Procaine hcl 2 % + adrenaline

Bijsluiter – NL versie
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% ADRENALINE
B. BIJSLUITER
Bijsluiter – NL versie
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% ADRENALINE
BIJSLUITER
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE – VMD, Oplossing voor injectie
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
V.M.D. n.v.
Hoge Mauw 900
B-2370 Arendonk
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE – VMD, Oplossing voor injectie
Procaine hydrochloride – Epinefrine bitartraat
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Werkzame bestanddelen:
Procaïne hydrochloride 20 mg – Epinefrine bitartraat 0,036 mg per ml.
Hulpstoffen: Natriumchloride
Natriummetabisulfiet
Natriumedetaat dihydraat
Natriummethylparahydroxybenzoaat
Water voor injectie.
4.
INDICATIE(S)
Paard, rund, varken, schaap, hond en kat:
Plaatselijke verdoving waarbij een langdurig anesthetisch effect gewenst is (1 – 2 uur).
- Lokale anesthesie.
- Epidurale anesthesie.
- Zenuwgeleidingsanesthesie.
5.
CONTRA-INDICATIES
- Niet gebruiken bij anesthesie van gebieden met terminale circulatie (oor, staart, penis...), omwille van
de aanwezigheid van de vasoconstrictor epinefrine (gevaar voor weefselnecrose door totale afsluiting
van de bloedtoevoer).
- Epidurale anesthesie is niet aangewezen wanneer fenothiazine tranquillizers toegediend worden
(deze versterken het arteriële hypotensieve effect van procaïne).
- Niet gebruiken bij cyclopropaan- of halothaan-narcose, omdat hierdoor de gevoeligheid van het hart
voor adrenaline (sympaticomimeticum) wordt verhoogd (aritmieën).
- Niet toedienen aan dieren die behandeld worden met sulfonamiden.
- Niet toedienen aan dieren met cardiovasculaire problemen.
- Niet toedienen bij shocktoestanden.
6.
BIJWERKINGEN
- In sommige gevallen resulteert de epidurale inspuiting van het lokale anestheticum niet in voldoende
anesthesie bij runderen. Mogelijke oorzaken hiervoor kunnen zijn: niet-gesloten intervertebrale
foramina waardoor het anestheticum in de peritoneale holte terechtkomt, grote vetafzetting ter hoogte
van de plaats van injectie waardoor verdere distributie van het lokale anestheticum doorheen de
epidurale ruimte wordt gehinderd.
2
Bijsluiter – NL versie
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% ADRENALINE
- Procaïne kan hypotensie veroorzaken. Dit verschijnsel zal zich eerder manifesteren bij epidurale dan
bij infiltratie anesthesie.
- Soms wordt een excitatie van het C.Z.S. (rusteloosheid, tremoren, convulsies) waargenomen na
inspuiting van procaïne, vooral bij het paard.
- Er treden frequent allergische reacties op ten opzichte van procaïne; in zeldzame gevallen werden
anafylactische reacties waargenomen.
- Er bestaat een kruisovergevoeligheid met de lokale anesthetica van het estertype onderling.
- Uitzonderlijk kan tachycardie voorkomen (adrenaline).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Paard, rund, varken, schaap, hond en kat
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK.
Oplossing voor subcutane, intramusculaire en epidurale injectie.
1. Lokale anesthesie of infiltratie-anesthesie: S.C. of I.M. inspuiting in of rond het operatieoppervlak:
Paard, rund, varken, schaap:
100 – 400 mg (5 – 20 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% +
ADRENALINE - VMD) per dier.
Hond, kat:
20 – 100 mg (1 – 5 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD)
per dier.
2. Epidurale anesthesie: inspuiting in de epidurale ruimte.
Rund:
Sacrale of laaggeplaatste epidurale anesthesie - eenvoudige obstetrische ingrepen:
Kalf:
200 mg (10 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per dier.
Jaarling: 240 mg (12 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per
dier.
Koe:
300 mg (15 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per dier.
Schaap:
Sacrale of laaggeplaatste epidurale anesthesie
60 – 100 mg (3 – 5 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per dier.
Hooggeplaatste epidurale anesthesie
Maximaal 300 mg (15 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per dier.
Varken:
20 mg (1 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per 4,5 kg
lichaamsgewicht met een maximum van 400 mg (20 ml).
Hond:
40 mg (2 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per 5 kg
lichaamsgewicht.
3. Zenuwgeleidingsanesthesie: inspuiting ter hoogte van een zenuwtak
Hond, kat:
40 – 100 mg (2 – 5 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD)
per dier.
3
Bijsluiter – NL versie
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% ADRENALINE
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
- Niet intra-articulair inspuiten.
- Intraveneuze inspuiting vermijden door eerst met de zuiger van de spuit te aspireren.
- Etterende wonden of abcessen kunnen niet of moeilijk verdoofd worden met lokale anesthetica.
- Het hoofd van het dier in de juiste positie brengen bij epidurale anesthesie.
- Lokale anesthesie toepassen bij normale kamertemperatuur; bij een hogere omgevingstemperatuur is
er een verhoogd risico op toxische reacties ten gevolge van de verhoogde resorptie van procaïne.
10.
WACHTTIJD(EN)
Vlees en melk: Nul dagen.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren in een koelkast (2°C - 8°C).
Beschermen tegen licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de flacon na EXP.
Houdbaarheid van het diergeneesmiddel in de verkoopverpakking: 2 jaar.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: Onmiddellijk te gebruiken na openen.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
- Vermijd direct huidcontact met de injectievloeistof. Personen met een bekende overgevoeligheid
voor procaïne HCl moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.
- Procaïne passeert de placentabarrière. Na partus onder epidurale anesthesie moet hiermee rekening
gehouden worden bij het pasgeboren dier.
- Interacties: Procaïne inhibeert de werking van sulfamiden omwille van zijn biotransformatie tot
p-aminobenzoëzuur dat een antagonist is van sulfamiden. Procaïne verlengt de werking van
spierrelaxantia. Procaïne potentieert de werking van procaïnamide. Adrenaline potentieert de werking
van halogeenanesthetica op het hart.
- Overdosering: De oplossing is weinig toxisch wanneer ze oordeelkundig ingespoten wordt.
Bij accidentele intravasculaire inspuiting treden dikwijls toxische verschijnselen op. De symptomen
zijn toe te schrijven aan een stimulatie van het C.Z.S. (onrust, tremor, convulsies), gevolgd door een
depressie en de dood is het gevolg van de ademhalingsparalyse. In geval van stimulatie van het C.Z.S.
worden kortwerkende barbituraten toegediend, alsmede middelen die de urine aanzuren om de renale
uitscheiding te bevorderen.
Aritmieën kunnen optreden ten gevolge van de stimulatie van het myocard (epinefrine).
Hypotensie kan resulteren uit de optredende vasodilatatie (procaïne). In geval van allergische reacties,
worden anti-histaminica of corticosteroïden toegediend. In geval van shock wordt behandeld met
epinefrine.
- De oplossing is onverenigbaar met alkaliën, looizuur en metaalionen.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
Vraag aan uw dierenarts of apotheker wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze
maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Januari 2020
4
Bijsluiter – NL versie
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% ADRENALINE
15.
OVERIGE INFORMATIE
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrotten in de handel worden gebracht.
Afleveringswijze: Op diergeneeskundig voorschrift.
BE-V104325.
5
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% ADRENALINE
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% ADRENALINE
BIJSLUITER
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE ­ VMD, Oplossing voor injectie
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
V.M.D. n.v.
Hoge Mauw 900
B-2370 Arendonk
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE ­ VMD, Oplossing voor injectie
Procaine hydrochloride ­ Epinefrine bitartraat
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Werkzame bestanddelen:
Procaïne hydrochloride 20 mg ­ Epinefrine bitartraat 0,036 mg per ml.
Hulpstoffen:
Natriumchloride
Natriummetabisulfiet
Natriumedetaat dihydraat
Natriummethylparahydroxybenzoaat
Water voor injectie.
4.
INDICATIE(S)
Paard, rund, varken, schaap, hond en kat:
Plaatselijke verdoving waarbij een langdurig anesthetisch effect gewenst is (1 ­ 2 uur).
- Lokale anesthesie.
- Epidurale anesthesie.
- Zenuwgeleidingsanesthesie.
5.
CONTRA-INDICATIES
- Niet gebruiken bij anesthesie van gebieden met terminale circulatie (oor, staart, penis...), omwille van
de aanwezigheid van de vasoconstrictor epinefrine (gevaar voor weefselnecrose door totale afsluiting
van de bloedtoevoer).
- Epidurale anesthesie is niet aangewezen wanneer fenothiazine tranquillizers toegediend worden
(deze versterken het arteriële hypotensieve effect van procaïne).
- Niet gebruiken bij cyclopropaan- of halothaan-narcose, omdat hierdoor de gevoeligheid van het hart
voor adrenaline (sympaticomimeticum) wordt verhoogd (aritmieën).
- Niet toedienen aan dieren die behandeld worden met sulfonamiden.
- Niet toedienen aan dieren met cardiovasculaire problemen.
- Niet toedienen bij shocktoestanden.
6.
BIJWERKINGEN
- In sommige gevallen resulteert de epidurale inspuiting van het lokale anestheticum niet in voldoende
anesthesie bij runderen. Mogelijke oorzaken hiervoor kunnen zijn: niet-gesloten intervertebrale
foramina waardoor het anestheticum in de peritoneale holte terechtkomt, grote vetafzetting ter hoogte
van de plaats van injectie waardoor verdere distributie van het lokale anestheticum doorheen de
epidurale ruimte wordt gehinderd.
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% ADRENALINE
- Procaïne kan hypotensie veroorzaken. Dit verschijnsel zal zich eerder manifesteren bij epidurale dan
bij infiltratie anesthesie.
- Soms wordt een excitatie van het C.Z.S. (rusteloosheid, tremoren, convulsies) waargenomen na
inspuiting van procaïne, vooral bij het paard.
- Er treden frequent allergische reacties op ten opzichte van procaïne; in zeldzame gevallen werden
anafylactische reacties waargenomen.
- Er bestaat een kruisovergevoeligheid met de lokale anesthetica van het estertype onderling.
- Uitzonderlijk kan tachycardie voorkomen (adrenaline).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Paard, rund, varken, schaap, hond en kat
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK.

Oplossing voor subcutane, intramusculaire en epidurale injectie.
1. Lokale anesthesie of infiltratie-anesthesie: S.C. of I.M. inspuiting in of rond het operatieoppervlak:
Paard, rund, varken, schaap: 100 ­ 400 mg (5 ­ 20 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% +
ADRENALINE - VMD) per dier.
Hond, kat: 20 ­ 100 mg (1 ­ 5 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD)
per dier.
2. Epidurale anesthesie: inspuiting in de epidurale ruimte.
Rund:
Sacrale of laaggeplaatste epidurale anesthesie - eenvoudige obstetrische ingrepen:
Kalf:
200 mg (10 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per dier.
Jaarling: 240 mg (12 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per
dier.
Koe:
300 mg (15 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per dier.
Schaap:
Sacrale of laaggeplaatste epidurale anesthesie
60 ­ 100 mg (3 ­ 5 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per dier.
Hooggeplaatste epidurale anesthesie
Maximaal 300 mg (15 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per dier.
Varken:
20 mg (1 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per 4,5 kg
lichaamsgewicht met een maximum van 400 mg (20 ml).
Hond:
40 mg (2 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD) per 5 kg
lichaamsgewicht.
3. Zenuwgeleidingsanesthesie: inspuiting ter hoogte van een zenuwtak
Hond, kat: 40 ­ 100 mg (2 ­ 5 ml PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% + ADRENALINE - VMD)
per dier.
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% ADRENALINE
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
- Niet intra-articulair inspuiten.
- Intraveneuze inspuiting vermijden door eerst met de zuiger van de spuit te aspireren.
- Etterende wonden of abcessen kunnen niet of moeilijk verdoofd worden met lokale anesthetica.
- Het hoofd van het dier in de juiste positie brengen bij epidurale anesthesie.
- Lokale anesthesie toepassen bij normale kamertemperatuur; bij een hogere omgevingstemperatuur is
er een verhoogd risico op toxische reacties ten gevolge van de verhoogde resorptie van procaïne.
10.
WACHTTIJD(EN)
Vlees en melk: Nul dagen.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren in een koelkast (2°C - 8°C).
Beschermen tegen licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op de flacon na EXP.
Houdbaarheid van het diergeneesmiddel in de verkoopverpakking: 2 jaar.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: Onmiddellijk te gebruiken na openen.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
- Vermijd direct huidcontact met de injectievloeistof. Personen met een bekende overgevoeligheid
voor procaïne HCl moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.
- Procaïne passeert de placentabarrière. Na partus onder epidurale anesthesie moet hiermee rekening
gehouden worden bij het pasgeboren dier.
- Interacties: Procaïne inhibeert de werking van sulfamiden omwille van zijn biotransformatie tot
p-aminobenzoëzuur dat een antagonist is van sulfamiden. Procaïne verlengt de werking van
spierrelaxantia. Procaïne potentieert de werking van procaïnamide. Adrenaline potentieert de werking
van halogeenanesthetica op het hart.
- Overdosering: De oplossing is weinig toxisch wanneer ze oordeelkundig ingespoten wordt.
Bij accidentele intravasculaire inspuiting treden dikwijls toxische verschijnselen op. De symptomen
zijn toe te schrijven aan een stimulatie van het C.Z.S. (onrust, tremor, convulsies), gevolgd door een
depressie en de dood is het gevolg van de ademhalingsparalyse. In geval van stimulatie van het C.Z.S.
worden kortwerkende barbituraten toegediend, alsmede middelen die de urine aanzuren om de renale
uitscheiding te bevorderen.
Aritmieën kunnen optreden ten gevolge van de stimulatie van het myocard (epinefrine).
Hypotensie kan resulteren uit de optredende vasodilatatie (procaïne). In geval van allergische reacties,
worden anti-histaminica of corticosteroïden toegediend. In geval van shock wordt behandeld met
epinefrine.
- De oplossing is onverenigbaar met alkaliën, looizuur en metaalionen.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL

Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
Vraag aan uw dierenarts of apotheker wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze
maatregelen dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Januari 2020
PROCAINE HYDROCHLORIDE 2% ADRENALINE
15.
OVERIGE INFORMATIE
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrotten in de handel worden gebracht.
Afleveringswijze: Op diergeneeskundig voorschrift.
BE-V104325.

Heb je dit medicijn gebruikt? Procaine HCl 2 % + Adrenaline te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Procaine HCl 2 % + Adrenaline te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Procaine HCl 2 % + Adrenaline

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG