Methylthioninium chloride proveblue 5 mg/ml

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Methylthioninium chloride Proveblue 5 mg/ml oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml van de oplossing bevat 5 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 10 ml bevat 50 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 2 ml bevat 10 mg methylthioniniumchloride.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectie)
Heldere, donkerblauwe oplossing met een pH-waarde tussen 3,0 en 4,5.
De osmolaliteit ligt doorgaans tussen 10 en 15 mOsm/kg.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Acute symptomatische behandeling van methemoglobinemie die door geneesmiddelen en chemicaliën
is veroorzaakt.
Methylthioninium chloride Proveblue is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen, kinderen en
adolescenten (in de leeftijd van 0 tot 17 jaar).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Methylthioninium chloride Proveblue is bedoeld voor toediening door een beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg.
Dosering
Volwassenen
De gebruikelijke dosis is 1 tot 2 mg per kg lichaamsgewicht, d.w.z. 0,2-0,4 ml per kg
lichaamsgewicht, toegediend gedurende 5 minuten.
Eén uur na de eerste dosis kan een herhalingsdosis (1 tot 2 mg/kg lichaamsgewicht, d.w.z. 0,2-
0,4 ml/kg lichaamsgewicht) worden toegediend in gevallen van aanhoudende of terugkerende
symptomen of wanneer de methemoglobinespiegels aanzienlijk hoger blijven dan het normale
klinische bereik.
De behandeling duurt doorgaans niet langer dan één dag.
De maximale aanbevolen cumulatieve dosis voor de kuur is 7 mg/kg en mag niet overschreden
worden, omdat Methylthioninium chloride Proveblue in hogere dan de maximale doses bij gevoelige
patiënten methemoglobinemie kan veroorzaken.
In het geval van door aniline of dapson geïnduceerde methemoglobinemie is de maximale aanbevolen
cumulatieve dosis voor de kuur 4 mg/kg (zie rubriek 4.4).
2
Er zijn te weinig gegevens beschikbaar ter ondersteuning van een aanbeveling voor de dosis op basis
van continue infusie.
Speciale patiëntengroepen
Ouderen
Een aanpassing van de dosis is niet nodig.
Nierfunctiestoornis
Methylthioninium chloride moet met overleg worden gebruikt bij patiënten met matige tot ernstige
nieraandoeningen omdat er beperkte gegevens beschikbaar zijn en methylthioniniumchloride vooral
via de nieren wordt uitgescheiden. Mogelijk zijn lagere doses (<1 mg/kg) nodig.
Leverfunctiestoornis
Er is geen ervaring bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornis.
Pediatrische patiënten
Zuigelingen ouder dan 3 maanden, kinderen en adolescenten:
Dezelfde dosering als voor volwassenen.
Zuigelingen in de leeftijd van 3 maanden of jonger en pasgeborenen:
De aanbevolen dosis is 0,3-0,5 mg per kg lichaamsgewicht, d.w.z. 0,06-0,1 ml per kg
lichaamsgewicht, toegediend gedurende 5 minuten.
Eén uur na de eerste dosis kan een herhalingsdosis (0,3 tot 0,5 mg/kg lichaamsgewicht, d.w.z. 0,06-
0,1 ml/kg lichaamsgewicht) worden toegediend in gevallen van aanhoudende of terugkerende
symptomen of wanneer de methemoglobinespiegels aanzienlijk hoger blijven dan het normale
klinische bereik (zie rubriek 4.4 voor belangrijke veiligheidsinformatie).
De behandeling duurt doorgaans niet langer dan één dag.
Wijze van toediening
Voor intraveneus gebruik.
Methylthioninium chloride Proveblue is hypotoon en kan worden verdund in 50 ml glucoseoplossing
van 50 mg/ml (5%) voor injectie om plaatselijke pijn te vermijden, met name bij de pediatrische
populatie.
Het moet zeer langzaam gedurende 5 minuten worden geïnjecteerd.
Het mag niet via subcutane of intrathecale injectie worden toegediend.
Voor instructies over hantering en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie
rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor andere thiazinekleurstoffen;
Patiënten met glucose-6-fosfaatdehydrogenasedeficiëntie (G6PD) vanwege het risico op
hemolytische anemie;
Patiënten met door nitriet geïnduceerde methemoglobinemie tijdens de behandeling van
cyanidevergiftiging;
Patiënten met methemoglobinemie als gevolg van chloraatvergiftiging;
Deficiëntie van NADPH (nicotinamide-adenine-dinucleotidefosfaatreductase)-reductase.
3
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Methylthioninium chloride Proveblue moet zeer langzaam gedurende 5 minuten worden geïnjecteerd
om te voorkomen dat hoge plaatselijke concentraties van de verbinding leiden tot aanmaak van extra
methemoglobine.
Het geeft urine en ontlasting een blauwgroene kleur, en de huid een blauwe kleur, hetgeen een
belemmering kan vormen voor de diagnostisering van cyanose.
Bij patiënten met door aniline veroorzaakte methemoglobinemie kunnen herhaalde doses
methylthioniniumchloride nodig zijn. Voorzichtigheid is geboden in de kuur met
methylthioniniumchloride omdat dit de vorming van heinzlichamen en hemolytische anemie kan doen
toenemen. Daarom moeten lagere doses overwogen worden en mag de cumulatieve dosis niet hoger
zijn dan 4 mg/kg.
Methylthioninium chloride Proveblue kan de door dapson geïnduceerde hemolytische anemie
verergeren vanwege de vorming van de reactieve metaboliet van dapson, hydroxylamine, die
hemoglobine oxideert. Aanbevolen wordt om een cumulatieve dosis van 4 mg/kg voor de kuur niet te
overschrijden bij patiënten met door dapson geïnduceerde methemoglobinemie.
In gevallen van vermoede methemoglobinemie is het raadzaam om de zuurstofverzadiging met behulp
van co-oximetrie te controleren, omdat pulsoximetrie tijdens toediening van methylthioniniumchloride
een verkeerde schatting van de zuurstofverzadiging kan opleveren.
Anesthesiologen moeten waken voor methemoglobinemie bij patiënten die een behandeling met
dapson ondergaan en voor interferentie op de BIS (Bispectrale Index) bij toediening van
Methylthioninium chloride Proveblue.
Tijdens en na behandeling met Methylthioninium chloride Proveblue moeten het elektrocardiogram
(ECG) en de bloeddruk gecontroleerd worden, omdat hypotensie en hartaritmie mogelijke
bijwerkingen zijn (zie rubriek 4.8).
Het niet reageren op methylthioniniumchloride duidt op cytochroom-b5-reductasedeficiëntie, glucose-
6-fosfaatdehydrogenasedeficiëntie of sulfhemoglobinemie. Alternatieve behandelingen moeten
worden overwogen.
Methylthioniniumchloride kan ernstig of fataal serotoninesyndroom veroorzaken wanneer het in
combinatie met serotonerge middelen wordt gebruikt. Vermijd gelijktijdig gebruik van
methylthioniniumchloride met selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's), serotonine-
norepinefrineheropnameremmers (SNRI's) en monoamineoxidaseremmers (zie rubriek 4.5).
Patiënten die behandeld worden met methylthioniniumchloride in combinatie met serotonerge
middelen dienen te worden gecontroleerd op het optreden van serotoninesyndroom. Als er symptomen
van serotoninesyndroom optreden, stop dan met het gebruik van methylthioniniumchloride en start een
ondersteunende behandeling.
Patiënten met hyperglykemie of diabetes mellitus
Bij verdunning in glucoseoplossing van 50 mg/ml (5%) voor injectie moet methylthioniniumchloride
met voorzorg worden gebruikt bij patiënten met hyperglykemie of diabetes mellitus, omdat deze
aandoeningen door de glucoseoplossing kunnen verergeren.
Pediatrische patiënten
Uiterste voorzichtigheid is geboden bij toediening aan pasgeborenen en zuigelingen jonger dan
3 maanden vanwege de lagere concentraties NADPH-methemoglobinereductase voor de reductie van
4
methemoglobine naar hemoglobine, waardoor deze zuigelingen gevoeliger zijn voor
methemoglobinemie veroorzaakt door hoge doses methylthioniniumchloride.
Fotosensitiviteit
Methylthioniniumchloride kan een cutane fotosensitiviteitsreactie veroorzaken bij blootstelling aan
sterke lichtbronnen, zoals fototherapie, lampen in operatiekamers, of plaatselijk, door licht
uitzendende apparaten zoals pulse-oxymeters.
Adviseer patiënten om beschermende maatregelen te treffen tegen blootstelling aan licht, omdat
fotosensitiviteit kan optreden na toediening van methylthioniniumchloride.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Methylthioniniumchloride moet worden vermeden in combinatie met geneesmiddelen die de
serotonerge transmissie verhogen, vanwege de kans op ernstige CZS-reacties, waaronder mogelijk
fataal serotoninesyndroom. Tot deze geneesmiddelen behoren SSRI's (selectieve
serotonineheropnameremmers), bupropion, buspiron, clomipramine, mirtazapine en venlafaxine.
Indien intraveneuze toediening van methylthioniniumchloride niet kan worden vermeden bij patiënten
die met serotonerge geneesmiddelen worden behandeld, moet de laagst mogelijke dosis worden
gekozen en moet de patiënt tot 4 uur na de toediening nauwlettend op centraal zenuwstelsel (CZS)-
effecten worden bewaakt (zie rubriek 4.4 en 4.8).Methylthioniniumchloride is een in-vitro remmer van
CYP1A2, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6 en 3A4/5. De klinische gevolgen van toenemende
plasmaconcentraties van gelijktijdig toegediende geneesmiddelen die gevoelige CYP 1A2-, 2B6-,
2C8-, 2C9-, 2C19-, 2D6- en 3A-substraten zijn, kunnen niet worden uitgesloten.
Methylthioninium chloride is een in-vitro remmer van CYP1A2. De klinische gevolgen zijn niet
bekend.
De toediening van methylthioniniumchloride Proveblue heeft de potentie om de klaring van
geneesmiddelen, die primair door deze enzymen worden gemetaboliseerd, tijdelijk te vergroten of te
verminderen. De klinische gevolgen worden echter minimaal geacht, omdat methylthioniniumchloride
Proveblue vaak slechts één keer wordt gebruikt en in een acute noodsituatie.
Methylthioniniumchloride is een krachtige remmer van de transporters OCT2, MATE1 en MATE2-K.
De klinische gevolgen van de remming zijn niet bekend. De toediening van methylthioniniumchloride
Proveblue heeft de potentie om de blootstelling van geneesmiddelen tijdelijk te vergroten die primair
door de nieren worden geklaard met behulp van de OCT2/MATE-route, waaronder cimetidine,
metformine en aciclovir.
Methylthioniniumchloride is een substraat van P-glycoproteïne (P-gp). De klinische gevolgen worden
minimaal geacht vanwege het tijdelijke gebruik van een enkele dosis, dat normaal gesproken in een
noodsituatie plaatsvindt.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van methylthioniniumchloride bij zwangere vrouwen.
Uit experimenteel onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). Het
potentiële risico voor de mens is niet bekend. Methylthioninium chloride Proveblue mag niet tijdens
de zwangerschap worden gebruikt, tenzij het duidelijk noodzakelijk is, bijvoorbeeld bij
levensbedreigende methemoglobinemie.
Borstvoeding
5
Het is niet bekend of methylthioniniumchloride wordt uitgescheiden in de moedermelk. De
uitscheiding van methylthioniniumchloride in de melk is niet bij dieren onderzocht. Een risico voor de
zuigeling kan niet worden uitgesloten. Op basis van kinetische gegevens moet de borstvoeding tot
8 dagen na behandeling met Methylthioninium chloride Proveblue worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
In vitro
is aangetoond dat methylthioniniumchloride de motiliteit van menselijk sperma op een
dosisafhankelijke wijze vermindert.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Methylthioninium chloride heeft matige invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te
bedienen. De rijvaardigheid kan beïnvloed worden als gevolg van verwarring, duizeligheid en
mogelijk oogstoornissen.
Het risico is echter beperkt, omdat het geneesmiddel uitsluitend bedoeld is voor acute toediening in
noodgevallen in het ziekenhuis.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gemelde bijwerkingen die zijn waargenomen tijdens klinische studies zijn duizeligheid,
paresthesie, dysgeusie, misselijkheid, huidverkleuring, chromaturie, zweten, injectieplaatspijn en pijn
in extremiteit.
Intraveneuze injectie van methylthioniniumchloride heeft incidenteel geleid tot hypotensie en
hartaritmie, en dergelijke stoornissen kunnen in zeldzame gevallen dodelijk zijn.
Tabel met bijwerkingen
De in de onderstaande tabel vermelde bijwerkingen komen voor bij volwassenen, kinderen en
adolescenten (in de leeftijd van 0 tot 17 jaar) na intraveneuze toediening. De frequenties zijn onbekend
(kunnen niet worden geschat op basis van de beschikbare gegevens). Wanneer de frequentie is
aangegeven, is deze gebaseerd op een zeer kleine sample-omvang.
Systeem-/orgaanklasse
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Bijwerkingen
Methemoglobinemie
Hyperbilirubinemie
1
Hemolytische anemie
Immuunsysteemaandoeningen
Psychische stoornissen
Anafylactische reacties
Verwarde staat
Agitatie
Zenuwstelselaandoeningen
Duizeligheid
Hoofdpijn
Angst
Tremor
Koorts
Afasie
Frequentie
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
6
Paresthesie
Dysgeusie
Serotoninesyndroom bij gelijktijdig
gebruik van serotonerge middelen
(zie rubriek 4.4 en rubriek 4.5)
Oogaandoeningen
Hartaandoeningen
Mydriasis
Hartaritmie
Tachycardie
Vaataandoeningen
Hypertensie
Hypotensie
Respiratoire aandoeningen en
aandoeningen van thorax en
mediastinum
Maagdarmstelselaandoeningen
Dyspneu
Tachypneu
Hypoxie
Misselijkheid
Braken
Buikpijn
Verkleurde ontlasting (blauwgroen)
Aandoeningen van de huid en het
onderhuids weefsel
Verkleurde huid (blauw)
Zweten
Urticaria
Fototoxiciteit / fotosensitiviteit
Nier- en urinewegaandoeningen
Algemene aandoeningen en effecten
op de plaats van toediening
Chromaturie (blauwgroen)
Pijn op de borst
Plaatselijke weefselnecrose op de
injectieplaats
Injectieplaatspijn
Onderzoeken
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
1
Alleen bij zuigelingen gemeld
Pediatrische patiënten
Verlaagde hemoglobinespiegel
Pijn in extremiteit
Zeer vaak
Zeer vaak
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Niet bekend
Zeer vaak
Zeer vaak
Niet bekend
Niet bekend
Zeer vaak
Vaak
Niet bekend
Vaak
Niet bekend
Zeer vaak
De bijwerkingen zijn dezelfde als bij volwassenen (behalve dat hyperbilirubinemie alleen bij
zuigelingen is gemeld).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
7
4.9
Overdosering
Patiënten zonder methemoglobinemie
De toediening van grote intraveneuze doses (≥ 7 mg/kg) Methylthioninium chloride Proveblue aan
patiënten die geen methemoglobinemie hebben, veroorzaakt misselijkheid en braken, beklemmend
gevoel op de borst, pijn op de borst, tachycardie, ongerustheid, overmatig transpireren, tremor,
mydriasis, blauwgroene verkleuring van de urine, blauwkleuring van de huid en slijmvliezen, buikpijn,
duizeligheid, paresthesie, hoofdpijn, verwarring, hypertensie, lichte methemoglobinemie (tot 7%) en
veranderingen in het elektrocardiogram (afvlakking of inversie van de T-golf). Deze kenmerken gaan
doorgaans binnen 2-12 uur na de injectie over.
Patiënten met methemoglobinemie
Cumulatieve doses methylthioniniumchloride kunnen leiden tot dyspneu en tachypneu, vermoedelijk
verband houdend met verminderde beschikbaarheid van zuurstof als gevolg van methemoglobinemie,
pijn op de borst, tremor, cyanose en hemolytische anemie.
Hemolytische anemie is ook gemeld in gevallen van ernstige overdosering (20-30 mg/kg) bij
zuigelingen en kinderen met methemoglobinemie die door aniline of chloraten is veroorzaakt.
Hemodialyse kan worden toegepast bij patiënten met ernstige hemolyse.
Pediatrische patiënten
Hyperbilirubinemie is waargenomen bij zuigelingen na toediening van 20 mg/kg
methylthioniniumchloride.
Twee zuigelingen zijn overleden na toediening van 20 mg/kg methylthioniniumchloride. Beide
zuigelingen hadden een complexe medische toestand en het methylthioniniumchloride was slechts ten
dele verantwoordelijk.
De patiënt moet bewaakt worden, de methemoglobinespiegel moet worden gecontroleerd en indien
nodig moeten er passende ondersteunende maatregelen worden genomen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Alle overige therapeutische producten, antidota, ATC-code:
V03AB17
In vivo
versnellen lage concentraties methylthioniniumchloride de omzetting van methemoglobine
naar hemoglobine.
Waargenomen is dat Methylthioninium chloride Proveblue weefsels selectief aankleurt. Het gebruik
ervan bij bijschildklieroperaties (niet geïndiceerd) heeft geleid tot schadelijke CZS-effecten wanneer
het gelijktijdig met serotonerge geneesmiddelen werd toegediend (zie rubriek 4.5).
Pediatrische patiënten
De werkzaamheid van methylthioniniumchloride voor de behandeling van methemoglobinemie in de
pediatrische populatie is in twee retrospectieve onderzoeken en één open, gerandomiseerd klinisch
onderzoek aangetoond. In de literatuur zijn ook case-reports van de werkzaamheid beschikbaar.
Zie rubriek 4.4 voor belangrijke veiligheidsinformatie.
8
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intraveneuze toediening wordt Methylthioninium chloride Proveblue snel door weefsels
opgenomen. Het wordt ook via de orale weg snel opgenomen. Het merendeel van de dosis wordt via
de urine uitgescheiden, doorgaans in de vorm van leucomethylthioniniumchloride.
De geschatte terminale halfwaardetijd van methylthioniniumchloride na intraveneuze toediening is
26,7 uur.
Methylthioniniumchloride Proveblue is geen in-vitro induceerder van CYP2B6 en CYP3A4.
Methylthioniniumchloride is een in-vitro remmer van P-gp.
Methylthioniniumchloride Proveblue is geen in-vitro substraat voor BCRP of OCT2 en is geen in-
vitroremmer van BCRP, OAT1 of OAT3.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Toxiciteit bij herhaalde dosering
Uit toxiciteitsonderzoek gedurende één maand met herhaalde dosering aan honden bleken geen
macroscopische toxische effecten.
Bijwerkingen die zijn waargenomen bij blootstellingsniveaus vergelijkbaar met klinische
blootstellingsniveaus en met mogelijke betekenis voor klinisch gebruik, waren regeneratieve anemie
met verhoogde gemiddelde bloedplaatjesgehaltes en fibrinogeenspiegels, een minimale verhoging van
de gemiddelde bloedwaarden van totaal bilirubine en een verhoogde incidentie van matige
bilirubinespiegels in de urine.
Genotoxiciteit
Methylthioniniumchloride bleek mutageen in genmutatie-tests met bacteriën en muislymfoomcellen,
maar niet in muismicronucleustests
in vivo
bij intraveneuze toediening van 62 mg/kg.
Carcinogeniteit
Bij mannetjesmuizen en mannetjesratten zijn aanwijzingen gevonden voor een carcinogene werking
van methylthioniniumchloride. Bij vrouwtjesmuizen waren de aanwijzingen voor een carcinogene
werking ambigu. Bij vrouwtjes ratten zijn geen aanwijzingen voor een carcinogene werking
waargenomen.
Reproductietoxicologie
In vitro
is aangetoond dat methylthioniniumchloride de motiliteit van menselijk sperma op een
dosisafhankelijke wijze vermindert. Ook is aangetoond dat het de groei van tweecellige
muizenembryo's en de aanmaak van progesteron door gekweekte humane luteïnecellen remt.
Bij ratten en konijnen zijn teratogene effecten met foetale en maternale toxiciteit gemeld. Bij ratten
zijn verhoogde resorptiesnelheden waargenomen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
9
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6. Het mag beslist niet worden gemengd met natriumchlorideoplossing van 9 mg/ml (0,9%)
voor injectie omdat is aangetoond dat chloride de oplosbaarheid van methylthioniniumchloride
vermindert.
6.3
Houdbaarheid
3 jaar
Na openen of verdunning:
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het middel onmiddellijk worden
gebruikt, tenzij de wijze van openen/verdunning geen risico op microbiële besmetting inhoudt. Als het
niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk voor de bewaartijden en -
omstandigheden na openen.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet in de koelkast of de vriezer bewaren.
De ampul in de oorspronkelijke verpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
Voor de bewaarcondities van het verdunde geneesmiddel, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Type I glazen ampullen.
Elke karton bevat een bakje met 5 ampullen met 10 ml.
Elke karton bevat een bakje met 5 of 20 ampullen met 2 ml.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Slechts voor eenmalig gebruik.
Methylthioninium chloride Proveblue kan worden verdund in 50 ml glucoseoplossing van 50 mg/ml
(5%) voor injectie om plaatselijke pijn te vermijden, met name bij de pediatrische populatie.
Alvorens het middel toe te dienen, wordt aanbevolen te controleren of de parenterale oplossingen vrij
van deeltjes zijn. Gebruik Methylthioninium chloride Proveblue niet indien de oplossing verkleurd of
troebel is, of als er een neerslag van deeltjes aanwezig is.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
PROVEPHARM SAS
22 rue Marc Donadille, 13013 Marseille, Frankrijk
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/682/001
EU/1/11/682/002
EU/1/11/682/003
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
10
Datum van eerste verlening van de vergunning: 6 mei 2011
Datum van laatste verlenging: 8 februari 2016
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
11
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
C.
D.
12
A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Pierrel S.p.A.
s.s. Appia 7 bis, 46/48
IT-81043 Capua (CE)
Italië
Cenexi
52, Rue Marcel et Jacques Gaucher
94120 Fontenay-sous-Bois
Frankrijk
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
13
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
14
A. ETIKETTERING
15
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KARTON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Methylthioninium chloride Proveblue 5 mg/ml oplossing voor injectie
methylthioniniumchloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml van de oplossing bevat 5 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 10 ml bevat 50 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 2 ml bevat 10 mg methylthioniniumchloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Water voor injecties
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
5 ampullen van 10 ml
50 mg/10 ml
5 ampullen van 2 ml
20 ampullen van 2 ml
10 mg/2 ml
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Uitsluitend voor intraveneus gebruik.
Voor langzame intraveneuze injectie.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
16
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Het geneesmiddel moet onmiddellijk na openen of verdunning worden gebruikt.
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet in de koelkast of de vriezer bewaren.
De ampul in de oorspronkelijke verpakking bewaren ter bescherming tegen licht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Slechts voor eenmalig gebruik.
Oplossing die in de geopende ampullen overblijft, moet worden weggegooid.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Provepharm SAS
22 rue Marc Donadille, 13013 Marseille, Frankrijk
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/682/001
EU/1/11/682/002
EU/1/11/682/003
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
17
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
18
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
AMPUL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Methylthioninium chloride Proveblue 5 mg/ml injectie
methylthioniniumchloride
Uitsluitend voor intraveneus gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
50 mg/10 ml
10 mg/2 ml
6.
OVERIGE
19
B. BIJSLUITER
20
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Methylthioninium chloride Proveblue 5 mg/ml oplossing voor injectie
methylthioniniumchloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Methylthioninium chloride Proveblue en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u Methylthioninium chloride Proveblue niet gebruiken of moet u er extra
voorzichtig mee zijn?
Hoe wordt Methylthioninium chloride Proveblue gebruikt?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u Methylthioninium chloride Proveblue?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Methylthioninium chloride Proveblue en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Methylthioniniumchloride (ook bekend als methyleenblauw) behoort tot een groep van
geneesmiddelen genaamd antidota.
Methylthioninium chloride Proveblue wordt aan u of uw kind (in de leeftijd van 0 tot 17 jaar)
toegediend ter behandeling van stoornissen in uw/zijn bloed als gevolg van blootstelling aan bepaalde
geneesmiddelen of chemicaliën die een ziekte genaamd methemoglobinemie kunnen veroorzaken.
Bij methemoglobinemie bevat uw bloed te veel methemoglobine (een afwijkende vorm van
hemoglobine die niet goed zuurstof door uw lichaam kan vervoeren). Dit geneesmiddel helpt bij het
herstel van uw normale hemoglobinespiegel en van het vervoer van zuurstof in het bloed.
2.
Wanneer mag u Methylthioninium chloride Proveblue niet gebruiken of moet u er extra
voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u Methylthioninium chloride Proveblue niet gebruiken?
-
Als u allergisch bent voor methylthioniniumchloride of andere thiazinekleurstoffen.
-
Als uw lichaam niet genoeg van het enzym G6PD (glucose-6-fosfaatdehydrogenase) aanmaakt.
-
Als uw lichaam niet genoeg van het enzym NADPH-reductase (nicotinamide-adenine-
dinucleotidefosfaatreductase) aanmaakt.
-
Als uw bloedstoornis is veroorzaakt door nitriet tijdens de behandeling van cyanidevergiftiging.
-
Als uw bloedstoornis is veroorzaakt door chloraatvergiftiging.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
-
Als u matige of ernstige nierziekte heeft. In dat geval zijn wellicht lagere doses (< 1 mg/kg)
nodig.
-
Als uw bloedstoornis veroorzaakt is door een chemische stof genaamd aniline, die in
kleurstoffen zit. In dat geval zijn wellicht lagere doses nodig en mag de totale dosis niet hoger
zijn dan 4 mg/kg (zie rubriek 3 van deze bijsluiter).
21
-
-
-
Als uw bloedstoornis is veroorzaakt door een geneesmiddel genaamd dapson (dat wordt
gebruikt voor de behandeling van lepra en andere huidaandoeningen). In dat geval zijn wellicht
lagere doses nodig en mag de totale dosis niet hoger zijn dan 4 mg/kg (zie rubriek 3).
Als u hyperglykemie of diabetes mellitus heeft, omdat deze aandoeningen verergerd kunnen
worden door de glucoseoplossing die voor de verdunning van het geneesmiddel wordt gebruikt.
Uw urine en ontlasting kunnen blauwgroen kleuren en uw huid kan mogelijk blauw kleuren als
u met Methylthioninium chloride Proveblue wordt behandeld. Deze verkleuring is te
verwachten en verdwijnt na de behandeling.
Als een van de bovenstaande omstandigheden op u van toepassing is, raadpleeg dan uw arts.
Fotosensitiviteit
Methylthioniniumchloride kan een fotosensitiviteitsreactie in de huid veroorzaken (een reactie die lijkt
op zonnebrand) bij blootstelling aan sterke lichtbronnen, zoals lichttherapie, lampen in operatiekamers
en pulse-oxymeters.
Er moeten beschermende maatregelen tegen blootstelling aan licht worden getroffen.
Controles
U wordt tijdens en na behandeling met Methylthioninium chloride Proveblue gecontroleerd.
Kinderen
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Methylthioninium chloride Proveblue?
-
Bij pasgeborenen en zuigelingen in de leeftijd van 3 maanden of jonger worden lagere doses
aanbevolen (zie rubriek 3 van deze bijsluiter).
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Methylthioninium chloride Proveblue nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort
geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts, apotheker of verpleegkundige.
U mag Methylthioninium chloride Proveblue niet gelijktijdig toegediend krijgen met bepaalde
geneesmiddelen tegen depressie of angst die een stof in de hersenen genaamd serotonine beïnvloeden.
Bij gebruik in combinatie met deze geneesmiddelen kan methylthioniniumchloride
serotoninesyndroom veroorzaken, dat soms levensbedreigend kan zijn. Zulke geneesmiddelen zijn
onder andere:
selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's) zoals citalopram, escitalopram, fluoxetine,
fluvoxamine, paroxetine, sertraline en zimelidine;
bupropion;
buspiron;
clomipramine;
mirtazapine;
venlafaxine
monoamineoxidaseremmers
Als het intraveneus gebruik van Methylthioninium chloride echter niet vermeden kan worden, moet u
de laagst mogelijke dosis krijgen en tot 4 uur na toediening nauwlettend bewaakt worden.
Als u twijfelt of u dit geneesmiddel wel mag krijgen, raadpleeg dan uw arts.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Het gebruik van Methylthioninium chloride Proveblue tijdens de zwangerschap wordt niet aanbevolen
tenzij het duidelijk nodig is, bijvoorbeeld in een levensbedreigende situatie.
22
Omdat niet helemaal bekend is of methylthioniniumchloride in de moedermelk terechtkomt, moet de
borstvoeding tot 8 dagen na toediening van dit middel worden gestaakt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bestuur geen auto of ander voertuig, of gebruik geen machines omdat methylthioniniumchloride
matige invloed heeft op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.
3.
Hoe wordt Methylthioninium chloride Proveblue gebruikt?
Uw arts injecteert dit geneesmiddel langzaam gedurende 5 minuten in een ader (intraveneus).
Volwassenen, kinderen ouder dan 3 maanden en ouderen
De gebruikelijke dosis is 1 tot 2 mg per kilogram van uw lichaamsgewicht, d.w.z. 0,2 tot 0,4 ml per
kilogram, toegediend in 5 minuten. Indien nodig kan na één uur een tweede dosis worden toegediend.
De maximale aanbevolen cumulatieve dosis voor de kuur is 7 mg/kg.
Als uw bloedstoornis door aniline of dapson is veroorzaakt, mag de totale cumulatieve dosis niet hoger
zijn dan 4 mg/kg (zie rubriek 2).
Doorgaans duurt een behandeling maximaal één dag.
Zuigelingen in de leeftijd van 3 maanden of jonger
De aanbevolen dosis is 0,3 tot 0,5 mg/kg lichaamsgewicht, d.w.z. 0,06 tot 0,1 ml/kg gedurende
5 minuten.
Bij aanhoudende of terugkerende symptomen kan na één uur een herhalingsdosis (0,3 tot 0,5 mg/kg
lichaamsgewicht, d.w.z. 0,06 tot 0,1 ml/kg) worden toegediend. Doorgaans duurt een behandeling niet
langer dan één dag.
Dit geneesmiddel kan worden verdund in 50 ml glucoseoplossing van 50 mg/ml (5%) voor injectie om
plaatselijke pijn te vermijden, met name bij kinderen.
Hebt u te veel Methylthioninium chloride Proveblue toegediend gekregen?
Omdat dit geneesmiddel in het ziekenhuis aan u wordt toegediend, is het onwaarschijnlijk dat u te veel
of te weinig zult krijgen. Raadpleeg echter uw arts als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt:
-
misselijkheid;
-
buikpijn;
-
pijn op de borst;
-
duizeligheid;
-
hoofdpijn;
-
zweten;
-
verwarring;
-
verhoogd gehalte methemoglobine (een afwijkende vorm van hemoglobine in het bloed);
-
hoge bloeddruk;
-
kortademigheid;
-
abnormaal snelle hartslag;
-
beven;
-
verkleuring van de huid. Uw huid kan blauw kleuren;
-
verminderd aantal rode bloedcellen, waardoor uw huid bleek wordt en u kortademig en zwak
wordt;
-
geelzucht (geelkleuring van de huid en ogen), dit is alleen waargenomen bij zuigelingen.
Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.
23
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan Methylthioninium chloride Proveblue bijwerkingen hebben, al krijgt niet
iedereen daarmee te maken.
Deze bijwerkingen zijn gelijk bij volwassenen en kinderen, behalve dat geelzucht alleen bij
zuigelingen is waargenomen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
pijn in extremiteit
duizeligheid
zweten
huidverkleuring. Uw huid kan blauw kleuren.
blauwe of groene urine
doof gevoel en tinteling
abnormale smaak in mond
misselijkheid
Vaak voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
maagpijn
pijn op de borst
hoofdpijn
angst
injectieplaatspijn
braken
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
serotoninesyndroom wanneer Methylthioniniumchloride Proveblue met bepaalde
geneesmiddelen voor de behandeling van depressie of angst is gebruikt, zie rubriek 2
verlaagde hemoglobine (eiwit in rode bloedcellen die zuurstof in het bloed transporteren) kan
worden gemeld tijdens bloedtests
afname van rode bloedcellen, waardoor uw huid bleek kan worden en u buiten adem en
verzwakt kunt raken
plaatselijke weefselbeschadiging bij de injectieplaats
geelzucht (gele verkleuring van de huid of het oogwit) - dit is alleen gemeld bij zuigelingen
spraakproblemen
hoge of lage bloeddruk
agitatie
zuurstofgebrek
onregelmatige hartslag, inclusief een abnormaal trage of snelle hartslag
ernstige allergische reacties (zogenaamde anafylactische reactie waardoor uw keel of gezicht
kan gaan zwellen, of waardoor u moeite met ademhalen of ernstige huiduitslag kunt krijgen)
een toename van methemoglobine (een abnormale vorm van of hemoglobine in het bloed)
kortademigheid
verwardheid
beven
netelroos
koorts
snelle ademhaling
verwijde pupillen
verkleurde stoelgang. Deze kan groen of blauw kleuren
verhoogde gevoeligheid van uw huid voor licht (fotosensitiviteit)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
24
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u Methylthioninium chloride Proveblue?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vint u op de etiketten van
de doos, de blister en de ampul na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die
maand is de uiterste houdbaarheidsdatum. De arts of verpleegkundige controleert of de
houdbaarheidsdatum niet is verstreken voordat het middel bij u wordt geïnjecteerd.
Niet in de koelkast of de vriezer bewaren. De ampul in de oorspronkelijke verpakking bewaren ter
bescherming tegen licht.
Het geneesmiddel moet onmiddellijk na openen of verdunning worden gebruikt.
Gebruik Methylthioninium chloride Proveblue niet indien de oplossing verkleurd of troebel is, of als
er een neerslag van deeltjes aanwezig is.
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in Methylthioninium chloride Proveblue?
-
De werkzame stof is methylthioniniumchloride.
Elke ml van de oplossing bevat 5 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 10 ml bevat 50 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 2 ml bevat 10 mg methylthioniniumchloride.
-
De andere stof is water voor injectie.
Hoe ziet Methylthioninium chloride Proveblue eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Methylthioninium chloride Proveblue is een heldere, donkerblauwe oplossing voor injectie en wordt
geleverd in kleurloze glazen ampullen.
Elke doos bevat een bakje met 5 ampullen met 10 ml.
Elke doos bevat een bakje met 5 ampullen met 2 ml.
Elke doos bevat een bakje met 20 ampullen met 2 ml.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Provepharm SAS
22 rue Marc Donadille, 13013 Marseille, Frankrijk
Fabrikant
Pierrel S.p.A.
s.s. Appia 7 bis, 46/48, 81043 Capua, Italië
Cenexi
52, Rue Marcel et Jacques Gaucher, 94120 Fontenay-sous-Bois, Frankrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lamepro B.V.
Tél/Tel: + 31 (0) 76-5600030
25
Lietuva
Provepharm SAS
Tel: +33 (0)4 91 08 69 30
България
Provepharm SAS
Teл.: + 33 (0)4 91 08 69 30
Česká republika
LERAM pharmaceuticals s.r.o
Tel: +420 737 657 454
Danmark
Pharmanovia A/S
Tlf: + 45 33 33 76 33
Deutschland
Dr. Franz Köhler Chemie GmbH
Tel: + 49 (0) 6251-1083-0
Eesti
Provepharm SAS
Tel: + 33 (0)4 91 08 69 30
Ελλάδα
a VIPharma International AE
Τηλ: + 30-210-6194170
España
Fresenius Kabi España, S.A.U.
Tel: + 34 93 225 65 65
France
Provepharm SAS
Tél: + 33 (0)4 91 08 69 30
Hrvatska
Provepharm SAS
Tel: + 33 (0)4 91 08 69 30
Ireland
Laboratoires ETHYPHARM
Tel: + 33 1 41 12 65 63
Ísland
Pharmanovia A/S
Sími: + 45 33 33 76 33
Italia
Medac Pharma S.r.l.
Tel: + 39 06 51 59 121
Κύπρος
Isangen Pharma Cyprus Ltd
Τηλ: + 357-24-638833
Latvija
Provepharm SAS
Tel: + 33 (0)4 91 08 69 30
Luxembourg/Luxemburg
Lamepro B.V.
Tél/Tel: + 31 (0) 76-5600030
Magyarország
Mediwings Pharma Kft.
Tel.: + 36 28 410 463
Malta
Provepharm SAS
Tel: + 33 (0)4 91 08 69 30
Nederland
Lamepro B.V
Tel: + 31 (0) 76-5600030
Norge
Pharmanovia A/S
Tlf: + 45 33 33 76 33
Österreich
Dr. Franz Köhler Chemie GmbH
Tel: + 49 (0) 6251-1083-0
Polska
Apfel Pharm Sp. z o.o.
Tel: + 48 694 775 205
Portugal
Labesfal - Laboratórios Almiro
Tel: + 351 232 831100
România
Dynamic Medical Solutions
Tel: + 40 (0)725596648
Slovenija
Provepharm SAS
Tel: + 33 (0)4 91 08 69 30
Slovenská republika
LERAM pharmaceuticals s.r.o
Tel: +420 737 657454
Suomi/Finland
Pharmanovia A/S
Puh/Tel: + 45 33 33 76 33
Sverige
Pharmanovia A/S
Tel: + 45 33 33 76 33
United Kingdom (Northern Ireland)
Laboratoires ETHYPHARM
Tel: + 33 1 41 12 65 63
26
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
<--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Bereiding voor intraveneuze toediening
Onmiddellijk na openen gebruiken. Zeer langzaam gedurende 5 minuten injecteren.
Methylthioninium chloride Proveblue is hypotoon en kan worden verdund in 50 ml glucoseoplossing
van 50 mg/ml (5%) voor injectie om plaatselijke pijn te vermijden, met name bij de pediatrische
populatie.
Het mag niet worden gemengd met natriumchlorideoplossing 9 mg/ml (0.9%) voor injectie omdat is
aangetoond dat chloride de oplosbaarheid van methylthioniniumchloride vermindert.
Zie rubriek 3 van de bijsluiter voor aanvullende informatie over de wijze van toediening van
Methylthioninium chloride Proveblue.
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
27












BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Methylthioninium chloride Proveblue 5 mg/ml oplossing voor injectie

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml van de oplossing bevat 5 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 10 ml bevat 50 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 2 ml bevat 10 mg methylthioniniumchloride.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie (injectie)
Heldere, donkerblauwe oplossing met een pH-waarde tussen 3,0 en 4,5.
De osmolaliteit ligt doorgaans tussen 10 en 15 mOsm/kg.

4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Acute symptomatische behandeling van methemoglobinemie die door geneesmiddelen en chemicaliën
is veroorzaakt.
Methylthioninium chloride Proveblue is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen, kinderen en
adolescenten (in de leeftijd van 0 tot 17 jaar).

4.2 Dosering en wijze van toediening
Methylthioninium chloride Proveblue is bedoeld voor toediening door een beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg.
Dosering

Volwassenen
De gebruikelijke dosis is 1 tot 2 mg per kg lichaamsgewicht, d.w.z. 0,2-0,4 ml per kg
lichaamsgewicht, toegediend gedurende 5 minuten.
Eén uur na de eerste dosis kan een herhalingsdosis (1 tot 2 mg/kg lichaamsgewicht, d.w.z. 0,2-
0,4 ml/kg lichaamsgewicht) worden toegediend in gevallen van aanhoudende of terugkerende
symptomen of wanneer de methemoglobinespiegels aanzienlijk hoger blijven dan het normale
klinische bereik.
De behandeling duurt doorgaans niet langer dan één dag.
De maximale aanbevolen cumulatieve dosis voor de kuur is 7 mg/kg en mag niet overschreden
worden, omdat Methylthioninium chloride Proveblue in hogere dan de maximale doses bij gevoelige
patiënten methemoglobinemie kan veroorzaken.
In het geval van door aniline of dapson geïnduceerde methemoglobinemie is de maximale aanbevolen
cumulatieve dosis voor de kuur 4 mg/kg (zie rubriek 4.4).
Zuigelingen in de leeftijd van 3 maanden of jonger en pasgeborenen:
De aanbevolen dosis is 0,3-0,5 mg per kg lichaamsgewicht, d.w.z. 0,06-0,1 ml per kg
lichaamsgewicht, toegediend gedurende 5 minuten.
Eén uur na de eerste dosis kan een herhalingsdosis (0,3 tot 0,5 mg/kg lichaamsgewicht, d.w.z. 0,06-
0,1 ml/kg lichaamsgewicht) worden toegediend in gevallen van aanhoudende of terugkerende
symptomen of wanneer de methemoglobinespiegels aanzienlijk hoger blijven dan het normale
klinische bereik (zie rubriek 4.4 voor belangrijke veiligheidsinformatie).
De behandeling duurt doorgaans niet langer dan één dag.
Wijze van toediening
Voor intraveneus gebruik.
Methylthioninium chloride Proveblue is hypotoon en kan worden verdund in 50 ml glucoseoplossing
van 50 mg/ml (5%) voor injectie om plaatselijke pijn te vermijden, met name bij de pediatrische
populatie.
Het moet zeer langzaam gedurende 5 minuten worden geïnjecteerd.
Het mag niet via subcutane of intrathecale injectie worden toegediend.
Voor instructies over hantering en verdunning van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie
rubriek 6.6.


4.3 Contra-indicaties
·
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor andere thiazinekleurstoffen;
·
Patiënten met glucose-6-fosfaatdehydrogenasedeficiëntie (G6PD) vanwege het risico op
hemolytische anemie;
·
Patiënten met door nitriet geïnduceerde methemoglobinemie tijdens de behandeling van
cyanidevergiftiging;
·
Patiënten met methemoglobinemie als gevolg van chloraatvergiftiging;
·
Deficiëntie van NADPH (nicotinamide-adenine-dinucleotidefosfaatreductase)-reductase.
Het geeft urine en ontlasting een blauwgroene kleur, en de huid een blauwe kleur, hetgeen een
belemmering kan vormen voor de diagnostisering van cyanose.
Bij patiënten met door aniline veroorzaakte methemoglobinemie kunnen herhaalde doses
methylthioniniumchloride nodig zijn. Voorzichtigheid is geboden in de kuur met
methylthioniniumchloride omdat dit de vorming van heinzlichamen en hemolytische anemie kan doen
toenemen. Daarom moeten lagere doses overwogen worden en mag de cumulatieve dosis niet hoger
zijn dan 4 mg/kg.
Methylthioninium chloride Proveblue kan de door dapson geïnduceerde hemolytische anemie
verergeren vanwege de vorming van de reactieve metaboliet van dapson, hydroxylamine, die
hemoglobine oxideert. Aanbevolen wordt om een cumulatieve dosis van 4 mg/kg voor de kuur niet te
overschrijden bij patiënten met door dapson geïnduceerde methemoglobinemie.
In gevallen van vermoede methemoglobinemie is het raadzaam om de zuurstofverzadiging met behulp
van co-oximetrie te controleren, omdat pulsoximetrie tijdens toediening van methylthioniniumchloride
een verkeerde schatting van de zuurstofverzadiging kan opleveren.
Anesthesiologen moeten waken voor methemoglobinemie bij patiënten die een behandeling met
dapson ondergaan en voor interferentie op de BIS (Bispectrale Index) bij toediening van
Methylthioninium chloride Proveblue.
Tijdens en na behandeling met Methylthioninium chloride Proveblue moeten het elektrocardiogram
(ECG) en de bloeddruk gecontroleerd worden, omdat hypotensie en hartaritmie mogelijke
bijwerkingen zijn (zie rubriek 4.8).
Het niet reageren op methylthioniniumchloride duidt op cytochroom-b5-reductasedeficiëntie, glucose-
6-fosfaatdehydrogenasedeficiëntie of sulfhemoglobinemie. Alternatieve behandelingen moeten
worden overwogen.
Methylthioniniumchloride kan ernstig of fataal serotoninesyndroom veroorzaken wanneer het in
combinatie met serotonerge middelen wordt gebruikt. Vermijd gelijktijdig gebruik van
methylthioniniumchloride met selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's), serotonine-
norepinefrineheropnameremmers (SNRI's) en monoamineoxidaseremmers (zie rubriek 4.5).
Patiënten die behandeld worden met methylthioniniumchloride in combinatie met serotonerge
middelen dienen te worden gecontroleerd op het optreden van serotoninesyndroom. Als er symptomen
van serotoninesyndroom optreden, stop dan met het gebruik van methylthioniniumchloride en start een
ondersteunende behandeling.
Patiënten met hyperglykemie of diabetes mellitus
Bij verdunning in glucoseoplossing van 50 mg/ml (5%) voor injectie moet methylthioniniumchloride
met voorzorg worden gebruikt bij patiënten met hyperglykemie of diabetes mellitus, omdat deze
aandoeningen door de glucoseoplossing kunnen verergeren.
Pediatrische patiënten
Uiterste voorzichtigheid is geboden bij toediening aan pasgeborenen en zuigelingen jonger dan
3 maanden vanwege de lagere concentraties NADPH-methemoglobinereductase voor de reductie van
Methylthioninium chloride is een in-vitro remmer van CYP1A2. De klinische gevolgen zijn niet
bekend.


De toediening van methylthioniniumchloride Proveblue heeft de potentie om de klaring van
geneesmiddelen, die primair door deze enzymen worden gemetaboliseerd, tijdelijk te vergroten of te
verminderen. De klinische gevolgen worden echter minimaal geacht, omdat methylthioniniumchloride
Proveblue vaak slechts één keer wordt gebruikt en in een acute noodsituatie.
Methylthioniniumchloride is een krachtige remmer van de transporters OCT2, MATE1 en MATE2-K.
De klinische gevolgen van de remming zijn niet bekend. De toediening van methylthioniniumchloride
Proveblue heeft de potentie om de blootstelling van geneesmiddelen tijdelijk te vergroten die primair
door de nieren worden geklaard met behulp van de OCT2/MATE-route, waaronder cimetidine,
metformine en aciclovir.
Methylthioniniumchloride is een substraat van P-glycoproteïne (P-gp). De klinische gevolgen worden
minimaal geacht vanwege het tijdelijke gebruik van een enkele dosis, dat normaal gesproken in een
noodsituatie plaatsvindt.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding

Zwangerschap
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van methylthioniniumchloride bij zwangere vrouwen.
Uit experimenteel onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). Het
potentiële risico voor de mens is niet bekend. Methylthioninium chloride Proveblue mag niet tijdens
de zwangerschap worden gebruikt, tenzij het duidelijk noodzakelijk is, bijvoorbeeld bij
levensbedreigende methemoglobinemie.
Borstvoeding
Systeem-/orgaanklasse
Bijwerkingen
Frequentie
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Methemoglobinemie
Niet bekend
Hyperbilirubinemie1
Niet bekend
Hemolytische anemie
Niet bekend
Immuunsysteemaandoeningen
Anafylactische reacties
Niet bekend
Psychische stoornissen
Verwarde staat
Niet bekend
Agitatie
Niet bekend
Zenuwstelselaandoeningen
Duizeligheid
Zeer vaak
Hoofdpijn
Vaak
Angst
Vaak
Tremor
Niet bekend
Koorts
Niet bekend
Afasie
Niet bekend
Zeer vaak
Dysgeusie
Zeer vaak
Serotoninesyndroom bij gelijktijdig
Niet bekend
gebruik van serotonerge middelen
(zie rubriek 4.4 en rubriek 4.5)
Oogaandoeningen
Mydriasis
Niet bekend
Hartaandoeningen
Hartaritmie
Niet bekend
Tachycardie
Niet bekend
Vaataandoeningen
Hypertensie
Niet bekend
Hypotensie
Niet bekend
Respiratoire aandoeningen en
Dyspneu
Niet bekend
aandoeningen van thorax en
Tachypneu
Niet bekend
mediastinum
Hypoxie
Niet bekend
Maagdarmstelselaandoeningen
Misselijkheid
Zeer vaak
Braken
Vaak
Buikpijn
Vaak
Verkleurde ontlasting (blauwgroen)
Niet bekend
Aandoeningen van de huid en het
Verkleurde huid (blauw)
Zeer vaak
onderhuids weefsel
Zweten
Zeer vaak
Urticaria
Niet bekend
Fototoxiciteit / fotosensitiviteit
Niet bekend
Nier- en urinewegaandoeningen
Chromaturie (blauwgroen)
Zeer vaak
Algemene aandoeningen en effecten
Pijn op de borst
Vaak
op de plaats van toediening
Plaatselijke weefselnecrose op de
Niet bekend
injectieplaats
Injectieplaatspijn
Vaak
Onderzoeken
Verlaagde hemoglobinespiegel
Niet bekend
Pijn in extremiteit
Zeer vaak
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
1 Alleen bij zuigelingen gemeld

Pediatrische patiënten
De bijwerkingen zijn dezelfde als bij volwassenen (behalve dat hyperbilirubinemie alleen bij
zuigelingen is gemeld).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
Hemolytische anemie is ook gemeld in gevallen van ernstige overdosering (20-30 mg/kg) bij
zuigelingen en kinderen met methemoglobinemie die door aniline of chloraten is veroorzaakt.
Hemodialyse kan worden toegepast bij patiënten met ernstige hemolyse.
Pediatrische patiënten

Hyperbilirubinemie is waargenomen bij zuigelingen na toediening van 20 mg/kg
methylthioniniumchloride.
Twee zuigelingen zijn overleden na toediening van 20 mg/kg methylthioniniumchloride. Beide
zuigelingen hadden een complexe medische toestand en het methylthioniniumchloride was slechts ten
dele verantwoordelijk.
De patiënt moet bewaakt worden, de methemoglobinespiegel moet worden gecontroleerd en indien
nodig moeten er passende ondersteunende maatregelen worden genomen.

5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Alle overige therapeutische producten, antidota, ATC-code:
V03AB17
In vivo versnellen lage concentraties methylthioniniumchloride de omzetting van methemoglobine
naar hemoglobine.
Waargenomen is dat Methylthioninium chloride Proveblue weefsels selectief aankleurt. Het gebruik
ervan bij bijschildklieroperaties (niet geïndiceerd) heeft geleid tot schadelijke CZS-effecten wanneer
het gelijktijdig met serotonerge geneesmiddelen werd toegediend (zie rubriek 4.5).
Pediatrische patiënten
De werkzaamheid van methylthioniniumchloride voor de behandeling van methemoglobinemie in de
pediatrische populatie is in twee retrospectieve onderzoeken en één open, gerandomiseerd klinisch
onderzoek aangetoond. In de literatuur zijn ook case-reports van de werkzaamheid beschikbaar.
Zie rubriek 4.4 voor belangrijke veiligheidsinformatie.
De geschatte terminale halfwaardetijd van methylthioniniumchloride na intraveneuze toediening is
26,7 uur.
Methylthioniniumchloride Proveblue is geen in-vitro induceerder van CYP2B6 en CYP3A4.
Methylthioniniumchloride is een in-vitro remmer van P-gp.
Methylthioniniumchloride Proveblue is geen in-vitro substraat voor BCRP of OCT2 en is geen in-
vitroremmer van BCRP, OAT1 of OAT3.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek


Toxiciteit bij herhaalde dosering

Uit toxiciteitsonderzoek gedurende één maand met herhaalde dosering aan honden bleken geen
macroscopische toxische effecten.
Bijwerkingen die zijn waargenomen bij blootstellingsniveaus vergelijkbaar met klinische
blootstellingsniveaus en met mogelijke betekenis voor klinisch gebruik, waren regeneratieve anemie
met verhoogde gemiddelde bloedplaatjesgehaltes en fibrinogeenspiegels, een minimale verhoging van
de gemiddelde bloedwaarden van totaal bilirubine en een verhoogde incidentie van matige
bilirubinespiegels in de urine.

Genotoxiciteit
Methylthioniniumchloride bleek mutageen in genmutatie-tests met bacteriën en muislymfoomcellen,
maar niet in muismicronucleustests in vivo bij intraveneuze toediening van 62 mg/kg.
Carcinogeniteit

Bij mannetjesmuizen en mannetjesratten zijn aanwijzingen gevonden voor een carcinogene werking
van methylthioniniumchloride. Bij vrouwtjesmuizen waren de aanwijzingen voor een carcinogene
werking ambigu. Bij vrouwtjes ratten zijn geen aanwijzingen voor een carcinogene werking
waargenomen.
Reproductietoxicologie
In vitro is aangetoond dat methylthioniniumchloride de motiliteit van menselijk sperma op een
dosisafhankelijke wijze vermindert. Ook is aangetoond dat het de groei van tweecellige
muizenembryo's en de aanmaak van progesteron door gekweekte humane luteïnecellen remt.
Bij ratten en konijnen zijn teratogene effecten met foetale en maternale toxiciteit gemeld. Bij ratten
zijn verhoogde resorptiesnelheden waargenomen.

6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Water voor injecties
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Methylthioninium chloride Proveblue kan worden verdund in 50 ml glucoseoplossing van 50 mg/ml
(5%) voor injectie om plaatselijke pijn te vermijden, met name bij de pediatrische populatie.
Alvorens het middel toe te dienen, wordt aanbevolen te controleren of de parenterale oplossingen vrij
van deeltjes zijn. Gebruik Methylthioninium chloride Proveblue niet indien de oplossing verkleurd of
troebel is, of als er een neerslag van deeltjes aanwezig is.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.

7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
PROVEPHARM SAS
22 rue Marc Donadille, 13013 Marseille, Frankrijk

8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/682/001
EU/1/11/682/002
EU/1/11/682/003

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING


BIJLAGE II

A.
FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

B.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK


C.

ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN


D.

VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL


FABRIKANTEN VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
Pierrel S.p.A.
s.s. Appia 7 bis, 46/48
IT-81043 Capua (CE)
Italië
Cenexi
52, Rue Marcel et Jacques Gaucher
94120 Fontenay-sous-Bois
Frankrijk
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.











BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER












A. ETIKETTERING
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Methylthioninium chloride Proveblue 5 mg/ml oplossing voor injectie
methylthioniniumchloride

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke ml van de oplossing bevat 5 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 10 ml bevat 50 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 2 ml bevat 10 mg methylthioniniumchloride.

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN

Water voor injecties

4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Oplossing voor injectie
5 ampullen van 10 ml
50 mg/10 ml
5 ampullen van 2 ml
20 ampullen van 2 ml
10 mg/2 ml

5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Uitsluitend voor intraveneus gebruik.
Voor langzame intraveneuze injectie.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
Het geneesmiddel moet onmiddellijk na openen of verdunning worden gebruikt.

9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Niet in de koelkast of de vriezer bewaren.
De ampul in de oorspronkelijke verpakking bewaren ter bescherming tegen licht.

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

Slechts voor eenmalig gebruik.
Oplossing die in de geopende ampullen overblijft, moet worden weggegooid.

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

Provepharm SAS
22 rue Marc Donadille, 13013 Marseille, Frankrijk

12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/11/682/001
EU/1/11/682/002
EU/1/11/682/003

13. PARTIJNUMMER

Lot

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING

15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK


16. INFORMATIE IN BRAILLE

Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.


17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE

2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Methylthioninium chloride Proveblue 5 mg/ml injectie
methylthioniniumchloride
Uitsluitend voor intraveneus gebruik

2.
WIJZE VAN TOEDIENING

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP

4.
PARTIJNUMMER
Lot

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
50 mg/10 ml
10 mg/2 ml

6.
OVERIGE











B. BIJSLUITER

Methylthioninium chloride Proveblue 5 mg/ml oplossing voor injectie
methylthioniniumchloride

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.

-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.

Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is Methylthioninium chloride Proveblue en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u Methylthioninium chloride Proveblue niet gebruiken of moet u er extra
voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe wordt Methylthioninium chloride Proveblue gebruikt?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u Methylthioninium chloride Proveblue?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Methylthioninium chloride Proveblue en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Methylthioniniumchloride (ook bekend als methyleenblauw) behoort tot een groep van
geneesmiddelen genaamd antidota.
Methylthioninium chloride Proveblue wordt aan u of uw kind (in de leeftijd van 0 tot 17 jaar)
toegediend ter behandeling van stoornissen in uw/zijn bloed als gevolg van blootstelling aan bepaalde
geneesmiddelen of chemicaliën die een ziekte genaamd methemoglobinemie kunnen veroorzaken.
Bij methemoglobinemie bevat uw bloed te veel methemoglobine (een afwijkende vorm van
hemoglobine die niet goed zuurstof door uw lichaam kan vervoeren). Dit geneesmiddel helpt bij het
herstel van uw normale hemoglobinespiegel en van het vervoer van zuurstof in het bloed.

2.
Wanneer mag u Methylthioninium chloride Proveblue niet gebruiken of moet u er extra
voorzichtig mee zijn?



Wanneer mag u Methylthioninium chloride Proveblue niet gebruiken?
-
Als u allergisch bent voor methylthioniniumchloride of andere thiazinekleurstoffen.
-
Als uw lichaam niet genoeg van het enzym G6PD (glucose-6-fosfaatdehydrogenase) aanmaakt.
-
Als uw lichaam niet genoeg van het enzym NADPH-reductase (nicotinamide-adenine-
dinucleotidefosfaatreductase) aanmaakt.
-
Als uw bloedstoornis is veroorzaakt door nitriet tijdens de behandeling van cyanidevergiftiging.
-
Als uw bloedstoornis is veroorzaakt door chloraatvergiftiging.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
-
Als u matige of ernstige nierziekte heeft. In dat geval zijn wellicht lagere doses (< 1 mg/kg)
nodig.
-
Als uw bloedstoornis veroorzaakt is door een chemische stof genaamd aniline, die in
kleurstoffen zit. In dat geval zijn wellicht lagere doses nodig en mag de totale dosis niet hoger
zijn dan 4 mg/kg (zie rubriek 3 van deze bijsluiter).
Als uw bloedstoornis is veroorzaakt door een geneesmiddel genaamd dapson (dat wordt
gebruikt voor de behandeling van lepra en andere huidaandoeningen). In dat geval zijn wellicht
lagere doses nodig en mag de totale dosis niet hoger zijn dan 4 mg/kg (zie rubriek 3).
-
Als u hyperglykemie of diabetes mellitus heeft, omdat deze aandoeningen verergerd kunnen
worden door de glucoseoplossing die voor de verdunning van het geneesmiddel wordt gebruikt.
-
Uw urine en ontlasting kunnen blauwgroen kleuren en uw huid kan mogelijk blauw kleuren als
u met Methylthioninium chloride Proveblue wordt behandeld. Deze verkleuring is te
verwachten en verdwijnt na de behandeling.
Als een van de bovenstaande omstandigheden op u van toepassing is, raadpleeg dan uw arts.
Fotosensitiviteit
Methylthioniniumchloride kan een fotosensitiviteitsreactie in de huid veroorzaken (een reactie die lijkt
op zonnebrand) bij blootstelling aan sterke lichtbronnen, zoals lichttherapie, lampen in operatiekamers
en pulse-oxymeters.
Er moeten beschermende maatregelen tegen blootstelling aan licht worden getroffen.

Controles
U wordt tijdens en na behandeling met Methylthioninium chloride Proveblue gecontroleerd.
Kinderen
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Methylthioninium chloride Proveblue?
-
Bij pasgeborenen en zuigelingen in de leeftijd van 3 maanden of jonger worden lagere doses
aanbevolen (zie rubriek 3 van deze bijsluiter).

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Methylthioninium chloride Proveblue nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort
geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts, apotheker of verpleegkundige.
U mag Methylthioninium chloride Proveblue niet gelijktijdig toegediend krijgen met bepaalde
geneesmiddelen tegen depressie of angst die een stof in de hersenen genaamd serotonine beïnvloeden.
Bij gebruik in combinatie met deze geneesmiddelen kan methylthioniniumchloride
serotoninesyndroom veroorzaken, dat soms levensbedreigend kan zijn. Zulke geneesmiddelen zijn
onder andere:
·
selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's) zoals citalopram, escitalopram, fluoxetine,
fluvoxamine, paroxetine, sertraline en zimelidine;
·
bupropion;
·
buspiron;
·
clomipramine;
·
mirtazapine;
·
venlafaxine
·
monoamineoxidaseremmers
Als het intraveneus gebruik van Methylthioninium chloride echter niet vermeden kan worden, moet u
de laagst mogelijke dosis krijgen en tot 4 uur na toediening nauwlettend bewaakt worden.
Als u twijfelt of u dit geneesmiddel wel mag krijgen, raadpleeg dan uw arts.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Het gebruik van Methylthioninium chloride Proveblue tijdens de zwangerschap wordt niet aanbevolen
tenzij het duidelijk nodig is, bijvoorbeeld in een levensbedreigende situatie.
Hoe wordt Methylthioninium chloride Proveblue gebruikt?

Uw arts injecteert dit geneesmiddel langzaam gedurende 5 minuten in een ader (intraveneus).
Volwassenen, kinderen ouder dan 3 maanden en ouderen
De gebruikelijke dosis is 1 tot 2 mg per kilogram van uw lichaamsgewicht, d.w.z. 0,2 tot 0,4 ml per
kilogram, toegediend in 5 minuten. Indien nodig kan na één uur een tweede dosis worden toegediend.
De maximale aanbevolen cumulatieve dosis voor de kuur is 7 mg/kg.
Als uw bloedstoornis door aniline of dapson is veroorzaakt, mag de totale cumulatieve dosis niet hoger
zijn dan 4 mg/kg (zie rubriek 2).
Doorgaans duurt een behandeling maximaal één dag.
Zuigelingen in de leeftijd van 3 maanden of jonger
De aanbevolen dosis is 0,3 tot 0,5 mg/kg lichaamsgewicht, d.w.z. 0,06 tot 0,1 ml/kg gedurende
5 minuten.
Bij aanhoudende of terugkerende symptomen kan na één uur een herhalingsdosis (0,3 tot 0,5 mg/kg
lichaamsgewicht, d.w.z. 0,06 tot 0,1 ml/kg) worden toegediend. Doorgaans duurt een behandeling niet
langer dan één dag.
Dit geneesmiddel kan worden verdund in 50 ml glucoseoplossing van 50 mg/ml (5%) voor injectie om
plaatselijke pijn te vermijden, met name bij kinderen.
Hebt u te veel Methylthioninium chloride Proveblue toegediend gekregen?
Omdat dit geneesmiddel in het ziekenhuis aan u wordt toegediend, is het onwaarschijnlijk dat u te veel
of te weinig zult krijgen. Raadpleeg echter uw arts als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt:
-
misselijkheid;
-
buikpijn;
-
pijn op de borst;
-
duizeligheid;
-
hoofdpijn;
-
zweten;
-
verwarring;
-
verhoogd gehalte methemoglobine (een afwijkende vorm van hemoglobine in het bloed);
-
hoge bloeddruk;
-
kortademigheid;
-
abnormaal snelle hartslag;
-
beven;
-
verkleuring van de huid. Uw huid kan blauw kleuren;
-
verminderd aantal rode bloedcellen, waardoor uw huid bleek wordt en u kortademig en zwak
wordt;
-
geelzucht (geelkleuring van de huid en ogen), dit is alleen waargenomen bij zuigelingen.
Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.

Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan Methylthioninium chloride Proveblue bijwerkingen hebben, al krijgt niet
iedereen daarmee te maken.
Deze bijwerkingen zijn gelijk bij volwassenen en kinderen, behalve dat geelzucht alleen bij
zuigelingen is waargenomen.
·
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
-
pijn in extremiteit
-
duizeligheid
-
zweten

-
huidverkleuring. Uw huid kan blauw kleuren.
-
blauwe of groene urine
-
doof gevoel en tinteling
-
abnormale smaak in mond
-
misselijkheid
·
Vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)
-
maagpijn
-
pijn op de borst
-
hoofdpijn
-
angst
-
injectieplaatspijn
-
braken
·
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
-
serotoninesyndroom wanneer Methylthioniniumchloride Proveblue met bepaalde
geneesmiddelen voor de behandeling van depressie of angst is gebruikt, zie rubriek 2
-
verlaagde hemoglobine (eiwit in rode bloedcellen die zuurstof in het bloed transporteren) kan
worden gemeld tijdens bloedtests
-
afname van rode bloedcellen, waardoor uw huid bleek kan worden en u buiten adem en
verzwakt kunt raken
-
plaatselijke weefselbeschadiging bij de injectieplaats
-
geelzucht (gele verkleuring van de huid of het oogwit) - dit is alleen gemeld bij zuigelingen
-
spraakproblemen
-
hoge of lage bloeddruk
-
agitatie
-
zuurstofgebrek
-
onregelmatige hartslag, inclusief een abnormaal trage of snelle hartslag
-
ernstige allergische reacties (zogenaamde anafylactische reactie waardoor uw keel of gezicht
kan gaan zwellen, of waardoor u moeite met ademhalen of ernstige huiduitslag kunt krijgen)
-
een toename van methemoglobine (een abnormale vorm van of hemoglobine in het bloed)
-
kortademigheid
-
verwardheid
-
beven
-
netelroos
-
koorts
-
snelle ademhaling
-
verwijde pupillen
-
verkleurde stoelgang. Deze kan groen of blauw kleuren
-
verhoogde gevoeligheid van uw huid voor licht (fotosensitiviteit)

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
Hoe bewaart u Methylthioninium chloride Proveblue?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vint u op de etiketten van
de doos, de blister en de ampul na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die
maand is de uiterste houdbaarheidsdatum. De arts of verpleegkundige controleert of de
houdbaarheidsdatum niet is verstreken voordat het middel bij u wordt geïnjecteerd.
Niet in de koelkast of de vriezer bewaren. De ampul in de oorspronkelijke verpakking bewaren ter
bescherming tegen licht.
Het geneesmiddel moet onmiddellijk na openen of verdunning worden gebruikt.
Gebruik Methylthioninium chloride Proveblue niet indien de oplossing verkleurd of troebel is, of als
er een neerslag van deeltjes aanwezig is.
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.

6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in Methylthioninium chloride Proveblue?
-
De werkzame stof is methylthioniniumchloride.
Elke ml van de oplossing bevat 5 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 10 ml bevat 50 mg methylthioniniumchloride.
Elke ampul van 2 ml bevat 10 mg methylthioniniumchloride.
-
De andere stof is water voor injectie.

Hoe ziet Methylthioninium chloride Proveblue eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Methylthioninium chloride Proveblue
is een heldere, donkerblauwe oplossing voor injectie en wordt
geleverd in kleurloze glazen ampullen.
Elke doos bevat een bakje met 5 ampullen met 10 ml.
Elke doos bevat een bakje met 5 ampullen met 2 ml.
Elke doos bevat een bakje met 20 ampullen met 2 ml.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Provepharm SAS
22 rue Marc Donadille, 13013 Marseille, Frankrijk

Fabrikant
Pierrel S.p.A.
s.s. Appia 7 bis, 46/48, 81043 Capua, Italië
Cenexi
52, Rue Marcel et Jacques Gaucher, 94120 Fontenay-sous-Bois, Frankrijk
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Lamepro B.V.
Provepharm SAS
Tél/Tel: + 31 (0) 76-5600030
Tel: +33 (0)4 91 08 69 30


Luxembourg/Luxemburg
Provepharm SAS
Lamepro B.V.
Te.: + 33 (0)4 91 08 69 30
Tél/Tel: + 31 (0) 76-5600030

Ceská republika
Magyarország
LERAM pharmaceuticals s.r.o
Mediwings Pharma Kft.
Tel: +420 737 657 454
Tel.: + 36 28 410 463
Danmark
Malta
Pharmanovia A/S
Provepharm SAS
Tlf: + 45 33 33 76 33
Tel: + 33 (0)4 91 08 69 30

Deutschland
Nederland
Dr. Franz Köhler Chemie GmbH
Lamepro B.V
Tel: + 49 (0) 6251-1083-0
Tel: + 31 (0) 76-5600030

Eesti
Norge
Provepharm SAS
Pharmanovia A/S
Tel: + 33 (0)4 91 08 69 30
Tlf: + 45 33 33 76 33


Österreich
a VIPharma International AE
Dr. Franz Köhler Chemie GmbH
: + 30-210-6194170
Tel: + 49 (0) 6251-1083-0

España
Polska
Fresenius Kabi España, S.A.U.
Apfel Pharm Sp. z o.o.
Tel: + 34 93 225 65 65
Tel: + 48 694 775 205

France
Portugal
Provepharm SAS
Labesfal - Laboratórios Almiro
Tél: + 33 (0)4 91 08 69 30
Tel: + 351 232 831100


Hrvatska
România
Provepharm SAS
Dynamic Medical Solutions
Tel: + 33 (0)4 91 08 69 30
Tel: + 40 (0)725596648


Ireland
Slovenija
Laboratoires ETHYPHARM
Provepharm SAS
Tel: + 33 1 41 12 65 63
Tel: + 33 (0)4 91 08 69 30

Ísland
Slovenská republika
Pharmanovia A/S
LERAM pharmaceuticals s.r.o
Sími: + 45 33 33 76 33
Tel: +420 737 657454

Italia
Suomi/Finland
Medac Pharma S.r.l.
Pharmanovia A/S
Tel: + 39 06 51 59 121
Puh/Tel: + 45 33 33 76 33


Sverige
Isangen Pharma Cyprus Ltd
Pharmanovia A/S
: + 357-24-638833
Tel: + 45 33 33 76 33

Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Provepharm SAS
Laboratoires ETHYPHARM
Tel: + 33 (0)4 91 08 69 30
Tel: + 33 1 41 12 65 63



Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in

Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
<--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:

Bereiding voor intraveneuze toediening
Onmiddellijk na openen gebruiken. Zeer langzaam gedurende 5 minuten injecteren.
Methylthioninium chloride Proveblue is hypotoon en kan worden verdund in 50 ml glucoseoplossing
van 50 mg/ml (5%) voor injectie om plaatselijke pijn te vermijden, met name bij de pediatrische
populatie.
Het mag niet worden gemengd met natriumchlorideoplossing 9 mg/ml (0.9%) voor injectie omdat is
aangetoond dat chloride de oplosbaarheid van methylthioniniumchloride vermindert.
Zie rubriek 3 van de bijsluiter voor aanvullende informatie over de wijze van toediening van
Methylthioninium chloride Proveblue.
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.

Heb je dit medicijn gebruikt? Methylthioninium Chloride Proveblue 5 mg/ml te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Methylthioninium Chloride Proveblue 5 mg/ml te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Methylthioninium Chloride Proveblue 5 mg/ml

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG