toediening worden geobserveerd.
Als de behandeling thuis plaatsvindt, moet ondersteuning van een andere verantwoordelijke
persoon beschikbaar zijn voor de behandeling van bijwerkingen of het oproepen van hulp
wanneer zich ernstige bijwerkingen voordoen. Patiënten die zelf de behandeling thuis uitvoeren
en/of hun begeleiders moeten ook worden getraind in het herkennen van vroege symptomen van
overgevoeligheidsreacties.
Wanneer zich bijwerkingen voordoen, moet ofwel de toedieningssnelheid worden verlaagd of de
infusie worden gestaakt. De vereiste behandeling is afhankelijk van de aard en ernst van de
bijwerking. In het geval van een shock, dient de infusie onmiddellijk te worden gestaakt en
behandeling voor shock toegepast te worden.
In de klinische onderzoeken zijn geen chronische veranderingen van de huid waargenomen. Patiënten
moet worden verteld dat zij alle chronische ontstekingen, noduli of ontstekingen die op de infuusplaats
ontstaan en meer dan een paar dagen aanhouden, moeten melden.
Echte overgevoeligheidsreacties komen zelden voor. Deze kunnen met name voorkomen bij patiënten
met anti-IgA-antilichamen die met extra voorzichtigheid moeten worden behandeld. Patiënten met
anti-IgA-antilichamen voor wie behandeling met subcutane IgG-producten de enige overgebleven
optie is, mogen alleen onder nauwlettend medisch toezicht met HyQvia worden behandeld.
In zeldzame gevallen kan humane normale immunoglobuline een daling van de bloeddruk met
anafylactische reactie veroorzaken, zelfs bij patiënten die eerder behandelingen met humane normale
immunoglobuline goed hebben verdragen.
Bij patiënten met een groot risico op allergische reacties mag het product alleen worden
toegediend indien ondersteunende zorg voor levensbedreigende reacties beschikbaar is.
Patiënten moeten worden geïnformeerd over de vroege verschijnselen van
anafylaxie/overgevoeligheid (urticaria, pruritus, gegeneraliseerde urticaria, gevoel van
beklemming op de borst, piepende ademhaling en hypotensie).
Afhankelijk van de ernst van de reactie en de medische praktijk kan met premedicatie dit type
reacties mogelijk worden voorkomen.
Indien anafylactische of ernstige overgevoeligheid voor humane immunoglobuline bekend is,
moet dit in het patiëntendossier worden vermeld.
Overgevoeligheid voor recombinant humane hyaluronidase
Bij de minste verdenking van allergische of anafylactische reacties na toediening van recombinant
humane hyaluronidase, moet de infusie onmiddellijk worden gestaakt en moet indien nodig de
standaard medische behandeling worden toegepast.
Immunogeniciteit van recombinant humane hyaluronidase
Bij patiënten die in klinische studies HyQvia kregen toegediend, werd de ontwikkeling van
niet-neutraliserende antistoffen tegen de component recombinant humane hyaluronidase gemeld. De
mogelijkheid bestaat dat deze antistoffen een kruisreactie aangaan met endogeen PH20, waarvan
bekend is dat deze tot uitdrukking komt in testes, epididymitis en sperma van volwassen mannen. Het
is niet bekend of deze antistoffen enige klinische significantie hebben bij mensen.
Trombo-embolie
Arteriële en veneuze trombo-embolische voorvallen, waaronder myocardinfarct, beroerte, diepe
veneuze trombose en longembolie, werden in verband gebracht met het gebruik van
immunoglobulinen. Patiënten dienen voldoende gehydrateerd te zijn voordat ze immunoglobulinen
gaan gebruiken. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met bestaande risicofactoren voor
trombo-embolische voorvallen (zoals een gevorderde leeftijd, hypertensie, diabetes mellitus en een
geschiedenis van vaatziekten of trombotische episoden, patiënten met verworven of erfelijke
trombofilie, patiënten met langere perioden van immobilisatie, patiënten met ernstige hypovolemie,
patiënten met ziekten die de bloedviscositeit verhogen). Controleer nauwlettend op tekenen en
symptomen van trombose en beoordeel de bloedviscositeit bij patiënten met risico op hyperviscositeit.
Ook bij afwezigheid van bekende risicofactoren kan trombose optreden.
Patiënten moeten worden geïnformeerd over de eerste symptomen van trombo-embolische voorvallen,
inclusief kortademigheid, pijn en zwelling van een ledemaat, focale neurologische stoornissen en pijn
op de borst, en hen moet worden geadviseerd onmiddellijk contact op te nemen met hun arts zodra de
eerste symptomen zich voordoen.
Hemolytische anemie
Immunoglobulineproducten bevatten bloedgroepantistoffen (bijv. A, B, D) die kunnen optreden als
hemolysinen. Deze antistoffen binden aan rode bloedcelepitopen (die kunnen worden gedetecteerd als
Acuut nierfalen
Ernstige renale bijwerkingen zijn gemeld bij patiënten die intraveneuze immunoglobulinetherapie
kregen, met name bij producten die sucrose bevatten (HyQvia bevat geen sucrose).
Aseptische meningitis
Gevallen van aseptische meningitis zijn gemeld in samenhang met intraveneuze en subcutane
immunoglobulinebehandeling; de symptomen beginnen meestal binnen enkele uren tot 2 dagen na de
immunoglobulinebehandeling. Patiënten dienen te worden geïnformeerd over de eerste symptomen,
waaronder ernstige hoofdpijn, stijfheid van de nek, suf voelen, koorts, fotofobie, nausea en braken.
Stopzetting van de immunoglobulinebehandeling kan binnen enkele dagen leiden tot remissie van
aseptische meningitis zonder restverschijnselen. Onderzoeken naar cerebrospinaal vocht testen vaak
positief op pleiocytose tot enkele duizenden cellen per mm3, hoofdzakelijk afkomstig van
granulocyten, en verhoogde proteïneniveaus tot een paar honderd mg/dL.
Aseptische meningitis kan vaker voorkomen in samenhang met intraveneuze immunoglobuline
behandeling met hoge dosis (2 g/kg). Uit gegevens van postmarketingonderzoek bleek geen duidelijke
correlatie tussen aseptische meningitis en hogere doses. De incidentie van aseptische meningitis was
hoger bij vrouwen.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van HyQvia
Dit geneesmiddel bevat geen suikers.
Interferentie met serologische testen
Na infusie van immunoglobuline kan de tijdelijke toename van de diverse passief overgedragen
antilichamen in het bloed van de patiënt leiden tot misleidende positieve resultaten bij serologische
testen.
Passieve transmissie van antilichamen naar antigenen op het erytrocytoppervlak (zoals A, B of D) kan
interfereren met enkele serologische testen op antilichamen tegen rode bloedcellen, zoals de directe
antiglobulinetest (DAT, directe Coombs-test).
Infusies van immunoglobulineproducten kunnen fout-positieve waarden opleveren bij assays die
afhankelijk zijn van de detectie van bèta-D-glucanen voor de diagnose van schimmelinfecties. Dit
effect kan aanhouden in de weken na infusie van het product.
Overdraagbare ziekteverwekkers
Humane normale immunoglobuline en humaan serumalbumine (stabilisator van de recombinant
humane hyaluronidase) worden bereid uit humaan plasma. Selectie van donoren, screening van
individuele donaties en plasmapools op specifieke infectiemarkers, en doeltreffende
virusinactivatie-/virusverwijderingsstappen in het productieproces behoren tot de
standaardmaatregelen om infecties als gevolg van het gebruik van geneesmiddelen bereid uit humaan
bloed of plasma te voorkomen. Ondanks deze maatregelen kan het risico op overdracht van
verwekkers van infectieziekten niet helemaal worden uitgesloten wanneer geneesmiddelen bereid
uit humaan bloed of plasma toegediend worden. Dat geldt tevens voor onbekende of opkomende
virussen en andere ziekteverwekkers.
Er bestaat geruststellend klinisch bewijs met betrekking tot het uitblijven van overdracht van hepatitis
A of parvovirus B19 met immunoglobulinen, en er wordt ook aangenomen dat het gehalte aan
antilichamen een belangrijke bijdrage levert aan de virale veiligheid.
Natriumgehalte
De IG 10%-component is in wezen natriumvrij. De recombinante menselijke hyaluronidase bevat de
volgende hoeveelheid (mg) natrium per injectieflacon:
1,25 ml - 5,0 mg
2,5 ml - 10,1 mg
5 ml - 20,2 mg
10 ml - 40,3 mg
15 ml - 60,5 mg
Dit komt overeen met 0,25 tot 3% van de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van
2 g natrium voor een volwassene.
Pediatrische patiënten
De vermelde waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen gelden voor zowel volwassenen als kinderen.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Levende verzwakte virusvaccins
Na toediening van immunoglobuline kan de werkzaamheid van levende verzwakte virusvaccins zoals
mazelen, rodehond, de bof en varicella gedurende een periode van ten minste 6 weken tot 3 maanden
verstoord zijn. Na toediening van dit geneesmiddel moet 3 maanden worden gewacht voordat
vaccinatie met levende verzwakte virusvaccins mag plaatsvinden. In het geval van mazelen kan de
verminderde werkzaamheid tot een jaar duren. Patiënten die een mazelenvaccin krijgen, moeten
daarom hun antilichaamstatus laten controleren.
Pediatrische patiënten
De vermelde interacties gelden voor zowel volwassenen als kinderen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
De veiligheid van dit geneesmiddel voor gebruik tijdens menselijke zwangerschap is niet vastgesteld
in gecontroleerde klinische studies en mag daarom alleen met voorzichtigheid worden toegediend aan
zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven.
Negen vrouwen die ooit met HyQvia zijn behandeld, zijn geïncludeerd in een prospectieve,
ongecontroleerde, multicenter zwangerschapsregistratie na verlening van de handelsvergunning
(Studie 161301). Van de 8 zwangerschappen met bekende uitkomsten zijn er 8 levende baby's
geboren met normale APGAR-scores. Er waren geen bijzondere complicaties tijdens de bevalling. Er
zijn geen bijwerkingen gemeld gerelateerd aan HyQvia. Vier moeders zijn getest op anti-rHuPH20-
bindende of neutraliserende antilichamen, waarbij geen antilichamen zijn vastgesteld.
Onderzoek naar ontwikkelings- of reproductietoxiciteit is uitgevoerd met recombinant humaan
hyaluronidase bij muizen en konijnen. Er werden geen nadelige effecten op de zwangerschap en de
ontwikkeling van de foetus geassocieerd met anti-rHuPH20-antilichamen. In deze onderzoeken
werden maternale antilichamen tegen recombinant humaan hyaluronidase overgebracht op het
nageslacht in utero. De effecten van antilichamen tegen de recombinant humane
hyaluronidase-component van HyQvia op het menselijk embryo of de humane foetale ontwikkeling
zijn momenteel niet bekend (zie rubriek 5.3).
Borstvoeding
Immunoglobulinen worden uitgescheiden in de melk en kunnen bijdragen aan de bescherming van de
pasgeborene van pathogenen die via de slijmvliezen het lichaam binnendringen. Eén zuigeling in de
zwangerschapsregistratie (Studie 161301) kreeg borstvoeding. Alle bijwerkingen werden
gerapporteerd als niet gerelateerd aan eerdere of de huidige HyQvia-behandeling.
Vruchtbaarheid
Er zijn momenteel geen gegevens beschikbaar over de klinische veiligheid van HyQvia voor de
vruchtbaarheid.
Klinische ervaring met immunoglobulinen suggereert dat er geen schadelijke effecten van IG 10% op
de vruchtbaarheid te verwachten zijn.
Onderzoek bij dieren wijst geen directe of indirecte schadelijke effecten uit van recombinant humane
hyaluronidase met betrekking tot reproductie bij doses die worden gebruikt voor facilitering van de
toediening van IG 10% (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
HyQvia heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen, bijvoorbeeld door duizeligheid (zie rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De vaakst gemelde bijwerkingen van HyQvia waren lokale reacties. De vaakst gemelde systemische
bijwerkingen waren hoofdpijn, vermoeidheid en pyrexie. De meeste bijwerkingen waren mild tot
matig in ernst.
Humane normale immunoglobuline
Bijwerkingen zoals koude rillingen, hoofdpijn, duizeligheid, koorts, braken, allergische reacties,
nausea, artralgie, lage bloeddruk en matige lagerugpijn kunnen soms voorkomen.
In zeldzame gevallen kunnen humane normale immunoglobulinen een plotse daling van de bloeddruk
en, in geïsoleerde gevallen, anafylactische shock veroorzaken, zelfs bij patiënten die bij eerdere
toediening geen overgevoeligheidsreacties vertoonden.
Lokale reacties op infuusplaatsen, te weten zwelling, pijn/gevoeligheid, roodheid, verharding, lokale
warmte, jeuk, blauwe plekken en rash, kunnen zich vaak voordoen.
Trombo-embolische reacties zoals myocardinfarct, beroerte, longembolie en diepe veneuze trombose
zijn zelden waargenomen bij IV- en SC-toediening van immunoglobulineproducten.
Recombinant humane hyaluronidase
De vaakst gemelde bijwerkingen tijdens postmarketinggebruik van recombinant humane
hyaluronidase in soortgelijke preparaten subcutaan toegediend voor de dispersie en absorptie
van subcutaan toegediende vloeistoffen of geneesmiddelen, waren milde lokale reacties op de
infuusplaats, zoals erytheem en pijn. Oedeem is het vaakst gemeld in samenhang met subcutane
toediening van een groot vloeistofvolume.
Antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase
In totaal 13 van de 83 proefpersonen die deelnamen aan een hoofdonderzoek ontwikkelden een
antilichaam dat tijdens het klinische onderzoek in staat bleek zich ten minste eenmaal te binden aan
recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20). Deze antilichamen konden recombinant humane
hyaluronidase niet neutraliseren. Een tijdelijk verband tussen bijwerkingen en de aanwezigheid van
anti-rHuPH20-antistoffen kon niet worden aangetoond. Er was geen toename in incidentie of ernst
van bijwerkingen bij patiënten die antilichamen tegen recombinant humane hyaluronidase hadden
ontwikkeld.
Tabel met bijwerkingen
De veiligheid van HyQvia is beoordeeld in 4 klinische onderzoeken
(160602, 160603, 160902 en 161101) bij 124 unieke patiënten met PID (primaire
immunodeficiëntiesyndromen) die 3202 infusies kregen.
De hieronder gepresenteerde tabel volgt de systeem/orgaanklassen van de MedDRA-gegevensbank
(SOC en Preferred Term Level).
De frequenties per infusie zijn geëvalueerd door gebruik te maken van de volgende conventie: Zeer
vaak (1/10); Vaak (1/100, <1/10); Soms (1/1.000, <1/100); Zelden (1/10.000, <1/1.000); Zeer
zelden (<1/10.000); Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke
frequentiegroep worden de ongewenste effecten gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Frequentie van bijwerkingen van HyQvia
Systeem/
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
orgaanklasse (SOC)
volgens MedDRA
Maagdarmstelselaandoening
Braken, nausea,
Abdominale distensie
en
buikpijn (waaronder
boven- en
onderbuikpijn en
gevoeligheid),
diarree
Systeem/
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
orgaanklasse (SOC)
volgens MedDRA
Algemene aandoeningen en
Lokale
Lokale reacties
Lokale reacties
Branderig
toedieningsplaatsstoornissen
reacties
(totaal):
(totaal):
gevoel
(totaal)a:
Infuusplaatserytheem
Verkleuring van
Pijn op
,
infuusplaats, blauwe
infuusplaats
infuusplaatszwelling
plek op infuusplaats
(waaronder
(waaronder lokale
(waaronder
ongemak,
zwelling en oedeem), hematoom, bloeding),
gevoelighei
infuusplaatspruritus
massa op infuusplaats
d, liespijn)
(waaronder
(waaronder nodule),
vulvovaginale
warmte op
pruritis)
infuusplaats,
verharding van
Pyrexie,
infuusplaats,
asthenie-aandoeninge
zwaartekrachtsoedee
n (waaronder
m/
asthenie,
genitale zwellingb
vermoeidheid,
(waaronder genitaal
lethargie, malaise)
oedeem, scrotale en
vulvovaginale
zwelling)
Oedeem (waaronder
perifere zwelling),
koude rillingen,
hyperhidrose
Onderzoeken
Directe Coombs-test
positief
Skeletspierstelsel- en
Myalgie,
Artralgie, rugpijn,
bindweefselaandoeningen
musculoskeletale
pijn in extremiteit
borstpijn
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Migraine,
Paresthesie
duizeligheid
Huid- en
Erytheem, rash
onderhuidaandoeningen
(waaronder
erythemateus,
papulair,
maculo-papulair),
pruritus, urticaria
Bloedvataandoeningen
Hypertensie,
verhoging van
bloeddruk
Nier- en
Hemosiderinuri
urinewegaandoeningen
e
a De volgende bijwerkingen zijn niet vermeld, maar zijn wel meegerekend in de frequentie van lokale reacties:
het heet hebben, paresthesie van infuusplaats.
b Zwaartekrachtsoedeem/genitale zwelling werd waargenomen na toediening in de onderste buikkwadranten.
Naast de bijwerkingen die werden gezien in klinische onderzoeken, zijn de volgende bijwerkingen
gemeld in het postmarketingonderzoek (de frequentie hiervan is niet bekend (kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald)):
Infecties en parasitaire aandoeningen: meningitis aseptisch
Immuunsysteemaandoeningen: overgevoeligheid
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: griepachtige symptomen, lekkage op de
infuusplaats
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
De lokale reacties die tijdens het klinisch hoofdonderzoek werden waargenomen, betroffen onder meer
een milde zwelling op de infuusplaats (die bij de meeste infusies voorkwam) vanwege de grote
infusievolumes. Deze lokale reacties werden in het algemeen echter niet beschouwd als bijwerking,
tenzij ze ongemak veroorzaakten. Slechts twee gevallen van lokale bijwerkingen waren ernstig, pijn
op de infuusplaats en zwelling op de infuusplaats. Twee gevallen van voorbijgaand genitaal oedeem,
waarvan één geval als ernstig werd beschouwd, waren te wijten aan diffusie van het geneesmiddel van
de infuusplaats in het abdomen. Alle waargenomen huidveranderingen losten in de loop van het
klinisch onderzoek vanzelf op.
Pediatrische patiënten
De resultaten van klinische onderzoeken wijzen op vergelijkbare veiligheidsprofielen bij volwassenen
en pediatrische patiënten, waaronder de aard, frequentie, ernst en omkeerbaarheid van de
bijwerkingen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden.
Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend
worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke
bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
De gevolgen van overdosering zijn niet bekend.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie (humane normale immunoglobuline): immuunsera
en immunoglobulinen: immunoglobulinen, normaal humaan, ATC-code: J06BA01
Werkingsmechanisme
Het therapeutische effect van dit geneesmiddel wordt geleverd door de IG 10%-component.
De recombinant humane hyaluronidase faciliteert de dispersie en absorptie van IG 10%.
Humane normale immunoglobuline bevat voornamelijk immunoglobuline G (IgG) met een breed
spectrum aan opsoniserende en neutraliserende antilichamen tegen infectieuze agentia.
Humane normale immunoglobuline bevat de IgG-antilichamen die aanwezig zijn in de normale
populatie. Deze immunoglobuline wordt meestal vervaardigd uit humane plasmapools van ten
minste 1000 donaties en heeft een distributie van IgG-subklassen in praktisch dezelfde proportie als in
normaal humaan plasma. Adequate doses humane normale immunoglobuline kunnen abnormaal lage
IgG-niveaus herstellen tot het normale bereik.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De veiligheid en werkzaamheid van HyQvia zijn beoordeeld tijdens een fase 3-onderzoek (160603)
bij 83 patiënten met PID (primaire immunodeficiëntiesyndromen). Patiënten werden behandeld
met HyQvia bij een dosisinterval van 3 of 4 weken gedurende in totaal 12 maanden (na een korte
titratieperiode). De HyQvia-dosis was gebaseerd op de vorige behandeling met intraveneus
toegediende IG 10% (320 tot 1000 mg/kg lichaamsgewicht/4 weken) en was individueel aangepast,
wat zorgde voor de juiste IgG-niveaus gedurende het onderzoek.
De resultaten van het onderzoek lieten een incidentie van gevalideerde, acute, ernstige bacteriële
infecties tijdens behandeling met HyQvia zien van 0,025 (bovengrens van
eenzijdig 99%-betrouwbaarheidsinterval van 0,046) per jaar. De algehele infectie-incidentie was
lager tijdens HyQvia-toediening dan tijdens de drie maanden intraveneuze toediening van IG 10%:
de puntschatting van de infectiegraad van alle infecties per jaar was 2,97 (95% BI: 2,51 t/m 3,47)
voor HyQvia en 4,51 (95% BI: 3,50 t/m 5,69) voor intraveneus toegediende IG 10%.
Voor bijna alle proefpersonen kon hetzelfde dosisinterval voor HyQvia worden aangehouden als voor
de vorige intraveneuze toediening. Achtenzeventig (78) van de 83 (94%) proefpersonen kregen
dezelfde dosis om de 3 á 4 weken, terwijl één persoon van 4 naar 3 weken ging, één persoon
van 4 naar 2 weken en één persoon van 3 naar 2 weken (2 proefpersonen trokken zich tijdens de
titratieperiode terug).
De mediaan van het aantal infuusplaatsen per maand voor HyQvia was 1,09, dit is iets lager dan
de mediaan van het aantal infuusplaatsen voor intraveneuze IG 10% in dit onderzoek (1,34), en
aanzienlijk lager dan de mediaan van het aantal infuusplaatsen in het onderzoek naar subcutane
toediening van IG 10% (21,43).
Zesenzestig patiënten die het fase 3-hoofdonderzoek afmaakten, namen deel aan een
vervolgonderzoek (160902) ter beoordeling van de veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid op
lange termijn van HyQvia bij PID. De totale gecombineerde blootstelling van patiënten met PID
bedroeg in beide onderzoeken 187,69 patiëntjaren; de langste blootstelling was voor
volwassenen 3,8 jaar en voor pediatrische patiënten 3,3 jaar.
Pediatrische patiënten
HyQvia is beoordeeld in 24 pediatrische patiënten, waaronder 13 patiënten van 4 t/m 11 jaar
en 11 patiënten van 12 t/m 18 jaar, die gedurende maximaal 3,3 jaar werden behandeld met een totale
veiligheidservaring van 48,66 patiëntjaren (zoals beschreven in de rubriek Klinische werkzaamheid en
veiligheid). Er zijn geen aanmerkelijke verschillen waargenomen in de farmacodynamische effecten,
of in de veiligheid en werkzaamheid van HyQvia tussen pediatrische patiënten en volwassenen. Zie de
rubrieken 4.2 en 4.8.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met HyQvia in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten naar de behandeling van primaire immunodeficiëntie als model voor
vervangingsbehandeling (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
Farmacokinetische eigenschappen
Na subcutane toediening van HyQvia, stijgen de serum-IgG-niveaus in de circulatie van de ontvanger
tot een piekconcentratie na ongeveer 3 tot 5 dagen.
Gegevens uit de klinische onderzoeken naar HyQvia wijzen uit dat de serum-IgG-dalconcentraties
kunnen worden onderhouden met doseringsschema´s van 320 tot 1000 mg/kg
lichaamsgewicht/4 weken, toegediend met intervallen van 3 of 4 weken.
De farmacokinetische gegevens van HyQvia zijn beoordeeld in een klinisch onderzoek bij patiënten
van 12 jaar en ouder die lijden aan PID (primaire immunodeficiëntiesyndromen). De
farmacokinetische resultaten zijn aangegeven in de volgende tabel, en vergeleken met gegevens voor
intraveneuze toediening van IG 10% verkregen in hetzelfde onderzoek.
IgG en IgG-complexen worden afgebroken in de cellen van het reticulo-endotheliale systeem.
Farmacokinetische parameters van HyQvia vergeleken met intraveneuze toediening van
IG 10%
Parameter
HyQvia
IVIG 10%
Mediaan (95% Bl)
Mediaan (95% Bl)
n = 60
n = 68
Cmax [g/l]
15,5 (14,5; 17,1)
21,9 (20,7; 23,9)
Cmin [g/l]
10,4 (9,4 t/m 11,2)
10,1 (9,5 t/m 10,9)
AUC per week [g*dagen/l]
90,52 (83,8 t/m 98,4)
93,9 (89,1 t/m 102,1)
Tmax [dagen]
5,0 (3,3 t/m 5,1)
0,1 (0,1 t/m 0,1)
Duidelijke klaring of klaring [ml/kg/dag]
1,6 (1,4 t/m 1,79)
1,4 (1,2 t/m 1,4)
Terminale halfwaardetijd [dagen]
45,3 (41,0 t/m 60,2)
35,7 (32,4 t/m 40,4)
Pediatrische patiënten
In het klinisch onderzoek naar HyQvia zijn geen verschillen waargenomen in
plasma-IgG-dalconcentraties tussen volwassenen en pediatrische patiënten.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Immunoglobulinen zijn normale bestanddelen van het menselijk lichaam.
De veiligheid van IG 10% is aangetoond in diverse niet-klinische studies. Niet-klinische gegevens
duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van conventioneel
onderzoek naar veiligheidsfarmacologie en toxiciteit. Onderzoeken naar toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit en reproductietoxiciteit bij dieren zijn niet praktisch haalbaar vanwege
inductie van en interferentie met de zich ontwikkelende antilichamen tegen heterologe eiwitten.
Langetermijnonderzoeken naar carcinogeen of mutageen potentieel van recombinant
humane hyaluronidase bij dieren zijn niet uitgevoerd. Er zijn geen effecten op de vruchtbaarheid
gemeld bij muizen, konijnen en cynomolgus-apen die werden blootgesteld aan antilichamen die
binden aan recombinant humane hyaluronidase en soortspecifieke hyaluronidase. Reversibele
onvruchtbaarheid is gemeld bij mannelijke en vrouwelijke cavia's die werden geïmmuniseerd om de
productie van antilichamen voor hyaluronidase op te wekken. De antilichamen voor hyaluronidase
hadden echter geen invloed op de reproductie na immunisatie van muizen, konijnen, schapen of
cynomolgus-apen. De effecten van antilichamen die binden aan recombinant humane hyaluronidase op
de vruchtbaarheid van de mens zijn niet bekend.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Injectieflacon humane normale immunoglobuline (IG 10%)
Glycine
Water voor injecties
Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20)
Natriumchloride
Dibasisch natriumfosfaat
Humane albumine
Dinatrium-EDTA (ethyleendiaminetetra-azijnzuur)
Calciumchloride
Natriumhydroxide (voor pH-regulering)
Zoutzuur (voor pH-regulering)
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
Houdbaarheid
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Niet in de vriezer bewaren.
De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Injectieflacon humane normale immunoglobuline (IG 10%)
25, 50, 100, 200 of 300 ml oplossing in een injectieflacon (type I-glas) met een stop
(broombutylrubber).
Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase (rHuPH20)
1,25, 2,5, 5, 10 of 15 ml oplossing in een injectieflacon (type I-glas) met een stop (chlorobutylrubber).
Verpakkingsgrootte:
Eén injectieflacon met IG 10% en één injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase in een
dubbele injectieflacon.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Het product moet vóór gebruik op kamertemperatuur worden gebracht. Gebruik geen
verwarmingsapparaten, inclusief magnetrons.
IG 10% is een heldere of licht opaalachtige, en kleurloze of lichtgele oplossing. Recombinant humane
hyaluronidase is een heldere, kleurloze oplossing.
Niet schudden.
De HyQvia-componenten vóór toediening niet mengen.
Gebruik geen toegangshulpmiddelen met luchtinlaat op de injectieflacons om de recombinant humane
hyaluronidase uit de flacons te halen.
Gebruik een aseptische techniek bij het bereiden en toedienen van HyQvia. Als meer dan één
injectieflacon met het geneesmiddel IG 10% of recombinant humane hyaluronidase nodig is om de
vereiste infusiedosis te verkrijgen, moeten de IG 10% en/of recombinant humane hyaluronidase vóór
toediening afzonderlijk worden bereid in geschikte oplossingcontainers. Gedeeltelijk gebruikte
injectieflacons moeten worden afgevoerd.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Baxalta Innovations GmbH
Industriestrasse 67
A-1221 Wenen, Oostenrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/840/001
EU/1/13/840/002
EU/1/13/840/003
EU/1/13/840/004
EU/1/13/840/005
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 16 mei 2013
Datum van verlenging: 8 januari 2018
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN)
EN FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN
DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Baxalta Belgium Manufacturing SA
Boulevard René Branquart 80
B-7860 Lessines
België
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Baxalta Belgium Manufacturing SA
Boulevard René Branquart 80
B-7860 Lessines
België
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
Officiële vrijgifte van de batch
In overeenstemming met artikel 114 van Richtlijn 2001/83/EG, zal de officiële vrijgifte van de batch
worden uitgevoerd door een rijkslaboratorium of een specifiek daartoe aangewezen laboratorium.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van
het beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging
van de bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
BUITENVERPAKKING (2,5, 5, 10, 20 en 30 GRAM)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik.
humane normale immunoglobuline.
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Injectieflacon humane normale immunoglobuline: 100 mg/ml, minimaal 98% is IgG.
Maximumgehalte immunoglobuline A (IgA): 140 microgram/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Injectieflacon humane normale immunoglobuline: glycine, water voor injecties.
Injectieflacon recombinant humane hyaluronidase: natriumchloride, natriumfosfaat, humane albumine,
dinatriumethyleendiaminetetra-azijnzuur, calciumchloride en water voor injecties. Zie de bijsluiter
voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik
1 injectieflacon humane normale immunoglobuline
2,5 g/25 ml
5 g/50 ml
10 g/100 ml
20 g/200 ml
30 g/300 ml
1 injectieflacon recombinant humane hyaluronidase
1,25 ml
2,5 ml
5 ml
10 ml
15 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Alleen voor subcutaan gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Niet schudden voor gebruik.
De twee injectieflacons vóór toediening niet mengen.
Eerst de recombinant humane hyaluronidase toedienen.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Baxalta Innovations GmbH
A-1221 Wenen, Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/840/001 2,5 g/25 ml
EU/1/13/840/002 5 g/50 ml
EU/1/13/840/003 10 g/100 ml
EU/1/13/840/004 20 g/200 ml
EU/1/13/840/005 30 g/300 ml
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
HyQvia 100 mg/ml
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
ETIKET INJECTIEFLACON HUMANE NORMALE IMMUNOGLOBULINE
(5 G, 10 G, 20 G EN 30 G)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
HyQvia 100 mg/ml infusie voor subcutaan gebruik
humane normale immunoglobuline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Immunoglobuline: 100 mg/ml, minimaal 98% is IgG.
Maximumgehalte immunoglobuline A (IgA): 140 microgram/ml.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Glycine, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Infusie voor subcutaan gebruik
1 injectieflacon
5 g/50 ml
10 g/100 ml
20 g/200 ml
30 g/300 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Alleen voor subcutaan gebruik.
Als 2e toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
Niet in de vriezer bewaren.
De injectieflacon bewaren in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Baxalta Innovations GmbH
A-1221 Wenen, Oostenrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/13/840/002 5 g/50 ml
EU/1/13/840/003 10 g/100 ml
EU/1/13/840/004 20 g/200 ml
EU/1/13/840/005 30 g/300 ml
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
ETIKET INJECTIEFLACON HUMANE NORMALE IMMUNOGLOBULINE (2,5 G)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
HyQvia 100 mg/ml infusie voor subcutaan gebruik.
humane normale immunoglobuline.
Alleen voor SC gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Als 2e toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
2,5 g/25 ml
6.
OVERIGE
ETIKET INJECTIEFLACON RECOMBINANT HUMANE HYALURONIDASE
(2,5 ML, 5 ML, 10 ML, 15 ML)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Infusie voor subcutaan gebruik voor HyQvia
hyaluronidase
Alleen voor subcutaan gebruik.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Als 1ste toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
2,5 ml
5 ml
10 ml
15 ml
6.
OVERIGE
ETIKET INJECTIEFLACON RECOMBINANT HUMANE HYALURONIDASE (1,25 ML)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Infusie voor subcutaan gebruik voor HyQvia
hyaluronidase
Alleen voor SC-gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Als 1ste toedienen.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1,25 ml
6.
OVERIGE
HyQvia 100 mg/ml oplossing voor infusie voor subcutaan gebruik
humane normale immunoglobuline
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is HyQvia en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is HyQvia en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is HyQvia?
HyQvia bevat twee oplossingen voor infusie (druppelinfusie) onder de huid (subcutane of SC-infusie).
Het middel wordt geleverd als pakket bestaande uit een injectieflacon humane normale
immunoglobuline 10% (het werkzame bestanddeel) en een injectieflacon met recombinant humane
hyaluronidase (een bestanddeel dat ervoor zorgt dat de humane normale immunoglobuline 10% in de
bloedbaan komt).
Humane normale immunoglobuline 10% behoort tot een categorie geneesmiddelen die ´humane
normale immunoglobulinen´ worden genoemd. Immunoglobulinen worden ook antilichamen genoemd
en komen voor in het bloed van gezonde personen. Antilichamen zijn een onderdeel van het
immuunsysteem (de natuurlijke afweer van het lichaam) en helpen het lichaam infecties bestrijden.
Hoe werkt HyQvia?
De injectieflacon met immunoglobulinen is bereid uit het bloed van gezonde personen. Het
geneesmiddel werkt op exact dezelfde manier als de immunoglobulinen die van nature in het bloed
voorkomen. De recombinant humane hyaluronidase is een eiwit dat (druppel)infusie van
immunoglobulinen onder de huid en transport naar de bloedbaan vergemakkelijkt.
Waarvoor wordt HyQvia gebruikt?
HyQvia wordt gebruikt voor patiënten met een zwak immuunsysteem, die niet genoeg antilichamen
in hun bloed hebben en vaak infecties krijgen. Regelmatige en adequate doses HyQvia kunnen een
abnormaal laag immunoglobulineniveau in uw bloed herstellen tot de normale waarde
(vervangingstherapie).
patiënten met een aangeboren stoornis waarbij niet of niet voldoende antilichamen worden
aangemaakt (primaire immunodeficiënties).
patiënten die last krijgen van ernstige of terugkerende infecties door een verzwakt
immuunsysteem als gevolg van andere aandoeningen of behandelingen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet injecteren of via infusie toedienen?
- U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6, 'Inhoud van de verpakking en overige informatie'.
- U hebt antilichamen tegen immunoglobuline A (IgA) in uw bloed. Dit kan gebeuren als u een
IgA-deficiëntie hebt. Aangezien HyQvia sporen van IgA bevat, kunt u een allergische reactie
krijgen.
- Het geneesmiddel mag niet worden toegediend in een bloedvat (intraveneus).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
De volgende waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten worden overwogen voordat u HyQvia
krijgt of gebruikt. Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
De gegevens over effecten van het gebruik van recombinant humane hyaluronidase op zwangerschap,
borstvoeding en vruchtbaarheid zijn beperkt. HyQvia mag alleen na overleg met de arts worden
gebruikt door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.
Allergische reacties
U kunt zonder het te weten allergisch zijn voor immunoglobulinen. Allergische reacties zoals een
plotse daling van de bloeddruk of een anafylactische shock (een scherpe daling van de bloeddruk met
andere symptomen, zoals zwelling van de keel, ademhalingsproblemen en huiduitslag) komen zelden
voor, maar kunnen zich soms voordoen, ook als u nooit eerder problemen met dergelijke
behandelingen hebt gehad. U hebt een verhoogd risico op allergische reacties als u IgA-deficiëntie met
anti-IgA-antilichamen hebt. Symptomen van deze zeldzame allergische reacties zijn onder meer:
- licht, duizelig of flauw gevoel in het hoofd
- huiduitslag en jeuk, zwelling in de mond of keel, moeilijk ademen, piepende ademhaling
- abnormale hartslag, pijn op de borst, blauwe lippen of vingers en tenen
- wazig zien.
Uw arts of verpleegkundige zal HyQvia eerst langzaam toedienen en u tijdens de eerste infusies
nauwgezet bewaken zodat eventuele allergische reacties onmiddellijk kunnen worden ontdekt en
behandeld.
Wanneer u tijdens de infusie een van deze bijwerkingen opmerkt, moet u dit meteen aan
uw arts of verpleegkundige doorgeven. Hij of zij zal dan besluiten de toedieningssnelheid
te vertragen of de toediening geheel te stoppen.
Toedieningssnelheid
Het is erg belangrijk dat het geneesmiddel met de juiste snelheid wordt toegediend. Uw arts of
verpleegkundige zal u adviseren over de juiste toedieningssnelheid wanneer u HyQvia zelf
thuis toedient (zie rubriek 3, '
Hoe gebruikt u HyQvia?').
In de volgende gevallen kunnen vaker bepaalde bijwerkingen optreden:
-
HyQvia wordt bij u voor het eerst toegediend.
- U bent behandeld met een andere immunoglobuline en bent overgeschakeld op HyQvia.
- Er is een lange periode verstreken (bijv. meer dan 2 of 3 infusie-intervallen) sinds de laatste
keer dat bij u HyQvia werd toegediend.
In deze gevallen wordt u nauwlettend gecontroleerd tijdens uw eerste infusie en
gedurende het eerste uur na het beëindigen van de infusie.
In alle overige gevallen moet u tijdens de infusie en gedurende minimaal 20 minuten na het beëindigen
van de eerste paar HyQvia-infusies worden gecontroleerd.
Thuisbehandeling
Voordat u start met de thuisbehandeling moet u iemand als begeleider aanwijzen. U en uw begeleider
worden getraind in het herkennen van vroege symptomen van bijwerkingen, vooral allergische
reacties. De begeleider moet samen met u op mogelijke bijwerkingen letten. Tijdens de infusie moet
u letten op de eerste symptomen van bijwerkingen (voor meer informatie zie rubriek 4, '
Mogelijke
bijwerkingen').
Als er bijwerkingen bij u optreden, moet u of uw begeleider de infusie onmiddellijk
stopzetten en een arts raadplegen.
In geval van een ernstige bijwerking moet u of uw begeleider onmiddellijk actie
ondernemen omdat u dan met spoed behandeld moet worden.
Verspreiding van gelokaliseerde infecties
U mag HyQvia niet toedienen in of dicht bij een geïnfecteerd of rood gezwollen gebied op uw huid
omdat de infectie zich hierdoor kan verspreiden.
In de klinische onderzoeken zijn geen langdurige (chronische) veranderingen van de huid
waargenomen. Alle langdurige ontstekingen, bultjes (noduli) of ontstekingen die op de infuusplaats
ontstaan en meer dan een paar dagen aanhouden, moeten aan uw arts worden gemeld.
Effecten op bloedtesten
HyQvia bevat veel verschillende antilichamen, sommige daarvan kunnen bloedtesten (serologische
testen) beïnvloeden.
Vertel uw arts dat u wordt behandeld met HyQvia voordat bij u een bloedtest wordt
gedaan.
Informatie over het bronmateriaal van HyQvia
De humane normale immunoglobuline 10% van HyQvia en het humaan serumalbumine (een
ingrediënt van de recombinant humane hyaluronidase) worden bereid uit humaan plasma (het
vloeibare deel van bloed). Bij de bereiding van geneesmiddelen uit humaan bloed of plasma worden
bepaalde maatregelen genomen om te voorkomen dat infecties op patiënten worden overgedragen.
Deze maatregelen zijn onder meer:
- zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren om mogelijke dragers van infecties uit
te sluiten, en
- het testen van elke donatie en plasmapool op sporen van virussen en/of infecties.
Fabrikanten van deze producten hebben in het bloed- of plasmaverwerkingsproces tevens stappen
opgenomen waarmee virussen kunnen worden geïnactiveerd of verwijderd. Ondanks deze maatregelen
kan het risico op overdracht van een infectie niet helemaal worden uitgesloten wanneer
De genomen maatregelen voor de fabricage van HyQvia worden als doeltreffend beschouwd tegen
ingekapselde virussen zoals het humane immuundeficiëntievirus (HIV), het hepatitis B-virus en het
hepatitis C-virus en tegen het niet-ingekapselde hepatitis A-virus en het parvovirus B19.
Immunoglobulinen zijn niet in verband gebracht met infecties door het hepatitis A-virus of het
parvovirus B19, mogelijk omdat de antilichamen tegen deze infecties, opgenomen in HyQvia,
beschermend werken.
Het wordt sterk aanbevolen om iedere keer dat u HyQvia gebruikt de volgende gegevens te noteren
op uw behandelingskaart:
-
datum van toediening
- batchnummer van het geneesmiddel
- het toegediende volume, de toedieningssnelheid, het aantal en de locatie van infuusplaatsen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Voor kinderen en jongeren (van 0 tot 18 jaar) gelden dezelfde indicaties, dosis en infusiefrequentie als
voor volwassenen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast HyQvia nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan
uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Vaccinaties
HyQvia kan de werking verminderen van sommige virusvaccins zoals mazelen, rodehond, bof en
waterpokken (levende virusvaccins). Het kan dan ook voorkomen dat u na toediening van HyQvia
maximaal 3 maanden zult moeten wachten voordat u bepaalde vaccins kunt krijgen. Mogelijk moet u
na toediening van HyQvia maximaal één jaar wachten voordat u kunt worden ingeënt tegen mazelen.
Vertel de arts of verpleegkundige die u vaccineert dat u wordt behandeld met HyQvia.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Patiënten kunnen tijdens behandeling met HyQvia bijwerkingen ervaren (bijvoorbeeld duizeligheid of
misselijkheid) die invloed hebben op hun rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen.
Wacht in dat geval totdat de bijwerkingen zijn verdwenen.
HyQvia bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat 5,0-60,5 mg natrium (hoofdbestanddeel van keuken-/tafelzout) in elke flacon
recombinant humane hyaluronidase van HyQvia. Dit komt overeen met 0,25-3% van de aanbevolen
maximale dagelijkse inname van natrium voor een volwassene. De IG 10%-component is in wezen
natriumvrij.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
HyQvia moet onder de huid worden toegediend (subcutane of SC-infusie).
Dosering
Uw arts berekent de juiste dosis voor u op basis van uw lichaamsgewicht, eventuele vorige
behandelingen die u hebt ontvangen en uw reactie op de behandeling. De aanbevolen begindosis is die
waarmee 400 t/m 800 mg werkzame stof per kilo lichaamsgewicht per maand wordt toegediend. In het
begin wordt een kwart van deze dosis toegediend met een interval van 1 week. Bij de volgende
infusies wordt de dosis stapsgewijs opgevoerd tot de infusies met een interval van 3 tot 4 weken
plaatsvinden. Soms zal uw arts aanraden een grotere dosis te splitsen en gelijktijdig op twee
verschillende plaatsen toe te dienen. Uw arts kan uw dosis ook aanpassen afhankelijk van uw reactie
op de behandeling.
Begin van de behandeling
Uw behandeling wordt gestart door een arts of verpleegkundige die ervaren is in de behandeling van
patiënten met een zwak immuunsysteem en de begeleiding van patiënten bij de thuisbehandeling. U
wordt gedurende de infusie en minimaal 1 uur na het stoppen van de infusie nauwlettend
gecontroleerd om te zien hoe goed u het geneesmiddel verdraagt. In het begin zal uw arts of
verpleegkundige een langzame toedieningssnelheid gebruiken en deze tijdens de eerste en volgende
infusies geleidelijk verhogen. Zodra uw arts of verpleegkundige de juiste dosis en toedieningssnelheid
voor u hebben vastgesteld, is het mogelijk dat de arts u zelf de behandeling thuis laat uitvoeren.
Thuisbehandeling
U krijgt instructies over:
-
Het gebruik van ziektekiemvrije (aseptische) infusietechnieken
- Het gebruik van een infusiepomp of spuitpomp (indien nodig)
- Bijhouden van een behandelingskaart, en
- Te nemen maatregelen in het geval van ernstige bijwerkingen.
U moet de instructies van uw arts over de dosis, toedieningssnelheid en schema voor
de HyQvia-infusie nauwkeurig opvolgen om de behandeling te doen slagen.
Patiënten <40 kg
Patiënten 40 kg
Eerste twee
Volgende
Eerste twee
Volgende
infusies
2-3 infusies
infusies
2-3 infusies
Interval/Minuten
(ml/uur/
(ml/uur/
(ml/uur/
(ml/uur/
infuusplaats)
infuusplaats)
infuusplaats)
infuusplaats)
10 minuten
5
10
10
10
10 minuten
10
20
30
30
10 minuten
20
40
60
120
10 minuten
40
80
120
240
Rest van infusie
80
160
240
300
Doet zich lekkage voor op de infuusplaats?
Vraag aan uw arts, apotheker of verpleegkundige of een andere naaldgrootte beter geschikt zou zijn
voor u.
Het aanpassen van de naaldgrootte zou onder toezicht van de behandelend arts dienen te gebeuren.
Neem zo snel mogelijk contact op met uw arts als u denkt dat u meer HyQvia hebt gebruikt dan
zou mogen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Dien geen dubbele dosis HyQvia toe om een vergeten dosis in te halen. Als u denkt dat u een dosis
hebt overgeslagen, dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Gedetailleerde instructies voor gebruik vindt u in de volgende rubriek.
1.
Haal HyQvia uit de verpakking
Laat de injectieflacons op kamertemperatuur komen. Dit kan
tot 60 minuten duren. Gebruik geen verwarmingsapparaten,
inclusief magnetrons.
HyQvia mag niet worden verwarmd of geschud.
Controleer elke HyQvia-injectieflacon voor gebruik:
Vervaldatum: niet gebruiken na de vervaldatum.
Kleur:
o
De recombinant humane hyaluronidase moet helder
en kleurloos zijn.
o
De humane normale immunoglobuline 10% moet
helder en kleurloos of lichtgeel zijn.
o
HyQvia niet gebruiken als een van de oplossingen
troebel is of deeltjes bevat.
Dop: de dubbele injectieflacon is voorzien van een
paarse beschermdop. Gebruik het product niet als de
dop ontbreekt.
2.
Verzamel alle benodigdheden:
Verzamel alle benodigdheden voor de infusie. Dit zijn: dubbele
injectieflacon(s) met HyQvia, infusiebenodigdheden (subcutane
naaldset, oplossingcontainer (zak of spuit), steriel transparant
verband en tape, pompslang, transfersets, spuiten, verbandgaas en
tape), scherpafvalcontainer, pomp, een behandelingskaart en zo
nodig andere benodigdheden.
3.
Zorg voor een schoon werkoppervlak.
4.
Was uw handen:
Was grondig uw handen. Leg alle verzamelde benodigdheden klaar
en open deze volgens de instructies van uw zorgverlener.
Open de dubbele HyQvia-injectieflacon(s):
Verwijder de paarse beschermdop(pen) en controleer of de
blauwe doppen van de injectieflacons verwijderd zijn. Als
dat niet zo is, verwijder de blauwe doppen dan handmatig
van de stoppen van de injectieflacons.
Bereid het overbrengen van de recombinant humane
hyaluronidase-component van HyQvia voor door elke
flaconstop te reinigen met een alcoholdoekje, indien
voorgeschreven, en aan de lucht te drogen
(minimaal 30 seconden).
6.
Bereid de injectieflacon met recombinant humane
hyaluronidase (HY):
Haal de kleine steriele injectiespuit uit de verpakking en sluit
deze aan op een spike of naald zonder beluchting (het
hulpmiddel).
Trek de plunjer terug zodat de kleine injectiespuit zich vult
met lucht, gelijk aan de hoeveelheid recombinant humane
hyaluronidase in de HY-injectieflacon(s).
Verwijder de dop van de naald/onbeluchte transferset.
Steek de tip van de naald/onbeluchte transferset in het
midden van de flaconstop en duw de plunjer omlaag zodat
lucht in de injectieflacon wordt gespoten.
Laat de naald/onbeluchte transferset in de injectieflacon
zitten en houd ze samen ondersteboven. De punt van de
injectienaald wijst naar boven.
Zuig alle recombinant humane hyaluronidase in de
injectiespuit.
Herhaal stap 6 als u meerdere flacons recombinant humane
hyaluronidase nodig hebt voor uw dosis.
Doe zo mogelijk alle recombinant humane hyaluronidase die
u voor de gehele IgG-dosis nodig hebt in dezelfde
injectiespuit.
Houd de spuittip rechtop en tik tegen de zijkant van de
spuit tot eventuele luchtbelletjes naar boven drijven. Duw
de plunjer langzaam en voorzichtig in om alle luchtbelletjes
te verwijderen.
7.
Bereid de naaldset met recombinant humane hyaluronidase
(HY):
Bevestig de injectiespuit gevuld met recombinant humane
hyaluronidase op de naaldset.
Duw de plunjer van de kleine spuit omlaag om alle lucht te
verwijderen en vul de naaldset tot aan de naaldvleugels met
de recombinant humane hyaluronidase.
Opmerking: uw zorgverlener kan het gebruik van een
Y-verbindingsstuk (voor meer dan één infuusplaats) of
een andere naaldsetopstelling aanraden.
Bereid de flacon met humane normale immunoglobuline 10%:
(a)
(b)
Bereid het overbrengen van de
immunoglobuline 10%-component van HyQvia voor door
elke flaconstop te reinigen met een alcoholdoekje, indien
voorgeschreven, en aan de lucht te drogen
(minimaal 30 seconden).
De humane normale immunoglobuline 10% van HyQvia kan
op de volgende manieren worden toegediend:
o
door de humane normale immunoglobuline uit de
injectieflacons in de grote injectiespuit
(a) of een
infusiezak
(b) samen te voegen, volgens de
aanwijzingen van uw zorgverlener, afhankelijk van
de gebruikte pomp, of
o
rechtstreeks vanuit de IG-injectieflacon. Steek de
spike van de beluchte pompslang of een spike en een
beluchtingsnaald in de injectieflacon(s) met humane
normale immunoglobuline 10%. Vul de slang van de
toedieningspomp en leg deze weg totdat
de recombinant humane hyaluronidase is toegediend.
Als u meer dan één injectieflacon voor een volledige dosis
nodig hebt, prikt u een volgende injectieflacon aan nadat de
eerste flacon volledig is toegediend.
9.
Bereid de pomp voor:
Volg de instructies van de fabrikant voor het voorbereiden van
de pomp.
10.
Bereid de infuusplaats voor:
Kies een infuusplaats (of plaatsen) in de boven- of onderbuik
of dijbeen. Zie de afbeelding voor mogelijke infuusplaatsen.
o
Kies infuusplaatsen aan weerszijden van het lichaam,
wanneer u doses van meer dan 600 ml op twee
infuusplaatsen moet toedienen.
Vermijd plaatsen met beenderen, zichtbare bloedvaten,
littekens en plaatsen met een ontsteking of infectie.
Wissel voor opeenvolgende toedieningen de infuusplaatsen
aan weerszijden van het lichaam af.
Maak als uw zorgverlener u dit heeft verteld, de
infuusplaats(en) schoon met een alcoholdoekje. Laat de
infuusplaats opdrogen (minimaal 30 seconden).
11.
De naald insteken:
onder hoek van 90 graden
Verwijder de naaldbeschermdop. Pak minstens 2 tot 2,5 cm
in de huid
huid stevig tussen duim en wijsvinger.
Steek met een snelle beweging de naald tot aan de vleugels
onder een hoek van 90 graden in de huid. De vleugels van de
naald moeten plat op de huid liggen.
Plak de naald met een steriele tape vast op de plaats.
Herhaal deze stap voor de tweede infuusplaats, als u die
gaat gebruiken.
Controleer of de naald goed op zijn plaats is voordat u start
met de infusie indien uw zorgverlener u dit heeft verteld.
13.
Fixeer de naald aan de huid:
Zet de naald(en) op hun plaats vast door een steriel
transparant verband over de naald te plakken.
Controleer tijdens de toediening af en toe de infuusplaats(en)
op verschuiven of lekken.
14.
Dien als eerste de recombinant humane hyaluronidase toe:
Duw de plunjer van de kleine injectiespuit met recombinant
humane hyaluronidase langzaam in, met een beginsnelheid
per infuusplaats van ongeveer 1 tot 2 ml per minuut en
verhoog de snelheid indien dit goed wordt verdragen.
Als u een pomp gebruikt, bereidt u de pomp voor voor
infusie van recombinant humane hyaluronidase op een
beginsnelheid per infuusplaats van 60 tot 120 ml/uur en
verhoog de snelheid indien dit goed wordt verdragen.
15.
Dien de humane normale immunoglobuline 10% toe:
Nadat u de hele inhoud van de kleine injectiespuit met recombinant
humane hyaluronidase hebt toegediend, verwijdert u de kleine
injectiespuit van het aanzetstuk van de naaldset.
Bevestig de pompslang of de grote injectiespuit met humane
normale immunoglobuline 10% op naaldset.
Dien met een pomp de humane normale immunoglobuline 10% toe
met een toedieningssnelheid die door uw zorgverlener is
voorgeschreven, en begin met de infusie.
16.
Spoel de pompslang door nadat de infusie is voltooid, indien
uw zorgverlener u dit heeft geïnstrueerd:
Als uw zorgverlener u hiertoe heeft geïnstrueerd, bevestigt
u een zak met fysiologische zoutoplossing op de
pompslang/naaldset om de humane normale
immunoglobuline 10% tot aan de naaldvleugels op te duwen.
17.
Verwijder de naaldset:
Verwijder de naaldset door het verband rondom
los te trekken.
Klap de naaldvleugels omhoog en trek de naald aan de
vleugels uit de huid.
Druk voorzichtig een klein gaasje op de prikplaats en dek dit
af met een beschermend verband.
Werp de naald(en) in de scherpafvalcontainer.
o
Vernietig de scherpafvalcontainer volgens de
aanwijzingen die bij de container zijn geleverd of
neem contact op met uw zorgverlener.
Noteer gegevens over de toediening:
Haal het etiket van de HyQvia-injectieflacon waarop het
chargenummer van het product en de vervaldatum zijn
vermeld, en plak het etiket op uw behandelingskaart.
Noteer de datum, tijd, dosis, infuusplaats(en) (als
geheugensteun bij het afwisselen van infuusplaats) en
eventuele bijwerkingen na elke toediening.
Voer injectieflacons met eventueel ongebruikt geneesmiddel
en ander afvalmateriaal af volgens de instructies van uw
zorgverlener.
Neem voor nacontrole contact op met uw arts,
volgens afspraak.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bepaalde bijwerkingen, zoals hoofdpijn, koude rillingen of pijn in het lichaam, kunnen worden
verminderd door de toedieningssnelheid te verlagen.
Ernstige bijwerkingen
Toediening van geneesmiddelen zoals HyQvia kan in sommige gevallen leiden tot ernstige, maar
zeldzame, allergische reacties. Er kan een plotse daling van de bloeddruk en in een enkel geval een
anafylactische shock bij u optreden. Artsen zijn bekend met deze mogelijke bijwerkingen en zullen
u tijdens en na de eerste infusies controleren.
Kenmerkende klachten en symptomen van bijwerkingen zijn onder meer: licht, duizelig of flauw
gevoel in het hoofd, huiduitslag en jeuk, zwelling in de mond of keel, moeilijk ademen, piepende
ademhaling, abnormale hartslag, pijn op de borst, blauwe lippen of vingers en tenen, wazig zien.
Wanneer u tijdens de infusie een van deze verschijnselen opmerkt, moet u dit meteen
aan uw arts of verpleegkundige doorgeven.
Wanneer u HyQvia thuis gebruikt, moet u de infusie uitvoeren in aanwezigheid van een
aangewezen begeleider. Deze persoon helpt u bij het signaleren van allergische reacties,
het stoppen van de toediening en indien nodig bij het inroepen van hulp.
Zie ook rubriek 2 van deze bijsluiter voor informatie over het risico op allergische
reacties en het gebruik van HyQvia in de thuissituatie.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen zich voordoen bij meer dan 1 op 10 infusies):
Pijn op de infuusplaats, waaronder licht tot matig ongemak en gevoeligheid. Deze verschijnselen gaan
meestal binnen enkele dagen over.
Vaak voorkomende bijwerkingen (kunnen zich voordoen bij maximaal 1 op 10 infusies):
Reacties op de infuusplaats, waaronder roodheid, zwelling, jeuk, verharding en huiduitslag op de
infuusplaats. Deze verschijnselen gaan meestal binnen enkele dagen over. Hoofdpijn, moeheid,
misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, spier- of gewrichtspijn, borstpijn, koorts, zwak of onwel
gevoel.
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen zich voordoen bij maximaal 1 op 100 infusies):
Koude rillingen, migraine, verhoogde bloeddruk, duizeligheid, opgeblazen gevoel in de buik,
huiduitslag/allergische uitslag/roodheid, jeuk, pijn op de borst of in de armen en/of benen, genitale
zwelling (door uitbreiding van de zwelling vanaf de infuusplaats), zwelling van de benen, voeten en
enkels, positieve bloedtesten op antilichamen.
Overgevoeligheid, griepachtige symptomen en lekkage op de infuusplaats, hersenvliesontsteking
(aseptische meningitis).
Bijwerkingen waargenomen bij vergelijkbare geneesmiddelen
De volgende bijwerkingen zijn waargenomen bij toediening van geneesmiddelen zoals humane
normale immunoglobuline 10% onder de huid (subcutaan). Hoewel deze bijwerkingen tot nu toe niet
zijn waargenomen bij gebruik van HyQvia, is het wel mogelijk dat iemand die HyQvia gebruikt
deze krijgt:
Beven, tintelen in de mond, snelle hartslag, allergische reacties, blozen of bleekheid, koude handen of
voeten, kortademigheid, zwelling van het gezicht, overmatig zweten, spierstijfheid, verandering in
leverfunctiebloedtesten (alanineaminotransferase verhoogd)
De volgende bijwerkingen komen zelden voor en zijn waargenomen bij patiënten die geneesmiddelen
gebruiken zoals humane normale immunoglobuline 10%, toegediend in een ader (intraveneus).
Hoewel deze bijwerkingen tot nu toe niet zijn waargenomen bij gebruik van HyQvia, is er een kleine
kans dat iemand die HyQvia gebruikt deze krijgt:
Bloedstolsels in bloedvaten (trombo-embolische reacties) die leiden tot een hartaanval, een beroerte,
verstopping van diepe aderen of van bloedvaten naar de longen (longembolie), nieraandoening of
nierfalen, afbraak van rode bloedcellen (hemolyse).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C). Niet in de vriezer bewaren.
Niet schudden.
De injectieflacons in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als de oplossingen troebel zijn of deeltjes of neerslag bevatten.
Voer na opening alle ongebruikte oplossingen in de injectieflacons af.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC. Vraag uw apotheker wat u met
geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de juiste manier afvoert
worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
HyQvia is een dubbele injectieflacon met de volgende inhoud:
-
Een oplossing met recombinant humane hyaluronidase (stap 1 van HyQvia/als eerste
toedienen).
- Een oplossing met humane normale immunoglobuline 10% (stap 2 van HyQvia/als tweede
toedienen).
De inhoud van elke injectieflacon wordt hierna beschreven:
1.
Recombinant humane hyaluronidase
Deze injectieflacon bevat recombinant humane hyaluronidase.
De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, natriumfosfaat, humane albumine,
dinatrium-EDTA (ethyleendiaminetetra-azijnzuur), calciumchloride en water voor injecties (zie ook
rubriek 2,
'HyQvia bevat natrium').
2.
Humane normale immunoglobuline 10%
Eén ml van de oplossing in deze injectieflacon bevat 100 mg humane normale immunoglobuline,
waarvan minimaal 98% immunoglobuline G (IgG) is.
De werkzame stof van HyQvia is humane normale immunoglobuline. Dit geneesmiddel bevat sporen
van immunoglobuline A (IgA) (niet meer dan 140 microgram/ml, 37 microgram gemiddeld).
De andere stoffen in deze injectieflacon zijn glycine en water voor injecties.
Hoe ziet HyQvia eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
HyQvia wordt geleverd als pakket bestaande uit:
-
Eén glazen injectieflacon met recombinant humane hyaluronidase.
- Eén glazen injectieflacon met humane normale immunoglobuline 10%.
De recombinant humane hyaluronidase is een heldere en kleurloze oplossing.
De humane normale immunoglobuline 10% is een heldere en kleurloze of lichtgele oplossing.
De volgende verpakkingsgrootten zijn verkrijgbaar:
Recombinant humane hyaluronidase
Humane normale immunoglobuline 10%
Volume (ml)
Eiwit (gram)
Volume (ml)
1,25
2,5
25
2,5
5
50
5
10
100
10
20
200
15
30
300
Het kan zijn dat niet alle genoemde verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Baxalta Innovations GmbH
Industriestrasse 67
A-1221 Wenen
Oostenrijk
Fabrikant:
Baxalta Belgium Manufacturing SA
Boulevard René Branquart 80
B-7860 Lessines
België
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Takeda Belgium NV
Takeda, UAB
Tel/Tél: +32 2 464 06 11
Tel: +370 521 09 070
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Luxembourg/Luxemburg
Takeda Belgium NV
.: +359 2 958 27 36
Tel/Tél: +32 2 464 06 11
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Ceská republika
Magyarország
Takeda Pharmaceuticals Czech Republic s.r.o.
Takeda Pharma Kft.
Tel: +420 234 722 722
Tel: +36 1 270 7030
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Danmark
Malta
Takeda Pharma A/S
akeda HELLAS SA
Tlf: +45 46 77 10 10
Tel: +30 2106387800
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Deutschland
Nederland
Takeda GmbH
Takeda Nederland B.V.
Tel: +49 (0)800 825 3325
Tel: +31 20 203 5492
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Eesti
Norge
Takeda Pharma AS
Takeda AS
Tel: +372 6177 669
Tlf: +47 800 800 30
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Österreich
akeda
Takeda Pharma Ges.m.b.H.
T: +30 210 6387800
Tel: +43 (0) 800-20 80 50
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
España
Polska
Takeda Farmacéutica España S.A
Takeda Pharma Sp. z o.o.
Tel: +34 917 90 42 22
tel: +48223062447
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Portugal
Takeda France SAS
Takeda Farmacêuticos Portugal, Lda.
Tel. + 33 1 40 67 33 00
Tel: + 351 21 120 1457
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Hrvatska
România
Takeda Pharmaceuticals Croatia d.o.o.
Takeda Pharmaceuticals SRL
Tel: +385 1 377 88 96
Tel: +40 21 335 03 91
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Ireland
Slovenija
Takeda Products Ireland Ltd
Takeda Pharmaceuticals farmacevtska druzba d.o.o.
Tel: 1800 937 970
Tel: + 386 (0) 59 082 480
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Takeda Pharmaceuticals Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 (2) 20 602 600
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Italia
Suomi/Finland
Takeda Italia S.p.A.
Takeda Oy
Tel: +39 06 502601
Puh/Tel: 0800 774 051
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Sverige
akeda
Takeda Pharma AB
.: +30 2106387800
Tel: 020 795 079
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Takeda Latvia SIA
Takeda UK Ltd
Tel: +371 67840082
Tel: +44 (0) 2830 640 902
medinfoEMEA@takeda.com
medinfoEMEA@takeda.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in .
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR DE WIJZIGING VAN DE
VOORWAARDEN
VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Rekening houdend met het beoordelingsrapport van het Risicobeoordelingscomité voor
geneesmiddelenbewaking (PRAC) over het niet-interventionele opgelegde PASS finale studierapport
voor het geneesmiddel/de geneesmiddelen die hierboven zijn genoemd, heeft het Comité voor
geneesmiddelen voor menselijk gebruik (CHMP) de volgende wetenschappelijke conclusies
getrokken:
Het finale studierapport zoals ingediend door de vergunninghouder voldoet aan hun verplichting om
een PASS uit te voeren naar de veiligheid op lange termijn en het gebruik van HyQvia bij patiënten
die met HyQvia worden behandeld zoals vastgesteld bij verlening van de handelsvergunning.
Daarom, gezien de beschikbare gegevens over het PASS finale studierapport, was het PRAC van
oordeel dat wijzigingen van de voorwaarden van de vergunning voor het in de handel brengen waren
gerechtvaardigd.
Het CHMP stemt in met de door het PRAC getrokken wetenschappelijke conclusies.
Redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning(en) voor het in de
handel brengen
Op basis van de wetenschappelijke conclusies voor de resultaten van de studie voor het
geneesmiddel/de geneesmiddelen die hierboven zijn genoemd, is het CHMP van mening dat de baten-
risicoverhouding van het geneesmiddel/de geneesmiddelen ongewijzigd blijft op voorwaarde dat de
voorgestelde wijzigingen in de productinformatie worden aangebracht.
Het CHMP beveelt aan de voorwaarden van de vergunning(en) voor het in de handel brengen te
wijzigen.