Jinarc 30 mg + 90 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Jinarc 15 mg tabletten
Elke tablet bevat 15 mg tolvaptan.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke tablet van 15 mg bevat ongeveer 35 mg lactose (als monohydraat).
Jinarc 30 mg tabletten
Elke tablet bevat 30 mg tolvaptan.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke tablet van 30 mg bevat ongeveer 70 mg lactose (als monohydraat).
Jinarc 45 mg tabletten
Elke tablet bevat 45 mg tolvaptan.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke tablet van 45 mg bevat ongeveer 12 mg lactose (als monohydraat).
Jinarc 60 mg tabletten
Elke tablet bevat 60 mg tolvaptan.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke tablet van 60 mg bevat ongeveer 16 mg lactose (als monohydraat).
Jinarc 90 mg tabletten
Elke tablet bevat 90 mg tolvaptan.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke tablet van 90 mg bevat ongeveer 24 mg lactose (als monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM
Jinarc 15 mg tabletten
Blauw, driehoekig (grootste as: 6,58 mm; kleinste as: 6,20 mm), licht convex, met aan de ene zijde
“OTSUKA” gegraveerd en aan de andere zijde “15”.
Jinarc 30 mg tabletten
Blauw, rond (diameter: 8 mm), licht convex, met aan de ene zijde “OTSUKA” gegraveerd en aan de
andere zijde “30”.
2
Jinarc 45 mg tabletten
Blauw, vierkant (6,8 mm aan de ene zijde; grootste as 8,2 mm), licht convex, met aan de ene zijde
“OTSUKA” gegraveerd en aan de andere zijde “45”.
Jinarc 60 mg tabletten
Blauw, aangepast rechthoekig (grootste as 9,9 mm; kleinste as 5,6 mm), licht convex, met aan de ene
zijde “OTSUKA” gegraveerd en aan de andere zijde “60”.
Jinarc 90 mg tabletten
Blauw, vijfhoekig (grootste as 9,7 mm; kleinste as 9,5 mm), licht convex, met aan de ene zijde
“OTSUKA” gegraveerd en aan de andere zijde “90”.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Jinarc is geïndiceerd voor het vertragen van de progressie van de ontwikkeling van cysten en
nierinsufficiëntie van autosomaal dominante polycysteuze nierziekte (ADPKD) bij volwassenen met
chronische nierziekte (CKD) in stadium 1 tot 4 bij het instellen van de behandeling, waarbij de ziekte
tekenen van snelle progressie vertoont (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Behandeling met tolvaptan moet worden ingesteld en moet worden opgevolgd onder toezicht van
artsen die ervaring hebben met de behandeling van ADPKD en die de risico's van behandeling met
tolvaptan, met inbegrip van hepatotoxiciteit en de noodzakelijke controle, goed begrijpen (zie
rubriek 4.4).
Dosering
Jinarc moet tweemaal daags worden toegediend in een schema met een gesplitste dosis van 45 mg +
15 mg, 60 mg + 30 mg of 90 mg + 30 mg. De ochtenddosis moet ten minste 30 minuten vóór het
ontbijt worden ingenomen. De tweede dagelijkse dosis kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
In overeenstemming met deze schema's van een gesplitste dosis bedraagt de totale dagelijkse dosis
60 mg, 90 mg of 120 mg.
Dosistitratie
De aanvankelijke dosis is 60 mg tolvaptan per dag in een schema met een gesplitste dosis van 45 mg +
15 mg (45 mg wordt ingenomen bij het ontwaken en vóór het ontbijt, en 15 mg wordt 8 uur later
ingenomen). De aanvankelijke dosis moet hoger worden getitreerd tot een schema met een gesplitste
dosis van 90 mg tolvaptan (60 mg + 30 mg) per dag en daarna tot een schema met een gesplitste dosis
van 120 mg tolvaptan (90 mg + 30 mg) per dag, indien die goed wordt verdragen, met een
tussenperiode van ten minste een week tussen de titraties in. Titratie van de dosis moet met
voorzichtigheid worden uitgevoerd om zeker te zijn dat hoge doses niet slecht worden verdragen door
een te snelle hogere titratie. Patiënten mogen lager titreren tot lagere doses op basis van
verdraagbaarheid. Patiënten moeten de hoogst verdraagbare dosis tolvaptan handhaven.
De bedoeling van titratie van de dosis is de werking van vasopressine zo volledig en constant mogelijk
blokkeren ter hoogte van de renale V2-receptor, terwijl een aanvaardbare vochtbalans wordt
gehandhaafd (zie rubriek 4.4).
Metingen van de osmolaliteit in urine worden aanbevolen om de toereikende remming van
vasopressine te monitoren. Periodieke controle van de osmolaliteit in plasma of het natriumgehalte in
serum (voor het berekenen van de osmolariteit in plasma) en/of het lichaamsgewicht moet worden
overwogen om het risico van dehydratie als gevolg van de waterdiuretische effecten van tolvaptan te
kunnen opvolgen ingeval de patiënt onvoldoende water inneemt.
3
De veiligheid en werkzaamheid van Jinarc bij CKD in stadium 5 zijn niet onderzocht en daarom moet
behandeling met tolvaptan worden gestaakt als nierinsufficiëntie verergert tot CKD in stadium 5 (zie
rubriek 4.4).
De behandeling moet worden onderbroken als de patiënt in beperkte mate kan drinken of als de
beschikbaarheid van water beperkt is (zie rubriek 4.4).
Tolvaptan mag niet met grapefruitsap worden ingenomen (zie rubriek 4.5). Patiënten moeten de
instructie krijgen dat ze voldoende hoeveelheden water of andere waterige vloeistoffen moeten
drinken (zie rubriek 4.4).
Dosisaanpassing voor patiënten die sterke CYP3A-remmers nemen
Bij patiënten die sterke CYP3A-remmers nemen (zie rubriek 4.5), moeten de doses van tolvaptan als
volgt worden verlaagd:
Dagelijkse gesplitste dosis tolvaptan
90 mg + 30 mg
60 mg + 30 mg
45 mg + 15 mg
Verlaagde dosis (eenmaal daags)
30 mg (verdere verlaging tot 15 mg als 30 mg niet goed
wordt verdragen)
30 mg (verdere verlaging tot 15 mg als 30 mg niet goed
wordt verdragen)
15 mg
Dosisaanpassing voor patiënten die matige CYP3A-remmers nemen
Bij patiënten die matige CYP3A-remmers nemen, moeten de doses van tolvaptan als volgt worden
verlaagd:
Dagelijkse gesplitste dosis tolvaptan
90 mg + 30 mg
60 mg + 30 mg
45 mg + 15 mg
Verlaagde gesplitste dosis
45 mg + 15 mg
30 mg + 15 mg
15 mg + 15 mg
Verdere verlagingen moeten worden overwogen als patiënten de verlaagde doses van tolvaptan niet
kunnen verdragen.
Speciale patiëntgroepen
Ouderen
Toenemende leeftijd heeft geen effect op de plasmaconcentraties van tolvaptan. Er zijn beperkte
gegevens beschikbaar over de veiligheid en doeltreffendheid van tolvaptan bij ADPKD-patiënten
ouder dan 55 jaar (zie rubriek 5.1).
Nierfunctiestoornis
Tolvaptan is gecontra-indiceerd bij anurische patiënten (zie rubriek 4.3)
Dosisaanpassing is niet nodig bij patiënten met een nierfunctiestoornis.
Er is geen klinisch onderzoek uitgevoerd bij proefpersonen met indices van een glomerulaire
filtratiesnelheid < 10 ml/min of bij patiënten die dialyse ondergaan. Het risico van leverbeschadiging
bij patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (d.w.z. de geschatte glomerulaire
filtratiesnelheid [eGFR] < 20) kan groter zijn; deze patiënten moeten zorgvuldig worden opgevolgd
voor hepatotoxiciteit. Gegevens voor patiënten met CKD in vroeg stadium 4 zijn beperkter dan voor
patiënten in stadium 1, 2 of 3 (zie rubriek 5.1). Er zijn beperkte gegevens beschikbaar voor patiënten
met CKD in laat stadium 4 (eGFR < 25 ml/min/1,73 m
2
). Er zijn geen gegevens beschikbaar voor
patiënten met CKD in stadium 5. Behandeling met tolvaptan moet worden gestaakt als de
nierinsufficiëntie verergert tot CKD in stadium 5 (zie rubriek 4.4).
4
Leverfunctiestoornis
Bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis moeten de voordelen en de risico's van behandeling
met Jinarc zorgvuldig worden afgewogen. Patiënten moeten met voorzichtigheid worden behandeld en
leverenzymen moeten regelmatig worden gecontroleerd (zie rubriek 4.4).
Jinarc is gecontra-indiceerd bij patiënten met verhoogde leverenzymwaarden en/of bij tekenen of
symptomen van leverletsel voordat een behandeling wordt ingesteld die overeenkomt met de vereisten
voor definitieve stopzetting van tolvaptan (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Dosisaanpassing is niet nodig bij patiënten met een lichte of matig ernstige leverfunctiestoornis
(Child-Pugh-klasse A en B).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van tolvaptan bij kinderen en adolescenten zijn nog niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar. Tolvaptan wordt niet aanbevolen in de pediatrische leeftijdsgroep.
Wijze van toediening
Oraal gebruik.
Tabletten moeten zonder kauwen worden doorgeslikt met een glas water.
4.3
•
•
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen of voor benzazepine of benzazepinederivaten (zie rubriek 4.4)
Verhoogde leverenzymwaarden en/of tekenen of symptomen van leverletsel voordat een
behandeling wordt ingesteld die overeenkomt met de vereisten voor definitieve stopzetting van
tolvaptan (zie rubriek 4.4)
Anurie
Volumedepletie
Hypernatriëmie
Patiënten die geen dorst kunnen voelen of die niet op dorst kunnen reageren
Zwangerschap (zie rubriek 4.6)
Borstvoeding (zie rubriek 4.6)
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
•
•
•
•
•
4.4
Idiosyncratische hepatotoxiciteit
Tolvaptan is in verband gebracht met idiosyncratische verhogingen van alanine- en
aspartaataminotransferase (ALAT en ASAT) in bloed met af en toe gevallen van gelijktijdige
verhogingen van bilirubine totaal (BT).
In de postmarketingervaring met tolvaptan bij ADPKD werd acuut leverfalen waarbij
levertransplantatie noodzakelijk was, gemeld.
In een dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met ADPKD vond de periode van
de eerste tekenen van hepatocellulair letsel (met ALAT-verhogingen > 3 × ULN) binnen 3 tot
14 maanden na het instellen van de behandeling plaats. Deze verhogingen waren omkeerbaar, waarbij
ALAT opnieuw < 3 × ULN werd binnen 1 tot 4 maanden. Hoewel deze gelijktijdige verhogingen met
een onmiddellijke stopzetting van tolvaptan omkeerbaar waren, houden ze een mogelijk significant
leverletsel in. Soortgelijke wijzigingen met andere geneesmiddelen werden in verband gebracht met de
oorzaak van een mogelijk onomkeerbaar en mogelijk levensbedreigend leverletsel (zie rubriek 4.8).
5
Artsen die het geneesmiddel voorschrijven, moeten de onderstaande vereiste
veiligheidsmaatregelen volledig naleven.
Om het risico op een significant en/of onomkeerbaar leverletsel tot een minimum te beperken, is
bloedonderzoek voor levertransaminasen en bilirubine vereist voordat behandeling met Jinarc wordt
ingesteld. Bloedonderzoek moet gedurende 18 maanden maandelijks blijven plaatsvinden en daarna
met regelmatige tussenperioden van 3 maanden. Gelijktijdige monitoring voor symptomen die kunnen
duiden op leverletsel (zoals vermoeidheid, anorexia, misselijkheid, klachten in de rechterbovenbuik,
braken, koorts, uitslag, pruritus, donkere urine of geelzucht) wordt aanbevolen.
Als een patiënt voordat de behandeling wordt ingesteld afwijkende ALAT-, ASAT- of BT-waarden
vertoont die overeenkomen met de criteria voor definitieve stopzetting (zie hieronder), is het gebruik
van tolvaptan gecontra-indiceerd (zie rubriek 4.3). In geval van afwijkende uitgangswaarden onder de
grenzen voor definitieve stopzetting, kan behandeling pas worden ingesteld als de mogelijke
voordelen van behandeling opwegen tegen de mogelijke risico's en moeten leverfunctietests frequenter
blijven plaatsvinden. Het advies van een hepatoloog is aanbevolen.
Tijdens de eerste 18 maanden van behandeling kan Jinarc alleen maar aan patiënten worden gegeven
wier arts heeft vastgesteld dat de leverfunctie verdere behandeling toelaat.
Wanneer symptomen of tekenen voor het eerst optreden die overeenkomen met leverletsel, of als
tijdens de behandeling klinisch significante afwijkende verhogingen van ALAT of ASAT worden
waargenomen, moet behandeling met Jinarc onmiddellijk worden onderbroken en moeten tests zo snel
mogelijk (idealiter binnen 48 uur tot 72 uur) worden herhaald, met inbegrip van ALAT, ASAT, BT en
alkalische fosfatase (AP). Tests moeten frequenter blijven plaatsvinden tot de
symptomen/tekenen/afwijkende laboratoriumwaarden stabiliseren of verdwijnen, waarna Jinarc
opnieuw kan worden ingesteld.
De huidige klinische praktijk suggereert dat behandeling met Jinarc moet worden onderbroken tot
bevestigd wordt dat transaminaseniveaus gehandhaafd blijven of verhoogd zijn en moet definitief
worden stopgezet als significante verhogingen en/of klinische symptomen van leverletsel aanhouden.
Aanbevolen richtlijnen voor definitieve stopzetting omvatten:
•
ALAT of ASAT > 8 maal ULN
•
ALAT of ASAT > 5 maal ULN gedurende meer dan 2 weken
•
ALAT of ASAT > 3 maal ULN en (BT > 2 maal ULN of
International Normalised Ratio
[INR] > 1,5)
•
ALAT of ASAT > 3 maal ULN met aanhoudende symptomen van leverletsel, hierboven
vermeld.
Aangezien transaminaseniveaus bij sommige patiënten blijken te stabiliseren bij verdere behandeling
kan behandeling met Jinarc voorzichtig opnieuw worden ingesteld, met frequente controle bij dezelfde
of een lagere dosis, wanneer ALAT- en ASAT-waarden onder 3 maal de ULN blijven.
Beschikbaarheid van water
Tolvaptan kan bijwerkingen veroorzaken die verband houden met waterverlies, zoals dorst, polyurie,
nycturie en pollakisurie (zie rubriek 4.8). Daarom moeten patiënten water (of andere waterige
vloeistoffen) ter beschikking hebben en moeten ze voldoende hoeveelheden van deze vloeistoffen
kunnen drinken (zie rubriek 4.2). Patiënten moeten de instructie krijgen dat ze water of andere
waterige vloeistoffen moeten drinken bij het eerste teken van dorst om overmatige dorst of dehydratie
te vermijden.
Bovendien moeten patiënten 1 tot 2 glazen drinken vóór het slapengaan, ongeacht of ze dorst hebben,
en moeten ze 's nachts elke episode van nycturie met vloeistoffen compenseren.
6
Dehydratie
Bij patiënten die tolvaptan gebruiken, moet de volumestatus worden gecontroleerd omdat een
behandeling met tolvaptan kan leiden tot ernstige dehydratie, hetgeen een risicofactor is voor
nierdisfunctie. Het wordt aanbevolen om het lichaamsgewicht nauwgezet te monitoren. Een
progressieve afname van het lichaamsgewicht kan een vroeg teken van progressieve dehydratie zijn.
Als dehydratie duidelijk blijkt, moeten de nodige maatregelen worden genomen, die kunnen bestaan
uit de noodzaak van onderbreking of verlaging van de dosis tolvaptan en meer vocht opnemen. Extra
voorzichtigheid is geboden bij patiënten die ziekten hebben die de aangewezen opname van vocht
verstoren of die een groter risico lopen op waterverlies, bv. in geval van braken of diarree.
Obstructie van de urinelozing
De urinelozing moet gegarandeerd worden. Patiënten met een partiële obstructie van de urinelozing,
bv. patiënten met hypertrofie van de prostaat of mictiestoornissen, lopen een groter risico op de
ontwikkeling van acute retentie.
Vocht- en elektrolytenbalans
Bij alle patiënten moeten de vocht- en elektrolytenbalans gecontroleerd worden. Toediening van
tolvaptan leidt tot overvloedige waterdiurese, kan dehydratie en verhoging van de natriumspiegel in
serum veroorzaken (zie rubriek 4.8), en is gecontra-indiceerd bij hypernatriëmische patiënten (zie
rubriek 4.3). Daarom moeten serumcreatinine, elektrolyten en symptomen van verstoorde
elektrolytenbalans (bv. duizeligheid, flauwvallen, hartkloppingen, verwardheid, zwakte, wankele
gang, hyperreflexie, epileptische aanvallen, coma) worden geëvalueerd voor en na aanvang van
tolvaptan om dehydratie op te volgen.
Tijdens langdurige behandeling moeten elektrolyten ten minste om de drie maanden worden
opgevolgd.
Afwijkende natriumspiegel in serum
Een afwijkende natriumspiegel (hyponatriëmie of hypernatriëmie) voorafgaand aan de behandeling
moet worden gecorrigeerd voordat een behandeling met tolvaptan wordt ingesteld.
Anafylaxie
In postmarketingervaring is anafylaxie (waaronder anafylactische shock en gegeneraliseerde uitslag)
zeer zelden gemeld na toediening van tolvaptan. Dit type reactie kwam voor na de eerste toediening
van tolvaptan. Patiënten dienen zorgvuldig te worden opgevolgd tijdens de behandeling. Patiënten met
bekende overgevoeligheidsreacties op benzazepines of benzazepinederivaten (bijv. benazepril,
conivaptan, fenoldopammesylaat of mirtazapine) kunnen een verhoogd risico op een
overgevoeligheidsreactie op tolvaptan hebben (zie rubriek 4.3).
Als een anafylactische reactie optreedt of als andere ernstige allergische reacties optreden, moet de
toediening van tolvaptan onmiddellijk worden stopgezet en een geschikte therapie worden ingesteld.
Aangezien overgevoeligheid een contra-indicatie is (zie rubriek 4.3), mag nooit een behandeling
opnieuw worden gestart na een anafylactische reactie of andere ernstige allergische reacties.
Diabetes mellitus
Diabetici met een verhoogde glucoseconcentratie (bv. meer dan 300 mg/dl) kunnen
pseudohyponatriëmie vertonen. Deze aandoening moet worden uitgesloten voor en tijdens
behandeling met tolvaptan.
7
Tolvaptan kan hyperglykemie veroorzaken (zie rubriek 4.8). Daarom moeten diabetici die met
tolvaptan worden behandeld onder nauwlettend toezicht staan. Dit geldt vooral voor patiënten bij wie
type II-diabetes onvoldoende onder controle is.
Verhoogd urinezuurgehalte
Verminderde urinezuurklaring door de nieren is een bekend effect van tolvaptan. In een dubbelblind,
placebogecontroleerd onderzoek met patiënten met ADPKD werd een mogelijk klinisch significant
toegenomen urinezuurgehalte (meer dan 10 mg/dl) gemeld bij een hoger percentage bij met tolvaptan
behandelde patiënten (6,2 %) dan bij met placebo behandelde patiënten (1,7 %). Bijwerkingen van
jicht werden vaker gemeld bij met tolvaptan behandelde patiënten (28/961; 2,9 %) dan bij patiënten
die placebo kregen (7/483; 1,4 %). Bovendien werd een toegenomen gebruik van allopurinol en andere
geneesmiddelen gebruikt ter behandeling van jicht, waargenomen in het dubbelblinde,
placebogecontroleerde onderzoek. Effecten op het urinezuurgehalte in serum zijn toe te schrijven aan
de omkeerbare hemodynamische wijzigingen in de nieren die optreden als reactie op de effecten van
tolvaptan op de osmolaliteit van urine en kunnen klinisch relevant zijn. Voorvallen van verhoogd
urinezuurgehalte en/of jicht waren echter niet ernstig en leidden niet tot stopzetting van de
behandeling in het dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoek. Urinezuurconcentraties moeten
worden geëvalueerd voordat een behandeling met Jinarc wordt ingesteld en indien aangewezen, op
basis van symptomen, tijdens behandeling.
Effect van tolvaptan op glomerulaire filtratiesnelheid (GFR)
Een omkeerbare afname van GFR is waargenomen in ADPKD-onderzoek bij het instellen van een
behandeling met tolvaptan.
Chronische nierziekte
Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van Jinarc bij patiënten
met CKD in laat stadium 4 (eGFR< 25 ml/min/1,73 m
2
). Er zijn geen gegevens beschikbaar over
patiënten met CKD in stadium 5. Behandeling met tolvaptan moet worden gestaakt als de
nierinsufficiëntie verergert tot CKD in stadium 5.
Lactose
Jinarc bevat lactose als hulpstof. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet
te gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Effect van andere geneesmiddelen op de farmacokinetiek van tolvaptan
CYP3A-remmers
Gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die matige CYP3A-remmers (bv. amprenavir, aprepitant,
atazanavir, ciprofloxacine, crizotinib, darunavir/ritonavir, diltiazem, erytromycine, fluconazol,
fosamprenavir, imatinib, verapamil) of sterke CYP3A-remmers (bv. itraconazol, ketoconazol,
ritonavir, claritromycine) zijn, verhogen de blootstelling van tolvaptan.
Gelijktijdige toediening van tolvaptan en ketoconazol leidde tot een stijging met 440 % van de
area
under time-concentration curve
(AUC) en een stijging met 248 % van de maximaal waargenomen
plasmaconcentratie (C
max
) voor tolvaptan.
Gelijktijdige toediening van tolvaptan en fluconazol, een matige CYP3A-remmer, leidde tot een
toename van respectievelijk 200 % en 80 % in de AUC en C
max
van tolvaptan.
8
Gelijktijdige toediening van tolvaptan met grapefruitsap, een matige tot sterke CYP3A-remmer, leidde
tot een verdubbeling van de piekconcentraties van tolvaptan (C
max
).
Een dosisverlaging van tolvaptan is aanbevolen voor patiënten wanneer ze matige of sterke CYP3A-
remmers gebruiken (zie rubriek 4.2). Patiënten die matige of sterke CYP3A-remmers innemen,
moeten met de nodige voorzichtigheid worden behandeld, met name indien de remmers vaker dan
eenmaal per dag worden ingenomen.
CYP3A-inductoren
Gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die krachtige CYP3A-inductoren zijn (bv. rifampicine) leidt
tot een daling van de blootstelling en werkzaamheid van tolvaptan. Gelijktijdige toediening van
tolvaptan met rifampicine verlaagt de C
max
en AUC voor tolvaptan met ongeveer 85 %. Daarom moet
gelijktijdige toediening van tolvaptan met krachtige CYP3A-inductoren (bv. rifampicine, rifabutine,
rifapentine, fenytoïne, carbamazepine en sint-janskruid) worden vermeden.
Gelijktijdige toediening met geneesmiddelen die de natriumconcentratie in serum verhogen
Er is geen ervaring van gecontroleerd klinisch onderzoek met gelijktijdig gebruik van tolvaptan en
hypertone natriumchlorideoplossing, orale natriumformuleringen en geneesmiddelen die de
natriumconcentratie in serum verhogen. Geneesmiddelen met een hoog natriumgehalte, zoals
bruisende analgetica en bepaalde behandelingen voor dyspepsie die natrium bevatten, kunnen de
natriumconcentratie in serum ook doen stijgen. Gelijktijdig gebruik van tolvaptan met geneesmiddelen
die de natriumconcentratie in serum doen stijgen, kunnen leiden tot een groter risico op het
ontwikkelen van hypernatriëmie (zie rubriek 4.4) en is daarom niet aanbevolen.
Diuretica
Tolvaptan in combinatie met diuretica is niet uitgebreid onderzocht bij ADPKD. Hoewel er geen
synergistisch of aanvullend effect blijkt te zijn bij gelijktijdig gebruik van tolvaptan met lis- en
thiazidediuretica, kan elke geneesmiddelenklasse leiden tot ernstige dehydratie, hetgeen een
risicofactor is voor nierdisfunctie. Als dehydratie of nierdisfunctie optreedt, moeten de nodige
maatregelen worden genomen die kunnen bestaan uit de noodzaak van onderbreking of verlaging van
de dosis tolvaptan en/of diuretica en meer vloeistofinname. Andere mogelijke oorzaken van
nierdisfunctie of dehydratie moeten worden geëvalueerd en behandeld.
Effect van tolvaptan op de farmacokinetiek van andere producten
CYP3A-substraten
Bij gezonde proefpersonen had tolvaptan, een CYP3A-substraat, geen effect op de
plasmaconcentraties van bepaalde andere CYP3A-substraten (bv. warfarine of amiodaron). Tolvaptan
leidde tot een 1,3- tot 1,5-voudige stijging in de plasmaspiegel van lovastatine. Hoewel deze stijging
klinisch niet relevant is, wijst dit er toch op dat tolvaptan de blootstelling aan CYP3A4-substraten
potentieel kan verhogen.
Transportersubstraten
P-glycoproteïnesubstraten: In-vitro-onderzoek
duidt erop dat tolvaptan een substraat en competitieve
remmer is van P-glycoproteïne (P-gp).
Steady-state-concentraties
van digoxine waren verhoogd (met
een factor 1,3 voor de maximaal waargenomen plasmaconcentratie [C
max
] en met een factor 1,2 voor
area under the plasma concentration-time curve
over het doseringsinterval [AUC
τ
]) bij gelijktijdige
toediening met meerdere eenmaal daagse doses van 60 mg tolvaptan. Patiënten die digoxine of andere
P-gp-substraten met een smalle therapeutische index krijgen (bv. dabigatran), moeten daarom met de
nodige voorzichtigheid worden behandeld en bij hen dienen daarom de effecten van overmatige
digoxine te worden gecontroleerd wanneer ze met tolvaptan worden behandeld.
OATP1B1/OAT3/BCRP en OCT1: In-vitro-onderzoek
duidt erop dat tolvaptan of zijn
oxobutyrinemetaboliet een mogelijk remmend effect heeft op de transporteiwitten OATP1B1, OAT3,
BCRP en OCT1. Gelijktijdige toediening van tolvaptan (90 mg) met rosuvastatine (5 mg), een BCRP-
substraat, verhoogde de C
max
en AUC
t
van rosuvastatine met respectievelijk 54 % en 69 %. Indien
BCRP-substraten (bv. sulfasalazine) tegelijk met tolvaptan worden toegediend, moeten patiënten met
9
de nodige voorzichtigheid worden behandeld en op overmatige effecten van deze geneesmiddelen
worden gecontroleerd.
Toediening van rosuvastatine (OATP1B1-substraat) of furosemide (OAT3-substraat) aan gezonde
proefpersonen met verhoogde plasmaconcentraties van het oxobutyrinemetaboliet (remmer van
OATP1B1 en OAT3) veranderde de farmacokinetiek van rosuvastatine of furosemide niet
noemenswaardig. Statines die vaak worden gebruikt in het fase 3-hoofdonderzoek met tolvaptan
(bv. rosuvastatine en pitavastatine) zijn OATP1B1- of OATP1B3-substraten, hoewel er voor tolvaptan
bij ADPKD geen verschil is waargenomen in het bijwerkingenprofiel tijdens het fase 3-
hoofdonderzoek.
Indien OCT1-substraten (bv. metformine) tegelijk met tolvaptan worden toegediend, moeten patiënten
met de nodige voorzichtigheid worden behandeld en op overmatige effecten van deze geneesmiddelen
worden gecontroleerd.
Diuretica of niet-diuretische antihypertensiva
In onderzoek naar ADPKD werd de bloeddruk in rechtopstaande positie niet routinematig gemeten.
Daarom kan een risico van orthostatische/posturale hypotensie als gevolg van een farmacodynamische
interactie met tolvaptan niet worden uitgesloten.
Gelijktijdige toediening met vasopressineanalogen
Naast het renale waterdiuretische effect dat tolvaptan heeft, kan tolvaptan de vasculaire vasopressine-
V2-receptoren blokkeren die een rol spelen bij de vrijgave van stollingsfactoren (bv.
vonwillebrandfactor) van endotheelcellen. Daarom kan het effect van vasopressineanalogen, zoals
desmopressine, verzwakt zijn bij patiënten die dergelijke analogen gebruiken om bloedingen te
voorkomen of onder controle te brengen en die tegelijkertijd met tolvaptan worden behandeld. Het is
niet aanbevolen om Jinarc in combinatie met vasopressineanalogen toe te dienen.
Roken en alcohol
Gegevens met betrekking tot een voorgeschiedenis van roken of alcohol in onderzoek naar ADPKD
zijn te beperkt om mogelijke interacties van roken of alcohol vast te stellen ten opzichte van de
werkzaamheid en veiligheid van behandeling van ADPKD met tolvaptan.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van tolvaptan bij zwangere
vrouwen. Uit dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3).
Jinarc wordt niet aanbevolen voor gebruik bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen
anticonceptie toepassen.
Jinarc is gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap (zie rubriek 4.3).
Borstvoeding
Het is niet bekend of tolvaptan in de moedermelk wordt uitgescheiden. Uit onderzoek met ratten blijkt
dat tolvaptan in melk wordt uitgescheiden. Risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden
uitgesloten.. Jinarc is gecontra-indiceerd tijdens borstvoeding (zie rubriek 4.3).
Vruchtbaarheid
Dieronderzoek heeft effecten op de vruchtbaarheid aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico
voor de mens is niet bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
10
Jinarc heeft geringe invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Bij het
besturen van voertuigen of het gebruik van machines moet er rekening mee worden gehouden dat er af
en toe duizeligheid, asthenie of vermoeidheid kan optreden.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De farmacodynamisch voorspelbare en vaakst gerapporteerde bijwerkingen zijn dorst, polyurie,
nycturie en pollakisurie die bij respectievelijk ongeveer 55 %, 38 %, 29 % en 23 % van de patiënten
optreden. Bovendien is tolvaptan in verband gebracht met idiosyncratische verhogingen van
alanineaminotransferase (ALAT; 4,4 %) en aspartaataminotransferase (ASAT; 3,1 %) in bloed, met af
en toe gevallen van gelijktijdige verhogingen van het totale bilirubinegehalte (BT; 0,2 %).
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De incidenties van de bijwerkingen die geassocieerd zijn met behandeling met tolvaptan zijn
weergegeven in de onderstaande tabel. De tabel is gebaseerd op de bijwerkingen die zijn gemeld
tijdens klinische onderzoeken en/of in de postmarketingfase.
Alle bijwerkingen worden weergegeven per systeem/orgaanklasse en frequentie: zeer vaak (≥ 1/10),
vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1.000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (<
1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke
frequentiegroep zijn de bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
De frequenties van de bijwerkingen die in de postmarketingfase zijn gemeld, kunnen niet worden
bepaald omdat ze zijn afgeleid van spontane meldingen. Daarom worden de frequenties van deze
bijwerkingen aangegeven als "niet bekend".
Zeer vaak
Immuunsysteemaandoe
ningen
Vaak
Soms
Niet bekend
Anafylactische
shock,
Gegeneraliseer
de rash
Voedings- en
stofwisselingsstoornisse
n
Polydipsie
Psychische stoornissen
Zenuwstelselaandoenin
gen
Hartaandoeningen
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
mediastinumaandoenin
gen
Maagdarmstelselaando
eningen
Hoofdpijn,
Duizeligheid
Dehydratie,
Hypernatriëmie,
Verminderde eetlust,
Hyperurikemie,
Hyperglykemie,
Jicht
Insomnia
Dysgeusie,
Syncope
Hartkloppingen
Dyspneu
Diarree,
Droge mond
Lever- en
galaandoeningen
Abdominale pijn,
Abdominale
distensie,
Constipatie,
Dyspepsie,
Gastro-oesofageale
refluxziekte
Leverfunctie
afwijkend
11
Acuut
leverfalen
1
Zeer vaak
Huid- en
onderhuidaandoeninge
n
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoening
en
Nier- en
urinewegaandoeningen
Vaak
Droge huid,
Rash,
Pruritus,
Urticaria
Artralgie,
Spierspasmen,
Myalgie
Soms
Niet bekend
Algemene
aandoeningen en
toedieningsplaatsstoorn
issen
Onderzoeken
Nachtelijke
mictie,
Pollakisurie,
Polyurie
Vermoeidheid,
Dorst
Asthenie
Alanineaminotransfer Bilirubine
ase verhoogd,
verhoogd
Aspartaataminotransf
erase verhoogd,
Gewicht verlaagd,
Gewicht verhoogd
1
waargenomen in de postmarketingfase met tolvaptan bij ADPKD. Levertransplantatie was
noodzakelijk.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Laboratoriumuitslagen
Verhoging (> 3 × de bovengrens van normaal [ULN] van ALAT werd waargenomen bij 4,4 %
(42/958) van de patiënten die tolvaptan kregen en bij 1,0 % (5/484) van de patiënten die placebo
kregen, terwijl verhoging (> 3 × ULN) van ASAT werd waargenomen bij 3,1 % (30/958) van de
patiënten die tolvaptan kregen en bij 0,8 % (4/484) van de patiënten die placebo kregen in een
dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met ADPKD. Twee (2/957, 0,2 %) van
deze met tolvaptan behandelde patiënten, alsook een derde patiënt van een open-label
vervolgonderzoek, hadden verhoogde leverenzymwaarden (> 3 × ULN) met gelijktijdige verhogingen
van BT (> 2 × ULN).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
In klinisch onderzoek met gezonde proefpersonen werden enkelvoudige orale doses tot 480 mg
(4 maal de maximaal aanbevolen dagelijkse dosis) en meervoudige doses tot 300 mg eenmaal daags
gedurende 5 dagen goed verdragen. Er is geen specifiek antidotum voor intoxicatie van tolvaptan. De
tekenen en symptomen van een acute overdosering zijn wellicht die van een overmatig farmacologisch
effect: een stijging van de natriumconcentratie in serum, polyurie, dorst en dehydratie/hypovolemie.
Bij ratten of honden is geen mortaliteit waargenomen na enkelvoudige orale doses van 2.000 mg/kg
(maximaal haalbare dosis). Een enkelvoudige orale dosis van 2.000 mg/kg was dodelijk bij muizen,
terwijl symptomen van toxiciteit bij getroffen muizen bestonden uit een verminderde
bewegingsactiviteit, wankele gang, tremor en hypothermie.
12
Bij patiënten bij wie een overdosering van tolvaptan wordt vermoed, wordt aanbevolen vitale functies,
elektrolytenconcentraties, ECG en vochtstatus te evalueren. Een geschikte vervanging van water en/of
elektrolyten moet worden voortgezet tot waterdiurese afneemt. Het is mogelijk dat dialyse niet
doeltreffend is om tolvaptan te verwijderen vanwege zijn sterke bindingsaffiniteit voor humaan
plasma-eiwit (> 98 %).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: diuretica, vasopressineantagonisten, ATC-code: C03XA01.
Werkingsmechanisme
Tolvaptan is een vasopressineantagonist die specifiek de binding van argininevasopressine (AVP) aan
de V2-receptoren van de distale delen van het nefron blokkeert. De affiniteit van tolvaptan voor de
humane V2-receptor is het 1,8-voud van die van natieve AVP.
Farmacodynamische effecten
De farmacodynamische effecten van tolvaptan zijn vastgesteld bij gezonde proefpersonen en
proefpersonen met ADPKD voor CKD in stadium 1 tot 4. Effecten van vrijwaterklaring en
urinevolume zijn duidelijk voor alle CKD-stadia met kleinere absolute effecten die bij latere stadia
worden waargenomen, wat overeenkomt met het afnemende aantal volledig functionerende nefronen.
Acute verminderingen in gemiddeld totaal niervolume zijn ook waargenomen na een behandeling van
3 weken bij alle CKD-stadia,
variërend van −4,6
% voor CKD in stadium
1 tot −1,9
% voor CKD in
stadium 4.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Het klinische programma voor de ontwikkeling van tolvaptan-tabletten voor de behandeling van
ADPKD concentreert zich in de eerste plaats op een enkel multinationaal, fase 3-, gerandomiseerd,
placebogecontroleerd hoofdonderzoek, waarbij de veiligheid en werkzaamheid op lange termijn van
schema's met een gesplitste orale dosis tolvaptan (getitreerd tussen 60 mg/dag en 120 mg/dag) werden
vergeleken met placebo bij 1.445 volwassen proefpersonen met ADPKD.
In totaal zijn wereldwijd 14 klinische onderzoeken uitgevoerd met tolvaptan ter ondersteuning van de
indicatie van ADPKD, waarvan 8 onderzoeken in de VS, 1 in Nederland, 3 in Japan, 1 in Korea en het
multinationale, fase 3-hoofdonderzoek.
In het fase 3-hoofdonderzoek (TEMPO 3:4, 156-04-251) werden proefpersonen opgenomen van
129 centra in Noord- en Zuid-Amerika, Japan, Europa en andere landen. De primaire doelstelling van
dit onderzoek was het evalueren van de werkzaamheid op lange termijn van tolvaptan bij ADPKD aan
de hand van de procentuele verandering van totaal niervolume (TKV, genormaliseerd als percentage,
%) voor proefpersonen behandeld met tolvaptan ten opzichte van met placebo behandelde
proefpersonen. In dit onderzoek werden in totaal 1.445 volwassen patiënten (in de leeftijd van 18 jaar
tot 50 jaar) met tekenen van ADPKD in een vroeg stadium en met een snelle progressie
(overeenkomend met de gemodificeerde Ravine-criteria, TKV
≥
750 ml, geschatte
creatinineklaring
≥
60 ml/min) gerandomiseerd in een verhouding van 2:1 naar behandeling met
tolvaptan of placebo. Patiënten werden gedurende een periode tot 3 jaar behandeld.
De groepen van tolvaptan (n = 961) en placebo (n = 484) waren goed met elkaar te vergelijken met
betrekking tot geslacht; de gemiddelde leeftijd was 39 jaar. Aan de hand van de inclusiecriteria werden
patiënten geïdentificeerd die bij aanvang tekenen vertoonden van een ziekte in een vroeg stadium die
progressie vertoont. Bij aanvang hadden de patiënten een gemiddelde geschatte glomerulaire
filtratiesnelheid (eGFR) van 82 ml/min/1,73 m
2
(Chronic
Kidney Disease-Epidemiology
13
Collaboration;
CKD-EPI), waarbij 79 % hypertensie had en een gemiddeld TKV van 1.692 ml (met
aanpassing voor de lengte 972 ml/m). Ongeveer 35 % van de proefpersonen had CKD in stadium 1,
48 % CKD in stadium 2 en 17 % CKD in stadium 3 (eGFR
CKD-EPI
). Hoewel deze criteria nuttig waren
bij de verrijking van de onderzoekspopulatie met patiënten die snel progressie vertoonden, wezen
subgroepanalyses op basis van stratificatiecriteria (leeftijd, TKV, GFR, albuminurie, hypertensie) op
de aanwezigheid van risicofactoren die op jongere leeftijd een snellere progressie van de ziekte
voorspellen.
De resultaten van het primaire eindpunt, het percentage van wijziging in TKV voor proefpersonen die
naar tolvaptan werden gerandomiseerd (genormaliseerd als percentage, %) ten opzichte van de
procentuele wijziging voor proefpersonen met placebo, waren uitermate statistisch significant. Het
percentage van toename van TKV over een periode van 3 jaar was significant minder voor met
tolvaptan behandelde proefpersonen dan voor met placebo behandelde proefpersonen: respectievelijk
2,80 % per jaar
versus
5,51 % per jaar (verhouding van geometrisch gemiddelde 0,974; 95 %-BI 0,969
tot 0,980; p < 0,0001).
Vooraf gespecificeerde secundaire eindpunten werden sequentieel getest. Het belangrijkste secundaire
samengestelde eindpunt (progressie van ADPKD) was tijd tot meerdere voorvallen van klinische
progressie van:
1)
verslechterende nierfunctie (gedefinieerd als een aanhoudende [over een periode van ten minste
2 weken] vermindering met 25 % voor reciproque serumcreatinine tijdens behandeling [van
einde van titratie tot laatste bezoek tijdens behandeling met het geneesmiddel])
2)
medisch significante nierpijn (gedefinieerd als noodzaak aan voorgeschreven ontslag, analgetica
als laatste hulpmiddel, narcotische en antinociceptieve, radiologische of chirurgische
interventies)
3)
verergerende hypertensie
4)
verergerende albuminurie
Het relatieve percentage van ADPKD-gerelateerde voorvallen was gedaald met 13,5 % bij met
tolvaptan behandelde patiënten (risicoverhouding 0,87; 95 %-BI; 0,78 tot 0,97; p = 0,0095).
Het resultaat van het belangrijkste secundaire samengestelde eindpunt is hoofdzakelijk toe te schrijven
aan effecten van een verslechterende nierfunctie en medisch significante nierpijn. De voorvallen met
betrekking tot de nierfunctie waren 61,4 % minder waarschijnlijk voor tolvaptan dan voor placebo
(risicoverhouding 0,39; 95 %-BI; 0,26 tot 0,57; nominaal p < 0,0001), terwijl voorvallen van nierpijn
35,8 % minder waarschijnlijk waren bij met tolvaptan behandelde patiënten (risicoverhouding 0,64;
95 %-BI; 0,47 tot 0,89; nominaal p = 0,007). Tolvaptan had daarentegen geen effect op progressie van
hypertensie of albuminurie.
TEMPO 4:4 is een open-label vervolgonderzoek onder 871 proefpersonen die TEMPO 3:4 hebben
voltooid in 106 centra in 13 landen. In dit onderzoek werden de effecten van tolvaptan op de
veiligheid, TKV en eGFR geëvalueerd bij proefpersonen die gedurende 5 jaar actieve behandeling
kregen (vroeg behandeld), vergeleken met proefpersonen die gedurende 3 jaar met placebo werden
behandeld en daarna overschakelden op actieve behandeling gedurende 2 jaar (vertraagd behandeld).
Het primaire eindpunt voor TKV gaf geen onderscheid in de verandering
(−1,7
%) gedurende de
behandeling van 5 jaar tussen vroeg en vertraagd behandelde proefpersonen op de vooraf
gespecificeerde drempelwaarde van statistische significantie (p = 0,3580). Het TKV-groeitraject van
beide groepen werd in de eerste 3 jaar vertraagd ten opzichte van placebo, wat erop duidt dat vroeg en
vertraagd met tolvaptan behandelde proefpersonen in een vergelijkbare mate voordeel ondervonden.
Een secundair eindpunt dat het aanhouden van de positieve effecten op de nierfunctie testte, gaf aan
dat het behoud van de eGFR die tegen het einde van het hoofdonderzoek TEMPO 3:4 werd
waargenomen (3,01 tot 3,34 ml/min/1,73 m
2
bij follow-upbezoeken 1 en 2), tijdens de open-label
behandeling kon worden behouden. Dit verschil hield aan in de vooraf gespecificeerde
mixed effect
model repeat measurement
(MMRM)-analyse (3,15 ml/min/1,73 m
2
, 95 %-BI 1,462 tot 4,836,
p = 0,0003) en in gevoeligheidsanalyses waarin baseline-eGFR-gegevens werden doorgetrokken
14
(2,64 ml/min/1,73 m
2
, 95 %-BI 0,672 tot 4,603, p = 0,0086). Deze gegevens suggereren dat tolvaptan
de afnamesnelheid van de nierfunctie kan vertragen en dat deze voordelen gedurende de therapie
aanhouden.
Er zijn op dit moment geen gegevens over langere termijn beschikbaar om aan te tonen of langdurige
behandeling met tolvaptan de afnamesnelheid van de nierfunctie blijft vertragen en een invloed blijft
hebben op de klinische uitkomsten van ADPKD, met inbegrip van vertraging van de eerste tekenen
van een nierziekte in een eindstadium.
Genotypering van
PKD1-
en
PKD2-genen
werd uitgevoerd bij de meeste patiënten die aan het open-
label uitbreidingsonderzoek (TEMPO 4:4) deelnamen, maar de resultaten zijn nog niet bekend.
Na nog eens 2 jaar behandeling met tolvaptan, wat neerkomt op een totaal van 5 jaar tolvaptan-
therapie, werden geen nieuwe veiligheidssignalen vastgesteld.
In het multicentrische, internationale, placebogecontroleerde, dubbelblinde fase 3-onderzoek met
gerandomiseerde onthouding 156-13-210 werden de werkzaamheid en veiligheid van tolvaptan
(45 mg/dag tot 120 mg/dag) vergeleken met placebo bij patiënten die tolvaptan konden verdragen
tijdens een vijf weken durende titratie- en aanloopperiode met tolvaptan. Het onderzoek had een opzet
met gerandomiseerde onthouding om verrijking te bewerkstelligen bij patiënten die tolvaptan konden
verdragen gedurende een vijf weken durende, enkelblinde prerandomisatieperiode, bestaande uit een
twee weken durende titratieperiode en een drie weken durende aanloopperiode. De opzet werd
gebruikt om de impact van vroege stopzetting en ontbrekende gegevens over onderzoekseindpunten te
minimaliseren.
In totaal werden 1.370 patiënten (leeftijd 18 jaar tot 65 jaar) met CKD met een eGFR tussen 25 en
65 ml/min/1,73 m
2
indien jonger dan 56 jaar; of een eGFR tussen 25 en 44 ml/min/1,73 m
2
, plus
eGFR-afname >2,0 ml/min/1,73 m
2
/jaar indien tussen de 56 jaar en 65 jaar, gerandomiseerd naar
ofwel tolvaptan (n = 683), dan wel placebo (n = 687) en behandeld gedurende een periode van
12 maanden.
Voor gerandomiseerde proefpersonen was de uitgangswaarde van de gemiddelde eGFR
41 ml/min/1,73 m
2
(CKD-EPI) en was het historische TKV, beschikbaar voor 318 (23 %) van de
proefpersonen, gemiddeld 2.026 ml. Ongeveer 5 %, 75 % en 20 % had een eGFR van respectievelijk
60 ml/min/1,73 m
2
of hoger (CKD-stadium 2), of lager dan 60 en hoger dan 30 ml/min/1,73 m
2
(CKD-
stadium 3), of lager dan 30 maar hoger dan 15 ml/min/1,73 m
2
(CKD-stadium 4). Het CKD-stadium 3
kan verder onderverdeeld worden in stadium 3a 30 % (eGFR 45 ml/min/1,73 m
2
tot lager dan
60 ml/min/1,73 m
2
) en stadium 3b 45 % (eGFR tussen 30 en 45 ml/min/1,73 m
2
).
Het primaire eindpunt van het onderzoek was de verandering in eGFR van baselinewaarden vóór de
behandeling tot beoordeling na de behandeling. Bij met tolvaptan behandelde patiënten was de afname
in eGFR significant minder dan bij met placebo behandelde patiënten (p < 0,0001). Het
behandelingsverschil in eGFR-verandering dat in dit onderzoek werd waargenomen, is
1,27 ml/min/1,73 m
2
, wat overeenkomt met een afname van 35 % in het kleinste-
kwadratengemiddelde van verandering in eGFR van −2,34
ml/min/1,73 m
2
in de tolvaptan-groep ten
opzichte van −3,61
ml/min/1,73 m
2
in de placebogroep, waargenomen in de loop van één jaar. Het
voornaamste secundaire eindpunt was een vergelijking van de werkzaamheid van behandeling met
tolvaptan ten opzichte van placebo in het verminderen van de daling van de op jaarbasis berekende
eGFR-helling over alle gemeten tijdstippen in het onderzoek. Deze gegevens lieten ook significant
voordeel van tolvaptan ten opzichte van placebo zien (p < 0,0001).
Subgroepanalyse van de primaire en secundaire eindpunten per CKD-stadium liet vergelijkbare,
consistente behandelingseffecten ten opzichte van placebo zien voor proefpersonen in stadia 2, 3a, 3b
en vroeg stadium 4 (eGFR 25 tot 29 ml/min/1,73 m
2
) bij baseline.
Een vooraf gespecificeerde subgroepanalyse wees erop dat tolvaptan een kleiner effect had bij
patiënten ouder dan 55 jaar, een kleine subgroep met een opvallend langzamere eGFR-afname.
15
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met tolvaptan in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met polycysteuze nierziekte (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening wordt tolvaptan snel geabsorbeerd; piekplasmaconcentraties treden ongeveer
2 uur na toediening van de dosis op. De absolute biologische beschikbaarheid van tolvaptan bedraagt
ongeveer 56 %. Gelijktijdige toediening van tolvaptan met een vetrijke maaltijd deed de
piekconcentraties van tolvaptan toenemen tot het dubbele, maar liet de AUC ongewijzigd. Hoewel het
klinische belang van deze bevinding niet bekend is, moet de ochtenddosis nuchter worden ingenomen
om het onnodige risico van toename van de maximale blootstelling tot een minimum te beperken (zie
rubriek 4.2).
Distributie
Na toediening van enkelvoudige orale doses van
≥
300 mg blijken piekplasmaconcentraties een
topwaarde te bereiken, mogelijk als gevolg van een verzadigde absorptie. Tolvaptan bindt op
omkeerbare wijze (98 %) aan plasma-eiwitten.
Biotransformatie
Tolvaptan wordt in grote mate door de lever gemetaboliseerd door vrijwel uitsluitend CYP3A.
Tolvaptan is een zwak CYP3A4-substraat en blijkt geen enkele remmende werking te bezitten. Uit
in-
vitro-onderzoek
is gebleken dat tolvaptan geen remmende werking bezit voor CYP3A. Veertien
metabolieten zijn geïdentificeerd in plasma, urine en feces; op één na werden ze allemaal ook
gemetaboliseerd door CYP3A. Alleen het metaboliet oxobutyrinezuur is aanwezig met meer dan 10 %
van de totale plasmaradioactiviteit; alle overige zijn in lagere concentraties dan tolvaptan aanwezig.
Metabolieten van tolvaptan dragen weinig of niets bij tot het farmacologische effect van tolvaptan; alle
metabolieten hebben geen of een zwakke antagonistische werking voor humane V2-receptoren in
vergelijking met tolvaptan. De terminale eliminatiehalfwaardetijd bedraagt ongeveer 8 uur en
steady-
state-concentraties
van tolvaptan worden na de eerste dosis verkregen.
Eliminatie
Minder dan 1 % van de intacte actieve stof wordt ongewijzigd uitgescheiden in de urine. Uit
experimenten met radioactief gemerkt tolvaptan bleek dat 40 % van de radioactiviteit in de urine werd
teruggevonden en 59 % in feces, waarbij ongewijzigd tolvaptan 32 % van de radioactiviteit voor zijn
rekening nam. Tolvaptan vormt slechts een klein onderdeel van plasma (3 %).
Lineariteit/non-lineariteit
Na enkelvoudige orale doses vertonen C
max
-waarden minder dan dosisevenredige stijgingen van 30 mg
tot 240 mg en daarna een topwaarde bij doses van 240 mg tot 480 mg. De AUC stijgt lineair.
Na meerdere eenmaal daagse doses van 300 mg was de blootstelling van tolvaptan met slechts een
factor 6,4 toegenomen in vergelijking met een dosis van 30 mg. Voor schema's met een gesplitste
dosis van 30 mg/dag, 60 mg/dag en 120 mg/dag bij patiënten met ADPKD stijgt de blootstelling aan
tolvaptan (AUC) lineair.
16
Farmacokinetiek bij speciale populaties
Leeftijd
Leeftijd heeft geen significante invloed op de klaring van tolvaptan.
Leverfunctiestoornis
Het effect van een lichte of matig ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh-klasse A en B) op de
farmacokinetiek van tolvaptan werd onderzocht bij 87 patiënten met een leverziekte waarvan de
oorzaak varieerde. Er werden geen klinisch significante wijzigingen waargenomen in de klaring voor
doses variërend van 5 mg tot 60 mg. Zeer beperkte informatie is beschikbaar van patiënten met een
ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh-klasse C).
In een farmacokinetische populatieanalyse van patiënten met leveroedeem was de AUC van tolvaptan
bij patiënten met een ernstige (Child-Pugh-klasse C) en lichte of matig ernstige (Child-Pugh-klasse A
en B) leverfunctiestoornis 3,1 maal en 2,3 maal hoger dan die bij gezonde proefpersonen.
Nierfunctiestoornis
In een farmacokinetische analyse van een patiëntenpopulatie met ADPKD waren de concentraties van
tolvaptan gestegen, ten opzichte van die bij gezonde proefpersonen, wanneer de nierfunctie daalde tot
onder een eGFR van 60 ml/min/1,73 m
2
. Een daling van eGFR
CKD-EPI
van 72,2 tot
9,79 (ml/min/1,73 m
2
) ging gepaard met een daling van 32 % voor totale lichaamsklaring.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duidden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn
afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij
herhaalde dosering, genotoxiciteit of carcinogeen potentieel.
Er werd teratogeniciteit waargenomen bij konijnen die 1.000 mg/kg/dag toegediend kregen (2,6 maal
de blootstelling bij de maximale aanbevolen dosis voor de mens van 120 mg/dag). Er zijn geen
teratogene effecten waargenomen bij konijnen die 300 mg/kg/dag toegediend kregen (1,2 maal de
blootstelling bij de maximale aanbevolen dosis voor de mens van 120 mg/dag).
In een peri- en postnataal onderzoek bij ratten werden vertraagde botvorming en een verlaagd
lichaamsgewicht van de jongen waargenomen bij de hoge dosis van 1.000 mg/kg/dag.
Twee onderzoeken naar de vruchtbaarheid bij ratten toonden effecten aan op de oudergeneratie
(verminderde consumptie van voedsel en gewichtstoename, speekselvorming), maar tolvaptan had
geen effect op de voortplantingsprestatie bij mannetjesdieren en er waren geen effecten op de
foetussen. Bij vrouwtjesdieren werden in beide onderzoeken abnormale oestruscycli waargenomen.
De
no observed adverse effect level
(NOAEL – dosis waarbij geen bijwerking is waargenomen) voor
de voortplanting bij vrouwtjesdieren (100 mg/kg/dag) was ongeveer 4,4 maal de blootstelling bij de
maximale aanbevolen dosis voor de mens van 120 mg/dag.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Maïszetmeel
Hydroxypropylcellulose
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Microkristallijne cellulose
Indigokarmijn aluminiumlak
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
17
6.3
4 jaar
6.4
Houdbaarheid
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Jinarc 15 mg tabletten
7 of 28 tabletten in PVC/aluminiumfolie blisterverpakking
Jinarc 30 mg tabletten
7 of 28 tabletten in PVC/aluminiumfolie blisterverpakking
Jinarc 15 mg tabletten + Jinarc 45 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking met 7 × 15 mg en 7 × 45 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 15 mg en 7 × 45 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 15 mg en 7 × 45 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking in een kaart op zakformaat met 7 × 15 mg en
7 × 45 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 15 mg
en 7 × 45 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 15 mg
en 7 × 45 mg tabletten
Jinarc 30 mg tabletten + Jinarc 60 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking met 7 × 30 mg en 7 × 60 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 30 mg en 7 × 60 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 30 mg en 7 × 60 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg en
7 × 60 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg
en 7 × 60 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg
en 7 × 60 mg tabletten
Jinarc 30 mg tabletten + Jinarc 90 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking met 7 × 30 mg en 7 × 90 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 30 mg en 7 × 90 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 30 mg en 7 × 90 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg en
7 × 90 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg
en 7 × 90 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg
en 7 × 90 mg tabletten
18
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Jinarc 15 mg tabletten
EU/1/15/1000/001-002 (blisterverpakking)
Jinarc 30 mg tabletten
EU/1/15/1000/003-004 (blisterverpakking)
Jinarc 15 mg tabletten + Jinarc 45 mg tabletten
EU/1/15/1000/005-007 (blisterverpakking)
EU/1/15/1000/014-016 (blisterverpakking in kaart op zakformaat)
Jinarc 30 mg tabletten + Jinarc 60 mg tabletten
EU/1/15/1000/008-010 (blisterverpakking)
EU/1/15/1000/017-019 (blisterverpakking in kaart op zakformaat)
Jinarc 30 mg tabletten + Jinarc 90 mg tabletten
EU/1/15/1000/011-013 (blisterverpakking)
EU/1/15/1000/020-022 (blisterverpakking in kaart op zakformaat)
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 27 mei 2015
Datum van laatste verlenging: 3 april 2020
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
19
BIJLAGE II
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
20
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Almac Pharma Service (Ireland) Limited
Finnabair Industrial Estate, Dundalk, Co. Louth - A91 P9KD
Ierland
Millmount Healthcare Limited
Block-7, City North Business Campus, Stamullen, Co. Meath, K32 YD60
Ierland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
•
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
•
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
•
Extra risicobeperkende maatregelen
Voordat Jinarc in elke lidstaat in de handel wordt gebracht, dient de houder van de vergunning voor
het in de handel brengen de inhoud en lay-out van het voorlichtingsprogramma, met inbegrip van
communicatiemedia en distributiemodaliteiten, overeen te komen met de nationale bevoegde instantie.
De vergunninghouder dient ervoor te zorgen dat alle beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en
21
patiënten/verzorgers van wie wordt verwacht dat ze JINARC voorschrijven en/of gebruiken toegang
krijgen tot het volgende voorlichtingspakket/het voorlichtingspakket ontvangen:
•
voorlichtingsmateriaal voor artsen
•
informatiepakket voor patiënten
Het voorlichtingsprogramma heeft tot doel te garanderen dat men zich bewust is van het mogelijke
risico van hepatotoxiciteit en het verstrekken van een leidraad voor de manier waarop dit risico moet
worden behandeld alsook het belang van zwangerschapspreventie vóór het instellen van en tijdens
behandeling met Jinarc.
Het voorlichtingsmateriaal voor artsen dient het volgende te bevatten:
•
de Samenvatting van de productkenmerken
•
trainingsmateriaal voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Het trainingsmateriaal voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg dient de volgende essentiële
elementen te bevatten:
•
het risico op hepatotoxiciteit als gevolg van het gebruik van Jinarc
•
het belang van zwangerschapspreventie, vóór en tijdens behandeling met Jinarc
Het informatiepakket voor patiënten dient het volgende te bevatten:
•
de bijsluiter voor de patiënt
•
voorlichtingsmateriaal voor patiënten/verzorgers
•
een patiëntenwaarschuwingskaart
Het voorlichtingsmateriaal voor patiënten/verzorgers dient de volgende belangrijke mededelingen te
bevatten:
•
het risico op hepatotoxiciteit als gevolg van het gebruik van Jinarc
•
het belang van zwangerschapspreventie, vóór en tijdens behandeling met Jinarc
De patiëntenwaarschuwingskaart dient de volgende belangrijke mededelingen te bevatten:
•
tekenen of symptomen van levertoxiciteit en ernstige dehydratie
•
advies indien dergelijke symptomen optreden
•
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Beschrijving
Studie naar de veiligheid uitgevoerd na verlening van de handelsvergunning
waarbij het geneesmiddel wordt gebruikt zoals vastgesteld bij verlening van
de handelsvergunning (Non-interventional post-authorisation safety study,
PASS) naar de risico’s van:
•
hepatotoxiciteit als gevolg van het gebruik van Jinarc.
Bovendien dient het onderzoek ook informatie te geven over:
•
het resultaat van een zwangerschap bij patiënten behandeld met Jinarc
•
patronen van geneesmiddelgebruik, met name met betrekking tot
off-
label
gebruik en gebruik bij patiënten ouder dan 50 jaar
•
bijwerkingen als gevolg van langdurig gebruik van Jinarc
Het definitieve rapport van het onderzoek moet worden ingediend tegen:
1
de
kwartaal
2026
Uiterste datum
22
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
23
A. ETIKETTERING
24
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENSTE DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 15 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 tabletten
28 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
25
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/001 (7 tabletten)
EU/1/15/1000/002 (28 tabletten)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 15 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
26
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
27
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENSTE DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 30 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 tabletten
28 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
28
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/003 (7 tabletten)
EU/1/15/1000/004 (28 tabletten)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
29
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
30
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENSTE DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 15 mg bevat 15 mg tolvaptan.
Elke tablet van 45 mg bevat 45 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 15 mg tabletten en 7 × 45 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 15 mg tabletten en 14 × 45 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 15 mg tabletten en 28 × 45 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
31
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/005 (14 tabletten; 7 × 15 mg + 7 × 45 mg)
EU/1/15/1000/006 (28 tabletten; 14 × 15 mg + 14 × 45 mg)
EU/1/15/1000/007 (56 tabletten; 28 × 15 mg + 28 × 45 mg)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 15 mg
Jinarc 45 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
32
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
33
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
OVERIGE
34
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENSTE DOOS (blisterverpakkingen in kaart op zakformaat)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 15 mg bevat 15 mg tolvaptan.
Elke tablet van 45 mg bevat 45 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 15 mg tabletten en 7 × 45 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 15 mg tabletten en 14 × 45 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 15 mg tabletten en 28 × 45 mg tabletten in een kaartverpakking
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
35
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/014 (14 tabletten; 7 × 15 mg + 7 × 45 mg)
EU/1/15/1000/015 (28 tabletten; 14 × 15 mg + 14 × 45 mg)
EU/1/15/1000/016 (56 tabletten; 28 × 15 mg + 28 × 45 mg)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 15 mg
Jinarc 45 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
36
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
37
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KAART IN ZAKFORMAAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 15 mg bevat 15 mg tolvaptan.
Elke tablet van 45 mg bevat 45 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 15 mg tabletten en 7 × 45 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 15 mg tabletten en 14 × 45 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 15 mg tabletten en 28 × 45 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
38
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/014 (14 tabletten; 7 × 15 mg + 7 × 45 mg)
EU/1/15/1000/015 (28 tabletten; 14 × 15 mg + 14 × 45 mg)
EU/1/15/1000/016 (56 tabletten; 28 × 15 mg + 28 × 45 mg)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 15 mg
Jinarc 45 mg
39
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
40
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENSTE DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 60 mg bevat 60 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 60 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 60 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 60 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
41
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/008 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 60 mg)
EU/1/15/1000/009 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 60 mg)
EU/1/15/1000/010 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 60 mg)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
Jinarc 60 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
42
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
43
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
OVERIGE
44
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENSTE DOOS (blisterverpakkingen in kaart op zakformaat)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 60 mg bevat 60 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 60 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 60 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 60 mg tabletten in een kaartverpakking
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
45
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/017 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 60 mg)
EU/1/15/1000/018 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 60 mg)
EU/1/15/1000/019 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 60 mg)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
Jinarc 60 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
46
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
47
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KAART IN ZAKFORMAAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 60 mg bevat 60 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 60 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 60 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 60 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
48
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/017 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 60 mg)
EU/1/15/1000/018 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 60 mg)
EU/1/15/1000/019 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 60 mg)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
Jinarc 60 mg
49
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
50
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENSTE DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 90 mg bevat 90 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 90 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 90 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 90 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
51
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/011 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 90 mg)
EU/1/15/1000/012 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 90 mg)
EU/1/15/1000/013 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 90 mg)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
Jinarc 90 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
52
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
53
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
OVERIGE
54
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENSTE DOOS (blisterverpakkingen in kaart op zakformaat)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 90 mg bevat 90 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 90 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 90 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 90 mg tabletten in een kaartverpakking
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
55
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/020 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 90 mg)
EU/1/15/1000/021 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 90 mg)
EU/1/15/1000/022 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 90 mg)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
Jinarc 90 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
56
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
57
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KAART IN ZAKFORMAAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 90 mg bevat 90 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 90 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 90 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 90 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
58
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/020 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 90 mg)
EU/1/15/1000/021 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 90 mg)
EU/1/15/1000/022 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 90 mg)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
59
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
Jinarc 90 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
60
B. BIJSLUITER
61
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
Tolvaptan
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Jinarc en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Jinarc en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Jinarc bevat de werkzame stof tolvaptan die het effect van vasopressine blokkeert, een hormoon dat
een rol speelt bij de vorming van cysten in de nieren van patiënten met ADPKD. Door het effect van
vasopressine te blokkeren, vertraagt Jinarc de ontwikkeling van niercysten bij patiënten met ADPKD,
vermindert het de symptomen van de ziekte en neemt de urineproductie toe.
Jinarc is een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor het behandelen van een ziekte die “autosomaal
dominante polycysteuze nierziekte” (ADPKD) wordt genoemd. Door deze ziekte groeien er met vocht
gevulde cysten in de nieren, die druk uitoefenen op de omliggende weefsels en de nierfunctie
verminderen, wat mogelijk leidt tot nierfalen. Jinarc wordt gebruikt om ADPKD te behandelen bij
volwassenen met een chronische nierziekte (CKD) in stadium 1 tot 4 die tekenen vertonen van een
ziekte die snel verergert.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Of u bent allergisch voor benzazepine of benzazepinederivaten (bijv. benazepril,
conivaptan, fenoldopammesylaat of mirtazapine).
•
Uw arts heeft u verteld dat u verhoogde leverenzymwaarden heeft in uw bloed waardoor een
behandeling met tolvaptan niet toegelaten is.
•
Uw nieren werken niet (produceren geen urine).
62
•
•
•
•
•
U heeft een aandoening die gepaard gaat met een zeer laag bloedvolume (bv. ernstige uitdroging
(dehydratie) of bloeding).
U heeft een aandoening waardoor het natriumgehalte in uw bloed toegenomen is.
U voelt niet wanneer u dorst heeft.
U bent zwanger.
U geeft borstvoeding.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
•
als u een leveraandoening heeft.
•
als u onvoldoende water kunt drinken (zie “Voldoende water drinken” hieronder) of als u uw
vochtinname moet beperken.
•
als u moeilijk kunt plassen (bijv. als u een vergrote prostaat heeft).
•
als u een te hoog of te laag natriumgehalte in het bloed heeft.
•
als u vroeger een allergische reactie heeft gehad op benzazepine, tolvaptan of andere van
benzazepine afgeleide stoffen (bijv. benazepril, conivaptan, fenoldopammesylaat of
mirtazapine), of op een van de andere stoffen van dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden
in rubriek 6.
•
als u diabetes heeft.
•
als uw arts u heeft verteld dat u hoge gehaltes van een chemische stof, urinezuur genoemd, in
uw bloed heeft (wat aanvallen van jicht kan hebben veroorzaakt).
•
als u een gevorderde nierziekte heeft.
Het is mogelijk dat uw lever door dit middel niet goed werkt. Licht daarom onmiddellijk uw arts
in als u tekenen heeft die op mogelijke leverproblemen zouden kunnen wijzen, zoals:
•
misselijkheid
•
braken
•
koorts
•
vermoeidheid
•
verlies van eetlust
•
pijn in de buik
•
donkere urine
•
geelzucht (gele verkleuring van de huid of ogen)
•
jeukende huid
•
griepachtig syndroom (gewrichts- en spierpijn met koorts)
Tijdens behandeling met dit middel zal uw arts maandelijkse bloedtests laten uitvoeren als
controle op wijzigingen in uw leverfunctie.
Voldoende water drinken
Dit middel leidt tot waterverlies, omdat het uw urineproductie verhoogt. Dit waterverlies kan tot
bijwerkingen leiden, zoals droge mond en dorst, of nog ernstigere bijwerkingen, zoals nierproblemen
(zie rubriek 4). Daarom is het belangrijk dat u water ter beschikking heeft en dat u voldoende
hoeveelheden kunt drinken wanneer u dorst heeft. Vóór het slapengaan moet u 1 of 2 glazen water
drinken, ook als u geen dorst heeft. U moet ook water drinken nadat u 's nachts heeft geplast. Extra
voorzichtigheid is geboden als u een ziekte heeft waardoor een goede opname van vocht wordt
verminderd of als u een groter risico loopt op waterverlies, bv. in geval van braken of diarree. Door de
verhoogde urineproductie is het ook van belang dat u altijd een toilet ter beschikking heeft.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit middel niet aan kinderen en jongeren (tot 18 jaar), want het is bij deze leeftijdsgroepen niet
onderzocht.
63
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Jinarc nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen die zonder voorschrift verkrijgbaar zijn.
De volgende middelen kunnen het effect van Jinarc versterken:
•
amprenavir, atazanavir, darunavir/ritonavir en fosamprenavir (worden gebruikt om HIV/AIDS
te behandelen),
•
aprepitant (wordt gebruikt om misselijkheid en braken tegen te gaan bij chemotherapie),
•
crizotinib en imatinib (worden gebruikt om kanker te behandelen),
•
ketoconazol, fluconazol of itraconazol (worden gebruikt om schimmelinfecties te behandelen),
•
macrolide-antibiotica, zoals erytromycine of claritromycine,
•
verapamil (wordt gebruikt om hartziekten en hoge bloeddruk te behandelen),
•
diltiazem (wordt gebruikt om hoge bloeddruk en pijn op de borst te behandelen).
De volgende middelen kunnen het effect van Jinarc verminderen:
•
fenytoïne of carbamazepine (worden gebruikt om epilepsie te behandelen),
•
rifampicine, rifabutine of rifapentine (worden gebruikt om tuberculose te behandelen),
•
sint-janskruid (een traditioneel kruidengeneesmiddel voor het verlichten van een enigszins
depressieve stemming en een lichte vorm van angst).
Jinarc kan het effect van de volgende middelen versterken:
•
digoxine (wordt gebruikt om een onregelmatige hartslag en hartfalen te behandelen),
•
dabigatran (wordt gebruikt om het bloed te verdunnen),
•
methotrexaat (wordt gebruikt om kanker, artritis te behandelen),
•
ciprofloxacine (een antibioticum),
•
sulfasalazine (wordt gebruikt om inflammatoire darmziekte of reumatoïde artritis te
behandelen),
•
metformine (wordt gebruikt om diabetes te behandelen).
Jinarc kan het effect van de volgende middelen verminderen:
•
vasopressineanaloga, zoals desmopressine (worden gebruikt om bloedstollingsfactoren te
verhogen, of om het urinevolume of bedplassen onder controle te houden).
Deze middelen kunnen invloed hebben op Jinarc, of Jinarc kan invloed hebben op deze middelen:
•
diuretica (worden gebruikt om de urineproductie te beïnvloeden). Het gebruik ervan in
combinatie met Jinarc kan de kans op bijwerkingen als gevolg van waterverlies vergroten, of
kan nierproblemen veroorzaken.
•
diuretica of andere middelen voor het behandelen van hoge bloeddruk. Het gebruik ervan in
combinatie met Jinarc kan de kans op lage bloeddruk vergroten wanneer u vanuit een zittende of
liggende houding rechtop gaat staan.
•
middelen die het natriumgehalte in uw bloed doen stijgen of die grote hoeveelheden zout
bevatten (bijv. tabletten die in water oplossen en remedies tegen indigestie). Deze middelen
kunnen het effect van Jinarc versterken. Er bestaat een risico dat dit kan leiden tot te veel
natrium in uw bloed.
Toch kan het in orde zijn dat u deze geneesmiddelen in combinatie met Jinarc gebruikt. Uw arts kan
bepalen wat voor u geschikt is.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
U mag geen grapefruitsap drinken als u dit middel gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik
dit geneesmiddel
niet
als u zwanger bent of borstvoeding geeft.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten betrouwbare anticonceptie gebruiken tijdens het
gebruik van dit geneesmiddel.
64
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Sommige personen kunnen na inname van Jinarc een duizelig, zwak of vermoeid gevoel hebben. Als
dit bij u het geval is, mag u geen voertuigen besturen of gereedschap of machines gebruiken.
Jinarc bevat lactose
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Jinarc kan alleen worden voorgeschreven door artsen die gespecialiseerd zijn in de behandeling van
ADPKD. Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het
juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosis
De dagelijkse hoeveelheid van Jinarc wordt in twee doses gesplitst, waarbij de ene dosis groter is dan
de andere. De hogere dosis moet u 's ochtends innemen wanneer u ontwaakt, ten minste 30 minuten
vóór het ontbijt. De lagere dosis wordt 8 uur later ingenomen.
De dosiscombinaties zijn:
45 mg + 15 mg
60 mg + 30 mg
90 mg + 30 mg
Uw behandeling start gewoonlijk met een dosis van 45 mg 's ochtends en 15 mg 8 uur later. Uw arts
kan uw dosis geleidelijk aan verhogen tot een maximale combinatie van 90 mg bij het ontwaken en
30 mg acht uur later. Om de beste dosis te kunnen bepalen, zal uw arts regelmatig controleren hoe
goed u een voorgeschreven dosis verdraagt. U moet altijd de hoogst verdraagbare dosiscombinatie
gebruiken die uw arts heeft voorgeschreven.
Als u andere geneesmiddelen gebruikt die de effecten van Jinarc kunnen versterken, is het mogelijk
dat u lagere doses krijgt. In dit geval is het mogelijk dat uw arts u Jinarc-tabletten voorschrijft met
30 mg of 15 mg tolvaptan die eenmaal daags 's ochtends moeten worden ingenomen.
Wijze van toediening
Slik de tabletten met een glas water in, zonder erop te kauwen.
De ochtenddosis moet ten minste 30 minuten vóór het ontbijt worden ingenomen. De tweede
dagelijkse dosis kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u meer tabletten dan uw voorgeschreven dosis heeft gebruikt,
drink dan voldoende water en
neem onmiddellijk contact op met uw arts of het plaatselijke ziekenhuis.
Denk eraan de
verpakking van het geneesmiddel mee te nemen, zodat duidelijk is wat u heeft ingenomen. Als u de
hogere dosis heel laat op de dag inneemt, is het mogelijk dat u 's nachts vaker naar het toilet moet
gaan.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bent vergeten uw geneesmiddel te gebruiken, moet u de dosis diezelfde dag innemen zodra u er
aan denkt. Als u uw tabletten een bepaalde dag niet inneemt, neem dan de dag daarna uw normale
dosis in. Gebruik
GEEN
dubbele dosis om vergeten afzonderlijke doses in te halen.
65
Als u stopt met het gebruiken van dit middel
Als u stopt met het gebruiken van dit middel, kunnen uw niercysten opnieuw zo snel gaan groeien als
voordat u de behandeling met Jinarc startte. Daarom mag u het gebruik van dit middel pas stopzetten
als u bijwerkingen opmerkt die dringend medische hulp vereisen (zie rubriek 4) of als uw arts u dat
zegt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Ernstige bijwerkingen:
Als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt, heeft u mogelijk dringend medische hulp
nodig. Stop het gebruik van Jinarc en neem onmiddellijk contact op met een arts of ga
onmiddellijk naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis als u:
•
moeilijk kunt plassen.
•
een zwelling opmerkt van het gezicht, de lippen of tong, jeuk, uitslag die over het hele lichaam
voorkomt, of ernstige piepende ademhaling of kortademigheid (symptomen van een allergische
reactie).
Het is mogelijk dat uw lever door Jinarc niet goed werkt.
Raadpleeg uw arts als symptomen van misselijkheid, braken, koorts, vermoeidheid, verminderde
eetlust, pijn in de buik, donkere urine, geelzucht (gele verkleuring van huid of ogen), jeukende huid of
gewrichts- en spierpijn met koorts optreden.
Andere bijwerkingen:
Zeer vaak
(kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 personen)
•
dorst (de drang om overmatige hoeveelheden water te drinken)
•
hoofdpijn
•
duizeligheid
•
diarree
•
droge mond
•
verhoogde drang om te plassen, om 's nachts te plassen of om vaker te plassen
•
vermoeidheid
Vaak
(kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 personen)
•
dehydratie
•
hoog gehalte van natrium, urinezuur en bloedsuiker
•
verminderde eetlust
•
veranderingen in smaak
•
jicht
•
slaapproblemen
•
flauwvallen
•
bonzend hart
•
kortademigheid
•
buikpijn
•
vol of opgeblazen of onaangenaam gevoel in de maag
•
constipatie
•
brandend maagzuur
•
abnormale werking van de lever
66
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
droge huid
uitslag
jeuk
galbulten
gewrichtspijn
spierspasmen
spierpijn
algeheel gevoel van zwakte
verhoogde leverenzymgehaltes in het bloed
gewichtsverlies
gewichtstoename
Soms
(kunnen optreden bij maximaal 1 op de 100 personen)
•
toename van bilirubine (een stof die een gele verkleuring van de huid of ogen kan veroorzaken)
in het bloed
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
•
allergische reacties (zie hierboven)
•
huiduitslag over het hele lichaam
•
acuut leverfalen (ALF)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos, de
kaart op zakformaat en de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag
van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
•
De werkzame stof in dit middel is tolvaptan.
Elke Jinarc 15 mg tablet bevat 15 mg tolvaptan.
Elke Jinarc 30 mg tablet bevat 30 mg tolvaptan.
Elke Jinarc 45 mg tablet bevat 45 mg tolvaptan.
Elke Jinarc 60 mg tablet bevat 60 mg tolvaptan.
Elke Jinarc 90 mg tablet bevat 90 mg tolvaptan.
67
•
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat (zie rubriek 2), maïszetmeel,
microkristallijne cellulose, hydroxypropylcellulose, magnesiumstearaat, indigokarmijn
aluminiumlak.
Hoe ziet Jinarc eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De verschillende sterktes van Jinarc-tabletten hebben verschillende vormen en graveringen:
Tablet van 15 mg: blauw, driehoekig, met aan de ene zijde “OTSUKA” gegraveerd en aan de andere
zijde “15”.
Tablet van 30 mg: blauw, rond, met aan de ene zijde “OTSUKA” gegraveerd en aan de andere zijde
“30”.
Tablet van 45 mg: blauw, vierkant, met aan de ene zijde “OTSUKA” gegraveerd en aan de andere
zijde “45”.
Tablet van 60 mg: blauw, aangepast rechthoekig, met aan de ene zijde “OTSUKA” gegraveerd en aan
de andere zijde “60”.
Tablet van 90 mg: blauw, vijfhoekig, met aan de ene zijde “OTSUKA” gegraveerd en aan de andere
zijde “90”.
Uw geneesmiddel wordt geleverd in de volgende verpakkingsgrootten:
Jinarc 15 mg tabletten:
verpakkingen met daarin 7 tabletten of 28 tabletten
Jinarc 30 mg tabletten:
verpakkingen met daarin 7 tabletten of 28 tabletten
Jinarc 45 mg tabletten + Jinarc 15 mg tabletten:
verpakkingen (blisterverpakkingen met of zonder
kaart op zakformaat) met daarin
14 tabletten (7 tabletten van de hogere sterkte + 7 tabletten van de lagere sterkte),
28 tabletten (14 tabletten van de hogere sterkte + 14 tabletten van de lagere sterkte) of
56 tabletten (28 tabletten van de hogere sterkte + 28 tabletten van de lagere sterkte).
Jinarc 60 mg tabletten + Jinarc 30 mg tabletten:
verpakkingen (blisterverpakkingen met of zonder
kaart op zakformaat) met daarin
14 tabletten (7 tabletten van de hogere sterkte + 7 tabletten van de lagere sterkte),
28 tabletten (14 tabletten van de hogere sterkte + 14 tabletten van de lagere sterkte) of
56 tabletten (28 tabletten van de hogere sterkte + 28 tabletten van de lagere sterkte).
Jinarc 90 mg tabletten + Jinarc 30 mg tabletten:
verpakkingen (blisterverpakkingen met of zonder
kaart op zakformaat) met daarin
14 tabletten (7 tabletten van de hogere sterkte + 7 tabletten van de lagere sterkte),
28 tabletten (14 tabletten van de hogere sterkte + 14 tabletten van de lagere sterkte) of
56 tabletten (28 tabletten van de hogere sterkte + 28 tabletten van de lagere sterkte).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
Fabrikant
Almac Pharma Service (Ireland) Limited
Finnabair Industrial Estate, Dundalk, Co. Louth - A91 P9KD
Ierland
68
Millmount Healthcare Limited
Block-7, City North Business Campus, Stamullen, Co. Meath, K32 YD60
Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tél/Tel: +31 (0) 20 85 46 555
България
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Teл:
+31 (0) 20 85 46 555
Česká
republika
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Danmark
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Tlf: +46854 528 660
Deutschland
Otsuka Pharma GmbH
Tel: +49691 700 860
Eesti
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Ελλάδα
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Thλ:
+31 (0) 20 85 46 555
España
Otsuka Pharmaceutical S.A
Tel: +3493 2081 020
France
Otsuka Pharmaceutical France SAS
Tél: +33147 080 000
Hrvatska
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Ireland
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Ísland
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Sími: +46854 528 660
Lietuva
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Luxembourg/Luxemburg
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tél/Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Magyarország
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Malta
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Nederland
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Norge
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Tlf: +46854 528 660
Österreich
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Polska
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Portugal
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
România
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Slovenija
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Slovenská republika
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
69
Italia
Otsuka Pharmaceutical Italy S.r.l.
Tel: +39 02 00 63 27 10
Κύπρος
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Thλ:
+31 (0) 20 85 46 555
Latvija
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Suomi/Finland
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Puh/Tel: +46854 528 660
Sverige
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Tel: +46854 528 660
United Kingdom (Northern Ireland)
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
70
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Jinarc 15 mg tabletten
Elke tablet bevat 15 mg tolvaptan.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke tablet van 15 mg bevat ongeveer 35 mg lactose (als monohydraat).
Jinarc 30 mg tabletten
Elke tablet bevat 30 mg tolvaptan.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke tablet van 30 mg bevat ongeveer 70 mg lactose (als monohydraat).
Jinarc 45 mg tabletten
Elke tablet bevat 45 mg tolvaptan.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke tablet van 45 mg bevat ongeveer 12 mg lactose (als monohydraat).
Jinarc 60 mg tabletten
Elke tablet bevat 60 mg tolvaptan.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke tablet van 60 mg bevat ongeveer 16 mg lactose (als monohydraat).
Jinarc 90 mg tabletten
Elke tablet bevat 90 mg tolvaptan.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke tablet van 90 mg bevat ongeveer 24 mg lactose (als monohydraat).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet
Jinarc 15 mg tabletten
Blauw, driehoekig (grootste as: 6,58 mm; kleinste as: 6,20 mm), licht convex, met aan de ene zijde
'OTSUKA' gegraveerd en aan de andere zijde '15'.
Jinarc 30 mg tabletten
Blauw, rond (diameter: 8 mm), licht convex, met aan de ene zijde 'OTSUKA' gegraveerd en aan de
andere zijde '30'.
Blauw, vierkant (6,8 mm aan de ene zijde; grootste as 8,2 mm), licht convex, met aan de ene zijde
'OTSUKA' gegraveerd en aan de andere zijde '45'.
Jinarc 60 mg tabletten
Blauw, aangepast rechthoekig (grootste as 9,9 mm; kleinste as 5,6 mm), licht convex, met aan de ene
zijde 'OTSUKA' gegraveerd en aan de andere zijde '60'.
Jinarc 90 mg tabletten
Blauw, vijfhoekig (grootste as 9,7 mm; kleinste as 9,5 mm), licht convex, met aan de ene zijde
'OTSUKA' gegraveerd en aan de andere zijde '90'.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Jinarc is geïndiceerd voor het vertragen van de progressie van de ontwikkeling van cysten en
nierinsufficiëntie van autosomaal dominante polycysteuze nierziekte (ADPKD) bij volwassenen met
chronische nierziekte (CKD) in stadium 1 tot 4 bij het instellen van de behandeling, waarbij de ziekte
tekenen van snelle progressie vertoont (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Behandeling met tolvaptan moet worden ingesteld en moet worden opgevolgd onder toezicht van
artsen die ervaring hebben met de behandeling van ADPKD en die de risico's van behandeling met
tolvaptan, met inbegrip van hepatotoxiciteit en de noodzakelijke controle, goed begrijpen (zie
rubriek 4.4).
Dosering
Jinarc moet tweemaal daags worden toegediend in een schema met een gesplitste dosis van 45 mg +
15 mg, 60 mg + 30 mg of 90 mg + 30 mg. De ochtenddosis moet ten minste 30 minuten vóór het
ontbijt worden ingenomen. De tweede dagelijkse dosis kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
In overeenstemming met deze schema's van een gesplitste dosis bedraagt de totale dagelijkse dosis
60 mg, 90 mg of 120 mg.
Dosistitratie
De aanvankelijke dosis is 60 mg tolvaptan per dag in een schema met een gesplitste dosis van 45 mg +
15 mg (45 mg wordt ingenomen bij het ontwaken en vóór het ontbijt, en 15 mg wordt 8 uur later
ingenomen). De aanvankelijke dosis moet hoger worden getitreerd tot een schema met een gesplitste
dosis van 90 mg tolvaptan (60 mg + 30 mg) per dag en daarna tot een schema met een gesplitste dosis
van 120 mg tolvaptan (90 mg + 30 mg) per dag, indien die goed wordt verdragen, met een
tussenperiode van ten minste een week tussen de titraties in. Titratie van de dosis moet met
voorzichtigheid worden uitgevoerd om zeker te zijn dat hoge doses niet slecht worden verdragen door
een te snelle hogere titratie. Patiënten mogen lager titreren tot lagere doses op basis van
verdraagbaarheid. Patiënten moeten de hoogst verdraagbare dosis tolvaptan handhaven.
De bedoeling van titratie van de dosis is de werking van vasopressine zo volledig en constant mogelijk
blokkeren ter hoogte van de renale V2-receptor, terwijl een aanvaardbare vochtbalans wordt
gehandhaafd (zie rubriek 4.4).
Metingen van de osmolaliteit in urine worden aanbevolen om de toereikende remming van
vasopressine te monitoren. Periodieke controle van de osmolaliteit in plasma of het natriumgehalte in
serum (voor het berekenen van de osmolariteit in plasma) en/of het lichaamsgewicht moet worden
overwogen om het risico van dehydratie als gevolg van de waterdiuretische effecten van tolvaptan te
kunnen opvolgen ingeval de patiënt onvoldoende water inneemt.
behandeling met tolvaptan worden gestaakt als nierinsufficiëntie verergert tot CKD in stadium 5 (zie
rubriek 4.4).
De behandeling moet worden onderbroken als de patiënt in beperkte mate kan drinken of als de
beschikbaarheid van water beperkt is (zie rubriek 4.4).
Tolvaptan mag niet met grapefruitsap worden ingenomen (zie rubriek 4.5). Patiënten moeten de
instructie krijgen dat ze voldoende hoeveelheden water of andere waterige vloeistoffen moeten
drinken (zie rubriek 4.4).
Dosisaanpassing voor patiënten die sterke CYP3A-remmers nemen
Bij patiënten die sterke CYP3A-remmers nemen (zie rubriek 4.5), moeten de doses van tolvaptan als
volgt worden verlaagd:
Dagelijkse gesplitste dosis tolvaptan Verlaagde dosis (eenmaal daags)
90 mg + 30 mg
30 mg (verdere verlaging tot 15 mg als 30 mg niet goed
wordt verdragen)
60 mg + 30 mg
30 mg (verdere verlaging tot 15 mg als 30 mg niet goed
wordt verdragen)
45 mg + 15 mg
15 mg
Dosisaanpassing voor patiënten die matige CYP3A-remmers nemen
Bij patiënten die matige CYP3A-remmers nemen, moeten de doses van tolvaptan als volgt worden
verlaagd:
Dagelijkse gesplitste dosis tolvaptan Verlaagde gesplitste dosis
90 mg + 30 mg
45 mg + 15 mg
60 mg + 30 mg
30 mg + 15 mg
45 mg + 15 mg
15 mg + 15 mg
Verdere verlagingen moeten worden overwogen als patiënten de verlaagde doses van tolvaptan niet
kunnen verdragen.
Speciale patiëntgroepen
Ouderen
Toenemende leeftijd heeft geen effect op de plasmaconcentraties van tolvaptan. Er zijn beperkte
gegevens beschikbaar over de veiligheid en doeltreffendheid van tolvaptan bij ADPKD-patiënten
ouder dan 55 jaar (zie rubriek 5.1).
Nierfunctiestoornis
Tolvaptan is gecontra-indiceerd bij anurische patiënten (zie rubriek 4.3)
Dosisaanpassing is niet nodig bij patiënten met een nierfunctiestoornis.
Er is geen klinisch onderzoek uitgevoerd bij proefpersonen met indices van een glomerulaire
filtratiesnelheid < 10 ml/min of bij patiënten die dialyse ondergaan. Het risico van leverbeschadiging
bij patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (d.w.z. de geschatte glomerulaire
filtratiesnelheid [eGFR] < 20) kan groter zijn; deze patiënten moeten zorgvuldig worden opgevolgd
voor hepatotoxiciteit. Gegevens voor patiënten met CKD in vroeg stadium 4 zijn beperkter dan voor
patiënten in stadium 1, 2 of 3 (zie rubriek 5.1). Er zijn beperkte gegevens beschikbaar voor patiënten
met CKD in laat stadium 4 (eGFR < 25 ml/min/1,73 m2). Er zijn geen gegevens beschikbaar voor
patiënten met CKD in stadium 5. Behandeling met tolvaptan moet worden gestaakt als de
nierinsufficiëntie verergert tot CKD in stadium 5 (zie rubriek 4.4).
Bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis moeten de voordelen en de risico's van behandeling
met Jinarc zorgvuldig worden afgewogen. Patiënten moeten met voorzichtigheid worden behandeld en
leverenzymen moeten regelmatig worden gecontroleerd (zie rubriek 4.4).
Jinarc is gecontra-indiceerd bij patiënten met verhoogde leverenzymwaarden en/of bij tekenen of
symptomen van leverletsel voordat een behandeling wordt ingesteld die overeenkomt met de vereisten
voor definitieve stopzetting van tolvaptan (zie rubriek 4.3 en 4.4).
Dosisaanpassing is niet nodig bij patiënten met een lichte of matig ernstige leverfunctiestoornis
(Child-Pugh-klasse A en B).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van tolvaptan bij kinderen en adolescenten zijn nog niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar. Tolvaptan wordt niet aanbevolen in de pediatrische leeftijdsgroep.
Wijze van toediening
Oraal gebruik.
Tabletten moeten zonder kauwen worden doorgeslikt met een glas water.
4.3
Contra-
indicaties
·
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen of voor benzazepine of benzazepinederivaten (zie rubriek 4.4)
·
Verhoogde leverenzymwaarden en/of tekenen of symptomen van leverletsel voordat een
behandeling wordt ingesteld die overeenkomt met de vereisten voor definitieve stopzetting van
tolvaptan (zie rubriek 4.4)
·
Anurie
·
Volumedepletie
·
Hypernatriëmie
·
Patiënten die geen dorst kunnen voelen of die niet op dorst kunnen reageren
·
Zwangerschap (zie rubriek 4.6)
·
Borstvoeding (zie rubriek 4.6)
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Idiosyncratische hepatotoxiciteit
Tolvaptan is in verband gebracht met idiosyncratische verhogingen van alanine- en
aspartaataminotransferase (ALAT en ASAT) in bloed met af en toe gevallen van gelijktijdige
verhogingen van bilirubine totaal (BT).
In de postmarketingervaring met tolvaptan bij ADPKD werd acuut leverfalen waarbij
levertransplantatie noodzakelijk was, gemeld.
In een dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met ADPKD vond de periode van
de eerste tekenen van hepatocellulair letsel (met ALAT-verhogingen > 3 × ULN) binnen 3 tot
14 maanden na het instellen van de behandeling plaats. Deze verhogingen waren omkeerbaar, waarbij
ALAT opnieuw < 3 × ULN werd binnen 1 tot 4 maanden. Hoewel deze gelijktijdige verhogingen met
een onmiddellijke stopzetting van tolvaptan omkeerbaar waren, houden ze een mogelijk significant
leverletsel in. Soortgelijke wijzigingen met andere geneesmiddelen werden in verband gebracht met de
oorzaak van een mogelijk onomkeerbaar en mogelijk levensbedreigend leverletsel (zie rubriek 4.8).
veiligheidsmaatregelen volledig naleven.
Om het risico op een significant en/of onomkeerbaar leverletsel tot een minimum te beperken, is
bloedonderzoek voor levertransaminasen en bilirubine vereist voordat behandeling met Jinarc wordt
ingesteld. Bloedonderzoek moet gedurende 18 maanden maandelijks blijven plaatsvinden en daarna
met regelmatige tussenperioden van 3 maanden. Gelijktijdige monitoring voor symptomen die kunnen
duiden op leverletsel (zoals vermoeidheid, anorexia, misselijkheid, klachten in de rechterbovenbuik,
braken, koorts, uitslag, pruritus, donkere urine of geelzucht) wordt aanbevolen.
Als een patiënt voordat de behandeling wordt ingesteld afwijkende ALAT-, ASAT- of BT-waarden
vertoont die overeenkomen met de criteria voor definitieve stopzetting (zie hieronder), is het gebruik
van tolvaptan gecontra-indiceerd (zie rubriek 4.3). In geval van afwijkende uitgangswaarden onder de
grenzen voor definitieve stopzetting, kan behandeling pas worden ingesteld als de mogelijke
voordelen van behandeling opwegen tegen de mogelijke risico's en moeten leverfunctietests frequenter
blijven plaatsvinden. Het advies van een hepatoloog is aanbevolen.
Tijdens de eerste 18 maanden van behandeling kan Jinarc alleen maar aan patiënten worden gegeven
wier arts heeft vastgesteld dat de leverfunctie verdere behandeling toelaat.
Wanneer symptomen of tekenen voor het eerst optreden die overeenkomen met leverletsel, of als
tijdens de behandeling klinisch significante afwijkende verhogingen van ALAT of ASAT worden
waargenomen, moet behandeling met Jinarc onmiddellijk worden onderbroken en moeten tests zo snel
mogelijk (idealiter binnen 48 uur tot 72 uur) worden herhaald, met inbegrip van ALAT, ASAT, BT en
alkalische fosfatase (AP). Tests moeten frequenter blijven plaatsvinden tot de
symptomen/tekenen/afwijkende laboratoriumwaarden stabiliseren of verdwijnen, waarna Jinarc
opnieuw kan worden ingesteld.
De huidige klinische praktijk suggereert dat behandeling met Jinarc moet worden onderbroken tot
bevestigd wordt dat transaminaseniveaus gehandhaafd blijven of verhoogd zijn en moet definitief
worden stopgezet als significante verhogingen en/of klinische symptomen van leverletsel aanhouden.
Aanbevolen richtlijnen voor definitieve stopzetting omvatten:
·
ALAT of ASAT > 8 maal ULN
·
ALAT of ASAT > 5 maal ULN gedurende meer dan 2 weken
·
ALAT of ASAT > 3 maal ULN en (BT > 2 maal ULN of International Normalised Ratio
[INR] > 1,5)
·
ALAT of ASAT > 3 maal ULN met aanhoudende symptomen van leverletsel, hierboven
vermeld.
Aangezien transaminaseniveaus bij sommige patiënten blijken te stabiliseren bij verdere behandeling
kan behandeling met Jinarc voorzichtig opnieuw worden ingesteld, met frequente controle bij dezelfde
of een lagere dosis, wanneer ALAT- en ASAT-waarden onder 3 maal de ULN blijven.
Beschikbaarheid van water
Tolvaptan kan bijwerkingen veroorzaken die verband houden met waterverlies, zoals dorst, polyurie,
nycturie en pollakisurie (zie rubriek 4.8). Daarom moeten patiënten water (of andere waterige
vloeistoffen) ter beschikking hebben en moeten ze voldoende hoeveelheden van deze vloeistoffen
kunnen drinken (zie rubriek 4.2). Patiënten moeten de instructie krijgen dat ze water of andere
waterige vloeistoffen moeten drinken bij het eerste teken van dorst om overmatige dorst of dehydratie
te vermijden.
Bovendien moeten patiënten 1 tot 2 glazen drinken vóór het slapengaan, ongeacht of ze dorst hebben,
en moeten ze 's nachts elke episode van nycturie met vloeistoffen compenseren.
Bij patiënten die tolvaptan gebruiken, moet de volumestatus worden gecontroleerd omdat een
behandeling met tolvaptan kan leiden tot ernstige dehydratie, hetgeen een risicofactor is voor
nierdisfunctie. Het wordt aanbevolen om het lichaamsgewicht nauwgezet te monitoren. Een
progressieve afname van het lichaamsgewicht kan een vroeg teken van progressieve dehydratie zijn.
Als dehydratie duidelijk blijkt, moeten de nodige maatregelen worden genomen, die kunnen bestaan
uit de noodzaak van onderbreking of verlaging van de dosis tolvaptan en meer vocht opnemen. Extra
voorzichtigheid is geboden bij patiënten die ziekten hebben die de aangewezen opname van vocht
verstoren of die een groter risico lopen op waterverlies, bv. in geval van braken of diarree.
Obstructie van de urinelozing
De urinelozing moet gegarandeerd worden. Patiënten met een partiële obstructie van de urinelozing,
bv. patiënten met hypertrofie van de prostaat of mictiestoornissen, lopen een groter risico op de
ontwikkeling van acute retentie.
Vocht- en elektrolytenbalans
Bij alle patiënten moeten de vocht- en elektrolytenbalans gecontroleerd worden. Toediening van
tolvaptan leidt tot overvloedige waterdiurese, kan dehydratie en verhoging van de natriumspiegel in
serum veroorzaken (zie rubriek 4.8), en is gecontra-indiceerd bij hypernatriëmische patiënten (zie
rubriek 4.3). Daarom moeten serumcreatinine, elektrolyten en symptomen van verstoorde
elektrolytenbalans (bv. duizeligheid, flauwvallen, hartkloppingen, verwardheid, zwakte, wankele
gang, hyperreflexie, epileptische aanvallen, coma) worden geëvalueerd voor en na aanvang van
tolvaptan om dehydratie op te volgen.
Tijdens langdurige behandeling moeten elektrolyten ten minste om de drie maanden worden
opgevolgd.
Afwijkende natriumspiegel in serum
Een afwijkende natriumspiegel (hyponatriëmie of hypernatriëmie) voorafgaand aan de behandeling
moet worden gecorrigeerd voordat een behandeling met tolvaptan wordt ingesteld.
Anafylaxie
In postmarketingervaring is anafylaxie (waaronder anafylactische shock en gegeneraliseerde uitslag)
zeer zelden gemeld na toediening van tolvaptan. Dit type reactie kwam voor na de eerste toediening
van tolvaptan. Patiënten dienen zorgvuldig te worden opgevolgd tijdens de behandeling. Patiënten met
bekende overgevoeligheidsreacties op benzazepines of benzazepinederivaten (bijv. benazepril,
conivaptan, fenoldopammesylaat of mirtazapine) kunnen een verhoogd risico op een
overgevoeligheidsreactie op tolvaptan hebben (zie rubriek 4.3).
Als een anafylactische reactie optreedt of als andere ernstige allergische reacties optreden, moet de
toediening van tolvaptan onmiddellijk worden stopgezet en een geschikte therapie worden ingesteld.
Aangezien overgevoeligheid een contra-indicatie is (zie rubriek 4.3), mag nooit een behandeling
opnieuw worden gestart na een anafylactische reactie of andere ernstige allergische reacties.
Diabetes mellitus
Diabetici met een verhoogde glucoseconcentratie (bv. meer dan 300 mg/dl) kunnen
pseudohyponatriëmie vertonen. Deze aandoening moet worden uitgesloten voor en tijdens
behandeling met tolvaptan.
tolvaptan worden behandeld onder nauwlettend toezicht staan. Dit geldt vooral voor patiënten bij wie
type II-diabetes onvoldoende onder controle is.
Verhoogd urinezuurgehalte
Verminderde urinezuurklaring door de nieren is een bekend effect van tolvaptan. In een dubbelblind,
placebogecontroleerd onderzoek met patiënten met ADPKD werd een mogelijk klinisch significant
toegenomen urinezuurgehalte (meer dan 10 mg/dl) gemeld bij een hoger percentage bij met tolvaptan
behandelde patiënten (6,2 %) dan bij met placebo behandelde patiënten (1,7 %). Bijwerkingen van
jicht werden vaker gemeld bij met tolvaptan behandelde patiënten (28/961; 2,9 %) dan bij patiënten
die placebo kregen (7/483; 1,4 %). Bovendien werd een toegenomen gebruik van allopurinol en andere
geneesmiddelen gebruikt ter behandeling van jicht, waargenomen in het dubbelblinde,
placebogecontroleerde onderzoek. Effecten op het urinezuurgehalte in serum zijn toe te schrijven aan
de omkeerbare hemodynamische wijzigingen in de nieren die optreden als reactie op de effecten van
tolvaptan op de osmolaliteit van urine en kunnen klinisch relevant zijn. Voorvallen van verhoogd
urinezuurgehalte en/of jicht waren echter niet ernstig en leidden niet tot stopzetting van de
behandeling in het dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoek. Urinezuurconcentraties moeten
worden geëvalueerd voordat een behandeling met Jinarc wordt ingesteld en indien aangewezen, op
basis van symptomen, tijdens behandeling.
Effect van tolvaptan op glomerulaire filtratiesnelheid (GFR)
Een omkeerbare afname van GFR is waargenomen in ADPKD-onderzoek bij het instellen van een
behandeling met tolvaptan.
Chronische nierziekte
Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van Jinarc bij patiënten
met CKD in laat stadium 4 (eGFR< 25 ml/min/1,73 m2). Er zijn geen gegevens beschikbaar over
patiënten met CKD in stadium 5. Behandeling met tolvaptan moet worden gestaakt als de
nierinsufficiëntie verergert tot CKD in stadium 5.
Lactose
Jinarc bevat lactose als hulpstof. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet
te gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Effect van andere geneesmiddelen op de farmacokinetiek van tolvaptan
CYP3A-remmers
Gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die matige CYP3A-remmers (bv. amprenavir, aprepitant,
atazanavir, ciprofloxacine, crizotinib, darunavir/ritonavir, diltiazem, erytromycine, fluconazol,
fosamprenavir, imatinib, verapamil) of sterke CYP3A-remmers (bv. itraconazol, ketoconazol,
ritonavir, claritromycine) zijn, verhogen de blootstelling van tolvaptan.
Gelijktijdige toediening van tolvaptan en ketoconazol leidde tot een stijging met 440 % van de area
under time-concentration curve (AUC) en een stijging met 248 % van de maximaal waargenomen
plasmaconcentratie (Cmax) voor tolvaptan.
Gelijktijdige toediening van tolvaptan en fluconazol, een matige CYP3A-remmer, leidde tot een
toename van respectievelijk 200 % en 80 % in de AUC en Cmax van tolvaptan.
tot een verdubbeling van de piekconcentraties van tolvaptan (Cmax).
Een dosisverlaging van tolvaptan is aanbevolen voor patiënten wanneer ze matige of sterke CYP3A-
remmers gebruiken (zie rubriek 4.2). Patiënten die matige of sterke CYP3A-remmers innemen,
moeten met de nodige voorzichtigheid worden behandeld, met name indien de remmers vaker dan
eenmaal per dag worden ingenomen.
CYP3A-inductoren
Gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die krachtige CYP3A-inductoren zijn (bv. rifampicine) leidt
tot een daling van de blootstelling en werkzaamheid van tolvaptan. Gelijktijdige toediening van
tolvaptan met rifampicine verlaagt de Cmax en AUC voor tolvaptan met ongeveer 85 %. Daarom moet
gelijktijdige toediening van tolvaptan met krachtige CYP3A-inductoren (bv. rifampicine, rifabutine,
rifapentine, fenytoïne, carbamazepine en sint-janskruid) worden vermeden.
Gelijktijdige toediening met geneesmiddelen die de natriumconcentratie in serum verhogen
Er is geen ervaring van gecontroleerd klinisch onderzoek met gelijktijdig gebruik van tolvaptan en
hypertone natriumchlorideoplossing, orale natriumformuleringen en geneesmiddelen die de
natriumconcentratie in serum verhogen. Geneesmiddelen met een hoog natriumgehalte, zoals
bruisende analgetica en bepaalde behandelingen voor dyspepsie die natrium bevatten, kunnen de
natriumconcentratie in serum ook doen stijgen. Gelijktijdig gebruik van tolvaptan met geneesmiddelen
die de natriumconcentratie in serum doen stijgen, kunnen leiden tot een groter risico op het
ontwikkelen van hypernatriëmie (zie rubriek 4.4) en is daarom niet aanbevolen.
Diuretica
Tolvaptan in combinatie met diuretica is niet uitgebreid onderzocht bij ADPKD. Hoewel er geen
synergistisch of aanvullend effect blijkt te zijn bij gelijktijdig gebruik van tolvaptan met lis- en
thiazidediuretica, kan elke geneesmiddelenklasse leiden tot ernstige dehydratie, hetgeen een
risicofactor is voor nierdisfunctie. Als dehydratie of nierdisfunctie optreedt, moeten de nodige
maatregelen worden genomen die kunnen bestaan uit de noodzaak van onderbreking of verlaging van
de dosis tolvaptan en/of diuretica en meer vloeistofinname. Andere mogelijke oorzaken van
nierdisfunctie of dehydratie moeten worden geëvalueerd en behandeld.
Effect van tolvaptan op de farmacokinetiek van andere producten
CYP3A-substraten
Bij gezonde proefpersonen had tolvaptan, een CYP3A-substraat, geen effect op de
plasmaconcentraties van bepaalde andere CYP3A-substraten (bv. warfarine of amiodaron). Tolvaptan
leidde tot een 1,3- tot 1,5-voudige stijging in de plasmaspiegel van lovastatine. Hoewel deze stijging
klinisch niet relevant is, wijst dit er toch op dat tolvaptan de blootstelling aan CYP3A4-substraten
potentieel kan verhogen.
Transportersubstraten
P-glycoproteïnesubstraten: In-vitro-onderzoek duidt erop dat tolvaptan een substraat en competitieve
remmer is van P-glycoproteïne (P-gp). Steady-state-concentraties van digoxine waren verhoogd (met
een factor 1,3 voor de maximaal waargenomen plasmaconcentratie [Cmax] en met een factor 1,2 voor
area under the plasma concentration-time curve over het doseringsinterval [AUC]) bij gelijktijdige
toediening met meerdere eenmaal daagse doses van 60 mg tolvaptan. Patiënten die digoxine of andere
P-gp-substraten met een smalle therapeutische index krijgen (bv. dabigatran), moeten daarom met de
nodige voorzichtigheid worden behandeld en bij hen dienen daarom de effecten van overmatige
digoxine te worden gecontroleerd wanneer ze met tolvaptan worden behandeld.
OATP1B1/OAT3/BCRP en OCT1: In-vitro-onderzoek duidt erop dat tolvaptan of zijn
oxobutyrinemetaboliet een mogelijk remmend effect heeft op de transporteiwitten OATP1B1, OAT3,
BCRP en OCT1. Gelijktijdige toediening van tolvaptan (90 mg) met rosuvastatine (5 mg), een BCRP-
substraat, verhoogde de Cmax en AUCt van rosuvastatine met respectievelijk 54 % en 69 %. Indien
BCRP-substraten (bv. sulfasalazine) tegelijk met tolvaptan worden toegediend, moeten patiënten met
worden gecontroleerd.
Toediening van rosuvastatine (OATP1B1-substraat) of furosemide (OAT3-substraat) aan gezonde
proefpersonen met verhoogde plasmaconcentraties van het oxobutyrinemetaboliet (remmer van
OATP1B1 en OAT3) veranderde de farmacokinetiek van rosuvastatine of furosemide niet
noemenswaardig. Statines die vaak worden gebruikt in het fase 3-hoofdonderzoek met tolvaptan
(bv. rosuvastatine en pitavastatine) zijn OATP1B1- of OATP1B3-substraten, hoewel er voor tolvaptan
bij ADPKD geen verschil is waargenomen in het bijwerkingenprofiel tijdens het fase 3-
hoofdonderzoek.
Indien OCT1-substraten (bv. metformine) tegelijk met tolvaptan worden toegediend, moeten patiënten
met de nodige voorzichtigheid worden behandeld en op overmatige effecten van deze geneesmiddelen
worden gecontroleerd.
Diuretica of niet-diuretische antihypertensiva
In onderzoek naar ADPKD werd de bloeddruk in rechtopstaande positie niet routinematig gemeten.
Daarom kan een risico van orthostatische/posturale hypotensie als gevolg van een farmacodynamische
interactie met tolvaptan niet worden uitgesloten.
Gelijktijdige toediening met vasopressineanalogen
Naast het renale waterdiuretische effect dat tolvaptan heeft, kan tolvaptan de vasculaire vasopressine-
V2-receptoren blokkeren die een rol spelen bij de vrijgave van stollingsfactoren (bv.
vonwillebrandfactor) van endotheelcellen. Daarom kan het effect van vasopressineanalogen, zoals
desmopressine, verzwakt zijn bij patiënten die dergelijke analogen gebruiken om bloedingen te
voorkomen of onder controle te brengen en die tegelijkertijd met tolvaptan worden behandeld. Het is
niet aanbevolen om Jinarc in combinatie met vasopressineanalogen toe te dienen.
Roken en alcohol
Gegevens met betrekking tot een voorgeschiedenis van roken of alcohol in onderzoek naar ADPKD
zijn te beperkt om mogelijke interacties van roken of alcohol vast te stellen ten opzichte van de
werkzaamheid en veiligheid van behandeling van ADPKD met tolvaptan.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van tolvaptan bij zwangere
vrouwen. Uit dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3).
Jinarc wordt niet aanbevolen voor gebruik bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen
anticonceptie toepassen.
Jinarc is gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap (zie rubriek 4.3).
Borstvoeding
Het is niet bekend of tolvaptan in de moedermelk wordt uitgescheiden. Uit onderzoek met ratten blijkt
dat tolvaptan in melk wordt uitgescheiden. Risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden
uitgesloten.. Jinarc is gecontra-indiceerd tijdens borstvoeding (zie rubriek 4.3).
Vruchtbaarheid
Dieronderzoek heeft effecten op de vruchtbaarheid aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico
voor de mens is niet bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
besturen van voertuigen of het gebruik van machines moet er rekening mee worden gehouden dat er af
en toe duizeligheid, asthenie of vermoeidheid kan optreden.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De farmacodynamisch voorspelbare en vaakst gerapporteerde bijwerkingen zijn dorst, polyurie,
nycturie en pollakisurie die bij respectievelijk ongeveer 55 %, 38 %, 29 % en 23 % van de patiënten
optreden. Bovendien is tolvaptan in verband gebracht met idiosyncratische verhogingen van
alanineaminotransferase (ALAT; 4,4 %) en aspartaataminotransferase (ASAT; 3,1 %) in bloed, met af
en toe gevallen van gelijktijdige verhogingen van het totale bilirubinegehalte (BT; 0,2 %).
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De incidenties van de bijwerkingen die geassocieerd zijn met behandeling met tolvaptan zijn
weergegeven in de onderstaande tabel. De tabel is gebaseerd op de bijwerkingen die zijn gemeld
tijdens klinische onderzoeken en/of in de postmarketingfase.
Alle bijwerkingen worden weergegeven per systeem/orgaanklasse en frequentie: zeer vaak ( 1/10),
vaak ( 1/100, < 1/10), soms ( 1/1.000, < 1/100), zelden ( 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (<
1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke
frequentiegroep zijn de bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
De frequenties van de bijwerkingen die in de postmarketingfase zijn gemeld, kunnen niet worden
bepaald omdat ze zijn afgeleid van spontane meldingen. Daarom worden de frequenties van deze
bijwerkingen aangegeven als "niet bekend".
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Immuunsysteemaandoe
Anafylactische
ningen
shock,
Gegeneraliseer
de rash
Voedings- en
Polydipsie
Dehydratie,
stofwisselingsstoornisse
Hypernatriëmie,
n
Verminderde eetlust,
Hyperurikemie,
Hyperglykemie,
Jicht
Psychische stoornissen
Insomnia
Zenuwstelselaandoenin Hoofdpijn,
Dysgeusie,
gen
Duizeligheid
Syncope
Hartaandoeningen
Hartkloppingen
Ademhalingsstelsel-,
Dyspneu
borstkas- en
mediastinumaandoenin
gen
Maagdarmstelselaando Diarree,
Abdominale pijn,
eningen
Droge mond
Abdominale
distensie,
Constipatie,
Dyspepsie,
Gastro-oesofageale
refluxziekte
Lever- en
Leverfunctie
Acuut
galaandoeningen
afwijkend
leverfalen1
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Huid- en
Droge huid,
onderhuidaandoeninge
Rash,
n
Pruritus,
Urticaria
Skeletspierstelsel- en
Artralgie,
bindweefselaandoening
Spierspasmen,
en
Myalgie
Nier- en
Nachtelijke
urinewegaandoeningen mictie,
Pollakisurie,
Polyurie
Algemene
Vermoeidheid, Asthenie
aandoeningen en
Dorst
toedieningsplaatsstoorn
issen
Onderzoeken
Alanineaminotransfer Bilirubine
ase verhoogd,
verhoogd
Aspartaataminotransf
erase verhoogd,
Gewicht verlaagd,
Gewicht verhoogd
1 waargenomen in de postmarketingfase met tolvaptan bij ADPKD. Levertransplantatie was
noodzakelijk.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Laboratoriumuitslagen
Verhoging (> 3 × de bovengrens van normaal [ULN] van ALAT werd waargenomen bij 4,4 %
(42/958) van de patiënten die tolvaptan kregen en bij 1,0 % (5/484) van de patiënten die placebo
kregen, terwijl verhoging (> 3 × ULN) van ASAT werd waargenomen bij 3,1 % (30/958) van de
patiënten die tolvaptan kregen en bij 0,8 % (4/484) van de patiënten die placebo kregen in een
dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met ADPKD. Twee (2/957, 0,2 %) van
deze met tolvaptan behandelde patiënten, alsook een derde patiënt van een open-label
vervolgonderzoek, hadden verhoogde leverenzymwaarden (> 3 × ULN) met gelijktijdige verhogingen
van BT (> 2 × ULN).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
In klinisch onderzoek met gezonde proefpersonen werden enkelvoudige orale doses tot 480 mg
(4 maal de maximaal aanbevolen dagelijkse dosis) en meervoudige doses tot 300 mg eenmaal daags
gedurende 5 dagen goed verdragen. Er is geen specifiek antidotum voor intoxicatie van tolvaptan. De
tekenen en symptomen van een acute overdosering zijn wellicht die van een overmatig farmacologisch
effect: een stijging van de natriumconcentratie in serum, polyurie, dorst en dehydratie/hypovolemie.
Bij ratten of honden is geen mortaliteit waargenomen na enkelvoudige orale doses van 2.000 mg/kg
(maximaal haalbare dosis). Een enkelvoudige orale dosis van 2.000 mg/kg was dodelijk bij muizen,
terwijl symptomen van toxiciteit bij getroffen muizen bestonden uit een verminderde
bewegingsactiviteit, wankele gang, tremor en hypothermie.
elektrolytenconcentraties, ECG en vochtstatus te evalueren. Een geschikte vervanging van water en/of
elektrolyten moet worden voortgezet tot waterdiurese afneemt. Het is mogelijk dat dialyse niet
doeltreffend is om tolvaptan te verwijderen vanwege zijn sterke bindingsaffiniteit voor humaan
plasma-eiwit (> 98 %).
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: diuretica, vasopressineantagonisten, ATC-code: C03XA01.
Werkingsmechanisme
Tolvaptan is een vasopressineantagonist die specifiek de binding van argininevasopressine (AVP) aan
de V2-receptoren van de distale delen van het nefron blokkeert. De affiniteit van tolvaptan voor de
humane V2-receptor is het 1,8-voud van die van natieve AVP.
Farmacodynamische effecten
De farmacodynamische effecten van tolvaptan zijn vastgesteld bij gezonde proefpersonen en
proefpersonen met ADPKD voor CKD in stadium 1 tot 4. Effecten van vrijwaterklaring en
urinevolume zijn duidelijk voor alle CKD-stadia met kleinere absolute effecten die bij latere stadia
worden waargenomen, wat overeenkomt met het afnemende aantal volledig functionerende nefronen.
Acute verminderingen in gemiddeld totaal niervolume zijn ook waargenomen na een behandeling van
3 weken bij alle CKD-stadia, variërend van -4,6 % voor CKD in stadium 1 tot -1,9 % voor CKD in
stadium 4.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Het klinische programma voor de ontwikkeling van tolvaptan-tabletten voor de behandeling van
ADPKD concentreert zich in de eerste plaats op een enkel multinationaal, fase 3-, gerandomiseerd,
placebogecontroleerd hoofdonderzoek, waarbij de veiligheid en werkzaamheid op lange termijn van
schema's met een gesplitste orale dosis tolvaptan (getitreerd tussen 60 mg/dag en 120 mg/dag) werden
vergeleken met placebo bij 1.445 volwassen proefpersonen met ADPKD.
In totaal zijn wereldwijd 14 klinische onderzoeken uitgevoerd met tolvaptan ter ondersteuning van de
indicatie van ADPKD, waarvan 8 onderzoeken in de VS, 1 in Nederland, 3 in Japan, 1 in Korea en het
multinationale, fase 3-hoofdonderzoek.
In het fase 3-hoofdonderzoek (TEMPO 3:4, 156-04-251) werden proefpersonen opgenomen van
129 centra in Noord- en Zuid-Amerika, Japan, Europa en andere landen. De primaire doelstelling van
dit onderzoek was het evalueren van de werkzaamheid op lange termijn van tolvaptan bij ADPKD aan
de hand van de procentuele verandering van totaal niervolume (TKV, genormaliseerd als percentage,
%) voor proefpersonen behandeld met tolvaptan ten opzichte van met placebo behandelde
proefpersonen. In dit onderzoek werden in totaal 1.445 volwassen patiënten (in de leeftijd van 18 jaar
tot 50 jaar) met tekenen van ADPKD in een vroeg stadium en met een snelle progressie
(overeenkomend met de gemodificeerde Ravine-criteria, TKV 750 ml, geschatte
creatinineklaring 60 ml/min) gerandomiseerd in een verhouding van 2:1 naar behandeling met
tolvaptan of placebo. Patiënten werden gedurende een periode tot 3 jaar behandeld.
De groepen van tolvaptan (n = 961) en placebo (n = 484) waren goed met elkaar te vergelijken met
betrekking tot geslacht; de gemiddelde leeftijd was 39 jaar. Aan de hand van de inclusiecriteria werden
patiënten geïdentificeerd die bij aanvang tekenen vertoonden van een ziekte in een vroeg stadium die
progressie vertoont. Bij aanvang hadden de patiënten een gemiddelde geschatte glomerulaire
filtratiesnelheid (eGFR) van 82 ml/min/1,73 m2 (Chronic Kidney Disease-Epidemiology
aanpassing voor de lengte 972 ml/m). Ongeveer 35 % van de proefpersonen had CKD in stadium 1,
48 % CKD in stadium 2 en 17 % CKD in stadium 3 (eGFRCKD-EPI). Hoewel deze criteria nuttig waren
bij de verrijking van de onderzoekspopulatie met patiënten die snel progressie vertoonden, wezen
subgroepanalyses op basis van stratificatiecriteria (leeftijd, TKV, GFR, albuminurie, hypertensie) op
de aanwezigheid van risicofactoren die op jongere leeftijd een snellere progressie van de ziekte
voorspellen.
De resultaten van het primaire eindpunt, het percentage van wijziging in TKV voor proefpersonen die
naar tolvaptan werden gerandomiseerd (genormaliseerd als percentage, %) ten opzichte van de
procentuele wijziging voor proefpersonen met placebo, waren uitermate statistisch significant. Het
percentage van toename van TKV over een periode van 3 jaar was significant minder voor met
tolvaptan behandelde proefpersonen dan voor met placebo behandelde proefpersonen: respectievelijk
2,80 % per jaar versus 5,51 % per jaar (verhouding van geometrisch gemiddelde 0,974; 95 %-BI 0,969
tot 0,980; p < 0,0001).
Vooraf gespecificeerde secundaire eindpunten werden sequentieel getest. Het belangrijkste secundaire
samengestelde eindpunt (progressie van ADPKD) was tijd tot meerdere voorvallen van klinische
progressie van:
1)
verslechterende nierfunctie (gedefinieerd als een aanhoudende [over een periode van ten minste
2 weken] vermindering met 25 % voor reciproque serumcreatinine tijdens behandeling [van
einde van titratie tot laatste bezoek tijdens behandeling met het geneesmiddel])
2)
medisch significante nierpijn (gedefinieerd als noodzaak aan voorgeschreven ontslag, analgetica
als laatste hulpmiddel, narcotische en antinociceptieve, radiologische of chirurgische
interventies)
3)
verergerende hypertensie
4)
verergerende albuminurie
Het relatieve percentage van ADPKD-gerelateerde voorvallen was gedaald met 13,5 % bij met
tolvaptan behandelde patiënten (risicoverhouding 0,87; 95 %-BI; 0,78 tot 0,97; p = 0,0095).
Het resultaat van het belangrijkste secundaire samengestelde eindpunt is hoofdzakelijk toe te schrijven
aan effecten van een verslechterende nierfunctie en medisch significante nierpijn. De voorvallen met
betrekking tot de nierfunctie waren 61,4 % minder waarschijnlijk voor tolvaptan dan voor placebo
(risicoverhouding 0,39; 95 %-BI; 0,26 tot 0,57; nominaal p < 0,0001), terwijl voorvallen van nierpijn
35,8 % minder waarschijnlijk waren bij met tolvaptan behandelde patiënten (risicoverhouding 0,64;
95 %-BI; 0,47 tot 0,89; nominaal p = 0,007). Tolvaptan had daarentegen geen effect op progressie van
hypertensie of albuminurie.
TEMPO 4:4 is een open-label vervolgonderzoek onder 871 proefpersonen die TEMPO 3:4 hebben
voltooid in 106 centra in 13 landen. In dit onderzoek werden de effecten van tolvaptan op de
veiligheid, TKV en eGFR geëvalueerd bij proefpersonen die gedurende 5 jaar actieve behandeling
kregen (vroeg behandeld), vergeleken met proefpersonen die gedurende 3 jaar met placebo werden
behandeld en daarna overschakelden op actieve behandeling gedurende 2 jaar (vertraagd behandeld).
Het primaire eindpunt voor TKV gaf geen onderscheid in de verandering (-1,7 %) gedurende de
behandeling van 5 jaar tussen vroeg en vertraagd behandelde proefpersonen op de vooraf
gespecificeerde drempelwaarde van statistische significantie (p = 0,3580). Het TKV-groeitraject van
beide groepen werd in de eerste 3 jaar vertraagd ten opzichte van placebo, wat erop duidt dat vroeg en
vertraagd met tolvaptan behandelde proefpersonen in een vergelijkbare mate voordeel ondervonden.
Een secundair eindpunt dat het aanhouden van de positieve effecten op de nierfunctie testte, gaf aan
dat het behoud van de eGFR die tegen het einde van het hoofdonderzoek TEMPO 3:4 werd
waargenomen (3,01 tot 3,34 ml/min/1,73 m2 bij follow-upbezoeken 1 en 2), tijdens de open-label
behandeling kon worden behouden. Dit verschil hield aan in de vooraf gespecificeerde mixed effect
model repeat measurement (MMRM)-analyse (3,15 ml/min/1,73 m2, 95 %-BI 1,462 tot 4,836,
p = 0,0003) en in gevoeligheidsanalyses waarin baseline-eGFR-gegevens werden doorgetrokken
de afnamesnelheid van de nierfunctie kan vertragen en dat deze voordelen gedurende de therapie
aanhouden.
Er zijn op dit moment geen gegevens over langere termijn beschikbaar om aan te tonen of langdurige
behandeling met tolvaptan de afnamesnelheid van de nierfunctie blijft vertragen en een invloed blijft
hebben op de klinische uitkomsten van ADPKD, met inbegrip van vertraging van de eerste tekenen
van een nierziekte in een eindstadium.
Genotypering van PKD1- en PKD2-genen werd uitgevoerd bij de meeste patiënten die aan het open-
label uitbreidingsonderzoek (TEMPO 4:4) deelnamen, maar de resultaten zijn nog niet bekend.
Na nog eens 2 jaar behandeling met tolvaptan, wat neerkomt op een totaal van 5 jaar tolvaptan-
therapie, werden geen nieuwe veiligheidssignalen vastgesteld.
In het multicentrische, internationale, placebogecontroleerde, dubbelblinde fase 3-onderzoek met
gerandomiseerde onthouding 156-13-210 werden de werkzaamheid en veiligheid van tolvaptan
(45 mg/dag tot 120 mg/dag) vergeleken met placebo bij patiënten die tolvaptan konden verdragen
tijdens een vijf weken durende titratie- en aanloopperiode met tolvaptan. Het onderzoek had een opzet
met gerandomiseerde onthouding om verrijking te bewerkstelligen bij patiënten die tolvaptan konden
verdragen gedurende een vijf weken durende, enkelblinde prerandomisatieperiode, bestaande uit een
twee weken durende titratieperiode en een drie weken durende aanloopperiode. De opzet werd
gebruikt om de impact van vroege stopzetting en ontbrekende gegevens over onderzoekseindpunten te
minimaliseren.
In totaal werden 1.370 patiënten (leeftijd 18 jaar tot 65 jaar) met CKD met een eGFR tussen 25 en
65 ml/min/1,73 m2 indien jonger dan 56 jaar; of een eGFR tussen 25 en 44 ml/min/1,73 m2, plus
eGFR-afname >2,0 ml/min/1,73 m2/jaar indien tussen de 56 jaar en 65 jaar, gerandomiseerd naar
ofwel tolvaptan (n = 683), dan wel placebo (n = 687) en behandeld gedurende een periode van
12 maanden.
Voor gerandomiseerde proefpersonen was de uitgangswaarde van de gemiddelde eGFR
41 ml/min/1,73 m2 (CKD-EPI) en was het historische TKV, beschikbaar voor 318 (23 %) van de
proefpersonen, gemiddeld 2.026 ml. Ongeveer 5 %, 75 % en 20 % had een eGFR van respectievelijk
60 ml/min/1,73 m2 of hoger (CKD-stadium 2), of lager dan 60 en hoger dan 30 ml/min/1,73 m2 (CKD-
stadium 3), of lager dan 30 maar hoger dan 15 ml/min/1,73 m2 (CKD-stadium 4). Het CKD-stadium 3
kan verder onderverdeeld worden in stadium 3a 30 % (eGFR 45 ml/min/1,73 m2 tot lager dan
60 ml/min/1,73 m2) en stadium 3b 45 % (eGFR tussen 30 en 45 ml/min/1,73 m2).
Het primaire eindpunt van het onderzoek was de verandering in eGFR van baselinewaarden vóór de
behandeling tot beoordeling na de behandeling. Bij met tolvaptan behandelde patiënten was de afname
in eGFR significant minder dan bij met placebo behandelde patiënten (p < 0,0001). Het
behandelingsverschil in eGFR-verandering dat in dit onderzoek werd waargenomen, is
1,27 ml/min/1,73 m2, wat overeenkomt met een afname van 35 % in het kleinste-
kwadratengemiddelde van verandering in eGFR van -2,34 ml/min/1,73 m2 in de tolvaptan-groep ten
opzichte van -3,61 ml/min/1,73 m2 in de placebogroep, waargenomen in de loop van één jaar. Het
voornaamste secundaire eindpunt was een vergelijking van de werkzaamheid van behandeling met
tolvaptan ten opzichte van placebo in het verminderen van de daling van de op jaarbasis berekende
eGFR-helling over alle gemeten tijdstippen in het onderzoek. Deze gegevens lieten ook significant
voordeel van tolvaptan ten opzichte van placebo zien (p < 0,0001).
Subgroepanalyse van de primaire en secundaire eindpunten per CKD-stadium liet vergelijkbare,
consistente behandelingseffecten ten opzichte van placebo zien voor proefpersonen in stadia 2, 3a, 3b
en vroeg stadium 4 (eGFR 25 tot 29 ml/min/1,73 m2) bij baseline.
Een vooraf gespecificeerde subgroepanalyse wees erop dat tolvaptan een kleiner effect had bij
patiënten ouder dan 55 jaar, een kleine subgroep met een opvallend langzamere eGFR-afname.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met tolvaptan in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met polycysteuze nierziekte (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening wordt tolvaptan snel geabsorbeerd; piekplasmaconcentraties treden ongeveer
2 uur na toediening van de dosis op. De absolute biologische beschikbaarheid van tolvaptan bedraagt
ongeveer 56 %. Gelijktijdige toediening van tolvaptan met een vetrijke maaltijd deed de
piekconcentraties van tolvaptan toenemen tot het dubbele, maar liet de AUC ongewijzigd. Hoewel het
klinische belang van deze bevinding niet bekend is, moet de ochtenddosis nuchter worden ingenomen
om het onnodige risico van toename van de maximale blootstelling tot een minimum te beperken (zie
rubriek 4.2).
Distributie
Na toediening van enkelvoudige orale doses van 300 mg blijken piekplasmaconcentraties een
topwaarde te bereiken, mogelijk als gevolg van een verzadigde absorptie. Tolvaptan bindt op
omkeerbare wijze (98 %) aan plasma-eiwitten.
Biotransformatie
Tolvaptan wordt in grote mate door de lever gemetaboliseerd door vrijwel uitsluitend CYP3A.
Tolvaptan is een zwak CYP3A4-substraat en blijkt geen enkele remmende werking te bezitten. Uit in-
vitro-onderzoek is gebleken dat tolvaptan geen remmende werking bezit voor CYP3A. Veertien
metabolieten zijn geïdentificeerd in plasma, urine en feces; op één na werden ze allemaal ook
gemetaboliseerd door CYP3A. Alleen het metaboliet oxobutyrinezuur is aanwezig met meer dan 10 %
van de totale plasmaradioactiviteit; alle overige zijn in lagere concentraties dan tolvaptan aanwezig.
Metabolieten van tolvaptan dragen weinig of niets bij tot het farmacologische effect van tolvaptan; alle
metabolieten hebben geen of een zwakke antagonistische werking voor humane V2-receptoren in
vergelijking met tolvaptan. De terminale eliminatiehalfwaardetijd bedraagt ongeveer 8 uur en steady-
state-concentraties van tolvaptan worden na de eerste dosis verkregen.
Eliminatie
Minder dan 1 % van de intacte actieve stof wordt ongewijzigd uitgescheiden in de urine. Uit
experimenten met radioactief gemerkt tolvaptan bleek dat 40 % van de radioactiviteit in de urine werd
teruggevonden en 59 % in feces, waarbij ongewijzigd tolvaptan 32 % van de radioactiviteit voor zijn
rekening nam. Tolvaptan vormt slechts een klein onderdeel van plasma (3 %).
Lineariteit/non-lineariteit
Na enkelvoudige orale doses vertonen Cmax-waarden minder dan dosisevenredige stijgingen van 30 mg
tot 240 mg en daarna een topwaarde bij doses van 240 mg tot 480 mg. De AUC stijgt lineair.
Na meerdere eenmaal daagse doses van 300 mg was de blootstelling van tolvaptan met slechts een
factor 6,4 toegenomen in vergelijking met een dosis van 30 mg. Voor schema's met een gesplitste
dosis van 30 mg/dag, 60 mg/dag en 120 mg/dag bij patiënten met ADPKD stijgt de blootstelling aan
tolvaptan (AUC) lineair.
Leeftijd
Leeftijd heeft geen significante invloed op de klaring van tolvaptan.
Leverfunctiestoornis
Het effect van een lichte of matig ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh-klasse A en B) op de
farmacokinetiek van tolvaptan werd onderzocht bij 87 patiënten met een leverziekte waarvan de
oorzaak varieerde. Er werden geen klinisch significante wijzigingen waargenomen in de klaring voor
doses variërend van 5 mg tot 60 mg. Zeer beperkte informatie is beschikbaar van patiënten met een
ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh-klasse C).
In een farmacokinetische populatieanalyse van patiënten met leveroedeem was de AUC van tolvaptan
bij patiënten met een ernstige (Child-Pugh-klasse C) en lichte of matig ernstige (Child-Pugh-klasse A
en B) leverfunctiestoornis 3,1 maal en 2,3 maal hoger dan die bij gezonde proefpersonen.
Nierfunctiestoornis
In een farmacokinetische analyse van een patiëntenpopulatie met ADPKD waren de concentraties van
tolvaptan gestegen, ten opzichte van die bij gezonde proefpersonen, wanneer de nierfunctie daalde tot
onder een eGFR van 60 ml/min/1,73 m2. Een daling van eGFRCKD-EPI van 72,2 tot
9,79 (ml/min/1,73 m2) ging gepaard met een daling van 32 % voor totale lichaamsklaring.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duidden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn
afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij
herhaalde dosering, genotoxiciteit of carcinogeen potentieel.
Er werd teratogeniciteit waargenomen bij konijnen die 1.000 mg/kg/dag toegediend kregen (2,6 maal
de blootstelling bij de maximale aanbevolen dosis voor de mens van 120 mg/dag). Er zijn geen
teratogene effecten waargenomen bij konijnen die 300 mg/kg/dag toegediend kregen (1,2 maal de
blootstelling bij de maximale aanbevolen dosis voor de mens van 120 mg/dag).
In een peri- en postnataal onderzoek bij ratten werden vertraagde botvorming en een verlaagd
lichaamsgewicht van de jongen waargenomen bij de hoge dosis van 1.000 mg/kg/dag.
Twee onderzoeken naar de vruchtbaarheid bij ratten toonden effecten aan op de oudergeneratie
(verminderde consumptie van voedsel en gewichtstoename, speekselvorming), maar tolvaptan had
geen effect op de voortplantingsprestatie bij mannetjesdieren en er waren geen effecten op de
foetussen. Bij vrouwtjesdieren werden in beide onderzoeken abnormale oestruscycli waargenomen.
De no observed adverse effect level (NOAEL dosis waarbij geen bijwerking is waargenomen) voor
de voortplanting bij vrouwtjesdieren (100 mg/kg/dag) was ongeveer 4,4 maal de blootstelling bij de
maximale aanbevolen dosis voor de mens van 120 mg/dag.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Maïszetmeel
Hydroxypropylcellulose
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Microkristallijne cellulose
Indigokarmijn aluminiumlak
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
4 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Jinarc 15 mg tabletten
7 of 28 tabletten in PVC/aluminiumfolie blisterverpakking
Jinarc 30 mg tabletten
7 of 28 tabletten in PVC/aluminiumfolie blisterverpakking
Jinarc 15 mg tabletten + Jinarc 45 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking met 7 × 15 mg en 7 × 45 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 15 mg en 7 × 45 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 15 mg en 7 × 45 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking in een kaart op zakformaat met 7 × 15 mg en
7 × 45 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 15 mg
en 7 × 45 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 15 mg
en 7 × 45 mg tabletten
Jinarc 30 mg tabletten + Jinarc 60 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking met 7 × 30 mg en 7 × 60 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 30 mg en 7 × 60 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 30 mg en 7 × 60 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg en
7 × 60 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg
en 7 × 60 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg
en 7 × 60 mg tabletten
Jinarc 30 mg tabletten + Jinarc 90 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking met 7 × 30 mg en 7 × 90 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 30 mg en 7 × 90 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen met 7 × 30 mg en 7 × 90 mg tabletten
14 tabletten in 1 PVC/aluminiumfolie blisterverpakking in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg en
7 × 90 mg tabletten
28 tabletten in 2 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg
en 7 × 90 mg tabletten
56 tabletten in 4 PVC/aluminiumfolie blisterverpakkingen in een kaart op zakformaat met 7 × 30 mg
en 7 × 90 mg tabletten
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Jinarc 15 mg tabletten
EU/1/15/1000/001-002 (blisterverpakking)
Jinarc 30 mg tabletten
EU/1/15/1000/003-004 (blisterverpakking)
Jinarc 15 mg tabletten + Jinarc 45 mg tabletten
EU/1/15/1000/005-007 (blisterverpakking)
EU/1/15/1000/014-016 (blisterverpakking in kaart op zakformaat)
Jinarc 30 mg tabletten + Jinarc 60 mg tabletten
EU/1/15/1000/008-010 (blisterverpakking)
EU/1/15/1000/017-019 (blisterverpakking in kaart op zakformaat)
Jinarc 30 mg tabletten + Jinarc 90 mg tabletten
EU/1/15/1000/011-013 (blisterverpakking)
EU/1/15/1000/020-022 (blisterverpakking in kaart op zakformaat)
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 27 mei 2015
Datum van laatste verlenging: 3 april 2020
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Almac Pharma Service (Ireland) Limited
Finnabair Industrial Estate, Dundalk, Co. Louth - A91 P9KD
Ierland
Millmount Healthcare Limited
Block-7, City North Business Campus, Stamullen, Co. Meath, K32 YD60
Ierland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
·
Extra risicobeperkende maatregelen
Voordat Jinarc in elke lidstaat in de handel wordt gebracht, dient de houder van de vergunning voor
het in de handel brengen de inhoud en lay-out van het voorlichtingsprogramma, met inbegrip van
communicatiemedia en distributiemodaliteiten, overeen te komen met de nationale bevoegde instantie.
De vergunninghouder dient ervoor te zorgen dat alle beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en
krijgen tot het volgende voorlichtingspakket/het voorlichtingspakket ontvangen:
·
voorlichtingsmateriaal voor artsen
·
informatiepakket voor patiënten
Het voorlichtingsprogramma heeft tot doel te garanderen dat men zich bewust is van het mogelijke
risico van hepatotoxiciteit en het verstrekken van een leidraad voor de manier waarop dit risico moet
worden behandeld alsook het belang van zwangerschapspreventie vóór het instellen van en tijdens
behandeling met Jinarc.
Het voorlichtingsmateriaal voor artsen dient het volgende te bevatten:
·
de Samenvatting van de productkenmerken
·
trainingsmateriaal voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Het trainingsmateriaal voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg dient de volgende essentiële
elementen te bevatten:
·
het risico op hepatotoxiciteit als gevolg van het gebruik van Jinarc
·
het belang van zwangerschapspreventie, vóór en tijdens behandeling met Jinarc
Het informatiepakket voor patiënten dient het volgende te bevatten:
·
de bijsluiter voor de patiënt
·
voorlichtingsmateriaal voor patiënten/verzorgers
·
een patiëntenwaarschuwingskaart
Het voorlichtingsmateriaal voor patiënten/verzorgers dient de volgende belangrijke mededelingen te
bevatten:
·
het risico op hepatotoxiciteit als gevolg van het gebruik van Jinarc
·
het belang van zwangerschapspreventie, vóór en tijdens behandeling met Jinarc
De patiëntenwaarschuwingskaart dient de volgende belangrijke mededelingen te bevatten:
·
tekenen of symptomen van levertoxiciteit en ernstige dehydratie
·
advies indien dergelijke symptomen optreden
·
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Beschrijving
Uiterste datum
Studie naar de veiligheid uitgevoerd na verlening van de handelsvergunning
waarbij het geneesmiddel wordt gebruikt zoals vastgesteld bij verlening van
de handelsvergunning (Non-interventional post-authorisation safety study,
PASS) naar de risico's van:
·
hepatotoxiciteit als gevolg van het gebruik van Jinarc.
Bovendien dient het onderzoek ook informatie te geven over:
·
het resultaat van een zwangerschap bij patiënten behandeld met Jinarc
·
patronen van geneesmiddelgebruik, met name met betrekking tot off-
label gebruik en gebruik bij patiënten ouder dan 50 jaar
·
bijwerkingen als gevolg van langdurig gebruik van Jinarc
Het definitieve rapport van het onderzoek moet worden ingediend tegen:
1de kwartaal
2026
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
BUITENSTE DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 15 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
7 tabletten
28 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/001 (7 tabletten)
EU/1/15/1000/002 (28 tabletten)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 15 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
BUITENSTE DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 30 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
7 tabletten
28 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/003 (7 tabletten)
EU/1/15/1000/004 (28 tabletten)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
BUITENSTE DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 15 mg bevat 15 mg tolvaptan.
Elke tablet van 45 mg bevat 45 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 15 mg tabletten en 7 × 45 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 15 mg tabletten en 14 × 45 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 15 mg tabletten en 28 × 45 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/005 (14 tabletten; 7 × 15 mg + 7 × 45 mg)
EU/1/15/1000/006 (28 tabletten; 14 × 15 mg + 14 × 45 mg)
EU/1/15/1000/007 (56 tabletten; 28 × 15 mg + 28 × 45 mg)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 15 mg
Jinarc 45 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
BUITENSTE DOOS (blisterverpakkingen in kaart op zakformaat)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 15 mg bevat 15 mg tolvaptan.
Elke tablet van 45 mg bevat 45 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 15 mg tabletten en 7 × 45 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 15 mg tabletten en 14 × 45 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 15 mg tabletten en 28 × 45 mg tabletten in een kaartverpakking
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/014 (14 tabletten; 7 × 15 mg + 7 × 45 mg)
EU/1/15/1000/015 (28 tabletten; 14 × 15 mg + 14 × 45 mg)
EU/1/15/1000/016 (56 tabletten; 28 × 15 mg + 28 × 45 mg)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 15 mg
Jinarc 45 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN
KAART IN ZAKFORMAAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 15 mg bevat 15 mg tolvaptan.
Elke tablet van 45 mg bevat 45 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 15 mg tabletten en 7 × 45 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 15 mg tabletten en 14 × 45 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 15 mg tabletten en 28 × 45 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/014 (14 tabletten; 7 × 15 mg + 7 × 45 mg)
EU/1/15/1000/015 (28 tabletten; 14 × 15 mg + 14 × 45 mg)
EU/1/15/1000/016 (56 tabletten; 28 × 15 mg + 28 × 45 mg)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 15 mg
Jinarc 45 mg
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
BUITENSTE DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 60 mg bevat 60 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 60 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 60 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 60 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/008 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 60 mg)
EU/1/15/1000/009 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 60 mg)
EU/1/15/1000/010 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 60 mg)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
Jinarc 60 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
BUITENSTE DOOS (blisterverpakkingen in kaart op zakformaat)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 60 mg bevat 60 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 60 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 60 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 60 mg tabletten in een kaartverpakking
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/017 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 60 mg)
EU/1/15/1000/018 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 60 mg)
EU/1/15/1000/019 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 60 mg)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
Jinarc 60 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN
KAART IN ZAKFORMAAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 60 mg bevat 60 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 60 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 60 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 60 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/017 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 60 mg)
EU/1/15/1000/018 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 60 mg)
EU/1/15/1000/019 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 60 mg)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
Jinarc 60 mg
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
BUITENSTE DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 90 mg bevat 90 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 90 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 90 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 90 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/011 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 90 mg)
EU/1/15/1000/012 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 90 mg)
EU/1/15/1000/013 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 90 mg)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
Jinarc 90 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
BUITENSTE DOOS (blisterverpakkingen in kaart op zakformaat)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 90 mg bevat 90 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 90 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 90 mg tabletten in een kaartverpakking
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 90 mg tabletten in een kaartverpakking
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/020 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 90 mg)
EU/1/15/1000/021 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 90 mg)
EU/1/15/1000/022 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 90 mg)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Jinarc 30 mg
Jinarc 90 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
PC
SN
NN
KAART IN ZAKFORMAAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet van 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
Elke tablet van 90 mg bevat 90 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
Elke verpakking van 14 tabletten bevat:
7 × 30 mg tabletten en 7 × 90 mg tabletten
Elke verpakking van 28 tabletten bevat:
14 × 30 mg tabletten en 14 × 90 mg tabletten
Elke verpakking van 56 tabletten bevat:
28 × 30 mg tabletten en 28 × 90 mg tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
Niet op kauwen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1000/020 (14 tabletten; 7 × 30 mg + 7 × 90 mg)
EU/1/15/1000/021 (28 tabletten; 14 × 30 mg + 14 × 90 mg)
EU/1/15/1000/022 (56 tabletten; 28 × 30 mg + 28 × 90 mg)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
ma
di
woe
don
vrij
zat
zon
Jinarc 30 mg
Jinarc 90 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
B. BIJSLUITER
Jinarc 15 mg tabletten
Jinarc 30 mg tabletten
Jinarc 45 mg tabletten
Jinarc 60 mg tabletten
Jinarc 90 mg tabletten
Tolvaptan
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Jinarc en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Jinarc en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Jinarc bevat de werkzame stof tolvaptan die het effect van vasopressine blokkeert, een hormoon dat
een rol speelt bij de vorming van cysten in de nieren van patiënten met ADPKD. Door het effect van
vasopressine te blokkeren, vertraagt Jinarc de ontwikkeling van niercysten bij patiënten met ADPKD,
vermindert het de symptomen van de ziekte en neemt de urineproductie toe.
Jinarc is een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor het behandelen van een ziekte die 'autosomaal
dominante polycysteuze nierziekte' (ADPKD) wordt genoemd. Door deze ziekte groeien er met vocht
gevulde cysten in de nieren, die druk uitoefenen op de omliggende weefsels en de nierfunctie
verminderen, wat mogelijk leidt tot nierfalen. Jinarc wordt gebruikt om ADPKD te behandelen bij
volwassenen met een chronische nierziekte (CKD) in stadium 1 tot 4 die tekenen vertonen van een
ziekte die snel verergert.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Of u bent allergisch voor benzazepine of benzazepinederivaten (bijv. benazepril,
conivaptan, fenoldopammesylaat of mirtazapine).
·
Uw arts heeft u verteld dat u verhoogde leverenzymwaarden heeft in uw bloed waardoor een
behandeling met tolvaptan niet toegelaten is.
·
Uw nieren werken niet (produceren geen urine).
U heeft een aandoening die gepaard gaat met een zeer laag bloedvolume (bv. ernstige uitdroging
(dehydratie) of bloeding).
·
U heeft een aandoening waardoor het natriumgehalte in uw bloed toegenomen is.
·
U voelt niet wanneer u dorst heeft.
·
U bent zwanger.
·
U geeft borstvoeding.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt:
·
als u een leveraandoening heeft.
·
als u onvoldoende water kunt drinken (zie 'Voldoende water drinken' hieronder) of als u uw
vochtinname moet beperken.
·
als u moeilijk kunt plassen (bijv. als u een vergrote prostaat heeft).
·
als u een te hoog of te laag natriumgehalte in het bloed heeft.
·
als u vroeger een allergische reactie heeft gehad op benzazepine, tolvaptan of andere van
benzazepine afgeleide stoffen (bijv. benazepril, conivaptan, fenoldopammesylaat of
mirtazapine), of op een van de andere stoffen van dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden
in rubriek 6.
·
als u diabetes heeft.
·
als uw arts u heeft verteld dat u hoge gehaltes van een chemische stof, urinezuur genoemd, in
uw bloed heeft (wat aanvallen van jicht kan hebben veroorzaakt).
·
als u een gevorderde nierziekte heeft.
Het is mogelijk dat uw lever door dit middel niet goed werkt. Licht daarom onmiddellijk uw arts
in als u tekenen heeft die op mogelijke leverproblemen zouden kunnen wijzen, zoals:
·
misselijkheid
·
braken
·
koorts
·
vermoeidheid
·
verlies van eetlust
·
pijn in de buik
·
donkere urine
·
geelzucht (gele verkleuring van de huid of ogen)
·
jeukende huid
·
griepachtig syndroom (gewrichts- en spierpijn met koorts)
Tijdens behandeling met dit middel zal uw arts maandelijkse bloedtests laten uitvoeren als
controle op wijzigingen in uw leverfunctie.
Voldoende water drinken
Dit middel leidt tot waterverlies, omdat het uw urineproductie verhoogt. Dit waterverlies kan tot
bijwerkingen leiden, zoals droge mond en dorst, of nog ernstigere bijwerkingen, zoals nierproblemen
(zie rubriek 4). Daarom is het belangrijk dat u water ter beschikking heeft en dat u voldoende
hoeveelheden kunt drinken wanneer u dorst heeft. Vóór het slapengaan moet u 1 of 2 glazen water
drinken, ook als u geen dorst heeft. U moet ook water drinken nadat u 's nachts heeft geplast. Extra
voorzichtigheid is geboden als u een ziekte heeft waardoor een goede opname van vocht wordt
verminderd of als u een groter risico loopt op waterverlies, bv. in geval van braken of diarree. Door de
verhoogde urineproductie is het ook van belang dat u altijd een toilet ter beschikking heeft.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit middel niet aan kinderen en jongeren (tot 18 jaar), want het is bij deze leeftijdsgroepen niet
onderzocht.
Gebruikt u naast Jinarc nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen die zonder voorschrift verkrijgbaar zijn.
De volgende middelen kunnen het effect van Jinarc versterken:
·
amprenavir, atazanavir, darunavir/ritonavir en fosamprenavir (worden gebruikt om HIV/AIDS
te behandelen),
·
aprepitant (wordt gebruikt om misselijkheid en braken tegen te gaan bij chemotherapie),
·
crizotinib en imatinib (worden gebruikt om kanker te behandelen),
·
ketoconazol, fluconazol of itraconazol (worden gebruikt om schimmelinfecties te behandelen),
·
macrolide-antibiotica, zoals erytromycine of claritromycine,
·
verapamil (wordt gebruikt om hartziekten en hoge bloeddruk te behandelen),
·
diltiazem (wordt gebruikt om hoge bloeddruk en pijn op de borst te behandelen).
De volgende middelen kunnen het effect van Jinarc verminderen:
·
fenytoïne of carbamazepine (worden gebruikt om epilepsie te behandelen),
·
rifampicine, rifabutine of rifapentine (worden gebruikt om tuberculose te behandelen),
·
sint-janskruid (een traditioneel kruidengeneesmiddel voor het verlichten van een enigszins
depressieve stemming en een lichte vorm van angst).
Jinarc kan het effect van de volgende middelen versterken:
·
digoxine (wordt gebruikt om een onregelmatige hartslag en hartfalen te behandelen),
·
dabigatran (wordt gebruikt om het bloed te verdunnen),
·
methotrexaat (wordt gebruikt om kanker, artritis te behandelen),
·
ciprofloxacine (een antibioticum),
·
sulfasalazine (wordt gebruikt om inflammatoire darmziekte of reumatoïde artritis te
behandelen),
·
metformine (wordt gebruikt om diabetes te behandelen).
Jinarc kan het effect van de volgende middelen verminderen:
·
vasopressineanaloga, zoals desmopressine (worden gebruikt om bloedstollingsfactoren te
verhogen, of om het urinevolume of bedplassen onder controle te houden).
Deze middelen kunnen invloed hebben op Jinarc, of Jinarc kan invloed hebben op deze middelen:
·
diuretica (worden gebruikt om de urineproductie te beïnvloeden). Het gebruik ervan in
combinatie met Jinarc kan de kans op bijwerkingen als gevolg van waterverlies vergroten, of
kan nierproblemen veroorzaken.
·
diuretica of andere middelen voor het behandelen van hoge bloeddruk. Het gebruik ervan in
combinatie met Jinarc kan de kans op lage bloeddruk vergroten wanneer u vanuit een zittende of
liggende houding rechtop gaat staan.
·
middelen die het natriumgehalte in uw bloed doen stijgen of die grote hoeveelheden zout
bevatten (bijv. tabletten die in water oplossen en remedies tegen indigestie). Deze middelen
kunnen het effect van Jinarc versterken. Er bestaat een risico dat dit kan leiden tot te veel
natrium in uw bloed.
Toch kan het in orde zijn dat u deze geneesmiddelen in combinatie met Jinarc gebruikt. Uw arts kan
bepalen wat voor u geschikt is.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
U mag geen grapefruitsap drinken als u dit middel gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik dit geneesmiddel
niet als u zwanger bent of borstvoeding geeft.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten betrouwbare anticonceptie gebruiken tijdens het
gebruik van dit geneesmiddel.
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Sommige personen kunnen na inname van Jinarc een duizelig, zwak of vermoeid gevoel hebben. Als
dit bij u het geval is, mag u geen voertuigen besturen of gereedschap of machines gebruiken.
Jinarc bevat lactose
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Jinarc kan alleen worden voorgeschreven door artsen die gespecialiseerd zijn in de behandeling van
ADPKD. Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het
juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Dosis
De dagelijkse hoeveelheid van Jinarc wordt in twee doses gesplitst, waarbij de ene dosis groter is dan
de andere. De hogere dosis moet u 's ochtends innemen wanneer u ontwaakt, ten minste 30 minuten
vóór het ontbijt. De lagere dosis wordt 8 uur later ingenomen.
De dosiscombinaties zijn:
45 mg + 15 mg
60 mg + 30 mg
90 mg + 30 mg
Uw behandeling start gewoonlijk met een dosis van 45 mg 's ochtends en 15 mg 8 uur later. Uw arts
kan uw dosis geleidelijk aan verhogen tot een maximale combinatie van 90 mg bij het ontwaken en
30 mg acht uur later. Om de beste dosis te kunnen bepalen, zal uw arts regelmatig controleren hoe
goed u een voorgeschreven dosis verdraagt. U moet altijd de hoogst verdraagbare dosiscombinatie
gebruiken die uw arts heeft voorgeschreven.
Als u andere geneesmiddelen gebruikt die de effecten van Jinarc kunnen versterken, is het mogelijk
dat u lagere doses krijgt. In dit geval is het mogelijk dat uw arts u Jinarc-tabletten voorschrijft met
30 mg of 15 mg tolvaptan die eenmaal daags 's ochtends moeten worden ingenomen.
Wijze van toediening
Slik de tabletten met een glas water in, zonder erop te kauwen.
De ochtenddosis moet ten minste 30 minuten vóór het ontbijt worden ingenomen. De tweede
dagelijkse dosis kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u meer tabletten dan uw voorgeschreven dosis heeft gebruikt,
drink dan voldoende water en
neem onmiddellijk contact op met uw arts of het plaatselijke ziekenhuis. Denk eraan de
verpakking van het geneesmiddel mee te nemen, zodat duidelijk is wat u heeft ingenomen. Als u de
hogere dosis heel laat op de dag inneemt, is het mogelijk dat u 's nachts vaker naar het toilet moet
gaan.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u bent vergeten uw geneesmiddel te gebruiken, moet u de dosis diezelfde dag innemen zodra u er
aan denkt. Als u uw tabletten een bepaalde dag niet inneemt, neem dan de dag daarna uw normale
dosis in. Gebruik
GEEN dubbele dosis om vergeten afzonderlijke doses in te halen.
Als u stopt met het gebruiken van dit middel, kunnen uw niercysten opnieuw zo snel gaan groeien als
voordat u de behandeling met Jinarc startte. Daarom mag u het gebruik van dit middel pas stopzetten
als u bijwerkingen opmerkt die dringend medische hulp vereisen (zie rubriek 4) of als uw arts u dat
zegt.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Ernstige bijwerkingen:
Als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt, heeft u mogelijk dringend medische hulp
nodig.
Stop het gebruik van Jinarc en neem onmiddellijk contact op met een arts of ga
onmiddel ijk naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis als u:
·
moeilijk kunt plassen.
·
een zwelling opmerkt van het gezicht, de lippen of tong, jeuk, uitslag die over het hele lichaam
voorkomt, of ernstige piepende ademhaling of kortademigheid (symptomen van een allergische
reactie).
Het is mogelijk dat uw lever door Jinarc niet goed werkt.
Raadpleeg uw arts als symptomen van misselijkheid, braken, koorts, vermoeidheid, verminderde
eetlust, pijn in de buik, donkere urine, geelzucht (gele verkleuring van huid of ogen), jeukende huid of
gewrichts- en spierpijn met koorts optreden.
Andere bijwerkingen:
Zeer vaak (kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 personen)
·
dorst (de drang om overmatige hoeveelheden water te drinken)
·
hoofdpijn
·
duizeligheid
·
diarree
·
droge mond
·
verhoogde drang om te plassen, om 's nachts te plassen of om vaker te plassen
·
vermoeidheid
Vaak (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 personen)
·
dehydratie
·
hoog gehalte van natrium, urinezuur en bloedsuiker
·
verminderde eetlust
·
veranderingen in smaak
·
jicht
·
slaapproblemen
·
flauwvallen
·
bonzend hart
·
kortademigheid
·
buikpijn
·
vol of opgeblazen of onaangenaam gevoel in de maag
·
constipatie
·
brandend maagzuur
·
abnormale werking van de lever
droge huid
·
uitslag
·
jeuk
·
galbulten
·
gewrichtspijn
·
spierspasmen
·
spierpijn
·
algeheel gevoel van zwakte
·
verhoogde leverenzymgehaltes in het bloed
·
gewichtsverlies
·
gewichtstoename
Soms (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 100 personen)
·
toename van bilirubine (een stof die een gele verkleuring van de huid of ogen kan veroorzaken)
in het bloed
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
·
allergische reacties (zie hierboven)
·
huiduitslag over het hele lichaam
·
acuut leverfalen (ALF)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos, de
kaart op zakformaat en de blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag
van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
·
De werkzame stof in dit middel is tolvaptan.
Elke Jinarc 15 mg tablet bevat 15 mg tolvaptan.
Elke Jinarc 30 mg tablet bevat 30 mg tolvaptan.
Elke Jinarc 45 mg tablet bevat 45 mg tolvaptan.
Elke Jinarc 60 mg tablet bevat 60 mg tolvaptan.
Elke Jinarc 90 mg tablet bevat 90 mg tolvaptan.
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat (zie rubriek 2), maïszetmeel,
microkristallijne cellulose, hydroxypropylcellulose, magnesiumstearaat, indigokarmijn
aluminiumlak.
Hoe ziet Jinarc eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De verschillende sterktes van Jinarc-tabletten hebben verschillende vormen en graveringen:
Tablet van 15 mg: blauw, driehoekig, met aan de ene zijde 'OTSUKA' gegraveerd en aan de andere
zijde '15'.
Tablet van 30 mg: blauw, rond, met aan de ene zijde 'OTSUKA' gegraveerd en aan de andere zijde
'30'.
Tablet van 45 mg: blauw, vierkant, met aan de ene zijde 'OTSUKA' gegraveerd en aan de andere
zijde '45'.
Tablet van 60 mg: blauw, aangepast rechthoekig, met aan de ene zijde 'OTSUKA' gegraveerd en aan
de andere zijde '60'.
Tablet van 90 mg: blauw, vijfhoekig, met aan de ene zijde 'OTSUKA' gegraveerd en aan de andere
zijde '90'.
Uw geneesmiddel wordt geleverd in de volgende verpakkingsgrootten:
Jinarc 15 mg tabletten: verpakkingen met daarin 7 tabletten of 28 tabletten
Jinarc 30 mg tabletten: verpakkingen met daarin 7 tabletten of 28 tabletten
Jinarc 45 mg tabletten + Jinarc 15 mg tabletten: verpakkingen (blisterverpakkingen met of zonder
kaart op zakformaat) met daarin
14 tabletten (7 tabletten van de hogere sterkte + 7 tabletten van de lagere sterkte),
28 tabletten (14 tabletten van de hogere sterkte + 14 tabletten van de lagere sterkte) of
56 tabletten (28 tabletten van de hogere sterkte + 28 tabletten van de lagere sterkte).
Jinarc 60 mg tabletten + Jinarc 30 mg tabletten: verpakkingen (blisterverpakkingen met of zonder
kaart op zakformaat) met daarin
14 tabletten (7 tabletten van de hogere sterkte + 7 tabletten van de lagere sterkte),
28 tabletten (14 tabletten van de hogere sterkte + 14 tabletten van de lagere sterkte) of
56 tabletten (28 tabletten van de hogere sterkte + 28 tabletten van de lagere sterkte).
Jinarc 90 mg tabletten + Jinarc 30 mg tabletten: verpakkingen (blisterverpakkingen met of zonder
kaart op zakformaat) met daarin
14 tabletten (7 tabletten van de hogere sterkte + 7 tabletten van de lagere sterkte),
28 tabletten (14 tabletten van de hogere sterkte + 14 tabletten van de lagere sterkte) of
56 tabletten (28 tabletten van de hogere sterkte + 28 tabletten van de lagere sterkte).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
Fabrikant
Almac Pharma Service (Ireland) Limited
Finnabair Industrial Estate, Dundalk, Co. Louth - A91 P9KD
Ierland
Block-7, City North Business Campus, Stamullen, Co. Meath, K32 YD60
Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tél/Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Luxembourg/Luxemburg
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Te: +31 (0) 20 85 46 555
Tél/Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Ceská republika
Magyarország
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Danmark
Malta
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tlf: +46854 528 660
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Deutschland
Nederland
Otsuka Pharma GmbH
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +49691 700 860
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Eesti
Norge
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tlf: +46854 528 660
Österreich
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Th: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
España
Polska
Otsuka Pharmaceutical S.A
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +3493 2081 020
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
France
Portugal
Otsuka Pharmaceutical France SAS
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tél: +33147 080 000
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Hrvatska
România
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Ireland
Slovenija
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Ísland
Slovenská republika
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Sími: +46854 528 660
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Suomi/Finland
Otsuka Pharmaceutical Italy S.r.l.
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Tel: +39 02 00 63 27 10
Puh/Tel: +46854 528 660
Sverige
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Th: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +46854 528 660
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).