Prismasol 2 mmol/l potassium
Prismasol 2 poly valve MAH transfer
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Prismasol 2 mmol/l Kalium, oplossing voor hemofiltratie en hemodialyse
Calciumchloridedihydraat / Magnesiumchloridehexahydraat / Glucosemonohydraat /
Melkzuuroplossing 90% w/w / Natriumchloride / Kaliumchloride / Natriumbicarbonaat
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in
deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Prismasol 2 mmol/l Kalium en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Prismasol 2 mmol/l Kalium en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Prismasol bevat de werkzame bestanddelen calciumchloridedihydraat, magnesiumchloride-
hexahydraat, glucosemonohydraat, melkzuuroplossing 90% w/w, natriumchloride, kaliumchloride
en natriumbicarbonaat.
Prismasol wordt gebruikt voor de behandeling van nierinsufficiëntie als oplossing voor continue
hemofiltratie of hemodiafiltratie (als vervanging voor vloeistofverlies van het bloed dat door een filter
stroomt) en continue hemodialyse en hemodiafiltratie (het bloed stroomt aan één zijde van een
dialysemembraan, terwijl een hemodialyseoplossing aan de andere zijde van het membraan stroomt).
De Prismasoloplossing kan ook worden gebruikt bij vergiftiging met een geneesmiddel met
dialyseerbare of filtreerbare substanties.
Prismasol 2 mmol/l Kalium is voornamelijk geïndiceerd voor patiënten die de neiging hebben tot een
hoge concentratie kalium in het bloed (hyperkaliëmie).
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Gebruik dit middel niet in geval van:
•
allergie voor één van de werkzame stoffen of één van de andere stoffen in dit geneesmiddel.
Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
•
een lage concentratie kalium in het bloed (hypokaliëmie).
•
een hoge concentratie bicarbonaat in het bloed (metabole alkalose).
Aanwezigheid van maïsantigeen in Prismasol kan niet worden uitgesloten.
Gebruik geen hemofiltratie/dialyse in geval van:
•
nierinsufficiëntie met een abnormaal verhoogd catabolisme (uitgesproken hypercatabolisme),
als de uremische symptomen (symptomen veroorzaakt door een hoge concentratie ureum in het
1/8
Prismasol 2 poly valve MAH transfer
•
•
bloed) niet kunnen worden gecorrigeerd met hemofiltratie.
onvoldoende arteriële druk in de vasculaire toegang.
verminderde bloedstolling (systemische anticoagulatie) als er een hoog risico bestaat op
bloeding (hemorragie).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
De oplossing mag alleen worden toegediend door, of onder toezicht van een bevoegd arts voor het
behandelen van nierinsufficiëntie door middel van hemofiltratie, hemodiafiltratie en continue
hemodialyse.
Vóór en tijdens de behandeling zal uw bloed worden gecontroleerd, bv. uw zuur-base-evenwicht en de
concentraties zouten in het bloed (elektrolyten), inclusief alle vocht dat u toegediend krijgt
(intraveneuze infusie) en dat u produceert (urineproductie), evenals vocht dat niet rechtstreeks verband
houdt met de behandeling.
Uw bloedglucoseconcentratie moet nauwkeurig worden gecontroleerd, vooral als u diabeticus bent.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Krijgt u naast Prismasol nog andere geneesmiddelen toegediend, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat toegediend krijgen?
Vertel dat dan uw arts of apotheker.
De concentratie van bepaalde andere geneesmiddelen in het bloed kan tijdens de behandeling worden
verminderd. Uw arts zal beslissen of uw medicatie moet worden gewijzigd.
Breng uw arts met name op de hoogte als u een van volgende gebruikt:
•
een geneesmiddel met digitalis (voor de behandeling van bepaalde hartaandoeningen), omdat
het risico op een onregelmatige of versnelde hartslag (hartaritmie) door digitalis wordt
verhoogd bij een lage concentratie kalium in het bloed (hypokaliëmie).
•
vitamine D en geneesmiddelen die calcium bevatten, omdat deze het risico op een hoge
concentratie calcium in het bloed (hypercalciëmie) kunnen verhogen.
•
elke toevoeging van natriumwaterstofcarbonaat of andere bufferbron, aangezien dit het risico op
te veel bicarbonaat in het bloed (metabole alkalose) kan verhogen.
•
citraat gebruikt als antistollingsmiddel (als een beschermend additief in dialyse apparatuur); dit
kan de concentratie calcium in het plasma verlagen.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Uw arts zal beslissen of u tijdens de zwangerschap of de borstvoedingsperiode Prismasol mag krijgen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Voor zover bekend heeft Prismasol geen nadelige invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om
machines te bedienen.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw artsof apotheker.
De hoeveelheid Prismasol die wordt gebruikt is afhankelijk van uw klinische aandoening en het
beoogde vloeistofevenwicht. Het dosisvolume moet daarom worden bepaald door de
2/8
Prismasol 2 poly valve MAH transfer
verantwoordelijke arts.
Toedieningswijze: Intraveneus gebruik en voor hemodialyse.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Uw vloeistof-, elektrolyten- en zuur-base-evenwicht zullen nauwkeurig worden gecontroleerd.
In het onwaarschijnlijk geval dat een overdosis zich voordoet, zal uw arts de nodige corrigerende
maatregelen treffen en de dosis aanpassen.
Overdosering kan leiden tot:
een overmatige hoeveelheid vloeistof in het bloed
een verhoogde concentratie bicarbonaat (metabole alkalose)
en/of verlaagde gehaltes zout in het bloed (hypofosfatemie, hypokaliëmie).
Een overdosering kan ernstige gevolgen hebben, zoals congestief hartfalen en een stoornis in het
elektrolyten- of zuur-base-evenwicht.
Raadpleeg voor gebruiksinstructies de rubriek “De volgende informatie is alleen bestemd voor
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg”.
Wanneer u teveel van Prismasol heeft gebruikt of ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met
uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De volgende bijwerkingen zijn gemeld:
niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
" Veranderingen in de gehaltes zout in het bloed (elektrolytenonevenwichten zoals
hypofosfatemie)
" Verhoogde concentratie bicarbonaat in het plasma (metabole alkalose) of verlaagde
concentratie bicarbonaat in het plasma (metabole acidose)
" Abnormaal hoog of laag volume water in het lichaam (hyper- of hypovolemie)
" Abnormaal hoge concentratie glucose in het bloed (hyperglykemie)
"
Misselijkheid
"
Braken
"
Spierkrampen
"
Lage bloeddruk (hypotensie)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via:
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
EUROSTATION II
Victor Hortaplein, 40/ 40
B-1060 Brussel
3/8
Prismasol 2 poly valve MAH transfer
Website: www.fagg.be
e-mail: patientinfo@fagg-afmps.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Niet bewaren beneden +4°C.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de verpakking. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
De chemische en fysische stabiliteit van de gereconstitueerde oplossing tijdens het gebruik is
aangetoond gedurende 24 uur bij 22°C. Indien de gereconstitueerde oplossing niet onmiddellijk wordt
gebruikt, zijn de bewaartijden en -omstandigheden vóór gebruik de verantwoordelijkheid van de
gebruiker en mag de bewaartijd niet langer dan 24 uur zijn, inclusief de duur van de behandeling.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn:
Vóór reconstitutie
1000 ml elektrolytenoplossing
(uit het kleine compartiment (A))
bevat
Calciumchloridedihydraat
5,145 g
Magnesiumchloridehexahydraat
2,033 g
Glucose
22,000 g
(S)-Melkzuur
5,400 g
1000 ml bufferoplossing
(uit het grote compartiment (B))
bevat
Natriumchloride
6,450 g
Natriumbicarbonaat
3,090 g
Kaliumchloride
0,157 g
Na reconstitutie
De oplossingen in de compartimenten A (250 ml) en B (4750 ml) worden gemengd om een
gereconstitueerde oplossing te verkrijgen (5000 ml) met de volgende formule:
Calcium
Magnesium
Natrium
Chloride
Ca
2+
Mg
2+
Na
+
Cl
-
mmol/l
1,75
0,50
140,00
111,50
mEq/l
3,50
1,00
140,00
111,50
4/8
Prismasol 2 poly valve MAH transfer
Lactaat
Bicarbonaat
HCO
3 -
Kalium
K
+
Glucose
Theoretische osmolariteit:
3,00
32,00
2,00
6,10
297 mOsm/l
3,00
32,00
2,00
De andere stoffen in dit middel zijn:
Kooldioxide (E 290), water voor injectie
pH van de gereconstitueerde oplossing: 7,0 – 8,5
Hoe ziet Prismasol 2 mmol/l Kalium eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Prismasol 2 mmol/l Kalium wordt verkocht in een zak met twee compartimenten, met in het kleinste
compartiment A de elektrolytenoplossing, en in het grootste compartiment B de bufferoplossing. Het
uiteindelijke gereconstitueerde product wordt verkregen door de lasnaad te verbreken en beide
oplossingen te mengen. De gereconstitueerde oplossing is helder en lichtgeel. Elke zak (A + B) bevat
5000 ml oplossing voor hemodialyse/hemofiltratie. De zak is gewikkeld in een dunne, doorschijnende
film.
Elke doos bevat twee zakken en een bijsluiter.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Baxter Holding B.V., Kobaltweg 49, 3542CE Utrecht, Nederland
Fabrikant:
Bieffe Medital S.p.A., Via Stelvio 94, 23035 Sondalo (SO), Italië
Registratienummer:
BE335492
Afleveringswijze:
Geneesmiddel op medisch voorschrift
Deze bijsluiter is voor het laatst herzien in 10/2019.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 11/2019.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
5/8
Prismasol 2 poly valve MAH transfer
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Prismasol 2 mmol/l Kalium, oplossing voor hemofiltratie en hemodialyse
Voorzorgen:
De instructies voor gebruik/hantering van Prismasol moeten nauwgezet worden opgevolgd.
De oplossingen in de twee compartimenten
moeten vóór gebruik worden gemengd.
Gebruik van een verontreinigde hemofiltratie- en hemodialyseoplossing kan leiden tot sepsis, shock en
fatale aandoeningen.
Om het comfort van de patiënt te verhogen mag Prismasol worden verwarmd tot 37°C. Het verwarmen
van de oplossing vόόr gebruik moet voorafgaand aan reconstitutie en alleen met droge warmte
gebeuren. Oplossingen mogen niet worden verwarmd in water of een magnetron. Prismasol moet vóór
toediening visueel worden gecontroleerd op deeltjes of verkleuring, mits de oplossing en de zak dit
toestaan. Prismasol mag alleen worden toegediend indien de oplossing helder is en de lasnaad intact is.
De oplossing bevat kalium. De kaliumconcentratie in het serum moet vόόr en tijdens de hemofiltratie
en/of hemodialyse worden gecontroleerd. Afhankelijk van de kaliumconcentratie in het serum vόόr de
behandeling, kan hypo- of hyperkaliëmie optreden.
Als hypokaliëmie optreedt, kan de toevoeging van kalium en/of toediening van een dialysaat met een
hogere kaliumconcentratie nodig zijn.
Als hyperkaliëmie optreedt nadat de behandeling is opgestart, moeten bijkomende bronnen van
kalium, die de bloedconcentraties beïnvloeden, worden geëvalueerd. Wanneer de oplossing wordt
gebruikt als vervangingsoplossing, vertraag de infusiesnelheid en bevestig dat de gewenste
concentratie kalium is bereikt. Als de hyperkaliëmie niet overgaat, moet de toediening meteen worden
gestopt.
Als hyperkaliëmie onstaat wanneer de oplossing wordt gebruikt als dialysaat, kan het nodig zijn om
een kaliumvrij dialysaat toe te dienen om de eliminatiesnelheid van kalium te verhogen.
De anorganische fosfaatconcentratie moet regelmatig worden gecontroleerd. Anorganisch fosfaat moet
worden toegediend in geval van hypofosfatemie. Aan de oplossing mag maximaal 1,2 mmol/l fosfaat
worden toegevoegd. Als kaliumfosfaat wordt toegevoegd, mag de totale kaliumconcentratie niet hoger
zijn dan 4 mEq/l (4 mmol/l).
Ondanks er geen ernstige gevallen van overgevoeligheidsreacties voor maïs werden gemeld met
Prismasol, mogen oplossingen die glucose bevatten afgeleid van gehydrolyseerd maïszetmeel niet
worden gebruikt bij patiënten met een gekende allergie voor maïs of maïsproducten.
De toediening moet onmiddellijk worden gestopt als enig teken of symptoom van een vermoedelijke
overgevoeligheidsreactie zich voordoet. Geschikte therapeutische tegenmaatregelen moeten worden
ingesteld zoals klinisch geïndiceerd.
Aangezien de oplossing glucose en lactaat bevat, kan hyperglykemie ontstaan, in het bijzonder bij
patiënten met diabetes. Bloedglucosespiegels moeten regelmatig worden gecontroleerd. Indien zich
hyperglykemie ontwikkelt, kan de toediening van een dextrose vrije vervangingsoplossing/dialysaat
noodzakelijk zijn. Andere corrigerende maatregelen kunnen nodig zijn om de gewenste glykemische
controle te handhaven.
Prismasol bevat waterstofcarbonaat (bicarbonaat) en lactaat (een voorloper van waterstofcarbonaat)
die het zuur-base-evenwicht van de patiënt kunnen beïnvloeden. Als metabole alkalose ontstaat of
6/8
Prismasol 2 poly valve MAH transfer
verergert tijdens de behandeling met de oplossing, kan het nodig zijn de toedieningssnelheid te
verlagen of de toediening te staken.
Vόόr en tijdens de behandeling moeten de elektrolyten en het zuur-base-evenwicht van nabij worden
opgevolgd doorheen de procedure.
In geval van vloeistofonevenwicht moet de klinische situatie nauwkeurig worden opgevolgd en moet
het vloeistofevenwicht zo nodig worden gecorrigeerd.
Wijze van toediening:
Intraveneus gebruik en voor hemodialyse. Prismasol wordt, indien gebruikt als vervangingsoplossing,
toegediend in de bloedsomloop voor (pre-dilutie) of na (post-dilutie) de hemofilter.
Dosering:
Het volume en de snelheid waarmee Prismasol wordt gebruikt zijn afhankelijk van de
elektrolytenconcentratie in het bloed, het zuur-base-evenwicht en de algehele klinische toestand van
de patiënt. Toediening (dosis, infusiesnelheid en cumulatief volume) van Prismasol moet worden
uitgevoerd door een arts.
De stroomsnelheden voor de vervangingsoplossing bij hemofiltratie en hemodiafiltratie zijn:
Volwassenen:
500 - 3000 ml/u
De stroomsnelheden voor de dialyseoplossing (dialysaat) bij continue hemodialyse en continue
hemodiafiltratie zijn:
Volwassenen:
500 - 2500 ml/u
Veelal gebruikte stroomsnelheden bij volwassenen zijn ongeveer 2000 tot 2500 ml/u, dat
overeenkomt met een dagelijks vloeistofvolume van ongeveer 48 tot 60 l.
Pediatrische patiënten
Gewoonlijk gebruikte flowsnelheden voor substitutieoplossingen bij hemofiltratie en hemodiafiltratie
en voor dialyseoplossingen (dialysaat) bij continue hemodialyse zijn:
Kinderen (van pasgeborenen tot adolescenten tot 18 jaar): 1000 tot 2000 ml/u/1,73m².
Flowsnelheden tot 4000 ml/u/1,73m² kunnen nodig zijn, in het bijzonder bij jongere kinderen (≤10
kg). De absolute flowsnelheid bij pediatrische patiënten mag over het algemeen de maximale
flowsnelheid voor volwassenen niet overschrijden.
Instructies voor hantering:
De elektrolytenoplossing (kleine compartiment A) wordt toegevoegd aan de bufferoplossing (grote
compartiment B) nadat direct vόόr gebruik het afbreekbare zegel is afgebroken, om de
gereconstitueerde oplossing te bekomen.
Alleen gebruiken met de juiste extracorporele nierfunctievervangende apparatuur.
Tijdens de hantering en de toediening aan de patiënt moet voortdurend een aseptische techniek worden
gebruikt.
Alleen gebruiken als de buitenverpakking niet is beschadigd, alle verzegelingen intact zijn, de lasnaad
niet is verbroken en de oplossing helder is. Druk stevig op de zak om deze te controleren op lekken.
Als er een lek wordt vastgesteld, werp de oplossing dan onmiddellijk weg omdat de steriliteit van het
product niet langer kan worden verzekerd.
Het grote compartiment B bevat een injectiepoort voor de mogelijke toevoeging van andere
noodzakelijke geneesmiddelen na reconstitutie van de oplossing. Het is de verantwoordelijkheid van
de arts om de compatibiliteit van een toegevoegd geneesmiddel met de Prismasoloplossing na te gaan
7/8
Prismasol 2 poly valve MAH transfer
door te controleren op een eventuele kleurverandering, en/of eventuele precipitatie, onoplosbare
verbindingen of kristallen.
Controleer, alvorens een geneesmiddel toe te voegen, of het product oplosbaar en stabiel is in water bij
de pH van Prismasol (de pH van de gereconstitueerde oplossing is 7,0 - 8,5). Toevoegingen kunnen
incompatibel zijn. De gebruikshandleiding van de toe te voegen geneesmiddelen moet worden
geraadpleegd.
Verwijder eventueel aanwezige vloeistof uit de injectiepoort, houd de zak met de bovenzijde naar
beneden, breng het geneesmiddel in door de injectiepoort en meng grondig. De oplossing moet
onmiddellijk worden toegediend. Het introduceren en mengen van toevoegingen moet altijd worden
uitgevoerd vooraleer de zak met oplossing word verbonden met het extracorporale circuit.
Verwijder de omwikkeling om de zak onmiddellijk voor gebruik en meng de oplossing in de
twee verschillende compartimenten. Houd het kleine compartiment met beide handen vast en
knijp tot er een opening ontstaat in de lasnaad tussen de twee compartimenten. (Zie
onderstaande figuur I)
II
Druk met beide handen op het grote compartiment tot de lasnaad tussen de twee
compartimenten volledig is geopend. (Zie onderstaande figuur II)
III
Schud voorzichtig met de zak om de oplossing volledig te mengen. De oplossing is nu klaar
voor gebruik, en kan op de installatie worden gehangen. (Zie onderstaande figuur III)
IV
De dialyse- of substitutielijn kan worden aangekoppeld aan één van de twee toegangspoorten.
IV.a
Indien gebruik wordt gemaakt van de luertoegang, moet u het schermkapje met een draai- en
trekbeweging verwijderen en de mannelijke luer lock op de dialyse- of substitutielijn verbinden
met de vrouwelijke luerverbinding op de zak door tegelijkertijd te duwen en te draaien.
Controleer of de verbinding goed vast is. De connector is nu open. Controleer of de vloeistof
vrij kan stromen. (Zie onderstaande figuur IV.a).
Als de dialyse- of substitutielijn is losgekoppeld van de luerverbinding, dan sluit de connector
en stopt de vloeistofstroom. De luerpoort is een naaldloze verwisselbare poort.
V.b
Als de injectiepoort wordt gebruikt, verwijder dan eerst het beschermkapje. Breng vervolgens
de scherpe punt door het rubber septum. Controleer of de vloeistof vrij kan stromen. (Zie
onderstaande figuur V.b)
I
De oplossing dient meteen na het verwijderen van de buitenverpakking te worden gebruikt. Indien de
gereconstitueerde oplossing niet onmiddellijk wordt gebruikt, dient deze te worden gebruikt binnen 24
uur, inclusief de duur van de behandeling na toevoeging van de elektrolytoplossing aan de
bufferoplossing.
De gereconstitueerde oplossing mag slechts eenmalig worden gebruikt. Werp alle ongebruikte
oplossing onmiddellijk na gebruik weg.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
8/8
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Prismasol 2 mmol/l Kalium, oplossing voor hemofiltratie en hemodialyse
Calciumchloridedihydraat / Magnesiumchloridehexahydraat / Glucosemonohydraat /
Melkzuuroplossing 90% w/w / Natriumchloride / Kaliumchloride / Natriumbicarbonaat
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke
informatie in voor u.
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in
deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige.
Inhoud van deze bijsluiter
1. Wat is Prismasol 2 mmol/l Kalium en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Prismasol 2 mmol/l Kalium en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Prismasol bevat de werkzame bestanddelen calciumchloridedihydraat, magnesiumchloride-
hexahydraat, glucosemonohydraat, melkzuuroplossing 90% w/w, natriumchloride, kaliumchloride
en natriumbicarbonaat.
Prismasol wordt gebruikt voor de behandeling van nierinsufficiëntie als oplossing voor continue
hemofiltratie of hemodiafiltratie (als vervanging voor vloeistofverlies van het bloed dat door een filter
stroomt) en continue hemodialyse en hemodiafiltratie (het bloed stroomt aan één zijde van een
dialysemembraan, terwijl een hemodialyseoplossing aan de andere zijde van het membraan stroomt).
De Prismasoloplossing kan ook worden gebruikt bij vergiftiging met een geneesmiddel met
dialyseerbare of filtreerbare substanties.
Prismasol 2 mmol/l Kalium is voornamelijk geïndiceerd voor patiënten die de neiging hebben tot een
hoge concentratie kalium in het bloed (hyperkaliëmie).
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Gebruik dit middel niet in geval van:
·
allergie voor één van de werkzame stoffen of één van de andere stoffen in dit geneesmiddel.
Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
·
een lage concentratie kalium in het bloed (hypokaliëmie).
·
een hoge concentratie bicarbonaat in het bloed (metabole alkalose).
Aanwezigheid van maïsantigeen in Prismasol kan niet worden uitgesloten.
Gebruik geen hemofiltratie/dialyse in geval van:
·
nierinsufficiëntie met een abnormaal verhoogd catabolisme (uitgesproken hypercatabolisme),
als de uremische symptomen (symptomen veroorzaakt door een hoge concentratie ureum in het
bloed) niet kunnen worden gecorrigeerd met hemofiltratie.
- onvoldoende arteriële druk in de vasculaire toegang.
- verminderde bloedstolling (systemische anticoagulatie) als er een hoog risico bestaat op
bloeding (hemorragie).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt.
De oplossing mag alleen worden toegediend door, of onder toezicht van een bevoegd arts voor het
behandelen van nierinsufficiëntie door middel van hemofiltratie, hemodiafiltratie en continue
hemodialyse.
Vóór en tijdens de behandeling zal uw bloed worden gecontroleerd, bv. uw zuur-base-evenwicht en de
concentraties zouten in het bloed (elektrolyten), inclusief alle vocht dat u toegediend krijgt
(intraveneuze infusie) en dat u produceert (urineproductie), evenals vocht dat niet rechtstreeks verband
houdt met de behandeling.
Uw bloedglucoseconcentratie moet nauwkeurig worden gecontroleerd, vooral als u diabeticus bent.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Krijgt u naast Prismasol nog andere geneesmiddelen toegediend, heeft u dat kort geleden gedaan of
bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat toegediend krijgen?
Vertel dat dan uw arts of apotheker.
De concentratie van bepaalde andere geneesmiddelen in het bloed kan tijdens de behandeling worden
verminderd. Uw arts zal beslissen of uw medicatie moet worden gewijzigd.
Breng uw arts met name op de hoogte als u een van volgende gebruikt:
· een geneesmiddel met digitalis (voor de behandeling van bepaalde hartaandoeningen), omdat
het risico op een onregelmatige of versnelde hartslag (hartaritmie) door digitalis wordt
verhoogd bij een lage concentratie kalium in het bloed (hypokaliëmie).
· vitamine D en geneesmiddelen die calcium bevatten, omdat deze het risico op een hoge
concentratie calcium in het bloed (hypercalciëmie) kunnen verhogen.
· elke toevoeging van natriumwaterstofcarbonaat of andere bufferbron, aangezien dit het risico op
te veel bicarbonaat in het bloed (metabole alkalose) kan verhogen.
· citraat gebruikt als antistollingsmiddel (als een beschermend additief in dialyse apparatuur); dit
kan de concentratie calcium in het plasma verlagen.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Uw arts zal beslissen of u tijdens de zwangerschap of de borstvoedingsperiode Prismasol mag krijgen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Voor zover bekend heeft Prismasol geen nadelige invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om
machines te bedienen.
3. Hoe gebruikt u dit middel?
Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw artsof apotheker.
De hoeveelheid Prismasol die wordt gebruikt is afhankelijk van uw klinische aandoening en het
beoogde vloeistofevenwicht. Het dosisvolume moet daarom worden bepaald door de
verantwoordelijke arts.
Toedieningswijze: Intraveneus gebruik en voor hemodialyse.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Uw vloeistof-, elektrolyten- en zuur-base-evenwicht zullen nauwkeurig worden gecontroleerd.
In het onwaarschijnlijk geval dat een overdosis zich voordoet, zal uw arts de nodige corrigerende
maatregelen treffen en de dosis aanpassen.
Overdosering kan leiden tot:
een overmatige hoeveelheid vloeistof in het bloed
een verhoogde concentratie bicarbonaat (metabole alkalose)
en/of verlaagde gehaltes zout in het bloed (hypofosfatemie, hypokaliëmie).
Een overdosering kan ernstige gevolgen hebben, zoals congestief hartfalen en een stoornis in het
elektrolyten- of zuur-base-evenwicht.
Raadpleeg voor gebruiksinstructies de rubriek
'De volgende informatie is alleen bestemd voor
beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg'.
Wanneer u teveel van Prismasol heeft gebruikt of ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met
uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245).
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts,
apotheker of verpleegkundige.
4. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
De volgende bijwerkingen zijn gemeld:
niet bekend (frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
"
Veranderingen in de gehaltes zout in het bloed (elektrolytenonevenwichten zoals
hypofosfatemie)
"
Verhoogde concentratie bicarbonaat in het plasma (metabole alkalose) of verlaagde
concentratie bicarbonaat in het plasma (metabole acidose)
"
Abnormaal hoog of laag volume water in het lichaam (hyper- of hypovolemie)
"
Abnormaal hoge concentratie glucose in het bloed (hyperglykemie)
"
Misselijkheid
"
Braken
"
Spierkrampen
"
Lage bloeddruk (hypotensie)
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. Dit geldt ook
voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via:
Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Afdeling Vigilantie
EUROSTATION II
Victor Hortaplein, 40/ 40
B-1060 Brussel
Website: www.fagg.be
e-mail: patientinfo@fagg-afmps.be
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van
dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Niet bewaren beneden +4°C.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket
en de verpakking. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
De chemische en fysische stabiliteit van de gereconstitueerde oplossing tijdens het gebruik is
aangetoond gedurende 24 uur bij 22°C. Indien de gereconstitueerde oplossing niet onmiddellijk wordt
gebruikt, zijn de bewaartijden en -omstandigheden vóór gebruik de verantwoordelijkheid van de
gebruiker en mag de bewaartijd niet langer dan 24 uur zijn, inclusief de duur van de behandeling.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stoffen in dit middel zijn:
Vóór reconstitutie
1000 ml elektrolytenoplossing
(uit het kleine compartiment (A)) bevat
Calciumchloridedihydraat
5,145 g
Magnesiumchloridehexahydraat
2,033 g
Glucose
22,000 g
(S)-Melkzuur
5,400 g
1000 ml bufferoplossing
(uit het grote compartiment (B)) bevat
Natriumchloride
6,450 g
Natriumbicarbonaat
3,090 g
Kaliumchloride
0,157 g
Na reconstitutie
De oplossingen in de compartimenten A (250 ml) en B (4750 ml) worden gemengd om een
gereconstitueerde oplossing te verkrijgen (5000 ml) met de volgende formule:
mmol/l
mEq/l
Calcium
Ca2+
1,75
3,50
Magnesium
Mg2+
0,50
1,00
Natrium
Na+
140,00
140,00
Chloride
Cl-
111,50
111,50
Lactaat
3,00
3,00
Bicarbonaat
HCO -
3
32,00
32,00
Kalium
K+
2,00
2,00
Glucose
6,10
Theoretische osmolariteit:
297 mOsm/l
De andere stoffen in dit middel zijn:
Kooldioxide (E 290), water voor injectie
pH van de gereconstitueerde oplossing: 7,0 8,5
Hoe ziet Prismasol 2 mmol/l Kalium eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Prismasol 2 mmol/l Kalium wordt verkocht in een zak met twee compartimenten, met in het kleinste
compartiment A de elektrolytenoplossing, en in het grootste compartiment B de bufferoplossing. Het
uiteindelijke gereconstitueerde product wordt verkregen door de lasnaad te verbreken en beide
oplossingen te mengen. De gereconstitueerde oplossing is helder en lichtgeel. Elke zak (A + B) bevat
5000 ml oplossing voor hemodialyse/hemofiltratie. De zak is gewikkeld in een dunne, doorschijnende
film.
Elke doos bevat twee zakken en een bijsluiter.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant:
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Baxter Holding B.V., Kobaltweg 49, 3542CE Utrecht, Nederland
Fabrikant:
Bieffe Medital S.p.A., Via Stelvio 94, 23035 Sondalo (SO), Italië
Registratienummer: BE335492
Afleveringswijze: Geneesmiddel op medisch voorschrift
Deze bijsluiter is voor het laatst herzien in 10/2019.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 11/2019.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Prismasol 2 mmol/l Kalium, oplossing voor hemofiltratie en hemodialyse
Voorzorgen:
De instructies voor gebruik/hantering van Prismasol moeten nauwgezet worden opgevolgd.
De oplossingen in de twee compartimenten
moeten vóór gebruik
worden gemengd.
Gebruik van een verontreinigde hemofiltratie- en hemodialyseoplossing kan leiden tot sepsis, shock en
fatale aandoeningen.
Om het comfort van de patiënt te verhogen mag Prismasol worden verwarmd tot 37°C. Het verwarmen
van de oplossing vr gebruik moet voorafgaand aan reconstitutie en alleen met droge warmte
gebeuren. Oplossingen mogen niet worden verwarmd in water of een magnetron. Prismasol moet vóór
toediening visueel worden gecontroleerd op deeltjes of verkleuring, mits de oplossing en de zak dit
toestaan. Prismasol mag alleen worden toegediend indien de oplossing helder is en de lasnaad intact is.
De oplossing bevat kalium. De kaliumconcentratie in het serum moet vr en tijdens de hemofiltratie
en/of hemodialyse worden gecontroleerd. Afhankelijk van de kaliumconcentratie in het serum vr de
behandeling, kan hypo- of hyperkaliëmie optreden.
Als hypokaliëmie optreedt, kan de toevoeging van kalium en/of toediening van een dialysaat met een
hogere kaliumconcentratie nodig zijn.
Als hyperkaliëmie optreedt nadat de behandeling is opgestart, moeten bijkomende bronnen van
kalium, die de bloedconcentraties beïnvloeden, worden geëvalueerd. Wanneer de oplossing wordt
gebruikt als vervangingsoplossing, vertraag de infusiesnelheid en bevestig dat de gewenste
concentratie kalium is bereikt. Als de hyperkaliëmie niet overgaat, moet de toediening meteen worden
gestopt.
Als hyperkaliëmie onstaat wanneer de oplossing wordt gebruikt als dialysaat, kan het nodig zijn om
een kaliumvrij dialysaat toe te dienen om de eliminatiesnelheid van kalium te verhogen.
De anorganische fosfaatconcentratie moet regelmatig worden gecontroleerd. Anorganisch fosfaat moet
worden toegediend in geval van hypofosfatemie. Aan de oplossing mag maximaal 1,2 mmol/l fosfaat
worden toegevoegd. Als kaliumfosfaat wordt toegevoegd, mag de totale kaliumconcentratie niet hoger
zijn dan 4 mEq/l (4 mmol/l).
Ondanks er geen ernstige gevallen van overgevoeligheidsreacties voor maïs werden gemeld met
Prismasol, mogen oplossingen die glucose bevatten afgeleid van gehydrolyseerd maïszetmeel niet
worden gebruikt bij patiënten met een gekende allergie voor maïs of maïsproducten.
De toediening moet onmiddellijk worden gestopt als enig teken of symptoom van een vermoedelijke
overgevoeligheidsreactie zich voordoet. Geschikte therapeutische tegenmaatregelen moeten worden
ingesteld zoals klinisch geïndiceerd.
Aangezien de oplossing glucose en lactaat bevat, kan hyperglykemie ontstaan, in het bijzonder bij
patiënten met diabetes. Bloedglucosespiegels moeten regelmatig worden gecontroleerd. Indien zich
hyperglykemie ontwikkelt, kan de toediening van een dextrose vrije vervangingsoplossing/dialysaat
noodzakelijk zijn. Andere corrigerende maatregelen kunnen nodig zijn om de gewenste glykemische
controle te handhaven.
Prismasol bevat waterstofcarbonaat (bicarbonaat) en lactaat (een voorloper van waterstofcarbonaat)
die het zuur-base-evenwicht van de patiënt kunnen beïnvloeden. Als metabole alkalose ontstaat of
verergert tijdens de behandeling met de oplossing, kan het nodig zijn de toedieningssnelheid te
verlagen of de toediening te staken.
Vr en tijdens de behandeling moeten de elektrolyten en het zuur-base-evenwicht van nabij worden
opgevolgd doorheen de procedure.
In geval van vloeistofonevenwicht moet de klinische situatie nauwkeurig worden opgevolgd en moet
het vloeistofevenwicht zo nodig worden gecorrigeerd.
Wijze van toediening:
Intraveneus gebruik en voor hemodialyse. Prismasol wordt, indien gebruikt als vervangingsoplossing,
toegediend in de bloedsomloop voor (pre-dilutie) of na (post-dilutie) de hemofilter.
Dosering:
Het volume en de snelheid waarmee Prismasol wordt gebruikt zijn afhankelijk van de
elektrolytenconcentratie in het bloed, het zuur-base-evenwicht en de algehele klinische toestand van
de patiënt. Toediening (dosis, infusiesnelheid en cumulatief volume) van Prismasol moet worden
uitgevoerd door een arts.
De stroomsnelheden voor de vervangingsoplossing bij hemofiltratie en hemodiafiltratie zijn:
Volwassenen:
500 - 3000 ml/u
De stroomsnelheden voor de dialyseoplossing (dialysaat) bij continue hemodialyse en continue
hemodiafiltratie zijn:
Volwassenen:
500 - 2500 ml/u
Veelal gebruikte stroomsnelheden bij volwassenen zijn ongeveer 2000 tot 2500 ml/u, dat
overeenkomt met een dagelijks vloeistofvolume van ongeveer 48 tot 60 l.
Pediatrische patiënten
Gewoonlijk gebruikte flowsnelheden voor substitutieoplossingen bij hemofiltratie en hemodiafiltratie
en voor dialyseoplossingen (dialysaat) bij continue hemodialyse zijn:
Kinderen (van pasgeborenen tot adolescenten tot 18 jaar): 1000 tot 2000 ml/u/1,73m².
Flowsnelheden tot 4000 ml/u/1,73m² kunnen nodig zijn, in het bijzonder bij jongere kinderen (10
kg). De absolute flowsnelheid bij pediatrische patiënten mag over het algemeen de maximale
flowsnelheid voor volwassenen niet overschrijden.
Instructies voor hantering:
De elektrolytenoplossing (kleine compartiment A) wordt toegevoegd aan de bufferoplossing (grote
compartiment B) nadat direct vr gebruik het afbreekbare zegel is afgebroken, om de
gereconstitueerde oplossing te bekomen.
Alleen gebruiken met de juiste extracorporele nierfunctievervangende apparatuur.
Tijdens de hantering en de toediening aan de patiënt moet voortdurend een aseptische techniek worden
gebruikt.
Alleen gebruiken als de buitenverpakking niet is beschadigd, alle verzegelingen intact zijn, de lasnaad
niet is verbroken en de oplossing helder is. Druk stevig op de zak om deze te controleren op lekken.
Als er een lek wordt vastgesteld, werp de oplossing dan onmiddellijk weg omdat de steriliteit van het
product niet langer kan worden verzekerd.
Het grote compartiment B bevat een injectiepoort voor de mogelijke toevoeging van andere
noodzakelijke geneesmiddelen na reconstitutie van de oplossing. Het is de verantwoordelijkheid van
de arts om de compatibiliteit van een toegevoegd geneesmiddel met de Prismasoloplossing na te gaan
Prismasol 2 poly valve MAH transfer
door te controleren op een eventuele kleurverandering, en/of eventuele precipitatie, onoplosbare
verbindingen of kristallen.
Controleer, alvorens een geneesmiddel toe te voegen, of het product oplosbaar en stabiel is in water bij
de pH van Prismasol (de pH van de gereconstitueerde oplossing is 7,0 - 8,5). Toevoegingen kunnen
incompatibel zijn. De gebruikshandleiding van de toe te voegen geneesmiddelen moet worden
geraadpleegd.
Verwijder eventueel aanwezige vloeistof uit de injectiepoort, houd de zak met de bovenzijde naar
beneden, breng het geneesmiddel in door de injectiepoort en meng grondig. De oplossing moet
onmiddellijk worden toegediend. Het introduceren en mengen van toevoegingen moet altijd worden
uitgevoerd vooraleer de zak met oplossing word verbonden met het extracorporale circuit.
I
Verwijder de omwikkeling om de zak onmiddellijk voor gebruik en meng de oplossing in de
twee verschillende compartimenten. Houd het kleine compartiment met beide handen vast en
knijp tot er een opening ontstaat in de lasnaad tussen de twee compartimenten. (Zie
onderstaande figuur I)
II
Druk met beide handen op het grote compartiment tot de lasnaad tussen de twee
compartimenten volledig is geopend. (Zie onderstaande figuur II)
III
Schud voorzichtig met de zak om de oplossing volledig te mengen. De oplossing is nu klaar
voor gebruik, en kan op de installatie worden gehangen. (Zie onderstaande figuur III)
IV
De dialyse- of substitutielijn kan worden aangekoppeld aan één van de twee toegangspoorten.
IV.a Indien gebruik wordt gemaakt van de luertoegang, moet u het schermkapje met een draai- en
trekbeweging verwijderen en de mannelijke luer lock op de dialyse- of substitutielijn verbinden
met de vrouwelijke luerverbinding op de zak door tegelijkertijd te duwen en te draaien.
Controleer of de verbinding goed vast is. De connector is nu open. Controleer of de vloeistof
vrij kan stromen. (Zie onderstaande figuur IV.a).
Als de dialyse- of substitutielijn is losgekoppeld van de luerverbinding, dan sluit de connector
en stopt de vloeistofstroom. De luerpoort is een naaldloze verwisselbare poort.
V.b
Als de injectiepoort wordt gebruikt, verwijder dan eerst het beschermkapje. Breng vervolgens
de scherpe punt door het rubber septum. Controleer of de vloeistof vrij kan stromen. (Zie
onderstaande figuur V.b)
De oplossing dient meteen na het verwijderen van de buitenverpakking te worden gebruikt. Indien de
gereconstitueerde oplossing niet onmiddellijk wordt gebruikt, dient deze te worden gebruikt binnen 24
uur, inclusief de duur van de behandeling na toevoeging van de elektrolytoplossing aan de
bufferoplossing.
De gereconstitueerde oplossing mag slechts eenmalig worden gebruikt. Werp alle ongebruikte
oplossing onmiddellijk na gebruik weg.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.