Raxone 150 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Raxone 150 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg idebenone.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 46 mg lactose (als monohydraat) en 0,23 mg zonnegeel FCF (E110).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Ronde, oranje, biconvexe, filmomhulde tablet met een diameter van 10 mm, met het logo van Santhera
op de ene zijde en het opschrift ‘150’ op de andere zijde.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Raxone is geïndiceerd voor de behandeling van verminderd gezichtsvermogen bij adolescente en
volwassen patiënten met opticusneuropathie van Leber (LHON) (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling moet worden gestart en gecontroleerd door een arts met ervaring met LHON.
Dosering
De aanbevolen dosis bedraagt 900 mg idebenone per dag (driemaal daags 300 mg).
Er zijn geen gegevens van gecontroleerde klinische onderzoeken beschikbaar met betrekking tot
ononderbroken behandeling met idebenone gedurende meer dan zes maanden.
Bijzondere populaties
Ouderen
Er is geen speciale aanpassing van de dosering nodig voor de behandeling van LHON bij oudere
patiënten.
Lever- of nierfunctiestoornis
Patiënten met een lever- of nierfunctiestoornis zijn niet onderzocht. In geval van een lever- of
nierfunctiestoornis is voorzichtigheid echter geboden (zie rubriek 4.4).
2
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Raxone bij patiënten met LHON die jonger zijn dan 12 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 5.1 en 5.2,
maar er kan geen doseringsadvies worden gegeven.
Wijze van toediening
Raxone filmomhulde tabletten moeten in hun geheel met water worden doorgeslikt. De tabletten
mogen niet worden gebroken of gekauwd. Raxone moet met voedsel worden toegediend, omdat dit de
biologische beschikbaarheid van idebenone verhoogt.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Controle
Patiënten moeten regelmatig gecontroleerd worden volgens de lokale klinische praktijk.
Lever- of nierfunctiestoornis
Er zijn geen gegevens beschikbaar van deze populaties. Voorzichtigheid is derhalve geboden bij het
voorschrijven van Raxone aan patiënten met een lever- of nierfunctiestoornis.
Chromaturie
De metabolieten van idebenone zijn gekleurd en kunnen chromaturie, d.w.z. een roodbruine
verkleuring van de urine, veroorzaken. Dit effect is onschadelijk, wordt niet geassocieerd met
hematurie en vereist geen dosisaanpassing of stopzetting van de behandeling. Voorzichtigheid is
geboden om te voorkomen dat chromaturie kleurveranderingen door andere oorzaken maskeert (bijv.
nier- of bloedaandoeningen).
Lactose
Raxone bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie,
algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te
gebruiken.
Zonnegeel
Raxone bevat zonnegeel (E110), een kleurstof die allergische reacties kan veroorzaken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Uit gegevens van in-vitro-onderzoek blijkt dat idebenone en de metaboliet QS10 niet leiden tot
systemische remming van de cytochroom P450-isovormen CYP1A2, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6 en
3A4 bij klinisch relevante concentraties idebenone of QS10. Bovendien werd geen inductie van
CYP1A2, CYP2B6 of CYP3A4 waargenomen.
In vivo is idebenon een zwakke remmer van CYP3A4. Gegevens van een
geneesmiddelinteractieonderzoek onder 32 gezonde vrijwilligers geven aan dat op de eerste dag van
orale toediening van 300 mg idebenon t.i.d., het metabolisme van midazolam, een CYP3A4-substraat,
niet veranderde wanneer beide geneesmiddelen samen werden toegediend. Na herhaalde toediening
stegen de C
max.
en AUC van midazolam met respectievelijk 28% en 34% wanneer midazolam werd
toegediend in combinatie met 300 mg idebenon t.i.d. Derhalve dienen CYP3A4-substraten waarvan
3
bekend is dat ze een smalle therapeutische index hebben, zoals alfentanil, astemizol, terfenadine,
cisapride, ciclosporine, fentanyl, pimozide, kinidine, sirolimus, tacrolimus of ergotalkaloïden
(ergotamine, dihydroergotamine), met de nodige voorzichtigheid te worden toegediend bij patiënten
die idebenon krijgen.
Idebenone kan P-glycoproteïne (P-gp) remmen met mogelijke verhoging van de blootstelling aan bijv.
dabigatran-etexilaat, digoxine of aliskiren. Deze geneesmiddelen dienen met voorzichtigheid te
worden toegediend bij patiënten die idebenone krijgen. In vitro is idebenone geen substraat voor P-gp.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
De veiligheid van idebenone bij zwangere vrouwen is niet vastgesteld. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft reproductietoxiciteit.
Idebenone mag alleen aan zwangere vrouwen of vrouwen in de vruchtbare leeftijd die zwanger kunnen
raken worden toegediend indien wordt geoordeeld dat het voordeel van het therapeutische effect groter
is dan de potentiële risico's.
Borstvoeding
Uit beschikbare farmacologische/toxicologische gegevens bij dieren blijkt dat idebenone in melk
wordt uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden). Risico voor zuigelingen kan niet worden
uitgesloten. Er moet worden besloten of borstvoeding moet worden gestaakt of dat behandeling met
Raxone moet worden gestaakt dan wel niet moet worden ingesteld, waarbij het voordeel van
borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten
worden genomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van idebenone op de vruchtbaarheid van de mens.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Raxone heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gerapporteerde bijwerkingen van idebenone zijn lichte tot matig ernstige diarree (waarbij
stopzetting van de behandeling meestal niet nodig is), nasofaryngitis, hoesten en rugpijn.
Tabel met de lijst van bijwerkingen
De volgende bijwerkingen die uit klinische proeven met LHON-patiënten naar voren kwamen of die
bij andere indicaties na het in de handel brengen gemeld werden, worden hieronder in tabelvorm
weergegeven. De frequentiegroepen zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100,
<1/10) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Systeem/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Bloed- en lymfestelsel-
aandoeningen
Voorkeursterm
Nasofaryngitis
Bronchitis
Agranulocytose, anemie, leukocytopenie,
trombocytopenie, neutropenie
Frequentie
Zeer vaak
Niet bekend
Niet bekend
4
Systeem/orgaanklasse
Voedings- en
stofwisselingsstoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Ademhalingsstelsel-, borstkas-
en mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen Diarree
Misselijkheid,
braken,
anorexie,
dyspepsie
Lever- en galaandoeningen
Verhoogde alanineaminotransferase,
verhoogde aspartaataminotransferase,
verhoogde alkalische fosfatase in het
bloed, verhoogde lactaatdehydrogenase in
het bloed, verhoogde gamma-
glutamyltransferase, verhoogde bilirubine
in het bloed, hepatitis
Huid- en
Huiduitslag, pruritus
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
Rugpijn
bindweefselaandoeningen
Pijn in ledematen
Nier- en
Azotemie, chromaturie
urinewegaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Malaise
toedieningsplaatsstoornissen
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Voorkeursterm
Verhoogde concentratie cholesterol in het
bloed, verhoogde concentratie
triglyceriden in het bloed
Toeval, delirium, hallucinaties, agitatie,
dyskinesie, hyperkinesie, poriomanie,
duizeligheid, hoofdpijn, rusteloosheid,
stupor
Hoesten
Frequentie
Niet bekend
Niet bekend
Zeer vaak
Vaak
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Vaak
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er zijn geen meldingen van overdosering ontvangen van het RHODOS-onderzoek. In klinische
onderzoeken zijn doses tot 2.250 mg/dag toegediend waaruit een veiligheidsprofiel naar voren kwam
dat overeenkomt met het veiligheidsprofiel gemeld in rubriek 4.8.
Er is geen specifiek antidotum voor idebenone. Indien nodig, dient een ondersteunende behandeling
van de symptomen te worden gegeven.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Psychoanaleptica, Overige psychostimulantia en noötropica;
ATC-code: N06BX13
Werkingsmechanisme
Idebenone, een benzoquinon met korte keten, is een antioxidans waarvan wordt aangenomen dat deze
in staat is elektronen rechtstreeks te transporteren naar complex III van de mitochondriale
5
elektronentransportketen, waardoor onder experimentele omstandigheden bij complex I-deficiëntie
complex I wordt omzeild en de productie van cellulaire energie (ATP) wordt hersteld. Bij LHON kan
idebenone ook elektronen rechtstreeks naar complex III van de elektronentransportketen transporteren,
waardoor complex I dat wordt aangetast door alle drie primaire mtDNA-mutaties die LHON
veroorzaken, wordt omzeild en de cellulaire productie van ATP wordt hersteld.
Volgens dit biochemische werkingsmechanisme kan idebenone levensvatbare maar inactieve retinale
ganglioncellen (RGC's) bij LHON-patiënten reactiveren. Afhankelijk van het moment dat de eerste
symptomen optreden en het percentage RGC's dat al is aangetast, kan idebenone het herstel van het
gezichtsvermogen bevorderen bij patiënten bij wie verlies van het gezichtsvermogen is opgetreden.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De klinische veiligheid en werkzaamheid van idebenone bij LHON is beoordeeld in één dubbelblind,
gerandomiseerd, placebogecontroleerd onderzoek (RHODOS).
Aan RHODOS namen in totaal 85 LHON-patiënten deel in de leeftijd van 14-66 jaar met een van de
drie primaire mtDNA-mutaties (G11778A, G3460A of T14484C) en een ziekteduur van maximaal vijf
jaar. De patiënten ontvingen gedurende 24 weken (zes maanden) 900 mg/dag Raxone of placebo.
Raxone werd toegediend in de vorm van drie doses van 300 mg per dag tijdens de maaltijd.
Het primaire eindpunt “best herstelde gezichtsscherpte (VA)” werd gedefinieerd als het resultaat van
het oog met de duidelijkste verbetering in VA van baseline tot week 24 op basis van de ETDRS-kaart.
Het belangrijkste secundaire eindpunt “verandering in beste VA” werd gemeten als het verschil tussen
beste VA van het linker- of rechteroog na 24 weken ten opzichte van baseline (tabel 1).
Tabel 1: RHODOS: Best herstelde VA en verandering in beste VA van baseline tot week 24
Eindpunt (ITT)
Primaire eindpunt:
Best herstelde VA
(gemiddelde ± standaardfout; 95%
betrouwbaarheidsinterval)
Belangrijkste secundaire eindpunt:
Verandering in beste VA
(gemiddelde ± standaardfout; 95%
betrouwbaarheidsinterval)
Raxone (N=53)
logMAR* -0,135 ± 0,041
Placebo (N=29)
logMAR -0,071 ± 0,053
logMAR –0,064, 3 letters (-0,184; 0,055)
p=0,291
logMAR -0,035 ± 0,046
logMAR 0,085 ± 0,060
logMAR -0,120, 6 letters (-0,255; 0,014)
p=0,078
Analyse volgens het Mixed Model of Repeated Measures
Eén patiënt in de placebogroep presenteerde zich met ingezet spontaan herstel van het gezichtsvermogen bij baseline.
Uitsluiting van deze patiënt leverde resultaten op die vergelijkbaar waren met die van de ITT-populatie; zoals te verwachten
was, was het verschil tussen de idebenone-arm en de placebo-arm iets groter.
*logMAR -
Logarithm
of the
Minimum Angle
of
Resolution
Met behulp van een vooraf gespecificeerde analyse werd in RHODOS het percentage patiënten
vastgesteld
met een oog met VA van ≤0,5
logMAR bij baseline bij wie de VA verslechterde tot
≥1,0
logMAR. In deze kleine subgroep patiënten (n=8) verslechterde geen van de zes patiënten in de
idebenone-groep
tot ≥1,0
logMAR, terwijl twee van de twee patiënten in de placebogroep een
dergelijke verslechtering vertoonden.
In een observationeel vervolgonderzoek van RHODOS bestaande uit één consult wijst de beoordeling
van de VA van 58 patiënten, die gemiddeld 131 weken na stopzetting van de behandeling werd
verkregen, erop dat het effect van Raxone mogelijk wordt behouden.
In RHODOS werd een
post-hoc
responderanalyse uitgevoerd waarin het percentage patiënten met een
klinisch relevant herstel van VA vanaf baseline in ten minste één oog werd beoordeeld. Dit herstel
werd gedefinieerd als: (i) verbetering van VA vanaf niet in staat om één enkele letter op de ETDRS-
kaart te lezen tot in staat om ten minste vijf letters op de ETDRS-kaart te lezen; of (ii) verbetering van
VA van ten minste tien letters op de ETDRS-kaart. De resultaten worden in tabel 2 weergegeven met
inbegrip van de ondersteunende gegevens van 62 LHON-patiënten die Raxone toegediend kregen in
6
een Expanded Access Programme (EAP) en van 94 onbehandelde patiënten in een Case Record
Survey (CRS).
Tabel 2: Percentage patiënten met klinisch relevant herstel van VA zes maanden na baseline
RHODOS Raxone
RHODOS (ITT)
RHODOS Placebo (N=29)
(N=53)
Responders (N, %)
EAP en CRS
Responders (N, %)
16 (30,2%)
EAP-Raxone (N=62)
19 (30,6%)
3 (10,3%)
CRS-onbehandeld (N=94)
18 (19,1%)
In het EAP steeg het aantal responders bij een langere behandelingsduur van 19 van de 62 patiënten
(30,6%) na 6 maanden tot 17 van de 47 patiënten (36,2%) na 12 maanden.
Pediatrische patiënten
In klinische proeven met ataxie van Friedreich kregen 32 patiënten tussen 8 en 11 jaar oud en 91
patiënten tussen 12 en 17
jaar oud gedurende maximaal 42 maanden idebenone ≥ 900
mg/dag
toegediend.
In RHODOS en het EAP met LHON kregen in totaal drie patiënten tussen 9 en 11 jaar oud en 27
patiënten tussen 12 en 17 jaar oud gedurende maximaal 33 maanden idebenone 900 mg/dag
toegediend.
Dit geneesmiddel is geregistreerd onder ‘uitzonderlijke voorwaarden’.
Dit betekent dat het vanwege de zeldzaamheid van de ziekte niet mogelijk was om volledige
informatie over dit geneesmiddel te verkrijgen.
Het Europees Geneesmiddelenbureau zal alle nieuwe informatie die beschikbaar kan komen, ieder jaar
beoordelen en deze SmPC zal zo nodig aangepast worden met de beschikbare informatie van het
referentiegeneesmiddel.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Voedsel verhoogt de biologische beschikbaarheid van idebenone met ongeveer een factor 5-7; Raxone
moet derhalve altijd met voedsel worden toegediend. De tabletten mogen niet worden gebroken of
gekauwd.
Na orale toediening van Raxone wordt idebenone snel geabsorbeerd. Bij herhaalde dosering worden
de maximale plasmaconcentraties voor idebenone gemiddeld binnen één uur bereikt (mediaan 0,67 u
bereik: 0,33-2.00 u).
Distributie
Experimentele gegevens wezen uit dat idebenone de bloed-hersenbarrière passeert en dat het in
significante concentraties gedistribueerd wordt in cerebraal weefsel. Na orale toediening zijn
farmacologisch relevante concentraties idebenone detecteerbaar in het kamervocht van het oog.
Biotransformatie
Metabolisme treedt op door oxidatieve inkorting van de zijketen en door reductie van de quinone-ring
en conjugatie tot glucuroniden en sulfaten. Idebenone vertoont een hoog first-pass-metabolisme dat
resulteert in conjugaten van idebenone (glucuroniden en sulfaten (IDE-C)) en de fase I-metabolieten
QS10, QS6 en QS4 alsook de hiermee corresponderende fase II-metabolieten (glucuroniden en
sulfaten (QS10+QS10-C, QS6+QS6-C, QS4+QS4-C)). De belangrijkste metabolieten in plasma zijn
IDE-C en QS4+QS4-C.
7
Eliminatie
Vanwege het grote first-pass-effect waren de plasmaconcentraties voor idebenone in het algemeen
slechts meetbaar tot zes uur na orale toediening van 750 mg Raxone, toegediend als enkelvoudige
orale dosis of na herhaalde (14 dagen) driemaal daagse toediening. De belangrijkste eliminatieroute is
metabolisme, waarbij de dosis grotendeels als metabolieten via de nieren wordt uitgescheiden. Na een
enkelvoudige of herhaalde orale dosis van 750 mg Raxone waren QS4+QS4-C de belangrijkste van
idebenone afgeleide metabolieten in de urine, wat gemiddeld overeenkwam met 49,3% tot 68,3% van
de totale toegediende dosis. QS6+QS6 vertegenwoordigden 6,45% tot 9,46%, terwijl QS10+QS10-C
en IDE+IDE-C dicht bij 1% of lager waren.
Lineariteit/non-lineariteit
In farmacokinetische fase I-onderzoeken werd een proportionele stijging van plasmaconcentraties voor
idebenone waargenomen voor doses van 150 mg tot 1050 mg. Idebenone en de metabolieten ervan
vertoonden geen tijdsafhankelijke farmacokinetiek.
Lever- of nierfunctiestoornis
Er zijn geen gegevens beschikbaar van deze populaties.
Pediatrische patiënten
Hoewel ervaringen met pediatrische patiënten met LHON in klinische proeven beperkt zijn tot
patiënten van 14 jaar en ouder, kwamen uit farmacokinetische gegevens van populatie-
farmacokinetische onderzoeken, waarbij pediatrische patiënten met ataxie van Friedreich van 8 jaar en
ouder betrokken waren, geen significante verschillen in de farmacokinetiek van idebenone naar voren.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Lactosemonohydraat
Cellulose, microkristallijne
Crosscarmellosenatrium
Povidon (K25)
Magnesiumstearaat
Siliciumdioxide, colloïdaal watervrij
Filmomhulling
Macrogol (3350)
Poly(vinylalcohol)
Talk
Titaniumdioxide
Zonnegeel FCF (E110)
8
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
5 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Voor dit geneesmiddel gelden geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Witte flessen van polyethyleen met hoge dichtheid met witte, kindveilige, verzegelde schroefdop van
polypropyleen met 180 filmomhulde tabletten.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Santhera Pharmaceuticals (Deutschland) GmbH
Marie-Curie Strasse 8
79539 Lörrach
Duitsland
Tel.: +49 (0) 7621 1690 200
Fax: +49 (0) 7621 1690 201
E-mail:
office@santhera.com
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1020/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 8 september 2015
Datum van laatste verlenging:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
9
BIJLAGE II
A. FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
E.
SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA TOEKENNING VAN EEN
VERGUNNING ONDER UITZONDERLIJKE VOORWAARDEN MOET WORDEN
VOLDAAN
10
A. FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Santhera Pharmaceuticals (Deutschland) GmbH
Marie-Curie Strasse 8
79539 Lörrach
DUITSLAND
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
•
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
•
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
E.
SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA TOEKENNING VAN EEN
VERGUNNING ONDER UITZONDERLIJKE VOORWAARDEN MOET WORDEN
VOLDAAN
Dit is een vergunning onder uitzonderlijke voorwaarden en overeenkomstig artikel 14, lid 8 van
Verordening (EG) nr. 726/2004 moet de vergunninghouder binnen het vastgestelde tijdschema de
volgende verplichtingen nakomen:
11
Beschrijving
Om de voordelen van Raxone bij de behandeling van LHON-patiënten verder te
kunnen onderzoeken, dient de vergunninghouder een extern, natuurlijke
geschiedenis-gecontroleerd, open-label interventie-onderzoek ter beoordeling van
de veiligheid en werkzaamheid van Raxone bij de behandeling van LHON-
patiënten, met inbegrip van langdurige behandeling, uit te voeren en de resultaten
ervan te overleggen.
Studie naar de veiligheid uitgevoerd na verlening van de handelsvergunning
waarbij het geneesmiddel wordt gebruikt zoals vastgesteld bij verlening van de
handelsvergunning (Non-interventional post-authorisation safety study, PASS): Om
de veiligheid van Raxone bij de behandeling van LHON-patiënten verder te kunnen
onderzoeken, dient de vergunninghouder op basis van een overeengekomen
protocol gegevens te genereren uit een blootstellingsregister voor patiënten die
Raxone voorgeschreven krijgen voor de behandeling van LHON in de klinische
praktijk. Het register moet ook worden gebruikt om gegevens over de
werkzaamheid op lange termijn te genereren.
Uiterste datum
Op het ogenblik van de
jaarlijkse
herbeoordelingen
dienen tussentijdse
rapporten te worden
ingediend.
Uiterste datum voor
indiening van het
definitieve rapport: 13
oktober 2021
Op het ogenblik van de
jaarlijkse
herbeoordeling dienen
rapporten te worden
ingediend.
12
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
13
A. ETIKETTERING
14
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET OP DOOS/FLESJE VAN HDPE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Raxone 150 mg filmomhulde tabletten
idebenone
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg idebenone.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose en zonnegeel FCF (E110). Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
180 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
8.
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
15
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
11.
Santhera Pharmaceuticals (Deutschland) GmbH
Marie-Curie Straße 8
D-79539 Lörrach
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1020/001
13.
Batch
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
16.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
Raxone 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
<2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk op de buitenverpakking.>
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
<PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer} indien nationaal van toepassing >
<Niet van toepassing voor de primaire verpakking.>
16
B. BIJSLUITER
17
Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker
Raxone 150 mg filmomhulde tabletten
idebenone
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
Wat is Raxone en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Wat is Raxone en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Raxone bevat een stof genaamd idebenone.
Idebenone wordt gebruikt voor de behandeling van verminderd gezichtsvermogen bij volwassenen en
adolescenten met een oogziekte genaamd opticusneuropathie van Leber (LHON).
-
Deze oogaandoening is erfelijk – dit betekent dat het in bepaalde families voorkomt.
-
LHON wordt veroorzaakt door een probleem met uw genen (aangeduid als “genetische
mutatie”) dat het vermogen van cellen in het oog om de energie te produceren die nodig is om
normaal te functioneren, aantast, waardoor deze cellen inactief worden.
-
LHON kan tot verlies van het gezichtsvermogen leiden als gevolg van de inactiviteit van de
cellen die verantwoordelijk zijn voor het gezichtsvermogen.
De behandeling met Raxone kan het vermogen van cellen om energie te produceren herstellen zodat
inactieve oogcellen weer gaan functioneren. Dit kan leiden tot enige verbetering van het
gezichtsvermogen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor idebenone of een van de andere stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen
kunt u vinden in rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt als:
-
u problemen heeft met uw bloed, lever of nieren.
18
Verandering van de kleur van de urine
Door het gebruik van Raxone kan uw urine roodbruin kleuren. Deze kleurverandering is onschadelijk
– u hoeft uw behandeling hiervoor niet aan te passen. De kleurverandering kan er echter op wijzen dat
u problemen heeft met uw nieren of uw blaas.
-
Neem contact op met uw arts als de kleur van uw urine verandert.
-
Hij of zij kan dan een urineonderzoek doen om er zeker van te zijn dat de kleurverandering geen
andere problemen maskeert.
Onderzoeken
Uw arts zal uw gezichtsvermogen controleren voordat u dit geneesmiddel gaat innemen en zal dat
daarna regelmatig doen terwijl u het geneesmiddel gebruikt.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen. De reden daarvoor is dat niet bekend is of
Raxone bij patiënten jonger dan 12 jaar werkt en veilig is.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Sommige geneesmiddelen kunnen een wisselwerking met Raxone vertonen. Gebruikt u naast Raxone
nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u
binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts, met name als het gaat om:
-
antihistaminica voor de behandeling van allergieën (astemizol, terfenadine)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van brandend maagzuur (cisapride)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van spier- en spraaktics geassocieerd met het syndroom
van Gilles de la Tourette (pimozide)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van hartritmestoornissen (kinidine)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van migraine (dihydroergotamine, ergotamine)
-
“anesthetica”: middelen die bij een verdoving worden gebruikt (alfentanil)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van ontsteking bij reumatoïde artritis en psoriasis
(ciclosporine)
-
geneesmiddelen om afstoting van een donororgaan te voorkomen (sirolimus, tacrolimus)
-
“opioïden”: geneesmiddelen voor de behandeling van hevige pijn (fentanyl)
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
-
Uw arts zal u alleen Raxone voorschrijven als de voordelen van de behandeling groter zijn dan
de risico's voor het ongeboren kind.
-
Raxone kan worden uitgescheiden in de moedermelk. Indien u borstvoeding geeft, zal uw arts
met u bespreken of u stopt met het geven van borstvoeding of met het innemen van het
geneesmiddel. Hierbij worden het voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van
behandeling voor uzelf in overweging genomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Raxone heeft naar verwachting geen invloed op de rijvaardigheid of op het vermogen om machines te
bedienen.
Raxone bevat lactose en zonnegeel (E110)
-
Raxone bevat lactose (een soort suiker). Als uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers
niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
-
Raxone bevat een kleurstof genaamd zonnegeel (ook aangeduid als E110). Deze kleurstof kan
allergische reacties veroorzaken.
19
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoeveel innemen?
De aanbevolen dosering is driemaal daags twee tabletten (in totaal zes tabletten per dag).
Inname van dit geneesmiddel
-
Neem de tabletten in met voedsel - dit zorgt ervoor dat een grotere hoeveelheid van het
geneesmiddel vanuit uw maag in uw bloed terechtkomt.
-
Slik de tabletten in hun geheel door met een glas vloeistof.
-
U mag de tablet niet fijnmaken of erop kauwen.
-
Neem de tabletten iedere dag op hetzelfde tijdstip in, bijvoorbeeld bij het ontbijt, bij het
middageten en bij de avondmaaltijd.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Heeft u te veel van dit middel ingenomen? Neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u een dosis vergeet in te nemen, moet u de gemiste dosis overslaan. Neem de volgende dosis in op
het voor u gebruikelijke tijdstip.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Neem contact op met uw arts voordat u stopt met het innemen van dit middel.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. De volgende bijwerkingen kunnen bij dit geneesmiddel voorkomen:
Zeer vaak
(kan bij meer dan 1 op 10 personen voorkomen):
-
nasofaryngitis (verkoudheid)
-
hoesten
Vaak
(kan bij maximaal 1 op 10 personen voorkomen):
-
diarree (lichte tot matig ernstige diarree waarvoor de behandeling meestal niet hoeft te worden
gestaakt)
-
rugpijn
Frequentie onbekend
(de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
-
bronchitis
-
veranderingen in de resultaten van bloedonderzoek: laag aantal witte bloedcellen, laag aantal
rode bloedcellen of laag aantal bloedplaatjes
-
verhoogde concentratie cholesterol of vet in het bloed - aangetoond in bloedonderzoek
-
aanvallen, zich verward voelen, dingen zien of horen die er niet zijn (hallucinaties), zich
opgewonden voelen, bewegingen die u niet onder controle kunt houden, neiging tot afdwalen,
gevoel van duizeligheid, hoofdpijn, rusteloosheid, zich suf voelen en niet normaal kunnen
handelen of denken
-
misselijkheid, braken, verminderde eetlust, het verteren van eten in uw lichaam gaat niet goed
20
-
-
-
-
-
hoge concentraties van bepaalde leverenzymen in het lichaam, wat wijst op leverproblemen –
aangetoond in onderzoek, hoge concentraties “bilirubine” – hierdoor kunnen de huid en het
oogwit geel worden, hepatitis
huiduitslag, jeuk
pijn in ledematen
hoog gehalte aan stikstof in het bloed - aangetoond in bloedonderzoek, veranderde kleur van
urine
algeheel gevoel van onwelzijn
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Dit geldt ook voor mogelijke
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het
nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons
helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
-
De werkzame stof in dit middel is idebenone. Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg idebenone.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Tabletkern: lactosemonohydraat; cellulose microkristallijne, croscarmellosenatrium, povidon
K25, magnesiumstearaat en siliciumdioxide colloïdaal en watervrij.
Tabletomhulling: macrogol, poly(vinylalcohol), talk, titaniumdioxide, zonnegeel (E110).
Hoe ziet Raxone eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
-
-
Raxone filmomhulde tabletten zijn ronde, oranje tabletten met een diameter van 10 mm, met het
logo van Santhera op de ene zijde en het opschrift ‘150’ op de andere zijde.
Raxone wordt geleverd in witte plastic flessen. Iedere fles bevat 180 tabletten.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Santhera Pharmaceuticals (Deutschland) GmbH
Marie-Curie Strasse 8
79539 Lörrach
Duitsland
Tel.: +49 (0) 7621 1690 200
Fax: +49 (0) 7621 1690 201
Email: office@santhera.com
21
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Dit geneesmiddel is geregistreerd met als kanttekening dat er uitzonderlijke voorwaarden waren.
Het was tijdens de registratie niet mogelijk om volledige informatie over dit geneesmiddel te
verkrijgen vanwege de zeldzaamheid van de ziekte waar het voor bedoeld is.
Het Europees Geneesmiddelenbureau zal alle nieuwe informatie over het geneesmiddel beoordelen.
Als dat nodig is, zal deze bijsluiter worden aangepast.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
Hier vindt u ook verwijzingen naar andere
websites over zeldzame ziekten en hun behandelingen.
22
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Raxone 150 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg idebenone.
Hulpstof met bekend effect
Elke filmomhulde tablet bevat 46 mg lactose (als monohydraat) en 0,23 mg zonnegeel FCF (E110).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet.
Ronde, oranje, biconvexe, filmomhulde tablet met een diameter van 10 mm, met het logo van Santhera
op de ene zijde en het opschrift `150' op de andere zijde.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Raxone is geïndiceerd voor de behandeling van verminderd gezichtsvermogen bij adolescente en
volwassen patiënten met opticusneuropathie van Leber (LHON) (zie rubriek 5.1).
4.2
Dosering en wijze van toediening
De behandeling moet worden gestart en gecontroleerd door een arts met ervaring met LHON.
Dosering
De aanbevolen dosis bedraagt 900 mg idebenone per dag (driemaal daags 300 mg).
Er zijn geen gegevens van gecontroleerde klinische onderzoeken beschikbaar met betrekking tot
ononderbroken behandeling met idebenone gedurende meer dan zes maanden.
Bijzondere populaties
Ouderen
Er is geen speciale aanpassing van de dosering nodig voor de behandeling van LHON bij oudere
patiënten.
Lever- of nierfunctiestoornis
Patiënten met een lever- of nierfunctiestoornis zijn niet onderzocht. In geval van een lever- of
nierfunctiestoornis is voorzichtigheid echter geboden (zie rubriek 4.4).
De veiligheid en werkzaamheid van Raxone bij patiënten met LHON die jonger zijn dan 12 jaar zijn
nog niet vastgesteld. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 5.1 en 5.2,
maar er kan geen doseringsadvies worden gegeven.
Wijze van toediening
Raxone filmomhulde tabletten moeten in hun geheel met water worden doorgeslikt. De tabletten
mogen niet worden gebroken of gekauwd. Raxone moet met voedsel worden toegediend, omdat dit de
biologische beschikbaarheid van idebenone verhoogt.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Controle
Patiënten moeten regelmatig gecontroleerd worden volgens de lokale klinische praktijk.
Lever- of nierfunctiestoornis
Er zijn geen gegevens beschikbaar van deze populaties. Voorzichtigheid is derhalve geboden bij het
voorschrijven van Raxone aan patiënten met een lever- of nierfunctiestoornis.
Chromaturie
De metabolieten van idebenone zijn gekleurd en kunnen chromaturie, d.w.z. een roodbruine
verkleuring van de urine, veroorzaken. Dit effect is onschadelijk, wordt niet geassocieerd met
hematurie en vereist geen dosisaanpassing of stopzetting van de behandeling. Voorzichtigheid is
geboden om te voorkomen dat chromaturie kleurveranderingen door andere oorzaken maskeert (bijv.
nier- of bloedaandoeningen).
Lactose
Raxone bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie,
algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te
gebruiken.
Zonnegeel
Raxone bevat zonnegeel (E110), een kleurstof die allergische reacties kan veroorzaken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Uit gegevens van in-vitro-onderzoek blijkt dat idebenone en de metaboliet QS10 niet leiden tot
systemische remming van de cytochroom P450-isovormen CYP1A2, 2B6, 2C8, 2C9, 2C19, 2D6 en
3A4 bij klinisch relevante concentraties idebenone of QS10. Bovendien werd geen inductie van
CYP1A2, CYP2B6 of CYP3A4 waargenomen.
In vivo is idebenon een zwakke remmer van CYP3A4. Gegevens van een
geneesmiddelinteractieonderzoek onder 32 gezonde vrijwilligers geven aan dat op de eerste dag van
orale toediening van 300 mg idebenon t.i.d., het metabolisme van midazolam, een CYP3A4-substraat,
niet veranderde wanneer beide geneesmiddelen samen werden toegediend. Na herhaalde toediening
stegen de Cmax.en AUC van midazolam met respectievelijk 28% en 34% wanneer midazolam werd
toegediend in combinatie met 300 mg idebenon t.i.d. Derhalve dienen CYP3A4-substraten waarvan
cisapride, ciclosporine, fentanyl, pimozide, kinidine, sirolimus, tacrolimus of ergotalkaloïden
(ergotamine, dihydroergotamine), met de nodige voorzichtigheid te worden toegediend bij patiënten
die idebenon krijgen.
Idebenone kan P-glycoproteïne (P-gp) remmen met mogelijke verhoging van de blootstelling aan bijv.
dabigatran-etexilaat, digoxine of aliskiren. Deze geneesmiddelen dienen met voorzichtigheid te
worden toegediend bij patiënten die idebenone krijgen. In vitro is idebenone geen substraat voor P-gp.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
De veiligheid van idebenone bij zwangere vrouwen is niet vastgesteld. De resultaten van
dieronderzoek duiden niet op directe of indirecte schadelijke effecten wat betreft reproductietoxiciteit.
Idebenone mag alleen aan zwangere vrouwen of vrouwen in de vruchtbare leeftijd die zwanger kunnen
raken worden toegediend indien wordt geoordeeld dat het voordeel van het therapeutische effect groter
is dan de potentiële risico's.
Borstvoeding
Uit beschikbare farmacologische/toxicologische gegevens bij dieren blijkt dat idebenone in melk
wordt uitgescheiden (zie rubriek 5.3 voor bijzonderheden). Risico voor zuigelingen kan niet worden
uitgesloten. Er moet worden besloten of borstvoeding moet worden gestaakt of dat behandeling met
Raxone moet worden gestaakt dan wel niet moet worden ingesteld, waarbij het voordeel van
borstvoeding voor het kind en het voordeel van behandeling voor de vrouw in overweging moeten
worden genomen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over het effect van idebenone op de vruchtbaarheid van de mens.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Raxone heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest gerapporteerde bijwerkingen van idebenone zijn lichte tot matig ernstige diarree (waarbij
stopzetting van de behandeling meestal niet nodig is), nasofaryngitis, hoesten en rugpijn.
Tabel met de lijst van bijwerkingen
De volgende bijwerkingen die uit klinische proeven met LHON-patiënten naar voren kwamen of die
bij andere indicaties na het in de handel brengen gemeld werden, worden hieronder in tabelvorm
weergegeven. De frequentiegroepen zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (1/10), vaak (1/100,
<1/10) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Systeem/orgaanklasse
Voorkeursterm
Frequentie
Infecties en parasitaire
Nasofaryngitis
Zeer vaak
aandoeningen
Bronchitis
Niet bekend
Bloed- en lymfestelsel-
Agranulocytose, anemie, leukocytopenie, Niet bekend
aandoeningen
trombocytopenie, neutropenie
Voorkeursterm
Frequentie
Voedings- en
Verhoogde concentratie cholesterol in het Niet bekend
stofwisselingsstoornissen
bloed, verhoogde concentratie
triglyceriden in het bloed
Zenuwstelselaandoeningen
Toeval, delirium, hallucinaties, agitatie,
dyskinesie, hyperkinesie, poriomanie,
duizeligheid, hoofdpijn, rusteloosheid,
stupor
Niet bekend
Ademhalingsstelsel-, borstkas- Hoesten
Zeer vaak
en mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen Diarree
Vaak
Misselijkheid, braken, anorexie,
Niet bekend
dyspepsie
Lever- en galaandoeningen
Verhoogde alanineaminotransferase,
verhoogde aspartaataminotransferase,
verhoogde alkalische fosfatase in het
bloed, verhoogde lactaatdehydrogenase in Niet bekend
het bloed, verhoogde gamma-
glutamyltransferase, verhoogde bilirubine
in het bloed, hepatitis
Huid- en
Huiduitslag, pruritus
onderhuidaandoeningen
Niet bekend
Skeletspierstelsel- en
Rugpijn
Vaak
bindweefselaandoeningen
Pijn in ledematen
Niet bekend
Nier- en
Azotemie, chromaturie
Niet bekend
urinewegaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Malaise
Niet bekend
toedieningsplaatsstoornissen
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er zijn geen meldingen van overdosering ontvangen van het RHODOS-onderzoek. In klinische
onderzoeken zijn doses tot 2.250 mg/dag toegediend waaruit een veiligheidsprofiel naar voren kwam
dat overeenkomt met het veiligheidsprofiel gemeld in rubriek 4.8.
Er is geen specifiek antidotum voor idebenone. Indien nodig, dient een ondersteunende behandeling
van de symptomen te worden gegeven.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Psychoanaleptica, Overige psychostimulantia en noötropica;
ATC-code: N06BX13
Werkingsmechanisme
Idebenone, een benzoquinon met korte keten, is een antioxidans waarvan wordt aangenomen dat deze
in staat is elektronen rechtstreeks te transporteren naar complex III van de mitochondriale
complex I wordt omzeild en de productie van cellulaire energie (ATP) wordt hersteld. Bij LHON kan
idebenone ook elektronen rechtstreeks naar complex III van de elektronentransportketen transporteren,
waardoor complex I dat wordt aangetast door alle drie primaire mtDNA-mutaties die LHON
veroorzaken, wordt omzeild en de cellulaire productie van ATP wordt hersteld.
Volgens dit biochemische werkingsmechanisme kan idebenone levensvatbare maar inactieve retinale
ganglioncellen (RGC's) bij LHON-patiënten reactiveren. Afhankelijk van het moment dat de eerste
symptomen optreden en het percentage RGC's dat al is aangetast, kan idebenone het herstel van het
gezichtsvermogen bevorderen bij patiënten bij wie verlies van het gezichtsvermogen is opgetreden.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De klinische veiligheid en werkzaamheid van idebenone bij LHON is beoordeeld in één dubbelblind,
gerandomiseerd, placebogecontroleerd onderzoek (RHODOS).
Aan RHODOS namen in totaal 85 LHON-patiënten deel in de leeftijd van 14-66 jaar met een van de
drie primaire mtDNA-mutaties (G11778A, G3460A of T14484C) en een ziekteduur van maximaal vijf
jaar. De patiënten ontvingen gedurende 24 weken (zes maanden) 900 mg/dag Raxone of placebo.
Raxone werd toegediend in de vorm van drie doses van 300 mg per dag tijdens de maaltijd.
Het primaire eindpunt 'best herstelde gezichtsscherpte (VA)' werd gedefinieerd als het resultaat van
het oog met de duidelijkste verbetering in VA van baseline tot week 24 op basis van de ETDRS-kaart.
Het belangrijkste secundaire eindpunt 'verandering in beste VA' werd gemeten als het verschil tussen
beste VA van het linker- of rechteroog na 24 weken ten opzichte van baseline (tabel 1).
Tabel 1: RHODOS: Best herstelde VA en verandering in beste VA van baseline tot week 24
Eindpunt (ITT)
Raxone (N=53)
Placebo (N=29)
Primaire eindpunt:
logMAR* -0,135 ± 0,041
logMAR -0,071 ± 0,053
Best herstelde VA
logMAR 0,064, 3 letters (-0,184; 0,055)
(gemiddelde ± standaardfout; 95%
p=0,291
betrouwbaarheidsinterval)
Belangrijkste secundaire eindpunt:
logMAR -0,035 ± 0,046
logMAR 0,085 ± 0,060
Verandering in beste VA
logMAR -0,120, 6 letters (-0,255; 0,014)
(gemiddelde ± standaardfout; 95%
p=0,078
betrouwbaarheidsinterval)
Analyse volgens het Mixed Model of Repeated Measures
Eén patiënt in de placebogroep presenteerde zich met ingezet spontaan herstel van het gezichtsvermogen bij baseline.
Uitsluiting van deze patiënt leverde resultaten op die vergelijkbaar waren met die van de ITT-populatie; zoals te verwachten
was, was het verschil tussen de idebenone-arm en de placebo-arm iets groter.
*logMAR -
Logarithm of the
Minimum
Angle of
Resolution
Met behulp van een vooraf gespecificeerde analyse werd in RHODOS het percentage patiënten
vastgesteld met een oog met VA van 0,5 logMAR bij baseline bij wie de VA verslechterde tot
1,0 logMAR. In deze kleine subgroep patiënten (n=8) verslechterde geen van de zes patiënten in de
idebenone-groep tot 1,0 logMAR, terwijl twee van de twee patiënten in de placebogroep een
dergelijke verslechtering vertoonden.
In een observationeel vervolgonderzoek van RHODOS bestaande uit één consult wijst de beoordeling
van de VA van 58 patiënten, die gemiddeld 131 weken na stopzetting van de behandeling werd
verkregen, erop dat het effect van Raxone mogelijk wordt behouden.
In RHODOS werd een post-hoc responderanalyse uitgevoerd waarin het percentage patiënten met een
klinisch relevant herstel van VA vanaf baseline in ten minste één oog werd beoordeeld. Dit herstel
werd gedefinieerd als: (i) verbetering van VA vanaf niet in staat om één enkele letter op de ETDRS-
kaart te lezen tot in staat om ten minste vijf letters op de ETDRS-kaart te lezen; of (ii) verbetering van
VA van ten minste tien letters op de ETDRS-kaart. De resultaten worden in tabel 2 weergegeven met
inbegrip van de ondersteunende gegevens van 62 LHON-patiënten die Raxone toegediend kregen in
Survey (CRS).
Tabel 2: Percentage patiënten met klinisch relevant herstel van VA zes maanden na baseline
RHODOS (ITT)
RHODOS Raxone
(N=53)
RHODOS Placebo (N=29)
Responders (N, %)
16 (30,2%)
3 (10,3%)
EAP en CRS
EAP-Raxone (N=62)
CRS-onbehandeld (N=94)
Responders (N, %)
19 (30,6%)
18 (19,1%)
In het EAP steeg het aantal responders bij een langere behandelingsduur van 19 van de 62 patiënten
(30,6%) na 6 maanden tot 17 van de 47 patiënten (36,2%) na 12 maanden.
Pediatrische patiënten
In klinische proeven met ataxie van Friedreich kregen 32 patiënten tussen 8 en 11 jaar oud en 91
patiënten tussen 12 en 17 jaar oud gedurende maximaal 42 maanden idebenone 900 mg/dag
toegediend.
In RHODOS en het EAP met LHON kregen in totaal drie patiënten tussen 9 en 11 jaar oud en 27
patiënten tussen 12 en 17 jaar oud gedurende maximaal 33 maanden idebenone 900 mg/dag
toegediend.
Dit geneesmiddel is geregistreerd onder `uitzonderlijke voorwaarden'.
Dit betekent dat het vanwege de zeldzaamheid van de ziekte niet mogelijk was om volledige
informatie over dit geneesmiddel te verkrijgen.
Het Europees Geneesmiddelenbureau zal alle nieuwe informatie die beschikbaar kan komen, ieder jaar
beoordelen en deze SmPC zal zo nodig aangepast worden met de beschikbare informatie van het
referentiegeneesmiddel.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Voedsel verhoogt de biologische beschikbaarheid van idebenone met ongeveer een factor 5-7; Raxone
moet derhalve altijd met voedsel worden toegediend. De tabletten mogen niet worden gebroken of
gekauwd.
Na orale toediening van Raxone wordt idebenone snel geabsorbeerd. Bij herhaalde dosering worden
de maximale plasmaconcentraties voor idebenone gemiddeld binnen één uur bereikt (mediaan 0,67 u
bereik: 0,33-2.00 u).
Distributie
Experimentele gegevens wezen uit dat idebenone de bloed-hersenbarrière passeert en dat het in
significante concentraties gedistribueerd wordt in cerebraal weefsel. Na orale toediening zijn
farmacologisch relevante concentraties idebenone detecteerbaar in het kamervocht van het oog.
Biotransformatie
Metabolisme treedt op door oxidatieve inkorting van de zijketen en door reductie van de quinone-ring
en conjugatie tot glucuroniden en sulfaten. Idebenone vertoont een hoog first-pass-metabolisme dat
resulteert in conjugaten van idebenone (glucuroniden en sulfaten (IDE-C)) en de fase I-metabolieten
QS10, QS6 en QS4 alsook de hiermee corresponderende fase II-metabolieten (glucuroniden en
sulfaten (QS10+QS10-C, QS6+QS6-C, QS4+QS4-C)). De belangrijkste metabolieten in plasma zijn
IDE-C en QS4+QS4-C.
Vanwege het grote first-pass-effect waren de plasmaconcentraties voor idebenone in het algemeen
slechts meetbaar tot zes uur na orale toediening van 750 mg Raxone, toegediend als enkelvoudige
orale dosis of na herhaalde (14 dagen) driemaal daagse toediening. De belangrijkste eliminatieroute is
metabolisme, waarbij de dosis grotendeels als metabolieten via de nieren wordt uitgescheiden. Na een
enkelvoudige of herhaalde orale dosis van 750 mg Raxone waren QS4+QS4-C de belangrijkste van
idebenone afgeleide metabolieten in de urine, wat gemiddeld overeenkwam met 49,3% tot 68,3% van
de totale toegediende dosis. QS6+QS6 vertegenwoordigden 6,45% tot 9,46%, terwijl QS10+QS10-C
en IDE+IDE-C dicht bij 1% of lager waren.
Lineariteit/non-lineariteit
In farmacokinetische fase I-onderzoeken werd een proportionele stijging van plasmaconcentraties voor
idebenone waargenomen voor doses van 150 mg tot 1050 mg. Idebenone en de metabolieten ervan
vertoonden geen tijdsafhankelijke farmacokinetiek.
Lever- of nierfunctiestoornis
Er zijn geen gegevens beschikbaar van deze populaties.
Pediatrische patiënten
Hoewel ervaringen met pediatrische patiënten met LHON in klinische proeven beperkt zijn tot
patiënten van 14 jaar en ouder, kwamen uit farmacokinetische gegevens van populatie-
farmacokinetische onderzoeken, waarbij pediatrische patiënten met ataxie van Friedreich van 8 jaar en
ouder betrokken waren, geen significante verschillen in de farmacokinetiek van idebenone naar voren.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Lactosemonohydraat
Cellulose, microkristallijne
Crosscarmellosenatrium
Povidon (K25)
Magnesiumstearaat
Siliciumdioxide, colloïdaal watervrij
Filmomhulling
Macrogol (3350)
Poly(vinylalcohol)
Talk
Titaniumdioxide
Zonnegeel FCF (E110)
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
5 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel gelden geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Witte flessen van polyethyleen met hoge dichtheid met witte, kindveilige, verzegelde schroefdop van
polypropyleen met 180 filmomhulde tabletten.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Santhera Pharmaceuticals (Deutschland) GmbH
Marie-Curie Strasse 8
79539 Lörrach
Duitsland
Tel.: +49 (0) 7621 1690 200
Fax: +49 (0) 7621 1690 201
E-mail: office@santhera.com
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1020/001
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 8 september 2015
Datum van laatste verlenging:
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II
A. FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
E. SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA TOEKENNING VAN EEN
VERGUNNING ONDER UITZONDERLIJKE VOORWAARDEN MOET WORDEN
VOLDAAN
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Santhera Pharmaceuticals (Deutschland) GmbH
Marie-Curie Strasse 8
79539 Lörrach
DUITSLAND
B. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
· Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
· op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
· steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
E. SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN WAARAAN NA TOEKENNING VAN EEN
VERGUNNING ONDER UITZONDERLIJKE VOORWAARDEN MOET WORDEN
VOLDAAN
Dit is een vergunning onder uitzonderlijke voorwaarden en overeenkomstig artikel 14, lid 8 van
Verordening (EG) nr. 726/2004 moet de vergunninghouder binnen het vastgestelde tijdschema de
volgende verplichtingen nakomen:
Uiterste datum
Om de voordelen van Raxone bij de behandeling van LHON-patiënten verder te
Op het ogenblik van de
kunnen onderzoeken, dient de vergunninghouder een extern, natuurlijke
jaarlijkse
geschiedenis-gecontroleerd, open-label interventie-onderzoek ter beoordeling van
herbeoordelingen
de veiligheid en werkzaamheid van Raxone bij de behandeling van LHON-
dienen tussentijdse
patiënten, met inbegrip van langdurige behandeling, uit te voeren en de resultaten
rapporten te worden
ervan te overleggen.
ingediend.
Uiterste datum voor
indiening van het
definitieve rapport: 13
oktober 2021
Studie naar de veiligheid uitgevoerd na verlening van de handelsvergunning
Op het ogenblik van de
waarbij het geneesmiddel wordt gebruikt zoals vastgesteld bij verlening van de
jaarlijkse
handelsvergunning (Non-interventional post-authorisation safety study, PASS): Om herbeoordeling dienen
de veiligheid van Raxone bij de behandeling van LHON-patiënten verder te kunnen rapporten te worden
onderzoeken, dient de vergunninghouder op basis van een overeengekomen
ingediend.
protocol gegevens te genereren uit een blootstellingsregister voor patiënten die
Raxone voorgeschreven krijgen voor de behandeling van LHON in de klinische
praktijk. Het register moet ook worden gebruikt om gegevens over de
werkzaamheid op lange termijn te genereren.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
MOETEN WORDEN VERMELD
ETIKET OP DOOS/FLESJE VAN HDPE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Raxone 150 mg filmomhulde tabletten
idebenone
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg idebenone.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose en zonnegeel FCF (E110). Zie de bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
180 filmomhulde tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Santhera Pharmaceuticals (Deutschland) GmbH
Marie-Curie Straße 8
D-79539 Lörrach
Duitsland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/15/1020/001
13. PARTIJNUMMER
Batch
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Raxone 150 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
<2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk op de buitenverpakking.>
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
<PC {nummer}
SN {nummer}
NN {nummer} indien nationaal van toepassing >
<Niet van toepassing voor de primaire verpakking.>
B. BIJSLUITER
Raxone 150 mg filmomhulde tabletten
idebenone
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter
1.
Wat is Raxone en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is Raxone en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Raxone bevat een stof genaamd idebenone.
Idebenone wordt gebruikt voor de behandeling van verminderd gezichtsvermogen bij volwassenen en
adolescenten met een oogziekte genaamd opticusneuropathie van Leber (LHON).
-
Deze oogaandoening is erfelijk dit betekent dat het in bepaalde families voorkomt.
-
LHON wordt veroorzaakt door een probleem met uw genen (aangeduid als 'genetische
mutatie') dat het vermogen van cellen in het oog om de energie te produceren die nodig is om
normaal te functioneren, aantast, waardoor deze cellen inactief worden.
-
LHON kan tot verlies van het gezichtsvermogen leiden als gevolg van de inactiviteit van de
cellen die verantwoordelijk zijn voor het gezichtsvermogen.
De behandeling met Raxone kan het vermogen van cellen om energie te produceren herstellen zodat
inactieve oogcellen weer gaan functioneren. Dit kan leiden tot enige verbetering van het
gezichtsvermogen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor idebenone of een van de andere stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen
kunt u vinden in rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt als:
-
u problemen heeft met uw bloed, lever of nieren.
Door het gebruik van Raxone kan uw urine roodbruin kleuren. Deze kleurverandering is onschadelijk
u hoeft uw behandeling hiervoor niet aan te passen. De kleurverandering kan er echter op wijzen dat
u problemen heeft met uw nieren of uw blaas.
-
Neem contact op met uw arts als de kleur van uw urine verandert.
-
Hij of zij kan dan een urineonderzoek doen om er zeker van te zijn dat de kleurverandering geen
andere problemen maskeert.
Onderzoeken
Uw arts zal uw gezichtsvermogen controleren voordat u dit geneesmiddel gaat innemen en zal dat
daarna regelmatig doen terwijl u het geneesmiddel gebruikt.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt bij kinderen. De reden daarvoor is dat niet bekend is of
Raxone bij patiënten jonger dan 12 jaar werkt en veilig is.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Sommige geneesmiddelen kunnen een wisselwerking met Raxone vertonen. Gebruikt u naast Raxone
nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u
binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts, met name als het gaat om:
-
antihistaminica voor de behandeling van allergieën (astemizol, terfenadine)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van brandend maagzuur (cisapride)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van spier- en spraaktics geassocieerd met het syndroom
van Gilles de la Tourette (pimozide)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van hartritmestoornissen (kinidine)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van migraine (dihydroergotamine, ergotamine)
-
'anesthetica': middelen die bij een verdoving worden gebruikt (alfentanil)
-
geneesmiddelen voor de behandeling van ontsteking bij reumatoïde artritis en psoriasis
(ciclosporine)
-
geneesmiddelen om afstoting van een donororgaan te voorkomen (sirolimus, tacrolimus)
-
'opioïden': geneesmiddelen voor de behandeling van hevige pijn (fentanyl)
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
-
Uw arts zal u alleen Raxone voorschrijven als de voordelen van de behandeling groter zijn dan
de risico's voor het ongeboren kind.
-
Raxone kan worden uitgescheiden in de moedermelk. Indien u borstvoeding geeft, zal uw arts
met u bespreken of u stopt met het geven van borstvoeding of met het innemen van het
geneesmiddel. Hierbij worden het voordeel van borstvoeding voor het kind en het voordeel van
behandeling voor uzelf in overweging genomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Raxone heeft naar verwachting geen invloed op de rijvaardigheid of op het vermogen om machines te
bedienen.
Raxone bevat lactose en zonnegeel (E110)
-
Raxone bevat lactose (een soort suiker). Als uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers
niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u dit middel inneemt.
-
Raxone bevat een kleurstof genaamd zonnegeel (ook aangeduid als E110). Deze kleurstof kan
allergische reacties veroorzaken.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoeveel innemen?
De aanbevolen dosering is driemaal daags twee tabletten (in totaal zes tabletten per dag).
Inname van dit geneesmiddel
-
Neem de tabletten in met voedsel - dit zorgt ervoor dat een grotere hoeveelheid van het
geneesmiddel vanuit uw maag in uw bloed terechtkomt.
-
Slik de tabletten in hun geheel door met een glas vloeistof.
-
U mag de tablet niet fijnmaken of erop kauwen.
-
Neem de tabletten iedere dag op hetzelfde tijdstip in, bijvoorbeeld bij het ontbijt, bij het
middageten en bij de avondmaaltijd.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Heeft u te veel van dit middel ingenomen? Neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u een dosis vergeet in te nemen, moet u de gemiste dosis overslaan. Neem de volgende dosis in op
het voor u gebruikelijke tijdstip.
Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Neem contact op met uw arts voordat u stopt met het innemen van dit middel.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. De volgende bijwerkingen kunnen bij dit geneesmiddel voorkomen:
Zeer vaak (kan bij meer dan 1 op 10 personen voorkomen):
-
nasofaryngitis (verkoudheid)
-
hoesten
Vaak (kan bij maximaal 1 op 10 personen voorkomen):
-
diarree (lichte tot matig ernstige diarree waarvoor de behandeling meestal niet hoeft te worden
gestaakt)
-
rugpijn
Frequentie onbekend (de frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald):
-
bronchitis
-
veranderingen in de resultaten van bloedonderzoek: laag aantal witte bloedcellen, laag aantal
rode bloedcellen of laag aantal bloedplaatjes
-
verhoogde concentratie cholesterol of vet in het bloed - aangetoond in bloedonderzoek
-
aanvallen, zich verward voelen, dingen zien of horen die er niet zijn (hallucinaties), zich
opgewonden voelen, bewegingen die u niet onder controle kunt houden, neiging tot afdwalen,
gevoel van duizeligheid, hoofdpijn, rusteloosheid, zich suf voelen en niet normaal kunnen
handelen of denken
-
misselijkheid, braken, verminderde eetlust, het verteren van eten in uw lichaam gaat niet goed
hoge concentraties van bepaalde leverenzymen in het lichaam, wat wijst op leverproblemen
aangetoond in onderzoek, hoge concentraties 'bilirubine' hierdoor kunnen de huid en het
oogwit geel worden, hepatitis
-
huiduitslag, jeuk
-
pijn in ledematen
-
hoog gehalte aan stikstof in het bloed - aangetoond in bloedonderzoek, veranderde kleur van
urine
-
algeheel gevoel van onwelzijn
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Dit geldt ook voor mogelijke
bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het
nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons
helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op het etiket en de
doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is idebenone. Elke filmomhulde tablet bevat 150 mg idebenone.
-
De andere stoffen in dit middel zijn:
Tabletkern: lactosemonohydraat; cellulose microkristallijne, croscarmellosenatrium, povidon
K25, magnesiumstearaat en siliciumdioxide colloïdaal en watervrij.
Tabletomhulling: macrogol, poly(vinylalcohol), talk, titaniumdioxide, zonnegeel (E110).
Hoe ziet Raxone eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
-
Raxone filmomhulde tabletten zijn ronde, oranje tabletten met een diameter van 10 mm, met het
logo van Santhera op de ene zijde en het opschrift `150' op de andere zijde.
-
Raxone wordt geleverd in witte plastic flessen. Iedere fles bevat 180 tabletten.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Santhera Pharmaceuticals (Deutschland) GmbH
Marie-Curie Strasse 8
79539 Lörrach
Duitsland
Tel.: +49 (0) 7621 1690 200
Fax: +49 (0) 7621 1690 201
Email: office@santhera.com
Dit geneesmiddel is geregistreerd met als kanttekening dat er uitzonderlijke voorwaarden waren.
Het was tijdens de registratie niet mogelijk om volledige informatie over dit geneesmiddel te
verkrijgen vanwege de zeldzaamheid van de ziekte waar het voor bedoeld is.
Het Europees Geneesmiddelenbureau zal alle nieuwe informatie over het geneesmiddel beoordelen.
Als dat nodig is, zal deze bijsluiter worden aangepast.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu. Hier vindt u ook verwijzingen naar andere
websites over zeldzame ziekten en hun behandelingen.