Potassium chloride 0,15 % + glucose 5 % fresenius kabi vial
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi, oplossing voor infusie
Kaliumchloride, glucose (als monohydraat)
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in
deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dit middel is een oplossing van kaliumchloride en glucose in water. Kaliumchloride is een chemisch
bestanddeel (vaak een zout genaamd) dat zich in het bloed bevindt. Glucose is een van de energiebronnen van
het lichaam. Deze oplossing voor infusie levert 200 kilocalorieën per liter.
Dit geneesmiddel wordt gebruikt als een bron van koolhydraten (suiker) voor de preventie en
behandeling van:
kaliumverlies in het lichaam (bijvoorbeeld na behandeling met bepaalde diuretica[plastabletten])
Laag kaliumgehalte in het bloed (hypokaliëmie) in situaties die kunnen leiden tot kaliumchloride- en
waterverlies zoals
o
Wanneer je niet kan eten of drinken door ziekte of na een operatie
o
Overmatig zweten ten gevolge van hoge koorts
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
Als de kaliumspiegels in uw bloed hoger zijn dan normaal ( hyperkaliëmie)
-
Als de chloridespiegels in uw bloed hoger zijn dan normaal (hyperchloremie)
-
Als u ernstige problemen heeft met de werking van uw nieren (u produceert weinig of geen urine)
-
Als u een hartfalen heeft die niet goed behandeld wordt (niet-gecompenseerd hartfalen) en symptomen
veroorzaakt zoals:
o
Kortademigheid
o
Zwellen van de enkels
-
Als u een aandoening heeft waarbij de bijnieren niet goed werken (ziekte van Addison)
-
onvoldoende behandelde diabetes, waardoor uw bloedsuikergehalte kan stijgen tot boven de normale
waarden (niet-gecompenseerde diabetes)
-
toestanden waarin glucose niet verdragen wordt, zoals:
o
metabole stress (de stofwisseling van het lichaam werkt niet goed, bijvoorbeeld als gevolg van
een ernstige ziekte);
o
hyperosmolair coma (bewusteloosheid), een vorm van coma die kan optreden als u lijdt aan
diabetes en niet voldoende geneesmiddelen toegediend krijgt;
o
een te hoog suikergehalte in het bloed (hyperglykemie)
o
een te hoog lactaatgehalte in het bloed (hyperlactatemie)
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Dit geneesmiddel heeft een hogere concentratie (hypertone oplossing) dan bloed. Uw arts zal hiermee rekening
houden bij de berekening van uw dosis.
NOTBE573G
Page
1
of
8
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
-
Als u een hartziekte of hartfalen heeft
-
Als u ademhalingsinsufficiëntie (longaandoening) heeft
-
Als u een zwakke nierfunctie heeft (Bij bovenstaande aandoeningen kan bijzondere bewaking vereist
zijn.)
-
Als u een ziekte van de bijnieren heeft die de hoeveelheid steroïde hormonen in het lichaam beïnvloedt
(adrenocorticale insufficiëntie)
-
Als u ernstig gedehydrateerd bent ( waterverlies uit het lichaam bv. bij braken of diarree)
-
Als u een ernstige wonde heeft die een grote oppervlakte van de huid betreft, zoals een brandwonde
-
Als u een verwonding opgelopen heeft aan het hoofd in de afgelopen 24 uur;
-
Als u een hoge druk binnen in de schedel heeft (intracraniale hypertensie)
-
Als u onlangs een beroerte gehad heeft;
-
Als u een maïsallergie heeft (Kaliumchloride 0,15% - Glucose 5% bevat glucose afkomstig van maïs)
-
Als u een aandoening heeft die de oorzaak is van een verhoogd gehalte van vasopressine, een hormoon
dat het vocht in uw lichaam regelt. U zou te veel vasopressine in uw lichaam kunnen hebben omdat u,
bijvoorbeeld:
- een plotse en ernstige ziekte heeft gehad
- pijn heeft
- een operatie heeft ondergaan
- infecties, brandwonden of een hersenziekte heeft
- ziekten heeft die te maken hebben met uw hart, lever, nieren
- bepaalde geneesmiddelen inneemt.
Hierdoor kan het risico op een laag natriumgehalte in uw bloed stijgen en dit kan leiden tot hoofdpijn,
misselijkheid, toevallen, lethargie, coma, zwelling van de hersenen en overlijden. Zwelling van de hersenen
verhoogt het risico op overlijden en op hersenschade. Mensen die een risico lopen op zwelling van de hersenen
zijn:
- kinderen
- vrouwen (in het bijzonder wanneer u in de vruchtbare leeftijd bent)
-
mensen die problemen hebben met het vochtniveau in hun hersenen, bijvoorbeeld, door
hersenvliesontsteking, bloeding in de schedel of een hersenletsel.
U zal nauwkeurig gecontroleerd worden wanneer u dit geneesmiddel krijgt toegediend. Uw arts zal bloed- en
urinestalen nemen om uw conditie te controleren. Speciale aandacht zal genomen worden als u hart- of
leverproblemen heeft
Uw arts houdt er rekening mee als u parenterale voeding krijgt (via infusie toegediende voeding in een ader). Bij
langdurige behandeling met dit middel moet u mogelijk voedingssupplementen toegediend krijgen.
Aangezien dit middel glucose (suiker) bevat, kan de oplossing een te hoog suikergehalte in het bloed
(hyperglykemie) veroorzaken. In dat geval kan uw arts:
de infusiesnelheid aanpassen.
u insuline toedienen om het bloedsuikergehalte te verlagen.
Dit is vooral belangrijk als u lijdt aan diabetes.
Alle patiënten dienen nauwgezet te worden gecontroleerd. In gevallen waarbij de normale regulering van het
watergehalte van het bloed verstoord is ten gevolge van verhoogde secretie van het antidiuretisch hormoon
(ADH), kan de infusie van vloeistoffen met een lage natriumchlorideconcentratie (hypotone vloeistoffen) leiden
tot een laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie). Dit kan leiden tot hoofdpijn, misselijkheid,
epileptische aanvallen, lethargie, coma, zwelling van de hersenen (hersenoedeem) en overlijden; daarom worden
deze symptomen (acute symptomatische hyponatriëmische encefalopathie) beschouwd als een medische
noodsituatie
.
Kinderen
Dit middel moet met extra voorzichtigheid worden gegeven aan kinderen. Pasgeborenen, voornamelijk diegenen
die te vroeg geboren zijn en diegenen met een laag geboortegewicht, lopen een groter risico dat
een te laag of te
hoog suikergehalte in het bloed
ontstaat (hypo- of hyperglykemie) na een behandeling met intraveneuze
glucoseoplossingen.
Lage suikerspiegels
bij pasgeborenen kunnen leiden tot langdurige epileptische aanvallen, coma en
hersenbeschadiging.
NOTBE573G
Pagina
2
van
8
Hoge suikerspiegels
zijn in verband gebracht met een bloeding in de hersenen, bacteriële en
schimmelinfecties, schade aan het oog (prematuren-retinopathie), infecties in het darmstelsel
(necrotiserende enterocolitis), longproblemen (bronchopulmonale dysplasie), langer verblijf in het
ziekenhuis en overlijden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen
Gebruikt u naast Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi nog andere geneesmiddelen of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat
gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Het is vooral belangrijk dat u het uw arts vertelt als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
-
hartglycosiden, geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van hartfalen (bijvoorbeeld
digoxine);
-
anti-aritmische middelen, geneesmiddelen die gebruikt worden om een afwijkend hartritme te
onderdrukken (bijvoorbeeld kinidine, hydrokinidine, procaïnamide);
-
Geneesmiddelen gebruikt die het kaliumgehalte in het bloed doen toenemen zoals:
kaliumsparende diuretica, ook wel bekend als ‘plastabletten’ (bijvoorbeeld amiloride, spironolacton,
triamtereen);
ACE-remmers (geneesmiddelen die vooral gebruikt worden bij de behandeling van een hoge
bloeddruk);
angiotensine II-receptorantagonisten (geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van
een hoge bloeddruk);
ciclosporine (een geneesmiddel dat gebruikt wordt om afstoting van een transplantaat te
voorkomen);
tacrolimus (een geneesmiddel dat gebruikt wordt om afstoting van een transplantaat te voorkomen en
bij de behandeling van bepaalde huidziekten);
geneesmiddelen die kalium bevatten (zoals kaliumsupplementen, zoutvervangende middelen die
kalium bevatten)
Sommige geneesmiddelen werken in op het hormoon vasopressine. Deze geneesmiddelen kunnen bestaan
uit:
medicatie tegen diabetes (chloorpropamide)
geneesmiddelen tegen cholesterol (clofibraat)
medicatie tegen epilepsie (carbamazepine)
middelen die lijken op amfetamine (o.a. MDMA)
sommige geneesmiddelen tegen kanker (vincristine, ifosfamide, cyclofosfamide)
selectieve serotonineheropnameremmers (gebruikt om depressie te behandelen)
antipsychotica
opioïden voor bestrijding ernstige pijn
geneesmiddelen tegen pijn en/of ontsteking (ook bekend als NSAID’s)
geneesmiddelen die de werking van vasopressine nabootsen of versterken zoals desmopressine
(gebruikt om verhoogde dorst en plassen te behandelen), terlipressine (gebruikt om bloeding van de
slokdarm te behandelen) en oxytocine (gebruikt om bevalling op te wekken).
Andere geneesmiddelen die het risico op hyponatriëmie vergroten, inclusief diuretica in het algemeen en
anti-epileptica zoals oxcarbazepine.
-
-
Vanwege het risico op beschadiging of samenklonteren van rode bloedcellen mag dit middel niet met dezelfde
naald worden toegediend als waarmee een bloedtransfusie uitgevoerd wordt.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Vraag uw arts wat u mag eten en drinken.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op
met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Pagina
3
van
8
NOTBE573G
Dit geneesmiddel mag gebruikt worden tijdens de zwangerschap en tijdens het geven van borstvoeding. Uw arts
zal de hoeveelheid geneesmiddel die u krijgt nauwlettend in de gaten houden. Ook zal uw arts geregeld
bloedonderzoek bij u doen om de concentratie van de chemische stoffen in uw bloed te controleren. Als de
hoeveelheid kalium in uw bloed verandert, kan dat namelijk invloed hebben op de werking van uw hart en op de
werking van het hart van uw ongeboren kind.
Dit geneesmiddel dient met speciale voorzichtigheid te worden gegeven bij zwangere vrouwen tijdens de
bevalling, met name indien gecombineerd met oxytocine (een hormoon dat kan worden toegediend om arbeid
in te leiden en bloeding te beheersen ) vanwege het risico op hyponatriëmie.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel heeft geen invloed op uw rijvaardigheid of het gebruik van machines
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Dit geneesmiddel zal u toegediend worden door een arts of verpleegkundige.
Uw arts bepaalt hoeveel geneesmiddel u nodig heeft en wanneer het geneesmiddel wordt toegediend. Dit zal
afhangen van uw leeftijd, uw gewicht, uw klinische en biologische toestand, en van uw hydratietoestand (de
hoeveelheid vocht in uw lichaam). Ook andere behandelingen die u ondergaat kunnen invloed hebben op de
hoeveelheid geneesmiddel die u krijgt.
Voor en tijdens de infusie zal uw arts de hoeveelheid vloeistof in uw lichaam, de zuurtegraad van uw bloed en
urine, en de hoeveelheid elektrolyten (met name natrium) in uw bloed (voornamelijk bij patiënten met hoge
plasmawaarden van het hormoon vasopressine, of die andere geneesmiddelen innemen die het effect van
vasopressine versterken) willen meten.
De infusiesnelheid wordt bepaald door uw arts.
Als het bij u nodig is om een grote hoeveelheid geneesmiddel toe te dienen of het geneesmiddel snel toe te
dienen, dan zal de arts een hartfilmpje (ECG) maken om de activiteit van uw hart in de gaten te houden.
Wanneer u dit geneesmiddel krijgt, zal uw arts bloedonderzoek doen om de concentratie van volgende
componenten te controleren:
Kalium
Andere elektrolyten (zoals natrium en chloride) alsook andere chemische bestanddelen die zich
doorgaans in uw bloed bevinden (zoals creatinine, een afbraakproduct van spieren), te controleren en
te volgen.
Als u een verminderde nierfunctie heeft, kan het zijn dat u een lagere dosering krijgt.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als er bij u te veel van dit geneesmiddel wordt toegediend, zou u de volgende symptomen kunnen krijgen:
tintelingen en een branderig gevoel in de armen en benen (paresthesie);
spierzwakte;
niet meer kunnen bewegen (verlamming);
onregelmatige hartslag (aritmie);
hartblok (heel trage hartslag);
hartstilstand (het hart stopt met werken, wat een levensgevaarlijke situatie is)
geestelijke verwardheid;
verzuring van het bloed (acidose), met vermoeidheid, verwardheid, slaapzucht (lethargie) en een
versnelde ademhaling tot gevolg.
Laat het uw arts onmiddellijk weten als u een van deze symptomen krijgt. Dan wordt de toediening van het
geneesmiddel gestopt en wordt u behandeld op basis van de symptomen die u heeft.
Als u denkt dat u mogelijk teveel van dit middel heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met
uw arts of het Antigifcentrum (070/245.245).
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker
NOTBE573G
Pagina
4
van
8
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
De frequentie van bijwerkingen kan niet bepaald worden met behulp van de beschikbare data.
Vertel het uw arts of verpleegkundige als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt:
-
Abnormale toename van het bloedvolume (hypervolemie)
-
overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie (een ernstige allergische reactie) (mogelijk symptoom
bij patiënten met een allergie voor maïs);
-
Koorts
-
Rillingen
Onder meer de volgende bijwerkingen kunnen optreden als gevolg van de wijze van toediening:
-
Infectie op de injectieplaats
-
Irritatie of pijn op de injectieplaats (roodheid of zwelling)
-
Ontsteking van de ader waarin de oplossing is geïnjecteerd (flebitis). Dit kan leiden tot roodheid,
zwelling en pijn of branden van de ader waarin de oplossing werd toegediend
-
Bloedprop op de injectieplaats wat pijn, zwelling en roodheid veroorzaakt in de omgeving van de prop
-
een te laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie). Een te laag natriumgehalte kan leiden tot
hersenletsel en overlijden ten gevolge van zwelling van de hersenen (cerebrale oedeem) (zie ook de
rubriek “Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”).
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden in
Nederland via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Website:
www.lareb.nl.
In België kan u
bijwerkingen melden via het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten(www.fagg-
afmps.be
of
patientinfo@fagg.be).
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te
verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum die te vinden is op de fles na EXP. Daar
staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Enkel gebruiken indien de oplossing helder is, geen zichtbare deeltjes bevat en de verpakking onbeschadigd is.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stoffen in dit middel zijn kaliumchloride en glucose (als monohydraat). Elke ml oplossing bevat
1.5 mg kaliumchloride en 50.0 mg glucose.
- Elke fles van 500 ml bevat 0.75 g kaliumchloride en 25.0 g glucose
- Elke fles van 1000 ml bevat 1.5 g kaliumchloride en 50.0 g glucose
- De andere stoffen in dit middel zijn water voor injecties en natriumhydroxide en zoutzuur voor aanpassing van
de zuurgraad (pH)
Hoe ziet Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Kaliumchloride 0,15% +Glucose 5% Fresenius Kabi is een heldere, kleurloze oplossing, vrij van deeltjes. Het is
beschikbaar in 500 ml en 1000 ml lage densiteit polyethyleen flessen afgesloten met een polyolefine dop die een
polyisopreen rubberen stopper bevat. Het wordt verdeeld in verpakkingen van 10 flessen.
Niet alle verpakkingen worden op de markt gebracht.
NOTBE573G
Pagina
5
van
8
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
België:
Fresenius Kabi nv
Brandekensweg 9
2627 Schelle
Nederland:
Fresenius Kabi Nederland BV
Amersfoortseweg 10E
3705 GJ Zeist
Fabrikant:
Labesfal – Laboratórios Almiro, S.A
Zona Industrial do Lagedo
Santiago de Besteiros, 3465 – 157
Portugal
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen:
België :
Nederland :
500 ml : BE476515
RVG115545
1000 ml : BE476524
Afleveringswijze:
België:
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
België
Bulgarije
Estland
Frankrijk
Ierland
Letland
Litouwen
Polen
Portugal
Slovenië
Spanje
Nederland
Verenigd Koninkrijk
Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi
Калиев хлорид + Глюкоза Каби 1,5 mg/ml + 50 mg/ml и½фузио½е½ разтвор
Potassium Chloride/Glucose Fresenius 1,5 mg/50 mg/ml
Chlorure de potassium 0,15% et glucose 5% Kabi, solution pour perfusion
Potassium Chloride 0,153% w/v & Glucose 5% w/v Solution for Infusion
Potassium Chloride/Glucose Fresenius 1,5 mg/50 mg/ml šķīdums infūzijām
Potassium Chloride/ Glucose Fresenius 1,5 mg/50 mg/ml infuzinis tirpalas
Kalii chloridum 0,15% + Glucosum 5% Kabi
Cloreto de Potássio 0,15% p/v e Glucose 5% p/v Kabi
Kalijev klorid/Glukoza Kabi 1,5 mg/50 mg v 1 ml raztopina za infundiranje
Cloruro de potasio Kabi 20 mEq/l en Glucosa 5% solución para perfusion EFG
Kaliumchloride 0,15% - Glucose 5% Fresenius Kabi
Potassium Chloride 0,15% w/v & Glucose 5% w/v Solution for Infusion
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 10/2019.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg.
Wijze van toediening
NOTBE573G
Pagina
6
van
8
Dit product is voor eenmalig gebruik. Elke ongebruikte oplossing dient weggegooid te worden.
Gebruik enkel indien de oplossing helder en vrij van partikels is en wanneer de verpakking niet beschadigd is.
Toedieningsweg
De toediening dient te gebeuren via de intraveneuze route met gebruikmaking van steriele en pyrogeenvrije
toedieningsmiddelen.
Intraveneus kalium moet toegediend worden via een grote perifere of centrale ader om het risico op sclerose te
verminderen. Indien via een centrale ader toegediend, dient men zich er van te vergewissen dat de katheter zich
niet in het atrium of ventrikel bevindt om lokale hyperkaliëmie te voorkomen.
Oplossingen met kalium dienen langzaam toegediend te worden.
Toedieningssnelheid
Aangezien de toediening intraveneus is, mag kalium niet sneller gegeven worden dan 15-20 mmol/uur om een
gevaarlijk hyperkaliëmie te voorkomen.
In ieder geval dient de dosering zoals aangegeven onder “algemene dosering” niet overschreden te worden.
Dosering
Algemeen advies
Vloeistofbalans,
serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten moeten wellicht worden gecontroleerd voor
en tijdens toediening, , met name bij patiënten met een verhoogde niet-osmotische afgifte van vasopressine
(
antidiuretisch hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom, SIADH
) en bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met
vasopressine-agonisten vanwege het risico op hyponatriëmie..
Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor producten met een lagere natrium concentratie in
vergelijking met de serumnatrium concentratie. Na infusie van dit middel treedt een snel actief glucose transport
in de lichaamscellen op. Deze toestand bevordert een effect dat kan worden beschouwd als toevoer van vrij
water en aanleiding kan geven tot ernstige hyponatriëmie
Algemene dosering
De aanbevolen dosering voor de behandeling van isotonische volumedepletie (extracellulaire dehydratatie) met
behulp van intraveneuze oplossing is;
- Voor volwassenen: 500ml tot 3 liter/24 uur
- Voor baby’s en kinderen:
o
0-10 kg lichaamsgewicht: 100 ml/kg/24 uur
o
10-20 kg lichaamsgewicht: 1000 ml + (50 ml/kg boven 10 kg)/24 uur
o
>20 kg lichaamsgewicht: 1500 ml + (20 ml/kg boven 20 kg)/24 uur
Dosering voor de preventie en behandeling van kaliumdepletie
- Volwassenen, ouderen en adolescenten:
Een gebruikelijke dosering van kalium ter preventie van hypokaliëmie kan tot dagelijks tot 50 mmol zijn en
gelijkaardige dosis kunnen voldoende zijn bij milde kaliumdeficiëntie. Indien gebruikt voor de behandeling van
hypokaliëmie is de aanbevolen dosering 20 mmol kalium gedurende 2-3 uur (dit is 7-10 mmol/uur) onder ECG-
controle.
De aanbevolen maximum toedieningssnelheid mag niet hoger liggen dan 15 tot 20 mmol/u.
Patiënten met nierinsufficiëntie moeten lagere doses toegediend krijgen.
De aanbevolen dosering onder “Algemene doseringsvereisten” mag echter in geen geval worden overschreden.
- Pediatrische patiënten:
Wanneer gebruikt voor de behandeling van hypokaliëmie is de aanbevolen dosering 0,3-0,5 mmol/kg
lichaamsgewicht/uur. De dosering moet aangepast worden aan de regelmatig bepaalde lab waarden.
De maximale aanbevolen dosering kalium is 2 tot 3 mmol/kg lichaamsgewicht/dag.
NOTBE573G
Pagina
7
van
8
De infuussnelheid en het infuusvolume hangen af van de leeftijd, het gewicht, de klinische en metabole
aandoeningen van de patiënt en concomitante therapie en moeten worden bepaald door de dienstdoende arts met
ervaring in pediatrische intraveneuze vloeistoftherapie.
Houdbaarheid na eerste opening:
De stabiliteit van het middel na openen is niet getest. Derhalve dient het middel onmiddellijk na openen gebruikt
te worden.
Houdbaarheid tijdens gebruik (additieven):
Chemische en fysische stabiliteit na verdunning van een ander geneesmiddel bij de pH van Kaliumchloride
0,15% + Glucose 5% dient voorafgaand aan gebruik te worden vastgesteld.
Aangezien er geen compatibiliteitsstudies zijn gedaan, mag dit geneesmiddel niet gemengd worden met andere
geneesmiddelen.
Het is de verantwoordelijkheid van de arts om de onverenigbaarheid van een toe te voegen geneesmiddel ten
opzichte van Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% te beoordelen door te controleren of er een kleurverandering
optreedt en/of er een mogelijke vorming van een precipitaat, onoplosbaar complex of kristal optreedt. De
gebruiksaanwijzing van het geneesmiddel dat toegevoegd zal worden moet worden geraadpleegd.
Controleer, voordat een geneesmiddel wordt toegevoegd, of het oplosbaar en/of stabiel is in water bij de pH van
Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% (pH 3,5-6,0).
Ter informatie, de volgende geneesmiddelen zijn onverenigbaar met Kaliumchloride 0,15 % + Glucose 5 %
(onvolledige lijst):
-
amfotericine B
-
dobutamine.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het verdunde product onmiddellijk worden gebruikt. Indien het product
niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk voor de bewaartijden en -condities na
verdunning en voorafgaand aan het gebruik.
NOTBE573G
Pagina
8
van
8
Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi, oplossing voor infusie
Kaliumchloride, glucose (als monohydraat)
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in
deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is
Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Dit middel is een oplossing van kaliumchloride en glucose in water. Kaliumchloride is een chemisch
bestanddeel (vaak een zout genaamd) dat zich in het bloed bevindt. Glucose is een van de energiebronnen van
het lichaam. Deze oplossing voor infusie levert 200 kilocalorieën per liter.
Dit geneesmiddel wordt gebruikt als een bron van koolhydraten (suiker) voor de preventie en
behandeling van:
kaliumverlies in het lichaam (bijvoorbeeld na behandeling met bepaalde diuretica[plastabletten])
Laag kaliumgehalte in het bloed (hypokaliëmie) in situaties die kunnen leiden tot kaliumchloride- en
waterverlies zoals
o
Wanneer je niet kan eten of drinken door ziekte of na een operatie
o
Overmatig zweten ten gevolge van hoge koorts
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- Als de kaliumspiegels in uw bloed hoger zijn dan normaal ( hyperkaliëmie)
- Als de chloridespiegels in uw bloed hoger zijn dan normaal (hyperchloremie)
- Als u ernstige problemen heeft met de werking van uw nieren (u produceert weinig of geen urine)
- Als u een hartfalen heeft die niet goed behandeld wordt (niet-gecompenseerd hartfalen) en symptomen
veroorzaakt zoals:
o
Kortademigheid
o
Zwellen van de enkels
- Als u een aandoening heeft waarbij de bijnieren niet goed werken (ziekte van Addison)
- onvoldoende behandelde diabetes, waardoor uw bloedsuikergehalte kan stijgen tot boven de normale
waarden (niet-gecompenseerde diabetes)
- toestanden waarin glucose niet verdragen wordt, zoals:
o
metabole stress (de stofwisseling van het lichaam werkt niet goed, bijvoorbeeld als gevolg van
een ernstige ziekte);
o
hyperosmolair coma (bewusteloosheid), een vorm van coma die kan optreden als u lijdt aan
diabetes en niet voldoende geneesmiddelen toegediend krijgt;
o
een te hoog suikergehalte in het bloed (hyperglykemie)
o
een te hoog lactaatgehalte in het bloed (hyperlactatemie)
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Dit geneesmiddel heeft een hogere concentratie (hypertone oplossing) dan bloed. Uw arts zal hiermee rekening
houden bij de berekening van uw dosis.
NOTBE573G
- Als u een hartziekte of hartfalen heeft
- Als u ademhalingsinsufficiëntie (longaandoening) heeft
- Als u een zwakke nierfunctie heeft (Bij bovenstaande aandoeningen kan bijzondere bewaking vereist
zijn.)
- Als u een ziekte van de bijnieren heeft die de hoeveelheid steroïde hormonen in het lichaam beïnvloedt
(adrenocorticale insufficiëntie)
- Als u ernstig gedehydrateerd bent ( waterverlies uit het lichaam bv. bij braken of diarree)
- Als u een ernstige wonde heeft die een grote oppervlakte van de huid betreft, zoals een brandwonde
- Als u een verwonding opgelopen heeft aan het hoofd in de afgelopen 24 uur;
- Als u een hoge druk binnen in de schedel heeft (intracraniale hypertensie)
- Als u onlangs een beroerte gehad heeft;
- Als u een maïsallergie heeft (Kaliumchloride 0,15% - Glucose 5% bevat glucose afkomstig van maïs)
- Als u een aandoening heeft die de oorzaak is van een verhoogd gehalte van vasopressine, een hormoon
dat het vocht in uw lichaam regelt. U zou te veel vasopressine in uw lichaam kunnen hebben omdat u,
bijvoorbeeld:
- een plotse en ernstige ziekte heeft gehad
- pijn heeft
- een operatie heeft ondergaan
- infecties, brandwonden of een hersenziekte heeft
- ziekten heeft die te maken hebben met uw hart, lever, nieren
- bepaalde geneesmiddelen inneemt.
Hierdoor kan het risico op een laag natriumgehalte in uw bloed stijgen en dit kan leiden tot hoofdpijn,
misselijkheid, toevallen, lethargie, coma, zwelling van de hersenen en overlijden. Zwelling van de hersenen
verhoogt het risico op overlijden en op hersenschade. Mensen die een risico lopen op zwelling van de hersenen
zijn:
- kinderen
- vrouwen (in het bijzonder wanneer u in de vruchtbare leeftijd bent)
- mensen die problemen hebben met het vochtniveau in hun hersenen, bijvoorbeeld, door
hersenvliesontsteking, bloeding in de schedel of een hersenletsel.
U zal nauwkeurig gecontroleerd worden wanneer u dit geneesmiddel krijgt toegediend. Uw arts zal bloed- en
urinestalen nemen om uw conditie te controleren. Speciale aandacht zal genomen worden als u hart- of
leverproblemen heeft
Uw arts houdt er rekening mee als u parenterale voeding krijgt (via infusie toegediende voeding in een ader). Bij
langdurige behandeling met dit middel moet u mogelijk voedingssupplementen toegediend krijgen.
Aangezien dit middel glucose (suiker) bevat, kan de oplossing een te hoog suikergehalte in het bloed
(hyperglykemie) veroorzaken. In dat geval kan uw arts:
de infusiesnelheid aanpassen.
u insuline toedienen om het bloedsuikergehalte te verlagen.
Dit is vooral belangrijk als u lijdt aan diabetes.
Alle patiënten dienen nauwgezet te worden gecontroleerd. In gevallen waarbij de normale regulering van het
watergehalte van het bloed verstoord is ten gevolge van verhoogde secretie van het antidiuretisch hormoon
(ADH), kan de infusie van vloeistoffen met een lage natriumchlorideconcentratie (hypotone vloeistoffen) leiden
tot een laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie). Dit kan leiden tot hoofdpijn, misselijkheid,
epileptische aanvallen, lethargie, coma, zwelling van de hersenen (hersenoedeem) en overlijden; daarom worden
deze symptomen (acute symptomatische hyponatriëmische encefalopathie) beschouwd als een medische
noodsituatie.
Kinderen
Dit middel moet met extra voorzichtigheid worden gegeven aan kinderen. Pasgeborenen, voornamelijk diegenen
die te vroeg geboren zijn en diegenen met een laag geboortegewicht, lopen een groter risico dat
een te laag of te
hoog suikergehalte in het bloed ontstaat (hypo- of hyperglykemie) na een behandeling met intraveneuze
glucoseoplossingen.
Lage suikerspiegels bij pasgeborenen kunnen leiden tot langdurige epileptische aanvallen, coma en
hersenbeschadiging.
NOTBE573G
Hoge suikerspiegels zijn in verband gebracht met een bloeding in de hersenen, bacteriële en
schimmelinfecties, schade aan het oog (prematuren-retinopathie), infecties in het darmstelsel
(necrotiserende enterocolitis), longproblemen (bronchopulmonale dysplasie), langer verblijf in het
ziekenhuis en overlijden.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen
Gebruikt u naast Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi nog andere geneesmiddelen of heeft u dat
kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat
gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Het is vooral belangrijk dat u het uw arts vertelt als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
- hartglycosiden, geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van hartfalen (bijvoorbeeld
digoxine);
- anti-aritmische middelen, geneesmiddelen die gebruikt worden om een afwijkend hartritme te
onderdrukken (bijvoorbeeld kinidine, hydrokinidine, procaïnamide);
- Geneesmiddelen gebruikt die het kaliumgehalte in het bloed doen toenemen zoals:
kaliumsparende diuretica, ook wel bekend als `plastabletten' (bijvoorbeeld amiloride, spironolacton,
triamtereen);
ACE-remmers (geneesmiddelen die vooral gebruikt worden bij de behandeling van een hoge
bloeddruk);
angiotensine II-receptorantagonisten (geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van
een hoge bloeddruk);
ciclosporine (een geneesmiddel dat gebruikt wordt om afstoting van een transplantaat te
voorkomen);
tacrolimus (een geneesmiddel dat gebruikt wordt om afstoting van een transplantaat te voorkomen en
bij de behandeling van bepaalde huidziekten);
geneesmiddelen die kalium bevatten (zoals kaliumsupplementen, zoutvervangende middelen die
kalium bevatten)
- Sommige geneesmiddelen werken in op het hormoon vasopressine. Deze geneesmiddelen kunnen bestaan
uit:
medicatie tegen diabetes (chloorpropamide)
geneesmiddelen tegen cholesterol (clofibraat)
medicatie tegen epilepsie (carbamazepine)
middelen die lijken op amfetamine (o.a. MDMA)
sommige geneesmiddelen tegen kanker (vincristine, ifosfamide, cyclofosfamide)
selectieve serotonineheropnameremmers (gebruikt om depressie te behandelen)
antipsychotica
opioïden voor bestrijding ernstige pijn
geneesmiddelen tegen pijn en/of ontsteking (ook bekend als NSAID's)
geneesmiddelen die de werking van vasopressine nabootsen of versterken zoals desmopressine
(gebruikt om verhoogde dorst en plassen te behandelen), terlipressine (gebruikt om bloeding van de
slokdarm te behandelen) en oxytocine (gebruikt om bevalling op te wekken).
- Andere geneesmiddelen die het risico op hyponatriëmie vergroten, inclusief diuretica in het algemeen en
anti-epileptica zoals oxcarbazepine.
Vanwege het risico op beschadiging of samenklonteren van rode bloedcellen mag dit middel niet met dezelfde
naald worden toegediend als waarmee een bloedtransfusie uitgevoerd wordt.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Vraag uw arts wat u mag eten en drinken.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op
met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
NOTBE573G
Dit geneesmiddel dient met speciale voorzichtigheid te worden gegeven bij zwangere vrouwen tijdens de
bevalling, met name indien gecombineerd met oxytocine (een hormoon dat kan worden toegediend om arbeid
in te leiden en bloeding te beheersen ) vanwege het risico op hyponatriëmie.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit geneesmiddel heeft geen invloed op uw rijvaardigheid of het gebruik van machines
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Dit geneesmiddel zal u toegediend worden door een arts of verpleegkundige.
Uw arts bepaalt hoeveel geneesmiddel u nodig heeft en wanneer het geneesmiddel wordt toegediend. Dit zal
afhangen van uw leeftijd, uw gewicht, uw klinische en biologische toestand, en van uw hydratietoestand (de
hoeveelheid vocht in uw lichaam). Ook andere behandelingen die u ondergaat kunnen invloed hebben op de
hoeveelheid geneesmiddel die u krijgt.
Voor en tijdens de infusie zal uw arts de hoeveelheid vloeistof in uw lichaam, de zuurtegraad van uw bloed en
urine, en de hoeveelheid elektrolyten (met name natrium) in uw bloed (voornamelijk bij patiënten met hoge
plasmawaarden van het hormoon vasopressine, of die andere geneesmiddelen innemen die het effect van
vasopressine versterken) willen meten.
De infusiesnelheid wordt bepaald door uw arts.
Als het bij u nodig is om een grote hoeveelheid geneesmiddel toe te dienen of het geneesmiddel snel toe te
dienen, dan zal de arts een hartfilmpje (ECG) maken om de activiteit van uw hart in de gaten te houden.
Wanneer u dit geneesmiddel krijgt, zal uw arts bloedonderzoek doen om de concentratie van volgende
componenten te controleren:
Kalium
Andere elektrolyten (zoals natrium en chloride) alsook andere chemische bestanddelen die zich
doorgaans in uw bloed bevinden (zoals creatinine, een afbraakproduct van spieren), te controleren en
te volgen.
Als u een verminderde nierfunctie heeft, kan het zijn dat u een lagere dosering krijgt.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als er bij u te veel van dit geneesmiddel wordt toegediend, zou u de volgende symptomen kunnen krijgen:
tintelingen en een branderig gevoel in de armen en benen (paresthesie);
spierzwakte;
niet meer kunnen bewegen (verlamming);
onregelmatige hartslag (aritmie);
hartblok (heel trage hartslag);
hartstilstand (het hart stopt met werken, wat een levensgevaarlijke situatie is)
geestelijke verwardheid;
verzuring van het bloed (acidose), met vermoeidheid, verwardheid, slaapzucht (lethargie) en een
versnelde ademhaling tot gevolg.
Laat het uw arts onmiddellijk weten als u een van deze symptomen krijgt. Dan wordt de toediening van het
geneesmiddel gestopt en wordt u behandeld op basis van de symptomen die u heeft.
Als u denkt dat u mogelijk teveel van dit middel heeft gekregen, neem dan onmiddellijk contact op met
uw arts of het Antigifcentrum (070/245.245).
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker
NOTBE573G
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te
maken.
De frequentie van bijwerkingen kan niet bepaald worden met behulp van de beschikbare data.
Vertel het uw arts of verpleegkundige als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt:
- Abnormale toename van het bloedvolume (hypervolemie)
-
overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie (een ernstige allergische reactie) (mogelijk
symptoom
bij patiënten met een allergie voor maïs);
-
Koorts
-
Rillingen
Onder meer de volgende bijwerkingen kunnen optreden als gevolg van de wijze van toediening:
- Infectie op de injectieplaats
-
Irritatie of pijn op de injectieplaats
(roodheid of zwelling)
-
Ontsteking van de ader waarin de oplossing is geïnjecteerd (flebitis). Dit kan leiden tot roodheid,
zwelling en pijn of branden van de ader waarin de oplossing werd toegediend
-
Bloedprop op de injectieplaats wat pijn, zwelling en roodheid veroorzaakt in de omgeving van de prop
-
een te laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie). Een te laag natriumgehalte kan leiden tot
hersenletsel en overlijden ten gevolge van zwelling van de hersenen (cerebrale oedeem) (zie ook de
rubriek 'Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?').
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden in
Nederland via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Website: www.lareb.nl. In België kan u
bijwerkingen melden via het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten(www.fagg-
afmps.be of patientinfo@fagg.be). Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te
verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum die te vinden is op de fles na EXP. Daar
staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Enkel gebruiken indien de oplossing helder is, geen zichtbare deeltjes bevat en de verpakking onbeschadigd is.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
- De werkzame stoffen in dit middel zijn kaliumchloride en glucose (als monohydraat). Elke ml oplossing bevat
1.5 mg kaliumchloride en 50.0 mg glucose.
- Elke fles van 500 ml bevat 0.75 g kaliumchloride en 25.0 g glucose
- Elke fles van 1000 ml bevat 1.5 g kaliumchloride en 50.0 g glucose
- De andere stoffen in dit middel zijn water voor injecties en natriumhydroxide en zoutzuur voor aanpassing van
de zuurgraad (pH)
Hoe ziet Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Kaliumchloride 0,15% +Glucose 5% Fresenius Kabi is een heldere, kleurloze oplossing, vrij van deeltjes. Het is
beschikbaar in 500 ml en 1000 ml lage densiteit polyethyleen flessen afgesloten met een polyolefine dop die een
polyisopreen rubberen stopper bevat. Het wordt verdeeld in verpakkingen van 10 flessen.
Niet alle verpakkingen worden op de markt gebracht.
NOTBE573G
België:
Nederland:
Fresenius Kabi nv
Fresenius Kabi Nederland BV
Brandekensweg 9
Amersfoortseweg 10E
2627 Schelle
3705 GJ Zeist
Fabrikant:
Labesfal Laboratórios Almiro, S.A
Zona Industrial do Lagedo
Santiago de Besteiros, 3465 157
Portugal
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen:
België :
Nederland :
500 ml : BE476515
RVG115545
1000 ml : BE476524
Afleveringswijze:
België:
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
België
Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% Fresenius Kabi
Bulgarije
+ 1,5 mg/ml + 50 mg/ml
Estland
Potassium Chloride/Glucose Fresenius 1,5 mg/50 mg/ml
Frankrijk
Chlorure de potassium 0,15% et glucose 5% Kabi, solution pour perfusion
Ierland
Potassium Chloride 0,153% w/v & Glucose 5% w/v Solution for Infusion
Letland
Potassium Chloride/Glucose Fresenius 1,5 mg/50 mg/ml sdums infzijm
Litouwen
Potassium Chloride/ Glucose Fresenius 1,5 mg/50 mg/ml infuzinis tirpalas
Polen
Kalii chloridum 0,15% + Glucosum 5% Kabi
Portugal
Cloreto de Potássio 0,15% p/v e Glucose 5% p/v Kabi
Slovenië
Kalijev klorid/Glukoza Kabi 1,5 mg/50 mg v 1 ml raztopina za infundiranje
Spanje
Cloruro de potasio Kabi 20 mEq/l en Glucosa 5% solución para perfusion EFG
Nederland
Kaliumchloride 0,15% - Glucose 5% Fresenius Kabi
Verenigd Koninkrijk
Potassium Chloride 0,15% w/v & Glucose 5% w/v Solution for Infusion
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 10/2019.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg.
Wijze van toediening
NOTBE573G
Toedieningsweg
De toediening dient te gebeuren via de intraveneuze route met gebruikmaking van steriele en pyrogeenvrije
toedieningsmiddelen.
Intraveneus kalium moet toegediend worden via een grote perifere of centrale ader om het risico op sclerose te
verminderen. Indien via een centrale ader toegediend, dient men zich er van te vergewissen dat de katheter zich
niet in het atrium of ventrikel bevindt om lokale hyperkaliëmie te voorkomen.
Oplossingen met kalium dienen langzaam toegediend te worden.
Toedieningssnelheid
Aangezien de toediening intraveneus is, mag kalium niet sneller gegeven worden dan 15-20 mmol/uur om een
gevaarlijk hyperkaliëmie te voorkomen.
In ieder geval dient de dosering zoals aangegeven onder 'algemene dosering' niet overschreden te worden.
Dosering
Algemeen advies
Vloeistofbalans, serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten moeten wellicht worden gecontroleerd voor
en tijdens toediening, , met name bij patiënten met een verhoogde niet-osmotische afgifte van vasopressine
(antidiuretisch hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom, SIADH ) en bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met
vasopressine-agonisten vanwege het risico op hyponatriëmie..
Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor producten met een lagere natrium concentratie in
vergelijking met de serumnatrium concentratie. Na infusie van dit middel treedt een snel actief glucose transport
in de lichaamscellen op. Deze toestand bevordert een effect dat kan worden beschouwd als toevoer van vrij
water en aanleiding kan geven tot ernstige hyponatriëmie
Algemene dosering
De aanbevolen dosering voor de behandeling van isotonische volumedepletie (extracellulaire dehydratatie) met
behulp van intraveneuze oplossing is;
-
Voor volwassenen: 500ml tot 3 liter/24 uur
- Voor baby's en kinderen:
o
0-10 kg lichaamsgewicht: 100 ml/kg/24 uur
o
10-20 kg lichaamsgewicht: 1000 ml + (50 ml/kg boven 10 kg)/24 uur
o
>20 kg lichaamsgewicht: 1500 ml + (20 ml/kg boven 20 kg)/24 uur
Dosering voor de preventie en behandeling van kaliumdepletie
-
Volwassenen, ouderen en adolescenten:
Een gebruikelijke dosering van kalium ter preventie van hypokaliëmie kan tot dagelijks tot 50 mmol zijn en
gelijkaardige dosis kunnen voldoende zijn bij milde kaliumdeficiëntie. Indien gebruikt voor de behandeling van
hypokaliëmie is de aanbevolen dosering 20 mmol kalium gedurende 2-3 uur (dit is 7-10 mmol/uur) onder ECG-
controle.
De aanbevolen maximum toedieningssnelheid mag niet hoger liggen dan 15 tot 20 mmol/u.
Patiënten met nierinsufficiëntie moeten lagere doses toegediend krijgen.
De aanbevolen dosering onder 'Algemene doseringsvereisten' mag echter in geen geval worden overschreden.
- Pediatrische patiënten:
Wanneer gebruikt voor de behandeling van hypokaliëmie is de aanbevolen dosering 0,3-0,5 mmol/kg
lichaamsgewicht/uur. De dosering moet aangepast worden aan de regelmatig bepaalde lab waarden.
De maximale aanbevolen dosering kalium is 2 tot 3 mmol/kg lichaamsgewicht/dag.
NOTBE573G
Houdbaarheid na eerste opening:
De stabiliteit van het middel na openen is niet getest. Derhalve dient het middel onmiddellijk na openen gebruikt
te worden.
Houdbaarheid tijdens gebruik (additieven):
Chemische en fysische stabiliteit na verdunning van een ander geneesmiddel bij de pH van Kaliumchloride
0,15% + Glucose 5% dient voorafgaand aan gebruik te worden vastgesteld.
Aangezien er geen compatibiliteitsstudies zijn gedaan, mag dit geneesmiddel niet gemengd worden met andere
geneesmiddelen.
Het is de verantwoordelijkheid van de arts om de onverenigbaarheid van een toe te voegen geneesmiddel ten
opzichte van Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% te beoordelen door te controleren of er een kleurverandering
optreedt en/of er een mogelijke vorming van een precipitaat, onoplosbaar complex of kristal optreedt. De
gebruiksaanwijzing van het geneesmiddel dat toegevoegd zal worden moet worden geraadpleegd.
Controleer, voordat een geneesmiddel wordt toegevoegd, of het oplosbaar en/of stabiel is in water bij de pH van
Kaliumchloride 0,15% + Glucose 5% (pH 3,5-6,0).
Ter informatie, de volgende geneesmiddelen zijn onverenigbaar met Kaliumchloride 0,15 % + Glucose 5 %
(onvolledige lijst):
-
amfotericine B
- dobutamine.
Vanuit microbiologisch oogpunt moet het verdunde product onmiddellijk worden gebruikt. Indien het product
niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker verantwoordelijk voor de bewaartijden en -condities na
verdunning en voorafgaand aan het gebruik.
NOTBE573G