Irbesartan hydrochlorothiazide zentiva 300 mg - 25 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Hulpstof met bekend effect:
Elke tablet bevat 26,65 mg lactose (als lactosemonohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tabletten.
Perzikkleurig, biconvex, ovaal, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de andere kant het
nummer 2775.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan éénmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van de monotherapie op de vaste combinaties worden
overwogen:
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij
wie de bloeddruk niet adequaat behandeld kan worden met hydrochloorthiazide of irbesartan
150 mg alleen;
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met irbesartan 300 mg of met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150/12,5 mg.
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide éénmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met een ander antihypertensivum
gecombineerd worden (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
2
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet
aanbevolen bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze
patiënten wordt de voorkeur gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
≥ 30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Verminderde leverfunctie
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde
leverfunctie. Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een
verminderde leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de
dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden
aangepast.
Pediatrische patiënten
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen
gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3
▪
▪
▪
▪
▪
▪
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1vermelde hulpstoffen
of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een sulfonamidederivaat).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min).
Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie.
Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase.
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met aliskiren-bevattende
geneesmiddelen is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie
(GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie rubriek 4.5 en 5.1).
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
4.4
Hypotensie – Patiënten met volumedepletie: bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren
voor hypotensie is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva zelden in verband gebracht met
symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting optreden bij patiënten
die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling met diuretica,
diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden gecorrigeerd voordat
met de behandeling van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva begonnen wordt.
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een
stenose in de arterie naar slechts één werkende nier, lopen een groter risico op ernstige hypotensie en
nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met ACE-remmers of angiotensine-2-
3
receptorantagonisten. Hoewel dit voor Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet beschreven is,
dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie: als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke controle van de
serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegels aanbevolen. Er is geen ervaring met de
toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten die recent een niertransplantatie
hebben ondergaan. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gebruikt door
patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3).
Aan thiazidediuretica gerelateerde azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is
geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
≥ 30 ml/min bedraagt. Echter, bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie
(creatinineklaring ≥ 30 ml/min maar < 60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te
worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek
4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie: thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de
vloeistof- en elektrolytbalans een hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten: thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent
aanwezige diabetes mellitus kan manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica.
Irbesartan kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met
insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een dosis-
aanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (see rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, zijn er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
jicht acuut worden.
Elektrolytverstoringen: zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een
periodieke bepaling van de serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
4
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig
nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle
van het serumkalium aanbevolen. Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-
bevattende zoutvervangingsmiddelen dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest: de hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat
geven in een anti-doping- test.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of asthma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde delen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
5
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom:
sulfonamidegeneesmiddelen of sulfonamidederivaatgeneesmiddelen kunnen een anidiosyncratische
reactie veroorzaken, wat leidt tot choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en
acuut geslotenkamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver
alleen geïsoleerde gevallen van acuut geslotenkamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intraoculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie
zijn (zie rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder ‘acute respiratory
distress’-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt zich
doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva te worden gestaakt
en een passende behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend
aan patiënten bij wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Hulpstoffen
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of
glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva: de antihypertensieve werking van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva. Irbesartan en
hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig
gecombineerd met andere antihypertensiva waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een
voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van
hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de behandeling met irbesartan, met of zonder
thiazidediureticum, begonnen wordt, tenzij de volumedepletie eerst gecorrigeerd wordt (zie
rubriek 4.4).
6
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine II- receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Lithium: reversibele toenames van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Bovendien wordt de renale klaring van lithium verminderd door
thiazidediuretica waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
zou kunnen toenemen. De combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen
de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden: het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide
wordt verminderd door het kaliumsparend effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op
het serumkalium zou naar verwachting echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in
verband gebracht zijn met kaliumverlies en hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia,
amfotericine, carbenoxolon, penicilline G (natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring
met het gebruik van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het
gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparinenatrium), tot verhogingen van het serumkalium leiden. Bij risicopatiënten wordt
adequate monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium: periodieke controle van
het serumkalium wordt aanbevolen als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2-
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de C
max
en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
7
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide: bij gelijktijdige toediening kunnen
de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
Alcohol:
potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulines):
het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen:
de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient tenminste een uur voor
of vier uur na gebruik van deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH:
elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden:
de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen:
de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine):
het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine):
hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen:
omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten:
thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering overeenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine:
gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties:
het hyperglycemisch effect van bèta-blokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
8
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA’s)
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentrale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen,
behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd
in het eerste trimester van de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld
te worden naar een geschikte alternatieve behandeling.
9
Borstvoeding
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA’s)
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding hebben alternatieve behandelingen met een beter
vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan
pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Hydrochloorthiazide
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toch gebruikt wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering
zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva een invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen. Bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te
houden dat er soms duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van
hypertensie.
4.8
Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Tabel 1:
Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken:
Vaak:
verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
10
Tabel 1:
Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Soms:
verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen:
Soms:
syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak:
duizeligheid
Soms:
orthostatische duizeligheid
Niet bekend:
hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en
Niet bekend:
tinnitus
ooraandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Niet bekend:
hoesten
en mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen:
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree
Niet bekend:
dyspepsie, dysgeusia
Nier- en
Vaak:
abnormaal plassen
urinewegaandoeningen:
Niet bekend:
verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde gevallen
van nierfalen bij risicopatiënten (zie rubriek 4.4)
Bot-, skeletspierstelsel- en
Soms:
gezwollen ledematen
bindweefselaandoeningen:
Niet bekend:
artralgie, myalgie
Voedings- en
Niet bekend:
hyperkaliëmie
stofwisselingsstoornissen
Bloedvataandoeningen:
Soms:
blozen
Algemene aandoeningen en
Vaak:
vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend:
zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties zoals
angio-oedeem, rash, urticaria
Lever- en galaandoeningen:
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfunctie
Voortplantingsstelsel- en
Soms:
seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
borstaandoeningen:
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen: als toevoeging tot de bovengenoemde
bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere bijwerkingen optreden die eerder voor een
van individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail de gerapporteerde
bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Tabel 2:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan
alleen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
aandoeningen
Algemene aandoeningen en
Soms:
pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend:
anafylactische reactie inclusief anafylactische
shock
Voedings- en
Niet bekend:
hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide
alleen.
Onderzoeken:
Niet bekend:
elektrolytverstoringen (waaronder
hypokaliëmie en hyponatriëmie, zie
rubriek 4.4), hyperurikemie, glucosurie,
hyperglykemie, toenames in cholesterol en
triglyceriden
Hartaandoeningen:
Niet bekend:
hartritmestoornissen
Bloed- en
Niet bekend:
aplastische anemie, beenmergremming,
lymfestelselaandoeningen:
neutropenie/agranulocytose, hemolytische
anemie, leukopenie, trombocytopenie
11
Tabel 3:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide
alleen.
Zenuwstelselaandoeningen:
Niet bekend:
vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
Oogaandoeningen:
Niet bekend:
tijdelijk wazig zien, xanthopsia, acute myopie
en secundair acuut
geslotenkamerhoekglaucoom, choroïdale
effusie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zeer zelden:
‘acute respiratory distress’-syndroom (ARDS)
en mediastinumaandoeningen:
(zie rubriek 4.4)
Niet bekend:
respiratoire problemen (waaronder pneumonie
en pulmonaal oedeem)
Maagdarmstelselaandoeningen:
Niet bekend:
pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie,
maagirritatie, sialoadenitis, verlies van eetlust
Nier- en
Niet bekend:
interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
urinewegaandoeningen:
Huid- en
Niet bekend:
anafylactische reacties, toxische epidermale
onderhuidaandoeningen:
necrolyse, necrotiserende angiitis (vasculitis,
cutane vasculitis), lupus erythematodes-achtige
huidverschijnselen, heractivering van cutane
lupus erythematodes,
lichtgevoeligheidsreacties, rash, urticaria
Bot-, skeletspierstelsel- en
Niet bekend:
zwakheid, spierspasmen
bindweefselaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Niet bekend:
orthostatische hypotensie
Algemene aandoeningen en
Niet bekend:
koorts
toedieningsplaatsstoornissen:
Lever- en galaandoeningen:
Niet bekend:
geelzucht (intrahepatische cholestatische
geelzucht)
Psychische stoornissen:
Niet bekend:
depressie, slaapstoornissen
Neoplasmata, benigne, maligne
Niet bekend:
niet-melanome huidkanker
en niet-gespecifieerd (inclusief
(basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom)
cysten en poliepen):
Niet-melanome huidkanker: op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling
dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd
die verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
12
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
gebruik van digitalisglycosiden of bepaalde antiaritmica doen verergeren.
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-receptorblokkers (ARB’s), combinaties, ATC-code,
C09DA04
Werkingsmechanisme
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist,
irbesartan, en een thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen
heeft een additief antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke
component afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT
1
-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT
1
-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT
1
)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het
ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies veroorzaakt door
deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur, is na ongeveer
4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan éénmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mm Hg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mm Hg.
13
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mm Hg).
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde éénmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van
12,9/6,9 mm Hg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf
éénmaal daagse toediening van de combinatie van 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide
een consistente bloeddrukdaling gedurende 24 uur, met gemiddelde 24-uurs, voor placebo-
gecorrigeerde, systolische/diastolische verlagingen van 15,8/10,0 mm Hg. Tijdens ambulatoire
bloedrukmeting waren de dal-tot-piek effecten van irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg
100%. Bij meting met een manchet tijdens het bezoek waren de dal-tot-piek effecten voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg 68% en voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/12,5 mg 76%. Deze 24 uurseffecten werden gezien zonder
excessieve bloeddrukdalingen tijdens de piek-periode en zijn consistent met een veilige en effectieve
bloeddrukverlaging gedurende het eenmaal daagse doseringsinterval.
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mm Hg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva, werd
‘re-bound’-hypertensie niet gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van irbesartan/hydrochloorthiazide wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht.
Zoals ook het geval is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-anginotensine systeem
hebben negroïde hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan.
Bij gelijktijdige toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per
dag) benadert het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De effectiviteit en veiligheid van irbesartan/hydrochloorthiazide als initiële therapie voor ernstige
hypertensie (gedefiniëerd als SeDBP ≥ 110 mmHg) is geëvalueerd in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbel-blind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697 patiënten
werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% ≥ 65 jaar oud waren en slechts 2% ≥ 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
14
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en
21,1/19,3 mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8 weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (≥50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23-1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
15
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is de absolute
orale biologische beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%.
Voedsel had geen invloed op de biologische beschikbaarheid van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Na orale toediening treden de maximale plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op
en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume van irbesartan is 53-93 liter. De plasma-eiwitbinding van
hydrochloorthiazide bedraagt 68% en het schijnbaar verdelingsvolume is 0,83-1,14 l/kg.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde éénmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en C
max
-waarden van irbesartan waren in oudere personen (≥ 65 jaar)
iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk
gewijzigd. Oudere patiënten behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd
van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken
in vitro
tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
16
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
gezien met elk van de afzonderlijke geneesmiddelen en/of waren secundair aan de
bloeddrukverlagingen (er werden geen significante toxicologische interacties waargenomen):
▪
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
▪
geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
▪
maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze lesies werden niet
gezien bij makaken;
▪
verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had een andere angiotensine-2-
antagonist tijdens monotherapie wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
(≥ 250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
17
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses ≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoeken met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte,
hydro-ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij
konijnen werd abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke
toxiciteit, waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en
konijnen.
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulose-natrium
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Colloïdaal siliciumdioxide
Voorverstijfseld maïszetmeel
Rood en geel ijzeroxide (E172)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Doosjes met 14 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
18
Doosjes met 28 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 98 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 x 1 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsdosis
blisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/001-005
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 27 februari 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
19
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Hulpstof met bekend effect:
Elke tablet bevat 65,8 mg lactose (als lactosemonohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tabletten.
Perzikkleurig, biconvex, ovaal, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de andere kant het
nummer 2776.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan éénmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van de monotherapie op de vaste combinaties worden
overwogen:
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij
wie de bloeddruk niet adequaat behandeld kan worden met hydrochloorthiazide of irbesartan
150 mg alleen;
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met irbesartan 300 mg of met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150/12,5 mg.
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide éénmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met een ander antihypertensivum
gecombineerd worden (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
20
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet
aanbevolen bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze
patiënten wordt de voorkeur gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
≥ 30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Verminderde leverfunctie
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde
leverfunctie. Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een
verminderde leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de
dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden
aangepast.
Pediatrische patiënten
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen
gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3
▪
▪
▪
▪
▪
▪
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1vermelde hulpstoffen
of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een sulfonamidederivaat).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min).
Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie.
Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase.
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met aliskiren-bevattende
geneesmiddelen is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie
(GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie rubriek 4.5 en 5.1).
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
4.4
Hypotensie – Patiënten met volumedepletie: bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren
voor hypotensie is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva zelden in verband gebracht met
symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting optreden bij patiënten
die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling met diuretica,
diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden gecorrigeerd voordat
met de behandeling van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva begonnen wordt.
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een
stenose in de arterie naar slechts één werkende nier, lopen een groter risico op ernstige hypotensie en
nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met ACE-remmers of angiotensine-2-
21
receptorantagonisten. Hoewel dit voor Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet beschreven is,
dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie: als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke controle van de
serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegels aanbevolen. Er is geen ervaring met de
toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten die recent een niertransplantatie
hebben ondergaan. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gebruikt door
patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3).
Aan thiazidediuretica gerelateerde azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is
geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
≥ 30 ml/min bedraagt. Echter, bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie
(creatinineklaring ≥ 30 ml/min maar < 60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te
worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek
4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie: thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de
vloeistof- en elektrolytbalans een hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten: thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent
aanwezige diabetes mellitus kan manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica.
Irbesartan kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met
insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een
dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (zie rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, zijn er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
jicht acuut worden.
Elektrolytverstoringen: zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een
periodieke bepaling van de serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
22
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig
nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle
van het serumkalium aanbevolen. Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-
bevattende zoutvervangingsmiddelen dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest: de hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat
geven in een anti-doping- test.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of asthma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde delen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
23
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom:
sulfonamidegeneesmiddelen of sulfonamidederivaatgeneesmiddelen kunnen een anidiosyncratische
reactie veroorzaken, wat leidt tot choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en
acuut geslotenkamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver
alleen geïsoleerde gevallen van acuut geslotenkamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intraoculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie
zijn (zie rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder ‘acute respiratory
distress’-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt zich
doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva te worden gestaakt
en een passende behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend
aan patiënten bij wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Hulpstoffen
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of
glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva: de antihypertensieve werking van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva. Irbesartan en
hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig
gecombineerd met andere antihypertensiva waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een
voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van
hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de behandeling met irbesartan, met of zonder
thiazidediureticum, begonnen wordt, tenzij de volumedepletie eerst gecorrigeerd wordt (zie
rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
24
gebruik van ACE-remmers, angiotensine II- receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Lithium: reversibele toenames van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Bovendien wordt de renale klaring van lithium verminderd door
thiazidediuretica waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
zou kunnen toenemen. De combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen
de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden: het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide
wordt verminderd door het kaliumsparend effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op
het serumkalium zou naar verwachting echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in
verband gebracht zijn met kaliumverlies en hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia,
amfotericine, carbenoxolon, penicilline G (natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring
met het gebruik van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het
gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparinenatrium), tot verhogingen van het serumkalium leiden. Bij risicopatiënten wordt
adequate monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium: periodieke controle van
het serumkalium wordt aanbevolen als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2-
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten
en NSAID's leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk
acuut nierfalen, en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte
nierfunctie. De combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven.
Patiënten dienen adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden
overwogen na aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de C
max
en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide: bij gelijktijdige toediening kunnen
de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
25
Alcohol:
potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulines):
het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen:
de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient tenminste een uur voor
of vier uur na gebruik van deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH:
elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden:
de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen:
de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine):
het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine):
hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen:
omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten:
thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering overeenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine:
gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties:
het hyperglycemisch effect van bèta-blokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
26
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA’s)
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentrale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen,
behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd
in het eerste trimester van de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld
te worden naar een geschikte alternatieve behandeling.
27
Borstvoeding
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA’s)
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding hebben alternatieve behandelingen met een beter
vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan
pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Hydrochloorthiazide
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toch gebruikt wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering
zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva een invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen. Bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te
houden dat er soms duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van
hypertensie.
4.8
Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie:
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Tabel 1:
Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken:
Vaak:
verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
28
Tabel 1:
Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Soms:
verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen:
Soms:
syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak:
duizeligheid
Soms:
orthostatische duizeligheid
Niet bekend: hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en
Niet bekend: tinnitus
ooraandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Niet bekend: hoesten
en mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen:
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree
Niet bekend: dyspepsie, dysgeusia
Nier- en
Vaak:
abnormaal plassen
urinewegaandoeningen:
Niet bekend: verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde
gevallen van nierfalen bij risicopatiënten (zie rubriek
4.4)
Bot-, skeletspierstelsel- en
Soms:
gezwollen ledematen
bindweefselaandoeningen:
Niet bekend: artralgie, myalgie
Voedings- en
Niet bekend: hyperkaliëmie
stofwisselingsstoornissen:
Bloedvataandoeningen:
Soms:
blozen
Algemene aandoeningen en
Vaak:
vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties
zoals angio-oedeem, rash, urticaria
Lever- en galaandoeningen:
Soms:
geelzucht
Niet bekend: hepatitis, abnormale leverfunctie
Voortplantingsstelsel- en
Soms:
seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
borstaandoeningen:
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen: als toevoeging tot de bovengenoemde
bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere bijwerkingen optreden die eerder voor een
van individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail de gerapporteerde
bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Tabel 2:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan
alleen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend: anemie, trombocytopenie
Aandoeningen:
Algemene aandoeningen en
Soms:
pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: anafylactische reactie inclusief anafylactische
shock
Voedings- en
Niet bekend: hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide
alleen.
Onderzoeken:
Niet bekend:
elektrolytverstoringen (waaronder
hypokaliëmie en hyponatriëmie, zie
rubriek 4.4), hyperurikemie, glucosurie,
hyperglykemie, toenames in cholesterol en
triglyceriden
Hartaandoeningen:
Niet bekend:
hartritmestoornissen
29
Tabel 3:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide
alleen.
Bloed- en
Niet bekend:
aplastische anemie, beenmergremming,
lymfestelselaandoeningen:
neutropenie/agranulocytose, hemolytische
anemie, leukopenie, trombocytopenie
Zenuwstelselaandoeningen:
Niet bekend:
vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
Oogaandoeningen:
Niet bekend:
tijdelijk wazig zien, xanthopsia, acute myopie
en secundair acuut
geslotenkamerhoekglaucoom, choroïdale
effusie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zeer zelden:
‘acute respiratory distress’-syndroom (ARDS)
en mediastinumaandoeningen:
(zie rubriek 4.4)
Niet bekend:
respiratoire problemen (waaronder pneumonie
en pulmonaal oedeem)
Maagdarmstelselaandoeningen:
Niet bekend:
pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie,
maagirritatie, sialoadenitis, verlies van eetlust
Nier- en
Niet bekend:
interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
urinewegaandoeningen:
Huid- en
Niet bekend:
anafylactische reacties, toxische epidermale
onderhuidaandoeningen:
necrolyse, necrotiserende angiitis (vasculitis,
cutane vasculitis), lupus erythematodes-achtige
huidverschijnselen, heractivering van cutane
lupus erythematodes,
lichtgevoeligheidsreacties, rash, urticaria
Bot-, skeletspierstelsel- en
Niet bekend:
zwakheid, spierspasmen
bindweefselaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Niet bekend:
orthostatische hypotensie
Algemene aandoeningen en
Niet bekend:
koorts
toedieningsplaatsstoornissen:
Lever- en galaandoeningen:
Niet bekend:
geelzucht (intrahepatische cholestatische
geelzucht)
Psychische stoornissen:
Niet bekend:
depressie, slaapstoornissen
Neoplasmata, benigne, maligne
Niet bekend:
niet-melanome huidkanker
en niet-gespecifieerd (inclusief
(basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom)
cysten en poliepen):
Niet-melanome huidkanker: op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling
dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd
die verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
30
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
gebruik van digitalisglycosiden of bepaalde antiaritmica doen verergeren.
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-receptorblokkers (ARB’s), combinaties, ATC-code,
C09DA04
Werkingsmechanisme
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist,
irbesartan, en een thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen
heeft een additief antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke
component afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT
1
-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT
1
-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT
1
)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het
ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies veroorzaakt door
deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur, is na ongeveer
4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan éénmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
31
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mm Hg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mm Hg.
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mm Hg).
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde éénmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van
12,9/6,9 mm Hg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf
éénmaal daagse toediening van de combinatie van 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide
een consistente bloeddrukdaling gedurende 24 uur, met gemiddelde 24-uurs, voor placebo-
gecorrigeerde, systolische/diastolische verlagingen van 15,8/10,0 mm Hg. Tijdens ambulatoire
bloedrukmeting waren de dal-tot-piek effecten van irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg
100%. Bij meting met een manchet tijdens het bezoek waren de dal-tot-piek effecten voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg 68% en voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/12,5 mg 76%. Deze 24 uurseffecten werden gezien zonder
excessieve bloeddrukdalingen tijdens de piek-periode en zijn consistent met een veilige en effectieve
bloeddrukverlaging gedurende het eenmaal daagse doseringsinterval.
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mm Hg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva, werd
‘re-bound’-hypertensie niet gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van irbesartan/hydrochloorthiazide wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht.
Zoals ook het geval is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-anginotensine systeem
hebben negroïde hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan.
Bij gelijktijdige toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per
dag) benadert het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De effectiviteit en veiligheid van irbesartan/hydrochloorthiazide als initiële therapie voor ernstige
hypertensie (gedefiniëerd als SeDBP ≥ 110 mmHg) is geëvalueerd in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbel-blind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697 patiënten
werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% ≥ 65 jaar oud waren en slechts 2% ≥ 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
32
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en
21,1/19,3 mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8 weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (≥50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23-1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
33
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is de absolute
orale biologische beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%.
Voedsel had geen invloed op de biologische beschikbaarheid van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Na orale toediening treden de maximale plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op
en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume van irbesartan is 53-93 liter. De plasma-eiwitbinding van
hydrochloorthiazide bedraagt 68% en het schijnbaar verdelingsvolume is 0,83-1,14 l/kg.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde éénmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en C
max
-waarden van irbesartan waren in oudere personen (≥ 65 jaar)
iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk
gewijzigd. Oudere patiënten behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd
van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken
in vitro
tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect. Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren
uitgescheiden.
Eliminatie
Zowel na orale als na intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
34
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
gezien met elk van de afzonderlijke geneesmiddelen en/of waren secundair aan de
bloeddrukverlagingen (er werden geen significante toxicologische interacties waargenomen):
▪
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
▪
geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
▪
maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze lesies werden niet
gezien bij makaken;
▪
verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had een andere angiotensine-2-
antagonist tijdens monotherapie wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
35
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
(≥ 250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses ≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoeken met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte,
hydro-ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij
konijnen werd abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke
toxiciteit, waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en
konijnen.
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulose-natrium
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Colloïdaal siliciumdioxide
Voorverstijfseld maïszetmeel
Rood en geel ijzeroxide (E172)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
Houdbaarheid
36
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Doosjes met 14 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 28 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 98 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 x 1 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsdosis
blisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/006-010
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 27 februari 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
37
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Hulpstof met bekend effect:
Elke tablet bevat 38,5 mg lactose (als lactosemonohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tabletten.
Perzikkleurig, biconvex, ovaal, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de andere kant het
nummer 2875.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan éénmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van de monotherapie op de vaste combinaties worden
overwogen:
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij
wie de bloeddruk niet adequaat behandeld kan worden met hydrochloorthiazide of irbesartan
150 mg alleen;
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met irbesartan 300 mg of met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg.
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide éénmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met een ander antihypertensivum
gecombineerd worden (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
38
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet
aanbevolen bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze
patiënten wordt de voorkeur gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
≥ 30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Verminderde leverfunctie
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde
leverfunctie. Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een
verminderde leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de
dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden
aangepast.
Pediatrische patiënten
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten. De veiligheid
en werkzaamheid bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens
beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3
▪
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een sulfonamidederivaat)
▪
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6)
▪
Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min)
▪
Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie
▪
Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase
▪
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met aliskiren-bevattende
geneesmiddelen is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie
(GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie rubriek 4.5 en 5.1).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Hypotensie - Patiënten met volumedepletie: bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren
voor hypotensie is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva zelden in verband gebracht met
symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting optreden bij patiënten
die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling met diuretica,
diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden gecorrigeerd voordat
met de behandeling van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva begonnen wordt.
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een
stenose in de arterie naar slechts één werkende nier, lopen een groter risico op ernstige hypotensie en
nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten. Hoewel dit voor Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet beschreven is,
dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
39
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie: als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke controle van de
serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegels aanbevolen. Er is geen ervaring met de
toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten die recent een niertransplantatie
hebben ondergaan. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gebruikt door
patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3).
Aan thiazidediuretica gerelateerde azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is
geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
≥ 30 ml/min bedraagt. Echter, bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie
(creatinineklaring ≥ 30 ml/min maar < 60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te
worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek
4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie: thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de
vloeistof- en elektrolytbalans een hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten: thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent
aanwezige diabetes mellitus kan manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica.
Irbesartan kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met
insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een
dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (zie rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, zijn er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
jicht acuut worden.
Elektrolytverstoringen: zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een
periodieke bepaling van de serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
40
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig
nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle
van het serumkalium aanbevolen. Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-
bevattende zoutvervangingsmiddelen dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest: de hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat
geven in een anti-doping- test.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of asthma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde delen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
41
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom:
sulfonamidegeneesmiddelen of sulfonamidederivaatgeneesmiddelen kunnen een anidiosyncratische
reactie veroorzaken, wat leidt tot choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en
acuut geslotenkamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver
alleen geïsoleerde gevallen van acuut geslotenkamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intraoculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie
zijn (zie rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder ‘acute respiratory
distress’-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt zich
doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva te worden gestaakt
en een passende behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend
aan patiënten bij wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Hulpstoffen
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of
glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva: de antihypertensieve werking van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva. Irbesartan en
hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig
gecombineerd met andere antihypertensiva waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een
voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van
hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de behandeling met irbesartan, met of zonder
thiazidediureticum, begonnen wordt, tenzij de volumedepletie eerst gecorrigeerd wordt (zie
rubriek 4.4).
42
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine II- receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Lithium: reversibele toenames van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Bovendien wordt de renale klaring van lithium verminderd door
thiazidediuretica waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
zou kunnen toenemen. De combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentivawordt
daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen
de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden: het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide
wordt verminderd door het kaliumsparend effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op
het serumkalium zou naar verwachting echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in
verband gebracht zijn met kaliumverlies en hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia,
amfotericine, carbenoxolon, penicilline G (natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring
met het gebruik van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het
gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen, of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparinenatrium) tot verhogingen van het serumkalium leiden. Bij risicopatiënten wordt adequate
monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium: periodieke controle van
het serumkalium wordt aanbevolen als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2-
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de C
max
en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
43
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide: bij gelijktijdige toediening kunnen
de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
Alcohol:
potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulines):
het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen:
de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient tenminste een uur voor
of vier uur na gebruik van deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH:
elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden:
de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen:
de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine):
het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine):
hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen:
omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten:
thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering overeenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine:
gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties:
het hyperglycemisch effect van bèta-blokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
44
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA’s)
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen,
behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd
in het eerste trimester van de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld
te worden naar een geschikte alternatieve behandeling.
45
Borstvoeding
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA’s)
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding hebben alternatieve behandelingen met een beter
vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan
pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Hydrochloorthiazide
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toch gebruikt wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering
zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva een invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen. Bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te
houden dat er soms duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van
hypertensie.
4.8
Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Tabel 1:
Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken:
Vaak:
verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
46
Tabel 1:
Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Soms:
verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen:
Soms:
syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak:
duizeligheid
Soms:
orthostatische duizeligheid
Niet bekend: hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en
Niet bekend: tinnitus
ooraandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Niet bekend: hoesten
en mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen:
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree
Niet bekend: dyspepsie, dysgeusia
Nier- en
Vaak:
abnormaal plassen
urinewegaandoeningen:
Niet bekend: verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde gevallen
van nierfalen bij risicopatiënten (zie rubriek 4.4)
Bot-, skeletspierstelsel- en
Soms:
gezwollen ledematen
bindweefselaandoeningen:
Niet bekend: artralgie, myalgie
Voedings- en
Niet bekend: hyperkaliëmie
stofwisselingsstoornissen:
Bloedvataandoeningen:
Soms:
blozen
Algemene aandoeningen en
Vaak:
vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties zoals
angio-oedeem, rash, urticaria
Lever- en galaandoeningen:
Soms:
geelzucht
Niet bekend: hepatitis, abnormale leverfunctie
Voortplantingsstelsel- en
Soms:
seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
borstaandoeningen:
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen: als toevoeging tot de bovengenoemde
bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere bijwerkingen optreden die eerder voor een
van de individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail de gerapporteerde
bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Tabel 2:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan
alleen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend: anemie, trombocytopenie
aandoeningen:
Algemene aandoeningen en
Soms:
pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: anafylactische reactie inclusief anafylactische shock
Voedings- en
Niet bekend: hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide
alleen.
Onderzoeken:
Niet bekend:
elektrolytverstoringen (waaronder hypokaliëmie en
hyponatriëmie, zie rubriek 4.4), hyperurikemie,
glucosurie, hyperglykemie, toenames in cholesterol en
triglyceriden
Hartaandoeningen:
Niet bekend:
hartritmestoornissen
Bloed- en
Niet bekend:
aplastische anemie, beenmergremming,
lymfestelselaandoeningen:
neutropenie/agranulocytose, hemolytische anemie,
leukopenie, trombocytopenie
Zenuwstelselaandoeningen:
Niet bekend:
vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
47
Tabel 3:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide
alleen.
Oogaandoeningen:
Niet bekend:
tijdelijk wazig zien, xanthopsia, acute myopie en
secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom,
choroïdale effusie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zeer zelden:
‘acute respiratory distress’-syndroom (ARDS) (zie
en mediastinumaandoeningen:
rubriek 4.4)
Niet bekend:
respiratoire problemen (waaronder pneumonie en
pulmonaal oedeem)
Maagdarmstelselaandoeningen:
Niet bekend:
pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie, maagirritatie,
sialoadenitis, verlies van eetlust
Nier- en
Niet bekend:
interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
urinewegaandoeningen:
Huid- en
Niet bekend:
anafylactische reacties, toxische epidermale necrolyse,
onderhuidaandoeningen:
necrotiserende angiitis (vasculitis, cutane vasculitis),
lupus erythematodes-achtige huidverschijnselen,
heractivering van cutane lupus erythematodes,
lichtgevoeligheidsreacties, rash, urticaria
Bot-, skeletspierstelsel- en
Niet bekend:
zwakheid, spierspasmen
bindweefselaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Niet bekend:
orthostatische hypotensie
Algemene aandoeningen en
Niet bekend:
koorts
toedieningsplaatsstoornissen:
Lever- en galaandoeningen:
Niet bekend:
geelzucht (intrahepatische cholestatische geelzucht)
Psychische stoornissen:
Niet bekend:
depressie, slaapstoornissen
Neoplasmata, benigne, maligne
Niet bekend:
niet-melanome huidkanker (basaalcelcarcinoom en
en niet-gespecifieerd (inclusief
plaveiselcelcarcinoom)
cysten en poliepen):
Niet-melanome huidkanker: op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling
dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd
die verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
48
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
gebruik van digitalisglycosiden of bepaalde antiaritmica doen verergeren.
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-receptorblokkers (ARB’s), combinaties, ATC-code:
C09DA04
Werkingsmechanisme
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist,
irbesartan, en een thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen
heeft een additief antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke
component afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT
1
-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT
1
-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT
1
)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het
ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies veroorzaakt door
deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur, is na ongeveer
4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan éénmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mmHg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mmHg.
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mmHg).
49
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde éénmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van
12,9/6,9 mmHg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf
éénmaal daagse toediening van de combinatie van 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide
een consistente bloeddrukdaling gedurende 24 uur, met gemiddelde 24-uurs, voor placebo-
gecorrigeerde, systolische/diastolische verlagingen van 15,8/10,0 mmHg. Tijdens ambulatoire
bloedrukmeting waren de dal-tot-piek effecten van irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg
100%. Bij meting met een manchet tijdens het bezoek waren de dal-tot-piek effecten voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg 68% en voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/12,5 mg 76%. Deze 24 uurseffecten werden gezien zonder
excessieve bloeddrukdalingen tijdens de piek-periode en zijn consistent met een veilige en effectieve
bloeddrukverlaging gedurende het eenmaal daagse doseringsinterval.
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mmHg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva, werd
‘re-bound’-hypertensie niet gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van irbesartan/hydrochloorthiazide wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht.
Zoals ook het geval is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-anginotensine systeem
hebben negroïde hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan.
Bij gelijktijdige toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per
dag) benadert het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De effectiviteit en veiligheid van irbesartan/hydrochloorthiazide als initiële therapie voor ernstige
hypertensie (gedefiniëerd als SeDBP ≥ 110 mmHg) is geëvalueerd in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbel-blind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697 patiënten
werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% ≥ 65 jaar oud waren en slechts 2% ≥ 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en
21,1/19,3 mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
50
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8 weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (≥50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23-1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
51
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is de absolute
orale biologische beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%.
Voedsel had geen invloed op de biologische beschikbaarheid van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Na orale toediening treden de maximale plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op
en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume van irbesartan is 53-93 liter. De plasma-eiwitbinding van
hydrochloorthiazide bedraagt 68% en het schijnbaar verdelingsvolume is 0,83-1,14 l/kg.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde éénmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en C
max
-waarden van irbesartan waren in oudere personen (≥ 65 jaar)
iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk
gewijzigd. Oudere patiënten behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd
van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken
in vitro
tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
52
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
gezien met elk van de afzonderlijke geneesmiddelen en/of waren secundair aan de
bloeddrukverlagingen (er werden geen significante toxicologische interacties waargenomen):
▪
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
▪
geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
▪
maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze lesies werden niet
gezien bij makaken;
▪
verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had een andere angiotensine-2-
antagonist tijdens monotherapie wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
(≥ 250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
53
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses ≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoeken met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte,
hydro-ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij
konijnen werd abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke
toxiciteit, waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en
konijnen.
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulose-natrium
Hypromellose
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide
Macrogol 3000
Rood en geel ijzeroxiden
Cera carnauba.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
Houdbaarheid
54
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Doosjes met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 30 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsdosis
blisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/011-016
EU/1/06/377/029-030
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 27 februari 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
55
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Hulpstof met bekend effect:
Elke tablet bevat 89,5 mg lactose (als lactosemonohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tabletten.
Perzikkleurig, biconvex, ovaal, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de andere kant het
nummer 2876.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan éénmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van de monotherapie op de vaste combinaties worden
overwogen:
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij
wie de bloeddruk niet adequaat behandeld kan worden met hydrochloorthiazide of irbesartan
150 mg alleen;
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met irbesartan 300 mg of met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg.
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide éénmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met een ander antihypertensivum
gecombineerd worden (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
56
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet
aanbevolen bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze
patiënten wordt de voorkeur gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
≥ 30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Verminderde leverfunctie
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde
leverfunctie. Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een
verminderde leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de
dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden
aangepast.
Pediatrische patiënten
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten. De veiligheid
en werkzaamheid bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens
beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3
▪
▪
▪
▪
▪
▪
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een sulfonamidederivaat)
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6)
Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min)
Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie
Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met aliskiren-bevattende
geneesmiddelen is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie
(GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie rubriek 4.5 en 5.1).
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
4.4
Hypotensie - Patiënten met volumedepletie: bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren
voor hypotensie is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva zelden in verband gebracht met
symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting optreden bij patiënten
die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling met diuretica,
diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden gecorrigeerd voordat
met de behandeling van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva begonnen wordt.
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een
stenose in de arterie naar slechts één werkende nier, lopen een groter risico op ernstige hypotensie en
nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met ACE-remmers of angiotensine-2-
57
receptorantagonisten. Hoewel dit voor Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet beschreven is,
dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie: als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke controle van de
serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegels aanbevolen. Er is geen ervaring met de
toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten die recent een niertransplantatie
hebben ondergaan. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gebruikt door
patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3).
Aan thiazidediuretica gerelateerde azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is
geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
≥ 30 ml/min bedraagt. Echter, bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie
(creatinineklaring ≥ 30 ml/min maar < 60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te
worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek
4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie: thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de
vloeistof- en elektrolytbalans een hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten: thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent
aanwezige diabetes mellitus kan manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica.
Irbesartan kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met
insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een
dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (zie rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, zijn er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
jicht acuut worden.
Elektrolytverstoringen: zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een
periodieke bepaling van de serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
58
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig
nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle
van het serumkalium aanbevolen. Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-
bevattende zoutvervangingsmiddelen dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest: de hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat
geven in een anti-doping- test.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of asthma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde delen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
59
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom:
sulfonamidegeneesmiddelen of sulfonamidederivaatgeneesmiddelen kunnen een anidiosyncratische
reactie veroorzaken, wat leidt tot choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en
acuut geslotenkamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver
alleen geïsoleerde gevallen van acuut geslotenkamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intraoculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie
zijn (zie rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder ‘acute respiratory
distress’-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt zich
doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva te worden gestaakt
en een passende behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend
aan patiënten bij wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Hulpstoffen
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of
glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva: de antihypertensieve werking van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva. Irbesartan en
hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig
gecombineerd met andere antihypertensiva waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een
voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van
hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de behandeling met irbesartan, met of zonder
60
thiazidediureticum, begonnen wordt, tenzij de volumedepletie eerst gecorrigeerd wordt (zie
rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine II- receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Lithium: reversibele toenames van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Bovendien wordt de renale klaring van lithium verminderd door
thiazidediuretica waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
zou kunnen toenemen. De combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentivawordt
daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen
de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden: het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide
wordt verminderd door het kaliumsparend effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op
het serumkalium zou naar verwachting echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in
verband gebracht zijn met kaliumverlies en hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia,
amfotericine, carbenoxolon, penicilline G (natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring
met het gebruik van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het
gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen, of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparinenatrium) tot verhogingen van het serumkalium leiden. Bij risicopatiënten wordt adequate
monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium: periodieke controle van
het serumkalium wordt aanbevolen als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2-
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de C
max
en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
61
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide: bij gelijktijdige toediening kunnen
de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
Alcohol:
potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulines):
het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen:
de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient tenminste een uur voor
of vier uur na gebruik van deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH:
elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden:
de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen:
de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine):
het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine):
hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen:
omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten:
thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering overeenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine:
gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties:
het hyperglycemisch effect van bèta-blokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
62
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA’s)
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen,
behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd
in het eerste trimester van de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld
te worden naar een geschikte alternatieve behandeling.
Borstvoeding
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA’s)
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide
63
Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding hebben alternatieve behandelingen met een beter
vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan
pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Hydrochloorthiazide
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toch gebruikt wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering
zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva een invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen. Bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te
houden dat er soms duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van
hypertensie.
4.8
Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Tabel 1:
Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken:
Vaak:
verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
Soms:
verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen:
Soms:
syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak:
duizeligheid
64
Tabel 1:
Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Soms:
orthostatische duizeligheid
Niet bekend: hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en
Niet bekend: tinnitus
ooraandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Niet bekend: hoesten
en mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen:
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree
Niet bekend: dyspepsie, dysgeusia
Nier- en
Vaak:
abnormaal plassen
urinewegaandoeningen:
Niet bekend: verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde
gevallen van nierfalen bij risicopatiënten (zie
rubriek 4.4)
Bot-, skeletspierstelsel- en
Soms:
gezwollen ledematen
bindweefselaandoeningen:
Niet bekend: artralgie, myalgie
Voedings- en
Niet bekend: hyperkaliëmie
stofwisselingsstoornissen:
Bloedvataandoeningen:
Soms:
blozen
Algemene aandoeningen en
Vaak:
vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties
zoals angio-oedeem, rash, urticaria
Lever- en galaandoeningen:
Soms:
geelzucht
Niet bekend: hepatitis, abnormale leverfunctie
Voortplantingsstelsel- en
Soms:
seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
borstaandoeningen:
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen: als toevoeging tot de bovengenoemde
bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere bijwerkingen optreden die eerder voor een
van de individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail de gerapporteerde
bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Tabel 2:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan
alleen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend: anemie, trombocytopenie
aandoeningen:
Algemene aandoeningen en
Soms:
pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: anafylactische reactie inclusief anafylactische shock
Voedings- en
Niet bekend: hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide
alleen.
Onderzoeken:
Niet bekend:
elektrolytverstoringen (waaronder hypokaliëmie en
hyponatriëmie, zie rubriek 4.4), hyperurikemie,
glucosurie, hyperglykemie, toenames in cholesterol
en triglyceriden
Hartaandoeningen:
Niet bekend:
hartritmestoornissen
Bloed- en
Niet bekend:
aplastische anemie, beenmergremming,
lymfestelselaandoeningen:
neutropenie/agranulocytose, hemolytische anemie,
leukopenie, trombocytopenie
Zenuwstelselaandoeningen:
Niet bekend:
vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
65
Tabel 3:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide
alleen.
Oogaandoeningen:
Niet bekend:
tijdelijk wazig zien, xanthopsia, acute myopie en
secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom,
choroïdale effusie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zeer zelden:
‘acute respiratory distress’-syndroom (ARDS) (zie
en mediastinumaandoeningen:
rubriek 4.4)
Niet bekend:
respiratoire problemen (waaronder pneumonie en
pulmonaal oedeem)
Maagdarmstelselaandoeningen:
Niet bekend:
pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie,
maagirritatie, sialoadenitis, verlies van eetlust
Nier- en
Niet bekend:
interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
urinewegaandoeningen:
Huid- en
Niet bekend:
anafylactische reacties, toxische epidermale
onderhuidaandoeningen:
necrolyse, necrotiserende angiitis (vasculitis, cutane
vasculitis), lupus erythematodes-achtige
huidverschijnselen, heractivering van cutane lupus
erythematodes, lichtgevoeligheidsreacties, rash,
urticaria
Bot-, skeletspierstelsel- en
Niet bekend:
zwakheid, spierspasmen
bindweefselaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Niet bekend:
orthostatische hypotensie
Algemene aandoeningen en
Niet bekend:
koorts
toedieningsplaatsstoornissen:
Lever- en galaandoeningen:
Niet bekend:
geelzucht (intrahepatische cholestatische geelzucht)
Psychische stoornissen:
Niet bekend:
depressie, slaapstoornissen
Neoplasmata, benigne, maligne
Niet bekend:
niet-melanome huidkanker (basaalcelcarcinoom en
en niet-gespecifieerd (inclusief
plaveiselcelcarcinoom)
cysten en poliepen):
Niet-melanome huidkanker: op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling
dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd
die verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
66
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
gebruik van digitalisglycosiden of bepaalde antiaritmica doen verergeren.
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-receptorblokkers (ARB’s), combinaties, ATC-code:
C09DA04
Werkingsmechanisme
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist,
irbesartan, en een thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen
heeft een additief antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke
component afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT
1
-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT
1
-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT
1
)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het
ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies veroorzaakt door
deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur, is na ongeveer
4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan éénmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mmHg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mmHg.
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mmHg).
67
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde éénmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van
12,9/6,9 mmHg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf
éénmaal daagse toediening van de combinatie van 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide
een consistente bloeddrukdaling gedurende 24 uur, met gemiddelde 24-uurs, voor placebo-
gecorrigeerde, systolische/diastolische verlagingen van 15,8/10,0 mmHg. Tijdens ambulatoire
bloedrukmeting waren de dal-tot-piek effecten van irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg
100%. Bij meting met een manchet tijdens het bezoek waren de dal-tot-piek effecten voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg 68% en voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/12,5 mg 76%. Deze 24 uurseffecten werden gezien zonder
excessieve bloeddrukdalingen tijdens de piek-periode en zijn consistent met een veilige en effectieve
bloeddrukverlaging gedurende het eenmaal daagse doseringsinterval.
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mmHg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva, werd
‘re-bound’-hypertensie niet gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van irbesartan/hydrochloorthiazide wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht.
Zoals ook het geval is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-anginotensine systeem
hebben negroïde hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan.
Bij gelijktijdige toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per
dag) benadert het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De effectiviteit en veiligheid van irbesartan/hydrochloorthiazide als initiële therapie voor ernstige
hypertensie (gedefiniëerd als SeDBP ≥ 110 mmHg) is geëvalueerd in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbel-blind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697 patiënten
werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% ≥ 65 jaar oud waren en slechts 2% ≥ 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en
21,1/19,3 mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
68
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8 weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (≥50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23-1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
69
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is de absolute
orale biologische beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%.
Voedsel had geen invloed op de biologische beschikbaarheid van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Na orale toediening treden de maximale plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op
en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume van irbesartan is 53-93 liter. De plasma-eiwitbinding van
hydrochloorthiazide bedraagt 68% en het schijnbaar verdelingsvolume is 0,83-1,14 l/kg.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde éénmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en C
max
-waarden van irbesartan waren in oudere personen (≥ 65 jaar)
iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk
gewijzigd. Oudere patiënten behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd
van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken
in vitro
tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect. Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren
uitgescheiden.
Eliminatie
Zowel na orale als na intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
70
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
gezien met elk van de afzonderlijke geneesmiddelen en/of waren secundair aan de
bloeddrukverlagingen (er werden geen significante toxicologische interacties waargenomen):
▪
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
▪
geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
▪
maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze lesies werden niet
gezien bij makaken;
▪
verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had een andere angiotensine-2-
antagonist tijdens monotherapie wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
(≥ 250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
71
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses ≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoeken met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte,
hydro-ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij
konijnen werd abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke
toxiciteit, waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en
konijnen.
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulose-natrium
Hypromellose
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide
Macrogol 3000
Rood en geel ijzeroxiden
Cera carnauba.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
Houdbaarheid
72
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Doosjes met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 30 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsdosis
blisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/017-022
EU/1/06/377/031-032
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 27 februari 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
73
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan en 25 mg hydrochloorthiazide.
Hulpstof met bekend effect:
Elke tablet bevat 53,3 mg lactose (als lactosemonohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tabletten.
Roze, biconvex, ovaal, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de andere kant het nummer 2788.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan éénmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van de monotherapie op de vaste combinaties worden
overwogen:
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij
wie de bloeddruk niet adequaat behandeld kan worden met hydrochloorthiazide of irbesartan
150 mg alleen;
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met irbesartan 300 mg of met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg.
▪
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide éénmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met een ander antihypertensivum
gecombineerd worden (zie rubriek4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
74
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet
aanbevolen bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze
patiënten wordt de voorkeur gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
≥ 30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Verminderde leverfunctie
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde
leverfunctie. Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een
verminderde leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de
dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden
aangepast.
Pediatrische patiënten
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten. De veiligheid
en werkzaamheid bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens
beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3
▪
▪
▪
▪
▪
▪
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een sulfonamidederivaat)
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6)
Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min)
Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie
Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met aliskiren-bevattende
geneesmiddelen is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie
(GFR < 60 ml/min/1,73 m
2
) (zie rubriek 4.5 en 5.1).
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
4.4
Hypotensie - Patiënten met volumedepletie: bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren
voor hypotensie is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva zelden in verband gebracht met
symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting optreden bij patiënten
die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling met diuretica,
diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden gecorrigeerd voordat
met de behandeling van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva begonnen wordt.
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een
stenose in de arterie naar slechts één werkende nier, lopen een groter risico op ernstige hypotensie en
nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met ACE-remmers of angiotensine-2-
75
receptorantagonisten. Hoewel dit voor Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet beschreven is,
dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie: als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke controle van de
serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegels aanbevolen. Er is geen ervaring met de
toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten die recent een niertransplantatie
hebben ondergaan. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gebruikt door
patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3).
Aan thiazidediuretica gerelateerde azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is
geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
≥ 30 ml/min bedraagt. Echter, bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie
(creatinineklaring ≥ 30 ml/min maar < 60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te
worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek
4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie: thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de
vloeistof- en elektrolytbalans een hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie: zoals bij andere
vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten: thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent
aanwezige diabetes mellitus kan manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica.
Irbesartan kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met
insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een
dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (zie rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, zijn er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
jicht acuut worden.
Elektrolytverstoringen: zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een
periodieke bepaling van de serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
76
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig
nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle
van het serumkalium aanbevolen. Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-
bevattende zoutvervangingsmiddelen dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium: de combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest: de hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat
geven in een anti-doping- test.
Algemeen: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of asthma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde delen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
77
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom:
sulfonamidegeneesmiddelen of sulfonamidederivaatgeneesmiddelen kunnen een anidiosyncratische
reactie veroorzaken, wat leidt tot choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en
acuut geslotenkamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver
alleen geïsoleerde gevallen van acuut geslotenkamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intraoculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie
zijn (zie rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder ‘acute respiratory
distress’-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt zich
doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva te worden gestaakt
en een passende behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend
aan patiënten bij wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Hulpstoffen
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of
glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva: de antihypertensieve werking van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva. Irbesartan en
hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig
gecombineerd met andere antihypertensiva waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een
voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van
hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de behandeling met irbesartan, met of zonder
thiazidediureticum, begonnen wordt, tenzij de volumedepletie eerst gecorrigeerd wordt (zie
rubriek 4.4).
78
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine II- receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Lithium: reversibele toenames van de
serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens gelijktijdige toediening van lithium met ACE-
remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden beschreven voor irbesartan. Bovendien wordt de renale
klaring van lithium verminderd door thiazidediuretica waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva zou kunnen toenemen. De combinatie van lithium en Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentivawordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik
noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden: het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide
wordt verminderd door het kaliumsparend effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op
het serumkalium zou naar verwachting echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in
verband gebracht zijn met kaliumverlies en hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia,
amfotericine, carbenoxolon, penicilline G (natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring
met het gebruik van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het
gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen, of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparinenatrium) tot verhogingen van het serumkalium leiden. Bij risicopatiënten wordt adequate
monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium: periodieke controle van
het serumkalium wordt aanbevolen als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de C
max
en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
79
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide: bij gelijktijdige toediening kunnen
de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
Alcohol:
potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulines):
het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen:
de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient tenminste een uur voor
of vier uur na gebruik van deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH:
elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden:
de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen:
de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine):
het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine):
hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen:
omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten:
thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering overeenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine:
gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties:
het hyperglycemisch effect van bèta-blokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
80
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA’s)
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening. Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor
essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen, behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere
behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd
in het eerste trimester van de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld
te worden naar een geschikte alternatieve behandeling.
Borstvoeding
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA’s)
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding hebben alternatieve behandelingen met een beter
81
vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan
pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Hydrochloorthiazide
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toch gebruikt wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering
zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva een invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen. Bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te
houden dat er soms duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van
hypertensie.
4.8
Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100 tot < 1/10); soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100); zelden
(≥ 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Tabel 1:
Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken:
Vaak:
verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
Soms:
verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen:
Soms:
syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak:
duizeligheid
82
Tabel 1:
Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Soms:
orthostatische duizeligheid
Niet bekend: hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en
Niet bekend: tinnitus
ooraandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Niet bekend: hoesten
en mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen:
Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree
Niet bekend: dyspepsie, dysgeusia
Nier- en
Vaak:
abnormaal plassen
urinewegaandoeningen:
Niet bekend: verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde
gevallen van nierfalen bij risicopatiënten (zie
rubriek 4.4)
Bot-, skeletspierstelsel- en
Soms:
gezwollen ledematen
bindweefselaandoeningen:
Niet bekend: artralgie, myalgie
Voedings- en
Niet bekend: hyperkaliëmie
stofwisselingsstoornissen:
Bloedvataandoeningen:
Soms:
blozen
Algemene aandoeningen en
Vaak:
vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties
zoals angio-oedeem, rash, urticaria
Lever- en galaandoeningen:
Soms:
geelzucht
Niet bekend: hepatitis, abnormale leverfunctie
Voortplantingsstelsel- en
Soms:
seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
borstaandoeningen:
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen: als toevoeging tot de bovengenoemde
bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere bijwerkingen optreden die eerder voor een
van de individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail de gerapporteerde
bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Tabel 2:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan
alleen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend: anemie, trombocytopenie
aandoeningen:
Algemene aandoeningen en
Soms:
pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: anafylactische reactie inclusief anafylactische shock
Voedings- en
Niet bekend: hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide
alleen.
Onderzoeken:
Niet bekend:
elektrolytverstoringen (waaronder hypokaliëmie en
hyponatriëmie, zie rubriek 4.4), hyperurikemie,
glucosurie, hyperglykemie, toenames in cholesterol
en triglyceriden
Hartaandoeningen:
Niet bekend:
hartritmestoornissen
Bloed- en
Niet bekend:
aplastische anemie, beenmergremming,
lymfestelselaandoeningen:
neutropenie/agranulocytose, hemolytische anemie,
leukopenie, trombocytopenie
Zenuwstelselaandoeningen:
Niet bekend:
vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
83
Tabel 3:
Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide
alleen.
Oogaandoeningen:
Niet bekend:
tijdelijk wazig zien, xanthopsia, acute myopie en
secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom,
choroïdale effusie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zeer zelden:
‘acute respiratory distress’-syndroom (ARDS) (zie
en mediastinumaandoeningen:
rubriek 4.4)
Niet bekend:
respiratoire problemen (waaronder pneumonie en
pulmonaal oedeem)
Maagdarmstelselaandoeningen:
Niet bekend:
pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie,
maagirritatie, sialoadenitis, verlies van eetlust
Nier- en
Niet bekend:
interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
urinewegaandoeningen:
Huid- en
Niet bekend:
anafylactische reacties, toxische epidermale
onderhuidaandoeningen:
necrolyse, necrotiserende angiitis (vasculitis, cutane
vasculitis), lupus erythematodes-achtige
huidverschijnselen, heractivering van cutane lupus
erythematodes, lichtgevoeligheidsreacties, rash,
urticaria
Bot-, skeletspierstelsel- en
Niet bekend:
zwakheid, spierspasmen
bindweefselaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Niet bekend:
orthostatische hypotensie
Algemene aandoeningen en
Niet bekend:
koorts
toedieningsplaatsstoornissen:
Lever- en galaandoeningen:
Niet bekend:
geelzucht (intrahepatische cholestatische geelzucht)
Psychische stoornissen:
Niet bekend:
depressie, slaapstoornissen
Neoplasmata, benigne, maligne
Niet bekend:
niet-melanome huidkanker (basaalcelcarcinoom en
en niet-gespecifieerd (inclusief
plaveiselcelcarcinoom)
cysten en poliepen):
Niet-melanome huidkanker: op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling
dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd
die verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
84
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
gebruik van digitalisglycosiden of bepaalde antiaritmica doen verergeren.
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-receptorblokkers (ARB’s), combinaties, ATC-code:
C09DA04
Werkingsmechanisme
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist,
irbesartan, en een thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen
heeft een additief antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke
component afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT
1
-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT
1
-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT
1
)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het
ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies veroorzaakt door
deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur, is na ongeveer
4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan éénmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mmHg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mmHg.
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mmHg).
85
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde éénmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van
12,9/6,9 mmHg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf
éénmaal daagse toediening van de combinatie van 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide
een consistente bloeddrukdaling gedurende 24 uur, met gemiddelde 24-uurs, voor placebo-
gecorrigeerde, systolische/diastolische verlagingen van 15,8/10,0 mmHg. Tijdens ambulatoire
bloedrukmeting waren de dal-tot-piek effecten van irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg
100%. Bij meting met een manchet tijdens het bezoek waren de dal-tot-piek effecten voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg 68% en voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/12,5 mg 76%. Deze 24 uurseffecten werden gezien zonder
excessieve bloeddrukdalingen tijdens de piek-periode en zijn consistent met een veilige en effectieve
bloeddrukverlaging gedurende het eenmaal daagse doseringsinterval.
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mmHg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva, werd
‘re-bound’-hypertensie niet gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van irbesartan/hydrochloorthiazide wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht.
Zoals ook het geval is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-anginotensine systeem
hebben negroïde hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan.
Bij gelijktijdige toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per
dag) benadert het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De effectiviteit en veiligheid van irbesartan/hydrochloorthiazide als initiële therapie voor ernstige
hypertensie (gedefiniëerd als SeDBP ≥ 110 mmHg) is geëvalueerd in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbel-blind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697 patiënten
werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% ≥ 65 jaar oud waren en slechts 2% ≥ 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en
21,1/19,3 mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
86
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8 weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (≥50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23-1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
87
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is de absolute
orale biologische beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%.
Voedsel had geen invloed op de biologische beschikbaarheid van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Na orale toediening treden de maximale plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op
en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume van irbesartan is 53-93 liter. De plasma-eiwitbinding van
hydrochloorthiazide bedraagt 68% en het schijnbaar verdelingsvolume is 0,83-1,14 l/kg.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. ‘Steady state’-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde éénmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en C
max
-waarden van irbesartan waren in oudere personen (≥ 65 jaar)
iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk
gewijzigd. Oudere patiënten behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd
van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken
in vitro
tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na intraveneuze toediening van
14
C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
88
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
gezien met elk van de afzonderlijke geneesmiddelen en/of waren secundair aan de
bloeddrukverlagingen (er werden geen significante toxicologische interacties waargenomen):
▪
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
▪
geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
▪
maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze lesies werden niet
gezien bij makaken;
▪
verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had een andere angiotensine-2-
antagonist tijdens monotherapie wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
(≥ 250 mg/kg/dag in ratten en ≥ 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses (≥ 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
89
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses ≥ 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses ≥ 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoeken met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte,
hydro-ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij
konijnen werd abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke
toxiciteit, waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en
konijnen.
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulose-natrium
Voorverstijfseld zetmeel
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat
Rood en geel ijzeroxiden
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide
Macrogol 3350
Rood en zwart ijzeroxide
Cera carnauba.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
Houdbaarheid
90
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Doosjes met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 30 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsdosis
blisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/023-028
EU/1/06/377/033-034
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 27 februari 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
91
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN -
GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
D.
92
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric, km. 63.09)
Riells i Viabrea, 17404 Girona
Spanje
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR’s)
•
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld
in de lijst met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel
107c, onder punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende
aanpassingen gepubliceerd op het Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP
•
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
93
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
•
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Voorwaarden voor de handelsvergunning
De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat de productieprocessen van het
eindproduct worden beoordeeld op het mogelijke risico op vorming van N-
nitrosaminen en zo nodig worden gewijzigd om nitrosamineverontreinigingen
zoveel mogelijk te beperken, in lijn met de op 25 juni 2020 door het Comité
voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik uitgebrachte aanbevelingen in het
kader van de procedure krachtens artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr.
726/2004 betreffende introsamine-onzuiverheden in geneesmiddelen voor
menselijk gebruik.
Uiterste datum
26 september
2022
94
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
95
A. ETIKETTERING
96
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat: irbesartan 150 mg en hydrochloorthiazide 12,5 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat ook lactosemonohydraat. Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN HET BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren beneden 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
97
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/001 - 14 tabletten
EU/1/06/377/002 - 28 tabletten
EU/1/06/377/003 - 56 tabletten
EU/1/06/377/004 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/377/005 - 98 tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
98
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14-28-56-98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
56 x 1 tabletten
99
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat: irbesartan 300 mg en hydrochloorthiazide 12,5 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat ook lactosemonohydraat. Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN HET BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren beneden 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
100
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/006 - 14 tabletten
EU/1/06/377/007 - 28 tabletten
EU/1/06/377/008 - 56 tabletten
EU/1/06/377/009 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/377/010 - 98 tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
101
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14-28-56-98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
56 x 1 tabletten
102
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat: irbesartan 150 mg en hydrochloorthiazide 12,5 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat ook lactosemonohydraat. Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
103
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/011 - 14 tabletten
EU/1/06/377/012 - 28 tabletten
EU/1/06/377/029 - 30 tabletten
EU/1/06/377/013 - 56 tabletten
EU/1/06/377/014 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/377/015 - 84 tabletten
EU/1/06/377/030 - 90 tabletten
EU/1/06/377/016 - 98 tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
104
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
105
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14-28-56-84-98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten
106
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat: irbesartan 300 mg en hydrochloorthiazide 12,5 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat ook lactosemonohydraat. Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
107
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/017 - 14 tabletten
EU/1/06/377/018 - 28 tabletten
EU/1/06/377/031 - 30 tabletten
EU/1/06/377/019 - 56 tabletten
EU/1/06/377/020 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/377/021 - 84 tabletten
EU/1/06/377/032 - 90 tabletten
EU/1/06/377/022 - 98 tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
108
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
109
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14-28-56-84-98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten
110
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat: irbesartan 300 mg en hydrochloorthiazide 25 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat ook lactosemonohydraat. Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
111
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/023 - 14 tabletten
EU/1/06/377/024 - 28 tabletten
EU/1/06/377/033 - 30 tabletten
EU/1/06/377/025 - 56 tabletten
EU/1/06/377/026 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/377/027 - 84 tabletten
EU/1/06/377/034 - 90 tabletten
EU/1/06/377/028 - 98 tabletten
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
BATCHNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
112
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
113
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
BATCHNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
14-28-56-84-98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten
114
B. BIJSLUITER
115
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan
en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als
angiotensine-II-receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en
zich bindt aan receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een
stijging van de bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bewerkstelligen samen
een grotere verlaging van de bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk
als behandeling met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende
bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
▪
U bent
allergisch
voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
▪
U bent
allergisch
(overgevoelig) voor hydrochloorthiazide of voor enig ander
sulfonamidederivaat.
▪
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva te vermijden tijdens de beginfase van de zwangerschap – zie de rubriek zwangerschap)
▪
U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
▪
U produceert
moeilijk urine.
▪
Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
▪
U heeft
diabetes of een nierfunctiestoornis
en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
116
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van onderstaande
situaties op u van toepassing is:
▪
u lijdt aan
hevig braken of diarree
▪
u lijdt aan
nierproblemen
of bij een
niertransplantatie
▪
u lijdt aan
hartproblemen
▪
u lijdt aan
leverproblemen
▪
▪
▪
▪
▪
u lijdt aan
suikerziekte
▪
▪
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte,
honger, duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u lijdt aan
lupus erythematodes
(ook bekend als lupus of SLE)
u lijdt aan
primair aldosteronisme
(een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk)
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o
een “ACE-remmer” (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o
aliskiren.
als u
huidkanker
heeft gehad
of
als u tijdens de behandeling
een verdachte huidafwijking
krijgt.
Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva inneemt.
als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap
en dient niet te worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige
nadelige effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
▪
een zoutarm dieet volgt
▪
symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken,
of een
abnormaal snelle hartslag
heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva),
▪
merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon
met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren).
▪
▪
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
last hebt van
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen
krijgt terwijl u
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van
vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in
uw oog (glaucoom) die binnen uren tot een week nadat u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva hebt ingenomen, kunnen optreden. Indien niet behandeld kan dit permanent verlies van
het gezichtsvermogen veroorzaken. Als u eerder een allergie voor penicilline of een
sulfonamide had, loopt u mogelijk een groter risico om deze aandoeningen te ontwikkelen. U
117
moet stoppen met het nemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en onmiddellijk
contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar te worden
gegeven.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen
gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, kunnen de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen
die lithium bevatten dienen niet gelijktijdig met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt te
worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken “Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
▪
kaliumsupplementen
▪
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
▪
kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen
▪
sommige laxeermiddelen
▪
middelen tegen jicht
▪
vitamine D supplementen op medisch voorschrift
▪
geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
▪
geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulines)
▪
carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van
alcohol en tijdens het gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen
bij het opstaan, in bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva voordat u zwanger wordt of
zodra u weet dat u zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in
plaats van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
118
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoedig te gaan geven. Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een
andere behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een
pasgeboren of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk
kan echter af en toe duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met
uw arts voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u
bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat natrium.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol
natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering
De aanbevolen dosering is één of twee tabletten Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva per dag.
Gewoonlijk zal Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva worden voorgeschreven door uw arts als uw
vorige geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Wijze van inname
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is voor
oraal gebruik.
De tabletten dienen met een voldoende
hoeveelheid vloeistof (bijv. een glas water) doorgeslikt te worden. U kunt Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva met of zonder voedsel innemen. Probeer om uw dagelijkse dosis elke dag
op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het
innemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva totdat uw arts u anders adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de
behandeling bereikt te worden.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar.
Als een kind enkele tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis in om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
119
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop
dan met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen
(kan
bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
▪
misselijkheid/braken
▪
abnormaal plassen
▪
vermoeidheid
▪
duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
▪
bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een aanwijzing
is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van stoffen die een
aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
Soms voorkomende bijwerkingen
(kan
bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
▪
diarree
▪
lage bloeddruk
▪
zwakheid
▪
versnelde hartslag
▪
overmatig blozen
▪
zwelling
▪
seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
▪
bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: hoofdpijn, oorsuizen, hoesten,
smaakstoornissen, verstoring van de spijsvertering, pijn in uw gewrichten en spieren, verstoring van de
werking van de lever en verminderde werking van de nieren, verhoogde hoeveelheden kalium in uw
bloed en allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong
of de keel. Soms zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit)
gemeld.
Zoals voor alle combinaties van twee werkzame bestanddelen geldt, kunnen de bijwerkingen die in
verband gebracht zijn met de afzonderlijke bestanddelen, niet worden uitgesloten.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid), daling van het
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
120
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Verlies van hongergevoel, irritatie van de maag, maagkrampen, problemen met de stoelgang
(obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt
door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met misselijkheid en braken, slaapstoornissen,
depressie, wazig zien, tekort aan witte bloedcellen hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts,
afname van bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode
bloedcellen (anemie) gekenmerkt door vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten,
duizeligheid en bleek eruit zien, nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van
vocht in de longen, verhoogde gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de
bloedvaten, een huidaandoening gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele
lichaam, cutane lupus erythematodes gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid,
allergische reacties, zwakte en spiersamentrekkingen, veranderd hartrimte, verlaagde bloeddruk na het
wijzigen van de lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker
in de urine, verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen
veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen)
▪
opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): huid- en lipkanker
(niet-melanome huidkanker),
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van
hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog [choroïdale
effusie] of acuut geslotenkamerhoekglaucoom).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
▪
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide. Elke tablet Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg bevat 150 mg irbesartan en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
121
▪
De andere stoffen in dit middel zijn microkristallijne cellulose, carboxymethylcellulosenatrium,
lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, colloïdaal siliciumdioxide, voorverstijfseld
maïszetmeel, rood en geel ijzeroxide (E172). Zie ook rubriek 2 “Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva bevat lactose”.
Hoe ziet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten zijn perzikkleurig, biconvex en
ovaalvormig met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2775 ingegraveerd aan de andere
zijde.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten worden geleverd in verpakkingen
met 14, 28, 56 of 98 stuks in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Geschikte (EAG) verpakking
van 56 x 1 tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
PV-Belgium@zentiva.com
България
Zentiva, k.s.
Тел: + 359 244 17 136
PV-Bulgaria@zentiva.com
Česká republika
Zentiva, k.s.
Tel: +420 267 241 111
PV-Czech-Republic@zentiva.com
Lietuva
Zentiva, k.s.
Tel: +370 52152025
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Luxembourg@zentiva.com
Magyarország
Zentiva Pharma Kft.
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Hungary@zentiva.com
122
Danmark
Zentiva Denmark Aps
Tlf: +45 787 68 400
PV-Denmark@zentiva.com
Deutschland
Zentiva Pharma GmbH
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
PV-Germany@zentiva.com
Eesti
Zentiva, k.s.
Tel: +372 52 70308
PV-Estonia@zentiva.com
Ελλάδα
Zentiva, k.s.
Τηλ: +30 211 198 7510
PV-Greece@zentiva.com
España
Zentiva, k.s.
Tel: +34 931 815 250
PV-Spain@zentiva.com
France
Zentiva France
Tél: +33 (0) 800 089 219
PV-France@zentiva.com
Hrvatska
Zentiva, d.o.o.
Tel: +385 1 6641 830
PV-Croatia@zentiva.com
Ireland
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
PV-Ireland@zentiva.com
Ísland
Zentiva Denmark ApS
Sími: +354 539 0650
PV-Iceland@zentiva.com
Italia
Zentiva Italia S.r.l.
Tel: +39-02-38598801
PV-Italy@zentiva.com
Κύπρος
Zentiva, k.s.
Τηλ: +357 240 30 144
PV-Cyprus@zentiva.com
Malta
Zentiva, k.s.
Tel: +356 2778 0890
PV-Malta@zentiva.com
Nederland
Zentiva, k.s.
Tel: +31 202 253 638
PV-Netherlands@zentiva.com
Norge
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +47 219 66 203
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Tel: +43 720 778 877
PV-Austria@zentiva.com
Polska
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Poland@zentiva.com
Portugal
Zentiva Portugal, Lda
Tel: +351210601360
PV-Portugal@zentiva.com
România
ZENTIVA S.A.
Tel: +4 021.304.7597
PV-Romania@zentiva.com
Slovenija
Zentiva, k.s.
Tel: +386 360 00 408
PV-Slovenia@zentiva.com
Slovenská republika
Zentiva, a.s.
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Slovakia@zentiva.com
Suomi/Finland
Zentiva Denmark ApS
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva Denmark ApS
Tel: +46 840 838 822
PV-Sweden@zentiva.com
123
Latvija
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
PV-Latvia@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
124
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan
en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als
angiotensine-II-receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en
zich bindt aan receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een
stijging van de bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bewerkstelligen samen
een grotere verlaging van de bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk
als behandeling met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende
bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
▪
U bent
allergisch
voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
▪
U bent
allergisch
(overgevoelig) voor hydrochloorthiazide of voor enig ander
sulfonamidederivaat.
▪
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva te vermijden tijdens de beginfase van de zwangerschap – zie de rubriek zwangerschap)
▪
U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
▪
U produceert
moeilijk urine.
▪
Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
▪
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis
en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
125
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van onderstaande
situaties op u van toepassing is:
▪
u lijdt aan
hevig braken of diarree
▪
u lijdt aan
nierproblemen
of bij een
niertransplantatie
▪
u lijdt aan
hartproblemen
▪
u lijdt aan
leverproblemen
▪
▪
▪
▪
▪
u lijdt aan
suikerziekte
▪
▪
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u lijdt aan
lupus erythematodes
(ook bekend als lupus of SLE)
u lijdt aan
primair aldosteronisme
(een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk)
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o
een “ACE-remmer” (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o
aliskiren.
als u
huidkanker
heeft gehad
of
als u tijdens de behandeling
een verdachte huidafwijking
krijgt.
Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva inneemt.
als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap
en dient niet te worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige
nadelige effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
▪
een zoutarm dieet volgt
▪
symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken,
of een
abnormaal snelle hartslag
heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva),
▪
merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon
met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren).
▪
▪
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
last hebt van
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen
krijgt terwijl u
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van
vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in
uw oog (glaucoom) die binnen uren tot een week nadat u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva hebt ingenomen, kunnen optreden. Indien niet behandeld kan dit permanent verlies van
het gezichtsvermogen veroorzaken. Als u eerder een allergie voor penicilline of een
sulfonamide had, loopt u mogelijk een groter risico om deze aandoeningen te ontwikkelen. U
126
moet stoppen met het nemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en onmiddellijk
contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en adolescenten en jongeren tot 18 jaar
te worden gegeven.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen
gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, kunnen de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen
die lithium bevatten dienen niet gelijktijdig met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt te
worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken “Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
▪
kaliumsupplementen
▪
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
▪
kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen
▪
sommige laxeermiddelen
▪
middelen tegen jicht
▪
vitamine D supplementen op medisch voorschrift
▪
geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
▪
geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulines)
▪
carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van
alcohol en tijdens het gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen
bij het opstaan, in bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva voordat u zwanger wordt of
zodra u weet dat u zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in
plaats van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
127
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoedig te gaan geven. Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een
andere behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een
pasgeboren of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk
kan echter af en toe duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met
uw arts voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u
bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering
De aanbevolen dosering is één tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva per dag. Gewoonlijk zal
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva worden voorgeschreven door uw arts als uw vorige
geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Wijze van inname
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is voor
oraal gebruik.
De tabletten dienen met een voldoende
hoeveelheid vloeistof (bijv. een glas water) doorgeslikt te worden. U kunt Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva met of zonder voedsel innemen. Probeer om uw dagelijkse dosis elke dag
op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het
innemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva totdat uw arts u anders adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de behandeling
bereikt te worden.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar.
Als een kind enkele tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis in om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
128
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop
dan met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
▪
misselijkheid/braken
▪
abnormaal plassen
▪
vermoeidheid
▪
duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
▪
bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een aanwijzing
is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van stoffen die een
aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
Soms voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
▪
diarree
▪
lage bloeddruk
▪
zwakheid
▪
versnelde hartslag
▪
overmatig blozen
▪
zwelling
▪
seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
▪
bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: hoofdpijn, oorsuizen, hoesten,
smaakstoornissen, verstoring van de spijsvertering, pijn in uw gewrichten en spieren, verstoring van de
werking van de lever en verminderde werking van de nieren, verhoogde hoeveelheden kalium in uw
bloed en allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong
of de keel. Soms zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit)
gemeld.
Zoals voor alle combinaties van twee werkzame bestanddelen geldt, kunnen de bijwerkingen die in
verband gebracht zijn met de afzonderlijke bestanddelen, niet worden uitgesloten.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid), daling van het
129
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Verlies van hongergevoel, irritatie van de maag, maagkrampen, problemen met de stoelgang
(obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt
door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met misselijkheid en braken, slaapstoornissen,
depressie, wazig zien, tekort aan witte bloedcellen hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts,
afname van bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode
bloedcellen (anemie) gekenmerkt door vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten,
duizeligheid en bleek eruit zien, nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van
vocht in de longen, verhoogde gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de
bloedvaten, een huidaandoening gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele
lichaam, cutane lupus erythematodes gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid,
allergische reacties, zwakte en spiersamentrekkingen, veranderd hartrimte, verlaagde bloeddruk na het
wijzigen van de lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker
in de urine, verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen
veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen)
▪
opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): huid- en lipkanker
(niet-melanome huidkanker),
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van
hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog [choroïdale
effusie] of acuut geslotenkamerhoekglaucoom).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
130
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
▪
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide. Elke tablet Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg bevat 300 mg irbesartan en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
▪
De andere stoffen in dit middel zijn microkristallijne cellulose, carboxymethylcellulosenatrium,
lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, colloïdaal siliciumdioxide, voorverstijfseld
maïszetmeel, rood en geel ijzeroxide (E172). Zie ook rubriek 2 “Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva” bevat lactose.
Hoe ziet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten zijn perzikkleurig, biconvex en
ovaalvormig met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2776 ingegraveerd aan de andere
zijde.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten worden geleverd in verpakkingen
met 14, 28, 56 of 98 stuks in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Geschikte (EAG) verpakking
van 56 x 1 tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
PV-Belgium@zentiva.com
България
Zentiva, k.s.
Тел: + 359 244 17 136
PV-Bulgaria@zentiva.com
Lietuva
Zentiva, k.s.
Tel: +370 52152025
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Luxembourg@zentiva.com
131
Česká republika
Zentiva, k.s.
Tel: +420 267 241 111
PV-Czech-Republic@zentiva.com
Danmark
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +45 787 68 400
PV-Denmark@zentiva.com
Deutschland
Zentiva Pharma GmbH
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
PV-Germany@zentiva.com
Eesti
Zentiva, k.s.
Tel: +372 52 70308
PV-Estonia@zentiva.com
Ελλάδα
Zentiva, k.s.
Τηλ: +30 211 198 7510
PV-Greece@zentiva.com
España
Zentiva, k.s.
Tel: +34 931 815 250
PV-Spain@zentiva.com
France
Zentiva France
Tél: +33 (0) 800 089 219
PV-France@zentiva.com
Hrvatska
Zentiva, d.o.o.
Tel: +385 1 6641 830
PV-Croatia@zentiva.com
Ireland
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
PV-Ireland@zentiva.com
Ísland
Zentiva Denmark ApS
Sími: +354 539 0650
PV-Iceland@zentiva.com
Italia
Zentiva Italia S.r.l.
Tel: +39-02-38598801
PV-Italy@zentiva.com
Magyarország
Zentiva Pharma Kft.
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Hungary@zentiva.com
Malta
Zentiva, k.s.
Tel: +356 2778 0890
PV-Malta@zentiva.com
Nederland
Zentiva, k.s.
Tel: +31 202 253 638
PV-Netherlands@zentiva.com
Norge
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +47 219 66 203
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Tel: +43 720 778 877
PV-Austria@zentiva.com
Polska
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Poland@zentiva.com
Portugal
Zentiva Portugal, Lda
Tel: +351210601360
PV-Portugal@zentiva.com
România
ZENTIVA S.A.
Tel: +4 021.304.7597
PV-Romania@zentiva.com
Slovenija
Zentiva, k.s.
Tel: +386 360 00 408
PV-Slovenia@zentiva.com
Slovenská republika
Zentiva, a.s.
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Slovakia@zentiva.com
Suomi/Finland
Zentiva Denmark ApS
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Finland@zentiva.com
132
Κύπρος
Zentiva, k.s.
Τηλ: +357 240 30 144
PV-Cyprus@zentiva.com
Latvija
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
PV-Latvia@zentiva.com
Sverige
Zentiva Denmark ApS
Tel: +46 840 838 822
PV-Sweden@zentiva.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
133
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan
en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als
angiotensine-II-receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en
zich bindt aan receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een
stijging van de bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bewerkstelligen samen
een grotere verlaging van de bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk
als behandeling met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende
bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
▪
U bent
allergisch
voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
▪
U bent
allergisch
voor hydrochloorthiazide of voor enig ander sulfonamidederivaat.
▪
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva te vermijden tijdens de beginfase van de zwangerschap – zie de rubriek zwangerschap).
▪
U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
▪
U produceert
moeilijk urine.
▪
Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
▪
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis
en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
134
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en adolescenten (onder de 18 jaar) te
worden gegeven.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
▪
u lijdt aan
hevig braken of diarree
▪
u lijdt aan
nierproblemen
of bij een
niertransplantatie
▪
u lijdt aan
hartproblemen
▪
u lijdt aan
leverproblemen
▪
u lijdt aan
suikerziekte
▪
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
▪
u lijdt aan
lupus erythematodes
(ook bekend als lupus of SLE)
▪
u lijdt aan
primair aldosteronisme
(een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk).
▪
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o
een “ACE-remmer” (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o
aliskiren.
▪
als u
huidkanker
heeft gehad
of
als u tijdens de behandeling
een verdachte huidafwijking
krijgt.
Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva inneemt.
▪
als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap
en dient niet te worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige
nadelige effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
▪
een zoutarm dieet volgt
▪
symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken,
of een
abnormaal snelle hartslag
heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva)
▪
merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon
met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren).
▪
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
▪
last hebt van
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen
krijgt terwijl u
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van
vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in
uw oog (glaucoom) die binnen uren tot een week nadat u Irbesartan Hydrochlorothiazide
135
Zentiva hebt ingenomen, kunnen optreden. Indien niet behandeld kan dit permanent verlies van
het gezichtsvermogen veroorzaken. Als u eerder een allergie voor penicilline of een
sulfonamide had, loopt u mogelijk een groter risico om deze aandoeningen te ontwikkelen. U
moet stoppen met het nemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en onmiddellijk
contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar te worden
gegeven.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen
gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, kunnen de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen
die lithium bevatten dienen niet gelijktijdig met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt te
worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken “Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
▪
kaliumsupplementen
▪
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
▪
kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen (plastabletten)
▪
sommige laxeermiddelen
▪
middelen tegen jicht
▪
vitamine D supplementen op medisch voorschrift
▪
geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
▪
geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulines)
▪
carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van
alcohol en tijdens het gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen
bij het opstaan, in bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.. Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva voordat u zwanger wordt of
zodra u weet dat u zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in
plaats van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
136
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoedig te gaan geven. Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een
andere behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een
pasgeboren of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk
kan echter af en toe duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met
uw arts voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u
bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering
De aanbevolen dosering is één of twee tabletten Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva per dag.
Gewoonlijk zal Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva worden voorgeschreven door uw arts als uw
vorige geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Wijze van inname
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is voor
oraal gebruik.
De tabletten dienen doorgeslikt te
worden met voldoende vocht (bijv. een glas water). U kunt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde
tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het innemen van dit medicijn
totdat uw arts u anders adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de behandeling
bereikt te worden.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar.
Als een kind enkele tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
137
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop
dan met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
▪
misselijkheid/braken
▪
abnormaal plassen
▪
vermoeidheid
▪
duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
▪
bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een aanwijzing
is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van stoffen die een
aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
Soms voorkomende bijwerkingen
(kan
bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
▪
diarree
▪
lage bloeddruk
▪
zwakheid
▪
versnelde hartslag
▪
overmatig blozen
▪
zwelling
▪
seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
▪
bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: hoofdpijn, oorsuizen, hoesten,
smaakstoornissen, verstoring van de spijsvertering, pijn in uw gewrichten en spieren, abnormale
werking van de lever en verminderde werking van de nieren, verhoogde hoeveelheden kalium in uw
bloed en allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong
of de keel. Soms zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit)
gemeld.
Zoals voor alle combinaties van twee werkzame bestanddelen geldt, kunnen de bijwerkingen die in
verband gebracht zijn met de afzonderlijke bestanddelen, niet worden uitgesloten.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid), daling van het
138
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Verlies van hongergevoel, irritatie van de maag, maagkrampen, problemen met de stoelgang
(obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt
door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met misselijkheid en braken, slaapstoornissen,
depressie, wazig zien, tekort aan witte bloedcellen hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts,
afname van bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode
bloedcellen (anemie) gekenmerkt door vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten,
duizeligheid en bleek eruit zien, nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van
vocht in de longen, verhoogde gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de
bloedvaten, een huidaandoening gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele
lichaam, cutane lupus erythematodes gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid,
allergische reacties, zwakte en spiersamentrekkingen, veranderd hartrimte, verlaagde bloeddruk na het
wijzigen van de lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker
in de urine, verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen
veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen)
▪
opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): huid- en lipkanker
(niet-melanome huidkanker),
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van
hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog [choroïdale
effusie] of acuut geslotenkamerhoekglaucoom).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
139
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
▪
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide. Elke filmomhulde
tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg bevat 150 mg irbesartan en
12,5 mg hydrochloorthiazide.
▪
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3000, rood en geel ijzeroxiden, cera carnauba. Zie ook rubriek 2
“Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose”.
Hoe ziet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten zijn perzikkleurig,
biconvex en ovaalvormig met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2875 ingegraveerd
aan de andere zijde.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in
verpakkingen met 14, 28, 30, 56, 84, 90 of 98 stuks in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering
Geschikte (EAG) verpakking van 56 x 1 tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric, km. 63.09)
Riells i Viabrea, 17404 Girona
Spanje
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
140
België/Belgique/Belgien
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
PV-Belgium@zentiva.com
България
Zentiva, k.s.
Тел: + 359 244 17 136
PV-Bulgaria@zentiva.com
Česká republika
Zentiva, k.s.
Tel: +420 267 241 111
PV-Czech-Republic@zentiva.com
Danmark
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +45 787 68 400
PV-Denmark@zentiva.com
Deutschland
Zentiva Pharma GmbH
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
PV-Germany@zentiva.com
Eesti
Zentiva, k.s.
Tel: +372 52 70308
PV-Estonia@zentiva.com
Ελλάδα
Zentiva, k.s.
Τηλ: +30 211 198 7510
PV-Greece@zentiva.com
España
Zentiva, k.s.
Tel: +34 931 815 250
PV-Spain@zentiva.com
France
Zentiva France
Tél: +33 (0) 800 089 219
PV-France@zentiva.com
Hrvatska
Zentiva, d.o.o.
Tel: +385 1 6641 830
PV-Croatia@zentiva.com
Ireland
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
PV-Ireland@zentiva.com
Lietuva
Zentiva, k.s.
Tel: +370 52152025
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Luxembourg@zentiva.com
Magyarország
Zentiva Pharma Kft.
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Hungary@zentiva.com
Malta
Zentiva, k.s.
Tel: +356 2778 0890
PV-Malta@zentiva.com
Nederland
Zentiva, k.s.
Tel: +31 202 253 638
PV-Netherlands@zentiva.com
Norge
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +47 219 66 203
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Tel: +43 720 778 877
PV-Austria@zentiva.com
Polska
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Poland@zentiva.com
Portugal
Zentiva Portugal, Lda
Tel: +351210601360
PV-Portugal@zentiva.com
România
ZENTIVA S.A.
Tel: +4 021.304.7597
PV-Romania@zentiva.com
Slovenija
Zentiva, k.s.
Tel: +386 360 00 408
PV-Slovenia@zentiva.com
141
Ísland
Zentiva Denmark ApS
Sími: +354 539 0650
PV-Iceland@zentiva.com
Italia
Zentiva Italia S.r.l.
Tel: +39-02-38598801
PV-Italy@zentiva.com
Κύπρος
Zentiva, k.s.
Τηλ: +357 240 30 144
PV-Cyprus@zentiva.com
Latvija
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
PV-Latvia@zentiva.com
Slovenská republika
Zentiva, a.s.
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Slovakia@zentiva.com
Suomi/Finland
Zentiva Denmark ApS
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva Denmark ApS
Tel: +46 840 838 822
PV-Sweden@zentiva.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
142
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan
en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als
angiotensine-II-receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en
zich bindt aan receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een
stijging van de bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bewerkstelligen samen
een grotere verlaging van de bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk
als behandeling met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende
bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
▪
U bent
allergisch
voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
▪
U bent
allergisch
voor hydrochloorthiazide of voor enig ander sulfonamidederivaat.
▪
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva te vermijden tijdens de beginfase van de zwangerschap – zie de rubriek zwangerschap).
▪
U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
▪
U produceert
moeilijk urine.
▪
Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
▪
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis
en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
143
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en adolescenten (onder de 18 jaar) te
worden gegeven.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van onderstaande
situaties op u van toepassing is:
▪
u lijdt aan
hevig braken of diarree
▪
u lijdt aan
nierproblemen
of bij een
niertransplantatie
▪
u lijdt aan
hartproblemen
▪
u lijdt aan
leverproblemen
▪
u lijdt aan
suikerziekte
▪
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
▪
u lijdt aan
lupus erythematodes
(ook bekend als lupus of SLE)
▪
u lijdt aan
primair aldosteronisme
(een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk)
▪
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o
een “ACE-remmer” (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o
aliskiren.
▪
als u
huidkanker
heeft gehad
of
als u tijdens de behandeling
een verdachte huidafwijking
krijgt.
Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva inneemt.
▪
als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap
en dient niet te worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige
nadelige effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
▪
een zoutarm dieet volgt
▪
symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken,
of een
abnormaal snelle hartslag
heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva)
▪
merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon
met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren).
▪
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
▪
last hebt van
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen
krijgt terwijl u
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van
vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in
uw oog (glaucoom) die binnen uren tot een week nadat u Irbesartan Hydrochlorothiazide
144
Zentiva hebt ingenomen, kunnen optreden. Indien niet behandeld kan dit permanent verlies van
het gezichtsvermogen veroorzaken. Als u eerder een allergie voor penicilline of een
sulfonamide had, loopt u mogelijk een groter risico om deze aandoeningen te ontwikkelen. U
moet stoppen met het nemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en onmiddellijk
contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar te worden
gegeven.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen
gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, kunnen de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen
die lithium bevatten dienen niet gelijktijdig met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt te
worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken “Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
▪
kaliumsupplementen
▪
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
▪
kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen (plastabletten)
▪
sommige laxeermiddelen
▪
middelen tegen jicht
▪
vitamine D supplementen op medisch voorschrift
▪
geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
▪
geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulines)
▪
carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van
alcohol en tijdens het gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen
bij het opstaan, in bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap,borstvoeding en vruchtbaarheid
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.. Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva voordat u zwanger wordt of
zodra u weet dat u zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in
plaats van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
145
afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoedig te gaan geven. Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een
andere behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een
pasgeboren of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk
kan echter af en toe duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met
uw arts voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u
bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol
natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering
De aanbevolen dosering is één tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva per dag. Gewoonlijk zal
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva worden voorgeschreven door uw arts als uw vorige
geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Wijze van inname
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is voor
oraal gebruik.
De tabletten dienen doorgeslikt te
worden met voldoende vocht (bijv. een glas water). U kunt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde
tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het innemen van dit medicijn
totdat uw arts u anders adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de behandeling
bereikt te worden.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar.
Als een kind enkele tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
146
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop
dan met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
▪
misselijkheid/braken
▪
abnormaal plassen
▪
vermoeidheid
▪
duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
▪
bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een aanwijzing
is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van stoffen die een
aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
Soms voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
▪
diarree
▪
lage bloeddruk
▪
zwakheid
▪
versnelde hartslag
▪
overmatig blozen
▪
zwelling
▪
seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
▪
bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: hoofdpijn, oorsuizen, hoesten,
smaakstoornissen, verstoring van de spijsvertering, pijn in uw gewrichten en spieren, abnormale
werking van de lever en verminderde werking van de nieren, verhoogde hoeveelheden kalium in uw
bloed en allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong
of de keel. Soms zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit)
gemeld.
Zoals voor alle combinaties van twee werkzame bestanddelen geldt, kunnen de bijwerkingen die in
verband gebracht zijn met de afzonderlijke bestanddelen, niet worden uitgesloten.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld
147
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid), daling van het
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Verlies van hongergevoel, irritatie van de maag, maagkrampen, problemen met de stoelgang
(obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt
door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met misselijkheid en braken, slaapstoornissen,
depressie, wazig zien, tekort aan witte bloedcellen hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts,
afname van bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode
bloedcellen (anemie) gekenmerkt door vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten,
duizeligheid en bleek eruit zien, nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van
vocht in de longen, verhoogde gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de
bloedvaten, een huidaandoening gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele
lichaam, cutane lupus erythematodes gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid,
allergische reacties, zwakte en spiersamentrekkingen, veranderd hartrimte, verlaagde bloeddruk na het
wijzigen van de lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker
in de urine, verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen
veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen)
▪
opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): huid- en lipkanker
(niet-melanome huidkanker),
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van
hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog [choroïdale
effusie] of acuut geslotenkamerhoekglaucoom).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
148
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
▪
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide. Elke filmomhulde
tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg bevat 300 mg irbesartan en
12,5 mg hydrochloorthiazide.
▪
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3000, rood en geel ijzeroxiden, cera carnauba. Zie ook rubriek 2
“Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose”.
Hoe ziet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten zijn perzikkleurig,
biconvex en ovaalvormig met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2876 ingegraveerd
aan de andere zijde.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in
verpakkingen met 14, 28, 30, 56, 84, 90 of 98 stuks in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering
Geschikte (EAG) verpakking van 56 x 1 tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric, km. 63.09)
Riells i Viabrea, 17404 Girona
Spanje
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
149
België/Belgique/Belgien
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
PV-Belgium@zentiva.com
България
Zentiva, k.s.
Тел: + 359 244 17 136
PV-Bulgaria@zentiva.com
Česká republika
Zentiva, k.s.
Tel: +420 267 241 111
PV-Czech-Republic@zentiva.com
Danmark
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +45 787 68 400
PV-Denmark@zentiva.com
Deutschland
Zentiva Pharma GmbH
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
PV-Germany@zentiva.com
Eesti
Zentiva, k.s.
Tel: +372 52 70308
PV-Estonia@zentiva.com
Ελλάδα
Zentiva, k.s.
Τηλ: +30 211 198 7510
PV-Greece@zentiva.com
España
Zentiva, k.s.
Tel: +34 931 815 250
PV-Spain@zentiva.com
France
Zentiva France
Tél: +33 (0) 800 089 219
PV-France@zentiva.com
Hrvatska
Zentiva, d.o.o.
Tel: +385 1 6641 830
PV-Croatia@zentiva.com
Ireland
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
PV-Ireland@zentiva.com
Lietuva
Zentiva, k.s.
Tel: +370 52152025
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Luxembourg@zentiva.com
Magyarország
Zentiva Pharma Kft.
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Hungary@zentiva.com
Malta
Zentiva, k.s.
Tel: +356 2778 0890
PV-Malta@zentiva.com
Nederland
Zentiva, k.s.
Tel: +31 202 253 638
PV-Netherlands@zentiva.com
Norge
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +47 219 66 203
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Tel: +43 720 778 877
PV-Austria@zentiva.com
Polska
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Poland@zentiva.com
Portugal
Zentiva Portugal, Lda
Tel: +351210601360
PV-Portugal@zentiva.com
România
ZENTIVA S.A.
Tel: +4 021.304.7597
PV-Romania@zentiva.com
Slovenija
Zentiva, k.s.
Tel: +386 360 00 408
PV-Slovenia@zentiva.com
150
Ísland
Zentiva Denmark ApS
Sími: +354 539 0650
PV-Iceland@zentiva.com
Italia
Zentiva Italia S.r.l.
Tel: +39-02-38598801
PV-Italy@zentiva.com
Κύπρος
Zentiva, k.s.
Τηλ: +357 240 30 144
PV-Cyprus@zentiva.com
Latvija
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
PV-Latvia@zentiva.com
Slovenská republika
Zentiva, a.s.
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Slovakia@zentiva.com
Suomi/Finland
Zentiva Denmark ApS
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva Denmark ApS
Tel: +46 840 838 822
PV-Sweden@zentiva.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
151
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan
en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als
angiotensine-II-receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en
zich bindt aan receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een
stijging van de bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bewerkstelligen samen
een grotere verlaging van de bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk
als behandeling met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende
bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
▪
U bent
allergisch
voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
▪
U bent
allergisch
voor hydrochloorthiazide of voor enig ander sulfonamidederivaat.
▪
U bent
langer dan 3 maanden zwanger.
(Het is ook beter om Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva te vermijden tijdens de beginfase van de zwangerschap – zie de rubriek zwangerschap).
▪
U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
▪
U produceert
moeilijk urine.
▪
Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
▪
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis
en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
152
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
▪
u lijdt aan
hevig braken of diarree
▪
u lijdt aan
nierproblemen
of bij een
niertransplantatie
▪
u lijdt aan
hartproblemen
▪
u lijdt aan
leverproblemen
▪
u lijdt aan
suikerziekte
▪
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel
(tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
▪
u lijdt aan
lupus erythematodes
(ook bekend als lupus of SLE)
▪
u lijdt aan
primair aldosteronisme
(een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk)
▪
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o
een “ACE-remmer” (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o
aliskiren.
▪
als u
huidkanker
heeft gehad
of
als u tijdens de behandeling
een verdachte huidafwijking
krijgt.
Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva inneemt.
▪
als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek “Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?”
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap
en dient niet te worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige
nadelige effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
▪
een zoutarm dieet volgt
▪
symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken,
of een
abnormaal snelle hartslag
heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva)
▪
merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon
met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren).
▪
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
▪
last hebt van
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen
krijgt terwijl u
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van
vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in
uw oog (glaucoom) die binnen uren tot een week nadat u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva hebt ingenomen, kunnen optreden. Indien niet behandeld kan dit permanent verlies van
het gezichtsvermogen veroorzaken. Als u eerder een allergie voor penicilline of een
sulfonamide had, loopt u mogelijk een groter risico om deze aandoeningen te ontwikkelen. U
153
moet stoppen met het nemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en onmiddellijk
contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar te worden
gegeven.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen
gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, kunnen de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen
die lithium bevatten dienen niet gelijktijdig met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt te
worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken “Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?” en “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
▪
kaliumsupplementen
▪
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
▪
kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen (plastabletten)
▪
sommige laxeermiddelen
▪
middelen tegen jicht
▪
vitamine D supplementen op medisch voorschrift
▪
geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
▪
geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulines)
▪
carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van
alcohol en tijdens het gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen
bij het opstaan, in bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.. Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva voordat u zwanger wordt of
zodra u weet dat u zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in
plaats van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
154
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoedig te gaan geven. Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een
andere behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een
pasgeboren of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk
kan echter af en toe duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met
uw arts voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose.
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u
bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
bevat natrium
.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol
natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering
De aanbevolen dosering is één tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva per dag. Gewoonlijk zal
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva worden voorgeschreven door uw arts als uw vorige
geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Wijze van inname
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is voor
oraal gebruik.
De tabletten dienen doorgeslikt te
worden met voldoende vocht (bijv. een glas water). U kunt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde
tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het innemen van dit medicijn
totdat uw arts u anders adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de behandeling
bereikt te worden.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar.
Als een kind enkele tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
155
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid,
stop
dan met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
misselijkheid/braken
abnormaal plassen
vermoeidheid
duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een aanwijzing
is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van stoffen die een
aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
▪
▪
▪
▪
▪
Soms voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
▪
diarree
▪
lage bloeddruk
▪
zwakheid
▪
versnelde hartslag
▪
overmatig blozen
▪
zwelling
▪
seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
▪
bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt,
raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: hoofdpijn, oorsuizen, hoesten,
smaakstoornissen, verstoring van de spijsvertering, pijn in uw gewrichten en spieren, abnormale
werking van de lever en verminderde werking van de nieren, verhoogde hoeveelheden kalium in uw
bloed en allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong
of de keel. Soms zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit)
gemeld.
Zoals voor alle combinaties van twee werkzame bestanddelen geldt, kunnen de bijwerkingen die in
verband gebracht zijn met de afzonderlijke bestanddelen, niet worden uitgesloten.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie – klachten zijn bijvoorbeeld
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid), daling van het
156
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Verlies van hongergevoel, irritatie van de maag, maagkrampen, problemen met de stoelgang
(obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt
door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met misselijkheid en braken, slaapstoornissen,
depressie, wazig zien, tekort aan witte bloedcellen hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts,
afname van bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode
bloedcellen (anemie) gekenmerkt door vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten,
duizeligheid en bleek eruit zien, nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van
vocht in de longen, verhoogde gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de
bloedvaten, een huidaandoening gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele
lichaam, cutane lupus erythematodes gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid,
allergische reacties, zwakte en spiersamentrekkingen, veranderd hartrimte, verlaagde bloeddruk na het
wijzigen van de lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker
in de urine, verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen
veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen
(kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen)
▪
opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): huid- en lipkanker
(niet-melanome huidkanker),
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van
hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog [choroïdale
effusie] of acuut geslotenkamerhoekglaucoom).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
157
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
▪
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide. Elke filmomhulde
tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg bevat 300 mg irbesartan en 25 mg
hydrochloorthiazide.
▪
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3350, rood, geel en zwart ijzeroxide, voorverstijfseld zetmeel, cera
carnauba. Zie ook rubriek 2 “Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose”.
Hoe ziet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten zijn roze, biconvex en
ovaalvormig met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2788 ingegraveerd aan de andere
zijde.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in
verpakkingen met 14, 28, 30, 56, 84, 90 of 98 stuks in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering
Geschikte (EAG) verpakking van 56 x 1 tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
België/Belgique/Belgien
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
PV-Belgium@zentiva.com
Lietuva
Zentiva, k.s.
Tel: +370 52152025
PV-Lithuania@zentiva.com
158
България
Zentiva, k.s.
Тел: + 359 244 17 136
PV-Bulgaria@zentiva.com
Česká republika
Zentiva, k.s.
Tel: +420 267 241 111
PV-Czech-Republic@zentiva.com
Danmark
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +45 787 68 400
PV-Denmark@zentiva.com
Deutschland
Zentiva Pharma GmbH
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
PV-Germany@zentiva.com
Eesti
Zentiva, k.s.
Tel: +372 52 70308
PV-Estonia@zentiva.com
Ελλάδα
Zentiva, k.s.
Τηλ: +30 211 198 7510
PV-Greece@zentiva.com
España
Zentiva, k.s.
Tel: +34 931 815 250
PV-Spain@zentiva.com
France
Zentiva France
Tél: +33 (0) 800 089 219
PV-France@zentiva.com
Hrvatska
Zentiva, d.o.o.
Tel: +385 1 6641 830
PV-Croatia@zentiva.com
Ireland
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
PV-Ireland@zentiva.com
Ísland
Zentiva Denmark ApS
Sími: +354 539 0650
PV-Iceland@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Luxembourg@zentiva.com
Magyarország
Zentiva Pharma Kft.
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Hungary@zentiva.com
Malta
Zentiva, k.s.
Tel: +356 2778 0890
PV-Malta@zentiva.com
Nederland
Zentiva, k.s.
Tel: +31 202 253 638
PV-Netherlands@zentiva.com
Norge
Zentiva Denmark ApS
Tlf: +47 219 66 203
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Tel: +43 720 778 877
PV-Austria@zentiva.com
Polska
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Poland@zentiva.com
Portugal
Zentiva Portugal, Lda
Tel: +351210601360
PV-Portugal@zentiva.com
România
ZENTIVA S.A.
Tel: +4 021.304.7597
PV-Romania@zentiva.com
Slovenija
Zentiva, k.s.
Tel: +386 360 00 408
PV-Slovenia@zentiva.com
Slovenská republika
Zentiva, a.s.
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Slovakia@zentiva.com
159
Italia
Zentiva Italia S.r.l.
Tel: +39-02-38598801
PV-Italy@zentiva.com
Κύπρος
Zentiva, k.s.
Τηλ: +357 240 30 144
PV-Cyprus@zentiva.com
Latvija
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
PV-Latvia@zentiva.com
Suomi/Finland
Zentiva Denmark ApS
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva Denmark ApS
Tel: +46 840 838 822
PV-Sweden@zentiva.com
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
160
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Hulpstof met bekend effect:
Elke tablet bevat 26,65 mg lactose (als lactosemonohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tabletten.
Perzikkleurig, biconvex, ovaal, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de andere kant het
nummer 2775.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan éénmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van de monotherapie op de vaste combinaties worden
overwogen:
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij
wie de bloeddruk niet adequaat behandeld kan worden met hydrochloorthiazide of irbesartan
150 mg alleen;
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met irbesartan 300 mg of met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150/12,5 mg.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide éénmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met een ander antihypertensivum
gecombineerd worden (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet
aanbevolen bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze
patiënten wordt de voorkeur gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Verminderde leverfunctie
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde
leverfunctie. Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een
verminderde leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de
dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden
aangepast.
Pediatrische patiënten
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen
gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1vermelde hulpstoffen
of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een sulfonamidederivaat).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min).
Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie.
Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase.
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met aliskiren-bevattende
geneesmiddelen is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie
(GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie rubriek 4.5 en 5.1).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Hypotensie Patiënten met volumedepletie
: bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren
voor hypotensie is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva zelden in verband gebracht met
symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting optreden bij patiënten
die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling met diuretica,
diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden gecorrigeerd voordat
met de behandeling van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva begonnen wordt.
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie
: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een
stenose in de arterie naar slechts één werkende nier, lopen een groter risico op ernstige hypotensie en
nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten. Hoewel dit voor Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet beschreven is,
dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie
: als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke controle van de
serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegels aanbevolen. Er is geen ervaring met de
toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten die recent een niertransplantatie
hebben ondergaan. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gebruikt door
patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3).
Aan thiazidediuretica gerelateerde azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is
geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
30 ml/min bedraagt. Echter, bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie
(creatinineklaring 30 ml/min maar < 60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te
worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek
4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie
: thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de
vloeistof- en elektrolytbalans een hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie
: zoals bij andere
vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme
: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten
: thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent
aanwezige diabetes mellitus kan manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica.
Irbesartan kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met
insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een dosis-
aanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (see rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, zijn er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
jicht acuut worden.
Elektrolytverstoringen
: zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een
periodieke bepaling van de serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig
nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle
van het serumkalium aanbevolen. Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-
bevattende zoutvervangingsmiddelen dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium
: de combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest
: de hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat
geven in een anti-doping- test.
Algemeen
: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of asthma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde delen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom:
sulfonamidegeneesmiddelen of sulfonamidederivaatgeneesmiddelen kunnen een anidiosyncratische
reactie veroorzaken, wat leidt tot choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en
acuut geslotenkamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver
alleen geïsoleerde gevallen van acuut geslotenkamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intraoculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie
zijn (zie rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder `acute respiratory
distress'-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt zich
doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva te worden gestaakt
en een passende behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend
aan patiënten bij wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Hulpstoffen
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of
glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva
: de antihypertensieve werking van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva. Irbesartan en
hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig
gecombineerd met andere antihypertensiva waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een
voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van
hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de behandeling met irbesartan, met of zonder
thiazidediureticum, begonnen wordt, tenzij de volumedepletie eerst gecorrigeerd wordt (zie
rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine II- receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Lithium
: reversibele toenames van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Bovendien wordt de renale klaring van lithium verminderd door
thiazidediuretica waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
zou kunnen toenemen. De combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen
de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden
: het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide
wordt verminderd door het kaliumsparend effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op
het serumkalium zou naar verwachting echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in
verband gebracht zijn met kaliumverlies en hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia,
amfotericine, carbenoxolon, penicilline G (natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring
met het gebruik van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het
gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparinenatrium), tot verhogingen van het serumkalium leiden. Bij risicopatiënten wordt
adequate monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium
: periodieke controle van
het serumkalium wordt aanbevolen als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2-
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de Cmax en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan
: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide
: bij gelijktijdige toediening kunnen
de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
Alcohol: potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulines): het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen: de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient tenminste een uur voor
of vier uur na gebruik van deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH: elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden: de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen: de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine): het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine): hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen: omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten: thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering overeenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine: gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties: het hyperglycemisch effect van bèta-blokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA's)
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentrale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen,
behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd
in het eerste trimester van de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld
te worden naar een geschikte alternatieve behandeling.
Borstvoeding
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA's)
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding hebben alternatieve behandelingen met een beter
vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan
pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Hydrochloorthiazide
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toch gebruikt wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering
zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva een invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen. Bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te
houden dat er soms duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van
hypertensie.
4.8 Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden
( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Tabel 1: Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken:
Vaak:
verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
Tabel 1: Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Soms:
verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen:
Soms:
syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak:
duizeligheid
Soms:
orthostatische duizeligheid
Niet bekend:
hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en
Niet bekend:
tinnitus
ooraandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Niet bekend:
hoesten
en mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen: Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree
Niet bekend:
dyspepsie, dysgeusia
Nier- en
Vaak:
abnormaal plassen
urinewegaandoeningen:
Niet bekend:
verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde gevallen
van nierfalen bij risicopatiënten (zie rubriek 4.4)
Bot-, skeletspierstelsel- en
Soms:
gezwollen ledematen
bindweefselaandoeningen:
Niet bekend:
artralgie, myalgie
Voedings- en
Niet bekend:
hyperkaliëmie
stofwisselingsstoornissen
Bloedvataandoeningen:
Soms:
blozen
Algemene aandoeningen en
Vaak:
vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend:
zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties zoals
angio-oedeem, rash, urticaria
Lever- en galaandoeningen:
Soms:
geelzucht
Niet bekend:
hepatitis, abnormale leverfunctie
Voortplantingsstelsel- en
Soms:
seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
borstaandoeningen:
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen
: als toevoeging tot de bovengenoemde
bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere bijwerkingen optreden die eerder voor een
van individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail de gerapporteerde
bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Tabel 2: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan alleen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend:
anemie, trombocytopenie
aandoeningen
Algemene aandoeningen en
Soms:
pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend:
anafylactische reactie inclusief anafylactische
shock
Voedings- en
Niet bekend:
hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide alleen.
Onderzoeken:
Niet bekend:
elektrolytverstoringen (waaronder
hypokaliëmie en hyponatriëmie, zie
rubriek 4.4), hyperurikemie, glucosurie,
hyperglykemie, toenames in cholesterol en
triglyceriden
Hartaandoeningen:
Niet bekend:
hartritmestoornissen
Bloed- en
Niet bekend:
aplastische anemie, beenmergremming,
lymfestelselaandoeningen:
neutropenie/agranulocytose, hemolytische
anemie, leukopenie, trombocytopenie
Tabel 3: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide alleen.
Zenuwstelselaandoeningen:
Niet bekend:
vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
Oogaandoeningen:
Niet bekend:
tijdelijk wazig zien, xanthopsia, acute myopie
en secundair acuut
geslotenkamerhoekglaucoom, choroïdale
effusie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zeer zelden:
`acute respiratory distress'-syndroom (ARDS)
en mediastinumaandoeningen:
(zie rubriek 4.4)
Niet bekend:
respiratoire problemen (waaronder pneumonie
en pulmonaal oedeem)
Maagdarmstelselaandoeningen: Niet bekend:
pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie,
maagirritatie, sialoadenitis, verlies van eetlust
Nier- en
Niet bekend:
interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
urinewegaandoeningen:
Huid- en
Niet bekend:
anafylactische reacties, toxische epidermale
onderhuidaandoeningen:
necrolyse, necrotiserende angiitis (vasculitis,
cutane vasculitis), lupus erythematodes-achtige
huidverschijnselen, heractivering van cutane
lupus erythematodes,
lichtgevoeligheidsreacties, rash, urticaria
Bot-, skeletspierstelsel- en
Niet bekend:
zwakheid, spierspasmen
bindweefselaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Niet bekend:
orthostatische hypotensie
Algemene aandoeningen en
Niet bekend:
koorts
toedieningsplaatsstoornissen:
Lever- en galaandoeningen:
Niet bekend:
geelzucht (intrahepatische cholestatische
geelzucht)
Psychische stoornissen:
Niet bekend:
depressie, slaapstoornissen
Neoplasmata, benigne, maligne Niet bekend:
niet-melanome huidkanker
en niet-gespecifieerd (inclusief
(basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom)
cysten en poliepen):
Niet-melanome huidkanker: op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling
dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd
die verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
gebruik van digitalisglycosiden of bepaalde antiaritmica doen verergeren.
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-receptorblokkers (ARB's), combinaties, ATC-code,
C09DA04
Werkingsmechanisme
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist,
irbesartan, en een thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen
heeft een additief antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke
component afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT1-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het
ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies veroorzaakt door
deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur, is na ongeveer
4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan éénmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mm Hg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mm Hg.
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mm Hg).
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde éénmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van
12,9/6,9 mm Hg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf
éénmaal daagse toediening van de combinatie van 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide
een consistente bloeddrukdaling gedurende 24 uur, met gemiddelde 24-uurs, voor placebo-
gecorrigeerde, systolische/diastolische verlagingen van 15,8/10,0 mm Hg. Tijdens ambulatoire
bloedrukmeting waren de dal-tot-piek effecten van irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg
100%. Bij meting met een manchet tijdens het bezoek waren de dal-tot-piek effecten voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg 68% en voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/12,5 mg 76%. Deze 24 uurseffecten werden gezien zonder
excessieve bloeddrukdalingen tijdens de piek-periode en zijn consistent met een veilige en effectieve
bloeddrukverlaging gedurende het eenmaal daagse doseringsinterval.
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mm Hg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva, werd
`re-bound'-hypertensie niet gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van irbesartan/hydrochloorthiazide wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht.
Zoals ook het geval is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-anginotensine systeem
hebben negroïde hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan.
Bij gelijktijdige toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per
dag) benadert het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De effectiviteit en veiligheid van irbesartan/hydrochloorthiazide als initiële therapie voor ernstige
hypertensie (gedefiniëerd als SeDBP 110 mmHg) is geëvalueerd in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbel-blind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697 patiënten
werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% 65 jaar oud waren en slechts 2% 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en
21,1/19,3 mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8 weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23-1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is de absolute
orale biologische beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%.
Voedsel had geen invloed op de biologische beschikbaarheid van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Na orale toediening treden de maximale plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op
en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume van irbesartan is 53-93 liter. De plasma-eiwitbinding van
hydrochloorthiazide bedraagt 68% en het schijnbaar verdelingsvolume is 0,83-1,14 l/kg.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde éénmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en Cmax -waarden van irbesartan waren in oudere personen ( 65 jaar)
iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk
gewijzigd. Oudere patiënten behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd
van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van 14C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken in vitro tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na intraveneuze toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
gezien met elk van de afzonderlijke geneesmiddelen en/of waren secundair aan de
bloeddrukverlagingen (er werden geen significante toxicologische interacties waargenomen):
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze lesies werden niet
gezien bij makaken;
verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had een andere angiotensine-2-
antagonist tijdens monotherapie wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
( 250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoeken met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte,
hydro-ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij
konijnen werd abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke
toxiciteit, waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en
konijnen.
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulose-natrium
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Colloïdaal siliciumdioxide
Voorverstijfseld maïszetmeel
Rood en geel ijzeroxide (E172)
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Doosjes met 14 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 28 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 98 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 x 1 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsdosis
blisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/001-005
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 27 februari 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Hulpstof met bekend effect:
Elke tablet bevat 65,8 mg lactose (als lactosemonohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tabletten.
Perzikkleurig, biconvex, ovaal, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de andere kant het
nummer 2776.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan éénmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van de monotherapie op de vaste combinaties worden
overwogen:
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij
wie de bloeddruk niet adequaat behandeld kan worden met hydrochloorthiazide of irbesartan
150 mg alleen;
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met irbesartan 300 mg of met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150/12,5 mg.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide éénmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met een ander antihypertensivum
gecombineerd worden (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet
aanbevolen bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze
patiënten wordt de voorkeur gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Verminderde leverfunctie
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde
leverfunctie. Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een
verminderde leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de
dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden
aangepast.
Pediatrische patiënten
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen
gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1vermelde hulpstoffen
of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een sulfonamidederivaat).
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6).
Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min).
Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie.
Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase.
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met aliskiren-bevattende
geneesmiddelen is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie
(GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie rubriek 4.5 en 5.1).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Hypotensie Patiënten met volumedepletie
: bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren
voor hypotensie is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva zelden in verband gebracht met
symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting optreden bij patiënten
die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling met diuretica,
diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden gecorrigeerd voordat
met de behandeling van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva begonnen wordt.
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie
: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een
stenose in de arterie naar slechts één werkende nier, lopen een groter risico op ernstige hypotensie en
nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten. Hoewel dit voor Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet beschreven is,
dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie
: als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke controle van de
serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegels aanbevolen. Er is geen ervaring met de
toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten die recent een niertransplantatie
hebben ondergaan. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gebruikt door
patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3).
Aan thiazidediuretica gerelateerde azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is
geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
30 ml/min bedraagt. Echter, bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie
(creatinineklaring 30 ml/min maar < 60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te
worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek
4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie
: thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de
vloeistof- en elektrolytbalans een hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie
: zoals bij andere
vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme
: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten
: thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent
aanwezige diabetes mellitus kan manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica.
Irbesartan kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met
insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een
dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (zie rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, zijn er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
jicht acuut worden.
Elektrolytverstoringen
: zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een
periodieke bepaling van de serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig
nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle
van het serumkalium aanbevolen. Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-
bevattende zoutvervangingsmiddelen dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium
: de combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest
: de hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat
geven in een anti-doping- test.
Algemeen
: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of asthma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde delen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom:
sulfonamidegeneesmiddelen of sulfonamidederivaatgeneesmiddelen kunnen een anidiosyncratische
reactie veroorzaken, wat leidt tot choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en
acuut geslotenkamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver
alleen geïsoleerde gevallen van acuut geslotenkamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intraoculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie
zijn (zie rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder `acute respiratory
distress'-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt zich
doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva te worden gestaakt
en een passende behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend
aan patiënten bij wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Hulpstoffen
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of
glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva
: de antihypertensieve werking van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva. Irbesartan en
hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig
gecombineerd met andere antihypertensiva waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een
voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van
hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de behandeling met irbesartan, met of zonder
thiazidediureticum, begonnen wordt, tenzij de volumedepletie eerst gecorrigeerd wordt (zie
rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine II- receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Lithium
: reversibele toenames van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Bovendien wordt de renale klaring van lithium verminderd door
thiazidediuretica waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
zou kunnen toenemen. De combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen
de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden
: het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide
wordt verminderd door het kaliumsparend effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op
het serumkalium zou naar verwachting echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in
verband gebracht zijn met kaliumverlies en hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia,
amfotericine, carbenoxolon, penicilline G (natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring
met het gebruik van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het
gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparinenatrium), tot verhogingen van het serumkalium leiden. Bij risicopatiënten wordt
adequate monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium
: periodieke controle van
het serumkalium wordt aanbevolen als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's): wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2-
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten
en NSAID's leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk
acuut nierfalen, en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte
nierfunctie. De combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven.
Patiënten dienen adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden
overwogen na aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de Cmax en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan
: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide
: bij gelijktijdige toediening kunnen
de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
Alcohol: potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulines): het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen: de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient tenminste een uur voor
of vier uur na gebruik van deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH: elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden: de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen: de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine): het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine): hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen: omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten: thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering overeenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine: gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties: het hyperglycemisch effect van bèta-blokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA's)
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentrale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen,
behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd
in het eerste trimester van de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld
te worden naar een geschikte alternatieve behandeling.
Borstvoeding
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA's)
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding hebben alternatieve behandelingen met een beter
vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan
pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Hydrochloorthiazide
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toch gebruikt wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering
zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva een invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen. Bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te
houden dat er soms duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van
hypertensie.
4.8 Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie:
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden
( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Tabel 1: Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken:
Vaak:
verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
Tabel 1: Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Soms:
verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen:
Soms:
syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak:
duizeligheid
Soms:
orthostatische duizeligheid
Niet bekend: hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en
Niet bekend: tinnitus
ooraandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Niet bekend: hoesten
en mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen: Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree
Niet bekend: dyspepsie, dysgeusia
Nier- en
Vaak:
abnormaal plassen
urinewegaandoeningen:
Niet bekend: verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde
gevallen van nierfalen bij risicopatiënten (zie rubriek
4.4)
Bot-, skeletspierstelsel- en
Soms:
gezwollen ledematen
bindweefselaandoeningen:
Niet bekend: artralgie, myalgie
Voedings- en
Niet bekend: hyperkaliëmie
stofwisselingsstoornissen:
Bloedvataandoeningen:
Soms:
blozen
Algemene aandoeningen en
Vaak:
vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties
zoals angio-oedeem, rash, urticaria
Lever- en galaandoeningen:
Soms:
geelzucht
Niet bekend: hepatitis, abnormale leverfunctie
Voortplantingsstelsel- en
Soms:
seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
borstaandoeningen:
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen
: als toevoeging tot de bovengenoemde
bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere bijwerkingen optreden die eerder voor een
van individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail de gerapporteerde
bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Tabel 2: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan alleen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend: anemie, trombocytopenie
Aandoeningen:
Algemene aandoeningen en
Soms:
pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: anafylactische reactie inclusief anafylactische
shock
Voedings- en
Niet bekend: hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide alleen.
Onderzoeken:
Niet bekend:
elektrolytverstoringen (waaronder
hypokaliëmie en hyponatriëmie, zie
rubriek 4.4), hyperurikemie, glucosurie,
hyperglykemie, toenames in cholesterol en
triglyceriden
Hartaandoeningen:
Niet bekend:
hartritmestoornissen
Tabel 3: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide alleen.
Bloed- en
Niet bekend:
aplastische anemie, beenmergremming,
lymfestelselaandoeningen:
neutropenie/agranulocytose, hemolytische
anemie, leukopenie, trombocytopenie
Zenuwstelselaandoeningen:
Niet bekend:
vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
Oogaandoeningen:
Niet bekend:
tijdelijk wazig zien, xanthopsia, acute myopie
en secundair acuut
geslotenkamerhoekglaucoom, choroïdale
effusie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zeer zelden:
`acute respiratory distress'-syndroom (ARDS)
en mediastinumaandoeningen:
(zie rubriek 4.4)
Niet bekend:
respiratoire problemen (waaronder pneumonie
en pulmonaal oedeem)
Maagdarmstelselaandoeningen: Niet bekend:
pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie,
maagirritatie, sialoadenitis, verlies van eetlust
Nier- en
Niet bekend:
interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
urinewegaandoeningen:
Huid- en
Niet bekend:
anafylactische reacties, toxische epidermale
onderhuidaandoeningen:
necrolyse, necrotiserende angiitis (vasculitis,
cutane vasculitis), lupus erythematodes-achtige
huidverschijnselen, heractivering van cutane
lupus erythematodes,
lichtgevoeligheidsreacties, rash, urticaria
Bot-, skeletspierstelsel- en
Niet bekend:
zwakheid, spierspasmen
bindweefselaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Niet bekend:
orthostatische hypotensie
Algemene aandoeningen en
Niet bekend:
koorts
toedieningsplaatsstoornissen:
Lever- en galaandoeningen:
Niet bekend:
geelzucht (intrahepatische cholestatische
geelzucht)
Psychische stoornissen:
Niet bekend:
depressie, slaapstoornissen
Neoplasmata, benigne, maligne Niet bekend:
niet-melanome huidkanker
en niet-gespecifieerd (inclusief
(basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom)
cysten en poliepen):
Niet-melanome huidkanker: op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling
dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd
die verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
gebruik van digitalisglycosiden of bepaalde antiaritmica doen verergeren.
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-receptorblokkers (ARB's), combinaties, ATC-code,
C09DA04
Werkingsmechanisme
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist,
irbesartan, en een thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen
heeft een additief antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke
component afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT1-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het
ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies veroorzaakt door
deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur, is na ongeveer
4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan éénmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mm Hg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mm Hg.
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mm Hg).
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde éénmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van
12,9/6,9 mm Hg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf
éénmaal daagse toediening van de combinatie van 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide
een consistente bloeddrukdaling gedurende 24 uur, met gemiddelde 24-uurs, voor placebo-
gecorrigeerde, systolische/diastolische verlagingen van 15,8/10,0 mm Hg. Tijdens ambulatoire
bloedrukmeting waren de dal-tot-piek effecten van irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg
100%. Bij meting met een manchet tijdens het bezoek waren de dal-tot-piek effecten voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg 68% en voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/12,5 mg 76%. Deze 24 uurseffecten werden gezien zonder
excessieve bloeddrukdalingen tijdens de piek-periode en zijn consistent met een veilige en effectieve
bloeddrukverlaging gedurende het eenmaal daagse doseringsinterval.
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mm Hg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva, werd
`re-bound'-hypertensie niet gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van irbesartan/hydrochloorthiazide wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht.
Zoals ook het geval is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-anginotensine systeem
hebben negroïde hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan.
Bij gelijktijdige toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per
dag) benadert het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De effectiviteit en veiligheid van irbesartan/hydrochloorthiazide als initiële therapie voor ernstige
hypertensie (gedefiniëerd als SeDBP 110 mmHg) is geëvalueerd in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbel-blind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697 patiënten
werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% 65 jaar oud waren en slechts 2% 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en
21,1/19,3 mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8 weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23-1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is de absolute
orale biologische beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%.
Voedsel had geen invloed op de biologische beschikbaarheid van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Na orale toediening treden de maximale plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op
en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume van irbesartan is 53-93 liter. De plasma-eiwitbinding van
hydrochloorthiazide bedraagt 68% en het schijnbaar verdelingsvolume is 0,83-1,14 l/kg.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde éénmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en Cmax -waarden van irbesartan waren in oudere personen ( 65 jaar)
iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk
gewijzigd. Oudere patiënten behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd
van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van 14C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken in vitro tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect. Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren
uitgescheiden.
Eliminatie
Zowel na orale als na intraveneuze toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
gezien met elk van de afzonderlijke geneesmiddelen en/of waren secundair aan de
bloeddrukverlagingen (er werden geen significante toxicologische interacties waargenomen):
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze lesies werden niet
gezien bij makaken;
verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had een andere angiotensine-2-
antagonist tijdens monotherapie wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
( 250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoeken met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte,
hydro-ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij
konijnen werd abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke
toxiciteit, waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en
konijnen.
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulose-natrium
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Colloïdaal siliciumdioxide
Voorverstijfseld maïszetmeel
Rood en geel ijzeroxide (E172)
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Doosjes met 14 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 28 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 98 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 x 1 tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsdosis
blisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/006-010
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 27 februari 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Hulpstof met bekend effect:
Elke tablet bevat 38,5 mg lactose (als lactosemonohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tabletten.
Perzikkleurig, biconvex, ovaal, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de andere kant het
nummer 2875.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan éénmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van de monotherapie op de vaste combinaties worden
overwogen:
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij
wie de bloeddruk niet adequaat behandeld kan worden met hydrochloorthiazide of irbesartan
150 mg alleen;
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met irbesartan 300 mg of met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide éénmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met een ander antihypertensivum
gecombineerd worden (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet
aanbevolen bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze
patiënten wordt de voorkeur gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Verminderde leverfunctie
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde
leverfunctie. Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een
verminderde leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de
dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden
aangepast.
Pediatrische patiënten
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten. De veiligheid
en werkzaamheid bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens
beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een sulfonamidederivaat)
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6)
Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min)
Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie
Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met aliskiren-bevattende
geneesmiddelen is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie
(GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie rubriek 4.5 en 5.1).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Hypotensie - Patiënten met volumedepletie
: bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren
voor hypotensie is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva zelden in verband gebracht met
symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting optreden bij patiënten
die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling met diuretica,
diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden gecorrigeerd voordat
met de behandeling van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva begonnen wordt.
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie
: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een
stenose in de arterie naar slechts één werkende nier, lopen een groter risico op ernstige hypotensie en
nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten. Hoewel dit voor Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet beschreven is,
dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie
: als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke controle van de
serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegels aanbevolen. Er is geen ervaring met de
toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten die recent een niertransplantatie
hebben ondergaan. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gebruikt door
patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3).
Aan thiazidediuretica gerelateerde azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is
geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
30 ml/min bedraagt. Echter, bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie
(creatinineklaring 30 ml/min maar < 60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te
worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek
4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie
: thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de
vloeistof- en elektrolytbalans een hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie
: zoals bij andere
vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme
: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten
: thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent
aanwezige diabetes mellitus kan manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica.
Irbesartan kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met
insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een
dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (zie rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, zijn er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
jicht acuut worden.
Elektrolytverstoringen
: zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een
periodieke bepaling van de serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig
nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle
van het serumkalium aanbevolen. Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-
bevattende zoutvervangingsmiddelen dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium
: de combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest
: de hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat
geven in een anti-doping- test.
Algemeen
: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of asthma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde delen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom:
sulfonamidegeneesmiddelen of sulfonamidederivaatgeneesmiddelen kunnen een anidiosyncratische
reactie veroorzaken, wat leidt tot choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en
acuut geslotenkamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver
alleen geïsoleerde gevallen van acuut geslotenkamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intraoculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie
zijn (zie rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder `acute respiratory
distress'-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt zich
doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva te worden gestaakt
en een passende behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend
aan patiënten bij wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Hulpstoffen
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of
glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva
: de antihypertensieve werking van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva. Irbesartan en
hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig
gecombineerd met andere antihypertensiva waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een
voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van
hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de behandeling met irbesartan, met of zonder
thiazidediureticum, begonnen wordt, tenzij de volumedepletie eerst gecorrigeerd wordt (zie
rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine II- receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Lithium
: reversibele toenames van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Bovendien wordt de renale klaring van lithium verminderd door
thiazidediuretica waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
zou kunnen toenemen. De combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentivawordt
daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen
de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden
: het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide
wordt verminderd door het kaliumsparend effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op
het serumkalium zou naar verwachting echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in
verband gebracht zijn met kaliumverlies en hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia,
amfotericine, carbenoxolon, penicilline G (natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring
met het gebruik van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het
gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen, of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparinenatrium) tot verhogingen van het serumkalium leiden. Bij risicopatiënten wordt adequate
monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium
: periodieke controle van
het serumkalium wordt aanbevolen als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's)
: wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2-
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de Cmax en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan
: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide
: bij gelijktijdige toediening kunnen
de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
Alcohol: potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulines): het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen: de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient tenminste een uur voor
of vier uur na gebruik van deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH: elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden: de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen: de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine): het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine): hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen: omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten: thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering overeenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine: gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties: het hyperglycemisch effect van bèta-blokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA's)
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen,
behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd
in het eerste trimester van de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld
te worden naar een geschikte alternatieve behandeling.
Borstvoeding
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA's)
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding hebben alternatieve behandelingen met een beter
vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan
pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Hydrochloorthiazide
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toch gebruikt wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering
zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva een invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen. Bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te
houden dat er soms duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van
hypertensie.
4.8 Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden
( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Tabel 1: Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken:
Vaak:
verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
Tabel 1: Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Soms:
verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen:
Soms:
syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak:
duizeligheid
Soms:
orthostatische duizeligheid
Niet bekend: hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en
Niet bekend: tinnitus
ooraandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Niet bekend: hoesten
en mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen: Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree
Niet bekend: dyspepsie, dysgeusia
Nier- en
Vaak:
abnormaal plassen
urinewegaandoeningen:
Niet bekend: verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde gevallen
van nierfalen bij risicopatiënten (zie rubriek 4.4)
Bot-, skeletspierstelsel- en
Soms:
gezwollen ledematen
bindweefselaandoeningen:
Niet bekend: artralgie, myalgie
Voedings- en
Niet bekend: hyperkaliëmie
stofwisselingsstoornissen:
Bloedvataandoeningen:
Soms:
blozen
Algemene aandoeningen en
Vaak:
vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties zoals
angio-oedeem, rash, urticaria
Lever- en galaandoeningen:
Soms:
geelzucht
Niet bekend: hepatitis, abnormale leverfunctie
Voortplantingsstelsel- en
Soms:
seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
borstaandoeningen:
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen
: als toevoeging tot de bovengenoemde
bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere bijwerkingen optreden die eerder voor een
van de individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail de gerapporteerde
bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Tabel 2: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan alleen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend: anemie, trombocytopenie
aandoeningen:
Algemene aandoeningen en
Soms:
pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: anafylactische reactie inclusief anafylactische shock
Voedings- en
Niet bekend: hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide alleen.
Onderzoeken:
Niet bekend: elektrolytverstoringen (waaronder hypokaliëmie en
hyponatriëmie, zie rubriek 4.4), hyperurikemie,
glucosurie, hyperglykemie, toenames in cholesterol en
triglyceriden
Hartaandoeningen:
Niet bekend: hartritmestoornissen
Bloed- en
Niet bekend: aplastische anemie, beenmergremming,
lymfestelselaandoeningen:
neutropenie/agranulocytose, hemolytische anemie,
leukopenie, trombocytopenie
Zenuwstelselaandoeningen:
Niet bekend: vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
Tabel 3: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide alleen.
Oogaandoeningen:
Niet bekend: tijdelijk wazig zien, xanthopsia, acute myopie en
secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom,
choroïdale effusie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zeer zelden:
`acute respiratory distress'-syndroom (ARDS) (zie
en mediastinumaandoeningen:
rubriek 4.4)
Niet bekend: respiratoire problemen (waaronder pneumonie en
pulmonaal oedeem)
Maagdarmstelselaandoeningen: Niet bekend: pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie, maagirritatie,
sialoadenitis, verlies van eetlust
Nier- en
Niet bekend: interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
urinewegaandoeningen:
Huid- en
Niet bekend: anafylactische reacties, toxische epidermale necrolyse,
onderhuidaandoeningen:
necrotiserende angiitis (vasculitis, cutane vasculitis),
lupus erythematodes-achtige huidverschijnselen,
heractivering van cutane lupus erythematodes,
lichtgevoeligheidsreacties, rash, urticaria
Bot-, skeletspierstelsel- en
Niet bekend: zwakheid, spierspasmen
bindweefselaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Niet bekend: orthostatische hypotensie
Algemene aandoeningen en
Niet bekend: koorts
toedieningsplaatsstoornissen:
Lever- en galaandoeningen:
Niet bekend: geelzucht (intrahepatische cholestatische geelzucht)
Psychische stoornissen:
Niet bekend: depressie, slaapstoornissen
Neoplasmata, benigne, maligne Niet bekend: niet-melanome huidkanker (basaalcelcarcinoom en
en niet-gespecifieerd (inclusief
plaveiselcelcarcinoom)
cysten en poliepen):
Niet-melanome huidkanker: op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling
dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd
die verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
gebruik van digitalisglycosiden of bepaalde antiaritmica doen verergeren.
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-receptorblokkers (ARB's), combinaties, ATC-code:
C09DA04
Werkingsmechanisme
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist,
irbesartan, en een thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen
heeft een additief antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke
component afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT1-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het
ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies veroorzaakt door
deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur, is na ongeveer
4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan éénmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mmHg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mmHg.
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mmHg).
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde éénmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van
12,9/6,9 mmHg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf
éénmaal daagse toediening van de combinatie van 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide
een consistente bloeddrukdaling gedurende 24 uur, met gemiddelde 24-uurs, voor placebo-
gecorrigeerde, systolische/diastolische verlagingen van 15,8/10,0 mmHg. Tijdens ambulatoire
bloedrukmeting waren de dal-tot-piek effecten van irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg
100%. Bij meting met een manchet tijdens het bezoek waren de dal-tot-piek effecten voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg 68% en voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/12,5 mg 76%. Deze 24 uurseffecten werden gezien zonder
excessieve bloeddrukdalingen tijdens de piek-periode en zijn consistent met een veilige en effectieve
bloeddrukverlaging gedurende het eenmaal daagse doseringsinterval.
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mmHg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva, werd
`re-bound'-hypertensie niet gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van irbesartan/hydrochloorthiazide wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht.
Zoals ook het geval is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-anginotensine systeem
hebben negroïde hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan.
Bij gelijktijdige toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per
dag) benadert het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De effectiviteit en veiligheid van irbesartan/hydrochloorthiazide als initiële therapie voor ernstige
hypertensie (gedefiniëerd als SeDBP 110 mmHg) is geëvalueerd in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbel-blind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697 patiënten
werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% 65 jaar oud waren en slechts 2% 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en
21,1/19,3 mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8 weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23-1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is de absolute
orale biologische beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%.
Voedsel had geen invloed op de biologische beschikbaarheid van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Na orale toediening treden de maximale plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op
en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume van irbesartan is 53-93 liter. De plasma-eiwitbinding van
hydrochloorthiazide bedraagt 68% en het schijnbaar verdelingsvolume is 0,83-1,14 l/kg.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde éénmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en Cmax -waarden van irbesartan waren in oudere personen ( 65 jaar)
iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk
gewijzigd. Oudere patiënten behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd
van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van 14C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken in vitro tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na intraveneuze toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
gezien met elk van de afzonderlijke geneesmiddelen en/of waren secundair aan de
bloeddrukverlagingen (er werden geen significante toxicologische interacties waargenomen):
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze lesies werden niet
gezien bij makaken;
verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had een andere angiotensine-2-
antagonist tijdens monotherapie wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
( 250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoeken met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte,
hydro-ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij
konijnen werd abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke
toxiciteit, waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en
konijnen.
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulose-natrium
Hypromellose
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide
Macrogol 3000
Rood en geel ijzeroxiden
Cera carnauba.
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Doosjes met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 30 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsdosis
blisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/011-016
EU/1/06/377/029-030
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 27 februari 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide.
Hulpstof met bekend effect:
Elke tablet bevat 89,5 mg lactose (als lactosemonohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tabletten.
Perzikkleurig, biconvex, ovaal, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de andere kant het
nummer 2876.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan éénmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van de monotherapie op de vaste combinaties worden
overwogen:
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij
wie de bloeddruk niet adequaat behandeld kan worden met hydrochloorthiazide of irbesartan
150 mg alleen;
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met irbesartan 300 mg of met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide éénmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met een ander antihypertensivum
gecombineerd worden (zie rubrieken 4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet
aanbevolen bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze
patiënten wordt de voorkeur gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Verminderde leverfunctie
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde
leverfunctie. Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een
verminderde leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de
dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden
aangepast.
Pediatrische patiënten
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten. De veiligheid
en werkzaamheid bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens
beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een sulfonamidederivaat)
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6)
Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min)
Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie
Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met aliskiren-bevattende
geneesmiddelen is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie
(GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie rubriek 4.5 en 5.1).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Hypotensie - Patiënten met volumedepletie
: bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren
voor hypotensie is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva zelden in verband gebracht met
symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting optreden bij patiënten
die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling met diuretica,
diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden gecorrigeerd voordat
met de behandeling van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva begonnen wordt.
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie
: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een
stenose in de arterie naar slechts één werkende nier, lopen een groter risico op ernstige hypotensie en
nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten. Hoewel dit voor Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet beschreven is,
dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie
: als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke controle van de
serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegels aanbevolen. Er is geen ervaring met de
toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten die recent een niertransplantatie
hebben ondergaan. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gebruikt door
patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3).
Aan thiazidediuretica gerelateerde azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is
geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
30 ml/min bedraagt. Echter, bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie
(creatinineklaring 30 ml/min maar < 60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te
worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek
4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie
: thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de
vloeistof- en elektrolytbalans een hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie
: zoals bij andere
vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme
: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten
: thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent
aanwezige diabetes mellitus kan manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica.
Irbesartan kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met
insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een
dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (zie rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, zijn er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
jicht acuut worden.
Elektrolytverstoringen
: zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een
periodieke bepaling van de serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig
nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle
van het serumkalium aanbevolen. Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-
bevattende zoutvervangingsmiddelen dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium
: de combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest
: de hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat
geven in een anti-doping- test.
Algemeen
: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of asthma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde delen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom:
sulfonamidegeneesmiddelen of sulfonamidederivaatgeneesmiddelen kunnen een anidiosyncratische
reactie veroorzaken, wat leidt tot choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en
acuut geslotenkamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver
alleen geïsoleerde gevallen van acuut geslotenkamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intraoculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie
zijn (zie rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder `acute respiratory
distress'-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt zich
doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva te worden gestaakt
en een passende behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend
aan patiënten bij wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Hulpstoffen
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of
glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva
: de antihypertensieve werking van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva. Irbesartan en
hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig
gecombineerd met andere antihypertensiva waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een
voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van
hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de behandeling met irbesartan, met of zonder
thiazidediureticum, begonnen wordt, tenzij de volumedepletie eerst gecorrigeerd wordt (zie
rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine II- receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).
Lithium
: reversibele toenames van de serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens
gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden
beschreven voor irbesartan. Bovendien wordt de renale klaring van lithium verminderd door
thiazidediuretica waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
zou kunnen toenemen. De combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentivawordt
daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik noodzakelijk is, wordt aanbevolen
de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden
: het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide
wordt verminderd door het kaliumsparend effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op
het serumkalium zou naar verwachting echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in
verband gebracht zijn met kaliumverlies en hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia,
amfotericine, carbenoxolon, penicilline G (natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring
met het gebruik van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het
gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen, of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparinenatrium) tot verhogingen van het serumkalium leiden. Bij risicopatiënten wordt adequate
monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium
: periodieke controle van
het serumkalium wordt aanbevolen als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's)
: wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2-
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de Cmax en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan
: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide
: bij gelijktijdige toediening kunnen
de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
Alcohol: potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulines): het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen: de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient tenminste een uur voor
of vier uur na gebruik van deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH: elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden: de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen: de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine): het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine): hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen: omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten: thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering overeenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine: gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties: het hyperglycemisch effect van bèta-blokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA's)
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen,
behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd
in het eerste trimester van de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld
te worden naar een geschikte alternatieve behandeling.
Borstvoeding
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA's)
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding hebben alternatieve behandelingen met een beter
vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan
pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Hydrochloorthiazide
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toch gebruikt wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering
zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva een invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen. Bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te
houden dat er soms duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van
hypertensie.
4.8 Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden
( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Tabel 1: Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken:
Vaak:
verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
Soms:
verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen:
Soms:
syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak:
duizeligheid
Tabel 1: Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Soms:
orthostatische duizeligheid
Niet bekend: hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en
Niet bekend: tinnitus
ooraandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Niet bekend: hoesten
en mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen: Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree
Niet bekend: dyspepsie, dysgeusia
Nier- en
Vaak:
abnormaal plassen
urinewegaandoeningen:
Niet bekend: verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde
gevallen van nierfalen bij risicopatiënten (zie
rubriek 4.4)
Bot-, skeletspierstelsel- en
Soms:
gezwollen ledematen
bindweefselaandoeningen:
Niet bekend: artralgie, myalgie
Voedings- en
Niet bekend: hyperkaliëmie
stofwisselingsstoornissen:
Bloedvataandoeningen:
Soms:
blozen
Algemene aandoeningen en
Vaak:
vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties
zoals angio-oedeem, rash, urticaria
Lever- en galaandoeningen:
Soms:
geelzucht
Niet bekend: hepatitis, abnormale leverfunctie
Voortplantingsstelsel- en
Soms:
seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
borstaandoeningen:
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen
: als toevoeging tot de bovengenoemde
bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere bijwerkingen optreden die eerder voor een
van de individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail de gerapporteerde
bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Tabel 2: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan alleen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend: anemie, trombocytopenie
aandoeningen:
Algemene aandoeningen en
Soms:
pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: anafylactische reactie inclusief anafylactische shock
Voedings- en
Niet bekend: hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide alleen.
Onderzoeken:
Niet bekend: elektrolytverstoringen (waaronder hypokaliëmie en
hyponatriëmie, zie rubriek 4.4), hyperurikemie,
glucosurie, hyperglykemie, toenames in cholesterol
en triglyceriden
Hartaandoeningen:
Niet bekend: hartritmestoornissen
Bloed- en
Niet bekend: aplastische anemie, beenmergremming,
lymfestelselaandoeningen:
neutropenie/agranulocytose, hemolytische anemie,
leukopenie, trombocytopenie
Zenuwstelselaandoeningen:
Niet bekend: vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
Tabel 3: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide alleen.
Oogaandoeningen:
Niet bekend: tijdelijk wazig zien, xanthopsia, acute myopie en
secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom,
choroïdale effusie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zeer zelden:
`acute respiratory distress'-syndroom (ARDS) (zie
en mediastinumaandoeningen:
rubriek 4.4)
Niet bekend: respiratoire problemen (waaronder pneumonie en
pulmonaal oedeem)
Maagdarmstelselaandoeningen: Niet bekend: pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie,
maagirritatie, sialoadenitis, verlies van eetlust
Nier- en
Niet bekend: interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
urinewegaandoeningen:
Huid- en
Niet bekend: anafylactische reacties, toxische epidermale
onderhuidaandoeningen:
necrolyse, necrotiserende angiitis (vasculitis, cutane
vasculitis), lupus erythematodes-achtige
huidverschijnselen, heractivering van cutane lupus
erythematodes, lichtgevoeligheidsreacties, rash,
urticaria
Bot-, skeletspierstelsel- en
Niet bekend: zwakheid, spierspasmen
bindweefselaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Niet bekend: orthostatische hypotensie
Algemene aandoeningen en
Niet bekend: koorts
toedieningsplaatsstoornissen:
Lever- en galaandoeningen:
Niet bekend: geelzucht (intrahepatische cholestatische geelzucht)
Psychische stoornissen:
Niet bekend: depressie, slaapstoornissen
Neoplasmata, benigne, maligne Niet bekend: niet-melanome huidkanker (basaalcelcarcinoom en
en niet-gespecifieerd (inclusief
plaveiselcelcarcinoom)
cysten en poliepen):
Niet-melanome huidkanker: op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling
dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd
die verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
gebruik van digitalisglycosiden of bepaalde antiaritmica doen verergeren.
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-receptorblokkers (ARB's), combinaties, ATC-code:
C09DA04
Werkingsmechanisme
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist,
irbesartan, en een thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen
heeft een additief antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke
component afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT1-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het
ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies veroorzaakt door
deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur, is na ongeveer
4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan éénmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mmHg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mmHg.
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mmHg).
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde éénmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van
12,9/6,9 mmHg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf
éénmaal daagse toediening van de combinatie van 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide
een consistente bloeddrukdaling gedurende 24 uur, met gemiddelde 24-uurs, voor placebo-
gecorrigeerde, systolische/diastolische verlagingen van 15,8/10,0 mmHg. Tijdens ambulatoire
bloedrukmeting waren de dal-tot-piek effecten van irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg
100%. Bij meting met een manchet tijdens het bezoek waren de dal-tot-piek effecten voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg 68% en voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/12,5 mg 76%. Deze 24 uurseffecten werden gezien zonder
excessieve bloeddrukdalingen tijdens de piek-periode en zijn consistent met een veilige en effectieve
bloeddrukverlaging gedurende het eenmaal daagse doseringsinterval.
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mmHg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva, werd
`re-bound'-hypertensie niet gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van irbesartan/hydrochloorthiazide wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht.
Zoals ook het geval is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-anginotensine systeem
hebben negroïde hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan.
Bij gelijktijdige toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per
dag) benadert het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De effectiviteit en veiligheid van irbesartan/hydrochloorthiazide als initiële therapie voor ernstige
hypertensie (gedefiniëerd als SeDBP 110 mmHg) is geëvalueerd in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbel-blind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697 patiënten
werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% 65 jaar oud waren en slechts 2% 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en
21,1/19,3 mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8 weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23-1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is de absolute
orale biologische beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%.
Voedsel had geen invloed op de biologische beschikbaarheid van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Na orale toediening treden de maximale plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op
en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume van irbesartan is 53-93 liter. De plasma-eiwitbinding van
hydrochloorthiazide bedraagt 68% en het schijnbaar verdelingsvolume is 0,83-1,14 l/kg.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde éénmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en Cmax -waarden van irbesartan waren in oudere personen ( 65 jaar)
iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk
gewijzigd. Oudere patiënten behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd
van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van 14C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken in vitro tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect. Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren
uitgescheiden.
Eliminatie
Zowel na orale als na intraveneuze toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
gezien met elk van de afzonderlijke geneesmiddelen en/of waren secundair aan de
bloeddrukverlagingen (er werden geen significante toxicologische interacties waargenomen):
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze lesies werden niet
gezien bij makaken;
verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had een andere angiotensine-2-
antagonist tijdens monotherapie wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
( 250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoeken met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte,
hydro-ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij
konijnen werd abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke
toxiciteit, waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en
konijnen.
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulose-natrium
Hypromellose
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide
Macrogol 3000
Rood en geel ijzeroxiden
Cera carnauba.
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Doosjes met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 30 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsdosis
blisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/017-022
EU/1/06/377/031-032
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 27 februari 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 300 mg irbesartan en 25 mg hydrochloorthiazide.
Hulpstof met bekend effect:
Elke tablet bevat 53,3 mg lactose (als lactosemonohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tabletten.
Roze, biconvex, ovaal, met aan één kant een hart ingeslagen en aan de andere kant het nummer 2788.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie.
Deze vaste dosiscombinatie is bestemd voor volwassen patiënten bij wie de bloeddruk niet adequaat
behandeld kan worden met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan éénmaal daags worden ingenomen, met of zonder voedsel.
Dosistitratie met de afzonderlijke componenten (d.w.z. irbesartan en hydrochloorthiazide) kan worden
aanbevolen.
Indien klinisch aangewezen, kan overschakeling van de monotherapie op de vaste combinaties worden
overwogen:
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten bij
wie de bloeddruk niet adequaat behandeld kan worden met hydrochloorthiazide of irbesartan
150 mg alleen;
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met irbesartan 300 mg of met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg kan worden gebruikt bij patiënten die
niet adequaat behandeld kunnen worden met Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva 300 mg/12,5 mg.
Doseringen hoger dan 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide éénmaal daags gegeven worden
niet aanbevolen.
Indien nodig kan Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met een ander antihypertensivum
gecombineerd worden (zie rubriek4.3, 4.4, 4.5 en 5.1).
Speciale populaties
Verminderde nierfunctie
Vanwege het bestanddeel hydrochloorthiazide wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet
aanbevolen bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min). Bij deze
patiënten wordt de voorkeur gegeven aan lisdiuretica boven thiazidediuretica. Er is geen
dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
30 ml/min bedraagt (zie rubrieken 4.3 en 4.4).
Verminderde leverfunctie
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is niet bestemd voor patiënten met een ernstig verminderde
leverfunctie. Thiazidediuretica dienen terughoudend gebruikt te worden bij patiënten met een
verminderde leverfunctie. Bij patiënten met een licht tot matig verminderde leverfunctie hoeft de
dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden aangepast (zie rubriek 4.3).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten hoeft de dosering van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet te worden
aangepast.
Pediatrische patiënten
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor kinderen en adolescenten. De veiligheid
en werkzaamheid bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens
beschikbaar.
Wijze van toediening
Voor oraal gebruik.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
of voor andere sulfonamidederivaten (hydrochloorthiazide is een sulfonamidederivaat)
Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 4.4 en 4.6)
Ernstige nierfunctievermindering (creatinineklaring < 30 ml/min)
Refractaire hypokaliëmie, hypercalciëmie
Ernstige leverfunctievermindering, biliaire cirrose en cholestase
Het gelijktijdig gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva met aliskiren-bevattende
geneesmiddelen is gecontra-indiceerd bij patiënten met diabetes mellitus of nierinsufficiëntie
(GFR < 60 ml/min/1,73 m2) (zie rubriek 4.5 en 5.1).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Hypotensie - Patiënten met volumedepletie
: bij hypertensieve patiënten zonder andere risicofactoren
voor hypotensie is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva zelden in verband gebracht met
symptomatische hypotensie. Symptomatische hypotensie kan naar verwachting optreden bij patiënten
die volume- en/of natriumdepletie hebben als gevolg van intensieve behandeling met diuretica,
diëtische zoutbeperking, diarree of braken. Dergelijke condities dienen te worden gecorrigeerd voordat
met de behandeling van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva begonnen wordt.
Nierarteriestenose - Renovasculaire hypertensie
: patiënten met een bilaterale nierarteriestenose of een
stenose in de arterie naar slechts één werkende nier, lopen een groter risico op ernstige hypotensie en
nierinsufficiëntie, wanneer ze behandeld worden met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten. Hoewel dit voor Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet beschreven is,
dient met een soortgelijk effect rekening te worden gehouden.
Verminderde nierfunctie en niertransplantatie
: als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
gebruikt bij patiënten met een verminderde nierfunctie, wordt periodieke controle van de
serumkalium-, serumcreatinine- en serumurinezuurspiegels aanbevolen. Er is geen ervaring met de
toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten die recent een niertransplantatie
hebben ondergaan. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gebruikt door
patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) (zie rubriek 4.3).
Aan thiazidediuretica gerelateerde azotemie kan optreden bij patiënten met nierfunctieverlies. Er is
geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een nierfunctievermindering bij wie de creatinineklaring
30 ml/min bedraagt. Echter, bij patiënten met een licht tot matig verminderde nierfunctie
(creatinineklaring 30 ml/min maar < 60 ml/min), dient de vaste dosiscombinatie voorzichtig te
worden gebruikt.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS):
er is bewijs dat bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of
aliskiren het risico op hypotensie, hyperkaliëmie en een verminderde nierfunctie (inclusief acuut
nierfalen) toeneemt. Dubbele blokkade van RAAS door het gecombineerde gebruik van ACE-
remmers, angiotensine II-receptorantagonisten of aliskiren wordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek
4.5 en 5.1).
Als behandeling met dubbele blokkade absoluut noodzakelijk wordt geacht, mag dit alleen onder
supervisie van een specialist plaatsvinden en moeten de nierfunctie, elektrolyten en bloeddruk
regelmatig worden gecontroleerd. ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen niet
gelijktijdig te worden ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
Verminderde leverfunctie
: thiazidediuretica dienen voorzichtig gebruikt te worden bij patiënten met
een verminderde leverfunctie of een progressieve leverziekte, aangezien geringe veranderingen in de
vloeistof- en elektrolytbalans een hepatisch coma kunnen induceren. Er is geen klinische ervaring met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aorta- en mitraalklepstenose, obstructieve hypertrofische cardiomyopathie
: zoals bij andere
vasodilatatoren, is speciale aandacht nodig bij patiënten die lijden aan aorta- of mitraalklepstenose, of
aan obstructieve hypertrofische cardiomyopathie.
Primair hyperaldosteronisme
: patiënten met primair hyperaldosteronisme zullen in de regel niet
reageren op antihypertensiva die werken door remming van het renine-angiotensinesysteem. Derhalve
wordt het gebruik van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva niet aanbevolen.
Metabole en endocriene effecten
: thiazidediuretica kunnen de glucosetolerantie remmen. Een latent
aanwezige diabetes mellitus kan manifest worden tijdens een behandeling met thiazidediuretica.
Irbesartan kan hypoglykemie induceren, vooral bij diabetische patiënten. Bij patiënten behandeld met
insuline of antidiabetica moet een geschikte bloedglucosemonitoring overwogen worden; een
dosisaanpassing van insuline of antidiabetica kan vereist zijn wanneer aangewezen (zie rubriek 4.5).
Verhoging van de cholesterol- en triglyceridenspiegels zijn in verband gebracht met de behandeling
met thiazidediuretica; echter, bij een dosering van 12,5 mg zoals deze voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, zijn er slechts geringe of zelfs geen effecten gemeld.
Bij bepaalde patiënten die met thiazidediuretica behandeld worden kan hyperurikemie optreden of kan
jicht acuut worden.
Elektrolytverstoringen
: zoals voor alle patiënten die thiazidediuretica gebruiken geldt, dient een
periodieke bepaling van de serumelektrolyten uitgevoerd te worden na geschikte tijdsintervallen.
Thiazidediuretica, waaronder hydrochloorthiazide, kunnen een verstoring van de vloeistof- of de
elektrolytbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie en hypochloremische alkalose) veroorzaken.
Voortekenen van verstoringen in de vloeistof- of elektrolytbalans zijn droge mond, dorst, zwakte,
lethargie, slaperigheid, rusteloosheid, spierpijn of -krampen, vermoeide spieren, hypotensie, oligurie,
tachycardie, en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid of braken.
Hoewel hypokaliëmie zich kan ontwikkelen bij het gebruik van thiazidediuretica, kan gelijktijdige
behandeling met irbesartan de door diuretica-geïnduceerde hypokaliëmie verminderen. De kans op
hypokaliëmie is het grootst bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met een sterke diurese, bij
patiënten die onvoldoende elektrolyten innemen en bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met
corticosteroïden of ACTH. Daarentegen kan door het bestanddeel irbesartan in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, hyperkaliëmie optreden. Dit geldt met name bij gelijktijdig
nierfunctieverlies en/of hartfalen en bij diabetes mellitus. Bij risicopatiënten wordt adequate controle
van het serumkalium aanbevolen. Kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kalium-
bevattende zoutvervangingsmiddelen dienen voorzichtig gecombineerd te worden met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva (zie rubriek 4.5).
Er is geen bewijs dat irbesartan de door diuretica veroorzaakte hyponatriëmie zou doen verminderen
of doen voorkomen. Het chloridetekort is doorgaans mild en behoeft meestal geen behandeling.
Thiazidediuretica kunnen de urinaire calciumexcretie verminderen en een intermitterende en geringe
verhoging van het serumcalcium veroorzaken zonder dat hierbij een afwijking van het
calciummetabolisme bekend is. Opvallende hypercalciëmie kan het bewijs zijn van een latente
hyperparathyreoïdie. Alvorens een test uit te voeren op de functie van de bijschildklieren, dient het
gebruik van thiazidediuretica gestaakt te worden.
Er is aangetoond dat thiazidediuretica de urinaire excretie van magnesium kunnen verhogen, hetgeen
kan resulteren in hypomagnesiëmie.
Lithium
: de combinatie van lithium en Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen
(zie rubriek 4.5).
Anti-dopingtest
: de hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan een positief analytisch resultaat
geven in een anti-doping- test.
Algemeen
: bij patiënten bij wie de vaattonus en de nierfunctie voornamelijk afhangen van de activiteit
van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (b.v. patiënten met ernstig hartfalen of onderliggende
nierziekte, waaronder nierarteriestenose), is de behandeling met ACE-remmers of angiotensine-2-
receptorantagonisten die dit systeem beïnvloeden, in verband gebracht met acute hypotensie, azotemie,
oligurie, en in zeldzame gevallen met acuut nierfalen (zie rubriek 4.5). Net als bij andere
antihypertensiva kan bij patiënten met ischemische cardiopathie of ischemische cardiovasculaire
aandoeningen een excessieve bloeddrukdaling tot een myocardinfarct of CVA leiden.
Overgevoeligheidsreacties voor hydrochloorthiazide kunnen optreden bij patiënten met of zonder
voorgeschiedenis van allergie of asthma bronchiale, maar zijn waarschijnlijker bij patiënten met een
dergelijke voorgeschiedenis.
Exacerbatie of activering van systemische lupus erythematodes zijn beschreven bij het gebruik van
thiazidediuretica.
Gevallen van fotosensitiviteitsreacties zijn gemeld met thiazidediuretica (zie rubriek 4.8). Indien
fotosensitiviteitsreacties optreden tijdens de behandeling, wordt aangeraden om de behandeling te
stoppen. Indien opnieuw de toediening van het diureticum noodzakelijk geacht wordt, is het aan te
raden om blootgestelde delen te beschermen tegen de zon of kunstmatig UV-A.
Zwangerschap: therapie met angiotensine-2-receptor antagonisten moet niet gestart worden tijdens
zwangerschap. Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve
anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap,
tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
Als zwangerschap wordt vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten
onmiddellijk gestaakt te worden, en moet, indien nodig begonnen worden met een alternatieve therapie
(zie rubriek 4.3 en 4.6).
Choroïdale effusie, acute myopie en secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom:
sulfonamidegeneesmiddelen of sulfonamidederivaatgeneesmiddelen kunnen een anidiosyncratische
reactie veroorzaken, wat leidt tot choroïdale effusie met gezichtsvelddefect, voorbijgaande myopie en
acuut geslotenkamerhoekglaucoom. Hoewel hydrochloorthiazide een sulfonamide is, zijn er tot dusver
alleen geïsoleerde gevallen van acuut geslotenkamerhoekglaucoom gemeld met hydrochloorthiazide.
Symptomen, waaronder acuut optreden van verminderde gezichtsscherpte of oogpijn treden meestal
op binnen uren of weken na starten met het geneesmiddel. Onbehandeld acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. De primaire
behandeling is het zo snel mogelijk stoppen met innemen van het geneesmiddel. Overweging van
directe medicamenteuze of operatieve behandelingen kan nodig zijn als de intraoculaire druk niet
onder controle te brengen is. Risicofactoren voor het ontwikkelen van acuut
geslotenkamerhoekglaucoom kunnen een voorgeschiedenis van sulfonamide- of penicillineallergie
zijn (zie rubriek 4.8).
Niet-melanome huidkanker
Er is een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker (NMSC) [basaalcelcarcinoom (BCC) en
plaveiselcelcarcinoom (SCC)] bij blootstelling aan een toenemende cumulatieve dosis
hydrochloorthiazide (HCTZ) waargenomen bij twee epidemiologische onderzoeken op basis van het
Deense Nationaal Kankerregister. De fotosensibiliserende werking van HCTZ zou kunnen werken als
een mogelijk mechanisme voor NMSC.
Patiënten die HCTZ innemen moeten worden geïnformeerd over het risico op NMSC en moet worden
geadviseerd hun huid regelmatig te controleren op nieuwe laesies en verdachte huidlaesies
onmiddellijk te melden. Er dienen mogelijke preventieve maatregelen zoals beperkte blootstelling aan
zonlicht en uv-stralen en, in het geval van blootstelling, afdoende bescherming aan de patiënten te
worden aanbevolen om het risico op huidkanker tot een minimum te beperken. Verdachte huidlaesies
moeten onmiddellijk worden onderzocht, mogelijk met inbegrip van histologisch onderzoek van
biopsieën. Het gebruik van HCTZ bij patiënten die eerder NMSC hebben gehad moet mogelijk ook
worden heroverwogen (zie ook rubriek 4.8).
Acute respiratoire toxiciteit
Er zijn zeer zeldzame ernstige gevallen van acute respiratoire toxiciteit, waaronder `acute respiratory
distress'-syndroom (ARDS), gemeld na inname van hydrochloorthiazide. Longoedeem ontwikkelt zich
doorgaans binnen minuten tot uren na inname van hydrochloorthiazide. Bij aanvang omvatten de
symptomen dyspneu, koorts, verslechtering van de longfunctie en hypotensie. Als de diagnose ARDS
wordt vermoed, dient de behandeling met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva te worden gestaakt
en een passende behandeling te worden gegeven. Hydrochloorthiazide mag niet worden toegediend
aan patiënten bij wie eerder ARDS optrad na inname van hydrochloorthiazide.
Hulpstoffen
Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of
glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Andere antihypertensiva
: de antihypertensieve werking van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
kan versterkt worden door gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva. Irbesartan en
hydrochloorthiazide (bij doseringen tot 300 mg irbesartan/25 mg hydrochloorthiazide) zijn veilig
gecombineerd met andere antihypertensiva waaronder calciumantagonisten en bètablokkers. Een
voorafgaande behandeling met hoog gedoseerde diuretica kan volumedepletie en het risico van
hypotensie tot gevolg hebben, wanneer met de behandeling met irbesartan, met of zonder
thiazidediureticum, begonnen wordt, tenzij de volumedepletie eerst gecorrigeerd wordt (zie
rubriek 4.4).
Aliskiren-bevattende middelen of ACE-remmers: de gegevens uit klinische studies laten zien dat
dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) bij het gecombineerde
gebruik van ACE-remmers, angiotensine II- receptorantagonisten en aliskiren in verband wordt
gebracht met een hogere frequentie van bijwerkingen zoals hypotensie, hyperkaliëmie en een
verminderde nierfunctie (inclusief acuut nierfalen) in vergelijking met het gebruik van een enkel
geneesmiddel dat op het RAAS werkt (zie rubriek 4.3, 4.4 en 5.1).Lithium
: reversibele toenames van de
serumlithiumconcentraties en toxiciteit zijn gemeld tijdens gelijktijdige toediening van lithium met ACE-
remmers. Soortgelijke effecten zijn tot nu zeer zelden beschreven voor irbesartan. Bovendien wordt de renale
klaring van lithium verminderd door thiazidediuretica waardoor de kans op lithiumtoxiciteit door Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva zou kunnen toenemen. De combinatie van lithium en Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentivawordt daarom niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Indien gelijktijdig gebruik
noodzakelijk is, wordt aanbevolen de serumlithiumspiegels nauwkeurig te controleren.
Geneesmiddelen die het kalium beïnvloeden
: het kaliumuitscheidend effect van hydrochloorthiazide
wordt verminderd door het kaliumsparend effect van irbesartan. Dit effect van hydrochloorthiazide op
het serumkalium zou naar verwachting echter versterkt worden door andere geneesmiddelen die in
verband gebracht zijn met kaliumverlies en hypokaliëmie (b.v. andere kaliuretische diuretica, laxantia,
amfotericine, carbenoxolon, penicilline G (natriumzout)). Daarentegen kan op grond van de ervaring
met het gebruik van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensinesysteem afzwakken, het
gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, kaliumbevattende
zoutvervangingsmiddelen, of andere geneesmiddelen die het serumkalium kunnen verhogen
(b.v. heparinenatrium) tot verhogingen van het serumkalium leiden. Bij risicopatiënten wordt adequate
monitoring van het serumkalium aanbevolen (zie rubriek 4.4).
Geneesmiddelen die beïnvloed worden door verstoringen in het serumkalium
: periodieke controle van
het serumkalium wordt aanbevolen als Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toegediend wordt in
combinatie met geneesmiddelen die door een verstoring van het serumkalium kunnen worden
beïnvloed (b.v. digitalisglycosiden, antiaritmica).
Niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID's)
: wanneer angiotensine-2-receptorantagonisten
gelijktijdig worden toegediend met niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (b.v. selectieve COX-2
remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag) en niet-selectieve NSAID's), kan het antihypertensieve effect
verzwakken.
Zoals bij ACE-remmers, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine-2-receptorantagonisten en NSAID's
leiden tot een verhoogd risico op verslechtering van de nierfunctie, inclusief mogelijk acuut nierfalen,
en een verhoogd serumkalium met name bij patiënten met een reeds bestaande slechte nierfunctie. De
combinatie dient, met name bij ouderen, met voorzichtigheid te worden gegeven. Patiënten dienen
adequaat te worden gehydrateerd en monitoring van de nierfunctie dient te worden overwogen na
aanvang van een combinatiebehandeling en daarna periodiek.
Repaglinide: irbesartan kan OATP1B1 remmen. In een klinisch onderzoek werd gemeld dat irbesartan
de Cmax en het AUC van repaglinide (substraat van OATP1B1) respectievelijk 1,8 maal en 1,3 maal
verhoogt wanneer het 1 uur vóór repaglinide wordt toegediend. In een ander onderzoek werd geen
relevante farmacokinetische interactie gemeld wanneer de twee geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend. Daarom kan dosisaanpassing van een antidiabetische behandeling zoals repaglinide nodig
zijn (zie rubriek 4.4).
Aanvullende informatie over interacties met irbesartan
: in klinische onderzoeken werd de
farmacokinetiek van irbesartan niet beïnvloed door hydrochloorthiazide. Irbesartan wordt
voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C9 en in mindere mate door glucuronidering. Er zijn geen
significante farmacokinetische of farmacodynamische interacties waargenomen wanneer irbesartan
gelijktijdig werd toegediend met warfarine, een geneesmiddel dat gemetaboliseerd wordt door
CYP2C9. De effecten van CYP2C9-inductoren, zoals rifampicine, op de farmacokinetiek van
irbesartan zijn niet onderzocht. De farmacokinetiek van digoxine werd niet gewijzigd door
gelijktijdige toediening van irbesartan.
Aanvullende informatie over interacties met hydrochloorthiazide
: bij gelijktijdige toediening kunnen
de volgende middelen een interactie aangaan met thiazidediuretica:
Alcohol: potentiëring van orthostatische hypotensie kan optreden;
Antidiabetica (orale antidiabetica en insulines): het kan nodig zijn de dosis van de antidiabetica aan te
passen (zie rubriek 4.4);
Colestyramine- en colestipolharsen: de absorptie van hydrochloorthiazide is geremd bij aanwezigheid
van anionenuitwisselende harsen. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient tenminste een uur voor
of vier uur na gebruik van deze geneesmiddelen te worden ingenomen.
Corticosteroïden, ACTH: elektrolytdepletie, met name hypokaliëmie, kan toenemen;
Digitalisglycosiden: de door thiazidediuretica-geïnduceerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie
kunnen de door digitalis-geïnduceerde aritmieën gemakkelijker doen ontstaan (zie rubriek 4.4);
Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen: de toediening van niet-steroïdale anti-inflammatoire
middelen kan bij sommige patiënten het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect van
thiazidediuretica verminderen;
Bloeddrukverhogende aminen (b.v. norepinefrine): het effect van bloeddrukverhogende aminen kan
afnemen, doch niet in voldoende mate om van hun gebruik af te zien;
Niet-depolariserende skeletspierrelaxantia (b.v. tubocurarine): hydrochloorthiazide kan het effect van
niet-depolariserende skeletspierrelaxantia potentiëren;
Anti-jicht middelen: omdat hydrochloorthiazide de serumspiegel van urinezuur kan verhogen, kan het
nodig zijn de dosis van anti-jichtmiddelen aan te passen. Verhoging van de dosis van probenicide of
sulfinpyrazon kan nodig zijn. Gelijktijdige toediening van thiazidediuretica kan de incidentie van
overgevoeligheidsreacties voor allopurinol doen toenemen;
Calciumzouten: thiazidediuretica kunnen de serumcalciumspiegels verhogen door een verminderde
excretie. Als calciumsupplementen of calciumsparende middelen (b.v. vitamine D-preparaten) moeten
worden voorgeschreven, dienen de serumcalciumspiegels gecontroleerd te worden en de
calciumdosering overeenkomstig te worden aangepast;
Carbamazepine: gelijktijdig gebruik van carbamazepine en hydrochloorthiazide is geassocieerd met
het risico op symptomatische hyponatriëmie. Elektrolyten moeten worden gemonitord tijdens het
gelijktijdig gebruik van deze middelen. Indien mogelijk, moet een diureticum van een andere klasse
worden gebruikt.
Andere interacties: het hyperglycemisch effect van bèta-blokkers en diazoxide kan versterkt worden
door thiazidediuretica. Anticholinergica (b.v. atropine, beperideen) kunnen de biologische
beschikbaarheid van thiazidediuretica verhogen door afname van de gastro-intestinale motiliteit en de
ledigingssnelheid van de maag. Thiazidediuretica kunnen het risico van bijwerkingen veroorzaakt door
amantadine verhogen. Thiazidediuretica kunnen de renale uitscheiding van cytotoxische
geneesmiddelen (b.v. cyclofosfamide, methotrexaat) verminderen en hun myelosuppressieve werking
versterken.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA's)
Het gebruik van angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het eerste trimester van de
zwangerschap wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.4). Het gebruik van angiotensine-2-receptor
antagonisten is gecontraïndiceerd gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie
rubriek 4.3 en 4.4).
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit resultaten van epidemiologisch onderzoek
naar het risico van teratogene effecten als gevolg van blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten.
Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico met angiotensine-2-
receptor antagonisten, kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten
die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met
een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de
angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt
vastgesteld dient de behandeling met angiotensine-2-receptor antagonisten onmiddellijk gestaakt te
worden, en moet, indien nodig, begonnen worden met een alternatieve therapie.
Blootstelling aan angiotensine-2-receptor antagonisten gedurende het tweede en derde trimester kan
foetale toxiciteit (verslechterde nierfunctie, oligohydramnie, achterstand in schedelverharding) en
neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) induceren (zie rubriek 5.3).
Als blootstelling vanaf het tweede trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden, wordt een
echoscopie van de nierfunctie en de schedel aanbevolen.
Pasgeborenen van wie de moeder angiotensine-2-receptor antagonisten hebben gebruikt dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Hydrochloorthiazide
Er is beperkte ervaring met hydrochloorthiazide tijdens de zwangerschap, met name tijdens het eerste
trimester. Dierstudies bieden niet voldoende informatie. Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Gebaseerd op het het farmacologische werkingsmechanisme van hydrochloorthiazide, kan het gebruik
ervan tijdens het tweede en derde trimester de foetoplacentale perfusie in gevaar brengen en kan het
foetale en neonatale effecten tot gevolg hebben, zoals icterus, verstoring van de
elektrolytenhuishouding en trombocytopenie.
Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor gestationeel oedeem, gestationele hypertensie of
pre-eclampsie vanwege het risico op verminderd plasmavolume en placentale hypoperfusie, zonder
gunstig effect op het verloop van de aandoening. Hydrochloorthiazide mag niet worden gebruikt voor
essentiële hypertensie bij zwangere vrouwen, behalve in uitzonderlijke situaties waar geen andere
behandeling kan worden gebruikt.
Omdat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat, wordt het niet geadviseerd
in het eerste trimester van de zwangerschap. Vóór een geplande zwangerschap dient er omgeschakeld
te worden naar een geschikte alternatieve behandeling.
Borstvoeding
Angiotensine-II-receptorantagonisten (AIIRA's)
Doordat er geen informatie beschikbaar is met betrekking tot het gebruik van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva afgeraden. Tijdens de borstvoeding hebben alternatieve behandelingen met een beter
vastgesteld veiligheidsprofiel de voorkeur, in het bijzonder tijdens het geven van borstvoeding aan
pasgeborenen en prematuren.
Het is niet bekend of irbesartan/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden.
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij ratten blijkt dat
irbesartan/metabolieten in melk worden uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden).
Hydrochloorthiazide
Hydrochloorthiazide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Hooggedoseerde
thiaziden die intense diurese veroorzaken, kunnen de melkproductie remmen. Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva tijdens het geven van borstvoeding wordt niet aanbevolen. Als
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva toch gebruikt wordt tijdens de borstvoeding, moet de dosering
zo laag mogelijk worden gehouden.
Vruchtbaarheid
Irbesartan had geen effect op de vruchtbaarheid van behandelde ratten en hun nakomelingen tot aan de
dosering waarbij de eerste tekenen van toxiciteit bij de ouderdieren optraden (zie rubriek 5.3).
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Op basis van de farmacodynamische eigenschappen, is het onwaarschijnlijk dat Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva een invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen. Bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines, dient men er rekening mee te
houden dat er soms duizeligheid of vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling van
hypertensie.
4.8 Bijwerkingen
Irbesartan/hydrochloorthiazide combinatie
Van de 898 hypertensiepatiënten die verschillende doseringen van irbesartan/hydrochloorthiazide
(variërend van: 37,5 mg/6,25 mg tot 300 mg/25 mg) ontvingen tijdens placebogecontroleerde
onderzoeken, ondervond 29,5% van de patiënten bijwerkingen. De vaakst gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid (5,6%), vermoeidheid (4,9%), misselijkheid/braken (1,8%), en abnormaal plassen
(1,4%). Daarnaast werden verhogingen van serumureum (2,3%), creatinekinase (1,7%) en creatinine
(1,1%) ook vaak waargenomen tijdens de onderzoeken.
Tabel 1 toont de spontaan waargenomen bijwerkingen en de waargenomen bijwerkingen van
placebogecontroleerde onderzoeken.
Het voorkomen van bijwerkingen zoals hierna beschreven is omschreven volgens de volgende
conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden
( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens
niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Tabel 1: Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Onderzoeken:
Vaak:
verhogingen van serumureum, creatinine en
creatinekinase
Soms:
verlagingen van serumkalium en -natrium
Hartaandoeningen:
Soms:
syncope, hypotensie, tachycardie, oedeem
Zenuwstelselaandoeningen:
Vaak:
duizeligheid
Tabel 1: Bijwerkingen tijdens placebogecontroleerde onderzoeken en spontaan gemelde bijwerkingen
Soms:
orthostatische duizeligheid
Niet bekend: hoofdpijn
Evenwichtsorgaan- en
Niet bekend: tinnitus
ooraandoeningen:
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Niet bekend: hoesten
en mediastinumaandoeningen:
Maagdarmstelselaandoeningen: Vaak:
misselijkheid/braken
Soms:
diarree
Niet bekend: dyspepsie, dysgeusia
Nier- en
Vaak:
abnormaal plassen
urinewegaandoeningen:
Niet bekend: verminderde nierfunctie waaronder geïsoleerde
gevallen van nierfalen bij risicopatiënten (zie
rubriek 4.4)
Bot-, skeletspierstelsel- en
Soms:
gezwollen ledematen
bindweefselaandoeningen:
Niet bekend: artralgie, myalgie
Voedings- en
Niet bekend: hyperkaliëmie
stofwisselingsstoornissen:
Bloedvataandoeningen:
Soms:
blozen
Algemene aandoeningen en
Vaak:
vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: zeldzame gevallen van overgevoeligheidsreacties
zoals angio-oedeem, rash, urticaria
Lever- en galaandoeningen:
Soms:
geelzucht
Niet bekend: hepatitis, abnormale leverfunctie
Voortplantingsstelsel- en
Soms:
seksuele dysfunctie, libidoveranderingen
borstaandoeningen:
Additionele informatie over de afzonderlijke bestanddelen
: als toevoeging tot de bovengenoemde
bijwerkingen voor het combinatie product, kunnen andere bijwerkingen optreden die eerder voor een
van de individuele bestanddelen zijn gemeld. Deze bijwerkingen kunnen mogelijk voorkomen bij
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. De tabellen 2 en 3 hieronder laten in detail de gerapporteerde
bijwerkingen zien van de individuele bestanddelen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Tabel 2: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
irbesartan alleen
Bloed- en lymfestelsel-
Niet bekend: anemie, trombocytopenie
aandoeningen:
Algemene aandoeningen en
Soms:
pijn op de borst
toedieningsplaatsstoornissen:
Immuunsysteemaandoeningen:
Niet bekend: anafylactische reactie inclusief anafylactische shock
Voedings- en
Niet bekend: hypoglykemie
stofwisselingsstoornissen:
Tabel 3: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide alleen.
Onderzoeken:
Niet bekend: elektrolytverstoringen (waaronder hypokaliëmie en
hyponatriëmie, zie rubriek 4.4), hyperurikemie,
glucosurie, hyperglykemie, toenames in cholesterol
en triglyceriden
Hartaandoeningen:
Niet bekend: hartritmestoornissen
Bloed- en
Niet bekend: aplastische anemie, beenmergremming,
lymfestelselaandoeningen:
neutropenie/agranulocytose, hemolytische anemie,
leukopenie, trombocytopenie
Zenuwstelselaandoeningen:
Niet bekend: vertigo, paresthesie, licht gevoel in het hoofd,
rusteloosheid
Tabel 3: Bijwerkingen gemeld tijdens het gebruik van
hydrochloorthiazide alleen.
Oogaandoeningen:
Niet bekend: tijdelijk wazig zien, xanthopsia, acute myopie en
secundair acuut geslotenkamerhoekglaucoom,
choroïdale effusie
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
Zeer zelden:
`acute respiratory distress'-syndroom (ARDS) (zie
en mediastinumaandoeningen:
rubriek 4.4)
Niet bekend: respiratoire problemen (waaronder pneumonie en
pulmonaal oedeem)
Maagdarmstelselaandoeningen: Niet bekend: pancreatitis, anorexie, diarree, constipatie,
maagirritatie, sialoadenitis, verlies van eetlust
Nier- en
Niet bekend: interstitiële nefritis, nierfunctiestoornissen
urinewegaandoeningen:
Huid- en
Niet bekend: anafylactische reacties, toxische epidermale
onderhuidaandoeningen:
necrolyse, necrotiserende angiitis (vasculitis, cutane
vasculitis), lupus erythematodes-achtige
huidverschijnselen, heractivering van cutane lupus
erythematodes, lichtgevoeligheidsreacties, rash,
urticaria
Bot-, skeletspierstelsel- en
Niet bekend: zwakheid, spierspasmen
bindweefselaandoeningen:
Bloedvataandoeningen:
Niet bekend: orthostatische hypotensie
Algemene aandoeningen en
Niet bekend: koorts
toedieningsplaatsstoornissen:
Lever- en galaandoeningen:
Niet bekend: geelzucht (intrahepatische cholestatische geelzucht)
Psychische stoornissen:
Niet bekend: depressie, slaapstoornissen
Neoplasmata, benigne, maligne Niet bekend: niet-melanome huidkanker (basaalcelcarcinoom en
en niet-gespecifieerd (inclusief
plaveiselcelcarcinoom)
cysten en poliepen):
Niet-melanome huidkanker: op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken
werd een cumulatief dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen (zie ook rubriek
4.4 en 5.1).
De dosis-afhankelijke bijwerkingen van hydrochloorthiazide (met name elektrolytverstoringen)
kunnen toenemen bij toenemende hoeveelheid hydrochloorthiazide.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Er is geen specifieke informatie beschikbaar over de behandeling van een overdosering met Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva. De patiënt dient nauwkeurig geobserveerd te worden en de behandeling
dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de tijd
die verstreken is na inname en de ernst van de symptomen. Voorgestelde maatregelen omvatten het
opwekken van braken en/of maagspoelen. Geactiveerde kool kan nuttig zijn bij de behandeling van
overdosering. Serumelektrolyten en -creatinine dienen regelmatig gecontroleerd te worden. Als
hypotensie optreedt, dient de patiënt in liggende positie te worden gebracht en dient snel zout en vocht
te worden toegediend.
De meest waarschijnlijke symptomen van overdosering met irbesartan zijn naar verwachting
hypotensie en tachycardie; bradycardie zou ook kunnen optreden.
Overdosering met hydrochloorthiazide wordt in verband gebracht met elektrolytdepletie
(hypokaliëmie, hypochloremie, hyponatriëmie) en dehydratie als gevolg van excessieve diurese. De
meest gebruikelijke symptomen van overdosering zijn misselijkheid en slaperigheid. Hypokaliëmie
kan spierspasmen tot gevolg hebben en/of de hartritmestoornissen als gevolg van het gelijktijdig
gebruik van digitalisglycosiden of bepaalde antiaritmica doen verergeren.
Irbesartan wordt niet verwijderd door hemodialyse. De mate waarin hydrochloorthiazide wordt
verwijderd door hemodialyse is niet vastgesteld.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: angiotensine-2-receptorblokkers (ARB's), combinaties, ATC-code:
C09DA04
Werkingsmechanisme
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van een angiotensine-2-receptorantagonist,
irbesartan, en een thiazidediureticum, hydrochloorthiazide. De combinatie van deze geneesmiddelen
heeft een additief antihypertensief effect, waardoor de bloeddruk meer verlaagd wordt dan door elke
component afzonderlijk.
Irbesartan is een potente, oraal werkzame, selectieve angiotensine-2-receptor (AT1-subtype)-
antagonist. Naar verwachting blokkeert het alle effecten van angiotensine-2 die tot stand komen via de
AT1-receptor, ongeacht de oorsprong of syntheseroute van angiotensine-2. Het selectieve antagonisme
van de angiotensine-2 (AT1)-receptoren leidt tot een verhoging van de plasmareninespiegels en de
angiotensine-2-spiegels en in een afname van de plasma-aldosteronconcentratie. Bij de aanbevolen
doseringen worden de serumkaliumspiegels bij patiënten zonder risico op elektrolytverstoringen (zie
rubrieken 4.4 en 4.5), niet in belangrijke mate beïnvloed door irbesartan alleen. Irbesartan remt niet het
ACE (kininase-II), een enzym dat angiotensine-2 genereert en tevens bradykinine afbreekt tot
onwerkzame metabolieten. Irbesartan heeft geen metabole activatie nodig om werkzaam te zijn.
Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum. Het mechanisme van het antihypertensieve effect van
thiazidediuretica is niet volledig bekend. Thiazidediuretica beïnvloeden het renale tubulaire
mechanisme van de reabsorptie van elektrolyten, waardoor op een directe wijze de excretie van
natrium en chloride in ongeveer gelijke hoeveelheden wordt verhoogd. Het diuretisch effect van
hydrochloorthiazide vermindert het plasmavolume. Het verhoogt de plasmarenine-activiteit en de
aldosteronsecretie, met als gevolg een toename van het kalium- en bicarbonaatverlies in de urine en
een afname van het serumkalium. Waarschijnlijk door blokkade van het renine-angiotensine-
aldosteronsysteem, neigt het gelijktijdig gebruik van irbesartan het kaliumverlies veroorzaakt door
deze diuretica, tegen te gaan. Bij hydrochloorthiazide begint de diurese binnen 2 uur, is na ongeveer
4 uur maximaal en houdt ongeveer 6 tot 12 uur aan.
Over het therapeutisch doseringsbereik geeft de combinatie van hydrochloorthiazide en irbesartan een
dosis-afhankelijke, additieve verlaging van de bloeddruk. De toevoeging van 12,5 mg
hydrochloorthiazide aan 300 mg irbesartan éénmaal daags, bij patiënten die niet adequaat behandeld
konden worden met 300 mg irbesartan alleen, leidde tot een verdere, voor placebo-gecorrigeerde,
verlaging van de diastolische bloeddruk tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van 6,1 mmHg. De
combinatie van 300 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide resulteerde in algehele voor
placebo-gecorrigeerde afnames van de systolische/diastolische bloeddrukken tot 13,6/11,5 mmHg.
Beperkte gegevens (7 van de 22 patiënten) geven aan dat patiënten die niet adequaat behandeld
worden door de 300 mg/12,5 mg combinatie kunnen reageren wanneer de dosis wordt verhoogd naar
300 mg/25 mg. Bij deze patiënten werd een oplopend bloeddrukverlagend effect gezien voor zowel de
systolische als diastolische bloeddruk (respectievelijk 13,3 en 8,3 mmHg).
Bij patiënten met een lichte tot matige hypertensie, resulteerde éénmaal daagse dosering met 150 mg
irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide in gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde,
systolische/diastolische bloeddrukdalingen tijdens de dalperiode (24 uur na inname) van
12,9/6,9 mmHg. Maximale effecten traden na 3-6 uur op. Tijdens ambulatoire bloeddrukmeting gaf
éénmaal daagse toediening van de combinatie van 150 mg irbesartan en 12,5 mg hydrochloorthiazide
een consistente bloeddrukdaling gedurende 24 uur, met gemiddelde 24-uurs, voor placebo-
gecorrigeerde, systolische/diastolische verlagingen van 15,8/10,0 mmHg. Tijdens ambulatoire
bloedrukmeting waren de dal-tot-piek effecten van irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg
100%. Bij meting met een manchet tijdens het bezoek waren de dal-tot-piek effecten voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg 68% en voor
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/12,5 mg 76%. Deze 24 uurseffecten werden gezien zonder
excessieve bloeddrukdalingen tijdens de piek-periode en zijn consistent met een veilige en effectieve
bloeddrukverlaging gedurende het eenmaal daagse doseringsinterval.
Bij patiënten die niet adequaat behandeld konden worden met 25 mg hydrochloorthiazide alleen,
resulteerde toevoeging van irbesartan in een extra gemiddelde, voor placebo-gecorrigeerde, verlaging
van de systolische/diastolische bloeddruk met 11,1/7,2 mmHg.
Het bloeddrukverlagend effect van irbesartan in combinatie met hydrochloorthiazide is meetbaar na de
eerste dosis en duidelijk aanwezig binnen 1-2 weken; een maximaal effect treedt na 6-8 weken op.
Tijdens lange termijn vervolgonderzoeken bleef irbesartan/hydrochloorthiazide meer dan één jaar
werkzaam. Hoewel dit niet specifiek onderzocht is met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva, werd
`re-bound'-hypertensie niet gezien bij irbesartan of bij hydrochloorthiazide.
Het effect van de combinatie irbesartan en hydrochloorthiazide op morbiditeit en mortaliteit is niet
onderzocht. Epidemiologische onderzoeken hebben aangetoond dat lange termijn behandeling met
hydrochloorthiazide het risico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit vermindert.
De werkzaamheid van irbesartan/hydrochloorthiazide wordt niet beïnvloed door leeftijd of geslacht.
Zoals ook het geval is met andere geneesmiddelen die aangrijpen op het renine-anginotensine systeem
hebben negroïde hypertensiepatiënten een merkbaar lagere respons op een monotherapie irbesartan.
Bij gelijktijdige toediening van irbesartan met een lage dosering hydrochloorthiazide (b.v. 12,5 mg per
dag) benadert het antihypertensieve effect bij negroïde patiënten dat bij niet- negroïde patiënten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De effectiviteit en veiligheid van irbesartan/hydrochloorthiazide als initiële therapie voor ernstige
hypertensie (gedefiniëerd als SeDBP 110 mmHg) is geëvalueerd in een multicenter,
gerandomiseerd, dubbel-blind, actief-gecontroleerd, 8-weeks, parallel-arm onderzoek. 697 patiënten
werden in totaal gerandomiseerd in een 2:1 ratio naar een behandeling met
irbesartan/hydrochloorthiazide 150 mg/12,5 mg of irbesartan 150 mg. Vervolgens werd de dosering
opgehoogd na 1 week (voordat de reactie op de lagere dosering werd geëvalueerd) naar respectievelijk
irbesartan/hydrochloorthiazide 300 mg/25 mg en irbesartan 300 mg.
Het onderzoek omvatte 58% mannen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 52,5 jaar, waarvan
13% 65 jaar oud waren en slechts 2% 75 jaar oud. Twaalf procent (12%) van de patiënten had
diabetes, 34% had hyperlipidemie en de meest voorkomende cardiovasculaire aandoening in de groep
was stabiele angina pectoris (3,5% van de patiënten).
Het primaire doel van dit onderzoek was om te vergelijken hoeveel patiënten een gecontroleerde
SeDBP (SeBDP < 90 mmHg) hadden na behandeling op week 5. Zevenenveertig procent (47,2%) van
de patiënten met de combinatie bereikte een SeDBP < 90 mmHg vergeleken met 33,2% patiënten op
irbesartan alleen (p = 0,0005). Bij aanvang was de gemiddelde bloeddruk ongeveer 172/113 mmHg in
beide groepen en de afname van de SeSBP/SeDBP na vijf weken was 30,8/24,0 mmHg en
21,1/19,3 mmHg voor respectievelijk irbesartan/hydrochloorthiazide en irbesartan (p < 0,0001).
Incidentie en type van de bijwerkingen gemeld bij patiënten behandeld met deze combinatie waren
vergelijkbaar met het bijwerkingenprofiel voor patiënten behandeld met de monotherapie. Gedurende
de 8 weken durende behandelingsperiode werden in geen van beide groepen gevallen van syncope
gemeld. 0,6% en 0% patiënten had als bijwerking hypotensie en 2,8% en 3,1% de bijwerking
duizeligheid, in respectievelijk de combinatie- en de monotherapiegroep.
Dubbele blokkade van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS)
In twee grote, gerandomiseerde, gecontroleerde trials (ONTARGET (ONgoing Telmisartan Alone and
in combination with Ramipril Global Endpoint Trial) en VA NEPHRON-D (The Veterans Affairs
Nephropathy in Diabetes) is het gebruik van de combinatie van een ACE-remmer met een
angiotensine II-receptorantagonist onderzocht.
ONTARGET was een studie bij patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculair of
cerebrovasculair lijden, of diabetes mellitus type 2 in combinatie met tekenen van eind-orgaanschade.
VA NEPHRON-D was een studie bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en diabetische nefropathie.
In deze studies werd geen relevant positief effect op de nierfunctie en/of cardiovasculaire uitkomsten
en de mortaliteit gevonden, terwijl een verhoogd risico op hyperkaliëmie, acute nierbeschadiging en/of
hypotensie werd gezien in vergelijking met monotherapie. Gezien hun overeenkomstige
farmacodynamische eigenschappen zijn deze uitkomsten ook relevant voor andere ACE-remmers en
angiotensine II-receptorantagonisten.
ACE-remmers en angiotensine II-receptorantagonisten dienen daarom niet gelijktijdig te worden
ingenomen door patiënten met diabetische nefropathie.
ALTITUDE (Aliskiren Trial in Type 2 Diabetes Using Cardiovascular and Renal Disease Endpoints)
was een studie die was opgezet om het voordeel van de toevoeging van aliskiren aan de
standaardbehandeling van een ACE-remmer of een angiotensine II-receptorantagonist te onderzoeken
bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en chronisch nierlijden, cardiovasculair lijden of beide. De
studie werd vroegtijdig beëindigd vanwege een verhoogd risico op negatieve uitkomsten.
Cardiovasculaire mortaliteit en beroerte kwamen beide numeriek vaker voor in de aliskirengroep dan
in de placebogroep, terwijl bijwerkingen en belangrijke ernstige bijwerkingen (hyperkaliëmie,
hypotensie en renale disfunctie) vaker in de aliskirengroep werden gerapporteerd dan in de
placebogroep.
Niet-melanome huidkanker
Op basis van beschikbare gegevens van epidemiologische onderzoeken werd een cumulatief
dosisafhankelijk verband tussen HCTZ en NMSC waargenomen. Eén onderzoek omvatte een
populatie die bestond uit 71 533 gevallen van BCC en 8629 gevallen van SCC die werden gekoppeld
aan respectievelijk 1 430 833 en 172 462 populatiecontroles. Een hoog gebruik van HCTZ (50 000
mg cumulatief) werd in verband gebracht met een aangepaste AR van 1,29 (95% BI: 1,23-1,35) voor
BCC en 3,98 (95% BI: 3,68-4,31) voor SCC. Er werd voor zowel BCC als SCC een duidelijk
cumulatief dosisafhankelijk verband waargenomen. Een ander onderzoek wees op een mogelijk
verband tussen lipkanker (SCC) en blootstelling aan HCTZ: 633 gevallen van lipkanker werden
gekoppeld aan 63 067 populatiecontroles met behulp van een risicogestuurde bemonsteringsstrategie.
Er werd een cumulatief dosisafhankelijk verband aangetoond met een aangepaste AR van 2,1 (95%
BI: 1,7-2,6) stijgend tot AR 3,9 (3,0-4,9) voor hoog gebruik (~25 000 mg) en AR 7,7 (5,7-10,5) voor
de hoogste cumulatieve dosis (~100 000 mg) (zie ook rubriek 4.4).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en irbesartan heeft geen effect op de farmacokinetiek
van de afzonderlijke middelen.
Absorptie
Irbesartan en hydrochloorthiazide zijn oraal actieve middelen en behoeven geen biotransformatie om
werkzaam te worden. Na orale toediening van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is de absolute
orale biologische beschikbaarheid van irbesartan 60-80% en van hydrochloorthiazide 50-80%.
Voedsel had geen invloed op de biologische beschikbaarheid van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Na orale toediening treden de maximale plasmaconcentraties van irbesartan na 1,5-2 uur op
en die van hydrochloorthiazide na 1-2,5 uur.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van irbesartan is ongeveer 96%, met verwaarloosbare binding aan cellulaire
bloedcomponenten. Het verdelingsvolume van irbesartan is 53-93 liter. De plasma-eiwitbinding van
hydrochloorthiazide bedraagt 68% en het schijnbaar verdelingsvolume is 0,83-1,14 l/kg.
Lineariteit/non-lineariteit
Irbesartan vertoont lineaire en dosisafhankelijke farmacokinetiek over het doseringsbereik van 10 tot
600 mg. Er werd een minder dan proportionele verhoging gezien van de absorptie na inname van
doses groter dan 600 mg; het mechanisme hierachter is niet bekend. De totale lichaamsklaring en de
klaring door de nier bedragen respectievelijk 157-176 en 3,0-3,5 ml/min. De terminale
eliminatiehalfwaardetijd van irbesartan bedraagt 11-15 uur. `Steady state'-plasmaconcentraties worden
bereikt binnen drie dagen na aanvang van het éénmaal-daagse doseringsschema. Een beperkte
cumulatie van irbesartan (< 20%) in het plasma wordt gezien na herhaalde éénmaal-daagse toediening.
In een studie werden bij vrouwelijke hypertensiepatiënten iets hogere irbesartanplasmaconcentraties
gezien. Echter, de halfwaardetijd en cumulatie van irbesartan bleven ongewijzigd. Vrouwen behoeven
geen dosisaanpassing. De AUC- en Cmax -waarden van irbesartan waren in oudere personen ( 65 jaar)
iets hoger dan in jonge personen (18-40 jaar). Echter, de terminale halfwaardetijd was niet belangrijk
gewijzigd. Oudere patiënten behoeven geen dosisaanpassing. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd
van hydrochloorthiazide varieert van 5-15 uur.
Biotransformatie
Na orale en intraveneuze toediening van 14C-irbesartan, kan 80-85% van de in plasma circulerende
radioactiviteit aan onveranderd irbesartan worden toegeschreven. Irbesartan wordt in de lever omgezet
door glucuronideconjugatie en oxidatie. De belangrijkste circulerende metaboliet is
irbesartanglucuronide (ongeveer 6%). Onderzoeken in vitro tonen aan dat irbesartan voornamelijk
geoxideerd wordt door het cytochroom P450-enzym CYP2C9; het iso-enzym CYP3A4 heeft een
verwaarloosbaar effect.
Eliminatie
Irbesartan en zijn metabolieten worden zowel via de gal als via de nieren uitgescheiden. Zowel na
orale als na intraveneuze toediening van 14C-irbesartan wordt ca. 20% van de radioactiviteit
teruggevonden in de urine en de rest in de feces. Minder dan 2% van de dosis wordt in de urine
uitgescheiden als onveranderd irbesartan. Hydrochloorthiazide wordt niet gemetaboliseerd maar wordt
snel door de nieren uitgescheiden. Minstens 61% van de orale dosis wordt binnen 24 uur onveranderd
uitgescheiden. Hydrochloorthiazide passeert wel de placenta maar niet de bloedhersenbarrière en
wordt uitgescheiden in de moedermelk.
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie of bij hemodialysepatiënten zijn de farmacokinetische
parameters van irbesartan niet belangrijk gewijzigd. Irbesartan wordt niet door hemodialyse
verwijderd. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min, is gemeld dat de
eliminatiehalfwaardetijd van hydrochloorthiazide toeneemt tot 21 uur.
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met lichte tot matige cirrose zijn de farmacokinetische parameters van irbesartan niet
belangrijk gewijzigd. Er zijn geen onderzoeken verricht bij patiënten met ernstige
leverfunctiestoornissen.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Irbesartan/hydrochloorthiazide
In onderzoeken die tot 6 maanden duurden werd de mogelijke toxiciteit van de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide na orale toediening onderzocht bij ratten en makaken. Er werden geen
toxicologische bevindingen gedaan die relevant zijn voor het therapeutisch gebruik bij de mens.
De volgende veranderingen, gevonden bij ratten en makaken die de combinatie
irbesartan/hydrochloorthiazide in hoeveelheden van 10/10 en 90/90 mg/kg/dag kregen, werden ook
gezien met elk van de afzonderlijke geneesmiddelen en/of waren secundair aan de
bloeddrukverlagingen (er werden geen significante toxicologische interacties waargenomen):
veranderingen van de nier, gekarakteriseerd door geringe veranderingen in serumureum en
serumcreatinine, en hyperplasie/hypertrofie van het juxtaglomerulaire apparaat, die een direct
gevolg zijn van de interactie van irbesartan met het renine-angiotensinesysteem;
geringe afnames van erythrocytparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet);
maagverkleuring, ulcera en focale necrose van de maagmucosa werden gezien bij enkele ratten
in een 6 maanden toxiciteitsstudie met irbesartan 90 mg/kg/dag, hydrochloorthiazide
90 mg/kg/dag en irbesartan/hydrochloorthiazide 10/10 mg/kg/dag. Deze lesies werden niet
gezien bij makaken;
verlagingen van het serumkalium als gevolg van hydrochloorthiazide die gedeeltelijk werden
voorkomen wanneer hydrochloorthiazide in combinatie met irbesartan werd gegeven.
De meeste van bovengenoemde effecten blijken het gevolg te zijn van de farmacologische werking
van irbesartan (blokkade van de door angiotensine-2-geïnduceerde remming van de reninevrijzetting,
met stimulering van de renineproducerende cellen) en treden ook op met ACE-remmers. Deze
bevindingen blijken niet relevant te zijn voor het gebruik van therapeutische doseringen
irbesartan/hydrochloorthiazide bij de mens.
Er zijn geen teratogene effecten gezien bij ratten die een combinatie kregen van irbesartan en
hydrochloorthiazide in doseringen die bij de moeder toxische effecten veroorzaakten. Het effect van
irbesartan/hydrochloorthiazide op de vruchtbaarheid is niet bij dieren onderzocht, aangezien er geen
bewijs is voor nadelige effecten op de vruchtbaarheid bij dieren en mensen na toediening van zowel
irbesartan als hydrochloorthiazide tijdens monotherapie. Daarentegen had een andere angiotensine-2-
antagonist tijdens monotherapie wel een nadelige invloed op vruchtbaarheidsparameters. Deze
bevindingen werden ook gedaan wanneer deze andere angiotensine-2-antagonist in lagere doseringen
werd gecombineerd met hydrochloorthiazide.
Bij gebruik van de combinatie irbesartan/hydrochloorthiazide is er geen bewijs gevonden van
mutageniciteit of clastogeniciteit. De potentiële carcinogeniteit van de combinatie van irbesartan en
hydrochloorthiazide is niet bij dieren onderzocht.
Irbesartan
Er is geen bewijs gevonden voor abnormale systemische of doelorgaantoxiciteit bij klinisch relevante
doseringen. In niet-klinisch veiligheidsonderzoek veroorzaakten hoge doses irbesartan
( 250 mg/kg/dag in ratten en 100 mg/kg/dag in makaken) een vermindering van rode
bloedcelparameters (erythrocyten, hemoglobine, hematocriet). Bij zeer hoge doses ( 500 mg/kg/dag)
veroorzaakte irbesartan bij ratten en makaken degeneratieve veranderingen in de nieren (zoals
interstitiële nefritis, tubulaire distentie, basofiele tubuli, verhoogde ureum- en
creatinineplasmaconcentraties); deze worden verondersteld secundair te zijn aan het hypotensieve
effect van het geneesmiddel, hetgeen leidde tot een verminderde nierperfusie. Bovendien induceerde
irbesartan hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen (in ratten bij doses 90 mg/kg/dag,
in makaken bij doses 10 mg/kg/dag). Al deze veranderingen worden verondersteld te worden
veroorzaakt door het farmacologisch effect van irbesartan. Bij therapeutische doseringen bij mensen
lijkt de hyperplasie/hypertrofie van de juxtaglomerulaire cellen geen enkele betekenis te hebben.
Er is geen bewijs gevonden voor mutageniciteit, clastogeniciteit of carcinogeniteit.
In onderzoeken bij mannelijke en vrouwelijke ratten werden de vruchtbaarheid en reproductieve
prestaties niet beïnvloed, zelfs niet bij orale doses van irbesartan die toxiciteit bij de ouderdieren
veroorzaakte (van 50 tot 650 mg/kg/dag), waaronder mortalitiet bij de hoogste dosis. Er zijn geen
significante effecten waargenomen op het aantal corpora lutea, innestelingen, of levende foetussen.
Irbesartan beïnvloedde de overleving, ontwikkeling of reproductie van de nakomelingen niet.
Onderzoeken bij dieren tonen aan dat radioactief gelabelde irbesartan in de foetussen van ratten en
konijnen wordt gevonden. Irbesartan wordt uitgescheiden in de melk van lacterende ratten.
Dieronderzoeken met irbesartan lieten voorbijgaande toxische effecten (vergrote nierbekkenholte,
hydro-ureter of subcutaan oedeem) zien bij ratfoetussen, welke verdwenen na de geboorte. Bij
konijnen werd abortus of vroege resorptie gezien bij doseringen die bij het moederdier belangrijke
toxiciteit, waaronder de dood, veroorzaakten. Er werden geen teratogene effecten gezien bij ratten en
konijnen.
Hydrochloorthiazide
Hoewel er in sommige experimentele modellen twijfelachtig bewijs is gevonden voor genotoxische of
carcinogene effecten, hebben de uitgebreide ervaringen met hydrochloorthiazide bij mensen nog nooit
enig verband aangetoond tussen het gebruik en een verhoging van neoplasmata.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Tabletkern:
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Carboxymethylcellulose-natrium
Voorverstijfseld zetmeel
Siliciumdioxide
Magnesiumstearaat
Rood en geel ijzeroxiden
Filmomhulling:
Lactosemonohydraat
Hypromellose
Titaniumdioxide
Macrogol 3350
Rood en zwart ijzeroxide
Cera carnauba.
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
3 jaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Doosjes met 14 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 28 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 30 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 84 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 90 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 98 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium blisterverpakking.
Doosjes met 56 x 1 filmomhulde tabletten in PVC/PVDC/Aluminium geperforeerde eenheidsdosis
blisterverpakkingen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
8.
NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/023-028
EU/1/06/377/033-034
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 19 januari 2007
Datum van laatste hernieuwing: 27 februari 2012
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
BIJLAGE II
A. FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN -
GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
A. FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric, km. 63.09)
Riells i Viabrea, 17404 Girona
Spanje
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR's)
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld
in de lijst met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel
107c, onder punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende
aanpassingen gepubliceerd op het Europese webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
·
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Voorwaarden voor de handelsvergunning
Uiterste datum
De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat de productieprocessen van het
26 september
eindproduct worden beoordeeld op het mogelijke risico op vorming van N-
2022
nitrosaminen en zo nodig worden gewijzigd om nitrosamineverontreinigingen
zoveel mogelijk te beperken, in lijn met de op 25 juni 2020 door het Comité
voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik uitgebrachte aanbevelingen in het
kader van de procedure krachtens artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr.
726/2004 betreffende introsamine-onzuiverheden in geneesmiddelen voor
menselijk gebruik.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat: irbesartan 150 mg en hydrochloorthiazide 12,5 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat ook lactosemonohydraat. Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN HET BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/001 - 14 tabletten
EU/1/06/377/002 - 28 tabletten
EU/1/06/377/003 - 56 tabletten
EU/1/06/377/004 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/377/005 - 98 tabletten
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
14-28-56-98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
56 x 1 tabletten
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat: irbesartan 300 mg en hydrochloorthiazide 12,5 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat ook lactosemonohydraat. Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN HET BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/006 - 14 tabletten
EU/1/06/377/007 - 28 tabletten
EU/1/06/377/008 - 56 tabletten
EU/1/06/377/009 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/377/010 - 98 tabletten
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
14-28-56-98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
56 x 1 tabletten
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat: irbesartan 150 mg en hydrochloorthiazide 12,5 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat ook lactosemonohydraat. Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/011 - 14 tabletten
EU/1/06/377/012 - 28 tabletten
EU/1/06/377/029 - 30 tabletten
EU/1/06/377/013 - 56 tabletten
EU/1/06/377/014 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/377/015 - 84 tabletten
EU/1/06/377/030 - 90 tabletten
EU/1/06/377/016 - 98 tabletten
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
14-28-56-84-98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat: irbesartan 300 mg en hydrochloorthiazide 12,5 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat ook lactosemonohydraat. Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/017 - 14 tabletten
EU/1/06/377/018 - 28 tabletten
EU/1/06/377/031 - 30 tabletten
EU/1/06/377/019 - 56 tabletten
EU/1/06/377/020 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/377/021 - 84 tabletten
EU/1/06/377/032 - 90 tabletten
EU/1/06/377/022 - 98 tabletten
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
14-28-56-84-98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOFFEN
Elke tablet bevat: irbesartan 300 mg en hydrochloorthiazide 25 mg
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen: bevat ook lactosemonohydraat. Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 tabletten
28 tabletten
30 tabletten
56 tabletten
56 x 1 tabletten
84 tabletten
90 tabletten
98 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
12. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/06/377/023 - 14 tabletten
EU/1/06/377/024 - 28 tabletten
EU/1/06/377/033 - 30 tabletten
EU/1/06/377/025 - 56 tabletten
EU/1/06/377/026 - 56 x 1 tabletten
EU/1/06/377/027 - 84 tabletten
EU/1/06/377/034 - 90 tabletten
EU/1/06/377/028 - 98 tabletten
13. BATCHNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Zentiva k.s.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
BATCHNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
14-28-56-84-98 tabletten:
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Zo
30 - 56 x 1 - 90 tabletten
B. BIJSLUITER
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan
en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als
angiotensine-II-receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en
zich bindt aan receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een
stijging van de bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bewerkstelligen samen
een grotere verlaging van de bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk
als behandeling met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende
bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
allergisch (overgevoelig) voor hydrochloorthiazide of voor enig ander
sulfonamidederivaat.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva te vermijden tijdens de beginfase van de zwangerschap zie de rubriek zwangerschap)
U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
U produceert
moeilijk urine.
Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
U heeft
diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van onderstaande
situaties op u van toepassing is:
u lijdt aan
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen of bij een
niertransplantatie
u lijdt aan
hartproblemen
u lijdt aan
leverproblemen
u lijdt aan
suikerziekte
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte,
honger, duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u lijdt aan
lupus erythematodes (ook bekend als lupus of SLE)
u lijdt aan
primair aldosteronisme (een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk)
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o aliskiren.
als u
huidkanker heeft gehad
of als u tijdens de behandeling
een verdachte huidafwijking
krijgt. Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva inneemt.
als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek 'Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap
en dient niet te worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige
nadelige effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
een zoutarm dieet volgt
symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken, of een
abnormaal snelle hartslag heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva),
merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren).
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
last hebt van
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen krijgt terwijl u
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van
vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in
uw oog (glaucoom) die binnen uren tot een week nadat u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva hebt ingenomen, kunnen optreden. Indien niet behandeld kan dit permanent verlies van
het gezichtsvermogen veroorzaken. Als u eerder een allergie voor penicilline of een
sulfonamide had, loopt u mogelijk een groter risico om deze aandoeningen te ontwikkelen. U
moet stoppen met het nemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en onmiddellijk
contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar te worden
gegeven.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen
gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, kunnen de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen
die lithium bevatten dienen niet gelijktijdig met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt te
worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken 'Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
kaliumsupplementen
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen
sommige laxeermiddelen
middelen tegen jicht
vitamine D supplementen op medisch voorschrift
geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulines)
carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van
alcohol en tijdens het gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen
bij het opstaan, in bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva voordat u zwanger wordt of
zodra u weet dat u zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in
plaats van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoedig te gaan geven. Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een
andere behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een
pasgeboren of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk
kan echter af en toe duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met
uw arts voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u
bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat natrium. Dit middel bevat minder dan 1 mmol
natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering
De aanbevolen dosering is één of twee tabletten Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva per dag.
Gewoonlijk zal Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva worden voorgeschreven door uw arts als uw
vorige geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Wijze van inname
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is voor
oraal gebruik. De tabletten dienen met een voldoende
hoeveelheid vloeistof (bijv. een glas water) doorgeslikt te worden. U kunt Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva met of zonder voedsel innemen. Probeer om uw dagelijkse dosis elke dag
op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het
innemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva totdat uw arts u anders adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de
behandeling bereikt te worden.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar.
Als een kind enkele tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis in om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid, stop
dan met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
misselijkheid/braken
abnormaal plassen
vermoeidheid
duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een aanwijzing
is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van stoffen die een
aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Soms voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
diarree
lage bloeddruk
zwakheid
versnelde hartslag
overmatig blozen
zwelling
seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: hoofdpijn, oorsuizen, hoesten,
smaakstoornissen, verstoring van de spijsvertering, pijn in uw gewrichten en spieren, verstoring van de
werking van de lever en verminderde werking van de nieren, verhoogde hoeveelheden kalium in uw
bloed en allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong
of de keel. Soms zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit)
gemeld.
Zoals voor alle combinaties van twee werkzame bestanddelen geldt, kunnen de bijwerkingen die in
verband gebracht zijn met de afzonderlijke bestanddelen, niet worden uitgesloten.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie klachten zijn bijvoorbeeld
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid), daling van het
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Verlies van hongergevoel, irritatie van de maag, maagkrampen, problemen met de stoelgang
(obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt
door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met misselijkheid en braken, slaapstoornissen,
depressie, wazig zien, tekort aan witte bloedcellen hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts,
afname van bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode
bloedcellen (anemie) gekenmerkt door vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten,
duizeligheid en bleek eruit zien, nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van
vocht in de longen, verhoogde gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de
bloedvaten, een huidaandoening gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele
lichaam, cutane lupus erythematodes gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid,
allergische reacties, zwakte en spiersamentrekkingen, veranderd hartrimte, verlaagde bloeddruk na het
wijzigen van de lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker
in de urine, verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen
veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen)
opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): huid- en lipkanker
(niet-melanome huidkanker), een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van
hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog [choroïdale
effusie] of acuut geslotenkamerhoekglaucoom).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide. Elke tablet Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg bevat 150 mg irbesartan en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
De andere stoffen in dit middel zijn microkristallijne cellulose, carboxymethylcellulosenatrium,
lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, colloïdaal siliciumdioxide, voorverstijfseld
maïszetmeel, rood en geel ijzeroxide (E172). Zie ook rubriek 2 'Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva bevat lactose'.
Hoe ziet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten zijn perzikkleurig, biconvex en
ovaalvormig met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2775 ingegraveerd aan de andere
zijde.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg tabletten worden geleverd in verpakkingen
met 14, 28, 56 of 98 stuks in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Geschikte (EAG) verpakking
van 56 x 1 tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
Tel: +370 52152025
PV-Belgium@zentiva.com
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: + 359 244 17 136
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Bulgaria@zentiva.com
PV-Luxembourg@zentiva.com
Ceská republika
Magyarország
Zentiva, k.s.
Zentiva Pharma Kft.
Tel: +420 267 241 111
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Czech-Republic@zentiva.com
PV-Hungary@zentiva.com
Danmark
Malta
Zentiva Denmark Aps
Zentiva, k.s.
Tlf: +45 787 68 400
Tel: +356 2778 0890
PV-Denmark@zentiva.com
PV-Malta@zentiva.com
Deutschland
Nederland
Zentiva Pharma GmbH
Zentiva, k.s.
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
Tel: +31 202 253 638
PV-Germany@zentiva.com
PV-Netherlands@zentiva.com
Eesti
Norge
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +372 52 70308
Tlf: +47 219 66 203
PV-Estonia@zentiva.com
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +30 211 198 7510
Tel: +43 720 778 877
PV-Greece@zentiva.com
PV-Austria@zentiva.com
España
Polska
Zentiva, k.s.
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 931 815 250
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Spain@zentiva.com
PV-Poland@zentiva.com
France
Portugal
Zentiva France
Zentiva Portugal, Lda
Tél: +33 (0) 800 089 219
Tel: +351210601360
PV-France@zentiva.com
PV-Portugal@zentiva.com
Hrvatska
România
Zentiva, d.o.o.
ZENTIVA S.A.
Tel: +385 1 6641 830
Tel: +4 021.304.7597
PV-Croatia@zentiva.com
PV-Romania@zentiva.com
Ireland
Slovenija
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
Tel: +386 360 00 408
PV-Ireland@zentiva.com
PV-Slovenia@zentiva.com
Ísland
Slovenská republika
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, a.s.
Sími: +354 539 0650
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Iceland@zentiva.com
PV-Slovakia@zentiva.com
Italia
Suomi/Finland
Zentiva Italia S.r.l.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +39-02-38598801
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Italy@zentiva.com
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
: +357 240 30 144
Tel: +46 840 838 822
PV-Cyprus@zentiva.com
PV-Sweden@zentiva.com
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-Latvia@zentiva.com
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan
en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als
angiotensine-II-receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en
zich bindt aan receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een
stijging van de bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bewerkstelligen samen
een grotere verlaging van de bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk
als behandeling met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende
bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
allergisch (overgevoelig) voor hydrochloorthiazide of voor enig ander
sulfonamidederivaat.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva te vermijden tijdens de beginfase van de zwangerschap zie de rubriek zwangerschap)
U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
U produceert
moeilijk urine.
Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van onderstaande
situaties op u van toepassing is:
u lijdt aan
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen of bij een
niertransplantatie
u lijdt aan
hartproblemen
u lijdt aan
leverproblemen
u lijdt aan
suikerziekte
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u lijdt aan
lupus erythematodes (ook bekend als lupus of SLE)
u lijdt aan
primair aldosteronisme (een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk)
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o aliskiren.
als u
huidkanker heeft gehad
of als u tijdens de behandeling
een verdachte huidafwijking
krijgt. Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva inneemt.
als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek 'Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap
en dient niet te worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige
nadelige effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
een zoutarm dieet volgt
symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken, of een
abnormaal snelle hartslag heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva),
merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren).
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
last hebt van
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen krijgt terwijl u
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van
vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in
uw oog (glaucoom) die binnen uren tot een week nadat u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva hebt ingenomen, kunnen optreden. Indien niet behandeld kan dit permanent verlies van
het gezichtsvermogen veroorzaken. Als u eerder een allergie voor penicilline of een
sulfonamide had, loopt u mogelijk een groter risico om deze aandoeningen te ontwikkelen. U
moet stoppen met het nemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en onmiddellijk
contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en adolescenten en jongeren tot 18 jaar
te worden gegeven.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen
gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, kunnen de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen
die lithium bevatten dienen niet gelijktijdig met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt te
worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken 'Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
kaliumsupplementen
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen
sommige laxeermiddelen
middelen tegen jicht
vitamine D supplementen op medisch voorschrift
geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulines)
carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van
alcohol en tijdens het gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen
bij het opstaan, in bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva voordat u zwanger wordt of
zodra u weet dat u zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in
plaats van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoedig te gaan geven. Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een
andere behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een
pasgeboren of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk
kan echter af en toe duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met
uw arts voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u
bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering
De aanbevolen dosering is één tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva per dag. Gewoonlijk zal
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva worden voorgeschreven door uw arts als uw vorige
geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Wijze van inname
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is voor
oraal gebruik. De tabletten dienen met een voldoende
hoeveelheid vloeistof (bijv. een glas water) doorgeslikt te worden. U kunt Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva met of zonder voedsel innemen. Probeer om uw dagelijkse dosis elke dag
op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het
innemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva totdat uw arts u anders adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de behandeling
bereikt te worden.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar.
Als een kind enkele tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis in om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid, stop
dan met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
misselijkheid/braken
abnormaal plassen
vermoeidheid
duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een aanwijzing
is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van stoffen die een
aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Soms voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
diarree
lage bloeddruk
zwakheid
versnelde hartslag
overmatig blozen
zwelling
seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: hoofdpijn, oorsuizen, hoesten,
smaakstoornissen, verstoring van de spijsvertering, pijn in uw gewrichten en spieren, verstoring van de
werking van de lever en verminderde werking van de nieren, verhoogde hoeveelheden kalium in uw
bloed en allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong
of de keel. Soms zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit)
gemeld.
Zoals voor alle combinaties van twee werkzame bestanddelen geldt, kunnen de bijwerkingen die in
verband gebracht zijn met de afzonderlijke bestanddelen, niet worden uitgesloten.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie klachten zijn bijvoorbeeld
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid), daling van het
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Verlies van hongergevoel, irritatie van de maag, maagkrampen, problemen met de stoelgang
(obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt
door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met misselijkheid en braken, slaapstoornissen,
depressie, wazig zien, tekort aan witte bloedcellen hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts,
afname van bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode
bloedcellen (anemie) gekenmerkt door vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten,
duizeligheid en bleek eruit zien, nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van
vocht in de longen, verhoogde gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de
bloedvaten, een huidaandoening gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele
lichaam, cutane lupus erythematodes gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid,
allergische reacties, zwakte en spiersamentrekkingen, veranderd hartrimte, verlaagde bloeddruk na het
wijzigen van de lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker
in de urine, verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen
veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen)
opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): huid- en lipkanker
(niet-melanome huidkanker), een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van
hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog [choroïdale
effusie] of acuut geslotenkamerhoekglaucoom).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide. Elke tablet Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg bevat 300 mg irbesartan en 12,5 mg
hydrochloorthiazide.
De andere stoffen in dit middel zijn microkristallijne cellulose, carboxymethylcellulosenatrium,
lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, colloïdaal siliciumdioxide, voorverstijfseld
maïszetmeel, rood en geel ijzeroxide (E172). Zie ook rubriek 2 'Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva' bevat lactose.
Hoe ziet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten zijn perzikkleurig, biconvex en
ovaalvormig met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2776 ingegraveerd aan de andere
zijde.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg tabletten worden geleverd in verpakkingen
met 14, 28, 56 of 98 stuks in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering Geschikte (EAG) verpakking
van 56 x 1 tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
Tel: +370 52152025
PV-Belgium@zentiva.com
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: + 359 244 17 136
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Bulgaria@zentiva.com
PV-Luxembourg@zentiva.com
Ceská republika
Magyarország
Zentiva, k.s.
Zentiva Pharma Kft.
Tel: +420 267 241 111
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Czech-Republic@zentiva.com
PV-Hungary@zentiva.com
Danmark
Malta
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, k.s.
Tlf: +45 787 68 400
Tel: +356 2778 0890
PV-Denmark@zentiva.com
PV-Malta@zentiva.com
Deutschland
Nederland
Zentiva Pharma GmbH
Zentiva, k.s.
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
Tel: +31 202 253 638
PV-Germany@zentiva.com
PV-Netherlands@zentiva.com
Eesti
Norge
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +372 52 70308
Tlf: +47 219 66 203
PV-Estonia@zentiva.com
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +30 211 198 7510
Tel: +43 720 778 877
PV-Greece@zentiva.com
PV-Austria@zentiva.com
España
Polska
Zentiva, k.s.
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 931 815 250
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Spain@zentiva.com
PV-Poland@zentiva.com
France
Portugal
Zentiva France
Zentiva Portugal, Lda
Tél: +33 (0) 800 089 219
Tel: +351210601360
PV-France@zentiva.com
PV-Portugal@zentiva.com
Hrvatska
România
Zentiva, d.o.o.
ZENTIVA S.A.
Tel: +385 1 6641 830
Tel: +4 021.304.7597
PV-Croatia@zentiva.com
PV-Romania@zentiva.com
Ireland
Slovenija
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
Tel: +386 360 00 408
PV-Ireland@zentiva.com
PV-Slovenia@zentiva.com
Ísland
Slovenská republika
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, a.s.
Sími: +354 539 0650
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Iceland@zentiva.com
PV-Slovakia@zentiva.com
Italia
Suomi/Finland
Zentiva Italia S.r.l.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +39-02-38598801
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Italy@zentiva.com
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
: +357 240 30 144
Tel: +46 840 838 822
PV-Cyprus@zentiva.com
PV-Sweden@zentiva.com
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-Latvia@zentiva.com
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan
en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als
angiotensine-II-receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en
zich bindt aan receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een
stijging van de bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bewerkstelligen samen
een grotere verlaging van de bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk
als behandeling met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende
bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
allergisch voor hydrochloorthiazide of voor enig ander sulfonamidederivaat.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva te vermijden tijdens de beginfase van de zwangerschap zie de rubriek zwangerschap).
U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
U produceert
moeilijk urine.
Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en adolescenten (onder de 18 jaar) te
worden gegeven.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u lijdt aan
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen of bij een
niertransplantatie
u lijdt aan
hartproblemen
u lijdt aan
leverproblemen
u lijdt aan
suikerziekte
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u lijdt aan
lupus erythematodes (ook bekend als lupus of SLE)
u lijdt aan
primair aldosteronisme (een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk).
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o aliskiren.
als u
huidkanker heeft gehad
of als u tijdens de behandeling
een verdachte huidafwijking
krijgt. Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva inneemt.
als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek 'Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap
en dient niet te worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige
nadelige effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
een zoutarm dieet volgt
symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken, of een
abnormaal snelle hartslag heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva)
merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren).
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
last hebt van
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen krijgt terwijl u
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van
vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in
uw oog (glaucoom) die binnen uren tot een week nadat u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva hebt ingenomen, kunnen optreden. Indien niet behandeld kan dit permanent verlies van
het gezichtsvermogen veroorzaken. Als u eerder een allergie voor penicilline of een
sulfonamide had, loopt u mogelijk een groter risico om deze aandoeningen te ontwikkelen. U
moet stoppen met het nemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en onmiddellijk
contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar te worden
gegeven.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen
gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, kunnen de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen
die lithium bevatten dienen niet gelijktijdig met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt te
worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken 'Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
kaliumsupplementen
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen (plastabletten)
sommige laxeermiddelen
middelen tegen jicht
vitamine D supplementen op medisch voorschrift
geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulines)
carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van
alcohol en tijdens het gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen
bij het opstaan, in bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva voordat u zwanger wordt of
zodra u weet dat u zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in
plaats van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoedig te gaan geven. Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een
andere behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een
pasgeboren of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk
kan echter af en toe duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met
uw arts voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u
bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering
De aanbevolen dosering is één of twee tabletten Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva per dag.
Gewoonlijk zal Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva worden voorgeschreven door uw arts als uw
vorige geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Wijze van inname
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is voor
oraal gebruik. De tabletten dienen doorgeslikt te
worden met voldoende vocht (bijv. een glas water). U kunt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde
tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het innemen van dit medicijn
totdat uw arts u anders adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de behandeling
bereikt te worden.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar.
Als een kind enkele tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid, stop
dan met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
misselijkheid/braken
abnormaal plassen
vermoeidheid
duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een aanwijzing
is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van stoffen die een
aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Soms voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
diarree
lage bloeddruk
zwakheid
versnelde hartslag
overmatig blozen
zwelling
seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: hoofdpijn, oorsuizen, hoesten,
smaakstoornissen, verstoring van de spijsvertering, pijn in uw gewrichten en spieren, abnormale
werking van de lever en verminderde werking van de nieren, verhoogde hoeveelheden kalium in uw
bloed en allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong
of de keel. Soms zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit)
gemeld.
Zoals voor alle combinaties van twee werkzame bestanddelen geldt, kunnen de bijwerkingen die in
verband gebracht zijn met de afzonderlijke bestanddelen, niet worden uitgesloten.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie klachten zijn bijvoorbeeld
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid), daling van het
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Verlies van hongergevoel, irritatie van de maag, maagkrampen, problemen met de stoelgang
(obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt
door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met misselijkheid en braken, slaapstoornissen,
depressie, wazig zien, tekort aan witte bloedcellen hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts,
afname van bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode
bloedcellen (anemie) gekenmerkt door vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten,
duizeligheid en bleek eruit zien, nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van
vocht in de longen, verhoogde gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de
bloedvaten, een huidaandoening gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele
lichaam, cutane lupus erythematodes gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid,
allergische reacties, zwakte en spiersamentrekkingen, veranderd hartrimte, verlaagde bloeddruk na het
wijzigen van de lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker
in de urine, verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen
veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen)
opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): huid- en lipkanker
(niet-melanome huidkanker), een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van
hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog [choroïdale
effusie] of acuut geslotenkamerhoekglaucoom).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide. Elke filmomhulde
tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg bevat 150 mg irbesartan en
12,5 mg hydrochloorthiazide.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3000, rood en geel ijzeroxiden, cera carnauba. Zie ook rubriek 2
'Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose'.
Hoe ziet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten zijn perzikkleurig,
biconvex en ovaalvormig met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2875 ingegraveerd
aan de andere zijde.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 150 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in
verpakkingen met 14, 28, 30, 56, 84, 90 of 98 stuks in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering
Geschikte (EAG) verpakking van 56 x 1 tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric, km. 63.09)
Riells i Viabrea, 17404 Girona
Spanje
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
Tel: +370 52152025
PV-Belgium@zentiva.com
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: + 359 244 17 136
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Bulgaria@zentiva.com
PV-Luxembourg@zentiva.com
Ceská republika
Magyarország
Zentiva, k.s.
Zentiva Pharma Kft.
Tel: +420 267 241 111
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Czech-Republic@zentiva.com
PV-Hungary@zentiva.com
Danmark
Malta
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, k.s.
Tlf: +45 787 68 400
Tel: +356 2778 0890
PV-Denmark@zentiva.com
PV-Malta@zentiva.com
Deutschland
Nederland
Zentiva Pharma GmbH
Zentiva, k.s.
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
Tel: +31 202 253 638
PV-Germany@zentiva.com
PV-Netherlands@zentiva.com
Eesti
Norge
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +372 52 70308
Tlf: +47 219 66 203
PV-Estonia@zentiva.com
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +30 211 198 7510
Tel: +43 720 778 877
PV-Greece@zentiva.com
PV-Austria@zentiva.com
España
Polska
Zentiva, k.s.
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 931 815 250
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Spain@zentiva.com
PV-Poland@zentiva.com
France
Portugal
Zentiva France
Zentiva Portugal, Lda
Tél: +33 (0) 800 089 219
Tel: +351210601360
PV-France@zentiva.com
PV-Portugal@zentiva.com
Hrvatska
România
Zentiva, d.o.o.
ZENTIVA S.A.
Tel: +385 1 6641 830
Tel: +4 021.304.7597
PV-Croatia@zentiva.com
PV-Romania@zentiva.com
Ireland
Slovenija
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
Tel: +386 360 00 408
PV-Ireland@zentiva.com
PV-Slovenia@zentiva.com
Ísland
Slovenská republika
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, a.s.
Sími: +354 539 0650
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Iceland@zentiva.com
PV-Slovakia@zentiva.com
Italia
Suomi/Finland
Zentiva Italia S.r.l.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +39-02-38598801
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Italy@zentiva.com
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
: +357 240 30 144
Tel: +46 840 838 822
PV-Cyprus@zentiva.com
PV-Sweden@zentiva.com
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-Latvia@zentiva.com
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan
en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als
angiotensine-II-receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en
zich bindt aan receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een
stijging van de bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bewerkstelligen samen
een grotere verlaging van de bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk
als behandeling met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende
bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
allergisch voor hydrochloorthiazide of voor enig ander sulfonamidederivaat.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva te vermijden tijdens de beginfase van de zwangerschap zie de rubriek zwangerschap).
U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
U produceert
moeilijk urine.
Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en adolescenten (onder de 18 jaar) te
worden gegeven.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt en indien een of meer van onderstaande
situaties op u van toepassing is:
u lijdt aan
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen of bij een
niertransplantatie
u lijdt aan
hartproblemen
u lijdt aan
leverproblemen
u lijdt aan
suikerziekte
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u lijdt aan
lupus erythematodes (ook bekend als lupus of SLE)
u lijdt aan
primair aldosteronisme (een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk)
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o aliskiren.
als u
huidkanker heeft gehad
of als u tijdens de behandeling
een verdachte huidafwijking
krijgt. Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva inneemt.
als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek 'Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap
en dient niet te worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige
nadelige effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
een zoutarm dieet volgt
symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken, of een
abnormaal snelle hartslag heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva)
merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren).
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
last hebt van
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen krijgt terwijl u
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van
vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in
uw oog (glaucoom) die binnen uren tot een week nadat u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva hebt ingenomen, kunnen optreden. Indien niet behandeld kan dit permanent verlies van
het gezichtsvermogen veroorzaken. Als u eerder een allergie voor penicilline of een
sulfonamide had, loopt u mogelijk een groter risico om deze aandoeningen te ontwikkelen. U
moet stoppen met het nemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en onmiddellijk
contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar te worden
gegeven.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen
gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, kunnen de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen
die lithium bevatten dienen niet gelijktijdig met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt te
worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken 'Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
kaliumsupplementen
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen (plastabletten)
sommige laxeermiddelen
middelen tegen jicht
vitamine D supplementen op medisch voorschrift
geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulines)
carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van
alcohol en tijdens het gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen
bij het opstaan, in bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap,borstvoeding en vruchtbaarheid
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva voordat u zwanger wordt of
zodra u weet dat u zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in
plaats van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoedig te gaan geven. Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een
andere behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een
pasgeboren of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk
kan echter af en toe duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met
uw arts voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u
bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat natrium Dit middel bevat minder dan 1 mmol
natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering
De aanbevolen dosering is één tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva per dag. Gewoonlijk zal
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva worden voorgeschreven door uw arts als uw vorige
geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Wijze van inname
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is voor
oraal gebruik. De tabletten dienen doorgeslikt te
worden met voldoende vocht (bijv. een glas water). U kunt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde
tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het innemen van dit medicijn
totdat uw arts u anders adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de behandeling
bereikt te worden.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar.
Als een kind enkele tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid, stop
dan met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
misselijkheid/braken
abnormaal plassen
vermoeidheid
duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een aanwijzing
is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van stoffen die een
aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Soms voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
diarree
lage bloeddruk
zwakheid
versnelde hartslag
overmatig blozen
zwelling
seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: hoofdpijn, oorsuizen, hoesten,
smaakstoornissen, verstoring van de spijsvertering, pijn in uw gewrichten en spieren, abnormale
werking van de lever en verminderde werking van de nieren, verhoogde hoeveelheden kalium in uw
bloed en allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong
of de keel. Soms zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit)
gemeld.
Zoals voor alle combinaties van twee werkzame bestanddelen geldt, kunnen de bijwerkingen die in
verband gebracht zijn met de afzonderlijke bestanddelen, niet worden uitgesloten.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie klachten zijn bijvoorbeeld
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid), daling van het
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Verlies van hongergevoel, irritatie van de maag, maagkrampen, problemen met de stoelgang
(obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt
door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met misselijkheid en braken, slaapstoornissen,
depressie, wazig zien, tekort aan witte bloedcellen hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts,
afname van bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode
bloedcellen (anemie) gekenmerkt door vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten,
duizeligheid en bleek eruit zien, nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van
vocht in de longen, verhoogde gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de
bloedvaten, een huidaandoening gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele
lichaam, cutane lupus erythematodes gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid,
allergische reacties, zwakte en spiersamentrekkingen, veranderd hartrimte, verlaagde bloeddruk na het
wijzigen van de lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker
in de urine, verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen
veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen)
opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): huid- en lipkanker
(niet-melanome huidkanker), een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van
hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog [choroïdale
effusie] of acuut geslotenkamerhoekglaucoom).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide. Elke filmomhulde
tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg bevat 300 mg irbesartan en
12,5 mg hydrochloorthiazide.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3000, rood en geel ijzeroxiden, cera carnauba. Zie ook rubriek 2
'Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose'.
Hoe ziet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten zijn perzikkleurig,
biconvex en ovaalvormig met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2876 ingegraveerd
aan de andere zijde.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/12,5 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in
verpakkingen met 14, 28, 30, 56, 84, 90 of 98 stuks in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering
Geschikte (EAG) verpakking van 56 x 1 tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Sanofi-Aventis, S.A.
Ctra. C-35 (La Batlloria-Hostalric, km. 63.09)
Riells i Viabrea, 17404 Girona
Spanje
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
Tel: +370 52152025
PV-Belgium@zentiva.com
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: + 359 244 17 136
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Bulgaria@zentiva.com
PV-Luxembourg@zentiva.com
Ceská republika
Magyarország
Zentiva, k.s.
Zentiva Pharma Kft.
Tel: +420 267 241 111
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Czech-Republic@zentiva.com
PV-Hungary@zentiva.com
Danmark
Malta
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, k.s.
Tlf: +45 787 68 400
Tel: +356 2778 0890
PV-Denmark@zentiva.com
PV-Malta@zentiva.com
Deutschland
Nederland
Zentiva Pharma GmbH
Zentiva, k.s.
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
Tel: +31 202 253 638
PV-Germany@zentiva.com
PV-Netherlands@zentiva.com
Eesti
Norge
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +372 52 70308
Tlf: +47 219 66 203
PV-Estonia@zentiva.com
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +30 211 198 7510
Tel: +43 720 778 877
PV-Greece@zentiva.com
PV-Austria@zentiva.com
España
Polska
Zentiva, k.s.
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 931 815 250
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Spain@zentiva.com
PV-Poland@zentiva.com
France
Portugal
Zentiva France
Zentiva Portugal, Lda
Tél: +33 (0) 800 089 219
Tel: +351210601360
PV-France@zentiva.com
PV-Portugal@zentiva.com
Hrvatska
România
Zentiva, d.o.o.
ZENTIVA S.A.
Tel: +385 1 6641 830
Tel: +4 021.304.7597
PV-Croatia@zentiva.com
PV-Romania@zentiva.com
Ireland
Slovenija
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
Tel: +386 360 00 408
PV-Ireland@zentiva.com
PV-Slovenia@zentiva.com
Ísland
Slovenská republika
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, a.s.
Sími: +354 539 0650
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Iceland@zentiva.com
PV-Slovakia@zentiva.com
Italia
Suomi/Finland
Zentiva Italia S.r.l.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +39-02-38598801
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Italy@zentiva.com
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
: +357 240 30 144
Tel: +46 840 838 822
PV-Cyprus@zentiva.com
PV-Sweden@zentiva.com
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-Latvia@zentiva.com
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten
irbesartan/hydrochloorthiazide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is een combinatie van twee werkzame bestanddelen, irbesartan
en hydrochloorthiazide.
Irbesartan behoort tot een groep geneesmiddelen die bekend zijn als
angiotensine-II-receptorantagonisten. Angiotensine-II is een stof die in het lichaam wordt gemaakt en
zich bindt aan receptoren in de bloedvaten. Hierdoor vernauwen de bloedvaten zich. Dit heeft een
stijging van de bloeddruk tot gevolg. Irbesartan verhindert de binding van angiotensine-II aan deze
receptoren, waardoor de bloedvaten ontspannen en de bloeddruk daalt.
Hydrochloorthiazide is een middel uit de groep geneesmiddelen (die we thiazidediuretica noemen) die
de hoeveelheid urine doen toenemen en op die manier de bloeddruk verlagen.
De twee werkzame bestanddelen in Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bewerkstelligen samen
een grotere verlaging van de bloeddruk dan men met elke component afzonderlijk zou bereiken.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk
als behandeling met irbesartan of hydrochloorthiazide alleen niet resulteerde in een voldoende
bloeddrukdaling.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent
allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
U bent
allergisch voor hydrochloorthiazide of voor enig ander sulfonamidederivaat.
U bent
langer dan 3 maanden zwanger. (Het is ook beter om Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva te vermijden tijdens de beginfase van de zwangerschap zie de rubriek zwangerschap).
U heeft
ernstige lever- of nierproblemen.
U produceert
moeilijk urine.
Uw arts heeft vastgesteld dat u
aanhoudend hoge calciumwaarden of lage kaliumwaarden in
uw bloed heeft.
U heeft diabetes of een nierfunctiestoornis en u wordt behandeld met een bloeddrukverlagend
geneesmiddel dat aliskiren bevat.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt gebruikt en indien een of meer van
onderstaande situaties op u van toepassing is:
u lijdt aan
hevig braken of diarree
u lijdt aan
nierproblemen of bij een
niertransplantatie
u lijdt aan
hartproblemen
u lijdt aan
leverproblemen
u lijdt aan
suikerziekte
u ontwikkelt een
lage bloedsuikerspiegel (tekenen zijn onder meer zweten, zwakte, honger,
duizeligheid, beven, hoofdpijn, overmatig blozen of bleekheid, doof gevoel, een snelle,
bonzende hartslag), vooral als u wordt behandeld voor diabetes.
u lijdt aan
lupus erythematodes (ook bekend als lupus of SLE)
u lijdt aan
primair aldosteronisme (een aandoening die gerelateerd is aan een te hoge productie
van het hormoon aldosteron, hetgeen leidt tot vasthouden van zout met als gevolg een toename
van de bloeddruk)
als u een van de volgende geneesmiddelen voor de behandeling van hoge bloeddruk inneemt:
o een 'ACE-remmer' (bijvoorbeeld analapril, lisinopril, ramipril), in het bijzonder als u
diabetes-gerelateerde nierproblemen heeft.
o aliskiren.
als u
huidkanker heeft gehad
of als u tijdens de behandeling
een verdachte huidafwijking
krijgt. Behandeling met hydrochloorthiazide, vooral langdurig gebruik met hoge doses, kan het
risico op sommige soorten huid- en lipkanker (niet-melanome huidkanker) vergroten. Bescherm
uw huid tegen blootstelling aan de zon en uv-stralen terwijl u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva inneemt.
als u in het verleden last heeft gehad van ademhalings- of longproblemen (waaronder ontsteking
of vocht in de longen) na inname van hydrochloorthiazide. Als u na het innemen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva ernstige kortademigheid of moeite met ademhalen krijgt, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Uw arts zal mogelijk uw nierfunctie, bloeddruk en het aantal elektrolyten (bv. kalium) in uw bloed
controleren.
Zie ook de informatie in rubriek 'Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?'
Vertel uw arts als u denkt zwanger te zijn (of zwanger zou kunnen worden). Het gebruik van
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap
en dient niet te worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige
nadelige effecten kan hebben voor uw baby indien dit wordt ingenomen in die periode (zie de rubriek
zwangerschap).
U dient het ook aan uw arts te vertellen, als u:
een zoutarm dieet volgt
symptomen zoals
abnormale dorst, droge mond, algemene zwakte, slaperigheid, spierpijn
of spierkramp, misselijkheid, braken, of een
abnormaal snelle hartslag heeft; deze kunnen
wijzen op een veel te sterke werking van hydrochloorthiazide (bestanddeel van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva)
merkt dat
uw huid ongewoon sneller gevoelig is voor de zon met kenmerken die lijken op
verbranding door de zon (zoals roodheid, jeuk, zwelling, blaren).
geopereerd moet worden of narcosemiddelen zult krijgen
last hebt van
een verminderd gezichtsvermogen of pijn in één of beide ogen krijgt terwijl u
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt. Dit kunnen symptomen zijn van
vochtophoping in de vasculaire laag van het oog (choroïdale effusie) of een verhoogde druk in
uw oog (glaucoom) die binnen uren tot een week nadat u Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva hebt ingenomen, kunnen optreden. Indien niet behandeld kan dit permanent verlies van
het gezichtsvermogen veroorzaken. Als u eerder een allergie voor penicilline of een
sulfonamide had, loopt u mogelijk een groter risico om deze aandoeningen te ontwikkelen. U
moet stoppen met het nemen van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en onmiddellijk
contact opnemen met een arts.
De hydrochloorthiazide in dit geneesmiddel kan in een anti-doping test tot een positief resultaat leiden.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar te worden
gegeven.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen
gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Vochtuitdrijvende geneesmiddelen, zoals hydrochloorthiazide dat voorkomt in Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva, kunnen de werking van andere middelen beïnvloeden. Geneesmiddelen
die lithium bevatten dienen niet gelijktijdig met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva gebruikt te
worden zonder nauwkeurige controle door uw arts.
Uw arts kan uw dosis aanpassen en/of andere voorzorgsmaatregelen nemen:
- als u een ACE-remmer of aliskiren inneemt (zie ook de informatie in de rubrieken 'Wanneer mag u
dit middel niet gebruiken?' en 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Controle van uw bloed kan nodig zijn als u één van de volgende middelen gebruikt:
kaliumsupplementen
kaliumbevattende zoutvervangingsmiddelen
kaliumsparende geneesmiddelen of andere vochtuitdrijvende geneesmiddelen (plastabletten)
sommige laxeermiddelen
middelen tegen jicht
vitamine D supplementen op medisch voorschrift
geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen
geneesmiddelen tegen suikerziekte (tabletten zoals repaglinide of insulines)
carbamazepine (een geneesmiddel voor de behandeling van epilepsie).
Ook is het belangrijk uw arts te vertellen als u andere geneesmiddelen gebruikt om uw bloeddruk te
verlagen, of bijnierschorshormonen, geneesmiddelen tegen kanker, pijnstillers, geneesmiddelen tegen
gewrichtsontstekingen, of colestyramine en colestipol harsen die gebruikt worden voor verlaging van
het cholesterol in uw bloed.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doordat Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva hydrochloorthiazide bevat kunt u bij het drinken van
alcohol en tijdens het gebruik van dit geneesmiddel een toegenomen gevoel van duizeligheid krijgen
bij het opstaan, in bijzonder wanneer u opstaat vanuit een zittende positie.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Zwangerschap
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden, of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Meestal zal uw arts u
adviseren om te stoppen met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva voordat u zwanger wordt of
zodra u weet dat u zwanger bent en hij zal u adviseren om een ander geneesmiddel te gebruiken in
plaats van Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva wordt
afgeraden tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen vanaf een
zwangerschapsduur van drie maanden. Gebruik na de derde maand van de zwangerschap kan ernstige
nadelige effecten hebben voor uw baby.
Borstvoeding
Vertel uw arts indien u borstvoeding geeft of op het punt staat borstvoedig te gaan geven. Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva wordt afgeraden voor moeders die borstvoeding geven. Uw arts kan een
andere behandeling voor u uitzoeken indien u borstvoeding wilt geven, vooral als het gaat om een
pasgeboren of een te vroeg geboren baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw vaardigheid om voertuigen te besturen of machines te bedienen wordt waarschijnlijk niet
verminderd door Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva. Tijdens de behandeling van hoge bloeddruk
kan echter af en toe duizeligheid of vermoeidheid optreden. Als u hier last van heeft, overleg dan met
uw arts voordat u een voertuig gaat besturen of machines gaat bedienen.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u
bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat natrium. Dit middel bevat minder dan 1 mmol
natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosering
De aanbevolen dosering is één tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva per dag. Gewoonlijk zal
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva worden voorgeschreven door uw arts als uw vorige
geneesmiddelen onvoldoende bloeddrukdaling gaven. Uw arts zal u vertellen hoe u moet
overschakelen van uw vorige geneesmiddelen naar Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva.
Wijze van inname
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva is voor
oraal gebruik. De tabletten dienen doorgeslikt te
worden met voldoende vocht (bijv. een glas water). U kunt Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva
innemen met of zonder voedsel. Probeer om uw dagelijkse dosis iedere dag op ongeveer hetzelfde
tijdstip van de dag in te nemen. Het is belangrijk dat u doorgaat met het innemen van dit medicijn
totdat uw arts u anders adviseert.
Het maximale bloeddrukverlagende effect dient binnen 6-8 weken na het begin van de behandeling
bereikt te worden.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva dient niet te worden gegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar.
Als een kind enkele tabletten inslikt, waarschuw dan direct uw arts.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u per ongeluk te veel tabletten inneemt, waarschuw dan direct uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u per ongeluk een dagelijkse dosis overslaat, ga dan gewoon door met de volgende dosis. Neem
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
In zeldzame gevallen zijn allergische huidreacties (uitslag, netelroos), alsmede zwelling van het
gezicht, de lippen en/of de tong gemeld bij patiënten die irbesartan kregen.
Als u een dergelijke bovengenoemde reactie ontwikkelt of last krijgt van kortademigheid, stop
dan met Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva en raadpleeg direct uw arts.
De frequentie van het optreden van onderstaande bijwerkingen is ingedeeld op de volgende wijze:
Vaak: kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen
Soms: kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen
Zeer zelden: kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen
Gemelde bijwerkingen in klinisch geneesmiddelenonderzoek bij patiënten die behandeld waren met
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva waren:
Vaak voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 10 patiënten voorkomen)
misselijkheid/braken
abnormaal plassen
vermoeidheid
duizeligheid (inclusief die bij het opstaan vanuit liggende of zittende houding)
bloedonderzoeken kunnen verhoogde hoeveelheden van een enzym aangeven wat een aanwijzing
is voor de spier- en hartfunctie (creatine kinase) of verhoogde hoeveelheden van stoffen die een
aanwijzing zijn voor de nierfunctie (bloedureumstikstof, creatinine).
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Soms voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 100 patiënten voorkomen)
diarree
lage bloeddruk
zwakheid
versnelde hartslag
overmatig blozen
zwelling
seksuele disfunctie (problemen met het seksueel functioneren)
bloedonderzoek kan wijzen op verlaagde hoeveelheden van kalium en natrium in uw bloed.
Als een van deze bijwerkingen bij u voorkomt, raadpleeg dan uw arts.
Bijwerkingen die gemeld zijn sinds het op de markt brengen van Irbesartan
Hydrochlorothiazide Zentiva
Sommige bijwerkingen zijn gemeld na het op de markt brengen van Irbesartan Hydrochlorothiazide
Zentiva. Bijwerkingen, waarvan de frequentie onbekend is, zijn: hoofdpijn, oorsuizen, hoesten,
smaakstoornissen, verstoring van de spijsvertering, pijn in uw gewrichten en spieren, abnormale
werking van de lever en verminderde werking van de nieren, verhoogde hoeveelheden kalium in uw
bloed en allergische reacties zoals huiduitslag, netelroos, zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong
of de keel. Soms zijn er ook gevallen van geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit)
gemeld.
Zoals voor alle combinaties van twee werkzame bestanddelen geldt, kunnen de bijwerkingen die in
verband gebracht zijn met de afzonderlijke bestanddelen, niet worden uitgesloten.
Bijwerkingen met betrekking tot irbesartan alleen
Naast de hierboven genoemde bijwerkingen werden ook pijn op de borst, ernstige allergische reacties
(anafylactische shock), verminderd aantal rode bloedcellen (anemie klachten zijn bijvoorbeeld
vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid bij inspanning, duizeligheid en bleekheid), daling van het
aantal bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling) en een lage
bloedsuikerspiegel gemeld.
Bijwerkingen met betrekking tot hydrochloorthiazide alleen
Verlies van hongergevoel, irritatie van de maag, maagkrampen, problemen met de stoelgang
(obstipatie), geelzucht (geelkleuring van de huid en/of het oogwit); alvleesklierontsteking gekenmerkt
door ernstige pijn in de bovenbuik vaak samengaand met misselijkheid en braken, slaapstoornissen,
depressie, wazig zien, tekort aan witte bloedcellen hetgeen kan leiden tot frequente infecties, koorts,
afname van bloedplaatjes (een bloedcel die noodzakelijk is voor de bloedstolling), afname van rode
bloedcellen (anemie) gekenmerkt door vermoeidheid, hoofdpijn, kortademigheid tijdens het sporten,
duizeligheid en bleek eruit zien, nierziekte, longproblemen inclusief longontsteking of ophoping van
vocht in de longen, verhoogde gevoeligheid van de huid voor zonlicht, ontstekingen van de
bloedvaten, een huidaandoening gekenmerkt door het afschilferen van de huid over het gehele
lichaam, cutane lupus erythematodes gekenmerkt door huiduitslag op het gezicht, nek en hoofdhuid,
allergische reacties, zwakte en spiersamentrekkingen, veranderd hartrimte, verlaagde bloeddruk na het
wijzigen van de lichaamspositie, opzwelling van de speekselklieren, hoge bloedsuikerwaarden, suiker
in de urine, verhoging van bepaalde vetten in het bloed, hoge waarden urinezuur die jicht kunnen
veroorzaken.
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen (kan bij maximaal 1 op de 10.000 patiënten voorkomen)
opeens ademnood krijgen (klachten omvatten ernstige kortademigheid, koorts, zwakte en
verwardheid).
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): huid- en lipkanker
(niet-melanome huidkanker), een verminderd gezichtsvermogen of pijn in uw ogen als gevolg van
hoge druk (mogelijke tekenen van vochtophoping in de vasculaire laag van het oog [choroïdale
effusie] of acuut geslotenkamerhoekglaucoom).
Het is bekend dat bijwerkingen, gerelateerd aan hydrochloorthiazide, kunnen toenemen bij hogere
doses hydrochloorthiazide.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan . U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
op de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Niet bewaren boven 30°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn irbesartan en hydrochloorthiazide. Elke filmomhulde
tablet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg bevat 300 mg irbesartan en 25 mg
hydrochloorthiazide.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose,
carboxymethylcellulosenatrium, hypromellose, siliciumdioxide, magnesiumstearaat,
titaniumdioxide, macrogol 3350, rood, geel en zwart ijzeroxide, voorverstijfseld zetmeel, cera
carnauba. Zie ook rubriek 2 'Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva bevat lactose'.
Hoe ziet Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten zijn roze, biconvex en
ovaalvormig met een hart ingedrukt aan de ene zijde en het nummer 2788 ingegraveerd aan de andere
zijde.
Irbesartan Hydrochlorothiazide Zentiva 300 mg/25 mg filmomhulde tabletten worden geleverd in
verpakkingen met 14, 28, 30, 56, 84, 90 of 98 stuks in doordrukstrips. Een Eenheids Aflevering
Geschikte (EAG) verpakking van 56 x 1 tabletten voor levering aan ziekenhuizen is ook beschikbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Fabrikant
Sanofi Winthrop Industrie
1 Rue de la vierge
Ambarès et Lagrave
33 565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Sanofi Winthrop Industrie
30-36 Avenue Gustave Eiffel
37 100 Tours
Frankrijk
Zentiva k.s.
U Kabelovny 130
102 37 Prague 10
Tsjechië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tél/Tel: +32 280 86 420
Tel: +370 52152025
PV-Belgium@zentiva.com
PV-Lithuania@zentiva.com
Luxembourg/Luxemburg
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: + 359 244 17 136
Tél/Tel: +352 208 82330
PV-Bulgaria@zentiva.com
PV-Luxembourg@zentiva.com
Ceská republika
Magyarország
Zentiva, k.s.
Zentiva Pharma Kft.
Tel: +420 267 241 111
Tel.: +36 1 299 1058
PV-Czech-Republic@zentiva.com
PV-Hungary@zentiva.com
Danmark
Malta
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, k.s.
Tlf: +45 787 68 400
Tel: +356 2778 0890
PV-Denmark@zentiva.com
PV-Malta@zentiva.com
Deutschland
Nederland
Zentiva Pharma GmbH
Zentiva, k.s.
Tel: +49 (0) 800 53 53 010
Tel: +31 202 253 638
PV-Germany@zentiva.com
PV-Netherlands@zentiva.com
Eesti
Norge
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +372 52 70308
Tlf: +47 219 66 203
PV-Estonia@zentiva.com
PV-Norway@zentiva.com
Österreich
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
: +30 211 198 7510
Tel: +43 720 778 877
PV-Greece@zentiva.com
PV-Austria@zentiva.com
España
Polska
Zentiva, k.s.
Zentiva Polska Sp. z o.o.
Tel: +34 931 815 250
Tel: + 48 22 375 92 00
PV-Spain@zentiva.com
PV-Poland@zentiva.com
France
Portugal
Zentiva France
Zentiva Portugal, Lda
Tél: +33 (0) 800 089 219
Tel: +351210601360
PV-France@zentiva.com
PV-Portugal@zentiva.com
Hrvatska
România
Zentiva, d.o.o.
ZENTIVA S.A.
Tel: +385 1 6641 830
Tel: +4 021.304.7597
PV-Croatia@zentiva.com
PV-Romania@zentiva.com
Ireland
Slovenija
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +353 766 803 944
Tel: +386 360 00 408
PV-Ireland@zentiva.com
PV-Slovenia@zentiva.com
Ísland
Slovenská republika
Zentiva Denmark ApS
Zentiva, a.s.
Sími: +354 539 0650
Tel: +421 2 3918 3010
PV-Iceland@zentiva.com
PV-Slovakia@zentiva.com
Italia
Suomi/Finland
Zentiva Italia S.r.l.
Zentiva Denmark ApS
Tel: +39-02-38598801
Puh/Tel: +358 942 598 648
PV-Italy@zentiva.com
PV-Finland@zentiva.com
Sverige
Zentiva, k.s.
Zentiva Denmark ApS
: +357 240 30 144
Tel: +46 840 838 822
PV-Cyprus@zentiva.com
PV-Sweden@zentiva.com
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Zentiva, k.s.
Zentiva, k.s.
Tel: +371 67893939
Tel: +44 (0) 800 090 2408
PV-Latvia@zentiva.com
PV-United-Kingdom@zentiva.com
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).