Neupro 2 mg/24 h + 4 mg/24 h + 6 mg/24 h + 8 mg/24 h
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 1 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 5 cm
2
bevat 2,25 mg rotigotine.
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 3 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 15 cm
2
bevat 6,75 mg rotigotine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Pleister voor transdermaal gebruik.
Dun, matrixtype, vierkant met afgeronde hoeken, bestaande uit drie lagen.
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 1 mg/24 h'.
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 3 mg/24 h'.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Neupro is geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van matig tot ernstig idiopathisch Restless
Legs Syndrome (RLS) bij volwassenen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis wordt uitgedrukt in nominale dosis.
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 1 mg/24 h, die vervolgens
afhankelijk van de respons bij de patiënt, in wekelijkse stappen van 1 mg/24 h verhoogd kan worden
tot een dosis van maximaal 3 mg/24 h bereikt is. Iedere 6 maanden dient te worden overwogen of de
behandeling moet worden voortgezet.
Neupro wordt eenmaal per dag aangebracht. De pleister moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip
worden aangebracht. De pleister blijft gedurende 24 uur op de huid en wordt daarna vervangen door
een nieuwe pleister op een andere toedieningsplaats.
Als de patiënt de pleister vergeet aan te brengen op het gebruikelijke tijdstip van de dag of als de
pleister losraakt, moet een nieuwe pleister voor de rest van de dag worden aangebracht.
2
Stopzetting van de behandeling
De behandeling met Neupro moet geleidelijk worden stopgezet. De dagelijkse dosis moet worden
verlaagd in stappen van 1 mg/24 h, bij voorkeur om de andere dag, totdat de behandeling met Neupro
helemaal is stopgezet (zie rubriek 4.4). Bij het volgen van deze methode werd geen rebound
(verergering van de symptomen na stopzetting van de behandeling ten opzichte van de initiële
klachten) waargenomen.
Speciale populaties
Leverfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot matig-ernstige
leverfunctiestoornis. Voorzichtigheid is geboden bij het behandelen van patiënten met een ernstige
leverfunctiestoornis die kan leiden tot een lagere rotigotineklaring. Rotigotine werd niet onderzocht bij
deze groep patiënten. Het kan wellicht noodzakelijk zijn de dosis te verlagen als de leverfunctie
verslechtert.
Nierfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot ernstige
nierfunctiestoornis waaronder patiënten die moeten worden gedialyseerd. Een onverwachte
accumulatie van rotigotine kan ook optreden als de nierfunctie acuut verslechtert (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van rotigotine bij kinderen en jongeren zijn nog niet vastgesteld. De
momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 5.2, maar er kan geen doseringsadvies
worden gegeven.
Wijze van toediening
Neupro is voor transdermaal gebruik.
De pleister moet worden aangebracht op een stukje schone, droge, onbeschadigde en gezonde huid op
de buik, dij, heup, zij, schouder of bovenarm. Men dient te voorkomen dat een volgende pleister
binnen 14 dagen op dezelfde plaats wordt aangebracht. Neupro mag niet worden aangebracht op rode,
geïrriteerde of beschadigde huid (zie rubriek 4.4).
Gebruik en instructies
Elke pleister is verpakt in een sachet en dient te worden aangebracht onmiddellijk nadat het sachet is
geopend. De ene helft van de beschermstrook dient te worden verwijderd en de plakstrook dient te
worden aangebracht en stevig op de huid te worden gedrukt. Daarna wordt de pleister teruggevouwen
en wordt het tweede gedeelte van de beschermstrook verwijderd. De plakzijde van de pleister mag niet
worden aangeraakt. De pleister dient stevig te worden aangedrukt met de palm van de hand gedurende
ongeveer 30 seconden, zodat deze goed vastzit.
De pleister dient niet in stukken te worden geknipt.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Magnetic Resonance Imaging of cardioversie (zie rubriek 4.4).
3
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Magnetic Resonance Imaging en cardioversie
De steunlaag van Neupro bevat aluminium. Om brandwonden op de huid te voorkomen, moet Neupro
worden verwijderd als de patiënt een Magnetic Resonance Imaging (MRI)-scan of cardioversie moet
ondergaan.
Orthostatische hypotensie
Het is bekend dat dopamine-agonisten een negatieve invloed hebben op de systemische regeling van
de bloeddruk, wat leidt tot posturale/orthostatische hypotensie. Deze verschijnselen werden ook
waargenomen tijdens de behandeling met rotigotine, maar de incidentie was vergelijkbaar met de
incidentie waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld.
Het wordt aanbevolen de bloeddruk te controleren, vooral aan het begin van de behandeling, vanwege
het algemene risico van orthostatische hypotensie gerelateerd aan dopaminerge therapie.
Syncope
In klinische studies met rotigotine werd syncope waargenomen met een vergelijkbaar percentage als
het percentage waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld. Omdat patiënten
met een klinisch relevante cardiovasculaire aandoening niet geïncludeerd werden in deze studies, is
het nodig patiënten met een ernstige cardiovasculaire aandoening te vragen naar symptomen van
syncope en pre-syncope.
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine is in verband gebracht met somnolentie en episodes van plotselinge slaapaanvallen. Er zijn
meldingen geweest van plotselinge slaapaanvallen tijdens dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen
zonder dat de patiënt zich bewust was van waarschuwingssignalen. De voorschrijvende artsen dienen
continu te controleren of hun patiënten aan sufheid of slaperigheid leiden, omdat patiënten zich
eventueel niet van sufheid of slaperigheid bewust zijn, totdat zij direct daarnaar worden gevraagd. Een
verlaging van de dosering of stopzetting van de therapie dient zorgvuldig te worden overwogen.
Stoornissen in de impulsbeheersing en andere gerelateerde stoornissen
Patiënten dienen regelmatig gecontroleerd te worden op het ontstaan van stoornissen in de
impulsbeheersing en gerelateerde stoornissen, waaronder het dopaminedysregulatiesyndroom.
Patiënten en verzorgers dienen erop attent gemaakt te worden dat in het gedrag van patiënten die
behandeld worden met dopamine-agonisten, waaronder rotigotine, symptomen van een stoornis in de
impulsbeheersing kunnen optreden, waaronder pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag, eetbuien en compulsief eetgedrag. Bij
sommige patiënten werd het dopaminedysregulatiesyndroom waargenomen gedurende de behandeling
met rotigotine. Als dergelijke symptomen zich ontwikkelen, dient een dosisreductie/geleidelijke
stopzetting van de behandeling te worden overwogen.
Maligne neurolepticasyndroom
Er is melding gemaakt van symptomen die wijzen op het maligne neurolepticasyndroom bij abrupte
stopzetting van de dopaminerge therapie. Daarom wordt aanbevolen de behandeling geleidelijk af te
bouwen (zie rubriek 4.2).
4
Dopamine-agonistontwenningssyndroom
Symptomen die wijzen op het dopamine-agonistontwenningssyndroom (bijvoorbeeld pijn,
vermoeidheid, depressie, zweten en angst) zijn gemeld bij abrupt stoppen van dopaminerge therapie.
Daarom wordt aanbevolen om de behandeling geleidelijk stop te zetten (zie rubriek 4.2).
Abnormaal denken en gedrag
Er zijn gevallen gemeld van abnormale gedachten en gedragingen die zich op verschillende manieren
kunnen manifesteren, waaronder paranoïde ideeën, waanideeën, hallucinaties, verwardheid,
psychoseachtig gedrag, desoriëntatie, agressief gedrag, agitatie en delirium.
Fibrotische complicaties
Gevallen van retroperitoneale fibrose, pulmonale infiltraten, pleurale effusie, pleurale verdikking,
pericarditis en cardiale valvulopathie zijn gemeld bij sommige patiënten die werden behandeld met
dopaminerge middelen op basis van ergot-alkaloïden. Hoewel deze complicaties kunnen verdwijnen
als de behandeling wordt stopgezet, is er niet altijd een volledig herstel.
Hoewel men denkt dat deze bijwerkingen gerelateerd zijn aan de ergoline structuur van deze stoffen, is
het onbekend of andere, non-ergoline dopamine-agonisten deze kunnen veroorzaken.
Neuroleptica
Neuroleptica gegeven als anti-emeticum dienen niet te worden toegediend aan patiënten die dopamine-
agonisten gebruiken (zie ook rubriek 4.5).
Oftalmologische controles
Oftalmologische controles worden aanbevolen met regelmatige tussenpozen of bij afwijkingen van het
gezichtsvermogen.
Blootstelling aan warmte
De plaats van de pleister dient niet te worden blootgesteld aan externe warmte (overmatig zonlicht,
verwarmingskussens en andere warmtebronnen zoals een sauna of een warm bad).
Reacties ter hoogte van de toedieningsplaats
Huidreacties ter hoogte van de toedieningsplaats kunnen voorkomen en zijn meestal van lichte of
matige intensiteit. Het wordt aanbevolen dagelijks een andere plaats voor het aanbrengen van de
pleister te kiezen (bijv. wisseling van de rechter- naar de linkerkant en van het boven- naar het
onderlichaam). Eenzelfde plaats mag gedurende 14 dagen niet opnieuw gebruikt worden. Als er
reacties ter hoogte van de toedieningsplaats ontstaan die langer dan een paar dagen duren of lange tijd
aanhouden, als de reactie ernstiger wordt of als de huidreactie zich verspreidt naar plaatsen buiten de
toedieningsplaats, dienen de voordelen en risico’s voor de individuele patiënt tegen elkaar afgewogen
te worden.
Als er sprake is van huiduitslag of irritatie die veroorzaakt wordt door het transdermale systeem, dan
dient men te vermijden dat deze plaats direct aan het zonlicht wordt blootgesteld totdat de huid
genezen is, aangezien blootstelling zou kunnen leiden tot verkleuring van de huid.
Als er een gegeneraliseerde huidreactie (bijv. allergische huiduitslag, waaronder erythemateuze,
maculaire, papulaire huiduitslag of pruritus) wordt waargenomen gerelateerd aan het gebruik van
Neupro, moet de behandeling met Neupro worden stopgezet.
Perifeer oedeem
Perifeer oedeem is waargenomen in klinische studies uitgevoerd bij patiënten met RLS.
5
Augmentatie
Augmentatie kan optreden. Augmentatie is het vervroegd optreden van symptomen in de avond (of
zelfs in de namiddag), toename van de ernst van de symptomen en uitbreiding van symptomen naar
andere delen van het lichaam. In klinische langetermijnstudies met rotigotine werd het merendeel van
de augmentatie-episodes opgemerkt in het eerste en tweede jaar van de behandeling. Doses hoger dan
het goedgekeurde dosisbereik voor RLS moeten vermeden worden omdat dit kan leiden tot een hogere
incidentie van augmentatie (zie rubriek 5.1).
Sulfietovergevoeligheid
Neupro bevat natriummetabisulfiet, een sulfiet dat allergische reacties kan veroorzaken, waaronder
anafylactische symptomen en levensbedreigende of minder ernstige astmatische aanvallen, bij
personen die hier gevoelig voor zijn.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Omdat rotigotine een dopamine-agonist is, wordt aangenomen dat dopamine-antagonisten, zoals
neuroleptica (bijv. fenothiazinen, butyrofenonen, thioxanthenen) of metoclopramide, de werkzaamheid
van Neupro kunnen verminderen. Gelijktijdige toediening dient daarom te worden vermeden.
Vanwege de mogelijke additieve effecten is voorzichtigheid geboden als patiënten sederende
geneesmiddelen of andere geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken (bijv.
benzodiazepines, antipsychotica, antidepressiva) of alcohol in combinatie met rotigotine gebruiken.
De gelijktijdige toediening van levodopa en carbidopa in combinatie met rotigotine had geen invloed
op de farmacokinetiek van rotigotine en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
levodopa en carbidopa.
De gelijktijdige toediening van domperidon en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
rotigotine.
De gelijktijdige toediening van omeprazol (remmer van CYP2C19), in doseringen van 40 mg/dag, had
geen effect op de farmacokinetiek en het metabolisme van rotigotine bij gezonde vrijwilligers.
De gelijktijdige toediening van rotigotine (3 mg/24 h) en orale contraceptiva beïnvloedde de
farmacodynamiek en farmacokinetiek van de orale contraceptiva (0,03 mg ethinylestradiol, 0,15 mg
levonorgestrel) niet. Interacties met andere vormen van hormonale contraceptiva zijn niet onderzocht.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden, anticonceptie bij vrouwen
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken om zwangerschap te
voorkomen tijdens de behandeling met rotigotine.
Zwangerschap
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van rotigotine bij zwangere vrouwen. Onderzoek bij
dieren wees niet op teratogene effecten bij ratten en konijnen, maar bij maternotoxische doses bij
ratten en muizen werd embryotoxiciteit waargenomen (zie rubriek 5.3). Het mogelijke risico voor
mensen is onbekend. Rotigotine mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
6
Borstvoeding
Omdat rotigotine de secretie van prolactine verlaagt bij mensen, wordt een remmende invloed op de
borstvoeding verwacht. Onderzoek bij ratten heeft aangetoond dat rotigotine en/of zijn metaboliet(en)
worden uitgescheiden in de moedermelk. Door het ontbreken van gegevens bij mensen moet de
borstvoeding worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Voor informatie over vruchtbaarheidsstudies zie rubriek 5.3.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Rotigotine kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.
Patiënten die worden behandeld met rotigotine en last hebben van somnolentie en/of plotselinge
slaapaanvallen, moet worden geadviseerd niet te rijden of geen handelingen te verrichten (bijv. het
bedienen van machines), waarbij zij zichzelf of anderen door verminderde alertheid in ernstig of
levensbedreigend gevaar kunnen brengen, totdat dergelijke terugkerende aanvallen en somnolentie zijn
verdwenen (zie ook rubrieken 4.4 en 4.5).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gepoolde placebogecontroleerde klinische studies bestaande uit in totaal
748 Neupro- en 214 met een placebo behandelde patiënten, meldde 65,5% van de patiënten met
Neupro en 33,2% van de patiënten met placebo ten minste één bijwerking.
Aan het begin van de therapie kunnen dopaminerge bijwerkingen zoals misselijkheid en braken
voorkomen. Deze zijn meestal licht of matig qua intensiteit en van voorbijgaande aard, zelfs als de
behandeling wordt voortgezet.
Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan 10% van de patiënten die werden behandeld met
Neupro zijn misselijkheid, reacties ter hoogte van de toedieningsplaats, asthenie-aandoeningen en
hoofdpijn.
Bij studies waarbij van toedieningsplaats werd gewisseld zoals aangegeven in de instructies in de
samenvatting van productkenmerken (SPC) en de bijsluiter, kwamen bij 34,2% van de 748 patiënten
die Neupro hadden gebruikt, reacties ter hoogte van de toedieningsplaats voor. Het merendeel van
reacties op de toedieningsplaats was licht of matig qua intensiteit, beperkt tot de toedieningsplaats en
leidde tot stopzetting van de behandeling met Neupro bij 7,2% van de patiënten.
Mate van stopzetting van de behandeling
De mate van stopzetting van de behandeling werd bestudeerd in 3 klinische studies die tot 3 jaar
duurden. Het percentage proefpersonen die de behandeling stopzetten, bedroeg 25-38% gedurende het
eerste jaar, 10% in het tweede jaar en 11% in het derde jaar. Een periodieke evaluatie van de
werkzaamheid dient te worden uitgevoerd, samen met de evaluatie van de veiligheid, inclusief
augmentatie.
7
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De volgende tabel geeft een overzicht van bijwerkingen die zijn opgetreden binnen de hierboven
genoemde gepoolde studies bij patiënten met het Restless Legs Syndrome, en van bijwerkingen uit
post-marketingervaring. Bijwerkingen zijn gerangschikt naar frequentie en systeem/orgaanklasse. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms
(≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke groepering per frequentie zijn de
bijwerkingen in afnemende ernst weergegeven.
Systeem/orgaanklassen
volgens MedDRA
Immuunsysteem-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Overgevoelig-
heid, met
inbegrip van
angio-oedeem,
tongoedeem
en lipoedeem
Slaapaanvallen
/ plotseling in
slaap vallen,
stoornissen
van de
geslachtsdriftª
(waaronder
hyperseksuali-
teit, verhoogd
libido),
insomnia,
slaapstoornis-
sen, abnormale
dromen,
stoornissen
van de
impulscontro-
leª
,d
(waaronder
pathologisch
gokken,
stereotypie/
punding,
eetbuien/ eet-
stoornis
b
,
compulsief
koopgedrag
c
)
Somnolentie
Soms
Zelden
Niet bekend
Psychische stoornissen
Obsessieve -
compulsieve
stoornis,
agitatie
d
Agressief
gedrag/
agressie
b
,
desoriëntatie
d
Dopamine-
dysregulatie-
syndroom
c
,
waarnemings-
stoornissen
e
(waaronder
hallucinaties,
visuele
hallucinaties,
auditieve
hallucinaties,
illusies),
nachtmerries
e
,
paranoia
e
,
verwardheid
e
,
psychotische
stoornis
e
,
waanideeën
e
,
delirium
e
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Duizeligheid
e
,
bewustzijns-
stoornissen
NEG
e
(waaronder
syncope,
vasovagale
syncope,
bewustzijns-
verlies),
dyskinesie
e
,
posturale
duizeligheid
e
,
lethargie
e
,
convulsie
e
8
Systeem/orgaanklassen
volgens MedDRA
Oogaandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
Wazig zien
e
,
visuele
stoornissen
e
,
fotopsie
e
Vertigo
e
Hartkloppingen
e,
atriumfibrillatie
e
,
supraventri-
culaire
tachycardie
e
Hypotensie
e
Hik
e
Constipatie
e
,
droge mond
e
,
buikpijn
e
,
diarree
c
Erytheem
e
,
hyperhidrose
e
,
gegeneraliseerde
pruritus
e
,
huidirritatie
e
,
contact-
dermatitis
e
,
gegeneraliseerde
huiduitslag
e
Erectiestoornis
e
Evenwichtsorgaan- en
ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Bloedvataandoeningen
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Maagdarmstel-
selaandoeningen
Huid- en onderhuid-
aandoeningen
Hypertensie
Orthostatische
hypotensie
Misselijkheid
Braken,
dyspepsie
Pruritus
Voortplantings-stelsel- en
borstaandoeningen
Algemene aandoeningen
en toedienings-
plaatsstoornissen
Onderzoeken
Toedienings- en
indruppelingsplaatsreactiesª
(waaronder erytheem,
pruritus, irritatie, rash,
dermatitis, vesicula, pijn,
eczeem, ontsteking,
zwelling, verkleuring,
papulae, exfoliatie,
urticaria, overgevoelig-
heid), asthenie-
aandoeningen
a
(waaronder
vermoeidheid, asthenie,
malaise)
Prikkelbaar-
heid, perifeer
oedeem
Gewichtsaf-
name
e
,
verhoogde
leverenzym-
spiegels
e
(waaronder
AST, ALT,
GGT),
gewichtstoe-
name
e
,
verhoogde
hartslag
e
,
verhoogde
CPK-waarden
d,e
9
Systeem/orgaanklassen
volgens MedDRA
Letsels, intoxicaties en
verrichtings-complicaties
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaan-doeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
Vallen
e
Rhabdomyolyse
c
ª High Level Term
b
Waargenomen bij open-labelstudies
c
Waargenomen na de marktintroductie
d
Waargenomen in een datapool (2011) van dubbelblinde, placebogecontroleerde studies
e
Waargenomen in studies uitgevoerd bij patiënten met de ziekte van Parkinson
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine werd in verband gebracht met somnolentie, waaronder overmatige somnolentie overdag en
episoden van plotselinge slaapaanvallen. In geïsoleerde gevallen viel men “plotseling in slaap” tijdens
het rijden, waardoor ongevallen met motorvoertuigen werden veroorzaakt (zie ook rubrieken 4.4 en
4.7).
Stoornissen in de impulsbeheersing
Pathologisch gokken, verhoogd libido, hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag,
eetbuien en compulsief eetgedrag kan optreden bij patiënten die behandeld worden met dopamine-
agonisten, waaronder rotigotine (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De meest waarschijnlijke bijwerkingen zouden die bijwerkingen zijn die gerelateerd zijn aan het
farmacodynamische profiel van een dopamine-agonist, waaronder misselijkheid, braken, hypotensie,
onwillekeurige bewegingen, hallucinaties, verwarring, convulsies en andere verschijnselen van
centrale dopaminerge stimulatie.
Behandeling
Er is geen antidotum voor de overdosering van dopamine-agonisten bekend. Bij het vermoeden van
een overdosering dient verwijdering van de pleister(s) te worden overwogen. Na verwijdering van de
pleister(s) stopt immers de opname van de werkzame stof en daalt de plasmaconcentratie van
rotigotine snel. De patiënt dient nauwkeurig gecontroleerd te worden, inclusief hartslag, hartritme en
bloeddruk.
10
Bij de behandeling van overdosering kunnen algemene ondersteunende maatregelen ter behoud van de
vitale functies noodzakelijk zijn. Het wordt niet verwacht dat dialyse nut zou hebben, omdat rotigotine
niet door dialyse wordt verwijderd.
Indien het noodzakelijk is de behandeling met rotigotine te staken, dient dit geleidelijk te gebeuren om
het maligne neurolepticasyndroom te voorkomen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-parkinsonmiddelen, dopamine-agonisten; ATC-code: N04BC09
Rotigotine is een non-ergoline dopamine-agonist voor de behandeling van klachten en symptomen van
de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome.
Werkingsmechanisme
Men denkt dat het gunstige effect van rotigotine op de ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door
activering van de D
3
-,
D
2
-
en D
1
-receptoren
in de nucleus caudatus en het putamen in de hersenen.
Het exacte werkingsmechanisme van rotigotine als behandeling van RLS is niet bekend. Het wordt
aangenomen dat de werking van rotigotine voornamelijk wordt uitgeoefend via dopaminereceptoren.
Farmacodynamische effecten
Gelet op het functionele effect op de verschillende receptor subtypes en hun verdeling in de hersenen,
wordt rotigotine omschreven als een D
2
-
en D
3
-receptor
agonist die ook effect heeft op D
1
-,
D
4
-
en D
5
-
receptoren. Voor wat betreft de niet-dopaminerge receptoren vertoonde rotigotine een antagonisme
voor alfa2B-receptoren en een agonisme voor 5HT1A-receptoren. Er is geen effect van rotigotine op
de 5HT2B-receptor.
Klinische werkzaamheid
De werkzaamheid van rotigotine werd beoordeeld in 5 placebogecontroleerde studies bij meer dan
1400 patiënten met idiopathisch Restless Legs Syndrome (RLS). Werkzaamheid is aangetoond in
gecontroleerde studies, waarbij de patiënten gedurende 29 weken behandeld werden. De
werkzaamheid hield gedurende een periode van 6 maanden aan.
De veranderingen vergeleken met de uitgangswaarde in de Internationale RLS beoordelingsschaal
(IRLS) en CGI-item 1 (ernst van de ziekte) waren de primaire werkzaamheidsparameters. Voor beide
primaire eindpunten werden statistisch significante verschillen waargenomen voor de doseringen van
1 mg/24 h, 2 mg/24 h en 3 mg/24 h in vergelijking met placebo. Na een 6 maanden durende
onderhoudsbehandeling bij patiënten met matige tot ernstige RLS, verbeterde de initiële IRLS-score
van 30,7 tot 20,7 voor placebo en van 30,2 tot 13,8 voor rotigotine. Het gecorrigeerd gemiddelde
verschil was -6,5 punt (CI
95%
-8,7; -4,4, p <0,0001). Het percentage patiënten die een positieve
respons hadden op de CGI-schaal (veel verbeterd, zeer veel verbeterd) bedroeg 43,0% voor de groep
behandeld met placebo enerzijds en 67,5% voor rotigotine anderzijds (absoluut verschil 24,5% CI
95%
:
14,2%; 34,8%, p<0,0001).
In een 7 weken durende placebogecontroleerde studie werden polysomnografische parameters
onderzocht. Rotigotine reduceerde significant de
Periodic limb movement index
(PLMI) van 50,9 tot
7,7 versus 37,4 tot 32,7 voor placebo (p< 0,0001).
11
Augmentatie
In twee dubbelblinde placebogecontroleerde studies die 6 maanden duurden, werd klinisch relevante
augmentatie waargenomen bij 1,5% van de met rotigotine behandelde patiënten versus 0,5% van de
met een placebo behandelde patiënten. In twee open-label follow-upstudies gedurende de 12
daaropvolgende maanden was het klinisch relevante augmentatiepercentage 2,9%. Geen van deze
patiënten stopte met de behandeling omwille van augmentatie. In een 5 jaar durende
open-labelbehandelingsstudie trad augmentatie op bij 11,9% van de patiënten die werden behandeld
met de goedgekeurde doseringen voor RLS (1-3 mg/24 h) en 5,1% werd als klinisch significant
beschouwd. In deze studie vond het merendeel van de augmentatie-episodes plaats in het eerste en
tweede jaar van de behandeling. Verder werd in deze studie ook een hogere dosis van 4 mg/24 h
gebruikt die niet is goedgekeurd bij RLS, wat leidde tot hogere percentages van augmentatie.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Nadat de pleister is aangebracht, wordt continu rotigotine afgegeven door de pleister voor
transdermaal gebruik en geabsorbeerd via de huid. Steady-state concentraties worden één tot twee
dagen na het aanbrengen van de pleister bereikt en worden op een stabiel niveau gehouden door
dagelijks één pleister aan te brengen, die gedurende 24 uur wordt gedragen.
Rotigotineplasmaconcentraties nemen afhankelijk van de dosis toe binnen een dosisbereik van
1 mg/24 h tot 24 mg/24 h.
Ongeveer 45% van de werkzame stof in de pleister wordt binnen 24 uur aan de huid afgegeven. De
absolute biologische beschikbaarheid na transdermaal gebruik is ongeveer 37%.
Het wisselen van de plaats waar de pleister wordt aangebracht, kan leiden tot dagelijkse verschillen in
het plasmaniveau. Verschillen in de biologische beschikbaarheid van rotigotine varieerden van 2%
(bovenarm
versus
zij) tot 46% (schouder
versus
dij). Er is echter geen indicatie dat dit een relevante
invloed heeft op de klinische studieresultaten.
Distributie
De
in vitro
binding van rotigotine aan plasmaproteïnen is ongeveer 92%.
Het schijnbare distributievolume bij mensen is ongeveer 84 l/kg.
Biotransformatie
Rotigotine wordt voor een groot deel gemetaboliseerd. Rotigotine wordt zowel gemetaboliseerd door
N-dealkylatie als door directe en secundaire conjugatie.
In vitro
resultaten geven aan dat verschillende
CYP-isoformen in staat zijn als katalysator te fungeren voor de N-dealkylatie van rotigotine. De
belangrijkste metabolieten zijn sulfaten en glucuronideconjugaten van de moederstof evenals
N-desalkyl-metabolieten, die biologisch inactief zijn.
De informatie over metabolieten is onvolledig.
Eliminatie
Ongeveer 71% van de rotigotine dosis wordt in de urine uitgescheiden en een kleiner gedeelte van
ongeveer 23% wordt via de feces uitgescheiden.
De klaring van rotigotine na transdermale toediening is ongeveer 10 l/min en de totale
eliminatiehalfwaardetijd is 5 tot 7 uur. Het farmacokinetische profiel duidt op een bifasische eliminatie
met een initiële halfwaardetijd van ongeveer 2 tot 3 uur.
12
Omdat de pleister transdermaal wordt gebruikt, wordt geen invloed van voedsel of maag-
darmstelselaandoeningen verwacht.
Speciale patiëntengroepen
Omdat de therapie met Neupro wordt gestart met een lage dosis en geleidelijk wordt getitreerd
overeenkomstig de klinische verdraagbaarheid om het optimale therapeutische effect te verkrijgen, is
een aanpassing van de dosis vanwege geslacht, gewicht of leeftijd niet noodzakelijk.
Lever- en nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis of een lichte tot ernstige nierfunctiestoornis werden
geen relevante verhogingen van de rotigotineplasmaspiegels gevonden. Neupro werd niet onderzocht
bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis.
Plasmaspiegels van conjugaten van rotigotine en zijn desalkylmetabolieten nemen toe bij een
nierfunctiestoornis. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze metabolieten bijdragen aan de klinische
effecten.
Pediatrische patiënten
Beperkte farmacokinetische data verzameld bij adolescente patiënten met RLS (13-17 jaar, n=24) die
behandeld werden met meerdere doses van 0,5 tot 3 mg/24 h, toonden aan dat de systemische
blootstelling aan rotigotine vergelijkbaar was met die bij volwassenen. Er zijn onvoldoende
werkzaamheids- en veiligheidsgegevens om een verband te leggen tussen blootstelling en respons (zie
ook pediatrische informatie in rubriek 4.2).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In studies op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering en toxiciteit op lange termijn werden de
belangrijkste effecten in verband gebracht met de aan de dopamine-agonist gerelateerde
farmacodynamische effecten en de daaruit voortvloeiende verlaging van de prolactinesecretie.
Na een enkele dosis rotigotine was er sprake van een duidelijke binding aan melanine bevattende
weefsels (bijv. ogen) in de gepigmenteerde rat en aap, maar dit nam langzaam af gedurende een
observatieperiode van 14 dagen.
Degeneratie van de retina werd waargenomen met behulp van transmissiemicroscopie bij een dosis
equivalent aan 2,8 maal de maximale voor mensen aanbevolen dosis op mg/m
2
-basis in een 3 maanden
durende studie bij albinoratten. De effecten waren duidelijker bij vrouwelijke ratten. Aanvullende
studies ter verdere beoordeling van de specifieke pathologie zijn niet uitgevoerd. Tijdens de
routinematige histopathologische beoordeling van de ogen werd degeneratie van de retina in geen van
de toxicologische studies en bij geen van de geteste diersoorten waargenomen. De relevantie van deze
bevindingen voor de mens is onbekend.
In een carcinogeniciteitsstudie ontwikkelden mannelijke ratten Leydig-celtumoren en hyperplasie.
Maligne tumoren werden voornamelijk gevonden in de uterus van vrouwelijke ratten met gemiddelde
en hoge doseringen. Deze veranderingen zijn bekende effecten van dopamine-agonisten bij ratten na
levenslange therapie en worden als niet relevant voor de mens beschouwd.
De effecten van rotigotine op de voortplanting zijn onderzocht bij ratten, konijnen en muizen.
Rotigotine was bij de drie diersoorten niet teratogeen, maar was embryotoxisch bij ratten en muizen
bij maternotoxische doses. Rotigotine had geen effect op de mannelijke vruchtbaarheid bij ratten, maar
verminderde duidelijk de vrouwelijke vruchtbaarheid bij ratten en muizen, vanwege de effecten op de
prolactinespiegels, die met name significant zijn bij knaagdieren.
Rotigotine veroorzaakte geen genmutaties bij de Ames-test, maar vertoonde wel effecten bij de
in vitro
lymfoomtest bij de muis mét metabolische activering en geringere effecten zonder metabolische
activering. Dit mutagene effect zou kunnen worden toegeschreven aan een clastogeen effect van
rotigotine.
13
Dit effect werd
in vivo
niet bevestigd in de micronucleustest bij de muis en de test van de ongeplande
DNA-synthese
(Unscheduled DNA Synthesis, UDS)
bij de rat. Omdat het min of meer parallel liep aan
een verlaagde relatieve totale groei van de cellen, kan het gerelateerd zijn aan een cytotoxisch effect
van de stof. Daarom is de relevantie van die ene positieve
in vitro
mutageniciteitstest onbekend.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Steunlaag
Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd,
van een kleurlaag voorzien met een pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment
rood 166) en met een opdruk (pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
Zelfhechtende matrixlaag
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat,
Povidon K90,
Natriummetabisulfiet (E223),
Ascorbylpalmitaat (E304) en
DL-α-tocoferol (E307).
Beschermstrook
Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
30 maanden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Peel-off
sachet in een plastic doos: de ene zijde bestaat uit een ethyleencopolymeer (binnenste laag),
een aluminiumfolie, een polyethyleenfilm van lage dichtheid en papier; de andere zijde bestaat uit
polyethyleen (binnenste laag), aluminium, ethyleencopolymeer en papier.
De doos bevat 7, 14, 28, 30 of 84 (meervoudige verpakking met 3 verpakkingen van 28) pleisters voor
transdermaal gebruik, die afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
14
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Na gebruik bevat de pleister nog steeds de werkzame stof. Na verwijdering dient de gebruikte pleister
dubbel te worden gevouwen, met de hechtkant naar binnen zodat de matrixlaag niet wordt
blootgesteld. Plaats de pleister in het originele sachet en gooi dit vervolgens weg. Alle gebruikte of
ongebruikte pleisters dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften of te worden
teruggebracht naar de apotheek.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/05/331/038
EU/1/05/331/040
EU/1/05/331/041
EU/1/05/331/044
EU/1/05/331/056
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/05/331/047
EU/1/05/331/049
EU/1/05/331/050
EU/1/05/331/053
EU/1/05/331/058
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 15 februari 2006
Datum van laatste verlenging: 22 januari 2016
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
15
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 10 cm
2
bevat 4,5 mg rotigotine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Pleister voor transdermaal gebruik.
Dun, matrixtype, vierkant met afgeronde hoeken, bestaande uit drie lagen. De buitenkant van de
steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 2 mg/24 h'.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Restless Legs Syndrome
Neupro is geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van matig tot ernstig idiopathisch Restless
Legs Syndrome (RLS) bij volwassenen.
Ziekte van Parkinson
Neupro is geïndiceerd als monotherapie (d.w.z. zonder levodopa) voor de behandeling van de tekenen
en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium of in
combinatie met levodopa, als het effect van levodopa afneemt of inconsistent wordt en
schommelingen van het therapeutische effect optreden (aan het einde van een dosisinterval of “on-
off”-schommelingen) d.w.z. gedurende het verloop van de ziekte tot en met de late fasen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis wordt uitgedrukt in nominale dosis.
Restless Legs Syndrome
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 1 mg/24 h, die vervolgens
afhankelijk van de respons bij de patiënt, in wekelijkse stappen van 1 mg/24 h verhoogd kan worden
tot een dosis van maximaal 3 mg/24 h bereikt is. Iedere 6 maanden dient te worden overwogen of de
behandeling moet worden voortgezet.
16
Ziekte van Parkinson
Dosering bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium:
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 2 mg/24 h, die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal 8 mg/24 h
bereikt is. 4 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten
wordt de effectieve dosis binnen 3 of 4 weken bereikt met doseringen van respectievelijk 6 mg/24 h of
8 mg/24 h.
De maximumdosis is 8 mg/24 h.
Dosering bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een gevorderd stadium met schommelingen:
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 4 mg/24 h die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal
16 mg/24 h.
4 mg/24 h of 6 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten
wordt de effectieve dosis binnen 3 tot 7 weken bereikt met doseringen van 8 mg/24 h tot de
maximumdosis van 16 mg/24 h.
Bij doseringen van meer dan 8 mg/24 h kunnen meerdere pleisters worden gebruikt om de
uiteindelijke dosis te bereiken van bijv. 10 mg/24 h met een combinatie van één pleister van 6 mg/24 h
en één pleister van 4 mg/24 h.
Neupro wordt eenmaal per dag aangebracht. De pleister moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip
worden aangebracht. De pleister blijft gedurende 24 uur op de huid en wordt daarna vervangen door
een nieuwe pleister op een andere toedieningsplaats.
Als de patiënt de pleister vergeet aan te brengen op het gebruikelijke tijdstip van de dag of als de
pleister losraakt, moet een nieuwe pleister voor de rest van de dag worden aangebracht.
Stopzetting van de behandeling
Restless Legs Syndrome
De behandeling met Neupro moet geleidelijk worden stopgezet. De dagelijkse dosis moet worden
verlaagd in stappen van 1 mg/24 h, bij voorkeur om de andere dag, totdat de behandeling met Neupro
helemaal is stopgezet (zie rubriek 4.4). Bij het volgen van deze methode werd geen rebound
(verergering van de symptomen na stopzetting van de behandeling ten opzichte van de initiële
klachten) waargenomen.
Ziekte van Parkinson
De behandeling met Neupro moet geleidelijk worden stopgezet. De dagelijkse dosis moet worden
verlaagd in stappen van 2 mg/24 h, bij voorkeur om de andere dag, totdat de behandeling met Neupro
helemaal is stopgezet (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Leverfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot matig-ernstige
leverfunctiestoornis. Voorzichtigheid is geboden bij het behandelen van patiënten met een ernstige
leverfunctiestoornis die kan leiden tot een lagere rotigotineklaring. Rotigotine werd niet onderzocht bij
deze groep patiënten. Het kan wellicht noodzakelijk zijn de dosis te verlagen als de leverfunctie
verslechtert.
17
Nierfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot ernstige
nierfunctiestoornis waaronder patiënten die moeten worden gedialyseerd. Een onverwachte
accumulatie van rotigotine kan ook optreden als de nierfunctie acuut verslechtert (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van rotigotine bij kinderen en jongeren zijn nog niet vastgesteld. De
momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 5.2, maar er kan geen doseringsadvies
worden gegeven voor kinderen met RLS.
Er is geen relevante toepassing van Neupro bij pediatrische patiënten voor de ziekte van Parkinson.
Wijze van toediening
Neupro is voor transdermaal gebruik.
De pleister moet worden aangebracht op een stukje schone, droge, onbeschadigde en gezonde huid op
de buik, dij, heup, zij, schouder of bovenarm. Men dient te voorkomen dat een volgende pleister
binnen 14 dagen op dezelfde plaats wordt aangebracht. Neupro mag niet worden aangebracht op rode,
geïrriteerde of beschadigde huid (zie rubriek 4.4).
Gebruik en instructies
Elke pleister is verpakt in een sachet en dient te worden aangebracht onmiddellijk nadat het sachet is
geopend. De ene helft van de beschermstrook dient te worden verwijderd en de plakstrook dient te
worden aangebracht en stevig op de huid te worden gedrukt. Daarna wordt de pleister teruggevouwen
en wordt het tweede gedeelte van de beschermstrook verwijderd. De plakzijde van de pleister mag niet
worden aangeraakt. De pleister dient stevig te worden aangedrukt met de palm van de hand gedurende
ongeveer 30 seconden, zodat deze goed vastzit.
De pleister dient niet in stukken te worden geknipt.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Magnetic Resonance Imaging of cardioversie (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Als een patiënt met de ziekte van Parkinson onvoldoende reageert op de behandeling met rotigotine
kan het overstappen op een andere dopamine-agonist een bijkomend voordeel opleveren (zie
rubriek 5.1).
Beide indicaties:
Magnetic Resonance Imaging en cardioversie
De steunlaag van Neupro bevat aluminium. Om brandwonden op de huid te voorkomen, moet Neupro
worden verwijderd als de patiënt een Magnetic Resonance Imaging (MRI)-scan of cardioversie moet
ondergaan.
18
Orthostatische hypotensie
Het is bekend dat dopamine-agonisten een negatieve invloed hebben op de systemische regeling van
de bloeddruk, wat leidt tot posturale/orthostatische hypotensie. Deze verschijnselen werden ook
waargenomen tijdens de behandeling met rotigotine, maar de incidentie was vergelijkbaar met de
incidentie waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld.
Het wordt aanbevolen de bloeddruk te controleren, vooral aan het begin van de behandeling, vanwege
het algemene risico van orthostatische hypotensie gerelateerd aan dopaminerge therapie.
Syncope
In klinische studies met rotigotine werd syncope waargenomen met een vergelijkbaar percentage als
het percentage waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld. Omdat patiënten
met een klinisch relevante cardiovasculaire aandoening niet geïncludeerd werden in deze studies, is
het nodig patiënten met een ernstige cardiovasculaire aandoening te vragen naar symptomen van
syncope en pre-syncope.
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine is in verband gebracht met somnolentie en episodes van plotselinge slaapaanvallen. Er zijn
meldingen geweest van plotselinge slaapaanvallen tijdens dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen
zonder dat de patiënt zich bewust was van waarschuwingssignalen. De voorschrijvende artsen dienen
continu te controleren of hun patiënten aan sufheid of slaperigheid leiden, omdat patiënten zich
eventueel niet van sufheid of slaperigheid bewust zijn, totdat zij direct daarnaar worden gevraagd. Een
verlaging van de dosering of stopzetting van de therapie dient zorgvuldig te worden overwogen.
Stoornissen in de impulsbeheersing en andere gerelateerde stoornissen
Patiënten dienen regelmatig gecontroleerd te worden op het ontstaan van stoornissen in de
impulsbeheersing en gerelateerde stoornissen, waaronder het dopaminedysregulatiesyndroom.
Patiënten en verzorgers dienen erop attent gemaakt te worden dat in het gedrag van patiënten die
behandeld worden met dopamine-agonisten, waaronder rotigotine, symptomen van een stoornis in de
impulsbeheersing kunnen optreden, waaronder pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag, eetbuien en compulsief eetgedrag. Bij
sommige patiënten werd het dopaminedysregulatiesyndroom waargenomen gedurende de behandeling
met rotigotine. Als dergelijke symptomen zich ontwikkelen, dient een dosisreductie/geleidelijke
stopzetting van de behandeling te worden overwogen.
Maligne neurolepticasyndroom
Er is melding gemaakt van symptomen die wijzen op het maligne neurolepticasyndroom bij abrupte
stopzetting van de dopaminerge therapie. Daarom wordt aanbevolen de behandeling geleidelijk af te
bouwen (zie rubriek 4.2).
Dopamine-agonistontwenningssyndroom
Symptomen die wijzen op het dopamine-agonistontwenningssyndroom (bijvoorbeeld pijn,
vermoeidheid, depressie, zweten en angst) zijn gemeld bij abrupt stoppen van dopaminerge therapie.
Daarom wordt aanbevolen om de behandeling geleidelijk stop te zetten (zie rubriek 4.2).
Abnormaal denken en gedrag
Er zijn gevallen gemeld van abnormale gedachten en gedragingen die zich op verschillende manieren
kunnen manifesteren, waaronder paranoïde ideeën, waanideeën, hallucinaties, verwardheid,
psychoseachtig gedrag, desoriëntatie, agressief gedrag, agitatie en delirium.
19
Fibrotische complicaties
Gevallen van retroperitoneale fibrose, pulmonale infiltraten, pleurale effusie, pleurale verdikking,
pericarditis en cardiale valvulopathie zijn gemeld bij sommige patiënten die werden behandeld met
dopaminerge middelen op basis van ergot-alkaloïden. Hoewel deze complicaties kunnen verdwijnen
als de behandeling wordt stopgezet, is er niet altijd een volledig herstel.
Hoewel men denkt dat deze bijwerkingen gerelateerd zijn aan de ergoline structuur van deze stoffen, is
het onbekend of andere, non-ergoline dopamine-agonisten deze kunnen veroorzaken.
Neuroleptica
Neuroleptica gegeven als anti-emeticum dienen niet te worden toegediend aan patiënten die dopamine-
agonisten gebruiken (zie ook rubriek 4.5).
Oftalmologische controles
Oftalmologische controles worden aanbevolen met regelmatige tussenpozen of bij afwijkingen van het
gezichtsvermogen.
Blootstelling aan warmte
De plaats van de pleister dient niet te worden blootgesteld aan externe warmte (overmatig zonlicht,
verwarmingskussens en andere warmtebronnen zoals een sauna of een warm bad).
Reacties ter hoogte van de toedieningsplaats
Huidreacties ter hoogte van de toedieningsplaats kunnen voorkomen en zijn meestal van lichte of
matige intensiteit. Het wordt aanbevolen dagelijks een andere plaats voor het aanbrengen van de
pleister te kiezen (bijv. wisseling van de rechter- naar de linkerkant en van het boven- naar het
onderlichaam). Eenzelfde plaats mag gedurende 14 dagen niet opnieuw gebruikt worden. Als er
reacties ter hoogte van de toedieningsplaats ontstaan die langer dan een paar dagen duren of lange tijd
aanhouden, als de reactie ernstiger wordt of als de huidreactie zich verspreidt naar plaatsen buiten de
toedieningsplaats, dienen de voordelen en risico’s voor de individuele patiënt tegen elkaar afgewogen
te worden.
Als er sprake is van huiduitslag of irritatie die veroorzaakt wordt door het transdermale systeem, dan
dient men te vermijden dat deze plaats direct aan het zonlicht wordt blootgesteld totdat de huid
genezen is, aangezien blootstelling zou kunnen leiden tot verkleuring van de huid.
Als er een gegeneraliseerde huidreactie (bijv. allergische huiduitslag, waaronder erythemateuze,
maculaire, papulaire huiduitslag of pruritus) wordt waargenomen gerelateerd aan het gebruik van
Neupro, moet de behandeling met Neupro worden stopgezet.
Perifeer oedeem
Tijdens klinisch onderzoek bij patiënten met de ziekte van Parkinson was de specifieke frequentie van
perifeer oedeem na 6 maanden ongeveer 4%. Dit bleef zo gedurende de gehele observatietijd van
maximaal 36 maanden. Perifeer oedeem is ook waargenomen in klinische studies uitgevoerd bij
patiënten met RLS.
Sulfietovergevoeligheid
Neupro bevat natriummetabisulfiet, een sulfiet dat allergische reacties kan veroorzaken, waaronder
anafylactische symptomen en levensbedreigende of minder ernstige astmatische aanvallen, bij
personen die hier gevoelig voor zijn.
20
Waargenomen bij patiënten met de ziekte van Parkinson
Dopaminerge bijwerkingen
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson is de incidentie van sommige dopaminerge bijwerkingen
zoals hallucinaties, dyskinesie en perifeer oedeem doorgaans hoger bij toediening in combinatie met
levodopa. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het voorschrijven van rotigotine.
Waargenomen bij patiënten met het Restless Legs Syndrome
Augmentatie
Augmentatie kan optreden bij patiënten met het Restless Legs Syndrome. Augmentatie is het
vervroegd optreden van symptomen in de avond (of zelfs in de namiddag), toename van de ernst van
de symptomen en uitbreiding van symptomen naar andere delen van het lichaam. In klinische
langetermijnstudies met rotigotine werd het merendeel van de augmentatie-episodes opgemerkt in het
eerste en tweede jaar van de behandeling. Doses hoger dan het goedgekeurde dosisbereik voor RLS
moeten vermeden worden omdat dit kan leiden tot een hogere incidentie van augmentatie (zie
rubriek 5.1).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Omdat rotigotine een dopamine-agonist is, wordt aangenomen dat dopamine-antagonisten, zoals
neuroleptica (bijv. fenothiazinen, butyrofenonen, thioxanthenen) of metoclopramide, de werkzaamheid
van Neupro kunnen verminderen. Gelijktijdige toediening dient daarom te worden vermeden.
Vanwege de mogelijke additieve effecten is voorzichtigheid geboden als patiënten sederende
geneesmiddelen of andere geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken (bijv.
benzodiazepines, antipsychotica, antidepressiva) of alcohol in combinatie met rotigotine gebruiken.
De gelijktijdige toediening van levodopa en carbidopa in combinatie met rotigotine had geen invloed
op de farmacokinetiek van rotigotine en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
levodopa en carbidopa.
De gelijktijdige toediening van domperidon en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
rotigotine.
De gelijktijdige toediening van omeprazol (remmer van CYP2C19), in doseringen van 40 mg/dag, had
geen effect op de farmacokinetiek en het metabolisme van rotigotine bij gezonde vrijwilligers.
Neupro kan de dopaminerge bijwerking van levodopa versterken en kan dyskinesie veroorzaken en/of
de reeds bestaande dyskinesie verergeren, zoals beschreven voor andere dopamine-agonisten.
De gelijktijdige toediening van rotigotine (3 mg/24 h) en orale contraceptiva beïnvloedde de
farmacodynamiek en farmacokinetiek van de orale contraceptiva (0,03 mg ethinylestradiol, 0,15 mg
levonorgestrel) niet. Interacties met andere vormen van hormonale contraceptiva zijn niet onderzocht.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden, anticonceptie bij vrouwen
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken om zwangerschap te
voorkomen tijdens de behandeling met rotigotine.
21
Zwangerschap
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van rotigotine bij zwangere vrouwen. Onderzoek bij
dieren wees niet op teratogene effecten bij ratten en konijnen, maar bij maternotoxische doses bij
ratten en muizen werd embryotoxiciteit waargenomen (zie rubriek 5.3). Het mogelijke risico voor
mensen is onbekend. Rotigotine mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Borstvoeding
Omdat rotigotine de secretie van prolactine verlaagt bij mensen, wordt een remmende invloed op de
borstvoeding verwacht. Onderzoek bij ratten heeft aangetoond dat rotigotine en/of zijn metaboliet(en)
worden uitgescheiden in de moedermelk. Door het ontbreken van gegevens bij mensen moet de
borstvoeding worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Voor informatie over vruchtbaarheidsstudies zie rubriek 5.3.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Rotigotine kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.
Patiënten die worden behandeld met rotigotine en last hebben van somnolentie en/of plotselinge
slaapaanvallen, moet worden geadviseerd niet te rijden of geen handelingen te verrichten (bijv. het
bedienen van machines), waarbij zij zichzelf of anderen door verminderde alertheid in ernstig of
levensbedreigend gevaar kunnen brengen, totdat dergelijke terugkerende aanvallen en somnolentie zijn
verdwenen (zie ook rubrieken 4.4 en 4.5).
4.8
Bijwerkingen
Restless Legs Syndrome
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gepoolde placebogecontroleerde klinische studies bestaande uit in totaal
748 Neupro- en 214 met een placebo behandelde patiënten, meldde 65,5% van de patiënten met
Neupro en 33,2% van de patiënten met placebo ten minste één bijwerking.
Aan het begin van de therapie kunnen dopaminerge bijwerkingen zoals misselijkheid en braken
voorkomen. Deze zijn meestal licht of matig qua intensiteit en van voorbijgaande aard, zelfs als de
behandeling wordt voortgezet.
Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan 10% van de patiënten die werden behandeld met
Neupro zijn misselijkheid, reacties ter hoogte van de toedieningsplaats, asthenie-aandoeningen en
hoofdpijn.
Bij studies waarbij van toedieningsplaats werd gewisseld zoals aangegeven in de instructies in de
samenvatting van productkenmerken (SPC) en de bijsluiter, kwamen bij 34,2% van de 748 patiënten
die Neupro hadden gebruikt, reacties ter hoogte van de toedieningsplaats voor. Het merendeel van
reacties op de toedieningsplaats was licht of matig qua intensiteit, beperkt tot de toedieningsplaats en
leidde tot stopzetting van de behandeling met Neupro bij 7,2% van de patiënten.
22
Mate van stopzetting van de behandeling
De mate van stopzetting van de behandeling werd bestudeerd in 3 klinische studies die tot 3 jaar
duurden. Het percentage proefpersonen die de behandeling stopzetten, bedroeg 25-38% gedurende het
eerste jaar, 10% in het tweede jaar en 11% in het derde jaar. Een periodieke evaluatie van de
werkzaamheid dient te worden uitgevoerd, samen met de evaluatie van de veiligheid, inclusief
augmentatie.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De volgende tabel geeft een overzicht van bijwerkingen die zijn opgetreden binnen de hierboven
genoemde gepoolde studies bij patiënten met het Restless Legs Syndrome, en van bijwerkingen uit
post-marketingervaring. Bijwerkingen zijn gerangschikt naar frequentie en systeem/orgaanklasse. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms
(≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke groepering per frequentie zijn de
bijwerkingen in afnemende ernst weergegeven.
Systeem-/
orgaanklassen
volgens
MedDRA
Immuunsysteem-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
Psychische
stoornissen
Overgevoelig-
heid, met
inbegrip van
angio-oedeem,
tongoedeem en
lipoedeem
Slaapaanvallen
/ plotseling in
slaap vallen,
stoornissen van
de
geslachtsdriftª
(waaronder
hyperseksualite
it, verhoogd
libido),
insomnia,
slaapstoornisse
n, abnormale
dromen,
stoornissen van
de
impulscontro-
leª
,d
(waaronder
pathologisch
gokken,
stereotypie/pun
ding, eetbuien/
eetstoornis
b
,
compulsief
koopgedrag
c
)
Obsessieve –
compulsieve
stoornis,
agitatie
d
Agressief
gedrag/
agressie
b
,
desoriëntatie
d
Dopaminedysregul
atiesyndroom
c
,
waarnemingsstoor
nissen
e
(waaronder
hallucinaties,
visuele
hallucinaties,
auditieve
hallucinaties,
illusies),
nachtmerries
e
,
paranoia
e
,
verwardheid
e
,
psychotische
stoornis
e
,
waanideeën
e
,
delirium
e
23
Systeem-/
orgaanklassen
volgens
MedDRA
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
Hoofdpijn
Somnolentie
Oogaandoeninge
n
Evenwichtsorgaa
n- en
ooraandoeningen
Hartaandoening
en
Bloedvat-
aandoeningen
Ademhalingsstel
sel-, borstkas- en
mediastinumaan
doeningen
Maagdarmstel-
selaandoeningen
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
Hypertensie
Orthostatische
hypotensie
Duizeligheid
e
,
bewustzijns-
stoornissen NEG
e
(waaronder
syncope,
vasovagale
syncope,
bewustzijns-
verlies),
dyskinesie
e
,
posturale
duizeligheid
e
,
lethargie
e
,
convulsie
e
Wazig zien
e
,
visuele
stoornissen
e
,
fotopsie
e
Vertigo
e
Hartkloppin-gen
e,
atriumfibrillatie
e
,
supraventri-culaire
tachycardie
e
Hypotensie
e
Hik
e
Misselijkheid
Braken,
dyspepsie
Pruritus
Voortplantings-
stelsel- en
borstaandoening
en
Constipatie
e
, droge
mond
e
, buikpijn
e
,
diarree
c
Erytheem
e
,
hyperhidrose
e
,
gegenerali-seerde
pruritus
e
,
huidirritatie
e
,
contact-
dermatitis
e
,
gegenerali-seerde
huiduitslag
e
Erectiestoor-nis
e
24
Systeem-/
orgaanklassen
volgens
MedDRA
Algemene
aandoeningen en
toedienings-
plaatsstoornissen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
Onderzoeken
Toedienings- en
indruppelingspl
aatsreactiesª
(waaronder
erytheem,
pruritus,
irritatie, rash,
dermatitis,
vesicula, pijn,
eczeem,
ontsteking,
zwelling,
verkleuring,
papulae,
exfoliatie,
urticaria,
overgevoelig-
heid), asthenie-
aandoeningen
a
(waaronder
vermoeidheid,
asthenie,
malaise)
Prikkelbaar-
heid, perifeer
oedeem
High Level Term
Waargenomen bij open-labelstudies
c
Waargenomen na de marktintroductie
d
Waargenomen in een datapool (2011) van dubbelblinde, placebogecontroleerde studies
e
Waargenomen in studies uitgevoerd bij patiënten met de ziekte van Parkinson
a
b
Letsels,
intoxicaties en
verrichtings-
complicaties
Skeletspierstelsel
- en
bindweefselaan-
doeningen
Gewichtsaf-name
e
,
verhoogde
leverenzym-
spiegels
e
(waaronder AST,
ALT, GGT),
gewichtstoe-
name
e
, verhoogde
hartslag
e
,
verhoogde
CPK-waarden
d,e
Vallen
e
Rhabdomyolyse
c
25
Ziekte van Parkinson
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gepoolde placebogecontroleerde klinische studies bestaande uit in totaal
1307 Neupro- en 607 met een placebo behandelde patiënten, meldde 72,5% van de patiënten met
Neupro en 58,0% van de patiënten met placebo ten minste één bijwerking.
Aan het begin van de therapie kunnen dopaminerge bijwerkingen zoals misselijkheid en braken
voorkomen. Deze zijn meestal licht of matig qua intensiteit en van voorbijgaande aard, zelfs als de
behandeling wordt voortgezet.
Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan 10% van de patiënten die werden behandeld met
Neupro voor transdermaal gebruik zijn misselijkheid, braken, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats, somnolentie, duizeligheid en hoofdpijn.
Bij studies waarbij van toedieningsplaats werd gewisseld zoals aangegeven in de instructies in de
samenvatting van productkenmerken (SPC) en de bijsluiter, kwamen bij 35,7% van de 830 patiënten
die de Neupro pleister voor transdermaal gebruik hadden gebruikt, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats voor. Het merendeel van reacties op de toedieningsplaats was licht of matig qua
intensiteit, beperkt tot de toedieningsplaats en leidde tot stopzetting van de behandeling met Neupro
bij slechts 4,3% van alle patiënten die Neupro kregen toegediend.
26
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De volgende tabel geeft een overzicht van bijwerkingen die zijn opgetreden binnen de hierboven
genoemde gepoolde studies bij patiënten met de ziekte van Parkinson, en van bijwerkingen uit post-
marketingervaring. Bijwerkingen zijn gerangschikt naar frequentie en systeem/orgaanklasse. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms
(≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke groepering per frequentie zijn de
bijwerkingen in afnemende ernst weergegeven.
Systeem-/
orgaanklassen
volgens MedDRA
Immuunsysteem-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Overgevoelig-
heid, met
inbegrip van
angio-oedeem,
tongoedeem en
lipoedeem
Slaapaanvallen
/ plotseling in
slaap vallen,
paranoia,
stoornissen
van de
geslachtsdriftª
(waaronder
hyperseksualit
eit, verhoogd
libido),
verwardheid,
desoriëntatie
d
,
agitatie
d
Zelden
Niet bekend
Psychische
stoornissen
Waarnemings-
stoornissen
a
(waaronder
hallucinaties,
visuele
hallucinaties,
auditieve
hallucinaties,
illusies),
insomnia,
slaapstoornis,
nachtmerries,
abnormale
dromen,
stoornissen
van de
impulscontro-
le
a,d
(waaronder
pathologisch
gokken,
stereotypie/
punding,
eetbuien/
eetstoornis
b
,
compulsief
koopgedrag
c
)
Psychotische
stoornis,
obsessieve –
compulsieve
stoornis,
agressief
gedrag/
agressie
b
,
waanideeën
d
,
delirium
d
Dopamine-
dysregulatie-
syndroom
c
27
Systeem-/
orgaanklassen
volgens MedDRA
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Zeer vaak
Somnolentie,
duizeligheid,
hoofdpijn
Vaak
Bewustzijns-
stoornissen
NEG
a
(waaronder
syncope,
vasovagale
syncope,
bewustzijns-
verlies),
dyskinesie,
posturale
duizeligheid,
lethargie
Soms
Zelden
Convulsie
Niet bekend
Dropped head-
syndrome
(hangend hoofd)
c,e
Oogaandoeningen
Evenwichtsorgaan-
en ooraandoening-en
Hartaandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Ademhalings-stelsel-,
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarmstelsel-
aandoeningen
Huid- en onderhuid-
aandoeningen
Vertigo
Hartkloppinge
n
Orthostatische
hypotensie,
hypertensie
Hik
Wazig zien,
visuele
stoornissen,
fotopsie
Atriumfibrillat
ie
Hypotensie
Supraventri-
culaire
tachycardie
Misselijkheid,
braken
Constipatie,
droge mond,
dyspepsie
Erytheem,
hyperhidrose,
pruritus
Buikpijn
Gegenerali-
seerde
pruritus,
huidirritatie,
contact-
dermatitis
Erectiestoor-
nis
Gegenerali-
seerde
huiduitslag
Diarree
c
Voortplantings-
stelsel- en
borstaandoeningen
28
Systeem-/
orgaanklassen
volgens MedDRA
Algemene
aandoeningen en
toedienings-
plaatsstoornissen
Zeer vaak
Toedienings-
en
indruppelingsp
laatsreacties
a
(waaronder
erytheem,
pruritus,
irritatie,
huiduitslag,
dermatitis,
blaasjes, pijn,
eczeem,
ontsteking,
zwelling,
verkleuring,
papulae,
exfoliatie,
urticaria,
overgevoelig-
heid)
Vaak
Perifeer
oedeem,
asthenie-
aandoeningen
a
(waaronder
vermoeidheid,
asthenie,
malaise)
Soms
Zelden
Prikkelbaar-
heid
Niet bekend
Onderzoeken
Gewichts-
afname
Letsels, intoxicaties
en verrichtings-
complicaties
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeni
ngen
a
b
Vallen
Verhoogde
leverenzym-
spiegels
(waaronder
AST, ALT,
GGT),
gewichtstoe-
name,
verhoogde
hartslag,
verhoogde
CPK-waarden
d
Rhabdomyolyse
c
High Level Term
Waargenomen bij open-labelstudies
c
Waargenomen na de marktintroductie
d
Waargenomen in een datapool (2011) van dubbelblinde, placebogecontroleerde studies
e
Uitsluitend waargenomen bij patiënten met de ziekte van Parkinson
Beide indicaties
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine werd in verband gebracht met somnolentie, waaronder overmatige somnolentie overdag en
episoden van plotselinge slaapaanvallen. In geïsoleerde gevallen viel men “plotseling in slaap” tijdens
het rijden, waardoor ongevallen met motorvoertuigen werden veroorzaakt (zie ook rubrieken 4.4 en
4.7).
29
Stoornissen in de impulsbeheersing
Pathologisch gokken, verhoogd libido, hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag,
eetbuien en compulsief eetgedrag kan optreden bij patiënten die behandeld worden met dopamine-
agonisten, waaronder rotigotine (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De meest waarschijnlijke bijwerkingen zouden die bijwerkingen zijn die gerelateerd zijn aan het
farmacodynamische profiel van een dopamine-agonist, waaronder misselijkheid, braken, hypotensie,
onwillekeurige bewegingen, hallucinaties, verwarring, convulsies en andere verschijnselen van
centrale dopaminerge stimulatie.
Behandeling
Er is geen antidotum voor de overdosering van dopamine-agonisten bekend. Bij het vermoeden van
een overdosering dient verwijdering van de pleister(s) te worden overwogen. Na verwijdering van de
pleister(s) stopt immers de opname van de werkzame stof en daalt de plasmaconcentratie van
rotigotine snel. De patiënt dient nauwkeurig gecontroleerd te worden, inclusief hartslag, hartritme en
bloeddruk.
Bij de behandeling van overdosering kunnen algemene ondersteunende maatregelen ter behoud van de
vitale functies noodzakelijk zijn. Het wordt niet verwacht dat dialyse nut zou hebben, omdat rotigotine
niet door dialyse wordt verwijderd.
Indien het noodzakelijk is de behandeling met rotigotine te staken, dient dit geleidelijk te gebeuren om
het maligne neurolepticasyndroom te voorkomen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-parkinsonmiddelen, dopamine-agonisten; ATC-code: N04BC09
Rotigotine is een non-ergoline dopamine-agonist voor de behandeling van klachten en symptomen van
de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome.
Werkingsmechanisme
Men denkt dat het gunstige effect van rotigotine op de ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door
activering van de D
3
-,
D
2
-
en D
1
-receptoren
in de nucleus caudatus en het putamen in de hersenen.
Het exacte werkingsmechanisme van rotigotine als behandeling van RLS is niet bekend. Het wordt
aangenomen dat de werking van rotigotine voornamelijk wordt uitgeoefend via dopaminereceptoren.
30
Farmacodynamische effecten
Gelet op het functionele effect op de verschillende receptor subtypes en hun verdeling in de hersenen,
wordt rotigotine omschreven als een D
2
-
en D
3
-receptor
agonist die ook effect heeft op D
1
-,
D
4
-
en D
5
-
receptoren. Voor wat betreft de niet-dopaminerge receptoren vertoonde rotigotine een antagonisme
voor alfa2B-receptoren en een agonisme voor 5HT1A-receptoren. Er is geen effect van rotigotine op
de 5HT2B-receptor.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Klinische studies bij het Restless Legs Syndrome
De werkzaamheid van rotigotine werd beoordeeld in 5 placebogecontroleerde studies bij meer dan
1400 patiënten met idiopathisch Restless Legs Syndrome (RLS). Werkzaamheid is aangetoond in
gecontroleerde studies, waarbij de patiënten gedurende 29 weken behandeld werden. De
werkzaamheid hield gedurende een periode van 6 maanden aan.
De veranderingen vergeleken met de uitgangswaarde in de Internationale RLS beoordelingsschaal
(IRLS) en CGI-item 1 (ernst van de ziekte) waren de primaire werkzaamheidsparameters. Voor beide
primaire eindpunten werden statistisch significante verschillen waargenomen voor de doseringen van
1 mg/24 h, 2 mg/24 h en 3 mg/24 h in vergelijking met placebo. Na een 6 maanden durende
onderhoudsbehandeling bij patiënten met matige tot ernstige RLS, verbeterde de initiële IRLS-score
van 30,7 tot 20,7 voor placebo en van 30,2 tot 13,8 voor rotigotine. Het gecorrigeerd gemiddelde
verschil was -6,5 punt (CI
95%
-8,7; -4,4, p <0,0001). Het percentage patiënten die een positieve
respons hadden op de CGI-schaal (veel verbeterd, zeer veel verbeterd) bedroeg 43,0% voor de groep
behandeld met placebo enerzijds en 67,5% voor rotigotine anderzijds (absoluut verschil 24,5% CI
95%
:
14,2%; 34,8%, p<0,0001).
In een 7 weken durende placebogecontroleerde studie werden polysomnografische parameters
onderzocht. Rotigotine reduceerde significant de
Periodic limb movement index
(PLMI) van 50,9 tot
7,7 versus 37,4 tot 32,7 voor placebo (p< 0,0001).
Augmentatie
In twee dubbelblinde placebogecontroleerde studies die 6 maanden duurden, werd klinisch relevante
augmentatie waargenomen bij 1,5% van de met rotigotine behandelde patiënten versus 0,5% van de
met een placebo behandelde patiënten. In twee open-label follow-upstudies gedurende de 12
daaropvolgende maanden was het klinisch relevante augmentatiepercentage 2,9%. Geen van deze
patiënten stopte met de behandeling omwille van augmentatie. In een 5 jaar durende
open-labelbehandelingsstudie trad augmentatie op bij 11,9% van de patiënten die werden behandeld
met de goedgekeurde doseringen voor RLS (1-3 mg/24 h) en 5,1% werd als klinisch significant
beschouwd. In deze studie vond het merendeel van de augmentatie-episodes plaats in het eerste en
tweede jaar van de behandeling. Verder werd in deze studie ook een hogere dosis van 4 mg/24 h
gebruikt die niet is goedgekeurd bij RLS, wat leidde tot hogere percentages van augmentatie.
Klinische studies bij de ziekte van Parkinson
De werkzaamheid van rotigotine bij de behandeling van de tekenen en symptomen van de
idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson werd geëvalueerd in een multinationaal
ontwikkelingsprogramma voor geneesmiddelen bestaande uit vier centrale, parallelle,
gerandomiseerde, placebogecontroleerde dubbelblinde studies en drie studies die specifieke aspecten
van de ziekte van Parkinson onderzochten.
31
Twee hoofdstudies (SP512 Deel I en SP513 Deel I)
waarin de werkzaamheid van rotigotine bij de
behandeling van de tekenen en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson
werd onderzocht, werden uitgevoerd onder patiënten die niet gelijktijdig dopamine-agonisten kregen
en die nog niet eerder met levodopa waren behandeld of bij wie de eerdere levodopa-behandeling
≤6 maanden duurde. Als primaire variabele werden twee componenten van de
Unified Parkinson’s
Disease Rating Scale
(UPDRS) beoordeeld: de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL)
(Deel II) en het Motorisch Onderzoek (Deel III).
De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie aan de hand van de
verbetering van het percentage responders en van het absolute aantal punten in de waarden van de
gecombineerde scores voor ADL en Motorisch Onderzoek (UPDRS Deel II+III).
Tijdens de dubbelblinde studie SP512 Deel I
kregen 177 patiënten rotigotine en 96 patiënten een
placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 6 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele rotigotinedosis of placebo. De patiënten in
beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was bij 91% van de patiënten in de rotigotinegroep de
optimale dosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 6 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 48% van de patiënten die rotigotine kregen en bij 19% van de patiënten die een
placebo kregen (verschil 29%, CI
95%
18%; 39%, p<0,0001). Bij de met rotigotine behandelde patiënten
bedroeg de gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel II+III) -3,98 punten (basislijn 29,9
punten), terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verslechtering van 1,31 punten werd
waargenomen (basislijn 30,0 punten). Het verschil was 5,28 punten en statistisch significant
(p <0,0001).
Tijdens de dubbelblinde studie SP513 Deel I
kregen 213 patiënten rotigotine, 227 ropinirol en
117 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis gedurende 4 weken in wekelijkse stappen van
2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale dosis van 8 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de ropinirolgroep werd de dosis gedurende 13 weken getitreerd tot de optimale
individuele dosis van maximaal 24 mg/dag. De patiënten in beide behandelingsgroepen werden
gedurende 6 maanden op hun respectievelijke doses gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was bij 92% van de patiënten in de rotigotinegroep de
optimumdosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 8 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 52% van de patiënten die rotigotine kregen, 68% van de patiënten die ropinirol
kregen en 30% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 21,7%,
CI
95%
11,1%; 32,4%, verschil ropinirol versus placebo 38,4%, CI
95%
28,1%; 48,6%, verschil ropinirol
versus rotigotine 16,6%, CI
95%
7,6%; 25,7%). De gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel
II+III) bedroeg 6,83 punten (basislijn 33,2 punten) in de rotigotinegroep, 10,78 punten in de
ropinirolgroep (basislijn 32,2 punten) en 2,33 punten in de placebogroep (basislijn 31,3 punten). Alle
verschillen tussen de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant. In deze studie kon
niet worden aangetoond dat rotigotine niet inferieur is ten opzichte van ropinirol.
In een daaropvolgende open-labelstudie (SP824),
een multicentrische, multinationale studie, werd
de verdraagbaarheid onderzocht van het in één nacht overschakelen van ropinirol, pramipexol of
cabergoline op rotigotine transdermale pleister en het effect daarvan op de symptomen bij
proefpersonen met idiopathische ziekte van Parkinson. 116 patiënten werden omgeschakeld van een
eerdere orale behandeling naar een behandeling met rotigotine, dosis tot 8 mg/24 h. 47 van hen hadden
daarvoor tot 9 mg/dag ropinirol gekregen, 47 tot 2 mg/dag pramipexol en 22 tot 3 mg/dag cabergoline.
Overschakelen op rotigotine was mogelijk en de dosis moest slechts bij 2 ex-ropinirolpatiënten, 5 ex-
pramipexolpatiënten en 4 ex-cabergolinepatiënten minimaal worden aangepast (mediaan 2 mg/24 h).
Er werden verbeteringen vastgesteld in de scores van UPDRS Delen I - IV. Het veiligheidsprofiel was
niet verschillend van het profiel dat in eerdere studies werd waargenomen.
32
In een gerandomiseerde open-labelstudie (SP825)
bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een
vroeg stadium, werden 25 patiënten gerandomiseerd naar behandeling met rotigotine en 26 naar
behandeling met ropinirol. In beide groepen werd de behandeling getitreerd naar de optimale of
maximale dosis van respectievelijk 8 mg/24 h of 9 mg/dag. Bij beide behandelingen werden
verbeteringen vastgesteld van de motoriek in de vroege ochtend en van het slapen. Op het vlak van
motorische symptomen (UPDRS Deel III) was er een verbetering met 6,3 ± 1,3 punten bij patiënten
behandeld met rotigotine en met 5,9 ± 1,3 punten bij de groep behandeld met ropinirol na 4 weken
onderhoudsbehandeling. Op het vlak van slapen (PDSS) was er een verbetering met 4,1 ± 13,8 punten
voor de patiënten behandeld met rotigotine en met 2,5 ± 13,5 punten voor de patiënten behandeld met
ropinirol. Het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar, met uitzondering van reacties op de
toedieningsplaats.
In studies SP824 en SP825 die werden uitgevoerd sinds het initiële vergelijkende onderzoek, werd
voor rotigotine en ropinirol bij equivalente doses een soortgelijke werkzaamheid vastgesteld.
Twee aanvullende hoofdstudies (SP650DB en SP515)
werden uitgevoerd onder patiënten die
gelijktijdig behandeld werden met levodopa. Als primaire variabele werd de verlaging van de “off”-
tijd (in uren) beoordeeld. De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie
aan de hand van de verbetering van het percentage responders en de absolute verbetering van de “off”-
tijd.
Tijdens de dubbelblinde studie SP650DB
kregen 113 patiënten rotigotine tot een maximale dosis
van 8 mg/24 h, 109 patiënten kregen rotigotine tot een maximale dosis van 12 mg/24 h en
119 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h,
beginnend met 4 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele dosis rotigotine of placebo. De
patiënten in beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis
gehouden. Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30%
waargenomen bij 57% en 55% van de patiënten die respectievelijk rotigotine 8 mg/24 h en 12 mg/24 h
kregen en bij 34% van de patiënten die een placebo kregen (verschillen van respectievelijk 22% en
21%, respectievelijk CI
95%
10%; 35% en 8%; 33%, p<0,001 voor beide rotigotinegroepen). Bij de met
rotigotine behandelde patiënten bedroeg de gemiddelde verlaging van de “off”-tijd respectievelijk 2,7
en 2,1 uur, terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verlaging van 0,9 uur werd
waargenomen. De verschillen waren statistisch significant (respectievelijk p<0,001 en p=0,003).
Tijdens de dubbelblinde studie SP515
kregen 201 patiënten rotigotine, 200 pramipexol en
100 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van
4 mg/24 h tot een maximale dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de pramipexolgroep kregen de patiënten 0,375 mg in de eerste week en 0,75 mg in
de tweede week en werd de dosis vervolgens getitreerd tot de individuele optimale dosis in wekelijkse
stappen van 0,75 mg tot een maximale dosis van 4,5 mg/dag. De patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 maanden op hun respectievelijke dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30% waargenomen
bij 60% van de patiënten die rotigotine kregen, bij 67% van de patiënten die pramipexol kregen en bij
35% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 25%, CI
95%
13%;
36%, verschil pramipexol versus placebo 32%, CI
95%
21%; 43%, verschil pramipexol versus rotigotine
7%, CI
95%
-2%; 17%). De gemiddelde verlaging van de “off”-tijd bedroeg 2,5 uur in de
rotigotinegroep, 2,8 uur in de pramipexolgroep en 0,9 uur in de placebogroep. Alle verschillen tussen
de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant.
33
Een andere multinationale dubbelblinde studie (SP889)
werd uitgevoerd bij 287 patiënten met een
vroeg of een gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson en bij wie sprake was van onvoldoende
controle van vroege ochtendlijke motorische symptomen. 81,5% van deze patiënten werden
gelijktijdig met levodopa behandeld. 190 patiënten kregen rotigotine en 97 een placebo. De patiënten
werden gedurende 8 weken, in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot hun optimale dosis rotigotine of placebo. Patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 weken op hun optimale dosis gehouden. Co-primaire
uitkomstmaten waren de vroege ochtendmotoriek, beoordeeld met de UPDRS-score Deel III en de
nachtelijke slaapstoornissen, gemeten met de gemodificeerde Parkinsons Disease Sleep Scale (PDSS-
2). Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was de gemiddelde UPDRS-score Deel III verbeterd
met 7,0 punten bij de met rotigotine behandelde patiëntengroep (basislijn 29,6) en met 3,9 punten bij
de placebogroep (basislijn 32,0). Verbeteringen in de gemiddelde PDSS-2 totaalscore waren 5,9
(rotigotine, basislijn 19,3) en 1,9 punten (placebo, basislijn 20,5). Voor de co-primaire variabelen
waren de verschillen in behandeling statistisch significant (p=0,0002 en p<0,0001).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Nadat de pleister is aangebracht, wordt continu rotigotine afgegeven door de pleister voor
transdermaal gebruik en geabsorbeerd via de huid. Steady-state concentraties worden één tot twee
dagen na het aanbrengen van de pleister bereikt en worden op een stabiel niveau gehouden door
dagelijks één pleister aan te brengen, die gedurende 24 uur wordt gedragen.
Rotigotineplasmaconcentraties nemen afhankelijk van de dosis toe binnen een dosisbereik van
1 mg/24 h tot 24 mg/24 h.
Ongeveer 45% van de werkzame stof in de pleister wordt binnen 24 uur aan de huid afgegeven. De
absolute biologische beschikbaarheid na transdermaal gebruik is ongeveer 37%.
Het wisselen van de plaats waar de pleister wordt aangebracht, kan leiden tot dagelijkse verschillen in
het plasmaniveau. Verschillen in de biologische beschikbaarheid van rotigotine varieerden van 2%
(bovenarm
versus
zij) tot 46% (schouder
versus
dij). Er is echter geen indicatie dat dit een relevante
invloed heeft op de klinische studieresultaten.
Distributie
De
in vitro
binding van rotigotine aan plasmaproteïnen is ongeveer 92%.
Het schijnbare distributievolume bij mensen is ongeveer 84 l/kg.
Biotransformatie
Rotigotine wordt voor een groot deel gemetaboliseerd. Rotigotine wordt zowel gemetaboliseerd door
N-dealkylatie als door directe en secundaire conjugatie.
In vitro
resultaten geven aan dat verschillende
CYP-isoformen in staat zijn als katalysator te fungeren voor de N-dealkylatie van rotigotine. De
belangrijkste metabolieten zijn sulfaten en glucuronideconjugaten van de moederstof evenals
N-desalkyl-metabolieten, die biologisch inactief zijn.
De informatie over metabolieten is onvolledig.
Eliminatie
Ongeveer 71% van de rotigotine dosis wordt in de urine uitgescheiden en een kleiner gedeelte van
ongeveer 23% wordt via de feces uitgescheiden.
De klaring van rotigotine na transdermale toediening is ongeveer 10 l/min en de totale
eliminatiehalfwaardetijd is 5 tot 7 uur. Het farmacokinetische profiel duidt op een bifasische eliminatie
met een initiële halfwaardetijd van ongeveer 2 tot 3 uur.
34
Omdat de pleister transdermaal wordt gebruikt, wordt geen invloed van voedsel of maag-
darmstelselaandoeningen verwacht.
Speciale patiëntengroepen
Omdat de therapie met Neupro wordt gestart met een lage dosis en geleidelijk wordt getitreerd
overeenkomstig de klinische verdraagbaarheid om het optimale therapeutische effect te verkrijgen, is
een aanpassing van de dosis vanwege geslacht, gewicht of leeftijd niet noodzakelijk.
Lever- en nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis of een lichte tot ernstige nierfunctiestoornis werden
geen relevante verhogingen van de rotigotineplasmaspiegels gevonden. Neupro werd niet onderzocht
bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis.
Plasmaspiegels van conjugaten van rotigotine en zijn desalkylmetabolieten nemen toe bij een
nierfunctiestoornis. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze metabolieten bijdragen aan de klinische
effecten.
Pediatrische patiënten
Beperkte farmacokinetische data verzameld bij adolescente patiënten met RLS (13-17 jaar, n=24) die
behandeld werden met meerdere doses van 0,5 tot 3 mg/24 h, toonden aan dat de systemische
blootstelling aan rotigotine vergelijkbaar was met die bij volwassenen. Er zijn onvoldoende
werkzaamheids- en veiligheidsgegevens om een verband te leggen tussen blootstelling en respons (zie
ook pediatrische informatie in rubriek 4.2).
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In studies op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering en toxiciteit op lange termijn werden de
belangrijkste effecten in verband gebracht met de aan de dopamine-agonist gerelateerde
farmacodynamische effecten en de daaruit voortvloeiende verlaging van de prolactinesecretie.
Na een enkele dosis rotigotine was er sprake van een duidelijke binding aan melanine bevattende
weefsels (bijv. ogen) in de gepigmenteerde rat en aap, maar dit nam langzaam af gedurende een
observatieperiode van 14 dagen.
Degeneratie van de retina werd waargenomen met behulp van transmissiemicroscopie bij een dosis
equivalent aan 2,8 maal de maximale voor mensen aanbevolen dosis op mg/m
2
-basis in een 3 maanden
durende studie bij albinoratten. De effecten waren duidelijker bij vrouwelijke ratten. Aanvullende
studies ter verdere beoordeling van de specifieke pathologie zijn niet uitgevoerd. Tijdens de
routinematige histopathologische beoordeling van de ogen werd degeneratie van de retina in geen van
de toxicologische studies en bij geen van de geteste diersoorten waargenomen. De relevantie van deze
bevindingen voor de mens is onbekend.
In een carcinogeniciteitsstudie ontwikkelden mannelijke ratten Leydig-celtumoren en hyperplasie.
Maligne tumoren werden voornamelijk gevonden in de uterus van vrouwelijke ratten met gemiddelde
en hoge doseringen. Deze veranderingen zijn bekende effecten van dopamine-agonisten bij ratten na
levenslange therapie en worden als niet relevant voor de mens beschouwd.
De effecten van rotigotine op de voortplanting zijn onderzocht bij ratten, konijnen en muizen.
Rotigotine was bij de drie diersoorten niet teratogeen, maar was embryotoxisch bij ratten en muizen
bij maternotoxische doses. Rotigotine had geen effect op de mannelijke vruchtbaarheid bij ratten, maar
verminderde duidelijk de vrouwelijke vruchtbaarheid bij ratten en muizen, vanwege de effecten op de
prolactinespiegels, die met name significant zijn bij knaagdieren.
35
Rotigotine veroorzaakte geen genmutaties bij de Ames-test, maar vertoonde wel effecten bij de
in vitro
lymfoomtest bij de muis mét metabolische activering en geringere effecten zonder metabolische
activering. Dit mutagene effect zou kunnen worden toegeschreven aan een clastogeen effect van
rotigotine. Dit effect werd
in vivo
niet bevestigd in de micronucleustest bij de muis en de test van de
ongeplande DNA-synthese
(Unscheduled DNA Synthesis, UDS)
bij de rat. Omdat het min of meer
parallel liep aan een verlaagde relatieve totale groei van de cellen, kan het gerelateerd zijn aan een
cytotoxisch effect van de stof. Daarom is de relevantie van die ene positieve
in vitro
mutageniciteitstest onbekend.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Steunlaag
Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd,
van een kleurlaag voorzien met een pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment
rood 166) en met een opdruk (pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
Zelfhechtende matrixlaag
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat,
Povidon K90,
Natriummetabisulfiet (E223),
Ascorbylpalmitaat (E304) en
DL-α-tocoferol (E307).
Beschermstrook
Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
30 maanden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Peel-off
sachet in een plastic doos: de ene zijde bestaat uit een ethyleencopolymeer (binnenste laag),
een aluminiumfolie, een polyethyleenfilm van lage dichtheid en papier; de andere zijde bestaat uit
polyethyleen (binnenste laag), aluminium, ethyleencopolymeer en papier.
De doos bevat 7, 14, 28, 30 of 84 (meervoudige verpakking met 3 verpakkingen van 28) pleisters voor
transdermaal gebruik, die afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
36
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Na gebruik bevat de pleister nog steeds de werkzame stof. Na verwijdering dient de gebruikte pleister
dubbel te worden gevouwen, met de hechtkant naar binnen zodat de matrixlaag niet wordt
blootgesteld. Plaats de pleister in het originele sachet en gooi dit vervolgens weg. Alle gebruikte of
ongebruikte pleisters dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften of te worden
teruggebracht naar de apotheek.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/001
EU/1/05/331/002
EU/1/05/331/015
EU/1/05/331/018
EU/1/05/331/057
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 15 februari 2006
Datum van laatste verlenging: 22 januari 2016
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
37
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 20 cm
2
bevat 9,0 mg rotigotine.
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 30 cm
2
bevat 13,5 mg rotigotine.
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 40 cm
2
bevat 18,0 mg rotigotine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Pleister voor transdermaal gebruik.
Dun, matrixtype, vierkant met afgeronde hoeken, bestaande uit drie lagen.
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 4 mg/24 h'.
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 6 mg/24 h'.
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 8 mg/24 h'.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Neupro is geïndiceerd als monotherapie (d.w.z. zonder levodopa) voor de behandeling van de tekenen
en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium of in
combinatie met levodopa, als het effect van levodopa afneemt of inconsistent wordt en
schommelingen van het therapeutische effect optreden (aan het einde van een dosisinterval of “on-
off”-schommelingen) d.w.z. gedurende het verloop van de ziekte tot en met de late fasen.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis wordt uitgedrukt in nominale dosis.
38
Dosering bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium:
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 2 mg/24 h, die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal 8 mg/24 h
bereikt is.
4 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten wordt de
effectieve dosis binnen 3 of 4 weken bereikt met doseringen van 6 mg/24 h respectievelijk 8 mg/24 h .
De maximumdosis is 8 mg/24 h.
Dosering bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een gevorderd stadium met schommelingen:
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 4 mg/24 h die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal
16 mg/24 h.
4 mg/24 h of 6 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten
wordt de effectieve dosis binnen 3 tot 7 weken bereikt met doseringen van 8 mg/24 h tot de
maximumdosis van 16 mg/24 h.
Bij doseringen van meer dan 8 mg/24 h kunnen meerdere pleisters worden gebruikt om de
uiteindelijke dosis te bereiken van bijv. 10 mg/24 h met een combinatie van één pleister van 6 mg/24 h
en één pleister van 4 mg/24 h.
Neupro wordt eenmaal per dag aangebracht. De pleister moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip
worden aangebracht. De pleister blijft gedurende 24 uur op de huid en wordt daarna vervangen door
een nieuwe pleister op een andere toedieningsplaats.
Als de patiënt de pleister vergeet aan te brengen op het gebruikelijke tijdstip van de dag of als de
pleister losraakt, moet een nieuwe pleister voor de rest van de dag worden aangebracht.
Stopzetting van de behandeling
De behandeling met Neupro moet geleidelijk worden stopgezet. De dagelijkse dosis moet worden
verlaagd in stappen van 2 mg/24 h, bij voorkeur om de andere dag, totdat de behandeling met Neupro
helemaal is stopgezet (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Leverfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot matig-ernstige
leverfunctiestoornis. Voorzichtigheid is geboden bij het behandelen van patiënten met een ernstige
leverfunctiestoornis die kan leiden tot een lagere rotigotineklaring. Rotigotine werd niet onderzocht bij
deze groep patiënten. Het kan wellicht noodzakelijk zijn de dosis te verlagen als de leverfunctie
verslechtert.
Nierfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot ernstige
nierfunctiestoornis waaronder patiënten die moeten worden gedialyseerd. Een onverwachte
accumulatie van rotigotine kan ook optreden als de nierfunctie acuut verslechtert (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Neupro bij pediatrische patiënten voor de ziekte van Parkinson.
39
Wijze van toediening
Neupro is voor transdermaal gebruik.
De pleister moet worden aangebracht op een stukje schone, droge, onbeschadigde en gezonde huid op
de buik, dij, heup, zij, schouder of bovenarm. Men dient te voorkomen dat een volgende pleister
binnen 14 dagen op dezelfde plaats wordt aangebracht. Neupro mag niet worden aangebracht op rode,
geïrriteerde of beschadigde huid (zie rubriek 4.4).
Gebruik en instructies
Elke pleister is verpakt in een sachet en dient te worden aangebracht onmiddellijk nadat het sachet is
geopend. De ene helft van de beschermstrook dient te worden verwijderd en de plakstrook dient te
worden aangebracht en stevig op de huid te worden gedrukt. Daarna wordt de pleister teruggevouwen
en wordt het tweede gedeelte van de beschermstrook verwijderd. De plakzijde van de pleister mag niet
worden aangeraakt. De pleister dient stevig te worden aangedrukt met de palm van de hand gedurende
ongeveer 30 seconden, zodat deze goed vastzit.
De pleister dient niet in stukken te worden geknipt.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Magnetic Resonance Imaging of cardioversie (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Als een patiënt met de ziekte van Parkinson onvoldoende reageert op de behandeling met rotigotine
kan het overstappen op een andere dopamine-agonist een bijkomend voordeel opleveren (zie
rubriek 5.1).
Magnetic Resonance Imaging en cardioversie
De steunlaag van Neupro bevat aluminium. Om brandwonden op de huid te voorkomen, moet Neupro
worden verwijderd als de patiënt een Magnetic Resonance Imaging (MRI)-scan of cardioversie moet
ondergaan.
Orthostatische hypotensie
Het is bekend dat dopamine-agonisten een negatieve invloed hebben op de systemische regeling van
de bloeddruk, wat leidt tot posturale/orthostatische hypotensie. Deze verschijnselen werden ook
waargenomen tijdens de behandeling met rotigotine, maar de incidentie was vergelijkbaar met de
incidentie waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld.
Het wordt aanbevolen de bloeddruk te controleren, vooral aan het begin van de behandeling, vanwege
het algemene risico van orthostatische hypotensie gerelateerd aan dopaminerge therapie.
Syncope
In klinische studies met rotigotine werd syncope waargenomen met een vergelijkbaar percentage als
het percentage waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld. Omdat patiënten
met een klinisch relevante cardiovasculaire aandoening niet geïncludeerd werden in deze studies, is
het nodig patiënten met een ernstige cardiovasculaire aandoening te vragen naar symptomen van
syncope en pre-syncope.
40
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine is in verband gebracht met somnolentie en episodes van plotselinge slaapaanvallen. Er zijn
meldingen geweest van plotselinge slaapaanvallen tijdens dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen
zonder dat de patiënt zich bewust was van waarschuwingssignalen. De voorschrijvende artsen dienen
continu te controleren of hun patiënten aan sufheid of slaperigheid leiden, omdat patiënten zich
eventueel niet van sufheid of slaperigheid bewust zijn, totdat zij direct daarnaar worden gevraagd. Een
verlaging van de dosering of stopzetting van de therapie dient zorgvuldig te worden overwogen.
Stoornissen in de impulsbeheersing en andere gerelateerde stoornissen
Patiënten dienen regelmatig gecontroleerd te worden op het ontstaan van stoornissen in de
impulsbeheersing en gerelateerde stoornissen, waaronder dopaminedysregulatiesyndroom. Patiënten
en verzorgers dienen erop attent gemaakt te worden dat in het gedrag van patiënten die behandeld
worden met dopamine-agonisten, waaronder rotigotine, symptomen van een stoornis in de
impulsbeheersing kunnen optreden, waaronder pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag, eetbuien en compulsief eetgedrag. Bij
sommige patiënten werd het dopaminedysregulatiesyndroom waargenomen gedurende de behandeling
met rotigotine. Als dergelijke symptomen zich ontwikkelen, dient een dosisreductie/geleidelijke
stopzetting van de behandeling te worden overwogen.
Maligne neurolepticasyndroom
Er is melding gemaakt van symptomen die wijzen op het maligne neurolepticasyndroom bij abrupte
stopzetting van de dopaminerge therapie. Daarom wordt aanbevolen de behandeling geleidelijk af te
bouwen (zie rubriek 4.2).
Dopamine-agonistontwenningssyndroom
Symptomen die wijzen op het dopamine-agonistontwenningssyndroom (bijvoorbeeld pijn,
vermoeidheid, depressie, zweten en angst) zijn gemeld bij abrupt stoppen van dopaminerge therapie.
Daarom wordt aanbevolen om de behandeling geleidelijk stop te zetten (zie rubriek 4.2).
Abnormaal denken en gedrag
Er zijn gevallen gemeld van abnormale gedachten en gedragingen die zich op verschillende manieren
kunnen manifesteren, waaronder paranoïde ideeën, waanideeën, hallucinaties, verwardheid,
psychoseachtig gedrag, desoriëntatie, agressief gedrag, agitatie en delirium.
Fibrotische complicaties
Gevallen van retroperitoneale fibrose, pulmonale infiltraten, pleurale effusie, pleurale verdikking,
pericarditis en cardiale valvulopathie zijn gemeld bij sommige patiënten die werden behandeld met
dopaminerge middelen op basis van ergot-alkaloïden. Hoewel deze complicaties kunnen verdwijnen
als de behandeling wordt stopgezet, is er niet altijd een volledig herstel.
Hoewel men denkt dat deze bijwerkingen gerelateerd zijn aan de ergoline structuur van deze stoffen, is
het onbekend of andere, non-ergoline dopamine-agonisten deze kunnen veroorzaken.
Neuroleptica
Neuroleptica gegeven als anti-emeticum dienen niet te worden toegediend aan patiënten die dopamine-
agonisten gebruiken (zie ook rubriek 4.5).
41
Oftalmologische controles
Oftalmologische controles worden aanbevolen met regelmatige tussenpozen of bij afwijkingen van het
gezichtsvermogen.
Blootstelling aan warmte
De plaats van de pleister dient niet te worden blootgesteld aan externe warmte (overmatig zonlicht,
verwarmingskussens en andere warmtebronnen zoals een sauna of een warm bad).
Reacties ter hoogte van de toedieningsplaats
Huidreacties ter hoogte van de toedieningsplaats kunnen voorkomen en zijn meestal van lichte of
matige intensiteit. Het wordt aanbevolen dagelijks een andere plaats voor het aanbrengen van de
pleister te kiezen (bijv. wisseling van de rechter- naar de linkerkant en van het boven- naar het
onderlichaam). Eenzelfde plaats mag gedurende 14 dagen niet opnieuw gebruikt worden. Als er
reacties ter hoogte van de toedieningsplaats ontstaan die langer dan een paar dagen duren of lange tijd
aanhouden, als de reactie ernstiger wordt of als de huidreactie zich verspreidt naar plaatsen buiten de
toedieningsplaats, dienen de voordelen en risico’s voor de individuele patiënt tegen elkaar afgewogen
te worden.
Als er sprake is van huiduitslag of irritatie die veroorzaakt wordt door het transdermale systeem, dan
dient men te vermijden dat deze plaats direct aan het zonlicht wordt blootgesteld totdat de huid
genezen is, aangezien blootstelling zou kunnen leiden tot verkleuring van de huid.
Als er een gegeneraliseerde huidreactie (bijv. allergische huiduitslag, waaronder erythemateuze,
maculaire, papulaire huiduitslag of pruritus) wordt waargenomen gerelateerd aan het gebruik van
Neupro, moet de behandeling met Neupro worden stopgezet.
Perifeer oedeem
Tijdens klinisch onderzoek bij patiënten met de ziekte van Parkinson was de specifieke frequentie van
perifeer oedeem na 6 maanden ongeveer 4%. Dit bleef zo gedurende de gehele observatietijd van
maximaal 36 maanden.
Dopaminerge bijwerkingen
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson is de incidentie van sommige dopaminerge bijwerkingen
zoals hallucinaties, dyskinesie en perifeer oedeem doorgaans hoger bij toediening in combinatie met
levodopa. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het voorschrijven van rotigotine.
Sulfietovergevoeligheid
Neupro bevat natriummetabisulfiet, een sulfiet dat allergische reacties kan veroorzaken, waaronder
anafylactische symptomen en levensbedreigende of minder ernstige astmatische aanvallen bij
personen die hier gevoelig aan zijn.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Omdat rotigotine een dopamine-agonist is, wordt aangenomen dat dopamine-antagonisten, zoals
neuroleptica (bijv. fenothiazinen, butyrofenonen, thioxanthenen) of metoclopramide, de werkzaamheid
van Neupro kunnen verminderen. Gelijktijdige toediening dient daarom te worden vermeden.
Vanwege de mogelijke additieve effecten is voorzichtigheid geboden als patiënten sederende
geneesmiddelen of andere geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken (bijv.
benzodiazepines, antipsychotica, antidepressiva) of alcohol in combinatie met rotigotine gebruiken.
42
De gelijktijdige toediening van levodopa en carbidopa in combinatie met rotigotine had geen invloed
op de farmacokinetiek van rotigotine en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
levodopa en carbidopa.
De gelijktijdige toediening van domperidon en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
rotigotine.
De gelijktijdige toediening van omeprazol (remmer van CYP2C19), in doseringen van 40 mg/dag, had
geen effect op de farmacokinetiek en het metabolisme van rotigotine bij gezonde vrijwilligers.
Neupro kan de dopaminerge bijwerking van levodopa versterken en kan dyskinesie veroorzaken en/of
de reeds bestaande dyskinesie verergeren, zoals beschreven voor andere dopamine-agonisten.
De gelijktijdige toediening van rotigotine (3 mg/24 h) en orale contraceptiva beïnvloedde de
farmacodynamiek en farmacokinetiek van de orale contraceptiva (0,03 mg ethinylestradiol, 0,15 mg
levonorgestrel) niet. Interacties met andere vormen van hormonale contraceptiva zijn niet onderzocht.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden, anticonceptie bij vrouwen
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken om zwangerschap te
voorkomen tijdens de behandeling met rotigotine.
Zwangerschap
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van rotigotine bij zwangere vrouwen. Onderzoek bij
dieren wees niet op teratogene effecten bij ratten en konijnen, maar bij maternotoxische doses bij
ratten en muizen werd embryotoxiciteit waargenomen (zie rubriek 5.3). Het mogelijke risico voor
mensen is onbekend. Rotigotine mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Borstvoeding
Omdat rotigotine de secretie van prolactine verlaagt bij mensen, wordt een remmende invloed op de
borstvoeding verwacht. Onderzoek bij ratten heeft aangetoond dat rotigotine en/of zijn metaboliet(en)
worden uitgescheiden in de moedermelk. Door het ontbreken van gegevens bij mensen moet de
borstvoeding worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Voor informatie over vruchtbaarheidsstudies zie rubriek 5.3.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Rotigotine kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.
Patiënten die worden behandeld met rotigotine en last hebben van somnolentie en/of plotselinge
slaapaanvallen, moet worden geadviseerd niet te rijden of geen handelingen te verrichten (bijv. het
bedienen van machines), waarbij zij zichzelf of anderen door verminderde alertheid in ernstig of
levensbedreigend gevaar kunnen brengen, totdat dergelijke terugkerende aanvallen en somnolentie zijn
verdwenen (zie ook rubrieken 4.4 en 4.5).
43
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gepoolde placebogecontroleerde klinische studies bestaande uit in totaal
1307 Neupro- en 607 met een placebo behandelde patiënten, meldde 72,5% van de patiënten met
Neupro en 58,0% van de patiënten met placebo ten minste één bijwerking.
Aan het begin van de therapie kunnen dopaminerge bijwerkingen zoals misselijkheid en braken
voorkomen. Deze zijn meestal licht of matig qua intensiteit en van voorbijgaande aard, zelfs als de
behandeling wordt voortgezet.
Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan 10% van de patiënten die werden behandeld met
Neupro voor transdermaal gebruik zijn misselijkheid, braken, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats, somnolentie, duizeligheid en hoofdpijn.
Bij studies waarbij van toedieningsplaats werd gewisseld zoals aangegeven in de instructies in de
samenvatting van productkenmerken (SPC) en de bijsluiter, kwamen bij 35,7% van de 830 patiënten
die de Neupro pleister voor transdermaal gebruik hadden gebruikt, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats voor. Het merendeel van reacties op de toedieningsplaats was licht of matig qua
intensiteit, beperkt tot de toedieningsplaats en leidde tot stopzetting van de behandeling met Neupro
bij slechts 4,3% van alle patiënten die Neupro kregen toegediend.
44
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De volgende tabel geeft een overzicht van bijwerkingen die zijn opgetreden binnen de hierboven
genoemde gepoolde studies bij patiënten met de ziekte van Parkinson, en van bijwerkingen uit post-
marketingervaring. Bijwerkingen zijn gerangschikt naar frequentie en systeem/orgaanklasse. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms
(≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke groepering per frequentie zijn de
bijwerkingen in afnemende ernst weergegeven.
Systeem-/
orgaanklassen
volgens MedDRA
Immuunsysteem-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Overgevoelig
-heid, met
inbegrip van
angio-
oedeem,
tongoedeem
en lipoedeem
Slaapaanvall
en /
plotseling in
slaap vallen,
paranoia,
stoornissen
van de
geslachtsdrift
a
(waaronder
hyperseksuali
teit,
verhoogd
libido),
verwardheid,
desoriëntatie
d
, agitatie
d
Zelden
Niet bekend
Psychische
stoornissen
Waarneming
sstoornissen
a
(waaronder
hallucinaties,
visuele
hallucinaties,
auditieve
hallucinaties,
illusies),
insomnia,
slaapstoornis,
nachtmerries,
abnormale
dromen,
stoornissen
van de
impulscontro
-le
a,d
(waaronder
pathologisch
gokken,
stereotypie/
punding,
eetbuien/
eetstoornis
b
,
compulsief
koopgedrag
c
)
Psychotische
stoornis,
obsessieve–
compulsieve
stoornis,
agressief
gedrag/
agressie
b
,
waanideeën
d
,
delirium
d
Dopamine-
dysregulatie-
syndroom
c
45
Systeem-/
orgaanklassen
volgens MedDRA
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Zeer vaak
Somnolentie,
duizeligheid,
hoofdpijn
Vaak
Bewustzijns-
stoornissen
NEG
a
(waaronder
syncope,
vasovagale
syncope,
bewustzijns-
verlies),
dyskinesie,
posturale
duizeligheid,
lethargie
Soms
Zelden
Convulsie
Niet bekend
Dropped head-
syndrome
(hangend hoofd)
c
Oogaandoeningen
Evenwichtsorgaan-
en ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarmstelsel-
Misselijkheid
aandoeningen
, braken
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
Vertigo
Hartkloppin-
gen
Orthosta-
tische
hypotensie,
hypertensie
Hik
Wazig zien,
visuele
stoornissen,
fotopsie
Atriumfibril-
latie
Hypotensie
Supraventri-
culaire
tachycardie
Constipatie,
droge mond,
dyspepsie
Erytheem,
hyperhidrose,
pruritus
Buikpijn
Gegenerali-
seerde
pruritus,
huidirritatie,
contact-
dermatitis
Erectiestoor-
nis
Gegenerali-
seerde
huiduitslag
Diarree
c
Voortplantings-
stelsel- en borstaan-
doeningen
46
Systeem-/
orgaanklassen
volgens MedDRA
Algemene
aandoeningen en
toedienings-
plaatsstoornissen
Zeer vaak
Toedienings-
en
indruppelings
plaatsreacties
a
(waaronder
erytheem,
pruritus,
irritatie,
huiduitslag,
dermatitis,
blaasjes, pijn,
eczeem,
ontsteking,
zwelling,
verkleuring,
papulae,
exfoliatie,
urticaria,
overgevoelig
-heid)
Vaak
Perifeer
oedeem,
asthenie-
aandoenin-
gen
a
(waaronder
vermoeidheid
, asthenie,
malaise)
Soms
Zelden
Prikkelbaar-
heid
Niet bekend
Onderzoeken
Gewichtsaf-
name
Letsels, intoxicaties
Vallen
en verrichtings-
complicaties
Skeletspierstelsel-
Rhabdomyolyse
c
en bindweefselaan-
doeningen
a
High Level Term
b
Waargenomen bij open-labelstudies
c
Waargenomen na de marktintroductie
d
Waargenomen in een datapool (2011) van dubbelblinde, placebogecontroleerde studies
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine werd in verband gebracht met somnolentie, waaronder overmatige somnolentie overdag en
episoden van plotselinge slaapaanvallen. In geïsoleerde gevallen viel men “plotseling in slaap” tijdens
het rijden, waardoor ongevallen met motorvoertuigen werden veroorzaakt (zie ook rubrieken 4.4 en
4.7).
Verhoogde
leverenzym-
spiegels
(waaronder
AST, ALT,
GGT),
gewichtstoe-
name,
verhoogde
hartslag,
verhoogde
CPK-waarde
n
d
47
Stoornissen in de impulsbeheersing
Pathologisch gokken, verhoogd libido, hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag,
eetbuien en compulsief eetgedrag kan optreden bij patiënten die behandeld worden met dopamine-
agonisten, waaronder rotigotine (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De meest waarschijnlijke bijwerkingen zouden die bijwerkingen zijn die gerelateerd zijn aan het
farmacodynamische profiel van een dopamine-agonist, waaronder misselijkheid, braken, hypotensie,
onwillekeurige bewegingen, hallucinaties, verwarring, convulsies en andere verschijnselen van
centrale dopaminerge stimulatie.
Behandeling
Er is geen antidotum voor de overdosering van dopamine-agonisten bekend. Bij het vermoeden van
een overdosering dient verwijdering van de pleister(s) te worden overwogen. Na verwijdering van de
pleister(s) stopt immers de opname van de werkzame stof en daalt de plasmaconcentratie van
rotigotine snel. De patiënt dient nauwkeurig gecontroleerd te worden, inclusief hartslag, hartritme en
bloeddruk.
Bij de behandeling van overdosering kunnen algemene ondersteunende maatregelen ter behoud van de
vitale functies noodzakelijk zijn. Het wordt niet verwacht dat dialyse nut zou hebben, omdat rotigotine
niet door dialyse wordt verwijderd.
Indien het noodzakelijk is de behandeling met rotigotine te staken, dient dit geleidelijk te gebeuren om
het maligne neurolepticasyndroom te voorkomen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-parkinsonmiddelen, dopamine-agonisten; ATC-code: N04BC09
Rotigotine is een non-ergoline dopamine-agonist voor de behandeling van klachten en symptomen van
de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome.
Werkingsmechanisme
Men denkt dat het gunstige effect van rotigotine op de ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door
activering van de D
3
-,
D
2
-
en D
1
-receptoren
in de nucleus caudatus en het putamen in de hersenen.
Het exacte werkingsmechanisme van rotigotine als behandeling van RLS is niet bekend. Het wordt
aangenomen dat de werking van rotigotine voornamelijk wordt uitgeoefend via dopaminereceptoren.
48
Farmacodynamische effecten
Gelet op het functionele effect op de verschillende receptor subtypes en hun verdeling in de hersenen,
wordt rotigotine omschreven als een D
2
-
en D
3
-receptor
agonist die ook effect heeft op D
1
-,
D
4
-
en D
5
-
receptoren. Voor wat betreft de niet-dopaminerge receptoren vertoonde rotigotine een antagonisme
voor alfa2B-receptoren en een agonisme voor 5HT1A-receptoren. Er is geen effect van rotigotine op
de 5HT2B-receptor.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van rotigotine bij de behandeling van de tekenen en symptomen van de
idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson werd geëvalueerd in een multinationaal
ontwikkelingsprogramma voor geneesmiddelen bestaande uit vier centrale, parallelle,
gerandomiseerde, placebogecontroleerde dubbelblinde studies en drie studies die specifieke aspecten
van de ziekte van Parkinson onderzochten.
Twee hoofdstudies (SP512 Deel I en SP513 Deel I)
waarin de werkzaamheid van rotigotine bij de
behandeling van de tekenen en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson
werd onderzocht, werden uitgevoerd onder patiënten die niet gelijktijdig dopamine-agonisten kregen
en die nog niet eerder met levodopa waren behandeld of bij wie de eerdere levodopa-behandeling
≤6 maanden duurde. Als primaire variabele werden twee componenten van de
Unified Parkinson’s
Disease Rating Scale
(UPDRS) beoordeeld: de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL)
(Deel II) en het Motorisch Onderzoek (Deel III).
De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie aan de hand van de
verbetering van het percentage responders en van het absolute aantal punten in de waarden van de
gecombineerde scores voor ADL en Motorisch Onderzoek (UPDRS Deel II+III).
Tijdens de dubbelblinde studie SP512 Deel I
kregen 177 patiënten rotigotine en 96 patiënten een
placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 6 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele rotigotinedosis of placebo. De patiënten in
beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was bij 91% van de patiënten in de rotigotinegroep de
optimale dosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 6 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 48% van de patiënten die rotigotine kregen en bij 19% van de patiënten die een
placebo kregen (verschil 29%, CI
95%
18%; 39%, p<0,0001). Bij de met rotigotine behandelde patiënten
bedroeg de gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel II+III) -3,98 punten (basislijn
29,9 punten), terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verslechtering van 1,31 punten werd
waargenomen (basislijn 30,0 punten). Het verschil was 5,28 punten en statistisch significant
(p <0,0001).
Tijdens de dubbelblinde studie SP513 Deel I
kregen 213 patiënten rotigotine, 227 ropinirol en
117 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis gedurende 4 weken in wekelijkse stappen van
2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale dosis van 8 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de ropinirolgroep werd de dosis gedurende 13 weken getitreerd tot de optimale
individuele dosis van maximaal 24 mg/dag. De patiënten in beide behandelingsgroepen werden
gedurende 6 maanden op hun respectievelijke doses gehouden.
49
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was bij 92% van de patiënten in de rotigotinegroep de
optimumdosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 8 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 52% van de patiënten die rotigotine kregen, 68% van de patiënten die ropinirol
kregen en 30% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 21,7%,
CI
95%
11,1%; 32,4%, verschil ropinirol versus placebo 38,4%, CI
95%
28,1%; 48,6%, verschil ropinirol
versus rotigotine 16,6%, CI
95%
7,6%; 25,7%). De gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel
II+III) bedroeg 6,83 punten (basislijn 33,2 punten) in de rotigotinegroep, 10,78 punten in de
ropinirolgroep (basislijn 32,2 punten) en 2,33 punten in de placebogroep (basislijn 31,3 punten). Alle
verschillen tussen de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant. In deze studie kon
niet worden aangetoond dat rotigotine niet inferieur is ten opzichte van ropinirol.
In een daaropvolgende open-labelstudie (SP824),
een multicentrische, multinationale studie, werd
de verdraagbaarheid onderzocht van het in één nacht overschakelen van ropinirol, pramipexol of
cabergoline op rotigotine transdermale pleister en het effect daarvan op de symptomen bij
proefpersonen met idiopathische ziekte van Parkinson. 116 patiënten werden omgeschakeld van een
eerdere orale behandeling naar een behandeling met rotigotine, dosis tot 8 mg/24 h. 47 van hen hadden
daarvoor tot 9 mg/dag ropinirol gekregen, 47 tot 2 mg/dag pramipexol en 22 tot 3 mg/dag cabergoline.
Overschakelen op rotigotine was mogelijk en de dosis moest slechts bij 2 ex-ropinirolpatiënten, 5 ex-
pramipexolpatiënten en 4 ex-cabergolinepatiënten minimaal worden aangepast (mediaan 2 mg/24 h).
Er werden verbeteringen vastgesteld in de scores van UPDRS Delen I - IV. Het veiligheidsprofiel was
niet verschillend van het profiel dat in eerdere studies werd waargenomen.
In een gerandomiseerde open-labelstudie (SP825)
bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een
vroeg stadium, werden 25 patiënten gerandomiseerd naar behandeling met rotigotine en 26 naar
behandeling met ropinirol. In beide groepen werd de behandeling getitreerd naar de optimale of
maximale dosis van respectievelijk 8 mg/24 h of 9 mg/dag. Bij beide behandelingen werden
verbeteringen vastgesteld van de motoriek in de vroege ochtend en van het slapen. Op het vlak van
motorische symptomen (UPDRS Deel III) was er een verbetering met 6,3 ± 1,3 punten bij patiënten
behandeld met rotigotine en met 5,9 ± 1,3 punten bij de groep behandeld met ropinirol na 4 weken
onderhoudsbehandeling. Op het vlak van slapen (PDSS) was er een verbetering met 4,1 ± 13,8 punten
voor de patiënten behandeld met rotigotine en met 2,5 ± 13,5 punten voor de patiënten behandeld met
ropinirol. Het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar, met uitzondering van reacties op de
toedieningsplaats.
In studies SP824 en SP825 die werden uitgevoerd sinds het initiële vergelijkende onderzoek, werd
voor rotigotine en ropinirol bij equivalente doses een soortgelijke werkzaamheid vastgesteld.
Twee aanvullende hoofdstudies (SP650DB en SP515)
werden uitgevoerd onder patiënten die
gelijktijdig behandeld werden met levodopa. Als primaire variabele werd de verlaging van de “off”-
tijd (in uren) beoordeeld. De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie
aan de hand van de verbetering van het percentage responders en de absolute verbetering van de “off”-
tijd.
Tijdens de dubbelblinde studie SP650DB
kregen 113 patiënten rotigotine tot een maximale dosis
van 8 mg/24 h, 109 patiënten kregen rotigotine tot een maximale dosis van 12 mg/24 h en
119 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h,
beginnend met 4 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele dosis rotigotine of placebo. De
patiënten in beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis
gehouden. Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30%
waargenomen bij 57% en 55% van de patiënten die respectievelijk rotigotine 8 mg/24 h en 12 mg/24 h
kregen en bij 34% van de patiënten die een placebo kregen (verschillen van respectievelijk 22% en
21%, respectievelijk CI
95%
10%; 35% en 8%; 33%, p<0,001 voor beide rotigotinegroepen). Bij de met
rotigotine behandelde patiënten bedroeg de gemiddelde verlaging van de “off”-tijd respectievelijk 2,7
en 2,1 uur, terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verlaging van 0,9 uur werd
waargenomen. De verschillen waren statistisch significant (respectievelijk p<0,001 en p=0,003).
50
Tijdens de dubbelblinde studie SP515
kregen 201 patiënten rotigotine, 200 pramipexol en
100 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van
4 mg/24 h tot een maximale dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de pramipexolgroep kregen de patiënten 0,375 mg in de eerste week en 0,75 mg in
de tweede week en werd de dosis vervolgens getitreerd tot de individuele optimale dosis in wekelijkse
stappen van 0,75 mg tot een maximale dosis van 4,5 mg/dag. De patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 maanden op hun respectievelijke dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30% waargenomen
bij 60% van de patiënten die rotigotine kregen, bij 67% van de patiënten die pramipexol kregen en bij
35% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 25%, CI
95%
13%;
36%, verschil pramipexol versus placebo 32%, CI
95%
21%; 43%, verschil pramipexol versus rotigotine
7%, CI
95%
-2%; 17%). De gemiddelde verlaging van de “off”-tijd bedroeg 2,5 uur in de
rotigotinegroep, 2,8 uur in de pramipexolgroep en 0,9 uur in de placebogroep. Alle verschillen tussen
de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant.
Een andere multinationale dubbelblinde studie (SP889)
werd uitgevoerd bij 287 patiënten met een
vroeg of een gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson en bij wie sprake was van onvoldoende
controle van vroege ochtendlijke motorische symptomen. 81,5% van deze patiënten werden
gelijktijdig met levodopa behandeld. 190 patiënten kregen rotigotine en 97 een placebo. De patiënten
werden gedurende 8 weken, in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot hun optimale dosis rotigotine of placebo. Patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 weken op hun optimale dosis gehouden. Co-primaire
uitkomstmaten waren de vroege ochtendmotoriek, beoordeeld met de UPDRS-score Deel III en de
nachtelijke slaapstoornissen, gemeten met de gemodificeerde Parkinsons Disease Sleep Scale (PDSS-
2). Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was de gemiddelde UPDRS-score Deel III verbeterd
met 7,0 punten bij de met rotigotine behandelde patiëntengroep (basislijn 29,6) en met 3,9 punten bij
de placebogroep (basislijn 32,0). Verbeteringen in de gemiddelde PDSS-2 totaalscore waren 5,9
(rotigotine, basislijn 19,3) en 1,9 punten (placebo, basislijn 20,5). Voor de co-primaire variabelen
waren de verschillen in behandeling statistisch significant (p=0,0002 en p<0,0001).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Nadat de pleister is aangebracht, wordt continu rotigotine afgegeven door de pleister voor
transdermaal gebruik en geabsorbeerd via de huid. Steady-state concentraties worden één tot twee
dagen na het aanbrengen van de pleister bereikt en worden op een stabiel niveau gehouden door
dagelijks één pleister aan te brengen, die gedurende 24 uur wordt gedragen.
Rotigotineplasmaconcentraties nemen afhankelijk van de dosis toe binnen een dosisbereik van
1 mg/24 h tot 24 mg/24 h.
Ongeveer 45% van de werkzame stof in de pleister wordt binnen 24 uur aan de huid afgegeven. De
absolute biologische beschikbaarheid na transdermaal gebruik is ongeveer 37%.
Het wisselen van de plaats waar de pleister wordt aangebracht, kan leiden tot dagelijkse verschillen in
het plasmaniveau. Verschillen in de biologische beschikbaarheid van rotigotine varieerden van 2%
(bovenarm
versus
zij) tot 46% (schouder
versus
dij). Er is echter geen indicatie dat dit een relevante
invloed heeft op de klinische studieresultaten.
Distributie
De
in vitro
binding van rotigotine aan plasmaproteïnen is ongeveer 92%.
Het schijnbare distributievolume bij mensen is ongeveer 84 l/kg.
51
Biotransformatie
Rotigotine wordt voor een groot deel gemetaboliseerd. Rotigotine wordt zowel gemetaboliseerd door
N-dealkylatie als door directe en secundaire conjugatie.
In vitro
resultaten geven aan dat verschillende
CYP-isoformen in staat zijn als katalysator te fungeren voor de N-dealkylatie van rotigotine. De
belangrijkste metabolieten zijn sulfaten en glucuronideconjugaten van de moederstof evenals
N-desalkyl-metabolieten, die biologisch inactief zijn.
De informatie over metabolieten is onvolledig.
Eliminatie
Ongeveer 71% van de rotigotine dosis wordt in de urine uitgescheiden en een kleiner gedeelte van
ongeveer 23% wordt via de feces uitgescheiden.
De klaring van rotigotine na transdermale toediening is ongeveer 10 l/min en de totale
eliminatiehalfwaardetijd is 5 tot 7 uur. Het farmacokinetische profiel duidt op een bifasische eliminatie
met een initiële halfwaardetijd van ongeveer 2 tot 3 uur.
Omdat de pleister transdermaal wordt gebruikt, wordt geen invloed van voedsel of maag-
darmstelselaandoeningen verwacht.
Speciale patiëntengroepen
Omdat de therapie met Neupro wordt gestart met een lage dosis en geleidelijk wordt getitreerd
overeenkomstig de klinische verdraagbaarheid om het optimale therapeutische effect te verkrijgen, is
een aanpassing van de dosis vanwege geslacht, gewicht of leeftijd niet noodzakelijk.
Lever- en nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis of een lichte tot ernstige nierfunctiestoornis werden
geen relevante verhogingen van de rotigotineplasmaspiegels gevonden. Neupro werd niet onderzocht
bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis.
Plasmaspiegels van conjugaten van rotigotine en zijn desalkylmetabolieten nemen toe bij een
nierfunctiestoornis. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze metabolieten bijdragen aan de klinische
effecten.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In studies op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering en toxiciteit op lange termijn werden de
belangrijkste effecten in verband gebracht met de aan de dopamine-agonist gerelateerde
farmacodynamische effecten en de daaruit voortvloeiende verlaging van de prolactinesecretie.
Na een enkele dosis rotigotine was er sprake van een duidelijke binding aan melanine bevattende
weefsels (bijv. ogen) in de gepigmenteerde rat en aap, maar dit nam langzaam af gedurende een
observatieperiode van 14 dagen.
Degeneratie van de retina werd waargenomen met behulp van transmissiemicroscopie bij een dosis
equivalent aan 2,8 maal de maximale voor mensen aanbevolen dosis op mg/m
2
-basis in een 3 maanden
durende studie bij albinoratten. De effecten waren duidelijker bij vrouwelijke ratten. Aanvullende
studies ter verdere beoordeling van de specifieke pathologie zijn niet uitgevoerd. Tijdens de
routinematige histopathologische beoordeling van de ogen werd degeneratie van de retina in geen van
de toxicologische studies en bij geen van de geteste diersoorten waargenomen. De relevantie van deze
bevindingen voor de mens is onbekend.
In een carcinogeniciteitsstudie ontwikkelden mannelijke ratten Leydig-celtumoren en hyperplasie.
Maligne tumoren werden voornamelijk gevonden in de uterus van vrouwelijke ratten met gemiddelde
en hoge doseringen. Deze veranderingen zijn bekende effecten van dopamine-agonisten bij ratten na
levenslange therapie en worden als niet relevant voor de mens beschouwd.
52
De effecten van rotigotine op de voortplanting zijn onderzocht bij ratten, konijnen en muizen.
Rotigotine was bij de drie diersoorten niet teratogeen, maar was embryotoxisch bij ratten en muizen
bij maternotoxische doses. Rotigotine had geen effect op de mannelijke vruchtbaarheid bij ratten, maar
verminderde duidelijk de vrouwelijke vruchtbaarheid bij ratten en muizen, vanwege de effecten op de
prolactinespiegels, die met name significant zijn bij knaagdieren.
Rotigotine veroorzaakte geen genmutaties bij de Ames-test, maar vertoonde wel effecten bij de
in vitro
lymfoomtest bij de muis mét metabolische activering en geringere effecten zonder metabolische
activering. Dit mutagene effect zou kunnen worden toegeschreven aan een clastogeen effect van
rotigotine. Dit effect werd
in vivo
niet bevestigd in de micronucleustest bij de muis en de test van de
ongeplande DNA-synthese
(Unscheduled DNA Synthesis, UDS)
bij de rat. Omdat het min of meer
parallel liep aan een verlaagde relatieve totale groei van de cellen, kan het gerelateerd zijn aan een
cytotoxisch effect van de stof. Daarom is de relevantie van die ene positieve
in vitro
mutageniciteitstest onbekend.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Steunlaag
Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd,
van een kleurlaag voorzien met een pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment
rood 166) en met een opdruk (pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
Zelfhechtende matrixlaag
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat,
Povidon K90,
Natriummetabisulfiet (E223),
Ascorbylpalmitaat (E304) en
DL-α-tocoferol (E307).
Beschermstrook
Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
30 maanden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Peel-off
sachet in een plastic doos: de ene zijde bestaat uit een ethyleencopolymeer (binnenste laag),
een aluminiumfolie, een polyethyleenfilm van lage dichtheid en papier; de andere zijde bestaat uit
polyethyleen (binnenste laag), aluminium, ethyleencopolymeer en papier.
53
De doos bevat 7, 14, 28, 30 of 84 (meervoudige verpakking met 3 verpakkingen van 28) pleisters voor
transdermaal gebruik, die afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Na gebruik bevat de pleister nog steeds de werkzame stof. Na verwijdering dient de gebruikte pleister
dubbel te worden gevouwen, met de hechtkant naar binnen zodat de matrixlaag niet wordt
blootgesteld. Plaats de pleister in het originele sachet en gooi dit vervolgens weg. Alle gebruikte of
ongebruikte pleisters dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften of te worden
teruggebracht naar de apotheek.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/05/331/004
EU/1/05/331/005
EU/1/05/331/021
EU/1/05/331/024
EU/1/05/331/059
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/05/331/007
EU/1/05/331/008
EU/1/05/331/027
EU/1/05/331/030
EU/1/05/331/060
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/05/331/010
EU/1/05/331/011
EU/1/05/331/033
EU/1/05/331/036
EU/1/05/331/061
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 15 februari 2006
Datum van laatste verlenging: 22 januari 2016
54
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
55
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro
2 mg/24 h
4 mg/24 h
6 mg/24 h
8 mg/24 h
Pleister voor transdermaal gebruik
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 10 cm
2
bevat 4,5 mg rotigotine.
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 20 cm
2
bevat 9,0 mg rotigotine.
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 30 cm
2
bevat 13,5 mg rotigotine.
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 40 cm
2
bevat 18,0 mg rotigotine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Pleister voor transdermaal gebruik.
Dun, matrixtype, vierkant met afgeronde hoeken, bestaande uit drie lagen. De buitenkant van de
steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 2 mg/24 h, 4 mg/24 h, 6 mg/24 h of 8 mg/24 h'.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Neupro is geïndiceerd als monotherapie (d.w.z. zonder levodopa) voor de behandeling van de tekenen
en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium of in
combinatie met levodopa, als het effect van levodopa afneemt of inconsistent wordt en
schommelingen van het therapeutische effect optreden (aan het einde van een dosisinterval of “on-
off”-schommelingen) d.w.z. gedurende het verloop van de ziekte tot en met de late fasen.
56
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis wordt uitgedrukt in nominale dosis.
Dosering bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium:
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 2 mg/24 h, die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal 8 mg/24 h
bereikt is.
4 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten wordt de
effectieve dosis binnen 3 of 4 weken bereikt met doseringen van 6 mg/24 h respectievelijk 8 mg/24 h .
De maximumdosis is 8 mg/24 h.
Dosering bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een gevorderd stadium met schommelingen:
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 4 mg/24 h die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal
16 mg/24 h.
4 mg/24 h of 6 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten
wordt de effectieve dosis binnen 3 tot 7 weken bereikt met doseringen van 8 mg/24 h tot de
maximumdosis van 16 mg/24 h.
Het Neupro-behandelingsstartpakket bevat 4 verschillende verpakkingen (één voor elke sterkte) met
elk 7 pleisters, voor de eerste vier therapieweken.
Afhankelijk van de reactie van de patiënt hoeven niet alle volgende dosisstappen noodzakelijk te zijn
of kunnen na week 4 hogere doseringen nodig zijn, waarin dit pakket niet voorziet.
Op de eerste behandelingsdag start de patiënt met Neupro 2 mg/24 h. In de tweede week neemt de
patiënt Neupro 4 mg/24 h. In de derde week neemt hij of zij Neupro 6 mg/24 h en in de vierde week
Neupro 8 mg/24 h. De pakketten zijn gekenmerkt met “Week 1 (2, 3 of 4)”.
Neupro wordt eenmaal per dag aangebracht. De pleister moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip
worden aangebracht. De pleister blijft gedurende 24 uur op de huid en wordt daarna vervangen door
een nieuwe pleister op een andere toedieningsplaats.
Als de patiënt de pleister vergeet aan te brengen op het gebruikelijke tijdstip van de dag of als de
pleister losraakt, moet een nieuwe pleister voor de rest van de dag worden aangebracht.
Stopzetting van de behandeling
De behandeling met Neupro moet geleidelijk worden stopgezet. De dagelijkse dosis moet worden
verlaagd in stappen van 2 mg/24 h, bij voorkeur om de andere dag, totdat de behandeling met Neupro
helemaal is stopgezet (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Leverfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot matig-ernstige
leverfunctiestoornis. Voorzichtigheid is geboden bij het behandelen van patiënten met een ernstige
leverfunctiestoornis die kan leiden tot een lagere rotigotineklaring. Rotigotine werd niet onderzocht bij
deze groep patiënten. Het kan wellicht noodzakelijk zijn de dosis te verlagen als de leverfunctie
verslechtert.
57
Nierfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot ernstige
nierfunctiestoornis waaronder patiënten die moeten worden gedialyseerd. Een onverwachte
accumulatie van rotigotine kan ook optreden als de nierfunctie acuut verslechtert (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Neupro bij pediatrische patiënten voor de ziekte van Parkinson.
Wijze van toediening
Neupro is voor transdermaal gebruik.
De pleister moet worden aangebracht op een stukje schone, droge, onbeschadigde en gezonde huid op
de buik, dij, heup, zij, schouder of bovenarm. Men dient te voorkomen dat een volgende pleister
binnen 14 dagen op dezelfde plaats wordt aangebracht. Neupro mag niet worden aangebracht op rode,
geïrriteerde of beschadigde huid (zie rubriek 4.4).
Gebruik en instructies
Elke pleister is verpakt in een sachet en dient te worden aangebracht onmiddellijk nadat het sachet is
geopend. De ene helft van de beschermstrook dient te worden verwijderd en de plakstrook dient te
worden aangebracht en stevig op de huid te worden gedrukt. Daarna wordt de pleister teruggevouwen
en wordt het tweede gedeelte van de beschermstrook verwijderd. De plakzijde van de pleister mag niet
worden aangeraakt. De pleister dient stevig te worden aangedrukt met de palm van de hand gedurende
ongeveer 30 seconden, zodat deze goed vastzit.
De pleister dient niet in stukken te worden geknipt.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Magnetic Resonance Imaging of cardioversie (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Als een patiënt met de ziekte van Parkinson onvoldoende reageert op de behandeling met rotigotine
kan het overstappen op een andere dopamine-agonist een bijkomend voordeel opleveren (zie rubriek
5.1).
Magnetic Resonance Imaging en cardioversie
De steunlaag van Neupro bevat aluminium. Om brandwonden op de huid te voorkomen, moet Neupro
worden verwijderd als de patiënt een Magnetic Resonance Imaging (MRI)-scan of cardioversie moet
ondergaan.
Orthostatische hypotensie
Het is bekend dat dopamine-agonisten een negatieve invloed hebben op de systemische regeling van
de bloeddruk, wat leidt tot posturale/orthostatische hypotensie. Deze verschijnselen werden ook
waargenomen tijdens de behandeling met rotigotine, maar de incidentie was vergelijkbaar met de
incidentie waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld.
Het wordt aanbevolen de bloeddruk te controleren, vooral aan het begin van de behandeling, vanwege
het algemene risico van orthostatische hypotensie gerelateerd aan dopaminerge therapie.
58
Syncope
In klinische studies met rotigotine werd syncope waargenomen met een vergelijkbaar percentage als
het percentage waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld. Omdat patiënten
met een klinisch relevante cardiovasculaire aandoening niet geïncludeerd werden in deze studies, is
het nodig patiënten met een ernstige cardiovasculaire aandoening te vragen naar symptomen van
syncope en pre-syncope.
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine is in verband gebracht met somnolentie en episodes van plotselinge slaapaanvallen. Er zijn
meldingen geweest van plotselinge slaapaanvallen tijdens dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen
zonder dat de patiënt zich bewust was van waarschuwingssignalen. De voorschrijvende artsen dienen
continu te controleren of hun patiënten aan sufheid of slaperigheid leiden, omdat patiënten zich
eventueel niet van sufheid of slaperigheid bewust zijn, totdat zij direct daarnaar worden gevraagd. Een
verlaging van de dosering of stopzetting van de therapie dient zorgvuldig te worden overwogen.
Stoornissen in de impulsbeheersing en andere gerelateerde stoornissen
Patiënten dienen regelmatig gecontroleerd te worden op het ontstaan van stoornissen in de
impulsbeheersing en gerelateerde stoornissen, waaronder dopaminedysregulatiesyndroom. Patiënten
en verzorgers dienen erop attent gemaakt te worden dat in het gedrag van patiënten die behandeld
worden met dopamine-agonisten, waaronder rotigotine, symptomen van een stoornis in de
impulsbeheersing kunnen optreden, waaronder pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag, eetbuien en compulsief eetgedrag. Bij
sommige patiënten werd het dopaminedysregulatiesyndroom waargenomen gedurende de behandeling
met rotigotine. Als dergelijke symptomen zich ontwikkelen, dient een dosisreductie/geleidelijke
stopzetting van de behandeling te worden overwogen.
Maligne neurolepticasyndroom
Er is melding gemaakt van symptomen die wijzen op het maligne neurolepticasyndroom bij abrupte
stopzetting van de dopaminerge therapie. Daarom wordt aanbevolen de behandeling geleidelijk af te
bouwen (zie rubriek 4.2).
Dopamine-agonistontwenningssyndroom
Symptomen die wijzen op het dopamine-agonistontwenningssyndroom (bijvoorbeeld pijn,
vermoeidheid, depressie, zweten en angst) zijn gemeld bij abrupt stoppen van dopaminerge therapie.
Daarom wordt aanbevolen om de behandeling geleidelijk stop te zetten (zie rubriek 4.2).
Abnormaal denken en gedrag
Er zijn gevallen gemeld van abnormale gedachten en gedragingen die zich op verschillende manieren
kunnen manifesteren, waaronder paranoïde ideeën, waanideeën, hallucinaties, verwardheid,
psychoseachtig gedrag, desoriëntatie, agressief gedrag, agitatie en delirium.
Fibrotische complicaties
Gevallen van retroperitoneale fibrose, pulmonale infiltraten, pleurale effusie, pleurale verdikking,
pericarditis en cardiale valvulopathie zijn gemeld bij sommige patiënten die werden behandeld met
dopaminerge middelen op basis van ergot-alkaloïden. Hoewel deze complicaties kunnen verdwijnen
als de behandeling wordt stopgezet, is er niet altijd een volledig herstel.
Hoewel men denkt dat deze bijwerkingen gerelateerd zijn aan de ergoline structuur van deze stoffen, is
het onbekend of andere, non-ergoline dopamine-agonisten deze kunnen veroorzaken.
59
Neuroleptica
Neuroleptica gegeven als anti-emeticum dienen niet te worden toegediend aan patiënten die dopamine-
agonisten gebruiken (zie ook rubriek 4.5).
Oftalmologische controles
Oftalmologische controles worden aanbevolen met regelmatige tussenpozen of bij afwijkingen van het
gezichtsvermogen.
Blootstelling aan warmte
De plaats van de pleister dient niet te worden blootgesteld aan externe warmte (overmatig zonlicht,
verwarmingskussens en andere warmtebronnen zoals een sauna of een warm bad).
Reacties ter hoogte van de toedieningsplaats
Huidreacties ter hoogte van de toedieningsplaats kunnen voorkomen en zijn meestal van lichte of
matige intensiteit. Het wordt aanbevolen dagelijks een andere plaats voor het aanbrengen van de
pleister te kiezen (bijv. wisseling van de rechter- naar de linkerkant en van het boven- naar het
onderlichaam). Eenzelfde plaats mag gedurende 14 dagen niet opnieuw gebruikt worden. Als er
reacties ter hoogte van de toedieningsplaats ontstaan die langer dan een paar dagen duren of lange tijd
aanhouden, als de reactie ernstiger wordt of als de huidreactie zich verspreidt naar plaatsen buiten de
toedieningsplaats, dienen de voordelen en risico’s voor de individuele patiënt tegen elkaar afgewogen
te worden.
Als er sprake is van huiduitslag of irritatie die veroorzaakt wordt door het transdermale systeem, dan
dient men te vermijden dat deze plaats direct aan het zonlicht wordt blootgesteld totdat de huid
genezen is, aangezien blootstelling zou kunnen leiden tot verkleuring van de huid.
Als er een gegeneraliseerde huidreactie (bijv. allergische huiduitslag, waaronder erythemateuze,
maculaire, papulaire huiduitslag of pruritus) wordt waargenomen gerelateerd aan het gebruik van
Neupro, moet de behandeling met Neupro worden stopgezet.
Perifeer oedeem
Tijdens klinisch onderzoek bij patiënten met de ziekte van Parkinson was de specifieke frequentie van
perifeer oedeem na 6 maanden ongeveer 4%. Dit bleef zo gedurende de gehele observatietijd van
maximaal 36 maanden.
Dopaminerge bijwerkingen
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson is de incidentie van sommige dopaminerge bijwerkingen
zoals hallucinaties, dyskinesie en perifeer oedeem doorgaans hoger bij toediening in combinatie met
levodopa. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het voorschrijven van rotigotine.
Sulfietovergevoeligheid
Neupro bevat natriummetabisulfiet, een sulfiet dat allergische reacties kan veroorzaken, waaronder
anafylactische symptomen en levensbedreigende of minder ernstige astmatische aanvallen, bij
personen die hier gevoelig voor zijn.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Omdat rotigotine een dopamine-agonist is, wordt aangenomen dat dopamine-antagonisten, zoals
neuroleptica (bijv. fenothiazinen, butyrofenonen, thioxanthenen) of metoclopramide, de werkzaamheid
van Neupro kunnen verminderen. Gelijktijdige toediening dient daarom te worden vermeden.
60
Vanwege de mogelijke additieve effecten is voorzichtigheid geboden als patiënten sederende
geneesmiddelen of andere geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken (bijv.
benzodiazepines, antipsychotica, antidepressiva) of alcohol in combinatie met rotigotine gebruiken.
De gelijktijdige toediening van levodopa en carbidopa in combinatie met rotigotine had geen invloed
op de farmacokinetiek van rotigotine en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
levodopa en carbidopa.
De gelijktijdige toediening van domperidon en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
rotigotine.
De gelijktijdige toediening van omeprazol (remmer van CYP2C19), in doseringen van 40 mg/dag, had
geen effect op de farmacokinetiek en het metabolisme van rotigotine bij gezonde vrijwilligers.
Neupro kan de dopaminerge bijwerking van levodopa versterken en kan dyskinesie veroorzaken en/of
de reeds bestaande dyskinesie verergeren, zoals beschreven voor andere dopamine-agonisten.
De gelijktijdige toediening van rotigotine (3 mg/24 h) en orale contraceptiva beïnvloedde de
farmacodynamiek en farmacokinetiek van de orale contraceptiva (0,03 mg ethinylestradiol, 0,15 mg
levonorgestrel) niet. Interacties met andere vormen van hormonale contraceptiva zijn niet onderzocht.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden, anticonceptie bij vrouwen
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken om zwangerschap te
voorkomen tijdens de behandeling met rotigotine.
Zwangerschap
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van rotigotine bij zwangere vrouwen. Onderzoek bij
dieren wees niet op teratogene effecten bij ratten en konijnen, maar bij maternotoxische doses bij
ratten en muizen werd embryotoxiciteit waargenomen (zie rubriek 5.3). Het mogelijke risico voor
mensen is onbekend. Rotigotine mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Borstvoeding
Omdat rotigotine de secretie van prolactine verlaagt bij mensen, wordt een remmende invloed op de
borstvoeding verwacht. Onderzoek bij ratten heeft aangetoond dat rotigotine en/of zijn metaboliet(en)
worden uitgescheiden in de moedermelk. Door het ontbreken van gegevens bij mensen moet de
borstvoeding worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Voor informatie over vruchtbaarheidsstudies zie rubriek 5.3.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Rotigotine kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.
Patiënten die worden behandeld met rotigotine en last hebben van somnolentie en/of plotselinge
slaapaanvallen, moet worden geadviseerd niet te rijden of geen handelingen te verrichten (bijv. het
bedienen van machines), waarbij zij zichzelf of anderen door verminderde alertheid in ernstig of
levensbedreigend gevaar kunnen brengen, totdat dergelijke terugkerende aanvallen en somnolentie zijn
verdwenen (zie ook rubrieken 4.4 en 4.5).
61
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gepoolde placebogecontroleerde klinische studies bestaande uit in totaal
1307 Neupro- en 607 met een placebo behandelde patiënten, meldde 72,5% van de patiënten met
Neupro en 58,0% van de patiënten met placebo ten minste één bijwerking.
Aan het begin van de therapie kunnen dopaminerge bijwerkingen zoals misselijkheid en braken
voorkomen. Deze zijn meestal licht of matig qua intensiteit en van voorbijgaande aard, zelfs als de
behandeling wordt voortgezet.
Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan 10% van de patiënten die werden behandeld met
Neupro voor transdermaal gebruik zijn misselijkheid, braken, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats, somnolentie, duizeligheid en hoofdpijn.
Bij studies waarbij van toedieningsplaats werd gewisseld zoals aangegeven in de instructies in de
samenvatting van productkenmerken (SPC) en de bijsluiter, kwamen bij 35,7% van de 830 patiënten
die de Neupro pleister voor transdermaal gebruik hadden gebruikt, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats voor. Het merendeel van reacties op de toedieningsplaats was licht of matig qua
intensiteit, beperkt tot de toedieningsplaats en leidde tot stopzetting van de behandeling met Neupro
bij slechts 4,3% van alle patiënten die Neupro kregen toegediend.
62
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De volgende tabel geeft een overzicht van bijwerkingen die zijn opgetreden binnen de hierboven
genoemde gepoolde studies bij patiënten met de ziekte van Parkinson, en van bijwerkingen uit post-
marketingervaring. Bijwerkingen zijn gerangschikt naar frequentie en systeem/orgaanklasse. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms
(≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke groepering per frequentie zijn de
bijwerkingen in afnemende ernst weergegeven.
Systeem-/
orgaanklassen
volgens MedDRA
Immuunsysteem-
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Overgevoelig-
heid, met
inbegrip van
angio-oedeem,
tongoedeem en
lipoedeem
Slaapaanvallen
/ plotseling in
slaap vallen,
paranoia,
stoornissen
van de
geslachtsdrift
a
(waaronder
hyperseksua-
liteit, verhoogd
libido),
verwardheid,
desoriëntatie
d
,
agitatie
d
Zelden
Niet bekend
Psychische
stoornissen
Waarnemings-
stoornissen
a
(waaronder
hallucinaties,
visuele
hallucinaties,
auditieve
hallucinaties,
illusies),
insomnia,
slaapstoornis,
nachtmerries,
abnormale
dromen,
stoornissen
van de
impulscontro-
le
a,d
(waaronder
pathologisch
gokken
, stereotypie/
punding,
eetbuien /
eetstoornis
b
,
compulsief
koopgedrag
c
)
Psychotische
stoornis,
obsessieve–
compulsieve
stoornis,
agressief
gedrag/agres-
sie
b
,
waanideeën
d
,
delirium
d
Dopamine-
dysregulatie-
syndroom
c
63
Systeem-/
orgaanklassen
volgens MedDRA
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Zeer vaak
Somnolentie,
duizeligheid,
hoofdpijn
Vaak
Bewustzijns-
stoornissen
NEG
a
(waaronder
syncope,
vasovagale
syncope,
bewustzijns-
verlies),
dyskinesie,
posturale
duizeligheid,
lethargie
Soms
Zelden
Convulsie
Niet bekend
Dropped head-
syndrome
(hangend hoofd)
c
Oogaandoeningen
Evenwichtsorgaan-
en oor-aandoeningen
Hartaandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Ademhalings-stelsel-,
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarmstelsel-
aandoeningen
Huid- en onderhuid-
aandoeningen
Vertigo
Hartkloppinge
n
Orthostatische
hypotensie,
hypertensie
Hik
Wazig zien,
visuele
stoornissen,
fotopsie
Atriumfibrillat
ie
Hypotensie
Supraventri-
culaire
tachycardie
Misselijkheid,
braken
Constipatie,
droge mond,
dyspepsie
Erytheem,
hyperhidrose,
pruritus
Buikpijn
Gegenerali-
seerde
pruritus,
huidirritatie,
contact-
dermatitis
Erectiestoor-
nis
Gegenerali-
seerde
huiduitslag
Diarree
c
Voortplantings-
stelsel- en borst-
aandoeningen
64
Systeem-/
orgaanklassen
volgens MedDRA
Algemene
aandoeningen en
toedienings-
plaatsstoornissen
Zeer vaak
Toedienings-
en
indruppelingsp
laatsreacties
a
(waaronder
erytheem,
pruritus,
irritatie,
huiduitslag,
dermatitis,
blaasjes, pijn,
eczeem,
ontsteking,
zwelling,
verkleuring,
papulae,
exfoliatie,
urticaria,
overgevoelig-
heid)
Vaak
Perifeer
oedeem,
asthenie-
aandoeningen
a
(waaronder
vermoeidheid,
asthenie,
malaise)
Soms
Zelden
Prikkelbaar-
heid
Niet bekend
Onderzoeken
Gewichts-
afname
Letsels, intoxicaties
en verrichtings-
complicaties
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaan-
doeningen
a
b
Vallen
Verhoogde
leverenzym-
spiegels
(waaronder
AST, ALT,
GGT),
gewichts-
toename,
verhoogde
hartslag,
verhoogde
CPK-waarden
d
Rhabdomyolyse
c
High Level Term
Waargenomen bij open-labelstudies
c
Waargenomen na de marktintroductie
d
Waargenomen in een datapool (2011) van dubbelblinde, placebogecontroleerde studies
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine werd in verband gebracht met somnolentie, waaronder overmatige somnolentie overdag en
episoden van plotselinge slaapaanvallen. In geïsoleerde gevallen viel men “plotseling in slaap” tijdens
het rijden, waardoor ongevallen met motorvoertuigen werden veroorzaakt (zie ook rubrieken 4.4 en
4.7).
65
Stoornissen in de impulsbeheersing
Pathologisch gokken, verhoogd libido, hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag,
eetbuien en compulsief eetgedrag kan optreden bij patiënten die behandeld worden met dopamine-
agonisten, waaronder rotigotine (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De meest waarschijnlijke bijwerkingen zouden die bijwerkingen zijn die gerelateerd zijn aan het
farmacodynamische profiel van een dopamine-agonist, waaronder misselijkheid, braken, hypotensie,
onwillekeurige bewegingen, hallucinaties, verwarring, convulsies en andere verschijnselen van
centrale dopaminerge stimulatie.
Behandeling
Er is geen antidotum voor de overdosering van dopamine-agonisten bekend. Bij het vermoeden van
een overdosering dient verwijdering van de pleister(s) te worden overwogen. Na verwijdering van de
pleister(s) stopt immers de opname van de werkzame stof en daalt de plasmaconcentratie van
rotigotine snel. De patiënt dient nauwkeurig gecontroleerd te worden, inclusief hartslag, hartritme en
bloeddruk.
Bij de behandeling van overdosering kunnen algemene ondersteunende maatregelen ter behoud van de
vitale functies noodzakelijk zijn. Het wordt niet verwacht dat dialyse nut zou hebben, omdat rotigotine
niet door dialyse wordt verwijderd.
Indien het noodzakelijk is de behandeling met rotigotine te staken, dient dit geleidelijk te gebeuren om
het maligne neurolepticasyndroom te voorkomen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-parkinsonmiddelen, dopamine-agonisten; ATC-code: N04BC09
Rotigotine is een non-ergoline dopamine-agonist voor de behandeling van klachten en symptomen van
de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome.
Werkingsmechanisme
Men denkt dat het gunstige effect van rotigotine op de ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door
activering van de D
3
-,
D
2
-
en D
1
-receptoren
in de nucleus caudatus en het putamen in de hersenen.
Het exacte werkingsmechanisme van rotigotine als behandeling van RLS is niet bekend. Het wordt
aangenomen dat de werking van rotigotine voornamelijk wordt uitgeoefend via dopaminereceptoren.
66
Farmacodynamische effecten
Gelet op het functionele effect op de verschillende receptor subtypes en hun verdeling in de hersenen,
wordt rotigotine omschreven als een D
2
-
en D
3
-receptor
agonist die ook effect heeft op D
1
-,
D
4
-
en D
5
-
receptoren. Voor wat betreft de niet-dopaminerge receptoren vertoonde rotigotine een antagonisme
voor alfa2B-receptoren en een agonisme voor 5HT1A-receptoren. Er is geen effect van rotigotine op
de 5HT2B-receptor.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van rotigotine bij de behandeling van de tekenen en symptomen van de
idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson werd geëvalueerd in een multinationaal
ontwikkelingsprogramma voor geneesmiddelen bestaande uit vier centrale, parallelle,
gerandomiseerde, placebogecontroleerde dubbelblinde studies en drie studies die specifieke aspecten
van de ziekte van Parkinson onderzochten.
Twee hoofdstudies (SP512 Deel I en SP513 Deel I)
waarin de werkzaamheid van rotigotine bij de
behandeling van de tekenen en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson
werd onderzocht, werden uitgevoerd onder patiënten die niet gelijktijdig dopamine-agonisten kregen
en die nog niet eerder met levodopa waren behandeld of bij wie de eerdere levodopa-behandeling
≤6 maanden duurde. Als primaire variabele werden twee componenten van de
Unified Parkinson’s
Disease Rating Scale
(UPDRS) beoordeeld: de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL)
(Deel II) en het Motorisch Onderzoek (Deel III).
De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie aan de hand van de
verbetering van het percentage responders en van het absolute aantal punten in de waarden van de
gecombineerde scores voor ADL en Motorisch Onderzoek (UPDRS Deel II+III).
Tijdens de dubbelblinde studie SP512 Deel I
kregen 177 patiënten rotigotine en 96 patiënten een
placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 6 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele rotigotinedosis of placebo. De patiënten in
beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was bij 91% van de patiënten in de rotigotinegroep de
optimale dosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 6 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 48% van de patiënten die rotigotine kregen en bij 19% van de patiënten die een
placebo kregen (verschil 29%, CI
95%
18%; 39%, p<0,0001). Bij de met rotigotine behandelde patiënten
bedroeg de gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel II+III) -3,98 punten (basislijn
29,9 punten), terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verslechtering van 1,31 punten werd
waargenomen (basislijn 30,0 punten). Het verschil was 5,28 punten en statistisch significant
(p <0,0001).
Tijdens de dubbelblinde studie SP513 Deel I
kregen 213 patiënten rotigotine, 227 ropinirol en
117 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis gedurende 4 weken in wekelijkse stappen van
2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale dosis van 8 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de ropinirolgroep werd de dosis gedurende 13 weken getitreerd tot de optimale
individuele dosis van maximaal 24 mg/dag. De patiënten in beide behandelingsgroepen werden
gedurende 6 maanden op hun respectievelijke doses gehouden.
67
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was bij 92% van de patiënten in de rotigotinegroep de
optimumdosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 8 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 52% van de patiënten die rotigotine kregen, 68% van de patiënten die ropinirol
kregen en 30% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 21,7%,
CI
95%
11,1%; 32,4%, verschil ropinirol versus placebo 38,4%, CI
95%
28,1%; 48,6%, verschil ropinirol
versus rotigotine 16,6%, CI
95%
7,6%; 25,7%). De gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel
II+III) bedroeg 6,83 punten (basislijn 33,2 punten) in de rotigotinegroep, 10,78 punten in de
ropinirolgroep (basislijn 32,2 punten) en 2,33 punten in de placebogroep (basislijn 31,3 punten). Alle
verschillen tussen de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant. In deze studie kon
niet worden aangetoond dat rotigotine niet inferieur is ten opzichte van ropinirol.
In een daaropvolgende open-labelstudie (SP824),
een multicentrische, multinationale studie, werd
de verdraagbaarheid onderzocht van het in één nacht overschakelen van ropinirol, pramipexol of
cabergoline op rotigotine transdermale pleister en het effect daarvan op de symptomen bij
proefpersonen met idiopathische ziekte van Parkinson. 116 patiënten werden omgeschakeld van een
eerdere orale behandeling naar een behandeling met rotigotine, dosis tot 8 mg/24 h. 47 van hen hadden
daarvoor tot 9 mg/dag ropinirol gekregen, 47 tot 2 mg/dag pramipexol en 22 tot 3 mg/dag cabergoline.
Overschakelen op rotigotine was mogelijk en de dosis moest slechts bij 2 ex-ropinirolpatiënten, 5 ex-
pramipexolpatiënten en 4 ex-cabergolinepatiënten minimaal worden aangepast (mediaan 2 mg/24 h).
Er werden verbeteringen vastgesteld in de scores van UPDRS Delen I - IV. Het veiligheidsprofiel was
niet verschillend van het profiel dat in eerdere studies werd waargenomen.
In een gerandomiseerde open-labelstudie (SP825)
bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een
vroeg stadium, werden 25 patiënten gerandomiseerd naar behandeling met rotigotine en 26 naar
behandeling met ropinirol. In beide groepen werd de behandeling getitreerd naar de optimale of
maximale dosis van respectievelijk 8 mg/24 h of 9 mg/dag. Bij beide behandelingen werden
verbeteringen vastgesteld van de motoriek in de vroege ochtend en van het slapen. Op het vlak van
motorische symptomen (UPDRS Deel III) was er een verbetering met 6,3 ± 1,3 punten bij patiënten
behandeld met rotigotine en met 5,9 ± 1,3 punten bij de groep behandeld met ropinirol na 4 weken
onderhoudsbehandeling. Op het vlak van slapen (PDSS) was er een verbetering met 4,1 ± 13,8 punten
voor de patiënten behandeld met rotigotine en met 2,5 ± 13,5 punten voor de patiënten behandeld met
ropinirol. Het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar, met uitzondering van reacties op de
toedieningsplaats.
In studies SP824 en SP825 die werden uitgevoerd sinds het initiële vergelijkende onderzoek, werd
voor rotigotine en ropinirol bij equivalente doses een soortgelijke werkzaamheid vastgesteld.
Twee aanvullende hoofdstudies (SP650DB en SP515)
werden uitgevoerd onder patiënten die
gelijktijdig behandeld werden met levodopa. Als primaire variabele werd de verlaging van de “off”-
tijd (in uren) beoordeeld. De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie
aan de hand van de verbetering van het percentage responders en de absolute verbetering van de “off”-
tijd.
Tijdens de dubbelblinde studie SP650DB
kregen 113 patiënten rotigotine tot een maximale dosis
van 8 mg/24 h, 109 patiënten kregen rotigotine tot een maximale dosis van 12 mg/24 h en
119 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h,
beginnend met 4 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele dosis rotigotine of placebo. De
patiënten in beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis
gehouden. Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30%
waargenomen bij 57% en 55% van de patiënten die respectievelijk rotigotine 8 mg/24 h en 12 mg/24 h
kregen en bij 34% van de patiënten die een placebo kregen (verschillen van respectievelijk 22% en
21%, respectievelijk CI
95%
10%; 35% en 8%; 33%, p<0,001 voor beide rotigotinegroepen). Bij de met
rotigotine behandelde patiënten bedroeg de gemiddelde verlaging van de “off”-tijd respectievelijk 2,7
en 2,1 uur, terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verlaging van 0,9 uur werd
waargenomen. De verschillen waren statistisch significant (respectievelijk p<0,001 en p=0,003).
68
Tijdens de dubbelblinde studie SP515
kregen 201 patiënten rotigotine, 200 pramipexol en
100 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van
4 mg/24 h tot een maximale dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de pramipexolgroep kregen de patiënten 0,375 mg in de eerste week en 0,75 mg in
de tweede week en werd de dosis vervolgens getitreerd tot de individuele optimale dosis in wekelijkse
stappen van 0,75 mg tot een maximale dosis van 4,5 mg/dag. De patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 maanden op hun respectievelijke dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30% waargenomen
bij 60% van de patiënten die rotigotine kregen, bij 67% van de patiënten die pramipexol kregen en bij
35% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 25%, CI
95%
13%;
36%, verschil pramipexol versus placebo 32%, CI
95%
21%; 43%, verschil pramipexol versus rotigotine
7%, CI
95%
-2%; 17%). De gemiddelde verlaging van de “off”-tijd bedroeg 2,5 uur in de
rotigotinegroep, 2,8 uur in de pramipexolgroep en 0,9 uur in de placebogroep. Alle verschillen tussen
de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant.
Een andere multinationale dubbelblinde studie (SP889)
werd uitgevoerd bij 287 patiënten met een
vroeg of een gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson en bij wie sprake was van onvoldoende
controle van vroege ochtendlijke motorische symptomen. 81,5% van deze patiënten werden
gelijktijdig met levodopa behandeld. 190 patiënten kregen rotigotine en 97 een placebo. De patiënten
werden gedurende 8 weken, in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot hun optimale dosis rotigotine of placebo. Patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 weken op hun optimale dosis gehouden. Co-primaire
uitkomstmaten waren de vroege ochtendmotoriek, beoordeeld met de UPDRS-score Deel III en de
nachtelijke slaapstoornissen, gemeten met de gemodificeerde Parkinsons Disease Sleep Scale (PDSS-
2). Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was de gemiddelde UPDRS-score Deel III verbeterd
met 7,0 punten bij de met rotigotine behandelde patiëntengroep (basislijn 29,6) en met 3,9 punten bij
de placebogroep (basislijn 32,0). Verbeteringen in de gemiddelde PDSS-2 totaalscore waren 5,9
(rotigotine, basislijn 19,3) en 1,9 punten (placebo, basislijn 20,5). Voor de co-primaire variabelen
waren de verschillen in behandeling statistisch significant (p=0,0002 en p<0,0001).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Nadat de pleister is aangebracht, wordt continu rotigotine afgegeven door de pleister voor
transdermaal gebruik en geabsorbeerd via de huid. Steady-state concentraties worden één tot twee
dagen na het aanbrengen van de pleister bereikt en worden op een stabiel niveau gehouden door
dagelijks één pleister aan te brengen, die gedurende 24 uur wordt gedragen.
Rotigotineplasmaconcentraties nemen afhankelijk van de dosis toe binnen een dosisbereik van
1 mg/24 h tot 24 mg/24 h.
Ongeveer 45% van de werkzame stof in de pleister wordt binnen 24 uur aan de huid afgegeven. De
absolute biologische beschikbaarheid na transdermaal gebruik is ongeveer 37%.
Het wisselen van de plaats waar de pleister wordt aangebracht, kan leiden tot dagelijkse verschillen in
het plasmaniveau. Verschillen in de biologische beschikbaarheid van rotigotine varieerden van 2%
(bovenarm
versus
zij) tot 46% (schouder
versus
dij). Er is echter geen indicatie dat dit een relevante
invloed heeft op de klinische studieresultaten.
Distributie
De
in vitro
binding van rotigotine aan plasmaproteïnen is ongeveer 92%.
Het schijnbare distributievolume bij mensen is ongeveer 84 l/kg.
69
Biotransformatie
Rotigotine wordt voor een groot deel gemetaboliseerd. Rotigotine wordt zowel gemetaboliseerd door
N-dealkylatie als door directe en secundaire conjugatie.
In vitro
resultaten geven aan dat verschillende
CYP-isoformen in staat zijn als katalysator te fungeren voor de N-dealkylatie van rotigotine. De
belangrijkste metabolieten zijn sulfaten en glucuronideconjugaten van de moederstof evenals
N-desalkyl-metabolieten, die biologisch inactief zijn.
De informatie over metabolieten is onvolledig.
Eliminatie
Ongeveer 71% van de rotigotine dosis wordt in de urine uitgescheiden en een kleiner gedeelte van
ongeveer 23% wordt via de feces uitgescheiden.
De klaring van rotigotine na transdermale toediening is ongeveer 10 l/min en de totale
eliminatiehalfwaardetijd is 5 tot 7 uur. Het farmacokinetische profiel duidt op een bifasische eliminatie
met een initiële halfwaardetijd van ongeveer 2 tot 3 uur.
Omdat de pleister transdermaal wordt gebruikt, wordt geen invloed van voedsel of maag-
darmstelselaandoeningen verwacht.
Speciale patiëntengroepen
Omdat de therapie met Neupro wordt gestart met een lage dosis en geleidelijk wordt getitreerd
overeenkomstig de klinische verdraagbaarheid om het optimale therapeutische effect te verkrijgen, is
een aanpassing van de dosis vanwege geslacht, gewicht of leeftijd niet noodzakelijk.
Lever- en nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis of een lichte tot ernstige nierfunctiestoornis werden
geen relevante verhogingen van de rotigotineplasmaspiegels gevonden. Neupro werd niet onderzocht
bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis.
Plasmaspiegels van conjugaten van rotigotine en zijn desalkylmetabolieten nemen toe bij een
nierfunctiestoornis. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze metabolieten bijdragen aan de klinische
effecten.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In studies op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering en toxiciteit op lange termijn werden de
belangrijkste effecten in verband gebracht met de aan de dopamine-agonist gerelateerde
farmacodynamische effecten en de daaruit voortvloeiende verlaging van de prolactinesecretie.
Na een enkele dosis rotigotine was er sprake van een duidelijke binding aan melanine bevattende
weefsels (bijv. ogen) in de gepigmenteerde rat en aap, maar dit nam langzaam af gedurende een
observatieperiode van 14 dagen.
Degeneratie van de retina werd waargenomen met behulp van transmissiemicroscopie bij een dosis
equivalent aan 2,8 maal de maximale voor mensen aanbevolen dosis op mg/m
2
-basis in een 3 maanden
durende studie bij albinoratten. De effecten waren duidelijker bij vrouwelijke ratten. Aanvullende
studies ter verdere beoordeling van de specifieke pathologie zijn niet uitgevoerd. Tijdens de
routinematige histopathologische beoordeling van de ogen werd degeneratie van de retina in geen van
de toxicologische studies en bij geen van de geteste diersoorten waargenomen. De relevantie van deze
bevindingen voor de mens is onbekend.
In een carcinogeniciteitsstudie ontwikkelden mannelijke ratten Leydig-celtumoren en hyperplasie.
Maligne tumoren werden voornamelijk gevonden in de uterus van vrouwelijke ratten met gemiddelde
en hoge doseringen. Deze veranderingen zijn bekende effecten van dopamine-agonisten bij ratten na
levenslange therapie en worden als niet relevant voor de mens beschouwd.
70
De effecten van rotigotine op de voortplanting zijn onderzocht bij ratten, konijnen en muizen.
Rotigotine was bij de drie diersoorten niet teratogeen, maar was embryotoxisch bij ratten en muizen
bij maternotoxische doses. Rotigotine had geen effect op de mannelijke vruchtbaarheid bij ratten, maar
verminderde duidelijk de vrouwelijke vruchtbaarheid bij ratten en muizen, vanwege de effecten op de
prolactinespiegels, die met name significant zijn bij knaagdieren.
Rotigotine veroorzaakte geen genmutaties bij de Ames-test, maar vertoonde wel effecten bij de
in vitro
lymfoomtest bij de muis mét metabolische activering en geringere effecten zonder metabolische
activering. Dit mutagene effect zou kunnen worden toegeschreven aan een clastogeen effect van
rotigotine. Dit effect werd
in vivo
niet bevestigd in de micronucleustest bij de muis en de test van de
ongeplande DNA-synthese
(Unscheduled DNA Synthesis, UDS)
bij de rat. Omdat het min of meer
parallel liep aan een verlaagde relatieve totale groei van de cellen, kan het gerelateerd zijn aan een
cytotoxisch effect van de stof. Daarom is de relevantie van die ene positieve
in vitro
mutageniciteitstest onbekend.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Steunlaag
Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd,
van een kleurlaag voorzien met een pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment
rood 166) en met een opdruk (pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
Zelfhechtende matrixlaag
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat,
Povidon K90,
Natriummetabisulfiet (E223),
Ascorbylpalmitaat (E304) en
DL-α-tocoferol (E307).
Beschermstrook
Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
30 maanden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
71
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Peel-off
sachet in een kartonnen doos: de ene zijde bestaat uit een ethyleencopolymeer (binnenste
laag), een aluminiumfolie, een polyethyleenfilm van lage dichtheid en papier; de andere zijde bestaat
uit polyethyleen (binnenste laag), aluminium, ethyleencopolymeer en papier.
Het behandelingsstartpakket bevat 28 pleisters voor transdermaal gebruik in 4 dozen met elk
7 pleisters van 2 mg, 4 mg, 6 mg en 8 mg, die afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Na gebruik bevat de pleister nog steeds de werkzame stof. Na verwijdering dient de gebruikte pleister
dubbel te worden gevouwen, met de hechtkant naar binnen zodat de matrixlaag niet wordt
blootgesteld. Plaats de pleister in het originele sachet en gooi dit vervolgens weg. Alle gebruikte of
ongebruikte pleisters dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften of te worden
teruggebracht naar de apotheek.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 15 februari 2006
Datum van laatste verlenging: 22 januari 2016
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
72
BIJLAGE II
A.
B.
C.
D.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
73
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
UCB Pharma S.A.
Chemin du Foriest
B-1420 Braine l’Alleud
België
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
•
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2. van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
74
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
75
A. ETIKETTERING
76
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 1 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 5 cm
2
bevat 2,25 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
77
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/038 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/040 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/041 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/056 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 1 mg/24 h
78
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
79
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET “BLUE BOX”)
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 1 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 5 cm
2
bevat 2,25 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
80
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/044 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 1 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
81
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER “BLUE BOX”)
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 1 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 5 cm
2
bevat 2,25 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
82
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/044 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 1 mg/24 h
83
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
EXP:
4.
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
84
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 10 cm
2
bevat 4,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
85
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/001 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/002 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/015 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/057 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 2 mg/24 h
86
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
87
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET “BLUE BOX”)
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 10 cm
2
bevat 4,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
88
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/018 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 2 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
89
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER “BLUE BOX”)
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 10 cm
2
bevat 4,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
90
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/018 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 2 mg/24 h
91
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
EXP:
4.
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
92
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 3 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 15 cm
2
bevat 6,75 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
93
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/047 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/049 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/050 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/058 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 3 mg/24 h
94
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
95
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET “BLUE BOX”)
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 3 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 15 cm
2
bevat 6,75 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
96
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/053 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 3 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
97
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER “BLUE BOX”)
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 3 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 15 cm
2
bevat 6,75 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
98
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/053 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 3 mg/24 h
99
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
EXP:
4.
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
100
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 20 cm
2
bevat 9,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
101
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/004 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/005 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/021 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/059 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 4 mg/24 h
102
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
103
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET “BLUE BOX”)
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 20 cm
2
bevat 9,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
104
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/024 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 4 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
105
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER “BLUE BOX”)
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 20 cm
2
bevat 9,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
106
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/024 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 4 mg/24 h
107
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
EXP:
4.
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
108
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 30 cm
2
bevat 13,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
109
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/007 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/008 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/027 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/060 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 6 mg/24 h
110
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
111
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET “BLUE BOX”)
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 30 cm
2
bevat 13,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
112
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/030 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 6 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
113
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER “BLUE BOX”)
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 30 cm
2
bevat 13,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
114
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/030 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 6 mg/24 h
115
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
EXP:
4.
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
116
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 40 cm
2
bevat 18,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
117
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/010 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/011 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/033 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/061 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 8 mg/24 h
118
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
119
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET “BLUE BOX”)
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 40 cm
2
bevat 18,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
120
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/036 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 8 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
121
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER “BLUE BOX”)
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 40 cm
2
bevat 18,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
122
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/036 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 8 mg/24 h
123
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
EXP:
4.
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
124
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS MET 28 PLEISTERS – BEHANDELINGSSTARTPAKKET –
BEHANDELINGSSCHEMA VOOR 4 WEKEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro
2 mg/24 h
4 mg/24 h
6 mg/24 h
8 mg/24 h
Pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Neupro 2 mg/24 h
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 10 cm
2
bevat 4,5 mg rotigotine.
Neupro 4 mg/24 h
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 20 cm
2
bevat 9,0 mg rotigotine.
Neupro 6 mg/24 h
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 30 cm
2
bevat 13,5 mg rotigotine.
Neupro 8 mg/24 h
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 40 cm
2
bevat 18,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Elk behandelingsstartpakket met 28 pleisters voor transdermaal gebruik voor een behandelingsschema
van 4 weken bevat:
7 pleisters voor transdermaal gebruik met Neupro 2 mg/24 h
7 pleisters voor transdermaal gebruik met Neupro 4 mg/24 h
7 pleisters voor transdermaal gebruik met Neupro 6 mg/24 h
7 pleisters voor transdermaal gebruik met Neupro 8 mg/24 h
125
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
126
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 2 mg/24 h, 4 mg/24 h, 6 mg/24 h, 8 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
127
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS MET 7 PLEISTERS - WEEK 1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 10 cm
2
bevat 4,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
Week 1
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
128
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 2 mg/24 h
129
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET - WEEK 1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
Week 1
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
EXP:
4.
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
130
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS MET 7 PLEISTERS – WEEK 2
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 20 cm
2
bevat 9,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
Week 2
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
131
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 4 mg/24 h
132
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET - WEEK 2
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
Week 2
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
EXP:
4.
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
133
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS MET 7 PLEISTERS – WEEK 3
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 30 cm
2
bevat 13,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
Week 3
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
134
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 6 mg/24 h
135
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET - WEEK 3
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
Week 3
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
EXP:
4.
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
136
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
DOOS MET 7 PLEISTERS – WEEK 4
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 40 cm
2
bevat 18,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
Week 4
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP:
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
137
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
13.
Lot:
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 8 mg/24 h
138
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET - WEEK 4
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
Week 4
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
EXP:
4.
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
139
B. BIJSLUITER
140
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Rotigotine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
•
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
•
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige.
•
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
•
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Neupro?
Neupro bevat de werkzame stof rotigotine.
Het behoort tot een groep van geneesmiddelen, de zogenaamde ‘dopamine-agonisten’. Dopamine is
een boodschapper in de hersenen die belangrijk is bij het bewegen.
Waarvoor wordt Neupro gebruikt?
Neupro wordt gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van de tekenen en symptomen van:
•
Restless Legs Syndrome (RLS, Rustelozebenensyndroom)
– dit syndroom kan gepaard gaan
met een gevoel van ongemak in de benen of armen, de drang om te bewegen, een verstoorde
nachtrust en een vermoeid of slaperig gevoel overdag. Deze symptomen worden verminderd of
treden minder lang op door uw behandeling met Neupro.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
U bent
allergisch
voor
rotigotine
of een van de
andere stoffen
in dit geneesmiddel. Deze
stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
•
U moet een
Magnetic Resonance Imaging
(MRI) scan ondergaan (dit zijn diagnostische foto’s
van de binnenkant van het lichaam die door het gebruik van magnetische i.p.v. röntgenstralen
gemaakt worden).
•
U moet ‘cardioversie’ ondergaan (specifieke behandeling voor een abnormaal hartritme).
U moet de Neupro pleister verwijderen vlak vóór het ondergaan van Magnetic Resonance Imaging
(MRI) of cardioversie om brandwonden op de huid te voorkomen, omdat de pleister aluminium bevat.
Nadien kunt u een nieuwe pleister aanbrengen.
141
Gebruik Neupro niet als een van bovenstaande situaties op u van toepassing is. Als u niet zeker bent,
neem dan eerst contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt, omdat:
•
uw
bloeddruk
regelmatig gecontroleerd moet worden tijdens de behandeling met Neupro, in
het bijzonder aan het begin van de behandeling. Neupro kan uw bloeddruk beïnvloeden.
•
uw
ogen
regelmatig gecontroleerd moeten worden tijdens de behandeling met Neupro. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als u problemen met uw gezichtsvermogen opmerkt tussen
de controles door.
•
het nodig kan zijn dat uw arts de dosis aanpast als u ernstige
leverproblemen
heeft. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts als uw leverproblemen tijdens de behandeling erger
worden.
•
u
huidproblemen
kunt krijgen die veroorzaakt worden door de pleister – zie ‘Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister’
in rubriek 4.
•
u zich
zeer slaperig kunt voelen
of
plotseling in slaap kunt vallen
– zie ‘Rijvaardigheid
en
het gebruik van machines’
in rubriek 2.
•
de symptomen van het
Restless Legs Syndrome
eerder kunnen beginnen dan gewoonlijk,
heviger kunnen zijn en andere ledematen kunnen treffen. Als u voor of na aanvang van de
behandeling met Neupro dergelijke symptomen krijgt, neem dan contact op met uw arts,
aangezien uw behandeling mogelijk moet worden aangepast.
Geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van het Restless Legs Syndrome moeten
geleidelijk aan worden verminderd of stopgezet. Vertel het uw arts als u na het stoppen of verminderen
van uw Neupro-behandeling klachten ondervindt zoals depressie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neupro kan bijwerkingen veroorzaken die uw gedrag veranderen (hoe u handelt). U kunt het nuttig
vinden om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt en hen vragen
om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts, laten weten
wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag. Vertel het uw arts als u of uw
familie/verzorger merkt dat u het geneesmiddel overmatig gebruikt of verlangen ontwikkelt naar hoge
doses Neupro of andere geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van het Restless
Legs Syndrome.
Zie ‘Veranderingen
in gedrag en abnormaal denken’
in rubriek 4 voor meer informatie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel
niet
aan
kinderen
onder de 18 jaar omdat niet bekend is of het veilig of
doeltreffend is in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Neupro nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die zonder medisch voorschrift verkrijgbaar zijn
en kruidengeneesmiddelen.
142
Gebruik de volgende geneesmiddelen niet tijdens de behandeling met Neupro – omdat ze het effect
ervan kunnen verminderen:
•
‘anti-psychotische’ geneesmiddelen – gebruikt voor de behandeling van bepaalde psychische
aandoeningen
•
metoclopramide – gebruikt voor de behandeling van misselijkheid (zich ziek voelen) en braken.
Neem contact op met uw arts voordat u Neupro gebruikt als u een van de volgende geneesmiddelen
neemt:
•
kalmerende geneesmiddelen zoals benzodiazepines of geneesmiddelen gebruikt voor de
behandeling van psychische aandoeningen of depressie.
•
bloeddrukverlagende geneesmiddelen. Neupro kan de bloeddruk verlagen wanneer u opstaat –
dit effect kan nog verergerd worden door geneesmiddelen die gebruikt worden om de bloeddruk
te verlagen.
Uw arts zal u laten weten of het veilig is om deze geneesmiddelen te blijven nemen tijdens de
behandeling met Neupro.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Omdat rotigotine via uw huid in de bloedstroom terechtkomt, heeft voedsel of drank geen invloed op
de opname van dit geneesmiddel door het lichaam. Vraag uw arts of het veilig voor u is alcohol te
drinken wanneer u Neupro gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Neupro niet als u zwanger bent, omdat de effecten van rotigotine op de zwangerschap en het
ongeboren kind niet bekend zijn.
Geef geen borstvoeding tijdens de behandeling met Neupro, omdat rotigotine in de moedermelk kan
worden opgenomen en een effect op uw baby kan hebben. Bovendien is het waarschijnlijk dat
rotigotine de melkproductie vermindert.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Door Neupro kunt u zich zeer slaperig voelen en kunt u zeer plotseling in slaap vallen. Als dit gebeurt,
stap dan niet achter het stuur. In uitzonderlijke gevallen zijn mensen tijdens het rijden in slaap
gevallen, waardoor ongevallen werden veroorzaakt.
Gebruik verder geen werktuigen of machines als u zich zeer slaperig voelt – of doe niets waarbij
anderen of uzelf het risico op een ernstig letsel lopen.
Neupro bevat natriummetabisulfiet (E223)
Natriummetabisulfiet (E223) kan in zeldzame gevallen ernstige overgevoeligheidsreacties (allergische
reacties) en bronchospasme (ademhalingsnood veroorzaakt door vernauwing van de luchtwegen)
veroorzaken.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
143
Welke doseringspleisters moeten gebruikt worden?
Neupro is beschikbaar als pleisters in verschillende doseringen die het geneesmiddel gedurende 24 uur
vrijgeven. De doseringen zijn 1 mg/24 h, 2 mg/24 h en 3 mg/24 h voor de behandeling van het
Restless Legs Syndrome.
•
•
•
•
Uw startdosering is één pleister van 1 mg/24 h per dag.
Vanaf de tweede week kan uw dagelijkse dosis elke week met 1 mg verhoogd worden tot u de
geschikte onderhoudsdosis bereikt. Dat is wanneer u en uw arts het eens zijn dat de symptomen
voldoende onder controle zijn en dat de bijwerkingen van het geneesmiddel aanvaardbaar zijn.
Gelieve de instructies van de voorschrijvende arts zorgvuldig op te volgen.
De maximale dosis is 3 mg per dag.
Als u met het gebruik van dit geneesmiddel moet stoppen, zie ‘Als
u stopt met het gebruik van dit
middel’
in rubriek 3.
Hoe gebruikt u Neupro pleisters?
Neupro is een pleister die op de huid aangebracht wordt.
•
Zorg ervoor dat u de oude pleister verwijderd heeft, voordat u een nieuwe pleister plakt.
•
Breng de nieuwe pleister
elke dag op een andere plaats van de huid
aan.
•
Laat de pleister gedurende 24 uur op uw huid, verwijder hem dan en breng een nieuwe aan.
•
Vervang de pleisters elke dag
op ongeveer
hetzelfde tijdstip.
•
Knip de Neupro pleisters niet in stukken.
Waar moet u de pleister aanbrengen?
Breng de plakzijde van de pleister op een stukje
schone, droge en gezonde huid op één van de volgende
plaatsen aan, zoals aangeduid in het grijs op de
tekening:
•
Schouder of bovenarm.
•
Buik.
•
Zij (uw zijkant, tussen uw ribben en uw heup).
•
Dij of heup.
Plaatsen waar de pleister
aangebracht kan worden
Voorkant
Zijkant
Achterkant
Om huidirritatie te vermijden
•
Plak de pleister
dagelijks op een andere plaats van de
huid.
Bijvoorbeeld: de ene dag aan de rechterkant van het
lichaam en de volgende dag aan de linkerkant van het
lichaam, de ene dag op het bovenlichaam en de volgende
dag op het onderlichaam.
•
Breng de Neupro pleister
niet
tweemaal
binnen 14 dagen
op
dezelfde plaats van de huid
aan.
•
Plak de pleister
niet
op
huid die gebarsten, beschadigd,
rood of geïrriteerd
is.
Wanneer u door de pleister toch huidreacties ondervindt, raadpleeg dan ‘Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister’
in rubriek 4 voor meer informatie.
Om te voorkomen dat de pleister gedeeltelijk of volledig loslaat
•
Plak de pleister
niet
op een plaats waar hij
langs strakzittende kleding schuurt.
•
Gebruik
geen crèmes, olie, lotions, poeders
of andere
huidproducten
op de plaats waar u de
pleister gaat aanbrengen. Gebruik ze ook niet op of dichtbij een pleister die u al heeft
aangebracht.
144
•
•
Als u de pleister op behaarde huid moet aanbrengen, moet u die plaats
ten minste 3 dagen
voordat
u de pleister aanbrengt
scheren.
Als de hoeken van de pleister naar boven komen, mag de pleister met medische tape vastgeplakt
worden.
Indien de pleister loslaat, breng dan een nieuwe pleister voor de rest van de dag aan – verwissel de
pleister op het gebruikelijke tijdstip.
•
Laat de plaats waar de pleister is aangebracht
niet warm worden –
bijvoorbeeld door te veel
zonlicht, sauna, hete baden, verwarmingskussens of warmwaterkruiken. De reden daarvoor is
dat het geneesmiddel dan sneller kan worden vrijgegeven. Als u denkt dat de pleister te warm is
geworden, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Controleer altijd of de pleister er niet is afgevallen na activiteiten zoals
een bad of douche
nemen of lichamelijke inspanningen.
Als de pleister
huidirritatie heeft veroorzaakt, bescherm
die plaats op de huid dan
tegen
direct zonlicht,
omdat anders de kleur van de huid kan veranderen.
•
•
Hoe u de pleister gebruikt
•
Elke pleister is verpakt in een afzonderlijk sachet.
•
Bepaal waar u de nieuwe pleister gaat aanbrengen en controleer of u de oude pleisters heeft
verwijderd voordat u het sachet opent.
•
Breng de Neupro pleister op uw huid aan zodra u het sachet heeft geopend en de
beschermstrook heeft verwijderd.
1.
Houd het sachet in beide
handen om het te openen.
2.
Scheid de twee delen van het
sachet.
3.
Open het sachet.
145
4.
Haal de pleister uit het
sachet.
5.
De plakzijde van de pleister
is bedekt met een
transparante bescherm-
strook.
•
Houd de pleister in
beide handen met de
beschermstrook naar u
toe.
6.
•
Buig de pleister in het
midden. Op die manier
opent zich de S-vormige
breuklijn in de strook.
7.
•
•
Haal aan één kant de
beschermstrook eraf.
Raak de plakzijde van
de pleister niet met uw
vingers aan.
8.
•
•
•
Houd de andere helft
van de stevige
beschermstrook vast.
Breng de plakzijde van
de pleister daarna op uw
huid aan.
Druk de plakzijde van
de pleister stevig op zijn
plaats.
146
9.
Vouw de andere helft van de
pleister naar achteren en
verwijder de andere kant van
de beschermstrook.
10.
•
Druk met de palm van
uw hand op de pleister.
•
Blijf gedurende
ongeveer 30 seconden
duwen. Dit zorgt ervoor
dat de pleister contact
maakt met de huid en de
randen goed
vastplakken.
seconden
11.
Was uw handen onmiddellijk
met water en zeep nadat u de
pleister heeft aangebracht.
Hoe verwijdert u een gebruikte pleister?
•
Verwijder de gebruikte pleister langzaam en zorgvuldig.
•
Was de plaats op de huid voorzichtig met warm water en zachte zeep. Daardoor worden
eventuele lijmresten verwijderd die op uw huid zijn achtergebleven. U kunt ook een beetje
babyolie gebruiken om eventuele lijmresten te verwijderen die u er niet kunt afwassen.
•
Gebruik geen alcohol of andere oplosmiddelen, zoals nagellakremovers. Deze kunnen
huidirritatie veroorzaken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het gebruik van hogere dan de door uw arts voorgeschreven doses Neupro kan bijwerkingen zoals
zich niet lekker voelen (misselijkheid) of braken, een lage bloeddruk, het zien of horen van dingen die
niet echt zijn (hallucinaties), zich verward voelen, zich zeer slaperig voelen, onwillekeurige
bewegingen en stuipen veroorzaken.
Neem in zulke gevallen onmiddellijk contact op met uw arts of het ziekenhuis. Zij zullen u zeggen wat
u moet doen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
•
Als u vergeten bent om de pleister op het gebruikelijke tijdstip te vervangen, vervang hem dan
zodra u daaraan denkt. Verwijder de oude pleister en breng een nieuwe aan.
•
Als u vergeten bent om een nieuwe pleister aan te brengen nadat u de oude heeft verwijderd,
breng dan een nieuwe pleister aan zodra u daaraan denkt.
Breng in beide gevallen een nieuwe pleister aan op het gebruikelijke tijdstip de volgende dag. Gebruik
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
147
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Neupro zonder met uw arts te overleggen. Het abrupt stoppen kan leiden
tot een medische aandoening genaamd ‘maligne neurolepticasyndroom’, dat levensbedreigend kan
zijn. Tot de tekenen behoren: verlies van spierbewegingen (akinesie), stijve spieren, koorts, instabiele
bloeddruk, versnelde hartslag (tachycardie), verwardheid, verlaagd bewustzijn (zoals coma).
Als uw arts zegt dat u de behandeling met Neupro moet stoppen, dient de
dagelijkse dosis geleidelijk
verlaagd
te worden:
•
Restless Legs Syndrome
– verminderd met 1 mg om de andere dag.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. Neem contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige als u mogelijke bijwerkingen
opmerkt.
Bijwerkingen die vaker aan het begin van de behandeling voorkomen
Aan het
begin van de behandeling
kunt u
zich niet lekker voelen
(misselijkheid) en
braken.
Deze
effecten zijn meestal van lichte of matige ernst en houden slechts een korte tijd aan.
Neem contact op
met uw arts
wanneer de klachten lang aanhouden of wanneer u zich er zorgen over maakt.
Huidproblemen veroorzaakt door de pleister
•
U kunt roodheid en jeuk krijgen op de plaats waar de pleister aangebracht werd – deze reacties
zijn meestal licht tot matig ernstig van aard.
•
Gewoonlijk verdwijnen deze reacties na enkele uren nadat u de pleister verwijderd heeft.
•
Neem contact op met uw arts
als u een huidreactie heeft die langer aanhoudt dan enkele dagen
of ernstig is. Doe dit ook als de reactie zich uitbreidt buiten de plaats van de huid die bedekt was
door de pleister.
•
Vermijd blootstelling aan zonlicht of zonnebanken op plaatsen van de huid die een huidreactie
vertonen die door de pleister veroorzaakt werd.
•
Breng de pleister dagelijks op een andere plaats op de huid aan om huidreacties te helpen
vermijden, en gebruik dezelfde plaats pas na 14 dagen opnieuw.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hieronder vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Misschien is het nuttig om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt
en hen te vragen om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u of uw arts
laten weten wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag. Neupro kan
ongebruikelijke behoeftes of verlangens veroorzaken waaraan u niet kunt weerstaan zoals de impuls,
de drang of de verleiding om dingen te doen die uzelf of anderen schade kunnen toebrengen.
148
Daartoe behoren:
•
een sterke impuls om te veel te gokken – zelfs als dit een zeer negatief effect op u of uw familie
heeft
•
een veranderde of toegenomen seksuele interesse of gedrag waar u of anderen zich erg bezorgd
om maken – bijvoorbeeld een toegenomen behoefte aan seks
•
een onbedwingbare behoefte om te veel te kopen of uit te geven
•
eetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten (meer dan
normaal eten en meer dan nodig is om uw honger te stillen)
Neupro kan veranderingen in gedrag en abnormaal denken veroorzaken. Daartoe behoren:
•
abnormale gedachten over de werkelijkheid
•
waanvoorstellingen en hallucinaties (het zien of horen van dingen die niet echt zijn)
•
verwardheid
•
desoriëntatie
•
agressief gedrag
•
opgewondenheid
•
delirium.
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hierboven vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Allergische reacties
Neem contact op met uw arts als u tekenen van een allergische reactie opmerkt – deze tekenen zijn
onder meer een gezwollen gezicht, tong of lippen.
Bijwerkingen bij het gebruik van Neupro voor het Restless Legs Syndrome
Neem contact op met uw arts of apotheker als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt:
Zeer vaak:
komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
•
hoofdpijn
•
zich niet lekker voelen (misselijkheid)
•
zich zwak voelen (vermoeidheid)
•
huidreacties onder de pleister zoals roodheid en jeuk
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
•
jeuk
•
prikkelbaarheid
•
allergische reactie
•
verhoogde seksuele drang (meer zin in seks)
•
hoge bloeddruk
•
braken, brandend maagzuur
•
zwelling van de benen en voeten
•
slaperig gevoel, plots in slaap vallen zonder waarschuwingssignalen, inslaapproblemen,
slaapstoornissen, abnormale dromen hebben
•
niet in staat zijn om de impuls te onderdrukken om iets te doen wat schadelijk is, zoals te veel
gokken, herhaaldelijk zinloze handelingen uitvoeren, onbeheerst kopen of te veel uitgeven
•
eetbuien (grote hoeveelheden voedsel in een korte tijdspanne eten) of dwangmatig eten (meer
voedsel dan normaal eten en meer dan nodig is om de honger te stillen)
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
•
opgewonden gevoel
•
duizeligheid bij het overeind komen vanwege een plotselinge daling van de bloeddruk
149
Zelden:
komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
•
agressie
•
desoriëntatie
Niet bekend:
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
•
hunkeren naar hoge doses van geneesmiddelen zoals Neupro – meer dan nodig is voor de
aandoening. Dit wordt ‘dopaminedysregulatiesyndroom’ genoemd en kan leiden tot overmatig
gebruik van Neupro
•
het zien of horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties)
•
nachtmerries
•
achtervolgingswaanzin (paranoia)
•
verwardheid
•
psychotische stoornissen
•
waanideeën
•
delirium
•
duizeligheid
•
bewustzijnsverlies, onwillekeurige bewegingen (dyskinesie)
•
onwillekeurige spierspasmen (convulsies)
•
wazig zien
•
visuele stoornissen zoals het zien van kleuren of lichten
•
vertigo (draaierig gevoel)
•
hartkloppingen (palpitaties)
•
hartritmestoornissen
•
lage bloeddruk
•
hik
•
verstopping (obstipatie), droge mond
•
maagklachten en maagpijn
•
diarree
•
roodheid, overmatig zweten
•
jeuk over het hele lichaam, huidirritatie
•
huiduitslag over het hele lichaam
•
geen erectie kunnen krijgen of behouden
•
gewichtsverlies, gewichtstoename
•
verhoogde of abnormale uitslagen bij leverfunctietesten
•
versnelde hartslag
•
verhoogde waarden van creatinefosfokinase (CPK) (CPK is een enzym dat voornamelijk
voorkomt in skeletspieren)
•
vallen
•
rhabdomyolyse (een zeldzame ernstige spieraandoening die pijn, gevoeligheid en zwakte van de
spieren veroorzaakt en kan leiden tot nierproblemen)
Neem contact op met uw arts of apotheker als u een van bovenstaande bijwerkingen opmerkt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
150
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Wat moet u doen met de gebruikte en ongebruikte pleisters?
•
Gebruikte pleisters bevatten nog steeds de werkzame stof ‘rotigotine’, die schadelijk kan zijn
voor anderen. Vouw de gebruikte pleister met de plakzijde naar binnen. Plaats de pleister in het
oorspronkelijke sachet en gooi het dan op een veilige manier weg, buiten het bereik van
kinderen.
•
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is rotigotine.
•
1 mg/24 h:
Elke pleister geeft 1 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 5 cm
2
bevat 2,25 mg
rotigotine.
•
3 mg/24 h:
Elke pleister geeft 3 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 15 cm
2
bevat 6,75 mg
rotigotine.
De andere stoffen in dit middel zijn:
•
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
natriummetabisulfiet (E223), ascorbylpalmitaat (E304) en DL-α-tocoferol (E307).
•
Steunlaag: Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd, van een kleurlaag voorzien met een
pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment rood 166) en met een opdruk
(pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
•
Beschermstrook: Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
Hoe ziet Neupro eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Neupro is een pleister voor transdermaal gebruik. De pleister is dun, bestaat uit drie lagen en is
vierkant met afgeronde hoeken. De buitenkant is beige en heeft de opdruk Neupro 1 mg/24 h of
3 mg/24 h.
Neupro is verkrijgbaar in de volgende verpakkingsgrootten:
Dozen bevatten 7, 14, 28, 30 of 84 (meervoudige verpakking met 3 verpakkingen van 28) pleisters, die
afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
151
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
Fabrikant
UCB Pharma S.A.
Chemin du Foriest
B-1420 Braine l’Alleud
België
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
UCB Pharma SA/NV
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
България
Ю СИ БИ България ЕООД
Teл.: +359-(0)2 962 30 49
Česká republika
UCB s.r.o.
Tel: +420-221 773 411
Danmark
UCB Nordic A/S
Tlf: +45-32 46 24 00
Deutschland
UCB Pharma GmbH
Tel: +49-(0) 2173 48 48 48
Eesti
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Soome)
Ελλάδα
UCB Α.Ε.
Τηλ: +30-2109974000
España
UCB Pharma S.A.
Tel: +34-91 570 34 44
France
UCB Pharma S.A.
Tél: +33-(0)1 47 29 44 35
Lietuva
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Suomija)
Luxembourg/Luxemburg
UCB Pharma SA/NV
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Magyarország
UCB Magyarország Kft.
Tel: +36-(1) 391 0060
Malta
Pharmasud Ltd.
Tel: +356-21 37 64 36
Nederland
UCB Pharma B.V.
Tel: +31-(0)76-573 11 40
Norge
UCB Nordic A/S
Tlf: +45-32 46 24 00
Österreich
UCB Pharma GmbH
Tel: +43-(0)1 291 80 00
Polska
UCB Pharma Sp. z o.o.
Tel: +48-22 696 99 20
Portugal
BIAL-Portela & Cª, S.A.
Tel: +351-22 986 61 00
152
Hrvatska
Medis Adria d.o.o.
Tel: +385-(0)1 230 34 46
Ireland
UCB (Pharma) Ireland Ltd.
Tel: +353-(0)1 46 37 395
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354-535 7000
Italia
UCB Pharma S.p.A.
Tel: +39-02 300 791
Κύπρος
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
Τηλ: +357-22 05 63 00
Latvija
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Somija)
România
UCB Pharma România S.R.L.
Tel: +40-21 300 29 04
Slovenija
Medis, d.o.o.
Tel: +386-1 589 69 00
Slovenská republika
UCB s.r.o., organizačná zložka
Tel: +421-(0)2 5920 2020
Suomi/Finland
UCB Pharma Oy Finland
Puh/Tel: +358-92 514 4221
Sverige
UCB Nordic A/S
Tel: +46-(0)40 29 49 00
United Kingdom (Northern Ireland)
UCB (Pharma) Ireland Ltd
Tel: + 353 / (0)1-46 37 395
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
153
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Rotigotine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
•
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
•
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
•
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
•
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Neupro?
Neupro bevat de werkzame stof rotigotine.
Het behoort tot een groep van geneesmiddelen, de zogenaamde ‘dopamine-agonisten’. Dopamine is
een boodschapper in de hersenen die belangrijk is bij het bewegen.
Waarvoor wordt Neupro gebruikt?
Neupro wordt gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van de tekenen en symptomen van:
•
Ziekte van Parkinson
– Neupro kan alleen gebruikt worden of in combinatie met een ander
geneesmiddel, levodopa genaamd.
•
Restless Legs Syndrome (RLS, Rustelozebenensyndroom)
– dit syndroom kan gepaard gaan
met een gevoel van ongemak in de benen of armen, de drang om te bewegen, een verstoorde
nachtrust en een vermoeid of slaperig gevoel overdag. Deze symptomen worden verminderd of
treden minder lang op door uw behandeling met Neupro.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
U bent
allergisch
voor
rotigotine
of een van de
andere stoffen
in dit geneesmiddel. Deze
stoffen kunt u vinden in rubriek 6
•
U moet een
Magnetic Resonance Imaging
(MRI) scan ondergaan (dit zijn diagnostische foto’s
van de binnenkant van het lichaam die door het gebruik van magnetische i.p.v. röntgenstralen
gemaakt worden).
•
U moet ‘cardioversie’ondergaan (specifieke behandeling voor een abnormaal hartritme).
154
U moet de Neupro pleister verwijderen vlak vóór het ondergaan van Magnetic Resonance Imaging
(MRI) of cardioversie om brandwonden op de huid te voorkomen, omdat de pleister aluminium bevat.
Nadien kunt u een nieuwe pleister aanbrengen.
Gebruik Neupro niet als een van bovenstaande situaties op u van toepassing is. Als u niet zeker bent,
neem dan eerst contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt, omdat:
•
uw
bloeddruk
regelmatig gecontroleerd moet worden tijdens de behandeling met Neupro, in
het bijzonder aan het begin van de behandeling. Neupro kan uw bloeddruk beïnvloeden.
•
uw
ogen
regelmatig gecontroleerd moeten worden tijdens de behandeling met Neupro. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als u problemen met uw gezichtsvermogen opmerkt tussen
de controles door.
•
het nodig kan zijn dat uw arts de dosis aanpast, als u ernstige
leverproblemen
heeft. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als uw leverproblemen tijdens de behandeling erger
worden.
•
u
huidproblemen
kunt krijgen die veroorzaakt worden door de pleister – zie ‘Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister’
in rubriek 4.
•
u zich
zeer slaperig kunt voelen
of
plotseling in slaap kunt vallen
– zie ‘Rijvaardigheid
en
het gebruik van machines’
in rubriek 2.
•
de symptomen van het
Restless Legs Syndrome
eerder kunnen beginnen dan gewoonlijk,
heviger kunnen zijn en andere ledematen kunnen treffen. Als u voor of na aanvang van de
behandeling met Neupro dergelijke symptomen krijgt, neem dan contact op met uw arts,
aangezien uw behandeling mogelijk moet worden aangepast.
Geneesmiddelen voor de behandeling van de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome
moeten geleidelijk worden verminderd of stopgezet. Vertel het uw arts als u na het stoppen of
verminderen van uw Neupro-behandeling klachten ondervindt zoals depressie, angst, vermoeidheid,
zweten of pijn.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neupro kan bijwerkingen veroorzaken die uw gedrag veranderen (hoe u handelt). U kunt het nuttig
vinden om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt en hen vragen
om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts, laten weten
wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag.
Daartoe behoren:
•
verlangen naar grote doses Neupro of andere geneesmiddelen die worden gebruikt voor de
behandeling van de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome.
•
ongebruikelijke behoeftes of verlangens waaraan u geen weerstand kunt bieden en die uzelf of
anderen schade kunnen toebrengen – de symptomen komen voornamelijk voor bij patiënten met
de ziekte van Parkinson
•
abnormaal denken of gedrag – de meeste symptomen komen vaker voor bij patiënten met de
ziekte van Parkinson.
Zie ‘Veranderingen
in gedrag en abnormaal denken’
in rubriek 4 voor meer informatie.
155
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel
niet
aan
kinderen
onder de 18 jaar omdat niet bekend is of het veilig of
doeltreffend is in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Neupro nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die zonder medisch voorschrift verkrijgbaar zijn
en kruidengeneesmiddelen.
Als u tegelijk behandeld wordt met Neupro en levodopa, kunnen sommige bijwerkingen ernstiger
worden. Daartoe behoren het zien en horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties), bewegingen
waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson (‘dyskinesie’), en
het opzetten (zwellen) van benen en voeten.
Gebruik de volgende geneesmiddelen niet tijdens de behandeling met Neupro – omdat ze het effect
ervan kunnen verminderen:
•
‘anti-psychotische’ geneesmiddelen – gebruikt voor de behandeling van bepaalde psychische
aandoeningen
•
metoclopramide – gebruikt voor de behandeling van misselijkheid (zich ziek voelen) en braken.
Neem contact op met uw arts voordat u Neupro gebruikt als u een van de volgende geneesmiddelen
neemt:
•
kalmerende geneesmiddelen zoals benzodiazepines of geneesmiddelen gebruikt voor de
behandeling van psychische aandoeningen of depressie.
•
bloeddrukverlagende geneesmiddelen. Neupro kan de bloeddruk verlagen wanneer u opstaat –
dit effect kan nog verergerd worden door geneesmiddelen die gebruikt worden om de bloeddruk
te verlagen.
Uw arts zal u laten weten of het veilig is om deze geneesmiddelen te blijven nemen tijdens de
behandeling met Neupro.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Omdat rotigotine via uw huid in de bloedstroom terechtkomt, heeft voedsel of drank geen invloed op
de opname van dit geneesmiddel door het lichaam. Vraag uw arts of het veilig voor u is alcohol te
drinken wanneer u Neupro gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Neupro niet als u zwanger bent, omdat de effecten van rotigotine op de zwangerschap en het
ongeboren kind niet bekend zijn.
Geef geen borstvoeding tijdens de behandeling met Neupro, omdat rotigotine in de moedermelk kan
worden opgenomen en een effect op uw baby kan hebben. Bovendien is het waarschijnlijk dat
rotigotine de melkproductie vermindert.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Door Neupro kunt u zich zeer slaperig voelen en kunt u zeer plotseling in slaap vallen. Als dit gebeurt,
stap dan niet achter het stuur. In uitzonderlijke gevallen zijn mensen tijdens het rijden in slaap
gevallen, waardoor ongevallen werden veroorzaakt.
Gebruik verder geen werktuigen of machines als u zich zeer slaperig voelt – of doe niets waarbij
anderen of uzelf het risico op een ernstig letsel lopen.
156
Neupro bevat natriummetabisulfiet (E223)
Natriummetabisulfiet (E223) kan in zeldzame gevallen ernstige overgevoeligheidsreacties (allergische
reacties) en bronchospasme (ademhalingsnood veroorzaakt door vernauwing van de luchtwegen)
veroorzaken.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Welke doseringspleisters moeten gebruikt worden?
De dosering van Neupro hangt van uw aandoening af – zie hieronder.
Neupro is beschikbaar als pleisters met verschillende doseringen die het geneesmiddel gedurende
24 uur vrijgeven. De doseringen zijn 1 mg/24 h, 2 mg/24 h, 3 mg/24 h, 4 mg/24 h, 6 mg/24 h en
8 mg/24 h. De pleisters van 1 mg/24 h, en 3 mg/24 h worden gebruikt voor de behandeling van het
Restless Legs syndrome, en de pleisters van 4 mg/24 h, 6 mg/24 h en 8 mg/24 h worden gebruikt voor
de ziekte van Parkinson. De pleisters van 2 mg/24 h worden gebruikt voor de behandeling van de
ziekte van Parkinson en het Restless Leg Syndrome.
•
U moet misschien meer dan één pleister gebruiken om uw dosis te bereiken, zoals
voorgeschreven door uw arts.
•
Voor doseringen hoger dan 8 mg/24 h (doseringen voorgeschreven door uw arts die hoger zijn
dan de beschikbare sterktes) moeten meerdere pleisters worden gebruikt om de uiteindelijke
dosering te bereiken. De dagelijkse dosis van bijvoorbeeld 10 mg kan worden bereikt door één
pleister van 6 mg/24 h en één pleister van 4 mg/24 h te gebruiken.
•
De pleisters mogen niet in stukken worden geknipt.
Behandeling van de ziekte van Parkinson
Patiënten die geen levodopa gebruiken – vroeg stadium van de ziekte van Parkinson
•
Uw startdosis is één pleister van 2 mg/24 h per dag.
•
Vanaf de tweede week kan uw dagelijkse dosis elke week met 2 mg verhoogd worden tot u de
geschikte onderhoudsdosis bereikt.
•
Voor de meeste patiënten bevindt de ideale dosis zich tussen 6 mg en 8 mg per dag. Deze wordt
normaal gezien binnen 3 tot 4 weken bereikt.
•
De maximale dosis is 8 mg per dag.
Patiënten die levodopa gebruiken – gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson
•
Uw startdosis is één pleister van 4 mg/24 h per dag.
•
Vanaf de tweede week zal uw dagelijkse dosis elke week met 2 mg verhoogd worden tot u de
geschikte onderhoudsdosis bereikt.
•
Voor de meeste patiënten bevindt de ideale dosis zich tussen 8 mg en 16 mg per dag. Deze
wordt normaal gezien binnen 3 tot 7 weken bereikt.
•
De maximale dosis is 16 mg per dag.
Behandeling van het Restless Legs Syndrome
•
Uw startdosis is één pleister van 1 mg/24 h per dag.
•
Vanaf de tweede week kan uw dagelijkse dosis elke week met 1 mg verhoogd worden – tot u de
geschikte onderhoudsdosis bereikt. Dat is wanneer u en uw arts het eens zijn dat de symptomen
voldoende onder controle zijn en dat de bijwerkingen van het geneesmiddel aanvaardbaar zijn.
•
De maximale dosis is 3 mg per dag.
Als u met het gebruik van dit geneesmiddel moet stoppen, zie ‘Als
u stopt met het gebruik van dit
middel’
in rubriek 3.
157
Hoe gebruikt u Neupro pleisters?
Neupro is een pleister die op de huid aangebracht wordt.
•
Zorg ervoor dat u de oude pleister verwijderd heeft, voordat u een nieuwe pleister plakt.
•
Breng de nieuwe pleister
elke dag op een andere plaats van de huid
aan.
•
Laat de pleister gedurende 24 uur op uw huid, verwijder hem dan en breng een nieuwe aan.
•
Vervang de pleisters elke dag
op ongeveer
hetzelfde tijdstip.
•
Knip de Neupro pleisters niet in stukken.
Waar moet u de pleister aanbrengen?
Breng de plakzijde van de pleister op een stukje
schone, droge en gezonde huid op één van de volgende
plaatsen aan, zoals aangeduid in het grijs op de
tekening:
•
Schouder of bovenarm.
•
Buik.
•
Zij (uw zijkant, tussen uw ribben en uw heup).
•
Dij of heup.
Plaatsen waar de pleister
aangebracht kan worden
Voorkant
Zijkant
Achterkant
Om huidirritatie te vermijden
•
Plak de pleister
dagelijks op een andere plaats van de
huid.
Bijvoorbeeld: de ene dag aan de rechterkant van het
lichaam en de volgende dag aan de linkerkant van het
lichaam, de ene dag op het bovenlichaam en de volgende
dag op het onderlichaam.
•
Breng de Neupro pleister
niet
tweemaal
binnen 14 dagen
op
dezelfde plaats van de huid
aan.
•
Plak de pleister
niet
op
huid die gebarsten, beschadigd,
rood of geïrriteerd
is.
Wanneer u door de pleister toch huidreacties ondervindt, raadpleeg dan ‘Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister’
in rubriek 4 voor meer informatie.
Om te voorkomen dat de pleister gedeeltelijk of volledig loslaat
•
Plak de pleister
niet
op een plaats waar hij
langs strakzittende kleding schuurt.
•
Gebruik
geen crèmes, olie, lotions, poeders
of andere
huidproducten
op de plaats waar u de
pleister gaat aanbrengen. Gebruik ze ook niet op of dichtbij een pleister die u al heeft
aangebracht.
•
Als u de pleister op behaarde huid moet aanbrengen, moet u die plaats
ten minste 3 dagen
voordat
u de pleister aanbrengt
scheren.
•
Als de hoeken van de pleister naar boven komen, mag de pleister met medische tape vastgeplakt
worden.
Indien de pleister loslaat, breng dan een nieuwe pleister voor de rest van de dag aan – verwissel de
pleister op het gebruikelijke tijdstip.
•
Laat de plaats waar de pleister is aangebracht
niet warm worden –
bijvoorbeeld door te veel
zonlicht, sauna, hete baden, verwarmingskussens of warmwaterkruiken. De reden daarvoor is
dat het geneesmiddel dan sneller kan worden vrijgegeven. Als u denkt dat de pleister te warm is
geworden, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Controleer altijd of de pleister er niet is afgevallen na activiteiten zoals
een bad of douche
nemen of lichamelijke inspanningen.
Als de pleister
huidirritatie heeft veroorzaakt, bescherm
die plaats op de huid
tegen direct
zonlicht,
omdat anders de kleur van de huid kan veranderen.
•
•
158
Hoe u de pleister gebruikt
•
Elke pleister is verpakt in een afzonderlijk sachet.
•
Bepaal waar u de nieuwe pleister gaat aanbrengen en controleer of u de oude pleisters heeft
verwijderd, voordat u het sachet opent.
•
Breng de Neupro pleister op uw huid aan zodra u het sachet heeft geopend en de
beschermstrook heeft verwijderd.
1.
Houd het sachet in beide
handen om het te openen.
2.
Scheid de twee delen van het
sachet.
3.
Open het sachet.
4.
Haal de pleister uit het
sachet.
5.
De plakzijde van de pleister
is bedekt met een
transparante bescherm-
strook.
•
Houd de pleister in
beide handen met de
beschermstrook naar u
toe.
159
6.
•
Buig de pleister in het
midden. Op die manier
opent zich de S-vormige
breuklijn in de strook.
7.
•
•
Haal aan één kant de
beschermstrook eraf.
Raak de plakzijde van
de pleister niet met uw
vingers aan.
8.
•
•
•
Houd de andere helft
van de stevige
beschermstrook vast.
Breng de plakzijde van
de pleister daarna op uw
huid aan.
Druk de plakzijde van
de pleister stevig op zijn
plaats.
9.
Vouw de andere helft van de
pleister naar achteren en
verwijder de andere kant van
de beschermstrook.
160
10.
•
Druk met de palm van
uw hand op de pleister.
Blijf gedurende
ongeveer 30 seconden
duwen. Dit zorgt ervoor dat
de pleister contact maakt met
de huid en de randen goed
vastplakken.
seconden
11.
Was uw handen onmiddellijk
met water en zeep nadat u de
pleister heeft aangebracht.
Hoe verwijdert u een gebruikte pleister?
•
Verwijder de gebruikte pleister langzaam en zorgvuldig.
•
Was de plaats op de huid voorzichtig met warm water en zachte zeep. Daardoor worden
eventuele lijmresten verwijderd die op uw huid zijn achtergebleven. U kunt ook een beetje
babyolie gebruiken om eventuele lijmresten te verwijderen die u er niet kunt afwassen.
•
Gebruik geen alcohol of andere oplosmiddelen, zoals nagellakremovers. Deze kunnen
huidirritatie veroorzaken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het gebruik van hogere dan de door uw arts voorgeschreven doses Neupro kan bijwerkingen zoals
zich niet lekker voelen (misselijkheid) of braken, een lage bloeddruk, het zien of horen van dingen die
niet echt zijn (hallucinaties), zich verward voelen, zich zeer slaperig voelen, onwillekeurige
bewegingen en stuipen veroorzaken.
Neem in zulke gevallen onmiddellijk contact op met uw arts of het ziekenhuis. Zij zullen u zeggen wat
u moet doen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
•
Als u vergeten bent om de pleister op het gebruikelijke tijdstip te vervangen, vervang hem dan
zodra u daaraan denkt. Verwijder de oude pleister en breng een nieuwe aan.
•
Als u vergeten bent om een nieuwe pleister aan te brengen nadat u de oude heeft verwijderd,
breng dan een nieuwe pleister aan zodra u daaraan denkt.
Breng in beide gevallen een nieuwe pleister aan op het gebruikelijke tijdstip de volgende dag. Gebruik
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Neupro zonder met uw arts te overleggen. Het abrupt stoppen kan leiden
tot een medische aandoening genaamd ‘maligne neurolepticasyndroom’, dat levensbedreigend kan
zijn. Tot de tekenen behoren: verlies van spierbewegingen (akinesie), stijve spieren, koorts, instabiele
bloeddruk, versnelde hartslag (tachycardie), verwardheid, verlaagd bewustzijn (zoals coma).
Als uw arts zegt dat u de behandeling met Neupro moet stoppen, dient de
dagelijkse dosis geleidelijk
verlaagd
te worden:
•
Ziekte van Parkinson
– verminderd met 2 mg om de andere dag.
•
Restless Legs Syndrome
– verminderd met 1 mg om de andere dag.
161
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u mogelijke bijwerkingen
opmerkt.
Bijwerkingen die vaker aan het begin van de behandeling voorkomen
Aan het
begin van de behandeling
kunt u
zich niet lekker voelen
(misselijkheid) en
braken.
Deze
effecten zijn meestal van lichte of matige ernst en houden slechts een korte tijd aan.
Neem contact op
met uw arts
wanneer de klachten lang aanhouden of wanneer u zich er zorgen over maakt.
Huidproblemen veroorzaakt door de pleister
•
U kunt roodheid en jeuk krijgen op de plaats waar de pleister aangebracht werd – deze reacties
zijn meestal licht tot matig ernstig van aard.
•
Gewoonlijk verdwijnen deze reacties na enkele uren – nadat u de pleister verwijderd heeft.
•
Neem contact op met uw arts
als u een huidreactie heeft die langer aanhoudt dan enkele dagen
of ernstig is. Doe dit ook als de reactie zich uitbreidt buiten de plaats van de huid die bedekt was
door de pleister.
•
Vermijd blootstelling aan zonlicht of zonnebanken op plaatsen van de huid die een huidreactie
vertonen die door de pleister veroorzaakt werd.
•
Breng de pleister dagelijks op een andere plaats op de huid aan om huidreacties te helpen
vermijden, en gebruik dezelfde plaats pas na 14 dagen opnieuw.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hieronder vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Misschien is het nuttig om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt
en hen te vragen om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts,
laten weten wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag. Neupro kan
ongebruikelijke behoeftes of verlangens veroorzaken waaraan u niet kunt weerstaan zoals de impuls,
de drang of de verleiding om dingen te doen die uzelf of anderen schade kunnen toebrengen – de
symptomen komen vooral voor bij patiënten met de ziekte van Parkinson.
Daartoe behoren:
•
een sterke impuls om te veel te gokken – zelfs als dit een zeer negatief effect op u of uw familie
heeft
•
een veranderde of toegenomen seksuele interesse of gedrag waar u of anderen zich erg bezorgd
om maken – bijvoorbeeld een toegenomen behoefte aan seks
•
een onbedwingbare behoefte om te veel te kopen of uit te geven
•
eetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten (meer dan
normaal eten en meer dan nodig is om uw honger te stillen)
162
Neupro kan veranderingen in gedrag en abnormaal denken veroorzaken. Daartoe behoren:
•
abnormale gedachten over de werkelijkheid
•
waanvoorstellingen en hallucinaties (het zien of horen van dingen die niet echt zijn)
•
verwardheid
•
desoriëntatie
•
agressief gedrag
•
opgewondenheid
•
delirium
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hierboven vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Allergische reacties
Neem contact op met uw arts als u tekenen van een allergische reactie opmerkt – deze tekenen zijn
onder meer een gezwollen gezicht, tong of lippen.
Bijwerkingen bij het gebruik van Neupro voor de ziekte van Parkinson
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van de volgende bijwerkingen
opmerkt:
Zeer vaak:
komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
•
hoofdpijn
•
zich slaperig of duizelig voelen
•
zich niet lekker voelen (misselijkheid), braken
•
huidreacties onder de pleister zoals roodheid en jeuk
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
•
vallen
•
hik
•
gewichtsverlies
•
zwelling van de benen en voeten
•
zich zwak voelen (vermoeidheid), zich moe voelen
•
hartkloppingen (palpitaties)
•
verstopping (obstipatie), droge mond, brandend maagzuur
•
roodheid, overmatig zweten, jeuk
•
vertigo (draaierig gevoel)
•
het zien of horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties)
•
lage bloeddruk bij het overeind komen, hoge bloeddruk
•
inslaapproblemen, slaapstoornis, moeizaam slapen, nachtmerries, abnormale dromen
•
bewegingen waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson
(dyskinesie)
•
flauwvallen, duizeligheid bij het overeind komen vanwege een plotselinge daling van de
bloeddruk
•
niet in staat zijn om de impuls te onderdrukken om iets te doen wat schadelijk is, zoals te veel
gokken, herhaaldelijk zinloze handelingen uitvoeren, onbeheerst kopen of te veel uitgeven
•
eetbuien (grote hoeveelheden voedsel in een korte tijdspanne eten) of dwangmatig eten (meer
voedsel dan normaal eten en meer dan nodig is om de honger te stillen)
163
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
•
wazig zien
•
gewichtstoename
•
allergische reactie
•
lage bloeddruk
•
versnelde hartslag
•
verhoogde seksuele drang (meer zin in seks)
•
hartritmestoornissen
•
maagklachten en maagpijn
•
jeuk over het hele lichaam, huidirritatie
•
plotseling in slaap vallen zonder waarschuwingssignalen
•
geen erectie kunnen krijgen of behouden
•
zich opgewonden, gedesoriënteerd, verward of paranoïde voelen
•
verhoogde of abnormale uitslagen bij leverfunctietesten
•
visuele stoornissen zoals het zien van kleuren of lichten
•
verhoogde waarden van creatinefosfokinase (CPK) (CPK is een enzym dat voornamelijk
voorkomt in skeletspieren)
Zelden:
komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
•
waanvoorstellingen
•
delirium
•
prikkelbaarheid
•
agressie
•
psychotische stoornissen
•
huiduitslag over grote delen van het lichaam
•
onwillekeurige spierspasmen (convulsies)
Niet bekend:
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
•
hunkeren naar hoge doses van geneesmiddelen zoals Neupro – meer dan nodig is voor de
aandoening. Dit wordt het ‘dopaminedysregulatiesyndroom’ genoemd en kan leiden tot
overmatig gebruik van Neupro.
•
diarree
•
dropped head-syndrome (hangend hoofd)
•
rhabdomyolyse (een zeldzame ernstige spieraandoening die pijn, gevoeligheid en zwakte van de
spieren veroorzaakt en kan leiden tot nierproblemen)
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van bovenstaande bijwerkingen
opmerkt.
Bijwerkingen bij het gebruik van Neupro voor het Restless Legs Syndrome
Neem contact op met uw arts of apotheker als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt:
Zeer vaak:
komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
•
hoofdpijn
•
zich niet lekker voelen (misselijkheid)
•
zich zwak voelen (vermoeidheid)
•
huidreacties onder de pleister zoals roodheid en jeuk
164
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
•
jeuk
•
prikkelbaar gevoel
•
allergische reactie
•
verhoogde seksuele drang (meer zin in seks)
•
hoge bloeddruk
•
braken, brandend maagzuur
•
zwelling van de benen en voeten
•
slaperig gevoel, plots in slaap vallen zonder waarschuwingssignalen, inslaapproblemen,
slaapstoornissen, abnormale dromen hebben
•
niet in staat zijn om de impuls te onderdrukken om iets te doen wat schadelijk is, zoals te veel
gokken, herhaaldelijk zinloze handelingen uitvoeren, onbeheerst kopen of te veel uitgeven
•
eetbuien (grote hoeveelheden voedsel in een korte tijdspanne eten) of dwangmatig eten (meer
voedsel dan normaal eten en meer dan nodig is om de honger te stillen)
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
•
opgewonden gevoel
•
duizeligheid bij het overeind komen vanwege een plotselinge daling van de bloeddruk
Zelden:
komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
•
agressie
•
desoriëntatie
Niet bekend:
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
•
hunkeren naar hoge doses van geneesmiddelen zoals Neupro – meer dan nodig is voor de
aandoening. Dit wordt het ‘dopaminedysregulatiesyndroom’ genoemd en kan leiden tot
overmatig gebruik van Neupro
•
het zien of horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties)
•
nachtmerries
•
achtervolgingswaanzin (paranoia )
•
verwardheid
•
psychotische stoornissen
•
waanideeën
•
delirium
•
duizeligheid
•
bewustzijnsverlies, onwillekeurige bewegingen (dyskinesie)
•
onwillekeurige spierspasmen (convulsies)
•
wazig zien
•
visuele stoornissen zoals het zien van kleuren of lichten
•
vertigo (draaierig gevoel)
•
hartkloppingen (palpitaties)
•
hartritmestoornissen
•
lage bloeddruk
•
hik
•
verstopping (obstipatie), droge mond
•
maagklachten en maagpijn
•
diarree
•
roodheid, overmatig zweten
•
jeuk over het hele lichaam, huidirritatie
•
huiduitslag over grote delen van het lichaam
•
geen erectie kunnen krijgen of behouden
•
gewichtsverlies, gewichtstoename
165
•
•
•
•
•
verhoogde of abnormale uitslagen bij leverfunctietesten
versnelde hartslag
verhoogde waarden van creatinefosfokinase (CPK) (CPK is een enzym dat voornamelijk
voorkomt in skeletspieren)
vallen
rhabdomyolyse (een zeldzame ernstige spieraandoening die pijn, gevoeligheid en zwakte van de
spieren veroorzaakt en kan leiden tot nierproblemen)
Neem contact op met uw arts of apotheker als u een van bovenstaande bijwerkingen opmerkt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Wat moet u doen met de gebruikte en ongebruikte pleisters?
•
Gebruikte pleisters bevatten nog steeds de werkzame stof ‘rotigotine’, die schadelijk kan zijn
voor anderen. Vouw de gebruikte pleister met de plakzijde naar binnen. Plaats de pleister in het
oorspronkelijke sachet en gooi het dan op een veilige manier weg, buiten het bereik van
kinderen.
•
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is rotigotine.
•
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 10 cm
2
bevat 4,5 mg
rotigotine.
De andere stoffen in dit middel zijn:
•
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
natriummetabisulfiet (E223), ascorbylpalmitaat (E304) en DL-α-tocoferol (E307).
•
Steunlaag: Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd, van een kleurlaag voorzien met een
pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment rood 166) en met een opdruk
(pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
•
Beschermstrook: Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
166
Hoe ziet Neupro eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Neupro is een pleister voor transdermaal gebruik. De pleister is dun, bestaat uit drie lagen en is
vierkant met afgeronde hoeken. De buitenkant is beige en heeft de opdruk Neupro 2 mg/24 h.
Neupro is verkrijgbaar in de volgende verpakkingsgrootten:
Dozen bevatten 7, 14, 28, 30 of 84 (meervoudige verpakking met 3 verpakkingen van 28) pleisters, die
afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
Fabrikant
UCB Pharma S.A.
Chemin du Foriest
B-1420 Braine l’Alleud
België
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
UCB Pharma SA/NV
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
България
Ю СИ БИ България ЕООД
Teл.: +359-(0)2 962 30 49
Česká republika
UCB s.r.o.
Tel: +420-221 773 411
Danmark
UCB Nordic A/S
Tlf: +45-32 46 24 00
Deutschland
UCB Pharma GmbH
Tel: +49-(0) 2173 48 48 48
Eesti
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Soome)
Ελλάδα
UCB Α.Ε.
Τηλ: +30-2109974000
Lietuva
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Suomija)
Luxembourg/Luxemburg
UCB Pharma SA/NV
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Magyarország
UCB Magyarország Kft.
Tel: +36-(1) 391 0060
Malta
Pharmasud Ltd.
Tel: +356-21 37 64 36
Nederland
UCB Pharma B.V.
Tel: +31-(0)76-573 11 40
Norge
UCB Nordic A/S
Tlf: +45-32 46 24 00
Österreich
UCB Pharma GmbH
Tel: +43-(0)1 291 80 00
167
España
UCB Pharma S.A.
Tel: +34-91 570 34 44
France
UCB Pharma S.A.
Tél: +33-(0)1 47 29 44 35
Hrvatska
Medis Adria d.o.o.
Tel: +385-(0)1 230 34 46
Ireland
UCB (Pharma) Ireland Ltd.
Tel: +353-(0)1 46 37 395
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354-535 7000
Italia
UCB Pharma S.p.A.
Tel: +39-02 300 791
Κύπρος
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
Τηλ: +357-22 05 63 00
Latvija
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Somija)
Polska
UCB Pharma Sp. z o.o.
Tel: +48-22 696 99 20
Portugal
BIAL-Portela & Cª, S.A.
Tel: +351-22 986 61 00
România
UCB Pharma România S.R.L.
Tel: +40-21 300 29 04
Slovenija
Medis, d.o.o.
Tel: +386-1 589 69 00
Slovenská republika
UCB s.r.o., organizačná zložka
Tel: +421-(0)2 5920 2020
Suomi/Finland
UCB Pharma Oy Finland
Puh/Tel: +358-92 514 4221
Sverige
UCB Nordic A/S
Tel: +46-(0)40 29 49 00
United Kingdom (Northern Ireland)
UCB (Pharma) Ireland Ltd
Tel: + 353 / (0)1-46 37 395
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
168
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Rotigotine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
•
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
•
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
•
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
•
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Neupro?
Neupro bevat de werkzame stof rotigotine.
Het behoort tot een groep van geneesmiddelen, de zogenaamde ‘dopamine-agonisten’. Dopamine is
een boodschapper in de hersenen die belangrijk is bij het bewegen.
Waarvoor wordt Neupro gebruikt?
Neupro wordt gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van de tekenen en symptomen van:
•
Ziekte van Parkinson
– Neupro kan alleen gebruikt worden, of in combinatie met een ander
geneesmiddel, levodopa genaamd.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
U bent
allergisch
voor
rotigotine
of een van de
andere stoffen
in dit geneesmiddel. Deze
stoffen kunt u vinden in rubriek 6
•
U moet een
Magnetic Resonance Imaging
(MRI) scan ondergaan (dit zijn diagnostische foto’s
van de binnenkant van het lichaam die door het gebruik van magnetische i.p.v. röntgenstralen
gemaakt worden).
•
U moet ‘cardioversie’ ondergaan (specifieke behandeling voor een abnormaal hartritme).
U moet de Neupro pleister verwijderen vlak vóór het ondergaan van Magnetic Resonance Imaging
(MRI) of cardioversie om brandwonden op de huid te voorkomen, omdat de pleister aluminium bevat.
Nadien kunt u een nieuwe pleister aanbrengen.
169
Gebruik Neupro niet als een van bovenstaande situaties op u van toepassing is. Als u niet zeker bent,
neem dan eerst contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt, omdat:
•
uw
bloeddruk
regelmatig gecontroleerd moet worden tijdens de behandeling met Neupro, in
het bijzonder aan het begin van de behandeling. Neupro kan uw bloeddruk beïnvloeden.
•
uw
ogen
regelmatig gecontroleerd moeten worden tijdens de behandeling met Neupro. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als u problemen met uw gezichtsvermogen opmerkt tussen
de controles door.
•
het nodig kan zijn dat uw arts de dosis aanpast, als u ernstige
leverproblemen
heeft. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als uw leverproblemen tijdens de behandeling erger
worden.
•
u
huidproblemen
kunt krijgen die veroorzaakt worden door de pleister – zie ‘Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister’
in rubriek 4.
•
u zich
zeer slaperig kunt voelen
of
plotseling in slaap kunt vallen
– zie ‘Rijvaardigheid
en
het gebruik van machines’
in rubriek 2.
Als u deze symptomen na aanvang van de behandeling met Neupro krijgt, neem dan contact op met
uw arts.
De geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van de ziekte van Parkinson moeten
worden verminderd of geleidelijk worden stopgezet. Vertel het uw arts als u na het stoppen of
verminderen van uw Neupro-behandeling klachten ondervindt zoals depressie, angst, vermoeidheid,
zweten of pijn.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neupro kan bijwerkingen veroorzaken die uw gedrag veranderen (hoe u handelt). U kunt het nuttig
vinden om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt en hen vragen
om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts, laten weten
wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag.
Daartoe behoren:
•
verlangen naar grote doses Neupro of andere geneesmiddelen die worden gebruikt voor de
behandeling van de ziekte van Parkinson
•
ongebruikelijke behoeftes of verlangens waaraan u geen weerstand kunt bieden en die uzelf of
anderen schade kunnen toebrengen
•
abnormaal denken of gedrag.
Zie ‘Veranderingen
in gedrag en abnormaal denken’
in rubriek 4 voor meer informatie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel
niet
aan
kinderen
onder de 18 jaar omdat niet bekend is of het veilig of
doeltreffend is in deze leeftijdsgroep.
170
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Neupro nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die zonder medisch voorschrift verkrijgbaar zijn
en kruidengeneesmiddelen.
Als u tegelijk behandeld wordt met Neupro en levodopa, kunnen sommige bijwerkingen ernstiger
worden. Daartoe behoren het zien en horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties), bewegingen
waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson (‘dyskinesie’), en
het opzetten (zwellen) van benen en voeten.
Gebruik de volgende geneesmiddelen niet tijdens de behandeling met Neupro – omdat ze het effect
ervan kunnen verminderen:
•
‘anti-psychotische’ geneesmiddelen – gebruikt voor de behandeling van bepaalde psychische
aandoeningen
•
metoclopramide – gebruikt voor de behandeling van misselijkheid (zich ziek voelen) en braken.
Neem contact op met uw arts voordat u Neupro gebruikt als u een van de volgende geneesmiddelen
neemt:
•
kalmerende geneesmiddelen zoals benzodiazepines of geneesmiddelen gebruikt voor de
behandeling van psychische aandoeningen of depressie.
•
bloeddrukverlagende geneesmiddelen. Neupro kan de bloeddruk verlagen wanneer u opstaat –
dit effect kan nog verergerd worden door geneesmiddelen die gebruikt worden om de bloeddruk
te verlagen.
Uw arts zal u laten weten of het veilig is om deze geneesmiddelen te blijven nemen tijdens de
behandeling met Neupro.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Omdat rotigotine via uw huid in de bloedstroom terechtkomt, heeft voedsel of drank geen invloed op
de opname van dit geneesmiddel door het lichaam. Vraag uw arts of het veilig voor u is alcohol te
drinken wanneer u Neupro gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Neupro niet als u zwanger bent, omdat de effecten van rotigotine op de zwangerschap en het
ongeboren kind niet bekend zijn.
Geef geen borstvoeding tijdens de behandeling met Neupro, omdat rotigotine in de moedermelk kan
worden opgenomen en een effect op uw baby kan hebben. Bovendien is het waarschijnlijk dat
rotigotine de melkproductie vermindert.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Door Neupro kunt u zich zeer slaperig voelen en kunt u zeer plotseling in slaap vallen. Als dit gebeurt,
stap dan niet achter het stuur. In uitzonderlijke gevallen zijn mensen tijdens het rijden in slaap
gevallen, waardoor ongevallen werden veroorzaakt.
Gebruik verder geen werktuigen of machines als u zich zeer slaperig voelt – of doe niets waarbij
anderen of uzelf het risico op een ernstig letsel lopen.
171
Neupro bevat natriummetabisulfiet (E223)
Natriummetabisulfiet (E223) kan in zeldzame gevallen ernstige overgevoeligheidsreacties (allergische
reacties) en bronchospasme (ademhalingsnood veroorzaakt door vernauwing van de luchtwegen)
veroorzaken.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Welke doseringspleisters moeten gebruikt worden?
De dosering van Neupro hangt van uw aandoening af – zie hieronder.
Neupro is beschikbaar als pleisters met verschillende doseringen die het geneesmiddel gedurende
24 uur vrijgeven. De doseringen zijn 2 mg/24 h, 4 mg/24 h, 6 mg/24 h en 8 mg/24 h voor de ziekte van
Parkinson.
•
•
U moet misschien meer dan één pleister gebruiken om uw dosis te bereiken, zoals
voorgeschreven door uw arts.
Voor doseringen hoger dan 8 mg/24 h (doseringen voorgeschreven door uw arts die hoger zijn
dan de beschikbare sterktes) moeten meerdere pleisters worden gebruikt om de uiteindelijke
dosering te bereiken. Een dagelijkse dosis van bijvoorbeeld 10 mg kan worden bereikt door
één pleister van 6 mg/24 h en één pleister van 4 mg/24 h te gebruiken.
De pleisters mogen niet in stukken worden geknipt.
•
Behandeling van de ziekte van Parkinson
Patiënten die geen levodopa gebruiken – vroeg stadium van de ziekte van Parkinson
•
Uw startdosis is één pleister van 2 mg/24 h per dag.
•
Vanaf de tweede week kan uw dagelijkse dosis elke week met 2 mg verhoogd worden – tot u de
geschikte onderhoudsdosis bereikt.
•
Voor de meeste patiënten bevindt de ideale dosis zich tussen 6 mg en 8 mg per dag. Deze wordt
normaal gezien binnen 3 tot 4 weken bereikt.
•
De maximale dosis is 8 mg per dag.
Patiënten die levodopa gebruiken – gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson
•
Uw startdosis is één pleister van 4 mg/24 h per dag.
•
Vanaf de tweede week zal uw dagelijkse dosis elke week met 2 mg verhoogd worden – tot u de
geschikte onderhoudsdosis voor u bereikt.
•
Voor de meeste patiënten bevindt de ideale dosis zich tussen 8 mg en 16 mg per dag. Deze
wordt normaal gezien binnen 3 tot 7 weken bereikt.
•
De maximale dosis is 16 mg per dag.
Als u met het gebruik van dit geneesmiddel moet stoppen, zie ‘Als
u stopt met het gebruik van dit
middel’
in rubriek 3.
Hoe gebruikt u Neupro pleisters?
Neupro is een pleister die op de huid aangebracht wordt.
•
Zorg ervoor dat u de oude pleister verwijderd heeft, voordat u een nieuwe pleister plakt.
•
Breng de nieuwe pleister
elke dag op een andere plaats van de huid
aan.
•
Laat de pleister gedurende 24 uur op uw huid, verwijder hem dan en breng een nieuwe aan.
•
Vervang de pleisters elke dag
op ongeveer
hetzelfde tijdstip.
•
Knip de Neupro pleisters niet in stukken.
172
Waar moet u de pleister aanbrengen?
Breng de plakzijde van de pleister op een stukje
schone, droge en gezonde huid op één van de volgende
plaatsen aan, zoals aangeduid in het grijs op de
tekening:
•
Schouder of bovenarm.
•
Buik.
•
Zij (uw zijkant, tussen uw ribben en uw heup).
•
Dij of heup.
Plaatsen waar de pleister
aangebracht kan worden
Voorkant
Zijkant
Achterkant
Om huidirritatie te vermijden
•
Plak de pleister
dagelijks op een andere plaats van de
huid.
Bijvoorbeeld: de ene dag aan de rechterkant van het
lichaam en de volgende dag aan de linkerkant van het
lichaam, de ene dag op het bovenlichaam en de volgende
dag op het onderlichaam.
•
Breng de Neupro pleister
niet
tweemaal
binnen 14 dagen
op
dezelfde plaats van de huid
aan.
•
Plak de pleister
niet
op
huid die gebarsten, beschadigd,
rood of geïrriteerd
is.
Wanneer u door de pleister toch huidreacties ondervindt, raadpleeg dan ‘Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister’
in rubriek 4 voor meer informatie.
Om te voorkomen dat de pleister gedeeltelijk of volledig loslaat
•
Plak de pleister
niet
op een plaats waar hij
langs strakzittende kleding schuurt.
•
Gebruik
geen crèmes, olie, lotions, poeders
of andere
huidproducten
op de plaats waar u de
pleister gaat aanbrengen. Gebruik ze ook niet op of dichtbij een pleister die u al heeft
aangebracht.
•
Als u de pleister op behaarde huid moet aanbrengen, moet u die plaats
ten minste 3 dagen
voordat
u de pleister aanbrengt
scheren.
•
Als de hoeken van de pleister naar boven komen, mag de pleister met medische tape vastgeplakt
worden.
Indien de pleister loslaat, breng dan een nieuwe pleister voor de rest van de dag aan – verwissel de
pleister op het gebruikelijke tijdstip.
•
Laat de plaats waar de pleister is aangebracht
niet warm worden –
bijvoorbeeld door te veel
zonlicht, sauna, hete baden, verwarmingskussens of warmwaterkruiken. De reden daarvoor is
dat het geneesmiddel dan sneller kan worden vrijgegeven. Als u denkt dat de pleister te warm is
geworden, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Controleer altijd of de pleister er niet is afgevallen na activiteiten zoals
een bad of douche
nemen of lichamelijke inspanningen.
Als de pleister
huidirritatie heeft veroorzaakt, bescherm
die plaats op de huid dan
tegen
direct zonlicht,
omdat anders de kleur van de huid kan veranderen.
•
•
Hoe u de pleister gebruikt
•
Elke pleister is verpakt in een afzonderlijk sachet.
•
Bepaal waar u de nieuwe pleister gaat aanbrengen en controleer of u de oude pleisters heeft
verwijderd, voordat u het sachet opent.
•
Breng de Neupro pleister op uw huid aan zodra u het sachet heeft geopend en de
beschermstrook heeft verwijderd.
173
1.
Houd het sachet in beide
handen om het te openen.
2.
Scheid de twee delen van het
sachet.
3.
Open het sachet.
4.
Haal de pleister uit het
sachet.
5.
De plakzijde van de pleister
is bedekt met een
transparante bescherm-
strook.
•
Houd de pleister in
beide handen met de
beschermstrook naar u
toe.
174
6.
•
Buig de pleister in het
midden. Op die manier
opent zich de S-vormige
breuklijn in de strook.
7.
•
•
Haal aan één kant de
beschermstrook eraf.
Raak de plakzijde van
de pleister niet met uw
vingers aan.
8.
•
•
•
Houd de andere helft
van de stevige
beschermstrook vast.
Breng de plakzijde van
de pleister daarna op uw
huid aan.
Druk de plakzijde van
de pleister stevig op zijn
plaats.
9.
Vouw de andere helft van de
pleister naar achteren en
verwijder de andere kant van
de beschermstrook.
10.
•
Druk met de palm van
uw hand op de pleister.
•
Blijf gedurende
ongeveer 30 seconden
duwen. Dit zorgt ervoor
dat de pleister contact
maakt met de huid en de
randen goed
vastplakken.
seconden
175
11.
Was uw handen onmiddellijk
met water en zeep nadat u de
pleister heeft aangebracht.
Hoe verwijdert u een gebruikte pleister?
•
Verwijder de gebruikte pleister langzaam en zorgvuldig.
•
Was de plaats op de huid voorzichtig met warm water en zachte zeep. Daardoor worden
eventuele lijmresten verwijderd die op uw huid zijn achtergebleven. U kunt ook een beetje
babyolie gebruiken om eventuele lijmresten te verwijderen die u er niet kunt afwassen.
•
Gebruik geen alcohol of andere oplosmiddelen, zoals nagellakremovers. Deze kunnen
huidirritatie veroorzaken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het gebruik van hogere dan de door uw arts voorgeschreven doses Neupro kan bijwerkingen zoals
zich niet lekker voelen (misselijkheid) of braken, een lage bloeddruk, het zien of horen van dingen die
niet echt zijn (hallucinaties), zich verward voelen, zich zeer slaperig voelen, onwillekeurige
bewegingen en stuipen veroorzaken.
Neem in zulke gevallen onmiddellijk contact op met uw arts of het ziekenhuis. Zij zullen u zeggen wat
u moet doen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
•
Als u vergeten bent om de pleister op het gebruikelijke tijdstip te vervangen, vervang hem dan
zodra u daaraan denkt. Verwijder de oude pleister en breng een nieuwe aan.
•
Als u vergeten bent om een nieuwe pleister aan te brengen nadat u de oude heeft verwijderd,
breng dan een nieuwe pleister aan zodra u daaraan denkt.
Breng in beide gevallen een nieuwe pleister aan op het gebruikelijke tijdstip de volgende dag. Gebruik
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Neupro zonder met uw arts te overleggen. Het abrupt stoppen kan leiden
tot een medische aandoening genaamd ‘maligne neurolepticasyndroom’, dat levensbedreigend kan
zijn. Tot de tekenen behoren: verlies van spierbewegingen (akinesie), stijve spieren, koorts, instabiele
bloeddruk, versnelde hartslag (tachycardie), verwardheid, verlaagd bewustzijn (zoals coma).
Als uw arts zegt dat u de behandeling met Neupro moet stoppen, dient de
dagelijkse dosis geleidelijk
verlaagd
te worden:
•
Ziekte van Parkinson
– verminderd met 2 mg om de andere dag.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. Neem contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige als u mogelijke bijwerkingen
opmerkt.
Bijwerkingen die vaker aan het begin van de behandeling voorkomen
Aan het
begin van de behandeling
kunt u
zich niet lekker voelen
(misselijkheid) en
braken.
Deze
effecten zijn meestal van lichte of matige ernst en houden slechts een korte tijd aan.
Neem contact op
met uw arts
wanneer de klachten lang aanhouden of wanneer u zich er zorgen over maakt.
176
Huidproblemen veroorzaakt door de pleister
•
U kunt roodheid en jeuk krijgen op de plaats waar de pleister aangebracht werd – deze reacties
zijn meestal licht tot matig ernstig van aard.
•
Gewoonlijk verdwijnen deze reacties na enkele uren – nadat u de pleister verwijderd heeft.
•
Neem contact op met uw arts
als u een huidreactie heeft die langer aanhoudt dan enkele dagen
of ernstig is. Doe dit ook als de reactie zich uitbreidt buiten de plaats van de huid die bedekt was
door de pleister.
•
Vermijd blootstelling aan zonlicht of zonnebanken op plaatsen van de huid die een huidreactie
vertonen die door de pleister veroorzaakt werd.
•
Breng de pleister dagelijks op een andere plaats op de huid aan om huidreacties te helpen
vermijden, en gebruik dezelfde plaats pas na 14 dagen opnieuw.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hieronder vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Misschien is het nuttig om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt
en hen te vragen om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts,
laten weten wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag. Neupro kan
ongebruikelijke behoeftes of verlangens veroorzaken waaraan u niet kunt weerstaan zoals de impuls,
de drang of de verleiding om dingen te doen die uzelf of anderen schade kunnen toebrengen.
Daartoe behoren:
•
een sterke impuls om te veel te gokken – zelfs als dit een zeer negatief effect op u of uw familie
heeft
•
een veranderde of toegenomen seksuele interesse of gedrag waar u of anderen zich erg bezorgd
om maken – bijvoorbeeld een toegenomen behoefte aan seks
•
een onbedwingbare behoefte om te veel te kopen of uit te geven
•
eetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten (meer dan
normaal eten en meer dan nodig is om uw honger te stillen)
Neupro kan veranderingen in gedrag en abnormaal denken veroorzaken. Daartoe behoren:
•
abnormale gedachten over de werkelijkheid
•
waanvoorstellingen en hallucinaties (het zien of horen van dingen die niet echt zijn)
•
verwardheid
•
desoriëntatie
•
agressief gedrag
•
opgewondenheid
•
delirium
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hierboven vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Allergische reacties
Neem contact op met uw arts als u tekenen van een allergische reactie opmerkt – deze tekenen zijn
onder meer een gezwollen gezicht, tong of lippen.
177
Bijwerkingen bij het gebruik van Neupro voor de ziekte van Parkinson
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van de volgende bijwerkingen
opmerkt:
Zeer vaak:
komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
•
hoofdpijn
•
zich slaperig of duizelig voelen
•
zich niet lekker voelen (misselijkheid), braken
•
huidreacties onder de pleister zoals roodheid en jeuk
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
•
vallen
•
hik
•
gewichtsverlies
•
zwelling van de benen en voeten
•
zich zwak voelen (vermoeidheid), zich moe voelen
•
hartkloppingen (palpitaties)
•
verstopping (obstipatie), droge mond, brandend maagzuur
•
roodheid, overmatig zweten, jeuk
•
vertigo (draaierig gevoel)
•
het zien of horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties)
•
lage bloeddruk bij het overeind komen, hoge bloeddruk
•
inslaapproblemen, slaapstoornis, moeizaam slapen, nachtmerries, abnormale dromen
•
bewegingen waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson
(dyskinesie)
•
flauwvallen, duizelig gevoel bij het overeind komen vanwege een plotselinge daling van de
bloeddruk
•
niet in staat zijn om de impuls te onderdrukken om iets te doen wat schadelijk is, zoals te veel
gokken, herhaaldelijk zinloze handelingen uitvoeren, onbeheerst kopen of te veel uitgeven
•
eetbuien (grote hoeveelheden voedsel in een korte tijdspanne eten) of dwangmatig eten (meer
voedsel dan normaal eten en meer dan nodig is om de honger te stillen)
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
•
wazig zien
•
gewichtstoename
•
allergische reactie
•
lage bloeddruk
•
versnelde hartslag
•
verhoogde seksuele drang (meer zin in seks)
•
hartritmestoornissen
•
maagklachten en maagpijn
•
jeuk over het hele lichaam, huidirritatie
•
plotseling in slaap vallen zonder waarschuwingssignalen
•
geen erectie kunnen krijgen of behouden
•
zich opgewonden, gedesoriënteerd, verward of paranoïde voelen
•
verhoogde of abnormale uitslagen bij leverfunctietesten
•
visuele stoornissen zoals het zien van kleuren of lichten
•
verhoogde waarden van creatinefosfokinase (CPK) (CPK is een enzym dat voornamelijk
voorkomt in skeletspieren)
178
Zelden:
komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
•
waanvoorstellingen
•
delirium
•
prikkelbaarheid
•
agressie
•
psychotische stoornissen
•
huiduitslag over grote delen van het lichaam
•
onwillekeurige spierspasmen (convulsies)
Niet bekend:
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
•
hunkeren naar hoge doses van geneesmiddelen zoals Neupro – meer dan nodig is voor de
aandoening. Dit wordt het ‘dopaminedysregulatiesyndroom’ genoemd en kan leiden tot
overmatig gebruik van Neupro.
•
diarree
•
dropped head-syndrome (hangend hoofd)
•
rhabdomyolyse (een zeldzame ernstige spieraandoening die pijn, gevoeligheid en zwakte van de
spieren veroorzaakt en kan leiden tot nierproblemen)
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van bovenstaande bijwerkingen
opmerkt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Wat moet u doen met de gebruikte en ongebruikte pleisters?
•
Gebruikte pleisters bevatten nog steeds de werkzame stof ‘rotigotine’, die schadelijk kan zijn
voor anderen. Vouw de gebruikte pleister met de plakzijde naar binnen. Plaats de pleister in het
oorspronkelijke sachet en gooi het dan op een veilige manier weg, buiten het bereik van
kinderen.
•
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
179
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is rotigotine.
•
4 mg/24 h:
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 20 cm
2
bevat 9,0 mg
rotigotine.
•
6 mg/24 h:
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 30 cm
2
bevat 13,5 mg
rotigotine.
8 mg/24 h:
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 40 cm
2
bevat 18,0 mg
rotigotine.
•
De andere stoffen in dit middel zijn:
•
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
natriummetabisulfiet (E223), ascorbylpalmitaat (E304) en DL-α-tocoferol (E307).
•
Steunlaag: Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd, van een kleurlaag voorzien met een
pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment rood 166) en met een opdruk
(pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
•
Beschermstrook: Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
Hoe ziet Neupro eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Neupro is een pleister voor transdermaal gebruik. De pleister is dun, bestaat uit drie lagen en is
vierkant met afgeronde hoeken. De buitenkant is beige en heeft de opdruk Neupro 4 mg/24 h, Neupro
6 mg/24 h of Neupro 8 mg/24 h.
Neupro is verkrijgbaar in de volgende verpakkingsgrootten:
Dozen bevatten 7, 14, 28, 30 of 84 (meervoudige verpakking met 3 verpakkingen van 28) pleisters, die
afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
Fabrikant
UCB Pharma S.A.
Chemin du Foriest
B-1420 Braine l’Alleud
België
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
180
België/Belgique/Belgien
UCB Pharma SA/NV
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
България
Ю СИ БИ България ЕООД
Teл.: +359-(0)2 962 30 49
Česká republika
UCB s.r.o.
Tel: +420-221 773 411
Danmark
UCB Nordic A/S
Tlf: +45-32 46 24 00
Deutschland
UCB Pharma GmbH
Tel: +49-(0) 2173 48 48 48
Eesti
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Soome)
Ελλάδα
UCB Α.Ε.
Τηλ: +30-2109974000
España
UCB Pharma S.A.
Tel: +34-91 570 34 44
France
UCB Pharma S.A.
Tél: +33-(0)1 47 29 44 35
Hrvatska
Medis Adria d.o.o.
Tel: +385-(0)1 230 34 46
Ireland
UCB (Pharma) Ireland Ltd.
Tel: +353-(0)1 46 37 395
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354-535 7000
Italia
UCB Pharma S.p.A.
Tel: +39-02 300 791
Lietuva
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Suomija)
Luxembourg/Luxemburg
UCB Pharma SA/NV
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Magyarország
UCB Magyarország Kft.
Tel: +36-(1) 391 0060
Malta
Pharmasud Ltd.
Tel: +356-21 37 64 36
Nederland
UCB Pharma B.V.
Tel: +31-(0)76-573 11 40
Norge
UCB Nordic A/S
Tlf: +45-32 46 24 00
Österreich
UCB Pharma GmbH
Tel: +43-(0)1 291 80 00
Polska
UCB Pharma Sp. z o.o.
Tel: +48-22 696 99 20
Portugal
BIAL-Portela & Cª, S.A.
Tel: +351-22 986 61 00
România
UCB Pharma România S.R.L.
Tel: +40-21 300 29 04
Slovenija
Medis, d.o.o.
Tel: +386-1 589 69 00
Slovenská republika
UCB s.r.o., organizačná zložka
Tel: +421-(0)2 5920 2020
Suomi/Finland
UCB Pharma Oy Finland
Puh/Tel: +358-92 514 4221
181
Κύπρος
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
Τηλ: +357-22 05 63 00
Latvija
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Somija)
Sverige
UCB Nordic A/S
Tel: +46-(0)40 29 49 00
United Kingdom (Northern Ireland)
UCB (Pharma) Ireland Ltd
Tel: + 353 / (0)1-46 37 395
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
182
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Neupro 2 mg/24 h
Neupro 4 mg/24 h
Neupro 6 mg/24 h
Neupro 8 mg/24 h
Pleister voor transdermaal gebruik
Rotigotine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
•
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
•
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
•
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
•
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Neupro?
Neupro bevat de werkzame stof rotigotine.
Het behoort tot een groep van geneesmiddelen, de zogenaamde ‘dopamine-agonisten’. Dopamine is
een boodschapper in de hersenen die belangrijk is bij het bewegen.
Waarvoor wordt Neupro gebruikt?
Neupro wordt gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van de tekenen en symptomen van:
•
Ziekte van Parkinson
– Neupro kan alleen gebruikt worden, of in combinatie met een ander
geneesmiddel, levodopa genaamd.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
U bent
allergisch
voor
rotigotine
of een van de
andere stoffen
in dit geneesmiddel. Deze
stoffen kunt u vinden in rubriek 6
•
U moet een
Magnetic Resonance Imaging
(MRI) scan ondergaan (dit zijn diagnostische foto’s
van de binnenkant van het lichaam die door het gebruik van magnetische i.p.v. röntgenstralen
gemaakt worden).
•
U moet ‘cardioversie’ ondergaan (specifieke behandeling voor een abnormaal hartritme).
183
U moet de Neupro pleister verwijderen vlak vóór het ondergaan van Magnetic Resonance Imaging
(MRI) of cardioversie om brandwonden op de huid te voorkomen, omdat de pleister aluminium bevat.
Nadien kunt u een nieuwe pleister aanbrengen.
Gebruik Neupro niet als een van bovenstaande situaties op u van toepassing is. Als u niet zeker bent,
neem dan eerst contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt, omdat:
•
uw
bloeddruk
regelmatig gecontroleerd moet worden tijdens de behandeling met Neupro, in
het bijzonder aan het begin van de behandeling. Neupro kan uw bloeddruk beïnvloeden.
•
uw
ogen
regelmatig gecontroleerd moeten worden tijdens de behandeling met Neupro. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als u problemen met uw gezichtsvermogen opmerkt tussen
de controles door.
•
het nodig kan zijn dat uw arts de dosis aanpast, als u ernstige
leverproblemen
heeft. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als uw leverproblemen tijdens de behandeling erger
worden.
•
u
huidproblemen
kunt krijgen die veroorzaakt worden door de pleister – zie ‘Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister’
in rubriek 4.
•
u zich
zeer slaperig kunt voelen
of
plotseling in slaap kunt vallen
– zie ‘Rijvaardigheid
en
het gebruik van machines’
in rubriek 2.
Als u deze symptomen na aanvang van de behandeling met Neupro krijgt, neem dan contact op met
uw arts.
De geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van de ziekte van Parkinson moeten
worden verminderd of geleidelijk worden stopgezet. Vertel het uw arts als u na het stoppen of
verminderen van uw Neupro-behandeling klachten ondervindt zoals depressie, angst, vermoeidheid,
zweten of pijn.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neupro kan bijwerkingen veroorzaken die uw gedrag veranderen (hoe u handelt). U kunt het nuttig
vinden om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt en hen vragen
om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts, laten weten
wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag.
Daartoe behoren:
•
verlangen naar grote doses Neupro of andere geneesmiddelen die worden gebruikt voor de
behandeling van de ziekte van Parkinson
•
ongebruikelijke behoeftes of verlangens waaraan u geen weerstand kunt bieden en die uzelf of
anderen schade kunnen toebrengen
•
abnormaal denken of gedrag.
Zie ‘Veranderingen
in gedrag en abnormaal denken’
in rubriek 4 voor meer informatie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel
niet
aan
kinderen
onder de 18 jaar omdat niet bekend is of het veilig of
doeltreffend is in deze leeftijdsgroep.
184
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Neupro nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die zonder medisch voorschrift verkrijgbaar zijn
en kruidengeneesmiddelen.
Als u tegelijk behandeld wordt met Neupro en levodopa, kunnen sommige bijwerkingen ernstiger
worden. Daartoe behoren het zien en horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties), bewegingen
waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson (‘dyskinesie’), en
het opzetten (zwellen) van benen en voeten.
Gebruik de volgende geneesmiddelen niet tijdens de behandeling met Neupro – omdate ze het effect
ervan kunnen verminderen:
•
‘anti-psychotische’ geneesmiddelen – gebruikt voor de behandeling van bepaalde psychische
aandoeningen
•
metoclopramide – gebruikt voor de behandeling van misselijkheid (zich ziek voelen) en braken.
Neem contact op met uw arts voordat u Neupro gebruikt als u een van de volgende geneesmiddelen
neemt:
•
kalmerende geneesmiddelen zoals benzodiazepines of geneesmiddelen gebruikt voor de
behandeling van psychische aandoeningen of depressie.
•
bloeddrukverlagende geneesmiddelen. Neupro kan de bloeddruk verlagen wanneer u opstaat –
dit effect kan nog verergerd worden door geneesmiddelen die gebruikt worden om de bloeddruk
te verlagen.
Uw arts zal u laten weten of het veilig is om deze geneesmiddelen te blijven nemen tijdens de
behandeling met Neupro.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Omdat rotigotine via uw huid in de bloedstroom terechtkomt, heeft voedsel of drank geen invloed op
de opname van dit geneesmiddel door het lichaam. Vraag uw arts of het veilig voor u is alcohol te
drinken wanneer u Neupro gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Neupro niet als u zwanger bent, omdat de effecten van rotigotine op de zwangerschap en het
ongeboren kind niet bekend zijn.
Geef geen borstvoeding tijdens de behandeling met Neupro, omdat rotigotine in de moedermelk kan
worden opgenomen en een effect op uw baby kan hebben. Bovendien is het waarschijnlijk dat
rotigotine de melkproductie vermindert.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Door Neupro kunt u zich zeer slaperig voelen en kunt u zeer plotseling in slaap vallen. Als dit gebeurt,
stap dan niet achter het stuur. In uitzonderlijke gevallen zijn mensen tijdens het rijden in slaap
gevallen, waardoor ongevallen werden veroorzaakt.
Gebruik verder geen werktuigen of machines als u zich zeer slaperig voelt – of doe niets waarbij
anderen of uzelf het risico op een ernstig letsel lopen.
185
Neupro bevat natriummetabisulfiet (E223)
Natriummetabisulfiet (E223) kan in zeldzame gevallen ernstige overgevoeligheidsreacties (allergische
reacties) en bronchospasme (ademhalingsnood veroorzaakt door vernauwing van de luchtwegen)
veroorzaken.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Welke doseringspleisters moeten gebruikt worden?
De dosering van Neupro hangt van uw aandoening af – zie hieronder.
Neupro is beschikbaar als pleisters met verschillende doseringen die het geneesmiddel gedurende
24 uur vrijgeven. De doseringen zijn 2 mg/24 h, 4 mg/24 h, 6 mg/24 h en 8 mg/24 h voor de
behandeling van de ziekte van Parkinson.
U moet misschien meer dan één pleister gebruiken om uw dosis te bereiken, zoals voorgeschreven
door uw arts.
Het Neupro behandelingsstartpakket bevat 4 verschillende verpakkingen (één voor elke sterkte) met
7 pleisters in elk pakket. Deze pakketten zijn meestal nodig voor de eerste vier therapieweken, maar
afhankelijk van de manier waarop u reageert op Neupro, heeft u eventueel niet alle meegeleverde
dosisverpakkingen nodig of heeft u na week 4 aanvullende hogere doseringen nodig, waarin dit pakket
niet voorziet.
Start op de eerste dag van de behandeling met Neupro 2 mg (verpakking gekenmerkt met “Week
1”)
en gebruik één Neupro 2 mg pleister voor transdermaal gebruik per dag. Gebruik Neupro 2 mg
gedurende 7 dagen (bijvoorbeeld als u start op een zondag, gebruik dan de volgende dosering op de
daarop volgende zondag).
Aan het begin van de tweede week dient u Neupro 4 mg te gebruiken (verpakking gekenmerkt met
“Week
2”).
Aan het begin van de derde week dient u Neupro 6 mg te gebruiken (verpakking gekenmerkt met
“Week
3”).
Aan het begin van de vierde week dient u Neupro 8 mg te gebruiken (verpakking gekenmerkt met
“Week
4”).
De passende dosis voor u hangt af van uw behoefte.
4 mg Neupro per dag kan voor sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten
met de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium wordt de passende dosis bereikt binnen 3 of 4
weken, bij een dosis van 6 mg per dag respectievelijk 8 mg per dag. De maximale dosis is 8 mg per
dag. Bij de meeste patiënten met de ziekte van Parkinson in een gevorderd stadium wordt de passende
dosis bereikt binnen 3 tot 7 weken, bij een dosis van 8 mg per dag tot een maximale dosis van 16 mg
per dag. Voor doses hoger dan 8 mg/24 h (doseringen voorgeschreven door uw arts die hoger zijn dan
de beschikbare sterktes) moeten meerdere pleisters worden gebruikt om de uiteindelijke dosering te
bereiken. Een dagelijkse dosis van bijvoorbeeld 14 mg kan worden bereikt door één pleister van
6 mg/24 h en één pleister van 8 mg/24 h te gebruiken en evenzo kan een dagelijkse dosis van 16 mg
worden bereikt door twee pleisters van 8 mg/24 h te gebruiken.
Als u met het gebruik van dit geneesmiddel moet stoppen, zie ‘Als
u stopt met het gebruik van dit
middel’
in rubriek 3.
186
Hoe gebruikt u Neupro pleisters?
Neupro is een pleister die op de huid aangebracht wordt.
•
Zorg ervoor dat u de oude pleister verwijderd heeft, voordat u een nieuwe pleister plakt.
•
Breng de nieuwe pleister
elke dag op een andere plaats van de huid
aan.
•
Laat de pleister gedurende 24 uur op uw huid, verwijder hem dan en breng een nieuwe aan.
•
Vervang de pleisters elke dag
op ongeveer
hetzelfde tijdstip.
•
Knip de Neupro pleisters niet in stukken.
Waar moet u de pleister aanbrengen?
Breng de plakzijde van de pleister op een stukje
schone, droge en gezonde huid op één van de volgende
plaatsen aan, zoals aangeduid in het grijs op de
tekening:
•
Schouder of bovenarm.
•
Buik.
•
Zij (uw zijkant, tussen uw ribben en uw heup).
•
Dij of heup.
Plaatsen waar de pleister
aangebracht kan worden
Voorkant
Zijkant
Achterkant
Om huidirritatie te vermijden
•
Plak de pleister
dagelijks op een andere plaats van de
huid.
Bijvoorbeeld: de ene dag aan de rechterkant van het
lichaam en de volgende dag aan de linkerkant van het
lichaam, de ene dag op het bovenlichaam en de volgende
dag op het onderlichaam.
•
Breng de Neupro pleister
niet
tweemaal
binnen 14 dagen
op
dezelfde plaats van de huid
aan.
•
Plak de pleister
niet
op
huid die gebarsten, beschadigd,
rood of geïrriteerd
is.
Wanneer u door de pleister toch huidreacties ondervindt, raadpleeg dan ‘Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister’
in rubriek 4 voor meer informatie.
Om te voorkomen dat de pleister gedeeltelijk of volledig loslaat
•
Plak de pleister
niet
op een plaats waar hij
langs strakzittende kleding schuurt.
•
Gebruik
geen crèmes, olie, lotions, poeders
of andere
huidproducten
op de plaats waar u de
pleister gaat aanbrengen. Gebruik ze ook niet op of dichtbij een pleister die u al heeft
aangebracht.
•
Als u de pleister op behaarde huid moet aanbrengen, moet u die plaats
ten minste 3 dagen
voordat
u de pleister aanbrengt
scheren.
•
Als de hoeken van de pleister naar boven komen, mag de pleister met medische tape vastgeplakt
worden.
Indien de pleister loslaat, breng dan een nieuwe pleister voor de rest van de dag aan – verwissel de
pleister op het gebruikelijke tijdstip.
•
Laat de plaats waar de pleister is aangebracht
niet warm worden –
bijvoorbeeld door te veel
zonlicht, sauna, hete baden, verwarmingskussens of warmwaterkruiken. De reden daarvoor is
dat het geneesmiddel dan sneller kan worden vrijgegeven. Als u denkt dat de pleister te warm is
geworden, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Controleer altijd of de pleister er niet is afgevallen na activiteiten zoals
een bad of douche
nemen of lichamelijke inspanningen.
Als de pleister
huidirritatie heeft veroorzaakt, bescherm
die plaats op de huid
tegen direct
zonlicht,
omdat anders de kleur van de huid kan veranderen.
•
•
187
Hoe u de pleister gebruikt
•
Elke pleister is verpakt in een afzonderlijk sachet.
•
Bepaal waar u de nieuwe pleister gaat aanbrengen en controleer of u de oude pleisters heeft
verwijderd, voordat u het sachet opent.
•
Breng de Neupro pleister op uw huid aan zodra u het sachet heeft geopend en de
beschermstrook heeft verwijderd.
1.
Houd het sachet in beide
handen om het te openen.
2.
Scheid de twee delen van het
sachet.
3.
Open het sachet.
4.
Haal de pleister uit het
sachet.
5.
De plakzijde van de pleister
is bedekt met een
transparante bescherm-
strook.
•
Houd de pleister in
beide handen met de
beschermstrook naar u
toe.
188
6.
•
Buig de pleister in het
midden. Op die manier
opent zich de S-vormige
breuklijn in de strook.
7.
•
•
Haal aan één kant de
beschermstrook eraf.
Raak de plakzijde van
de pleister niet met uw
vingers aan.
8.
•
•
•
Houd de andere helft
van de stevige
beschermstrook vast.
Breng de plakzijde van
de pleister daarna op uw
huid aan.
Druk de plakzijde van
de pleister stevig op zijn
plaats.
9.
Vouw de andere helft van de
pleister naar achteren en
verwijder de andere kant van
de beschermstrook.
10.
•
Druk met de palm van
uw hand op de pleister.
•
Blijf gedurende
ongeveer 30 seconden
duwen. Dit zorgt ervoor
dat de pleister contact
maakt met de huid en de
randen goed
vastplakken.
seconden
189
11.
Was uw handen onmiddellijk
met water en zeep nadat u de
pleister heeft aangebracht.
Hoe verwijdert u een gebruikte pleister?
•
Verwijder de gebruikte pleister langzaam en zorgvuldig.
•
Was de plaats op de huid voorzichtig met warm water en zachte zeep. Daardoor worden
eventuele lijmresten verwijderd die op uw huid zijn achtergebleven. U kunt ook een beetje
babyolie gebruiken om eventuele lijmresten te verwijderen die u er niet kunt afwassen.
•
Gebruik geen alcohol of andere oplosmiddelen, zoals nagellakremovers. Deze kunnen
huidirritatie veroorzaken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het gebruik van hogere dan de door uw arts voorgeschreven doses Neupro kan bijwerkingen zoals
zich niet lekker voelen (misselijkheid) of braken, een lage bloeddruk, het zien of horen van dingen die
niet echt zijn (hallucinaties), zich verward voelen, zich zeer slaperig voelen, onwillekeurige
bewegingen en stuipen veroorzaken.
Neem in zulke gevallen onmiddellijk contact op met uw arts of het ziekenhuis. Zij zullen u zeggen wat
u moet doen.
Als u een andere pleister (bijvoorbeeld Neupro 4 mg/24 h in plaats van Neupro 2 mg/24 h) heeft
gebruikt dan de pleister die uw arts u heeft voorgeschreven, contacteer dan onmiddellijk uw arts of het
ziekenhuis en volg het advies over het vervangen van de pleisters op.
Als u onaangename reacties ervaart, neem dan contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
•
Als u vergeten bent om de pleister op het gebruikelijke tijdstip te vervangen, vervang hem dan
zodra u daaraan denkt. Verwijder de oude pleister en breng een nieuwe aan.
•
Als u vergeten bent om een nieuwe pleister aan te brengen nadat u de oude heeft verwijderd,
breng dan een nieuwe pleister aan zodra u daaraan denkt.
Breng in beide gevallen een nieuwe pleister aan op het gebruikelijke tijdstip de volgende dag. Gebruik
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Neupro zonder met uw arts te overleggen. Het abrupt stoppen kan leiden
tot een medische aandoening genaamd ‘maligne neurolepticasyndroom’, dat levensbedreigend kan
zijn. Tot de tekenen behoren: verlies van spierbewegingen (akinesie), stijve spieren, koorts, instabiele
bloeddruk, versnelde hartslag (tachycardie), verwardheid, verlaagd bewustzijn (zoals coma).
Als uw arts zegt dat u de behandeling met Neupro moet stoppen, dient de
dagelijkse dosis
Neupro
geleidelijk verlaagd
te worden:
•
Ziekte van Parkinson
– verminderd met 2 mg om de andere dag.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
190
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. Neem contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige als u mogelijke bijwerkingen
opmerkt.
Bijwerkingen die vaker aan het begin van de behandeling voorkomen
Aan het
begin van de behandeling
kunt u
zich niet lekker voelen
(misselijkheid) en
braken.
Deze
effecten zijn meestal van lichte of matige ernst en houden slechts een korte tijd aan.
Neem contact op
met uw arts
wanneer de klachten lang aanhouden of wanneer u zich er zorgen over maakt.
Huidproblemen veroorzaakt door de pleister
•
U kunt roodheid en jeuk krijgen op de plaats waar de pleister aangebracht werd – deze reacties
zijn meestal licht tot matig ernstig van aard.
•
Gewoonlijk verdwijnen deze reacties na enkele uren – nadat u de pleister verwijderd heeft.
•
Neem contact op met uw arts
als u een huidreactie heeft die langer aanhoudt dan enkele dagen
of ernstig is. Doe dit ook als de reactie zich uitbreidt buiten de plaats van de huid die bedekt was
door de pleister.
•
Vermijd blootstelling aan zonlicht of zonnebanken op plaatsen van de huid die een huidreactie
vertonen die door de pleister veroorzaakt werd.
•
Breng de pleister dagelijks op een andere plaats op de huid aan om huidreacties te helpen
vermijden, en gebruik dezelfde plaats pas na 14 dagen opnieuw.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hieronder vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Misschien is het nuttig om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt
en hen te vragen om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts,
laten weten wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag. Neupro kan
ongebruikelijke behoeftes of verlangens veroorzaken waaraan u niet kunt weerstaan zoals de impuls,
de drang of de verleiding om dingen te doen die uzelf of anderen schade kunnen toebrengen.
Daartoe behoren:
•
een sterke impuls om te veel te gokken – zelfs als dit een zeer negatief effect op u of uw familie
heeft
•
een veranderde of toegenomen seksuele interesse of gedrag waar u of anderen zich erg bezorgd
om maken – bijvoorbeeld een toegenomen behoefte aan seks
•
een onbedwingbare behoefte om te veel te kopen of uit te geven
•
eetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten (meer dan
normaal eten en meer dan nodig is om uw honger te stillen)
191
Neupro kan veranderingen in gedrag en abnormaal denken veroorzaken. Daartoe behoren:
•
abnormale gedachten over de werkelijkheid
•
waanvoorstellingen en hallucinaties (het zien of horen van dingen die niet echt zijn)
•
verwardheid
•
desoriëntatie
•
agressief gedrag
•
opgewondenheid
•
delirium
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hierboven vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Allergische reacties
Neem contact op met uw arts als u tekenen van een allergische reactie opmerkt – deze tekenen zijn
onder meer een gezwollen gezicht, tong of lippen.
Bijwerkingen bij het gebruik van Neupro voor de ziekte van Parkinson
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van de volgende bijwerkingen
opmerkt:
Zeer vaak:
komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
•
hoofdpijn
•
zich slaperig of duizelig voelen
•
zich niet lekker voelen (misselijkheid), braken
•
huidreacties onder de pleister zoals roodheid en jeuk
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
•
vallen
•
hik
•
gewichtsverlies
•
zwelling van de benen en voeten
•
zich zwak voelen (vermoeidheid), zich moe voelen
•
hartkloppingen (palpitaties)
•
verstopping (obstipatie), droge mond, brandend maagzuur
•
roodheid, overmatig zweten, jeuk
•
vertigo (draaierig gevoel)
•
het zien of horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties)
•
lage bloeddruk bij het overeind komen, hoge bloeddruk
•
inslaapproblemen, slaapstoornis, moeizaam slapen, nachtmerries, abnormale dromen
•
bewegingen waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson
(dyskinesie)
•
flauwvallen, duizelig gevoel bij het overeind komen vanwege een plotselinge daling van de
bloeddruk
•
niet in staat zijn om de impuls te onderdrukken om iets te doen wat schadelijk is, zoals te veel
gokken, herhaaldelijk zinloze handelingen uitvoeren, onbeheerst kopen of te veel uitgeven
•
eetbuien (grote hoeveelheden voedsel in een korte tijdspanne eten) of dwangmatig eten (meer
voedsel dan normaal eten en meer dan nodig is om de honger te stillen)
192
Soms:
komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
•
wazig zien
•
gewichtstoename
•
allergische reactie
•
lage bloeddruk
•
versnelde hartslag
•
verhoogde seksuele drang (meer zin in seks)
•
hartritmestoornissen
•
maagklachten en maagpijn
•
jeuk over het hele lichaam, huidirritatie
•
plotseling in slaap vallen zonder waarschuwingssignalen
•
geen erectie kunnen krijgen of behouden
•
zich opgewonden, gedesoriënteerd, verward of paranoïde voelen
•
verhoogde of abnormale uitslagen bij leverfunctietesten
•
visuele stoornissen zoals het zien van kleuren of lichten
•
verhoogde waarden van creatinefosfokinase (CPK) (CPK is een enzym dat voornamelijk
voorkomt in skeletspieren)
Zelden:
komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
•
waanvoorstellingen
•
delirium
•
prikkelbaarheid
•
agressie
•
psychotische stoornissen
•
huiduitslag over een groot deel van het lichaam
•
onwillekeurige spierspasmen (convulsies)
Niet bekend:
kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
•
hunkeren naar hoge doses van geneesmiddelen zoals Neupro – meer dan nodig is voor de
aandoening. Dit wordt het ‘dopaminedysregulatiesyndroom’ genoemd en kan leiden tot
overmatig gebruik van Neupro.
•
diarree
•
dropped head-syndrome (hangend hoofd)
•
rhabdomyolyse (een zeldzame ernstige spieraandoening die pijn, gevoeligheid en zwakte van de
spieren veroorzaakt en kan leiden tot nierproblemen)
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van bovenstaande bijwerkingen
opmerkt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
193
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Wat moet u doen met de gebruikte en ongebruikte pleisters?
•
Gebruikte pleisters bevatten nog steeds de werkzame stof ‘rotigotine’, die schadelijk kan zijn
voor anderen. Vouw de gebruikte pleister met de plakzijde naar binnen. Plaats de pleister in het
oorspronkelijke sachet en gooi het dan op een veilige manier weg, buiten het bereik van
kinderen.
•
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is rotigotine.
•
2 mg/24 h:
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 10 cm
2
bevat 4,5 mg
rotigotine.
•
4 mg/24 h:
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 20 cm
2
bevat 9,0 mg
rotigotine.
6 mg/24 h:
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 30 cm
2
bevat 13,5 mg
rotigotine.
8 mg/24 h:
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 40 cm
2
bevat 18,0 mg
rotigotine.
•
•
De andere stoffen in dit middel zijn:
•
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
natriummetabisulfiet (E223), ascorbylpalmitaat (E304) en DL-α-tocoferol (E307).
•
Steunlaag: Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd, van een kleurlaag voorzien met een
pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment rood 166) en met een opdruk
(pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
•
Beschermstrook: Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
194
Hoe ziet Neupro eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Neupro is een pleister voor transdermaal gebruik. De pleister is dun, bestaat uit drie lagen en is
vierkant met afgeronde hoeken. De buitenkant is beige en heeft de opdruk Neupro 2 mg/24 h,
4 mg/24 h, 6 mg/24 h of 8 mg/24 h.
Neupro is verkrijgbaar in de volgende verpakkingsgrootten:
Eén behandelingsstartpakket bevat 28 pleisters voor transdermaal gebruik in 4 dozen met elk
7 pleisters van 2 mg, 4 mg, 6 mg en 8 mg, die afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
Fabrikant
UCB Pharma S.A.
Chemin du Foriest
B-1420 Braine l’Alleud
België
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
UCB Pharma SA/NV
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
България
Ю СИ БИ България ЕООД
Teл.: +359-(0)2 962 30 49
Česká republika
UCB s.r.o.
Tel: +420-221 773 411
Danmark
UCB Nordic A/S
Tlf: +45-32 46 24 00
Deutschland
UCB Pharma GmbH
Tel: +49-(0) 2173 48 48 48
Eesti
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Soome)
Ελλάδα
UCB Α.Ε.
Τηλ: +30-2109974000
Lietuva
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Suomija)
Luxembourg/Luxemburg
UCB Pharma SA/NV
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Magyarország
UCB Magyarország Kft.
Tel: +36-(1) 391 0060
Malta
Pharmasud Ltd.
Tel: +356-21 37 64 36
Nederland
UCB Pharma B.V.
Tel: +31-(0)76-573 11 40
Norge
UCB Nordic A/S
Tlf: +45-32 46 24 00
Österreich
UCB Pharma GmbH
Tel: +43-(0)1 291 80 00
195
España
UCB Pharma S.A.
Tel: +34-91 570 34 44
France
UCB Pharma S.A.
Tél: +33-(0)1 47 29 44 35
Hrvatska
Medis Adria d.o.o.
Tel: +385-(0)1 230 34 46
Ireland
UCB (Pharma) Ireland Ltd.
Tel: +353-(0)1 46 37 395
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354-535 7000
Italia
UCB Pharma S.p.A.
Tel: +39-02 300 791
Κύπρος
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
Τηλ: +357-22 05 63 00
Latvija
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +358-92 514 4221 (Somija)
Polska
UCB Pharma Sp. z o.o.
Tel: +48-22 696 99 20
Portugal
BIAL-Portela & Cª, S.A.
Tel: +351-22 986 61 00
România
UCB Pharma România S.R.L.
Tel: +40-21 300 29 04
Slovenija
Medis, d.o.o.
Tel: +386-1 589 69 00
Slovenská republika
UCB s.r.o., organizačná zložka
Tel: +421-(0)2 5920 2020
Suomi/Finland
UCB Pharma Oy Finland
Puh/Tel: +358-92 514 4221
Sverige
UCB Nordic A/S
Tel: +46-(0)40 29 49 00
United Kingdom (Northern Ireland)
UCB (Pharma) Ireland Ltd
Tel: + 353 / (0)1-46 37 395
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
196
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 1 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 5 cm2 bevat 2,25 mg rotigotine.
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 3 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 15 cm2 bevat 6,75 mg rotigotine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Pleister voor transdermaal gebruik.
Dun, matrixtype, vierkant met afgeronde hoeken, bestaande uit drie lagen.
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 1 mg/24 h'.
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 3 mg/24 h'.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Neupro is geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van matig tot ernstig idiopathisch Restless
Legs Syndrome (RLS) bij volwassenen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis wordt uitgedrukt in nominale dosis.
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 1 mg/24 h, die vervolgens
afhankelijk van de respons bij de patiënt, in wekelijkse stappen van 1 mg/24 h verhoogd kan worden
tot een dosis van maximaal 3 mg/24 h bereikt is. Iedere 6 maanden dient te worden overwogen of de
behandeling moet worden voortgezet.
Neupro wordt eenmaal per dag aangebracht. De pleister moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip
worden aangebracht. De pleister blijft gedurende 24 uur op de huid en wordt daarna vervangen door
een nieuwe pleister op een andere toedieningsplaats.
Als de patiënt de pleister vergeet aan te brengen op het gebruikelijke tijdstip van de dag of als de
pleister losraakt, moet een nieuwe pleister voor de rest van de dag worden aangebracht.
De behandeling met Neupro moet geleidelijk worden stopgezet. De dagelijkse dosis moet worden
verlaagd in stappen van 1 mg/24 h, bij voorkeur om de andere dag, totdat de behandeling met Neupro
helemaal is stopgezet (zie rubriek 4.4). Bij het volgen van deze methode werd geen rebound
(verergering van de symptomen na stopzetting van de behandeling ten opzichte van de initiële
klachten) waargenomen.
Speciale populaties
Leverfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot matig-ernstige
leverfunctiestoornis. Voorzichtigheid is geboden bij het behandelen van patiënten met een ernstige
leverfunctiestoornis die kan leiden tot een lagere rotigotineklaring. Rotigotine werd niet onderzocht bij
deze groep patiënten. Het kan wellicht noodzakelijk zijn de dosis te verlagen als de leverfunctie
verslechtert.
Nierfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot ernstige
nierfunctiestoornis waaronder patiënten die moeten worden gedialyseerd. Een onverwachte
accumulatie van rotigotine kan ook optreden als de nierfunctie acuut verslechtert (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van rotigotine bij kinderen en jongeren zijn nog niet vastgesteld. De
momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 5.2, maar er kan geen doseringsadvies
worden gegeven.
Wijze van toediening
Neupro is voor transdermaal gebruik.
De pleister moet worden aangebracht op een stukje schone, droge, onbeschadigde en gezonde huid op
de buik, dij, heup, zij, schouder of bovenarm. Men dient te voorkomen dat een volgende pleister
binnen 14 dagen op dezelfde plaats wordt aangebracht. Neupro mag niet worden aangebracht op rode,
geïrriteerde of beschadigde huid (zie rubriek 4.4).
Gebruik en instructies
Elke pleister is verpakt in een sachet en dient te worden aangebracht onmiddellijk nadat het sachet is
geopend. De ene helft van de beschermstrook dient te worden verwijderd en de plakstrook dient te
worden aangebracht en stevig op de huid te worden gedrukt. Daarna wordt de pleister teruggevouwen
en wordt het tweede gedeelte van de beschermstrook verwijderd. De plakzijde van de pleister mag niet
worden aangeraakt. De pleister dient stevig te worden aangedrukt met de palm van de hand gedurende
ongeveer 30 seconden, zodat deze goed vastzit.
De pleister dient niet in stukken te worden geknipt.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Magnetic Resonance Imaging of cardioversie (zie rubriek 4.4).
Magnetic Resonance Imaging en cardioversie
De steunlaag van Neupro bevat aluminium. Om brandwonden op de huid te voorkomen, moet Neupro
worden verwijderd als de patiënt een Magnetic Resonance Imaging (MRI)-scan of cardioversie moet
ondergaan.
Orthostatische hypotensie
Het is bekend dat dopamine-agonisten een negatieve invloed hebben op de systemische regeling van
de bloeddruk, wat leidt tot posturale/orthostatische hypotensie. Deze verschijnselen werden ook
waargenomen tijdens de behandeling met rotigotine, maar de incidentie was vergelijkbaar met de
incidentie waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld.
Het wordt aanbevolen de bloeddruk te controleren, vooral aan het begin van de behandeling, vanwege
het algemene risico van orthostatische hypotensie gerelateerd aan dopaminerge therapie.
Syncope
In klinische studies met rotigotine werd syncope waargenomen met een vergelijkbaar percentage als
het percentage waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld. Omdat patiënten
met een klinisch relevante cardiovasculaire aandoening niet geïncludeerd werden in deze studies, is
het nodig patiënten met een ernstige cardiovasculaire aandoening te vragen naar symptomen van
syncope en pre-syncope.
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine is in verband gebracht met somnolentie en episodes van plotselinge slaapaanvallen. Er zijn
meldingen geweest van plotselinge slaapaanvallen tijdens dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen
zonder dat de patiënt zich bewust was van waarschuwingssignalen. De voorschrijvende artsen dienen
continu te controleren of hun patiënten aan sufheid of slaperigheid leiden, omdat patiënten zich
eventueel niet van sufheid of slaperigheid bewust zijn, totdat zij direct daarnaar worden gevraagd. Een
verlaging van de dosering of stopzetting van de therapie dient zorgvuldig te worden overwogen.
Stoornissen in de impulsbeheersing en andere gerelateerde stoornissen
Patiënten dienen regelmatig gecontroleerd te worden op het ontstaan van stoornissen in de
impulsbeheersing en gerelateerde stoornissen, waaronder het dopaminedysregulatiesyndroom.
Patiënten en verzorgers dienen erop attent gemaakt te worden dat in het gedrag van patiënten die
behandeld worden met dopamine-agonisten, waaronder rotigotine, symptomen van een stoornis in de
impulsbeheersing kunnen optreden, waaronder pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag, eetbuien en compulsief eetgedrag. Bij
sommige patiënten werd het dopaminedysregulatiesyndroom waargenomen gedurende de behandeling
met rotigotine. Als dergelijke symptomen zich ontwikkelen, dient een dosisreductie/geleidelijke
stopzetting van de behandeling te worden overwogen.
Maligne neurolepticasyndroom
Er is melding gemaakt van symptomen die wijzen op het maligne neurolepticasyndroom bij abrupte
stopzetting van de dopaminerge therapie. Daarom wordt aanbevolen de behandeling geleidelijk af te
bouwen (zie rubriek 4.2).
Symptomen die wijzen op het dopamine-agonistontwenningssyndroom (bijvoorbeeld pijn,
vermoeidheid, depressie, zweten en angst) zijn gemeld bij abrupt stoppen van dopaminerge therapie.
Daarom wordt aanbevolen om de behandeling geleidelijk stop te zetten (zie rubriek 4.2).
Abnormaal denken en gedrag
Er zijn gevallen gemeld van abnormale gedachten en gedragingen die zich op verschillende manieren
kunnen manifesteren, waaronder paranoïde ideeën, waanideeën, hallucinaties, verwardheid,
psychoseachtig gedrag, desoriëntatie, agressief gedrag, agitatie en delirium.
Fibrotische complicaties
Gevallen van retroperitoneale fibrose, pulmonale infiltraten, pleurale effusie, pleurale verdikking,
pericarditis en cardiale valvulopathie zijn gemeld bij sommige patiënten die werden behandeld met
dopaminerge middelen op basis van ergot-alkaloïden. Hoewel deze complicaties kunnen verdwijnen
als de behandeling wordt stopgezet, is er niet altijd een volledig herstel.
Hoewel men denkt dat deze bijwerkingen gerelateerd zijn aan de ergoline structuur van deze stoffen, is
het onbekend of andere, non-ergoline dopamine-agonisten deze kunnen veroorzaken.
Neuroleptica
Neuroleptica gegeven als anti-emeticum dienen niet te worden toegediend aan patiënten die dopamine-
agonisten gebruiken (zie ook rubriek 4.5).
Oftalmologische controles
Oftalmologische controles worden aanbevolen met regelmatige tussenpozen of bij afwijkingen van het
gezichtsvermogen.
Blootstelling aan warmte
De plaats van de pleister dient niet te worden blootgesteld aan externe warmte (overmatig zonlicht,
verwarmingskussens en andere warmtebronnen zoals een sauna of een warm bad).
Reacties ter hoogte van de toedieningsplaats
Huidreacties ter hoogte van de toedieningsplaats kunnen voorkomen en zijn meestal van lichte of
matige intensiteit. Het wordt aanbevolen dagelijks een andere plaats voor het aanbrengen van de
pleister te kiezen (bijv. wisseling van de rechter- naar de linkerkant en van het boven- naar het
onderlichaam). Eenzelfde plaats mag gedurende 14 dagen niet opnieuw gebruikt worden. Als er
reacties ter hoogte van de toedieningsplaats ontstaan die langer dan een paar dagen duren of lange tijd
aanhouden, als de reactie ernstiger wordt of als de huidreactie zich verspreidt naar plaatsen buiten de
toedieningsplaats, dienen de voordelen en risico's voor de individuele patiënt tegen elkaar afgewogen
te worden.
Als er sprake is van huiduitslag of irritatie die veroorzaakt wordt door het transdermale systeem, dan
dient men te vermijden dat deze plaats direct aan het zonlicht wordt blootgesteld totdat de huid
genezen is, aangezien blootstelling zou kunnen leiden tot verkleuring van de huid.
Als er een gegeneraliseerde huidreactie (bijv. allergische huiduitslag, waaronder erythemateuze,
maculaire, papulaire huiduitslag of pruritus) wordt waargenomen gerelateerd aan het gebruik van
Neupro, moet de behandeling met Neupro worden stopgezet.
Perifeer oedeem
Perifeer oedeem is waargenomen in klinische studies uitgevoerd bij patiënten met RLS.
Augmentatie kan optreden. Augmentatie is het vervroegd optreden van symptomen in de avond (of
zelfs in de namiddag), toename van de ernst van de symptomen en uitbreiding van symptomen naar
andere delen van het lichaam. In klinische langetermijnstudies met rotigotine werd het merendeel van
de augmentatie-episodes opgemerkt in het eerste en tweede jaar van de behandeling. Doses hoger dan
het goedgekeurde dosisbereik voor RLS moeten vermeden worden omdat dit kan leiden tot een hogere
incidentie van augmentatie (zie rubriek 5.1).
Sulfietovergevoeligheid
Neupro bevat natriummetabisulfiet, een sulfiet dat allergische reacties kan veroorzaken, waaronder
anafylactische symptomen en levensbedreigende of minder ernstige astmatische aanvallen, bij
personen die hier gevoelig voor zijn.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Omdat rotigotine een dopamine-agonist is, wordt aangenomen dat dopamine-antagonisten, zoals
neuroleptica (bijv. fenothiazinen, butyrofenonen, thioxanthenen) of metoclopramide, de werkzaamheid
van Neupro kunnen verminderen. Gelijktijdige toediening dient daarom te worden vermeden.
Vanwege de mogelijke additieve effecten is voorzichtigheid geboden als patiënten sederende
geneesmiddelen of andere geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken (bijv.
benzodiazepines, antipsychotica, antidepressiva) of alcohol in combinatie met rotigotine gebruiken.
De gelijktijdige toediening van levodopa en carbidopa in combinatie met rotigotine had geen invloed
op de farmacokinetiek van rotigotine en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
levodopa en carbidopa.
De gelijktijdige toediening van domperidon en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
rotigotine.
De gelijktijdige toediening van omeprazol (remmer van CYP2C19), in doseringen van 40 mg/dag, had
geen effect op de farmacokinetiek en het metabolisme van rotigotine bij gezonde vrijwilligers.
De gelijktijdige toediening van rotigotine (3 mg/24 h) en orale contraceptiva beïnvloedde de
farmacodynamiek en farmacokinetiek van de orale contraceptiva (0,03 mg ethinylestradiol, 0,15 mg
levonorgestrel) niet. Interacties met andere vormen van hormonale contraceptiva zijn niet onderzocht.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden, anticonceptie bij vrouwen
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken om zwangerschap te
voorkomen tijdens de behandeling met rotigotine.
Zwangerschap
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van rotigotine bij zwangere vrouwen. Onderzoek bij
dieren wees niet op teratogene effecten bij ratten en konijnen, maar bij maternotoxische doses bij
ratten en muizen werd embryotoxiciteit waargenomen (zie rubriek 5.3). Het mogelijke risico voor
mensen is onbekend. Rotigotine mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Omdat rotigotine de secretie van prolactine verlaagt bij mensen, wordt een remmende invloed op de
borstvoeding verwacht. Onderzoek bij ratten heeft aangetoond dat rotigotine en/of zijn metaboliet(en)
worden uitgescheiden in de moedermelk. Door het ontbreken van gegevens bij mensen moet de
borstvoeding worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Voor informatie over vruchtbaarheidsstudies zie rubriek 5.3.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Rotigotine kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.
Patiënten die worden behandeld met rotigotine en last hebben van somnolentie en/of plotselinge
slaapaanvallen, moet worden geadviseerd niet te rijden of geen handelingen te verrichten (bijv. het
bedienen van machines), waarbij zij zichzelf of anderen door verminderde alertheid in ernstig of
levensbedreigend gevaar kunnen brengen, totdat dergelijke terugkerende aanvallen en somnolentie zijn
verdwenen (zie ook rubrieken 4.4 en 4.5).
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gepoolde placebogecontroleerde klinische studies bestaande uit in totaal
748 Neupro- en 214 met een placebo behandelde patiënten, meldde 65,5% van de patiënten met
Neupro en 33,2% van de patiënten met placebo ten minste één bijwerking.
Aan het begin van de therapie kunnen dopaminerge bijwerkingen zoals misselijkheid en braken
voorkomen. Deze zijn meestal licht of matig qua intensiteit en van voorbijgaande aard, zelfs als de
behandeling wordt voortgezet.
Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan 10% van de patiënten die werden behandeld met
Neupro zijn misselijkheid, reacties ter hoogte van de toedieningsplaats, asthenie-aandoeningen en
hoofdpijn.
Bij studies waarbij van toedieningsplaats werd gewisseld zoals aangegeven in de instructies in de
samenvatting van productkenmerken (SPC) en de bijsluiter, kwamen bij 34,2% van de 748 patiënten
die Neupro hadden gebruikt, reacties ter hoogte van de toedieningsplaats voor. Het merendeel van
reacties op de toedieningsplaats was licht of matig qua intensiteit, beperkt tot de toedieningsplaats en
leidde tot stopzetting van de behandeling met Neupro bij 7,2% van de patiënten.
Mate van stopzetting van de behandeling
De mate van stopzetting van de behandeling werd bestudeerd in 3 klinische studies die tot 3 jaar
duurden. Het percentage proefpersonen die de behandeling stopzetten, bedroeg 25-38% gedurende het
eerste jaar, 10% in het tweede jaar en 11% in het derde jaar. Een periodieke evaluatie van de
werkzaamheid dient te worden uitgevoerd, samen met de evaluatie van de veiligheid, inclusief
augmentatie.
De volgende tabel geeft een overzicht van bijwerkingen die zijn opgetreden binnen de hierboven
genoemde gepoolde studies bij patiënten met het Restless Legs Syndrome, en van bijwerkingen uit
post-marketingervaring. Bijwerkingen zijn gerangschikt naar frequentie en systeem/orgaanklasse. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10); soms
(1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke groepering per frequentie zijn de
bijwerkingen in afnemende ernst weergegeven.
Systeem/orgaanklassen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
volgens MedDRA
Immuunsysteem-
Overgevoelig-
aandoeningen
heid, met
inbegrip van
angio-oedeem,
tongoedeem
en lipoedeem
Psychische stoornissen
Slaapaanvallen Obsessieve -
Agressief
Dopamine-
/ plotseling in
compulsieve
gedrag/
dysregulatie-
slaap vallen,
stoornis,
agressieb,
syndroomc,
stoornissen
agitatied
desoriëntatied waarnemings-
van de
stoornissene
geslachtsdriftª
(waaronder
(waaronder
hallucinaties,
hyperseksuali-
visuele
teit, verhoogd
hallucinaties,
libido),
auditieve
insomnia,
hallucinaties,
slaapstoornis-
illusies),
sen, abnormale
nachtmerriese,
dromen,
paranoiae,
stoornissen
verwardheide,
van de
psychotische
impulscontro-
stoornise,
leª,d
waanideeëne,
(waaronder
deliriume
pathologisch
gokken,
stereotypie/
punding,
eetbuien/ eet-
stoornisb,
compulsief
koopgedragc)
Zenuwstelselaandoeningen Hoofdpijn
Somnolentie
Duizeligheide,
bewustzijns-
stoornissen
NEGe
(waaronder
syncope,
vasovagale
syncope,
bewustzijns-
verlies),
dyskinesiee,
posturale
duizeligheide,
lethargiee,
convulsiee
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
volgens MedDRA
Oogaandoeningen
Wazig ziene,
visuele
stoornissene,
fotopsiee
Evenwichtsorgaan- en
Vertigoe
ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Hartkloppingene,
atriumfibrillatiee,
supraventri-
culaire
tachycardiee
Bloedvataandoeningen
Hypertensie
Orthostatische
Hypotensiee
hypotensie
Ademhalingsstelsel-,
Hike
borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Maagdarmstel-
Misselijkheid
Braken,
Constipatiee,
selaandoeningen
dyspepsie
droge monde,
buikpijne,
diarreec
Huid- en onderhuid-
Pruritus
Erytheeme,
aandoeningen
hyperhidrosee,
gegeneraliseerde
prurituse,
huidirritatiee,
contact-
dermatitise,
gegeneraliseerde
huiduitslage
Voortplantings-stelsel- en
Erectiestoornise
borstaandoeningen
Algemene aandoeningen
Toedienings- en
Prikkelbaar-
en toedienings-
indruppelingsplaatsreactiesª heid, perifeer
plaatsstoornissen
(waaronder erytheem,
oedeem
pruritus, irritatie, rash,
dermatitis, vesicula, pijn,
eczeem, ontsteking,
zwelling, verkleuring,
papulae, exfoliatie,
urticaria, overgevoelig-
heid), asthenie-
aandoeningena (waaronder
vermoeidheid, asthenie,
malaise)
Onderzoeken
Gewichtsaf-
namee,
verhoogde
leverenzym-
spiegelse
(waaronder
AST, ALT,
GGT),
gewichtstoe-
namee,
verhoogde
hartslage,
verhoogde
CPK-waardend,e
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
volgens MedDRA
Letsels, intoxicaties en
Vallene
verrichtings-complicaties
Skeletspierstelsel- en
Rhabdomyolysec
bindweefselaan-doeningen
ª High Level Term
b Waargenomen bij open-labelstudies
c Waargenomen na de marktintroductie
d Waargenomen in een datapool (2011) van dubbelblinde, placebogecontroleerde studies
e Waargenomen in studies uitgevoerd bij patiënten met de ziekte van Parkinson
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine werd in verband gebracht met somnolentie, waaronder overmatige somnolentie overdag en
episoden van plotselinge slaapaanvallen. In geïsoleerde gevallen viel men 'plotseling in slaap' tijdens
het rijden, waardoor ongevallen met motorvoertuigen werden veroorzaakt (zie ook rubrieken 4.4 en
4.7).
Stoornissen in de impulsbeheersing
Pathologisch gokken, verhoogd libido, hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag,
eetbuien en compulsief eetgedrag kan optreden bij patiënten die behandeld worden met dopamine-
agonisten, waaronder rotigotine (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Symptomen
De meest waarschijnlijke bijwerkingen zouden die bijwerkingen zijn die gerelateerd zijn aan het
farmacodynamische profiel van een dopamine-agonist, waaronder misselijkheid, braken, hypotensie,
onwillekeurige bewegingen, hallucinaties, verwarring, convulsies en andere verschijnselen van
centrale dopaminerge stimulatie.
Behandeling
Er is geen antidotum voor de overdosering van dopamine-agonisten bekend. Bij het vermoeden van
een overdosering dient verwijdering van de pleister(s) te worden overwogen. Na verwijdering van de
pleister(s) stopt immers de opname van de werkzame stof en daalt de plasmaconcentratie van
rotigotine snel. De patiënt dient nauwkeurig gecontroleerd te worden, inclusief hartslag, hartritme en
bloeddruk.
vitale functies noodzakelijk zijn. Het wordt niet verwacht dat dialyse nut zou hebben, omdat rotigotine
niet door dialyse wordt verwijderd.
Indien het noodzakelijk is de behandeling met rotigotine te staken, dient dit geleidelijk te gebeuren om
het maligne neurolepticasyndroom te voorkomen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-parkinsonmiddelen, dopamine-agonisten; ATC-code: N04BC09
Rotigotine is een non-ergoline dopamine-agonist voor de behandeling van klachten en symptomen van
de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome.
Werkingsmechanisme
Men denkt dat het gunstige effect van rotigotine op de ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door
activering van de D3
-, D2
- en D1
-receptoren in de nucleus caudatus en het putamen in de hersenen.
Het exacte werkingsmechanisme van rotigotine als behandeling van RLS is niet bekend. Het wordt
aangenomen dat de werking van rotigotine voornamelijk wordt uitgeoefend via dopaminereceptoren.
Farmacodynamische effecten
Gelet op het functionele effect op de verschillende receptor subtypes en hun verdeling in de hersenen,
wordt rotigotine omschreven als een D2
- en D3
-receptor agonist die ook effect heeft op D1
-, D4
- en D5
-
receptoren. Voor wat betreft de niet-dopaminerge receptoren vertoonde rotigotine een antagonisme
voor alfa2B
-receptoren en een agonisme voor 5HT1A
-receptoren. Er is geen effect van rotigotine op
de 5HT2B
-receptor.
Klinische werkzaamheid
De werkzaamheid van rotigotine werd beoordeeld in 5 placebogecontroleerde studies bij meer dan
1400 patiënten met idiopathisch Restless Legs Syndrome (RLS). Werkzaamheid is aangetoond in
gecontroleerde studies, waarbij de patiënten gedurende 29 weken behandeld werden. De
werkzaamheid hield gedurende een periode van 6 maanden aan.
De veranderingen vergeleken met de uitgangswaarde in de Internationale RLS beoordelingsschaal
(IRLS) en CGI-item 1 (ernst van de ziekte) waren de primaire werkzaamheidsparameters. Voor beide
primaire eindpunten werden statistisch significante verschillen waargenomen voor de doseringen van
1 mg/24 h, 2 mg/24 h en 3 mg/24 h in vergelijking met placebo. Na een 6 maanden durende
onderhoudsbehandeling bij patiënten met matige tot ernstige RLS, verbeterde de initiële IRLS-score
van 30,7 tot 20,7 voor placebo en van 30,2 tot 13,8 voor rotigotine. Het gecorrigeerd gemiddelde
verschil was -6,5 punt (CI 95% -8,7; -4,4, p <0,0001). Het percentage patiënten die een positieve
respons hadden op de CGI-schaal (veel verbeterd, zeer veel verbeterd) bedroeg 43,0% voor de groep
behandeld met placebo enerzijds en 67,5% voor rotigotine anderzijds (absoluut verschil 24,5% CI 95%:
14,2%; 34,8%, p<0,0001).
In een 7 weken durende placebogecontroleerde studie werden polysomnografische parameters
onderzocht. Rotigotine reduceerde significant de Periodic limb movement index (PLMI) van 50,9 tot
7,7 versus 37,4 tot 32,7 voor placebo (p< 0,0001).
In twee dubbelblinde placebogecontroleerde studies die 6 maanden duurden, werd klinisch relevante
augmentatie waargenomen bij 1,5% van de met rotigotine behandelde patiënten versus 0,5% van de
met een placebo behandelde patiënten. In twee open-label follow-upstudies gedurende de 12
daaropvolgende maanden was het klinisch relevante augmentatiepercentage 2,9%. Geen van deze
patiënten stopte met de behandeling omwille van augmentatie. In een 5 jaar durende
open-labelbehandelingsstudie trad augmentatie op bij 11,9% van de patiënten die werden behandeld
met de goedgekeurde doseringen voor RLS (1-3 mg/24 h) en 5,1% werd als klinisch significant
beschouwd. In deze studie vond het merendeel van de augmentatie-episodes plaats in het eerste en
tweede jaar van de behandeling. Verder werd in deze studie ook een hogere dosis van 4 mg/24 h
gebruikt die niet is goedgekeurd bij RLS, wat leidde tot hogere percentages van augmentatie.
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Nadat de pleister is aangebracht, wordt continu rotigotine afgegeven door de pleister voor
transdermaal gebruik en geabsorbeerd via de huid. Steady-state concentraties worden één tot twee
dagen na het aanbrengen van de pleister bereikt en worden op een stabiel niveau gehouden door
dagelijks één pleister aan te brengen, die gedurende 24 uur wordt gedragen.
Rotigotineplasmaconcentraties nemen afhankelijk van de dosis toe binnen een dosisbereik van
1 mg/24 h tot 24 mg/24 h.
Ongeveer 45% van de werkzame stof in de pleister wordt binnen 24 uur aan de huid afgegeven. De
absolute biologische beschikbaarheid na transdermaal gebruik is ongeveer 37%.
Het wisselen van de plaats waar de pleister wordt aangebracht, kan leiden tot dagelijkse verschillen in
het plasmaniveau. Verschillen in de biologische beschikbaarheid van rotigotine varieerden van 2%
(bovenarm versus zij) tot 46% (schouder versus dij). Er is echter geen indicatie dat dit een relevante
invloed heeft op de klinische studieresultaten.
Distributie
De in vitro binding van rotigotine aan plasmaproteïnen is ongeveer 92%.
Het schijnbare distributievolume bij mensen is ongeveer 84 l/kg.
Biotransformatie
Rotigotine wordt voor een groot deel gemetaboliseerd. Rotigotine wordt zowel gemetaboliseerd door
N-dealkylatie als door directe en secundaire conjugatie. In vitro resultaten geven aan dat verschillende
CYP-isoformen in staat zijn als katalysator te fungeren voor de N-dealkylatie van rotigotine. De
belangrijkste metabolieten zijn sulfaten en glucuronideconjugaten van de moederstof evenals
N-desalkyl-metabolieten, die biologisch inactief zijn.
De informatie over metabolieten is onvolledig.
Eliminatie
Ongeveer 71% van de rotigotine dosis wordt in de urine uitgescheiden en een kleiner gedeelte van
ongeveer 23% wordt via de feces uitgescheiden.
De klaring van rotigotine na transdermale toediening is ongeveer 10 l/min en de totale
eliminatiehalfwaardetijd is 5 tot 7 uur. Het farmacokinetische profiel duidt op een bifasische eliminatie
met een initiële halfwaardetijd van ongeveer 2 tot 3 uur.
darmstelselaandoeningen verwacht.
Speciale patiëntengroepen
Omdat de therapie met Neupro wordt gestart met een lage dosis en geleidelijk wordt getitreerd
overeenkomstig de klinische verdraagbaarheid om het optimale therapeutische effect te verkrijgen, is
een aanpassing van de dosis vanwege geslacht, gewicht of leeftijd niet noodzakelijk.
Lever- en nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis of een lichte tot ernstige nierfunctiestoornis werden
geen relevante verhogingen van de rotigotineplasmaspiegels gevonden. Neupro werd niet onderzocht
bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis.
Plasmaspiegels van conjugaten van rotigotine en zijn desalkylmetabolieten nemen toe bij een
nierfunctiestoornis. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze metabolieten bijdragen aan de klinische
effecten.
Pediatrische patiënten
Beperkte farmacokinetische data verzameld bij adolescente patiënten met RLS (13-17 jaar, n=24) die
behandeld werden met meerdere doses van 0,5 tot 3 mg/24 h, toonden aan dat de systemische
blootstelling aan rotigotine vergelijkbaar was met die bij volwassenen. Er zijn onvoldoende
werkzaamheids- en veiligheidsgegevens om een verband te leggen tussen blootstelling en respons (zie
ook pediatrische informatie in rubriek 4.2).
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In studies op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering en toxiciteit op lange termijn werden de
belangrijkste effecten in verband gebracht met de aan de dopamine-agonist gerelateerde
farmacodynamische effecten en de daaruit voortvloeiende verlaging van de prolactinesecretie.
Na een enkele dosis rotigotine was er sprake van een duidelijke binding aan melanine bevattende
weefsels (bijv. ogen) in de gepigmenteerde rat en aap, maar dit nam langzaam af gedurende een
observatieperiode van 14 dagen.
Degeneratie van de retina werd waargenomen met behulp van transmissiemicroscopie bij een dosis
equivalent aan 2,8 maal de maximale voor mensen aanbevolen dosis op mg/m2-basis in een 3 maanden
durende studie bij albinoratten. De effecten waren duidelijker bij vrouwelijke ratten. Aanvullende
studies ter verdere beoordeling van de specifieke pathologie zijn niet uitgevoerd. Tijdens de
routinematige histopathologische beoordeling van de ogen werd degeneratie van de retina in geen van
de toxicologische studies en bij geen van de geteste diersoorten waargenomen. De relevantie van deze
bevindingen voor de mens is onbekend.
In een carcinogeniciteitsstudie ontwikkelden mannelijke ratten Leydig-celtumoren en hyperplasie.
Maligne tumoren werden voornamelijk gevonden in de uterus van vrouwelijke ratten met gemiddelde
en hoge doseringen. Deze veranderingen zijn bekende effecten van dopamine-agonisten bij ratten na
levenslange therapie en worden als niet relevant voor de mens beschouwd.
De effecten van rotigotine op de voortplanting zijn onderzocht bij ratten, konijnen en muizen.
Rotigotine was bij de drie diersoorten niet teratogeen, maar was embryotoxisch bij ratten en muizen
bij maternotoxische doses. Rotigotine had geen effect op de mannelijke vruchtbaarheid bij ratten, maar
verminderde duidelijk de vrouwelijke vruchtbaarheid bij ratten en muizen, vanwege de effecten op de
prolactinespiegels, die met name significant zijn bij knaagdieren.
Rotigotine veroorzaakte geen genmutaties bij de Ames-test, maar vertoonde wel effecten bij de in vitro
lymfoomtest bij de muis mét metabolische activering en geringere effecten zonder metabolische
activering. Dit mutagene effect zou kunnen worden toegeschreven aan een clastogeen effect van
rotigotine.
DNA-synthese (Unscheduled DNA Synthesis, UDS) bij de rat. Omdat het min of meer parallel liep aan
een verlaagde relatieve totale groei van de cellen, kan het gerelateerd zijn aan een cytotoxisch effect
van de stof. Daarom is de relevantie van die ene positieve in vitro mutageniciteitstest onbekend.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Steunlaag
Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd,
van een kleurlaag voorzien met een pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment
rood 166) en met een opdruk (pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
Zelfhechtende matrixlaag
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat,
Povidon K90,
Natriummetabisulfiet (E223),
Ascorbylpalmitaat (E304) en
DL--tocoferol (E307).
Beschermstrook
Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
30 maanden.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Peel-off sachet in een plastic doos: de ene zijde bestaat uit een ethyleencopolymeer (binnenste laag),
een aluminiumfolie, een polyethyleenfilm van lage dichtheid en papier; de andere zijde bestaat uit
polyethyleen (binnenste laag), aluminium, ethyleencopolymeer en papier.
De doos bevat 7, 14, 28, 30 of 84 (meervoudige verpakking met 3 verpakkingen van 28) pleisters voor
transdermaal gebruik, die afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Na gebruik bevat de pleister nog steeds de werkzame stof. Na verwijdering dient de gebruikte pleister
dubbel te worden gevouwen, met de hechtkant naar binnen zodat de matrixlaag niet wordt
blootgesteld. Plaats de pleister in het originele sachet en gooi dit vervolgens weg. Alle gebruikte of
ongebruikte pleisters dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften of te worden
teruggebracht naar de apotheek.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/05/331/038
EU/1/05/331/040
EU/1/05/331/041
EU/1/05/331/044
EU/1/05/331/056
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/05/331/047
EU/1/05/331/049
EU/1/05/331/050
EU/1/05/331/053
EU/1/05/331/058
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 15 februari 2006
Datum van laatste verlenging: 22 januari 2016
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 10 cm2 bevat 4,5 mg rotigotine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Pleister voor transdermaal gebruik.
Dun, matrixtype, vierkant met afgeronde hoeken, bestaande uit drie lagen. De buitenkant van de
steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 2 mg/24 h'.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Restless Legs Syndrome
Neupro is geïndiceerd voor de symptomatische behandeling van matig tot ernstig idiopathisch Restless
Legs Syndrome (RLS) bij volwassenen.
Ziekte van Parkinson
Neupro is geïndiceerd als monotherapie (d.w.z. zonder levodopa) voor de behandeling van de tekenen
en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium of in
combinatie met levodopa, als het effect van levodopa afneemt of inconsistent wordt en
schommelingen van het therapeutische effect optreden (aan het einde van een dosisinterval of 'on-
off'-schommelingen) d.w.z. gedurende het verloop van de ziekte tot en met de late fasen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis wordt uitgedrukt in nominale dosis.
Restless Legs Syndrome
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 1 mg/24 h, die vervolgens
afhankelijk van de respons bij de patiënt, in wekelijkse stappen van 1 mg/24 h verhoogd kan worden
tot een dosis van maximaal 3 mg/24 h bereikt is. Iedere 6 maanden dient te worden overwogen of de
behandeling moet worden voortgezet.
Dosering bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium:
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 2 mg/24 h, die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal 8 mg/24 h
bereikt is. 4 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten
wordt de effectieve dosis binnen 3 of 4 weken bereikt met doseringen van respectievelijk 6 mg/24 h of
8 mg/24 h.
De maximumdosis is 8 mg/24 h.
Dosering bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een gevorderd stadium met schommelingen:
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 4 mg/24 h die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal
16 mg/24 h.
4 mg/24 h of 6 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten
wordt de effectieve dosis binnen 3 tot 7 weken bereikt met doseringen van 8 mg/24 h tot de
maximumdosis van 16 mg/24 h.
Bij doseringen van meer dan 8 mg/24 h kunnen meerdere pleisters worden gebruikt om de
uiteindelijke dosis te bereiken van bijv. 10 mg/24 h met een combinatie van één pleister van 6 mg/24 h
en één pleister van 4 mg/24 h.
Neupro wordt eenmaal per dag aangebracht. De pleister moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip
worden aangebracht. De pleister blijft gedurende 24 uur op de huid en wordt daarna vervangen door
een nieuwe pleister op een andere toedieningsplaats.
Als de patiënt de pleister vergeet aan te brengen op het gebruikelijke tijdstip van de dag of als de
pleister losraakt, moet een nieuwe pleister voor de rest van de dag worden aangebracht.
Stopzetting van de behandeling
Restless Legs Syndrome
De behandeling met Neupro moet geleidelijk worden stopgezet. De dagelijkse dosis moet worden
verlaagd in stappen van 1 mg/24 h, bij voorkeur om de andere dag, totdat de behandeling met Neupro
helemaal is stopgezet (zie rubriek 4.4). Bij het volgen van deze methode werd geen rebound
(verergering van de symptomen na stopzetting van de behandeling ten opzichte van de initiële
klachten) waargenomen.
Ziekte van Parkinson
De behandeling met Neupro moet geleidelijk worden stopgezet. De dagelijkse dosis moet worden
verlaagd in stappen van 2 mg/24 h, bij voorkeur om de andere dag, totdat de behandeling met Neupro
helemaal is stopgezet (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Leverfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot matig-ernstige
leverfunctiestoornis. Voorzichtigheid is geboden bij het behandelen van patiënten met een ernstige
leverfunctiestoornis die kan leiden tot een lagere rotigotineklaring. Rotigotine werd niet onderzocht bij
deze groep patiënten. Het kan wellicht noodzakelijk zijn de dosis te verlagen als de leverfunctie
verslechtert.
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot ernstige
nierfunctiestoornis waaronder patiënten die moeten worden gedialyseerd. Een onverwachte
accumulatie van rotigotine kan ook optreden als de nierfunctie acuut verslechtert (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van rotigotine bij kinderen en jongeren zijn nog niet vastgesteld. De
momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 5.2, maar er kan geen doseringsadvies
worden gegeven voor kinderen met RLS.
Er is geen relevante toepassing van Neupro bij pediatrische patiënten voor de ziekte van Parkinson.
Wijze van toediening
Neupro is voor transdermaal gebruik.
De pleister moet worden aangebracht op een stukje schone, droge, onbeschadigde en gezonde huid op
de buik, dij, heup, zij, schouder of bovenarm. Men dient te voorkomen dat een volgende pleister
binnen 14 dagen op dezelfde plaats wordt aangebracht. Neupro mag niet worden aangebracht op rode,
geïrriteerde of beschadigde huid (zie rubriek 4.4).
Gebruik en instructies
Elke pleister is verpakt in een sachet en dient te worden aangebracht onmiddellijk nadat het sachet is
geopend. De ene helft van de beschermstrook dient te worden verwijderd en de plakstrook dient te
worden aangebracht en stevig op de huid te worden gedrukt. Daarna wordt de pleister teruggevouwen
en wordt het tweede gedeelte van de beschermstrook verwijderd. De plakzijde van de pleister mag niet
worden aangeraakt. De pleister dient stevig te worden aangedrukt met de palm van de hand gedurende
ongeveer 30 seconden, zodat deze goed vastzit.
De pleister dient niet in stukken te worden geknipt.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Magnetic Resonance Imaging of cardioversie (zie rubriek 4.4).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Als een patiënt met de ziekte van Parkinson onvoldoende reageert op de behandeling met rotigotine
kan het overstappen op een andere dopamine-agonist een bijkomend voordeel opleveren (zie
rubriek 5.1).
Beide indicaties:
Magnetic Resonance Imaging en cardioversie
De steunlaag van Neupro bevat aluminium. Om brandwonden op de huid te voorkomen, moet Neupro
worden verwijderd als de patiënt een Magnetic Resonance Imaging (MRI)-scan of cardioversie moet
ondergaan.
Het is bekend dat dopamine-agonisten een negatieve invloed hebben op de systemische regeling van
de bloeddruk, wat leidt tot posturale/orthostatische hypotensie. Deze verschijnselen werden ook
waargenomen tijdens de behandeling met rotigotine, maar de incidentie was vergelijkbaar met de
incidentie waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld.
Het wordt aanbevolen de bloeddruk te controleren, vooral aan het begin van de behandeling, vanwege
het algemene risico van orthostatische hypotensie gerelateerd aan dopaminerge therapie.
Syncope
In klinische studies met rotigotine werd syncope waargenomen met een vergelijkbaar percentage als
het percentage waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld. Omdat patiënten
met een klinisch relevante cardiovasculaire aandoening niet geïncludeerd werden in deze studies, is
het nodig patiënten met een ernstige cardiovasculaire aandoening te vragen naar symptomen van
syncope en pre-syncope.
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine is in verband gebracht met somnolentie en episodes van plotselinge slaapaanvallen. Er zijn
meldingen geweest van plotselinge slaapaanvallen tijdens dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen
zonder dat de patiënt zich bewust was van waarschuwingssignalen. De voorschrijvende artsen dienen
continu te controleren of hun patiënten aan sufheid of slaperigheid leiden, omdat patiënten zich
eventueel niet van sufheid of slaperigheid bewust zijn, totdat zij direct daarnaar worden gevraagd. Een
verlaging van de dosering of stopzetting van de therapie dient zorgvuldig te worden overwogen.
Stoornissen in de impulsbeheersing en andere gerelateerde stoornissen
Patiënten dienen regelmatig gecontroleerd te worden op het ontstaan van stoornissen in de
impulsbeheersing en gerelateerde stoornissen, waaronder het dopaminedysregulatiesyndroom.
Patiënten en verzorgers dienen erop attent gemaakt te worden dat in het gedrag van patiënten die
behandeld worden met dopamine-agonisten, waaronder rotigotine, symptomen van een stoornis in de
impulsbeheersing kunnen optreden, waaronder pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag, eetbuien en compulsief eetgedrag. Bij
sommige patiënten werd het dopaminedysregulatiesyndroom waargenomen gedurende de behandeling
met rotigotine. Als dergelijke symptomen zich ontwikkelen, dient een dosisreductie/geleidelijke
stopzetting van de behandeling te worden overwogen.
Maligne neurolepticasyndroom
Er is melding gemaakt van symptomen die wijzen op het maligne neurolepticasyndroom bij abrupte
stopzetting van de dopaminerge therapie. Daarom wordt aanbevolen de behandeling geleidelijk af te
bouwen (zie rubriek 4.2).
Dopamine-agonistontwenningssyndroom
Symptomen die wijzen op het dopamine-agonistontwenningssyndroom (bijvoorbeeld pijn,
vermoeidheid, depressie, zweten en angst) zijn gemeld bij abrupt stoppen van dopaminerge therapie.
Daarom wordt aanbevolen om de behandeling geleidelijk stop te zetten (zie rubriek 4.2).
Abnormaal denken en gedrag
Er zijn gevallen gemeld van abnormale gedachten en gedragingen die zich op verschillende manieren
kunnen manifesteren, waaronder paranoïde ideeën, waanideeën, hallucinaties, verwardheid,
psychoseachtig gedrag, desoriëntatie, agressief gedrag, agitatie en delirium.
Gevallen van retroperitoneale fibrose, pulmonale infiltraten, pleurale effusie, pleurale verdikking,
pericarditis en cardiale valvulopathie zijn gemeld bij sommige patiënten die werden behandeld met
dopaminerge middelen op basis van ergot-alkaloïden. Hoewel deze complicaties kunnen verdwijnen
als de behandeling wordt stopgezet, is er niet altijd een volledig herstel.
Hoewel men denkt dat deze bijwerkingen gerelateerd zijn aan de ergoline structuur van deze stoffen, is
het onbekend of andere, non-ergoline dopamine-agonisten deze kunnen veroorzaken.
Neuroleptica
Neuroleptica gegeven als anti-emeticum dienen niet te worden toegediend aan patiënten die dopamine-
agonisten gebruiken (zie ook rubriek 4.5).
Oftalmologische controles
Oftalmologische controles worden aanbevolen met regelmatige tussenpozen of bij afwijkingen van het
gezichtsvermogen.
Blootstelling aan warmte
De plaats van de pleister dient niet te worden blootgesteld aan externe warmte (overmatig zonlicht,
verwarmingskussens en andere warmtebronnen zoals een sauna of een warm bad).
Reacties ter hoogte van de toedieningsplaats
Huidreacties ter hoogte van de toedieningsplaats kunnen voorkomen en zijn meestal van lichte of
matige intensiteit. Het wordt aanbevolen dagelijks een andere plaats voor het aanbrengen van de
pleister te kiezen (bijv. wisseling van de rechter- naar de linkerkant en van het boven- naar het
onderlichaam). Eenzelfde plaats mag gedurende 14 dagen niet opnieuw gebruikt worden. Als er
reacties ter hoogte van de toedieningsplaats ontstaan die langer dan een paar dagen duren of lange tijd
aanhouden, als de reactie ernstiger wordt of als de huidreactie zich verspreidt naar plaatsen buiten de
toedieningsplaats, dienen de voordelen en risico's voor de individuele patiënt tegen elkaar afgewogen
te worden.
Als er sprake is van huiduitslag of irritatie die veroorzaakt wordt door het transdermale systeem, dan
dient men te vermijden dat deze plaats direct aan het zonlicht wordt blootgesteld totdat de huid
genezen is, aangezien blootstelling zou kunnen leiden tot verkleuring van de huid.
Als er een gegeneraliseerde huidreactie (bijv. allergische huiduitslag, waaronder erythemateuze,
maculaire, papulaire huiduitslag of pruritus) wordt waargenomen gerelateerd aan het gebruik van
Neupro, moet de behandeling met Neupro worden stopgezet.
Perifeer oedeem
Tijdens klinisch onderzoek bij patiënten met de ziekte van Parkinson was de specifieke frequentie van
perifeer oedeem na 6 maanden ongeveer 4%. Dit bleef zo gedurende de gehele observatietijd van
maximaal 36 maanden. Perifeer oedeem is ook waargenomen in klinische studies uitgevoerd bij
patiënten met RLS.
Sulfietovergevoeligheid
Neupro bevat natriummetabisulfiet, een sulfiet dat allergische reacties kan veroorzaken, waaronder
anafylactische symptomen en levensbedreigende of minder ernstige astmatische aanvallen, bij
personen die hier gevoelig voor zijn.
Dopaminerge bijwerkingen
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson is de incidentie van sommige dopaminerge bijwerkingen
zoals hallucinaties, dyskinesie en perifeer oedeem doorgaans hoger bij toediening in combinatie met
levodopa. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het voorschrijven van rotigotine.
Waargenomen bij patiënten met het Restless Legs Syndrome
Augmentatie
Augmentatie kan optreden bij patiënten met het Restless Legs Syndrome. Augmentatie is het
vervroegd optreden van symptomen in de avond (of zelfs in de namiddag), toename van de ernst van
de symptomen en uitbreiding van symptomen naar andere delen van het lichaam. In klinische
langetermijnstudies met rotigotine werd het merendeel van de augmentatie-episodes opgemerkt in het
eerste en tweede jaar van de behandeling. Doses hoger dan het goedgekeurde dosisbereik voor RLS
moeten vermeden worden omdat dit kan leiden tot een hogere incidentie van augmentatie (zie
rubriek 5.1).
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Omdat rotigotine een dopamine-agonist is, wordt aangenomen dat dopamine-antagonisten, zoals
neuroleptica (bijv. fenothiazinen, butyrofenonen, thioxanthenen) of metoclopramide, de werkzaamheid
van Neupro kunnen verminderen. Gelijktijdige toediening dient daarom te worden vermeden.
Vanwege de mogelijke additieve effecten is voorzichtigheid geboden als patiënten sederende
geneesmiddelen of andere geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken (bijv.
benzodiazepines, antipsychotica, antidepressiva) of alcohol in combinatie met rotigotine gebruiken.
De gelijktijdige toediening van levodopa en carbidopa in combinatie met rotigotine had geen invloed
op de farmacokinetiek van rotigotine en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
levodopa en carbidopa.
De gelijktijdige toediening van domperidon en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
rotigotine.
De gelijktijdige toediening van omeprazol (remmer van CYP2C19), in doseringen van 40 mg/dag, had
geen effect op de farmacokinetiek en het metabolisme van rotigotine bij gezonde vrijwilligers.
Neupro kan de dopaminerge bijwerking van levodopa versterken en kan dyskinesie veroorzaken en/of
de reeds bestaande dyskinesie verergeren, zoals beschreven voor andere dopamine-agonisten.
De gelijktijdige toediening van rotigotine (3 mg/24 h) en orale contraceptiva beïnvloedde de
farmacodynamiek en farmacokinetiek van de orale contraceptiva (0,03 mg ethinylestradiol, 0,15 mg
levonorgestrel) niet. Interacties met andere vormen van hormonale contraceptiva zijn niet onderzocht.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden, anticonceptie bij vrouwen
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken om zwangerschap te
voorkomen tijdens de behandeling met rotigotine.
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van rotigotine bij zwangere vrouwen. Onderzoek bij
dieren wees niet op teratogene effecten bij ratten en konijnen, maar bij maternotoxische doses bij
ratten en muizen werd embryotoxiciteit waargenomen (zie rubriek 5.3). Het mogelijke risico voor
mensen is onbekend. Rotigotine mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Borstvoeding
Omdat rotigotine de secretie van prolactine verlaagt bij mensen, wordt een remmende invloed op de
borstvoeding verwacht. Onderzoek bij ratten heeft aangetoond dat rotigotine en/of zijn metaboliet(en)
worden uitgescheiden in de moedermelk. Door het ontbreken van gegevens bij mensen moet de
borstvoeding worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Voor informatie over vruchtbaarheidsstudies zie rubriek 5.3.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Rotigotine kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.
Patiënten die worden behandeld met rotigotine en last hebben van somnolentie en/of plotselinge
slaapaanvallen, moet worden geadviseerd niet te rijden of geen handelingen te verrichten (bijv. het
bedienen van machines), waarbij zij zichzelf of anderen door verminderde alertheid in ernstig of
levensbedreigend gevaar kunnen brengen, totdat dergelijke terugkerende aanvallen en somnolentie zijn
verdwenen (zie ook rubrieken 4.4 en 4.5).
4.8 Bijwerkingen
Restless Legs Syndrome
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gepoolde placebogecontroleerde klinische studies bestaande uit in totaal
748 Neupro- en 214 met een placebo behandelde patiënten, meldde 65,5% van de patiënten met
Neupro en 33,2% van de patiënten met placebo ten minste één bijwerking.
Aan het begin van de therapie kunnen dopaminerge bijwerkingen zoals misselijkheid en braken
voorkomen. Deze zijn meestal licht of matig qua intensiteit en van voorbijgaande aard, zelfs als de
behandeling wordt voortgezet.
Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan 10% van de patiënten die werden behandeld met
Neupro zijn misselijkheid, reacties ter hoogte van de toedieningsplaats, asthenie-aandoeningen en
hoofdpijn.
Bij studies waarbij van toedieningsplaats werd gewisseld zoals aangegeven in de instructies in de
samenvatting van productkenmerken (SPC) en de bijsluiter, kwamen bij 34,2% van de 748 patiënten
die Neupro hadden gebruikt, reacties ter hoogte van de toedieningsplaats voor. Het merendeel van
reacties op de toedieningsplaats was licht of matig qua intensiteit, beperkt tot de toedieningsplaats en
leidde tot stopzetting van de behandeling met Neupro bij 7,2% van de patiënten.
De mate van stopzetting van de behandeling werd bestudeerd in 3 klinische studies die tot 3 jaar
duurden. Het percentage proefpersonen die de behandeling stopzetten, bedroeg 25-38% gedurende het
eerste jaar, 10% in het tweede jaar en 11% in het derde jaar. Een periodieke evaluatie van de
werkzaamheid dient te worden uitgevoerd, samen met de evaluatie van de veiligheid, inclusief
augmentatie.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De volgende tabel geeft een overzicht van bijwerkingen die zijn opgetreden binnen de hierboven
genoemde gepoolde studies bij patiënten met het Restless Legs Syndrome, en van bijwerkingen uit
post-marketingervaring. Bijwerkingen zijn gerangschikt naar frequentie en systeem/orgaanklasse. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10); soms
(1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke groepering per frequentie zijn de
bijwerkingen in afnemende ernst weergegeven.
Systeem-/
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens
MedDRA
Immuunsysteem-
Overgevoelig-
aandoeningen
heid, met
inbegrip van
angio-oedeem,
tongoedeem en
lipoedeem
Psychische
Slaapaanvallen Obsessieve
Agressief
Dopaminedysregul
stoornissen
/ plotseling in
compulsieve
gedrag/
atiesyndroomc,
slaap vallen,
stoornis,
agressieb,
waarnemingsstoor
stoornissen van agitatied
desoriëntatie
nissene (waaronder
de
d
hallucinaties,
geslachtsdriftª
visuele
(waaronder
hallucinaties,
hyperseksualite
auditieve
it, verhoogd
hallucinaties,
libido),
illusies),
insomnia,
nachtmerriese,
slaapstoornisse
paranoiae,
n, abnormale
verwardheide,
dromen,
psychotische
stoornissen van
stoornise,
de
waanideeëne,
impulscontro-
deliriume
leª,d
(waaronder
pathologisch
gokken,
stereotypie/pun
ding, eetbuien/
eetstoornisb,
compulsief
koopgedragc)
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens
MedDRA
Zenuwstelsel-
Hoofdpijn
Somnolentie
Duizeligheide,
aandoeningen
bewustzijns-
stoornissen NEGe
(waaronder
syncope,
vasovagale
syncope,
bewustzijns-
verlies),
dyskinesiee,
posturale
duizeligheide,
lethargiee,
convulsiee
Oogaandoeninge
Wazig ziene,
n
visuele
stoornissene,
fotopsiee
Evenwichtsorgaa
Vertigoe
n- en
ooraandoeningen
Hartaandoening
Hartkloppin-gene,
en
atriumfibrillatiee,
supraventri-culaire
tachycardiee
Bloedvat-
Hypertensie
Orthostatische
Hypotensiee
aandoeningen
hypotensie
Ademhalingsstel
Hike
sel-, borstkas- en
mediastinumaan
doeningen
Maagdarmstel-
Misselijkheid
Braken,
Constipatiee, droge
selaandoeningen
dyspepsie
monde, buikpijne,
diarreec
Huid- en
Pruritus
Erytheeme,
onderhuid-
hyperhidrosee,
aandoeningen
gegenerali-seerde
prurituse,
huidirritatiee,
contact-
dermatitise,
gegenerali-seerde
huiduitslage
Voortplantings-
Erectiestoor-nise
stelsel- en
borstaandoening
en
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens
MedDRA
Algemene
Toedienings- en Prikkelbaar-
aandoeningen en indruppelingspl
heid, perifeer
toedienings-
aatsreactiesª
oedeem
plaatsstoornissen (waaronder
erytheem,
pruritus,
irritatie, rash,
dermatitis,
vesicula, pijn,
eczeem,
ontsteking,
zwelling,
verkleuring,
papulae,
exfoliatie,
urticaria,
overgevoelig-
heid), asthenie-
aandoeningena
(waaronder
vermoeidheid,
asthenie,
malaise)
Onderzoeken
Gewichtsaf-namee,
verhoogde
leverenzym-
spiegelse
(waaronder AST,
ALT, GGT),
gewichtstoe-
namee, verhoogde
hartslage,
verhoogde
CPK-waardend,e
Letsels,
Vallene
intoxicaties en
verrichtings-
complicaties
Skeletspierstelsel
Rhabdomyolysec
- en
bindweefselaan-
doeningen
a High Level Term
b Waargenomen bij open-labelstudies
c Waargenomen na de marktintroductie
d Waargenomen in een datapool (2011) van dubbelblinde, placebogecontroleerde studies
e Waargenomen in studies uitgevoerd bij patiënten met de ziekte van Parkinson
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gepoolde placebogecontroleerde klinische studies bestaande uit in totaal
1307 Neupro- en 607 met een placebo behandelde patiënten, meldde 72,5% van de patiënten met
Neupro en 58,0% van de patiënten met placebo ten minste één bijwerking.
Aan het begin van de therapie kunnen dopaminerge bijwerkingen zoals misselijkheid en braken
voorkomen. Deze zijn meestal licht of matig qua intensiteit en van voorbijgaande aard, zelfs als de
behandeling wordt voortgezet.
Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan 10% van de patiënten die werden behandeld met
Neupro voor transdermaal gebruik zijn misselijkheid, braken, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats, somnolentie, duizeligheid en hoofdpijn.
Bij studies waarbij van toedieningsplaats werd gewisseld zoals aangegeven in de instructies in de
samenvatting van productkenmerken (SPC) en de bijsluiter, kwamen bij 35,7% van de 830 patiënten
die de Neupro pleister voor transdermaal gebruik hadden gebruikt, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats voor. Het merendeel van reacties op de toedieningsplaats was licht of matig qua
intensiteit, beperkt tot de toedieningsplaats en leidde tot stopzetting van de behandeling met Neupro
bij slechts 4,3% van alle patiënten die Neupro kregen toegediend.
De volgende tabel geeft een overzicht van bijwerkingen die zijn opgetreden binnen de hierboven
genoemde gepoolde studies bij patiënten met de ziekte van Parkinson, en van bijwerkingen uit post-
marketingervaring. Bijwerkingen zijn gerangschikt naar frequentie en systeem/orgaanklasse. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10); soms
(1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke groepering per frequentie zijn de
bijwerkingen in afnemende ernst weergegeven.
Systeem-/
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens MedDRA
Immuunsysteem-
Overgevoelig-
aandoeningen
heid, met
inbegrip van
angio-oedeem,
tongoedeem en
lipoedeem
Psychische
Waarnemings-
Slaapaanvallen Psychotische
Dopamine-
stoornissen
stoornissena
/ plotseling in
stoornis,
dysregulatie-
(waaronder
slaap vallen,
obsessieve
syndroomc
hallucinaties,
paranoia,
compulsieve
visuele
stoornissen
stoornis,
hallucinaties,
van de
agressief
auditieve
geslachtsdriftª
gedrag/
hallucinaties,
(waaronder
agressieb,
illusies),
hyperseksualit
waanideeënd,
insomnia,
eit, verhoogd
deliriumd
slaapstoornis,
libido),
nachtmerries,
verwardheid,
abnormale
desoriëntatied,
dromen,
agitatied
stoornissen
van de
impulscontro-
lea,d
(waaronder
pathologisch
gokken,
stereotypie/
punding,
eetbuien/
eetstoornisb,
compulsief
koopgedragc)
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens MedDRA
Zenuwstelsel-
Somnolentie,
Bewustzijns-
Convulsie
Dropped head-
aandoeningen
duizeligheid,
stoornissen
syndrome
hoofdpijn
NEGa
(hangend hoofd)c,e
(waaronder
syncope,
vasovagale
syncope,
bewustzijns-
verlies),
dyskinesie,
posturale
duizeligheid,
lethargie
Oogaandoeningen
Wazig zien,
visuele
stoornissen,
fotopsie
Evenwichtsorgaan-
Vertigo
en ooraandoening-en
Hartaandoeningen
Hartkloppinge
Atriumfibrillat
Supraventri-
n
ie
culaire
tachycardie
Bloedvat-
Orthostatische Hypotensie
aandoeningen
hypotensie,
hypertensie
Ademhalings-stelsel-,
Hik
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarmstelsel-
Misselijkheid, Constipatie,
Buikpijn
Diarreec
aandoeningen
braken
droge mond,
dyspepsie
Huid- en onderhuid-
Erytheem,
Gegenerali-
Gegenerali-
aandoeningen
hyperhidrose,
seerde
seerde
pruritus
pruritus,
huiduitslag
huidirritatie,
contact-
dermatitis
Voortplantings-
Erectiestoor-
stelsel- en
nis
borstaandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens MedDRA
Algemene
Toedienings-
Perifeer
Prikkelbaar-
aandoeningen en
en
oedeem,
heid
toedienings-
indruppelingsp asthenie-
plaatsstoornissen
laatsreactiesa
aandoeningena
(waaronder
(waaronder
erytheem,
vermoeidheid,
pruritus,
asthenie,
irritatie,
malaise)
huiduitslag,
dermatitis,
blaasjes, pijn,
eczeem,
ontsteking,
zwelling,
verkleuring,
papulae,
exfoliatie,
urticaria,
overgevoelig-
heid)
Onderzoeken
Gewichts-
Verhoogde
afname
leverenzym-
spiegels
(waaronder
AST, ALT,
GGT),
gewichtstoe-
name,
verhoogde
hartslag,
verhoogde
CPK-waardend
Letsels, intoxicaties
Vallen
en verrichtings-
complicaties
Skeletspierstelsel- en
Rhabdomyolysec
bindweefselaandoeni
ngen
a High Level Term
b Waargenomen bij open-labelstudies
c Waargenomen na de marktintroductie
d Waargenomen in een datapool (2011) van dubbelblinde, placebogecontroleerde studies
e Uitsluitend waargenomen bij patiënten met de ziekte van Parkinson
Beide indicaties
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine werd in verband gebracht met somnolentie, waaronder overmatige somnolentie overdag en
episoden van plotselinge slaapaanvallen. In geïsoleerde gevallen viel men 'plotseling in slaap' tijdens
het rijden, waardoor ongevallen met motorvoertuigen werden veroorzaakt (zie ook rubrieken 4.4 en
4.7).
Pathologisch gokken, verhoogd libido, hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag,
eetbuien en compulsief eetgedrag kan optreden bij patiënten die behandeld worden met dopamine-
agonisten, waaronder rotigotine (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Symptomen
De meest waarschijnlijke bijwerkingen zouden die bijwerkingen zijn die gerelateerd zijn aan het
farmacodynamische profiel van een dopamine-agonist, waaronder misselijkheid, braken, hypotensie,
onwillekeurige bewegingen, hallucinaties, verwarring, convulsies en andere verschijnselen van
centrale dopaminerge stimulatie.
Behandeling
Er is geen antidotum voor de overdosering van dopamine-agonisten bekend. Bij het vermoeden van
een overdosering dient verwijdering van de pleister(s) te worden overwogen. Na verwijdering van de
pleister(s) stopt immers de opname van de werkzame stof en daalt de plasmaconcentratie van
rotigotine snel. De patiënt dient nauwkeurig gecontroleerd te worden, inclusief hartslag, hartritme en
bloeddruk.
Bij de behandeling van overdosering kunnen algemene ondersteunende maatregelen ter behoud van de
vitale functies noodzakelijk zijn. Het wordt niet verwacht dat dialyse nut zou hebben, omdat rotigotine
niet door dialyse wordt verwijderd.
Indien het noodzakelijk is de behandeling met rotigotine te staken, dient dit geleidelijk te gebeuren om
het maligne neurolepticasyndroom te voorkomen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-parkinsonmiddelen, dopamine-agonisten; ATC-code: N04BC09
Rotigotine is een non-ergoline dopamine-agonist voor de behandeling van klachten en symptomen van
de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome.
Werkingsmechanisme
Men denkt dat het gunstige effect van rotigotine op de ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door
activering van de D3
-, D2
- en D1
-receptoren in de nucleus caudatus en het putamen in de hersenen.
Het exacte werkingsmechanisme van rotigotine als behandeling van RLS is niet bekend. Het wordt
aangenomen dat de werking van rotigotine voornamelijk wordt uitgeoefend via dopaminereceptoren.
Gelet op het functionele effect op de verschillende receptor subtypes en hun verdeling in de hersenen,
wordt rotigotine omschreven als een D2
- en D3
-receptor agonist die ook effect heeft op D1
-, D4
- en D5
-
receptoren. Voor wat betreft de niet-dopaminerge receptoren vertoonde rotigotine een antagonisme
voor alfa2B
-receptoren en een agonisme voor 5HT1A
-receptoren. Er is geen effect van rotigotine op
de 5HT2B
-receptor.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Klinische studies bij het Restless Legs Syndrome
De werkzaamheid van rotigotine werd beoordeeld in 5 placebogecontroleerde studies bij meer dan
1400 patiënten met idiopathisch Restless Legs Syndrome (RLS). Werkzaamheid is aangetoond in
gecontroleerde studies, waarbij de patiënten gedurende 29 weken behandeld werden. De
werkzaamheid hield gedurende een periode van 6 maanden aan.
De veranderingen vergeleken met de uitgangswaarde in de Internationale RLS beoordelingsschaal
(IRLS) en CGI-item 1 (ernst van de ziekte) waren de primaire werkzaamheidsparameters. Voor beide
primaire eindpunten werden statistisch significante verschillen waargenomen voor de doseringen van
1 mg/24 h, 2 mg/24 h en 3 mg/24 h in vergelijking met placebo. Na een 6 maanden durende
onderhoudsbehandeling bij patiënten met matige tot ernstige RLS, verbeterde de initiële IRLS-score
van 30,7 tot 20,7 voor placebo en van 30,2 tot 13,8 voor rotigotine. Het gecorrigeerd gemiddelde
verschil was -6,5 punt (CI 95% -8,7; -4,4, p <0,0001). Het percentage patiënten die een positieve
respons hadden op de CGI-schaal (veel verbeterd, zeer veel verbeterd) bedroeg 43,0% voor de groep
behandeld met placebo enerzijds en 67,5% voor rotigotine anderzijds (absoluut verschil 24,5% CI 95%:
14,2%; 34,8%, p<0,0001).
In een 7 weken durende placebogecontroleerde studie werden polysomnografische parameters
onderzocht. Rotigotine reduceerde significant de Periodic limb movement index (PLMI) van 50,9 tot
7,7 versus 37,4 tot 32,7 voor placebo (p< 0,0001).
Augmentatie
In twee dubbelblinde placebogecontroleerde studies die 6 maanden duurden, werd klinisch relevante
augmentatie waargenomen bij 1,5% van de met rotigotine behandelde patiënten versus 0,5% van de
met een placebo behandelde patiënten. In twee open-label follow-upstudies gedurende de 12
daaropvolgende maanden was het klinisch relevante augmentatiepercentage 2,9%. Geen van deze
patiënten stopte met de behandeling omwille van augmentatie. In een 5 jaar durende
open-labelbehandelingsstudie trad augmentatie op bij 11,9% van de patiënten die werden behandeld
met de goedgekeurde doseringen voor RLS (1-3 mg/24 h) en 5,1% werd als klinisch significant
beschouwd. In deze studie vond het merendeel van de augmentatie-episodes plaats in het eerste en
tweede jaar van de behandeling. Verder werd in deze studie ook een hogere dosis van 4 mg/24 h
gebruikt die niet is goedgekeurd bij RLS, wat leidde tot hogere percentages van augmentatie.
Klinische studies bij de ziekte van Parkinson
De werkzaamheid van rotigotine bij de behandeling van de tekenen en symptomen van de
idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson werd geëvalueerd in een multinationaal
ontwikkelingsprogramma voor geneesmiddelen bestaande uit vier centrale, parallelle,
gerandomiseerde, placebogecontroleerde dubbelblinde studies en drie studies die specifieke aspecten
van de ziekte van Parkinson onderzochten.
behandeling van de tekenen en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson
werd onderzocht, werden uitgevoerd onder patiënten die niet gelijktijdig dopamine-agonisten kregen
en die nog niet eerder met levodopa waren behandeld of bij wie de eerdere levodopa-behandeling
6 maanden duurde. Als primaire variabele werden twee componenten van de Unified Parkinson's
Disease Rating Scale (UPDRS) beoordeeld: de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL)
(Deel II) en het Motorisch Onderzoek (Deel III).
De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie aan de hand van de
verbetering van het percentage responders en van het absolute aantal punten in de waarden van de
gecombineerde scores voor ADL en Motorisch Onderzoek (UPDRS Deel II+III).
Tijdens de dubbelblinde studie SP512 Deel I kregen 177 patiënten rotigotine en 96 patiënten een
placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 6 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele rotigotinedosis of placebo. De patiënten in
beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was bij 91% van de patiënten in de rotigotinegroep de
optimale dosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 6 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 48% van de patiënten die rotigotine kregen en bij 19% van de patiënten die een
placebo kregen (verschil 29%, CI95% 18%; 39%, p<0,0001). Bij de met rotigotine behandelde patiënten
bedroeg de gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel II+III) -3,98 punten (basislijn 29,9
punten), terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verslechtering van 1,31 punten werd
waargenomen (basislijn 30,0 punten). Het verschil was 5,28 punten en statistisch significant
(p <0,0001).
Tijdens de dubbelblinde studie SP513 Deel I kregen 213 patiënten rotigotine, 227 ropinirol en
117 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis gedurende 4 weken in wekelijkse stappen van
2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale dosis van 8 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de ropinirolgroep werd de dosis gedurende 13 weken getitreerd tot de optimale
individuele dosis van maximaal 24 mg/dag. De patiënten in beide behandelingsgroepen werden
gedurende 6 maanden op hun respectievelijke doses gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was bij 92% van de patiënten in de rotigotinegroep de
optimumdosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 8 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 52% van de patiënten die rotigotine kregen, 68% van de patiënten die ropinirol
kregen en 30% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 21,7%,
CI95% 11,1%; 32,4%, verschil ropinirol versus placebo 38,4%, CI95% 28,1%; 48,6%, verschil ropinirol
versus rotigotine 16,6%, CI95% 7,6%; 25,7%). De gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel
II+III) bedroeg 6,83 punten (basislijn 33,2 punten) in de rotigotinegroep, 10,78 punten in de
ropinirolgroep (basislijn 32,2 punten) en 2,33 punten in de placebogroep (basislijn 31,3 punten). Alle
verschillen tussen de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant. In deze studie kon
niet worden aangetoond dat rotigotine niet inferieur is ten opzichte van ropinirol.
In een daaropvolgende open-labelstudie (SP824), een multicentrische, multinationale studie, werd
de verdraagbaarheid onderzocht van het in één nacht overschakelen van ropinirol, pramipexol of
cabergoline op rotigotine transdermale pleister en het effect daarvan op de symptomen bij
proefpersonen met idiopathische ziekte van Parkinson. 116 patiënten werden omgeschakeld van een
eerdere orale behandeling naar een behandeling met rotigotine, dosis tot 8 mg/24 h. 47 van hen hadden
daarvoor tot 9 mg/dag ropinirol gekregen, 47 tot 2 mg/dag pramipexol en 22 tot 3 mg/dag cabergoline.
Overschakelen op rotigotine was mogelijk en de dosis moest slechts bij 2 ex-ropinirolpatiënten, 5 ex-
pramipexolpatiënten en 4 ex-cabergolinepatiënten minimaal worden aangepast (mediaan 2 mg/24 h).
Er werden verbeteringen vastgesteld in de scores van UPDRS Delen I - IV. Het veiligheidsprofiel was
niet verschillend van het profiel dat in eerdere studies werd waargenomen.
vroeg stadium, werden 25 patiënten gerandomiseerd naar behandeling met rotigotine en 26 naar
behandeling met ropinirol. In beide groepen werd de behandeling getitreerd naar de optimale of
maximale dosis van respectievelijk 8 mg/24 h of 9 mg/dag. Bij beide behandelingen werden
verbeteringen vastgesteld van de motoriek in de vroege ochtend en van het slapen. Op het vlak van
motorische symptomen (UPDRS Deel III) was er een verbetering met 6,3 ± 1,3 punten bij patiënten
behandeld met rotigotine en met 5,9 ± 1,3 punten bij de groep behandeld met ropinirol na 4 weken
onderhoudsbehandeling. Op het vlak van slapen (PDSS) was er een verbetering met 4,1 ± 13,8 punten
voor de patiënten behandeld met rotigotine en met 2,5 ± 13,5 punten voor de patiënten behandeld met
ropinirol. Het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar, met uitzondering van reacties op de
toedieningsplaats.
In studies SP824 en SP825 die werden uitgevoerd sinds het initiële vergelijkende onderzoek, werd
voor rotigotine en ropinirol bij equivalente doses een soortgelijke werkzaamheid vastgesteld.
Twee aanvullende hoofdstudies (SP650DB en SP515) werden uitgevoerd onder patiënten die
gelijktijdig behandeld werden met levodopa. Als primaire variabele werd de verlaging van de 'off'-
tijd (in uren) beoordeeld. De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie
aan de hand van de verbetering van het percentage responders en de absolute verbetering van de 'off'-
tijd.
Tijdens de dubbelblinde studie SP650DB kregen 113 patiënten rotigotine tot een maximale dosis
van 8 mg/24 h, 109 patiënten kregen rotigotine tot een maximale dosis van 12 mg/24 h en
119 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h,
beginnend met 4 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele dosis rotigotine of placebo. De
patiënten in beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis
gehouden. Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30%
waargenomen bij 57% en 55% van de patiënten die respectievelijk rotigotine 8 mg/24 h en 12 mg/24 h
kregen en bij 34% van de patiënten die een placebo kregen (verschillen van respectievelijk 22% en
21%, respectievelijk CI95% 10%; 35% en 8%; 33%, p<0,001 voor beide rotigotinegroepen). Bij de met
rotigotine behandelde patiënten bedroeg de gemiddelde verlaging van de 'off'-tijd respectievelijk 2,7
en 2,1 uur, terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verlaging van 0,9 uur werd
waargenomen. De verschillen waren statistisch significant (respectievelijk p<0,001 en p=0,003).
Tijdens de dubbelblinde studie SP515 kregen 201 patiënten rotigotine, 200 pramipexol en
100 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van
4 mg/24 h tot een maximale dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de pramipexolgroep kregen de patiënten 0,375 mg in de eerste week en 0,75 mg in
de tweede week en werd de dosis vervolgens getitreerd tot de individuele optimale dosis in wekelijkse
stappen van 0,75 mg tot een maximale dosis van 4,5 mg/dag. De patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 maanden op hun respectievelijke dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30% waargenomen
bij 60% van de patiënten die rotigotine kregen, bij 67% van de patiënten die pramipexol kregen en bij
35% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 25%, CI95% 13%;
36%, verschil pramipexol versus placebo 32%, CI95% 21%; 43%, verschil pramipexol versus rotigotine
7%, CI95% -2%; 17%). De gemiddelde verlaging van de 'off'-tijd bedroeg 2,5 uur in de
rotigotinegroep, 2,8 uur in de pramipexolgroep en 0,9 uur in de placebogroep. Alle verschillen tussen
de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant.
vroeg of een gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson en bij wie sprake was van onvoldoende
controle van vroege ochtendlijke motorische symptomen. 81,5% van deze patiënten werden
gelijktijdig met levodopa behandeld. 190 patiënten kregen rotigotine en 97 een placebo. De patiënten
werden gedurende 8 weken, in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot hun optimale dosis rotigotine of placebo. Patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 weken op hun optimale dosis gehouden. Co-primaire
uitkomstmaten waren de vroege ochtendmotoriek, beoordeeld met de UPDRS-score Deel III en de
nachtelijke slaapstoornissen, gemeten met de gemodificeerde Parkinsons Disease Sleep Scale (PDSS-
2). Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was de gemiddelde UPDRS-score Deel III verbeterd
met 7,0 punten bij de met rotigotine behandelde patiëntengroep (basislijn 29,6) en met 3,9 punten bij
de placebogroep (basislijn 32,0). Verbeteringen in de gemiddelde PDSS-2 totaalscore waren 5,9
(rotigotine, basislijn 19,3) en 1,9 punten (placebo, basislijn 20,5). Voor de co-primaire variabelen
waren de verschillen in behandeling statistisch significant (p=0,0002 en p<0,0001).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Nadat de pleister is aangebracht, wordt continu rotigotine afgegeven door de pleister voor
transdermaal gebruik en geabsorbeerd via de huid. Steady-state concentraties worden één tot twee
dagen na het aanbrengen van de pleister bereikt en worden op een stabiel niveau gehouden door
dagelijks één pleister aan te brengen, die gedurende 24 uur wordt gedragen.
Rotigotineplasmaconcentraties nemen afhankelijk van de dosis toe binnen een dosisbereik van
1 mg/24 h tot 24 mg/24 h.
Ongeveer 45% van de werkzame stof in de pleister wordt binnen 24 uur aan de huid afgegeven. De
absolute biologische beschikbaarheid na transdermaal gebruik is ongeveer 37%.
Het wisselen van de plaats waar de pleister wordt aangebracht, kan leiden tot dagelijkse verschillen in
het plasmaniveau. Verschillen in de biologische beschikbaarheid van rotigotine varieerden van 2%
(bovenarm versus zij) tot 46% (schouder versus dij). Er is echter geen indicatie dat dit een relevante
invloed heeft op de klinische studieresultaten.
Distributie
De in vitro binding van rotigotine aan plasmaproteïnen is ongeveer 92%.
Het schijnbare distributievolume bij mensen is ongeveer 84 l/kg.
Biotransformatie
Rotigotine wordt voor een groot deel gemetaboliseerd. Rotigotine wordt zowel gemetaboliseerd door
N-dealkylatie als door directe en secundaire conjugatie. In vitro resultaten geven aan dat verschillende
CYP-isoformen in staat zijn als katalysator te fungeren voor de N-dealkylatie van rotigotine. De
belangrijkste metabolieten zijn sulfaten en glucuronideconjugaten van de moederstof evenals
N-desalkyl-metabolieten, die biologisch inactief zijn.
De informatie over metabolieten is onvolledig.
Eliminatie
Ongeveer 71% van de rotigotine dosis wordt in de urine uitgescheiden en een kleiner gedeelte van
ongeveer 23% wordt via de feces uitgescheiden.
De klaring van rotigotine na transdermale toediening is ongeveer 10 l/min en de totale
eliminatiehalfwaardetijd is 5 tot 7 uur. Het farmacokinetische profiel duidt op een bifasische eliminatie
met een initiële halfwaardetijd van ongeveer 2 tot 3 uur.
darmstelselaandoeningen verwacht.
Speciale patiëntengroepen
Omdat de therapie met Neupro wordt gestart met een lage dosis en geleidelijk wordt getitreerd
overeenkomstig de klinische verdraagbaarheid om het optimale therapeutische effect te verkrijgen, is
een aanpassing van de dosis vanwege geslacht, gewicht of leeftijd niet noodzakelijk.
Lever- en nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis of een lichte tot ernstige nierfunctiestoornis werden
geen relevante verhogingen van de rotigotineplasmaspiegels gevonden. Neupro werd niet onderzocht
bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis.
Plasmaspiegels van conjugaten van rotigotine en zijn desalkylmetabolieten nemen toe bij een
nierfunctiestoornis. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze metabolieten bijdragen aan de klinische
effecten.
Pediatrische patiënten
Beperkte farmacokinetische data verzameld bij adolescente patiënten met RLS (13-17 jaar, n=24) die
behandeld werden met meerdere doses van 0,5 tot 3 mg/24 h, toonden aan dat de systemische
blootstelling aan rotigotine vergelijkbaar was met die bij volwassenen. Er zijn onvoldoende
werkzaamheids- en veiligheidsgegevens om een verband te leggen tussen blootstelling en respons (zie
ook pediatrische informatie in rubriek 4.2).
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In studies op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering en toxiciteit op lange termijn werden de
belangrijkste effecten in verband gebracht met de aan de dopamine-agonist gerelateerde
farmacodynamische effecten en de daaruit voortvloeiende verlaging van de prolactinesecretie.
Na een enkele dosis rotigotine was er sprake van een duidelijke binding aan melanine bevattende
weefsels (bijv. ogen) in de gepigmenteerde rat en aap, maar dit nam langzaam af gedurende een
observatieperiode van 14 dagen.
Degeneratie van de retina werd waargenomen met behulp van transmissiemicroscopie bij een dosis
equivalent aan 2,8 maal de maximale voor mensen aanbevolen dosis op mg/m2-basis in een 3 maanden
durende studie bij albinoratten. De effecten waren duidelijker bij vrouwelijke ratten. Aanvullende
studies ter verdere beoordeling van de specifieke pathologie zijn niet uitgevoerd. Tijdens de
routinematige histopathologische beoordeling van de ogen werd degeneratie van de retina in geen van
de toxicologische studies en bij geen van de geteste diersoorten waargenomen. De relevantie van deze
bevindingen voor de mens is onbekend.
In een carcinogeniciteitsstudie ontwikkelden mannelijke ratten Leydig-celtumoren en hyperplasie.
Maligne tumoren werden voornamelijk gevonden in de uterus van vrouwelijke ratten met gemiddelde
en hoge doseringen. Deze veranderingen zijn bekende effecten van dopamine-agonisten bij ratten na
levenslange therapie en worden als niet relevant voor de mens beschouwd.
De effecten van rotigotine op de voortplanting zijn onderzocht bij ratten, konijnen en muizen.
Rotigotine was bij de drie diersoorten niet teratogeen, maar was embryotoxisch bij ratten en muizen
bij maternotoxische doses. Rotigotine had geen effect op de mannelijke vruchtbaarheid bij ratten, maar
verminderde duidelijk de vrouwelijke vruchtbaarheid bij ratten en muizen, vanwege de effecten op de
prolactinespiegels, die met name significant zijn bij knaagdieren.
lymfoomtest bij de muis mét metabolische activering en geringere effecten zonder metabolische
activering. Dit mutagene effect zou kunnen worden toegeschreven aan een clastogeen effect van
rotigotine. Dit effect werd in vivo niet bevestigd in de micronucleustest bij de muis en de test van de
ongeplande DNA-synthese (Unscheduled DNA Synthesis, UDS) bij de rat. Omdat het min of meer
parallel liep aan een verlaagde relatieve totale groei van de cellen, kan het gerelateerd zijn aan een
cytotoxisch effect van de stof. Daarom is de relevantie van die ene positieve in vitro
mutageniciteitstest onbekend.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Steunlaag
Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd,
van een kleurlaag voorzien met een pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment
rood 166) en met een opdruk (pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
Zelfhechtende matrixlaag
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat,
Povidon K90,
Natriummetabisulfiet (E223),
Ascorbylpalmitaat (E304) en
DL--tocoferol (E307).
Beschermstrook
Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
30 maanden.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Peel-off sachet in een plastic doos: de ene zijde bestaat uit een ethyleencopolymeer (binnenste laag),
een aluminiumfolie, een polyethyleenfilm van lage dichtheid en papier; de andere zijde bestaat uit
polyethyleen (binnenste laag), aluminium, ethyleencopolymeer en papier.
De doos bevat 7, 14, 28, 30 of 84 (meervoudige verpakking met 3 verpakkingen van 28) pleisters voor
transdermaal gebruik, die afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Na gebruik bevat de pleister nog steeds de werkzame stof. Na verwijdering dient de gebruikte pleister
dubbel te worden gevouwen, met de hechtkant naar binnen zodat de matrixlaag niet wordt
blootgesteld. Plaats de pleister in het originele sachet en gooi dit vervolgens weg. Alle gebruikte of
ongebruikte pleisters dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften of te worden
teruggebracht naar de apotheek.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/001
EU/1/05/331/002
EU/1/05/331/015
EU/1/05/331/018
EU/1/05/331/057
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 15 februari 2006
Datum van laatste verlenging: 22 januari 2016
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 20 cm2 bevat 9,0 mg rotigotine.
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 30 cm2 bevat 13,5 mg rotigotine.
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 40 cm2 bevat 18,0 mg rotigotine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Pleister voor transdermaal gebruik.
Dun, matrixtype, vierkant met afgeronde hoeken, bestaande uit drie lagen.
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 4 mg/24 h'.
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 6 mg/24 h'.
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
De buitenkant van de steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 8 mg/24 h'.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Neupro is geïndiceerd als monotherapie (d.w.z. zonder levodopa) voor de behandeling van de tekenen
en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium of in
combinatie met levodopa, als het effect van levodopa afneemt of inconsistent wordt en
schommelingen van het therapeutische effect optreden (aan het einde van een dosisinterval of 'on-
off'-schommelingen) d.w.z. gedurende het verloop van de ziekte tot en met de late fasen.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis wordt uitgedrukt in nominale dosis.
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 2 mg/24 h, die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal 8 mg/24 h
bereikt is.
4 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten wordt de
effectieve dosis binnen 3 of 4 weken bereikt met doseringen van 6 mg/24 h respectievelijk 8 mg/24 h .
De maximumdosis is 8 mg/24 h.
Dosering bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een gevorderd stadium met schommelingen:
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 4 mg/24 h die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal
16 mg/24 h.
4 mg/24 h of 6 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten
wordt de effectieve dosis binnen 3 tot 7 weken bereikt met doseringen van 8 mg/24 h tot de
maximumdosis van 16 mg/24 h.
Bij doseringen van meer dan 8 mg/24 h kunnen meerdere pleisters worden gebruikt om de
uiteindelijke dosis te bereiken van bijv. 10 mg/24 h met een combinatie van één pleister van 6 mg/24 h
en één pleister van 4 mg/24 h.
Neupro wordt eenmaal per dag aangebracht. De pleister moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip
worden aangebracht. De pleister blijft gedurende 24 uur op de huid en wordt daarna vervangen door
een nieuwe pleister op een andere toedieningsplaats.
Als de patiënt de pleister vergeet aan te brengen op het gebruikelijke tijdstip van de dag of als de
pleister losraakt, moet een nieuwe pleister voor de rest van de dag worden aangebracht.
Stopzetting van de behandeling
De behandeling met Neupro moet geleidelijk worden stopgezet. De dagelijkse dosis moet worden
verlaagd in stappen van 2 mg/24 h, bij voorkeur om de andere dag, totdat de behandeling met Neupro
helemaal is stopgezet (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Leverfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot matig-ernstige
leverfunctiestoornis. Voorzichtigheid is geboden bij het behandelen van patiënten met een ernstige
leverfunctiestoornis die kan leiden tot een lagere rotigotineklaring. Rotigotine werd niet onderzocht bij
deze groep patiënten. Het kan wellicht noodzakelijk zijn de dosis te verlagen als de leverfunctie
verslechtert.
Nierfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot ernstige
nierfunctiestoornis waaronder patiënten die moeten worden gedialyseerd. Een onverwachte
accumulatie van rotigotine kan ook optreden als de nierfunctie acuut verslechtert (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Neupro bij pediatrische patiënten voor de ziekte van Parkinson.
Neupro is voor transdermaal gebruik.
De pleister moet worden aangebracht op een stukje schone, droge, onbeschadigde en gezonde huid op
de buik, dij, heup, zij, schouder of bovenarm. Men dient te voorkomen dat een volgende pleister
binnen 14 dagen op dezelfde plaats wordt aangebracht. Neupro mag niet worden aangebracht op rode,
geïrriteerde of beschadigde huid (zie rubriek 4.4).
Gebruik en instructies
Elke pleister is verpakt in een sachet en dient te worden aangebracht onmiddellijk nadat het sachet is
geopend. De ene helft van de beschermstrook dient te worden verwijderd en de plakstrook dient te
worden aangebracht en stevig op de huid te worden gedrukt. Daarna wordt de pleister teruggevouwen
en wordt het tweede gedeelte van de beschermstrook verwijderd. De plakzijde van de pleister mag niet
worden aangeraakt. De pleister dient stevig te worden aangedrukt met de palm van de hand gedurende
ongeveer 30 seconden, zodat deze goed vastzit.
De pleister dient niet in stukken te worden geknipt.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Magnetic Resonance Imaging of cardioversie (zie rubriek 4.4).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Als een patiënt met de ziekte van Parkinson onvoldoende reageert op de behandeling met rotigotine
kan het overstappen op een andere dopamine-agonist een bijkomend voordeel opleveren (zie
rubriek 5.1).
Magnetic Resonance Imaging en cardioversie
De steunlaag van Neupro bevat aluminium. Om brandwonden op de huid te voorkomen, moet Neupro
worden verwijderd als de patiënt een Magnetic Resonance Imaging (MRI)-scan of cardioversie moet
ondergaan.
Orthostatische hypotensie
Het is bekend dat dopamine-agonisten een negatieve invloed hebben op de systemische regeling van
de bloeddruk, wat leidt tot posturale/orthostatische hypotensie. Deze verschijnselen werden ook
waargenomen tijdens de behandeling met rotigotine, maar de incidentie was vergelijkbaar met de
incidentie waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld.
Het wordt aanbevolen de bloeddruk te controleren, vooral aan het begin van de behandeling, vanwege
het algemene risico van orthostatische hypotensie gerelateerd aan dopaminerge therapie.
Syncope
In klinische studies met rotigotine werd syncope waargenomen met een vergelijkbaar percentage als
het percentage waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld. Omdat patiënten
met een klinisch relevante cardiovasculaire aandoening niet geïncludeerd werden in deze studies, is
het nodig patiënten met een ernstige cardiovasculaire aandoening te vragen naar symptomen van
syncope en pre-syncope.
Rotigotine is in verband gebracht met somnolentie en episodes van plotselinge slaapaanvallen. Er zijn
meldingen geweest van plotselinge slaapaanvallen tijdens dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen
zonder dat de patiënt zich bewust was van waarschuwingssignalen. De voorschrijvende artsen dienen
continu te controleren of hun patiënten aan sufheid of slaperigheid leiden, omdat patiënten zich
eventueel niet van sufheid of slaperigheid bewust zijn, totdat zij direct daarnaar worden gevraagd. Een
verlaging van de dosering of stopzetting van de therapie dient zorgvuldig te worden overwogen.
Stoornissen in de impulsbeheersing en andere gerelateerde stoornissen
Patiënten dienen regelmatig gecontroleerd te worden op het ontstaan van stoornissen in de
impulsbeheersing en gerelateerde stoornissen, waaronder dopaminedysregulatiesyndroom. Patiënten
en verzorgers dienen erop attent gemaakt te worden dat in het gedrag van patiënten die behandeld
worden met dopamine-agonisten, waaronder rotigotine, symptomen van een stoornis in de
impulsbeheersing kunnen optreden, waaronder pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag, eetbuien en compulsief eetgedrag. Bij
sommige patiënten werd het dopaminedysregulatiesyndroom waargenomen gedurende de behandeling
met rotigotine. Als dergelijke symptomen zich ontwikkelen, dient een dosisreductie/geleidelijke
stopzetting van de behandeling te worden overwogen.
Maligne neurolepticasyndroom
Er is melding gemaakt van symptomen die wijzen op het maligne neurolepticasyndroom bij abrupte
stopzetting van de dopaminerge therapie. Daarom wordt aanbevolen de behandeling geleidelijk af te
bouwen (zie rubriek 4.2).
Dopamine-agonistontwenningssyndroom
Symptomen die wijzen op het dopamine-agonistontwenningssyndroom (bijvoorbeeld pijn,
vermoeidheid, depressie, zweten en angst) zijn gemeld bij abrupt stoppen van dopaminerge therapie.
Daarom wordt aanbevolen om de behandeling geleidelijk stop te zetten (zie rubriek 4.2).
Abnormaal denken en gedrag
Er zijn gevallen gemeld van abnormale gedachten en gedragingen die zich op verschillende manieren
kunnen manifesteren, waaronder paranoïde ideeën, waanideeën, hallucinaties, verwardheid,
psychoseachtig gedrag, desoriëntatie, agressief gedrag, agitatie en delirium.
Fibrotische complicaties
Gevallen van retroperitoneale fibrose, pulmonale infiltraten, pleurale effusie, pleurale verdikking,
pericarditis en cardiale valvulopathie zijn gemeld bij sommige patiënten die werden behandeld met
dopaminerge middelen op basis van ergot-alkaloïden. Hoewel deze complicaties kunnen verdwijnen
als de behandeling wordt stopgezet, is er niet altijd een volledig herstel.
Hoewel men denkt dat deze bijwerkingen gerelateerd zijn aan de ergoline structuur van deze stoffen, is
het onbekend of andere, non-ergoline dopamine-agonisten deze kunnen veroorzaken.
Neuroleptica
Neuroleptica gegeven als anti-emeticum dienen niet te worden toegediend aan patiënten die dopamine-
agonisten gebruiken (zie ook rubriek 4.5).
Oftalmologische controles worden aanbevolen met regelmatige tussenpozen of bij afwijkingen van het
gezichtsvermogen.
Blootstelling aan warmte
De plaats van de pleister dient niet te worden blootgesteld aan externe warmte (overmatig zonlicht,
verwarmingskussens en andere warmtebronnen zoals een sauna of een warm bad).
Reacties ter hoogte van de toedieningsplaats
Huidreacties ter hoogte van de toedieningsplaats kunnen voorkomen en zijn meestal van lichte of
matige intensiteit. Het wordt aanbevolen dagelijks een andere plaats voor het aanbrengen van de
pleister te kiezen (bijv. wisseling van de rechter- naar de linkerkant en van het boven- naar het
onderlichaam). Eenzelfde plaats mag gedurende 14 dagen niet opnieuw gebruikt worden. Als er
reacties ter hoogte van de toedieningsplaats ontstaan die langer dan een paar dagen duren of lange tijd
aanhouden, als de reactie ernstiger wordt of als de huidreactie zich verspreidt naar plaatsen buiten de
toedieningsplaats, dienen de voordelen en risico's voor de individuele patiënt tegen elkaar afgewogen
te worden.
Als er sprake is van huiduitslag of irritatie die veroorzaakt wordt door het transdermale systeem, dan
dient men te vermijden dat deze plaats direct aan het zonlicht wordt blootgesteld totdat de huid
genezen is, aangezien blootstelling zou kunnen leiden tot verkleuring van de huid.
Als er een gegeneraliseerde huidreactie (bijv. allergische huiduitslag, waaronder erythemateuze,
maculaire, papulaire huiduitslag of pruritus) wordt waargenomen gerelateerd aan het gebruik van
Neupro, moet de behandeling met Neupro worden stopgezet.
Perifeer oedeem
Tijdens klinisch onderzoek bij patiënten met de ziekte van Parkinson was de specifieke frequentie van
perifeer oedeem na 6 maanden ongeveer 4%. Dit bleef zo gedurende de gehele observatietijd van
maximaal 36 maanden.
Dopaminerge bijwerkingen
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson is de incidentie van sommige dopaminerge bijwerkingen
zoals hallucinaties, dyskinesie en perifeer oedeem doorgaans hoger bij toediening in combinatie met
levodopa. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het voorschrijven van rotigotine.
Sulfietovergevoeligheid
Neupro bevat natriummetabisulfiet, een sulfiet dat allergische reacties kan veroorzaken, waaronder
anafylactische symptomen en levensbedreigende of minder ernstige astmatische aanvallen bij
personen die hier gevoelig aan zijn.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Omdat rotigotine een dopamine-agonist is, wordt aangenomen dat dopamine-antagonisten, zoals
neuroleptica (bijv. fenothiazinen, butyrofenonen, thioxanthenen) of metoclopramide, de werkzaamheid
van Neupro kunnen verminderen. Gelijktijdige toediening dient daarom te worden vermeden.
Vanwege de mogelijke additieve effecten is voorzichtigheid geboden als patiënten sederende
geneesmiddelen of andere geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken (bijv.
benzodiazepines, antipsychotica, antidepressiva) of alcohol in combinatie met rotigotine gebruiken.
op de farmacokinetiek van rotigotine en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
levodopa en carbidopa.
De gelijktijdige toediening van domperidon en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
rotigotine.
De gelijktijdige toediening van omeprazol (remmer van CYP2C19), in doseringen van 40 mg/dag, had
geen effect op de farmacokinetiek en het metabolisme van rotigotine bij gezonde vrijwilligers.
Neupro kan de dopaminerge bijwerking van levodopa versterken en kan dyskinesie veroorzaken en/of
de reeds bestaande dyskinesie verergeren, zoals beschreven voor andere dopamine-agonisten.
De gelijktijdige toediening van rotigotine (3 mg/24 h) en orale contraceptiva beïnvloedde de
farmacodynamiek en farmacokinetiek van de orale contraceptiva (0,03 mg ethinylestradiol, 0,15 mg
levonorgestrel) niet. Interacties met andere vormen van hormonale contraceptiva zijn niet onderzocht.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden, anticonceptie bij vrouwen
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken om zwangerschap te
voorkomen tijdens de behandeling met rotigotine.
Zwangerschap
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van rotigotine bij zwangere vrouwen. Onderzoek bij
dieren wees niet op teratogene effecten bij ratten en konijnen, maar bij maternotoxische doses bij
ratten en muizen werd embryotoxiciteit waargenomen (zie rubriek 5.3). Het mogelijke risico voor
mensen is onbekend. Rotigotine mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Borstvoeding
Omdat rotigotine de secretie van prolactine verlaagt bij mensen, wordt een remmende invloed op de
borstvoeding verwacht. Onderzoek bij ratten heeft aangetoond dat rotigotine en/of zijn metaboliet(en)
worden uitgescheiden in de moedermelk. Door het ontbreken van gegevens bij mensen moet de
borstvoeding worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Voor informatie over vruchtbaarheidsstudies zie rubriek 5.3.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Rotigotine kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.
Patiënten die worden behandeld met rotigotine en last hebben van somnolentie en/of plotselinge
slaapaanvallen, moet worden geadviseerd niet te rijden of geen handelingen te verrichten (bijv. het
bedienen van machines), waarbij zij zichzelf of anderen door verminderde alertheid in ernstig of
levensbedreigend gevaar kunnen brengen, totdat dergelijke terugkerende aanvallen en somnolentie zijn
verdwenen (zie ook rubrieken 4.4 en 4.5).
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gepoolde placebogecontroleerde klinische studies bestaande uit in totaal
1307 Neupro- en 607 met een placebo behandelde patiënten, meldde 72,5% van de patiënten met
Neupro en 58,0% van de patiënten met placebo ten minste één bijwerking.
Aan het begin van de therapie kunnen dopaminerge bijwerkingen zoals misselijkheid en braken
voorkomen. Deze zijn meestal licht of matig qua intensiteit en van voorbijgaande aard, zelfs als de
behandeling wordt voortgezet.
Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan 10% van de patiënten die werden behandeld met
Neupro voor transdermaal gebruik zijn misselijkheid, braken, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats, somnolentie, duizeligheid en hoofdpijn.
Bij studies waarbij van toedieningsplaats werd gewisseld zoals aangegeven in de instructies in de
samenvatting van productkenmerken (SPC) en de bijsluiter, kwamen bij 35,7% van de 830 patiënten
die de Neupro pleister voor transdermaal gebruik hadden gebruikt, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats voor. Het merendeel van reacties op de toedieningsplaats was licht of matig qua
intensiteit, beperkt tot de toedieningsplaats en leidde tot stopzetting van de behandeling met Neupro
bij slechts 4,3% van alle patiënten die Neupro kregen toegediend.
De volgende tabel geeft een overzicht van bijwerkingen die zijn opgetreden binnen de hierboven
genoemde gepoolde studies bij patiënten met de ziekte van Parkinson, en van bijwerkingen uit post-
marketingervaring. Bijwerkingen zijn gerangschikt naar frequentie en systeem/orgaanklasse. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10); soms
(1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke groepering per frequentie zijn de
bijwerkingen in afnemende ernst weergegeven.
Systeem-/
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens MedDRA
Immuunsysteem-
Overgevoelig
aandoeningen
-heid, met
inbegrip van
angio-
oedeem,
tongoedeem
en lipoedeem
Psychische
Waarneming
Slaapaanvall
Psychotische Dopamine-
stoornissen
sstoornissena en /
stoornis,
dysregulatie-
(waaronder
plotseling in obsessieve
syndroomc
hallucinaties, slaap vallen, compulsieve
visuele
paranoia,
stoornis,
hallucinaties, stoornissen
agressief
auditieve
van de
gedrag/
hallucinaties, geslachtsdrift agressieb,
illusies),
a (waaronder waanideeënd,
insomnia,
hyperseksuali deliriumd
slaapstoornis, teit,
nachtmerries, verhoogd
abnormale
libido),
dromen,
verwardheid,
stoornissen
desoriëntatied
van de
, agitatied
impulscontro
-lea,d
(waaronder
pathologisch
gokken,
stereotypie/
punding,
eetbuien/
eetstoornisb,
compulsief
koopgedragc)
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens MedDRA
Zenuwstelsel-
Somnolentie, Bewustzijns-
Convulsie
Dropped head-
aandoeningen
duizeligheid, stoornissen
syndrome
hoofdpijn
NEGa
(hangend hoofd)c
(waaronder
syncope,
vasovagale
syncope,
bewustzijns-
verlies),
dyskinesie,
posturale
duizeligheid,
lethargie
Oogaandoeningen
Wazig zien,
visuele
stoornissen,
fotopsie
Evenwichtsorgaan-
Vertigo
en ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Hartkloppin- Atriumfibril- Supraventri-
gen
latie
culaire
tachycardie
Bloedvat-
Orthosta-
Hypotensie
aandoeningen
tische
hypotensie,
hypertensie
Ademhalingsstelsel-,
Hik
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarmstelsel-
Misselijkheid Constipatie,
Buikpijn
Diarreec
aandoeningen
, braken
droge mond,
dyspepsie
Huid- en
Erytheem,
Gegenerali-
Gegenerali-
onderhuid-
hyperhidrose, seerde
seerde
aandoeningen
pruritus
pruritus,
huiduitslag
huidirritatie,
contact-
dermatitis
Voortplantings-
Erectiestoor-
stelsel- en borstaan-
nis
doeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens MedDRA
Algemene
Toedienings- Perifeer
Prikkelbaar-
aandoeningen en
en
oedeem,
heid
toedienings-
indruppelings asthenie-
plaatsstoornissen
plaatsreacties aandoenin-
a (waaronder gena
erytheem,
(waaronder
pruritus,
vermoeidheid
irritatie,
, asthenie,
huiduitslag,
malaise)
dermatitis,
blaasjes, pijn,
eczeem,
ontsteking,
zwelling,
verkleuring,
papulae,
exfoliatie,
urticaria,
overgevoelig
-heid)
Onderzoeken
Gewichtsaf-
Verhoogde
name
leverenzym-
spiegels
(waaronder
AST, ALT,
GGT),
gewichtstoe-
name,
verhoogde
hartslag,
verhoogde
CPK-waarde
nd
Letsels, intoxicaties
Vallen
en verrichtings-
complicaties
Skeletspierstelsel-
Rhabdomyolysec
en bindweefselaan-
doeningen
a High Level Term
b Waargenomen bij open-labelstudies
c Waargenomen na de marktintroductie
d Waargenomen in een datapool (2011) van dubbelblinde, placebogecontroleerde studies
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine werd in verband gebracht met somnolentie, waaronder overmatige somnolentie overdag en
episoden van plotselinge slaapaanvallen. In geïsoleerde gevallen viel men 'plotseling in slaap' tijdens
het rijden, waardoor ongevallen met motorvoertuigen werden veroorzaakt (zie ook rubrieken 4.4 en
4.7).
Pathologisch gokken, verhoogd libido, hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag,
eetbuien en compulsief eetgedrag kan optreden bij patiënten die behandeld worden met dopamine-
agonisten, waaronder rotigotine (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Symptomen
De meest waarschijnlijke bijwerkingen zouden die bijwerkingen zijn die gerelateerd zijn aan het
farmacodynamische profiel van een dopamine-agonist, waaronder misselijkheid, braken, hypotensie,
onwillekeurige bewegingen, hallucinaties, verwarring, convulsies en andere verschijnselen van
centrale dopaminerge stimulatie.
Behandeling
Er is geen antidotum voor de overdosering van dopamine-agonisten bekend. Bij het vermoeden van
een overdosering dient verwijdering van de pleister(s) te worden overwogen. Na verwijdering van de
pleister(s) stopt immers de opname van de werkzame stof en daalt de plasmaconcentratie van
rotigotine snel. De patiënt dient nauwkeurig gecontroleerd te worden, inclusief hartslag, hartritme en
bloeddruk.
Bij de behandeling van overdosering kunnen algemene ondersteunende maatregelen ter behoud van de
vitale functies noodzakelijk zijn. Het wordt niet verwacht dat dialyse nut zou hebben, omdat rotigotine
niet door dialyse wordt verwijderd.
Indien het noodzakelijk is de behandeling met rotigotine te staken, dient dit geleidelijk te gebeuren om
het maligne neurolepticasyndroom te voorkomen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-parkinsonmiddelen, dopamine-agonisten; ATC-code: N04BC09
Rotigotine is een non-ergoline dopamine-agonist voor de behandeling van klachten en symptomen van
de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome.
Werkingsmechanisme
Men denkt dat het gunstige effect van rotigotine op de ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door
activering van de D3
-, D2
- en D1
-receptoren in de nucleus caudatus en het putamen in de hersenen.
Het exacte werkingsmechanisme van rotigotine als behandeling van RLS is niet bekend. Het wordt
aangenomen dat de werking van rotigotine voornamelijk wordt uitgeoefend via dopaminereceptoren.
Gelet op het functionele effect op de verschillende receptor subtypes en hun verdeling in de hersenen,
wordt rotigotine omschreven als een D2
- en D3
-receptor agonist die ook effect heeft op D1
-, D4
- en D5
-
receptoren. Voor wat betreft de niet-dopaminerge receptoren vertoonde rotigotine een antagonisme
voor alfa2B
-receptoren en een agonisme voor 5HT1A
-receptoren. Er is geen effect van rotigotine op
de 5HT2B
-receptor.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van rotigotine bij de behandeling van de tekenen en symptomen van de
idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson werd geëvalueerd in een multinationaal
ontwikkelingsprogramma voor geneesmiddelen bestaande uit vier centrale, parallelle,
gerandomiseerde, placebogecontroleerde dubbelblinde studies en drie studies die specifieke aspecten
van de ziekte van Parkinson onderzochten.
Twee hoofdstudies (SP512 Deel I en SP513 Deel I) waarin de werkzaamheid van rotigotine bij de
behandeling van de tekenen en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson
werd onderzocht, werden uitgevoerd onder patiënten die niet gelijktijdig dopamine-agonisten kregen
en die nog niet eerder met levodopa waren behandeld of bij wie de eerdere levodopa-behandeling
6 maanden duurde. Als primaire variabele werden twee componenten van de Unified Parkinson's
Disease Rating Scale (UPDRS) beoordeeld: de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL)
(Deel II) en het Motorisch Onderzoek (Deel III).
De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie aan de hand van de
verbetering van het percentage responders en van het absolute aantal punten in de waarden van de
gecombineerde scores voor ADL en Motorisch Onderzoek (UPDRS Deel II+III).
Tijdens de dubbelblinde studie SP512 Deel I kregen 177 patiënten rotigotine en 96 patiënten een
placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 6 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele rotigotinedosis of placebo. De patiënten in
beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was bij 91% van de patiënten in de rotigotinegroep de
optimale dosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 6 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 48% van de patiënten die rotigotine kregen en bij 19% van de patiënten die een
placebo kregen (verschil 29%, CI95% 18%; 39%, p<0,0001). Bij de met rotigotine behandelde patiënten
bedroeg de gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel II+III) -3,98 punten (basislijn
29,9 punten), terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verslechtering van 1,31 punten werd
waargenomen (basislijn 30,0 punten). Het verschil was 5,28 punten en statistisch significant
(p <0,0001).
Tijdens de dubbelblinde studie SP513 Deel I kregen 213 patiënten rotigotine, 227 ropinirol en
117 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis gedurende 4 weken in wekelijkse stappen van
2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale dosis van 8 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de ropinirolgroep werd de dosis gedurende 13 weken getitreerd tot de optimale
individuele dosis van maximaal 24 mg/dag. De patiënten in beide behandelingsgroepen werden
gedurende 6 maanden op hun respectievelijke doses gehouden.
optimumdosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 8 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 52% van de patiënten die rotigotine kregen, 68% van de patiënten die ropinirol
kregen en 30% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 21,7%,
CI95% 11,1%; 32,4%, verschil ropinirol versus placebo 38,4%, CI95% 28,1%; 48,6%, verschil ropinirol
versus rotigotine 16,6%, CI95% 7,6%; 25,7%). De gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel
II+III) bedroeg 6,83 punten (basislijn 33,2 punten) in de rotigotinegroep, 10,78 punten in de
ropinirolgroep (basislijn 32,2 punten) en 2,33 punten in de placebogroep (basislijn 31,3 punten). Alle
verschillen tussen de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant. In deze studie kon
niet worden aangetoond dat rotigotine niet inferieur is ten opzichte van ropinirol.
In een daaropvolgende open-labelstudie (SP824), een multicentrische, multinationale studie, werd
de verdraagbaarheid onderzocht van het in één nacht overschakelen van ropinirol, pramipexol of
cabergoline op rotigotine transdermale pleister en het effect daarvan op de symptomen bij
proefpersonen met idiopathische ziekte van Parkinson. 116 patiënten werden omgeschakeld van een
eerdere orale behandeling naar een behandeling met rotigotine, dosis tot 8 mg/24 h. 47 van hen hadden
daarvoor tot 9 mg/dag ropinirol gekregen, 47 tot 2 mg/dag pramipexol en 22 tot 3 mg/dag cabergoline.
Overschakelen op rotigotine was mogelijk en de dosis moest slechts bij 2 ex-ropinirolpatiënten, 5 ex-
pramipexolpatiënten en 4 ex-cabergolinepatiënten minimaal worden aangepast (mediaan 2 mg/24 h).
Er werden verbeteringen vastgesteld in de scores van UPDRS Delen I - IV. Het veiligheidsprofiel was
niet verschillend van het profiel dat in eerdere studies werd waargenomen.
In een gerandomiseerde open-labelstudie (SP825) bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een
vroeg stadium, werden 25 patiënten gerandomiseerd naar behandeling met rotigotine en 26 naar
behandeling met ropinirol. In beide groepen werd de behandeling getitreerd naar de optimale of
maximale dosis van respectievelijk 8 mg/24 h of 9 mg/dag. Bij beide behandelingen werden
verbeteringen vastgesteld van de motoriek in de vroege ochtend en van het slapen. Op het vlak van
motorische symptomen (UPDRS Deel III) was er een verbetering met 6,3 ± 1,3 punten bij patiënten
behandeld met rotigotine en met 5,9 ± 1,3 punten bij de groep behandeld met ropinirol na 4 weken
onderhoudsbehandeling. Op het vlak van slapen (PDSS) was er een verbetering met 4,1 ± 13,8 punten
voor de patiënten behandeld met rotigotine en met 2,5 ± 13,5 punten voor de patiënten behandeld met
ropinirol. Het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar, met uitzondering van reacties op de
toedieningsplaats.
In studies SP824 en SP825 die werden uitgevoerd sinds het initiële vergelijkende onderzoek, werd
voor rotigotine en ropinirol bij equivalente doses een soortgelijke werkzaamheid vastgesteld.
Twee aanvullende hoofdstudies (SP650DB en SP515) werden uitgevoerd onder patiënten die
gelijktijdig behandeld werden met levodopa. Als primaire variabele werd de verlaging van de 'off'-
tijd (in uren) beoordeeld. De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie
aan de hand van de verbetering van het percentage responders en de absolute verbetering van de 'off'-
tijd.
Tijdens de dubbelblinde studie SP650DB kregen 113 patiënten rotigotine tot een maximale dosis
van 8 mg/24 h, 109 patiënten kregen rotigotine tot een maximale dosis van 12 mg/24 h en
119 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h,
beginnend met 4 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele dosis rotigotine of placebo. De
patiënten in beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis
gehouden. Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30%
waargenomen bij 57% en 55% van de patiënten die respectievelijk rotigotine 8 mg/24 h en 12 mg/24 h
kregen en bij 34% van de patiënten die een placebo kregen (verschillen van respectievelijk 22% en
21%, respectievelijk CI95% 10%; 35% en 8%; 33%, p<0,001 voor beide rotigotinegroepen). Bij de met
rotigotine behandelde patiënten bedroeg de gemiddelde verlaging van de 'off'-tijd respectievelijk 2,7
en 2,1 uur, terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verlaging van 0,9 uur werd
waargenomen. De verschillen waren statistisch significant (respectievelijk p<0,001 en p=0,003).
100 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van
4 mg/24 h tot een maximale dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de pramipexolgroep kregen de patiënten 0,375 mg in de eerste week en 0,75 mg in
de tweede week en werd de dosis vervolgens getitreerd tot de individuele optimale dosis in wekelijkse
stappen van 0,75 mg tot een maximale dosis van 4,5 mg/dag. De patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 maanden op hun respectievelijke dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30% waargenomen
bij 60% van de patiënten die rotigotine kregen, bij 67% van de patiënten die pramipexol kregen en bij
35% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 25%, CI95% 13%;
36%, verschil pramipexol versus placebo 32%, CI95% 21%; 43%, verschil pramipexol versus rotigotine
7%, CI95% -2%; 17%). De gemiddelde verlaging van de 'off'-tijd bedroeg 2,5 uur in de
rotigotinegroep, 2,8 uur in de pramipexolgroep en 0,9 uur in de placebogroep. Alle verschillen tussen
de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant.
Een andere multinationale dubbelblinde studie (SP889) werd uitgevoerd bij 287 patiënten met een
vroeg of een gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson en bij wie sprake was van onvoldoende
controle van vroege ochtendlijke motorische symptomen. 81,5% van deze patiënten werden
gelijktijdig met levodopa behandeld. 190 patiënten kregen rotigotine en 97 een placebo. De patiënten
werden gedurende 8 weken, in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot hun optimale dosis rotigotine of placebo. Patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 weken op hun optimale dosis gehouden. Co-primaire
uitkomstmaten waren de vroege ochtendmotoriek, beoordeeld met de UPDRS-score Deel III en de
nachtelijke slaapstoornissen, gemeten met de gemodificeerde Parkinsons Disease Sleep Scale (PDSS-
2). Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was de gemiddelde UPDRS-score Deel III verbeterd
met 7,0 punten bij de met rotigotine behandelde patiëntengroep (basislijn 29,6) en met 3,9 punten bij
de placebogroep (basislijn 32,0). Verbeteringen in de gemiddelde PDSS-2 totaalscore waren 5,9
(rotigotine, basislijn 19,3) en 1,9 punten (placebo, basislijn 20,5). Voor de co-primaire variabelen
waren de verschillen in behandeling statistisch significant (p=0,0002 en p<0,0001).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Nadat de pleister is aangebracht, wordt continu rotigotine afgegeven door de pleister voor
transdermaal gebruik en geabsorbeerd via de huid. Steady-state concentraties worden één tot twee
dagen na het aanbrengen van de pleister bereikt en worden op een stabiel niveau gehouden door
dagelijks één pleister aan te brengen, die gedurende 24 uur wordt gedragen.
Rotigotineplasmaconcentraties nemen afhankelijk van de dosis toe binnen een dosisbereik van
1 mg/24 h tot 24 mg/24 h.
Ongeveer 45% van de werkzame stof in de pleister wordt binnen 24 uur aan de huid afgegeven. De
absolute biologische beschikbaarheid na transdermaal gebruik is ongeveer 37%.
Het wisselen van de plaats waar de pleister wordt aangebracht, kan leiden tot dagelijkse verschillen in
het plasmaniveau. Verschillen in de biologische beschikbaarheid van rotigotine varieerden van 2%
(bovenarm versus zij) tot 46% (schouder versus dij). Er is echter geen indicatie dat dit een relevante
invloed heeft op de klinische studieresultaten.
Distributie
De in vitro binding van rotigotine aan plasmaproteïnen is ongeveer 92%.
Het schijnbare distributievolume bij mensen is ongeveer 84 l/kg.
Rotigotine wordt voor een groot deel gemetaboliseerd. Rotigotine wordt zowel gemetaboliseerd door
N-dealkylatie als door directe en secundaire conjugatie. In vitro resultaten geven aan dat verschillende
CYP-isoformen in staat zijn als katalysator te fungeren voor de N-dealkylatie van rotigotine. De
belangrijkste metabolieten zijn sulfaten en glucuronideconjugaten van de moederstof evenals
N-desalkyl-metabolieten, die biologisch inactief zijn.
De informatie over metabolieten is onvolledig.
Eliminatie
Ongeveer 71% van de rotigotine dosis wordt in de urine uitgescheiden en een kleiner gedeelte van
ongeveer 23% wordt via de feces uitgescheiden.
De klaring van rotigotine na transdermale toediening is ongeveer 10 l/min en de totale
eliminatiehalfwaardetijd is 5 tot 7 uur. Het farmacokinetische profiel duidt op een bifasische eliminatie
met een initiële halfwaardetijd van ongeveer 2 tot 3 uur.
Omdat de pleister transdermaal wordt gebruikt, wordt geen invloed van voedsel of maag-
darmstelselaandoeningen verwacht.
Speciale patiëntengroepen
Omdat de therapie met Neupro wordt gestart met een lage dosis en geleidelijk wordt getitreerd
overeenkomstig de klinische verdraagbaarheid om het optimale therapeutische effect te verkrijgen, is
een aanpassing van de dosis vanwege geslacht, gewicht of leeftijd niet noodzakelijk.
Lever- en nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis of een lichte tot ernstige nierfunctiestoornis werden
geen relevante verhogingen van de rotigotineplasmaspiegels gevonden. Neupro werd niet onderzocht
bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis.
Plasmaspiegels van conjugaten van rotigotine en zijn desalkylmetabolieten nemen toe bij een
nierfunctiestoornis. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze metabolieten bijdragen aan de klinische
effecten.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In studies op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering en toxiciteit op lange termijn werden de
belangrijkste effecten in verband gebracht met de aan de dopamine-agonist gerelateerde
farmacodynamische effecten en de daaruit voortvloeiende verlaging van de prolactinesecretie.
Na een enkele dosis rotigotine was er sprake van een duidelijke binding aan melanine bevattende
weefsels (bijv. ogen) in de gepigmenteerde rat en aap, maar dit nam langzaam af gedurende een
observatieperiode van 14 dagen.
Degeneratie van de retina werd waargenomen met behulp van transmissiemicroscopie bij een dosis
equivalent aan 2,8 maal de maximale voor mensen aanbevolen dosis op mg/m2-basis in een 3 maanden
durende studie bij albinoratten. De effecten waren duidelijker bij vrouwelijke ratten. Aanvullende
studies ter verdere beoordeling van de specifieke pathologie zijn niet uitgevoerd. Tijdens de
routinematige histopathologische beoordeling van de ogen werd degeneratie van de retina in geen van
de toxicologische studies en bij geen van de geteste diersoorten waargenomen. De relevantie van deze
bevindingen voor de mens is onbekend.
In een carcinogeniciteitsstudie ontwikkelden mannelijke ratten Leydig-celtumoren en hyperplasie.
Maligne tumoren werden voornamelijk gevonden in de uterus van vrouwelijke ratten met gemiddelde
en hoge doseringen. Deze veranderingen zijn bekende effecten van dopamine-agonisten bij ratten na
levenslange therapie en worden als niet relevant voor de mens beschouwd.
Rotigotine was bij de drie diersoorten niet teratogeen, maar was embryotoxisch bij ratten en muizen
bij maternotoxische doses. Rotigotine had geen effect op de mannelijke vruchtbaarheid bij ratten, maar
verminderde duidelijk de vrouwelijke vruchtbaarheid bij ratten en muizen, vanwege de effecten op de
prolactinespiegels, die met name significant zijn bij knaagdieren.
Rotigotine veroorzaakte geen genmutaties bij de Ames-test, maar vertoonde wel effecten bij de in vitro
lymfoomtest bij de muis mét metabolische activering en geringere effecten zonder metabolische
activering. Dit mutagene effect zou kunnen worden toegeschreven aan een clastogeen effect van
rotigotine. Dit effect werd in vivo niet bevestigd in de micronucleustest bij de muis en de test van de
ongeplande DNA-synthese (Unscheduled DNA Synthesis, UDS) bij de rat. Omdat het min of meer
parallel liep aan een verlaagde relatieve totale groei van de cellen, kan het gerelateerd zijn aan een
cytotoxisch effect van de stof. Daarom is de relevantie van die ene positieve in vitro
mutageniciteitstest onbekend.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Steunlaag
Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd,
van een kleurlaag voorzien met een pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment
rood 166) en met een opdruk (pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
Zelfhechtende matrixlaag
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat,
Povidon K90,
Natriummetabisulfiet (E223),
Ascorbylpalmitaat (E304) en
DL--tocoferol (E307).
Beschermstrook
Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
30 maanden.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Peel-off sachet in een plastic doos: de ene zijde bestaat uit een ethyleencopolymeer (binnenste laag),
een aluminiumfolie, een polyethyleenfilm van lage dichtheid en papier; de andere zijde bestaat uit
polyethyleen (binnenste laag), aluminium, ethyleencopolymeer en papier.
transdermaal gebruik, die afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Na gebruik bevat de pleister nog steeds de werkzame stof. Na verwijdering dient de gebruikte pleister
dubbel te worden gevouwen, met de hechtkant naar binnen zodat de matrixlaag niet wordt
blootgesteld. Plaats de pleister in het originele sachet en gooi dit vervolgens weg. Alle gebruikte of
ongebruikte pleisters dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften of te worden
teruggebracht naar de apotheek.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/05/331/004
EU/1/05/331/005
EU/1/05/331/021
EU/1/05/331/024
EU/1/05/331/059
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/05/331/007
EU/1/05/331/008
EU/1/05/331/027
EU/1/05/331/030
EU/1/05/331/060
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
EU/1/05/331/010
EU/1/05/331/011
EU/1/05/331/033
EU/1/05/331/036
EU/1/05/331/061
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 15 februari 2006
Datum van laatste verlenging: 22 januari 2016
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro
2 mg/24 h
4 mg/24 h
6 mg/24 h
8 mg/24 h
Pleister voor transdermaal gebruik
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 10 cm2 bevat 4,5 mg rotigotine.
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 20 cm2 bevat 9,0 mg rotigotine.
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 30 cm2 bevat 13,5 mg rotigotine.
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 40 cm2 bevat 18,0 mg rotigotine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Pleister voor transdermaal gebruik.
Dun, matrixtype, vierkant met afgeronde hoeken, bestaande uit drie lagen. De buitenkant van de
steunlaag is beige en heeft de opdruk 'Neupro 2 mg/24 h, 4 mg/24 h, 6 mg/24 h of 8 mg/24 h'.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Neupro is geïndiceerd als monotherapie (d.w.z. zonder levodopa) voor de behandeling van de tekenen
en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium of in
combinatie met levodopa, als het effect van levodopa afneemt of inconsistent wordt en
schommelingen van het therapeutische effect optreden (aan het einde van een dosisinterval of 'on-
off'-schommelingen) d.w.z. gedurende het verloop van de ziekte tot en met de late fasen.
Dosering
De aanbevolen dosis wordt uitgedrukt in nominale dosis.
Dosering bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium:
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 2 mg/24 h, die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal 8 mg/24 h
bereikt is.
4 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten wordt de
effectieve dosis binnen 3 of 4 weken bereikt met doseringen van 6 mg/24 h respectievelijk 8 mg/24 h .
De maximumdosis is 8 mg/24 h.
Dosering bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een gevorderd stadium met schommelingen:
De behandeling moet worden gestart met een enkele dagelijkse dosis van 4 mg/24 h die vervolgens
wordt verhoogd in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h tot een effectieve dosis van maximaal
16 mg/24 h.
4 mg/24 h of 6 mg/24 h kan bij sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten
wordt de effectieve dosis binnen 3 tot 7 weken bereikt met doseringen van 8 mg/24 h tot de
maximumdosis van 16 mg/24 h.
Het Neupro-behandelingsstartpakket bevat 4 verschillende verpakkingen (één voor elke sterkte) met
elk 7 pleisters, voor de eerste vier therapieweken.
Afhankelijk van de reactie van de patiënt hoeven niet alle volgende dosisstappen noodzakelijk te zijn
of kunnen na week 4 hogere doseringen nodig zijn, waarin dit pakket niet voorziet.
Op de eerste behandelingsdag start de patiënt met Neupro 2 mg/24 h. In de tweede week neemt de
patiënt Neupro 4 mg/24 h. In de derde week neemt hij of zij Neupro 6 mg/24 h en in de vierde week
Neupro 8 mg/24 h. De pakketten zijn gekenmerkt met 'Week 1 (2, 3 of 4)'.
Neupro wordt eenmaal per dag aangebracht. De pleister moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip
worden aangebracht. De pleister blijft gedurende 24 uur op de huid en wordt daarna vervangen door
een nieuwe pleister op een andere toedieningsplaats.
Als de patiënt de pleister vergeet aan te brengen op het gebruikelijke tijdstip van de dag of als de
pleister losraakt, moet een nieuwe pleister voor de rest van de dag worden aangebracht.
Stopzetting van de behandeling
De behandeling met Neupro moet geleidelijk worden stopgezet. De dagelijkse dosis moet worden
verlaagd in stappen van 2 mg/24 h, bij voorkeur om de andere dag, totdat de behandeling met Neupro
helemaal is stopgezet (zie rubriek 4.4).
Speciale populaties
Leverfunctiestoornis
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot matig-ernstige
leverfunctiestoornis. Voorzichtigheid is geboden bij het behandelen van patiënten met een ernstige
leverfunctiestoornis die kan leiden tot een lagere rotigotineklaring. Rotigotine werd niet onderzocht bij
deze groep patiënten. Het kan wellicht noodzakelijk zijn de dosis te verlagen als de leverfunctie
verslechtert.
Aanpassing van de dosis is niet noodzakelijk bij patiënten met een lichte tot ernstige
nierfunctiestoornis waaronder patiënten die moeten worden gedialyseerd. Een onverwachte
accumulatie van rotigotine kan ook optreden als de nierfunctie acuut verslechtert (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Neupro bij pediatrische patiënten voor de ziekte van Parkinson.
Wijze van toediening
Neupro is voor transdermaal gebruik.
De pleister moet worden aangebracht op een stukje schone, droge, onbeschadigde en gezonde huid op
de buik, dij, heup, zij, schouder of bovenarm. Men dient te voorkomen dat een volgende pleister
binnen 14 dagen op dezelfde plaats wordt aangebracht. Neupro mag niet worden aangebracht op rode,
geïrriteerde of beschadigde huid (zie rubriek 4.4).
Gebruik en instructies
Elke pleister is verpakt in een sachet en dient te worden aangebracht onmiddellijk nadat het sachet is
geopend. De ene helft van de beschermstrook dient te worden verwijderd en de plakstrook dient te
worden aangebracht en stevig op de huid te worden gedrukt. Daarna wordt de pleister teruggevouwen
en wordt het tweede gedeelte van de beschermstrook verwijderd. De plakzijde van de pleister mag niet
worden aangeraakt. De pleister dient stevig te worden aangedrukt met de palm van de hand gedurende
ongeveer 30 seconden, zodat deze goed vastzit.
De pleister dient niet in stukken te worden geknipt.
4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
Magnetic Resonance Imaging of cardioversie (zie rubriek 4.4).
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Als een patiënt met de ziekte van Parkinson onvoldoende reageert op de behandeling met rotigotine
kan het overstappen op een andere dopamine-agonist een bijkomend voordeel opleveren (zie rubriek
5.1).
Magnetic Resonance Imaging en cardioversie
De steunlaag van Neupro bevat aluminium. Om brandwonden op de huid te voorkomen, moet Neupro
worden verwijderd als de patiënt een Magnetic Resonance Imaging (MRI)-scan of cardioversie moet
ondergaan.
Orthostatische hypotensie
Het is bekend dat dopamine-agonisten een negatieve invloed hebben op de systemische regeling van
de bloeddruk, wat leidt tot posturale/orthostatische hypotensie. Deze verschijnselen werden ook
waargenomen tijdens de behandeling met rotigotine, maar de incidentie was vergelijkbaar met de
incidentie waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld.
Het wordt aanbevolen de bloeddruk te controleren, vooral aan het begin van de behandeling, vanwege
het algemene risico van orthostatische hypotensie gerelateerd aan dopaminerge therapie.
In klinische studies met rotigotine werd syncope waargenomen met een vergelijkbaar percentage als
het percentage waargenomen bij patiënten die met een placebo werden behandeld. Omdat patiënten
met een klinisch relevante cardiovasculaire aandoening niet geïncludeerd werden in deze studies, is
het nodig patiënten met een ernstige cardiovasculaire aandoening te vragen naar symptomen van
syncope en pre-syncope.
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine is in verband gebracht met somnolentie en episodes van plotselinge slaapaanvallen. Er zijn
meldingen geweest van plotselinge slaapaanvallen tijdens dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen
zonder dat de patiënt zich bewust was van waarschuwingssignalen. De voorschrijvende artsen dienen
continu te controleren of hun patiënten aan sufheid of slaperigheid leiden, omdat patiënten zich
eventueel niet van sufheid of slaperigheid bewust zijn, totdat zij direct daarnaar worden gevraagd. Een
verlaging van de dosering of stopzetting van de therapie dient zorgvuldig te worden overwogen.
Stoornissen in de impulsbeheersing en andere gerelateerde stoornissen
Patiënten dienen regelmatig gecontroleerd te worden op het ontstaan van stoornissen in de
impulsbeheersing en gerelateerde stoornissen, waaronder dopaminedysregulatiesyndroom. Patiënten
en verzorgers dienen erop attent gemaakt te worden dat in het gedrag van patiënten die behandeld
worden met dopamine-agonisten, waaronder rotigotine, symptomen van een stoornis in de
impulsbeheersing kunnen optreden, waaronder pathologisch gokken, verhoogd libido,
hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag, eetbuien en compulsief eetgedrag. Bij
sommige patiënten werd het dopaminedysregulatiesyndroom waargenomen gedurende de behandeling
met rotigotine. Als dergelijke symptomen zich ontwikkelen, dient een dosisreductie/geleidelijke
stopzetting van de behandeling te worden overwogen.
Maligne neurolepticasyndroom
Er is melding gemaakt van symptomen die wijzen op het maligne neurolepticasyndroom bij abrupte
stopzetting van de dopaminerge therapie. Daarom wordt aanbevolen de behandeling geleidelijk af te
bouwen (zie rubriek 4.2).
Dopamine-agonistontwenningssyndroom
Symptomen die wijzen op het dopamine-agonistontwenningssyndroom (bijvoorbeeld pijn,
vermoeidheid, depressie, zweten en angst) zijn gemeld bij abrupt stoppen van dopaminerge therapie.
Daarom wordt aanbevolen om de behandeling geleidelijk stop te zetten (zie rubriek 4.2).
Abnormaal denken en gedrag
Er zijn gevallen gemeld van abnormale gedachten en gedragingen die zich op verschillende manieren
kunnen manifesteren, waaronder paranoïde ideeën, waanideeën, hallucinaties, verwardheid,
psychoseachtig gedrag, desoriëntatie, agressief gedrag, agitatie en delirium.
Fibrotische complicaties
Gevallen van retroperitoneale fibrose, pulmonale infiltraten, pleurale effusie, pleurale verdikking,
pericarditis en cardiale valvulopathie zijn gemeld bij sommige patiënten die werden behandeld met
dopaminerge middelen op basis van ergot-alkaloïden. Hoewel deze complicaties kunnen verdwijnen
als de behandeling wordt stopgezet, is er niet altijd een volledig herstel.
Hoewel men denkt dat deze bijwerkingen gerelateerd zijn aan de ergoline structuur van deze stoffen, is
het onbekend of andere, non-ergoline dopamine-agonisten deze kunnen veroorzaken.
Neuroleptica gegeven als anti-emeticum dienen niet te worden toegediend aan patiënten die dopamine-
agonisten gebruiken (zie ook rubriek 4.5).
Oftalmologische controles
Oftalmologische controles worden aanbevolen met regelmatige tussenpozen of bij afwijkingen van het
gezichtsvermogen.
Blootstelling aan warmte
De plaats van de pleister dient niet te worden blootgesteld aan externe warmte (overmatig zonlicht,
verwarmingskussens en andere warmtebronnen zoals een sauna of een warm bad).
Reacties ter hoogte van de toedieningsplaats
Huidreacties ter hoogte van de toedieningsplaats kunnen voorkomen en zijn meestal van lichte of
matige intensiteit. Het wordt aanbevolen dagelijks een andere plaats voor het aanbrengen van de
pleister te kiezen (bijv. wisseling van de rechter- naar de linkerkant en van het boven- naar het
onderlichaam). Eenzelfde plaats mag gedurende 14 dagen niet opnieuw gebruikt worden. Als er
reacties ter hoogte van de toedieningsplaats ontstaan die langer dan een paar dagen duren of lange tijd
aanhouden, als de reactie ernstiger wordt of als de huidreactie zich verspreidt naar plaatsen buiten de
toedieningsplaats, dienen de voordelen en risico's voor de individuele patiënt tegen elkaar afgewogen
te worden.
Als er sprake is van huiduitslag of irritatie die veroorzaakt wordt door het transdermale systeem, dan
dient men te vermijden dat deze plaats direct aan het zonlicht wordt blootgesteld totdat de huid
genezen is, aangezien blootstelling zou kunnen leiden tot verkleuring van de huid.
Als er een gegeneraliseerde huidreactie (bijv. allergische huiduitslag, waaronder erythemateuze,
maculaire, papulaire huiduitslag of pruritus) wordt waargenomen gerelateerd aan het gebruik van
Neupro, moet de behandeling met Neupro worden stopgezet.
Perifeer oedeem
Tijdens klinisch onderzoek bij patiënten met de ziekte van Parkinson was de specifieke frequentie van
perifeer oedeem na 6 maanden ongeveer 4%. Dit bleef zo gedurende de gehele observatietijd van
maximaal 36 maanden.
Dopaminerge bijwerkingen
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson is de incidentie van sommige dopaminerge bijwerkingen
zoals hallucinaties, dyskinesie en perifeer oedeem doorgaans hoger bij toediening in combinatie met
levodopa. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het voorschrijven van rotigotine.
Sulfietovergevoeligheid
Neupro bevat natriummetabisulfiet, een sulfiet dat allergische reacties kan veroorzaken, waaronder
anafylactische symptomen en levensbedreigende of minder ernstige astmatische aanvallen, bij
personen die hier gevoelig voor zijn.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Omdat rotigotine een dopamine-agonist is, wordt aangenomen dat dopamine-antagonisten, zoals
neuroleptica (bijv. fenothiazinen, butyrofenonen, thioxanthenen) of metoclopramide, de werkzaamheid
van Neupro kunnen verminderen. Gelijktijdige toediening dient daarom te worden vermeden.
geneesmiddelen of andere geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken (bijv.
benzodiazepines, antipsychotica, antidepressiva) of alcohol in combinatie met rotigotine gebruiken.
De gelijktijdige toediening van levodopa en carbidopa in combinatie met rotigotine had geen invloed
op de farmacokinetiek van rotigotine en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
levodopa en carbidopa.
De gelijktijdige toediening van domperidon en rotigotine had geen invloed op de farmacokinetiek van
rotigotine.
De gelijktijdige toediening van omeprazol (remmer van CYP2C19), in doseringen van 40 mg/dag, had
geen effect op de farmacokinetiek en het metabolisme van rotigotine bij gezonde vrijwilligers.
Neupro kan de dopaminerge bijwerking van levodopa versterken en kan dyskinesie veroorzaken en/of
de reeds bestaande dyskinesie verergeren, zoals beschreven voor andere dopamine-agonisten.
De gelijktijdige toediening van rotigotine (3 mg/24 h) en orale contraceptiva beïnvloedde de
farmacodynamiek en farmacokinetiek van de orale contraceptiva (0,03 mg ethinylestradiol, 0,15 mg
levonorgestrel) niet. Interacties met andere vormen van hormonale contraceptiva zijn niet onderzocht.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden, anticonceptie bij vrouwen
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken om zwangerschap te
voorkomen tijdens de behandeling met rotigotine.
Zwangerschap
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van rotigotine bij zwangere vrouwen. Onderzoek bij
dieren wees niet op teratogene effecten bij ratten en konijnen, maar bij maternotoxische doses bij
ratten en muizen werd embryotoxiciteit waargenomen (zie rubriek 5.3). Het mogelijke risico voor
mensen is onbekend. Rotigotine mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Borstvoeding
Omdat rotigotine de secretie van prolactine verlaagt bij mensen, wordt een remmende invloed op de
borstvoeding verwacht. Onderzoek bij ratten heeft aangetoond dat rotigotine en/of zijn metaboliet(en)
worden uitgescheiden in de moedermelk. Door het ontbreken van gegevens bij mensen moet de
borstvoeding worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Voor informatie over vruchtbaarheidsstudies zie rubriek 5.3.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Rotigotine kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te
bedienen.
Patiënten die worden behandeld met rotigotine en last hebben van somnolentie en/of plotselinge
slaapaanvallen, moet worden geadviseerd niet te rijden of geen handelingen te verrichten (bijv. het
bedienen van machines), waarbij zij zichzelf of anderen door verminderde alertheid in ernstig of
levensbedreigend gevaar kunnen brengen, totdat dergelijke terugkerende aanvallen en somnolentie zijn
verdwenen (zie ook rubrieken 4.4 en 4.5).
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Op basis van de analyse van gepoolde placebogecontroleerde klinische studies bestaande uit in totaal
1307 Neupro- en 607 met een placebo behandelde patiënten, meldde 72,5% van de patiënten met
Neupro en 58,0% van de patiënten met placebo ten minste één bijwerking.
Aan het begin van de therapie kunnen dopaminerge bijwerkingen zoals misselijkheid en braken
voorkomen. Deze zijn meestal licht of matig qua intensiteit en van voorbijgaande aard, zelfs als de
behandeling wordt voortgezet.
Bijwerkingen die werden gemeld bij meer dan 10% van de patiënten die werden behandeld met
Neupro voor transdermaal gebruik zijn misselijkheid, braken, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats, somnolentie, duizeligheid en hoofdpijn.
Bij studies waarbij van toedieningsplaats werd gewisseld zoals aangegeven in de instructies in de
samenvatting van productkenmerken (SPC) en de bijsluiter, kwamen bij 35,7% van de 830 patiënten
die de Neupro pleister voor transdermaal gebruik hadden gebruikt, reacties ter hoogte van de
toedieningsplaats voor. Het merendeel van reacties op de toedieningsplaats was licht of matig qua
intensiteit, beperkt tot de toedieningsplaats en leidde tot stopzetting van de behandeling met Neupro
bij slechts 4,3% van alle patiënten die Neupro kregen toegediend.
De volgende tabel geeft een overzicht van bijwerkingen die zijn opgetreden binnen de hierboven
genoemde gepoolde studies bij patiënten met de ziekte van Parkinson, en van bijwerkingen uit post-
marketingervaring. Bijwerkingen zijn gerangschikt naar frequentie en systeem/orgaanklasse. De
frequentiecategorieën zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10); soms
(1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de
beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen elke groepering per frequentie zijn de
bijwerkingen in afnemende ernst weergegeven.
Systeem-/
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens MedDRA
Immuunsysteem-
Overgevoelig-
aandoeningen
heid, met
inbegrip van
angio-oedeem,
tongoedeem en
lipoedeem
Psychische
Waarnemings-
Slaapaanvallen Psychotische
Dopamine-
stoornissen
stoornissena
/ plotseling in
stoornis,
dysregulatie-
(waaronder
slaap vallen,
obsessieve
syndroomc
hallucinaties,
paranoia,
compulsieve
visuele
stoornissen
stoornis,
hallucinaties,
van de
agressief
auditieve
geslachtsdrifta
gedrag/agres-
hallucinaties,
(waaronder
sieb,
illusies),
hyperseksua-
waanideeënd,
insomnia,
liteit, verhoogd deliriumd
slaapstoornis,
libido),
nachtmerries,
verwardheid,
abnormale
desoriëntatied,
dromen,
agitatied
stoornissen
van de
impulscontro-
lea,d
(waaronder
pathologisch
gokken
, stereotypie/
punding,
eetbuien /
eetstoornisb,
compulsief
koopgedragc)
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens MedDRA
Zenuwstelsel-
Somnolentie,
Bewustzijns-
Convulsie
Dropped head-
aandoeningen
duizeligheid,
stoornissen
syndrome
hoofdpijn
NEGa
(hangend hoofd)c
(waaronder
syncope,
vasovagale
syncope,
bewustzijns-
verlies),
dyskinesie,
posturale
duizeligheid,
lethargie
Oogaandoeningen
Wazig zien,
visuele
stoornissen,
fotopsie
Evenwichtsorgaan-
Vertigo
en oor-aandoeningen
Hartaandoeningen
Hartkloppinge
Atriumfibrillat
Supraventri-
n
ie
culaire
tachycardie
Bloedvat-
Orthostatische Hypotensie
aandoeningen
hypotensie,
hypertensie
Ademhalings-stelsel-,
Hik
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarmstelsel-
Misselijkheid, Constipatie,
Buikpijn
Diarreec
aandoeningen
braken
droge mond,
dyspepsie
Huid- en onderhuid-
Erytheem,
Gegenerali-
Gegenerali-
aandoeningen
hyperhidrose,
seerde
seerde
pruritus
pruritus,
huiduitslag
huidirritatie,
contact-
dermatitis
Voortplantings-
Erectiestoor-
stelsel- en borst-
nis
aandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
orgaanklassen
volgens MedDRA
Algemene
Toedienings-
Perifeer
Prikkelbaar-
aandoeningen en
en
oedeem,
heid
toedienings-
indruppelingsp asthenie-
plaatsstoornissen
laatsreactiesa
aandoeningena
(waaronder
(waaronder
erytheem,
vermoeidheid,
pruritus,
asthenie,
irritatie,
malaise)
huiduitslag,
dermatitis,
blaasjes, pijn,
eczeem,
ontsteking,
zwelling,
verkleuring,
papulae,
exfoliatie,
urticaria,
overgevoelig-
heid)
Onderzoeken
Gewichts-
Verhoogde
afname
leverenzym-
spiegels
(waaronder
AST, ALT,
GGT),
gewichts-
toename,
verhoogde
hartslag,
verhoogde
CPK-waardend
Letsels, intoxicaties
Vallen
en verrichtings-
complicaties
Skeletspierstelsel- en
Rhabdomyolysec
bindweefselaan-
doeningen
a High Level Term
b Waargenomen bij open-labelstudies
c Waargenomen na de marktintroductie
d Waargenomen in een datapool (2011) van dubbelblinde, placebogecontroleerde studies
Omschrijving van bijzondere bijwerkingen
Plotselinge slaapaanvallen en somnolentie
Rotigotine werd in verband gebracht met somnolentie, waaronder overmatige somnolentie overdag en
episoden van plotselinge slaapaanvallen. In geïsoleerde gevallen viel men 'plotseling in slaap' tijdens
het rijden, waardoor ongevallen met motorvoertuigen werden veroorzaakt (zie ook rubrieken 4.4 en
4.7).
Pathologisch gokken, verhoogd libido, hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag,
eetbuien en compulsief eetgedrag kan optreden bij patiënten die behandeld worden met dopamine-
agonisten, waaronder rotigotine (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De meest waarschijnlijke bijwerkingen zouden die bijwerkingen zijn die gerelateerd zijn aan het
farmacodynamische profiel van een dopamine-agonist, waaronder misselijkheid, braken, hypotensie,
onwillekeurige bewegingen, hallucinaties, verwarring, convulsies en andere verschijnselen van
centrale dopaminerge stimulatie.
Behandeling
Er is geen antidotum voor de overdosering van dopamine-agonisten bekend. Bij het vermoeden van
een overdosering dient verwijdering van de pleister(s) te worden overwogen. Na verwijdering van de
pleister(s) stopt immers de opname van de werkzame stof en daalt de plasmaconcentratie van
rotigotine snel. De patiënt dient nauwkeurig gecontroleerd te worden, inclusief hartslag, hartritme en
bloeddruk.
Bij de behandeling van overdosering kunnen algemene ondersteunende maatregelen ter behoud van de
vitale functies noodzakelijk zijn. Het wordt niet verwacht dat dialyse nut zou hebben, omdat rotigotine
niet door dialyse wordt verwijderd.
Indien het noodzakelijk is de behandeling met rotigotine te staken, dient dit geleidelijk te gebeuren om
het maligne neurolepticasyndroom te voorkomen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-parkinsonmiddelen, dopamine-agonisten; ATC-code: N04BC09
Rotigotine is een non-ergoline dopamine-agonist voor de behandeling van klachten en symptomen van
de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome.
Werkingsmechanisme
Men denkt dat het gunstige effect van rotigotine op de ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door
activering van de D3
-, D2
- en D1
-receptoren in de nucleus caudatus en het putamen in de hersenen.
Het exacte werkingsmechanisme van rotigotine als behandeling van RLS is niet bekend. Het wordt
aangenomen dat de werking van rotigotine voornamelijk wordt uitgeoefend via dopaminereceptoren.
Gelet op het functionele effect op de verschillende receptor subtypes en hun verdeling in de hersenen,
wordt rotigotine omschreven als een D2
- en D3
-receptor agonist die ook effect heeft op D1
-, D4
- en D5
-
receptoren. Voor wat betreft de niet-dopaminerge receptoren vertoonde rotigotine een antagonisme
voor alfa2B
-receptoren en een agonisme voor 5HT1A
-receptoren. Er is geen effect van rotigotine op
de 5HT2B
-receptor.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van rotigotine bij de behandeling van de tekenen en symptomen van de
idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson werd geëvalueerd in een multinationaal
ontwikkelingsprogramma voor geneesmiddelen bestaande uit vier centrale, parallelle,
gerandomiseerde, placebogecontroleerde dubbelblinde studies en drie studies die specifieke aspecten
van de ziekte van Parkinson onderzochten.
Twee hoofdstudies (SP512 Deel I en SP513 Deel I) waarin de werkzaamheid van rotigotine bij de
behandeling van de tekenen en symptomen van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson
werd onderzocht, werden uitgevoerd onder patiënten die niet gelijktijdig dopamine-agonisten kregen
en die nog niet eerder met levodopa waren behandeld of bij wie de eerdere levodopa-behandeling
6 maanden duurde. Als primaire variabele werden twee componenten van de Unified Parkinson's
Disease Rating Scale (UPDRS) beoordeeld: de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL)
(Deel II) en het Motorisch Onderzoek (Deel III).
De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie aan de hand van de
verbetering van het percentage responders en van het absolute aantal punten in de waarden van de
gecombineerde scores voor ADL en Motorisch Onderzoek (UPDRS Deel II+III).
Tijdens de dubbelblinde studie SP512 Deel I kregen 177 patiënten rotigotine en 96 patiënten een
placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 6 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele rotigotinedosis of placebo. De patiënten in
beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was bij 91% van de patiënten in de rotigotinegroep de
optimale dosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 6 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 48% van de patiënten die rotigotine kregen en bij 19% van de patiënten die een
placebo kregen (verschil 29%, CI95% 18%; 39%, p<0,0001). Bij de met rotigotine behandelde patiënten
bedroeg de gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel II+III) -3,98 punten (basislijn
29,9 punten), terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verslechtering van 1,31 punten werd
waargenomen (basislijn 30,0 punten). Het verschil was 5,28 punten en statistisch significant
(p <0,0001).
Tijdens de dubbelblinde studie SP513 Deel I kregen 213 patiënten rotigotine, 227 ropinirol en
117 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis gedurende 4 weken in wekelijkse stappen van
2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale dosis van 8 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de ropinirolgroep werd de dosis gedurende 13 weken getitreerd tot de optimale
individuele dosis van maximaal 24 mg/dag. De patiënten in beide behandelingsgroepen werden
gedurende 6 maanden op hun respectievelijke doses gehouden.
optimumdosis de toegestane maximale dosis, d.w.z. 8 mg/24 h. Een verbetering van 20% werd
waargenomen bij 52% van de patiënten die rotigotine kregen, 68% van de patiënten die ropinirol
kregen en 30% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 21,7%,
CI95% 11,1%; 32,4%, verschil ropinirol versus placebo 38,4%, CI95% 28,1%; 48,6%, verschil ropinirol
versus rotigotine 16,6%, CI95% 7,6%; 25,7%). De gemiddelde verbetering van de UPDRS-score (Deel
II+III) bedroeg 6,83 punten (basislijn 33,2 punten) in de rotigotinegroep, 10,78 punten in de
ropinirolgroep (basislijn 32,2 punten) en 2,33 punten in de placebogroep (basislijn 31,3 punten). Alle
verschillen tussen de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant. In deze studie kon
niet worden aangetoond dat rotigotine niet inferieur is ten opzichte van ropinirol.
In een daaropvolgende open-labelstudie (SP824), een multicentrische, multinationale studie, werd
de verdraagbaarheid onderzocht van het in één nacht overschakelen van ropinirol, pramipexol of
cabergoline op rotigotine transdermale pleister en het effect daarvan op de symptomen bij
proefpersonen met idiopathische ziekte van Parkinson. 116 patiënten werden omgeschakeld van een
eerdere orale behandeling naar een behandeling met rotigotine, dosis tot 8 mg/24 h. 47 van hen hadden
daarvoor tot 9 mg/dag ropinirol gekregen, 47 tot 2 mg/dag pramipexol en 22 tot 3 mg/dag cabergoline.
Overschakelen op rotigotine was mogelijk en de dosis moest slechts bij 2 ex-ropinirolpatiënten, 5 ex-
pramipexolpatiënten en 4 ex-cabergolinepatiënten minimaal worden aangepast (mediaan 2 mg/24 h).
Er werden verbeteringen vastgesteld in de scores van UPDRS Delen I - IV. Het veiligheidsprofiel was
niet verschillend van het profiel dat in eerdere studies werd waargenomen.
In een gerandomiseerde open-labelstudie (SP825) bij patiënten met de ziekte van Parkinson in een
vroeg stadium, werden 25 patiënten gerandomiseerd naar behandeling met rotigotine en 26 naar
behandeling met ropinirol. In beide groepen werd de behandeling getitreerd naar de optimale of
maximale dosis van respectievelijk 8 mg/24 h of 9 mg/dag. Bij beide behandelingen werden
verbeteringen vastgesteld van de motoriek in de vroege ochtend en van het slapen. Op het vlak van
motorische symptomen (UPDRS Deel III) was er een verbetering met 6,3 ± 1,3 punten bij patiënten
behandeld met rotigotine en met 5,9 ± 1,3 punten bij de groep behandeld met ropinirol na 4 weken
onderhoudsbehandeling. Op het vlak van slapen (PDSS) was er een verbetering met 4,1 ± 13,8 punten
voor de patiënten behandeld met rotigotine en met 2,5 ± 13,5 punten voor de patiënten behandeld met
ropinirol. Het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar, met uitzondering van reacties op de
toedieningsplaats.
In studies SP824 en SP825 die werden uitgevoerd sinds het initiële vergelijkende onderzoek, werd
voor rotigotine en ropinirol bij equivalente doses een soortgelijke werkzaamheid vastgesteld.
Twee aanvullende hoofdstudies (SP650DB en SP515) werden uitgevoerd onder patiënten die
gelijktijdig behandeld werden met levodopa. Als primaire variabele werd de verlaging van de 'off'-
tijd (in uren) beoordeeld. De werkzaamheid werd bepaald door de reactie van de patiënt op de therapie
aan de hand van de verbetering van het percentage responders en de absolute verbetering van de 'off'-
tijd.
Tijdens de dubbelblinde studie SP650DB kregen 113 patiënten rotigotine tot een maximale dosis
van 8 mg/24 h, 109 patiënten kregen rotigotine tot een maximale dosis van 12 mg/24 h en
119 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h,
beginnend met 4 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele dosis rotigotine of placebo. De
patiënten in beide behandelingsgroepen werden gedurende 6 maanden op hun optimale dosis
gehouden. Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30%
waargenomen bij 57% en 55% van de patiënten die respectievelijk rotigotine 8 mg/24 h en 12 mg/24 h
kregen en bij 34% van de patiënten die een placebo kregen (verschillen van respectievelijk 22% en
21%, respectievelijk CI95% 10%; 35% en 8%; 33%, p<0,001 voor beide rotigotinegroepen). Bij de met
rotigotine behandelde patiënten bedroeg de gemiddelde verlaging van de 'off'-tijd respectievelijk 2,7
en 2,1 uur, terwijl bij de met een placebo behandelde groep een verlaging van 0,9 uur werd
waargenomen. De verschillen waren statistisch significant (respectievelijk p<0,001 en p=0,003).
100 patiënten kregen een placebo. Daarbij werd de dosis in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van
4 mg/24 h tot een maximale dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot de optimale individuele
rotigotinedosis. In de pramipexolgroep kregen de patiënten 0,375 mg in de eerste week en 0,75 mg in
de tweede week en werd de dosis vervolgens getitreerd tot de individuele optimale dosis in wekelijkse
stappen van 0,75 mg tot een maximale dosis van 4,5 mg/dag. De patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 maanden op hun respectievelijke dosis gehouden.
Aan het einde van de onderhoudsbehandeling werd een verbetering van ten minste 30% waargenomen
bij 60% van de patiënten die rotigotine kregen, bij 67% van de patiënten die pramipexol kregen en bij
35% van de patiënten die een placebo kregen (verschil rotigotine versus placebo 25%, CI95% 13%;
36%, verschil pramipexol versus placebo 32%, CI95% 21%; 43%, verschil pramipexol versus rotigotine
7%, CI95% -2%; 17%). De gemiddelde verlaging van de 'off'-tijd bedroeg 2,5 uur in de
rotigotinegroep, 2,8 uur in de pramipexolgroep en 0,9 uur in de placebogroep. Alle verschillen tussen
de actieve behandelingen en placebo waren statistisch significant.
Een andere multinationale dubbelblinde studie (SP889) werd uitgevoerd bij 287 patiënten met een
vroeg of een gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson en bij wie sprake was van onvoldoende
controle van vroege ochtendlijke motorische symptomen. 81,5% van deze patiënten werden
gelijktijdig met levodopa behandeld. 190 patiënten kregen rotigotine en 97 een placebo. De patiënten
werden gedurende 8 weken, in wekelijkse stappen van 2 mg/24 h, van 2 mg/24 h tot een maximale
dosis van 16 mg/24 h, getitreerd tot hun optimale dosis rotigotine of placebo. Patiënten in beide
behandelingsgroepen werden gedurende 4 weken op hun optimale dosis gehouden. Co-primaire
uitkomstmaten waren de vroege ochtendmotoriek, beoordeeld met de UPDRS-score Deel III en de
nachtelijke slaapstoornissen, gemeten met de gemodificeerde Parkinsons Disease Sleep Scale (PDSS-
2). Aan het einde van de onderhoudsbehandeling was de gemiddelde UPDRS-score Deel III verbeterd
met 7,0 punten bij de met rotigotine behandelde patiëntengroep (basislijn 29,6) en met 3,9 punten bij
de placebogroep (basislijn 32,0). Verbeteringen in de gemiddelde PDSS-2 totaalscore waren 5,9
(rotigotine, basislijn 19,3) en 1,9 punten (placebo, basislijn 20,5). Voor de co-primaire variabelen
waren de verschillen in behandeling statistisch significant (p=0,0002 en p<0,0001).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Nadat de pleister is aangebracht, wordt continu rotigotine afgegeven door de pleister voor
transdermaal gebruik en geabsorbeerd via de huid. Steady-state concentraties worden één tot twee
dagen na het aanbrengen van de pleister bereikt en worden op een stabiel niveau gehouden door
dagelijks één pleister aan te brengen, die gedurende 24 uur wordt gedragen.
Rotigotineplasmaconcentraties nemen afhankelijk van de dosis toe binnen een dosisbereik van
1 mg/24 h tot 24 mg/24 h.
Ongeveer 45% van de werkzame stof in de pleister wordt binnen 24 uur aan de huid afgegeven. De
absolute biologische beschikbaarheid na transdermaal gebruik is ongeveer 37%.
Het wisselen van de plaats waar de pleister wordt aangebracht, kan leiden tot dagelijkse verschillen in
het plasmaniveau. Verschillen in de biologische beschikbaarheid van rotigotine varieerden van 2%
(bovenarm versus zij) tot 46% (schouder versus dij). Er is echter geen indicatie dat dit een relevante
invloed heeft op de klinische studieresultaten.
Distributie
De in vitro binding van rotigotine aan plasmaproteïnen is ongeveer 92%.
Het schijnbare distributievolume bij mensen is ongeveer 84 l/kg.
Rotigotine wordt voor een groot deel gemetaboliseerd. Rotigotine wordt zowel gemetaboliseerd door
N-dealkylatie als door directe en secundaire conjugatie. In vitro resultaten geven aan dat verschillende
CYP-isoformen in staat zijn als katalysator te fungeren voor de N-dealkylatie van rotigotine. De
belangrijkste metabolieten zijn sulfaten en glucuronideconjugaten van de moederstof evenals
N-desalkyl-metabolieten, die biologisch inactief zijn.
De informatie over metabolieten is onvolledig.
Eliminatie
Ongeveer 71% van de rotigotine dosis wordt in de urine uitgescheiden en een kleiner gedeelte van
ongeveer 23% wordt via de feces uitgescheiden.
De klaring van rotigotine na transdermale toediening is ongeveer 10 l/min en de totale
eliminatiehalfwaardetijd is 5 tot 7 uur. Het farmacokinetische profiel duidt op een bifasische eliminatie
met een initiële halfwaardetijd van ongeveer 2 tot 3 uur.
Omdat de pleister transdermaal wordt gebruikt, wordt geen invloed van voedsel of maag-
darmstelselaandoeningen verwacht.
Speciale patiëntengroepen
Omdat de therapie met Neupro wordt gestart met een lage dosis en geleidelijk wordt getitreerd
overeenkomstig de klinische verdraagbaarheid om het optimale therapeutische effect te verkrijgen, is
een aanpassing van de dosis vanwege geslacht, gewicht of leeftijd niet noodzakelijk.
Lever- en nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis of een lichte tot ernstige nierfunctiestoornis werden
geen relevante verhogingen van de rotigotineplasmaspiegels gevonden. Neupro werd niet onderzocht
bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis.
Plasmaspiegels van conjugaten van rotigotine en zijn desalkylmetabolieten nemen toe bij een
nierfunctiestoornis. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze metabolieten bijdragen aan de klinische
effecten.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In studies op het gebied van toxiciteit bij herhaalde dosering en toxiciteit op lange termijn werden de
belangrijkste effecten in verband gebracht met de aan de dopamine-agonist gerelateerde
farmacodynamische effecten en de daaruit voortvloeiende verlaging van de prolactinesecretie.
Na een enkele dosis rotigotine was er sprake van een duidelijke binding aan melanine bevattende
weefsels (bijv. ogen) in de gepigmenteerde rat en aap, maar dit nam langzaam af gedurende een
observatieperiode van 14 dagen.
Degeneratie van de retina werd waargenomen met behulp van transmissiemicroscopie bij een dosis
equivalent aan 2,8 maal de maximale voor mensen aanbevolen dosis op mg/m2-basis in een 3 maanden
durende studie bij albinoratten. De effecten waren duidelijker bij vrouwelijke ratten. Aanvullende
studies ter verdere beoordeling van de specifieke pathologie zijn niet uitgevoerd. Tijdens de
routinematige histopathologische beoordeling van de ogen werd degeneratie van de retina in geen van
de toxicologische studies en bij geen van de geteste diersoorten waargenomen. De relevantie van deze
bevindingen voor de mens is onbekend.
In een carcinogeniciteitsstudie ontwikkelden mannelijke ratten Leydig-celtumoren en hyperplasie.
Maligne tumoren werden voornamelijk gevonden in de uterus van vrouwelijke ratten met gemiddelde
en hoge doseringen. Deze veranderingen zijn bekende effecten van dopamine-agonisten bij ratten na
levenslange therapie en worden als niet relevant voor de mens beschouwd.
Rotigotine was bij de drie diersoorten niet teratogeen, maar was embryotoxisch bij ratten en muizen
bij maternotoxische doses. Rotigotine had geen effect op de mannelijke vruchtbaarheid bij ratten, maar
verminderde duidelijk de vrouwelijke vruchtbaarheid bij ratten en muizen, vanwege de effecten op de
prolactinespiegels, die met name significant zijn bij knaagdieren.
Rotigotine veroorzaakte geen genmutaties bij de Ames-test, maar vertoonde wel effecten bij de in vitro
lymfoomtest bij de muis mét metabolische activering en geringere effecten zonder metabolische
activering. Dit mutagene effect zou kunnen worden toegeschreven aan een clastogeen effect van
rotigotine. Dit effect werd in vivo niet bevestigd in de micronucleustest bij de muis en de test van de
ongeplande DNA-synthese (Unscheduled DNA Synthesis, UDS) bij de rat. Omdat het min of meer
parallel liep aan een verlaagde relatieve totale groei van de cellen, kan het gerelateerd zijn aan een
cytotoxisch effect van de stof. Daarom is de relevantie van die ene positieve in vitro
mutageniciteitstest onbekend.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Steunlaag
Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd,
van een kleurlaag voorzien met een pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment
rood 166) en met een opdruk (pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
Zelfhechtende matrixlaag
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat,
Povidon K90,
Natriummetabisulfiet (E223),
Ascorbylpalmitaat (E304) en
DL--tocoferol (E307).
Beschermstrook
Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
30 maanden.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30°C.
Peel-off sachet in een kartonnen doos: de ene zijde bestaat uit een ethyleencopolymeer (binnenste
laag), een aluminiumfolie, een polyethyleenfilm van lage dichtheid en papier; de andere zijde bestaat
uit polyethyleen (binnenste laag), aluminium, ethyleencopolymeer en papier.
Het behandelingsstartpakket bevat 28 pleisters voor transdermaal gebruik in 4 dozen met elk
7 pleisters van 2 mg, 4 mg, 6 mg en 8 mg, die afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Na gebruik bevat de pleister nog steeds de werkzame stof. Na verwijdering dient de gebruikte pleister
dubbel te worden gevouwen, met de hechtkant naar binnen zodat de matrixlaag niet wordt
blootgesteld. Plaats de pleister in het originele sachet en gooi dit vervolgens weg. Alle gebruikte of
ongebruikte pleisters dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften of te worden
teruggebracht naar de apotheek.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 15 februari 2006
Datum van laatste verlenging: 22 januari 2016
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{MM/JJJJ}
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN
VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
UCB Pharma S.A.
Chemin du Foriest
B-1420 Braine l'Alleud
België
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
· Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in module
1.8.2. van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 1 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 5 cm2 bevat 2,25 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/038 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/040 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/041 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/056 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 1 mg/24 h
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET 'BLUE BOX')
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 1 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 5 cm2 bevat 2,25 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/044 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 1 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER 'BLUE BOX')
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 1 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 5 cm2 bevat 2,25 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/044 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 1 mg/24 h
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 10 cm2 bevat 4,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/001 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/002 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/015 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/057 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 2 mg/24 h
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET 'BLUE BOX')
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 10 cm2 bevat 4,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/018 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 2 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER 'BLUE BOX')
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 10 cm2 bevat 4,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/018 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 2 mg/24 h
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 3 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 15 cm2 bevat 6,75 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/047 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/049 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/050 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/058 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 3 mg/24 h
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET 'BLUE BOX')
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 3 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 15 cm2 bevat 6,75 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/053 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 3 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER 'BLUE BOX')
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 3 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 15 cm2 bevat 6,75 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/053 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 3 mg/24 h
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 20 cm2 bevat 9,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/004 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/005 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/021 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/059 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 4 mg/24 h
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET 'BLUE BOX')
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 20 cm2 bevat 9,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/024 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 4 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER 'BLUE BOX')
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 20 cm2 bevat 9,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/024 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 4 mg/24 h
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 30 cm2 bevat 13,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/007 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/008 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/027 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/060 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 6 mg/24 h
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET 'BLUE BOX')
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 30 cm2 bevat 13,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/030 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 6 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER 'BLUE BOX')
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 30 cm2 bevat 13,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/030 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 6 mg/24 h
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
DOOS VAN 7 [14] [28] [30] PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 40 cm2 bevat 18,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
14 pleisters voor transdermaal gebruik
28 pleisters voor transdermaal gebruik
30 pleisters voor transdermaal gebruik
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/010 [7 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/011 [28 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/033 [30 pleisters voor transdermaal gebruik]
EU/1/05/331/061 [14 pleisters voor transdermaal gebruik]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 8 mg/24 h
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
BUITENETIKET (MET 'BLUE BOX')
DOOS VAN 84 PLEISTERS, BEVAT 3 DOZEN VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 40 cm2 bevat 18,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Meervoudige verpakking: 84 (3 verpakkingen van 28) pleisters voor transdermaal gebruik.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/036 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 8 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
ALLEEN MEERVOUDIGE VERPAKKINGEN
TUSSENDOOS (ZONDER 'BLUE BOX')
DOOS VAN 28 PLEISTERS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 40 cm2 bevat 18,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
28 pleisters voor transdermaal gebruik. Onderdeel van een meervoudige verpakking, kan niet apart
verkocht worden.
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/036 [84 pleisters voor transdermaal gebruik (3 verpakkingen van 28)]
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 8 mg/24 h
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
DOOS MET 28 PLEISTERS BEHANDELINGSSTARTPAKKET
BEHANDELINGSSCHEMA VOOR 4 WEKEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro
2 mg/24 h
4 mg/24 h
6 mg/24 h
8 mg/24 h
Pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Neupro 2 mg/24 h
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 10 cm2 bevat 4,5 mg rotigotine.
Neupro 4 mg/24 h
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 20 cm2 bevat 9,0 mg rotigotine.
Neupro 6 mg/24 h
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 30 cm2 bevat 13,5 mg rotigotine.
Neupro 8 mg/24 h
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 40 cm2 bevat 18,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Elk behandelingsstartpakket met 28 pleisters voor transdermaal gebruik voor een behandelingsschema
van 4 weken bevat:
7 pleisters voor transdermaal gebruik met Neupro 2 mg/24 h
7 pleisters voor transdermaal gebruik met Neupro 4 mg/24 h
7 pleisters voor transdermaal gebruik met Neupro 6 mg/24 h
7 pleisters voor transdermaal gebruik met Neupro 8 mg/24 h
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
neupro 2 mg/24 h, 4 mg/24 h, 6 mg/24 h, 8 mg/24 h
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
DOOS MET 7 PLEISTERS - WEEK 1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 10 cm2 bevat 4,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
Week 1
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 2 mg/24 h
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET - WEEK 1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
Week 1
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
DOOS MET 7 PLEISTERS WEEK 2
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 20 cm2 bevat 9,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
Week 2
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 4 mg/24 h
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET - WEEK 2
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
Week 2
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
DOOS MET 7 PLEISTERS WEEK 3
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 30 cm2 bevat 13,5 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
Week 3
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 6 mg/24 h
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET - WEEK 3
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
Week 3
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
DOOS MET 7 PLEISTERS WEEK 4
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af.
Elke pleister van 40 cm2 bevat 18,0 mg rotigotine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Andere bestanddelen: Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
E171, E223, E304, E307, fluoropolymeer, polyester, silicone, aluminium, pigmenten (geel95,
rood166, rood144, zwart7).
Bevat E223. Zie bijsluiter voor aanvullende informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 pleisters voor transdermaal gebruik
Week 4
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Transdermaal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30°C.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/05/331/013
13. PARTIJNUMMER
Lot:
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
neupro 8 mg/24 h
WORDEN VERMELD
ETIKET SACHET - WEEK 4
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
rotigotine
Transdermaal gebruik
Week 4
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor gebruik de bijsluiter lezen.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
4.
PARTIJNUMMER
Lot:
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 pleister voor transdermaal gebruik
6.
OVERIGE
B. BIJSLUITER
Neupro 1 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 3 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Rotigotine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
· Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
· Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige.
· Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
· Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Neupro?
Neupro bevat de werkzame stof rotigotine.
Het behoort tot een groep van geneesmiddelen, de zogenaamde `dopamine-agonisten'. Dopamine is
een boodschapper in de hersenen die belangrijk is bij het bewegen.
Waarvoor wordt Neupro gebruikt?
Neupro wordt gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van de tekenen en symptomen van:
·
Restless Legs Syndrome (RLS, Rustelozebenensyndroom) dit syndroom kan gepaard gaan
met een gevoel van ongemak in de benen of armen, de drang om te bewegen, een verstoorde
nachtrust en een vermoeid of slaperig gevoel overdag. Deze symptomen worden verminderd of
treden minder lang op door uw behandeling met Neupro.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent
allergisch voor
rotigotine of een van de
andere stoffen in dit geneesmiddel. Deze
stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
·
U moet een
Magnetic Resonance Imaging (MRI) scan ondergaan (dit zijn diagnostische foto's
van de binnenkant van het lichaam die door het gebruik van magnetische i.p.v. röntgenstralen
gemaakt worden).
·
U moet `
cardioversie' ondergaan (specifieke behandeling voor een abnormaal hartritme).
U moet de Neupro pleister verwijderen vlak vóór het ondergaan van Magnetic Resonance Imaging
(MRI) of cardioversie om brandwonden op de huid te voorkomen, omdat de pleister aluminium bevat.
Nadien kunt u een nieuwe pleister aanbrengen.
neem dan eerst contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt, omdat:
·
uw
bloeddruk regelmatig gecontroleerd moet worden tijdens de behandeling met Neupro, in
het bijzonder aan het begin van de behandeling. Neupro kan uw bloeddruk beïnvloeden.
·
uw
ogen regelmatig gecontroleerd moeten worden tijdens de behandeling met Neupro. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als u problemen met uw gezichtsvermogen opmerkt tussen
de controles door.
·
het nodig kan zijn dat uw arts de dosis aanpast als u ernstige
leverproblemen heeft. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts als uw leverproblemen tijdens de behandeling erger
worden.
·
u
huidproblemen kunt krijgen die veroorzaakt worden door de pleister zie `
Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister' in rubriek 4.
·
u zich
zeer slaperig kunt voelen of
plotseling in slaap kunt vallen zie `
Rijvaardigheid en
het gebruik van machines' in rubriek 2.
·
de symptomen van het
Restless Legs Syndrome eerder kunnen beginnen dan gewoonlijk,
heviger kunnen zijn en andere ledematen kunnen treffen. Als u voor of na aanvang van de
behandeling met Neupro dergelijke symptomen krijgt, neem dan contact op met uw arts,
aangezien uw behandeling mogelijk moet worden aangepast.
Geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van het Restless Legs Syndrome moeten
geleidelijk aan worden verminderd of stopgezet. Vertel het uw arts als u na het stoppen of verminderen
van uw Neupro-behandeling klachten ondervindt zoals depressie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro
kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neupro kan bijwerkingen veroorzaken die uw gedrag veranderen (hoe u handelt). U kunt het nuttig
vinden om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt en hen vragen
om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts, laten weten
wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag. Vertel het uw arts als u of uw
familie/verzorger merkt dat u het geneesmiddel overmatig gebruikt of verlangen ontwikkelt naar hoge
doses Neupro of andere geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van het Restless
Legs Syndrome.
Zie `
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken' in rubriek 4 voor meer informatie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel
niet aan
kinderen onder de 18 jaar omdat niet bekend is of het veilig of
doeltreffend is in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Neupro nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die zonder medisch voorschrift verkrijgbaar zijn
en kruidengeneesmiddelen.
ervan kunnen verminderen:
·
`anti-psychotische' geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van bepaalde psychische
aandoeningen
·
metoclopramide gebruikt voor de behandeling van misselijkheid (zich ziek voelen) en braken.
Neem contact op met uw arts voordat u Neupro gebruikt als u een van de volgende geneesmiddelen
neemt:
·
kalmerende geneesmiddelen zoals benzodiazepines of geneesmiddelen gebruikt voor de
behandeling van psychische aandoeningen of depressie.
·
bloeddrukverlagende geneesmiddelen. Neupro kan de bloeddruk verlagen wanneer u opstaat
dit effect kan nog verergerd worden door geneesmiddelen die gebruikt worden om de bloeddruk
te verlagen.
Uw arts zal u laten weten of het veilig is om deze geneesmiddelen te blijven nemen tijdens de
behandeling met Neupro.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Omdat rotigotine via uw huid in de bloedstroom terechtkomt, heeft voedsel of drank geen invloed op
de opname van dit geneesmiddel door het lichaam. Vraag uw arts of het veilig voor u is alcohol te
drinken wanneer u Neupro gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Neupro niet als u zwanger bent, omdat de effecten van rotigotine op de zwangerschap en het
ongeboren kind niet bekend zijn.
Geef geen borstvoeding tijdens de behandeling met Neupro, omdat rotigotine in de moedermelk kan
worden opgenomen en een effect op uw baby kan hebben. Bovendien is het waarschijnlijk dat
rotigotine de melkproductie vermindert.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Door Neupro kunt u zich zeer slaperig voelen en kunt u zeer plotseling in slaap vallen. Als dit gebeurt,
stap dan niet achter het stuur. In uitzonderlijke gevallen zijn mensen tijdens het rijden in slaap
gevallen, waardoor ongevallen werden veroorzaakt.
Gebruik verder geen werktuigen of machines als u zich zeer slaperig voelt of doe niets waarbij
anderen of uzelf het risico op een ernstig letsel lopen.
Neupro bevat natriummetabisulfiet (E223)
Natriummetabisulfiet (E223) kan in zeldzame gevallen ernstige overgevoeligheidsreacties (allergische
reacties) en bronchospasme (ademhalingsnood veroorzaakt door vernauwing van de luchtwegen)
veroorzaken.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Welke doseringspleisters moeten gebruikt worden?
Neupro is beschikbaar als pleisters in verschillende doseringen die het geneesmiddel gedurende 24 uur
vrijgeven. De doseringen zijn 1 mg/24 h, 2 mg/24 h en 3 mg/24 h voor de behandeling van het
Restless Legs Syndrome.
·
Uw startdosering is één pleister van 1 mg/24 h per dag.
·
Vanaf de tweede week kan uw dagelijkse dosis elke week met 1 mg verhoogd worden tot u de
geschikte onderhoudsdosis bereikt. Dat is wanneer u en uw arts het eens zijn dat de symptomen
voldoende onder controle zijn en dat de bijwerkingen van het geneesmiddel aanvaardbaar zijn.
·
Gelieve de instructies van de voorschrijvende arts zorgvuldig op te volgen.
·
De maximale dosis is 3 mg per dag.
Als u met het gebruik van dit geneesmiddel moet stoppen, zie `
Als u stopt met het gebruik van dit
middel' in rubriek 3.
Hoe gebruikt u Neupro pleisters?
Neupro is een pleister die op de huid aangebracht wordt.
·
Zorg ervoor dat u de oude pleister verwijderd heeft, voordat u een nieuwe pleister plakt.
·
Breng de nieuwe pleister
elke dag op een andere plaats van de huid aan.
·
Laat de pleister gedurende 24 uur op uw huid, verwijder hem dan en breng een nieuwe aan.
·
Vervang de pleisters elke dag op ongeveer
hetzelfde tijdstip.
·
Knip de Neupro pleisters niet in stukken.
Waar moet u de pleister aanbrengen?
Breng de plakzijde van de pleister op een stukje
Plaatsen waar de pleister
schone, droge en gezonde huid op één van de volgende
aangebracht kan worden
plaatsen aan, zoals aangeduid in het grijs op de
tekening:
·
Schouder of bovenarm.
·
Buik.
·
Zij (uw zijkant, tussen uw ribben en uw heup).
·
Dij of heup.
Voorkant Zijkant
Achterkant
Om huidirritatie te vermijden
·
Plak de pleister
dagelijks op een andere plaats van de
huid. Bijvoorbeeld: de ene dag aan de rechterkant van het
lichaam en de volgende dag aan de linkerkant van het
lichaam, de ene dag op het bovenlichaam en de volgende
dag op het onderlichaam.
·
Breng de Neupro pleister
niet tweemaal
binnen 14 dagen
op
dezelfde plaats van de huid aan.
·
Plak de pleister
niet op
huid die gebarsten, beschadigd,
rood of geïrriteerd is.
Wanneer u door de pleister toch huidreacties ondervindt, raadpleeg dan `
Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister' in rubriek 4 voor meer informatie.
Om te voorkomen dat de pleister gedeeltelijk of volledig loslaat
·
Plak de pleister
niet op een plaats waar hij
langs strakzittende kleding schuurt.
·
Gebruik
geen crèmes, olie, lotions, poeders of andere
huidproducten op de plaats waar u de
pleister gaat aanbrengen. Gebruik ze ook niet op of dichtbij een pleister die u al heeft
aangebracht.
·
Als u de pleister op behaarde huid moet aanbrengen, moet u die plaats
ten minste 3 dagen
voordat u de pleister aanbrengt
scheren.
·
Als de hoeken van de pleister naar boven komen, mag de pleister met medische tape vastgeplakt
worden.
Indien de pleister loslaat, breng dan een nieuwe pleister voor de rest van de dag aan verwissel de
pleister op het gebruikelijke tijdstip.
·
Laat de plaats waar de pleister is aangebracht
niet warm worden bijvoorbeeld door te veel
zonlicht, sauna, hete baden, verwarmingskussens of warmwaterkruiken. De reden daarvoor is
dat het geneesmiddel dan sneller kan worden vrijgegeven. Als u denkt dat de pleister te warm is
geworden, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
·
Controleer altijd of de pleister er niet is afgevallen na activiteiten zoals
een bad of douche
nemen of lichamelijke inspanningen.
·
Als de pleister
huidirritatie heeft veroorzaakt,
bescherm die plaats op de huid dan
tegen
direct zonlicht, omdat anders de kleur van de huid kan veranderen.
Hoe u de pleister gebruikt
·
Elke pleister is verpakt in een afzonderlijk sachet.
·
Bepaal waar u de nieuwe pleister gaat aanbrengen en controleer of u de oude pleisters heeft
verwijderd voordat u het sachet opent.
·
Breng de Neupro pleister op uw huid aan zodra u het sachet heeft geopend en de
beschermstrook heeft verwijderd.
1.
Houd het sachet in beide
handen om het te openen.
2.
Scheid de twee delen van het
sachet.
3.
Open het sachet.
4.
Haal de pleister uit het
sachet.
5.
De plakzijde van de pleister
is bedekt met een
transparante bescherm-
strook.
- Houd de pleister in
beide handen met de
beschermstrook naar u
toe.
6.
- Buig de pleister in het
midden. Op die manier
opent zich de S-vormige
breuklijn in de strook.
7.
- Haal aan één kant de
beschermstrook eraf.
- Raak de plakzijde van
de pleister niet met uw
vingers aan.
8.
- Houd de andere helft
van de stevige
beschermstrook vast.
- Breng de plakzijde van
de pleister daarna op uw
huid aan.
- Druk de plakzijde van
de pleister stevig op zijn
plaats.
9.
Vouw de andere helft van de
pleister naar achteren en
verwijder de andere kant van
de beschermstrook.
10.
- Druk met de palm van
uw hand op de pleister.
seconden
- Blijf gedurende
ongeveer 30 seconden
duwen. Dit zorgt ervoor
dat de pleister contact
maakt met de huid en de
randen goed
vastplakken.
11.
Was uw handen onmiddellijk
met water en zeep nadat u de
pleister heeft aangebracht.
Hoe verwijdert u een gebruikte pleister?
- Verwijder de gebruikte pleister langzaam en zorgvuldig.
- Was de plaats op de huid voorzichtig met warm water en zachte zeep. Daardoor worden
eventuele lijmresten verwijderd die op uw huid zijn achtergebleven. U kunt ook een beetje
babyolie gebruiken om eventuele lijmresten te verwijderen die u er niet kunt afwassen.
- Gebruik geen alcohol of andere oplosmiddelen, zoals nagellakremovers. Deze kunnen
huidirritatie veroorzaken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het gebruik van hogere dan de door uw arts voorgeschreven doses Neupro kan bijwerkingen zoals
zich niet lekker voelen (misselijkheid) of braken, een lage bloeddruk, het zien of horen van dingen die
niet echt zijn (hallucinaties), zich verward voelen, zich zeer slaperig voelen, onwillekeurige
bewegingen en stuipen veroorzaken.
Neem in zulke gevallen onmiddellijk contact op met uw arts of het ziekenhuis. Zij zullen u zeggen wat
u moet doen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
- Als u vergeten bent om de pleister op het gebruikelijke tijdstip te vervangen, vervang hem dan
zodra u daaraan denkt. Verwijder de oude pleister en breng een nieuwe aan.
- Als u vergeten bent om een nieuwe pleister aan te brengen nadat u de oude heeft verwijderd,
breng dan een nieuwe pleister aan zodra u daaraan denkt.
Breng in beide gevallen een nieuwe pleister aan op het gebruikelijke tijdstip de volgende dag. Gebruik
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Stop niet met het gebruik van Neupro zonder met uw arts te overleggen. Het abrupt stoppen kan leiden
tot een medische aandoening genaamd `maligne neurolepticasyndroom', dat levensbedreigend kan
zijn. Tot de tekenen behoren: verlies van spierbewegingen (akinesie), stijve spieren, koorts, instabiele
bloeddruk, versnelde hartslag (tachycardie), verwardheid, verlaagd bewustzijn (zoals coma).
Als uw arts zegt dat u de behandeling met Neupro moet stoppen, dient de
dagelijkse dosis
geleidelijk
verlaagd te worden:
·
Restless Legs Syndrome verminderd met 1 mg om de andere dag.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. Neem contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige als u mogelijke bijwerkingen
opmerkt.
Bijwerkingen die vaker aan het begin van de behandeling voorkomen
Aan het
begin van de behandeling kunt u
zich niet lekker voelen (misselijkheid) en
braken. Deze
effecten zijn meestal van lichte of matige ernst en houden slechts een korte tijd aan.
Neem contact op
met uw arts wanneer de klachten lang aanhouden of wanneer u zich er zorgen over maakt.
Huidproblemen veroorzaakt door de pleister
·
U kunt roodheid en jeuk krijgen op de plaats waar de pleister aangebracht werd deze reacties
zijn meestal licht tot matig ernstig van aard.
·
Gewoonlijk verdwijnen deze reacties na enkele uren nadat u de pleister verwijderd heeft.
·
Neem contact op met uw arts als u een huidreactie heeft die langer aanhoudt dan enkele dagen
of ernstig is. Doe dit ook als de reactie zich uitbreidt buiten de plaats van de huid die bedekt was
door de pleister.
·
Vermijd blootstelling aan zonlicht of zonnebanken op plaatsen van de huid die een huidreactie
vertonen die door de pleister veroorzaakt werd.
·
Breng de pleister dagelijks op een andere plaats op de huid aan om huidreacties te helpen
vermijden, en gebruik dezelfde plaats pas na 14 dagen opnieuw.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro
kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hieronder vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Misschien is het nuttig om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt
en hen te vragen om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u of uw arts
laten weten wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag. Neupro kan
ongebruikelijke behoeftes of verlangens veroorzaken waaraan u niet kunt weerstaan zoals de impuls,
de drang of de verleiding om dingen te doen die uzelf of anderen schade kunnen toebrengen.
·
een sterke impuls om te veel te gokken zelfs als dit een zeer negatief effect op u of uw familie
heeft
·
een veranderde of toegenomen seksuele interesse of gedrag waar u of anderen zich erg bezorgd
om maken bijvoorbeeld een toegenomen behoefte aan seks
·
een onbedwingbare behoefte om te veel te kopen of uit te geven
·
eetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten (meer dan
normaal eten en meer dan nodig is om uw honger te stillen)
Neupro kan veranderingen in gedrag en abnormaal denken veroorzaken. Daartoe behoren:
·
abnormale gedachten over de werkelijkheid
·
waanvoorstellingen en hallucinaties (het zien of horen van dingen die niet echt zijn)
·
verwardheid
·
desoriëntatie
·
agressief gedrag
·
opgewondenheid
·
delirium.
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hierboven vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Allergische reacties
Neem contact op met uw arts als u tekenen van een allergische reactie opmerkt deze tekenen zijn
onder meer een gezwollen gezicht, tong of lippen.
Bijwerkingen bij het gebruik van Neupro voor het Restless Legs Syndrome
Neem contact op met uw arts of apotheker als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt:
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
·
hoofdpijn
·
zich niet lekker voelen (misselijkheid)
·
zich zwak voelen (vermoeidheid)
·
huidreacties onder de pleister zoals roodheid en jeuk
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
·
jeuk
·
prikkelbaarheid
·
allergische reactie
·
verhoogde seksuele drang (meer zin in seks)
·
hoge bloeddruk
·
braken, brandend maagzuur
·
zwelling van de benen en voeten
·
slaperig gevoel, plots in slaap vallen zonder waarschuwingssignalen, inslaapproblemen,
slaapstoornissen, abnormale dromen hebben
·
niet in staat zijn om de impuls te onderdrukken om iets te doen wat schadelijk is, zoals te veel
gokken, herhaaldelijk zinloze handelingen uitvoeren, onbeheerst kopen of te veel uitgeven
·
eetbuien (grote hoeveelheden voedsel in een korte tijdspanne eten) of dwangmatig eten (meer
voedsel dan normaal eten en meer dan nodig is om de honger te stillen)
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
·
opgewonden gevoel
·
duizeligheid bij het overeind komen vanwege een plotselinge daling van de bloeddruk
·
agressie
·
desoriëntatie
Niet bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
·
hunkeren naar hoge doses van geneesmiddelen zoals Neupro meer dan nodig is voor de
aandoening. Dit wordt `dopaminedysregulatiesyndroom' genoemd en kan leiden tot overmatig
gebruik van Neupro
·
het zien of horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties)
·
nachtmerries
·
achtervolgingswaanzin (paranoia)
·
verwardheid
·
psychotische stoornissen
·
waanideeën
·
delirium
·
duizeligheid
·
bewustzijnsverlies, onwillekeurige bewegingen (dyskinesie)
·
onwillekeurige spierspasmen (convulsies)
·
wazig zien
·
visuele stoornissen zoals het zien van kleuren of lichten
·
vertigo (draaierig gevoel)
·
hartkloppingen (palpitaties)
·
hartritmestoornissen
·
lage bloeddruk
·
hik
·
verstopping (obstipatie), droge mond
·
maagklachten en maagpijn
·
diarree
·
roodheid, overmatig zweten
·
jeuk over het hele lichaam, huidirritatie
·
huiduitslag over het hele lichaam
·
geen erectie kunnen krijgen of behouden
·
gewichtsverlies, gewichtstoename
·
verhoogde of abnormale uitslagen bij leverfunctietesten
·
versnelde hartslag
·
verhoogde waarden van creatinefosfokinase (CPK) (CPK is een enzym dat voornamelijk
voorkomt in skeletspieren)
·
vallen
·
rhabdomyolyse (een zeldzame ernstige spieraandoening die pijn, gevoeligheid en zwakte van de
spieren veroorzaakt en kan leiden tot nierproblemen)
Neem contact op met uw arts of apotheker als u een van bovenstaande bijwerkingen opmerkt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Wat moet u doen met de gebruikte en ongebruikte pleisters?
·
Gebruikte pleisters bevatten nog steeds de werkzame stof `rotigotine', die schadelijk kan zijn
voor anderen. Vouw de gebruikte pleister met de plakzijde naar binnen. Plaats de pleister in het
oorspronkelijke sachet en gooi het dan op een veilige manier weg, buiten het bereik van
kinderen.
·
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is rotigotine.
·
1 mg/24 h:
Elke pleister geeft 1 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 5 cm2 bevat 2,25 mg
rotigotine.
·
3 mg/24 h:
Elke pleister geeft 3 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 15 cm2 bevat 6,75 mg
rotigotine.
De andere stoffen in dit middel zijn:
·
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
natriummetabisulfiet (E223), ascorbylpalmitaat (E304) en DL--tocoferol (E307).
·
Steunlaag: Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd, van een kleurlaag voorzien met een
pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment rood 166) en met een opdruk
(pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
·
Beschermstrook: Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
Hoe ziet Neupro eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Neupro is een pleister voor transdermaal gebruik. De pleister is dun, bestaat uit drie lagen en is
vierkant met afgeronde hoeken. De buitenkant is beige en heeft de opdruk Neupro 1 mg/24 h of
3 mg/24 h.
Neupro is verkrijgbaar in de volgende verpakkingsgrootten:
Dozen bevatten 7, 14, 28, 30 of 84 (meervoudige verpakking met 3 verpakkingen van 28) pleisters, die
afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
Fabrikant
UCB Pharma S.A.
Chemin du Foriest
B-1420 Braine l'Alleud
België
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
UCB Pharma SA/NV
UCB Pharma Oy Finland
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Tel: +358-92 514 4221 (Suomija)
Luxembourg/Luxemburg
UCB Pharma SA/NV
Te.: +359-(0)2 962 30 49
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Ceská republika
Magyarország
UCB s.r.o.
UCB Magyarország Kft.
Tel: +420-221 773 411
Tel: +36-(1) 391 0060
Danmark
Malta
UCB Nordic A/S
Pharmasud Ltd.
Tlf: +45-32 46 24 00
Tel: +356-21 37 64 36
Deutschland
Nederland
UCB Pharma GmbH
UCB Pharma B.V.
Tel: +49-(0) 2173 48 48 48
Tel: +31-(0)76-573 11 40
Eesti
Norge
UCB Pharma Oy Finland
UCB Nordic A/S
Tel: +358-92 514 4221 (Soome)
Tlf: +45-32 46 24 00
Österreich
UCB ..
UCB Pharma GmbH
: +30-2109974000
Tel: +43-(0)1 291 80 00
España
Polska
UCB Pharma S.A.
UCB Pharma Sp. z o.o.
Tel: +34-91 570 34 44
Tel: +48-22 696 99 20
France
Portugal
UCB Pharma S.A.
BIAL-Portela & Cª, S.A.
Tél: +33-(0)1 47 29 44 35
Tel: +351-22 986 61 00
România
Medis Adria d.o.o.
UCB Pharma România S.R.L.
Tel: +385-(0)1 230 34 46
Tel: +40-21 300 29 04
Ireland
Slovenija
UCB (Pharma) Ireland Ltd.
Medis, d.o.o.
Tel: +353-(0)1 46 37 395
Tel: +386-1 589 69 00
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
UCB s.r.o., organizacná zlozka
Sími: +354-535 7000
Tel: +421-(0)2 5920 2020
Italia
Suomi/Finland
UCB Pharma S.p.A.
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +39-02 300 791
Puh/Tel: +358-92 514 4221
Sverige
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
UCB Nordic A/S
: +357-22 05 63 00
Tel: +46-(0)40 29 49 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UCB Pharma Oy Finland
UCB (Pharma) Ireland Ltd
Tel: +358-92 514 4221 (Somija)
Tel: + 353 / (0)1-46 37 395
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Neupro 2 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Rotigotine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
· Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
· Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
· Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
· Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Neupro?
Neupro bevat de werkzame stof rotigotine.
Het behoort tot een groep van geneesmiddelen, de zogenaamde `dopamine-agonisten'. Dopamine is
een boodschapper in de hersenen die belangrijk is bij het bewegen.
Waarvoor wordt Neupro gebruikt?
Neupro wordt gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van de tekenen en symptomen van:
·
Ziekte van Parkinson Neupro kan alleen gebruikt worden of in combinatie met een ander
geneesmiddel, levodopa genaamd.
·
Restless Legs Syndrome (RLS, Rustelozebenensyndroom) dit syndroom kan gepaard gaan
met een gevoel van ongemak in de benen of armen, de drang om te bewegen, een verstoorde
nachtrust en een vermoeid of slaperig gevoel overdag. Deze symptomen worden verminderd of
treden minder lang op door uw behandeling met Neupro.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent
allergisch voor
rotigotine of een van de
andere stoffen in dit geneesmiddel. Deze
stoffen kunt u vinden in rubriek 6
·
U moet een
Magnetic Resonance Imaging (MRI) scan ondergaan (dit zijn diagnostische foto's
van de binnenkant van het lichaam die door het gebruik van magnetische i.p.v. röntgenstralen
gemaakt worden).
·
U moet `
cardioversie'ondergaan (specifieke behandeling voor een abnormaal hartritme).
(MRI) of cardioversie om brandwonden op de huid te voorkomen, omdat de pleister aluminium bevat.
Nadien kunt u een nieuwe pleister aanbrengen.
Gebruik Neupro niet als een van bovenstaande situaties op u van toepassing is. Als u niet zeker bent,
neem dan eerst contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt, omdat:
·
uw
bloeddruk regelmatig gecontroleerd moet worden tijdens de behandeling met Neupro, in
het bijzonder aan het begin van de behandeling. Neupro kan uw bloeddruk beïnvloeden.
·
uw
ogen regelmatig gecontroleerd moeten worden tijdens de behandeling met Neupro. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als u problemen met uw gezichtsvermogen opmerkt tussen
de controles door.
·
het nodig kan zijn dat uw arts de dosis aanpast, als u ernstige
leverproblemen heeft. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als uw leverproblemen tijdens de behandeling erger
worden.
·
u
huidproblemen kunt krijgen die veroorzaakt worden door de pleister zie `
Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister' in rubriek 4.
·
u zich
zeer slaperig kunt voelen of
plotseling in slaap kunt vallen zie `
Rijvaardigheid en
het gebruik van machines' in rubriek 2.
·
de symptomen van het
Restless Legs Syndrome eerder kunnen beginnen dan gewoonlijk,
heviger kunnen zijn en andere ledematen kunnen treffen. Als u voor of na aanvang van de
behandeling met Neupro dergelijke symptomen krijgt, neem dan contact op met uw arts,
aangezien uw behandeling mogelijk moet worden aangepast.
Geneesmiddelen voor de behandeling van de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome
moeten geleidelijk worden verminderd of stopgezet. Vertel het uw arts als u na het stoppen of
verminderen van uw Neupro-behandeling klachten ondervindt zoals depressie, angst, vermoeidheid,
zweten of pijn.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro
kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neupro kan bijwerkingen veroorzaken die uw gedrag veranderen (hoe u handelt). U kunt het nuttig
vinden om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt en hen vragen
om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts, laten weten
wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag.
Daartoe behoren:
·
verlangen naar grote doses Neupro of andere geneesmiddelen die worden gebruikt voor de
behandeling van de ziekte van Parkinson en het Restless Legs Syndrome.
·
ongebruikelijke behoeftes of verlangens waaraan u geen weerstand kunt bieden en die uzelf of
anderen schade kunnen toebrengen de symptomen komen voornamelijk voor bij patiënten met
de ziekte van Parkinson
·
abnormaal denken of gedrag de meeste symptomen komen vaker voor bij patiënten met de
ziekte van Parkinson.
Zie `
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken' in rubriek 4 voor meer informatie.
Geef dit geneesmiddel
niet aan
kinderen onder de 18 jaar omdat niet bekend is of het veilig of
doeltreffend is in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Neupro nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die zonder medisch voorschrift verkrijgbaar zijn
en kruidengeneesmiddelen.
Als u tegelijk behandeld wordt met Neupro en levodopa, kunnen sommige bijwerkingen ernstiger
worden. Daartoe behoren het zien en horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties), bewegingen
waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson (`dyskinesie'), en
het opzetten (zwellen) van benen en voeten.
Gebruik de volgende geneesmiddelen niet tijdens de behandeling met Neupro omdat ze het effect
ervan kunnen verminderen:
·
`anti-psychotische' geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van bepaalde psychische
aandoeningen
·
metoclopramide gebruikt voor de behandeling van misselijkheid (zich ziek voelen) en braken.
Neem contact op met uw arts voordat u Neupro gebruikt als u een van de volgende geneesmiddelen
neemt:
·
kalmerende geneesmiddelen zoals benzodiazepines of geneesmiddelen gebruikt voor de
behandeling van psychische aandoeningen of depressie.
·
bloeddrukverlagende geneesmiddelen. Neupro kan de bloeddruk verlagen wanneer u opstaat
dit effect kan nog verergerd worden door geneesmiddelen die gebruikt worden om de bloeddruk
te verlagen.
Uw arts zal u laten weten of het veilig is om deze geneesmiddelen te blijven nemen tijdens de
behandeling met Neupro.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Omdat rotigotine via uw huid in de bloedstroom terechtkomt, heeft voedsel of drank geen invloed op
de opname van dit geneesmiddel door het lichaam. Vraag uw arts of het veilig voor u is alcohol te
drinken wanneer u Neupro gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Neupro niet als u zwanger bent, omdat de effecten van rotigotine op de zwangerschap en het
ongeboren kind niet bekend zijn.
Geef geen borstvoeding tijdens de behandeling met Neupro, omdat rotigotine in de moedermelk kan
worden opgenomen en een effect op uw baby kan hebben. Bovendien is het waarschijnlijk dat
rotigotine de melkproductie vermindert.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Door Neupro kunt u zich zeer slaperig voelen en kunt u zeer plotseling in slaap vallen. Als dit gebeurt,
stap dan niet achter het stuur. In uitzonderlijke gevallen zijn mensen tijdens het rijden in slaap
gevallen, waardoor ongevallen werden veroorzaakt.
Gebruik verder geen werktuigen of machines als u zich zeer slaperig voelt of doe niets waarbij
anderen of uzelf het risico op een ernstig letsel lopen.
Natriummetabisulfiet (E223) kan in zeldzame gevallen ernstige overgevoeligheidsreacties (allergische
reacties) en bronchospasme (ademhalingsnood veroorzaakt door vernauwing van de luchtwegen)
veroorzaken.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Welke doseringspleisters moeten gebruikt worden?
De dosering van Neupro hangt van uw aandoening af zie hieronder.
Neupro is beschikbaar als pleisters met verschillende doseringen die het geneesmiddel gedurende
24 uur vrijgeven. De doseringen zijn 1 mg/24 h, 2 mg/24 h, 3 mg/24 h, 4 mg/24 h, 6 mg/24 h en
8 mg/24 h. De pleisters van 1 mg/24 h, en 3 mg/24 h worden gebruikt voor de behandeling van het
Restless Legs syndrome, en de pleisters van 4 mg/24 h, 6 mg/24 h en 8 mg/24 h worden gebruikt voor
de ziekte van Parkinson. De pleisters van 2 mg/24 h worden gebruikt voor de behandeling van de
ziekte van Parkinson en het Restless Leg Syndrome.
·
U moet misschien meer dan één pleister gebruiken om uw dosis te bereiken, zoals
voorgeschreven door uw arts.
·
Voor doseringen hoger dan 8 mg/24 h (doseringen voorgeschreven door uw arts die hoger zijn
dan de beschikbare sterktes) moeten meerdere pleisters worden gebruikt om de uiteindelijke
dosering te bereiken. De dagelijkse dosis van bijvoorbeeld 10 mg kan worden bereikt door één
pleister van 6 mg/24 h en één pleister van 4 mg/24 h te gebruiken.
·
De pleisters mogen niet in stukken worden geknipt.
Behandeling van de ziekte van Parkinson
Patiënten die geen levodopa gebruiken vroeg stadium van de ziekte van Parkinson
·
Uw startdosis is één pleister van 2 mg/24 h per dag.
·
Vanaf de tweede week kan uw dagelijkse dosis elke week met 2 mg verhoogd worden tot u de
geschikte onderhoudsdosis bereikt.
·
Voor de meeste patiënten bevindt de ideale dosis zich tussen 6 mg en 8 mg per dag. Deze wordt
normaal gezien binnen 3 tot 4 weken bereikt.
·
De maximale dosis is 8 mg per dag.
Patiënten die levodopa gebruiken gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson
·
Uw startdosis is één pleister van 4 mg/24 h per dag.
·
Vanaf de tweede week zal uw dagelijkse dosis elke week met 2 mg verhoogd worden tot u de
geschikte onderhoudsdosis bereikt.
·
Voor de meeste patiënten bevindt de ideale dosis zich tussen 8 mg en 16 mg per dag. Deze
wordt normaal gezien binnen 3 tot 7 weken bereikt.
·
De maximale dosis is 16 mg per dag.
Behandeling van het Restless Legs Syndrome
·
Uw startdosis is één pleister van 1 mg/24 h per dag.
·
Vanaf de tweede week kan uw dagelijkse dosis elke week met 1 mg verhoogd worden tot u de
geschikte onderhoudsdosis bereikt. Dat is wanneer u en uw arts het eens zijn dat de symptomen
voldoende onder controle zijn en dat de bijwerkingen van het geneesmiddel aanvaardbaar zijn.
·
De maximale dosis is 3 mg per dag.
Als u met het gebruik van dit geneesmiddel moet stoppen, zie `
Als u stopt met het gebruik van dit
middel' in rubriek 3.
Hoe gebruikt u Neupro pleisters?
Neupro is een pleister die op de huid aangebracht wordt.
·
Zorg ervoor dat u de oude pleister verwijderd heeft, voordat u een nieuwe pleister plakt.
·
Breng de nieuwe pleister
elke dag op een andere plaats van de huid aan.
·
Laat de pleister gedurende 24 uur op uw huid, verwijder hem dan en breng een nieuwe aan.
·
Vervang de pleisters elke dag op ongeveer
hetzelfde tijdstip.
·
Knip de Neupro pleisters niet in stukken.
Waar moet u de pleister aanbrengen?
Breng de plakzijde van de pleister op een stukje
Plaatsen waar de pleister
schone, droge en gezonde huid op één van de volgende
aangebracht kan worden
plaatsen aan, zoals aangeduid in het grijs op de
tekening:
·
Schouder of bovenarm.
·
Buik.
·
Zij (uw zijkant, tussen uw ribben en uw heup).
·
Dij of heup.
Voorkant Zijkant
Achterkant
Om huidirritatie te vermijden
·
Plak de pleister
dagelijks op een andere plaats van de
huid. Bijvoorbeeld: de ene dag aan de rechterkant van het
lichaam en de volgende dag aan de linkerkant van het
lichaam, de ene dag op het bovenlichaam en de volgende
dag op het onderlichaam.
·
Breng de Neupro pleister
niet tweemaal
binnen 14 dagen
op
dezelfde plaats van de huid aan.
·
Plak de pleister
niet op
huid die gebarsten, beschadigd,
rood of geïrriteerd is.
Wanneer u door de pleister toch huidreacties ondervindt, raadpleeg dan `
Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister' in rubriek 4 voor meer informatie.
Om te voorkomen dat de pleister gedeeltelijk of volledig loslaat
·
Plak de pleister
niet op een plaats waar hij
langs strakzittende kleding schuurt.
·
Gebruik
geen crèmes, olie, lotions, poeders of andere
huidproducten op de plaats waar u de
pleister gaat aanbrengen. Gebruik ze ook niet op of dichtbij een pleister die u al heeft
aangebracht.
·
Als u de pleister op behaarde huid moet aanbrengen, moet u die plaats
ten minste 3 dagen
voordat u de pleister aanbrengt
scheren.
·
Als de hoeken van de pleister naar boven komen, mag de pleister met medische tape vastgeplakt
worden.
Indien de pleister loslaat, breng dan een nieuwe pleister voor de rest van de dag aan verwissel de
pleister op het gebruikelijke tijdstip.
·
Laat de plaats waar de pleister is aangebracht
niet warm worden bijvoorbeeld door te veel
zonlicht, sauna, hete baden, verwarmingskussens of warmwaterkruiken. De reden daarvoor is
dat het geneesmiddel dan sneller kan worden vrijgegeven. Als u denkt dat de pleister te warm is
geworden, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
·
Controleer altijd of de pleister er niet is afgevallen na activiteiten zoals
een bad of douche
nemen of lichamelijke inspanningen.
·
Als de pleister
huidirritatie heeft veroorzaakt,
bescherm die plaats op de huid
tegen direct
zonlicht, omdat anders de kleur van de huid kan veranderen.
Hoe u de pleister gebruikt
·
Elke pleister is verpakt in een afzonderlijk sachet.
·
Bepaal waar u de nieuwe pleister gaat aanbrengen en controleer of u de oude pleisters heeft
verwijderd, voordat u het sachet opent.
·
Breng de Neupro pleister op uw huid aan zodra u het sachet heeft geopend en de
beschermstrook heeft verwijderd.
1.
Houd het sachet in beide
handen om het te openen.
2.
Scheid de twee delen van het
sachet.
3.
Open het sachet.
4.
Haal de pleister uit het
sachet.
5.
De plakzijde van de pleister
is bedekt met een
transparante bescherm-
strook.
· Houd de pleister in
beide handen met de
beschermstrook naar u
toe.
6.
- Buig de pleister in het
midden. Op die manier
opent zich de S-vormige
breuklijn in de strook.
7.
- Haal aan één kant de
beschermstrook eraf.
- Raak de plakzijde van
de pleister niet met uw
vingers aan.
8.
- Houd de andere helft
van de stevige
beschermstrook vast.
- Breng de plakzijde van
de pleister daarna op uw
huid aan.
- Druk de plakzijde van
de pleister stevig op zijn
plaats.
9.
Vouw de andere helft van de
pleister naar achteren en
verwijder de andere kant van
de beschermstrook.
10.
- Druk met de palm van
uw hand op de pleister.
seconden
Blijf gedurende
ongeveer 30 seconden
duwen. Dit zorgt ervoor dat
de pleister contact maakt met
de huid en de randen goed
vastplakken.
11.
Was uw handen onmiddellijk
met water en zeep nadat u de
pleister heeft aangebracht.
Hoe verwijdert u een gebruikte pleister?
- Verwijder de gebruikte pleister langzaam en zorgvuldig.
- Was de plaats op de huid voorzichtig met warm water en zachte zeep. Daardoor worden
eventuele lijmresten verwijderd die op uw huid zijn achtergebleven. U kunt ook een beetje
babyolie gebruiken om eventuele lijmresten te verwijderen die u er niet kunt afwassen.
- Gebruik geen alcohol of andere oplosmiddelen, zoals nagellakremovers. Deze kunnen
huidirritatie veroorzaken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het gebruik van hogere dan de door uw arts voorgeschreven doses Neupro kan bijwerkingen zoals
zich niet lekker voelen (misselijkheid) of braken, een lage bloeddruk, het zien of horen van dingen die
niet echt zijn (hallucinaties), zich verward voelen, zich zeer slaperig voelen, onwillekeurige
bewegingen en stuipen veroorzaken.
Neem in zulke gevallen onmiddellijk contact op met uw arts of het ziekenhuis. Zij zullen u zeggen wat
u moet doen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
- Als u vergeten bent om de pleister op het gebruikelijke tijdstip te vervangen, vervang hem dan
zodra u daaraan denkt. Verwijder de oude pleister en breng een nieuwe aan.
- Als u vergeten bent om een nieuwe pleister aan te brengen nadat u de oude heeft verwijderd,
breng dan een nieuwe pleister aan zodra u daaraan denkt.
Breng in beide gevallen een nieuwe pleister aan op het gebruikelijke tijdstip de volgende dag. Gebruik
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Neupro zonder met uw arts te overleggen. Het abrupt stoppen kan leiden
tot een medische aandoening genaamd `maligne neurolepticasyndroom', dat levensbedreigend kan
zijn. Tot de tekenen behoren: verlies van spierbewegingen (akinesie), stijve spieren, koorts, instabiele
bloeddruk, versnelde hartslag (tachycardie), verwardheid, verlaagd bewustzijn (zoals coma).
Als uw arts zegt dat u de behandeling met Neupro moet stoppen, dient de
dagelijkse dosis
geleidelijk
verlaagd te worden:
-
Ziekte van Parkinson verminderd met 2 mg om de andere dag.
-
Restless Legs Syndrome verminderd met 1 mg om de andere dag.
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u mogelijke bijwerkingen
opmerkt.
Bijwerkingen die vaker aan het begin van de behandeling voorkomen
Aan het
begin van de behandeling kunt u
zich niet lekker voelen (misselijkheid) en
braken. Deze
effecten zijn meestal van lichte of matige ernst en houden slechts een korte tijd aan.
Neem contact op
met uw arts wanneer de klachten lang aanhouden of wanneer u zich er zorgen over maakt.
Huidproblemen veroorzaakt door de pleister
·
U kunt roodheid en jeuk krijgen op de plaats waar de pleister aangebracht werd deze reacties
zijn meestal licht tot matig ernstig van aard.
·
Gewoonlijk verdwijnen deze reacties na enkele uren nadat u de pleister verwijderd heeft.
·
Neem contact op met uw arts als u een huidreactie heeft die langer aanhoudt dan enkele dagen
of ernstig is. Doe dit ook als de reactie zich uitbreidt buiten de plaats van de huid die bedekt was
door de pleister.
·
Vermijd blootstelling aan zonlicht of zonnebanken op plaatsen van de huid die een huidreactie
vertonen die door de pleister veroorzaakt werd.
·
Breng de pleister dagelijks op een andere plaats op de huid aan om huidreacties te helpen
vermijden, en gebruik dezelfde plaats pas na 14 dagen opnieuw.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro
kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hieronder vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Misschien is het nuttig om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt
en hen te vragen om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts,
laten weten wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag. Neupro kan
ongebruikelijke behoeftes of verlangens veroorzaken waaraan u niet kunt weerstaan zoals de impuls,
de drang of de verleiding om dingen te doen die uzelf of anderen schade kunnen toebrengen de
symptomen komen vooral voor bij patiënten met de ziekte van Parkinson.
Daartoe behoren:
·
een sterke impuls om te veel te gokken zelfs als dit een zeer negatief effect op u of uw familie
heeft
·
een veranderde of toegenomen seksuele interesse of gedrag waar u of anderen zich erg bezorgd
om maken bijvoorbeeld een toegenomen behoefte aan seks
·
een onbedwingbare behoefte om te veel te kopen of uit te geven
·
eetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten (meer dan
normaal eten en meer dan nodig is om uw honger te stillen)
·
abnormale gedachten over de werkelijkheid
·
waanvoorstellingen en hallucinaties (het zien of horen van dingen die niet echt zijn)
·
verwardheid
·
desoriëntatie
·
agressief gedrag
·
opgewondenheid
·
delirium
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hierboven vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Allergische reacties
Neem contact op met uw arts als u tekenen van een allergische reactie opmerkt deze tekenen zijn
onder meer een gezwollen gezicht, tong of lippen.
Bijwerkingen bij het gebruik van Neupro voor de ziekte van Parkinson
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van de volgende bijwerkingen
opmerkt:
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
·
hoofdpijn
·
zich slaperig of duizelig voelen
·
zich niet lekker voelen (misselijkheid), braken
·
huidreacties onder de pleister zoals roodheid en jeuk
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
·
vallen
·
hik
·
gewichtsverlies
·
zwelling van de benen en voeten
·
zich zwak voelen (vermoeidheid), zich moe voelen
·
hartkloppingen (palpitaties)
·
verstopping (obstipatie), droge mond, brandend maagzuur
·
roodheid, overmatig zweten, jeuk
·
vertigo (draaierig gevoel)
·
het zien of horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties)
·
lage bloeddruk bij het overeind komen, hoge bloeddruk
·
inslaapproblemen, slaapstoornis, moeizaam slapen, nachtmerries, abnormale dromen
·
bewegingen waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson
(dyskinesie)
·
flauwvallen, duizeligheid bij het overeind komen vanwege een plotselinge daling van de
bloeddruk
·
niet in staat zijn om de impuls te onderdrukken om iets te doen wat schadelijk is, zoals te veel
gokken, herhaaldelijk zinloze handelingen uitvoeren, onbeheerst kopen of te veel uitgeven
·
eetbuien (grote hoeveelheden voedsel in een korte tijdspanne eten) of dwangmatig eten (meer
voedsel dan normaal eten en meer dan nodig is om de honger te stillen)
·
wazig zien
·
gewichtstoename
·
allergische reactie
·
lage bloeddruk
·
versnelde hartslag
·
verhoogde seksuele drang (meer zin in seks)
·
hartritmestoornissen
·
maagklachten en maagpijn
·
jeuk over het hele lichaam, huidirritatie
·
plotseling in slaap vallen zonder waarschuwingssignalen
·
geen erectie kunnen krijgen of behouden
·
zich opgewonden, gedesoriënteerd, verward of paranoïde voelen
·
verhoogde of abnormale uitslagen bij leverfunctietesten
·
visuele stoornissen zoals het zien van kleuren of lichten
·
verhoogde waarden van creatinefosfokinase (CPK) (CPK is een enzym dat voornamelijk
voorkomt in skeletspieren)
Zelden: komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
·
waanvoorstellingen
·
delirium
·
prikkelbaarheid
·
agressie
·
psychotische stoornissen
·
huiduitslag over grote delen van het lichaam
·
onwillekeurige spierspasmen (convulsies)
Niet bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
·
hunkeren naar hoge doses van geneesmiddelen zoals Neupro meer dan nodig is voor de
aandoening. Dit wordt het `dopaminedysregulatiesyndroom' genoemd en kan leiden tot
overmatig gebruik van Neupro.
·
diarree
·
dropped head-syndrome (hangend hoofd)
·
rhabdomyolyse (een zeldzame ernstige spieraandoening die pijn, gevoeligheid en zwakte van de
spieren veroorzaakt en kan leiden tot nierproblemen)
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van bovenstaande bijwerkingen
opmerkt.
Bijwerkingen bij het gebruik van Neupro voor het Restless Legs Syndrome
Neem contact op met uw arts of apotheker als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt:
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
·
hoofdpijn
·
zich niet lekker voelen (misselijkheid)
·
zich zwak voelen (vermoeidheid)
·
huidreacties onder de pleister zoals roodheid en jeuk
·
jeuk
·
prikkelbaar gevoel
·
allergische reactie
·
verhoogde seksuele drang (meer zin in seks)
·
hoge bloeddruk
·
braken, brandend maagzuur
·
zwelling van de benen en voeten
·
slaperig gevoel, plots in slaap vallen zonder waarschuwingssignalen, inslaapproblemen,
slaapstoornissen, abnormale dromen hebben
·
niet in staat zijn om de impuls te onderdrukken om iets te doen wat schadelijk is, zoals te veel
gokken, herhaaldelijk zinloze handelingen uitvoeren, onbeheerst kopen of te veel uitgeven
·
eetbuien (grote hoeveelheden voedsel in een korte tijdspanne eten) of dwangmatig eten (meer
voedsel dan normaal eten en meer dan nodig is om de honger te stillen)
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
·
opgewonden gevoel
·
duizeligheid bij het overeind komen vanwege een plotselinge daling van de bloeddruk
Zelden: komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
·
agressie
·
desoriëntatie
Niet bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
·
hunkeren naar hoge doses van geneesmiddelen zoals Neupro meer dan nodig is voor de
aandoening. Dit wordt het `dopaminedysregulatiesyndroom' genoemd en kan leiden tot
overmatig gebruik van Neupro
·
het zien of horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties)
·
nachtmerries
·
achtervolgingswaanzin (paranoia )
·
verwardheid
·
psychotische stoornissen
·
waanideeën
·
delirium
·
duizeligheid
·
bewustzijnsverlies, onwillekeurige bewegingen (dyskinesie)
·
onwillekeurige spierspasmen (convulsies)
·
wazig zien
·
visuele stoornissen zoals het zien van kleuren of lichten
·
vertigo (draaierig gevoel)
·
hartkloppingen (palpitaties)
·
hartritmestoornissen
·
lage bloeddruk
·
hik
·
verstopping (obstipatie), droge mond
·
maagklachten en maagpijn
·
diarree
·
roodheid, overmatig zweten
·
jeuk over het hele lichaam, huidirritatie
·
huiduitslag over grote delen van het lichaam
·
geen erectie kunnen krijgen of behouden
·
gewichtsverlies, gewichtstoename
verhoogde of abnormale uitslagen bij leverfunctietesten
·
versnelde hartslag
·
verhoogde waarden van creatinefosfokinase (CPK) (CPK is een enzym dat voornamelijk
voorkomt in skeletspieren)
·
vallen
·
rhabdomyolyse (een zeldzame ernstige spieraandoening die pijn, gevoeligheid en zwakte van de
spieren veroorzaakt en kan leiden tot nierproblemen)
Neem contact op met uw arts of apotheker als u een van bovenstaande bijwerkingen opmerkt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Wat moet u doen met de gebruikte en ongebruikte pleisters?
·
Gebruikte pleisters bevatten nog steeds de werkzame stof `rotigotine', die schadelijk kan zijn
voor anderen. Vouw de gebruikte pleister met de plakzijde naar binnen. Plaats de pleister in het
oorspronkelijke sachet en gooi het dan op een veilige manier weg, buiten het bereik van
kinderen.
·
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is rotigotine.
·
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 10 cm2 bevat 4,5 mg
rotigotine.
De andere stoffen in dit middel zijn:
·
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
natriummetabisulfiet (E223), ascorbylpalmitaat (E304) en DL--tocoferol (E307).
·
Steunlaag: Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd, van een kleurlaag voorzien met een
pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment rood 166) en met een opdruk
(pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
·
Beschermstrook: Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
Neupro is een pleister voor transdermaal gebruik. De pleister is dun, bestaat uit drie lagen en is
vierkant met afgeronde hoeken. De buitenkant is beige en heeft de opdruk Neupro 2 mg/24 h.
Neupro is verkrijgbaar in de volgende verpakkingsgrootten:
Dozen bevatten 7, 14, 28, 30 of 84 (meervoudige verpakking met 3 verpakkingen van 28) pleisters, die
afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
Fabrikant
UCB Pharma S.A.
Chemin du Foriest
B-1420 Braine l'Alleud
België
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
UCB Pharma SA/NV
UCB Pharma Oy Finland
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Tel: +358-92 514 4221 (Suomija)
Luxembourg/Luxemburg
UCB Pharma SA/NV
Te.: +359-(0)2 962 30 49
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Ceská republika
Magyarország
UCB s.r.o.
UCB Magyarország Kft.
Tel: +420-221 773 411
Tel: +36-(1) 391 0060
Danmark
Malta
UCB Nordic A/S
Pharmasud Ltd.
Tlf: +45-32 46 24 00
Tel: +356-21 37 64 36
Deutschland
Nederland
UCB Pharma GmbH
UCB Pharma B.V.
Tel: +49-(0) 2173 48 48 48
Tel: +31-(0)76-573 11 40
Eesti
Norge
UCB Pharma Oy Finland
UCB Nordic A/S
Tel: +358-92 514 4221 (Soome)
Tlf: +45-32 46 24 00
Österreich
UCB ..
UCB Pharma GmbH
: +30-2109974000
Tel: +43-(0)1 291 80 00
Polska
UCB Pharma S.A.
UCB Pharma Sp. z o.o.
Tel: +34-91 570 34 44
Tel: +48-22 696 99 20
France
Portugal
UCB Pharma S.A.
BIAL-Portela & Cª, S.A.
Tél: +33-(0)1 47 29 44 35
Tel: +351-22 986 61 00
Hrvatska
România
Medis Adria d.o.o.
UCB Pharma România S.R.L.
Tel: +385-(0)1 230 34 46
Tel: +40-21 300 29 04
Ireland
Slovenija
UCB (Pharma) Ireland Ltd.
Medis, d.o.o.
Tel: +353-(0)1 46 37 395
Tel: +386-1 589 69 00
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
UCB s.r.o., organizacná zlozka
Sími: +354-535 7000
Tel: +421-(0)2 5920 2020
Italia
Suomi/Finland
UCB Pharma S.p.A.
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +39-02 300 791
Puh/Tel: +358-92 514 4221
Sverige
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
UCB Nordic A/S
: +357-22 05 63 00
Tel: +46-(0)40 29 49 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UCB Pharma Oy Finland
UCB (Pharma) Ireland Ltd
Tel: +358-92 514 4221 (Somija)
Tel: + 353 / (0)1-46 37 395
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Neupro 4 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 6 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Neupro 8 mg/24 h pleister voor transdermaal gebruik
Rotigotine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
· Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
· Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
· Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
· Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Neupro?
Neupro bevat de werkzame stof rotigotine.
Het behoort tot een groep van geneesmiddelen, de zogenaamde `dopamine-agonisten'. Dopamine is
een boodschapper in de hersenen die belangrijk is bij het bewegen.
Waarvoor wordt Neupro gebruikt?
Neupro wordt gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van de tekenen en symptomen van:
·
Ziekte van Parkinson Neupro kan alleen gebruikt worden, of in combinatie met een ander
geneesmiddel, levodopa genaamd.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent
allergisch voor
rotigotine of een van de
andere stoffen in dit geneesmiddel. Deze
stoffen kunt u vinden in rubriek 6
·
U moet een
Magnetic Resonance Imaging (MRI) scan ondergaan (dit zijn diagnostische foto's
van de binnenkant van het lichaam die door het gebruik van magnetische i.p.v. röntgenstralen
gemaakt worden).
·
U moet `
cardioversie' ondergaan (specifieke behandeling voor een abnormaal hartritme).
U moet de Neupro pleister verwijderen vlak vóór het ondergaan van Magnetic Resonance Imaging
(MRI) of cardioversie om brandwonden op de huid te voorkomen, omdat de pleister aluminium bevat.
Nadien kunt u een nieuwe pleister aanbrengen.
neem dan eerst contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt, omdat:
·
uw
bloeddruk regelmatig gecontroleerd moet worden tijdens de behandeling met Neupro, in
het bijzonder aan het begin van de behandeling. Neupro kan uw bloeddruk beïnvloeden.
·
uw
ogen regelmatig gecontroleerd moeten worden tijdens de behandeling met Neupro. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als u problemen met uw gezichtsvermogen opmerkt tussen
de controles door.
·
het nodig kan zijn dat uw arts de dosis aanpast, als u ernstige
leverproblemen heeft. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als uw leverproblemen tijdens de behandeling erger
worden.
·
u
huidproblemen kunt krijgen die veroorzaakt worden door de pleister zie `
Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister' in rubriek 4.
·
u zich
zeer slaperig kunt voelen of
plotseling in slaap kunt vallen zie `
Rijvaardigheid en
het gebruik van machines' in rubriek 2.
Als u deze symptomen na aanvang van de behandeling met Neupro krijgt, neem dan contact op met
uw arts.
De geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van de ziekte van Parkinson moeten
worden verminderd of geleidelijk worden stopgezet. Vertel het uw arts als u na het stoppen of
verminderen van uw Neupro-behandeling klachten ondervindt zoals depressie, angst, vermoeidheid,
zweten of pijn.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro
kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neupro kan bijwerkingen veroorzaken die uw gedrag veranderen (hoe u handelt). U kunt het nuttig
vinden om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt en hen vragen
om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts, laten weten
wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag.
Daartoe behoren:
·
verlangen naar grote doses Neupro of andere geneesmiddelen die worden gebruikt voor de
behandeling van de ziekte van Parkinson
·
ongebruikelijke behoeftes of verlangens waaraan u geen weerstand kunt bieden en die uzelf of
anderen schade kunnen toebrengen
·
abnormaal denken of gedrag.
Zie `
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken' in rubriek 4 voor meer informatie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel
niet aan
kinderen onder de 18 jaar omdat niet bekend is of het veilig of
doeltreffend is in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u naast Neupro nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die zonder medisch voorschrift verkrijgbaar zijn
en kruidengeneesmiddelen.
Als u tegelijk behandeld wordt met Neupro en levodopa, kunnen sommige bijwerkingen ernstiger
worden. Daartoe behoren het zien en horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties), bewegingen
waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson (`dyskinesie'), en
het opzetten (zwellen) van benen en voeten.
Gebruik de volgende geneesmiddelen niet tijdens de behandeling met Neupro omdat ze het effect
ervan kunnen verminderen:
·
`anti-psychotische' geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van bepaalde psychische
aandoeningen
·
metoclopramide gebruikt voor de behandeling van misselijkheid (zich ziek voelen) en braken.
Neem contact op met uw arts voordat u Neupro gebruikt als u een van de volgende geneesmiddelen
neemt:
·
kalmerende geneesmiddelen zoals benzodiazepines of geneesmiddelen gebruikt voor de
behandeling van psychische aandoeningen of depressie.
·
bloeddrukverlagende geneesmiddelen. Neupro kan de bloeddruk verlagen wanneer u opstaat
dit effect kan nog verergerd worden door geneesmiddelen die gebruikt worden om de bloeddruk
te verlagen.
Uw arts zal u laten weten of het veilig is om deze geneesmiddelen te blijven nemen tijdens de
behandeling met Neupro.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Omdat rotigotine via uw huid in de bloedstroom terechtkomt, heeft voedsel of drank geen invloed op
de opname van dit geneesmiddel door het lichaam. Vraag uw arts of het veilig voor u is alcohol te
drinken wanneer u Neupro gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Neupro niet als u zwanger bent, omdat de effecten van rotigotine op de zwangerschap en het
ongeboren kind niet bekend zijn.
Geef geen borstvoeding tijdens de behandeling met Neupro, omdat rotigotine in de moedermelk kan
worden opgenomen en een effect op uw baby kan hebben. Bovendien is het waarschijnlijk dat
rotigotine de melkproductie vermindert.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Door Neupro kunt u zich zeer slaperig voelen en kunt u zeer plotseling in slaap vallen. Als dit gebeurt,
stap dan niet achter het stuur. In uitzonderlijke gevallen zijn mensen tijdens het rijden in slaap
gevallen, waardoor ongevallen werden veroorzaakt.
Gebruik verder geen werktuigen of machines als u zich zeer slaperig voelt of doe niets waarbij
anderen of uzelf het risico op een ernstig letsel lopen.
Natriummetabisulfiet (E223) kan in zeldzame gevallen ernstige overgevoeligheidsreacties (allergische
reacties) en bronchospasme (ademhalingsnood veroorzaakt door vernauwing van de luchtwegen)
veroorzaken.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Welke doseringspleisters moeten gebruikt worden?
De dosering van Neupro hangt van uw aandoening af zie hieronder.
Neupro is beschikbaar als pleisters met verschillende doseringen die het geneesmiddel gedurende
24 uur vrijgeven. De doseringen zijn 2 mg/24 h, 4 mg/24 h, 6 mg/24 h en 8 mg/24 h voor de ziekte van
Parkinson.
·
U moet misschien meer dan één pleister gebruiken om uw dosis te bereiken, zoals
voorgeschreven door uw arts.
·
Voor doseringen hoger dan 8 mg/24 h (doseringen voorgeschreven door uw arts die hoger zijn
dan de beschikbare sterktes) moeten meerdere pleisters worden gebruikt om de uiteindelijke
dosering te bereiken. Een dagelijkse dosis van bijvoorbeeld 10 mg kan worden bereikt door
één pleister van 6 mg/24 h en één pleister van 4 mg/24 h te gebruiken.
·
De pleisters mogen niet in stukken worden geknipt.
Behandeling van de ziekte van Parkinson
Patiënten die geen levodopa gebruiken vroeg stadium van de ziekte van Parkinson
·
Uw startdosis is één pleister van 2 mg/24 h per dag.
·
Vanaf de tweede week kan uw dagelijkse dosis elke week met 2 mg verhoogd worden tot u de
geschikte onderhoudsdosis bereikt.
·
Voor de meeste patiënten bevindt de ideale dosis zich tussen 6 mg en 8 mg per dag. Deze wordt
normaal gezien binnen 3 tot 4 weken bereikt.
·
De maximale dosis is 8 mg per dag.
Patiënten die levodopa gebruiken gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson
·
Uw startdosis is één pleister van 4 mg/24 h per dag.
·
Vanaf de tweede week zal uw dagelijkse dosis elke week met 2 mg verhoogd worden tot u de
geschikte onderhoudsdosis voor u bereikt.
·
Voor de meeste patiënten bevindt de ideale dosis zich tussen 8 mg en 16 mg per dag. Deze
wordt normaal gezien binnen 3 tot 7 weken bereikt.
·
De maximale dosis is 16 mg per dag.
Als u met het gebruik van dit geneesmiddel moet stoppen, zie `
Als u stopt met het gebruik van dit
middel' in rubriek 3.
Hoe gebruikt u Neupro pleisters?
Neupro is een pleister die op de huid aangebracht wordt.
·
Zorg ervoor dat u de oude pleister verwijderd heeft, voordat u een nieuwe pleister plakt.
·
Breng de nieuwe pleister
elke dag op een andere plaats van de huid aan.
·
Laat de pleister gedurende 24 uur op uw huid, verwijder hem dan en breng een nieuwe aan.
·
Vervang de pleisters elke dag op ongeveer
hetzelfde tijdstip.
·
Knip de Neupro pleisters niet in stukken.
Waar moet u de pleister aanbrengen?
Breng de plakzijde van de pleister op een stukje
Plaatsen waar de pleister
schone, droge en gezonde huid op één van de volgende
aangebracht kan worden
plaatsen aan, zoals aangeduid in het grijs op de
tekening:
·
Schouder of bovenarm.
·
Buik.
·
Zij (uw zijkant, tussen uw ribben en uw heup).
·
Dij of heup.
Voorkant Zijkant
Achterkant
Om huidirritatie te vermijden
·
Plak de pleister
dagelijks op een andere plaats van de
huid. Bijvoorbeeld: de ene dag aan de rechterkant van het
lichaam en de volgende dag aan de linkerkant van het
lichaam, de ene dag op het bovenlichaam en de volgende
dag op het onderlichaam.
·
Breng de Neupro pleister
niet tweemaal
binnen 14 dagen
op
dezelfde plaats van de huid aan.
·
Plak de pleister
niet op
huid die gebarsten, beschadigd,
rood of geïrriteerd is.
Wanneer u door de pleister toch huidreacties ondervindt, raadpleeg dan `
Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister' in rubriek 4 voor meer informatie.
Om te voorkomen dat de pleister gedeeltelijk of volledig loslaat
·
Plak de pleister
niet op een plaats waar hij
langs strakzittende kleding schuurt.
·
Gebruik
geen crèmes, olie, lotions, poeders of andere
huidproducten op de plaats waar u de
pleister gaat aanbrengen. Gebruik ze ook niet op of dichtbij een pleister die u al heeft
aangebracht.
·
Als u de pleister op behaarde huid moet aanbrengen, moet u die plaats
ten minste 3 dagen
voordat u de pleister aanbrengt
scheren.
·
Als de hoeken van de pleister naar boven komen, mag de pleister met medische tape vastgeplakt
worden.
Indien de pleister loslaat, breng dan een nieuwe pleister voor de rest van de dag aan verwissel de
pleister op het gebruikelijke tijdstip.
·
Laat de plaats waar de pleister is aangebracht
niet warm worden bijvoorbeeld door te veel
zonlicht, sauna, hete baden, verwarmingskussens of warmwaterkruiken. De reden daarvoor is
dat het geneesmiddel dan sneller kan worden vrijgegeven. Als u denkt dat de pleister te warm is
geworden, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
·
Controleer altijd of de pleister er niet is afgevallen na activiteiten zoals
een bad of douche
nemen of lichamelijke inspanningen.
·
Als de pleister
huidirritatie heeft veroorzaakt,
bescherm die plaats op de huid dan
tegen
direct zonlicht, omdat anders de kleur van de huid kan veranderen.
Hoe u de pleister gebruikt
·
Elke pleister is verpakt in een afzonderlijk sachet.
·
Bepaal waar u de nieuwe pleister gaat aanbrengen en controleer of u de oude pleisters heeft
verwijderd, voordat u het sachet opent.
·
Breng de Neupro pleister op uw huid aan zodra u het sachet heeft geopend en de
beschermstrook heeft verwijderd.
1.
Houd het sachet in beide
handen om het te openen.
2.
Scheid de twee delen van het
sachet.
3.
Open het sachet.
4.
Haal de pleister uit het
sachet.
5.
De plakzijde van de pleister
is bedekt met een
transparante bescherm-
strook.
· Houd de pleister in
beide handen met de
beschermstrook naar u
toe.
6.
- Buig de pleister in het
midden. Op die manier
opent zich de S-vormige
breuklijn in de strook.
7.
- Haal aan één kant de
beschermstrook eraf.
- Raak de plakzijde van
de pleister niet met uw
vingers aan.
8.
- Houd de andere helft
van de stevige
beschermstrook vast.
- Breng de plakzijde van
de pleister daarna op uw
huid aan.
- Druk de plakzijde van
de pleister stevig op zijn
plaats.
9.
Vouw de andere helft van de
pleister naar achteren en
verwijder de andere kant van
de beschermstrook.
10.
- Druk met de palm van
uw hand op de pleister.
seconden
- Blijf gedurende
ongeveer 30 seconden
duwen. Dit zorgt ervoor
dat de pleister contact
maakt met de huid en de
randen goed
vastplakken.
Was uw handen onmiddellijk
met water en zeep nadat u de
pleister heeft aangebracht.
Hoe verwijdert u een gebruikte pleister?
- Verwijder de gebruikte pleister langzaam en zorgvuldig.
- Was de plaats op de huid voorzichtig met warm water en zachte zeep. Daardoor worden
eventuele lijmresten verwijderd die op uw huid zijn achtergebleven. U kunt ook een beetje
babyolie gebruiken om eventuele lijmresten te verwijderen die u er niet kunt afwassen.
- Gebruik geen alcohol of andere oplosmiddelen, zoals nagellakremovers. Deze kunnen
huidirritatie veroorzaken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het gebruik van hogere dan de door uw arts voorgeschreven doses Neupro kan bijwerkingen zoals
zich niet lekker voelen (misselijkheid) of braken, een lage bloeddruk, het zien of horen van dingen die
niet echt zijn (hallucinaties), zich verward voelen, zich zeer slaperig voelen, onwillekeurige
bewegingen en stuipen veroorzaken.
Neem in zulke gevallen onmiddellijk contact op met uw arts of het ziekenhuis. Zij zullen u zeggen wat
u moet doen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
- Als u vergeten bent om de pleister op het gebruikelijke tijdstip te vervangen, vervang hem dan
zodra u daaraan denkt. Verwijder de oude pleister en breng een nieuwe aan.
- Als u vergeten bent om een nieuwe pleister aan te brengen nadat u de oude heeft verwijderd,
breng dan een nieuwe pleister aan zodra u daaraan denkt.
Breng in beide gevallen een nieuwe pleister aan op het gebruikelijke tijdstip de volgende dag. Gebruik
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Neupro zonder met uw arts te overleggen. Het abrupt stoppen kan leiden
tot een medische aandoening genaamd `maligne neurolepticasyndroom', dat levensbedreigend kan
zijn. Tot de tekenen behoren: verlies van spierbewegingen (akinesie), stijve spieren, koorts, instabiele
bloeddruk, versnelde hartslag (tachycardie), verwardheid, verlaagd bewustzijn (zoals coma).
Als uw arts zegt dat u de behandeling met Neupro moet stoppen, dient de
dagelijkse dosis
geleidelijk
verlaagd te worden:
-
Ziekte van Parkinson verminderd met 2 mg om de andere dag.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. Neem contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige als u mogelijke bijwerkingen
opmerkt.
Bijwerkingen die vaker aan het begin van de behandeling voorkomen
Aan het
begin van de behandeling kunt u
zich niet lekker voelen (misselijkheid) en
braken. Deze
effecten zijn meestal van lichte of matige ernst en houden slechts een korte tijd aan.
Neem contact op
met uw arts wanneer de klachten lang aanhouden of wanneer u zich er zorgen over maakt.
·
U kunt roodheid en jeuk krijgen op de plaats waar de pleister aangebracht werd deze reacties
zijn meestal licht tot matig ernstig van aard.
·
Gewoonlijk verdwijnen deze reacties na enkele uren nadat u de pleister verwijderd heeft.
·
Neem contact op met uw arts als u een huidreactie heeft die langer aanhoudt dan enkele dagen
of ernstig is. Doe dit ook als de reactie zich uitbreidt buiten de plaats van de huid die bedekt was
door de pleister.
·
Vermijd blootstelling aan zonlicht of zonnebanken op plaatsen van de huid die een huidreactie
vertonen die door de pleister veroorzaakt werd.
·
Breng de pleister dagelijks op een andere plaats op de huid aan om huidreacties te helpen
vermijden, en gebruik dezelfde plaats pas na 14 dagen opnieuw.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro
kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hieronder vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Misschien is het nuttig om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt
en hen te vragen om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts,
laten weten wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag. Neupro kan
ongebruikelijke behoeftes of verlangens veroorzaken waaraan u niet kunt weerstaan zoals de impuls,
de drang of de verleiding om dingen te doen die uzelf of anderen schade kunnen toebrengen.
Daartoe behoren:
·
een sterke impuls om te veel te gokken zelfs als dit een zeer negatief effect op u of uw familie
heeft
·
een veranderde of toegenomen seksuele interesse of gedrag waar u of anderen zich erg bezorgd
om maken bijvoorbeeld een toegenomen behoefte aan seks
·
een onbedwingbare behoefte om te veel te kopen of uit te geven
·
eetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten (meer dan
normaal eten en meer dan nodig is om uw honger te stillen)
Neupro kan veranderingen in gedrag en abnormaal denken veroorzaken. Daartoe behoren:
·
abnormale gedachten over de werkelijkheid
·
waanvoorstellingen en hallucinaties (het zien of horen van dingen die niet echt zijn)
·
verwardheid
·
desoriëntatie
·
agressief gedrag
·
opgewondenheid
·
delirium
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hierboven vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Allergische reacties
Neem contact op met uw arts als u tekenen van een allergische reactie opmerkt deze tekenen zijn
onder meer een gezwollen gezicht, tong of lippen.
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van de volgende bijwerkingen
opmerkt:
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
·
hoofdpijn
·
zich slaperig of duizelig voelen
·
zich niet lekker voelen (misselijkheid), braken
·
huidreacties onder de pleister zoals roodheid en jeuk
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
·
vallen
·
hik
·
gewichtsverlies
·
zwelling van de benen en voeten
·
zich zwak voelen (vermoeidheid), zich moe voelen
·
hartkloppingen (palpitaties)
·
verstopping (obstipatie), droge mond, brandend maagzuur
·
roodheid, overmatig zweten, jeuk
·
vertigo (draaierig gevoel)
·
het zien of horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties)
·
lage bloeddruk bij het overeind komen, hoge bloeddruk
·
inslaapproblemen, slaapstoornis, moeizaam slapen, nachtmerries, abnormale dromen
·
bewegingen waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson
(dyskinesie)
·
flauwvallen, duizelig gevoel bij het overeind komen vanwege een plotselinge daling van de
bloeddruk
·
niet in staat zijn om de impuls te onderdrukken om iets te doen wat schadelijk is, zoals te veel
gokken, herhaaldelijk zinloze handelingen uitvoeren, onbeheerst kopen of te veel uitgeven
·
eetbuien (grote hoeveelheden voedsel in een korte tijdspanne eten) of dwangmatig eten (meer
voedsel dan normaal eten en meer dan nodig is om de honger te stillen)
Soms: komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers
·
wazig zien
·
gewichtstoename
·
allergische reactie
·
lage bloeddruk
·
versnelde hartslag
·
verhoogde seksuele drang (meer zin in seks)
·
hartritmestoornissen
·
maagklachten en maagpijn
·
jeuk over het hele lichaam, huidirritatie
·
plotseling in slaap vallen zonder waarschuwingssignalen
·
geen erectie kunnen krijgen of behouden
·
zich opgewonden, gedesoriënteerd, verward of paranoïde voelen
·
verhoogde of abnormale uitslagen bij leverfunctietesten
·
visuele stoornissen zoals het zien van kleuren of lichten
·
verhoogde waarden van creatinefosfokinase (CPK) (CPK is een enzym dat voornamelijk
voorkomt in skeletspieren)
·
waanvoorstellingen
·
delirium
·
prikkelbaarheid
·
agressie
·
psychotische stoornissen
·
huiduitslag over grote delen van het lichaam
·
onwillekeurige spierspasmen (convulsies)
Niet bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
·
hunkeren naar hoge doses van geneesmiddelen zoals Neupro meer dan nodig is voor de
aandoening. Dit wordt het `dopaminedysregulatiesyndroom' genoemd en kan leiden tot
overmatig gebruik van Neupro.
·
diarree
·
dropped head-syndrome (hangend hoofd)
·
rhabdomyolyse (een zeldzame ernstige spieraandoening die pijn, gevoeligheid en zwakte van de
spieren veroorzaakt en kan leiden tot nierproblemen)
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van bovenstaande bijwerkingen
opmerkt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Wat moet u doen met de gebruikte en ongebruikte pleisters?
·
Gebruikte pleisters bevatten nog steeds de werkzame stof `rotigotine', die schadelijk kan zijn
voor anderen. Vouw de gebruikte pleister met de plakzijde naar binnen. Plaats de pleister in het
oorspronkelijke sachet en gooi het dan op een veilige manier weg, buiten het bereik van
kinderen.
·
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is rotigotine.
·
4 mg/24 h:
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 20 cm2 bevat 9,0 mg
rotigotine.
·
6 mg/24 h:
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 30 cm2 bevat 13,5 mg
rotigotine.
·
8 mg/24 h:
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 40 cm2 bevat 18,0 mg
rotigotine.
De andere stoffen in dit middel zijn:
·
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
natriummetabisulfiet (E223), ascorbylpalmitaat (E304) en DL--tocoferol (E307).
·
Steunlaag: Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd, van een kleurlaag voorzien met een
pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment rood 166) en met een opdruk
(pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
·
Beschermstrook: Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
Hoe ziet Neupro eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Neupro is een pleister voor transdermaal gebruik. De pleister is dun, bestaat uit drie lagen en is
vierkant met afgeronde hoeken. De buitenkant is beige en heeft de opdruk Neupro 4 mg/24 h, Neupro
6 mg/24 h of Neupro 8 mg/24 h.
Neupro is verkrijgbaar in de volgende verpakkingsgrootten:
Dozen bevatten 7, 14, 28, 30 of 84 (meervoudige verpakking met 3 verpakkingen van 28) pleisters, die
afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
Fabrikant
UCB Pharma S.A.
Chemin du Foriest
B-1420 Braine l'Alleud
België
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Lietuva
UCB Pharma SA/NV
UCB Pharma Oy Finland
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Tel: +358-92 514 4221 (Suomija)
Luxembourg/Luxemburg
UCB Pharma SA/NV
Te.: +359-(0)2 962 30 49
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Ceská republika
Magyarország
UCB s.r.o.
UCB Magyarország Kft.
Tel: +420-221 773 411
Tel: +36-(1) 391 0060
Danmark
Malta
UCB Nordic A/S
Pharmasud Ltd.
Tlf: +45-32 46 24 00
Tel: +356-21 37 64 36
Deutschland
Nederland
UCB Pharma GmbH
UCB Pharma B.V.
Tel: +49-(0) 2173 48 48 48
Tel: +31-(0)76-573 11 40
Eesti
Norge
UCB Pharma Oy Finland
UCB Nordic A/S
Tel: +358-92 514 4221 (Soome)
Tlf: +45-32 46 24 00
Österreich
UCB ..
UCB Pharma GmbH
: +30-2109974000
Tel: +43-(0)1 291 80 00
España
Polska
UCB Pharma S.A.
UCB Pharma Sp. z o.o.
Tel: +34-91 570 34 44
Tel: +48-22 696 99 20
France
Portugal
UCB Pharma S.A.
BIAL-Portela & Cª, S.A.
Tél: +33-(0)1 47 29 44 35
Tel: +351-22 986 61 00
Hrvatska
România
Medis Adria d.o.o.
UCB Pharma România S.R.L.
Tel: +385-(0)1 230 34 46
Tel: +40-21 300 29 04
Ireland
Slovenija
UCB (Pharma) Ireland Ltd.
Medis, d.o.o.
Tel: +353-(0)1 46 37 395
Tel: +386-1 589 69 00
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
UCB s.r.o., organizacná zlozka
Sími: +354-535 7000
Tel: +421-(0)2 5920 2020
Italia
Suomi/Finland
UCB Pharma S.p.A.
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +39-02 300 791
Puh/Tel: +358-92 514 4221
Sverige
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
UCB Nordic A/S
: +357-22 05 63 00
Tel: +46-(0)40 29 49 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UCB Pharma Oy Finland
UCB (Pharma) Ireland Ltd
Tel: +358-92 514 4221 (Somija)
Tel: + 353 / (0)1-46 37 395
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Neupro 2 mg/24
h
Neupro 4 mg/24
h
Neupro 6 mg/24
h
Neupro 8 mg/24
h
Pleister voor transdermaal gebruik
Rotigotine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
·
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
·
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
·
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
·
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Neupro en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wat is Neupro?
Neupro bevat de werkzame stof rotigotine.
Het behoort tot een groep van geneesmiddelen, de zogenaamde `dopamine-agonisten'. Dopamine is
een boodschapper in de hersenen die belangrijk is bij het bewegen.
Waarvoor wordt Neupro gebruikt?
Neupro wordt gebruikt bij volwassenen voor de behandeling van de tekenen en symptomen van:
·
Ziekte van Parkinson Neupro kan alleen gebruikt worden, of in combinatie met een ander
geneesmiddel, levodopa genaamd.
2.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent
allergisch voor
rotigotine of een van de
andere stoffen in dit geneesmiddel. Deze
stoffen kunt u vinden in rubriek 6
·
U moet een
Magnetic Resonance Imaging (MRI) scan ondergaan (dit zijn diagnostische foto's
van de binnenkant van het lichaam die door het gebruik van magnetische i.p.v. röntgenstralen
gemaakt worden).
·
U moet `
cardioversie' ondergaan (specifieke behandeling voor een abnormaal hartritme).
(MRI) of cardioversie om brandwonden op de huid te voorkomen, omdat de pleister aluminium bevat.
Nadien kunt u een nieuwe pleister aanbrengen.
Gebruik Neupro niet als een van bovenstaande situaties op u van toepassing is. Als u niet zeker bent,
neem dan eerst contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt, omdat:
·
uw
bloeddruk regelmatig gecontroleerd moet worden tijdens de behandeling met Neupro, in
het bijzonder aan het begin van de behandeling. Neupro kan uw bloeddruk beïnvloeden.
·
uw
ogen regelmatig gecontroleerd moeten worden tijdens de behandeling met Neupro. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als u problemen met uw gezichtsvermogen opmerkt tussen
de controles door.
·
het nodig kan zijn dat uw arts de dosis aanpast, als u ernstige
leverproblemen heeft. Neem
onmiddellijk contact op met uw arts, als uw leverproblemen tijdens de behandeling erger
worden.
·
u
huidproblemen kunt krijgen die veroorzaakt worden door de pleister zie `
Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister' in rubriek 4.
·
u zich
zeer slaperig kunt voelen of
plotseling in slaap kunt vallen zie `
Rijvaardigheid en
het gebruik van machines' in rubriek 2.
Als u deze symptomen na aanvang van de behandeling met Neupro krijgt, neem dan contact op met
uw arts.
De geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van de ziekte van Parkinson moeten
worden verminderd of geleidelijk worden stopgezet. Vertel het uw arts als u na het stoppen of
verminderen van uw Neupro-behandeling klachten ondervindt zoals depressie, angst, vermoeidheid,
zweten of pijn.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro
kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neupro kan bijwerkingen veroorzaken die uw gedrag veranderen (hoe u handelt). U kunt het nuttig
vinden om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt en hen vragen
om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts, laten weten
wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag.
Daartoe behoren:
·
verlangen naar grote doses Neupro of andere geneesmiddelen die worden gebruikt voor de
behandeling van de ziekte van Parkinson
·
ongebruikelijke behoeftes of verlangens waaraan u geen weerstand kunt bieden en die uzelf of
anderen schade kunnen toebrengen
·
abnormaal denken of gedrag.
Zie `
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken' in rubriek 4 voor meer informatie.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel
niet aan
kinderen onder de 18 jaar omdat niet bekend is of het veilig of
doeltreffend is in deze leeftijdsgroep.
Gebruikt u naast Neupro nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die zonder medisch voorschrift verkrijgbaar zijn
en kruidengeneesmiddelen.
Als u tegelijk behandeld wordt met Neupro en levodopa, kunnen sommige bijwerkingen ernstiger
worden. Daartoe behoren het zien en horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties), bewegingen
waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson (`dyskinesie'), en
het opzetten (zwellen) van benen en voeten.
Gebruik de volgende geneesmiddelen niet tijdens de behandeling met Neupro omdate ze het effect
ervan kunnen verminderen:
·
`anti-psychotische' geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van bepaalde psychische
aandoeningen
·
metoclopramide gebruikt voor de behandeling van misselijkheid (zich ziek voelen) en braken.
Neem contact op met uw arts voordat u Neupro gebruikt als u een van de volgende geneesmiddelen
neemt:
·
kalmerende geneesmiddelen zoals benzodiazepines of geneesmiddelen gebruikt voor de
behandeling van psychische aandoeningen of depressie.
·
bloeddrukverlagende geneesmiddelen. Neupro kan de bloeddruk verlagen wanneer u opstaat
dit effect kan nog verergerd worden door geneesmiddelen die gebruikt worden om de bloeddruk
te verlagen.
Uw arts zal u laten weten of het veilig is om deze geneesmiddelen te blijven nemen tijdens de
behandeling met Neupro.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Omdat rotigotine via uw huid in de bloedstroom terechtkomt, heeft voedsel of drank geen invloed op
de opname van dit geneesmiddel door het lichaam. Vraag uw arts of het veilig voor u is alcohol te
drinken wanneer u Neupro gebruikt.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik Neupro niet als u zwanger bent, omdat de effecten van rotigotine op de zwangerschap en het
ongeboren kind niet bekend zijn.
Geef geen borstvoeding tijdens de behandeling met Neupro, omdat rotigotine in de moedermelk kan
worden opgenomen en een effect op uw baby kan hebben. Bovendien is het waarschijnlijk dat
rotigotine de melkproductie vermindert.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Door Neupro kunt u zich zeer slaperig voelen en kunt u zeer plotseling in slaap vallen. Als dit gebeurt,
stap dan niet achter het stuur. In uitzonderlijke gevallen zijn mensen tijdens het rijden in slaap
gevallen, waardoor ongevallen werden veroorzaakt.
Gebruik verder geen werktuigen of machines als u zich zeer slaperig voelt of doe niets waarbij
anderen of uzelf het risico op een ernstig letsel lopen.
Natriummetabisulfiet (E223) kan in zeldzame gevallen ernstige overgevoeligheidsreacties (allergische
reacties) en bronchospasme (ademhalingsnood veroorzaakt door vernauwing van de luchtwegen)
veroorzaken.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Welke doseringspleisters moeten gebruikt worden?
De dosering van Neupro hangt van uw aandoening af zie hieronder.
Neupro is beschikbaar als pleisters met verschillende doseringen die het geneesmiddel gedurende
24 uur vrijgeven. De doseringen zijn 2 mg/24 h, 4 mg/24 h, 6 mg/24 h en 8 mg/24 h voor de
behandeling van de ziekte van Parkinson.
U moet misschien meer dan één pleister gebruiken om uw dosis te bereiken, zoals voorgeschreven
door uw arts.
Het Neupro behandelingsstartpakket bevat 4 verschillende verpakkingen (één voor elke sterkte) met
7 pleisters in elk pakket. Deze pakketten zijn meestal nodig voor de eerste vier therapieweken, maar
afhankelijk van de manier waarop u reageert op Neupro, heeft u eventueel niet alle meegeleverde
dosisverpakkingen nodig of heeft u na week 4 aanvullende hogere doseringen nodig, waarin dit pakket
niet voorziet.
Start op de eerste dag van de behandeling met Neupro 2 mg (verpakking gekenmerkt met '
Week 1')
en gebruik één Neupro 2 mg pleister voor transdermaal gebruik per dag. Gebruik Neupro 2 mg
gedurende 7 dagen (bijvoorbeeld als u start op een zondag, gebruik dan de volgende dosering op de
daarop volgende zondag).
Aan het begin van de tweede week dient u Neupro 4 mg te gebruiken (verpakking gekenmerkt met
'
Week 2').
Aan het begin van de derde week dient u Neupro 6 mg te gebruiken (verpakking gekenmerkt met
'
Week 3'
).
Aan het begin van de vierde week dient u Neupro 8 mg te gebruiken (verpakking gekenmerkt met
'
Week
4').
De passende dosis voor u hangt af van uw behoefte.
4 mg Neupro per dag kan voor sommige patiënten een effectieve dosis zijn. Bij de meeste patiënten
met de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium wordt de passende dosis bereikt binnen 3 of 4
weken, bij een dosis van 6 mg per dag respectievelijk 8 mg per dag. De maximale dosis is 8 mg per
dag. Bij de meeste patiënten met de ziekte van Parkinson in een gevorderd stadium wordt de passende
dosis bereikt binnen 3 tot 7 weken, bij een dosis van 8 mg per dag tot een maximale dosis van 16 mg
per dag. Voor doses hoger dan 8 mg/24 h (doseringen voorgeschreven door uw arts die hoger zijn dan
de beschikbare sterktes) moeten meerdere pleisters worden gebruikt om de uiteindelijke dosering te
bereiken. Een dagelijkse dosis van bijvoorbeeld 14 mg kan worden bereikt door één pleister van
6 mg/24 h en één pleister van 8 mg/24 h te gebruiken en evenzo kan een dagelijkse dosis van 16 mg
worden bereikt door twee pleisters van 8 mg/24 h te gebruiken.
Als u met het gebruik van dit geneesmiddel moet stoppen, zie `
Als u stopt met het gebruik van dit
middel' in rubriek 3.
Hoe gebruikt u Neupro pleisters?
Neupro is een pleister die op de huid aangebracht wordt.
·
Zorg ervoor dat u de oude pleister verwijderd heeft, voordat u een nieuwe pleister plakt.
·
Breng de nieuwe pleister
elke dag op een andere plaats van de huid aan.
·
Laat de pleister gedurende 24 uur op uw huid, verwijder hem dan en breng een nieuwe aan.
·
Vervang de pleisters elke dag op ongeveer
hetzelfde tijdstip.
·
Knip de Neupro pleisters niet in stukken.
Waar moet u de pleister aanbrengen?
Breng de plakzijde van de pleister op een stukje
Plaatsen waar de pleister
schone, droge en gezonde huid op één van de volgende
aangebracht kan worden
plaatsen aan, zoals aangeduid in het grijs op de
tekening:
·
Schouder of bovenarm.
·
Buik.
·
Zij (uw zijkant, tussen uw ribben en uw heup).
·
Dij of heup.
Voorkant Zijkant
Achterkant
Om huidirritatie te vermijden
·
Plak de pleister
dagelijks op een andere plaats van de
huid. Bijvoorbeeld: de ene dag aan de rechterkant van het
lichaam en de volgende dag aan de linkerkant van het
lichaam, de ene dag op het bovenlichaam en de volgende
dag op het onderlichaam.
·
Breng de Neupro pleister
niet tweemaal
binnen 14 dagen
op
dezelfde plaats van de huid aan.
·
Plak de pleister
niet op
huid die gebarsten, beschadigd,
rood of geïrriteerd is.
Wanneer u door de pleister toch huidreacties ondervindt, raadpleeg dan `
Huidproblemen
veroorzaakt door de pleister' in rubriek 4 voor meer informatie.
Om te voorkomen dat de pleister gedeeltelijk of volledig loslaat
·
Plak de pleister
niet op een plaats waar hij
langs strakzittende kleding
schuurt.
·
Gebruik
geen crèmes, olie, lotions, poeders of andere
huidproducten op de plaats waar u de
pleister gaat aanbrengen. Gebruik ze ook niet op of dichtbij een pleister die u al heeft
aangebracht.
·
Als u de pleister op behaarde huid moet aanbrengen, moet u die plaats
ten minste 3 dagen
voordat u de pleister aanbrengt
scheren.
·
Als de hoeken van de pleister naar boven komen, mag de pleister met medische tape vastgeplakt
worden.
Indien de pleister loslaat, breng dan een nieuwe pleister voor de rest van de dag aan verwissel de
pleister op het gebruikelijke tijdstip.
·
Laat de plaats waar de pleister is aangebracht
niet warm worden bijvoorbeeld door te veel
zonlicht, sauna, hete baden, verwarmingskussens of warmwaterkruiken. De reden daarvoor is
dat het geneesmiddel dan sneller kan worden vrijgegeven. Als u denkt dat de pleister te warm is
geworden, neem dan contact op met uw arts of apotheker.
·
Controleer altijd of de pleister er niet is afgevallen na activiteiten zoals
een bad of douche
nemen of lichamelijke inspanningen.
·
Als de pleister
huidirritatie heeft veroorzaakt,
bescherm die plaats op de huid
tegen direct
zonlicht, omdat anders de kleur van de huid kan veranderen.
Hoe u de pleister gebruikt
·
Elke pleister is verpakt in een afzonderlijk sachet.
·
Bepaal waar u de nieuwe pleister gaat aanbrengen en controleer of u de oude pleisters heeft
verwijderd, voordat u het sachet opent.
·
Breng de Neupro pleister op uw huid aan zodra u het sachet heeft geopend en de
beschermstrook heeft verwijderd.
1.
Houd het sachet in beide
handen om het te openen.
2.
Scheid de twee delen van het
sachet.
3.
Open het sachet.
4.
Haal de pleister uit het
sachet.
5.
De plakzijde van de pleister
is bedekt met een
transparante bescherm-
strook.
· Houd de pleister in
beide handen met de
beschermstrook naar u
toe.
6.
- Buig de pleister in het
midden. Op die manier
opent zich de S-vormige
breuklijn in de strook.
7.
- Haal aan één kant de
beschermstrook eraf.
- Raak de plakzijde van
de pleister niet met uw
vingers aan.
8.
- Houd de andere helft
van de stevige
beschermstrook vast.
- Breng de plakzijde van
de pleister daarna op uw
huid aan.
- Druk de plakzijde van
de pleister stevig op zijn
plaats.
9.
Vouw de andere helft van de
pleister naar achteren en
verwijder de andere kant van
de beschermstrook.
10.
- Druk met de palm van
uw hand op de pleister.
seconden
- Blijf gedurende
ongeveer 30 seconden
duwen. Dit zorgt ervoor
dat de pleister contact
maakt met de huid en de
randen goed
vastplakken.
Was uw handen onmiddellijk
met water en zeep nadat u de
pleister heeft aangebracht.
Hoe verwijdert u een gebruikte pleister?
- Verwijder de gebruikte pleister langzaam en zorgvuldig.
- Was de plaats op de huid voorzichtig met warm water en zachte zeep. Daardoor worden
eventuele lijmresten verwijderd die op uw huid zijn achtergebleven. U kunt ook een beetje
babyolie gebruiken om eventuele lijmresten te verwijderen die u er niet kunt afwassen.
- Gebruik geen alcohol of andere oplosmiddelen, zoals nagellakremovers. Deze kunnen
huidirritatie veroorzaken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Het gebruik van hogere dan de door uw arts voorgeschreven doses Neupro kan bijwerkingen zoals
zich niet lekker voelen (misselijkheid) of braken, een lage bloeddruk, het zien of horen van dingen die
niet echt zijn (hallucinaties), zich verward voelen, zich zeer slaperig voelen, onwillekeurige
bewegingen en stuipen veroorzaken.
Neem in zulke gevallen onmiddellijk contact op met uw arts of het ziekenhuis. Zij zullen u zeggen wat
u moet doen.
Als u een andere pleister (bijvoorbeeld Neupro 4 mg/24 h in plaats van Neupro 2 mg/24 h) heeft
gebruikt dan de pleister die uw arts u heeft voorgeschreven, contacteer dan onmiddellijk uw arts of het
ziekenhuis en volg het advies over het vervangen van de pleisters op.
Als u onaangename reacties ervaart, neem dan contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
- Als u vergeten bent om de pleister op het gebruikelijke tijdstip te vervangen, vervang hem dan
zodra u daaraan denkt. Verwijder de oude pleister en breng een nieuwe aan.
- Als u vergeten bent om een nieuwe pleister aan te brengen nadat u de oude heeft verwijderd,
breng dan een nieuwe pleister aan zodra u daaraan denkt.
Breng in beide gevallen een nieuwe pleister aan op het gebruikelijke tijdstip de volgende dag. Gebruik
geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met het gebruik van Neupro zonder met uw arts te overleggen. Het abrupt stoppen kan leiden
tot een medische aandoening genaamd `maligne neurolepticasyndroom', dat levensbedreigend kan
zijn. Tot de tekenen behoren: verlies van spierbewegingen (akinesie), stijve spieren, koorts, instabiele
bloeddruk, versnelde hartslag (tachycardie), verwardheid, verlaagd bewustzijn (zoals coma).
Als uw arts zegt dat u de behandeling met Neupro moet stoppen, dient de
dagelijkse dosis Neupro
geleidelijk verlaagd te worden:
-
Ziekte van Parkinson verminderd met 2 mg om de andere dag.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. Neem contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundige als u mogelijke bijwerkingen
opmerkt.
Bijwerkingen die vaker aan het begin van de behandeling voorkomen
Aan het
begin van de behandeling kunt u
zich niet lekker voelen (misselijkheid) en
braken. Deze
effecten zijn meestal van lichte of matige ernst en houden slechts een korte tijd aan.
Neem contact op
met uw arts wanneer de klachten lang aanhouden of wanneer u zich er zorgen over maakt.
Huidproblemen veroorzaakt door de pleister
- U kunt roodheid en jeuk krijgen op de plaats waar de pleister aangebracht werd deze reacties
zijn meestal licht tot matig ernstig van aard.
- Gewoonlijk verdwijnen deze reacties na enkele uren nadat u de pleister verwijderd heeft.
-
Neem contact op met uw arts als u een huidreactie heeft die langer aanhoudt dan enkele dagen
of ernstig is. Doe dit ook als de reactie zich uitbreidt buiten de plaats van de huid die bedekt was
door de pleister.
- Vermijd blootstelling aan zonlicht of zonnebanken op plaatsen van de huid die een huidreactie
vertonen die door de pleister veroorzaakt werd.
- Breng de pleister dagelijks op een andere plaats op de huid aan om huidreacties te helpen
vermijden, en gebruik dezelfde plaats pas na 14 dagen opnieuw.
Bewustzijnsverlies kan optreden
Neupro
kan bewustzijnsverlies veroorzaken. Dit kan vooral voorkomen aan het begin van uw
behandeling met Neupro of wanneer uw dosis verhoogd wordt. Neem contact op met uw arts als u het
bewustzijn verliest of als u zich duizelig voelt.
Veranderingen in gedrag en abnormaal denken
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hieronder vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Misschien is het nuttig om een familielid of een verzorger te vertellen dat u dit geneesmiddel gebruikt
en hen te vragen om deze bijsluiter te lezen. Daardoor kan uw familie of uw verzorger u, of uw arts,
laten weten wanneer ze bezorgd zijn over mogelijke veranderingen in uw gedrag. Neupro kan
ongebruikelijke behoeftes of verlangens veroorzaken waaraan u niet kunt weerstaan zoals de impuls,
de drang of de verleiding om dingen te doen die uzelf of anderen schade kunnen toebrengen.
Daartoe behoren:
- een sterke impuls om te veel te gokken zelfs als dit een zeer negatief effect op u of uw familie
heeft
- een veranderde of toegenomen seksuele interesse of gedrag waar u of anderen zich erg bezorgd
om maken bijvoorbeeld een toegenomen behoefte aan seks
- een onbedwingbare behoefte om te veel te kopen of uit te geven
- eetbuien (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten (meer dan
normaal eten en meer dan nodig is om uw honger te stillen)
·
abnormale gedachten over de werkelijkheid
·
waanvoorstellingen en hallucinaties (het zien of horen van dingen die niet echt zijn)
·
verwardheid
·
desoriëntatie
·
agressief gedrag
·
opgewondenheid
·
delirium
Neem contact op met uw arts als u veranderingen in gedrag, denken of beide opmerkt, die
hierboven vermeld staan. Hij of zij bespreekt met u hoe de symptomen behandeld of verminderd
kunnen worden.
Allergische reacties
Neem contact op met uw arts als u tekenen van een allergische reactie opmerkt deze tekenen zijn
onder meer een gezwollen gezicht, tong of lippen.
Bijwerkingen bij het gebruik van Neupro voor de ziekte van Parkinson
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van de volgende bijwerkingen
opmerkt:
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
·
hoofdpijn
·
zich slaperig of duizelig voelen
·
zich niet lekker voelen (misselijkheid), braken
·
huidreacties onder de pleister zoals roodheid en jeuk
Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
·
vallen
·
hik
·
gewichtsverlies
·
zwelling van de benen en voeten
·
zich zwak voelen (vermoeidheid), zich moe voelen
·
hartkloppingen (palpitaties)
·
verstopping (obstipatie), droge mond, brandend maagzuur
·
roodheid, overmatig zweten, jeuk
·
vertigo (draaierig gevoel)
·
het zien of horen van dingen die niet echt zijn (hallucinaties)
·
lage bloeddruk bij het overeind komen, hoge bloeddruk
·
inslaapproblemen, slaapstoornis, moeizaam slapen, nachtmerries, abnormale dromen
·
bewegingen waar u geen controle over heeft en die gerelateerd zijn aan de ziekte van Parkinson
(dyskinesie)
·
flauwvallen, duizelig gevoel bij het overeind komen vanwege een plotselinge daling van de
bloeddruk
·
niet in staat zijn om de impuls te onderdrukken om iets te doen wat schadelijk is, zoals te veel
gokken, herhaaldelijk zinloze handelingen uitvoeren, onbeheerst kopen of te veel uitgeven
·
eetbuien (grote hoeveelheden voedsel in een korte tijdspanne eten) of dwangmatig eten (meer
voedsel dan normaal eten en meer dan nodig is om de honger te stillen)
·
wazig zien
·
gewichtstoename
·
allergische reactie
·
lage bloeddruk
·
versnelde hartslag
·
verhoogde seksuele drang (meer zin in seks)
·
hartritmestoornissen
·
maagklachten en maagpijn
·
jeuk over het hele lichaam, huidirritatie
·
plotseling in slaap vallen zonder waarschuwingssignalen
·
geen erectie kunnen krijgen of behouden
·
zich opgewonden, gedesoriënteerd, verward of paranoïde voelen
·
verhoogde of abnormale uitslagen bij leverfunctietesten
·
visuele stoornissen zoals het zien van kleuren of lichten
·
verhoogde waarden van creatinefosfokinase (CPK) (CPK is een enzym dat voornamelijk
voorkomt in skeletspieren)
Zelden: komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers
·
waanvoorstellingen
·
delirium
·
prikkelbaarheid
·
agressie
·
psychotische stoornissen
·
huiduitslag over een groot deel van het lichaam
·
onwillekeurige spierspasmen (convulsies)
Niet bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
·
hunkeren naar hoge doses van geneesmiddelen zoals Neupro meer dan nodig is voor de
aandoening. Dit wordt het `dopaminedysregulatiesyndroom' genoemd en kan leiden tot
overmatig gebruik van Neupro.
·
diarree
·
dropped head-syndrome (hangend hoofd)
·
rhabdomyolyse (een zeldzame ernstige spieraandoening die pijn, gevoeligheid en zwakte van de
spieren veroorzaakt en kan leiden tot nierproblemen)
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige als u een van bovenstaande bijwerkingen
opmerkt.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de doos na "EXP". Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30°C.
Wat moet u doen met de gebruikte en ongebruikte pleisters?
·
Gebruikte pleisters bevatten nog steeds de werkzame stof `rotigotine', die schadelijk kan zijn
voor anderen. Vouw de gebruikte pleister met de plakzijde naar binnen. Plaats de pleister in het
oorspronkelijke sachet en gooi het dan op een veilige manier weg, buiten het bereik van
kinderen.
·
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag
uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op
een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is rotigotine.
·
2 mg/24 h:
Elke pleister geeft 2 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 10 cm2 bevat 4,5 mg
rotigotine.
·
4 mg/24 h:
Elke pleister geeft 4 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 20 cm2 bevat 9,0 mg
rotigotine.
·
6 mg/24 h:
Elke pleister geeft 6 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 30 cm2 bevat 13,5 mg
rotigotine.
·
8 mg/24 h:
Elke pleister geeft 8 mg rotigotine per 24 uur af. Elke pleister van 40 cm2 bevat 18,0 mg
rotigotine.
De andere stoffen in dit middel zijn:
·
Poly(dimethylsiloxaan, trimethylsilylsilicaat)-copolymerisaat, povidon K90,
natriummetabisulfiet (E223), ascorbylpalmitaat (E304) en DL--tocoferol (E307).
·
Steunlaag: Polyesterfilm, gesiliconiseerd, gealuminiseerd, van een kleurlaag voorzien met een
pigmentlaag (titaniumdioxide (E171), pigment geel 95, pigment rood 166) en met een opdruk
(pigment rood 144, pigment geel 95, pigment zwart 7).
·
Beschermstrook: Transparante, van een fluoropolymeerlaag voorziene polyesterfilm.
Neupro is een pleister voor transdermaal gebruik. De pleister is dun, bestaat uit drie lagen en is
vierkant met afgeronde hoeken. De buitenkant is beige en heeft de opdruk Neupro 2 mg/24 h,
4 mg/24 h, 6 mg/24 h of 8 mg/24 h.
Neupro is verkrijgbaar in de volgende verpakkingsgrootten:
Eén behandelingsstartpakket bevat 28 pleisters voor transdermaal gebruik in 4 dozen met elk
7 pleisters van 2 mg, 4 mg, 6 mg en 8 mg, die afzonderlijk in sachets zijn verpakt.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
UCB Pharma S.A.
Allée de la Recherche 60
B-1070 Brussel
België
Fabrikant
UCB Pharma S.A.
Chemin du Foriest
B-1420 Braine l'Alleud
België
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
UCB Pharma SA/NV
UCB Pharma Oy Finland
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Tel: +358-92 514 4221 (Suomija)
Luxembourg/Luxemburg
UCB Pharma SA/NV
Te.: +359-(0)2 962 30 49
Tél/Tel: +32-(0)2 559 92 00
Ceská republika
Magyarország
UCB s.r.o.
UCB Magyarország Kft.
Tel: +420-221 773 411
Tel: +36-(1) 391 0060
Danmark
Malta
UCB Nordic A/S
Pharmasud Ltd.
Tlf: +45-32 46 24 00
Tel: +356-21 37 64 36
Deutschland
Nederland
UCB Pharma GmbH
UCB Pharma B.V.
Tel: +49-(0) 2173 48 48 48
Tel: +31-(0)76-573 11 40
Eesti
Norge
UCB Pharma Oy Finland
UCB Nordic A/S
Tel: +358-92 514 4221 (Soome)
Tlf: +45-32 46 24 00
Österreich
UCB ..
UCB Pharma GmbH
: +30-2109974000
Tel: +43-(0)1 291 80 00
Polska
UCB Pharma S.A.
UCB Pharma Sp. z o.o.
Tel: +34-91 570 34 44
Tel: +48-22 696 99 20
France
Portugal
UCB Pharma S.A.
BIAL-Portela & Cª, S.A.
Tél: +33-(0)1 47 29 44 35
Tel: +351-22 986 61 00
Hrvatska
România
Medis Adria d.o.o.
UCB Pharma România S.R.L.
Tel: +385-(0)1 230 34 46
Tel: +40-21 300 29 04
Ireland
Slovenija
UCB (Pharma) Ireland Ltd.
Medis, d.o.o.
Tel: +353-(0)1 46 37 395
Tel: +386-1 589 69 00
Ísland
Slovenská republika
Vistor hf.
UCB s.r.o., organizacná zlozka
Sími: +354-535 7000
Tel: +421-(0)2 5920 2020
Italia
Suomi/Finland
UCB Pharma S.p.A.
UCB Pharma Oy Finland
Tel: +39-02 300 791
Puh/Tel: +358-92 514 4221
Sverige
Lifepharma (Z.A.M.) Ltd
UCB Nordic A/S
: +357-22 05 63 00
Tel: +46-(0)40 29 49 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
UCB Pharma Oy Finland
UCB (Pharma) Ireland Ltd
Tel: +358-92 514 4221 (Somija)
Tel: + 353 / (0)1-46 37 395
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.