Rhiniffa t
Bijsluiter – NL versie
RHINIFFA T
BIJSLUITER
RHINIFFA T Suspensie voor injectie voor Varken
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA, Arnaud Fraiteurlaan 15-23, 1050 Brussel
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Boehringer Ingelheim Animal Health France SCS,
Laboratoire Porte des Alpes, 99 rue de l’Aviation, 69800 Saint Priest, Frankrijk
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
RHINIFFA T suspensie voor injectie
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per dosis van 2 ml:
Werkzame bestanddelen:
Bordetella bronchiseptica
(toxinogene stam) geïnactiveerd
Pasteurella multocida
type D (toxinogene stam) geïnactiveerd
Pasteurella multocida
anatoxine
≥ 0,9 SA.U
≥ 0,9 ELISA.U
≥ 1,0 ELISA.U
1 SA.U : qs om een titer van antilichamen te bekomen door seroagglutinatie van 1 log
10
bij laboratoriumdieren na
toediening van het vaccin.
1 ELISA.U : qs om een titer van antilichamen te bekomen door ELISA van 1 log
10
bij laboratoriumdieren na
toediening van het vaccin.
Adjuvans:
Al(OH)
3
Hulpstoffen:
Thiomersal
Diluens
1,4 mg
≤ 0,2 mg
qs 2 ml
4.
INDICATIES
Passieve immunisatie van biggen via het colostrum na actieve immunisatie van drachtige zeugen en gelten
tegen
Bordetella bronchiseptica
en
Pasteurella multocida,
ter vermindering van de klinische symptomen,
het gewichtsverlies en de laesies te wijten aan atrofische rhinitis bij het varken veroorzaakt door
Bordetella
bronchiseptica
en
Pasteurella multocida
stammen.
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
Een lichte lokale reactie op de injectieplaats treedt zeer zelden op.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Bijsluiter – NL versie
RHINIFFA T
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat
het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Varken ( drachtige zeugen en gelten).
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN WIJZE VAN
GEBRUIK.
Injectie van 1 dosis = 2 ml, intramusculaire toediening, diep in de halsspieren.
Primovaccinatie:
Herinentingen:
2 injecties met een tussentijd van 4 à 6 weken, de tweede injectie moet 2 weken vóór
het werpen toegediend worden.
1 injectie 2 weken vóór het werpen.
8.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Geen.
10.
WACHTTIJD(EN)
Nul dagen.
11. BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren in een koelkast ( 2°C – 8°C)., Beschermen tegen bevriezing en licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP:. De
uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: direct gebruiken.
12. SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
De vaccinatie van drachtige zeugen laat een transmissie van specifieke antilichamen aan de gevoelige
biggen via het colostrum toe. Men moet er zich dus van verzekeren dat elke big snel een voldoende
hoeveelheid colostrum opneemt.
Een vaccinatie tegen atrofische rhinitis bij het varken kan in zeldzame gevallen overgevoeligheidsreacties
veroorzaken. Daarom zal eerst bij enkele dieren de gevoeligheid getest worden alvorens over te gaan tot de
vaccinatie van de volledige stapel.
Neem de gebruikelijke aseptische voorzorgen in acht.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het geneesmiddel aan de dieren toedient:
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en het etiket of de
bijsluiter te worden getoond.
Dracht:
De vaccinatie gebeurt tijdens de dracht.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na enig
ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Er werden geen bijwerkingen opgemerkt na toediening van een dubbele dosis vaccin.
Bijsluiter – NL versie
RHINIFFA T
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEELAFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten te
worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Oktober 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V156441
Wijze van aflevering
Op diergeneeskundig voorschrift.
Flacon van 2 ml, doos met 5 (10) flessen
Flacon van 10, 20, 50 of 200 ml, doos met 1 fles
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
NL versie RHINIFFA
T
BIJSLUITER
RHINIFFA T Suspensie voor injectie voor Varken
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA, Arnaud Fraiteurlaan 15-23, 1050 Brussel
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Boehringer Ingelheim Animal Health France SCS,
Laboratoire Porte des Alpes, 99 rue de l'Aviation, 69800 Saint Priest, Frankrijk
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
RHINIFFA T suspensie voor injectie
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per dosis van 2 ml:
Werkzame bestanddelen:
Bordetella bronchiseptica (toxinogene stam) geïnactiveerd
0,9 SA.U
Pasteurella multocida type D (toxinogene stam) geïnactiveerd
0,9 ELISA.U
Pasteurella multocida anatoxine
1,0 ELISA.U
1 SA.U : qs om een titer van antilichamen te bekomen door seroagglutinatie van 1 log10 bij laboratoriumdieren na
toediening van het vaccin.
1 ELISA.U : qs om een titer van antilichamen te bekomen door ELISA van 1 log10 bij laboratoriumdieren na
toediening van het vaccin.
Adjuvans:
Al(OH)3
1,4 mg
Hulpstoffen:
Thiomersal
0,2 mg
Diluens
qs 2 ml
4.
INDICATIES
Passieve immunisatie van biggen via het colostrum na actieve immunisatie van drachtige zeugen en gelten
tegen Bordetella bronchiseptica en Pasteurella multocida, ter vermindering van de klinische symptomen,
het gewichtsverlies en de laesies te wijten aan atrofische rhinitis bij het varken veroorzaakt door Bordetella
bronchiseptica en Pasteurella multocida stammen.
5.
CONTRA-INDICATIES
Geen.
6.
BIJWERKINGEN
Een lichte lokale reactie op de injectieplaats treedt zeer zelden op.
NL versie RHINIFFA
T
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat
het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Varken ( drachtige zeugen en gelten).
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG EN WIJZE VAN
GEBRUIK.
Injectie van 1 dosis = 2 ml, intramusculaire toediening, diep in de halsspieren.
Primovaccinatie:
2 injecties met een tussentijd van 4 à 6 weken, de tweede injectie moet 2 weken vóór
het werpen toegediend worden.
Herinentingen:
1 injectie 2 weken vóór het werpen.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Geen.
10.
WACHTTIJD(EN)
Nul dagen.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaren in een koelkast ( 2°C 8°C)., Beschermen tegen bevriezing en licht.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket na EXP:. De
uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: direct gebruiken.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Vaccineer alleen gezonde dieren.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
De vaccinatie van drachtige zeugen laat een transmissie van specifieke antilichamen aan de gevoelige
biggen via het colostrum toe. Men moet er zich dus van verzekeren dat elke big snel een voldoende
hoeveelheid colostrum opneemt.
Een vaccinatie tegen atrofische rhinitis bij het varken kan in zeldzame gevallen overgevoeligheidsreacties
veroorzaken. Daarom zal eerst bij enkele dieren de gevoeligheid getest worden alvorens over te gaan tot de
vaccinatie van de volledige stapel.
Neem de gebruikelijke aseptische voorzorgen in acht.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het geneesmiddel aan de dieren toedient:
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en het etiket of de
bijsluiter te worden getoond.
Dracht:
De vaccinatie gebeurt tijdens de dracht.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na enig
ander diergeneesmiddel dient per geval een beslissing te worden genomen.
NL versie RHINIFFA
T
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEELAFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten te
worden verwijderd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Oktober 2020
15.
OVERIGE INFORMATIE
BE-V156441
Wijze van aflevering
Op diergeneeskundig voorschrift.