Lacosamide accord 100 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 50 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 100 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 150 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 200 mg lacosamide.
Hulpstof met bekend effect
50 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,105 mg lecithine (soja)
100 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,210 mg lecithine (soja)
150 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,315 mg lecithine (soja)
200 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,420 mg lecithine (soja)
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Roze, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 10,3 x 4,8 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en
"50" op de andere kant.
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Donkergele, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 13,0 x 6,0 mm, met de opdruk "L" op de ene
kant en "100" op de andere kant.
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Zalmkleurige, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 15,0 x 6,9 mm, met de opdruk "L" op de ene
kant en "150" op de andere kant.
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
Blauwe, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 16,4 x 7,6 mm, met de opdruk "L" op de ene kant
en "200" op de andere kant.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Lacosamide Accord is geïndiceerd als monotherapie voor de behandeling van partieel beginnende
aanvallen, met of zonder secundaire generalisatie, bij volwassenen, adolescenten en kinderen
vanaf 4 jaar met epilepsie.
Lacosamide Accord is geïndiceerd als adjuvante therapie
voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen, met of zonder secundaire
generalisatie, bij volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar met epilepsie.
voor de behandeling van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen bij
volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar met idiopathisch gegeneraliseerde
epilepsie.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Lacosamide moet tweemaal daags (gewoonlijk eenmaal ’s ochtends en eenmaal ’s avonds) worden
ingenomen.
Lacosamide kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Indien een dosis wordt vergeten, dient de patiënt de instructie te krijgen dat de vergeten dosis
onmiddellijk moet worden ingenomen en dat de volgende dosis lacosamide op het gebruikelijke
tijdstip moet worden ingenomen. Als de patiënt de vergeten dosis opmerkt op het moment dat er
minder dan 6 uur resteert voor de volgende geplande dosis, dient de patiënt de instructie te krijgen dat
hij/zij moet wachten met het innemen van de volgende dosis lacosamide tot het gebruikelijke tijdstip.
Patiënten mogen geen dubbele dosis nemen.
Adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer, en volwassenen
De volgende tabel bevat een overzicht van de aanbevolen dosering voor adolescenten en kinderen met
een gewicht van 50 kg of meer, en volwassenen. Nadere details zijn opgenomen in de onderstaande
tabel.
Monotherapie
100 mg/dag of 200 mg/dag
200 mg
50 mg tweemaal daags
(100 mg/dag) met wekelijkse
intervallen
tot 600 mg/dag
Adjuvante therapie
100 mg/dag
200 mg
50 mg tweemaal daags
(100 mg/dag) met wekelijkse
intervallen
tot 400 mg/dag
Aanvangsdosis
Enkele oplaaddosis
(indien van toepassing)
Titratie (incrementele stappen)
Maximaal aanbevolen dosis
Monotherapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is tweemaal daags 50 mg, die na een week verhoogd dient te worden tot
een therapeutische aanvangsdosis van tweemaal daags 100 mg.
Behandeling met lacosamide kan ook gestart worden met een dosis van tweemaal daags 100 mg, ter
beoordeling door de arts die de afweging maakt tussen de vereiste vermindering van het aantal
aanvallen versus de mogelijke bijwerkingen.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijkse intervallen van tweemaal daags 50 mg (100 mg/dag) tot een maximale aanbevolen
dagelijkse dosis van tweemaal daags 300 mg (600 mg/dag).
Bij patiënten die een dosis bereikt hebben die hoger is dan 400 mg/dag en die een bijkomend anti-
epilepticum nodig hebben, moet de onderstaande aanbevolen dosering voor adjuvante therapie
gevolgd worden.
Adjuvante therapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen of voor de behandeling
van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is tweemaal daags 50 mg, die na een week verhoogd dient te worden tot
een therapeutische aanvangsdosis van tweemaal daags 100 mg.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijkse intervallen van tweemaal daags 50 mg (100 mg/dag) tot een maximale aanbevolen
dagelijkse dosis van 400 mg (tweemaal daags 200 mg).
Begin van een lacosamide-behandeling met een oplaaddosis (initiële monotherapie of conversie naar
monotherapie voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen of adjuvante therapie voor de
behandeling van partieel beginnende aanvallen of adjuvante therapie voor de behandeling van
primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De lacosamide-behandeling kan ook gestart worden met een enkele oplaaddosis van 200 mg, waarna
ongeveer 12 uur later begonnen wordt met een onderhoudsdosis van 100 mg tweemaal daags
(200 mg/dag). Daaropvolgende dosisaanpassingen moeten volgens individuele respons en
verdraagbaarheid zoals hierboven beschreven uitgevoerd worden. Een oplaaddosis kan gestart worden
bij patiënten in situaties waarvan de arts oordeelt dat het aangewezen is om snel de steady-state-
plasmaconcentratie en het therapeutische effect van lacosamide te bereiken. Deze dosis moet onder
medisch toezicht worden toegediend en er moet rekening worden gehouden met de kans op een hogere
incidentie van ernstige hartritmestoornissen en bijwerkingen van het centrale zenuwstelsel (zie
rubriek 4.8). De toediening van een oplaaddosis werd nog niet onderzocht in acute omstandigheden
zoals status epilepticus.
Stopzetting
In overeenstemming met de huidige klinische praktijk wordt aanbevolen dat, wanneer met het gebruik
van lacosamide moet worden gestopt, dit geleidelijk plaatsvindt (bijv. afbouwen van de dagelijkse
dosis met 200 mg per week).
Bij patiënten die ernstige hartritmestoornissen ontwikkelen, moet men het klinisch voordeel afwegen
tegen het risico. Indien nodig moet men lacosamide stopzetten.
Speciale patiëntgroepen
Ouderen (ouder dan 65 jaar)
Bij oudere patiënten is geen dosisreductie noodzakelijk. Een leeftijdsgebonden verminderde
nierklaring met een stijging van de AUC-spiegels zou moeten worden overwogen bij oudere patiënten
(zie de paragraaf ‘Nierfunctiestoornis’ hieronder en rubriek 5.2). De klinische gegevens bij oudere
patiënten met epilepsie zijn beperkt, in het bijzonder voor doses hoger dan 400 mg/dag (zie
rubriek 4.4, 4.8, en 5.1).
Nierfunctiestoornis
Bij volwassen en pediatrische patiënten met een lichte tot matig-ernstige nierfunctiestoornis
(CL
CR
>30 ml/min) is geen aanpassing van de dosis nodig. Bij pediatrische patiënten met een gewicht
van 50 kg of meer en bij volwassen patiënten met een lichte of matige nierfunctiestoornis kan een
oplaaddosis van 200 mg overwogen worden, maar voorzichtigheid is geboden bij verdere dosistitratie
(>200 mg/dag).
Bij pediatrische patiënten met een gewicht van 50 kg of meer en bij volwassen patiënten met een
ernstige nierfunctiestoornis (CL
CR
≤30 ml/min) of met een nierziekte in het eindstadium wordt een
maximale dosis van 250 mg/dag aanbevolen en moet het optitreren van de dosis voorzichtig gebeuren.
Indien een oplaaddosis geïndiceerd is, moet een aanvangsdosis van 100 mg gebruikt worden, gevolgd
door een schema van 50 mg tweemaal daags in de eerste week. Bij pediatrische patiënten met een
gewicht van minder dan 50 kg met een ernstige nierfunctiestoornis (CL
CR
≤30 ml/min) of met een
nierziekte in het eindstadium wordt een verlaging van de maximale dosis met 25% aanbevolen. Voor
alle patiënten die hemodialyse nodig hebben wordt een supplement van maximaal 50% van de
verdeelde dagelijkse dosis, direct na afloop van de hemodialyse, aanbevolen. Behandeling van
patiënten met een nierziekte in het eindstadium dient met de nodige voorzichtigheid plaats te vinden
vanwege de beperkte klinische ervaring en de accumulatie van een metaboliet (met een niet bekende
farmacologische activiteit).
Leverfunctiestoornis
Bij pediatrische patiënten met een gewicht van 50 kg of meer en bij volwassen patiënten met een
lichte tot matig-ernstige leverfunctiestoornis wordt een maximale dosis van 300 mg/dag aanbevolen.
Bij deze patiënten moet de dosistitratie met de nodige voorzichtigheid plaatsvinden waarbij rekening
moet worden gehouden met eventueel gelijktijdig bestaande nierfunctiestoornis. Bij adolescenten en
volwassenen met een gewicht van 50 kg of meer kan een oplaaddosis van 200 mg overwogen worden,
maar voorzichtigheid is geboden bij verdere dosistitratie (>200 mg/dag). Op basis van gegevens bij
volwassenen dient bij pediatrische patiënten met een gewicht van minder dan 50 kg met een lichte tot
matig-ernstige leverfunctiestoornis, een verlaging van de maximale dosis met 25% te worden
toegepast. De farmacokinetiek van lacosamide is niet geëvalueerd bij patiënten met een ernstige
leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2). Lacosamide mag enkel aan volwassen en pediatrische patiënten
met een ernstige leverfunctiestoornis toegediend worden als er rekening mee wordt gehouden dat de
verwachte therapeutische voordelen tegen de potentiële risico’s opwegen. Door de ziekteactiviteit en
de potentiële bijwerkingen bij de patiënt aandachtig te observeren kan dosisaanpassing nodig zijn.
Pediatrische patiënten
De arts dient, in overeenstemming met gewicht en dosis, de meest geschikte farmaceutische vorm en
sterkte voor te schrijven.
Adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer
De dosis bij adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer is gelijk aan die bij
volwassenen (zie hierboven).
Kinderen (vanaf 4 jaar) en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg
De dosis is gebaseerd op het lichaamsgewicht. Daarom wordt aanbevolen om de behandeling met de
stroop te starten en daarna, indien gewenst, op tabletten over te stappen.
Monotherapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is 2 mg/kg/dag, die na één week verhoogd dient te worden tot een
therapeutische aanvangsdosis van 4 mg/kg/dag.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijks 2 mg/kg/dag. De dosis dient geleidelijk te worden verhoogd tot de optimale respons wordt
bereikt. Bij kinderen met een gewicht van minder dan 40 kg wordt een maximale dosis
van 12 mg/kg/dag aanbevolen. Bij kinderen met een gewicht van 40 tot 50 kg wordt een maximale
dosis van 10 mg/kg/dag aanbevolen.
De volgende tabel bevat een overzicht van de aanbevolen dosering bij gebruik als monotherapie voor
kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg.
Aanvangsdosis
Enkele oplaaddosis
Titratie (incrementele stappen)
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten <40 kg
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten ≥40 kg
tot <50 kg
2 mg/kg/dag
Niet aanbevolen
Wekelijks 2 mg/kg/dag
tot 12 mg/kg/dag
tot 10 mg/kg/dag
Adjuvante therapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen of voor de behandeling
van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is 2 mg/kg/dag, die na één week verhoogd dient te worden tot een
therapeutische aanvangsdosis van 4 mg/kg/dag.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijks 2 mg/kg/dag. De dosis dient geleidelijk te worden aangepast tot de optimale respons wordt
bereikt. Bij kinderen met een gewicht van minder dan 20 kg wordt, vanwege een verhoogde klaring in
vergelijking met volwassenen, een maximale dosis van 12 mg/kg/dag aanbevolen. Bij kinderen met
een gewicht van 20 tot 30 kg wordt een maximale dosis van 10 mg/kg/dag aanbevolen en bij kinderen
met een gewicht van 30 tot 50 kg wordt een maximale dosis van 8 mg/kg/dag aanbevolen, hoewel er
in open-label studies (zie rubriek 4.8 en 5.2) bij een klein aantal van deze kinderen een dosis
tot 12 mg/kg/dag is gebruikt.
De volgende tabel bevat een overzicht van de aanbevolen dosering bij gebruik als adjuvante therapie
voor kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg.
Aanvangsdosis
Enkele oplaaddosis
Titratie (incrementele stappen)
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten <20 kg
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten ≥20 kg
tot <30 kg
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten ≥30 kg
tot <50 kg
Oplaaddosis
De toediening van een oplaaddosis is niet onderzocht bij kinderen. Het gebruik van een oplaaddosis
wordt niet aanbevolen bij adolescenten en kinderen met een gewicht van minder dan 50 kg.
Kinderen jonger dan 4 jaar
De veiligheid en werkzaamheid van lacosamide bij kinderen jonger dan 4 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Lacosamide filmomhulde tabletten moeten oraal ingenomen worden.
Lacosamide kan met of zonder voedsel ingenomen worden.
4.3
Contra-indicaties
2 mg/kg/dag
Niet aanbevolen
Wekelijks 2 mg/kg/dag
tot 12 mg/kg/dag
tot 10 mg/kg/dag
tot 8 mg/kg/dag
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen en
voor sojalecithine.
Bekend tweede- of derdegraads atrioventriculair (AV-) blok.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag
Zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag zijn gerapporteerd bij patiënten die voor verschillende
indicaties werden behandeld met anti-epileptica. Een meta-analyse van gerandomiseerde
placebogecontroleerde onderzoeken naar anti-epileptica heeft eveneens een klein toegenomen risico
op zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag aangetoond. Het mechanisme van dit risico is niet bekend
en de beschikbare gegevens sluiten de mogelijkheid van een toegenomen risico bij lacosamide niet uit.
Patiënten dienen derhalve gecontroleerd te worden op verschijnselen van zelfmoordgedachten en
zelfmoordgedrag en een passende behandeling dient te worden overwogen. Patiënten (en verzorgers
van patiënten) moet worden geadviseerd medisch advies in te winnen wanneer zich verschijnselen van
zelfmoordgedachten of zelfmoordgedrag voordoen (zie rubriek 4.8).
Hartritme en geleiding
In klinisch onderzoek is tijdens het gebruik van lacosamide dosisgerelateerde verlenging van het PR-
interval waargenomen. Lacosamide moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met
onderliggende proaritmische aandoeningen, zoals patiënten met bekende hartgeleidingsproblemen of
een ernstige hartaandoening (bijv. myocardischemie/infarct, hartfalen, een structurele hartaandoening
of natriumkanalopathieën) of patiënten behandeld met geneesmiddelen die van invloed zijn op de
geleiding van het hart, waaronder antiaritmica en natriumkanaalblokkerende anti-epileptica (zie
rubriek 4.5) en ook bij oudere patiënten.
Bij deze patiënten moet het uitvoeren van een ECG overwogen worden vóór een verhoging van de
lacosamidedosis boven 400 mg/dag en nadat lacosamide naar steady state getitreerd is.
In de placebogecontroleerde onderzoeken met lacosamide bij epilepsiepatiënten werden
boezemfibrilleren of boezemfladderen niet gerapporteerd; beide zijn echter gerapporteerd in open-
label onderzoeken bij epilepsie en post-marketing.
Post-marketing is AV-blok (inclusief tweedegraads-AV-blok of hoger) gerapporteerd. Bij patiënten
met proaritmische aandoeningen is ventriculaire tachyaritmie gerapporteerd. In zeldzame gevallen
hebben deze incidenten geleid tot asystolie, een hartstilstand en overlijden bij patiënten met
onderliggende proaritmische aandoeningen.
Patiënten dienen op de hoogte te worden gebracht van de verschijnselen van hartritmestoornissen
(bijv. een langzame, snelle of onregelmatige pols, hartkloppingen, kortademigheid, een licht gevoel in
het hoofd, flauwvallen). Patiënten dienen te worden geadviseerd om onmiddellijk medisch advies te
vragen als deze verschijnselen optreden.
Duizeligheid
Behandeling met lacosamide is in verband gebracht met duizeligheid, waardoor het optreden van door
een ongeval veroorzaakt letsel of vallen zou kunnen toenemen. Daarom moet patiënten worden
aangeraden voorzichtig te zijn tot ze vertrouwd zijn met de potentiële effecten van het geneesmiddel
(zie rubriek 4.8).
Kans op voor het eerst optredende of erger wordende myoklonische aanvallen
Voor het eerst optredende of erger wordende myoklonische aanvallen zijn gemeld bij zowel volwassen
als pediatrische patiënten met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen, en met name
tijdens het titreren. Bij patiënten die meer dan één type aanvallen hebben, dient het waargenomen
voordeel waarbij het ene type aanval onder controle is, afgewogen te worden tegen een eventueel
waargenomen verslechtering van een ander type aanval.
Kans op elektroklinische verslechtering bij specifieke pediatrische epilepsiesyndromen.
De veiligheid en werkzaamheid van lacosamide bij pediatrische patiënten met epilepsiesyndromen
waarbij focale en gegeneraliseerde aanvallen naast elkaar kunnen bestaan, zijn niet vastgesteld.
Hulpstoffen
Lacosamide Accord bevat sojalecithine. Daarom moet dit middel met voorzichtigheid worden gebruikt
bij patiënten die allergisch zijn voor pinda's of soja.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Lacosamide moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten die worden behandeld met
geneesmiddelen waarvan bekend is dat deze in verband gebracht kunnen worden met een verlenging
van het PR-interval (waaronder natriumkanaalblokkerende anti-epileptica) en bij patiënten die worden
behandeld met antiaritmica. Echter, een subgroepanalyse bij klinische onderzoeken duidde niet op een
verdere verlenging van het PR-interval bij patiënten die naast lacosamide gelijktijdig carbamazepine
of lamotrigine gebruikten.
In-vitro-gegevens
Uit de gegevens blijkt over het algemeen dat lacosamide een laag interactiepotentieel heeft.
In-vitro-
onderzoek wijst erop dat de enzymen CYP1A2, CYP2B6 en CYP2C9 niet worden geïnduceerd en dat
CYP1A1, CYP1A2, CYP2A6, CYP2B6, CYP2C8, CYP2C9, CYP2D6 en CYP2E1 niet worden
geremd door lacosamide bij plasmaconcentraties die in klinisch onderzoek werden waargenomen. Een
in-vitro-onderzoek
toonde aan dat lacosamide in de darmen niet getransporteerd wordt door
P-glycoproteïne. Uit
in-vitro-gegevens
blijkt dat CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4 in staat zijn de
vorming van de O-desmethylmetaboliet te katalyseren.
In-vivo-gegevens
CYP2C19 en CYP3A4 worden door lacosamide niet in klinisch relevante mate geremd of
geïnduceerd. Lacosamide had geen invloed op de AUC van midazolam (gemetaboliseerd door
CYP3A4; dosering lacosamide 200 mg tweemaal daags) maar de C
max
van midazolam was enigszins
verhoogd (30%). Lacosamide had geen invloed op de farmacokinetiek van omeprazol
(gemetaboliseerd door CYP2C19 en CYP3A4; dosering lacosamide 300 mg tweemaal daags).
De CYP2C19-remmer omeprazol (40 mg eenmaal daags) gaf geen aanleiding tot een klinisch
significante verandering in de blootstelling aan lacosamide. Derhalve is het niet waarschijnlijk dat
matige CYP2C19-remmers in klinische relevante mate invloed hebben op de systemische blootstelling
aan lacosamide.
Voorzichtigheid is geboden bij de gelijktijdige behandeling met sterke remmers van CYP2C9 (bijv.
fluconazol) en CYP3A4 (bijv. itraconazol, ketoconazol, ritonavir, claritromycine), omdat dit kan
leiden tot een verhoogde systemische blootstelling aan lacosamide. Dergelijke interacties zijn niet
in
vivo
vastgesteld, maar zijn, gebaseerd op
in-vitro-gegevens,
mogelijk.
Sterke enzyminductoren zoals rifampicine of sint-janskruid (Hypericum perforatum) kunnen in
geringe mate de systemische blootstelling aan lacosamide verminderen. Het beginnen of stopzetten
van de behandeling met deze enzyminductoren moet daarom met voorzichtigheid plaatsvinden.
Anti-epileptica
In onderzoek naar interacties had lacosamide geen significante invloed op de plasmaconcentraties van
carbamazepine en valproïnezuur. De plasmaconcentraties van lacosamide werden niet door
carbamazepine en valproïnezuur beïnvloed. In farmacokinetische populatieanalyses in verschillende
leeftijdsgroepen werd geschat dat gelijktijdige behandeling met andere enzyminducerende anti-
epileptica (carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital in verschillende doses) de totale systemische
blootstelling aan lacosamide met 25% deed dalen bij volwassenen en met 17% bij pediatrische
patiënten.
Orale anticonceptiva
In een onderzoek naar interacties werd geen klinisch relevante interactie waargenomen tussen
lacosamide en de orale anticonceptiva ethinyloestradiol en levonorgestrel. De
progesteronconcentraties werden niet beïnvloed wanneer de geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend.
Overig
Onderzoek naar interacties toonde aan dat lacosamide geen effect had op de farmacokinetiek van
digoxine. Er was geen klinisch relevante interactie tussen lacosamide en metformine.
De gelijktijdige toediening van warfarine met lacosamide brengt geen klinisch relevante verandering
teweeg in de farmacokinetiek en farmacodynamiek van warfarine.
Hoewel er geen farmacokinetische gegevens zijn over de interactie van lacosamide met alcohol, kan
een farmacodynamisch effect niet worden uitgesloten.
Lacosamide heeft een lage eiwitbinding van minder dan 15%. Daarom worden klinisch relevante
interacties met andere geneesmiddelen door competitie om eiwitbindingsplaatsen onwaarschijnlijk
geacht.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Risico in verband met epilepsie en het gebruik van anti-epileptica in het algemeen.
Van alle anti-epileptica werd aangetoond dat in het nageslacht van behandelde vrouwen met epilepsie
de prevalentie van misvormingen twee- tot driemaal hoger ligt dan het percentage van ongeveer 3% in
de algehele populatie. In de behandelde populatie werd bij polytherapie een toename in misvormingen
waargenomen; de mate waarin dat het gevolg was van de behandeling en/of de aandoening werd
echter niet verklaard.
Bovendien mag een effectieve behandeling met anti-epileptica niet worden onderbroken, omdat
verergering van de aandoening voor zowel de moeder als de foetus nadelig is.
Risico in verband met het gebruik van lacosamide
Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van lacosamide bij zwangere vrouwen. Uit
experimenteel onderzoek bij dieren bleken geen teratogene effecten bij ratten of konijnen, maar bij
maternaal toxische doses werd bij ratten en konijnen embryonale toxiciteit waargenomen (zie
rubriek 5.3). Het potentiële risico voor de mens is niet bekend.
Lacosamide mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt, tenzij duidelijk noodzakelijk
(wanneer het voordeel voor de moeder duidelijk opweegt tegen het potentiële risico voor de foetus).
Wanneer vrouwen besluiten zwanger te worden, moet het gebruik van dit product zorgvuldig worden
heroverwogen.
Borstvoeding
Het is niet bekend of lacosamide in de moedermelk wordt uitgescheiden. Risico voor
pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Bij dieronderzoek is aangetoond dat
lacosamide in de moedermelk wordt uitgescheiden. Uit voorzorg moet borstvoeding worden gestaakt
tijdens de behandeling met lacosamide.
Vruchtbaarheid
Er werden geen bijwerkingen waargenomen op de vruchtbaarheid of voortplanting bij de mannelijke
of vrouwelijke rat blootgesteld aan doses die plasmaconcentraties (AUC) opleverden die tot ongeveer
tweemaal groter zijn dan de humane plasma-AUC bij de maximale aanbevolen humane dosis.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Lacosamide heeft geringe tot matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen. Behandeling met lacosamide is in verband gebracht met duizeligheid of wazig zien.
Derhalve moet patiënten worden afgeraden om te rijden of om mogelijk gevaarlijke machines te
bedienen, totdat zij gewend zijn aan de effecten van lacosamide op hun vermogen dergelijke
handelingen uit te voeren.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gecombineerde placebogecontroleerde klinische onderzoeken met
adjuvante therapie bij 1308 patiënten met partieel beginnende aanvallen, werd door in totaal 61,9%
van de naar lacosamide gerandomiseerde patiënten en 35,2% van de naar placebo gerandomiseerde
patiënten melding gemaakt van ten minste 1 bijwerking. De meest frequent gemelde bijwerkingen
(≥10%) bij behandeling met lacosamide waren duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid en diplopie.
Deze waren doorgaans licht tot matig in intensiteit. Sommige waren dosisgerelateerd en konden
worden verlicht door de dosis te reduceren. De incidentie en ernst van de bijwerkingen ter plaatse van
het centrale zenuwstelsel en de gastro-intestinale bijwerkingen namen doorgaans na verloop van tijd
af.
In al deze gecontroleerde onderzoeken bedroeg het percentage patiënten dat de behandeling staakte als
gevolg van bijwerkingen 12,2% van de naar lacosamide gerandomiseerde patiënten en 1,6% van de
naar placebo gerandomiseerde patiënten. De meest voorkomende bijwerking die resulteerde in een
stopzetting van de behandeling met lacosamide was duizeligheid.
Bijwerkingen van het centrale zenuwstelsel zoals duizeligheid kunnen vaker voorkomen na een
oplaaddosis.
Op basis van de analyse van gegevens van een klinisch ‘non-inferiority’-onderzoek over monotherapie
die lacosamide met een Controlled Release (CR) van carbamazepine vergelijkt, waren de meest
gerapporteerde bijwerkingen (≥10%) van lacosamide hoofdpijn en duizeligheid. Het percentage
patiënten dat de behandeling staakte vanwege bijwerkingen was 10,6% van de patiënten die met
lacosamide behandeld werden en 15,6% van de patiënten die met carbamazepine CR behandeld
werden.
Het veiligheidsprofiel van lacosamide dat werd gemeld in een onderzoek uitgevoerd bij patiënten van
4 jaar oud en ouder met idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie met primair gegeneraliseerde tonisch-
klonische aanvallen stemde overeen met het veiligheidsprofiel gemeld op basis van de gecombineerde
placebogecontroleerde klinische onderzoeken met partieel beginnende aanvallen. Bijkomende
bijwerkingen die zijn gemeld bij patiënten met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen
waren myoklonische epilepsie (2,5% in de lacosamidegroep en 0% in de placebogroep) en ataxie
(3,3% in de lacosamidegroep en 0% in de placebogroep). De meest frequent gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid en somnolentie. De meest voorkomende bijwerkingen die resulteerden in een
stopzetting van de behandeling met lacosamide waren duizeligheid en zelfmoordgedachten. Het
percentage patiënten dat de behandeling staakte vanwege bijwerkingen was 9,1% in de
lacosamidegroep en 4,1% in de placebogroep.
Tabellarisch gerangschikte bijwerkingen
De tabel hieronder toont de frequenties van bijwerkingen die in klinische onderzoeken en tijdens de
post-marketingervaring werden gemeld. De frequenties worden als volgt gedefinieerd: zeer vaak
(≥1/10), vaak (≥1/100 tot <1/10), soms (≥1/1000 tot <1/100), niet bekend (kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Systeem/orgaanklasse
Bloed- en
lymfestelselaandoeninge
n
Immuunsysteem-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Agranulocytose
(1)
Geneesmiddelen-
overgevoeligheid
(1)
Geneesmiddel-
gerelateerde
huiduitslag met
eosinofilie en
systemische
symptomen
(DRESS)
(1,2)
Psychische stoornissen
Depressie
Verwardheidstoestand
Insomnia
(1)
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Duizeligh
eid
Hoofdpijn
Oogaandoeningen
Evenwichtsorgaan- en
ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Diplopie
Myoklonische
aanvallen
(3)
Ataxie
Evenwichtsstoornis
Geheugenzwakte
Cognitieve stoornis
Somnolentie
Tremor
Nystagmus
Hypo-esthesie
Dysartrie
Aandachtsstoornis
Paresthesie
Wazig zien
Vertigo
Tinnitus
Agressie
Agitatie
(1)
Eufore
gemoedstoestand
(1)
Psychotische
stoornis
(1)
Zelfmoordpoging
(1)
Zelfmoordgedachten
Hallucinatie
(1)
Syncope
(2)
Abnormale
coördinatie
Dyskinesie
Convulsie
Atrioventriculair
blok
(1,2)
Bradycardie
(1,2)
Boezemfibrilleren
(1,2)
Ventriculaire
tachyaritmie
(1)
Boezemfladderen
(1,2)
Maag-
darmstelselaandoeninge
n
Misselijkh
eid
Braken
Obstipatie
Flatulentie
Dyspepsie
Droge mond
Diarree
Lever- en
galaandoeningen
Huid- en onderhuid-
aandoeningen
Pruritus
Huiduitslag
(1)
Afwijkende
leverfunctietesten
(2)
Leverenzym
verhoogd (>2x
ULN)
(1)
Angio-oedeem
(1)
Urticaria
(1)
Stevens-Johnson-
syndroom
(1)
Toxische
epidermale
necrolyse
(1)
Loopstoornis
Asthenie
Vermoeidheid
Prikkelbaarheid
Dronken gevoel
Letsels, intoxicaties en
Vallen
verrichtingscomplicaties
Huidlaceratie
Contusie
(1)
Bijwerkingen gerapporteerd tijdens de post-marketingervaring.
(2)
Zie “Omschrijving van bijzondere bijwerkingen”.
(3)
Gerapporteerd in onderzoeken met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen.
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Het gebruik van lacosamide is in verband gebracht met een dosisafhankelijke verlenging van het
PR-interval. Er kunnen bijwerkingen optreden die verband houden met een verlenging van het
PR-interval (bijv. AV-blok, syncope, bradycardie).
Eerstegraads AV-blok werd in adjuvante klinische onderzoeken bij epilepsiepatiënten soms
gerapporteerd, met incidentiepercentages van 0,7%, 0%, 0,5% en 0% voor
respectievelijk 200 mg, 400 mg, 600 mg lacosamide of placebo. In deze studies werd geen
tweedegraads of hogere graad AV-blok waargenomen. In de post-marketingervaring werden wel
gevallen gemeld van tweede- en derdegraads AV-blok, die geassocieerd werden met een behandeling
met lacosamide. In het klinisch onderzoek over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine
CR vergeleken wordt, was de toename van het PR-interval tussen lacosamide en carbamazepine
vergelijkbaar.
Syncope werd in gecombineerde klinische onderzoeken over adjuvante therapie soms gerapporteerd,
waarbij het incidentiepercentage voor met lacosamide (n=944) behandelde epilepsiepatiënten (0,1%)
niet verschilde van dat met placebo (n=364) behandelde epilepsiepatiënten (0,3%). In het klinisch
onderzoek over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine CR vergeleken wordt, werd
syncope gerapporteerd bij 7/444 (1,6%) met lacosamide behandelde patiënten en bij 1/442 (0,2%) met
carbamazepine CR behandelde patiënten.
Boezemfibrilleren of boezemfladderen werden niet gerapporteerd in klinische
kortetermijnonderzoeken; maar van beiden werd wel melding gemaakt in open-label epilepsie-
onderzoeken en tijdens de post-marketingervaring.
Laboratoriumafwijkingen
In placebogecontroleerde onderzoeken bij volwassen patiënten met partieel beginnende aanvallen die,
gelijktijdig met lacosamide, 1 tot 3 anti-epileptica gebruikten, zijn afwijkende leverfunctietesten
waargenomen. Bij 0,7% (7/935) van de met lacosamide behandelde patiënten en 0% (0/356) van de
met placebo behandelde patiënten was sprake van verhogingen van ALAT tot ≥3x ULN.
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeninge
n
Algemene aandoeningen
en toedieningsplaats-
stoornissen
Spierspasmen
Multi-orgaan overgevoeligheidsreacties
Bij patiënten die met sommige anti-epileptica werden behandeld is melding gemaakt van multi-orgaan
overgevoeligheidsreacties (ook bekend als geneesmiddelgerelateerde huiduitslag met eosinofilie en
systemische symptomen, DRESS). Deze reacties komen op verschillende manieren tot uiting, maar
worden gekenmerkt door koorts en huiduitslag en kunnen in verband worden gebracht met de
betrokkenheid van verschillende orgaansystemen. Als een multi-orgaan overgevoeligheidsreactie
wordt vermoed, dient de behandeling met lacosamide te worden gestaakt.
Pediatrische patiënten
Het veiligheidsprofiel van lacosamide in placebogecontroleerde (zie onderzoeksgegevens in
rubriek 5.1) en open-label studies (n=408) bij gebruik als adjuvante therapie bij kinderen van 4 jaar
oud met partieel beginnende aanvallen, kwam overeen met het veiligheidsprofiel dat werd
waargenomen bij volwassenen, hoewel de frequentie van sommige bijwerkingen (slaperigheid, braken
en convulsie) hoger was en er bijkomende bijwerkingen (nasofaryngitis, pyrexie, faryngitis,
verminderde eetlust, lethargie en abnormaal gedrag) zijn gemeld bij pediatrische patiënten:
nasofaryngitis (15,7%), braken (14,7%), slaperigheid (14,0%), duizeligheid (13,5%), pyrexie (13,0%),
convulsie (7,8%), verminderde eetlust (5,9%), faryngitis (4,7%), lethargie (2,7%) en abnormaal gedrag
(1,7%).
Er werd door in totaal 67,8% van de naar lacosamide gerandomiseerde patiënten en 58,1% van de naar
placebo gerandomiseerde patiënten melding gemaakt van ten minste 1 bijwerking.
Gedrag, cognitie en emoties werden gemeten aan de hand van de vragenlijsten Achenbach CBCL en
BRIEF die werden afgenomen bij baseline en op verschillende momenten tijdens de studies en waren
over het algemeen stabiel tijdens de duur van de onderzoeken.
Ouderen
In de studie over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine CR vergeleken wordt, lijken de
soorten bijwerkingen gerelateerd aan lacosamide bij oudere patiënten (≥65 jaar) vergelijkbaar met die
bij patiënten jonger dan 65 jaar. Er werd echter een hogere incidentie (verschil van ≥5%) van
valpartijen, diarree en tremor gerapporteerd bij oudere patiënten in vergelijking met jongere volwassen
patiënten. De meest voorkomende, hartgerelateerde bijwerking die bij ouderen werd gerapporteerd,
vergeleken met de jongere volwassen populatie, was eerstegraads AV-blok. Bij lacosamide werd dit
bij 4,8% (3/62) van de oudere patiënten versus 1,6% (6/382) van de jongere volwassen patiënten
gerapporteerd. Het percentage stopzetting door bijwerkingen dat bij lacosamide werd vastgesteld
was 21,0% (13/62) bij oudere patiënten versus 9,2% (35/382) bij jongere volwassen patiënten. Deze
verschillen tussen ouderen en jongere volwassen patiënten waren vergelijkbaar met de bijwerkingen
die bij de actieve vergelijkingsgroep vastgesteld werden.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De waargenomen symptomen na een accidentele of intentionele overdosis lacosamide hebben
hoofdzakelijk betrekking op het centrale zenuwstelsel en het maag-darmstelsel.
Het type bijwerkingen bij patiënten die blootgesteld waren aan doses hoger dan 400 mg
tot 800 mg vertoonde geen klinische verschillen met die bij patiënten die aanbevolen doseringen
lacosamide kregen toegediend.
Gerapporteerde reacties na een inname van meer dan 800 mg zijn duizeligheid, nausea, braken,
insulten (gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen, status epilepticus).
Hartgeleidingsstoornissen, shock en coma werden ook waargenomen. Een noodlottige afloop
werd gerapporteerd bij patiënten na de inname van een eenmalige acute overdosis van meerdere
grammen lacosamide.
Behandeling
Er bestaat geen specifiek tegengif voor een overdosis met lacosamide. Tot de behandeling van een
overdosis lacosamide behoren onder meer algemeen ondersteunende maatregelen en, indien nodig,
ook hemodialyse (zie rubriek 5.2).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-epileptica, andere anti-epileptica; ATC-code: N03AX18
Werkingsmechanisme
Het werkzame bestanddeel, lacosamide (R-2-acetamido-N-benzyl-3-methoxypropionamide), is een
gefunctionaliseerd aminozuur.
Het exacte werkingsmechanisme waardoor lacosamide zijn anti-epileptisch effect bij de mens
uitoefent, is nog niet geheel verklaard. In
in vitro
elektrofysiologisch onderzoek werd aangetoond dat
lacosamide de langzame inactivering van spanningsafhankelijke natriumkanalen selectief versterkt,
wat resulteert in stabilisatie van hyperexciteerbare neuronale membranen.
Farmacodynamische effecten
In een breed spectrum diermodellen met partiële en primair gegeneraliseerde aanvallen beschermde
lacosamide tegen aanvallen en vertraagde het de ontwikkeling van ‘kindling’.
In niet-klinische experimenten vertoonde lacosamide in combinatie met levetiracetam, carbamazepine,
fenytoïne, valproaat, lamotrigine, topiramaat of gabapentine synergistische of aanvullende
anticonvulsieve effecten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid (partieel beginnende aanvallen)
Volwassen patiënten
Monotherapie
De werkzaamheid van lacosamide als monotherapie werd vastgesteld in een dubbelblinde,
parallelgroep, ‘non-inferiority’-vergelijking met carbamazepine CR bij 886 patiënten van 16 jaar of
ouder met nieuw of recent gediagnosticeerde epilepsie. De patiënten moesten niet-geprovoceerde,
partieel beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie hebben. De patiënten werden
gerandomiseerd en kregen carbamazepine CR of lacosamide, in tabletvorm, in een verhouding
van 1:1. De dosis was gebaseerd op dosisrespons en varieerde van 400 tot 1200 mg/dag voor
carbamazepine CR en van 200 tot 600 mg/dag voor lacosamide. De behandeling duurde
maximaal 121 weken, afhankelijk van de respons.
De geschatte percentages voor het 6 maanden lang vrij zijn van aanvallen was 89,8% voor met
lacosamide behandelde patiënten en 91,1% voor met carbamazepine CR behandelde patiënten gebruik
makend van de Kaplan-Meier overlevingsanalyse. Het gecorrigeerde absolute verschil tussen de
behandelingen was -1,3% (95% BI: -5,5; 2,8). De Kaplan-Meier schattingen voor het 12 maanden lang
vrij zijn van aanvallen waren 77,8% voor met lacosamide behandelde patiënten en 82,7% voor met
carbamazepine CR behandelde patiënten.
De percentages voor het 6 maanden lang vrij zijn van aanvallen bij oudere patiënten vanaf 65 jaar
(62 patiënten voor lacosamide, 57 patiënten voor carbamazepine CR) waren vergelijkbaar tussen beide
behandelingsgroepen. De percentages waren ook vergelijkbaar met de percentages die bij de algehele
patiëntgroepen werden vastgesteld. Bij de oudere populatie was de onderhoudsdosis
lacosamide 200 mg/dag bij 55 patiënten (88,7%) en 400 mg/dag bij 6 patiënten (9,7%). Bij 1 patiënt
(1,6%) was de dosis verhoogd tot meer dan 400 mg/dag.
Conversie naar monotherapie
De werkzaamheid en veiligheid van lacosamide tijdens de conversie naar monotherapie werden
beoordeeld in een multicenter, dubbelblind, gerandomiseerd onderzoek met een historische
controlegroep. In deze studie werden 425 patiënten van 16 tot 70 jaar met ongecontroleerde, partieel
beginnende aanvallen en die stabiele doses van 1 of 2 gecommercialiseerde anti-epileptica namen,
gerandomiseerd om overgezet te worden op lacosamide monotherapie (ofwel 400 mg/dag
ofwel 300 mg/dag in een verhouding van 3:1). Bij behandelde patiënten die titratie voltooiden en anti-
epileptica begonnen af te bouwen (284 respectievelijk 99) werd monotherapie bij 71,5%
respectievelijk 70,7% van de patiënten voortgezet gedurende 57-105 dagen (mediaan: 71 dagen),
langer dan de beoogde observatieperiode van 70 dagen.
Adjuvante therapie
De werkzaamheid van lacosamide als adjuvante therapie in de aanbevolen dosis (200 mg per
dag, 400 mg per dag) werd vastgesteld in 3 gerandomiseerde, placebogecontroleerde klinische
onderzoeken in meerdere centra met een 12 weken durende onderhoudsperiode. In gecontroleerde
onderzoeken werd aangetoond dat ook een adjuvante behandeling met lacosamide 600 mg per dag
werkzaam was; hoewel de werkzaamheid vergelijkbaar was met 400 mg per dag, werd deze dosis,
vanwege bijwerkingen die verband hielden met het centrale zenuwstelsel en het maagdarmstelsel, door
de patiënten minder goed verdragen. Daarom wordt een dosis van 600 mg per dag niet aanbevolen. De
aanbevolen maximale dosis bedraagt 400 mg per dag. Deze onderzoeken, waaraan 1308 patiënten met
een voorgeschiedenis van gemiddeld 23 jaar partieel beginnende aanvallen deelnamen, werden
opgezet om de werkzaamheid en veiligheid van lacosamide te beoordelen bij gelijktijdige toediening
van 1 tot 3 anti-epileptica bij patiënten met ongecontroleerde partieel beginnende aanvallen, met of
zonder secundaire generalisatie. In totaal was de proportie proefpersonen met een reductie van 50% in
de aanvalsfrequentie 23%, 34% en 40% voor respectievelijk placebo, lacosamide 200 mg per dag en
lacosamide 400 mg per dag.
De farmacokinetiek en veiligheid van een enkele oplaaddosis intraveneus toegediende lacosamide
werden vastgesteld in een multicentrisch open-label onderzoek voor evaluatie van de veiligheid en
verdraagbaarheid van snelle initiatie van lacosamide d.m.v. een enkele intraveneuze oplaaddosis
(met 200 mg) gevolgd door orale toediening tweemaal daags (equivalent aan de intraveneuze dosis)
als adjuvante behandeling bij volwassen proefpersonen van 16-60 jaar met partieel beginnende
aanvallen.
Pediatrische patiënten
Partieel beginnende aanvallen hebben een vergelijkbare klinische expressie bij kinderen vanaf 4 jaar
en bij volwassenen. De werkzaamheid van lacosamide bij kinderen van 4 jaar en ouder is
geëxtrapoleerd uit gegevens van adolescenten en volwassenen met partieel beginnende aanvallen. Een
vergelijkbare respons werd verwacht op voorwaarde dat de pediatrische dosisaanpassingen toegepast
zijn (zie rubriek 4.2) en de veiligheid aangetoond is (zie rubriek 4.8).
De door dit extrapolatieprincipe ondersteunde werkzaamheid werd bevestigd in een dubbelblinde,
gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie. De studie bestond uit een baselineperiode
van 8 weken, gevolgd door een titratieperiode van 6 weken. In aanmerking komende patiënten waren
patiënten die een behandeling volgden met een stabiele dosis van 1 tot ≤ 3 anti-epileptica, die nog
steeds minstens 2 partieel beginnende aanvallen hadden in de 4 weken voorafgaand aan de screening
waarbij de aanvalsvrije fase nooit langer duurde dan 21 dagen in de periode van 8 weken voorafgaand
aan de overgang naar de baselineperiode, en die werden gerandomiseerd naar het krijgen van placebo
(n=172) of lacosamide (n=171).
Voor de dosering werd gestart met een dosis van 2 mg/kg/dag bij proefpersonen die minder dan 50 kg
wogen of 100 mg/dag bij proefpersonen die 50 kg of meer wogen verdeeld in 2 doses. Tijdens de
titratieperiode werden de doses lacosamide met wekelijkse intervallen aangepast in stappen
van 1 of 2 mg/kg/dag bij proefpersonen die minder dan 50 kg wegen of 50 of 100 mg/dag bij
proefpersonen die 50 kg of meer wegen, om tot het beoogde dosisbereik voor de onderhoudsperiode te
komen.
De proefpersonen moesten de minimaal beoogde dosis voor hun gewichtsklasse voor de
laatste 3 dagen van de titratieperiode hebben bereikt om in aanmerking te komen voor de
onderhoudsperiode van 10 weken. De dosis lacosamide diende gedurende de volledige
onderhoudsperiode stabiel te blijven bij de proefpersonen, of ze werden teruggetrokken en
overgebracht naar de periode voor geblindeerde dosisafbouw.
Tussen de lacosamidegroep en de placebogroep werd een statistisch significante (p=0,0003) en
klinisch relevante afname waargenomen van de frequentie van partieel beginnende aanvallen
per 28 dagen vanaf de baseline tot de onderhoudsperiode. De procentuele afname tegenover placebo
op basis van covariantieanalyse was 31,72% (95% -BI: 16,342; 44,277).
In totaal was het percentage proefpersonen met een afname van minstens 50% van de frequentie van
partieel beginnende aanvallen per 28 dagen vanaf de baseline tot de onderhoudsperiode 52,9% in de
lacosamidegroep, in vergelijking met 33,3% in de placebogroep.
De beoordeling van de kwaliteit van leven aan de hand van de
Pediatric Quality of Life Inventory
wees uit dat bij de proefpersonen in zowel de lacosamide- als de placebogroep de
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven gedurende de volledige behandelingsperiode
vergelijkbaar en stabiel was.
Klinische werkzaamheid en veiligheid (primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De werkzaamheid van lacosamide als adjuvante therapie bij patiënten van 4 jaar oud en ouder met
idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie die primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen
hebben, werd vastgesteld in een 24 weken durend dubbelblind, gerandomiseerd, placebogecontroleerd,
multicentrisch onderzoek met parallelle groepen. Het onderzoek omvatte een historische
baselineperiode van 12 weken, een prospectieve baselineperiode van 4 weken en een
behandelingsperiode van 24 weken (die bestond uit een titratieperiode van 6 weken en een
onderhoudsperiode van 18 weken). In aanmerking komende patiënten die een behandeling volgden
met een stabiele dosis van 1 tot 3 anti-epileptica en die ten minste 3 gedocumenteerde primair
gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen hadden in de baselineperiode van in totaal 16 weken,
werden in een verhouding van 1:1 gerandomiseerd om lacosamide of placebo te krijgen (patiënten in
de full analysis set: lacosamide n=118, placebo n=121; waarvan 8 patiënten in de leeftijdsgroep van
≥ 4 tot < 12 jaar en 16 patiënten in de leeftijdsgroep van ≥ 12 tot < 18 jaar werden behandeld met
lacosamide en respectievelijk 9 en 16 patiënten met placebo).
De dosis van de patiënten werd getitreerd naar de voor de onderhoudsperiode beoogde dosis van
12 mg/kg/dag bij patiënten die minder dan 30 kg wogen, 8 mg/kg/dag bij patiënten die 30 tot minder
dan 50 kg wogen of 400 mg/dag bij patiënten die 50 kg of meer wogen.
Placebo
Variabele
n=121
parameter werkzaamheid
Tijd tot 2e primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval
Mediaan (dagen)
77,0
95% BI
49,0, 128,0
Lacosamide – Placebo
Hazardratio
Lacosamide
n=118
-
-
0,540
Placebo
Lacosamide
Variabele
n=121
n=118
parameter werkzaamheid
95% BI
0,377, 0,774
p-waarde
< 0,001
Aanvalsvrijheid
Gestratificeerde Kaplan-Meier-
17,2
31,3
schatting (%)
95% BI
10,4, 24,0
22,8, 39,9
Lacosamide – Placebo
14,1
95% BI
3,2, 25,1
p-waarde
0,011
Opmerking: voor de lacosamidegroep kon de mediane tijd tot de tweede primair gegeneraliseerde
tonisch-klonische aanval niet worden geschat met Kaplan-Meier-methoden omdat ˃50% van de
patiënten geen tweede primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval had voor dag 166.
De bevindingen in de pediatrische subgroep stemden overeen met de resultaten van de totale populatie
voor de primaire, secundaire en andere werkzaamheidseindpunten.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Lacosamide wordt na orale toediening snel en volledig geabsorbeerd. De orale biologische
beschikbaarheid van lacosamide tabletten is ongeveer 100%. Na orale toediening neemt de
plasmaconcentratie van onveranderd lacosamide snel toe en de C
max
wordt ongeveer 0,5 tot 4 uur na
toediening bereikt. Voedsel is niet van invloed op de snelheid en mate van absorptie.
Distributie
Het distributievolume is ongeveer 0,6 l/kg. Lacosamide wordt voor minder dan 15% aan plasma-
eiwitten gebonden.
Biotransformatie
Van de dosis wordt 95% als lacosamide en metabolieten in de urine uitgescheiden. Het metabolisme
van lacosamide is nog niet volledig in beeld gebracht.
De belangrijkste in urine uitgescheiden verbindingen zijn onveranderd lacosamide (ongeveer 40% van
de dosis) en de O-desmethylmetaboliet voor minder dan 30%.
Een polaire fractie, waarvan wordt verondersteld dat het serinederivaten zijn, maakte in urine
ongeveer 20% van het totaal uit, maar werd slechts in kleine hoeveelheden (0-2%) in humaan plasma
van sommige proefpersonen gedetecteerd. In de urine werden kleine hoeveelheden (0,5-2%) andere
metabolieten aangetroffen.
Uit
in-vitro-gegevens
blijkt dat CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4 in staat zijn de vorming van de O-
desmethylmetaboliet te katalyseren, maar het voornaamste hierbij betrokken iso-enzym is
in vivo
niet
bevestigd. Er werd geen klinisch relevant verschil in lacosamide blootstelling waargenomen wanneer
de farmacokinetiek ervan in snelle metaboliseerders (EM’s, met een functioneel CYP2C19) en in trage
metaboliseerders (PM’s, zonder functioneel CYP2C19) werd vergeleken. Bovendien liet een
interactie-onderzoek met omeprazol (CYP2C19-remmer) geen klinisch relevante veranderingen in de
plasmaconcentraties van lacosamide zien, wat erop wijst dat de betekenis van deze metabolisatieroute
klein is. De plasmaconcentratie van O-desmethyl-lacosamide is ongeveer 15% van de concentratie van
lacosamide in plasma. Deze metaboliet heeft geen bekende farmacologische activiteit.
Eliminatie
Lacosamide wordt voornamelijk door renale excretie en biotransformatie uit de systemische circulatie
geëlimineerd. Na orale en intraveneuze toediening van radioactief gelabeld lacosamide werd
ongeveer 95% van de toegediende radioactiviteit in de urine teruggevonden en minder dan 0,5% in de
feces. De eliminatiehalfwaardetijd van lacosamide is ongeveer 13 uur. De farmacokinetiek is
dosisproportioneel en constant in de tijd, met een lage
intra-
en
interindividuele
variabiliteit. Na
toediening tweemaal daags worden na een periode van 3 dagen steady-state-plasmaconcentraties
bereikt. De plasmaconcentratie neemt met een accumulatiefactor van ongeveer 2 toe.
Een enkele oplaaddosis van 200 mg benadert steady-state-concentraties die vergelijkbaar zijn met een
orale toediening van 100 mg tweemaal daags.
Farmacokinetiek bij speciale patiëntengroepen
Geslacht
Uit klinisch onderzoek blijkt dat het geslacht geen klinisch significante invloed heeft op de
plasmaconcentraties van lacosamide.
Nierfunctiestoornis
In vergelijking met gezonde proefpersonen nam de AUC van lacosamide met ongeveer 30% toe bij
patiënten met een lichte en matig-ernstige nierfunctiestoornis en met 60% bij patiënten met een
ernstige nierfunctiestoornis en patiënten met een nieraandoening in het eindstadium waarbij
hemodialyse vereist was, terwijl de C
max
hetzelfde bleef.
Lacosamide wordt door hemodialyse effectief uit plasma verwijderd. Na een hemodialysebehandeling
van 4 uur was de AUC van lacosamide met ongeveer 50% gedaald. Daarom wordt na hemodialyse
aanvulling van de dosis aanbevolen (zie rubriek 4.2). Bij patiënten met een matig-ernstige tot ernstige
nierfunctiestoornis was de blootstelling aan de O-desmethylmetaboliet enkele malen verhoogd. Bij
patiënten met een nieraandoening in het eindstadium en in afwezigheid van hemodialyse waren de
spiegels verhoogd; tijdens de bemonstering gedurende 24 uur stegen de spiegels continue. Het is niet
bekend of bij personen met een nieraandoening in het eindstadium de verhoogde blootstelling aan de
metaboliet kan leiden tot bijwerkingen, maar een farmacologische werking van de metaboliet is niet
vastgesteld.
Leverfunctiestoornis
Bij proefpersonen met een matig-ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh B) werden hogere
plasmaconcentraties lacosamide waargenomen (een ongeveer 50% hogere AUC
norm
). De hogere
blootstelling was gedeeltelijk het gevolg van de verminderde nierfunctie van de onderzochte
proefpersonen. Het werd geschat dat de daling van de niet-renale klaring bij de patiënten die aan het
onderzoek deelnamen, een stijging van 20% in de AUC van lacosamide veroorzaakte. Bij patiënten
met een ernstige leverfunctiestoornis is de farmacokinetiek van lacosamide niet beoordeeld (zie
rubriek 4.2).
Ouderen (ouder dan 65 jaar)
In een onderzoek bij oudere mannen en vrouwen, waaronder 4 patiënten ouder dan 75 jaar, was,
vergeleken met jonge mannen, de AUC met respectievelijk ongeveer 30 en 50% verhoogd. Dit houdt
gedeeltelijk verband met een lager lichaamsgewicht. Het genormaliseerde verschil voor wat betreft het
lichaamsgewicht was respectievelijk 26 en 23%. Een verhoogde variabiliteit in blootstelling werd ook
waargenomen. In deze studie was bij oudere proefpersonen de renale klaring van lacosamide slechts
licht verminderd.
Een algemene dosisvermindering wordt niet nodig geacht, tenzij sprake is van een verminderde
nierfunctie (zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
Het pediatrische farmacokinetische profiel van lacosamide werd vastgesteld in een farmacokinetische
populatieanalyse met behulp van beperkte plasmaconcentratiegegevens verkregen in één
placebogecontroleerde, gerandomiseerde studie en drie open-label studies bij 414 kinderen met
epilepsie van 6 maanden tot 17 jaar. De toegediende doses lacosamide varieerden
van 2 tot 17,8 mg/kg/dag bij een tweemaaldaagse inname, met een maximum van 600 mg/dag voor
kinderen met een gewicht van 50 kg of meer.
De plasmaklaring werd geschat op 1,04 l/u, 1,32 l/u en 1,86 l/u voor kinderen met een gewicht van
respectievelijk 20 kg, 30 kg en 50 kg. Ter vergelijking, de plasmaklaring bij volwassen patiënten (met
een lichaamsgewicht van 70 kg) werd geschat op 1,92 l/u.
Een farmacokinetische populatieanalyse met behulp van beperkte farmacokinetische monsters uit een
onderzoek met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen liet een vergelijkbare
blootstelling zien bij patiënten met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen en bij
patiënten met partieel beginnende aanvallen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In toxiciteitsonderzoek waren de verkregen plasmaconcentraties van lacosamide gelijk aan of slechts
marginaal hoger dan die werden waargenomen bij patiënten die met lacosamide werden behandeld,
waardoor kleine of niet-bestaande marges voor menselijke blootstelling resteren.
In een onderzoek bij onder narcose gebrachte honden op het gebied van veiligheidsfarmacologie werd
na intraveneuze toediening van lacosamide, zeer waarschijnlijk als gevolg van een cardiodepressieve
werking, een voorbijgaande toename van het PR-interval en de duur van het QRS-complex en een
daling van de bloeddruk aangetoond. Deze voorbijgaande veranderingen traden op in hetzelfde
concentratiebereik als na de aanbevolen maximale klinische dosering. Bij onder narcose gebrachte
honden en Cynomolgus apen werden bij intraveneuze doses van 15-60 mg/kg een verlangzaming van
de boezem- en kamergeleiding, atrioventriculair blok en atrioventriculaire dissociatie waargenomen.
In de studies op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering werden vanaf ongeveer 3 maal de
menselijke blootstelling bij ratten lichte reversibele leververanderingen waargenomen. Tot deze
veranderingen behoorden een hoger orgaangewicht, hypertrofie van hepatocyten, een toename van de
serumconcentraties van leverenzymen en een toename van totaal cholesterol en triglyceriden.
Afgezien van de hypertrofie van hepatocyten werden geen verdere histopathologische veranderingen
waargenomen.
In onderzoek naar reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit bij knaagdieren en konijnen werden bij
ratten bij maternale toxische dosis, overeenkomend met systemische blootstellingsniveaus die
vergelijkbaar zijn met de verwachte klinische blootstelling, geen teratogene effecten waargenomen,
maar wel een toename van het aantal doodgeboren jongen en van de sterfte van de jongen in de
peripartumperiode en van een enigszins gereduceerde hoeveelheid levend geboren jongen per nest en
een lager lichaamsgewicht van de jongen. Omdat bij dieren geen hogere blootstellingniveaus konden
worden getest vanwege de maternale toxiciteit zijn de gegevens onvoldoende voor het volledig
karakteriseren van het embryo-/foetotoxisch en teratogeen potentieel van lacosamide.
Uit onderzoek bij ratten bleek dat lacosamide en/of zijn metabolieten snel de placentaire barrière
passeren. Bij jonge ratten en honden verschillen de vormen van toxiciteit kwalitatief niet van de
vormen van toxiciteit die bij volwassen dieren worden waargenomen. Bij jonge ratten werd een lager
lichaamsgewicht waargenomen bij systemische blootstellingsniveaus die gelijkwaardig waren aan de
verwachte klinische blootstelling. Bij jonge honden begonnen tijdelijke en dosisgerelateerde klinische
symptomen van het centraal zenuwstelsel zichtbaar te worden bij systemische blootstellingen onder de
verwachte klinische blootstelling.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
rood ijzeroxide (E172)
zwart ijzeroxide (E172)
indigotine (E132)
lecithine (soja)
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
lecithine (soja)
geel ijzeroxide (E172)
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
lecithine (soja)
rood ijzeroxide (E172)
zwart ijzeroxide (E172)
geel ijzeroxide (E172)
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
lecithine (soja)
indigotine (E132)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
2 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakkingen van PVC-PVdC/Aluminium.
Verpakkingen van 14, 56, 60 of 168 tabletten.
Verpakkingen van 14x1 of 56x1 tablet in geperforeerde eenheidsdosisblisters.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
EU/1/17/1230/001-004
EU/1/17/1230/017-018
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
EU/1/17/1230/005-008
EU/1/17/1230/019-020
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
EU/1/17/1230/009-012
EU/1/17/1230/021-022
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
EU/1/17/1230/013-016
EU/1/17/1230/023-024
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 18 september 2017
Datum van laatste verlenging:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu/
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Behandelingsstartpakket (uitsluitend voor adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of
meer en volwassenen)
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 50 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 100 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 150 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 200 mg lacosamide.
Hulpstof met bekend effect
50 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,105 mg lecithine (soja)
100 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,210 mg lecithine (soja)
150 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,315 mg lecithine (soja)
200 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,420 mg lecithine (soja)
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Roze, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 10,3 x 4,8 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en
"50" op de andere kant.
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Donkergele, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 13,0 x 6,0 mm, met de opdruk "L" op de ene
kant en "100" op de andere kant.
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Zalmkleurige, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 15,0 x 6,9 mm, met de opdruk "L" op de ene
kant en "150" op de andere kant.
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
Blauwe, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 16,4 x 7,6 mm, met de opdruk "L" op de ene kant
en "200" op de andere kant.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Lacosamide Accord is geïndiceerd als monotherapie voor de behandeling van partieel beginnende
aanvallen, met of zonder secundaire generalisatie bij adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar met een
gewicht van 50 kg of meer en bij volwassenen met epilepsie.
Lacosamide Accord is geïndiceerd als adjuvante therapie
voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen, met of zonder secundaire
generalisatie, bij adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar die 50 kg of meer wegen en bij
volwassenen met epilepsie.
voor de behandeling van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen bij
adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar die 50 kg of meer wegen en bij volwassenen met
idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Lacosamide moet tweemaal daags (gewoonlijk eenmaal ’s ochtends en eenmaal ’s avonds) worden
ingenomen.
Lacosamide kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Indien een dosis wordt vergeten, dient de patiënt de instructie te krijgen dat de vergeten dosis
onmiddellijk moet worden ingenomen en dat de volgende dosis lacosamide op het gebruikelijke
tijdstip moet worden ingenomen. Als de patiënt de vergeten dosis opmerkt op het moment dat er
minder dan 6 uur resteert voor de volgende geplande dosis, dient de patiënt de instructie te krijgen dat
hij/zij moet wachten met het innemen van de volgende dosis lacosamide tot het gebruikelijke tijdstip.
Patiënten mogen geen dubbele dosis nemen.
Adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer en volwassenen
Monotherapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is tweemaal daags 50 mg, die na een week verhoogd dient te worden tot
een therapeutische aanvangsdosis van tweemaal daags 100 mg.
Behandeling met lacosamide kan ook gestart worden met een dosis van tweemaal daags 100 mg, ter
beoordeling door de arts die de afweging maakt tussen de vereiste vermindering van het aantal
aanvallen versus de mogelijke bijwerkingen.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijkse intervallen van tweemaal daags 50 mg (100 mg/dag) tot een maximale aanbevolen
dagelijkse dosis van tweemaal daags 300 mg (600 mg/dag).
Bij patiënten die een dosis bereikt hebben die hoger is dan 400 mg/dag en die een bijkomend anti-
epilepticum nodig hebben, moet de onderstaande aanbevolen dosering voor adjuvante therapie
gevolgd worden.
Adjuvante therapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen of voor de behandeling
van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is tweemaal daags 50 mg, die na een week verhoogd dient te worden tot
een therapeutische aanvangsdosis van tweemaal daags 100 mg.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijkse intervallen van tweemaal daags 50 mg (100 mg/dag) tot een maximale aanbevolen
dagelijkse dosis van 400 mg (tweemaal daags 200 mg).
Het Lacosamide Accord behandelingsstartpakket bevat 4 verschillende verpakkingen (een voor elke
tabletsterkte) met elk 14 tabletten, voor de eerste 2 tot 4 weken therapie, afhankelijk van de respons en
tolerantie van de patiënt. De verpakkingen hebben de opdruk ‘week 1 (2, 3 of 4)’.
Op de eerste dag van de behandeling start de patiënt met tweemaal daags een Lacosamide Accord
50 mg tablet. Gedurende de tweede week neemt de patiënt tweemaal daags een Lacosamide Accord
100 mg tablet in.
Afhankelijk van de respons en tolerantie kan in de derde week tweemaal daags een Lacosamide
Accord 150 mg tablet en in de vierde week tweemaal daags een Lacosamide Accord 200 mg tablet
worden ingenomen.
Stopzetting
In overeenstemming met de huidige klinische praktijk wordt aanbevolen dat, wanneer met het gebruik
van lacosamide moet worden gestopt, dit geleidelijk plaatsvindt (bijv. afbouwen van de dagelijkse
dosis met 200 mg per week).
Bij patiënten die ernstige hartritmestoornissen ontwikkelen, moet men het klinisch voordeel afwegen
tegen het risico. Indien nodig moet men lacosamide stopzetten.
Speciale patiëntgroepen
Ouderen (ouder dan 65 jaar)
Bij oudere patiënten is geen dosisreductie noodzakelijk. Een leeftijdsgebonden verminderde
nierklaring met een stijging van de AUC-spiegels zou moeten worden overwogen bij oudere patiënten
(zie de paragraaf ‘Nierfunctiestoornis’ hieronder en rubriek 5.2). De klinische gegevens bij oudere
patiënten met epilepsie zijn beperkt, in het bijzonder voor doses hoger dan 400 mg/dag (zie
rubriek 4.4, 4.8, en 5.1).
Nierfunctiestoornis
Bij volwassen en pediatrische patiënten met een lichte tot matig-ernstige nierfunctiestoornis (CL
CR
>30 ml/min) is geen aanpassing van de dosis nodig. Bij pediatrische patiënten met een gewicht
van 50 kg of meer en bij volwassen patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (CL
CR
≤30 ml/min)
of met een nierziekte in het eindstadium wordt een maximale dosis van 250 mg/dag aanbevolen. Bij
pediatrische patiënten met een gewicht van minder dan 50 kg met een ernstige nierfunctiestoornis
(CL
CR
≤30 ml/min) of met een nierziekte in het eindstadium wordt een verlaging van de maximale
dosis met 25% aanbevolen. Voor alle patiënten die hemodialyse nodig hebben wordt een supplement
van maximaal 50% van de verdeelde dagelijkse dosis, direct na afloop van de hemodialyse,
aanbevolen. Behandeling van patiënten met een nierziekte in het eindstadium dient met de nodige
voorzichtigheid plaats te vinden vanwege de beperkte klinische ervaring en de accumulatie van een
metaboliet (met een niet bekende farmacologische activiteit). Bij alle patiënten met een
nierfunctiestoornis moet de dosistitratie met de nodige voorzichtigheid worden uitgevoerd (zie
rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Bij pediatrische patiënten met een gewicht van 50 kg of meer en bij volwassen patiënten met een
lichte tot matig-ernstige leverfunctiestoornis wordt een maximale dosis van 300 mg/dag aanbevolen.
Bij deze patiënten moet de dosistitratie met de nodige voorzichtigheid plaatsvinden waarbij rekening
moet worden gehouden met eventueel gelijktijdig bestaande nierfunctiestoornis. Op basis van
gegevens bij volwassenen dient bij pediatrische patiënten met een gewicht van minder dan 50 kg met
een lichte tot matig-ernstige leverfunctiestoornis, een verlaging van de maximale dosis met 25% te
worden toegepast. De farmacokinetiek van lacosamide is niet geëvalueerd bij patiënten met een
ernstige leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2). Lacosamide mag enkel aan volwassen en pediatrische
patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis toegediend worden als er rekening mee wordt
gehouden dat de verwachte therapeutische voordelen tegen de potentiële risico’s opwegen. Door de
ziekteactiviteit en de potentiële bijwerkingen bij de patiënt aandachtig te observeren kan
dosisaanpassing nodig zijn.
Pediatrische patiënten
Adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer
De dosis bij adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer is gelijk aan die bij
volwassenen (zie hierboven).
Kinderen (vanaf 4 jaar) en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg
Deze farmaceutische vorm is niet geschikt voor deze categorie patiënten.
Kinderen jonger dan 4 jaar
De veiligheid en werkzaamheid van lacosamide bij kinderen jonger dan 4 jaar is nog niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Lacosamide filmomhulde tabletten moeten oraal ingenomen worden. Lacosamide kan met of zonder
voedsel ingenomen worden.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of
voor sojalecithine.
Bekend tweede- of derdegraads atrioventriculair (AV-) blok.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag
Zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag zijn gerapporteerd bij patiënten die voor verschillende
indicaties werden behandeld met anti-epileptica. Een meta-analyse van gerandomiseerde
placebogecontroleerde onderzoeken naar anti-epileptica heeft eveneens een klein toegenomen risico
op zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag aangetoond. Het mechanisme van dit risico is niet bekend
en de beschikbare gegevens sluiten de mogelijkheid van een toegenomen risico bij lacosamide niet uit.
Patiënten dienen derhalve gecontroleerd te worden op verschijnselen van zelfmoordgedachten en
zelfmoordgedrag en een passende behandeling dient te worden overwogen. Patiënten (en verzorgers
van patiënten) moet worden geadviseerd medisch advies in te winnen wanneer zich verschijnselen van
zelfmoordgedachten of zelfmoordgedrag voordoen (zie rubriek 4.8).
Hartritme en geleiding
In klinisch onderzoek is tijdens het gebruik van lacosamide dosisgerelateerde verlenging van het PR-
interval waargenomen. Lacosamide moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met
onderliggende proaritmische aandoeningen, zoals patiënten met bekende hartgeleidingsproblemen of
een ernstige hartaandoening (bijv. myocardischemie/infarct, hartfalen, een structurele hartaandoening
of natriumkanalopathieën) of patiënten behandeld met geneesmiddelen die van invloed zijn op de
geleiding van het hart, waaronder antiaritmica en natriumkanaalblokkerende anti-epileptica (zie
rubriek 4.5) en ook bij oudere patiënten.
Bij deze patiënten moet het uitvoeren van een ECG overwogen worden vóór een verhoging van de
lacosamidedosis boven 400 mg/dag en nadat lacosamide naar steady state getitreerd is.
In de placebogecontroleerde onderzoeken met lacosamide bij epilepsiepatiënten werden
boezemfibrilleren of boezemfladderen niet gerapporteerd; beide zijn echter gerapporteerd in open-
label onderzoeken bij epilepsie en post-marketing.
Post-marketing is AV-blok (inclusief tweedegraads-AV-blok of hoger) gerapporteerd. Bij patiënten
met proaritmische aandoeningen is ventriculaire tachyaritmie gerapporteerd. In zeldzame gevallen
hebben deze incidenten geleid tot asystolie, een hartstilstand en overlijden bij patiënten met
onderliggende proaritmische aandoeningen.
Patiënten dienen op de hoogte te worden gebracht van de verschijnselen van hartritmestoornissen
(bijv. een langzame, snelle of onregelmatige pols, hartkloppingen, kortademigheid, een licht gevoel in
het hoofd, flauwvallen). Patiënten dienen te worden geadviseerd om onmiddellijk medisch advies te
vragen als deze verschijnselen optreden.
Duizeligheid
Behandeling met lacosamide is in verband gebracht met duizeligheid, waardoor het optreden van door
een ongeval veroorzaakt letsel of vallen zou kunnen toenemen. Daarom moet patiënten worden
aangeraden voorzichtig te zijn tot ze vertrouwd zijn met de potentiële effecten van het geneesmiddel
(zie rubriek 4.8).
Kans op voor het eerst optredende of erger wordende myoklonische aanvallen
Voor het eerst optredende of erger wordende myoklonische aanvallen zijn gemeld bij zowel volwassen
als pediatrische patiënten met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen, en met name
tijdens het titreren. Bij patiënten die meer dan één type aanvallen hebben, dient het waargenomen
voordeel waarbij het ene type aanval onder controle is, afgewogen te worden tegen een eventueel
waargenomen verslechtering van een ander type aanval.
Kans op elektroklinische verslechtering bij specifieke pediatrische epilepsiesyndromen.
De veiligheid en werkzaamheid van lacosamide bij pediatrische patiënten met epilepsiesyndromen
waarbij focale en gegeneraliseerde aanvallen naast elkaar kunnen bestaan, zijn niet vastgesteld.
Hulpstoffen
Lacosamide Accord bevat sojalecithine. Daarom moet dit middel met voorzichtigheid worden gebruikt
bij patiënten die allergisch zijn voor pinda's of soja.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Lacosamide moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten die worden behandeld met
geneesmiddelen waarvan bekend is dat deze in verband gebracht kunnen worden met een verlenging
van het PR-interval (waaronder natriumkanaalblokkerende anti-epileptica) en bij patiënten die worden
behandeld met antiaritmica. Echter, een subgroepanalyse bij klinische onderzoeken duidde niet op een
verdere verlenging van het PR-interval bij patiënten die naast lacosamide gelijktijdig carbamazepine
of lamotrigine gebruikten.
In-vitro-gegevens
Uit de gegevens blijkt over het algemeen dat lacosamide een laag interactiepotentieel heeft. Uit de
gegevens blijkt over het algemeen dat lacosamide een laag interactiepotentieel heeft.
In-vitro-
onderzoek wijst erop dat de enzymen CYP1A2, CYP2B6 en CYP2C9 niet worden geïnduceerd en dat
CYP1A1, CYP1A2, CYP2A6, CYP2B6, CYP2C8, CYP2C9, CYP2D6 en CYP2E1 niet worden
geremd door lacosamide bij plasmaconcentraties die in klinisch onderzoek werden waargenomen. Een
in-vitro-onderzoek
toonde aan dat lacosamide in de darmen niet getransporteerd wordt door
P-glycoproteïne. Uit
in-vitro-gegevens
blijkt dat CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4 in staat zijn de
vorming van de O-desmethylmetaboliet te katalyseren.
In-vivo-gegevens
CYP2C19 en CYP3A4 worden door lacosamide niet in klinisch relevante mate geremd of
geïnduceerd. Lacosamide had geen invloed op de AUC van midazolam (gemetaboliseerd door
CYP3A4; dosering lacosamide 200 mg tweemaal daags) maar de C
max
van midazolam was enigszins
verhoogd (30%). Lacosamide had geen invloed op de farmacokinetiek van omeprazol
(gemetaboliseerd door CYP2C19 en CYP3A4; dosering lacosamide 300 mg tweemaal daags).
De CYP2C19-remmer omeprazol (40 mg eenmaal daags) gaf geen aanleiding tot een klinisch
significante verandering in de blootstelling aan lacosamide. Derhalve is het niet waarschijnlijk dat
matige CYP2C19-remmers in klinische relevante mate invloed hebben op de systemische blootstelling
aan lacosamide.
Voorzichtigheid is geboden bij de gelijktijdige behandeling met sterke remmers van CYP2C9 (bijv.
fluconazol) en CYP3A4 (bijv. itraconazol, ketoconazol, ritonavir, claritromycine), omdat dit kan
leiden tot een verhoogde systemische blootstelling aan lacosamide. Dergelijke interacties zijn niet
in
vivo
vastgesteld, maar zijn, gebaseerd op
in-vitro-gegevens,
mogelijk.
Sterke enzyminductoren zoals rifampicine of sint-janskruid (Hypericum perforatum) kunnen in
geringe mate de systemische blootstelling aan lacosamide verminderen. Het beginnen of stopzetten
van de behandeling met deze enzyminductoren moet daarom met voorzichtigheid plaatsvinden.
Anti-epileptica
In onderzoek naar interacties had lacosamide geen significante invloed op de plasmaconcentraties van
carbamazepine en valproïnezuur. De plasmaconcentraties van lacosamide werden niet door
carbamazepine en valproïnezuur beïnvloed. In farmacokinetische populatieanalyses in verschillende
leeftijdsgroepen werd geschat dat gelijktijdige behandeling met andere enzyminducerende anti-
epileptica (carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital in verschillende doses) de totale systemische
blootstelling aan lacosamide met 25% deed dalen bij volwassenen en met 17% bij pediatrische
patiënten.
Orale anticonceptiva
In een onderzoek naar interacties werd geen klinisch relevante interactie waargenomen tussen
lacosamide en de orale anticonceptiva ethinyloestradiol en levonorgestrel. De
progesteronconcentraties werden niet beïnvloed wanneer de geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend.
Overig
Onderzoek naar interacties toonde aan dat lacosamide geen effect had op de farmacokinetiek van
digoxine. Er was geen klinisch relevante interactie tussen lacosamide en metformine.
De gelijktijdige toediening van warfarine met lacosamide brengt geen klinisch relevante verandering
teweeg in de farmacokinetiek en farmacodynamiek van warfarine.
Hoewel er geen farmacokinetische gegevens zijn over de interactie van lacosamide met alcohol, kan
een farmacodynamisch effect niet worden uitgesloten.
Lacosamide heeft een lage eiwitbinding van minder dan 15%. Daarom worden klinisch relevante
interacties met andere geneesmiddelen door competitie om eiwitbindingsplaatsen onwaarschijnlijk
geacht.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Risico in verband met epilepsie en het gebruik van anti-epileptica in het algemeen.
Van alle anti-epileptica werd aangetoond dat in het nageslacht van behandelde vrouwen met epilepsie
de prevalentie van misvormingen twee- tot driemaal hoger ligt dan het percentage van ongeveer 3% in
de algehele populatie. In de behandelde populatie werd bij polytherapie een toename in misvormingen
waargenomen; de mate waarin dat het gevolg was van de behandeling en/of de aandoening werd
echter niet verklaard.
Bovendien mag een effectieve behandeling met anti-epileptica niet worden onderbroken, omdat
verergering van de aandoening voor zowel de moeder als de foetus nadelig is.
Risico in verband met het gebruik van lacosamide
Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van lacosamide bij zwangere vrouwen. Uit
experimenteel onderzoek bij dieren bleken geen teratogene effecten bij ratten of konijnen, maar bij
maternaal toxische doses werd bij ratten en konijnen embryonale toxiciteit waargenomen (zie
rubriek 5.3). Het potentiële risico voor de mens is niet bekend.
Lacosamide mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt, tenzij duidelijk noodzakelijk
(wanneer het voordeel voor de moeder duidelijk opweegt tegen het potentiële risico voor de foetus).
Wanneer vrouwen besluiten zwanger te worden, moet het gebruik van dit product zorgvuldig worden
heroverwogen.
Borstvoeding
Het is niet bekend of lacosamide in de moedermelk wordt uitgescheiden. Risico voor
pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Bij dieronderzoek is aangetoond dat
lacosamide in de moedermelk wordt uitgescheiden. Uit voorzorg moet borstvoeding worden gestaakt
tijdens de behandeling met lacosamide.
Vruchtbaarheid
Er werden geen bijwerkingen waargenomen op de vruchtbaarheid of voortplanting bij de mannelijke
of vrouwelijke rat blootgesteld aan doses die plasmaconcentraties (AUC) opleverden die tot ongeveer
tweemaal groter zijn dan de humane plasma-AUC bij de maximale aanbevolen humane dosis.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Lacosamide heeft geringe tot matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen. Behandeling met lacosamide is in verband gebracht met duizeligheid of wazig zien.
Derhalve moet patiënten worden afgeraden om te rijden of om mogelijk gevaarlijke machines te
bedienen, totdat zij gewend zijn aan de effecten van lacosamide op hun vermogen dergelijke
handelingen uit te voeren.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gecombineerde placebogecontroleerde klinische onderzoeken met
adjuvante therapie bij 1308 patiënten met partieel beginnende aanvallen, werd door in totaal 61,9%
van de naar lacosamide gerandomiseerde patiënten en 35,2% van de naar placebo gerandomiseerde
patiënten melding gemaakt van ten minste 1 bijwerking. De meest frequent gemelde bijwerkingen
(≥10%) bij behandeling met lacosamide waren duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid en diplopie.
Deze waren doorgaans licht tot matig in intensiteit. Sommige waren dosisgerelateerd en konden
worden verlicht door de dosis te reduceren. De incidentie en ernst van de bijwerkingen ter plaatse van
het centrale zenuwstelsel en de gastro-intestinale bijwerkingen namen doorgaans na verloop van tijd
af.
In al deze gecontroleerde onderzoeken bedroeg het percentage patiënten dat de behandeling staakte als
gevolg van bijwerkingen 12,2% van de naar lacosamide gerandomiseerde patiënten en 1,6% van de
naar placebo gerandomiseerde patiënten. De meest voorkomende bijwerking die resulteerde in een
stopzetting van de behandeling met lacosamide was duizeligheid.
Op basis van de analyse van gegevens van een klinisch ‘non-inferiority’-onderzoek over monotherapie
die lacosamide met een Controlled Release (CR) van carbamazepine vergelijkt, waren de meest
gerapporteerde bijwerkingen (≥10%) van lacosamide hoofdpijn en duizeligheid. Het percentage
patiënten dat de behandeling staakte vanwege bijwerkingen was 10,6% van de patiënten die met
lacosamide behandeld werden en 15,6% van de patiënten die met carbamazepine CR behandeld
werden.
Het veiligheidsprofiel van lacosamide dat werd gemeld in een onderzoek uitgevoerd bij patiënten van
4 jaar oud en ouder met idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie met primair gegeneraliseerde tonisch-
klonische aanvallen stemde overeen met het veiligheidsprofiel gemeld op basis van de gecombineerde
placebogecontroleerde klinische onderzoeken met partieel beginnende aanvallen. Bijkomende
bijwerkingen die zijn gemeld bij patiënten met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen
waren myoklonische epilepsie (2,5% in de lacosamidegroep en 0% in de placebogroep) en ataxie
(3,3% in de lacosamidegroep en 0% in de placebogroep). De meest frequent gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid en somnolentie. De meest voorkomende bijwerkingen die resulteerden in een
stopzetting van de behandeling met lacosamide waren duizeligheid en zelfmoordgedachten. Het
percentage patiënten dat de behandeling staakte vanwege bijwerkingen was 9,1% in de
lacosamidegroep en 4,1% in de placebogroep.
Tabellarisch gerangschikte bijwerkingen
De tabel hieronder toont de frequenties van bijwerkingen die in klinische onderzoeken en tijdens de
post-marketingervaring werden gemeld. De frequenties worden als volgt gedefinieerd: zeer vaak
(≥1/10), vaak (≥1/100 tot <1/10), soms (≥1/1000 tot <1/100), niet bekend (kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Systeem/orgaanklasse
Bloed- en
lymfestelselaandoenin
gen
Immuunsysteem-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Agranulocytose
(1)
Geneesmiddelen-
overgevoeligheid
(1)
Geneesmiddel-
gerelateerde
huiduitslag met
eosinofilie en
systemische
symptomen
(DRESS)
(1,2)
Psychische stoornissen
Depressie
Verwardheidstoesta
nd
Insomnia
(1)
Agressie
Agitatie
(1)
Eufore
gemoedstoestand
(1)
Psychotische
stoornis
(1)
Zelfmoordpoging
(1)
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Duizelighei
d
Hoofdpijn
Oogaandoeningen
Evenwichtsorgaan- en
ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Diplopie
Myoklonische
aanvallen
(3)
Ataxie
Evenwichtsstoornis
Geheugenzwakte
Cognitieve stoornis
Somnolentie
Tremor
Nystagmus
Hypo-esthesie
Dysartrie
Aandachtsstoornis
Paresthesie
Wazig zien
Vertigo
Tinnitus
Zelfmoordgedacht
en
Hallucinatie
(1)
Syncope
(2)
Abnormale
coördinatie
Dyskinesie
Convulsie
Atrioventriculair
blok
(1,2)
Bradycardie
(1,2)
Boezemfibrilleren
(1,2)
Ventriculaire
tachyaritmie
(1)
Boezemfladderen
(1,2)
Maag-
darmstelselaandoening
en
Misselijkhe
id
Braken
Obstipatie
Flatulentie
Dyspepsie
Droge mond
Diarree
Afwijkende
leverfunctietesten
(2)
Lever- en
galaandoeningen
Huid- en onderhuid-
aandoeningen
Pruritus
Huiduitslag
(1)
Leverenzym
verhoogd (>2x
ULN)
(1)
Angio-oedeem
(1)
Urticaria
(1)
Stevens-
Johnson-
syndroom
(1)
Toxische
epidermale
necrolyse
(1)
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoenin
gen
Spierspasmen
Loopstoornis
Asthenie
Vermoeidheid
Prikkelbaarheid
Dronken gevoel
Letsels, intoxicaties en
Vallen
verrichtingscomplicati
Huidlaceratie
es
Contusie
(1)
Bijwerkingen gerapporteerd tijdens de post-marketingervaring.
(2)
Zie “Omschrijving van bijzondere bijwerkingen”.
Skeletspierstelsel- en
Spierspasmen
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen
Loopstoornis
en toedieningsplaats-
Asthenie
stoornissen
Vermoeidheid
Prikkelbaarheid
Dronken gevoel
Letsels, intoxicaties en
Vallen
verrichtingscomplicaties
Huidlaceratie
Contusie
(1)
Bijwerkingen gerapporteerd tijdens de post-marketingervaring.
(2)
Zie “Omschrijving van bijzondere bijwerkingen”.
(3)
Gerapporteerd in onderzoeken met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen.
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Het gebruik van lacosamide is in verband gebracht met een dosisafhankelijke verlenging van het
PR-interval. Er kunnen bijwerkingen optreden die verband houden met een verlenging van het
PR-interval (bijv. AV-blok, syncope, bradycardie).
Eerstegraads AV-blok werd in adjuvante klinische onderzoeken bij epilepsiepatiënten soms
gerapporteerd, met incidentiepercentages van 0,7%, 0%, 0,5% en 0% voor
respectievelijk 200 mg, 400 mg, 600 mg lacosamide of placebo. In deze studies werd geen
tweedegraads of hogere graad AV-blok waargenomen. In de post-marketingervaring werden wel
gevallen gemeld van tweede- en derdegraads AV-blok, die geassocieerd werden met een behandeling
met lacosamide. In het klinisch onderzoek over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine
CR vergeleken wordt, was de toename van het PR-interval tussen lacosamide en carbamazepine
vergelijkbaar.
Syncope werd in gecombineerde klinische onderzoeken over adjuvante therapie soms gerapporteerd,
waarbij het incidentiepercentage voor met lacosamide (n=944) behandelde epilepsiepatiënten (0,1%)
niet verschilde van dat met placebo (n=364) behandelde epilepsiepatiënten (0,3%). In het klinisch
onderzoek over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine CR vergeleken wordt, werd
syncope gerapporteerd bij 7/444 (1,6%) met lacosamide behandelde patiënten en bij 1/442 (0,2%) met
carbamazepine CR behandelde patiënten.
Boezemfibrilleren of boezemfladderen werden niet gerapporteerd in klinische
kortetermijnonderzoeken; maar van beiden werd wel melding gemaakt in open-label epilepsie-
onderzoeken en tijdens de post-marketingervaring.
Laboratoriumafwijkingen
In placebogecontroleerde onderzoeken bij volwassen patiënten met partieel beginnende aanvallen die,
gelijktijdig met lacosamide, 1 tot 3 anti-epileptica gebruikten, zijn afwijkende leverfunctietesten
waargenomen. Bij 0,7% (7/935) van de met lacosamide behandelde patiënten en 0% (0/356) van de
met placebo behandelde patiënten was sprake van verhogingen van ALAT tot ≥3x ULN.
Algemene
aandoeningen en
toedieningsplaats-
stoornissen
Multi-orgaan overgevoeligheidsreacties
Bij patiënten die met sommige anti-epileptica werden behandeld is melding gemaakt van multi-orgaan
overgevoeligheidsreacties (ook bekend als geneesmiddelgerelateerde huiduitslag met eosinofilie en
systemische symptomen, DRESS). Deze reacties komen op verschillende manieren tot uiting, maar
worden gekenmerkt door koorts en huiduitslag en kunnen in verband worden gebracht met de
betrokkenheid van verschillende orgaansystemen. Als een multi-orgaan overgevoeligheidsreactie
wordt vermoed, dient de behandeling met lacosamide te worden gestaakt.
Pediatrische patiënten
Het veiligheidsprofiel van lacosamide in placebogecontroleerde (zie onderzoeksgegevens in
rubriek 5.1) en open-label studies (n=408) bij gebruik als adjuvante therapie bij kinderen van 4 jaar
oud met partieel beginnende aanvallen, kwam overeen met het veiligheidsprofiel dat werd
waargenomen bij volwassenen, hoewel de frequentie van sommige bijwerkingen (slaperigheid, braken
en convulsie) hoger was en er bijkomende bijwerkingen (nasofaryngitis, pyrexie, faryngitis,
verminderde eetlust, lethargie en abnormaal gedrag) zijn gemeld bij pediatrische patiënten:
nasofaryngitis (15,7%), braken (14,7%), slaperigheid (14,0%), duizeligheid (13,5%), pyrexie (13,0%),
convulsie (7,8%), verminderde eetlust (5,9%), faryngitis (4,7%), lethargie (2,7%) en abnormaal gedrag
(1,7%).
Er werd door in totaal 67,8% van de naar lacosamide gerandomiseerde patiënten en 58,1% van de naar
placebo gerandomiseerde patiënten melding gemaakt van ten minste 1 bijwerking.
Gedrag, cognitie en emoties werden gemeten aan de hand van de vragenlijsten Achenbach CBCL en
BRIEF die werden afgenomen bij baseline en op verschillende momenten tijdens de studies en waren
over het algemeen stabiel tijdens de duur van de onderzoeken.
Ouderen
In de studie over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine CR vergeleken wordt, lijken de
soorten bijwerkingen gerelateerd aan lacosamide bij oudere patiënten (≥65 jaar) vergelijkbaar met die
bij patiënten jonger dan 65 jaar. Er werd echter een hogere incidentie (verschil van ≥5%) van
valpartijen, diarree en tremor gerapporteerd bij oudere patiënten in vergelijking met jongere volwassen
patiënten. De meest voorkomende, hartgerelateerde bijwerking die bij ouderen werd gerapporteerd,
vergeleken met de jongere volwassen populatie, was eerstegraads AV-blok. Bij lacosamide werd dit
bij 4,8% (3/62) van de oudere patiënten versus 1,6% (6/382) van de jongere volwassen patiënten
gerapporteerd. Het percentage stopzetting door bijwerkingen dat bij lacosamide werd vastgesteld
was 21,0% (13/62) bij oudere patiënten versus 9,2% (35/382) bij jongere volwassen patiënten. Deze
verschillen tussen ouderen en jongere volwassen patiënten waren vergelijkbaar met de bijwerkingen
die bij de actieve vergelijkingsgroep vastgesteld werden.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De waargenomen symptomen na een accidentele of intentionele overdosis lacosamide hebben
hoofdzakelijk betrekking op het centrale zenuwstelsel en het maag-darmstelsel.
Het type bijwerkingen bij patiënten die blootgesteld waren aan doses hoger dan 400 mg
tot 800 mg vertoonde geen klinische verschillen met die bij patiënten die aanbevolen doseringen
lacosamide kregen toegediend.
Gerapporteerde reacties na een inname van meer dan 800 mg zijn duizeligheid, nausea, braken,
insulten (gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen, status epilepticus).
Hartgeleidingsstoornissen, shock en coma werden ook waargenomen. Een noodlottige afloop
werd gerapporteerd bij patiënten na de inname van een eenmalige acute overdosis van meerdere
grammen lacosamide.
Behandeling
Er bestaat geen specifiek tegengif voor een overdosis met lacosamide. Tot de behandeling van een
overdosis lacosamide behoren onder meer algemeen ondersteunende maatregelen en, indien nodig,
ook hemodialyse (zie rubriek 5.2).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-epileptica, andere anti-epileptica, ATC-code: N03AX18
Werkingsmechanisme
Het werkzame bestanddeel, lacosamide (R-2-acetamido-N-benzyl-3-methoxypropionamide), is een
gefunctionaliseerd aminozuur.
Het exacte werkingsmechanisme waardoor lacosamide zijn anti-epileptisch effect bij de mens
uitoefent, is nog niet geheel verklaard.
In
in vitro
elektrofysiologisch onderzoek werd aangetoond dat lacosamide de langzame inactivering
van spanningsafhankelijke natriumkanalen selectief versterkt, wat resulteert in stabilisatie van
hyperexciteerbare neuronale membranen.
Farmacodynamische effecten
In een breed spectrum diermodellen met partiële en primair gegeneraliseerde aanvallen beschermde
lacosamide tegen aanvallen en vertraagde het de ontwikkeling van ‘kindling’.
In niet-klinische experimenten vertoonde lacosamide in combinatie met levetiracetam, carbamazepine,
fenytoïne, valproaat, lamotrigine, topiramaat of gabapentine synergistische of aanvullende
anticonvulsieve effecten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid (partieel beginnende aanvallen)
Volwassen patiënten
Monotherapie
De werkzaamheid van lacosamide als monotherapie werd vastgesteld in een dubbelblinde,
parallelgroep, ‘non-inferiority’-vergelijking met carbamazepine CR bij 886 patiënten van 16 jaar of
ouder met nieuw of recent gediagnosticeerde epilepsie. De patiënten moesten niet-geprovoceerde,
partieel beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie hebben. De patiënten werden
gerandomiseerd en kregen carbamazepine CR of lacosamide, in tabletvorm, in een verhouding
van 1:1. De dosis was gebaseerd op dosisrespons en varieerde van 400 tot 1200 mg/dag voor
carbamazepine CR en van 200 tot 600 mg/dag voor lacosamide. De behandeling duurde
maximaal 121 weken, afhankelijk van de respons.
De geschatte percentages voor het 6 maanden lang vrij zijn van aanvallen was 89,8% voor met
lacosamide behandelde patiënten en 91,1% voor met carbamazepine CR behandelde patiënten gebruik
makend van de Kaplan-Meier overlevingsanalyse. Het gecorrigeerde absolute verschil tussen de
behandelingen was -1,3% (95% BI: -5,5; 2,8). De Kaplan-Meier schattingen voor het 12 maanden lang
vrij zijn van aanvallen waren 77,8% voor met lacosamide behandelde patiënten en 82,7% voor met
carbamazepine CR behandelde patiënten.
De percentages voor het 6 maanden lang vrij zijn van aanvallen bij oudere patiënten vanaf 65 jaar
(62 patiënten voor lacosamide, 57 patiënten voor carbamazepine CR) waren vergelijkbaar tussen beide
behandelingsgroepen. De percentages waren ook vergelijkbaar met de percentages die bij de algehele
patiëntgroepen werden vastgesteld. Bij de oudere populatie was de onderhoudsdosis
lacosamide 200 mg/dag bij 55 patiënten (88,7%) en 400 mg/dag bij 6 patiënten (9,7%). Bij 1 patiënt
(1,6%) was de dosis verhoogd tot meer dan 400 mg/dag.
Conversie naar monotherapie
De werkzaamheid en veiligheid van lacosamide tijdens de conversie naar monotherapie werden
beoordeeld in een multicenter, dubbelblind, gerandomiseerd onderzoek met een historische
controlegroep. In deze studie werden 425 patiënten van 16 tot 70 jaar met ongecontroleerde, partieel
beginnende aanvallen en die stabiele doses van 1 of 2 gecommercialiseerde anti-epileptica namen,
gerandomiseerd om overgezet te worden op lacosamide monotherapie (ofwel 400 mg/dag
ofwel 300 mg/dag in een verhouding van 3:1). Bij behandelde patiënten die titratie voltooiden en anti-
epileptica begonnen af te bouwen (284 respectievelijk 99) werd monotherapie bij 71,5%
respectievelijk 70,7% van de patiënten voortgezet gedurende 57-105 dagen (mediaan: 71 dagen),
langer dan de beoogde observatieperiode van 70 dagen.
Adjuvante therapie
De werkzaamheid van lacosamide als adjuvante therapie in de aanbevolen dosis (200 mg per
dag, 400 mg per dag) werd vastgesteld in 3 gerandomiseerde, placebogecontroleerde klinische
onderzoeken in meerdere centra met een 12 weken durende onderhoudsperiode. In gecontroleerde
onderzoeken werd aangetoond dat ook een adjuvante behandeling met lacosamide 600 mg per dag
werkzaam was; hoewel de werkzaamheid vergelijkbaar was met 400 mg per dag, werd deze dosis,
vanwege bijwerkingen die verband hielden met het centrale zenuwstelsel en het maagdarmstelsel, door
de patiënten minder goed verdragen. Daarom wordt een dosis van 600 mg per dag niet aanbevolen. De
aanbevolen maximale dosis bedraagt 400 mg per dag. Deze onderzoeken, waaraan 1308 patiënten met
een voorgeschiedenis van gemiddeld 23 jaar partieel beginnende aanvallen deelnamen, werden
opgezet om de werkzaamheid en veiligheid van lacosamide te beoordelen bij gelijktijdige toediening
van 1 tot 3 anti-epileptica bij patiënten met ongecontroleerde partieel beginnende aanvallen, met of
zonder secundaire generalisatie. In totaal was de proportie proefpersonen met een reductie van 50% in
de aanvalsfrequentie 23%, 34% en 40% voor respectievelijk placebo, lacosamide 200 mg per dag en
lacosamide 400 mg per dag.
Pediatrische patiënten
Partieel beginnende aanvallen hebben een vergelijkbare klinische expressie bij kinderen vanaf 4 jaar
en bij volwassenen. De werkzaamheid van lacosamide bij kinderen van 4 jaar en ouder is
geëxtrapoleerd uit gegevens van adolescenten en volwassenen met partieel beginnende aanvallen. Een
vergelijkbare respons werd verwacht op voorwaarde dat de pediatrische dosisaanpassingen toegepast
zijn (zie rubriek 4.2) en de veiligheid aangetoond is (zie rubriek 4.8).
De door dit extrapolatieprincipe ondersteunde werkzaamheid werd bevestigd in een dubbelblinde,
gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie. De studie bestond uit een baselineperiode
van 8 weken gevolgd door een titratieperiode van 6 weken. In aanmerking komende die patiënten, die
een behandeling volgden met een stabiele dosis van 1 tot ≤ 3 anti-epileptica, die nog steeds
minstens 2 partieel beginnende aanvallen hadden in de 4 weken voorafgaand aan de screening waarbij
de aanvalsvrije fase nooit langer duurde dan 21 dagen in de periode van 8 weken voorafgaand aan de
overgang naar de baselineperiode, werden gerandomiseerd om ofwel de placebo te krijgen (n=172) of
lacosamide (n=171).
Voor de dosering werd gestart met een dosis van 2 mg/kg/dag bij proefpersonen die minder dan 50 kg
wogen of 100 mg/dag bij proefpersonen die 50 kg of meer wogen verdeeld in 2 doses. Tijdens de
titratieperiode werden de doses lacosamide met wekelijkse intervallen aangepast in stappen
van 1 of 2 mg/kg/dag bij proefpersonen die minder dan 50 kg wegen of 50 of 100 mg/dag bij
proefpersonen die 50 kg of meer wegen, om tot het beoogde dosisbereik voor de onderhoudsperiode te
komen.
De proefpersonen moesten de minimaal beoogde dosis voor hun gewichtsklasse voor de
laatste 3 dagen van de titratieperiode hebben bereikt om in aanmerking te komen voor de
onderhoudsperiode van 10 weken. De dosis lacosamide diende gedurende de volledige
onderhoudsperiode stabiel te blijven bij de proefpersonen, of ze werden teruggetrokken en
overgebracht naar de periode voor geblindeerde dosisafbouw.
Tussen de lacosamidegroep en de placebogroep werd een statistisch significante (p=0,0003) en
klinisch relevante afname waargenomen van de frequentie van partieel beginnende aanvallen
per 28 dagen vanaf de baseline tot de onderhoudsperiode. De procentuele afname tegenover placebo
op basis van covariantieanalyse was 31,72% (95%- BI: 16,342; 44,277).
In totaal was het percentage proefpersonen met een afname van minstens 50% van de frequentie van
partieel beginnende aanvallen per 28 dagen vanaf de baseline tot de onderhoudsperiode 52,9% in de
lacosamidegroep, in vergelijking met 33,3% in de placebogroep.
De beoordeling van de kwaliteit van leven aan de hand van de
Pediatric Quality of Life Inventory
wees uit dat bij de proefpersonen in zowel de lacosamide- als de placebogroep de
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven gedurende de volledige behandelingsperiode
vergelijkbaar en stabiel was.
Klinische werkzaamheid en veiligheid (primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De werkzaamheid van lacosamide als adjuvante therapie bij patiënten van 4 jaar oud en ouder met
idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie die primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen
hebben, werd vastgesteld in een 24 weken durend dubbelblind, gerandomiseerd, placebogecontroleerd,
multicentrisch onderzoek met parallelle groepen. Het onderzoek omvatte een historische
baselineperiode van 12 weken, een prospectieve baselineperiode van 4 weken en een
behandelingsperiode van 24 weken (die bestond uit een titratieperiode van 6 weken en een
onderhoudsperiode van 18 weken). In aanmerking komende patiënten die een behandeling volgden
met een stabiele dosis van 1 tot 3 anti-epileptica en die ten minste 3 gedocumenteerde primair
gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen hadden in de baselineperiode van in totaal 16 weken,
werden in een verhouding van 1:1 gerandomiseerd om lacosamide of placebo te krijgen (patiënten in
de full analysis set: lacosamide n=118, placebo n=121; waarvan 8 patiënten in de leeftijdsgroep van
≥ 4 tot < 12 jaar en 16 patiënten in de leeftijdsgroep van ≥ 12 tot < 18 jaar werden behandeld met
lacosamide en respectievelijk 9 en 16 patiënten met placebo).
De dosis van de patiënten werd getitreerd naar de voor de onderhoudsperiode beoogde dosis van
12 mg/kg/dag bij patiënten die minder dan 30 kg wogen, 8 mg/kg/dag bij patiënten die 30 tot minder
dan 50 kg wogen of 400 mg/dag bij patiënten die 50 kg of meer wogen.
Placebo
Variabele
n=121
parameter werkzaamheid
Tijd tot 2e primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval
Mediaan (dagen)
77,0
95% BI
49,0, 128,0
Lacosamide – Placebo
Hazardratio
Lacosamide
n=118
-
-
0,540
Variabele
parameter werkzaamheid
95% BI
p-waarde
Aanvalsvrijheid
Gestratificeerde Kaplan-Meier-
schatting (%)
95% BI
Lacosamide – Placebo
95% BI
p-waarde
Placebo
n=121
0,377, 0,774
< 0,001
17,2
10,4, 24,0
14,1
3,2, 25,1
0,011
Lacosamide
n=118
31,3
22,8, 39,9
Opmerking: voor de lacosamidegroep kon de mediane tijd tot de tweede primair gegeneraliseerde
tonisch-klonische aanval niet worden geschat met Kaplan-Meier-methoden omdat ˃50% van de
patiënten geen tweede primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval had voor dag 166.
De bevindingen in de pediatrische subgroep stemden overeen met de resultaten van de totale populatie
voor de primaire, secundaire en andere werkzaamheidseindpunten.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Lacosamide wordt na orale toediening snel en volledig geabsorbeerd. De orale biologische
beschikbaarheid van lacosamide tabletten is ongeveer 100%. Na orale toediening neemt de
plasmaconcentratie van onveranderd lacosamide snel toe en de C
max
wordt ongeveer 0,5 tot 4 uur na
toediening bereikt. Voedsel is niet van invloed op de snelheid en mate van absorptie.
Distributie
Het distributievolume is ongeveer 0,6 l/kg. Lacosamide wordt voor minder dan 15% aan plasma-
eiwitten gebonden.
Biotransformatie
Van de dosis wordt 95% als lacosamide en metabolieten in de urine uitgescheiden. Het metabolisme
van lacosamide is nog niet volledig in beeld gebracht.
De belangrijkste in urine uitgescheiden verbindingen zijn onveranderd lacosamide (ongeveer 40% van
de dosis) en de O-desmethylmetaboliet voor minder dan 30%.
Een polaire fractie, waarvan wordt verondersteld dat het serinederivaten zijn, maakte in urine
ongeveer 20% van het totaal uit, maar werd slechts in kleine hoeveelheden (0-2%) in humaan plasma
van sommige proefpersonen gedetecteerd. In de urine werden kleine hoeveelheden (0,5-2%) andere
metabolieten aangetroffen.
Uit
in-vitro-gegevens
blijkt dat CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4 in staat zijn de vorming van de O-
desmethylmetaboliet te katalyseren, maar het voornaamste hierbij betrokken iso-enzym is
in vivo
niet
bevestigd. Er werd geen klinisch relevant verschil in lacosamide blootstelling waargenomen wanneer
de farmacokinetiek ervan in snelle metaboliseerders (EM’s, met een functioneel CYP2C19) en in trage
metaboliseerders (PM’s, zonder functioneel CYP2C19) werd vergeleken. Bovendien liet een
interactie-onderzoek met omeprazol (CYP2C19-remmer) geen klinisch relevante veranderingen in de
plasmaconcentraties van lacosamide zien, wat erop wijst dat de betekenis van deze metabolisatieroute
klein is. De plasmaconcentratie van O-desmethyl-lacosamide is ongeveer 15% van de concentratie van
lacosamide in plasma. Deze metaboliet heeft geen bekende farmacologische activiteit.
Eliminatie
Lacosamide wordt voornamelijk door renale excretie en biotransformatie uit de systemische circulatie
geëlimineerd. Na orale en intraveneuze toediening van radioactief gelabeld lacosamide werd
ongeveer 95% van de toegediende radioactiviteit in de urine teruggevonden en minder dan 0,5% in de
feces. De eliminatiehalfwaardetijd van lacosamide is ongeveer 13 uur. De farmacokinetiek is
dosisproportioneel en constant in de tijd, met een lage
intra-
en
interindividuele
variabiliteit. Na
toediening tweemaal daags worden na een periode van 3 dagen steady-state-plasmaconcentraties
bereikt. De plasmaconcentratie neemt met een accumulatiefactor van ongeveer 2 toe.
Farmacokinetiek bij speciale patiëntengroepen
Geslacht
Uit klinisch onderzoek blijkt dat het geslacht geen klinisch significante invloed heeft op de
plasmaconcentraties van lacosamide.
Nierfunctiestoornis
In vergelijking met gezonde proefpersonen nam de AUC van lacosamide met ongeveer 30% toe bij
patiënten met een lichte en matig-ernstige nierfunctiestoornis en met 60% bij patiënten met een
ernstige nierfunctiestoornis en patiënten met een nieraandoening in het eindstadium waarbij
hemodialyse vereist was, terwijl de C
max
hetzelfde bleef.
Lacosamide wordt door hemodialyse effectief uit plasma verwijderd. Na een hemodialysebehandeling
van 4 uur was de AUC van lacosamide met ongeveer 50% gedaald. Daarom wordt na hemodialyse
aanvulling van de dosis aanbevolen (zie rubriek 4.2). Bij patiënten met een matig-ernstige tot ernstige
nierfunctiestoornis was de blootstelling aan de O-desmethylmetaboliet enkele malen verhoogd. Bij
patiënten met een nieraandoening in het eindstadium en in afwezigheid van hemodialyse waren de
spiegels verhoogd; tijdens de bemonstering gedurende 24 uur stegen de spiegels continue. Het is niet
bekend of bij personen met een nieraandoening in het eindstadium de verhoogde blootstelling aan de
metaboliet kan leiden tot bijwerkingen, maar een farmacologische werking van de metaboliet is niet
vastgesteld.
Leverfunctiestoornis
Bij proefpersonen met een matig-ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh B) werden hogere
plasmaconcentraties lacosamide waargenomen (een ongeveer 50% hogere AUC
norm
). De hogere
blootstelling was gedeeltelijk het gevolg van de verminderde nierfunctie van de onderzochte
proefpersonen. Het werd geschat dat de daling van de niet-renale klaring bij de patiënten die aan het
onderzoek deelnamen, een stijging van 20% in de AUC van lacosamide veroorzaakte. Bij patiënten
met een ernstige leverfunctiestoornis is de farmacokinetiek van lacosamide niet beoordeeld (zie
rubriek 4.2).
Ouderen (ouder dan 65 jaar)
In een onderzoek bij oudere mannen en vrouwen, waaronder 4 patiënten ouder dan 75 jaar, was,
vergeleken met jonge mannen, de AUC met respectievelijk ongeveer 30 en 50% verhoogd. Dit houdt
gedeeltelijk verband met een lager lichaamsgewicht. Het genormaliseerde verschil voor wat betreft het
lichaamsgewicht was respectievelijk 26 en 23%. Een verhoogde variabiliteit in blootstelling werd ook
waargenomen. In deze studie was bij oudere proefpersonen de renale klaring van lacosamide slechts
licht verminderd.
Een algemene dosisvermindering wordt niet nodig geacht, tenzij sprake is van een verminderde
nierfunctie (zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
Het pediatrische farmacokinetische profiel van lacosamide werd vastgesteld in een farmacokinetische
populatieanalyse met behulp van beperkte plasmaconcentratiegegevens verkregen in één
placebogecontroleerde, gerandomiseerde studie en drie open-label studies bij 414 kinderen met
epilepsie van 6 maanden tot 17 jaar. De toegediende doses lacosamide varieerden
van 2 tot 17,8 mg/kg/dag bij een tweemaaldaagse inname, met een maximum van 600 mg/dag voor
kinderen met een gewicht van 50 kg of meer.
De plasmaklaring werd geschat op 1,04 l/u, 1,32 l/u en 1,86 l/u voor kinderen met een gewicht van
respectievelijk 20 kg, 30 kg en 50 kg. Ter vergelijking, de plasmaklaring bij volwassen patiënten (met
een lichaamsgewicht van 70 kg) werd geschat op 1,92 l/u.
Een farmacokinetische populatieanalyse met behulp van beperkte farmacokinetische monsters uit een
onderzoek met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen liet een vergelijkbare
blootstelling zien bij patiënten met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen en bij
patiënten met partieel beginnende aanvallen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In toxiciteitsonderzoek waren de verkregen plasmaconcentraties van lacosamide gelijk aan of slechts
marginaal hoger dan die werden waargenomen bij patiënten die met lacosamide werden behandeld,
waardoor kleine of niet-bestaande marges voor menselijke blootstelling resteren.
In een onderzoek bij onder narcose gebrachte honden op het gebied van veiligheidsfarmacologie werd
na intraveneuze toediening van lacosamide, zeer waarschijnlijk als gevolg van een cardiodepressieve
werking, een voorbijgaande toename van het PR-interval en de duur van het QRS-complex en een
daling van de bloeddruk aangetoond. Deze voorbijgaande veranderingen traden op in hetzelfde
concentratiebereik als na de aanbevolen maximale klinische dosering. Bij onder narcose gebrachte
honden en Cynomolgus apen werden bij intraveneuze doses van 15-60 mg/kg een verlangzaming van
de boezem- en kamergeleiding, atrioventriculair blok en atrioventriculaire dissociatie waargenomen.
In de studies op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering werden vanaf ongeveer 3 maal de
menselijke blootstelling bij ratten lichte reversibele leververanderingen waargenomen. Tot deze
veranderingen behoorden een hoger orgaangewicht, hypertrofie van hepatocyten, een toename van de
serumconcentraties van leverenzymen en een toename van totaal cholesterol en triglyceriden.
Afgezien van de hypertrofie van hepatocyten werden geen verdere histopathologische veranderingen
waargenomen.
In onderzoek naar reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit bij knaagdieren en konijnen werden bij
ratten bij maternale toxische dosis, overeenkomend met systemische blootstellingsniveaus die
vergelijkbaar zijn met de verwachte klinische blootstelling, geen teratogene effecten waargenomen,
maar wel een toename van het aantal doodgeboren jongen en van de sterfte van de jongen in de
peripartumperiode en van een enigszins gereduceerde hoeveelheid levend geboren jongen per nest en
een lager lichaamsgewicht van de jongen. Omdat bij dieren geen hogere blootstellingniveaus konden
worden getest vanwege de maternale toxiciteit zijn de gegevens onvoldoende voor het volledig
karakteriseren van het embryo-/foetotoxisch en teratogeen potentieel van lacosamide.
Uit onderzoek bij ratten bleek dat lacosamide en/of zijn metabolieten snel de placentaire barrière
passeren. Bij jonge ratten en honden verschillen de vormen van toxiciteit kwalitatief niet van de
vormen van toxiciteit die bij volwassen dieren worden waargenomen. Bij jonge ratten werd een lager
lichaamsgewicht waargenomen bij systemische blootstellingsniveaus die gelijkwaardig waren aan de
verwachte klinische blootstelling. Bij jonge honden begonnen tijdelijke en dosisgerelateerde klinische
symptomen van het centraal zenuwstelsel zichtbaar te worden bij systemische blootstellingen onder de
verwachte klinische blootstelling.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
rood ijzeroxide (E172)
zwart ijzeroxide (E172)
indigotine (E132)
lecithine (soja)
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
lecithine (soja)
geel ijzeroxide (E172)
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
lecithine (soja)
rood ijzeroxide (E172)
zwart ijzeroxide (E172)
geel ijzeroxide (E172)
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
lecithine (soja)
indigotine (E132)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
2 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakkingen van PVC-PVdC/Aluminium.
Het behandelingsstartpakket bevat 4 dozen en elke doos bevat 14 tabletten van 50 mg, 100 mg,
150 mg of 200 mg.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 18 september 2017
Datum van laatste verlenging:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml oplossing voor infusie bevat 10 mg lacosamide.
Elk injectieflacon van 20 ml oplossing voor infusie bevat 200 mg lacosamide.
Hulpstof met bekend effect
Elke ml oplossing voor infusie bevat 3 mg natrium.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor infusie.
Heldere, kleurloze oplossing, vrij van deeltjes.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Lacosamide Accord is geïndiceerd als monotherapie voor de behandeling van partieel beginnende
aanvallen, met of zonder secundaire generalisatie, bij volwassenen, adolescenten en kinderen
vanaf 4 jaar met epilepsie.
Lacosamide Accord is geïndiceerd als adjuvante therapie
voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen, met of zonder secundaire
generalisatie, bij volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar met epilepsie.
voor de behandeling van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen bij
volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar met idiopathisch gegeneraliseerde
epilepsie.
Dosering en wijze van toediening
4.2
Dosering
De behandeling met lacosamide kan worden gestart met zowel orale als intraveneuze toediening.
Oplossing voor infusie is ook een mogelijkheid voor patiënten wanneer orale toediening tijdelijk niet
mogelijk is. De totale duur van de behandeling met intraveneus lacosamide zal door de arts worden
bepaald. Er is ervaring uit klinische onderzoeken met tweemaal daags infusies van lacosamide
gedurende 5 dagen tijdens adjuvante therapie. De conversie naar of vanuit orale en intraveneuze
toediening kan rechtstreeks worden gedaan, zonder titratie. De totale dagelijkse dosis en
tweemaaldaagse toediening dienen te worden gehandhaafd. Controleer patiënten met bestaande
hartgeleidingsproblemen, patiënten die gelijktijdig andere geneesmiddelen nemen die het PR-interval
verlengen, of patiënten met een ernstige hartaandoening (bijv. myocardischemie of hartfalen)
zorgvuldig als de lacosamidedosis hoger is dan 400 mg/dag (zie Wijze van toediening hieronder en
rubriek 4.4).
Lacosamide moet tweemaal daags (gewoonlijk eenmaal ’s ochtends en eenmaal ’s avonds) worden
toegediend.
Adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer en volwassenen
De volgende tabel bevat een overzicht van de aanbevolen dosering voor adolescenten en kinderen met
een gewicht van 50 kg of meer, en volwassenen. Nadere details zijn opgenomen in de onderstaande
tabel.
Monotherapie
100 mg/dag of 200 mg/dag
200 mg
50 mg tweemaal daags
(100 mg/dag) met wekelijkse
intervallen
tot 600 mg/dag
Adjuvante therapie
100 mg/dag
200 mg
50 mg tweemaal daags
(100 mg/dag) met wekelijkse
intervallen
tot 400 mg/dag
Aanvangsdosis
Enkele oplaaddosis
(indien van toepassing)
Titratie (incrementele stappen)
Maximaal aanbevolen dosis
Monotherapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is tweemaal daags 50 mg, die na een week verhoogd dient te worden tot
een therapeutische aanvangsdosis van tweemaal daags 100 mg.
Behandeling met lacosamide kan ook gestart worden met een dosis van tweemaal daags 100 mg, ter
beoordeling door de arts die de afweging maakt tussen de vereiste vermindering van het aantal
aanvallen versus de mogelijke bijwerkingen.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijkse intervallen van tweemaal daags 50 mg (100 mg/dag) tot een maximale aanbevolen
dagelijkse dosis van tweemaal daags 300 mg (600 mg/dag).
Bij patiënten die een dosis bereikt hebben die hoger is dan 400 mg/dag en die een bijkomend anti-
epilepticum nodig hebben, moet de onderstaande aanbevolen dosering voor adjuvante therapie
gevolgd worden.
Adjuvante therapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen of voor de behandeling
van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is tweemaal daags 50 mg, die na een week verhoogd dient te worden tot
een therapeutische aanvangsdosis van tweemaal daags 100 mg.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijkse intervallen van tweemaal daags 50 mg (100 mg/dag) tot een maximale aanbevolen
dagelijkse dosis van 400 mg (tweemaal daags 200 mg).
Begin van een lacosamide-behandeling met een oplaaddosis (initiële monotherapie of conversie naar
monotherapie voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen of adjuvante therapie voor de
behandeling van partieel beginnende aanvallen of adjuvante therapie voor de behandeling van
primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De lacosamide-behandeling kan ook gestart worden met een enkele oplaaddosis van 200 mg, waarna
ongeveer 12 uur later begonnen wordt met een onderhoudsdosis van 100 mg tweemaal daags
(200 mg/dag). Daaropvolgende dosisaanpassingen moeten volgens individuele respons en
verdraagbaarheid zoals hierboven beschreven uitgevoerd worden. Een oplaaddosis kan gestart worden
bij patiënten in situaties waarvan de arts oordeelt dat het aangewezen is om snel de steady-state-
plasmaconcentratie en het therapeutische effect van lacosamide te bereiken. Deze dosis moet onder
medisch toezicht worden toegediend en er moet rekening worden gehouden met de kans op een hogere
incidentie van ernstige hartritmestoornissen en bijwerkingen van het centrale zenuwstelsel (zie
rubriek 4.8). De toediening van een oplaaddosis werd nog niet onderzocht in acute omstandigheden
zoals status epilepticus.
Stopzetting
In overeenstemming met de huidige klinische praktijk wordt aanbevolen dat, wanneer met het gebruik
van lacosamide moet worden gestopt, dit geleidelijk plaatsvindt (bijv. afbouwen van de dagelijkse
dosis met 200 mg per week).
Bij patiënten die ernstige hartritmestoornissen ontwikkelen, moet men het klinisch voordeel afwegen
tegen het risico. Indien nodig moet men lacosamide stopzetten.
Speciale patiëntgroepen
Ouderen (ouder dan 65 jaar)
Bij oudere patiënten is geen dosisreductie noodzakelijk. Een leeftijdsgebonden verminderde
nierklaring met een stijging van de AUC-spiegels zou moeten worden overwogen bij oudere patiënten
(zie de paragraaf ‘Nierfunctiestoornis’ hieronder en rubriek 5.2). De klinische gegevens bij oudere
patiënten met epilepsie zijn beperkt, in het bijzonder voor doses hoger dan 400 mg/dag (zie
rubriek 4.4, 4.8, en 5.1).
Nierfunctiestoornis
Bij volwassen en pediatrische patiënten met een lichte tot matig-ernstige nierfunctiestoornis
(CL
CR
>30 ml/min) is geen aanpassing van de dosis nodig. Bij pediatrische patiënten met een gewicht
van 50 kg of meer en bij volwassen patiënten met een lichte of matige nierfunctiestoornis kan een
oplaaddosis van 200 mg overwogen worden, maar voorzichtigheid is geboden bij verdere dosistitratie
(>200 mg/dag). Bij pediatrische patiënten met een gewicht van 50 kg of meer en bij volwassen
patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (CL
CR
≤30 ml/min) of met een nierziekte in het
eindstadium wordt een maximale dosis van 250 mg/dag aanbevolen en moet het optitreren van de
dosis voorzichtig gebeuren. Indien een oplaaddosis geïndiceerd is, moet een aanvangsdosis
van 100 mg gebruikt worden, gevolgd door een schema van 50 mg tweemaal daags in de eerste week.
Bij pediatrische patiënten met een gewicht van minder dan 50 kg met een ernstige nierfunctiestoornis
(CL
CR
≤30 ml/min) of met een nierziekte in het eindstadium wordt een verlaging van de maximale
dosis met 25% aanbevolen. Voor alle patiënten die hemodialyse nodig hebben wordt een supplement
van maximaal 50% van de verdeelde dagelijkse dosis, direct na afloop van de hemodialyse,
aanbevolen. Behandeling van patiënten met een nierziekte in het eindstadium dient met de nodige
voorzichtigheid plaats te vinden vanwege de beperkte klinische ervaring en de accumulatie van een
metaboliet (met een niet bekende farmacologische activiteit).
Leverfunctiestoornis
Bij pediatrische patiënten met een gewicht van 50 kg of meer en bij volwassen patiënten met een
lichte tot matig-ernstige leverfunctiestoornis wordt een maximale dosis van 300 mg/dag aanbevolen.
Bij deze patiënten moet de dosistitratie met de nodige voorzichtigheid plaatsvinden waarbij rekening
moet worden gehouden met eventueel gelijktijdig bestaande nierfunctiestoornis. Bij adolescenten en
volwassenen met een gewicht van 50 kg of meer kan een oplaaddosis van 200 mg overwogen worden,
maar voorzichtigheid is geboden bij verdere dosistitratie (>200 mg/dag). Op basis van gegevens bij
volwassenen dient bij pediatrische patiënten met een gewicht van minder dan 50 kg met een lichte tot
matig-ernstige leverfunctiestoornis, een verlaging van de maximale dosis met 25% te worden
toegepast. De farmacokinetiek van lacosamide is niet geëvalueerd bij patiënten met een ernstige
leverfunctiestoornis (zie rubriek 5.2). Lacosamide mag enkel aan volwassen en pediatrische patiënten
met een ernstige leverfunctiestoornis toegediend worden als er rekening mee wordt gehouden dat de
verwachte therapeutische voordelen tegen de potentiële risico’s opwegen. Door de ziekteactiviteit en
de potentiële bijwerkingen bij de patiënt aandachtig te observeren kan dosisaanpassing nodig zijn.
Pediatrische patiënten
De arts dient, in overeenstemming met gewicht en dosis, de meest geschikte farmaceutische vorm en
sterkte voor te schrijven.
Adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer
De dosis bij adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer is gelijk aan die bij
volwassenen (zie hierboven).
Kinderen (vanaf 4 jaar) en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg
Monotherapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is 2 mg/kg/dag, die na één week verhoogd dient te worden tot een
therapeutische aanvangsdosis van 4 mg/kg/dag.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijks 2 mg/kg/dag. De dosis dient geleidelijk te worden verhoogd tot de optimale respons wordt
bereikt. Bij kinderen met een gewicht van minder dan 40 kg wordt een maximale dosis
van 12 mg/kg/dag aanbevolen. Bij kinderen met een gewicht van 40 tot 50 kg wordt een maximale
dosis van 10 mg/kg/dag aanbevolen.
De volgende tabel bevat een overzicht van de aanbevolen dosering bij gebruik als monotherapie voor
kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg.
Aanvangsdosis
Enkele oplaaddosis
Titratie (incrementele stappen)
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten <40 kg
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten ≥40 kg
tot <50 kg
2 mg/kg/dag
Niet aanbevolen
Wekelijks 2 mg/kg/dag
tot 12 mg/kg/dag
tot 10 mg/kg/dag
De onderstaande tabellen bevatten voorbeelden van volumes oplossing voor infusie per toediening
afhankelijk van de voorgeschreven dosis en het lichaamsgewicht. Het precieze volume oplossing voor
infusie dient te worden berekend op basis van het exacte lichaamsgewicht van het kind.
Tweemaal daags toe te dienen
monotherapiedoses voor kinderen vanaf 4 jaar
met een gewicht van
minder dan 40 kg
(1)
:
Gewicht 0,1 ml/kg
0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
0,5 ml/kg
0,6 ml/kg
(1 mg/kg)
(2 mg/kg)
(3 mg/kg)
(4 mg/kg)
(5 mg/kg)
(6 mg/kg)
Aanvangsdosis
Maximaal
aanbevolen
dosis
10 kg
1 ml
2 ml
3 ml
4 ml
5 ml
6 ml
(10 mg)
(20 mg)
(30 mg)
(40 mg)
(50 mg)
(60 mg)
15 kg
1,5 ml
3 ml
4,5 ml
6 ml
7,5 ml
9 ml
(15 mg)
(30 mg)
(45 mg)
(60 mg)
(75 mg)
(90 mg)
20 kg
2 ml
4 ml
6 ml
8 ml
10 ml
12 ml
(20 mg)
(40 mg)
(60 mg)
(80 mg)
(100 mg)
(120 mg)
25 kg
2,5 ml
5 ml
7,5 ml
10 ml
12,5 ml
15 ml
(25 mg)
(50 mg)
(75 mg)
(100 mg)
(125 mg)
(150 mg)
30 kg
3 ml
6 ml
9 ml
12 ml
15 ml
18 ml
(30 mg)
(60 mg)
(90 mg)
(120 mg)
(150 mg)
(180 mg)
35 kg
3,5 ml
7 ml
10,5 ml
14 ml
17,5 ml
21 ml
(35 mg)
(70 mg)
(105 mg)
(140 mg)
(175 mg)
(210 mg)
(1)
Kinderen
en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg dienen de behandeling bij voorkeur te starten met
lacosamide 10 mg/ml stroop. Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie is een alternatief voor patiënten
wanneer orale toediening tijdelijk niet mogelijk is.
Tweemaal daags toe te dienen
monotherapiedoses voor kinderen en adolescenten vanaf 4 jaar
met
een gewicht van 40 kg tot 50 kg
(1) (2)
:
Gewicht 0,1 ml/kg
0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
0,5 ml/kg
(1 mg/kg)
(2 mg/kg)
(3 mg/kg)
(4 mg/kg)
(5 mg/kg)
Aanvangsdosis
Maximaal
aanbevolen
dosis
40 kg
4 ml
8 ml
12 ml
16 ml
20 ml
(40 mg)
(80 mg)
(120 mg)
(160 mg)
(200 mg)
45 kg
4,5 ml
9 ml
13,5 ml
18 ml
22,5 ml
(45 mg)
(90 mg)
(135 mg)
(180 mg)
(225 mg)
(1)
Kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg dienen de behandeling bij voorkeur te starten met
lacosamide 10 mg/ml stroop. Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie is een alternatief voor patiënten
wanneer orale toediening tijdelijk niet mogelijk is.
(2)
De dosis bij adolescenten met een gewicht van 50 kg of meer is gelijk aan die bij volwassenen.
Adjuvante therapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen of voor de behandeling
van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is 2 mg/kg/dag, die na één week verhoogd dient te worden tot een
therapeutische aanvangsdosis van 4 mg/kg/dag.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijks 2 mg/kg/dag. De dosis dient geleidelijk te worden aangepast tot de optimale respons wordt
bereikt. Bij kinderen met een gewicht van minder dan 20 kg wordt, vanwege een verhoogde klaring in
vergelijking met volwassenen, een maximale dosis van 12 mg/kg/dag aanbevolen. Bij kinderen met
een gewicht van 20 tot 30 kg wordt een maximale dosis van 10 mg/kg/dag aanbevolen en bij kinderen
met een gewicht van 30 tot 50 kg wordt een maximale dosis van 8 mg/kg/dag aanbevolen, hoewel er
in open-label studies (zie rubriek 4.8 en 5.2) bij een klein aantal van deze kinderen een dosis
tot 12 mg/kg/dag is gebruikt.
De volgende tabel bevat een overzicht van de aanbevolen dosering bij gebruik als adjuvante therapie
voor kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg.
Aanvangsdosis
Enkele oplaaddosis
Titratie (incrementele stappen)
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten <20 kg
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten ≥20 kg
tot <30 kg
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten ≥30 kg
tot <50 kg
2 mg/kg/dag
Niet aanbevolen
Wekelijks 2 mg/kg/dag
tot 12 mg/kg/dag
tot 10 mg/kg/dag
tot 8 mg/kg/dag
De onderstaande tabellen verschaffen een richtsnoer inzake het volume oplossing voor infusie per
toediening afhankelijk van de voorgeschreven dosis en het lichaamsgewicht. Het precieze volume
oplossing voor infusie dient te worden berekend op basis van het exacte lichaamsgewicht van het kind.
Tweemaal daags toe te dienen
adjuvante-therapiedoses voor kinderen vanaf 4 jaar
met een gewicht
van minder dan 20 kg
(1)
:
Gewicht 0,1 ml/kg
0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
0,5 ml/kg
0,6 ml/kg
(1 mg/kg)
(2 mg/kg)
(3 mg/kg)
(4 mg/kg)
(5 mg/kg)
(6 mg/kg)
Aanvangsdosis
Maximaal
aanbevolen
dosis
10 kg
1 ml
2 ml
3 ml
4 ml
5 ml
6 ml
(10 mg)
(20 mg)
(30 mg)
(40 mg)
(50 mg)
(60 mg)
15 kg
1,5 ml
3 ml
4,5 ml
6 ml
7,5 ml
9 ml
(15 mg)
(30 mg)
(45 mg)
(60 mg)
(75 mg)
(90 mg)
(1)
kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg dienen de behandeling bij voorkeur te starten met
lacosamide 10 mg/ml stroop. Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie is een alternatief voor patiënten
wanneer orale toediening tijdelijk niet mogelijk is.
Tweemaal daags toe te dienen
adjuvante-therapiedoses voor kinderen en adolescenten vanaf 4 jaar
met een gewicht van 20 kg tot 30 kg
(1)
:
Gewicht 0,1 ml/kg
0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
0,5 ml/kg
(1 mg/kg)
(2 mg/kg)
(3 mg/kg)
(4 mg/kg)
(5 mg/kg)
Aanvangsdosis
Maximaal
aanbevolen
dosis
20 kg
2 ml
4 ml
6 ml
8 ml
10 ml
(20 mg)
(40 mg)
(60 mg)
(80 mg)
(100 mg)
25 kg
2,5 ml
5 ml
7,5 ml
10 ml
12,5 ml
(25 mg)
(50 mg)
(75 mg)
(100 mg)
(125 mg)
(1)
kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg dienen de behandeling bij voorkeur te starten met
lacosamide 10 mg/ml stroop. Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie is een alternatief voor patiënten
wanneer orale toediening tijdelijk niet mogelijk is.
Tweemaal daags toe te dienen
adjuvante-therapiedoses voor kinderen en adolescenten vanaf 4 jaar
met een gewicht van 30 kg tot 50 kg
(1)
:
Gewicht 0,1 ml/kg
0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
(1 mg/kg)
(2 mg/kg)
(3 mg/kg)
(4 mg/kg)
Aanvangsdosis
Maximaal
aanbevolen dosis
30 kg
3 ml (30 mg)
6 ml (60 mg)
9 ml (90 mg)
12 ml (120 mg)
35 kg
3,5 ml (35 mg)
7 ml (70 mg)
10,5 ml (105 mg)
14 ml (140 mg)
40 kg
4 ml (40 mg)
8 ml (80 mg)
12 ml (120 mg)
16 ml (160 mg)
45 kg
4,5 ml (45 mg)
9 ml (90 mg)
13,5 ml (135 mg)
18 ml (180 mg)
(1)
kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg dienen de behandeling bij voorkeur te starten met
lacosamide 10 mg/ml stroop. Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie is een alternatief voor patiënten
wanneer orale toediening tijdelijk niet mogelijk is.
Oplaaddosis
De toediening van een oplaaddosis is niet onderzocht bij kinderen. Het gebruik van een oplaaddosis
wordt niet aanbevolen bij adolescenten en kinderen met een gewicht van minder dan 50 kg.
Kinderen jonger dan 4 jaar
De veiligheid en werkzaamheid van lacosamide bij kinderen jonger dan 4 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
De oplossing voor infusie wordt toegediend gedurende 15 tot 60 minuten tweemaal daags. Een
infusieduur van minstens 30 minuten voor een toediening van >200 mg per infusie (d.w.z.
>400 mg/dag) geniet de voorkeur.
Lacosamide Accord oplossing voor infusie kan intraveneus worden toegediend zonder verdere
verdunning of kan worden verdund met 0,9%- (9 mg/ml) natriumchlorideoplossing voor injectie, 5%-
(50 mg/ml) glucoseoplossing voor injectie of ringerlactaatoplossing voor injectie.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Bekend tweede- of derdegraads atrioventriculair (AV-) blok.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag
Zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag zijn gerapporteerd bij patiënten die voor verschillende
indicaties werden behandeld met anti-epileptica. Een meta-analyse van gerandomiseerde
placebogecontroleerde onderzoeken naar anti-epileptica heeft eveneens een klein toegenomen risico
op zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag aangetoond. Het mechanisme van dit risico is niet bekend
en de beschikbare gegevens sluiten de mogelijkheid van een toegenomen risico bij lacosamide niet uit.
Patiënten dienen derhalve gecontroleerd te worden op verschijnselen van zelfmoordgedachten en
zelfmoordgedrag en een passende behandeling dient te worden overwogen. Patiënten (en verzorgers
van patiënten) moet worden geadviseerd medisch advies in te winnen wanneer zich verschijnselen van
zelfmoordgedachten of zelfmoordgedrag voordoen (zie rubriek 4.8).
Hartritme en geleiding
In klinisch onderzoek is tijdens het gebruik van lacosamide dosisgerelateerde verlenging van het PR-
interval waargenomen. Lacosamide moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met
onderliggende proaritmische aandoeningen, zoals patiënten met bekende hartgeleidingsproblemen of
een ernstige hartaandoening (bijv. myocardischemie/infarct, hartfalen, een structurele hartaandoening
of natriumkanalopathieën) of patiënten behandeld met geneesmiddelen die van invloed zijn op de
geleiding van het hart, waaronder antiaritmica en natriumkanaalblokkerende anti-epileptica (zie
rubriek 4.5) en ook bij oudere patiënten.
Bij deze patiënten moet het uitvoeren van een ECG overwogen worden vóór een verhoging van de
lacosamidedosis boven 400 mg/dag en nadat lacosamide naar steady state getitreerd is.
In de placebogecontroleerde onderzoeken met lacosamide bij epilepsiepatiënten werden
boezemfibrilleren of boezemfladderen niet gerapporteerd; beide zijn echter gerapporteerd in open-
label onderzoeken bij epilepsie en post-marketing.
Post-marketing is AV-blok (inclusief tweedegraads-AV-blok of hoger) gerapporteerd. Bij patiënten
met proaritmische aandoeningen is ventriculaire tachyaritmie gerapporteerd. In zeldzame gevallen
hebben deze incidenten geleid tot asystolie, een hartstilstand en overlijden bij patiënten met
onderliggende proaritmische aandoeningen.
Patiënten dienen op de hoogte te worden gebracht van de verschijnselen van hartritmestoornissen
(bijv. een langzame, snelle of onregelmatige pols, hartkloppingen, kortademigheid, een licht gevoel in
het hoofd, flauwvallen). Patiënten dienen te worden geadviseerd om onmiddellijk medisch advies te
vragen als deze verschijnselen optreden.
Duizeligheid
Behandeling met lacosamide is in verband gebracht met duizeligheid, waardoor het optreden van door
een ongeval veroorzaakt letsel of vallen zou kunnen toenemen. Daarom moet patiënten worden
aangeraden voorzichtig te zijn tot ze vertrouwd zijn met de potentiële effecten van het geneesmiddel
(zie rubriek 4.8).
Hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat 2,6 mmol (of 60 mg) natrium per injectieflacon, overeenkomend met 3% van
de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g natrium voor een volwassene.
Hiermee moet rekening worden gehouden bij patiënten die een natriumarm dieet volgen.
Kans op voor het eerst optredende of erger wordende myoklonische aanvallen
Voor het eerst optredende of erger wordende myoklonische aanvallen zijn gemeld bij zowel volwassen
als pediatrische patiënten met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen, en met name
tijdens het titreren. Bij patiënten die meer dan één type aanvallen hebben, dient het waargenomen
voordeel waarbij het ene type aanval onder controle is, afgewogen te worden tegen een eventueel
waargenomen verslechtering van een ander type aanval.
Kans op elektroklinische verslechtering bij specifieke pediatrische epilepsiesyndromen.
De veiligheid en werkzaamheid van lacosamide bij pediatrische patiënten met epilepsiesyndromen
waarbij focale en gegeneraliseerde aanvallen naast elkaar kunnen bestaan, zijn niet vastgesteld.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Lacosamide moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten die worden behandeld met
geneesmiddelen waarvan bekend is dat deze in verband gebracht kunnen worden met een verlenging
van het PR-interval (waaronder natriumkanaalblokkerende anti-epileptica) en bij patiënten die worden
behandeld met antiaritmica. Echter, een subgroepanalyse bij klinische onderzoeken duidde niet op een
verdere verlenging van het PR-interval bij patiënten die naast lacosamide gelijktijdig carbamazepine
of lamotrigine gebruikten.
In-vitro-gegevens
Uit de gegevens blijkt over het algemeen dat lacosamide een laag interactiepotentieel heeft.
In-vitro-
onderzoek wijst erop dat de enzymen CYP1A2, CYP2B6 en CYP2C9 niet worden geïnduceerd en dat
CYP1A1, CYP1A2, CYP2A6, CYP2B6, CYP2C8, CYP2C9, CYP2D6 en CYP2E1 niet worden
geremd door lacosamide bij plasmaconcentraties die in klinisch onderzoek werden waargenomen. Een
in-vitro-onderzoek
toonde aan dat lacosamide in de darmen niet getransporteerd wordt door
P-glycoproteïne. Uit
in-vitro-gegevens
blijkt dat CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4 in staat zijn de
vorming van de O-desmethylmetaboliet te katalyseren.
In-vivo-gegevens
CYP2C19 en CYP3A4 worden door lacosamide niet in klinisch relevante mate geremd of
geïnduceerd. Lacosamide had geen invloed op de AUC van midazolam (gemetaboliseerd door
CYP3A4; dosering lacosamide 200 mg tweemaal daags) maar de C
max
van midazolam was enigszins
verhoogd (30%). Lacosamide had geen invloed op de farmacokinetiek van omeprazol
(gemetaboliseerd door CYP2C19 en CYP3A4; dosering lacosamide 300 mg tweemaal daags).
De CYP2C19-remmer omeprazol (40 mg eenmaal daags) gaf geen aanleiding tot een klinisch
significante verandering in de blootstelling aan lacosamide. Derhalve is het niet waarschijnlijk dat
matige CYP2C19-remmers in klinische relevante mate invloed hebben op de systemische blootstelling
aan lacosamide.
Voorzichtigheid is geboden bij de gelijktijdige behandeling met sterke remmers van CYP2C9 (bijv.
fluconazol) en CYP3A4 (bijv. itraconazol, ketoconazol, ritonavir, claritromycine), omdat dit kan
leiden tot een verhoogde systemische blootstelling aan lacosamide. Dergelijke interacties zijn niet
in
vivo
vastgesteld, maar zijn, gebaseerd op
in-vitro-gegevens,
mogelijk.
Sterke enzyminductoren zoals rifampicine of sint-janskruid (Hypericum perforatum) kunnen in
geringe mate de systemische blootstelling aan lacosamide verminderen. Het beginnen of stopzetten
van de behandeling met deze enzyminductoren moet daarom met voorzichtigheid plaatsvinden.
Anti-epileptica
In onderzoek naar interacties had lacosamide geen significante invloed op de plasmaconcentraties van
carbamazepine en valproïnezuur. De plasmaconcentraties van lacosamide werden niet door
carbamazepine en valproïnezuur beïnvloed. In farmacokinetische populatieanalyses in verschillende
leeftijdsgroepen werd geschat dat gelijktijdige behandeling met andere enzyminducerende anti-
epileptica (carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital in verschillende doses) de totale systemische
blootstelling aan lacosamide met 25% deed dalen bij volwassenen en 17% bij pediatrische patiënten.
Orale anticonceptiva
In een onderzoek naar interacties werd geen klinisch relevante interactie waargenomen tussen
lacosamide en de orale anticonceptiva ethinyloestradiol en levonorgestrel. De
progesteronconcentraties werden niet beïnvloed wanneer de geneesmiddelen gelijktijdig werden
toegediend.
Overig
Onderzoek naar interacties toonde aan dat lacosamide geen effect had op de farmacokinetiek van
digoxine. Er was geen klinisch relevante interactie tussen lacosamide en metformine.
De gelijktijdige toediening van warfarine met lacosamide brengt geen klinisch relevante verandering
teweeg in de farmacokinetiek en farmacodynamiek van warfarine.
Hoewel er geen farmacokinetische gegevens zijn over de interactie van lacosamide met alcohol, kan
een farmacodynamisch effect niet worden uitgesloten.
Lacosamide heeft een lage eiwitbinding van minder dan 15%. Daarom worden klinisch relevante
interacties met andere geneesmiddelen door competitie om eiwitbindingsplaatsen onwaarschijnlijk
geacht.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Risico in verband met epilepsie en het gebruik van anti-epileptica in het algemeen.
Van alle anti-epileptica werd aangetoond dat in het nageslacht van behandelde vrouwen met epilepsie
de prevalentie van misvormingen twee- tot driemaal hoger ligt dan het percentage van ongeveer 3% in
de algehele populatie. In de behandelde populatie werd bij polytherapie een toename in misvormingen
waargenomen; de mate waarin dat het gevolg was van de behandeling en/of de aandoening werd
echter niet verklaard.
Bovendien mag een effectieve behandeling met anti-epileptica niet worden onderbroken, omdat
verergering van de aandoening voor zowel de moeder als de foetus nadelig is.
Risico in verband met het gebruik van lacosamide
Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van lacosamide bij zwangere vrouwen. Uit
experimenteel onderzoek bij dieren bleken geen teratogene effecten bij ratten of konijnen, maar bij
maternaal toxische doses werd bij ratten en konijnen embryonale toxiciteit waargenomen (zie
rubriek 5.3). Het potentiële risico voor de mens is niet bekend.
Lacosamide mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt, tenzij duidelijk noodzakelijk
(wanneer het voordeel voor de moeder duidelijk opweegt tegen het potentiële risico voor de foetus).
Wanneer vrouwen besluiten zwanger te worden, moet het gebruik van dit product zorgvuldig worden
heroverwogen.
Borstvoeding
Het is niet bekend of lacosamide in de moedermelk wordt uitgescheiden. Risico voor
pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Bij dieronderzoek is aangetoond dat
lacosamide in de moedermelk wordt uitgescheiden. Uit voorzorg moet borstvoeding worden gestaakt
tijdens de behandeling met lacosamide.
Vruchtbaarheid
Er werden geen bijwerkingen waargenomen op de vruchtbaarheid of voortplanting bij de mannelijke
of vrouwelijke rat blootgesteld aan doses die plasmaconcentraties (AUC) opleverden die tot ongeveer
tweemaal groter zijn dan de humane plasma-AUC bij de maximale aanbevolen humane dosis.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Lacosamide heeft geringe tot matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen. Behandeling met lacosamide is in verband gebracht met duizeligheid of wazig zien.
Derhalve moet patiënten worden afgeraden om te rijden of om mogelijk gevaarlijke machines te
bedienen, totdat zij gewend zijn aan de effecten van lacosamide op hun vermogen dergelijke
handelingen uit te voeren.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gecombineerde placebogecontroleerde klinische onderzoeken met
adjuvante therapie bij 1308 patiënten met partieel beginnende aanvallen, werd door in totaal 61,9%
van de naar lacosamide gerandomiseerde patiënten en 35,2% van de naar placebo gerandomiseerde
patiënten melding gemaakt van ten minste 1 bijwerking. De meest frequent gemelde bijwerkingen
(≥10%) bij behandeling met lacosamide waren duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid en diplopie.
Deze waren doorgaans licht tot matig in intensiteit. Sommige waren dosisgerelateerd en konden
worden verlicht door de dosis te reduceren. De incidentie en ernst van de bijwerkingen ter plaatse van
het centrale zenuwstelsel en de gastro-intestinale bijwerkingen namen doorgaans na verloop van tijd
af.
In al deze gecontroleerde onderzoeken bedroeg het percentage patiënten dat de behandeling staakte als
gevolg van bijwerkingen 12,2% van de naar lacosamide gerandomiseerde patiënten en 1,6% van de
naar placebo gerandomiseerde patiënten. De meest voorkomende bijwerking die resulteerde in een
stopzetting van de behandeling met lacosamide was duizeligheid.
Bijwerkingen van het centrale zenuwstelsel zoals duizeligheid kunnen vaker voorkomen na een
oplaaddosis.
Op basis van de analyse van gegevens van een klinisch ‘non-inferiority’-onderzoek over monotherapie
die lacosamide met een
Controlled Release
(CR) van carbamazepine vergelijkt, waren de meest
gerapporteerde bijwerkingen (≥10%) van lacosamide hoofdpijn en duizeligheid. Het percentage
patiënten dat de behandeling staakte vanwege bijwerkingen was 10,6% van de patiënten die met
lacosamide behandeld werden en 15,6% van de patiënten die met carbamazepine CR behandeld
werden.
Het veiligheidsprofiel van lacosamide dat werd gemeld in een onderzoek uitgevoerd bij patiënten van
4 jaar oud en ouder met idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie met primair gegeneraliseerde tonisch-
klonische aanvallen stemde overeen met het veiligheidsprofiel gemeld op basis van de gecombineerde
placebogecontroleerde klinische onderzoeken met partieel beginnende aanvallen. Bijkomende
bijwerkingen die zijn gemeld bij patiënten met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen
waren myoklonische epilepsie (2,5% in de lacosamidegroep en 0% in de placebogroep) en ataxie
(3,3% in de lacosamidegroep en 0% in de placebogroep). De meest frequent gemelde bijwerkingen
waren duizeligheid en somnolentie. De meest voorkomende bijwerkingen die resulteerden in een
stopzetting van de behandeling met lacosamide waren duizeligheid en zelfmoordgedachten. Het
percentage patiënten dat de behandeling staakte vanwege bijwerkingen was 9,1% in de
lacosamidegroep en 4,1% in de placebogroep.
Tabellarisch gerangschikte bijwerkingen
De tabel hieronder toont de frequenties van bijwerkingen die in klinische onderzoeken en tijdens de
post-marketingervaring werden gemeld. De frequenties worden als volgt gedefinieerd: zeer vaak
(≥1/10), vaak (≥1/100 tot <1/10), soms (≥1/1000 tot <1/100), niet bekend (kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Systeem/orgaanklasse
Bloed- en
lymfestelselaandoeningen
Immuunsysteem-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Agranulocytos
e
(1)
Geneesmiddel-
gerelateerde
huiduitslag
met eosinofilie
en systemische
symptomen
(DRESS)
(1,2)
Geneesmiddelen-
overgevoeligheid
(1)
Psychische stoornissen
Depressie
Verwardheidstoest
and
Insomnia
(1)
Agressie
Agitatie
(1)
Eufore
gemoedstoestand
(1)
Psychotische
stoornis
(1)
Zelfmoordpoging
(1)
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Oogaandoeningen
Duizelighei Myoklonische
d
aanvallen
(3)
Hoofdpijn
Ataxie
Evenwichtsstoorni
s
Geheugenzwakte
Cognitieve
stoornis
Somnolentie
Tremor
Nystagmus
Hypo-esthesie
Dysartrie
Aandachtsstoornis
Paresthesie
Diplopie
Wazig zien
Zelfmoordgedach
ten
Hallucinatie
(1)
Syncope
(2)
Abnormale
coördinatie
Dyskinesie
Convulsie
Evenwichtsorgaan- en
ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Vertigo
Tinnitus
Atrioventriculair
blok
(1,2)
Bradycardie
(1,2)
Boezemfibrillere
n
(1,2)
Boezemfladderen
(1,2)
Ventriculaire
tachyaritmie
(1)
Maagdarmstelselaandoeni
ngen
Misselijkhe Braken
id
Obstipatie
Flatulentie
Dyspepsie
Droge mond
Diarree
Afwijkende
leverfunctietesten
(2)
Lever- en
galaandoeningen
Huid- en onderhuid-
aandoeningen
Pruritus
Huiduitslag
(1)
Leverenzym
verhoogd (>2x
ULN)
(1)
Angio-oedeem
(1)
Urticaria
(1)
Stevens-
Johnson-
syndroom
(1)
Toxische
epidermale
necrolyse
(1)
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen
en toedieningsplaats-
stoornissen
Spierspasmen
Loopstoornis
Asthenie
Vermoeidheid
Prikkelbaarheid
Dronken gevoel
Pijn of ongemak
op de plaats van
injectie
(4)
Irritatie
(4)
Vallen
Huidlaceratie
Contusie
Erytheem
(4)
Letsels, intoxicaties en
verrichtingscomplicaties
(1)
(2)
Bijwerkingen gerapporteerd tijdens de post-marketingervaring.
Zie “Omschrijving van bijzondere bijwerkingen”.
(3)
Gerapporteerd in onderzoeken met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen.
(4)
Lokale bijwerkingen die verband houden met intraveneuze toediening.
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Het gebruik van lacosamide is in verband gebracht met een dosisafhankelijke verlenging van het
PR-interval. Er kunnen bijwerkingen optreden die verband houden met een verlenging van het
PR-interval (bijv. AV-blok, syncope, bradycardie).
Eerstegraads AV-blok werd in adjuvante klinische onderzoeken bij epilepsiepatiënten soms
gerapporteerd, met incidentiepercentages van 0,7%, 0%, 0,5% en 0% voor
respectievelijk 200 mg, 400 mg, 600 mg lacosamide of placebo. In deze studies werd geen
tweedegraads of hogere graad AV-blok waargenomen. In de post-marketingervaring werden wel
gevallen gemeld van tweede- en derdegraads AV-blok, die geassocieerd werden met een behandeling
met lacosamide. In het klinisch onderzoek over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine
CR vergeleken wordt, was de toename van het PR-interval tussen lacosamide en carbamazepine
vergelijkbaar.
Syncope werd in gecombineerde klinische onderzoeken over adjuvante therapie soms gerapporteerd,
waarbij het incidentiepercentage voor met lacosamide (n=944) behandelde epilepsiepatiënten (0,1%)
niet verschilde van dat met placebo (n=364) behandelde epilepsiepatiënten (0,3%). In het klinisch
onderzoek over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine CR vergeleken wordt, werd
syncope gerapporteerd bij 7/444 (1,6%) met lacosamide behandelde patiënten en bij 1/442 (0,2%) met
carbamazepine CR behandelde patiënten.
Boezemfibrilleren of boezemfladderen werden niet gerapporteerd in klinische
kortetermijnonderzoeken, maar van beiden werd wel melding gemaakt in open-label epilepsie-
onderzoeken en tijdens de post-marketingervaring.
Laboratoriumafwijkingen
In placebogecontroleerde onderzoeken bij volwassen patiënten met partieel beginnende aanvallen die,
gelijktijdig met lacosamide, 1 tot 3 anti-epileptica gebruikten, zijn afwijkende leverfunctietesten
waargenomen. Bij 0,7% (7/935) van de met lacosamide behandelde patiënten en 0% (0/356) van de
met placebo behandelde patiënten was sprake van verhogingen van ALAT tot ≥3x ULN.
Multi-orgaan overgevoeligheidsreacties
Bij patiënten die met sommige anti-epileptica werden behandeld is melding gemaakt van multi-orgaan
overgevoeligheidsreacties (ook bekend als geneesmiddelgerelateerde huiduitslag met eosinofilie en
systemische symptomen, DRESS). Deze reacties komen op verschillende manieren tot uiting, maar
worden gekenmerkt door koorts en huiduitslag en kunnen in verband worden gebracht met de
betrokkenheid van verschillende orgaansystemen. Als een multi-orgaan overgevoeligheidsreactie
wordt vermoed, dient de behandeling met lacosamide te worden gestaakt.
Pediatrische patiënten
Het veiligheidsprofiel van lacosamide in placebogecontroleerde (zie onderzoeksgegevens in
rubriek 5.1) en open-label studies (n=408) bij gebruik als adjuvante therapie bij kinderen van 4 jaar
oud met partieel beginnende aanvallen, kwam overeen met het veiligheidsprofiel dat werd
waargenomen bij volwassenen, hoewel de frequentie van sommige bijwerkingen (slaperigheid, braken
en convulsie) hoger was en er bijkomende bijwerkingen (nasofaryngitis, pyrexie, faryngitis,
verminderde eetlust, lethargie en abnormaal gedrag) zijn gemeld bij pediatrische patiënten:
nasofaryngitis (15,7%), braken (14,7%), slaperigheid (14,0%), duizeligheid (13,5%), pyrexie (13,0%),
convulsie (7,8%), verminderde eetlust (5,9%), faryngitis (4,7%), lethargie (2,7%) en abnormaal gedrag
(1,7%).
Er werd door in totaal 67,8% van de naar lacosamide gerandomiseerde patiënten en 58,1% van de naar
placebo gerandomiseerde patiënten melding gemaakt van ten minste 1 bijwerking.
Gedrag, cognitie en emoties werden gemeten aan de hand van de vragenlijsten Achenbach CBCL en
BRIEF die werden afgenomen bij baseline en op verschillende momenten tijdens de studies en waren
over het algemeen stabiel tijdens de duur van de onderzoeken.
Ouderen
In de studie over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine CR vergeleken wordt, lijken de
soorten bijwerkingen gerelateerd aan lacosamide bij oudere patiënten (≥65 jaar) vergelijkbaar met die
bij patiënten jonger dan 65 jaar. Er werd echter een hogere incidentie (verschil van ≥5%) van
valpartijen, diarree en tremor gerapporteerd bij oudere patiënten in vergelijking met jongere volwassen
patiënten. De meest voorkomende, hartgerelateerde bijwerking die bij ouderen werd gerapporteerd,
vergeleken met de jongere volwassen populatie, was eerstegraads AV-blok. Bij lacosamide werd dit
bij 4,8% (3/62) van de oudere patiënten versus 1,6% (6/382) van de jongere volwassen patiënten
gerapporteerd. Het percentage stopzetting door bijwerkingen dat bij lacosamide werd vastgesteld
was 21,0% (13/62) bij oudere patiënten versus 9,2% (35/382) bij jongere volwassen patiënten. Deze
verschillen tussen ouderen en jongere volwassen patiënten waren vergelijkbaar met de bijwerkingen
die bij de actieve vergelijkingsgroep vastgesteld werden.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De waargenomen symptomen na een accidentele of intentionele overdosis lacosamide hebben
hoofdzakelijk betrekking op het centrale zenuwstelsel en het maag-darmstelsel.
Het type bijwerkingen bij patiënten die blootgesteld waren aan doses hoger dan 400 mg
tot 800 mg vertoonde geen klinische verschillen met die bij patiënten die aanbevolen doseringen
lacosamide kregen toegediend.
Gerapporteerde reacties na een inname van meer dan 800 mg zijn duizeligheid, nausea, braken,
insulten (gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen, status epilepticus).
Hartgeleidingsstoornissen, shock en coma werden ook waargenomen. Een noodlottige afloop
werd gerapporteerd bij patiënten na de inname van een eenmalige acute overdosis van meerdere
grammen lacosamide.
Behandeling
Er bestaat geen specifiek tegengif voor een overdosis met lacosamide. Tot de behandeling van een
overdosis lacosamide behoren onder meer algemeen ondersteunende maatregelen en, indien nodig,
ook hemodialyse (zie rubriek 5.2).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-epileptica, andere anti-epileptica, ATC-code: N03AX18
Werkingsmechanisme
Het werkzame bestanddeel, lacosamide (R-2-acetamido-N-benzyl-3-methoxypropionamide), is een
gefunctionaliseerd aminozuur.
Het exacte werkingsmechanisme waardoor lacosamide zijn anti-epileptisch effect bij de mens
uitoefent, is nog niet geheel verklaard. In
in vitro
elektrofysiologisch onderzoek werd aangetoond dat
lacosamide de langzame inactivering van spanningsafhankelijke natriumkanalen selectief versterkt,
wat resulteert in stabilisatie van hyperexciteerbare neuronale membranen.
Farmacodynamische effecten
In een breed spectrum diermodellen met partiële en primair gegeneraliseerde aanvallen beschermde
lacosamide tegen aanvallen en vertraagde het de ontwikkeling van ‘kindling’.
In niet-klinische experimenten vertoonde lacosamide in combinatie met levetiracetam, carbamazepine,
fenytoïne, valproaat, lamotrigine, topiramaat of gabapentine synergistische of aanvullende
anticonvulsieve effecten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid (partieel beginnende aanvallen)
Volwassen patiënten
Monotherapie
De werkzaamheid van lacosamide als monotherapie werd vastgesteld in een dubbelblinde,
parallelgroep, ‘non-inferiority’-vergelijking met carbamazepine CR bij 886 patiënten van 16 jaar of
ouder met nieuw of recent gediagnosticeerde epilepsie. De patiënten moesten niet-geprovoceerde,
partieel beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie hebben. De patiënten werden
gerandomiseerd en kregen carbamazepine CR of lacosamide, in tabletvorm, in een verhouding
van 1:1. De dosis was gebaseerd op dosisrespons en varieerde van 400 tot 1200 mg/dag voor
carbamazepine CR en van 200 tot 600 mg/dag voor lacosamide. De behandeling duurde
maximaal 121 weken, afhankelijk van de respons.
De geschatte percentages voor het 6 maanden lang vrij zijn van aanvallen was 89,8% voor met
lacosamide behandelde patiënten en 91,1% voor met carbamazepine CR behandelde patiënten gebruik
makend van de Kaplan-Meier overlevingsanalyse. Het gecorrigeerde absolute verschil tussen de
behandelingen was -1,3% (95% BI: -5,5; 2,8). De Kaplan-Meier schattingen voor het 12 maanden lang
vrij zijn van aanvallen waren 77,8% voor met lacosamide behandelde patiënten en 82,7% voor met
carbamazepine CR behandelde patiënten.
De percentages voor het 6 maanden lang vrij zijn van aanvallen bij oudere patiënten vanaf 65 jaar
(62 patiënten voor lacosamide, 57 patiënten voor carbamazepine CR) waren vergelijkbaar tussen beide
behandelingsgroepen. De percentages waren ook vergelijkbaar met de percentages die bij de algehele
patiëntgroepen werden vastgesteld. Bij de oudere populatie was de onderhoudsdosis
lacosamide 200 mg/dag bij 55 patiënten (88,7%) en 400 mg/dag bij 6 patiënten (9,7%). Bij 1 patiënt
(1,6%) was de dosis verhoogd tot meer dan 400 mg/dag.
Conversie naar monotherapie
De werkzaamheid en veiligheid van lacosamide tijdens de conversie naar monotherapie werden
beoordeeld in een multicenter, dubbelblind, gerandomiseerd onderzoek met een historische
controlegroep. In deze studie werden 425 patiënten van 16 tot 70 jaar met ongecontroleerde, partieel
beginnende aanvallen en die stabiele doses van 1 of 2 gecommercialiseerde anti-epileptica namen,
gerandomiseerd om overgezet te worden op lacosamide monotherapie (ofwel 400 mg/dag
ofwel 300 mg/dag in een verhouding van 3:1). Bij behandelde patiënten die titratie voltooiden en anti-
epileptica begonnen af te bouwen (284 respectievelijk 99) werd monotherapie bij 71,5%
respectievelijk 70,7% van de patiënten voortgezet gedurende 57-105 dagen (mediaan: 71 dagen),
langer dan de beoogde observatieperiode van 70 dagen.
Adjuvante therapie
De werkzaamheid van lacosamide als adjuvante therapie in de aanbevolen dosis (200 mg per
dag, 400 mg per dag) werd vastgesteld in 3 gerandomiseerde, placebogecontroleerde klinische
onderzoeken in meerdere centra met een 12 weken durende onderhoudsperiode. In gecontroleerde
onderzoeken werd aangetoond dat ook een adjuvante behandeling met lacosamide 600 mg per dag
werkzaam was; hoewel de werkzaamheid vergelijkbaar was met 400 mg per dag, werd deze dosis,
vanwege bijwerkingen die verband hielden met het centrale zenuwstelsel en het maagdarmstelsel, door
de patiënten minder goed verdragen. Daarom wordt een dosis van 600 mg per dag niet aanbevolen. De
aanbevolen maximale dosis bedraagt 400 mg per dag. Deze onderzoeken, waaraan 1308 patiënten met
een voorgeschiedenis van gemiddeld 23 jaar partieel beginnende aanvallen deelnamen, werden
opgezet om de werkzaamheid en veiligheid van lacosamide te beoordelen bij gelijktijdige toediening
van 1 tot 3 anti-epileptica bij patiënten met ongecontroleerde partieel beginnende aanvallen, met of
zonder secundaire generalisatie. In totaal was de proportie proefpersonen met een reductie van 50% in
de aanvalsfrequentie 23%, 34% en 40% voor respectievelijk placebo, lacosamide 200 mg per dag en
lacosamide 400 mg per dag.
De farmacokinetiek en veiligheid van een enkele oplaaddosis intraveneus toegediende lacosamide
werden vastgesteld in een multicentrisch open-label onderzoek voor evaluatie van de veiligheid en
verdraagbaarheid van snelle initiatie van lacosamide d.m.v. een enkele intraveneuze oplaaddosis
(met 200 mg) gevolgd door orale toediening tweemaal daags (equivalent aan de intraveneuze dosis)
als adjuvante behandeling bij volwassen proefpersonen van 16-60 jaar met partieel beginnende
aanvallen.
Pediatrische patiënten
Partieel beginnende aanvallen hebben een vergelijkbare klinische expressie bij kinderen vanaf 4 jaar
en bij volwassenen. De werkzaamheid van lacosamide bij kinderen van 4 jaar en ouder is
geëxtrapoleerd uit gegevens van adolescenten en volwassenen met partieel beginnende aanvallen. Een
vergelijkbare respons werd verwacht op voorwaarde dat de pediatrische dosisaanpassingen toegepast
zijn (zie rubriek 4.2) en de veiligheid aangetoond is (zie rubriek 4.8).
De door dit extrapolatieprincipe ondersteunde werkzaamheid werd bevestigd in een dubbelblinde,
gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie. De studie bestond uit een baselineperiode
van 8 weken gevolgd door een titratieperiode van 6 weken. In aanmerking komende patiënten met een
stabiele dosis van 1 tot ≤ 3 anti-epileptica, die nog steeds minstens 2 partieel beginnende aanvallen
hadden in de 4 weken voorafgaand aan de screening waarbij de aanvalsvrije fase nooit langer duurde
dan 21 dagen in de periode van 8 weken voorafgaand aan de overgang naar de baselineperiode,
werden gerandomiseerd om ofwel de placebo te krijgen (n=172) of lacosamide (n=171).
Voor de dosering werd gestart met een dosis van 2 mg/kg/dag bij proefpersonen die minder dan 50 kg
wogen of 100 mg/dag bij proefpersonen die 50 kg of meer wogen verdeeld in 2 doses. Tijdens de
titratieperiode werden de doses lacosamide met wekelijkse intervallen aangepast in stappen
van 1 of 2 mg/kg/dag bij proefpersonen die minder dan 50 kg wegen of 50 of 100 mg/dag bij
proefpersonen die 50 kg of meer wegen, om tot het beoogde dosisbereik voor de onderhoudsperiode te
komen.
De proefpersonen moesten de minimaal beoogde dosis voor hun gewichtsklasse voor de
laatste 3 dagen van de titratieperiode hebben bereikt om in aanmerking te komen voor de
onderhoudsperiode van 10 weken. De dosis lacosamide diende gedurende de volledige
onderhoudsperiode stabiel te blijven bij de proefpersonen, of ze werden teruggetrokken en
overgebracht naar de periode voor geblindeerde dosisafbouw.
Tussen de lacosamidegroep en de placebogroep werd een statistisch significante (p=0,0003) en
klinisch relevante afname waargenomen van de frequentie van partieel beginnende aanvallen
per 28 dagen vanaf de baseline tot de onderhoudsperiode. De procentuele afname tegenover placebo
op basis van covariantieanalyse was 31,72% (95%-BI: 16,342; 44,277).
In totaal was het percentage proefpersonen met een afname van minstens 50% van de frequentie van
partieel beginnende aanvallen per 28 dagen vanaf de baseline tot de onderhoudsperiode 52,9% in de
lacosamidegroep, in vergelijking met 33,3% in de placebogroep.
De beoordeling van de kwaliteit van leven aan de hand van de
Pediatric Quality of Life Inventory
wees uit dat bij de proefpersonen in zowel de lacosamide- als de placebogroep de
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven gedurende de volledige behandelingsperiode
vergelijkbaar en stabiel was.
Klinische werkzaamheid en veiligheid (primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De werkzaamheid van lacosamide als adjuvante therapie bij patiënten van 4 jaar oud en ouder met
idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie die primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen
hebben, werd vastgesteld in een 24 weken durend dubbelblind, gerandomiseerd, placebogecontroleerd,
multicentrisch onderzoek met parallelle groepen. Het onderzoek omvatte een historische
baselineperiode van 12 weken, een prospectieve baselineperiode van 4 weken en een
behandelingsperiode van 24 weken (die bestond uit een titratieperiode van 6 weken en een
onderhoudsperiode van 18 weken). In aanmerking komende patiënten die een behandeling volgden
met een stabiele dosis van 1 tot 3 anti-epileptica en die ten minste 3 gedocumenteerde primair
gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen hadden in de baselineperiode van in totaal 16 weken,
werden in een verhouding van 1:1 gerandomiseerd om lacosamide of placebo te krijgen (patiënten in
de full analysis set: lacosamide n=118, placebo n=121; waarvan 8 patiënten in de leeftijdsgroep van
≥ 4 tot < 12 jaar en 16 patiënten in de leeftijdsgroep van ≥ 12 tot < 18 jaar werden behandeld met
lacosamide en respectievelijk 9 en 16 patiënten met placebo).
De dosis van de patiënten werd getitreerd naar de voor de onderhoudsperiode beoogde dosis van
12 mg/kg/dag bij patiënten die minder dan 30 kg wogen, 8 mg/kg/dag bij patiënten die 30 tot minder
dan 50 kg wogen of 400 mg/dag bij patiënten die 50 kg of meer wogen.
Placebo
Lacosamide
Variabele
n=121
n=118
parameter werkzaamheid
Tijd tot 2e primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval
Mediaan (dagen)
77,0
-
95% BI
49,0, 128,0
-
Lacosamide – Placebo
Hazardratio
0,540
95% BI
0,377, 0,774
p-waarde
< 0,001
Aanvalsvrijheid
Gestratificeerde Kaplan-Meier-
17,2
31,3
schatting (%)
95% BI
10,4, 24,0
22,8, 39,9
Lacosamide – Placebo
14,1
95% BI
3,2, 25,1
p-waarde
0,011
Opmerking: voor de lacosamidegroep kon de mediane tijd tot de tweede primair gegeneraliseerde
tonisch-klonische aanval niet worden geschat met Kaplan-Meier-methoden omdat ˃50% van de
patiënten geen tweede primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval had voor dag 166.
De bevindingen in de pediatrische subgroep stemden overeen met de resultaten van de totale populatie
voor de primaire, secundaire en andere werkzaamheidseindpunten.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na intraveneuze toediening wordt de C
max
voor het einde van de infusie bereikt. De
plasmaconcentratie stijgt proportioneel met de dosis na orale (100-800 mg) en intraveneuze
(50-300 mg) toediening.
Distributie
Het distributievolume is ongeveer 0,6 l/kg. Lacosamide wordt voor minder dan 15% aan plasma-
eiwitten gebonden.
Biotransformatie
Van de dosis wordt 95% als lacosamide en metabolieten in de urine uitgescheiden. Het metabolisme
van lacosamide is nog niet volledig in beeld gebracht.
De belangrijkste in urine uitgescheiden verbindingen zijn onveranderd lacosamide (ongeveer 40% van
de dosis) en de O-desmethylmetaboliet voor minder dan 30%.
Een polaire fractie, waarvan wordt verondersteld dat het serinederivaten zijn, maakte in urine
ongeveer 20% van het totaal uit, maar werd slechts in kleine hoeveelheden (0-2%) in humaan plasma
van sommige proefpersonen gedetecteerd. In de urine werden kleine hoeveelheden (0,5-2%) andere
metabolieten aangetroffen.
Uit
in-vitro-gegevens
blijkt dat CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4 in staat zijn de vorming van de O-
desmethylmetaboliet te katalyseren, maar het voornaamste hierbij betrokken iso-enzym is
in vivo
niet
bevestigd. Er werd geen klinisch relevant verschil in lacosamide blootstelling waargenomen wanneer
de farmacokinetiek ervan in snelle metaboliseerders (EM’s, met een functioneel CYP2C19) en in trage
metaboliseerders (PM’s, zonder functioneel CYP2C19) werd vergeleken. Bovendien liet een
interactie-onderzoek met omeprazol (CYP2C19-remmer) geen klinisch relevante veranderingen in de
plasmaconcentraties van lacosamide zien, wat erop wijst dat de betekenis van deze metabolisatieroute
klein is. De plasmaconcentratie van O-desmethyl-lacosamide is ongeveer 15% van de concentratie van
lacosamide in plasma. Deze metaboliet heeft geen bekende farmacologische activiteit.
Eliminatie
Lacosamide wordt voornamelijk door renale excretie en biotransformatie uit de systemische circulatie
geëlimineerd. Na orale en intraveneuze toediening van radioactief gelabeld lacosamide werd
ongeveer 95% van de toegediende radioactiviteit in de urine teruggevonden en minder dan 0,5% in de
feces. De eliminatiehalfwaardetijd van lacosamide is ongeveer 13 uur. De farmacokinetiek is
dosisproportioneel en constant in de tijd, met een lage
intra-
en
interindividuele
variabiliteit. Na
toediening tweemaal daags worden na een periode van 3 dagen steady-state-plasmaconcentraties
bereikt. De plasmaconcentratie neemt met een accumulatiefactor van ongeveer 2 toe.
Een enkele oplaaddosis van 200 mg benadert steady-state-concentraties die vergelijkbaar zijn met een
orale toediening van 100 mg tweemaal daags.
Farmacokinetiek bij speciale patiëntengroepen
Geslacht
Uit klinisch onderzoek blijkt dat het geslacht geen klinisch significante invloed heeft op de
plasmaconcentraties van lacosamide.
Nierfunctiestoornis
In vergelijking met gezonde proefpersonen nam de AUC van lacosamide met ongeveer 30% toe bij
patiënten met een lichte en matig-ernstige nierfunctiestoornis en met 60% bij patiënten met een
ernstige nierfunctiestoornis en patiënten met een nieraandoening in het eindstadium waarbij
hemodialyse vereist was, terwijl de C
max
hetzelfde bleef.
Lacosamide wordt door hemodialyse effectief uit plasma verwijderd. Na een hemodialysebehandeling
van 4 uur was de AUC van lacosamide met ongeveer 50% gedaald. Daarom wordt na hemodialyse
aanvulling van de dosis aanbevolen (zie rubriek 4.2). Bij patiënten met een matig-ernstige tot ernstige
nierfunctiestoornis was de blootstelling aan de O-desmethylmetaboliet enkele malen verhoogd. Bij
patiënten met een nieraandoening in het eindstadium en in afwezigheid van hemodialyse waren de
spiegels verhoogd; tijdens de bemonstering gedurende 24 uur stegen de spiegels continue. Het is niet
bekend of bij personen met een nieraandoening in het eindstadium de verhoogde blootstelling aan de
metaboliet kan leiden tot bijwerkingen, maar een farmacologische werking van de metaboliet is niet
vastgesteld.
Leverfunctiestoornis
Bij proefpersonen met een matig-ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh B) werden hogere
plasmaconcentraties lacosamide waargenomen (een ongeveer 50% hogere AUC
norm
). De hogere
blootstelling was gedeeltelijk het gevolg van de verminderde nierfunctie van de onderzochte
proefpersonen. Het werd geschat dat de daling van de niet-renale klaring bij de patiënten die aan het
onderzoek deelnamen, een stijging van 20% in de AUC van lacosamide veroorzaakte. Bij patiënten
met een ernstige leverfunctiestoornis is de farmacokinetiek van lacosamide niet beoordeeld (zie
rubriek 4.2).
Ouderen (ouder dan 65 jaar)
In een onderzoek bij oudere mannen en vrouwen, waaronder 4 patiënten ouder dan 75 jaar, was,
vergeleken met jonge mannen, de AUC met respectievelijk ongeveer 30 en 50% verhoogd. Dit houdt
gedeeltelijk verband met een lager lichaamsgewicht. Het genormaliseerde verschil voor wat betreft het
lichaamsgewicht was respectievelijk 26 en 23%. Een verhoogde variabiliteit in blootstelling werd ook
waargenomen. In deze studie was bij oudere proefpersonen de renale klaring van lacosamide slechts
licht verminderd.
Een algemene dosisvermindering wordt niet nodig geacht, tenzij sprake is van een verminderde
nierfunctie (zie rubriek 4.2).
Pediatrische patiënten
Het pediatrische farmacokinetische profiel van lacosamide werd vastgesteld in een farmacokinetische
populatieanalyse met behulp van beperkte plasmaconcentratiegegevens verkregen in één
placebogecontroleerde, gerandomiseerde studie en drie open-label studies bij 414 kinderen met
epilepsie van 6 maanden tot 17 jaar. De toegediende doses lacosamide varieerden
van 2 tot 17,8 mg/kg/dag bij tweemaaldaagse toediening, met een maximum van 600 mg/dag voor
kinderen met een gewicht van 50 kg of meer.
De plasmaklaring werd geschat op 1,04 l/u, 1,32 l/u en 1,86 l/u voor kinderen met een gewicht van
respectievelijk 20 kg, 30 kg en 50 kg. Ter vergelijking, de plasmaklaring bij volwassen patiënten (met
een lichaamsgewicht van 70 kg) werd geschat op 1,92 l/u.
Een farmacokinetische populatieanalyse met behulp van beperkte farmacokinetische monsters uit een
onderzoek met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen liet een vergelijkbare
blootstelling zien bij patiënten met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen en bij
patiënten met partieel beginnende aanvallen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In toxiciteitsonderzoek waren de verkregen plasmaconcentraties van lacosamide gelijk aan of slechts
marginaal hoger dan die werden waargenomen bij patiënten die met lacosamide werden behandeld,
waardoor kleine of niet-bestaande marges voor menselijke blootstelling resteren.
In een onderzoek bij onder narcose gebrachte honden op het gebied van veiligheidsfarmacologie werd
na intraveneuze toediening van lacosamide, zeer waarschijnlijk als gevolg van een cardiodepressieve
werking, een voorbijgaande toename van het PR-interval en de duur van het QRS-complex en een
daling van de bloeddruk aangetoond. Deze voorbijgaande veranderingen traden op in hetzelfde
concentratiebereik als na de aanbevolen maximale klinische dosering. Bij onder narcose gebrachte
honden en Cynomolgus apen werden bij intraveneuze doses van 15-60 mg/kg een verlangzaming van
de boezem- en kamergeleiding, atrioventriculair blok en atrioventriculaire dissociatie waargenomen.
In de studies op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering werden vanaf ongeveer 3 maal de
menselijke blootstelling bij ratten lichte reversibele leververanderingen waargenomen. Tot deze
veranderingen behoorden een hoger orgaangewicht, hypertrofie van hepatocyten, een toename van de
serumconcentraties van leverenzymen en een toename van totaal cholesterol en triglyceriden.
Afgezien van de hypertrofie van hepatocyten werden geen verdere histopathologische veranderingen
waargenomen.
In onderzoek naar reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit bij knaagdieren en konijnen werden bij
ratten bij maternale toxische dosis, overeenkomend met systemische blootstellingsniveaus die
vergelijkbaar zijn met de verwachte klinische blootstelling, geen teratogene effecten waargenomen,
maar wel een toename van het aantal doodgeboren jongen en van de sterfte van de jongen in de
peripartumperiode en van een enigszins gereduceerde hoeveelheid levend geboren jongen per nest en
een lager lichaamsgewicht van de jongen. Omdat bij dieren geen hogere blootstellingniveaus konden
worden getest vanwege de maternale toxiciteit zijn de gegevens onvoldoende voor het volledig
karakteriseren van het embryo-/foetotoxisch en teratogeen potentieel van lacosamide.
Uit onderzoek bij ratten bleek dat lacosamide en/of zijn metabolieten snel de placentaire barrière
passeren. Bij jonge ratten en honden verschillen de vormen van toxiciteit kwalitatief niet van de
vormen van toxiciteit die bij volwassen dieren worden waargenomen. Bij jonge ratten werd een lager
lichaamsgewicht waargenomen bij systemische blootstellingsniveaus die gelijkwaardig waren aan de
verwachte klinische blootstelling. Bij jonge honden begonnen tijdelijke en dosisgerelateerde klinische
symptomen van het centraal zenuwstelsel zichtbaar te worden bij systemische blootstellingen onder de
verwachte klinische blootstelling.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Natriumchloride
Zoutzuur (voor pH-bijstelling)
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6.
6.3
2 jaar.
Gebleken is dat het product, gemengd met de in rubriek 6.6 genoemde verdunningsmiddelen en
bewaard in glas of PVC-zakken, bij temperaturen tot 25°C gedurende 24 uur chemisch en fysisch
stabiel is. Vanuit microbiologisch standpunt dient dit product onmiddellijk te worden gebruikt. Indien
niet onmiddellijk gebruikt, zijn, voorafgaand aan gebruik, bewaartijd en bewaarcondities de
verantwoordelijkheid van de gebruiker; de bewaartijd dient, bij een temperatuur van 2 tot 8°C, niet
langer te zijn dan 24 uur, tenzij verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en
gevalideerde aseptische omstandigheden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 25°C.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na verdunning, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Kleurloze, injectieflacon van type I geperst glas met een rubber sluiting van broombutyl.
Verpakking van 1 x 20 ml en 5 x 20 ml.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Producten met vaste deeltjes of verkleuring dienen niet te worden gebruikt.
Dit geneesmiddel is alleen bestemd voor eenmalig gebruik en ongebruikte oplossing dient te worden
afgevoerd.
Gebleken is dat Lacosamide Accord oplossing voor infusie, bewaard in glas of PVC-zakken bij
temperaturen tot 25°C, minstens 24 uur fysisch verenigbaar en chemisch stabiel is wanneer het wordt
gemengd met een van de volgende verdunningsmiddelen.
Verdunningsmiddelen:
0,9%- (9 mg/ml) natriumchlorideoplossing voor injectie
5%- (50 mg/ml) glucoseoplossing voor injectie
ringerlactaatoplossing voor injectie.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona s/n
Edifici Est, 6
a
Planta
08039 Barcelona,
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/026
EU/1/17/1230/027
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 22 november 2021
Datum van laatste verlenging:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
C.
D.
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Laboratori Fundacio Dau
C/ C, 12-14 Pol. Ind. Zona Franca
08040 Barcelona
SPANJE
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
Accord Healthcare Polska Sp.z o.o.,
ul. Lutomierska 50,95-200 Pabianice, Polen
Pharmadox Healthcare Limited (alleen voor lacosamide oplossing voor infusie)
KW20A Kordin Industrial Park, Paola
PLA 3000, Malta
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de noodzakelijke onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2. van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Buitenverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
168 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tablet
56 x 1 filmomhulde tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/001
EU/1/17/1230/002
EU/1/17/1230/003
EU/1/17/1230/004
EU/1/17/1230/017
EU/1/17/1230/018
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 50 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Etiket blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Buitenverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 100 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
168 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tablet
56 x 1 filmomhulde tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/005
EU/1/17/1230/006
EU/1/17/1230/007
EU/1/17/1230/008
EU/1/17/1230/019
EU/1/17/1230/020
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 100 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PCSN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Etiket blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Buitenverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
168 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tablet
56 x 1 filmomhulde tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/009
EU/1/17/1230/010
EU/1/17/1230/011
EU/1/17/1230/012
EU/1/17/1230/021
EU/1/17/1230/022
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Etiket blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Buitenverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAMESTOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
168 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tablet
56 x 1 filmomhulde tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/013
EU/1/17/1230/014
EU/1/17/1230/015
EU/1/17/1230/016
EU/1/17/1230/023
EU/1/17/1230/024
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 200 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Etiket blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN BEHANDELINGSSTARTPAKKET
Buitenverpakking – behandelingsstartpakket bevattende 4 dozen van 14 filmomhulde tabletten
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg
Lacosamide Accord 100 mg
Lacosamide Accord 150 mg
Lacosamide Accord 200 mg
filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Lacosamide Accord 50 mg
1 filmomhulde tablet bevat 50 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 100 mg
1 filmomhulde tablet bevat 100 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 150 mg
1 filmomhulde tablet bevat 150 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 200 mg
1 filmomhulde tablet bevat 200 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
Behandelingsstartpakket
Elke verpakking met 56 filmomhulde tabletten voor een behandelingsschema van 4 weken bevat:
14 filmomhulde tabletten Lacosamide Accord 50 mg
14 filmomhulde tabletten Lacosamide Accord 100 mg
14 filmomhulde tabletten Lacosamide Accord 150 mg
14 filmomhulde tabletten Lacosamide Accord 200 mg
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 50 mg
Lacosamide Accord 100 mg
Lacosamide Accord 150 mg
Lacosamide Accord 200 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN BEHANDELINGSSTARTPAKKET
Tussenverpakking
Verpakking 14 tabletten – week 1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 filmomhulde tablet bevat 50 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
Week 1
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 50 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
ALLEEN BEHANDELINGSSTARTPAKKET
Etiket blisterverpakking – week 1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
Week 1
OVERIGE
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN BEHANDELINGSSTARTPAKKET
Tussenverpakking
Verpakking 14 tabletten – week 2
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 filmomhulde tablet bevat 100 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
Week 2
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 100 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
ALLEEN BEHANDELINGSSTARTPAKKET
Etiket blisterverpakking – week 2
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
Week 2
OVERIGE
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN BEHANDELINGSSTARTPAKKET
Tussenverpakking
Verpakking 14
tabletten
– week 3
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 filmomhulde tablet bevat 150 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
Week 3
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
ALLEEN BEHANDELINGSSTARTPAKKET
Etiket blisterverpakking – week 3
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
Week 3
OVERIGE
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN BEHANDELINGSSTARTPAKKET
Tussenverpakking
Verpakking 14
tabletten
– week 4
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 filmomhulde tablet bevat 200 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
Week 4
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 200 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
ALLEEN BEHANDELINGSSTARTPAKKET
Etiket blisterverpakking – week 4
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
Week 4
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml oplossing voor infusie bevat 10 mg lacosamide.
1 injectieflacon van 20 ml bevat 200 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat natriumchloride, zoutzuur en water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor infusie
1 injectieflacon x 20 ml oplossing voor infusie
5 injectieflacon x 20 ml oplossing voor infusie
200 mg/20 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor intraveneus gebruik
Alleen voor eenmalig gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Niet gebruikte oplossing dient te worden weggegooid
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona s/n,
Edifici Est, 6
a
Planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/026
EU/1/17/1230/027
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKING MOETEN
WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml oplossing voor infusie bevat 10 mg lacosamide.
1 injectieflacon van 20 ml bevat 200 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat natriumchloride, zoutzuur en water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
200 mg/20 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Alleen voor eenmalig gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
IV gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona s/n,
Edifici Est, 6
a
Planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing
B. BIJSLUITER
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Lacosamide Accord?
Lacosamide Accord bevat lacosamide. Lacosamide behoort tot de groep geneesmiddelen die “anti-
epileptica” worden genoemd. Deze geneesmiddelen worden gebruikt voor de behandeling van
epilepsie.
U heeft dit geneesmiddel gekregen om het aantal stuipen (toevallen, epileptische aanvallen) dat
u heeft te verminderen.
Waarvoor wordt Lacosamide Accord gebruikt?
Dit geneesmiddel wordt gebruikt bij volwassenen, jongeren tot 18 jaar en kinderen van 4 jaar en
ouder.
Het wordt gebruikt:
op zichzelf en in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van een
bepaalde vorm van epilepsie die zich kenmerkt door het optreden van partieel
beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie. Bij deze vorm van
epilepsie treffen de stuipen aanvankelijk slechts één kant van uw hersenen, maar
kunnen ze zich vervolgens verspreiden naar grotere gebieden aan beide kanten van uw
hersenen.
in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van primair
gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen (ernstige insulten, met inbegrip van
bewustzijnsverlies) bij patiënten met idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie (het type
epilepsie waarvan wordt gedacht dat die een genetische oorzaak heeft).
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet innemen?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u niet zeker weet of u allergisch bent, vraag dit dan aan uw arts.
U bent allergisch voor pinda's of soja.
U heeft een bepaald soort hartslagprobleem genaamd tweedegraads of derdegraads
atrioventriculair blok.
Gebruik dit middel niet als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Als u het niet
zeker weet, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt wanneer:
u gedachten over zelfverminking of zelfmoord heeft. Een klein aantal mensen dat werd
behandeld met anti-epileptica zoals lacosamide kreeg gedachten over zelfverminking of
zelfmoord. Als u op enig moment dergelijke gedachten krijgt, vertel dit dan onmiddellijk aan
uw arts.
u een hartprobleem heeft waardoor uw hartslag verstoord raakt en u regelmatig een extreem
langzame, snelle of onregelmatige hartslag heeft (zoals atrioventriculair blok, boezemfibrilleren
en boezemfladderen).
u een ernstige hartaandoening heeft zoals hartfalen of een hartaanval heeft gehad.
u zich vaak duizelig voelt of omvalt. Dit middel kan u duizelig maken - hierdoor kan het risico
op door een ongeval veroorzaakt letsel of vallen toenemen. Dit betekent dat u voorzichtig moet
zijn totdat u aan de effecten van dit geneesmiddel gewend bent.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt, neem dan contact op met uw arts indien u met een nieuw type
aanvallen of een verergering van bestaande aanvallen te maken krijgt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt en verschijnselen ervaart van een abnormale hartslag (zoals een
trage, snelle of onregelmatige hartslag, hartkloppingen, kortademigheid, een licht gevoel in het hoofd
of flauwvallen), roep dan onmiddellijk medische hulp in (zie rubriek 4).
Kinderen onder 4 jaar
Lacosamide Accord wordt niet aanbevolen voor kinderen onder 4 jaar. Dit komt omdat we nog niet
weten of dit geneesmiddel zal werken en of het veilig is voor kinderen in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lacosamide Accord nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Vertel het vooral uw arts of apotheker met name als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt
die een effect hebben op uw hart - de reden hiervoor is dat dit middel ook een effect op uw hart kan
hebben:
geneesmiddelen voor de behandeling van hartproblemen;
geneesmiddelen die het PR-interval op een hartfilmpje (ECG of elektrocardiogram) kunnen
verlengen, zoals geneesmiddelen voor de behandeling van epilepsie of pijn genaamd
carbamazepine, lamotrigine of pregabaline;
geneesmiddelen die worden gebruikt om bepaalde vormen van onregelmatige hartslag of
hartfalen te behandelen.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Vertel het uw arts of apotheker ook als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt - de reden
hiervoor is dat deze geneesmiddelen het effect van dit middel op uw lichaam kunnen vergroten of
verkleinen:
geneesmiddelen tegen schimmelinfecties genaamd fluconazol, itraconazol of ketoconazol;
een geneesmiddel tegen hiv genaamd ritonavir;
geneesmiddelen voor de behandeling van bacteriële infecties genaamd claritromycine of
rifampicine;
een kruidengeneesmiddel dat wordt gebruikt om milde angst en depressie te behandelen
genaamd sint-janskruid
(Hypericum perforatum).
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Neem uit voorzorg geen Lacosamide Accord met alcohol.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Dit middel wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap of borstvoeding, omdat de
effecten van dit middel op de zwangerschap en de ongeboren baby of het pasgeboren kind niet bekend
zijn. Het is evenmin bekend of dit middel in de moedermelk wordt uitgescheiden. Raadpleeg
onmiddellijk uw arts als u zwanger wordt of zwanger wilt worden. Hij/zij zal u helpen beslissen of u
dit middel moet innemen of niet.
Zet de behandeling niet stop zonder dit eerst met uw arts te bespreken aangezien uw stuipen
(toevallen, epileptische aanvallen) hierdoor kunnen toenemen. Een verergering van uw aandoening
kan ook schadelijk zijn voor uw baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bestuur geen auto, fiets niet en gebruik geen gereedschap of machines totdat u weet welk effect dit
geneesmiddel op u heeft. De reden hiervoor is dat dit middel duizeligheid en wazig zien kan
veroorzaken.
Lacosamide Accord bevat sojalecithine
Als u allergisch bent voor pinda's of soja, mag u dit middel niet gebruiken.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit middel tweemaal per dag in - eenmaal ’s ochtends en eenmaal ’s avonds.
Probeer de tablet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip in te nemen.
Slik de tablet door met een glas water.
U mag dit middel met of zonder voedsel innemen.
Meestal begint u met de dagelijkse inname van een lage dosis waarna uw arts deze dosis in de loop
van een aantal weken langzaam zal verhogen. Als u de dosis heeft bereikt die goed bij u werkt, wordt
dit de “onderhoudsdosis” genoemd. Vanaf dat moment krijgt u elke dag dezelfde hoeveelheid. Dit
middel wordt gebruikt voor behandeling op lange termijn. U moet dit middel blijven gebruiken totdat
uw arts u vertelt dat u mag stoppen.
Hoeveel neemt u in?
Hieronder staan de normale aanbevolen doseringen van dit middel voor verschillende leeftijdsgroepen
en gewichten. Als u problemen heeft met uw nieren of uw lever, kan uw arts u een andere dosis
voorschrijven.
Jongeren tot 18 jaar en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer en volwassenen
Als u alleen dit middel inneemt
De gebruikelijke startdosering voor dit middel is tweemaal daags 50 mg.
Uw arts kan ook een startdosering van tweemaal daags 100 mg Lacosamide Accord voorschrijven.
Uw arts kan uw tweemaaldaagse dosis elke week met 50 mg verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een
tweemaaldaagse onderhoudsdosis tussen 100 mg en 300 mg bereikt.
Als u dit middel in combinatie met andere geneesmiddelen tegen epilepsie inneemt
De gebruikelijke startdosering voor dit middel is tweemaal daags 50 mg.
Uw arts kan uw tweemaaldaagse dosis elke week met 50 mg verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een
tweemaaldaagse onderhoudsdosis tussen 100 mg en 200 mg bereikt.
Als u 50 kg of meer weegt kan uw arts beslissen om een behandeling met dit middel te starten met een
enkele “oplaaddosis” van 200 mg. U start dan 12 uur later met uw definitieve onderhoudsdosis.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar met een gewicht van minder dan 50 kg
De dosis hangt af van het lichaamsgewicht. De behandeling start normaal gesproken met de stroop en
er wordt alleen op tabletten overgestapt als de patiënt in staat is tabletten in te nemen en de goede
dosis kan krijgen met de verschillende tabletsterktes. De arts zal de toedieningsvorm voorschrijven die
het meest geschikt is.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u meer dit middel heeft ingenomen dan u zou mogen, neem dan onmiddellijk contact op met uw
arts. Probeer niet te rijden.
U kunt last krijgen van:
duizeligheid;
misselijkheid (nausea) of overgeven (braken);
stuipen (toevallen, epileptische aanvallen), problemen met uw hartslag zoals een trage, snelle of
onregelmatige hartslag, coma of een daling in bloeddruk met een snelle hartslag en zweten.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u een dosis bent vergeten en er nog geen 6 uur zijn verstreken sinds het moment waarop u
de tablet eigenlijk had moeten innemen, neem deze dan in zodra u eraan denkt.
Als u een dosis bent vergeten en er al meer dan 6 uur zijn verstreken sinds het moment waarop u
de tablet eigenlijk had moeten innemen, neem de overgeslagen tablet dan niet meer in. Neem dit
middel in plaats daarvan weer in op hetzelfde tijdstip als u normaal zou doen.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van dit middel zonder dit met uw arts te bespreken, omdat uw
epilepsie kan terugkomen of verergeren.
Als uw arts beslist dat u moet stoppen met de behandeling met dit middel, dan zal de arts u
vertellen hoe u de dosis stap voor stap moet afbouwen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Bijwerkingen van het zenuwstelsel zoals duizeligheid kunnen vaker voorkomen na een enkele
“oplaaddosis”.
Vertel het uw arts of apotheker als u last krijgt van een van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak:
komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
Hoofdpijn;
Duizeligheid of misselijkheid (nausea);
Dubbelzien (diplopie).
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
Korte trekkingen van een spier of een spiergroep (myoklonische aanvallen);
Problemen bij het coördineren van uw bewegingen of bij het lopen;
Evenwichtsproblemen, trillingen (tremor), tinteling (paresthesie) of spierspasmen, gemakkelijk
vallen en blauwe plekken krijgen;
Problemen met uw geheugen, nadenken of het vinden van woorden, verwardheid;
Snelle en ongecontroleerde bewegingen van de ogen (nystagmus), wazig zien;
Draaiduizeligheid met stoornis in het evenwicht (vertigo), een dronken gevoel;
Misselijkheid (braken), droge mond, verstopping (obstipatie), verstoorde spijsvertering
(indigestie), overmatige gasvorming in de maag of darmen, diarree;
Verminderd gevoel of gevoeligheid, moeilijkheden bij het duidelijk uitspreken van woorden,
aandachtsstoornis;
Geluiden in het oor zoals brom-, bel- of fluitgeluiden;
Prikkelbaarheid, slaapproblemen, depressie;
Slaperigheid, vermoeidheid of zwakte (asthenie);
Jeuk, huiduitslag.
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
Trage hartslag, hartkloppingen (palpitaties), onregelmatige pols of andere veranderingen in de
elektrische activiteit van uw hart (geleidingsstoornis);
Overdreven gevoel van welbevinden, het zien en/of horen van dingen die niet echt zijn;
Allergische reactie op geneesmiddelinname, galbulten;
Bloedonderzoek kan wijzen op een afwijkende leverfunctie, leverletsel;
Zelfmoordgedachten of gedachten om zichzelf pijn te doen of een zelfmoordpoging doen: neem
onmiddellijk contact op met uw arts;
Zich boos of opgewonden (geagiteerd) voelen;
Abnormaal denken of werkelijkheidsgevoel verliezen;
Ernstige allergische reactie die zwelling van het gezicht, de keel, handen, voeten, enkels of
onderbenen veroorzaakt;
Flauwvallen;
Abnormale, onwillekeurige bewegingen (dyskinesie).
Niet bekend:
frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Abnormaal snelle hartslag (ventriculaire tachyaritmie);
Een zere keel, temperatuurverhoging en meer infecties krijgen dan gebruikelijk.
Bloedonderzoek kan wijzen op een sterke vermindering van een specifieke klasse van witte
bloedcellen (agranulocytose);
Een ernstige huidreactie die gepaard kan gaan met temperatuurverhoging en andere griepachtige
symptomen, huiduitslag op het gezicht, uitgebreide huiduitslag en opgezette klieren (gezwollen
lymfeklieren). Bloedonderzoek kan wijzen op hogere leverenzymspiegels en een verhoging van
een bepaald type witte bloedcellen (eosinofilie);
Een uitgebreide huiduitslag met blaren en afschilferende huid, voornamelijk rond de mond,
neus, ogen en geslachtsdelen (Stevens-Johnson-syndroom) en een ernstigere vorm van
huiduitslag waarbij een groot deel van de huid (meer dan 30% van het lichaamsoppervlak)
afschilfert (toxische epidermale necrolyse);
Aanval van bewusteloosheid met spiertrekkingen (convulsie).
Extra bijwerkingen bij kinderen
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 kinderen
Loopneus (nasofaryngitis);
Koorts (pyrexie);
Zere keel (faryngitis);
Minder eten dan gebruikelijk.
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 kinderen
Zich slaperig voelen of geen energie hebben (lethargie).
Niet bekend:
frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Veranderingen in gedrag, niet zichzelf zijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
blisterverpakking na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 50 mg bevat 50 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 100 mg bevat 100 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 150 mg bevat 150 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 200 mg bevat 200 mg lacosamide.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Tabletkern:
microkristallijne cellulose, hydroxypropylcellulose-L, hydroxypropylcellulose
(laag gesubstitueerd), watervrij colloïdaal siliciumdioxide, crospovidon en magnesiumstearaat.
Tabletomhulling:
polyvinylalcohol, polyethyleenglycol, talk, titaandioxide (E171), lecithine
(soja) en kleurstoffen*. Zie rubriek 2 ‘Lacosamide Accord bevat sojalecithine’.
*De
kleurstoffen zijn:
50 mg tablet: rood ijzeroxide (E172), zwart ijzeroxide (E172), indigotine (E132)
100 mg tablet: geel ijzeroxide (E172)
150 mg tablet: rood ijzeroxide (E172), zwart ijzeroxide (E172), geel ijzeroxide (E172)
200 g tablet: indigotine (E132)
Hoe ziet Lacosamide Accord eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Lacosamide Accord-tabletten van 50 mg zijn roze, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer
10,3 x 4,8 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "50" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 100 mg zijn donkergele, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 13,0 x 6,0 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "100" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 150 mg zijn zalmkleurige, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 15,0 x 6,9 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "150" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 200 mg zijn blauwe, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 16,4 x 7,6 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "200" op de andere kant.
Lacosamide Accord is verkrijgbaar in verpakkingen met 14, 56, 60 of 168 filmomhulde tabletten.
De verpakking met 14 x 1 of 56 x 1 filmomhulde tabletten is verkrijgbaar als geperforeerde
eenheidsdosisverpakkingen in blisterverpakkingen van PVC/PVdC/Alu, verzegeld met
aluminiumfolie. Alle andere verpakkingen zijn verkrijgbaar als standaard blisterverpakkingen van
PVC-PVdC/Alu, verzegeld met aluminiumfolie.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
Fabrikant
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
of
LABORATORI FUNDACIÓ DAU
C/ C, 12-14 Pol. Ind. Zona Franca, Barcelona,
08040 Barcelona, Spanje
of
Accord Healthcare Polska Sp.z o.o.,
ul. Lutomierska 50,95-200 Pabianice, Polen
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu/.
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
Het behandelingsstartpakket is alleen geschikt voor jongeren tot 18 jaar en kinderen met een
gewicht van 50 kg of meer en volwassenen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Lacosamide Accord?
Lacosamide Accord bevat lacosamide. Lacosamide behoort tot de groep geneesmiddelen die “anti-
epileptica” worden genoemd. Deze geneesmiddelen worden gebruikt voor de behandeling van
epilepsie.
U heeft dit geneesmiddel gekregen om het aantal stuipen (toevallen, epileptische aanvallen) dat
u heeft te verminderen.
Waarvoor wordt Lacosamide Accord gebruikt?
Dit middel wordt gebruikt bij jongeren tot 18 jaar en kinderen van 4 jaar en ouder met een
gewicht van 50 kg of meer en bij volwassenen.
Het wordt gebruikt:
op zichzelf en in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van een
bepaalde vorm van epilepsie die zich kenmerkt door het optreden van partieel
beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie. Bij deze vorm van
epilepsie treffen de stuipen aanvankelijk slechts één kant van uw hersenen, maar
kunnen ze zich vervolgens verspreiden naar grotere gebieden aan beide kanten van uw
hersenen.
in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van primair
gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen (ernstige insulten, met inbegrip van
bewustzijnsverlies) bij patiënten met idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie (het type
epilepsie waarvan wordt gedacht dat die een genetische oorzaak heeft).
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet innemen?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u niet zeker weet of u allergisch bent, vraag dit dan aan uw arts.
U bent allergisch voor pinda's of soja.
U heeft een bepaald soort hartslagprobleem genaamd tweedegraads of derdegraads
atrioventriculair blok.
Gebruik dit middel niet als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Als u het niet
zeker weet, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt wanneer:
u gedachten over zelfverminking of zelfmoord heeft. Een klein aantal mensen dat werd
behandeld met anti-epileptica zoals lacosamide kreeg gedachten over zelfverminking of
zelfmoord. Als u op enig moment dergelijke gedachten krijgt, vertel dit dan onmiddellijk aan
uw arts.
u een hartprobleem heeft waardoor uw hartslag verstoord raakt en u regelmatig een extreem
langzame, snelle of onregelmatige hartslag heeft (zoals atrioventriculair blok, boezemfibrilleren
en boezemfladderen).
u een ernstige hartaandoening heeft zoals hartfalen of een hartaanval heeft gehad.
u zich vaak duizelig voelt of omvalt. Dit middel kan u duizelig maken – hierdoor kan het risico
op door een ongeval veroorzaakt letsel of vallen toenemen. Dit betekent dat u voorzichtig moet
zijn totdat u aan de effecten van dit geneesmiddel gewend bent.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt, neem dan contact op met uw arts indien u met een nieuw type
aanvallen of een verergering van bestaande aanvallen te maken krijgt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt en verschijnselen ervaart van een abnormale hartslag (zoals een
trage, snelle of onregelmatige hartslag, hartkloppingen, kortademigheid, een licht gevoel in het hoofd
of flauwvallen), roep dan onmiddellijk medische hulp in (zie rubriek 4).
Kinderen onder 4 jaar
Dit middel wordt niet aanbevolen voor kinderen onder 4 jaar. Dit komt omdat we nog niet weten of dit
geneesmiddel zal werken en of het veilig is voor kinderen in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lacosamide Accord nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Vertel het vooral uw arts of apotheker met name als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt
die een effect hebben op uw hart - de reden hiervoor is dat dit middel ook een effect op uw hart kan
hebben:
geneesmiddelen voor de behandeling van hartproblemen;
geneesmiddelen die het PR-interval op een hartfilmpje (ECG of elektrocardiogram) kunnen
verlengen zoals geneesmiddelen voor de behandeling van epilepsie of pijn genaamd
carbamazepine, lamotrigine of pregabaline;
geneesmiddelen die worden gebruikt om bepaalde vormen van onregelmatige hartslag of
hartfalen te behandelen.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Vertel het uw arts of apotheker ook als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt - de reden
hiervoor is dat deze geneesmiddelen het effect van dit middel op uw lichaam kunnen vergroten of
verkleinen:
geneesmiddelen tegen schimmelinfecties genaamd fluconazol, itraconazol of ketoconazol;
een geneesmiddel tegen hiv genaamd ritonavir;
geneesmiddelen voor de behandeling van bacteriële infecties genaamd claritromycine of
rifampicine;
een kruidengeneesmiddel dat wordt gebruikt om milde angst en depressie te behandelen
genaamd sint-janskruid
(Hypericum perforatum).
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Neem uit voorzorg geen Lacosamide Accord met alcohol.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Dit middel wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap of borstvoeding, omdat de
effecten van dit middel op de zwangerschap en de ongeboren baby of het pasgeboren kind niet bekend
zijn. Het is evenmin bekend of dit middel in de moedermelk wordt uitgescheiden. Raadpleeg
onmiddellijk uw arts als u zwanger wordt of zwanger wilt worden. Hij/zij zal u helpen beslissen of u
dit middel moet innemen of niet.
Zet de behandeling niet stop zonder dit eerst met uw arts te bespreken aangezien uw stuipen
(toevallen, epileptische aanvallen) hierdoor kunnen toenemen. Een verergering van uw aandoening
kan ook schadelijk zijn voor uw baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bestuur geen auto, fiets niet en gebruik geen gereedschap of machines totdat u weet welk effect dit
geneesmiddel op u heeft. De reden hiervoor is dat dit middel duizeligheid en wazig zien kan
veroorzaken.
Lacosamide Accord bevat sojalecithine
Als u allergisch bent voor pinda's of soja, mag u dit middel niet gebruiken.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit middel tweemaal per dag in - eenmaal ’s ochtends en eenmaal ’s avonds.
Probeer de tablet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip in te nemen.
Slik de tablet door met een glas water.
U mag dit middel met of zonder voedsel innemen.
Meestal begint u met de dagelijkse inname van een lage dosis waarna uw arts deze dosis in de loop
van een aantal weken langzaam zal verhogen. Als u de dosis heeft bereikt die goed bij u werkt, wordt
dit de “onderhoudsdosis” genoemd. Vanaf dat moment krijgt u elke dag dezelfde hoeveelheid. Dit
middel wordt gebruikt voor behandeling op lange termijn. U moet dit middel blijven gebruiken totdat
uw arts u vertelt dat u mag stoppen.
Hoeveel neemt u in?
Hieronder staan de normale aanbevolen doseringen van dit middel voor verschillende leeftijdsgroepen
en gewichten. Als u problemen heeft met uw nieren of uw lever, kan uw arts u een andere dosis
voorschrijven.
Alleen voor jongeren tot 18 jaar en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer en volwassenen
Als u alleen dit middel inneemt
De gebruikelijke startdosering voor dit middel is tweemaal daags 50 mg.
Uw arts kan ook een startdosering van tweemaal daags 100 mg van dit middel voorschrijven.
Uw arts kan uw tweemaal daagse dosis elke week met 50 mg verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een
tweemaaldaagse onderhoudsdosis tussen 100 mg en 300 mg bereikt.
Als u dit middel in combinatie met andere geneesmiddelen tegen epilepsie gebruikt:
Start van de behandeling (eerste 4 weken)
Deze verpakking (starterverpakking) wordt gebruikt wanneer u start met uw behandeling met dit
middel. Deze verpakking bevat 4 verschillende verpakkingen voor de eerste 4 weken van behandeling,
d.w.z. één verpakking voor iedere week. Iedere verpakking bevat 14 tabletten, overeenkomend met 2
tabletten per dag gedurende 7 dagen. Iedere verpakking bevat een andere dosissterkte van dit middel,
waardoor u uw dosis geleidelijk kunt verhogen.
U zult uw behandeling starten met een lage dosis Lacosamide Accord, gewoonlijk 50 mg tweemaal
per dag, en deze wekelijks verhogen. De gebruikelijke dosis die iedere week gedurende de eerste 4
behandelingsweken per dag genomen mag worden, is weergegeven in onderstaande tabel. Uw arts zal
u vertellen of u alle 4 verpakkingen nodig heeft.
Tabel: Start van de behandeling (de eerste 4 weken)
Week
Verpakking die moet Eerste dosis (’s ochtends)
worden gebruikt
Week 1
Vermelding van
"Week 1" op de
verpakking
Vermelding van
"Week 2" op de
verpakking
Vermelding van
"Week 3" op de
verpakking
Vermelding van
"Week 4" op de
verpakking
50 mg
(1 tablet Lacosamide
Accord 50 mg)
100 mg
(1 tablet Lacosamide
Accord 100 mg)
150 mg
(1 tablet Lacosamide
Accord 150 mg)
200 mg
(1 tablet Lacosamide
Accord 200 mg)
Tweede dosis (’s avonds)
Week 2
Week 3
Week 4
50 mg
(1 tablet Lacosamide
Accord 50 mg)
100 mg
(1 tablet Lacosamide
Accord 100 mg)
150 mg
(1 tablet Lacosamide
Accord 150 mg)
200 mg
(1 tablet Lacosamide
Accord 200 mg)
TOTALE
dagelijkse
dosis
100 mg
200 mg
300 mg
400 mg
Onderhoudsbehandeling (na de eerste 4 weken)
Na de eerste 4 weken van de behandeling kan uw arts de dosis aanpassen waarmee u uw behandeling
op lange termijn zult voortzetten. Deze dosis wordt de onderhoudsdosis genoemd en hangt af van de
manier waarop u op dit middel reageert. Voor de meeste patiënten ligt de onderhoudsdosis tussen
200 mg en 400 mg per dag.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar onder 50 kg
Het behandelingsstartpakket is niet geschikt voor kinderen en jongeren tot 18 jaar met een gewicht van
minder dan 50 kg.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u meer dit middel heeft ingenomen dan u zou mogen, neem dan onmiddellijk contact op met uw
arts. Probeer niet te rijden.
U kunt last krijgen van:
duizeligheid;
misselijkheid (nausea) of overgeven (braken);
stuipen (toevallen, epileptische aanvallen), problemen met uw hartslag zoals een trage, snelle of
onregelmatige hartslag, coma of een daling in bloeddruk met een snelle hartslag en zweten.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u een dosis bent vergeten en er nog geen 6 uur zijn verstreken sinds het moment waarop u
de tablet eigenlijk had moeten innemen, neem deze dan in zodra u eraan denkt.
Als u een dosis bent vergeten en er al meer dan 6 uur zijn verstreken sinds het moment waarop u
de tablet eigenlijk had moeten innemen, neem de overgeslagen tablet dan niet meer in. Neem dit
middel in plaats daarvan weer in op hetzelfde tijdstip als u normaal zou doen.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van dit middel zonder dit met uw arts te bespreken, omdat uw
epilepsie kan terugkomen of verergeren.
Als uw arts beslist dat u moet stoppen met de behandeling met dit middel, dan zal de arts u
vertellen hoe u de dosis stap voor stap moet afbouwen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Vertel het uw arts of apotheker als u last krijgt van een van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak:
komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
Hoofdpijn;
Duizeligheid of misselijkheid (nausea);
Dubbelzien (diplopie).
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
Korte trekkingen van een spier of een spiergroep (myoklonische aanvallen);
Problemen bij het coördineren van uw bewegingen of bij het lopen;
Evenwichtsproblemen, trillingen (tremor), tinteling (paresthesie) of spierspasmen, gemakkelijk
vallen en blauwe plekken krijgen;
Problemen met uw geheugen, nadenken of het vinden van woorden, verwardheid;
Snelle en ongecontroleerde bewegingen van de ogen (nystagmus), wazig zien;
Draaiduizeligheid met stoornis in het evenwicht (vertigo), een dronken gevoel;
Misselijkheid (braken), droge mond, verstopping (obstipatie), verstoorde spijsvertering
(indigestie), overmatige gasvorming in de maag of darmen, diarree;
Verminderd gevoel of gevoeligheid, moeilijkheden bij het duidelijk uitspreken van woorden,
aandachtsstoornis;
Geluiden in het oor zoals brom-, bel- of fluitgeluiden;
Prikkelbaarheid, slaapproblemen, depressie;
Slaperigheid, vermoeidheid of zwakte (asthenie);
Jeuk, huiduitslag.
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
Trage hartslag, hartkloppingen (palpitaties), onregelmatige pols of andere veranderingen in de
elektrische activiteit van uw hart (geleidingsstoornis);
Overdreven gevoel van welbevinden, het zien en/of horen van dingen die niet echt zijn;
Allergische reactie op geneesmiddelinname, galbulten;
Bloedonderzoek kan wijzen op een afwijkende leverfunctie, leverletsel;
Zelfmoordgedachten of gedachten om zichzelf pijn te doen of een zelfmoordpoging doen: neem
onmiddellijk contact op met uw arts;
Zich boos of opgewonden (geagiteerd) voelen;
Abnormaal denken of werkelijkheidsgevoel verliezen;
Ernstige allergische reactie die zwelling van het gezicht, de keel, handen, voeten, enkels of
onderbenen veroorzaakt;
Flauwvallen;
Abnormale, onwillekeurige bewegingen (dyskinesie).
Niet bekend:
frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Abnormaal snelle hartslag (ventriculaire tachyaritmie);
Een zere keel, temperatuurverhoging en meer infecties krijgen dan gebruikelijk.
Bloedonderzoek kan wijzen op een sterke vermindering van een specifieke klasse van witte
bloedcellen (agranulocytose);
Een ernstige huidreactie die gepaard kan gaan met temperatuurverhoging en andere griepachtige
symptomen, huiduitslag op het gezicht, uitgebreide huiduitslag en opgezette klieren (gezwollen
lymfeklieren). Bloedonderzoek kan wijzen op, hogere leverenzymspiegels en een verhoging van
een bepaald type witte bloedcellen (eosinofilie);
Een uitgebreide huiduitslag met blaren en afschilferende huid, voornamelijk rond de mond,
neus, ogen en geslachtsdelen (Stevens-Johnson-syndroom) en een ernstigere vorm van
huiduitslag waarbij een groot deel van de huid (meer dan 30% van het lichaamsoppervlak)
afschilfert (toxische epidermale necrolyse);
Aanval van bewusteloosheid met spiertrekkingen (convulsie).
Extra bijwerkingen bij kinderen
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 kinderen
Loopneus (nasofaryngitis);
Koorts (pyrexie);
Zere keel (faryngitis);
Minder eten dan gebruikelijk.
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
Zich slaperig voelen of geen energie hebben (lethargie).
Niet bekend:
frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Veranderingen in gedrag, niet zichzelf zijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
blisterverpakking na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 50 mg bevat 50 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 100 mg bevat 100 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 150 mg bevat 150 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 200 mg bevat 200 mg lacosamide.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Tabletkern:
microkristallijne cellulose, hydroxypropylcellulose-L, hydroxypropylcellulose
(laag gesubstitueerd), watervrij colloïdaal siliciumdioxide, crospovidon en magnesiumstearaat.
Tabletomhulling:
polyvinylalcohol, polyethyleenglycol, talk, titaandioxide (E171), lecithine
(soja) en kleurstoffen*. Zie rubriek 2 ‘Lacosamide Accord bevat sojalecithine’.
*De
kleurstoffen zijn:
tablet van 50 mg: rood ijzeroxide (E172), zwart ijzeroxide (E172), indigotine (E132)
tablet van 100 mg: geel ijzeroxide (E172)
tablet van 150 mg: rood ijzeroxide (E172), zwart ijzeroxide (E172), geel ijzeroxide (E172)
tablet van 200 mg: indigotine (E132)
Hoe ziet Lacosamide Accord eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Lacosamide Accord-tabletten van 50 mg zijn roze, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer
10,3 x 4,8 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "50" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 100 mg zijn donkergele, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 13,0 x 6,0 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "100" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 150 mg zijn zalmkleurige, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 15,0 x 6,9 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "150" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 200 mg zijn blauwe, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 16,4 x 7,6 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "200" op de andere kant.
De startverpakking voor de behandeling bevat 56 filmomhulde tabletten verdeeld over 4
verpakkingen:
de verpakking met vermelding van 'Week 1' bevat 14 tabletten van 50 mg
de verpakking met vermelding van 'Week 2' bevat 14 tabletten van 100 mg
de verpakking met vermelding van 'Week 3' bevat 14 tabletten van 150 mg
de verpakking met vermelding van 'Week 4' bevat 14 tabletten van 200 mg
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
Fabrikant
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
of
LABORATORI FUNDACIÓ DAU
C/ C, 12-14 Pol. Ind. Zona Franca, Barcelona,
08040 Barcelona, Spanje
of
Accord Healthcare Polska Sp.z o.o.,
ul. Lutomierska 50,95-200 Pabianice, Polen
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie
lacosamide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Lacosamide Accord?
Lacosamide Accord bevat lacosamide. Lacosamide behoort tot de groep geneesmiddelen die “anti-
epileptica” worden genoemd. Deze geneesmiddelen worden gebruikt voor de behandeling van
epilepsie.
U heeft dit geneesmiddel gekregen om het aantal stuipen (toevallen, epileptische aanvallen) dat
u heeft te verminderen.
Waarvoor wordt Lacosamide Accord gebruikt?
Lacosamide Accord wordt gebruikt bij volwassenen, jongeren tot 18 jaar en kinderen van 4 jaar
en ouder.
Het wordt gebruikt:
o
op zichzelf en in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van een
bepaalde vorm van epilepsie die zich kenmerkt door het optreden van partieel
beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie. Bij deze vorm van
epilepsie treffen de stuipen aanvankelijk slechts één kant van uw hersenen, maar
kunnen ze zich vervolgens verspreiden naar grotere gebieden aan beide kanten van uw
hersenen.
o
in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van primair
gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen (ernstige insulten, met inbegrip van
bewustzijnsverlies) bij patiënten met idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie (het type
epilepsie waarvan wordt gedacht dat die een genetische oorzaak heeft).
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u niet zeker weet of u allergisch bent, vraag dit dan aan uw arts.
U heeft een bepaald soort hartslagprobleem genaamd tweedegraads of derdegraads
atrioventriculair blok.
Gebruik Lacosamide Accord niet als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Als u het
niet zeker weet, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt wanneer:
u gedachten over zelfverminking of zelfmoord heeft. Een klein aantal mensen dat werd
behandeld met anti-epileptica zoals lacosamide kreeg gedachten over zelfverminking of
zelfmoord. Als u op enig moment dergelijke gedachten krijgt, vertel dit dan onmiddellijk aan
uw arts.
u een hartprobleem heeft waardoor uw hartslag verstoord raakt en u regelmatig een extreem
langzame, snelle of onregelmatige hartslag heeft (zoals atrioventriculair blok, boezemfibrilleren
en boezemfladderen).
u een ernstige hartaandoening heeft zoals hartfalen of een hartaanval heeft gehad.
u zich vaak duizelig voelt of omvalt. Lacosamide Accord kan u duizelig maken - hierdoor kan
het risico op door een ongeval veroorzaakt letsel of vallen toenemen. Dit betekent dat u
voorzichtig moet zijn totdat u aan de effecten van dit geneesmiddel gewend bent.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u Lacosamide Accord gebruikt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt, neem dan contact op met uw arts indien u met een nieuw type
aanvallen of een verergering van bestaande aanvallen te maken krijgt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt en verschijnselen ervaart van een abnormale hartslag (zoals een
trage, snelle of onregelmatige hartslag, hartkloppingen, kortademigheid, een licht gevoel in het hoofd
of flauwvallen), roep dan onmiddellijk medische hulp in (zie rubriek 4).
Kinderen onder 4 jaar
Lacosamide Accord wordt niet aanbevolen voor kinderen onder 4 jaar. Dit komt omdat we nog niet
weten of dit geneesmiddel zal werken en of het veilig is voor kinderen in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lacosamide Accord nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Vertel het vooral uw arts of apotheker als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt die een
effect hebben op uw hart - de reden hiervoor is dat lacosamide ook een effect op uw hart kan hebben:
geneesmiddelen voor de behandeling van hartproblemen;
geneesmiddelen die het PR-interval op een hartfilmpje (ECG of elektrocardiogram) kunnen
verlengen, zoals geneesmiddelen voor de behandeling van epilepsie of pijn genaamd
carbamazepine, lamotrigine of pregabaline;
geneesmiddelen die worden gebruikt om bepaalde vormen van onregelmatige hartslag of
hartfalen te behandelen.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u Lacosamide Accord gebruikt.
Vertel het uw arts of apotheker ook als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt - de reden
hiervoor is dat deze geneesmiddelen het effect van Lacosamide Accord op uw lichaam kunnen
vergroten of verkleinen:
geneesmiddelen tegen schimmelinfecties genaamd fluconazol, itraconazol of ketoconazol;
een geneesmiddel tegen hiv genaamd ritonavir;
geneesmiddelen voor de behandeling van bacteriële infecties genaamd claritromycine of
rifampicine;
een kruidengeneesmiddel dat wordt gebruikt om milde angst en depressie te behandelen
genaamd sint-janskruid
(Hypericum perforatum).
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u Lacosamide Accord gebruikt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Gebruik uit voorzorg geen Lacosamide Accord met alcohol.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Lacosamide Accord wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap of borstvoeding,
omdat de effecten van Lacosamide Accord op de zwangerschap en de ongeboren baby of het
pasgeboren kind niet bekend zijn. Het is evenmin bekend of lacosamide in de moedermelk wordt
uitgescheiden. Raadpleeg onmiddellijk uw arts als u zwanger wordt of zwanger wilt worden. Hij/zij
zal u helpen beslissen of u Lacosamide Accord moet gebruiken of niet.
Zet de behandeling niet stop zonder dit eerst met uw arts te bespreken aangezien uw stuipen
(toevallen, epileptische aanvallen) hierdoor kunnen toenemen. Een verergering van uw aandoening
kan ook schadelijk zijn voor uw baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bestuur geen auto, fiets niet en gebruik geen gereedschap of machines totdat u weet welk effect dit
geneesmiddel op u heeft. De reden hiervoor is dat Lacosamide Accord duizeligheid en wazig zien kan
veroorzaken.
Lacosamide Accord bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat 2,6 mmol (of 60 mg) natrium (het hoofdbestanddeel van keukenzout) in elke
injectieflacon. Dit komt overeen met 3% van de aanbevolen maximale dagelijkse inname van natrium
via de voeding voor een volwassene. Dit moet u weten als u een zoutarm dieet volgt.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Gebruik van Lacosamide Accord
De behandeling met Lacosamide Accord kan worden begonnen door:
-
het geneesmiddel via de mond in te nemen of
-
het via intraveneuze infusie (soms “IV-infuus” genoemd) toe te dienen waarbij het
geneesmiddel in een ader door een arts of verpleegkundige wordt toegediend. De
toediening duurt 15 tot 60 minuten.
De intraveneuze infusie wordt doorgaans voor een korte periode gebruikt wanneer u het
geneesmiddel niet via de mond kunt innemen.
Uw arts zal beslissen hoeveel dagen u een infuus krijgt. Er is ervaring met tweemaaldaagse
infusies Lacosamide Accord gedurende maximaal 5 dagen. Voor langduriger behandelingen zijn
lacosamide tabletten en stroop beschikbaar.
Wanneer u van intraveneuze naar orale toediening overschakelt (of omgekeerd), blijven de
hoeveelheid die u elke dag krijgt en de frequentie van de toediening gelijk.
Gebruik Lacosamide Accord twee keer per dag – één keer ‘s ochtends en één keer ‘s avonds.
Probeer het geneesmiddel elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip te gebruiken.
Hoeveel gebruikt u?
Hieronder staan de normale aanbevolen doseringen Lacosamide Accord voor verschillende
leeftijdsgroepen en gewichten. Als u problemen heeft met uw nieren of uw lever, kan uw arts u een
andere dosis voorschrijven.
Jongeren tot 18 jaar en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer en volwassenen
Als u alleen Lacosamide Accord gebruikt
De gebruikelijke startdosering Lacosamide Accord is tweemaal daags 50 mg.
De behandeling met Lacosamide Accord kan ook met een dosis van tweemaal daags 100 mg
Lacosamide Accord starten.
Uw arts kan uw tweemaaldaagse dosis elke week met 50 mg verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een
tweemaaldaagse onderhoudsdosis tussen 100 mg en 300 mg bereikt.
Als u Lacosamide Accord in combinatie met andere geneesmiddelen tegen epilepsie gebruikt
De gebruikelijke startdosering voor Lacosamide Accord is tweemaal daags 50 mg.
Uw arts kan uw tweemaaldaagse dosis elke week met 50 mg verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een
tweemaaldaagse onderhoudsdosis tussen 100 mg en 200 mg bereikt.
Als u 50 kg of meer weegt, kan uw arts beslissen om een behandeling met Lacosamide Accord te
beginnen met een enkele “oplaaddosis” van 200 mg. U start dan 12 uur later met uw definitieve
onderhoudsdosis.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar met een gewicht van minder dan 50 kg
Als u alleen Lacosamide Accord gebruikt
Uw arts zal de dosis Lacosamide Accord bepalen op basis van uw lichaamsgewicht.
De gebruikelijke startdosering is tweemaal daags 1 mg (0,1 ml) voor elke kilogram (kg)
lichaamsgewicht.
Uw arts kan uw tweemaaldaagse dosis vervolgens elke week met 1 mg (0,1 ml) per kg
lichaamsgewicht verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een onderhoudsdosis bereikt. De maximale
aanbevolen dosering is tweemaal daags 6 mg (0,6 ml) per kg lichaamsgewicht voor kinderen met een
gewicht van minder dan 40 kg. De maximale aanbevolen dosering is tweemaal daags 5 mg (0,5 ml)
per kg lichaamsgewicht voor kinderen met een gewicht van 40 kg tot 50 kg. Doseringstabellen vindt u
hieronder:
Als u alleen Lacosamide Accord gebruikt – Deze tabellen dienen uitsluitend ter informatie. Uw arts
zal de juiste dosis voor u berekenen.
Tweemaal daags te gebruiken
voor kinderen vanaf 4 jaar
met een gewicht van minder dan 40 kg
Gewicht Startdosis: 0,1 ml/kg 0,2 ml/kg 0,3 ml/kg 0,4 ml/kg 0,5 ml/kg Maximaal
aanbevolen
dosis: 0,6 ml/kg
10 kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
35 kg
1 ml
1,5 ml
2 ml
2,5 ml
3 ml
3,5 ml
2 ml
3 ml
4 ml
5 ml
6 ml
7 ml
3 ml
4,5 ml
6 ml
7,5 ml
9 ml
10,5 ml
4 ml
6 ml
8 ml
10 ml
12 ml
14 ml
5 ml
7,5 ml
10 ml
12,5 ml
15 ml
17,5 ml
6 ml
9 ml
12 ml
15 ml
18 ml
21 ml
Tweemaal daags te gebruiken
voor kinderen vanaf 4 jaar en jongeren tot 18 jaar
met een gewicht
van 40 kg tot 50 kg:
Gewicht Startdosis: 0,1 ml/kg 0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
Maximaal
aanbevolen
dosis: 0,5 ml/kg
40 kg
45 kg
4 ml
4,5 ml
8 ml
9 ml
12 ml
13,5 ml
16 ml
18 ml
20 ml
22,5 ml
Als u Lacosamide Accord in combinatie met andere geneesmiddelen tegen epilepsie gebruikt
Uw arts zal de dosis Lacosamide Accord bepalen op basis van uw lichaamsgewicht.
Bij kinderen vanaf 4 jaar met een lichaamsgewicht van minder dan 20 kg:
de gebruikelijke startdosering is tweemaal daags 1 mg (0,1 ml) voor elke kilogram (kg)
lichaamsgewicht.
Uw arts kan uw tweemaaldaagse dosis vervolgens elke week met 1 mg (0,1 ml) per kg
lichaamsgewicht verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een onderhoudsdosis bereikt. De maximale
aanbevolen dosering is tweemaal daags 6 mg (0,6 ml) per kg lichaamsgewicht. Een doseringstabel
vindt u hieronder.
Als u Lacosamide Accord in combinatie met andere geneesmiddelen tegen epilepsie gebruikt –
Kinderen ouder dan 4 jaar met een lichaamsgewicht van minder dan 20 kg -
Deze tabellen dienen
uitsluitend ter informatie. Uw arts zal de juiste dosis voor u berekenen:
Tweemaal daags te gebruiken
voor kinderen vanaf 4 jaar
met een gewicht van minder dan 20 kg
Gewicht Startdosis: 0,1 ml/kg 0,2 ml/kg 0,3 ml/kg 0,4 ml/kg 0,5 ml/kg Maximaal
aanbevolen
dosis: 0,6 ml/kg
10 kg
15 kg
1 ml
1,5 ml
2 ml
3 ml
3 ml
4,5 ml
4 ml
6 ml
5 ml
7,5 ml
6 ml
9 ml
Bij kinderen vanaf 4 jaar met een lichaamsgewicht van 20 kg tot 30 kg:
de gebruikelijke startdosering is tweemaal daags 1 mg (0,1 ml) voor elke kilogram (kg)
lichaamsgewicht.
Uw arts kan uw tweemaaldaagse dosis vervolgens elke week met 1 mg (0,1 ml) per kg
lichaamsgewicht verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een onderhoudsdosis bereikt. De maximale
aanbevolen dosering is tweemaal daags 5 mg (0,5 ml) per kg lichaamsgewicht. Een doseringstabel
vindt u hieronder.
Als u Lacosamide Accord in combinatie met andere geneesmiddelen tegen epilepsie gebruikt –
Kinderen en jongeren tot 18 jaar met een lichaamsgewicht van 20 kg tot 30 kg -
Deze tabellen
dienen uitsluitend ter informatie. Uw arts zal de juiste dosis voor u berekenen:
Tweemaal daags te gebruiken
voor kinderen vanaf 4 jaar en jongeren tot 18 jaar
met een gewicht
van 20 kg tot 30 kg:
Gewicht Startdosis: 0,1 ml/kg 0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
Maximaal
aanbevolen
dosis: 0,5 ml/kg
20 kg
25 kg
2 ml
2,5 ml
4 ml
5 ml
6 ml
7,5 ml
8 ml
10 ml
10 ml
12,5 ml
Bij kinderen vanaf 4 jaar met een lichaamsgewicht van 30 kg tot 50 kg:
de gebruikelijke startdosering is tweemaal daags 1 mg (0,1 ml) voor elke kilogram (kg)
lichaamsgewicht.
Uw arts kan uw tweemaaldaagse dosis vervolgens elke week met 1 mg (0,1 ml) per kg
lichaamsgewicht verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een onderhoudsdosis bereikt. De maximale
aanbevolen dosering is tweemaal daags 4 mg (0,4 ml) per kg lichaamsgewicht. Een doseringstabel
vindt u hieronder.
Als u Lacosamide Accord in combinatie met andere geneesmiddelen tegen epilepsie gebruikt –
Kinderen en jongeren tot 18 jaar met een lichaamsgewicht van 30 kg tot 50 kg -
Deze tabellen
dienen uitsluitend ter informatie. Uw arts zal de juiste dosis voor u berekenen:
Tweemaal daags te gebruiken
voor kinderen vanaf 4 jaar en jongeren tot 18 jaar
met een gewicht
van 30 kg tot 50 kg:
Gewicht Startdosis: 0,1 ml/kg 0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
Maximaal
aanbevolen
dosis: 0,4 ml/kg
30 kg
35 kg
40 kg
45 kg
3 ml
3,5 ml
4 ml
4,5 ml
6 ml
7 ml
8 ml
9 ml
9 ml
10,5 ml
12 ml
13,5 ml
12 ml
14 ml
16 ml
18 ml
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Als uw arts beslist uw behandeling met Lacosamide Accord te stoppen, dan zal de arts de dosis stap
voor stap afbouwen. Dit gebeurt om te voorkomen dat uw epilepsie terugkomt of verergert.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Bijwerkingen van het zenuwstelsel zoals duizeligheid kunnen vaker voorkomen na een enkele
“oplaaddosis”.
Vertel het uw arts of apotheker als u last krijgt van een van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak:
komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
Hoofdpijn;
Duizeligheid of misselijkheid (nausea);
Dubbelzien (diplopie).
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
Korte trekkingen van een spier of een spiergroep (myoklonische aanvallen);
Problemen bij het coördineren van uw bewegingen of bij het lopen;
Evenwichtsproblemen, trillingen (tremor), tinteling (paresthesie) of spierspasmen, gemakkelijk
vallen en blauwe plekken krijgen;
Problemen met uw geheugen, nadenken of het vinden van woorden, verwardheid;
Snelle en ongecontroleerde bewegingen van de ogen (nystagmus), wazig zien;
Draaiduizeligheid met stoornis in het evenwicht (vertigo), een dronken gevoel;
Misselijkheid (braken), droge mond, verstopping (obstipatie), verstoorde spijsvertering
(indigestie), overmatige gasvorming in de maag of darmen, diarree;
Verminderd gevoel of gevoeligheid, moeilijkheden bij het duidelijk uitspreken van woorden,
aandachtsstoornis;
Geluiden in het oor zoals brom-, bel- of fluitgeluiden;
Prikkelbaarheid, slaapproblemen, depressie;
Slaperigheid, vermoeidheid of zwakte (asthenie);
Jeuk, huiduitslag.
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
Trage hartslag, hartkloppingen (palpitaties), onregelmatige pols of andere veranderingen in de
elektrische activiteit van uw hart (geleidingsstoornis);
Overdreven gevoel van welbevinden, het zien en/of horen van dingen die niet echt zijn;
Allergische reactie op geneesmiddelgebruik, galbulten;
Bloedonderzoek kan wijzen op een afwijkende leverfunctie, leverletsel;
Zelfmoordgedachten of gedachten om zichzelf pijn te doen of een zelfmoordpoging doen: neem
onmiddellijk contact op met uw arts;
Zich boos of opgewonden (geagiteerd) voelen;
Abnormaal denken of werkelijkheidsgevoel verliezen;
Ernstige allergische reactie die zwelling van het gezicht, de keel, handen, voeten, enkels of
onderbenen veroorzaakt;
Flauwvallen;
Abnormale, onwillekeurige bewegingen (dyskinesie).
Niet bekend:
frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Abnormaal snelle hartslag (ventriculaire tachyaritmie);
Een zere keel, temperatuurverhoging en meer infecties krijgen dan gebruikelijk.
Bloedonderzoek kan wijzen op een sterke vermindering van een specifieke klasse van witte
bloedcellen (agranulocytose);
Een ernstige huidreactie die gepaard kan gaan met temperatuurverhoging en andere griepachtige
symptomen, huiduitslag op het gezicht, uitgebreide huiduitslag en opgezette klieren (gezwollen
lymfeklieren). Bloedonderzoek kan wijzen op hogere leverenzymspiegels en een verhoging van
een bepaald type witte bloedcellen (eosinofilie);
Een uitgebreide huiduitslag met blaren en afschilferende huid, voornamelijk rond de mond,
neus, ogen en geslachtsdelen (Stevens-Johnson-syndroom) en een ernstigere vorm van
huiduitslag waarbij een groot deel van de huid (meer dan 30% van het lichaamsoppervlak)
afschilfert (toxische epidermale necrolyse);
Aanval van bewusteloosheid met spiertrekkingen (convulsie).
Extra bijwerkingen bij toediening als intraveneuze infusie
Er kunnen lokale bijwerkingen optreden.
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
Pijn of ongemak op de plaats van de injectie of irritatie.
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
Roodheid op de plaats van de injectie.
Extra bijwerkingen die bij kinderen kunnen voorkomen
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 kinderen
Loopneus (nasofaryngitis);
Koorts (pyrexie);
Zere keel (faryngitis);
Minder eten dan gebruikelijk.
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
Zich slaperig voelen of geen energie hebben (lethargie).
Niet bekend:
frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Veranderingen in gedrag, niet zichzelf zijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
injectieflacon na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Iedere injectieflacon Lacosamide Accord oplossing voor infusie mag slechts één keer (eenmalig
gebruik) worden gebruikt. Ongebruikte oplossing dient te worden afgevoerd.
Alleen een heldere oplossing, vrij van vaste deeltjes en verkleuring, mag worden gebruikt.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is lacosamide.
1 ml Lacosamide Accord oplossing voor infusie bevat 10 mg lacosamide.
1 injectieflacon bevat 20 ml Lacosamide Accord oplossing voor infusie, gelijk aan 200 mg
lacosamide.
De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, zoutzuur, water voor injecties.
Hoe ziet Lacosamide Accord eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie is een heldere, kleurloze oplossing, zonder
deeltjes.
Lacosamide Accord oplossing voor infusie is beschikbaar in verpakkingen met 1 injectieflacon
en 5 injectieflacons. Iedere injectieflacon bevat 20 ml. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten
worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona s/n, Edifici Est, 6
a
Planta,
08039, Barcelona
Spanje
Fabrikant
Accord Healthcare Polska Sp. z o.o.
Ul. Lutomierska 50,
95-200 Pabianice, Polen
Pharmadox Healthcare Limited
KW20A Kordin Industrial Park, Paola
PLA 3000, Malta
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
Laboratori Fundació DAU
C/ C, 12-14 Pol. Ind. Zona Franca,
08040 Barcelona, Spanje
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Iedere injectieflacon Lacosamide Accord oplossing voor infusie mag slechts één keer worden gebruikt
(eenmalig gebruik). Ongebruikte oplossing dient te worden afgevoerd (zie rubriek 3).
Lacosamide Accord oplossing voor infusie kan zonder verdere verdunning worden toegediend, of het
kan verdund worden met de volgende oplossingen voor injectie: 0,9%- (9 mg/ml)
natriumchlorideoplossing, 5%- (50 mg/ml) glucoseoplossing of ringerlactaatoplossing.
Vanuit microbiologisch standpunt dient dit product onmiddellijk te worden gebruikt. Indien niet
onmiddellijk gebruikt, zijn bewaartijd en bewaarcondities voorafgaand aan gebruik de
verantwoordelijkheid van de gebruiker; de bewaartijd dient, bij een temperatuur van 2 tot 8°C, niet
langer te zijn dan 24 uur, tenzij verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en
gevalideerde aseptische omstandigheden.
Chemische en fysieke stabiliteit is aangetoond gedurende 24 uur bij temperaturen tot 25°C voor een
product dat gemengd is met deze verdunningsmiddelen en dat bewaard is in glas of PVC-zakken.
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 50 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 100 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 150 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 200 mg lacosamide.
Hulpstof met bekend effect
50 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,105 mg lecithine (soja)
100 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,210 mg lecithine (soja)
150 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,315 mg lecithine (soja)
200 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,420 mg lecithine (soja)
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Roze, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 10,3 x 4,8 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en
"50" op de andere kant.
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Donkergele, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 13,0 x 6,0 mm, met de opdruk "L" op de ene
kant en "100" op de andere kant.
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Zalmkleurige, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 15,0 x 6,9 mm, met de opdruk "L" op de ene
kant en "150" op de andere kant.
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
Blauwe, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 16,4 x 7,6 mm, met de opdruk "L" op de ene kant
en "200" op de andere kant.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Lacosamide Accord is geïndiceerd als monotherapie voor de behandeling van partieel beginnende
aanvallen, met of zonder secundaire generalisatie, bij volwassenen, adolescenten en kinderen
vanaf 4 jaar met epilepsie.
Lacosamide Accord is geïndiceerd als adjuvante therapie
voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen, met of zonder secundaire
generalisatie, bij volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar met epilepsie.
voor de behandeling van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen bij
volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar met idiopathisch gegeneraliseerde
epilepsie.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Lacosamide moet tweemaal daags (gewoonlijk eenmaal 's ochtends en eenmaal 's avonds) worden
ingenomen.
Lacosamide kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Indien een dosis wordt vergeten, dient de patiënt de instructie te krijgen dat de vergeten dosis
onmiddellijk moet worden ingenomen en dat de volgende dosis lacosamide op het gebruikelijke
tijdstip moet worden ingenomen. Als de patiënt de vergeten dosis opmerkt op het moment dat er
minder dan 6 uur resteert voor de volgende geplande dosis, dient de patiënt de instructie te krijgen dat
hij/zij moet wachten met het innemen van de volgende dosis lacosamide tot het gebruikelijke tijdstip.
Patiënten mogen geen dubbele dosis nemen.
Adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer, en volwassenen
De volgende tabel bevat een overzicht van de aanbevolen dosering voor adolescenten en kinderen met
een gewicht van 50 kg of meer, en volwassenen. Nadere details zijn opgenomen in de onderstaande
tabel.
Monotherapie
Adjuvante therapie
Aanvangsdosis
100 mg/dag of 200 mg/dag
100 mg/dag
Enkele oplaaddosis
200 mg
200 mg
(indien van toepassing)
Titratie (incrementele stappen)
50 mg tweemaal daags
50 mg tweemaal daags
(100 mg/dag) met wekelijkse
(100 mg/dag) met wekelijkse
intervallen
intervallen
Maximaal aanbevolen dosis
tot 600 mg/dag
tot 400 mg/dag
Monotherapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is tweemaal daags 50 mg, die na een week verhoogd dient te worden tot
een therapeutische aanvangsdosis van tweemaal daags 100 mg.
Behandeling met lacosamide kan ook gestart worden met een dosis van tweemaal daags 100 mg, ter
beoordeling door de arts die de afweging maakt tussen de vereiste vermindering van het aantal
aanvallen versus de mogelijke bijwerkingen.
2 mg/kg/dag
Enkele oplaaddosis
Niet aanbevolen
Titratie (incrementele stappen)
Wekelijks 2 mg/kg/dag
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten <40 kg
tot 12 mg/kg/dag
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten 40 kg
tot 10 mg/kg/dag
tot <50 kg
Adjuvante therapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen of voor de behandeling
van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is 2 mg/kg/dag, die na één week verhoogd dient te worden tot een
therapeutische aanvangsdosis van 4 mg/kg/dag.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijks 2 mg/kg/dag. De dosis dient geleidelijk te worden aangepast tot de optimale respons wordt
bereikt. Bij kinderen met een gewicht van minder dan 20 kg wordt, vanwege een verhoogde klaring in
vergelijking met volwassenen, een maximale dosis van 12 mg/kg/dag aanbevolen. Bij kinderen met
een gewicht van 20 tot 30 kg wordt een maximale dosis van 10 mg/kg/dag aanbevolen en bij kinderen
met een gewicht van 30 tot 50 kg wordt een maximale dosis van 8 mg/kg/dag aanbevolen, hoewel er
in open-label studies (zie rubriek 4.8 en 5.2) bij een klein aantal van deze kinderen een dosis
tot 12 mg/kg/dag is gebruikt.
De volgende tabel bevat een overzicht van de aanbevolen dosering bij gebruik als adjuvante therapie
voor kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg.
Aanvangsdosis
2 mg/kg/dag
Enkele oplaaddosis
Niet aanbevolen
Titratie (incrementele stappen)
Wekelijks 2 mg/kg/dag
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten <20 kg
tot 12 mg/kg/dag
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten 20 kg
tot 10 mg/kg/dag
tot <30 kg
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten 30 kg
tot 8 mg/kg/dag
tot <50 kg
Oplaaddosis
De toediening van een oplaaddosis is niet onderzocht bij kinderen. Het gebruik van een oplaaddosis
wordt niet aanbevolen bij adolescenten en kinderen met een gewicht van minder dan 50 kg.
Kinderen jonger dan 4 jaar
De veiligheid en werkzaamheid van lacosamide bij kinderen jonger dan 4 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Lacosamide filmomhulde tabletten moeten oraal ingenomen worden.
Lacosamide kan met of zonder voedsel ingenomen worden.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen en
voor sojalecithine.
Bekend tweede- of derdegraads atrioventriculair (AV-) blok.
Systeem/orgaanklasse
Zeer vaak Vaak
Soms
Niet bekend
Bloed- en
Agranulocytose(1)
lymfestelselaandoeninge
n
Immuunsysteem-
Geneesmiddelen-
Geneesmiddel-
aandoeningen
overgevoeligheid (1)
gerelateerde
huiduitslag met
eosinofilie en
systemische
symptomen
(DRESS) (1,2)
Psychische stoornissen
Depressie
Agressie
Verwardheidstoestand Agitatie (1)
Insomnia (1)
Eufore
gemoedstoestand (1)
Psychotische
stoornis (1)
Zelfmoordpoging (1)
Zelfmoordgedachten
Hallucinatie (1)
Zenuwstelsel-
Duizeligh
Myoklonische
Syncope (2)
Convulsie
aandoeningen
eid
aanvallen(3)
Abnormale
Hoofdpijn Ataxie
coördinatie
Evenwichtsstoornis
Dyskinesie
Geheugenzwakte
Cognitieve stoornis
Somnolentie
Tremor
Nystagmus
Hypo-esthesie
Dysartrie
Aandachtsstoornis
Paresthesie
Oogaandoeningen
Diplopie
Wazig zien
Evenwichtsorgaan- en
Vertigo
ooraandoeningen
Tinnitus
Hartaandoeningen
Atrioventriculair
Ventriculaire
blok (1,2)
tachyaritmie (1)
Bradycardie (1,2)
Boezemfibrilleren
(1,2)
Boezemfladderen
(1,2)
Maag-
Misselijkh Braken
darmstelselaandoeninge
eid
Obstipatie
n
Flatulentie
Dyspepsie
Droge mond
Diarree
Afwijkende
galaandoeningen
leverfunctietesten (2)
Leverenzym
verhoogd (>2x
ULN) (1)
Huid- en onderhuid-
Pruritus
Angio-oedeem (1)
Stevens-Johnson-
aandoeningen
Huiduitslag (1)
Urticaria (1)
syndroom (1)
Toxische
epidermale
necrolyse (1)
Skeletspierstelsel- en
Spierspasmen
bindweefselaandoeninge
n
Algemene aandoeningen
Loopstoornis
en toedieningsplaats-
Asthenie
stoornissen
Vermoeidheid
Prikkelbaarheid
Dronken gevoel
Letsels, intoxicaties en
Vallen
verrichtingscomplicaties
Huidlaceratie
Contusie
(1) Bijwerkingen gerapporteerd tijdens de post-marketingervaring.
(2) Zie 'Omschrijving van bijzondere bijwerkingen'.
(3) Gerapporteerd in onderzoeken met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen.
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Het gebruik van lacosamide is in verband gebracht met een dosisafhankelijke verlenging van het
PR-interval. Er kunnen bijwerkingen optreden die verband houden met een verlenging van het
PR-interval (bijv. AV-blok, syncope, bradycardie).
Eerstegraads AV-blok werd in adjuvante klinische onderzoeken bij epilepsiepatiënten soms
gerapporteerd, met incidentiepercentages van 0,7%, 0%, 0,5% en 0% voor
respectievelijk 200 mg, 400 mg, 600 mg lacosamide of placebo. In deze studies werd geen
tweedegraads of hogere graad AV-blok waargenomen. In de post-marketingervaring werden wel
gevallen gemeld van tweede- en derdegraads AV-blok, die geassocieerd werden met een behandeling
met lacosamide. In het klinisch onderzoek over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine
CR vergeleken wordt, was de toename van het PR-interval tussen lacosamide en carbamazepine
vergelijkbaar.
Syncope werd in gecombineerde klinische onderzoeken over adjuvante therapie soms gerapporteerd,
waarbij het incidentiepercentage voor met lacosamide (n=944) behandelde epilepsiepatiënten (0,1%)
niet verschilde van dat met placebo (n=364) behandelde epilepsiepatiënten (0,3%). In het klinisch
onderzoek over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine CR vergeleken wordt, werd
syncope gerapporteerd bij 7/444 (1,6%) met lacosamide behandelde patiënten en bij 1/442 (0,2%) met
carbamazepine CR behandelde patiënten.
Boezemfibrilleren of boezemfladderen werden niet gerapporteerd in klinische
kortetermijnonderzoeken; maar van beiden werd wel melding gemaakt in open-label epilepsie-
onderzoeken en tijdens de post-marketingervaring.
Laboratoriumafwijkingen
In placebogecontroleerde onderzoeken bij volwassen patiënten met partieel beginnende aanvallen die,
gelijktijdig met lacosamide, 1 tot 3 anti-epileptica gebruikten, zijn afwijkende leverfunctietesten
waargenomen. Bij 0,7% (7/935) van de met lacosamide behandelde patiënten en 0% (0/356) van de
met placebo behandelde patiënten was sprake van verhogingen van ALAT tot 3x ULN.
Het type bijwerkingen bij patiënten die blootgesteld waren aan doses hoger dan 400 mg
tot 800 mg vertoonde geen klinische verschillen met die bij patiënten die aanbevolen doseringen
lacosamide kregen toegediend.
Gerapporteerde reacties na een inname van meer dan 800 mg zijn duizeligheid, nausea, braken,
Behandeling
Er bestaat geen specifiek tegengif voor een overdosis met lacosamide. Tot de behandeling van een
overdosis lacosamide behoren onder meer algemeen ondersteunende maatregelen en, indien nodig,
ook hemodialyse (zie rubriek 5.2).
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-epileptica, andere anti-epileptica; ATC-code: N03AX18
Werkingsmechanisme
Het werkzame bestanddeel, lacosamide (R-2-acetamido-N-benzyl-3-methoxypropionamide), is een
gefunctionaliseerd aminozuur.
Het exacte werkingsmechanisme waardoor lacosamide zijn anti-epileptisch effect bij de mens
uitoefent, is nog niet geheel verklaard. In in vitro elektrofysiologisch onderzoek werd aangetoond dat
lacosamide de langzame inactivering van spanningsafhankelijke natriumkanalen selectief versterkt,
wat resulteert in stabilisatie van hyperexciteerbare neuronale membranen.
Farmacodynamische effecten
In een breed spectrum diermodellen met partiële en primair gegeneraliseerde aanvallen beschermde
lacosamide tegen aanvallen en vertraagde het de ontwikkeling van `kindling'.
In niet-klinische experimenten vertoonde lacosamide in combinatie met levetiracetam, carbamazepine,
fenytoïne, valproaat, lamotrigine, topiramaat of gabapentine synergistische of aanvullende
anticonvulsieve effecten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid (partieel beginnende aanvallen)
Volwassen patiënten
Monotherapie
De werkzaamheid van lacosamide als monotherapie werd vastgesteld in een dubbelblinde,
parallelgroep, `non-inferiority'-vergelijking met carbamazepine CR bij 886 patiënten van 16 jaar of
ouder met nieuw of recent gediagnosticeerde epilepsie. De patiënten moesten niet-geprovoceerde,
partieel beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie hebben. De patiënten werden
gerandomiseerd en kregen carbamazepine CR of lacosamide, in tabletvorm, in een verhouding
van 1:1. De dosis was gebaseerd op dosisrespons en varieerde van 400 tot 1200 mg/dag voor
carbamazepine CR en van 200 tot 600 mg/dag voor lacosamide. De behandeling duurde
maximaal 121 weken, afhankelijk van de respons.
De geschatte percentages voor het 6 maanden lang vrij zijn van aanvallen was 89,8% voor met
lacosamide behandelde patiënten en 91,1% voor met carbamazepine CR behandelde patiënten gebruik
makend van de Kaplan-Meier overlevingsanalyse. Het gecorrigeerde absolute verschil tussen de
behandelingen was -1,3% (95% BI: -5,5; 2,8). De Kaplan-Meier schattingen voor het 12 maanden lang
vrij zijn van aanvallen waren 77,8% voor met lacosamide behandelde patiënten en 82,7% voor met
carbamazepine CR behandelde patiënten.
Variabele
Placebo
Lacosamide
parameter werkzaamheid
n=121
n=118
Tijd tot 2e primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval
Mediaan (dagen)
77,0
-
95% BI
49,0, 128,0
-
Lacosamide Placebo
Hazardratio
0,540
Placebo
Lacosamide
parameter werkzaamheid
n=121
n=118
95% BI
0,377, 0,774
p-waarde
< 0,001
Aanvalsvrijheid
Gestratificeerde Kaplan-Meier-
17,2
31,3
schatting (%)
95% BI
10,4, 24,0
22,8, 39,9
Lacosamide Placebo
14,1
95% BI
3,2, 25,1
p-waarde
0,011
Opmerking: voor de lacosamidegroep kon de mediane tijd tot de tweede primair gegeneraliseerde
tonisch-klonische aanval niet worden geschat met Kaplan-Meier-methoden omdat 50% van de
patiënten geen tweede primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval had voor dag 166.
De bevindingen in de pediatrische subgroep stemden overeen met de resultaten van de totale populatie
voor de primaire, secundaire en andere werkzaamheidseindpunten.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Lacosamide wordt na orale toediening snel en volledig geabsorbeerd. De orale biologische
beschikbaarheid van lacosamide tabletten is ongeveer 100%. Na orale toediening neemt de
plasmaconcentratie van onveranderd lacosamide snel toe en de Cmax wordt ongeveer 0,5 tot 4 uur na
toediening bereikt. Voedsel is niet van invloed op de snelheid en mate van absorptie.
Distributie
Het distributievolume is ongeveer 0,6 l/kg. Lacosamide wordt voor minder dan 15% aan plasma-
eiwitten gebonden.
Biotransformatie
Van de dosis wordt 95% als lacosamide en metabolieten in de urine uitgescheiden. Het metabolisme
van lacosamide is nog niet volledig in beeld gebracht.
De belangrijkste in urine uitgescheiden verbindingen zijn onveranderd lacosamide (ongeveer 40% van
de dosis) en de O-desmethylmetaboliet voor minder dan 30%.
Een polaire fractie, waarvan wordt verondersteld dat het serinederivaten zijn, maakte in urine
ongeveer 20% van het totaal uit, maar werd slechts in kleine hoeveelheden (0-2%) in humaan plasma
van sommige proefpersonen gedetecteerd. In de urine werden kleine hoeveelheden (0,5-2%) andere
metabolieten aangetroffen.
Uit in-vitro-gegevens blijkt dat CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4 in staat zijn de vorming van de O-
desmethylmetaboliet te katalyseren, maar het voornaamste hierbij betrokken iso-enzym is in vivo niet
bevestigd. Er werd geen klinisch relevant verschil in lacosamide blootstelling waargenomen wanneer
de farmacokinetiek ervan in snelle metaboliseerders (EM's, met een functioneel CYP2C19) en in trage
metaboliseerders (PM's, zonder functioneel CYP2C19) werd vergeleken. Bovendien liet een
interactie-onderzoek met omeprazol (CYP2C19-remmer) geen klinisch relevante veranderingen in de
plasmaconcentraties van lacosamide zien, wat erop wijst dat de betekenis van deze metabolisatieroute
klein is. De plasmaconcentratie van O-desmethyl-lacosamide is ongeveer 15% van de concentratie van
lacosamide in plasma. Deze metaboliet heeft geen bekende farmacologische activiteit.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
rood ijzeroxide (E172)
zwart ijzeroxide (E172)
indigotine (E132)
lecithine (soja)
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
lecithine (soja)
geel ijzeroxide (E172)
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
EU/1/17/1230/001-004
EU/1/17/1230/017-018
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
EU/1/17/1230/005-008
EU/1/17/1230/019-020
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
EU/1/17/1230/009-012
EU/1/17/1230/021-022
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
EU/1/17/1230/013-016
EU/1/17/1230/023-024
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 18 september 2017
Datum van laatste verlenging:
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu/
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Behandelingsstartpakket (uitsluitend voor adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of
meer en volwassenen)
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 50 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 100 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 150 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
Een filmomhulde tablet bevat 200 mg lacosamide.
Hulpstof met bekend effect
50 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,105 mg lecithine (soja)
100 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,210 mg lecithine (soja)
150 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,315 mg lecithine (soja)
200 mg: elke filmomhulde tablet bevat 0,420 mg lecithine (soja)
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Roze, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 10,3 x 4,8 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en
"50" op de andere kant.
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Donkergele, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 13,0 x 6,0 mm, met de opdruk "L" op de ene
kant en "100" op de andere kant.
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Zalmkleurige, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer 15,0 x 6,9 mm, met de opdruk "L" op de ene
kant en "150" op de andere kant.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Lacosamide Accord is geïndiceerd als monotherapie voor de behandeling van partieel beginnende
aanvallen, met of zonder secundaire generalisatie bij adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar met een
gewicht van 50 kg of meer en bij volwassenen met epilepsie.
Lacosamide Accord is geïndiceerd als adjuvante therapie
voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen, met of zonder secundaire
generalisatie, bij adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar die 50 kg of meer wegen en bij
volwassenen met epilepsie.
voor de behandeling van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen bij
adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar die 50 kg of meer wegen en bij volwassenen met
idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
Lacosamide moet tweemaal daags (gewoonlijk eenmaal 's ochtends en eenmaal 's avonds) worden
ingenomen.
Lacosamide kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Indien een dosis wordt vergeten, dient de patiënt de instructie te krijgen dat de vergeten dosis
onmiddellijk moet worden ingenomen en dat de volgende dosis lacosamide op het gebruikelijke
tijdstip moet worden ingenomen. Als de patiënt de vergeten dosis opmerkt op het moment dat er
minder dan 6 uur resteert voor de volgende geplande dosis, dient de patiënt de instructie te krijgen dat
hij/zij moet wachten met het innemen van de volgende dosis lacosamide tot het gebruikelijke tijdstip.
Patiënten mogen geen dubbele dosis nemen.
Adolescenten en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer en volwassenen
Monotherapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is tweemaal daags 50 mg, die na een week verhoogd dient te worden tot
een therapeutische aanvangsdosis van tweemaal daags 100 mg.
Behandeling met lacosamide kan ook gestart worden met een dosis van tweemaal daags 100 mg, ter
beoordeling door de arts die de afweging maakt tussen de vereiste vermindering van het aantal
aanvallen versus de mogelijke bijwerkingen.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijkse intervallen van tweemaal daags 50 mg (100 mg/dag) tot een maximale aanbevolen
dagelijkse dosis van tweemaal daags 300 mg (600 mg/dag).
Bij patiënten die een dosis bereikt hebben die hoger is dan 400 mg/dag en die een bijkomend anti-
epilepticum nodig hebben, moet de onderstaande aanbevolen dosering voor adjuvante therapie
gevolgd worden.
Systeem/orgaanklasse
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Bloed- en
Agranulocytose
lymfestelselaandoenin
(1)
gen
Immuunsysteem-
Geneesmiddelen-
Geneesmiddel-
aandoeningen
overgevoeligheid
gerelateerde
(1)
huiduitslag met
eosinofilie en
systemische
symptomen
(DRESS) (1,2)
Depressie
Agressie
Verwardheidstoesta Agitatie (1)
nd
Eufore
Insomnia (1)
gemoedstoestand
(1)
Psychotische
stoornis (1)
Zelfmoordpoging
(1)
Zelfmoordgedacht
en
Hallucinatie (1)
Zenuwstelsel-
Duizelighei
Myoklonische
Syncope (2)
Convulsie
aandoeningen
d
aanvallen(3)
Abnormale
Hoofdpijn
Ataxie
coördinatie
Evenwichtsstoornis Dyskinesie
Geheugenzwakte
Cognitieve stoornis
Somnolentie
Tremor
Nystagmus
Hypo-esthesie
Dysartrie
Aandachtsstoornis
Paresthesie
Oogaandoeningen
Diplopie
Wazig zien
Evenwichtsorgaan- en
Vertigo
ooraandoeningen
Tinnitus
Hartaandoeningen
Atrioventriculair
Ventriculaire
blok (1,2)
tachyaritmie (1)
Bradycardie (1,2)
Boezemfibrilleren
(1,2)
Boezemfladderen
(1,2)
Maag-
Misselijkhe
Braken
darmstelselaandoening
id
Obstipatie
en
Flatulentie
Dyspepsie
Droge mond
Diarree
Lever- en
Afwijkende
galaandoeningen
leverfunctietesten
(2)
Leverenzym
verhoogd (>2x
ULN) (1)
Huid- en onderhuid-
Pruritus
Angio-oedeem (1)
Stevens-
aandoeningen
Huiduitslag (1)
Urticaria (1)
Johnson-
syndroom (1)
Toxische
epidermale
necrolyse (1)
Skeletspierstelsel- en
Spierspasmen
bindweefselaandoenin
gen
Loopstoornis
aandoeningen en
Asthenie
toedieningsplaats-
Vermoeidheid
stoornissen
Prikkelbaarheid
Dronken gevoel
Letsels, intoxicaties en
Vallen
verrichtingscomplicati
Huidlaceratie
es
Contusie
(1) Bijwerkingen gerapporteerd tijdens de post-marketingervaring.
(2) Zie 'Omschrijving van bijzondere bijwerkingen'.
Skeletspierstelsel- en
Spierspasmen
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen
Loopstoornis
en toedieningsplaats-
Asthenie
stoornissen
Vermoeidheid
Prikkelbaarheid
Dronken gevoel
Letsels, intoxicaties en
Vallen
verrichtingscomplicaties
Huidlaceratie
Contusie
(1) Bijwerkingen gerapporteerd tijdens de post-marketingervaring.
(2) Zie 'Omschrijving van bijzondere bijwerkingen'.
(3) Gerapporteerd in onderzoeken met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen.
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Het gebruik van lacosamide is in verband gebracht met een dosisafhankelijke verlenging van het
PR-interval. Er kunnen bijwerkingen optreden die verband houden met een verlenging van het
PR-interval (bijv. AV-blok, syncope, bradycardie).
Eerstegraads AV-blok werd in adjuvante klinische onderzoeken bij epilepsiepatiënten soms
gerapporteerd, met incidentiepercentages van 0,7%, 0%, 0,5% en 0% voor
respectievelijk 200 mg, 400 mg, 600 mg lacosamide of placebo. In deze studies werd geen
tweedegraads of hogere graad AV-blok waargenomen. In de post-marketingervaring werden wel
gevallen gemeld van tweede- en derdegraads AV-blok, die geassocieerd werden met een behandeling
met lacosamide. In het klinisch onderzoek over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine
CR vergeleken wordt, was de toename van het PR-interval tussen lacosamide en carbamazepine
vergelijkbaar.
Syncope werd in gecombineerde klinische onderzoeken over adjuvante therapie soms gerapporteerd,
waarbij het incidentiepercentage voor met lacosamide (n=944) behandelde epilepsiepatiënten (0,1%)
niet verschilde van dat met placebo (n=364) behandelde epilepsiepatiënten (0,3%). In het klinisch
onderzoek over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine CR vergeleken wordt, werd
syncope gerapporteerd bij 7/444 (1,6%) met lacosamide behandelde patiënten en bij 1/442 (0,2%) met
carbamazepine CR behandelde patiënten.
Boezemfibrilleren of boezemfladderen werden niet gerapporteerd in klinische
kortetermijnonderzoeken; maar van beiden werd wel melding gemaakt in open-label epilepsie-
onderzoeken en tijdens de post-marketingervaring.
Laboratoriumafwijkingen
In placebogecontroleerde onderzoeken bij volwassen patiënten met partieel beginnende aanvallen die,
gelijktijdig met lacosamide, 1 tot 3 anti-epileptica gebruikten, zijn afwijkende leverfunctietesten
waargenomen. Bij 0,7% (7/935) van de met lacosamide behandelde patiënten en 0% (0/356) van de
met placebo behandelde patiënten was sprake van verhogingen van ALAT tot 3x ULN.
Het type bijwerkingen bij patiënten die blootgesteld waren aan doses hoger dan 400 mg
tot 800 mg vertoonde geen klinische verschillen met die bij patiënten die aanbevolen doseringen
Gerapporteerde reacties na een inname van meer dan 800 mg zijn duizeligheid, nausea, braken,
insulten (gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen, status epilepticus).
Hartgeleidingsstoornissen, shock en coma werden ook waargenomen. Een noodlottige afloop
werd gerapporteerd bij patiënten na de inname van een eenmalige acute overdosis van meerdere
grammen lacosamide.
Behandeling
Er bestaat geen specifiek tegengif voor een overdosis met lacosamide. Tot de behandeling van een
overdosis lacosamide behoren onder meer algemeen ondersteunende maatregelen en, indien nodig,
ook hemodialyse (zie rubriek 5.2).
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-epileptica, andere anti-epileptica, ATC-code: N03AX18
Werkingsmechanisme
Het werkzame bestanddeel, lacosamide (R-2-acetamido-N-benzyl-3-methoxypropionamide), is een
gefunctionaliseerd aminozuur.
Het exacte werkingsmechanisme waardoor lacosamide zijn anti-epileptisch effect bij de mens
uitoefent, is nog niet geheel verklaard.
In in vitro elektrofysiologisch onderzoek werd aangetoond dat lacosamide de langzame inactivering
van spanningsafhankelijke natriumkanalen selectief versterkt, wat resulteert in stabilisatie van
hyperexciteerbare neuronale membranen.
Farmacodynamische effecten
In een breed spectrum diermodellen met partiële en primair gegeneraliseerde aanvallen beschermde
lacosamide tegen aanvallen en vertraagde het de ontwikkeling van `kindling'.
In niet-klinische experimenten vertoonde lacosamide in combinatie met levetiracetam, carbamazepine,
fenytoïne, valproaat, lamotrigine, topiramaat of gabapentine synergistische of aanvullende
anticonvulsieve effecten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid (partieel beginnende aanvallen)
Volwassen patiënten
Monotherapie
De werkzaamheid van lacosamide als monotherapie werd vastgesteld in een dubbelblinde,
parallelgroep, `non-inferiority'-vergelijking met carbamazepine CR bij 886 patiënten van 16 jaar of
ouder met nieuw of recent gediagnosticeerde epilepsie. De patiënten moesten niet-geprovoceerde,
partieel beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie hebben. De patiënten werden
gerandomiseerd en kregen carbamazepine CR of lacosamide, in tabletvorm, in een verhouding
van 1:1. De dosis was gebaseerd op dosisrespons en varieerde van 400 tot 1200 mg/dag voor
carbamazepine CR en van 200 tot 600 mg/dag voor lacosamide. De behandeling duurde
maximaal 121 weken, afhankelijk van de respons.
Variabele
Placebo
Lacosamide
parameter werkzaamheid
n=121
n=118
Tijd tot 2e primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval
Mediaan (dagen)
77,0
-
95% BI
49,0, 128,0
-
Lacosamide Placebo
Hazardratio
0,540
Placebo
Lacosamide
parameter werkzaamheid
n=121
n=118
95% BI
0,377, 0,774
p-waarde
< 0,001
Aanvalsvrijheid
Gestratificeerde Kaplan-Meier-
17,2
31,3
schatting (%)
95% BI
10,4, 24,0
22,8, 39,9
Lacosamide Placebo
14,1
95% BI
3,2, 25,1
p-waarde
0,011
Opmerking: voor de lacosamidegroep kon de mediane tijd tot de tweede primair gegeneraliseerde
tonisch-klonische aanval niet worden geschat met Kaplan-Meier-methoden omdat 50% van de
patiënten geen tweede primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval had voor dag 166.
De bevindingen in de pediatrische subgroep stemden overeen met de resultaten van de totale populatie
voor de primaire, secundaire en andere werkzaamheidseindpunten.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Lacosamide wordt na orale toediening snel en volledig geabsorbeerd. De orale biologische
beschikbaarheid van lacosamide tabletten is ongeveer 100%. Na orale toediening neemt de
plasmaconcentratie van onveranderd lacosamide snel toe en de Cmax wordt ongeveer 0,5 tot 4 uur na
toediening bereikt. Voedsel is niet van invloed op de snelheid en mate van absorptie.
Distributie
Het distributievolume is ongeveer 0,6 l/kg. Lacosamide wordt voor minder dan 15% aan plasma-
eiwitten gebonden.
Biotransformatie
Van de dosis wordt 95% als lacosamide en metabolieten in de urine uitgescheiden. Het metabolisme
van lacosamide is nog niet volledig in beeld gebracht.
De belangrijkste in urine uitgescheiden verbindingen zijn onveranderd lacosamide (ongeveer 40% van
de dosis) en de O-desmethylmetaboliet voor minder dan 30%.
Een polaire fractie, waarvan wordt verondersteld dat het serinederivaten zijn, maakte in urine
ongeveer 20% van het totaal uit, maar werd slechts in kleine hoeveelheden (0-2%) in humaan plasma
van sommige proefpersonen gedetecteerd. In de urine werden kleine hoeveelheden (0,5-2%) andere
metabolieten aangetroffen.
Uit in-vitro-gegevens blijkt dat CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4 in staat zijn de vorming van de O-
desmethylmetaboliet te katalyseren, maar het voornaamste hierbij betrokken iso-enzym is in vivo niet
bevestigd. Er werd geen klinisch relevant verschil in lacosamide blootstelling waargenomen wanneer
de farmacokinetiek ervan in snelle metaboliseerders (EM's, met een functioneel CYP2C19) en in trage
metaboliseerders (PM's, zonder functioneel CYP2C19) werd vergeleken. Bovendien liet een
interactie-onderzoek met omeprazol (CYP2C19-remmer) geen klinisch relevante veranderingen in de
plasmaconcentraties van lacosamide zien, wat erop wijst dat de betekenis van deze metabolisatieroute
klein is. De plasmaconcentratie van O-desmethyl-lacosamide is ongeveer 15% van de concentratie van
lacosamide in plasma. Deze metaboliet heeft geen bekende farmacologische activiteit.
Eliminatie
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
rood ijzeroxide (E172)
zwart ijzeroxide (E172)
indigotine (E132)
lecithine (soja)
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
Tabletomhulling
polyvinylalcohol
polyethyleenglycol
talk
titaandioxide (E171)
lecithine (soja)
geel ijzeroxide (E172)
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Tabletkern
microkristallijne cellulose
hydroxypropylcellulose-L
hydroxypropylcellulose (laag gesubstitueerd)
watervrij colloïdaal siliciumdioxide
crospovidon
magnesiumstearaat
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 18 september 2017
Datum van laatste verlenging:
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml oplossing voor infusie bevat 10 mg lacosamide.
Elk injectieflacon van 20 ml oplossing voor infusie bevat 200 mg lacosamide.
Hulpstof met bekend effect
Elke ml oplossing voor infusie bevat 3 mg natrium.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor infusie.
Heldere, kleurloze oplossing, vrij van deeltjes.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Lacosamide Accord is geïndiceerd als monotherapie voor de behandeling van partieel beginnende
aanvallen, met of zonder secundaire generalisatie, bij volwassenen, adolescenten en kinderen
vanaf 4 jaar met epilepsie.
Lacosamide Accord is geïndiceerd als adjuvante therapie
voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen, met of zonder secundaire
generalisatie, bij volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar met epilepsie.
voor de behandeling van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen bij
volwassenen, adolescenten en kinderen vanaf 4 jaar met idiopathisch gegeneraliseerde
epilepsie.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De behandeling met lacosamide kan worden gestart met zowel orale als intraveneuze toediening.
Oplossing voor infusie is ook een mogelijkheid voor patiënten wanneer orale toediening tijdelijk niet
mogelijk is. De totale duur van de behandeling met intraveneus lacosamide zal door de arts worden
bepaald. Er is ervaring uit klinische onderzoeken met tweemaal daags infusies van lacosamide
gedurende 5 dagen tijdens adjuvante therapie. De conversie naar of vanuit orale en intraveneuze
toediening kan rechtstreeks worden gedaan, zonder titratie. De totale dagelijkse dosis en
tweemaaldaagse toediening dienen te worden gehandhaafd. Controleer patiënten met bestaande
hartgeleidingsproblemen, patiënten die gelijktijdig andere geneesmiddelen nemen die het PR-interval
verlengen, of patiënten met een ernstige hartaandoening (bijv. myocardischemie of hartfalen)
zorgvuldig als de lacosamidedosis hoger is dan 400 mg/dag (zie Wijze van toediening hieronder en
rubriek 4.4).
Monotherapie
Adjuvante therapie
Aanvangsdosis
100 mg/dag of 200 mg/dag
100 mg/dag
Enkele oplaaddosis
200 mg
200 mg
(indien van toepassing)
Titratie (incrementele stappen)
50 mg tweemaal daags
50 mg tweemaal daags
(100 mg/dag) met wekelijkse
(100 mg/dag) met wekelijkse
intervallen
intervallen
Maximaal aanbevolen dosis
tot 600 mg/dag
tot 400 mg/dag
Monotherapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is tweemaal daags 50 mg, die na een week verhoogd dient te worden tot
een therapeutische aanvangsdosis van tweemaal daags 100 mg.
Behandeling met lacosamide kan ook gestart worden met een dosis van tweemaal daags 100 mg, ter
beoordeling door de arts die de afweging maakt tussen de vereiste vermindering van het aantal
aanvallen versus de mogelijke bijwerkingen.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijkse intervallen van tweemaal daags 50 mg (100 mg/dag) tot een maximale aanbevolen
dagelijkse dosis van tweemaal daags 300 mg (600 mg/dag).
Bij patiënten die een dosis bereikt hebben die hoger is dan 400 mg/dag en die een bijkomend anti-
epilepticum nodig hebben, moet de onderstaande aanbevolen dosering voor adjuvante therapie
gevolgd worden.
Adjuvante therapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen of voor de behandeling
van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is tweemaal daags 50 mg, die na een week verhoogd dient te worden tot
een therapeutische aanvangsdosis van tweemaal daags 100 mg.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijkse intervallen van tweemaal daags 50 mg (100 mg/dag) tot een maximale aanbevolen
dagelijkse dosis van 400 mg (tweemaal daags 200 mg).
Begin van een lacosamide-behandeling met een oplaaddosis (initiële monotherapie of conversie naar
monotherapie voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen of adjuvante therapie voor de
behandeling van partieel beginnende aanvallen of adjuvante therapie voor de behandeling van
primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De lacosamide-behandeling kan ook gestart worden met een enkele oplaaddosis van 200 mg, waarna
ongeveer 12 uur later begonnen wordt met een onderhoudsdosis van 100 mg tweemaal daags
(200 mg/dag). Daaropvolgende dosisaanpassingen moeten volgens individuele respons en
verdraagbaarheid zoals hierboven beschreven uitgevoerd worden. Een oplaaddosis kan gestart worden
bij patiënten in situaties waarvan de arts oordeelt dat het aangewezen is om snel de steady-state-
plasmaconcentratie en het therapeutische effect van lacosamide te bereiken. Deze dosis moet onder
Aanvangsdosis
2 mg/kg/dag
Enkele oplaaddosis
Niet aanbevolen
Titratie (incrementele stappen)
Wekelijks 2 mg/kg/dag
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten <40 kg
tot 12 mg/kg/dag
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten 40 kg
tot 10 mg/kg/dag
tot <50 kg
De onderstaande tabellen bevatten voorbeelden van volumes oplossing voor infusie per toediening
afhankelijk van de voorgeschreven dosis en het lichaamsgewicht. Het precieze volume oplossing voor
infusie dient te worden berekend op basis van het exacte lichaamsgewicht van het kind.
Tweemaal daags toe te dienen monotherapiedoses voor kinderen vanaf 4 jaar
met een gewicht van
minder dan 40 kg(1):
Gewicht 0,1 ml/kg
0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
0,5 ml/kg
0,6 ml/kg
(1 mg/kg)
(2 mg/kg)
(3 mg/kg)
(4 mg/kg)
(5 mg/kg)
(6 mg/kg)
Aanvangsdosis
Maximaal
aanbevolen
dosis
10 kg
1 ml
2 ml
3 ml
4 ml
5 ml
6 ml
(10 mg)
(20 mg)
(30 mg)
(40 mg)
(50 mg)
(60 mg)
15 kg
1,5 ml
3 ml
4,5 ml
6 ml
7,5 ml
9 ml
(15 mg)
(30 mg)
(45 mg)
(60 mg)
(75 mg)
(90 mg)
20 kg
2 ml
4 ml
6 ml
8 ml
10 ml
12 ml
(20 mg)
(40 mg)
(60 mg)
(80 mg)
(100 mg)
(120 mg)
25 kg
2,5 ml
5 ml
7,5 ml
10 ml
12,5 ml
15 ml
(25 mg)
(50 mg)
(75 mg)
(100 mg)
(125 mg)
(150 mg)
30 kg
3 ml
6 ml
9 ml
12 ml
15 ml
18 ml
(30 mg)
(60 mg)
(90 mg)
(120 mg)
(150 mg)
(180 mg)
35 kg
3,5 ml
7 ml
10,5 ml
14 ml
17,5 ml
21 ml
(35 mg)
(70 mg)
(105 mg)
(140 mg)
(175 mg)
(210 mg)
Tweemaal daags toe te dienen monotherapiedoses voor kinderen en adolescenten vanaf 4 jaar
met
een gewicht van 40 kg tot 50 kg(1) (2):
Gewicht 0,1 ml/kg
0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
0,5 ml/kg
(1 mg/kg)
(2 mg/kg)
(3 mg/kg)
(4 mg/kg)
(5 mg/kg)
Aanvangsdosis
Maximaal
aanbevolen
dosis
40 kg
4 ml
8 ml
12 ml
16 ml
20 ml
(40 mg)
(80 mg)
(120 mg)
(160 mg)
(200 mg)
45 kg
4,5 ml
9 ml
13,5 ml
18 ml
22,5 ml
(45 mg)
(90 mg)
(135 mg)
(180 mg)
(225 mg)
(1) Kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg dienen de behandeling bij voorkeur te starten met
lacosamide 10 mg/ml stroop. Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie is een alternatief voor patiënten
wanneer orale toediening tijdelijk niet mogelijk is.
(2) De dosis bij adolescenten met een gewicht van 50 kg of meer is gelijk aan die bij volwassenen.
Adjuvante therapie (voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen of voor de behandeling
van primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen)
De aanbevolen aanvangsdosis is 2 mg/kg/dag, die na één week verhoogd dient te worden tot een
therapeutische aanvangsdosis van 4 mg/kg/dag.
Afhankelijk van de respons en verdraagbaarheid kan de onderhoudsdosis verder worden verhoogd met
wekelijks 2 mg/kg/dag. De dosis dient geleidelijk te worden aangepast tot de optimale respons wordt
bereikt. Bij kinderen met een gewicht van minder dan 20 kg wordt, vanwege een verhoogde klaring in
vergelijking met volwassenen, een maximale dosis van 12 mg/kg/dag aanbevolen. Bij kinderen met
een gewicht van 20 tot 30 kg wordt een maximale dosis van 10 mg/kg/dag aanbevolen en bij kinderen
met een gewicht van 30 tot 50 kg wordt een maximale dosis van 8 mg/kg/dag aanbevolen, hoewel er
in open-label studies (zie rubriek 4.8 en 5.2) bij een klein aantal van deze kinderen een dosis
tot 12 mg/kg/dag is gebruikt.
De volgende tabel bevat een overzicht van de aanbevolen dosering bij gebruik als adjuvante therapie
voor kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg.
Aanvangsdosis
2 mg/kg/dag
Enkele oplaaddosis
Niet aanbevolen
Titratie (incrementele stappen)
Wekelijks 2 mg/kg/dag
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten <20 kg
tot 12 mg/kg/dag
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten 20 kg
tot 10 mg/kg/dag
tot <30 kg
Maximaal aanbevolen dosis bij patiënten 30 kg
tot 8 mg/kg/dag
tot <50 kg
De onderstaande tabellen verschaffen een richtsnoer inzake het volume oplossing voor infusie per
toediening afhankelijk van de voorgeschreven dosis en het lichaamsgewicht. Het precieze volume
oplossing voor infusie dient te worden berekend op basis van het exacte lichaamsgewicht van het kind.
Gewicht 0,1 ml/kg
0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
0,5 ml/kg
0,6 ml/kg
(1 mg/kg)
(2 mg/kg)
(3 mg/kg)
(4 mg/kg)
(5 mg/kg)
(6 mg/kg)
Aanvangsdosis
Maximaal
aanbevolen
dosis
10 kg
1 ml
2 ml
3 ml
4 ml
5 ml
6 ml
(10 mg)
(20 mg)
(30 mg)
(40 mg)
(50 mg)
(60 mg)
15 kg
1,5 ml
3 ml
4,5 ml
6 ml
7,5 ml
9 ml
(15 mg)
(30 mg)
(45 mg)
(60 mg)
(75 mg)
(90 mg)
(1) kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg dienen de behandeling bij voorkeur te starten met
lacosamide 10 mg/ml stroop. Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie is een alternatief voor patiënten
wanneer orale toediening tijdelijk niet mogelijk is.
Tweemaal daags toe te dienen adjuvante-therapiedoses voor kinderen en adolescenten vanaf 4 jaar
met een gewicht van 20 kg tot 30 kg (1):
Gewicht
0,1 ml/kg
0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
0,5 ml/kg
(1 mg/kg)
(2 mg/kg)
(3 mg/kg)
(4 mg/kg)
(5 mg/kg)
Aanvangsdosis
Maximaal
aanbevolen
dosis
20 kg
2 ml
4 ml
6 ml
8 ml
10 ml
(20 mg)
(40 mg)
(60 mg)
(80 mg)
(100 mg)
25 kg
2,5 ml
5 ml
7,5 ml
10 ml
12,5 ml
(25 mg)
(50 mg)
(75 mg)
(100 mg)
(125 mg)
(1) kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg dienen de behandeling bij voorkeur te starten met
lacosamide 10 mg/ml stroop. Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie is een alternatief voor patiënten
wanneer orale toediening tijdelijk niet mogelijk is.
Tweemaal daags toe te dienen adjuvante-therapiedoses voor kinderen en adolescenten vanaf 4 jaar
met een gewicht van 30 kg tot 50 kg(1):
Gewicht 0,1 ml/kg
0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
(1 mg/kg)
(2 mg/kg)
(3 mg/kg)
(4 mg/kg)
Aanvangsdosis
Maximaal
aanbevolen dosis
30 kg
3 ml (30 mg)
6 ml (60 mg)
9 ml (90 mg)
12 ml (120 mg)
35 kg
3,5 ml (35 mg)
7 ml (70 mg)
10,5 ml (105 mg)
14 ml (140 mg)
40 kg
4 ml (40 mg)
8 ml (80 mg)
12 ml (120 mg)
16 ml (160 mg)
45 kg
4,5 ml (45 mg)
9 ml (90 mg)
13,5 ml (135 mg)
18 ml (180 mg)
(1) kinderen en adolescenten met een gewicht van minder dan 50 kg dienen de behandeling bij voorkeur te starten met
lacosamide 10 mg/ml stroop. Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie is een alternatief voor patiënten
wanneer orale toediening tijdelijk niet mogelijk is.
Oplaaddosis
De toediening van een oplaaddosis is niet onderzocht bij kinderen. Het gebruik van een oplaaddosis
wordt niet aanbevolen bij adolescenten en kinderen met een gewicht van minder dan 50 kg.
Kinderen jonger dan 4 jaar
De veiligheid en werkzaamheid van lacosamide bij kinderen jonger dan 4 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
De oplossing voor infusie wordt toegediend gedurende 15 tot 60 minuten tweemaal daags. Een
infusieduur van minstens 30 minuten voor een toediening van >200 mg per infusie (d.w.z.
>400 mg/dag) geniet de voorkeur.
Systeem/orgaanklasse
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Bloed- en
Agranulocytos
lymfestelselaandoeningen
e(1)
Immuunsysteem-
Geneesmiddelen- Geneesmiddel-
aandoeningen
overgevoeligheid gerelateerde
(1)
huiduitslag
met eosinofilie
en systemische
symptomen
(DRESS) (1,2)
Psychische stoornissen
Depressie
Agressie
Verwardheidstoest
Agitatie (1)
and
Eufore
Insomnia (1)
gemoedstoestand
(1)
Psychotische
stoornis (1)
Zelfmoordpoging
(1)
Zelfmoordgedach
ten
Hallucinatie (1)
Zenuwstelsel-
Duizelighei Myoklonische
Syncope (2)
Convulsie
aandoeningen
d
aanvallen(3)
Abnormale
Hoofdpijn
Ataxie
coördinatie
Evenwichtsstoorni
Dyskinesie
s
Geheugenzwakte
Cognitieve
stoornis
Somnolentie
Tremor
Nystagmus
Hypo-esthesie
Dysartrie
Aandachtsstoornis
Paresthesie
Oogaandoeningen
Diplopie
Wazig zien
Vertigo
ooraandoeningen
Tinnitus
Hartaandoeningen
Atrioventriculair
Ventriculaire
blok (1,2)
tachyaritmie (1)
Bradycardie (1,2)
Boezemfibrillere
n (1,2)
Boezemfladderen
(1,2)
Maagdarmstelselaandoeni
Misselijkhe Braken
ngen
id
Obstipatie
Flatulentie
Dyspepsie
Droge mond
Diarree
Lever- en
Afwijkende
galaandoeningen
leverfunctietesten
(2)
Leverenzym
verhoogd (>2x
ULN) (1)
Huid- en onderhuid-
Pruritus
Angio-oedeem (1) Stevens-
aandoeningen
Huiduitslag (1)
Urticaria (1)
Johnson-
syndroom (1)
Toxische
epidermale
necrolyse (1)
Skeletspierstelsel- en
Spierspasmen
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen
Loopstoornis
Erytheem (4)
en toedieningsplaats-
Asthenie
stoornissen
Vermoeidheid
Prikkelbaarheid
Dronken gevoel
Pijn of ongemak
op de plaats van
injectie (4)
Irritatie (4)
Letsels, intoxicaties en
Vallen
verrichtingscomplicaties
Huidlaceratie
Contusie
(1) Bijwerkingen gerapporteerd tijdens de post-marketingervaring.
(2) Zie 'Omschrijving van bijzondere bijwerkingen'.
(3) Gerapporteerd in onderzoeken met primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen.
(4) Lokale bijwerkingen die verband houden met intraveneuze toediening.
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Het gebruik van lacosamide is in verband gebracht met een dosisafhankelijke verlenging van het
PR-interval. Er kunnen bijwerkingen optreden die verband houden met een verlenging van het
PR-interval (bijv. AV-blok, syncope, bradycardie).
Eerstegraads AV-blok werd in adjuvante klinische onderzoeken bij epilepsiepatiënten soms
gerapporteerd, met incidentiepercentages van 0,7%, 0%, 0,5% en 0% voor
respectievelijk 200 mg, 400 mg, 600 mg lacosamide of placebo. In deze studies werd geen
tweedegraads of hogere graad AV-blok waargenomen. In de post-marketingervaring werden wel
gevallen gemeld van tweede- en derdegraads AV-blok, die geassocieerd werden met een behandeling
met lacosamide. In het klinisch onderzoek over monotherapie waarin lacosamide met carbamazepine
Het type bijwerkingen bij patiënten die blootgesteld waren aan doses hoger dan 400 mg
tot 800 mg vertoonde geen klinische verschillen met die bij patiënten die aanbevolen doseringen
lacosamide kregen toegediend.
Gerapporteerde reacties na een inname van meer dan 800 mg zijn duizeligheid, nausea, braken,
insulten (gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen, status epilepticus).
Hartgeleidingsstoornissen, shock en coma werden ook waargenomen. Een noodlottige afloop
werd gerapporteerd bij patiënten na de inname van een eenmalige acute overdosis van meerdere
grammen lacosamide.
Behandeling
Er bestaat geen specifiek tegengif voor een overdosis met lacosamide. Tot de behandeling van een
overdosis lacosamide behoren onder meer algemeen ondersteunende maatregelen en, indien nodig,
ook hemodialyse (zie rubriek 5.2).
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-epileptica, andere anti-epileptica, ATC-code: N03AX18
Werkingsmechanisme
Het werkzame bestanddeel, lacosamide (R-2-acetamido-N-benzyl-3-methoxypropionamide), is een
gefunctionaliseerd aminozuur.
Het exacte werkingsmechanisme waardoor lacosamide zijn anti-epileptisch effect bij de mens
uitoefent, is nog niet geheel verklaard. In in vitro elektrofysiologisch onderzoek werd aangetoond dat
lacosamide de langzame inactivering van spanningsafhankelijke natriumkanalen selectief versterkt,
wat resulteert in stabilisatie van hyperexciteerbare neuronale membranen.
Farmacodynamische effecten
In een breed spectrum diermodellen met partiële en primair gegeneraliseerde aanvallen beschermde
lacosamide tegen aanvallen en vertraagde het de ontwikkeling van `kindling'.
In niet-klinische experimenten vertoonde lacosamide in combinatie met levetiracetam, carbamazepine,
fenytoïne, valproaat, lamotrigine, topiramaat of gabapentine synergistische of aanvullende
anticonvulsieve effecten.
Klinische werkzaamheid en veiligheid (partieel beginnende aanvallen)
Variabele
Placebo
Lacosamide
parameter werkzaamheid
n=121
n=118
Tijd tot 2e primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval
Mediaan (dagen)
77,0
-
95% BI
49,0, 128,0
-
Lacosamide Placebo
Hazardratio
0,540
95% BI
0,377, 0,774
p-waarde
< 0,001
Aanvalsvrijheid
Gestratificeerde Kaplan-Meier-
17,2
31,3
schatting (%)
95% BI
10,4, 24,0
22,8, 39,9
Lacosamide Placebo
14,1
95% BI
3,2, 25,1
p-waarde
0,011
Opmerking: voor de lacosamidegroep kon de mediane tijd tot de tweede primair gegeneraliseerde
tonisch-klonische aanval niet worden geschat met Kaplan-Meier-methoden omdat 50% van de
patiënten geen tweede primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanval had voor dag 166.
De bevindingen in de pediatrische subgroep stemden overeen met de resultaten van de totale populatie
voor de primaire, secundaire en andere werkzaamheidseindpunten.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na intraveneuze toediening wordt de Cmax voor het einde van de infusie bereikt. De
plasmaconcentratie stijgt proportioneel met de dosis na orale (100-800 mg) en intraveneuze
(50-300 mg) toediening.
Distributie
Het distributievolume is ongeveer 0,6 l/kg. Lacosamide wordt voor minder dan 15% aan plasma-
eiwitten gebonden.
Biotransformatie
Van de dosis wordt 95% als lacosamide en metabolieten in de urine uitgescheiden. Het metabolisme
van lacosamide is nog niet volledig in beeld gebracht.
De belangrijkste in urine uitgescheiden verbindingen zijn onveranderd lacosamide (ongeveer 40% van
de dosis) en de O-desmethylmetaboliet voor minder dan 30%.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Natriumchloride
Zoutzuur (voor pH-bijstelling)
Water voor injecties
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6.
6.3 Houdbaarheid
2 jaar.
Gebleken is dat het product, gemengd met de in rubriek 6.6 genoemde verdunningsmiddelen en
bewaard in glas of PVC-zakken, bij temperaturen tot 25°C gedurende 24 uur chemisch en fysisch
stabiel is. Vanuit microbiologisch standpunt dient dit product onmiddellijk te worden gebruikt. Indien
niet onmiddellijk gebruikt, zijn, voorafgaand aan gebruik, bewaartijd en bewaarcondities de
verantwoordelijkheid van de gebruiker; de bewaartijd dient, bij een temperatuur van 2 tot 8°C, niet
langer te zijn dan 24 uur, tenzij verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en
gevalideerde aseptische omstandigheden.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C.
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na verdunning, zie rubriek 6.3.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Kleurloze, injectieflacon van type I geperst glas met een rubber sluiting van broombutyl.
Verpakking van 1 x 20 ml en 5 x 20 ml.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona s/n
Edifici Est, 6a Planta
08039 Barcelona,
Spanje
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/026
EU/1/17/1230/027
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 22 november 2021
Datum van laatste verlenging:
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Laboratori Fundacio Dau
C/ C, 12-14 Pol. Ind. Zona Franca
08040 Barcelona
SPANJE
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
Accord Healthcare Polska Sp.z o.o.,
ul. Lutomierska 50,95-200 Pabianice, Polen
Pharmadox Healthcare Limited (alleen voor lacosamide oplossing voor infusie)
KW20A Kordin Industrial Park, Paola
PLA 3000, Malta
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de noodzakelijke onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2. van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 50 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
168 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tablet
56 x 1 filmomhulde tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/001
EU/1/17/1230/002
EU/1/17/1230/003
EU/1/17/1230/004
EU/1/17/1230/017
EU/1/17/1230/018
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 50 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 100 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
168 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tablet
56 x 1 filmomhulde tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/005
EU/1/17/1230/006
EU/1/17/1230/007
EU/1/17/1230/008
EU/1/17/1230/019
EU/1/17/1230/020
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 100 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PCSN
NN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
168 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tablet
56 x 1 filmomhulde tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/009
EU/1/17/1230/010
EU/1/17/1230/011
EU/1/17/1230/012
EU/1/17/1230/021
EU/1/17/1230/022
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 150 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Etiket blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAMESTOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
56 filmomhulde tabletten
60 filmomhulde tabletten
168 filmomhulde tabletten
14 x 1 filmomhulde tablet
56 x 1 filmomhulde tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/013
EU/1/17/1230/014
EU/1/17/1230/015
EU/1/17/1230/016
EU/1/17/1230/023
EU/1/17/1230/024
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 200 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Etiket blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg
Lacosamide Accord 100 mg
Lacosamide Accord 150 mg
Lacosamide Accord 200 mg
filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Lacosamide Accord 50 mg
1 filmomhulde tablet bevat 50 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 100 mg
1 filmomhulde tablet bevat 100 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 150 mg
1 filmomhulde tablet bevat 150 mg lacosamide.
Lacosamide Accord 200 mg
1 filmomhulde tablet bevat 200 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
Behandelingsstartpakket
Elke verpakking met 56 filmomhulde tabletten voor een behandelingsschema van 4 weken bevat:
14 filmomhulde tabletten Lacosamide Accord 50 mg
14 filmomhulde tabletten Lacosamide Accord 100 mg
14 filmomhulde tabletten Lacosamide Accord 150 mg
14 filmomhulde tabletten Lacosamide Accord 200 mg
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 50 mg
Lacosamide Accord 100 mg
Lacosamide Accord 150 mg
Lacosamide Accord 200 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 filmomhulde tablet bevat 50 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
Week 1
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 50 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Week 1
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 filmomhulde tablet bevat 100 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
Week 2
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 100 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
ALLEEN BEHANDELINGSSTARTPAKKET
Etiket blisterverpakking week 2
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Week 2
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 filmomhulde tablet bevat 150 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
Week 3
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 150 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Week 3
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 filmomhulde tablet bevat 200 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit geneesmiddel bevat lecithine (soja).
Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Filmomhulde tablet
14 filmomhulde tabletten
Week 4
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/025
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Lacosamide Accord 200 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
ALLEEN BEHANDELINGSSTARTPAKKET
Etiket blisterverpakking week 4
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Accord
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Week 4
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml oplossing voor infusie bevat 10 mg lacosamide.
1 injectieflacon van 20 ml bevat 200 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat natriumchloride, zoutzuur en water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor infusie
1 injectieflacon x 20 ml oplossing voor infusie
5 injectieflacon x 20 ml oplossing voor infusie
200 mg/20 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor intraveneus gebruik
Alleen voor eenmalig gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Niet gebruikte oplossing dient te worden weggegooid
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona s/n,
Edifici Est, 6a Planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/17/1230/026
EU/1/17/1230/027
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie
lacosamide
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml oplossing voor infusie bevat 10 mg lacosamide.
1 injectieflacon van 20 ml bevat 200 mg lacosamide.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat natriumchloride, zoutzuur en water voor injecties.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
200 mg/20 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Alleen voor eenmalig gebruik. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
IV gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona s/n,
Edifici Est, 6a Planta,
08039 Barcelona,
Spanje
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing
B. BIJSLUITER
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Lacosamide Accord?
Lacosamide Accord bevat lacosamide. Lacosamide behoort tot de groep geneesmiddelen die 'anti-
epileptica' worden genoemd. Deze geneesmiddelen worden gebruikt voor de behandeling van
epilepsie.
U heeft dit geneesmiddel gekregen om het aantal stuipen (toevallen, epileptische aanvallen) dat
u heeft te verminderen.
Waarvoor wordt Lacosamide Accord gebruikt?
Dit geneesmiddel wordt gebruikt bij volwassenen, jongeren tot 18 jaar en kinderen van 4 jaar en
ouder.
Het wordt gebruikt:
op zichzelf en in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van een
bepaalde vorm van epilepsie die zich kenmerkt door het optreden van partieel
beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie. Bij deze vorm van
epilepsie treffen de stuipen aanvankelijk slechts één kant van uw hersenen, maar
kunnen ze zich vervolgens verspreiden naar grotere gebieden aan beide kanten van uw
hersenen.
in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van primair
gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen (ernstige insulten, met inbegrip van
bewustzijnsverlies) bij patiënten met idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie (het type
epilepsie waarvan wordt gedacht dat die een genetische oorzaak heeft).
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet innemen?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u niet zeker weet of u allergisch bent, vraag dit dan aan uw arts.
U bent allergisch voor pinda's of soja.
U heeft een bepaald soort hartslagprobleem genaamd tweedegraads of derdegraads
atrioventriculair blok.
Gebruik dit middel niet als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Als u het niet
zeker weet, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt wanneer:
u gedachten over zelfverminking of zelfmoord heeft. Een klein aantal mensen dat werd
behandeld met anti-epileptica zoals lacosamide kreeg gedachten over zelfverminking of
zelfmoord. Als u op enig moment dergelijke gedachten krijgt, vertel dit dan onmiddellijk aan
uw arts.
u een hartprobleem heeft waardoor uw hartslag verstoord raakt en u regelmatig een extreem
langzame, snelle of onregelmatige hartslag heeft (zoals atrioventriculair blok, boezemfibrilleren
en boezemfladderen).
u een ernstige hartaandoening heeft zoals hartfalen of een hartaanval heeft gehad.
u zich vaak duizelig voelt of omvalt. Dit middel kan u duizelig maken - hierdoor kan het risico
op door een ongeval veroorzaakt letsel of vallen toenemen. Dit betekent dat u voorzichtig moet
zijn totdat u aan de effecten van dit geneesmiddel gewend bent.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt, neem dan contact op met uw arts indien u met een nieuw type
aanvallen of een verergering van bestaande aanvallen te maken krijgt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt en verschijnselen ervaart van een abnormale hartslag (zoals een
trage, snelle of onregelmatige hartslag, hartkloppingen, kortademigheid, een licht gevoel in het hoofd
of flauwvallen), roep dan onmiddellijk medische hulp in (zie rubriek 4).
Kinderen onder 4 jaar
Lacosamide Accord wordt niet aanbevolen voor kinderen onder 4 jaar. Dit komt omdat we nog niet
weten of dit geneesmiddel zal werken en of het veilig is voor kinderen in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lacosamide Accord nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Vertel het vooral uw arts of apotheker met name als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt
die een effect hebben op uw hart - de reden hiervoor is dat dit middel ook een effect op uw hart kan
hebben:
geneesmiddelen voor de behandeling van hartproblemen;
geneesmiddelen die het PR-interval op een hartfilmpje (ECG of elektrocardiogram) kunnen
verlengen, zoals geneesmiddelen voor de behandeling van epilepsie of pijn genaamd
carbamazepine, lamotrigine of pregabaline;
geneesmiddelen die worden gebruikt om bepaalde vormen van onregelmatige hartslag of
hartfalen te behandelen.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Vertel het uw arts of apotheker ook als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt - de reden
hiervoor is dat deze geneesmiddelen het effect van dit middel op uw lichaam kunnen vergroten of
verkleinen:
geneesmiddelen tegen schimmelinfecties genaamd fluconazol, itraconazol of ketoconazol;
een geneesmiddel tegen hiv genaamd ritonavir;
geneesmiddelen voor de behandeling van bacteriële infecties genaamd claritromycine of
rifampicine;
een kruidengeneesmiddel dat wordt gebruikt om milde angst en depressie te behandelen
genaamd sint-janskruid (Hypericum perforatum).
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Neem uit voorzorg geen Lacosamide Accord met alcohol.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Dit middel wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap of borstvoeding, omdat de
effecten van dit middel op de zwangerschap en de ongeboren baby of het pasgeboren kind niet bekend
zijn. Het is evenmin bekend of dit middel in de moedermelk wordt uitgescheiden. Raadpleeg
onmiddellijk uw arts als u zwanger wordt of zwanger wilt worden. Hij/zij zal u helpen beslissen of u
dit middel moet innemen of niet.
Zet de behandeling niet stop zonder dit eerst met uw arts te bespreken aangezien uw stuipen
(toevallen, epileptische aanvallen) hierdoor kunnen toenemen. Een verergering van uw aandoening
kan ook schadelijk zijn voor uw baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bestuur geen auto, fiets niet en gebruik geen gereedschap of machines totdat u weet welk effect dit
geneesmiddel op u heeft. De reden hiervoor is dat dit middel duizeligheid en wazig zien kan
veroorzaken.
Lacosamide Accord bevat sojalecithine
Als u allergisch bent voor pinda's of soja, mag u dit middel niet gebruiken.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit middel tweemaal per dag in - eenmaal 's ochtends en eenmaal 's avonds.
Probeer de tablet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip in te nemen.
Slik de tablet door met een glas water.
U mag dit middel met of zonder voedsel innemen.
Meestal begint u met de dagelijkse inname van een lage dosis waarna uw arts deze dosis in de loop
van een aantal weken langzaam zal verhogen. Als u de dosis heeft bereikt die goed bij u werkt, wordt
dit de 'onderhoudsdosis' genoemd. Vanaf dat moment krijgt u elke dag dezelfde hoeveelheid. Dit
middel wordt gebruikt voor behandeling op lange termijn. U moet dit middel blijven gebruiken totdat
uw arts u vertelt dat u mag stoppen.
Hoeveel neemt u in?
Hieronder staan de normale aanbevolen doseringen van dit middel voor verschillende leeftijdsgroepen
en gewichten. Als u problemen heeft met uw nieren of uw lever, kan uw arts u een andere dosis
voorschrijven.
Jongeren tot 18 jaar en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer en volwassenen
duizeligheid;
misselijkheid (nausea) of overgeven (braken);
stuipen (toevallen, epileptische aanvallen), problemen met uw hartslag zoals een trage, snelle of
onregelmatige hartslag, coma of een daling in bloeddruk met een snelle hartslag en zweten.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u een dosis bent vergeten en er nog geen 6 uur zijn verstreken sinds het moment waarop u
de tablet eigenlijk had moeten innemen, neem deze dan in zodra u eraan denkt.
Als u een dosis bent vergeten en er al meer dan 6 uur zijn verstreken sinds het moment waarop u
de tablet eigenlijk had moeten innemen, neem de overgeslagen tablet dan niet meer in. Neem dit
middel in plaats daarvan weer in op hetzelfde tijdstip als u normaal zou doen.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van dit middel zonder dit met uw arts te bespreken, omdat uw
epilepsie kan terugkomen of verergeren.
Als uw arts beslist dat u moet stoppen met de behandeling met dit middel, dan zal de arts u
vertellen hoe u de dosis stap voor stap moet afbouwen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Hoofdpijn;
Duizeligheid of misselijkheid (nausea);
Dubbelzien (diplopie).
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
Korte trekkingen van een spier of een spiergroep (myoklonische aanvallen);
Problemen bij het coördineren van uw bewegingen of bij het lopen;
Evenwichtsproblemen, trillingen (tremor), tinteling (paresthesie) of spierspasmen, gemakkelijk
vallen en blauwe plekken krijgen;
Problemen met uw geheugen, nadenken of het vinden van woorden, verwardheid;
Snelle en ongecontroleerde bewegingen van de ogen (nystagmus), wazig zien;
Draaiduizeligheid met stoornis in het evenwicht (vertigo), een dronken gevoel;
Misselijkheid (braken), droge mond, verstopping (obstipatie), verstoorde spijsvertering
(indigestie), overmatige gasvorming in de maag of darmen, diarree;
Verminderd gevoel of gevoeligheid, moeilijkheden bij het duidelijk uitspreken van woorden,
aandachtsstoornis;
Geluiden in het oor zoals brom-, bel- of fluitgeluiden;
Prikkelbaarheid, slaapproblemen, depressie;
Slaperigheid, vermoeidheid of zwakte (asthenie);
Jeuk, huiduitslag.
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
Trage hartslag, hartkloppingen (palpitaties), onregelmatige pols of andere veranderingen in de
elektrische activiteit van uw hart (geleidingsstoornis);
Overdreven gevoel van welbevinden, het zien en/of horen van dingen die niet echt zijn;
Allergische reactie op geneesmiddelinname, galbulten;
Bloedonderzoek kan wijzen op een afwijkende leverfunctie, leverletsel;
Zelfmoordgedachten of gedachten om zichzelf pijn te doen of een zelfmoordpoging doen: neem
onmiddellijk contact op met uw arts;
Zich boos of opgewonden (geagiteerd) voelen;
Abnormaal denken of werkelijkheidsgevoel verliezen;
Ernstige allergische reactie die zwelling van het gezicht, de keel, handen, voeten, enkels of
onderbenen veroorzaakt;
Flauwvallen;
Abnormale, onwillekeurige bewegingen (dyskinesie).
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Abnormaal snelle hartslag (ventriculaire tachyaritmie);
Een zere keel, temperatuurverhoging en meer infecties krijgen dan gebruikelijk.
Bloedonderzoek kan wijzen op een sterke vermindering van een specifieke klasse van witte
bloedcellen (agranulocytose);
Een ernstige huidreactie die gepaard kan gaan met temperatuurverhoging en andere griepachtige
symptomen, huiduitslag op het gezicht, uitgebreide huiduitslag en opgezette klieren (gezwollen
lymfeklieren). Bloedonderzoek kan wijzen op hogere leverenzymspiegels en een verhoging van
een bepaald type witte bloedcellen (eosinofilie);
Een uitgebreide huiduitslag met blaren en afschilferende huid, voornamelijk rond de mond,
neus, ogen en geslachtsdelen (Stevens-Johnson-syndroom) en een ernstigere vorm van
huiduitslag waarbij een groot deel van de huid (meer dan 30% van het lichaamsoppervlak)
afschilfert (toxische epidermale necrolyse);
Aanval van bewusteloosheid met spiertrekkingen (convulsie).
Extra bijwerkingen bij kinderen
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 kinderen
Loopneus (nasofaryngitis);
Koorts (pyrexie);
Zere keel (faryngitis);
Minder eten dan gebruikelijk.
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 kinderen
Zich slaperig voelen of geen energie hebben (lethargie).
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Veranderingen in gedrag, niet zichzelf zijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
blisterverpakking na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 50 mg bevat 50 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 100 mg bevat 100 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 150 mg bevat 150 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 200 mg bevat 200 mg lacosamide.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Tabletkern: microkristallijne cellulose, hydroxypropylcellulose-L, hydroxypropylcellulose
(laag gesubstitueerd), watervrij colloïdaal siliciumdioxide, crospovidon en magnesiumstearaat.
Tabletomhulling: polyvinylalcohol, polyethyleenglycol, talk, titaandioxide (E171), lecithine
(soja) en kleurstoffen*. Zie rubriek 2 `Lacosamide Accord bevat sojalecithine'.
*De kleurstoffen zijn:
50 mg tablet: rood ijzeroxide (E172), zwart ijzeroxide (E172), indigotine (E132)
100 mg tablet:
geel ijzeroxide (E172)
150 mg tablet: rood ijzeroxide (E172), zwart ijzeroxide (E172), geel ijzeroxide (E172)
Hoe ziet Lacosamide Accord eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Lacosamide Accord-tabletten van 50 mg zijn roze, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer
10,3 x 4,8 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "50" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 100 mg zijn donkergele, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 13,0 x 6,0 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "100" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 150 mg zijn zalmkleurige, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 15,0 x 6,9 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "150" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 200 mg zijn blauwe, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 16,4 x 7,6 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "200" op de andere kant.
Lacosamide Accord is verkrijgbaar in verpakkingen met 14, 56, 60 of 168 filmomhulde tabletten.
De verpakking met 14 x 1 of 56 x 1 filmomhulde tabletten is verkrijgbaar als geperforeerde
eenheidsdosisverpakkingen in blisterverpakkingen van PVC/PVdC/Alu, verzegeld met
aluminiumfolie. Alle andere verpakkingen zijn verkrijgbaar als standaard blisterverpakkingen van
PVC-PVdC/Alu, verzegeld met aluminiumfolie.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
Fabrikant
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
of
LABORATORI FUNDACIÓ DAU
C/ C, 12-14 Pol. Ind. Zona Franca, Barcelona,
08040 Barcelona, Spanje
of
Accord Healthcare Polska Sp.z o.o.,
ul. Lutomierska 50,95-200 Pabianice, Polen
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu/.
Lacosamide Accord 50 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 100 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 150 mg filmomhulde tabletten
Lacosamide Accord 200 mg filmomhulde tabletten
lacosamide
Het behandelingsstartpakket is alleen geschikt voor jongeren tot 18 jaar en kinderen met een
gewicht van 50 kg of meer en volwassenen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Lacosamide Accord?
Lacosamide Accord bevat lacosamide. Lacosamide behoort tot de groep geneesmiddelen die 'anti-
epileptica' worden genoemd. Deze geneesmiddelen worden gebruikt voor de behandeling van
epilepsie.
U heeft dit geneesmiddel gekregen om het aantal stuipen (toevallen, epileptische aanvallen) dat
u heeft te verminderen.
Waarvoor wordt Lacosamide Accord gebruikt?
Dit middel wordt gebruikt bij jongeren tot 18 jaar en kinderen van 4 jaar en ouder met een
gewicht van 50 kg of meer en bij volwassenen.
Het wordt gebruikt:
op zichzelf en in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van een
bepaalde vorm van epilepsie die zich kenmerkt door het optreden van partieel
beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie. Bij deze vorm van
epilepsie treffen de stuipen aanvankelijk slechts één kant van uw hersenen, maar
kunnen ze zich vervolgens verspreiden naar grotere gebieden aan beide kanten van uw
hersenen.
in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van primair
gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen (ernstige insulten, met inbegrip van
bewustzijnsverlies) bij patiënten met idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie (het type
epilepsie waarvan wordt gedacht dat die een genetische oorzaak heeft).
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u niet zeker weet of u allergisch bent, vraag dit dan aan uw arts.
U bent allergisch voor pinda's of soja.
U heeft een bepaald soort hartslagprobleem genaamd tweedegraads of derdegraads
atrioventriculair blok.
Gebruik dit middel niet als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Als u het niet
zeker weet, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt wanneer:
u gedachten over zelfverminking of zelfmoord heeft. Een klein aantal mensen dat werd
behandeld met anti-epileptica zoals lacosamide kreeg gedachten over zelfverminking of
zelfmoord. Als u op enig moment dergelijke gedachten krijgt, vertel dit dan onmiddellijk aan
uw arts.
u een hartprobleem heeft waardoor uw hartslag verstoord raakt en u regelmatig een extreem
langzame, snelle of onregelmatige hartslag heeft (zoals atrioventriculair blok, boezemfibrilleren
en boezemfladderen).
u een ernstige hartaandoening heeft zoals hartfalen of een hartaanval heeft gehad.
u zich vaak duizelig voelt of omvalt. Dit middel kan u duizelig maken hierdoor kan het risico
op door een ongeval veroorzaakt letsel of vallen toenemen. Dit betekent dat u voorzichtig moet
zijn totdat u aan de effecten van dit geneesmiddel gewend bent.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt, neem dan contact op met uw arts indien u met een nieuw type
aanvallen of een verergering van bestaande aanvallen te maken krijgt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt en verschijnselen ervaart van een abnormale hartslag (zoals een
trage, snelle of onregelmatige hartslag, hartkloppingen, kortademigheid, een licht gevoel in het hoofd
of flauwvallen), roep dan onmiddellijk medische hulp in (zie rubriek 4).
Kinderen onder 4 jaar
Dit middel wordt niet aanbevolen voor kinderen onder 4 jaar. Dit komt omdat we nog niet weten of dit
geneesmiddel zal werken en of het veilig is voor kinderen in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lacosamide Accord nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Vertel het vooral uw arts of apotheker met name als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt
die een effect hebben op uw hart - de reden hiervoor is dat dit middel ook een effect op uw hart kan
hebben:
geneesmiddelen voor de behandeling van hartproblemen;
geneesmiddelen die het PR-interval op een hartfilmpje (ECG of elektrocardiogram) kunnen
verlengen zoals geneesmiddelen voor de behandeling van epilepsie of pijn genaamd
carbamazepine, lamotrigine of pregabaline;
geneesmiddelen die worden gebruikt om bepaalde vormen van onregelmatige hartslag of
hartfalen te behandelen.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Vertel het uw arts of apotheker ook als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt - de reden
hiervoor is dat deze geneesmiddelen het effect van dit middel op uw lichaam kunnen vergroten of
verkleinen:
geneesmiddelen tegen schimmelinfecties genaamd fluconazol, itraconazol of ketoconazol;
een geneesmiddel tegen hiv genaamd ritonavir;
geneesmiddelen voor de behandeling van bacteriële infecties genaamd claritromycine of
rifampicine;
een kruidengeneesmiddel dat wordt gebruikt om milde angst en depressie te behandelen
genaamd sint-janskruid (Hypericum perforatum).
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Neem uit voorzorg geen Lacosamide Accord met alcohol.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel inneemt.
Dit middel wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap of borstvoeding, omdat de
effecten van dit middel op de zwangerschap en de ongeboren baby of het pasgeboren kind niet bekend
zijn. Het is evenmin bekend of dit middel in de moedermelk wordt uitgescheiden. Raadpleeg
onmiddellijk uw arts als u zwanger wordt of zwanger wilt worden. Hij/zij zal u helpen beslissen of u
dit middel moet innemen of niet.
Zet de behandeling niet stop zonder dit eerst met uw arts te bespreken aangezien uw stuipen
(toevallen, epileptische aanvallen) hierdoor kunnen toenemen. Een verergering van uw aandoening
kan ook schadelijk zijn voor uw baby.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bestuur geen auto, fiets niet en gebruik geen gereedschap of machines totdat u weet welk effect dit
geneesmiddel op u heeft. De reden hiervoor is dat dit middel duizeligheid en wazig zien kan
veroorzaken.
Lacosamide Accord bevat sojalecithine
Als u allergisch bent voor pinda's of soja, mag u dit middel niet gebruiken.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit middel tweemaal per dag in - eenmaal 's ochtends en eenmaal 's avonds.
Probeer de tablet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip in te nemen.
Slik de tablet door met een glas water.
U mag dit middel met of zonder voedsel innemen.
Meestal begint u met de dagelijkse inname van een lage dosis waarna uw arts deze dosis in de loop
van een aantal weken langzaam zal verhogen. Als u de dosis heeft bereikt die goed bij u werkt, wordt
dit de 'onderhoudsdosis' genoemd. Vanaf dat moment krijgt u elke dag dezelfde hoeveelheid. Dit
middel wordt gebruikt voor behandeling op lange termijn. U moet dit middel blijven gebruiken totdat
uw arts u vertelt dat u mag stoppen.
Hoeveel neemt u in?
Hieronder staan de normale aanbevolen doseringen van dit middel voor verschillende leeftijdsgroepen
en gewichten. Als u problemen heeft met uw nieren of uw lever, kan uw arts u een andere dosis
voorschrijven.
Week
Verpakking die moet Eerste dosis ('
s ochtends)
Tweede dosis ('
s avonds)
TOTALE
worden gebruikt
dagelijkse
dosis
Week 1 Vermelding van
50 mg
50 mg
100 mg
"Week 1" op de
(1 tablet Lacosamide
(1 tablet Lacosamide
verpakking
Accord 50 mg)
Accord 50 mg)
Week 2 Vermelding van
100 mg
100 mg
200 mg
"Week 2" op de
(1 tablet Lacosamide
(1 tablet Lacosamide
verpakking
Accord 100 mg)
Accord 100 mg)
Week 3 Vermelding van
150 mg
150 mg
300 mg
"Week 3" op de
(1 tablet Lacosamide
(1 tablet Lacosamide
verpakking
Accord 150 mg)
Accord 150 mg)
Week 4 Vermelding van
200 mg
200 mg
400 mg
"Week 4" op de
(1 tablet Lacosamide
(1 tablet Lacosamide
verpakking
Accord 200 mg)
Accord 200 mg)
Onderhoudsbehandeling (na de eerste 4 weken)
Na de eerste 4 weken van de behandeling kan uw arts de dosis aanpassen waarmee u uw behandeling
op lange termijn zult voortzetten. Deze dosis wordt de onderhoudsdosis genoemd en hangt af van de
manier waarop u op dit middel reageert. Voor de meeste patiënten ligt de onderhoudsdosis tussen
200 mg en 400 mg per dag.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar onder 50 kg
Het behandelingsstartpakket is niet geschikt voor kinderen en jongeren tot 18 jaar met een gewicht van
minder dan 50 kg.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u meer dit middel heeft ingenomen dan u zou mogen, neem dan onmiddellijk contact op met uw
arts. Probeer niet te rijden.
U kunt last krijgen van:
duizeligheid;
misselijkheid (nausea) of overgeven (braken);
stuipen (toevallen, epileptische aanvallen), problemen met uw hartslag zoals een trage, snelle of
onregelmatige hartslag, coma of een daling in bloeddruk met een snelle hartslag en zweten.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u een dosis bent vergeten en er nog geen 6 uur zijn verstreken sinds het moment waarop u
de tablet eigenlijk had moeten innemen, neem deze dan in zodra u eraan denkt.
Als u een dosis bent vergeten en er al meer dan 6 uur zijn verstreken sinds het moment waarop u
de tablet eigenlijk had moeten innemen, neem de overgeslagen tablet dan niet meer in. Neem dit
middel in plaats daarvan weer in op hetzelfde tijdstip als u normaal zou doen.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van dit middel zonder dit met uw arts te bespreken, omdat uw
epilepsie kan terugkomen of verergeren.
Als uw arts beslist dat u moet stoppen met de behandeling met dit middel, dan zal de arts u
vertellen hoe u de dosis stap voor stap moet afbouwen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Vertel het uw arts of apotheker als u last krijgt van een van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
Hoofdpijn;
Duizeligheid of misselijkheid (nausea);
Dubbelzien (diplopie).
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
Korte trekkingen van een spier of een spiergroep (myoklonische aanvallen);
Problemen bij het coördineren van uw bewegingen of bij het lopen;
Evenwichtsproblemen, trillingen (tremor), tinteling (paresthesie) of spierspasmen, gemakkelijk
vallen en blauwe plekken krijgen;
Problemen met uw geheugen, nadenken of het vinden van woorden, verwardheid;
Snelle en ongecontroleerde bewegingen van de ogen (nystagmus), wazig zien;
Draaiduizeligheid met stoornis in het evenwicht (vertigo), een dronken gevoel;
Misselijkheid (braken), droge mond, verstopping (obstipatie), verstoorde spijsvertering
(indigestie), overmatige gasvorming in de maag of darmen, diarree;
Verminderd gevoel of gevoeligheid, moeilijkheden bij het duidelijk uitspreken van woorden,
aandachtsstoornis;
Geluiden in het oor zoals brom-, bel- of fluitgeluiden;
Prikkelbaarheid, slaapproblemen, depressie;
Slaperigheid, vermoeidheid of zwakte (asthenie);
Jeuk, huiduitslag.
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
Trage hartslag, hartkloppingen (palpitaties), onregelmatige pols of andere veranderingen in de
elektrische activiteit van uw hart (geleidingsstoornis);
Overdreven gevoel van welbevinden, het zien en/of horen van dingen die niet echt zijn;
Allergische reactie op geneesmiddelinname, galbulten;
Bloedonderzoek kan wijzen op een afwijkende leverfunctie, leverletsel;
Zelfmoordgedachten of gedachten om zichzelf pijn te doen of een zelfmoordpoging doen: neem
onmiddellijk contact op met uw arts;
Zich boos of opgewonden (geagiteerd) voelen;
Abnormaal denken of werkelijkheidsgevoel verliezen;
Ernstige allergische reactie die zwelling van het gezicht, de keel, handen, voeten, enkels of
onderbenen veroorzaakt;
Flauwvallen;
Abnormale, onwillekeurige bewegingen (dyskinesie).
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Abnormaal snelle hartslag (ventriculaire tachyaritmie);
Een zere keel, temperatuurverhoging en meer infecties krijgen dan gebruikelijk.
Bloedonderzoek kan wijzen op een sterke vermindering van een specifieke klasse van witte
bloedcellen (agranulocytose);
Een ernstige huidreactie die gepaard kan gaan met temperatuurverhoging en andere griepachtige
symptomen, huiduitslag op het gezicht, uitgebreide huiduitslag en opgezette klieren (gezwollen
lymfeklieren). Bloedonderzoek kan wijzen op, hogere leverenzymspiegels en een verhoging van
een bepaald type witte bloedcellen (eosinofilie);
Een uitgebreide huiduitslag met blaren en afschilferende huid, voornamelijk rond de mond,
neus, ogen en geslachtsdelen (Stevens-Johnson-syndroom) en een ernstigere vorm van
huiduitslag waarbij een groot deel van de huid (meer dan 30% van het lichaamsoppervlak)
afschilfert (toxische epidermale necrolyse);
Aanval van bewusteloosheid met spiertrekkingen (convulsie).
Extra bijwerkingen bij kinderen
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 kinderen
Loopneus (nasofaryngitis);
Koorts (pyrexie);
Zere keel (faryngitis);
Minder eten dan gebruikelijk.
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
Zich slaperig voelen of geen energie hebben (lethargie).
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Veranderingen in gedrag, niet zichzelf zijn.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
blisterverpakking na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 50 mg bevat 50 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 100 mg bevat 100 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 150 mg bevat 150 mg lacosamide.
Eén tablet Lacosamide Accord 200 mg bevat 200 mg lacosamide.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Tabletkern: microkristallijne cellulose, hydroxypropylcellulose-L, hydroxypropylcellulose
(laag gesubstitueerd), watervrij colloïdaal siliciumdioxide, crospovidon en magnesiumstearaat.
Tabletomhulling: polyvinylalcohol, polyethyleenglycol, talk, titaandioxide (E171), lecithine
(soja) en kleurstoffen*. Zie rubriek 2 `Lacosamide Accord bevat sojalecithine'.
*De kleurstoffen zijn:
tablet van 50 mg: rood ijzeroxide (E172), zwart ijzeroxide (E172), indigotine (E132)
tablet van 100 mg:
geel ijzeroxide (E172)
tablet van 150 mg: rood ijzeroxide (E172), zwart ijzeroxide (E172), geel ijzeroxide (E172)
tablet van 200 mg: indigotine (E132)
Hoe ziet Lacosamide Accord eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Lacosamide Accord-tabletten van 50 mg zijn roze, ovale filmomhulde tabletten van ongeveer
10,3 x 4,8 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "50" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 100 mg zijn donkergele, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 13,0 x 6,0 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "100" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 150 mg zijn zalmkleurige, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 15,0 x 6,9 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "150" op de andere kant.
Lacosamide Accord-tabletten van 200 mg zijn blauwe, ovale filmomhulde tabletten van
ongeveer 16,4 x 7,6 mm, met de opdruk "L" op de ene kant en "200" op de andere kant.
De startverpakking voor de behandeling bevat 56 filmomhulde tabletten verdeeld over 4
verpakkingen:
de verpakking met vermelding van 'Week 1' bevat 14 tabletten van 50 mg
de verpakking met vermelding van 'Week 2' bevat 14 tabletten van 100 mg
de verpakking met vermelding van 'Week 3' bevat 14 tabletten van 150 mg
de verpakking met vermelding van 'Week 4' bevat 14 tabletten van 200 mg
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona, s/n,
Edifici Est 6ª planta,
08039 Barcelona,
Spanje
Fabrikant
Accord Healthcare B.V.,
Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht,
Nederland
of
LABORATORI FUNDACIÓ DAU
Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie
lacosamide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Lacosamide Accord en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Lacosamide Accord?
Lacosamide Accord bevat lacosamide. Lacosamide behoort tot de groep geneesmiddelen die 'anti-
epileptica' worden genoemd. Deze geneesmiddelen worden gebruikt voor de behandeling van
epilepsie.
U heeft dit geneesmiddel gekregen om het aantal stuipen (toevallen, epileptische aanvallen) dat
u heeft te verminderen.
Waarvoor wordt Lacosamide Accord gebruikt?
Lacosamide Accord wordt gebruikt bij volwassenen, jongeren tot 18 jaar en kinderen van 4 jaar
en ouder.
Het wordt gebruikt:
o op zichzelf en in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van een
bepaalde vorm van epilepsie die zich kenmerkt door het optreden van partieel
beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie. Bij deze vorm van
epilepsie treffen de stuipen aanvankelijk slechts één kant van uw hersenen, maar
kunnen ze zich vervolgens verspreiden naar grotere gebieden aan beide kanten van uw
hersenen.
o in combinatie met andere anti-epileptica voor de behandeling van primair
gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen (ernstige insulten, met inbegrip van
bewustzijnsverlies) bij patiënten met idiopathisch gegeneraliseerde epilepsie (het type
epilepsie waarvan wordt gedacht dat die een genetische oorzaak heeft).
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Als u niet zeker weet of u allergisch bent, vraag dit dan aan uw arts.
U heeft een bepaald soort hartslagprobleem genaamd tweedegraads of derdegraads
atrioventriculair blok.
Gebruik Lacosamide Accord niet als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Als u het
niet zeker weet, neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt.
u gedachten over zelfverminking of zelfmoord heeft. Een klein aantal mensen dat werd
behandeld met anti-epileptica zoals lacosamide kreeg gedachten over zelfverminking of
zelfmoord. Als u op enig moment dergelijke gedachten krijgt, vertel dit dan onmiddellijk aan
uw arts.
u een hartprobleem heeft waardoor uw hartslag verstoord raakt en u regelmatig een extreem
langzame, snelle of onregelmatige hartslag heeft (zoals atrioventriculair blok, boezemfibrilleren
en boezemfladderen).
u een ernstige hartaandoening heeft zoals hartfalen of een hartaanval heeft gehad.
u zich vaak duizelig voelt of omvalt. Lacosamide Accord kan u duizelig maken - hierdoor kan
het risico op door een ongeval veroorzaakt letsel of vallen toenemen. Dit betekent dat u
voorzichtig moet zijn totdat u aan de effecten van dit geneesmiddel gewend bent.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u Lacosamide Accord gebruikt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt, neem dan contact op met uw arts indien u met een nieuw type
aanvallen of een verergering van bestaande aanvallen te maken krijgt.
Als u Lacosamide Accord gebruikt en verschijnselen ervaart van een abnormale hartslag (zoals een
trage, snelle of onregelmatige hartslag, hartkloppingen, kortademigheid, een licht gevoel in het hoofd
of flauwvallen), roep dan onmiddellijk medische hulp in (zie rubriek 4).
Kinderen onder 4 jaar
Lacosamide Accord wordt niet aanbevolen voor kinderen onder 4 jaar. Dit komt omdat we nog niet
weten of dit geneesmiddel zal werken en of het veilig is voor kinderen in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lacosamide Accord nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Vertel het vooral uw arts of apotheker als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt die een
effect hebben op uw hart - de reden hiervoor is dat lacosamide ook een effect op uw hart kan hebben:
geneesmiddelen voor de behandeling van hartproblemen;
geneesmiddelen die het PR-interval op een hartfilmpje (ECG of elektrocardiogram) kunnen
verlengen, zoals geneesmiddelen voor de behandeling van epilepsie of pijn genaamd
carbamazepine, lamotrigine of pregabaline;
geneesmiddelen die worden gebruikt om bepaalde vormen van onregelmatige hartslag of
hartfalen te behandelen.
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u Lacosamide Accord gebruikt.
Vertel het uw arts of apotheker ook als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt - de reden
hiervoor is dat deze geneesmiddelen het effect van Lacosamide Accord op uw lichaam kunnen
vergroten of verkleinen:
geneesmiddelen tegen schimmelinfecties genaamd fluconazol, itraconazol of ketoconazol;
een geneesmiddel tegen hiv genaamd ritonavir;
geneesmiddelen voor de behandeling van bacteriële infecties genaamd claritromycine of
rifampicine;
een kruidengeneesmiddel dat wordt gebruikt om milde angst en depressie te behandelen
genaamd sint-janskruid (Hypericum perforatum).
Als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is (of als u het niet zeker weet), neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u Lacosamide Accord gebruikt.
Waarop moet u letten met alcohol?
Gebruik uit voorzorg geen Lacosamide Accord met alcohol.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Gebruik van Lacosamide Accord
De behandeling met Lacosamide Accord kan worden begonnen door:
-
het geneesmiddel via de mond in te nemen of
-
het via intraveneuze infusie (soms 'IV-infuus' genoemd) toe te dienen waarbij het
geneesmiddel in een ader door een arts of verpleegkundige wordt toegediend. De
toediening duurt 15 tot 60 minuten.
De intraveneuze infusie wordt doorgaans voor een korte periode gebruikt wanneer u het
geneesmiddel niet via de mond kunt innemen.
Uw arts zal beslissen hoeveel dagen u een infuus krijgt. Er is ervaring met tweemaaldaagse
infusies Lacosamide Accord gedurende maximaal 5 dagen. Voor langduriger behandelingen zijn
lacosamide tabletten en stroop beschikbaar.
Wanneer u van intraveneuze naar orale toediening overschakelt (of omgekeerd), blijven de
hoeveelheid die u elke dag krijgt en de frequentie van de toediening gelijk.
Gebruik Lacosamide Accord twee keer per dag één keer `s ochtends en één keer `s avonds.
Probeer het geneesmiddel elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip te gebruiken.
Hoeveel gebruikt u?
Hieronder staan de normale aanbevolen doseringen Lacosamide Accord voor verschillende
leeftijdsgroepen en gewichten. Als u problemen heeft met uw nieren of uw lever, kan uw arts u een
andere dosis voorschrijven.
Jongeren tot 18 jaar en kinderen met een gewicht van 50 kg of meer en volwassenen
Als u alleen Lacosamide Accord gebruikt
De gebruikelijke startdosering Lacosamide Accord is tweemaal daags 50 mg.
Gewicht Startdosis: 0,1 ml/kg 0,2 ml/kg 0,3 ml/kg 0,4 ml/kg 0,5 ml/kg Maximaal
aanbevolen
dosis: 0,6 ml/kg
10 kg
1 ml
2 ml
3 ml
4 ml
5 ml
6 ml
15 kg
1,5 ml
3 ml
4,5 ml
6 ml
7,5 ml
9 ml
20 kg
2 ml
4 ml
6 ml
8 ml
10 ml
12 ml
25 kg
2,5 ml
5 ml
7,5 ml
10 ml
12,5 ml
15 ml
30 kg
3 ml
6 ml
9 ml
12 ml
15 ml
18 ml
35 kg
3,5 ml
7 ml
10,5 ml
14 ml
17,5 ml
21 ml
Tweemaal daags te gebruiken voor kinderen vanaf 4 jaar en jongeren tot 18 jaar
met een gewicht
van 40 kg tot 50 kg:
Gewicht Startdosis: 0,1 ml/kg 0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
Maximaal
aanbevolen
dosis: 0,5 ml/kg
40 kg
4 ml
8 ml
12 ml
16 ml
20 ml
45 kg
4,5 ml
9 ml
13,5 ml
18 ml
22,5 ml
Als u Lacosamide Accord in combinatie met andere geneesmiddelen tegen epilepsie gebruikt
de gebruikelijke startdosering is tweemaal daags 1 mg (0,1 ml) voor elke kilogram (kg)
lichaamsgewicht.
Uw arts kan uw tweemaaldaagse dosis vervolgens elke week met 1 mg (0,1 ml) per kg
lichaamsgewicht verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een onderhoudsdosis bereikt. De maximale
aanbevolen dosering is tweemaal daags 6 mg (0,6 ml) per kg lichaamsgewicht. Een doseringstabel
vindt u hieronder.
Als u Lacosamide Accord in combinatie met andere geneesmiddelen tegen epilepsie gebruikt
Kinderen ouder dan 4 jaar met een lichaamsgewicht van minder dan 20 kg - Deze tabellen dienen
uitsluitend ter informatie. Uw arts zal de juiste dosis voor u berekenen:
Tweemaal daags te gebruiken voor kinderen vanaf 4 jaar
met een gewicht van minder dan 20 kg
Gewicht Startdosis: 0,1 ml/kg 0,2 ml/kg 0,3 ml/kg 0,4 ml/kg 0,5 ml/kg Maximaal
aanbevolen
dosis: 0,6 ml/kg
10 kg
1 ml
2 ml
3 ml
4 ml
5 ml
6 ml
15 kg
1,5 ml
3 ml
4,5 ml
6 ml
7,5 ml
9 ml
Bij kinderen vanaf 4 jaar met een lichaamsgewicht van 20 kg tot 30 kg:
de gebruikelijke startdosering is tweemaal daags 1 mg (0,1 ml) voor elke kilogram (kg)
lichaamsgewicht.
Uw arts kan uw tweemaaldaagse dosis vervolgens elke week met 1 mg (0,1 ml) per kg
lichaamsgewicht verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een onderhoudsdosis bereikt. De maximale
aanbevolen dosering is tweemaal daags 5 mg (0,5 ml) per kg lichaamsgewicht. Een doseringstabel
vindt u hieronder.
Als u Lacosamide Accord in combinatie met andere geneesmiddelen tegen epilepsie gebruikt
Kinderen en jongeren tot 18 jaar met een lichaamsgewicht van 20 kg tot 30 kg - Deze tabellen
dienen uitsluitend ter informatie. Uw arts zal de juiste dosis voor u berekenen:
Tweemaal daags te gebruiken voor kinderen vanaf 4 jaar en jongeren tot 18 jaar
met een gewicht
van 20 kg tot 30 kg:
Gewicht Startdosis: 0,1 ml/kg 0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
0,4 ml/kg
Maximaal
aanbevolen
dosis: 0,5 ml/kg
20 kg
2 ml
4 ml
6 ml
8 ml
10 ml
25 kg
2,5 ml
5 ml
7,5 ml
10 ml
12,5 ml
Bij kinderen vanaf 4 jaar met een lichaamsgewicht van 30 kg tot 50 kg:
de gebruikelijke startdosering is tweemaal daags 1 mg (0,1 ml) voor elke kilogram (kg)
lichaamsgewicht.
Uw arts kan uw tweemaaldaagse dosis vervolgens elke week met 1 mg (0,1 ml) per kg
lichaamsgewicht verhogen. Dit wordt gedaan totdat u een onderhoudsdosis bereikt. De maximale
aanbevolen dosering is tweemaal daags 4 mg (0,4 ml) per kg lichaamsgewicht. Een doseringstabel
vindt u hieronder.
Gewicht Startdosis: 0,1 ml/kg 0,2 ml/kg
0,3 ml/kg
Maximaal
aanbevolen
dosis: 0,4 ml/kg
30 kg
3 ml
6 ml
9 ml
12 ml
35 kg
3,5 ml
7 ml
10,5 ml
14 ml
40 kg
4 ml
8 ml
12 ml
16 ml
45 kg
4,5 ml
9 ml
13,5 ml
18 ml
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Als uw arts beslist uw behandeling met Lacosamide Accord te stoppen, dan zal de arts de dosis stap
voor stap afbouwen. Dit gebeurt om te voorkomen dat uw epilepsie terugkomt of verergert.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Bijwerkingen van het zenuwstelsel zoals duizeligheid kunnen vaker voorkomen na een enkele
'oplaaddosis'.
Vertel het uw arts of apotheker als u last krijgt van een van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
Hoofdpijn;
Duizeligheid of misselijkheid (nausea);
Dubbelzien (diplopie).
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
Korte trekkingen van een spier of een spiergroep (myoklonische aanvallen);
Problemen bij het coördineren van uw bewegingen of bij het lopen;
Evenwichtsproblemen, trillingen (tremor), tinteling (paresthesie) of spierspasmen, gemakkelijk
vallen en blauwe plekken krijgen;
Problemen met uw geheugen, nadenken of het vinden van woorden, verwardheid;
Snelle en ongecontroleerde bewegingen van de ogen (nystagmus), wazig zien;
Draaiduizeligheid met stoornis in het evenwicht (vertigo), een dronken gevoel;
Misselijkheid (braken), droge mond, verstopping (obstipatie), verstoorde spijsvertering
(indigestie), overmatige gasvorming in de maag of darmen, diarree;
Verminderd gevoel of gevoeligheid, moeilijkheden bij het duidelijk uitspreken van woorden,
aandachtsstoornis;
Geluiden in het oor zoals brom-, bel- of fluitgeluiden;
Prikkelbaarheid, slaapproblemen, depressie;
Slaperigheid, vermoeidheid of zwakte (asthenie);
Jeuk, huiduitslag.
Trage hartslag, hartkloppingen (palpitaties), onregelmatige pols of andere veranderingen in de
elektrische activiteit van uw hart (geleidingsstoornis);
Overdreven gevoel van welbevinden, het zien en/of horen van dingen die niet echt zijn;
Allergische reactie op geneesmiddelgebruik, galbulten;
Bloedonderzoek kan wijzen op een afwijkende leverfunctie, leverletsel;
Zelfmoordgedachten of gedachten om zichzelf pijn te doen of een zelfmoordpoging doen: neem
onmiddellijk contact op met uw arts;
Zich boos of opgewonden (geagiteerd) voelen;
Abnormaal denken of werkelijkheidsgevoel verliezen;
Ernstige allergische reactie die zwelling van het gezicht, de keel, handen, voeten, enkels of
onderbenen veroorzaakt;
Flauwvallen;
Abnormale, onwillekeurige bewegingen (dyskinesie).
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Abnormaal snelle hartslag (ventriculaire tachyaritmie);
Een zere keel, temperatuurverhoging en meer infecties krijgen dan gebruikelijk.
Bloedonderzoek kan wijzen op een sterke vermindering van een specifieke klasse van witte
bloedcellen (agranulocytose);
Een ernstige huidreactie die gepaard kan gaan met temperatuurverhoging en andere griepachtige
symptomen, huiduitslag op het gezicht, uitgebreide huiduitslag en opgezette klieren (gezwollen
lymfeklieren). Bloedonderzoek kan wijzen op hogere leverenzymspiegels en een verhoging van
een bepaald type witte bloedcellen (eosinofilie);
Een uitgebreide huiduitslag met blaren en afschilferende huid, voornamelijk rond de mond,
neus, ogen en geslachtsdelen (Stevens-Johnson-syndroom) en een ernstigere vorm van
huiduitslag waarbij een groot deel van de huid (meer dan 30% van het lichaamsoppervlak)
afschilfert (toxische epidermale necrolyse);
Aanval van bewusteloosheid met spiertrekkingen (convulsie).
Extra bijwerkingen bij toediening als intraveneuze infusie
Er kunnen lokale bijwerkingen optreden.
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
Pijn of ongemak op de plaats van de injectie of irritatie.
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
Roodheid op de plaats van de injectie.
Extra bijwerkingen die bij kinderen kunnen voorkomen
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 kinderen
Loopneus (nasofaryngitis);
Koorts (pyrexie);
Zere keel (faryngitis);
Minder eten dan gebruikelijk.
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
Zich slaperig voelen of geen energie hebben (lethargie).
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Veranderingen in gedrag, niet zichzelf zijn.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
injectieflacon na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Iedere injectieflacon Lacosamide Accord oplossing voor infusie mag slechts één keer (eenmalig
gebruik) worden gebruikt. Ongebruikte oplossing dient te worden afgevoerd.
Alleen een heldere oplossing, vrij van vaste deeltjes en verkleuring, mag worden gebruikt.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is lacosamide.
1 ml Lacosamide Accord oplossing voor infusie bevat 10 mg lacosamide.
1 injectieflacon bevat 20 ml Lacosamide Accord oplossing voor infusie, gelijk aan 200 mg
lacosamide.
De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, zoutzuur, water voor injecties.
Hoe ziet Lacosamide Accord eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Lacosamide Accord 10 mg/ml oplossing voor infusie is een heldere, kleurloze oplossing, zonder
deeltjes.
Lacosamide Accord oplossing voor infusie is beschikbaar in verpakkingen met 1 injectieflacon
en 5 injectieflacons. Iedere injectieflacon bevat 20 ml. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten
worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Accord Healthcare S.L.U.
World Trade Center, Moll de Barcelona s/n, Edifici Est, 6a Planta,
08039, Barcelona
Spanje
Fabrikant
Accord Healthcare Polska Sp. z o.o.
Ul. Lutomierska 50,
95-200 Pabianice, Polen
Pharmadox Healthcare Limited
KW20A Kordin Industrial Park, Paola