Kesimpta 20 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Elke voorgevulde spuit bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing (50 mg/ml).
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Elke voorgevulde pen bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing (50 mg/ml).
Ofatumumab is een volledig humaan monoklonaal antilichaam dat in een muriene cellijn (NS0) wordt
geproduceerd met behulp van DNA-recombinatietechniek.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectievloeistof)
Oplossing voor injectie (injectievloeistof) in een voorgevulde pen (Sensoready-pen)
De oplossing is helder tot bijna doorschijnend en kleurloos tot licht bruingeel.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Kesimpta is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met relapsing multiple sclerose
(RMS) met actieve ziekte gedefinieerd door klinische of beeldvormende technieken (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden opgestart door een arts met ervaring in de behandeling van
neurologische aandoeningen.
Dosering
De aanbevolen dosis is 20 mg ofatumumab toegediend door middel van subcutane injectie met:
initiële doses in week 0, 1 en 2, gevolgd door
maandelijkse onderhoudsdoses vanaf week 4.
Gemiste doses
Als een injectie wordt gemist, moet de toediening zo spoedig mogelijk plaatsvinden, zonder te
wachten tot de volgende geplande dosis. De daaropvolgende doses moeten worden toegediend volgens
de aanbevolen intervallen.
2
Bijzondere patiëntengroepen
Volwassenen ouder dan 55 jaar
Er zijn geen studies uitgevoerd bij MS-patiënten die ouder zijn dan 55 jaar. Op basis van de beperkte
beschikbare gegevens wordt een dosisaanpassing niet noodzakelijk geacht bij patiënten ouder dan
55 jaar (zie rubriek 5.2).
Verminderde nierfunctie
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie is naar verwachting geen aanpassing van de dosis nodig
(zie rubriek 5.2).
Verminderde leverfunctie
Bij patiënten met een verminderde leverfunctie is naar verwachting geen aanpassing van de dosis
nodig (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Kesimpta bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Dit geneesmiddel is bedoeld voor zelftoediening door de patiënt door middel van subcutane injectie.
De gebruikelijke plaatsen voor subcutane injecties zijn de buik, de bovenbenen en de buitenzijde van
de bovenarm.
De eerste injectie dient onder begeleiding van een zorgprofessional te worden uitgevoerd (zie
rubriek 4.4).
De bijsluiter bevat uitgebreide instructies voor de toediening.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Patiënten in een ernstig immuungecompromitteerde toestand (zie rubriek 4.4).
Ernstige actieve infectie totdat deze infectie is verdwenen (zie rubriek 4.4).
Patiënten met een bevestigde actieve maligniteit.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Injectiegerelateerde reacties
Patiënten moeten worden geïnformeerd dat (systemische) injectiegerelateerde reacties kunnen
voorkomen, in het algemeen binnen 24 uur en hoofdzakelijk na de eerste injectie (zie rubriek 4.8). Er
werd slechts een beperkt voordeel van premedicatie met steroïden waargenomen in klinische studies
naar RMS. In het geval dat injectiegerelateerde reacties optreden, kan symptomatische behandeling
worden opgestart. Daarom is gebruik van premedicatie niet nodig.
(Lokale) symptomen van een reactie op de injectieplaats die in klinische studies werden
waargenomen, waren onder andere erytheem, zwelling, jeuk en pijn (zie rubriek 4.8).
De eerste injectie moet worden uitgevoerd onder begeleiding van een daarin speciaal getrainde
zorgprofessional (zie rubriek 4.2).
3
Infecties
Het wordt aangeraden de immuunstatus van de patiënt te evalueren alvorens de behandeling te starten.
Op basis van het werkingsmechanisme en de beschikbare klinische ervaring zou ofatumumab een
verhoogd risico op infecties met zich mee kunnen brengen (zie rubriek 4.8).
Bij patiënten met een actieve infectie dient de toediening te worden uitgesteld tot de infectie is
verdwenen.
Ofatumumab mag niet worden toegediend aan patiënten in een ernstig immuungecompromitteerde
toestand (bijv. significante neutropenie of lymfopenie).
Progressieve multifocale leuko-encefalopathie
Aangezien infectie met het John Cunningham (JC)-virus resulterend in progressieve multifocale
leuko-encefalopathie (PML) is waargenomen bij patiënten behandeld met andere anti-CD20-
antilichamen, andere MS-therapieën, en bij aanzienlijk hogere doses in het geval van oncologische
indicaties, moeten artsen alert zijn bij medische voorgeschiedenis van PML en bij klinische
symptomen of MRI-bevindingen die kunnen wijzen op PML. Bij vermoeden van PML dient de
behandeling met ofatumumab te worden gestaakt totdat PML is uitgesloten.
Reactivatie van het hepatitis B-virus
Hepatitis B-reactivatie is opgetreden bij patiënten behandeld met anti-CD20-antilichamen, wat in
enkele gevallen resulteerde in fulminante hepatitis, leverfalen en overlijden.
Patiënten met actieve hepatitis B mogen niet worden behandeld met ofatumumab. Voorafgaand aan de
behandeling dienen alle patiënten op HBV gescreend te worden. De screening dient minimaal te
bestaan uit tests op hepatitis B-oppervlakteantigeen (HBsAg) en hepatitis B-kernantilichaam
(HBcAb). Deze tests kunnen conform de lokale richtlijnen worden aangevuld met andere relevante
markers. Patiënten met een positieve hepatitis B-serologie (HBsAg of HBcAb) dienen vóór de start
van de behandeling een leverspecialist te raadplegen en moeten volgens de lokale medische
standaarden worden opgevolgd en behandeld om hepatitis B-reactivatie te voorkomen.
Behandeling van ernstig immuungecompromitteerde patiënten
Ernstig immuungecompromitteerde patiënten mogen niet behandeld worden totdat deze aandoening is
verdwenen (zie rubriek 4.3).
Het wordt afgeraden andere immunosuppressiva gelijktijdig met ofatumumab te gebruiken,
uitgezonderd corticosteroïden voor symptomatische behandeling van relapsen (exacerbaties, schubs,
opstoten).
Vaccinaties
Alle vaccinaties moeten volgens de vaccinatierichtlijnen worden toegediend. In het geval van levende
of levend verzwakte vaccins moet dit minimaal 4 weken voorafgaand aan de start van een behandeling
met ofatumumab plaatsvinden. In het geval van geïnactiveerde vaccins moet dit, indien mogelijk,
minimaal 2 weken voorafgaand aan de start van een behandeling met ofatumumab gebeuren.
Ofatumumab kan de effectiviteit van geïnactiveerde vaccins beïnvloeden.
De veiligheid van vaccinatie met levende of levend verzwakte vaccins na behandeling met
ofatumumab werd nog niet onderzocht. Vaccinatie met levende of levend verzwakte vaccins wordt
afgeraden tijdens de behandeling en na beëindiging totdat B-celrepletie heeft plaatsgevonden (zie
rubriek 4.5). De mediane tijd tot herstel van de B-cellen tot de ondergrens van normaal (LLN,
gedefinieerd als 40 cellen/µl) of aanvangswaarde is 24,6 weken na stopzetting van de behandeling,
gebaseerd op gegevens uit klinische fase III-studies (zie rubriek 5.1).
4
Vaccinatie van zuigelingen van wie de moeder tijdens de zwangerschap is behandeld met ofatumumab
Aan zuigelingen van wie de moeder tijdens de zwangerschap werd behandeld met ofatumumab,
mogen levende of levend verzwakte vaccins niet worden toegediend voordat normalisering van het
aantal B-cellen is bevestigd. Depletie van B-cellen bij deze zuigelingen verhoogt mogelijk het risico
dat gepaard gaat met levende of levend verzwakte vaccins.
Geïnactiveerde vaccins kunnen voorafgaand aan herstel van B-celdepletie worden toegediend zoals
aangegeven; beoordeling van de immuunrespons op de vaccinatie, inclusief consultatie met een
gekwalificeerd specialist, dient echter te worden overwogen om vast te stellen of een beschermende
immuunrespons werd opgebouwd (zie rubriek 4.6).
Natriumgehalte
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
“natriumvrij” is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd aangezien er geen interacties via cytochroom-P450-
enzymen, andere metaboliserende enzymen of transporteiwitten worden verwacht.
Vaccinaties
De veiligheid van en het vermogen tot het genereren van een primaire of anamnestische (“recall”)
respons op vaccinatie met levende, levend verzwakte of geïnactiveerde vaccins tijdens behandeling
met ofatumumab zijn nog niet onderzocht. De respons op vaccinatie kan verminderd zijn in geval van
B-celdepletie. Het wordt aanbevolen patiënten vaccinaties te laten voltooien voordat de behandeling
met ofatumumab wordt gestart (zie rubriek 4.4).
Andere immunosuppressieve of immunomodulerende therapieën
Het risico van additieve effecten op het immuunsysteem dient te worden overwogen in het geval van
gelijktijdige toediening van immunosuppressieve therapieën met ofatumumab.
Wanneer men behandeling met ofatumumab start na andere immunosuppressieve therapieën met
langdurige immuuneffecten, of wanneer men na behandeling met ofatumumab andere
immunosuppressieve therapieën met langdurige immuuneffecten start, dient men vanwege potentiële
additieve immunosuppressieve effecten met de duur en het werkingsmechanisme van deze
geneesmiddelen rekening te houden (zie rubriek 5.1).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Tijdens de behandeling met Kesimpta en gedurende 6 maanden na de laatste toediening van Kesimpta
dienen vrouwen die zwanger kunnen worden gebruik te maken van effectieve anticonceptie (methoden
die resulteren in een zwangerschapspercentage van minder dan 1%).
Zwangerschap
Er is een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van ofatumumab bij zwangere vrouwen.
Op basis van bevindingen uit onderzoek bij dieren passeert ofatumumab mogelijk de placenta en
veroorzaakt het mogelijk B-celdepletie bij de foetus (zie rubriek 5.3). Na intraveneuze toediening van
ofatumumab aan drachtige apen werd geen teratogeniciteit waargenomen tijdens de organogenese.
5
Voorbijgaande perifere B-celdepletie en lymfocytopenie zijn gemeld bij zuigelingen van wie de
moeder tijdens de zwangerschap werd blootgesteld aan andere anti-CD20-antilichamen. De potentiële
duur van B-celdepletie bij zuigelingen blootgesteld aan ofatumumab
in utero
en de impact van
B-celdepletie op de veiligheid en werkzaamheid van vaccins zijn onbekend (zie rubriek 4.4 en 5.1).
Behandeling met ofatumumab dient tijdens de zwangerschap te worden vermeden, tenzij het potentiële
voordeel voor de moeder zwaarder weegt dan het potentiële risico voor de foetus.
Om de effecten van ofatumumab bij zwangere vrouwen te helpen vaststellen, worden
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg aangemoedigd alle zwangerschapsgevallen
en -complicaties die tijdens de behandeling of binnen 6 maanden na de laatste toediening van
ofatumumab optreden, te melden bij de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning
voor het in de handel brengen, teneinde monitoring van deze patiënten mogelijk te maken via het
programma Intensieve monitoring zwangerschapsuitkomsten (PRegnancy
outcomes Intensive
Monitoring
- PRIM). Bovendien moeten alle zwangerschapsgerelateerde bijwerkingen en complicaties
worden gemeld via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Borstvoeding
Het gebruik van ofatumumab bij vrouwen tijdens de borstvoeding is niet onderzocht. Het is niet
bekend of ofatumumab in de moedermelk wordt uitgescheiden. Bij de mens vindt uitscheiding van
IgG-antilichamen in de melk plaats tijdens de eerste dagen na de geboorte, maar snel daarna neemt dit
af tot lage concentraties. Derhalve kan tijdens deze korte periode een risico voor het zogend kind niet
worden uitgesloten. Daarna kan ofatumumab worden gebruikt tijdens de borstvoeding indien dit
klinisch noodzakelijk is. Indien de patiënt tot aan de laatste zwangerschapsmaanden werd behandeld
met ofatumumab, kan de borstvoeding echter onmiddellijk na de geboorte worden gestart.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van ofatumumab op de vruchtbaarheid bij de mens.
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen, op basis van parameters van
mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid beoordeeld bij apen.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Kesimpta heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De belangrijkste en vaakst gemelde bijwerkingen zijn bovensteluchtweginfecties (39,4%), systemische
injectiegerelateerde reacties (20,6%), reacties op de injectieplaats (10,9%) en urineweginfecties
(11,9%) (zie rubriek 4.4 en onderstaand subrubriek “Beschrijving van enkele specifieke bijwerkingen”
voor meer informatie).
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen die in verband met het gebruik van ofatumumab in klinische RMS-hoofdstudies zijn
gemeld, staan in tabel 1 vermeld naar systeem/orgaanklasse volgens MedDRA. Binnen elke
systeem/orgaanklasse worden de bijwerkingen gerangschikt in volgorde van frequentie, met de vaakst
voorkomende bijwerkingen eerst. Binnen elke frequentiegroep zijn de bijwerkingen gerangschikt
volgens afnemende ernst. Daarnaast is de overeenkomstige frequentiecategorie voor elke bijwerking
gebaseerd op de volgende afspraak: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000,
<1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000).
6
Tabel 1
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer vaak
Infecties van bovenste luchtwegen
1
Urineweginfecties
2
Vaak
Orale herpes
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak
Injectieplaatsreacties (lokaal)
Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties
Zeer vaak
Injectiegerelateerde reacties (systemisch)
Onderzoeken
Vaak
Bloed immunoglobuline M verlaagd
1
Groepering van voorkeurstermen (preferred
terms,
PT’s) is overwogen voor het bepalen van de frequentie
van bijwerkingen en omvat het volgende: nasofaryngitis, infectie van bovenste luchtwegen, griep, sinusitis,
faryngitis, rhinitis, virale bovensteluchtweginfectie, tonsillitis, acute sinusitis, faryngotonsillitis, laryngitis,
streptokokkenfaryngitis, virale rhinitis, bacteriële sinusitis, bacteriële tonsillitis, virale faryngitis, virale
tonsillitis, chronische sinusitis, nasale herpes, tracheïtis.
2
Groepering van voorkeurstermen (preferred
terms –
PT’s) werd overwogen voor het bepalen van de
frequentie van bijwerkingen en omvat het volgende: urineweginfectie, cystitis, escherichia urineweginfectie,
asymptomatische bacteriurie, bacteriurie.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Infecties
In de klinische fase III-studies naar RMS, was het totaal aantal infecties en ernstige infecties bij
patiënten behandeld met ofatumumab vergelijkbaar met patiënten die behandeld werden met
teriflunomide (respectievelijk 51,6% vs. 52,7% en 2,5% vs. 1,8%). Twee patiënten (0,2%) stopten met
de studie en 11 patiënten (1,2%) onderbraken tijdelijk de studiebehandeling vanwege een ernstige
infectie.
Bovensteluchtweginfecties
In deze studies had 39,4% van de patiënten behandeld met ofatumumab bovensteluchtweginfecties in
vergelijking met 37,8% van de patiënten behandeld met teriflunomide. De infecties waren
voornamelijk licht tot matig en bestonden voor het merendeel uit nasofaryngitis, bovenste
luchtweginfectie en griep.
Injectiegerelateerde reacties
In de klinische fase III-studies naar RMS werden (systemische) injectiegerelateerde reacties gemeld
bij 20,6% van de patiënten behandeld met ofatumumab.
De incidentie van injectiegerelateerde reacties was het hoogst bij de eerste injectie (14,4%) en nam
significant af bij daaropvolgende injecties (4,4% bij de tweede injectie en < 3% bij de derde). De
injectiegerelateerde reacties waren in de meeste gevallen (99,8%) licht tot matig qua ernst.
Twee (0,2%) met ofatumumab behandelde MS-patiënten meldden ernstige injectiegerelateerde
reacties, maar deze waren niet levensbedreigend. De vaakst gemelde symptomen (≥ 2%) waren onder
andere koorts, hoofdpijn, myalgie, koude rillingen en vermoeidheid.
Reacties op de injectieplaats
In de klinische fase III-studies naar RMS werden (lokale) reacties op de injectieplaats gemeld bij
10,9% van de patiënten behandeld met ofatumumab.
Lokale reacties ter hoogte van de toedieningsplaats deden zich zeer vaak voor. De reacties op de
injectieplaats waren alle van een lichte tot matige graad en niet-ernstig van aard. De vaakst gemelde
symptomen (≥ 2%) waren onder andere erytheem, pijn, jeuk en zwelling.
7
Laboratoriumafwijkingen
Immunoglobulinen
In de loop van de klinische fase III-studies naar RMS werd een daling van de gemiddelde
immunoglobuline M (IgM)-waarde waargenomen (daling van 30,9% na 48 weken en 38,8% na
96 weken), maar er kon geen verband worden aangetoond tussen deze daling en het risico op infecties,
waaronder ernstige infecties.
Bij 14,3% van de patiënten resulteerde de behandeling met ofatumumab in een daling van de IgM-
waarde tot onder 0,34 g/l.
Ofatumumab werd geassocieerd met een tijdelijke daling met 4,3% van de gemiddelde
immunoglobuline G (IgG)-spiegel na 48 weken behandeling, maar met een stijging met 2,2% na
96 weken.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
In klinische studies met MS-patiënten zijn doseringen tot 700 mg toegediend zonder dosisbeperkende
toxiciteit. In geval van overdosering wordt aanbevolen de patiënt te monitoren op klachten of
verschijnselen van bijwerkingen en, indien nodig, een passende symptomatische behandeling te
starten.
Ofatumumab werd eerder gebruikt bij chronische lymfatische leukemie (CLL), waarbij doses tot
2.000 mg intraveneus werden toegediend via infusie. Ofatumumab toegediend via subcutane injectie
werd niet beoordeeld en niet goedgekeurd voor deze indicaties. Ofatumumab mag niet worden
gebruikt voor de behandeling van oncologische indicaties.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: selectieve immunosuppressiva, ATC-code: L04AA52
Werkingsmechanisme
Ofatumumab is een volledig humaan anti-CD20 monoklonaal immunoglobuline G1 (IgG1)-
antilichaam. Het CD20-molecule is een transmembraan fosfoproteïne met expressie op B-lymfocyten
vanaf pre-B-cel tot en met het stadium van mature B-lymfocyt. Het CD20-molecule komt ook tot
expressie op een kleine fractie van geactiveerde T-cellen.
De binding van ofatumumab aan CD20 induceert lysis van CD20+-B-cellen, primair via
complementafhankelijke cytotoxiciteit (CDC) en, in geringere mate, via antilichaamafhankelijke
celgemedieerde cytotoxiciteit (ADCC). Ook is aangetoond dat ofatumumab cellyse induceert in cellen
met zowel hoge als lage CD20-expressie. Bij T-cellen met CD20-expressie vindt ook depletie door
ofatumumab plaats.
8
Farmacodynamische effecten
B-celdepletie
In de klinische RMS-studies met ofatumumab 20 mg iedere 4 weken, resulteerde de toediening, na het
initiële doseringsschema van 20 mg op dag 1, 7 en 14, al na twee weken na de start van de
behandeling in een snelle en blijvende afname van de B-cellen tot onder de LLN (gedefinieerd als
40 cellen/µl). Voorafgaand aan de start van de onderhoudsfase, vanaf week 4, werden totale B-
celwaarden van < 10 cellen/µl bereikt bij 94% van de patiënten, wat toenam tot 98% van de patiënten
in week 12 en stand hield gedurende 120 weken (dat wil zeggen de periode van de
onderzoeksbehandeling).
B-celrepletie
Gegevens uit klinische fase III-studies naar RMS wijzen op een mediane tijd tot herstel van de
B-cellen tot LLN of aanvangswaarde, van 24,6 weken na stopzetting van de behandeling.
Farmacokinetische B-cel modellering en simulatie van B-celrepletie ondersteunen deze gegevens,
waarbij een mediane tijd tot herstel van de B-cellen tot LLN wordt voorspeld van 23 weken na
stopzetting van de behandeling.
Immunogeniciteit
In fase III-studies naar RMS was de totale incidentie van antilichamen tegen het geneesmiddel (anti-
drug antibodies
– ADA’s) 0,2% (2 van de 914) bij ofatumumab behandelde patiënten, terwijl er geen
patiënten met behandelingversterkende of -neutraliserende ADA’s werden geïdentificeerd. De impact
van positieve ADA-titers op de farmacokinetiek, het veiligheidsprofiel of de B-celkinetiek kan niet
worden beoordeeld gezien de lage incidentie van ADA geassocieerd met ofatumumab.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid en veiligheid van ofatumumab werden onderzocht in twee gerandomiseerde,
dubbelblinde, actief gecontroleerde fase III-hoofdstudies met een identieke opzet (Studie 1
[ASCLEPIOS I] en Studie 2 [ASCLEPIOS II]) bij patiënten van 18 tot 55 jaar met relapsing MS
(RMS), een invaliditeitsscore ten tijde van de screening van 0 tot 5,5, volgens de
Expanded Disability
Status Scale
(EDSS), en die ten minste één gedocumenteerde relaps tijdens het voorgaande jaar of
twee relapsen tijdens de voorgaande twee jaar of een positieve gadolinium (Gd)-aankleurende MRI-
scan tijdens het voorgaande jaar hadden. Zowel nieuw gediagnosticeerde patiënten als patiënten die
van hun huidige behandeling overschakelen werden geïncludeerd.
In de twee studies werden respectievelijk 927 en 955 patiënten met RMS in een verhouding van 1:1
gerandomiseerd naar behandeling met ofwel ofatumumab 20 mg subcutane injecties iedere 4 weken
vanaf week 4 na een initiële doseringsschema van drie wekelijkse doses van 20 mg in de eerste
14 dagen (op dag 1, 7 en 14) ofwel teriflunomide 14 mg-capsules oraal eenmaal daags. Patiënten
kregen ook een placebo overeenkomend met de andere behandelingsgroep om blindering te
waarborgen (dubbel dummy-opzet).
De behandelingsduur voor individuele patiënten was variabel, afhankelijk van het moment waarop de
“Einde Studie”-criteria werden gehaald. Over beide studies heen bedroeg de mediane
behandelingsduur 85 weken; 33,0% van de patiënten in de ofatumumab-groep versus 23,2% van de
patiënten in de teriflunomide-groep werd langer dan 96 weken behandeld.
De demografische gegevens en baseline-kenmerken waren in de behandelingsgroepen en beide studies
goed in balans (zie tabel 2). De gemiddelde leeftijd was 38 jaar, de gemiddelde ziekteduur was 8,2 jaar
sinds het optreden van de eerste symptomen, en de gemiddelde EDSS-score was 2,9; 40% van de
patiënten was niet eerder behandeld met een ziektemodificerende therapie (DMT) en 40% had bij
baseline gadolinium (Gd)-aankleurende T1-laesies op hun MRI-scan.
9
Het primaire werkzaamheidseindpunt van beide studies was het aantal vastgestelde relapsen op
jaarbasis (Annulised
Relapse Rate -
ARR) op basis van EDSS. Belangrijke secundaire
werkzaamheidseindpunten waren onder andere de tijd tot toename van de invaliditeit op de EDSS
(bevestigd na 3 en 6 maanden), gedefinieerd als een toename van de EDSS-score met ≥ 1,5, ≥ 1
of ≥ 0,5 bij patiënten met een EDSS-score bij baseline van respectievelijk 0, 1 tot 5 of ≥ 5,5. Andere
belangrijke secundaire eindpunten waren, onder andere, het aantal Gd-aankleurende T1-laesies per
MRI-scan en het op jaarbasis berekende percentage nieuwe of groter wordende T2-laesies. Belangrijke
secundaire eindpunten gerelateerd aan invaliditeit werden geëvalueerd in een meta-analyse van
samengevoegde gegevens van ASCLEPIOS-studie 1 en -studie 2, zoals gedefinieerd in de
studieprotocollen.
Tabel 2
Kenmerken
Demografische gegevens en baseline-kenmerken
Studie 1
(ASCLEPIOS I)
Ofatumumab
Teriflunomide
(N=465)
(N=462)
39 ± 9
38 ± 9
68,4
5,77 / 3,94
58,9
1,2
2,97 / 3,00
13,2
37,4
1,7
68,6
5,64 / 3,49
60,6
1,3
2,94 / 3,00
13,1
36,6
1,2
Studie 2
(ASCLEPIOS II)
Ofatumumab
Teriflunomide
(N=481)
(N=474)
38 ± 9
38 ± 9
66,3
5,59 / 3,15
59,5
1,3
2,90 / 3,00
14,3
43,9
1,6
67,3
5,48 / 3,10
61,8
1,3
2,86 / 2,50
12,0
38,6
1,5
Leeftijd (gemiddeld ±
standaardafwijking; jaren)
Geslacht (vrouw; %)
Duur van MS sinds diagnose
(gemiddeld/mediaan; jaren)
Eerder behandeld met DMT’s (%)
Aantal relapsen in laatste 12 maanden
EDSS-score (gemiddeld/mediaan)
Gemiddeld totaal T2-laesievolume (cm
3
)
Patiënten met Gd+ T1-laesies (%)
Aantal Gd+ T1-laesies (gemiddeld)
De werkzaamheidsresultaten van beide studies zijn samengevat in tabel 3 en figuur 1.
In beide fase III-studies toonde ofatumumab in vergelijking met teriflunomide een significante
vermindering aan in het aantal vastgestelde relapsen op jaarbasis met respectievelijk 50,5% en 58,5%.
De vooraf gespecificeerde meta-analyse van samengevoegde gegevens liet zien dat ofatumumab in
vergelijking met teriflunomide zorgde voor een significante vermindering van het risico op bevestigde
progressie van invaliditeit (confirmed
disability progression
- CDP) na 3 maanden met 34,4% en het
risico op CDP na 6 maanden met 32,5% (zie figuur 1).
In vergelijking met teriflunomide verminderde ofatumumab het aantal Gd-aankleurende T1-laesies
significant met 95,9% en het percentage nieuwe of groter wordende T2-laesies met 83,5% (deze
waarden vertegenwoordigen de gemiddelde verminderingen voor de samengevoegde studies).
Een vergelijkbaar effect van ofatumumab op de belangrijkste werkzaamheidsresultaten vergeleken met
teriflunomide werd waargenomen in de twee fase III-studies bij verkennende subgroepen gedefinieerd
door geslacht, leeftijd, lichaamsgewicht, eerdere niet-steroïde MS-therapie, invaliditeit en
ziekteactiviteit bij aanvang.
10
Tabel 3
Eindpunten
Overzicht van belangrijkste resultaten van fase III-studies naar RMS
Studie 1
Studie 2
(ASCLEPIOS I)
(ASCLEPIOS II)
Ofatumumab Teriflunomide Ofatumumab Teriflunomide
20 mg
14 mg
20 mg
14 mg
(n=465)
(n=462)
(n=481)
(n=474)
Eindpunten op basis van afzonderlijke studies
Annualised relapse rate
(ARR) (primair
0,11
0,22
0,10
0,25
eindpunt)
1
Procentuele vermindering
50,5% (p<0,001)
58,5% (p<0,001)
Gemiddeld aantal Gd-aankleurende
0,0115
0,4523
0,0317
0,5141
T1-laesies per MRI-scan
Relatieve vermindering
97,5% (p<0,001)
93,8% (p<0,001)
Aantal nieuwe of groter wordende
0,72
4,00
0,64
4,15
T2-laesies per jaar
Relatieve vermindering
81,9% (p<0,001)
84,5% (p<0,001)
Eindpunten op basis van vooraf gespecificeerde meta-analyses
Percentage patiënten met progressie van
10,9% ofatumumab vs. 15,0% teriflunomide
invaliditeit bevestigd na 3 maanden (3-
month
CDP)
2
34,4% (p=0,002)
Risicoreductie
Percentage patiënten met progressie van
8,1% ofatumumab vs. 12,0% teriflunomide
invaliditeit bevestigd na 6 maanden (6-
month
CDP)
2
32,5% (p=0,012)
Risicoreductie
1
Bevestigde relapsen (gepaard gaand met een klinisch relevante verandering in de EDSS).
2
Kaplan-Meier-schatting op 24 maanden. De CDP na 3 en 6 maanden werden beoordeeld op basis van
prospectief geplande analyse van de samengevoegde gegevens uit de twee fase III-studies en gedefinieerd
als een klinisch betekenisvolle toename van de EDSS die respectievelijk minstens 3 of 6 maanden
standhield. Een klinisch betekenisvolle toename van de EDSS is gedefinieerd als een toename met
minstens 1,5 punt indien de EDSS-score bij baseline 0 was; een toename met minstens 1,0 punt indien de
EDSS-score bij baseline 1,0–5,0 was; en een toename met minstens 0,5 punten indien de EDSS-score bij
baseline 5,5 of hoger was.
11
Figuur 1
Tijd tot eerste CDP na 3 maanden volgens behandeling (ASCLEPIOS-studie 1 en
-studie 2 samengevoegd,
full analysis set)
24
Kaplan-Meier-schatting van cumulatief
percentage voorvallen (%)
22
20
18
16
14
12
15,0%
1
10,9%
1
10
8
6
4
2
0
0
3
6
9
12
15
18
21
24
27
30
33
Risicoreductie: 34,4%, p=0,002
Teriflunomide (N=932)
Ofatumumab (N=944)
Studiemaand
Aantal risicopatiënten
944
Ofatumumab
Teriflunomide
1
908
901
878
841
844
804
810
756
784
718
534
478
319
298
176
146
49
41
1
1
0
0
932
De cijfers op de curves zijn Kaplan-Meier-schattingen van het risico van het voorval op maand 24 (aangegeven door de
verticale streepjeslijn).
In de fase III-studies was het percentage patiënten met bijwerkingen (83,6% vs. 84,2%) en met
bijwerkingen die tot stopzetting leidden (5,7% vs. 5,2%) vergelijkbaar in de ofatumumab-groep en de
teriflunomide-groep.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Kesimpta in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten voor de behandeling van multiple sclerose (zie rubriek 4.2 voor informatie over
pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Een maandelijkse subcutane dosis van 20 mg leidt tot een gemiddelde AUC
tau
van 483 µg*u/ml en een
gemiddelde C
max
van 1,43 µg/ml bij
steady state.
Aangenomen wordt dat ofatumumab na subcutane toediening voornamelijk via het lymfestelsel wordt
geabsorbeerd, op een wijze die vergelijkbaar is met andere therapeutische monoklonale antilichamen.
Distributie
Het distributievolume bij
steady state
werd geschat op 5,42 liter na herhaalde subcutane toediening
van ofatumumab in een dosis van 20 mg.
12
Biotransformatie
Ofatumumab is een eiwit waarvan de verwachte metabolismeroute bestaat uit degradatie tot kleine
peptiden en aminozuren via alom aanwezige proteolytische enzymen.
Eliminatie
De eliminatie van ofatumumab vindt op twee manieren plaats: een doel-gemedieerde route die
verband houdt met binding aan B-cellen en een doel-onafhankelijke route die gemedieerd wordt door
niet-specifieke endocytose gevolgd door intracellulaire afbraak, zoals bij andere IgG-moleculen. Bij
baseline aanwezige B-cellen resulteren in een groter aandeel van doel-gemedieerde klaring van
ofatumumab bij de start van de behandeling. Toediening van ofatumumab leidt tot krachtige depletie
van B-cellen, met een vermindering van de algehele klaring tot gevolg.
De halfwaardetijd bij steady-state werd geschat op ongeveer 16 dagen na herhaalde subcutane
toediening van ofatumumab in een dosis van 20 mg.
Lineariteit/non-lineariteit
Ofatumumab had een non-lineaire farmacokinetiek, wat verband hield met de afnemende klaring
ervan in de tijd.
Bijzondere patiëntengroepen
Volwassenen ouder dan 55 jaar
Vanwege de beperkte klinische ervaring zijn er geen specifieke farmacokinetische studies met
ofatumumab bij patiënten ouder dan 55 jaar (zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
Er zijn geen studies uitgevoerd om de farmacokinetiek van ofatumumab bij pediatrische patiënten
jonger dan 18 jaar te onderzoeken.
Geslacht
Geslacht had een gering (12%) effect op het centraal distributievolume van ofatumumab in een
cross-
study
populatie-onderzoek, waarbij hogere C
max
- en AUC-waarden werden waargenomen bij
vrouwelijke patiënten (48% van de patiënten in deze analyse was man en 52% was vrouw); deze
effecten worden als niet klinisch relevant beschouwd en een aanpassing van de dosering wordt niet
aanbevolen.
Lichaamsgewicht
Op basis van de resultaten van een
cross-study
populatie-onderzoek werd lichaamsgewicht
geïdentificeerd als een covariabele van blootstelling (C
max
en AUC) aan ofatumumab bij RMS-
proefpersonen. Het lichaamsgewicht had echter geen invloed op de veiligheids- en
werkzaamheidsmetingen die in de klinische studies werden geëvalueerd, daarom is dosisaanpassing
niet nodig.
Verminderde nierfunctie
Er is geen specifiek onderzoek gedaan naar ofatumumab bij patiënten met een verminderde
nierfunctie.
Patiënten met een licht verminderde nierfunctie werden toegelaten tot klinische studies. Er is geen
ervaring met patiënten met een matig en ernstig verminderde nierfunctie. Aangezien ofatumumab niet
via de urine wordt uitgescheiden, wordt echter niet verwacht dat bij patiënten met een verminderde
nierfunctie de dosering moet worden aangepast.
13
Verminderde leverfunctie
Er is geen onderzoek gedaan naar ofatumumab bij patiënten met een verminderde leverfunctie.
Aangezien levermetabolisme van monoklonale antilichamen zoals ofatumumab verwaarloosbaar is,
luidt de verwachting dat een verminderde leverfunctie geen invloed heeft op de farmacokinetiek van
ofatumumab. Daarom is bij patiënten met een verminderde leverfunctie naar verwachting geen
aanpassing van de dosering nodig.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering, inclusief
veiligheidsfarmacologische eindpunten.
Er zijn geen carcinogeniciteits- of mutageniciteitsstudies uitgevoerd met ofatumumab. Als antilichaam
heeft ofatumumab naar verwachting geen rechtstreekse interactie met DNA.
Studies met apen naar de embryofoetale ontwikkeling (EFD) en de “enhanced” pre-/postnatale
ontwikkeling (ePPND) toonden aan dat blootstelling aan ofatumumab, intraveneus toegediend tijdens
de dracht, geen maternale toxiciteit, geen teratogeniciteit en geen nadelige effecten op de
embryofoetale en pre-/postnatale ontwikkeling veroorzaakte.
In deze studies werd ofatumumab aangetroffen in het bloed van de foetussen en zuigelingen, wat
passage door de placenta en postnataal aanhoudende blootstelling van de foetus aan ofatumumab
bevestigt (lange halfwaardetijd van het monoklonale antilichaam). Blootstelling aan ofatumumab
tijdens de dracht leidde tot de verwachte depletie van CD20+-B-cellen bij het moederdier en haar
foetussen en zuigelingen, in combinatie met een verminderd miltgewicht (zonder histologisch
correlaat) bij foetussen en een verminderde humorale immuunrespons op keyhole-limpet-hemocyanine
(KLH) bij zuigelingen bij hoge doseringen. Al deze veranderingen waren reversibel tijdens de
postnatale periode van 6 maanden. Bij zuigelingen werd vroege postnatale mortaliteit waargenomen
bij een dosis 160 maal hoger dan de therapeutische dosis (op basis van AUC), wat waarschijnlijk te
wijten was aan potentiële infecties secundair aan immunomodulatie. De NOAEL (No
Observed
Adverse Effect Level)
gerelateerd aan de farmacologische activiteit van ofatumumab bij zuigelingen in
de ePPND-studie leidt tot een veiligheidsmarge van minimaal een factor 22, op basis van de AUC,
wanneer de maternale blootstelling op de NOAEL wordt vergeleken met de humane blootstelling bij
de therapeutische dosis van 20 mg per maand.
In een specifieke vruchtbaarheidsstudie met apen bleven de eindpunten voor mannelijke en
vrouwelijke vruchtbaarheid onveranderd.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
L-arginine
Natriumacetaattrihydraat
Natriumchloride
Polysorbaat 80
Dinatriumedetaatdihydraat
Zoutzuur (voor pH-aanpassing)
Water voor injecties
14
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
3 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Bewaren in de koelkast (2 °C - 8 °C). Niet in de vriezer bewaren.
Indien nodig, dan mag Kesimpta eenmalig ongekoeld bewaard worden gedurende een periode van
maximaal 7 dagen bij kamertemperatuur (beneden 30 °C). Indien Kesimpta niet gebruikt wordt
gedurende deze periode, dan kan deze opnieuw bewaard worden in de koelkast voor maximaal
7 dagen.
De voorgevulde spuit in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Bewaren in de koelkast (2 °C - 8 °C). Niet in de vriezer bewaren.
Indien nodig, dan mag Kesimpta eenmalig ongekoeld bewaard worden gedurende een periode van
maximaal 7 dagen bij kamertemperatuur (beneden 30 °C). Indien Kesimpta niet gebruikt wordt
gedurende deze periode, dan kan deze opnieuw bewaard worden in de koelkast voor maximaal
7 dagen.
De voorgevulde pen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Kesimpta wordt geleverd in een glazen spuit voor eenmalig gebruik, voorzien van een naald van
roestvrij staal, een zuigerkop en een harde naaldbescherming. De spuit wordt compleet met
zuigerstang en veiligheidsmechanisme geleverd.
Kesimpta is verkrijgbaar in eenheidsverpakkingen met 1 voorgevulde spuit en in multiverpakkingen
met 3 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen met 1 voorgevulde spuit).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Kesimpta wordt geleverd in een glazen spuit voor eenmalig gebruik, voorzien van een naald van
roestvrij staal, een zuigerkop en een harde naaldbescherming. De spuit is voorgemonteerd in een auto-
injector.
Kesimpta is verkrijgbaar in eenheidsverpakkingen met 1 voorgevulde pen en in multiverpakkingen
met 3 voorgevulde pennen (3 verpakkingen met 1 voorgevulde pen).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
15
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Instructies voor gebruik van de voorgevulde spuit
De voorgevulde spuit moet ongeveer 15 tot 30 minuten voorafgaand aan het injecteren uit de koelkast
worden genomen om op kamertemperatuur te laten komen. De voorgevulde spuit moet in de originele
doos worden bewaard tot de patiënt klaar is om de spuit te gebruiken; ook mag de naalddop pas
worden verwijderd vlak voordat de injectie wordt uitgevoerd. Voorafgaand aan het gebruik moet de
oplossing visueel worden geïnspecteerd via het kijkvenster. De voorgevulde spuit mag niet worden
gebruikt als de vloeistof zichtbare deeltjes bevat of troebel is.
De bijsluiter bevat uitgebreide instructies voor toediening.
Instructies voor gebruik van de voorgevulde pen
De voorgevulde pen moet ongeveer 15 tot 30 minuten voorafgaand aan het injecteren uit de koelkast
worden genomen om op kamertemperatuur te laten komen. De voorgevulde pen moet in de originele
doos worden bewaard tot patiënt klaar is om de pen te gebruiken; ook mag de dop pas worden
verwijderd vlak voordat de injectie wordt uitgevoerd. Voorafgaand aan het gebruik moet de oplossing
visueel worden geïnspecteerd via het kijkvenster. De voorgevulde pen mag niet worden gebruikt als de
vloeistof zichtbare deeltjes bevat of troebel is.
De bijsluiter bevat uitgebreide instructies voor toediening.
Verwijdering
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1532/001-004
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
26 maart 2021
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
16
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME
STOF(FEN) EN FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK
VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
17
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant van de biologisch werkzame stof
Lonza Biologics, Inc.
101 International Drive
Portsmouth, NH 03801
Verenigde Staten
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
90429 Neurenberg
Duitsland
Novartis Farmacéutica SA
Ronda de Santa Maria 158
08210 Barbera del Vallès, Barcelona
Spanje
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.
18
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
19
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
20
A. ETIKETTERING
21
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN EENHEIDSVERPAKKING – voorgevulde spuit
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
ofatumumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde spuit bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuit in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
22
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Verpakking met 1 voorgevulde spuit
EU/1/21/1532/001
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
23
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING VAN MULTIVERPAKKING (INCLUSIEF BLUE BOX) –
voorgevulde spuit
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
ofatumumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde spuit bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 3 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 1)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
24
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuiten in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Multiverpakking met 3 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 1)
EU/1/21/1532/002
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
25
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
TUSSENDOOS VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLUE BOX) – voorgevulde spuit
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
ofatumumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde spuit bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit. Onderdeel van een multiverpakking. Mag niet afzonderlijk worden verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuit in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
26
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Multiverpakking met 3 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 1)
EU/1/21/1532/002
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
27
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING VAN VOORGEVULDE SPUIT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
ofatumumab
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
28
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET SPUIT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Kesimpta 20 mg injectievloeistof
ofatumumab
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
29
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN EENHEIDSVERPAKKING – voorgevulde pen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
ofatumumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde pen bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde Sensoready-pen
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
30
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Verpakking met 1 voorgevulde pen
EU/1/21/1532/003
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
31
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING VAN MULTIVERPAKKING (INCLUSIEF BLUE BOX) –
voorgevulde pen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
ofatumumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde pen bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 3 voorgevulde Sensoready-pennen (3 verpakkingen van 1)
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
32
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pennen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Multiverpakking met 3 voorgevulde pennen (3 verpakkingen van 1)
EU/1/21/1532/004
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
33
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
TUSSENDOOS VAN MULTIVERPAKKING (ZONDER BLUE BOX) – voorgevulde pen
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
ofatumumab
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde pen bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde Sensoready-pen. Onderdeel van een multiverpakking. Mag niet afzonderlijk worden
verkocht.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
34
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Multiverpakking met 3 voorgevulde pennen (3 verpakkingen van 1)
EU/1/21/1532/004
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
17.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
35
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET PEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Kesimpta 20 mg injectievloeistof
ofatumumab
Subcutaan gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
Sensoready-pen
36
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BINNENSTE DEKSEL VAN OMDOOS VAN DE EENHEIDSVERPAKKING EN VAN
TUSSENDOOS VAN DE MULTIVERPAKKING (voorgevulde spuit en voorgevulde pen)
1.
OVERIGE
Scan de code voor meer informatie.
QR-code opnemen + pictogram
www.kesimpta.eu
37
B. BIJSLUITER
38
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
ofatumumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Kesimpta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Kesimpta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Kesimpta?
Kesimpta bevat de werkzame stof ofatumumab. Ofatumumab behoort tot een groep geneesmiddelen
die monoklonale antilichamen worden genoemd.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Kesimpta wordt gebruikt voor de behandeling van volwassenen met relapsing (terugkerende) multiple
sclerose (RMS).
Hoe werkt dit middel?
Kesimpta werkt door zich te hechten aan een doeleiwit, CD20 genaamd, op het oppervlak van B-
cellen. B-cellen zijn een soort witte bloedcellen die deel uitmaken van de afweer van uw lichaam
(immuunsysteem). Afweer zorgt voor bescherming tegen ziektes. Bij multiple sclerose valt het
afweersysteem de beschermende laag rond de zenuwcellen aan. B-cellen spelen een rol in dit proces.
Kesimpta valt de B-cellen aan en verwijdert deze. Daarmee verkleint dit middel de kans op het krijgen
van een terugval (relaps, exacerbatie, schub, opstoot), verlicht het de ziekteverschijnselen en vertraagt
het de verergering van de ziekte.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft te horen gekregen dat u ernstige problemen met uw afweersysteem heeft.
-
U heeft een ernstige infectie.
-
U heeft kanker.
39
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt
-
Kesimpta kan er voor zorgen dat het hepatitis B-virus weer actief wordt. Uw arts zal met een
bloedonderzoek controleren of u risico op een hepatitis B-infectie loopt. Als uit dat onderzoek
blijkt dat u hepatitis B heeft gehad of drager van het hepatitis B-virus bent, zal uw arts u vragen
om naar een specialist te gaan.
-
Voordat u start met de behandeling met Kesimpta, kan uw arts besluiten om uw afweersysteem
te controleren.
-
Als u een infectie heeft, kan uw arts besluiten dat u Kesimpta niet mag krijgen. Ook kan uw arts
uw behandeling met Kesimpta uitstellen tot de infectie is verdwenen.
-
Uw arts zal controleren of u inentingen (vaccinaties) nodig heeft voordat u begint aan uw
behandeling met Kesimpta. Als u een type vaccin nodig heeft dat een levend vaccin of een
levend verzwakt vaccin wordt genoemd, dan moet zo’n vaccin minstens 4 weken vóór de start
van de behandeling met Kesimpta worden gegeven. Andere soorten vaccins moeten minstens
2 weken vóór de start van de behandeling met Kesimpta worden gegeven.
Tijdens uw behandeling met Kesimpta
Vertel het uw arts:
-
als u een algemene reactie in verband met een injectie krijgt of een plaatselijke reactie op de
injectieplaats krijgt. Dit zijn de vaakst voorkomende bijwerkingen van behandeling met
Kesimpta en worden beschreven in rubriek 4. Meestal treden deze reacties op in de 24 uur na
dat Kesimpta is geïnjecteerd, vooral na de eerste injectie. De eerste injectie moet plaatsvinden
onder begeleiding van een zorgprofessional.
-
als u een infectie krijgt. De kans bestaat dat u sneller een infectie oploopt of dat een bestaande
infectie erger wordt. Dit komt doordat Kesimpta de immuuncellen aanvalt, die ook helpen bij
het bestrijden van infecties. Infecties kunnen ernstig en in sommige gevallen zelfs
levensbedreigend zijn.
-
als u van plan bent om u te laten inenten. Uw arts zal u vertellen of het vaccin dat u nodig heeft,
een levend vaccin, een levend verzwakt vaccin of een ander soort vaccin is. U mag tijdens de
behandeling met Kesimpta niet met levende of levend verzwakte vaccins worden ingeënt, omdat
dit een infectie tot gevolg kan hebben. Andere soorten vaccins kunnen minder goed werken als
ze tijdens de behandeling met Kesimpta worden gegeven.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u tijdens uw behandeling met Kesimpta te maken krijgt
met een van de volgende situaties, want deze kunnen tekenen zijn van een ernstige aandoening:
-
als u denkt dat uw multiple sclerose erger wordt (zoals zwakte of veranderingen in uw zicht) of
als u nieuwe of ongewone verschijnselen opmerkt. Deze verschijnselen kunnen wijzen op een
zeldzame hersenaandoening die we progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML)
noemen en wordt veroorzaakt door een virusinfectie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Het middel is namelijk nog niet
onderzocht bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Kesimpta nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
In het bijzonder moet u het uw arts of apotheker vertellen:
-
als u geneesmiddelen gebruikt die zorgen dat de afweer van uw lichaam minder hard werkt, of
als u dat kort geleden heeft gedaan, of als de mogelijkheid bestaat dat u zulke geneesmiddelen
binnenkort gaat gebruiken. De reden hiervoor is dat deze geneesmiddelen een extra effect op het
afweersysteem kunnen hebben.
-
als u van plan bent om u te laten inenten (zie hierboven onder “Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?”).
40
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
U mag niet zwanger worden tijdens uw behandeling met Kesimpta en ook niet binnen 6 maanden
nadat u met de behandeling bent gestopt.
Als u zwanger kunt worden, dan moet u een goedwerkende vorm van anticonceptie gebruiken tijdens
de behandelingsperiode en ook nog 6 maanden nadat u met Kesimpta bent gestopt. Vraag uw arts naar
de mogelijkheden.
Vertel het uw arts meteen als u tijdens de behandelingsperiode, of binnen 6 maanden na de laatste
injectie, toch zwanger wordt of denkt dat u zwanger bent. Uw arts zal het dan met u hebben over de
mogelijke risico's van Kesimpta op een zwangerschap. De reden hiervoor is dat Kesimpta het aantal
immuuncellen (B-cellen) kan verlagen bij zowel de moeder als de ongeboren baby. Uw arts moet uw
zwangerschap melden aan Novartis. Naast contact opnemen met uw arts, kunt u uw zwangerschap ook
melden door zelf contact op te nemen met Novartis (zie rubriek 6).
Borstvoeding
Kesimpta kan terechtkomen in de moedermelk. Praat met uw arts over de voordelen en risico’s
voordat u uw baby borstvoeding geeft in de periode dat u Kesimpta gebruikt.
Inenting van pasgeboren baby’s
Als u Kesimpta heeft gebruikt tijdens uw zwangerschap, moet u uw arts of apotheker om advies
vragen voordat u uw pasgeboren baby laat inenten (zie hierboven onder “Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?”).
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Kesimpta invloed zal hebben op uw rijvaardigheid en op uw vermogen
om machines te gebruiken.
Kesimpta bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
“natriumvrij” is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Kesimpta wordt toegediend door middel van subcutane injectie (dat is een injectie onder uw huid).
De eerste injectie moet onder begeleiding van een zorgprofessional plaatsvinden.
Kesimpta voorgevulde spuiten zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Zie “Instructies voor het gebruik van de Kesimpta voorgevulde spuit” aan het eind van deze bijsluiter
voor uitgebreide instructies over het injecteren van Kesimpta.
“QR-code opnemen” + www.kesimpta.eu
U kunt Kesimpta op ieder moment van de dag gebruiken (in de ochtend, middag of avond).
41
Hoeveel van dit middel moet u gebruiken, en hoe vaak?
Gebruik geen hogere dosis dan de dosis die uw arts u heeft voorgeschreven.
-
De startdosering is 20 mg Kesimpta, toegediend op de eerste dag van de behandeling (week 0)
en na 1 en 2 weken (week 1 en week 2). Na deze eerste 3 injecties, is er geen injectie in de
volgende week (week 3).
Vanaf week 4, en daarna iedere maand, is de aanbevolen dosis 20 mg Kesimpta.
Tijdstip
Week 0 (eerste dag van de behandeling)
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Iedere maand daarna
Dosis
20 mg
20 mg
20 mg
Geen injectie
20 mg
20 mg
-
Hoe lang moet u dit middel gebruiken?
Blijf Kesimpta iedere maand gebruiken zolang als dat volgens uw arts nodig is.
Uw arts zal regelmatig uw toestand controleren om te zien of de behandeling het gewenste
effect heeft.
Heef u nog vragen over hoe lang Kesimpta moet worden gebruikt? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u te veel Kesimpta heeft geïnjecteerd, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Om maximaal voordeel van Kesimpta te krijgen, is het belangrijk dat u elke injectie op het juiste
tijdstip heeft.
Als u een injectie met Kesimpta bent vergeten, moet u de injectie zo spoedig mogelijk aan uzelf
toedienen. Wacht niet tot de volgende geplande toediening. De tijdstippen voor de volgende injecties
moeten dan worden berekend op basis van de dag waarop u deze dosis heeft geïnjecteerd, en niet op
basis van het oorspronkelijke schema (zie hierboven ook onder “Hoeveel van dit middel moet u
gebruiken, en hoe vaak?”).
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Kesimpta en verander uw dosis niet zonder eerst met uw arts te
overleggen.
Sommige bijwerkingen kunnen te maken hebben met een laag aantal B-cellen in uw bloed. Wanneer u
stopt met de behandeling met Kesimpta, zal het aantal B-cellen in uw bloed geleidelijk toenemen tot
een normaal niveau. Dit kan enkele maanden duren. In deze periode kunnen sommige bijwerkingen
die in deze bijsluiter worden beschreven, nog steeds optreden.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
42
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
De bijwerkingen van Kesimpta worden hieronder vermeld. Als een van deze bijwerkingen ernstig
wordt, vertel dat dan uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
-
infectie van de bovenste luchtwegen, met klachten als keelpijn en een loopneus
-
reacties in verband met een injectie, zoals koorts, hoofdpijn, spierpijn, koude rillingen en
moeheid; deze reacties treden meestal op binnen 24 uur na een injectie met Kesimpta, vooral na
de eerste injectie
-
infecties van de urinewegen
-
reacties op de injectieplaats, zoals roodheid, pijn, jeuk en zwelling op de injectieplaats
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
-
een lagere concentratie van een eiwit, immunoglobuline M genaamd, in het bloed; dit eiwit helpt
bij de bescherming tegen infecties
-
een herpesvirusinfectie in de mond
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en het
etiket na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
De voorgevulde spuit(en) in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. Bewaren in de
koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren.
Indien nodig, dan kan Kesimpta eenmalig buiten de koelkast bewaard worden gedurende een periode
van maximaal 7 dagen bij kamertemperatuur (beneden 30 °C). Indien Kesimpta niet gebruikt wordt
gedurende deze periode, dan kan deze opnieuw bewaard worden in de koelkast voor maximaal
7 dagen.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de oplossing zichtbare deeltjes bevat of troebel is.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
43
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is ofatumumab. Elke voorgevulde spuit bevat 20 mg
ofatumumab.
-
De andere stoffen in dit middel zijn L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride,
polysorbaat 80, dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur (voor pH-aanpassing) en water voor
injecties.
Hoe ziet Kesimpta eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Kesimpta oplossing voor injectie is helder tot bijna doorschijnend en kleurloos tot licht bruingeel.
Kesimpta is verkrijgbaar in eenheidsverpakkingen met 1 voorgevulde spuit en in multiverpakkingen
met 3 dozen, die elk 1 voorgevulde spuit bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
90429 Neurenberg
Duitsland
Novartis Farmacéutica SA
Ronda de Santa Maria 158
08210 Barbera del Vallès, Barcelona
Spanje
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
България
Novartis Bulgaria EOOD
Тел.: +359 2 489 98 28
Česká republika
Novartis s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark
Novartis Healthcare A/S
Tlf: +45 39 16 84 00
Lietuva
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tel: +370 5 269 16 50
Luxembourg/Luxemburg
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Magyarország
Novartis Hungária Kft.
Tel.: +36 1 457 65 00
Malta
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +356 2122 2872
44
Deutschland
Novartis Pharma Vertriebs GmbH
Tel: +49 911 273 0
Eesti
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 66 30 810
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Novartis Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 93 306 42 00
France
Novartis Pharma S.A.S.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Hrvatska
Novartis Hrvatska d.o.o.
Tel. +385 1 6274 220
Ireland
Novartis Ireland Limited
Tel: +353 1 260 12 55
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Novartis Farma S.p.A.
Tel: +39 02 96 54 1
Κύπρος
Novartis Pharma Services Inc.
Τηλ: +357 22 690 690
Latvija
SIA Novartis Baltics
Tel: +371 67 887 070
Nederland
Novartis Pharma B.V.
Tel: +31 88 04 52 111
Norge
Novartis Norge AS
Tlf: +47 23 05 20 00
Österreich
Novartis Pharma GmbH
Tel: +43 1 86 6570
Polska
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 375 4888
Portugal
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tel: +351 21 000 8600
România
Novartis Pharma Services
Romania SRL
Tel: +40 21 31299 01
Slovenija
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +386 1 300 75 50
Slovenská republika
Novartis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 5542 5439
Suomi/Finland
Novartis Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
Sverige
Novartis Sverige AB
Tel: +46 8 732 32 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Novartis Ireland Limited
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
45
Instructies voor het gebruik van de Kesimpta voorgevulde spuit
Het is belangrijk dat u deze gebruiksinstructies begrijpt en volgt voordat u een injectie met Kesimpta
toedient. Heeft u nog vragen? Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u
Kesimpta voor de eerste keer gaat gebruiken.
Belangrijke informatie om te onthouden:
De Kesimpta voorgevulde spuit
niet gebruiken
als de verzegeling van de buitenverpakking of
van de blisterverpakking is verbroken. Bewaar de Kesimpta voorgevulde spuit in de verzegelde
doos tot u klaar bent om de spuit te gebruiken.
De Kesimpta voorgevulde spuit
niet schudden.
De voorgevulde spuit heeft een veiligheidsbescherming. Nadat de injectie is voltooid, zal deze
veiligheidsbescherming automatisch de naald afschermen. De veiligheidsbescherming is
bedoeld om prikongelukken te voorkomen bij iedereen die de voorgevulde spuit in handen krijgt
na een injectie.
Verwijder de naalddop pas vlak voordat u de injectie toedient.
Vermijd aanraking van de zijvleugels van de veiligheidsbescherming van de spuit vóór gebruik.
Door de zijvleugels aan te raken, kan de veiligheidsbescherming van de spuit de naald te vroeg
afschermen.
Gooi de gebruikte Kesimpta voorgevulde spuit na gebruik onmiddellijk weg in een
naaldencontainer.
De Kesimpta voorgevulde spuit mag u maar eenmaal gebruiken.
Zie
“Instructies voor het weggooien van de gebruikte Kesimpta voorgevulde spuit” aan het einde
van deze gebruiksinstructies.
Hoe bewaart u Kesimpta?
Bewaar de doos met de Kesimpta voorgevulde spuit in een koelkast tussen 2 °C en 8 °C.
Bewaar de Kesimpta voorgevulde spuit ter bescherming tegen licht in de oorspronkelijke doos
tot u klaar bent om de spuit te gebruiken.
De Kesimpta voorgevulde spuit
niet in de vriezer bewaren.
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Onderdelen van de Kesimpta voorgevulde spuit (zie afbeelding A):
Afbeelding A
Vingergrepen
Zuigerkop
Zuiger
Naalddop
Behuizing veiligheids-
bescherming spuit
Kijkvenster
Etiket en uiterste
houdbaarheidsdatum
Zijvleugels veiligheidsbescherming spuit
46
Wat heeft u nodig voor uw injectie?
Inbegrepen in de doos:
Een nieuwe Kesimpta voorgevulde spuit
Afbeelding B
Niet inbegrepen in de doos (zie
afbeelding B):
1 alcoholdoekje
1 wattenbolletje of gaasje
Naaldencontainer
Zie “Instructies voor het weggooien van de gebruikte
Kesimpta voorgevulde spuit” aan het einde van deze
gebruiksinstructies.
Hoe maakt u de Kesimpta voorgevulde spuit klaar voor gebruik?
Stap 1. Zorg voor een schoon, goed verlicht en vlak werkoppervlak.
Stap 2. Neem de doos met de Kesimpta voorgevulde spuit uit de koelkast en laat deze
ongeopend
gedurende ongeveer 15 tot 30 minuten op kamertemperatuur komen op uw werkoppervlak.
Stap 3. Was uw handen zorgvuldig met water en zeep.
Stap 4. Neem de voorgevulde spuit uit de buitenverpakking en vervolgens uit de blisterverpakking;
houd daarbij de spuit vast aan de behuizing van de veiligheidsbescherming van de spuit.
Stap 5. Kijk door het kijkvenster van de voorgevulde spuit. De vloeistof moet helder tot bijna
doorschijnend zijn. Mogelijk ziet u een kleine luchtbel; dat is normaal. De voorgevulde spuit
niet
gebruiken
als de vloeistof zichtbare deeltjes bevat of troebel is.
Stap 6. De voorgevulde spuit
niet gebruiken
als de spuit beschadigd is. Breng de voorgevulde spuit
en de verpakking dan terug naar de apotheek.
Stap 7. De voorgevulde spuit
niet gebruiken
als de
uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken
(zie
afbeelding C).
Breng een voorgevulde spuit waarvan de
uiterste gebruiksdatum is verstreken en zijn verpakking
terug naar bij de apotheek.
Afbeelding C
Uiterste houdbaarheidsdatum
47
Hoe kiest en reinigt u de injectieplaats?
De volgende plaatsen op uw lichaam kunt u gebruiken om
Kesimpta te injecteren:
de voorzijde van uw bovenbenen (zie
afbeelding D)
de onderbuik, maar
niet
het gebied van 5 cm rond
uw navel (zie
afbeelding D)
de buitenkant van uw bovenarmen, als een
verzorger of zorgprofessional u de injectie geeft
(zie
afbeelding E).
Afbeelding D
Afbeelding E
(alleen verzorger en
zorgprofessional)
Kies voor elke injectie die u aan uzelf toedient een andere
plaats.
Injecteer niet
in gebieden waar de huid gevoelig,
gekneusd, rood, schilferig of hard is. Vermijd gebieden
met littekens of striemen (striae) en ook infectieplaatsen.
Stap 8. Reinig met ronddraaiende bewegingen de injectieplaats met het alcoholdoekje. Laat opdrogen
voordat de injectie wordt toegediend. Raak de gereinigde plaats vóór het injecteren niet meer aan.
48
Hoe dient u de injectie toe?
Stap 9. Verwijder voorzichtig de naalddop van de
voorgevulde spuit (zie
afbeelding F).
Gooi de naalddop
weg. Er kan op de punt van de naald een druppeltje
vloeistof zichtbaar zijn. Dat is normaal.
Afbeelding F
Afbeelding G
Stap 10. Knijp met één hand de huid op de injectieplaats
voorzichtig samen. Breng met uw andere hand de naald
in uw huid in zoals afgebeeld (zie
afbeelding G).
Duw
de naald er helemaal in om ervoor te zorgen dat u de
volledige dosis geneesmiddel toedient.
Afbeelding H
Stap 11. Houd de vingergrepen van de voorgevulde spuit
vast zoals afgebeeld (zie
afbeelding H).
Duw de zuiger
langzaam zo ver mogelijk omlaag zodat de zuigerkop
zich volledig tussen de zijvleugels van de
veiligheidsbescherming van de spuit bevindt.
Stap 12. Houd de zuiger 5 seconden volledig ingedrukt
terwijl u de spuit op zijn plaats houdt.
Afbeelding I
Stap 13. Laat de zuiger
langzaam
los tot de naald is
afgeschermd (zie
afbeelding I).
Verwijder de spuit
vervolgens van de injectieplaats.
Stap 14. Op de injectieplaats kan een klein beetje bloed
zichtbaar zijn. U kunt gedurende 10 seconden met een
wattenbolletje of een gaasje druk uitoefenen op de
injectieplaats. Niet over de injectieplaats wrijven. Indien
het bloeden aanhoudt, kunt u de injectieplaats afdekken
met een kleine pleister.
49
Instructies voor het weggooien van de Kesimpta voorgevulde spuit
Stap 15. De voorgevulde spuit na gebruik weggooien in
een naaldencontainer (afsluitbare, prikbestendige
container of iets vergelijkbaars) (zie
afbeelding J).
De voorgevulde spuit na gebruik
niet weggooien
met het huishoudelijk afval.
Gebruikte voorgevulde spuiten mogen nooit
opnieuw worden gebruikt.
Houd de naaldencontainer buiten het bereik van
kinderen.
Afbeelding J
50
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
ofatumumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Kesimpta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Kesimpta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Kesimpta?
Kesimpta bevat de werkzame stof ofatumumab. Ofatumumab behoort tot een groep geneesmiddelen
die monoklonale antilichamen worden genoemd.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Kesimpta wordt gebruikt voor de behandeling van volwassenen met relapsing (terugkerende) multiple
sclerose (RMS).
Hoe werkt dit middel?
Kesimpta werkt door zich te hechten aan een doeleiwit, CD20 genaamd, op het oppervlak van B-
cellen. B-cellen zijn een soort witte bloedcellen die deel uitmaken van de afweer van uw lichaam
(immuunsysteem). Afweer zorgt voor bescherming tegen ziektes. Bij multiple sclerose valt het
afweersysteem de beschermende laag rond de zenuwcellen aan. B-cellen spelen een rol in dit proces.
Kesimpta valt de B-cellen aan en verwijdert deze. Daarmee verkleint dit middel de kans op het krijgen
van een terugval (relaps, exacerbatie, schub, opstoot), verlicht het de ziekteverschijnselen en vertraagt
het de verergering van de ziekte.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft te horen gekregen dat u ernstige problemen met uw afweersysteem heeft.
-
U heeft een ernstige infectie.
-
U heeft kanker.
51
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt
-
Kesimpta kan er voor zorgen dat het hepatitis B-virus weer actief wordt. Uw arts zal met een
bloedonderzoek controleren of u risico op een hepatitis B-infectie loopt. Als uit dat onderzoek
blijkt dat u hepatitis B heeft gehad of drager van het hepatitis B-virus bent, zal uw arts u vragen
om naar een specialist te gaan.
-
Voordat u start met de behandeling met Kesimpta, kan uw arts besluiten om uw afweersysteem
te controleren.
-
Als u een infectie heeft, kan uw arts besluiten dat u Kesimpta niet mag krijgen. Ook kan uw arts
uw behandeling met Kesimpta uitstellen tot de infectie is verdwenen.
-
Uw arts zal controleren of u inentingen (vaccinaties) nodig heeft voordat u begint aan uw
behandeling met Kesimpta. Als u een type vaccin nodig heeft dat een levend vaccin of een
levend verzwakt vaccin wordt genoemd, dan moet zo’n vaccin minstens 4 weken vóór de start
van de behandeling met Kesimpta worden gegeven. Andere soorten vaccins moeten minstens
2 weken vóór de start van de behandeling met Kesimpta worden gegeven.
Tijdens uw behandeling met Kesimpta
Vertel het uw arts:
-
als u een algemene reactie in verband met een injectie krijgt of een plaatselijke reactie op de
injectieplaats krijgt. Dit zijn de vaakst voorkomende bijwerkingen van behandeling met
Kesimpta en worden beschreven in rubriek 4. Meestal treden deze reacties op in de 24 uur na
dat Kesimpta is geïnjecteerd, vooral na de eerste injectie. De eerste injectie moet plaatsvinden
onder begeleiding van een zorgprofessional.
-
als u een infectie krijgt. De kans bestaat dat u sneller een infectie oploopt of dat een bestaande
infectie erger wordt. Dit komt doordat Kesimpta de immuuncellen aanvalt, die ook helpen bij
het bestrijden van infecties. Infecties kunnen ernstig en in sommige gevallen zelfs
levensbedreigend zijn.
-
als u van plan bent om u te laten inenten. Uw arts zal u vertellen of het vaccin dat u nodig heeft,
een levend vaccin, een levend verzwakt vaccin of een ander soort vaccin is. U mag tijdens de
behandeling met Kesimpta niet met levende of levend verzwakte vaccins worden ingeënt, omdat
dit een infectie tot gevolg kan hebben. Andere soorten vaccins kunnen minder goed werken als
ze tijdens de behandeling met Kesimpta worden gegeven.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u tijdens uw behandeling met Kesimpta te maken krijgt
met een van de volgende situaties, want deze kunnen tekenen zijn van een ernstige aandoening:
-
als u denkt dat uw multiple sclerose erger wordt (zoals zwakte of veranderingen in uw zicht) of
als u nieuwe of ongewone verschijnselen opmerkt. Deze verschijnselen kunnen wijzen op een
zeldzame hersenaandoening die we progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML)
noemen en wordt veroorzaakt door een virusinfectie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Het middel is namelijk nog niet
onderzocht bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Kesimpta nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
In het bijzonder moet u het uw arts of apotheker vertellen:
-
als u geneesmiddelen gebruikt die zorgen dat de afweer van uw lichaam minder hard werkt, of
als u dat kort geleden heeft gedaan, of als de mogelijkheid bestaat dat u zulke geneesmiddelen
binnenkort gaat gebruiken. De reden hiervoor is dat deze geneesmiddelen een extra effect op het
afweersysteem kunnen hebben.
-
als u van plan bent om u te laten inenten (zie hierboven onder “Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?”).
52
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
U mag niet zwanger worden tijdens uw behandeling met Kesimpta en ook niet binnen 6 maanden
nadat u met de behandeling bent gestopt.
Als u zwanger kunt worden, dan moet u een goedwerkende vorm van anticonceptie gebruiken tijdens
de behandelingsperiode en ook nog 6 maanden nadat u met Kesimpta bent gestopt. Vraag uw arts naar
de mogelijkheden.
Vertel het uw arts meteen als u tijdens de behandelingsperiode, of binnen 6 maanden na de laatste
injectie, toch zwanger wordt of denkt dat u zwanger bent. Uw arts zal het dan met u hebben over de
mogelijke risico's van Kesimpta op een zwangerschap. De reden hiervoor is dat Kesimpta het aantal
immuuncellen (B-cellen) kan verlagen bij zowel de moeder als de ongeboren baby. Uw arts moet uw
zwangerschap melden aan Novartis. Naast contact opnemen met uw arts, kunt u uw zwangerschap ook
melden door zelf contact op te nemen met Novartis (zie rubriek 6).
Borstvoeding
Kesimpta kan terechtkomen in de moedermelk. Praat met uw arts over de voordelen en risico’s
voordat u uw baby borstvoeding geeft in de periode dat u Kesimpta gebruikt.
Inenting van pasgeboren baby’s
Als u Kesimpta heeft gebruikt tijdens uw zwangerschap, moet u uw arts of apotheker om advies
vragen voordat u uw pasgeboren baby laat inenten (zie hierboven onder “Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?”).
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet waarschijnlijk dat Kesimpta invloed zal hebben op uw rijvaardigheid en op uw vermogen
om machines te gebruiken.
Kesimpta bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
“natriumvrij” is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Kesimpta wordt toegediend door middel van subcutane injectie (dat is een injectie onder uw huid).
De eerste injectie moet onder begeleiding van een zorgprofessional plaatsvinden.
Kesimpta voorgevulde pennen zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Zie “Instructies voor het gebruik van de Kesimpta Sensoready-pen” aan het eind van deze bijsluiter
voor uitgebreide instructies over het injecteren van Kesimpta.
“QR-code opnemen” + www.kesimpta.eu
U kunt Kesimpta op ieder moment van de dag gebruiken (in de ochtend, middag of avond).
53
Hoeveel van dit middel moet u gebruiken, en hoe vaak?
Gebruik geen hogere dosis dan de dosis die uw arts u heeft voorgeschreven.
-
De startdosering is 20 mg Kesimpta, toegediend op de eerste dag van de behandeling (week 0)
en na 1 en 2 weken (week 1 en week 2). Na deze eerste 3 injecties, is er geen injectie in de
volgende week (week 3).
Vanaf week 4, en daarna iedere maand, is de aanbevolen dosis 20 mg Kesimpta.
Tijdstip
Week 0 (eerste dag van de behandeling)
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Iedere maand daarna
Dosis
20 mg
20 mg
20 mg
Geen injectie
20 mg
20 mg
-
Hoe lang moet u dit middel gebruiken?
Blijf Kesimpta iedere maand gebruiken zolang als dat volgens uw arts nodig is.
Uw arts zal regelmatig uw toestand controleren om te zien of de behandeling het gewenste
effect heeft.
Heef u nog vragen over hoe lang Kesimpta moet worden gebruikt? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u te veel Kesimpta heeft geïnjecteerd, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Om maximaal voordeel van Kesimpta te krijgen, is het belangrijk dat u elke injectie op het juiste
tijdstip heeft.
Als u een injectie met Kesimpta bent vergeten, moet u de injectie zo spoedig mogelijk aan uzelf
toedienen. Wacht niet tot de volgende geplande toediening. De tijdstippen voor de volgende injecties
moeten dan worden berekend op basis van de dag waarop u deze dosis heeft geïnjecteerd, en niet op
basis van het oorspronkelijke schema (zie hierboven ook onder “Hoeveel van dit middel moet u
gebruiken, en hoe vaak?”).
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Kesimpta en verander uw dosis niet zonder eerst met uw arts te
overleggen.
Sommige bijwerkingen kunnen te maken hebben met een laag aantal B-cellen in uw bloed. Wanneer u
stopt met de behandeling met Kesimpta, zal het aantal B-cellen in uw bloed geleidelijk toenemen tot
een normaal niveau. Dit kan enkele maanden duren. In deze periode kunnen sommige bijwerkingen
die in deze bijsluiter worden beschreven, nog steeds optreden.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
54
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
De bijwerkingen van Kesimpta worden hieronder vermeld. Als een van deze bijwerkingen ernstig
wordt, vertel dat dan uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
-
infectie van de bovenste luchtwegen, met klachten als keelpijn en een loopneus
-
reacties in verband met een injectie, zoals koorts, hoofdpijn, spierpijn, koude rillingen en
moeheid; deze reacties treden meestal op binnen 24 uur na een injectie met Kesimpta, vooral na
de eerste injectie
-
infecties van de urinewegen
-
reacties op de injectieplaats, zoals roodheid, pijn, jeuk en zwelling op de injectieplaats
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
-
een lagere concentratie van een eiwit, immunoglobuline M genaamd, in het bloed; dit eiwit helpt
bij de bescherming tegen infecties
-
een herpesvirusinfectie in de mond
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en het
etiket na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
De voorgevulde pen(nen) in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. Bewaren in de
koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren.
Indien nodig, dan kan Kesimpta eenmalig buiten de koelkast bewaard worden gedurende een periode
van maximaal 7 dagen bij kamertemperatuur (beneden 30 °C). Indien Kesimpta niet gebruikt wordt
gedurende deze periode, dan kan deze opnieuw bewaard worden in de koelkast voor maximaal
7 dagen.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de oplossing zichtbare deeltjes bevat of troebel is.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
55
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is ofatumumab. Elke voorgevulde pen bevat 20 mg
ofatumumab.
-
De andere stoffen in dit middel zijn L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride,
polysorbaat 80, dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur (voor pH-aanpassing) en water voor
injecties.
Hoe ziet Kesimpta eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Kesimpta oplossing voor injectie is helder tot bijna doorschijnend en kleurloos tot licht bruingeel.
Kesimpta is verkrijgbaar in eenheidsverpakkingen met 1 voorgevulde Sensoready-pen en in
multiverpakkingen met 3 dozen, die elk 1 voorgevulde Sensoready-pen bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
90429 Neurenberg
Duitsland
Novartis Farmacéutica SA
Ronda de Santa Maria 158
08210 Barbera del Vallès, Barcelona
Spanje
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
България
Novartis Bulgaria EOOD
Тел.: +359 2 489 98 28
Česká republika
Novartis s.r.o.
Tel: +420 225 775 111
Danmark
Novartis Healthcare A/S
Tlf: +45 39 16 84 00
Lietuva
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tel: +370 5 269 16 50
Luxembourg/Luxemburg
Novartis Pharma N.V.
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Magyarország
Novartis Hungária Kft.
Tel.: +36 1 457 65 00
Malta
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +356 2122 2872
56
Deutschland
Novartis Pharma Vertriebs GmbH
Tel: +49 911 273 0
Eesti
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Tel: +372 66 30 810
Ελλάδα
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Τηλ: +30 210 281 17 12
España
Novartis Farmacéutica, S.A.
Tel: +34 93 306 42 00
France
Novartis Pharma S.A.S.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Hrvatska
Novartis Hrvatska d.o.o.
Tel. +385 1 6274 220
Ireland
Novartis Ireland Limited
Tel: +353 1 260 12 55
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Novartis Farma S.p.A.
Tel: +39 02 96 54 1
Κύπρος
Novartis Pharma Services Inc.
Τηλ: +357 22 690 690
Latvija
SIA Novartis Baltics
Tel: +371 67 887 070
Nederland
Novartis Pharma B.V.
Tel: +31 88 04 52 111
Norge
Novartis Norge AS
Tlf: +47 23 05 20 00
Österreich
Novartis Pharma GmbH
Tel: +43 1 86 6570
Polska
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 375 4888
Portugal
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tel: +351 21 000 8600
România
Novartis Pharma Services
Romania SRL
Tel: +40 21 31299 01
Slovenija
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +386 1 300 75 50
Slovenská republika
Novartis Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 5542 5439
Suomi/Finland
Novartis Finland Oy
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200
Sverige
Novartis Sverige AB
Tel: +46 8 732 32 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Novartis Ireland Limited
Tel: +44 1276 698370
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
57
Instructies voor het gebruik van de Kesimpta Sensoready-pen
Het is belangrijk dat u deze gebruiksinstructies begrijpt en volgt voordat u een injectie met Kesimpta
toedient. Heeft u nog vragen? Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u
Kesimpta voor de eerste keer gaat gebruiken.
Belangrijke informatie om te onthouden:
De pen
niet gebruiken
als de verzegeling van de buitenverpakking of van de pen is verbroken.
Bewaar de pen in de verzegelde buitenverpakking tot u klaar bent om de pen te gebruiken.
De pen
niet schudden.
Als u een pen laat vallen, mag u de pen
niet gebruiken
als de pen beschadigd lijkt te zijn.
Gebruik een pen ook niet als u de pen zonder dop heeft laten vallen.
Gooi de gebruikte pen onmiddellijk na gebruik weg.
De Kesimpta Sensoready-pen mag u
maar eenmaal gebruiken.
Zie “Instructies voor het weggooien van de gebruikte Kesimpta
Sensoready-pen” aan het einde van deze gebruiksinstructies.
Hoe bewaart u Kesimpta?
Bewaar de doos met de pen in een koelkast tussen 2 °C en 8 °C.
Bewaar de pen ter bescherming tegen licht in de oorspronkelijke doos tot u klaar bent om de pen
te gebruiken.
De pen
niet in de vriezer bewaren.
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Onderdelen van de Kesimpta Sensoready-pen (zie afbeelding A):
Afbeelding A
Naald
Naaldbeschermer
Dop
Kijkvenster
Inwendige naaldbeschermer
De Kesimpta Sensoready-pen is afgebeeld zonder dop. Verwijder de dop
niet
als u nog niet klaar bent
om de injectie toe te dienen.
Wat heeft u nodig voor uw injectie?
Inbegrepen in de doos:
Een nieuwe Kesimpta Sensoready-pen (zie
afbeelding B)
Afbeelding B
Niet inbegrepen in de doos (zie
afbeelding C):
1 alcoholdoekje
1 wattenbolletje of gaasje
Naaldencontainer
Zie “Instructies voor het weggooien van de gebruikte
Kesimpta Sensoready-pen” aan het einde van deze
gebruiksinstructies.
Afbeelding C
58
Vóór uw injectie:
Neem de pen
15 tot 30 minuten vóór het injecteren
uit de koelkast om op kamertemperatuur te laten
komen.
Stap 1. Belangrijke veiligheidscontroles voordat u
injecteert (zie afbeelding D):
Kijk door het kijkvenster. De vloeistof moet
helder tot bijna doorschijnend zijn.
Niet gebruiken
als de vloeistof zichtbare
deeltjes bevat of troebel is.
Mogelijk ziet u een kleine luchtbel; dat is
normaal.
Controleer de
uiterste houdbaarheidsdatum
(EXP)
op uw pen.
Gebruik de pen niet meer
na de uiterste houdbaarheidsdatum.
Neem contact op met uw apotheker of
zorgprofessional als een pen niet voldoet aan deze
veiligheidscontroles.
Stap 2. Hoe kiest u de injectieplaats?
De aanbevolen plaats is de voorzijde van uw
bovenbenen. U kunt ook de onderbuik
gebruiken, maar
niet
het gebied van 5 cm rond
de navel (zie
afbeelding E).
Kies voor elke injectie die u aan uzelf toedient
een andere plaats.
Injecteer niet
in gebieden waar de huid
gevoelig, gekneusd, rood, schilferig of hard is.
Vermijd gebieden met littekens of striemen
(striae) en ook infectieplaatsen.
Als een
verzorger
of
zorgprofessional
u uw
injectie geeft, kunnen ze deze ook toedienen in
de buitenkant van uw bovenarm (zie
afbeelding F).
Afbeelding D
Kijkvenster
Uiterste houdbaarheidsdatum
Afbeelding E
Afbeelding F
(alleen verzorger en
zorgprofessional)
59
Stap 3. Hoe reinigt u de injectieplaats?
Was uw handen met water en zeep.
Reinig met ronddraaiende bewegingen de
injectieplaats met het alcoholdoekje. Laat
opdrogen voordat de injectie wordt toegediend
(zie
afbeelding G).
Raak de gereinigde plaats vóór het injecteren
niet meer aan.
Afbeelding G
Uw injectie
Stap 4. Verwijdering van de dop:
Verwijder de dop pas wanneer u klaar bent om
de pen te gebruiken.
Draai de dop eraf in de richting van het pijltje
(zie
afbeelding H).
Gooi de dop weg.
Probeer niet de dop terug
te plaatsen.
Gebruik de pen binnen 5 minuten nadat de dop
is verwijderd.
Misschien ziet u een paar druppels geneesmiddel uit
de naald komen. Dat is normaal.
Stap 5. Hoe houdt u uw pen vast?
Houd de pen loodrecht (in een hoek van 90°)
tegen de gereinigde injectieplaats (zie
afbeelding I).
Afbeelding H
Afbeelding I
Goed
Fout
Belangrijk: Tijdens de injectie
hoort u
2 luide klikken:
De
eerste klik
geeft aan dat
de injectie is begonnen.
De
tweede klik
geeft aan dat
de injectie bijna is afgerond.
U moet de pen stevig tegen uw huid gedrukt houden tot de
groene indicator
het venster vult en niet
meer beweegt.
Stap 6. Uw injectie starten:
Duw de pen stevig tegen de huid om de
injectie te starten (zie
afbeelding J).
De
eerste klik
geeft aan dat de injectie is
begonnen.
Blijf
de pen stevig tegen uw huid gedrukt
houden.
De
groene indicator
geeft de voortgang van
de injectie aan.
Afbeelding J
60
Stap 7. Afronding van uw injectie:
Luister of u de
tweede klik
hoort. Deze geeft
aan dat de injectie
bijna
is voltooid.
Controleer of de
groene indicator
het venster
helemaal opvult en niet meer beweegt (zie
afbeelding K).
U kunt nu de pen verwijderen (zie
afbeelding L).
Afbeelding K
Afbeelding L
Na uw injectie:
Als de groene indicator het venster niet opvult,
betekent dit dat u geen volledige dosis heeft
gehad. Neem contact op met uw arts of
apotheker als de groene indicator niet zichtbaar
is.
Op de injectieplaats kan een klein beetje bloed
zichtbaar zijn. U kunt gedurende 10 seconden
met een wattenbolletje of een gaasje druk
uitoefenen op de injectieplaats. Niet over de
injectieplaats wrijven. Indien het bloeden
aanhoudt, kunt u de injectieplaats afdekken
met een kleine pleister.
Instructies voor het weggooien van de gebruikte Kesimpta Sensoready-pen
Stap 8. Uw Kesimpta Sensoready-pen weggooien:
Gooi de gebruikte pen na gebruik weg in een
naaldencontainer (afsluitbare, prikbestendige
container of iets vergelijkbaars) (zie
afbeelding M).
Probeer nooit uw pen nogmaals te gebruiken.
Houd de naaldencontainer buiten het bereik van
kinderen.
Afbeelding M
61

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
Elke voorgevulde spuit bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing (50 mg/ml).
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
Elke voorgevulde pen bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing (50 mg/ml).
Ofatumumab is een volledig humaan monoklonaal antilichaam dat in een muriene cellijn (NS0) wordt
geproduceerd met behulp van DNA-recombinatietechniek.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectievloeistof)
Oplossing voor injectie (injectievloeistof) in een voorgevulde pen (Sensoready-pen)
De oplossing is helder tot bijna doorschijnend en kleurloos tot licht bruingeel.

4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Kesimpta is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met relapsing multiple sclerose
(RMS) met actieve ziekte gedefinieerd door klinische of beeldvormende technieken (zie rubriek 5.1).
4.2 Dosering en wijze van toediening
De behandeling dient te worden opgestart door een arts met ervaring in de behandeling van
neurologische aandoeningen.
Dosering
De aanbevolen dosis is 20 mg ofatumumab toegediend door middel van subcutane injectie met:
·
initiële doses in week 0, 1 en 2, gevolgd door
·
maandelijkse onderhoudsdoses vanaf week 4.
Gemiste doses
Als een injectie wordt gemist, moet de toediening zo spoedig mogelijk plaatsvinden, zonder te
wachten tot de volgende geplande dosis. De daaropvolgende doses moeten worden toegediend volgens
de aanbevolen intervallen.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm

Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer vaak
Infecties van bovenste luchtwegen1
Urineweginfecties2
Vaak
Orale herpes
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak
Injectieplaatsreacties (lokaal)
Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties
Zeer vaak
Injectiegerelateerde reacties (systemisch)
Onderzoeken
Vaak
Bloed immunoglobuline M verlaagd
1 Groepering van voorkeurstermen (preferred terms, PT's) is overwogen voor het bepalen van de frequentie
van bijwerkingen en omvat het volgende: nasofaryngitis, infectie van bovenste luchtwegen, griep, sinusitis,
faryngitis, rhinitis, virale bovensteluchtweginfectie, tonsillitis, acute sinusitis, faryngotonsillitis, laryngitis,
streptokokkenfaryngitis, virale rhinitis, bacteriële sinusitis, bacteriële tonsillitis, virale faryngitis, virale
tonsillitis, chronische sinusitis, nasale herpes, tracheïtis.
2 Groepering van voorkeurstermen (preferred terms ­ PT's) werd overwogen voor het bepalen van de
frequentie van bijwerkingen en omvat het volgende: urineweginfectie, cystitis, escherichia urineweginfectie,
asymptomatische bacteriurie, bacteriurie.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Infecties
In de klinische fase III-studies naar RMS, was het totaal aantal infecties en ernstige infecties bij
patiënten behandeld met ofatumumab vergelijkbaar met patiënten die behandeld werden met
teriflunomide (respectievelijk 51,6% vs. 52,7% en 2,5% vs. 1,8%). Twee patiënten (0,2%) stopten met
de studie en 11 patiënten (1,2%) onderbraken tijdelijk de studiebehandeling vanwege een ernstige
infectie.
Bovensteluchtweginfecties
In deze studies had 39,4% van de patiënten behandeld met ofatumumab bovensteluchtweginfecties in
vergelijking met 37,8% van de patiënten behandeld met teriflunomide. De infecties waren
voornamelijk licht tot matig en bestonden voor het merendeel uit nasofaryngitis, bovenste
luchtweginfectie en griep.
Injectiegerelateerde reacties
In de klinische fase III-studies naar RMS werden (systemische) injectiegerelateerde reacties gemeld
bij 20,6% van de patiënten behandeld met ofatumumab.
De incidentie van injectiegerelateerde reacties was het hoogst bij de eerste injectie (14,4%) en nam
significant af bij daaropvolgende injecties (4,4% bij de tweede injectie en < 3% bij de derde). De
injectiegerelateerde reacties waren in de meeste gevallen (99,8%) licht tot matig qua ernst.
Twee (0,2%) met ofatumumab behandelde MS-patiënten meldden ernstige injectiegerelateerde
reacties, maar deze waren niet levensbedreigend. De vaakst gemelde symptomen ( 2%) waren onder
andere koorts, hoofdpijn, myalgie, koude rillingen en vermoeidheid.
Reacties op de injectieplaats
In de klinische fase III-studies naar RMS werden (lokale) reacties op de injectieplaats gemeld bij
10,9% van de patiënten behandeld met ofatumumab.
Lokale reacties ter hoogte van de toedieningsplaats deden zich zeer vaak voor. De reacties op de
injectieplaats waren alle van een lichte tot matige graad en niet-ernstig van aard. De vaakst gemelde
symptomen ( 2%) waren onder andere erytheem, pijn, jeuk en zwelling.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: selectieve immunosuppressiva, ATC-code: L04AA52
Werkingsmechanisme
Ofatumumab is een volledig humaan anti-CD20 monoklonaal immunoglobuline G1 (IgG1)-
antilichaam. Het CD20-molecule is een transmembraan fosfoproteïne met expressie op B-lymfocyten
vanaf pre-B-cel tot en met het stadium van mature B-lymfocyt. Het CD20-molecule komt ook tot
expressie op een kleine fractie van geactiveerde T-cellen.
De binding van ofatumumab aan CD20 induceert lysis van CD20+-B-cellen, primair via
complementafhankelijke cytotoxiciteit (CDC) en, in geringere mate, via antilichaamafhankelijke
celgemedieerde cytotoxiciteit (ADCC). Ook is aangetoond dat ofatumumab cellyse induceert in cellen
met zowel hoge als lage CD20-expressie. Bij T-cellen met CD20-expressie vindt ook depletie door
ofatumumab plaats.
Demografische gegevens en baseline-kenmerken

Kenmerken
Studie 1
Studie 2
(ASCLEPIOS I)
(ASCLEPIOS II)
Ofatumumab
Teriflunomide
Ofatumumab
Teriflunomide
(N=465)
(N=462)
(N=481)
(N=474)
Leeftijd (gemiddeld ±
39 ± 9
38 ± 9
38 ± 9
38 ± 9
standaardafwijking; jaren)
Geslacht (vrouw; %)
68,4
68,6
66,3
67,3
Duur van MS sinds diagnose
5,77 / 3,94
5,64 / 3,49
5,59 / 3,15
5,48 / 3,10
(gemiddeld/mediaan; jaren)
Eerder behandeld met DMT's (%)
58,9
60,6
59,5
61,8
Aantal relapsen in laatste 12 maanden
1,2
1,3
1,3
1,3
EDSS-score (gemiddeld/mediaan)
2,97 / 3,00
2,94 / 3,00
2,90 / 3,00
2,86 / 2,50
Gemiddeld totaal T2-laesievolume (cm3)
13,2
13,1
14,3
12,0
Patiënten met Gd+ T1-laesies (%)
37,4
36,6
43,9
38,6
Aantal Gd+ T1-laesies (gemiddeld)
1,7
1,2
1,6
1,5
De werkzaamheidsresultaten van beide studies zijn samengevat in tabel 3 en figuur 1.
In beide fase III-studies toonde ofatumumab in vergelijking met teriflunomide een significante
vermindering aan in het aantal vastgestelde relapsen op jaarbasis met respectievelijk 50,5% en 58,5%.
De vooraf gespecificeerde meta-analyse van samengevoegde gegevens liet zien dat ofatumumab in
vergelijking met teriflunomide zorgde voor een significante vermindering van het risico op bevestigde
progressie van invaliditeit (confirmed disability progression - CDP) na 3 maanden met 34,4% en het
risico op CDP na 6 maanden met 32,5% (zie figuur 1).
In vergelijking met teriflunomide verminderde ofatumumab het aantal Gd-aankleurende T1-laesies
significant met 95,9% en het percentage nieuwe of groter wordende T2-laesies met 83,5% (deze
waarden vertegenwoordigen de gemiddelde verminderingen voor de samengevoegde studies).
Een vergelijkbaar effect van ofatumumab op de belangrijkste werkzaamheidsresultaten vergeleken met
teriflunomide werd waargenomen in de twee fase III-studies bij verkennende subgroepen gedefinieerd
door geslacht, leeftijd, lichaamsgewicht, eerdere niet-steroïde MS-therapie, invaliditeit en
ziekteactiviteit bij aanvang.
Overzicht van belangrijkste resultaten van fase III-studies naar RMS

Eindpunten
Studie 1
Studie 2
(ASCLEPIOS I)
(ASCLEPIOS II)
Ofatumumab
Teriflunomide Ofatumumab
Teriflunomide
20 mg
14 mg
20 mg
14 mg
(n=465)
(n=462)
(n=481)
(n=474)
Eindpunten op basis van afzonderlijke studies
Annualised relapse rate (ARR) (primair
0,11
0,22
0,10
0,25
eindpunt)1
Procentuele vermindering
50,5% (p<0,001)
58,5% (p<0,001)
Gemiddeld aantal Gd-aankleurende
0,0115
0,4523
0,0317
0,5141
T1-laesies per MRI-scan
Relatieve vermindering
97,5% (p<0,001)
93,8% (p<0,001)
Aantal nieuwe of groter wordende
0,72
4,00
0,64
4,15
T2-laesies per jaar
Relatieve vermindering
81,9% (p<0,001)
84,5% (p<0,001)
Eindpunten op basis van vooraf gespecificeerde meta-analyses
Percentage patiënten met progressie van
10,9% ofatumumab vs. 15,0% teriflunomide
invaliditeit bevestigd na 3 maanden (3-
month CDP)2
34,4% (p=0,002)
Risicoreductie
Percentage patiënten met progressie van
8,1% ofatumumab vs. 12,0% teriflunomide
invaliditeit bevestigd na 6 maanden (6-
month CDP)2
32,5% (p=0,012)
Risicoreductie
1 Bevestigde relapsen (gepaard gaand met een klinisch relevante verandering in de EDSS).
2 Kaplan-Meier-schatting op 24 maanden. De CDP na 3 en 6 maanden werden beoordeeld op basis van
prospectief geplande analyse van de samengevoegde gegevens uit de twee fase III-studies en gedefinieerd
als een klinisch betekenisvolle toename van de EDSS die respectievelijk minstens 3 of 6 maanden
standhield. Een klinisch betekenisvolle toename van de EDSS is gedefinieerd als een toename met
minstens 1,5 punt indien de EDSS-score bij baseline 0 was; een toename met minstens 1,0 punt indien de
EDSS-score bij baseline 1,0­5,0 was; en een toename met minstens 0,5 punten indien de EDSS-score bij
baseline 5,5 of hoger was.

Tijd tot eerste CDP na 3 maanden volgens behandeling (ASCLEPIOS-studie 1 en
-studie 2 samengevoegd, full analysis set)

24
f
22
ie

t
la

20
u

m
)

u
(%
18
c
n

n
e

15,0%1
16
a

ll
v
a
g
14
orv
ttin
o
12
a
v
10,9%1
h
c

ge
10
s

r
-

nta
ie
8
e
M

rce
-
6
Risicoreductie: 34,4%, p=0,002
n
pe
la
4
Teriflunomide (N=932)
Kap
2
Ofatumumab (N=944)
0
0
3
6
9
12
15
18
21
24
27
30
33
Studiemaand
Aantal risicopatiënten
Ofatumumab
944
908
878
844
810
784
534
319
176
49
1
0
Teriflunomide
932
901
841
804
756
718
478
298
146
41
1
0

1 De cijfers op de curves zijn Kaplan-Meier-schattingen van het risico van het voorval op maand 24 (aangegeven door de
verticale streepjeslijn).
In de fase III-studies was het percentage patiënten met bijwerkingen (83,6% vs. 84,2%) en met
bijwerkingen die tot stopzetting leidden (5,7% vs. 5,2%) vergelijkbaar in de ofatumumab-groep en de
teriflunomide-groep.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Kesimpta in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten voor de behandeling van multiple sclerose (zie rubriek 4.2 voor informatie over
pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Een maandelijkse subcutane dosis van 20 mg leidt tot een gemiddelde AUCtau van 483 µg*u/ml en een
gemiddelde Cmax van 1,43 µg/ml bij steady state.
Aangenomen wordt dat ofatumumab na subcutane toediening voornamelijk via het lymfestelsel wordt
geabsorbeerd, op een wijze die vergelijkbaar is met andere therapeutische monoklonale antilichamen.
Distributie
Het distributievolume bij steady state werd geschat op 5,42 liter na herhaalde subcutane toediening
van ofatumumab in een dosis van 20 mg.

FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
L-arginine
Natriumacetaattrihydraat
Natriumchloride
Polysorbaat 80
Dinatriumedetaatdihydraat
Zoutzuur (voor pH-aanpassing)
Water voor injecties


HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1532/001-004

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

26 maart 2021

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST

Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.

BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME
STOF(FEN) EN FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK
VOOR VRIJGIFTE


B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK


C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN


D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

Naam en adres van de fabrikant van de biologisch werkzame stof
Lonza Biologics, Inc.
101 International Drive
Portsmouth, NH 03801
Verenigde Staten
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
90429 Neurenberg
Duitsland
Novartis Farmacéutica SA
Ronda de Santa Maria 158
08210 Barbera del Vallès, Barcelona
Spanje
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK

Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN

·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen
6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.



VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER


A. ETIKETTERING

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
ofatumumab

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde spuit bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuit in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1532/001
Verpakking met 1 voorgevulde spuit
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
ofatumumab

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde spuit bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 3 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 1)

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuiten in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1532/002
Multiverpakking met 3 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 1)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
ofatumumab

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde spuit bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde spuit. Onderdeel van een multiverpakking. Mag niet afzonderlijk worden verkocht.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde spuit in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1532/002
Multiverpakking met 3 voorgevulde spuiten (3 verpakkingen van 1)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
ofatumumab

2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Novartis Ireland Limited

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
OVERIGE

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Kesimpta 20 mg injectievloeistof
ofatumumab
SC

2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
ofatumumab

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde pen bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde Sensoready-pen

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1532/003
Verpakking met 1 voorgevulde pen
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
ofatumumab

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde pen bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
Multiverpakking: 3 voorgevulde Sensoready-pennen (3 verpakkingen van 1)

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pennen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1532/004
Multiverpakking met 3 voorgevulde pennen (3 verpakkingen van 1)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
ofatumumab

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een voorgevulde pen bevat 20 mg ofatumumab in 0,4 ml oplossing.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook: L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride, polysorbaat 80,
dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur, water voor injecties.

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
1 voorgevulde Sensoready-pen. Onderdeel van een multiverpakking. Mag niet afzonderlijk worden
verkocht.

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor eenmalig gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast. Niet in de vriezer bewaren.
De voorgevulde pen in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1532/004
Multiverpakking met 3 voorgevulde pennen (3 verpakkingen van 1)
13. PARTIJNUMMER
Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
Kesimpta 20 mg

17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE

18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Kesimpta 20 mg injectievloeistof
ofatumumab
Subcutaan gebruik

2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
Sensoready-pen

OVERIGE
Scan de code voor meer informatie.
QR-code opnemen + pictogram
www.kesimpta.eu

B. BIJSLUITER


Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit
ofatumumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Kesimpta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Kesimpta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Wat is Kesimpta?
Kesimpta bevat de werkzame stof ofatumumab. Ofatumumab behoort tot een groep geneesmiddelen
die monoklonale antilichamen worden genoemd.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Kesimpta wordt gebruikt voor de behandeling van volwassenen met relapsing (terugkerende) multiple
sclerose (RMS).
Hoe werkt dit middel?
Kesimpta werkt door zich te hechten aan een doeleiwit, CD20 genaamd, op het oppervlak van B-
cellen. B-cellen zijn een soort witte bloedcellen die deel uitmaken van de afweer van uw lichaam
(immuunsysteem). Afweer zorgt voor bescherming tegen ziektes. Bij multiple sclerose valt het
afweersysteem de beschermende laag rond de zenuwcellen aan. B-cellen spelen een rol in dit proces.
Kesimpta valt de B-cellen aan en verwijdert deze. Daarmee verkleint dit middel de kans op het krijgen
van een terugval (relaps, exacerbatie, schub, opstoot), verlicht het de ziekteverschijnselen en vertraagt
het de verergering van de ziekte.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft te horen gekregen dat u ernstige problemen met uw afweersysteem heeft.
-
U heeft een ernstige infectie.
-
U heeft kanker.
Kesimpta kan er voor zorgen dat het hepatitis B-virus weer actief wordt. Uw arts zal met een
bloedonderzoek controleren of u risico op een hepatitis B-infectie loopt. Als uit dat onderzoek
blijkt dat u hepatitis B heeft gehad of drager van het hepatitis B-virus bent, zal uw arts u vragen
om naar een specialist te gaan.
-
Voordat u start met de behandeling met Kesimpta, kan uw arts besluiten om uw afweersysteem
te controleren.
-
Als u een infectie heeft, kan uw arts besluiten dat u Kesimpta niet mag krijgen. Ook kan uw arts
uw behandeling met Kesimpta uitstellen tot de infectie is verdwenen.
-
Uw arts zal controleren of u inentingen (vaccinaties) nodig heeft voordat u begint aan uw
behandeling met Kesimpta. Als u een type vaccin nodig heeft dat een levend vaccin of een
levend verzwakt vaccin wordt genoemd, dan moet zo'n vaccin minstens 4 weken vóór de start
van de behandeling met Kesimpta worden gegeven. Andere soorten vaccins moeten minstens
2 weken vóór de start van de behandeling met Kesimpta worden gegeven.

Tijdens uw behandeling met Kesimpta
Vertel het uw arts:
-
als u een algemene reactie in verband met een injectie krijgt of een plaatselijke reactie op de
injectieplaats krijgt. Dit zijn de vaakst voorkomende bijwerkingen van behandeling met
Kesimpta en worden beschreven in rubriek 4. Meestal treden deze reacties op in de 24 uur na
dat Kesimpta is geïnjecteerd, vooral na de eerste injectie. De eerste injectie moet plaatsvinden
onder begeleiding van een zorgprofessional.
-
als u een infectie krijgt. De kans bestaat dat u sneller een infectie oploopt of dat een bestaande
infectie erger wordt. Dit komt doordat Kesimpta de immuuncellen aanvalt, die ook helpen bij
het bestrijden van infecties. Infecties kunnen ernstig en in sommige gevallen zelfs
levensbedreigend zijn.
-
als u van plan bent om u te laten inenten. Uw arts zal u vertellen of het vaccin dat u nodig heeft,
een levend vaccin, een levend verzwakt vaccin of een ander soort vaccin is. U mag tijdens de
behandeling met Kesimpta niet met levende of levend verzwakte vaccins worden ingeënt, omdat
dit een infectie tot gevolg kan hebben. Andere soorten vaccins kunnen minder goed werken als
ze tijdens de behandeling met Kesimpta worden gegeven.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u tijdens uw behandeling met Kesimpta te maken krijgt
met een van de volgende situaties, want deze kunnen tekenen zijn van een ernstige aandoening:
-
als u denkt dat uw multiple sclerose erger wordt (zoals zwakte of veranderingen in uw zicht) of
als u nieuwe of ongewone verschijnselen opmerkt. Deze verschijnselen kunnen wijzen op een
zeldzame hersenaandoening die we progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML)
noemen en wordt veroorzaakt door een virusinfectie.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Het middel is namelijk nog niet
onderzocht bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Kesimpta nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
In het bijzonder moet u het uw arts of apotheker vertellen:
-
als u geneesmiddelen gebruikt die zorgen dat de afweer van uw lichaam minder hard werkt, of
als u dat kort geleden heeft gedaan, of als de mogelijkheid bestaat dat u zulke geneesmiddelen
binnenkort gaat gebruiken. De reden hiervoor is dat deze geneesmiddelen een extra effect op het
afweersysteem kunnen hebben.
-
als u van plan bent om u te laten inenten (zie hierboven onder 'Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?').

Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Kesimpta wordt toegediend door middel van subcutane injectie (dat is een injectie onder uw huid).
De eerste injectie moet onder begeleiding van een zorgprofessional plaatsvinden.
Kesimpta voorgevulde spuiten zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Zie 'Instructies voor het gebruik van de Kesimpta voorgevulde spuit' aan het eind van deze bijsluiter
voor uitgebreide instructies over het injecteren van Kesimpta.
'QR-code opnemen' + www.kesimpta.eu
U kunt Kesimpta op ieder moment van de dag gebruiken (in de ochtend, middag of avond).
De startdosering is 20 mg Kesimpta, toegediend op de eerste dag van de behandeling (week 0)
en na 1 en 2 weken (week 1 en week 2). Na deze eerste 3 injecties, is er geen injectie in de
volgende week (week 3).
-
Vanaf week 4, en daarna iedere maand, is de aanbevolen dosis 20 mg Kesimpta.

Tijdstip
Dosis
Week 0 (eerste dag van de behandeling)
20 mg
Week 1
20 mg
Week 2
20 mg
Week 3
Geen injectie
Week 4
20 mg
Iedere maand daarna
20 mg

Hoe lang moet u dit middel gebruiken?
Blijf Kesimpta iedere maand gebruiken zolang als dat volgens uw arts nodig is.
Uw arts zal regelmatig uw toestand controleren om te zien of de behandeling het gewenste
effect heeft.
Heef u nog vragen over hoe lang Kesimpta moet worden gebruikt? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u te veel Kesimpta heeft geïnjecteerd, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Om maximaal voordeel van Kesimpta te krijgen, is het belangrijk dat u elke injectie op het juiste
tijdstip heeft.
Als u een injectie met Kesimpta bent vergeten, moet u de injectie zo spoedig mogelijk aan uzelf
toedienen. Wacht niet tot de volgende geplande toediening. De tijdstippen voor de volgende injecties
moeten dan worden berekend op basis van de dag waarop u deze dosis heeft geïnjecteerd, en niet op
basis van het oorspronkelijke schema (zie hierboven ook onder 'Hoeveel van dit middel moet u
gebruiken, en hoe vaak?').
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Kesimpta en verander uw dosis niet zonder eerst met uw arts te
overleggen.
Sommige bijwerkingen kunnen te maken hebben met een laag aantal B-cellen in uw bloed. Wanneer u
stopt met de behandeling met Kesimpta, zal het aantal B-cellen in uw bloed geleidelijk toenemen tot
een normaal niveau. Dit kan enkele maanden duren. In deze periode kunnen sommige bijwerkingen
die in deze bijsluiter worden beschreven, nog steeds optreden.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.



Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
De bijwerkingen van Kesimpta worden hieronder vermeld. Als een van deze bijwerkingen ernstig
wordt, vertel dat dan uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
-
infectie van de bovenste luchtwegen, met klachten als keelpijn en een loopneus
-
reacties in verband met een injectie, zoals koorts, hoofdpijn, spierpijn, koude rillingen en
moeheid; deze reacties treden meestal op binnen 24 uur na een injectie met Kesimpta, vooral na
de eerste injectie
-
infecties van de urinewegen
-
reacties op de injectieplaats, zoals roodheid, pijn, jeuk en zwelling op de injectieplaats

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
-
een lagere concentratie van een eiwit, immunoglobuline M genaamd, in het bloed; dit eiwit helpt
bij de bescherming tegen infecties
-
een herpesvirusinfectie in de mond

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.

5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en het
etiket na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
De voorgevulde spuit(en) in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. Bewaren in de
koelkast (2 °C ­ 8 °C). Niet in de vriezer bewaren.
Indien nodig, dan kan Kesimpta eenmalig buiten de koelkast bewaard worden gedurende een periode
van maximaal 7 dagen bij kamertemperatuur (beneden 30 °C). Indien Kesimpta niet gebruikt wordt
gedurende deze periode, dan kan deze opnieuw bewaard worden in de koelkast voor maximaal
7 dagen.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de oplossing zichtbare deeltjes bevat of troebel is.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.

Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is ofatumumab. Elke voorgevulde spuit bevat 20 mg
ofatumumab.
-
De andere stoffen in dit middel zijn L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride,
polysorbaat 80, dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur (voor pH-aanpassing) en water voor
injecties.

Hoe ziet Kesimpta eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Kesimpta oplossing voor injectie is helder tot bijna doorschijnend en kleurloos tot licht bruingeel.
Kesimpta is verkrijgbaar in eenheidsverpakkingen met 1 voorgevulde spuit en in multiverpakkingen
met 3 dozen, die elk 1 voorgevulde spuit bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
90429 Neurenberg
Duitsland
Novartis Farmacéutica SA
Ronda de Santa Maria 158
08210 Barbera del Vallès, Barcelona
Spanje
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Novartis Pharma N.V.
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Tel: +370 5 269 16 50


Luxembourg/Luxemburg
Novartis Bulgaria EOOD
Novartis Pharma N.V.
.: +359 2 489 98 28
Tél/Tel: +32 2 246 16 11


Ceská republika
Magyarország
Novartis s.r.o.
Novartis Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 457 65 00

Danmark
Malta
Novartis Healthcare A/S
Novartis Pharma Services Inc.
Tlf: +45 39 16 84 00
Tel: +356 2122 2872

Nederland
Novartis Pharma Vertriebs GmbH
Novartis Pharma B.V.
Tel: +49 911 273 0
Tel: +31 88 04 52 111

Eesti
Norge
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Novartis Norge AS
Tel: +372 66 30 810
Tlf: +47 23 05 20 00


Österreich
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Novartis Pharma GmbH
: +30 210 281 17 12
Tel: +43 1 86 6570

España
Polska
Novartis Farmacéutica, S.A.
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 93 306 42 00
Tel.: +48 22 375 4888

France
Portugal
Novartis Pharma S.A.S.
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Tel: +351 21 000 8600

Hrvatska

România
Novartis Hrvatska d.o.o.
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel. +385 1 6274 220
Tel: +40 21 31299 01

Ireland

Slovenija
Novartis Ireland Limited
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +353 1 260 12 55
Tel: +386 1 300 75 50

Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Novartis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 5542 5439


Italia
Suomi/Finland
Novartis Farma S.p.A.
Novartis Finland Oy
Tel: +39 02 96 54 1
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200


Sverige
Novartis Pharma Services Inc.
Novartis Sverige AB
: +357 22 690 690
Tel: +46 8 732 32 00


Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Novartis Baltics
Novartis Ireland Limited
Tel: +371 67 887 070
Tel: +44 1276 698370


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in

Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Het is belangrijk dat u deze gebruiksinstructies begrijpt en volgt voordat u een injectie met Kesimpta
toedient. Heeft u nog vragen? Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u
Kesimpta voor de eerste keer gaat gebruiken.
Belangrijke informatie om te onthouden:
·
De Kesimpta voorgevulde spuit
niet gebruiken als de verzegeling van de buitenverpakking of
van de blisterverpakking is verbroken. Bewaar de Kesimpta voorgevulde spuit in de verzegelde
doos tot u klaar bent om de spuit te gebruiken.
·
De Kesimpta voorgevulde spuit
niet schudden.
·
De voorgevulde spuit heeft een veiligheidsbescherming. Nadat de injectie is voltooid, zal deze
veiligheidsbescherming automatisch de naald afschermen. De veiligheidsbescherming is
bedoeld om prikongelukken te voorkomen bij iedereen die de voorgevulde spuit in handen krijgt
na een injectie.
·
Verwijder de naalddop pas vlak voordat u de injectie toedient.
·
Vermijd aanraking van de zijvleugels van de veiligheidsbescherming van de spuit vóór gebruik.
Door de zijvleugels aan te raken, kan de veiligheidsbescherming van de spuit de naald te vroeg
afschermen.
·
Gooi de gebruikte Kesimpta voorgevulde spuit na gebruik onmiddellijk weg in een
naaldencontainer.
De Kesimpta voorgevulde spuit mag u maar eenmaal gebruiken. Zie
'Instructies voor het weggooien van de gebruikte Kesimpta voorgevulde spuit' aan het einde
van deze gebruiksinstructies.

Hoe bewaart u Kesimpta?
·
Bewaar de doos met de Kesimpta voorgevulde spuit in een koelkast tussen 2 °C en 8 °C.
·
Bewaar de Kesimpta voorgevulde spuit ter bescherming tegen licht in de oorspronkelijke doos
tot u klaar bent om de spuit te gebruiken.
·
De Kesimpta voorgevulde spuit
niet in de vriezer bewaren.

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Onderdelen van de Kesimpta voorgevulde spuit (zie afbeelding A):
Afbeelding A
Vingergrepen
Zuigerkop
Naalddop
Behuizing veiligheids-
Zuiger
bescherming spuit
Kijkvenster
Etiket en uiterste
Zijvleugels veiligheidsbescherming spuit
houdbaarheidsdatum



Wat heeft u nodig voor uw injectie?
Inbegrepen in de doos:
·
Een nieuwe Kesimpta voorgevulde spuit

Afbeelding B
Niet inbegrepen in de doos (
zie afbeelding B):
·
1 alcoholdoekje
·
1 wattenbolletje of gaasje
·
Naaldencontainer

Zie 'Instructies voor het weggooien van de gebruikte
Kesimpta voorgevulde spuit' aan het einde van deze
gebruiksinstructies.

Hoe maakt u de Kesimpta voorgevulde spuit klaar voor gebruik?

Stap 1. Zorg voor een schoon, goed verlicht en vlak werkoppervlak.
Stap 2. Neem de doos met de Kesimpta voorgevulde spuit uit de koelkast en laat deze
ongeopend
gedurende ongeveer 15 tot 30 minuten op kamertemperatuur komen op uw werkoppervlak.
Stap 3. Was uw handen zorgvuldig met water en zeep.
Stap 4. Neem de voorgevulde spuit uit de buitenverpakking en vervolgens uit de blisterverpakking;
houd daarbij de spuit vast aan de behuizing van de veiligheidsbescherming van de spuit.
Stap 5. Kijk door het kijkvenster van de voorgevulde spuit. De vloeistof moet helder tot bijna
doorschijnend zijn. Mogelijk ziet u een kleine luchtbel; dat is normaal. De voorgevulde spuit
niet
gebruiken
als de vloeistof zichtbare deeltjes bevat of troebel is.
Stap 6. De voorgevulde spuit
niet gebruiken als de spuit beschadigd is. Breng de voorgevulde spuit
en de verpakking dan terug naar de apotheek.
Stap 7. De voorgevulde spuit
niet gebruiken als de
Afbeelding C
uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken
(zie

afbeelding C). Breng een voorgevulde spuit waarvan de
uiterste gebruiksdatum is verstreken en zijn verpakking
terug naar bij de apotheek.
Uiterste houdbaarheidsdatum


Hoe kiest en reinigt u de injectieplaats?
· De volgende plaatsen op uw lichaam kunt u gebruiken om
Kesimpta te injecteren:
·
de voorzijde van uw bovenbenen (
zie
Afbeelding D
afbeelding D)
·
de onderbuik, maar
niet het gebied van 5 cm rond
uw navel (
zie afbeelding D)
·
de buitenkant van uw bovenarmen, als een
verzorger of zorgprofessional u de injectie geeft
(
zie afbeelding E).


Afbeelding E
(alleen verzorger en
zorgprofessional)
· Kies voor elke injectie die u aan uzelf toedient een andere
plaats.
·
Injecteer niet in gebieden waar de huid gevoelig,
gekneusd, rood, schilferig of hard is. Vermijd gebieden
met littekens of striemen (striae) en ook infectieplaatsen.
Stap 8. Reinig met ronddraaiende bewegingen de injectieplaats met het alcoholdoekje. Laat opdrogen
voordat de injectie wordt toegediend. Raak de gereinigde plaats vóór het injecteren niet meer aan.



Hoe dient u de injectie toe?

Stap 9. Verwijder voorzichtig de naalddop van de
Afbeelding F
voorgevulde spuit (
zie afbeelding F). Gooi de naalddop
weg. Er kan op de punt van de naald een druppeltje
vloeistof zichtbaar zijn. Dat is normaal.


Afbeelding G
Stap 10. Knijp met één hand de huid op de injectieplaats
voorzichtig samen. Breng met uw andere hand de naald
in uw huid in zoals afgebeeld (
zie afbeelding G). Duw
de naald er helemaal in om ervoor te zorgen dat u de
volledige dosis geneesmiddel toedient.

Afbeelding H
Stap 11. Houd de vingergrepen van de voorgevulde spuit
vast zoals afgebeeld (
zie afbeelding H). Duw de zuiger
langzaam zo ver mogelijk omlaag zodat de zuigerkop
zich volledig tussen de zijvleugels van de
veiligheidsbescherming van de spuit bevindt.
Stap 12. Houd de zuiger 5 seconden volledig ingedrukt
terwijl u de spuit op zijn plaats houdt.

Afbeelding I
Stap 13. Laat de zuiger
langzaam los tot de naald is
afgeschermd (
zie afbeelding I). Verwijder de spuit
vervolgens van de injectieplaats.
Stap 14. Op de injectieplaats kan een klein beetje bloed
zichtbaar zijn. U kunt gedurende 10 seconden met een
wattenbolletje of een gaasje druk uitoefenen op de
injectieplaats. Niet over de injectieplaats wrijven. Indien
het bloeden aanhoudt, kunt u de injectieplaats afdekken
met een kleine pleister.


Instructies voor het weggooien
van de Kesimpta voorgevulde spuit
Stap 15. De voorgevulde spuit na gebruik weggooien in
Afbeelding J
een naaldencontainer (afsluitbare, prikbestendige
container of iets vergelijkbaars) (
zie afbeelding J).
·
De voorgevulde spuit na gebruik
niet weggooien
met het huishoudelijk afval.
·
Gebruikte voorgevulde spuiten mogen nooit
opnieuw worden gebruikt.

Houd de naaldencontainer buiten het bereik van
kinderen.



Kesimpta 20 mg oplossing voor injectie in een voorgevulde pen
ofatumumab
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.

Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is Kesimpta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Kesimpta en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Wat is Kesimpta?
Kesimpta bevat de werkzame stof ofatumumab. Ofatumumab behoort tot een groep geneesmiddelen
die monoklonale antilichamen worden genoemd.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Kesimpta wordt gebruikt voor de behandeling van volwassenen met relapsing (terugkerende) multiple
sclerose (RMS).
Hoe werkt dit middel?
Kesimpta werkt door zich te hechten aan een doeleiwit, CD20 genaamd, op het oppervlak van B-
cellen. B-cellen zijn een soort witte bloedcellen die deel uitmaken van de afweer van uw lichaam
(immuunsysteem). Afweer zorgt voor bescherming tegen ziektes. Bij multiple sclerose valt het
afweersysteem de beschermende laag rond de zenuwcellen aan. B-cellen spelen een rol in dit proces.
Kesimpta valt de B-cellen aan en verwijdert deze. Daarmee verkleint dit middel de kans op het krijgen
van een terugval (relaps, exacerbatie, schub, opstoot), verlicht het de ziekteverschijnselen en vertraagt
het de verergering van de ziekte.

2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U heeft te horen gekregen dat u ernstige problemen met uw afweersysteem heeft.
-
U heeft een ernstige infectie.
-
U heeft kanker.
Kesimpta kan er voor zorgen dat het hepatitis B-virus weer actief wordt. Uw arts zal met een
bloedonderzoek controleren of u risico op een hepatitis B-infectie loopt. Als uit dat onderzoek
blijkt dat u hepatitis B heeft gehad of drager van het hepatitis B-virus bent, zal uw arts u vragen
om naar een specialist te gaan.
-
Voordat u start met de behandeling met Kesimpta, kan uw arts besluiten om uw afweersysteem
te controleren.
-
Als u een infectie heeft, kan uw arts besluiten dat u Kesimpta niet mag krijgen. Ook kan uw arts
uw behandeling met Kesimpta uitstellen tot de infectie is verdwenen.
-
Uw arts zal controleren of u inentingen (vaccinaties) nodig heeft voordat u begint aan uw
behandeling met Kesimpta. Als u een type vaccin nodig heeft dat een levend vaccin of een
levend verzwakt vaccin wordt genoemd, dan moet zo'n vaccin minstens 4 weken vóór de start
van de behandeling met Kesimpta worden gegeven. Andere soorten vaccins moeten minstens
2 weken vóór de start van de behandeling met Kesimpta worden gegeven.

Tijdens uw behandeling met Kesimpta
Vertel het uw arts:
-
als u een algemene reactie in verband met een injectie krijgt of een plaatselijke reactie op de
injectieplaats krijgt. Dit zijn de vaakst voorkomende bijwerkingen van behandeling met
Kesimpta en worden beschreven in rubriek 4. Meestal treden deze reacties op in de 24 uur na
dat Kesimpta is geïnjecteerd, vooral na de eerste injectie. De eerste injectie moet plaatsvinden
onder begeleiding van een zorgprofessional.
-
als u een infectie krijgt. De kans bestaat dat u sneller een infectie oploopt of dat een bestaande
infectie erger wordt. Dit komt doordat Kesimpta de immuuncellen aanvalt, die ook helpen bij
het bestrijden van infecties. Infecties kunnen ernstig en in sommige gevallen zelfs
levensbedreigend zijn.
-
als u van plan bent om u te laten inenten. Uw arts zal u vertellen of het vaccin dat u nodig heeft,
een levend vaccin, een levend verzwakt vaccin of een ander soort vaccin is. U mag tijdens de
behandeling met Kesimpta niet met levende of levend verzwakte vaccins worden ingeënt, omdat
dit een infectie tot gevolg kan hebben. Andere soorten vaccins kunnen minder goed werken als
ze tijdens de behandeling met Kesimpta worden gegeven.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u tijdens uw behandeling met Kesimpta te maken krijgt
met een van de volgende situaties, want deze kunnen tekenen zijn van een ernstige aandoening:
-
als u denkt dat uw multiple sclerose erger wordt (zoals zwakte of veranderingen in uw zicht) of
als u nieuwe of ongewone verschijnselen opmerkt. Deze verschijnselen kunnen wijzen op een
zeldzame hersenaandoening die we progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML)
noemen en wordt veroorzaakt door een virusinfectie.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Het middel is namelijk nog niet
onderzocht bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Kesimpta nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
In het bijzonder moet u het uw arts of apotheker vertellen:
-
als u geneesmiddelen gebruikt die zorgen dat de afweer van uw lichaam minder hard werkt, of
als u dat kort geleden heeft gedaan, of als de mogelijkheid bestaat dat u zulke geneesmiddelen
binnenkort gaat gebruiken. De reden hiervoor is dat deze geneesmiddelen een extra effect op het
afweersysteem kunnen hebben.
-
als u van plan bent om u te laten inenten (zie hierboven onder 'Wanneer moet u extra
voorzichtig zijn met dit middel?').

Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Kesimpta wordt toegediend door middel van subcutane injectie (dat is een injectie onder uw huid).
De eerste injectie moet onder begeleiding van een zorgprofessional plaatsvinden.
Kesimpta voorgevulde pennen zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Zie 'Instructies voor het gebruik van de Kesimpta Sensoready-pen' aan het eind van deze bijsluiter
voor uitgebreide instructies over het injecteren van Kesimpta.
'QR-code opnemen' + www.kesimpta.eu
U kunt Kesimpta op ieder moment van de dag gebruiken (in de ochtend, middag of avond).
De startdosering is 20 mg Kesimpta, toegediend op de eerste dag van de behandeling (week 0)
en na 1 en 2 weken (week 1 en week 2). Na deze eerste 3 injecties, is er geen injectie in de
volgende week (week 3).
-
Vanaf week 4, en daarna iedere maand, is de aanbevolen dosis 20 mg Kesimpta.

Tijdstip
Dosis
Week 0 (eerste dag van de behandeling)
20 mg
Week 1
20 mg
Week 2
20 mg
Week 3
Geen injectie
Week 4
20 mg
Iedere maand daarna
20 mg

Hoe lang moet u dit middel gebruiken?
Blijf Kesimpta iedere maand gebruiken zolang als dat volgens uw arts nodig is.
Uw arts zal regelmatig uw toestand controleren om te zien of de behandeling het gewenste
effect heeft.
Heef u nog vragen over hoe lang Kesimpta moet worden gebruikt? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u te veel Kesimpta heeft geïnjecteerd, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Om maximaal voordeel van Kesimpta te krijgen, is het belangrijk dat u elke injectie op het juiste
tijdstip heeft.
Als u een injectie met Kesimpta bent vergeten, moet u de injectie zo spoedig mogelijk aan uzelf
toedienen. Wacht niet tot de volgende geplande toediening. De tijdstippen voor de volgende injecties
moeten dan worden berekend op basis van de dag waarop u deze dosis heeft geïnjecteerd, en niet op
basis van het oorspronkelijke schema (zie hierboven ook onder 'Hoeveel van dit middel moet u
gebruiken, en hoe vaak?').
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Kesimpta en verander uw dosis niet zonder eerst met uw arts te
overleggen.
Sommige bijwerkingen kunnen te maken hebben met een laag aantal B-cellen in uw bloed. Wanneer u
stopt met de behandeling met Kesimpta, zal het aantal B-cellen in uw bloed geleidelijk toenemen tot
een normaal niveau. Dit kan enkele maanden duren. In deze periode kunnen sommige bijwerkingen
die in deze bijsluiter worden beschreven, nog steeds optreden.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.

Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
De bijwerkingen van Kesimpta worden hieronder vermeld. Als een van deze bijwerkingen ernstig
wordt, vertel dat dan uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
-
infectie van de bovenste luchtwegen, met klachten als keelpijn en een loopneus
-
reacties in verband met een injectie, zoals koorts, hoofdpijn, spierpijn, koude rillingen en
moeheid; deze reacties treden meestal op binnen 24 uur na een injectie met Kesimpta, vooral na
de eerste injectie
-
infecties van de urinewegen
-
reacties op de injectieplaats, zoals roodheid, pijn, jeuk en zwelling op de injectieplaats

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
-
een lagere concentratie van een eiwit, immunoglobuline M genaamd, in het bloed; dit eiwit helpt
bij de bescherming tegen infecties
-
een herpesvirusinfectie in de mond

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.

5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en het
etiket na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
De voorgevulde pen(nen) in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. Bewaren in de
koelkast (2 °C ­ 8 °C). Niet in de vriezer bewaren.
Indien nodig, dan kan Kesimpta eenmalig buiten de koelkast bewaard worden gedurende een periode
van maximaal 7 dagen bij kamertemperatuur (beneden 30 °C). Indien Kesimpta niet gebruikt wordt
gedurende deze periode, dan kan deze opnieuw bewaard worden in de koelkast voor maximaal
7 dagen.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat de oplossing zichtbare deeltjes bevat of troebel is.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.

Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is ofatumumab. Elke voorgevulde pen bevat 20 mg
ofatumumab.
-
De andere stoffen in dit middel zijn L-arginine, natriumacetaattrihydraat, natriumchloride,
polysorbaat 80, dinatriumedetaatdihydraat, zoutzuur (voor pH-aanpassing) en water voor
injecties.

Hoe ziet Kesimpta eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Kesimpta oplossing voor injectie is helder tot bijna doorschijnend en kleurloos tot licht bruingeel.
Kesimpta is verkrijgbaar in eenheidsverpakkingen met 1 voorgevulde Sensoready-pen en in
multiverpakkingen met 3 dozen, die elk 1 voorgevulde Sensoready-pen bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Novartis Ireland Limited
Vista Building
Elm Park, Merrion Road
Ballsbridge
Dublin 4
Ierland
Fabrikant
Novartis Pharma GmbH
Roonstrasse 25
90429 Neurenberg
Duitsland
Novartis Farmacéutica SA
Ronda de Santa Maria 158
08210 Barbera del Vallès, Barcelona
Spanje
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Novartis Pharma N.V.
SIA Novartis Baltics Lietuvos filialas
Tél/Tel: +32 2 246 16 11
Tel: +370 5 269 16 50


Luxembourg/Luxemburg
Novartis Bulgaria EOOD
Novartis Pharma N.V.
.: +359 2 489 98 28
Tél/Tel: +32 2 246 16 11


Ceská republika
Magyarország
Novartis s.r.o.
Novartis Hungária Kft.
Tel: +420 225 775 111
Tel.: +36 1 457 65 00

Danmark
Malta
Novartis Healthcare A/S
Novartis Pharma Services Inc.
Tlf: +45 39 16 84 00
Tel: +356 2122 2872

Nederland
Novartis Pharma Vertriebs GmbH
Novartis Pharma B.V.
Tel: +49 911 273 0
Tel: +31 88 04 52 111

Eesti
Norge
SIA Novartis Baltics Eesti filiaal
Novartis Norge AS
Tel: +372 66 30 810
Tlf: +47 23 05 20 00


Österreich
Novartis (Hellas) A.E.B.E.
Novartis Pharma GmbH
: +30 210 281 17 12
Tel: +43 1 86 6570

España
Polska
Novartis Farmacéutica, S.A.
Novartis Poland Sp. z o.o.
Tel: +34 93 306 42 00
Tel.: +48 22 375 4888

France
Portugal
Novartis Pharma S.A.S.
Novartis Farma - Produtos Farmacêuticos, S.A.
Tél: +33 1 55 47 66 00
Tel: +351 21 000 8600

Hrvatska

România
Novartis Hrvatska d.o.o.
Novartis Pharma Services Romania SRL
Tel. +385 1 6274 220
Tel: +40 21 31299 01

Ireland

Slovenija
Novartis Ireland Limited
Novartis Pharma Services Inc.
Tel: +353 1 260 12 55
Tel: +386 1 300 75 50

Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
Novartis Slovakia s.r.o.
Sími: +354 535 7000
Tel: +421 2 5542 5439


Italia
Suomi/Finland
Novartis Farma S.p.A.
Novartis Finland Oy
Tel: +39 02 96 54 1
Puh/Tel: +358 (0)10 6133 200


Sverige
Novartis Pharma Services Inc.
Novartis Sverige AB
: +357 22 690 690
Tel: +46 8 732 32 00


Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
SIA Novartis Baltics
Novartis Ireland Limited
Tel: +371 67 887 070
Tel: +44 1276 698370


Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in

Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Instructies voor het gebruik van de Kesimpta Sensoready-pen
Het is belangrijk dat u deze gebruiksinstructies begrijpt en volgt voordat u een injectie met Kesimpta
toedient. Heeft u nog vragen? Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u
Kesimpta voor de eerste keer gaat gebruiken.
Belangrijke informatie om te onthouden:
·
De pen
niet gebruiken als de verzegeling van de buitenverpakking of van de pen is verbroken.
Bewaar de pen in de verzegelde buitenverpakking tot u klaar bent om de pen te gebruiken.
·
De pen
niet schudden.
·
Als u een pen laat vallen, mag u de pen
niet gebruiken als de pen beschadigd lijkt te zijn.
Gebruik een pen ook niet als u de pen zonder dop heeft laten vallen.
·
Gooi de gebruikte pen onmiddellijk na gebruik weg.
De Kesimpta Sensoready-pen mag u
maar eenmaal gebruiken
. Zie 'Instructies voor het weggooien van de gebruikte Kesimpta
Sensoready-pen' aan het einde van deze gebruiksinstructies.

Hoe bewaart u Kesimpta?
·
Bewaar de doos met de pen in een koelkast tussen 2 °C en 8 °C.
·
Bewaar de pen ter bescherming tegen licht in de oorspronkelijke doos tot u klaar bent om de pen
te gebruiken.
·
De pen
niet in de vriezer bewaren.

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Onderdelen van de Kesimpta Sensoready-pen (zie afbeelding A):
Afbeelding A
Naald
Naaldbeschermer
Dop
Kijkvenster
Inwendige naaldbeschermer

De Kesimpta Sensoready-pen is afgebeeld zonder dop. Verwijder de dop
niet als u nog niet klaar bent
om de injectie toe te dienen.
Wat heeft u nodig voor uw injectie?
Afbeelding B
Inbegrepen in de doos:
·
Een nieuwe Kesimpta Sensoready-pen (
zie
afbeelding B
)

Niet inbegrepen in de doos (
zie afbeelding C):
Afbeelding C
·
1 alcoholdoekje
·
1 wattenbolletje of gaasje
·
Naaldencontainer

Zie 'Instructies voor het weggooien van de gebruikte
Kesimpta Sensoready-pen' aan het einde van deze
gebruiksinstructies.

Stap 1. Belangrijke veiligheidscontroles voordat u
Afbeelding D
injecteert (zie afbeelding D):
Kijkvenster
·
Kijk door het kijkvenster. De vloeistof moet
helder tot bijna doorschijnend zijn.
Niet gebruiken als de vloeistof zichtbare
deeltjes bevat of troebel is.
Uiterste houdbaarheidsdatum
Mogelijk ziet u een kleine luchtbel; dat is
normaal.
·
Controleer de
uiterste houdbaarheidsdatum

(EXP) op uw pen.
Gebruik de pen niet meer
na de uiterste houdbaarheidsdatum.
Neem contact op met uw apotheker of
zorgprofessional als een pen niet voldoet aan deze
veiligheidscontroles.

Stap 2. Hoe kiest u de injectieplaats?
Afbeelding E
·
De aanbevolen plaats is de voorzijde van uw
bovenbenen. U kunt ook de onderbuik
gebruiken, maar
niet het gebied van 5 cm rond
de navel (
zie afbeelding E).
·
Kies voor elke injectie die u aan uzelf toedient
een andere plaats.
·
Injecteer niet in gebieden waar de huid
gevoelig, gekneusd, rood, schilferig of hard is.
Vermijd gebieden met littekens of striemen
(striae) en ook infectieplaatsen.

·
Als een
verzorger of
zorgprofessional u uw
Afbeelding F
injectie geeft, kunnen ze deze ook toedienen in
(alleen verzorger en
de buitenkant van uw bovenarm (
zie
zorgprofessional)
afbeelding F).







Stap 3. Hoe reinigt u de injectieplaats?
Afbeelding G
·
Was uw handen met water en zeep.
·
Reinig met ronddraaiende bewegingen de
injectieplaats met het alcoholdoekje. Laat
opdrogen voordat de injectie wordt toegediend
(
zie afbeelding G).
·
Raak de gereinigde plaats vóór het injecteren
niet meer aan.


Uw injectie
Stap 4. Verwijdering van de dop:
Afbeelding H
·
Verwijder de dop pas wanneer u klaar bent om
de pen te gebruiken.
·
Draai de dop eraf in de richting van het pijltje
(
zie afbeelding H).
·
Gooi de dop weg.
Probeer niet de dop terug
te plaatsen.

·
Gebruik de pen binnen 5 minuten nadat de dop
is verwijderd.
Misschien ziet u een paar druppels geneesmiddel uit
de naald komen. Dat is normaal.


Stap 5. Hoe houdt u uw pen vast?
Afbeelding I
·
Houd de pen loodrecht (in een hoek van 90°)
tegen de gereinigde injectieplaats (
zie
afbeelding I
).
Goed
Fout



Belangrijk: Tijdens de injectie hoort u
2 luide klikken:
·
De
eerste klik geeft aan dat
de injectie is begonnen.
·
De
tweede klik geeft aan dat
de injectie bijna is afgerond.
U moet de pen stevig tegen uw huid gedrukt houden tot de
groene indicator het venster vult en niet
meer beweegt.
Stap 6. Uw injectie starten:
Afbeelding J
·
Duw de pen stevig tegen de huid om de
injectie te starten (
zie afbeelding J).
·
De
eerste klik geeft aan dat de injectie is
begonnen.
·
Blijf de pen stevig tegen uw huid gedrukt
houden.
·
De
groene indicator geeft de voortgang van
de injectie aan.


Stap 7. Afronding van uw injectie:
Afbeelding K
·
Luister of u de
tweede klik hoort. Deze geeft
aan dat de injectie
bijna is voltooid.
·
Controleer of de
groene indicator het venster
helemaal opvult en niet meer beweegt (
zie
afbeelding K
).
·
U kunt nu de pen verwijderen (
zie
afbeelding L
).


Afbeelding L


Na uw injectie:

·
Als de groene indicator het venster niet opvult,
betekent dit dat u geen volledige dosis heeft
gehad. Neem contact op met uw arts of
apotheker als de groene indicator niet zichtbaar
is.
·
Op de injectieplaats kan een klein beetje bloed
zichtbaar zijn. U kunt gedurende 10 seconden
met een wattenbolletje of een gaasje druk
uitoefenen op de injectieplaats. Niet over de
injectieplaats wrijven. Indien het bloeden
aanhoudt, kunt u de injectieplaats afdekken
met een kleine pleister.

Instructies voor het weggooien van de gebruikte Kesimpta Sensoready-pen
Stap 8. Uw Kesimpta Sensoready-pen weggooien:
Afbeelding M
·
Gooi de gebruikte pen na gebruik weg in een
naaldencontainer (afsluitbare, prikbestendige
container of iets vergelijkbaars) (
zie
afbeelding M
).
·
Probeer nooit uw pen nogmaals te gebruiken.

Houd de naaldencontainer buiten het bereik van
kinderen.



Heb je dit medicijn gebruikt? Kesimpta 20 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Kesimpta 20 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Kesimpta 20 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG