Lyrica 25 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 25 mg harde capsules
Lyrica 50 mg harde capsules
Lyrica 75 mg harde capsules
Lyrica 100 mg harde capsules
Lyrica 150 mg harde capsules
Lyrica 200 mg harde capsules
Lyrica 225 mg harde capsules
Lyrica 300 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Lyrica 25 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 25 mg pregabaline.
Lyrica 50 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 50 mg pregabaline.
Lyrica 75 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 75 mg pregabaline.
Lyrica 100 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 100 mg pregabaline.
Lyrica 150 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 150 mg pregabaline.
Lyrica 200 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 200 mg pregabaline.
Lyrica 225 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 225 mg pregabaline.
Lyrica 300 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 300 mg pregabaline.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Lyrica 25 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 35 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 50 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 70 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 75 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 8,25 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 100 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 11 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 150 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 16,50 mg lactosemonohydraat.
2
Lyrica 200 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 22 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 225 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 24,75 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 300 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 33 mg lactosemonohydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule
Lyrica 25 mg harde capsules
Wit, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en “PGN 25” op het onderste deel van de capsule in
zwarte inkt.
Lyrica 50 mg harde capsules
Wit, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en “PGN 50” op het onderste deel van de capsule in
zwarte inkt. Het onderste deel is eveneens gemarkeerd met een zwarte band.
Lyrica 75 mg harde capsules
Wit en oranje, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en “PGN 75” op het onderste deel van de
capsule in zwarte inkt.
Lyrica 100 mg harde capsules
Oranje, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en “PGN 100” op het onderste deel van de capsule
in zwarte inkt.
Lyrica 150 mg harde capsules
Wit, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en “PGN 150” op het onderste deel van de capsule in
zwarte inkt.
Lyrica 200 mg harde capsules
Lichtoranje, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en “PGN 200” op het onderste deel van de
capsule in zwarte inkt.
Lyrica 225 mg harde capsules
Wit en lichtoranje, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en “PGN 225” op het onderste deel van
de capsule in zwarte inkt.
Lyrica 300 mg harde capsules
Wit en oranje, met opdruk “Pfizer”op het bovenste deel en “PGN 300” op het onderste deel van de
capsule in zwarte inkt.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Neuropathische pijn
Lyrica is geïndiceerd voor de behandeling van perifere en centrale neuropathische pijn bij
volwassenen.
3
Epilepsie
Lyrica is geïndiceerd als adjuvante therapie bij volwassenen met partiële epilepsie met of zonder
secundaire gegeneraliseerde aanvallen.
Gegeneraliseerde angststoornis
Lyrica is geïndiceerd voor de behandeling van gegeneraliseerde angststoornis (GAD) bij volwassenen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Het doseringsgebied is 150 tot 600 mg per dag, te verdelen over twee of drie gelijke giften.
Neuropathische pijn
De behandeling met pregabaline kan geïnitieerd worden met een dosering van 150 mg per dag
verdeeld over twee of drie doses. Afhankelijk van de individuele reactie en tolerantie van de patiënt,
kan de dosis na een periode van 3 tot 7 dagen worden verhoogd tot 300 mg per dag, en indien nodig,
worden verhoogd na een extra periode van 7 dagen tot een maximale dosis van 600 mg per dag.
Epilepsie
De behandeling met pregabaline kan worden geïnitieerd met een dosering van 150 mg per dag
verdeeld over twee of drie doses. Afhankelijk van de individuele reactie en tolerantie van de patiënt,
kan de dosis na 1 week worden verhoogd tot 300 mg per dag. Na een extra week kan de maximale
dosis van 600 mg per dag worden bereikt.
Gegeneraliseerde angststoornis
Het doseringsgebied is 150 tot 600 mg per dag, te verdelen over twee of drie gelijke giften. De
noodzaak om te behandelen dient regelmatig opnieuw geëvalueerd te worden.
De pregabalinebehandeling kan geïnitieerd worden met een dosering van 150 mg per dag. Afhankelijk
van de individuele reactie en tolerantie van de patiënt, kan de dosis na 1 week verhoogd worden tot
300 mg per dag. Na een extra week kan de dosis verhoogd worden tot 450 mg per dag. De maximale
dosis van 600 mg per dag kan na nog een extra week worden bereikt.
Stopzetten van de pregabalinebehandeling
Indien de behandeling met pregabaline stopgezet dient te worden, is het volgens het huidige klinische
gebruik aanbevolen dit geleidelijk te doen over een periode van minstens 1 week, onafhankelijk van
de indicatie (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
Nierfunctiestoornis
Pregabaline wordt hoofdzakelijk uit de systemische circulatie geëlimineerd door renale excretie als
onveranderde stof. Aangezien de pregabalineklaring recht evenredig is met de creatinineklaring (zie
rubriek 5.2), dient de dosisreductie bij patiënten met een nierfunctiestoornis op individuele basis te
worden bepaald overeenkomstig de creatinineklaring (CLcr), zoals aangegeven in tabel 1, waarbij de
volgende formule wordt gebruikt:
1, 23
140 - leeftijd (jaren)
x gewicht (kg)
( x 0,85 voor vrouwen)
CL
cr
(ml/min)
½
serumcreatinine (
mol/l)
Pregabaline wordt effectief verwijderd uit het plasma door hemodialyse (50% van de stof in 4 uur).
Bij hemodialysepatiënten dient de dagelijkse dosering pregabaline aangepast te worden op basis van
de nierfunctie. Naast de dagelijkse dosering, dient een aanvullende dosis te worden gegeven
onmiddellijk na elke 4 uur durende hemodialysebehandeling (zie tabel 1).
4
Tabel 1: Pregabaline dosisaanpassingen op basis van de nierfunctie
Creatinine-
klaring (CL
cr
)
(ml/min)
Totale dagdosering pregabaline*
Doserings-
schema
≥ 60
≥ 30 - < 60
≥ 15 - < 30
< 15
Startdosering
Maximale dosering
(mg/dag)
(mg/dag)
150
600
BID of TID
75
300
BID of TID
25 – 50
150
Eenmaal daags of BID
25
75
Eenmaal daags
Aanvullende dosis na hemodialyse (mg)
25
100
Enkelvoudige dosis
+
TID = drie aparte doses
BID = twee aparte doses
* de totale dagelijkse dosering (mg/dag) dient te worden verdeeld zoals aangegeven bij het doseringsschema om
het aantal mg per inname te verkrijgen
+ de aanvullende dosis is een enkelvoudige supplementaire dosis
Leverfunctiestoornis
Bij patiënten met leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Lyrica bij kinderen jonger dan 12 jaar en adolescenten (12 tot
17 jaar) zijn niet vastgesteld. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubrieken
4.8, 5.1 en 5.2, maar er kan geen doseringsadvies worden gedaan.
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten kan een dosisreductie van pregabaline nodig zijn door een verminderde
nierfunctie (zie rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Lyrica kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Lyrica is alleen voor oraal gebruik.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Diabetische patiënten
Volgens het huidige klinische gebruik kunnen diabetische patiënten die in gewicht toenemen tijdens
de pregabalinebehandeling een aanpassing van hun bloedglucoseverlagende geneesmiddelen nodig
hebben.
Overgevoeligheidsreacties
Er zijn tijdens de post-marketingervaring meldingen geweest van overgevoeligheidsreacties, inclusief
gevallen van angio-oedeem. Pregabaline dient onmiddellijk te worden gestaakt indien zich
symptomen van angio-oedeem voordoen, zoals zwellingen in het gezicht, rondom de mond of in de
bovenste luchtwegen.
Ernstige cutane bijwerkingen (severe
cutaneous adverse reactions,
SCAR’s)
In zeldzame gevallen zijn in verband met de behandeling met pregabaline ernstige cutane
bijwerkingen gemeld, zoals het syndroom van Stevens-Johnson (SJS) en toxische epidermale
necrolyse (TEN), die levensbedreigend of fataal kunnen zijn. Op het moment van voorschrijven
5
dienen patiënten te worden geïnformeerd over de tekenen en symptomen van die aandoeningen, en zij
moeten nauwlettend worden gecontroleerd op huidreacties. Als er zich tekenen en symptomen
voordoen die duiden op deze reacties, moet het gebruik van pregabaline onmiddellijk worden
stopgezet en dient (al naargelang het geval) een alternatieve behandeling te worden overwogen.
Duizeligheid, slaperigheid, verlies van bewustzijn, verwardheid en geestelijke achteruitgang
Bij de behandeling met pregabaline zijn duizeligheid en slaperigheid opgetreden, wat het optreden
van toevallige verwondingen (door vallen) bij oudere patiënten kan doen toenemen. Er zijn ook post-
marketing meldingen geweest van verlies van bewustzijn, verwardheid en geestelijke achteruitgang.
Daarom dient patiënten aangeraden te worden om voorzichtig te zijn tot ze vertrouwd zijn met de
mogelijke effecten van het geneesmiddel.
Bijwerkingen van het gezichtsvermogen
In gecontroleerde onderzoeken werd bij een groter gedeelte van de patiënten die met pregabaline
werden behandeld in vergelijking met de patiënten die placebo kregen wazig zicht gemeld, dat in een
meerderheid van de gevallen bij het voortzetten van de dosering vanzelf verdween. In klinische
studies waarin oogheelkundige testen werden uitgevoerd, was de incidentie van verminderde
gezichtsscherpte en veranderingen van het gezichtsveld groter in de patiëntengroep die met
pregabaline werd behandeld dan in de placebogroep. De incidentie van fundoscopische veranderingen
was groter in de placebogroep (zie rubriek 5.1).
Tijdens de post-marketingervaring zijn er ook bijwerkingen van het gezichtsvermogen gemeld,
inclusief verlies van het gezichtsvermogen, wazig zicht of andere veranderingen van de
gezichtsscherpte, waarvan de meeste tijdelijk waren. Het staken van de behandeling met pregabaline
kan resulteren in het verdwijnen of verbeteren van deze visuele symptomen.
Nierfalen
Gevallen van nierfalen zijn gemeld en in sommige gevallen leidde stoppen met pregabaline tot
reversibiliteit van deze bijwerking.
Stopzetten van anti-epileptische co-medicatie
Er zijn onvoldoende gegevens bekend met betrekking tot het stopzetten van anti-epileptische co-
medicatie na het bereiken van een controle van de aanvallen met pregabaline in de
combinatietherapie, met als doel monotherapie met pregabaline te bereiken.
Congestief hartfalen
Er zijn post-marketing meldingen geweest van congestief hartfalen bij een aantal patiënten die
pregabaline kregen. Deze reacties werden voornamelijk gezien bij oudere cardiovasculair
gecompromitteerde patiënten tijdens de pregabalinebehandeling voor een neuropathische indicatie.
Pregabaline dient bij deze patiënten met voorzichtigheid te worden gebruikt. Stoppen met pregabaline
kan de reactie vanzelf doen verdwijnen.
Behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
Tijdens de behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
was de incidentie van bijwerkingen in het algemeen, centraal zenuwstelsel-gerelateerde bijwerkingen
en in het bijzonder slaperigheid verhoogd. Dit kan toe te schrijven zijn aan het bijkomend effect van
gelijktijdig toegediende geneesmiddelen (bijv. geneesmiddelen tegen spasticiteit) die nodig zijn voor
deze aandoening. Dit dient overwogen te worden bij het voorschrijven van pregabaline bij deze
aandoening.
Onderdrukte ademhaling
Er zijn meldingen geweest van ernstige onderdrukte ademhaling met betrekking tot het gebruik van
pregabaline. Patiënten met een gecompromitteerde ademhalingsfunctie, ademhalings- of
neurologische aandoening, nierfunctiestoornis, gelijktijdig gebruik van CZS-onderdrukkende
geneesmiddelen en ouderen kunnen een verhoogde kans hebben op deze ernstige bijwerking.
Dosisaanpassingen kunnen nodig zijn bij deze patiënten (zie rubriek 4.2).
6
Suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag
Het optreden van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag is gemeld bij patiënten die behandeld werden
met anti-epileptica bij verschillende indicaties. Een meta-analyse van gerandomiseerde
placebogecontroleerde onderzoeken met anti-epileptica laat ook een kleine toename van het risico
zien op suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag. Het mechanisme achter dit risico is niet bekend.
Gevallen van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag zijn waargenomen bij patiënten die werden
behandeld met pregabaline tijdens de post-marketingervaring (zie rubriek 4.8). Een epidemiologisch
onderzoek met een zelfgecontroleerde onderzoeksopzet (intra-individuele vergelijking van
behandelingsperioden met perioden zonder behandeling) heeft aanwijzingen opgeleverd voor een
verhoogd risico van nieuw ontstaan van suïcidaal gedrag en overlijden door zelfmoord bij patiënten
die met pregabaline werden behandeld.
Patiënten (en hun verzorgers) dienen erop gewezen te worden dat indien er zich tekenen van suïcidale
ideatie of suïcidaal gedrag voordoen er medisch advies ingewonnen dient te worden. Patiënten dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op tekenen van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag en een
geschikte behandeling dient te worden overwogen. In geval van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag
dient stopzetting van de behandeling met pregabaline overwogen te worden.
Verminderde werking van het onderste gedeelte van het maagdarmkanaal
Er zijn post-marketing meldingen van voorvallen die verband houden met een verminderde werking
van het onderste gedeelte van het maagdarmkanaal (bijv. darmobstructie, paralytische ileus,
constipatie) wanneer pregabaline gelijktijdig werd toegediend met geneesmiddelen die constipatie
kunnen veroorzaken zoals opioïde analgetica. Wanneer pregabaline en opioïden samen gebruikt
worden, kunnen maatregelen overwogen worden om constipatie te voorkomen (vooral bij vrouwelijke
patiënten en ouderen).
Gelijktijdig gebruik met opioïden
Voorzichtigheid is geboden bij het voorschrijven van pregabaline gelijktijdig met opioïden vanwege
het risico op onderdrukking van het centraal zenuwstelsel (CZS) (zie rubriek 4.5). In een patiënt-
controle-onderzoek bij opioïdengebruikers, hadden patiënten die pregabaline gelijktijdig met een
opioïde gebruikten, een verhoogd risico op aan opioïden gerelateerd overlijden vergeleken met
patiënten die alleen opioïden gebruikten (gecorrigeerde odds ratio [aOR,
adjusted Odds Ratio],
1,68
[95%-BI, 1,19 tot 2,36]). Dit verhoogde risico werd opgemerkt bij lage doses van pregabaline
(≤ 300 mg, aOR 1,52 [95%-BI, 1,04 – 2,22]) en er was een tendens voor een groter risico bij hoge
doses van pregabaline (> 300 mg, aOR 2,51 [95%-BI 1,24 – 5,06]).
Verkeerd gebruik, kans op misbruik of afhankelijkheid
Pregabaline kan geneesmiddelafhankelijkheid veroorzaken, wat kan optreden bij therapeutische doses.
Gevallen van misbruik en verkeerd gebruik zijn gemeld. Patiënten met een geschiedenis van
middelenmisbruik kunnen een hoger risico op verkeerd gebruik, misbruik en afhankelijkheid van
pregabaline lopen, en pregabaline dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij dergelijke
patiënten. Voordat pregabaline wordt voorgeschreven, dient het risico van de patiënt op verkeerd
gebruik, misbruik of afhankelijkheid zorgvuldig te worden geëvalueerd.
Patiënten die met pregabaline worden behandeld, dienen te worden gecontroleerd op symptomen van
verkeerd gebruik, misbruik of afhankelijkheid van pregabaline, zoals ontwikkeling van tolerantie,
gebruik van meer dan de voorgeschreven dosering en ‘shopping’ zijn gemeld.
Abstinentieverschijnelen
Na stopzetting van korte- en langetermijnbehandeling met pregabaline zijn abstinentieverschijnselen
waargenomen. De volgende verschijnselen zijn gemeld: slapeloosheid, hoofdpijn, misselijkheid,
angst, diarree, griepsyndroom, zenuwachtigheid, depressie, pijn, convulsie, hyperhidrose en
duizeligheid. Het optreden van abstinentieverschijnselen na stopzetting van pregabaline kan wijzen op
geneesmiddelafhankelijkheid (zie rubriek 4.8). De patiënt dient hiervan op de hoogte gebracht te
7
worden bij het begin van de behandeling. Indien de behandeling met pregabaline stopgezet dient te
worden, is het aanbevolen dit geleidelijk te doen over een periode van minstens 1 week, onafhankelijk
van de indicatie (zie rubriek 4.2).
Convulsies, inclusief status epilepticus en tonisch-clonische aanvallen, kunnen voorkomen tijdens het
gebruik van pregabaline of kort na het stopzetten van de behandeling met pregabaline.
Er zijn gegevens die doen vermoeden dat de incidentie en ernst van de abstinentieverschijnselen na
het staken van een langetermijnbehandeling met pregabaline dosisgerelateerd kunnen zijn.
Encefalopathie
Gevallen van encefalopathie zijn gemeld, voornamelijk bij patiënten met een onderliggende
aandoening die het optreden van encefalopathie kan bespoedigen.
Vrouwen die zwanger kunnen worden/Anticonceptie
Het gebruik van Lyrica tijdens het eerste trimester van de zwangerschap kan ernstige
geboorteafwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind. Pregabaline dient niet tijdens de
zwangerschap te worden gebruikt, tenzij het voordeel voor de moeder duidelijk opweegt tegen het
potentiële risico voor de foetus. Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie
gebruiken tijdens de behandeling (zie rubriek 4.6).
Lactose-intolerantie
Lyrica bevat lactosemonohydraat. Patiënten met zeldzame, erfelijke problemen van galactose-
intolerantie, Lapp-lactase deficiëntie of glucose-galactose malabsorptie mogen dit geneesmiddel niet
innemen.
Natriumgehalte
Lyrica bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per harde capsule. Patiënten die een natriumarm
dieet volgen kunnen worden geïnformeerd dat dit middel in wezen ‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Aangezien pregabaline voornamelijk onveranderd wordt uitgescheiden in de urine, nagenoeg niet
wordt gemetaboliseerd bij de mens (< 2% van de toegediende dosis wordt als metabolieten in de urine
teruggevonden),
in vitro
het geneesmiddelenmetabolisme niet remt en niet aan plasma-eiwitten wordt
gebonden, is het onwaarschijnlijk dat het farmacokinetische interacties teweeg zou brengen of er
onderhevig aan zou zijn.
In vivo
studies en populatie farmacokinetische studies
Hiermee overeenkomend werden in
in vivo
studies geen klinisch relevante farmacokinetische
interacties waargenomen tussen pregabaline en fenytoïne, carbamazepine, valproïnezuur, lamotrigine,
gabapentine, lorazepam, oxycodone of ethanol. Uit populatie farmacokinetische studies bleek dat
orale antidiabetica, diuretica, insuline, fenobarbital, tiagabine en topiramaat geen klinisch significant
effect hadden op de pregabalineklaring.
Orale contraceptiva, norethisteron en/of ethinyloestradiol
Gelijktijdige toediening van pregabaline en de orale contraceptiva norethisteron en/of
ethinyloestradiol heeft geen invloed op de 'steady-state' farmacokinetiek van beide bestanddelen.
8
Geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel beïnvloeden
Pregabaline kan de effecten van ethanol en lorazepam versterken.
Tijdens post-marketing ervaring zijn er meldingen geweest van ademhalingsfalen, coma en overlijden
bij patiënten die pregabaline en opioïden gebruikten en/of andere geneesmiddelen die het centraal
zenuwstelsel (CZS) onderdrukken. Pregabaline lijkt een additieve werking te hebben op de verstoring
van de cognitieve en algemene motorische functie, veroorzaakt door oxycodon.
Interacties en ouderen
Er zijn geen specifieke farmacodynamische interactiestudies uitgevoerd bij oudere vrijwilligers.
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vruchtbare vrouwen / Anticonceptie
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de
behandeling (zie rubriek 4.4).
Zwangerschap
Uit experimenteel onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3).
Pregabaline passeert de placenta bij ratten (zie rubriek 5.2). Pregabaline passeert mogelijk de placenta
bij de mens.
Zeer ernstige aangeboren misvormingen
Uit gegevens van een Noord-Europees observationeel onderzoek bij meer dan 2 700 zwangerschappen
die tijdens het eerste trimester waren blootgesteld aan pregabaline bleek een hogere prevalentie van
zeer ernstige aangeboren misvormingen (major
congenital malformations,
MCM) bij de pediatrische
populatie (levend of doodgeboren) die was blootgesteld aan pregabaline in vergelijking met de
populatie die niet was blootgesteld (5,9% vs. 4,1%).
Het risico op MCM bij de pediatrische populatie die was blootgesteld aan pregabaline tijdens het
eerste trimester was enigszins hoger vergeleken met de populatie die niet was blootgesteld
(gecorrigeerde prevalentieratio en 95%-betrouwbaarheidsinterval: 1,14 (0,96-1,35)), en vergeleken
met de populatie die was blootgesteld aan lamotrigine (1,29 (1,01-1,65)) of aan duloxetine
(1,39 (1,07-1,82)).
Uit de analyses van specifieke misvormingen bleek een hoger risico op misvormingen van het
zenuwstelsel, de ogen, orofaciale schisis, urinewegmisvormingen en geslachtsorgaanmisvormingen.
Het aantal misvormingen was echter laag en de schattingen waren onnauwkeurig.
Lyrica dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk (wanneer het
voordeel voor de moeder duidelijk opweegt tegen het potentiële risico voor de foetus).
Borstvoeding
Pregabaline wordt uitgescheiden in de moedermelk (zie rubriek 5.2). Niet bekend is welk effect
pregabaline op pasgeborenen/zuigelingen heeft. Er moet worden besloten of borstvoeding moet
worden gestaakt of dat behandeling met pregabaline moet worden gestaakt, waarbij het voordeel van
borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten
worden genomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen klinische gegevens over de effecten van pregabaline op de vrouwelijke vruchtbaarheid.
9
In een klinisch onderzoek om het effect van pregabaline op de spermamotiliteit te evalueren, werden
gezonde mannelijke proefpersonen aan een dosis van 600 mg/dag blootgesteld. Na 3 maanden
behandeling waren er geen effecten op de spermamotiliteit.
Een vruchtbaarheidsonderzoek bij vrouwelijke ratten heeft nadelige effecten op de reproductie
aangetoond. Vruchtbaarheidsonderzoeken bij mannelijke ratten hebben nadelige effecten op de
reproductie en ontwikkeling aangetoond. De klinische relevantie van deze bevindingen is niet bekend
(zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Lyrica kan een geringe tot matige invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Lyrica kan duizeligheid en slaperigheid veroorzaken en kan derhalve de
rijvaardigheid of het vermogen om machines te gebruiken, beïnvloeden. Patiënten wordt afgeraden
auto te rijden, complexe machines te bedienen of risicovolle activiteiten uit te oefenen, totdat bekend
is of het geneesmiddel de bekwaamheid om deze activiteiten uit te oefenen, beïnvloedt.
4.8
Bijwerkingen
In het klinisch onderzoeksprogramma van pregabaline waren meer dan 8.900 aan pregabaline
blootgestelde patiënten geïncludeerd, waarvan meer dan 5.600 patiënten in dubbelblinde, placebo
gecontroleerde studies. De vaakst gemelde bijwerkingen waren duizeligheid en slaperigheid. De
bijwerkingen waren meestal mild tot matig in intensiteit. In alle gecontroleerde studies was de
discontinueringsgraad door bijwerkingen 12% bij patiënten die pregabaline kregen en 5% bij
patiënten die placebo kregen. De meest voorkomende bijwerkingen die resulteerden in stopzetting van
de pregabalinebehandeling waren duizeligheid en slaperigheid.
In tabel 2 hieronder staan alle bijwerkingen die optraden met een incidentie groter dan die van
placebo en bij meer dan één patiënt, onderverdeeld per klasse en frequentie (zeer vaak ( 1/10); vaak
( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden ( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden
(< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere
frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
De opgesomde bijwerkingen kunnen ook verband houden met het onderliggende ziektebeeld en/of
gelijktijdig toegediende geneesmiddelen.
Tijdens de behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
was de incidentie van bijwerkingen in het algemeen, CZS-gerelateerde bijwerkingen en in het
bijzonder slaperigheid verhoogd (zie rubriek 4.4).
Additionele bijwerkingen die vanuit post-marketing ervaring gemeld zijn, worden in de onderstaande
lijst cursief vermeld.
Tabel 2. Bijwerkingen van pregabaline
Systeem/Orgaanklassen
Bijwerkingen
Infecties en parasitaire aandoeningen
Vaak
nasofaryngitis
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Soms
neutropenie
Immuunsysteemaandoeningen
Soms
overgevoeligheid
Zelden
angio-oedeem, allergische reactie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
toegenomen eetlust
10
Systeem/Orgaanklassen
Soms
Psychische stoornissen
Vaak
Soms
Bijwerkingen
anorexia, hypoglykemie
euforie, verwarring, geïrriteerdheid, desoriëntatie,
slapeloosheid, afgenomen libido
hallucinaties, paniekaanvallen, rusteloosheid, agitatie,
depressie, teneergeslagenheid, opgewekte stemming,
agressie,
stemmingsschommelingen, depersonalisatie, moeilijk op
woorden kunnen komen, abnormale dromen, toegenomen
libido, anorgasmie, apathie
disinhibitie, suïcidaal gedrag, suïcidale ideatie
geneesmiddelafhankelijkheid
duizeligheid, slaperigheid, hoofdpijn
ataxie, abnormale coördinatie, tremor, dysartrie, amnesie,
geheugenstoornis, concentratiestoornis, paresthesie,
hypoesthesie, sedatie, evenwichtsstoornis, lethargie
syncope, stupor, myoclonus,
verlies van bewustzijn,
psychomotorische hyperactiviteit, dyskinesie, posturale
duizeligheid, intentie-tremor, nystagmus, cognitieve
functiestoornis,
geestelijke stoornis,
spraakstoornis,
hyporeflexie, hyperesthesie, brandend gevoel, ageusie,
malaise
toevallen,
parosmie, hypokinesie, dysgrafie, parkinsonisme
Zelden
Niet bekend
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Oogaandoeningen
Vaak
Soms
wazig zien, diplopie
perifeer gezichtsverlies, abnormaal zien, oogzwellingen,
gezichtsvelddefecten, verminderde gezichtsscherpte, oogpijn,
asthenopie, fotopsie, droge ogen, verhoogde traanvorming,
oogirritatie
Zelden
verlies van het gezichtsvermogen, keratitis,
oscillopsie,
afwijkende visuele diepteperceptie, mydriasis, strabisme,
visuele helderheid
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Vaak
vertigo
Soms
hyperacusis
Hartaandoeningen
Soms
tachycardie, eerstegraads atrioventriculair blok,
sinusbradycardie,
congestief hartfalen
Zelden
QT-verlenging,
sinustachycardie, sinus-aritmie
Bloedvataandoeningen
Soms
hypotensie, hypertensie, opvliegers, blozen, perifere kou
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms
dyspnoe, epistaxis, hoesten, verstopte neus, rhinitis, snurken,
droge neus
Zelden
longoedeem,
toegeknepen keel
Niet bekend
onderdrukte ademhaling
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak
braken,
misselijkheid,
constipatie,
diarree,
flatulentie,
abdominale distensie, droge mond
Soms
gastro-oesofagale refluxaandoening, toegenomen
speekselproductie, orale hypoestesie
Zelden
ascites, pancreatitis,
gezwollen tong,
dysfagie
11
Systeem/Orgaanklassen
Bijwerkingen
Lever- en galaandoeningen
Soms
verhoogde leverenzymen*
Zelden
geelzucht
Zeer zelden
leverfalen, hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Soms
papuleuse huiduitslag, urticaria, hyperhidrose,
jeuk
Zelden
toxische epidermale necrolyse, syndroom van Stevens-
Johnson,
angstzweet
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak
spierkramp, artralgie, rugpijn, pijn in ledematen, cervicaal
spasme
Soms
zwelling van gewrichten, myalgie, spiercontracties, nekpijn,
spierstijfheid
Zelden
rabdomyolyse
Nier- en urinewegaandoeningen
Soms
urine-incontinentie, dysurie
Zelden
nierfalen, oligurie,
urineretentie
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Vaak
erectiele disfunctie
Soms
seksuele disfunctie, vertraagde ejaculatie, dysmenorroe, pijn in
de borst
Zelden
amenorroe, galactorroe, groter worden van de borsten,
gynaecomastie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
perifeer oedeem, oedeem, abnormale gang, vallen, een dronken
gevoel hebben, zich abnormaal voelen, vermoeidheid
Soms
gegeneraliseerd oedeem,
gezichtsoedeem,
beklemd gevoel op
de borst, pijn, koorts, dorst, koude rillingen, asthenie
Onderzoeken
Vaak
gewichtstoename
Soms
verhoogd creatininefosfokinase in het bloed, verhoogd glucose
in het bloed, afname van het aantal bloedplaatjes, verhoogd
creatinine in het bloed, verlaagd kalium in het bloed,
gewichtsafname
Zelden
afname van het aantal witte bloedcellen
* Verhoogd alanineaminotransferase (ALAT), verhoogd aspartaataminotransferase (ASAT).
Na stopzetting van korte- en langetermijnbehandelingen met pregabaline zijn
abstinentieverschijnselen waargenomen. De volgende verschijnselen zijn gemeld: slapeloosheid,
hoofdpijn, misselijkheid, angst, diarree, griepsyndroom, convulsies, zenuwachtigheid, depressie, pijn,
hyperhidrose en duizeligheid. Deze verschijnselen kunnen wijzen op geneesmiddelafhankelijkheid.
De patiënt dient hiervan op de hoogte gebracht te worden bij het begin van de behandeling. Er zijn
gegevens die doen vermoeden dat de incidentie en ernst van de abstinentieverschijnselen na het staken
van een langetermijnbehandeling met pregabaline dosisgerelateerd kunnen zijn (zie rubrieken 4.2 en
4.4).
Pediatrische patiënten
Het veiligheidsprofiel van pregabaline in vijf onderzoeken met kinderen bij patiënten met partiële
epilepsie met of zonder secundaire gegeneraliseerde aanvallen (onderzoek van 12 weken naar
werkzaamheid en veiligheid bij patiënten in de leeftijd van 4 tot 16 jaar, n=295; onderzoek van
14 dagen naar werkzaamheid en veiligheid bij patiënten in de leeftijd van 1 maand tot jonger dan
4 jaar, n=175; onderzoek naar farmacokinetiek en verdraagbaarheid, n=65; en twee 1-jarige open-
label vervolgonderzoeken naar veiligheid, n=54 en n=431) was vergelijkbaar met het profiel in de
onderzoeken met volwassen patiënten met epilepsie. De meest voorkomende bijwerkingen die zijn
waargenomen in het onderzoek van 12 weken met pregabalinebehandeling waren slaperigheid,
12
pyrexie, bovensteluchtweginfectie, toegenomen eetlust, gewichtstoename en nasofaryngitis. De meest
voorkomende bijwerkingen die zijn waargenomen in het onderzoek van 14 dagen met
pregabalinebehandeling waren slaperigheid, bovensteluchtweginfectie en pyrexie (zie rubrieken 4.2,
5.1 en 5.2).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
De meest gemelde bijwerkingen die tijdens post-marketing ervaring zijn geobserveerd bij inname van
een overdosis pregabaline waren slaperigheid, verwardheid, agitatie en rusteloosheid. Epileptische
aanvallen werden ook gemeld.
Er zijn zeldzame gevallen van coma gemeld.
De behandeling van een overdosis met pregabaline dient te bestaan uit algemene ondersteunende
maatregelen en kan indien nodig hemodialyse bevatten (zie rubriek 4.2, Tabel 1).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-epileptica, andere anti-epileptica, ATC-code: N03AX16.
Het werkzame bestanddeel pregabaline is een gamma-aminoboterzuur-analoog
[(S)-3-(aminomethyl)-5-methylhexaanzuur].
Werkingsmechanisme
Pregabaline bindt zich aan een auxiliaire subeenheid (α
2
-δ eiwit) van spanningsafhankelijke
calciumkanalen in het centrale zenuwstelsel.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Neuropathische pijn
Werkzaamheid is aangetoond in onderzoeken met diabetische neuropathie, post-herpetische neuralgie
en ruggenmergletsel. De werkzaamheid is niet bestudeerd in andere modellen van neuropathische
pijn.
Pregabaline is onderzocht in 10 gecontroleerde klinische onderzoeken die tot 13 weken duurden met
een tweemaaldaagse dosering (BID) en in studies die tot 8 weken duurden met een driemaaldaagse
dosering (TID). Over het algemeen waren de veiligheids- en werkzaamheidsprofielen voor de BID en
TID doseringsschema’s gelijk.
In klinische studies naar zowel perifere als centrale neuropathische pijn die tot 12 weken duurden,
werd een pijnreductie waargenomen in week 1 en deze bleef behouden gedurende de volledige
behandelingsperiode.
In gecontroleerde klinische studies naar perifere neuropathische pijn ervaarde 35% van de met
pregabaline behandelde patiënten en 18% van de patiënten op placebo een verbetering van 50% in de
pijnscore. Voor patiënten die geen slaperigheid ervaarden, werd een dergelijke verbetering
waargenomen bij 33% van de met pregabaline behandelde patiënten en bij 18% van de patiënten op
13
placebo. Voor de patiënten die slaperigheid ervaarden, reageerde 48% op pregabaline en 16% op
placebo.
In gecontroleerde klinische studies naar centrale neuropathische pijn ervaarde 22% van de met
pregabaline behandelde patiënten en 7% van de patiënten op placebo een verbetering van 50% in de
pijnscore.
Epilepsie
Aanvullende behandeling
Pregabaline is onderzocht in 3 gecontroleerde onderzoeken van 12 weken, zowel BID als TID
toegediend. Over het algemeen waren de veiligheids- en werkzaamheidsprofielen voor de BID en TID
doseringsschema’s gelijk.
Een vermindering in aanvalsfrequentie werd waargenomen in week 1.
Pediatrische patiënten
De werkzaamheid en veiligheid van pregabaline als adjuvante therapie voor epilepsie bij pediatrische
patiënten jonger dan 12 jaar en adolescenten zijn niet vastgesteld. De bijwerkingen in een onderzoek
naar farmacokinetiek en verdraagbaarheid met patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 16 jaar
(n=65) met partieel beginnende aanvallen waren vergelijkbaar met de bijwerkingen bij volwassenen.
De resultaten van een placebogecontroleerd onderzoek van 12 weken bij 295 pediatrische patiënten in
de leeftijd van 4 tot 16 jaar en een placebogecontroleerd onderzoek van 14 dagen bij 175 pediatrische
patiënten in de leeftijd van 1 maand tot jonger dan 4 jaar, die werden uitgevoerd om de werkzaamheid
en veiligheid van pregabaline als adjuvante therapie voor de behandeling van partieel beginnende
aanvallen te beoordelen, en twee 1-jarige open-label veiligheidsonderzoeken met respectievelijk 54 en
431 pediatrische patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 16 jaar met epilepsie wijzen erop dat de
bijwerkingen pyrexie en bovensteluchtweginfecties vaker werden gezien dan in onderzoeken met
volwassen patiënten met epilepsie (zie rubrieken 4.2, 4.8 en 5.2).
In het placebogecontroleerd onderzoek van 12 weken werden pediatrische patiënten (in de leeftijd van
4 tot 16 jaar) toegewezen aan pregabaline 2,5 mg/kg/dag (maximaal 150 mg/dag), pregabaline
10 mg/kg/dag (maximaal 600 mg/dag) of placebo. Het percentage van patiënten met een reductie van
minstens 50% van partieel beginnende aanvallen ten opzichte van de baseline bedroeg 40,6% bij de
patiënten die behandeld werden met pregabaline 10 mg/kg/dag (p=0,0068 versus placebo), 29,1% bij
de patiënten die behandeld werden met pregabaline 2,5 mg/kg/dag (p=0,2600 versus placebo) en
22,6% bij deze die behandeld werden met placebo.
In het placebogecontroleerd onderzoek van 14 dagen werden pediatrische patiënten (in de leeftijd van
1 maand tot jonger dan 4 jaar) toegewezen aan pregabaline 7 mg/kg/dag, pregabaline 14 mg/kg/dag of
placebo. De mediane aanvalsfrequenties per 24 uur bij baseline en bij het laatste bezoek bedroegen
respectievelijk 4,7 en 3,8 voor pregabaline 7 mg/kg/dag, 5,4 en 1,4 voor pregabaline 14 mg/kg/dag en
2,9 en 2,3 voor placebo. Pregabaline 14 mg/kg/dag verminderde de log-getransformeerde frequentie
van partieel beginnende aanvallen significant in vergelijking met placebo (p=0,0223); pregabaline
7 mg/kg/dag vertoonde geen verbetering ten opzichte van placebo.
In een placebogecontroleerd onderzoek van 12 weken bij patiënten met primaire gegeneraliseerde
tonisch-klonische (PGTC) aanvallen, werden 219 patiënten (in de leeftijd van 5 tot 65 jaar, waarvan
66 in de leeftijd van 5 tot 16 jaar) toegewezen aan pregabaline 5 mg/kg/dag (maximaal 300 mg/dag),
10 mg/kg/dag (maximaal 600 mg/dag) of placebo als adjuvante therapie. Het percentage van patiënten
met een reductie van minstens 50% van PGTC-aanvallen bedroeg respectievelijk 41,3%, 38,9% en
41,7% voor pregabaline 5 mg/kg/dag, pregabaline 10 mg/kg/dag en placebo.
14
Monotherapie (recentelijk gediagnosticeerde patiënten)
Pregabaline is onderzocht in 1 gecontroleerd klinisch onderzoek van 56 weken, BID toegediend.
Pregabaline bereikte geen non-inferioriteit ten opzichte van lamotrigine, gebaseerd op het eindpunt
van het 6 maanden lang uitblijven van aanvallen. Pregabaline en lamotrigine waren even veilig en
goed verdraagbaar.
Gegeneraliseerde angststoornis
Pregabaline is onderzocht in 6 gecontroleerde onderzoeken van 4 tot 6 weken, in een studie met
ouderen van 8 weken en in een langetermijn terugval preventiestudie met een dubbelblinde terugval
preventie fase van 6 maanden.
Een verlichting van de symptomen van GAD, zoals weergegeven door de Hamilton Anxiety Rating
Scale (HAM-A), werd waargenomen in week 1.
In gecontroleerde klinische onderzoeken (van 4 tot 8 weken), vertoonden 52% van de met pregabaline
behandelde patiënten en 38% van de patiënten op placebo een verbetering van minstens 50% in de
HAM-A totale score van baseline tot eindpunt.
In gecontroleerde studies werd bij een groter gedeelte van de patiënten die met pregabaline werden
behandeld in vergelijking met de patiënten die placebo kregen wazig zicht gemeld, dat in een
meerderheid van de gevallen bij het voortzetten van de dosering vanzelf verdween. Oogheelkundige
testen (inclusief gezichtsscherptetesten, uitgebreide gezichtsveldstesten en uitgebreid fundoscopisch
onderzoek) zijn uitgevoerd bij meer dan 3600 patiënten binnen gecontroleerde klinische studies. Van
deze patiënten was de gezichtsscherpte gereduceerd bij 6,5% van de met pregabaline behandelde
patiënten en bij 4,8% van de met placebo behandelde patiënten. Veranderingen van het gezichtsveld
werden waargenomen bij 12,4% van de met pregabaline behandelde patiënten en bij 11,7% van de
met placebo behandelde patiënten. Fundoscopische veranderingen werden geobserveerd bij 1,7% van
de met pregabaline behandelde patiënten en bij 2,1% van de met placebo behandelde patiënten.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De steady-state farmacokinetiek van pregabaline is vergelijkbaar bij gezonde vrijwilligers, patiënten
met epilepsie die anti-epileptica gebruiken en patiënten met chronische pijn.
Absorptie
Pregabaline wordt snel opgenomen indien toegediend op een nuchtere maag met piekplasma-
concentraties die binnen 1 uur na zowel éénmalige als herhaalde toediening optreden. De orale
biologische beschikbaarheid van pregabaline wordt geschat op
90% en is dosis-onafhankelijk. Na
herhaalde toediening wordt een steady-state bereikt binnen de 24 tot 48 uur. De absorptiesnelheid van
pregabaline neemt af bij toediening met voedsel, waardoor de C
max
daalt met ongeveer 25-30% en de
t
max
met ongeveer 2,5 uur wordt vertraagd. De toediening van pregabaline met voedsel heeft evenwel
geen klinisch significante invloed op de mate van absorptie van pregabaline.
Distributie
Uit preklinische studies is gebleken dat pregabaline de bloed-hersenbarrière passeert bij muizen,
ratten en apen. Pregabaline passeert de placenta bij ratten en is aanwezig in de melk van lacterende
ratten. Het schijnbare verdelingsvolume van pregabaline na orale toediening bij de mens bedraagt
ongeveer 0,56 l/kg. Pregabaline wordt niet aan plasma-eiwitten gebonden.
Biotransformatie
Pregabaline wordt bij de mens nagenoeg niet gemetaboliseerd. Na een dosis van radioactief gemerkt
pregabaline wordt ongeveer 98% van de radioactiviteit teruggevonden in de urine als onveranderd
pregabaline. Het N-gemethyleerde derivaat van pregabaline, de belangrijkste metaboliet van
pregabaline die in de urine wordt teruggevonden, was verantwoordelijk voor 0,9% van de dosis. In
preklinische studies waren er geen aanwijzingen voor racemisatie van het S-enantiomeer van
pregabaline tot het R-enantiomeer.
15
Eliminatie
Pregabaline wordt voornamelijk renaal uit de systemische circulatie geklaard als onveranderde stof.
De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd bedraagt 6,3 uur. De plasmaklaring en renale klaring van
pregabaline zijn recht evenredig met de creatinineklaring (zie rubriek 5.2 Nierfunctiestoornis).
Een aanpassing van de dosis is nodig bij patiënten met een afgenomen nierfunctie of bij patiënten die
hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.2, tabel 1).
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van pregabaline is lineair over het aanbevolen dagelijkse doseringsinterval. De
inter-individuele farmacokinetische variabiliteit voor pregabaline is laag (< 20%). De farmacokinetiek
na herhaalde toediening is voorspelbaar op basis van de gegevens na éénmalige toediening. Daarom is
het niet noodzakelijk om routinematig de plasmaconcentraties van pregabaline te monitoren.
Geslacht
Klinische studies tonen aan dat de plasmaconcentraties van pregabaline niet klinisch significant
worden beïnvloed door het geslacht.
Nierfunctiestoornis
De klaring van pregabaline is recht evenredig met de creatinineklaring. Daarnaast wordt pregabaline
doeltreffend verwijderd uit het plasma door hemodialyse (na een 4 uur durende hemodialyse zijn de
plasmapregabalineconcentraties tot ongeveer 50% gereduceerd). Omdat renale eliminatie de
voornaamste eliminatieweg is, is dosisreductie en een extra toediening na afloop van de hemodialyse
bij patiënten met nierfunctiestoornissen noodzakelijk (zie rubriek 4.2, tabel 1).
Leverfunctiestoornis
Er zijn geen specifieke farmacokinetische studies uitgevoerd bij patiënten met een
leverfunctiestoornis. Aangezien pregabaline geen significante metabolisatie ondergaat en
voornamelijk wordt uitgescheiden als onveranderde stof in de urine, wordt niet verwacht dat een
gestoorde leverfunctie een significante verandering van de pregabaline plasmaconcentraties teweeg
zou brengen.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetische eigenschappen van pregabaline zijn in een onderzoek naar farmacokinetiek en
verdraagbaarheid beoordeeld bij pediatrische patiënten met epilepsie (leeftijdsgroepen: 1 tot
23 maanden, 2 tot 6 jaar, 7 tot 11 jaar en 12 tot 16 jaar) bij een dosis van 2,5, 5, 10 en 15 mg/kg/dag.
Na orale toediening van pregabaline aan pediatrische patiënten in nuchtere toestand was over het
algemeen de tijd tot het bereiken van de piekplasmaconcentratie voor de hele leeftijdsgroep
vergelijkbaar. De piekplasmaconcentratie deed zich voor 0,5 tot 2 uur na toediening van de dosis.
C
max
en AUC voor pregabaline namen binnen elke leeftijdsgroep lineair toe met de dosis. AUC was
30% lager bij pediatrische patiënten met een gewicht lager dan 30 kg als gevolg van een 43% hogere
klaring aangepast aan lichaamsgewicht bij deze patiënten in vergelijking met patiënten die ≥ 30 kg
wogen.
De terminale halfwaardetijd van pregabaline bedroeg gemiddeld circa 3 tot 4 uur bij pediatrische
patiënten tot 6 jaar, en 4 tot 6 uur bij pediatrische patiënten van 7 jaar en ouder.
Uit de farmacokinetische analyse van de populatie bleek dat de creatinineklaring een significante
covariabele was voor de orale klaring van pregabaline en dat lichaamsgewicht een significante
covariabele was voor het kennelijke orale distributievolume van pregabaline. Deze verbanden waren
bij pediatrische en volwassen patiënten vergelijkbaar.
De farmacokinetische eigenschappen van pregabaline bij patiënten jonger dan 3 maanden zijn niet
onderzocht (zie rubrieken 4.2, 4.8 en 5.1).
16
Oudere patiënten
De klaring van pregabaline lijkt af te nemen bij hogere leeftijd. Deze afname in klaring van oraal
ingenomen pregabaline komt overeen met de afname van de creatinineklaring bij hogere leeftijd.
Vermindering van de dosis van pregabaline kan nodig zijn bij patiënten die op basis van hun leeftijd
een verminderde nierfunctie hebben (zie rubriek 4.2, tabel 1).
Moeders die borstvoeding geven
De farmacokinetiek van 150 mg pregabaline, toegediend elke 12 uur (dagelijkse dosis 300 mg) werd
beoordeeld bij 10 vrouwen die borstvoeding gaven, minimaal 12 weken post partum. Het geven van
borstvoeding had weinig tot geen invloed op de farmacokinetiek van pregabaline. Pregabaline werd
uitgescheiden in de moedermelk, waarbij de gemiddelde steady-state concentraties circa 76%
bedroegen van die in maternaal plasma. De geschatte zuigelingendosis uit moedermelk (uitgaande van
een gemiddelde melkconsumptie van 150 ml/kg/dag) bij vrouwen die 300 mg/dag of de maximale
dosis van 600 mg/dag krijgen, zou respectievelijk 0,31 of 0,62 mg/kg/dag zijn. Deze geschatte doses
bedragen circa 7% van de totale dagelijkse maternale dosis op mg/kg-basis.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In gebruikelijke farmacologische veiligheidsstudies bij dieren werd pregabaline goed verdragen bij
klinisch relevante doseringen. In herhaalde dosis toxiciteitsstudies bij ratten en apen werden effecten
op het CZS waargenomen waaronder hypoactiviteit, hyperactiviteit en ataxie. Een verhoogde
incidentie van retinale atrofie, frequent waargenomen bij oude albinoratten, werd gezien na
langdurige blootstelling aan pregabaline van ≥ 5 maal de gemiddelde humane blootstelling bij
toediening van de maximaal aanbevolen klinische dosering.
Pregabaline was niet teratogeen bij muizen, ratten of konijnen. Foetale toxiciteit bij ratten en konijnen
trad slechts op bij blootstellingen die ruim boven de humane blootstelling lagen. In prenatale/
postnatale toxiciteitsstudies induceerde pregabaline ontwikkelingstoxiciteit bij de nakomelingen van
ratten blootgesteld aan > 2 maal de maximale aanbevolen blootstelling bij de mens.
Bijwerkingen op de vruchtbaarheid van mannelijke en vrouwelijke ratten werden alleen opgemerkt bij
blootstellingen die ruimschoots de therapeutische blootstelling overschreden. De bijwerkingen op de
mannelijke voortplantingsorganen en de spermaparameters waren reversibel en traden alleen op bij
blootstellingen die ruimschoots de therapeutische blootstelling overschreden of waren geassocieerd
met spontane degeneratieve processen van de mannelijke voortplantingsorganen bij de rat. Om deze
reden werden deze bijwerkingen als weinig of niet klinisch relevant beschouwd.
Pregabaline is niet genotoxisch, gebaseerd op de resultaten van een reeks van
in vitro
en
in vivo
testen.
Bij ratten en muizen werden twee jaar durende carcinogeniteitsstudies met pregabaline uitgevoerd. Bij
ratten werden geen tumoren waargenomen bij blootstellingen tot 24 maal de gemiddelde humane
blootstelling bij de maximale aanbevolen klinische dosis van 600 mg/dag. Bij muizen werd geen
toegenomen incidentie van tumoren gevonden bij blootstellingen gelijk aan de humane blootstelling,
maar een toegenomen incidentie van hemangiosarcoom werd waargenomen bij hogere blootstellingen.
Bij het niet-genotoxische mechanisme van pregabaline-geïnduceerde tumorvorming bij muizen zijn
veranderingen in de bloedplaatjes en een geassocieerde proliferatie van endotheelcellen betrokken.
Gebaseerd op korte en beperkte lange termijn klinische gegevens waren deze veranderingen in de
bloedplaatjes niet aanwezig bij ratten of mensen. Er zijn geen aanwijzingen die een geassocieerd
risico voor de mens suggereren.
Bij juveniele ratten verschilde de toxiciteit kwalitatief niet van deze waargenomen bij volwassen
ratten. Juveniele ratten zijn echter gevoeliger. Bij therapeutische blootstellingen waren er
aanwijzingen voor centrale klinische verschijnselen van hyperactiviteit en tandenknarsen en enkele
groeiveranderingen (voorbijgaande onderdrukking van de gewichtstoename). Effecten op de
17
oestrische cyclus werden waargenomen bij het 5-voudige van de humane therapeutische blootstelling.
Een afgenomen akoestische schrikreactie werd geobserveerd bij juveniele ratten 1 tot 2 weken na
blootstelling van > 2 maal de humane therapeutische blootstelling. Negen weken na blootstelling was
dit effect niet meer te observeren.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Lyrica 25 mg, 50 mg, 150 mg harde capsules
Capsule-inhoud:
lactosemonohydraat
maïszetmeel
talk
Capsulewand:
gelatine
titaniumdioxide (E171)
natriumlaurylsulfaat
anhydrisch colloïdaal siliciumdioxide
gezuiverd water
Drukinkt:
schellak
ijzeroxide zwart (E172)
propyleenglycol
natriumhydroxide
Lyrica 75 mg, 100 mg, 200 mg, 225 mg, 300 mg harde capsules
Capsule-inhoud:
lactosemonohydraat
maïszetmeel
talk
Capsulewand:
gelatine
titaniumdioxide (E171)
natriumlaurylsulfaat
anhydrisch colloïdaal siliciumdioxide
gezuiverd water
ijzeroxide rood (E172)
Drukinkt:
schellak
ijzeroxide zwart (E172)
propyleenglycol
kaliumhydroxide
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
18
6.3
3 jaar.
6.4
Houdbaarheid
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Lyrica 25 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 21, 56, 84, 100 of 112 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
HDPE fles met 200 harde capsules.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 50 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 21, 56, 84 of 100 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 75 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 56, 70, 100 of 112 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
HDPE fles met 200 harde capsules.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 100 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 21, 84 of 100 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 150 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 56, 100 of 112 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
HDPE fles met 200 harde capsules.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 200 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 21, 84 of 100 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 225 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 56 of 100 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 300 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 56, 100 of 112 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
HDPE fles met 200 harde capsules.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
19
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Lyrica 25 mg harde capsules
EU/1/04/279/001-005
EU/1/04/279/026
EU/1/04/279/036
EU/1/04/279/046
Lyrica 50 mg harde capsules
EU/1/04/279/006-010
EU/1/04/279/037
Lyrica 75 mg harde capsules
EU/1/04/279/011-013
EU/1/04/279/027
EU/1/04/279/030
EU/1/04/279/038
EU/1/04/279/045
Lyrica 100 mg harde capsules
EU/1/04/279/014-016
EU/1/04/279/039
Lyrica 150 mg harde capsules
EU/1/04/279/017-019
EU/1/04/279/028
EU/1/04/279/031
EU/1/04/279/040
Lyrica 200 mg harde capsules
EU/1/04/279/020-022
EU/1/04/279/041
Lyrica 225 mg harde capsules
EU/1/04/279/033-035
EU/1/04/279/042
Lyrica 300 mg harde capsules
EU/1/04/279/023-025
EU/1/04/279/029
EU/1/04/279/032
EU/1/04/279/043
20
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 06 juli 2004
Datum van laatste verlenging: 29 mei 2009
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
21
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 20 mg/ml drank
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml bevat 20 mg pregabaline.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke ml bevat ook 1,3 mg methylparahydroxybenzoaat (E218), 0,163 mg propylparahydroxybenzoaat
(E216).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Drank
Heldere kleurloze vloeistof.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Neuropathische pijn
Lyrica is geïndiceerd voor de behandeling van perifere en centrale neuropathische pijn bij
volwassenen.
Epilepsie
Lyrica is geïndiceerd als adjuvante therapie bij volwassenen met partiële epilepsie met of zonder
secundaire gegeneraliseerde aanvallen.
Gegeneraliseerde angststoornis
Lyrica is geïndiceerd voor de behandeling van gegeneraliseerde angststoornis (GAD) bij volwassenen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Het doseringsgebied is 150 tot 600 mg (7,5 tot 30 ml) per dag, te verdelen over twee of drie gelijke
giften.
Neuropathische pijn
De behandeling met pregabaline kan geïnitieerd worden met een dosering van 150 mg (7,5 ml) per
dag verdeeld over twee of drie doses. Afhankelijk van de individuele reactie en tolerantie van de
patiënt, kan de dosis na een periode van 3 tot 7 dagen worden verhoogd tot 300 mg (15 ml) per dag,
en indien nodig, worden verhoogd na een extra periode van 7 dagen tot een maximale dosis van
600 mg (30 ml) per dag.
Epilepsie
De behandeling met pregabaline kan worden geïnitieerd met een dosering van 150 mg (7,5 ml) per
dag verdeeld over twee of drie doses. Afhankelijk van de individuele reactie en tolerantie van de
patiënt, kan de dosis na 1 week worden verhoogd tot 300 mg (15 ml) per dag. Na een extra week kan
de maximale dosis van 600 mg (30 ml) per dag worden bereikt.
22
Gegeneraliseerde angststoornis
Het doseringsgebied is 150 tot 600 mg (7,5 tot 30 ml) per dag, te verdelen over twee of drie gelijke
giften. De noodzaak om te behandelen dient regelmatig opnieuw geëvalueerd te worden.
De pregabalinebehandeling kan geïnitieerd worden met een dosering van 150 mg (7,5 ml) per dag.
Afhankelijk van de individuele reactie en tolerantie van de patiënt, kan de dosis na 1 week verhoogd
worden tot 300 mg (15 ml) per dag. Na een extra week kan de dosis verhoogd worden tot 450 mg
(22,5 ml) per dag. De maximale dosis van 600 mg (30 ml) per dag kan na nog een extra week worden
bereikt.
Stopzetten van de pregabalinebehandeling
Indien de behandeling met pregabaline stopgezet dient te worden, is het volgens het huidige klinische
gebruik aanbevolen dit geleidelijk te doen over een periode van minstens 1 week, onafhankelijk van
de indicatie (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
Nierfunctiestoornis
Pregabaline wordt hoofdzakelijk uit de systemische circulatie geëlimineerd door renale excretie als
onveranderde stof. Aangezien de pregabalineklaring recht evenredig is met de creatinineklaring (zie
rubriek 5.2), dient de dosisreductie bij patiënten met een nierfunctiestoornis op individuele basis te
worden bepaald overeenkomstig de creatinineklaring (CLcr), zoals aangegeven in tabel 1, waarbij de
volgende formule wordt gebruikt:
1, 23
140 - leeftijd (jaren)
x gewicht (kg)
( x 0,85 voor vrouwen)
CL
cr
(ml/min)
½
serumcreatinine (
mol/l)
Pregabaline wordt effectief verwijderd uit het plasma door hemodialyse (50% van de stof in 4 uur).
Bij hemodialysepatiënten dient de dagelijkse dosering pregabaline aangepast te worden op basis van
de nierfunctie. Naast de dagelijkse dosering, dient een aanvullende dosis te worden gegeven
onmiddellijk na elke 4 uur durende hemodialysebehandeling (zie tabel 1).
Tabel 1: Pregabaline dosisaanpassingen op basis van de nierfunctie
Creatinine-
klaring (CL
cr
)
(ml/min)
Totale dagdosering pregabaline*
Doserings-
schema
≥ 60
≥ 30 - < 60
≥ 15 - < 30
< 15
Startdosering
Maximale dosering
(mg/dag)
(mg/dag)
150 (7,5 ml)
600 (30 ml)
BID of TID
75 (3,75 ml)
300 (15 ml)
BID of TID
25 – 50 (1,25-
150 (7,5 ml)
Eenmaal daags of BID
2,5 ml)
25 (1,25 ml)
75 (3,75 ml)
Eenmaal daags
Aanvullende dosis na hemodialyse (mg)
25 (1,25 ml)
100 (5 ml)
Enkelvoudige dosis
+
TID = drie aparte doses
BID = twee aparte doses
* de totale dagelijkse dosering (mg/dag) dient te worden verdeeld zoals aangegeven bij het doseringsschema om
het aantal mg per inname te verkrijgen
+ de aanvullende dosis is een enkelvoudige supplementaire dosis
Leverfunctiestoornis
Bij patiënten met leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).
23
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Lyrica bij kinderen jonger dan 12 jaar en adolescenten (12 tot
17 jaar) zijn niet vastgesteld. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubrieken
4.8, 5.1 en 5.2, maar er kan geen doseringsadvies worden gedaan.
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten kan een dosisreductie van pregabaline nodig zijn door een verminderde
nierfunctie (zie rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Lyrica kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Lyrica is uitsluitend bestemd voor oraal gebruik.
Een doseerspuit met maatstrepen en een indruk-fles-adapter (PIBA) worden met het product geleverd.
Zie rubriek 6.6 voor informatie over de toediening.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Diabetische patiënten
Volgens het huidige klinische gebruik kunnen diabetische patiënten die in gewicht toenemen tijdens
de pregabalinebehandeling een aanpassing van hun bloedglucoseverlagende geneesmiddelen nodig
hebben.
Overgevoeligheidsreacties
Er zijn tijdens de post-marketingervaring meldingen geweest van overgevoeligheidsreacties, inclusief
gevallen van angio-oedeem. Pregabaline dient onmiddellijk te worden gestaakt indien zich
symptomen van angio-oedeem voordoen, zoals zwellingen in het gezicht, rondom de mond of in de
bovenste luchtwegen.
Ernstige cutane bijwerkingen (severe
cutaneous adverse reactions,
SCAR’s)
In zeldzame gevallen zijn in verband met de behandeling met pregabaline ernstige cutane
bijwerkingen gemeld, zoals het syndroom van Stevens-Johnson (SJS) en toxische epidermale
necrolyse (TEN), die levensbedreigend of fataal kunnen zijn. Op het moment van voorschrijven
dienen patiënten te worden geïnformeerd over de tekenen en symptomen van die aandoeningen, en zij
moeten nauwlettend worden gecontroleerd op huidreacties. Als er zich tekenen en symptomen
voordoen die duiden op deze reacties, moet het gebruik van pregabaline onmiddellijk worden
stopgezet en dient (al naargelang het geval) een alternatieve behandeling te worden overwogen.
Duizeligheid, slaperigheid, verlies van bewustzijn, verwardheid en geestelijke achteruitgang
Bij de behandeling met pregabaline zijn duizeligheid en slaperigheid opgetreden, wat het optreden
van toevallige verwondingen (door vallen) bij oudere patiënten kan doen toenemen. Er zijn ook post-
marketing meldingen geweest van verlies van bewustzijn, verwardheid en geestelijke achteruitgang.
Daarom dient patiënten aangeraden te worden om voorzichtig te zijn tot ze vertrouwd zijn met de
mogelijke effecten van het geneesmiddel.
Zichtgerelateerde effecten
In gecontroleerde studies werd bij een groter gedeelte van de patiënten die met pregabaline werden
behandeld in vergelijking met de patiënten die placebo kregen wazig zicht gemeld, dat in een
meerderheid van de gevallen bij het voortzetten van de dosering vanzelf verdween. In klinische
studies waarin oogheelkundige testen werden uitgevoerd, was de incidentie van verminderde
gezichtsscherpte en veranderingen van het gezichtsveld groter in de patiëntengroep die met
pregabaline werd behandeld dan in de placebogroep. De incidentie van fundoscopische veranderingen
was groter in de placebogroep (zie rubriek 5.1).
24
Tijdens de post-marketingervaring zijn er ook bijwerkingen van het gezichtsvermogen gemeld,
inclusief verlies van het gezichtsvermogen, wazig zicht of andere veranderingen van de
gezichtsscherpte, waarvan de meeste tijdelijk waren. Het staken van de behandeling met pregabaline
kan resulteren in het verdwijnen of verbeteren van deze visuele symptomen.
Nierfalen
Gevallen van nierfalen zijn gemeld en in sommige gevallen leidde stoppen met pregabaline tot
reversibiliteit van deze bijwerking.
Stopzetten van anti-epileptische co-medicatie
Er zijn onvoldoende gegevens bekend met betrekking tot het stopzetten van anti-epileptische co-
medicatie na het bereiken van een controle van de aanvallen met pregabaline in de
combinatietherapie, met als doel monotherapie met pregabaline te bereiken.
Congestief hartfalen
Er zijn post-marketing meldingen geweest van congestief hartfalen bij een aantal patiënten die
pregabaline kregen. Deze reacties werden voornamelijk gezien bij oudere cardiovasculair
gecompromitteerde patiënten tijdens de pregabalinebehandeling voor een neuropathische indicatie.
Pregabaline dient bij deze patiënten met voorzichtigheid te worden gebruikt. Stoppen met pregabaline
kan de reactie vanzelf doen verdwijnen.
Behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
Tijdens de behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
was de incidentie van bijwerkingen in het algemeen, centraal zenuwstelsel-gerelateerde bijwerkingen
en in het bijzonder slaperigheid verhoogd. Dit kan toe te schrijven zijn aan het bijkomend effect van
gelijktijdig toegediende geneesmiddelen (bijv. geneesmiddelen tegen spasticiteit) die nodig zijn voor
deze aandoening. Dit dient overwogen te worden bij het voorschrijven van pregabaline bij deze
aandoening.
Onderdrukte ademhaling
Er zijn meldingen geweest van ernstige onderdrukte ademhaling met betrekking tot het gebruik van
pregabaline. Patiënten met een gecompromitteerde ademhalingsfunctie, ademhalings- of
neurologische aandoening, nierfunctiestoornis, gelijktijdig gebruik van CZS-onderdrukkende
geneesmiddelen en ouderen kunnen een verhoogde kans hebben op deze ernstige bijwerking.
Dosisaanpassingen kunnen nodig zijn bij deze patiënten (zie rubriek 4.2).
Suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag
Het optreden van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag is gemeld bij patiënten die behandeld werden
met anti-epileptica bij verschillende indicaties. Een meta-analyse van gerandomiseerde
placebogecontroleerde onderzoeken met anti-epileptica laat ook een kleine toename van het risico
zien op suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag. Het mechanisme achter dit risico is niet bekend.
Gevallen van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag zijn waargenomen bij patiënten die werden
behandeld met pregabaline tijdens de post-marketingervaring (zie rubriek 4.8). Een epidemiologisch
onderzoek met een zelfgecontroleerde onderzoeksopzet (intra-individuele vergelijking van
behandelingsperioden met perioden zonder behandeling) heeft aanwijzingen opgeleverd voor een
verhoogd risico van nieuw ontstaan van suïcidaal gedrag en overlijden door zelfmoord bij patiënten
die met pregabaline werden behandeld.
Patiënten (en hun verzorgers) dienen erop gewezen te worden dat indien er zich tekenen van suïcidale
ideatie of suïcidaal gedrag voordoen er medisch advies ingewonnen dient te worden. Patiënten dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op tekenen van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag en een
geschikte behandeling dient te worden overwogen. In geval van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag
dient stopzetting van de behandeling met pregabaline overwogen te worden.
Verminderde werking van het onderste gedeelte van het maagdarmkanaal
25
Er zijn post-marketing meldingen van voorvallen die verband houden met een verminderde werking
van het onderste gedeelte van het maagdarmkanaal (bijv. darmobstructie, paralytische ileus,
constipatie) wanneer pregabaline gelijktijdig werd toegediend met geneesmiddelen die constipatie
kunnen veroorzaken zoals opioïde analgetica. Wanneer pregabaline en opioïden samen gebruikt
worden, kunnen maatregelen overwogen worden om constipatie te voorkomen (vooral bij vrouwelijke
patiënten en ouderen).
Gelijktijdig gebruik met opioïden
Voorzichtigheid is geboden bij het voorschrijven van pregabaline gelijktijdig met opioïden vanwege
het risico op onderdrukking van het centraal zenuwstelsel (CZS) (zie rubriek 4.5). In een patiënt-
controle-onderzoek bij opioïdengebruikers, hadden patiënten die pregabaline gelijktijdig met een
opioïde gebruikten, een verhoogd risico op aan opioïden gerelateerd overlijden vergeleken met
patiënten die alleen opioïden gebruikten (gecorrigeerde odds ratio [aOR,
adjusted Odds Ratio],
1,68
[95%-BI, 1,19 tot 2,36]). Dit verhoogde risico werd opgemerkt bij lage doses van pregabaline
(≤ 300 mg, aOR 1,52 [95%-BI, 1,04 – 2,22]) en er was een tendens voor een groter risico bij hoge
doses van pregabaline (> 300 mg, aOR 2,51 [95%-BI 1,24 – 5,06]).
Verkeerd gebruik, kans op misbruik of afhankelijkheid
Pregabaline kan geneesmiddelafhankelijkheid veroorzaken, wat kan optreden bij therapeutische doses.
Gevallen van misbruik en verkeerd gebruik zijn gemeld. Patiënten met een geschiedenis van
middelenmisbruik kunnen een hoger risico op verkeerd gebruik, misbruik en afhankelijkheid van
pregabaline lopen, en pregabaline dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij dergelijke
patiënten. Voordat pregabaline wordt voorgeschreven, dient het risico van de patiënt op verkeerd
gebruik, misbruik of afhankelijkheid zorgvuldig te worden geëvalueerd.
Patiënten die met pregabaline worden behandeld, dienen te worden gecontroleerd op symptomen van
verkeerd gebruik, misbruik of afhankelijkheid van pregabaline, zoals ontwikkeling van tolerantie,
gebruik van meer dan de voorgeschreven dosering en ‘shopping’ zijn gemeld.
Abstinentieverschijnelen
Na stopzetting van korte- en langetermijnbehandeling met pregabaline zijn abstinentieverschijnselen
waargenomen. De volgende verschijnselen zijn gemeld: slapeloosheid, hoofdpijn, misselijkheid,
angst, diarree, griepsyndroom, zenuwachtigheid, depressie, pijn, convulsie, hyperhidrose en
duizeligheid. Het optreden van abstinentieverschijnselen na stopzetting van pregabaline kan wijzen op
geneesmiddelafhankelijkheid (zie rubriek 4.8). De patiënt dient hiervan op de hoogte gebracht te
worden bij het begin van de behandeling. Indien de behandeling met pregabaline stopgezet dient te
worden, is het aanbevolen dit geleidelijk te doen over een periode van minstens 1 week, onafhankelijk
van de indicatie (zie rubriek 4.2).
Convulsies, inclusief status epilepticus en tonisch-clonische aanvallen, kunnen voorkomen tijdens het
gebruik van pregabaline of kort na het stopzetten van de behandeling met pregabaline.
Er zijn gegevens die doen vermoeden dat de incidentie en ernst van de abstinentieverschijnselen na
het staken van een langetermijnbehandeling met pregabaline dosisgerelateerd kunnen zijn.
Encefalopathie
Gevallen van encefalopathie zijn gemeld, voornamelijk bij patiënten met een onderliggende
aandoening die het optreden van encefalopathie kan bespoedigen.
Vrouwen die zwanger kunnen worden/Anticonceptie
Het gebruik van Lyrica tijdens het eerste trimester van de zwangerschap kan ernstige
geboorteafwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind. Pregabaline dient niet tijdens de
zwangerschap te worden gebruikt, tenzij het voordeel voor de moeder duidelijk opweegt tegen het
potentiële risico voor de foetus. Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve
anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling (zie rubriek 4.6).
26
Hulpstoffen die allergische reacties kunnen veroorzaken
Lyrica drank bevat methylparahydroxybenzoaat en propylparahydroxybenzoaat die (mogelijk
uitgestelde) allergische reacties kunnen veroorzaken.
Natriumgehalte
Lyrica bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per maximale dagelijkse dosis van 600 mg (30 ml).
Patiënten die een natriumarm dieet volgen kunnen worden geïnformeerd dat dit middel in wezen
‘natriumvrij’ is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Aangezien pregabaline voornamelijk onveranderd wordt uitgescheiden in de urine, nagenoeg niet
wordt gemetaboliseerd bij de mens (< 2% van de toegediende dosis wordt als metabolieten in de urine
teruggevonden),
in vitro
het geneesmiddelenmetabolisme niet remt en niet aan plasma-eiwitten wordt
gebonden, is het onwaarschijnlijk dat het farmacokinetische interacties teweeg zou brengen of er
onderhevig aan zou zijn.
In vivo
studies en populatie farmacokinetische studies
Hiermee overeenkomend werden in
in vivo
studies geen klinisch relevante farmacokinetische
interacties waargenomen tussen pregabaline en fenytoïne, carbamazepine, valproïnezuur, lamotrigine,
gabapentine, lorazepam, oxycodone of ethanol. Uit populatie farmacokinetische studies bleek dat
orale antidiabetica, diuretica, insuline, fenobarbital, tiagabine en topiramaat geen klinisch significant
effect hadden op de pregabalineklaring.
Orale contraceptiva norethisteron en/of ethinyloestradiol
Gelijktijdige toediening van pregabaline en de orale contraceptiva norethisteron en/of
ethinyloestradiol heeft geen invloed op de 'steady-state' farmacokinetiek van beide bestanddelen.
Geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel beïnvloeden
Pregabaline kan de effecten van ethanol en lorazepam versterken.
Tijdens post-marketing ervaring zijn er meldingen geweest van ademhalingsfalen, coma en overlijden
bij patiënten die pregabaline en opioïden gebruikten en/of andere geneesmiddelen die het centraal
zenuwstelsel (CZS) onderdrukken. Pregabaline lijkt een additieve werking te hebben op de verstoring
van de cognitieve en algemene motorische functie, veroorzaakt door oxycodon.
Interacties en ouderen
Er zijn geen specifieke farmacodynamische interactiestudies uitgevoerd bij oudere vrijwilligers.
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vruchtbare vrouwen/Anticonceptie
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de
behandeling (zie rubriek 4.4).
Zwangerschap
Uit experimenteel onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3).
Pregabaline passeert de placenta bij ratten (zie rubriek 5.2). Pregabaline passeert mogelijk de placenta
bij de mens.
Zeer ernstige aangeboren misvormingen
Uit gegevens van een Noord-Europees observationeel onderzoek bij meer dan 2700 zwangerschappen
die tijdens het eerste trimester waren blootgesteld aan pregabaline bleek een hogere prevalentie van
zeer ernstige aangeboren misvormingen (major
congenital malformations,
MCM) bij de pediatrische
27
populatie (levend of doodgeboren) die was blootgesteld aan pregabaline in vergelijking met de
populatie die niet was blootgesteld (5,9% vs. 4,1%).
Het risico op MCM bij de pediatrische populatie die was blootgesteld aan pregabaline tijdens het
eerste trimester was enigszins hoger vergeleken met de populatie die niet was blootgesteld
(gecorrigeerde prevalentieratio en 95%-betrouwbaarheidsinterval: 1,14 (0,96-1,35)), en vergeleken
met de populatie die was blootgesteld aan lamotrigine (1,29 (1,01-1,65)) of aan duloxetine
(1,39 (1,07-1,82)).
Uit de analyses van specifieke misvormingen bleek een hoger risico op misvormingen van het
zenuwstelsel, de ogen, orofaciale schisis, urinewegmisvormingen en geslachtsorgaanmisvormingen.
Het aantal misvormingen was echter laag en de schattingen waren onnauwkeurig.
Lyrica dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk (wanneer het
voordeel voor de moeder duidelijk opweegt tegen het potentiële risico voor de foetus).
Borstvoeding
Pregabaline wordt uitgescheiden in de moedermelk (zie rubriek 5.2). Niet bekend is welk effect
pregabaline op pasgeborenen/zuigelingen heeft. Er moet worden besloten of borstvoeding moet
worden gestaakt of dat behandeling met pregabaline moet worden gestaakt, waarbij het voordeel van
borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten
worden genomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen klinische gegevens over de effecten van pregabaline op de vrouwelijke vruchtbaarheid.
In een klinisch onderzoek om het effect van pregabaline op de spermamotiliteit te evalueren, werden
gezonde mannelijke proefpersonen aan een dosis van 600 mg/dag blootgesteld. Na 3 maanden
behandeling waren er geen effecten op de spermamotiliteit.
Een vruchtbaarheidsonderzoek bij vrouwelijke ratten heeft nadelige effecten op de reproductie
aangetoond. Vruchtbaarheidsonderzoeken bij mannelijke ratten hebben nadelige effecten op de
reproductie en ontwikkeling aangetoond. De klinische relevantie van deze bevindingen is niet bekend
(zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Lyrica kan een geringe tot matige invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Lyrica kan duizeligheid en slaperigheid veroorzaken en kan derhalve de
rijvaardigheid of het vermogen om machines te gebruiken, beïnvloeden. Patiënten wordt afgeraden
auto te rijden, complexe machines te bedienen of risicovolle activiteiten uit te oefenen, totdat bekend
is of het geneesmiddel de bekwaamheid om deze activiteiten uit te oefenen, beïnvloedt.
4.8
Bijwerkingen
In het klinisch onderzoeksprogramma van pregabaline waren meer dan 8.900 aan pregabaline
blootgestelde patiënten geïncludeerd, waarvan meer dan 5.600 patiënten in dubbelblinde, placebo
gecontroleerde studies. De vaakst gemelde bijwerkingen waren duizeligheid en slaperigheid. De
bijwerkingen waren meestal mild tot matig in intensiteit. In alle gecontroleerde studies was de
discontinueringsgraad door bijwerkingen 12% bij patiënten die pregabaline kregen en 5% bij
patiënten die placebo kregen. De meest voorkomende bijwerkingen die resulteerden in stopzetting van
de pregabalinebehandeling waren duizeligheid en slaperigheid.
In tabel 2 hieronder staan alle bijwerkingen die optraden met een incidentie groter dan die van
placebo en bij meer dan één patiënt, onderverdeeld per klasse en frequentie (zeer vaak ( 1/10); vaak
( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden ( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden
28
(< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere
frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
De opgesomde bijwerkingen kunnen ook verband houden met het onderliggende ziektebeeld en/of
gelijktijdig toegediende medicatie.
Tijdens de behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
was de incidentie van bijwerkingen in het algemeen, CZS-gerelateerde bijwerkingen en in het
bijzonder slaperigheid verhoogd (zie rubriek 4.4).
Additionele bijwerkingen die vanuit post-marketing ervaring gemeld zijn, worden in de onderstaande
lijst cursief vermeld.
Tabel 2. Bijwerkingen van pregabaline
Systeem/orgaanklassen
Bijwerkingen
Infecties en parasitaire aandoeningen
Vaak
nasofaryngitis
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Soms
neutropenie
Immuunsysteemaandoeningen
Soms
overgevoeligheid
Zelden
angio-oedeem, allergische reactie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
toegenomen eetlust
Soms
anorexia, hypoglykemie
Psychische stoornissen
Vaak
euforie, verwarring, geïrriteerdheid, desoriëntatie,
slapeloosheid, afgenomen libido
Soms
hallucinaties, paniekaanvallen, rusteloosheid, agitatie,
depressie, teneergeslagenheid, opgewekte stemming,
agressie,
stemmingsschommelingen, depersonalisatie, moeilijk op
woorden kunnen komen, abnormale dromen, toegenomen
libido, anorgasmie, apathie
Zelden
disinhibitie, suïcidaal gedrag, suïcidale ideatie
Niet bekend
geneesmiddelafhankelijkheid
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
duizeligheid, slaperigheid, hoofdpijn
Vaak
ataxie, abnormale coördinatie, tremor, dysartrie, amnesie,
geheugenstoornis, concentratiestoornis, paresthesie,
hypoesthesie, sedatie, evenwichtsstoornis, lethargie
Soms
syncope, stupor, myoclonus,
verlies van bewustzijn,
psychomotorische hyperactiviteit, dyskinesie, posturale
duizeligheid, intentie-tremor, nystagmus, cognitieve
functiestoornis,
geestelijke stoornis,
spraakstoornis,
hyporeflexie, hyperesthesie, brandend gevoel, ageusie,
malaise
Zelden
toevallen,
parosmie, hypokinesie, dysgrafie, parkinsonisme
Oogaandoeningen
Vaak
wazig zien, diplopie
Soms
perifeer gezichtsverlies, abnormaal zien, oogzwellingen,
gezichtsvelddefecten, verminderde gezichtsscherpte, oogpijn,
asthenopie, fotopsie, droge ogen, verhoogde traanvorming,
oogirritatie
Zelden
verlies van het gezichtsvermogen, keratitis,
oscillopsie,
afwijkende visuele diepteperceptie, mydriasis, strabisme,
visuele helderheid
29
Systeem/orgaanklassen
Bijwerkingen
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Vaak
vertigo
Soms
hyperacusis
Hartaandoeningen
Soms
tachycardie, eerstegraads atrioventriculair blok,
sinusbradycardie,
congestief hartfalen
Zelden
QT-verlenging,
sinustachycardie, sinusaritmie
Bloedvataandoeningen
Soms
hypotensie, hypertensie, opvliegers, blozen, perifere kou
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms
dyspnoe, epistaxis, hoesten, verstopte neus, rhinitis, snurken
droge neus
Zelden
longoedeem,
toegeknepen keel
Niet bekend
onderdrukte ademhaling
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak
braken,
misselijkheid,
constipatie,
diarree,
flatulentie,
abdominale distensie, droge mond
Soms
gastro-oesofagale refluxaandoening, toegenomen
speekselproductie, orale hypoestesie
Zelden
ascites, pancreatitis,
gezwollen tong,
dysfagie
Lever- en galaandoeningen
Soms
verhoogde leverenzymen*
Zelden
geelzucht
Zeer zelden
leverfalen, hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Soms
papuleuse huiduitslag, urticaria, hyperhidrose,
jeuk
Zelden
toxische epidermale necrolyse, syndroom van Stevens-
Johnson,
angstzweet
Frequentie niet bekend
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak
spierkramp, artralgie, rugpijn, pijn in ledematen, cervicaal
spasme
Soms
zwelling van gewrichten, myalgie, spiercontracties, nekpijn,
spierstijfheid
Zelden
rabdomyolyse
Nier- en urinewegaandoeningen
Soms
urine-incontinentie, dysurie
Zelden
nierfalen, oligurie,
urineretentie
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Vaak
erectiele disfunctie
Soms
seksuele disfunctie, vertraagde ejaculatie, dysmenorroe, pijn in
de borst
Zelden
amenorroe, galactorroe, groter worden van de borsten,
gynaecomastie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
perifeer oedeem, oedeem, abnormale gang, vallen, een dronken
gevoel hebben, zich abnormaal voelen, vermoeidheid
Soms
gegeneraliseerd oedeem,
gezichtsoedeem,
beklemd gevoel op
de borst, pijn, koorts, dorst, koude rillingen, asthenie
30
gewichtstoename
verhoogd creatinine fosfokinase in het bloed, verhoogd
glucose in het bloed, afname van het aantal bloedplaatjes,
verhoogd creatinine in het bloed, verlaagd kalium in het bloed,
gewichtsafname
Zelden
afname van het aantal witte bloedcellen
* Verhoogd alanineaminotransferase (ALAT), verhoogd aspartaataminotransferase (ASAT).
Na stopzetting van korte- en langetermijnbehandelingen met pregabaline zijn
abstinentieverschijnselen waargenomen. De volgende verschijnselen zijn gemeld: slapeloosheid,
hoofdpijn, misselijkheid, angst, diarree, griepsyndroom, convulsies, zenuwachtigheid, depressie, pijn,
hyperhidrose en duizeligheid. Deze verschijnselen kunnen wijzen op geneesmiddelafhankelijkheid.
De patiënt dient hiervan op de hoogte gebracht te worden bij het begin van de behandeling. Er zijn
gegevens die doen vermoeden dat de incidentie en ernst van de abstinentieverschijnselen na het staken
van een langetermijnbehandeling met pregabaline dosisgerelateerd kunnen zijn (zie rubrieken 4.2 en
4.4).
Pediatrische patiënten
Het veiligheidsprofiel van pregabaline in vijf onderzoeken met kinderen bij patiënten met partiële
epilepsie met of zonder secundaire gegeneraliseerde aanvallen (onderzoek van 12 weken naar
werkzaamheid en veiligheid bij patiënten in de leeftijd van 4 tot 16 jaar, n=295; onderzoek van
14 dagen naar werkzaamheid en veiligheid bij patiënten in de leeftijd van 1 maand tot jonger dan
4 jaar, n=175; onderzoek naar farmacokinetiek en verdraagbaarheid, n=65; en twee 1-jarige open-
label vervolgonderzoeken naar veiligheid, n=54 en n=431) was vergelijkbaar met het profiel in de
onderzoeken met volwassen patiënten met epilepsie. De meest voorkomende bijwerkingen die zijn
waargenomen in het onderzoek van 12 weken met pregabalinebehandeling waren slaperigheid,
pyrexie, bovensteluchtweginfectie, toegenomen eetlust, gewichtstoename en nasofaryngitis. De meest
voorkomende bijwerkingen die zijn waargenomen in het onderzoek van 14 dagen met
pregabalinebehandeling waren slaperigheid, bovensteluchtweginfectie en pyrexie (zie rubrieken 4.2,
5.1 en 5.2).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Systeem/orgaanklassen
Onderzoeken
Vaak
Soms
Bijwerkingen
De meest gemelde bijwerkingen die tijdens post-marketing ervaring zijn geobserveerd bij inname van
een overdosis pregabaline waren somnolentie, verwardheid, agitatie en rusteloosheid. Epileptische
aanvallen werden ook gemeld.
Er zijn zeldzame gevallen van coma gemeld.
De behandeling van een overdosis met pregabaline dient te bestaan uit algemene ondersteunende
maatregelen en kan indien nodig hemodialyse bevatten (zie rubriek 4.2, Tabel 1).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-epileptica, andere anti-epileptica ATC-code: N03AX16.
31
Het werkzame bestanddeel pregabaline is een gamma-aminoboterzuur-analoog
[(S)-3-(aminomethyl)-5-methylhexaanzuur].
Werkingsmechanisme
Pregabaline bindt zich aan een auxiliaire subeenheid (α
2
-δ eiwit) van spanningsafhankelijke
calciumkanalen in het centrale zenuwstelsel.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Neuropathische pijn
Werkzaamheid is aangetoond in studies met diabetische neuropathie, post-herpetische neuralgie en
ruggenmergletsel. De werkzaamheid is niet bestudeerd in andere modellen van neuropathische pijn.
Pregabaline is onderzocht in 10 gecontroleerde klinische studies die tot 13 weken duurden met een
tweemaaldaagse dosering (BID) en in studies die tot 8 weken duurden met een driemaaldaagse
dosering (TID). Over het algemeen waren de veiligheids- en werkzaamheidsprofielen voor de BID en
TID doseringsschema’s gelijk.
In klinische studies naar zowel perifere als centrale neuropathische pijn die tot 12 weken duurden,
werd een pijnreductie waargenomen in week 1 en deze bleef behouden gedurende de volledige
behandelingsperiode.
In gecontroleerde klinische studies naar perifere neuropathische pijn ervaarde 35% van de met
pregabaline behandelde patiënten en 18% van de patiënten op placebo een verbetering van 50% in de
pijnscore. Voor patiënten die geen slaperigheid ervaarden, werd een dergelijke verbetering
waargenomen bij 33% van de met pregabaline behandelde patiënten en bij 18% van de patiënten op
placebo. Voor de patiënten die slaperigheid ervaarden, reageerde 48% op pregabaline en 16% op
placebo.
In gecontroleerde klinische studies naar centrale neuropathische pijn ervaarde 22% van de met
pregabaline behandelde patiënten en 7% van de patiënten op placebo een verbetering van 50% in de
pijnscore.
Epilepsie
Aanvullende behandeling
Pregabaline is onderzocht in 3 gecontroleerde studies van 12 weken, zowel BID als TID toegediend.
Over het algemeen waren de veiligheids- en werkzaamheidsprofielen voor de BID en TID
doseringsschema’s gelijk.
Een vermindering in aanvalsfrequentie werd waargenomen in week 1.
Pediatrische patiënten
De werkzaamheid en veiligheid van pregabaline als adjuvante therapie voor epilepsie bij pediatrische
patiënten jonger dan 12 jaar en adolescenten zijn niet vastgesteld. De bijwerkingen in een onderzoek
naar farmacokinetiek en verdraagbaarheid met patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 16 jaar
(n=65) met partieel beginnende aanvallen waren vergelijkbaar met de bijwerkingen bij volwassenen.
De resultaten van een placebogecontroleerd onderzoek van 12 weken bij 295 pediatrische patiënten in
de leeftijd van 4 tot 16 jaar en een placebogecontroleerd onderzoek van 14 dagen bij 175 pediatrische
patiënten in de leeftijd van 1 maand tot jonger dan 4 jaar, die werden uitgevoerd om de werkzaamheid
en veiligheid van pregabaline als adjuvante therapie voor de behandeling van partieel beginnende
aanvallen te beoordelen, en twee 1-jarige open-label veiligheidsonderzoeken met respectievelijk 54 en
431 pediatrische patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 16 jaar met epilepsie wijzen erop dat de
bijwerkingen pyrexie en bovensteluchtweginfecties vaker werden gezien dan in onderzoeken met
volwassen patiënten met epilepsie (zie rubrieken 4.2, 4.8 en 5.2).
32
In het placebogecontroleerd onderzoek van 12 weken werden pediatrische patiënten (in de leeftijd van
4 tot 16 jaar) toegewezen aan pregabaline 2,5 mg/kg/dag (maximaal 150 mg/dag), pregabaline
10 mg/kg/dag (maximaal 600 mg/dag) of placebo. Het percentage van patiënten met een reductie van
minstens 50% van partieel beginnende aanvallen ten opzichte van de baseline bedroeg 40,6% bij de
patiënten die behandeld werden met pregabaline 10 mg/kg/dag (p=0,0068 versus placebo), 29,1% bij
de patiënten die behandeld werden met pregabaline 2,5 mg/kg/dag (p=0,2600 versus placebo) en
22,6% bij deze die behandeld werden met placebo.
In het placebogecontroleerd onderzoek van 14 dagen werden pediatrische patiënten (in de leeftijd van
1 maand tot jonger dan 4 jaar) toegewezen aan pregabaline 7 mg/kg/dag, pregabaline 14 mg/kg/dag of
placebo. De mediane aanvalsfrequenties per 24 uur bij baseline en bij het laatste bezoek bedroegen
respectievelijk 4,7 en 3,8 voor pregabaline 7 mg/kg/dag, 5,4 en 1,4 voor pregabaline 14 mg/kg/dag
en 2,9 en 2,3 voor placebo. Pregabaline 14 mg/kg/dag verminderde de log-getransformeerde
frequentie van partieel beginnende aanvallen significant in vergelijking met placebo (p=0,0223);
pregabaline 7 mg/kg/dag vertoonde geen verbetering ten opzichte van placebo.
In een placebogecontroleerd onderzoek van 12 weken bij patiënten met primaire gegeneraliseerde
tonisch-klonische (PGTC) aanvallen, werden 219 patiënten (in de leeftijd van 5 tot 65 jaar, waarvan
66 in de leeftijd van 5 tot 16 jaar) toegewezen aan pregabaline 5 mg/kg/dag (maximaal 300 mg/dag),
10 mg/kg/dag (maximaal 600 mg/dag) of placebo als adjuvante therapie. Het percentage van patiënten
met een reductie van minstens 50% van PGTC-aanvallen bedroeg respectievelijk 41,3%, 38,9% en
41,7% voor pregabaline 5 mg/kg/dag, pregabaline 10 mg/kg/dag en placebo.
Monotherapie (recentelijk gediagnosticeerde patiënten)
Pregabaline is onderzocht in 1 gecontroleerd klinisch onderzoek van 56 weken, BID toegediend.
Pregabaline bereikte geen non-inferioriteit ten opzichte van lamotrigine, gebaseerd op het eindpunt
van het 6 maanden lang uitblijven van aanvallen. Pregabaline en lamotrigine waren even veilig en
goed verdraagbaar.
Gegeneraliseerde angststoornis
Pregabaline is onderzocht in 6 gecontroleerde studies van 4 tot 6 weken, in een studie met ouderen
van 8 weken en in een langetermijn terugval preventiestudie met een dubbelblinde terugval preventie
fase van 6 maanden.
Een verlichting van de symptomen van GAD, zoals weergegeven door de Hamilton Anxiety Rating
Scale (HAM-A), werd waargenomen in week 1.
In gecontroleerde klinische studies (van 4 tot 8 weken), vertoonden 52% van de met pregabaline
behandelde patiënten en 38% van de patiënten op placebo een verbetering van minstens 50% in de
HAM-A totale score van baseline tot eindpunt.
In gecontroleerde studies werd bij een groter gedeelte van de patiënten die met pregabaline werden
behandeld in vergelijking met de patiënten die placebo kregen wazig zicht gemeld, dat in een
meerderheid van de gevallen bij het voortzetten van de dosering vanzelf verdween. Oogheelkundige
testen (inclusief gezichtsscherptetesten, uitgebreide gezichtsveldstesten en uitgebreid fundoscopisch
onderzoek) zijn uitgevoerd bij meer dan 3600 patiënten binnen gecontroleerde klinische studies. Van
deze patiënten was de gezichtsscherpte gereduceerd bij 6,5% van de met pregabaline behandelde
patiënten en bij 4,8% van de met placebo behandelde patiënten. Veranderingen van het gezichtsveld
werden waargenomen bij 12,4% van de met pregabaline behandelde patiënten en bij 11,7% van de
met placebo behandelde patiënten. Fundoscopische veranderingen werden geobserveerd bij 1,7% van
de met pregabaline behandelde patiënten en bij 2,1% van de met placebo behandelde patiënten.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De steady-state farmacokinetiek van pregabaline is vergelijkbaar bij gezonde vrijwilligers, patiënten
met epilepsie die anti-epileptica gebruiken en patiënten met chronische pijn.
33
Absorptie
Pregabaline wordt snel opgenomen indien toegediend op een nuchtere maag met piekplasma-
concentraties die binnen 1 uur na zowel éénmalige als herhaalde toediening optreden. De orale
biologische beschikbaarheid van pregabaline wordt geschat op
90% en is dosis-onafhankelijk. Na
herhaalde toediening wordt een steady-state bereikt binnen de 24 tot 48 uur. De absorptiesnelheid van
pregabaline neemt af bij toediening met voedsel, waardoor de C
max
daalt met ongeveer 25-30% en de
t
max
met ongeveer 2,5 uur wordt vertraagd. De toediening van pregabaline met voedsel heeft evenwel
geen klinisch significante invloed op de mate van absorptie van pregabaline.
Distributie
Uit preklinische studies is gebleken dat pregabaline de bloed-hersenbarrière passeert bij muizen,
ratten en apen. Pregabaline passeert de placenta bij ratten en is aanwezig in de melk van lacterende
ratten. Het schijnbare verdelingsvolume van pregabaline na orale toediening bij de mens bedraagt
ongeveer 0,56 l/kg. Pregabaline wordt niet aan plasma-eiwitten gebonden.
Biotransformatie
Pregabaline wordt bij de mens nagenoeg niet gemetaboliseerd. Na een dosis van radioactief gemerkt
pregabaline wordt ongeveer 98% van de radioactiviteit teruggevonden in de urine als onveranderd
pregabaline. Het N-gemethyleerde derivaat van pregabaline, de belangrijkste metaboliet van
pregabaline die in de urine wordt teruggevonden, was verantwoordelijk voor 0,9% van de dosis. In
preklinische studies waren er geen aanwijzingen voor racemisatie van het S-enantiomeer van
pregabaline tot het R-enantiomeer.
Eliminatie
Pregabaline wordt voornamelijk renaal uit de systemische circulatie geklaard als onveranderde stof.
De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd bedraagt 6,3 uur. De plasmaklaring en renale klaring van
pregabaline zijn recht evenredig met de creatinineklaring (zie rubriek 5.2 Nierfunctiestoornis).
Een aanpassing van de dosis is nodig bij patiënten met een afgenomen nierfunctie of bij patiënten die
hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.2, tabel 1).
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van pregabaline is lineair over het aanbevolen dagelijkse doseringsinterval. De
inter-individuele farmacokinetische variabiliteit voor pregabaline is laag (< 20%). De farmacokinetiek
na herhaalde toediening is voorspelbaar op basis van de gegevens na éénmalige toediening. Daarom is
het niet noodzakelijk om routinematig de plasmaconcentraties van pregabaline te monitoren.
Geslacht
Klinische studies tonen aan dat de plasmaconcentraties van pregabaline niet klinisch significant
worden beïnvloed door het geslacht.
Nierfunctiestoornis
De klaring van pregabaline is recht evenredig met de creatinineklaring. Daarnaast wordt pregabaline
doeltreffend verwijderd uit het plasma door hemodialyse (na een 4 uur durende hemodialyse zijn de
plasmapregabalineconcentraties tot ongeveer 50% gereduceerd). Omdat renale eliminatie de
voornaamste eliminatieweg is, is dosisreductie en een extra toediening na afloop van de hemodialyse
bij patiënten met nierfunctiestoornissen noodzakelijk (zie rubriek 4.2, tabel 1).
Leverfunctiestoornis
Er zijn geen specifieke farmacokinetische studies uitgevoerd bij patiënten met een
leverfunctiestoornis. Aangezien pregabaline geen significante metabolisatie ondergaat en
voornamelijk wordt uitgescheiden als onveranderde stof in de urine, wordt niet verwacht dat een
gestoorde leverfunctie een significante verandering van de pregabaline plasmaconcentraties teweeg
zou brengen.
Pediatrische patiënten
34
De farmacokinetische eigenschappen van pregabaline zijn in een onderzoek naar farmacokinetiek en
verdraagbaarheid beoordeeld bij pediatrische patiënten met epilepsie (leeftijdsgroepen: 1 tot
23 maanden, 2 tot 6 jaar, 7 tot 11 jaar en 12 tot 16 jaar) bij een dosis van 2,5, 5, 10 en 15 mg/kg/dag.
Na orale toediening van pregabaline aan pediatrische patiënten in nuchtere toestand was over het
algemeen de tijd tot het bereiken van de piekplasmaconcentratie voor de hele leeftijdsgroep
vergelijkbaar. De piekplasmaconcentratie deed zich voor 0,5 tot 2 uur na toediening van de dosis.
C
max
en AUC voor pregabaline namen binnen elke leeftijdsgroep lineair toe met de dosis. AUC was
30% lager bij pediatrische patiënten met een gewicht lager dan 30 kg als gevolg van een 43% hogere
klaring aangepast aan lichaamsgewicht bij deze patiënten in vergelijking met patiënten die ≥ 30 kg
wogen.
De terminale halfwaardetijd van pregabaline bedroeg gemiddeld circa 3 tot 4 uur bij pediatrische
patiënten tot 6 jaar, en 4 tot 6 uur bij pediatrische patiënten van 7 jaar en ouder.
Uit de farmacokinetische analyse van de populatie bleek dat de creatinineklaring een significante
covariabele was voor de orale klaring van pregabaline en dat lichaamsgewicht een significante
covariabele was voor het kennelijke orale distributievolume van pregabaline. Deze verbanden waren
bij pediatrische en volwassen patiënten vergelijkbaar.
De farmacokinetische eigenschappen van pregabaline bij patiënten jonger dan 3 maanden zijn niet
onderzocht (zie rubrieken 4.2, 4.8 en 5.1).
Oudere patiënten
De klaring van pregabaline lijkt af te nemen bij hogere leeftijd. Deze afname in klaring van oraal
ingenomen pregabaline komt overeen met de afname van de creatinineklaring bij hogere leeftijd.
Vermindering van de dosis van pregabaline kan nodig zijn bij patiënten die op basis van hun leeftijd
een verminderde nierfunctie hebben (zie rubriek 4.2, tabel 1).
Moeders die borstvoeding geven
De farmacokinetiek van 150 mg pregabaline, toegediend elke 12 uur (dagelijkse dosis 300 mg) werd
beoordeeld bij 10 vrouwen die borstvoeding gaven, minimaal 12 weken post partum. Het geven van
borstvoeding had weinig tot geen invloed op de farmacokinetiek van pregabaline. Pregabaline werd
uitgescheiden in de moedermelk, waarbij de gemiddelde steady-state concentraties circa 76%
bedroegen van die in maternaal plasma. De geschatte zuigelingendosis uit moedermelk (uitgaande van
een gemiddelde melkconsumptie van 150 ml/kg/dag) bij vrouwen die 300 mg/dag of de maximale
dosis van 600 mg/dag krijgen, zou respectievelijk 0,31 of 0,62 mg/kg/dag zijn. Deze geschatte doses
bedragen circa 7% van de totale dagelijkse maternale dosis op mg/kg-basis.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In gebruikelijke farmacologische veiligheidsstudies bij dieren werd pregabaline goed verdragen bij
klinisch relevante doseringen. In herhaalde dosis toxiciteitsstudies bij ratten en apen werden effecten
op het CZS waargenomen waaronder hypoactiviteit, hyperactiviteit en ataxie. Een verhoogde
incidentie van retinale atrofie, frequent waargenomen bij oude albinoratten, werd gezien na
langdurige blootstelling aan pregabaline van ≥ 5 maal de gemiddelde humane blootstelling bij
toediening van de maximaal aanbevolen klinische dosering.
Pregabaline was niet teratogeen bij muizen, ratten of konijnen. Foetale toxiciteit bij ratten en konijnen
trad slechts op bij blootstellingen die ruim boven de humane blootstelling lagen. In prenatale/
postnatale toxiciteitsstudies induceerde pregabaline ontwikkelingstoxiciteit bij de nakomelingen van
ratten blootgesteld aan > 2 maal de maximale aanbevolen blootstelling bij de mens.
Bijwerkingen op de vruchtbaarheid van mannelijke en vrouwelijke ratten werden alleen opgemerkt bij
blootstellingen die ruimschoots de therapeutische blootstelling overschreden. De bijwerkingen op de
35
mannelijke voortplantingsorganen en de spermaparameters waren reversibel en traden alleen op bij
blootstellingen die ruimschoots de therapeutische blootstelling overschreden of waren geassocieerd
met spontane degeneratieve processen van de mannelijke voortplantingsorganen bij de rat. Om deze
reden werden deze bijwerkingen als weinig of niet klinisch relevant beschouwd.
Pregabaline is niet genotoxisch, gebaseerd op de resultaten van een reeks van
in vitro
en
in vivo
testen.
Bij ratten en muizen werden twee jaar durende carcinogeniteitsstudies met pregabaline uitgevoerd. Bij
ratten werden geen tumoren waargenomen bij blootstellingen tot 24 maal de gemiddelde humane
blootstelling bij de maximale aanbevolen klinische dosis van 600 mg/dag. Bij muizen werd geen
toegenomen incidentie van tumoren gevonden bij blootstellingen gelijk aan de humane blootstelling,
maar een toegenomen incidentie van hemangiosarcoom werd waargenomen bij hogere blootstellingen.
Bij het niet-genotoxische mechanisme van pregabaline-geïnduceerde tumorvorming bij muizen zijn
veranderingen in de bloedplaatjes en een geassocieerde proliferatie van endotheelcellen betrokken.
Gebaseerd op korte en beperkte lange termijn klinische gegevens waren deze veranderingen in de
bloedplaatjes niet aanwezig bij ratten of mensen. Er zijn geen aanwijzingen die een geassocieerd
risico voor de mens suggereren.
Bij juveniele ratten verschilde de toxiciteit kwalitatief niet van deze waargenomen bij volwassen
ratten. Juveniele ratten zijn echter gevoeliger. Bij therapeutische blootstellingen waren er
aanwijzingen voor centrale klinische verschijnselen van hyperactiviteit en tandenknarsen en enkele
groeiveranderingen (voorbijgaande onderdrukking van de gewichtstoename). Effecten op de
oestrische cyclus werden waargenomen bij het 5-voudige van de humane therapeutische blootstelling.
Een afgenomen akoestische schrikreactie werd geobserveerd bij juveniele ratten 1 tot 2 weken na
blootstelling van > 2 maal de humane therapeutische blootstelling. Negen weken na blootstelling was
dit effect niet meer te observeren.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
methylparahydroxybenzoaat (E218)
propylparahydroxybenzoaat (E216)
watervrij natriumdiwaterstoffosfaat
watervrij dinatriumfosfaat (E339)
sucralose (E955)
kunstmatig aardbeienaroma (bevat kleine hoeveelheden ethanol (alcohol))
gezuiverd water
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
2 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
36
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Een witte hogedichtheidspolyethyleen (HDPE) fles met polyethyleen gevoerde sluiting, die 473 ml
drank in een kartonnen omdoos bevat. De omdoos bevat ook, in een doorzichtige polyethyleen
verpakking, een 5 ml doseerspuit met maatstrepen en een indruk-fles-adapter (PIBA).
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
Wijze van toediening:
1.
2.
3.
4.
5.
Open de fles en steek bij het eerste gebruik de indruk-fles-adapter (PIBA) in de hals van de fles
(Figuren 1 en 2).
Steek de spuit in de PIBA en zuig het nodige volume uit de omgedraaide fles (Figuren 3 en 4).
Verwijder de gevulde spuit uit de rechtopstaande fles (Figuren 5 en 6).
Leeg de inhoud van spuit in de mond (Figuur 7). Herhaal stappen 2 tot 4 zo nodig om de nodige
dosis te verkrijgen (Tabel 3).
Spoel de spuit en plaats de dop terug op de fles (waarbij de PIBA in de hals van de fles blijft)
(Figuren 8 en 9).
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3
Figuur 4
Figuur 5
Figuur 6
37
Figuur 7
Figuur 8
Figuur 9
Tabel 3. Vullingen van de doseerspuit voor orale toediening om voorgeschreven Lyrica dosis te
verkrijgen
Lyrica dosis
(mg)
25
50
75
100
150
200
225
300
Totale
drankvolume (ml)
1,25
2,5
3,75
5
7,5
10
11,25
15
Eerste
spuitvulling (ml)
1,25
2,5
3,75
5
5
5
5
5
Tweede spuitvulling
(ml)
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
2,5
5
5
5
Derde spuitvulling
(ml)
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
1,25
5
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/044
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 06 juli 2004
Datum van laatste verlenging: 29 mei 2009
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
38
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
D.
39
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Capsules
Pfizer Manufacturing Deutschland GmbH
Betriebsstātte Freiburg
Mooswaldallee 1
79090 Freiburg
Duitsland
Drank
Pfizer Service Company BV
Hoge Wei 10
1930 Zaventem
België
of
Pfizer Innovative Supply Point International BV
Hoge Wei 10
1930 Zaventem
België
of
Mylan Hungary Kft.
Mylan utca 1
Komárom, 2900
Hongarije
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch te zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
40
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
41
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
42
A. ETIKETTERING
43
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos met blisterverpakking (14, 21, 56, 84, 100 en 112) en geperforeerde
eenheidsblisterverpakking (100) voor 25 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 25 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 25 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
21 harde capsules
56 harde capsules
84 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
44
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/001-005
EU/1/04/279/026
EU/1/04/279/036
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 25 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
45
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
46
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Primaire flesverpakking voor 25 mg harde capsules – verpakking van 200
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 25 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 25 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactosemonohydraat. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
200 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
47
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/046
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 25 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
48
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking (14, 21, 56, 84, 100 en 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100)
voor 25 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 25 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Upjohn
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
49
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos met blisterverpakking (14, 21, 56, 84 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking
(100) voor 50 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 50 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 50 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
21 harde capsules
56 harde capsules
84 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
50
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/006-010
EU/1/04/279/037
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 50 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
51
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking (14, 21, 56, 84 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
50 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 50 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Upjohn
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
52
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Primaire flaconverpakking voor 75 mg harde capsules – verpakking van 200
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 75 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 75 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactosemonohydraat. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
200 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
53
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/030
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 75 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
54
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos met blisterverpakking (14, 56, 70, 100 en 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking
(100) voor 75 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 75 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 75 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
56 harde capsules
70 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
55
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/011-013
EU/1/04/279/027
EU/1/04/279/038
EU/1/04/279/045
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 75 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
56
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking (14, 56, 70, 100 of 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100)
voor 75 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 75 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Upjohn
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
57
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos met blisterverpakking (21, 84 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100)
voor 100 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 100 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 100 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
21 harde capsules
84 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
58
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/014-016
EU/1/04/279/039
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 100 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
59
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking (21, 84 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
100 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 100 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Upjohn
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
60
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Primaire flaconverpakking voor 150 mg harde capsules – verpakking van 200
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 150 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 150 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
200 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
61
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/031
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
62
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos met blisterverpakking (14, 56, 100 en 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking
(100) voor 150 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 150 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 150 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
56 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
63
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/017-019
EU/1/04/279/028
EU/1/04/279/040
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
64
NN
65
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking (14, 56, 100 of 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
150 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 150 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Upjohn
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
66
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos met blisterverpakking (21, 84 of 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100)
voor 200 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 200 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 200 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
21 harde capsules
84 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
67
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/020-022
EU/1/04/279/041
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 200 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
68
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
69
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking (21, 84 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
200 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 200 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Upjohn
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
70
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos met blisterverpakking (14, 56 of 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100)
voor 225 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 225 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 225 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
56 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
71
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/033-035
EU/1/04/279/042
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 225 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
72
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking (14, 56 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
225 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 225 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Upjohn
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
73
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Primaire flaconverpakking voor 300 mg harde capsules – verpakking van 200
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 300 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 300 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
200 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
74
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/032
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 300 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
75
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos met blisterverpakking (14, 56, 100 en 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking
(100) voor 300 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 300 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 300 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
56 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
76
9.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/023-025
EU/1/04/279/029
EU/1/04/279/043
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 300 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
77
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking (14, 56, 100 of 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
300 mg harde capsules
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 300 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Upjohn
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
78
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 20 mg/ml drank
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml bevat 20 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen zijn E216 (propylparahydroxybenzoaat) en E218 (methylparahydroxybenzoaat).
Zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
473 ml drank met een 5 ml doseerspuit voor orale toediening en een indruk-fles-adapter (PIBA).
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
79
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/044
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 20 mg/ml
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
80
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
FLESETIKET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 20 mg/ml drank
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml bevat 20 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen zijn E216 (propylparahydroxybenzoaat) en E218 (methylparahydroxybenzoaat).
Zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
473 ml drank
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
81
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/044
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
82
B. BIJSLUITER
83
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Lyrica 25 mg harde capsules,
Lyrica 50 mg harde capsules,
Lyrica 75 mg harde capsules,
Lyrica 100 mg harde capsules,
Lyrica 150 mg harde capsules,
Lyrica 200 mg harde capsules,
Lyrica 225 mg harde capsules,
Lyrica 300 mg harde capsules
pregabaline
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
-
-
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Lyrica en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Lyrica en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Lyrica behoort tot de groep van geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van epilepsie,
neuropathische pijn en gegeneraliseerde angststoornis (GAD) bij volwasssenen.
Perifere en centrale neuropathische pijn:
Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van langdurige
pijnen die veroorzaakt worden door beschadigingen van de zenuwen. Diverse ziekten zoals diabetes
of gordelroos (zona) kunnen perifere neuropathische pijn veroorzaken. Pijnwaarnemingen kunnen
worden beschreven als heet, brandend, kloppend, schietend, stekend, scherp, kramp, pijnlijk,
tintelend, gevoelloos, slapend. Perifere en centrale neuropathische pijn kan ook gepaard gaan met
stemmingswisselingen, slaapstoornissen, vermoeidheid en kan invloed hebben op het lichamelijke en
sociale functioneren en de totale kwaliteit van leven.
Epilepsie:
Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van bepaalde vormen van epilepsie bij
volwassenen (partiële aanvallen met of zonder secondaire gegeneraliseerde aanvallen). Uw arts zal u
Lyrica voorschrijven ter ondersteuning van de behandeling van uw epilepsie, indien uw huidige
geneesmiddelen uw toestand niet onder controle houden. U moet Lyrica bovenop uw huidige
behandeling innemen. Lyrica is niet bestemd om alleen te worden gebruikt, maar moet altijd worden
gebruikt in combinatie met andere anti-epileptica (geneesmiddelen gebruikt bij epilepsie).
Gegeneraliseerde angststoornis:
Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van gegeneraliseerde
angststoornis (GAD). De symptomen van GAD zijn langdurige en overmatige angst en bezorgdheid
die moeilijk controleerbaar zijn. GAD kan ook rusteloosheid of een gevoel van spanning of irritatie
veroorzaken, of kan ervoor zorgen dat je je snel vermoeid voelt, je moeilijk kunt concentreren, je niets
84
meer kunt herinneren of lichtgeraakt bent, of kan spierspanning of slaapstoornissen veroorzaken. Dit
heeft niets te maken met de stress en de spanning in het dagelijkse leven.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
Bij een aantal patiënten die Lyrica gebruiken, zijn symptomen gemeld die wijzen op een
allergische reactie. Deze symptomen omvatten zwelling van het gezicht, lippen, tong en keel
maar ook verspreide huiduitslag. U moet onmiddellijk contact opnemen met uw arts indien één
van deze reacties bij u optreedt.
In verband met het gebruik van pregabaline is melding gemaakt van ernstige cutane
bijwerkingen (bijwerkingen op de huid), zoals het syndroom van Stevens-Johnson en toxische
epidermale necrolyse. Stop met het gebruik van pregabaline en roep onmiddellijk medische
hulp in als u een van de in rubriek 4 beschreven symptomen in verband met deze ernstige
huidreacties opmerkt.
Bij het gebruik van Lyrica zijn duizeligheid en slaperigheid opgetreden, waardoor het optreden
van ongelukken (vallen) bij oudere patiënten kan toenemen. Wees daarom voorzichtig totdat u
gewend bent aan het effect dat dit geneesmiddel zou kunnen hebben.
Lyrica kan wazig zicht of verlies van het gezichtsvermogen of andere veranderingen van het
gezichtsveld veroorzaken, waarvan de meeste tijdelijk zijn. U moet het onmiddellijk aan uw
arts vertellen indien u veranderingen van uw gezichtsvermogen opmerkt.
Bij bepaalde diabetespatiënten die in gewicht toenemen tijdens de behandeling met pregabaline
kan een aanpassing van hun diabetesmedicatie noodzakelijk zijn.
Bepaalde bijwerkingen zoals slaperigheid kunnen vaker voorkomen, omdat patiënten met
ruggenmergletsel andere geneesmiddelen kunnen gebruiken om bijvoorbeeld pijn of spasticiteit
te behandelen. Deze geneesmiddelen hebben dezelfde bijwerkingen als pregabaline en de ernst
van deze bijwerkingen kan verhoogd zijn bij gelijktijdig gebruik.
Er zijn bij sommige patiënten tijdens het gebruik van Lyrica meldingen geweest van hartfalen;
meestal waren dit oudere patiënten met hart- en vaataandoeningen.
Voordat u begint met het
innemen van dit geneesmiddel moet u het uw arts vertellen als u in het verleden last hebt
gehad van een hartaandoening.
Er zijn bij sommige patiënten tijdens het gebruik van Lyrica meldingen geweest van nierfalen.
Als u tijdens het gebruik van Lyrica merkt dat u minder plast, moet u het aan uw arts vertellen
aangezien dit kan verbeteren door met het geneesmiddel te stoppen.
Sommige patiënten die behandeld werden met anti-epileptica zoals Lyrica, hebben gedachten
gehad over zelfbeschadiging of zelfmoord of hebben zelfmoordgedrag vertoond. Als u op enig
moment dergelijke gedachten heeft of zulk gedrag vertoont, neem dan direct contact op met uw
arts.
85
Wanneer Lyrica wordt ingenomen met andere geneesmiddelen die constipatie kunnen
veroorzaken (zoals sommige typen pijnstillers), is het mogelijk dat maagdarmproblemen
optreden (bijv. constipatie, geblokkeerde of verlamde darm). Vertel het uw arts als u constipatie
heeft, vooral als u gevoelig voor dit probleem bent.
Vertel het uw arts voordat u begint met het gebruik van dit geneesmiddel als u ooit misbruik
heeft gemaakt of afhankelijk bent geweest van alcohol, geneesmiddelen op voorschrift of
illegale drugs; dit kan betekenen dat u een groter risico loopt om afhankelijk te worden van
Lyrica.
Er zijn gevallen van toevallen/stuipen (convulsies) gemeld tijdens het gebruik van Lyrica of
kort na het stoppen met Lyrica. Neem direct contact op met uw arts indien er bij u een
convulsie optreedt.
Er zijn gevallen van verminderde hersenfunctie (encefalopathie) gemeld bij een aantal patiënten
die Lyrica gebruikten. Deze patiënten hadden ook andere aandoeningen. Vertel het uw arts
indien u in het verleden last heeft gehad van ernstige aandoeningen, zoals bijvoorbeeld lever- of
nierziekten.
Er zijn meldingen geweest van ademhalingsmoeilijkheden. Als u last heeft van
zenuwstelselaandoeningen, ademhalingsstelselaandoeningen, nierfunctiestoornis of als u ouder
bent dan 65 jaar, kan uw arts u een ander doseringsschema voorschrijven. Neem contact op met
uw arts als u moeite met ademhalen of een oppervlakkige ademhaling heeft.
Afhankelijkheid
Sommige mensen kunnen van Lyrica afhankelijk worden (een behoefte om het geneesmiddel te
blijven innemen). Ze kunnen onthoudingsverschijnselen krijgen wanneer ze stoppen met het gebruik
van Lyrica (zie rubriek 3, “Hoe gebruikt u dit middel?” en “Als u stopt met het gebruik van dit
middel”). Als u zich er zorgen over maakt dat u van Lyrica afhankelijk kunt worden, is het belangrijk
dat u uw arts raadpleegt.
Als u een van de volgende klachten opmerkt tijdens het innemen van Lyrica, kan dit een teken zijn dat
u afhankelijk bent geworden:
U moet het geneesmiddel langer innemen dan aangeraden door uw voorschrijver
U heeft het gevoel dat u meer moet innemen dan de aanbevolen dosis
U gebruik het geneesmiddel om andere redenen dan voorgeschreven
U heeft herhaalde, mislukte pogingen gedaan om te stoppen met of controle te krijgen over het
gebruik van het geneesmiddel
Wanneer u stopt met het innemen van het geneesmiddel voelt u zich niet goed, en u voelt zich
beter zodra u het geneesmiddel weer inneemt
Als u een van deze klachten opmerkt, neem dan contact op met uw arts om het beste behandeltraject
voor u te bespreken, waaronder wanneer het een geschikt moment is om te stoppen en hoe u dit op een
veilige manier moet doen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en jongeren (tot de leeftijd van 18 jaar) zijn niet
vastgesteld. Lyrica mag daarom niet worden toegepast bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lyrica nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
86
Lyrica en bepaalde andere geneesmiddelen kunnen elkaar beïnvloeden (interactie). Bij inname met
bepaalde andere geneesmiddelen die een kalmerende werking hebben (waaronder opioïden), kan
Lyrica deze effecten versterken, wat kan leiden tot ademhalingsstilstand, coma en overlijden.
Duizeligheid, slaperigheid en concentratievermindering kunnen verergeren als Lyrica samen met
geneesmiddelen wordt toegediend die:
oxycodon (gebruikt als pijnstiller)
lorazepam (gebruikt bij de behandeling van angst) of
alcohol bevatten.
Lyrica kan gelijktijdig met orale contraceptiva worden gebruikt.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Lyrica capsules mogen met of zonder voedsel worden ingenomen.
Het wordt aanbevolen geen alcohol te drinken tijdens het gebruik van Lyrica.
Zwangerschap en borstvoeding
Lyrica mag niet tijdens de zwangerschap of tijdens de borstvoeding worden gebruikt, tenzij uw arts
anders oordeelt. Het gebruik van pregabaline tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap kan
geboorteafwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind waarvoor een medische behandeling nodig
is. Uit een onderzoek waarbij gegevens werden beoordeeld van vrouwen uit Noord-Europese landen
die tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap pregabaline hadden genomen, bleek dat 6 op de
100 baby’s dergelijke geboorteafwijkingen vertoonden. Bij vrouwen die tijdens het onderzoek niet
met pregabaline werden behandeld, waren dat 4 op de 100 baby’s. Misvormingen van het gezicht
(gespleten lip, kaak en/of gehemelte), de ogen, het zenuwstelsel (waaronder de hersenen), nieren en
geslachtsorganen werden gemeld.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken. Bent u zwanger,
denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw
arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het gebruik van Lyrica kan leiden tot duizeligheid, slaperigheid en verminderde concentratie. U mag
geen voertuigen besturen, machines bedienen of andere risicovolle activiteiten uitvoeren, totdat
duidelijk is of dit geneesmiddel uw vermogen om bovengenoemde taken uit te voeren, al dan niet
beïnvloedt.
Lyrica bevat lactosemonohydraat
Raadpleeg uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt, indien uw arts u verteld heeft dat u bepaalde
suikers niet kunt verdragen.
Lyrica bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per harde capsule, dat wil zeggen dat het in
wezen ‘natriumvrij’ is.
87
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Neem niet meer van het
geneesmiddel dan aan u is voorgeschreven.
Uw arts zal bepalen welke dosis voor u geschikt is.
Lyrica is uitsluitend bestemd voor oraal gebruik.
Perifere en centrale neuropathische pijn, epilepsie of gegeneraliseerde angststoornis:
Neem het aantal capsules dat door uw arts is voorgeschreven.
De dosering is aangepast aan u en uw ziektebeeld en zal in het algemeen liggen tussen 150 en
600 mg per dag.
Uw arts zal u vertellen dat u ofwel tweemaal ofwel driemaal per dag Lyrica moet innemen.
Voor tweemaal per dag neemt u Lyrica éénmaal ’s ochtends en éénmaal ’s avonds in, elke dag
op ongeveer hetzelfde tijdstip. Voor driemaal per dag neemt u Lyrica éénmaal ’s ochtends,
éénmaal ’s middags en éénmaal ’s avonds in, elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip.
Als u de indruk heeft dat de werking van Lyrica te sterk of te zwak is, licht dan uw arts of apotheker
in.
Als u een oudere patiënt bent (ouder dan 65 jaar), moet u Lyrica in de gebruikelijke dosering in
nemen, behalve als u problemen met uw nieren heeft.
Het is mogelijk dat uw arts u een ander doseringsschema en/of andere dosering voorschrijft als u
nierproblemen heeft.
Neem de capsule in zijn geheel in met water.
Neem Lyrica in totdat uw arts u vertelt dat u kunt stoppen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Neem contact op met uw arts of ga naar de dichtstbijzijnde Eerste Hulp Dienst van een ziekenhuis.
Neem uw doosje of flacon met Lyrica capsules mee. U kunt zich slaperig, verward, verontrust of
rusteloos voelen nadat u teveel Lyrica heeft ingenomen. Epileptische aanvallen en bewusteloosheid
(coma) zijn ook gemeld.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Het is belangrijk om uw Lyrica capsules elke dag regelmatig op hetzelfde tijdstip in te nemen.
Als u bent vergeten een dosis in te nemen, doe dit dan zo spoedig mogelijk als u eraan denkt, behalve
als het tijd is voor uw volgende dosis. In dat geval neemt u gewoon de volgende dosis in. Neem geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet plotseling met het innemen van Lyrica. Als u wilt stoppen met het innemen van Lyrica,
bespreek dit dan eerst met uw arts. Hij of zij zal u vertellen hoe u dit moet doen. Als uw behandeling
wordt stopgezet, moet dit geleidelijk gebeuren over een periode van minstens 1 week. U moet weten
dat er bij u bepaalde bijwerkingen, zogenaamde onthoudingsverschijnselen, kunnen optreden na het
stoppen met een korte- of langetermijnbehandeling met Lyrica. Deze bijwerkingen bestaan uit:
slapeloosheid, hoofdpijn, misselijkheid, zich angstig voelen, diarree, griepachtige symptomen,
toevallen/stuipen (convulsies), zenuwachtigheid, depressie, pijn, zweten en duizeligheid. Deze
88
bijwerkingen kunnen vaker voorkomen of ernstiger worden als u Lyrica voor een langere tijd heeft
gebruikt. Als u onthoudingsverschijnselen krijgt, moet u contact opnemen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen die zeer vaak, bij meer dan 1 op de 10 personen, kunnen voorkomen
duizeligheid, slaperigheid, hoofdpijn
Bijwerkingen die vaak, bij maximaal 1 op de 10 personen, kunnen voorkomen
verhoogde eetlust
gevoel van verrukking, verwarring, stuurloosheid (desoriëntatie), verminderde seksuele
interesse, geïrriteerdheid
aandachtsstoornissen, onhandigheid, geheugenstoornis, geheugenverlies, ongecontroleerde
trillingen of bevingen, spraakstoornissen, tintelend gevoel, gevoelloosheid, sufheid/
slaperigheid (sedatie), slaapzucht (lethargie), slapeloosheid, vermoeidheid, u voelt zich
abnormaal
wazig zien, dubbel zien
draaierigheid, problemen met evenwicht, vallen
droge mond, obstipatie, braken, winderigheid, diarree, misselijkheid, opgeblazen buik
erectieproblemen
zwelling van het lichaam inclusief de ledematen
een dronken gevoel hebben, abnormale manier van lopen
gewichtstoename
spierkramp, pijn in de gewrichten, rugpijn, pijn in de ledematen (armen en/of benen)
zere keel
Bijwerkingen die soms, bij maximaal 1 op de 100 personen, kunnen voorkomen
verlies van eetlust, gewichtsverlies, bloedsuikerverlaging, bloedsuikerverhoging
veranderd zelfbesef, rusteloosheid, depressie, agitatie, stemmingsveranderingen, moeilijk op
woorden kunnen komen, hallucinaties, abnormale dromen, paniekaanvallen, onverschilligheid,
agressie, overdreven opgewektheid, geestelijke achteruitgang, problemen met nadenken,
toegenomen seksuele interesse, problemen met het seksueel functioneren inclusief het moeilijk
bereiken van een seksuele climax, vertraagde zaadlozing (ejaculatie)
veranderingen in het gezichtsvermogen, ongewone oogbewegingen, veranderingen in het
gezichtsvermogen waaronder tunnelvisie (beperkt gezichtsveld), lichtflitsen, spastische
bewegingen, afgenomen reflexen, hyperactiviteit, duizelig worden bij opstaan, gevoelige huid,
smaakverlies, brandend gevoel, trillingen bij bewegen, afgenomen bewustzijn, verlies van
bewustzijn, flauwvallen, toegenomen gevoeligheid voor geluid, zich niet lekker voelen
droge ogen, gezwollen ogen, oogpijn, zwakke ogen, waterige ogen, geïrriteerde ogen
hartritmestoornissen, versnelde hartslag, lage bloeddruk, hoge bloeddruk, veranderingen in de
hartslag, verminderde werking van het hart
blozen, opvliegers
ademhalingsmoeilijkheden, droge neus, verstopte neus
toegenomen speekselproductie, brandend maagzuur, gevoelloos rond de mond
89
transpireren, huiduitslag, koude rillingen, koorts
spiertrekkingen, gewrichtszwellingen, spierstijfheid, pijn inclusief spierpijn, pijn in de nek
pijn in de borst
moeilijk of pijnlijk urineren, incontinentie
zwakheid, dorst, beklemd gevoel op de borst
veranderingen in bloed- en levertestresultaten (verhoging van creatininefosfokinase, alanine-
aminotransferase en aspartaat-aminotransferase in het bloed, verlaging van het aantal
bloedplaatjes in het bloed, tekort aan witte bloedlichaampjes dat zich uit in verhoogde
gevoeligheid voor infecties (neutropenie), meer creatinine in het bloed, minder kalium in het
bloed)
overgevoeligheid, opgezwollen gezicht, jeuk, huiduitslag met hevige jeuk en vorming van
bultjes (netelroos), loopneus, bloedneus, hoesten, snurken
pijnlijke menstruaties
koude handen en voeten
Bijwerkingen die zelden, bij maximaal 1 op de 1.000 personen, kunnen voorkomen
abnormaal reukvermogen, beweging van het zicht zodra het hoofd wordt bewogen, verandering
in beleving van diepte, schitteringen, verlies van gezichtsvermogen
verwijden van de pupillen, scheel kijken
koud zweet, benauwd gevoel in de keel, opgezwollen tong
ontsteking van de alvleesklier
problemen met slikken
langzame of afgenomen beweging van het lichaam
problemen met schrijven
vochtophoping in de (onder)buik
vochtophoping in de longen
toevallen/stuipen (convulsies)
veranderingen in het ECG (elektrocardiogram) die overeenkomen met verstoringen van de
hartslag
spierbeschadiging
spontane afscheiding uit de borsten, abnormale borstgroei, borstvorming bij mannen
verstoord menstruatiepatroon (onregelmatige menstruaties)
verminderde werking van uw nieren (nierfalen), verminderde uitscheiding van urine, niet
kunnen plassen (urineretentie)
afname van het aantal witte bloedcellen
ongepast gedrag, zelfmoordgedrag, zelfmoordgedachten
allergische reacties, waaronder mogelijk: moeite om adem te halen, ontstoken ogen (keratitis)
en heftige reacties van de huid met als kenmerken: roodachtige, niet-verhoogde, schijfvormige
of cirkelvormige vlekken op de romp, vaak met blaren in het midden ervan, huidafschilfering,
zweren in en rond de mond, keel, neus of aan de geslachtsdelen en ogen; deze ernstige
huiduitslag wordt mogelijk voorafgegaan door koorts en griepachtige symptomen (syndroom
van Stevens-Johnson, toxische epidermale necrolyse).
geelzucht (geelkleuren van huid en ogen)
parkinsonisme, dat zijn klachten die op de ziekte van Parkinson lijken, zoals trillen, moeite
hebben met bewegen (bradykinesie) en stijve spieren
Bijwerkingen die zeer zelden, bij maximaal 1 op de 10.000 personen, kunnen voorkomen
leverfalen
hepatitis (leverontsteking).
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
90
Afhankelijk worden van Lyrica (‘geneesmiddelafhankelijkheid’).
U moet weten dat er bij u bepaalde bijwerkingen, zogenaamde onthoudingsverschijnselen, kunnen
optreden na het stoppen met een korte- of langetermijnbehandeling met Lyrica (zie “Als u stopt met
het gebruik van dit middel”).
U moet onmiddellijk medisch advies inwinnen als u merkt dat uw tong of gezicht begint op te
zwellen of als uw huid rood wordt en er blaarvorming of vervelling begint op te treden.
Bepaalde bijwerkingen zoals slaperigheid kunnen vaker voorkomen, omdat patiënten met
ruggenmergletsel andere geneesmiddelen kunnen gebruiken om bijvoorbeeld pijn of spasticiteit te
behandelen. Deze geneesmiddelen hebben dezelfde bijwerkingen als pregabaline en de ernst van deze
bijwerkingen kan verhoogd zijn bij gelijktijdig gebruik.
De volgende bijwerking is gemeld nadat dit middel op de markt is gebracht: moeite met ademhalen,
oppervlakkige ademhaling.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos of de
fles na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is pregabaline. Elke harde capsule bevat 25 mg, 50 mg, 75 mg,
100 mg, 150 mg, 200 mg, 225 mg of 300 mg pregabaline.
De andere stoffen in dit middel zijn: lactosemonohydraat, maïszetmeel, talk, gelatine, titaniumdioxide
(E171), natriumlaurylsulfaat, watervrij colloïdaal siliciumdioxide, zwarte inkt (die schellak, ijzeroxide
zwart (E172), propyleenglycol en kaliumhydroxide bevat) en water.
De 75 mg, 100 mg, 200 mg, 225 mg en 300 mg capsules bevatten tevens rood ijzeroxide (E172).
91
Hoe ziet Lyrica eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Witte harde capsules, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en
25 mg capsules
“PGN 25” op het onderste deel van de capsule
Witte harde capsules, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en
50 mg capsules
“PGN 50” op het onderste deel van de capsule. Het onderste deel van
de capsule is gemerkt met een zwarte band
Wit-oranje harde capsules, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en
75 mg capsules
“PGN 75” op het onderste deel van de capsule
Oranje harde capsules, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en
100 mg capsules
“PGN 100” op het onderste deel van de capsule
Witte harde capsules, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en
150 mg capsules
“PGN 150” op het onderste deel van de capsule
Licht oranje harde capsules, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel
200 mg capsules
en “PGN 200” op het onderste deel van de capsule
Wit-licht oranje harde capsules, met opdruk “Pfizer” op het bovenste
225 mg capsules
deel en “PGN 225” op het onderste deel van de capsule
Wit-oranje harde capsules, met opdruk “Pfizer” op het bovenste deel en
300 mg capsules
“PGN 300” op het onderste deel van de capsule
Lyrica is beschikbaar in acht verpakkingsgrootten vervaardigd uit PVC met aluminiumfolie aan de
rugzijde: een verpakking van 14 capsules met 1 blisterstrip, een verpakking van 21 capsules met
1 blisterstrip, een verpakking van 56 capsules met 4 blisterstrips, een verpakking van 70 capsules met
5 blisterstrips, een verpakking van 84 capsules met 4 blisterstrips, een verpakking van 100 capsules
met 10 blisterstrips, een verpakking van 112 capsules met 8 blisterstrips en een geperforeerde
eenheidsblisterverpakking van 100 x 1 capsules.
Lyrica is tevens beschikbaar in een HDPE flacon met 200 capsules voor de 25 mg, 75 mg, 150 mg en
300 mg sterktes.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Upjohn EESV, Rivium Westlaan 142, 2909 LD Capelle aan den IJssel, Nederland.
Fabrikant:
Pfizer Manufacturing Deutschland GmbH, Betriebsstätte Freiburg, Mooswaldallee 1, 79090 Freiburg,
Duitsland.
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Mylan EPD bv
Tél/Tel: +32 (0)2 658 61 00
България
Майла½ ЕООД
Тел.: +359 2 44 55 400
Česká republika
Viatris CZ s.r.o.
Tel: +420 222 004 400
Lietuva
UAB Mylan Healthcare
Tel. +370 52051288
Luxembourg/Luxemburg
Mylan EPD bv
Tél/Tel: +32 (0)2 658 61 00
Magyarország
Mylan EPD Kft.
Tel. + 36 1 465 2100
92
Danmark
Viatris ApS
Tlf: +45 28 11 69 32
Deutschland
Viatris Healthcare GmbH
Tel: +49 (0)800 0700 800
Eesti
BGP Products Switzerland GmbH Eesti filiaal
Tel: +372 6363 052
Ελλάδα
UPJOHN HELLAS ΕΠΕ
Τηλ.: +30 2100 100 002
España
Viatris Pharmaceuticals, S.L.U.
Tel: +34 900 102 712
France
Viatris Santé
Tél: +33 (0)4 37 25 75 00
Hrvatska
Mylan Hrvatska d.o.o.
Tel: + 385 1 23 50 599
Ireland
Mylan Ireland Limited
Tel: +353 1 8711600
Ísland
Icepharma hf.
Sími: +354 540 8000
Italia
Viatris Pharma S.r.l.
Tel: +39 02 612 46921
Κύπρος
GPA Pharmaceuticals Ltd
Τηλ: +357 22863100
Latvija
Mylan Healthcare SIA
Tel: +371 676 055 80
Malta
Vivian Corporation Ltd.
Tel: +356 21344610
Nederland
Mylan Healthcare BV
Tel: +31 (0)20 426 3300
Norge
Viatris AS
Tlf: +47 66 75 33 00
Österreich
Mylan Österreich GmbH
Tel: +43 1 86390
Polska
Mylan Healthcare Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 546 64 00
Portugal
BGP Products, Unipessoal Lda.
Tel: +351 214 127 256
România
BGP Products SRL
Tel: +40 372 579 000
Slovenija
Viatris d.o.o.
Tel: +386 1 236 31 80
Slovenská republika
Viatris Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 32 199 100
Suomi/Finland
Viatris Oy
Puh./Tel: +358 20 720 9555
Sverige
Viatris AB
Tel: +46 (0)8 630 19 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Mylan IRE Healthcare Limited
Tel: +353 18711600
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
93
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Lyrica 20 mg/ml drank
pregabaline
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
-
-
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Lyrica en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe gebruikt u dit middel?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Lyrica en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Lyrica behoort tot de groep van geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van epilepsie,
neuropathische pijn en gegeneraliseerde angststoornis (GAD) bij volwasssenen.
Perifere en centrale neuropathische pijn:
Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van langdurige
pijnen die veroorzaakt worden door beschadigingen van de zenuwen. Diverse ziekten zoals diabetes
of gordelroos (zona) kunnen perifere neuropathische pijn veroorzaken. Pijnwaarnemingen kunnen
worden beschreven als heet, brandend, kloppend, schietend, stekend, scherp, kramp, pijnlijk,
tintelend, gevoelloos, slapend. Perifere en centrale neuropathische pijn kan ook gepaard gaan met
stemmingswisselingen, slaapstoornissen, vermoeidheid en kan invloed hebben op het lichamelijke en
sociale functioneren en de totale kwaliteit van leven.
Epilepsie:
Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van bepaalde vormen van epilepsie bij
volwassenen (partiële aanvallen met of zonder secondaire gegeneraliseerde aanvallen – epileptische
aanvallen beginnen in een specifiek deel van de hersenen). Uw arts zal u Lyrica voorschrijven ter
ondersteuning van de behandeling van uw epilepsie, indien uw huidige geneesmiddelen uw toestand
niet onder controle houden. U moet LYRICA bovenop uw huidige behandeling innemen. Lyrica is
niet bestemd om alleen te worden gebruikt, maar moet altijd worden gebruikt in combinatie met
andere anti-epileptica (geneesmiddelen gebruikt bij epilepsie).
Gegeneraliseerde angststoornis:
Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van gegeneraliseerde
angststoornis (GAD). De symptomen van GAD zijn langdurige en overmatige angst en bezorgdheid
die moeilijk controleerbaar zijn. GAD kan ook rusteloosheid of een gevoel van spanning of irritatie
veroorzaken, of kan ervoor zorgen dat je je snel vermoeid voelt, je moeilijk kunt concentreren, je niets
meer kunt herinneren of lichtgeraakt bent, of kan spierspanning of slaapstoornissen veroorzaken. Dit
heeft niets te maken met de stress en de spanning in het dagelijkse leven.
94
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
Bij een aantal patiënten die Lyrica gebruiken, zijn symptomen gemeld die wijzen op een
allergische reactie. Deze symptomen omvatten zwelling van het gezicht, lippen, tong en keel
maar ook verspreide huiduitslag. U moet onmiddellijk contact opnemen met uw arts indien één
van deze reacties bij u optreedt.
In verband met het gebruik van pregabaline is melding gemaakt van ernstige cutane
bijwerkingen (bijwerkingen op de huid), zoals het syndroom van Stevens-Johnson en toxische
epidermale necrolyse. Stop met het gebruik van pregabaline en roep onmiddellijk medische
hulp in als u een van de in rubriek 4 beschreven symptomen in verband met deze ernstige
huidreacties opmerkt.
Bij het gebruik van Lyrica zijn duizeligheid en slaperigheid opgetreden, waardoor het optreden
van ongelukken (vallen) bij oudere patiënten kan toenemen. Wees daarom voorzichtig totdat u
gewend bent aan het effect dat dit geneesmiddel zou kunnen hebben.
Lyrica kan wazig zicht of verlies van het gezichtsvermogen of andere veranderingen van het
gezichtsveld veroorzaken, waarvan de meeste tijdelijk zijn. U moet het onmiddellijk aan uw
arts vertellen indien u veranderingen van uw gezichtsvermogen opmerkt.
Bij bepaalde diabetespatiënten die in gewicht toenemen tijdens de behandeling met pregabaline
kan een aanpassing van hun diabetesmedicatie noodzakelijk zijn.
Bepaalde bijwerkingen zoals slaperigheid kunnen vaker voorkomen, omdat patiënten met
ruggenmergletsel andere geneesmiddelen kunnen gebruiken om bijvoorbeeld pijn of spasticiteit
te behandelen. Deze geneesmiddelen hebben dezelfde bijwerkingen als pregabaline en de ernst
van deze bijwerkingen kan verhoogd zijn bij gelijktijdig gebruik.
Er zijn bij sommige patiënten tijdens het gebruik van Lyrica meldingen geweest van hartfalen;
meestal waren dit oudere patiënten met hart- en vaataandoeningen.
Voordat u begint met het
innemen van dit geneesmiddel moet u het uw arts vertellen als u in het verleden last hebt
gehad van een hartaandoening.
Er zijn bij sommige patiënten tijdens het gebruik van Lyrica meldingen geweest van nierfalen.
Als u tijdens het gebruik van Lyrica merkt dat u minder plast, moet u het aan uw arts vertellen
aangezien dit kan verbeteren door met het geneesmiddel te stoppen.
Sommige patiënten die behandeld werden met anti-epileptica zoals Lyrica, hebben gedachten
gehad over zelfbeschadiging of zelfmoord of hebben zelfmoordgedrag vertoond. Als u op enig
moment dergelijke gedachten heeft of zulk gedrag vertoont, neem dan direct contact op met uw
arts.
Wanneer Lyrica wordt ingenomen met andere geneesmiddelen die constipatie kunnen
veroorzaken (zoals sommige typen pijnstillers), is het mogelijk dat maagdarmproblemen
95
optreden (bijv. constipatie, geblokkeerde of verlamde darm). Vertel het uw arts als u constipatie
heeft, vooral als u gevoelig voor dit probleem bent.
Vertel het uw arts voordat u begint met het gebruik van dit geneesmiddel als u ooit misbruik
heeft gemaakt of afhankelijk bent geweest van alcohol, geneesmiddelen op voorschrift of
illegale drugs; dit kan betekenen dat u een groter risico loopt om afhankelijk te worden van
Lyrica.
Er zijn gevallen van toevallen/stuipen (convulsies) gemeld tijdens het gebruik van Lyrica of
kort na het stoppen met Lyrica. Neem direct contact op met uw arts indien er bij u een
convulsie optreedt.
Er zijn gevallen van verminderde hersenfunctie (encefalopathie) gemeld bij een aantal patiënten
die Lyrica gebruikten. Deze patiënten hadden ook andere aandoeningen. Vertel het uw arts
indien u in het verleden last heeft gehad van ernstige aandoeningen, zoals bijvoorbeeld lever- of
nierziekten.
Er zijn meldingen geweest van ademhalingsmoeilijkheden. Als u last heeft van
zenuwstelselaandoeningen, ademhalingsstelselaandoeningen, nierfunctiestoornis of als u ouder
bent dan 65 jaar, kan uw arts u een ander doseringsschema voorschrijven. Neem contact op met
uw arts als u moeite met ademhalen of een oppervlakkige ademhaling heeft.
Afhankelijkheid
Sommige mensen kunnen van Lyrica afhankelijk worden (een behoefte om het geneesmiddel te
blijven innemen). Ze kunnen onthoudingsverschijnselen krijgen wanneer ze stoppen met het gebruik
van Lyrica (zie rubriek 3, “Hoe gebruikt u dit middel?” en “Als u stopt met het gebruik van dit
middel”). Als u zich er zorgen over maakt dat u van Lyrica afhankelijk kunt worden, is het belangrijk
dat u uw arts raadpleegt.
Als u een van de volgende klachten opmerkt tijdens het innemen van Lyrica, kan dit een teken zijn dat
u afhankelijk bent geworden:
U moet het geneesmiddel langer innemen dan aangeraden door uw voorschrijver
U heeft het gevoel dat u meer moet innemen dan de aanbevolen dosis
U gebruik het geneesmiddel om andere redenen dan voorgeschreven
U heeft herhaalde, mislukte pogingen gedaan om te stoppen met of controle te krijgen over het
gebruik van het geneesmiddel
Wanneer u stopt met het innemen van het geneesmiddel voelt u zich niet goed, en u voelt zich
beter zodra u het geneesmiddel weer inneemt
Als u een van deze klachten opmerkt, neem dan contact op met uw arts om het beste behandeltraject
voor u te bespreken, waaronder wanneer het een geschikt moment is om te stoppen en hoe u dit op een
veilige manier moet doen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en jongeren (tot de leeftijd van 18 jaar) zijn niet
vastgesteld. Lyrica mag daarom niet worden toegepast bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Voordat u een nieuw geneesmiddel in combinatie met Lyrica inneemt, moet u dit met uw arts
bespreken. Gebruikt u naast Lyrica nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat
dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig
heeft.
96
Lyrica en bepaalde andere geneesmiddelen kunnen elkaar beïnvloeden (interactie). Bij inname met
bepaalde andere geneesmiddelen die een kalmerende werking hebben (waaronder opioïden), kan
Lyrica deze effecten versterken, wat kan leiden tot ademhalingsstilstand, coma en overlijden.
Duizeligheid, slaperigheid en concentratievermindering kunnen verergeren als Lyrica samen met
geneesmiddelen wordt toegediend die:
oxycodone (gebruikt als pijnstiller)
lorazepam (gebruikt bij de behandeling van angst) of
alcohol bevatten.
Lyrica kan gelijktijdig met orale contraceptiva worden gebruikt.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Lyrica mag met of zonder voedsel worden ingenomen.
Het wordt aanbevolen geen alcohol te drinken tijdens het gebruik van Lyrica.
Zwangerschap en borstvoeding
Lyrica mag niet tijdens de zwangerschap of tijdens de borstvoeding worden gebruikt, tenzij uw arts
anders oordeelt. Het gebruik van pregabaline tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap kan
geboorteafwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind waarvoor een medische behandeling nodig
is. Uit een onderzoek waarbij gegevens werden beoordeeld van vrouwen uit Noord-Europese landen
die tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap pregabaline hadden genomen, bleek dat 6 op de
100 baby’s dergelijke geboorteafwijkingen vertoonden. Bij vrouwen die tijdens het onderzoek niet
met pregabaline werden behandeld, waren dat 4 op de 100 baby’s. Misvormingen van het gezicht
(gespleten lip, kaak en/of gehemelte), de ogen, het zenuwstelsel (waaronder de hersenen), nieren en
geslachtsorganen werden gemeld.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken. Bent u zwanger,
denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw
arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het gebruik van Lyrica kan leiden tot duizeligheid, slaperigheid en verminderde concentratie. U mag
geen voertuigen besturen, machines bedienen of andere risicovolle activiteiten uitvoeren, totdat
duidelijk is of dit geneesmiddel uw vermogen om bovengenoemde taken uit te voeren, al dan niet
beïnvloedt.
Lyrica bevat methylparahydroxybenzoaat en propylparahydroxybenzoaat
Lyrica drank bevat methylparahydroxybenzoaat (E218) en propylparahydroxybenzoaat (E216) die
(wellicht vertraagde) allergische reacties kunnen veroorzaken.
Lyrica bevat ethanol
Lyrica drank bevat kleine hoeveelheden ethanol (alcohol), minder dan 100 mg/ml.
Lyrica bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per maximale dagelijkse dosis van 600 mg
(30 ml), dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
97
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Neem niet meer van het
geneesmiddel dan aan u is voorgeschreven.
Uw arts zal bepalen welke dosis voor u geschikt is.
Perifere en centrale neuropathische pijn, epilepsie of gegeneraliseerde angststoornis:
Volg bij inname van de drank de instructies van uw arts.
De dosering is aangepast aan u en uw ziektebeeld en zal in het algemeen liggen tussen 150 mg
(7,5 ml) en 600 mg (30 ml) per dag.
Uw arts zal u vertellen dat u ofwel tweemaal ofwel driemaal per dag Lyrica moet innemen. Bij
tweemaal per dag neemt u Lyrica éénmaal ’s ochtends en éénmaal ’s avonds in, elke dag op
ongeveer hetzelfde tijdstip. Bij driemaal per dag neemt u Lyrica éénmaal ’s ochtends, éénmaal
’s middags en éénmaal ’s avonds in, elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip.
Als u de indruk heeft dat de werking van Lyrica te sterk of te zwak is, licht dan uw arts of apotheker
in.
Als u een oudere patiënt bent (ouder dan 65 jaar), moet u Lyrica in de gebruikelijke dosering
innemen, behalve als u problemen met uw nieren heeft.
Het is mogelijk dat uw arts u een ander doseringsschema en/of andere dosering voorschrijft als u
nierproblemen heeft.
Neem Lyrica in totdat uw arts u vertelt dat u kunt stoppen.
Toediening:
Instructies voor gebruik
Lyrica is uitsluitend bestemd voor oraal gebruik.
1.
2.
Open de fles: Druk de flesdop naar beneden en draai hem tegen de wijzers van de klok in
(Figuur 1).
Alleen voor het eerste gebruik:
Een indruk-fles-adapter (PIBA) wordt geleverd met de
doseerspuit. Dit is een hulpmiddel dat in de hals van de fles gestoken wordt om het
gemakkelijker te maken de drank met behulp van de doseerspuit op te trekken. Als de PIBA nog
niet op zijn plaats zit, verwijder de PIBA en de 5 ml doseerspuit voor orale toediening uit de
plastic oververpakking. Plaats de fles op een plat oppervlak, steek de PIBA in de hals van de
fles terwijl u het vlakke oppervlak van de PIBA rechtop houdt en druk erop (Figuur 2).
Druk de zuiger van de spuit tot de bodem van de cilinder van de spuit (naar de naaldtip) om
overmatige lucht te verwijderen. Hecht de spuit aan de PIBA met een lichte draaibeweging
(Figuur 3).
Draai de fles (met de spuit eraan vast) om en vul de spuit met de vloeistof door de zuiger van de
spuit naar beneden te trekken tot net voorbij de maatstreep die overeenkomt met de hoeveelheid
in milliliters (ml) zoals voorgeschreven door uw arts (Figuur 4). Verwijder de luchtbellen uit de
spuit door de zuiger naar de voorgeschreven maatstreep te duwen.
Zet de fles, met de spuit nog steeds in de PIBA/fles, terug rechtop (Figuur 5).
Verwijder de spuit uit de fles/PIBA (Figuur 6).
98
3.
4.
5.
6.
7.
Leeg de inhoud van spuit rechtstreeks in de mond door de zuiger van de spuit naar de onderkant
van de spuitcilinder te drukken (Figuur 7).
Opmerking:
De stappen 4-7 moeten wellicht tot drie keer toe herhaald worden om de totale
dosis te verkrijgen (Tabel 1).
[Bijvoorbeeld: om een dosis van 150 mg (7,5 ml) te verkrijgen moet u de spuit twee keer vullen
om de volledige dosis te verkrijgen. Als u de doseerspuit voor orale toediening gebruikt moet u
eerst 5 ml vloeistof opzuigen en de inhoud van de spuit direct in de mond spuiten. Vervolgens
vult u de doseerspuit voor orale toediening met 2,5 ml en spuit u de resterende inhoud in uw
mond.]
8.
9.
Spoel de spuit door water in de spuit op te zuigen en de zuiger van de spuit naar de bodem van
de spuitcilinder te drukken. Doe dit minimaal drie keer (Figuur 8).
Plaats de dop terug op de fles (waarbij de PIBA in de hals van de fles blijft) (Figuur 9).
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3
Figuur 4
Figuur 5
Figuur 6
Figuur 7
Figuur 8
Figuur 9
99
Tabel 1. Vullingen van de doseerspuit voor orale toediening om voorgeschreven Lyrica dosis te
verkrijgen
Lyrica dosis
(mg)
25
50
75
100
150
200
225
300
Totale
drankvolume (ml)
1,25
2,5
3,75
5
7,5
10
11,25
15
Eerste
spuitvulling (ml)
1,25
2,5
3,75
5
5
5
5
5
Tweede spuitvulling
(ml)
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
2,5
5
5
5
Derde spuitvulling
(ml)
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
Niet nodig
1,25
5
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Neem contact op met uw arts of ga naar de dichtstbijzijnde Eerste Hulp Dienst van een ziekenhuis.
Neem uw doosje of flacon met Lyrica drank mee. U kunt zich slaperig, verward, verontrust of
rusteloos voelen nadat u teveel Lyrica heeft ingenomen. Epileptische aanvallen en bewusteloosheid
(coma) zijn ook gemeld.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Het is belangrijk om uw Lyrica drank elke dag regelmatig op hetzelfde tijdstip in te nemen.
Als u bent vergeten een dosis in te nemen, doe dit dan zo spoedig mogelijk als u eraan denkt, behalve
als het tijd is voor uw volgende dosis. In dat geval neemt u gewoon de volgende dosis in. Neem geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met innemen van dit middel
Stop niet plotseling met het innemen van Lyrica. Als u wilt stoppen met het innemen van Lyrica,
bespreek dit dan eerst met uw arts. Hij of zij zal u vertellen hoe u dit moet doen. Als uw behandeling
wordt stopgezet, moet dit geleidelijk gebeuren over een periode van minstens 1 week.
U moet weten dat er bij u bepaalde bijwerkingen, zogenaamde onthoudingsverschijnselen, kunnen
optreden na het stoppen met een korte- of langetermijnbehandeling met Lyrica. Deze bijwerkingen
bestaan uit: slapeloosheid, hoofdpijn, misselijkheid, zich angstig voelen, diarree, griepachtige
symptomen, toevallen/stuipen (convulsies) zenuwachtigheid, depressie, pijn, zweten en duizeligheid.
Deze bijwerkingen kunnen vaker voorkomen of ernstiger worden als u Lyrica voor een langere tijd
heeft gebruikt. Als u onthoudingsverschijnselen krijgt, moet u contact opnemen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen die zeer vaak, bij meer dan 1 op de 10 personen, kunnen voorkomen:
duizeligheid, slaperigheid, hoofdpijn
100
Bijwerkingen die vaak, bij maximaal 1 op de 10 personen, kunnen voorkomen:
verhoogde eetlust
gevoel van verrukking, verwarring, stuurloosheid (desoriëntatie), verminderde seksuele
interesse, geïrriteerdheid
aandachtsstoornissen, onhandigheid, geheugenstoornis, geheugenverlies, ongecontroleerde
trillingen of bevingen, spraakstoornissen, tintelend gevoel, gevoelloosheid, sufheid/
slaperigheid (sedatie), slaapzucht (lethargie), slapeloosheid, vermoeidheid, u voelt zich
abnormaal
wazig zien, dubbel zien
draaierigheid, problemen met evenwicht, vallen
droge mond, obstipatie, braken, winderigheid, diarree, misselijkheid, opgeblazen buik
erectieproblemen
zwelling van het lichaam inclusief de ledematen
een dronken gevoel hebben, abnormale manier van lopen
gewichtstoename
spierkramp, pijn in de gewrichten, rugpijn, pijn in de ledematen (armen en/of benen)
zere keel
Bijwerkingen die soms, bij maximaal 1 op de 100 personen, kunnen voorkomen:
verlies van eetlust, gewichtsverlies, bloedsuikerverlaging, bloedsuikerverhoging
veranderd zelfbesef, rusteloosheid, depressie, agitatie, stemmingsveranderingen, moeilijk op
woorden kunnen komen, hallucinaties, abnormale dromen, paniekaanvallen, onverschilligheid,
agressie, overdreven opgewektheid, geestelijke achteruitgang, problemen met nadenken,
toegenomen seksuele interesse, problemen met het seksueel functioneren inclusief het moeilijk
bereiken van een seksuele climax, vertraagde zaadlozing (ejaculatie)
veranderingen in het gezichtsvermogen, ongewone oogbewegingen, veranderingen in het
gezichtsvermogen waaronder tunnelvisie (beperkt gezichtsveld), lichtflitsen, spastische
bewegingen, afgenomen reflexen, hyperactiviteit, duizelig worden bij opstaan, gevoelige huid,
smaakverlies, brandend gevoel, trillingen bij bewegen, afgenomen bewustzijn, verlies van
bewustzijn, flauwvallen, toegenomen gevoeligheid voor geluid, zich niet lekker voelen
droge ogen, gezwollen ogen, oogpijn, zwakke ogen, waterige ogen, geïrriteerde ogen
hartritmestoornissen, versnelde hartslag, lage bloeddruk, hoge bloeddruk, veranderingen in de
hartslag, verminderde werking van het hart
blozen, opvliegers
ademhalingsmoeilijkheden, droge neus, verstopte neus
toegenomen speekselproductie, brandend maagzuur, gevoelloos rond de mond
transpireren, huiduitslag, koude rillingen, koorts
spiertrekkingen, gewrichtszwellingen, spierstijfheid, pijn inclusief spierpijn, pijn in de nekpijn
in de borst
moeilijk of pijnlijk urineren, incontinentie
zwakheid, dorst, beklemd gevoel op de borst
veranderingen in bloed- en levertestresultaten (verhoging van creatininefosfokinase, alanine-
aminotransferase en aspartaat-aminotransferase in het bloed, verlaging van aantal bloedplaatjes
in het bloed, tekort aan witte bloedlichaampjes dat zich uit in verhoogde gevoeligheid voor
infecties (neutropenie), meer creatinine in het bloed, minder kalium in het bloed)
overgevoeligheid, opgezwollen gezicht, jeuk, huiduitslag met hevige jeuk en vorming van
bultjes (netelroos), loopneus, bloedneus, hoesten, snurken
pijnlijke menstruaties
koude handen en voeten
101
Bijwerkingen die zelden, bij maximaal 1 op de 1.000 personen, kunnen voorkomen:
abnormaal reukvermogen, beweging van het zicht zodra het hoofd wordt bewogen, verandering
in beleving van diepte, schitteringen, verlies van gezichtsvermogen
verwijden van de pupillen, scheel kijken,
koud zweet, benauwd gevoel in de keel, opgezwollen tong
ontsteking van de alvleesklier
problemen met slikken
langzame of afgenomen beweging van het lichaam
problemen met schrijven
vochtophoping in de (onder)buik
vochtophoping in de longen
toevallen/stuipen (convulsies)
veranderingen in het ECG (elektrocardiogram) die overeenkomen met verstoringen van de
hartslag
spierbeschadiging
spontane afscheiding uit de borsten, abnormale borstgroei, borstvorming bij mannen
verstoord menstruatiepatroon (onregelmatige menstruaties)
verminderde werking van uw nieren (nierfalen), verminderde uitscheiding van urine, niet
kunnen plassen (urineretentie)
afname van het aantal witte bloedcellen
ongepast gedrag, zelfmoordgedrag, zelfmoordgedachten
allergische reacties, waaronder mogelijk: moeite om adem te halen; ontstoken ogen (keratitis)
en heftige reacties van de huid met als kenmerken: roodachtige, niet-verhoogde, schijfvormige
of cirkelvormige vlekken op de romp, vaak met blaren in het midden ervan, huidafschilfering,
zweren in en rond de mond, keel, neus of aan de geslachtsdelen en ogen; deze ernstige
huiduitslag wordt mogelijk voorafgegaan door koorts en griepachtige symptomen (syndroom
van Stevens-Johnson, toxische epidermale necrolyse).
geelzucht (geelkleuren van huid en ogen)
parkinsonisme, dat zijn klachten die op de ziekte van Parkinson lijken, zoals trillen, moeite
hebben met bewegen (bradykinesie) en stijve spieren
Bijwerkingen die zeer zelden, bij maximaal 1 op de 10.000 personen, kunnen voorkomen
leverfalen
hepatitis (leverontsteking).
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Afhankelijk worden van Lyrica (‘geneesmiddelafhankelijkheid’).
U moet weten dat er bij u bepaalde bijwerkingen, zogenaamde onthoudingsverschijnselen, kunnen
optreden na het stoppen met een korte- of langetermijnbehandeling met Lyrica (zie “Als u stopt met
het gebruik van dit middel”).
U moet onmiddellijk medisch advies inwinnen als u merkt dat uw tong of gezicht begint op te
zwellen of als uw huid rood wordt en er blaarvorming of vervelling begint op te treden.
Bepaalde bijwerkingen zoals slaperigheid kunnen vaker voorkomen, omdat patiënten met
ruggenmergletsel andere geneesmiddelen kunnen gebruiken om bijvoorbeeld pijn of spasticiteit te
behandelen. Deze geneesmiddelen hebben dezelfde bijwerkingen als Lyrica en de ernst van deze
bijwerkingen kan verhoogd zijn bij gelijktijdig gebruik.
102
De volgende bijwerking is gemeld nadat dit middel op de markt is gebracht: moeite met ademhalen,
oppervlakkige ademhaling.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos of de
fles na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is pregabaline. Elke ml bevat 20 mg pregabaline.
De andere stoffen in dit middel zijn: methylparahydroxybenzoaat (E218), propylparahydroxybenzoaat
(E216), watervrij natriumdiwaterstoffosfaat, watervrij dinatriumfosfaat (E339), sucralose (E955)
kunstmatig aardbeienaroma (bevat kleine hoeveelheden ethanol (alcohol)), gezuiverd water.
Hoe ziet Lyrica eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Lyrica 20 mg/ml drank is een heldere kleurloze oplossing in een witte fles met 473 ml drank in een
kartonnen omdoos. De omdoos bevat ook, in een doorzichtige polyethyleen verpakking, een 5 ml
doseerspuit met maatstrepen en een indruk-fles-adapter (PIBA).
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Upjohn EESV, Rivium Westlaan 142, 2909 LD Capelle aan den IJssel, Nederland.
Fabrikant:
Pfizer Service Company BV, Hoge Wei 10, 1930 Zaventem, België
of
Pfizer Innovative Supply Point International BV, Hoge Wei 10, 1930 Zaventem, België
of
Mylan Hungary Kft., Mylan utca 1, Komárom 2900, Hongarije
103
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Mylan EPD bv
Tél/Tel: +32 (0)2 658 61 00
България
Майла½ ЕООД
Тел.: +359 2 44 55 400
Česká republika
Viatris CZ s.r.o.
Tel: +420 222 004 400
Danmark
Viatris ApS
Tlf: +45 28 11 69 32
Deutschland
Viatris Healthcare GmbH
Tel: +49 (0)800 0700 800
Eesti
BGP Products Switzerland GmbH Eesti filiaal
Tel: +372 6363 052
Ελλάδα
UPJOHN HELLAS ΕΠΕ
Τηλ.: +30 2100 100 002
España
Viatris Pharmaceuticals, S.L.U.
Tel: +34 900 102 712
France
Viatris Santé
Tél: +33 (0)4 37 25 75 00
Hrvatska
Mylan Hrvatska d.o.o.
Tel: + 385 1 23 50 599
Ireland
Mylan Ireland Limited
Tel: +353 1 8711600
Ísland
Icepharma hf.
Sími: +354 540 8000
Italia
Viatris Pharma S.r.l.
Tel: +39 02 612 46921
Lietuva
UAB Mylan Healthcare
Tel. +370 52051288
Luxembourg/Luxemburg
Mylan EPD bv
Tél/Tel: +32 (0)2 658 61 00
Magyarország
Mylan EPD Kft.
Tel. + 36 1 465 2100
Malta
Vivian Corporation Ltd.
Tel: +356 21344610
Nederland
Mylan Healthcare BV
Tel: +31 (0)20 426 3300
Norge
Viatris AS
Tlf: +47 66 75 33 00
Österreich
Mylan Österreich GmbH
Tel: +43 1 86390
Polska
Mylan Healthcare Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 546 64 00
Portugal
BGP Products, Unipessoal Lda.
Tel: +351 214 127 256
România
BGP Products SRL
Tel: +40 372 579 000
Slovenija
Viatris d.o.o.
Tel: +386 1 236 31 80
Slovenská republika
Viatris Slovakia s.r.o.
Tel: +421 2 32 199 100
Suomi/Finland
Viatris Oy
Puh./Tel: +358 20 720 9555
104
Κύπρος
GPA Pharmaceuticals Ltd
Τηλ: +357 22863100
Latvija
Mylan Healthcare SIA
Tel: +371 676 055 80
Sverige
Viatris AB
Tel: +46 (0)8 630 19 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Mylan IRE Healthcare Limited
Tel: +353 18711600
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
105

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 25 mg harde capsules
Lyrica 50 mg harde capsules
Lyrica 75 mg harde capsules
Lyrica 100 mg harde capsules
Lyrica 150 mg harde capsules
Lyrica 200 mg harde capsules
Lyrica 225 mg harde capsules
Lyrica 300 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Lyrica 25 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 25 mg pregabaline.
Lyrica 50 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 50 mg pregabaline.
Lyrica 75 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 75 mg pregabaline.
Lyrica 100 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 100 mg pregabaline.
Lyrica 150 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 150 mg pregabaline.
Lyrica 200 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 200 mg pregabaline.
Lyrica 225 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 225 mg pregabaline.
Lyrica 300 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 300 mg pregabaline.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Lyrica 25 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 35 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 50 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 70 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 75 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 8,25 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 100 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 11 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 150 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 16,50 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 225 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 24,75 mg lactosemonohydraat.
Lyrica 300 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat ook 33 mg lactosemonohydraat.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule
Lyrica 25 mg harde capsules
Wit, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en 'PGN 25' op het onderste deel van de capsule in
zwarte inkt.
Lyrica 50 mg harde capsules
Wit, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en 'PGN 50' op het onderste deel van de capsule in
zwarte inkt. Het onderste deel is eveneens gemarkeerd met een zwarte band.
Lyrica 75 mg harde capsules
Wit en oranje, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en 'PGN 75' op het onderste deel van de
capsule in zwarte inkt.
Lyrica 100 mg harde capsules
Oranje, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en 'PGN 100' op het onderste deel van de capsule
in zwarte inkt.
Lyrica 150 mg harde capsules
Wit, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en 'PGN 150' op het onderste deel van de capsule in
zwarte inkt.
Lyrica 200 mg harde capsules
Lichtoranje, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en 'PGN 200' op het onderste deel van de
capsule in zwarte inkt.
Lyrica 225 mg harde capsules
Wit en lichtoranje, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en 'PGN 225' op het onderste deel van
de capsule in zwarte inkt.
Lyrica 300 mg harde capsules
Wit en oranje, met opdruk 'Pfizer'op het bovenste deel en 'PGN 300' op het onderste deel van de
capsule in zwarte inkt.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Neuropathische pijn
Lyrica is geïndiceerd voor de behandeling van perifere en centrale neuropathische pijn bij
volwassenen.
Gegeneraliseerde angststoornis
Lyrica is geïndiceerd voor de behandeling van gegeneraliseerde angststoornis (GAD) bij volwassenen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Het doseringsgebied is 150 tot 600 mg per dag, te verdelen over twee of drie gelijke giften.
Neuropathische pijn
De behandeling met pregabaline kan geïnitieerd worden met een dosering van 150 mg per dag
verdeeld over twee of drie doses. Afhankelijk van de individuele reactie en tolerantie van de patiënt,
kan de dosis na een periode van 3 tot 7 dagen worden verhoogd tot 300 mg per dag, en indien nodig,
worden verhoogd na een extra periode van 7 dagen tot een maximale dosis van 600 mg per dag.
Epilepsie
De behandeling met pregabaline kan worden geïnitieerd met een dosering van 150 mg per dag
verdeeld over twee of drie doses. Afhankelijk van de individuele reactie en tolerantie van de patiënt,
kan de dosis na 1 week worden verhoogd tot 300 mg per dag. Na een extra week kan de maximale
dosis van 600 mg per dag worden bereikt.
Gegeneraliseerde angststoornis
Het doseringsgebied is 150 tot 600 mg per dag, te verdelen over twee of drie gelijke giften. De
noodzaak om te behandelen dient regelmatig opnieuw geëvalueerd te worden.
De pregabalinebehandeling kan geïnitieerd worden met een dosering van 150 mg per dag. Afhankelijk
van de individuele reactie en tolerantie van de patiënt, kan de dosis na 1 week verhoogd worden tot
300 mg per dag. Na een extra week kan de dosis verhoogd worden tot 450 mg per dag. De maximale
dosis van 600 mg per dag kan na nog een extra week worden bereikt.
Stopzetten van de pregabalinebehandeling
Indien de behandeling met pregabaline stopgezet dient te worden, is het volgens het huidige klinische
gebruik aanbevolen dit geleidelijk te doen over een periode van minstens 1 week, onafhankelijk van
de indicatie (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
Nierfunctiestoornis
Pregabaline wordt hoofdzakelijk uit de systemische circulatie geëlimineerd door renale excretie als
onveranderde stof. Aangezien de pregabalineklaring recht evenredig is met de creatinineklaring (zie
rubriek 5.2), dient de dosisreductie bij patiënten met een nierfunctiestoornis op individuele basis te
worden bepaald overeenkomstig de creatinineklaring (CLcr), zoals aangegeven in tabel 1, waarbij de
volgende formule wordt gebruikt:
,123 140-leeftijd(jaren) x gewicht (kg)
CL (m
cr
l/min)
(
x
we
voor vrou
0,85
n)

inine
serumcreat
( mo
l/l)

Pregabaline wordt effectief verwijderd uit het plasma door hemodialyse (50% van de stof in 4 uur).
Bij hemodialysepatiënten dient de dagelijkse dosering pregabaline aangepast te worden op basis van
de nierfunctie. Naast de dagelijkse dosering, dient een aanvullende dosis te worden gegeven
onmiddellijk na elke 4 uur durende hemodialysebehandeling (zie tabel 1).
Creatinine-
Doserings-
klaring (CLcr)
Totale dagdosering pregabaline*
schema
(ml/min)
Startdosering
Maximale dosering
(mg/dag)
(mg/dag)
60
150
600
BID of TID
30 - < 60
75
300
BID of TID
15 - < 30
25 ­ 50
150
Eenmaal daags of BID
< 15
25
75
Eenmaal daags
Aanvullende dosis na hemodialyse (mg)
25
100
Enkelvoudige dosis+
TID = drie aparte doses
BID = twee aparte doses
* de totale dagelijkse dosering (mg/dag) dient te worden verdeeld zoals aangegeven bij het doseringsschema om
het aantal mg per inname te verkrijgen
+ de aanvullende dosis is een enkelvoudige supplementaire dosis
Leverfunctiestoornis
Bij patiënten met leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Lyrica bij kinderen jonger dan 12 jaar en adolescenten (12 tot
17 jaar) zijn niet vastgesteld. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubrieken
4.8, 5.1 en 5.2, maar er kan geen doseringsadvies worden gedaan.
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten kan een dosisreductie van pregabaline nodig zijn door een verminderde
nierfunctie (zie rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Lyrica kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Lyrica is alleen voor oraal gebruik.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Diabetische patiënten
Volgens het huidige klinische gebruik kunnen diabetische patiënten die in gewicht toenemen tijdens
de pregabalinebehandeling een aanpassing van hun bloedglucoseverlagende geneesmiddelen nodig
hebben.
Overgevoeligheidsreacties
Er zijn tijdens de post-marketingervaring meldingen geweest van overgevoeligheidsreacties, inclusief
gevallen van angio-oedeem. Pregabaline dient onmiddellijk te worden gestaakt indien zich
symptomen van angio-oedeem voordoen, zoals zwellingen in het gezicht, rondom de mond of in de
bovenste luchtwegen.
Ernstige cutane bijwerkingen (severe cutaneous adverse reactions, SCAR's)
In zeldzame gevallen zijn in verband met de behandeling met pregabaline ernstige cutane
bijwerkingen gemeld, zoals het syndroom van Stevens-Johnson (SJS) en toxische epidermale
necrolyse (TEN), die levensbedreigend of fataal kunnen zijn. Op het moment van voorschrijven
Duizeligheid, slaperigheid, verlies van bewustzijn, verwardheid en geestelijke achteruitgang
Bij de behandeling met pregabaline zijn duizeligheid en slaperigheid opgetreden, wat het optreden
van toevallige verwondingen (door vallen) bij oudere patiënten kan doen toenemen. Er zijn ook post-
marketing meldingen geweest van verlies van bewustzijn, verwardheid en geestelijke achteruitgang.
Daarom dient patiënten aangeraden te worden om voorzichtig te zijn tot ze vertrouwd zijn met de
mogelijke effecten van het geneesmiddel.
Bijwerkingen van het gezichtsvermogen
In gecontroleerde onderzoeken werd bij een groter gedeelte van de patiënten die met pregabaline
werden behandeld in vergelijking met de patiënten die placebo kregen wazig zicht gemeld, dat in een
meerderheid van de gevallen bij het voortzetten van de dosering vanzelf verdween. In klinische
studies waarin oogheelkundige testen werden uitgevoerd, was de incidentie van verminderde
gezichtsscherpte en veranderingen van het gezichtsveld groter in de patiëntengroep die met
pregabaline werd behandeld dan in de placebogroep. De incidentie van fundoscopische veranderingen
was groter in de placebogroep (zie rubriek 5.1).
Tijdens de post-marketingervaring zijn er ook bijwerkingen van het gezichtsvermogen gemeld,
inclusief verlies van het gezichtsvermogen, wazig zicht of andere veranderingen van de
gezichtsscherpte, waarvan de meeste tijdelijk waren. Het staken van de behandeling met pregabaline
kan resulteren in het verdwijnen of verbeteren van deze visuele symptomen.
Nierfalen
Gevallen van nierfalen zijn gemeld en in sommige gevallen leidde stoppen met pregabaline tot
reversibiliteit van deze bijwerking.
Stopzetten van anti-epileptische co-medicatie
Er zijn onvoldoende gegevens bekend met betrekking tot het stopzetten van anti-epileptische co-
medicatie na het bereiken van een controle van de aanvallen met pregabaline in de
combinatietherapie, met als doel monotherapie met pregabaline te bereiken.
Congestief hartfalen
Er zijn post-marketing meldingen geweest van congestief hartfalen bij een aantal patiënten die
pregabaline kregen. Deze reacties werden voornamelijk gezien bij oudere cardiovasculair
gecompromitteerde patiënten tijdens de pregabalinebehandeling voor een neuropathische indicatie.
Pregabaline dient bij deze patiënten met voorzichtigheid te worden gebruikt. Stoppen met pregabaline
kan de reactie vanzelf doen verdwijnen.
Behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
Tijdens de behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
was de incidentie van bijwerkingen in het algemeen, centraal zenuwstelsel-gerelateerde bijwerkingen
en in het bijzonder slaperigheid verhoogd. Dit kan toe te schrijven zijn aan het bijkomend effect van
gelijktijdig toegediende geneesmiddelen (bijv. geneesmiddelen tegen spasticiteit) die nodig zijn voor
deze aandoening. Dit dient overwogen te worden bij het voorschrijven van pregabaline bij deze
aandoening.
Onderdrukte ademhaling
Er zijn meldingen geweest van ernstige onderdrukte ademhaling met betrekking tot het gebruik van
pregabaline. Patiënten met een gecompromitteerde ademhalingsfunctie, ademhalings- of
neurologische aandoening, nierfunctiestoornis, gelijktijdig gebruik van CZS-onderdrukkende
geneesmiddelen en ouderen kunnen een verhoogde kans hebben op deze ernstige bijwerking.
Dosisaanpassingen kunnen nodig zijn bij deze patiënten (zie rubriek 4.2).
Patiënten (en hun verzorgers) dienen erop gewezen te worden dat indien er zich tekenen van suïcidale
ideatie of suïcidaal gedrag voordoen er medisch advies ingewonnen dient te worden. Patiënten dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op tekenen van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag en een
geschikte behandeling dient te worden overwogen. In geval van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag
dient stopzetting van de behandeling met pregabaline overwogen te worden.
Verminderde werking van het onderste gedeelte van het maagdarmkanaal
Er zijn post-marketing meldingen van voorvallen die verband houden met een verminderde werking
van het onderste gedeelte van het maagdarmkanaal (bijv. darmobstructie, paralytische ileus,
constipatie) wanneer pregabaline gelijktijdig werd toegediend met geneesmiddelen die constipatie
kunnen veroorzaken zoals opioïde analgetica. Wanneer pregabaline en opioïden samen gebruikt
worden, kunnen maatregelen overwogen worden om constipatie te voorkomen (vooral bij vrouwelijke
patiënten en ouderen).
Gelijktijdig gebruik met opioïden
Voorzichtigheid is geboden bij het voorschrijven van pregabaline gelijktijdig met opioïden vanwege
het risico op onderdrukking van het centraal zenuwstelsel (CZS) (zie rubriek 4.5). In een patiënt-
controle-onderzoek bij opioïdengebruikers, hadden patiënten die pregabaline gelijktijdig met een
opioïde gebruikten, een verhoogd risico op aan opioïden gerelateerd overlijden vergeleken met
patiënten die alleen opioïden gebruikten (gecorrigeerde odds ratio [aOR, adjusted Odds Ratio], 1,68
[95%-BI, 1,19 tot 2,36]). Dit verhoogde risico werd opgemerkt bij lage doses van pregabaline
( 300 mg, aOR 1,52 [95%-BI, 1,04 ­ 2,22]) en er was een tendens voor een groter risico bij hoge
doses van pregabaline (> 300 mg, aOR 2,51 [95%-BI 1,24 ­ 5,06]).
Verkeerd gebruik, kans op misbruik of afhankelijkheid
Pregabaline kan geneesmiddelafhankelijkheid veroorzaken, wat kan optreden bij therapeutische doses.
Gevallen van misbruik en verkeerd gebruik zijn gemeld. Patiënten met een geschiedenis van
middelenmisbruik kunnen een hoger risico op verkeerd gebruik, misbruik en afhankelijkheid van
pregabaline lopen, en pregabaline dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij dergelijke
patiënten. Voordat pregabaline wordt voorgeschreven, dient het risico van de patiënt op verkeerd
gebruik, misbruik of afhankelijkheid zorgvuldig te worden geëvalueerd.
Patiënten die met pregabaline worden behandeld, dienen te worden gecontroleerd op symptomen van
verkeerd gebruik, misbruik of afhankelijkheid van pregabaline, zoals ontwikkeling van tolerantie,
gebruik van meer dan de voorgeschreven dosering en `shopping' zijn gemeld.
Abstinentieverschijnelen
Na stopzetting van korte- en langetermijnbehandeling met pregabaline zijn abstinentieverschijnselen
waargenomen. De volgende verschijnselen zijn gemeld: slapeloosheid, hoofdpijn, misselijkheid,
angst, diarree, griepsyndroom, zenuwachtigheid, depressie, pijn, convulsie, hyperhidrose en
duizeligheid. Het optreden van abstinentieverschijnselen na stopzetting van pregabaline kan wijzen op
geneesmiddelafhankelijkheid (zie rubriek 4.8). De patiënt dient hiervan op de hoogte gebracht te
Convulsies, inclusief status epilepticus en tonisch-clonische aanvallen, kunnen voorkomen tijdens het
gebruik van pregabaline of kort na het stopzetten van de behandeling met pregabaline.
Er zijn gegevens die doen vermoeden dat de incidentie en ernst van de abstinentieverschijnselen na
het staken van een langetermijnbehandeling met pregabaline dosisgerelateerd kunnen zijn.
Encefalopathie
Gevallen van encefalopathie zijn gemeld, voornamelijk bij patiënten met een onderliggende
aandoening die het optreden van encefalopathie kan bespoedigen.
Vrouwen die zwanger kunnen worden/Anticonceptie
Het gebruik van Lyrica tijdens het eerste trimester van de zwangerschap kan ernstige
geboorteafwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind. Pregabaline dient niet tijdens de
zwangerschap te worden gebruikt, tenzij het voordeel voor de moeder duidelijk opweegt tegen het
potentiële risico voor de foetus. Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie
gebruiken tijdens de behandeling (zie rubriek 4.6).
Lactose-intolerantie
Lyrica bevat lactosemonohydraat. Patiënten met zeldzame, erfelijke problemen van galactose-
intolerantie, Lapp-lactase deficiëntie of glucose-galactose malabsorptie mogen dit geneesmiddel niet
innemen.
Natriumgehalte
Lyrica bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per harde capsule. Patiënten die een natriumarm
dieet volgen kunnen worden geïnformeerd dat dit middel in wezen `natriumvrij' is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Aangezien pregabaline voornamelijk onveranderd wordt uitgescheiden in de urine, nagenoeg niet
wordt gemetaboliseerd bij de mens (< 2% van de toegediende dosis wordt als metabolieten in de urine
teruggevonden), in vitro het geneesmiddelenmetabolisme niet remt en niet aan plasma-eiwitten wordt
gebonden, is het onwaarschijnlijk dat het farmacokinetische interacties teweeg zou brengen of er
onderhevig aan zou zijn.
In vivo studies en populatie farmacokinetische studies
Hiermee overeenkomend werden in in vivo studies geen klinisch relevante farmacokinetische
interacties waargenomen tussen pregabaline en fenytoïne, carbamazepine, valproïnezuur, lamotrigine,
gabapentine, lorazepam, oxycodone of ethanol. Uit populatie farmacokinetische studies bleek dat
orale antidiabetica, diuretica, insuline, fenobarbital, tiagabine en topiramaat geen klinisch significant
effect hadden op de pregabalineklaring.
Orale contraceptiva, norethisteron en/of ethinyloestradiol
Gelijktijdige toediening van pregabaline en de orale contraceptiva norethisteron en/of
ethinyloestradiol heeft geen invloed op de 'steady-state' farmacokinetiek van beide bestanddelen.
Tijdens post-marketing ervaring zijn er meldingen geweest van ademhalingsfalen, coma en overlijden
bij patiënten die pregabaline en opioïden gebruikten en/of andere geneesmiddelen die het centraal
zenuwstelsel (CZS) onderdrukken. Pregabaline lijkt een additieve werking te hebben op de verstoring
van de cognitieve en algemene motorische functie, veroorzaakt door oxycodon.
Interacties en ouderen
Er zijn geen specifieke farmacodynamische interactiestudies uitgevoerd bij oudere vrijwilligers.
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vruchtbare vrouwen / Anticonceptie
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de
behandeling (zie rubriek 4.4).
Zwangerschap
Uit experimenteel onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3).
Pregabaline passeert de placenta bij ratten (zie rubriek 5.2). Pregabaline passeert mogelijk de placenta
bij de mens.
Zeer ernstige aangeboren misvormingen
Uit gegevens van een Noord-Europees observationeel onderzoek bij meer dan 2 700 zwangerschappen
die tijdens het eerste trimester waren blootgesteld aan pregabaline bleek een hogere prevalentie van
zeer ernstige aangeboren misvormingen (major congenital malformations, MCM) bij de pediatrische
populatie (levend of doodgeboren) die was blootgesteld aan pregabaline in vergelijking met de
populatie die niet was blootgesteld (5,9% vs. 4,1%).
Het risico op MCM bij de pediatrische populatie die was blootgesteld aan pregabaline tijdens het
eerste trimester was enigszins hoger vergeleken met de populatie die niet was blootgesteld
(gecorrigeerde prevalentieratio en 95%-betrouwbaarheidsinterval: 1,14 (0,96-1,35)), en vergeleken
met de populatie die was blootgesteld aan lamotrigine (1,29 (1,01-1,65)) of aan duloxetine
(1,39 (1,07-1,82)).
Uit de analyses van specifieke misvormingen bleek een hoger risico op misvormingen van het
zenuwstelsel, de ogen, orofaciale schisis, urinewegmisvormingen en geslachtsorgaanmisvormingen.
Het aantal misvormingen was echter laag en de schattingen waren onnauwkeurig.
Lyrica dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk (wanneer het
voordeel voor de moeder duidelijk opweegt tegen het potentiële risico voor de foetus).
Borstvoeding
Pregabaline wordt uitgescheiden in de moedermelk (zie rubriek 5.2). Niet bekend is welk effect
pregabaline op pasgeborenen/zuigelingen heeft. Er moet worden besloten of borstvoeding moet
worden gestaakt of dat behandeling met pregabaline moet worden gestaakt, waarbij het voordeel van
borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten
worden genomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen klinische gegevens over de effecten van pregabaline op de vrouwelijke vruchtbaarheid.
Een vruchtbaarheidsonderzoek bij vrouwelijke ratten heeft nadelige effecten op de reproductie
aangetoond. Vruchtbaarheidsonderzoeken bij mannelijke ratten hebben nadelige effecten op de
reproductie en ontwikkeling aangetoond. De klinische relevantie van deze bevindingen is niet bekend
(zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Lyrica kan een geringe tot matige invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Lyrica kan duizeligheid en slaperigheid veroorzaken en kan derhalve de
rijvaardigheid of het vermogen om machines te gebruiken, beïnvloeden. Patiënten wordt afgeraden
auto te rijden, complexe machines te bedienen of risicovolle activiteiten uit te oefenen, totdat bekend
is of het geneesmiddel de bekwaamheid om deze activiteiten uit te oefenen, beïnvloedt.
4.8
Bijwerkingen
In het klinisch onderzoeksprogramma van pregabaline waren meer dan 8.900 aan pregabaline
blootgestelde patiënten geïncludeerd, waarvan meer dan 5.600 patiënten in dubbelblinde, placebo
gecontroleerde studies. De vaakst gemelde bijwerkingen waren duizeligheid en slaperigheid. De
bijwerkingen waren meestal mild tot matig in intensiteit. In alle gecontroleerde studies was de
discontinueringsgraad door bijwerkingen 12% bij patiënten die pregabaline kregen en 5% bij
patiënten die placebo kregen. De meest voorkomende bijwerkingen die resulteerden in stopzetting van
de pregabalinebehandeling waren duizeligheid en slaperigheid.
In tabel 2 hieronder staan alle bijwerkingen die optraden met een incidentie groter dan die van
placebo en bij meer dan één patiënt, onderverdeeld per klasse en frequentie (zeer vaak ( 1/10); vaak
( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden ( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden
(< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere
frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
De opgesomde bijwerkingen kunnen ook verband houden met het onderliggende ziektebeeld en/of
gelijktijdig toegediende geneesmiddelen.
Tijdens de behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
was de incidentie van bijwerkingen in het algemeen, CZS-gerelateerde bijwerkingen en in het
bijzonder slaperigheid verhoogd (zie rubriek 4.4).
Additionele bijwerkingen die vanuit post-marketing ervaring gemeld zijn, worden in de onderstaande
lijst cursief vermeld.
Tabel 2. Bijwerkingen van pregabaline
Systeem/Orgaanklassen
Bijwerkingen
Infecties en parasitaire aandoeningen
Vaak
nasofaryngitis
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Soms
neutropenie
Immuunsysteemaandoeningen
Soms
overgevoeligheid
Zelden
angio-oedeem, allergische reactie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
toegenomen eetlust
Bijwerkingen
Soms
anorexia, hypoglykemie
Psychische stoornissen
Vaak
euforie, verwarring, geïrriteerdheid, desoriëntatie,
slapeloosheid, afgenomen libido
Soms
hallucinaties, paniekaanvallen, rusteloosheid, agitatie,
depressie, teneergeslagenheid, opgewekte stemming, agressie,
stemmingsschommelingen, depersonalisatie, moeilijk op
woorden kunnen komen, abnormale dromen, toegenomen
libido, anorgasmie, apathie
Zelden
disinhibitie, suïcidaal gedrag, suïcidale ideatie
Niet bekend
geneesmiddelafhankelijkheid
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
duizeligheid, slaperigheid, hoofdpijn
Vaak
ataxie, abnormale coördinatie, tremor, dysartrie, amnesie,
geheugenstoornis, concentratiestoornis, paresthesie,
hypoesthesie, sedatie, evenwichtsstoornis, lethargie
Soms
syncope, stupor, myoclonus, verlies van bewustzijn,
psychomotorische hyperactiviteit, dyskinesie, posturale
duizeligheid, intentie-tremor, nystagmus, cognitieve
functiestoornis, geestelijke stoornis, spraakstoornis,
hyporeflexie, hyperesthesie, brandend gevoel, ageusie, malaise
Zelden
toevallen, parosmie, hypokinesie, dysgrafie, parkinsonisme
Oogaandoeningen
Vaak
wazig zien, diplopie
Soms
perifeer gezichtsverlies, abnormaal zien, oogzwellingen,
gezichtsvelddefecten, verminderde gezichtsscherpte, oogpijn,
asthenopie, fotopsie, droge ogen, verhoogde traanvorming,
oogirritatie
Zelden
verlies van het gezichtsvermogen, keratitis, oscillopsie,
afwijkende visuele diepteperceptie, mydriasis, strabisme,
visuele helderheid
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Vaak
vertigo
Soms
hyperacusis
Hartaandoeningen
Soms
tachycardie, eerstegraads atrioventriculair blok,
sinusbradycardie, congestief hartfalen
Zelden
QT-verlenging, sinustachycardie, sinus-aritmie
Bloedvataandoeningen
Soms
hypotensie, hypertensie, opvliegers, blozen, perifere kou
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms
dyspnoe, epistaxis, hoesten, verstopte neus, rhinitis, snurken,
droge neus
Zelden
longoedeem, toegeknepen keel
Niet bekend
onderdrukte ademhaling
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak
braken, misselijkheid, constipatie, diarree, flatulentie,
abdominale distensie, droge mond
Soms
gastro-oesofagale refluxaandoening, toegenomen
speekselproductie, orale hypoestesie
Zelden
ascites, pancreatitis, gezwollen tong, dysfagie
Bijwerkingen
Lever- en galaandoeningen
Soms
verhoogde leverenzymen*
Zelden
geelzucht
Zeer zelden
leverfalen, hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Soms
papuleuse huiduitslag, urticaria, hyperhidrose, jeuk
Zelden
toxische epidermale necrolyse, syndroom van Stevens-
Johnson,
angstzweet
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak
spierkramp, artralgie, rugpijn, pijn in ledematen, cervicaal
spasme
Soms
zwelling van gewrichten, myalgie, spiercontracties, nekpijn,
spierstijfheid
Zelden
rabdomyolyse
Nier- en urinewegaandoeningen
Soms
urine-incontinentie, dysurie
Zelden
nierfalen, oligurie, urineretentie
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Vaak
erectiele disfunctie
Soms
seksuele disfunctie, vertraagde ejaculatie, dysmenorroe, pijn in
de borst
Zelden
amenorroe, galactorroe, groter worden van de borsten,
gynaecomastie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
perifeer oedeem, oedeem, abnormale gang, vallen, een dronken
gevoel hebben, zich abnormaal voelen, vermoeidheid
Soms
gegeneraliseerd oedeem, gezichtsoedeem, beklemd gevoel op
de borst, pijn, koorts, dorst, koude rillingen, asthenie
Onderzoeken
Vaak
gewichtstoename
Soms
verhoogd creatininefosfokinase in het bloed, verhoogd glucose
in het bloed, afname van het aantal bloedplaatjes, verhoogd
creatinine in het bloed, verlaagd kalium in het bloed,
gewichtsafname
Zelden
afname van het aantal witte bloedcellen
* Verhoogd alanineaminotransferase (ALAT), verhoogd aspartaataminotransferase (ASAT).
Na stopzetting van korte- en langetermijnbehandelingen met pregabaline zijn
abstinentieverschijnselen waargenomen. De volgende verschijnselen zijn gemeld: slapeloosheid,
hoofdpijn, misselijkheid, angst, diarree, griepsyndroom, convulsies, zenuwachtigheid, depressie, pijn,
hyperhidrose en duizeligheid. Deze verschijnselen kunnen wijzen op geneesmiddelafhankelijkheid.
De patiënt dient hiervan op de hoogte gebracht te worden bij het begin van de behandeling. Er zijn
gegevens die doen vermoeden dat de incidentie en ernst van de abstinentieverschijnselen na het staken
van een langetermijnbehandeling met pregabaline dosisgerelateerd kunnen zijn (zie rubrieken 4.2 en
4.4).
Pediatrische patiënten
Het veiligheidsprofiel van pregabaline in vijf onderzoeken met kinderen bij patiënten met partiële
epilepsie met of zonder secundaire gegeneraliseerde aanvallen (onderzoek van 12 weken naar
werkzaamheid en veiligheid bij patiënten in de leeftijd van 4 tot 16 jaar, n=295; onderzoek van
14 dagen naar werkzaamheid en veiligheid bij patiënten in de leeftijd van 1 maand tot jonger dan
4 jaar, n=175; onderzoek naar farmacokinetiek en verdraagbaarheid, n=65; en twee 1-jarige open-
label vervolgonderzoeken naar veiligheid, n=54 en n=431) was vergelijkbaar met het profiel in de
onderzoeken met volwassen patiënten met epilepsie. De meest voorkomende bijwerkingen die zijn
waargenomen in het onderzoek van 12 weken met pregabalinebehandeling waren slaperigheid,
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
De meest gemelde bijwerkingen die tijdens post-marketing ervaring zijn geobserveerd bij inname van
een overdosis pregabaline waren slaperigheid, verwardheid, agitatie en rusteloosheid. Epileptische
aanvallen werden ook gemeld.
Er zijn zeldzame gevallen van coma gemeld.
De behandeling van een overdosis met pregabaline dient te bestaan uit algemene ondersteunende
maatregelen en kan indien nodig hemodialyse bevatten (zie rubriek 4.2, Tabel 1).
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-epileptica, andere anti-epileptica, ATC-code: N03AX16.
Het werkzame bestanddeel pregabaline is een gamma-aminoboterzuur-analoog
[(S)-3-(aminomethyl)-5-methylhexaanzuur].
Werkingsmechanisme
Pregabaline bindt zich aan een auxiliaire subeenheid (2- eiwit) van spanningsafhankelijke
calciumkanalen in het centrale zenuwstelsel.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Neuropathische pijn
Werkzaamheid is aangetoond in onderzoeken met diabetische neuropathie, post-herpetische neuralgie
en ruggenmergletsel. De werkzaamheid is niet bestudeerd in andere modellen van neuropathische
pijn.
Pregabaline is onderzocht in 10 gecontroleerde klinische onderzoeken die tot 13 weken duurden met
een tweemaaldaagse dosering (BID) en in studies die tot 8 weken duurden met een driemaaldaagse
dosering (TID). Over het algemeen waren de veiligheids- en werkzaamheidsprofielen voor de BID en
TID doseringsschema's gelijk.
In klinische studies naar zowel perifere als centrale neuropathische pijn die tot 12 weken duurden,
werd een pijnreductie waargenomen in week 1 en deze bleef behouden gedurende de volledige
behandelingsperiode.
In gecontroleerde klinische studies naar perifere neuropathische pijn ervaarde 35% van de met
pregabaline behandelde patiënten en 18% van de patiënten op placebo een verbetering van 50% in de
pijnscore. Voor patiënten die geen slaperigheid ervaarden, werd een dergelijke verbetering
waargenomen bij 33% van de met pregabaline behandelde patiënten en bij 18% van de patiënten op
In gecontroleerde klinische studies naar centrale neuropathische pijn ervaarde 22% van de met
pregabaline behandelde patiënten en 7% van de patiënten op placebo een verbetering van 50% in de
pijnscore.
Epilepsie
Aanvullende behandeling
Pregabaline is onderzocht in 3 gecontroleerde onderzoeken van 12 weken, zowel BID als TID
toegediend. Over het algemeen waren de veiligheids- en werkzaamheidsprofielen voor de BID en TID
doseringsschema's gelijk.
Een vermindering in aanvalsfrequentie werd waargenomen in week 1.
Pediatrische patiënten
De werkzaamheid en veiligheid van pregabaline als adjuvante therapie voor epilepsie bij pediatrische
patiënten jonger dan 12 jaar en adolescenten zijn niet vastgesteld. De bijwerkingen in een onderzoek
naar farmacokinetiek en verdraagbaarheid met patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 16 jaar
(n=65) met partieel beginnende aanvallen waren vergelijkbaar met de bijwerkingen bij volwassenen.
De resultaten van een placebogecontroleerd onderzoek van 12 weken bij 295 pediatrische patiënten in
de leeftijd van 4 tot 16 jaar en een placebogecontroleerd onderzoek van 14 dagen bij 175 pediatrische
patiënten in de leeftijd van 1 maand tot jonger dan 4 jaar, die werden uitgevoerd om de werkzaamheid
en veiligheid van pregabaline als adjuvante therapie voor de behandeling van partieel beginnende
aanvallen te beoordelen, en twee 1-jarige open-label veiligheidsonderzoeken met respectievelijk 54 en
431 pediatrische patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 16 jaar met epilepsie wijzen erop dat de
bijwerkingen pyrexie en bovensteluchtweginfecties vaker werden gezien dan in onderzoeken met
volwassen patiënten met epilepsie (zie rubrieken 4.2, 4.8 en 5.2).
In het placebogecontroleerd onderzoek van 12 weken werden pediatrische patiënten (in de leeftijd van
4 tot 16 jaar) toegewezen aan pregabaline 2,5 mg/kg/dag (maximaal 150 mg/dag), pregabaline
10 mg/kg/dag (maximaal 600 mg/dag) of placebo. Het percentage van patiënten met een reductie van
minstens 50% van partieel beginnende aanvallen ten opzichte van de baseline bedroeg 40,6% bij de
patiënten die behandeld werden met pregabaline 10 mg/kg/dag (p=0,0068 versus placebo), 29,1% bij
de patiënten die behandeld werden met pregabaline 2,5 mg/kg/dag (p=0,2600 versus placebo) en
22,6% bij deze die behandeld werden met placebo.
In het placebogecontroleerd onderzoek van 14 dagen werden pediatrische patiënten (in de leeftijd van
1 maand tot jonger dan 4 jaar) toegewezen aan pregabaline 7 mg/kg/dag, pregabaline 14 mg/kg/dag of
placebo. De mediane aanvalsfrequenties per 24 uur bij baseline en bij het laatste bezoek bedroegen
respectievelijk 4,7 en 3,8 voor pregabaline 7 mg/kg/dag, 5,4 en 1,4 voor pregabaline 14 mg/kg/dag en
2,9 en 2,3 voor placebo. Pregabaline 14 mg/kg/dag verminderde de log-getransformeerde frequentie
van partieel beginnende aanvallen significant in vergelijking met placebo (p=0,0223); pregabaline
7 mg/kg/dag vertoonde geen verbetering ten opzichte van placebo.
In een placebogecontroleerd onderzoek van 12 weken bij patiënten met primaire gegeneraliseerde
tonisch-klonische (PGTC) aanvallen, werden 219 patiënten (in de leeftijd van 5 tot 65 jaar, waarvan
66 in de leeftijd van 5 tot 16 jaar) toegewezen aan pregabaline 5 mg/kg/dag (maximaal 300 mg/dag),
10 mg/kg/dag (maximaal 600 mg/dag) of placebo als adjuvante therapie. Het percentage van patiënten
met een reductie van minstens 50% van PGTC-aanvallen bedroeg respectievelijk 41,3%, 38,9% en
41,7% voor pregabaline 5 mg/kg/dag, pregabaline 10 mg/kg/dag en placebo.
Gegeneraliseerde angststoornis
Pregabaline is onderzocht in 6 gecontroleerde onderzoeken van 4 tot 6 weken, in een studie met
ouderen van 8 weken en in een langetermijn terugval preventiestudie met een dubbelblinde terugval
preventie fase van 6 maanden.
Een verlichting van de symptomen van GAD, zoals weergegeven door de Hamilton Anxiety Rating
Scale (HAM-A), werd waargenomen in week 1.
In gecontroleerde klinische onderzoeken (van 4 tot 8 weken), vertoonden 52% van de met pregabaline
behandelde patiënten en 38% van de patiënten op placebo een verbetering van minstens 50% in de
HAM-A totale score van baseline tot eindpunt.
In gecontroleerde studies werd bij een groter gedeelte van de patiënten die met pregabaline werden
behandeld in vergelijking met de patiënten die placebo kregen wazig zicht gemeld, dat in een
meerderheid van de gevallen bij het voortzetten van de dosering vanzelf verdween. Oogheelkundige
testen (inclusief gezichtsscherptetesten, uitgebreide gezichtsveldstesten en uitgebreid fundoscopisch
onderzoek) zijn uitgevoerd bij meer dan 3600 patiënten binnen gecontroleerde klinische studies. Van
deze patiënten was de gezichtsscherpte gereduceerd bij 6,5% van de met pregabaline behandelde
patiënten en bij 4,8% van de met placebo behandelde patiënten. Veranderingen van het gezichtsveld
werden waargenomen bij 12,4% van de met pregabaline behandelde patiënten en bij 11,7% van de
met placebo behandelde patiënten. Fundoscopische veranderingen werden geobserveerd bij 1,7% van
de met pregabaline behandelde patiënten en bij 2,1% van de met placebo behandelde patiënten.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De steady-state farmacokinetiek van pregabaline is vergelijkbaar bij gezonde vrijwilligers, patiënten
met epilepsie die anti-epileptica gebruiken en patiënten met chronische pijn.
Absorptie
Pregabaline wordt snel opgenomen indien toegediend op een nuchtere maag met piekplasma-
concentraties die binnen 1 uur na zowel éénmalige als herhaalde toediening optreden. De orale
biologische beschikbaarheid van pregabaline wordt geschat op 90% en is dosis-onafhankelijk. Na
herhaalde toediening wordt een steady-state bereikt binnen de 24 tot 48 uur. De absorptiesnelheid van
pregabaline neemt af bij toediening met voedsel, waardoor de Cmax daalt met ongeveer 25-30% en de
tmax met ongeveer 2,5 uur wordt vertraagd. De toediening van pregabaline met voedsel heeft evenwel
geen klinisch significante invloed op de mate van absorptie van pregabaline.
Distributie
Uit preklinische studies is gebleken dat pregabaline de bloed-hersenbarrière passeert bij muizen,
ratten en apen. Pregabaline passeert de placenta bij ratten en is aanwezig in de melk van lacterende
ratten. Het schijnbare verdelingsvolume van pregabaline na orale toediening bij de mens bedraagt
ongeveer 0,56 l/kg. Pregabaline wordt niet aan plasma-eiwitten gebonden.
Biotransformatie
Pregabaline wordt bij de mens nagenoeg niet gemetaboliseerd. Na een dosis van radioactief gemerkt
pregabaline wordt ongeveer 98% van de radioactiviteit teruggevonden in de urine als onveranderd
pregabaline. Het N-gemethyleerde derivaat van pregabaline, de belangrijkste metaboliet van
pregabaline die in de urine wordt teruggevonden, was verantwoordelijk voor 0,9% van de dosis. In
preklinische studies waren er geen aanwijzingen voor racemisatie van het S-enantiomeer van
pregabaline tot het R-enantiomeer.
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van pregabaline is lineair over het aanbevolen dagelijkse doseringsinterval. De
inter-individuele farmacokinetische variabiliteit voor pregabaline is laag (< 20%). De farmacokinetiek
na herhaalde toediening is voorspelbaar op basis van de gegevens na éénmalige toediening. Daarom is
het niet noodzakelijk om routinematig de plasmaconcentraties van pregabaline te monitoren.
Geslacht
Klinische studies tonen aan dat de plasmaconcentraties van pregabaline niet klinisch significant
worden beïnvloed door het geslacht.
Nierfunctiestoornis
De klaring van pregabaline is recht evenredig met de creatinineklaring. Daarnaast wordt pregabaline
doeltreffend verwijderd uit het plasma door hemodialyse (na een 4 uur durende hemodialyse zijn de
plasmapregabalineconcentraties tot ongeveer 50% gereduceerd). Omdat renale eliminatie de
voornaamste eliminatieweg is, is dosisreductie en een extra toediening na afloop van de hemodialyse
bij patiënten met nierfunctiestoornissen noodzakelijk (zie rubriek 4.2, tabel 1).
Leverfunctiestoornis
Er zijn geen specifieke farmacokinetische studies uitgevoerd bij patiënten met een
leverfunctiestoornis. Aangezien pregabaline geen significante metabolisatie ondergaat en
voornamelijk wordt uitgescheiden als onveranderde stof in de urine, wordt niet verwacht dat een
gestoorde leverfunctie een significante verandering van de pregabaline plasmaconcentraties teweeg
zou brengen.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetische eigenschappen van pregabaline zijn in een onderzoek naar farmacokinetiek en
verdraagbaarheid beoordeeld bij pediatrische patiënten met epilepsie (leeftijdsgroepen: 1 tot
23 maanden, 2 tot 6 jaar, 7 tot 11 jaar en 12 tot 16 jaar) bij een dosis van 2,5, 5, 10 en 15 mg/kg/dag.
Na orale toediening van pregabaline aan pediatrische patiënten in nuchtere toestand was over het
algemeen de tijd tot het bereiken van de piekplasmaconcentratie voor de hele leeftijdsgroep
vergelijkbaar. De piekplasmaconcentratie deed zich voor 0,5 tot 2 uur na toediening van de dosis.
Cmax en AUC voor pregabaline namen binnen elke leeftijdsgroep lineair toe met de dosis. AUC was
30% lager bij pediatrische patiënten met een gewicht lager dan 30 kg als gevolg van een 43% hogere
klaring aangepast aan lichaamsgewicht bij deze patiënten in vergelijking met patiënten die 30 kg
wogen.
De terminale halfwaardetijd van pregabaline bedroeg gemiddeld circa 3 tot 4 uur bij pediatrische
patiënten tot 6 jaar, en 4 tot 6 uur bij pediatrische patiënten van 7 jaar en ouder.
Uit de farmacokinetische analyse van de populatie bleek dat de creatinineklaring een significante
covariabele was voor de orale klaring van pregabaline en dat lichaamsgewicht een significante
covariabele was voor het kennelijke orale distributievolume van pregabaline. Deze verbanden waren
bij pediatrische en volwassen patiënten vergelijkbaar.
De farmacokinetische eigenschappen van pregabaline bij patiënten jonger dan 3 maanden zijn niet
onderzocht (zie rubrieken 4.2, 4.8 en 5.1).
Moeders die borstvoeding geven
De farmacokinetiek van 150 mg pregabaline, toegediend elke 12 uur (dagelijkse dosis 300 mg) werd
beoordeeld bij 10 vrouwen die borstvoeding gaven, minimaal 12 weken post partum. Het geven van
borstvoeding had weinig tot geen invloed op de farmacokinetiek van pregabaline. Pregabaline werd
uitgescheiden in de moedermelk, waarbij de gemiddelde steady-state concentraties circa 76%
bedroegen van die in maternaal plasma. De geschatte zuigelingendosis uit moedermelk (uitgaande van
een gemiddelde melkconsumptie van 150 ml/kg/dag) bij vrouwen die 300 mg/dag of de maximale
dosis van 600 mg/dag krijgen, zou respectievelijk 0,31 of 0,62 mg/kg/dag zijn. Deze geschatte doses
bedragen circa 7% van de totale dagelijkse maternale dosis op mg/kg-basis.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In gebruikelijke farmacologische veiligheidsstudies bij dieren werd pregabaline goed verdragen bij
klinisch relevante doseringen. In herhaalde dosis toxiciteitsstudies bij ratten en apen werden effecten
op het CZS waargenomen waaronder hypoactiviteit, hyperactiviteit en ataxie. Een verhoogde
incidentie van retinale atrofie, frequent waargenomen bij oude albinoratten, werd gezien na
langdurige blootstelling aan pregabaline van 5 maal de gemiddelde humane blootstelling bij
toediening van de maximaal aanbevolen klinische dosering.
Pregabaline was niet teratogeen bij muizen, ratten of konijnen. Foetale toxiciteit bij ratten en konijnen
trad slechts op bij blootstellingen die ruim boven de humane blootstelling lagen. In prenatale/
postnatale toxiciteitsstudies induceerde pregabaline ontwikkelingstoxiciteit bij de nakomelingen van
ratten blootgesteld aan > 2 maal de maximale aanbevolen blootstelling bij de mens.
Bijwerkingen op de vruchtbaarheid van mannelijke en vrouwelijke ratten werden alleen opgemerkt bij
blootstellingen die ruimschoots de therapeutische blootstelling overschreden. De bijwerkingen op de
mannelijke voortplantingsorganen en de spermaparameters waren reversibel en traden alleen op bij
blootstellingen die ruimschoots de therapeutische blootstelling overschreden of waren geassocieerd
met spontane degeneratieve processen van de mannelijke voortplantingsorganen bij de rat. Om deze
reden werden deze bijwerkingen als weinig of niet klinisch relevant beschouwd.
Pregabaline is niet genotoxisch, gebaseerd op de resultaten van een reeks van in vitro en in vivo
testen.
Bij ratten en muizen werden twee jaar durende carcinogeniteitsstudies met pregabaline uitgevoerd. Bij
ratten werden geen tumoren waargenomen bij blootstellingen tot 24 maal de gemiddelde humane
blootstelling bij de maximale aanbevolen klinische dosis van 600 mg/dag. Bij muizen werd geen
toegenomen incidentie van tumoren gevonden bij blootstellingen gelijk aan de humane blootstelling,
maar een toegenomen incidentie van hemangiosarcoom werd waargenomen bij hogere blootstellingen.
Bij het niet-genotoxische mechanisme van pregabaline-geïnduceerde tumorvorming bij muizen zijn
veranderingen in de bloedplaatjes en een geassocieerde proliferatie van endotheelcellen betrokken.
Gebaseerd op korte en beperkte lange termijn klinische gegevens waren deze veranderingen in de
bloedplaatjes niet aanwezig bij ratten of mensen. Er zijn geen aanwijzingen die een geassocieerd
risico voor de mens suggereren.
Bij juveniele ratten verschilde de toxiciteit kwalitatief niet van deze waargenomen bij volwassen
ratten. Juveniele ratten zijn echter gevoeliger. Bij therapeutische blootstellingen waren er
aanwijzingen voor centrale klinische verschijnselen van hyperactiviteit en tandenknarsen en enkele
groeiveranderingen (voorbijgaande onderdrukking van de gewichtstoename). Effecten op de
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Lyrica 25 mg, 50 mg, 150 mg harde capsules
Capsule-inhoud:
lactosemonohydraat
maïszetmeel
talk
Capsulewand:
gelatine
titaniumdioxide (E171)
natriumlaurylsulfaat
anhydrisch colloïdaal siliciumdioxide
gezuiverd water
Drukinkt:
schellak
ijzeroxide zwart (E172)
propyleenglycol
natriumhydroxide
Lyrica 75 mg, 100 mg, 200 mg, 225 mg, 300 mg harde capsules
Capsule-inhoud:
lactosemonohydraat
maïszetmeel
talk
Capsulewand:
gelatine
titaniumdioxide (E171)
natriumlaurylsulfaat
anhydrisch colloïdaal siliciumdioxide
gezuiverd water
ijzeroxide rood (E172)
Drukinkt:
schellak
ijzeroxide zwart (E172)
propyleenglycol
kaliumhydroxide
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
Houdbaarheid
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Lyrica 25 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 21, 56, 84, 100 of 112 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
HDPE fles met 200 harde capsules.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 50 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 21, 56, 84 of 100 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 75 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 56, 70, 100 of 112 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
HDPE fles met 200 harde capsules.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 100 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 21, 84 of 100 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 150 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 56, 100 of 112 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
HDPE fles met 200 harde capsules.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 200 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 21, 84 of 100 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 225 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 56 of 100 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Lyrica 300 mg harde capsules
PVC/Aluminium blisters met 14, 56, 100 of 112 harde capsules.
100 x 1 harde capsules in PVC/Aluminium geperforeerde eenheidsblisterverpakking.
HDPE fles met 200 harde capsules.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Lyrica 25 mg harde capsules
EU/1/04/279/001-005
EU/1/04/279/026
EU/1/04/279/036
EU/1/04/279/046
Lyrica 50 mg harde capsules
EU/1/04/279/006-010
EU/1/04/279/037
Lyrica 75 mg harde capsules
EU/1/04/279/011-013
EU/1/04/279/027
EU/1/04/279/030
EU/1/04/279/038
EU/1/04/279/045
Lyrica 100 mg harde capsules
EU/1/04/279/014-016
EU/1/04/279/039
Lyrica 150 mg harde capsules
EU/1/04/279/017-019
EU/1/04/279/028
EU/1/04/279/031
EU/1/04/279/040
Lyrica 200 mg harde capsules
EU/1/04/279/020-022
EU/1/04/279/041
Lyrica 225 mg harde capsules
EU/1/04/279/033-035
EU/1/04/279/042
Lyrica 300 mg harde capsules
EU/1/04/279/023-025
EU/1/04/279/029
EU/1/04/279/032
EU/1/04/279/043
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 06 juli 2004
Datum van laatste verlenging: 29 mei 2009
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 20 mg/ml drank
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml bevat 20 mg pregabaline.
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke ml bevat ook 1,3 mg methylparahydroxybenzoaat (E218), 0,163 mg propylparahydroxybenzoaat
(E216).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Drank
Heldere kleurloze vloeistof.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Neuropathische pijn
Lyrica is geïndiceerd voor de behandeling van perifere en centrale neuropathische pijn bij
volwassenen.
Epilepsie
Lyrica is geïndiceerd als adjuvante therapie bij volwassenen met partiële epilepsie met of zonder
secundaire gegeneraliseerde aanvallen.
Gegeneraliseerde angststoornis
Lyrica is geïndiceerd voor de behandeling van gegeneraliseerde angststoornis (GAD) bij volwassenen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Het doseringsgebied is 150 tot 600 mg (7,5 tot 30 ml) per dag, te verdelen over twee of drie gelijke
giften.
Neuropathische pijn
De behandeling met pregabaline kan geïnitieerd worden met een dosering van 150 mg (7,5 ml) per
dag verdeeld over twee of drie doses. Afhankelijk van de individuele reactie en tolerantie van de
patiënt, kan de dosis na een periode van 3 tot 7 dagen worden verhoogd tot 300 mg (15 ml) per dag,
en indien nodig, worden verhoogd na een extra periode van 7 dagen tot een maximale dosis van
600 mg (30 ml) per dag.
Epilepsie
De behandeling met pregabaline kan worden geïnitieerd met een dosering van 150 mg (7,5 ml) per
dag verdeeld over twee of drie doses. Afhankelijk van de individuele reactie en tolerantie van de
patiënt, kan de dosis na 1 week worden verhoogd tot 300 mg (15 ml) per dag. Na een extra week kan
de maximale dosis van 600 mg (30 ml) per dag worden bereikt.
Stopzetten van de pregabalinebehandeling
Indien de behandeling met pregabaline stopgezet dient te worden, is het volgens het huidige klinische
gebruik aanbevolen dit geleidelijk te doen over een periode van minstens 1 week, onafhankelijk van
de indicatie (zie rubrieken 4.4 en 4.8).
Nierfunctiestoornis
Pregabaline wordt hoofdzakelijk uit de systemische circulatie geëlimineerd door renale excretie als
onveranderde stof. Aangezien de pregabalineklaring recht evenredig is met de creatinineklaring (zie
rubriek 5.2), dient de dosisreductie bij patiënten met een nierfunctiestoornis op individuele basis te
worden bepaald overeenkomstig de creatinineklaring (CLcr), zoals aangegeven in tabel 1, waarbij de
volgende formule wordt gebruikt:
,123 140-leeftijd(jaren) x gewicht (kg)
CL (m
cr
l/min)
(
x
we
voor vrou
0,85
n)

inine
serumcreat
( mo
l/l)

Pregabaline wordt effectief verwijderd uit het plasma door hemodialyse (50% van de stof in 4 uur).
Bij hemodialysepatiënten dient de dagelijkse dosering pregabaline aangepast te worden op basis van
de nierfunctie. Naast de dagelijkse dosering, dient een aanvullende dosis te worden gegeven
onmiddellijk na elke 4 uur durende hemodialysebehandeling (zie tabel 1).
Tabel 1: Pregabaline dosisaanpassingen op basis van de nierfunctie
Creatinine-
Doserings-
klaring (CLcr)
Totale dagdosering pregabaline*
schema
(ml/min)
Startdosering
Maximale dosering
(mg/dag)
(mg/dag)
60
150 (7,5 ml)
600 (30 ml)
BID of TID
30 - < 60
75 (3,75 ml)
300 (15 ml)
BID of TID
15 - < 30
25 ­ 50 (1,25-
150 (7,5 ml)
Eenmaal daags of BID
2,5 ml)
< 15
25 (1,25 ml)
75 (3,75 ml)
Eenmaal daags
Aanvullende dosis na hemodialyse (mg)
25 (1,25 ml)
100 (5 ml)
Enkelvoudige dosis+
TID = drie aparte doses
BID = twee aparte doses
* de totale dagelijkse dosering (mg/dag) dient te worden verdeeld zoals aangegeven bij het doseringsschema om
het aantal mg per inname te verkrijgen
+ de aanvullende dosis is een enkelvoudige supplementaire dosis
Leverfunctiestoornis
Bij patiënten met leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing noodzakelijk (zie rubriek 5.2).
Oudere patiënten
Bij oudere patiënten kan een dosisreductie van pregabaline nodig zijn door een verminderde
nierfunctie (zie rubriek 5.2).
Wijze van toediening
Lyrica kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Lyrica is uitsluitend bestemd voor oraal gebruik.
Een doseerspuit met maatstrepen en een indruk-fles-adapter (PIBA) worden met het product geleverd.
Zie rubriek 6.6 voor informatie over de toediening.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstof(fen).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Diabetische patiënten
Volgens het huidige klinische gebruik kunnen diabetische patiënten die in gewicht toenemen tijdens
de pregabalinebehandeling een aanpassing van hun bloedglucoseverlagende geneesmiddelen nodig
hebben.
Overgevoeligheidsreacties
Er zijn tijdens de post-marketingervaring meldingen geweest van overgevoeligheidsreacties, inclusief
gevallen van angio-oedeem. Pregabaline dient onmiddellijk te worden gestaakt indien zich
symptomen van angio-oedeem voordoen, zoals zwellingen in het gezicht, rondom de mond of in de
bovenste luchtwegen.
Ernstige cutane bijwerkingen (severe cutaneous adverse reactions, SCAR's)
In zeldzame gevallen zijn in verband met de behandeling met pregabaline ernstige cutane
bijwerkingen gemeld, zoals het syndroom van Stevens-Johnson (SJS) en toxische epidermale
necrolyse (TEN), die levensbedreigend of fataal kunnen zijn. Op het moment van voorschrijven
dienen patiënten te worden geïnformeerd over de tekenen en symptomen van die aandoeningen, en zij
moeten nauwlettend worden gecontroleerd op huidreacties. Als er zich tekenen en symptomen
voordoen die duiden op deze reacties, moet het gebruik van pregabaline onmiddellijk worden
stopgezet en dient (al naargelang het geval) een alternatieve behandeling te worden overwogen.
Duizeligheid, slaperigheid, verlies van bewustzijn, verwardheid en geestelijke achteruitgang
Bij de behandeling met pregabaline zijn duizeligheid en slaperigheid opgetreden, wat het optreden
van toevallige verwondingen (door vallen) bij oudere patiënten kan doen toenemen. Er zijn ook post-
marketing meldingen geweest van verlies van bewustzijn, verwardheid en geestelijke achteruitgang.
Daarom dient patiënten aangeraden te worden om voorzichtig te zijn tot ze vertrouwd zijn met de
mogelijke effecten van het geneesmiddel.
Zichtgerelateerde effecten
In gecontroleerde studies werd bij een groter gedeelte van de patiënten die met pregabaline werden
behandeld in vergelijking met de patiënten die placebo kregen wazig zicht gemeld, dat in een
meerderheid van de gevallen bij het voortzetten van de dosering vanzelf verdween. In klinische
studies waarin oogheelkundige testen werden uitgevoerd, was de incidentie van verminderde
gezichtsscherpte en veranderingen van het gezichtsveld groter in de patiëntengroep die met
pregabaline werd behandeld dan in de placebogroep. De incidentie van fundoscopische veranderingen
was groter in de placebogroep (zie rubriek 5.1).
Nierfalen
Gevallen van nierfalen zijn gemeld en in sommige gevallen leidde stoppen met pregabaline tot
reversibiliteit van deze bijwerking.
Stopzetten van anti-epileptische co-medicatie
Er zijn onvoldoende gegevens bekend met betrekking tot het stopzetten van anti-epileptische co-
medicatie na het bereiken van een controle van de aanvallen met pregabaline in de
combinatietherapie, met als doel monotherapie met pregabaline te bereiken.
Congestief hartfalen
Er zijn post-marketing meldingen geweest van congestief hartfalen bij een aantal patiënten die
pregabaline kregen. Deze reacties werden voornamelijk gezien bij oudere cardiovasculair
gecompromitteerde patiënten tijdens de pregabalinebehandeling voor een neuropathische indicatie.
Pregabaline dient bij deze patiënten met voorzichtigheid te worden gebruikt. Stoppen met pregabaline
kan de reactie vanzelf doen verdwijnen.
Behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
Tijdens de behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
was de incidentie van bijwerkingen in het algemeen, centraal zenuwstelsel-gerelateerde bijwerkingen
en in het bijzonder slaperigheid verhoogd. Dit kan toe te schrijven zijn aan het bijkomend effect van
gelijktijdig toegediende geneesmiddelen (bijv. geneesmiddelen tegen spasticiteit) die nodig zijn voor
deze aandoening. Dit dient overwogen te worden bij het voorschrijven van pregabaline bij deze
aandoening.
Onderdrukte ademhaling
Er zijn meldingen geweest van ernstige onderdrukte ademhaling met betrekking tot het gebruik van
pregabaline. Patiënten met een gecompromitteerde ademhalingsfunctie, ademhalings- of
neurologische aandoening, nierfunctiestoornis, gelijktijdig gebruik van CZS-onderdrukkende
geneesmiddelen en ouderen kunnen een verhoogde kans hebben op deze ernstige bijwerking.
Dosisaanpassingen kunnen nodig zijn bij deze patiënten (zie rubriek 4.2).
Suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag
Het optreden van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag is gemeld bij patiënten die behandeld werden
met anti-epileptica bij verschillende indicaties. Een meta-analyse van gerandomiseerde
placebogecontroleerde onderzoeken met anti-epileptica laat ook een kleine toename van het risico
zien op suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag. Het mechanisme achter dit risico is niet bekend.
Gevallen van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag zijn waargenomen bij patiënten die werden
behandeld met pregabaline tijdens de post-marketingervaring (zie rubriek 4.8). Een epidemiologisch
onderzoek met een zelfgecontroleerde onderzoeksopzet (intra-individuele vergelijking van
behandelingsperioden met perioden zonder behandeling) heeft aanwijzingen opgeleverd voor een
verhoogd risico van nieuw ontstaan van suïcidaal gedrag en overlijden door zelfmoord bij patiënten
die met pregabaline werden behandeld.
Patiënten (en hun verzorgers) dienen erop gewezen te worden dat indien er zich tekenen van suïcidale
ideatie of suïcidaal gedrag voordoen er medisch advies ingewonnen dient te worden. Patiënten dienen
nauwkeurig gecontroleerd te worden op tekenen van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag en een
geschikte behandeling dient te worden overwogen. In geval van suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag
dient stopzetting van de behandeling met pregabaline overwogen te worden.
Verminderde werking van het onderste gedeelte van het maagdarmkanaal
Gelijktijdig gebruik met opioïden
Voorzichtigheid is geboden bij het voorschrijven van pregabaline gelijktijdig met opioïden vanwege
het risico op onderdrukking van het centraal zenuwstelsel (CZS) (zie rubriek 4.5). In een patiënt-
controle-onderzoek bij opioïdengebruikers, hadden patiënten die pregabaline gelijktijdig met een
opioïde gebruikten, een verhoogd risico op aan opioïden gerelateerd overlijden vergeleken met
patiënten die alleen opioïden gebruikten (gecorrigeerde odds ratio [aOR, adjusted Odds Ratio], 1,68
[95%-BI, 1,19 tot 2,36]). Dit verhoogde risico werd opgemerkt bij lage doses van pregabaline
( 300 mg, aOR 1,52 [95%-BI, 1,04 ­ 2,22]) en er was een tendens voor een groter risico bij hoge
doses van pregabaline (> 300 mg, aOR 2,51 [95%-BI 1,24 ­ 5,06]).
Verkeerd gebruik, kans op misbruik of afhankelijkheid
Pregabaline kan geneesmiddelafhankelijkheid veroorzaken, wat kan optreden bij therapeutische doses.
Gevallen van misbruik en verkeerd gebruik zijn gemeld. Patiënten met een geschiedenis van
middelenmisbruik kunnen een hoger risico op verkeerd gebruik, misbruik en afhankelijkheid van
pregabaline lopen, en pregabaline dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij dergelijke
patiënten. Voordat pregabaline wordt voorgeschreven, dient het risico van de patiënt op verkeerd
gebruik, misbruik of afhankelijkheid zorgvuldig te worden geëvalueerd.
Patiënten die met pregabaline worden behandeld, dienen te worden gecontroleerd op symptomen van
verkeerd gebruik, misbruik of afhankelijkheid van pregabaline, zoals ontwikkeling van tolerantie,
gebruik van meer dan de voorgeschreven dosering en `shopping' zijn gemeld.
Abstinentieverschijnelen
Na stopzetting van korte- en langetermijnbehandeling met pregabaline zijn abstinentieverschijnselen
waargenomen. De volgende verschijnselen zijn gemeld: slapeloosheid, hoofdpijn, misselijkheid,
angst, diarree, griepsyndroom, zenuwachtigheid, depressie, pijn, convulsie, hyperhidrose en
duizeligheid. Het optreden van abstinentieverschijnselen na stopzetting van pregabaline kan wijzen op
geneesmiddelafhankelijkheid (zie rubriek 4.8). De patiënt dient hiervan op de hoogte gebracht te
worden bij het begin van de behandeling. Indien de behandeling met pregabaline stopgezet dient te
worden, is het aanbevolen dit geleidelijk te doen over een periode van minstens 1 week, onafhankelijk
van de indicatie (zie rubriek 4.2).
Convulsies, inclusief status epilepticus en tonisch-clonische aanvallen, kunnen voorkomen tijdens het
gebruik van pregabaline of kort na het stopzetten van de behandeling met pregabaline.
Er zijn gegevens die doen vermoeden dat de incidentie en ernst van de abstinentieverschijnselen na
het staken van een langetermijnbehandeling met pregabaline dosisgerelateerd kunnen zijn.
Encefalopathie
Gevallen van encefalopathie zijn gemeld, voornamelijk bij patiënten met een onderliggende
aandoening die het optreden van encefalopathie kan bespoedigen.
Vrouwen die zwanger kunnen worden/Anticonceptie
Het gebruik van Lyrica tijdens het eerste trimester van de zwangerschap kan ernstige
geboorteafwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind. Pregabaline dient niet tijdens de
zwangerschap te worden gebruikt, tenzij het voordeel voor de moeder duidelijk opweegt tegen het
potentiële risico voor de foetus. Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve
anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling (zie rubriek 4.6).
Natriumgehalte
Lyrica bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per maximale dagelijkse dosis van 600 mg (30 ml).
Patiënten die een natriumarm dieet volgen kunnen worden geïnformeerd dat dit middel in wezen
`natriumvrij' is.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Aangezien pregabaline voornamelijk onveranderd wordt uitgescheiden in de urine, nagenoeg niet
wordt gemetaboliseerd bij de mens (< 2% van de toegediende dosis wordt als metabolieten in de urine
teruggevonden), in vitro het geneesmiddelenmetabolisme niet remt en niet aan plasma-eiwitten wordt
gebonden, is het onwaarschijnlijk dat het farmacokinetische interacties teweeg zou brengen of er
onderhevig aan zou zijn.
In vivo studies en populatie farmacokinetische studies
Hiermee overeenkomend werden in in vivo studies geen klinisch relevante farmacokinetische
interacties waargenomen tussen pregabaline en fenytoïne, carbamazepine, valproïnezuur, lamotrigine,
gabapentine, lorazepam, oxycodone of ethanol. Uit populatie farmacokinetische studies bleek dat
orale antidiabetica, diuretica, insuline, fenobarbital, tiagabine en topiramaat geen klinisch significant
effect hadden op de pregabalineklaring.
Orale contraceptiva norethisteron en/of ethinyloestradiol
Gelijktijdige toediening van pregabaline en de orale contraceptiva norethisteron en/of
ethinyloestradiol heeft geen invloed op de 'steady-state' farmacokinetiek van beide bestanddelen.
Geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel beïnvloeden
Pregabaline kan de effecten van ethanol en lorazepam versterken.
Tijdens post-marketing ervaring zijn er meldingen geweest van ademhalingsfalen, coma en overlijden
bij patiënten die pregabaline en opioïden gebruikten en/of andere geneesmiddelen die het centraal
zenuwstelsel (CZS) onderdrukken. Pregabaline lijkt een additieve werking te hebben op de verstoring
van de cognitieve en algemene motorische functie, veroorzaakt door oxycodon.
Interacties en ouderen
Er zijn geen specifieke farmacodynamische interactiestudies uitgevoerd bij oudere vrijwilligers.
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vruchtbare vrouwen/Anticonceptie
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de
behandeling (zie rubriek 4.4).
Zwangerschap
Uit experimenteel onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3).
Pregabaline passeert de placenta bij ratten (zie rubriek 5.2). Pregabaline passeert mogelijk de placenta
bij de mens.
Zeer ernstige aangeboren misvormingen
Uit gegevens van een Noord-Europees observationeel onderzoek bij meer dan 2700 zwangerschappen
die tijdens het eerste trimester waren blootgesteld aan pregabaline bleek een hogere prevalentie van
zeer ernstige aangeboren misvormingen (major congenital malformations, MCM) bij de pediatrische
Het risico op MCM bij de pediatrische populatie die was blootgesteld aan pregabaline tijdens het
eerste trimester was enigszins hoger vergeleken met de populatie die niet was blootgesteld
(gecorrigeerde prevalentieratio en 95%-betrouwbaarheidsinterval: 1,14 (0,96-1,35)), en vergeleken
met de populatie die was blootgesteld aan lamotrigine (1,29 (1,01-1,65)) of aan duloxetine
(1,39 (1,07-1,82)).
Uit de analyses van specifieke misvormingen bleek een hoger risico op misvormingen van het
zenuwstelsel, de ogen, orofaciale schisis, urinewegmisvormingen en geslachtsorgaanmisvormingen.
Het aantal misvormingen was echter laag en de schattingen waren onnauwkeurig.
Lyrica dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk (wanneer het
voordeel voor de moeder duidelijk opweegt tegen het potentiële risico voor de foetus).
Borstvoeding
Pregabaline wordt uitgescheiden in de moedermelk (zie rubriek 5.2). Niet bekend is welk effect
pregabaline op pasgeborenen/zuigelingen heeft. Er moet worden besloten of borstvoeding moet
worden gestaakt of dat behandeling met pregabaline moet worden gestaakt, waarbij het voordeel van
borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten
worden genomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen klinische gegevens over de effecten van pregabaline op de vrouwelijke vruchtbaarheid.
In een klinisch onderzoek om het effect van pregabaline op de spermamotiliteit te evalueren, werden
gezonde mannelijke proefpersonen aan een dosis van 600 mg/dag blootgesteld. Na 3 maanden
behandeling waren er geen effecten op de spermamotiliteit.
Een vruchtbaarheidsonderzoek bij vrouwelijke ratten heeft nadelige effecten op de reproductie
aangetoond. Vruchtbaarheidsonderzoeken bij mannelijke ratten hebben nadelige effecten op de
reproductie en ontwikkeling aangetoond. De klinische relevantie van deze bevindingen is niet bekend
(zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Lyrica kan een geringe tot matige invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Lyrica kan duizeligheid en slaperigheid veroorzaken en kan derhalve de
rijvaardigheid of het vermogen om machines te gebruiken, beïnvloeden. Patiënten wordt afgeraden
auto te rijden, complexe machines te bedienen of risicovolle activiteiten uit te oefenen, totdat bekend
is of het geneesmiddel de bekwaamheid om deze activiteiten uit te oefenen, beïnvloedt.
4.8
Bijwerkingen
In het klinisch onderzoeksprogramma van pregabaline waren meer dan 8.900 aan pregabaline
blootgestelde patiënten geïncludeerd, waarvan meer dan 5.600 patiënten in dubbelblinde, placebo
gecontroleerde studies. De vaakst gemelde bijwerkingen waren duizeligheid en slaperigheid. De
bijwerkingen waren meestal mild tot matig in intensiteit. In alle gecontroleerde studies was de
discontinueringsgraad door bijwerkingen 12% bij patiënten die pregabaline kregen en 5% bij
patiënten die placebo kregen. De meest voorkomende bijwerkingen die resulteerden in stopzetting van
de pregabalinebehandeling waren duizeligheid en slaperigheid.
In tabel 2 hieronder staan alle bijwerkingen die optraden met een incidentie groter dan die van
placebo en bij meer dan één patiënt, onderverdeeld per klasse en frequentie (zeer vaak ( 1/10); vaak
( 1/100 tot < 1/10); soms ( 1/1.000 tot < 1/100); zelden ( 1/10.000 tot < 1/1.000); zeer zelden
De opgesomde bijwerkingen kunnen ook verband houden met het onderliggende ziektebeeld en/of
gelijktijdig toegediende medicatie.
Tijdens de behandeling van centrale neuropathische pijn veroorzaakt door letsel van het ruggenmerg
was de incidentie van bijwerkingen in het algemeen, CZS-gerelateerde bijwerkingen en in het
bijzonder slaperigheid verhoogd (zie rubriek 4.4).
Additionele bijwerkingen die vanuit post-marketing ervaring gemeld zijn, worden in de onderstaande
lijst cursief vermeld.
Tabel 2. Bijwerkingen van pregabaline
Systeem/orgaanklassen
Bijwerkingen
Infecties en parasitaire aandoeningen
Vaak
nasofaryngitis
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Soms
neutropenie
Immuunsysteemaandoeningen
Soms
overgevoeligheid
Zelden
angio-oedeem, allergische reactie
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
toegenomen eetlust
Soms
anorexia, hypoglykemie
Psychische stoornissen
Vaak
euforie, verwarring, geïrriteerdheid, desoriëntatie,
slapeloosheid, afgenomen libido
Soms
hallucinaties, paniekaanvallen, rusteloosheid, agitatie,
depressie, teneergeslagenheid, opgewekte stemming, agressie,
stemmingsschommelingen, depersonalisatie, moeilijk op
woorden kunnen komen, abnormale dromen, toegenomen
libido, anorgasmie, apathie
Zelden
disinhibitie, suïcidaal gedrag, suïcidale ideatie
Niet bekend
geneesmiddelafhankelijkheid
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
duizeligheid, slaperigheid, hoofdpijn
Vaak
ataxie, abnormale coördinatie, tremor, dysartrie, amnesie,
geheugenstoornis, concentratiestoornis, paresthesie,
hypoesthesie, sedatie, evenwichtsstoornis, lethargie
Soms
syncope, stupor, myoclonus, verlies van bewustzijn,
psychomotorische hyperactiviteit, dyskinesie, posturale
duizeligheid, intentie-tremor, nystagmus, cognitieve
functiestoornis, geestelijke stoornis, spraakstoornis,
hyporeflexie, hyperesthesie, brandend gevoel, ageusie, malaise
Zelden
toevallen, parosmie, hypokinesie, dysgrafie, parkinsonisme
Oogaandoeningen
Vaak
wazig zien, diplopie
Soms
perifeer gezichtsverlies, abnormaal zien, oogzwellingen,
gezichtsvelddefecten, verminderde gezichtsscherpte, oogpijn,
asthenopie, fotopsie, droge ogen, verhoogde traanvorming,
oogirritatie
Zelden
verlies van het gezichtsvermogen, keratitis, oscillopsie,
afwijkende visuele diepteperceptie, mydriasis, strabisme,
visuele helderheid
Bijwerkingen
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Vaak
vertigo
Soms
hyperacusis
Hartaandoeningen
Soms
tachycardie, eerstegraads atrioventriculair blok,
sinusbradycardie, congestief hartfalen
Zelden
QT-verlenging, sinustachycardie, sinusaritmie
Bloedvataandoeningen
Soms
hypotensie, hypertensie, opvliegers, blozen, perifere kou
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms
dyspnoe, epistaxis, hoesten, verstopte neus, rhinitis, snurken
droge neus
Zelden
longoedeem, toegeknepen keel
Niet bekend
onderdrukte ademhaling
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak
braken, misselijkheid, constipatie, diarree, flatulentie,
abdominale distensie, droge mond
Soms
gastro-oesofagale refluxaandoening, toegenomen
speekselproductie, orale hypoestesie
Zelden
ascites, pancreatitis, gezwollen tong, dysfagie
Lever- en galaandoeningen
Soms
verhoogde leverenzymen*
Zelden
geelzucht
Zeer zelden
leverfalen, hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Soms
papuleuse huiduitslag, urticaria, hyperhidrose, jeuk
Zelden
toxische epidermale necrolyse, syndroom van Stevens-
Johnson
, angstzweet
Frequentie niet bekend
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak
spierkramp, artralgie, rugpijn, pijn in ledematen, cervicaal
spasme
Soms
zwelling van gewrichten, myalgie, spiercontracties, nekpijn,
spierstijfheid
Zelden
rabdomyolyse
Nier- en urinewegaandoeningen
Soms
urine-incontinentie, dysurie
Zelden
nierfalen, oligurie, urineretentie
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Vaak
erectiele disfunctie
Soms
seksuele disfunctie, vertraagde ejaculatie, dysmenorroe, pijn in
de borst
Zelden
amenorroe, galactorroe, groter worden van de borsten,
gynaecomastie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
perifeer oedeem, oedeem, abnormale gang, vallen, een dronken
gevoel hebben, zich abnormaal voelen, vermoeidheid
Soms
gegeneraliseerd oedeem, gezichtsoedeem, beklemd gevoel op
de borst, pijn, koorts, dorst, koude rillingen, asthenie
Bijwerkingen
Onderzoeken
Vaak
gewichtstoename
Soms
verhoogd creatinine fosfokinase in het bloed, verhoogd
glucose in het bloed, afname van het aantal bloedplaatjes,
verhoogd creatinine in het bloed, verlaagd kalium in het bloed,
gewichtsafname
Zelden
afname van het aantal witte bloedcellen
* Verhoogd alanineaminotransferase (ALAT), verhoogd aspartaataminotransferase (ASAT).
Na stopzetting van korte- en langetermijnbehandelingen met pregabaline zijn
abstinentieverschijnselen waargenomen. De volgende verschijnselen zijn gemeld: slapeloosheid,
hoofdpijn, misselijkheid, angst, diarree, griepsyndroom, convulsies, zenuwachtigheid, depressie, pijn,
hyperhidrose en duizeligheid. Deze verschijnselen kunnen wijzen op geneesmiddelafhankelijkheid.
De patiënt dient hiervan op de hoogte gebracht te worden bij het begin van de behandeling. Er zijn
gegevens die doen vermoeden dat de incidentie en ernst van de abstinentieverschijnselen na het staken
van een langetermijnbehandeling met pregabaline dosisgerelateerd kunnen zijn (zie rubrieken 4.2 en
4.4).
Pediatrische patiënten
Het veiligheidsprofiel van pregabaline in vijf onderzoeken met kinderen bij patiënten met partiële
epilepsie met of zonder secundaire gegeneraliseerde aanvallen (onderzoek van 12 weken naar
werkzaamheid en veiligheid bij patiënten in de leeftijd van 4 tot 16 jaar, n=295; onderzoek van
14 dagen naar werkzaamheid en veiligheid bij patiënten in de leeftijd van 1 maand tot jonger dan
4 jaar, n=175; onderzoek naar farmacokinetiek en verdraagbaarheid, n=65; en twee 1-jarige open-
label vervolgonderzoeken naar veiligheid, n=54 en n=431) was vergelijkbaar met het profiel in de
onderzoeken met volwassen patiënten met epilepsie. De meest voorkomende bijwerkingen die zijn
waargenomen in het onderzoek van 12 weken met pregabalinebehandeling waren slaperigheid,
pyrexie, bovensteluchtweginfectie, toegenomen eetlust, gewichtstoename en nasofaryngitis. De meest
voorkomende bijwerkingen die zijn waargenomen in het onderzoek van 14 dagen met
pregabalinebehandeling waren slaperigheid, bovensteluchtweginfectie en pyrexie (zie rubrieken 4.2,
5.1 en 5.2).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
De meest gemelde bijwerkingen die tijdens post-marketing ervaring zijn geobserveerd bij inname van
een overdosis pregabaline waren somnolentie, verwardheid, agitatie en rusteloosheid. Epileptische
aanvallen werden ook gemeld.
Er zijn zeldzame gevallen van coma gemeld.
De behandeling van een overdosis met pregabaline dient te bestaan uit algemene ondersteunende
maatregelen en kan indien nodig hemodialyse bevatten (zie rubriek 4.2, Tabel 1).
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-epileptica, andere anti-epileptica ATC-code: N03AX16.
Werkingsmechanisme
Pregabaline bindt zich aan een auxiliaire subeenheid (2- eiwit) van spanningsafhankelijke
calciumkanalen in het centrale zenuwstelsel.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Neuropathische pijn
Werkzaamheid is aangetoond in studies met diabetische neuropathie, post-herpetische neuralgie en
ruggenmergletsel. De werkzaamheid is niet bestudeerd in andere modellen van neuropathische pijn.
Pregabaline is onderzocht in 10 gecontroleerde klinische studies die tot 13 weken duurden met een
tweemaaldaagse dosering (BID) en in studies die tot 8 weken duurden met een driemaaldaagse
dosering (TID). Over het algemeen waren de veiligheids- en werkzaamheidsprofielen voor de BID en
TID doseringsschema's gelijk.
In klinische studies naar zowel perifere als centrale neuropathische pijn die tot 12 weken duurden,
werd een pijnreductie waargenomen in week 1 en deze bleef behouden gedurende de volledige
behandelingsperiode.
In gecontroleerde klinische studies naar perifere neuropathische pijn ervaarde 35% van de met
pregabaline behandelde patiënten en 18% van de patiënten op placebo een verbetering van 50% in de
pijnscore. Voor patiënten die geen slaperigheid ervaarden, werd een dergelijke verbetering
waargenomen bij 33% van de met pregabaline behandelde patiënten en bij 18% van de patiënten op
placebo. Voor de patiënten die slaperigheid ervaarden, reageerde 48% op pregabaline en 16% op
placebo.
In gecontroleerde klinische studies naar centrale neuropathische pijn ervaarde 22% van de met
pregabaline behandelde patiënten en 7% van de patiënten op placebo een verbetering van 50% in de
pijnscore.
Epilepsie
Aanvullende behandeling
Pregabaline is onderzocht in 3 gecontroleerde studies van 12 weken, zowel BID als TID toegediend.
Over het algemeen waren de veiligheids- en werkzaamheidsprofielen voor de BID en TID
doseringsschema's gelijk.
Een vermindering in aanvalsfrequentie werd waargenomen in week 1.
Pediatrische patiënten
De werkzaamheid en veiligheid van pregabaline als adjuvante therapie voor epilepsie bij pediatrische
patiënten jonger dan 12 jaar en adolescenten zijn niet vastgesteld. De bijwerkingen in een onderzoek
naar farmacokinetiek en verdraagbaarheid met patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 16 jaar
(n=65) met partieel beginnende aanvallen waren vergelijkbaar met de bijwerkingen bij volwassenen.
De resultaten van een placebogecontroleerd onderzoek van 12 weken bij 295 pediatrische patiënten in
de leeftijd van 4 tot 16 jaar en een placebogecontroleerd onderzoek van 14 dagen bij 175 pediatrische
patiënten in de leeftijd van 1 maand tot jonger dan 4 jaar, die werden uitgevoerd om de werkzaamheid
en veiligheid van pregabaline als adjuvante therapie voor de behandeling van partieel beginnende
aanvallen te beoordelen, en twee 1-jarige open-label veiligheidsonderzoeken met respectievelijk 54 en
431 pediatrische patiënten in de leeftijd van 3 maanden tot 16 jaar met epilepsie wijzen erop dat de
bijwerkingen pyrexie en bovensteluchtweginfecties vaker werden gezien dan in onderzoeken met
volwassen patiënten met epilepsie (zie rubrieken 4.2, 4.8 en 5.2).
In het placebogecontroleerd onderzoek van 14 dagen werden pediatrische patiënten (in de leeftijd van
1 maand tot jonger dan 4 jaar) toegewezen aan pregabaline 7 mg/kg/dag, pregabaline 14 mg/kg/dag of
placebo. De mediane aanvalsfrequenties per 24 uur bij baseline en bij het laatste bezoek bedroegen
respectievelijk 4,7 en 3,8 voor pregabaline 7 mg/kg/dag, 5,4 en 1,4 voor pregabaline 14 mg/kg/dag
en 2,9 en 2,3 voor placebo. Pregabaline 14 mg/kg/dag verminderde de log-getransformeerde
frequentie van partieel beginnende aanvallen significant in vergelijking met placebo (p=0,0223);
pregabaline 7 mg/kg/dag vertoonde geen verbetering ten opzichte van placebo.
In een placebogecontroleerd onderzoek van 12 weken bij patiënten met primaire gegeneraliseerde
tonisch-klonische (PGTC) aanvallen, werden 219 patiënten (in de leeftijd van 5 tot 65 jaar, waarvan
66 in de leeftijd van 5 tot 16 jaar) toegewezen aan pregabaline 5 mg/kg/dag (maximaal 300 mg/dag),
10 mg/kg/dag (maximaal 600 mg/dag) of placebo als adjuvante therapie. Het percentage van patiënten
met een reductie van minstens 50% van PGTC-aanvallen bedroeg respectievelijk 41,3%, 38,9% en
41,7% voor pregabaline 5 mg/kg/dag, pregabaline 10 mg/kg/dag en placebo.
Monotherapie (recentelijk gediagnosticeerde patiënten)
Pregabaline is onderzocht in 1 gecontroleerd klinisch onderzoek van 56 weken, BID toegediend.
Pregabaline bereikte geen non-inferioriteit ten opzichte van lamotrigine, gebaseerd op het eindpunt
van het 6 maanden lang uitblijven van aanvallen. Pregabaline en lamotrigine waren even veilig en
goed verdraagbaar.
Gegeneraliseerde angststoornis
Pregabaline is onderzocht in 6 gecontroleerde studies van 4 tot 6 weken, in een studie met ouderen
van 8 weken en in een langetermijn terugval preventiestudie met een dubbelblinde terugval preventie
fase van 6 maanden.
Een verlichting van de symptomen van GAD, zoals weergegeven door de Hamilton Anxiety Rating
Scale (HAM-A), werd waargenomen in week 1.
In gecontroleerde klinische studies (van 4 tot 8 weken), vertoonden 52% van de met pregabaline
behandelde patiënten en 38% van de patiënten op placebo een verbetering van minstens 50% in de
HAM-A totale score van baseline tot eindpunt.
In gecontroleerde studies werd bij een groter gedeelte van de patiënten die met pregabaline werden
behandeld in vergelijking met de patiënten die placebo kregen wazig zicht gemeld, dat in een
meerderheid van de gevallen bij het voortzetten van de dosering vanzelf verdween. Oogheelkundige
testen (inclusief gezichtsscherptetesten, uitgebreide gezichtsveldstesten en uitgebreid fundoscopisch
onderzoek) zijn uitgevoerd bij meer dan 3600 patiënten binnen gecontroleerde klinische studies. Van
deze patiënten was de gezichtsscherpte gereduceerd bij 6,5% van de met pregabaline behandelde
patiënten en bij 4,8% van de met placebo behandelde patiënten. Veranderingen van het gezichtsveld
werden waargenomen bij 12,4% van de met pregabaline behandelde patiënten en bij 11,7% van de
met placebo behandelde patiënten. Fundoscopische veranderingen werden geobserveerd bij 1,7% van
de met pregabaline behandelde patiënten en bij 2,1% van de met placebo behandelde patiënten.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De steady-state farmacokinetiek van pregabaline is vergelijkbaar bij gezonde vrijwilligers, patiënten
met epilepsie die anti-epileptica gebruiken en patiënten met chronische pijn.
Distributie
Uit preklinische studies is gebleken dat pregabaline de bloed-hersenbarrière passeert bij muizen,
ratten en apen. Pregabaline passeert de placenta bij ratten en is aanwezig in de melk van lacterende
ratten. Het schijnbare verdelingsvolume van pregabaline na orale toediening bij de mens bedraagt
ongeveer 0,56 l/kg. Pregabaline wordt niet aan plasma-eiwitten gebonden.
Biotransformatie
Pregabaline wordt bij de mens nagenoeg niet gemetaboliseerd. Na een dosis van radioactief gemerkt
pregabaline wordt ongeveer 98% van de radioactiviteit teruggevonden in de urine als onveranderd
pregabaline. Het N-gemethyleerde derivaat van pregabaline, de belangrijkste metaboliet van
pregabaline die in de urine wordt teruggevonden, was verantwoordelijk voor 0,9% van de dosis. In
preklinische studies waren er geen aanwijzingen voor racemisatie van het S-enantiomeer van
pregabaline tot het R-enantiomeer.
Eliminatie
Pregabaline wordt voornamelijk renaal uit de systemische circulatie geklaard als onveranderde stof.
De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd bedraagt 6,3 uur. De plasmaklaring en renale klaring van
pregabaline zijn recht evenredig met de creatinineklaring (zie rubriek 5.2 Nierfunctiestoornis).
Een aanpassing van de dosis is nodig bij patiënten met een afgenomen nierfunctie of bij patiënten die
hemodialyse ondergaan (zie rubriek 4.2, tabel 1).
Lineariteit/non-lineariteit
De farmacokinetiek van pregabaline is lineair over het aanbevolen dagelijkse doseringsinterval. De
inter-individuele farmacokinetische variabiliteit voor pregabaline is laag (< 20%). De farmacokinetiek
na herhaalde toediening is voorspelbaar op basis van de gegevens na éénmalige toediening. Daarom is
het niet noodzakelijk om routinematig de plasmaconcentraties van pregabaline te monitoren.
Geslacht
Klinische studies tonen aan dat de plasmaconcentraties van pregabaline niet klinisch significant
worden beïnvloed door het geslacht.
Nierfunctiestoornis
De klaring van pregabaline is recht evenredig met de creatinineklaring. Daarnaast wordt pregabaline
doeltreffend verwijderd uit het plasma door hemodialyse (na een 4 uur durende hemodialyse zijn de
plasmapregabalineconcentraties tot ongeveer 50% gereduceerd). Omdat renale eliminatie de
voornaamste eliminatieweg is, is dosisreductie en een extra toediening na afloop van de hemodialyse
bij patiënten met nierfunctiestoornissen noodzakelijk (zie rubriek 4.2, tabel 1).
Leverfunctiestoornis
Er zijn geen specifieke farmacokinetische studies uitgevoerd bij patiënten met een
leverfunctiestoornis. Aangezien pregabaline geen significante metabolisatie ondergaat en
voornamelijk wordt uitgescheiden als onveranderde stof in de urine, wordt niet verwacht dat een
gestoorde leverfunctie een significante verandering van de pregabaline plasmaconcentraties teweeg
zou brengen.
Pediatrische patiënten
Na orale toediening van pregabaline aan pediatrische patiënten in nuchtere toestand was over het
algemeen de tijd tot het bereiken van de piekplasmaconcentratie voor de hele leeftijdsgroep
vergelijkbaar. De piekplasmaconcentratie deed zich voor 0,5 tot 2 uur na toediening van de dosis.
Cmax en AUC voor pregabaline namen binnen elke leeftijdsgroep lineair toe met de dosis. AUC was
30% lager bij pediatrische patiënten met een gewicht lager dan 30 kg als gevolg van een 43% hogere
klaring aangepast aan lichaamsgewicht bij deze patiënten in vergelijking met patiënten die 30 kg
wogen.
De terminale halfwaardetijd van pregabaline bedroeg gemiddeld circa 3 tot 4 uur bij pediatrische
patiënten tot 6 jaar, en 4 tot 6 uur bij pediatrische patiënten van 7 jaar en ouder.
Uit de farmacokinetische analyse van de populatie bleek dat de creatinineklaring een significante
covariabele was voor de orale klaring van pregabaline en dat lichaamsgewicht een significante
covariabele was voor het kennelijke orale distributievolume van pregabaline. Deze verbanden waren
bij pediatrische en volwassen patiënten vergelijkbaar.
De farmacokinetische eigenschappen van pregabaline bij patiënten jonger dan 3 maanden zijn niet
onderzocht (zie rubrieken 4.2, 4.8 en 5.1).
Oudere patiënten
De klaring van pregabaline lijkt af te nemen bij hogere leeftijd. Deze afname in klaring van oraal
ingenomen pregabaline komt overeen met de afname van de creatinineklaring bij hogere leeftijd.
Vermindering van de dosis van pregabaline kan nodig zijn bij patiënten die op basis van hun leeftijd
een verminderde nierfunctie hebben (zie rubriek 4.2, tabel 1).
Moeders die borstvoeding geven
De farmacokinetiek van 150 mg pregabaline, toegediend elke 12 uur (dagelijkse dosis 300 mg) werd
beoordeeld bij 10 vrouwen die borstvoeding gaven, minimaal 12 weken post partum. Het geven van
borstvoeding had weinig tot geen invloed op de farmacokinetiek van pregabaline. Pregabaline werd
uitgescheiden in de moedermelk, waarbij de gemiddelde steady-state concentraties circa 76%
bedroegen van die in maternaal plasma. De geschatte zuigelingendosis uit moedermelk (uitgaande van
een gemiddelde melkconsumptie van 150 ml/kg/dag) bij vrouwen die 300 mg/dag of de maximale
dosis van 600 mg/dag krijgen, zou respectievelijk 0,31 of 0,62 mg/kg/dag zijn. Deze geschatte doses
bedragen circa 7% van de totale dagelijkse maternale dosis op mg/kg-basis.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In gebruikelijke farmacologische veiligheidsstudies bij dieren werd pregabaline goed verdragen bij
klinisch relevante doseringen. In herhaalde dosis toxiciteitsstudies bij ratten en apen werden effecten
op het CZS waargenomen waaronder hypoactiviteit, hyperactiviteit en ataxie. Een verhoogde
incidentie van retinale atrofie, frequent waargenomen bij oude albinoratten, werd gezien na
langdurige blootstelling aan pregabaline van 5 maal de gemiddelde humane blootstelling bij
toediening van de maximaal aanbevolen klinische dosering.
Pregabaline was niet teratogeen bij muizen, ratten of konijnen. Foetale toxiciteit bij ratten en konijnen
trad slechts op bij blootstellingen die ruim boven de humane blootstelling lagen. In prenatale/
postnatale toxiciteitsstudies induceerde pregabaline ontwikkelingstoxiciteit bij de nakomelingen van
ratten blootgesteld aan > 2 maal de maximale aanbevolen blootstelling bij de mens.
Bijwerkingen op de vruchtbaarheid van mannelijke en vrouwelijke ratten werden alleen opgemerkt bij
blootstellingen die ruimschoots de therapeutische blootstelling overschreden. De bijwerkingen op de
Pregabaline is niet genotoxisch, gebaseerd op de resultaten van een reeks van in vitro en in vivo
testen.
Bij ratten en muizen werden twee jaar durende carcinogeniteitsstudies met pregabaline uitgevoerd. Bij
ratten werden geen tumoren waargenomen bij blootstellingen tot 24 maal de gemiddelde humane
blootstelling bij de maximale aanbevolen klinische dosis van 600 mg/dag. Bij muizen werd geen
toegenomen incidentie van tumoren gevonden bij blootstellingen gelijk aan de humane blootstelling,
maar een toegenomen incidentie van hemangiosarcoom werd waargenomen bij hogere blootstellingen.
Bij het niet-genotoxische mechanisme van pregabaline-geïnduceerde tumorvorming bij muizen zijn
veranderingen in de bloedplaatjes en een geassocieerde proliferatie van endotheelcellen betrokken.
Gebaseerd op korte en beperkte lange termijn klinische gegevens waren deze veranderingen in de
bloedplaatjes niet aanwezig bij ratten of mensen. Er zijn geen aanwijzingen die een geassocieerd
risico voor de mens suggereren.
Bij juveniele ratten verschilde de toxiciteit kwalitatief niet van deze waargenomen bij volwassen
ratten. Juveniele ratten zijn echter gevoeliger. Bij therapeutische blootstellingen waren er
aanwijzingen voor centrale klinische verschijnselen van hyperactiviteit en tandenknarsen en enkele
groeiveranderingen (voorbijgaande onderdrukking van de gewichtstoename). Effecten op de
oestrische cyclus werden waargenomen bij het 5-voudige van de humane therapeutische blootstelling.
Een afgenomen akoestische schrikreactie werd geobserveerd bij juveniele ratten 1 tot 2 weken na
blootstelling van > 2 maal de humane therapeutische blootstelling. Negen weken na blootstelling was
dit effect niet meer te observeren.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
methylparahydroxybenzoaat (E218)
propylparahydroxybenzoaat (E216)
watervrij natriumdiwaterstoffosfaat
watervrij dinatriumfosfaat (E339)
sucralose (E955)
kunstmatig aardbeienaroma (bevat kleine hoeveelheden ethanol (alcohol))
gezuiverd water
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
2 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Aard en inhoud van de verpakking
Een witte hogedichtheidspolyethyleen (HDPE) fles met polyethyleen gevoerde sluiting, die 473 ml
drank in een kartonnen omdoos bevat. De omdoos bevat ook, in een doorzichtige polyethyleen
verpakking, een 5 ml doseerspuit met maatstrepen en een indruk-fles-adapter (PIBA).
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
Wijze van toediening:
1.
Open de fles en steek bij het eerste gebruik de indruk-fles-adapter (PIBA) in de hals van de fles
(Figuren 1 en 2).
2.
Steek de spuit in de PIBA en zuig het nodige volume uit de omgedraaide fles (Figuren 3 en 4).
3.
Verwijder de gevulde spuit uit de rechtopstaande fles (Figuren 5 en 6).
4.
Leeg de inhoud van spuit in de mond (Figuur 7). Herhaal stappen 2 tot 4 zo nodig om de nodige
dosis te verkrijgen (Tabel 3).
5.
Spoel de spuit en plaats de dop terug op de fles (waarbij de PIBA in de hals van de fles blijft)
(Figuren 8 en 9).
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3

Figuur 4
Figuur 5
Figuur 6
Figuur 8
Figuur 9
Tabel 3. Vullingen van de doseerspuit voor orale toediening om voorgeschreven Lyrica dosis te
verkrijgen
Lyrica dosis
Totale
Eerste
Tweede spuitvulling Derde spuitvulling
(mg)
drankvolume (ml)
spuitvulling (ml)
(ml)
(ml)
25
1,25
1,25
Niet nodig
Niet nodig
50
2,5
2,5
Niet nodig
Niet nodig
75
3,75
3,75
Niet nodig
Niet nodig
100
5
5
Niet nodig
Niet nodig
150
7,5
5
2,5
Niet nodig
200
10
5
5
Niet nodig
225
11,25
5
5
1,25
300
15
5
5
5
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/044
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 06 juli 2004
Datum van laatste verlenging: 29 mei 2009
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING
TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL

FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Capsules
Pfizer Manufacturing Deutschland GmbH
Betriebssttte Freiburg
Mooswaldallee 1
79090 Freiburg
Duitsland
Drank
Pfizer Service Company BV
Hoge Wei 10
1930 Zaventem
België
of
Pfizer Innovative Supply Point International BV
Hoge Wei 10
1930 Zaventem
België
of
Mylan Hungary Kft.
Mylan utca 1
Komárom, 2900
Hongarije
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch te zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN


Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
Doos met blisterverpakking (14, 21, 56, 84, 100 en 112) en geperforeerde
eenheidsblisterverpakking (100) voor 25 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 25 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 25 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
21 harde capsules
56 harde capsules
84 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/001-005
EU/1/04/279/026
EU/1/04/279/036
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 25 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Primaire flesverpakking voor 25 mg harde capsules ­ verpakking van 200
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 25 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 25 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactosemonohydraat. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
200 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/046
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 25 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking (14, 21, 56, 84, 100 en 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100)
voor 25 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 25 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Upjohn
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
Doos met blisterverpakking (14, 21, 56, 84 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking
(100) voor 50 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 50 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 50 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
21 harde capsules
56 harde capsules
84 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/006-010
EU/1/04/279/037
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 50 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking (14, 21, 56, 84 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
50 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 50 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Upjohn
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
Primaire flaconverpakking voor 75 mg harde capsules ­ verpakking van 200
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 75 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 75 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactosemonohydraat. Lees voor het gebruik de bijsluiter.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
200 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/030
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 75 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Doos met blisterverpakking (14, 56, 70, 100 en 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking
(100) voor 75 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 75 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 75 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
56 harde capsules
70 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/011-013
EU/1/04/279/027
EU/1/04/279/038
EU/1/04/279/045
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 75 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking (14, 56, 70, 100 of 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100)
voor 75 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 75 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Upjohn
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
Doos met blisterverpakking (21, 84 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100)
voor 100 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 100 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 100 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
21 harde capsules
84 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/014-016
EU/1/04/279/039
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 100 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking (21, 84 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
100 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 100 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Upjohn
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
Primaire flaconverpakking voor 150 mg harde capsules ­ verpakking van 200
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 150 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 150 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
200 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/031
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Doos met blisterverpakking (14, 56, 100 en 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking
(100) voor 150 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 150 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 150 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
56 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/017-019
EU/1/04/279/028
EU/1/04/279/040
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
Blisterverpakking (14, 56, 100 of 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
150 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 150 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Upjohn
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
Doos met blisterverpakking (21, 84 of 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100)
voor 200 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 200 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 200 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
21 harde capsules
84 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/020-022
EU/1/04/279/041
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 200 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking (21, 84 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
200 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 200 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Upjohn
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
Doos met blisterverpakking (14, 56 of 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100)
voor 225 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 225 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 225 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
56 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/033-035
EU/1/04/279/042
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 225 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking (14, 56 en 100) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
225 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 225 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Upjohn
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
Primaire flaconverpakking voor 300 mg harde capsules ­ verpakking van 200
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 300 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 300 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
200 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/032
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 300 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Doos met blisterverpakking (14, 56, 100 en 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking
(100) voor 300 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 300 mg harde capsules
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 300 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Dit product bevat lactosemonohydraat. Zie de bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
14 harde capsules
56 harde capsules
100 harde capsules
100 x 1 harde capsules
112 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/023-025
EU/1/04/279/029
EU/1/04/279/043
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 300 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking (14, 56, 100 of 112) en geperforeerde eenheidsblisterverpakking (100) voor
300 mg harde capsules

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 300 mg harde capsules
pregabaline
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

Upjohn
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 20 mg/ml drank
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml bevat 20 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen zijn E216 (propylparahydroxybenzoaat) en E218 (methylparahydroxybenzoaat).
Zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
473 ml drank met een 5 ml doseerspuit voor orale toediening en een indruk-fles-adapter (PIBA).
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/044
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Lyrica 20 mg/ml
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
FLESETIKET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Lyrica 20 mg/ml drank
pregabaline
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml bevat 20 mg pregabaline.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen zijn E216 (propylparahydroxybenzoaat) en E218 (methylparahydroxybenzoaat).
Zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
473 ml drank
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Upjohn EESV
Rivium Westlaan 142
2909 LD Capelle aan den IJssel
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/04/279/044
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Lyrica 25 mg harde capsules,
Lyrica 50 mg harde capsules,
Lyrica 75 mg harde capsules,

Lyrica 100 mg harde capsules,
Lyrica 150 mg harde capsules,
Lyrica 200 mg harde capsules,
Lyrica 225 mg harde capsules,

Lyrica 300 mg harde capsules
pregabaline
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Lyrica en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Lyrica en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Lyrica behoort tot de groep van geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van epilepsie,
neuropathische pijn en gegeneraliseerde angststoornis (GAD) bij volwasssenen.
Perifere en centrale neuropathische pijn: Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van langdurige
pijnen die veroorzaakt worden door beschadigingen van de zenuwen. Diverse ziekten zoals diabetes
of gordelroos (zona) kunnen perifere neuropathische pijn veroorzaken. Pijnwaarnemingen kunnen
worden beschreven als heet, brandend, kloppend, schietend, stekend, scherp, kramp, pijnlijk,
tintelend, gevoelloos, slapend. Perifere en centrale neuropathische pijn kan ook gepaard gaan met
stemmingswisselingen, slaapstoornissen, vermoeidheid en kan invloed hebben op het lichamelijke en
sociale functioneren en de totale kwaliteit van leven.
Epilepsie: Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van bepaalde vormen van epilepsie bij
volwassenen (partiële aanvallen met of zonder secondaire gegeneraliseerde aanvallen). Uw arts zal u
Lyrica voorschrijven ter ondersteuning van de behandeling van uw epilepsie, indien uw huidige
geneesmiddelen uw toestand niet onder controle houden. U moet Lyrica bovenop uw huidige
behandeling innemen. Lyrica is niet bestemd om alleen te worden gebruikt, maar moet altijd worden
gebruikt in combinatie met andere anti-epileptica (geneesmiddelen gebruikt bij epilepsie).
Gegeneraliseerde angststoornis: Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van gegeneraliseerde
angststoornis (GAD). De symptomen van GAD zijn langdurige en overmatige angst en bezorgdheid
die moeilijk controleerbaar zijn. GAD kan ook rusteloosheid of een gevoel van spanning of irritatie
veroorzaken, of kan ervoor zorgen dat je je snel vermoeid voelt, je moeilijk kunt concentreren, je niets
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
Bij een aantal patiënten die Lyrica gebruiken, zijn symptomen gemeld die wijzen op een
allergische reactie. Deze symptomen omvatten zwelling van het gezicht, lippen, tong en keel
maar ook verspreide huiduitslag. U moet onmiddellijk contact opnemen met uw arts indien één
van deze reacties bij u optreedt.
In verband met het gebruik van pregabaline is melding gemaakt van ernstige cutane
bijwerkingen (bijwerkingen op de huid), zoals het syndroom van Stevens-Johnson en toxische
epidermale necrolyse. Stop met het gebruik van pregabaline en roep onmiddellijk medische
hulp in als u een van de in rubriek 4 beschreven symptomen in verband met deze ernstige
huidreacties opmerkt.
Bij het gebruik van Lyrica zijn duizeligheid en slaperigheid opgetreden, waardoor het optreden
van ongelukken (vallen) bij oudere patiënten kan toenemen. Wees daarom voorzichtig totdat u
gewend bent aan het effect dat dit geneesmiddel zou kunnen hebben.
Lyrica kan wazig zicht of verlies van het gezichtsvermogen of andere veranderingen van het
gezichtsveld veroorzaken, waarvan de meeste tijdelijk zijn. U moet het onmiddellijk aan uw
arts vertellen indien u veranderingen van uw gezichtsvermogen opmerkt.
Bij bepaalde diabetespatiënten die in gewicht toenemen tijdens de behandeling met pregabaline
kan een aanpassing van hun diabetesmedicatie noodzakelijk zijn.
Bepaalde bijwerkingen zoals slaperigheid kunnen vaker voorkomen, omdat patiënten met
ruggenmergletsel andere geneesmiddelen kunnen gebruiken om bijvoorbeeld pijn of spasticiteit
te behandelen. Deze geneesmiddelen hebben dezelfde bijwerkingen als pregabaline en de ernst
van deze bijwerkingen kan verhoogd zijn bij gelijktijdig gebruik.
Er zijn bij sommige patiënten tijdens het gebruik van Lyrica meldingen geweest van hartfalen;
meestal waren dit oudere patiënten met hart- en vaataandoeningen.
Voordat u begint met het
innemen van dit geneesmiddel moet u het uw arts vertellen als u in het verleden last hebt
gehad van een hartaandoening.

Er zijn bij sommige patiënten tijdens het gebruik van Lyrica meldingen geweest van nierfalen.
Als u tijdens het gebruik van Lyrica merkt dat u minder plast, moet u het aan uw arts vertellen
aangezien dit kan verbeteren door met het geneesmiddel te stoppen.
Sommige patiënten die behandeld werden met anti-epileptica zoals Lyrica, hebben gedachten
gehad over zelfbeschadiging of zelfmoord of hebben zelfmoordgedrag vertoond. Als u op enig
moment dergelijke gedachten heeft of zulk gedrag vertoont, neem dan direct contact op met uw
arts.
Wanneer Lyrica wordt ingenomen met andere geneesmiddelen die constipatie kunnen
veroorzaken (zoals sommige typen pijnstillers), is het mogelijk dat maagdarmproblemen
optreden (bijv. constipatie, geblokkeerde of verlamde darm). Vertel het uw arts als u constipatie
heeft, vooral als u gevoelig voor dit probleem bent.
Vertel het uw arts voordat u begint met het gebruik van dit geneesmiddel als u ooit misbruik
heeft gemaakt of afhankelijk bent geweest van alcohol, geneesmiddelen op voorschrift of
illegale drugs; dit kan betekenen dat u een groter risico loopt om afhankelijk te worden van
Lyrica.
Er zijn gevallen van toevallen/stuipen (convulsies) gemeld tijdens het gebruik van Lyrica of
kort na het stoppen met Lyrica. Neem direct contact op met uw arts indien er bij u een
convulsie optreedt.
Er zijn gevallen van verminderde hersenfunctie (encefalopathie) gemeld bij een aantal patiënten
die Lyrica gebruikten. Deze patiënten hadden ook andere aandoeningen. Vertel het uw arts
indien u in het verleden last heeft gehad van ernstige aandoeningen, zoals bijvoorbeeld lever- of
nierziekten.
Er zijn meldingen geweest van ademhalingsmoeilijkheden. Als u last heeft van
zenuwstelselaandoeningen, ademhalingsstelselaandoeningen, nierfunctiestoornis of als u ouder
bent dan 65 jaar, kan uw arts u een ander doseringsschema voorschrijven. Neem contact op met
uw arts als u moeite met ademhalen of een oppervlakkige ademhaling heeft.
Afhankelijkheid
Sommige mensen kunnen van Lyrica afhankelijk worden (een behoefte om het geneesmiddel te
blijven innemen). Ze kunnen onthoudingsverschijnselen krijgen wanneer ze stoppen met het gebruik
van Lyrica (zie rubriek 3, 'Hoe gebruikt u dit middel?' en 'Als u stopt met het gebruik van dit
middel'). Als u zich er zorgen over maakt dat u van Lyrica afhankelijk kunt worden, is het belangrijk
dat u uw arts raadpleegt.
Als u een van de volgende klachten opmerkt tijdens het innemen van Lyrica, kan dit een teken zijn dat
u afhankelijk bent geworden:
U moet het geneesmiddel langer innemen dan aangeraden door uw voorschrijver
U heeft het gevoel dat u meer moet innemen dan de aanbevolen dosis
U gebruik het geneesmiddel om andere redenen dan voorgeschreven
U heeft herhaalde, mislukte pogingen gedaan om te stoppen met of controle te krijgen over het
gebruik van het geneesmiddel
Wanneer u stopt met het innemen van het geneesmiddel voelt u zich niet goed, en u voelt zich
beter zodra u het geneesmiddel weer inneemt
Als u een van deze klachten opmerkt, neem dan contact op met uw arts om het beste behandeltraject
voor u te bespreken, waaronder wanneer het een geschikt moment is om te stoppen en hoe u dit op een
veilige manier moet doen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en jongeren (tot de leeftijd van 18 jaar) zijn niet
vastgesteld. Lyrica mag daarom niet worden toegepast bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Lyrica nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
oxycodon (gebruikt als pijnstiller)
lorazepam (gebruikt bij de behandeling van angst) of
alcohol bevatten.
Lyrica kan gelijktijdig met orale contraceptiva worden gebruikt.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Lyrica capsules mogen met of zonder voedsel worden ingenomen.
Het wordt aanbevolen geen alcohol te drinken tijdens het gebruik van Lyrica.
Zwangerschap en borstvoeding
Lyrica mag niet tijdens de zwangerschap of tijdens de borstvoeding worden gebruikt, tenzij uw arts
anders oordeelt. Het gebruik van pregabaline tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap kan
geboorteafwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind waarvoor een medische behandeling nodig
is. Uit een onderzoek waarbij gegevens werden beoordeeld van vrouwen uit Noord-Europese landen
die tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap pregabaline hadden genomen, bleek dat 6 op de
100 baby's dergelijke geboorteafwijkingen vertoonden. Bij vrouwen die tijdens het onderzoek niet
met pregabaline werden behandeld, waren dat 4 op de 100 baby's. Misvormingen van het gezicht
(gespleten lip, kaak en/of gehemelte), de ogen, het zenuwstelsel (waaronder de hersenen), nieren en
geslachtsorganen werden gemeld.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken. Bent u zwanger,
denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw
arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het gebruik van Lyrica kan leiden tot duizeligheid, slaperigheid en verminderde concentratie. U mag
geen voertuigen besturen, machines bedienen of andere risicovolle activiteiten uitvoeren, totdat
duidelijk is of dit geneesmiddel uw vermogen om bovengenoemde taken uit te voeren, al dan niet
beïnvloedt.
Lyrica bevat lactosemonohydraat
Raadpleeg uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt, indien uw arts u verteld heeft dat u bepaalde
suikers niet kunt verdragen.
Lyrica bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per harde capsule, dat wil zeggen dat het in
wezen `natriumvrij' is.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Neem niet meer van het
geneesmiddel dan aan u is voorgeschreven.
Uw arts zal bepalen welke dosis voor u geschikt is.
Lyrica is uitsluitend bestemd voor oraal gebruik.
Perifere en centrale neuropathische pijn, epilepsie of gegeneraliseerde angststoornis:
Neem het aantal capsules dat door uw arts is voorgeschreven.
De dosering is aangepast aan u en uw ziektebeeld en zal in het algemeen liggen tussen 150 en
600 mg per dag.
Uw arts zal u vertellen dat u ofwel tweemaal ofwel driemaal per dag Lyrica moet innemen.
Voor tweemaal per dag neemt u Lyrica éénmaal 's ochtends en éénmaal 's avonds in, elke dag
op ongeveer hetzelfde tijdstip. Voor driemaal per dag neemt u Lyrica éénmaal 's ochtends,
éénmaal 's middags en éénmaal 's avonds in, elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip.
Als u de indruk heeft dat de werking van Lyrica te sterk of te zwak is, licht dan uw arts of apotheker
in.
Als u een oudere patiënt bent (ouder dan 65 jaar), moet u Lyrica in de gebruikelijke dosering in
nemen, behalve als u problemen met uw nieren heeft.
Het is mogelijk dat uw arts u een ander doseringsschema en/of andere dosering voorschrijft als u
nierproblemen heeft.
Neem de capsule in zijn geheel in met water.
Neem Lyrica in totdat uw arts u vertelt dat u kunt stoppen.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Neem contact op met uw arts of ga naar de dichtstbijzijnde Eerste Hulp Dienst van een ziekenhuis.
Neem uw doosje of flacon met Lyrica capsules mee. U kunt zich slaperig, verward, verontrust of
rusteloos voelen nadat u teveel Lyrica heeft ingenomen. Epileptische aanvallen en bewusteloosheid
(coma) zijn ook gemeld.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Het is belangrijk om uw Lyrica capsules elke dag regelmatig op hetzelfde tijdstip in te nemen.
Als u bent vergeten een dosis in te nemen, doe dit dan zo spoedig mogelijk als u eraan denkt, behalve
als het tijd is voor uw volgende dosis. In dat geval neemt u gewoon de volgende dosis in. Neem geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet plotseling met het innemen van Lyrica. Als u wilt stoppen met het innemen van Lyrica,
bespreek dit dan eerst met uw arts. Hij of zij zal u vertellen hoe u dit moet doen. Als uw behandeling
wordt stopgezet, moet dit geleidelijk gebeuren over een periode van minstens 1 week. U moet weten
dat er bij u bepaalde bijwerkingen, zogenaamde onthoudingsverschijnselen, kunnen optreden na het
stoppen met een korte- of langetermijnbehandeling met Lyrica. Deze bijwerkingen bestaan uit:
slapeloosheid, hoofdpijn, misselijkheid, zich angstig voelen, diarree, griepachtige symptomen,
toevallen/stuipen (convulsies), zenuwachtigheid, depressie, pijn, zweten en duizeligheid. Deze
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen die zeer vaak, bij meer dan 1 op de 10 personen, kunnen voorkomen
duizeligheid, slaperigheid, hoofdpijn
Bijwerkingen die vaak, bij maximaal 1 op de 10 personen, kunnen voorkomen
verhoogde eetlust
gevoel van verrukking, verwarring, stuurloosheid (desoriëntatie), verminderde seksuele
interesse, geïrriteerdheid
aandachtsstoornissen, onhandigheid, geheugenstoornis, geheugenverlies, ongecontroleerde
trillingen of bevingen, spraakstoornissen, tintelend gevoel, gevoelloosheid, sufheid/
slaperigheid (sedatie), slaapzucht (lethargie), slapeloosheid, vermoeidheid, u voelt zich
abnormaal
wazig zien, dubbel zien
draaierigheid, problemen met evenwicht, vallen
droge mond, obstipatie, braken, winderigheid, diarree, misselijkheid, opgeblazen buik
erectieproblemen
zwelling van het lichaam inclusief de ledematen
een dronken gevoel hebben, abnormale manier van lopen
gewichtstoename
spierkramp, pijn in de gewrichten, rugpijn, pijn in de ledematen (armen en/of benen)
zere keel
Bijwerkingen die soms, bij maximaal 1 op de 100 personen, kunnen voorkomen
verlies van eetlust, gewichtsverlies, bloedsuikerverlaging, bloedsuikerverhoging
veranderd zelfbesef, rusteloosheid, depressie, agitatie, stemmingsveranderingen, moeilijk op
woorden kunnen komen, hallucinaties, abnormale dromen, paniekaanvallen, onverschilligheid,
agressie, overdreven opgewektheid, geestelijke achteruitgang, problemen met nadenken,
toegenomen seksuele interesse, problemen met het seksueel functioneren inclusief het moeilijk
bereiken van een seksuele climax, vertraagde zaadlozing (ejaculatie)
veranderingen in het gezichtsvermogen, ongewone oogbewegingen, veranderingen in het
gezichtsvermogen waaronder tunnelvisie (beperkt gezichtsveld), lichtflitsen, spastische
bewegingen, afgenomen reflexen, hyperactiviteit, duizelig worden bij opstaan, gevoelige huid,
smaakverlies, brandend gevoel, trillingen bij bewegen, afgenomen bewustzijn, verlies van
bewustzijn, flauwvallen, toegenomen gevoeligheid voor geluid, zich niet lekker voelen
droge ogen, gezwollen ogen, oogpijn, zwakke ogen, waterige ogen, geïrriteerde ogen
hartritmestoornissen, versnelde hartslag, lage bloeddruk, hoge bloeddruk, veranderingen in de
hartslag, verminderde werking van het hart
blozen, opvliegers
ademhalingsmoeilijkheden, droge neus, verstopte neus
toegenomen speekselproductie, brandend maagzuur, gevoelloos rond de mond
transpireren, huiduitslag, koude rillingen, koorts
spiertrekkingen, gewrichtszwellingen, spierstijfheid, pijn inclusief spierpijn, pijn in de nek
pijn in de borst
moeilijk of pijnlijk urineren, incontinentie
zwakheid, dorst, beklemd gevoel op de borst
veranderingen in bloed- en levertestresultaten (verhoging van creatininefosfokinase, alanine-
aminotransferase en aspartaat-aminotransferase in het bloed, verlaging van het aantal
bloedplaatjes in het bloed, tekort aan witte bloedlichaampjes dat zich uit in verhoogde
gevoeligheid voor infecties (neutropenie), meer creatinine in het bloed, minder kalium in het
bloed)
overgevoeligheid, opgezwollen gezicht, jeuk, huiduitslag met hevige jeuk en vorming van
bultjes (netelroos), loopneus, bloedneus, hoesten, snurken
pijnlijke menstruaties
koude handen en voeten
Bijwerkingen die zelden, bij maximaal 1 op de 1.000 personen, kunnen voorkomen
abnormaal reukvermogen, beweging van het zicht zodra het hoofd wordt bewogen, verandering
in beleving van diepte, schitteringen, verlies van gezichtsvermogen
verwijden van de pupillen, scheel kijken
koud zweet, benauwd gevoel in de keel, opgezwollen tong
ontsteking van de alvleesklier
problemen met slikken
langzame of afgenomen beweging van het lichaam
problemen met schrijven
vochtophoping in de (onder)buik
vochtophoping in de longen
toevallen/stuipen (convulsies)
veranderingen in het ECG (elektrocardiogram) die overeenkomen met verstoringen van de
hartslag
spierbeschadiging
spontane afscheiding uit de borsten, abnormale borstgroei, borstvorming bij mannen
verstoord menstruatiepatroon (onregelmatige menstruaties)
verminderde werking van uw nieren (nierfalen), verminderde uitscheiding van urine, niet
kunnen plassen (urineretentie)
afname van het aantal witte bloedcellen
ongepast gedrag, zelfmoordgedrag, zelfmoordgedachten
allergische reacties, waaronder mogelijk: moeite om adem te halen, ontstoken ogen (keratitis)
en heftige reacties van de huid met als kenmerken: roodachtige, niet-verhoogde, schijfvormige
of cirkelvormige vlekken op de romp, vaak met blaren in het midden ervan, huidafschilfering,
zweren in en rond de mond, keel, neus of aan de geslachtsdelen en ogen; deze ernstige
huiduitslag wordt mogelijk voorafgegaan door koorts en griepachtige symptomen (syndroom
van Stevens-Johnson, toxische epidermale necrolyse).
geelzucht (geelkleuren van huid en ogen)
parkinsonisme, dat zijn klachten die op de ziekte van Parkinson lijken, zoals trillen, moeite
hebben met bewegen (bradykinesie) en stijve spieren
Bijwerkingen die zeer zelden, bij maximaal 1 op de 10.000 personen, kunnen voorkomen
leverfalen
hepatitis (leverontsteking).
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Afhankelijk worden van Lyrica (`geneesmiddelafhankelijkheid').
U moet weten dat er bij u bepaalde bijwerkingen, zogenaamde onthoudingsverschijnselen, kunnen
optreden na het stoppen met een korte- of langetermijnbehandeling met Lyrica (zie 'Als u stopt met
het gebruik van dit middel').
U moet onmiddellijk medisch advies inwinnen als u merkt dat uw tong of gezicht begint op te
zwellen of als uw huid rood wordt en er blaarvorming of vervelling begint op te treden.

Bepaalde bijwerkingen zoals slaperigheid kunnen vaker voorkomen, omdat patiënten met
ruggenmergletsel andere geneesmiddelen kunnen gebruiken om bijvoorbeeld pijn of spasticiteit te
behandelen. Deze geneesmiddelen hebben dezelfde bijwerkingen als pregabaline en de ernst van deze
bijwerkingen kan verhoogd zijn bij gelijktijdig gebruik.
De volgende bijwerking is gemeld nadat dit middel op de markt is gebracht: moeite met ademhalen,
oppervlakkige ademhaling.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos of de
fles na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is pregabaline. Elke harde capsule bevat 25 mg, 50 mg, 75 mg,
100 mg, 150 mg, 200 mg, 225 mg of 300 mg pregabaline.
De andere stoffen in dit middel zijn: lactosemonohydraat, maïszetmeel, talk, gelatine, titaniumdioxide
(E171), natriumlaurylsulfaat, watervrij colloïdaal siliciumdioxide, zwarte inkt (die schellak, ijzeroxide
zwart (E172), propyleenglycol en kaliumhydroxide bevat) en water.
De 75 mg, 100 mg, 200 mg, 225 mg en 300 mg capsules bevatten tevens rood ijzeroxide (E172).
Witte harde capsules, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en
'PGN 25' op het onderste deel van de capsule
50 mg capsules
Witte harde capsules, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en
'PGN 50' op het onderste deel van de capsule. Het onderste deel van
de capsule is gemerkt met een zwarte band
75 mg capsules
Wit-oranje harde capsules, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en
'PGN 75' op het onderste deel van de capsule
100 mg capsules
Oranje harde capsules, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en
'PGN 100' op het onderste deel van de capsule
150 mg capsules
Witte harde capsules, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en
'PGN 150' op het onderste deel van de capsule
200 mg capsules
Licht oranje harde capsules, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel
en 'PGN 200' op het onderste deel van de capsule
225 mg capsules
Wit-licht oranje harde capsules, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste
deel en 'PGN 225' op het onderste deel van de capsule
300 mg capsules
Wit-oranje harde capsules, met opdruk 'Pfizer' op het bovenste deel en
'PGN 300' op het onderste deel van de capsule
Lyrica is beschikbaar in acht verpakkingsgrootten vervaardigd uit PVC met aluminiumfolie aan de
rugzijde: een verpakking van 14 capsules met 1 blisterstrip, een verpakking van 21 capsules met
1 blisterstrip, een verpakking van 56 capsules met 4 blisterstrips, een verpakking van 70 capsules met
5 blisterstrips, een verpakking van 84 capsules met 4 blisterstrips, een verpakking van 100 capsules
met 10 blisterstrips, een verpakking van 112 capsules met 8 blisterstrips en een geperforeerde
eenheidsblisterverpakking van 100 x 1 capsules.
Lyrica is tevens beschikbaar in een HDPE flacon met 200 capsules voor de 25 mg, 75 mg, 150 mg en
300 mg sterktes.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Upjohn EESV, Rivium Westlaan 142, 2909 LD Capelle aan den IJssel, Nederland.
Fabrikant:
Pfizer Manufacturing Deutschland GmbH, Betriebsstätte Freiburg, Mooswaldallee 1, 79090 Freiburg,
Duitsland.
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Mylan EPD bv
UAB Mylan Healthcare
Tél/Tel: +32 (0)2 658 61 00
Tel. +370 52051288

Luxembourg/Luxemburg
Mylan EPD bv
.: +359 2 44 55 400
Tél/Tel: +32 (0)2 658 61 00
Ceská republika
Magyarország
Viatris CZ s.r.o.
Mylan EPD Kft.
Tel: +420 222 004 400
Tel. + 36 1 465 2100
Malta
Viatris ApS
Vivian Corporation Ltd.
Tlf: +45 28 11 69 32
Tel: +356 21344610
Deutschland
Nederland
Viatris Healthcare GmbH
Mylan Healthcare BV
Tel: +49 (0)800 0700 800
Tel: +31 (0)20 426 3300
Eesti
Norge
BGP Products Switzerland GmbH Eesti filiaal
Viatris AS
Tel: +372 6363 052
Tlf: +47 66 75 33 00

Österreich
UPJOHN HELLAS
Mylan Österreich GmbH
.: +30 2100 100 002
Tel: +43 1 86390
España
Polska
Viatris Pharmaceuticals, S.L.U.
Mylan Healthcare Sp. z o.o.
Tel: +34 900 102 712
Tel.: +48 22 546 64 00
France
Portugal
Viatris Santé
BGP Products, Unipessoal Lda.
Tél: +33 (0)4 37 25 75 00
Tel: +351 214 127 256
Hrvatska
România
Mylan Hrvatska d.o.o.
BGP Products SRL
Tel: + 385 1 23 50 599
Tel: +40 372 579 000
Ireland
Slovenija
Mylan Ireland Limited
Viatris d.o.o.
Tel: +353 1 8711600
Tel: +386 1 236 31 80
Ísland
Slovenská republika
Icepharma hf.
Viatris Slovakia s.r.o.
Sími: +354 540 8000
Tel: +421 2 32 199 100
Italia
Suomi/Finland
Viatris Pharma S.r.l.
Viatris Oy
Tel: +39 02 612 46921
Puh./Tel: +358 20 720 9555

Sverige
GPA Pharmaceuticals Ltd
Viatris AB
: +357 22863100
Tel: +46 (0)8 630 19 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Mylan Healthcare SIA
Mylan IRE Healthcare Limited
Tel: +371 676 055 80
Tel: +353 18711600
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Lyrica 20 mg/ml drank
pregabaline
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is Lyrica en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Lyrica en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Lyrica behoort tot de groep van geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van epilepsie,
neuropathische pijn en gegeneraliseerde angststoornis (GAD) bij volwasssenen.
Perifere en centrale neuropathische pijn: Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van langdurige
pijnen die veroorzaakt worden door beschadigingen van de zenuwen. Diverse ziekten zoals diabetes
of gordelroos (zona) kunnen perifere neuropathische pijn veroorzaken. Pijnwaarnemingen kunnen
worden beschreven als heet, brandend, kloppend, schietend, stekend, scherp, kramp, pijnlijk,
tintelend, gevoelloos, slapend. Perifere en centrale neuropathische pijn kan ook gepaard gaan met
stemmingswisselingen, slaapstoornissen, vermoeidheid en kan invloed hebben op het lichamelijke en
sociale functioneren en de totale kwaliteit van leven.
Epilepsie: Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van bepaalde vormen van epilepsie bij
volwassenen (partiële aanvallen met of zonder secondaire gegeneraliseerde aanvallen ­ epileptische
aanvallen beginnen in een specifiek deel van de hersenen). Uw arts zal u Lyrica voorschrijven ter
ondersteuning van de behandeling van uw epilepsie, indien uw huidige geneesmiddelen uw toestand
niet onder controle houden. U moet LYRICA bovenop uw huidige behandeling innemen. Lyrica is
niet bestemd om alleen te worden gebruikt, maar moet altijd worden gebruikt in combinatie met
andere anti-epileptica (geneesmiddelen gebruikt bij epilepsie).
Gegeneraliseerde angststoornis: Lyrica wordt gebruikt bij de behandeling van gegeneraliseerde
angststoornis (GAD). De symptomen van GAD zijn langdurige en overmatige angst en bezorgdheid
die moeilijk controleerbaar zijn. GAD kan ook rusteloosheid of een gevoel van spanning of irritatie
veroorzaken, of kan ervoor zorgen dat je je snel vermoeid voelt, je moeilijk kunt concentreren, je niets
meer kunt herinneren of lichtgeraakt bent, of kan spierspanning of slaapstoornissen veroorzaken. Dit
heeft niets te maken met de stress en de spanning in het dagelijkse leven.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt.
Bij een aantal patiënten die Lyrica gebruiken, zijn symptomen gemeld die wijzen op een
allergische reactie. Deze symptomen omvatten zwelling van het gezicht, lippen, tong en keel
maar ook verspreide huiduitslag. U moet onmiddellijk contact opnemen met uw arts indien één
van deze reacties bij u optreedt.
In verband met het gebruik van pregabaline is melding gemaakt van ernstige cutane
bijwerkingen (bijwerkingen op de huid), zoals het syndroom van Stevens-Johnson en toxische
epidermale necrolyse. Stop met het gebruik van pregabaline en roep onmiddellijk medische
hulp in als u een van de in rubriek 4 beschreven symptomen in verband met deze ernstige
huidreacties opmerkt.
Bij het gebruik van Lyrica zijn duizeligheid en slaperigheid opgetreden, waardoor het optreden
van ongelukken (vallen) bij oudere patiënten kan toenemen. Wees daarom voorzichtig totdat u
gewend bent aan het effect dat dit geneesmiddel zou kunnen hebben.
Lyrica kan wazig zicht of verlies van het gezichtsvermogen of andere veranderingen van het
gezichtsveld veroorzaken, waarvan de meeste tijdelijk zijn. U moet het onmiddellijk aan uw
arts vertellen indien u veranderingen van uw gezichtsvermogen opmerkt.
Bij bepaalde diabetespatiënten die in gewicht toenemen tijdens de behandeling met pregabaline
kan een aanpassing van hun diabetesmedicatie noodzakelijk zijn.
Bepaalde bijwerkingen zoals slaperigheid kunnen vaker voorkomen, omdat patiënten met
ruggenmergletsel andere geneesmiddelen kunnen gebruiken om bijvoorbeeld pijn of spasticiteit
te behandelen. Deze geneesmiddelen hebben dezelfde bijwerkingen als pregabaline en de ernst
van deze bijwerkingen kan verhoogd zijn bij gelijktijdig gebruik.
Er zijn bij sommige patiënten tijdens het gebruik van Lyrica meldingen geweest van hartfalen;
meestal waren dit oudere patiënten met hart- en vaataandoeningen.
Voordat u begint met het
innemen van dit geneesmiddel moet u het uw arts vertellen als u in het verleden last hebt
gehad van een hartaandoening.

Er zijn bij sommige patiënten tijdens het gebruik van Lyrica meldingen geweest van nierfalen.
Als u tijdens het gebruik van Lyrica merkt dat u minder plast, moet u het aan uw arts vertellen
aangezien dit kan verbeteren door met het geneesmiddel te stoppen.
Sommige patiënten die behandeld werden met anti-epileptica zoals Lyrica, hebben gedachten
gehad over zelfbeschadiging of zelfmoord of hebben zelfmoordgedrag vertoond. Als u op enig
moment dergelijke gedachten heeft of zulk gedrag vertoont, neem dan direct contact op met uw
arts.
Wanneer Lyrica wordt ingenomen met andere geneesmiddelen die constipatie kunnen
veroorzaken (zoals sommige typen pijnstillers), is het mogelijk dat maagdarmproblemen
Vertel het uw arts voordat u begint met het gebruik van dit geneesmiddel als u ooit misbruik
heeft gemaakt of afhankelijk bent geweest van alcohol, geneesmiddelen op voorschrift of
illegale drugs; dit kan betekenen dat u een groter risico loopt om afhankelijk te worden van
Lyrica.
Er zijn gevallen van toevallen/stuipen (convulsies) gemeld tijdens het gebruik van Lyrica of
kort na het stoppen met Lyrica. Neem direct contact op met uw arts indien er bij u een
convulsie optreedt.
Er zijn gevallen van verminderde hersenfunctie (encefalopathie) gemeld bij een aantal patiënten
die Lyrica gebruikten. Deze patiënten hadden ook andere aandoeningen. Vertel het uw arts
indien u in het verleden last heeft gehad van ernstige aandoeningen, zoals bijvoorbeeld lever- of
nierziekten.
Er zijn meldingen geweest van ademhalingsmoeilijkheden. Als u last heeft van
zenuwstelselaandoeningen, ademhalingsstelselaandoeningen, nierfunctiestoornis of als u ouder
bent dan 65 jaar, kan uw arts u een ander doseringsschema voorschrijven. Neem contact op met
uw arts als u moeite met ademhalen of een oppervlakkige ademhaling heeft.
Afhankelijkheid
Sommige mensen kunnen van Lyrica afhankelijk worden (een behoefte om het geneesmiddel te
blijven innemen). Ze kunnen onthoudingsverschijnselen krijgen wanneer ze stoppen met het gebruik
van Lyrica (zie rubriek 3, 'Hoe gebruikt u dit middel?' en 'Als u stopt met het gebruik van dit
middel'). Als u zich er zorgen over maakt dat u van Lyrica afhankelijk kunt worden, is het belangrijk
dat u uw arts raadpleegt.
Als u een van de volgende klachten opmerkt tijdens het innemen van Lyrica, kan dit een teken zijn dat
u afhankelijk bent geworden:
U moet het geneesmiddel langer innemen dan aangeraden door uw voorschrijver
U heeft het gevoel dat u meer moet innemen dan de aanbevolen dosis
U gebruik het geneesmiddel om andere redenen dan voorgeschreven
U heeft herhaalde, mislukte pogingen gedaan om te stoppen met of controle te krijgen over het
gebruik van het geneesmiddel
Wanneer u stopt met het innemen van het geneesmiddel voelt u zich niet goed, en u voelt zich
beter zodra u het geneesmiddel weer inneemt
Als u een van deze klachten opmerkt, neem dan contact op met uw arts om het beste behandeltraject
voor u te bespreken, waaronder wanneer het een geschikt moment is om te stoppen en hoe u dit op een
veilige manier moet doen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en jongeren (tot de leeftijd van 18 jaar) zijn niet
vastgesteld. Lyrica mag daarom niet worden toegepast bij deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Voordat u een nieuw geneesmiddel in combinatie met Lyrica inneemt, moet u dit met uw arts
bespreken. Gebruikt u naast Lyrica nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat
dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig
heeft.
oxycodone (gebruikt als pijnstiller)
lorazepam (gebruikt bij de behandeling van angst) of
alcohol bevatten.
Lyrica kan gelijktijdig met orale contraceptiva worden gebruikt.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Lyrica mag met of zonder voedsel worden ingenomen.
Het wordt aanbevolen geen alcohol te drinken tijdens het gebruik van Lyrica.
Zwangerschap en borstvoeding
Lyrica mag niet tijdens de zwangerschap of tijdens de borstvoeding worden gebruikt, tenzij uw arts
anders oordeelt. Het gebruik van pregabaline tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap kan
geboorteafwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind waarvoor een medische behandeling nodig
is. Uit een onderzoek waarbij gegevens werden beoordeeld van vrouwen uit Noord-Europese landen
die tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap pregabaline hadden genomen, bleek dat 6 op de
100 baby's dergelijke geboorteafwijkingen vertoonden. Bij vrouwen die tijdens het onderzoek niet
met pregabaline werden behandeld, waren dat 4 op de 100 baby's. Misvormingen van het gezicht
(gespleten lip, kaak en/of gehemelte), de ogen, het zenuwstelsel (waaronder de hersenen), nieren en
geslachtsorganen werden gemeld.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken. Bent u zwanger,
denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw
arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het gebruik van Lyrica kan leiden tot duizeligheid, slaperigheid en verminderde concentratie. U mag
geen voertuigen besturen, machines bedienen of andere risicovolle activiteiten uitvoeren, totdat
duidelijk is of dit geneesmiddel uw vermogen om bovengenoemde taken uit te voeren, al dan niet
beïnvloedt.
Lyrica bevat methylparahydroxybenzoaat en propylparahydroxybenzoaat
Lyrica drank bevat methylparahydroxybenzoaat (E218) en propylparahydroxybenzoaat (E216) die
(wellicht vertraagde) allergische reacties kunnen veroorzaken.
Lyrica bevat ethanol
Lyrica drank bevat kleine hoeveelheden ethanol (alcohol), minder dan 100 mg/ml.
Lyrica bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per maximale dagelijkse dosis van 600 mg
(30 ml), dat wil zeggen dat het in wezen `natriumvrij' is.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Uw arts zal bepalen welke dosis voor u geschikt is.
Perifere en centrale neuropathische pijn, epilepsie of gegeneraliseerde angststoornis:
Volg bij inname van de drank de instructies van uw arts.
De dosering is aangepast aan u en uw ziektebeeld en zal in het algemeen liggen tussen 150 mg
(7,5 ml) en 600 mg (30 ml) per dag.
Uw arts zal u vertellen dat u ofwel tweemaal ofwel driemaal per dag Lyrica moet innemen. Bij
tweemaal per dag neemt u Lyrica éénmaal 's ochtends en éénmaal 's avonds in, elke dag op
ongeveer hetzelfde tijdstip. Bij driemaal per dag neemt u Lyrica éénmaal 's ochtends, éénmaal
's middags en éénmaal 's avonds in, elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip.
Als u de indruk heeft dat de werking van Lyrica te sterk of te zwak is, licht dan uw arts of apotheker
in.
Als u een oudere patiënt bent (ouder dan 65 jaar), moet u Lyrica in de gebruikelijke dosering
innemen, behalve als u problemen met uw nieren heeft.
Het is mogelijk dat uw arts u een ander doseringsschema en/of andere dosering voorschrijft als u
nierproblemen heeft.
Neem Lyrica in totdat uw arts u vertelt dat u kunt stoppen.
Toediening:
Instructies voor gebruik
Lyrica is uitsluitend bestemd voor oraal gebruik.
1.
Open de fles: Druk de flesdop naar beneden en draai hem tegen de wijzers van de klok in
(Figuur 1).
2.
Alleen voor het eerste gebruik: Een indruk-fles-adapter (PIBA) wordt geleverd met de
doseerspuit. Dit is een hulpmiddel dat in de hals van de fles gestoken wordt om het
gemakkelijker te maken de drank met behulp van de doseerspuit op te trekken. Als de PIBA nog
niet op zijn plaats zit, verwijder de PIBA en de 5 ml doseerspuit voor orale toediening uit de
plastic oververpakking. Plaats de fles op een plat oppervlak, steek de PIBA in de hals van de
fles terwijl u het vlakke oppervlak van de PIBA rechtop houdt en druk erop (Figuur 2).
3.
Druk de zuiger van de spuit tot de bodem van de cilinder van de spuit (naar de naaldtip) om
overmatige lucht te verwijderen. Hecht de spuit aan de PIBA met een lichte draaibeweging
(Figuur 3).
4.
Draai de fles (met de spuit eraan vast) om en vul de spuit met de vloeistof door de zuiger van de
spuit naar beneden te trekken tot net voorbij de maatstreep die overeenkomt met de hoeveelheid
in milliliters (ml) zoals voorgeschreven door uw arts (Figuur 4). Verwijder de luchtbellen uit de
spuit door de zuiger naar de voorgeschreven maatstreep te duwen.
5.
Zet de fles, met de spuit nog steeds in de PIBA/fles, terug rechtop (Figuur 5).
6.
Verwijder de spuit uit de fles/PIBA (Figuur 6).
Leeg de inhoud van spuit rechtstreeks in de mond door de zuiger van de spuit naar de onderkant
van de spuitcilinder te drukken (Figuur 7).
Opmerking: De stappen 4-7 moeten wellicht tot drie keer toe herhaald worden om de totale
dosis te verkrijgen (Tabel 1).
[Bijvoorbeeld: om een dosis van 150 mg (7,5 ml) te verkrijgen moet u de spuit twee keer vullen
om de volledige dosis te verkrijgen. Als u de doseerspuit voor orale toediening gebruikt moet u
eerst 5 ml vloeistof opzuigen en de inhoud van de spuit direct in de mond spuiten. Vervolgens
vult u de doseerspuit voor orale toediening met 2,5 ml en spuit u de resterende inhoud in uw
mond.]
8.
Spoel de spuit door water in de spuit op te zuigen en de zuiger van de spuit naar de bodem van
de spuitcilinder te drukken. Doe dit minimaal drie keer (Figuur 8).
9.
Plaats de dop terug op de fles (waarbij de PIBA in de hals van de fles blijft) (Figuur 9).
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3

Figuur 4
Figuur 5
Figuur 6
Figuur 7
Figuur 8
Figuur 9
verkrijgen
Lyrica dosis
Totale
Eerste
Tweede spuitvulling Derde spuitvulling
(mg)
drankvolume (ml)
spuitvulling (ml)
(ml)
(ml)
25
1,25
1,25
Niet nodig
Niet nodig
50
2,5
2,5
Niet nodig
Niet nodig
75
3,75
3,75
Niet nodig
Niet nodig
100
5
5
Niet nodig
Niet nodig
150
7,5
5
2,5
Niet nodig
200
10
5
5
Niet nodig
225
11,25
5
5
1,25
300
15
5
5
5
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Neem contact op met uw arts of ga naar de dichtstbijzijnde Eerste Hulp Dienst van een ziekenhuis.
Neem uw doosje of flacon met Lyrica drank mee. U kunt zich slaperig, verward, verontrust of
rusteloos voelen nadat u teveel Lyrica heeft ingenomen. Epileptische aanvallen en bewusteloosheid
(coma) zijn ook gemeld.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Het is belangrijk om uw Lyrica drank elke dag regelmatig op hetzelfde tijdstip in te nemen.
Als u bent vergeten een dosis in te nemen, doe dit dan zo spoedig mogelijk als u eraan denkt, behalve
als het tijd is voor uw volgende dosis. In dat geval neemt u gewoon de volgende dosis in. Neem geen
dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met innemen van dit middel
Stop niet plotseling met het innemen van Lyrica. Als u wilt stoppen met het innemen van Lyrica,
bespreek dit dan eerst met uw arts. Hij of zij zal u vertellen hoe u dit moet doen. Als uw behandeling
wordt stopgezet, moet dit geleidelijk gebeuren over een periode van minstens 1 week.
U moet weten dat er bij u bepaalde bijwerkingen, zogenaamde onthoudingsverschijnselen, kunnen
optreden na het stoppen met een korte- of langetermijnbehandeling met Lyrica. Deze bijwerkingen
bestaan uit: slapeloosheid, hoofdpijn, misselijkheid, zich angstig voelen, diarree, griepachtige
symptomen, toevallen/stuipen (convulsies) zenuwachtigheid, depressie, pijn, zweten en duizeligheid.
Deze bijwerkingen kunnen vaker voorkomen of ernstiger worden als u Lyrica voor een langere tijd
heeft gebruikt. Als u onthoudingsverschijnselen krijgt, moet u contact opnemen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen die zeer vaak, bij meer dan 1 op de 10 personen, kunnen voorkomen:
duizeligheid, slaperigheid, hoofdpijn
verhoogde eetlust
gevoel van verrukking, verwarring, stuurloosheid (desoriëntatie), verminderde seksuele
interesse, geïrriteerdheid
aandachtsstoornissen, onhandigheid, geheugenstoornis, geheugenverlies, ongecontroleerde
trillingen of bevingen, spraakstoornissen, tintelend gevoel, gevoelloosheid, sufheid/
slaperigheid (sedatie), slaapzucht (lethargie), slapeloosheid, vermoeidheid, u voelt zich
abnormaal
wazig zien, dubbel zien
draaierigheid, problemen met evenwicht, vallen
droge mond, obstipatie, braken, winderigheid, diarree, misselijkheid, opgeblazen buik
erectieproblemen
zwelling van het lichaam inclusief de ledematen
een dronken gevoel hebben, abnormale manier van lopen
gewichtstoename
spierkramp, pijn in de gewrichten, rugpijn, pijn in de ledematen (armen en/of benen)
zere keel
Bijwerkingen die soms, bij maximaal 1 op de 100 personen, kunnen voorkomen:
verlies van eetlust, gewichtsverlies, bloedsuikerverlaging, bloedsuikerverhoging
veranderd zelfbesef, rusteloosheid, depressie, agitatie, stemmingsveranderingen, moeilijk op
woorden kunnen komen, hallucinaties, abnormale dromen, paniekaanvallen, onverschilligheid,
agressie, overdreven opgewektheid, geestelijke achteruitgang, problemen met nadenken,
toegenomen seksuele interesse, problemen met het seksueel functioneren inclusief het moeilijk
bereiken van een seksuele climax, vertraagde zaadlozing (ejaculatie)
veranderingen in het gezichtsvermogen, ongewone oogbewegingen, veranderingen in het
gezichtsvermogen waaronder tunnelvisie (beperkt gezichtsveld), lichtflitsen, spastische
bewegingen, afgenomen reflexen, hyperactiviteit, duizelig worden bij opstaan, gevoelige huid,
smaakverlies, brandend gevoel, trillingen bij bewegen, afgenomen bewustzijn, verlies van
bewustzijn, flauwvallen, toegenomen gevoeligheid voor geluid, zich niet lekker voelen
droge ogen, gezwollen ogen, oogpijn, zwakke ogen, waterige ogen, geïrriteerde ogen
hartritmestoornissen, versnelde hartslag, lage bloeddruk, hoge bloeddruk, veranderingen in de
hartslag, verminderde werking van het hart
blozen, opvliegers
ademhalingsmoeilijkheden, droge neus, verstopte neus
toegenomen speekselproductie, brandend maagzuur, gevoelloos rond de mond
transpireren, huiduitslag, koude rillingen, koorts
spiertrekkingen, gewrichtszwellingen, spierstijfheid, pijn inclusief spierpijn, pijn in de nekpijn
in de borst
moeilijk of pijnlijk urineren, incontinentie
zwakheid, dorst, beklemd gevoel op de borst
veranderingen in bloed- en levertestresultaten (verhoging van creatininefosfokinase, alanine-
aminotransferase en aspartaat-aminotransferase in het bloed, verlaging van aantal bloedplaatjes
in het bloed, tekort aan witte bloedlichaampjes dat zich uit in verhoogde gevoeligheid voor
infecties (neutropenie), meer creatinine in het bloed, minder kalium in het bloed)
overgevoeligheid, opgezwollen gezicht, jeuk, huiduitslag met hevige jeuk en vorming van
bultjes (netelroos), loopneus, bloedneus, hoesten, snurken
pijnlijke menstruaties
koude handen en voeten
abnormaal reukvermogen, beweging van het zicht zodra het hoofd wordt bewogen, verandering
in beleving van diepte, schitteringen, verlies van gezichtsvermogen
verwijden van de pupillen, scheel kijken,
koud zweet, benauwd gevoel in de keel, opgezwollen tong
ontsteking van de alvleesklier
problemen met slikken
langzame of afgenomen beweging van het lichaam
problemen met schrijven
vochtophoping in de (onder)buik
vochtophoping in de longen
toevallen/stuipen (convulsies)
veranderingen in het ECG (elektrocardiogram) die overeenkomen met verstoringen van de
hartslag
spierbeschadiging
spontane afscheiding uit de borsten, abnormale borstgroei, borstvorming bij mannen
verstoord menstruatiepatroon (onregelmatige menstruaties)
verminderde werking van uw nieren (nierfalen), verminderde uitscheiding van urine, niet
kunnen plassen (urineretentie)
afname van het aantal witte bloedcellen
ongepast gedrag, zelfmoordgedrag, zelfmoordgedachten
allergische reacties, waaronder mogelijk: moeite om adem te halen; ontstoken ogen (keratitis)
en heftige reacties van de huid met als kenmerken: roodachtige, niet-verhoogde, schijfvormige
of cirkelvormige vlekken op de romp, vaak met blaren in het midden ervan, huidafschilfering,
zweren in en rond de mond, keel, neus of aan de geslachtsdelen en ogen; deze ernstige
huiduitslag wordt mogelijk voorafgegaan door koorts en griepachtige symptomen (syndroom
van Stevens-Johnson, toxische epidermale necrolyse).
geelzucht (geelkleuren van huid en ogen)
parkinsonisme, dat zijn klachten die op de ziekte van Parkinson lijken, zoals trillen, moeite
hebben met bewegen (bradykinesie) en stijve spieren
Bijwerkingen die zeer zelden, bij maximaal 1 op de 10.000 personen, kunnen voorkomen
leverfalen
hepatitis (leverontsteking).
Niet bekend: frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Afhankelijk worden van Lyrica (`geneesmiddelafhankelijkheid').
U moet weten dat er bij u bepaalde bijwerkingen, zogenaamde onthoudingsverschijnselen, kunnen
optreden na het stoppen met een korte- of langetermijnbehandeling met Lyrica (zie 'Als u stopt met
het gebruik van dit middel').
U moet onmiddellijk medisch advies inwinnen als u merkt dat uw tong of gezicht begint op te
zwellen of als uw huid rood wordt en er blaarvorming of vervelling begint op te treden.

Bepaalde bijwerkingen zoals slaperigheid kunnen vaker voorkomen, omdat patiënten met
ruggenmergletsel andere geneesmiddelen kunnen gebruiken om bijvoorbeeld pijn of spasticiteit te
behandelen. Deze geneesmiddelen hebben dezelfde bijwerkingen als Lyrica en de ernst van deze
bijwerkingen kan verhoogd zijn bij gelijktijdig gebruik.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos of de
fles na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is pregabaline. Elke ml bevat 20 mg pregabaline.
De andere stoffen in dit middel zijn: methylparahydroxybenzoaat (E218), propylparahydroxybenzoaat
(E216), watervrij natriumdiwaterstoffosfaat, watervrij dinatriumfosfaat (E339), sucralose (E955)
kunstmatig aardbeienaroma (bevat kleine hoeveelheden ethanol (alcohol)), gezuiverd water.
Hoe ziet Lyrica eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Lyrica 20 mg/ml drank is een heldere kleurloze oplossing in een witte fles met 473 ml drank in een
kartonnen omdoos. De omdoos bevat ook, in een doorzichtige polyethyleen verpakking, een 5 ml
doseerspuit met maatstrepen en een indruk-fles-adapter (PIBA).
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Upjohn EESV, Rivium Westlaan 142, 2909 LD Capelle aan den IJssel, Nederland.
Fabrikant:
Pfizer Service Company BV, Hoge Wei 10, 1930 Zaventem, België
of
Pfizer Innovative Supply Point International BV, Hoge Wei 10, 1930 Zaventem, België
of
Mylan Hungary Kft., Mylan utca 1, Komárom 2900, Hongarije
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Mylan EPD bv
UAB Mylan Healthcare
Tél/Tel: +32 (0)2 658 61 00
Tel. +370 52051288

Luxembourg/Luxemburg
Mylan EPD bv
.: +359 2 44 55 400
Tél/Tel: +32 (0)2 658 61 00
Ceská republika
Magyarország
Viatris CZ s.r.o.
Mylan EPD Kft.
Tel: +420 222 004 400
Tel. + 36 1 465 2100
Danmark
Malta
Viatris ApS
Vivian Corporation Ltd.
Tlf: +45 28 11 69 32
Tel: +356 21344610
Deutschland
Nederland
Viatris Healthcare GmbH
Mylan Healthcare BV
Tel: +49 (0)800 0700 800
Tel: +31 (0)20 426 3300
Eesti
Norge
BGP Products Switzerland GmbH Eesti filiaal
Viatris AS
Tel: +372 6363 052
Tlf: +47 66 75 33 00

Österreich
UPJOHN HELLAS
Mylan Österreich GmbH
.: +30 2100 100 002
Tel: +43 1 86390
España
Polska
Viatris Pharmaceuticals, S.L.U.
Mylan Healthcare Sp. z o.o.
Tel: +34 900 102 712
Tel.: +48 22 546 64 00
France
Portugal
Viatris Santé
BGP Products, Unipessoal Lda.
Tél: +33 (0)4 37 25 75 00
Tel: +351 214 127 256
Hrvatska
România
Mylan Hrvatska d.o.o.
BGP Products SRL
Tel: + 385 1 23 50 599
Tel: +40 372 579 000
Ireland
Slovenija
Mylan Ireland Limited
Viatris d.o.o.
Tel: +353 1 8711600
Tel: +386 1 236 31 80
Ísland
Slovenská republika
Icepharma hf.
Viatris Slovakia s.r.o.
Sími: +354 540 8000
Tel: +421 2 32 199 100
Italia
Suomi/Finland
Viatris Pharma S.r.l.
Viatris Oy
Tel: +39 02 612 46921
Puh./Tel: +358 20 720 9555
Sverige
GPA Pharmaceuticals Ltd
Viatris AB
: +357 22863100
Tel: +46 (0)8 630 19 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Mylan Healthcare SIA
Mylan IRE Healthcare Limited
Tel: +371 676 055 80
Tel: +353 18711600
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Lyrica 25 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Lyrica 25 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Lyrica 25 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG