Ifirmacombi 300 mg - 25 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 25 mg
hydrochloorthiazide.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Lichtroze, biconvexe, ovale filmomhulde tabletten.
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Witte, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten.
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
Lichtroze, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Ifirmacombi kan eenmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van monotherapie op vaste combinaties worden
overwogen:
-
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij wie de bloeddruk niet
2
-
-
adequaat behandeld kan worden met hydrochloorthiazide of irbesartan 150 mg alleen.
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die niet adequaat kunnen
behandeld worden met irbesartan 300 mg of met Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg.
Ifirmacombi 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die niet adequaat behandeld
kunnen worden met Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide eenmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Ifirmacombi met een ander antihypertensivum gecombineerd worden (zie rubrieken
4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Ifirmacombi niet aanbevolen bij patiënten met
een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze patiënten wordt de voorkeur
gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met
een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring ≥ 30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en
4.4).
Verminderde leverfunctie
Ifirmacombi is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een verminderde
leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de dosering van
Ifirmacombi niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Ifirmacombi niet te worden aangepast.
Pediatrische patiënten
Ifirmacombi wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten. De veiligheid en werkzaamheid bij
kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3
-
-
-
-
-
-
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een
sulfonamidederivaat).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min).
Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie.
Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase.
Het gelijktijdig gebruik van Ifirmacombi met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
)
(zie rubrieken 4.5 en 5.1).
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
4.4
Hypotensie – Patiënten met volumedepletie:
Bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren voor hypotensie is Ifirmacombi zelden in
verband gebracht met symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke aandoeningen dienen te worden
3
gecorrigeerd voordat met de behandeling van Ifirmacombi begonnen wordt.
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie:
Patiënten met bilaterale nierarteriestenose of een stenose van de arterie naar slechts één werkende nier,
lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met
ACE-remmers of angiotensine-2-receptorantagonisten. Hoewel dit voor Ifirmacombi niet beschreven
is, dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie:
Als Ifirmacombi wordt gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke
controle van de serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegel aanbevolen. Er is geen
ervaring met de toediening van Ifirmacombi bij patiënten die recent een niertransplantatie hebben
ondergaan. Ifirmacombi dient niet te worden gebruikt door patiënten met een ernstig verminderde
nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3). Aan thiazidediuretica gerelateerde
azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is geen dosisaanpassing nodig bij
patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring ≥ 30 ml/min bedraagt. Echter,
bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min maar <
60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
Er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie
rubrieken 4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet gelijktijdig te worden ingenomen
door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie:
Thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met een verminderde
leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de vloeistof- en
elektrolytbalans hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met Ifirmacombi bij
patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitralisklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie:
Zoals bij andere vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of
mitralisklepstenose, of aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme:
Patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet reageren op antihypertensiva die
werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve wordt het gebruik van
Ifirmacombi niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten:
Thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent aanwezige diabetes mellitus kan
manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica. Irbesartan kan hypoglykemie
induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet
een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een dosis-aanpassing van insuline of
antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (see rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Ifirmacombi, zijn
er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
4
jicht acuut worden.
Elektrolytverstoringen:
Zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een periodieke bepaling van de
serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Ifirmacombi,
hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij
diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle van het serumkalium aanbevolen.
Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-bevattende zoutvervangingsmiddelen
dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Ifirmacombi (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium:
De combinatie van lithium en Ifirmacombi wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest:
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat geven in een anti-
dopingtest.
Algemeen:
Bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit van het
renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of astma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde lichaamsdelen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap:
Therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten mag niet gestart worden tijdens zwangerschap.
Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve anti-
5
hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij
het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve
therapie (zie rubriek 4.3 en 4.6).
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut nauwe-kamerhoekglaucoom:
Sulfonamide- of sulfonamidederivaten kunnen een idiosyncratische reactie veroorzaken die leidt tot
choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en acuut nauwe-
kamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver alleen
geïsoleerde gevallen van acuut nauwe-kamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut nauwe-
kamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intra-oculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut nauwe-
kamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie zijn (zie
rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker:
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit:
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder ‘acute respiratory
distress’-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt
zich doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Ifirmacombi te worden gestaakt en een passende
behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend aan patiënten bij
wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosiseenheid, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva:
De antihypertensieve werking van Ifirmacombi kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van
andere antihypertensiva. Irbesartan en hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg
irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig gecombineerd met andere antihypertensiva
waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde
diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de
6
behandeling met irbesartan, met of zonder thiazidediureticum, begonnen wordt, tenzij de
volumedepletie eerst gecorrigeerd wordt (zie rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers:
De gegevens uit klinische studies laten zien dat dubbele blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-
receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt gebracht met een hogere frequentie van
bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie
rubrieken 4.3, 4.4 en 5.1).
Lithium:
Reversibele toenames van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens gelijktijdige
toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden beschreven
voor irbesartan. Bovendien wordt de renale klaring van lithium verminderd door thiazidediuretica
waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Ifirmacombi zou kunnen toenemen. De combinatie van
lithium en Ifirmacombi wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik
noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden:
Het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide wordt verminderd door het kaliumsparend
effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op het serumkalium zou naar verwachting
echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in verband gebracht zijn met kaliumverlies en
hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia, amfotericine, carbenoxolon, penicilline G
(natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring met het gebruik van andere geneesmiddelen
die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica,
kaliumsupplementen, kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het
serumkalium kunnen verhogen (b.v. heparinenatrium), tot verhogingen van het serumkalium leiden.
Bij risicopatiënten wordt adequate monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium:
Periodieke controle van het serumkalium wordt aanbevolen als Ifirmacombi toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's):
Wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-
inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2 remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-
selectieve NSAID's), kan het antihypertensief effect verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide:
irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan de C
max
en
het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal verhoogt
wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen relevante
farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden toegediend.
Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig zijn (zie
rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan:
In klinische onderzoeken werd de farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door
hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere
7
mate door glucuronidering. Er zijn geen significante farmacokinetische of farmacodynamische
interacties waargenomen wanneer irbesartan gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een
geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals
rifampicine, op de farmacokinetiek van irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van
digoxine werd niet gewijzigd door gelijktijdige toediening van irbesartan.
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide:
Bij gelijktijdige toediening kunnen de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
Alcohol:
potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulinen):
het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen:
de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Ifirmacombi dient tenminste een uur voor of vier uur na gebruik van
deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH:
elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden:
de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen:
de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine):
het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine):
hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen:
omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten:
thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering dienovereenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine:
gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties:
het hyperglycemisch effect van bètablokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
8
Zwangerschap:
Angiotensine-II-Receptorantagonisten (AIIRAs):
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontra-indiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een andere behandeling.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen. Pasgeborenen van wie de moeder
angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden op
hypotensie (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide:
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen,
behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Ifirmacombi hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd in het eerste trimester van
de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld te worden naar een
geschikte andere behandeling.
Borstvoeding:
Angiotensine-II-Receptorantagonisten (AIIRAs):
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Ifirmacombi tijdens de
periode waarin borstvoeding wordt gegeven, wordt Ifirmacombi afgeraden. Tijdens deze periode
hebben andere behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
9
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden. Uit
beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat irbesartan/metabolieten
in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Hydrochloorthiazide:
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Ifirmacombi tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als Ifirmacombi toch gebruikt
wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid:
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Ifirmacombi een
invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te houden dat er soms
duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van hypertensie.
4.8
Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie:
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie:
-
Zeer vaak (1/10)
-
Vaak (1/100, <1/10)
-
Soms (1/1.000, <1/100)
-
Zelden (1/10.000, <1/1.000)
-
Zeer zelden (<1/10.000)
-
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Tabel 1:
Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken
Vaak: verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
Soms: verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen
Soms: syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak: duizeligheid
Soms: orthostatische duizeligheid
Niet bekend: hoofdpijn
10
Evenwichtsorgaan- en
ooraandoeningen
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
en mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelsel-
aandoeningen
Nier- en
urinewegaandoeningen
Bot-, skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Bloedvataandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Immuunsysteemaandoeningen
Lever- en galaandoeningen
Voortplantingsstelsel- en
borstaandoeningen
Niet bekend: tinnitus
Niet bekend: hoesten
Vaak:
Soms:
Niet bekend:
Vaak:
Niet bekend:
misselijkheid/braken
diarree
dyspepsie, dysgeusie
abnormaal plassen
verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde
gevallen van nierfalen bij risicopatiënten (zie
rubriek 4.4)
Soms: gezwollen ledematen
Niet bekend: artralgie, myalgie
Niet bekend: hyperkaliëmie
Soms: blozen
Vaak: vermoeidheid
Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties
zoals angio-oedeem, rash, urticaria
Soms: geelzucht
Niet bekend: hepatitis, abnormale leverfunctie
Soms: seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen:
Als toevoeging tot de bovengenoemde bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere
bijwerkingen optreden die eerder voor een van individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze
bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij Ifirmacombi. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail
de gerapporteerde bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Ifirmacombi.
Tabel 2:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan
alleen
Algemene aandoeningen en
Soms: pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend: anemie,trombocytopenie
aandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: anafylactische reactie inclusief anafylactische
shock
Voedings- en
Niet bekend: hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide
alleen.
Onderzoeken
Niet bekend: elektrolytverstoringen (waaronder hypokaliëmie
en hyponatriëmie, zie rubriek 4.4), hyperurikemie,
glucosurie, hyperglykemie, toenames in
cholesterol en triglyceriden
Neoplasmata, benigne,
Niet bekend: Niet-melanome huidkanker (basaalcelcarcinoom
maligne en niet-gespecificeerd
en plaveiselcelcarcinoom)
1
(inclusief cysten en poliepen)
Hartaandoeningen
Niet bekend: hartritmestoornissen
Bloed- en
lymfestelselaandoeningen
Zenuwstelselaandoeningen
Niet bekend: aplastische anemie, beenmergremming,
neutropenie/agranulocytose, hemolytische anemie,
leukopenie, trombocytopenie
Niet bekend: vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
11
Oogaandoeningen
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
en mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelsel-
aandoeningen
Nier- en
urinewegaandoeningen
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Niet bekend:
Zeer zelden:
Niet bekend:
Niet bekend:
Niet bekend:
tijdelijk wazig zien, xanthopsie, choroïdale
effusie, acute myopie en secundair acuut nauwe-
kamerhoekglaucoom
‘Acute respiratory distress’-syndroom (ARDS)
(zie rubriek 4.4)
respiratoire problemen (waaronder pneumonie en
pulmonaal oedeem)
pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie,
maagirritatie, sialoadenitis, verlies van eetlust
interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
Bot-, skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Bloedvataandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Lever- en galaandoeningen
Psychische stoornissen
1
Niet bekend: anafylactische reacties, toxische epidermale
necrolyse, necrotiserende angiitis (vasculitis,
cutane vasculitis), lupus erythematodes-achtige
huidverschijnselen, heractivering van cutane lupus
erythematodes, lichtgevoeligheidsreacties, rash,
urticaria
Niet bekend: zwakheid, spierspasmen
Niet bekend: orthostatische hypotensie
Niet bekend: koorts
Niet bekend: geelzucht (intrahepatische cholestatische
geelzucht)
Niet bekend: depressie, slaapstoornissen
Niet-melanome huidkanker: Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met
Ifirmacombi. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling dient
symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd die
verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
12
gebruik van digitalisglycosiden of bepaalde antiaritmica doen verergeren.
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-antagonisten en diuretica, ATC-code, C09DA04
Werkingsmechanisme
Ifirmacombi is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist, irbesartan, en een
thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen heeft een additief
antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke component
afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT1-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet
het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-
angiotensinealdosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies
veroorzaakt door deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur,
is na ongeveer 4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan eenmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mmHg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mmHg.
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mmHg).
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde eenmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 12,9/6,9
mmHg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf eenmaal
13
daagse toediening van de combinatie van 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide een
consistente bloeddrukdaling gedurende 24 uur, met gemiddelde 24-uurs, voor placebogecorrigeerde,
systolische/diastolische verlagingen van 15,8/10,0 mmHg. Tijdens ambulatoire bloedrukmeting waren
de dal-tot-piek effecten van Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg 100%. Bij meting met een manchet tijdens
het bezoek waren de dal-tot-piek effecten voor Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg 68% en voor
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg 76%. Deze 24-uurs effecten werden gezien zonder excessieve
bloeddrukdalingen tijdens de piek-periode en zijn consistent met een veilige en effectieve
bloeddrukverlaging gedurende het eenmaal daagse doseringsinterval.
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mmHg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Ifirmacombi, werd ‘re-bound’-hypertensie niet
gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van Ifirmacombi wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Zoals ook het geval
is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine systeem hebben negroïde
hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan. Bij gelijktijdige
toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per dag) benadert
het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid en veiligheid van de combinatie met irbesartan en hydrochloorthiazide als initiële
therapie voor ernstige hypertensie (gedefinieerd als SeDBP ≥ 110 mmHg) is geëvalueerd in een
multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697
patiënten werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% ≥ 65 jaar oud waren en slechts 2% ≥ 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en 21,1/19,3
mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8-weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
14
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen bij patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (≥50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23- 1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Ifirmacombi is de absolute orale biologische
beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%. Voedsel had geen
invloed op de biologische beschikbaarheid van Ifirmacombi. Na orale toediening treden de maximale
plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
15
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume van irbesartan is 53-93 liter. De plasma-eiwitbinding van
hydrochloorthiazide bedraagt 68% en het schijnbaar verdelingsvolume is 0,83-1,14 l/kg.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het eenmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde eenmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en Cmax -waarden van irbesartan waren in oudere personen (≥ 65
jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet
belangrijk gewijzigd. Oudere patiënte behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde
plasmahalfwaardetijd van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van 14C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken
in vitro
tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
16
gezien met elk van de afzonderlijke geneesmiddelen en/of waren secundair aan de
bloeddrukverlagingen (er werden geen significante toxicologische interacties waargenomen):
-
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
-
geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
-
maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze laesies werden niet
gezien bij makaken;
-
verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had monotherapie met een
andere angiotensine-2-antagonist wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan (≥
250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses ≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan liet voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
17
abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke toxiciteit,
waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en konijnen.
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Mannitol
Hydroxypropylcellulose
Hydroxypropylcellulose, laag gesubstitueerd
Natriumzetmeelglycolaat
Talk
Macrogol 6000
Gehydrogeneerde ricinusolie
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg en 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
Filmomhulling:
Polyvinylalcohol
Titaniumdioxide (E171)
Macrogol
Talk
Ijzeroxide geel (E172)
Ijzeroxide rood (E172)
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Filmomhulling:
Polyvinylalcohol
Titaandioxide (E171)
Macrogol
Talk
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
5 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakking (OPA/Aluminium/PVC//Aluminium): 14, 28, 30, 56, 56 x 1, 84, 90 en 98
filmomhulde tabletten, in een doosje.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
18
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/11/673/001-008
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/11/673/009-016
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
EU/1/11/673/017-024
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING //VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 04 maart 2011
Datum van laatste verlenging: 19 november 2015
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
19
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER
VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
D.
20
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
KRKA, d.d., Novo mesto
Šmarješka cesta 6
8501 Novo mesto
Slovenië
TAD Pharma GmbH
Heinz-Lohmann-Straße 5
27472 Cuxhaven
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
Niet van toepassing.
21
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
22
A. ETIKETTERING
23
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Kartonnen doosje
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tablet
84 filmomhulde tabletten
90 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
24
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/673/001 (14 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/002 (28 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/003 (30 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/004 (56 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/005 (56 x 1 filmomhulde tablet)
EU/1/11/673/006 (84 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/007 (90 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/008 (98 filmomhulde tabletten)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
25
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
26
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Kartonnen doosje
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tablet
84 filmomhulde tabletten
90 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
27
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/673/009 (14 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/010 (28 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/011 (30 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/012 (56 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/013 (56 x 1 filmomhulde tablet)
EU/1/11/673/014 (84 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/015 (90 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/016 (98 filmomhulde tabletten)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
28
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
29
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Kartonnen doosje
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 25 mg
hydrochloorthiazide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tablet
84 filmomhulde tabletten
90 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
30
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/673/017 (14 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/018 (28 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/019 (30 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/020 (56 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/021 (56 x 1 filmomhulde tablet)
EU/1/11/673/022 (84 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/023 (90 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/024 (98 filmomhulde tabletten)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Ifirmacombi 300 mg/25 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
31
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 300 mg/25 mg tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
32
B. BIJSLUITER
33
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Ifirmacombi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Ifirmacombi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Ifirmacombi is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze receptoren,
waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Ifirmacombi bewerkstelligen samen een grotere verlaging van de
bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Ifirmacombi wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk
als behandeling met
irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent
allergisch
voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent
allergisch
voor hydrochloorthiazide of voor enig ander sulfonamidederivaat.
-
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Ifirmacombi te vermijden tijdens
de beginfase van de zwangerschap - zie de rubriek zwangerschap).
-
U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
-
U produceert
moeilijk urine.
-
Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
-
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
34
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van onderstaande
situaties op u van toepassing is:
-
lijdt aan
hevig braken of diarree
-
lijdt aan
nierproblemen
of bij een
niertransplantatie
-
lijdt aan
hartproblemen
-
lijdt aan
leverproblemen
-
lijdt aan
suikerziekte
-
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes
-
lijdt aan
lupus erythematodes
(ook bekend als lupus of SLE)
-
lijdt aan
primair aldosteronisme
(een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk)
-
als u huidkanker heeft gehad of als u tijdens de behandeling een verdachte huidafwijking4
krijgt. Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u dit middel inneemt Ifirmacombi
-
als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van
Ifirmacombi ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan onmiddellijk
medische hulp in.
-
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
-
een ”ACE-remmer” (bijvoorbeeld enalapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft
-
aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Ifirmacombi wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden
ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige effecten kan
hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
-
een zoutarm dieet volgt
-
symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken,
of een
abnormaal snelle hartslag
heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Ifirmacombi)
-
merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon
met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren)
-
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
-
als u
veranderingen in uw gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen
krijgt terwijl u
Ifirmacombi gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van vochtophoping in de vasculaire laag van
het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in uw oog/ogen (glaucoom) die binnen uren
tot weken nadat u Ifirmacombi hebt ingenomen, kunnen optreden. Als dit niet wordt behandeld,
kan dit leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. Als u eerder een allergie voor
penicilline of sulfonamide heeft gehad, loopt u een groter risico om dit te ontwikkelen. U moet
stoppen met het nemen van Ifirmacombi en contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Ifirmacombi dient niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar te worden gegeven.
35
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Ifirmacombi nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Ifirmacombi, kunnen
de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen die lithium bevatten dienen niet
gelijktijdig met Ifirmacombi gebruikt te worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
-
Als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken “Wanneer
mag u dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
-
kaliumsupplementen
-
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
-
kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen
-
sommige laxeermiddelen
-
middelen tegen jicht
-
vitamine D supplementen op medisch voorschrift
-
geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
- geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulinen)
-
carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Ifirmacombi kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Ifirmacombi hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van alcohol en tijdens het
gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen bij het opstaan, in
bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Ifirmacombi voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u zwanger
bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Ifirmacombi.
Ifirmacombi wordt afgeraden tijdens de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven.
Ifirmacombi wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere
behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een pasgeboren
of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Ifirmacombi. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk kan echter af en toe
duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u
een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
36
Ifirmacombi bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosiseenheid, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering van Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg
De aanbevolen dosering is één tablet Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg per dag. Gewoonlijk zal
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg worden voorgeschreven door uw arts als uw vorige geneesmiddelen
onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet overschakelen van uw vorige
geneesmiddelen naar Ifirmacombi.
Als deze dosering niet helpt om uw bloeddruk te verlagen zoals vereist, zal uw arts u Ifirmacombi
300 mg/12,5 mg voorschrijven.
Dosering van Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg
De aanbevolen dosering is één tablet Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg per dag. Gewoonlijk zal
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg worden voorgeschreven door uw arts als uw vorige geneesmiddelen
onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet overschakelen van uw vorige
geneesmiddelen naar Ifirmacombi.
Als deze dosering niet helpt om uw bloeddruk te verlagen zoals vereist, zal uw arts u Ifirmacombi
300 mg/25 mg voorschrijven.
Dosering van Ifirmacombi 300 mg/25 mg
De aanbevolen dosering is één tablet Ifirmacombi 300 mg/25 mg per dag. Deze dosering dient niet te
worden verhoogd. Gewoonlijk zal Ifirmacombi 300 mg/25 mg worden voorgeschreven door uw arts
als uw vorige geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Ifirmacombi.
Als deze dosering niet helpt om uw bloeddruk te verlagen zoals vereist, zal uw arts u een aanvullende
behandeling voorschrijven.
Wijze van inname
Ifirmacombi is voor
oraal (via de mond) gebruik.
De tabletten dienen met een voldoende
hoeveelheid vloeistof (bijv. een glas water) doorgeslikt te worden. U kunt Ifirmacombi met of zonder
voedsel innemen. Probeer om uw dagelijkse dosis elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag
in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het innemen van Ifirmacombi totdat uw arts u anders
adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de behandeling
bereikt te worden.
Kinderen dienen Ifirmacombi niet te gebruiken
Ifirmacombi dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Als een kind enkele
tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis in om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
37
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop
dan met Ifirmacombi en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 mensen voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Ifirmacombi waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
-
misselijkheid/braken
-
abnormaal plassen
-
vermoeidheid
-
duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
-
bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een
aanwijzing is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van
stoffen die een aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
Soms voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
-
diarree
-
lage bloeddruk
-
zwakheid
-
versnelde hartslag
-
overmatig blozen
-
zwelling
-
seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
-
bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van de combinatie met irbesartan
en hydrochloorthiazide
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Ifirmacombi. Bijwerkingen,
waarvan de frequentie onbekend is, zijn:
-
hoofdpijn
-
oorsuizen
-
hoesten
-
smaakstoornissen
-
verstoring van de spijsvertering
-
pijn in uw gewrichten en spieren
-
verstoring van de werking van de lever en verminderde werking van de nieren
-
verhoogde hoeveelheden kalium in uw bloed en
-
allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of
de keel
-
soms zijner ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
38
Zoals voor alle combinaties van twee werkzame bestanddelen geldt, kunnen de bijwerkingen die in
verband gebracht zijn met de afzonderlijke bestanddelen, niet worden uitgesloten.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid) en daling van het
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Huid- en lipkanker (Niet-melanome huidkanker), verlies van hongergevoel, irritatie van de maag,
maagkrampen, problemen met de stoelgang (obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het
oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met
misselijkheid en braken, slaapstoornissen, depressie, wazig zien, een verminderd gezichtsvermogen of
pijn in uw ogen als gevolg van hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag
van het oog (choroïdale effusie) of acuut nauwe-kamerhoekglaucoom), tekort aan witte bloedcellen
hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts, afname van bloedplaatjes (een bloedcel die
noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode bloedcellen (anemie) gekenmerkt door
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten, duizeligheid en bleek eruit zien,
nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van vocht in de longen, verhoogde
gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de bloedvaten, een huidaandoening
gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele lichaam, cutane lupus erythematodes
gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid, allergische reacties, zwakte en
spiersamentrekkingen, veranderd hartritme, verlaagde bloeddruk na het wijzigen van de
lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker in de urine,
verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen voorkomen):
Opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de verpakking
na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
39
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide.
Elke Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tablet bevat 150 mg irbesartan (als
irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Elke Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als
irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Elke Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als
irbesartanhydrochloride) en 25 mg hydrochloorthiazide.
-
De andere stoffen in dit middel zijn
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg
mannitol, hydroxypropylcellulose, laag gesubstitueerd hydroxypropylcellulose,
natriumzetmeelglycolaat, talk, macrogol 6000, gehydrogeneerde ricinusolie in de tabletkern en
polyvinylalcohol, titaniumdioxide (E171), macrogol, talk, ijzeroxide geel (E172) en ijzeroxide
rood (E172) in de omhulling van de tabletkern. Zie rubriek 2 “Ifirmacombi bevat natrium”.
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg
mannitol, hydroxypropylcellulose, laag gesubstitueerd hydroxypropylcellulose,
natriumzetmeelglycolaat, talk, macrogol 6000, gehydrogeneerde ricinusolie in de tabletkern en
polyvinylalcohol, titaniumdioxide (E171), macrogol, talk in de omhulling van de tabletkern. Zie
rubriek 2 “Ifirmacombi bevat natrium”.
Ifirmacombi 300 mg/25 mg
mannitol, hydroxypropylcellulose, laag gesubstitueerd hydroxypropylcellulose,
natriumzetmeelglycolaat, talk, macrogol 6000, gehydrogeneerde ricinusolie in de tabletkern en
polyvinylalcohol, titaniumdioxide (E171), macrogol, talk, ijzeroxide geel (E172) en ijzeroxide
rood (E172) in de omhulling van de tabletkern. Zie rubriek 2 “Ifirmacombi bevat natrium”.
Hoe ziet Ifirmacombi eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg
Lichtroze, biconvexe, ovale filmomhulde tabletten (tabletten).
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg
Witte, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten (tabletten).
Ifirmacombi 300 mg/25 mg
Lichtroze, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten (tabletten).
Doosjes met 14, 28, 30, 56, 56 x 1, 84, 90 en 98 filmomhulde tabletten in blisterverpakkingen zijn
verkrijgbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
Fabrikant
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
TAD Pharma GmbH, Heinz-Lohmann-Straße 5, 27472 Cuxhaven, Duitsland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
KRKA Belgium, SA.
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62
Lietuva
UAB KRKA Lietuva
Tel: + 370 5 236 27 40
40
България
КРКА България ЕООД
Teл.: + 359 (02) 962 34 50
Česká republika
KRKA ČR, s.r.o.
Tel: + 420 (0) 221 115 150
Danmark
KRKA Sverige AB
Tlf: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Deutschland
TAD Pharma GmbH
Tel: + 49 (0) 4721 606-0
Eesti
KRKA, d.d., Novo mesto Eesti filiaal
Tel: + 372 (0) 6 671 658
Ελλάδα
KRKA ΕΛΛΑΣ ΕΠΕ
Τηλ: + 30 2100101613
España
KRKA Farmacéutica, S.L.
Tel: + 34 911 61 03 80
France
KRKA France Eurl
Tél: + 33 (0)1 57 40 82 25
Hrvatska
KRKA - FARMA d.o.o.
Tel: + 385 1 6312 100
Ireland
KRKA Pharma Dublin, Ltd.
Tel: + 353 1 413 3710
Ísland
LYFIS ehf.
Sími: + 354 534 3500
Italia
KRKA Farmaceutici Milano S.r.l.
Tel: + 39 02 3300 8841
Κύπρος
KI.PA. (PHARMACAL) LIMITED
Τηλ: + 357 24 651 882
Latvija
KRKA Latvija SIA
Tel: + 371 6 733 86 10
Luxembourg/Luxemburg
KRKA Belgium, SA.
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Magyarország
KRKA Magyarország Kereskedelmi Kft.
Tel.: + 36 (1) 355 8490
Malta
E. J. Busuttil Ltd.
Tel: + 356 21 445 885
Nederland
KRKA Belgium, SA.
Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Norge
KRKA Sverige AB
Tlf: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Österreich
KRKA Pharma GmbH, Wien
Tel: + 43 (0)1 66 24 300
Polska
KRKA-POLSKA Sp. z o.o.
Tel.: + 48 (0)22 573 7500
Portugal
KRKA Farmacêutica, Sociedade Unipessoal Lda.
Tel: + 351 (0)21 46 43 650
România
KRKA Romania S.R.L., Bucharest
Tel: + 4 021 310 66 05
Slovenija
KRKA, d.d., Novo mesto
Tel: + 386 (0) 1 47 51 100
Slovenská republika
KRKA Slovensko, s.r.o.
Tel: + 421 (0) 2 571 04 501
Suomi/Finland
KRKA Finland Oy
Puh/Tel: + 358 20 754 5330
Sverige
KRKA Sverige AB
Tel: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
United Kingdom (Northern Ireland)
Consilient Health Limited
Tel: + 353 (0)1 2057760
41
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
42
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 25 mg
hydrochloorthiazide.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet (tablet).
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Lichtroze, biconvexe, ovale filmomhulde tabletten.
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Witte, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten.
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
Lichtroze, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Ifirmacombi kan eenmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van monotherapie op vaste combinaties worden
overwogen:
-
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij wie de bloeddruk niet
- Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die niet adequaat kunnen
behandeld worden met irbesartan 300 mg of met Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg.
- Ifirmacombi 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die niet adequaat behandeld
kunnen worden met Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide eenmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Ifirmacombi met een ander antihypertensivum gecombineerd worden (zie rubrieken
4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Ifirmacombi niet aanbevolen bij patiënten met
een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze patiënten wordt de voorkeur
gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met
een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring 30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en
4.4).
Verminderde leverfunctie
Ifirmacombi is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie.
Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een verminderde
leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de dosering van
Ifirmacombi niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Ifirmacombi niet te worden aangepast.
Pediatrische patiënten
Ifirmacombi wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten. De veiligheid en werkzaamheid bij
kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een
sulfonamidederivaat).
- Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
- Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min).
- Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie.
- Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase.
- Het gelijktijdig gebruik van Ifirmacombi met aliskiren-bevattende geneesmiddelen is gecontra-
indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie (GFR < 60 ml/min/1,73 m2)
(zie rubrieken 4.5 en 5.1).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Hypotensie Patiënten met volumedepletie
:
Bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren voor hypotensie is Ifirmacombi zelden in
verband gebracht met symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting
optreden bij patiënten die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling
met diuretica, diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke aandoeningen dienen te worden
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie:
Patiënten met bilaterale nierarteriestenose of een stenose van de arterie naar slechts één werkende nier,
lopen een groter risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met
ACE-remmers of angiotensine-2-receptorantagonisten. Hoewel dit voor Ifirmacombi niet beschreven
is, dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie
:
Als Ifirmacombi wordt gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke
controle van de serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegel aanbevolen. Er is geen
ervaring met de toediening van Ifirmacombi bij patiënten die recent een niertransplantatie hebben
ondergaan. Ifirmacombi dient niet te worden gebruikt door patiënten met een ernstig verminderde
nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3). Aan thiazidediuretica gerelateerde
azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is geen dosisaanpassing nodig bij
patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring 30 ml/min bedraagt. Echter,
bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30 ml/min maar <
60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
Er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie
rubrieken 4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet gelijktijdig te worden ingenomen
door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie:
Thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met een verminderde
leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de vloeistof- en
elektrolytbalans hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met Ifirmacombi bij
patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitralisklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie:
Zoals bij andere vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of
mitralisklepstenose, of aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme:
Patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet reageren op antihypertensiva die
werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve wordt het gebruik van
Ifirmacombi niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten:
Thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent aanwezige diabetes mellitus kan
manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica. Irbesartan kan hypoglykemie
induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met insuline of antidiabetica moet
een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een dosis-aanpassing van insuline of
antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (see rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Ifirmacombi, zijn
er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
Elektrolytverstoringen:
Zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een periodieke bepaling van de
serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Ifirmacombi,
hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij
diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle van het serumkalium aanbevolen.
Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-bevattende zoutvervangingsmiddelen
dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Ifirmacombi (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium:
De combinatie van lithium en Ifirmacombi wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest:
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat geven in een anti-
dopingtest.
Algemeen:
Bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit van het
renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of astma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde lichaamsdelen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap:
Therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten mag niet gestart worden tijdens zwangerschap.
Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve anti-
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut nauwe-kamerhoekglaucoom:
Sulfonamide- of sulfonamidederivaten kunnen een idiosyncratische reactie veroorzaken die leidt tot
choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en acuut nauwe-
kamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver alleen
geïsoleerde gevallen van acuut nauwe-kamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut nauwe-
kamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intra-oculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut nauwe-
kamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie zijn (zie
rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker:
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit:
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder `acute respiratory
distress'-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt
zich doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Ifirmacombi te worden gestaakt en een passende
behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend aan patiënten bij
wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosiseenheid, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva:
De antihypertensieve werking van Ifirmacombi kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van
andere antihypertensiva. Irbesartan en hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg
irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig gecombineerd met andere antihypertensiva
waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde
diuretica kan volumedepletie en het risico van hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers:
De gegevens uit klinische studies laten zien dat dubbele blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-
receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt gebracht met een hogere frequentie van
bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie
rubrieken 4.3, 4.4 en 5.1).
Lithium:
Reversibele toenames van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens gelijktijdige
toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden beschreven
voor irbesartan. Bovendien wordt de renale klaring van lithium verminderd door thiazidediuretica
waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Ifirmacombi zou kunnen toenemen. De combinatie van
lithium en Ifirmacombi wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik
noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden:
Het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide wordt verminderd door het kaliumsparend
effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op het serumkalium zou naar verwachting
echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in verband gebracht zijn met kaliumverlies en
hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia, amfotericine, carbenoxolon, penicilline G
(natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring met het gebruik van andere geneesmiddelen
die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica,
kaliumsupplementen, kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het
serumkalium kunnen verhogen (b.v. heparinenatrium), tot verhogingen van het serumkalium leiden.
Bij risicopatiënten wordt adequate monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium:
Periodieke controle van het serumkalium wordt aanbevolen als Ifirmacombi toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's):
Wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-
inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2 remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-
selectieve NSAID's), kan het antihypertensief effect verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide:
irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan de Cmax en
het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal verhoogt
wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen relevante
farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden toegediend.
Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig zijn (zie
rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan:
In klinische onderzoeken werd de farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door
hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide:
Bij gelijktijdige toediening kunnen de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
Alcohol: potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulinen): het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen: de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Ifirmacombi dient tenminste een uur voor of vier uur na gebruik van
deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH: elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden: de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen: de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine): het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine): hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen: omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten: thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering dienovereenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine: gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties: het hyperglycemisch effect van bètablokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Angiotensine-II-Receptorantagonisten (AIIRAs):
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontra-indiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een andere behandeling.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen. Pasgeborenen van wie de moeder
angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden op
hypotensie (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide:
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen,
behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Ifirmacombi hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd in het eerste trimester van
de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld te worden naar een
geschikte andere behandeling.
Borstvoeding:
Angiotensine-II-Receptorantagonisten (AIIRAs):
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Ifirmacombi tijdens de
periode waarin borstvoeding wordt gegeven, wordt Ifirmacombi afgeraden. Tijdens deze periode
hebben andere behandelingen met een beter vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het
bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan pasgeborenen en prematuren.
Hydrochloorthiazide:
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Ifirmacombi tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als Ifirmacombi toch gebruikt
wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid:
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Ifirmacombi een
invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Bij het besturen van
voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te houden dat er soms
duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van hypertensie.
4.8
Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie:
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie:
-
Zeer vaak (1/10)
- Vaak (1/100, <1/10)
- Soms (1/1.000, <1/100)
- Zelden (1/10.000, <1/1.000)
- Zeer zelden (<1/10.000)
- Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Tabel 1: Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken
Vaak: verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
Soms: verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen
Soms: syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak: duizeligheid
Soms: orthostatische duizeligheid
Niet bekend: hoofdpijn
Niet bekend: tinnitus
ooraandoeningen
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Niet bekend: hoesten
en mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelsel-
Vaak: misselijkheid/braken
aandoeningen
Soms: diarree
Niet bekend: dyspepsie, dysgeusie
Nier- en
Vaak: abnormaal plassen
urinewegaandoeningen
Niet bekend:
verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde
gevallen van nierfalen bij risicopatiënten (zie
rubriek 4.4)
Bot-, skeletspierstelsel- en
Soms: gezwollen ledematen
bindweefselaandoeningen
Niet bekend: artralgie, myalgie
Voedings- en
Niet bekend: hyperkaliëmie
stofwisselingsstoornissen
Bloedvataandoeningen
Soms: blozen
Algemene aandoeningen en
Vaak: vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen
Immuunsysteemaandoeningen
Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties
zoals angio-oedeem, rash, urticaria
Lever- en galaandoeningen
Soms: geelzucht
Niet bekend: hepatitis, abnormale leverfunctie
Voortplantingsstelsel- en
Soms: seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
borstaandoeningen
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen
:
Als toevoeging tot de bovengenoemde bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere
bijwerkingen optreden die eerder voor een van individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze
bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij Ifirmacombi. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail
de gerapporteerde bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Ifirmacombi.
Tabel 2: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan alleen
Algemene aandoeningen en
Soms: pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend: anemie,trombocytopenie
aandoeningen
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend:
anafylactische reactie inclusief anafylactische
shock
Voedings- en
Niet bekend:
hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide alleen.
Onderzoeken
Niet bekend: elektrolytverstoringen (waaronder hypokaliëmie
en hyponatriëmie, zie rubriek 4.4), hyperurikemie,
glucosurie, hyperglykemie, toenames in
cholesterol en triglyceriden
Neoplasmata, benigne,
Niet bekend: Niet-melanome huidkanker (basaalcelcarcinoom
maligne en niet-gespecificeerd
en plaveiselcelcarcinoom)1
(inclusief cysten en poliepen)
Hartaandoeningen
Niet bekend: hartritmestoornissen
Bloed- en
Niet bekend: aplastische anemie, beenmergremming,
lymfestelselaandoeningen
neutropenie/agranulocytose, hemolytische anemie,
leukopenie, trombocytopenie
Zenuwstelselaandoeningen
Niet bekend: vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
Niet bekend:
tijdelijk wazig zien, xanthopsie, choroïdale
effusie, acute myopie en secundair acuut nauwe-
kamerhoekglaucoom
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zeer zelden: `Acute respiratory distress'-syndroom (ARDS)
en mediastinumaandoeningen
(zie rubriek 4.4)
Niet bekend: respiratoire problemen (waaronder pneumonie en
pulmonaal oedeem)
Maagdarmstelsel-
Niet bekend: pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie,
aandoeningen
maagirritatie, sialoadenitis, verlies van eetlust
Nier- en
Niet bekend: interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
urinewegaandoeningen
Huid- en
Niet bekend: anafylactische reacties, toxische epidermale
onderhuidaandoeningen
necrolyse, necrotiserende angiitis (vasculitis,
cutane vasculitis), lupus erythematodes-achtige
huidverschijnselen, heractivering van cutane lupus
erythematodes, lichtgevoeligheidsreacties, rash,
urticaria
Bot-, skeletspierstelsel- en
Niet bekend: zwakheid, spierspasmen
bindweefselaandoeningen
Bloedvataandoeningen
Niet bekend: orthostatische hypotensie
Algemene aandoeningen en
Niet bekend: koorts
toedieningsplaatsstoornissen
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend: geelzucht (intrahepatische cholestatische
geelzucht)
Psychische stoornissen
Niet bekend: depressie, slaapstoornissen
1 Niet-melanome huidkanker: Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met
Ifirmacombi. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling dient
symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd die
verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-antagonisten en diuretica, ATC-code, C09DA04
Werkingsmechanisme
Ifirmacombi is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist, irbesartan, en een
thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen heeft een additief
antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke component
afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT1-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet
het ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-
angiotensinealdosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies
veroorzaakt door deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur,
is na ongeveer 4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan eenmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mmHg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mmHg.
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mmHg).
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde eenmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 12,9/6,9
mmHg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf eenmaal
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mmHg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Ifirmacombi, werd `re-bound'-hypertensie niet
gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van Ifirmacombi wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht. Zoals ook het geval
is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-angiotensine systeem hebben negroïde
hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan. Bij gelijktijdige
toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per dag) benadert
het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid en veiligheid van de combinatie met irbesartan en hydrochloorthiazide als initiële
therapie voor ernstige hypertensie (gedefinieerd als SeDBP 110 mmHg) is geëvalueerd in een
multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697
patiënten werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% 65 jaar oud waren en slechts 2% 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en 21,1/19,3
mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8-weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen bij patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23- 1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Ifirmacombi is de absolute orale biologische
beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%. Voedsel had geen
invloed op de biologische beschikbaarheid van Ifirmacombi. Na orale toediening treden de maximale
plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het eenmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde eenmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en Cmax -waarden van irbesartan waren in oudere personen ( 65
jaar) iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet
belangrijk gewijzigd. Oudere patiënte behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde
plasmahalfwaardetijd van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van 14C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken in vitro tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na intraveneuze toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
- geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
- maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze laesies werden niet
gezien bij makaken;
- verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had monotherapie met een
andere angiotensine-2-antagonist wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan (
250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoek met irbesartan liet voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte, hydro-
ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij konijnen werd
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Mannitol
Hydroxypropylcellulose
Hydroxypropylcellulose, laag gesubstitueerd
Natriumzetmeelglycolaat
Talk
Macrogol 6000
Gehydrogeneerde ricinusolie
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg en 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
Filmomhulling:
Polyvinylalcohol
Titaniumdioxide (E171)
Macrogol
Talk
Ijzeroxide geel (E172)
Ijzeroxide rood (E172)
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Filmomhulling:
Polyvinylalcohol
Titaandioxide (E171)
Macrogol
Talk
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
5 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakking (OPA/Aluminium/PVC//Aluminium): 14, 28, 30, 56, 56 x 1, 84, 90 en 98
filmomhulde tabletten, in een doosje.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/11/673/001-008
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
EU/1/11/673/009-016
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
EU/1/11/673/017-024
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING //VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 04 maart 2011
Datum van laatste verlenging: 19 november 2015
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER
VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
KRKA, d.d., Novo mesto
Smarjeska cesta 6
8501 Novo mesto
Slovenië
TAD Pharma GmbH
Heinz-Lohmann-Straße 5
27472 Cuxhaven
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
Niet van toepassing.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
Kartonnen doosje
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tablet
84 filmomhulde tabletten
90 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/673/001 (14 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/002 (28 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/003 (30 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/004 (56 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/005 (56 x 1 filmomhulde tablet)
EU/1/11/673/006 (84 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/007 (90 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/008 (98 filmomhulde tabletten)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Kartonnen doosje
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tablet
84 filmomhulde tabletten
90 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/673/009 (14 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/010 (28 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/011 (30 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/012 (56 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/013 (56 x 1 filmomhulde tablet)
EU/1/11/673/014 (84 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/015 (90 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/016 (98 filmomhulde tabletten)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Kartonnen doosje
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als irbesartanhydrochloride) en 25 mg
hydrochloorthiazide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
28 filmomhulde tabletten
30 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
56 x 1 filmomhulde tablet
84 filmomhulde tabletten
90 filmomhulde tabletten
98 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/673/017 (14 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/018 (28 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/019 (30 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/020 (56 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/021 (56 x 1 filmomhulde tablet)
EU/1/11/673/022 (84 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/023 (90 filmomhulde tabletten)
EU/1/11/673/024 (98 filmomhulde tabletten)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Ifirmacombi 300 mg/25 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ifirmacombi 300 mg/25 mg tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
Irbesartan/Hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Ifirmacombi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Ifirmacombi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Ifirmacombi is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als angiotensine-II-
receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en zich bindt aan
receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een stijging van de
bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze receptoren,
waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Ifirmacombi bewerkstelligen samen een grotere verlaging van de
bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Ifirmacombi wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk als behandeling met
irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent
allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
- U bent
allergisch voor hydrochloorthiazide of voor enig ander sulfonamidederivaat.
- U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Ifirmacombi te vermijden tijdens
de beginfase van de zwangerschap - zie de rubriek zwangerschap).
- U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
- U produceert
moeilijk urine.
- Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
- U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
lijdt aan
hevig braken of diarree
- lijdt aan
nierproblemen of bij een
niertransplantatie
- lijdt aan
hartproblemen
- lijdt aan
leverproblemen
- lijdt aan
suikerziekte
- u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes
- lijdt aan
lupus erythematodes (ook bekend als lupus of SLE)
- lijdt aan
primair aldosteronisme (een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk)
- als u huidkanker heeft gehad of als u tijdens de behandeling een verdachte huidafwijking4
krijgt. Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u dit middel inneemt Ifirmacombi
- als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van
Ifirmacombi ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan onmiddellijk
medische hulp in.
- als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
-
een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld enalapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft
- aliskiren.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek 'Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'.
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Ifirmacombi wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden
ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige nadelige effecten kan
hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
-
een zoutarm dieet volgt
- symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken, of een
abnormaal snelle hartslag heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Ifirmacombi)
- merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren)
-
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
- als u
veranderingen in uw gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen krijgt terwijl u
Ifirmacombi gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van vochtophoping in de vasculaire laag van
het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in uw oog/ogen (glaucoom) die binnen uren
tot weken nadat u Ifirmacombi hebt ingenomen, kunnen optreden. Als dit niet wordt behandeld,
kan dit leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. Als u eerder een allergie voor
penicilline of sulfonamide heeft gehad, loopt u een groter risico om dit te ontwikkelen. U moet
stoppen met het nemen van Ifirmacombi en contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Ifirmacombi dient niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar te worden gegeven.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Ifirmacombi, kunnen
de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen die lithium bevatten dienen niet
gelijktijdig met Ifirmacombi gebruikt te worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
-
Als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken 'Wanneer
mag u dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
-
kaliumsupplementen
- kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
- kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen
- sommige laxeermiddelen
- middelen tegen jicht
- vitamine D supplementen op medisch voorschrift
- geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
- geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulinen)
- carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Ifirmacombi kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Ifirmacombi hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van alcohol en tijdens het
gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen bij het opstaan, in
bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Vertel uw arts als u denkt dat u zwanger bent (of als u zwanger wilt worden). Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Ifirmacombi voordat u zwanger wordt of zodra u weet dat u zwanger
bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in plaats van Ifirmacombi.
Ifirmacombi wordt afgeraden tijdens de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoeding te gaan geven.
Ifirmacombi wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een andere
behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een pasgeboren
of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Ifirmacombi. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk kan echter af en toe
duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met uw arts voordat u
een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering van Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg
De aanbevolen dosering is één tablet Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg per dag. Gewoonlijk zal
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg worden voorgeschreven door uw arts als uw vorige geneesmiddelen
onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet overschakelen van uw vorige
geneesmiddelen naar Ifirmacombi.
Als deze dosering niet helpt om uw bloeddruk te verlagen zoals vereist, zal uw arts u Ifirmacombi
300 mg/12,5 mg voorschrijven.
Dosering van Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg
De aanbevolen dosering is één tablet Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg per dag. Gewoonlijk zal
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg worden voorgeschreven door uw arts als uw vorige geneesmiddelen
onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet overschakelen van uw vorige
geneesmiddelen naar Ifirmacombi.
Als deze dosering niet helpt om uw bloeddruk te verlagen zoals vereist, zal uw arts u Ifirmacombi
300 mg/25 mg voorschrijven.
Dosering van Ifirmacombi 300 mg/25 mg
De aanbevolen dosering is één tablet Ifirmacombi 300 mg/25 mg per dag. Deze dosering dient niet te
worden verhoogd. Gewoonlijk zal Ifirmacombi 300 mg/25 mg worden voorgeschreven door uw arts
als uw vorige geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Ifirmacombi.
Als deze dosering niet helpt om uw bloeddruk te verlagen zoals vereist, zal uw arts u een aanvullende
behandeling voorschrijven.
Wijze van inname
Ifirmacombi is voor
oraal (via de mond) gebruik. De tabletten dienen met een voldoende
hoeveelheid vloeistof (bijv. een glas water) doorgeslikt te worden. U kunt Ifirmacombi met of zonder
voedsel innemen. Probeer om uw dagelijkse dosis elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag
in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het innemen van Ifirmacombi totdat uw arts u anders
adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de behandeling
bereikt te worden.
Kinderen dienen Ifirmacombi niet te gebruiken
Ifirmacombi dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar. Als een kind enkele
tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis in om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid, stop
dan met Ifirmacombi en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 mensen voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Ifirmacombi waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
-
misselijkheid/braken
- abnormaal plassen
- vermoeidheid
- duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
- bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een
aanwijzing is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van
stoffen die een aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Soms voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
-
diarree
- lage bloeddruk
- zwakheid
- versnelde hartslag
- overmatig blozen
- zwelling
- seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
- bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van de combinatie met irbesartan
en hydrochloorthiazide
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Ifirmacombi. Bijwerkingen,
waarvan de frequentie onbekend is, zijn:
-
hoofdpijn
- oorsuizen
- hoesten
- smaakstoornissen
- verstoring van de spijsvertering
- pijn in uw gewrichten en spieren
- verstoring van de werking van de lever en verminderde werking van de nieren
- verhoogde hoeveelheden kalium in uw bloed en
- allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of
de keel
- soms zijner ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit) gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie klachten zijn bijvoorbeeld
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid) en daling van het
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Huid- en lipkanker (Niet-melanome huidkanker), verlies van hongergevoel, irritatie van de maag,
maagkrampen, problemen met de stoelgang (obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het
oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met
misselijkheid en braken, slaapstoornissen, depressie, wazig zien, een verminderd gezichtsvermogen of
pijn in uw ogen als gevolg van hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag
van het oog (choroïdale effusie) of acuut nauwe-kamerhoekglaucoom), tekort aan witte bloedcellen
hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts, afname van bloedplaatjes (een bloedcel die
noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode bloedcellen (anemie) gekenmerkt door
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten, duizeligheid en bleek eruit zien,
nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van vocht in de longen, verhoogde
gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de bloedvaten, een huidaandoening
gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele lichaam, cutane lupus erythematodes
gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid, allergische reacties, zwakte en
spiersamentrekkingen, veranderd hartritme, verlaagde bloeddruk na het wijzigen van de
lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker in de urine,
verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (kunnen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen voorkomen):
Opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de verpakking
na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide.
Elke Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg filmomhulde tablet bevat 150 mg irbesartan (als
irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Elke Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als
irbesartanhydrochloride) en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Elke Ifirmacombi 300 mg/25 mg filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan (als
irbesartanhydrochloride) en 25 mg hydrochloorthiazide.
- De andere stoffen in dit middel zijn
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg
mannitol, hydroxypropylcellulose, laag gesubstitueerd hydroxypropylcellulose,
natriumzetmeelglycolaat, talk, macrogol 6000, gehydrogeneerde ricinusolie in de tabletkern en
polyvinylalcohol, titaniumdioxide (E171), macrogol, talk, ijzeroxide geel (E172) en ijzeroxide
rood (E172) in de omhulling van de tabletkern. Zie rubriek 2 'Ifirmacombi bevat natrium'.
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg
mannitol, hydroxypropylcellulose, laag gesubstitueerd hydroxypropylcellulose,
natriumzetmeelglycolaat, talk, macrogol 6000, gehydrogeneerde ricinusolie in de tabletkern en
polyvinylalcohol, titaniumdioxide (E171), macrogol, talk in de omhulling van de tabletkern. Zie
rubriek 2 'Ifirmacombi bevat natrium'.
Ifirmacombi 300 mg/25 mg
mannitol, hydroxypropylcellulose, laag gesubstitueerd hydroxypropylcellulose,
natriumzetmeelglycolaat, talk, macrogol 6000, gehydrogeneerde ricinusolie in de tabletkern en
polyvinylalcohol, titaniumdioxide (E171), macrogol, talk, ijzeroxide geel (E172) en ijzeroxide
rood (E172) in de omhulling van de tabletkern. Zie rubriek 2 'Ifirmacombi bevat natrium'.
Hoe ziet Ifirmacombi eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Ifirmacombi 150 mg/12,5 mg
Lichtroze, biconvexe, ovale filmomhulde tabletten (tabletten).
Ifirmacombi 300 mg/12,5 mg
Witte, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten (tabletten).
Ifirmacombi 300 mg/25 mg
Lichtroze, biconvexe, capsulevormige filmomhulde tabletten (tabletten).
Doosjes met 14, 28, 30, 56, 56 x 1, 84, 90 en 98 filmomhulde tabletten in blisterverpakkingen zijn
verkrijgbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
Fabrikant
KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
TAD Pharma GmbH, Heinz-Lohmann-Straße 5, 27472 Cuxhaven, Duitsland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
KRKA Belgium, SA.
UAB KRKA Lietuva
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62
Tel: + 370 5 236 27 40
Luxembourg/Luxemburg
KRKA Belgium, SA.
Te.: + 359 (02) 962 34 50
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Ceská republika
Magyarország
KRKA CR, s.r.o.
KRKA Magyarország Kereskedelmi Kft.
Tel: + 420 (0) 221 115 150
Tel.: + 36 (1) 355 8490
Danmark
Malta
KRKA Sverige AB
E. J. Busuttil Ltd.
Tlf: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Tel: + 356 21 445 885
Deutschland
Nederland
TAD Pharma GmbH
KRKA Belgium, SA.
Tel: + 49 (0) 4721 606-0
Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Eesti
Norge
KRKA, d.d., Novo mesto Eesti filiaal
KRKA Sverige AB
Tel: + 372 (0) 6 671 658
Tlf: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Österreich
KRKA
KRKA Pharma GmbH, Wien
: + 30 2100101613
Tel: + 43 (0)1 66 24 300
España
Polska
KRKA Farmacéutica, S.L.
KRKA-POLSKA Sp. z o.o.
Tel: + 34 911 61 03 80
Tel.: + 48 (0)22 573 7500
France
Portugal
KRKA France Eurl
KRKA Farmacêutica, Sociedade Unipessoal Lda.
Tél: + 33 (0)1 57 40 82 25
Tel: + 351 (0)21 46 43 650
Hrvatska
România
KRKA - FARMA d.o.o.
KRKA Romania S.R.L., Bucharest
Tel: + 385 1 6312 100
Tel: + 4 021 310 66 05
Ireland
Slovenija
KRKA Pharma Dublin, Ltd.
KRKA, d.d., Novo mesto
Tel: + 353 1 413 3710
Tel: + 386 (0) 1 47 51 100
Ísland
Slovenská republika
LYFIS ehf.
KRKA Slovensko, s.r.o.
Sími: + 354 534 3500
Tel: + 421 (0) 2 571 04 501
Italia
Suomi/Finland
KRKA Farmaceutici Milano S.r.l.
KRKA Finland Oy
Tel: + 39 02 3300 8841
Puh/Tel: + 358 20 754 5330
Sverige
KI.PA. (PHARMACAL) LIMITED
KRKA Sverige AB
: + 357 24 651 882
Tel: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
KRKA Latvija SIA
Consilient Health Limited
Tel: + 371 6 733 86 10
Tel: + 353 (0)1 2057760
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.