Nimvastid 4,5 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Nimvastid 3 mg harde capsules
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Nimvastid 6 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg rivastigmine.
Nimvastid 3 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 3 mg rivastigmine.
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 4,5 mg rivastigmine.
Nimvastid 6 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 6 mg rivastigmine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Wit tot gebroken wit poeder in een capsule met geel kapje en gele romp.
Nimvastid 3 mg harde capsules
Wit tot gebroken wit poeder in een capsule met oranje kapje en oranje romp.
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Wit tot gebroken wit poeder in een capsule met bruinachtig rode kapje en bruinachtig rode romp.
Nimvastid 6 mg harde capsules
Wit tot gebroken wit poeder in een capsule met bruinachtig rode kapje en oranje romp.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij patiënten met idiopatische
ziekte van Parkinson.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De start van en het toezicht op de behandeling dient te geschieden door een arts met ervaring in de
diagnose en behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer of geassocieerd met de ziekte van
Parkinson. De diagnose dient gesteld te worden aan de hand van de huidige richtlijnen. De
behandeling met rivastigmine mag slechts gestart worden als er een verzorger beschikbaar is die
regelmatig de geneesmiddelinname door de patiënt bewaakt.
Dosering
2
Rivastigmine dient tweemaal daags te worden toegediend, bij het ontbijt en de avondmaaltijd. De
capsules dienen heel doorgeslikt te worden.
Startdosis
1,5 mg tweemaal daags.
Dosistitratie
De startdosis is tweemaal daags 1,5 mg. Wanneer deze dosering na minimaal twee weken behandeling
goed verdragen wordt, kan de dosis verhoogd worden tot tweemaal daags 3 mg. Verdere verhogingen
tot 4,5 mg en vervolgens 6 mg tweemaal daags zijn mede afhankelijk van het goed verdragen worden
van de huidige dosis en kunnen worden overwogen na minimaal twee weken behandeling bij die dosis.
Wanneer bijwerkingen (b.v. misselijkheid, braken, buikpijn of verlies van eetlust), gewichtsafname of
een verergering van extrapiramidale symptomen (b.v. tremor) tijdens de behandeling worden
waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, kunnen zij
reageren op het overslaan van één of meerdere doses. Wanneer de bijwerkingen aanhouden, dient de
dagelijkse dosis tijdelijk verminderd te worden tot de voorheen goed verdragen dosis of dient de
behandeling beëindigd te worden.
Onderhoudsdosis
De werkzame dosis is tweemaal daags 3 tot 6 mg. Om een maximaal therapeutisch effect te bereiken
dienen patiënten te worden ingesteld op de hoogste door hen goed verdragen dosis. De aanbevolen
maximale dagelijkse dosis is tweemaal daags 6 mg.
De onderhoudsbehandeling kan voortgezet worden zo lang er een therapeutisch voordeel voor de
patiënt bestaat. Daarom dient het klinisch voordeel van rivastigmine regelmatig opnieuw geëvalueerd
te worden, met name bij patiënten die behandeld worden met doseringen lager dan tweemaal daags
3 mg. Indien na 3 maanden onderhoudsbehandeling de mate van achteruitgang van
dementiesymptomen niet positief veranderd is, dient de behandeling beëindigd te worden. Indien er
geen bewijs meer aanwezig is van een therapeutisch effect, dient het stopzetten van de therapie ook
overwogen te worden.
De individuele respons op rivastigmine kan niet voorspeld worden. Er werd echter een groter
behandelingseffect waargenomen bij parkinsonpatiënten met matige dementie. Evenzo werd er een
groter effect waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie rubriek 5.1).
Het effect van de behandeling is niet onderzocht in placebogecontroleerde studies, die langer duurden
dan 6 maanden.
Opnieuw starten van de therapie
Wanneer de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart
met 1,5 mg tweemaal daags. Dosistitratie dient dan te worden uitgevoerd zoals hierboven beschreven.
Gestoorde nier- of leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een licht tot matig gestoorde nier- of leverfunctie.
Echter, gezien de toegenomen blootstelling bij deze populaties, dienen de doseringsaanbevelingen om
te titreren overeenkomstig de individuele verdraagbaarheid nauwgezet te worden opgevolgd, omdat
patiënten met een klinisch significante gestoorde nier- of leverfunctie meer dosisafhankelijke
bijwerkingen zouden kunnen ervaren. Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht.
Nimvastid capsules kunnen echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie mits nauwkeurige
controle wordt uitgevoerd (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Nimvastid bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
4.3
Contra-indicaties
3
Het gebruik van dit geneesmiddel is gecontra-indiceerd bij patiënten met bekende overgevoeligheid
voor de werkzame stof rivastigmine, voor andere carbamaatderivaten of voor een van de in rubriek 6.1
vermelde hulpstoffen.
Eerdere geschiedenis van reacties op de aanbrengplaats die wijzen op allergische contactdermatitis bij
rivastigmine pleisters (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
De incidentie en ernst van bijwerkingen nemen in het algemeen toe met hogere doseringen. Wanneer
de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart met
1,5 mg tweemaal daags om de kans op bijwerkingen (b.v. braken) te verminderen.
Huidreacties op de aanbrengplaats kunnen voorkomen met rivastigmine pleisters en zijn meestal van
lichte tot matige intensiteit. Deze reacties zijn op zichzelf niet een indicatie van sensibilisering. Echter,
het gebruik van rivastigmine pleisters kan leiden tot allergische contactdermatitis.
Allergische contactdermatitis moet worden vermoed indien reacties op de aanbrengplaats zich
verspreiden buiten de pleistergrootte, als er aanwijzingen zijn van een meer intense lokale reactie
(zoals toename van erytheem, oedeem, papels, blaasjes) en als de symptomen niet significant
verbeteren binnen 48 uur na verwijdering van de pleister. In deze gevallen moet de behandeling
worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten die reacties op de aanbrengplaats krijgen die wijzen op allergische contactdermatitis voor
rivastigmine pleisters en die nog steeds behandeling met rivastigmine nodig hebben, dienen alleen
omgezet te worden op orale rivastigmine na negatieve allergietesten en onder streng medisch toezicht.
Het is mogelijk dat sommige patiënten die gesensibiliseerd geraakt zijn voor rivastigmine door
blootstelling aan rivastigmine pleisters niet in staat zijn om rivastigmine te gebruiken in welke vorm
dan ook.
Er zijn zeldzame postmarketingmeldingen van patiënten die allergische dermatitis (verspreid) ervoeren
bij toediening van rivastigmine, ongeacht de wijze van toediening (oraal, transdermaal). In deze
gevallen moet de behandeling worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten en verzorgers dienen dienovereenkomstig geïnstrueerd te worden.
Dosistitratie: bijwerkingen (b.v. hypertensie en hallucinaties bij patiënten met Alzheimer dementie en
verergering van extrapiramidale symptomen, in het bijzonder tremor, bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson) zijn waargenomen kort na dosisverhoging. Ze kunnen
reageren op een verlaging van de dosis. In andere gevallen werd rivastigmine stopgezet (zie rubriek
4.8).
Gastrointestinale stoornissen zoals misselijkheid, braken en diarree zijn dosisgerelateerd en kunnen
zich voordoen, in het bijzonder wanneer de behandeling wordt gestart en/of de dosis wordt verhoogd
(zie rubriek 4.8). Deze bijwerkingen komen vaker voor bij vrouwen. Patiënten die klachten of
symptomen vertonen van dehydratie als gevolg van langdurig braken of diarree, kunnen onder
controle worden gehouden door intraveneuze vloeistof toe te dienen en de dosis te verlagen of te
staken, wanneer dit direct opgemerkt en behandeld wordt. Dehydratie kan ernstige gevolgen hebben.
Patiënten met de ziekte van Alzheimer kunnen gewicht verliezen. Cholinesteraseremmers, waaronder
rivastigmine, worden in verband gebracht met gewichtsverlies bij deze patiënten. Het gewicht van de
patiënt dient tijdens de behandeling gecontroleerd te worden.
In geval van ernstig braken geassocieerd met de behandeling met rivastigmine, moet een geschikte
aanpassing van de dosering doorgevoerd worden zoals aanbevolen in rubriek 4.2. Enkele gevallen van
ernstig braken werden geassocieerd met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.8). Zulke gevallen leken
4
voornamelijk voor te komen na verhoging van de dosis of bij hogere doses rivastigmine.
Rivastigmine kan bradycardie veroorzaken dat een risicofactor is voor het optreden van torsade de
pointes, voornamelijk bij patiënten met risicofactoren. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met
een hoger risico op het ontwikkelen van torsade de pointes; bijvoorbeeld, degenen met
ongecompenseerd hartfalen, een recent myocardinfarct, bradyaritmieën, een predispositie voor
hypokaliëmie of hypomagnesiëmie of bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen waarvan het bekend
is dat ze QT-verlenging en/of torsade de pointes induceren (zie rubrieken 4.5 en 4.8).
Voorzichtigheid is geboden wanneer rivastigmine gebruikt wordt bij patiënten met sick
sinussyndroom of met geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok, atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8).
Rivastigmine kan de maagzuursecretie verhogen. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van
patiënten met actieve maag- of duodenumzweren of patiënten die gepredisponeerd zijn voor dergelijke
aandoeningen.
Cholinesteraseremmers moeten met voorzichtigheid voorgeschreven worden aan patiënten met een
geschiedenis van astma of obstructieve longziekten.
Cholinerge stoffen kunnen urinewegobstructie en convulsies doen ontstaan of verergeren.
Voorzichtigheid wordt aanbevolen bij de behandeling van patiënten met een predispositie voor
dergelijke ziekten.
Het gebruik van rivastigmine door patiënten met ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer of
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, andere vormen van dementie of andere vormen van
geheugenfunctiestoornissen (bijvoorbeeld leeftijdgerelateerde cognitieve achteruitgang) zijn niet
onderzocht en gebruik bij deze patiëntenpopulaties wordt daarom niet aanbevolen.
Evenals bij andere cholinomimetica kan rivastigmine extrapiramidale symptomen verergeren of
induceren. Verslechtering (inclusief bradykinesie, dyskinesie, loopstoornis) en een toename in
incidentie of intensiteit van tremor is waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de
ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.8). Deze voorvallen hebben in enkele gevallen geleid tot het
beëindigen van de behandeling met rivastigmine (b.v. beëindiging als gevolg van tremor 1,7% met
rivastigmine ten opzichte van 0% met placebo). Klinisch toezicht wordt aanbevolen voor deze
bijwerkingen.
Speciale populaties
Patiënten met een klinisch significant gestoorde nier- of leverfunctie zouden meer bijwerkingen
kunnen ervaren (zie rubrieken 4.2 en 5.2). De doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig
de individuele verdraagbaarheid moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht. Nimvastid kan echter worden gebruikt in deze
patiëntenpopulatie en nauwgezette controle is nodig.
Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg kunnen meer bijwerkingen ervaren en zullen
waarschijnlijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg van bijwerkingen.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Als cholinesteraseremmer kan rivastigmine de effecten van succinylcholine-achtige spierrelaxantia
tijdens de anesthesie versterken. Voorzichtigheid is geboden bij de keuze van anesthetica. Indien
nodig kunnen doseringsaanpassingen of tijdelijk staken van de behandeling worden overwogen.
Met het oog op de farmacodynamische effecten en mogelijke additieve effecten dient rivastigmine niet
gelijktijdig gegeven te worden met andere cholinomimetische middelen. Rivastigmine zou de activiteit
van anticholinerge geneesmiddelen (b.v. oxybutynine, tolterodine) kunnen beïnvloeden.
Additieve effecten die leiden tot bradycardie (wat kan resulteren in syncope) zijn gemeld bij
5
gelijktijdig gebruik van verschillende bètablokkers (waaronder atenolol) en rivastigmine. Het hoogste
risico is te verwachten met cardiovasculaire bètablokkers, maar er zijn ook meldingen geweest bij
patiënten die andere bètablokkers gebruikten. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van
rivastigmine in combinatie met bètablokkers en ook met andere middelen die bradycardie veroorzaken
(b.v. klasse III-antiaritmica, calciumkanaalantagonisten, digitalisglycosiden, pilocarpine).
Bradycardie is een risicofactor voor het optreden van torsade de pointes; daarom dient het combineren
van rivastigmine met geneesmiddelen die torsade de pointes induceren, zoals antipsychotica, d.w.z.
bepaalde fenothiazinen (chloorpromazine, levomepromazine), benzamiden (sulpiride, sultopride,
amisulpride, tiapride, veralipride), pimozide, haloperidol, droperidol, cisapride, citalopram, difemanil,
erytromycine IV, halofantrine, mizolastine, methadon, pentamidine en moxifloxacine, onder
zorgvuldig toezicht te gebeuren waarbij ook klinische monitoring (ECG) vereist kan zijn.
Er werd geen farmacokinetische interactie waargenomen tussen rivastigmine en digoxine, warfarine,
diazepam of fluoxetine in studies bij gezonde vrijwilligers. De verlenging van de protrombinetijd
geïnduceerd door warfarine wordt niet beïnvloed door de toediening van rivastigmine. Er werden geen
ongunstige effecten op de cardiale geleiding waargenomen na gelijktijdige toediening van digoxine en
rivastigmine.
Gezien het metabolisme van rivastigmine, zijn metabole interacties met andere geneesmiddelen niet
waarschijnlijk, hoewel het butyrylcholinesterase gemedieerde metabolisme van andere middelen zou
kunnen remmen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bij drachtige dieren passeerde rivastigmine/metabolieten de placenta. Het is niet bekend of dit ook bij
mensen gebeurt. Er zijn geen klinische gegevens over gevallen van gebruik tijdens de zwangerschap
voorhanden. Bij peri-/postnatale studies bij ratten werd een verlengde drachttijd gezien. Rivastigmine
dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
Borstvoeding
Bij dieren wordt rivastigmine uitgescheiden in de melk. Het is niet bekend of rivastigmine bij de mens
wordt uitgescheiden in de moedermelk. Daarom mogen vrouwen die met rivastigmine worden
behandeld geen borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen nadelige effecten waargenomen op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij
ratten (zie rubriek 5.3). De effecten van rivastigmine op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet
bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
De ziekte van Alzheimer kan een geleidelijke vermindering van de rijvaardigheid veroorzaken of het
vermogen om machines te gebruiken in gevaar brengen. Tevens kan rivastigmine duizeligheid en
slaperigheid induceren, voornamelijk bij de start van de behandeling of bij een dosisverhoging. Als
gevolg hiervan heeft rivastigmine geringe of matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Daarom dient de behandelende arts routinematig te evalueren of patiënten
met dementie bij gebruik van rivastigmine in staat zijn om auto te blijven rijden of ingewikkelde
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn gastrointestinale bijwerkingen met inbegrip van
misselijkheid (38%) en braken (23%), met name tijdens titratie. Vrouwelijke patiënten in klinische
studies waren gevoeliger voor gastrointestinale bijwerkingen en gewichtsverlies dan mannelijke
6
patiënten.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen in Tabel 1 en Tabel 2 zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklassen volgens MedDRA
en frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd, gebruikmakend van de volgende afspraak: zeer vaak
(≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden
(<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De volgende bijwerkingen in Tabel 1 komen voort uit de behandeling met rivastigmine van patiënten
met dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Tabel 1
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer zelden
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak
Vaak
Niet bekend
Psychische stoornissen
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Soms
Zeer zelden
Niet bekend
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Hartaandoeningen
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Zelden
Zeer zelden
Zeer zelden
Niet bekend
Lever- en galaandoeningen
Soms
Urineweginfecties
Anorexie
Verminderde eetlust
Dehydratie
Nachtmerries
Agitatie
Verwarring
Angst
Slapeloosheid
Depressie
Hallucinaties
Agressie, rusteloosheid
Duizeligheid
Hoofdpijn
Slaperigheid
Tremor
Syncope
Epileptische aanvallen
Extrapiramidale symptomen (inclusief verergering van
ziekte van Parkinson)
Angina pectoris
Hartaritmieën (b.v. bradycardie, atrioventriculair blok,
atriumfibrilleren en tachycardie)
Sick sinus syndroom
Hypertensie
Misselijkheid
Braken
Diarree
Buikpijn en dyspepsie
Maag- en darmulceraties
Gastrointestinale bloedingen
Pancreatitis
Enkele gevallen van ernstig braken werden geassocieerd
met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.4)
Verhoogde leverfunctietesten
7
Niet bekend
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Zelden
Niet bekend
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
Vaak
Soms
Onderzoeken
Vaak
Hepatitis
Hyperhidrose
Huiduitslag
Pruritus, allergische dermatitis (verspreid)
Vermoeidheid en asthenie
Malaise
Vallen
Gewichtsverlies
Tabel 2 geeft de bijwerkingen weer die gemeld zijn gedurende klinische studies die uitgevoerd zijn bij
patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, behandeld met rivastigmine
capsules.
Tabel 2
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Vaak
Psychische stoornissen
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Niet bekend
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Hartaandoeningen
Vaak
Soms
Soms
Niet bekend
Bloedvataandoeningen
Vaak
Soms
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Verminderde eetlust
Dehydratie
Slapeloosheid
Bezorgdheid
Rusteloosheid
Hallucinatie, visueel
Depressie
Agressie
Tremor
Duizeligheid
Slaperigheid
Hoofdpijn
Ziekte van Parkinson (verergering)
Bradykinesie
Dyskinesie
Hypokinesie
Tandradfenomeen
Dystonie
Bradycardie
Atriumfibrilleren
Atrioventriculair blok
Sick sinus syndroom
Hypertensie
Hypotensie
Misselijkheid
Braken
Diarree
Buikpijn en dyspepsie
Speekselhypersecretie
8
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Niet bekend
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Hepatitis
Hyperhidrose
Allergische dermatitis (verspreid)
Vallen
Vermoeidheid en asthenie
Loopastoornis
Parkinsonloop
Tabel 3 vermeldt het aantal en percentage patiënten uit de specifieke klinische studie van 24 weken
uitgevoerd met Nimvastid bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson met
Voorafgedefinieerde bijwerkingen die een verergering van de parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen.
Tabel 3
Voorafgedefinieerde bijwerkingen, die een
verergering van parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson
Totaal aantal patiënten bestudeerd
Totaal aantal patiënten met Voorafgedefinieerde
bijwerkingen
Tremor
Vallen
Ziekte van Parkinson (verergering)
Speekselhypersecretie
Dyskinesie
Parkinsonisme
Hypokinesie
Bewegingsstoornis
Bradykinesie
Dystonie
Loopstoornis
Spierstijfheid
Balansstoornis
Skeletspierstijfheid
Stijfheid
Motoriekstoornissen
Rivastigmine
n (%)
362 (100)
99 (27,3)
37 (10,2)
21 (5,8)
12 (3,3)
5 (1,4)
5 (1,4)
8 (2,2)
1 (0,3)
1 (0,3)
9 (2,5)
3 (0,8)
5 (1,4)
1 (0,3)
3 (0,8)
3 (0,8)
1 (0,3)
1 (0,3)
Placebo
n (%)
179 (100)
28 (15,6)
7 (3,9)
11 (6,1)
2 (1,1)
0
1 (0,6)
1 (0,6)
0
0
3 (1,7)
1 (0,6)
0
0
2 (1,1)
0
0
0
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De meeste gevallen van onopzettelijke overdosering zijn niet geassocieerd met enige klinische tekenen
of symptomen en bijna alle betreffende patiënten zetten de behandeling met rivastigmine 24 uur na de
overdosering voort.
9
Cholinerge toxiciteit is gemeld met muscarine-achtige symptomen die waargenomen zijn bij matig
ernstige vergiftigingen, zoals miose, blozen, spijsverteringsstoornissen waaronder buikpijn,
misselijkheid, overgeven en diarree, bradycardie, bronchospasmen en toename van bronchiale
secreties, hyperhidrose en urine en/of fecale incontinentie, tranenvloed, hypotensie en
speekselhypersecretie.
In meer ernstige gevallen kunnen zich nicotine-achtige effecten ontwikkelen, zoals spierzwakte,
fasciculaties, toevallen en respiratoir arrest met een mogelijk fatale afloop.
Er zijn ook postmarketingmeldingen van duizeligheid, tremor, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hypertensie, hallucinaties en malaise.
Behandeling
Aangezien rivastigmine een plasmahalfwaardetijd heeft van ongeveer 1 uur en een
acetylcholinesterasremmingsduur heeft van ongeveer 9 uur, wordt aangeraden om in gevallen van
asymptomatische overdosering gedurende de volgende 24 uur geen verdere dosis van rivastigmine toe
te dienen. Bij een overdosering die gepaard gaat met ernstige misselijkheid en braken dient het gebruik
van anti-emetica overwogen te worden. Symptomatische behandeling van andere ongewenste effecten
dient gegeven te worden indien dit noodzakelijk geacht wordt.
Bij een massale overdosering kan atropine gebruikt worden. Een initiële dosis van 0,03 mg/kg
intraveneus atropinesulfaat wordt aanbevolen, gevolgd door doses gebaseerd op de klinische respons.
Het gebruik van scopolamine als antidotum wordt niet aanbevolen.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psychoanaleptica, anticholinesterases, ATC-code: N06DA03.
Rivastigmine is een acetyl- en butyrylcholinesteraseremmer van het carbamaat-type, waarvan wordt
verondersteld dat het de cholinerge neurotransmissie vergemakkelijkt door het vertragen van de
afbraak van acetylcholine, dat vrijkomt uit functioneel intacte cholinerge neuronen. Rivastigmine kan
daarom een verbeterend effect hebben op cholinerg-gemedieerde cognitieve gebreken bij dementie,
die geassocieerd worden met de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson.
Rivastigmine reageert met de doelenzymen door de vorming van een covalent gebonden complex,
waardoor de enzymen tijdelijk worden geïnactiveerd. Een orale dosis van 3 mg verlaagt bij gezonde
jonge mannen de acetylcholinesterase (AChE) activiteit in de liquor cerebrospinalis met circa 40%
binnen de eerste 1,5 uur na toediening. De activiteit van het enzym keert ongeveer 9 uur nadat het
maximaal remmend effect werd bereikt weer terug naar de basiswaarde. Bij patiënten met de ziekte
van Alzheimer is de remming van AChE door rivastigmine in de liquor cerebrospinalis
dosisafhankelijk en dit tot de hoogst geteste dosis, zijnde 6 mg tweemaal daags. Remming van
butyrylcholinesterase activiteit in de liquor cerebrospinalis bij 14 Alzheimer patiënten behandeld met
rivastigmine was vergelijkbaar met die van AChE.
Klinische studies bij dementie bij de ziekte van Alzheimer
De werkzaamheid van rivastigmine is aangetoond door gebruik te maken van drie onafhankelijke
domeinspecifieke bepalingsmethoden die periodiek uitgevoerd werden gedurende de 6 maanden
durende behandelingsperioden. Deze bepalingsmethoden omvatten de ADAS-Cog (Alzheimer’s
Disease Assessment Scale – Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie), de
CIBIC-Plus (Clinician’s Interview Based Impression of Change-Plus, een uitgebreid globaal
onderzoek van de patiënt door de arts, daarbij rekening houdend met informatie die door de verzorger
wordt gegeven), en de PDS (Progressive Deterioration Scale, een door de verzorger vastgestelde
evaluatie van het vermogen van de patiënt om activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren,
waaronder persoonlijke hygiëne, eten, aankleden, huishoudelijke taken zoals boodschappen doen, de
10
mogelijkheid zichzelf te oriënteren ten opzichte van de omgeving alsmede de betrokkenheid bij
financiële zaken enz.).
De bestudeerde patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10–24.
De resultaten van twee studies met flexibele dosering van de drie belangrijke 26-weken durende
multicenter studies van patiënten met lichte tot matige ernstige vormen van de ziekte van Alzheimer,
die een klinisch relevante respons vertoonden, zijn samengevoegd en hieronder weergegeven in Tabel
4. Klinisch relevante verbetering was in deze studies a priori gedefinieerd als minstens een verbetering
van 4 punten op de ADAS-Cog, een verbetering op de CIBIC-Plus, of minstens een verbetering van
10% op de PDS.
Verder wordt in dezelfde tabel een post-hoc definitie gegeven voor respons. De secundaire definitie
van respons vereiste een verbetering van 4 punten of meer op de ADAS-Cog, geen verslechtering op
de CIBIC-Plus, en geen verslechtering op de PDS. De gemiddelde werkelijke dagelijkse dosering voor
de patiënten die reageerden in de 6–12 mg groep, overeenkomend met deze definitie, was 9,3 mg. Het
is belangrijk op te merken dat de schalen die gebruikt zijn bij deze indicatie variëren en dat directe
vergelijkingen van de resultaten met andere therapeutische middelen niet opgaan.
Tabel 4
Patiënten met een significante klinische respons (%)
ITT
LOCF
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo
6-12 mg
6-12 mg
N=473
N=472
N=379
N=444
21***
12
25***
12
32***
30***
12**
19
18
6
Mate van respons
ADAS-Cog: verbetering
met minstens 4 punten
CIBIC-Plus: verbetering
29***
18
PDS: verbetering met
26***
17
minstens 10%
Minstens 4 punten
10*
6
verbetering op de ADAS-
Cog en geen verslechtering
op de CIBIC-Plus en PDS
*p<0,05, **p<0,01, ***p<0,001
ITT: Intent-To-Treat; lOCF: last Observation Carried Forward
Klinische studies bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson
De werkzaamheid van rivastigmine bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson is
aangetoond in een 24-weken durende, multicenter, dubbelblinde, placebogecontroleerde hoofdstudie
en de daarop volgende 24-weken durende, open-label extensiefase. De in deze studie geïncludeerde
patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10–24. Werkzaamheid is
aangetoond door gebruik te maken van twee onafhankelijke schalen, die werden geanalyseerd op vaste
intervallen gedurende de 6-maanden durende behandelingsperiode, zoals weergegeven in Tabel 5
hieronder: de ADAS-Cog, een maat voor cognitie en de allesomvattende maatstaf ADCS-CGIC
(Alzheimer’s Disease Cooperative Study-Clinician’s Global Impression of Change).
Tabel 5
Dementie geassocieerd
met de ziekte van
Parkinson
ADAS-Cog
Rivastigmine
ADAS-Cog
Placebo
ADCS-CGIC
Rivastigmine
ADCS-CGIC
Placebo
11
ITT + RDO populatie
Gemiddelde baseline ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
ITT - lOCF populatie
Gemiddelde baseline ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
1
(n=329)
23,8 ± 10,2
2,1 ± 8,2
(n=161)
24,3 ± 10,5
-0,7 ± 7,5
2,88
1
<0,001
1
(n=329)
n/a
3,8 ± 1,4
(n=165)
n/a
4,3 ± 1,5
n/a
0,007
2
(n=287)
24,0 ± 10,3
2,5 ± 8,4
(n=154)
24,5 ± 10,6
-0,8 ± 7,5
3,54
1
<0,001
1
(n=289)
n/a
3,7 ± 1,4
(n=158)
n/a
4,3 ± 1,5
n/a
<0,001
2
Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en baseline ADAS-Cog als covariante.
Een positieve verandering wijst op verbetering.
² Gemakshalve worden gemiddelde data getoond, categoriale analyse uitgevoerd met de van Elteren
test
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs; lOCF: last Observation Carried Forward
Alhoewel een behandelingseffect is aangetoond in de gehele studiepopulatie, suggereren de gegevens
een groter behandelingseffect ten opzichte van placebo in de subgroep van patiënten met matige
dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson. Evenzo werd er een groter behandelingseffect
waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie Tabel 6).
Tabel 6
Dementie geassocieerd
met de ziekte van
Parkinson
ADAS-Cog
Rivastigmine
ADAS-Cog
Placebo
ADAS-Cog
Rivastigmine
ADAS-Cog
Placebo
Patiënten met visuele
hallucinaties
ITT + RDO populatie
Gemiddelde baseline ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
(n=107)
25,4 ± 9,9
1,0 ± 9,2
(n=60)
27,4 ± 10,4
-2,1 ± 8,3
Patiënten zonder visuele
hallucinaties
(n=220)
23,1 ± 10,4
2,6 ± 7,6
(n=101)
22,5 ± 10,1
0,1 ± 6,9
4,27
1
0,002
1
Patiënten met matige
dementie (MMSE 10-17)
(n=87)
32,6 ± 10,4
2,6 ± 9,4
(n=44)
33,7 ± 10,3
-1,8 ± 7,2
4,73
1
12
2,09
1
0,015
1
Patiënten met lichte
dementie (MMSE 18-24)
(n=237)
20,6 ± 7,9
1,9 ± 7,7
(n=115)
20,7 ± 7,9
-0,2 ± 7,5
2,14
1
ITT + RDO populatie
Gemiddelde baseline ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
0,002
1
1
0,010
1
Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en baseline ADAS-Cog als covariante.
Een positieve verandering wijst op verbetering.
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met rivastigmine in alle subgroepen van pediatrische
patiënten voor de behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer en van dementie bij patiënten
met de idiopatische ziekte van Parkinson
(zie
rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Rivastigmine wordt snel en volledig geabsorbeerd. Maximale plasmaconcentraties worden binnen
ongeveer 1 uur bereikt. Als gevolg van de interactie van rivastigmine met het doelenzym is de
toename in de biologische beschikbaarheid circa 1,5 maal hoger dan verwacht wordt op basis van de
toename in de dosis. De absolute biologische beschikbaarheid na een dosis van 3 mg bedraagt circa
36%±13%. Toediening van rivastigmine met voedsel vertraagt de absorptie (t
max
) met 90 min en
verlaagt de C
max
en doet de AUC toenemen met ongeveer 30%.
Distributie
Eiwitbinding van rivastigmine is ongeveer 40%. Het gaat gemakkelijk door de bloed-hersenbarrière en
heeft een schijnbaar verdelingsvolume variërend van 1,8–2,7 l/kg.
Biotransformatie
Rivastigmine wordt snel en uitgebreid gemetaboliseerd (halfwaardetijd in plasma circa 1 uur),
voornamelijk via cholinesterasegemedieerde hydrolyse tot de gedecarbamylateerde metaboliet.
In vitro
vertoont deze metaboliet een minimale remming van acetylcholinesterase (<10%).
Gebaseerd op
in-vitro-studies
wordt er geen farmacokinetische interactie verwacht met
geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door de volgende cytochroom isoenzymen: CYP1A2,
CYP2D6, CYP3A4/5, CYP2E1, CYP2C9, CYP2C8, CYP2C19, of CYP2B6. Gebaseerd op het bewijs
van dierexperimentele studies zijn de belangrijkste cytochroom P450 isoenzymen minimaal betrokken
bij de metabolisatie van rivastigmine. De totale plasmaklaring van rivastigmine was ongeveer
130 l/uur na een intraveneuze dosis van 0,2 mg en verminderde tot 70 l/uur na een intraveneuze dosis
van 2,7 mg.
Eliminatie
Onveranderd rivastigmine wordt niet in de urine aangetroffen; renale excretie van de metabolieten is
de belangrijkste eliminatieroute. Na toediening van C
14
-rivastigmine, was de renale eliminatie snel en
vrijwel volledig (>90%) binnen 24 uur. Minder dan 1% van de toegediende dosis wordt in de faeces
uitgescheiden. Er vindt geen accumulatie van rivastigmine of van de gedecarbamylateerde metaboliet
plaats bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.
Een analyse van de populatiefarmacokinetiek liet zien dat het gebruik van nicotine leidt tot een stijging
van de orale klaring van rivastigmine met 23% bij patiënten met de ziekte van Alzheimer (n=75 rokers
en 549 niet-rokers) na inname van rivastigmine capsules bij doseringen tot 12 mg/dag.
Ouderen
Hoewel de biologische beschikbaarheid van rivastigmine hoger is bij ouderen dan bij jonge gezonde
vrijwilligers, lieten studies bij patiënten met de ziekte van Alzheimer in leeftijd variërend van 50 tot
92 jaar geen verschil zien in de biologische beschikbaarheid met het vorderen van de leeftijd.
Leverinsufficiëntie
De C
max
van rivastigmine was ongeveer 60% hoger en de AUC van rivastigmine was meer dan
tweemaal zo hoog bij personen met lichte tot matige leverinsufficiëntie dan bij gezonde personen.
13
Nierinsufficiëntie
C
max
en AUC van rivastigmine waren meer dan tweemaal zo hoog bij personen met matige
nierinsufficiëntie vergeleken met gezonde personen; er waren echter geen veranderingen in C
max
en
AUC van rivastigmine gevonden bij personen met een ernstige nierinsufficiëntie.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies met betrekking tot de toxiciteit na herhaalde doses bij ratten, muizen en honden leverden
alleen effecten op geassocieerd met een versterkte farmacologische actie. Er werd geen toxiciteit in het
doelorgaan waargenomen. Door de gevoeligheid van de gebruikte diermodellen konden er geen
veiligheidsgrenzen voor blootstelling bij de mens worden bereikt.
Rivastigmine was niet mutageen in een standaardreeks van
in-vitro-
en
in-vivo-testen,
behalve in een
onderzoek naar chromosomale afwijkingen in humane perifere lymfocyten bij een dosis van 10
4
maal
de maximale klinische blootstelling. De
in vivo
micronucleustest was negatief. Tevens toonde de
belangrijkste metaboliet NAP226-90 geen genotoxisch potentieel.
Er zijn geen aanwijzingen van carcinogeniteit gevonden in studies bij muizen en ratten met de
maximale verdraagbare dosis, hoewel de blootstelling aan rivastigmine en de metabolieten lager was
dan de humane blootstelling. Wanneer deze in overeenstemming gebracht werd met het
lichaamsoppervlak was de blootstelling aan rivastigmine en zijn metabolieten ongeveer gelijk aan de
maximale aanbevolen dosis bij de mens van 12 mg/dag; wanneer men dit echter vergelijkt met de
maximale dosis bij de mens, werd ongeveer het zesvoudige bereikt bij dieren.
Bij dieren passeert rivastigmine de placenta en wordt het uitgescheiden in de moedermelk. Orale
studies bij zwangere ratten en konijnen gaven geen aanwijzing van een teratogeen potentieel van
rivastigmine. In orale studies met mannelijke en vrouwelijke ratten zijn geen nadelige effecten
waargenomen van rivastigmine op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij ofwel de
oudergeneratie ofwel de nakomelingen.
Een mogelijkheid op lichte oog-/mucosale irritatie werd aangetoond in een studie met konijnen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Capsule inhoud
Microkristallijne cellulose
Hypromellose
Watervrij colloïdaal siliciumdioxide
Magnesiumstearaat
Capsulewand
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Titaandioxide (E171)
IJzeroxide geel (E172)
Gelatine
Nimvastid 3 mg harde capsules
Titaandioxide (E171)
IJzeroxide geel (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
Gelatine
14
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Titaandioxide (E171)
IJzeroxide geel (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
Gelatine
Nimvastid 6 mg harde capsules
Titaandioxide (E171)
IJzeroxide geel (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
Gelatine
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
5 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakking (PVC/PVDC/Al-folie): 14 (alleen voor 1,5 mg), 28, 30, 56, 60 of 112 harde
capsules in een doos.
HDPE container: 200 of 250 harde capsules in een doos.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
14 harde capsules: EU/1/09/525/001
28 harde capsules: EU/1/09/525/002
30 harde capsules: EU/1/09/525/003
56 harde capsules: EU/1/09/525/004
60 harde capsules: EU/1/09/525/005
112 harde capsules: EU/1/09/525/006
200 harde capsules: EU/1/09/525/047
250 harde capsules: EU/1/09/525/007
Nimvastid 3 mg harde capsules
28 harde capsules: EU/1/09/525/008
30 harde capsules: EU/1/09/525/009
15
56 harde capsules: EU/1/09/525/010
60 harde capsules: EU/1/09/525/011
112 harde capsules: EU/1/09/525/012
200 harde capsules: EU/1/09/525/048
250 harde capsules: EU/1/09/525/013
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
28 harde capsules: EU/1/09/525/014
30 harde capsules: EU/1/09/525/015
56 harde capsules: EU/1/09/525/016
60 harde capsules: EU/1/09/525/017
112 harde capsules: EU/1/09/525/018
200 harde capsules: EU/1/09/525/049
250 harde capsules: EU/1/09/525/019
Nimvastid 6 mg harde capsules
28 harde capsules: EU/1/09/525/020
30 harde capsules: EU/1/09/525/021
56 harde capsules: EU/1/09/525/022
60 harde capsules: EU/1/09/525/023
112 harde capsules: EU/1/09/525/024
200 harde capsules: EU/1/09/525/050
250 harde capsules: EU/1/09/525/025
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 11 mei 2009
Datum van laatste verlenging: 16 januari 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
16
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 3 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg
rivastigmine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 5,25 µg sorbitol (E420).
Nimvastid 3 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 3 mg
rivastigmine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 10,5 µg sorbitol (E420).
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 4,5 mg
rivastigmine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 15,75 µg sorbitol (E420).
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 6 mg
rivastigmine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 21 µg sorbitol (E420).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Orodispergeerbare tablet.
De tabletten zijn rond en wit.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij patiënten met idiopatische
ziekte van Parkinson.
4.2
Dosering en wijze van toediening
17
De start van en het toezicht op de behandeling dient te geschieden door een arts met ervaring in de
diagnose en behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer of geassocieerd met de ziekte van
Parkinson. De diagnose dient gesteld te worden aan de hand van de huidige richtlijnen. De
behandeling met rivastigmine mag slechts gestart worden als er een verzorger beschikbaar is die
regelmatig de geneesmiddelinname door de patiënt bewaakt.
Dosering
Rivastigmine dient tweemaal daags te worden toegediend, bij het ontbijt en de avondmaaltijd.
De Nimvastid orodispergeerbare tablet dient op de tong te worden geplaatst alwaar het snel in het
speeksel uiteenvalt. De tablet kan dan makkelijk worden doorgeslikt. Het is moeilijk de intacte
orodispergeerbare tablet uit mond te verwijderen. Aangezien orodispergeerbare tabletten broos zijn
dienen deze onmiddellijk na het openen van de blisterverpakking ingenomen te worden.
Nimvastid orodispergeerbare tabletten zijn bio-equivalent aan Nimvastid harde capsules, met een
vergelijkbare omvang en snelheid van absorptie.
Nimvastid orodispergeerbare tabletten kunnen gebruikt worden als een alternatief voor Nimvastid
harde capsules.
Startdosis
1,5 mg tweemaal daags.
Dosistitratie
De startdosis is tweemaal daags 1,5 mg. Wanneer deze dosering na minimaal twee weken behandeling
goed verdragen wordt, kan de dosis verhoogd worden tot tweemaal daags 3 mg. Verdere verhogingen
tot 4,5 mg en vervolgens 6 mg tweemaal daags zijn mede afhankelijk van het goed verdragen worden
van de huidige dosis en kunnen worden overwogen na minimaal twee weken behandeling bij die dosis.
Wanneer bijwerkingen (b.v. misselijkheid, braken, buikpijn of verlies van eetlust), gewichtsafname of
een verergering van extrapiramidale symptomen (b.v. tremor) tijdens de behandeling worden
waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, kunnen zij
reageren op het overslaan van één of meerdere doses. Wanneer de bijwerkingen aanhouden, dient de
dagelijkse dosis tijdelijk verminderd te worden tot de voorheen goed verdragen dosis of dient de
behandeling beëindigd te worden.
Onderhoudsdosis
De werkzame dosis is tweemaal daags 3 tot 6 mg Om een maximaal therapeutisch effect te bereiken
dienen patiënten te worden ingesteld op de hoogste door hen goed verdragen dosis. De aanbevolen
maximale dagelijkse dosis is tweemaal daags 6 mg.
De onderhoudsbehandeling kan voortgezet worden zo lang er een therapeutisch voordeel voor de
patiënt bestaat. Daarom dient het klinisch voordeel van rivastigmine regelmatig opnieuw geëvalueerd
te worden, met name bij patiënten die behandeld worden met doseringen lager dan tweemaal daags
3 mg. Indien na 3 maanden onderhoudsbehandeling de mate van achteruitgang van
dementiesymptomen niet positief veranderd is, dient de behandeling beëindigd te worden. Indien er
geen bewijs meer aanwezig is van een therapeutisch effect, dient het stopzetten van de therapie ook
overwogen te worden.
De individuele respons op rivastigmine kan niet voorspeld worden. Er werd echter een groter
behandelingseffect waargenomen bij parkinsonpatiënten met matige dementie. Evenzo werd er een
groter effect waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie rubriek 5.1).
Het effect van de behandeling is niet onderzocht in placebogecontroleerde studies, die langer duurden
dan 6 maanden.
Opnieuw starten van de therapie
18
Wanneer de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart
met 1,5 mg tweemaal daags. Dosistitratie dient dan te worden uitgevoerd zoals hierboven beschreven.
Gestoorde nier- of leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een licht tot matig gestoorde nier- of leverfunctie.
Echter, gezien de toegenomen blootstelling bij deze populaties, dienen de doseringsaanbevelingen om
te titreren overeenkomstig de individuele verdraagbaarheid nauwgezet te worden opgevolgd, omdat
patiënten met een klinisch significante gestoorde nier- of leverfunctie meer dosisafhankelijke
bijwerkingen zouden kunnen ervaren. Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht.
Nimvastid orodispergeerbare tabletten kunnen echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie mits
nauwkeurige controle wordt uitgevoerd (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Nimvastid bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
4.3
Contra-indicaties
Het gebruik van dit geneesmiddel is gecontra-indiceerd bij patiënten met bekende overgevoeligheid
voor de werkzame stof rivastigmine, voor andere carbamaatderivaten of voor een van de in rubriek 6.1
vermelde hulpstoffen.
Eerdere geschiedenis van reacties op de aanbrengplaats die wijzen op allergische contactdermatitis bij
rivastigmine pleisters (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
De incidentie en ernst van bijwerkingen nemen in het algemeen toe met hogere doseringen. Wanneer
de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart met
1,5 mg tweemaal daags om de kans op bijwerkingen (b.v. braken) te verminderen.
Huidreacties op de aanbrengplaats kunnen voorkomen met rivastigmine pleisters en zijn meestal van
lichte tot matige intensiteit. Deze reacties zijn op zichzelf niet een indicatie van sensibilisering. Echter,
het gebruik van rivastigmine pleisters kan leiden tot allergische contactdermatitis.
Allergische contactdermatitis moet worden vermoed indien reacties op de aanbrengplaats zich
verspreiden buiten de pleistergrootte, als er aanwijzingen zijn van een meer intense lokale reactie
(zoals toename van erytheem, oedeem, papels, blaasjes) en als de symptomen niet significant
verbeteren binnen 48 uur na verwijdering van de pleister. In deze gevallen moet de behandeling
worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten die reacties op de aanbrengplaats krijgen die wijzen op allergische contactdermatitis voor
rivastigmine pleisters en die nog steeds behandeling met rivastigmine nodig hebben, dienen alleen
omgezet te worden op orale rivastigmine na negatieve allergietesten en onder streng medisch toezicht.
Het is mogelijk dat sommige patiënten die gesensibiliseerd geraakt zijn voor rivastigmine door
blootstelling aan rivastigmine pleisters niet in staat zijn om rivastigmine te gebruiken in welke vorm
dan ook.
Er zijn zeldzame postmarketingmeldingen van patiënten die allergische dermatitis (verspreid) ervoeren
bij toediening van rivastigmine, ongeacht de wijze van toediening (oraal, transdermaal). In deze
gevallen moet de behandeling worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten en verzorgers dienen dienovereenkomstig geïnstrueerd te worden.
Dosistitratie: bijwerkingen (b.v. hypertensie en hallucinaties bij patiënten met Alzheimer dementie en
verergering van extrapiramidale symptomen, in het bijzonder tremor, bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson) zijn waargenomen kort na dosisverhoging. Ze kunnen
19
reageren op een verlaging van de dosis. In andere gevallen werd rivastigmine stopgezet (zie rubriek
4.8).
Gastrointestinale stoornissen zoals misselijkheid, braken en diarree zijn dosisgerelateerd en kunnen
zich voordoen, in het bijzonder wanneer de behandeling wordt gestart en/of de dosis wordt verhoogd
(zie rubriek 4.8). Deze bijwerkingen komen vaker voor bij vrouwen. Patiënten die klachten of
symptomen vertonen van dehydratie als gevolg van langdurig braken of diarree, kunnen onder
controle worden gehouden door intraveneuze vloeistof toe te dienen en de dosis te verlagen of te
staken, wanneer dit direct opgemerkt en behandeld wordt. Dehydratie kan ernstige gevolgen hebben.
Patiënten met de ziekte van Alzheimer kunnen gewicht verliezen. Cholinesteraseremmers, waaronder
rivastigmine, worden in verband gebracht met gewichtsverlies bij deze patiënten. Het gewicht van de
patiënt dient tijdens de behandeling gecontroleerd te worden.
In geval van ernstig braken geassocieerd met de behandeling met rivastigmine, moet een geschikte
aanpassing van de dosering doorgevoerd worden zoals aanbevolen in rubriek 4.2. Enkele gevallen van
ernstig braken werden geassocieerd met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.8). Zulke gevallen leken
voornamelijk voor te komen na verhoging van de dosis of bij hogere doses rivastigmine.
Rivastigmine kan bradycardie veroorzaken dat een risicofactor is voor het optreden van torsade de
pointes, voornamelijk bij patiënten met risicofactoren. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met
een hoger risico op het ontwikkelen van torsade de pointes; bijvoorbeeld, degenen met
ongecompenseerd hartfalen, een recent myocardinfarct, bradyaritmieën, een predispositie voor
hypokaliëmie of hypomagnesiëmie of bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen waarvan het bekend
is dat ze QT-verlenging en/of torsade de pointes induceren (zie rubrieken 4.5 en 4.8).
Voorzichtigheid is geboden wanneer rivastigmine gebruikt wordt bij patiënten met sick
sinussyndroom of met geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok, atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8).
Rivastigmine kan de maagzuursecretie verhogen. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van
patiënten met actieve maag- of duodenumzweren of patiënten die gepredisponeerd zijn voor dergelijke
aandoeningen.
Cholinesteraseremmers moeten met voorzichtigheid voorgeschreven worden aan patiënten met een
geschiedenis van astma of obstructieve longziekten.
Cholinerge stoffen kunnen urinewegobstructie en convulsies doen ontstaan of verergeren.
Voorzichtigheid wordt aanbevolen bij de behandeling van patiënten met een predispositie voor
dergelijke ziekten.
Het gebruik van rivastigmine door patiënten met ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer of
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, andere vormen van dementie of andere vormen van
geheugenfunctiestoornissen (bijvoorbeeld leeftijdgerelateerde cognitieve achteruitgang) zijn niet
onderzocht en gebruik bij deze patiëntenpopulaties wordt daarom niet aanbevolen.
Evenals bij andere cholinomimetica kan rivastigmine extrapiramidale symptomen verergeren of
induceren. Verslechtering (inclusief bradykinesie, dyskinesie, loopstoornis) en een toename in
incidentie of intensiteit van tremor is waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de
ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.8). Deze voorvallen hebben in enkele gevallen geleid tot het
beëindigen van de behandeling met rivastigmine (b.v. beëindiging als gevolg van tremor 1,7% met
rivastigmine ten opzichte van 0% met placebo). Klinisch toezicht wordt aanbevolen voor deze
bijwerkingen.
Speciale populaties
Patiënten met een klinisch significant gestoorde nier- of leverfunctie zouden meer bijwerkingen
kunnen ervaren (zie rubrieken 4.2 en 5.2). De doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig
de individuele verdraagbaarheid moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Patiënten met ernstige
20
leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht. Nimvastid kan echter worden gebruikt in deze
patiëntenpopulatie en nauwgezette controle is nodig.
Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg kunnen meer bijwerkingen ervaren en zullen
waarschijnlijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg van bijwerkingen.
Nimvastid orodispergeerbare tabletten bevat sorbitol (E420)
Er moet rekening worden gehouden met het additieve effect van gelijktijdig toegediende producten die
sorbitol (of fructose) bevatten en inname van sorbitol (of fructose) via de voeding.
Het gehalte aan sorbitol in geneesmiddelen voor oraal gebruik kan invloed hebben op de biologische
beschikbaarheid van gelijktijdig toegediende andere geneesmiddelen voor oraal gebruik.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Als cholinesteraseremmer kan rivastigmine de effecten van succinylcholine-achtige spierrelaxantia
tijdens de anesthesie versterken. Voorzichtigheid is geboden bij de keuze van anesthetica. Indien
nodig kunnen doseringsaanpassingen of tijdelijk staken van de behandeling worden overwogen.
Met het oog op de farmacodynamische effecten en mogelijke additieve effecten dient rivastigmine niet
gelijktijdig gegeven te worden met andere cholinomimetische middelen. Rivastigmine zou de activiteit
van anticholinerge geneesmiddelen (b.v. oxybutynine, tolterodine) kunnen beïnvloeden.
Additieve effecten die leiden tot bradycardie (wat kan resulteren in syncope) zijn gemeld bij
gelijktijdig gebruik van verschillende bètablokkers (waaronder atenolol) en rivastigmine. Het hoogste
risico is te verwachten met cardiovasculaire bètablokkers, maar er zijn ook meldingen geweest bij
patiënten die andere bètablokkers gebruikten. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van
rivastigmine in combinatie met bètablokkers en ook met andere middelen die bradycardie veroorzaken
(b.v. klasse III-antiaritmica, calciumkanaalantagonisten, digitalisglycosiden, pilocarpine).
Bradycardie is een risicofactor voor het optreden van torsade de pointes; daarom dient het combineren
van rivastigmine met geneesmiddelen die torsade de pointes induceren, zoals antipsychotica, d.w.z.
bepaalde fenothiazinen (chloorpromazine, levomepromazine), benzamiden (sulpiride, sultopride,
amisulpride, tiapride, veralipride), pimozide, haloperidol, droperidol, cisapride, citalopram, difemanil,
erytromycine IV, halofantrine, mizolastine, methadon, pentamidine en moxifloxacine, onder
zorgvuldig toezicht te gebeuren waarbij ook klinische monitoring (ECG) vereist kan zijn.
Er werd geen farmacokinetische interactie waargenomen tussen rivastigmine en digoxine, warfarine,
diazepam of fluoxetine in studies bij gezonde vrijwilligers. De verlenging van de protrombinetijd
geïnduceerd door warfarine wordt niet beïnvloed door de toediening van rivastigmine. Er werden geen
ongunstige effecten op de cardiale geleiding waargenomen na gelijktijdige toediening van digoxine en
rivastigmine.
Gezien het metabolisme van rivastigmine, zijn metabole interacties met andere geneesmiddelen niet
waarschijnlijk, hoewel het butyrylcholinesterase gemedieerde metabolisme van andere middelen
geremd zou kunnen worden.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bij drachtige dieren passeerde rivastigmine/metabolieten de placenta. Het is niet bekend of dit ook bij
mensen gebeurt. Er zijn geen klinische gegevens over gevallen van gebruik tijdens de zwangerschap
voorhanden. Bij peri-/postnatale studies bij ratten werd een verlengde drachttijd gezien. Rivastigmine
dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
Borstvoeding
Bij dieren wordt rivastigmine uitgescheiden in de melk. Het is niet bekend of rivastigmine bij de mens
wordt uitgescheiden in de moedermelk. Daarom mogen vrouwen die met rivastigmine worden
behandeld geen borstvoeding geven.
21
Vruchtbaarheid
Er zijn geen nadelige effecten waargenomen op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij
ratten (zie rubriek 5.3). De effecten van rivastigmine op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet
bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
De ziekte van Alzheimer kan een geleidelijke vermindering van de rijvaardigheid veroorzaken of het
vermogen om machines te gebruiken in gevaar brengen. Tevens kan rivastigmine duizeligheid en
slaperigheid induceren, voornamelijk bij de start van de behandeling of bij een dosisverhoging. Als
gevolg hiervan heeft rivastigmine geringe of matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Daarom dient de behandelende arts routinematig te evalueren of patiënten
met dementie bij gebruik van rivastigmine in staat zijn om auto te blijven rijden of ingewikkelde
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn gastrointestinale bijwerkingen met inbegrip van
misselijkheid (38%) en braken (23%), met name tijdens titratie. Vrouwelijke patiënten in klinische
studies waren gevoeliger voor gastrointestinale bijwerkingen en gewichtsverlies dan mannelijke
patiënten.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen in Tabel 1 en Tabel 2 zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklassen volgens MedDRA
en frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd, gebruikmakend van de volgende afspraak: zeer vaak
(≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden
(<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De volgende bijwerkingen in Tabel 1 komen voort uit de behandeling met rivastigmine van patiënten
met dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Tabel 1
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer zelden
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak
Vaak
Niet bekend
Psychische stoornissen
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Soms
Zeer zelden
Niet bekend
Urineweginfecties
Anorexie
Verminderde eetlust
Dehydratie
Nachtmerries
Agitatie
Verwarring
Angst
Slapeloosheid
Depressie
Hallucinaties
Agressie, rusteloosheid
22
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Hartaandoeningen
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Zelden
Zeer zelden
Zeer zelden
Niet bekend
Lever- en galaandoeningen
Soms
Niet bekend
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Zelden
Niet bekend
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
Vaak
Soms
Onderzoeken
Vaak
Duizeligheid
Hoofdpijn
Slaperigheid
Tremor
Syncope
Epileptische aanvallen
Extrapiramidale symptomen (inclusief verergering van
ziekte van Parkinson)
Angina pectoris
Hartaritmieën (b.v. bradycardie, atrioventriculair blok,
atriumfibrilleren en tachycardie)
Sick sinus syndroom
Hypertensie
Misselijkheid
Braken
Diarree
Buikpijn en dyspepsie
Maag- en darmulceraties
Gastrointestinale bloedingen
Pancreatitis
Enkele gevallen van ernstig braken werden geassocieerd
met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.4)
Verhoogde leverfunctietesten
Hepatitis
Hyperhidrose
Huiduitslag
Pruritus, allergische dermatitis (verspreid)
Vermoeidheid en asthenie
Malaise
Vallen
Gewichtsverlies
Tabel 2 geeft de bijwerkingen weer die gemeld zijn gedurende klinische studies die uitgevoerd zijn bij
patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, behandeld met rivastigmine
capsules.
Tabel 2
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Vaak
Psychische stoornissen
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Verminderde eetlust
Dehydratie
Slapeloosheid
Bezorgdheid
Rusteloosheid
Hallucinatie, visueel
23
Vaak
Niet bekend
Depressie
Agressie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Soms
Hartaandoeningen
Vaak
Soms
Soms
Niet bekend
Bloedvataandoeningen
Vaak
Soms
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Niet bekend
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Tremor
Duizeligheid
Slaperigheid
Hoofdpijn
Ziekte van Parkinson (verergering)
Bradykinesie
Dyskinesie
Hypokinesie
Tandradfenomeen
Dystonie
Bradycardie
Atriumfibrilleren
Atrioventriculair blok
Sick sinus syndroom
Hypertensie
Hypotensie
Misselijkheid
Braken
Diarree
Buikpijn en dyspepsie
Speekselhypersecretie
Hepatitis
Hyperhidrose
Allergische dermatitis (verspreid)
Vallen
Vermoeidheid en asthenie
Loopastoornis
Parkinsonloop
Tabel 3 vermeldt het aantal en percentage patiënten uit de specifieke klinische studie van 24 weken
uitgevoerd met Nimvastid bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson met
Voorafgedefinieerde bijwerkingen die een verergering van de parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen.
Tabel 3
Voorafgedefinieerde bijwerkingen, die een
verergering van parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson
Totaal aantal patiënten bestudeerd
Totaal aantal patiënten met Voorafgedefinieerde
bijwerkingen
24
Rivastigmine
n (%)
362 (100)
99 (27,3)
Placebo
n (%)
179 (100)
28 (15,6)
Tremor
Vallen
Ziekte van Parkinson (verergering)
Speekselhypersecretie
Dyskinesie
Parkinsonisme
Hypokinesie
Bewegingsstoornis
Bradykinesie
Dystonie
Loopstoornis
Spierstijfheid
Balansstoornis
Skeletspierstijfheid
Stijfheid
Motoriekstoornissen
37 (10,2)
21 (5,8)
12 (3,3)
5 (1,4)
5 (1,4)
8 (2,2)
1 (0,3)
1 (0,3)
9 (2,5)
3 (0,8)
5 (1,4)
1 (0,3)
3 (0,8)
3 (0,8)
1 (0,3)
1 (0,3)
7 (3,9)
11 (6,1)
2 (1,1)
0
1 (0,6)
1 (0,6)
0
0
3 (1,7)
1 (0,6)
0
0
2 (1,1)
0
0
0
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Symptomen
De meeste gevallen van onopzettelijke overdosering zijn niet geassocieerd met enige klinische tekenen
of symptomen en bijna alle betreffende patiënten zetten de behandeling met rivastigmine 24 uur na de
overdosering voort.
Cholinerge toxiciteit is gemeld met muscarine-achtige symptomen die waargenomen zijn bij matig
ernstige vergiftigingen, zoals miose, blozen, spijsverteringsstoornissen waaronder buikpijn,
misselijkheid, overgeven en diarree, bradycardie, bronchospasmen en toename van bronchiale
secreties, hyperhidrose en urine en/of fecale incontinentie, tranenvloed, hypotensie en
speekselhypersecretie.
In meer ernstige gevallen kunnen zich nicotine-achtige effecten ontwikkelen, zoals spierzwakte,
fasciculaties, toevallen en respiratoir arrest met een mogelijk fatale afloop.
Er zijn ook postmarketingmeldingen van duizeligheid, tremor, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hypertensie, hallucinaties en malaise.
Behandeling
Aangezien rivastigmine een plasmahalfwaardetijd heeft van ongeveer 1 uur en een
acetylcholinesterasremmingsduur heeft van ongeveer 9 uur, wordt aangeraden om in gevallen van
asymptomatische overdosering gedurende de volgende 24 uur geen verdere dosis van rivastigmine toe
te dienen. Bij een overdosering die gepaard gaat met ernstige misselijkheid en braken dient het gebruik
van anti-emetica overwogen te worden. Symptomatische behandeling van andere ongewenste effecten
dient gegeven te worden indien dit noodzakelijk geacht wordt.
Bij een massale overdosering kan atropine gebruikt worden. Een initiële dosis van 0,03 mg/kg
intraveneus atropinesulfaat wordt aanbevolen, gevolgd door doses gebaseerd op de klinische respons.
Het gebruik van scopolamine als antidotum wordt niet aanbevolen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
25
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psychoanaleptica, anticholinesterases, ATC-code: N06DA03.
Rivastigmine is een acetyl- en butyrylcholinesteraseremmer van het carbamaat-type, waarvan wordt
verondersteld dat het de cholinerge neurotransmissie vergemakkelijkt door het vertragen van de
afbraak van acetylcholine, dat vrijkomt uit functioneel intacte cholinerge neuronen. Rivastigmine kan
daarom een verbeterend effect hebben op cholinerg-gemedieerde cognitieve gebreken bij dementie,
die geassocieerd worden met de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson.
Rivastigmine reageert met de doelenzymen door de vorming van een covalent gebonden complex,
waardoor de enzymen tijdelijk worden geïnactiveerd. Een orale dosis van 3 mg verlaagt bij gezonde
jonge mannen de acetylcholinesterase (AChE) activiteit in de liquor cerebrospinalis met circa 40%
binnen de eerste 1,5 uur na toediening. De activiteit van het enzym keert ongeveer 9 uur nadat het
maximaal remmend effect werd bereikt weer terug naar de basiswaarde. Bij patiënten met de ziekte
van Alzheimer is de remming van AChE door rivastigmine in de liquor cerebrospinalis
dosisafhankelijk en dit tot de hoogst geteste dosis, zijnde 6 mg tweemaal daags. Remming van
butyrylcholinesterase activiteit in de liquor cerebrospinalis bij 14 Alzheimer patiënten behandeld met
rivastigmine was vergelijkbaar met die van AChE.
Klinische studies bij dementie bij de ziekte van Alzheimer
De werkzaamheid van rivastigmine is aangetoond door gebruik te maken van drie onafhankelijke
domeinspecifieke bepalingsmethoden die periodiek uitgevoerd werden gedurende de 6 maanden
durende behandelingsperioden. Deze bepalingsmethoden omvatten de ADAS-Cog (Alzheimer’s
Disease Assessment Scale – Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie), de
CIBIC-Plus (Clinician’s Interview Based Impression of Change-Plus, een uitgebreid globaal
onderzoek van de patiënt door de arts, daarbij rekening houdend met informatie die door de verzorger
wordt gegeven), en de PDS (Progressive Deterioration Scale, een door de verzorger vastgestelde
evaluatie van het vermogen van de patiënt om activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren,
waaronder persoonlijke hygiëne, eten, aankleden, huishoudelijke taken zoals boodschappen doen, de
mogelijkheid zichzelf te oriënteren ten opzichte van de omgeving alsmede de betrokkenheid bij
financiële zaken enz.).
De bestudeerde patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10–24.
De resultaten van twee studies met flexibele dosering van de drie belangrijke 26-weken durende
multicenter studies van patiënten met lichte tot matige ernstige vormen van de ziekte van Alzheimer,
die een klinisch relevante respons vertoonden, zijn samengevoegd en hieronder weergegeven in Tabel
4. Klinisch relevante verbetering was in deze studies a priori gedefinieerd als minstens een verbetering
van 4 punten op de ADAS-Cog, een verbetering op de CIBIC-Plus, of minstens een verbetering van
10% op de PDS.
Verder wordt in dezelfde tabel een post-hoc definitie gegeven voor respons. De secundaire definitie
van respons vereiste een verbetering van 4 punten of meer op de ADAS-Cog, geen verslechtering op
de CIBIC-Plus, en geen verslechtering op de PDS. De gemiddelde werkelijke dagelijkse dosering voor
de patiënten die reageerden in de 6–12 mg groep, overeenkomend met deze definitie, was 9,3 mg. Het
is belangrijk op te merken dat de schalen die gebruikt zijn bij deze indicatie variëren en dat directe
vergelijkingen van de resultaten met andere therapeutische middelen niet opgaan.
Tabel 4
Patiënten met een significante klinische respons (%)
ITT
LOCF
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo
6-12 mg
6-12 mg
N=473
N=472
N=379
N=444
26
Mate van respons
ADAS-Cog: verbetering
21***
12
met minstens 4 punten
CIBIC-Plus: verbetering
29***
18
PDS: verbetering met
26***
17
minstens 10%
Minstens 4 punten
10*
6
verbetering op de ADAS-
Cog en geen verslechtering
op de CIBIC-Plus en PDS
*p<0,05, **p<0,01, ***p<0,001
ITT: Intent-To-Treat; lOCF: last Observation Carried Forward
25***
32***
30***
12**
12
19
18
6
Klinische studies bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson
De werkzaamheid van rivastigmine bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson is
aangetoond in een 24-weken durende, multicenter, dubbelblinde, placebogecontroleerde hoofdstudie
en de daarop volgende 24-weken durende, open-label extensiefase. De in deze studie geïncludeerde
patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10–24. Werkzaamheid is
aangetoond door gebruik te maken van twee onafhankelijke schalen, die werden geanalyseerd op vaste
intervallen gedurende de 6-maanden durende behandelingsperiode, zoals weergegeven in Tabel 5
hieronder: de ADAS-Cog, een maat voor cognitie en de allesomvattende maatstaf ADCS-CGIC
(Alzheimer’s Disease Cooperative Study-Clinician’s Global Impression of Change).
Tabel 5
Dementie geassocieerd
met de ziekte van
Parkinson
ITT + RDO populatie
Gemiddelde baseline ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
ITT - lOCF populatie
Gemiddelde baseline ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
1
ADAS-Cog
Rivastigmine
(n=329)
23,8 ± 10,2
2,1 ± 8,2
ADAS-Cog
Placebo
(n=161)
24,3 ± 10,5
-0,7 ± 7,5
ADCS-CGIC
Rivastigmine
(n=329)
n/a
3,8 ± 1,4
ADCS-CGIC
Placebo
(n=165)
n/a
4,3 ± 1,5
2,88
1
<0,001
1
(n=287)
24,0 ± 10,3
2,5 ± 8,4
(n=154)
24,5 ± 10,6
-0,8 ± 7,5
3,54
1
<0,001
1
(n=289)
n/a
3,7 ± 1,4
n/a
0,007
2
(n=158)
n/a
4,3 ± 1,5
n/a
<0,001
2
Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en baseline ADAS-Cog als covariante.
Een positieve verandering wijst op verbetering.
2
Gemakshalve worden gemiddelde data getoond, categoriale analyse uitgevoerd met de van Elteren
test
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs; lOCF: last Observation Carried Forward
Alhoewel een behandelingseffect is aangetoond in de gehele studiepopulatie, suggereren de gegevens
een groter behandelingseffect ten opzichte van placebo in de subgroep van patiënten met matige
dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson. Evenzo werd er een groter behandelingseffect
waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie Tabel 6).
27
Tabel 6
Dementie geassocieerd
met de ziekte van
Parkinson
ADAS-Cog
Rivastigmine
ADAS-Cog
Placebo
ADAS-Cog
Rivastigmine
ADAS-Cog
Placebo
Patiënten met visuele
hallucinaties
ITT + RDO populatie
Gemiddelde baseline ± SD
Gemiddelde verandering
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
p-waarde t.o.v. placebo
(n=107)
25,4 ± 9,9
1,0 ± 9,2
(n=60)
27,4 ± 10,4
-2,1 ± 8,3
Patiënten zonder visuele
hallucinaties
(n=220)
23,1 ± 10,4
2,6 ± 7,6
(n=101)
22,5 ± 10,1
0,1 ± 6,9
4,27
1
0,002
1
Patiënten met matige
dementie (MMSE 10-17)
(n=87)
(n=44)
2,09
1
0,015
1
Patiënten met lichte
dementie (MMSE 18-24)
(n=237)
(n=115)
ITT + RDO populatie
Gemiddelde baseline ± SD
32,6 ± 10,4
33,7 ± 10,3
20,6 ± 7,9
20,7 ± 7,9
Gemiddelde verandering
-1,8 ± 7,2
-0,2 ± 7,5
2,6 ± 9,4
1,9 ± 7,7
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
4,73
1
2,14
1
p-waarde t.o.v. placebo
0,002
1
0,010
1
1
Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en baseline ADAS-Cog als covariante.
Een positieve verandering wijst op verbetering.
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met rivastigmine in alle subgroepen van pediatrische
patiënten voor de behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer en van dementie bij patiënten
met de idiopatische ziekte van Parkinson
(zie
rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Nimvastid orodispergeerbare tabletten zijn bio-equivalent aan Nimvastid harde capsules, met een
vergelijkbare omvang en snelheid van absorptie. Nimvastid orodispergeerbare tabletten kunnen
gebruikt worden als een alternatief voor Nimvastid harde capsules.
Absorptie
Rivastigmine wordt snel en volledig geabsorbeerd. Maximale plasmaconcentraties worden binnen
ongeveer 1 uur bereikt. Als gevolg van de interactie van rivastigmine met het doelenzym is de
toename in de biologische beschikbaarheid circa 1,5 maal hoger dan verwacht wordt op basis van de
toename in de dosis. De absolute biologische beschikbaarheid na een dosis van 3 mg bedraagt circa
36%±13%. Toediening van rivastigmine met voedsel vertraagt de absorptie (t
max
) met 90 min en
verlaagt de C
max
en doet de AUC toenemen met ongeveer 30%.
Distributie
Eiwitbinding van rivastigmine is ongeveer 40%. Het gaat gemakkelijk door de bloed-hersenbarrière en
heeft een schijnbaar verdelingsvolume variërend van 1,8–2,7 l/kg.
Biotransformatie
Rivastigmine wordt snel en uitgebreid gemetaboliseerd (halfwaardetijd in plasma circa 1 uur),
voornamelijk via cholinesterasegemedieerde hydrolyse tot de gedecarbamylateerde metaboliet.
In vitro
28
vertoont deze metaboliet een minimale remming van acetylcholinesterase (<10%).
Gebaseerd op
in-vitro-studies
wordt er geen farmacokinetische interactie verwacht met
geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door de volgende cytochroom isoenzymen: CYP1A2,
CYP2D6, CYP3A4/5, CYP2E1, CYP2C9, CYP2C8, CYP2C19, of CYP2B6. Gebaseerd op het bewijs
van dierexperimentele studies zijn de belangrijkste cytochroom P450 isoenzymen minimaal betrokken
bij de metabolisatie van rivastigmine. De totale plasmaklaring van rivastigmine was ongeveer
130 l/uur na een intraveneuze dosis van 0,2 mg en verminderde tot 70 l/uur na een intraveneuze dosis
van 2,7 mg.
Eliminatie
Onveranderd rivastigmine wordt niet in de urine aangetroffen; renale excretie van de metabolieten is
de belangrijkste eliminatieroute. Na toediening van C
14
-rivastigmine, was de renale eliminatie snel en
vrijwel volledig (>90%) binnen 24 uur. Minder dan 1% van de toegediende dosis wordt in de faeces
uitgescheiden. Er vindt geen accumulatie van rivastigmine of van de gedecarbamylateerde metaboliet
plaats bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.
Een analyse van de populatiefarmacokinetiek liet zien dat het gebruik van nicotine leidt tot een stijging
van de orale klaring van rivastigmine met 23% bij patiënten met de ziekte van Alzheimer (n=75 rokers
en 549 niet-rokers) na inname van rivastigmine capsules bij doseringen tot 12 mg/dag.
Ouderen
Hoewel de biologische beschikbaarheid van rivastigmine hoger is bij ouderen dan bij jonge gezonde
vrijwilligers, lieten studies bij patiënten met de ziekte van Alzheimer in leeftijd variërend van 50 tot
92 jaar geen verschil zien in de biologische beschikbaarheid met het vorderen van de leeftijd.
Leverinsufficiëntie
De C
max
van rivastigmine was ongeveer 60% hoger en de AUC van rivastigmine was meer dan
tweemaal zo hoog bij personen met lichte tot matige leverinsufficiëntie dan bij gezonde personen.
Nierinsufficiëntie
C
max
en AUC van rivastigmine waren meer dan tweemaal zo hoog bij personen met matige
nierinsufficiëntie vergeleken met gezonde personen; er waren echter geen veranderingen in C
max
en
AUC van rivastigmine gevonden bij personen met een ernstige nierinsufficiëntie.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies met betrekking tot de toxiciteit na herhaalde doses bij ratten, muizen en honden leverden
alleen effecten op geassocieerd met een versterkte farmacologische actie. Er werd geen toxiciteit in het
doelorgaan waargenomen. Door de gevoeligheid van de gebruikte diermodellen konden er geen
veiligheidsgrenzen voor blootstelling bij de mens worden bereikt.
Rivastigmine was niet mutageen in een standaardreeks van
in-vitro-
en
in-vivo-testen,
behalve in een
onderzoek naar chromosomale afwijkingen in humane perifere lymfocyten bij een dosis van 10
4
maal
de maximale klinische blootstelling. De
in vivo
micronucleustest was negatief. Tevens toonde de
belangrijkste metaboliet NAP226-90 geen genotoxisch potentieel.
Er zijn geen aanwijzingen van carcinogeniteit gevonden in studies bij muizen en ratten met de
maximale verdraagbare dosis, hoewel de blootstelling aan rivastigmine en de metabolieten lager was
dan de humane blootstelling. Wanneer deze in overeenstemming gebracht werd met het
lichaamsoppervlak was de blootstelling aan rivastigmine en zijn metabolieten ongeveer gelijk aan de
maximale aanbevolen dosis bij de mens van 12 mg/dag; wanneer men dit echter vergelijkt met de
maximale dosis bij de mens, werd ongeveer het zesvoudige bereikt bij dieren.
Bij dieren passeert rivastigmine de placenta en wordt het uitgescheiden in de moedermelk. Orale
studies bij zwangere ratten en konijnen gaven geen aanwijzing van een teratogeen potentieel van
rivastigmine. In orale studies met mannelijke en vrouwelijke ratten zijn geen nadelige effecten
29
waargenomen van rivastigmine op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij ofwel de
oudergeneratie ofwel de nakomelingen.
Een mogelijkheid op lichte oog-/mucosale irritatie werd aangetoond in een studie met konijnen.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Mannitol
Microkristallijne cellulose
Hydroxypropylcellulose
Kruizemunt aroma (pepermuntolie, maïs maltodextrine)
Pepermunt aroma (maltodextrine, arabische gom, sorbitol (E420), muntolie, l-menthol)
Crospovidon
Calciumsilicaat
Magnesiumstearaat
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
14 x 1 (enkel voor 1,5 mg), 28 x 1, 30 x 1, 56 x 1, 60 x 1 en 112 x 1 tabletten in een OPA/Al/PVC
filmfolie en PET/Al afpelbare folie geperforeerde unit dose blisterverpakking verpakt in een doos.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
14 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/026
28 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/027
30 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/028
56 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/029
60 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/030
112 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/031
30
Nimvastid 3 mg orodispergeerbare tabletten
28 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/032
30 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/033
56 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/034
60 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/035
112 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/036
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
28 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/037
30 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/038
56 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/039
60 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/040
112 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/041
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
28 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/042
30 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/043
56 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/044
60 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/045
112 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/046
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 11 mei 2009
Datum van laatste verlenging: 16 januari 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
31
32
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
D.
33
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
KRKA, d.d., Novo mesto
Šmarješka cesta 6
8501 Novo mesto
Slovenië
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER
VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk management plan (RMP)
Niet van toepassing.
34
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
35
A. ETIKETTERING
36
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
TEKST KARTONNEN DOOS VOOR BLISTERVERPAKKINGEN EN CONTAINER
TEKST VOOR ETIKET VOOR CONTAINER
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule
Blisterverpakking:
14 harde capsules
28 harde capsules
30 harde capsules
56 harde capsules
60 harde capsules
112 harde capsules
Container:
200 harde capsules
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
37
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
14 harde capsules: EU/1/09/525/001
28 harde capsules: EU/1/09/525/002
30 harde capsules: EU/1/09/525/003
56 harde capsules: EU/1/09/525/004
60 harde capsules: EU/1/09/525/005
112 harde capsules: EU/1/09/525/006
200 harde capsules: EU/1/09/525/047
250 harde capsules: EU/1/09/525/007
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 1,5 mg (enkel op kartonnen doos)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
(enkel op kartonnen doos)
38
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
(enkel op kartonnen doos)
39
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
40
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
TEKST KARTONNEN DOOS VOOR BLISTERVERPAKKINGEN EN CONTAINER
TEKST VOOR ETIKET VOOR CONTAINER
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 3 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 3 mg rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule
Blisterverpakking:
28 harde capsules
30 harde capsules
56 harde capsules
60 harde capsules
112 harde capsules
Container:
200 harde capsules
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
41
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 harde capsules: EU/1/09/525/008
30 harde capsules: EU/1/09/525/009
56 harde capsules: EU/1/09/525/010
60 harde capsules: EU/1/09/525/011
112 harde capsules: EU/1/09/525/012
200 harde capsules: EU/1/09/525/048
250 harde capsules: EU/1/09/525/013
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 3 mg (enkel op kartonnen doos)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
(enkel op kartonnen doos)
42
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
(enkel op kartonnen doos)
43
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 3 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
44
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
TEKST KARTONNEN DOOS VOOR BLISTERVERPAKKINGEN EN CONTAINER
TEKST VOOR ETIKET VOOR CONTAINER
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 4,5 mg rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule
Blisterverpakking:
28 harde capsules
30 harde capsules
56 harde capsules
60 harde capsules
112 harde capsules
Container:
200 harde capsules
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
45
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 harde capsules: EU/1/09/525/014
30 harde capsules: EU/1/09/525/015
56 harde capsules: EU/1/09/525/016
60 harde capsules: EU/1/09/525/017
112 harde capsules: EU/1/09/525/018
200 harde capsules: EU/1/09/525/049
250 harde capsules: EU/1/09/525/019
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 4,5 mg (enkel op kartonnen doos)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
(enkel op kartonnen doos)
46
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
(enkel op kartonnen doos)
47
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
48
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
TEKST KARTONNEN DOOS VOOR BLISTERVERPAKKINGEN EN CONTAINER
TEKST VOOR ETIKET VOOR CONTAINER
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 6 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 6 mg rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule
Blisterverpakking:
28 harde capsules
30 harde capsules
56 harde capsules
60 harde capsules
112 harde capsules
Container:
200 harde capsules
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
49
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 harde capsules: EU/1/09/525/020
30 harde capsules: EU/1/09/525/021
56 harde capsules: EU/1/09/525/022
60 harde capsules: EU/1/09/525/023
112 harde capsules: EU/1/09/525/024
200 harde capsules: EU/1/09/525/050
250 harde capsules: EU/1/09/525/025
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 6 mg (enkel op kartonnen doos)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
(enkel op kartonnen doos)
50
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
(enkel op kartonnen doos)
51
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 6 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
52
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KARTONNEN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg
rivastigmine.
I
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
I
Bevat ook sorbitol (E420).
Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Orodispergeerbare tablet
14 x 1 orodispergeerbare tablet
28 x 1 orodispergeerbare tablet
30 x 1 orodispergeerbare tablet
56 x 1 orodispergeerbare tablet
60 x 1 orodispergeerbare tablet
112 x 1 orodispergeerbare tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
De tabletten niet met vochtige handen vastnemen, de tabletten kunnen uiteenvallen.
1.
2.
3.
4.
Houd de blister aan de kant vast en scheur voorzichtig langs de perforaties één tabletvakje af.
Licht het uiteinde van de folie naar boven en trek deze volledig weg.
Druk de tablet voorzichtig naar buiten op uw hand.
Leg de tablet op de tong zodra deze uit het tabletvakje is verwijderd.
Laat de tablet in de mond smelten en slik door met of zonder water.
53
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
14 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/026
28 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/027
30 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/028
56 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/029
60 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/030
112 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/031
13.
Lot
14.
PARTIJNUMMER
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 1,5 mg
54
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
55
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
EXP
4.
Lot
5.
1.
2.
OVERIGE
Scheur af.
Trek folie weg.
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
56
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KARTONNEN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 3 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 3 mg
rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook sorbitol (E420).
Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Orodispergeerbare tablet
28 x 1 orodispergeerbare tablet
30 x 1 orodispergeerbare tablet
56 x 1 orodispergeerbare tablet
60 x 1 orodispergeerbare tablet
112 x 1 orodispergeerbare tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
De tabletten niet met vochtige handen vastnemen, de tabletten kunnen uiteenvallen.
1.
2.
3.
4.
Houd de blister aan de kant vast en scheur voorzichtig langs de perforaties één tabletvakje af.
Licht het uiteinde van de folie naar boven en trek deze volledig weg.
Druk de tablet voorzichtig naar buiten op uw hand.
Leg de tablet op de tong zodra deze uit het tabletvakje is verwijderd.
____
kQ
!'
F E?
57
Laat de tablet in de mond smelten en slik door met of zonder water.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/032
30 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/033
56 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/034
60 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/035
112 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/036
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 3 mg
58
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
59
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 3 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
EXP
4.
Lot
5.
1.
2.
OVERIGE
Scheur af.
Trek folie weg.
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
60
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KARTONNEN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 4,5 mg
rivastigmine.
I
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
I
Bevat ook sorbitol (E420).
Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Orodispergeerbare tablet
28 x 1 orodispergeerbare tablet
30 x 1 orodispergeerbare tablet
56 x 1 orodispergeerbare tablet
60 x 1 orodispergeerbare tablet
112 x 1 orodispergeerbare tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
De tabletten niet met vochtige handen vastnemen, de tabletten kunnen uiteenvallen.
1.
2.
3.
4.
Houd de blister aan de kant vast en scheur voorzichtig langs de perforaties één tabletvakje af.
Licht het uiteinde van de folie naar boven en trek deze volledig weg.
Druk de tablet voorzichtig naar buiten op uw hand.
Leg de tablet op de tong zodra deze uit het tabletvakje is verwijderd.
5E
-i -
____
ç
:
ç<I
ic -
VJ
\I
r,7'
61
Laat de tablet in de mond smelten en slik door met of zonder water.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/037
30 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/038
56 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/039
60 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/040
112 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/041
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 4,5 mg
62
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
63
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
EXP
4.
Lot
5.
1.
2.
OVERIGE
Scheur af.
Trek folie weg.
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
64
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
KARTONNEN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 6 mg
rivastigmine.
I
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
I
Bevat ook sorbitol (E420).
Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Orodispergeerbare tablet
28 x 1 orodispergeerbare tablet
30 x 1 orodispergeerbare tablet
56 x 1 orodispergeerbare tablet
60 x 1 orodispergeerbare tablet
112 x 1 orodispergeerbare tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
De tabletten niet met vochtige handen vastnemen, de tabletten kunnen uiteenvallen.
1.
2.
3.
4.
Houd de blister aan de kant vast en scheur voorzichtig langs de perforaties één tabletvakje af.
Licht het uiteinde van de folie naar boven en trek deze volledig weg.
Druk de tablet voorzichtig naar buiten op uw hand.
Leg de tablet op de tong zodra deze uit het tabletvakje is verwijderd.
5E
-i -
____
ç
:
ç<I
ic -
VJ
\I
r,7'
65
Laat de tablet in de mond smelten en slik door met of zonder water.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/042
30 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/043
56 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/044
60 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/045
112 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/046
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 6 mg
66
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
67
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
KRKA
3.
EXP
4.
Lot
5.
1.
2.
OVERIGE
Scheur af.
Trek folie weg.
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
68
B. BIJSLUITER
69
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Nimvastid 3 mg harde capsules
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Nimvastid 6 mg harde capsules
Rivastigmine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Nimvastid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Nimvastid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Het werkzaam bestanddeel van Nimvastid is rivastigmine.
Rivastigmine behoort tot een groep van verbindingen die cholinesteraseremmers wordt genoemd. Bij
patiënten met dementie bij de ziekte van Alzheimer of dementie door de ziekte van Parkinson sterven
er bepaalde zenuwcellen in de hersenen af, waardoor het gehalte van de neurotransmitter acetylcholine
(een stof die de communicatie tussen zenuwcellen mogelijk maakt) te laag wordt. Rivastigmine werkt
door het blokkeren van de enzymen die acetylcholine afbreken: acetylcholinesterase en
butyrylcholinesterase. Doordat Nimvastid deze enzymen blokkeert, kunnen de gehaltes acetylcholine
in de hersenen toenemen. Op deze manier helpt Nimvastid de symptomen van de ziekte van Alzheimer
en met de ziekte van Parkinson gepaard gaande dementie te verminderen.
Nimvastid wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met milde tot matige
dementie bij de ziekte van Alzheimer, een progressieve hersenaandoening die het geheugen, de
intellectuele vermogens en het gedrag geleidelijk aantast. De capsules en orodispergeerbare tabletten
kunnen tevens gebruikt worden voor de behandeling van dementie bij volwassen patiënten met de
ziekte van Parkinson.
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
Als u een huidreactie heeft die zich verspreidt buiten de pleistergrootte, als er een meer intense
lokale reactie is (zoals blaren, een toename van huidontsteking, zwelling) en als dit niet
verbetert binnen 48 uur na het verwijderen van de pleister.
Als dit op u van toepassing is, informeer dan uw arts en neem geen Nimvastid in.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
70
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een onregelmatige of trage hartslag heeft of ooit heeft gehad
-
als u een actieve maagzweer heeft of ooit heeft gehad
-
als u moeite met plassen heeft of ooit heeft gehad
-
als u epileptische aanvallen heeft of ooit heeft gehad
-
als u astma of een ernstige luchtwegaandoening heeft of ooit heeft gehad
-
als u slecht werkende nieren heeft of ooit heeft gehad
-
als u een slecht werkende lever heeft of ooit heeft gehad
-
als u last heeft van beven
-
als u een laag lichaamsgewicht heeft
-
als u maagdarmklachten heeft, zoals misselijkheid, braken (overgeven) en diarree. U kunt
uitgedroogd zijn (te veel vochtverlies) als overgeven en diarree langer aanhouden.
Als een van deze gevallen op u van toepassing is, kan het nodig zijn dat uw arts u nauwlettender
controleert terwijl u dit geneesmiddel gebruikt.
Heeft u Nimvastid meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende
dosis, totdat u met uw arts heeft overlegd.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen relevante toepassing van Nimvastid bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Nimvastid nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Nimvastid mag niet tegelijk worden gegeven met andere geneesmiddelen die vergelijkbare effecten
hebben als Nimvastid. Nimvastid kan van invloed zijn op de werking van anticholinergische
geneesmiddelen (geneesmiddelen die gebruikt worden voor verlichting van buikkramp of buikspasme,
voor behandeling van de ziekte van Parkinson of om reisziekte te voorkomen).
Nimvastid mag niet tegelijk worden gegeven met metoclopramide (een geneesmiddel dat gebruikt
wordt om misselijkheid en overgeven te verminderen of te voorkomen). Als deze twee
geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit problemen veroorzaken, zoals stijve armen en benen
en trillende handen.
Wanneer u geopereerd moet worden terwijl u Nimvastid gebruikt, vertel dat dan aan uw arts voordat u
een verdovingsmiddel krijgt, omdat Nimvastid de effecten van sommige spierverslappers gedurende
de verdoving kan versterken.
Let op wanneer Nimvastid gebruikt wordt samen met bètablokkers (geneesmiddelen zoals atenolol
voor de behandeling van een hoge bloeddruk, een beklemmend, pijnlijk gevoel op de borst (angina
pectoris) en andere hartkwalen). Als deze twee geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit
problemen veroorzaken, zoals een vertraging van de hartslag (bradycardie) die kan leiden tot
flauwvallen of bewusteloosheid.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Als u zwanger bent, moeten de voordelen van het gebruik van Nimvastid afgewogen worden tegen de
mogelijke effecten op uw ongeboren kind. Nimvastid mag niet gebruikt worden tijdens de
zwangerschap, tenzij dit strikt noodzakelijk is.
U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met Nimvastid.
71
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw arts zal u vertellen of u met uw ziekte veilig kan autorijden of machines bedienen. Nimvastid kan
duizeligheid en slaperigheid veroorzaken, voornamelijk in het begin van de behandeling of bij
verhogingen van de dosis. Als u duizelig of slaperig bent, moet u niet autorijden, machines bedienen
of andere taken uitoefenen die uw aandacht vereisen.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Hoe wordt de behandeling gestart?
Uw arts zal u vertellen welke dosis van Nimvastid u moet nemen.
-
De behandeling start meestal met een lage dosis.
-
Uw arts zal daarna langzaam de dosis verhogen, afhankelijk van hoe u reageert op de
behandeling.
-
De hoogste dosis die mag worden ingenomen is tweemaal per dag 6,0 mg.
Uw arts zal regelmatig nagaan of het geneesmiddel op de juiste manier werkt bij u. Uw arts zal ook uw
gewicht in de gaten houden terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Nimvastid meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende
dosis, totdat u met uw arts heeft overlegd.
Hoe neemt u dit middel in?
-
Vertel uw verzorger dat u Nimvastid gebruikt.
-
Om voordeel te hebben van dit middel, moet u dit middel elke dag gebruiken.
-
Neem Nimvastid tweemaal per dag bij het eten in, in de ochtend en de avond.
-
Slik de capsules in z’n geheel door met wat drinken.
-
Open of plet de capsules niet.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u per ongeluk te veel van dit middel ingenomen? Vertel dat dan onmiddellijk uw arts. Het is
mogelijk dat u medische hulp nodig heeft. Sommige mensen die per ongeluk te veel Nimvastid hebben
gebruikt, voelden zich misselijk, moesten overgeven (braken), hadden diarree, hoge bloeddruk en
hallucinaties. Een trage hartslag en flauwvallen kunnen ook voorkomen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u er achter komt dat u vergeten bent uw dosis Nimvastid in te nemen, wacht dan en neem de
eerstvolgende dosis op het gebruikelijke tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te
halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen kunnen vaker optreden als de behandeling met dit middel wordt gestart of als de dosis
wordt verhoogd. Gewoonlijk zullen de bijwerkingen langzaam verdwijnen naarmate uw lichaam aan
het geneesmiddel went.
Zeer vaak
(kan voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen)
72
-
-
-
Duizeligheid
Gebrek aan eetlust
Maagproblemen zoals misselijkheid, braken (overgeven) of diarree
Vaak
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Angst
-
Zweten
-
Hoofdpijn
-
Maagzuur
-
Gewichtsverlies
-
Maagpijn
-
Zich opgewonden voelen
-
Zich moe of zwak voelen
-
Zich niet lekker voelen
-
Beven of zich verward voelen
-
Verlies van eetlust
-
Nachtmerries
Soms
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Neerslachtigheid
-
Moeite met slapen
-
Flauwvallen of onverklaard vallen
-
Veranderingen in hoe goed uw lever werkt
Zelden
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 1.000 mensen)
-
Pijn op de borst
-
Huiduitslag, jeuk
-
Toevallen (epileptische aanvallen)
-
Zweren in uw maag of darm
Zeer zelden
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen)
-
Hoge bloeddruk
-
Infectie van de urinewegen
-
Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
-
Problemen met de hartslag zoals snelle of langzame hartslag
-
Bloeding in het maagdarmkanaal – dit vertoont zich door bloed in de ontlasting of braaksel
-
Ontsteking aan de alvleesklier – de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
-
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
– zoals stijve spieren, moeite met het uitvoeren van bewegingen
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Ernstig braken (overgeven), wat kan leiden tot het scheuren van de slokdarm
-
Uitdroging (te veel vochtverlies)
-
Leveraandoeningen (gele huid, geelkleuring van het oogwit, abnormaal donkere urine of
onverklaarbare misselijkheid, braken, vermoeidheid en verlies van eetlust)
-
Agressie, zich rusteloos voelen
-
Onregelmatige hartslag
Patiënten met dementie en de ziekte van Parkinson
Deze patiënten krijgen sommige bijwerkingen vaker. Ze kunnen ook enkele andere bijwerkingen
krijgen:
Zeer vaak
(kan voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen)
-
Beven
-
Flauwvallen
-
Per ongeluk vallen
73
Vaak
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Angst
-
Zich rusteloos voelen
-
Langzame en snelle hartslag
-
Moeite met slapen
-
Te veel speeksel en uitdroging
-
Ongebruikelijk langzame bewegingen of bewegingen die u niet onder controle heeft
-
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
– zoals stijve spieren, moeite met bewegingen uitvoeren en spierzwakte
Soms
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Onregelmatige hartslag en slechte controle van bewegingen
Andere bijwerkingen opgemerkt bij rivastigmine pleisters voor transdermaal gebruik die
kunnen voorkomen bij de harde capsules:
Vaak
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Koorts
-
Ernstige verwarring
-
Urine-incontinentie (onvermogen om urine goed op te houden)
Soms
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Hyperactiviteit (heel actief, rusteloos)
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Overgevoeligheidsreactie op de plaats waar de pleister was aangebracht, zoals blaren of
ontstoken huid
Als u een van deze bijwerkingen krijgt, neem dan contact op met uw arts, omdat u misschien medische
hulp nodig heeft.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos,
de fles en de blisterverpakking na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die
maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is rivastigminewaterstoftartraat. Elke harde capsule bevat
74
-
-
rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg, 3 mg, 4,5 mg of 6 mg rivastigmine.
De andere stoffen voor Nimvastatid 1,5 mg capsules zijn microkristallijne cellulose,
hypromellose, watervrij colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat (capsule inhoud), en
titaandioxide (E171), IJzeroxide geel (E172) en gelatine in de capsulewand.
De andere stoffen voor Nimvastatid 3 mg, 4,5 mg en 6 mg capsules zijn microkristallijne
cellulose, hypromellose, watervrij colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat (capsule-
inhoud), en titaandioxide (E171), IJzeroxide geel (E172), rood ijzeroxide (E172) en gelatine in
de capsulewand.
Hoe ziet Nimvastid eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Nimvastid 1,5 mg harde capsules, die een wit tot gebroken wit poeder bevatten, hebben een geel kapje
en een gele romp.
Nimvastid 3 mg harde capsules, die een wit tot gebroken wit poeder bevatten, hebben een oranje kapje
en een oranje romp.
Nimvastid 4,5 mg harde capsules, die een wit tot gebroken wit poeder bevatten, hebben een bruinrood
kapje en een bruinrode romp.
Nimvastid 6 mg harde capsules, die een wit tot gebroken wit poeder bevatten, hebben een bruinrood
kapje en een oranje romp.
Blisterverpakking (PVC/PVDC/Al-folie): doosjes met 14 (enkel voor 1,5 mg), 28, 30, 56, 60 en 112
harde capsules zijn verkrijgbaar.
HDPE container: doosjes met 200 of 250 harde capsules zijn verkrijgbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
KRKA Belgium, SA.
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62
България
КРКА България ЕООД
Teл.: + 359 (02) 962 34 50
Česká republika
KRKA ČR, s.r.o.
Tel: + 420 (0) 221 115 150
Danmark
KRKA Sverige AB
Tlf: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Deutschland
TAD Pharma GmbH
Tel: + 49 (0) 4721 606-0
Eesti
KRKA, d.d., Novo mesto Eesti filiaal
Tel: + 372 (0) 6 671 658
Ελλάδα
KRKA ΕΛΛΑΣ ΕΠΕ
Τηλ: + 30 2100101613
75
Lietuva
UAB KRKA Lietuva
Tel: + 370 5 236 27 40
Luxembourg/Luxemburg
KRKA Belgium, SA.
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Magyarország
KRKA Magyarország Kereskedelmi Kft.
Tel.: + 36 (1) 355 8490
Malta
E.J. Busuttil Ltd.
Tel: + 356 21 445 885
Nederland
KRKA Belgium, SA.
Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Norge
KRKA Sverige AB
Tlf: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Österreich
KRKA Pharma GmbH, Wien
Tel: + 43 (0)1 66 24 300
España
KRKA Farmacéutica, S.L.
Tel: + 34 911 61 03 80
France
KRKA France Eurl
Tél: + 33 (0)1 57 40 82 25
Hrvatska
KRKA - FARMA d.o.o.
Tel: + 385 1 6312 100
Ireland
KRKA Pharma Dublin, Ltd.
Tel: + 353 1 413 3710
Ísland
Polska
KRKA-POLSKA Sp. z o.o.
Tel.: + 48 (0)22 573 7500
Portugal
KRKA Farmacêutica, Sociedade Unipessoal Lda.
Tel: + 351 (0)21 46 43 650
România
KRKA Romania S.R.L., Bucharest
Tel: + 4 021 310 66 05
Slovenija
KRKA, d.d., Novo mesto
Tel: + 386 (0) 1 47 51 100
Slovenská republika
KRKA Slovensko, s.r.o.,
Tel: + 421 (0) 2 571 04 501
Suomi/Finland
KRKA Finland Oy
Puh/Tel: +358 20 754 5330
Sverige
KRKA Sverige AB
Tel: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
United Kingdom (Northern Ireland)
Consilient Health Limited
Tel: + 353 (0)1 2057760
LYFIS ehf.
Sími: + 354 534 3500
Italia
KRKA Farmaceutici Milano S.r.l.
Tel: + 39 02 3300 8841
Κύπρος
KI.PA. (PHARMACAL) LIMITED
Τηλ: + 357 24 651 882
Latvija
KRKA Latvija SIA
Tel: + 371 6 733 86 10
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
76
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 3 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Nimvastid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Nimvastid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Het werkzaam bestanddeel van Nimvastid is rivastigmine.
Rivastigmine behoort tot een groep van verbindingen die cholinesteraseremmers wordt genoemd. Bij
patiënten met dementie bij de ziekte van Alzheimer of dementie door de ziekte van Parkinson sterven
er bepaalde zenuwcellen in de hersenen af, waardoor het gehalte van de neurotransmitter acetylcholine
(een stof die de communicatie tussen zenuwcellen mogelijk maakt) te laag wordt. Rivastigmine werkt
door het blokkeren van de enzymen die acetylcholine afbreken: acetylcholinesterase en
butyrylcholinesterase. Doordat Nimvastid deze enzymen blokkeert, kunnen de gehaltes acetylcholine
in de hersenen toenemen. Op deze manier helpt Nimvastid de symptomen van de ziekte van Alzheimer
en met de ziekte van Parkinson gepaard gaande dementie te verminderen.
Nimvastid wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met milde tot matige
dementie bij de ziekte van Alzheimer, een progressieve hersenaandoening die het geheugen, de
intellectuele vermogens en het gedrag geleidelijk aantast. De capsules en orodispergeerbare tabletten
kunnen tevens gebruikt worden voor de behandeling van dementie bij volwassen patiënten met de
ziekte van Parkinson.
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
-
Als u een huidreactie heeft die zich verspreidt buiten de pleistergrootte, als er een meer intense
lokale reactie is (zoals blaren, een toename van huidontsteking, zwelling) en als dit niet
verbetert binnen 48 uur na het verwijderen van de pleister.
Als dit op u van toepassing is, informeer dan uw arts en neem geen Nimvastid in.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
77
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt:
-
als u een onregelmatige of trage hartslag heeft of ooit heeft gehad
-
als u een actieve maagzweer heeft of ooit heeft gehad
-
als u moeite met plassen heeft of ooit heeft gehad
-
als u epileptische aanvallen heeft of ooit heeft gehad
-
als u astma of een ernstige luchtwegaandoening heeft of ooit heeft gehad
-
als u slecht werkende nieren heeft of ooit heeft gehad
-
als u een slecht werkende lever heeft of ooit heeft gehad
-
als u last heeft van beven
-
als u een laag lichaamsgewicht heeft
-
als u maagdarmklachten heeft, zoals misselijkheid, braken (overgeven) en diarree. U kunt
uitgedroogd zijn (te veel vochtverlies) als overgeven en diarree langer aanhouden.
Als een van deze gevallen op u van toepassing is, kan het nodig zijn dat uw arts u nauwlettender
controleert terwijl u dit geneesmiddel gebruikt.
Heeft u Nimvastid meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende
dosis, totdat u met uw arts heeft overlegd.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen relevante toepassing van Nimvastid bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Nimvastid nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Nimvastid mag niet tegelijk worden gegeven met andere geneesmiddelen die vergelijkbare effecten
hebben als Nimvastid. Nimvastid kan van invloed zijn op de werking van anticholinergische
geneesmiddelen (geneesmiddelen die gebruikt worden voor verlichting van buikkramp of buikspasme,
voor behandeling van de ziekte van Parkinson of om reisziekte te voorkomen).
Nimvastid mag niet tegelijk worden gegeven met metoclopramide (een geneesmiddel dat gebruikt
wordt om misselijkheid en overgeven te verminderen of te voorkomen). Als deze twee
geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit problemen veroorzaken, zoals stijve armen en benen
en trillende handen.
Wanneer u geopereerd moet worden terwijl u Nimvastid gebruikt, vertel dat dan aan uw arts voordat u
een verdovingsmiddel krijgt, omdat Nimvastid de effecten van sommige spierverslappers gedurende
de verdoving kan versterken.
Let op wanneer Nimvastid gebruikt wordt samen met bètablokkers (geneesmiddelen zoals atenolol
voor de behandeling van een hoge bloeddruk, een beklemmend, pijnlijk gevoel op de borst (angina
pectoris) en andere hartkwalen). Als deze twee geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit
problemen veroorzaken, zoals een vertraging van de hartslag (bradycardie) die kan leiden tot
flauwvallen of bewusteloosheid.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Als u zwanger bent, moeten de voordelen van het gebruik van Nimvastid afgewogen worden tegen de
mogelijke effecten op uw ongeboren kind. Nimvastid mag niet gebruikt worden tijdens de
zwangerschap, tenzij dit strikt noodzakelijk is.
U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met Nimvastid.
78
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Uw arts zal u vertellen of u met uw ziekte veilig kan autorijden of machines bedienen. Nimvastid kan
duizeligheid en slaperigheid veroorzaken, voornamelijk in het begin van de behandeling of bij
verhogingen van de dosis. Als u duizelig of slaperig bent, moet u niet autorijden, machines bedienen
of andere taken uitoefenen die uw aandacht vereisen.
Nimvastid bevat sorbitol
(
E420)
Dit middel bevat 0,00525 mg sorbitol per 1,5 mg orodispergeerbare tablet.
Dit middel bevat 0,0105 mg sorbitol per 3 mg orodispergeerbare tablet.
Dit middel bevat 0,01575 mg sorbitol per 4,5 mg orodispergeerbare tablet.
Dit middel bevat 0,021 mg sorbitol per 6 mg orodispergeerbare tablet.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Hoe wordt de behandeling gestart?
Uw arts zal u vertellen welke dosis van Nimvastid u moet nemen.
-
De behandeling start meestal met een lage dosis.
-
Uw arts zal daarna langzaam de dosis verhogen, afhankelijk van hoe u reageert op de
behandeling.
-
De hoogste dosis die mag worden ingenomen is tweemaal per dag 6,0 mg.
Uw arts zal regelmatig nagaan of het geneesmiddel op de juiste manier werkt bij u. Uw arts zal ook uw
gewicht in de gaten houden terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Nimvastid meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende
dosis, totdat u met uw arts heeft overlegd.
Hoe neemt u dit middel in?
-
Vertel uw verzorger dat u Nimvastid gebruikt.
-
Om voordeel te hebben van dit middel, moet u dit middel elke dag gebruiken.
-
Neem Nimvastid tweemaal per dag bij het eten in, in de ochtend en de avond. Uw mond
dient leeg te zijn voordat u de tablet inneemt.
Nimvastid orodispergeerbare tabletten zijn broos. Om te voorkomen dat de orodispergeerbare tablet
beschadigd wordt, is het belangrijk dat u niet op het vakje van de tablet drukt. Neem de tabletten niet
met vochtige handen vast aangezien de tabletten kunnen uiteenvallen. Haal de tablet uit de verpakking
als volgt:
1.
2.
3.
4.
Houd de blister aan de kant vast en scheur voorzichtig langs de perforaties één tabletvakje af.
Licht het uiteinde van de folie naar boven en trek deze volledig weg.
Druk de tablet voorzichtig naar buiten op de hand.
Leg de tablet op de tong zodra deze uit het tabletvakje is verwijderd.
13
Wanneer op de tong geplaatst valt de tablet snel uit elkaar. Daarna kan u de tablet zonder water
inslikken. Zorg ervoor dat uw mond leeg is voordat u de tablet op de tong legt.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u per ongeluk te veel van dit middel ingenomen? Vertel dat dan onmiddellijk uw arts. Het is
79
mogelijk dat u medische hulp nodig heeft. Sommige mensen die per ongeluk te veel Nimvastid hebben
gebruikt, voelden zich misselijk, moesten overgeven (braken), hadden diarree, hoge bloeddruk en
hallucinaties. Een trage hartslag en flauwvallen kunnen ook voorkomen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u er achter komt dat u vergeten bent uw dosis Nimvastid in te nemen, wacht dan en neem de
eerstvolgende dosis op het gebruikelijke tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te
halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen kunnen vaker optreden als de behandeling met dit middel wordt gestart of als de dosis
wordt verhoogd. Gewoonlijk zullen de bijwerkingen langzaam verdwijnen naarmate uw lichaam aan
het geneesmiddel went.
Zeer vaak
(kan voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen)
-
Duizeligheid
-
Gebrek aan eetlust
-
Maagproblemen zoals misselijkheid, braken (overgeven) of diarree
Vaak
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Angst
-
Zweten
-
Hoofdpijn
-
Maagzuur
-
Gewichtsverlies
-
Maagpijn
-
Zich opgewonden voelen
-
Zich moe of zwak voelen
-
Zich niet lekker voelen
-
Beven of zich verward voelen
-
Verlies van eetlust
-
Nachtmerries
Soms
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Neerslachtigheid
-
Moeite met slapen
-
Flauwvallen of onverklaard vallen
-
Veranderingen in hoe goed uw lever werkt
Zelden
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 1.000 mensen)
-
Pijn op de borst
-
Huiduitslag, jeuk
-
Toevallen (epileptische aanvallen)
-
Zweren in uw maag of darm
Zeer zelden
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen)
-
Hoge bloeddruk
-
Infectie van de urinewegen
-
Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
80
-
-
-
-
Problemen met de hartslag zoals snelle of langzame hartslag
Bloeding in het maagdarmkanaal – dit vertoont zich door bloed in de ontlasting of braaksel
Ontsteking aan de alvleesklier – de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
– zoals stijve spieren, moeite met het uitvoeren van bewegingen
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Ernstig braken (overgeven), wat kan leiden tot het scheuren van de slokdarm
-
Uitdroging (te veel vochtverlies)
-
Leveraandoeningen (gele huid, geelkleuring van het oogwit, abnormaal donkere urine of
onverklaarbare misselijkheid, braken, vermoeidheid en verlies van eetlust)
-
Agressie, zich rusteloos voelen
-
Onregelmatige hartslag
Patiënten met dementie en de ziekte van Parkinson
Deze patiënten krijgen sommige bijwerkingen vaker. Ze kunnen ook enkele andere bijwerkingen
krijgen:
Zeer vaak
(kan voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen)
-
Beven
-
Flauwvallen
-
Per ongeluk vallen
Vaak
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Angst
-
Zich rusteloos voelen
-
Langzame en snelle hartslag
-
Moeite met slapen
-
Te veel speeksel en uitdroging
-
Ongebruikelijk langzame bewegingen of bewegingen die u niet onder controle heeft
-
De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
– zoals stijve spieren, moeite met bewegingen uitvoeren en spierzwakte
Soms
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Onregelmatige hartslag en slechte controle van bewegingen
Andere bijwerkingen opgemerkt bij rivastigmine pleisters voor transdermaal gebruik die
kunnen voorkomen bij de orodispergeerbare tabletten:
Vaak
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Koorts
-
Ernstige verwarring
-
Urine-incontinentie (onvermogen om urine goed op te houden)
Soms
(kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Hyperactiviteit (heel actief, rusteloos)
Niet bekend
(frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Overgevoeligheidsreactie op de plaats waar de pleister was aangebracht, zoals blaren of
ontstoken huid
Als u een van deze bijwerkingen krijgt, neem dan contact op met uw arts, omdat u misschien medische
hulp nodig heeft.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
81
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
de blisterverpakking na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is rivastigminewaterstoftartraat. Elke orodispergeerbare tablet
bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg, 3 mg, 4,5 mg of 6 mg
rivastigmine.
-
De andere stoffen zijn mannitol, microkristallijne cellulose, hyproxypropylcellulose, kruizemunt
aroma (pepermuntolie, maïs maltodextrine), pepermunt aroma (maltodextrine, arabische gom,
sorbitol (E420), muntolie, l-menthol), crospovidon, calciumsilicaat, magnesiumstearaat. Zie
rubriek 2 “Nimvastid bevat sorbitol (E420)”.
Hoe ziet Nimvastid eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De orodispergeerbare tabletten zijn rond en wit.
14 x 1 (enkel voor 1,5 mg), 28 x 1, 30 x 1, 56 x 1, 60 x 1 en 112 x 1 tabletten in OPA/Al/PVC
filmfolie en PET/Al afpelbare folie geperforeerde unit dose blisterverpakkingen zijn verkrijgbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
KRKA, d.d., Novo mesto, Šmarješka cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
KRKA Belgium, SA.
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62
България
КРКА България ЕООД
Teл.: + 359 (02) 962 34 50
Česká republika
KRKA ČR, s.r.o.
Tel: + 420 (0) 221 115 150
Danmark
KRKA Sverige AB
82
Lietuva
UAB KRKA Lietuva
Tel: + 370 5 236 27 40
Luxembourg/Luxemburg
KRKA Belgium, SA.
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Magyarország
KRKA Magyarország Kereskedelmi Kft.
Tel.: + 36 (1) 355 8490
Malta
E.J. Busuttil Ltd.
Tlf: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Deutschland
TAD Pharma GmbH
Tel: + 49 (0) 4721 606-0
Eesti
KRKA, d.d., Novo mesto Eesti filiaal
Tel: + 372 (0) 6 671 658
Ελλάδα
KRKA ΕΛΛΑΣ ΕΠΕ
Τηλ: + 30 2100101613
España
KRKA Farmacéutica, S.L.
Tel: + 34 911 61 03 80
France
KRKA France Eurl
Tél: + 33 (0)1 57 40 82 25
Hrvatska
KRKA - FARMA d.o.o.
Tel: + 385 1 6312 100
Ireland
KRKA Pharma Dublin, Ltd.
Tel: + 353 1 413 3710
Ísland
Tel: + 356 21 445 885
Nederland
KRKA Belgium, SA.
Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Norge
KRKA Sverige AB
Tlf: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Österreich
KRKA Pharma GmbH, Wien
Tel: + 43 (0)1 66 24 300
Polska
KRKA-POLSKA Sp. z o.o.
Tel.: + 48 (0)22 573 7500
Portugal
KRKA Farmacêutica, Sociedade Unipessoal Lda.
Tel: + 351 (0)21 46 43 650
România
KRKA Romania S.R.L., Bucharest
Tel: + 4 021 310 66 05
Slovenija
KRKA, d.d., Novo mesto
Tel: + 386 (0) 1 47 51 100
Slovenská republika
KRKA Slovensko, s.r.o.,
Tel: + 421 (0) 2 571 04 501
Suomi/Finland
KRKA Finland Oy
Puh/Tel: + 358 20 754 5330
Sverige
KRKA Sverige AB
Tel: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
United Kingdom (Northern Ireland)
Consilient Health Limited
Tel: + 353 (0)1 2057760
LYFIS ehf.
Sími: + 354 534 3500
Italia
KRKA Farmaceutici Milano S.r.l.
Tel: + 39 02 3300 8841
Κύπρος
KI.PA. (PHARMACAL) LIMITED
Τηλ: + 357 24 651 882
Latvija
KRKA Latvija SIA
Tel: + 371 6 733 86 10
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
83

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Nimvastid 3 mg harde capsules
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Nimvastid 6 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg rivastigmine.
Nimvastid 3 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 3 mg rivastigmine.
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 4,5 mg rivastigmine.
Nimvastid 6 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 6 mg rivastigmine.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Wit tot gebroken wit poeder in een capsule met geel kapje en gele romp.
Nimvastid 3 mg harde capsules
Wit tot gebroken wit poeder in een capsule met oranje kapje en oranje romp.
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Wit tot gebroken wit poeder in een capsule met bruinachtig rode kapje en bruinachtig rode romp.
Nimvastid 6 mg harde capsules
Wit tot gebroken wit poeder in een capsule met bruinachtig rode kapje en oranje romp.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij patiënten met idiopatische
ziekte van Parkinson.
4.2
Dosering en wijze van toediening
De start van en het toezicht op de behandeling dient te geschieden door een arts met ervaring in de
diagnose en behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer of geassocieerd met de ziekte van
Parkinson. De diagnose dient gesteld te worden aan de hand van de huidige richtlijnen. De
behandeling met rivastigmine mag slechts gestart worden als er een verzorger beschikbaar is die
regelmatig de geneesmiddelinname door de patiënt bewaakt.
Dosering
Startdosis
1,5 mg tweemaal daags.
Dosistitratie
De startdosis is tweemaal daags 1,5 mg. Wanneer deze dosering na minimaal twee weken behandeling
goed verdragen wordt, kan de dosis verhoogd worden tot tweemaal daags 3 mg. Verdere verhogingen
tot 4,5 mg en vervolgens 6 mg tweemaal daags zijn mede afhankelijk van het goed verdragen worden
van de huidige dosis en kunnen worden overwogen na minimaal twee weken behandeling bij die dosis.
Wanneer bijwerkingen (b.v. misselijkheid, braken, buikpijn of verlies van eetlust), gewichtsafname of
een verergering van extrapiramidale symptomen (b.v. tremor) tijdens de behandeling worden
waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, kunnen zij
reageren op het overslaan van één of meerdere doses. Wanneer de bijwerkingen aanhouden, dient de
dagelijkse dosis tijdelijk verminderd te worden tot de voorheen goed verdragen dosis of dient de
behandeling beëindigd te worden.
Onderhoudsdosis
De werkzame dosis is tweemaal daags 3 tot 6 mg. Om een maximaal therapeutisch effect te bereiken
dienen patiënten te worden ingesteld op de hoogste door hen goed verdragen dosis. De aanbevolen
maximale dagelijkse dosis is tweemaal daags 6 mg.
De onderhoudsbehandeling kan voortgezet worden zo lang er een therapeutisch voordeel voor de
patiënt bestaat. Daarom dient het klinisch voordeel van rivastigmine regelmatig opnieuw geëvalueerd
te worden, met name bij patiënten die behandeld worden met doseringen lager dan tweemaal daags
3 mg. Indien na 3 maanden onderhoudsbehandeling de mate van achteruitgang van
dementiesymptomen niet positief veranderd is, dient de behandeling beëindigd te worden. Indien er
geen bewijs meer aanwezig is van een therapeutisch effect, dient het stopzetten van de therapie ook
overwogen te worden.
De individuele respons op rivastigmine kan niet voorspeld worden. Er werd echter een groter
behandelingseffect waargenomen bij parkinsonpatiënten met matige dementie. Evenzo werd er een
groter effect waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie rubriek 5.1).
Het effect van de behandeling is niet onderzocht in placebogecontroleerde studies, die langer duurden
dan 6 maanden.
Opnieuw starten van de therapie
Wanneer de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart
met 1,5 mg tweemaal daags. Dosistitratie dient dan te worden uitgevoerd zoals hierboven beschreven.
Gestoorde nier- of leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een licht tot matig gestoorde nier- of leverfunctie.
Echter, gezien de toegenomen blootstelling bij deze populaties, dienen de doseringsaanbevelingen om
te titreren overeenkomstig de individuele verdraagbaarheid nauwgezet te worden opgevolgd, omdat
patiënten met een klinisch significante gestoorde nier- of leverfunctie meer dosisafhankelijke
bijwerkingen zouden kunnen ervaren. Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht.
Nimvastid capsules kunnen echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie mits nauwkeurige
controle wordt uitgevoerd (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Nimvastid bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
4.3
Contra-indicaties
Eerdere geschiedenis van reacties op de aanbrengplaats die wijzen op allergische contactdermatitis bij
rivastigmine pleisters (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
De incidentie en ernst van bijwerkingen nemen in het algemeen toe met hogere doseringen. Wanneer
de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart met
1,5 mg tweemaal daags om de kans op bijwerkingen (b.v. braken) te verminderen.
Huidreacties op de aanbrengplaats kunnen voorkomen met rivastigmine pleisters en zijn meestal van
lichte tot matige intensiteit. Deze reacties zijn op zichzelf niet een indicatie van sensibilisering. Echter,
het gebruik van rivastigmine pleisters kan leiden tot allergische contactdermatitis.
Allergische contactdermatitis moet worden vermoed indien reacties op de aanbrengplaats zich
verspreiden buiten de pleistergrootte, als er aanwijzingen zijn van een meer intense lokale reactie
(zoals toename van erytheem, oedeem, papels, blaasjes) en als de symptomen niet significant
verbeteren binnen 48 uur na verwijdering van de pleister. In deze gevallen moet de behandeling
worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten die reacties op de aanbrengplaats krijgen die wijzen op allergische contactdermatitis voor
rivastigmine pleisters en die nog steeds behandeling met rivastigmine nodig hebben, dienen alleen
omgezet te worden op orale rivastigmine na negatieve allergietesten en onder streng medisch toezicht.
Het is mogelijk dat sommige patiënten die gesensibiliseerd geraakt zijn voor rivastigmine door
blootstelling aan rivastigmine pleisters niet in staat zijn om rivastigmine te gebruiken in welke vorm
dan ook.
Er zijn zeldzame postmarketingmeldingen van patiënten die allergische dermatitis (verspreid) ervoeren
bij toediening van rivastigmine, ongeacht de wijze van toediening (oraal, transdermaal). In deze
gevallen moet de behandeling worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten en verzorgers dienen dienovereenkomstig geïnstrueerd te worden.
Dosistitratie: bijwerkingen (b.v. hypertensie en hallucinaties bij patiënten met Alzheimer dementie en
verergering van extrapiramidale symptomen, in het bijzonder tremor, bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson) zijn waargenomen kort na dosisverhoging. Ze kunnen
reageren op een verlaging van de dosis. In andere gevallen werd rivastigmine stopgezet (zie rubriek
4.8).
Gastrointestinale stoornissen zoals misselijkheid, braken en diarree zijn dosisgerelateerd en kunnen
zich voordoen, in het bijzonder wanneer de behandeling wordt gestart en/of de dosis wordt verhoogd
(zie rubriek 4.8). Deze bijwerkingen komen vaker voor bij vrouwen. Patiënten die klachten of
symptomen vertonen van dehydratie als gevolg van langdurig braken of diarree, kunnen onder
controle worden gehouden door intraveneuze vloeistof toe te dienen en de dosis te verlagen of te
staken, wanneer dit direct opgemerkt en behandeld wordt. Dehydratie kan ernstige gevolgen hebben.
Patiënten met de ziekte van Alzheimer kunnen gewicht verliezen. Cholinesteraseremmers, waaronder
rivastigmine, worden in verband gebracht met gewichtsverlies bij deze patiënten. Het gewicht van de
patiënt dient tijdens de behandeling gecontroleerd te worden.
In geval van ernstig braken geassocieerd met de behandeling met rivastigmine, moet een geschikte
aanpassing van de dosering doorgevoerd worden zoals aanbevolen in rubriek 4.2. Enkele gevallen van
ernstig braken werden geassocieerd met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.8). Zulke gevallen leken
Rivastigmine kan bradycardie veroorzaken dat een risicofactor is voor het optreden van torsade de
pointes, voornamelijk bij patiënten met risicofactoren. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met
een hoger risico op het ontwikkelen van torsade de pointes; bijvoorbeeld, degenen met
ongecompenseerd hartfalen, een recent myocardinfarct, bradyaritmieën, een predispositie voor
hypokaliëmie of hypomagnesiëmie of bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen waarvan het bekend
is dat ze QT-verlenging en/of torsade de pointes induceren (zie rubrieken 4.5 en 4.8).
Voorzichtigheid is geboden wanneer rivastigmine gebruikt wordt bij patiënten met sick
sinussyndroom of met geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok, atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8).
Rivastigmine kan de maagzuursecretie verhogen. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van
patiënten met actieve maag- of duodenumzweren of patiënten die gepredisponeerd zijn voor dergelijke
aandoeningen.
Cholinesteraseremmers moeten met voorzichtigheid voorgeschreven worden aan patiënten met een
geschiedenis van astma of obstructieve longziekten.
Cholinerge stoffen kunnen urinewegobstructie en convulsies doen ontstaan of verergeren.
Voorzichtigheid wordt aanbevolen bij de behandeling van patiënten met een predispositie voor
dergelijke ziekten.
Het gebruik van rivastigmine door patiënten met ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer of
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, andere vormen van dementie of andere vormen van
geheugenfunctiestoornissen (bijvoorbeeld leeftijdgerelateerde cognitieve achteruitgang) zijn niet
onderzocht en gebruik bij deze patiëntenpopulaties wordt daarom niet aanbevolen.
Evenals bij andere cholinomimetica kan rivastigmine extrapiramidale symptomen verergeren of
induceren. Verslechtering (inclusief bradykinesie, dyskinesie, loopstoornis) en een toename in
incidentie of intensiteit van tremor is waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de
ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.8). Deze voorvallen hebben in enkele gevallen geleid tot het
beëindigen van de behandeling met rivastigmine (b.v. beëindiging als gevolg van tremor 1,7% met
rivastigmine ten opzichte van 0% met placebo). Klinisch toezicht wordt aanbevolen voor deze
bijwerkingen.
Speciale populaties
Patiënten met een klinisch significant gestoorde nier- of leverfunctie zouden meer bijwerkingen
kunnen ervaren (zie rubrieken 4.2 en 5.2). De doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig
de individuele verdraagbaarheid moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Patiënten met ernstige
leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht. Nimvastid kan echter worden gebruikt in deze
patiëntenpopulatie en nauwgezette controle is nodig.
Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg kunnen meer bijwerkingen ervaren en zullen
waarschijnlijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg van bijwerkingen.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Als cholinesteraseremmer kan rivastigmine de effecten van succinylcholine-achtige spierrelaxantia
tijdens de anesthesie versterken. Voorzichtigheid is geboden bij de keuze van anesthetica. Indien
nodig kunnen doseringsaanpassingen of tijdelijk staken van de behandeling worden overwogen.
Met het oog op de farmacodynamische effecten en mogelijke additieve effecten dient rivastigmine niet
gelijktijdig gegeven te worden met andere cholinomimetische middelen. Rivastigmine zou de activiteit
van anticholinerge geneesmiddelen (b.v. oxybutynine, tolterodine) kunnen beïnvloeden.
Additieve effecten die leiden tot bradycardie (wat kan resulteren in syncope) zijn gemeld bij
Bradycardie is een risicofactor voor het optreden van torsade de pointes; daarom dient het combineren
van rivastigmine met geneesmiddelen die torsade de pointes induceren, zoals antipsychotica, d.w.z.
bepaalde fenothiazinen (chloorpromazine, levomepromazine), benzamiden (sulpiride, sultopride,
amisulpride, tiapride, veralipride), pimozide, haloperidol, droperidol, cisapride, citalopram, difemanil,
erytromycine IV, halofantrine, mizolastine, methadon, pentamidine en moxifloxacine, onder
zorgvuldig toezicht te gebeuren waarbij ook klinische monitoring (ECG) vereist kan zijn.
Er werd geen farmacokinetische interactie waargenomen tussen rivastigmine en digoxine, warfarine,
diazepam of fluoxetine in studies bij gezonde vrijwilligers. De verlenging van de protrombinetijd
geïnduceerd door warfarine wordt niet beïnvloed door de toediening van rivastigmine. Er werden geen
ongunstige effecten op de cardiale geleiding waargenomen na gelijktijdige toediening van digoxine en
rivastigmine.
Gezien het metabolisme van rivastigmine, zijn metabole interacties met andere geneesmiddelen niet
waarschijnlijk, hoewel het butyrylcholinesterase gemedieerde metabolisme van andere middelen zou
kunnen remmen.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bij drachtige dieren passeerde rivastigmine/metabolieten de placenta. Het is niet bekend of dit ook bij
mensen gebeurt. Er zijn geen klinische gegevens over gevallen van gebruik tijdens de zwangerschap
voorhanden. Bij peri-/postnatale studies bij ratten werd een verlengde drachttijd gezien. Rivastigmine
dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
Borstvoeding
Bij dieren wordt rivastigmine uitgescheiden in de melk. Het is niet bekend of rivastigmine bij de mens
wordt uitgescheiden in de moedermelk. Daarom mogen vrouwen die met rivastigmine worden
behandeld geen borstvoeding geven.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen nadelige effecten waargenomen op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij
ratten (zie rubriek 5.3). De effecten van rivastigmine op de vruchtbaarheid bij de mens zijn niet
bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
De ziekte van Alzheimer kan een geleidelijke vermindering van de rijvaardigheid veroorzaken of het
vermogen om machines te gebruiken in gevaar brengen. Tevens kan rivastigmine duizeligheid en
slaperigheid induceren, voornamelijk bij de start van de behandeling of bij een dosisverhoging. Als
gevolg hiervan heeft rivastigmine geringe of matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Daarom dient de behandelende arts routinematig te evalueren of patiënten
met dementie bij gebruik van rivastigmine in staat zijn om auto te blijven rijden of ingewikkelde
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn gastrointestinale bijwerkingen met inbegrip van
misselijkheid (38%) en braken (23%), met name tijdens titratie. Vrouwelijke patiënten in klinische
studies waren gevoeliger voor gastrointestinale bijwerkingen en gewichtsverlies dan mannelijke
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen in Tabel 1 en Tabel 2 zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklassen volgens MedDRA
en frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd, gebruikmakend van de volgende afspraak: zeer vaak
(1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden
(<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De volgende bijwerkingen in Tabel 1 komen voort uit de behandeling met rivastigmine van patiënten
met dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Tabel 1
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer zelden
Urineweginfecties
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak
Anorexie
Vaak
Verminderde eetlust
Niet bekend
Dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Nachtmerries
Vaak
Agitatie
Vaak
Verwarring
Vaak
Angst
Soms
Slapeloosheid
Soms
Depressie
Zeer zelden
Hallucinaties
Niet bekend
Agressie, rusteloosheid
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Duizeligheid
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Slaperigheid
Vaak
Tremor
Soms
Syncope
Zelden
Epileptische aanvallen
Zeer zelden
Extrapiramidale symptomen (inclusief verergering van
ziekte van Parkinson)
Hartaandoeningen
Zelden
Angina pectoris
Zeer zelden
Hartaritmieën (b.v. bradycardie, atrioventriculair blok,
atriumfibrilleren en tachycardie)
Niet bekend
Sick sinus syndroom
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden
Hypertensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Zeer vaak
Braken
Zeer vaak
Diarree
Vaak
Buikpijn en dyspepsie
Zelden
Maag- en darmulceraties
Zeer zelden
Gastrointestinale bloedingen
Zeer zelden
Pancreatitis
Niet bekend
Enkele gevallen van ernstig braken werden geassocieerd
met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.4)
Lever- en galaandoeningen
Soms
Verhoogde leverfunctietesten
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Zelden
Huiduitslag
Niet bekend
Pruritus, allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Malaise
Soms
Vallen
Onderzoeken
Vaak
Gewichtsverlies
Tabel 2 geeft de bijwerkingen weer die gemeld zijn gedurende klinische studies die uitgevoerd zijn bij
patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, behandeld met rivastigmine
capsules.
Tabel 2
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Verminderde eetlust
Vaak
Dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Slapeloosheid
Vaak
Bezorgdheid
Vaak
Rusteloosheid
Vaak
Hallucinatie, visueel
Vaak
Depressie
Niet bekend
Agressie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Tremor
Vaak
Duizeligheid
Vaak
Slaperigheid
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Ziekte van Parkinson (verergering)
Vaak
Bradykinesie
Vaak
Dyskinesie
Vaak
Hypokinesie
Vaak
Tandradfenomeen
Soms
Dystonie
Hartaandoeningen
Vaak
Bradycardie
Soms
Atriumfibrilleren
Soms
Atrioventriculair blok
Niet bekend
Sick sinus syndroom
Bloedvataandoeningen
Vaak
Hypertensie
Soms
Hypotensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Zeer vaak
Braken
Vaak
Diarree
Vaak
Buikpijn en dyspepsie
Vaak
Speekselhypersecretie
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Niet bekend
Allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak
Vallen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Loopastoornis
Vaak
Parkinsonloop
Tabel 3 vermeldt het aantal en percentage patiënten uit de specifieke klinische studie van 24 weken
uitgevoerd met Nimvastid bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson met
Voorafgedefinieerde bijwerkingen die een verergering van de parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen.
Tabel 3
Voorafgedefinieerde bijwerkingen, die een
Rivastigmine
Placebo
verergering van parkinsonsymptomen kunnen
n (%)
n (%)
weerspiegelen bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson
Totaal aantal patiënten bestudeerd
362 (100)
179 (100)
Totaal aantal patiënten met Voorafgedefinieerde
99 (27,3)
28 (15,6)
bijwerkingen
Tremor
37 (10,2)
7 (3,9)
Vallen
21 (5,8)
11 (6,1)
Ziekte van Parkinson (verergering)
12 (3,3)
2 (1,1)
Speekselhypersecretie
5 (1,4)
0
Dyskinesie
5 (1,4)
1 (0,6)
Parkinsonisme
8 (2,2)
1 (0,6)
Hypokinesie
1 (0,3)
0
Bewegingsstoornis
1 (0,3)
0
Bradykinesie
9 (2,5)
3 (1,7)
Dystonie
3 (0,8)
1 (0,6)
Loopstoornis
5 (1,4)
0
Spierstijfheid
1 (0,3)
0
Balansstoornis
3 (0,8)
2 (1,1)
Skeletspierstijfheid
3 (0,8)
0
Stijfheid
1 (0,3)
0
Motoriekstoornissen
1 (0,3)
0
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Symptomen
De meeste gevallen van onopzettelijke overdosering zijn niet geassocieerd met enige klinische tekenen
of symptomen en bijna alle betreffende patiënten zetten de behandeling met rivastigmine 24 uur na de
overdosering voort.
In meer ernstige gevallen kunnen zich nicotine-achtige effecten ontwikkelen, zoals spierzwakte,
fasciculaties, toevallen en respiratoir arrest met een mogelijk fatale afloop.
Er zijn ook postmarketingmeldingen van duizeligheid, tremor, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hypertensie, hallucinaties en malaise.
Behandeling
Aangezien rivastigmine een plasmahalfwaardetijd heeft van ongeveer 1 uur en een
acetylcholinesterasremmingsduur heeft van ongeveer 9 uur, wordt aangeraden om in gevallen van
asymptomatische overdosering gedurende de volgende 24 uur geen verdere dosis van rivastigmine toe
te dienen. Bij een overdosering die gepaard gaat met ernstige misselijkheid en braken dient het gebruik
van anti-emetica overwogen te worden. Symptomatische behandeling van andere ongewenste effecten
dient gegeven te worden indien dit noodzakelijk geacht wordt.
Bij een massale overdosering kan atropine gebruikt worden. Een initiële dosis van 0,03 mg/kg
intraveneus atropinesulfaat wordt aanbevolen, gevolgd door doses gebaseerd op de klinische respons.
Het gebruik van scopolamine als antidotum wordt niet aanbevolen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: psychoanaleptica, anticholinesterases, ATC-code: N06DA03.
Rivastigmine is een acetyl- en butyrylcholinesteraseremmer van het carbamaat-type, waarvan wordt
verondersteld dat het de cholinerge neurotransmissie vergemakkelijkt door het vertragen van de
afbraak van acetylcholine, dat vrijkomt uit functioneel intacte cholinerge neuronen. Rivastigmine kan
daarom een verbeterend effect hebben op cholinerg-gemedieerde cognitieve gebreken bij dementie,
die geassocieerd worden met de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson.
Rivastigmine reageert met de doelenzymen door de vorming van een covalent gebonden complex,
waardoor de enzymen tijdelijk worden geïnactiveerd. Een orale dosis van 3 mg verlaagt bij gezonde
jonge mannen de acetylcholinesterase (AChE) activiteit in de liquor cerebrospinalis met circa 40%
binnen de eerste 1,5 uur na toediening. De activiteit van het enzym keert ongeveer 9 uur nadat het
maximaal remmend effect werd bereikt weer terug naar de basiswaarde. Bij patiënten met de ziekte
van Alzheimer is de remming van AChE door rivastigmine in de liquor cerebrospinalis
dosisafhankelijk en dit tot de hoogst geteste dosis, zijnde 6 mg tweemaal daags. Remming van
butyrylcholinesterase activiteit in de liquor cerebrospinalis bij 14 Alzheimer patiënten behandeld met
rivastigmine was vergelijkbaar met die van AChE.
Klinische studies bij dementie bij de ziekte van Alzheimer
De werkzaamheid van rivastigmine is aangetoond door gebruik te maken van drie onafhankelijke
domeinspecifieke bepalingsmethoden die periodiek uitgevoerd werden gedurende de 6 maanden
durende behandelingsperioden. Deze bepalingsmethoden omvatten de ADAS-Cog (Alzheimer's
Disease Assessment Scale ­ Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie), de
CIBIC-Plus (Clinician's Interview Based Impression of Change-Plus, een uitgebreid globaal
onderzoek van de patiënt door de arts, daarbij rekening houdend met informatie die door de verzorger
wordt gegeven), en de PDS (Progressive Deterioration Scale, een door de verzorger vastgestelde
evaluatie van het vermogen van de patiënt om activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren,
waaronder persoonlijke hygiëne, eten, aankleden, huishoudelijke taken zoals boodschappen doen, de
De bestudeerde patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10­24.
De resultaten van twee studies met flexibele dosering van de drie belangrijke 26-weken durende
multicenter studies van patiënten met lichte tot matige ernstige vormen van de ziekte van Alzheimer,
die een klinisch relevante respons vertoonden, zijn samengevoegd en hieronder weergegeven in Tabel
4. Klinisch relevante verbetering was in deze studies a priori gedefinieerd als minstens een verbetering
van 4 punten op de ADAS-Cog, een verbetering op de CIBIC-Plus, of minstens een verbetering van
10% op de PDS.
Verder wordt in dezelfde tabel een post-hoc definitie gegeven voor respons. De secundaire definitie
van respons vereiste een verbetering van 4 punten of meer op de ADAS-Cog, geen verslechtering op
de CIBIC-Plus, en geen verslechtering op de PDS. De gemiddelde werkelijke dagelijkse dosering voor
de patiënten die reageerden in de 6­12 mg groep, overeenkomend met deze definitie, was 9,3 mg. Het
is belangrijk op te merken dat de schalen die gebruikt zijn bij deze indicatie variëren en dat directe
vergelijkingen van de resultaten met andere therapeutische middelen niet opgaan.
Tabel 4
Patiënten met een significante klinische respons (%)
ITT
LOCF
Mate van respons
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo
6-12 mg
6-12 mg
N=473
N=472
N=379
N=444
ADAS-Cog: verbetering
21***
12
25***
12
met minstens 4 punten
CIBIC-Plus: verbetering
29***
18
32***
19
PDS: verbetering met
26***
17
30***
18
minstens 10%
Minstens 4 punten
10*
6
12**
6
verbetering op de ADAS-
Cog en geen verslechtering
op de CIBIC-Plus en PDS
*p<0,05, **p<0,01, ***p<0,001
ITT: Intent-To-Treat; lOCF: last Observation Carried Forward
Klinische studies bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson
De werkzaamheid van rivastigmine bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson is
aangetoond in een 24-weken durende, multicenter, dubbelblinde, placebogecontroleerde hoofdstudie
en de daarop volgende 24-weken durende, open-label extensiefase. De in deze studie geïncludeerde
patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10­24. Werkzaamheid is
aangetoond door gebruik te maken van twee onafhankelijke schalen, die werden geanalyseerd op vaste
intervallen gedurende de 6-maanden durende behandelingsperiode, zoals weergegeven in Tabel 5
hieronder: de ADAS-Cog, een maat voor cognitie en de allesomvattende maatstaf ADCS-CGIC
(Alzheimer's Disease Cooperative Study-Clinician's Global Impression of Change).
Tabel 5
Dementie geassocieerd
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADCS-CGIC
ADCS-CGIC
met de ziekte van
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo
Parkinson
(n=329)
(n=161)
(n=329)
(n=165)
Gemiddelde baseline ± SD
23,8 ± 10,2
24,3 ± 10,5
n/a
n/a
Gemiddelde verandering
2,1 ± 8,2
-0,7 ± 7,5
3,8 ± 1,4
4,3 ± 1,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
2,881
n/a
p-waarde t.o.v. placebo
<0,0011
0,0072
ITT - lOCF populatie
(n=287)
(n=154)
(n=289)
(n=158)
Gemiddelde baseline ± SD
24,0 ± 10,3
24,5 ± 10,6
n/a
n/a
Gemiddelde verandering
2,5 ± 8,4
-0,8 ± 7,5
3,7 ± 1,4
4,3 ± 1,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast
3,541
n/a
behandelingsverschil
<0,0011
<0,0012
p-waarde t.o.v. placebo
1 Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en baseline ADAS-Cog als covariante.
Een positieve verandering wijst op verbetering.
² Gemakshalve worden gemiddelde data getoond, categoriale analyse uitgevoerd met de van Elteren
test
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs; lOCF: last Observation Carried Forward
Alhoewel een behandelingseffect is aangetoond in de gehele studiepopulatie, suggereren de gegevens
een groter behandelingseffect ten opzichte van placebo in de subgroep van patiënten met matige
dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson. Evenzo werd er een groter behandelingseffect
waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie Tabel 6).
Tabel 6
Dementie geassocieerd
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADAS-Cog
met de ziekte van
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo
Parkinson
Patiënten met visuele
Patiënten zonder visuele
hallucinaties
hallucinaties
ITT + RDO populatie
(n=107)
(n=60)
(n=220)
(n=101)
Gemiddelde baseline ± SD
25,4 ± 9,9
27,4 ± 10,4
23,1 ± 10,4
22,5 ± 10,1
Gemiddelde verandering
1,0 ± 9,2
-2,1 ± 8,3
2,6 ± 7,6
0,1 ± 6,9
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
4,271
2,091
p-waarde t.o.v. placebo
0,0021
0,0151
Patiënten met matige
Patiënten met lichte
dementie (MMSE 10-17)
dementie (MMSE 18-24)
ITT + RDO populatie
(n=87)
(n=44)
(n=237)
(n=115)
Gemiddelde baseline ± SD
32,6 ± 10,4
33,7 ± 10,3
20,6 ± 7,9
20,7 ± 7,9
Gemiddelde verandering
2,6 ± 9,4
-1,8 ± 7,2
1,9 ± 7,7
-0,2 ± 7,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
4,731
2,141
p-waarde t.o.v. placebo
0,0101
1 Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en baseline ADAS-Cog als covariante.
Een positieve verandering wijst op verbetering.
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met rivastigmine in alle subgroepen van pediatrische
patiënten voor de behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer en van dementie bij patiënten
met de idiopatische ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Rivastigmine wordt snel en volledig geabsorbeerd. Maximale plasmaconcentraties worden binnen
ongeveer 1 uur bereikt. Als gevolg van de interactie van rivastigmine met het doelenzym is de
toename in de biologische beschikbaarheid circa 1,5 maal hoger dan verwacht wordt op basis van de
toename in de dosis. De absolute biologische beschikbaarheid na een dosis van 3 mg bedraagt circa
36%±13%. Toediening van rivastigmine met voedsel vertraagt de absorptie (tmax) met 90 min en
verlaagt de Cmax en doet de AUC toenemen met ongeveer 30%.
Distributie
Eiwitbinding van rivastigmine is ongeveer 40%. Het gaat gemakkelijk door de bloed-hersenbarrière en
heeft een schijnbaar verdelingsvolume variërend van 1,8­2,7 l/kg.
Biotransformatie
Rivastigmine wordt snel en uitgebreid gemetaboliseerd (halfwaardetijd in plasma circa 1 uur),
voornamelijk via cholinesterasegemedieerde hydrolyse tot de gedecarbamylateerde metaboliet. In vitro
vertoont deze metaboliet een minimale remming van acetylcholinesterase (<10%).
Gebaseerd op in-vitro-studies wordt er geen farmacokinetische interactie verwacht met
geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door de volgende cytochroom isoenzymen: CYP1A2,
CYP2D6, CYP3A4/5, CYP2E1, CYP2C9, CYP2C8, CYP2C19, of CYP2B6. Gebaseerd op het bewijs
van dierexperimentele studies zijn de belangrijkste cytochroom P450 isoenzymen minimaal betrokken
bij de metabolisatie van rivastigmine. De totale plasmaklaring van rivastigmine was ongeveer
130 l/uur na een intraveneuze dosis van 0,2 mg en verminderde tot 70 l/uur na een intraveneuze dosis
van 2,7 mg.
Eliminatie
Onveranderd rivastigmine wordt niet in de urine aangetroffen; renale excretie van de metabolieten is
de belangrijkste eliminatieroute. Na toediening van C14-rivastigmine, was de renale eliminatie snel en
vrijwel volledig (>90%) binnen 24 uur. Minder dan 1% van de toegediende dosis wordt in de faeces
uitgescheiden. Er vindt geen accumulatie van rivastigmine of van de gedecarbamylateerde metaboliet
plaats bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.
Een analyse van de populatiefarmacokinetiek liet zien dat het gebruik van nicotine leidt tot een stijging
van de orale klaring van rivastigmine met 23% bij patiënten met de ziekte van Alzheimer (n=75 rokers
en 549 niet-rokers) na inname van rivastigmine capsules bij doseringen tot 12 mg/dag.
Ouderen
Hoewel de biologische beschikbaarheid van rivastigmine hoger is bij ouderen dan bij jonge gezonde
vrijwilligers, lieten studies bij patiënten met de ziekte van Alzheimer in leeftijd variërend van 50 tot
92 jaar geen verschil zien in de biologische beschikbaarheid met het vorderen van de leeftijd.
Leverinsufficiëntie
De Cmax van rivastigmine was ongeveer 60% hoger en de AUC van rivastigmine was meer dan
tweemaal zo hoog bij personen met lichte tot matige leverinsufficiëntie dan bij gezonde personen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies met betrekking tot de toxiciteit na herhaalde doses bij ratten, muizen en honden leverden
alleen effecten op geassocieerd met een versterkte farmacologische actie. Er werd geen toxiciteit in het
doelorgaan waargenomen. Door de gevoeligheid van de gebruikte diermodellen konden er geen
veiligheidsgrenzen voor blootstelling bij de mens worden bereikt.
Rivastigmine was niet mutageen in een standaardreeks van in-vitro- en in-vivo-testen, behalve in een
onderzoek naar chromosomale afwijkingen in humane perifere lymfocyten bij een dosis van 104 maal
de maximale klinische blootstelling. De in vivo micronucleustest was negatief. Tevens toonde de
belangrijkste metaboliet NAP226-90 geen genotoxisch potentieel.
Er zijn geen aanwijzingen van carcinogeniteit gevonden in studies bij muizen en ratten met de
maximale verdraagbare dosis, hoewel de blootstelling aan rivastigmine en de metabolieten lager was
dan de humane blootstelling. Wanneer deze in overeenstemming gebracht werd met het
lichaamsoppervlak was de blootstelling aan rivastigmine en zijn metabolieten ongeveer gelijk aan de
maximale aanbevolen dosis bij de mens van 12 mg/dag; wanneer men dit echter vergelijkt met de
maximale dosis bij de mens, werd ongeveer het zesvoudige bereikt bij dieren.
Bij dieren passeert rivastigmine de placenta en wordt het uitgescheiden in de moedermelk. Orale
studies bij zwangere ratten en konijnen gaven geen aanwijzing van een teratogeen potentieel van
rivastigmine. In orale studies met mannelijke en vrouwelijke ratten zijn geen nadelige effecten
waargenomen van rivastigmine op de vruchtbaarheid of het voortplantingsvermogen bij ofwel de
oudergeneratie ofwel de nakomelingen.
Een mogelijkheid op lichte oog-/mucosale irritatie werd aangetoond in een studie met konijnen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Capsule inhoud
Microkristallijne cellulose
Hypromellose
Watervrij colloïdaal siliciumdioxide
Magnesiumstearaat
Capsulewand
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Titaandioxide (E171)
IJzeroxide geel (E172)
Gelatine
Nimvastid 3 mg harde capsules
Titaandioxide (E171)
IJzeroxide geel (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
Gelatine
Nimvastid 6 mg harde capsules
Titaandioxide (E171)
IJzeroxide geel (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
Gelatine
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
5 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakking (PVC/PVDC/Al-folie): 14 (alleen voor 1,5 mg), 28, 30, 56, 60 of 112 harde
capsules in een doos.
HDPE container: 200 of 250 harde capsules in een doos.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
14 harde capsules: EU/1/09/525/001
28 harde capsules: EU/1/09/525/002
30 harde capsules: EU/1/09/525/003
56 harde capsules: EU/1/09/525/004
60 harde capsules: EU/1/09/525/005
112 harde capsules: EU/1/09/525/006
200 harde capsules: EU/1/09/525/047
250 harde capsules: EU/1/09/525/007
Nimvastid 3 mg harde capsules
28 harde capsules: EU/1/09/525/008
30 harde capsules: EU/1/09/525/009
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
28 harde capsules: EU/1/09/525/014
30 harde capsules: EU/1/09/525/015
56 harde capsules: EU/1/09/525/016
60 harde capsules: EU/1/09/525/017
112 harde capsules: EU/1/09/525/018
200 harde capsules: EU/1/09/525/049
250 harde capsules: EU/1/09/525/019
Nimvastid 6 mg harde capsules
28 harde capsules: EU/1/09/525/020
30 harde capsules: EU/1/09/525/021
56 harde capsules: EU/1/09/525/022
60 harde capsules: EU/1/09/525/023
112 harde capsules: EU/1/09/525/024
200 harde capsules: EU/1/09/525/050
250 harde capsules: EU/1/09/525/025
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 11 mei 2009
Datum van laatste verlenging: 16 januari 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu).
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 3 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg
rivastigmine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 5,25 µg sorbitol (E420).
Nimvastid 3 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 3 mg
rivastigmine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 10,5 µg sorbitol (E420).
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 4,5 mg
rivastigmine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 15,75 µg sorbitol (E420).
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 6 mg
rivastigmine.
Hulpstof met bekend effect
Elke orodispergeerbare tablet bevat 21 µg sorbitol (E420).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Orodispergeerbare tablet.
De tabletten zijn rond en wit.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij patiënten met idiopatische
ziekte van Parkinson.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Rivastigmine dient tweemaal daags te worden toegediend, bij het ontbijt en de avondmaaltijd.
De Nimvastid orodispergeerbare tablet dient op de tong te worden geplaatst alwaar het snel in het
speeksel uiteenvalt. De tablet kan dan makkelijk worden doorgeslikt. Het is moeilijk de intacte
orodispergeerbare tablet uit mond te verwijderen. Aangezien orodispergeerbare tabletten broos zijn
dienen deze onmiddellijk na het openen van de blisterverpakking ingenomen te worden.
Nimvastid orodispergeerbare tabletten zijn bio-equivalent aan Nimvastid harde capsules, met een
vergelijkbare omvang en snelheid van absorptie.
Nimvastid orodispergeerbare tabletten kunnen gebruikt worden als een alternatief voor Nimvastid
harde capsules.
Startdosis
1,5 mg tweemaal daags.
Dosistitratie
De startdosis is tweemaal daags 1,5 mg. Wanneer deze dosering na minimaal twee weken behandeling
goed verdragen wordt, kan de dosis verhoogd worden tot tweemaal daags 3 mg. Verdere verhogingen
tot 4,5 mg en vervolgens 6 mg tweemaal daags zijn mede afhankelijk van het goed verdragen worden
van de huidige dosis en kunnen worden overwogen na minimaal twee weken behandeling bij die dosis.
Wanneer bijwerkingen (b.v. misselijkheid, braken, buikpijn of verlies van eetlust), gewichtsafname of
een verergering van extrapiramidale symptomen (b.v. tremor) tijdens de behandeling worden
waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, kunnen zij
reageren op het overslaan van één of meerdere doses. Wanneer de bijwerkingen aanhouden, dient de
dagelijkse dosis tijdelijk verminderd te worden tot de voorheen goed verdragen dosis of dient de
behandeling beëindigd te worden.
Onderhoudsdosis
De werkzame dosis is tweemaal daags 3 tot 6 mg Om een maximaal therapeutisch effect te bereiken
dienen patiënten te worden ingesteld op de hoogste door hen goed verdragen dosis. De aanbevolen
maximale dagelijkse dosis is tweemaal daags 6 mg.
De onderhoudsbehandeling kan voortgezet worden zo lang er een therapeutisch voordeel voor de
patiënt bestaat. Daarom dient het klinisch voordeel van rivastigmine regelmatig opnieuw geëvalueerd
te worden, met name bij patiënten die behandeld worden met doseringen lager dan tweemaal daags
3 mg. Indien na 3 maanden onderhoudsbehandeling de mate van achteruitgang van
dementiesymptomen niet positief veranderd is, dient de behandeling beëindigd te worden. Indien er
geen bewijs meer aanwezig is van een therapeutisch effect, dient het stopzetten van de therapie ook
overwogen te worden.
De individuele respons op rivastigmine kan niet voorspeld worden. Er werd echter een groter
behandelingseffect waargenomen bij parkinsonpatiënten met matige dementie. Evenzo werd er een
groter effect waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie rubriek 5.1).
Het effect van de behandeling is niet onderzocht in placebogecontroleerde studies, die langer duurden
dan 6 maanden.
Opnieuw starten van de therapie
Gestoorde nier- of leverfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een licht tot matig gestoorde nier- of leverfunctie.
Echter, gezien de toegenomen blootstelling bij deze populaties, dienen de doseringsaanbevelingen om
te titreren overeenkomstig de individuele verdraagbaarheid nauwgezet te worden opgevolgd, omdat
patiënten met een klinisch significante gestoorde nier- of leverfunctie meer dosisafhankelijke
bijwerkingen zouden kunnen ervaren. Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie zijn niet onderzocht.
Nimvastid orodispergeerbare tabletten kunnen echter worden gebruikt in deze patiëntenpopulatie mits
nauwkeurige controle wordt uitgevoerd (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
Pediatrische patiënten
Er is geen relevante toepassing van Nimvastid bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
4.3
Contra-indicaties
Het gebruik van dit geneesmiddel is gecontra-indiceerd bij patiënten met bekende overgevoeligheid
voor de werkzame stof rivastigmine, voor andere carbamaatderivaten of voor een van de in rubriek 6.1
vermelde hulpstoffen.
Eerdere geschiedenis van reacties op de aanbrengplaats die wijzen op allergische contactdermatitis bij
rivastigmine pleisters (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
De incidentie en ernst van bijwerkingen nemen in het algemeen toe met hogere doseringen. Wanneer
de behandeling langer dan drie dagen is onderbroken, dient deze opnieuw te worden gestart met
1,5 mg tweemaal daags om de kans op bijwerkingen (b.v. braken) te verminderen.
Huidreacties op de aanbrengplaats kunnen voorkomen met rivastigmine pleisters en zijn meestal van
lichte tot matige intensiteit. Deze reacties zijn op zichzelf niet een indicatie van sensibilisering. Echter,
het gebruik van rivastigmine pleisters kan leiden tot allergische contactdermatitis.
Allergische contactdermatitis moet worden vermoed indien reacties op de aanbrengplaats zich
verspreiden buiten de pleistergrootte, als er aanwijzingen zijn van een meer intense lokale reactie
(zoals toename van erytheem, oedeem, papels, blaasjes) en als de symptomen niet significant
verbeteren binnen 48 uur na verwijdering van de pleister. In deze gevallen moet de behandeling
worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten die reacties op de aanbrengplaats krijgen die wijzen op allergische contactdermatitis voor
rivastigmine pleisters en die nog steeds behandeling met rivastigmine nodig hebben, dienen alleen
omgezet te worden op orale rivastigmine na negatieve allergietesten en onder streng medisch toezicht.
Het is mogelijk dat sommige patiënten die gesensibiliseerd geraakt zijn voor rivastigmine door
blootstelling aan rivastigmine pleisters niet in staat zijn om rivastigmine te gebruiken in welke vorm
dan ook.
Er zijn zeldzame postmarketingmeldingen van patiënten die allergische dermatitis (verspreid) ervoeren
bij toediening van rivastigmine, ongeacht de wijze van toediening (oraal, transdermaal). In deze
gevallen moet de behandeling worden stopgezet (zie rubriek 4.3).
Patiënten en verzorgers dienen dienovereenkomstig geïnstrueerd te worden.
Dosistitratie: bijwerkingen (b.v. hypertensie en hallucinaties bij patiënten met Alzheimer dementie en
verergering van extrapiramidale symptomen, in het bijzonder tremor, bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson) zijn waargenomen kort na dosisverhoging. Ze kunnen
Gastrointestinale stoornissen zoals misselijkheid, braken en diarree zijn dosisgerelateerd en kunnen
zich voordoen, in het bijzonder wanneer de behandeling wordt gestart en/of de dosis wordt verhoogd
(zie rubriek 4.8). Deze bijwerkingen komen vaker voor bij vrouwen. Patiënten die klachten of
symptomen vertonen van dehydratie als gevolg van langdurig braken of diarree, kunnen onder
controle worden gehouden door intraveneuze vloeistof toe te dienen en de dosis te verlagen of te
staken, wanneer dit direct opgemerkt en behandeld wordt. Dehydratie kan ernstige gevolgen hebben.
Patiënten met de ziekte van Alzheimer kunnen gewicht verliezen. Cholinesteraseremmers, waaronder
rivastigmine, worden in verband gebracht met gewichtsverlies bij deze patiënten. Het gewicht van de
patiënt dient tijdens de behandeling gecontroleerd te worden.
In geval van ernstig braken geassocieerd met de behandeling met rivastigmine, moet een geschikte
aanpassing van de dosering doorgevoerd worden zoals aanbevolen in rubriek 4.2. Enkele gevallen van
ernstig braken werden geassocieerd met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.8). Zulke gevallen leken
voornamelijk voor te komen na verhoging van de dosis of bij hogere doses rivastigmine.
Rivastigmine kan bradycardie veroorzaken dat een risicofactor is voor het optreden van torsade de
pointes, voornamelijk bij patiënten met risicofactoren. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met
een hoger risico op het ontwikkelen van torsade de pointes; bijvoorbeeld, degenen met
ongecompenseerd hartfalen, een recent myocardinfarct, bradyaritmieën, een predispositie voor
hypokaliëmie of hypomagnesiëmie of bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen waarvan het bekend
is dat ze QT-verlenging en/of torsade de pointes induceren (zie rubrieken 4.5 en 4.8).
Voorzichtigheid is geboden wanneer rivastigmine gebruikt wordt bij patiënten met sick
sinussyndroom of met geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok, atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8).
Rivastigmine kan de maagzuursecretie verhogen. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van
patiënten met actieve maag- of duodenumzweren of patiënten die gepredisponeerd zijn voor dergelijke
aandoeningen.
Cholinesteraseremmers moeten met voorzichtigheid voorgeschreven worden aan patiënten met een
geschiedenis van astma of obstructieve longziekten.
Cholinerge stoffen kunnen urinewegobstructie en convulsies doen ontstaan of verergeren.
Voorzichtigheid wordt aanbevolen bij de behandeling van patiënten met een predispositie voor
dergelijke ziekten.
Het gebruik van rivastigmine door patiënten met ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer of
geassocieerd met de ziekte van Parkinson, andere vormen van dementie of andere vormen van
geheugenfunctiestoornissen (bijvoorbeeld leeftijdgerelateerde cognitieve achteruitgang) zijn niet
onderzocht en gebruik bij deze patiëntenpopulaties wordt daarom niet aanbevolen.
Evenals bij andere cholinomimetica kan rivastigmine extrapiramidale symptomen verergeren of
induceren. Verslechtering (inclusief bradykinesie, dyskinesie, loopstoornis) en een toename in
incidentie of intensiteit van tremor is waargenomen bij patiënten met dementie geassocieerd met de
ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.8). Deze voorvallen hebben in enkele gevallen geleid tot het
beëindigen van de behandeling met rivastigmine (b.v. beëindiging als gevolg van tremor 1,7% met
rivastigmine ten opzichte van 0% met placebo). Klinisch toezicht wordt aanbevolen voor deze
bijwerkingen.
Speciale populaties
Patiënten met een klinisch significant gestoorde nier- of leverfunctie zouden meer bijwerkingen
kunnen ervaren (zie rubrieken 4.2 en 5.2). De doseringsaanbevelingen om te titreren overeenkomstig
de individuele verdraagbaarheid moeten nauwkeurig worden opgevolgd. Patiënten met ernstige
Patiënten met een lichaamsgewicht onder de 50 kg kunnen meer bijwerkingen ervaren en zullen
waarschijnlijk eerder geneigd zijn de behandeling te staken als gevolg van bijwerkingen.
Nimvastid orodispergeerbare tabletten bevat sorbitol (E420)
Er moet rekening worden gehouden met het additieve effect van gelijktijdig toegediende producten die
sorbitol (of fructose) bevatten en inname van sorbitol (of fructose) via de voeding.
Het gehalte aan sorbitol in geneesmiddelen voor oraal gebruik kan invloed hebben op de biologische
beschikbaarheid van gelijktijdig toegediende andere geneesmiddelen voor oraal gebruik.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Als cholinesteraseremmer kan rivastigmine de effecten van succinylcholine-achtige spierrelaxantia
tijdens de anesthesie versterken. Voorzichtigheid is geboden bij de keuze van anesthetica. Indien
nodig kunnen doseringsaanpassingen of tijdelijk staken van de behandeling worden overwogen.
Met het oog op de farmacodynamische effecten en mogelijke additieve effecten dient rivastigmine niet
gelijktijdig gegeven te worden met andere cholinomimetische middelen. Rivastigmine zou de activiteit
van anticholinerge geneesmiddelen (b.v. oxybutynine, tolterodine) kunnen beïnvloeden.
Additieve effecten die leiden tot bradycardie (wat kan resulteren in syncope) zijn gemeld bij
gelijktijdig gebruik van verschillende bètablokkers (waaronder atenolol) en rivastigmine. Het hoogste
risico is te verwachten met cardiovasculaire bètablokkers, maar er zijn ook meldingen geweest bij
patiënten die andere bètablokkers gebruikten. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van
rivastigmine in combinatie met bètablokkers en ook met andere middelen die bradycardie veroorzaken
(b.v. klasse III-antiaritmica, calciumkanaalantagonisten, digitalisglycosiden, pilocarpine).
Bradycardie is een risicofactor voor het optreden van torsade de pointes; daarom dient het combineren
van rivastigmine met geneesmiddelen die torsade de pointes induceren, zoals antipsychotica, d.w.z.
bepaalde fenothiazinen (chloorpromazine, levomepromazine), benzamiden (sulpiride, sultopride,
amisulpride, tiapride, veralipride), pimozide, haloperidol, droperidol, cisapride, citalopram, difemanil,
erytromycine IV, halofantrine, mizolastine, methadon, pentamidine en moxifloxacine, onder
zorgvuldig toezicht te gebeuren waarbij ook klinische monitoring (ECG) vereist kan zijn.
Er werd geen farmacokinetische interactie waargenomen tussen rivastigmine en digoxine, warfarine,
diazepam of fluoxetine in studies bij gezonde vrijwilligers. De verlenging van de protrombinetijd
geïnduceerd door warfarine wordt niet beïnvloed door de toediening van rivastigmine. Er werden geen
ongunstige effecten op de cardiale geleiding waargenomen na gelijktijdige toediening van digoxine en
rivastigmine.
Gezien het metabolisme van rivastigmine, zijn metabole interacties met andere geneesmiddelen niet
waarschijnlijk, hoewel het butyrylcholinesterase gemedieerde metabolisme van andere middelen
geremd zou kunnen worden.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Bij drachtige dieren passeerde rivastigmine/metabolieten de placenta. Het is niet bekend of dit ook bij
mensen gebeurt. Er zijn geen klinische gegevens over gevallen van gebruik tijdens de zwangerschap
voorhanden. Bij peri-/postnatale studies bij ratten werd een verlengde drachttijd gezien. Rivastigmine
dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk.
Borstvoeding
Bij dieren wordt rivastigmine uitgescheiden in de melk. Het is niet bekend of rivastigmine bij de mens
wordt uitgescheiden in de moedermelk. Daarom mogen vrouwen die met rivastigmine worden
behandeld geen borstvoeding geven.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
De ziekte van Alzheimer kan een geleidelijke vermindering van de rijvaardigheid veroorzaken of het
vermogen om machines te gebruiken in gevaar brengen. Tevens kan rivastigmine duizeligheid en
slaperigheid induceren, voornamelijk bij de start van de behandeling of bij een dosisverhoging. Als
gevolg hiervan heeft rivastigmine geringe of matige invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen
om machines te bedienen. Daarom dient de behandelende arts routinematig te evalueren of patiënten
met dementie bij gebruik van rivastigmine in staat zijn om auto te blijven rijden of ingewikkelde
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn gastrointestinale bijwerkingen met inbegrip van
misselijkheid (38%) en braken (23%), met name tijdens titratie. Vrouwelijke patiënten in klinische
studies waren gevoeliger voor gastrointestinale bijwerkingen en gewichtsverlies dan mannelijke
patiënten.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
Bijwerkingen in Tabel 1 en Tabel 2 zijn gerangschikt naar systeem/orgaanklassen volgens MedDRA
en frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd, gebruikmakend van de volgende afspraak: zeer vaak
(1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1.000, <1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden
(<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De volgende bijwerkingen in Tabel 1 komen voort uit de behandeling met rivastigmine van patiënten
met dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Tabel 1
Infecties en parasitaire aandoeningen
Zeer zelden
Urineweginfecties
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer vaak
Anorexie
Vaak
Verminderde eetlust
Niet bekend
Dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Nachtmerries
Vaak
Agitatie
Vaak
Verwarring
Vaak
Angst
Soms
Slapeloosheid
Soms
Depressie
Zeer zelden
Hallucinaties
Niet bekend
Agressie, rusteloosheid
Duizeligheid
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Slaperigheid
Vaak
Tremor
Soms
Syncope
Zelden
Epileptische aanvallen
Zeer zelden
Extrapiramidale symptomen (inclusief verergering van
ziekte van Parkinson)
Hartaandoeningen
Zelden
Angina pectoris
Zeer zelden
Hartaritmieën (b.v. bradycardie, atrioventriculair blok,
atriumfibrilleren en tachycardie)
Niet bekend
Sick sinus syndroom
Bloedvataandoeningen
Zeer zelden
Hypertensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Zeer vaak
Braken
Zeer vaak
Diarree
Vaak
Buikpijn en dyspepsie
Zelden
Maag- en darmulceraties
Zeer zelden
Gastrointestinale bloedingen
Zeer zelden
Pancreatitis
Niet bekend
Enkele gevallen van ernstig braken werden geassocieerd
met oesofagusruptuur (zie rubriek 4.4)
Lever- en galaandoeningen
Soms
Verhoogde leverfunctietesten
Niet bekend
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Zelden
Huiduitslag
Niet bekend
Pruritus, allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Malaise
Soms
Vallen
Onderzoeken
Vaak
Gewichtsverlies
Tabel 2 geeft de bijwerkingen weer die gemeld zijn gedurende klinische studies die uitgevoerd zijn bij
patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson, behandeld met rivastigmine
capsules.
Tabel 2
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Vaak
Verminderde eetlust
Vaak
Dehydratie
Psychische stoornissen
Vaak
Slapeloosheid
Vaak
Bezorgdheid
Vaak
Rusteloosheid
Vaak
Hallucinatie, visueel
Depressie
Niet bekend
Agressie
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Tremor
Vaak
Duizeligheid
Vaak
Slaperigheid
Vaak
Hoofdpijn
Vaak
Ziekte van Parkinson (verergering)
Vaak
Bradykinesie
Vaak
Dyskinesie
Vaak
Hypokinesie
Vaak
Tandradfenomeen
Soms
Dystonie
Hartaandoeningen
Vaak
Bradycardie
Soms
Atriumfibrilleren
Soms
Atrioventriculair blok
Niet bekend
Sick sinus syndroom
Bloedvataandoeningen
Vaak
Hypertensie
Soms
Hypotensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak
Misselijkheid
Zeer vaak
Braken
Vaak
Diarree
Vaak
Buikpijn en dyspepsie
Vaak
Speekselhypersecretie
Lever- en galaandoeningen
Niet bekend
Hepatitis
Huid- en onderhuidaandoeningen
Vaak
Hyperhidrose
Niet bekend
Allergische dermatitis (verspreid)
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Zeer vaak
Vallen
Vaak
Vermoeidheid en asthenie
Vaak
Loopastoornis
Vaak
Parkinsonloop
Tabel 3 vermeldt het aantal en percentage patiënten uit de specifieke klinische studie van 24 weken
uitgevoerd met Nimvastid bij patiënten met dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson met
Voorafgedefinieerde bijwerkingen die een verergering van de parkinsonsymptomen kunnen
weerspiegelen.
Tabel 3
Voorafgedefinieerde bijwerkingen, die een
Rivastigmine
Placebo
verergering van parkinsonsymptomen kunnen
n (%)
n (%)
weerspiegelen bij patiënten met dementie
geassocieerd met de ziekte van Parkinson
Totaal aantal patiënten bestudeerd
362 (100)
179 (100)
Totaal aantal patiënten met Voorafgedefinieerde
99 (27,3)
28 (15,6)
bijwerkingen
37 (10,2)
7 (3,9)
Vallen
21 (5,8)
11 (6,1)
Ziekte van Parkinson (verergering)
12 (3,3)
2 (1,1)
Speekselhypersecretie
5 (1,4)
0
Dyskinesie
5 (1,4)
1 (0,6)
Parkinsonisme
8 (2,2)
1 (0,6)
Hypokinesie
1 (0,3)
0
Bewegingsstoornis
1 (0,3)
0
Bradykinesie
9 (2,5)
3 (1,7)
Dystonie
3 (0,8)
1 (0,6)
Loopstoornis
5 (1,4)
0
Spierstijfheid
1 (0,3)
0
Balansstoornis
3 (0,8)
2 (1,1)
Skeletspierstijfheid
3 (0,8)
0
Stijfheid
1 (0,3)
0
Motoriekstoornissen
1 (0,3)
0
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Symptomen
De meeste gevallen van onopzettelijke overdosering zijn niet geassocieerd met enige klinische tekenen
of symptomen en bijna alle betreffende patiënten zetten de behandeling met rivastigmine 24 uur na de
overdosering voort.
Cholinerge toxiciteit is gemeld met muscarine-achtige symptomen die waargenomen zijn bij matig
ernstige vergiftigingen, zoals miose, blozen, spijsverteringsstoornissen waaronder buikpijn,
misselijkheid, overgeven en diarree, bradycardie, bronchospasmen en toename van bronchiale
secreties, hyperhidrose en urine en/of fecale incontinentie, tranenvloed, hypotensie en
speekselhypersecretie.
In meer ernstige gevallen kunnen zich nicotine-achtige effecten ontwikkelen, zoals spierzwakte,
fasciculaties, toevallen en respiratoir arrest met een mogelijk fatale afloop.
Er zijn ook postmarketingmeldingen van duizeligheid, tremor, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hypertensie, hallucinaties en malaise.
Behandeling
Aangezien rivastigmine een plasmahalfwaardetijd heeft van ongeveer 1 uur en een
acetylcholinesterasremmingsduur heeft van ongeveer 9 uur, wordt aangeraden om in gevallen van
asymptomatische overdosering gedurende de volgende 24 uur geen verdere dosis van rivastigmine toe
te dienen. Bij een overdosering die gepaard gaat met ernstige misselijkheid en braken dient het gebruik
van anti-emetica overwogen te worden. Symptomatische behandeling van andere ongewenste effecten
dient gegeven te worden indien dit noodzakelijk geacht wordt.
Bij een massale overdosering kan atropine gebruikt worden. Een initiële dosis van 0,03 mg/kg
intraveneus atropinesulfaat wordt aanbevolen, gevolgd door doses gebaseerd op de klinische respons.
Het gebruik van scopolamine als antidotum wordt niet aanbevolen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacotherapeutische categorie: psychoanaleptica, anticholinesterases, ATC-code: N06DA03.
Rivastigmine is een acetyl- en butyrylcholinesteraseremmer van het carbamaat-type, waarvan wordt
verondersteld dat het de cholinerge neurotransmissie vergemakkelijkt door het vertragen van de
afbraak van acetylcholine, dat vrijkomt uit functioneel intacte cholinerge neuronen. Rivastigmine kan
daarom een verbeterend effect hebben op cholinerg-gemedieerde cognitieve gebreken bij dementie,
die geassocieerd worden met de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson.
Rivastigmine reageert met de doelenzymen door de vorming van een covalent gebonden complex,
waardoor de enzymen tijdelijk worden geïnactiveerd. Een orale dosis van 3 mg verlaagt bij gezonde
jonge mannen de acetylcholinesterase (AChE) activiteit in de liquor cerebrospinalis met circa 40%
binnen de eerste 1,5 uur na toediening. De activiteit van het enzym keert ongeveer 9 uur nadat het
maximaal remmend effect werd bereikt weer terug naar de basiswaarde. Bij patiënten met de ziekte
van Alzheimer is de remming van AChE door rivastigmine in de liquor cerebrospinalis
dosisafhankelijk en dit tot de hoogst geteste dosis, zijnde 6 mg tweemaal daags. Remming van
butyrylcholinesterase activiteit in de liquor cerebrospinalis bij 14 Alzheimer patiënten behandeld met
rivastigmine was vergelijkbaar met die van AChE.
Klinische studies bij dementie bij de ziekte van Alzheimer
De werkzaamheid van rivastigmine is aangetoond door gebruik te maken van drie onafhankelijke
domeinspecifieke bepalingsmethoden die periodiek uitgevoerd werden gedurende de 6 maanden
durende behandelingsperioden. Deze bepalingsmethoden omvatten de ADAS-Cog (Alzheimer's
Disease Assessment Scale ­ Cognitive subscale, een prestatiegerichte meting van de cognitie), de
CIBIC-Plus (Clinician's Interview Based Impression of Change-Plus, een uitgebreid globaal
onderzoek van de patiënt door de arts, daarbij rekening houdend met informatie die door de verzorger
wordt gegeven), en de PDS (Progressive Deterioration Scale, een door de verzorger vastgestelde
evaluatie van het vermogen van de patiënt om activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren,
waaronder persoonlijke hygiëne, eten, aankleden, huishoudelijke taken zoals boodschappen doen, de
mogelijkheid zichzelf te oriënteren ten opzichte van de omgeving alsmede de betrokkenheid bij
financiële zaken enz.).
De bestudeerde patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10­24.
De resultaten van twee studies met flexibele dosering van de drie belangrijke 26-weken durende
multicenter studies van patiënten met lichte tot matige ernstige vormen van de ziekte van Alzheimer,
die een klinisch relevante respons vertoonden, zijn samengevoegd en hieronder weergegeven in Tabel
4. Klinisch relevante verbetering was in deze studies a priori gedefinieerd als minstens een verbetering
van 4 punten op de ADAS-Cog, een verbetering op de CIBIC-Plus, of minstens een verbetering van
10% op de PDS.
Verder wordt in dezelfde tabel een post-hoc definitie gegeven voor respons. De secundaire definitie
van respons vereiste een verbetering van 4 punten of meer op de ADAS-Cog, geen verslechtering op
de CIBIC-Plus, en geen verslechtering op de PDS. De gemiddelde werkelijke dagelijkse dosering voor
de patiënten die reageerden in de 6­12 mg groep, overeenkomend met deze definitie, was 9,3 mg. Het
is belangrijk op te merken dat de schalen die gebruikt zijn bij deze indicatie variëren en dat directe
vergelijkingen van de resultaten met andere therapeutische middelen niet opgaan.
Tabel 4
Patiënten met een significante klinische respons (%)
ITT
LOCF
Mate van respons
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo
6-12 mg
6-12 mg
N=473
N=472
N=379
N=444
21***
12
25***
12
met minstens 4 punten
CIBIC-Plus: verbetering
29***
18
32***
19
PDS: verbetering met
26***
17
30***
18
minstens 10%
Minstens 4 punten
10*
6
12**
6
verbetering op de ADAS-
Cog en geen verslechtering
op de CIBIC-Plus en PDS
*p<0,05, **p<0,01, ***p<0,001
ITT: Intent-To-Treat; lOCF: last Observation Carried Forward
Klinische studies bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson
De werkzaamheid van rivastigmine bij dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson is
aangetoond in een 24-weken durende, multicenter, dubbelblinde, placebogecontroleerde hoofdstudie
en de daarop volgende 24-weken durende, open-label extensiefase. De in deze studie geïncludeerde
patiënten hadden een MMSE (Mini-Mental State Examination) score van 10­24. Werkzaamheid is
aangetoond door gebruik te maken van twee onafhankelijke schalen, die werden geanalyseerd op vaste
intervallen gedurende de 6-maanden durende behandelingsperiode, zoals weergegeven in Tabel 5
hieronder: de ADAS-Cog, een maat voor cognitie en de allesomvattende maatstaf ADCS-CGIC
(Alzheimer's Disease Cooperative Study-Clinician's Global Impression of Change).
Tabel 5
Dementie geassocieerd
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADCS-CGIC
ADCS-CGIC
met de ziekte van
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo
Parkinson
ITT + RDO populatie

(n=329)
(n=161)
(n=329)
(n=165)
Gemiddelde baseline ± SD
23,8 ± 10,2
24,3 ± 10,5
n/a
n/a
Gemiddelde verandering
2,1 ± 8,2
-0,7 ± 7,5
3,8 ± 1,4
4,3 ± 1,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
2,881
n/a
p-waarde t.o.v. placebo
<0,0011
0,0072
ITT - lOCF populatie
(n=287)
(n=154)
(n=289)
(n=158)
Gemiddelde baseline ± SD
24,0 ± 10,3
24,5 ± 10,6
n/a
n/a
Gemiddelde verandering
2,5 ± 8,4
-0,8 ± 7,5
3,7 ± 1,4
4,3 ± 1,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast
3,541
n/a
behandelingsverschil
<0,0011
<0,0012
p-waarde t.o.v. placebo
1 Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en baseline ADAS-Cog als covariante.
Een positieve verandering wijst op verbetering.
2 Gemakshalve worden gemiddelde data getoond, categoriale analyse uitgevoerd met de van Elteren
test
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs; lOCF: last Observation Carried Forward
Alhoewel een behandelingseffect is aangetoond in de gehele studiepopulatie, suggereren de gegevens
een groter behandelingseffect ten opzichte van placebo in de subgroep van patiënten met matige
dementie geassocieerd met de ziekte van Parkinson. Evenzo werd er een groter behandelingseffect
waargenomen bij parkinsonpatiënten met visuele hallucinaties (zie Tabel 6).
Dementie geassocieerd
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADAS-Cog
ADAS-Cog
met de ziekte van
Rivastigmine
Placebo
Rivastigmine
Placebo
Parkinson
Patiënten met visuele
Patiënten zonder visuele
hallucinaties
hallucinaties
ITT + RDO populatie
(n=107)
(n=60)
(n=220)
(n=101)
Gemiddelde baseline ± SD
25,4 ± 9,9
27,4 ± 10,4
23,1 ± 10,4
22,5 ± 10,1
Gemiddelde verandering
1,0 ± 9,2
-2,1 ± 8,3
2,6 ± 7,6
0,1 ± 6,9
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
4,271
2,091
p-waarde t.o.v. placebo
0,0021
0,0151
Patiënten met matige
Patiënten met lichte
dementie (MMSE 10-17)
dementie (MMSE 18-24)
ITT + RDO populatie
(n=87)
(n=44)
(n=237)
(n=115)
Gemiddelde baseline ± SD
32,6 ± 10,4
33,7 ± 10,3
20,6 ± 7,9
20,7 ± 7,9
Gemiddelde verandering
2,6 ± 9,4
-1,8 ± 7,2
1,9 ± 7,7
-0,2 ± 7,5
bij 24 weken ± SD
Aangepast
behandelingsverschil
4,731
2,141
p-waarde t.o.v. placebo
0,0021
0,0101
1 Gebaseerd op ANCOVA met behandeling en land als factoren en baseline ADAS-Cog als covariante.
Een positieve verandering wijst op verbetering.
ITT: Intent-To-Treat; RDO: Retrieved Drop Outs
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met rivastigmine in alle subgroepen van pediatrische
patiënten voor de behandeling van dementie bij de ziekte van Alzheimer en van dementie bij patiënten
met de idiopatische ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Nimvastid orodispergeerbare tabletten zijn bio-equivalent aan Nimvastid harde capsules, met een
vergelijkbare omvang en snelheid van absorptie. Nimvastid orodispergeerbare tabletten kunnen
gebruikt worden als een alternatief voor Nimvastid harde capsules.
Absorptie
Rivastigmine wordt snel en volledig geabsorbeerd. Maximale plasmaconcentraties worden binnen
ongeveer 1 uur bereikt. Als gevolg van de interactie van rivastigmine met het doelenzym is de
toename in de biologische beschikbaarheid circa 1,5 maal hoger dan verwacht wordt op basis van de
toename in de dosis. De absolute biologische beschikbaarheid na een dosis van 3 mg bedraagt circa
36%±13%. Toediening van rivastigmine met voedsel vertraagt de absorptie (tmax) met 90 min en
verlaagt de Cmax en doet de AUC toenemen met ongeveer 30%.
Distributie
Eiwitbinding van rivastigmine is ongeveer 40%. Het gaat gemakkelijk door de bloed-hersenbarrière en
heeft een schijnbaar verdelingsvolume variërend van 1,8­2,7 l/kg.
Biotransformatie
Rivastigmine wordt snel en uitgebreid gemetaboliseerd (halfwaardetijd in plasma circa 1 uur),
voornamelijk via cholinesterasegemedieerde hydrolyse tot de gedecarbamylateerde metaboliet. In vitro
Gebaseerd op in-vitro-studies wordt er geen farmacokinetische interactie verwacht met
geneesmiddelen die gemetaboliseerd worden door de volgende cytochroom isoenzymen: CYP1A2,
CYP2D6, CYP3A4/5, CYP2E1, CYP2C9, CYP2C8, CYP2C19, of CYP2B6. Gebaseerd op het bewijs
van dierexperimentele studies zijn de belangrijkste cytochroom P450 isoenzymen minimaal betrokken
bij de metabolisatie van rivastigmine. De totale plasmaklaring van rivastigmine was ongeveer
130 l/uur na een intraveneuze dosis van 0,2 mg en verminderde tot 70 l/uur na een intraveneuze dosis
van 2,7 mg.
Eliminatie
Onveranderd rivastigmine wordt niet in de urine aangetroffen; renale excretie van de metabolieten is
de belangrijkste eliminatieroute. Na toediening van C14-rivastigmine, was de renale eliminatie snel en
vrijwel volledig (>90%) binnen 24 uur. Minder dan 1% van de toegediende dosis wordt in de faeces
uitgescheiden. Er vindt geen accumulatie van rivastigmine of van de gedecarbamylateerde metaboliet
plaats bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.
Een analyse van de populatiefarmacokinetiek liet zien dat het gebruik van nicotine leidt tot een stijging
van de orale klaring van rivastigmine met 23% bij patiënten met de ziekte van Alzheimer (n=75 rokers
en 549 niet-rokers) na inname van rivastigmine capsules bij doseringen tot 12 mg/dag.
Ouderen
Hoewel de biologische beschikbaarheid van rivastigmine hoger is bij ouderen dan bij jonge gezonde
vrijwilligers, lieten studies bij patiënten met de ziekte van Alzheimer in leeftijd variërend van 50 tot
92 jaar geen verschil zien in de biologische beschikbaarheid met het vorderen van de leeftijd.
Leverinsufficiëntie
De Cmax van rivastigmine was ongeveer 60% hoger en de AUC van rivastigmine was meer dan
tweemaal zo hoog bij personen met lichte tot matige leverinsufficiëntie dan bij gezonde personen.
Nierinsufficiëntie
Cmax en AUC van rivastigmine waren meer dan tweemaal zo hoog bij personen met matige
nierinsufficiëntie vergeleken met gezonde personen; er waren echter geen veranderingen in Cmax en
AUC van rivastigmine gevonden bij personen met een ernstige nierinsufficiëntie.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies met betrekking tot de toxiciteit na herhaalde doses bij ratten, muizen en honden leverden
alleen effecten op geassocieerd met een versterkte farmacologische actie. Er werd geen toxiciteit in het
doelorgaan waargenomen. Door de gevoeligheid van de gebruikte diermodellen konden er geen
veiligheidsgrenzen voor blootstelling bij de mens worden bereikt.
Rivastigmine was niet mutageen in een standaardreeks van in-vitro- en in-vivo-testen, behalve in een
onderzoek naar chromosomale afwijkingen in humane perifere lymfocyten bij een dosis van 104 maal
de maximale klinische blootstelling. De in vivo micronucleustest was negatief. Tevens toonde de
belangrijkste metaboliet NAP226-90 geen genotoxisch potentieel.
Er zijn geen aanwijzingen van carcinogeniteit gevonden in studies bij muizen en ratten met de
maximale verdraagbare dosis, hoewel de blootstelling aan rivastigmine en de metabolieten lager was
dan de humane blootstelling. Wanneer deze in overeenstemming gebracht werd met het
lichaamsoppervlak was de blootstelling aan rivastigmine en zijn metabolieten ongeveer gelijk aan de
maximale aanbevolen dosis bij de mens van 12 mg/dag; wanneer men dit echter vergelijkt met de
maximale dosis bij de mens, werd ongeveer het zesvoudige bereikt bij dieren.
Bij dieren passeert rivastigmine de placenta en wordt het uitgescheiden in de moedermelk. Orale
studies bij zwangere ratten en konijnen gaven geen aanwijzing van een teratogeen potentieel van
rivastigmine. In orale studies met mannelijke en vrouwelijke ratten zijn geen nadelige effecten
Een mogelijkheid op lichte oog-/mucosale irritatie werd aangetoond in een studie met konijnen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Mannitol
Microkristallijne cellulose
Hydroxypropylcellulose
Kruizemunt aroma (pepermuntolie, maïs maltodextrine)
Pepermunt aroma (maltodextrine, arabische gom, sorbitol (E420), muntolie, l-menthol)
Crospovidon
Calciumsilicaat
Magnesiumstearaat
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
14 x 1 (enkel voor 1,5 mg), 28 x 1, 30 x 1, 56 x 1, 60 x 1 en 112 x 1 tabletten in een OPA/Al/PVC
filmfolie en PET/Al afpelbare folie geperforeerde unit dose blisterverpakking verpakt in een doos.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten voor verwijdering.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
14 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/026
28 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/027
30 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/028
56 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/029
60 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/030
112 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/031
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
28 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/037
30 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/038
56 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/039
60 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/040
112 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/041
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
28 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/042
30 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/043
56 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/044
60 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/045
112 x 1 orodispergeerbare tablet:EU/1/09/525/046
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning: 11 mei 2009
Datum van laatste verlenging: 16 januari 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING
EN GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL

FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
KRKA, d.d., Novo mesto
Smarjeska cesta 6
8501 Novo mesto
Slovenië
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER
VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN


Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL


Risk management plan (RMP)
Niet van toepassing.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
TEKST KARTONNEN DOOS VOOR BLISTERVERPAKKINGEN EN CONTAINER
TEKST VOOR ETIKET VOOR CONTAINER

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule
Blisterverpakking:
14 harde capsules
28 harde capsules
30 harde capsules
56 harde capsules
60 harde capsules
112 harde capsules
Container:
200 harde capsules
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
14 harde capsules: EU/1/09/525/001
28 harde capsules: EU/1/09/525/002
30 harde capsules: EU/1/09/525/003
56 harde capsules: EU/1/09/525/004
60 harde capsules: EU/1/09/525/005
112 harde capsules: EU/1/09/525/006
200 harde capsules: EU/1/09/525/047
250 harde capsules: EU/1/09/525/007
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 1,5 mg (enkel op kartonnen doos)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
(enkel op kartonnen doos)
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
(enkel op kartonnen doos)
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

KRKA
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
TEKST KARTONNEN DOOS VOOR BLISTERVERPAKKINGEN EN CONTAINER
TEKST VOOR ETIKET VOOR CONTAINER

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 3 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 3 mg rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule
Blisterverpakking:
28 harde capsules
30 harde capsules
56 harde capsules
60 harde capsules
112 harde capsules
Container:
200 harde capsules
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 harde capsules: EU/1/09/525/008
30 harde capsules: EU/1/09/525/009
56 harde capsules: EU/1/09/525/010
60 harde capsules: EU/1/09/525/011
112 harde capsules: EU/1/09/525/012
200 harde capsules: EU/1/09/525/048
250 harde capsules: EU/1/09/525/013
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 3 mg (enkel op kartonnen doos)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
(enkel op kartonnen doos)
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
(enkel op kartonnen doos)
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 3 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

KRKA
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
TEKST KARTONNEN DOOS VOOR BLISTERVERPAKKINGEN EN CONTAINER
TEKST VOOR ETIKET VOOR CONTAINER

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 4,5 mg rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule
Blisterverpakking:
28 harde capsules
30 harde capsules
56 harde capsules
60 harde capsules
112 harde capsules
Container:
200 harde capsules
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 harde capsules: EU/1/09/525/014
30 harde capsules: EU/1/09/525/015
56 harde capsules: EU/1/09/525/016
60 harde capsules: EU/1/09/525/017
112 harde capsules: EU/1/09/525/018
200 harde capsules: EU/1/09/525/049
250 harde capsules: EU/1/09/525/019
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 4,5 mg (enkel op kartonnen doos)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
(enkel op kartonnen doos)
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
(enkel op kartonnen doos)
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

KRKA
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
TEKST KARTONNEN DOOS VOOR BLISTERVERPAKKINGEN EN CONTAINER
TEKST VOOR ETIKET VOOR CONTAINER

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 6 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 6 mg rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Harde capsule
Blisterverpakking:
28 harde capsules
30 harde capsules
56 harde capsules
60 harde capsules
112 harde capsules
Container:
200 harde capsules
250 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Geheel doorslikken zonder pletten of openen.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 harde capsules: EU/1/09/525/020
30 harde capsules: EU/1/09/525/021
56 harde capsules: EU/1/09/525/022
60 harde capsules: EU/1/09/525/023
112 harde capsules: EU/1/09/525/024
200 harde capsules: EU/1/09/525/050
250 harde capsules: EU/1/09/525/025
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 6 mg (enkel op kartonnen doos)
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
(enkel op kartonnen doos)
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
(enkel op kartonnen doos)
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 6 mg harde capsules
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

KRKA
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
KARTONNEN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg
rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook sorbitol (E420).
Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Orodispergeerbare tablet
14 x 1 orodispergeerbare tablet
28 x 1 orodispergeerbare tablet
30 x 1 orodispergeerbare tablet
56 x 1 orodispergeerbare tablet
60 x 1 orodispergeerbare tablet
112 x 1 orodispergeerbare tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
De tabletten niet met vochtige handen vastnemen, de tabletten kunnen uiteenvallen.
1.
Houd de blister aan de kant vast en scheur voorzichtig langs de perforaties één tabletvakje af.
2.
Licht het uiteinde van de folie naar boven en trek deze volledig weg.
3.
Druk de tablet voorzichtig naar buiten op uw hand.
4.
Leg de tablet op de tong zodra deze uit het tabletvakje is verwijderd.
Laat de tablet in de mond smelten en slik door met of zonder water.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
14 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/026
28 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/027
30 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/028
56 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/029
60 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/030
112 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/031
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 1,5 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

KRKA
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
1.
Scheur af.
2.
Trek folie weg.
KARTONNEN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 3 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 3 mg
rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook sorbitol (E420).
Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Orodispergeerbare tablet
28 x 1 orodispergeerbare tablet
30 x 1 orodispergeerbare tablet
56 x 1 orodispergeerbare tablet
60 x 1 orodispergeerbare tablet
112 x 1 orodispergeerbare tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
De tabletten niet met vochtige handen vastnemen, de tabletten kunnen uiteenvallen.
1.
Houd de blister aan de kant vast en scheur voorzichtig langs de perforaties één tabletvakje af.
2.
Licht het uiteinde van de folie naar boven en trek deze volledig weg.
3.
Druk de tablet voorzichtig naar buiten op uw hand.
4.
Leg de tablet op de tong zodra deze uit het tabletvakje is verwijderd.
Laat de tablet in de mond smelten en slik door met of zonder water.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/032
30 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/033
56 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/034
60 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/035
112 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/036
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 3 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 3 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

KRKA
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
1.
Scheur af.
2.
Trek folie weg.
KARTONNEN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 4,5 mg
rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook sorbitol (E420).
Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Orodispergeerbare tablet
28 x 1 orodispergeerbare tablet
30 x 1 orodispergeerbare tablet
56 x 1 orodispergeerbare tablet
60 x 1 orodispergeerbare tablet
112 x 1 orodispergeerbare tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
De tabletten niet met vochtige handen vastnemen, de tabletten kunnen uiteenvallen.
1.
Houd de blister aan de kant vast en scheur voorzichtig langs de perforaties één tabletvakje af.
2.
Licht het uiteinde van de folie naar boven en trek deze volledig weg.
3.
Druk de tablet voorzichtig naar buiten op uw hand.
4.
Leg de tablet op de tong zodra deze uit het tabletvakje is verwijderd.
Laat de tablet in de mond smelten en slik door met of zonder water.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/037
30 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/038
56 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/039
60 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/040
112 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/041
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 4,5 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

KRKA
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
1.
Scheur af.
2.
Trek folie weg.
KARTONNEN DOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke orodispergeerbare tablet bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 6 mg
rivastigmine.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook sorbitol (E420).
Zie bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Orodispergeerbare tablet
28 x 1 orodispergeerbare tablet
30 x 1 orodispergeerbare tablet
56 x 1 orodispergeerbare tablet
60 x 1 orodispergeerbare tablet
112 x 1 orodispergeerbare tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
De tabletten niet met vochtige handen vastnemen, de tabletten kunnen uiteenvallen.
1.
Houd de blister aan de kant vast en scheur voorzichtig langs de perforaties één tabletvakje af.
2.
Licht het uiteinde van de folie naar boven en trek deze volledig weg.
3.
Druk de tablet voorzichtig naar buiten op uw hand.
4.
Leg de tablet op de tong zodra deze uit het tabletvakje is verwijderd.
Laat de tablet in de mond smelten en slik door met of zonder water.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN

KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
28 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/042
30 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/043
56 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/044
60 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/045
112 x 1 orodispergeerbare tablet: EU/1/09/525/046
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16
INFORMATIE IN BRAILLE
Nimvastid 6 mg
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN

KRKA
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
1.
Scheur af.
2.
Trek folie weg.
Nimvastid 1,5 mg harde capsules
Nimvastid 3 mg harde capsules
Nimvastid 4,5 mg harde capsules
Nimvastid 6 mg harde capsules
Rivastigmine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Nimvastid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Nimvastid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Het werkzaam bestanddeel van Nimvastid is rivastigmine.
Rivastigmine behoort tot een groep van verbindingen die cholinesteraseremmers wordt genoemd. Bij
patiënten met dementie bij de ziekte van Alzheimer of dementie door de ziekte van Parkinson sterven
er bepaalde zenuwcellen in de hersenen af, waardoor het gehalte van de neurotransmitter acetylcholine
(een stof die de communicatie tussen zenuwcellen mogelijk maakt) te laag wordt. Rivastigmine werkt
door het blokkeren van de enzymen die acetylcholine afbreken: acetylcholinesterase en
butyrylcholinesterase. Doordat Nimvastid deze enzymen blokkeert, kunnen de gehaltes acetylcholine
in de hersenen toenemen. Op deze manier helpt Nimvastid de symptomen van de ziekte van Alzheimer
en met de ziekte van Parkinson gepaard gaande dementie te verminderen.
Nimvastid wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met milde tot matige
dementie bij de ziekte van Alzheimer, een progressieve hersenaandoening die het geheugen, de
intellectuele vermogens en het gedrag geleidelijk aantast. De capsules en orodispergeerbare tabletten
kunnen tevens gebruikt worden voor de behandeling van dementie bij volwassen patiënten met de
ziekte van Parkinson.
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
- Als u een huidreactie heeft die zich verspreidt buiten de pleistergrootte, als er een meer intense
lokale reactie is (zoals blaren, een toename van huidontsteking, zwelling) en als dit niet
verbetert binnen 48 uur na het verwijderen van de pleister.
Als dit op u van toepassing is, informeer dan uw arts en neem geen Nimvastid in.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
als u een onregelmatige of trage hartslag heeft of ooit heeft gehad
- als u een actieve maagzweer heeft of ooit heeft gehad
- als u moeite met plassen heeft of ooit heeft gehad
- als u epileptische aanvallen heeft of ooit heeft gehad
- als u astma of een ernstige luchtwegaandoening heeft of ooit heeft gehad
- als u slecht werkende nieren heeft of ooit heeft gehad
- als u een slecht werkende lever heeft of ooit heeft gehad
- als u last heeft van beven
- als u een laag lichaamsgewicht heeft
- als u maagdarmklachten heeft, zoals misselijkheid, braken (overgeven) en diarree. U kunt
uitgedroogd zijn (te veel vochtverlies) als overgeven en diarree langer aanhouden.
Als een van deze gevallen op u van toepassing is, kan het nodig zijn dat uw arts u nauwlettender
controleert terwijl u dit geneesmiddel gebruikt.
Heeft u Nimvastid meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende
dosis, totdat u met uw arts heeft overlegd.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen relevante toepassing van Nimvastid bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Nimvastid nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Nimvastid mag niet tegelijk worden gegeven met andere geneesmiddelen die vergelijkbare effecten
hebben als Nimvastid. Nimvastid kan van invloed zijn op de werking van anticholinergische
geneesmiddelen (geneesmiddelen die gebruikt worden voor verlichting van buikkramp of buikspasme,
voor behandeling van de ziekte van Parkinson of om reisziekte te voorkomen).
Nimvastid mag niet tegelijk worden gegeven met metoclopramide (een geneesmiddel dat gebruikt
wordt om misselijkheid en overgeven te verminderen of te voorkomen). Als deze twee
geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit problemen veroorzaken, zoals stijve armen en benen
en trillende handen.
Wanneer u geopereerd moet worden terwijl u Nimvastid gebruikt, vertel dat dan aan uw arts voordat u
een verdovingsmiddel krijgt, omdat Nimvastid de effecten van sommige spierverslappers gedurende
de verdoving kan versterken.
Let op wanneer Nimvastid gebruikt wordt samen met bètablokkers (geneesmiddelen zoals atenolol
voor de behandeling van een hoge bloeddruk, een beklemmend, pijnlijk gevoel op de borst (angina
pectoris) en andere hartkwalen). Als deze twee geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit
problemen veroorzaken, zoals een vertraging van de hartslag (bradycardie) die kan leiden tot
flauwvallen of bewusteloosheid.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Als u zwanger bent, moeten de voordelen van het gebruik van Nimvastid afgewogen worden tegen de
mogelijke effecten op uw ongeboren kind. Nimvastid mag niet gebruikt worden tijdens de
zwangerschap, tenzij dit strikt noodzakelijk is.
U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met Nimvastid.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Hoe wordt de behandeling gestart?
Uw arts zal u vertellen welke dosis van Nimvastid u moet nemen.
-
De behandeling start meestal met een lage dosis.
- Uw arts zal daarna langzaam de dosis verhogen, afhankelijk van hoe u reageert op de
behandeling.
- De hoogste dosis die mag worden ingenomen is tweemaal per dag 6,0 mg.
Uw arts zal regelmatig nagaan of het geneesmiddel op de juiste manier werkt bij u. Uw arts zal ook uw
gewicht in de gaten houden terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Nimvastid meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende
dosis, totdat u met uw arts heeft overlegd.
Hoe neemt u dit middel in?
-
Vertel uw verzorger dat u Nimvastid gebruikt.
- Om voordeel te hebben van dit middel, moet u dit middel elke dag gebruiken.
- Neem Nimvastid tweemaal per dag bij het eten in, in de ochtend en de avond.
- Slik de capsules in z'n geheel door met wat drinken.
- Open of plet de capsules niet.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u per ongeluk te veel van dit middel ingenomen? Vertel dat dan onmiddellijk uw arts. Het is
mogelijk dat u medische hulp nodig heeft. Sommige mensen die per ongeluk te veel Nimvastid hebben
gebruikt, voelden zich misselijk, moesten overgeven (braken), hadden diarree, hoge bloeddruk en
hallucinaties. Een trage hartslag en flauwvallen kunnen ook voorkomen.
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u er achter komt dat u vergeten bent uw dosis Nimvastid in te nemen, wacht dan en neem de
eerstvolgende dosis op het gebruikelijke tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te
halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen kunnen vaker optreden als de behandeling met dit middel wordt gestart of als de dosis
wordt verhoogd. Gewoonlijk zullen de bijwerkingen langzaam verdwijnen naarmate uw lichaam aan
het geneesmiddel went.
Zeer vaak (kan voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen)
Duizeligheid
- Gebrek aan eetlust
- Maagproblemen zoals misselijkheid, braken (overgeven) of diarree
Vaak (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Angst
- Zweten
- Hoofdpijn
- Maagzuur
- Gewichtsverlies
- Maagpijn
- Zich opgewonden voelen
- Zich moe of zwak voelen
- Zich niet lekker voelen
- Beven of zich verward voelen
- Verlies van eetlust
- Nachtmerries
Soms (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Neerslachtigheid
- Moeite met slapen
- Flauwvallen of onverklaard vallen
- Veranderingen in hoe goed uw lever werkt
Zelden (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 1.000 mensen)
-
Pijn op de borst
- Huiduitslag, jeuk
- Toevallen (epileptische aanvallen)
- Zweren in uw maag of darm
Zeer zelden (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen)
-
Hoge bloeddruk
- Infectie van de urinewegen
- Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
- Problemen met de hartslag zoals snelle of langzame hartslag
- Bloeding in het maagdarmkanaal ­ dit vertoont zich door bloed in de ontlasting of braaksel
- Ontsteking aan de alvleesklier ­ de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
- De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
­ zoals stijve spieren, moeite met het uitvoeren van bewegingen
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Ernstig braken (overgeven), wat kan leiden tot het scheuren van de slokdarm
- Uitdroging (te veel vochtverlies)
- Leveraandoeningen (gele huid, geelkleuring van het oogwit, abnormaal donkere urine of
onverklaarbare misselijkheid, braken, vermoeidheid en verlies van eetlust)
- Agressie, zich rusteloos voelen
- Onregelmatige hartslag
Patiënten met dementie en de ziekte van Parkinson
Deze patiënten krijgen sommige bijwerkingen vaker. Ze kunnen ook enkele andere bijwerkingen
krijgen:
Zeer vaak (kan voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen)
-
Beven
- Flauwvallen
- Per ongeluk vallen
Angst
- Zich rusteloos voelen
- Langzame en snelle hartslag
- Moeite met slapen
- Te veel speeksel en uitdroging
- Ongebruikelijk langzame bewegingen of bewegingen die u niet onder controle heeft
- De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
­ zoals stijve spieren, moeite met bewegingen uitvoeren en spierzwakte
Soms (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Onregelmatige hartslag en slechte controle van bewegingen
Andere bijwerkingen opgemerkt bij rivastigmine pleisters voor transdermaal gebruik die
kunnen voorkomen bij de harde capsules:

Vaak (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Koorts
- Ernstige verwarring
- Urine-incontinentie (onvermogen om urine goed op te houden)
Soms (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Hyperactiviteit (heel actief, rusteloos)
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Overgevoeligheidsreactie op de plaats waar de pleister was aangebracht, zoals blaren of
ontstoken huid
Als u een van deze bijwerkingen krijgt, neem dan contact op met uw arts, omdat u misschien medische
hulp nodig heeft.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen
te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos,
de fles en de blisterverpakking na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die
maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is rivastigminewaterstoftartraat. Elke harde capsule bevat
- De andere stoffen voor Nimvastatid 1,5 mg capsules zijn microkristallijne cellulose,
hypromellose, watervrij colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat (capsule inhoud), en
titaandioxide (E171), IJzeroxide geel (E172) en gelatine in de capsulewand.
- De andere stoffen voor Nimvastatid 3 mg, 4,5 mg en 6 mg capsules zijn microkristallijne
cellulose, hypromellose, watervrij colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat (capsule-
inhoud), en titaandioxide (E171), IJzeroxide geel (E172), rood ijzeroxide (E172) en gelatine in
de capsulewand.
Hoe ziet Nimvastid eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Nimvastid 1,5 mg harde capsules, die een wit tot gebroken wit poeder bevatten, hebben een geel kapje
en een gele romp.
Nimvastid 3 mg harde capsules, die een wit tot gebroken wit poeder bevatten, hebben een oranje kapje
en een oranje romp.
Nimvastid 4,5 mg harde capsules, die een wit tot gebroken wit poeder bevatten, hebben een bruinrood
kapje en een bruinrode romp.
Nimvastid 6 mg harde capsules, die een wit tot gebroken wit poeder bevatten, hebben een bruinrood
kapje en een oranje romp.
Blisterverpakking (PVC/PVDC/Al-folie): doosjes met 14 (enkel voor 1,5 mg), 28, 30, 56, 60 en 112
harde capsules zijn verkrijgbaar.
HDPE container: doosjes met 200 of 250 harde capsules zijn verkrijgbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
KRKA Belgium, SA.
UAB KRKA Lietuva
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62
Tel: + 370 5 236 27 40

Luxembourg/Luxemburg
KRKA Belgium, SA.
Te.: + 359 (02) 962 34 50
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Ceská republika
Magyarország
KRKA CR, s.r.o.
KRKA Magyarország Kereskedelmi Kft.
Tel: + 420 (0) 221 115 150
Tel.: + 36 (1) 355 8490
Danmark
Malta
KRKA Sverige AB
E.J. Busuttil Ltd.
Tlf: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Tel: + 356 21 445 885
Deutschland
Nederland
TAD Pharma GmbH
KRKA Belgium, SA.
Tel: + 49 (0) 4721 606-0
Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Eesti
Norge
KRKA, d.d., Novo mesto Eesti filiaal
KRKA Sverige AB
Tel: + 372 (0) 6 671 658
Tlf: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)

Österreich
KRKA
KRKA Pharma GmbH, Wien
: + 30 2100101613
Tel: + 43 (0)1 66 24 300
Polska
KRKA Farmacéutica, S.L.
KRKA-POLSKA Sp. z o.o.
Tel: + 34 911 61 03 80
Tel.: + 48 (0)22 573 7500
France
Portugal
KRKA France Eurl
KRKA Farmacêutica, Sociedade Unipessoal Lda.
Tél: + 33 (0)1 57 40 82 25
Tel: + 351 (0)21 46 43 650
Hrvatska
România
KRKA - FARMA d.o.o.
KRKA Romania S.R.L., Bucharest
Tel: + 385 1 6312 100
Tel: + 4 021 310 66 05
Ireland
Slovenija
KRKA Pharma Dublin, Ltd.
KRKA, d.d., Novo mesto
Tel: + 353 1 413 3710
Tel: + 386 (0) 1 47 51 100
Ísland
Slovenská republika
LYFIS ehf.
KRKA Slovensko, s.r.o.,
Sími: + 354 534 3500
Tel: + 421 (0) 2 571 04 501
Italia
Suomi/Finland
KRKA Farmaceutici Milano S.r.l.
KRKA Finland Oy
Tel: + 39 02 3300 8841
Puh/Tel: +358 20 754 5330

Sverige
KI.PA. (PHARMACAL) LIMITED
KRKA Sverige AB
: + 357 24 651 882
Tel: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
KRKA Latvija SIA
Consilient Health Limited
Tel: + 371 6 733 86 10
Tel: + 353 (0)1 2057760
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Nimvastid 1,5 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 3 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 4,5 mg orodispergeerbare tabletten
Nimvastid 6 mg orodispergeerbare tabletten
Rivastigmine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Nimvastid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Nimvastid en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Het werkzaam bestanddeel van Nimvastid is rivastigmine.
Rivastigmine behoort tot een groep van verbindingen die cholinesteraseremmers wordt genoemd. Bij
patiënten met dementie bij de ziekte van Alzheimer of dementie door de ziekte van Parkinson sterven
er bepaalde zenuwcellen in de hersenen af, waardoor het gehalte van de neurotransmitter acetylcholine
(een stof die de communicatie tussen zenuwcellen mogelijk maakt) te laag wordt. Rivastigmine werkt
door het blokkeren van de enzymen die acetylcholine afbreken: acetylcholinesterase en
butyrylcholinesterase. Doordat Nimvastid deze enzymen blokkeert, kunnen de gehaltes acetylcholine
in de hersenen toenemen. Op deze manier helpt Nimvastid de symptomen van de ziekte van Alzheimer
en met de ziekte van Parkinson gepaard gaande dementie te verminderen.
Nimvastid wordt gebruikt voor de behandeling van volwassen patiënten met milde tot matige
dementie bij de ziekte van Alzheimer, een progressieve hersenaandoening die het geheugen, de
intellectuele vermogens en het gedrag geleidelijk aantast. De capsules en orodispergeerbare tabletten
kunnen tevens gebruikt worden voor de behandeling van dementie bij volwassen patiënten met de
ziekte van Parkinson.
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
- Als u een huidreactie heeft die zich verspreidt buiten de pleistergrootte, als er een meer intense
lokale reactie is (zoals blaren, een toename van huidontsteking, zwelling) en als dit niet
verbetert binnen 48 uur na het verwijderen van de pleister.
Als dit op u van toepassing is, informeer dan uw arts en neem geen Nimvastid in.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
als u een onregelmatige of trage hartslag heeft of ooit heeft gehad
- als u een actieve maagzweer heeft of ooit heeft gehad
- als u moeite met plassen heeft of ooit heeft gehad
- als u epileptische aanvallen heeft of ooit heeft gehad
- als u astma of een ernstige luchtwegaandoening heeft of ooit heeft gehad
- als u slecht werkende nieren heeft of ooit heeft gehad
- als u een slecht werkende lever heeft of ooit heeft gehad
- als u last heeft van beven
- als u een laag lichaamsgewicht heeft
- als u maagdarmklachten heeft, zoals misselijkheid, braken (overgeven) en diarree. U kunt
uitgedroogd zijn (te veel vochtverlies) als overgeven en diarree langer aanhouden.
Als een van deze gevallen op u van toepassing is, kan het nodig zijn dat uw arts u nauwlettender
controleert terwijl u dit geneesmiddel gebruikt.
Heeft u Nimvastid meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende
dosis, totdat u met uw arts heeft overlegd.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is geen relevante toepassing van Nimvastid bij pediatrische patiënten voor de behandeling van de
ziekte van Alzheimer.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Nimvastid nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat
de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw
arts of apotheker.
Nimvastid mag niet tegelijk worden gegeven met andere geneesmiddelen die vergelijkbare effecten
hebben als Nimvastid. Nimvastid kan van invloed zijn op de werking van anticholinergische
geneesmiddelen (geneesmiddelen die gebruikt worden voor verlichting van buikkramp of buikspasme,
voor behandeling van de ziekte van Parkinson of om reisziekte te voorkomen).
Nimvastid mag niet tegelijk worden gegeven met metoclopramide (een geneesmiddel dat gebruikt
wordt om misselijkheid en overgeven te verminderen of te voorkomen). Als deze twee
geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit problemen veroorzaken, zoals stijve armen en benen
en trillende handen.
Wanneer u geopereerd moet worden terwijl u Nimvastid gebruikt, vertel dat dan aan uw arts voordat u
een verdovingsmiddel krijgt, omdat Nimvastid de effecten van sommige spierverslappers gedurende
de verdoving kan versterken.
Let op wanneer Nimvastid gebruikt wordt samen met bètablokkers (geneesmiddelen zoals atenolol
voor de behandeling van een hoge bloeddruk, een beklemmend, pijnlijk gevoel op de borst (angina
pectoris) en andere hartkwalen). Als deze twee geneesmiddelen tegelijk gebruikt worden kan dit
problemen veroorzaken, zoals een vertraging van de hartslag (bradycardie) die kan leiden tot
flauwvallen of bewusteloosheid.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Als u zwanger bent, moeten de voordelen van het gebruik van Nimvastid afgewogen worden tegen de
mogelijke effecten op uw ongeboren kind. Nimvastid mag niet gebruikt worden tijdens de
zwangerschap, tenzij dit strikt noodzakelijk is.
U mag geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met Nimvastid.
Nimvastid bevat sorbitol (
E420)
Dit middel bevat 0,00525 mg sorbitol per 1,5 mg orodispergeerbare tablet.
Dit middel bevat 0,0105 mg sorbitol per 3 mg orodispergeerbare tablet.
Dit middel bevat 0,01575 mg sorbitol per 4,5 mg orodispergeerbare tablet.
Dit middel bevat 0,021 mg sorbitol per 6 mg orodispergeerbare tablet.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Hoe wordt de behandeling gestart?
Uw arts zal u vertellen welke dosis van Nimvastid u moet nemen.
-
De behandeling start meestal met een lage dosis.
- Uw arts zal daarna langzaam de dosis verhogen, afhankelijk van hoe u reageert op de
behandeling.
- De hoogste dosis die mag worden ingenomen is tweemaal per dag 6,0 mg.
Uw arts zal regelmatig nagaan of het geneesmiddel op de juiste manier werkt bij u. Uw arts zal ook uw
gewicht in de gaten houden terwijl u dit middel gebruikt.
Heeft u Nimvastid meer dan drie dagen niet gebruikt? Wacht dan met het innemen van de volgende
dosis, totdat u met uw arts heeft overlegd.
Hoe neemt u dit middel in?
-
Vertel uw verzorger dat u Nimvastid gebruikt.
- Om voordeel te hebben van dit middel, moet u dit middel elke dag gebruiken.
- Neem Nimvastid tweemaal per dag bij het eten in, in de ochtend en de avond. Uw mond
dient leeg te zijn voordat u de tablet inneemt.
Nimvastid orodispergeerbare tabletten zijn broos. Om te voorkomen dat de orodispergeerbare tablet
beschadigd wordt, is het belangrijk dat u niet op het vakje van de tablet drukt. Neem de tabletten niet
met vochtige handen vast aangezien de tabletten kunnen uiteenvallen. Haal de tablet uit de verpakking
als volgt:
1.
Houd de blister aan de kant vast en scheur voorzichtig langs de perforaties één tabletvakje af.
2.
Licht het uiteinde van de folie naar boven en trek deze volledig weg.
3.
Druk de tablet voorzichtig naar buiten op de hand.
4.
Leg de tablet op de tong zodra deze uit het tabletvakje is verwijderd.
Wanneer op de tong geplaatst valt de tablet snel uit elkaar. Daarna kan u de tablet zonder water
inslikken. Zorg ervoor dat uw mond leeg is voordat u de tablet op de tong legt.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Heeft u per ongeluk te veel van dit middel ingenomen? Vertel dat dan onmiddellijk uw arts. Het is
Bent u vergeten dit middel te gebruiken?
Als u er achter komt dat u vergeten bent uw dosis Nimvastid in te nemen, wacht dan en neem de
eerstvolgende dosis op het gebruikelijke tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te
halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Bijwerkingen kunnen vaker optreden als de behandeling met dit middel wordt gestart of als de dosis
wordt verhoogd. Gewoonlijk zullen de bijwerkingen langzaam verdwijnen naarmate uw lichaam aan
het geneesmiddel went.
Zeer vaak (kan voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen)
-
Duizeligheid
- Gebrek aan eetlust
- Maagproblemen zoals misselijkheid, braken (overgeven) of diarree
Vaak (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Angst
- Zweten
- Hoofdpijn
- Maagzuur
- Gewichtsverlies
- Maagpijn
- Zich opgewonden voelen
- Zich moe of zwak voelen
- Zich niet lekker voelen
- Beven of zich verward voelen
- Verlies van eetlust
- Nachtmerries
Soms (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Neerslachtigheid
- Moeite met slapen
- Flauwvallen of onverklaard vallen
- Veranderingen in hoe goed uw lever werkt
Zelden (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 1.000 mensen)
-
Pijn op de borst
- Huiduitslag, jeuk
- Toevallen (epileptische aanvallen)
- Zweren in uw maag of darm
Zeer zelden (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 mensen)
-
Hoge bloeddruk
- Infectie van de urinewegen
- Dingen zien die er niet zijn (hallucinaties)
Problemen met de hartslag zoals snelle of langzame hartslag
- Bloeding in het maagdarmkanaal ­ dit vertoont zich door bloed in de ontlasting of braaksel
- Ontsteking aan de alvleesklier ­ de klachten die hiermee gepaard gaan zijn o.a. ernstige pijn in
de bovenbuik, vaak samen met misselijkheid of braken (overgeven)
- De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
­ zoals stijve spieren, moeite met het uitvoeren van bewegingen
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Ernstig braken (overgeven), wat kan leiden tot het scheuren van de slokdarm
- Uitdroging (te veel vochtverlies)
- Leveraandoeningen (gele huid, geelkleuring van het oogwit, abnormaal donkere urine of
onverklaarbare misselijkheid, braken, vermoeidheid en verlies van eetlust)
- Agressie, zich rusteloos voelen
- Onregelmatige hartslag
Patiënten met dementie en de ziekte van Parkinson
Deze patiënten krijgen sommige bijwerkingen vaker. Ze kunnen ook enkele andere bijwerkingen
krijgen:
Zeer vaak (kan voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen)
-
Beven
- Flauwvallen
- Per ongeluk vallen
Vaak (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Angst
- Zich rusteloos voelen
- Langzame en snelle hartslag
- Moeite met slapen
- Te veel speeksel en uitdroging
- Ongebruikelijk langzame bewegingen of bewegingen die u niet onder controle heeft
- De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger of vergelijkbare klachten doen zich voor
­ zoals stijve spieren, moeite met bewegingen uitvoeren en spierzwakte
Soms (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Onregelmatige hartslag en slechte controle van bewegingen
Andere bijwerkingen opgemerkt bij rivastigmine pleisters voor transdermaal gebruik die
kunnen voorkomen bij de orodispergeerbare tabletten:

Vaak (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen)
-
Koorts
- Ernstige verwarring
- Urine-incontinentie (onvermogen om urine goed op te houden)
Soms (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 100 mensen)
-
Hyperactiviteit (heel actief, rusteloos)
Niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
-
Overgevoeligheidsreactie op de plaats waar de pleister was aangebracht, zoals blaren of
ontstoken huid
Als u een van deze bijwerkingen krijgt, neem dan contact op met uw arts, omdat u misschien medische
hulp nodig heeft.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
de blisterverpakking na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is rivastigminewaterstoftartraat. Elke orodispergeerbare tablet
bevat rivastigminewaterstoftartraat overeenkomend met 1,5 mg, 3 mg, 4,5 mg of 6 mg
rivastigmine.
- De andere stoffen zijn mannitol, microkristallijne cellulose, hyproxypropylcellulose, kruizemunt
aroma (pepermuntolie, maïs maltodextrine), pepermunt aroma (maltodextrine, arabische gom,
sorbitol (E420), muntolie, l-menthol), crospovidon, calciumsilicaat, magnesiumstearaat. Zie
rubriek 2 'Nimvastid bevat sorbitol (E420)'.
Hoe ziet Nimvastid eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
De orodispergeerbare tabletten zijn rond en wit.
14 x 1 (enkel voor 1,5 mg), 28 x 1, 30 x 1, 56 x 1, 60 x 1 en 112 x 1 tabletten in OPA/Al/PVC
filmfolie en PET/Al afpelbare folie geperforeerde unit dose blisterverpakkingen zijn verkrijgbaar.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
KRKA, d.d., Novo mesto, Smarjeska cesta 6, 8501 Novo mesto, Slovenië
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
KRKA Belgium, SA.
UAB KRKA Lietuva
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62
Tel: + 370 5 236 27 40

Luxembourg/Luxemburg
KRKA Belgium, SA.
Te.: + 359 (02) 962 34 50
Tél/Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Ceská republika
Magyarország
KRKA CR, s.r.o.
KRKA Magyarország Kereskedelmi Kft.
Tel: + 420 (0) 221 115 150
Tel.: + 36 (1) 355 8490
Danmark
Malta
KRKA Sverige AB
E.J. Busuttil Ltd.
Tel: + 356 21 445 885
Deutschland
Nederland
TAD Pharma GmbH
KRKA Belgium, SA.
Tel: + 49 (0) 4721 606-0
Tel: + 32 (0) 487 50 73 62 (BE)
Eesti
Norge
KRKA, d.d., Novo mesto Eesti filiaal
KRKA Sverige AB
Tel: + 372 (0) 6 671 658
Tlf: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)

Österreich
KRKA
KRKA Pharma GmbH, Wien
: + 30 2100101613
Tel: + 43 (0)1 66 24 300
España
Polska
KRKA Farmacéutica, S.L.
KRKA-POLSKA Sp. z o.o.
Tel: + 34 911 61 03 80
Tel.: + 48 (0)22 573 7500
France
Portugal
KRKA France Eurl
KRKA Farmacêutica, Sociedade Unipessoal Lda.
Tél: + 33 (0)1 57 40 82 25
Tel: + 351 (0)21 46 43 650
Hrvatska
România
KRKA - FARMA d.o.o.
KRKA Romania S.R.L., Bucharest
Tel: + 385 1 6312 100
Tel: + 4 021 310 66 05
Ireland
Slovenija
KRKA Pharma Dublin, Ltd.
KRKA, d.d., Novo mesto
Tel: + 353 1 413 3710
Tel: + 386 (0) 1 47 51 100
Ísland
Slovenská republika
LYFIS ehf.
KRKA Slovensko, s.r.o.,
Sími: + 354 534 3500
Tel: + 421 (0) 2 571 04 501
Italia
Suomi/Finland
KRKA Farmaceutici Milano S.r.l.
KRKA Finland Oy
Tel: + 39 02 3300 8841
Puh/Tel: + 358 20 754 5330

Sverige
KI.PA. (PHARMACAL) LIMITED
KRKA Sverige AB
: + 357 24 651 882
Tel: + 46 (0)8 643 67 66 (SE)
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
KRKA Latvija SIA
Consilient Health Limited
Tel: + 371 6 733 86 10
Tel: + 353 (0)1 2057760
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.

Heb je dit medicijn gebruikt? Nimvastid 4,5 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Nimvastid 4,5 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Nimvastid 4,5 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG