Phenylephrine aguettant 50 µg/ml
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Phenylephrine Aguettant 50 microgram/ml, oplossing voor injectie in een voorgevulde
spuit
(in deze bijsluiter 'fenylefrine-injectie' genoemd)
Fenylefrine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een
bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker
of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is een fenylefrine-injectie en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee
zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is een fenylefrine-injectie en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dit geneesmiddel behoort tot een groep van adrenerge en dopaminerge middelen.
Het wordt gebruikt om een lage bloeddruk tijdens anesthesie te behandelen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig
mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen?
-
u bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6;
-
u lijdt aan ernstige hoge bloeddruk of perifeer vaatlijden (slechte bloedsomloop);
-
u gebruikt een monoamineoxidaseremmer (MAO-remmer) (of binnen 2 weken na
stopzetting van het gebruik hiervan), die wordt gebruikt om een depressie te behandelen
(zoals iproniazide, nialamide);
-
u lijdt aan een ernstige overactieve schildklier (hyperthyreoïdie).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel toegediend
krijgt:
-
als u ouder bent;
-
als u diabetes heeft;
1
als u arteriële hypertensie heeft;
als u een overactieve schildklier heeft (ongecontroleerde hyperthyreoïdie);
als u een vaatziekte heeft, zoals arteriosclerose (verharding en verdikking van de
wanden van de bloedvaten);
-
als u een slechte bloedcirculatie in de hersenen heeft;
-
als u lijdt aan een hartziekte met inbegrip van chronische hartaandoeningen,
perifere vasculaire insufficiëntie, hartritmestoornissen, tachycardie (hoge hartslag),
bradycardie (lage hartslag), gedeeltelijke hartblok, angina pectoris;
-
als u lijdt aan gesloten hoek glaucoom (een zeldzame oogziekte).
-
-
-
Bij patiënten met ernstig hartfalen kan fenylefrine hartfalen verslechteren ten gevolge van
bloedvatvernauwing.
De bloeddruk in uw slagaders zal tijdens de behandeling worden gecontroleerd. Als u een
hartaandoening heeft, zal extra controle van de vitale functies worden uitgevoerd.
Kinderen
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen wegens onvoldoende
informatie over de werkzaamheid, veiligheid en doseringsaanbevelingen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast fenylefrine-injectie nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat
gebruiken? Vertel dat dan uw arts. Met name bij:
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
bepaalde antidepressiva (iproniazide, nialamide, moclobemide, toloxaton,
imipramine, milnacipran of venlafaxine);
geneesmiddel, gebruikt voor de behandeling van infecties (linezolide);
bepaalde geneesmiddelen, gebruikt voor de behandeling van migraine
(dihydroergotamine, ergotamine, methylergometrine, methysergide);
bepaalde geneesmiddelen, gebruikt voor de behandeling van de ziekte van
Parkinson (bromocriptine, lisuride, pergolide);
geneesmiddel, gebruikt om de productie van een hormoon te remmen dat
verantwoordelijk is voor de lactatie (cabergoline);
anesthetica die worden ingeademd (desfluraan, enfluraan, halothaan, isofluraan,
methoxyfluraan, sevofluraan);
geneesmiddel, gebruikt als eetlustremmer (sibutramine);
geneesmiddel, gebruikt voor de behandeling van hoge bloeddruk (guanethidine);
geneesmiddelen, gebruikt voor de behandeling van hartfalen en bepaalde
onregelmatige hartslag (hartglycosiden);
geneesmiddel, gebruikt voor de behandeling van een abnormaal hartritme
(kinidine);
geneesmiddel, gebruikt tijdens de bevalling (oxytocine).
Zwangerschap en borstvoeding
De veiligheid van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap en borstvoeding is niet
vastgesteld, maar het gebruik van fenylefrine-injectie is mogelijk tijdens de zwangerschap,
indien nodig.
Het gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoeding wordt niet aanbevolen. Maar in het
geval van één enkele toediening tijdens de bevalling, is borstvoeding mogelijk.
2
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding?
Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit geneesmiddel
gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Praat met uw arts als u na gebruik van dit geneesmiddel wilt rijden en/of machines wilt
gebruiken.
Fenylefrine-injectie bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat 37,2 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/
tafelzout) per voorgevulde spuit. Dit komt overeen met 1,9 % van de aanbevolen maximale
dagelijkse hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
De toediening wordt uitgevoerd door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg met de
juiste opleiding en relevante ervaring, die voor u de juiste dosering zal vaststellen en wanneer
en hoe de injectie moet worden toegediend.
De aanbevolen dosering is:
Gebruik bij volwassenen
Uw arts bepaalt de toe te dienen dosering, en kan deze herhalen of aanpassen tot het gewenste
effect wordt bereikt.
Gebruik bij patiënten met een verminderde nierfunctie
(nieren werken niet goed)
Een lagere dosis fenylefrine kan noodzakelijk zijn voor patiënten met een nierfunctiestoornis.
Gebruik bij patiënten met een verminderde leverfunctie
(lever werkt niet goed)
Een hogere dosis fenylefrine kan noodzakelijk zijn voor patiënten met levercirrose.
Gebruik bij ouderen
Behandeling van ouderen moet met zorg worden uitgevoerd.
Gebruik bij kinderen
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen wegens onvoldoende
informatie over de werkzaamheid, veiligheid en doseringsaanbevelingen.
Heeft u te veel van dit middel toegediend gekregen?
U kan de volgende symptomen vertonen: hartkloppingen, hartritmestoornissen (tachycardie,
aritmieën).
Wanneer u teveel van dit middel heeft gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw
arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met
uw arts, apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
3
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Sommige bijwerkingen kunnen ernstig zijn (frequentie niet bekend). Informeer uw arts
onmiddellijk wanneer u last heeft van het volgende:
-
pijn op de borst of pijn als gevolg van angina,
-
onregelmatige hartslag,
-
het gevoel dat het hart pompt in de borst,
-
hersenbloeding (spraakstoornis, duizeligheid, verlamming van één kant van het
lichaam);
-
psychose (verlies van contact met de werkelijkheid),
Andere bijwerkingen kunnen zijn (frequentie niet bekend):
-
reactie van overgevoeligheid (allergie),
-
overmatige verwijding van de pupillen,
-
verhoogde druk in het oog (verergering glaucoom),
-
prikkelbaarheid (overmatige gevoeligheid van een orgaan of lichaamsdeel),
-
agitatie (rusteloosheid),
-
angstgevoel,
-
verwarring,
-
hoofdpijn,
-
zenuwachtigheid,
-
slapeloosheid (moeite met inslapen of doorslapen),
-
trillen (tremor),
-
branderig gevoel van de huid,
-
prikkelende huid,
-
jeuk of tintelend gevoel van de huid (paresthesie),
-
langzame of hoge hartslag,
-
hoge bloeddruk,
-
moeite met ademen,
-
vocht in de longen,
-
misselijkheid,
-
braken;
-
zweten,
-
bleekheid of verbleking van de huid (bleke kleur van de huid),
-
kippenvel,
-
weefselbeschadiging op de injectieplaats;
-
spierzwakte;
-
moeite met plassen of urineretentie
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of
verpleegkundige. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
1000 BRUSSEL
4
Madou
Website:
www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail:
adr@fagg.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
doos en het etiket van de injectiespuit. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van
die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum. Uw arts of verpleegkundige controleert dit.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur. Houd
de blister in de kartonnen buitenverpakking ter bescherming tegen licht. Houd de injectiespuit
in de ongeopende blister tot gebruik.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u duidelijke tekenen van bederf merkt.
Elke injectiespuit, zelfs deels gebruikt, dient na gebruik op de juiste wijze te worden
verwijderd.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak.
Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze
worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is fenylefrinehydrochloride.
-
Elke ml oplossing voor injectie bevat fenylefrinehydrochloride, overeenkomend met
50 microgram fenylefrine.
-
Elke voorgevulde injectiespuit van 10 ml bevat fenylefrinehydrochloride,
overeenkomend met 500 microgram fenylefrine.
-
De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, natriumcitraat,
citroenzuurmonohydraat, natriumhydroxide en water voor injectie.
Hoe ziet een fenylefrine-injectie eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Een fenylefrine-injectie is een heldere, kleurloze oplossing in een 10 ml polypropyleen
voorgevulde injectiespuit, individueel verpakt in een doorzichtige blisterverpakking.
De voorgevulde injectiespuiten zijn verkrijgbaar in dozen van 1 en 10 spuiten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
5
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
LABORATOIRE AGUETTANT
1, rue Alexander Fleming
69007 Lyon
Frankrijk
Fabrikant
Laboratoire AGUETTANT
1, rue Alexander Fleming
69007 Lyon
Frankrijk
Laboratoire AGUETTANT
Lieu-Dit « Chantecaille »
07340 Champagne
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
AGUETTANT SA NV
B.D.C.
Esplanade 1 B 61
B-1020 Brussel
Tel: +32 (0)2 268 66 02
e-mail: aguettant@aguettant.be
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
BE484960
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 10/2021.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Federaal
Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten in België: www.fagg-afmps.be
6
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
De spuit voorzichtig als volgt voorbereiden voor gebruik
De voorgevulde spuit is uitsluitend bestemd voor gebruik bij één patiënt. Na gebruik de
injectiespuit weggooien.
Niet opnieuw gebruiken.
De inhoud van een ongeopende en niet-beschadigde blisterverpakking is steriel. De
verpakking mag niet eerder dan vlak voor gebruik worden geopend.
Het geneesmiddel moet visueel worden gecontroleerd op deeltjes en verkleuring voordat het
wordt toegediend. Alleen een heldere, kleurloze oplossing zonder zwevende deeltjes of
neerslag mag worden gebruikt.
Het product mag niet worden gebruikt als de verzegeling op de injectiespuit beschadigd is.
Het buitenoppervlak van de injectiespuit is steriel tot de blister wordt geopend.
Wanneer gebruikt op een aseptische methode, kan de Phenylephrine Aguettant 50
microgram/ml, oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit op een steriel veld worden
geplaatst.
1)
Verwijder de voorgevulde spuit uit de steriele blisterverpakking.
7
2
2) Druk op de zuiger om de stop los te maken. Door het
sterilisatieproces kan de stop aan de spuit vastkleven.
3
3) Draai de dop aan het uiteinde om de verzegeling te verbreken.
Om besmetting te voorkomen, de blootgestelde luer-verbinding
niet aanraken.
4
4) Controleer of de verzegeling van de injectiespuit volledig
verwijderd is. Als dit niet het geval is, plaatst u de dop terug en
draait u deze opnieuw los.
5
5) Verwijder de lucht door voorzichtig op de zuiger te drukken.
6) Sluit de spuit aan op het IV-aansluitstuk. Druk de zuiger langzaam naar beneden om het
vereiste volume te injecteren.
7) Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften.
8
Phenylephrine Aguettant 50 microgram/ml, oplossing voor injectie in een voorgevulde
spuit
(in deze bijsluiter 'fenylefrine-injectie' genoemd)
Fenylefrine
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat
belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een
bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker
of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is een fenylefrine-injectie en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee
zijn?
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is een fenylefrine-injectie en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dit geneesmiddel behoort tot een groep van adrenerge en dopaminerge middelen.
Het wordt gebruikt om een lage bloeddruk tijdens anesthesie te behandelen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig
mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen?
-
u bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6;
- u lijdt aan ernstige hoge bloeddruk of perifeer vaatlijden (slechte bloedsomloop);
- u gebruikt een monoamineoxidaseremmer (MAO-remmer) (of binnen 2 weken na
stopzetting van het gebruik hiervan), die wordt gebruikt om een depressie te behandelen
(zoals iproniazide, nialamide);
- u lijdt aan een ernstige overactieve schildklier (hyperthyreoïdie).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel toegediend
krijgt:
-
als u ouder bent;
- als u diabetes heeft;
als u arteriële hypertensie heeft;
- als u een overactieve schildklier heeft (ongecontroleerde hyperthyreoïdie);
- als u een vaatziekte heeft, zoals arteriosclerose (verharding en verdikking van de
wanden van de bloedvaten);
- als u een slechte bloedcirculatie in de hersenen heeft;
- als u lijdt aan een hartziekte met inbegrip van chronische hartaandoeningen,
perifere vasculaire insufficiëntie, hartritmestoornissen, tachycardie (hoge hartslag),
bradycardie (lage hartslag), gedeeltelijke hartblok, angina pectoris;
- als u lijdt aan gesloten hoek glaucoom (een zeldzame oogziekte).
Bij patiënten met ernstig hartfalen kan fenylefrine hartfalen verslechteren ten gevolge van
bloedvatvernauwing.
De bloeddruk in uw slagaders zal tijdens de behandeling worden gecontroleerd. Als u een
hartaandoening heeft, zal extra controle van de vitale functies worden uitgevoerd.
Kinderen
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen wegens onvoldoende
informatie over de werkzaamheid, veiligheid en doseringsaanbevelingen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast fenylefrine-injectie nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat
gebruiken? Vertel dat dan uw arts. Met name bij:
- bepaalde antidepressiva (iproniazide, nialamide, moclobemide, toloxaton,
imipramine, milnacipran of venlafaxine);
- geneesmiddel, gebruikt voor de behandeling van infecties (linezolide);
- bepaalde geneesmiddelen, gebruikt voor de behandeling van migraine
(dihydroergotamine, ergotamine, methylergometrine, methysergide);
- bepaalde geneesmiddelen, gebruikt voor de behandeling van de ziekte van
Parkinson (bromocriptine, lisuride, pergolide);
- geneesmiddel, gebruikt om de productie van een hormoon te remmen dat
verantwoordelijk is voor de lactatie (cabergoline);
- anesthetica die worden ingeademd (desfluraan, enfluraan, halothaan, isofluraan,
methoxyfluraan, sevofluraan);
- geneesmiddel, gebruikt als eetlustremmer (sibutramine);
- geneesmiddel, gebruikt voor de behandeling van hoge bloeddruk (guanethidine);
- geneesmiddelen, gebruikt voor de behandeling van hartfalen en bepaalde
onregelmatige hartslag (hartglycosiden);
- geneesmiddel, gebruikt voor de behandeling van een abnormaal hartritme
(kinidine);
- geneesmiddel, gebruikt tijdens de bevalling (oxytocine).
Zwangerschap en borstvoeding
De veiligheid van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap en borstvoeding is niet
vastgesteld, maar het gebruik van fenylefrine-injectie is mogelijk tijdens de zwangerschap,
indien nodig.
Het gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoeding wordt niet aanbevolen. Maar in het
geval van één enkele toediening tijdens de bevalling, is borstvoeding mogelijk.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Praat met uw arts als u na gebruik van dit geneesmiddel wilt rijden en/of machines wilt
gebruiken.
Fenylefrine-injectie bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat 37,2 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/
tafelzout) per voorgevulde spuit. Dit komt overeen met 1,9 % van de aanbevolen maximale
dagelijkse hoeveelheid natrium in de voeding voor een volwassene.
3.
Hoe gebruikt u dit middel?
De toediening wordt uitgevoerd door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg met de
juiste opleiding en relevante ervaring, die voor u de juiste dosering zal vaststellen en wanneer
en hoe de injectie moet worden toegediend.
De aanbevolen dosering is:
Gebruik bij volwassenen
Uw arts bepaalt de toe te dienen dosering, en kan deze herhalen of aanpassen tot het gewenste
effect wordt bereikt.
Gebruik bij patiënten met een verminderde nierfunctie (nieren werken niet goed)
Een lagere dosis fenylefrine kan noodzakelijk zijn voor patiënten met een nierfunctiestoornis.
Gebruik bij patiënten met een verminderde leverfunctie (lever werkt niet goed)
Een hogere dosis fenylefrine kan noodzakelijk zijn voor patiënten met levercirrose.
Gebruik bij ouderen
Behandeling van ouderen moet met zorg worden uitgevoerd.
Gebruik bij kinderen
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen wegens onvoldoende
informatie over de werkzaamheid, veiligheid en doseringsaanbevelingen.
Heeft u te veel van dit middel toegediend gekregen?
U kan de volgende symptomen vertonen: hartkloppingen, hartritmestoornissen (tachycardie,
aritmieën).
Wanneer u teveel van dit middel heeft gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw
arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met
uw arts, apotheker of verpleegkundige.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Sommige bijwerkingen kunnen ernstig zijn (frequentie niet bekend). Informeer uw arts
onmiddellijk wanneer u last heeft van het volgende:
- pijn op de borst of pijn als gevolg van angina,
- onregelmatige hartslag,
- het gevoel dat het hart pompt in de borst,
- hersenbloeding (spraakstoornis, duizeligheid, verlamming van één kant van het
lichaam);
- psychose (verlies van contact met de werkelijkheid),
Andere bijwerkingen kunnen zijn (frequentie niet bekend):
- reactie van overgevoeligheid (allergie),
- overmatige verwijding van de pupillen,
- verhoogde druk in het oog (verergering glaucoom),
- prikkelbaarheid (overmatige gevoeligheid van een orgaan of lichaamsdeel),
- agitatie (rusteloosheid),
- angstgevoel,
- verwarring,
- hoofdpijn,
- zenuwachtigheid,
- slapeloosheid (moeite met inslapen of doorslapen),
- trillen (tremor),
- branderig gevoel van de huid,
- prikkelende huid,
- jeuk of tintelend gevoel van de huid (paresthesie),
- langzame of hoge hartslag,
- hoge bloeddruk,
- moeite met ademen,
- vocht in de longen,
- misselijkheid,
- braken;
- zweten,
- bleekheid of verbleking van de huid (bleke kleur van de huid),
- kippenvel,
- weefselbeschadiging op de injectieplaats;
- spierzwakte;
- moeite met plassen of urineretentie
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of
verpleegkundige. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan.
U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
Postbus 97
1000 BRUSSEL
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de
veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de
doos en het etiket van de injectiespuit. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van
die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum. Uw arts of verpleegkundige controleert dit.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur. Houd
de blister in de kartonnen buitenverpakking ter bescherming tegen licht. Houd de injectiespuit
in de ongeopende blister tot gebruik.
Gebruik dit geneesmiddel niet als u duidelijke tekenen van bederf merkt.
Elke injectiespuit, zelfs deels gebruikt, dient na gebruik op de juiste wijze te worden
verwijderd.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak.
Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze
worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is fenylefrinehydrochloride.
- Elke ml oplossing voor injectie bevat fenylefrinehydrochloride, overeenkomend met
50 microgram fenylefrine.
- Elke voorgevulde injectiespuit van 10 ml bevat fenylefrinehydrochloride,
overeenkomend met 500 microgram fenylefrine.
- De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, natriumcitraat,
citroenzuurmonohydraat, natriumhydroxide en water voor injectie.
Hoe ziet een fenylefrine-injectie eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Een fenylefrine-injectie is een heldere, kleurloze oplossing in een 10 ml polypropyleen
voorgevulde injectiespuit, individueel verpakt in een doorzichtige blisterverpakking.
De voorgevulde injectiespuiten zijn verkrijgbaar in dozen van 1 en 10 spuiten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
LABORATOIRE AGUETTANT
1, rue Alexander Fleming
69007 Lyon
Frankrijk
Fabrikant
Laboratoire AGUETTANT
1, rue Alexander Fleming
69007 Lyon
Frankrijk
Laboratoire AGUETTANT
Lieu-Dit « Chantecaille »
07340 Champagne
Frankrijk
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
AGUETTANT SA NV
B.D.C.
Esplanade 1 B 61
B-1020 Brussel
Tel: +32 (0)2 268 66 02
e-mail: aguettant@aguettant.be
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
BE484960
Afleveringswijze
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 10/2021.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Federaal
Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten in België: www.fagg-afmps.be
De spuit voorzichtig als volgt voorbereiden voor gebruik
De voorgevulde spuit is uitsluitend bestemd voor gebruik bij één patiënt. Na gebruik de
injectiespuit weggooien.
Niet opnieuw gebruiken.
De inhoud van een ongeopende en niet-beschadigde blisterverpakking is steriel. De
verpakking mag niet eerder dan vlak voor gebruik worden geopend.
Het geneesmiddel moet visueel worden gecontroleerd op deeltjes en verkleuring voordat het
wordt toegediend. Alleen een heldere, kleurloze oplossing zonder zwevende deeltjes of
neerslag mag worden gebruikt.
Het product mag niet worden gebruikt als de verzegeling op de injectiespuit beschadigd is.
Het buitenoppervlak van de injectiespuit is steriel tot de blister wordt geopend.
Wanneer gebruikt op een aseptische methode, kan de Phenylephrine Aguettant 50
microgram/ml, oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit op een steriel veld worden
geplaatst.
1)
Verwijder de voorgevulde spuit uit de steriele blisterverpakking.
2
2) Druk op de zuiger om de stop los te maken. Door het
sterilisatieproces kan de stop aan de spuit vastkleven.
3
3) Draai de dop aan het uiteinde om de verzegeling te verbreken.
Om besmetting te voorkomen, de blootgestelde luer-verbinding
niet aanraken.
4
4) Controleer of de verzegeling van de injectiespuit volledig
verwijderd is. Als dit niet het geval is, plaatst u de dop terug en
draait u deze opnieuw los.
5
5) Verwijder de lucht door voorzichtig op de zuiger te drukken.
6) Sluit de spuit aan op het IV-aansluitstuk. Druk de zuiger langzaam naar beneden om het
vereiste volume te injecteren.
7) Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd
overeenkomstig lokale voorschriften.