Luveris 75 iu
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Luveris 75 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een injectieflacon bevat 75 IE lutropine alfa*.
* recombinant humaan luteïniserend hormoon (r-hLH) geproduceerd door genetisch gewijzigde
ovariumcellen van Chinese hamsters (CHO-cellen) door recombinante DNA-technologie
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
Uiterlijk van het poeder: witte gevriesdroogde pellet
Uiterlijk van het oplosmiddel: heldere kleurloze oplossing
De pH-waarde van de gereconstitueerde oplossing is 7,5-8,5.
Andere presentaties dan ampullen dienen overwogen te worden voor toediening door de patiënt thuis.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
De combinatie van Luveris met follikelstimulerend hormoon (FSH) wordt aanbevolen voor de
stimulatie van de follikelontwikkeling bij volwassen vrouwen met een ernstig tekort aan luteïniserend
hormoon (LH) en FSH. Bij klinische onderzoeken werden deze patiënten gedefinieerd door een
endogeen serumgehalte van LH <1,2 IE/l.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Behandeling met Luveris moet worden gestart onder toezicht van een arts die ervaren is in de
behandeling van fertiliteitsaandoeningen.
Dosering
Het doel van de combinatietherapie met Luveris in combinatie met FSH is bij vrouwen met een tekort
aan LH en FSH een enkele rijpe Graafse follikel te ontwikkelen, waaruit de oöcyt zal worden
vrijgemaakt na toediening van humaan chorion gonadotropine (hCG). Luveris moet tegelijkertijd met
FSH worden gegeven als een kuur van dagelijkse injecties. Aangezien deze patiënten amenorroïsch
zijn en een geringe endogene oestrogeensecretie hebben, kan de behandeling op elk moment
worden gestart.
Luveris dient gelijktijdig met follitropine alfa te worden toegediend.
De behandeling moet worden aangepast aan de reactie van de individuele patiënte, zoals bepaald door
het meten van follikelgrootte met behulp van echo en oestrogeenrespons. Een aanbevolen schema
begint met 75 IE lutropine alfa (dit is een injectieflacon Luveris) per dag, samen met 75-150 IE FSH.
2
Klinische onderzoeken hebben aangetoond dat Luveris de ovariële gevoeligheid voor follitropine alfa
vergroot. Wanneer een verhoging van de FSH dosering wenselijk wordt geacht, moet de
dosisaanpassing bij voorkeur gebeuren met intervallen van 7-14 dagen en met stappen van 37,5-75 IE.
Wellicht is het aanvaardbaar om de duur van de stimulering tijdens een cyclus te verlengen tot
maximaal vijf weken.
Wanneer een optimale reactie is bereikt, moet een enkele injectie van 250 microgram r-hCG of
5.000 IE tot 10.000 IE hCG worden toegediend 24-48 uur na de laatste Luveris en FSH injecties.
De patiënte wordt geadviseerd om gemeenschap te hebben op de dag van de hCG toediening en de
dag erna.
Als alternatief kan ook Intra-uteriene Inseminatie (I.U.I.) worden toegepast.
Ondersteuning van de luteale fase kan worden overwogen, daar een tekort aan substanties met
luteotropische activiteit (LH/hCG) na de ovulatie kan leiden tot een prematuur falen van het corpus
luteum.
Wanneer een te sterke reactie ontstaat, moet de behandeling worden afgebroken en mag geen hCG
worden toegediend. In de volgende cyclus moet de behandeling opnieuw worden gestart met een
lagere dosering FSH dan in de vorige cyclus.
Speciale populaties
Ouderen
Er is geen relevante toepassing van Luveris bij ouderen. De veiligheid en werkzaamheid van Luveris
bij oudere patiënten zijn niet vastgesteld.
Nier- en leverinsufficiëntie
De veiligheid, werkzaamheid en farmacokinetiek van Luveris bij patiënten met nier- of
leverinsufficiëntie zijn niet vastgesteld.
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Luveris bij pediatrische patiënten.
Wijze van toediening
Luveris is bestemd voor subcutaan gebruik. De eerste injectie met Luveris dient gegeven te worden
onder directe medische supervisie. Het poeder onmiddellijk vóór gebruik reconstitueren met de
meegeleverde oplossing. Zelftoediening van dit geneesmiddel dient alleen gedaan te worden door
patiënten die gemotiveerd zijn, goed getraind en die zo nodig advies kunnen vragen aan experts.
Voor instructies over reconstitutie van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Luveris is gecontra-indiceerd bij patiënten met:
overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
tumoren in de hypothalamus of hypofyse
vergroting van de ovaria of cysten in de ovaria die niet door polycysteus ovariumsyndroom
worden veroorzaakt en met onbekende oorzaak
gynaecologische bloedingen met onbekende oorzaak
ovarium-, uterus- of mammacarcinoom
3
Luveris mag niet gebruikt worden indien een aandoening bestaat waardoor een normale zwangerschap
onmogelijk is, bijvoorbeeld:
primair ovariumfalen
misvormingen van de geslachtsorganen die zwangerschap onmogelijk maken
baarmoedermyomen die zwangerschap in de weg staan
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Algemene aanbevelingen
Voor de therapie moet de infertiliteit van de partners eenduidig vastgesteld zijn en moeten mogelijke
contra-indicaties voor zwangerschap zijn uitgesloten. Bovendien dienen patiënten onderzocht te
worden op hypothyreoïdie, bijnierschorsinsufficiëntie en hyperprolactinaemie en op adequate
behandeling hiervoor.
Porfyrie
Bij patiënten met porfyrie of een familiaire voorgeschiedenis van porfyrie kan Luveris het risico op
een acute aanval vergroten. Verslechtering of een eerste manifestatie van deze aandoening kan het
staken van de behandeling noodzakelijk maken.
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS)
Een bepaalde mate van vergroting van de ovaria is een voorzien effect van gecontroleerde
ovariumstimulatie. Dit wordt vaker gezien bij vrouwen met polycysteus ovariumsyndroom en
verdwijnt normaal gesproken zonder behandeling.
In tegenstelling tot ongecompliceerde vergroting van de ovaria is OHSS een aandoening die zich met
een toenemende mate van ernst kan manifesteren. Het syndroom omvat een duidelijke vergroting van
de ovaria, hoge serumspiegels van geslachtssteroïden en een toename van de vasculaire permeabiliteit,
die kan resulteren in vochtophoping in de peritoneale, pleurale en, zelden, in de pericardiale holten.
Een milde vorm van OHSS kan buikpijn, ongemak en opgeblazen gevoel in de buik of vergrote ovaria
veroorzaken. Matige OHSS kan daarnaast misselijkheid, braken, echografische aanwijzingen voor
ascites of duidelijke vergroting van de ovaria veroorzaken.
Ernstige OHSS kan verder nog klachten geven als sterke vergroting van de ovaria, gewichtstoename,
dyspneu of oligurie. Klinische tests kunnen aanwijzingen geven voor hypovolemie, hemoconcentratie,
verstoring van de elektrolytenbalans, ascites, pleura-effusie of acuut longlijden. Zeer zelden kan
ernstige OHSS worden gecompliceerd door ovariumtorsie of trombo-embolische voorvallen, zoals
longembolie, ischemische beroerte of myocardinfarct.
Onafhankelijke risicofactoren voor het ontwikkelen van OHSS zijn jonge leeftijd, ‘lean body mass’,
polycysteus ovariumsyndroom, hogere doses exogene gonadotropinen, hoge absolute of snel stijgende
serumspiegels van oestradiol en eerdere episoden van OHSS, een groot aantal ontwikkelende
ovariumfollikels en een groot aantal oöcyten, verkregen in de cycli van kunstmatige
voortplantingstechnieken (ART).
Het risico van ovariële hyperstimulatie kan worden geminimaliseerd door de aanbevolen dosering van
Luveris en FHS en het toedieningsschema aan te houden. Monitoring van de stimulatiecycli aan de
hand van echografie en oestradiolmetingen wordt aanbevolen om risicofactoren vroegtijdig
te identificeren.
4
Er zijn aanwijzingen dat hCG een belangrijke rol speelt bij het induceren van OHSS en dat het
syndroom ernstiger kan zijn en langer aanhoudt als er een zwangerschap bestaat. Om die reden wordt
geadviseerd, zodra er tekenen van ovariële hyperstimulatie optreden, geen hCG toe te dienen en de
patiënt te adviseren ten minste 4 dagen geen gemeenschap te hebben of barrière-contraceptiemethoden
toe te passen. Aangezien OHSS snel (binnen 24 uur) of binnen enkele dagen kan verergeren tot een
ernstig medisch voorval, moeten patiënten gedurende minimaal twee weken na toediening van hCG
worden gecontroleerd.
Een mild of matig OHSS geneest meestal spontaan. In het geval van een ernstig OHSS wordt
geadviseerd de gonadotropinebehandeling te stoppen, voor zover deze nog wordt toegepast, en de
patiënte in het ziekenhuis op te nemen voor een passende behandeling.
Ovariumtorsie
Na behandeling met andere gonadotropinen is ovariumtorsie gemeld. Dit kan samenhangen met andere
risicofactoren als OHSS, zwangerschap, eerdere buikoperatie, voorgeschiedenis van ovariumtorsie,
eerdere of huidige ovariumcyste en polycysteus ovariumsyndroom. Beschadiging van het ovarium als
gevolg van verminderde bloedtoevoer kan beperkt worden door vroegtijdige diagnosestelling en
onmiddellijke detorsie.
Meerlingzwangerschap
Bij patiënten bij wie ovulatie-inductie wordt toegepast treden meerlingzwangerschap en -geboorten
vaker op dan bij vrouwen die op natuurlijke wijze zwanger zijn geworden. De meerderheid van de
meerlingbevruchtingen betreft tweelingen. Meerlingzwangerschappen, met name van meer dan twee,
gaan gepaard met een verhoogd risico van een ongunstige maternale en perinatale uitkomst.
Om het risico van meerlingzwangerschap van meer dan twee zo klein mogelijk te houden, wordt
zorgvuldige controle van de ovariële respons aanbevolen. Bij patiënten die ART-procedures
ondergaan, hangt het risico van meerlingzwangerschappen voornamelijk samen met het aantal en de
kwaliteit van de teruggeplaatste embryo’s en de leeftijd van de patiënte.
Zwangerschapsverlies
De incidentie van zwangerschapsverlies door een miskraam of abortus is groter bij patiënten die
stimulatie van de follikelgroei ondergaan in het kader van ovulatie-inductie of ART, dan bij vrouwen
die op natuurlijke wijze zwanger zijn geworden.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
Vrouwen met een voorgeschiedenis van eileideraandoening hebben een risico van een
buitenbaarmoederlijke zwangerschap, zowel bij spontane conceptie als bij fertiliteitbehandelingen. De
prevalentie van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap na kunstmatige voortplantingstechnieken
wordt gerapporteerd als hoger dan in de algemene populatie.
Congenitale misvormingen
De prevalentie van congenitale misvormingen na kunstmatige voortplantingstechnieken kan enigszins
groter zijn dan na een spontane conceptie. Dit zou te wijten kunnen zijn aan ouderfactoren (zoals
leeftijd van de moeder, genetica), procedures voor kunstmatige voortplantingstechnieken en
meerlingzwangerschappen.
5
Trombo-embolische voorvallen
Bij vrouwen met een recente of actuele trombo-embolische aandoening of bij vrouwen met algemeen
bekende risicofactoren voor trombo-embolische voorvallen, zoals een persoonlijke of een familiaire
voorgeschiedenis, trombofilie of ernstige obesitas (‘body mass index’ >30 kg/m
2
) kan een behandeling
met toepassing van gonadotropinen het risico van verergering of optreden van dergelijke voorvallen
vergroten. Bij deze vrouwen moeten de voordelen van toediening van gonadotropine worden
afgewogen tegenover de risico’s. Het moet overigens worden vermeld dat een zwangerschap op
zichzelf, net als OHSS, ook een vergroot risico geeft op trombo-embolische voorvallen.
Neoplasma’s van het voortplantingsstelsel
Er zijn meldingen gedaan van neoplasma’s van het ovarium en andere voortplantingsorganen, zowel
benigne als maligne, bij vrouwen die meerdere behandelschema's hebben ondergaan voor infertiliteit.
Het is nog niet vastgesteld of de behandeling met gonadotropinen het risico van deze tumoren bij
infertiele vrouwen verhoogt.
Natriumgehalte
Luveris bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
Luveris mag niet toegediend worden als mengsel met andere geneesmiddelen in een injectie, behalve
met follitropine alfa, waarvan klinische studies hebben aangetoond dat gelijktijdige toediening geen
significante veranderingen veroorzaakt in de activiteit, stabiliteit, farmacokinetiek of
farmacodynamische eigenschappen van de actieve bestanddelen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is geen indicatie voor het gebruik van Luveris tijdens de zwangerschap.
Gegevens over een beperkt aantal zwangerschappen waarbij het middel werd gebruikt, laten geen
bijwerkingen van gonadotropinen zien op de zwangerschap, de embryonale of foetale ontwikkeling,
de bevalling of de postnatale ontwikkeling na gecontroleerde stimulering van de ovaria. Tijdens
dieronderzoeken zijn geen teratogene effecten van Luveris waargenomen. In het geval van
blootstelling tijdens zwangerschap zijn de klinische gegevens onvoldoende om een teratogeen effect
van Luveris uit te sluiten.
Borstvoeding
Luveris is niet geïndiceerd tijdens borstvoeding.
Vruchtbaarheid
Luveris is geïndiceerd voor stimulering van de follikelontwikkeling, in combinatie met FSH
(zie rubriek 4.1).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Luveris heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
6
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Luveris wordt gebruikt voor het stimuleren van de follikelontwikkeling in combinatie met
follitropine alfa. Hierdoor is het moeilijk de bijwerkingen aan een der beide producten toe te schrijven.
Tijdens een klinisch onderzoek werden milde en matige reacties op de injectieplaats (blauwe plekken,
pijn, roodheid, jeuk of zwelling) gerapporteerd bij 7,4%, respectievelijk 0,9% van de injecties.
Er werden geen ernstige reacties op de toedieningsplaats gerapporteerd.
Het ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) is waargenomen bij minder dan 6% van de patiënten
die met Luveris behandeld zijn. Er werd geen ernstig OHSS gemeld (zie rubriek 4.4).
In zelden voorgekomen gevallen zijn torsie van de adnexa (een complicatie van vergroting van de
ovaria) en haemoperitoneum in verband gebracht met menopauzale therapie met humaan
gonadotropine. Hoewel deze bijwerkingen niet zijn waargenomen is er de mogelijkheid dat ze ook bij
Luveris kunnen voorkomen.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap kan voorkomen, vooral bij vrouwen met aandoeningen van de
tuba in de anamnese.
Lijst van bijwerkingen
De volgende definities zijn van toepassing op de frequentieterminologie die hierna wordt gehanteerd:
zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100, <1/10), soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥1/10.000, <1/1.000), zeer
zelden (<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De volgende bijwerkingen kunnen worden waargenomen na de toediening van Luveris.
Immuunsysteemaandoeningen
Zeer zelden: milde tot ernstige overgevoeligheidsreacties, inclusief anafylactische reacties en shock
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
hoofdpijn
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden: trombo-embolie, meestal in samenhang met ernstige OHSS
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
buikpijn, ongemak in de buik, misselijkheid, braken, diarree
Voortplantingsstelsel- - en borstaandoeningen
Vaak:
milde of matige OHSS (inclusief bijbehorende klachten), ovariumcyste, pijn in de
borsten, pijn in het bekken
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
reactie op de injectieplaats (zoals pijn, erytheem, hematoom, zwelling en/of irritatie op
de injectieplaats)
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
7
4.9
Overdosering
De effecten van een overdosering met Luveris zijn onbekend. Er bestaat echter een kans dat OHSS zal
optreden (zie rubriek 4.4).
Eenmalige doseringen tot 40.000 IE lutropine alfa zijn toegediend aan gezonde vrijwilligsters zonder
dat ernstige bijwerkingen optraden en werden goed verdragen.
Behandeling
De behandeling is gericht op de symptomen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geslachtshormonen en modulators van het genitale systeem,
gonadotropinen, ATC-code: G03GA07.
Lutropine alfa is een recombinant humaan luteïniserend hormoon (r-hLH), een glycoproteïne dat
bestaat uit niet covalent gebonden α- en β-subunits. Luteïniserend hormoon (LH) bindt aan de ovariële
thecacellen (en granulosacellen) en aan de testiculaire leydigcellen, aan een receptor die gedeeld wordt
met het humaan chorion gonadotropine hormoon (hCG). Deze LH/CG transmembraanreceptor maakt
deel uit van de superfamilie van G proteïne gekoppelde receptoren; het heeft een specifiek, groot
extracellulair domein.
In vitro
ligt de affiniteit van recombinant hLH voor de LH/CG receptor op
leydigtumorcellen (MA-10) tussen die van hCG en die van hypofysair hLH, maar binnen dezelfde
orde van grootte.
LH stimuleert de thecacellen in de ovaria om tijdens de folliculaire fase androgenen af te scheiden, die
als substraat gebruikt worden voor het aromatase enzym in de granulosacellen voor de productie van
oestradiol, en ondersteunt zo de door FSH veroorzaakte follikelontwikkeling. Midden in de cyclus
veroorzaken hoge LH spiegels de vorming van het corpus luteum en de ovulatie. Na de ovulatie
stimuleert LH de progesteronproductie in het corpus luteum door de omzetting van cholesterol in
pregnenolon te vergroten.
Bij de stimulatie van de follikelontwikkeling bij anovulatoire vrouwen met een tekort aan LH en FSH
is het primaire effect van de toediening van LH een verhoging van de oestradiol secretie door de
follikels, waarvan de groei gestimuleerd wordt door FSH.
Bij klinische onderzoeken werden patiënten gedefinieerd door een endogene LH spiegel van <1,2 IE/l,
gemeten in een centraal laboratorium. Er dient echter rekening mee te worden gehouden dat LH
bepalingen kunnen variëren tussen verschillende laboratoria.
In deze studies was de ovulatiefrequentie per cyclus 70-75%.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek van lutropine alfa is onderzocht bij vrouwelijke vrijwilligers met een door
behandeling verminderd gevoelige hypofyse bij doseringen van 75 IE tot 40.000 IE. Het
farmacokinetisch profiel van lutropine alfa lijkt op dat van hLH van urinaire oorsprong.
Absorptie
Na subcutane toediening is de absolute biologische beschikbaarheid ongeveer 60%.
8
Distributie
Na intraveneuze toediening wordt lutropine alfa snel gedistribueerd met een initiële halfwaardetijd van
ongeveer 1 uur. Het verdelingsvolume tijdens de steady state is ongeveer 10-14 l. De gemiddelde
verblijfstijd is ongeveer 5 uur.
De farmacokinetiek van lutropine alfa is lineair, zoals bepaald met de area under curve (AUC) die
recht evenredig is met de toegediende dosering. De farmacokinetiek van lutropine alfa na
enkelvoudige en na herhaalde toediening is vergelijkbaar en er is vrijwel geen accumulatie van
lutropine alfa. Er is geen farmacokinetische interactie met follitropine alfa wanneer dit gelijktijdig
wordt toegediend.
Eliminatie
Na intraveneuze toediening van Luveris wordt lutropine alfa uit het lichaam geëlimineerd met een
terminale halfwaardetijd van ongeveer 10-12 uur. Na subcutane toediening is de terminale
halfwaardetijd enigszins verlengd. De totale lichaamsklaring is ongeveer 2 l/uur, waarbij minder dan
5% van de dosis in de urine wordt uitgescheiden.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit en carcinogeen potentieel. Zoals te verwachten door het heterologe proteïne-
karakter van het hormoon, wekte lutropine alfa na een tijd een antilichaamreactie op bij proefdieren
die de meetbare LH-serumspiegels deed dalen, zonder daarbij de biologische actie volledig teniet te
doen. Er werden geen tekenen van toxiciteit door de ontwikkeling van de antilichamen tegen
lutropine alfa waargenomen.
Bij doses van 10 IE/kg/dag of hoger veroorzaakte de herhaaldelijke toediening van lutropine alfa aan
zwangere ratten en konijnen een vermindering van de reproductiviteit met inbegrip van het verloren
gaan van foetussen en een vermindering van de groei van het lichaamsgewicht van de moederdieren.
Er werd echter geen door het geneesmiddel veroorzaakte teratogenese gezien in deze diermodellen.
Andere onderzoeken hebben aangetoond dat lutropine alfa niet mutageen is.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Poeder
Sacharose
Dinatriumfosfaatdihydraat
Natriumdiwaterstoffosfaatmonohydraat
Polysorbaat 20
Geconcentreerd fosforzuur (voor pH-aanpassing)
Natriumhydroxide (voor pH-aanpassing)
L-methionine
Stikstof
Oplosmiddel
Water voor injecties
9
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Het poeder is verpakt in 3 ml injectieflacons van neutraal kleurloos glas (type I). De injectieflacons
zijn afgesloten met broombutylstoppen die beschermd worden door aluminium verzegelingen en
verwijderbare doppen. Het oplosmiddel is verpakt in 2 of 3 ml injectieflacons van neutraal kleurloos
glas (type I) met een rubberen stop die met Teflon bekleed is of in 2 ml ampullen van neutraal
kleurloos glas (type I).
Verpakkingen van 1, 3 of 10 injectieflacons met een overeenkomend aantal injectieflacons of
ampullen met oplosmiddel. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Voor direct en eenmalig gebruik na de eerste opening en reconstitutie.
Het poeder moet voor gebruik worden gereconstitueerd met het oplosmiddel door voorzichtig om
te zwenken.
De gereconstitueerde oplossing mag niet worden gebruikt als die deeltjes bevat of niet helder is.
Luveris mag worden gemengd met follitropine alfa en samen worden toegediend als een
enkele injectie.
In dit geval dient Luveris eerst gereconstitueerd te worden en dan gebruikt voor het reconstitueren van
het follitropine alfa poeder.
Om het injecteren van grote volumina te vermijden kan een injectieflacon Luveris gereconstitueerd
worden met een of twee injectieflacon(s) follitropine alfa 75 IE in 1 ml oplosmiddel.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Europe B.V.
Gustav Mahlerplein 102
1082 MA Amsterdam
Nederland
10
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/155/001
EU/1/00/155/002
EU/1/00/155/003
EU/1/00/155/004
EU/1/00/155/005
EU/1/00/155/006
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 29 november 2000
Datum van laatste verlenging: 24 januari 2006
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
MM/JJJJ
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
(http://www.ema.europa.eu).
11
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF
EN FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
12
A.
FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN FABRIKANT
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant van de biologisch werkzame stof
Merck Serono S.A.
Succursale d’Aubonne
Zone Industrielle de l’Ouriettaz
1170 Aubonne
Zwitserland
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Merck Serono S.p.A.
Via delle Magnolie 15 (loc. frazione Zona industriale)
70026 Modugno (BA)
Italië
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
13
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
14
A. ETIKETTERING
15
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
LUVERIS 75 IE, INJECTIEFLACONS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Luveris 75 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
lutropine alfa
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een injectieflacon poeder bevat lutropine alfa 75 IE
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: polysorbaat 20, sacharose, natriumdiwaterstoffosfaatmonohydraat,
dinatriumfosfaatdihydraat, geconcentreerd fosforzuur, natriumhydroxide, L-methionine en stikstof.
Een ampul oplosmiddel bevat 1 ml water voor injecties. (EU/1/00/155/001-003)
Een injectieflacon oplosmiddel bevat 1 ml water voor injecties. (EU/1/00/155/004-006)
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
1 injectieflacon poeder voor oplossing voor injectie / 1 ampul oplosmiddel
3 injectieflacons poeder voor oplossing voor injectie / 3 ampullen oplosmiddel
10 injectieflacons poeder voor oplossing voor injectie / 10 ampullen oplosmiddel
1 injectieflacon poeder voor oplossing voor injectie / 1 injectieflacon oplosmiddel
3 injectieflacons poeder voor oplossing voor injectie / 3 injectieflacons oplosmiddel
10 injectieflacons poeder voor oplossing voor injectie / 10 injectieflacons oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
16
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte product of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Merck Europe B.V.
Gustav Mahlerplein 102
1082 MA Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/155/001 (1 injectieflacon/1 ampul)
EU/1/00/155/002 (3 injectieflacons/3 ampullen)
EU/1/00/155/003 (10 injectieflacons/10 ampullen)
EU/1/00/155/004 (1 injectieflacon/1 injectieflacon)
EU/1/00/155/005 (3 injectieflacons/3 injectieflacons)
EU/1/00/155/006 (10 injectieflacons/10 injectieflacons)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
Lot oplosmiddel
14.
15.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
luveris 75 i.e.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
17
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
18
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
LUVERIS 75 IE, INJECTIEFLACONS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Luveris 75 IE poeder voor injectie
lutropine alfa
Subcutaan gebruik.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
4.
Lot
5.
75 IE
6.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
PARTIJNUMMER
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
OVERIGE
19
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
LUVERIS 75 IE, OPLOSMIDDEL AMPULLEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Oplosmiddel voor Luveris
water voor injecties
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
4.
Lot
5.
1 ml
6.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
PARTIJNUMMER
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
OVERIGE
20
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
LUVERIS 75 IE, OPLOSMIDDEL INJECTIEFLACONS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Oplosmiddel voor Luveris
water voor injecties
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
4.
Lot
5
1 ml
6.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
PARTIJNUMMER
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
OVERIGE
21
B. BIJSLUITER
22
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Oplosmiddel in ampullen
Luveris 75 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
lutropine alfa
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Luveris en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Luveris en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Luveris?
Luveris is een geneesmiddel dat lutropine alfa bevat, een recombinant luteïniserend hormoon (LH)
zoals dat in het menselijk lichaam voorkomt, maar dat wordt geproduceerd met behulp van
biotechnologie. Het behoort tot een groep van hormonen, gonadotropinen genaamd, die betrokken zijn
bij de normale regeling van de vruchtbaarheid.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Luveris wordt aanbevolen voor de behandeling van volwassen vrouwen die bij onderzoek zeer geringe
hoeveelheden van sommige hormonen die de normale menstruatiecyclus regelen, bleken aan te maken.
Het geneesmiddel wordt in combinatie met een ander hormoon, follikelstimulerend hormoon (FSH)
genaamd, gebruikt om de ontwikkeling van follikels, de structuur in de eierstokken waar de eicellen
(ova) rijpen, op gang te brengen. Het wordt gevolgd door een behandeling met een enkele dosis
humaan chorion gonadotropine (hCG), die tot de vrijgifte van een eitje door de follikel leidt (ovulatie).
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor gonadotropinen (bijvoorbeeld luteïniserend hormoon, follikelstimulerend
hormoon of humaan chorion gonadotropine) of voor één van de stoffen in dit geneesmiddel.
Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
U heeft eierstok-, baarmoeder-, of borstkanker.
Bij u is een hersentumor vastgesteld.
U heeft een vergroting van de eierstokken of holtes gevuld met vocht in de eierstokken
(ovariumcyste) met onbekende oorzaak.
U heeft vaginale bloedingen waarvan de oorzaak niet bekend is.
Gebruik Luveris niet als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Als u er niet zeker
van bent, bespreekt u het met de arts of apotheker alvorens dit geneesmiddel te gebruiken.
23
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
De vruchtbaarheid van u en uw partner moet onderzocht worden voordat met de behandeling
wordt begonnen.
Geadviseerd wordt Luveris niet te gebruiken als bij u sprake is van een toestand of aandoening die
normaal gesproken een normale zwangerschap onmogelijk maakt, zoals niet-werkende eierstokken
veroorzaakt door een aandoening die primair ovariumfalen wordt genoemd, of misvorming van de
geslachtsorganen.
Porfyrie
Vertel uw arts voorafgaand aan de behandeling als u of een familielid porfyrie heeft (het onvermogen
om porfyrinen af te breken dat van ouder op kind kan worden overgedragen).
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS)
Dit geneesmiddel stimuleert uw eierstokken. Dit vergroot de kans dat u last krijgt van het ovarieel
hyperstimulatiesyndroom, of OHSS. Dit betekent dat uw follikels zich te veel ontwikkelen en grote
cystes worden. Als u pijn in de onderbuik krijgt, snel zwaarder wordt, zich misselijk voelt of gaat
braken, of als u moeite heeft met ademhalen, moet u direct contact opnemen met uw arts die u dan
mogelijk zal vragen te stoppen met het gebruik van dit geneesmiddel (zie rubriek 4 onder “Ernstige
bijwerkingen”).
Als u niet ovuleert en de aanbevolen dosis en het toedieningsschema worden gevolgd, is het ontstaan
van OHSS minder waarschijnlijk. Behandeling met Luveris geeft zelden aanleiding tot ernstig OHSS.
Dit wordt waarschijnlijker als het geneesmiddel dat de uiteindelijke rijping van de follikels
bewerkstelligt (dat humaan chorion gonadotropine, hCG, bevat), wordt toegediend (zie rubriek 3 onder
“De gebruikelijke dosering” voor meer informatie). Als u OHSS ontwikkelt, zal uw arts u mogelijk
deze behandelcyclus geen hCG geven en u vragen geen gemeenschap te hebben of gedurende
minstens vier dagen barrière-contraceptiemethoden toe te passen.
Uw arts zal ervoor zorgen dat de reactie van de eierstokken op de behandeling zorgvuldig gevolgd
wordt met behulp van echo’s en door het afnemen van bloed voor en tijdens de stimulatiebehandeling.
Meerlingzwangerschap
Tijdens het gebruik van Luveris heeft u een grotere kans op een meerlingzwangerschap (voornamelijk
tweelingen) dan als u op natuurlijke wijze zwanger zou zijn geworden. Een meerlingzwangerschap
kan tot medische complicaties leiden bij u en uw baby’s. U kunt het risico van een
meerlingzwangerschap reduceren door de juiste dosis Luveris op het juiste moment te gebruiken. Als u
kunstmatige voortplantingstechnieken ondergaat, hangt het risico van een meerlingzwangerschap
samen met uw leeftijd en de kwaliteit en het aantal bevruchte eicellen of embryo’s dat wordt
teruggeplaatst.
Miskraam
Als u kunstmatige bevruchtingstechnieken of stimulatie van de ovaria heeft ondergaan om eicellen te
produceren, is de kans op een miskraam groter dan bij een gemiddelde vrouw.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
Vrouwen met een voorgeschiedenis van eileideraandoening hebben een risico op een
buitenbaarmoederlijke zwangerschap (zwangerschap waarbij het embryo zich buiten de baarmoeder
innestelt), zowel bij een spontane conceptie als bij een fertiliteitbehandeling.
Bloedstollingsproblemen (trombo-embolische voorvallen)
Neem contact op met uw arts voordat u Luveris gebruikt als u of een familielid ooit bloedstolsels in
het been of de long heeft gehad of een hartaanval of beroerte heeft gehad. U kunt dan een groter risico
hebben op ernstige bloedstolsels of verergering van bestaande stolsels bij de behandeling met Luveris.
24
Tumoren van de geslachtsorganen
Er bestaan meldingen van tumoren in de eierstokken en andere geslachtsorganen, zowel goedaardig als
kwaadaardig, bij vrouwen die meerdere malen geneesmiddelen hebben gebruikt voor de behandeling
van onvruchtbaarheid.
Aangeboren afwijkingen
Aangeboren afwijkingen kunnen na kunstmatige voortplantingstechnieken enigszins vaker voorkomen
dan na spontane bevruchting. Dit kan te wijten zijn aan verschillen in ouderfactoren, zoals de leeftijd
van de moeder, erfelijkheid, evenals aan de procedures voor kunstmatige voortplantingstechnieken en
meerlingzwangerschap.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Luveris is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Luveris nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Gebruik Luveris niet als een mengsel met andere geneesmiddelen in dezelfde injectie, behalve met
follitropine alfa als dit door uw arts is voorgeschreven.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Luveris niet wanneer u zwanger bent of gedurende de periode van borstvoeding.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Luveris heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
Luveris bevat natrium
Luveris bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
“natriumvrij” is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
Het gebruik van dit geneesmiddel
Uw arts zal beslissen welke dosering en welk toedieningsschema voor u het meest geschikt zijn
gedurende de behandeling.
Er zijn patiënt-vriendelijkere presentaties beschikbaar voor toediening door de patiënt thuis. Vraag uw
arts om uit te vinden of er voor u een meer geschikt alternatief beschikbaar is.
De gebruikelijke dosering
Luveris wordt gewoonlijk iedere dag tot 3 weken lang tegelijkertijd met de FSH-injecties gebruikt.
De gebruikelijke startdosering is
75 IE (1 injectieflacon) Luveris samen met 75 IE of
150 IE FSH.
Afhankelijk van uw reactie hierop,
kan uw arts de dosis van het FSH verhogen met bij
voorkeur 37,5-75 IE na periodes van 7 tot 14 dagen.
Uw arts kan besluiten uw behandeling tot maximaal vijf weken te verlengen.
25
Wanneer de gewenste reactie is bereikt, wordt een enkele injectie met hCG gegeven, 24 tot 48 uur na
de laatste Luveris en FSH injecties. Het is aan te raden gemeenschap te hebben op de dag van de
toediening van hCG en de dag erna. In plaats hiervan kan ook Intra-uteriene Inseminatie (I.U.I.)
worden toegepast.
Wanneer een te sterke reactie ontstaat, moet de behandeling gestaakt worden en van de hCG
toediening worden afgezien (zie rubriek 4 onder “Ovarieel hyperstimulatiesyndroom”). In de volgende
cyclus kan uw arts een behandeling voorschrijven met een lagere aanvangsdosering FSH dan in de
afgebroken cyclus.
Wijze van toediening
Luveris is bestemd voor subcutaan gebruik, dit betekent een injectie direct onder de huid. Elke
injectieflacon is voor eenmalig gebruik.
Leest u de volgende instructie zorgvuldig door wanneer u zichzelf injecteert met Luveris:
Was uw handen. Het is van groot belang dat uw handen en de benodigde materialen zo schoon
mogelijk zijn.
Verzamel alle benodigdheden. Zoek een schone plek en leg alles zorgvuldig neer:
-
een injectieflacon met Luveris
-
een ampul oplosmiddel
-
twee alcoholdoekjes
-
een injectiespuit
-
een opzuignaald om het poeder in het oplosmiddel op te lossen
-
een kleine naald voor de onderhuidse injectie
-
een container om alle scherpe voorwerpen, glas en naalden in weg te gooien.
Open de
ampul met het oplosmiddel:
op de bovenkant van de ampul ziet u een kleine
gekleurde stip. Direct daaronder bevindt zich de plek
waar de ampul is voorbehandeld zodat hij gemakkelijk
afbreekt. Tik eerst zachtjes tegen het bovenstuk zodat
zich hierin bevindende vloeistof naar beneden zakt.
Breek nu de ampul op de plaats van de hals, waarbij u het
bovenstuk
van
de stip
af
beweegt. Plaats de geopende
ampul rechtop op het werkblad.
Opzuigen van het oplosmiddel: zet de
opzuignaald
op de injectiespuit, neem de spuit in één
hand, neem de geopende ampul in de andere hand, steek
de naald erin en zuig tenslotte alle oplosmiddel op.
Leg de injectiespuit vervolgens voorzichtig neer op het
werkblad waarbij u erop let dat de naald nergens mee in
aanraking komt.
Klaarmaken van de injectieoplossing: verwijder de beschermdop van de
injectieflacon met
Luveris poeder,
pak de injectiespuit en spuit het
oplosmiddel langzaam in de injectieflacon Luveris.
Rustig omzwenken zonder de injectiespuit weg te nemen.
Niet schudden.
26
Nadat alle poeder is opgelost (wat gewoonlijk direct gebeurt), moet u controleren dat de
oplossing helder en zonder deeltjes is. Houd de
injectieflacon ondersteboven en zuig de oplossing rustig
terug in de injectiespuit.
U kunt Luveris ook mengen met follitropine alfa als alternatief voor het apart injecteren. Zuig
daarvoor de oplossing na het oplossen van het Luveris-poeder terug in de injectiespuit en spuit dit bij
het follitropine alfa poeder. Als het poeder is opgelost, moet de oplossing weer opgezogen worden in
de injectiespuit. Controleer opnieuw of de oplossing deeltjes bevat en gebruik de oplossing niet als hij
niet helder is.
Er mogen maximaal 3 injectieflacons met poeder worden opgelost in 1 ml oplosmiddel.
Vervang de opzuignaald door
de kleine injectienaald
en verwijder eventuele luchtbelletjes:
wanneer u luchtbelletjes ziet in de injectiespuit, houd
hem dan met de naald naar boven en tik zachtjes tegen de
spuit totdat alle lucht zich bovenin verzameld heeft. Duw
de plunjer zachtjes in totdat alle lucht verdwenen is.
Ga direct door met de injectie: Uw arts of verpleegkundige zal u hebben verteld op welke plek u
moet injecteren (bijvoorbeeld uw buik of de voorkant van
uw dij). Veeg de gekozen plaats schoon met een
alcoholdoekje. Neem een huidplooi stevig vast en breng
de naald in onder een hoek van 45° tot 90° met een
beweging alsof u een pijltje gooit. Injecteer onderhuids
zoals u is geleerd. Spuit niet in een ader. Spuit de
oplossing in door zachtjes op de plunjer te duwen. Neem
alle tijd om
alle
oplossing in te spuiten. Trek de naald
direct terug en maak de huid schoon met een
alcoholdoekje met een cirkelvormige beweging.
Gooi alle gebruikte materialen weg: Als u klaar bent met injecteren, dient u direct alle naalden
en lege ampullen en injectieflacons in de geleverde container voor naalden en glas te werpen.
Enig overgebleven oplossing moet worden weggegooid.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
De effecten van een overdosering met Luveris zijn niet bekend; er is echter de mogelijkheid dat zich
een ovarieel hyperstimulatiesyndroom voordoet (zie rubriek 4). Dit zal echter alleen voorkomen als
hCG is toegediend (zie rubriek 2 onder “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Raadpleeg uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
27
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Ernstige bijwerkingen
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een van hieronder vermelde bijwerkingen krijgt.
De arts kan u vragen om te stoppen met het gebruik van Luveris.
Allergische reactie
Allergische reacties, zoals uitslag, roodheid van de huid, galbulten, zwelling van het gezicht met een
bemoeilijkte ademhaling, kunnen soms ernstig zijn. Deze bijwerking komt zeer zelden voor (komt
voor bij minder dan 1 op 10.000 personen).
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom
Pijn in de onderbuik met misselijkheid of braken kunnen de symptomen zijn van het ovarieel
hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Uw ovaria kunnen overmatig hebben gereageerd op de
behandeling en grote holtes of cystes hebben gevormd die gevuld zijn met vocht (zie rubriek 2
onder “Ovarieel hyperstimulatiesyndroom”). Deze bijwerking komt vaak voor (komt voor bij
minder dan 1 op 10 personen). Als deze bijwerking optreedt, zal uw arts u zo snel mogelijk
moeten onderzoeken.
Ernstige bloedstollingscomplicaties (trombo-embolische voorvallen), meestal met ernstig
OHSS, komen zeer zelden voor. Dit kan pijn op de borst, ademnood, een beroerte of een
hartaanval veroorzaken (zie rubriek 2 onder “Bloedstollingsproblemen”).
Andere vaak voorkomende bijwerkingen
Hoofdpijn
Misselijkheid, braken, diarree, ongemak of pijn in de buik
Met vocht gevulde holtes in de eierstokken (ovariumcystes), pijn in de borsten en pijn in
het bekken
Lokale reacties op de injectieplaats, zoals pijn, jeuk, blauwe plekken, zwelling of irritatie
Verdraaiing van de eierstokken en bloedingen in de onderbuik zijn niet gemeld bij Luveris. Er zijn
echter zeldzame meldingen hiervan bij behandeling met humaan menopauzaal gonadotropine (hMG),
een geneesmiddel gemaakt uit urine dat ook LH bevat.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (embryo ingenesteld buiten de baarmoeder) kan voorkomen,
vooral bij vrouwen die eerder een aandoening van de eileiders hebben gehad.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
injectieflacons na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
28
Gebruik dit geneesmiddel niet als u enige zichtbare tekenen van bederf merkt, zoals verkleuring van
het poeder en beschadiging van de verpakking.
Dit geneesmiddel moet direct na het oplossen van het poeder worden toegediend.
De oplossing niet gebruiken als het deeltjes bevat of troebel is.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is lutropine alfa. Een injectieflacon poeder voor injectie bevat
75 IE (internationale eenheden).
Lutropine alfa is recombinant humaan luteïniserend hormoon (r-hLH) dat wordt geproduceerd
door middel van een recombinante DNA-technologie.
De andere stoffen in het poeder zijn polysorbaat 20, sacharose,
natriumdiwaterstoffosfaatmonohydraat, dinatriumfosfaatdihydraat, geconcentreerd fosforzuur,
natriumhydroxide, L-methionine en stikstof.
Het oplosmiddel is water voor injecties.
Hoe ziet Luveris eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Luveris wordt geleverd als een poeder met een oplosmiddel voor een oplossing voor injectie.
Elke injectieflacon bevat 75 IE lutropine alfa en elke ampul oplosmiddel bevat 1 ml water
voor injecties.
Luveris wordt geleverd in verpakkingen van 1, 3 en 10 injectieflacons met poeder met hetzelfde
aantal ampullen oplosmiddel.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Merck Europe B.V.
Gustav Mahlerplein 102
1082 MA Amsterdam
Nederland
Fabrikant
Merck Serono S.p.A.
Via delle Magnolie 15
70026 Modugno (Bari)
Italië
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
(http://www.ema.europa.eu).
29
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Oplosmiddel in injectieflacons
Luveris 75 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
lutropine alfa
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Luveris en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Luveris en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Luveris?
Luveris is een geneesmiddel dat lutropine alfa bevat, een recombinant luteïniserend hormoon (LH)
zoals dat in het menselijk lichaam voorkomt, maar dat wordt geproduceerd met behulp van
biotechnologie. Het behoort tot een groep van hormonen, gonadotropinen genaamd, die betrokken zijn
bij de normale regeling van de vruchtbaarheid.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Luveris wordt aanbevolen voor de behandeling van volwassen vrouwen die bij onderzoek zeer geringe
hoeveelheden van sommige hormonen die de normale menstruatiecyclus regelen, bleken aan te maken.
Het geneesmiddel wordt in combinatie met een ander hormoon, follikelstimulerend hormoon (FSH)
genaamd, gebruikt om de ontwikkeling van follikels, de structuur in de eierstokken waar de eicellen
(ova) rijpen, op gang te brengen. Het wordt gevolgd door een behandeling met een enkele dosis
humaan chorion gonadotropine (hCG), die tot de vrijgifte van een eitje door de follikel leidt (ovulatie).
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor gonadotropinen (bijvoorbeeld luteïniserend hormoon, follikelstimulerend
hormoon of humaan chorion gonadotropine) of voor één van de stoffen in dit geneesmiddel.
Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
U heeft eierstok-, baarmoeder-, of borstkanker.
Bij u is een hersentumor vastgesteld.
U heeft een vergroting van de eierstokken of holtes gevuld met vocht in de eierstokken
(ovariumcyste) met onbekende oorzaak.
U heeft vaginale bloedingen waarvan de oorzaak niet bekend is.
Gebruik Luveris niet als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Als u er niet zeker
van bent, bespreekt u het met de arts of apotheker alvorens dit geneesmiddel te gebruiken.
30
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
De vruchtbaarheid van u en uw partner moet onderzocht worden voordat met de behandeling
wordt begonnen.
Geadviseerd wordt Luveris niet te gebruiken als bij u sprake is van een toestand of aandoening die
normaal gesproken een normale zwangerschap onmogelijk maakt, zoals niet-werkende eierstokken
veroorzaakt door een aandoening die primair ovariumfalen wordt genoemd, of misvorming van de
geslachtsorganen.
Porfyrie
Vertel uw arts voorafgaand aan de behandeling als u of een familielid porfyrie heeft (het onvermogen
om porfyrinen af te breken dat van ouder op kind kan worden overgedragen).
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS)
Dit geneesmiddel stimuleert uw eierstokken. Dit vergroot de kans dat u last krijgt van het ovarieel
hyperstimulatiesyndroom, of OHSS. Dit betekent dat uw follikels zich te veel ontwikkelen en grote
cystes worden. Als u pijn in de onderbuik krijgt, snel zwaarder wordt, zich misselijk voelt of gaat
braken, of als u moeite heeft met ademhalen, moet u direct contact opnemen met uw arts die u dan
mogelijk zal vragen te stoppen met het gebruik van dit geneesmiddel (zie rubriek 4 onder “Ernstige
bijwerkingen”).
Als u niet ovuleert en de aanbevolen dosis en het toedieningsschema worden gevolgd, is het ontstaan
van OHSS minder waarschijnlijk. Behandeling met Luveris geeft zelden aanleiding tot ernstig OHSS.
Dit wordt waarschijnlijker als het geneesmiddel dat de uiteindelijke rijping van de follikels
bewerkstelligt (dat humaan chorion gonadotropine, hCG, bevat), wordt toegediend (zie rubriek 3 onder
“De gebruikelijke dosering” voor meer informatie). Als u OHSS ontwikkelt, zal uw arts u mogelijk
deze behandelcyclus geen hCG geven en u vragen geen gemeenschap te hebben of gedurende
minstens vier dagen barrière-contraceptiemethoden toe te passen.
Uw arts zal ervoor zorgen dat de reactie van de eierstokken op de behandeling zorgvuldig gevolgd
wordt met behulp van echo’s en door het afnemen van bloed voor en tijdens de stimulatiebehandeling.
Meerlingzwangerschap
Tijdens het gebruik van Luveris heeft u een grotere kans op een meerlingzwangerschap (voornamelijk
tweelingen) dan als u op natuurlijke wijze zwanger zou zijn geworden. Een meerlingzwangerschap
kan tot medische complicaties leiden bij u en uw baby’s. U kunt het risico van een
meerlingzwangerschap reduceren door de juiste dosis Luveris op het juiste moment te gebruiken. Als u
kunstmatige voortplantingstechnieken ondergaat, hangt het risico van een meerlingzwangerschap
samen met uw leeftijd en de kwaliteit en het aantal bevruchte eicellen of embryo’s dat wordt
teruggeplaatst.
Miskraam
Als u kunstmatige bevruchtingstechnieken of stimulatie van de ovaria heeft ondergaan om eicellen te
produceren, is de kans op een miskraam groter dan bij een gemiddelde vrouw.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
Vrouwen met een voorgeschiedenis van eileideraandoening hebben een risico op een
buitenbaarmoederlijke zwangerschap (zwangerschap waarbij het embryo zich buiten de baarmoeder
innestelt), zowel bij een spontane conceptie als bij een fertiliteitbehandeling.
Bloedstollingsproblemen (trombo-embolische voorvallen)
Neem contact op met uw arts voordat u Luveris gebruikt als u of een familielid ooit bloedstolsels in
het been of de long heeft gehad of een hartaanval of beroerte heeft gehad. U kunt dan een groter risico
hebben op ernstige bloedstolsels of verergering van bestaande stolsels bij de behandeling met Luveris.
31
Tumoren van de geslachtsorganen
Er zijn meldingen gedaan van tumoren in de eierstokken en andere geslachtsorganen, zowel
goedaardig als kwaadaardig, bij vrouwen die meerdere malen geneesmiddelen hebben gebruikt voor
de behandeling van onvruchtbaarheid.
Aangeboren afwijkingen
Aangeboren afwijkingen kunnen na kunstmatige voortplantingstechnieken enigszins vaker voorkomen
dan na spontane bevruchting. Dit kan te wijten zijn aan verschillen in ouderfactoren, zoals de leeftijd
van de moeder, erfelijkheid, evenals aan de procedures voor kunstmatige voortplantingstechnieken en
meerlingzwangerschap.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Luveris is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Luveris nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Gebruik Luveris niet als een mengsel met andere geneesmiddelen in dezelfde injectie, behalve met
follitropine alfa als dit door uw arts is voorgeschreven.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Luveris niet wanneer u zwanger bent of gedurende de periode van borstvoeding.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Luveris heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
Luveris bevat natrium
Luveris bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
“natriumvrij” is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
Het gebruik van dit geneesmiddel
Uw arts zal beslissen welke dosering en welk toedieningsschema voor u het meest geschikt zijn
gedurende de behandeling.
De gebruikelijke dosering
Luveris wordt gewoonlijk iedere dag tot 3 weken lang tegelijkertijd met de FSH-injecties gebruikt.
De gebruikelijke startdosering
is 75 IE (1 injectieflacon) Luveris samen met 75 IE of
150 IE FSH.
Afhankelijk van uw reactie hierop,
kan uw arts de dosis van het FSH verhogen met bij
voorkeur 37,5-75 IE na periodes van 7 tot 14 dagen.
Uw arts kan besluiten uw behandeling tot maximaal vijf weken te verlengen.
Wanneer de gewenste reactie is bereikt, wordt een enkele injectie met hCG gegeven, 24 tot 48 uur na
de laatste Luveris en FSH injecties. Het is aan te raden gemeenschap te hebben op de dag van de
toediening van hCG en de dag erna. In plaats hiervan kan ook Intra-uteriene Inseminatie (I.U.I.)
worden toegepast.
32
Wanneer een te sterke reactie ontstaat, moet de behandeling gestaakt worden en van de hCG
toediening worden afgezien (zie rubriek 4 onder “Ovarieel hyperstimulatiesyndroom”). In de volgende
cyclus kan uw arts een behandeling voorschrijven met een lagere aanvangsdosering FSH dan in de
afgebroken cyclus.
Wijze van toediening
Luveris is bestemd voor subcutaan gebruik, dit betekent een injectie direct onder de huid. Elke
injectieflacon is voor eenmalig gebruik.
Leest u de volgende instructie zorgvuldig door wanneer u zichzelf injecteert met Luveris:
Was uw handen. Het is van groot belang dat uw handen en de benodigde materialen zo schoon
mogelijk zijn.
Verzamel alle benodigdheden. Zoek een schone plek en leg alles zorgvuldig neer:
-
een injectieflacon met Luveris
-
een injectieflacon oplosmiddel
-
twee alcoholdoekjes
-
een injectiespuit
-
een opzuignaald om het poeder in het oplosmiddel op te lossen
-
een kleine naald voor de onderhuidse injectie
-
een container om alle scherpe voorwerpen, glas en naalden in weg te gooien.
Verwijder de beschermdop van
de injectieflacon met oplosmiddel.
Bevestig de
opzuignaald
aan de injectiespuit en zuig wat lucht in de spuit door de
plunjer uit te trekken tot ongeveer het 1 ml teken. Breng
de naald dan in de injectieflacon, duw de lucht weer uit
de spuit, houd de injectieflacon ondersteboven en zuig
langzaam al het oplosmiddel op.
Leg de injectiespuit vervolgens voorzichtig neer op het
werkblad waarbij u erop let dat de naald nergens mee in
aanraking komt.
Klaarmaken van de injectieoplossing: verwijder de beschermdop van de
injectieflacon met
Luveris poeder,
pak de injectiespuit en spuit het
oplosmiddel langzaam in de injectieflacon Luveris.
Rustig omzwenken zonder de injectiespuit weg te nemen.
Niet schudden.
Nadat alle poeder is opgelost (wat gewoonlijk direct gebeurt), moet u controleren dat de
oplossing helder en zonder deeltjes is. Houd de
injectieflacon ondersteboven en zuig de oplossing rustig
terug in de injectiespuit.
33
U kunt Luveris ook mengen met follitropine alfa als alternatief voor het apart injecteren. Zuig
daarvoor de oplossing na het oplossen van het Luveris-poeder terug in de injectiespuit en spuit dit bij
het follitropine alfa poeder. Als het poeder is opgelost, moet de oplossing weer opgezogen worden in
de injectiespuit. Controleer opnieuw of de oplossing deeltjes bevat en gebruik de oplossing niet als hij
niet helder is.
Er mogen maximaal 3 injectieflacons met poeder worden opgelost in 1 ml oplosmiddel.
Vervang de opzuignaald door
de kleine injectienaald
en verwijder eventuele luchtbelletjes:
wanneer u luchtbelletjes ziet in de injectiespuit, houd
hem dan met de naald naar boven en tik zachtjes tegen de
spuit totdat alle lucht zich bovenin verzameld heeft. Duw
de plunjer zachtjes in totdat alle lucht verdwenen is.
Ga direct door met de injectie: Uw arts of verpleegkundige zal u hebben verteld op welke plek u
moet injecteren (bijvoorbeeld uw buik of de voorkant van
uw dij). Veeg de gekozen plaats schoon met een
alcoholdoekje. Neem een huidplooi stevig vast en breng
de naald in onder een hoek van 45° tot 90° met een
beweging alsof u een pijltje gooit. Injecteer onderhuids
zoals u is geleerd. Spuit niet in een ader. Spuit de
oplossing in door zachtjes op de plunjer te duwen. Neem
alle tijd om
alle
oplossing in te spuiten. Trek de naald
direct terug en maak de huid schoon met een
alcoholdoekje met een cirkelvormige beweging.
Gooi alle gebruikte materialen weg: Als u klaar bent met injecteren, dient u direct alle naalden
en lege ampullen en injectieflacons in de geleverde container voor naalden en glas te werpen.
Enig overgebleven oplossing moet worden weggegooid.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
De effecten van een overdosering met Luveris zijn niet bekend; er is echter de mogelijkheid dat zich
een ovarieel hyperstimulatiesyndroom voordoet (zie rubriek 4). Dit zal echter alleen voorkomen als
hCG is toegediend (zie rubriek 2 onder “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Raadpleeg uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Ernstige bijwerkingen
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een van hieronder vermelde bijwerkingen krijgt.
De arts kan u vragen om te stoppen met het gebruik van Luveris.
34
Allergische reactie
Allergische reacties, zoals uitslag, roodheid van de huid, galbulten, zwelling van het gezicht met een
bemoeilijkte ademhaling, kunnen soms ernstig zijn. Deze bijwerking komt zeer zelden voor (komt
voor bij minder dan 1 op 10.000 personen).
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom
Pijn in de onderbuik met misselijkheid of braken kunnen de symptomen zijn van het ovarieel
hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Uw ovaria kunnen overmatig hebben gereageerd op de
behandeling en grote holtes of cystes hebben gevormd die gevuld zijn met vocht (zie rubriek 2
onder “Ovarieel hyperstimulatiesyndroom”). Deze bijwerking komt vaak voor (komt voor bij
minder dan 1 op 10 personen). Als deze bijwerking optreedt, zal uw arts u zo snel mogelijk
moeten onderzoeken.
Ernstige bloedstollingscomplicaties (trombo-embolische voorvallen), meestal met ernstig
OHSS, komen zeer zelden voor. Dit kan pijn op de borst, ademnood, een beroerte of een
hartaanval veroorzaken (zie rubriek 2 onder “Bloedstollingsproblemen”).
Andere vaak voorkomende bijwerkingen
Hoofdpijn
Misselijkheid, braken, diarree, ongemak of pijn in de buik
Met vocht gevulde holtes in de eierstokken (ovariumcystes), pijn in de borsten en pijn in het
bekken
Lokale reacties op de injectieplaats, zoals pijn, jeuk, blauwe plekken, zwelling of irritatie
Verdraaiing van de eierstokken en bloedingen in de onderbuik zijn niet gemeld bij Luveris. Er zijn
echter zeldzame meldingen hiervan bij behandeling met humaan menopauzaal gonadotropine (hMG)
een geneesmiddel gemaakt uit urine dat ook LH bevat.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (embryo ingenesteld buiten de baarmoeder) kan voorkomen,
vooral bij vrouwen die eerder een aandoening van de eileiders hebben gehad.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
injectieflacons na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u enige zichtbare tekenen van bederf merkt, zoals verkleuring van
het poeder en beschadiging van de verpakking.
Dit geneesmiddel moet direct na het oplossen van het poeder worden toegediend.
De oplossing niet gebruiken als het deeltjes bevat of troebel is.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
35
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is lutropine alfa. Een injectieflacon poeder voor injectie bevat
75 IE (internationale eenheden).
Lutropine alfa is recombinant humaan luteïniserend hormoon (r-hLH) dat wordt geproduceerd
door middel van een recombinante DNA-technologie.
De andere stoffen in het poeder zijn polysorbaat 20, sacharose,
natriumdiwaterstoffosfaatmonohydraat, dinatriumfosfaatdihydraat, geconcentreerd fosforzuur,
natriumhydroxide, L-methionine en stikstof.
Het oplosmiddel is water voor injecties.
Hoe ziet Luveris eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Luveris wordt geleverd als een poeder met een oplosmiddel voor een oplossing voor injectie.
Elke injectieflacon bevat 75 IE lutropine alfa en elke injectieflacon oplosmiddel bevat 1 ml
water voor injecties.
Luveris wordt geleverd in verpakkingen van 1, 3 en 10 injectieflacons met poeder met
hetzelfde aantal injectieflacons oplosmiddel.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Merck Europe B.V.
Gustav Mahlerplein 102
1082 MA Amsterdam
Nederland
Fabrikant
Merck Serono S.p.A.
Via delle Magnolie 15
70026 Modugno (Bari)
Italië
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
(http://www.ema.europa.eu).
36
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Luveris 75 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een injectieflacon bevat 75 IE lutropine alfa*.
* recombinant humaan luteïniserend hormoon (r-hLH) geproduceerd door genetisch gewijzigde
ovariumcellen van Chinese hamsters (CHO-cellen) door recombinante DNA-technologie
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie.
Uiterlijk van het poeder: witte gevriesdroogde pellet
Uiterlijk van het oplosmiddel: heldere kleurloze oplossing
De pH-waarde van de gereconstitueerde oplossing is 7,5-8,5.
Andere presentaties dan ampullen dienen overwogen te worden voor toediening door de patiënt thuis.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
De combinatie van Luveris met follikelstimulerend hormoon (FSH) wordt aanbevolen voor de
stimulatie van de follikelontwikkeling bij volwassen vrouwen met een ernstig tekort aan luteïniserend
hormoon (LH) en FSH. Bij klinische onderzoeken werden deze patiënten gedefinieerd door een
endogeen serumgehalte van LH <1,2 IE/l.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Behandeling met Luveris moet worden gestart onder toezicht van een arts die ervaren is in de
behandeling van fertiliteitsaandoeningen.
Dosering
Het doel van de combinatietherapie met Luveris in combinatie met FSH is bij vrouwen met een tekort
aan LH en FSH een enkele rijpe Graafse follikel te ontwikkelen, waaruit de oöcyt zal worden
vrijgemaakt na toediening van humaan chorion gonadotropine (hCG). Luveris moet tegelijkertijd met
FSH worden gegeven als een kuur van dagelijkse injecties. Aangezien deze patiënten amenorroïsch
zijn en een geringe endogene oestrogeensecretie hebben, kan de behandeling op elk moment
worden gestart.
Luveris dient gelijktijdig met follitropine alfa te worden toegediend.
De behandeling moet worden aangepast aan de reactie van de individuele patiënte, zoals bepaald door
het meten van follikelgrootte met behulp van echo en oestrogeenrespons. Een aanbevolen schema
begint met 75 IE lutropine alfa (dit is een injectieflacon Luveris) per dag, samen met 75-150 IE FSH.
Wanneer een optimale reactie is bereikt, moet een enkele injectie van 250 microgram r-hCG of
5.000 IE tot 10.000 IE hCG worden toegediend 24-48 uur na de laatste Luveris en FSH injecties.
De patiënte wordt geadviseerd om gemeenschap te hebben op de dag van de hCG toediening en de
dag erna.
Als alternatief kan ook Intra-uteriene Inseminatie (I.U.I.) worden toegepast.
Ondersteuning van de luteale fase kan worden overwogen, daar een tekort aan substanties met
luteotropische activiteit (LH/hCG) na de ovulatie kan leiden tot een prematuur falen van het corpus
luteum.
Wanneer een te sterke reactie ontstaat, moet de behandeling worden afgebroken en mag geen hCG
worden toegediend. In de volgende cyclus moet de behandeling opnieuw worden gestart met een
lagere dosering FSH dan in de vorige cyclus.
Speciale populaties
Ouderen
Er is geen relevante toepassing van Luveris bij ouderen. De veiligheid en werkzaamheid van Luveris
bij oudere patiënten zijn niet vastgesteld.
Nier- en leverinsufficiëntie
De veiligheid, werkzaamheid en farmacokinetiek van Luveris bij patiënten met nier- of
leverinsufficiëntie zijn niet vastgesteld.
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Luveris bij pediatrische patiënten.
Wijze van toediening
Luveris is bestemd voor subcutaan gebruik. De eerste injectie met Luveris dient gegeven te worden
onder directe medische supervisie. Het poeder onmiddellijk vóór gebruik reconstitueren met de
meegeleverde oplossing. Zelftoediening van dit geneesmiddel dient alleen gedaan te worden door
patiënten die gemotiveerd zijn, goed getraind en die zo nodig advies kunnen vragen aan experts.
Voor instructies over reconstitutie van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Luveris is gecontra-indiceerd bij patiënten met:
overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen
tumoren in de hypothalamus of hypofyse
vergroting van de ovaria of cysten in de ovaria die niet door polycysteus ovariumsyndroom
worden veroorzaakt en met onbekende oorzaak
gynaecologische bloedingen met onbekende oorzaak
ovarium-, uterus- of mammacarcinoom
primair ovariumfalen
misvormingen van de geslachtsorganen die zwangerschap onmogelijk maken
baarmoedermyomen die zwangerschap in de weg staan
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Terugvinden herkomst
Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het
batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden.
Algemene aanbevelingen
Voor de therapie moet de infertiliteit van de partners eenduidig vastgesteld zijn en moeten mogelijke
contra-indicaties voor zwangerschap zijn uitgesloten. Bovendien dienen patiënten onderzocht te
worden op hypothyreoïdie, bijnierschorsinsufficiëntie en hyperprolactinaemie en op adequate
behandeling hiervoor.
Porfyrie
Bij patiënten met porfyrie of een familiaire voorgeschiedenis van porfyrie kan Luveris het risico op
een acute aanval vergroten. Verslechtering of een eerste manifestatie van deze aandoening kan het
staken van de behandeling noodzakelijk maken.
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS)
Een bepaalde mate van vergroting van de ovaria is een voorzien effect van gecontroleerde
ovariumstimulatie. Dit wordt vaker gezien bij vrouwen met polycysteus ovariumsyndroom en
verdwijnt normaal gesproken zonder behandeling.
In tegenstelling tot ongecompliceerde vergroting van de ovaria is OHSS een aandoening die zich met
een toenemende mate van ernst kan manifesteren. Het syndroom omvat een duidelijke vergroting van
de ovaria, hoge serumspiegels van geslachtssteroïden en een toename van de vasculaire permeabiliteit,
die kan resulteren in vochtophoping in de peritoneale, pleurale en, zelden, in de pericardiale holten.
Een milde vorm van OHSS kan buikpijn, ongemak en opgeblazen gevoel in de buik of vergrote ovaria
veroorzaken. Matige OHSS kan daarnaast misselijkheid, braken, echografische aanwijzingen voor
ascites of duidelijke vergroting van de ovaria veroorzaken.
Ernstige OHSS kan verder nog klachten geven als sterke vergroting van de ovaria, gewichtstoename,
dyspneu of oligurie. Klinische tests kunnen aanwijzingen geven voor hypovolemie, hemoconcentratie,
verstoring van de elektrolytenbalans, ascites, pleura-effusie of acuut longlijden. Zeer zelden kan
ernstige OHSS worden gecompliceerd door ovariumtorsie of trombo-embolische voorvallen, zoals
longembolie, ischemische beroerte of myocardinfarct.
Onafhankelijke risicofactoren voor het ontwikkelen van OHSS zijn jonge leeftijd, `lean body mass',
polycysteus ovariumsyndroom, hogere doses exogene gonadotropinen, hoge absolute of snel stijgende
serumspiegels van oestradiol en eerdere episoden van OHSS, een groot aantal ontwikkelende
ovariumfollikels en een groot aantal oöcyten, verkregen in de cycli van kunstmatige
voortplantingstechnieken (ART).
Het risico van ovariële hyperstimulatie kan worden geminimaliseerd door de aanbevolen dosering van
Luveris en FHS en het toedieningsschema aan te houden. Monitoring van de stimulatiecycli aan de
hand van echografie en oestradiolmetingen wordt aanbevolen om risicofactoren vroegtijdig
te identificeren.
Een mild of matig OHSS geneest meestal spontaan. In het geval van een ernstig OHSS wordt
geadviseerd de gonadotropinebehandeling te stoppen, voor zover deze nog wordt toegepast, en de
patiënte in het ziekenhuis op te nemen voor een passende behandeling.
Ovariumtorsie
Na behandeling met andere gonadotropinen is ovariumtorsie gemeld. Dit kan samenhangen met andere
risicofactoren als OHSS, zwangerschap, eerdere buikoperatie, voorgeschiedenis van ovariumtorsie,
eerdere of huidige ovariumcyste en polycysteus ovariumsyndroom. Beschadiging van het ovarium als
gevolg van verminderde bloedtoevoer kan beperkt worden door vroegtijdige diagnosestelling en
onmiddellijke detorsie.
Meerlingzwangerschap
Bij patiënten bij wie ovulatie-inductie wordt toegepast treden meerlingzwangerschap en -geboorten
vaker op dan bij vrouwen die op natuurlijke wijze zwanger zijn geworden. De meerderheid van de
meerlingbevruchtingen betreft tweelingen. Meerlingzwangerschappen, met name van meer dan twee,
gaan gepaard met een verhoogd risico van een ongunstige maternale en perinatale uitkomst.
Om het risico van meerlingzwangerschap van meer dan twee zo klein mogelijk te houden, wordt
zorgvuldige controle van de ovariële respons aanbevolen. Bij patiënten die ART-procedures
ondergaan, hangt het risico van meerlingzwangerschappen voornamelijk samen met het aantal en de
kwaliteit van de teruggeplaatste embryo's en de leeftijd van de patiënte.
Zwangerschapsverlies
De incidentie van zwangerschapsverlies door een miskraam of abortus is groter bij patiënten die
stimulatie van de follikelgroei ondergaan in het kader van ovulatie-inductie of ART, dan bij vrouwen
die op natuurlijke wijze zwanger zijn geworden.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
Vrouwen met een voorgeschiedenis van eileideraandoening hebben een risico van een
buitenbaarmoederlijke zwangerschap, zowel bij spontane conceptie als bij fertiliteitbehandelingen. De
prevalentie van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap na kunstmatige voortplantingstechnieken
wordt gerapporteerd als hoger dan in de algemene populatie.
Congenitale misvormingen
De prevalentie van congenitale misvormingen na kunstmatige voortplantingstechnieken kan enigszins
groter zijn dan na een spontane conceptie. Dit zou te wijten kunnen zijn aan ouderfactoren (zoals
leeftijd van de moeder, genetica), procedures voor kunstmatige voortplantingstechnieken en
meerlingzwangerschappen.
Bij vrouwen met een recente of actuele trombo-embolische aandoening of bij vrouwen met algemeen
bekende risicofactoren voor trombo-embolische voorvallen, zoals een persoonlijke of een familiaire
voorgeschiedenis, trombofilie of ernstige obesitas (`body mass index' >30 kg/m2) kan een behandeling
met toepassing van gonadotropinen het risico van verergering of optreden van dergelijke voorvallen
vergroten. Bij deze vrouwen moeten de voordelen van toediening van gonadotropine worden
afgewogen tegenover de risico's. Het moet overigens worden vermeld dat een zwangerschap op
zichzelf, net als OHSS, ook een vergroot risico geeft op trombo-embolische voorvallen.
Neoplasma's van het voortplantingsstelsel
Er zijn meldingen gedaan van neoplasma's van het ovarium en andere voortplantingsorganen, zowel
benigne als maligne, bij vrouwen die meerdere behandelschema's hebben ondergaan voor infertiliteit.
Het is nog niet vastgesteld of de behandeling met gonadotropinen het risico van deze tumoren bij
infertiele vrouwen verhoogt.
Natriumgehalte
Luveris bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
`natriumvrij' is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
Luveris mag niet toegediend worden als mengsel met andere geneesmiddelen in een injectie, behalve
met follitropine alfa, waarvan klinische studies hebben aangetoond dat gelijktijdige toediening geen
significante veranderingen veroorzaakt in de activiteit, stabiliteit, farmacokinetiek of
farmacodynamische eigenschappen van de actieve bestanddelen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is geen indicatie voor het gebruik van Luveris tijdens de zwangerschap.
Gegevens over een beperkt aantal zwangerschappen waarbij het middel werd gebruikt, laten geen
bijwerkingen van gonadotropinen zien op de zwangerschap, de embryonale of foetale ontwikkeling,
de bevalling of de postnatale ontwikkeling na gecontroleerde stimulering van de ovaria. Tijdens
dieronderzoeken zijn geen teratogene effecten van Luveris waargenomen. In het geval van
blootstelling tijdens zwangerschap zijn de klinische gegevens onvoldoende om een teratogeen effect
van Luveris uit te sluiten.
Borstvoeding
Luveris is niet geïndiceerd tijdens borstvoeding.
Vruchtbaarheid
Luveris is geïndiceerd voor stimulering van de follikelontwikkeling, in combinatie met FSH
(zie rubriek 4.1).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Luveris heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Luveris wordt gebruikt voor het stimuleren van de follikelontwikkeling in combinatie met
follitropine alfa. Hierdoor is het moeilijk de bijwerkingen aan een der beide producten toe te schrijven.
Tijdens een klinisch onderzoek werden milde en matige reacties op de injectieplaats (blauwe plekken,
pijn, roodheid, jeuk of zwelling) gerapporteerd bij 7,4%, respectievelijk 0,9% van de injecties.
Er werden geen ernstige reacties op de toedieningsplaats gerapporteerd.
Het ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) is waargenomen bij minder dan 6% van de patiënten
die met Luveris behandeld zijn. Er werd geen ernstig OHSS gemeld (zie rubriek 4.4).
In zelden voorgekomen gevallen zijn torsie van de adnexa (een complicatie van vergroting van de
ovaria) en haemoperitoneum in verband gebracht met menopauzale therapie met humaan
gonadotropine. Hoewel deze bijwerkingen niet zijn waargenomen is er de mogelijkheid dat ze ook bij
Luveris kunnen voorkomen.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap kan voorkomen, vooral bij vrouwen met aandoeningen van de
tuba in de anamnese.
Lijst van bijwerkingen
De volgende definities zijn van toepassing op de frequentieterminologie die hierna wordt gehanteerd:
zeer vaak (1/10), vaak (1/100, <1/10), soms (1/1.000, <1/100), zelden (1/10.000, <1/1.000), zeer
zelden (<1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De volgende bijwerkingen kunnen worden waargenomen na de toediening van Luveris.
Immuunsysteemaandoeningen
Zeer zelden: milde tot ernstige overgevoeligheidsreacties, inclusief anafylactische reacties en shock
Zenuwstelselaandoeningen
Vaak:
hoofdpijn
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden: trombo-embolie, meestal in samenhang met ernstige OHSS
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak:
buikpijn, ongemak in de buik, misselijkheid, braken, diarree
Voortplantingsstelsel- - en borstaandoeningen
Vaak:
milde of matige OHSS (inclusief bijbehorende klachten), ovariumcyste, pijn in de
borsten, pijn in het bekken
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak:
reactie op de injectieplaats (zoals pijn, erytheem, hematoom, zwelling en/of irritatie op
de injectieplaats)
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
Overdosering
De effecten van een overdosering met Luveris zijn onbekend. Er bestaat echter een kans dat OHSS zal
optreden (zie rubriek 4.4).
Eenmalige doseringen tot 40.000 IE lutropine alfa zijn toegediend aan gezonde vrijwilligsters zonder
dat ernstige bijwerkingen optraden en werden goed verdragen.
Behandeling
De behandeling is gericht op de symptomen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geslachtshormonen en modulators van het genitale systeem,
gonadotropinen, ATC-code: G03GA07.
Lutropine alfa is een recombinant humaan luteïniserend hormoon (r-hLH), een glycoproteïne dat
bestaat uit niet covalent gebonden - en -subunits. Luteïniserend hormoon (LH) bindt aan de ovariële
thecacellen (en granulosacellen) en aan de testiculaire leydigcellen, aan een receptor die gedeeld wordt
met het humaan chorion gonadotropine hormoon (hCG). Deze LH/CG transmembraanreceptor maakt
deel uit van de superfamilie van G proteïne gekoppelde receptoren; het heeft een specifiek, groot
extracellulair domein. In vitro ligt de affiniteit van recombinant hLH voor de LH/CG receptor op
leydigtumorcellen (MA-10) tussen die van hCG en die van hypofysair hLH, maar binnen dezelfde
orde van grootte.
LH stimuleert de thecacellen in de ovaria om tijdens de folliculaire fase androgenen af te scheiden, die
als substraat gebruikt worden voor het aromatase enzym in de granulosacellen voor de productie van
oestradiol, en ondersteunt zo de door FSH veroorzaakte follikelontwikkeling. Midden in de cyclus
veroorzaken hoge LH spiegels de vorming van het corpus luteum en de ovulatie. Na de ovulatie
stimuleert LH de progesteronproductie in het corpus luteum door de omzetting van cholesterol in
pregnenolon te vergroten.
Bij de stimulatie van de follikelontwikkeling bij anovulatoire vrouwen met een tekort aan LH en FSH
is het primaire effect van de toediening van LH een verhoging van de oestradiol secretie door de
follikels, waarvan de groei gestimuleerd wordt door FSH.
Bij klinische onderzoeken werden patiënten gedefinieerd door een endogene LH spiegel van <1,2 IE/l,
gemeten in een centraal laboratorium. Er dient echter rekening mee te worden gehouden dat LH
bepalingen kunnen variëren tussen verschillende laboratoria.
In deze studies was de ovulatiefrequentie per cyclus 70-75%.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De farmacokinetiek van lutropine alfa is onderzocht bij vrouwelijke vrijwilligers met een door
behandeling verminderd gevoelige hypofyse bij doseringen van 75 IE tot 40.000 IE. Het
farmacokinetisch profiel van lutropine alfa lijkt op dat van hLH van urinaire oorsprong.
Absorptie
Na subcutane toediening is de absolute biologische beschikbaarheid ongeveer 60%.
Na intraveneuze toediening wordt lutropine alfa snel gedistribueerd met een initiële halfwaardetijd van
ongeveer 1 uur. Het verdelingsvolume tijdens de steady state is ongeveer 10-14 l. De gemiddelde
verblijfstijd is ongeveer 5 uur.
De farmacokinetiek van lutropine alfa is lineair, zoals bepaald met de area under curve (AUC) die
recht evenredig is met de toegediende dosering. De farmacokinetiek van lutropine alfa na
enkelvoudige en na herhaalde toediening is vergelijkbaar en er is vrijwel geen accumulatie van
lutropine alfa. Er is geen farmacokinetische interactie met follitropine alfa wanneer dit gelijktijdig
wordt toegediend.
Eliminatie
Na intraveneuze toediening van Luveris wordt lutropine alfa uit het lichaam geëlimineerd met een
terminale halfwaardetijd van ongeveer 10-12 uur. Na subcutane toediening is de terminale
halfwaardetijd enigszins verlengd. De totale lichaamsklaring is ongeveer 2 l/uur, waarbij minder dan
5% van de dosis in de urine wordt uitgescheiden.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit en carcinogeen potentieel. Zoals te verwachten door het heterologe proteïne-
karakter van het hormoon, wekte lutropine alfa na een tijd een antilichaamreactie op bij proefdieren
die de meetbare LH-serumspiegels deed dalen, zonder daarbij de biologische actie volledig teniet te
doen. Er werden geen tekenen van toxiciteit door de ontwikkeling van de antilichamen tegen
lutropine alfa waargenomen.
Bij doses van 10 IE/kg/dag of hoger veroorzaakte de herhaaldelijke toediening van lutropine alfa aan
zwangere ratten en konijnen een vermindering van de reproductiviteit met inbegrip van het verloren
gaan van foetussen en een vermindering van de groei van het lichaamsgewicht van de moederdieren.
Er werd echter geen door het geneesmiddel veroorzaakte teratogenese gezien in deze diermodellen.
Andere onderzoeken hebben aangetoond dat lutropine alfa niet mutageen is.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Poeder
Sacharose
Dinatriumfosfaatdihydraat
Natriumdiwaterstoffosfaatmonohydraat
Polysorbaat 20
Geconcentreerd fosforzuur (voor pH-aanpassing)
Natriumhydroxide (voor pH-aanpassing)
L-methionine
Stikstof
Oplosmiddel
Water voor injecties
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6.
6.3
Houdbaarheid
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Het poeder is verpakt in 3 ml injectieflacons van neutraal kleurloos glas (type I). De injectieflacons
zijn afgesloten met broombutylstoppen die beschermd worden door aluminium verzegelingen en
verwijderbare doppen. Het oplosmiddel is verpakt in 2 of 3 ml injectieflacons van neutraal kleurloos
glas (type I) met een rubberen stop die met Teflon bekleed is of in 2 ml ampullen van neutraal
kleurloos glas (type I).
Verpakkingen van 1, 3 of 10 injectieflacons met een overeenkomend aantal injectieflacons of
ampullen met oplosmiddel. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Voor direct en eenmalig gebruik na de eerste opening en reconstitutie.
Het poeder moet voor gebruik worden gereconstitueerd met het oplosmiddel door voorzichtig om
te zwenken.
De gereconstitueerde oplossing mag niet worden gebruikt als die deeltjes bevat of niet helder is.
Luveris mag worden gemengd met follitropine alfa en samen worden toegediend als een
enkele injectie.
In dit geval dient Luveris eerst gereconstitueerd te worden en dan gebruikt voor het reconstitueren van
het follitropine alfa poeder.
Om het injecteren van grote volumina te vermijden kan een injectieflacon Luveris gereconstitueerd
worden met een of twee injectieflacon(s) follitropine alfa 75 IE in 1 ml oplosmiddel.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Europe B.V.
Gustav Mahlerplein 102
1082 MA Amsterdam
Nederland
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/155/001
EU/1/00/155/002
EU/1/00/155/003
EU/1/00/155/004
EU/1/00/155/005
EU/1/00/155/006
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 29 november 2000
Datum van laatste verlenging: 24 januari 2006
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
MM/JJJJ
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
A.
FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF
EN FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
FABRIKANT VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF EN FABRIKANT
VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant van de biologisch werkzame stof
Merck Serono S.A.
Succursale d'Aubonne
Zone Industrielle de l'Ouriettaz
1170 Aubonne
Zwitserland
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Merck Serono S.p.A.
Via delle Magnolie 15 (loc. frazione Zona industriale)
70026 Modugno (BA)
Italië
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
LUVERIS 75 IE, INJECTIEFLACONS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Luveris 75 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
lutropine alfa
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een injectieflacon poeder bevat lutropine alfa 75 IE
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: polysorbaat 20, sacharose, natriumdiwaterstoffosfaatmonohydraat,
dinatriumfosfaatdihydraat, geconcentreerd fosforzuur, natriumhydroxide, L-methionine en stikstof.
Een ampul oplosmiddel bevat 1 ml water voor injecties. (EU/1/00/155/001-003)
Een injectieflacon oplosmiddel bevat 1 ml water voor injecties. (EU/1/00/155/004-006)
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
1 injectieflacon poeder voor oplossing voor injectie / 1 ampul oplosmiddel
3 injectieflacons poeder voor oplossing voor injectie / 3 ampullen oplosmiddel
10 injectieflacons poeder voor oplossing voor injectie / 10 ampullen oplosmiddel
1 injectieflacon poeder voor oplossing voor injectie / 1 injectieflacon oplosmiddel
3 injectieflacons poeder voor oplossing voor injectie / 3 injectieflacons oplosmiddel
10 injectieflacons poeder voor oplossing voor injectie / 10 injectieflacons oplosmiddel
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Subcutaan gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Al het ongebruikte product of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Merck Europe B.V.
Gustav Mahlerplein 102
1082 MA Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/155/001 (1 injectieflacon/1 ampul)
EU/1/00/155/002 (3 injectieflacons/3 ampullen)
EU/1/00/155/003 (10 injectieflacons/10 ampullen)
EU/1/00/155/004 (1 injectieflacon/1 injectieflacon)
EU/1/00/155/005 (3 injectieflacons/3 injectieflacons)
EU/1/00/155/006 (10 injectieflacons/10 injectieflacons)
13.
PARTIJNUMMER
Lot
Lot oplosmiddel
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
luveris 75 i.e.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
LUVERIS 75 IE, INJECTIEFLACONS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Luveris 75 IE poeder voor injectie
lutropine alfa
Subcutaan gebruik.
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
75 IE
6.
OVERIGE
LUVERIS 75 IE, OPLOSMIDDEL AMPULLEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Oplosmiddel voor Luveris
water voor injecties
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 ml
6.
OVERIGE
LUVERIS 75 IE, OPLOSMIDDEL INJECTIEFLACONS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Oplosmiddel voor Luveris
water voor injecties
SC
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 ml
6.
OVERIGE
Oplosmiddel in ampullen
Luveris 75 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
lutropine alfa
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Luveris en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Luveris en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Luveris?
Luveris is een geneesmiddel dat lutropine alfa bevat, een recombinant luteïniserend hormoon (LH)
zoals dat in het menselijk lichaam voorkomt, maar dat wordt geproduceerd met behulp van
biotechnologie. Het behoort tot een groep van hormonen, gonadotropinen genaamd, die betrokken zijn
bij de normale regeling van de vruchtbaarheid.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Luveris wordt aanbevolen voor de behandeling van volwassen vrouwen die bij onderzoek zeer geringe
hoeveelheden van sommige hormonen die de normale menstruatiecyclus regelen, bleken aan te maken.
Het geneesmiddel wordt in combinatie met een ander hormoon, follikelstimulerend hormoon (FSH)
genaamd, gebruikt om de ontwikkeling van follikels, de structuur in de eierstokken waar de eicellen
(ova) rijpen, op gang te brengen. Het wordt gevolgd door een behandeling met een enkele dosis
humaan chorion gonadotropine (hCG), die tot de vrijgifte van een eitje door de follikel leidt (ovulatie).
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor gonadotropinen (bijvoorbeeld luteïniserend hormoon, follikelstimulerend
hormoon of humaan chorion gonadotropine) of voor één van de stoffen in dit geneesmiddel.
Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
U heeft eierstok-, baarmoeder-, of borstkanker.
Bij u is een hersentumor vastgesteld.
U heeft een vergroting van de eierstokken of holtes gevuld met vocht in de eierstokken
(ovariumcyste) met onbekende oorzaak.
U heeft vaginale bloedingen waarvan de oorzaak niet bekend is.
Gebruik Luveris niet als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Als u er niet zeker
van bent, bespreekt u het met de arts of apotheker alvorens dit geneesmiddel te gebruiken.
Geadviseerd wordt Luveris niet te gebruiken als bij u sprake is van een toestand of aandoening die
normaal gesproken een normale zwangerschap onmogelijk maakt, zoals niet-werkende eierstokken
veroorzaakt door een aandoening die primair ovariumfalen wordt genoemd, of misvorming van de
geslachtsorganen.
Porfyrie
Vertel uw arts voorafgaand aan de behandeling als u of een familielid porfyrie heeft (het onvermogen
om porfyrinen af te breken dat van ouder op kind kan worden overgedragen).
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS)
Dit geneesmiddel stimuleert uw eierstokken. Dit vergroot de kans dat u last krijgt van het ovarieel
hyperstimulatiesyndroom, of OHSS. Dit betekent dat uw follikels zich te veel ontwikkelen en grote
cystes worden. Als u pijn in de onderbuik krijgt, snel zwaarder wordt, zich misselijk voelt of gaat
braken, of als u moeite heeft met ademhalen, moet u direct contact opnemen met uw arts die u dan
mogelijk zal vragen te stoppen met het gebruik van dit geneesmiddel (zie rubriek 4 onder 'Ernstige
bijwerkingen').
Als u niet ovuleert en de aanbevolen dosis en het toedieningsschema worden gevolgd, is het ontstaan
van OHSS minder waarschijnlijk. Behandeling met Luveris geeft zelden aanleiding tot ernstig OHSS.
Dit wordt waarschijnlijker als het geneesmiddel dat de uiteindelijke rijping van de follikels
bewerkstelligt (dat humaan chorion gonadotropine, hCG, bevat), wordt toegediend (zie rubriek 3 onder
'De gebruikelijke dosering' voor meer informatie). Als u OHSS ontwikkelt, zal uw arts u mogelijk
deze behandelcyclus geen hCG geven en u vragen geen gemeenschap te hebben of gedurende
minstens vier dagen barrière-contraceptiemethoden toe te passen.
Uw arts zal ervoor zorgen dat de reactie van de eierstokken op de behandeling zorgvuldig gevolgd
wordt met behulp van echo's en door het afnemen van bloed voor en tijdens de stimulatiebehandeling.
Meerlingzwangerschap
Tijdens het gebruik van Luveris heeft u een grotere kans op een meerlingzwangerschap (voornamelijk
tweelingen) dan als u op natuurlijke wijze zwanger zou zijn geworden. Een meerlingzwangerschap
kan tot medische complicaties leiden bij u en uw baby's. U kunt het risico van een
meerlingzwangerschap reduceren door de juiste dosis Luveris op het juiste moment te gebruiken. Als u
kunstmatige voortplantingstechnieken ondergaat, hangt het risico van een meerlingzwangerschap
samen met uw leeftijd en de kwaliteit en het aantal bevruchte eicellen of embryo's dat wordt
teruggeplaatst.
Miskraam
Als u kunstmatige bevruchtingstechnieken of stimulatie van de ovaria heeft ondergaan om eicellen te
produceren, is de kans op een miskraam groter dan bij een gemiddelde vrouw.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
Vrouwen met een voorgeschiedenis van eileideraandoening hebben een risico op een
buitenbaarmoederlijke zwangerschap (zwangerschap waarbij het embryo zich buiten de baarmoeder
innestelt), zowel bij een spontane conceptie als bij een fertiliteitbehandeling.
Bloedstollingsproblemen (trombo-embolische voorvallen)
Neem contact op met uw arts voordat u Luveris gebruikt als u of een familielid ooit bloedstolsels in
het been of de long heeft gehad of een hartaanval of beroerte heeft gehad. U kunt dan een groter risico
hebben op ernstige bloedstolsels of verergering van bestaande stolsels bij de behandeling met Luveris.
Aangeboren afwijkingen
Aangeboren afwijkingen kunnen na kunstmatige voortplantingstechnieken enigszins vaker voorkomen
dan na spontane bevruchting. Dit kan te wijten zijn aan verschillen in ouderfactoren, zoals de leeftijd
van de moeder, erfelijkheid, evenals aan de procedures voor kunstmatige voortplantingstechnieken en
meerlingzwangerschap.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Luveris is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Luveris nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Gebruik Luveris niet als een mengsel met andere geneesmiddelen in dezelfde injectie, behalve met
follitropine alfa als dit door uw arts is voorgeschreven.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Luveris niet wanneer u zwanger bent of gedurende de periode van borstvoeding.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Luveris heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
Luveris bevat natrium
Luveris bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
Het gebruik van dit geneesmiddel
Uw arts zal beslissen welke dosering en welk toedieningsschema voor u het meest geschikt zijn
gedurende de behandeling.
Er zijn patiënt-vriendelijkere presentaties beschikbaar voor toediening door de patiënt thuis. Vraag uw
arts om uit te vinden of er voor u een meer geschikt alternatief beschikbaar is.
De gebruikelijke dosering
Luveris wordt gewoonlijk iedere dag tot 3 weken lang tegelijkertijd met de FSH-injecties gebruikt.
De gebruikelijke startdosering is 75 IE (1 injectieflacon) Luveris samen met 75 IE of
150 IE FSH.
Afhankelijk van uw reactie hierop, kan uw arts de dosis van het FSH verhogen met bij
voorkeur 37,5-75 IE na periodes van 7 tot 14 dagen.
Uw arts kan besluiten uw behandeling tot maximaal vijf weken te verlengen.
Wanneer een te sterke reactie ontstaat, moet de behandeling gestaakt worden en van de hCG
toediening worden afgezien (zie rubriek 4 onder 'Ovarieel hyperstimulatiesyndroom'). In de volgende
cyclus kan uw arts een behandeling voorschrijven met een lagere aanvangsdosering FSH dan in de
afgebroken cyclus.
Wijze van toediening
Luveris is bestemd voor subcutaan gebruik, dit betekent een injectie direct onder de huid. Elke
injectieflacon is voor eenmalig gebruik.
Leest u de volgende instructie zorgvuldig door wanneer u zichzelf injecteert met Luveris:
Was uw handen. Het is van groot belang dat uw handen en de benodigde materialen zo schoon
mogelijk zijn.
Verzamel alle benodigdheden. Zoek een schone plek en leg alles zorgvuldig neer:
- een injectieflacon met Luveris
- een ampul oplosmiddel
- twee alcoholdoekjes
- een injectiespuit
- een opzuignaald om het poeder in het oplosmiddel op te lossen
- een kleine naald voor de onderhuidse injectie
- een container om alle scherpe voorwerpen, glas en naalden in weg te gooien.
Open de
ampul met het oplosmiddel: op de bovenkant van de ampul ziet u een kleine
gekleurde stip. Direct daaronder bevindt zich de plek
waar de ampul is voorbehandeld zodat hij gemakkelijk
afbreekt. Tik eerst zachtjes tegen het bovenstuk zodat
zich hierin bevindende vloeistof naar beneden zakt.
Breek nu de ampul op de plaats van de hals, waarbij u het
bovenstuk van de stip af beweegt. Plaats de geopende
ampul rechtop op het werkblad.
Opzuigen van het oplosmiddel: zet de
opzuignaald op de injectiespuit, neem de spuit in één
hand, neem de geopende ampul in de andere hand, steek
de naald erin en zuig tenslotte alle oplosmiddel op.
Leg de injectiespuit vervolgens voorzichtig neer op het
werkblad waarbij u erop let dat de naald nergens mee in
aanraking komt.
Klaarmaken van de injectieoplossing: verwijder de beschermdop van de
injectieflacon met
Luveris poeder, pak de injectiespuit en spuit het
oplosmiddel langzaam in de injectieflacon Luveris.
Rustig omzwenken zonder de injectiespuit weg te nemen.
Niet schudden.
Nadat alle poeder is opgelost (wat gewoonlijk direct gebeurt), moet u controleren dat de
oplossing helder en zonder deeltjes is. Houd de
injectieflacon ondersteboven en zuig de oplossing rustig
terug in de injectiespuit.
U kunt Luveris ook mengen met follitropine alfa als alternatief voor het apart injecteren. Zuig
daarvoor de oplossing na het oplossen van het Luveris-poeder terug in de injectiespuit en spuit dit bij
het follitropine alfa poeder. Als het poeder is opgelost, moet de oplossing weer opgezogen worden in
de injectiespuit. Controleer opnieuw of de oplossing deeltjes bevat en gebruik de oplossing niet als hij
niet helder is.
Er mogen maximaal 3 injectieflacons met poeder worden opgelost in 1 ml oplosmiddel.
Vervang de opzuignaald door
de kleine injectienaald en verwijder eventuele luchtbelletjes:
wanneer u luchtbelletjes ziet in de injectiespuit, houd
hem dan met de naald naar boven en tik zachtjes tegen de
spuit totdat alle lucht zich bovenin verzameld heeft. Duw
de plunjer zachtjes in totdat alle lucht verdwenen is.
Ga direct door met de injectie: Uw arts of verpleegkundige zal u hebben verteld op welke plek u
moet injecteren (bijvoorbeeld uw buik of de voorkant van
uw dij). Veeg de gekozen plaats schoon met een
alcoholdoekje. Neem een huidplooi stevig vast en breng
de naald in onder een hoek van 45° tot 90° met een
beweging alsof u een pijltje gooit. Injecteer onderhuids
zoals u is geleerd. Spuit niet in een ader. Spuit de
oplossing in door zachtjes op de plunjer te duwen. Neem
alle tijd om alle oplossing in te spuiten. Trek de naald
direct terug en maak de huid schoon met een
alcoholdoekje met een cirkelvormige beweging.
Gooi alle gebruikte materialen weg: Als u klaar bent met injecteren, dient u direct alle naalden
en lege ampullen en injectieflacons in de geleverde container voor naalden en glas te werpen.
Enig overgebleven oplossing moet worden weggegooid.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
De effecten van een overdosering met Luveris zijn niet bekend; er is echter de mogelijkheid dat zich
een ovarieel hyperstimulatiesyndroom voordoet (zie rubriek 4). Dit zal echter alleen voorkomen als
hCG is toegediend (zie rubriek 2 onder 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Raadpleeg uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Ernstige bijwerkingen
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een van hieronder vermelde bijwerkingen krijgt.
De arts kan u vragen om te stoppen met het gebruik van Luveris.
Allergische reactie
Allergische reacties, zoals uitslag, roodheid van de huid, galbulten, zwelling van het gezicht met een
bemoeilijkte ademhaling, kunnen soms ernstig zijn. Deze bijwerking komt zeer zelden voor (komt
voor bij minder dan 1 op 10.000 personen).
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom
Pijn in de onderbuik met misselijkheid of braken kunnen de symptomen zijn van het ovarieel
hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Uw ovaria kunnen overmatig hebben gereageerd op de
behandeling en grote holtes of cystes hebben gevormd die gevuld zijn met vocht (zie rubriek 2
onder 'Ovarieel hyperstimulatiesyndroom'). Deze bijwerking komt vaak voor (komt voor bij
minder dan 1 op 10 personen). Als deze bijwerking optreedt, zal uw arts u zo snel mogelijk
moeten onderzoeken.
Ernstige bloedstollingscomplicaties (trombo-embolische voorvallen), meestal met ernstig
OHSS, komen zeer zelden voor. Dit kan pijn op de borst, ademnood, een beroerte of een
hartaanval veroorzaken (zie rubriek 2 onder 'Bloedstollingsproblemen').
Andere vaak voorkomende bijwerkingen
Hoofdpijn
Misselijkheid, braken, diarree, ongemak of pijn in de buik
Met vocht gevulde holtes in de eierstokken (ovariumcystes), pijn in de borsten en pijn in
het bekken
Lokale reacties op de injectieplaats, zoals pijn, jeuk, blauwe plekken, zwelling of irritatie
Verdraaiing van de eierstokken en bloedingen in de onderbuik zijn niet gemeld bij Luveris. Er zijn
echter zeldzame meldingen hiervan bij behandeling met humaan menopauzaal gonadotropine (hMG),
een geneesmiddel gemaakt uit urine dat ook LH bevat.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (embryo ingenesteld buiten de baarmoeder) kan voorkomen,
vooral bij vrouwen die eerder een aandoening van de eileiders hebben gehad.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
injectieflacons na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Dit geneesmiddel moet direct na het oplossen van het poeder worden toegediend.
De oplossing niet gebruiken als het deeltjes bevat of troebel is.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is lutropine alfa. Een injectieflacon poeder voor injectie bevat
75 IE (internationale eenheden).
Lutropine alfa is recombinant humaan luteïniserend hormoon (r-hLH) dat wordt geproduceerd
door middel van een recombinante DNA-technologie.
De andere stoffen in het poeder zijn polysorbaat 20, sacharose,
natriumdiwaterstoffosfaatmonohydraat, dinatriumfosfaatdihydraat, geconcentreerd fosforzuur,
natriumhydroxide, L-methionine en stikstof.
Het oplosmiddel is water voor injecties.
Hoe ziet Luveris eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Luveris wordt geleverd als een poeder met een oplosmiddel voor een oplossing voor injectie.
Elke injectieflacon bevat 75 IE lutropine alfa en elke ampul oplosmiddel bevat 1 ml water
voor injecties.
Luveris wordt geleverd in verpakkingen van 1, 3 en 10 injectieflacons met poeder met hetzelfde
aantal ampullen oplosmiddel.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Merck Europe B.V.
Gustav Mahlerplein 102
1082 MA Amsterdam
Nederland
Fabrikant
Merck Serono S.p.A.
Via delle Magnolie 15
70026 Modugno (Bari)
Italië
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
Oplosmiddel in injectieflacons
Luveris 75 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
lutropine alfa
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Luveris en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Luveris en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Luveris?
Luveris is een geneesmiddel dat lutropine alfa bevat, een recombinant luteïniserend hormoon (LH)
zoals dat in het menselijk lichaam voorkomt, maar dat wordt geproduceerd met behulp van
biotechnologie. Het behoort tot een groep van hormonen, gonadotropinen genaamd, die betrokken zijn
bij de normale regeling van de vruchtbaarheid.
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Luveris wordt aanbevolen voor de behandeling van volwassen vrouwen die bij onderzoek zeer geringe
hoeveelheden van sommige hormonen die de normale menstruatiecyclus regelen, bleken aan te maken.
Het geneesmiddel wordt in combinatie met een ander hormoon, follikelstimulerend hormoon (FSH)
genaamd, gebruikt om de ontwikkeling van follikels, de structuur in de eierstokken waar de eicellen
(ova) rijpen, op gang te brengen. Het wordt gevolgd door een behandeling met een enkele dosis
humaan chorion gonadotropine (hCG), die tot de vrijgifte van een eitje door de follikel leidt (ovulatie).
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor gonadotropinen (bijvoorbeeld luteïniserend hormoon, follikelstimulerend
hormoon of humaan chorion gonadotropine) of voor één van de stoffen in dit geneesmiddel.
Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
U heeft eierstok-, baarmoeder-, of borstkanker.
Bij u is een hersentumor vastgesteld.
U heeft een vergroting van de eierstokken of holtes gevuld met vocht in de eierstokken
(ovariumcyste) met onbekende oorzaak.
U heeft vaginale bloedingen waarvan de oorzaak niet bekend is.
Gebruik Luveris niet als een van de bovenstaande punten op u van toepassing is. Als u er niet zeker
van bent, bespreekt u het met de arts of apotheker alvorens dit geneesmiddel te gebruiken.
Geadviseerd wordt Luveris niet te gebruiken als bij u sprake is van een toestand of aandoening die
normaal gesproken een normale zwangerschap onmogelijk maakt, zoals niet-werkende eierstokken
veroorzaakt door een aandoening die primair ovariumfalen wordt genoemd, of misvorming van de
geslachtsorganen.
Porfyrie
Vertel uw arts voorafgaand aan de behandeling als u of een familielid porfyrie heeft (het onvermogen
om porfyrinen af te breken dat van ouder op kind kan worden overgedragen).
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS)
Dit geneesmiddel stimuleert uw eierstokken. Dit vergroot de kans dat u last krijgt van het ovarieel
hyperstimulatiesyndroom, of OHSS. Dit betekent dat uw follikels zich te veel ontwikkelen en grote
cystes worden. Als u pijn in de onderbuik krijgt, snel zwaarder wordt, zich misselijk voelt of gaat
braken, of als u moeite heeft met ademhalen, moet u direct contact opnemen met uw arts die u dan
mogelijk zal vragen te stoppen met het gebruik van dit geneesmiddel (zie rubriek 4 onder 'Ernstige
bijwerkingen').
Als u niet ovuleert en de aanbevolen dosis en het toedieningsschema worden gevolgd, is het ontstaan
van OHSS minder waarschijnlijk. Behandeling met Luveris geeft zelden aanleiding tot ernstig OHSS.
Dit wordt waarschijnlijker als het geneesmiddel dat de uiteindelijke rijping van de follikels
bewerkstelligt (dat humaan chorion gonadotropine, hCG, bevat), wordt toegediend (zie rubriek 3 onder
'De gebruikelijke dosering' voor meer informatie). Als u OHSS ontwikkelt, zal uw arts u mogelijk
deze behandelcyclus geen hCG geven en u vragen geen gemeenschap te hebben of gedurende
minstens vier dagen barrière-contraceptiemethoden toe te passen.
Uw arts zal ervoor zorgen dat de reactie van de eierstokken op de behandeling zorgvuldig gevolgd
wordt met behulp van echo's en door het afnemen van bloed voor en tijdens de stimulatiebehandeling.
Meerlingzwangerschap
Tijdens het gebruik van Luveris heeft u een grotere kans op een meerlingzwangerschap (voornamelijk
tweelingen) dan als u op natuurlijke wijze zwanger zou zijn geworden. Een meerlingzwangerschap
kan tot medische complicaties leiden bij u en uw baby's. U kunt het risico van een
meerlingzwangerschap reduceren door de juiste dosis Luveris op het juiste moment te gebruiken. Als u
kunstmatige voortplantingstechnieken ondergaat, hangt het risico van een meerlingzwangerschap
samen met uw leeftijd en de kwaliteit en het aantal bevruchte eicellen of embryo's dat wordt
teruggeplaatst.
Miskraam
Als u kunstmatige bevruchtingstechnieken of stimulatie van de ovaria heeft ondergaan om eicellen te
produceren, is de kans op een miskraam groter dan bij een gemiddelde vrouw.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
Vrouwen met een voorgeschiedenis van eileideraandoening hebben een risico op een
buitenbaarmoederlijke zwangerschap (zwangerschap waarbij het embryo zich buiten de baarmoeder
innestelt), zowel bij een spontane conceptie als bij een fertiliteitbehandeling.
Bloedstollingsproblemen (trombo-embolische voorvallen)
Neem contact op met uw arts voordat u Luveris gebruikt als u of een familielid ooit bloedstolsels in
het been of de long heeft gehad of een hartaanval of beroerte heeft gehad. U kunt dan een groter risico
hebben op ernstige bloedstolsels of verergering van bestaande stolsels bij de behandeling met Luveris.
Aangeboren afwijkingen
Aangeboren afwijkingen kunnen na kunstmatige voortplantingstechnieken enigszins vaker voorkomen
dan na spontane bevruchting. Dit kan te wijten zijn aan verschillen in ouderfactoren, zoals de leeftijd
van de moeder, erfelijkheid, evenals aan de procedures voor kunstmatige voortplantingstechnieken en
meerlingzwangerschap.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Luveris is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Luveris nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Gebruik Luveris niet als een mengsel met andere geneesmiddelen in dezelfde injectie, behalve met
follitropine alfa als dit door uw arts is voorgeschreven.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Luveris niet wanneer u zwanger bent of gedurende de periode van borstvoeding.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Luveris heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
Luveris bevat natrium
Luveris bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen
'natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts.
Het gebruik van dit geneesmiddel
Uw arts zal beslissen welke dosering en welk toedieningsschema voor u het meest geschikt zijn
gedurende de behandeling.
De gebruikelijke dosering
Luveris wordt gewoonlijk iedere dag tot 3 weken lang tegelijkertijd met de FSH-injecties gebruikt.
De gebruikelijke startdosering is 75 IE (1 injectieflacon) Luveris samen met 75 IE of
150 IE FSH.
Afhankelijk van uw reactie hierop, kan uw arts de dosis van het FSH verhogen met bij
voorkeur 37,5-75 IE na periodes van 7 tot 14 dagen.
Uw arts kan besluiten uw behandeling tot maximaal vijf weken te verlengen.
Wanneer de gewenste reactie is bereikt, wordt een enkele injectie met hCG gegeven, 24 tot 48 uur na
de laatste Luveris en FSH injecties. Het is aan te raden gemeenschap te hebben op de dag van de
toediening van hCG en de dag erna. In plaats hiervan kan ook Intra-uteriene Inseminatie (I.U.I.)
worden toegepast.
Wijze van toediening
Luveris is bestemd voor subcutaan gebruik, dit betekent een injectie direct onder de huid. Elke
injectieflacon is voor eenmalig gebruik.
Leest u de volgende instructie zorgvuldig door wanneer u zichzelf injecteert met Luveris:
Was uw handen. Het is van groot belang dat uw handen en de benodigde materialen zo schoon
mogelijk zijn.
Verzamel alle benodigdheden. Zoek een schone plek en leg alles zorgvuldig neer:
-
een injectieflacon met Luveris
- een injectieflacon oplosmiddel
- twee alcoholdoekjes
- een injectiespuit
- een opzuignaald om het poeder in het oplosmiddel op te lossen
- een kleine naald voor de onderhuidse injectie
- een container om alle scherpe voorwerpen, glas en naalden in weg te gooien.
Verwijder de beschermdop van
de injectieflacon met oplosmiddel. Bevestig de
opzuignaald
aan de injectiespuit en zuig wat lucht in de spuit door de
plunjer uit te trekken tot ongeveer het 1 ml teken. Breng
de naald dan in de injectieflacon, duw de lucht weer uit
de spuit, houd de injectieflacon ondersteboven en zuig
langzaam al het oplosmiddel op.
Leg de injectiespuit vervolgens voorzichtig neer op het
werkblad waarbij u erop let dat de naald nergens mee in
aanraking komt.
Klaarmaken van de injectieoplossing: verwijder de beschermdop van de
injectieflacon met
Luveris poeder, pak de injectiespuit en spuit het
oplosmiddel langzaam in de injectieflacon Luveris.
Rustig omzwenken zonder de injectiespuit weg te nemen.
Niet schudden.
Nadat alle poeder is opgelost (wat gewoonlijk direct gebeurt), moet u controleren dat de
oplossing helder en zonder deeltjes is. Houd de
injectieflacon ondersteboven en zuig de oplossing rustig
terug in de injectiespuit.
Er mogen maximaal 3 injectieflacons met poeder worden opgelost in 1 ml oplosmiddel.
Vervang de opzuignaald door
de kleine injectienaald en verwijder eventuele luchtbelletjes:
wanneer u luchtbelletjes ziet in de injectiespuit, houd
hem dan met de naald naar boven en tik zachtjes tegen de
spuit totdat alle lucht zich bovenin verzameld heeft. Duw
de plunjer zachtjes in totdat alle lucht verdwenen is.
Ga direct door met de injectie: Uw arts of verpleegkundige zal u hebben verteld op welke plek u
moet injecteren (bijvoorbeeld uw buik of de voorkant van
uw dij). Veeg de gekozen plaats schoon met een
alcoholdoekje. Neem een huidplooi stevig vast en breng
de naald in onder een hoek van 45° tot 90° met een
beweging alsof u een pijltje gooit. Injecteer onderhuids
zoals u is geleerd. Spuit niet in een ader. Spuit de
oplossing in door zachtjes op de plunjer te duwen. Neem
alle tijd om alle oplossing in te spuiten. Trek de naald
direct terug en maak de huid schoon met een
alcoholdoekje met een cirkelvormige beweging.
Gooi alle gebruikte materialen weg: Als u klaar bent met injecteren, dient u direct alle naalden
en lege ampullen en injectieflacons in de geleverde container voor naalden en glas te werpen.
Enig overgebleven oplossing moet worden weggegooid.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
De effecten van een overdosering met Luveris zijn niet bekend; er is echter de mogelijkheid dat zich
een ovarieel hyperstimulatiesyndroom voordoet (zie rubriek 4). Dit zal echter alleen voorkomen als
hCG is toegediend (zie rubriek 2 onder 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Raadpleeg uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Ernstige bijwerkingen
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een van hieronder vermelde bijwerkingen krijgt.
De arts kan u vragen om te stoppen met het gebruik van Luveris.
Ovarieel hyperstimulatiesyndroom
Pijn in de onderbuik met misselijkheid of braken kunnen de symptomen zijn van het ovarieel
hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Uw ovaria kunnen overmatig hebben gereageerd op de
behandeling en grote holtes of cystes hebben gevormd die gevuld zijn met vocht (zie rubriek 2
onder 'Ovarieel hyperstimulatiesyndroom'). Deze bijwerking komt vaak voor (komt voor bij
minder dan 1 op 10 personen). Als deze bijwerking optreedt, zal uw arts u zo snel mogelijk
moeten onderzoeken.
Ernstige bloedstollingscomplicaties (trombo-embolische voorvallen), meestal met ernstig
OHSS, komen zeer zelden voor. Dit kan pijn op de borst, ademnood, een beroerte of een
hartaanval veroorzaken (zie rubriek 2 onder 'Bloedstollingsproblemen').
Andere vaak voorkomende bijwerkingen
Hoofdpijn
Misselijkheid, braken, diarree, ongemak of pijn in de buik
Met vocht gevulde holtes in de eierstokken (ovariumcystes), pijn in de borsten en pijn in het
bekken
Lokale reacties op de injectieplaats, zoals pijn, jeuk, blauwe plekken, zwelling of irritatie
Verdraaiing van de eierstokken en bloedingen in de onderbuik zijn niet gemeld bij Luveris. Er zijn
echter zeldzame meldingen hiervan bij behandeling met humaan menopauzaal gonadotropine (hMG)
een geneesmiddel gemaakt uit urine dat ook LH bevat.
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (embryo ingenesteld buiten de baarmoeder) kan voorkomen,
vooral bij vrouwen die eerder een aandoening van de eileiders hebben gehad.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
injectieflacons na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u enige zichtbare tekenen van bederf merkt, zoals verkleuring van
het poeder en beschadiging van de verpakking.
Dit geneesmiddel moet direct na het oplossen van het poeder worden toegediend.
De oplossing niet gebruiken als het deeltjes bevat of troebel is.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is lutropine alfa. Een injectieflacon poeder voor injectie bevat
75 IE (internationale eenheden).
Lutropine alfa is recombinant humaan luteïniserend hormoon (r-hLH) dat wordt geproduceerd
door middel van een recombinante DNA-technologie.
De andere stoffen in het poeder zijn polysorbaat 20, sacharose,
natriumdiwaterstoffosfaatmonohydraat, dinatriumfosfaatdihydraat, geconcentreerd fosforzuur,
natriumhydroxide, L-methionine en stikstof.
Het oplosmiddel is water voor injecties.
Hoe ziet Luveris eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Luveris wordt geleverd als een poeder met een oplosmiddel voor een oplossing voor injectie.
Elke injectieflacon bevat 75 IE lutropine alfa en elke injectieflacon oplosmiddel bevat 1 ml
water voor injecties.
Luveris wordt geleverd in verpakkingen van 1, 3 en 10 injectieflacons met poeder met
hetzelfde aantal injectieflacons oplosmiddel.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Merck Europe B.V.
Gustav Mahlerplein 102
1082 MA Amsterdam
Nederland
Fabrikant
Merck Serono S.p.A.
Via delle Magnolie 15
70026 Modugno (Bari)
Italië
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in MM/JJJJ.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).