Shutout 2,6 g syr.

Bijsluiter – NL Versie
SHUTOUT 2,6 G
BIJSLUITER
ShutOut 2,6 g Suspensie voor intramammair gebruik
voor droogstaande koeien
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Intervet International B.V.
Wim de Körverstraat 35
NL- 5831 AN Boxmeer
Vertegenwoordigd door:
MSD Animal Health
Lynx Binnenhof 5
BE- 1200 Brussel
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Intervet International GmbH
Feldstrasse 1a
85716 Unterschleissheim
Duitsland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
ShutOut 2,6 g Suspensie voor intramammair gebruik voor droogstaande koeien
Bismutsubnitraat
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDD(E)L(EN)
Elke 4 g injector voor intramammair gebruik bevat:
Werkzaam bestanddeel:
Bismutsubnitraat
(overeenkomend met bismut
2,6 g
1,9 g)
Witte tot lichtgele, homogene suspensie.
4.
INDICATIE(S)
Preventie van nieuwe intramammaire infecties gedurende de gehele droogstandperiode.
Bij koeien die als vrij van subklinische mastitis beschouwd worden, kan het diergeneesmiddel op
zichzelf gebruikt worden als droogzetmanagement en mastitispreventie.
5.
CONTRA-INDICATIES
Dit diergeneesmiddel niet als enige therapie gebruiken bij het droogzetten van koeien met subklinische
mastitis.
Bijsluiter – NL Versie
SHUTOUT 2,6 G
Niet gebruiken bij koeien met klinische mastitis op het moment van droogzetten. Niet gebruiken bij
lacterende koeien. Zie speciale waarschuwing(en).
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
6.
BIJWERKINGEN
Geen bekend.
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Rund (melkkoeien bij droogzetten).
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK.
Uitsluitend voor intramammair gebruik.
Breng de inhoud van één injector van het diergeneesmiddel in de speen van elk kwartier in, direct na
de laatste melkbeurt van de lactatieperiode (bij het droogzetten).
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Het diergeneesmiddel heeft een tweevoudig tuituiteinde. De dop van de injector kan gedeeltelijk of
volledig worden verwijderd. Het wordt aanbevolen om in de basis van de speen te knijpen omdat dit
helpt om de pasta in de speenholte te krijgen zodat het tepelkanaal van bovenaf wordt afgesloten.
Korte tuit optie: Maakt het mogelijk om de injector met een korte tuit te gebruiken voor een
gedeeltelijke inbrengtechniek, zodat de injector alleen in het speenuiteinde hoeft te worden ingebracht.
Lange tuit optie: De lange tuit kan gebruikt worden voor gebruiksgemak, bijvoorbeeld om te
voorkomen dat de tuit eruit schiet bij een onrustige koe.
Stap 1: Verwijdering van de afbreek dop
Stap 2: Inbrenging van de lange of korte tuit
Speen of uier na het inbrengen van het diergeneesmiddel niet masseren omdat het belangrijk is dat de
suspensie in de speen zelf blijft en niet in de uier komt.
Om het risico op mastitis na toediening te verminderen, dient ervoor gezorgd te worden dat er geen
pathogenen ingebracht worden in de speen.
Het is essentieel dat de speen grondig gereinigd en gedesinfecteerd wordt met de geleverde
desinfecterende alcohol doekjes. De spenen dienen schoongemaakt te worden tot er op de doekjes
Bijsluiter – NL Versie
SHUTOUT 2,6 G
geen zichtbaar vuil meer achterblijft. Daarna de spenen laten drogen voordat het diergeneesmiddel
ingebracht wordt. Breng aseptisch in en zorg ervoor dat de tuit van de injector niet verontreinigd
wordt. Aangeraden wordt om na het inbrengen een geschikte tepeldip of -spray te gebruiken.
Onder koude omstandigheden kan het diergeneesmiddel in een warme omgeving op kamertemperatuur
gebracht worden om het toedienen gemakkelijker te maken.
10.
WACHTTIJD(EN)
Vlees en slachtafval: Nul dagen.
Melk: Nul uren.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Dit diergeneesmiddel vereist geen bijzondere bewaarvoorschriften.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket.
De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Selectie van koeien voor behandeling met het diergeneesmiddel dient gebaseerd te zijn op een
veterinaire klinische beoordeling. Selectiecriteria kunnen gebaseerd zijn op mastitis- en
celgetalgegevens uit eerdere metingen van de individuele koeien of erkende testen voor het aantonen
van subklinische mastitis of bacteriologische monstername.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Het is een goede gewoonte om droogstaande koeien regelmatig te controleren op verschijnselen van
klinische mastitis. Indien zich in een verzegeld kwartier een klinische mastitis ontwikkelt, dient de seal
handmatig uit het aangetaste kwartier uitgemolken te worden, voordat een geschikte therapie ingesteld
wordt. Om het risico op verontreiniging te beperken, mag de injector niet ondergedompeld worden in
water.
Gebruik de injector slechts eenmaal.
Aangezien het diergeneesmiddel geen antimicrobiële werking heeft, is het belangrijk dat er bij het
inbrengen een strikt aseptische techniek toegepast wordt.
Pas geen ander intramammair diergeneesmiddel toe ná de toediening van het diergeneesmiddel.
Bij koeien die subklinische mastitis zouden kunnen hebben kan, volgend op de behandeling van het
geïnfecteerde kwartier met een daartoe geschikt antibiotica bevattend droogzetpreparaat, het
diergeneesmiddel gebruikt worden.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Dit diergeneesmiddel kan huid- en oogirritatie veroorzaken.
Vermijd contact met de huid of ogen.
In geval van huid- of oogcontact, het aangedane gebied grondig spoelen met water.
Bismutzouten worden in verband gebracht met overgevoeligheidsreacties. Personen met een bekende
overgevoeligheid voor bismutzouten moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden. Indien u na
blootstelling symptomen ontwikkelt, raadpleeg dan een arts en toon deze bijsluiter of het etiket.
Handen wassen na gebruik.
Desinfecterende doekjes:
De desinfecterende doekjes kunnen huid- en oogirritatie veroorzaken door de aanwezigheid van
isopropylalcohol. Vermijd contact met de ogen en langdurig contact met de huid. Vermijd inhalatie
Bijsluiter – NL Versie
SHUTOUT 2,6 G
van de damp. Het gebruik van beschermende handschoenen kan huidirritatie voorkomen. Handen
wassen na gebruik.
Dracht:
Daar het diergeneesmiddel na inbrengen niet geabsorbeerd wordt, kan het gebruikt worden bij
drachtige dieren. Na het afkalven kan de seal door het kalf ingenomen worden. Inname van het
diergeneesmiddel door het kalf is veilig en heeft geen nadelige effecten.
Lactatie:
Het diergeneesmiddel is geïndiceerd voor gebruik bij droogstaande koeien. Indien per ongeluk
ingebracht bij een lacterende koe, kan er een kleine (tot tweevoudige) voorbijgaande verhoging van
het celgetal waargenomen worden. In dit geval dient de seal handmatig uitgemolken te worden en zijn
er geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
In klinisch onderzoek is de compatibiliteit, van een vergelijkbaar middel voor verzegeling (seal) in de
speen alleen aangetoond met een cloxacilline bevattend droogzetpreparaat.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Tweemaal de aanbevolen dosis, toegediend aan koeien, had geen nadelige gevolgen.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten (inclusief gebruikte seal) hiervan dienen in
overeenstemming met de lokale vereisten te worden verwijderd.
Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze maatregelen
dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
April 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met 24 injectoren en desinfecterende alcohol doekjes.
Kunststof emmer met 144 injectoren en desinfecterende alcohol doekjes.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Afleveringswijze:
Op diergeneeskundig voorschrift.
Registratienummer:
BE-V582417
SHUTOUT 2,6 G
BIJSLUITER
ShutOut 2,6 g Suspensie voor intramammair gebruik voor droogstaande koeien
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Intervet International B.V.
Wim de Körverstraat 35
NL- 5831 AN Boxmeer
Vertegenwoordigd door:
MSD Animal Health
Lynx Binnenhof 5
BE- 1200 Brussel
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Intervet International GmbH
Feldstrasse 1a
85716 Unterschleissheim
Duitsland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
ShutOut 2,6 g Suspensie voor intramammair gebruik voor droogstaande koeien
Bismutsubnitraat
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDD(E)L(EN)
Elke 4 g injector voor intramammair gebruik bevat:
Werkzaam bestanddeel:
Bismutsubnitraat
2,6 g
(overeenkomend met bismut
1,9 g)
Witte tot lichtgele, homogene suspensie.
4.
INDICATIE(S)
Preventie van nieuwe intramammaire infecties gedurende de gehele droogstandperiode.
Bij koeien die als vrij van subklinische mastitis beschouwd worden, kan het diergeneesmiddel op
zichzelf gebruikt worden als droogzetmanagement en mastitispreventie.
5.
CONTRA-INDICATIES

Bijsluiter ­ NL Versie
SHUTOUT 2,6 G
Niet gebruiken bij koeien met klinische mastitis op het moment van droogzetten. Niet gebruiken bij
lacterende koeien. Zie speciale waarschuwing(en).
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
6.
BIJWERKINGEN
Geen bekend.
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Rund (melkkoeien bij droogzetten).
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK.

Uitsluitend voor intramammair gebruik.
Breng de inhoud van één injector van het diergeneesmiddel in de speen van elk kwartier in, direct na
de laatste melkbeurt van de lactatieperiode (bij het droogzetten).
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Het diergeneesmiddel heeft een tweevoudig tuituiteinde. De dop van de injector kan gedeeltelijk of
volledig worden verwijderd. Het wordt aanbevolen om in de basis van de speen te knijpen omdat dit
helpt om de pasta in de speenholte te krijgen zodat het tepelkanaal van bovenaf wordt afgesloten.
Korte tuit optie: Maakt het mogelijk om de injector met een korte tuit te gebruiken voor een
gedeeltelijke inbrengtechniek, zodat de injector alleen in het speenuiteinde hoeft te worden ingebracht.
Lange tuit optie: De lange tuit kan gebruikt worden voor gebruiksgemak, bijvoorbeeld om te
voorkomen dat de tuit eruit schiet bij een onrustige koe.
Stap 1: Verwijdering van de afbreek dop
Stap 2: Inbrenging van de lange of korte tuit
Speen of uier na het inbrengen van het diergeneesmiddel niet masseren omdat het belangrijk is dat de
suspensie in de speen zelf blijft en niet in de uier komt.
Om het risico op mastitis na toediening te verminderen, dient ervoor gezorgd te worden dat er geen
pathogenen ingebracht worden in de speen.
SHUTOUT 2,6 G
geen zichtbaar vuil meer achterblijft. Daarna de spenen laten drogen voordat het diergeneesmiddel
ingebracht wordt. Breng aseptisch in en zorg ervoor dat de tuit van de injector niet verontreinigd
wordt. Aangeraden wordt om na het inbrengen een geschikte tepeldip of -spray te gebruiken.
Onder koude omstandigheden kan het diergeneesmiddel in een warme omgeving op kamertemperatuur
gebracht worden om het toedienen gemakkelijker te maken.
10.
WACHTTIJD(EN)
Vlees en slachtafval: Nul dagen.
Melk: Nul uren.
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHRIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Dit diergeneesmiddel vereist geen bijzondere bewaarvoorschriften.
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiket.
De uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort:
Selectie van koeien voor behandeling met het diergeneesmiddel dient gebaseerd te zijn op een
veterinaire klinische beoordeling. Selectiecriteria kunnen gebaseerd zijn op mastitis- en
celgetalgegevens uit eerdere metingen van de individuele koeien of erkende testen voor het aantonen
van subklinische mastitis of bacteriologische monstername.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Het is een goede gewoonte om droogstaande koeien regelmatig te controleren op verschijnselen van
klinische mastitis. Indien zich in een verzegeld kwartier een klinische mastitis ontwikkelt, dient de seal
handmatig uit het aangetaste kwartier uitgemolken te worden, voordat een geschikte therapie ingesteld
wordt. Om het risico op verontreiniging te beperken, mag de injector niet ondergedompeld worden in
water.
Gebruik de injector slechts eenmaal.
Aangezien het diergeneesmiddel geen antimicrobiële werking heeft, is het belangrijk dat er bij het
inbrengen een strikt aseptische techniek toegepast wordt.
Pas geen ander intramammair diergeneesmiddel toe ná de toediening van het diergeneesmiddel.
Bij koeien die subklinische mastitis zouden kunnen hebben kan, volgend op de behandeling van het
geïnfecteerde kwartier met een daartoe geschikt antibiotica bevattend droogzetpreparaat, het
diergeneesmiddel gebruikt worden.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Dit diergeneesmiddel kan huid- en oogirritatie veroorzaken.
Vermijd contact met de huid of ogen.
In geval van huid- of oogcontact, het aangedane gebied grondig spoelen met water.
Bismutzouten worden in verband gebracht met overgevoeligheidsreacties. Personen met een bekende
overgevoeligheid voor bismutzouten moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden. Indien u na
blootstelling symptomen ontwikkelt, raadpleeg dan een arts en toon deze bijsluiter of het etiket.
Handen wassen na gebruik.
SHUTOUT 2,6 G
van de damp. Het gebruik van beschermende handschoenen kan huidirritatie voorkomen. Handen
wassen na gebruik.
Dracht:
Daar het diergeneesmiddel na inbrengen niet geabsorbeerd wordt, kan het gebruikt worden bij
drachtige dieren. Na het afkalven kan de seal door het kalf ingenomen worden. Inname van het
diergeneesmiddel door het kalf is veilig en heeft geen nadelige effecten.
Lactatie:
Het diergeneesmiddel is geïndiceerd voor gebruik bij droogstaande koeien. Indien per ongeluk
ingebracht bij een lacterende koe, kan er een kleine (tot tweevoudige) voorbijgaande verhoging van
het celgetal waargenomen worden. In dit geval dient de seal handmatig uitgemolken te worden en zijn
er geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
In klinisch onderzoek is de compatibiliteit, van een vergelijkbaar middel voor verzegeling (seal) in de
speen alleen aangetoond met een cloxacilline bevattend droogzetpreparaat.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Tweemaal de aanbevolen dosis, toegediend aan koeien, had geen nadelige gevolgen.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL

Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten (inclusief gebruikte seal) hiervan dienen in
overeenstemming met de lokale vereisten te worden verwijderd.
Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze maatregelen
dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
April 2021
15.
OVERIGE INFORMATIE
Verpakkingsgrootten:
Kartonnen doos met 24 injectoren en desinfecterende alcohol doekjes.
Kunststof emmer met 144 injectoren en desinfecterende alcohol doekjes.
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.

Heb je dit medicijn gebruikt? ShutOut 2,6 g syr. te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van ShutOut 2,6 g syr. te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over ShutOut 2,6 g syr.

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG