Myocet liposomal 50 mg inf. disp. (pwdr. + disp. + solv., conc.)
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor
infusie.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
In liposomen ingekapseld doxorubicine-citraatcomplex, wat overeenkomt met 50 mg
doxorubicinehydrochloride (HCl).
Hulpstof(fen) met bekend effect: het gereconstitueerde geneesmiddel bevat ongeveer 108 mg natrium
per 50 mg doxorubicine HCL dosis.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor infusie
Myocet liposomal wordt als volgt geleverd in de vorm van drie injectieflacons:
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl is een rood, gevriesdroogd poeder,
Injectieflacon 2 - liposomen is een witte tot gebroken witte, ondoorzichtige, homogene dispersie,
Injectieflacon 3 - buffer is een heldere, kleurloze oplossing.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Myocet liposomal, samen met cyclofosfamide, is geïndiceerd voor gebruik in de
eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd mammacarcinoom bij volwassen vrouwen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Myocet liposomal mag alleen worden gebruikt op afdelingen gespecialiseerd in het geven van
cytotoxische chemotherapie, en mag alleen worden toegediend onder toezicht van een arts met
ervaring in chemotherapie.
Dosering
Als Myocet liposomal wordt toegediend samen met cyclofosfamide (600 mg/m
2
), is de aanbevolen
aanvangsdosis van Myocet liposomal 60-75 mg/m
2
om de drie weken.
Ouderen
De veiligheid en werkzaamheid van Myocet liposomal zijn beoordeeld bij 61 patiënten met
gemetastaseerd mammacarcinoom, van 65 jaar en ouder. Gegevens van gerandomiseerde,
gecontroleerde klinische onderzoeken laten zien dat de werkzaamheid en cardiale veiligheid van
Myocet liposomal bij deze populatie vergelijkbaar waren met die welke zijn waargenomen bij
patiënten jonger dan 65.
2
Patiënten met leverfunctiestoornis
Omdat metabolisme en uitscheiding van doxorubicine voornamelijk via de lever en gal plaatsvinden,
dient zowel vóór als tijdens de behandeling met Myocet liposomal de hepatobiliaire functie te worden
beoordeeld.
Op basis van beperkte gegevens bij patiënten met levermetastase wordt aanbevolen de aanvangsdosis
van Myocet liposomal volgens onderstaande tabel te verlagen:
Leverfunctietests
Bilirubine < ULN en normale AST
Bilirubine < ULN en verhoogde AST
Bilirubine >ULN maar < 50 µmol/l
Bilirubine > 50 µmol/l
Dosis
Standaarddosis van 60 – 75 mg/m
2
25% reductie van de dosis overwegen
50% reductie van de dosis
75% reductie van de dosis
Zo mogelijk, moet het gebruik van Myocet liposomal bij patiënten met bilirubine > 50µmol/l worden
vermeden, omdat de aanbeveling voornamelijk op extrapolaties is gebaseerd.
Zie rubriek 4.4 voor verlaging van de dosis wegens andere toxiciteit.
Patiënten met nierfunctiestoornis
Aangezien doxorubicine grotendeels gemetaboliseerd wordt door de lever en uitgescheiden wordt met
de gal, is het aanpassen van de dosis niet vereist bij patiënten met nierfunctiestoornissen.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Myocet liposomal bij kinderen in de leeftijd tot en met 17 jaar
zijn niet vastgesteld.
Wijze van toediening
Myocet liposomal moet vóór toediening worden gereconstitueerd en verder worden verdund. Een
uiteindelijke concentratie van tussen 0,4 en 1,2 mg/ml doxorubicine HCl is noodzakelijk. Myocet
liposomal wordt in 1 uur toegediend door middel van intraveneuze infusie.
Myocet liposomal mag niet intramusculair of subcutaan of als een bolusinjectie worden toegediend.
Voor instructies over reconstitutie van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Myelosuppressie
Behandeling met Myocet liposomal veroorzaakt myelosuppressie. Myocet liposomal mag niet worden
toegediend aan personen met een absoluut neutrofielenaantal onder 1500 cellen/µl of een
trombocytenaantal onder 100.000/µl voorafgaand aan de volgende cyclus. Tijdens behandeling met
Myocet liposomal dient nauwgezette hematologische controle plaats te vinden (inclusief leukocyten-
en trombocytentellingen en hemoglobine).
Bij een meta-analyse is een statistisch significante lager percentage van graad 4 neutropenie (RR =
0,82, p=0,005) aangetoond in patiënten behandeld met Myocet liposomal vergeleken met
conventionele doxorubicine. Er werden echter geen significante verschillen gezien in het optreden van
anemie, trombocytopenie en episodes van neutropene koorts.
Vanwege zowel hematologische als andere toxiciteit kan dosisverlaging of uitstel van dosering nodig
zijn. Tijdens behandeling worden de volgende aanpassingen van de dosering aanbevolen, die parallel
3
moeten worden uitgevoerd voor zowel Myocet liposomal als cyclofosfamide. Dosering na een
dosisverlaging wordt overgelaten aan het oordeel van de arts die voor de patiënt verantwoordelijk is.
Hematologische Toxiciteit
Nadir Trombocytenaantal
Aanpassing
(cellen/µl))
75.000 – 150.000
Geen
50.000 – Minder dan
Geen
75.000
25.000 – Minder dan
Wacht tot ANC 1500 of meer en/of
50.000
trombocyten 100.000
of meer zijn, dan herdoseren
met 25% reductie van dosis.
Minder dan 25.000
Wacht tot ANC 1500 en/of
trombocyten 100.000 of meer zijn,
dan herdoseren met 50% reductie
van dosis
Graad
1
2
3
Nadir ANC
(cellen/µl)
1500 - 1900
1000 – Minder
dan 1500
500 – 999
4
Minder dan 500
Wanneer de behandeling langer dan 35 dagen na de eerste dosis van de vorige cyclus wordt uitgesteld
als gevolg van myelotoxiciteit, dan dient men te overwegen de behandeling te stoppen
Mucositis
Graad
1
2
Symptomen
Pijnloze zweren, erythema of lichte
pijnlijkheid.
Pijnlijke erythema, oedemen of zweren,
maar kan eten.
Pijnlijke erythema, oedemen of zweren
en kan niet eten
Heeft parenterale of enterale
ondersteuning nodig
Aanpassing
Geen
Wacht een week en als de symptomen
verbeteren, herdoseren op 100% van de
dosis.
Wacht een week en als de symptomen
verbeteren, herdoseren met 25% reductie
van dosis.
Wacht een week en als de symptomen
verbeteren, herdoseren met 50% reductie
van dosis.
3
4
Zie rubriek 4.2 voor dosisverlaging van Myocet liposomal in verband met leverfunctiestoornissen
Cardiotoxiciteit
Doxorubicine en andere antracyclinen kunnen cardiotoxiciteit veroorzaken. Het risico van toxiciteit
neemt toe met hogere cumulatieve doses van die geneesmiddelen en is hoger bij mensen met
cardiomyopathie of mediastinumbestraling in de anamnese of een reeds bestaande hartaandoening.
Bij analyses van cardiotoxiciteit bij klinische onderzoeken is een statistisch significante afname van
cardiale gebeurtenissen waargenomen bij met Myocet liposomal behandelde patiënten vergeleken met
patiënten die met conventionele doxorubicine werden behandeld, met dezelfde dosis in mg. In een
meta-analyse is een statistisch significant lager percentage aangetoond van zowel klinisch hartfalen
(RR=0,20, p=0,02) als gecombineerd klinisch en subklinisch hartfalen (RR=0,38, p<0,0001) bij met
Myocet liposomal behandelde patiënten vergeleken met patiënten die met conventionele doxorubicine
werden behandeld. Het verlaagde risico op cardiotoxiciteit is ook aangetoond in een retrospectieve
analyse bij patiënten die vooraf met adjuvante doxorubicine behandeld waren (log-rank P=0,001,
Hazard Ratio=5,42).
Bij een fase III-onderzoek in combinatie met cyclofosfamide (CPA), waarbij men Myocet liposomal
(60 mg/m
2
) + CPA (600 mg/m
2
) vergeleek met doxorubicine (60 mg/m
2
) + CPA (600 mg/m
2
) trad
4
respectievelijk bij 6% versus 21% van de patiënten een aanzienlijke afname in linkerventriculaire
ejectiefractie (LVEF) op. In een fase III-onderzoek waarbij men Myocet liposomal (75 mg/m
2
)
monotherapie vergeleek met doxorubicine (75 mg/m
2
) monotherapie, trad bij 12% versus 27 % van de
patiënten respectievelijk een aanzienlijke afname in LVEF op. De corresponderende cijfers voor
congestief hartfalen, dat minder accuraat werd beoordeeld, waren 0% voor Myocet liposomal + CPA
versus 3 % voor doxorubicine + CPA en 2 % voor Myocet liposomal versus 8% voor doxorubicine.
De gemiddelde cumulatieve dosis Myocet liposomal in combinatie met CPA voor de hele levensduur
tot een hartaanval was > 1260 mg/m², vergeleken met 480 mg/m² voor doxorubicine in combinatie
met CPA
Men heeft geen ervaring met Myocet liposomal bij patiënten met een voorgeschiedenis van
cardiovasculaire aandoeningen, bijv. hartinfarct minder dan 6 maanden voor aanvang van de
behandeling. Extra voorzichtigheid is daarom geboden bij patiënten met een gestoorde hartfunctie. De
hartfunctie van patiënten die gelijktijdig met Myocet liposomal en tratuzumab behandeld worden,
dient nauwlettend gecontroleerd te worden zoals hieronder beschreven.
De totale dosis Myocet liposomal moet ook rekening houden met vroegere of gelijktijdige therapie
met andere cardiotoxische verbindingen, inclusief antracyclinen en antrachinonen
Vóór aanvang van de Myocet liposomal-therapie wordt gewoonlijk meting van de linkerventriculaire
ejectiefractie (LVEF) aanbevolen, hetzij door "Multiple Gated Acquisition" (MUGA), hetzij door
echocardiografie. Deze methoden dienen tijdens de behandeling met Myocet liposomal regelmatig te
worden herhaald. Beoordeling van de linkerventrikelfunctie wordt dwingend geacht vóór iedere
additionele toediening van Myocet liposomal, zodra bij een patiënt een cumulatieve
antracyclinendosis van 550 mg/m
2
is overschreden of wanneer cardiomyopathie wordt vermoed. Als
de linkerventriculaire ejectiefractie aanzienlijk is afgenomen vanaf de basislijn bijv. met >20 punten
tot een eindwaarde > 50% of met > 10 punten tot een eindwaarde van < 50% moeten de voordelen van
het voortzetten van de therapie zorgvuldig worden afgewogen tegen het risico van irreversibele
cardiale beschadiging. De duidelijkste test voor antracycline-myocardbeschadiging, namelijk een
endomyocardiale biopsie, moet echter worden overwogen.
Bij alle patiënten die Myocet liposomal ontvangen, moet regelmatig een ECG worden gemaakt.
Tijdelijke veranderingen in het ECG, zoals afvlakken van de T-golf, depressie van het S-T-segment en
benigne aritmieën, worden niet gezien als dwingende reden om de Myocet liposomal-therapie te
beëindigen. Echter, een verlaging van het QRS complex wordt beschouwd als indicatief voor de
cardiale toxiciteit.
Congestief hartfalen ten gevolge van cardiomyopathie kan plotseling optreden en kan ook na het
stoppen met de therapie optreden.
Maagdarmstelselaandoeningen:
In een meta-analyse is een statistisch significant lager optreden van nausea/braken graad
≥
3 (RR =
0,65, p=0,04) en diarree graad
≥
3 (RR = 0,33, p=0,03) aangetoond bij patiënten die behandeld
werden met Myocet liposomal in vergelijking met patiënten die met conventionele doxorubicine
behandeld werden.
Reacties op de injectieplaats
Myocet liposomal moet worden beschouwd als een irriterend middel en voorzorgen moeten worden
genomen om extravasatie te voorkomen. Als extravasatie optreedt, moet de infusie onmiddellijk
worden gestopt. IJs kan gedurende ongeveer 30 minuten op de aangetaste plaats worden gelegd.
Vervolgens dient de Myocet liposomal-infusie te worden voortgezet in een andere vene dan die
waarin de extravasatie heeft plaatsgehad. Merk op dat Myocet liposomal mag worden toegediend via
een centrale of perifere vene. Tijdens het klinische programma waren er negen gevallen van
accidentele extravasatie van Myocet liposomal die geen van alle in verband zijn gebracht met ernstige
huidbeschadiging, ulceratie of necrose.
5
Met infusie in verband gebrachte reacties
Acute reacties in verband met snel geïnfuseerde liposomale infusies zijn gemeld. De beschreven
symptomen omvatten blozen, dyspneu, koorts, zwelling van het gezicht, hoofdpijn, rugpijn, koude
rillingen, een beklemd gevoel op de borst en keel en/of hypotensie. Deze acute verschijnselen kunnen
worden voorkomen door een infusietijd van 1 uur aan te houden.
Andere
Voor voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het gebruik van Myocet liposomal met andere
geneesmiddelen, zie rubriek 4.5.
Zoals bij andere antracyclines en doxorubicinebevattende producten, kan het fenomeen van een
radiatie recall optreden in de eerder bestraalde gebieden.
Werkzaamheid en veiligheid van Myocet liposomal bij de adjuvante therapie van borstkanker zijn niet
vastgesteld. Het is niet opgehelderd hoe belangrijk de schijnbare verschillen in weefseldistributie
tussen Myocet liposomal en conventionele doxorubicine zijn wat betreft de werkzaamheid tegen
tumoren op de lange termijn.
Hulpstoffen
Natrium
Dit geneesmiddel bevat ongeveer 108 mg natrium per 50 mg doxorubicine HCL dosis,
overeenkomend met 5,4% van de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g voor
een volwassene.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen specifiek geneesmiddelonderzoek naar interacties van Myocet liposomal met andere
geneesmiddelen uitgevoerd. Myocet liposomal vertoont waarschijnlijk interactie met stoffen waarvan
bekend is dat ze interactie vertonen met conventionele doxorubicine. Plasmaconcentraties van
doxorubicine en zijn metaboliet, doxorubicinol kunnen verhoogd worden wanneer doxorubicine
toegediend wordt met ciclosporine, verapamil, paclitaxel of andere middelen die P-glycoproteïne
(P-gP) remmen. Er zijn ook interacties met doxorubicine vermeld voor streptozocine, fenobarbital,
fenytoïne en warfarine. Onderzoeken naar het effect van Myocet liposomal op andere stoffen
ontbreken ook. Echter, doxorubicine kan de toxiciteit van andere oncolytica versterken. Gelijktijdige
behandeling met andere stoffen die als cardiotoxisch vermeld zijn of met cardiologisch werkzame
stoffen (bijv. calciumantagonisten) kan het risico van cardiotoxiciteit verhogen. Gelijktijdige
behandeling met andere liposomale geneesmiddelen, geneesmiddelen die met lipiden een complex
vormen, of intraveneuze vetemulsies zouden het farmacokinetische profiel van Myocet liposomal
kunnen wijzigen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens en
gedurende zes maanden na de behandeling met Myocet liposomal.
Zwangerschap
Vanwege de bekende cytotoxische, mutagene en embryotoxische eigenschappen van doxorubicine
mag Myocet liposomal niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt, tenzij het duidelijk
noodzakelijk is.
Borstvoeding
Vrouwen die Myocet liposomal krijgen mogen geen borstvoeding geven.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Van Myocet liposomal is beschreven dat het duizeligheid veroorzaakt. Patiënten die hieraan lijden,
mogen niet autorijden en geen machines bedienen.
6
4.8
Bijwerkingen
De meest gemelde bijwerkingen tijdens klinische studies waren nausea/braken(73%), leukopenie
(70%), alopecia(66%), neutropenie(46%), asthenie/vermoeidheid(46%), stomatitis/mucositis(42),
trombocytopenie(31%) en anemie(30%).
De volgende bijwerkingen zijn gemeld voor Myocet liposomal gedurende klinische onderzoeken en
bij ervaringen na het op de markt brengen. De bijwerkingen zijn hieronder gerangschikt volgens
MedDRA terminologie, systeemorgaanklasse en frequentie (frequenties zijn gedefinieerd als: zeer
vaak ≥ 1/10, vaak ≥
1/100, <
1/10, soms ≥
1/1.000, < 1/100, niet bekend (kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald));
Alle graden
Infecties en parasitaire aandoeningen
Neutropene koorts
Infecties
Herpes zoster
Sepsis
Injectieplaatsinfectie
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Neutropenie
Trombocytopenie
Anemie
Leukopenie
Lymfopenie
Pancytopenie
Neutropenische sepsis
Purpura
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Anorexie
Dehydratie
Hypokaliëmie
Hyperglykemie
Psychische stoornissen
Agitatie
Zenuwstelselaandoeningen
Insomnia
Loopstoornis
Dysfonie
Somnolentie
Hartaandoeningen
Aritmie
Cardiomyopathie
Congestief hartfalen
Pericardeffusie
Bloedvataandoeningen
Opvliegers
Zeer vaak
Zeer vaak
Soms
Soms
Soms
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Soms
Soms
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Soms
Soms
Vaak
Soms
Soms
Soms
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Vaak
7
Graad ≥ 3
Zeer vaak
Vaak
Soms
Soms
Niet bekend
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Soms
Soms
Soms
Zeer vaak
Zeer vaak
Soms
Soms
Niet bekend
Soms
Soms
Niet bekend
Niet bekend
Soms
Vaak
Vaak
Soms
Soms
Hypotensie
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Vaak
Borstkaspijn
Vaak
Dyspneu
Vaak
Bloedneus
Soms
Haemoptysis
Soms
Faryngitis
Soms
Pleurale effusie
Soms
Pneumonitis
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Nausea/braken
Zeer vaak
Stomatitis/mucositis
Zeer vaak
Diarree
Vaak
Constipatie
Vaak
Oesofagitis
Soms
Maagulcus
Lever- en galaandoeningen
Vaak
Verhoogde hepatische transaminasen
Soms
Verhoogde alkalische fosfatase
Soms
Geelzucht
Soms
Verhoogde serumbilirubine
Huid- en onderhuidaandoeningen
Zeer vaak
Alopecia
Vaak
Rash
Niet bekend
Palmoplantair
erytrodysesthesiesyndroom
Vaak
Nagelafwijking
Soms
Pruritus
Soms
Folliculitis
Soms
Droge huid
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Vaak
Rugpijn
Vaak
Myalgie
Soms
Spierzwakte
Nier- en urinewegaandoeningen
Soms
Hemorragische cystitis
Soms
Oligurie
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak
Asthenie/vermoeidheid
Zeer vaak
Koorts
Zeer vaak
Pijn
Zeer vaak
Koude rillingen
Vaak
Duizeligheid
Vaak
Hoofdpijn
8
Alle graden
Soms
Graad ≥ 3
Soms
Soms
Soms
Soms
Niet bekend
Niet bekend
Soms
Soms
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Soms
Soms
Soms
Soms
Soms
Soms
Niet bekend
Vaak
Niet bekend
Niet bekend
Soms
Soms
Soms
Niet bekend
Soms
Soms
Soms
Soms
Soms
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Soms
Soms
Gewichtsverlies
Injectieplaatsreactie
Malaise
Alle graden
Vaak
Soms
Soms
Graad ≥ 3
Soms
Soms
Niet bekend
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Acute overdosering met Myocet liposomal zal de toxische bijwerkingen verergeren. De behandeling
van een acute overdosering zou zich moeten richten op ondersteunende zorg voor verwachte toxiciteit
en zou ziekenhuisopname, antibiotica, transfusies van bloedplaatjes en granulocyten en
symptomatische behandeling van mucositis kunnen omvatten.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antineoplastische middelen, antracyclinen en verwante stoffen,
ATC-code: L01DB01
De werkzame stof in Myocet liposomal is doxorubicine HCl. Doxorubicine kan zijn antitumorale en
toxische effecten uitoefenen door een aantal mechanismen waaronder remming van topo-isomerase II,
intercalatie met DNA- en RNA-polymerasen, de vorming van vrije radicalen en binding aan
membranen. Liposomale ingekapselde doxorubicine, bleek in vergelijking met conventionele
doxorubicine niet actiever te zijn in voor doxorubicine ongevoelige cellijnen
in vitro.
Bij dieren
verlaagde liposomale ingekapselde doxorubicine de distributie naar het hart en gastro-intestinale
slijmvliezen, in vergelijking met conventionele doxorubicine, terwijl effectiviteit tegen tumoren in
experimentele tumoren werd gehandhaafd.
Myocet liposomal (60 mg/m
2
) + CPA (600 mg/m
2
) werd vergeleken met conventionele doxorubicine
+ CPA (in dezelfde doses) en Myocet liposomal (75 mg/m
2
) + CPA (600 mg/m
2
) werd vergeleken met
epirubicine + CPA (in dezelfde doses). In een derde onderzoek werd monotherapie Myocet liposomal
(75 mg/m
2
) vergeleken met enkelvoudige therapie met conventionele doxorubicine (in dezelfde dosis).
In Tabel 3 staan gegevens vermeld met betrekking tot het responspercentage en progressie-vrije
overleving.
9
Tabel 3
Samenvatting voor onderzoeken naar werkzaamheid tegen tumoren van stoffen in combinatie
en enkelvoudig stoffen
Myocet
liposomal
/CPA
(60/600
mg/m
2
)
(n=142)
43%
Dox 60/CPA
(60/600
mg/m
2
)
(n=155)
Myocet
liposomal
/CPA
(75/600
mg/m
2
)
(n=80)
46%
Epi/CPA
(75/600
mg/m
2
)
(n=80)
Myocet
Dox
liposomal (75 mg/m
2
)
(75 mg/m
2
)
(n=116)
(n=108)
Response-percentage
43%
39%
26%
26%
van tumor
Relatief Risico
1,01
1,19
1,00
(95% C.I.)
(0,78-1,31)
(0,83-1,72)
(0,64-1,56)
Gemiddelde PVO
5,1
5,5
7,7
5,6
2,9
3,2
a
(maanden)
Risicoverhouding
1,03
1,52
0,87
(95% C.I.)
(0,80-1,34)
(1,06-2,20)
(0,66-1,16)
Afkortingen: PVO, progressie-vrije overleving; Dox, doxorubicine; Epi, epirubicine; Relatief Risico,
vergelijkend middel als referentie genomen; Risicoverhouding, Myocet liposomal als referentie
genomen
a
Secundair eindpunt
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De plasmafarmacokinetiek van totaal doxorubicine bij patiënten die Myocet liposomal ontvangen,
vertoont grote veranderlijkheid tussen patiënten onderling. In het algemeen zijn de plasmaspiegels van
totaal doxorubicine echter aanzienlijk hoger bij Myocet liposomal dan bij conventionele
doxorubicine, terwijl de gegevens aanduiden dat piekplasmaspiegels van vrije (niet in liposomen
ingekapselde) doxorubicine lager zijn met Myocet liposomal dan met conventionele doxorubicine. Op
grond van de beschikbare farmacokinetische gegevens kunnen geen conclusies worden getrokken wat
betreft de verhouding tussen plasmaspiegels van totaal/vrij doxorubicine en zijn invloed op de
werkzaamheid / veiligheid van Myocet liposomal. De klaring van totaal doxorubicine was 5,1 ± 4,8
l/u en het distributievolume bij dynamisch evenwicht (V
d
) was 56,6 ± 61,5 l, terwijl na conventionele
doxorubicine klaring en V
d
respectievelijk 46,7 ± 9,6 l/u en 1,451 ± 258 l waren. De belangrijkste
circulerende metaboliet van doxorubicine, doxorubicinol wordt gevormd via aldo-keto-reductase. De
piekniveaus van doxorubicinol in het plasma treden bij Myocet liposomal later op dan bij
conventionele doxorubicine.
De farmacokinetiek van Myocet liposomal is niet specifiek onderzocht bij patiënten met
nierinsufficiëntie. Van doxorubicine is bekend dat het grotendeels via de lever wordt uitgescheiden.
Het is gebleken dat een verlaging van de dosis Myocet liposomal op zijn plaats is bij patiënten met
een gestoorde leverfunctie (zie rubriek 4.2 voor aanbevolen doseringen).
Het is aangetoond dat stoffen die P-glycoproteïne (P-gP) remmen de verdeling van doxorubicine en
doxorubicinol veranderen. (zie ook rubriek 4.5)
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er zijn geen onderzoeken naar de genotoxiciteit, carcinogeniciteit en reproductietoxiciteit van Myocet
liposomal uitgevoerd, maar van doxorubicine is bekend dat deze zowel mutageen als carcinogeen is
en toxiciteit t.a.v. reproductie zou kunnen veroorzaken.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
10
6.1
Lijst van hulpstoffen
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl
•
lactose
Injectieflacon 2 - liposomen
•
fosfatidylcholine
•
cholesterol
•
citroenzuur
•
natriumhydroxide
•
water voor injectie
Injectieflacon 3 - buffer
•
natriumcarbonaat
•
water voor injectie
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6.
6.3
Houdbaarheid
18 maanden.
Chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik na reconstitutie is aangetoond gedurende maximaal 8
uur bij 25ºC en bij 2°C - 8
ο
C gedurende maximaal 5 dagen.
Uit microbiologisch oogpunt dient het geneesmiddel onmiddellijk te worden gebruikt. Als het niet
onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de bewaartermijnen tijdens gebruik en de condities vóór gebruik de
verantwoordelijkheid van de gebruiker; de bewaarduur is gewoonlijk niet langer dan 24 uur bij 2-8
ο
C,
tenzij reconstitutie en verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde
aseptische omstandigheden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie, zie rubriek 6.3
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Myocet liposomal is verkrijgbaar in kartonnen dozen die 1 of 2 sets van de drie injectieflacons met
bestanddelen bevatten. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl
Type I glazen injectieflacons, afgesloten met stoppen van grijs butylrubber en oranje, afneembare,
aluminium kapjes, die 50 mg doxorubicine HCl gevriesdroogd poeder bevatten
Injectieflacon 2 - liposomen
Type I injectieflacons in de vorm van buisjes van flintglas, afgesloten met grijze stoppen, waaraan
siliconen zijn toegevoegd, en groene, afneembare, aluminium kapjes met minimaal 1,9 ml liposomen.
11
Injectieflacon 3 - buffer
Glazen injectieflacons, afgesloten met grijze stoppen waaraan siliconen zijn toegevoegd, en blauwe,
afneembare, aluminium kapjes met minimaal 3 ml buffer.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Bereiding van Myocet liposomal
Bij het hanteren van Myocet liposomal moet de steriliteit worden gegarandeerd, omdat Myocet
liposomal geen conserveermiddel bevat.
Bij het hanteren en bereiden van Myocet liposomal moet voorzichtigheid in acht worden genomen.
Het gebruik van handschoenen is vereist.
Stap 1. Voorbereiding
Verwarming kan plaatsvinden met een Techne DB-3 Dri Block-verwarmingstoestel of een waterbad
•
Zet het Techne DB-3 Dri Block verwarmingsblok aan en stel de regeling in op 75°C -76°C.
Controleer de ingestelde temperatuur door de thermometer(s) op elk element van het
verwarmingsblok af te lezen.
•
Als u een waterbad gebruikt, zet het waterbad dan aan en geef het de tijd om op 58°C (55°C -
60°C) te komen. Controleer de ingestelde temperatuur door de thermometer af te lezen.
(Hoewel de temperatuurregelingen van het waterbad en het verwarmingsblok verschillend zijn
ingesteld, zal de temperatuur van de inhoud van de injectieflacon in hetzelfde gebied liggen (55°C -
60°C)).
•
Neem de doos met componenten uit de koelkast.
Stap 2. Reconstitueer de doxorubicine (hydrochloride)
•
Zuig 20 ml natriumchloride oplossing voor injectie (0,9%) op, (niet in de verpakking
meegeleverd), en injecteer in elke injectieflacon voor bereiding bedoelde doxorubicine
(hydrochloride).
•
Keer de injectieflacon om en schud goed om te waarborgen dat de doxorubicine volledig is
opgelost.
Stap 3. Opwarmen in een waterbad of droog verwarmingstoestel.
•
Verwarm de injectieflacon met gereconstitueerde doxorubicine (hydrochloride) gedurende 10
minuten (niet langer dan 15 minuten) in het Techne DB-3 Dri Block verwarmingsblok, waarbij de
thermometer in het blok 75°C -76°C moet aangeven.
Bij gebruik van een waterbad de injectieflacon met doxorubicine (hydrochloride) gedurende 10
minuten (niet langer dan 15 minuten) verwarmen, waarbij de thermometer 55°C -60°C moet
aangeven.
•
Ga tijdens het verwarmen verder met stap 4.
Stap 4: Regel de pH van de liposomen.
•
Zuig 1,9 ml liposomen op. Injecteer het in de injectieflacon met de buffer om de pH van de
liposomen te regelen. Vanwege de drukverhoging kan ontluchting nodig zijn.
•
Goed schudden.
Stap 5. Voeg de liposomen met aangepaste pH toe aan de doxorubicine
•
Zuig met een injectiespuit de volledige inhoud bestaande uit liposomen met aangepaste pH uit de
buffer-injectieflacon.
•
Haal de injectieflacon met de gereconstitueerde doxorubicine HCl uit het waterbad of het droge
warmteblok. SCHUD KRACHTIG. Breng voorzichtig een ontluchtingshulpmiddel uitgerust met
een hydrofoob filter in de injectieflacon. Injecteer daarna DIRECT (binnen 2 minuten) de
12
•
•
•
liposomen met aangepaste pH in de injectieflacon met de verwarmde 50 mg gereconstitueerde
doxorubicine HC1. Verwijder het ontluchtingshulpmiddel.
SCHUD KRACHTIG.
WACHT minimaal 10 minuten alvorens het te gebruiken, waarbij het geneesmiddel op
kamertemperatuur wordt gehouden.
De Techne DB-3 Dri Block Heater is geheel gevalideerd voor gebruik bij de bereiding van
Myocet liposomal. Drie inzetstukken, elk met twee openingen van 43,7 mm, moeten daarbij
worden gebruikt. Om juiste temperatuurregeling te garanderen wordt aanbevolen een
dompelthermometer van 35 mm te gebruiken.
Het resulterende gereconstitueerde Myocet liposomal-preparaat bevat 50 mg doxorubicine HCl/25 ml
liposomale dispersie (2 mg/ml).
Na reconstitutie moet het eindproduct verder worden verdund in 0,9% (m/v) natriumchloride
oplossing voor injectie, of 5% (m/v) glucose oplossing voor injectie tot een uiteindelijk volume van
40 tot 120 ml per 50 mg samengevoegde Myocet liposomal, zodat een uiteindelijke concentratie van
0,4 mg/ml - 1,2 mg/ml doxorubicine wordt verkregen.
Na reconstitutie hoort de liposomale dispersie voor infusie die in liposomen ingekapselde
doxorubicine bevat, te bestaan uit een roodoranje, ondoorzichtig, homogene dispersie. Zoals met alle
parenteraal toegediende oplossingen moet de oplossing vóór het toedienen visueel worden
gecontroleerd op de aanwezigheid van vaste deeltjes en verkleuring. Gebruik het preparaat niet, als
het vreemde deeltjes bevat.
Procedure voor juiste verwijdering
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/141/001-002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 13 juli 2000
Datum van laatste verlenging: 02 juli 2010
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
13
BIJLAGE II
A.
B.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
C.
D.
14
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
GP-Pharm
Polígon Industrial Els Vinyets - Els Fogars,
Sector 2, Carretera Comarcal C244, km 22
08777 Sant Quintí de Mediona (Barcelona)
Spanje
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
•
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFENDE GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
Niet van toepassing.
15
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
16
A. ETIKETTERING
17
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS (2 sets van 3 bestanddelen)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor
infusie
Liposomale doxorubicine hydrochloride.
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Liposomaal ingekapselde doxorubicine overeenkomend met 50 mg doxorubicine hydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen:
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl
lactose
Injectieflacon 2 - liposomen
fosfatidylcholine, cholesterol, citroenzuur, natriumhydroxide, water voor injectie
Injectieflacon 3 - buffer
natriumcarbonaat, water voor injectie
Bevat natrium. Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor infusie
Inhoud van doos:
2 sets die elk bevatten:
1 injectieflacon doxorubicine HCl
1 injectieflacon liposomen
1 injectieflacon buffer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
18
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Cytotoxisch. Al het ongebruikte product of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig
lokale voorschriften.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/141/001
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
19
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
<Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar>
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
20
GEGEVENS DIE OP DE INTERMEDIAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN
VERMELD
(te gebruiken bij een omdoos met 2 sets van 3 bestanddelen)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor
infusie
Liposomale doxorubicine hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Liposomaal ingekapselde doxorubicine overeenkomend met 50 mg doxorubicine hydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen:
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl
lactose
Injectieflacon 2 - liposomen
fosfatidylcholine, cholesterol, citroenzuur, natriumhydroxide, water voor injectie
Injectieflacon 3 - buffer
natriumcarbonaat, water voor injectie
Bevat natrium. Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor infusie
Inhoud van doos:
1 injectieflacon doxorubicine HCl
1 injectieflacon liposomen
1 injectieflacon buffer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
21
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Cytotoxisch. Al het ongebruikte product of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig
lokale voorschriften.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/141/001
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
22
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
<Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar>
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
23
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS (1 set van 3 bestanddelen)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor
infusie
Liposomale doxorubicine hydrochloride.
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Liposomaal ingekapselde doxorubicine overeenkomend met 50 mg doxorubicine hydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen:
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl
lactose
Injectieflacon 2 - liposomen
fosfatidylcholine, cholesterol, citroenzuur, natriumhydroxide, water voor injectie
Injectieflacon 3 - buffer
natriumcarbonaat, water voor injectie
Bevat natrium. Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor infusie
Inhoud van doos:
1 injectieflacon doxorubicine HCl
1 injectieflacon liposomen
1 injectieflacon buffer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor intraveneus gebruik na het reconstitutie en verdunning
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
24
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Cytotoxisch. Al het ongebruikte product of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig
lokale voorschriften.
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/141/002
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
25
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
<Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar>
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
26
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON DOXORUBICINE HCL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Myocet liposomal
Doxorubicine HCl
IV gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
50 mg
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
27
STICKER/SCHEURSECTIE VAN ETIKET VOOR HET OPNIEUW ETIKETTEREN VAN
DE INJECTIEFLACON MET DOXORUBICINE HCL DIE GERECONSTITUEERD
EINDCONCENTRAAT VOOR DISPERSIE VOOR INFUSIE BEVAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Myocet liposomal 50 mg concentraat voor dispersie voor infusie
Liposomale doxorubicine HCl
IV
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
Datum van bereiding: ______________
Tijd van bereiding: _____________
Bereid door: __________________
28
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
LIPOSOMEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Myocet liposomal
liposomen
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
1,9 ml
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
29
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
BUFFER
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Myocet liposomal
buffer
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
3 ml
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
30
B. BIJSLUITER
31
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel concentraat voor dispersie voor
infusie
Liposomale doxorubicine hydrochloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Myocet liposomal en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Myocet liposomal en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Myocet liposomal bevat een geneesmiddel ”doxorubicine”, dat schade toebrengt aan tumorcellen.
Deze groep geneesmiddelen behoren tot de zogenaamde “chemotherapie”. Dit geneesmiddel is
ingekapseld in microscopisch kleine vetbolletjes die bekendstaan als liposomen.
Myocet liposomal wordt gebruikt bij volwassen vrouwen voor de eerstelijnsbehandeling van
borstkanker dat is uitgezaaid (“gemetastaseerd borstkanker”). Het wordt gebruikt met een ander
geneesmiddel “cyclofosfamide”. Lees ook nauwkeurig de bijsluiter voor dat geneesmiddel.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Gebruik Myocet liposomal niet als dit voor u van toepassing is. Indien u niet zeker bent, neem dan
contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u Myocet liposomaal gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Overleg met uw arts of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel gebruikt, als:
•
u een ooit een hartaandoening heeft gehad zoals een hartaanval, hartfalen of als u een hoge
bloeddruk heeft gehad gedurende een lange tijd
•
u leverproblemen hebt.
Als een van bovenstaande van toepassing is op u(of als u niet zeker weet), overleg dan met uw arts of
verpleegkundige voordat u Myocet liposomal gebruikt.
Onderzoeken
Uw arts zal onderzoeken doen gedurende uw behandeling om te controleren of het geneesmiddel juist
werkt. Zij zullen ook controleren op bijwerkingen zoals bloedafwijkingen of hartproblemen.
32
Bestralingstherapie
Indien u eerder met bestraling behandeld bent, kan dit met Myocet liposomal een reactie geven. U
kunt dan een pijnlijke, rode of droge huid krijgen. Dit kan direct optreden of later tijdens de
behandeling.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Myocet liposomal nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen en voor
kruidengeneesmiddelen. Dit is omdat Myocet liposomal de werking kan beïnvloeden van sommige
geneesmiddelen. Tevens kunnen sommige geneesmiddelen de werking van Myocet liposomal
beïnvloeden.
In het bijzonder moet u uw arts of verpleegkundige informeren als u een van de volgende
geneesmiddelen gebruikt:
•
fenobarbital of fenytoïne – tegen epilepsie
•
Warfarine – om uw bloed te verdunnen.
•
Streptozocine – voor behandeling van alvleesklierkanker.
•
Cyclosporine – voor veranderen van uw immuunsysteem
Als een van bovenstaande van toepassing is op u (of als u niet zeker weet), neem dan contact op met
uw arts of verpleegkundige voordat u Myocet liposomal gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
•
Myocet liposomal mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt tenzij duidelijk
noodzakelijk
•
Vrouwen die Myocet liposomal krijgen mogen geen borstvoeding geven.
•
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens en
gedurende zes maanden na de behandeling met Myocet liposomal.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U kunt zich duizelig voelen na toediening van Myocet liposomal. Indien u zich duizelig voelt of niet
zeker bent hoe u zich voelt, moet u niet autorijden of geen gereedschap of machines bedienen.
Myocet liposomal bevat natrium
Myocet liposomal is verkrijgbaar in kartonnen dozen die 1 of 2 sets met drie injectieflacons bevatten
(niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht). Als de 3 injectieflacons
samengevoegd zijn bevat u geneesmiddel ongeveer 108 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van
keukenzout/tafelzout). Dit komt overeen met 5,4% van de aanbevolen maximale dagelijkse
hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Dit geneesmiddel wordt in het algemeen toegediend door een arts of verpleegkundige. Het wordt
toegediend als intraveneuze druppel infusie in uw ader.
Hoeveel zal toegediend worden:
Uw arts zal precies uitrekenen hoeveel u nodig heeft. De gebruikelijke dosis is gebaseerd op het
lichaamsoppervlak (gemeten in “vierkante meters” of “m
2
”).
De aanbevolen dosering ligt tussen de 60 en 75 mg geneesmiddel voor iedere vierkante meter van uw
lichaamsoppervlak.
33
•
dit zal u op één dag gegeven worden om de 3 weken.
•
Het geneesmiddel cyclosporine wordt op dezelfde dag gegeven.
Uw arts kan de dosis verlagen als hij/zij denkt dat u dat nodig heeft.
Het aantal infusies is afhankelijk van:
•
de aard van uw ziekte
•
hoe u op het geneesmiddel reageert.
Behandeling duurt gewoonlijk 3-6 maanden.
Indien u Myocet liposomal op uw huid krijgt
Vertel uw arts of verpleegkundige onmiddellijk als er druppels lekken van de infusie op uw huid.
Dit moet omdat Myocet liposomal uw huid kan beschadigen. De infusie moet onmiddellijk gestaakt
worden. IJs kan op de getroffen gebieden worden aangebracht gedurende 30 minuten. Daarna kan de
infusie worden voortgezet in een andere ader.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De volgende bijwerkingen kunnen optreden met dit geneesmiddel.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts of verpleegkundige als u een van de volgende
bijwerkingen krijgt. Deze zijn symptomen van een allergische reactie en het infuus zou kunnen
gestaakt moeten worden:
•
Kortademigheid of een beklemd gevoel op de borst of keel.
•
Hoofdpijn of rugpijn.
•
Koorts of koude rillingen.
•
Zwelling of roodheid in het gezicht.
•
Vermoeidheid, duizeligheid of lichtheid in het hoofd
Als u een van deze bijwerkingen hierboven bemerkt, licht dan uw arts of verpleegkundige in.
Andere bijwerkingen:
Zeer vaak (kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 patiënten)
•
Haarverlies
•
Koorts, koude rillingen, pijn
•
Verlies van eetlust, diarree, ziek zijn of zich onwel voelen (misselijkheid of braken).
•
Verlaagde concentraties van bepaalde bloedcellen, uw arts zal uw bloed regelmatig controleren
en bepalen of behandeling nodig is. Zeer gebruikelijke symptomen zouden kunnen zijn:
- Meer blauwe plekken of bloedingen.
- Pijnlijke mond, keel en mondzweren.
- Verminderde weerstand tegen infectie of koorts.
- Vermoeidheid of duizeligheid, futloos.
Vaak (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 patiënten):
•
spierpijn, rugpijn, hoofdpijn
•
moeilijkheden bij het ademen, pijn op de borst
•
dorst hebben, pijn en zwelling van uw slokdarm
•
kortademigheid, gezwollen enkels, spierkrampen. Dit kunnen symptomen zijn van hartfalen of
hartritmestoornissen, of een laag kaliumgehalte van uw bloed.
•
afwijkende leverfunctie uitslagen
•
slaapstoornissen
34
•
•
•
neusbloedingen, opvliegers
constipatie, gewichtsverlies
huiduitslag of nagelafwijking
Soms (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 100 patiënten)
•
bloed ophoesten
•
opwinding voelen, slaperigheid
•
lage bloeddruk, onwel voelen
•
een loopstoornis, spraakstoornissen
•
maagpijn dat een symptoom kan zijn voor een beginnende maagzweer.
•
Spier zwakte
•
Jeukerige, droge huid of gezwollen plekken rond de haarwortels.
•
zwelling, roodheid en blaarvorming van de huid rond de injectieplaats.
•
Hoog bloedsuikergehalte (uw arts zal dit zien in de bloedtest)
•
Gele huid of ogen. Dit kan een voorbode zijn een leverfunctiestoornis ook wel geelzucht
genoemd.
•
minder vaak of vaker plassen, pijnlijk plassen en bloed in de urine.
Niet bekend: de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald:
Roodheid en pijn van de handen en voeten
Myocet liposomal kan bijwerkingen geven die met de infusiesnelheid samenhangt. Hieronder vallen
blozen, koorts, koude rillingen, hoofdpijn en rugpijn. Deze bijwerkingen kunnen verdwijnen als het
infuus over een langere tijdsperiode toegediend wordt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
•
•
•
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het
etiket en de doos.
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Uit microbiologisch oogpunt dient het product onmiddellijk te worden gebruikt. Als het niet
onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de bewaartermijnen tijdens gebruik en de condities vóór
gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker; de bewaarduur is gewoonlijk niet langer dan
24 uur bij 2-8
ο
C, tenzij reconstitutie en verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde
en gevalideerde aseptische omstandigheden.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het verkleuring vertoont, of een neerslag of
andere vreemde deeltjes bevat.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u
geneesmiddelen op de juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht.
•
•
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
35
-
-
De werkzame stof in dit middel is in liposomen ingekapselde doxorubicine. Dit komt overeen
met 50 mg doxorubicine hydrochloride.
De andere stoffen in dit middel zijn lactose (in de injectieflacon doxorubicine HCl),
fosfatidylcholine, cholesterol, citroenzuur, natriumhydroxide en water voor injectie (in de
injectieflacon met liposomen) en natriumcarbonaat en water voor injectie (in de injectieflacon
met buffer oplossing).
Hoe ziet Myocet liposomal eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Myocet liposomal bestaat uit een poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie
voor infusie en wordt geleverd in de vorm van drie injectieflacons: doxorubicine HCl, liposomen en
buffer.
Na het mengen van de inhoud van de injectieflacons ontstaat een oranjerode, ondoorzichtige
liposomale dispersie.
Myocet liposomal is verkrijgbaar in kartonnen dozen die 1 of 2 sets met de drie bestanddelen
bevatten. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Fabrikant
GP-Pharm
Polígon Industrial Els Vinyets - Els Fogars,
Sector 2, Carretera Comarcal C244, km 22
08777 Sant Quintí de Mediona (Barcelona)
Spanje
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
36
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
BEREIDINGSHANDLEIDING
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor
infusie.
Liposomale doxorubicine hydrochloride.
Het is belangrijk deze handleiding geheel door te lezen alvorens dit geneesmiddel te bereiden.
1.
PRESENTATIE
Myocet liposomal wordt geleverd in de vorm van drie injectieflacons: (1) doxorubicine HCl, (2)
liposomen en (3) buffer. Naast deze drie bestanddelen is 0,9% (m/v) natriumchloride oplossing voor
injectie nodig voor de reconstitutie van doxorubicine HCl. Myocet liposomal moet vóór toediening
worden gereconstitueerd.
2.
AANBEVELINGEN VOOR VEILIGE HANTERING
De gebruikelijke procedures voor het correct hanteren en afvoeren van oncolytica moeten worden
gevolgd, namelijk:
•
•
•
•
•
Het personeel moet worden getraind voor de reconstitutie van het geneesmiddel.
Zwanger personeel mag het geneesmiddel niet hanteren.
Het personeel dat dit geneesmiddel tijdens de reconstitutie hanteert, moet beschermende
kleding dragen, inclusief een masker, veiligheidsbril en handschoenen.
Alle voor toediening of reiniging gebruikte artikelen, inclusief handschoenen, moeten in een
afvalzak voor zeer gevaarlijk afval worden gedaan, die bij een hoge temperatuur zal worden
verbrand. Vloeibaar afval kan met grote hoeveelheden water worden weggespoeld.
Onopzettelijke aanraking van de huid of ogen dient onmiddellijk met een ruime hoeveelheid
water te worden behandeld.
3.
BEREIDING VOOR INTRAVENEUZE TOEDIENING
Bij het hanteren van Myocet liposomal moet de steriliteit worden gegarandeerd, omdat Myocet
liposomal geen conserveermiddel bevat.
3.1
Bereiding van Myocet liposomal
Stap 1. Opstelling
Verwarming kan plaatsvinden met een Techne DB-3 Dri Block-verwarmingstoestel of een waterbad
•
Zet het Techne DB-3 Dri Block verwarmingsblok aan en stel de regeling in op 75°C-76°C.
Controleer de ingestelde temperatuur door de thermometer(s) op elk element van het
verwarmingsblok af te lezen.
•
Als u een waterbad gebruikt, zet het waterbad dan aan en geef het de tijd om op 58°C (55°C.-
60°C) te komen. Controleer de ingestelde temperatuur door de thermometer af te lezen.
(Hoewel de temperatuur regelingen van het waterbad en het verwarmingsblok verschillend zijn
ingesteld, zal de temperatuur van de inhoud van de injectieflacon in hetzelfde gebied liggen (55°C.-
60°C)).
37
•
Neem de doos met componenten uit de koelkast.
Stap 2. Reconstitueer de doxorubicine (hydrochloride)
•
Zuig 20 ml natriumchloride oplossing voor injectie (0,9%) op, (niet in de verpakking
meegeleverd), en injecteer in elke injectieflacon voor bereiding bedoelde doxorubicine
(hydrochloride).
•
Keer de injectieflacon om en schud goed om te waarborgen dat de doxorubicine volledig is
opgelost.
Stap 3. Opwarmen in een waterbad of droog verwarmingstoestel.
•
Verwarm de injectieflacon met gereconstitueerde doxorubicine (hydrochloride) gedurende 10
minuten (niet langer dan 15 minuten) in het Techne DB-3 Dri Block verwarmingsblok, waarbij de
thermometer in het blok 75°C-76°C moet aangeven.
•
Bij gebruik van een waterbad de injectieflacon met doxorubicine (hydrochloride) gedurende 10
minuten (niet langer dan 15 minuten) verwarmen, waarbij de thermometer 55°C-60°C moet
aangeven.
•
Ga tijdens het verwarmen verder met stap 4.
Stap 4: Regel de pH van de liposomen.
•
Zuig 1,9 ml liposomen op. Injecteer het in de injectieflacon met de buffer om de pH van de
liposomen te regelen. Vanwege de drukverhoging kan ontluchting nodig zijn.
•
Goed schudden.
Stap 5. Voeg de liposomen met aangepaste pH toe aan de doxorubicine
•
Zuig met een injectiespuit de volledige inhoud bestaande uit liposomen met aangepaste pH uit de
buffer-injectieflacon.
•
Haal de injectieflacon met de gereconstitueerde doxorubicine HCl uit het waterbad of het droge
warmteblok. SCHUD KRACHTIG. Breng voorzichtig een ontluchtingshulpmiddel uitgerust met
een hydrofoob filter in de injectieflacon. Injecteer daarna DIRECT (binnen 2 minuten) de
liposomen met de aangepaste pH in de injectieflacon met de verwarmde 50 mg gereconstitueerde
doxorubicine HC1. Verwijder het ontluchtingshulpmiddel.
•
SCHUD KRACHTIG.
•
WACHT MINIMAAL 10 MINUTEN ALVORENS HET TE GEBRUIKEN, WAARBIJ HET
GENEESMIDDEL OP KAMERTEMPERATUUR WORDT GEHOUDEN.
De Techne DB-3 Dri Block Heater is geheel gevalideerd voor gebruik bij de bereiding van
Myocet liposomal. Drie inzetstukken, elk met twee openingen van 43,7 mm, moeten daarbij
worden gebruikt. Om juiste temperatuurregeling te garanderen wordt aanbevolen een
dompelthermometer van 35 mm te gebruiken.
Het resulterende gereconstitueerde Myocet liposomal-preparaat bevat 50 mg doxorubicine HCl/25 ml
liposomale dispersie (2 mg/ml).
Na reconstitutie moet het eindproduct verder worden verdund in 0,9% (m/v) natriumchloride
oplossing voor injectie, of 5% (m/v) glucose oplossing voor injectie tot een uiteindelijk volume van
40 tot 120 ml per 50 mg samengevoegde Myocet liposomal, zodat een uiteindelijke concentratie van
0,4 mg/ml - 1,2 mg/ml doxorubicine wordt verkregen.
Na reconstitutie hoort de liposomale dispersie voor infusie die in liposomen ingekapselde
doxorubicine bevat, te bestaan uit een roodoranje, ondoorzichtige, homogene dispersie. Zoals met alle
parenteraal toegediende oplossingen moet de oplossing vóór het toedienen visueel worden
gecontroleerd op de aanwezigheid van vaste deeltjes en verkleuring. Gebruik het preparaat niet, als
het vreemde deeltjes bevat.
38
Er is aangetoond dat Myocet liposomal in gereconstitueerde vorm bij het gebruik in chemisch en
fysisch opzicht stabiel is bij kamertemperatuur gedurende maximaal 8 uur en in een koelkast (2
ο
C -
8
ο
C) gedurende maximaal 5 dagen.
Uit microbiologisch oogpunt dient het product onmiddellijk te worden gebruikt. Als het niet
onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de bewaartermijnen tijdens gebruik en de condities vóór gebruik de
verantwoordelijkheid van de gebruiker; de bewaarduur is gewoonlijk niet langer dan 24 uur bij 2
ο
C -
8
ο
C, tenzij samenvoeging en verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde
aseptische omstandigheden.
Myocet liposomal dient in 1 uur te worden toegediend door middel van intraveneuze infusie.
Waarschuwing: Myocet liposomal mag niet intramusculair of subcutaan of als bolusinjectie worden
toegediend.
4.
VERWIJDERING
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
39
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor
infusie.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
In liposomen ingekapseld doxorubicine-citraatcomplex, wat overeenkomt met 50 mg
doxorubicinehydrochloride (HCl).
Hulpstof(fen) met bekend effect: het gereconstitueerde geneesmiddel bevat ongeveer 108 mg natrium
per 50 mg doxorubicine HCL dosis.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor infusie
Myocet liposomal wordt als volgt geleverd in de vorm van drie injectieflacons:
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl is een rood, gevriesdroogd poeder,
Injectieflacon 2 - liposomen is een witte tot gebroken witte, ondoorzichtige, homogene dispersie,
Injectieflacon 3 - buffer is een heldere, kleurloze oplossing.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Myocet liposomal, samen met cyclofosfamide, is geïndiceerd voor gebruik in de
eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd mammacarcinoom bij volwassen vrouwen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Myocet liposomal mag alleen worden gebruikt op afdelingen gespecialiseerd in het geven van
cytotoxische chemotherapie, en mag alleen worden toegediend onder toezicht van een arts met
ervaring in chemotherapie.
Dosering
Als Myocet liposomal wordt toegediend samen met cyclofosfamide (600 mg/m2), is de aanbevolen
aanvangsdosis van Myocet liposomal 60-75 mg/m2 om de drie weken.
Ouderen
De veiligheid en werkzaamheid van Myocet liposomal zijn beoordeeld bij 61 patiënten met
gemetastaseerd mammacarcinoom, van 65 jaar en ouder. Gegevens van gerandomiseerde,
gecontroleerde klinische onderzoeken laten zien dat de werkzaamheid en cardiale veiligheid van
Myocet liposomal bij deze populatie vergelijkbaar waren met die welke zijn waargenomen bij
patiënten jonger dan 65.
Omdat metabolisme en uitscheiding van doxorubicine voornamelijk via de lever en gal plaatsvinden,
dient zowel vóór als tijdens de behandeling met Myocet liposomal de hepatobiliaire functie te worden
beoordeeld.
Op basis van beperkte gegevens bij patiënten met levermetastase wordt aanbevolen de aanvangsdosis
van Myocet liposomal volgens onderstaande tabel te verlagen:
Leverfunctietests
Dosis
Bilirubine < ULN en normale AST
Standaarddosis van 60 75 mg/m2
Bilirubine < ULN en verhoogde AST
25% reductie van de dosis overwegen
Bilirubine >ULN maar < 50 µmol/l
50% reductie van de dosis
Bilirubine > 50 µmol/l
75% reductie van de dosis
Zo mogelijk, moet het gebruik van Myocet liposomal bij patiënten met bilirubine > 50µmol/l worden
vermeden, omdat de aanbeveling voornamelijk op extrapolaties is gebaseerd.
Zie rubriek 4.4 voor verlaging van de dosis wegens andere toxiciteit.
Patiënten met nierfunctiestoornis
Aangezien doxorubicine grotendeels gemetaboliseerd wordt door de lever en uitgescheiden wordt met
de gal, is het aanpassen van de dosis niet vereist bij patiënten met nierfunctiestoornissen.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Myocet liposomal bij kinderen in de leeftijd tot en met 17 jaar
zijn niet vastgesteld.
Wijze van toediening
Myocet liposomal moet vóór toediening worden gereconstitueerd en verder worden verdund. Een
uiteindelijke concentratie van tussen 0,4 en 1,2 mg/ml doxorubicine HCl is noodzakelijk. Myocet
liposomal wordt in 1 uur toegediend door middel van intraveneuze infusie.
Myocet liposomal mag niet intramusculair of subcutaan of als een bolusinjectie worden toegediend.
Voor instructies over reconstitutie van het geneesmiddel voorafgaand aan toediening, zie rubriek 6.6.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Myelosuppressie
Behandeling met Myocet liposomal veroorzaakt myelosuppressie. Myocet liposomal mag niet worden
toegediend aan personen met een absoluut neutrofielenaantal onder 1500 cellen/µl of een
trombocytenaantal onder 100.000/µl voorafgaand aan de volgende cyclus.
Tijdens behandeling met
Myocet liposomal dient nauwgezette hematologische controle plaats te vinden (inclusief leukocyten-
en trombocytentellingen en hemoglobine).
Bij een meta-analyse is een statistisch significante lager percentage van graad 4 neutropenie (RR =
0,82, p=0,005) aangetoond in patiënten behandeld met Myocet liposomal vergeleken met
conventionele doxorubicine. Er werden echter geen significante verschillen gezien in het optreden van
anemie, trombocytopenie en episodes van neutropene koorts.
Vanwege zowel hematologische als andere toxiciteit kan dosisverlaging of uitstel van dosering nodig
zijn. Tijdens behandeling worden de volgende aanpassingen van de dosering aanbevolen, die parallel
dosisverlaging wordt overgelaten aan het oordeel van de arts die voor de patiënt verantwoordelijk is.
Hematologische Toxiciteit
Graad
Nadir ANC
Nadir Trombocytenaantal
Aanpassing
(cellen/µ
l)
(cellen/µ
l))
1
1500 - 1900
75.000 150.000
Geen
2
1000 Minder
50.000 Minder dan
Geen
dan 1500
75.000
3
500 999
25.000 Minder dan
Wacht tot ANC 1500 of meer en/of
50.000
trombocyten 100.000
of meer zijn, dan herdoseren
met 25% reductie van dosis.
4
Minder dan 500
Minder dan 25.000
Wacht tot ANC 1500 en/of
trombocyten 100.000 of meer zijn,
dan herdoseren met 50% reductie
van dosis
Wanneer de behandeling langer dan 35 dagen na de eerste dosis van de vorige cyclus wordt uitgesteld
als gevolg van myelotoxiciteit, dan dient men te overwegen de behandeling te stoppen
Mucositis
Graad
Symptomen
Aanpassing
1
Pijnloze zweren, erythema of lichte
Geen
pijnlijkheid.
2
Pijnlijke erythema, oedemen of zweren, Wacht een week en als de symptomen
maar kan eten.
verbeteren, herdoseren op 100% van de
dosis.
3
Pijnlijke erythema, oedemen of zweren
Wacht een week en als de symptomen
en kan niet eten
verbeteren, herdoseren met 25% reductie
van dosis.
4
Heeft parenterale of enterale
Wacht een week en als de symptomen
ondersteuning nodig
verbeteren, herdoseren met 50% reductie
van dosis.
Zie rubriek 4.2 voor dosisverlaging van Myocet liposomal in verband met leverfunctiestoornissen
Cardiotoxiciteit
Doxorubicine en andere antracyclinen kunnen cardiotoxiciteit veroorzaken. Het risico van toxiciteit
neemt toe met hogere cumulatieve doses van die geneesmiddelen en is hoger bij mensen met
cardiomyopathie of mediastinumbestraling in de anamnese of een reeds bestaande hartaandoening.
Bij analyses van cardiotoxiciteit bij klinische onderzoeken is een statistisch significante afname van
cardiale gebeurtenissen waargenomen bij met Myocet liposomal behandelde patiënten vergeleken met
patiënten die met conventionele doxorubicine werden behandeld, met dezelfde dosis in mg. In een
meta-analyse is een statistisch significant lager percentage aangetoond van zowel klinisch hartfalen
(RR=0,20, p=0,02) als gecombineerd klinisch en subklinisch hartfalen (RR=0,38, p<0,0001) bij met
Myocet liposomal behandelde patiënten vergeleken met patiënten die met conventionele doxorubicine
werden behandeld. Het verlaagde risico op cardiotoxiciteit is ook aangetoond in een retrospectieve
analyse bij patiënten die vooraf met adjuvante doxorubicine behandeld waren (log-rank P=0,001,
Hazard Ratio=5,42).
Bij een fase III-onderzoek in combinatie met cyclofosfamide (CPA), waarbij men Myocet liposomal
(60 mg/m2 ) + CPA (600 mg/m2) vergeleek met doxorubicine (60 mg/m2) + CPA (600 mg/m2 ) trad
ejectiefractie (LVEF) op. In een fase III-onderzoek waarbij men Myocet liposomal (75 mg/m2)
monotherapie vergeleek met doxorubicine (75 mg/m2) monotherapie, trad bij 12% versus 27 % van de
patiënten respectievelijk een aanzienlijke afname in LVEF op. De corresponderende cijfers voor
congestief hartfalen, dat minder accuraat werd beoordeeld, waren 0% voor Myocet liposomal + CPA
versus 3 % voor doxorubicine + CPA en 2 % voor Myocet liposomal versus 8% voor doxorubicine.
De gemiddelde cumulatieve dosis Myocet liposomal in combinatie met CPA voor de hele levensduur
tot een hartaanval was > 1260 mg/m², vergeleken met 480 mg/m² voor doxorubicine in combinatie
met CPA
Men heeft geen ervaring met Myocet liposomal bij patiënten met een voorgeschiedenis van
cardiovasculaire aandoeningen, bijv. hartinfarct minder dan 6 maanden voor aanvang van de
behandeling. Extra voorzichtigheid is daarom geboden bij patiënten met een gestoorde hartfunctie. De
hartfunctie van patiënten die gelijktijdig met Myocet liposomal en tratuzumab behandeld worden,
dient nauwlettend gecontroleerd te worden zoals hieronder beschreven.
De totale dosis Myocet liposomal moet ook rekening houden met vroegere of gelijktijdige therapie
met andere cardiotoxische verbindingen, inclusief antracyclinen en antrachinonen
Vóór aanvang van de Myocet liposomal-therapie wordt gewoonlijk meting van de linkerventriculaire
ejectiefractie (LVEF) aanbevolen, hetzij door "Multiple Gated Acquisition" (MUGA), hetzij door
echocardiografie. Deze methoden dienen tijdens de behandeling met Myocet liposomal regelmatig te
worden herhaald. Beoordeling van de linkerventrikelfunctie wordt dwingend geacht vóór iedere
additionele toediening van Myocet liposomal, zodra bij een patiënt een cumulatieve
antracyclinendosis van 550 mg/m2 is overschreden of wanneer cardiomyopathie wordt vermoed. Als
de linkerventriculaire ejectiefractie aanzienlijk is afgenomen vanaf de basislijn bijv. met >20 punten
tot een eindwaarde > 50% of met > 10 punten tot een eindwaarde van < 50% moeten de voordelen van
het voortzetten van de therapie zorgvuldig worden afgewogen tegen het risico van irreversibele
cardiale beschadiging. De duidelijkste test voor antracycline-myocardbeschadiging, namelijk een
endomyocardiale biopsie, moet echter worden overwogen.
Bij alle patiënten die Myocet liposomal ontvangen, moet regelmatig een ECG worden gemaakt.
Tijdelijke veranderingen in het ECG, zoals afvlakken van de T-golf, depressie van het S-T-segment en
benigne aritmieën, worden niet gezien als dwingende reden om de Myocet liposomal-therapie te
beëindigen. Echter, een verlaging van het QRS complex wordt beschouwd als indicatief voor de
cardiale toxiciteit.
Congestief hartfalen ten gevolge van cardiomyopathie kan plotseling optreden en kan ook na het
stoppen met de therapie optreden.
Maagdarmstelselaandoeningen:
In een meta-analyse is een statistisch significant lager optreden van nausea/braken graad 3 (RR =
0,65, p=0,04) en diarree graad 3 (RR = 0,33, p=0,03) aangetoond bij patiënten die behandeld
werden met Myocet liposomal in vergelijking met patiënten die met conventionele doxorubicine
behandeld werden.
Reacties op de injectieplaats
Myocet liposomal moet worden beschouwd als een irriterend middel en voorzorgen moeten worden
genomen om extravasatie te voorkomen. Als extravasatie optreedt, moet de infusie onmiddellijk
worden gestopt. IJs kan gedurende ongeveer 30 minuten op de aangetaste plaats worden gelegd.
Vervolgens dient de Myocet liposomal-infusie te worden voortgezet in een andere vene dan die
waarin de extravasatie heeft plaatsgehad. Merk op dat Myocet liposomal mag worden toegediend via
een centrale of perifere vene. Tijdens het klinische programma waren er negen gevallen van
accidentele extravasatie van Myocet liposomal die geen van alle in verband zijn gebracht met ernstige
huidbeschadiging, ulceratie of necrose.
Acute reacties in verband met snel geïnfuseerde liposomale infusies zijn gemeld. De beschreven
symptomen omvatten blozen, dyspneu, koorts, zwelling van het gezicht, hoofdpijn, rugpijn, koude
rillingen, een beklemd gevoel op de borst en keel en/of hypotensie. Deze acute verschijnselen kunnen
worden voorkomen door een infusietijd van 1 uur aan te houden.
Andere
Voor voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het gebruik van Myocet liposomal met andere
geneesmiddelen, zie rubriek 4.5.
Zoals bij andere antracyclines en doxorubicinebevattende producten, kan het fenomeen van een
radiatie recall optreden in de eerder bestraalde gebieden.
Werkzaamheid en veiligheid van Myocet liposomal bij de adjuvante therapie van borstkanker zijn niet
vastgesteld. Het is niet opgehelderd hoe belangrijk de schijnbare verschillen in weefseldistributie
tussen Myocet liposomal en conventionele doxorubicine zijn wat betreft de werkzaamheid tegen
tumoren op de lange termijn.
Hulpstoffen
Natrium
Dit geneesmiddel bevat ongeveer 108 mg natrium per 50 mg doxorubicine HCL dosis,
overeenkomend met 5,4% van de door de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g voor
een volwassene.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen specifiek geneesmiddelonderzoek naar interacties van Myocet liposomal met andere
geneesmiddelen uitgevoerd. Myocet liposomal vertoont waarschijnlijk interactie met stoffen waarvan
bekend is dat ze interactie vertonen met conventionele doxorubicine. Plasmaconcentraties van
doxorubicine en zijn metaboliet, doxorubicinol kunnen verhoogd worden wanneer doxorubicine
toegediend wordt met ciclosporine, verapamil, paclitaxel of andere middelen die P-glycoproteïne
(P-gP) remmen. Er zijn ook interacties met doxorubicine vermeld voor streptozocine, fenobarbital,
fenytoïne en warfarine. Onderzoeken naar het effect van Myocet liposomal op andere stoffen
ontbreken ook. Echter, doxorubicine kan de toxiciteit van andere oncolytica versterken. Gelijktijdige
behandeling met andere stoffen die als cardiotoxisch vermeld zijn of met cardiologisch werkzame
stoffen (bijv. calciumantagonisten) kan het risico van cardiotoxiciteit verhogen. Gelijktijdige
behandeling met andere liposomale geneesmiddelen, geneesmiddelen die met lipiden een complex
vormen, of intraveneuze vetemulsies zouden het farmacokinetische profiel van Myocet liposomal
kunnen wijzigen.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens en
gedurende zes maanden na de behandeling met Myocet liposomal.
Zwangerschap
Vanwege de bekende cytotoxische, mutagene en embryotoxische eigenschappen van doxorubicine
mag Myocet liposomal niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt, tenzij het duidelijk
noodzakelijk is.
Borstvoeding
Vrouwen die Myocet liposomal krijgen mogen geen borstvoeding geven.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Van Myocet liposomal is beschreven dat het duizeligheid veroorzaakt. Patiënten die hieraan lijden,
mogen niet autorijden en geen machines bedienen.
De meest gemelde bijwerkingen tijdens klinische studies waren nausea/braken(73%), leukopenie
(70%), alopecia(66%), neutropenie(46%), asthenie/vermoeidheid(46%), stomatitis/mucositis(42),
trombocytopenie(31%) en anemie(30%).
De volgende bijwerkingen zijn gemeld voor Myocet liposomal gedurende klinische onderzoeken en
bij ervaringen na het op de markt brengen. De bijwerkingen zijn hieronder gerangschikt volgens
MedDRA terminologie, systeemorgaanklasse en frequentie (frequenties zijn gedefinieerd als: zeer
vaak 1/10, vaak 1/100, < 1/10, soms 1/1.000, < 1/100, niet bekend (kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald));
Alle graden
Graad 3
Infecties en parasitaire aandoeningen
Neutropene koorts
Zeer vaak
Zeer vaak
Infecties
Zeer vaak
Vaak
Herpes zoster
Soms
Soms
Sepsis
Soms
Soms
Injectieplaatsinfectie
Soms
Niet bekend
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Neutropenie
Zeer vaak
Zeer vaak
Trombocytopenie
Zeer vaak
Zeer vaak
Anemie
Zeer vaak
Zeer vaak
Leukopenie
Zeer vaak
Zeer vaak
Lymfopenie
Vaak
Vaak
Pancytopenie
Vaak
Soms
Neutropenische sepsis
Soms
Soms
Purpura
Soms
Soms
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Anorexie
Zeer vaak
Zeer vaak
Dehydratie
Vaak
Zeer vaak
Hypokaliëmie
Vaak
Soms
Hyperglykemie
Soms
Soms
Psychische stoornissen
Agitatie
Soms
Niet bekend
Zenuwstelselaandoeningen
Insomnia
Vaak
Soms
Loopstoornis
Soms
Soms
Dysfonie
Soms
Niet bekend
Somnolentie
Soms
Niet bekend
Hartaandoeningen
Aritmie
Vaak
Soms
Cardiomyopathie
Vaak
Vaak
Congestief hartfalen
Vaak
Vaak
Pericardeffusie
Soms
Soms
Bloedvataandoeningen
Opvliegers
Vaak
Soms
Alle graden
Graad 3
Hypotensie
Soms
Soms
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Borstkaspijn
Vaak
Soms
Dyspneu
Vaak
Soms
Bloedneus
Vaak
Soms
Haemoptysis
Soms
Niet bekend
Faryngitis
Soms
Niet bekend
Pleurale effusie
Soms
Soms
Pneumonitis
Soms
Soms
Maagdarmstelselaandoeningen
Nausea/braken
Zeer vaak
Zeer vaak
Stomatitis/mucositis
Zeer vaak
Vaak
Diarree
Zeer vaak
Vaak
Constipatie
Vaak
Soms
Oesofagitis
Vaak
Soms
Maagulcus
Soms
Soms
Lever- en galaandoeningen
Verhoogde hepatische transaminasen
Vaak
Soms
Verhoogde alkalische fosfatase
Soms
Soms
Geelzucht
Soms
Soms
Verhoogde serumbilirubine
Soms
Niet bekend
Huid- en onderhuidaandoeningen
Alopecia
Zeer vaak
Vaak
Rash
Vaak
Niet bekend
Palmoplantair
Niet bekend
Niet bekend
erytrodysesthesiesyndroom
Nagelafwijking
Vaak
Soms
Pruritus
Soms
Soms
Folliculitis
Soms
Soms
Droge huid
Soms
Niet bekend
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen
Rugpijn
Vaak
Soms
Myalgie
Vaak
Soms
Spierzwakte
Soms
Soms
Nier- en urinewegaandoeningen
Hemorragische cystitis
Soms
Soms
Oligurie
Soms
Soms
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Asthenie/vermoeidheid
Zeer vaak
Vaak
Koorts
Zeer vaak
Vaak
Pijn
Zeer vaak
Vaak
Koude rillingen
Zeer vaak
Soms
Duizeligheid
Vaak
Soms
Hoofdpijn
Vaak
Soms
Alle graden
Graad 3
Gewichtsverlies
Vaak
Soms
Injectieplaatsreactie
Soms
Soms
Malaise
Soms
Niet bekend
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Acute overdosering met Myocet liposomal zal de toxische bijwerkingen verergeren. De behandeling
van een acute overdosering zou zich moeten richten op ondersteunende zorg voor verwachte toxiciteit
en zou ziekenhuisopname, antibiotica, transfusies van bloedplaatjes en granulocyten en
symptomatische behandeling van mucositis kunnen omvatten.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Antineoplastische middelen, antracyclinen en verwante stoffen,
ATC-code: L01DB01
De werkzame stof in Myocet liposomal is doxorubicine HCl. Doxorubicine kan zijn antitumorale en
toxische effecten uitoefenen door een aantal mechanismen waaronder remming van topo-isomerase II,
intercalatie met DNA- en RNA-polymerasen, de vorming van vrije radicalen en binding aan
membranen. Liposomale ingekapselde doxorubicine, bleek in vergelijking met conventionele
doxorubicine niet actiever te zijn in voor doxorubicine ongevoelige cellijnen in vitro. Bij dieren
verlaagde liposomale ingekapselde doxorubicine de distributie naar het hart en gastro-intestinale
slijmvliezen, in vergelijking met conventionele doxorubicine, terwijl effectiviteit tegen tumoren in
experimentele tumoren werd gehandhaafd.
Myocet liposomal (60 mg/m2) + CPA (600 mg/m2) werd vergeleken met conventionele doxorubicine
+ CPA (in dezelfde doses) en Myocet liposomal (75 mg/m2) + CPA (600 mg/m2) werd vergeleken met
epirubicine + CPA (in dezelfde doses). In een derde onderzoek werd monotherapie Myocet liposomal
(75 mg/m2) vergeleken met enkelvoudige therapie met conventionele doxorubicine (in dezelfde dosis).
In Tabel 3 staan gegevens vermeld met betrekking tot het responspercentage en progressie-vrije
overleving.
Samenvatting voor onderzoeken naar werkzaamheid tegen tumoren van stoffen in combinatie
en enkelvoudig stoffen
Myocet
Dox 60/CPA
Myocet
Epi/CPA
Myocet
Dox
liposomal
(60/600
liposomal
(75/600
liposomal (75 mg/m2)
/CPA
mg/m2)
/CPA
mg/m2)
(75 mg/m2) (n=116)
(60/600
(n=155)
(75/600
(n=80)
(n=108)
mg/m2)
mg/m2)
(n=142)
(n=80)
Response-percentage
43%
43%
46%
39%
26%
26%
van tumor
Relatief Risico
1,01
1,19
1,00
(95% C.I.)
(0,78-1,31)
(0,83-1,72)
(0,64-1,56)
Gemiddelde PVO
5,1
5,5
7,7
5,6
2,9
3,2
(maanden)a
Risicoverhouding
1,03
1,52
0,87
(95% C.I.)
(0,80-1,34)
(1,06-2,20)
(0,66-1,16)
Afkortingen: PVO, progressie-vrije overleving; Dox, doxorubicine; Epi, epirubicine; Relatief Risico,
vergelijkend middel als referentie genomen; Risicoverhouding, Myocet liposomal als referentie
genomen
a Secundair eindpunt
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
De plasmafarmacokinetiek van totaal doxorubicine bij patiënten die Myocet liposomal ontvangen,
vertoont grote veranderlijkheid tussen patiënten onderling. In het algemeen zijn de plasmaspiegels van
totaal doxorubicine echter aanzienlijk hoger bij Myocet liposomal dan bij conventionele
doxorubicine, terwijl de gegevens aanduiden dat piekplasmaspiegels van vrije (niet in liposomen
ingekapselde) doxorubicine lager zijn met Myocet liposomal dan met conventionele doxorubicine. Op
grond van de beschikbare farmacokinetische gegevens kunnen geen conclusies worden getrokken wat
betreft de verhouding tussen plasmaspiegels van totaal/vrij doxorubicine en zijn invloed op de
werkzaamheid / veiligheid van Myocet liposomal. De klaring van totaal doxorubicine was 5,1 ± 4,8
l/u en het distributievolume bij dynamisch evenwicht (Vd) was 56,6 ± 61,5 l, terwijl na conventionele
doxorubicine klaring en Vd respectievelijk 46,7 ± 9,6 l/u en 1,451 ± 258 l waren. De belangrijkste
circulerende metaboliet van doxorubicine, doxorubicinol wordt gevormd via aldo-keto-reductase. De
piekniveaus van doxorubicinol in het plasma treden bij Myocet liposomal later op dan bij
conventionele doxorubicine.
De farmacokinetiek van Myocet liposomal is niet specifiek onderzocht bij patiënten met
nierinsufficiëntie. Van doxorubicine is bekend dat het grotendeels via de lever wordt uitgescheiden.
Het is gebleken dat een verlaging van de dosis Myocet liposomal op zijn plaats is bij patiënten met
een gestoorde leverfunctie (zie rubriek 4.2 voor aanbevolen doseringen).
Het is aangetoond dat stoffen die P-glycoproteïne (P-gP) remmen de verdeling van doxorubicine en
doxorubicinol veranderen. (zie ook rubriek 4.5)
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Er zijn geen onderzoeken naar de genotoxiciteit, carcinogeniciteit en reproductietoxiciteit van Myocet
liposomal uitgevoerd, maar van doxorubicine is bekend dat deze zowel mutageen als carcinogeen is
en toxiciteit t.a.v. reproductie zou kunnen veroorzaken.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl
· lactose
Injectieflacon 2 - liposomen
· fosfatidylcholine
· cholesterol
· citroenzuur
· natriumhydroxide
· water voor injectie
Injectieflacon 3 - buffer
· natriumcarbonaat
· water voor injectie
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn in
rubriek 6.6.
6.3 Houdbaarheid
18 maanden.
Chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik na reconstitutie is aangetoond gedurende maximaal 8
uur bij 25ºC en bij 2°C - 8C gedurende maximaal 5 dagen.
Uit microbiologisch oogpunt dient het geneesmiddel onmiddellijk te worden gebruikt. Als het niet
onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de bewaartermijnen tijdens gebruik en de condities vóór gebruik de
verantwoordelijkheid van de gebruiker; de bewaarduur is gewoonlijk niet langer dan 24 uur bij 2-8C,
tenzij reconstitutie en verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde
aseptische omstandigheden.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na reconstitutie, zie rubriek 6.3
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Myocet liposomal is verkrijgbaar in kartonnen dozen die 1 of 2 sets van de drie injectieflacons met
bestanddelen bevatten. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl
Type I glazen injectieflacons, afgesloten met stoppen van grijs butylrubber en oranje, afneembare,
aluminium kapjes, die 50 mg doxorubicine HCl gevriesdroogd poeder bevatten
Injectieflacon 2 - liposomen
Type I injectieflacons in de vorm van buisjes van flintglas, afgesloten met grijze stoppen, waaraan
siliconen zijn toegevoegd, en groene, afneembare, aluminium kapjes met minimaal 1,9 ml liposomen.
Glazen injectieflacons, afgesloten met grijze stoppen waaraan siliconen zijn toegevoegd, en blauwe,
afneembare, aluminium kapjes met minimaal 3 ml buffer.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Bereiding van Myocet liposomal
Bij het hanteren van Myocet liposomal moet de steriliteit worden gegarandeerd, omdat Myocet
liposomal geen conserveermiddel bevat.
Bij het hanteren en bereiden van Myocet liposomal moet voorzichtigheid in acht worden genomen.
Het gebruik van handschoenen is vereist.
Stap 1. Voorbereiding
Verwarming kan plaatsvinden met een Techne DB-3 Dri Block-verwarmingstoestel of een waterbad
· Zet het Techne DB-3 Dri Block verwarmingsblok aan en stel de regeling in op 75°C -76°C.
Controleer de ingestelde temperatuur door de thermometer(s) op elk element van het
verwarmingsblok af te lezen.
· Als u een waterbad gebruikt, zet het waterbad dan aan en geef het de tijd om op 58°C (55°C -
60°C) te komen. Controleer de ingestelde temperatuur door de thermometer af te lezen.
(Hoewel de temperatuurregelingen van het waterbad en het verwarmingsblok verschillend zijn
ingesteld, zal de temperatuur van de inhoud van de injectieflacon in hetzelfde gebied liggen (55°C -
60°C)).
· Neem de doos met componenten uit de koelkast.
Stap 2. Reconstitueer de doxorubicine (hydrochloride)
· Zuig 20 ml natriumchloride oplossing voor injectie (0,9%) op, (niet in de verpakking
meegeleverd), en injecteer in elke injectieflacon voor bereiding bedoelde doxorubicine
(hydrochloride).
· Keer de injectieflacon om en schud goed om te waarborgen dat de doxorubicine volledig is
opgelost.
Stap 3. Opwarmen in een waterbad of droog verwarmingstoestel.
· Verwarm de injectieflacon met gereconstitueerde doxorubicine (hydrochloride) gedurende 10
minuten (niet langer dan 15 minuten) in het Techne DB-3 Dri Block verwarmingsblok, waarbij de
thermometer in het blok 75°C -76°C moet aangeven.
Bij gebruik van een waterbad de injectieflacon met doxorubicine (hydrochloride) gedurende 10
minuten (niet langer dan 15 minuten) verwarmen, waarbij de thermometer 55°C -60°C moet
aangeven.
· Ga tijdens het verwarmen verder met stap 4.
Stap 4: Regel de pH van de liposomen.
· Zuig 1,9 ml liposomen op. Injecteer het in de injectieflacon met de buffer om de pH van de
liposomen te regelen. Vanwege de drukverhoging kan ontluchting nodig zijn.
· Goed schudden.
Stap 5. Voeg de liposomen met aangepaste pH toe aan de doxorubicine
· Zuig met een injectiespuit de volledige inhoud bestaande uit liposomen met aangepaste pH uit de
buffer-injectieflacon.
· Haal de injectieflacon met de gereconstitueerde doxorubicine HCl uit het waterbad of het droge
warmteblok. SCHUD KRACHTIG. Breng voorzichtig een ontluchtingshulpmiddel uitgerust met
een hydrofoob filter in de injectieflacon. Injecteer daarna DIRECT (binnen 2 minuten) de
doxorubicine HC1. Verwijder het ontluchtingshulpmiddel.
· SCHUD
KRACHTIG.
· WACHT minimaal 10 minuten alvorens het te gebruiken, waarbij het geneesmiddel op
kamertemperatuur wordt gehouden.
· De Techne DB-3 Dri Block Heater is geheel gevalideerd voor gebruik bij de bereiding van
Myocet liposomal. Drie inzetstukken, elk met twee openingen van 43,7 mm, moeten daarbij
worden gebruikt. Om juiste temperatuurregeling te garanderen wordt aanbevolen een
dompelthermometer van 35 mm te gebruiken.
Het resulterende gereconstitueerde Myocet liposomal-preparaat bevat 50 mg doxorubicine HCl/25 ml
liposomale dispersie (2 mg/ml).
Na reconstitutie moet het eindproduct verder worden verdund in 0,9% (m/v) natriumchloride
oplossing voor injectie, of 5% (m/v) glucose oplossing voor injectie tot een uiteindelijk volume van
40 tot 120 ml per 50 mg samengevoegde Myocet liposomal, zodat een uiteindelijke concentratie van
0,4 mg/ml - 1,2 mg/ml doxorubicine wordt verkregen.
Na reconstitutie hoort de liposomale dispersie voor infusie die in liposomen ingekapselde
doxorubicine bevat, te bestaan uit een roodoranje, ondoorzichtig, homogene dispersie. Zoals met alle
parenteraal toegediende oplossingen moet de oplossing vóór het toedienen visueel worden
gecontroleerd op de aanwezigheid van vaste deeltjes en verkleuring. Gebruik het preparaat niet, als
het vreemde deeltjes bevat.
Procedure voor juiste verwijdering
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/141/001-002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 13 juli 2000
Datum van laatste verlenging: 02 juli 2010
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
GP-Pharm
Polígon Industrial Els Vinyets - Els Fogars,
Sector 2, Carretera Comarcal C244, km 22
08777 Sant Quintí de Mediona (Barcelona)
Spanje
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFENDE GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
Niet van toepassing.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
OMDOOS (2 sets van 3 bestanddelen)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor
infusie
Liposomale doxorubicine hydrochloride.
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Liposomaal ingekapselde doxorubicine overeenkomend met 50 mg doxorubicine hydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen:
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl
lactose
Injectieflacon 2 - liposomen
fosfatidylcholine, cholesterol, citroenzuur, natriumhydroxide, water voor injectie
Injectieflacon 3 - buffer
natriumcarbonaat, water voor injectie
Bevat natrium. Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor infusie
Inhoud van doos:
2 sets die elk bevatten:
1 injectieflacon doxorubicine HCl
1 injectieflacon liposomen
1 injectieflacon buffer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Cytotoxisch. Al het ongebruikte product of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig
lokale voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/141/001
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
<Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar>
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
VERMELD
(te gebruiken bij een omdoos met 2 sets van 3 bestanddelen)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor
infusie
Liposomale doxorubicine hydrochloride
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Liposomaal ingekapselde doxorubicine overeenkomend met 50 mg doxorubicine hydrochloride.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen:
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl
lactose
Injectieflacon 2 - liposomen
fosfatidylcholine, cholesterol, citroenzuur, natriumhydroxide, water voor injectie
Injectieflacon 3 - buffer
natriumcarbonaat, water voor injectie
Bevat natrium. Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor infusie
Inhoud van doos:
1 injectieflacon doxorubicine HCl
1 injectieflacon liposomen
1 injectieflacon buffer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor intraveneus gebruik na reconstitutie en verdunning.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor eenmalig gebruik.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Cytotoxisch. Al het ongebruikte product of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig
lokale voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/141/001
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
<Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar>
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
OMDOOS (1 set van 3 bestanddelen)
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor
infusie
Liposomale doxorubicine hydrochloride.
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Liposomaal ingekapselde doxorubicine overeenkomend met 50 mg doxorubicine hydrochloride
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstoffen:
Injectieflacon 1 - doxorubicine HCl
lactose
Injectieflacon 2 - liposomen
fosfatidylcholine, cholesterol, citroenzuur, natriumhydroxide, water voor injectie
Injectieflacon 3 - buffer
natriumcarbonaat, water voor injectie
Bevat natrium. Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor infusie
Inhoud van doos:
1 injectieflacon doxorubicine HCl
1 injectieflacon liposomen
1 injectieflacon buffer
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor intraveneus gebruik na het reconstitutie en verdunning
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor eenmalig gebruik
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de koelkast.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
Cytotoxisch. Al het ongebruikte product of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig
lokale voorschriften.
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/00/141/002
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
<Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar>
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
INJECTIEFLACON DOXORUBICINE HCL
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Myocet liposomal
Doxorubicine HCl
IV gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
50 mg
6.
OVERIGE
DE INJECTIEFLACON MET DOXORUBICINE HCL DIE GERECONSTITUEERD
EINDCONCENTRAAT VOOR DISPERSIE VOOR INFUSIE BEVAT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Myocet liposomal 50 mg concentraat voor dispersie voor infusie
Liposomale doxorubicine HCl
IV
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
PARTIJNUMMER
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
6.
OVERIGE
Datum van bereiding: ______________
Tijd van bereiding: _____________
Bereid door: __________________
WORDEN VERMELD
LIPOSOMEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Myocet liposomal
liposomen
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1,9 ml
6.
OVERIGE
WORDEN VERMELD
BUFFER
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Myocet liposomal
buffer
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
3 ml
6.
OVERIGE
B. BIJSLUITER
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel concentraat voor dispersie voor
infusie
Liposomale doxorubicine hydrochloride
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Myocet liposomal en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Myocet liposomal en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Myocet liposomal bevat een geneesmiddel 'doxorubicine', dat schade toebrengt aan tumorcellen.
Deze groep geneesmiddelen behoren tot de zogenaamde 'chemotherapie'. Dit geneesmiddel is
ingekapseld in microscopisch kleine vetbolletjes die bekendstaan als liposomen.
Myocet liposomal wordt gebruikt bij volwassen vrouwen voor de eerstelijnsbehandeling van
borstkanker dat is uitgezaaid ('gemetastaseerd borstkanker'). Het wordt gebruikt met een ander
geneesmiddel 'cyclofosfamide'. Lees ook nauwkeurig de bijsluiter voor dat geneesmiddel.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Gebruik Myocet liposomal niet als dit voor u van toepassing is. Indien u niet zeker bent, neem dan
contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u Myocet liposomaal gebruikt.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
Overleg met uw arts of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel gebruikt, als:
·
u een ooit een hartaandoening heeft gehad zoals een hartaanval, hartfalen of als u een hoge
bloeddruk heeft gehad gedurende een lange tijd
·
u leverproblemen hebt.
Als een van bovenstaande van toepassing is op u(of als u niet zeker weet), overleg dan met uw arts of
verpleegkundige voordat u Myocet liposomal gebruikt.
Onderzoeken
Uw arts zal onderzoeken doen gedurende uw behandeling om te controleren of het geneesmiddel juist
werkt. Zij zullen ook controleren op bijwerkingen zoals bloedafwijkingen of hartproblemen.
Indien u eerder met bestraling behandeld bent, kan dit met Myocet liposomal een reactie geven. U
kunt dan een pijnlijke, rode of droge huid krijgen. Dit kan direct optreden of later tijdens de
behandeling.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Myocet liposomal nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen en voor
kruidengeneesmiddelen. Dit is omdat Myocet liposomal de werking kan beïnvloeden van sommige
geneesmiddelen. Tevens kunnen sommige geneesmiddelen de werking van Myocet liposomal
beïnvloeden.
In het bijzonder moet u uw arts of verpleegkundige informeren als u een van de volgende
geneesmiddelen gebruikt:
·
fenobarbital of fenytoïne tegen epilepsie
·
Warfarine om uw bloed te verdunnen.
·
Streptozocine voor behandeling van alvleesklierkanker.
·
Cyclosporine voor veranderen van uw immuunsysteem
Als een van bovenstaande van toepassing is op u (of als u niet zeker weet), neem dan contact op met
uw arts of verpleegkundige voordat u Myocet liposomal gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
·
Myocet liposomal mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt tenzij duidelijk
noodzakelijk
·
Vrouwen die Myocet liposomal krijgen mogen geen borstvoeding geven.
·
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens en
gedurende zes maanden na de behandeling met Myocet liposomal.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
U kunt zich duizelig voelen na toediening van Myocet liposomal. Indien u zich duizelig voelt of niet
zeker bent hoe u zich voelt, moet u niet autorijden of geen gereedschap of machines bedienen.
Myocet liposomal bevat natrium
Myocet liposomal is verkrijgbaar in kartonnen dozen die 1 of 2 sets met drie injectieflacons bevatten
(niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht). Als de 3 injectieflacons
samengevoegd zijn bevat u geneesmiddel ongeveer 108 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van
keukenzout/tafelzout). Dit komt overeen met 5,4% van de aanbevolen maximale dagelijkse
hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Dit geneesmiddel wordt in het algemeen toegediend door een arts of verpleegkundige. Het wordt
toegediend als intraveneuze druppel infusie in uw ader.
Hoeveel zal toegediend worden:
Uw arts zal precies uitrekenen hoeveel u nodig heeft. De gebruikelijke dosis is gebaseerd op het
lichaamsoppervlak (gemeten in 'vierkante meters' of 'm2').
De aanbevolen dosering ligt tussen de 60 en 75 mg geneesmiddel voor iedere vierkante meter van uw
lichaamsoppervlak.
dit zal u op één dag gegeven worden om de 3 weken.
·
Het geneesmiddel cyclosporine wordt op dezelfde dag gegeven.
Uw arts kan de dosis verlagen als hij/zij denkt dat u dat nodig heeft.
Het aantal infusies is afhankelijk van:
·
de aard van uw ziekte
·
hoe u op het geneesmiddel reageert.
Behandeling duurt gewoonlijk 3-6 maanden.
Indien u Myocet liposomal op uw huid krijgt
Vertel uw arts of verpleegkundige onmiddellijk als er druppels lekken van de infusie op uw huid.
Dit moet omdat Myocet liposomal uw huid kan beschadigen. De infusie moet onmiddellijk gestaakt
worden. IJs kan op de getroffen gebieden worden aangebracht gedurende 30 minuten. Daarna kan de
infusie worden voortgezet in een andere ader.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken. De volgende bijwerkingen kunnen optreden met dit geneesmiddel.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts of verpleegkundige als u een van de volgende
bijwerkingen krijgt. Deze zijn symptomen van een allergische reactie en het infuus zou kunnen
gestaakt moeten worden:
· Kortademigheid of een beklemd gevoel op de borst of keel.
· Hoofdpijn of rugpijn.
· Koorts of koude rillingen.
· Zwelling of roodheid in het gezicht.
· Vermoeidheid, duizeligheid of lichtheid in het hoofd
Als u een van deze bijwerkingen hierboven bemerkt, licht dan uw arts of verpleegkundige in.
Andere bijwerkingen:
Zeer vaak (kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 patiënten)
· Haarverlies
· Koorts, koude rillingen, pijn
· Verlies van eetlust, diarree, ziek zijn of zich onwel voelen (misselijkheid of braken).
· Verlaagde concentraties van bepaalde bloedcellen, uw arts zal uw bloed regelmatig controleren
en bepalen of behandeling nodig is. Zeer gebruikelijke symptomen zouden kunnen zijn:
- Meer blauwe plekken of bloedingen.
- Pijnlijke mond, keel en mondzweren.
- Verminderde weerstand tegen infectie of koorts.
- Vermoeidheid of duizeligheid, futloos.
Vaak (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 patiënten):
· spierpijn, rugpijn, hoofdpijn
· moeilijkheden bij het ademen, pijn op de borst
· dorst hebben, pijn en zwelling van uw slokdarm
· kortademigheid, gezwollen enkels, spierkrampen. Dit kunnen symptomen zijn van hartfalen of
hartritmestoornissen, of een laag kaliumgehalte van uw bloed.
· afwijkende leverfunctie uitslagen
· slaapstoornissen
· constipatie, gewichtsverlies
· huiduitslag of nagelafwijking
Soms (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 100 patiënten)
· bloed ophoesten
· opwinding voelen, slaperigheid
· lage bloeddruk, onwel voelen
· een loopstoornis, spraakstoornissen
· maagpijn dat een symptoom kan zijn voor een beginnende maagzweer.
· Spier zwakte
· Jeukerige, droge huid of gezwollen plekken rond de haarwortels.
· zwelling, roodheid en blaarvorming van de huid rond de injectieplaats.
· Hoog bloedsuikergehalte (uw arts zal dit zien in de bloedtest)
· Gele huid of ogen. Dit kan een voorbode zijn een leverfunctiestoornis ook wel geelzucht
genoemd.
· minder vaak of vaker plassen, pijnlijk plassen en bloed in de urine.
Niet bekend: de frequentie
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald:
Roodheid en pijn van de handen en voeten
Myocet liposomal kan bijwerkingen geven die met de infusiesnelheid samenhangt. Hieronder vallen
blozen, koorts, koude rillingen, hoofdpijn en rugpijn. Deze bijwerkingen kunnen verdwijnen als het
infuus over een langere tijdsperiode toegediend wordt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
·
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
·
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het
etiket en de doos.
·
Bewaren in de koelkast (2°C - 8°C).
Uit microbiologisch oogpunt dient het product onmiddellijk te worden gebruikt. Als het niet
onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de bewaartermijnen tijdens gebruik en de condities vóór
gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker; de bewaarduur is gewoonlijk niet langer dan
24 uur bij 2-8C, tenzij reconstitutie en verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde
en gevalideerde aseptische omstandigheden.
·
Gebruik dit geneesmiddel niet als u merkt dat het verkleuring vertoont, of een neerslag of
andere vreemde deeltjes bevat.
·
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u
geneesmiddelen op de juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd
en komen ze niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is in liposomen ingekapselde doxorubicine. Dit komt overeen
met 50 mg doxorubicine hydrochloride.
-
De andere stoffen in dit middel zijn lactose (in de injectieflacon doxorubicine
HCl),
fosfatidylcholine, cholesterol, citroenzuur, natriumhydroxide en water voor injectie (in de
injectieflacon met liposomen) en natriumcarbonaat en water voor injectie (in de injectieflacon
met buffer oplossing).
Hoe ziet Myocet liposomal eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Myocet liposomal bestaat uit een poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie
voor infusie en wordt geleverd in de vorm van drie injectieflacons: doxorubicine HCl, liposomen en
buffer.
Na het mengen van de inhoud van de injectieflacons ontstaat een oranjerode, ondoorzichtige
liposomale dispersie.
Myocet liposomal is verkrijgbaar in kartonnen dozen die 1 of 2 sets met de drie bestanddelen
bevatten. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Teva B.V.
Swensweg 5
2031 GA Haarlem
Nederland
Fabrikant
GP-Pharm
Polígon Industrial Els Vinyets - Els Fogars,
Sector 2, Carretera Comarcal C244, km 22
08777 Sant Quintí de Mediona (Barcelona)
Spanje
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
BEREIDINGSHANDLEIDING
Myocet liposomal 50 mg poeder, dispersie en oplosmiddel voor concentraat voor dispersie voor
infusie.
Liposomale doxorubicine hydrochloride.
Het is belangrijk deze handleiding geheel door te lezen alvorens dit geneesmiddel te bereiden.
1.
PRESENTATIE
Myocet liposomal wordt geleverd in de vorm van drie injectieflacons: (1) doxorubicine HCl, (2)
liposomen en (3) buffer. Naast deze drie bestanddelen is 0,9% (m/v) natriumchloride oplossing voor
injectie nodig voor de reconstitutie van doxorubicine HCl. Myocet liposomal moet vóór toediening
worden gereconstitueerd.
2.
AANBEVELINGEN VOOR VEILIGE HANTERING
De gebruikelijke procedures voor het correct hanteren en afvoeren van oncolytica moeten worden
gevolgd, namelijk:
·
Het personeel moet worden getraind voor de reconstitutie van het geneesmiddel.
·
Zwanger personeel mag het geneesmiddel niet hanteren.
·
Het personeel dat dit geneesmiddel tijdens de reconstitutie hanteert, moet beschermende
kleding dragen, inclusief een masker, veiligheidsbril en handschoenen.
·
Alle voor toediening of reiniging gebruikte artikelen, inclusief handschoenen, moeten in een
afvalzak voor zeer gevaarlijk afval worden gedaan, die bij een hoge temperatuur zal worden
verbrand. Vloeibaar afval kan met grote hoeveelheden water worden weggespoeld.
·
Onopzettelijke aanraking van de huid of ogen dient onmiddellijk met een ruime hoeveelheid
water te worden behandeld.
3.
BEREIDING VOOR INTRAVENEUZE TOEDIENING
Bij het hanteren van Myocet liposomal moet de steriliteit worden gegarandeerd, omdat Myocet
liposomal geen conserveermiddel bevat.
3.1 Bereiding van Myocet liposomal
Stap 1. Opstelling
Verwarming kan plaatsvinden met een Techne DB-3 Dri Block-verwarmingstoestel of een waterbad
· Zet het Techne DB-3 Dri Block verwarmingsblok aan en stel de regeling in op 75°C-76°C.
Controleer de ingestelde temperatuur door de thermometer(s) op elk element van het
verwarmingsblok af te lezen.
· Als u een waterbad gebruikt, zet het waterbad dan aan en geef het de tijd om op 58°C (55°C.-
60°C) te komen. Controleer de ingestelde temperatuur door de thermometer af te lezen.
(Hoewel de temperatuur regelingen van het waterbad en het verwarmingsblok verschillend zijn
ingesteld, zal de temperatuur van de inhoud van de injectieflacon in hetzelfde gebied liggen (55°C.-
60°C)).
Stap 2. Reconstitueer de doxorubicine (hydrochloride)
· Zuig 20 ml natriumchloride oplossing voor injectie (0,9%) op, (niet in de verpakking
meegeleverd), en injecteer in elke injectieflacon voor bereiding bedoelde doxorubicine
(hydrochloride).
· Keer de injectieflacon om en schud goed om te waarborgen dat de doxorubicine volledig is
opgelost.
Stap 3. Opwarmen in een waterbad of droog verwarmingstoestel.
· Verwarm de injectieflacon met gereconstitueerde doxorubicine (hydrochloride) gedurende 10
minuten (niet langer dan 15 minuten) in het Techne DB-3 Dri Block verwarmingsblok, waarbij de
thermometer in het blok 75°C-76°C moet aangeven.
· Bij gebruik van een waterbad de injectieflacon met doxorubicine (hydrochloride) gedurende 10
minuten (niet langer dan 15 minuten) verwarmen, waarbij de thermometer 55°C-60°C moet
aangeven.
· Ga tijdens het verwarmen verder met stap 4.
Stap 4: Regel de pH van de liposomen.
· Zuig 1,9 ml liposomen op. Injecteer het in de injectieflacon met de buffer om de pH van de
liposomen te regelen. Vanwege de drukverhoging kan ontluchting nodig zijn.
· Goed schudden.
Stap 5. Voeg de liposomen met aangepaste pH toe aan de doxorubicine
· Zuig met een injectiespuit de volledige inhoud bestaande uit liposomen met aangepaste pH uit de
buffer-injectieflacon.
· Haal de injectieflacon met de gereconstitueerde doxorubicine HCl uit het waterbad of het droge
warmteblok. SCHUD KRACHTIG. Breng voorzichtig een ontluchtingshulpmiddel uitgerust met
een hydrofoob filter in de injectieflacon. Injecteer daarna DIRECT (binnen 2 minuten) de
liposomen met de aangepaste pH in de injectieflacon met de verwarmde 50 mg gereconstitueerde
doxorubicine HC1. Verwijder het ontluchtingshulpmiddel.
· SCHUD
KRACHTIG.
· WACHT MINIMAAL 10 MINUTEN ALVORENS HET TE GEBRUIKEN, WAARBIJ HET
GENEESMIDDEL OP KAMERTEMPERATUUR WORDT GEHOUDEN.
De Techne DB-3 Dri Block Heater is geheel gevalideerd voor gebruik bij de bereiding van
Myocet liposomal. Drie inzetstukken, elk met twee openingen van 43,7 mm, moeten daarbij
worden gebruikt. Om juiste temperatuurregeling te garanderen wordt aanbevolen een
dompelthermometer van 35 mm te gebruiken.
Het resulterende gereconstitueerde Myocet liposomal-preparaat bevat 50 mg doxorubicine HCl/25 ml
liposomale dispersie (2 mg/ml).
Na reconstitutie moet het eindproduct verder worden verdund in 0,9% (m/v) natriumchloride
oplossing voor injectie, of 5% (m/v) glucose oplossing voor injectie tot een uiteindelijk volume van
40 tot 120 ml per 50 mg samengevoegde Myocet liposomal, zodat een uiteindelijke concentratie van
0,4 mg/ml - 1,2 mg/ml doxorubicine wordt verkregen.
Na reconstitutie hoort de liposomale dispersie voor infusie die in liposomen ingekapselde
doxorubicine bevat, te bestaan uit een roodoranje, ondoorzichtige, homogene dispersie. Zoals met alle
parenteraal toegediende oplossingen moet de oplossing vóór het toedienen visueel worden
gecontroleerd op de aanwezigheid van vaste deeltjes en verkleuring. Gebruik het preparaat niet, als
het vreemde deeltjes bevat.
fysisch opzicht stabiel is bij kamertemperatuur gedurende maximaal 8 uur en in een koelkast (2C -
8C) gedurende maximaal 5 dagen.
Uit microbiologisch oogpunt dient het product onmiddellijk te worden gebruikt. Als het niet
onmiddellijk wordt gebruikt, zijn de bewaartermijnen tijdens gebruik en de condities vóór gebruik de
verantwoordelijkheid van de gebruiker; de bewaarduur is gewoonlijk niet langer dan 24 uur bij 2C -
8C, tenzij samenvoeging en verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde
aseptische omstandigheden.
Myocet liposomal dient in 1 uur te worden toegediend door middel van intraveneuze infusie.
Waarschuwing: Myocet liposomal mag niet intramusculair of subcutaan of als bolusinjectie worden
toegediend.
4.
VERWIJDERING
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.