Samsca 15 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 7,5 mg tabletten
Samsca 15 mg tabletten
Samsca 30 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Samsca 7,5 mg tabletten
Elke tablet bevat 7,5 mg tolvaptan.
Hulpstof met bekend effect
51 mg lactose (als monohydraat) per tablet
Samsca 15 mg tabletten
Elke tablet bevat 15 mg tolvaptan.
Hulpstof met bekend effect
35 mg lactose (als monohydraat) per tablet
Samsca 30 mg tabletten
Elke tablet bevat 30 mg tolvaptan.
Hulpstof met bekend effect
70 mg lactose (als monohydraat) per tablet
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM
Samsca 7,5 mg tabletten
Blauwe, rechthoekige, licht convexe tabletten met afmetingen van 7,7 × 4,35 × 2,5 mm, voorzien van
de inscriptie “OTSUKA” en “7.5” aan één zijde.
Samsca 15 mg tabletten
Blauwe, driehoekige, licht convexe tabletten met afmetingen van 6,58 × 6,2 × 2,7 mm, voorzien van
de inscriptie “OTSUKA” en “15” aan één zijde.
Samsca 30 mg tabletten
Blauwe, ronde, licht convexe tabletten met afmetingen van Ø8 × 3,0 mm, voorzien van de inscriptie
“OTSUKA” en “30” aan één zijde.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
Samsca is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van hyponatriëmie als
gevolg van het syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Aangezien tijdens de titratiefase van een dosis het natriumgehalte in serum en de serumvolumestatus
nauwlettend moet worden gecontroleerd (zie rubriek 4.4), moet een behandeling met Samsca in het
ziekenhuis worden ingesteld.
2
Dosering
De startdosis van tolvaptan moet eenmaal daags 15 mg zijn. De dosis kan verhoogd worden tot
maximaal 60 mg eenmaal daags, in zoverre de patiënt die verdraagt, om de gewenste natriumspiegel in
serum te bereiken.
Voor patiënten met een risico van een te snelle correctie van natriumgehaltes, bijvoorbeeld patiënten
met oncologische aandoeningen of met een zeer laag serumnatriumgehalte bij aanvang en patiënten
die diuretica of natriumsupplementen gebruiken, moet een dosis van 7,5 mg worden overwogen (zie
rubriek 4.4)
Tijdens de titratie moet de natriumspiegel in serum en de serumvolumestatus bij de patiënten
gecontroleerd worden (zie rubriek 4.4). Als de natriumgehaltes in serum onvoldoende verbeteren,
moeten andere behandelingmogelijkheden in overweging worden genomen, ofwel ter vervanging van
of als aanvulling op tolvaptan. Gebruik van tolvaptan in combinatie met andere opties kan leiden tot
een verhoogd risico op te snelle correctie van natriumgehaltes in serum (zie rubriek 4.4 en 4.5). Bij
patiënten bij wie het natriumgehalte in serum voldoende stijgt, moeten de onderliggende ziekte en de
natriumgehaltes in serum regelmatig worden gecontroleerd om te zien of de behandeling met tolvaptan
nog verder nodig blijft. In geval van hyponatriëmie wordt de behandelingsduur bepaald door de
onderliggende ziekte en de behandeling ervan. De verwachting is dat een behandeling met tolvaptan
nodig blijft tot de onderliggende ziekte voldoende is behandeld of tot het moment waarop
hyponatriëmie geen klinische kwestie meer vormt.
Samsca mag niet samen met grapefruitsap worden ingenomen (zie rubriek 4.5).
Speciale populaties
Nierfunctiestoornis
Tolvaptan is gecontra-indiceerd bij anurische patiënten (zie rubriek 4.3). Tolvaptan is niet onderzocht
bij patiënten met ernstig nierfalen. Bij deze populatie zijn de werkzaamheid en veiligheid niet
voldoende vastgesteld.
Op basis van de beschikbare gegevens hoeft de dosis niet te worden aangepast bij patiënten met een
lichte tot matige vorm van nierfunctiestoornis.
Leverfunctiestoornis
Er zijn geen gegevens beschikbaar over patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh
klasse C). Bij deze patiënten moet de dosering met de nodige voorzichtigheid worden ingesteld, en
moeten de elektrolyten en de volumestatus worden gecontroleerd (zie rubriek 4.4). Bij patiënten met
een lichte of matige vorm van leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse A en B) hoeft de dosis niet te
worden aangepast.
Ouderen
Bij oudere patiënten hoeft de dosis niet te worden aangepast.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van tolvaptan bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar zijn nog
niet vastgesteld. Samsca wordt niet aanbevolen voor kinderen.
Wijze van toediening
Oraal gebruik.
De inname gebeurt bij voorkeur ’s ochtends, met of zonder voedsel. Tabletten moeten met een glas
water worden ingeslikt, zonder op de tabletten te kauwen.
3
4.3
•
•
•
•
•
•
•
•
4.4
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen of voor benzazepine of benzazepinederivaten (zie rubriek 4.4)
Anurie
Volumedepletie
Hypovolemische hyponatriëmie
Hypernatriëmie
Patiënten die geen dorstgevoel ervaren
Zwangerschap (zie rubriek 4.6)
Borstvoeding (zie rubriek 4.6)
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Dringende noodzaak om de natriumspiegel in serum acuut te verhogen
Tolvaptan is niet onderzocht in gevallen waarbij een dringende noodzaak bestaat om de
natriumspiegel in serum acuut te verhogen. Voor dergelijke patiënten moet een alternatieve
behandeling worden overwogen.
Beschikbaarheid van water
Tolvaptan kan tot bijwerkingen leiden die verband houden met waterverlies, zoals dorst, droge mond
en dehydratatie (zie rubriek 4.8). Daarom moeten patiënten water ter beschikking hebben en
voldoende water kunnen drinken. Als patiënten die in beperkte mate vocht ter beschikking hebben met
tolvaptan worden behandeld, moet extra voorzichtigheid worden betracht om te garanderen dat zij niet
te sterk gedehydrateerd raken.
Dehydratatie
Bij patiënten die tolvaptan gebruiken, moet de volumestatus worden gecontroleerd omdat een
behandeling met tolvaptan kan leiden tot ernstige dehydratatie, hetgeen een risicofactor is voor
nierdisfunctie. Als dehydratatie optreedt, moeten de nodige maatregelen worden genomen die kunnen
bestaan uit de noodzaak van onderbreking of vermindering van de dosis tolvaptan en meer
vloeistofinname.
Obstructie van de urinelozing
De urinelozing moet gegarandeerd worden. Patiënten met een partiële obstructie van de urinelozing,
bv. patiënten met hypertrofie van de prostaat of mictiestoornissen, lopen een groter risico op de
ontwikkeling van acute retentie.
Vocht- en elektrolytenbalans
Bij alle patiënten moeten de vocht- en elektrolytenbalans gecontroleerd worden, vooral bij diegenen
die een nier- en leverfunctiestoornis hebben. Toediening van tolvaptan kan leiden tot te snelle
stijgingen van de natriumspiegel in serum (≥
12 mmol/l in 24 uur, zie hieronder); daarom moet bij alle
patiënten uiterlijk 4 tot 6 uur na het instellen van de behandeling de natriumspiegel in serum worden
gecontroleerd. Tijdens de eerste 1 tot 2 dagen en totdat de dosis tolvaptan gestabiliseerd is, moeten de
natriumspiegel in serum en de volumestatus minstens om de 6 uur worden gecontroleerd.
Te snelle correctie van de natriumspiegel in serum
Patiënten die bij aanvang een zeer lage natriumspiegel in serum hebben, kunnen een groter risico
lopen op te snelle correctie van de natriumspiegel in serum.
Een te snelle correctie van hyponatriëmie (stijging
≥
12 mmol/l in 24 uur) kan leiden tot osmotische
demyelinisatie, wat leidt tot dysartrie, mutisme, dysfagie, lethargie, veranderingen in affectie,
4
spastische tetraparese, epileptische aanvallen, coma of overlijden. Na instelling van de behandeling
moeten bijgevolg de natriumspiegel in serum en de volumestatus bij patiënten zorgvuldig worden
gecontroleerd (zie hierboven).
Om het risico van te snelle correctie van hyponatriëmie tot een minimum te beperken, moet de stijging
van de natriumspiegel in serum minder dan 10 mmol/l in 24 uur tot 12 mmol/l in 24 uur zijn en minder
dan 18 mmol/l in 48 uur. Derhalve zijn in het begin van de behandelingsfase meer beperkingen als
voorzorgsmaatregel van toepassing.
Als de correctie van natrium tijdens de eerste 6 uur na toediening meer dan 6 mmol/l bedraagt of
tijdens de eerste 6 tot 12 uur meer dan 8 mmol/l, moet er rekening mee worden gehouden dat de
natriumspiegel in serum te snel wordt gecorrigeerd. Bij deze patiënten moet de natriumspiegel in
serum vaker worden gecontroleerd en wordt toediening van een hypotone vloeistof aanbevolen. Indien
de natriumspiegel in serum binnen 24 uur
≥
12 mmol/l of binnen 48 uur
≥
18 mmol/l stijgt, moet de
behandeling met tolvaptan worden onderbroken of stopgezet, waarna hypotone vloeistof moet worden
toegediend.
Bij patiënten die een groter risico lopen op demyelinisatiesyndromen (bijvoorbeeld patiënten met
hypoxie, alcoholisme of ondervoeding) is de aangewezen correctiesnelheid van de natriumspiegel
mogelijk lager dan die bij patiënten zonder risicofactoren; die patiënten moeten zeer nauwlettend
worden gecontroleerd.
Patiënten die een andere behandeling voor hyponatriëmie hebben gekregen of die geneesmiddelen
hebben gekregen die de natriumspiegel in serum doen stijgen (zie rubriek 4.5) voordat de behandeling
met Samsca wordt ingesteld, moeten extra voorzichtig worden behandeld. Deze patiënten kunnen als
gevolg van mogelijk aanvullende effecten een groter risico lopen op het ontwikkelen van een snelle
correctie van de natriumspiegel in serum tijdens de eerste 1 tot 2 dagen van de behandeling.
Gelijktijdige toediening van Samsca met andere behandelingen voor hyponatriëmie en met
geneesmiddelen die de natriumspiegel in serum doen stijgen, wordt niet aanbevolen tijdens de
aanvankelijke behandeling of voor andere patiënten die bij aanvang zeer lage natriumspiegels in serum
hebben (zie rubriek 4.5).
Diabetes mellitus
Diabetici met een verhoogde glucoseconcentratie (bv. meer dan 300 mg/dl) kunnen
pseudohyponatriëmie vertonen. Voor en tijdens de behandeling met tolvaptan moet deze aandoening
worden uitgesloten. Tolvaptan kan hyperglykemie veroorzaken (zie rubriek 4.8). Daarom moeten
diabetici die met tolvaptan worden behandeld, onder nauwlettend toezicht staan. Dit geldt vooral voor
patiënten bij wie type II diabetes onvoldoende onder controle is.
Idiosyncratische hepatotoxiciteit
Leverbeschadiging als gevolg van tolvaptan is waargenomen in klinische onderzoeken naar een andere
indicatie (autosomale dominante polycystische nierziekte [ADPKD]) met langdurig gebruik van
tolvaptan bij hogere doses dan die voor de toegelaten indicatie (zie rubriek 4.8).
In de postmarketingervaring met tolvaptan bij ADPKD werd acuut leverfalen waarbij
levertransplantatie noodzakelijk was, gemeld (zie rubriek 4.8).
In deze klinische onderzoeken werden bij 3 patiënten die met tolvaptan werden behandeld klinisch
significant hogere waarden (meer dan 3 × de bovengrens van normaal,
Upper Limit of Normal
[ULN])
voor alanineaminotransferase (ALAT) in serum alsook klinisch significant hogere waarden (meer dan
2 × ULN) voor totaal bilirubine in serum waargenomen. Bovendien werd een hogere incidentie van
significant hogere ALAT-waarden waargenomen bij patiënten die werden behandeld met tolvaptan
[4,4 % (42/958)] ten opzichte van diegenen die placebo kregen [1,0 % (5/484)]. Een stijging
(> 3 × ULN) van aspartaataminotransferase (ASAT) in serum werd waargenomen bij 3,1 % (30/958)
van de patiënten die met tolvaptan werden behandeld en 0,8 % (4/484) van de patiënten die placebo
kregen. De meeste afwijkingen voor leverenzymen werden in de eerste 18 maanden van de
behandeling waargenomen. Na stopzetting van tolvaptan verbeterden de verhogingen geleidelijk aan.
5
Deze bevindingen kunnen erop duiden dat tolvaptan onomkeerbare en mogelijk fatale
leverbeschadiging kan veroorzaken.
In een post-autorisatieonderzoek naar de veiligheid van tolvaptan bij hyponatriëmie als gevolg van
SIADH werden verscheidene gevallen van leverstoornissen en verhoogde transaminasen
waargenomen (zie rubriek 4.8).
Bij patiënten die tolvaptan gebruiken en die symptomen melden die kunnen duiden op
leverbeschadiging, waaronder vermoeidheid, anorexie, klachten in de rechterbovenbuik, donkere urine
of geelzucht, moeten onmiddellijk leverfunctietests worden uitgevoerd. Als leverbeschadiging wordt
vermoed, moet tolvaptan onmiddellijk worden gestaakt, moet een geschikte behandeling worden
ingesteld en moeten onderzoeken worden uitgevoerd om de mogelijke oorzaak te bepalen. Tolvaptan
mag niet opnieuw worden ingesteld bij patiënten, tenzij onweerlegbaar wordt vastgesteld dat de
oorzaak van de waargenomen leverbeschadiging geen verband houdt met de behandeling met
tolvaptan.
Anafylaxie
In postmarketingervaring is anafylaxie (waaronder anafylactische shock en gegeneraliseerde uitslag)
zeer zelden gemeld na toediening van tolvaptan. Patiënten dienen zorgvuldig te worden opgevolgd
tijdens de behandeling. Patiënten met bekende overgevoeligheidsreacties op benzazepines of
benzazepinederivaten (bijv. benazepril, conivaptan, fenoldopammesylaat of mirtazapine) kunnen een
verhoogd risico op een overgevoeligheidsreactie op tolvaptan hebben (zie rubriek 4.3 Contra-
indicaties).
Als een anafylactische reactie optreedt of als andere ernstige allergische reacties optreden, moet de
toediening van tolvaptan onmiddellijk worden stopgezet en een geschikte therapie worden ingesteld.
Aangezien overgevoeligheid een contra-indicatie is (zie rubriek 4.3), mag nooit een behandeling
opnieuw worden gestart na een anafylactische reactie of andere ernstige allergische reacties.
Lactose
Samsca bevat lactose als hulpstof. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of moet zijn glucose-galactosemalabsorptie dienen dit
geneesmiddel niet te gebruiken.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening met andere behandelingen voor hyponatriëmie en geneesmiddelen die het
natriumgehalte in serum doen stijgen
Er is geen ervaring opgedaan in gecontroleerde klinische onderzoeken met het gelijktijdige gebruik
van Samsca en andere behandelingen voor hyponatriëmie, zoals hypertone natriumchlorideoplossing,
orale natriumpreparaten, en geneesmiddelen die het natriumgehalte in serum doen stijgen.
Geneesmiddelen met een hoog natriumgehalte, zoals bruisende analgetica en bepaalde behandelingen
voor dyspepsie die natrium bevatten, kunnen de natriumspiegel in serum ook doen stijgen. Het
gelijktijdige gebruik van Samsca met andere behandelingen voor hyponatriëmie of andere
geneesmiddelen die de natriumspiegel in serum doen stijgen, kunnen leiden tot een groter risico op het
ontwikkelen van een snelle correctie van de natriumspiegel in serum (zie rubriek 4.4) en wordt daarom
niet aanbevolen tijdens de aanvankelijke behandeling of voor andere patiënten die bij aanvang zeer
lage natriumspiegels in serum hebben, waarbij snelle correctie een risico kan inhouden voor
osmotische demyelinisatie (zie rubriek 4.4).
6
Effect van andere geneesmiddelen op de farmacokinetiek van tolvaptan
CYP3A4-remmers
Na toediening van sterke CYP3A4-remmers stegen de plasmaconcentraties van tolvaptan met
hoogstens een 5,4-voudige AUC (area
under time-concentration curve).
Voorzichtigheid is geboden
wanneer CYP3A4-remmers (bv. ketoconazol, macrolideantibiotica, diltiazem) gelijktijdig met
tolvaptan worden toegediend).
Wanneer tolvaptan gelijktijdig met grapefruitsap werd toegediend, leidde dit tot een 1,8-voudige
stijging in de blootstelling aan tolvaptan. Patiënten die tolvaptan innemen, moeten grapefruitsap
vermijden.
CYP3A4-inductoren
Plasmaconcentraties van tolvaptan daalden met maximaal 87 % (AUC) na toediening van CYP3A4-
inductoren. Voorzichtigheid moet worden betracht wanneer CYP3A4-inductoren (bv. rifampicine,
barbituraten) gelijktijdig met tolvaptan worden toegediend.
Effect van tolvaptan op de farmacokinetiek van andere producten
CYP3A4-substraten
Bij gezonde proefpersonen had tolvaptan, een CYP3A4-substraat, geen effect op de
plasmaconcentraties van bepaalde andere CYP3A4-substraten (bv. warfarine of amiodaron).
Tolvaptan leidde tot een 1,3-voudige tot 1,5-voudige stijging in de plasmaspiegel van lovastatine.
Hoewel deze stijging klinisch niet relevant is, wijst dit er toch op dat tolvaptan de blootstelling aan
CYP3A4-substraten potentieel kan verhogen.
Transportersubstraten
P-glycoproteïnesubstraten
In-vitro-onderzoek
duidt erop dat tolvaptan een substraat en competitieve remmer is van P-
glycoproteïne (P-gp).
Steady-state-concentraties
van digoxine waren verhoogd (met een factor 1,3
voor de maximaal waargenomen plasmaconcentratie [C
max
] en met een factor 1,2 voor
area under the
plasma concentration-time curve
over het doseringsinterval [AUC
τ
]) bij gelijktijdige toediening met
meerdere eenmaal daagse doses van 60 mg tolvaptan. Patiënten die digoxine of andere P-gp-substraten
met een smalle therapeutische index krijgen (bv. dabigatranetexilaat), moeten daarom met de nodige
voorzichtigheid worden behandeld en bij hen dienen daarom de effecten van overmatige digoxine te
worden gecontroleerd wanneer ze met tolvaptan worden behandeld.
BCRP en OCT1
Gelijktijdige toediening van tolvaptan (90 mg) met rosuvastatine (5 mg), een BCRP-substraat,
verhoogde de C
max
en AUC
t
van rosuvastatine met respectievelijk 54 % en 69 %. Indien BCRP-
substraten (bv. sulfasalazine) tegelijk met tolvaptan worden toegediend, moeten patiënten met de
nodige voorzichtigheid worden behandeld en op overmatige effecten van deze geneesmiddelen
worden gecontroleerd.
Indien OCT1-substraten (bv. metformine) tegelijk met tolvaptan worden toegediend, moeten patiënten
met de nodige voorzichtigheid worden behandeld en op overmatige effecten van deze geneesmiddelen
worden gecontroleerd.
Diuretica
Hoewel er geen synergistisch of aanvullend effect blijkt te zijn bij gelijktijdig gebruik van tolvaptan en
lis- en thiazidediuretica, kan elke geneesmiddelenklasse leiden tot ernstige dehydratatie, hetgeen een
risicofactor is voor nierdisfunctie. Als dehydratatie of nierdisfunctie optreedt, moeten de nodige
maatregelen worden genomen die kunnen bestaan uit de noodzaak van onderbreking of vermindering
7
van de dosis tolvaptan en/of diuretica, meer vloeistofinname, andere mogelijke oorzaken van
nierdisfunctie of dehydratatie evalueren en behandelen.
Gelijktijdige toediening met vasopressineanalogen
Naast het renale waterdiuretische effect dat tolvaptan heeft, kan tolvaptan de vasculaire vasopressine
V2-receptoren blokkeren die een rol spelen bij de vrijgifte van stollingsfactoren (bv.
vonwillebrandfactor) van endotheelcellen. Daarom kan het effect van vasopressineanalogen, zoals
desmopressine, verzwakt zijn bij patiënten die dergelijke analogen gebruiken om bloedingen te
voorkomen of onder controle te brengen en die tegelijkertijd met tolvaptan worden behandeld.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van tolvaptan bij zwangere
vrouwen. Uit dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico
voor de mens is niet bekend. Samsca is gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap (zie rubriek 4.3).
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de
behandeling met tolvaptan.
Borstvoeding
Het is niet bekend of tolvaptan in de moedermelk wordt uitgescheiden. Uit beschikbare
farmacodynamische/toxicologische gegevens bij dieren blijkt dat tolvaptan in de moedermelk wordt
uitgescheiden (zie voor details rubriek 5.3). Het potentiële risico voor de mens is niet bekend. Samsca
is gecontra-indiceerd tijdens borstvoeding (zie rubriek 4.3).
Vruchtbaarheid
Dieronderzoek heeft effecten op de vruchtbaarheid aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico
voor de mens is niet bekend.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Samsca heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Bij het autorijden of het gebruik van machines moet er echter rekening mee
worden gehouden dat er af en toe duizeligheid, asthenie of syncope kan optreden.
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Het bijwerkingenprofiel van tolvaptan bij SIADH is gebaseerd op een database van klinische
onderzoeken bij 3.294 patiënten die met tolvaptan zijn behandeld en komt overeen met de
farmacologie van de werkzame stof. De farmacodynamisch voorspelbare en vaakst gerapporteerde
bijwerkingen zijn dorst, droge mond en pollakisurie die bij ongeveer 18 %, 9 % en 6 % van de
patiënten optreden.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De frequenties van de bijwerkingen in klinische onderzoeken komen overeen met zeer vaak (≥ 1/10),
vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1.000, < 1/100), zelden
(≥
1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden
(< 1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere
frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
8
De frequenties van de bijwerkingen die in de postmarketingfase zijn gemeld, kunnen niet worden
bepaald omdat ze afkomstig zijn van spontane meldingen. Daarom worden de frequenties van deze
bijwerkingen aangegeven als "niet bekend".
Systeem/
orgaanklasse
Immuunsysteem-
aandoeningen
Frequentie
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
anafylactische
shock,
gegeneraliseerde
huiduitslag
Voedings- en
stofwisselings-
stoornissen
Zenuwstelsel-
aandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Maagdarmstelsel-
aandoeningen
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
Nier- en
urineweg-
aandoeningen
Algemene
aandoeningen en
toedieningsplaats-
stoornissen
Lever- en
galaandoeningen
Onderzoeken
misselijkheid
polydipsie,
dehydratatie,
hyperkaliëmie,
hyperglykemie,
hypoglykemie
1
,
hypernatriëmie
1
,
hyperurikemie
1
,
verminderde
eetlust
syncope
1
,
hoofdpijn
1
,
duizeligheid
1
orthostatische
hypotensie
constipatie,
diarree
1
,
droge mond
ecchymose,
pruritus
pollakisurie,
polyurie,
dysgeusie
pruritische rash
1
nierfunctie-
stoornis
dorst
asthenie,
pyrexie,
malaise
1
leverstoornissen
2
,
acuut leverfalen
3
verhoogde
transaminasen
2
bloed in urine
aanwezig
1
,
alanine-
aminotransferase
verhoogd (zie
rubriek 4.4)
1
,
aspartaataminotra
nsferase
verhoogd (zie
rubriek 4.4)
1
,
creatinine in
bloed verhoogd
bilirubine
verhoogd (zie
rubriek 4.4)
1
9
Systeem/
orgaanklasse
Frequentie
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Chirurgische en
snelle correctie
medische
van
verrichtingen
hyponatriëmie,
soms resulterend
in neurologische
symptomen
1
waargenomen in klinische onderzoeken naar andere indicaties
2
uit post-autorisatieonderzoek naar de veiligheid bij hyponatriëmie als gevolg van SIADH
3
waargenomen in de postmarketingfase met tolvaptan bij ADPKD. Levertransplantatie was
noodzakelijk.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Snelle correctie van hyponatriëmie
In een post-autorisatieonderzoek naar de veiligheid van tolvaptan bij hyponatriëmie als gevolg van
SIADH, met een hoog percentage patiënten met tumoren (vooral kleincellige longkanker), patiënten
met een lage serumnatriumspiegel bij aanvang, en patiënten die gelijktijdig diuretica en/of
natriumchlorideoplossing gebruikten, bleek de incidentie van snelle correctie van hyponatriëmie hoger
te zijn dan in klinische onderzoeken.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
In klinische onderzoeken met gezonde vrijwilligers werden enkelvoudige doses tot 480 mg en
meervoudige doses tot 300 mg per dag gedurende 5 dagen goed verdragen. Er is geen specifiek
antidotum voor intoxicatie van tolvaptan. De te verwachten tekenen en symptomen van een acute
overdosering zijn die van een overmatig farmacologisch effect: een stijging van de
natriumconcentratie in serum, polyurie, dorst en dehydratie/hypovolemie (overvloedige en langdurige
waterdiurese).
Bij patiënten bij wie een overdosering van tolvaptan wordt vermoed, wordt aanbevolen vitale functies,
elektrolytenconcentraties, ECG en vochtstatus te evalueren. Een geschikte vervanging van water en/of
elektrolyten moet worden voortgezet tot de waterdiurese afneemt. Het is mogelijk dat dialyse niet
doeltreffend is om tolvaptan te verwijderen vanwege zijn sterke bindingsaffiniteit voor humaan
plasma-eiwit (> 98 %).
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: diuretica, vasopressineantagonisten, ATC-code: C03XA01
Werkingsmechanisme
Tolvaptan is een selectieve vasopressine V2-receptorantagonist die specifiek de binding van
argininevasopressine (AVP) aan de V2-receptor van de distale delen van het nefron blokkeert. De
affiniteit van tolvaptan voor de humane V2-receptor is het 1,8-voud van die van natieve AVP.
10
Orale toediening van doses van 7,5 mg tot 120 mg tolvaptan leidden bij gezonde, volwassen
proefpersonen tot een stijging in het percentage van uitscheiding in urine binnen 2 uur na toediening
van de dosis. Na enkelvoudige orale doses van 7,5 mg tot 60 mg steeg het urinevolume over een
periode van 24 uur dosisafhankelijk, waarbij de dagelijkse volumes varieerden van 3 tot 9 liter. Bij alle
doses bereikte het percentage van uitscheiding in urine na 24 uur opnieuw de aanvangswaarde. Voor
enkelvoudige doses van 60 mg tot 480 mg werd gemiddeld ongeveer 7 liter gedurende een periode van
0 tot 12 uur uitgescheiden, ongeacht de dosis. Aanzienlijk hogere doses tolvaptan geven een meer
aanhoudende reactie zonder invloed op de omvang van de excretie, aangezien actieve concentraties
van tolvaptan gedurende langere tijd aanwezig zijn.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Hyponatriëmie
In 2 dubbelblinde, placebogecontroleerde, klinische hoofdonderzoeken werden in totaal 424 patiënten
met euvolemische of hypervolemische hyponatriëmie (natriumspiegel in serum < 135 mEq/l) als
gevolg van diverse onderliggende oorzaken (hartfalen [HF], levercirrose, SIADH en andere)
gedurende 30 dagen behandeld met tolvaptan (n = 216) of placebo (n = 208) met een aanvangsdosis
van 15 mg/dag. Afhankelijk van de reactie kon de dosis aan de hand van een titratieschema over een
periode van 3 dagen verhoogd worden tot 30 mg/dag en 60 mg/dag. De gemiddelde
natriumconcentratie in serum bij aanvang van het onderzoek bedroeg 129 mEq/l (bereik 114 mEq/l tot
136 mEq/l).
Het primaire eindpunt voor deze onderzoeken was de gemiddelde dagelijkse AUC voor wijziging van
de natriumspiegel in serum van de uitgangswaarde tot dag 4 en van de uitgangswaarde tot dag 30. In
beide onderzoeken was tolvaptan voor beide periodes superieur ten opzichte van placebo (p < 0,0001).
Dit effect werd bij alle patiënten waargenomen, de ernstige (natriumspiegel in serum: < 130 mEq/l) en
lichte (natriumspiegel in serum: 130 mEq/l tot < 135 mEq/l) subgroepen en voor subgroepen van alle
mogelijke ziekte-etiologieën (bv. HF, cirrose, SIADH/andere). Zeven dagen na stopzetting van de
behandeling daalden de natriumwaarden tot de waarden van de patiënten die met placebo behandeld
werden.
Na een behandeling gedurende 3 dagen bleek uit de gepoolde analyse van de twee onderzoeken dat er
5 maal meer met tolvaptan behandelde patiënten waren die opnieuw normale natriumconcentraties in
serum bereikten dan met placebo behandelde patiënten (49 % tegenover 11 %). Dit effect hield aan tot
dag 30 waarop er meer met tolvaptan behandelde patiënten waren die nog steeds normale
concentraties vertoonden dan met placebo behandelde patiënten (60 % tegenover 27 %). Deze reacties
werden bij patiënten waargenomen, ongeacht de onderliggende aandoening. De resultaten van de
zelfbeoordeling voor de gezondheidstoestand aan de hand van de SF-12 gezondheidsenquête voor
mentale scores toonden statistisch significante en klinisch relevante verbeteringen aan voor een
behandeling met tolvaptan ten opzichte van een behandeling met placebo.
Gegevens over de veiligheid en werkzaamheid van tolvaptan op lange termijn werden over een
periode van maximaal 106 weken beoordeeld in een klinisch onderzoek bij patiënten (met een
willekeurige ziekteoorzaak) die eerder een van de hoofdonderzoeken naar hyponatriëmie voltooid
hadden. In totaal startten 111 patiënten met een behandeling met tolvaptan in een
open-label
vervolgonderzoek, ongeacht de eerdere randomisatie. Al vanaf de eerste dag na toediening van de
dosis werden verbeteringen van de natriumspiegels in serum waargenomen en deze hielden aan tijdens
de beoordelingen tot en met week 106 van de behandeling. Wanneer de behandeling werd stopgezet,
daalden de natriumconcentraties in serum tot ongeveer de uitgangswaarden, ondanks het feit dat de
standaardbehandeling opnieuw werd ingesteld.
In een gerandomiseerd (1:1:1), dubbelblind onderzoek met 30 patiënten met hyponatriëmie als gevolg
van SIADH, werd de farmacodynamiek van tolvaptan na enkelvoudige doses van 3,75 mg, 7,5 mg en
15 mg beoordeeld. De resultaten waren zeer variabel met grote overlap tussen de dosisgroepen; de
veranderingen waren niet significant gecorreleerd met blootstelling aan tolvaptan. De gemiddelde
maximale veranderingen in serumnatrium waren het hoogst na de dosis van 15 mg (7,9 mmol/l), maar
de mediane maximale veranderingen waren het hoogst na de dosis van 7,5 mg (6,0 mmol/l).
11
Individuele maximale stijgingen in serumnatrium waren negatief gecorreleerd met de vochtbalans; de
gemiddelde verandering in vochtbalans vertoonde een dosisafhankelijke daling. De gemiddelde
verandering in cumulatief urinevolume en percentage uitscheiding in de urine was voor de dosis van
15 mg tweemaal zo hoog als voor de doses van 7,5 mg en 3,75 mg, die vergelijkbare responsen
vertoonden.
Hartfalen
EVEREST (Efficacy
of Vasopressin Antagonism in Heart Failure Outcome Study with Tolvaptan -
onderzoek met tolvaptan naar de werkzaamheid van vasopressineantagonisme bij hartfalen) was een
dubbelblind, gecontroleerd, klinisch onderzoek naar het resultaat op lange termijn bij patiënten die in
het ziekenhuis waren opgenomen met verergering van HF en verschijnselen en symptomen van
volumeoverbelasting. In het onderzoek naar het resultaat op lange termijn kregen in totaal
2.072 patiënten 30 mg tolvaptan in combinatie met een standaardbehandeling en 2.061 placebo in
combinatie met een standaardbehandeling. De primaire doelstelling van het onderzoek bestond uit het
vergelijken van de effecten van tolvaptan + standaardbehandeling met placebo + standaardbehandeling
voor de tijd tot mortaliteit wegens alle oorzaken en voor de tijd tot het eerste optreden van
cardiovasculaire (CV) mortaliteit of ziekenhuisopname voor HF. Een behandeling met tolvaptan had
geen statistisch significant gunstig of ongunstig effect op de algemene overleving of het
gecombineerde eindpunt van CV mortaliteit of ziekenhuisopname voor HF, en leverde geen
overtuigend bewijs voor een klinisch relevant voordeel.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Samsca in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten bij de behandeling van dilutionele hyponatriëmie (zie rubriek 4.2 voor
informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening wordt tolvaptan snel geabsorbeerd; piekplasmaconcentraties treden ongeveer
2 uur na toediening van de dosis op. De absolute biologische beschikbaarheid van tolvaptan bedraagt
ongeveer 56 %. Gelijktijdige toediening van een dosis van 60 mg met een vetrijke maaltijd verhoogt
de piekconcentraties met een factor 1,4 zonder dat de AUC-waarde en het volume uitgescheiden urine
veranderen. Na toediening van enkelvoudige orale doses van
≥
300 mg blijken
piekplasmaconcentraties een plateauwaarde te bereiken, mogelijk als gevolg van een verzadigde
absorptie.
Distributie
Tolvaptan bindt op omkeerbare wijze (98 %) aan plasma-eiwitten.
Biotransformatie
Tolvaptan wordt in grote mate door de lever gemetaboliseerd. Minder dan 1 % van de intacte
werkzame stof wordt ongewijzigd in de urine uitgescheiden.
In-vitro-onderzoek
duidt erop dat tolvaptan of zijn oxobutyrinemetaboliet een mogelijk remmend
effect heeft op de transporteiwitten OATP1B1, OAT3, BCRP en OCT1. Toediening van rosuvastatine
(OATP1B1-substraat) of furosemide (OAT3-substraat) aan gezonde proefpersonen met verhoogde
plasmaconcentraties van het oxobutyrinemetaboliet (remmer van OATP1B1 en OAT3) veranderde de
farmacokinetiek van rosuvastatine of furosemide niet noemenswaardig. Zie rubriek 4.5.
Eliminatie
De terminale eliminatiehalfwaardetijd bedraagt ongeveer 8 uur en
steady-state
concentraties van
tolvaptan worden na de eerste dosis bereikt.
12
Uit experimenten met radioactief gemerkt tolvaptan bleek dat 40 % van de radioactiviteit in de urine
werd teruggevonden en 59 % in feces, waarbij ongewijzigd tolvaptan 32 % van de radioactiviteit voor
zijn rekening nam. Tolvaptan vormt slechts een klein onderdeel van plasma (3 %).
Lineariteit
Tolvaptan heeft lineaire farmacokinetische eigenschappen bij doses van 7,5 mg tot 60 mg.
Farmacokinetiek bij speciale patiëntengroepen
Leeftijd
Leeftijd heeft geen significante invloed op de klaring van tolvaptan.
Leverfunctiestoornis
Het effect van een lichte of matige vorm van leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse A en B) op de
farmacokinetiek van tolvaptan werd onderzocht bij 87 patiënten met een leveraandoening met diverse
oorzaken. Voor doses variërend van 5 mg tot 60 mg zijn geen klinisch significante wijzigingen in de
klaring waargenomen. Er is zeer beperkte informatie beschikbaar over patiënten met een ernstige vorm
van leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C).
In een analyse van de farmacokinetiek van een populatie met patiënten met leveroedeem was de AUC
van tolvaptan bij patiënten met een ernstige (Child-Pugh klasse C) en lichte of matige (Child-Pugh
klasse A en B) leverfunctiestoornis 3,1 maal en 2,3 maal hoger dan die bij gezonde proefpersonen.
Nierfunctiestoornis
Bij een analyse van de farmacokinetiek voor een populatie voor patiënten met hartfalen waren de
tolvaptanconcentraties bij patiënten met een lichte (creatinineklaring [C
cr
] 50 ml/min tot 80 ml/min.)
of matige (C
cr
20 ml/min tot 50 ml/min.) vorm van nierfunctiestoornis niet significant anders dan de
tolvaptanconcentraties bij patiënten met een normale nierfunctie (C
cr
80 ml/min tot 150 ml/min.). De
werkzaamheid en veiligheid van tolvaptan bij diegenen die een creatinineklaring van < 10 ml/min.
hebben, is niet beoordeeld en daarom niet bekend.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit of carcinogeen potentieel.
Er werd teratogeniciteit waargenomen bij konijnen die 1.000 mg/kg/dag toegediend kregen (3,9 maal
de blootstelling voor de mens bij de dosis van 60 mg, op basis van AUC). Er zijn geen teratogene
effecten waargenomen bij konijnen die 300 mg/kg/dag toegediend kregen (tot 1,9 maal de
blootstelling voor de mens bij de dosis van 60 mg, op basis van AUC). In een peri- en postnataal
onderzoek bij ratten werden vertraagde botvorming en een verminderd lichaamsgewicht van de jongen
waargenomen bij de hoge dosis van 1.000 mg/kg/dag.
Twee onderzoeken naar de vruchtbaarheid bij ratten toonden effecten aan op de oudergeneratie
(verminderde consumptie van voedsel en gewichtstoename, speekselvloed), maar tolvaptan had geen
effect op de voortplantingsprestatie bij mannetjesdieren en er waren geen effecten op de foetussen. Bij
vrouwtjesdieren werden in beide onderzoeken abnormale oestruscycli waargenomen.
De
no observed adverse effect level
(NOAEL – dosis waarbij geen bijwerking is waargenomen) voor
effecten op de voortplanting bij vrouwtjesdieren (100 mg/kg/dag) was ongeveer 6,7 maal de
blootstelling voor de mens bij de dosis van 60 mg, op basis van AUC.
13
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Maïszetmeel
Hydroxypropylcellulose
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Microkristallijne cellulose
Indigokarmijn aluminium verflak (E 132)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
Samsca 7,5 mg tabletten
5 jaar
Samsca 15 mg tabletten en Samsca 30 mg tabletten
4 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Samsca 7,5 mg tabletten
10 tabletten in PP/Al blisterverpakkingen
30 tabletten in PP/Al blisterverpakkingen
10 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
30 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
Samsca 15 mg tabletten en Samsca 30 mg tabletten
10 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
30 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
14
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Samsca 7,5 mg tabletten
EU/1/09/539/005 (10 tabletten)
EU/1/09/539/006 (30 tabletten)
EU/1/09/539/007 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/008 (30 × 1 tablet)
Samsca 15 mg tabletten
EU/1/09/539/001 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/002 (30 × 1 tablet)
Samsca 30 mg tabletten
EU/1/09/539/003 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/004 (30 × 1 tablet)
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 03 augustus 2009
Datum van laatste verlenging: 19 juni 2014
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
MM/JJJJ
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
15
BIJLAGE II
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
B.
C.
D.
16
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Millmount Healthcare Limited
Block-7, City North Business Campus, Stamullen, Co. Meath, K32 YD60
Ierland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR’s)
•
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
•
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
•
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
•
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
17
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
18
A. ETIKETTERING
19
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 7,5 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 7,5 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten
30 tabletten
10 × 1 tablet
30 × 1 tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
20
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/09/539/005 (10 tabletten)
EU/1/09/539/006 (30 tabletten)
EU/1/09/539/007 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/008 (30 × 1 tablet)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Samsca 7,5 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
21
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN EN GEPERFOREERDE
EENHEIDSBLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 7,5 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
22
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 15 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 15 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 × 1 tablet
30 × 1 tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
23
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/09/539/001 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/002 (30 × 1 tablet)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Samsca 15 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
24
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
GEPERFOREERDE EENHEIDSBLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 15 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
25
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 30 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 30 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
Tablet
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 × 1 tablet
30 × 1 tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
26
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/09/539/003 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/004 (30 × 1 tablet)
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Samsca 30 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
27
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
GEPERFOREERDE EENHEIDSBLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 30 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
4.
Lot
PARTIJNUMMER
5.
OVERIGE
28
B. BIJSLUITER
29
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
Samsca 7,5 mg tabletten
Samsca 15 mg tabletten
Samsca 30 mg tabletten
tolvaptan
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud deze bijsluiter
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is Samsca en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Hoe neemt u dit middel in?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overig informatie
1.
Wat is Samsca en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Samsca, dat de werkzame stof tolvaptan bevat, behoort tot een groep geneesmiddelen die
vasopressineantagonisten worden genoemd. Vasopressine is een hormoon dat, door de urineproductie
te verminderen, helpt te voorkomen dat het lichaam water verliest. Antagonist betekent dat het ervoor
zorgt dat vasopressine geen invloed kan hebben op het vasthouden van water. Hierdoor wordt de
hoeveelheid water in het lichaam verminderd door een verhoogde urineproductie, waardoor het
natriumgehalte of de natriumconcentratie in uw bloed stijgt.
Samsca wordt gebruikt voor de behandeling van lage natriumgehaltes in serum bij volwassenen. Men
heeft u dit geneesmiddel voorgeschreven omdat u een verlaagd natriumgehalte in uw bloed heeft als
gevolg van een aandoening die “syndroom van inadequate antidiuretische hormoonsecretie” (SIADH)
wordt genoemd, waarbij de nieren te veel water vasthouden. Door deze aandoening wordt het
hormoon vasopressine onvoldoende geproduceerd waardoor de natriumconcentratie in uw bloed te
laag wordt (hyponatriëmie). Dat kan leiden tot concentratie- en geheugenstoornissen, of tot
evenwichtsstoornissen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
•
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Of u bent allergisch voor benzazepine of of benzazepinederivaten (bijv. benazepril,
conivaptan, fenoldopammesylaat of mirtazapine).
•
Uw nieren werken niet (produceren geen urine).
•
U heeft een aandoening waardoor het zoutgehalte in uw bloed stijgt (“hypernatriëmie”).
•
U heeft een aandoening die gepaard gaat met een zeer laag bloedvolume.
•
U beseft niet wanneer u dorst heeft.
•
U bent zwanger.
•
U geeft borstvoeding.
30
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt:
•
als u onvoldoende water kunt drinken of als u onvoldoende vocht ter beschikking heeft
•
als u moeilijk kunt plassen of een vergrote prostaat heeft
•
als u een leveraandoening heeft
•
als u vroeger een allergische reactie heeft gehad op benzazepine, tolvaptan of andere van
benzazepine afgeleide stoffen (bijv. benazepril, conivaptan, fenoldopammesylaat of
mirtazapine), of op een van de andere stoffen van dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden
in rubriek 6
•
als u lijdt aan een nierziekte die autosomaal dominante polycysteuze nierziekte (ADPKD) heet
•
als u diabetes heeft.
Voldoende water drinken
Samsca leidt tot waterverlies, omdat het uw urineproductie verhoogt. Dit waterverlies kan tot
bijwerkingen leiden, zoals droge mond en dorst, of nog ernstigere bijwerkingen, zoals nierproblemen
(zie rubriek 4). Daarom is het belangrijk dat u water ter beschikking heeft en dat u voldoende water
kunt drinken wanneer u dorst heeft.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Samsca is niet geschikt voor kinderen en jongeren (tot 18 jaar).
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Samsca nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
De volgende geneesmiddelen kunnen het effect van dit geneesmiddel versterken:
•
ketoconazol (tegen schimmelinfecties)
•
macrolideantibiotica
•
diltiazem (behandeling voor hoge bloeddruk en pijn op de borst)
•
andere producten die het zoutgehalte in uw bloed doen stijgen of die grote hoeveelheden zout
bevatten.
De volgende geneesmiddelen kunnen het effect van dit geneesmiddel afzwakken:
•
barbituraten (worden gebruikt voor de behandeling van epilepsie/epileptische aanvallen
(insulten) en bepaalde slaapstoornissen)
•
rifampicine (tegen tuberculose).
Dit geneesmiddel kan het effect van de volgende geneesmiddelen versterken:
•
digoxine (wordt gebruikt voor de behandeling van onregelmatige hartslag en onvoldoende
pompkracht van het hart (hartfalen))
•
dabigatranetexilaat (wordt gebruikt om het bloed te verdunnen)
•
metformine (wordt gebruikt om diabetes te behandelen)
•
sulfasalazine (wordt gebruikt om inflammatoire darmziekte of reumatoïde artritis te
behandelen).
Dit geneesmiddel kan het effect van de volgende geneesmiddelen afzwakken:
•
desmopressine (wordt gebruikt voor de verhoging van bloedstollingsfactoren).
Toch kan het in orde zijn dat u deze geneesmiddelen in combinatie met Samsca inneemt. Uw arts zal
kunnen bepalen wat voor u geschikt is.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Drink, als u Samsca inneemt, geen grapefruitsap.
31
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Neem
dit geneesmiddel
niet
in als u zwanger bent of borstvoeding geeft.
U moet effectieve anticonceptie gebruiken tijdens het gebruik van dit geneesmiddel.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is onwaarschijnlijk dat Samsca een nadelig effect heeft op uw vermogen om voertuigen te
besturen of machines te gebruiken. Af en toe kunt u echter kortstondig duizelig zijn of een zwak
gevoel hebben of flauwvallen.
Samsca bevat lactose
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
•
•
Een behandeling met Samsca zal in het ziekenhuis worden ingesteld.
Voor het behandelen van uw lage natriumgehalte (hyponatriëmie) zal uw arts starten met een
dosis van 15 mg en kan hij/zij die vervolgens verhogen tot maximaal 60 mg om het gewenste
natriumgehalte in uw serum te bereiken. Om de effecten van Samsca te controleren, zal uw arts
regelmatig bloedtests uitvoeren. Om het gewenste natriumgehalte in uw serum te bereiken, kan
uw arts u in sommige gevallen een lagere dosis van 7,5 mg geven.
Slik de tablet met een glas water in, zonder erop te kauwen.
Neem de tabletten eenmaal per dag in, bij voorkeur ’s ochtends, met of zonder voedsel.
•
•
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u meer tabletten dan uw voorgeschreven dosis heeft ingenomen,
drink dan veel water en neem
meteen contact op met uw arts of het plaatselijke ziekenhuis.
Denk eraan de verpakking van het
geneesmiddel mee te nemen, zodat duidelijk is wat u heeft ingenomen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u bent vergeten uw geneesmiddel in te nemen, moet u de dosis diezelfde dag innemen zodra u er
aan denkt. Als u uw tablet een bepaalde dag niet inneemt, neem dan de dag daarna uw normale dosis
in. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Als u stopt met het innemen van Samsca kan dit ertoe leiden dat uw natriumgehalte opnieuw lage
waarden zal vertonen. Daarom mag u het innemen van Samsca pas stopzetten als u bijwerkingen
opmerkt die dringend medische zorgen vereisen (zie rubriek 4) of als uw arts u zegt dat te doen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
32
Als u een van de volgende bijwerkingen opmerkt, heeft u mogelijk dringend medische hulp
nodig. Stop de inname van Samsca en neem meteen contact op met een arts of ga naar het
dichtstbijzijnde ziekenhuis als u:
•
•
moeilijk kunt plassen
een zwelling opmerkt van het gezicht, de lippen of tong, jeuk, algemene uitslag, of ernstige
piepende ademhaling of kortademigheid (symptomen van een allergische reactie).
Raadpleeg uw arts als de symptomen vermoeidheid, verminderde eetlust, klachten in de
rechterbovenbuik, donkere urine of geelzucht (gele verkleuring van huid of ogen) optreden.
Andere bijwerkingen
Zeer vaak (kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 personen)
•
zich misselijk voelen
•
dorst
•
snelle stijging van het natriumgehalte.
Vaak (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 personen)
•
veelvuldig water drinken
•
waterverlies
•
hoog gehalte van natrium, kalium, creatinine, urinezuur en bloedsuiker
•
verlaagd gehalte bloedsuiker
•
verminderde eetlust
•
flauwvallen
•
hoofdpijn
•
duizeligheid
•
lage bloeddruk wanneer men rechtop gaat staan
•
constipatie
•
diarree
•
droge mond
•
bloeding in de vorm van vlekken in de huid
•
jeuk
•
verhoogde drang om te plassen, of om vaker te plassen
•
vermoeidheid, algehele zwakte
•
koorts
•
algeheel gevoel van onwel zijn
•
bloed in urine
•
verhoogde leverenzymgehaltes in het bloed
•
verhoogde creatininegehaltes in het bloed.
Soms (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 100 personen)
•
gewijzigde smaakzin
•
nierproblemen.
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
•
allergische reacties (zie hierboven)
•
leverproblemen
•
acuut leverfalen (ALF)
•
stijging van leverenzymen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
33
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overig informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
•
De werkzame stof in dit middel is tolvaptan.
Elke tablet Samsca 7,5 mg bevat 7,5 mg tolvaptan.
Elke tablet Samsca 15 mg bevat 15 mg tolvaptan.
Elke tablet Samsca 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
•
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, maïszetmeel, microkristallijne
cellulose, hydroxypropylcellulose, magnesiumstearaat, indigokarmijn-aluminium verflak
(E 132).
Hoe ziet Samsca eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Samsca 7,5 mg: blauwe, rechthoekige, licht convexe tabletten met afmetingen van
7,7 × 4,35 × 2,5 mm, voorzien van de inscriptie “OTSUKA” en “7.5” aan één zijde.
Samsca 15 mg: blauwe, driehoekige, licht convexe tabletten met afmetingen van 6,58 × 6,2 × 2,7 mm,
voorzien van de inscriptie “OTSUKA” en “15” aan één zijde.
Samsca 30 mg: blauwe, ronde, licht convexe tabletten met afmetingen van Ø8 × 3,0 mm, voorzien van
de inscriptie “OTSUKA” en “30” aan één zijde.
Samsca 7,5 mg tabletten zijn beschikbaar als
10 tabletten in PP/Al blisterverpakkingen
30 tabletten in PP/Al blisterverpakkingen
10 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
30 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
Samsca 15 mg tabletten en Samsca 30 mg tabletten zijn beschikbaar als
10 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
30 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
34
Fabrikant
Millmount Healthcare Limited
Block-7, City North Business Campus, Stamullen, Co. Meath, K32 YD60
Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tél/Tel: +31 (0) 20 85 46 555
България
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Teл:
+31 (0) 20 85 46 555
Česká republika
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Danmark
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Tlf: +46854 528 660
Deutschland
Otsuka Pharma GmbH
Tel: +49691 700 860
Eesti
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Ελλάδα
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Thλ: +31 (0) 20 85 46 555
España
Otsuka Pharmaceutical S.A
Tel: +3493 2081 020
France
Otsuka Pharmaceutical France SAS
Tél: +33147 080 000
Hrvatska
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Ireland
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Ísland
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Sími: +46854 528 660
Lietuva
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Luxembourg/Luxemburg
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel/ Tél: +31 (0) 20 85 46 555
Magyarország
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Malta
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Nederland
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Norge
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Tlf: +46854 528 660
Österreich
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Polska
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Portugal
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
România
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Slovenija
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Slovenská republika
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
35
Italia
Otsuka Pharmaceutical Italy S.r.l.
Tel: +39 02 00 63 27 10
Κύπρος
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Thλ: +31 (0) 20 85 46 555
Latvija
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Suomi/Finland
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Tel/ Puh: +46854 528 660
Sverige
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Tel: +46854 528 660
United Kingdom (Northern Ireland)
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
36
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 7,5 mg tabletten
Samsca 15 mg tabletten
Samsca 30 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Samsca 7,5 mg tabletten
Elke tablet bevat 7,5 mg tolvaptan.
Hulpstof met bekend effect
51 mg lactose (als monohydraat) per tablet
Samsca 15 mg tabletten
Elke tablet bevat 15 mg tolvaptan.
Hulpstof met bekend effect
35 mg lactose (als monohydraat) per tablet
Samsca 30 mg tabletten
Elke tablet bevat 30 mg tolvaptan.
Hulpstof met bekend effect
70 mg lactose (als monohydraat) per tablet
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet
Samsca 7,5 mg tabletten
Blauwe, rechthoekige, licht convexe tabletten met afmetingen van 7,7 × 4,35 × 2,5 mm, voorzien van
de inscriptie 'OTSUKA' en '7.5' aan één zijde.
Samsca 15 mg tabletten
Blauwe, driehoekige, licht convexe tabletten met afmetingen van 6,58 × 6,2 × 2,7 mm, voorzien van
de inscriptie 'OTSUKA' en '15' aan één zijde.
Samsca 30 mg tabletten
Blauwe, ronde, licht convexe tabletten met afmetingen van Ø8 × 3,0 mm, voorzien van de inscriptie
'OTSUKA' en '30' aan één zijde.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Samsca is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van hyponatriëmie als
gevolg van het syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH).
4.2 Dosering en wijze van toediening
Aangezien tijdens de titratiefase van een dosis het natriumgehalte in serum en de serumvolumestatus
nauwlettend moet worden gecontroleerd (zie rubriek 4.4), moet een behandeling met Samsca in het
ziekenhuis worden ingesteld.
De startdosis van tolvaptan moet eenmaal daags 15 mg zijn. De dosis kan verhoogd worden tot
maximaal 60 mg eenmaal daags, in zoverre de patiënt die verdraagt, om de gewenste natriumspiegel in
serum te bereiken.
Voor patiënten met een risico van een te snelle correctie van natriumgehaltes, bijvoorbeeld patiënten
met oncologische aandoeningen of met een zeer laag serumnatriumgehalte bij aanvang en patiënten
die diuretica of natriumsupplementen gebruiken, moet een dosis van 7,5 mg worden overwogen (zie
rubriek 4.4)
Tijdens de titratie moet de natriumspiegel in serum en de serumvolumestatus bij de patiënten
gecontroleerd worden (zie rubriek 4.4). Als de natriumgehaltes in serum onvoldoende verbeteren,
moeten andere behandelingmogelijkheden in overweging worden genomen, ofwel ter vervanging van
of als aanvulling op tolvaptan. Gebruik van tolvaptan in combinatie met andere opties kan leiden tot
een verhoogd risico op te snelle correctie van natriumgehaltes in serum (zie rubriek 4.4 en 4.5). Bij
patiënten bij wie het natriumgehalte in serum voldoende stijgt, moeten de onderliggende ziekte en de
natriumgehaltes in serum regelmatig worden gecontroleerd om te zien of de behandeling met tolvaptan
nog verder nodig blijft. In geval van hyponatriëmie wordt de behandelingsduur bepaald door de
onderliggende ziekte en de behandeling ervan. De verwachting is dat een behandeling met tolvaptan
nodig blijft tot de onderliggende ziekte voldoende is behandeld of tot het moment waarop
hyponatriëmie geen klinische kwestie meer vormt.
Samsca mag niet samen met grapefruitsap worden ingenomen (zie rubriek 4.5).
Speciale populaties
Nierfunctiestoornis
Tolvaptan is gecontra-indiceerd bij anurische patiënten (zie rubriek 4.3). Tolvaptan is niet onderzocht
bij patiënten met ernstig nierfalen. Bij deze populatie zijn de werkzaamheid en veiligheid niet
voldoende vastgesteld.
Op basis van de beschikbare gegevens hoeft de dosis niet te worden aangepast bij patiënten met een
lichte tot matige vorm van nierfunctiestoornis.
Leverfunctiestoornis
Er zijn geen gegevens beschikbaar over patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pugh
klasse C). Bij deze patiënten moet de dosering met de nodige voorzichtigheid worden ingesteld, en
moeten de elektrolyten en de volumestatus worden gecontroleerd (zie rubriek 4.4). Bij patiënten met
een lichte of matige vorm van leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse A en B) hoeft de dosis niet te
worden aangepast.
Ouderen
Bij oudere patiënten hoeft de dosis niet te worden aangepast.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van tolvaptan bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar zijn nog
niet vastgesteld. Samsca wordt niet aanbevolen voor kinderen.
Wijze van toediening
Oraal gebruik.
De inname gebeurt bij voorkeur 's ochtends, met of zonder voedsel. Tabletten moeten met een glas
water worden ingeslikt, zonder op de tabletten te kauwen.
·
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen of voor benzazepine of benzazepinederivaten (zie rubriek 4.4)
·
Anurie
·
Volumedepletie
·
Hypovolemische hyponatriëmie
·
Hypernatriëmie
·
Patiënten die geen dorstgevoel ervaren
·
Zwangerschap (zie rubriek 4.6)
·
Borstvoeding (zie rubriek 4.6)
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Dringende noodzaak om de natriumspiegel in serum acuut te verhogen
Tolvaptan is niet onderzocht in gevallen waarbij een dringende noodzaak bestaat om de
natriumspiegel in serum acuut te verhogen. Voor dergelijke patiënten moet een alternatieve
behandeling worden overwogen.
Beschikbaarheid van water
Tolvaptan kan tot bijwerkingen leiden die verband houden met waterverlies, zoals dorst, droge mond
en dehydratatie (zie rubriek 4.8). Daarom moeten patiënten water ter beschikking hebben en
voldoende water kunnen drinken. Als patiënten die in beperkte mate vocht ter beschikking hebben met
tolvaptan worden behandeld, moet extra voorzichtigheid worden betracht om te garanderen dat zij niet
te sterk gedehydrateerd raken.
Dehydratatie
Bij patiënten die tolvaptan gebruiken, moet de volumestatus worden gecontroleerd omdat een
behandeling met tolvaptan kan leiden tot ernstige dehydratatie, hetgeen een risicofactor is voor
nierdisfunctie. Als dehydratatie optreedt, moeten de nodige maatregelen worden genomen die kunnen
bestaan uit de noodzaak van onderbreking of vermindering van de dosis tolvaptan en meer
vloeistofinname.
Obstructie van de urinelozing
De urinelozing moet gegarandeerd worden. Patiënten met een partiële obstructie van de urinelozing,
bv. patiënten met hypertrofie van de prostaat of mictiestoornissen, lopen een groter risico op de
ontwikkeling van acute retentie.
Vocht- en elektrolytenbalans
Bij alle patiënten moeten de vocht- en elektrolytenbalans gecontroleerd worden, vooral bij diegenen
die een nier- en leverfunctiestoornis hebben. Toediening van tolvaptan kan leiden tot te snelle
stijgingen van de natriumspiegel in serum ( 12 mmol/l in 24 uur, zie hieronder); daarom moet bij alle
patiënten uiterlijk 4 tot 6 uur na het instellen van de behandeling de natriumspiegel in serum worden
gecontroleerd. Tijdens de eerste 1 tot 2 dagen en totdat de dosis tolvaptan gestabiliseerd is, moeten de
natriumspiegel in serum en de volumestatus minstens om de 6 uur worden gecontroleerd.
Te snelle correctie van de natriumspiegel in serum
Patiënten die bij aanvang een zeer lage natriumspiegel in serum hebben, kunnen een groter risico
lopen op te snelle correctie van de natriumspiegel in serum.
Een te snelle correctie van hyponatriëmie (stijging 12 mmol/l in 24 uur) kan leiden tot osmotische
demyelinisatie, wat leidt tot dysartrie, mutisme, dysfagie, lethargie, veranderingen in affectie,
moeten bijgevolg de natriumspiegel in serum en de volumestatus bij patiënten zorgvuldig worden
gecontroleerd (zie hierboven).
Om het risico van te snelle correctie van hyponatriëmie tot een minimum te beperken, moet de stijging
van de natriumspiegel in serum minder dan 10 mmol/l in 24 uur tot 12 mmol/l in 24 uur zijn en minder
dan 18 mmol/l in 48 uur. Derhalve zijn in het begin van de behandelingsfase meer beperkingen als
voorzorgsmaatregel van toepassing.
Als de correctie van natrium tijdens de eerste 6 uur na toediening meer dan 6 mmol/l bedraagt of
tijdens de eerste 6 tot 12 uur meer dan 8 mmol/l, moet er rekening mee worden gehouden dat de
natriumspiegel in serum te snel wordt gecorrigeerd. Bij deze patiënten moet de natriumspiegel in
serum vaker worden gecontroleerd en wordt toediening van een hypotone vloeistof aanbevolen. Indien
de natriumspiegel in serum binnen 24 uur 12 mmol/l of binnen 48 uur 18 mmol/l stijgt, moet de
behandeling met tolvaptan worden onderbroken of stopgezet, waarna hypotone vloeistof moet worden
toegediend.
Bij patiënten die een groter risico lopen op demyelinisatiesyndromen (bijvoorbeeld patiënten met
hypoxie, alcoholisme of ondervoeding) is de aangewezen correctiesnelheid van de natriumspiegel
mogelijk lager dan die bij patiënten zonder risicofactoren; die patiënten moeten zeer nauwlettend
worden gecontroleerd.
Patiënten die een andere behandeling voor hyponatriëmie hebben gekregen of die geneesmiddelen
hebben gekregen die de natriumspiegel in serum doen stijgen (zie rubriek 4.5) voordat de behandeling
met Samsca wordt ingesteld, moeten extra voorzichtig worden behandeld. Deze patiënten kunnen als
gevolg van mogelijk aanvullende effecten een groter risico lopen op het ontwikkelen van een snelle
correctie van de natriumspiegel in serum tijdens de eerste 1 tot 2 dagen van de behandeling.
Gelijktijdige toediening van Samsca met andere behandelingen voor hyponatriëmie en met
geneesmiddelen die de natriumspiegel in serum doen stijgen, wordt niet aanbevolen tijdens de
aanvankelijke behandeling of voor andere patiënten die bij aanvang zeer lage natriumspiegels in serum
hebben (zie rubriek 4.5).
Diabetes mellitus
Diabetici met een verhoogde glucoseconcentratie (bv. meer dan 300 mg/dl) kunnen
pseudohyponatriëmie vertonen. Voor en tijdens de behandeling met tolvaptan moet deze aandoening
worden uitgesloten. Tolvaptan kan hyperglykemie veroorzaken (zie rubriek 4.8). Daarom moeten
diabetici die met tolvaptan worden behandeld, onder nauwlettend toezicht staan. Dit geldt vooral voor
patiënten bij wie type II diabetes onvoldoende onder controle is.
Idiosyncratische hepatotoxiciteit
Leverbeschadiging als gevolg van tolvaptan is waargenomen in klinische onderzoeken naar een andere
indicatie (autosomale dominante polycystische nierziekte [ADPKD]) met langdurig gebruik van
tolvaptan bij hogere doses dan die voor de toegelaten indicatie (zie rubriek 4.8).
In de postmarketingervaring met tolvaptan bij ADPKD werd acuut leverfalen waarbij
levertransplantatie noodzakelijk was, gemeld (zie rubriek 4.8).
In deze klinische onderzoeken werden bij 3 patiënten die met tolvaptan werden behandeld klinisch
significant hogere waarden (meer dan 3 × de bovengrens van normaal, Upper Limit of Normal [ULN])
voor alanineaminotransferase (ALAT) in serum alsook klinisch significant hogere waarden (meer dan
2 × ULN) voor totaal bilirubine in serum waargenomen. Bovendien werd een hogere incidentie van
significant hogere ALAT-waarden waargenomen bij patiënten die werden behandeld met tolvaptan
[4,4 % (42/958)] ten opzichte van diegenen die placebo kregen [1,0 % (5/484)]. Een stijging
(> 3 × ULN) van aspartaataminotransferase (ASAT) in serum werd waargenomen bij 3,1 % (30/958)
van de patiënten die met tolvaptan werden behandeld en 0,8 % (4/484) van de patiënten die placebo
kregen. De meeste afwijkingen voor leverenzymen werden in de eerste 18 maanden van de
behandeling waargenomen. Na stopzetting van tolvaptan verbeterden de verhogingen geleidelijk aan.
leverbeschadiging kan veroorzaken.
In een post-autorisatieonderzoek naar de veiligheid van tolvaptan bij hyponatriëmie als gevolg van
SIADH werden verscheidene gevallen van leverstoornissen en verhoogde transaminasen
waargenomen (zie rubriek 4.8).
Bij patiënten die tolvaptan gebruiken en die symptomen melden die kunnen duiden op
leverbeschadiging, waaronder vermoeidheid, anorexie, klachten in de rechterbovenbuik, donkere urine
of geelzucht, moeten onmiddellijk leverfunctietests worden uitgevoerd. Als leverbeschadiging wordt
vermoed, moet tolvaptan onmiddellijk worden gestaakt, moet een geschikte behandeling worden
ingesteld en moeten onderzoeken worden uitgevoerd om de mogelijke oorzaak te bepalen. Tolvaptan
mag niet opnieuw worden ingesteld bij patiënten, tenzij onweerlegbaar wordt vastgesteld dat de
oorzaak van de waargenomen leverbeschadiging geen verband houdt met de behandeling met
tolvaptan.
Anafylaxie
In postmarketingervaring is anafylaxie (waaronder anafylactische shock en gegeneraliseerde uitslag)
zeer zelden gemeld na toediening van tolvaptan. Patiënten dienen zorgvuldig te worden opgevolgd
tijdens de behandeling. Patiënten met bekende overgevoeligheidsreacties op benzazepines of
benzazepinederivaten (bijv. benazepril, conivaptan, fenoldopammesylaat of mirtazapine) kunnen een
verhoogd risico op een overgevoeligheidsreactie op tolvaptan hebben (zie rubriek 4.3 Contra-
indicaties).
Als een anafylactische reactie optreedt of als andere ernstige allergische reacties optreden, moet de
toediening van tolvaptan onmiddellijk worden stopgezet en een geschikte therapie worden ingesteld.
Aangezien overgevoeligheid een contra-indicatie is (zie rubriek 4.3), mag nooit een behandeling
opnieuw worden gestart na een anafylactische reactie of andere ernstige allergische reacties.
Lactose
Samsca bevat lactose als hulpstof. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-
intolerantie, algehele lactasedeficiëntie of moet zijn glucose-galactosemalabsorptie dienen dit
geneesmiddel niet te gebruiken.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Gelijktijdige toediening met andere behandelingen voor hyponatriëmie en geneesmiddelen die het
natriumgehalte in serum doen stijgen
Er is geen ervaring opgedaan in gecontroleerde klinische onderzoeken met het gelijktijdige gebruik
van Samsca en andere behandelingen voor hyponatriëmie, zoals hypertone natriumchlorideoplossing,
orale natriumpreparaten, en geneesmiddelen die het natriumgehalte in serum doen stijgen.
Geneesmiddelen met een hoog natriumgehalte, zoals bruisende analgetica en bepaalde behandelingen
voor dyspepsie die natrium bevatten, kunnen de natriumspiegel in serum ook doen stijgen. Het
gelijktijdige gebruik van Samsca met andere behandelingen voor hyponatriëmie of andere
geneesmiddelen die de natriumspiegel in serum doen stijgen, kunnen leiden tot een groter risico op het
ontwikkelen van een snelle correctie van de natriumspiegel in serum (zie rubriek 4.4) en wordt daarom
niet aanbevolen tijdens de aanvankelijke behandeling of voor andere patiënten die bij aanvang zeer
lage natriumspiegels in serum hebben, waarbij snelle correctie een risico kan inhouden voor
osmotische demyelinisatie (zie rubriek 4.4).
CYP3A4-remmers
Na toediening van sterke CYP3A4-remmers stegen de plasmaconcentraties van tolvaptan met
hoogstens een 5,4-voudige AUC (area under time-concentration curve). Voorzichtigheid is geboden
wanneer CYP3A4-remmers (bv. ketoconazol, macrolideantibiotica, diltiazem) gelijktijdig met
tolvaptan worden toegediend).
Wanneer tolvaptan gelijktijdig met grapefruitsap werd toegediend, leidde dit tot een 1,8-voudige
stijging in de blootstelling aan tolvaptan. Patiënten die tolvaptan innemen, moeten grapefruitsap
vermijden.
CYP3A4-inductoren
Plasmaconcentraties van tolvaptan daalden met maximaal 87 % (AUC) na toediening van CYP3A4-
inductoren. Voorzichtigheid moet worden betracht wanneer CYP3A4-inductoren (bv. rifampicine,
barbituraten) gelijktijdig met tolvaptan worden toegediend.
Effect van tolvaptan op de farmacokinetiek van andere producten
CYP3A4-substraten
Bij gezonde proefpersonen had tolvaptan, een CYP3A4-substraat, geen effect op de
plasmaconcentraties van bepaalde andere CYP3A4-substraten (bv. warfarine of amiodaron).
Tolvaptan leidde tot een 1,3-voudige tot 1,5-voudige stijging in de plasmaspiegel van lovastatine.
Hoewel deze stijging klinisch niet relevant is, wijst dit er toch op dat tolvaptan de blootstelling aan
CYP3A4-substraten potentieel kan verhogen.
Transportersubstraten
P-glycoproteïnesubstraten
In-vitro-onderzoek duidt erop dat tolvaptan een substraat en competitieve remmer is van P-
glycoproteïne (P-gp). Steady-state-concentraties van digoxine waren verhoogd (met een factor 1,3
voor de maximaal waargenomen plasmaconcentratie [Cmax] en met een factor 1,2 voor area under the
plasma concentration-time curve over het doseringsinterval [AUC]) bij gelijktijdige toediening met
meerdere eenmaal daagse doses van 60 mg tolvaptan. Patiënten die digoxine of andere P-gp-substraten
met een smalle therapeutische index krijgen (bv. dabigatranetexilaat), moeten daarom met de nodige
voorzichtigheid worden behandeld en bij hen dienen daarom de effecten van overmatige digoxine te
worden gecontroleerd wanneer ze met tolvaptan worden behandeld.
BCRP en OCT1
Gelijktijdige toediening van tolvaptan (90 mg) met rosuvastatine (5 mg), een BCRP-substraat,
verhoogde de Cmax en AUCt van rosuvastatine met respectievelijk 54 % en 69 %. Indien BCRP-
substraten (bv. sulfasalazine) tegelijk met tolvaptan worden toegediend, moeten patiënten met de
nodige voorzichtigheid worden behandeld en op overmatige effecten van deze geneesmiddelen
worden gecontroleerd.
Indien OCT1-substraten (bv. metformine) tegelijk met tolvaptan worden toegediend, moeten patiënten
met de nodige voorzichtigheid worden behandeld en op overmatige effecten van deze geneesmiddelen
worden gecontroleerd.
Diuretica
Hoewel er geen synergistisch of aanvullend effect blijkt te zijn bij gelijktijdig gebruik van tolvaptan en
lis- en thiazidediuretica, kan elke geneesmiddelenklasse leiden tot ernstige dehydratatie, hetgeen een
risicofactor is voor nierdisfunctie. Als dehydratatie of nierdisfunctie optreedt, moeten de nodige
maatregelen worden genomen die kunnen bestaan uit de noodzaak van onderbreking of vermindering
nierdisfunctie of dehydratatie evalueren en behandelen.
Gelijktijdige toediening met vasopressineanalogen
Naast het renale waterdiuretische effect dat tolvaptan heeft, kan tolvaptan de vasculaire vasopressine
V2-receptoren blokkeren die een rol spelen bij de vrijgifte van stollingsfactoren (bv.
vonwillebrandfactor) van endotheelcellen. Daarom kan het effect van vasopressineanalogen, zoals
desmopressine, verzwakt zijn bij patiënten die dergelijke analogen gebruiken om bloedingen te
voorkomen of onder controle te brengen en die tegelijkertijd met tolvaptan worden behandeld.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen of een beperkte hoeveelheid gegevens over het gebruik van tolvaptan bij zwangere
vrouwen. Uit dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico
voor de mens is niet bekend. Samsca is gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap (zie rubriek 4.3).
Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de
behandeling met tolvaptan.
Borstvoeding
Het is niet bekend of tolvaptan in de moedermelk wordt uitgescheiden. Uit beschikbare
farmacodynamische/toxicologische gegevens bij dieren blijkt dat tolvaptan in de moedermelk wordt
uitgescheiden (zie voor details rubriek 5.3). Het potentiële risico voor de mens is niet bekend. Samsca
is gecontra-indiceerd tijdens borstvoeding (zie rubriek 4.3).
Vruchtbaarheid
Dieronderzoek heeft effecten op de vruchtbaarheid aangetoond (zie rubriek 5.3). Het potentiële risico
voor de mens is niet bekend.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Samsca heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om
machines te bedienen. Bij het autorijden of het gebruik van machines moet er echter rekening mee
worden gehouden dat er af en toe duizeligheid, asthenie of syncope kan optreden.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
Het bijwerkingenprofiel van tolvaptan bij SIADH is gebaseerd op een database van klinische
onderzoeken bij 3.294 patiënten die met tolvaptan zijn behandeld en komt overeen met de
farmacologie van de werkzame stof. De farmacodynamisch voorspelbare en vaakst gerapporteerde
bijwerkingen zijn dorst, droge mond en pollakisurie die bij ongeveer 18 %, 9 % en 6 % van de
patiënten optreden.
Lijst van bijwerkingen in tabelvorm
De frequenties van de bijwerkingen in klinische onderzoeken komen overeen met zeer vaak ( 1/10),
vaak ( 1/100, < 1/10), soms ( 1/1.000, < 1/100), zelden ( 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden
(< 1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere
frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
bepaald omdat ze afkomstig zijn van spontane meldingen. Daarom worden de frequenties van deze
bijwerkingen aangegeven als "niet bekend".
Systeem/
orgaanklasse
Frequentie
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Immuunsysteem-
anafylactische
aandoeningen
shock,
gegeneraliseerde
huiduitslag
Voedings- en
polydipsie,
stofwisselings-
dehydratatie,
stoornissen
hyperkaliëmie,
hyperglykemie,
hypoglykemie1,
hypernatriëmie1,
hyperurikemie1,
verminderde
eetlust
Zenuwstelsel-
syncope1,
dysgeusie
aandoeningen
hoofdpijn1,
duizeligheid1
Bloedvat-
orthostatische
aandoeningen
hypotensie
Maagdarmstelsel- misselijkheid
constipatie,
aandoeningen
diarree1,
droge mond
Huid- en
ecchymose,
pruritische rash1
onderhuid-
pruritus
aandoeningen
Nier- en
pollakisurie,
nierfunctie-
urineweg-
polyurie,
stoornis
aandoeningen
Algemene
dorst
asthenie,
aandoeningen en
pyrexie,
toedieningsplaats-
malaise1
stoornissen
Lever- en
leverstoornissen2,
galaandoeningen
acuut leverfalen3
Onderzoeken
bloed in urine
bilirubine
verhoogde
aanwezig1,
verhoogd (zie
transaminasen2
alanine-
rubriek 4.4)1
aminotransferase
verhoogd (zie
rubriek 4.4)1,
aspartaataminotra
nsferase
verhoogd (zie
rubriek 4.4)1,
creatinine in
bloed verhoogd
orgaanklasse
Frequentie
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Chirurgische en
snelle correctie
medische
van
verrichtingen
hyponatriëmie,
soms resulterend
in neurologische
symptomen
1
waargenomen in klinische onderzoeken naar andere indicaties
2
uit post-autorisatieonderzoek naar de veiligheid bij hyponatriëmie als gevolg van SIADH
3
waargenomen in de postmarketingfase met tolvaptan bij ADPKD. Levertransplantatie was
noodzakelijk.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Snelle correctie van hyponatriëmie
In een post-autorisatieonderzoek naar de veiligheid van tolvaptan bij hyponatriëmie als gevolg van
SIADH, met een hoog percentage patiënten met tumoren (vooral kleincellige longkanker), patiënten
met een lage serumnatriumspiegel bij aanvang, en patiënten die gelijktijdig diuretica en/of
natriumchlorideoplossing gebruikten, bleek de incidentie van snelle correctie van hyponatriëmie hoger
te zijn dan in klinische onderzoeken.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
In klinische onderzoeken met gezonde vrijwilligers werden enkelvoudige doses tot 480 mg en
meervoudige doses tot 300 mg per dag gedurende 5 dagen goed verdragen. Er is geen specifiek
antidotum voor intoxicatie van tolvaptan. De te verwachten tekenen en symptomen van een acute
overdosering zijn die van een overmatig farmacologisch effect: een stijging van de
natriumconcentratie in serum, polyurie, dorst en dehydratie/hypovolemie (overvloedige en langdurige
waterdiurese).
Bij patiënten bij wie een overdosering van tolvaptan wordt vermoed, wordt aanbevolen vitale functies,
elektrolytenconcentraties, ECG en vochtstatus te evalueren. Een geschikte vervanging van water en/of
elektrolyten moet worden voortgezet tot de waterdiurese afneemt. Het is mogelijk dat dialyse niet
doeltreffend is om tolvaptan te verwijderen vanwege zijn sterke bindingsaffiniteit voor humaan
plasma-eiwit (> 98 %).
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: diuretica, vasopressineantagonisten, ATC-code: C03XA01
Werkingsmechanisme
Tolvaptan is een selectieve vasopressine V2-receptorantagonist die specifiek de binding van
argininevasopressine (AVP) aan de V2-receptor van de distale delen van het nefron blokkeert. De
affiniteit van tolvaptan voor de humane V2-receptor is het 1,8-voud van die van natieve AVP.
proefpersonen tot een stijging in het percentage van uitscheiding in urine binnen 2 uur na toediening
van de dosis. Na enkelvoudige orale doses van 7,5 mg tot 60 mg steeg het urinevolume over een
periode van 24 uur dosisafhankelijk, waarbij de dagelijkse volumes varieerden van 3 tot 9 liter. Bij alle
doses bereikte het percentage van uitscheiding in urine na 24 uur opnieuw de aanvangswaarde. Voor
enkelvoudige doses van 60 mg tot 480 mg werd gemiddeld ongeveer 7 liter gedurende een periode van
0 tot 12 uur uitgescheiden, ongeacht de dosis. Aanzienlijk hogere doses tolvaptan geven een meer
aanhoudende reactie zonder invloed op de omvang van de excretie, aangezien actieve concentraties
van tolvaptan gedurende langere tijd aanwezig zijn.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
Hyponatriëmie
In 2 dubbelblinde, placebogecontroleerde, klinische hoofdonderzoeken werden in totaal 424 patiënten
met euvolemische of hypervolemische hyponatriëmie (natriumspiegel in serum < 135 mEq/l) als
gevolg van diverse onderliggende oorzaken (hartfalen [HF], levercirrose, SIADH en andere)
gedurende 30 dagen behandeld met tolvaptan (n = 216) of placebo (n = 208) met een aanvangsdosis
van 15 mg/dag. Afhankelijk van de reactie kon de dosis aan de hand van een titratieschema over een
periode van 3 dagen verhoogd worden tot 30 mg/dag en 60 mg/dag. De gemiddelde
natriumconcentratie in serum bij aanvang van het onderzoek bedroeg 129 mEq/l (bereik 114 mEq/l tot
136 mEq/l).
Het primaire eindpunt voor deze onderzoeken was de gemiddelde dagelijkse AUC voor wijziging van
de natriumspiegel in serum van de uitgangswaarde tot dag 4 en van de uitgangswaarde tot dag 30. In
beide onderzoeken was tolvaptan voor beide periodes superieur ten opzichte van placebo (p < 0,0001).
Dit effect werd bij alle patiënten waargenomen, de ernstige (natriumspiegel in serum: < 130 mEq/l) en
lichte (natriumspiegel in serum: 130 mEq/l tot < 135 mEq/l) subgroepen en voor subgroepen van alle
mogelijke ziekte-etiologieën (bv. HF, cirrose, SIADH/andere). Zeven dagen na stopzetting van de
behandeling daalden de natriumwaarden tot de waarden van de patiënten die met placebo behandeld
werden.
Na een behandeling gedurende 3 dagen bleek uit de gepoolde analyse van de twee onderzoeken dat er
5 maal meer met tolvaptan behandelde patiënten waren die opnieuw normale natriumconcentraties in
serum bereikten dan met placebo behandelde patiënten (49 % tegenover 11 %). Dit effect hield aan tot
dag 30 waarop er meer met tolvaptan behandelde patiënten waren die nog steeds normale
concentraties vertoonden dan met placebo behandelde patiënten (60 % tegenover 27 %). Deze reacties
werden bij patiënten waargenomen, ongeacht de onderliggende aandoening. De resultaten van de
zelfbeoordeling voor de gezondheidstoestand aan de hand van de SF-12 gezondheidsenquête voor
mentale scores toonden statistisch significante en klinisch relevante verbeteringen aan voor een
behandeling met tolvaptan ten opzichte van een behandeling met placebo.
Gegevens over de veiligheid en werkzaamheid van tolvaptan op lange termijn werden over een
periode van maximaal 106 weken beoordeeld in een klinisch onderzoek bij patiënten (met een
willekeurige ziekteoorzaak) die eerder een van de hoofdonderzoeken naar hyponatriëmie voltooid
hadden. In totaal startten 111 patiënten met een behandeling met tolvaptan in een open-label
vervolgonderzoek, ongeacht de eerdere randomisatie. Al vanaf de eerste dag na toediening van de
dosis werden verbeteringen van de natriumspiegels in serum waargenomen en deze hielden aan tijdens
de beoordelingen tot en met week 106 van de behandeling. Wanneer de behandeling werd stopgezet,
daalden de natriumconcentraties in serum tot ongeveer de uitgangswaarden, ondanks het feit dat de
standaardbehandeling opnieuw werd ingesteld.
In een gerandomiseerd (1:1:1), dubbelblind onderzoek met 30 patiënten met hyponatriëmie als gevolg
van SIADH, werd de farmacodynamiek van tolvaptan na enkelvoudige doses van 3,75 mg, 7,5 mg en
15 mg beoordeeld. De resultaten waren zeer variabel met grote overlap tussen de dosisgroepen; de
veranderingen waren niet significant gecorreleerd met blootstelling aan tolvaptan. De gemiddelde
maximale veranderingen in serumnatrium waren het hoogst na de dosis van 15 mg (7,9 mmol/l), maar
de mediane maximale veranderingen waren het hoogst na de dosis van 7,5 mg (6,0 mmol/l).
gemiddelde verandering in vochtbalans vertoonde een dosisafhankelijke daling. De gemiddelde
verandering in cumulatief urinevolume en percentage uitscheiding in de urine was voor de dosis van
15 mg tweemaal zo hoog als voor de doses van 7,5 mg en 3,75 mg, die vergelijkbare responsen
vertoonden.
Hartfalen
EVEREST (Efficacy of Vasopressin Antagonism in Heart Failure Outcome Study with Tolvaptan -
onderzoek met tolvaptan naar de werkzaamheid van vasopressineantagonisme bij hartfalen) was een
dubbelblind, gecontroleerd, klinisch onderzoek naar het resultaat op lange termijn bij patiënten die in
het ziekenhuis waren opgenomen met verergering van HF en verschijnselen en symptomen van
volumeoverbelasting. In het onderzoek naar het resultaat op lange termijn kregen in totaal
2.072 patiënten 30 mg tolvaptan in combinatie met een standaardbehandeling en 2.061 placebo in
combinatie met een standaardbehandeling. De primaire doelstelling van het onderzoek bestond uit het
vergelijken van de effecten van tolvaptan + standaardbehandeling met placebo + standaardbehandeling
voor de tijd tot mortaliteit wegens alle oorzaken en voor de tijd tot het eerste optreden van
cardiovasculaire (CV) mortaliteit of ziekenhuisopname voor HF. Een behandeling met tolvaptan had
geen statistisch significant gunstig of ongunstig effect op de algemene overleving of het
gecombineerde eindpunt van CV mortaliteit of ziekenhuisopname voor HF, en leverde geen
overtuigend bewijs voor een klinisch relevant voordeel.
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met Samsca in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten bij de behandeling van dilutionele hyponatriëmie (zie rubriek 4.2 voor
informatie over pediatrisch gebruik).
5.2 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening wordt tolvaptan snel geabsorbeerd; piekplasmaconcentraties treden ongeveer
2 uur na toediening van de dosis op. De absolute biologische beschikbaarheid van tolvaptan bedraagt
ongeveer 56 %. Gelijktijdige toediening van een dosis van 60 mg met een vetrijke maaltijd verhoogt
de piekconcentraties met een factor 1,4 zonder dat de AUC-waarde en het volume uitgescheiden urine
veranderen. Na toediening van enkelvoudige orale doses van 300 mg blijken
piekplasmaconcentraties een plateauwaarde te bereiken, mogelijk als gevolg van een verzadigde
absorptie.
Distributie
Tolvaptan bindt op omkeerbare wijze (98 %) aan plasma-eiwitten.
Biotransformatie
Tolvaptan wordt in grote mate door de lever gemetaboliseerd. Minder dan 1 % van de intacte
werkzame stof wordt ongewijzigd in de urine uitgescheiden.
In-vitro-onderzoek duidt erop dat tolvaptan of zijn oxobutyrinemetaboliet een mogelijk remmend
effect heeft op de transporteiwitten OATP1B1, OAT3, BCRP en OCT1. Toediening van rosuvastatine
(OATP1B1-substraat) of furosemide (OAT3-substraat) aan gezonde proefpersonen met verhoogde
plasmaconcentraties van het oxobutyrinemetaboliet (remmer van OATP1B1 en OAT3) veranderde de
farmacokinetiek van rosuvastatine of furosemide niet noemenswaardig. Zie rubriek 4.5.
Eliminatie
De terminale eliminatiehalfwaardetijd bedraagt ongeveer 8 uur en steady-state concentraties van
tolvaptan worden na de eerste dosis bereikt.
werd teruggevonden en 59 % in feces, waarbij ongewijzigd tolvaptan 32 % van de radioactiviteit voor
zijn rekening nam. Tolvaptan vormt slechts een klein onderdeel van plasma (3 %).
Lineariteit
Tolvaptan heeft lineaire farmacokinetische eigenschappen bij doses van 7,5 mg tot 60 mg.
Farmacokinetiek bij speciale patiëntengroepen
Leeftijd
Leeftijd heeft geen significante invloed op de klaring van tolvaptan.
Leverfunctiestoornis
Het effect van een lichte of matige vorm van leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse A en B) op de
farmacokinetiek van tolvaptan werd onderzocht bij 87 patiënten met een leveraandoening met diverse
oorzaken. Voor doses variërend van 5 mg tot 60 mg zijn geen klinisch significante wijzigingen in de
klaring waargenomen. Er is zeer beperkte informatie beschikbaar over patiënten met een ernstige vorm
van leverfunctiestoornis (Child-Pugh klasse C).
In een analyse van de farmacokinetiek van een populatie met patiënten met leveroedeem was de AUC
van tolvaptan bij patiënten met een ernstige (Child-Pugh klasse C) en lichte of matige (Child-Pugh
klasse A en B) leverfunctiestoornis 3,1 maal en 2,3 maal hoger dan die bij gezonde proefpersonen.
Nierfunctiestoornis
Bij een analyse van de farmacokinetiek voor een populatie voor patiënten met hartfalen waren de
tolvaptanconcentraties bij patiënten met een lichte (creatinineklaring [Ccr] 50 ml/min tot 80 ml/min.)
of matige (Ccr 20 ml/min tot 50 ml/min.) vorm van nierfunctiestoornis niet significant anders dan de
tolvaptanconcentraties bij patiënten met een normale nierfunctie (Ccr 80 ml/min tot 150 ml/min.). De
werkzaamheid en veiligheid van tolvaptan bij diegenen die een creatinineklaring van < 10 ml/min.
hebben, is niet beoordeeld en daarom niet bekend.
5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig
van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde
dosering, genotoxiciteit of carcinogeen potentieel.
Er werd teratogeniciteit waargenomen bij konijnen die 1.000 mg/kg/dag toegediend kregen (3,9 maal
de blootstelling voor de mens bij de dosis van 60 mg, op basis van AUC). Er zijn geen teratogene
effecten waargenomen bij konijnen die 300 mg/kg/dag toegediend kregen (tot 1,9 maal de
blootstelling voor de mens bij de dosis van 60 mg, op basis van AUC). In een peri- en postnataal
onderzoek bij ratten werden vertraagde botvorming en een verminderd lichaamsgewicht van de jongen
waargenomen bij de hoge dosis van 1.000 mg/kg/dag.
Twee onderzoeken naar de vruchtbaarheid bij ratten toonden effecten aan op de oudergeneratie
(verminderde consumptie van voedsel en gewichtstoename, speekselvloed), maar tolvaptan had geen
effect op de voortplantingsprestatie bij mannetjesdieren en er waren geen effecten op de foetussen. Bij
vrouwtjesdieren werden in beide onderzoeken abnormale oestruscycli waargenomen.
De no observed adverse effect level (NOAEL dosis waarbij geen bijwerking is waargenomen) voor
effecten op de voortplanting bij vrouwtjesdieren (100 mg/kg/dag) was ongeveer 6,7 maal de
blootstelling voor de mens bij de dosis van 60 mg, op basis van AUC.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Maïszetmeel
Hydroxypropylcellulose
Lactosemonohydraat
Magnesiumstearaat
Microkristallijne cellulose
Indigokarmijn aluminium verflak (E 132)
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
Samsca 7,5 mg tabletten
5 jaar
Samsca 15 mg tabletten en Samsca 30 mg tabletten
4 jaar
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Samsca 7,5 mg tabletten
10 tabletten in PP/Al blisterverpakkingen
30 tabletten in PP/Al blisterverpakkingen
10 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
30 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
Samsca 15 mg tabletten en Samsca 30 mg tabletten
10 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
30 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Samsca 7,5 mg tabletten
EU/1/09/539/005 (10 tabletten)
EU/1/09/539/006 (30 tabletten)
EU/1/09/539/007 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/008 (30 × 1 tablet)
Samsca 15 mg tabletten
EU/1/09/539/001 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/002 (30 × 1 tablet)
Samsca 30 mg tabletten
EU/1/09/539/003 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/004 (30 × 1 tablet)
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 03 augustus 2009
Datum van laatste verlenging: 19 juni 2014
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
MM/JJJJ
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
BIJLAGE II
A. FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Millmount Healthcare Limited
Block-7, City North Business Campus, Stamullen, Co. Meath, K32 YD60
Ierland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
·
Periodieke veiligheidsverslagen (PSUR's)
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D. VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
·
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen RMP-
aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
·
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
·
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
A. ETIKETTERING
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 7,5 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 7,5 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
10 tabletten
30 tabletten
10 × 1 tablet
30 × 1 tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/09/539/005 (10 tabletten)
EU/1/09/539/006 (30 tabletten)
EU/1/09/539/007 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/008 (30 × 1 tablet)
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Samsca 7,5 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
BLISTERVERPAKKINGEN EN GEPERFOREERDE
EENHEIDSBLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 7,5 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 15 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 15 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
10 × 1 tablet
30 × 1 tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/09/539/001 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/002 (30 × 1 tablet)
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Samsca 15 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
GEPERFOREERDE EENHEIDSBLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 15 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
OMDOOS
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 30 mg tabletten
tolvaptan
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 30 mg tolvaptan.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose.
Zie bijsluiter voor meer informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tablet
10 × 1 tablet
30 × 1 tablet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/09/539/003 (10 × 1 tablet)
EU/1/09/539/004 (30 × 1 tablet)
13. PARTIJNUMMER
Lot
14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16. INFORMATIE IN BRAILLE
Samsca 30 mg
17. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18. UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
WORDEN VERMELD
GEPERFOREERDE EENHEIDSBLISTERVERPAKKINGEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Samsca 30 mg tabletten
tolvaptan
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Otsuka
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
B. BIJSLUITER
Samsca 7,5 mg tabletten
Samsca 15 mg tabletten
Samsca 30 mg tabletten
tolvaptan
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud deze bijsluiter
1.
Wat is Samsca en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overig informatie
1.
Wat is Samsca en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Samsca, dat de werkzame stof tolvaptan bevat, behoort tot een groep geneesmiddelen die
vasopressineantagonisten worden genoemd. Vasopressine is een hormoon dat, door de urineproductie
te verminderen, helpt te voorkomen dat het lichaam water verliest. Antagonist betekent dat het ervoor
zorgt dat vasopressine geen invloed kan hebben op het vasthouden van water. Hierdoor wordt de
hoeveelheid water in het lichaam verminderd door een verhoogde urineproductie, waardoor het
natriumgehalte of de natriumconcentratie in uw bloed stijgt.
Samsca wordt gebruikt voor de behandeling van lage natriumgehaltes in serum bij volwassenen. Men
heeft u dit geneesmiddel voorgeschreven omdat u een verlaagd natriumgehalte in uw bloed heeft als
gevolg van een aandoening die 'syndroom van inadequate antidiuretische hormoonsecretie' (SIADH)
wordt genoemd, waarbij de nieren te veel water vasthouden. Door deze aandoening wordt het
hormoon vasopressine onvoldoende geproduceerd waardoor de natriumconcentratie in uw bloed te
laag wordt (hyponatriëmie). Dat kan leiden tot concentratie- en geheugenstoornissen, of tot
evenwichtsstoornissen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
·
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6. Of u bent allergisch voor benzazepine of of benzazepinederivaten (bijv. benazepril,
conivaptan, fenoldopammesylaat of mirtazapine).
·
Uw nieren werken niet (produceren geen urine).
·
U heeft een aandoening waardoor het zoutgehalte in uw bloed stijgt ('hypernatriëmie').
·
U heeft een aandoening die gepaard gaat met een zeer laag bloedvolume.
·
U beseft niet wanneer u dorst heeft.
·
U bent zwanger.
·
U geeft borstvoeding.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt:
·
als u onvoldoende water kunt drinken of als u onvoldoende vocht ter beschikking heeft
·
als u moeilijk kunt plassen of een vergrote prostaat heeft
·
als u een leveraandoening heeft
·
als u vroeger een allergische reactie heeft gehad op benzazepine, tolvaptan of andere van
benzazepine afgeleide stoffen (bijv. benazepril, conivaptan, fenoldopammesylaat of
mirtazapine), of op een van de andere stoffen van dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden
in rubriek 6
·
als u lijdt aan een nierziekte die autosomaal dominante polycysteuze nierziekte (ADPKD) heet
·
als u diabetes heeft.
Voldoende water drinken
Samsca leidt tot waterverlies, omdat het uw urineproductie verhoogt. Dit waterverlies kan tot
bijwerkingen leiden, zoals droge mond en dorst, of nog ernstigere bijwerkingen, zoals nierproblemen
(zie rubriek 4). Daarom is het belangrijk dat u water ter beschikking heeft en dat u voldoende water
kunt drinken wanneer u dorst heeft.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Samsca is niet geschikt voor kinderen en jongeren (tot 18 jaar).
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Samsca nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
De volgende geneesmiddelen kunnen het effect van dit geneesmiddel versterken:
·
ketoconazol (tegen schimmelinfecties)
·
macrolideantibiotica
·
diltiazem (behandeling voor hoge bloeddruk en pijn op de borst)
·
andere producten die het zoutgehalte in uw bloed doen stijgen of die grote hoeveelheden zout
bevatten.
De volgende geneesmiddelen kunnen het effect van dit geneesmiddel afzwakken:
·
barbituraten (worden gebruikt voor de behandeling van epilepsie/epileptische aanvallen
(insulten) en bepaalde slaapstoornissen)
·
rifampicine (tegen tuberculose).
Dit geneesmiddel kan het effect van de volgende geneesmiddelen versterken:
·
digoxine (wordt gebruikt voor de behandeling van onregelmatige hartslag en onvoldoende
pompkracht van het hart (hartfalen))
·
dabigatranetexilaat (wordt gebruikt om het bloed te verdunnen)
·
metformine (wordt gebruikt om diabetes te behandelen)
·
sulfasalazine (wordt gebruikt om inflammatoire darmziekte of reumatoïde artritis te
behandelen).
Dit geneesmiddel kan het effect van de volgende geneesmiddelen afzwakken:
·
desmopressine (wordt gebruikt voor de verhoging van bloedstollingsfactoren).
Toch kan het in orde zijn dat u deze geneesmiddelen in combinatie met Samsca inneemt. Uw arts zal
kunnen bepalen wat voor u geschikt is.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Drink, als u Samsca inneemt, geen grapefruitsap.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Neem dit geneesmiddel
niet in als u zwanger bent of borstvoeding geeft.
U moet effectieve anticonceptie gebruiken tijdens het gebruik van dit geneesmiddel.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is onwaarschijnlijk dat Samsca een nadelig effect heeft op uw vermogen om voertuigen te
besturen of machines te gebruiken. Af en toe kunt u echter kortstondig duizelig zijn of een zwak
gevoel hebben of flauwvallen.
Samsca bevat lactose
Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw
arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
·
Een behandeling met Samsca zal in het ziekenhuis worden ingesteld.
·
Voor het behandelen van uw lage natriumgehalte (hyponatriëmie) zal uw arts starten met een
dosis van 15 mg en kan hij/zij die vervolgens verhogen tot maximaal 60 mg om het gewenste
natriumgehalte in uw serum te bereiken. Om de effecten van Samsca te controleren, zal uw arts
regelmatig bloedtests uitvoeren. Om het gewenste natriumgehalte in uw serum te bereiken, kan
uw arts u in sommige gevallen een lagere dosis van 7,5 mg geven.
·
Slik de tablet met een glas water in, zonder erop te kauwen.
·
Neem de tabletten eenmaal per dag in, bij voorkeur 's ochtends, met of zonder voedsel.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Als u meer tabletten dan uw voorgeschreven dosis heeft ingenomen,
drink dan veel water en neem
meteen contact op met uw arts of het plaatselijke ziekenhuis. Denk eraan de verpakking van het
geneesmiddel mee te nemen, zodat duidelijk is wat u heeft ingenomen.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u bent vergeten uw geneesmiddel in te nemen, moet u de dosis diezelfde dag innemen zodra u er
aan denkt. Als u uw tablet een bepaalde dag niet inneemt, neem dan de dag daarna uw normale dosis
in. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Als u stopt met het innemen van Samsca kan dit ertoe leiden dat uw natriumgehalte opnieuw lage
waarden zal vertonen. Daarom mag u het innemen van Samsca pas stopzetten als u bijwerkingen
opmerkt die dringend medische zorgen vereisen (zie rubriek 4) of als uw arts u zegt dat te doen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
nodig.
Stop de inname van Samsca en neem meteen contact op met een arts of ga naar het
dichtstbijzijnde ziekenhuis als u:
·
moeilijk kunt plassen
·
een zwelling opmerkt van het gezicht, de lippen of tong, jeuk, algemene uitslag, of ernstige
piepende ademhaling of kortademigheid (symptomen van een allergische reactie).
Raadpleeg uw arts als de symptomen vermoeidheid, verminderde eetlust, klachten in de
rechterbovenbuik, donkere urine of geelzucht (gele verkleuring van huid of ogen) optreden.
Andere bijwerkingen
Zeer vaak (kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 personen)
·
zich misselijk voelen
·
dorst
·
snelle stijging van het natriumgehalte.
Vaak (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 10 personen)
·
veelvuldig water drinken
·
waterverlies
·
hoog gehalte van natrium, kalium, creatinine, urinezuur en bloedsuiker
·
verlaagd gehalte bloedsuiker
·
verminderde eetlust
·
flauwvallen
·
hoofdpijn
·
duizeligheid
·
lage bloeddruk wanneer men rechtop gaat staan
·
constipatie
·
diarree
·
droge mond
·
bloeding in de vorm van vlekken in de huid
·
jeuk
·
verhoogde drang om te plassen, of om vaker te plassen
·
vermoeidheid, algehele zwakte
·
koorts
·
algeheel gevoel van onwel zijn
·
bloed in urine
·
verhoogde leverenzymgehaltes in het bloed
·
verhoogde creatininegehaltes in het bloed.
Soms (kunnen optreden bij maximaal 1 op de 100 personen)
·
gewijzigde smaakzin
·
nierproblemen.
Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)
·
allergische reacties (zie hierboven)
·
leverproblemen
·
acuut leverfalen (ALF)
·
stijging van leverenzymen.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos en de
blisterverpakking na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overig informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
·
De werkzame stof in dit middel is tolvaptan.
Elke tablet Samsca 7,5 mg bevat 7,5 mg tolvaptan.
Elke tablet Samsca 15 mg bevat 15 mg tolvaptan.
Elke tablet Samsca 30 mg bevat 30 mg tolvaptan.
·
De andere stoffen in dit middel zijn lactosemonohydraat, maïszetmeel, microkristallijne
cellulose, hydroxypropylcellulose, magnesiumstearaat, indigokarmijn-aluminium verflak
(E 132).
Hoe ziet Samsca eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Samsca 7,5 mg: blauwe, rechthoekige, licht convexe tabletten met afmetingen van
7,7 × 4,35 × 2,5 mm, voorzien van de inscriptie 'OTSUKA' en '7.5' aan één zijde.
Samsca 15 mg: blauwe, driehoekige, licht convexe tabletten met afmetingen van 6,58 × 6,2 × 2,7 mm,
voorzien van de inscriptie 'OTSUKA' en '15' aan één zijde.
Samsca 30 mg: blauwe, ronde, licht convexe tabletten met afmetingen van Ø8 × 3,0 mm, voorzien van
de inscriptie 'OTSUKA' en '30' aan één zijde.
Samsca 7,5 mg tabletten zijn beschikbaar als
10 tabletten in PP/Al blisterverpakkingen
30 tabletten in PP/Al blisterverpakkingen
10 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
30 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
Samsca 15 mg tabletten en Samsca 30 mg tabletten zijn beschikbaar als
10 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
30 × 1 tablet in PVC/Al geperforeerde eenheidsblisterverpakkingen
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Herikerbergweg 292
1101 CT, Amsterdam
Nederland
Millmount Healthcare Limited
Block-7, City North Business Campus, Stamullen, Co. Meath, K32 YD60
Ierland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
Lietuva
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tél/Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Luxembourg/Luxemburg
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Te: +31 (0) 20 85 46 555
Tel/ Tél: +31 (0) 20 85 46 555
Ceská republika
Magyarország
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Danmark
Malta
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tlf: +46854 528 660
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Deutschland
Nederland
Otsuka Pharma GmbH
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +49691 700 860
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Eesti
Norge
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tlf: +46854 528 660
Österreich
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Th: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
España
Polska
Otsuka Pharmaceutical S.A
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +3493 2081 020
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
France
Portugal
Otsuka Pharmaceutical France SAS
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tél: +33147 080 000
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Hrvatska
România
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Ireland
Slovenija
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Ísland
Slovenská republika
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Sími: +46854 528 660
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Suomi/Finland
Otsuka Pharmaceutical Italy S.r.l.
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Tel: +39 02 00 63 27 10
Tel/ Puh: +46854 528 660
Sverige
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharma Scandinavia AB
Th: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +46854 528 660
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Otsuka Pharmaceutical Netherlands B.V.
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Tel: +31 (0) 20 85 46 555
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
{MM/JJJJ}.
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.