Lasix 20 mg/2 ml
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIENT
Lasix 40 mg tabletten
Lasix 20 mg/2 ml oplossing voor injectie
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard
furosemide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Lasix en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u Lasix niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u Lasix?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Lasix?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. WAT IS LASIX EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?
Lasix behoort tot de groep van de diuretica (waterafdrijvende middelen).
Lasix is aangewezen bij:
-
vochtophoping (oedeem) veroorzaakt door hart- of vaataandoeningen, lever- of
nieraandoeningen of door trombose.
-
vochtophoping in de longen (longoedeem).
-
oedemen veroorzaakt door brandwonden.
-
vergiftiging (intoxicatie) door slaapmiddelen.
-
licht of matig verhoogde bloeddruk.
2. WANNEER MAG U LASIX NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA
VOORZICHTIG MEE ZIJN?
Wanneer mag u Lasix niet gebruiken?
- U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
U bent allergisch voor sulfamiden (geneesmiddelen die de bacteriegroei remmen).
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
1/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
- Als u lijdt aan uitdroging (dehydratatie) of een vermindering van het circulerende
bloedvolume heeft (hypovolemie).
- Als u een sterk verzwakte nierfunctie heeft met verminderde urineproductie die niet reageert
op furosemide, de werkzame stof van dit middel.
- Wanneer u een ernstige leveraandoening heeft (leverencefalopathie) waarbij precomateuze
en comateuze toestanden optreden.
- Als u een ernstig natriumtekort heeft in uw bloed (hyponatriëmie).
-
Als u een ernstig kaliumtekort heeft in uw bloed (hypokaliëmie).
- Als u zwanger bent of borstvoeding geeft (zie “Zwangerschap en borstvoeding”).
-
Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers niet verdraagt. Lasix 40 mg tabletten
bevatten namelijk lactose en Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard
bevatten saccharose (suiker). Raadpleeg daarom eerst uw arts vooraleer u deze
geneesmiddelen inneemt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Lasix?
Het is belangrijk dat u tijdens de behandeling voldoende kunt blijven plassen.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt:
-
als u last heeft van een gedeeltelijke verstopping van de urinewegen (moeilijk urineren,
vergroting van de prostaat, vernauwing van de urinebuis).
-
als u een verlaagde bloeddruk heeft (hypotensie).
-
als u een bijzonder risico loopt op bloeddrukdaling (vb. door vernauwing van de bloedvaten
die het hart of de hersenen bevloeien).
-
als u suikerziekte heeft (diabetes).
-
als u jicht heeft (een ontsteking van de gewrichten).
-
als uw nieren minder goed werken én u tegelijkertijd een ernstige leverziekte heeft
(hepatorenaal syndroom).
-
als u een te laag eiwitgehalte in uw bloed heeft (hypoproteïnemie).
-
in geval van gelijktijdige behandeling bij oudere, demente patiënten met risperidone (middel
voor de behandeling van schizofrenie, ernstige agressie bij dementie en manische
episodes).
-
bij premature baby's; de arts zal uw baby regelmatig controleren.
-
als u te weinig kalium in het bloed heeft (hypokaliëmie). Bij langdurig gebruik van Lasix is
een kaliumrijke voeding met bv. mager vlees, aardappelen, bananen, tomaten, spinazie,
bloemkool, gedroogde vruchten, enz. aan te bevelen.
-
als u Lasix toegediend krijgt als een inspuiting. In dit geval is Lasix zeer werkzaam en kan
er bij een te hoge dosis een vermindering van het bloedvolume optreden. Een streng
medisch toezicht is dus vereist. Als de dosis is aangepast aan het te behandelen geval, is
er over het algemeen geen acute verandering in de bloedsomloop te vrezen, zelfs als u veel
plast.
-
als u moeilijk kunt plassen, vertel dit dan onmiddellijk aan uw arts.
-
indien stoornissen van het bewustzijn worden opgemerkt, moet dit onmiddellijk aan de
behandelende arts worden gemeld.
-
een te zoutarme voeding kan kuitspierkrampen, gebrek aan eetlust, zwaktegevoel,
duizeligheid, slaperigheid en andere ongemakken veroorzaken.
-
Het is mogelijk dat er een verergering of activering is van systemische lupus erythematosus
(veralgemeende ziekte van het afweersysteem).
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
2/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
-
Als u ouder bent, als u andere medicatie gebruikt die tot een daling van de bloeddruk
kan leiden, en als u andere medische aandoeningen hebt waardoor u risico loopt op
een daling in de bloeddruk.
Regelmatige bloedcontroles kunnen noodzakelijk zijn.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lasix nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Lasix en andere geneesmiddelen kunnen elkaars werking beïnvloeden. Dit geldt onder andere
voor:
Aminoglycosiden
(antibiotica) en andere
geneesmiddelen die schadelijk zijn voor het
oor:
de schadelijke effecten van deze geneesmiddelen kunnen versterkt worden door
furosemide. Omdat de gehoorschade van blijvende aard kan zijn, mogen deze
geneesmiddelen enkel om ernstige medische redenen in combinatie met furosemide worden
toegediend.
Chloralhydraat
(een kalmerend middel): bij intraveneuze toediening (in een ader) van
furosemide binnen 24 uur na de toediening van chloralhydraat zijn in geïsoleerde gevallen de
volgende bijwerkingen gemeld: warmteopwellingen, zweetuitbarstingen, opwinding,
misselijkheid, een verhoging van de bloeddruk en een versnelling van de hartslag. Bijgevolg
is het niet aan te bevelen om furosemide gelijktijdig te gebruiken met chloralhydraat.
Cisplatine
(middel tegen kanker): gelijktijdig gebruik met furosemide kan leiden tot
gehoorstoornissen. Het schadelijk effect van cisplatine op de nieren kan ook verhoogd
worden. Beide producten mogen dan ook niet gelijktijdig worden toegediend.
Sucralfaat
(geneesmiddel gebruikt bij maagzweren): furosemide en sucralfaat mogen niet
binnen 2 uur na elkaar ingenomen worden. Sucralfaat vermindert namelijk de opname van
furosemide via de darmen waardoor de werking van furosemide afneemt.
Vóór het begin van een behandeling met bepaalde
geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk
zal, indien mogelijk, de inname van Lasix gedurende 2 à 3 dagen onderbroken worden. Volg
de aanwijzingen van uw arts.
Risperidone
(middel tegen schizofrenie, ernstige agressie bij dementie en manische
episodes): bij oudere, demente patiënten is voorzichtigheid geboden wanneer Lasix tegelijk
met risperidone wordt toegediend. Deze combinatie mag enkel worden toegediend op
instructie van de arts die de risico’s en baten vooraf zal afwegen.
Levothyroxine
(schildklierhormoon): een hoge dosis furosemide kan invloed hebben op de
hoeveelheid schildklierhormonen in uw bloed.
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
3/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
Ontstekingswerende middelen,
zoals middelen tegen reuma, kunnen de werking van Lasix
verminderen.
Fenytoïne
(middel tegen epilepsie): de combinatie van fenytoïne en furosemide kan het
effect van furosemide verminderen.
Antibiotica
(middelen ter voorkoming/bestrijding van bepaalde infecties): Lasix kan het
toxische effect van sommige antibiotica (aminosiden, kanamycine, gentamycine,
tobramycine, cefalosporines) op de nieren versterken, vooral wanneer deze producten
toegediend worden in een hoge dosis. Gehoorstoornissen kunnen in die gevallen van
blijvende aard zijn.
Lasix kan de werking versterken van
salicylaten,
van
lithiumpreparaten
(geneesmiddelen
bij depressie), van
theofylline
(geneesmiddel tegen astma) en van
geneesmiddelen van
het curare-type
(om de spieren te ontspannen).
Bloeddrukverlagende geneesmiddelen:
wanneer furosemide gelijktijdig wordt toegediend
met bloeddrukverlagende geneesmiddelen of andere geneesmiddelen die de arteriële
bloeddruk kunnen doen dalen, moet er geanticipeerd worden op een meer uitgesproken
bloeddrukdaling.
Corticosteroïden
(bijnierschorshormonen met o.a. een ontstekingsremmende werking),
carbenoxolon
(geneesmiddel gebruikt bij maagzweren),
grote hoeveelheden zoethout
en
het langdurige gebruik van laxeermiddelen:
een combinatie met Lasix kan leiden tot een
kaliumtekort.
Het is mogelijk dat Lasix de werking van
geneesmiddelen tegen suikerziekte
en
bloeddrukverhogende middelen
doet afnemen.
Probenecide
(geneesmiddel tegen jicht),
methotrexaat
(geneesmiddel gebruikt bij
gewrichtsontsteking) en andere
geneesmiddelen die, net als furosemide, voor een groot
deel uitgescheiden worden via de nieren,
kunnen het effect van furosemide verminderen.
Omgekeerd kan furosemide de uitscheiding van deze geneesmiddelen via de nieren
verminderen. Bij een behandeling met een hoge dosis (zowel van furosemide als van het
andere geneesmiddel) verhoogt de kans op bijwerkingen van furosemide of van het
gelijktijdig toegediende geneesmiddel.
Elektrolytenstoornissen
(bijvoorbeeld een tekort aan kalium en magnesium in het bloed)
kunnen de toxiciteit (giftigheid) van sommige andere geneesmiddelen (bijv. bepaalde
hartmiddelen) verhogen.
Clofibraat
(geneesmiddel dat het vetgehalte in het bloed verlaagt): mogelijke versterking van
het effect van furosemide.
Houtskool:
vermindering van de doeltreffendheid van furosemide.
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
4/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
Cholestyramine, colestipol
(geneesmiddelen die het vetgehalte in het bloed verlagen): de
doeltreffendheid van furosemide daalt.
Ciclosporine A
(middel dat de afweerreacties vermindert): verhoogd risico op jicht.
Contraststoffen:
verhoogde kans op een verminderde nierfunctie veroorzaakt door
contrastradiografie bij patiënten met een verhoogd risico op nieraandoeningen.
Onverenigbaarheden
Lasix voor injectie mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen in dezelfde
injectiespuit.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Het is aanbevolen om de tabletten en de capsules op een lege (nuchtere) maag in te nemen
om een verminderde of verhoogde opname van furosemide te vermijden.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding?
Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Furosemide passeert de placenta. Neem Lasix daarom niet als u zwanger bent, behalve op
uitdrukkelijk advies van uw arts. Bij een eventuele behandeling tijdens de zwangerschap, zal
uw arts de groei van de foetus nauwkeurig volgen.
Borstvoeding
Lasix komt in de moedermelk terecht en kan de productie ervan remmen. Geef daarom geen
borstvoeding wanneer u met furosemide behandeld wordt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bij sommige personen kan een vermindering van aandacht optreden. De bekwaamheid om
een voertuig te besturen of machines te bedienen kan hierdoor verminderen. Dit gebeurt
vooral in het begin van de behandeling, bij het veranderen van geneesmiddel en in combinatie
met alcohol.
Lasix 40 mg tabletten bevat lactose (melksuiker)
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard bevat sacharose
(suiker)
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op
met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3. HOE GEBRUIKT U LASIX?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u
over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
5/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
De arts bepaalt de dosis.
Volwassenen:
Over het algemeen wordt de behandeling bij een volwassene begonnen met 1 tablet of 1
capsule, bij voorkeur ’s morgens op een lege (nuchtere) maag. Bij de verdere behandeling
wordt de dosis bepaald in functie van de bekomen wateruitscheiding.
Kinderen:
Voor kinderen gelden speciale doseringsrichtlijnen die voor elk kind afzonderlijk worden
aangepast. Enkel de behandelende arts is bevoegd om te oordelen welke dosis uw kind dient
in te nemen.
In geval van een verminderde nierfunctie zal de arts uw dosis aanpassen aan de graad van de
nierfunctievermindering.
Als de opname ter hoogte van de maag en de darm verstoord is en de orale vorm daarom niet
kan worden gebruikt of wanneer een vlugge werking nodig is, wordt Lasix ingespoten. Deze
inspuiting gebeurt gewoonlijk in een ader (intraveneus). Uitzonderlijk kan de inspuiting in de
spieren (intramusculair) gebeuren.
Toedieningswijze en toedieningsweg
:
Lasix 40 mg tabletten:
Slik de tabletten in met een weinig vloeistof zonder erop te kauwen.
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard:
Slik de capsules in met een weinig vloeistof zonder erop te kauwen.
Lasix 20 mg/2 ml oplossing voor injectie:
Inspuiting in een ader (intraveneus) of in de spieren (intramusculair).
Heeft u te veel van Lasix ingenomen / toegediend gekregen?
Wanneer u te veel van Lasix heeft ingenomen / toegediend gekregen neem dan onmiddellijk
contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070 / 245 245).
Als u te veel Lasix heeft ingenomen zal dit aanvankelijk een sterke wateruitscheiding
veroorzaken waardoor uw lichaam vloeistof en zout verliest. Verwittig in dit geval onmiddellijk
een arts omdat in ernstige gevallen de patiënt in het ziekenhuis moet worden opgenomen
zodat er vloeistof en zout kunnen worden toegediend.
Bent u vergeten Lasix te gebruiken?
Indien u een toediening vergeet, neem deze dan zodra dit mogelijk is. Neem echter nooit een
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als het tijdstip van de volgende inname nabij is, neem dan de vergeten dosis niet meer in maar
neem wel de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip.
Als u stopt met het gebruik van Lasix
U mag de behandeling met Lasix nooit plotseling stoppen zonder eerst uw arts te raadplegen.
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
6/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met
uw arts of apotheker.
4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De frequentie van de mogelijke bijwerkingen die hieronder worden genoemd, is gedefinieerd
overeenkomstig de volgende afspraak:
zeer vaak
(komt voor bij meer dan 1 op de 10 personen)
vaak
(komt bij 1 tot 10 op de 100 personen voor)
soms
(komt bij 1 tot 10 op de 1.000 personen voor)
zelden
(komt bij 1 tot 10 op de 10.000 personen voor)
zeer zelden
(komt bij minder dan 1 op de 10.000 personen voor)
niet bekend
(de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Volgende bijwerkingen werden beschreven:
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Vaak:
concentratie van het bloed (hemoconcentratie)
Soms:
Tekort aan bloedplaatjes (trombocytopenie)
Zelden:
Tekort aan witte bloedlichaampjes (leukopenie);
Toename van bepaalde cellen (eosinofiele cellen) in het bloed (eosinofilie);
Zeer zelden:
Bloedarmoede als gevolg van een te geringe aanmaak van rode bloedlichaampjes
(aplastische anemie)
Bloedarmoede als gevolg van een te grote afbraak van het bloed (hemolytische
anemie)
Zeer ernstige bloedafwijking (een abnormaal laag aantal witte bloedcellen in het bloed)
(agranulocytose)
Immuunsysteemaandoeningen
Zelden:
Ernstige overgevoeligheidsreacties voor lichaamsvreemde stoffen (anafylactische of
anafylactoïde reacties). Raadpleeg onmiddellijk de behandelende arts.
Niet bekend:
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
7/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
Verergering of activatie van systemische lupus erythematosus (veralgemeende ziekte
van het afweersysteem).
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak:
Stoornissen in het elektrolytenevenwicht, uitdroging en verminderd bloedvolume, in het
bijzonder bij oudere patiënten.
Verhoging van het creatinine en van de triglyceriden in het bloed.
Vaak:
Daling van de natrium-, chloor- en kaliumgehalten in het bloed.
Verhoging van het cholesterolgehalte in het bloed.
Verhoging van het urinezuurgehalte in het bloed wat kan leiden tot jichtaanvallen.
Verhoging van het urinevolume.
Soms:
Afname van de glucosetolerantie (het verdragen van bepaalde suikers). Suikerziekte
(diabetes) kan zich manifesteren tijdens een behandeling met dit geneesmiddel.
Niet bekend:
Verminderd calcium- en magnesiumgehalte in het bloed.
Verhoogd ureumgehalte in het bloed.
Zuurverlies van het bloed (metabole alkalose).
Pseudo-Bartter syndroom (stofwisselingsstoornis met kaliumverlies door de nieren) bij
misbruik en/of langdurig gebruik.
Furosemide kan leiden tot overmatig verlies van lichaamsvocht (bv. vaker plassen dan
normaal) en mineralen (natrium, kalium, magnesium en calcium). Symptomen die kunnen
optreden zijn: versterkt dorstgevoel, gebrek aan eetlust, hoofdpijn, verwardheid, slaperigheid,
krampen in de kuiten, spierkrampen en -zwakte, langdurige en pijnlijke spiersamentrekkingen,
hartritmestoornissen en maagdarmstoornissen.
Onderliggende aandoeningen, combinaties met andere geneesmiddelen (zie rubriek “Gebruikt
u nog andere geneesmiddelen?”) en voeding kunnen de ontwikkeling van
elektrolytenstoornissen beïnvloeden.
Bij intraveneuze toediening (inspuiting in een ader) kan Lasix een ernstig kaliumtekort
veroorzaken, vooral bij oudere personen, bij patiënten met een kaliumarme voeding of bij
patiënten die aan chronische diarree lijden (door het regelmatig innemen van laxeermiddelen).
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Soms:
Gehoorstoornissen
Doofheid (soms onomkeerbaar)
Zeer zelden:
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
8/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
Oorsuizingen
Deze bijwerkingen zijn meestal van tijdelijke aard en komen voor wanneer de intravaneuze
toediening te snel is gebeurd, of wanneer het product gelijktijdig wordt gebruikt met middelen
die schadelijk zijn voor het gehoor of bij patiënten met ontoereikende nierwerking of met
hypoproteïnemie (te laag gehalte aan eiwitten in het bloed).
Bloedvataandoeningen
Zeer vaak (voor intraveneuze infusie):
Hypotensie: Lasix kan een verlaging van de bloeddruk veroorzaken die, voornamelijk
wanneer ze zeer uitgesproken is, gepaard kan gaan met de volgende tekenen en
symptomen: een verminderd concentratie- en reactievermogen, duizeligheid, gevoel
van druk op het hoofd, hoofdpijn, draaierigheid, slaperigheid, gevoel van zwakte,
gezichtsstoornissen, droge mond en orthostatische hypotensie (verlaagde bloeddruk bij
het plots rechtstaan vanuit een liggende of zittende houding).
Zelden:
Vasculitis (ontsteking van de bloedvaten).
Niet bekend:
Neiging tot de ontwikkeling van trombosen (vorming van een bloedstolsel in een ader
of slagader).
Maagdarmstelselaandoeningen
Soms:
Misselijkheid
Zelden:
Braken of diarree
Zeer zelden:
Ontsteking van de alvleesklier
Lever- en galaandoeningen
Zeer zelden:
Leverstoornissen
Stoornissen in de leverfunctietesten (stijging transaminasen)
Huid- en onderhuidaandoeningen
Soms:
Jeuk, netelroos, huiduitslag, , bulleuze letsels (blaar- of blaasvormige letsels), roodheid
of ontsteking van de huid met afschilfering of rode vlekken.
Verhoogde gevoeligheid van de huid voor licht (fotosensibiliteit).
Niet bekend:
Ernstige overgevoeligheidsreactie met (hoge) koorts, rode vlekken op de huid,
gewrichtspijn en/of oogontsteking (Stevens-Johnson syndroom)
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
9/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
Ernstige, acute (overgevoeligheids)reactie gepaard gaande met koorts en blaren op de
huid/vervelling van de huid (toxische epidermale necrolyse).
Plotse, veralgemeende eczeem-achtige blaasjes (AGEP).
Geneesmiddelenhuiduitslag met eosinofilie (toename van de eosinofiele bloedcellen)
en algemene symptomen (DRESS).
Indien een van deze huidreacties zich voordoet, stop dan het gebruik van Lasix en verwittig
onmiddellijk uw arts.
Lichenoïde reacties die gekenmerkt worden door kleine, jeukerige, rood-paarse,
veelhoekige letsels op de huid, geslachtsdelen of in de mond.
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
Hepatische encephalopathie (hersenaandoening)
Zelden:
Paresthesie (tintelingen).
Niet bekend:
Duizeligheid, flauwvallen en verlies van bewustzijn (veroorzaakt door symptomatische
hypotensie), hoofdpijn.
Nier- en urinewegaandoeningen
Vaak:
Een toename van de urineproductie wat klachten bij patiënten met plasproblemen kan
uitlokken of verergeren.
Zelden:
Nierontsteking (tubulointerstitiële nefritis).
Niet bekend:
Verhoogd natrium- en chloorgehalte in de urine,
Urineretentie (niet kunnen plassen) met overrekking van de blaas (bij patiënten met
plasproblemen, prostaathypertrofie (vergroting van de prostaat) of een vernauwing van
de urinebuis),
Bij premature baby’s kunnen er zich calciumafzettingen voordoen in de nieren, en kan
ook vorming van nierstenen optreden.
Nierfalen.
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Niet bekend:
gevallen van rabdomyolyse (spiervezelafbraak met het vrijkomen van spiereiwitten in de
circulatie) zijn gemeld, vaak in de context van ernstige hypokaliëmie.
Congenitale, familiale en genetische aandoeningen
Niet bekend:
Verhoogd risico op een open ductus arteriosus (openblijven van de verbinding tussen
aorta en longslagader) bij premature baby’s die furosemide krijgen tijdens de eerste
levensweken.
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
10/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zelden:
Koorts
Niet bekend:
Na een intramusculaire injectie kunnen lokale reacties, zoals pijn, optreden.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via:
België:
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten – Afdeling
Vigilantie –Postbus 97 – B-1000 Brussel Madou – Website: www.fagg.be – E-mail:
patientinfo@fagg-afmps.be
Luxemburg:
Centre Régional de Pharmacovigilance de Nancy –crpv@chru-nancy.fr
–
Tél.:
(+33) 3 83 656085/87 – Fax: (+33) 3 83 656133 of Division de la Pharmacie et des
Médicaments – Direction de la santé, Luxembourg –pharmacovigilance@ms.etat.lu – Tél.:
(+352) 247-85592 – Fax: (+352) 2479-5615
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5. HOE BEWAART U LASIX?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Lasix 40 mg tabletten en Lasix 20 mg/ 2 ml oplossing voor injectie:
bewaren beneden 25°C en
ter bescherming tegen licht.
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard:
bewaren beneden 30°C.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Die is te vinden op
de verpakking na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan
op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE
Welke stoffen zitten er in Lasix?
-
De werkzame stof in Lasix is furosemide.
-
Lasix 40 mg, tabletten
bevat 40 mg furosemide per tablet. De andere stoffen in dit middel
zijn: lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, maïszetmeel, gepregelatiniseerd zetmeel,
anhydrisch colloïdaal silicium, talk.
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
11/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
-
-
Lasix 20 mg/2 ml, oplossing voor injectie
bevat 20 mg furosemide per ampul van 2 ml. De
andere stoffen in dit middel zijn: natriumchloride, natriumhydroxide, water voor injecties.
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard
bevat 30 mg furosemide
per capsule. De andere stoffen in dit middel zijn: stearinezuur, gehydrateerd
aluminiumoxide, schellak, maïszetmeel, polyvidone, sacharose, talk per capsule. Het
lichaam van de capsule is samengesteld uit gelatine, geel ijzeroxide en titaandioxide, het
hoedje van de capsule uit gelatine, geel ijzeroxide, indigokarmijn en titaandioxide.
Hoe ziet Lasix er uit en hoeveel zit er in een verpakking?
Lasix 40 mg tabletten
bestaat in dozen met 12, 50 of 250 (hospitaal) tabletten in
blisterverpakking.
Lasix 20 mg/ 2 ml oplossing voor injectie:
bestaat in dozen met 5, 6 of 20 (hospitaal) bruine,
glazen ampullen van 2 ml.
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard:
bestaat in dozen met 30
capsules in blisterverpakking.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Sanofi Belgium
Leonardo Da Vincilaan 19
1831 Diegem
Tel.: 02.710.54.00
e-mail: info.belgium@sanofi.com
Fabrikant:
Lasix 40 mg tabletten
Sanofi Winthrop Industrie
56, route de Choisy au Bac
FR – 60205 Compiègne - Frankrijk
Lasix 20 mg/2 ml oplossing voor injectie
DELPHARM DIJON
6 boulevard de l’Europe
21800 Quétigny - Frankrijk
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard
Sanofi Winthrop Industrie
1, rue de la Vierge
Ambarès et Lagrave
33565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
Lasix 40 mg tabletten:
BE067663
Lasix 20 mg/ 2 ml oplossing voor injectie:
BE067401
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
12/13
Lasixlow-pil-nl-draft-050320
05/03/2020
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard:
BE115367
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 04/2020.
Bijsluiter
Basis: closing
Type II CCDSv12 (WS) 080518
13/13
05/03/2020
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIENT
Lasix 40 mg tabletten
Lasix 20 mg/2 ml oplossing voor injectie
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard
furosemide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is al een aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Lasix en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u Lasix niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u Lasix?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Lasix?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. WAT IS LASIX EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?
Lasix behoort tot de groep van de diuretica (waterafdrijvende middelen).
Lasix is aangewezen bij:
- vochtophoping (oedeem) veroorzaakt door hart- of vaataandoeningen, lever- of
nieraandoeningen of door trombose.
- vochtophoping in de longen (longoedeem).
- oedemen veroorzaakt door brandwonden.
- vergiftiging (intoxicatie) door slaapmiddelen.
- licht of matig verhoogde bloeddruk.
2. WANNEER MAG U LASIX NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA
VOORZICHTIG MEE ZIJN?
Wanneer mag u Lasix niet gebruiken?
- U bent al ergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
- U bent al ergisch voor sulfamiden (geneesmiddelen die de bacteriegroei remmen).
Bijsluiter
1/13
05/03/2020
- Als u lijdt aan uitdroging (dehydratatie) of een vermindering van het circulerende
bloedvolume heeft (hypovolemie).
- Als u een sterk verzwakte nierfunctie heeft met verminderde urineproductie die niet reageert
op furosemide, de werkzame stof van dit middel.
- Wanneer u een ernstige leveraandoening heeft (leverencefalopathie) waarbij precomateuze
en comateuze toestanden optreden.
- Als u een ernstig natriumtekort heeft in uw bloed (hyponatriëmie).
- Als u een ernstig kaliumtekort heeft in uw bloed (hypokaliëmie).
- Als u zwanger bent of borstvoeding geeft (zie 'Zwangerschap en borstvoeding').
- Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers niet verdraagt. Lasix 40 mg tabletten
bevatten namelijk lactose en Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard
bevatten saccharose (suiker). Raadpleeg daarom eerst uw arts vooraleer u deze
geneesmiddelen inneemt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Lasix?
Het is belangrijk dat u tijdens de behandeling voldoende kunt blijven plassen.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt:
-
als u last heeft van een gedeeltelijke verstopping van de urinewegen (moeilijk urineren,
vergroting van de prostaat, vernauwing van de urinebuis).
- als u een verlaagde bloeddruk heeft (hypotensie).
- als u een bijzonder risico loopt op bloeddrukdaling (vb. door vernauwing van de bloedvaten
die het hart of de hersenen bevloeien).
- als u suikerziekte heeft (diabetes).
- als u jicht heeft (een ontsteking van de gewrichten).
- als uw nieren minder goed werken én u tegelijkertijd een ernstige leverziekte heeft
(hepatorenaal syndroom).
- als u een te laag eiwitgehalte in uw bloed heeft (hypoproteïnemie).
- in geval van gelijktijdige behandeling bij oudere, demente patiënten met risperidone (middel
voor de behandeling van schizofrenie, ernstige agressie bij dementie en manische
episodes).
- bij premature baby's; de arts zal uw baby regelmatig controleren.
- als u te weinig kalium in het bloed heeft (hypokaliëmie). Bij langdurig gebruik van Lasix is
een kaliumrijke voeding met bv. mager vlees, aardappelen, bananen, tomaten, spinazie,
bloemkool, gedroogde vruchten, enz. aan te bevelen.
- als u Lasix toegediend krijgt als een inspuiting. In dit geval is Lasix zeer werkzaam en kan
er bij een te hoge dosis een vermindering van het bloedvolume optreden. Een streng
medisch toezicht is dus vereist. Als de dosis is aangepast aan het te behandelen geval, is
er over het algemeen geen acute verandering in de bloedsomloop te vrezen, zelfs als u veel
plast.
- als u moeilijk kunt plassen, vertel dit dan onmiddel ijk aan uw arts.
- indien stoornissen van het bewustzijn worden opgemerkt, moet dit onmiddel ijk aan de
behandelende arts worden gemeld.
-
een te zoutarme voeding kan kuitspierkrampen, gebrek aan eetlust, zwaktegevoel,
duizeligheid, slaperigheid en andere ongemakken veroorzaken.
-
Het is mogelijk dat er een verergering of activering is van systemische lupus erythematosus
(veralgemeende ziekte van het afweersysteem).
Bijsluiter
2/13
05/03/2020
- Als u ouder bent, als u andere medicatie gebruikt die tot een daling van de bloeddruk
kan leiden, en als u andere medische aandoeningen hebt waardoor u risico loopt op
een daling in de bloeddruk.
Regelmatige bloedcontroles kunnen noodzakelijk zijn.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lasix nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Lasix en andere geneesmiddelen kunnen elkaars werking beïnvloeden. Dit geldt onder andere
voor:
Aminoglycosiden (antibiotica)
en andere
geneesmiddelen die schadelijk zijn voor het
oor: de schadelijke effecten van deze geneesmiddelen kunnen versterkt worden door
furosemide. Omdat de gehoorschade van blijvende aard kan zijn, mogen deze
geneesmiddelen enkel om ernstige medische redenen in combinatie met furosemide worden
toegediend.
Chloralhydraat (een kalmerend middel): bij intraveneuze toediening (in een ader) van
furosemide binnen 24 uur na de toediening van chloralhydraat zijn in geïsoleerde geval en de
volgende bijwerkingen gemeld: warmteopwellingen, zweetuitbarstingen, opwinding,
misselijkheid, een verhoging van de bloeddruk en een versnel ing van de hartslag. Bijgevolg
is het niet aan te bevelen om furosemide gelijktijdig te gebruiken met chloralhydraat.
Cisplatine (middel tegen kanker):
gelijktijdig gebruik met furosemide kan leiden tot
gehoorstoornissen. Het schadelijk effect van cisplatine op de nieren kan ook verhoogd
worden. Beide producten mogen dan ook niet gelijktijdig worden toegediend.
Sucralfaat (geneesmiddel gebruikt bij maagzweren): furosemide en sucralfaat mogen niet
binnen 2 uur na elkaar ingenomen worden. Sucralfaat vermindert namelijk de opname van
furosemide via de darmen waardoor de werking van furosemide afneemt.
Vóór het begin van een behandeling met bepaalde
geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk
zal, indien mogelijk, de inname van Lasix gedurende 2 à 3 dagen onderbroken worden. Volg
de aanwijzingen van uw arts.
Risperidone (middel tegen schizofrenie, ernstige agressie bij dementie en manische
episodes): bij oudere, demente patiënten is voorzichtigheid geboden wanneer Lasix tegelijk
met risperidone wordt toegediend. Deze combinatie mag enkel worden toegediend op
instructie van de arts die de risico's en baten vooraf zal afwegen.
Levothyroxine (schildklierhormoon): een hoge dosis furosemide kan invloed hebben op de
hoeveelheid schildklierhormonen in uw bloed.
Bijsluiter
3/13
05/03/2020
Ontstekingswerende middelen, zoals middelen tegen reuma, kunnen de werking van Lasix
verminderen.
Fenytoïne (middel tegen epilepsie): de combinatie van fenytoïne en furosemide kan het
effect van furosemide verminderen.
Antibiotica (middelen ter voorkoming/bestrijding van bepaalde infecties): Lasix kan het
toxische effect van sommige antibiotica (aminosiden, kanamycine, gentamycine,
tobramycine, cefalosporines) op de nieren versterken, vooral wanneer deze producten
toegediend worden in een hoge dosis. Gehoorstoornissen kunnen in die geval en van
blijvende aard zijn.
Lasix kan de werking versterken van
salicylaten, van
lithiumpreparaten (geneesmiddelen
bij depressie), van
theofylline (geneesmiddel tegen astma) en van
geneesmiddelen van
het curare-type (om de spieren te ontspannen).
Bloeddrukverlagende geneesmiddelen: wanneer furosemide gelijktijdig wordt toegediend
met bloeddrukverlagende geneesmiddelen of andere geneesmiddelen die de arteriële
bloeddruk kunnen doen dalen, moet er geanticipeerd worden op een meer uitgesproken
bloeddrukdaling.
Corticosteroïden (bijnierschorshormonen met o.a. een ontstekingsremmende werking),
carbenoxolon (geneesmiddel gebruikt bij maagzweren),
grote hoeveelheden zoethout en
het langdurige gebruik van laxeermiddelen: een combinatie met Lasix
kan leiden tot een
kaliumtekort.
Het is mogelijk dat Lasix de werking van
geneesmiddelen tegen suikerziekte en
bloeddrukverhogende middelen doet afnemen.
Probenecide (geneesmiddel tegen jicht),
methotrexaat (geneesmiddel gebruikt bij
gewrichtsontsteking) en andere
geneesmiddelen die, net als furosemide, voor een groot
deel uitgescheiden worden via de nieren, kunnen het effect van furosemide verminderen.
Omgekeerd kan furosemide de uitscheiding van deze geneesmiddelen via de nieren
verminderen. Bij een behandeling met een hoge dosis (zowel van furosemide als van het
andere geneesmiddel) verhoogt de kans op bijwerkingen van furosemide of van het
gelijktijdig toegediende geneesmiddel.
Elektrolytenstoornissen (bijvoorbeeld een tekort aan kalium en magnesium in het bloed)
kunnen de toxiciteit (giftigheid) van sommige andere geneesmiddelen (bijv. bepaalde
hartmiddelen) verhogen.
Clofibraat (geneesmiddel dat het vetgehalte in het bloed verlaagt): mogelijke versterking van
het effect van furosemide.
Houtskool: vermindering van de doeltreffendheid van furosemide.
Bijsluiter
4/13
05/03/2020
Cholestyramine, colestipol (geneesmiddelen die het vetgehalte in het bloed verlagen): de
doeltreffendheid van furosemide daalt.
Ciclosporine A (middel dat de afweerreacties vermindert): verhoogd risico op jicht.
Contraststoffen: verhoogde kans op een verminderde nierfunctie veroorzaakt door
contrastradiografie bij patiënten met een verhoogd risico op nieraandoeningen.
Onverenigbaarheden
Lasix voor injectie mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen in dezelfde
injectiespuit.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Het is aanbevolen om de tabletten en de capsules op een lege (nuchtere) maag in te nemen
om een verminderde of verhoogde opname van furosemide te vermijden.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding?
Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Furosemide passeert de placenta. Neem Lasix daarom niet als u zwanger bent, behalve op
uitdrukkelijk advies van uw arts. Bij een eventuele behandeling tijdens de zwangerschap, zal
uw arts de groei van de foetus nauwkeurig volgen.
Borstvoeding
Lasix komt in de moedermelk terecht en kan de productie ervan remmen. Geef daarom geen
borstvoeding wanneer u met furosemide behandeld wordt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bij sommige personen kan een vermindering van aandacht optreden. De bekwaamheid om
een voertuig te besturen of machines te bedienen kan hierdoor verminderen. Dit gebeurt
vooral in het begin van de behandeling, bij het veranderen van geneesmiddel en in combinatie
met alcohol.
Lasix 40 mg tabletten bevat lactose (melksuiker)
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard bevat sacharose
(suiker)
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op
met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3. HOE GEBRUIKT U LASIX?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u
over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Bijsluiter
5/13
05/03/2020
De arts bepaalt de dosis.
Volwassenen:
Over het algemeen wordt de behandeling bij een volwassene begonnen met 1 tablet of 1
capsule, bij voorkeur 's morgens op een lege (nuchtere) maag. Bij de verdere behandeling
wordt de dosis bepaald in functie van de bekomen wateruitscheiding.
Kinderen:
Voor kinderen gelden speciale doseringsrichtlijnen die voor elk kind afzonderlijk worden
aangepast. Enkel de behandelende arts is bevoegd om te oordelen welke dosis uw kind dient
in te nemen.
In geval van een verminderde nierfunctie zal de arts uw dosis aanpassen aan de graad van de
nierfunctievermindering.
Als de opname ter hoogte van de maag en de darm verstoord is en de orale vorm daarom niet
kan worden gebruikt of wanneer een vlugge werking nodig is, wordt Lasix ingespoten. Deze
inspuiting gebeurt gewoonlijk in een ader (intraveneus). Uitzonderlijk kan de inspuiting in de
spieren (intramusculair) gebeuren.
Toedieningswijze en toedieningsweg:
Lasix 40 mg tabletten:
Slik de tabletten in met een weinig vloeistof zonder erop te kauwen.
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard:
Slik de capsules in met een weinig vloeistof zonder erop te kauwen.
Lasix 20 mg/2 ml oplossing voor injectie:
Inspuiting in een ader (intraveneus) of in de spieren (intramusculair).
Heeft u te veel van Lasix ingenomen / toegediend gekregen?
Wanneer u te veel van Lasix heeft ingenomen / toegediend gekregen neem dan onmiddel ijk
contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070 / 245 245).
Als u te veel Lasix heeft ingenomen zal dit aanvankelijk een sterke wateruitscheiding
veroorzaken waardoor uw lichaam vloeistof en zout verliest. Verwittig in dit geval onmiddel ijk
een arts omdat in ernstige geval en de patiënt in het ziekenhuis moet worden opgenomen
zodat er vloeistof en zout kunnen worden toegediend.
Bent u vergeten Lasix te gebruiken?
Indien u een toediening vergeet, neem deze dan zodra dit mogelijk is. Neem echter nooit een
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als het tijdstip van de volgende inname nabij is, neem dan de vergeten dosis niet meer in maar
neem wel de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip.
Als u stopt met het gebruik van Lasix
U mag de behandeling met Lasix
nooit plotseling stoppen zonder eerst uw arts te raadplegen.
Bijsluiter
6/13
05/03/2020
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met
uw arts of apotheker.
4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De frequentie van de mogelijke bijwerkingen die hieronder worden genoemd, is gedefinieerd
overeenkomstig de volgende afspraak:
zeer vaak (komt voor bij meer dan 1 op de 10 personen)
vaak (komt bij 1 tot 10 op de 100 personen voor)
soms (komt bij 1 tot 10 op de 1.000 personen voor)
zelden (komt bij 1 tot 10 op de 10.000 personen voor)
zeer zelden (komt bij minder dan 1 op de 10.000 personen voor)
niet bekend (de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Volgende bijwerkingen werden beschreven:
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Vaak:
concentratie van het bloed (hemoconcentratie)
Soms:
Tekort aan bloedplaatjes (trombocytopenie)
Zelden:
Tekort aan witte bloedlichaampjes (leukopenie);
Toename van bepaalde cel en (eosinofiele cel en) in het bloed (eosinofilie);
Zeer zelden:
Bloedarmoede als gevolg van een te geringe aanmaak van rode bloedlichaampjes
(aplastische anemie)
Bloedarmoede als gevolg van een te grote afbraak van het bloed (hemolytische
anemie)
Zeer ernstige bloedafwijking (een abnormaal laag aantal witte bloedcel en in het bloed)
(agranulocytose)
Immuunsysteemaandoeningen
Zelden:
Ernstige overgevoeligheidsreacties voor lichaamsvreemde stoffen (anafylactische of
anafylactoïde reacties). Raadpleeg onmiddel ijk de behandelende arts.
Niet bekend:
Bijsluiter
7/13
05/03/2020
Verergering of activatie van systemische lupus erythematosus (veralgemeende ziekte
van het afweersysteem).
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak:
Stoornissen in het elektrolytenevenwicht, uitdroging en verminderd bloedvolume, in het
bijzonder bij oudere patiënten.
Verhoging van het creatinine en van de triglyceriden in het bloed.
Vaak:
Daling van de natrium-, chloor- en kaliumgehalten in het bloed.
Verhoging van het cholesterolgehalte in het bloed.
Verhoging van het urinezuurgehalte in het bloed wat kan leiden tot jichtaanval en.
Verhoging van het urinevolume.
Soms:
Afname van de glucosetolerantie (het verdragen van bepaalde suikers). Suikerziekte
(diabetes) kan zich manifesteren tijdens een behandeling met dit geneesmiddel.
Niet bekend:
Verminderd calcium- en magnesiumgehalte in het bloed.
Verhoogd ureumgehalte in het bloed.
Zuurverlies van het bloed (metabole alkalose).
Pseudo-Bartter syndroom (stofwisselingsstoornis met kaliumverlies door de nieren) bij
misbruik en/of langdurig gebruik.
Furosemide kan leiden tot overmatig verlies van lichaamsvocht (bv. vaker plassen dan
normaal) en mineralen (natrium, kalium, magnesium en calcium). Symptomen die kunnen
optreden zijn: versterkt dorstgevoel, gebrek aan eetlust, hoofdpijn, verwardheid, slaperigheid,
krampen in de kuiten, spierkrampen en -zwakte, langdurige en pijnlijke spiersamentrekkingen,
hartritmestoornissen en maagdarmstoornissen.
Onderliggende aandoeningen, combinaties met andere geneesmiddelen (zie rubriek 'Gebruikt
u nog andere geneesmiddelen?') en voeding kunnen de ontwikkeling van
elektrolytenstoornissen beïnvloeden.
Bij intraveneuze toediening (inspuiting in een ader) kan Lasix een ernstig kaliumtekort
veroorzaken, vooral bij oudere personen, bij patiënten met een kaliumarme voeding of bij
patiënten die aan chronische diarree lijden (door het regelmatig innemen van laxeermiddelen).
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Soms:
Gehoorstoornissen
Doofheid (soms onomkeerbaar)
Zeer zelden:
Bijsluiter
8/13
05/03/2020
Oorsuizingen
Deze bijwerkingen zijn meestal van tijdelijke aard en komen voor wanneer de intravaneuze
toediening te snel is gebeurd, of wanneer het product gelijktijdig wordt gebruikt met middelen
die schadelijk zijn voor het gehoor of bij patiënten met ontoereikende nierwerking of met
hypoproteïnemie (te laag gehalte aan eiwitten in het bloed).
Bloedvataandoeningen
Zeer vaak (voor intraveneuze infusie):
Hypotensie: Lasix kan een verlaging van de bloeddruk veroorzaken die, voornamelijk
wanneer ze zeer uitgesproken is, gepaard kan gaan met de volgende tekenen en
symptomen: een verminderd concentratie- en reactievermogen, duizeligheid, gevoel
van druk op het hoofd, hoofdpijn, draaierigheid, slaperigheid, gevoel van zwakte,
gezichtsstoornissen, droge mond en orthostatische hypotensie (verlaagde bloeddruk bij
het plots rechtstaan vanuit een liggende of zittende houding).
Zelden:
Vasculitis (ontsteking van de bloedvaten).
Niet bekend:
Neiging tot de ontwikkeling van trombosen (vorming van een bloedstolsel in een ader
of slagader).
Maagdarmstelselaandoeningen
Soms:
Misselijkheid
Zelden:
Braken of diarree
Zeer zelden:
Ontsteking van de alvleesklier
Lever- en galaandoeningen
Zeer zelden:
Leverstoornissen
Stoornissen in de leverfunctietesten (stijging transaminasen)
Huid- en onderhuidaandoeningen
Soms:
Jeuk, netelroos, huiduitslag, , bul euze letsels (blaar- of blaasvormige letsels), roodheid
of ontsteking van de huid met afschilfering of rode vlekken.
Verhoogde gevoeligheid van de huid voor licht (fotosensibiliteit).
Niet bekend:
Ernstige overgevoeligheidsreactie met (hoge) koorts, rode vlekken op de huid,
gewrichtspijn en/of oogontsteking (Stevens-Johnson syndroom)
Bijsluiter
9/13
05/03/2020
Ernstige, acute (overgevoeligheids)reactie gepaard gaande met koorts en blaren op de
huid/vervel ing van de huid (toxische epidermale necrolyse).
Plotse, veralgemeende eczeem-achtige blaasjes (AGEP).
Geneesmiddelenhuiduitslag met eosinofilie (toename van de eosinofiele bloedcel en)
en algemene symptomen (DRESS).
Indien een van deze huidreacties zich voordoet, stop dan het gebruik van Lasix en verwittig
onmiddel ijk uw arts.
Lichenoïde reacties die gekenmerkt worden door kleine, jeukerige, rood-paarse,
veelhoekige letsels op de huid, geslachtsdelen of in de mond.
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
Hepatische encephalopathie (hersenaandoening)
Zelden:
Paresthesie (tintelingen).
Niet bekend:
Duizeligheid, flauwval en en verlies van bewustzijn (veroorzaakt door symptomatische
hypotensie), hoofdpijn.
Nier- en urinewegaandoeningen
Vaak:
Een toename van de urineproductie wat klachten bij patiënten met plasproblemen kan
uitlokken of verergeren.
Zelden:
Nierontsteking (tubulointerstitiële nefritis).
Niet bekend:
Verhoogd natrium- en chloorgehalte in de urine,
Urineretentie (niet kunnen plassen) met overrekking van de blaas (bij patiënten met
plasproblemen, prostaathypertrofie (vergroting van de prostaat) of een vernauwing van
de urinebuis),
Bij premature baby's kunnen er zich calciumafzettingen voordoen in de nieren, en kan
ook vorming van nierstenen optreden.
Nierfalen.
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Niet bekend:
geval en van rabdomyolyse (spiervezelafbraak met het vrijkomen van spiereiwitten in de
circulatie) zijn gemeld, vaak in de context van ernstige hypokaliëmie.
Congenitale, familiale en genetische aandoeningen
Niet bekend:
Verhoogd risico op een open ductus arteriosus (openblijven van de verbinding tussen
aorta en longslagader) bij premature baby's die furosemide krijgen tijdens de eerste
levensweken.
Bijsluiter
10/13
05/03/2020
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zelden:
Koorts
Niet bekend:
Na een intramusculaire injectie kunnen lokale reacties, zoals pijn, optreden.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via:
België: Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Afdeling
Vigilantie Postbus 97 B-1000 Brussel Madou Website: www.fagg.be E-mail:
patientinfo@fagg-afmps.be
Luxemburg: Centre Régional de Pharmacovigilance de Nancy crpv@chru-nancy.fr Tél.:
(+33) 3 83 656085/87 Fax: (+33) 3 83 656133 of Division de la Pharmacie et des
Médicaments Direction de la santé, Luxembourg pharmacovigilance@ms.etat.lu Tél.:
(+352) 247-85592 Fax: (+352) 2479-5615
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5. HOE BEWAART U LASIX?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Lasix 40 mg tabletten en Lasix 20 mg/ 2 ml oplossing voor injectie: bewaren beneden 25°C en
ter bescherming tegen licht.
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard: bewaren beneden 30°C.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de
uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op
de verpakking na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan
op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE
Welke stoffen zitten er in Lasix?
-
De werkzame stof in Lasix is furosemide.
- Lasix 40 mg, tabletten bevat 40 mg furosemide per tablet. De andere stoffen in dit middel
zijn: lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, maïszetmeel, gepregelatiniseerd zetmeel,
anhydrisch col oïdaal silicium, talk.
Bijsluiter
11/13
05/03/2020
- Lasix 20 mg/2 ml, oplossing voor injectie bevat 20 mg furosemide per ampul van 2 ml. De
andere stoffen in dit middel zijn: natriumchloride, natriumhydroxide, water voor injecties.
- Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard bevat 30 mg furosemide
per capsule. De andere stoffen in dit middel zijn: stearinezuur, gehydrateerd
aluminiumoxide, schel ak, maïszetmeel, polyvidone, sacharose, talk per capsule. Het
lichaam van de capsule is samengesteld uit gelatine, geel ijzeroxide en titaandioxide, het
hoedje van de capsule uit gelatine, geel ijzeroxide, indigokarmijn en titaandioxide.
Hoe ziet Lasix er uit en hoeveel zit er in een verpakking?
Lasix 40 mg tabletten bestaat in dozen met 12, 50 of 250 (hospitaal) tabletten in
blisterverpakking.
Lasix 20 mg/ 2 ml oplossing voor injectie: bestaat in dozen met 5, 6 of 20 (hospitaal) bruine,
glazen ampul en van 2 ml.
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard: bestaat in dozen met 30
capsules in blisterverpakking.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Sanofi Belgium
Leonardo Da Vincilaan 19
1831 Diegem
Tel.: 02.710.54.00
e-mail: info.belgium@sanofi.com
Fabrikant:
Lasix 40 mg tabletten
Sanofi Winthrop Industrie
56, route de Choisy au Bac
FR 60205 Compiègne - Frankrijk
Lasix 20 mg/2 ml oplossing voor injectie
DELPHARM DIJON
6 boulevard de l'Europe
21800 Quétigny - Frankrijk
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard
Sanofi Winthrop Industrie
1, rue de la Vierge
Ambarès et Lagrave
33565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
Lasix 40 mg tabletten: BE067663
Lasix 20 mg/ 2 ml oplossing voor injectie: BE067401
Bijsluiter
12/13
05/03/2020
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard: BE115367
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 04/2020.
Bijsluiter
13/13
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIENT
Lasix 40 mg tabletten
Lasix 20 mg/2 ml oplossing voor injectie
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard
furosemide
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is al een aan u voorgeschreven.
Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking
die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Lasix en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u Lasix niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u Lasix?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u Lasix?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. WAT IS LASIX EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?
Lasix behoort tot de groep van de diuretica (waterafdrijvende middelen).
Lasix is aangewezen bij:
- vochtophoping (oedeem) veroorzaakt door hart- of vaataandoeningen, lever- of
nieraandoeningen of door trombose.
- vochtophoping in de longen (longoedeem).
- oedemen veroorzaakt door brandwonden.
- vergiftiging (intoxicatie) door slaapmiddelen.
- licht of matig verhoogde bloeddruk.
2. WANNEER MAG U LASIX NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA
VOORZICHTIG MEE ZIJN?
Wanneer mag u Lasix niet gebruiken?
- U bent al ergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
- U bent al ergisch voor sulfamiden (geneesmiddelen die de bacteriegroei remmen).
Bijsluiter
1/13
05/03/2020
- Als u lijdt aan uitdroging (dehydratatie) of een vermindering van het circulerende
bloedvolume heeft (hypovolemie).
- Als u een sterk verzwakte nierfunctie heeft met verminderde urineproductie die niet reageert
op furosemide, de werkzame stof van dit middel.
- Wanneer u een ernstige leveraandoening heeft (leverencefalopathie) waarbij precomateuze
en comateuze toestanden optreden.
- Als u een ernstig natriumtekort heeft in uw bloed (hyponatriëmie).
- Als u een ernstig kaliumtekort heeft in uw bloed (hypokaliëmie).
- Als u zwanger bent of borstvoeding geeft (zie 'Zwangerschap en borstvoeding').
- Als uw arts u heeft verteld dat u bepaalde suikers niet verdraagt. Lasix 40 mg tabletten
bevatten namelijk lactose en Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard
bevatten saccharose (suiker). Raadpleeg daarom eerst uw arts vooraleer u deze
geneesmiddelen inneemt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Lasix?
Het is belangrijk dat u tijdens de behandeling voldoende kunt blijven plassen.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt:
-
als u last heeft van een gedeeltelijke verstopping van de urinewegen (moeilijk urineren,
vergroting van de prostaat, vernauwing van de urinebuis).
- als u een verlaagde bloeddruk heeft (hypotensie).
- als u een bijzonder risico loopt op bloeddrukdaling (vb. door vernauwing van de bloedvaten
die het hart of de hersenen bevloeien).
- als u suikerziekte heeft (diabetes).
- als u jicht heeft (een ontsteking van de gewrichten).
- als uw nieren minder goed werken én u tegelijkertijd een ernstige leverziekte heeft
(hepatorenaal syndroom).
- als u een te laag eiwitgehalte in uw bloed heeft (hypoproteïnemie).
- in geval van gelijktijdige behandeling bij oudere, demente patiënten met risperidone (middel
voor de behandeling van schizofrenie, ernstige agressie bij dementie en manische
episodes).
- bij premature baby's; de arts zal uw baby regelmatig controleren.
- als u te weinig kalium in het bloed heeft (hypokaliëmie). Bij langdurig gebruik van Lasix is
een kaliumrijke voeding met bv. mager vlees, aardappelen, bananen, tomaten, spinazie,
bloemkool, gedroogde vruchten, enz. aan te bevelen.
- als u Lasix toegediend krijgt als een inspuiting. In dit geval is Lasix zeer werkzaam en kan
er bij een te hoge dosis een vermindering van het bloedvolume optreden. Een streng
medisch toezicht is dus vereist. Als de dosis is aangepast aan het te behandelen geval, is
er over het algemeen geen acute verandering in de bloedsomloop te vrezen, zelfs als u veel
plast.
- als u moeilijk kunt plassen, vertel dit dan onmiddel ijk aan uw arts.
- indien stoornissen van het bewustzijn worden opgemerkt, moet dit onmiddel ijk aan de
behandelende arts worden gemeld.
-
een te zoutarme voeding kan kuitspierkrampen, gebrek aan eetlust, zwaktegevoel,
duizeligheid, slaperigheid en andere ongemakken veroorzaken.
-
Het is mogelijk dat er een verergering of activering is van systemische lupus erythematosus
(veralgemeende ziekte van het afweersysteem).
Bijsluiter
2/13
05/03/2020
- Als u ouder bent, als u andere medicatie gebruikt die tot een daling van de bloeddruk
kan leiden, en als u andere medische aandoeningen hebt waardoor u risico loopt op
een daling in de bloeddruk.
Regelmatige bloedcontroles kunnen noodzakelijk zijn.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lasix nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Lasix en andere geneesmiddelen kunnen elkaars werking beïnvloeden. Dit geldt onder andere
voor:
Aminoglycosiden (antibiotica)
en andere
geneesmiddelen die schadelijk zijn voor het
oor: de schadelijke effecten van deze geneesmiddelen kunnen versterkt worden door
furosemide. Omdat de gehoorschade van blijvende aard kan zijn, mogen deze
geneesmiddelen enkel om ernstige medische redenen in combinatie met furosemide worden
toegediend.
Chloralhydraat (een kalmerend middel): bij intraveneuze toediening (in een ader) van
furosemide binnen 24 uur na de toediening van chloralhydraat zijn in geïsoleerde geval en de
volgende bijwerkingen gemeld: warmteopwellingen, zweetuitbarstingen, opwinding,
misselijkheid, een verhoging van de bloeddruk en een versnel ing van de hartslag. Bijgevolg
is het niet aan te bevelen om furosemide gelijktijdig te gebruiken met chloralhydraat.
Cisplatine (middel tegen kanker):
gelijktijdig gebruik met furosemide kan leiden tot
gehoorstoornissen. Het schadelijk effect van cisplatine op de nieren kan ook verhoogd
worden. Beide producten mogen dan ook niet gelijktijdig worden toegediend.
Sucralfaat (geneesmiddel gebruikt bij maagzweren): furosemide en sucralfaat mogen niet
binnen 2 uur na elkaar ingenomen worden. Sucralfaat vermindert namelijk de opname van
furosemide via de darmen waardoor de werking van furosemide afneemt.
Vóór het begin van een behandeling met bepaalde
geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk
zal, indien mogelijk, de inname van Lasix gedurende 2 à 3 dagen onderbroken worden. Volg
de aanwijzingen van uw arts.
Risperidone (middel tegen schizofrenie, ernstige agressie bij dementie en manische
episodes): bij oudere, demente patiënten is voorzichtigheid geboden wanneer Lasix tegelijk
met risperidone wordt toegediend. Deze combinatie mag enkel worden toegediend op
instructie van de arts die de risico's en baten vooraf zal afwegen.
Levothyroxine (schildklierhormoon): een hoge dosis furosemide kan invloed hebben op de
hoeveelheid schildklierhormonen in uw bloed.
Bijsluiter
3/13
05/03/2020
Ontstekingswerende middelen, zoals middelen tegen reuma, kunnen de werking van Lasix
verminderen.
Fenytoïne (middel tegen epilepsie): de combinatie van fenytoïne en furosemide kan het
effect van furosemide verminderen.
Antibiotica (middelen ter voorkoming/bestrijding van bepaalde infecties): Lasix kan het
toxische effect van sommige antibiotica (aminosiden, kanamycine, gentamycine,
tobramycine, cefalosporines) op de nieren versterken, vooral wanneer deze producten
toegediend worden in een hoge dosis. Gehoorstoornissen kunnen in die geval en van
blijvende aard zijn.
Lasix kan de werking versterken van
salicylaten, van
lithiumpreparaten (geneesmiddelen
bij depressie), van
theofylline (geneesmiddel tegen astma) en van
geneesmiddelen van
het curare-type (om de spieren te ontspannen).
Bloeddrukverlagende geneesmiddelen: wanneer furosemide gelijktijdig wordt toegediend
met bloeddrukverlagende geneesmiddelen of andere geneesmiddelen die de arteriële
bloeddruk kunnen doen dalen, moet er geanticipeerd worden op een meer uitgesproken
bloeddrukdaling.
Corticosteroïden (bijnierschorshormonen met o.a. een ontstekingsremmende werking),
carbenoxolon (geneesmiddel gebruikt bij maagzweren),
grote hoeveelheden zoethout en
het langdurige gebruik van laxeermiddelen: een combinatie met Lasix
kan leiden tot een
kaliumtekort.
Het is mogelijk dat Lasix de werking van
geneesmiddelen tegen suikerziekte en
bloeddrukverhogende middelen doet afnemen.
Probenecide (geneesmiddel tegen jicht),
methotrexaat (geneesmiddel gebruikt bij
gewrichtsontsteking) en andere
geneesmiddelen die, net als furosemide, voor een groot
deel uitgescheiden worden via de nieren, kunnen het effect van furosemide verminderen.
Omgekeerd kan furosemide de uitscheiding van deze geneesmiddelen via de nieren
verminderen. Bij een behandeling met een hoge dosis (zowel van furosemide als van het
andere geneesmiddel) verhoogt de kans op bijwerkingen van furosemide of van het
gelijktijdig toegediende geneesmiddel.
Elektrolytenstoornissen (bijvoorbeeld een tekort aan kalium en magnesium in het bloed)
kunnen de toxiciteit (giftigheid) van sommige andere geneesmiddelen (bijv. bepaalde
hartmiddelen) verhogen.
Clofibraat (geneesmiddel dat het vetgehalte in het bloed verlaagt): mogelijke versterking van
het effect van furosemide.
Houtskool: vermindering van de doeltreffendheid van furosemide.
Bijsluiter
4/13
05/03/2020
Cholestyramine, colestipol (geneesmiddelen die het vetgehalte in het bloed verlagen): de
doeltreffendheid van furosemide daalt.
Ciclosporine A (middel dat de afweerreacties vermindert): verhoogd risico op jicht.
Contraststoffen: verhoogde kans op een verminderde nierfunctie veroorzaakt door
contrastradiografie bij patiënten met een verhoogd risico op nieraandoeningen.
Onverenigbaarheden
Lasix voor injectie mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen in dezelfde
injectiespuit.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Het is aanbevolen om de tabletten en de capsules op een lege (nuchtere) maag in te nemen
om een verminderde of verhoogde opname van furosemide te vermijden.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding?
Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Furosemide passeert de placenta. Neem Lasix daarom niet als u zwanger bent, behalve op
uitdrukkelijk advies van uw arts. Bij een eventuele behandeling tijdens de zwangerschap, zal
uw arts de groei van de foetus nauwkeurig volgen.
Borstvoeding
Lasix komt in de moedermelk terecht en kan de productie ervan remmen. Geef daarom geen
borstvoeding wanneer u met furosemide behandeld wordt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bij sommige personen kan een vermindering van aandacht optreden. De bekwaamheid om
een voertuig te besturen of machines te bedienen kan hierdoor verminderen. Dit gebeurt
vooral in het begin van de behandeling, bij het veranderen van geneesmiddel en in combinatie
met alcohol.
Lasix 40 mg tabletten bevat lactose (melksuiker)
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard bevat sacharose
(suiker)
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op
met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3. HOE GEBRUIKT U LASIX?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u
over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Bijsluiter
5/13
05/03/2020
De arts bepaalt de dosis.
Volwassenen:
Over het algemeen wordt de behandeling bij een volwassene begonnen met 1 tablet of 1
capsule, bij voorkeur 's morgens op een lege (nuchtere) maag. Bij de verdere behandeling
wordt de dosis bepaald in functie van de bekomen wateruitscheiding.
Kinderen:
Voor kinderen gelden speciale doseringsrichtlijnen die voor elk kind afzonderlijk worden
aangepast. Enkel de behandelende arts is bevoegd om te oordelen welke dosis uw kind dient
in te nemen.
In geval van een verminderde nierfunctie zal de arts uw dosis aanpassen aan de graad van de
nierfunctievermindering.
Als de opname ter hoogte van de maag en de darm verstoord is en de orale vorm daarom niet
kan worden gebruikt of wanneer een vlugge werking nodig is, wordt Lasix ingespoten. Deze
inspuiting gebeurt gewoonlijk in een ader (intraveneus). Uitzonderlijk kan de inspuiting in de
spieren (intramusculair) gebeuren.
Toedieningswijze en toedieningsweg:
Lasix 40 mg tabletten:
Slik de tabletten in met een weinig vloeistof zonder erop te kauwen.
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard:
Slik de capsules in met een weinig vloeistof zonder erop te kauwen.
Lasix 20 mg/2 ml oplossing voor injectie:
Inspuiting in een ader (intraveneus) of in de spieren (intramusculair).
Heeft u te veel van Lasix ingenomen / toegediend gekregen?
Wanneer u te veel van Lasix heeft ingenomen / toegediend gekregen neem dan onmiddel ijk
contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070 / 245 245).
Als u te veel Lasix heeft ingenomen zal dit aanvankelijk een sterke wateruitscheiding
veroorzaken waardoor uw lichaam vloeistof en zout verliest. Verwittig in dit geval onmiddel ijk
een arts omdat in ernstige geval en de patiënt in het ziekenhuis moet worden opgenomen
zodat er vloeistof en zout kunnen worden toegediend.
Bent u vergeten Lasix te gebruiken?
Indien u een toediening vergeet, neem deze dan zodra dit mogelijk is. Neem echter nooit een
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als het tijdstip van de volgende inname nabij is, neem dan de vergeten dosis niet meer in maar
neem wel de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip.
Als u stopt met het gebruik van Lasix
U mag de behandeling met Lasix
nooit plotseling stoppen zonder eerst uw arts te raadplegen.
Bijsluiter
6/13
05/03/2020
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met
uw arts of apotheker.
4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De frequentie van de mogelijke bijwerkingen die hieronder worden genoemd, is gedefinieerd
overeenkomstig de volgende afspraak:
zeer vaak (komt voor bij meer dan 1 op de 10 personen)
vaak (komt bij 1 tot 10 op de 100 personen voor)
soms (komt bij 1 tot 10 op de 1.000 personen voor)
zelden (komt bij 1 tot 10 op de 10.000 personen voor)
zeer zelden (komt bij minder dan 1 op de 10.000 personen voor)
niet bekend (de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Volgende bijwerkingen werden beschreven:
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Vaak:
concentratie van het bloed (hemoconcentratie)
Soms:
Tekort aan bloedplaatjes (trombocytopenie)
Zelden:
Tekort aan witte bloedlichaampjes (leukopenie);
Toename van bepaalde cel en (eosinofiele cel en) in het bloed (eosinofilie);
Zeer zelden:
Bloedarmoede als gevolg van een te geringe aanmaak van rode bloedlichaampjes
(aplastische anemie)
Bloedarmoede als gevolg van een te grote afbraak van het bloed (hemolytische
anemie)
Zeer ernstige bloedafwijking (een abnormaal laag aantal witte bloedcel en in het bloed)
(agranulocytose)
Immuunsysteemaandoeningen
Zelden:
Ernstige overgevoeligheidsreacties voor lichaamsvreemde stoffen (anafylactische of
anafylactoïde reacties). Raadpleeg onmiddel ijk de behandelende arts.
Niet bekend:
Bijsluiter
7/13
05/03/2020
Verergering of activatie van systemische lupus erythematosus (veralgemeende ziekte
van het afweersysteem).
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak:
Stoornissen in het elektrolytenevenwicht, uitdroging en verminderd bloedvolume, in het
bijzonder bij oudere patiënten.
Verhoging van het creatinine en van de triglyceriden in het bloed.
Vaak:
Daling van de natrium-, chloor- en kaliumgehalten in het bloed.
Verhoging van het cholesterolgehalte in het bloed.
Verhoging van het urinezuurgehalte in het bloed wat kan leiden tot jichtaanval en.
Verhoging van het urinevolume.
Soms:
Afname van de glucosetolerantie (het verdragen van bepaalde suikers). Suikerziekte
(diabetes) kan zich manifesteren tijdens een behandeling met dit geneesmiddel.
Niet bekend:
Verminderd calcium- en magnesiumgehalte in het bloed.
Verhoogd ureumgehalte in het bloed.
Zuurverlies van het bloed (metabole alkalose).
Pseudo-Bartter syndroom (stofwisselingsstoornis met kaliumverlies door de nieren) bij
misbruik en/of langdurig gebruik.
Furosemide kan leiden tot overmatig verlies van lichaamsvocht (bv. vaker plassen dan
normaal) en mineralen (natrium, kalium, magnesium en calcium). Symptomen die kunnen
optreden zijn: versterkt dorstgevoel, gebrek aan eetlust, hoofdpijn, verwardheid, slaperigheid,
krampen in de kuiten, spierkrampen en -zwakte, langdurige en pijnlijke spiersamentrekkingen,
hartritmestoornissen en maagdarmstoornissen.
Onderliggende aandoeningen, combinaties met andere geneesmiddelen (zie rubriek 'Gebruikt
u nog andere geneesmiddelen?') en voeding kunnen de ontwikkeling van
elektrolytenstoornissen beïnvloeden.
Bij intraveneuze toediening (inspuiting in een ader) kan Lasix een ernstig kaliumtekort
veroorzaken, vooral bij oudere personen, bij patiënten met een kaliumarme voeding of bij
patiënten die aan chronische diarree lijden (door het regelmatig innemen van laxeermiddelen).
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Soms:
Gehoorstoornissen
Doofheid (soms onomkeerbaar)
Zeer zelden:
Bijsluiter
8/13
05/03/2020
Oorsuizingen
Deze bijwerkingen zijn meestal van tijdelijke aard en komen voor wanneer de intravaneuze
toediening te snel is gebeurd, of wanneer het product gelijktijdig wordt gebruikt met middelen
die schadelijk zijn voor het gehoor of bij patiënten met ontoereikende nierwerking of met
hypoproteïnemie (te laag gehalte aan eiwitten in het bloed).
Bloedvataandoeningen
Zeer vaak (voor intraveneuze infusie):
Hypotensie: Lasix kan een verlaging van de bloeddruk veroorzaken die, voornamelijk
wanneer ze zeer uitgesproken is, gepaard kan gaan met de volgende tekenen en
symptomen: een verminderd concentratie- en reactievermogen, duizeligheid, gevoel
van druk op het hoofd, hoofdpijn, draaierigheid, slaperigheid, gevoel van zwakte,
gezichtsstoornissen, droge mond en orthostatische hypotensie (verlaagde bloeddruk bij
het plots rechtstaan vanuit een liggende of zittende houding).
Zelden:
Vasculitis (ontsteking van de bloedvaten).
Niet bekend:
Neiging tot de ontwikkeling van trombosen (vorming van een bloedstolsel in een ader
of slagader).
Maagdarmstelselaandoeningen
Soms:
Misselijkheid
Zelden:
Braken of diarree
Zeer zelden:
Ontsteking van de alvleesklier
Lever- en galaandoeningen
Zeer zelden:
Leverstoornissen
Stoornissen in de leverfunctietesten (stijging transaminasen)
Huid- en onderhuidaandoeningen
Soms:
Jeuk, netelroos, huiduitslag, , bul euze letsels (blaar- of blaasvormige letsels), roodheid
of ontsteking van de huid met afschilfering of rode vlekken.
Verhoogde gevoeligheid van de huid voor licht (fotosensibiliteit).
Niet bekend:
Ernstige overgevoeligheidsreactie met (hoge) koorts, rode vlekken op de huid,
gewrichtspijn en/of oogontsteking (Stevens-Johnson syndroom)
Bijsluiter
9/13
05/03/2020
Ernstige, acute (overgevoeligheids)reactie gepaard gaande met koorts en blaren op de
huid/vervel ing van de huid (toxische epidermale necrolyse).
Plotse, veralgemeende eczeem-achtige blaasjes (AGEP).
Geneesmiddelenhuiduitslag met eosinofilie (toename van de eosinofiele bloedcel en)
en algemene symptomen (DRESS).
Indien een van deze huidreacties zich voordoet, stop dan het gebruik van Lasix en verwittig
onmiddel ijk uw arts.
Lichenoïde reacties die gekenmerkt worden door kleine, jeukerige, rood-paarse,
veelhoekige letsels op de huid, geslachtsdelen of in de mond.
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
Hepatische encephalopathie (hersenaandoening)
Zelden:
Paresthesie (tintelingen).
Niet bekend:
Duizeligheid, flauwval en en verlies van bewustzijn (veroorzaakt door symptomatische
hypotensie), hoofdpijn.
Nier- en urinewegaandoeningen
Vaak:
Een toename van de urineproductie wat klachten bij patiënten met plasproblemen kan
uitlokken of verergeren.
Zelden:
Nierontsteking (tubulointerstitiële nefritis).
Niet bekend:
Verhoogd natrium- en chloorgehalte in de urine,
Urineretentie (niet kunnen plassen) met overrekking van de blaas (bij patiënten met
plasproblemen, prostaathypertrofie (vergroting van de prostaat) of een vernauwing van
de urinebuis),
Bij premature baby's kunnen er zich calciumafzettingen voordoen in de nieren, en kan
ook vorming van nierstenen optreden.
Nierfalen.
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Niet bekend:
geval en van rabdomyolyse (spiervezelafbraak met het vrijkomen van spiereiwitten in de
circulatie) zijn gemeld, vaak in de context van ernstige hypokaliëmie.
Congenitale, familiale en genetische aandoeningen
Niet bekend:
Verhoogd risico op een open ductus arteriosus (openblijven van de verbinding tussen
aorta en longslagader) bij premature baby's die furosemide krijgen tijdens de eerste
levensweken.
Bijsluiter
10/13
05/03/2020
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zelden:
Koorts
Niet bekend:
Na een intramusculaire injectie kunnen lokale reacties, zoals pijn, optreden.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via:
België: Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Afdeling
Vigilantie Postbus 97 B-1000 Brussel Madou Website: www.fagg.be E-mail:
patientinfo@fagg-afmps.be
Luxemburg: Centre Régional de Pharmacovigilance de Nancy crpv@chru-nancy.fr Tél.:
(+33) 3 83 656085/87 Fax: (+33) 3 83 656133 of Division de la Pharmacie et des
Médicaments Direction de la santé, Luxembourg pharmacovigilance@ms.etat.lu Tél.:
(+352) 247-85592 Fax: (+352) 2479-5615
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5. HOE BEWAART U LASIX?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Lasix 40 mg tabletten en Lasix 20 mg/ 2 ml oplossing voor injectie: bewaren beneden 25°C en
ter bescherming tegen licht.
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard: bewaren beneden 30°C.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de
uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op
de verpakking na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is
de uiterste houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan
op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE
Welke stoffen zitten er in Lasix?
-
De werkzame stof in Lasix is furosemide.
- Lasix 40 mg, tabletten bevat 40 mg furosemide per tablet. De andere stoffen in dit middel
zijn: lactosemonohydraat, magnesiumstearaat, maïszetmeel, gepregelatiniseerd zetmeel,
anhydrisch col oïdaal silicium, talk.
Bijsluiter
11/13
05/03/2020
- Lasix 20 mg/2 ml, oplossing voor injectie bevat 20 mg furosemide per ampul van 2 ml. De
andere stoffen in dit middel zijn: natriumchloride, natriumhydroxide, water voor injecties.
- Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard bevat 30 mg furosemide
per capsule. De andere stoffen in dit middel zijn: stearinezuur, gehydrateerd
aluminiumoxide, schel ak, maïszetmeel, polyvidone, sacharose, talk per capsule. Het
lichaam van de capsule is samengesteld uit gelatine, geel ijzeroxide en titaandioxide, het
hoedje van de capsule uit gelatine, geel ijzeroxide, indigokarmijn en titaandioxide.
Hoe ziet Lasix er uit en hoeveel zit er in een verpakking?
Lasix 40 mg tabletten bestaat in dozen met 12, 50 of 250 (hospitaal) tabletten in
blisterverpakking.
Lasix 20 mg/ 2 ml oplossing voor injectie: bestaat in dozen met 5, 6 of 20 (hospitaal) bruine,
glazen ampul en van 2 ml.
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard: bestaat in dozen met 30
capsules in blisterverpakking.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Sanofi Belgium
Leonardo Da Vincilaan 19
1831 Diegem
Tel.: 02.710.54.00
e-mail: info.belgium@sanofi.com
Fabrikant:
Lasix 40 mg tabletten
Sanofi Winthrop Industrie
56, route de Choisy au Bac
FR 60205 Compiègne - Frankrijk
Lasix 20 mg/2 ml oplossing voor injectie
DELPHARM DIJON
6 boulevard de l'Europe
21800 Quétigny - Frankrijk
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard
Sanofi Winthrop Industrie
1, rue de la Vierge
Ambarès et Lagrave
33565 Carbon Blanc Cedex
Frankrijk
Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen
Lasix 40 mg tabletten: BE067663
Lasix 20 mg/ 2 ml oplossing voor injectie: BE067401
Bijsluiter
12/13
05/03/2020
Lasix 30 mg Prolongatum capsules met verlengde afgifte, hard: BE115367
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 04/2020.
Bijsluiter
13/13