Orladeyo 150 mg

BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Orladeyo 150 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke harde capsule bevat 150 mg berotralstat (als dihydrochloride).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule (capsule)
Capsule (19,4 mm × 6,9 mm) met een witte ondoorzichtige romp met de opdruk “150” en een
lichtblauw ondoorzichtig kapje met de opdruk “BCX”.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Orladeyo is geïndiceerd voor routineprofylaxe van terugkerende aanvallen van hereditair angio-
oedeem (HAE) bij volwassen en adolescente patiënten van 12 jaar en ouder.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De aanbevolen dosis voor volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder met een gewicht ≥40
kg
is 150 mg berotralstat eenmaal daags.
Gemiste doses
Als een dosis berotralstat wordt gemist, moet de patiënt de vergeten dosis zo snel mogelijk innemen,
zonder de eenmaaldaagse dosis te overschrijden.
Orladeyo is niet bedoeld voor de behandeling van acute HAE-aanvallen (zie rubriek 4.4).
Bijzondere populaties
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing nodig voor patiënten ouder dan 65 jaar (zie rubriek 4.4 en 5.2).
Nierfunctiestoornis
Bij patiënten met een lichte of matige nierfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Het verdient
aanbeveling het gebruik van berotralstat bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis te
vermijden. Als behandeling noodzakelijk is, moet passende controle (bijvoorbeeld ECG’s) worden
overwogen.
2
Er zijn geen klinische gegevens beschikbaar voor het gebruik van berotralstat bij patiënten met
terminaal nierfalen (ESRD) die hemodialyse nodig hebben. Uit voorzorg heeft het de voorkeur het
gebruik van berotralstat te vermijden bij patiënten met ESRD (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Bij patiënten met een lichte leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Het gebruik van
berotralstat bij patiënten met een matige of ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh-klasse B of C)
dient te worden vermeden (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van berotralstat bij kinderen jonger dan 12 jaar zijn nog niet
aangetoond. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Orladeyo is bestemd voor oraal gebruik. De capsule kan op elk moment van de dag met voedsel
worden ingenomen (zie rubriek 5.2).
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Orladeyo is niet bedoeld voor de behandeling van acute HAE-aanvallen; individuele behandeling dient
te worden gestart met goedgekeurde noodmedicatie.
Er zijn geen klinische gegevens beschikbaar over het gebruik van berotralstat bij HAE-patiënten met
een normale werking van C1-esteraseremmer (C1-INH).
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van berotralstat bij patiënten die minder dan 40 kg
wegen en het gebruik van berotralstat bij deze patiënten dient te worden vermeden.
QT-verlenging
Patiënten met een matige of ernstige leverfunctiestoornis kunnen verhoogde serumconcentraties van
berotralstat ontwikkelen die gepaard gaan met een risico op QT-verlenging. Bij deze patiënten moet
het gebruik van berotralstat worden vermeden.
Patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis lopen mogelijk het risico op QT-verlenging. Het
verdient aanbeveling het gebruik van berotralstat bij deze patiënten te vermijden. Als behandeling
noodzakelijk is, moet passende controle (bijvoorbeeld ECG’s) worden overwogen.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van berotralstat bij patiënten met onafhankelijke
risicofactoren voor QT-verlenging, zoals verstoring van de elektrolytenhuishouding, bekende reeds
bestaande QT-verlenging (verworven of familiair), gevorderde leeftijd (zie rubriek 4.2) of gelijktijdig
gebruik van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de QT verlengen. Het verdient
aanbeveling het gebruik van berotralstat bij deze patiënten te vermijden. Als behandeling noodzakelijk
is, moet passende controle (bijvoorbeeld ECG’s) worden overwogen.
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Berotralstat kan de werkzaamheid verminderen van orale hormonale anticonceptiva die CYP2C9
nodig hebben voor de omzetting van prodrug in actieve metaboliet, zoals desogestrel. Vrouwen die
alleen desogestrel als anticonceptie gebruiken, dienen daarom over te schakelen op een alternatieve
3
effectieve anticonceptiemethode, zoals barrièremethode, injecteerbaar progesteron of gecombineerde
orale hormonale anticonceptie (zie rubriek 4.5).
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Berotralstat is een substraat van de transporteiwitten P-glycoproteïne (P-gp) en BCRP (breast
cancer
resistance protein).
Effecten van andere geneesmiddelen op berotralstat
P-gp en BCRP-remmers
Cyclosporine, een P-gp- en BCRP-remmer, verhoogde de maximale concentratie (C
max
) van
berotralstat bij steady state met 25% en de AUC van berotralstat met 55%. Bij gelijktijdige toediening
van P-gp-en BCRP-remmers kan sprake zijn van een verhoogde blootstelling aan berotralstat, maar
dosisaanpassing is niet nodig. Nauwlettende controle op bijwerkingen wordt aanbevolen voor
gelijktijdig gebruik met P-gp- en BCRP-remmers.
P-gp- en BCRP-inductoren
Berotralstat is een substraat van P-gp en BCRP. P-gp- en BCRP-inductoren (bijvoorbeeld rifampicine,
sint-janskruid) kunnen de plasmaconcentratie van berotralstat verlagen, wat leidt tot verminderde
werkzaamheid van berotralstat. Het gebruik van P-gp-inductoren wordt niet aanbevolen voor
berotralstat.
Effecten van berotralstat op andere geneesmiddelen
CYP3A4-substraten
Berotralstat is een matige CYP3A4-remmer die de C
max
en AUC van oraal midazolam met
respectievelijk 45% en 124% verhoogt en de C
max
en AUC van amlodipine met respectievelijk 45% en
77% verhoogt. Gelijktijdige toediening kan leiden tot een verhoging van de concentraties van andere
geneesmiddelen die CYP3A4-substraten zijn. Zie de SPC voor gelijktijdig gebruikte geneesmiddelen
die voornamelijk worden gemetaboliseerd door CYP3A4, met name die met een smalle therapeutische
index (bijvoorbeeld cyclosporine, fentanyl). Dosisaanpassingen van deze geneesmiddelen kunnen
nodig zijn (zie rubriek 5.2).
CYP2D6-substraten
Berotralstat is een matige CYP2D6-remmer die de C
max
en AUC van dextromethorfan met
respectievelijk 196% en 177% verhoogt en de C
max
en AUC van desipramine met respectievelijk 64%
en 87% verhoogt. Gelijktijdige toediening kan leiden tot een verhoogde blootstelling aan andere
geneesmiddelen die CYP2D6-substraten zijn. Zie de SPC voor gelijktijdig gebruikte geneesmiddelen
die voornamelijk worden gemetaboliseerd door CYP2D6, met name geneesmiddelen met een smalle
therapeutische index (bijvoorbeeld thioridazine, pimozide) of waarvoor in de voorschrijfinformatie
therapeutische controle wordt aanbevolen (bijvoorbeeld tricyclische antidepressiva).
Dosisaanpassingen van deze geneesmiddelen kunnen nodig zijn (zie rubriek 5.2).
CYP2C9-substraten
Berotralstat is een zwakke CYP2C9-remmer die de C
max
en AUC van tolbutamide met respectievelijk
19% en 73% verhoogt. Er wordt geen dosisaanpassing aanbevolen voor gelijktijdig gebruik van
geneesmiddelen die voornamelijk worden gemetaboliseerd door CYP2C9 (bijvoorbeeld tolbutamide)
(zie rubriek 5.2).
CYP2C19-substraten
Berotralstat is geen CYP2C19-remmer, aangezien de C
max
en AUC van omeprazol slechts met
respectievelijk 21% en 24% stegen. Er wordt geen dosisaanpassing aanbevolen voor gelijktijdig
gebruik van geneesmiddelen die voornamelijk worden gemetaboliseerd door CYP2C19 (bijvoorbeeld
omeprazol) (zie rubriek 5.2).
4
P-gp-substraten
Berotralstat is een zwakke P-gp-remmer en verhoogde de C
max
en AUC van het P-gp-substraat
digoxine met respectievelijk 58% en 48%. Zie de SPC voor gelijktijdig gebruikte geneesmiddelen die
P-gp-substraten zijn, met name geneesmiddelen met een smalle therapeutische index (bijvoorbeeld
digoxine) of waarvoor in de voorschrijfinformatie therapeutische controle wordt aanbevolen
(bijvoorbeeld dabigatran). Dosisaanpassingen van deze geneesmiddelen kunnen nodig zijn (zie rubriek
5.2).
Orale anticonceptiva
Toediening van berotralstat tijdens het gebruik van orale anticonceptiva is niet onderzocht. Als matige
CYP3A4-remmer kan berotralstat de concentraties van orale anticonceptiva die door CYP3A4 worden
gemetaboliseerd, verhogen. Als lichte CYP2C9-remmer kan berotralstat de werkzaamheid
verminderen van hormonale anticonceptiva die CYP2C9 nodig hebben voor de omzetting van prodrug
in actieve metaboliet, zoals desogestrel. Vrouwen die alleen desogestrel als anticonceptie gebruiken,
dienen daarom over te schakelen op een alternatieve effectieve anticonceptiemethode, zoals
barrièremethode, injecteerbaar progesteron of gecombineerde orale hormonale anticonceptie (zie
rubriek 4.4).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Vrouwen die zwanger kunnen worden moeten tijdens de behandeling met berotralstat en gedurende
ten minste één maand na de laatste dosis effectieve anticonceptie gebruiken. Berotralstat wordt niet
aanbevolen bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen anticonceptie toepassen (zie rubriek 4.4).
Zwangerschap
Er zijn geen of slechts beperkte gegevens over het gebruik van berotralstat bij zwangere vrouwen.
Dieronderzoek heeft onvoldoende gegevens opgeleverd wat betreft reproductietoxiciteit (zie rubriek
5.3).
Berotralstat wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij dieren blijkt dat berotralstat in melk
wordt uitgescheiden (zie rubriek 5.3).
Een risico voor zuigelingen kan niet worden uitgesloten.
Er moet worden besloten of de borstvoeding moet worden gestaakt of dat de behandeling met
Orladeyo moet worden gestaakt dan wel niet moet worden ingesteld, rekening houdend met het
voordeel van borstvoeding voor het kind en met het voordeel van behandeling voor de vrouw.
Vruchtbaarheid
In dieronderzoek werden geen effecten op de vruchtbaarheid waargenomen (zie rubriek 5.3).
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Orladeyo heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest voorkomende bijwerkingen zijn buikpijn (alle locaties) (gemeld door 21% van de patiënten),
diarree (gemeld door 15% van de patiënten) en hoofdpijn (gemeld door 13% van de patiënten). De
5
gastro-intestinale voorvallen werden voornamelijk gemeld tijdens de eerste 1-3 maanden van het
gebruik van Orladeyo (mediane dag van aanvang was dag 66 voor buikpijn en dag 45 voor diarree) en
verdwenen zonder geneesmiddel terwijl de behandeling met Orladeyo werd voortgezet. Bijna alle
gevallen (99%) van buikpijn waren licht of matig van ernst bij een mediane duur van 3,5 dagen (95%-
BI 2-8 dagen). Bijna alle gevallen (98%) van diarree waren licht of matig van ernst bij een mediane
duur van 3,2 dagen (95%-BI 2-8 dagen).
Tabel met de lijst van bijwerkingen
De veiligheid van Orladeyo is beoordeeld in langlopende klinische onderzoeken bij 381 patiënten met
HAE (zowel ongecontroleerd, open-label als placebogecontroleerd, geblindeerd). De bijwerkingen
worden hieronder vermeld per systeem/orgaanklasse en per frequentie volgens MedDRA. De
frequenties worden als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000,
<1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend
(kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.
Tabel 1: Bijwerkingen waargenomen in klinisch onderzoek
Systeem/orgaanklasse
Zenuwstelselaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Onderzoeken
d
Frequentie
Zeer vaak
Zeer vaak
Vaak
Vaak
Vaak
Bijwerkingen
Hoofdpijn
a
Buikpijn
b
, diarree
c
Braken, gastro-oesofageale reflux, flatulentie
Huiduitslag
alanineaminotransferase (ALAT) verhoogd,
aspartaataminotransferase (ASAT) verhoogd
a
Hieronder vallen de voorvallen van hoofdpijn, sinushoofdpijn
b
Hieronder vallen de voorvallen van buikpijn, abdominaal ongemak, pijn in de bovenbuik, pijn in de
onderbuik, epigastrisch ongemak, abdominale gevoeligheid
c
Hieronder vallen de voorvallen van diarree, zachte ontlasting, frequente ontlasting
d
Bij sommige patiënten, voornamelijk bij degenen die de behandeling met androgenen binnen 14
dagen na aanvang van de behandeling met Orladeyo staakten, werden verhoogde waarden bij
leverfunctietests waargenomen, die doorgaans met of zonder stopzetting van de behandeling met
berotralstat verbeterden. Het abrupt stopzetten van de toediening van androgenen onmiddellijk
voorafgaand aan de behandeling met Orladeyo moet worden vermeden.
Pediatrische patiënten
De veiligheid van Orladeyo werd beoordeeld in klinische onderzoeken in een subgroep van 28
adolescente patiënten van 12 tot 18 jaar oud met een gewicht van ten minste 40 kg. Het
veiligheidsprofiel was vergelijkbaar met dat bij volwassenen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er zijn in klinische onderzoeken geen gevallen van overdosering gemeld. Er is geen informatie
beschikbaar om mogelijke klachten en verschijnselen van overdosering te kunnen vaststellen. Als er
symptomen optreden, wordt een symptomatische behandeling aanbevolen. Er is geen antidotum
beschikbaar.
6
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: overige hematologische middelen, bij hereditair angio-oedeem
gebruikte geneesmiddelen, ATC-code: B06AC06
Werkingsmechanisme
Berotralstat is een plasmakallikreïneremmer. Plasmakallikreïne is een serineprotease die
hoogmoleculair kininogeen (HMWK) splitst en bradykinine afgeeft, een krachtige vasodilator die de
vasculaire permeabiliteit verhoogt. Bij patiënten met HAE als gevolg van C1-INH-deficiëntie of -
disfunctie is de normale regulatie van de plasmakallikreïne-activiteit verstoord, waardoor
ongecontroleerde toenames van de plasmakallikreïne-activiteit en van de afgifte van bradykinine
worden veroorzaakt, wat leidt tot HAE-aanvallen die bestaan uit zwelling (angio-oedeem).
Elektrofysiologie van het hart
Bij de steady-state C
max
van berotralstat bij de aanbevolen dosis van 150 mg eenmaal daags steeg het
gemiddelde gecorrigeerde QT-interval met 3,4 msec (90% bovenste BI-grens van 6,8 msec), wat lager
is dan de 10 msec-drempel voor reden tot zorg. Bij een supratherapeutische dosis van 450 mg eenmaal
daags was de steady-state-blootstelling 4 keer zo hoog als bij de aanbevolen dosis van 150 mg en steeg
het gecorrigeerde QT-interval gemiddeld met 21,9 msec.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van berotralstat is onderzocht in een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind,
placebogecontroleerd parallelgroeponderzoek (NCT 03485911).
Onderzoek NCT 03485911
Aan dit onderzoek namen 120 patiënten (114 volwassenen en 6 kinderen van 12 jaar en ouder) met
type I of II HAE deel die gedurende de eerste 8 weken van de inloopperiode ten minste twee door een
onderzoeker bevestigde aanvallen hadden gehad en ten minste één dosis onderzoeksgeneesmiddel
toegediend hadden gekregen. Negen patiënten waren ≥65 jaar oud. De patiënten werden voor de
behandelperiode van 24 weken gerandomiseerd naar 1 van de 3 parallelle behandelingsarmen,
gestratificeerd naar het aantal aanvallen bij baseline, in een verhouding van 1:1:1 (berotralstat 110 mg,
berotralstat 150 mg of placebo via orale toediening eenmaal daags, met voedsel).
In totaal kregen 81 patiënten gedurende de behandelperiode van 24 weken ten minste één dosis
berotralstat toegediend. In totaal was 66% van de patiënten vrouw, 93% van de patiënten wit en de
gemiddelde leeftijd 41,6 jaar. Bij 74% van de patiënten werd een voorgeschiedenis van aanvallen van
laryngeaal angio-oedeem gemeld en 75% meldde eerder gebruik van langetermijnprofylaxe. Het
mediane aantal aanvallen tijdens de prospectieve inloopperiode (aantal aanvallen bij baseline) bedroeg
2,9 per maand. Bij 70% van de deelnemende patiënten was het aantal aanvallen bij baseline ≥2
aanvallen per maand.
Patiënten staakten het gebruik van andere profylactische HAE-geneesmiddelen vóór aanvang van het
onderzoek; alle patiënten mochten echter noodmedicatie gebruiken voor de behandeling van HAE-
doorbraakaanvallen.
Bij de met berotralstat behandelde patiënten werd 51,4% van de doorbraakaanvallen behandeld met
C1-INH (zie rubriek 4.4). Gelijktijdig gebruik van C1-INH en berotralstat leidde niet tot aantoonbare
bijwerkingen.
Orladeyo 150 mg leidde tot een statistisch significante en klinisch betekenisvolle daling van het aantal
HAE-aanvallen ten opzichte van placebo gedurende 24 weken in de
intent-to-treat-populatie
(ITT-
populatie) voor het primaire eindpunt, zoals weergegeven in tabel 2. De procentuele daling van het
7
aantal HAE-aanvallen was sterker bij Orladeyo 150 mg dan bij placebo, ongeacht het aantal aanvallen
tijdens de inloopperiode.
Tabel 2: Daling van het aantal HAE-aanvallen in de ITT-populatie die berotralstat 150 mg
toegediend kreeg
Resultaten
Berotralstat 150 mg
(n=40)
Aantal
Procentuele daling
aanvallen
t.o.v. placebo
per 28 dagen
(95%-BI)
1,31
44,2% (23,0; 59,5)
Placebo
(n=40
a)
Aantal
aanvallen
per 28
dagen
2,35
p-
waarde
Aantal HAE-aanvallen
a
<0,001
Eén patiënt in de ITT-analyse werd gerandomiseerd naar placebo, maar werd niet behandeld.
De daling van het aantal aanvallen hield gedurende 24 weken aan, zoals weergegeven in afbeelding 1.
Afbeelding 1: Aantal HAE-aanvallen per maand gedurende 24 weken behandeling met
berotralstat 150 mg (n=40) of placebo (n=40)
Gemiddeld (+/- SEM) aantal door onderzoeker bevestigde
aanvallen
(
ll /
d)
berotralstat 150 mg
placebo
Baseline
berotralstat 150 mg N= 40
Placebo N= 39
1
37
39
2
37
38
3
Maand
37
37
4
37
36
5
37
34
6
37
34
SEM: standaardfout van het gemiddelde
Van de patiënten die berotralstat 150 mg toegediend kregen, vertoonde 58% een daling van het aantal
HAE-aanvallen
van ≥50% ten opzichte van baseline, tegenover 25% van de patiënten die placebo
kregen.
Orladeyo 150 mg verminderde het aantal HAE-aanvallen waarvoor standaardbehandeling voor acute
aanvallen nodig was met 49,2% (95%-BI: 25,5%, 65,4%) ten opzichte van placebo (aantal per
28 dagen: 1,04 t.o.v. 2,05).
Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven
Bij patiënten die berotralstat 150 mg toegediend kregen, trad ten opzichte van de placebogroep een
verbetering op van de totale score van de vragenlijst over kwaliteit van leven voor angio-oedeem (AE-
QoL) alsook van de domeinscores (functioneren, vermoeidheid/stemming, angst/schaamte en
voeding), zoals weergegeven in tabel 3. Een daling met 6 punten wordt beschouwd als een klinisch
betekenisvolle verbetering. De grootste verbetering werd waargenomen in de functioneringsscore.
8
Tabel 3: Verandering in AE-QoL-score* - berotralstat t.o.v. placebo in week 24
LS-gemiddelde verandering (SE) t.o.v. LS-gemiddelde verschil
baseline in week 24
t.o.v. placebo
(95%-BI)
Berotralstat
Placebo
150 mg
-4,90
Totale AE-QoL-score
-14,6 (2,6)
-9,7 (2,6)
(-12,23, 2,43)
-9,10
Functioneringsscore
-19,5 (3,4)
-10,4 (3,4)
(-18,58, 0,38)
Score voor
-2,16
-11,3 (3,2)
-9,2 (3,3)
vermoeidheid/stemming
(-11,35, 7,03)
-4,96
Score voor angst/schaamte
-15,4 (3,2)
-10,5 (3,3)
(-14,05, 4,13)
-2,68
Score voor voeding
-8,8 (3,0)
-6,1 (3,1)
(-11,27, 5,92)
AE-QoL=vragenlijst over kwaliteit van leven voor angio-oedeem; BI=betrouwbaarheidsinterval;
LS=kleinste kwadraten; SE=standaardfout
*
Lagere scores wijzen op een verbeterde kwaliteit van leven (minder verslechtering)
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Orladeyo werden in de twee onderzoeken beoordeeld bij 28
adolescente patiënten in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Het veiligheidsprofiel en het aantal aanvallen op
basis van onderzoek waren vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel en het aantal aanvallen dat bij
volwassenen werden waargenomen.
De veiligheid en werkzaamheid van berotralstat bij pediatrische patiënten jonger dan 12 jaar zijn niet
vastgesteld.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Orladeyo in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met hereditair angio-oedeem bij de preventie van aanvallen bij patiënten met
hereditair angio-oedeem (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening van berotralstat 150 mg eenmaal daags bedragen de C
max
en de oppervlakte onder
de curve gedurende het doseringsinterval (AUC
tau
) respectievelijk 158 ng/ml (bereik: 110 tot
234 ng/ml) en 2770 ng*u/ml (bereik: 1880 tot 3790 ng*u/ml). De farmacokinetiek van berotralstat bij
patiënten met HAE is vergelijkbaar met die bij gezonde mensen.
De blootstelling aan berotralstat (C
max
en AUC) stijgt meer dan evenredig aan de dosis en de steady
state wordt bereikt op dag 6 tot 12.
Voedingseffect
Er werden geen verschillen in de C
max
en AUC van berotralstat waargenomen na toediening met een
vetrijke maaltijd. De mediane t
max
werd echter met 3 uur vertraagd, van 2 uur (in nuchtere toestand) tot
5 uur (in gevoede toestand, bereik: 1 tot 8 uur). Berotralstat moet met voedsel worden toegediend om
gastro-intestinale bijwerkingen tot een minimum te beperken.
9
Distributie
De plasma-eiwitbinding is ongeveer 99%. Na een enkelvoudige dosis radioactief gelabeld berotralstat
300 mg was de bloed-plasmaratio ongeveer 0,92. Bij steady state was het geometrisch gemiddelde (%
CV) Vd/F 3123 l (40%) voor berotralstat 150 mg eenmaal daags.
Biotransformatie
Berotralstat wordt gemetaboliseerd door CYP2D6 en door CYP3A4 met een lage
in-vitro-omzetting.
Na een enkelvoudige orale dosis van 300 mg radioactief gelabeld berotralstat was berotralstat
verantwoordelijk voor 34% van de totale plasma-radioactiviteit, met 8 metabolieten, die elk
verantwoordelijk waren voor 1,8 tot 7,8% van de totale radioactiviteit. Structuren voor 5 van de 8
metabolieten zijn bekend. Het is niet bekend of de metabolieten farmacologisch actief zijn.
Berotralstat 150 mg eenmaal daags is een matige CYP2D6- en CYP3A4-remmer en een zwakke
CYP2C9-remmer. Berotralstat is geen CYP2C19-remmer.
Bij tweemaal de aanbevolen dosis is berotralstat een zwakke P-gp-remmer en geen BCRP-remmer.
Eliminatie
Na een eenmalige dosis van 150 mg bedroeg de mediane halfwaardetijd van berotralstat ongeveer 93
uur (bereik: 39 tot 152 uur).
Na een enkelvoudige dosis van 300 mg radioactief gelabeld berotralstat werd ongeveer 9%
uitgescheiden in de urine (3,4% onveranderd; bereik: 1,8 tot 4,7%) en 79% in de feces. Aanvullende
analyses wezen erop dat ongeveer 50% van de teruggevonden fractie in de feces onveranderd
berotralstat was.
Bijzondere populaties
Uit farmacokinetische populatie-analyses bleek dat leeftijd, geslacht en etnische afkomst geen
betekenisvolle invloed hadden op de farmacokinetiek van berotralstat. Lichaamsgewicht werd
aangewezen als een covariabele die de variabiliteit van de klaring en het distributievolume beschrijft,
resulterend in een hogere blootstelling (AUC en C
max
) bij patiënten die minder wegen. Dit verschil
wordt echter niet als klinisch relevant beschouwd en er worden geen dosisaanpassingen aanbevolen
voor deze demografische kenmerken.
Pediatrische patiënten
Op basis van farmacokinetische populatie-analyses bij pediatrische patiënten van 12 tot 18 jaar oud net
een gewicht van ten minste 40 kg was de blootstelling bij steady state na orale toediening van
berotralstat 150 mg eenmaal daags iets hoger (29% hoger) dan de blootstelling bij volwassenen, met
een geschat geometrisch gemiddelde (CV%) AUC
tau
van 2515 (38,6) ng*u/ml. Dit verschil wordt
echter niet als klinisch relevant beschouwd en er worden geen dosisaanpassingen aanbevolen bij
pediatrische patiënten van 12 tot 18 jaar oud met een gewicht van 40 kg of meer.
Nierfunctiestoornis
De farmacokinetiek van een enkelvoudige orale dosis van 200 mg berotralstat werd onderzocht bij
patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (eGFR minder dan 30 ml/min). Ten opzichte van een
gelijktijdig cohort met een normale nierfunctie (eGFR hoger dan 90 ml/min) steeg de C
max
met 39%,
terwijl er geen verschil werd waargenomen in de AUC. Bij patiënten met een lichte of matige
nierfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis lopen
mogelijk het risico op QT-verlenging. Het verdient aanbeveling het gebruik van berotralstat bij deze
patiënten te vermijden.
De farmacokinetiek van berotralstat bij patiënten met nierfalen die hemodialyse nodig hebben, is niet
onderzocht. Gezien de hoge plasma-eiwitbinding van berotralstat is het onwaarschijnlijk dat het door
hemodialyse wordt geëlimineerd.
10
Leverfunctiestoornis
De farmacokinetiek van een enkelvoudige orale dosis van 150 mg berotralstat werd onderzocht bij
patiënten met een lichte, matige en ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh-klasse A, B of C). De
farmacokinetiek van berotralstat bij patiënten met een lichte leverfunctiestoornis was onveranderd ten
opzichte van die bij patiënten met een normale leverfunctie. Bij patiënten met een matige
leverfunctiestoornis steeg de C
max
met 77%, terwijl de AUC
0-inf
met 78% steeg. Bij proefpersonen met
een ernstige leverfunctiestoornis steeg de C
max
met 27%, terwijl de AUC
0-inf
met 6% daalde. De
geschatte toename van de gemiddelde QTcF bij patiënten met een matige tot ernstige
leverfunctiestoornis was maximaal 8,8 msec (tweezijdig 90%-UB 13,1 msec). Het gebruik van
berotralstat dient te worden vermeden bij patiënten met een matige of ernstige leverfunctiestoornis
(Child-Pugh-klasse B of C).
Ouderen
Berotralstat is niet onderzocht bij patiënten ouder dan 75 jaar; leeftijd zal naar verwachting echter geen
invloed hebben op de blootstelling aan berotralstat.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In niet-klinisch chronisch toxiciteitsonderzoek met herhaalde doses werd fosfolipidose (aanwezigheid
van schuimende, gevacuoleerde macrofagen) in de lever van ratten waargenomen (door middel van
elektronenmicroscopie) en vermoed in de lever, de dunne darm, de longen, de milt en het lymfatische
weefsel bij ratten en apen, bij klinisch relevante blootstellingen. De klinische relevantie van deze
bevindingen is niet bekend.
In het 2 jaar durend onderzoek (tijdens de gehele levensduur) bij ratten werd skeletale myofibrillaire
degeneratie/necrose waargenomen. De blootstelling op het NOAEL (no
observed adverse effect level)
voor deze bevindingen bij ratten was 4,5 keer zo hoog als de blootstelling die (op basis van de AUC)
werd bereikt bij de klinische dosis van 150 mg berotralstat.
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van genotoxiciteit.
In een 6 maanden durend onderzoek met Tg.rasH2-transgene muizen werd geen stijgende incidentie
van tumoren waargenomen. De blootstelling in dit carcinogeniteitsonderzoek bij muizen was 10 keer
zo hoog als de blootstelling die (op basis van de AUC) werd bereikt bij de klinische dosis van 150 mg
berotralstat.
In een 2 jaar durend onderzoek (tijdens de gehele levensduur) bij ratten die berotralstat toegediend
kregen bij een blootstelling die 4,5 keer zo hoog was als de blootstelling die (op basis van de AUC)
werd bereikt bij de dosis van 150 mg berotralstat, werden in zeldzame gevallen stromale sarcomen van
het endometrium en niet-gedifferentieerde huidsarcomen waargenomen. Met een incidentie die iets
hoger is dan in controlegroepen zijn deze bevindingen niet eenduidig. De klinische relevantie van deze
bevindingen is niet bekend.
Berotralstat passeert bij ratten en konijnen de placentabarrière. Een onderzoek naar de embryo-foetale
ontwikkeling bij drachtige ratten die berotralstat toegediend kregen bij blootstellingen die 9,7 keer zo
hoog waren als de blootstelling die (op basis van de AUC) werd bereikt bij de klinische dosis van
150 mg berotralstat, wees niet op schade voor de zich ontwikkelende foetus. Er werd geen tweede
onderzoek naar de embryo-foetale ontwikkeling uitgevoerd bij een relevante niet-knaagdiersoort.
Berotralstat werd op lactatiedag 14 in een concentratie van ongeveer 5% van de maternale
plasmaconcentratie aangetroffen in het plasma van jonge ratten.
11
Berotralstat had geen effect op de paring of vruchtbaarheid bij mannelijke en vrouwelijke ratten bij
een dosering die 2,9 keer zo hoog was als de klinische dosis van 150 mg berotralstat op basis van
mg/m
2
.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Vulling van de capsule
Crospovidon (type A)
Magnesiumstearaat
Siliciumdioxide, colloïdaal, watervrij
Zetmeel, gepregelatineerd
Omhulsel van de capsule
Gelatine
Titaandioxide (E171)
Indigokarmijn (E132)
Zwart ijzeroxide (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
Drukinkt
Zwart ijzeroxide (E172)
Kaliumhydroxide
Schellak
Propyleenglycol (E1520)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel gelden geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
PCTFE/PVC-Alu-blisterverpakkingen in een doos met 7 capsules per blister
Verpakkingsgrootte: 28 of 98 harde capsules
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
12
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BioCryst Ireland Limited
Block 4, Harcourt Centre, Harcourt Road, DUBLIN 2, D02HW77
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1544/001
EU/1/21/1544/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 30 april 2021
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
13
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
14
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Millmount Healthcare Limited
Block-7, City North Business Campus
Stamullen,
Co. Meath, K32 YD60
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen 6
maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
15
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
16
A. ETIKETTERING
17
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Orladeyo 150 mg harde capsules
berotralstat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 150 mg berotralstat (als dihydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
harde capsule
28 harde capsules
98 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
18
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
BioCryst Ireland Limited
Block 4, Harcourt Centre, Harcourt Road, DUBLIN 2, D02HW77
Ierland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1544/001
EU/1/21/1544/002
13.
Partij
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Orladeyo
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ‑ VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
18.
PC
SN
NN
19
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Orladeyo 150 mg capsules
berotralstat
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BioCryst Ireland Limited
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Partij
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
20
B. BIJSLUITER
21
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Orladeyo 150 mg harde capsules
berotralstat
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Orladeyo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Orladeyo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Orladeyo is een geneesmiddel dat de werkzame stof berotralstat bevat. Het wordt gebruikt om
aanvallen van angio-oedeem te voorkomen
bij volwassenen en jongeren vanaf 12 jaar met hereditair
angio-oedeem.
Wat is hereditair angio-oedeem?
Hereditair angio-oedeem is een aandoening die vaak binnen een familie voorkomt. Het kan uw
dagelijkse activiteit beperken door aanvallen van zwelling en pijn in verschillende delen van uw
lichaam, zoals:
handen en voeten
gezicht, oogleden, lippen of tong
strottenhoofd (larynx), wat de ademhaling kan bemoeilijken
geslachtsdelen
maag en darmen
Hoe werkt Orladeyo?
Bij hereditair angio-oedeem heeft uw bloed niet genoeg van het eiwit C1-remmer of werkt het eiwit
niet goed. Dit leidt tot een teveel van het enzym plasmakallikreïne, wat vervolgens de concentratie
bradykinine in uw bloed verhoogt. Te veel bradykinine leidt tot klachten van hereditair angio-oedeem.
Berotralstat, de werkzame stof in Orladeyo, blokkeert de activiteit van plasmakallikreïne en
vermindert zo de concentratie bradykinine. Dit voorkomt de zwelling en pijn die hereditair angio-
oedeem kan veroorzaken.
22
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt, als u:
een matig of ernstig verminderde leverfunctie heeft waardoor de concentratie berotralstat in het
bloed kan stijgen
een ernstig verminderde nierfunctie heeft
een risico loopt op een bepaalde afwijking van de hartslag die wordt aangeduid als QT-
verlenging
Behandel een aanval van hereditair angio-oedeem met uw gebruikelijke noodmedicatie zonder
aanvullende doses Orladeyo. Het is niet bekend of Orladeyo werkzaam is bij de onmiddellijke
behandeling van aanvallen van hereditair angio-oedeem.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Orladeyo wordt niet aanbevolen bij kinderen jonger dan 12 jaar. De reden hiervoor is dat het gebruik
in deze leeftijdsgroep niet is onderzocht.
Orladeyo is niet onderzocht bij jongeren die minder dan 40 kg wegen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Orladeyo nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Vertel het uw arts met name als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt voordat u dit middel
inneemt:
thioridazine of pimozide, geneesmiddelen voor de behandeling van psychische stoornissen
amlodipine, een geneesmiddel voor de behandeling van hoge bloeddruk of een bepaald type pijn
op de borst aangeduid als angina pectoris
ciclosporine, een geneesmiddel om het immuunsysteem te onderdrukken en ernstige
huidaandoeningen en ernstige oog- of gewrichtsontsteking te behandelen
dabigatran, een geneesmiddel dat bloedstolling voorkomt
rifampicine: een geneesmiddel voor de behandeling van tuberculose of bepaalde andere
infecties
desipramine, sint-janskruid en andere geneesmiddelen voor de behandeling van depressie die
worden aangeduid als tricyclische antidepressiva
dextromethorfan, een middel tegen hoest
digoxine, een geneesmiddel voor de behandeling van hartproblemen en een onregelmatige
hartslag
fentanyl, een sterke pijnstiller
midazolam, een geneesmiddel voor de behandeling van slaapstoornissen en voor anesthesie
tolbutamide, een geneesmiddel om het bloedsuikergehalte te verlagen
orale (via de mond ingenomen) anticonceptiemiddelen, geneesmiddelen die worden gebruikt om
ervoor te zorgen dat u niet zwanger wordt.
Orladeyo kan de werkzaamheid van orale hormonale anticonceptiva, zoals desogestrel,
verminderen. Vrouwen die alleen desogestrel als anticonceptie gebruiken, moeten daarom
overschakelen op een andere effectieve anticonceptiemethode, zoals barrièremethode,
injecteerbaar progesteron of gecombineerde orale hormonale anticonceptie.
23
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Er is beperkte informatie over het gebruik van Orladeyo tijdens de zwangerschap en de periode van
borstvoeding. Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van Orladeyo te vermijden tijdens de
zwangerschap en de borstvoeding. Uw arts zal met u bespreken wat de risico’s en voordelen van dit
geneesmiddel zijn.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten tijdens de behandeling met berotralstat en gedurende
ten minste één maand na de laatste dosis effectieve anticonceptie gebruiken. Orladeyo wordt niet
aanbevolen bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen anticonceptie toepassen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Orladeyo heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen dosering is
De aanbevolen dosis voor volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder die 40 kilo of meer wegen is
eenmaal daags één capsule.
Orladeyo wordt niet aanbevolen bij patiënten met een matig of ernstig verminderde nierfunctie. Uit
voorzorg geldt dit ook voor patiënten die dialyse ondergaan.
Wijze van toediening
Neem de capsule elke dag op hetzelfde tijdstip in met voedsel en een glas water. Dat kan op elk
moment van de dag zijn.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als dit het geval is.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten capsule in te halen. Neem een gemiste dosis in zodra u
eraan denkt; neem echter niet meer dan één dosis per dag in.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Het is belangrijk dat u dit geneesmiddel regelmatig
inneemt zo lang uw arts het middel aan u
voorschrijft.
Stop niet met het innemen van Orladeyo zonder toestemming van uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
24
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken.
Bijwerkingen kunnen zich voordoen in de volgende frequenties:
Zeer vaak:
komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
hoofdpijn
maagpijn, waaronder een onaangenaam gevoel in de buik, gevoeligheid van de buik
diarree en vaak ontlasting
Vaak:
komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
braken
brandend maagzuur
winderigheid
bloedonderzoek waaruit verhoogde leverenzymwaarden (ALAT en ASAT) blijken
huiduitslag
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel gelden geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de wc en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is berotralstat. Elke capsule bevat 150 mg berotralstat (als
dihydrochloride).
De andere stoffen in dit middel zijn:
-
zetmeel, gepregelatineerd, crospovidon (type A), siliciumdioxide, colloïdaal, watervrij,
magnesiumstearaat, gelatine, titaandioxide (E171)
-
kleurstoffen: indigokarmijn (E132), zwart ijzeroxide (E172), rood ijzeroxide (E172).
-
eetbare drukinkt: zwart ijzeroxide (E172), kaliumhydroxide, schellak, propyleenglycol
(E1520).
25
Hoe ziet Orladeyo eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Orladeyo-capsules hebben een witte ondoorzichtige romp met de opdruk “150” en een lichtblauw
ondoorzichtig kapje met de opdruk “BCX” (19,4 mm × 6,9 mm). Ze zijn verpakt in plastic/aluminium
blisterverpakkingen in een doos met 7 capsules per blister.
Verpakkingsgrootte: 28 of 98 harde capsules
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
BioCryst Ireland Limited
Block 4, Harcourt Centre, Harcourt Road, DUBLIN 2, D02HW77
Ierland
Fabrikant
Millmount Healthcare Limited
Block-7, City North Business Campus,
Stamullen,
Co. Meath, K32 YD60
Ierland
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu
26

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Orladeyo 150 mg harde capsules
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke harde capsule bevat 150 mg berotralstat (als dihydrochloride).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule (capsule)
Capsule (19,4 mm × 6,9 mm) met een witte ondoorzichtige romp met de opdruk '150' en een
lichtblauw ondoorzichtig kapje met de opdruk 'BCX'.
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Orladeyo is geïndiceerd voor routineprofylaxe van terugkerende aanvallen van hereditair angio-
oedeem (HAE) bij volwassen en adolescente patiënten van 12 jaar en ouder.

4.2 Dosering en wijze van toediening

Dosering
De aanbevolen dosis voor volwassenen en adolescenten van 12 jaar en ouder met een gewicht 40 kg
is 150 mg berotralstat eenmaal daags.
Gemiste doses
Als een dosis berotralstat wordt gemist, moet de patiënt de vergeten dosis zo snel mogelijk innemen,
zonder de eenmaaldaagse dosis te overschrijden.
Orladeyo is niet bedoeld voor de behandeling van acute HAE-aanvallen (zie rubriek 4.4).
Bijzondere populaties
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing nodig voor patiënten ouder dan 65 jaar (zie rubriek 4.4 en 5.2).
Nierfunctiestoornis
Bij patiënten met een lichte of matige nierfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Het verdient
aanbeveling het gebruik van berotralstat bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis te
vermijden. Als behandeling noodzakelijk is, moet passende controle (bijvoorbeeld ECG's) worden
overwogen.
terminaal nierfalen (ESRD) die hemodialyse nodig hebben. Uit voorzorg heeft het de voorkeur het
gebruik van berotralstat te vermijden bij patiënten met ESRD (zie rubriek 5.2).
Leverfunctiestoornis
Bij patiënten met een lichte leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Het gebruik van
berotralstat bij patiënten met een matige of ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh-klasse B of C)
dient te worden vermeden (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van berotralstat bij kinderen jonger dan 12 jaar zijn nog niet
aangetoond. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
Orladeyo is bestemd voor oraal gebruik. De capsule kan op elk moment van de dag met voedsel
worden ingenomen (zie rubriek 5.2).

4.3 Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Algemeen
Orladeyo is niet bedoeld voor de behandeling van acute HAE-aanvallen; individuele behandeling dient
te worden gestart met goedgekeurde noodmedicatie.
Er zijn geen klinische gegevens beschikbaar over het gebruik van berotralstat bij HAE-patiënten met
een normale werking van C1-esteraseremmer (C1-INH).

Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van berotralstat bij patiënten die minder dan 40 kg
wegen en het gebruik van berotralstat bij deze patiënten dient te worden vermeden.

QT-verlenging
Patiënten met een matige of ernstige leverfunctiestoornis kunnen verhoogde serumconcentraties van
berotralstat ontwikkelen die gepaard gaan met een risico op QT-verlenging. Bij deze patiënten moet
het gebruik van berotralstat worden vermeden.
Patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis lopen mogelijk het risico op QT-verlenging. Het
verdient aanbeveling het gebruik van berotralstat bij deze patiënten te vermijden. Als behandeling
noodzakelijk is, moet passende controle (bijvoorbeeld ECG's) worden overwogen.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van berotralstat bij patiënten met onafhankelijke
risicofactoren voor QT-verlenging, zoals verstoring van de elektrolytenhuishouding, bekende reeds
bestaande QT-verlenging (verworven of familiair), gevorderde leeftijd (zie rubriek 4.2) of gelijktijdig
gebruik van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de QT verlengen. Het verdient
aanbeveling het gebruik van berotralstat bij deze patiënten te vermijden. Als behandeling noodzakelijk
is, moet passende controle (bijvoorbeeld ECG's) worden overwogen.
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Berotralstat kan de werkzaamheid verminderen van orale hormonale anticonceptiva die CYP2C9
nodig hebben voor de omzetting van prodrug in actieve metaboliet, zoals desogestrel. Vrouwen die
alleen desogestrel als anticonceptie gebruiken, dienen daarom over te schakelen op een alternatieve
orale hormonale anticonceptie (zie rubriek 4.5).

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Berotralstat is een substraat van de transporteiwitten P-glycoproteïne (P-gp) en BCRP (breast cancer
resistance protein).
Effecten van andere geneesmiddelen op berotralstat
P-gp en BCRP-remmers
Cyclosporine, een P-gp- en BCRP-remmer, verhoogde de maximale concentratie (Cmax) van
berotralstat bij steady state met 25% en de AUC van berotralstat met 55%. Bij gelijktijdige toediening
van P-gp-en BCRP-remmers kan sprake zijn van een verhoogde blootstelling aan berotralstat, maar
dosisaanpassing is niet nodig. Nauwlettende controle op bijwerkingen wordt aanbevolen voor
gelijktijdig gebruik met P-gp- en BCRP-remmers.
P-gp- en BCRP-inductoren
Berotralstat is een substraat van P-gp en BCRP. P-gp- en BCRP-inductoren (bijvoorbeeld rifampicine,
sint-janskruid) kunnen de plasmaconcentratie van berotralstat verlagen, wat leidt tot verminderde
werkzaamheid van berotralstat. Het gebruik van P-gp-inductoren wordt niet aanbevolen voor
berotralstat.
Effecten van berotralstat op andere geneesmiddelen
CYP3A4-substraten
Berotralstat is een matige CYP3A4-remmer die de Cmax en AUC van oraal midazolam met
respectievelijk 45% en 124% verhoogt en de Cmax en AUC van amlodipine met respectievelijk 45% en
77% verhoogt. Gelijktijdige toediening kan leiden tot een verhoging van de concentraties van andere
geneesmiddelen die CYP3A4-substraten zijn. Zie de SPC voor gelijktijdig gebruikte geneesmiddelen
die voornamelijk worden gemetaboliseerd door CYP3A4, met name die met een smalle therapeutische
index (bijvoorbeeld cyclosporine, fentanyl). Dosisaanpassingen van deze geneesmiddelen kunnen
nodig zijn (zie rubriek 5.2).
CYP2D6-substraten
Berotralstat is een matige CYP2D6-remmer die de Cmax en AUC van dextromethorfan met
respectievelijk 196% en 177% verhoogt en de Cmax en AUC van desipramine met respectievelijk 64%
en 87% verhoogt. Gelijktijdige toediening kan leiden tot een verhoogde blootstelling aan andere
geneesmiddelen die CYP2D6-substraten zijn. Zie de SPC voor gelijktijdig gebruikte geneesmiddelen
die voornamelijk worden gemetaboliseerd door CYP2D6, met name geneesmiddelen met een smalle
therapeutische index (bijvoorbeeld thioridazine, pimozide) of waarvoor in de voorschrijfinformatie
therapeutische controle wordt aanbevolen (bijvoorbeeld tricyclische antidepressiva).
Dosisaanpassingen van deze geneesmiddelen kunnen nodig zijn (zie rubriek 5.2).
CYP2C9-substraten
Berotralstat is een zwakke CYP2C9-remmer die de Cmax en AUC van tolbutamide met respectievelijk
19% en 73% verhoogt. Er wordt geen dosisaanpassing aanbevolen voor gelijktijdig gebruik van
geneesmiddelen die voornamelijk worden gemetaboliseerd door CYP2C9 (bijvoorbeeld tolbutamide)
(zie rubriek 5.2).
CYP2C19-substraten
Berotralstat is geen CYP2C19-remmer, aangezien de Cmax en AUC van omeprazol slechts met
respectievelijk 21% en 24% stegen. Er wordt geen dosisaanpassing aanbevolen voor gelijktijdig
gebruik van geneesmiddelen die voornamelijk worden gemetaboliseerd door CYP2C19 (bijvoorbeeld
omeprazol) (zie rubriek 5.2).
Berotralstat is een zwakke P-gp-remmer en verhoogde de Cmax en AUC van het P-gp-substraat
digoxine met respectievelijk 58% en 48%. Zie de SPC voor gelijktijdig gebruikte geneesmiddelen die
P-gp-substraten zijn, met name geneesmiddelen met een smalle therapeutische index (bijvoorbeeld
digoxine) of waarvoor in de voorschrijfinformatie therapeutische controle wordt aanbevolen
(bijvoorbeeld dabigatran). Dosisaanpassingen van deze geneesmiddelen kunnen nodig zijn (zie rubriek
5.2).
Orale anticonceptiva
Toediening van berotralstat tijdens het gebruik van orale anticonceptiva is niet onderzocht. Als matige
CYP3A4-remmer kan berotralstat de concentraties van orale anticonceptiva die door CYP3A4 worden
gemetaboliseerd, verhogen. Als lichte CYP2C9-remmer kan berotralstat de werkzaamheid
verminderen van hormonale anticonceptiva die CYP2C9 nodig hebben voor de omzetting van prodrug
in actieve metaboliet, zoals desogestrel. Vrouwen die alleen desogestrel als anticonceptie gebruiken,
dienen daarom over te schakelen op een alternatieve effectieve anticonceptiemethode, zoals
barrièremethode, injecteerbaar progesteron of gecombineerde orale hormonale anticonceptie (zie
rubriek 4.4).

4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Vrouwen die zwanger kunnen worden
Vrouwen die zwanger kunnen worden moeten tijdens de behandeling met berotralstat en gedurende
ten minste één maand na de laatste dosis effectieve anticonceptie gebruiken. Berotralstat wordt niet
aanbevolen bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen anticonceptie toepassen (zie rubriek 4.4).
Zwangerschap
Er zijn geen of slechts beperkte gegevens over het gebruik van berotralstat bij zwangere vrouwen.
Dieronderzoek heeft onvoldoende gegevens opgeleverd wat betreft reproductietoxiciteit (zie rubriek
5.3).
Berotralstat wordt niet aanbevolen voor gebruik tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Uit beschikbare farmacodynamische/toxicologische gegevens bij dieren blijkt dat berotralstat in melk
wordt uitgescheiden (zie rubriek 5.3).
Een risico voor zuigelingen kan niet worden uitgesloten.
Er moet worden besloten of de borstvoeding moet worden gestaakt of dat de behandeling met
Orladeyo moet worden gestaakt dan wel niet moet worden ingesteld, rekening houdend met het
voordeel van borstvoeding voor het kind en met het voordeel van behandeling voor de vrouw.
Vruchtbaarheid
In dieronderzoek werden geen effecten op de vruchtbaarheid waargenomen (zie rubriek 5.3).

4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Orladeyo heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.

4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest voorkomende bijwerkingen zijn buikpijn (alle locaties) (gemeld door 21% van de patiënten),
diarree (gemeld door 15% van de patiënten) en hoofdpijn (gemeld door 13% van de patiënten). De
gebruik van Orladeyo (mediane dag van aanvang was dag 66 voor buikpijn en dag 45 voor diarree) en
verdwenen zonder geneesmiddel terwijl de behandeling met Orladeyo werd voortgezet. Bijna alle
gevallen (99%) van buikpijn waren licht of matig van ernst bij een mediane duur van 3,5 dagen (95%-
BI 2-8 dagen). Bijna alle gevallen (98%) van diarree waren licht of matig van ernst bij een mediane
duur van 3,2 dagen (95%-BI 2-8 dagen).
Tabel met de lijst van bijwerkingen
De veiligheid van Orladeyo is beoordeeld in langlopende klinische onderzoeken bij 381 patiënten met
HAE (zowel ongecontroleerd, open-label als placebogecontroleerd, geblindeerd). De bijwerkingen
worden hieronder vermeld per systeem/orgaanklasse en per frequentie volgens MedDRA. De
frequenties worden als volgt gedefinieerd: zeer vaak (1/10); vaak (1/100, <1/10); soms (1/1.000,
<1/100); zelden (1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare
gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar
afnemende ernst.

Tabel 1: Bijwerkingen waargenomen in klinisch onderzoek
Systeem/orgaanklasse
Frequentie
Bijwerkingen
Zenuwstelselaandoeningen
Zeer vaak
Hoofdpijna
Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak
Buikpijnb, diarreec
Vaak
Braken, gastro-oesofageale reflux, flatulentie
Huid- en
Vaak
Huiduitslag
onderhuidaandoeningen
Onderzoekend
Vaak
alanineaminotransferase (ALAT) verhoogd,
aspartaataminotransferase (ASAT) verhoogd
a Hieronder vallen de voorvallen van hoofdpijn, sinushoofdpijn
b Hieronder vallen de voorvallen van buikpijn, abdominaal ongemak, pijn in de bovenbuik, pijn in de
onderbuik, epigastrisch ongemak, abdominale gevoeligheid
c Hieronder vallen de voorvallen van diarree, zachte ontlasting, frequente ontlasting
d Bij sommige patiënten, voornamelijk bij degenen die de behandeling met androgenen binnen 14
dagen na aanvang van de behandeling met Orladeyo staakten, werden verhoogde waarden bij
leverfunctietests waargenomen, die doorgaans met of zonder stopzetting van de behandeling met
berotralstat verbeterden. Het abrupt stopzetten van de toediening van androgenen onmiddellijk
voorafgaand aan de behandeling met Orladeyo moet worden vermeden.
Pediatrische patiënten
De veiligheid van Orladeyo werd beoordeeld in klinische onderzoeken in een subgroep van 28
adolescente patiënten van 12 tot 18 jaar oud met een gewicht van ten minste 40 kg. Het
veiligheidsprofiel was vergelijkbaar met dat bij volwassenen.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.

4.9 Overdosering
Er zijn in klinische onderzoeken geen gevallen van overdosering gemeld. Er is geen informatie
beschikbaar om mogelijke klachten en verschijnselen van overdosering te kunnen vaststellen. Als er
symptomen optreden, wordt een symptomatische behandeling aanbevolen. Er is geen antidotum
beschikbaar.

FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN

5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: overige hematologische middelen, bij hereditair angio-oedeem
gebruikte geneesmiddelen, ATC-code: B06AC06
Werkingsmechanisme
Berotralstat is een plasmakallikreïneremmer. Plasmakallikreïne is een serineprotease die
hoogmoleculair kininogeen (HMWK) splitst en bradykinine afgeeft, een krachtige vasodilator die de
vasculaire permeabiliteit verhoogt. Bij patiënten met HAE als gevolg van C1-INH-deficiëntie of -
disfunctie is de normale regulatie van de plasmakallikreïne-activiteit verstoord, waardoor
ongecontroleerde toenames van de plasmakallikreïne-activiteit en van de afgifte van bradykinine
worden veroorzaakt, wat leidt tot HAE-aanvallen die bestaan uit zwelling (angio-oedeem).
Elektrofysiologie van het hart
Bij de steady-state Cmax van berotralstat bij de aanbevolen dosis van 150 mg eenmaal daags steeg het
gemiddelde gecorrigeerde QT-interval met 3,4 msec (90% bovenste BI-grens van 6,8 msec), wat lager
is dan de 10 msec-drempel voor reden tot zorg. Bij een supratherapeutische dosis van 450 mg eenmaal
daags was de steady-state-blootstelling 4 keer zo hoog als bij de aanbevolen dosis van 150 mg en steeg
het gecorrigeerde QT-interval gemiddeld met 21,9 msec.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van berotralstat is onderzocht in een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind,
placebogecontroleerd parallelgroeponderzoek (NCT 03485911).
Onderzoek NCT 03485911
Aan dit onderzoek namen 120 patiënten (114 volwassenen en 6 kinderen van 12 jaar en ouder) met
type I of II HAE deel die gedurende de eerste 8 weken van de inloopperiode ten minste twee door een
onderzoeker bevestigde aanvallen hadden gehad en ten minste één dosis onderzoeksgeneesmiddel
toegediend hadden gekregen. Negen patiënten waren 65 jaar oud. De patiënten werden voor de
behandelperiode van 24 weken gerandomiseerd naar 1 van de 3 parallelle behandelingsarmen,
gestratificeerd naar het aantal aanvallen bij baseline, in een verhouding van 1:1:1 (berotralstat 110 mg,
berotralstat 150 mg of placebo via orale toediening eenmaal daags, met voedsel).
In totaal kregen 81 patiënten gedurende de behandelperiode van 24 weken ten minste één dosis
berotralstat toegediend. In totaal was 66% van de patiënten vrouw, 93% van de patiënten wit en de
gemiddelde leeftijd 41,6 jaar. Bij 74% van de patiënten werd een voorgeschiedenis van aanvallen van
laryngeaal angio-oedeem gemeld en 75% meldde eerder gebruik van langetermijnprofylaxe. Het
mediane aantal aanvallen tijdens de prospectieve inloopperiode (aantal aanvallen bij baseline) bedroeg
2,9 per maand. Bij 70% van de deelnemende patiënten was het aantal aanvallen bij baseline 2
aanvallen per maand.
Patiënten staakten het gebruik van andere profylactische HAE-geneesmiddelen vóór aanvang van het
onderzoek; alle patiënten mochten echter noodmedicatie gebruiken voor de behandeling van HAE-
doorbraakaanvallen.
Bij de met berotralstat behandelde patiënten werd 51,4% van de doorbraakaanvallen behandeld met
C1-INH (zie rubriek 4.4). Gelijktijdig gebruik van C1-INH en berotralstat leidde niet tot aantoonbare
bijwerkingen.
Orladeyo 150 mg leidde tot een statistisch significante en klinisch betekenisvolle daling van het aantal
HAE-aanvallen ten opzichte van placebo gedurende 24 weken in de intent-to-treat-populatie (ITT-
populatie) voor het primaire eindpunt, zoals weergegeven in tabel 2. De procentuele daling van het
tijdens de inloopperiode.

Tabel 2: Daling van het aantal HAE-aanval en in de ITT-populatie die berotralstat 150 mg
toegediend kreeg
Resultaten
Berotralstat 150 mg
Placebo
(n=40)
(n=40
a)
Aantal
Procentuele daling
p-
Aantal
aanvallen
t.o.v. placebo
waarde
aanvallen
per 28 dagen
(95%-BI)
per 28
dagen
Aantal HAE-aanvallen
1,31
44,2% (23,0; 59,5)
<0,001
2,35
a Eén patiënt in de ITT-analyse werd gerandomiseerd naar placebo, maar werd niet behandeld.
De daling van het aantal aanvallen hield gedurende 24 weken aan, zoals weergegeven in afbeelding 1.

Afbeelding 1: Aantal HAE-aanvallen per maand gedurende 24 weken behandeling met
berotralstat 150 mg (n=40) of placebo (n=40)
e
v
e
s
t
i
g
d
e
r
b
ke
n
d
e
r
z
oe
d
)
r
o
oo len /
v
al ll
aan
)
a
a
n
t
a
l
d
(
(
+
/
-
S
E
M
d
e
ld
id
berotralstat 150 mg
e
m
placebo
G

Baseline
1
2
3
4
5
6

Maand
berotralstat 150 mg N= 40
37
37
37
37
37
37
Placebo N= 39
39
38
37
36
34
34
SEM: standaardfout van het gemiddelde
Van de patiënten die berotralstat 150 mg toegediend kregen, vertoonde 58% een daling van het aantal
HAE-aanvallen van 50% ten opzichte van baseline, tegenover 25% van de patiënten die placebo
kregen.
Orladeyo 150 mg verminderde het aantal HAE-aanvallen waarvoor standaardbehandeling voor acute
aanvallen nodig was met 49,2% (95%-BI: 25,5%, 65,4%) ten opzichte van placebo (aantal per
28 dagen: 1,04 t.o.v. 2,05).
Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven
Bij patiënten die berotralstat 150 mg toegediend kregen, trad ten opzichte van de placebogroep een
verbetering op van de totale score van de vragenlijst over kwaliteit van leven voor angio-oedeem (AE-
QoL) alsook van de domeinscores (functioneren, vermoeidheid/stemming, angst/schaamte en
voeding), zoals weergegeven in tabel 3. Een daling met 6 punten wordt beschouwd als een klinisch
betekenisvolle verbetering. De grootste verbetering werd waargenomen in de functioneringsscore.
LS-gemiddelde verandering (SE) t.o.v. LS-gemiddelde verschil

baseline in week 24
t.o.v. placebo
Berotralstat
(95%-BI)
150 mg
Placebo
Totale AE-QoL-score
-14,6 (2,6)
-9,7 (2,6)
-4,90
(-12,23, 2,43)
Functioneringsscore
-19,5 (3,4)
-10,4 (3,4)
-9,10
(-18,58, 0,38)
Score voor
vermoeidheid/stemming
-11,3 (3,2)
-9,2 (3,3)
-2,16
(-11,35, 7,03)
Score voor angst/schaamte
-15,4 (3,2)
-10,5 (3,3)
-4,96
(-14,05, 4,13)
Score voor voeding
-8,8 (3,0)
-6,1 (3,1)
-2,68
(-11,27, 5,92)
AE-QoL=vragenlijst over kwaliteit van leven voor angio-oedeem; BI=betrouwbaarheidsinterval;
LS=kleinste kwadraten; SE=standaardfout
*Lagere scores wijzen op een verbeterde kwaliteit van leven (minder verslechtering)
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Orladeyo werden in de twee onderzoeken beoordeeld bij 28
adolescente patiënten in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Het veiligheidsprofiel en het aantal aanvallen op
basis van onderzoek waren vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel en het aantal aanvallen dat bij
volwassenen werden waargenomen.
De veiligheid en werkzaamheid van berotralstat bij pediatrische patiënten jonger dan 12 jaar zijn niet
vastgesteld.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Orladeyo in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met hereditair angio-oedeem bij de preventie van aanvallen bij patiënten met
hereditair angio-oedeem (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).

5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening van berotralstat 150 mg eenmaal daags bedragen de Cmax en de oppervlakte onder
de curve gedurende het doseringsinterval (AUCtau) respectievelijk 158 ng/ml (bereik: 110 tot
234 ng/ml) en 2770 ng*u/ml (bereik: 1880 tot 3790 ng*u/ml). De farmacokinetiek van berotralstat bij
patiënten met HAE is vergelijkbaar met die bij gezonde mensen.
De blootstelling aan berotralstat (Cmax en AUC) stijgt meer dan evenredig aan de dosis en de steady
state wordt bereikt op dag 6 tot 12.
Voedingseffect
Er werden geen verschillen in de Cmax en AUC van berotralstat waargenomen na toediening met een
vetrijke maaltijd. De mediane tmax werd echter met 3 uur vertraagd, van 2 uur (in nuchtere toestand) tot
5 uur (in gevoede toestand, bereik: 1 tot 8 uur). Berotralstat moet met voedsel worden toegediend om
gastro-intestinale bijwerkingen tot een minimum te beperken.

De plasma-eiwitbinding is ongeveer 99%. Na een enkelvoudige dosis radioactief gelabeld berotralstat
300 mg was de bloed-plasmaratio ongeveer 0,92. Bij steady state was het geometrisch gemiddelde (%
CV) Vd/F 3123 l (40%) voor berotralstat 150 mg eenmaal daags.
Biotransformatie
Berotralstat wordt gemetaboliseerd door CYP2D6 en door CYP3A4 met een lage in-vitro-omzetting.
Na een enkelvoudige orale dosis van 300 mg radioactief gelabeld berotralstat was berotralstat
verantwoordelijk voor 34% van de totale plasma-radioactiviteit, met 8 metabolieten, die elk
verantwoordelijk waren voor 1,8 tot 7,8% van de totale radioactiviteit. Structuren voor 5 van de 8
metabolieten zijn bekend. Het is niet bekend of de metabolieten farmacologisch actief zijn.
Berotralstat 150 mg eenmaal daags is een matige CYP2D6- en CYP3A4-remmer en een zwakke
CYP2C9-remmer. Berotralstat is geen CYP2C19-remmer.
Bij tweemaal de aanbevolen dosis is berotralstat een zwakke P-gp-remmer en geen BCRP-remmer.
Eliminatie
Na een eenmalige dosis van 150 mg bedroeg de mediane halfwaardetijd van berotralstat ongeveer 93
uur (bereik: 39 tot 152 uur).
Na een enkelvoudige dosis van 300 mg radioactief gelabeld berotralstat werd ongeveer 9%
uitgescheiden in de urine (3,4% onveranderd; bereik: 1,8 tot 4,7%) en 79% in de feces. Aanvullende
analyses wezen erop dat ongeveer 50% van de teruggevonden fractie in de feces onveranderd
berotralstat was.
Bijzondere populaties
Uit farmacokinetische populatie-analyses bleek dat leeftijd, geslacht en etnische afkomst geen
betekenisvolle invloed hadden op de farmacokinetiek van berotralstat. Lichaamsgewicht werd
aangewezen als een covariabele die de variabiliteit van de klaring en het distributievolume beschrijft,
resulterend in een hogere blootstelling (AUC en Cmax) bij patiënten die minder wegen. Dit verschil
wordt echter niet als klinisch relevant beschouwd en er worden geen dosisaanpassingen aanbevolen
voor deze demografische kenmerken.
Pediatrische patiënten
Op basis van farmacokinetische populatie-analyses bij pediatrische patiënten van 12 tot 18 jaar oud net
een gewicht van ten minste 40 kg was de blootstelling bij steady state na orale toediening van
berotralstat 150 mg eenmaal daags iets hoger (29% hoger) dan de blootstelling bij volwassenen, met
een geschat geometrisch gemiddelde (CV%) AUCtau van 2515 (38,6) ng*u/ml. Dit verschil wordt
echter niet als klinisch relevant beschouwd en er worden geen dosisaanpassingen aanbevolen bij
pediatrische patiënten van 12 tot 18 jaar oud met een gewicht van 40 kg of meer.
Nierfunctiestoornis
De farmacokinetiek van een enkelvoudige orale dosis van 200 mg berotralstat werd onderzocht bij
patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (eGFR minder dan 30 ml/min). Ten opzichte van een
gelijktijdig cohort met een normale nierfunctie (eGFR hoger dan 90 ml/min) steeg de Cmax met 39%,
terwijl er geen verschil werd waargenomen in de AUC. Bij patiënten met een lichte of matige
nierfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis lopen
mogelijk het risico op QT-verlenging. Het verdient aanbeveling het gebruik van berotralstat bij deze
patiënten te vermijden.
De farmacokinetiek van berotralstat bij patiënten met nierfalen die hemodialyse nodig hebben, is niet
onderzocht. Gezien de hoge plasma-eiwitbinding van berotralstat is het onwaarschijnlijk dat het door
hemodialyse wordt geëlimineerd.
De farmacokinetiek van een enkelvoudige orale dosis van 150 mg berotralstat werd onderzocht bij
patiënten met een lichte, matige en ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh-klasse A, B of C). De
farmacokinetiek van berotralstat bij patiënten met een lichte leverfunctiestoornis was onveranderd ten
opzichte van die bij patiënten met een normale leverfunctie. Bij patiënten met een matige
leverfunctiestoornis steeg de Cmax met 77%, terwijl de AUC0-inf met 78% steeg. Bij proefpersonen met
een ernstige leverfunctiestoornis steeg de Cmax met 27%, terwijl de AUC0-inf met 6% daalde. De
geschatte toename van de gemiddelde QTcF bij patiënten met een matige tot ernstige
leverfunctiestoornis was maximaal 8,8 msec (tweezijdig 90%-UB 13,1 msec). Het gebruik van
berotralstat dient te worden vermeden bij patiënten met een matige of ernstige leverfunctiestoornis
(Child-Pugh-klasse B of C).
Ouderen
Berotralstat is niet onderzocht bij patiënten ouder dan 75 jaar; leeftijd zal naar verwachting echter geen
invloed hebben op de blootstelling aan berotralstat.

5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In niet-klinisch chronisch toxiciteitsonderzoek met herhaalde doses werd fosfolipidose (aanwezigheid
van schuimende, gevacuoleerde macrofagen) in de lever van ratten waargenomen (door middel van
elektronenmicroscopie) en vermoed in de lever, de dunne darm, de longen, de milt en het lymfatische
weefsel bij ratten en apen, bij klinisch relevante blootstellingen. De klinische relevantie van deze
bevindingen is niet bekend.
In het 2 jaar durend onderzoek (tijdens de gehele levensduur) bij ratten werd skeletale myofibrillaire
degeneratie/necrose waargenomen. De blootstelling op het NOAEL (no observed adverse effect level)
voor deze bevindingen bij ratten was 4,5 keer zo hoog als de blootstelling die (op basis van de AUC)
werd bereikt bij de klinische dosis van 150 mg berotralstat.
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van genotoxiciteit.
In een 6 maanden durend onderzoek met Tg.rasH2-transgene muizen werd geen stijgende incidentie
van tumoren waargenomen. De blootstelling in dit carcinogeniteitsonderzoek bij muizen was 10 keer
zo hoog als de blootstelling die (op basis van de AUC) werd bereikt bij de klinische dosis van 150 mg
berotralstat.
In een 2 jaar durend onderzoek (tijdens de gehele levensduur) bij ratten die berotralstat toegediend
kregen bij een blootstelling die 4,5 keer zo hoog was als de blootstelling die (op basis van de AUC)
werd bereikt bij de dosis van 150 mg berotralstat, werden in zeldzame gevallen stromale sarcomen van
het endometrium en niet-gedifferentieerde huidsarcomen waargenomen. Met een incidentie die iets
hoger is dan in controlegroepen zijn deze bevindingen niet eenduidig. De klinische relevantie van deze
bevindingen is niet bekend.
Berotralstat passeert bij ratten en konijnen de placentabarrière. Een onderzoek naar de embryo-foetale
ontwikkeling bij drachtige ratten die berotralstat toegediend kregen bij blootstellingen die 9,7 keer zo
hoog waren als de blootstelling die (op basis van de AUC) werd bereikt bij de klinische dosis van
150 mg berotralstat, wees niet op schade voor de zich ontwikkelende foetus. Er werd geen tweede
onderzoek naar de embryo-foetale ontwikkeling uitgevoerd bij een relevante niet-knaagdiersoort.
Berotralstat werd op lactatiedag 14 in een concentratie van ongeveer 5% van de maternale
plasmaconcentratie aangetroffen in het plasma van jonge ratten.
een dosering die 2,9 keer zo hoog was als de klinische dosis van 150 mg berotralstat op basis van
mg/m2.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Vulling van de capsule
Crospovidon (type A)
Magnesiumstearaat
Siliciumdioxide, colloïdaal, watervrij
Zetmeel, gepregelatineerd
Omhulsel van de capsule
Gelatine
Titaandioxide (E171)
Indigokarmijn (E132)
Zwart ijzeroxide (E172)
Rood ijzeroxide (E172)
Drukinkt
Zwart ijzeroxide (E172)
Kaliumhydroxide
Schellak
Propyleenglycol (E1520)

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.

6.3 Houdbaarheid
3 jaar

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel gelden geen speciale bewaarcondities.

6.5 Aard en inhoud van de verpakking

PCTFE/PVC-Alu-blisterverpakkingen in een doos met 7 capsules per blister
Verpakkingsgrootte: 28 of 98 harde capsules

6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BioCryst Ireland Limited
Block 4, Harcourt Centre, Harcourt Road, DUBLIN 2, D02HW77
Ierland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1544/001
EU/1/21/1544/002
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 30 april 2021
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.

BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK

C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Millmount Healthcare Limited
Block-7, City North Business Campus
Stamullen,
Co. Meath, K32 YD60
Ierland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7
van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het
Europese webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel binnen 6
maanden na toekenning van de vergunning indienen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)

De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER


A. ETIKETTERING


BUITENVERPAKKING
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Orladeyo 150 mg harde capsules
berotralstat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke harde capsule bevat 150 mg berotralstat (als dihydrochloride).
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
harde capsule
28 harde capsules
98 harde capsules
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
HANDEL BRENGEN
BioCryst Ireland Limited
Block 4, Harcourt Centre, Harcourt Road, DUBLIN 2, D02HW77
Ierland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1544/001
EU/1/21/1544/002
13. PARTIJNUMMER
Partij
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Orladeyo
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN


WORDEN VERMELD

BLISTERVERPAKKING

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Orladeyo 150 mg capsules
berotralstat
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
BioCryst Ireland Limited
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Partij
5.
OVERIGE

B. BIJSLUITER

Orladeyo 150 mg harde capsules
berotralstat
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
·
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
·
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
·
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
·
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Orladeyo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Orladeyo en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Orladeyo is een geneesmiddel dat de werkzame stof berotralstat bevat. Het wordt gebruikt om
aanvallen van angio-oedeem te voorkomen bij volwassenen en jongeren vanaf 12 jaar met hereditair
angio-oedeem.

Wat is hereditair angio-oedeem?

Hereditair angio-oedeem is een aandoening die vaak binnen een familie voorkomt. Het kan uw
dagelijkse activiteit beperken door aanvallen van zwelling en pijn in verschillende delen van uw
lichaam, zoals:
·
handen en voeten
·
gezicht, oogleden, lippen of tong
·
strottenhoofd (larynx), wat de ademhaling kan bemoeilijken
·
geslachtsdelen
·
maag en darmen

Hoe werkt Orladeyo?
Bij hereditair angio-oedeem heeft uw bloed niet genoeg van het eiwit C1-remmer of werkt het eiwit
niet goed. Dit leidt tot een teveel van het enzym plasmakallikreïne, wat vervolgens de concentratie
bradykinine in uw bloed verhoogt. Te veel bradykinine leidt tot klachten van hereditair angio-oedeem.
Berotralstat, de werkzame stof in Orladeyo, blokkeert de activiteit van plasmakallikreïne en
vermindert zo de concentratie bradykinine. Dit voorkomt de zwelling en pijn die hereditair angio-
oedeem kan veroorzaken.

Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?

Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt, als u:
·
een matig of ernstig verminderde leverfunctie heeft waardoor de concentratie berotralstat in het
bloed kan stijgen
·
een ernstig verminderde nierfunctie heeft
·
een risico loopt op een bepaalde afwijking van de hartslag die wordt aangeduid als QT-
verlenging
Behandel een aanval van hereditair angio-oedeem met uw gebruikelijke noodmedicatie zonder
aanvullende doses Orladeyo. Het is niet bekend of Orladeyo werkzaam is bij de onmiddellijke
behandeling van aanvallen van hereditair angio-oedeem.

Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Orladeyo wordt niet aanbevolen bij kinderen jonger dan 12 jaar. De reden hiervoor is dat het gebruik
in deze leeftijdsgroep niet is onderzocht.
Orladeyo is niet onderzocht bij jongeren die minder dan 40 kg wegen.

Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?

Gebruikt u naast Orladeyo nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker.
Vertel het uw arts met name als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt voordat u dit middel
inneemt:
·
thioridazine of pimozide, geneesmiddelen voor de behandeling van psychische stoornissen
·
amlodipine, een geneesmiddel voor de behandeling van hoge bloeddruk of een bepaald type pijn
op de borst aangeduid als angina pectoris
·
ciclosporine, een geneesmiddel om het immuunsysteem te onderdrukken en ernstige
huidaandoeningen en ernstige oog- of gewrichtsontsteking te behandelen
·
dabigatran, een geneesmiddel dat bloedstolling voorkomt
·
rifampicine: een geneesmiddel voor de behandeling van tuberculose of bepaalde andere
infecties
·
desipramine, sint-janskruid en andere geneesmiddelen voor de behandeling van depressie die
worden aangeduid als tricyclische antidepressiva
·
dextromethorfan, een middel tegen hoest
·
digoxine, een geneesmiddel voor de behandeling van hartproblemen en een onregelmatige
hartslag
·
fentanyl, een sterke pijnstiller
·
midazolam, een geneesmiddel voor de behandeling van slaapstoornissen en voor anesthesie
·
tolbutamide, een geneesmiddel om het bloedsuikergehalte te verlagen
·
orale (via de mond ingenomen) anticonceptiemiddelen, geneesmiddelen die worden gebruikt om
ervoor te zorgen dat u niet zwanger wordt.
Orladeyo kan de werkzaamheid van orale hormonale anticonceptiva, zoals desogestrel,
verminderen. Vrouwen die alleen desogestrel als anticonceptie gebruiken, moeten daarom
overschakelen op een andere effectieve anticonceptiemethode, zoals barrièremethode,
injecteerbaar progesteron of gecombineerde orale hormonale anticonceptie.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Er is beperkte informatie over het gebruik van Orladeyo tijdens de zwangerschap en de periode van
borstvoeding. Uit voorzorg heeft het de voorkeur het gebruik van Orladeyo te vermijden tijdens de
zwangerschap en de borstvoeding. Uw arts zal met u bespreken wat de risico's en voordelen van dit
geneesmiddel zijn.
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten tijdens de behandeling met berotralstat en gedurende
ten minste één maand na de laatste dosis effectieve anticonceptie gebruiken. Orladeyo wordt niet
aanbevolen bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen anticonceptie toepassen.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Orladeyo heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

De aanbevolen dosering is
De aanbevolen dosis voor volwassenen en jongeren van 12 jaar en ouder die 40 kilo of meer wegen is
eenmaal daags één capsule.
Orladeyo wordt niet aanbevolen bij patiënten met een matig of ernstig verminderde nierfunctie. Uit
voorzorg geldt dit ook voor patiënten die dialyse ondergaan.

Wijze van toediening
Neem de capsule elke dag op hetzelfde tijdstip in met voedsel en een glas water. Dat kan op elk
moment van de dag zijn.

Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als dit het geval is.

Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Neem geen dubbele dosis om een vergeten capsule in te halen. Neem een gemiste dosis in zodra u
eraan denkt; neem echter niet meer dan één dosis per dag in.

Als u stopt met het innemen van dit middel
Het is belangrijk dat u dit geneesmiddel regelmatig
inneemt
zo lang uw arts het middel aan u
voorschrijft. Stop niet met het innemen van Orladeyo zonder toestemming van uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
te maken.
Bijwerkingen kunnen zich voordoen in de volgende frequenties:
Zeer vaak: komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers
·
hoofdpijn
·
maagpijn, waaronder een onaangenaam gevoel in de buik, gevoeligheid van de buik
·
diarree en vaak ontlasting

Vaak: komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers
·
braken
·
brandend maagzuur
·
winderigheid
·
bloedonderzoek waaruit verhoogde leverenzymwaarden (ALAT en ASAT) blijken
·
huiduitslag

Het melden van bijwerkingen

Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Voor dit geneesmiddel gelden geen speciale bewaarcondities.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de wc en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?

·
De werkzame stof in dit middel is berotralstat. Elke capsule bevat 150 mg berotralstat (als
dihydrochloride).
·
De andere stoffen in dit middel zijn:
-
zetmeel, gepregelatineerd, crospovidon (type A), siliciumdioxide, colloïdaal, watervrij,
magnesiumstearaat, gelatine, titaandioxide (E171)
-
kleurstoffen: indigokarmijn (E132), zwart ijzeroxide (E172), rood ijzeroxide (E172).
-
eetbare drukinkt: zwart ijzeroxide (E172), kaliumhydroxide, schellak, propyleenglycol
(E1520).

Orladeyo-capsules hebben een witte ondoorzichtige romp met de opdruk '150' en een lichtblauw
ondoorzichtig kapje met de opdruk 'BCX' (19,4 mm × 6,9 mm). Ze zijn verpakt in plastic/aluminium
blisterverpakkingen in een doos met 7 capsules per blister.
Verpakkingsgrootte: 28 of 98 harde capsules

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
·
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
BioCryst Ireland Limited
Block 4, Harcourt Centre, Harcourt Road, DUBLIN 2, D02HW77
Ierland
·
Fabrikant
Millmount Healthcare Limited
Block-7, City North Business Campus,
Stamullen,
Co. Meath, K32 YD60
Ierland

Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in

Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu

Heb je dit medicijn gebruikt? Orladeyo 150 mg te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Orladeyo 150 mg te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Orladeyo 150 mg

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG