Sifrol 2,62 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,088 mg tabletten
SIFROL 0,18 mg tabletten
SIFROL 0,35 mg tabletten
SIFROL 0,7 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
SIFROL 0,088 mg tabletten
Elke tablet bevat 0,125 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat overeenkomt met 0,088 mg
pramipexol.
SIFROL 0,18 mg tabletten
Elke tablet bevat 0,25 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat overeenkomt met 0,18 mg
pramipexol.
SIFROL 0,35 mg tabletten
Elke tablet bevat 0,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat overeenkomt met 0,35 mg
pramipexol.
SIFROL 0,7 mg tabletten
Elke tablet bevat 1,0 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat overeenkomt met 0,7 mg
pramipexol.
Let op:
De in de literatuur vermelde pramipexoldoses hebben betrekking op de zoutvorm.
Daarom zullen doses in deze tekst worden weergegeven in zowel de base- als de zoutvorm (tussen
haakjes) van pramipexol.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
Tablet
SIFROL 0,088 mg tabletten
De tabletten zijn wit, plat en rond van vorm, en zijn voorzien van een code (op één kant staat de
code P6 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
SIFROL 0,18 mg tabletten
De tabletten zijn wit, plat en ovaal van vorm, met aan beide kanten een breukstreep, en zijn voorzien
van een code (op één kant staat de code P7 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer
Ingelheim).
De tabletten kunnen worden verdeeld in gelijke helften.
SIFROL 0,35 mg tabletten
De tabletten zijn wit, plat en ovaal van vorm, met aan beide kanten een breukstreep, en zijn voorzien
van een code (op één kant staat de code P8 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer
Ingelheim).
De tabletten kunnen worden verdeeld in gelijke helften.
FARMACEUTISCHE VORM
2
SIFROL 0,7 mg tabletten
De tabletten zijn wit, plat en rond van vorm, met aan beide kanten een breukstreep, en zijn voorzien
van een code (op één kant staat de code P9 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer
Ingelheim).
De tabletten kunnen worden verdeeld in gelijke helften.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
SIFROL is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van de verschijnselen en
symptomen van de ziekte van Parkinson, alleen (zonder levodopa) of in combinatie met levodopa,
wanneer tijdens het verloop van de ziekte, in latere stadia, het effect van levodopa afneemt of
inconsistent wordt en schommelingen in het therapeutische effect optreden (‘eind van de dosis’- of
‘on-off’-schommelingen).
SIFROL is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen als symptomatische behandeling van matig tot
ernstig idiopathisch Restless Legs Syndroom in doseringen tot 0,54 mg base (0,75 mg zout) (zie
rubriek 4.2).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Ziekte van Parkinson
De dag dosering wordt in 3 gelijke doses verdeeld over de dag toegediend.
Aanvang van de behandeling
Doseringen dienen stapsgewijs te worden opgebouwd, te beginnen met een aanvangsdosering van
0,264 mg base (0,375 mg zout) per dag en vervolgens moet de dosering iedere 5-7 dagen worden
verhoogd. Zolang de patiënten geen last krijgen van niet te verdragen bijwerkingen, dient de dosis te
worden getitreerd om een maximaal therapeutisch effect te verkrijgen.
Oplopend doseringsschema van SIFROL
Week
1
2
3
Dosis
(mg base)
3 x 0,088
3 x 0,18
3 x 0,35
Totale dagdosering
(mg base)
0,264
0,54
1,1
Dosis
(mg zout)
3 x 0,125
3 x 0,25
3 x 0,5
Totale dagdosering
(mg zout)
0,375
0,75
1,50
Indien verdere dosisverhoging noodzakelijk is, dient de dagelijkse dosis in wekelijkse intervallen met
0,54 mg base (0,75 mg zout) te worden verhoogd tot een maximumdosis van 3,3 mg base (4,5 mg
zout) per dag.
Er dient echter te worden opgemerkt dat de incidentie van slaperigheid toeneemt bij doseringen hoger
dan 1,5 mg (zout) per dag (zie rubriek 4.8).
Onderhoudsbehandeling
De individuele dosis pramipexol dient tussen 0,264 mg base (0,375 mg zout) en maximaal 3,3 mg base
(4,5 mg zout) per dag te liggen. In belangrijke studies werd tijdens de oplopende dosering effectiviteit
aangetoond vanaf een dagelijkse dosis van 1,1 mg base (1,5 mg zout). Verdere aanpassingen van de
dosering dienen te worden gedaan aan de hand van zowel de klinische respons als het optreden van
bijwerkingen. In klinische studies werd ongeveer 5% van de patiënten behandeld met doses lager dan
1,1 mg base (1,5 mg zout). In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kan het gebruik van
pramipexoldoses hoger dan 1,1 mg base (1,5 mg zout) per dag van nut zijn bij patiënten bij wie een
3
reductie van de hoeveelheid levodopa wordt beoogd. Aangeraden wordt om zowel tijdens de
dosisverhoging als tijdens de onderhoudsbehandeling met SIFROL de dosis levodopa te verlagen,
afhankelijk van de reactie van de individuele patiënt (zie rubriek 4.5).
Staken van de behandeling
Plotseling stoppen van een dopaminerge behandeling kan leiden tot de ontwikkeling van een maligne
neuroleptisch syndroom of een dopamine-agonist onttrekkingssyndroom. Pramipexol dient te worden
afgebouwd met een hoeveelheid van 0,54 mg base (0,75 mg zout) per dag totdat de dagelijkse dosis is
afgenomen tot 0,54 mg base (0,75 mg zout). Nadien dient de dosis te worden afgebouwd met
0,264 mg base (0,375 mg zout) per dag (zie rubriek 4.4). Een dopamine-agonist onttrekkingssyndroom
zou nog steeds kunnen optreden tijdens het afbouwen van de dosering, en een tijdelijke verhoging van
de dosering zou nodig kunnen zijn alvorens het afbouwen te hervatten (zie rubriek 4.4).
Nierinsufficiëntie
De uitscheiding van pramipexol is afhankelijk van de nierfunctie. Het voorgestelde doseringsschema
voor de aanvang van de behandeling is als volgt:
Bij patiënten met een creatinineklaring groter dan 50 ml/min is er geen reductie van de dagdosering of
doseringsfrequentie nodig.
Bij patiënten met een creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min, dient de behandeling te worden
begonnen met een dagdosering van SIFROL in twee aparte doses, te beginnen met 0,088 mg base
(0,125 mg zout) tweemaal daags (0,176 mg base/0,25 mg zout per dag). Een maximale dagelijkse
dosering van 1,57 mg pramipexolbase (2,25 mg zout) dient niet overschreden te worden.
Bij patiënten met een creatinineklaring van minder dan 20 ml/min, dient de dagdosering van SIFROL
te worden toegediend als een enkele dosis, te beginnen vanaf 0,088 mg base (0,125 mg zout) per dag.
Een maximale dagelijkse dosering van 1,1 mg pramipexolbase (1,5 mg zout) dient niet overschreden te
worden.
Als de nierfunctie tijdens de onderhoudsbehandeling verslechtert, dient de dagdosering van SIFROL te
worden verlaagd met hetzelfde percentage als de afname in de creatinineklaring. Dat wil dus zeggen
wanneer de creatinineklaring afneemt met 30%, dient tevens de dagdosering van SIFROL met 30% te
worden verlaagd. De dagdosering kan worden toegediend in twee aparte doses indien de
creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min is en als een enkelvoudige dosis indien de klaring minder dan
20 ml/min bedraagt.
Leverinsufficiëntie
Aanpassing van de dosis bij patiënten met leverinsufficiëntie is waarschijnlijk niet nodig, aangezien
ongeveer 90% van de geabsorbeerde werkzame stof door de nieren wordt uitgescheiden. De mogelijke
invloed van leverinsufficiëntie op de farmacokinetiek van SIFROL is echter niet onderzocht.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van SIFROL bij kinderen jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er is
geen relevante toepassing van SIFROL bij pediatrische patiënten voor de indicatie van de ziekte van
Parkinson.
Restless Legs Syndroom
De aanbevolen aanvangsdosering van SIFROL is 0,088 mg base (0,125 mg zout) eenmaal daags
2-3 uur voor het naar bed gaan. Bij patiënten die aanvullende symptomatische verlichting behoeven,
kan de dosis elke 4-7 dagen verhoogd worden tot een maximum van 0,54 mg base (0,75 mg zout) per
dag (zoals aangegeven in de onderstaande tabel).
4
Doseringsschema van SIFROL
Titratiestap
Eenmaal daagse avonddosis (mg base)
1
0,088
2*
0,18
3*
0,35
4*
0,54
* indien nodig
Eenmaal daagse avonddosis (mg zout)
0,125
0,25
0,50
0,75
De respons van de patiënt dient na 3 maanden te worden geëvalueerd en de noodzaak voor
voortzetting van de behandeling te worden overwogen. Als de behandeling wordt onderbroken
gedurende meer dan een paar dagen, dient opnieuw met behulp van een stapsgewijs oplopend
doseringsschema zoals hierboven staat beschreven te worden gestart.
Staken van de behandeling
Omdat de dagelijkse dosis voor de behandeling van het Restless Legs Syndroom niet boven de
0,54 mg base (0,75 mg zout) uitkomt, kan de behandeling met SIFROL gestopt worden zonder af te
bouwen. In een 26 weken durend placebogecontroleerd onderzoek, werd bij 10% van de patiënten
(14 van de 135) rebound RLS-symptomen (verslechtering van de hevigheid van de symptomen in
vergelijking met baseline) waargenomen na abrupt stoppen met de behandeling. Dit effect was
vergelijkbaar voor alle doseringen.
Nierinsufficiëntie
De uitscheiding van pramipexol is afhankelijk van de nierfunctie. Bij patiënten met een
creatinineklaring groter dan 20 ml/min is er geen reductie van de dagdosering nodig.
Het gebruik van SIFROL is niet onderzocht bij hemodialysepatiënten of bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie.
Leverinsufficiëntie
Aanpassing van de dosis bij patiënten met leverinsufficiëntie is niet nodig, aangezien ongeveer 90%
van de geabsorbeerde werkzame stof door de nieren wordt uitgescheiden.
Pediatrische patiënten
SIFROL wordt niet aanbevolen voor het gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar
vanwege een gebrek aan gegevens over de veiligheid en werkzaamheid.
Tourette syndroom
Pediatrische patiënten
SIFROL wordt niet aanbevolen voor het gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar
aangezien de veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld bij deze populatie. SIFROL dient niet te
worden gebruikt bij kinderen of adolescenten met het Tourette syndroom vanwege de negatieve
risk/benefit balans bij deze aandoening (zie rubriek 5.1).
Wijze van toediening
De tabletten dienen oraal met water te worden ingenomen, al dan niet met voedsel.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Bij het voorschrijven van SIFROL aan patiënten met de ziekte van Parkinson met nierinsufficiëntie
wordt een verlaagde dosis aanbevolen overeenkomstig rubriek 4.2.
5
Hallucinaties
Hallucinaties zijn bekend als bijwerking van de behandeling met dopamine-agonisten en levodopa.
Patiënten dienen geïnformeerd te worden dat er (meestal visuele) hallucinaties op kunnen treden.
Dyskinesie
In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kan, bij gebruik in combinatie met levodopa,
dyskinesie optreden gedurende de eerste titratie met SIFROL. Wanneer dyskinesie optreedt, dient de
dosis levodopa te worden verlaagd.
Dystonie
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson is na aanvang of dosisverhoging van pramipexol enkele
malen axiale dystonie met antecollis, camptocormie en pleurothotonus (Pisa-syndroom) gemeld.
Hoewel dystonie een symptoom van de ziekte van Parkinson kan zijn, zijn de symptomen bij deze
patiënten verbeterd na vermindering of stopzetting van pramipexol. Als dystonie optreedt, moet de
behandeling met dopaminergica worden beoordeeld en aanpassing van de dosis pramipexol worden
overwogen.
Plotseling opkomen van slaap en slaperigheid
Pramipexol is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval,
vooral bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Gevallen van een plotselinge slaapaanval gedurende
de dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen zonder dat men zich er bewust van was, of niet
voorafgegaan door waarschuwingssignalen, zijn soms gemeld. Patiënten moeten hierover worden
geïnformeerd en worden geadviseerd voorzichtig te zijn tijdens het rijden of het bedienen van
machines gedurende de behandeling met SIFROL. Patiënten die slaperig zijn geworden en/of episodes
van een plotselinge slaapaanval hebben ervaren, mogen niet rijden of een machine bedienen gedurende
de behandeling met SIFROL. Verder dient een reductie van de dosis of het stoppen van de
behandeling te worden overwogen. Vanwege mogelijke additieve effecten dient bij patiënten de
nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of
alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol (zie rubriek 4.5, 4.7 en 4.8).
Stoornissen in de impulsbeheersing
Patiënten moeten regelmatig gecontroleerd worden op de ontwikkeling van stoornissen in de
impulsbeheersing. Patiënten en verzorgers moeten bewust worden gemaakt dat gedragssymptomen
van stoornissen in de impulsbeheersing, waaronder pathologisch gokken, toegenomen libido,
hyperseksualiteit, dwangmatige uitgaven of aankopen, eetaanvallen en dwangmatig eten kunnen
optreden bij patiënten die behandeld werden met dopamine-agonisten, waaronder SIFROL.
Vermindering van de dosis/geleidelijk afbouwen van de dosis dient overwogen te worden als
dergelijke symptomen zich voordoen.
Manie en delirium
Patiënten moeten regelmatig gecontroleerd worden op de ontwikkeling van manie en delirium.
Patiënten en verzorgers moeten bewust worden gemaakt dat manie en delirium kunnen optreden bij
patiënten die worden behandeld met pramipexol. Vermindering van de dosis/geleidelijk staken van de
behandeling dient overwogen te worden als dergelijke symptomen zich voordoen.
Patiënten met psychotische afwijkingen
Patiënten met psychotische afwijkingen dienen enkel met dopamine-agonisten te worden behandeld
als de mogelijke voordelen opwegen tegen de risico’s. Gelijktijdige toediening van antipsychotische
geneesmiddelen en pramipexol moet vermeden worden (zie rubriek 4.5).
Controle van de ogen
Aangeraden wordt om regelmatig, of wanneer zich afwijkingen in het zicht voordoen, de ogen te
controleren.
6
Ernstige cardiovasculaire aandoeningen
Voorzichtigheid is geboden bij ernstige cardiovasculaire aandoeningen. Aangeraden wordt om, vooral
in het begin van de behandeling, de bloeddruk te controleren vanwege het algemene risico op posturale
hypotensie die in verband wordt gebracht met dopaminerge therapie.
Maligne neuroleptisch syndroom
Symptomen die wijzen op het maligne neuroleptisch syndroom zijn gemeld bij het abrupt staken van
een dopaminerge behandeling (zie rubriek 4.2).
Dopamine-agonist onttrekkingssyndroom (DAWS)
DAWS is gemeld bij gebruik van dopamine-agonisten, waaronder pramipexol (zie rubriek 4.8). Om de
behandeling bij patiënten met de ziekte van Parkinson te staken, moet pramipexol worden afgebouwd
(zie rubriek 4.2). Op grond van beperkte gegevens wordt verondersteld dat patiënten met stoornissen
in de impulsbeheersing en patiënten die worden behandeld met hoge dagelijkse doses en/of
cumulatieve doses van dopamine-agonisten, een grotere kans hebben op de ontwikkeling van DAWS.
Onttrekkingssymptomen kunnen onder meer bestaan uit apathie, angst, depressie, vermoeidheid,
zweten en pijn, en deze symptomen reageren niet op levodopa. Voordat pramipexol wordt afgebouwd
en gestaakt, moeten patiënten worden geïnformeerd over mogelijke onttrekkingssymptomen. Patiënten
moeten zorgvuldig worden gemonitord tijdens het afbouwen en staken van pramipexol. In het geval
van ernstige en/of aanhoudende onttrekkingssymptomen, kan worden overwogen om tijdelijk opnieuw
pramipexol toe te dienen in de laagste effectieve dosis.
Augmentatie
Berichten in de literatuur wijzen erop dat de behandeling van het Restless Legs Syndroom met
dopaminerge geneesmiddelen kan resulteren in augmentatie. De augmentatie heeft betrekking op het
eerder optreden van de symptomen in de avond (of zelfs in de namiddag), toename van de symptomen
en uitbreiding van de symptomen naar andere extremiteiten. Augmentatie is specifiek onderzocht
tijdens een 26 weken durende gecontroleerde klinische studie. Augmentatie werd bij 11,8% van de
patiënten in de pramipexolgroep (N = 152) en 9,4% van de patiënten in de placebogroep (N = 149)
waargenomen. Kaplan-Meier-analyse van de tijd tot augmentatie toonde geen significant verschil
tussen de pramipexol- en placebogroepen.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Plasma-eiwitbinding
Pramipexol heeft een zeer lage plasma-eiwitbinding (< 20%) en vertoont een geringe biotransformatie
in de mens. Interacties met andere geneesmiddelen die de plasma-eiwitbinding of de uitscheiding door
middel van biotransformatie beïnvloeden, zijn daarom niet aannemelijk. Aangezien anticholinergica
voornamelijk via biotransformatie worden geëlimineerd, is de kans op een interactie gering. Er is
echter geen onderzoek gedaan naar de interactie met anticholinergica. Er is geen farmacokinetische
interactie met selegiline en levodopa.
Remmers/competitieve stoffen van het actieve renale eliminatie systeem
Bij gelijktijdige toediening van cimetidine verminderde de renale klaring van pramipexol met
ongeveer 34%. Dit werd waarschijnlijk veroorzaakt door remming van de renale tubulaire secretie van
kationische stoffen. Geneesmiddelen die dit actieve renale eliminatie systeem afremmen of die zelf
worden uitgescheiden via dit systeem, zoals cimetidine, amantadine, mexiletine, zidovudine,
cisplatine, kinine en procaïnamide, kunnen dus interfereren met pramipexol waardoor een verminderde
klaring van pramipexol ontstaat. Reductie van de dosis pramipexol dient te worden overwogen
wanneer deze geneesmiddelen samen met SIFROL worden gegeven.
Combinatie met levodopa
Als SIFROL in combinatie met levodopa wordt gegeven, wordt geadviseerd om tijdens het verhogen
van de dosis SIFROL de levodopadosis te verlagen en de dosering van andere antiparkinsonmedicatie
constant te houden.
7
Vanwege mogelijke additieve effecten, dient bij patiënten de nodige voorzichtigheid te worden
geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of alcohol gebruiken in combinatie met
pramipexol (zie rubriek 4.4, 4.7 en 4.8).
Antipsychotische geneesmiddelen
Gelijktijdige toediening van antipsychotische geneesmiddelen en pramipexol moet vermeden worden
(zie rubriek 4.4), bv. wanneer verwacht wordt dat er een antagonistisch effect zal optreden.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is bij mensen geen onderzoek uitgevoerd naar het effect op de zwangerschap en borstvoeding.
Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die
toxisch zijn voor de moeder (zie rubriek 5.3). SIFROL dient niet tijdens de zwangerschap te worden
gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk, dat wil zeggen indien de mogelijke voordelen opwegen tegen de
mogelijke nadelen voor de foetus.
Borstvoeding
Omdat behandeling met pramipexol de secretie van prolactine bij de mens remt, wordt een remming
van de melkproductie verwacht. Uitscheiding van pramipexol in de moedermelk is niet onderzocht bij
vrouwen. Bij ratten bleek de concentratie van aan de werkzame stof gerelateerde radioactiviteit in
moedermelk hoger dan in plasma.
Aangezien er geen humane gegevens bekend zijn, dient SIFROL niet tijdens het geven van
borstvoeding te worden gebruikt. Wanneer het gebruik echter noodzakelijk is, dient de borstvoeding te
worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Er is geen onderzoek naar het effect op de humane vruchtbaarheid uitgevoerd. In dieronderzoek had
pramipexol invloed op de oestrogene cyclus en veroorzaakte een verminderde vrouwelijke
vruchtbaarheid, zoals verwacht voor een dopamineagonist. Echter, deze onderzoeken duiden niet op
een direct of indirect nadelig effect op de mannelijke vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
SIFROL kan grote invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.
Hallucinaties en slaperigheid kunnen voorkomen.
Patiënten die met SIFROL worden behandeld en slaperigheid en/of episodes van een plotselinge
slaapaanval ondervinden, moeten worden geïnstrueerd niet te rijden of zich bezig te houden met
activiteiten waarbij zij zichzelf of anderen door een verminderde alertheid in gevaar zouden kunnen
brengen met als gevolg een ernstige verwonding of de dood (bijvoorbeeld het bedienen van machines)
totdat deze terugkerende episodes en slaperigheid verdwenen zijn (zie ook rubriek 4.4, 4.5 en 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Gebaseerd op de analyse van gepoolde placebo-gecontroleerde onderzoeken, waarbij in totaal
1.923 patiënten behandeld werden met pramipexol en 1.354 patiënten placebo kregen, werden voor
beide groepen frequent bijwerkingen gerapporteerd. 63% van de patiënten uit de groep die pramipexol
kreeg en 52% van de patiënten uit de placebogroep meldden ten minste één bijwerking.
De meerderheid van de bijwerkingen treedt doorgaans in het begin van de behandeling op en de
meeste blijken te verdwijnen, ook als de behandeling wordt voortgezet.
Per systeem/orgaanklasse worden bijwerkingen weergegeven naar frequentie (aantal patiënten dat naar
verwachting de reactie doormaakt), volgens onderstaande indeling: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100,
8
< 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet
bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
Ziekte van Parkinson, meest voorkomende bijwerkingen
De meest voorkomende (≥ 5%) bijwerkingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson, vaker gemeld
bij de behandeling met pramipexol dan bij placebo, waren misselijkheid, dyskinesie, hypotensie,
duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, obstipatie, hallucinatie, hoofdpijn en vermoeidheid. De
incidentie van slaperigheid neemt toe bij doseringen hoger dan 1,5 mg pramipexolzout per dag (zie
rubriek 4.2). Dyskinesie was een bijwerking die in combinatie met levodopa frequenter voorkwam.
Hypotensie kan voorkomen in het begin van de behandeling, met name als pramipexol te snel
getitreerd wordt.
9
Tabel 1: Ziekte van Parkinson
Lichaams-
Zeer vaak
systeem
(≥ 1/10)
Infecties en
parasitaire
aandoeningen
Endocriene
aandoeningen
Psychische
stoornissen
Vaak
(≥ 1/100,
< 1/10)
Soms
(≥ 1/1.000,
< 1/100)
pneumonie
abnormale secretie
van antidiuretisch
hormoon
1
dwangmatig
winkelen
pathologisch
gokken
rusteloosheid
hyperseksualiteit
waanvoorstellingen
libidostoornis
paranoia
delirium
eetaanvallen
1
hyperfagie
1
Zelden
(≥ 1/10.000,
< 1/1.000)
Niet bekend
slapeloosheid
hallucinaties
abnormale
dromen
verwardheid
gedrags-
symptomen
van
stoornissen in
de impuls-
beheersing en
dwang-
handelingen
manie
Zenuwstelsel-
aandoeningen
slaperigheid
duizeligheid
dyskinesie
hoofdpijn
plotseling opkomen
van slaap
geheugenverlies
hyperkinesie
syncope
Oog-
aandoeningen
visus-
stoornissen
inclusief
diplopie
wazig zien
verminderde
visuele
scherpte
hartfalen
1
hypotensie
dyspneu
de hik
Hart-
aandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Ademhalings-
stelsel-,
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maag-
darmstelsel-
aandoeningen
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
misselijkheid
obstipatie
overgeven
overgevoeligheid
jeuk
uitslag
10
Algemene
aandoeningen
en toedienings-
plaats-
stoornissen
vermoeidheid
perifeer
oedeem
dopamine-
agonist-
onttrekkings-
syndroom,
inclusief
apathie, angst,
depressie,
vermoeidheid,
zweten en pijn
Onderzoeken
1
gewichts-
gewichtstoename
afname
inclusief
verminderde
eetlust
Deze bijwerking is waargenomen tijdens postmarketinggebruik. Met 95% zekerheid is de
frequentie niet hoger dan ‘soms’, maar deze kan lager zijn. Een precieze schatting van de
frequentie is niet mogelijk aangezien de bijwerking niet voorkwam in een database van
klinisch onderzoek van 2.762 patiënten met de ziekte van Parkinson die behandeld werden
met pramipexol.
Restless Legs Syndroom, meest voorkomende bijwerkingen
De meest voorkomende (≥ 5%) bijwerkingen bij patiënten met Restless Legs Syndroom die behandeld
werden met pramipexol waren misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid en vermoeidheid. Misselijkheid
en vermoeidheid werden vaker gezien bij vrouwelijke patiënten behandeld met SIFROL
(respectievelijk 20,8% en 10,5%) dan bij mannen (respectievelijk 6,7% en 7,3%).
11
Tabel 2: Restless Legs Syndroom
Lichaamssysteem
Zeer vaak
(≥ 1/10)
Infecties en
parasitaire
aandoeningen
Endocriene
aandoeningen
Psychische
stoornissen
Vaak
(≥ 1/100,
< 1/10)
Soms
(≥ 1/1.000,
< 1/100)
pneumonie
1
abnormale secretie van
antidiuretisch hormoon
1
rusteloosheid
verwardheid
hallucinaties
libidostoornis
waanvoorstellingen
1
hyperfagie
1
paranoia
1
manie
1
delirium
1
gedragssymptomen van
stoornissen in de
impulsbeheersing en
dwanghandelingen
1
(zoals:
dwangmatig winkelen,
pathologisch gokken,
hyperseksualiteit,
eetaanvallen)
plotseling opkomen van
slaap
syncope
dyskinesie
geheugenverlies
1
hyperkinesie
1
visusstoornissen inclusief
verminderde visuele
scherpte
diplopie
wazig zien
hartfalen
1
hypotensie
dyspneu
de hik
Niet bekend
slapeloosheid
abnormale
dromen
Zenuwstelsel-
aandoeningen
hoofdpijn
duizeligheid
slaperigheid
Oogaandoeningen
Hartaandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarmstelsel-
misselijkheid obstipatie
aandoeningen
overgeven
Huid- en onderhuid-
aandoeningen
overgevoeligheid
jeuk
uitslag
12
Algemene
aandoeningen en
toedieningsplaats-
stoornissen
vermoeidheid
perifeer oedeem
dopamine-
agonist-
onttrekkings-
syndroom,
inclusief
apathie, angst,
depressie,
vermoeidheid,
zweten en pijn
Onderzoeken
1
gewichtsafname inclusief
verminderde eetlust
gewichtstoename
Deze bijwerking is waargenomen tijdens postmarketinggebruik. Met 95% zekerheid is de
frequentie niet hoger dan ‘soms’, maar deze kan lager zijn. Een precieze schatting van de frequentie
is niet mogelijk aangezien de bijwerking niet voorkwam in een database van klinisch onderzoek
van 1.395 patiënten met het Restless Legs Syndroom die behandeld werden met pramipexol.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Slaperigheid
Pramipexol wordt vaak geassocieerd met slaperigheid en wordt soms in verband gebracht met extreme
slaperigheid overdag en episodes van plotseling opkomend slaap (zie ook rubriek 4.4).
Libidostoornissen
Pramipexol kan in sommige gevallen geassocieerd worden met libidostoornissen (toename of afname
van de libido).
Stoornissen in de impulsbeheersing
Pathologisch gokken, toegenomen libido, hyperseksualiteit, dwangmatige uitgaven of aankopen,
eetaanvallen en dwangmatig eten kan optreden bij patiënten behandeld met dopamineagonisten,
waaronder SIFROL (zie rubriek 4.4).
In een cross-sectionele, retrospectieve screening en case-control onderzoek onder 3.090 patiënten met
de ziekte van Parkinson, bleek dat 13,6% van alle patiënten die een dopaminerge of niet-dopaminerge
behandeling kregen symptomen van stoornissen in de impulsbeheersing had vertoond gedurende de
voorafgaande zes maanden. Waarneembare uitingen bestonden uit pathologisch gokken, dwangmatig
winkelen, eetaanvallen en dwangmatig seksueel gedrag (hyperseksualiteit). Mogelijke onafhankelijke
risicofactoren voor stoornissen in de impulsbeheersing zijn dopaminerge behandelingen en hogere
doses van dopaminerge behandeling, jongere leeftijd (≤ 65 jaar), niet getrouwd zijn en zelf gemelde
familiegeschiedenis van gokgedrag.
Dopamine-agonistonttrekkingssyndroom
Niet-motorische bijwerkingen kunnen optreden wanneer dopamine-agonisten, waaronder pramipexol,
worden afgebouwd of gestaakt. De symptomen bestaan onder meer uit apathie, angst, depressie,
vermoeidheid, zweten en pijn (zie rubriek 4.4).
Hartfalen
In klinische studies en bij postmarketinggebruik is hartfalen gemeld bij patiënten die pramipexol
gebruikten. In een farmaco-epidemiologische studie werd pramipexolgebruik in verband gebracht met
een verhoogd risico op hartfalen in vergelijking met patiënten die geen pramipexol gebruikten
(waargenomen risicoverhouding 1,86; 95%-BI, 1,21-2,85).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
13
4.9
Overdosering
Er is geen klinische ervaring met hoge overdosering. De verwachte bijwerkingen zijn bijwerkingen die
gerelateerd zijn aan het farmacodynamisch profiel van een dopamine-agonist, waaronder
misselijkheid, overgeven, hyperkinesie, hallucinaties, agitatie en hypotensie. Er is geen algemeen
geaccepteerd antidotum voor overdosering met een dopamine-agonist. Wanneer zich verschijnselen
van stimulatie van het centraal zenuwstelsel voordoen, kan een neurolepticum geïndiceerd zijn. Voor
behandeling van een overdosering kunnen algemene ondersteunende maatregelen nodig zijn, alsmede
het leegpompen van de maag, intraveneuze toediening van vloeistof, toediening van actieve kool en
monitoring van het elektrocardiogram.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-Parkinson middelen, dopamine-agonisten, ATC-code:
N04BC05.
Werkingsmechanisme
Pramipexol is een dopamine-agonist die met hoge selectiviteit en specificiteit aan
dopamine D
2
-subfamilie-receptoren bindt en een preferentiële affiniteit voor de D
3
-receptoren heeft; er
is sprake van volledige intrinsieke activiteit.
Pramipexol vermindert de motorische stoornissen die verband houden met de ziekte van Parkinson
door stimulatie van dopaminereceptoren in het striatum. In dieronderzoek is aangetoond dat
pramipexol de synthese, de release en de turnover van dopamine remt.
Het werkingsmechanisme van pramipexol bij de behandeling van het Restless Legs Syndroom is niet
bekend. Neurofarmacologisch bewijs duidt op betrokkenheid van het primaire dopaminerge systeem.
Farmacodynamische effecten
Bij vrijwilligers werd een dosisafhankelijke afname in prolactine waargenomen. Bij een klinisch
onderzoek met gezonde vrijwilligers, waarbij SIFROL-tabletten met verlengde afgifte sneller dan
aanbevolen getitreerd werden (elke 3 dagen) tot een pramipexoldosis van 3,15 mg base (4,5 mg zout)
per dag, werd een stijging van de bloeddruk en de hartslag waargenomen. Bij onderzoeken met
patiënten werd een dergelijk effect niet waargenomen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij de ziekte van Parkinson
Pramipexol verlicht de verschijnselen en symptomen bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Bij
placebogecontroleerde klinische onderzoeken zijn circa 1.800 patiënten met stadium I-V van de ziekte
van Parkinson (volgens Hoehn & Yahr) behandeld met pramipexol. Van deze patiënten waren er
ongeveer 1.000 die in een verder gevorderd stadium van de ziekte verkeerden, gelijktijdig ook
levodopa kregen en aan motorische complicaties leden.
In de vroege en gevorderde stadia van de ziekte van Parkinson hield, in gecontroleerde klinische
onderzoeken, de werkzaamheid van pramipexol gedurende ongeveer 6 maanden aan. Bij open
verlengingsonderzoeken die meer dan 3 jaar duurden werden geen tekenen gevonden die wezen op een
afname van de werkzaamheid.
In een 2 jaar durende, gecontroleerde, dubbelblinde klinische studie stelde de uitgangsbehandeling met
pramipexol het optreden van bewegingsstoornissen significant uit en verminderde deze behandeling
het optreden van bewegingsstoornissen in vergelijking met de uitgangsbehandeling met levodopa. Dit
vertraagde optreden van bewegingsstoornissen met pramipexol dient te worden afgewogen tegen de
grotere verbetering in de bewegingscoördinatie met levodopa (gemeten aan de hand van de
gemiddelde verandering in de UPDRS-score). De totale incidentie van hallucinaties en slaperigheid
14
was in het algemeen hoger in de titratiefase met pramipexol. Er was echter geen significant verschil
tijdens de onderhoudsfase. Deze punten moeten in overweging worden genomen bij het starten van
pramipexolbehandeling bij patiënten met de ziekte van Parkinson.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met SIFROL in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met de ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij het Restless Legs Syndroom
De werkzaamheid van pramipexol werd geëvalueerd in vier placebogecontroleerde klinische studies
bij ongeveer 1.000 patiënten met matig tot zeer ernstig idiopathisch Restless Legs Syndroom.
De gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangswaarden in de Restless Legs Syndrome
Rating Scale (RLSRS) en de Clinical Global Impression-Improvement (CGI-I) waren de primaire
werkzaamheidsuitkomstwaarden. Voor beide primaire eindpunten werden statistisch significante
verschillen waargenomen voor de pramipexoldosisgroepen 0,25 mg, 0,5 mg en 0,75 mg
pramipexolzout in vergelijking met placebo. Na 12 weken van behandeling verbeterde de
uitgangswaarde van de IRLS-score van 23,5 naar 14,1 punten voor placebo en van 23,4 naar
9,4 punten voor pramipexol (doseringen gecombineerd). Het gecorrigeerde gemiddelde verschil
was -4,3 punten (BI-95% -6,4; -2,1 punten, p-waarde
0,0001).
CGI-I-responderpercentages
(verbeterd, zeer sterk verbeterd) waren 51,2% en 72,0% voor respectievelijk placebo en pramipexol
(verschil 20% BI 95%: 8,1%; 31,8%, p 0,0005). Werkzaamheid werd al gezien met 0,088 mg base
(0,125 mg zout) per dag na de eerste behandelingsweek.
In een placebogecontroleerde polysomnografiestudie gedurende 3 weken reduceerde SIFROL
significant het aantal periodieke ledemaatbewegingen gedurende de tijd die in bed werd doorgebracht.
Werkzaamheid op de langere termijn werd beoordeeld tijdens een placebogecontroleerd klinisch
onderzoek. Na 26 weken behandeling was er een gecorrigeerde gemiddelde afname van de totale
IRLS-score van 13,7 en 11,1 punten in respectievelijk de pramipexol- en placebogroep, met een
statistisch significant (p = 0,008) gemiddeld behandelingsverschil van -2,6. De
CGI-I-responspercentages (veel verbeterd, heel veel verbeterd) waren 50,3% (80/159) en 68,5%
(111/162) voor respectievelijk placebo en pramipexol (p = 0,001), wat overeenkomt met ‘number
needed to treat’ (NNT) van 6 patiënten (95%-CI: 3,5; 13,4).
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met SIFROL in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met Restless Legs Syndroom (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij het Tourette syndroom
De werkzaamheid van pramipexol (0,0625-0,5 mg/dag) bij pediatrische patiënten met een leeftijd
tussen de 6-17 jaar met het Tourette syndroom is geëvalueerd in een zes weken durende, dubbelblinde,
gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie met een flexibele dosis. In totaal werden 63 patiënten
(43 op pramipexol, 20 op placebo) gerandomiseerd. Het primaire eindpunt was een verandering van de
Total Tic Score (TTS) ten opzichte van baseline op de Yale Global Tic Severity Scale (YGTSS). Er
was geen verschil tussen pramipexol en placebo, noch voor het primaire eindpunt, noch voor enige van
de secundaire werkzaamheidseindpunten, waaronder de totale YGTSS-score, Patient Global
Impression of Improvement (PGI-I), Clinical Global Impression of Improvement (CGI-I) of Clinical
Global Impressions of Severity of Illness (CGI-S). Bijwerkingen die bij ten minste 5% van de
patiënten in de pramipexolgroep voorkwamen en vaker voorkwamen bij de patiënten die met
pramipexol werden behandeld dan bij patiënten die met placebo werden behandeld, waren: hoofdpijn
(27,9%, placebo 25,0%), slapeloosheid (7,0%, placebo 5,0%), misselijkheid (18,6%, placebo 10,0%),
braken (11,6%, placebo 0,0%), pijn in de bovenbuik (7,0%, placebo 5,0%), orthostatische hypotensie
(9,3%, placebo 5,0%), myalgie (9,3%, placebo 5,0%), slaapstoornis (7,0%, placebo 0,0%), dyspneu
15
(7,0%, placebo 0,0%) en bovenste luchtweginfectie (7,0%, placebo 5,0%). Andere significante
bijwerkingen die leidden tot beëindiging van het gebruik van pramipexol studiemedicatie waren
verwardheid, spraakstoornis en verslechtering van de aandoening (zie rubriek 4.2).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Pramipexol wordt na orale toediening snel en volledig geabsorbeerd. De absolute biologische
beschikbaarheid is meer dan 90% en de maximum plasmaspiegels worden tussen 1 en 3 uur bereikt.
De snelheid van absorptie neemt af door voedsel inname, de mate van absorptie wordt echter niet
beïnvloed. Pramipexol vertoont lineaire kinetiek en een geringe interindividuele variatie in
plasmaspiegels.
Distributie
De eiwitbinding van pramipexol bij de mens is zeer laag (< 20%) en het verdelingsvolume is hoog
(400 l). Bij ratten zijn hoge concentraties in hersenweefsel aangetroffen (ongeveer het 8-voudige van
de plasmaspiegels).
Biotransformatie
Pramipexol wordt bij de mens slechts in geringe mate gemetaboliseerd.
Eliminatie
Renale klaring van onveranderd pramipexol is de belangrijkste uitscheidingsroute. Ongeveer 90% van
een
14
C-gelabelde dosis wordt uitgescheiden door de nieren, terwijl minder dan 2% in de feces wordt
aangetroffen. De totale klaring van pramipexol is ongeveer 500 ml/min; de renale klaring is ongeveer
400 ml/min. De eliminatiehalfwaardetijd (t½) varieert van 8 uur bij jongeren tot 12 uur bij ouderen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies naar de toxiciteit van herhaaldelijk toegediende doses toonden aan dat pramipexol functionele
effecten tot gevolg had, voornamelijk in het centrale zenuwstelsel en in de vrouwelijke
voortplantingsorganen, die waarschijnlijk het gevolg zijn van een overdreven farmacodynamisch
effect van het middel.
Bij de cavia werd een afname in diastolische en systolische bloeddruk en in de hartfrequentie
waargenomen. Bij de aap werd een tendens naar hypotensie gezien.
Het potentiële effect van pramipexol op de voorplanting is onderzocht bij ratten en konijnen.
Pramipexol was niet teratogeen bij ratten en konijnen, maar was embryotoxisch bij de rat bij doses die
toxisch zijn voor de moeder. Vanwege de selectie van de soorten proefdieren en het beperkte aantal
parameters dat is onderzocht, zijn de nadelige effecten van pramipexol op de zwangerschap en op de
mannelijke vruchtbaarheid niet volledig opgehelderd.
Bij ratten werd een vertraging gezien in de seksuele ontwikkeling (d.w.z. loslaten van de voorhuid en
openen van de vagina). De relevantie voor de mens is niet bekend.
Pramipexol was niet genotoxisch. In een studie naar de carcinogeniteit ontwikkelden mannelijke ratten
hyperplasieën van de Leydigcellen en adenomen. Dit wordt toegeschreven aan het prolactine-
remmende effect van pramipexol. Deze bevinding is niet klinisch relevant voor de mens. In dezelfde
studie werd ook gevonden dat pramipexol in doses van 2 mg (zout) per kg en hoger gepaard ging met
retinale degeneratie bij albinoratten. Deze laatste bevinding is niet waargenomen bij gepigmenteerde
ratten en ook niet in een studie van 2 jaar naar carcinogeniteit bij albinomuizen of bij enige andere
diersoort waarmee onderzoek is gedaan.
16
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Mannitol
Maïszetmeel
Colloïdaal watervrij silica
Povidon K 25
Magnesiumstearaat
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakking.
Elke blisterverpakking bevat 10 tabletten.
Doosje met 3 of 10 blisterverpakkingen (30 of 100 tabletten).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
SIFROL 0,088 mg tabletten
EU/1/97/050/001-002
SIFROL 0,18 mg tabletten
EU/1/97/050/003-004
SIFROL 0,35 mg tabletten
EU/1/97/050/011-012
SIFROL 0,7 mg tabletten
EU/1/97/050/005-006
17
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 14 oktober 1997
Datum van laatste verlenging: 14 oktober 2007
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
18
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 0,375 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 0,26 mg pramipexol.
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 0,75 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 0,52 mg pramipexol.
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 1,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 1,05 mg pramipexol.
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 2,25 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 1,57 mg pramipexol.
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 3 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 2,1 mg pramipexol.
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 3,75 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 2,62 mg pramipexol.
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 4,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 3,15 mg pramipexol.
Let op:
De in de literatuur vermelde pramipexoldoses hebben betrekking op de zoutvorm.
Daarom zullen doses in deze tekst worden weergegeven in zowel de base- als de zoutvorm (tussen
haakjes) van pramipexol.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet met verlengde afgifte
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, rond van vorm, hebben een schuine rand en zijn voorzien van
een code (op één kant staat de code P1 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer
Ingelheim).
19
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, rond van vorm, hebben een schuine rand en zijn voorzien van
een code (op één kant staat de code P2 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer
Ingelheim).
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, ovaal van vorm en zijn voorzien van een code (op één kant staat
de code P3 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, ovaal van vorm en zijn voorzien van een code (op één kant staat
de code P12 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, ovaal van vorm en zijn voorzien van een code (op één kant staat
de code P4 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, ovaal van vorm en zijn voorzien van een code (op één kant staat
de code P13 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, ovaal van vorm en zijn voorzien van een code (op één kant staat
de code P5 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
SIFROL is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van de verschijnselen en
symptomen van de ziekte van Parkinson, alleen (zonder levodopa) of in combinatie met levodopa,
wanneer tijdens het verloop van de ziekte, in latere stadia, het effect van levodopa afneemt of
inconsistent wordt en schommelingen in het therapeutische effect optreden (‘eind van de dosis’- of
‘on-off’-schommelingen).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte zijn een formulering van pramipexol die eenmaal daags oraal
moet worden ingenomen.
Aanvangsbehandeling
Doseringen dienen stapsgewijs te worden opgebouwd, te beginnen met een aanvangsdosering van
0,26 mg base (0,375 mg zout) per dag en vervolgens moet de dosering iedere 5-7 dagen worden
verhoogd. Zolang de patiënten geen last krijgen van niet te verdragen ongewenste bijwerkingen, dient
de dosis te worden getitreerd om een maximaal therapeutisch effect te verkrijgen.
Oplopend doseringsschema van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte
Week
Dagelijkse dosis (mg base)
Dagelijkse dosis (mg zout)
1
0,26
0,375
2
0,52
0,75
3
1,05
1,5
20
Indien verdere dosisverhoging noodzakelijk is, dient de dagelijkse dosis in wekelijkse intervallen met
0,52 mg base (0,75 mg zout) te worden verhoogd tot een maximale dosis van 3,15 mg base (4,5 mg
zout) per dag. Er dient echter te worden opgemerkt dat de incidentie van slaperigheid toeneemt bij
doseringen hoger dan 1,05 mg base (1,5 mg zout) per dag (zie rubriek 4.8).
Patiënten die al SIFROL-tabletten gebruiken kunnen direct, zonder aanpassing van de dagelijkse dosis,
worden overgezet op SIFROL-tabletten met verlengde afgifte. Nadat de patiënt is overgezet op
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte, kan de dosis op basis van de therapeutische respons van de
patiënt worden aangepast (zie rubriek 5.1).
Onderhoudsbehandeling
De individuele dosis pramipexol dient tussen 0,26 mg base (0,375 mg zout) en maximaal 3,15 mg base
(4,5 mg zout) per dag te liggen. In belangrijke studies werd tijdens de oplopende dosering
werkzaamheid waargenomen vanaf een dagelijkse dosis van 1,05 mg base (1,5 mg zout). Verdere
aanpassingen van de dosering dienen te worden gedaan aan de hand van zowel de klinische respons als
het optreden van bijwerkingen. In klinische studies werd ongeveer 5% van de patiënten behandeld met
doses lager dan 1,05 mg base (1,5 mg zout). In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson
kan het gebruik van pramipexoldoses hoger dan 1,05 mg base (1,5 mg zout) per dag van nut zijn bij
patiënten bij wie een reductie van de hoeveelheid levodopa wordt beoogd. Aangeraden wordt om
zowel tijdens de dosisverhoging als tijdens de onderhoudsbehandeling met SIFROL de dosis levodopa
te verlagen, afhankelijk van de reactie van de individuele patiënt (zie rubriek 4.5).
Gemiste dosis
Wanneer de inname van een dosis wordt vergeten, moeten SIFROL-tabletten met verlengde afgifte
binnen 12 uur na de gebruikelijke innametijd worden ingenomen. Na 12 uur moet de gemiste dosis
worden weggelaten en de volgende dosis de volgende dag op het gebruikelijke tijdstip worden
ingenomen.
Staken van de behandeling
Plotseling stoppen van een dopaminerge behandeling kan leiden tot de ontwikkeling van een maligne
neuroleptisch syndroom of een dopamine-agonist onttrekkingssyndroom. Pramipexol dient te worden
afgebouwd met een hoeveelheid van 0,52 mg base (0,75 mg zout) per dag totdat de dagelijkse dosis is
afgenomen tot 0,52 mg base (0,75 mg zout). Nadien dient de dosis te worden afgebouwd met 0,26 mg
base (0,375 mg zout) per dag (zie rubriek 4.4). Een dopamine-agonist onttrekkingssyndroom zou nog
steeds kunnen optreden tijdens het afbouwen van de dosering, en een tijdelijke verhoging van de
dosering zou nodig kunnen zijn alvorens het afbouwen te hervatten (zie rubriek 4.4).
Nierinsufficiëntie
De uitscheiding van pramipexol is afhankelijk van de nierfunctie. Het voorgestelde doseringsschema is
als volgt:
Bij patiënten met een creatinineklaring van meer dan 50 ml/min is geen reductie van de dagdosering of
doseringsfrequentie nodig.
Bij patiënten met een creatinineklaring tussen 30 en 50 ml/min, dient de behandeling te worden
begonnen met inname van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 0,26 mg om de dag.
Voorzichtigheid is geboden wanneer na één week de dagelijkse dosering wordt verhoogd, en een
dergelijke verhoging moet voorafgegaan worden door een grondige evaluatie van de therapeutische
respons en de verdraagbaarheid. Indien verdere dosisverhoging noodzakelijk is, dient de
pramipexoldosis in wekelijkse intervallen met 0,26 mg base te worden verhoogd tot een maximale
pramipexoldosis van 1,57 mg base (2,25 mg zout) per dag.
Behandeling met SIFROL-tabletten met verlengde afgifte wordt niet aanbevolen bij patiënten met een
creatinineklaring van minder dan 30 ml/min, aangezien er voor deze patiëntenpopulatie geen gegevens
beschikbaar zijn. Bij deze patiënten moet het gebruik van SIFROL-tabletten overwogen worden.
21
Als de nierfunctie tijdens de onderhoudsbehandeling verslechtert, dienen de bovenstaande
aanbevelingen te worden opgevolgd.
Leverinsufficiëntie
Aanpassing van de dosis bij patiënten met leverinsufficiëntie is waarschijnlijk niet nodig, aangezien
ongeveer 90% van de geabsorbeerde werkzame stof door de nieren wordt uitgescheiden. De mogelijke
invloed van leverinsufficiëntie op de farmacokinetiek van SIFROL is echter niet onderzocht.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van SIFROL bij kinderen jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er is
geen relevante toepassing van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bij pediatrische patiënten voor
de indicatie van de ziekte van Parkinson.
Wijze van toediening
De tabletten moeten in hun geheel, samen met water, worden doorgeslikt en mogen niet gekauwd,
gebroken of verpulverd worden. De tabletten mogen zowel met als zonder voedsel worden ingenomen.
De inname moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip plaatsvinden.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Bij het voorschrijven van SIFROL aan patiënten met de ziekte van Parkinson met nierinsufficiëntie
wordt een verlaagde dosis aanbevolen overeenkomstig rubriek 4.2.
Hallucinaties
Hallucinaties zijn bekend als bijwerking van de behandeling met dopamine-agonisten en levodopa.
Patiënten dienen geïnformeerd te worden dat er (meestal visuele) hallucinaties op kunnen treden.
Dyskinesie
In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kan, bij gebruik in combinatie met levodopa,
dyskinesie optreden gedurende de eerste titratie met SIFROL. Wanneer dyskinesie optreedt, dient de
dosis levodopa te worden verlaagd.
Dystonie
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson is na aanvang of dosisverhoging van pramipexol enkele
malen axiale dystonie met antecollis, camptocormie en pleurothotonus (Pisa-syndroom) gemeld.
Hoewel dystonie een symptoom van de ziekte van Parkinson kan zijn, zijn de symptomen bij deze
patiënten verbeterd na vermindering of stopzetting van pramipexol. Als dystonie optreedt, moet de
behandeling met dopaminergica worden beoordeeld en aanpassing van de dosis pramipexol worden
overwogen.
Plotseling opkomen van slaap en slaperigheid
Pramipexol is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval,
vooral bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Gevallen van een plotselinge slaapaanval gedurende
de dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen zonder dat men zich er bewust van was, of niet
voorafgegaan door waarschuwingssignalen, zijn soms gemeld. Patiënten moeten hierover worden
geïnformeerd en worden geadviseerd voorzichtig te zijn tijdens het rijden of het bedienen van
machines gedurende de behandeling met SIFROL. Patiënten die slaperig zijn geworden en/of episodes
van een plotselinge slaapaanval hebben ervaren mogen niet rijden of een machine bedienen gedurende
de behandeling met SIFROL. Verder dient een reductie van de dosis of het stoppen van de
behandeling te worden overwogen. Vanwege mogelijke additieve effecten dient bij patiënten de
nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of
alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol (zie rubriek 4.5, 4.7 en 4.8).
22
Stoornissen in de impulsbeheersing
Patiënten moeten regelmatig gecontroleerd worden op de ontwikkeling van stoornissen in de
impulsbeheersing. Patiënten en verzorgers moeten bewust worden gemaakt dat gedragssymptomen
van stoornissen in de impulsbeheersing, waaronder pathologisch gokken, toegenomen libido,
hyperseksualiteit, dwangmatige uitgaven of aankopen, eetaanvallen en dwangmatig eten kunnen
optreden bij patiënten die behandeld werden met dopamine-agonisten, waaronder SIFROL.
Vermindering van de dosis/geleidelijk afbouwen van de dosis dient overwogen te worden als
dergelijke symptomen zich voordoen.
Manie en delirium
Patiënten moeten regelmatig gecontroleerd worden op de ontwikkeling van manie en delirium.
Patiënten en verzorgers moeten bewust worden gemaakt dat manie en delirium kunnen optreden bij
patiënten die worden behandeld met pramipexol. Vermindering van de dosis/geleidelijk staken van de
behandeling dient overwogen te worden als dergelijke symptomen zich voordoen.
Patiënten met psychotische afwijkingen
Patiënten met psychotische afwijkingen dienen enkel met dopamine-agonisten te worden behandeld
als de mogelijke voordelen opwegen tegen de risico’s. Gelijktijdige toediening van antipsychotische
geneesmiddelen en pramipexol moet vermeden worden (zie rubriek 4.5).
Controle van de ogen
Aangeraden wordt om regelmatig, of wanneer zich afwijkingen in het zicht voordoen, de ogen te
controleren.
Ernstige cardiovasculaire aandoeningen
Voorzichtigheid is geboden bij ernstige cardiovasculaire aandoeningen. Aangeraden wordt om, vooral
in het begin van de behandeling, de bloeddruk te controleren, vanwege het algemene risico op
posturale hypotensie die in verband wordt gebracht met dopaminerge therapie.
Maligne neuroleptisch syndroom
Symptomen die wijzen op het maligne neuroleptisch syndroom zijn gemeld bij het abrupt staken van
een dopaminerge behandeling (zie rubriek 4.2).
Dopamine-agonist onttrekkingssyndroom (DAWS)
DAWS is gemeld bij gebruik van dopamine-agonisten, waaronder pramipexol (zie rubriek 4.8). Om de
behandeling bij patiënten met de ziekte van Parkinson te staken, moet pramipexol worden afgebouwd
(zie rubriek 4.2). Op grond van beperkte gegevens wordt verondersteld dat patiënten met stoornissen
in de impulsbeheersing en patiënten die worden behandeld met hoge dagelijkse doses en/of
cumulatieve doses van dopamine-agonisten, een grotere kans hebben op de ontwikkeling van DAWS.
Onttrekkingssymptomen kunnen onder meer bestaan uit apathie, angst, depressie, vermoeidheid,
zweten en pijn, en deze symptomen reageren niet op levodopa. Voordat pramipexol wordt afgebouwd
en gestaakt, moeten patiënten worden geïnformeerd over mogelijke onttrekkingssymptomen. Patiënten
moeten zorgvuldig worden gemonitord tijdens het afbouwen en staken van pramipexol. In het geval
van ernstige en/of aanhoudende onttrekkingssymptomen, kan worden overwogen om tijdelijk opnieuw
pramipexol toe te dienen in de laagste effectieve dosis.
Resten in ontlasting
Sommige patiënten hebben gemeld dat er resten in feces voorkwamen, die kunnen lijken op intacte
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte. Als patiënten zo’n waarneming melden, dient de arts de
respons van de patiënt op de therapie opnieuw te evalueren.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Plasma-eiwitbinding
Pramipexol heeft een zeer lage plasma-eiwitbinding (< 20%) en vertoont een geringe biotransformatie
in de mens. Interacties met andere geneesmiddelen die de plasma-eiwitbinding of de uitscheiding door
23
middel van biotransformatie beïnvloeden, zijn daarom niet aannemelijk. Aangezien anticholinergica
voornamelijk via biotransformatie worden geëlimineerd, is de kans op een interactie gering. Er is
echter geen onderzoek gedaan naar interactie met anticholinergica. Er is geen farmacokinetische
interactie met selegiline en levodopa.
Remmers/competitieve stoffen van het actieve renale eliminatiesysteem
Bij gelijktijdige toediening van cimetidine verminderde de renale klaring van pramipexol met
ongeveer 34%. Dit werd waarschijnlijk veroorzaakt door remming van de renale tubulaire secretie van
kationische stoffen. Geneesmiddelen die dit actieve renale eliminatie systeem afremmen of die zelf
worden uitgescheiden via dit systeem, zoals cimetidine, amantadine, mexiletine, zidovudine,
cisplatine, kinine en procaïnamide, kunnen dus interfereren met pramipexol waardoor een verminderde
klaring van pramipexol ontstaat. Reductie van de dosis pramipexol dient te worden overwogen
wanneer deze geneesmiddelen samen met SIFROL worden gegeven.
Combinatie met levodopa
Als SIFROL in combinatie met levodopa wordt gegeven, wordt geadviseerd om tijdens het verhogen
van de dosis SIFROL de levodopadosis te verlagen en de dosis van andere antiparkinsonmedicatie
constant te houden.
Vanwege mogelijke additieve effecten dient bij patiënten de nodige voorzichtigheid te worden
geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of alcohol gebruiken in combinatie met
pramipexol (zie rubriek 4.4, 4.7 en 4.8).
Antipsychotische geneesmiddelen
Gelijktijdige toediening van antipsychotische geneesmiddelen en pramipexol moet vermeden worden
(zie rubriek 4.4), bv. wanneer verwacht wordt dat er een antagonistisch effect zal optreden.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is bij mensen geen onderzoek uitgevoerd naar het effect op de zwangerschap en borstvoeding.
Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die
toxisch zijn voor de moeder (zie rubriek 5.3). SIFROL dient niet tijdens de zwangerschap te worden
gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk, dat wil zeggen indien de mogelijke voordelen opwegen tegen de
mogelijke nadelen voor de foetus.
Borstvoeding
Omdat behandeling met pramipexol de secretie van prolactine bij de mens remt, wordt een remming
van de melkproductie verwacht. Uitscheiding van pramipexol in de moedermelk is niet onderzocht bij
vrouwen. Bij ratten bleek de concentratie van aan de werkzame stof gerelateerde radioactiviteit in
moedermelk hoger dan in plasma.
Aangezien er geen humane gegevens bekend zijn, dient SIFROL niet tijdens het geven van
borstvoeding te worden gebruikt. Wanneer het gebruik echter noodzakelijk is, dient de borstvoeding te
worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Er is geen onderzoek naar het effect op de humane vruchtbaarheid uitgevoerd. In dieronderzoek had
pramipexol invloed op de oestrogene cyclus en veroorzaakte een verminderde vrouwelijke
vruchtbaarheid, zoals verwacht voor een dopamineagonist. Echter, deze onderzoeken duiden niet op
een direct of indirect nadelig effect op de mannelijke vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
SIFROL kan grote invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.
Hallucinaties en slaperigheid kunnen voorkomen.
24
Patiënten die met SIFROL worden behandeld en slaperigheid en/of episodes van een plotselinge
slaapaanval ondervinden, moeten worden geïnstrueerd niet te rijden of zich bezig te houden met
activiteiten waarbij zij zichzelf of anderen door een verminderde alertheid in gevaar zouden kunnen
brengen met als gevolg een ernstige verwonding of de dood (bijvoorbeeld het bedienen van machines)
totdat deze terugkerende episodes en slaperigheid verdwenen zijn (zie ook rubriek 4.4, 4.5 en 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Gebaseerd op de analyse van gepoolde placebogecontroleerde onderzoeken, waarbij in totaal
1.778 patiënten met de ziekte van Parkinson behandeld werden met pramipexol en 1.297 patiënten
placebo kregen, werden voor beide groepen frequent bijwerkingen gerapporteerd. 67% van de
patiënten uit de groep die pramipexol kreeg en 54% van de patiënten uit de placebogroep meldden ten
minste één bijwerking.
De meerderheid van de bijwerkingen treedt doorgaans in het begin van de behandeling op en de
meeste blijken te verdwijnen, ook als de behandeling wordt voortgezet.
Per systeem/orgaanklasse worden bijwerkingen weergegeven naar frequentie (aantal patiënten dat naar
verwachting de reactie doormaakt), volgens onderstaande indeling: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100,
< 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet
bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De meest voorkomende (≥ 5%) bijwerkingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson die vaker
werden gemeld bij behandeling met pramipexol dan bij gebruik van placebo waren misselijkheid,
dyskinesie, hypotensie, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, obstipatie, hallucinatie, hoofdpijn en
vermoeidheid. De incidentie van slaperigheid neemt toe bij pramipexoldoseringen van meer dan
1,5 mg zout per dag (zie rubriek 4.2). Dyskinesie was een bijwerking die in combinatie met levodopa
frequenter voorkwam. Hypotensie kan voorkomen in het begin van de behandeling, met name als
pramipexol te snel getitreerd wordt.
25
Lichaams-
systeem
Infecties en
parasitaire
aandoeningen
Endocriene
aandoeningen
Psychische
stoornissen
Zeer vaak
(≥ 1/10)
Vaak
(≥ 1/100,
< 1/10)
Soms
(≥ 1/1.000,
< 1/100)
pneumonie
abnormale
secretie van
antidiuretisch
hormoon
1
dwangmatig
winkelen
pathologisch
gokken
rusteloosheid
hyperseksualiteit
waanvoorstellinge
n
libidostoornis
paranoia
delirium
eetaanvallen
1
hyperfagie
1
plotseling
opkomen van
slaap
geheugenverlies
hyperkinesie
syncope
Zelden
(≥ 1/10.000,
< 1/1.000)
Niet bekend
slapeloosheid
hallucinaties
abnormale
dromen
verwardheid
gedrags-
symptomen
van
stoornissen in
de impuls-
beheersing en
dwang-
handelingen
manie
Zenuwstelsel-
aandoeningen
slaperigheid
duizeligheid
dyskinesie
hoofdpijn
Oog-
aandoeningen
visus-
stoornissen
inclusief
diplopie
wazig zien
verminderde
visuele
scherpte
hartfalen
1
hypotensie
dyspneu
de hik
Hart-
aandoeningen
Bloedvat-
aandoeningen
Ademhalings-
stelsel-,
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maag-
darmstelsel-
aandoeningen
Huid- en
onderhuid-
aandoeningen
misselijkheid
obstipatie
overgeven
overgevoeligheid
jeuk
uitslag
26
Algemene
aandoeningen
en toedienings-
plaats-
stoornissen
vermoeidheid
perifeer
oedeem
dopamine-
agonist-
onttrekkings-
syndroom,
inclusief
apathie, angst,
depressie,
vermoeidheid,
zweten en pijn
Onderzoeken
1
gewichts-
gewichtstoename
afname
inclusief
verminderde
eetlust
Deze bijwerking is waargenomen tijdens postmarketinggebruik. Met 95% zekerheid is de
frequentie niet hoger dan ‘soms’, maar deze kan lager zijn. Een precieze schatting van de
frequentie is niet mogelijk aangezien de bijwerking niet voorkwam in een database van
klinisch onderzoek van 2.762 patiënten met de ziekte van Parkinson die behandeld werden
met pramipexol.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Slaperigheid
Pramipexol wordt vaak geassocieerd met slaperigheid en wordt soms in verband gebracht met extreme
slaperigheid overdag en plotseling opkomen van slaap (zie ook rubriek 4.4).
Libidostoornissen
Pramipexol kan in sommige gevallen geassocieerd worden met libidostoornissen (toename of afname
van de libido).
Stoornissen in de impulsbeheersing
Pathologisch gokken, toegenomen libido, hyperseksualiteit, dwangmatige uitgaven of aankopen,
eetaanvallen en dwangmatig eten kan optreden bij patiënten behandeld met dopamine-agonisten,
waaronder SIFROL (zie rubriek 4.4).
In een cross-sectionele, retrospectieve screening en case-control onderzoek onder 3.090 patiënten met
de ziekte van Parkinson bleek dat 13,6% van alle patiënten die een dopaminerge of niet-dopaminerge
behandeling kregen symptomen van stoornissen in de impulsbeheersing had vertoond gedurende de
voorgaande zes maanden. Waarneembare uitingen bestonden uit pathologisch gokken, dwangmatig
winkelen, eetaanvallen en dwangmatig seksueel gedrag (hyperseksualiteit). Mogelijke onafhankelijke
risicofactoren voor stoornissen in de impulsbeheersing zijn dopaminerge behandelingen en hogere
doses van dopaminerge behandeling, jongere leeftijd (≤ 65 jaar), niet getrouwd zijn en zelf gemelde
familiegeschiedenis van gokgedrag.
Dopamine-agonistonttrekkingssyndroom
Niet-motorische bijwerkingen kunnen optreden wanneer dopamine-agonisten, waaronder pramipexol,
worden afgebouwd of gestaakt. De symptomen bestaan onder meer uit apathie, angst, depressie,
vermoeidheid, zweten en pijn (zie rubriek 4.4).
Hartfalen
In klinische studies en bij postmarketinggebruik is hartfalen gemeld bij patiënten die pramipexol
gebruikten. In een farmaco-epidemiologische studie werd pramipexolgebruik in verband gebracht met
een verhoogd risico op hartfalen in vergelijking met patiënten die geen pramipexol gebruikten
(waargenomen risicoverhouding 1,86; 95%-BI, 1,21-2,85).
27
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Er is geen klinische ervaring met hoge overdosering. De verwachte bijwerkingen zijn bijwerkingen die
gerelateerd zijn aan het farmacodynamisch profiel van een dopamine-agonist, waaronder
misselijkheid, overgeven, hyperkinesie, hallucinaties, agitatie en hypotensie. Er is geen algemeen
geaccepteerd antidotum voor overdosering met een dopamine-agonist. Wanneer zich verschijnselen
van stimulatie van het centraal zenuwstelsel voordoen, kan een neurolepticum geïndiceerd zijn. Voor
behandeling van een overdosering kunnen algemene ondersteunende maatregelen nodig zijn, alsmede
het leegpompen van de maag, intraveneuze toediening van vloeistof, toediening van actieve kool en
monitoring van het elektrocardiogram.
5.
5.1
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-Parkinson middelen, dopamine-agonisten, ATC-code:
N04BC05.
Werkingsmechanisme
Pramipexol is een dopamine-agonist die met hoge selectiviteit en specificiteit aan
dopamine D
2
-subfamilie-receptoren bindt en een preferentiële affiniteit voor D
3
-receptoren heeft; er is
sprake van volledige intrinsieke activiteit.
Pramipexol vermindert de motorische stoornissen die verband houden met de ziekte van Parkinson
door stimulatie van dopaminereceptoren in het striatum. In dieronderzoek is aangetoond dat
pramipexol de synthese, de release en de turnover van dopamine remt.
Farmacodynamische effecten
Bij vrijwilligers werd een dosisafhankelijke afname in prolactine gevonden. Bij een klinisch
onderzoek met gezonde vrijwilligers, waarbij SIFROL-tabletten met verlengde afgifte sneller dan
aanbevolen getitreerd werden (elke 3 dagen) tot een pramipexoldosis van 3,15 mg base (4,5 mg zout)
per dag, werd een stijging van de bloeddruk en de hartslag waargenomen. Bij onderzoeken met
patiënten werd een dergelijk effect niet waargenomen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij de ziekte van Parkinson
Pramipexol verlicht de verschijnselen en symptomen bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Bij
placebogecontroleerde klinische onderzoeken zijn circa 1.800 patiënten met stadium I-V van de ziekte
van Parkinson (volgens Hoehn & Yahr) behandeld met pramipexol. Van deze patiënten waren er
ongeveer 1.000 die in een verder gevorderd stadium van de ziekte verkeerden, gelijktijdig ook
levodopa kregen en aan motorische complicaties leden.
In de vroege en gevorderde stadia van de ziekte van Parkinson hield, in gecontroleerde klinische
onderzoeken, de werkzaamheid van pramipexol gedurende ongeveer 6 maanden aan. Bij open
verlengingsonderzoeken die meer dan 3 jaar duurden werden geen tekenen gevonden die wezen op een
afname van de werkzaamheid.
In een 2 jaar durende, gecontroleerde, dubbelblinde klinische studie stelde de uitgangsbehandeling met
pramipexol het optreden van bewegingsstoornissen significant uit en verminderde deze behandeling
het optreden van bewegingsstoornissen in vergelijking met de uitgangsbehandeling met levodopa. Dit
vertraagde optreden van bewegingsstoornissen met pramipexol dient te worden afgewogen tegen de
28
grotere verbetering in de bewegingscoördinatie met levodopa (gemeten aan de hand van de
gemiddelde verandering in de UPDRS-score). De totale incidentie van hallucinaties en slaperigheid
was in het algemeen hoger in de titratiefase met pramipexol. Er was echter geen significant verschil
tijdens de onderhoudsfase. Deze punten moeten in overweging worden genomen bij het starten van
pramipexolbehandeling bij patiënten met de ziekte van Parkinson.
De veiligheid en werkzaamheid van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bij de behandeling van de
ziekte van Parkinson is beoordeeld in een multinationaal geneesmiddelontwikkelingsprogramma dat
bestond uit drie gerandomiseerde, gecontroleerde onderzoeken. Twee onderzoeken werden uitgevoerd
met patiënten met een vroeg stadium van de ziekte van Parkinson en één onderzoek vond plaats met
patiënten met een gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson.
In een dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek waaraan in totaal 539 patiënten met een vroeg
stadium van de ziekte van Parkinson deelnamen, werd na 18 weken behandeling de superioriteit van
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte ten opzichte van placebo aangetoond met betrekking tot zowel
de primaire (UPDRS II- en UPDRS III-score) als de belangrijkste secundaire (percentage CGI-I- en
PGI-I-responders) eindpunten voor de werkzaamheid. Bij patiënten die 33 weken werden behandeld,
werd aangetoond dat de werkzaamheid bleef aanhouden. SIFROL-tabletten met verlengde afgifte
waren niet-inferieur aan pramipexoltabletten met directe afgifte; dit werd vastgesteld aan de hand van
de UPDRS II- en UPDRS III-score in week 33.
In een dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek waaraan in totaal 517 patiënten met een
gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson deelnamen die gelijktijdig met levodopa behandeld
werden, werd na 18 weken behandeling de superioriteit van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte
ten opzichte van placebo aangetoond met betrekking tot zowel de primaire (UPDRS II- en
UPDRS III-score) als de belangrijkste secundaire (‘off’-tijd) eindpunten voor de werkzaamheid.
In een dubbelblind klinisch onderzoek met patiënten met een vroeg stadium van de ziekte van
Parkinson werden de werkzaamheid en verdraagbaarheid van een directe overstap van
SIFROL-tabletten naar SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bij een gelijkblijvende dagelijkse
dosering beoordeeld.
Bij 87 van de 103 patiënten die werden overgezet op SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bleef de
werkzaamheid behouden. Van deze 87 patiënten werd de dosering bij 82,8% niet aangepast, bij 13,8%
verhoogd en bij 3,4% verlaagd.
Van de 16 patiënten die niet voldeden aan het criterium van het behouden van de werkzaamheid met
betrekking tot de UPDRS II- en UPDRS III-score, was de verandering ten opzichte van de
uitgangssituatie bij de helft niet klinisch relevant.
Slechts één patiënt die werd overgezet op SIFROL-tabletten met verlengde afgifte kreeg te maken met
een geneesmiddelgerelateerde bijwerking die tot terugtrekking leidde.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met SIFROL in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met de ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Pramipexol wordt na orale toediening volledig geabsorbeerd. De absolute biologische beschikbaarheid
is hoger dan 90%.
Bij een fase I-onderzoek waarbij pramipexoltabletten met directe en verlengde afgifte werden
beoordeeld bij gebruik in nuchtere toestand, bleek dat er bij gebruik van dezelfde dagelijkse dosis, wat
betreft de minimale en maximale plasmaconcentratie (C
min
, C
max
) en de blootstelling (AUC) geen
verschil bestond tussen eenmaal daags gebruik van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte en
driemaal daags gebruik van SIFROL-tabletten.
29
Bij eenmaal daagse toediening van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte komen er in 24 uur minder
schommelingen voor in de plasmaconcentratie van pramipexol dan bij driemaal daagse toediening van
pramipexoltabletten met directe afgifte.
De maximale plasmaconcentratie wordt ongeveer 6 uur na toediening van eenmaal daags in te nemen
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bereikt. Met betrekking tot de blootstelling wordt de
steady-state-concentratie na maximaal 5 dagen aanhoudend gebruik van het geneesmiddel bereikt.
Gelijktijdige toediening met voedsel heeft doorgaans geen invloed op de biologische beschikbaarheid
van pramipexol. Het nuttigen van een vetrijke maaltijd induceerde een stijging van de maximale
concentratie (C
max
) van circa 24% optredend na toediending van een enkelvoudige dosis en van circa
20% na toediening van meervoudige doses en een vertraging van ongeveer 2 uur van het moment
waarop de maximale concentratie wordt bereikt bij gezonde vrijwilligers. De totale blootstelling
(AUC) werd niet beïnvloed door gelijktijdige inname van voedsel. De toename van C
max
wordt niet als
klinisch relevant beschouwd. Bij de fase III-onderzoeken waarin de veiligheid en werkzaamheid van
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte werden aangetoond, hoefden de patiënten bij het innemen van
de onderzoeksmedicatie geen rekening te houden met de inname van voedsel.
Hoewel het lichaamsgewicht geen invloed heeft op de AUC, bleek het wel van invloed te zijn op het
verdelingsvolume en dus ook op de maximale concentratie (C
max
). Een afname van het
lichaamsgewicht met 30 kg leidt tot een stijging van de C
max
van 45%. Bij fase III-onderzoeken met
patiënten met de ziekte van Parkinson werd echter geen klinisch belangrijke invloed gevonden van het
lichaamsgewicht op het therapeutische effect en de verdraagbaarheid van SIFROL-tabletten met
verlengde afgifte.
Pramipexol vertoont lineaire kinetiek en een geringe interindividuele variatie in plasmaspiegels.
Distributie
De eiwitbinding van pramipexol bij de mens is zeer laag (< 20%) en het verdelingsvolume is hoog
(400 l). Bij ratten zijn hoge concentraties in hersenweefsel aangetroffen (ongeveer het 8-voudige van
de plasmaspiegels).
Biotransformatie
Pramipexol wordt bij de mens slechts in geringe mate gemetaboliseerd.
Eliminatie
Renale klaring van onveranderd pramipexol is de belangrijkste uitscheidingsroute. Ongeveer 90% van
een
14
C-gelabelde dosis wordt uitgescheiden door de nieren, terwijl minder dan 2% in de feces wordt
aangetroffen. De totale klaring van pramipexol is ongeveer 500 ml/min; de renale klaring is ongeveer
400 ml/min. De eliminatiehalfwaardetijd (t½) varieert van 8 uur bij jongeren tot 12 uur bij ouderen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies naar de toxiciteit van herhaaldelijk toegediende doses toonden aan dat pramipexol functionele
effecten tot gevolg had, voornamelijk in het centrale zenuwstelsel en in de vrouwelijke
voortplantingsorganen, die waarschijnlijk het gevolg zijn van een overdreven farmacodynamisch
effect van het middel.
Bij de cavia werd een afname in diastolische en systolische bloeddruk en in de hartfrequentie
waargenomen. Bij de aap werd een tendens naar hypotensie gezien.
Het potentiële effect van pramipexol op de voorplanting is onderzocht bij ratten en konijnen.
Pramipexol was niet teratogeen bij ratten en konijnen, maar was embryotoxisch bij de rat bij doses die
toxisch zijn voor de moeder. Vanwege de selectie van de soorten proefdieren en het beperkte aantal
parameters dat is onderzocht, zijn de nadelige effecten van pramipexol op de zwangerschap en op de
mannelijke vruchtbaarheid niet volledig opgehelderd.
30
Bij ratten werd een vertraging gezien in de seksuele ontwikkeling (d.w.z. loslaten van de voorhuid en
openen van de vagina). De relevantie voor de mens is niet bekend.
Pramipexol was niet genotoxisch. In een studie naar de carcinogeniteit ontwikkelden mannelijke ratten
hyperplasieën van de Leydigcellen en adenomen. Dit wordt toegeschreven aan het prolactine-
remmende effect van pramipexol. Deze bevinding is niet klinisch relevant voor de mens. In dezelfde
studie werd ook gevonden dat pramipexol in doses van 2 mg/kg (zout) en hoger gepaard ging met
retinale degeneratie bij albinoratten. Deze laatste bevinding is niet waargenomen bij gepigmenteerde
ratten en ook niet in een studie van 2 jaar naar carcinogeniteit bij albinomuizen of bij enige andere
diersoort waarmee onderzoek is gedaan.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Hypromellose 2208
Maïszetmeel
Carbomeer 941
Colloïdaal watervrij silica
Magnesiumstearaat
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakking.
Elke blisterverpakking bevat 10 tabletten met verlengde afgifte.
Doosjes met 1, 3 of 10 blisterverpakkingen (10, 30 of 100 tabletten met verlengde afgifte).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
31
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/013-015
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/016-018
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/019-021
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/028-030
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/022-024
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/031-033
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/025-027
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 14 oktober 1997
Datum van laatste verlenging: 14 oktober 2007
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau
http://www.ema.europa.eu.
32
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
D.
33
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Rottendorf Pharma GmbH
Ostenfelder Strasse 51 – 61
59320 Ennigerloh
Duitsland
Boehringer Ingelheim France
100-104 avenue de France
75013 Paris
Frankrijk
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
34
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
35
A. ETIKETTERING
36
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,088 mg tabletten
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 0,125 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, overeenkomend met 0,088 mg
pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten
100 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
37
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/001 [30 tabletten]
EU/1/97/050/002 [100 tabletten]
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,088 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
38
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,088 mg tabletten
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
39
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,18 mg tabletten
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 0,25 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, overeenkomend met 0,18 mg
pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten
100 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
40
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/003 [30 tabletten]
EU/1/97/050/004 [100 tabletten]
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,18 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
41
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,18 mg tabletten
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
42
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,35 mg tabletten
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 0,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, overeenkomend met 0,35 mg
pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten
100 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
43
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/011 [30 tabletten]
EU/1/97/050/012 [100 tabletten]
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,35 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
44
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,35 mg tabletten
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
45
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,7 mg tabletten
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 1,0 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, overeenkomend met 0,7 mg
pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten
100 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
46
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/005 [30 tabletten]
EU/1/97/050/006 [100 tabletten]
13.
Lot
PARTIJNUMMER
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,7 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
47
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,7 mg tabletten
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
48
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 0,375 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 0,26 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
49
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/013 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/014 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/015 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
50
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
51
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 0,75 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 0,52 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
52
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/016 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/017 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/018 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
53
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
54
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 1,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 1,05 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
55
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/019 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/020 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/021 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
56
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
57
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 2,25 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 1,57 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
58
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/028 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/029 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/030 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
59
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
60
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 3 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 2,1 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
61
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/022 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/023 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/024 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
62
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
63
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 3,75 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 2,62 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
64
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/031 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/032 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/033 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
65
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
66
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 4,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 3,15 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
67
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/025 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/026 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/027 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC
SN
NN
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
68
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
69
B. BIJSLUITER
70
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
SIFROL 0,088 mg tabletten
SIFROL 0,18 mg tabletten
SIFROL 0,35 mg tabletten
SIFROL 0,7 mg tabletten
pramipexol
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is SIFROL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is SIFROL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
SIFROL bevat de werkzame stof pramipexol en behoort tot de groep geneesmiddelen, dopamine-
agonisten genoemd, die de dopaminereceptoren in de hersenen stimuleren. Stimulatie van de
dopaminereceptoren veroorzaakt prikkels in de hersenen. Dit helpt om onwillekeurige bewegingen van
het lichaam te controleren.
SIFROL wordt gebruikt om:
-
de verschijnselen van de ziekte van Parkinson bij volwassenen te behandelen. SIFROL wordt
alleen of in combinatie met het geneesmiddel levodopa (een ander geneesmiddel toegepast bij
de ziekte van Parkinson) gebruikt.
-
matig tot ernstige verschijnselen van Restless Legs Syndroom bij volwassenen te behandelen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt. Vertel het uw arts als u medische klachten
of verschijnselen heeft (gehad) of krijgt, in het bijzonder als het één van onderstaande klachten of
verschijnselen is:
-
Nieraandoening.
-
Hallucinaties (zien, horen of voelen van dingen die er niet zijn). De meeste hallucinaties zijn
visueel.
-
Dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen). Als u gevorderde
ziekte van Parkinson heeft en ook levodopa inneemt, kunt u dyskinesie ontwikkelen tijdens het
verhogen van de dosis SIFROL.
71
-
-
-
-
-
-
Dystonie (uw lichaam en hals niet recht en rechtop kunnen houden (axiale dystonie)). In het
bijzonder kunt u last krijgen van voorwaartse buiging van het hoofd en de hals (antecollis),
voorwaartse buiging van de onderrug (camptocormie) of zijwaartse buiging van de rug
(pleurothotonus of Pisa-syndroom).
Slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval.
Psychose (bv. vergelijkbaar met symptomen van schizofrenie).
Visusstoornissen. U moet uw ogen regelmatig laten controleren tijdens de behandeling met
SIFROL.
Ernstige hart- of bloedvataandoeningen. U moet uw bloeddruk regelmatig laten controleren,
vooral bij de start van de behandeling. Dit is om orthostatische hypotensie (plotselinge
bloeddrukdaling bij het opstaan) te vermijden.
Augmentatie (het sterker worden van de symptomen). Het kan gebeuren dat u bemerkt dat de
symptomen eerder beginnen dan gebruikelijk, heviger zijn en andere ledematen treffen.
Vertel het uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u behoeftes of verlangens ontwikkelt om u
op bepaalde manieren te gedragen die ongebruikelijk voor u zijn. Vertel het uw arts ook als u of uw
familie/verzorger merkt dat u de impuls, prikkel of verleiding niet kunt weerstaan om bepaalde
activiteiten uit te oefenen die schadelijk zouden kunnen zijn voor uzelf of voor anderen. Dit wordt
stoornissen in de impulsbeheersing genoemd en kunnen bestaan uit gedragswijzen, zoals verslavend
gokken, overmatig eten of uitgeven van geld, een abnormaal verhoogde seksuele drang of hierdoor
volledig in beslag worden genomen met toename van seksuele gedachten of gevoelens. Uw arts moet
mogelijk uw dosis aanpassen of stoppen.
Vertel het uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u een manie (opwinding, opgetogen gevoel
of overdreven enthousiast) of delirium (verminderd besef, verwardheid of verlies van realiteitszin)
ontwikkelt. Uw arts moet mogelijk uw dosis aanpassen of stoppen.
Vertel het uw arts als u symptomen heeft zoals depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn
nadat u uw behandeling met SIFROL heeft stopgezet of verminderd. Als de problemen meer dan een
paar weken blijven aanhouden, is het mogelijk dat uw arts uw behandeling moet aanpassen.
Vertel het uw arts als u uw lichaam en hals niet meer recht en rechtop kunt houden (axiale dystonie).
Als dit gebeurt, kan het zijn dat uw arts uw medicatie wil aanpassen of veranderen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Het wordt niet aangeraden SIFROL te gebruiken bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast SIFROL nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen, kruidenpreparaten en voedingssupplementen waar u
geen voorschrift voor nodig heeft.
U dient het gelijktijdige gebruik van SIFROL en antipsychotica te vermijden.
Pas op als u de volgende geneesmiddelen inneemt:
-
cimetidine (wordt gebruikt voor de behandeling van overmatig maagzuur en maagzweren)
-
amantadine (kan worden gebruikt tegen de ziekte van Parkinson)
-
mexiletine (wordt gebruikt voor de behandeling van een onregelmatige hartslag, een aandoening
die ventriculaire aritmie wordt genoemd)
-
zidovudine (dit kan worden gebruikt bij de behandeling van Acquired Immune Deficiency
Syndrome (AIDS), een aandoening van het menselijk afweersysteem)
-
cisplatine (wordt gebruikt voor de behandeling van verschillende soorten kanker)
-
kinine (kan worden gebruikt bij de preventie van pijnlijke nachtelijke beenkrampen en voor de
behandeling van een bepaald type malaria bekend als falciparum malaria (kwaadaardige
malaria))
-
procaïnamide (voor de behandeling van onregelmatige hartslag)
72
Als u levodopa inneemt, wordt aangeraden de dosering van levodopa te verlagen als u start met de
behandeling met SIFROL.
Pas op als u geneesmiddelen gebruikt die u kalmeren (een sederend effect hebben) of als u alcohol
drinkt. In deze gevallen kan SIFROL uw vermogen om voertuigen te besturen en machines te
gebruiken, beïnvloeden.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Wees voorzichtig als u alcohol drinkt gedurende de behandeling met SIFROL.
SIFROL kan zowel met als zonder voedsel worden ingenomen.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uw arts zal dan met u bespreken of u
SIFROL moet blijven innemen.
Het effect van SIFROL op het ongeboren kind is onbekend. Neem SIFROL daarom niet als u zwanger
bent, tenzij uw arts dat adviseert.
SIFROL mag niet worden gebruikt tijdens het geven van borstvoeding. SIFROL kan de melkproductie
doen afnemen. Ook kan SIFROL in de moedermelk terechtkomen en zo uw baby bereiken. Als
behandeling met SIFROL noodzakelijk is, dient de borstvoeding te worden gestopt.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
SIFROL kan hallucinaties (zien, horen of voelen van dingen die er niet zijn) veroorzaken. Als u hier
last van krijgt, mag u niet rijden of machines gebruiken.
SIFROL is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval, in het
bijzonder bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Als u deze bijwerkingen ervaart, mag u niet rijden
en geen machines bedienen. Vertel het uw arts als dit gebeurt.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Uw arts zal u adviseren over de juiste dosering.
U kunt SIFROL zowel met als zonder voedsel innemen. Slik de tabletten met water.
Ziekte van Parkinson
De dagelijkse dosering dient verdeeld over 3 gelijke doses te worden ingenomen.
Gedurende de eerste week is de gebruikelijke dosering driemaal daags één tablet SIFROL 0,088 mg
(overeenkomend met 0,264 mg pramipexol base (= 0,375 mg pramipexol zout) per dag):
1
e
week
driemaal per dag 1 tablet SIFROL 0,088 mg
0,264
Aantal tabletten
Totale dagdosering (mg)
Dit zal iedere 5-7 dagen op advies van uw arts worden verhoogd totdat de verschijnselen onder
controle zijn (onderhoudsdosering).
73
2
e
week
Aantal tabletten
driemaal per dag 1 tablet
SIFROL 0,18 mg
OF
driemaal per dag 2 tabletten SIFROL
0,088 mg
Totale
dagdosering
(mg) 0,54
3
e
week
driemaal per dag 1 tablet SIFROL
0,35 mg
OF
driemaal per dag 2 tabletten SIFROL
0,18 mg
1,1
De gebruikelijke onderhoudsdosering is 1,1 mg per dag. Uw dosering kan echter nog verder worden
verhoogd. Indien nodig, kan uw arts de dosering verhogen tot maximaal 3,3 mg pramipexol per dag.
Een lagere onderhoudsdosering dan drie SIFROL 0,088 mg tabletten per dag is ook mogelijk.
Laagste onderhoudsdosering
driemaal per dag 1 tablet SIFROL
0,088 mg
0,264
Hoogste onderhoudsdosering
driemaal per dag 1 tablet
SIFROL 0,7 mg en 1 tablet
SIFROL 0,35 mg
3,15
Aantal tabletten
Totale dagdosering (mg)
Patiënten met een nieraandoening
Indien u een matige tot ernstige nieraandoening heeft, zal uw arts u een lagere dosering voorschrijven.
In dat geval moet u eenmaal of tweemaal per dag de tabletten innemen. Als u een matige
nieraandoening heeft, zal de gebruikelijke aanvangsdosering 1 tablet SIFROL 0,088 mg tweemaal per
dag zijn. Bij een ernstige nieraandoening zal de gebruikelijke aanvangsdosering slechts 1 tablet
SIFROL 0,088 mg per dag zijn.
Restless Legs Syndroom
De dosis wordt normaal gesproken eenmaal per dag ingenomen, ’s avonds, 2-3 uur voor het naar bed
gaan.
In de eerste week is de gebruikelijke dosering 1 tablet SIFROL 0,088 mg eenmaal per dag (gelijk aan
0,088 mg per dag):
1
e
week
1 tablet SIFROL 0,088 mg
0,088
Aantal tabletten
Totale dagdosering (mg)
Dit zal iedere 4-7 dagen op advies van uw arts worden verhoogd totdat de verschijnselen onder
controle zijn (onderhoudsdosering).
2
e
week
1 tablet SIFROL 0,18 mg
OF
2 tabletten SIFROL
0,088 mg
3
e
week
1 tablet SIFROL 0,35 mg
OF
2 tabletten SIFROL
0,18 mg
OF
4 tabletten SIFROL
0,088 mg
4
e
week
1 tablet SIFROL 0,35 mg
en 1 tablet SIFROL
0,18 mg
OF
3 tabletten SIFROL
0,18 mg
OF
6 tabletten SIFROL
0,088 mg
0,54
Aantal tabletten
Totale dagdosering
(mg)
0,18
0,35
De dagelijkse dosering mag niet hoger zijn dan 6 tabletten SIFROL 0,088 mg ofwel in totaal 0,54 mg
pramipexol base (overeenkomend met 0,75 mg pramipexolzout).
74
Als u langer dan enkele dagen stopt met het innemen van uw tabletten en weer wilt beginnen met de
behandeling, dient u weer bij de laagste dosis te beginnen. U kunt de dosering weer opbouwen, net
zoals u de eerste keer heeft gedaan. Vraag uw arts om advies.
Uw arts zal de behandeling na 3 maanden evalueren om te beslissen of met de behandeling wordt
doorgegaan of niet.
Patiënten met een nieraandoening
Als u een ernstige nieraandoening heeft, kan het zijn dat SIFROL voor u geen geschikte behandeling
is.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Wanneer u per ongeluk te veel tabletten heeft ingenomen,
-
neem dan direct contact op met uw arts of de eerste hulppost van het dichtstbijzijnde ziekenhuis
voor advies
-
kunt u last krijgen van overgeven, rusteloosheid of een van de bijwerkingen zoals beschreven in
rubriek 4 ‘Mogelijke bijwerkingen’.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Maakt u zich geen zorgen. Neem de vergeten dosis niet meer in maar ga gewoon door met het
innemen van de volgende dosis op het juiste tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis
in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met SIFROL zonder eerst met uw arts te overleggen. Als u moet stoppen met het innemen
van dit geneesmiddel, zal uw arts de dosis geleidelijk verlagen. Dit vermindert de kans op verergering
van de ziekteverschijnselen.
Als u lijdt aan de ziekte van Parkinson, mag u de behandeling met SIFROL niet abrupt beëindigen.
Ineens stoppen kan er toe leiden dat u last krijgt van een zogeheten maligne neuroleptisch syndroom.
Deze aandoening kan een ernstig risico voor de gezondheid zijn. De verschijnselen omvatten:
-
akinesie (verlies van spierbeweging)
-
stijve spieren
-
koorts
-
instabiele bloeddruk
-
tachycardie (verhoogde hartslag)
-
verwardheid
-
verminderd bewustzijn (bv. coma)
Als u minder SIFROL gaat gebruiken of ermee stopt, kan een medische aandoening ontstaan die
dopamine-agonist onttrekkingssyndroom wordt genoemd. De verschijnselen bestaan onder meer uit
depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn. Als deze verschijnselen bij u ontstaan, moet u
contact opnemen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
75
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. De bijwerkingen zijn onderverdeeld in de volgende frequenties:
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend
komt voor bij meer dan 1 op de 10 patiënten
komt voor bij minder dan 1 op de 10 patiënten
komt voor bij minder dan 1 op de 100 patiënten
komt voor bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten
komt voor bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten
De frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Als u aan de ziekte van Parkinson lijdt, kunt u last krijgen van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak:
-
dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen)
-
slaperigheid
-
duizeligheid
-
misselijkheid
Vaak:
-
drang tot abnormaal gedrag
-
hallucinaties (zien, horen en voelen van dingen die er niet zijn)
-
verwardheid
-
vermoeidheid
-
slapeloosheid (insomnie)
-
overmatige vochtophoping, gewoonlijk in de benen (perifeer oedeem)
-
hoofdpijn
-
hypotensie (lage bloeddruk)
-
abnormale dromen
-
obstipatie (verstopping)
-
verslechterd zicht
-
overgeven
-
gewichtsverlies inclusief verminderde eetlust
Soms:
-
paranoia (bv. overmatige angst voor het eigen welzijn)
-
waanideeën
-
overmatige slaperigheid overdag en plotseling in slaap vallen
-
geheugenverlies
-
hyperkinesie (meer bewegen en niet stil kunnen zitten)
-
gewichtstoename
-
allergische reacties (bv. uitslag, jeuk, overgevoeligheid)
-
flauwvallen
-
hartfalen (hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken)*
-
rusteloosheid
-
dyspneu (moeilijkheden met ademhalen)
-
de hik
-
pneumonie (longontsteking)
-
onvermogen om de impuls, prikkel of verleiding te weerstaan om een daad uit te voeren die
schadelijk kan zijn voor u of anderen; dat kan inhouden:
-
sterke impuls om overmatig te gokken, ondanks ernstige persoonlijke of familiaire
gevolgen
-
verstoorde of verhoogde seksuele interesse en gedrag van beduidend grote zorg voor u of
voor anderen, bijvoorbeeld een verhoogde seksuele drift
-
niet te beheersen overmatig winkelen of uitgeven van geld
76
-
eetaanvallen (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten
(het eten van meer voedsel dan normaal en meer dan nodig is om uw honger te stillen)*
delirium (verminderd besef, verwardheid, verlies van realiteitszin)
-
Zelden:
-
manie (opwinding, opgetogen gevoel of overdreven enthousiast)
Niet bekend:
-
na stopzetten of verminderen van uw behandeling met SIFROL kunnen de volgende symptomen
optreden: depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn
(dopamine-agonistonttrekkingssyndroom genaamd).
Vertel het uw arts als u een van deze gedragswijzen doormaakt; uw arts zal manieren bespreken
om met de symptomen om te gaan of te verminderen.
Een precieze schatting van de frequentie is niet mogelijk voor de bijwerkingen met een *, aangezien
deze bijwerkingen niet zijn waargenomen bij klinische onderzoeken waarin 2.762 patiënten werden
behandeld met pramipexol. De frequentie is waarschijnlijk niet hoger dan ‘soms’.
Als u aan Restless Legs Syndroom lijdt, kunt u last krijgen van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak:
-
misselijkheid
Vaak:
-
veranderingen in het slaappatroon, zoals slapeloosheid (insomnia) en slaperigheid
-
vermoeidheid
-
hoofdpijn
-
abnormale dromen
-
obstipatie (verstopping)
-
duizeligheid
-
overgeven.
Soms:
-
drang tot abnormaal gedrag*
-
hartfalen (hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken)*
-
dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen)
-
hyperkinesie (meer bewegen en niet stil kunnen zitten)*
-
paranoia (bv. overmatige angst voor het eigen welzijn)*
-
waanideeën*
-
geheugenverlies*
-
hallucinaties (zien, horen of voelen van dingen die er niet zijn)
-
verwardheid
-
overmatige slaperigheid overdag en plotseling in slaap vallen
-
gewichtstoename
-
hypotensie (lage bloeddruk)
-
overmatige vochtophoping, gewoonlijk in de benen (perifeer oedeem)
-
allergische reacties (bv. uitslag, jeuk, overgevoeligheid)
-
flauwvallen
-
rusteloosheid
-
verslechterd zicht
-
gewichtsverlies inclusief verminderde eetlust
-
dyspneu (moeilijkheden met ademhalen)
-
de hik
-
pneumonie (longontsteking)*
-
onvermogen om de impuls, prikkel of verleiding te weerstaan om een daad uit te voeren die
schadelijk kan zijn voor u of anderen; dat kan inhouden:
77
-
-
sterke impuls om overmatig te gokken, ondanks ernstige persoonlijke of familiaire
gevolgen*
-
verstoorde of verhoogde seksuele interesse en gedrag van beduidend grote zorg voor u of
voor anderen, bijvoorbeeld een verhoogde seksuele drift*
-
niet te beheersen overmatig winkelen of uitgeven van geld*
-
eetaanvallen (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten
(het eten van meer voedsel dan normaal en meer dan nodig is om uw honger te stillen)*
manie (opwinding, opgetogen gevoel of overdreven enthousiast)*
delirium (verminderd besef, verwardheid, verlies van realiteitszin)*
-
Niet bekend:
-
na stopzetten of verminderen van uw behandeling met SIFROL kunnen de volgende symptomen
optreden: depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn
(dopamine-agonistonttrekkingssyndroom genaamd).
Vertel het uw arts als u een van deze gedragswijzen doormaakt; uw arts zal manieren bespreken
om met de symptomen om te gaan of te verminderen.
Een precieze schatting van de frequentie is niet mogelijk voor de bijwerkingen met een *, aangezien
deze bijwerkingen niet zijn waargenomen bij klinische onderzoeken waarin 1.395 patiënten werden
behandeld met pramipexol. De frequentie is waarschijnlijk niet hoger dan ‘soms’.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
‘EXP’. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming van de tabletten tegen licht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
78
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is pramipexol.
Elke tablet bevat 0,088 mg, 0,18 mg, 0,35 mg of 0,7 mg pramipexol als respectievelijk 0,125 mg,
0,25 mg, 0,5 mg of 1 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat.
De andere stoffen in dit middel zijn mannitol, maïszetmeel, watervrij colloïdaal silica, povidon K 25
en magnesiumstearaat.
Hoe ziet SIFROL eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
SIFROL 0,088 mg tabletten zijn wit, rond van vorm en plat. De tabletten hebben geen breukstreep.
SIFROL 0,18 mg tabletten en SIFROL 0,35 mg tabletten zijn wit, ovaal van vorm en plat. De tabletten
hebben een breukstreep en kunnen gebroken worden in twee helften.
SIFROL 0,7 mg tabletten zijn wit, rond van vorm en plat. De tabletten hebben een breukstreep en
kunnen gebroken worden in twee helften.
Alle tabletten hebben het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim op de ene zijde en de code P6, P7, P8
of P9 op de andere zijde die respectievelijk verwijzen naar de verschillende tabletsterktes 0,088 mg,
0,18 mg, 0,35 mg en 0,7 mg.
Alle sterkten van de SIFROL zijn verkrijgbaar in aluminium blisterverpakkingen met 10 tabletten per
strip, in een kartonnen verpakking met 3 of 10 blisterverpakkingen (30 of 100 tabletten). Niet alle
genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Fabrikant
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Boehringer Ingelheim France
100-104 avenue de France
75013 Paris
Frankrijk
79
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
България
Бьори½гер И½гелхайм РЦВ ГмбХ и Ко КГ -
кло½ България
Тел: +359 2 958 79 98
Česká republika
Boehringer Ingelheim spol. s r.o.
Tel: +420 234 655 111
Danmark
Boehringer Ingelheim Danmark A/S
Tlf: +45 39 15 88 88
Deutschland
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Tel: +49 (0) 800 77 90 900
Eesti
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Eesti filiaal
Tel: +372 612 8000
Ελλάδα
Boehringer Ingelheim Ellas A.E.
Tηλ: +30 2 10 89 06 300
España
Boehringer Ingelheim España, S.A.
Tel: +34 93 404 51 00
France
Boehringer Ingelheim France S.A.S.
Tél: +33 3 26 50 45 33
Hrvatska
Boehringer Ingelheim Zagreb d.o.o.
Tel: +385 1 2444 600
Ireland
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tel: +353 1 295 9620
Lietuva
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Lietuvos filialas
Tel: +370 5 2595942
Luxembourg/Luxemburg
SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
Magyarország
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Magyarországi Fióktelepe
Tel: +36 1 299 89 00
Malta
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tel: +353 1 295 9620
Nederland
Boehringer Ingelheim b.v.
Tel: +31 (0) 800 22 55 889
Norge
Boehringer Ingelheim Norway KS
Tlf: +47 66 76 13 00
Österreich
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +43 1 80 105-7870
Polska
Boehringer Ingelheim Sp.zo.o.
Tel: +48 22 699 0 699
Portugal
Boehringer Ingelheim Portugal, Lda.
Tel: +351 21 313 53 00
România
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Viena - Sucursala Bucureşti
Tel: +40 21 302 28 00
Slovenija
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Podružnica Ljubljana
Tel: +386 1 586 40 00
80
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Boehringer Ingelheim Italia S.p.A.
Tel: +39 02 5355 1
Κύπρος
Boehringer Ingelheim Ellas A.E.
Tηλ: +30 2 10 89 06 300
Latvija
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Latvijas filiāle
Tel: +371 67 240 011
Slovenská republika
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
organizačná zložka
Tel: +421 2 5810 1211
Suomi/Finland
Boehringer Ingelheim Finland Ky
Puh/Tel: +358 10 3102 800
Sverige
Boehringer Ingelheim AB
Tel: +46 8 721 21 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tel: +353 1 295 9620
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
81
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
-
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is SIFROL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is SIFROL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
SIFROL bevat de werkzame stof pramipexol en behoort tot de groep geneesmiddelen, dopamine-
agonisten genoemd, die de dopaminereceptoren in de hersenen stimuleren. Stimulatie van de
dopaminereceptoren veroorzaakt prikkels in de hersenen. Dit helpt om onwillekeurige bewegingen van
het lichaam te controleren.
SIFROL wordt gebruikt om de verschijnselen van de ziekte van Parkinson bij volwassenen te
behandelen. SIFROL wordt alleen of in combinatie met het geneesmiddel levodopa (een ander
geneesmiddel toegepast bij de ziekte van Parkinson) gebruikt.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt. Vertel het uw arts als u medische klachten
of verschijnselen heeft (gehad) of krijgt, in het bijzonder als het één van onderstaande klachten of
verschijnselen is:
-
Nieraandoening
-
Hallucinaties (zien, horen of voelen van dingen die er niet zijn). De meeste hallucinaties zijn
visueel.
82
-
-
-
-
-
-
Dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen). Als u gevorderde
ziekte van Parkinson heeft en ook levodopa inneemt, kunt u dyskinesie ontwikkelen tijdens het
verhogen van de dosis SIFROL.
Dystonie (uw lichaam en hals niet recht en rechtop kunnen houden (axiale dystonie)). In het
bijzonder kunt u last krijgen van voorwaartse buiging van het hoofd en de hals (antecollis),
voorwaartse buiging van de onderrug (camptocormie) of zijwaartse buiging van de rug
(pleurothotonus of Pisa-syndroom).
Slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval
Psychose (bv. vergelijkbaar met symptomen van schizofrenie)
Visusstoornissen. U moet uw ogen regelmatig laten controleren tijdens de behandeling met
SIFROL.
Ernstige hart- of bloedvataandoeningen. U moet uw bloeddruk regelmatig laten controleren,
vooral bij de start van de behandeling. Dit is om orthostatische hypotensie (plotselinge
bloeddrukdaling bij het opstaan) te vermijden.
Vertel het uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u behoeftes of verlangens ontwikkelt om u
op bepaalde manieren te gedragen die ongebruikelijk voor u zijn. Vertel het uw arts ook als u of uw
famillie/verzorger merkt dat u de impuls, prikkel of verleiding niet kunt weerstaan om bepaalde
activiteiten uit te oefenen die schadelijk zouden kunnen zijn voor uzelf of voor anderen. Dit wordt
stoornissen in de impulsbeheersing genoemd en kunnen bestaan uit gedragswijzen, zoals verslavend
gokken, overmatig eten of uitgeven van geld, een abnormaal verhoogde seksuele drang of hierdoor
volledig in beslag worden genomen met toename van seksuele gedachten of gevoelens. Uw arts moet
mogelijk uw dosis aanpassen of stoppen.
Vertel het uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u een manie (opwinding, opgetogen gevoel
of overdreven enthousiast) of delirium (verminderd besef, verwardheid, verlies van realiteitszin)
ontwikkelt. Uw arts moet mogelijk uw dosis aanpassen of stoppen.
Vertel het uw arts als u symptomen heeft zoals depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn
nadat u uw behandeling met SIFROL heeft stopgezet of verminderd. Als de problemen meer dan een
paar weken blijven aanhouden, is het mogelijk dat uw arts uw behandeling moet aanpassen.
Vertel het uw arts als u uw lichaam en hals niet meer recht en rechtop kunt houden (axiale dystonie).
Als dit gebeurt, kan het zijn dat uw arts uw medicatie wil aanpassen of veranderen.
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte is een speciaal ontworpen tablet waaruit de werkzame stof
geleidelijk wordt afgegeven nadat de tablet is ingenomen. Delen van de tabletten kunnen soms door
het lichaam gaan en in de ontlasting (feces) terug te vinden zijn. Ze zien er dan misschien uit als hele
tabletten. Vertel het uw arts als u delen van de tabletten in uw ontlasting aantreft.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Het wordt niet aangeraden SIFROL te gebruiken bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast SIFROL nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen, kruidenpreparaten en voedingssupplementen waar u
geen voorschrift voor nodig heeft.
U dient het gelijktijdige gebruik van SIFROL en antipsychotica te vermijden.
Pas op als u de volgende geneesmiddelen inneemt:
-
cimetidine (wordt gebruikt voor de behandeling van overmatig maagzuur en maagzweren)
-
amantadine (kan worden gebruikt tegen de ziekte van Parkinson)
-
mexiletine (wordt gebruikt voor de behandeling van een onregelmatige hartslag, een aandoening
die ventriculaire aritmie wordt genoemd)
83
-
-
-
-
zidovudine (dit kan worden gebruikt bij de behandeling van Acquired Immune Deficiency
Syndrome (AIDS), een aandoening van het menselijk afweersysteem)
cisplatine (wordt gebruikt voor de behandeling van verschillende soorten kanker)
kinine (kan worden gebruikt bij de preventie van pijnlijke nachtelijke beenkrampen en voor de
behandeling van een bepaald type malaria bekend als falciparum malaria (kwaadaardige
malaria))
procaïnamide (voor de behandeling van onregelmatige hartslag)
Als u levodopa inneemt, wordt aangeraden de dosering van levodopa te verlagen als u start met de
behandeling met SIFROL.
Pas op als u geneesmiddelen gebruikt die u kalmeren (een sederend effect hebben) of als u alcohol
drinkt. In deze gevallen kan SIFROL uw vermogen om voertuigen te besturen en machines te
gebruiken, beïnvloeden.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Wees voorzichtig als u alcohol drinkt gedurende de behandeling met SIFROL.
SIFROL kan zowel met als zonder voedsel worden ingenomen.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uw arts zal dan met u bespreken of u
SIFROL moet blijven innemen.
Het effect van SIFROL op het ongeboren kind is onbekend. Neem SIFROL daarom niet als u zwanger
bent, tenzij uw arts dat adviseert.
SIFROL mag niet worden gebruikt tijdens het geven van borstvoeding. SIFROL kan de melkproductie
doen afnemen. Ook kan SIFROL in de moedermelk terechtkomen en zo uw baby bereiken. Als
behandeling met SIFROL noodzakelijk is, dient de borstvoeding te worden gestopt.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
SIFROL kan hallucinaties (zien, horen of voelen van dingen die er niet zijn) veroorzaken. Als u hier
last van krijgt, mag u niet rijden of machines gebruiken.
SIFROL is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval, in het
bijzonder bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Als u deze bijwerkingen ervaart, mag u niet rijden
en geen machines bedienen. Vertel het uw arts als dit gebeurt.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Uw arts zal u adviseren over de juiste dosering.
Neem SIFROL-tabletten met verlengde afgifte slechts eenmaal per dag in, elke dag op ongeveer
hetzelfde tijdstip.
U kunt SIFROL zowel met als zonder voedsel innemen. Slik de tabletten in hun geheel door, samen
met wat water.
84
De tabletten met verlengde afgifte mogen niet
worden gekauwd, gebroken of verpulverd. Als u
dit wel doet, bestaat er een kans op overdosering.
Het is dan namelijk mogelijk dat het
geneesmiddel te snel vrijkomt in uw lichaam.
Tijdens de eerste week is de gebruikelijke dagelijkse dosering 0,26 mg pramipexol. De dosis zal iedere
5-7 dagen op advies van uw arts worden verhoogd totdat de verschijnselen onder controle zijn
(onderhoudsdosering).
Oplopend doseringsschema van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte
Week
Dagelijkse dosis Aantal tabletten
(mg)
1
0,26
Eén SIFROL-tablet met verlengde afgifte van 0,26 mg.
2
0,52
Eén SIFROL-tablet met verlengde afgifte van 0,52 mg,
OF
twee SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 0,26 mg.
3
1,05
Eén SIFROL-tablet met verlengde afgifte van 1,05 mg,
OF
twee SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 0,52 mg,
OF
vier SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 0,26 mg.
De gebruikelijke onderhoudsdosering is 1,05 mg per dag. Het kan echter nodig zijn om uw dosis nog
verder te verhogen. Indien nodig, kan uw arts de dosering verhogen tot maximaal 3,15 mg pramipexol
per dag. Het gebruik van een lagere onderhoudsdosering van één SIFROL-tablet met verlengde afgifte
van 0,26 mg per dag is ook mogelijk.
Patiënten met een nieraandoening
Als u een nieraandoening heeft, kan uw arts u aanraden om in de eerste week slechts om de dag de
gebruikelijke aanvangsdosering van een tablet met verlengde afgifte van 0,26 mg in te nemen. Na deze
week kan uw arts de doseringsfrequentie verhogen naar dagelijks één tablet met verlengde afgifte van
0,26 mg. Als verdere verhoging van de dosis nodig is, kan uw arts uw dosis aanpassen met stappen
van 0,26 mg pramipexol.
Als u ernstige nierproblemen heeft, kan uw arts genoodzaakt zijn u over te zetten op een ander
geneesmiddel met pramipexol. Als uw nierproblemen tijdens de behandeling verergeren, dient u zo
snel mogelijk contact op te nemen met uw arts.
Als u wordt overgezet van SIFROL-tabletten (met directe afgifte)
Uw arts zal uw dosis SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bepalen op basis van de door u
ingenomen dosis SIFROL-tabletten (met directe afgifte).
Neem de dag voordat u zult overstappen uw SIFROL-tabletten (met directe afgifte) gewoon in zoals u
gewend bent. Neem de volgende ochtend uw SIFROL-tabletten met verlengde afgifte in en neem geen
SIFROL-tabletten (met directe afgifte) meer in.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Wanneer u per ongeluk te veel tabletten heeft ingenomen,
-
neem dan direct contact op met uw arts of de eerste hulppost van het dichtstbijzijnde ziekenhuis
voor advies
-
kunt u last krijgen van overgeven, rusteloosheid of een van de bijwerkingen zoals beschreven in
rubriek 4, ‘Mogelijke bijwerkingen’.
85
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u een dosis SIFROL vergeet in te nemen, maar u herinnert zich dit binnen 12 uur na het
gebruikelijke innametijdstip, neem uw tablet dan direct in en neem uw volgende tablet op het normale
tijdstip in.
Als u een dosis langer dan 12 uur vergeet in te nemen, neem gewoon de volgende dosis in op het
gebruikelijke tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met SIFROL zonder eerst met uw arts te overleggen. Als u moet stoppen met het innemen
van dit geneesmiddel, zal uw arts de dosis geleidelijk verlagen. Dit vermindert de kans op verergering
van de ziekteverschijnselen.
Als u lijdt aan de ziekte van Parkinson, mag u de behandeling met SIFROL niet abrupt beëindigen.
Ineens stoppen kan ertoe leiden dat u last krijgt van een zogeheten maligne neuroleptisch syndroom.
Deze aandoening kan een ernstig risico voor de gezondheid zijn. De verschijnselen omvatten:
-
akinesie (verlies van spierbeweging)
-
stijve spieren
-
koorts
-
instabiele bloeddruk
-
tachycardie (verhoogde hartslag)
-
verwardheid
-
verminderd bewustzijn (bv. coma)
Als u minder SIFROL gaat gebruiken of ermee stopt, kan een medische aandoening ontstaan die
dopamine-agonist onttrekkingssyndroom wordt genoemd. De verschijnselen bestaan onder meer uit
depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn. Als deze verschijnselen bij u ontstaan, moet u
contact opnemen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. De bijwerkingen zijn onderverdeeld in de volgende frequenties:
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Zeer zelden
Niet bekend
komt voor bij meer dan 1 op de 10 patiënten
komt voor bij minder dan 1 op de 10 patiënten
komt voor bij minder dan 1 op de 100 patiënten
komt voor bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten
komt voor bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten
De frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
De volgende bijwerkingen kunnen voorkomen:
Zeer vaak:
-
dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen)
-
slaperigheid
-
duizeligheid
-
misselijkheid.
Vaak:
-
drang tot abnormaal gedrag
-
hallucinaties (zien, horen en voelen van dingen die er niet zijn)
-
verwardheid
-
vermoeidheid
86
-
-
-
-
-
-
-
-
-
slapeloosheid (insomnie)
overmatige vochtophoping, gewoonlijk in de benen (perifeer oedeem)
hoofdpijn
hypotensie (lage bloeddruk)
abnormale dromen
obstipatie (verstopping)
verslechterd zicht
overgeven
gewichtsverlies inclusief verminderde eetlust.
Soms:
-
paranoia (bv. overmatige angst voor het eigen welzijn)
-
waanideeën
-
overmatige slaperigheid overdag en plotseling in slaap vallen
-
geheugenverlies
-
hyperkinesie (meer bewegen en niet stil kunnen zitten)
-
gewichtstoename
-
allergische reacties (bv. uitslag, jeuk, overgevoeligheid)
-
flauwvallen
-
hartfalen (hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken)*
-
rusteloosheid
-
dyspneu (moeilijkheden met ademhalen)
-
de hik
-
pneumonie (longontsteking)
-
onvermogen om de impuls, prikkel of verleiding te weerstaan om een daad uit te voeren die
schadelijk kan zijn voor u of anderen; dat kan inhouden:
-
sterke impuls om overmatig te gokken, ondanks ernstige persoonlijke of familiaire
gevolgen
-
verstoorde of verhoogde seksuele interesse en gedrag van beduidend grote zorg voor u of
voor anderen, bijvoorbeeld een verhoogde seksuele drift
-
niet te beheersen overmatig winkelen of uitgeven van geld
-
eetaanvallen (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten
(het eten van meer voedsel dan normaal en meer dan nodig is om uw honger te stillen).*
-
delirium (verminderd besef, verwardheid, verlies van realiteitszin).
Zelden:
-
manie (opwinding, opgetogen gevoel, of overdreven enthousiast)
Niet bekend:
-
na stopzetten of verminderen van uw behandeling met SIFROL kunnen de volgende symptomen
optreden: depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn
(dopamine-agonistonttrekkingssyndroom genaamd).
Vertel het uw arts als u een van deze gedragswijzen doormaakt; uw arts zal manieren bespreken
om met de symptomen om te gaan of te verminderen.
Een precieze schatting van de frequentie is niet mogelijk voor de bijwerkingen met een *, aangezien
deze bijwerkingen niet zijn waargenomen bij klinische onderzoeken waarin 2.762 patiënten werden
behandeld met pramipexol. De frequentie is waarschijnlijk niet hoger dan ‘soms’.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
87
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
‘EXP’. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is pramipexol.
Elke tablet bevat 0,26 mg, 0,52 mg, 1,05 mg, 1,57 mg, 2,1 mg, 2,62 mg of 3,15 mg pramipexol als
respectievelijk 0,375 mg, 0,75 mg, 1,5 mg, 2,25 mg, 3 mg, 3,75 mg of 4,5 mg
pramipexoldihydrochloride-monohydraat.
De andere stoffen in dit middel zijn hypromellose 2208, maïszetmeel, carbomeer 941, colloïdaal
watervrij silica, magnesiumstearaat.
Hoe ziet SIFROL eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 0,26 mg en 0,52 mg zijn wit tot gebroken wit, rond van
vorm en hebben een schuine rand.
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 1,05 mg, 1,57 mg, 2,1 mg, 2,62 mg en 3,15 mg zijn wit
tot gebroken wit en ovaal van vorm.
Alle tabletten zijn voorzien van het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim op de ene kant en de
code P1, P2, P3, P12, P4, P13 of P5 op de andere kant. De codes verwijzen naar de tabletsterkten van
respectievelijk 0,26 mg, 0,52 mg, 1,05 mg, 1,57 mg, 2,1 mg, 2,62 mg en 3,15 mg.
Alle sterkten van SIFROL zijn verkrijgbaar in aluminium blisterverpakkingen met 10 tabletten per
strip, verpakt in een kartonnen verpakking met 1, 3 of 10 blisterverpakkingen (10, 30 of 100 tabletten
met verlengde afgifte). Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
88
Fabrikant
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Rottendorf Pharma GmbH
Ostenfelder Strasse 51 – 61
59320 Ennigerloh
Duitsland
Boehringer Ingelheim France
100-104 avenue de France
75013 Paris
Frankrijk
89
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België/Belgique/Belgien
SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
България
Бьори½гер И½гелхайм РЦВ ГмбХ и Ко КГ -
кло½ България
Тел: +359 2 958 79 98
Česká republika
Boehringer Ingelheim spol. s r.o.
Tel: +420 234 655 111
Danmark
Boehringer Ingelheim Danmark A/S
Tlf: +45 39 15 88 88
Deutschland
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Tel: +49 (0) 800 77 90 900
Eesti
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Eesti filiaal
Tel: +372 612 8000
Ελλάδα
Boehringer Ingelheim Ellas A.E.
Tηλ: +30 2 10 89 06 300
España
Boehringer Ingelheim España, S.A.
Tel: +34 93 404 51 00
France
Boehringer Ingelheim France S.A.S.
Tél: +33 3 26 50 45 33
Hrvatska
Boehringer Ingelheim Zagreb d.o.o.
Tel: +385 1 2444 600
Ireland
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tel: +353 1 295 9620
Lietuva
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Lietuvos filialas
Tel: +370 5 2595942
Luxembourg/Luxemburg
SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
Magyarország
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Magyarországi Fióktelepe
Tel: +36 1 299 89 00
Malta
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tel: +353 1 295 9620
Nederland
Boehringer Ingelheim b.v.
Tel: +31 (0) 800 22 55 889
Norge
Boehringer Ingelheim Norway KS
Tlf: +47 66 76 13 00
Österreich
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +43 1 80 105-7870
Polska
Boehringer Ingelheim Sp.zo.o.
Tel: +48 22 699 0 699
Portugal
Boehringer Ingelheim Portugal, Lda.
Tel: +351 21 313 53 00
România
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Viena - Sucursala Bucureşti
Tel: +40 21 302 28 00
Slovenija
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Podružnica Ljubljana
Tel: +386 1 586 40 00
90
Ísland
Vistor hf.
Sími: +354 535 7000
Italia
Boehringer Ingelheim Italia S.p.A.
Tel: +39 02 5355 1
Κύπρος
Boehringer Ingelheim Ellas A.E.
Tηλ: +30 2 10 89 06 300
Latvija
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Latvijas filiāle
Tel: +371 67 240 011
Slovenská republika
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
organizačná zložka
Tel: +421 2 5810 1211
Suomi/Finland
Boehringer Ingelheim Finland Ky
Puh/Tel: +358 10 3102 800
Sverige
Boehringer Ingelheim AB
Tel: +46 8 721 21 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tel: +353 1 295 9620
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
{MM/JJJJ}.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau:
http://www.ema.europa.eu.
91
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,088 mg tabletten
SIFROL 0,18 mg tabletten
SIFROL 0,35 mg tabletten
SIFROL 0,7 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
SIFROL 0,088 mg tabletten
Elke tablet bevat 0,125 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat overeenkomt met 0,088 mg
pramipexol.
SIFROL 0,18 mg tabletten
Elke tablet bevat 0,25 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat overeenkomt met 0,18 mg
pramipexol.
SIFROL 0,35 mg tabletten
Elke tablet bevat 0,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat overeenkomt met 0,35 mg
pramipexol.
SIFROL 0,7 mg tabletten
Elke tablet bevat 1,0 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat overeenkomt met 0,7 mg
pramipexol.
Let op:
De in de literatuur vermelde pramipexoldoses hebben betrekking op de zoutvorm.
Daarom zullen doses in deze tekst worden weergegeven in zowel de base- als de zoutvorm (tussen
haakjes) van pramipexol.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet
SIFROL 0,088 mg tabletten
De tabletten zijn wit, plat en rond van vorm, en zijn voorzien van een code (op één kant staat de
code P6 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
SIFROL 0,18 mg tabletten
De tabletten zijn wit, plat en ovaal van vorm, met aan beide kanten een breukstreep, en zijn voorzien
van een code (op één kant staat de code P7 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer
Ingelheim).
De tabletten kunnen worden verdeeld in gelijke helften.
SIFROL 0,35 mg tabletten
De tabletten zijn wit, plat en ovaal van vorm, met aan beide kanten een breukstreep, en zijn voorzien
van een code (op één kant staat de code P8 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer
Ingelheim).
De tabletten kunnen worden verdeeld in gelijke helften.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
SIFROL is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van de verschijnselen en
symptomen van de ziekte van Parkinson, alleen (zonder levodopa) of in combinatie met levodopa,
wanneer tijdens het verloop van de ziekte, in latere stadia, het effect van levodopa afneemt of
inconsistent wordt en schommelingen in het therapeutische effect optreden (`eind van de dosis'- of
`on-off'-schommelingen).
SIFROL is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen als symptomatische behandeling van matig tot
ernstig idiopathisch Restless Legs Syndroom in doseringen tot 0,54 mg base (0,75 mg zout) (zie
rubriek 4.2).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Ziekte van Parkinson
De dag dosering wordt in 3 gelijke doses verdeeld over de dag toegediend.
Aanvang van de behandeling
Doseringen dienen stapsgewijs te worden opgebouwd, te beginnen met een aanvangsdosering van
0,264 mg base (0,375 mg zout) per dag en vervolgens moet de dosering iedere 5-7 dagen worden
verhoogd. Zolang de patiënten geen last krijgen van niet te verdragen bijwerkingen, dient de dosis te
worden getitreerd om een maximaal therapeutisch effect te verkrijgen.
Oplopend doseringsschema van SIFROL
Week
Dosis
Totale dagdosering
Dosis
Totale dagdosering
(mg base)
(mg base)
(mg zout)
(mg zout)
1
3 x 0,088
0,264
3 x 0,125
0,375
2
3 x 0,18
0,54
3 x 0,25
0,75
3
3 x 0,35
1,1
3 x 0,5
1,50
Indien verdere dosisverhoging noodzakelijk is, dient de dagelijkse dosis in wekelijkse intervallen met
0,54 mg base (0,75 mg zout) te worden verhoogd tot een maximumdosis van 3,3 mg base (4,5 mg
zout) per dag.
Er dient echter te worden opgemerkt dat de incidentie van slaperigheid toeneemt bij doseringen hoger
dan 1,5 mg (zout) per dag (zie rubriek 4.8).
Onderhoudsbehandeling
De individuele dosis pramipexol dient tussen 0,264 mg base (0,375 mg zout) en maximaal 3,3 mg base
(4,5 mg zout) per dag te liggen. In belangrijke studies werd tijdens de oplopende dosering effectiviteit
aangetoond vanaf een dagelijkse dosis van 1,1 mg base (1,5 mg zout). Verdere aanpassingen van de
dosering dienen te worden gedaan aan de hand van zowel de klinische respons als het optreden van
bijwerkingen. In klinische studies werd ongeveer 5% van de patiënten behandeld met doses lager dan
1,1 mg base (1,5 mg zout). In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kan het gebruik van
pramipexoldoses hoger dan 1,1 mg base (1,5 mg zout) per dag van nut zijn bij patiënten bij wie een
Staken van de behandeling
Plotseling stoppen van een dopaminerge behandeling kan leiden tot de ontwikkeling van een maligne
neuroleptisch syndroom of een dopamine-agonist onttrekkingssyndroom. Pramipexol dient te worden
afgebouwd met een hoeveelheid van 0,54 mg base (0,75 mg zout) per dag totdat de dagelijkse dosis is
afgenomen tot 0,54 mg base (0,75 mg zout). Nadien dient de dosis te worden afgebouwd met
0,264 mg base (0,375 mg zout) per dag (zie rubriek 4.4). Een dopamine-agonist onttrekkingssyndroom
zou nog steeds kunnen optreden tijdens het afbouwen van de dosering, en een tijdelijke verhoging van
de dosering zou nodig kunnen zijn alvorens het afbouwen te hervatten (zie rubriek 4.4).
Nierinsufficiëntie
De uitscheiding van pramipexol is afhankelijk van de nierfunctie. Het voorgestelde doseringsschema
voor de aanvang van de behandeling is als volgt:
Bij patiënten met een creatinineklaring groter dan 50 ml/min is er geen reductie van de dagdosering of
doseringsfrequentie nodig.
Bij patiënten met een creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min, dient de behandeling te worden
begonnen met een dagdosering van SIFROL in twee aparte doses, te beginnen met 0,088 mg base
(0,125 mg zout) tweemaal daags (0,176 mg base/0,25 mg zout per dag). Een maximale dagelijkse
dosering van 1,57 mg pramipexolbase (2,25 mg zout) dient niet overschreden te worden.
Bij patiënten met een creatinineklaring van minder dan 20 ml/min, dient de dagdosering van SIFROL
te worden toegediend als een enkele dosis, te beginnen vanaf 0,088 mg base (0,125 mg zout) per dag.
Een maximale dagelijkse dosering van 1,1 mg pramipexolbase (1,5 mg zout) dient niet overschreden te
worden.
Als de nierfunctie tijdens de onderhoudsbehandeling verslechtert, dient de dagdosering van SIFROL te
worden verlaagd met hetzelfde percentage als de afname in de creatinineklaring. Dat wil dus zeggen
wanneer de creatinineklaring afneemt met 30%, dient tevens de dagdosering van SIFROL met 30% te
worden verlaagd. De dagdosering kan worden toegediend in twee aparte doses indien de
creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min is en als een enkelvoudige dosis indien de klaring minder dan
20 ml/min bedraagt.
Leverinsufficiëntie
Aanpassing van de dosis bij patiënten met leverinsufficiëntie is waarschijnlijk niet nodig, aangezien
ongeveer 90% van de geabsorbeerde werkzame stof door de nieren wordt uitgescheiden. De mogelijke
invloed van leverinsufficiëntie op de farmacokinetiek van SIFROL is echter niet onderzocht.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van SIFROL bij kinderen jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er is
geen relevante toepassing van SIFROL bij pediatrische patiënten voor de indicatie van de ziekte van
Parkinson.
Restless Legs Syndroom
De aanbevolen aanvangsdosering van SIFROL is 0,088 mg base (0,125 mg zout) eenmaal daags
2-3 uur voor het naar bed gaan. Bij patiënten die aanvullende symptomatische verlichting behoeven,
kan de dosis elke 4-7 dagen verhoogd worden tot een maximum van 0,54 mg base (0,75 mg zout) per
dag (zoals aangegeven in de onderstaande tabel).
Eenmaal daagse avonddosis (mg base)
Eenmaal daagse avonddosis (mg zout)
1
0,088
0,125
2*
0,18
0,25
3*
0,35
0,50
4*
0,54
0,75
* indien nodig
De respons van de patiënt dient na 3 maanden te worden geëvalueerd en de noodzaak voor
voortzetting van de behandeling te worden overwogen. Als de behandeling wordt onderbroken
gedurende meer dan een paar dagen, dient opnieuw met behulp van een stapsgewijs oplopend
doseringsschema zoals hierboven staat beschreven te worden gestart.
Staken van de behandeling
Omdat de dagelijkse dosis voor de behandeling van het Restless Legs Syndroom niet boven de
0,54 mg base (0,75 mg zout) uitkomt, kan de behandeling met SIFROL gestopt worden zonder af te
bouwen. In een 26 weken durend placebogecontroleerd onderzoek, werd bij 10% van de patiënten
(14 van de 135) rebound RLS-symptomen (verslechtering van de hevigheid van de symptomen in
vergelijking met baseline) waargenomen na abrupt stoppen met de behandeling. Dit effect was
vergelijkbaar voor alle doseringen.
Nierinsufficiëntie
De uitscheiding van pramipexol is afhankelijk van de nierfunctie. Bij patiënten met een
creatinineklaring groter dan 20 ml/min is er geen reductie van de dagdosering nodig.
Het gebruik van SIFROL is niet onderzocht bij hemodialysepatiënten of bij patiënten met ernstige
nierinsufficiëntie.
Leverinsufficiëntie
Aanpassing van de dosis bij patiënten met leverinsufficiëntie is niet nodig, aangezien ongeveer 90%
van de geabsorbeerde werkzame stof door de nieren wordt uitgescheiden.
Pediatrische patiënten
SIFROL wordt niet aanbevolen voor het gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar
vanwege een gebrek aan gegevens over de veiligheid en werkzaamheid.
Tourette syndroom
Pediatrische patiënten
SIFROL wordt niet aanbevolen voor het gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar
aangezien de veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld bij deze populatie. SIFROL dient niet te
worden gebruikt bij kinderen of adolescenten met het Tourette syndroom vanwege de negatieve
risk/benefit balans bij deze aandoening (zie rubriek 5.1).
Wijze van toediening
De tabletten dienen oraal met water te worden ingenomen, al dan niet met voedsel.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Bij het voorschrijven van SIFROL aan patiënten met de ziekte van Parkinson met nierinsufficiëntie
wordt een verlaagde dosis aanbevolen overeenkomstig rubriek 4.2.
Dyskinesie
In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kan, bij gebruik in combinatie met levodopa,
dyskinesie optreden gedurende de eerste titratie met SIFROL. Wanneer dyskinesie optreedt, dient de
dosis levodopa te worden verlaagd.
Dystonie
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson is na aanvang of dosisverhoging van pramipexol enkele
malen axiale dystonie met antecollis, camptocormie en pleurothotonus (Pisa-syndroom) gemeld.
Hoewel dystonie een symptoom van de ziekte van Parkinson kan zijn, zijn de symptomen bij deze
patiënten verbeterd na vermindering of stopzetting van pramipexol. Als dystonie optreedt, moet de
behandeling met dopaminergica worden beoordeeld en aanpassing van de dosis pramipexol worden
overwogen.
Plotseling opkomen van slaap en slaperigheid
Pramipexol is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval,
vooral bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Gevallen van een plotselinge slaapaanval gedurende
de dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen zonder dat men zich er bewust van was, of niet
voorafgegaan door waarschuwingssignalen, zijn soms gemeld. Patiënten moeten hierover worden
geïnformeerd en worden geadviseerd voorzichtig te zijn tijdens het rijden of het bedienen van
machines gedurende de behandeling met SIFROL. Patiënten die slaperig zijn geworden en/of episodes
van een plotselinge slaapaanval hebben ervaren, mogen niet rijden of een machine bedienen gedurende
de behandeling met SIFROL. Verder dient een reductie van de dosis of het stoppen van de
behandeling te worden overwogen. Vanwege mogelijke additieve effecten dient bij patiënten de
nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of
alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol (zie rubriek 4.5, 4.7 en 4.8).
Stoornissen in de impulsbeheersing
Patiënten moeten regelmatig gecontroleerd worden op de ontwikkeling van stoornissen in de
impulsbeheersing. Patiënten en verzorgers moeten bewust worden gemaakt dat gedragssymptomen
van stoornissen in de impulsbeheersing, waaronder pathologisch gokken, toegenomen libido,
hyperseksualiteit, dwangmatige uitgaven of aankopen, eetaanvallen en dwangmatig eten kunnen
optreden bij patiënten die behandeld werden met dopamine-agonisten, waaronder SIFROL.
Vermindering van de dosis/geleidelijk afbouwen van de dosis dient overwogen te worden als
dergelijke symptomen zich voordoen.
Manie en delirium
Patiënten moeten regelmatig gecontroleerd worden op de ontwikkeling van manie en delirium.
Patiënten en verzorgers moeten bewust worden gemaakt dat manie en delirium kunnen optreden bij
patiënten die worden behandeld met pramipexol. Vermindering van de dosis/geleidelijk staken van de
behandeling dient overwogen te worden als dergelijke symptomen zich voordoen.
Patiënten met psychotische afwijkingen
Patiënten met psychotische afwijkingen dienen enkel met dopamine-agonisten te worden behandeld
als de mogelijke voordelen opwegen tegen de risico's. Gelijktijdige toediening van antipsychotische
geneesmiddelen en pramipexol moet vermeden worden (zie rubriek 4.5).
Controle van de ogen
Aangeraden wordt om regelmatig, of wanneer zich afwijkingen in het zicht voordoen, de ogen te
controleren.
Maligne neuroleptisch syndroom
Symptomen die wijzen op het maligne neuroleptisch syndroom zijn gemeld bij het abrupt staken van
een dopaminerge behandeling (zie rubriek 4.2).
Dopamine-agonist onttrekkingssyndroom (DAWS)
DAWS is gemeld bij gebruik van dopamine-agonisten, waaronder pramipexol (zie rubriek 4.8). Om de
behandeling bij patiënten met de ziekte van Parkinson te staken, moet pramipexol worden afgebouwd
(zie rubriek 4.2). Op grond van beperkte gegevens wordt verondersteld dat patiënten met stoornissen
in de impulsbeheersing en patiënten die worden behandeld met hoge dagelijkse doses en/of
cumulatieve doses van dopamine-agonisten, een grotere kans hebben op de ontwikkeling van DAWS.
Onttrekkingssymptomen kunnen onder meer bestaan uit apathie, angst, depressie, vermoeidheid,
zweten en pijn, en deze symptomen reageren niet op levodopa. Voordat pramipexol wordt afgebouwd
en gestaakt, moeten patiënten worden geïnformeerd over mogelijke onttrekkingssymptomen. Patiënten
moeten zorgvuldig worden gemonitord tijdens het afbouwen en staken van pramipexol. In het geval
van ernstige en/of aanhoudende onttrekkingssymptomen, kan worden overwogen om tijdelijk opnieuw
pramipexol toe te dienen in de laagste effectieve dosis.
Augmentatie
Berichten in de literatuur wijzen erop dat de behandeling van het Restless Legs Syndroom met
dopaminerge geneesmiddelen kan resulteren in augmentatie. De augmentatie heeft betrekking op het
eerder optreden van de symptomen in de avond (of zelfs in de namiddag), toename van de symptomen
en uitbreiding van de symptomen naar andere extremiteiten. Augmentatie is specifiek onderzocht
tijdens een 26 weken durende gecontroleerde klinische studie. Augmentatie werd bij 11,8% van de
patiënten in de pramipexolgroep (N = 152) en 9,4% van de patiënten in de placebogroep (N = 149)
waargenomen. Kaplan-Meier-analyse van de tijd tot augmentatie toonde geen significant verschil
tussen de pramipexol- en placebogroepen.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Plasma-eiwitbinding
Pramipexol heeft een zeer lage plasma-eiwitbinding (< 20%) en vertoont een geringe biotransformatie
in de mens. Interacties met andere geneesmiddelen die de plasma-eiwitbinding of de uitscheiding door
middel van biotransformatie beïnvloeden, zijn daarom niet aannemelijk. Aangezien anticholinergica
voornamelijk via biotransformatie worden geëlimineerd, is de kans op een interactie gering. Er is
echter geen onderzoek gedaan naar de interactie met anticholinergica. Er is geen farmacokinetische
interactie met selegiline en levodopa.
Remmers/competitieve stoffen van het actieve renale eliminatie systeem
Bij gelijktijdige toediening van cimetidine verminderde de renale klaring van pramipexol met
ongeveer 34%. Dit werd waarschijnlijk veroorzaakt door remming van de renale tubulaire secretie van
kationische stoffen. Geneesmiddelen die dit actieve renale eliminatie systeem afremmen of die zelf
worden uitgescheiden via dit systeem, zoals cimetidine, amantadine, mexiletine, zidovudine,
cisplatine, kinine en procaïnamide, kunnen dus interfereren met pramipexol waardoor een verminderde
klaring van pramipexol ontstaat. Reductie van de dosis pramipexol dient te worden overwogen
wanneer deze geneesmiddelen samen met SIFROL worden gegeven.
Combinatie met levodopa
Als SIFROL in combinatie met levodopa wordt gegeven, wordt geadviseerd om tijdens het verhogen
van de dosis SIFROL de levodopadosis te verlagen en de dosering van andere antiparkinsonmedicatie
constant te houden.
Antipsychotische geneesmiddelen
Gelijktijdige toediening van antipsychotische geneesmiddelen en pramipexol moet vermeden worden
(zie rubriek 4.4), bv. wanneer verwacht wordt dat er een antagonistisch effect zal optreden.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is bij mensen geen onderzoek uitgevoerd naar het effect op de zwangerschap en borstvoeding.
Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die
toxisch zijn voor de moeder (zie rubriek 5.3). SIFROL dient niet tijdens de zwangerschap te worden
gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk, dat wil zeggen indien de mogelijke voordelen opwegen tegen de
mogelijke nadelen voor de foetus.
Borstvoeding
Omdat behandeling met pramipexol de secretie van prolactine bij de mens remt, wordt een remming
van de melkproductie verwacht. Uitscheiding van pramipexol in de moedermelk is niet onderzocht bij
vrouwen. Bij ratten bleek de concentratie van aan de werkzame stof gerelateerde radioactiviteit in
moedermelk hoger dan in plasma.
Aangezien er geen humane gegevens bekend zijn, dient SIFROL niet tijdens het geven van
borstvoeding te worden gebruikt. Wanneer het gebruik echter noodzakelijk is, dient de borstvoeding te
worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Er is geen onderzoek naar het effect op de humane vruchtbaarheid uitgevoerd. In dieronderzoek had
pramipexol invloed op de oestrogene cyclus en veroorzaakte een verminderde vrouwelijke
vruchtbaarheid, zoals verwacht voor een dopamineagonist. Echter, deze onderzoeken duiden niet op
een direct of indirect nadelig effect op de mannelijke vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
SIFROL kan grote invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.
Hallucinaties en slaperigheid kunnen voorkomen.
Patiënten die met SIFROL worden behandeld en slaperigheid en/of episodes van een plotselinge
slaapaanval ondervinden, moeten worden geïnstrueerd niet te rijden of zich bezig te houden met
activiteiten waarbij zij zichzelf of anderen door een verminderde alertheid in gevaar zouden kunnen
brengen met als gevolg een ernstige verwonding of de dood (bijvoorbeeld het bedienen van machines)
totdat deze terugkerende episodes en slaperigheid verdwenen zijn (zie ook rubriek 4.4, 4.5 en 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Gebaseerd op de analyse van gepoolde placebo-gecontroleerde onderzoeken, waarbij in totaal
1.923 patiënten behandeld werden met pramipexol en 1.354 patiënten placebo kregen, werden voor
beide groepen frequent bijwerkingen gerapporteerd. 63% van de patiënten uit de groep die pramipexol
kreeg en 52% van de patiënten uit de placebogroep meldden ten minste één bijwerking.
De meerderheid van de bijwerkingen treedt doorgaans in het begin van de behandeling op en de
meeste blijken te verdwijnen, ook als de behandeling wordt voortgezet.
Per systeem/orgaanklasse worden bijwerkingen weergegeven naar frequentie (aantal patiënten dat naar
verwachting de reactie doormaakt), volgens onderstaande indeling: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100,
Ziekte van Parkinson, meest voorkomende bijwerkingen
De meest voorkomende ( 5%) bijwerkingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson, vaker gemeld
bij de behandeling met pramipexol dan bij placebo, waren misselijkheid, dyskinesie, hypotensie,
duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, obstipatie, hallucinatie, hoofdpijn en vermoeidheid. De
incidentie van slaperigheid neemt toe bij doseringen hoger dan 1,5 mg pramipexolzout per dag (zie
rubriek 4.2). Dyskinesie was een bijwerking die in combinatie met levodopa frequenter voorkwam.
Hypotensie kan voorkomen in het begin van de behandeling, met name als pramipexol te snel
getitreerd wordt.
Lichaams-
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
systeem
( 1/10)
( 1/100,
( 1/1.000,
( 1/10.000,
< 1/10)
< 1/100)
< 1/1.000)
Infecties en
pneumonie
parasitaire
aandoeningen
Endocriene
abnormale secretie
aandoeningen
van antidiuretisch
hormoon1
Psychische
slapeloosheid
dwangmatig
manie
stoornissen
hallucinaties
winkelen
abnormale
pathologisch
dromen
gokken
verwardheid
rusteloosheid
hyperseksualiteit
gedrags-
waanvoorstellingen
symptomen
libidostoornis
van
paranoia
stoornissen in
delirium
de impuls-
eetaanvallen1
beheersing en
hyperfagie1
dwang-
handelingen
Zenuwstelsel-
slaperigheid
hoofdpijn
plotseling opkomen
aandoeningen
duizeligheid
van slaap
dyskinesie
geheugenverlies
hyperkinesie
syncope
Oog-
visus-
aandoeningen
stoornissen
inclusief
diplopie
wazig zien
verminderde
visuele
scherpte
Hart-
hartfalen1
aandoeningen
Bloedvat-
hypotensie
aandoeningen
Ademhalings-
dyspneu
stelsel-,
de hik
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maag-
misselijkheid obstipatie
darmstelsel-
overgeven
aandoeningen
Huid- en
overgevoeligheid
onderhuid-
jeuk
aandoeningen
uitslag
vermoeidheid
dopamine-
aandoeningen
perifeer
agonist-
en toedienings-
oedeem
onttrekkings-
plaats-
syndroom,
stoornissen
inclusief
apathie, angst,
depressie,
vermoeidheid,
zweten en pijn
Onderzoeken
gewichts-
gewichtstoename
afname
inclusief
verminderde
eetlust
1
Deze bijwerking is waargenomen tijdens postmarketinggebruik. Met 95% zekerheid is de
frequentie niet hoger dan `soms', maar deze kan lager zijn. Een precieze schatting van de
frequentie is niet mogelijk aangezien de bijwerking niet voorkwam in een database van
klinisch onderzoek van 2.762 patiënten met de ziekte van Parkinson die behandeld werden
met pramipexol.
Restless Legs Syndroom, meest voorkomende bijwerkingen
De meest voorkomende ( 5%) bijwerkingen bij patiënten met Restless Legs Syndroom die behandeld
werden met pramipexol waren misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid en vermoeidheid. Misselijkheid
en vermoeidheid werden vaker gezien bij vrouwelijke patiënten behandeld met SIFROL
(respectievelijk 20,8% en 10,5%) dan bij mannen (respectievelijk 6,7% en 7,3%).
Lichaamssysteem
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
( 1/10)
( 1/100,
( 1/1.000,
< 1/10)
< 1/100)
Infecties en
pneumonie1
parasitaire
aandoeningen
Endocriene
abnormale secretie van
aandoeningen
antidiuretisch hormoon1
Psychische
slapeloosheid
rusteloosheid
stoornissen
abnormale
verwardheid
dromen
hallucinaties
libidostoornis
waanvoorstellingen1
hyperfagie1
paranoia1
manie1
delirium1
gedragssymptomen van
stoornissen in de
impulsbeheersing en
dwanghandelingen1 (zoals:
dwangmatig winkelen,
pathologisch gokken,
hyperseksualiteit,
eetaanvallen)
Zenuwstelsel-
hoofdpijn
plotseling opkomen van
aandoeningen
duizeligheid
slaap
slaperigheid
syncope
dyskinesie
geheugenverlies1
hyperkinesie1
Oogaandoeningen
visusstoornissen inclusief
verminderde visuele
scherpte
diplopie
wazig zien
Hartaandoeningen
hartfalen1
Bloedvat-
hypotensie
aandoeningen
Ademhalingsstelsel-,
dyspneu
borstkas- en
de hik
mediastinum-
aandoeningen
Maagdarmstelsel-
misselijkheid obstipatie
aandoeningen
overgeven
Huid- en onderhuid-
overgevoeligheid
aandoeningen
jeuk
uitslag
vermoeidheid
perifeer oedeem
dopamine-
aandoeningen en
agonist-
toedieningsplaats-
onttrekkings-
stoornissen
syndroom,
inclusief
apathie, angst,
depressie,
vermoeidheid,
zweten en pijn
Onderzoeken
gewichtsafname inclusief
verminderde eetlust
gewichtstoename
1
Deze bijwerking is waargenomen tijdens postmarketinggebruik. Met 95% zekerheid is de
frequentie niet hoger dan `soms', maar deze kan lager zijn. Een precieze schatting van de frequentie
is niet mogelijk aangezien de bijwerking niet voorkwam in een database van klinisch onderzoek
van 1.395 patiënten met het Restless Legs Syndroom die behandeld werden met pramipexol.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Slaperigheid
Pramipexol wordt vaak geassocieerd met slaperigheid en wordt soms in verband gebracht met extreme
slaperigheid overdag en episodes van plotseling opkomend slaap (zie ook rubriek 4.4).
Libidostoornissen
Pramipexol kan in sommige gevallen geassocieerd worden met libidostoornissen (toename of afname
van de libido).
Stoornissen in de impulsbeheersing
Pathologisch gokken, toegenomen libido, hyperseksualiteit, dwangmatige uitgaven of aankopen,
eetaanvallen en dwangmatig eten kan optreden bij patiënten behandeld met dopamineagonisten,
waaronder SIFROL (zie rubriek 4.4).
In een cross-sectionele, retrospectieve screening en case-control onderzoek onder 3.090 patiënten met
de ziekte van Parkinson, bleek dat 13,6% van alle patiënten die een dopaminerge of niet-dopaminerge
behandeling kregen symptomen van stoornissen in de impulsbeheersing had vertoond gedurende de
voorafgaande zes maanden. Waarneembare uitingen bestonden uit pathologisch gokken, dwangmatig
winkelen, eetaanvallen en dwangmatig seksueel gedrag (hyperseksualiteit). Mogelijke onafhankelijke
risicofactoren voor stoornissen in de impulsbeheersing zijn dopaminerge behandelingen en hogere
doses van dopaminerge behandeling, jongere leeftijd ( 65 jaar), niet getrouwd zijn en zelf gemelde
familiegeschiedenis van gokgedrag.
Dopamine-agonistonttrekkingssyndroom
Niet-motorische bijwerkingen kunnen optreden wanneer dopamine-agonisten, waaronder pramipexol,
worden afgebouwd of gestaakt. De symptomen bestaan onder meer uit apathie, angst, depressie,
vermoeidheid, zweten en pijn (zie rubriek 4.4).
Hartfalen
In klinische studies en bij postmarketinggebruik is hartfalen gemeld bij patiënten die pramipexol
gebruikten. In een farmaco-epidemiologische studie werd pramipexolgebruik in verband gebracht met
een verhoogd risico op hartfalen in vergelijking met patiënten die geen pramipexol gebruikten
(waargenomen risicoverhouding 1,86; 95%-BI, 1,21-2,85).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
Overdosering
Er is geen klinische ervaring met hoge overdosering. De verwachte bijwerkingen zijn bijwerkingen die
gerelateerd zijn aan het farmacodynamisch profiel van een dopamine-agonist, waaronder
misselijkheid, overgeven, hyperkinesie, hallucinaties, agitatie en hypotensie. Er is geen algemeen
geaccepteerd antidotum voor overdosering met een dopamine-agonist. Wanneer zich verschijnselen
van stimulatie van het centraal zenuwstelsel voordoen, kan een neurolepticum geïndiceerd zijn. Voor
behandeling van een overdosering kunnen algemene ondersteunende maatregelen nodig zijn, alsmede
het leegpompen van de maag, intraveneuze toediening van vloeistof, toediening van actieve kool en
monitoring van het elektrocardiogram.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-Parkinson middelen, dopamine-agonisten, ATC-code:
N04BC05.
Werkingsmechanisme
Pramipexol is een dopamine-agonist die met hoge selectiviteit en specificiteit aan
dopamine D2-subfamilie-receptoren bindt en een preferentiële affiniteit voor de D3-receptoren heeft; er
is sprake van volledige intrinsieke activiteit.
Pramipexol vermindert de motorische stoornissen die verband houden met de ziekte van Parkinson
door stimulatie van dopaminereceptoren in het striatum. In dieronderzoek is aangetoond dat
pramipexol de synthese, de release en de turnover van dopamine remt.
Het werkingsmechanisme van pramipexol bij de behandeling van het Restless Legs Syndroom is niet
bekend. Neurofarmacologisch bewijs duidt op betrokkenheid van het primaire dopaminerge systeem.
Farmacodynamische effecten
Bij vrijwilligers werd een dosisafhankelijke afname in prolactine waargenomen. Bij een klinisch
onderzoek met gezonde vrijwilligers, waarbij SIFROL-tabletten met verlengde afgifte sneller dan
aanbevolen getitreerd werden (elke 3 dagen) tot een pramipexoldosis van 3,15 mg base (4,5 mg zout)
per dag, werd een stijging van de bloeddruk en de hartslag waargenomen. Bij onderzoeken met
patiënten werd een dergelijk effect niet waargenomen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij de ziekte van Parkinson
Pramipexol verlicht de verschijnselen en symptomen bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Bij
placebogecontroleerde klinische onderzoeken zijn circa 1.800 patiënten met stadium I-V van de ziekte
van Parkinson (volgens Hoehn & Yahr) behandeld met pramipexol. Van deze patiënten waren er
ongeveer 1.000 die in een verder gevorderd stadium van de ziekte verkeerden, gelijktijdig ook
levodopa kregen en aan motorische complicaties leden.
In de vroege en gevorderde stadia van de ziekte van Parkinson hield, in gecontroleerde klinische
onderzoeken, de werkzaamheid van pramipexol gedurende ongeveer 6 maanden aan. Bij open
verlengingsonderzoeken die meer dan 3 jaar duurden werden geen tekenen gevonden die wezen op een
afname van de werkzaamheid.
In een 2 jaar durende, gecontroleerde, dubbelblinde klinische studie stelde de uitgangsbehandeling met
pramipexol het optreden van bewegingsstoornissen significant uit en verminderde deze behandeling
het optreden van bewegingsstoornissen in vergelijking met de uitgangsbehandeling met levodopa. Dit
vertraagde optreden van bewegingsstoornissen met pramipexol dient te worden afgewogen tegen de
grotere verbetering in de bewegingscoördinatie met levodopa (gemeten aan de hand van de
gemiddelde verandering in de UPDRS-score). De totale incidentie van hallucinaties en slaperigheid
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met SIFROL in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met de ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij het Restless Legs Syndroom
De werkzaamheid van pramipexol werd geëvalueerd in vier placebogecontroleerde klinische studies
bij ongeveer 1.000 patiënten met matig tot zeer ernstig idiopathisch Restless Legs Syndroom.
De gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangswaarden in de Restless Legs Syndrome
Rating Scale (RLSRS) en de Clinical Global Impression-Improvement (CGI-I) waren de primaire
werkzaamheidsuitkomstwaarden. Voor beide primaire eindpunten werden statistisch significante
verschillen waargenomen voor de pramipexoldosisgroepen 0,25 mg, 0,5 mg en 0,75 mg
pramipexolzout in vergelijking met placebo. Na 12 weken van behandeling verbeterde de
uitgangswaarde van de IRLS-score van 23,5 naar 14,1 punten voor placebo en van 23,4 naar
9,4 punten voor pramipexol (doseringen gecombineerd). Het gecorrigeerde gemiddelde verschil
was -4,3 punten (BI-95% -6,4; -2,1 punten, p-waarde 0,0001). CGI-I-responderpercentages
(verbeterd, zeer sterk verbeterd) waren 51,2% en 72,0% voor respectievelijk placebo en pramipexol
(verschil 20% BI 95%: 8,1%; 31,8%, p 0,0005). Werkzaamheid werd al gezien met 0,088 mg base
(0,125 mg zout) per dag na de eerste behandelingsweek.
In een placebogecontroleerde polysomnografiestudie gedurende 3 weken reduceerde SIFROL
significant het aantal periodieke ledemaatbewegingen gedurende de tijd die in bed werd doorgebracht.
Werkzaamheid op de langere termijn werd beoordeeld tijdens een placebogecontroleerd klinisch
onderzoek. Na 26 weken behandeling was er een gecorrigeerde gemiddelde afname van de totale
IRLS-score van 13,7 en 11,1 punten in respectievelijk de pramipexol- en placebogroep, met een
statistisch significant (p = 0,008) gemiddeld behandelingsverschil van -2,6. De
CGI-I-responspercentages (veel verbeterd, heel veel verbeterd) waren 50,3% (80/159) en 68,5%
(111/162) voor respectievelijk placebo en pramipexol (p = 0,001), wat overeenkomt met `number
needed to treat' (NNT) van 6 patiënten (95%-CI: 3,5; 13,4).
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten tot uitstel van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met SIFROL in een of meerdere subgroepen van
pediatrische patiënten met Restless Legs Syndroom (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch
gebruik).
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij het Tourette syndroom
De werkzaamheid van pramipexol (0,0625-0,5 mg/dag) bij pediatrische patiënten met een leeftijd
tussen de 6-17 jaar met het Tourette syndroom is geëvalueerd in een zes weken durende, dubbelblinde,
gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie met een flexibele dosis. In totaal werden 63 patiënten
(43 op pramipexol, 20 op placebo) gerandomiseerd. Het primaire eindpunt was een verandering van de
Total Tic Score (TTS) ten opzichte van baseline op de Yale Global Tic Severity Scale (YGTSS). Er
was geen verschil tussen pramipexol en placebo, noch voor het primaire eindpunt, noch voor enige van
de secundaire werkzaamheidseindpunten, waaronder de totale YGTSS-score, Patient Global
Impression of Improvement (PGI-I), Clinical Global Impression of Improvement (CGI-I) of Clinical
Global Impressions of Severity of Illness (CGI-S). Bijwerkingen die bij ten minste 5% van de
patiënten in de pramipexolgroep voorkwamen en vaker voorkwamen bij de patiënten die met
pramipexol werden behandeld dan bij patiënten die met placebo werden behandeld, waren: hoofdpijn
(27,9%, placebo 25,0%), slapeloosheid (7,0%, placebo 5,0%), misselijkheid (18,6%, placebo 10,0%),
braken (11,6%, placebo 0,0%), pijn in de bovenbuik (7,0%, placebo 5,0%), orthostatische hypotensie
(9,3%, placebo 5,0%), myalgie (9,3%, placebo 5,0%), slaapstoornis (7,0%, placebo 0,0%), dyspneu
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Pramipexol wordt na orale toediening snel en volledig geabsorbeerd. De absolute biologische
beschikbaarheid is meer dan 90% en de maximum plasmaspiegels worden tussen 1 en 3 uur bereikt.
De snelheid van absorptie neemt af door voedsel inname, de mate van absorptie wordt echter niet
beïnvloed. Pramipexol vertoont lineaire kinetiek en een geringe interindividuele variatie in
plasmaspiegels.
Distributie
De eiwitbinding van pramipexol bij de mens is zeer laag (< 20%) en het verdelingsvolume is hoog
(400 l). Bij ratten zijn hoge concentraties in hersenweefsel aangetroffen (ongeveer het 8-voudige van
de plasmaspiegels).
Biotransformatie
Pramipexol wordt bij de mens slechts in geringe mate gemetaboliseerd.
Eliminatie
Renale klaring van onveranderd pramipexol is de belangrijkste uitscheidingsroute. Ongeveer 90% van
een 14C-gelabelde dosis wordt uitgescheiden door de nieren, terwijl minder dan 2% in de feces wordt
aangetroffen. De totale klaring van pramipexol is ongeveer 500 ml/min; de renale klaring is ongeveer
400 ml/min. De eliminatiehalfwaardetijd (t½) varieert van 8 uur bij jongeren tot 12 uur bij ouderen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies naar de toxiciteit van herhaaldelijk toegediende doses toonden aan dat pramipexol functionele
effecten tot gevolg had, voornamelijk in het centrale zenuwstelsel en in de vrouwelijke
voortplantingsorganen, die waarschijnlijk het gevolg zijn van een overdreven farmacodynamisch
effect van het middel.
Bij de cavia werd een afname in diastolische en systolische bloeddruk en in de hartfrequentie
waargenomen. Bij de aap werd een tendens naar hypotensie gezien.
Het potentiële effect van pramipexol op de voorplanting is onderzocht bij ratten en konijnen.
Pramipexol was niet teratogeen bij ratten en konijnen, maar was embryotoxisch bij de rat bij doses die
toxisch zijn voor de moeder. Vanwege de selectie van de soorten proefdieren en het beperkte aantal
parameters dat is onderzocht, zijn de nadelige effecten van pramipexol op de zwangerschap en op de
mannelijke vruchtbaarheid niet volledig opgehelderd.
Bij ratten werd een vertraging gezien in de seksuele ontwikkeling (d.w.z. loslaten van de voorhuid en
openen van de vagina). De relevantie voor de mens is niet bekend.
Pramipexol was niet genotoxisch. In een studie naar de carcinogeniteit ontwikkelden mannelijke ratten
hyperplasieën van de Leydigcellen en adenomen. Dit wordt toegeschreven aan het prolactine-
remmende effect van pramipexol. Deze bevinding is niet klinisch relevant voor de mens. In dezelfde
studie werd ook gevonden dat pramipexol in doses van 2 mg (zout) per kg en hoger gepaard ging met
retinale degeneratie bij albinoratten. Deze laatste bevinding is niet waargenomen bij gepigmenteerde
ratten en ook niet in een studie van 2 jaar naar carcinogeniteit bij albinomuizen of bij enige andere
diersoort waarmee onderzoek is gedaan.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Mannitol
Maïszetmeel
Colloïdaal watervrij silica
Povidon K 25
Magnesiumstearaat
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
3 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakking.
Elke blisterverpakking bevat 10 tabletten.
Doosje met 3 of 10 blisterverpakkingen (30 of 100 tabletten).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6. Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
SIFROL 0,088 mg tabletten
EU/1/97/050/001-002
SIFROL 0,18 mg tabletten
EU/1/97/050/003-004
SIFROL 0,35 mg tabletten
EU/1/97/050/011-012
SIFROL 0,7 mg tabletten
EU/1/97/050/005-006
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 14 oktober 1997
Datum van laatste verlenging: 14 oktober 2007
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 0,375 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 0,26 mg pramipexol.
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 0,75 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 0,52 mg pramipexol.
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 1,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 1,05 mg pramipexol.
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 2,25 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 1,57 mg pramipexol.
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 3 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 2,1 mg pramipexol.
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 3,75 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 2,62 mg pramipexol.
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 4,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat
overeenkomt met 3,15 mg pramipexol.
Let op:
De in de literatuur vermelde pramipexoldoses hebben betrekking op de zoutvorm.
Daarom zullen doses in deze tekst worden weergegeven in zowel de base- als de zoutvorm (tussen
haakjes) van pramipexol.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet met verlengde afgifte
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, rond van vorm, hebben een schuine rand en zijn voorzien van
een code (op één kant staat de code P1 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer
Ingelheim).
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, ovaal van vorm en zijn voorzien van een code (op één kant staat
de code P3 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, ovaal van vorm en zijn voorzien van een code (op één kant staat
de code P12 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, ovaal van vorm en zijn voorzien van een code (op één kant staat
de code P4 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, ovaal van vorm en zijn voorzien van een code (op één kant staat
de code P13 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
De tabletten zijn wit tot gebroken wit, ovaal van vorm en zijn voorzien van een code (op één kant staat
de code P5 en op de andere kant staat het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim).
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
SIFROL is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van de verschijnselen en
symptomen van de ziekte van Parkinson, alleen (zonder levodopa) of in combinatie met levodopa,
wanneer tijdens het verloop van de ziekte, in latere stadia, het effect van levodopa afneemt of
inconsistent wordt en schommelingen in het therapeutische effect optreden (`eind van de dosis'- of
`on-off'-schommelingen).
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte zijn een formulering van pramipexol die eenmaal daags oraal
moet worden ingenomen.
Aanvangsbehandeling
Doseringen dienen stapsgewijs te worden opgebouwd, te beginnen met een aanvangsdosering van
0,26 mg base (0,375 mg zout) per dag en vervolgens moet de dosering iedere 5-7 dagen worden
verhoogd. Zolang de patiënten geen last krijgen van niet te verdragen ongewenste bijwerkingen, dient
de dosis te worden getitreerd om een maximaal therapeutisch effect te verkrijgen.
Oplopend doseringsschema van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte
Week
Dagelijkse dosis (mg base)
Dagelijkse dosis (mg zout)
1
0,26
0,375
2
0,52
0,75
3
1,05
1,5
Patiënten die al SIFROL-tabletten gebruiken kunnen direct, zonder aanpassing van de dagelijkse dosis,
worden overgezet op SIFROL-tabletten met verlengde afgifte. Nadat de patiënt is overgezet op
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte, kan de dosis op basis van de therapeutische respons van de
patiënt worden aangepast (zie rubriek 5.1).
Onderhoudsbehandeling
De individuele dosis pramipexol dient tussen 0,26 mg base (0,375 mg zout) en maximaal 3,15 mg base
(4,5 mg zout) per dag te liggen. In belangrijke studies werd tijdens de oplopende dosering
werkzaamheid waargenomen vanaf een dagelijkse dosis van 1,05 mg base (1,5 mg zout). Verdere
aanpassingen van de dosering dienen te worden gedaan aan de hand van zowel de klinische respons als
het optreden van bijwerkingen. In klinische studies werd ongeveer 5% van de patiënten behandeld met
doses lager dan 1,05 mg base (1,5 mg zout). In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson
kan het gebruik van pramipexoldoses hoger dan 1,05 mg base (1,5 mg zout) per dag van nut zijn bij
patiënten bij wie een reductie van de hoeveelheid levodopa wordt beoogd. Aangeraden wordt om
zowel tijdens de dosisverhoging als tijdens de onderhoudsbehandeling met SIFROL de dosis levodopa
te verlagen, afhankelijk van de reactie van de individuele patiënt (zie rubriek 4.5).
Gemiste dosis
Wanneer de inname van een dosis wordt vergeten, moeten SIFROL-tabletten met verlengde afgifte
binnen 12 uur na de gebruikelijke innametijd worden ingenomen. Na 12 uur moet de gemiste dosis
worden weggelaten en de volgende dosis de volgende dag op het gebruikelijke tijdstip worden
ingenomen.
Staken van de behandeling
Plotseling stoppen van een dopaminerge behandeling kan leiden tot de ontwikkeling van een maligne
neuroleptisch syndroom of een dopamine-agonist onttrekkingssyndroom. Pramipexol dient te worden
afgebouwd met een hoeveelheid van 0,52 mg base (0,75 mg zout) per dag totdat de dagelijkse dosis is
afgenomen tot 0,52 mg base (0,75 mg zout). Nadien dient de dosis te worden afgebouwd met 0,26 mg
base (0,375 mg zout) per dag (zie rubriek 4.4). Een dopamine-agonist onttrekkingssyndroom zou nog
steeds kunnen optreden tijdens het afbouwen van de dosering, en een tijdelijke verhoging van de
dosering zou nodig kunnen zijn alvorens het afbouwen te hervatten (zie rubriek 4.4).
Nierinsufficiëntie
De uitscheiding van pramipexol is afhankelijk van de nierfunctie. Het voorgestelde doseringsschema is
als volgt:
Bij patiënten met een creatinineklaring van meer dan 50 ml/min is geen reductie van de dagdosering of
doseringsfrequentie nodig.
Bij patiënten met een creatinineklaring tussen 30 en 50 ml/min, dient de behandeling te worden
begonnen met inname van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 0,26 mg om de dag.
Voorzichtigheid is geboden wanneer na één week de dagelijkse dosering wordt verhoogd, en een
dergelijke verhoging moet voorafgegaan worden door een grondige evaluatie van de therapeutische
respons en de verdraagbaarheid. Indien verdere dosisverhoging noodzakelijk is, dient de
pramipexoldosis in wekelijkse intervallen met 0,26 mg base te worden verhoogd tot een maximale
pramipexoldosis van 1,57 mg base (2,25 mg zout) per dag.
Behandeling met SIFROL-tabletten met verlengde afgifte wordt niet aanbevolen bij patiënten met een
creatinineklaring van minder dan 30 ml/min, aangezien er voor deze patiëntenpopulatie geen gegevens
beschikbaar zijn. Bij deze patiënten moet het gebruik van SIFROL-tabletten overwogen worden.
Leverinsufficiëntie
Aanpassing van de dosis bij patiënten met leverinsufficiëntie is waarschijnlijk niet nodig, aangezien
ongeveer 90% van de geabsorbeerde werkzame stof door de nieren wordt uitgescheiden. De mogelijke
invloed van leverinsufficiëntie op de farmacokinetiek van SIFROL is echter niet onderzocht.
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van SIFROL bij kinderen jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er is
geen relevante toepassing van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bij pediatrische patiënten voor
de indicatie van de ziekte van Parkinson.
Wijze van toediening
De tabletten moeten in hun geheel, samen met water, worden doorgeslikt en mogen niet gekauwd,
gebroken of verpulverd worden. De tabletten mogen zowel met als zonder voedsel worden ingenomen.
De inname moet elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip plaatsvinden.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Bij het voorschrijven van SIFROL aan patiënten met de ziekte van Parkinson met nierinsufficiëntie
wordt een verlaagde dosis aanbevolen overeenkomstig rubriek 4.2.
Hallucinaties
Hallucinaties zijn bekend als bijwerking van de behandeling met dopamine-agonisten en levodopa.
Patiënten dienen geïnformeerd te worden dat er (meestal visuele) hallucinaties op kunnen treden.
Dyskinesie
In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kan, bij gebruik in combinatie met levodopa,
dyskinesie optreden gedurende de eerste titratie met SIFROL. Wanneer dyskinesie optreedt, dient de
dosis levodopa te worden verlaagd.
Dystonie
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson is na aanvang of dosisverhoging van pramipexol enkele
malen axiale dystonie met antecollis, camptocormie en pleurothotonus (Pisa-syndroom) gemeld.
Hoewel dystonie een symptoom van de ziekte van Parkinson kan zijn, zijn de symptomen bij deze
patiënten verbeterd na vermindering of stopzetting van pramipexol. Als dystonie optreedt, moet de
behandeling met dopaminergica worden beoordeeld en aanpassing van de dosis pramipexol worden
overwogen.
Plotseling opkomen van slaap en slaperigheid
Pramipexol is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval,
vooral bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Gevallen van een plotselinge slaapaanval gedurende
de dagelijkse activiteiten, in sommige gevallen zonder dat men zich er bewust van was, of niet
voorafgegaan door waarschuwingssignalen, zijn soms gemeld. Patiënten moeten hierover worden
geïnformeerd en worden geadviseerd voorzichtig te zijn tijdens het rijden of het bedienen van
machines gedurende de behandeling met SIFROL. Patiënten die slaperig zijn geworden en/of episodes
van een plotselinge slaapaanval hebben ervaren mogen niet rijden of een machine bedienen gedurende
de behandeling met SIFROL. Verder dient een reductie van de dosis of het stoppen van de
behandeling te worden overwogen. Vanwege mogelijke additieve effecten dient bij patiënten de
nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of
alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol (zie rubriek 4.5, 4.7 en 4.8).
Manie en delirium
Patiënten moeten regelmatig gecontroleerd worden op de ontwikkeling van manie en delirium.
Patiënten en verzorgers moeten bewust worden gemaakt dat manie en delirium kunnen optreden bij
patiënten die worden behandeld met pramipexol. Vermindering van de dosis/geleidelijk staken van de
behandeling dient overwogen te worden als dergelijke symptomen zich voordoen.
Patiënten met psychotische afwijkingen
Patiënten met psychotische afwijkingen dienen enkel met dopamine-agonisten te worden behandeld
als de mogelijke voordelen opwegen tegen de risico's. Gelijktijdige toediening van antipsychotische
geneesmiddelen en pramipexol moet vermeden worden (zie rubriek 4.5).
Controle van de ogen
Aangeraden wordt om regelmatig, of wanneer zich afwijkingen in het zicht voordoen, de ogen te
controleren.
Ernstige cardiovasculaire aandoeningen
Voorzichtigheid is geboden bij ernstige cardiovasculaire aandoeningen. Aangeraden wordt om, vooral
in het begin van de behandeling, de bloeddruk te controleren, vanwege het algemene risico op
posturale hypotensie die in verband wordt gebracht met dopaminerge therapie.
Maligne neuroleptisch syndroom
Symptomen die wijzen op het maligne neuroleptisch syndroom zijn gemeld bij het abrupt staken van
een dopaminerge behandeling (zie rubriek 4.2).
Dopamine-agonist onttrekkingssyndroom (DAWS)
DAWS is gemeld bij gebruik van dopamine-agonisten, waaronder pramipexol (zie rubriek 4.8). Om de
behandeling bij patiënten met de ziekte van Parkinson te staken, moet pramipexol worden afgebouwd
(zie rubriek 4.2). Op grond van beperkte gegevens wordt verondersteld dat patiënten met stoornissen
in de impulsbeheersing en patiënten die worden behandeld met hoge dagelijkse doses en/of
cumulatieve doses van dopamine-agonisten, een grotere kans hebben op de ontwikkeling van DAWS.
Onttrekkingssymptomen kunnen onder meer bestaan uit apathie, angst, depressie, vermoeidheid,
zweten en pijn, en deze symptomen reageren niet op levodopa. Voordat pramipexol wordt afgebouwd
en gestaakt, moeten patiënten worden geïnformeerd over mogelijke onttrekkingssymptomen. Patiënten
moeten zorgvuldig worden gemonitord tijdens het afbouwen en staken van pramipexol. In het geval
van ernstige en/of aanhoudende onttrekkingssymptomen, kan worden overwogen om tijdelijk opnieuw
pramipexol toe te dienen in de laagste effectieve dosis.
Resten in ontlasting
Sommige patiënten hebben gemeld dat er resten in feces voorkwamen, die kunnen lijken op intacte
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte. Als patiënten zo'n waarneming melden, dient de arts de
respons van de patiënt op de therapie opnieuw te evalueren.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Plasma-eiwitbinding
Pramipexol heeft een zeer lage plasma-eiwitbinding (< 20%) en vertoont een geringe biotransformatie
in de mens. Interacties met andere geneesmiddelen die de plasma-eiwitbinding of de uitscheiding door
Remmers/competitieve stoffen van het actieve renale eliminatiesysteem
Bij gelijktijdige toediening van cimetidine verminderde de renale klaring van pramipexol met
ongeveer 34%. Dit werd waarschijnlijk veroorzaakt door remming van de renale tubulaire secretie van
kationische stoffen. Geneesmiddelen die dit actieve renale eliminatie systeem afremmen of die zelf
worden uitgescheiden via dit systeem, zoals cimetidine, amantadine, mexiletine, zidovudine,
cisplatine, kinine en procaïnamide, kunnen dus interfereren met pramipexol waardoor een verminderde
klaring van pramipexol ontstaat. Reductie van de dosis pramipexol dient te worden overwogen
wanneer deze geneesmiddelen samen met SIFROL worden gegeven.
Combinatie met levodopa
Als SIFROL in combinatie met levodopa wordt gegeven, wordt geadviseerd om tijdens het verhogen
van de dosis SIFROL de levodopadosis te verlagen en de dosis van andere antiparkinsonmedicatie
constant te houden.
Vanwege mogelijke additieve effecten dient bij patiënten de nodige voorzichtigheid te worden
geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of alcohol gebruiken in combinatie met
pramipexol (zie rubriek 4.4, 4.7 en 4.8).
Antipsychotische geneesmiddelen
Gelijktijdige toediening van antipsychotische geneesmiddelen en pramipexol moet vermeden worden
(zie rubriek 4.4), bv. wanneer verwacht wordt dat er een antagonistisch effect zal optreden.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er is bij mensen geen onderzoek uitgevoerd naar het effect op de zwangerschap en borstvoeding.
Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die
toxisch zijn voor de moeder (zie rubriek 5.3). SIFROL dient niet tijdens de zwangerschap te worden
gebruikt, tenzij strikt noodzakelijk, dat wil zeggen indien de mogelijke voordelen opwegen tegen de
mogelijke nadelen voor de foetus.
Borstvoeding
Omdat behandeling met pramipexol de secretie van prolactine bij de mens remt, wordt een remming
van de melkproductie verwacht. Uitscheiding van pramipexol in de moedermelk is niet onderzocht bij
vrouwen. Bij ratten bleek de concentratie van aan de werkzame stof gerelateerde radioactiviteit in
moedermelk hoger dan in plasma.
Aangezien er geen humane gegevens bekend zijn, dient SIFROL niet tijdens het geven van
borstvoeding te worden gebruikt. Wanneer het gebruik echter noodzakelijk is, dient de borstvoeding te
worden gestaakt.
Vruchtbaarheid
Er is geen onderzoek naar het effect op de humane vruchtbaarheid uitgevoerd. In dieronderzoek had
pramipexol invloed op de oestrogene cyclus en veroorzaakte een verminderde vrouwelijke
vruchtbaarheid, zoals verwacht voor een dopamineagonist. Echter, deze onderzoeken duiden niet op
een direct of indirect nadelig effect op de mannelijke vruchtbaarheid.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
SIFROL kan grote invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.
Hallucinaties en slaperigheid kunnen voorkomen.
4.8
Bijwerkingen
Gebaseerd op de analyse van gepoolde placebogecontroleerde onderzoeken, waarbij in totaal
1.778 patiënten met de ziekte van Parkinson behandeld werden met pramipexol en 1.297 patiënten
placebo kregen, werden voor beide groepen frequent bijwerkingen gerapporteerd. 67% van de
patiënten uit de groep die pramipexol kreeg en 54% van de patiënten uit de placebogroep meldden ten
minste één bijwerking.
De meerderheid van de bijwerkingen treedt doorgaans in het begin van de behandeling op en de
meeste blijken te verdwijnen, ook als de behandeling wordt voortgezet.
Per systeem/orgaanklasse worden bijwerkingen weergegeven naar frequentie (aantal patiënten dat naar
verwachting de reactie doormaakt), volgens onderstaande indeling: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100,
< 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden ( 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); niet
bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).
De meest voorkomende ( 5%) bijwerkingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson die vaker
werden gemeld bij behandeling met pramipexol dan bij gebruik van placebo waren misselijkheid,
dyskinesie, hypotensie, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, obstipatie, hallucinatie, hoofdpijn en
vermoeidheid. De incidentie van slaperigheid neemt toe bij pramipexoldoseringen van meer dan
1,5 mg zout per dag (zie rubriek 4.2). Dyskinesie was een bijwerking die in combinatie met levodopa
frequenter voorkwam. Hypotensie kan voorkomen in het begin van de behandeling, met name als
pramipexol te snel getitreerd wordt.
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Niet bekend
systeem
( 1/10)
( 1/100,
( 1/1.000,
( 1/10.000,
< 1/10)
< 1/100)
< 1/1.000)
Infecties en
pneumonie
parasitaire
aandoeningen
Endocriene
abnormale
aandoeningen
secretie van
antidiuretisch
hormoon1
Psychische
slapeloosheid
dwangmatig
manie
stoornissen
hallucinaties
winkelen
abnormale
pathologisch
dromen
gokken
verwardheid
rusteloosheid
hyperseksualiteit
gedrags-
waanvoorstellinge
symptomen
n
van
libidostoornis
stoornissen in
paranoia
de impuls-
delirium
beheersing en
eetaanvallen1
dwang-
hyperfagie1
handelingen
Zenuwstelsel-
slaperigheid
hoofdpijn
plotseling
aandoeningen
duizeligheid
opkomen van
dyskinesie
slaap
geheugenverlies
hyperkinesie
syncope
Oog-
visus-
aandoeningen
stoornissen
inclusief
diplopie
wazig zien
verminderde
visuele
scherpte
Hart-
hartfalen1
aandoeningen
Bloedvat-
hypotensie
aandoeningen
Ademhalings-
dyspneu
stelsel-,
de hik
borstkas- en
mediastinum-
aandoeningen
Maag-
misselijkheid obstipatie
darmstelsel-
overgeven
aandoeningen
Huid- en
overgevoeligheid
onderhuid-
jeuk
aandoeningen
uitslag
vermoeidheid
dopamine-
aandoeningen
perifeer
agonist-
en toedienings-
oedeem
onttrekkings-
plaats-
syndroom,
stoornissen
inclusief
apathie, angst,
depressie,
vermoeidheid,
zweten en pijn
Onderzoeken
gewichts-
gewichtstoename
afname
inclusief
verminderde
eetlust
1
Deze bijwerking is waargenomen tijdens postmarketinggebruik. Met 95% zekerheid is de
frequentie niet hoger dan `soms', maar deze kan lager zijn. Een precieze schatting van de
frequentie is niet mogelijk aangezien de bijwerking niet voorkwam in een database van
klinisch onderzoek van 2.762 patiënten met de ziekte van Parkinson die behandeld werden
met pramipexol.
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Slaperigheid
Pramipexol wordt vaak geassocieerd met slaperigheid en wordt soms in verband gebracht met extreme
slaperigheid overdag en plotseling opkomen van slaap (zie ook rubriek 4.4).
Libidostoornissen
Pramipexol kan in sommige gevallen geassocieerd worden met libidostoornissen (toename of afname
van de libido).
Stoornissen in de impulsbeheersing
Pathologisch gokken, toegenomen libido, hyperseksualiteit, dwangmatige uitgaven of aankopen,
eetaanvallen en dwangmatig eten kan optreden bij patiënten behandeld met dopamine-agonisten,
waaronder SIFROL (zie rubriek 4.4).
In een cross-sectionele, retrospectieve screening en case-control onderzoek onder 3.090 patiënten met
de ziekte van Parkinson bleek dat 13,6% van alle patiënten die een dopaminerge of niet-dopaminerge
behandeling kregen symptomen van stoornissen in de impulsbeheersing had vertoond gedurende de
voorgaande zes maanden. Waarneembare uitingen bestonden uit pathologisch gokken, dwangmatig
winkelen, eetaanvallen en dwangmatig seksueel gedrag (hyperseksualiteit). Mogelijke onafhankelijke
risicofactoren voor stoornissen in de impulsbeheersing zijn dopaminerge behandelingen en hogere
doses van dopaminerge behandeling, jongere leeftijd ( 65 jaar), niet getrouwd zijn en zelf gemelde
familiegeschiedenis van gokgedrag.
Dopamine-agonistonttrekkingssyndroom
Niet-motorische bijwerkingen kunnen optreden wanneer dopamine-agonisten, waaronder pramipexol,
worden afgebouwd of gestaakt. De symptomen bestaan onder meer uit apathie, angst, depressie,
vermoeidheid, zweten en pijn (zie rubriek 4.4).
Hartfalen
In klinische studies en bij postmarketinggebruik is hartfalen gemeld bij patiënten die pramipexol
gebruikten. In een farmaco-epidemiologische studie werd pramipexolgebruik in verband gebracht met
een verhoogd risico op hartfalen in vergelijking met patiënten die geen pramipexol gebruikten
(waargenomen risicoverhouding 1,86; 95%-BI, 1,21-2,85).
4.9
Overdosering
Er is geen klinische ervaring met hoge overdosering. De verwachte bijwerkingen zijn bijwerkingen die
gerelateerd zijn aan het farmacodynamisch profiel van een dopamine-agonist, waaronder
misselijkheid, overgeven, hyperkinesie, hallucinaties, agitatie en hypotensie. Er is geen algemeen
geaccepteerd antidotum voor overdosering met een dopamine-agonist. Wanneer zich verschijnselen
van stimulatie van het centraal zenuwstelsel voordoen, kan een neurolepticum geïndiceerd zijn. Voor
behandeling van een overdosering kunnen algemene ondersteunende maatregelen nodig zijn, alsmede
het leegpompen van de maag, intraveneuze toediening van vloeistof, toediening van actieve kool en
monitoring van het elektrocardiogram.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: anti-Parkinson middelen, dopamine-agonisten, ATC-code:
N04BC05.
Werkingsmechanisme
Pramipexol is een dopamine-agonist die met hoge selectiviteit en specificiteit aan
dopamine D2-subfamilie-receptoren bindt en een preferentiële affiniteit voor D3-receptoren heeft; er is
sprake van volledige intrinsieke activiteit.
Pramipexol vermindert de motorische stoornissen die verband houden met de ziekte van Parkinson
door stimulatie van dopaminereceptoren in het striatum. In dieronderzoek is aangetoond dat
pramipexol de synthese, de release en de turnover van dopamine remt.
Farmacodynamische effecten
Bij vrijwilligers werd een dosisafhankelijke afname in prolactine gevonden. Bij een klinisch
onderzoek met gezonde vrijwilligers, waarbij SIFROL-tabletten met verlengde afgifte sneller dan
aanbevolen getitreerd werden (elke 3 dagen) tot een pramipexoldosis van 3,15 mg base (4,5 mg zout)
per dag, werd een stijging van de bloeddruk en de hartslag waargenomen. Bij onderzoeken met
patiënten werd een dergelijk effect niet waargenomen.
Klinische werkzaamheid en veiligheid bij de ziekte van Parkinson
Pramipexol verlicht de verschijnselen en symptomen bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Bij
placebogecontroleerde klinische onderzoeken zijn circa 1.800 patiënten met stadium I-V van de ziekte
van Parkinson (volgens Hoehn & Yahr) behandeld met pramipexol. Van deze patiënten waren er
ongeveer 1.000 die in een verder gevorderd stadium van de ziekte verkeerden, gelijktijdig ook
levodopa kregen en aan motorische complicaties leden.
In de vroege en gevorderde stadia van de ziekte van Parkinson hield, in gecontroleerde klinische
onderzoeken, de werkzaamheid van pramipexol gedurende ongeveer 6 maanden aan. Bij open
verlengingsonderzoeken die meer dan 3 jaar duurden werden geen tekenen gevonden die wezen op een
afname van de werkzaamheid.
In een 2 jaar durende, gecontroleerde, dubbelblinde klinische studie stelde de uitgangsbehandeling met
pramipexol het optreden van bewegingsstoornissen significant uit en verminderde deze behandeling
het optreden van bewegingsstoornissen in vergelijking met de uitgangsbehandeling met levodopa. Dit
vertraagde optreden van bewegingsstoornissen met pramipexol dient te worden afgewogen tegen de
De veiligheid en werkzaamheid van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bij de behandeling van de
ziekte van Parkinson is beoordeeld in een multinationaal geneesmiddelontwikkelingsprogramma dat
bestond uit drie gerandomiseerde, gecontroleerde onderzoeken. Twee onderzoeken werden uitgevoerd
met patiënten met een vroeg stadium van de ziekte van Parkinson en één onderzoek vond plaats met
patiënten met een gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson.
In een dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek waaraan in totaal 539 patiënten met een vroeg
stadium van de ziekte van Parkinson deelnamen, werd na 18 weken behandeling de superioriteit van
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte ten opzichte van placebo aangetoond met betrekking tot zowel
de primaire (UPDRS II- en UPDRS III-score) als de belangrijkste secundaire (percentage CGI-I- en
PGI-I-responders) eindpunten voor de werkzaamheid. Bij patiënten die 33 weken werden behandeld,
werd aangetoond dat de werkzaamheid bleef aanhouden. SIFROL-tabletten met verlengde afgifte
waren niet-inferieur aan pramipexoltabletten met directe afgifte; dit werd vastgesteld aan de hand van
de UPDRS II- en UPDRS III-score in week 33.
In een dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek waaraan in totaal 517 patiënten met een
gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson deelnamen die gelijktijdig met levodopa behandeld
werden, werd na 18 weken behandeling de superioriteit van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte
ten opzichte van placebo aangetoond met betrekking tot zowel de primaire (UPDRS II- en
UPDRS III-score) als de belangrijkste secundaire (`off'-tijd) eindpunten voor de werkzaamheid.
In een dubbelblind klinisch onderzoek met patiënten met een vroeg stadium van de ziekte van
Parkinson werden de werkzaamheid en verdraagbaarheid van een directe overstap van
SIFROL-tabletten naar SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bij een gelijkblijvende dagelijkse
dosering beoordeeld.
Bij 87 van de 103 patiënten die werden overgezet op SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bleef de
werkzaamheid behouden. Van deze 87 patiënten werd de dosering bij 82,8% niet aangepast, bij 13,8%
verhoogd en bij 3,4% verlaagd.
Van de 16 patiënten die niet voldeden aan het criterium van het behouden van de werkzaamheid met
betrekking tot de UPDRS II- en UPDRS III-score, was de verandering ten opzichte van de
uitgangssituatie bij de helft niet klinisch relevant.
Slechts één patiënt die werd overgezet op SIFROL-tabletten met verlengde afgifte kreeg te maken met
een geneesmiddelgerelateerde bijwerking die tot terugtrekking leidde.
Pediatrische patiënten
Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft besloten af te zien van de verplichting voor de fabrikant
om de resultaten in te dienen van onderzoek met SIFROL in alle subgroepen van pediatrische
patiënten met de ziekte van Parkinson (zie rubriek 4.2 voor informatie over pediatrisch gebruik).
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Pramipexol wordt na orale toediening volledig geabsorbeerd. De absolute biologische beschikbaarheid
is hoger dan 90%.
Bij een fase I-onderzoek waarbij pramipexoltabletten met directe en verlengde afgifte werden
beoordeeld bij gebruik in nuchtere toestand, bleek dat er bij gebruik van dezelfde dagelijkse dosis, wat
betreft de minimale en maximale plasmaconcentratie (Cmin, Cmax) en de blootstelling (AUC) geen
verschil bestond tussen eenmaal daags gebruik van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte en
driemaal daags gebruik van SIFROL-tabletten.
De maximale plasmaconcentratie wordt ongeveer 6 uur na toediening van eenmaal daags in te nemen
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bereikt. Met betrekking tot de blootstelling wordt de
steady-state-concentratie na maximaal 5 dagen aanhoudend gebruik van het geneesmiddel bereikt.
Gelijktijdige toediening met voedsel heeft doorgaans geen invloed op de biologische beschikbaarheid
van pramipexol. Het nuttigen van een vetrijke maaltijd induceerde een stijging van de maximale
concentratie (Cmax) van circa 24% optredend na toediending van een enkelvoudige dosis en van circa
20% na toediening van meervoudige doses en een vertraging van ongeveer 2 uur van het moment
waarop de maximale concentratie wordt bereikt bij gezonde vrijwilligers. De totale blootstelling
(AUC) werd niet beïnvloed door gelijktijdige inname van voedsel. De toename van Cmax wordt niet als
klinisch relevant beschouwd. Bij de fase III-onderzoeken waarin de veiligheid en werkzaamheid van
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte werden aangetoond, hoefden de patiënten bij het innemen van
de onderzoeksmedicatie geen rekening te houden met de inname van voedsel.
Hoewel het lichaamsgewicht geen invloed heeft op de AUC, bleek het wel van invloed te zijn op het
verdelingsvolume en dus ook op de maximale concentratie (Cmax). Een afname van het
lichaamsgewicht met 30 kg leidt tot een stijging van de Cmax van 45%. Bij fase III-onderzoeken met
patiënten met de ziekte van Parkinson werd echter geen klinisch belangrijke invloed gevonden van het
lichaamsgewicht op het therapeutische effect en de verdraagbaarheid van SIFROL-tabletten met
verlengde afgifte.
Pramipexol vertoont lineaire kinetiek en een geringe interindividuele variatie in plasmaspiegels.
Distributie
De eiwitbinding van pramipexol bij de mens is zeer laag (< 20%) en het verdelingsvolume is hoog
(400 l). Bij ratten zijn hoge concentraties in hersenweefsel aangetroffen (ongeveer het 8-voudige van
de plasmaspiegels).
Biotransformatie
Pramipexol wordt bij de mens slechts in geringe mate gemetaboliseerd.
Eliminatie
Renale klaring van onveranderd pramipexol is de belangrijkste uitscheidingsroute. Ongeveer 90% van
een 14C-gelabelde dosis wordt uitgescheiden door de nieren, terwijl minder dan 2% in de feces wordt
aangetroffen. De totale klaring van pramipexol is ongeveer 500 ml/min; de renale klaring is ongeveer
400 ml/min. De eliminatiehalfwaardetijd (t½) varieert van 8 uur bij jongeren tot 12 uur bij ouderen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies naar de toxiciteit van herhaaldelijk toegediende doses toonden aan dat pramipexol functionele
effecten tot gevolg had, voornamelijk in het centrale zenuwstelsel en in de vrouwelijke
voortplantingsorganen, die waarschijnlijk het gevolg zijn van een overdreven farmacodynamisch
effect van het middel.
Bij de cavia werd een afname in diastolische en systolische bloeddruk en in de hartfrequentie
waargenomen. Bij de aap werd een tendens naar hypotensie gezien.
Het potentiële effect van pramipexol op de voorplanting is onderzocht bij ratten en konijnen.
Pramipexol was niet teratogeen bij ratten en konijnen, maar was embryotoxisch bij de rat bij doses die
toxisch zijn voor de moeder. Vanwege de selectie van de soorten proefdieren en het beperkte aantal
parameters dat is onderzocht, zijn de nadelige effecten van pramipexol op de zwangerschap en op de
mannelijke vruchtbaarheid niet volledig opgehelderd.
Pramipexol was niet genotoxisch. In een studie naar de carcinogeniteit ontwikkelden mannelijke ratten
hyperplasieën van de Leydigcellen en adenomen. Dit wordt toegeschreven aan het prolactine-
remmende effect van pramipexol. Deze bevinding is niet klinisch relevant voor de mens. In dezelfde
studie werd ook gevonden dat pramipexol in doses van 2 mg/kg (zout) en hoger gepaard ging met
retinale degeneratie bij albinoratten. Deze laatste bevinding is niet waargenomen bij gepigmenteerde
ratten en ook niet in een studie van 2 jaar naar carcinogeniteit bij albinomuizen of bij enige andere
diersoort waarmee onderzoek is gedaan.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Hypromellose 2208
Maïszetmeel
Carbomeer 941
Colloïdaal watervrij silica
Magnesiumstearaat
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
3 jaar.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
OPA/aluminium/PVC-aluminium blisterverpakking.
Elke blisterverpakking bevat 10 tabletten met verlengde afgifte.
Doosjes met 1, 3 of 10 blisterverpakkingen (10, 30 of 100 tabletten met verlengde afgifte).
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/013-015
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/016-018
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/019-021
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/028-030
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/022-024
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/031-033
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
EU/1/97/050/025-027
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 14 oktober 1997
Datum van laatste verlenging: 14 oktober 2007
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Rottendorf Pharma GmbH
Ostenfelder Strasse 51 61
59320 Ennigerloh
Duitsland
Boehringer Ingelheim France
100-104 avenue de France
75013 Paris
Frankrijk
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hieropvolgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,088 mg tabletten
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 0,125 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, overeenkomend met 0,088 mg
pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten
100 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/001 [30 tabletten]
EU/1/97/050/002 [100 tabletten]
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,088 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,088 mg tabletten
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,18 mg tabletten
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 0,25 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, overeenkomend met 0,18 mg
pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten
100 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/003 [30 tabletten]
EU/1/97/050/004 [100 tabletten]
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,18 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,18 mg tabletten
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,35 mg tabletten
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 0,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, overeenkomend met 0,35 mg
pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten
100 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/011 [30 tabletten]
EU/1/97/050/012 [100 tabletten]
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,35 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,35 mg tabletten
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,7 mg tabletten
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 1,0 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, overeenkomend met 0,7 mg
pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten
100 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/005 [30 tabletten]
EU/1/97/050/006 [100 tabletten]
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,7 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,7 mg tabletten
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 0,375 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 0,26 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/013 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/014 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/015 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 0,75 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 0,52 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/016 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/017 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/018 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 1,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 1,05 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/019 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/020 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/021 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 2,25 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 1,57 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/028 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/029 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/030 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 3 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 2,1 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/022 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/023 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/024 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 3,75 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 2,62 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/031 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/032 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/033 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Doos
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 4,5 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat,
overeenkomend met 3,15 mg pramipexol.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
10 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Oraal gebruik.
Eenmaal daags.
Tabletten in hun geheel doorslikken, niet kauwen, breken of verpulveren.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/97/050/025 [10 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/026 [30 tabletten met verlengde afgifte]
EU/1/97/050/027 [100 tabletten met verlengde afgifte]
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC
SN
NN
Blisterverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Boehringer Ingelheim (Logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
SIFROL 0,088 mg tabletten
SIFROL 0,18 mg tabletten
SIFROL 0,35 mg tabletten
SIFROL 0,7 mg tabletten
pramipexol
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is SIFROL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is SIFROL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
SIFROL bevat de werkzame stof pramipexol en behoort tot de groep geneesmiddelen, dopamine-
agonisten genoemd, die de dopaminereceptoren in de hersenen stimuleren. Stimulatie van de
dopaminereceptoren veroorzaakt prikkels in de hersenen. Dit helpt om onwillekeurige bewegingen van
het lichaam te controleren.
SIFROL wordt gebruikt om:
-
de verschijnselen van de ziekte van Parkinson bij volwassenen te behandelen. SIFROL wordt
alleen of in combinatie met het geneesmiddel levodopa (een ander geneesmiddel toegepast bij
de ziekte van Parkinson) gebruikt.
- matig tot ernstige verschijnselen van Restless Legs Syndroom bij volwassenen te behandelen.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt. Vertel het uw arts als u medische klachten
of verschijnselen heeft (gehad) of krijgt, in het bijzonder als het één van onderstaande klachten of
verschijnselen is:
-
Nieraandoening.
- Hallucinaties (zien, horen of voelen van dingen die er niet zijn). De meeste hallucinaties zijn
visueel.
- Dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen). Als u gevorderde
ziekte van Parkinson heeft en ook levodopa inneemt, kunt u dyskinesie ontwikkelen tijdens het
verhogen van de dosis SIFROL.
Dystonie (uw lichaam en hals niet recht en rechtop kunnen houden (axiale dystonie)). In het
bijzonder kunt u last krijgen van voorwaartse buiging van het hoofd en de hals (antecollis),
voorwaartse buiging van de onderrug (camptocormie) of zijwaartse buiging van de rug
(pleurothotonus of Pisa-syndroom).
- Slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval.
- Psychose (bv. vergelijkbaar met symptomen van schizofrenie).
- Visusstoornissen. U moet uw ogen regelmatig laten controleren tijdens de behandeling met
SIFROL.
- Ernstige hart- of bloedvataandoeningen. U moet uw bloeddruk regelmatig laten controleren,
vooral bij de start van de behandeling. Dit is om orthostatische hypotensie (plotselinge
bloeddrukdaling bij het opstaan) te vermijden.
- Augmentatie (het sterker worden van de symptomen). Het kan gebeuren dat u bemerkt dat de
symptomen eerder beginnen dan gebruikelijk, heviger zijn en andere ledematen treffen.
Vertel het uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u behoeftes of verlangens ontwikkelt om u
op bepaalde manieren te gedragen die ongebruikelijk voor u zijn. Vertel het uw arts ook als u of uw
familie/verzorger merkt dat u de impuls, prikkel of verleiding niet kunt weerstaan om bepaalde
activiteiten uit te oefenen die schadelijk zouden kunnen zijn voor uzelf of voor anderen. Dit wordt
stoornissen in de impulsbeheersing genoemd en kunnen bestaan uit gedragswijzen, zoals verslavend
gokken, overmatig eten of uitgeven van geld, een abnormaal verhoogde seksuele drang of hierdoor
volledig in beslag worden genomen met toename van seksuele gedachten of gevoelens. Uw arts moet
mogelijk uw dosis aanpassen of stoppen.
Vertel het uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u een manie (opwinding, opgetogen gevoel
of overdreven enthousiast) of delirium (verminderd besef, verwardheid of verlies van realiteitszin)
ontwikkelt. Uw arts moet mogelijk uw dosis aanpassen of stoppen.
Vertel het uw arts als u symptomen heeft zoals depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn
nadat u uw behandeling met SIFROL heeft stopgezet of verminderd. Als de problemen meer dan een
paar weken blijven aanhouden, is het mogelijk dat uw arts uw behandeling moet aanpassen.
Vertel het uw arts als u uw lichaam en hals niet meer recht en rechtop kunt houden (axiale dystonie).
Als dit gebeurt, kan het zijn dat uw arts uw medicatie wil aanpassen of veranderen.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Het wordt niet aangeraden SIFROL te gebruiken bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast SIFROL nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen, kruidenpreparaten en voedingssupplementen waar u
geen voorschrift voor nodig heeft.
U dient het gelijktijdige gebruik van SIFROL en antipsychotica te vermijden.
Pas op als u de volgende geneesmiddelen inneemt:
-
cimetidine (wordt gebruikt voor de behandeling van overmatig maagzuur en maagzweren)
- amantadine (kan worden gebruikt tegen de ziekte van Parkinson)
- mexiletine (wordt gebruikt voor de behandeling van een onregelmatige hartslag, een aandoening
die ventriculaire aritmie wordt genoemd)
- zidovudine (dit kan worden gebruikt bij de behandeling van Acquired Immune Deficiency
Syndrome (AIDS), een aandoening van het menselijk afweersysteem)
- cisplatine (wordt gebruikt voor de behandeling van verschillende soorten kanker)
- kinine (kan worden gebruikt bij de preventie van pijnlijke nachtelijke beenkrampen en voor de
behandeling van een bepaald type malaria bekend als falciparum malaria (kwaadaardige
malaria))
- procaïnamide (voor de behandeling van onregelmatige hartslag)
Pas op als u geneesmiddelen gebruikt die u kalmeren (een sederend effect hebben) of als u alcohol
drinkt. In deze gevallen kan SIFROL uw vermogen om voertuigen te besturen en machines te
gebruiken, beïnvloeden.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Wees voorzichtig als u alcohol drinkt gedurende de behandeling met SIFROL.
SIFROL kan zowel met als zonder voedsel worden ingenomen.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uw arts zal dan met u bespreken of u
SIFROL moet blijven innemen.
Het effect van SIFROL op het ongeboren kind is onbekend. Neem SIFROL daarom niet als u zwanger
bent, tenzij uw arts dat adviseert.
SIFROL mag niet worden gebruikt tijdens het geven van borstvoeding. SIFROL kan de melkproductie
doen afnemen. Ook kan SIFROL in de moedermelk terechtkomen en zo uw baby bereiken. Als
behandeling met SIFROL noodzakelijk is, dient de borstvoeding te worden gestopt.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
SIFROL kan hallucinaties (zien, horen of voelen van dingen die er niet zijn) veroorzaken. Als u hier
last van krijgt, mag u niet rijden of machines gebruiken.
SIFROL is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval, in het
bijzonder bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Als u deze bijwerkingen ervaart, mag u niet rijden
en geen machines bedienen. Vertel het uw arts als dit gebeurt.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Uw arts zal u adviseren over de juiste dosering.
U kunt SIFROL zowel met als zonder voedsel innemen. Slik de tabletten met water.
Ziekte van Parkinson
De dagelijkse dosering dient verdeeld over 3 gelijke doses te worden ingenomen.
Gedurende de eerste week is de gebruikelijke dosering driemaal daags één tablet SIFROL 0,088 mg
(overeenkomend met 0,264 mg pramipexol base (= 0,375 mg pramipexol zout) per dag):
1e week
Aantal tabletten
driemaal per dag 1 tablet SIFROL 0,088 mg
Totale dagdosering (mg)
0,264
Dit zal iedere 5-7 dagen op advies van uw arts worden verhoogd totdat de verschijnselen onder
controle zijn (onderhoudsdosering).
3e week
Aantal tabletten
driemaal per dag 1 tablet
driemaal per dag 1 tablet SIFROL
SIFROL 0,18 mg
0,35 mg
OF
OF
driemaal per dag 2 tabletten SIFROL driemaal per dag 2 tabletten SIFROL
0,088 mg
0,18 mg
Totale
dagdosering (mg) 0,54
1,1
De gebruikelijke onderhoudsdosering is 1,1 mg per dag. Uw dosering kan echter nog verder worden
verhoogd. Indien nodig, kan uw arts de dosering verhogen tot maximaal 3,3 mg pramipexol per dag.
Een lagere onderhoudsdosering dan drie SIFROL 0,088 mg tabletten per dag is ook mogelijk.
Laagste onderhoudsdosering
Hoogste onderhoudsdosering
Aantal tabletten
driemaal per dag 1 tablet SIFROL driemaal per dag 1 tablet
0,088 mg
SIFROL 0,7 mg en 1 tablet
SIFROL 0,35 mg
Totale dagdosering (mg)
0,264
3,15
Patiënten met een nieraandoening
Indien u een matige tot ernstige nieraandoening heeft, zal uw arts u een lagere dosering voorschrijven.
In dat geval moet u eenmaal of tweemaal per dag de tabletten innemen. Als u een matige
nieraandoening heeft, zal de gebruikelijke aanvangsdosering 1 tablet SIFROL 0,088 mg tweemaal per
dag zijn. Bij een ernstige nieraandoening zal de gebruikelijke aanvangsdosering slechts 1 tablet
SIFROL 0,088 mg per dag zijn.
Restless Legs Syndroom
De dosis wordt normaal gesproken eenmaal per dag ingenomen, 's avonds, 2-3 uur voor het naar bed
gaan.
In de eerste week is de gebruikelijke dosering 1 tablet SIFROL 0,088 mg eenmaal per dag (gelijk aan
0,088 mg per dag):
1e week
Aantal tabletten
1 tablet SIFROL 0,088 mg
Totale dagdosering (mg)
0,088
Dit zal iedere 4-7 dagen op advies van uw arts worden verhoogd totdat de verschijnselen onder
controle zijn (onderhoudsdosering).
2e week
3e week
4e week
Aantal tabletten
1 tablet SIFROL 0,18 mg 1 tablet SIFROL 0,35 mg 1 tablet SIFROL 0,35 mg
OF
OF
en 1 tablet SIFROL
2 tabletten SIFROL
2 tabletten SIFROL
0,18 mg
0,088 mg
0,18 mg
OF
OF
3 tabletten SIFROL
4 tabletten SIFROL
0,18 mg
0,088 mg
OF
6 tabletten SIFROL
0,088 mg
Totale dagdosering 0,18
0,35
0,54
(mg)
De dagelijkse dosering mag niet hoger zijn dan 6 tabletten SIFROL 0,088 mg ofwel in totaal 0,54 mg
pramipexol base (overeenkomend met 0,75 mg pramipexolzout).
Uw arts zal de behandeling na 3 maanden evalueren om te beslissen of met de behandeling wordt
doorgegaan of niet.
Patiënten met een nieraandoening
Als u een ernstige nieraandoening heeft, kan het zijn dat SIFROL voor u geen geschikte behandeling
is.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Wanneer u per ongeluk te veel tabletten heeft ingenomen,
-
neem dan direct contact op met uw arts of de eerste hulppost van het dichtstbijzijnde ziekenhuis
voor advies
- kunt u last krijgen van overgeven, rusteloosheid of een van de bijwerkingen zoals beschreven in
rubriek 4 `Mogelijke bijwerkingen'.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Maakt u zich geen zorgen. Neem de vergeten dosis niet meer in maar ga gewoon door met het
innemen van de volgende dosis op het juiste tijdstip. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis
in te halen.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met SIFROL zonder eerst met uw arts te overleggen. Als u moet stoppen met het innemen
van dit geneesmiddel, zal uw arts de dosis geleidelijk verlagen. Dit vermindert de kans op verergering
van de ziekteverschijnselen.
Als u lijdt aan de ziekte van Parkinson, mag u de behandeling met SIFROL niet abrupt beëindigen.
Ineens stoppen kan er toe leiden dat u last krijgt van een zogeheten maligne neuroleptisch syndroom.
Deze aandoening kan een ernstig risico voor de gezondheid zijn. De verschijnselen omvatten:
-
akinesie (verlies van spierbeweging)
- stijve spieren
- koorts
- instabiele bloeddruk
- tachycardie (verhoogde hartslag)
- verwardheid
- verminderd bewustzijn (bv. coma)
Als u minder SIFROL gaat gebruiken of ermee stopt, kan een medische aandoening ontstaan die
dopamine-agonist onttrekkingssyndroom wordt genoemd. De verschijnselen bestaan onder meer uit
depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn. Als deze verschijnselen bij u ontstaan, moet u
contact opnemen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. De bijwerkingen zijn onderverdeeld in de volgende frequenties:
Zeer vaak
komt voor bij meer dan 1 op de 10 patiënten
Vaak
komt voor bij minder dan 1 op de 10 patiënten
Soms
komt voor bij minder dan 1 op de 100 patiënten
Zelden
komt voor bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten
Zeer zelden
komt voor bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten
Niet bekend
De frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Als u aan de ziekte van Parkinson lijdt, kunt u last krijgen van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak:
-
dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen)
- slaperigheid
- duizeligheid
- misselijkheid
Vaak:
-
drang tot abnormaal gedrag
- hallucinaties (zien, horen en voelen van dingen die er niet zijn)
- verwardheid
- vermoeidheid
- slapeloosheid (insomnie)
- overmatige vochtophoping, gewoonlijk in de benen (perifeer oedeem)
- hoofdpijn
- hypotensie (lage bloeddruk)
- abnormale dromen
- obstipatie (verstopping)
- verslechterd zicht
- overgeven
- gewichtsverlies inclusief verminderde eetlust
Soms:
-
paranoia (bv. overmatige angst voor het eigen welzijn)
- waanideeën
- overmatige slaperigheid overdag en plotseling in slaap vallen
- geheugenverlies
- hyperkinesie (meer bewegen en niet stil kunnen zitten)
- gewichtstoename
- allergische reacties (bv. uitslag, jeuk, overgevoeligheid)
- flauwvallen
- hartfalen (hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken)*
- rusteloosheid
- dyspneu (moeilijkheden met ademhalen)
- de hik
- pneumonie (longontsteking)
- onvermogen om de impuls, prikkel of verleiding te weerstaan om een daad uit te voeren die
schadelijk kan zijn voor u of anderen; dat kan inhouden:
-
sterke impuls om overmatig te gokken, ondanks ernstige persoonlijke of familiaire
gevolgen
- verstoorde of verhoogde seksuele interesse en gedrag van beduidend grote zorg voor u of
voor anderen, bijvoorbeeld een verhoogde seksuele drift
- niet te beheersen overmatig winkelen of uitgeven van geld
eetaanvallen (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten
(het eten van meer voedsel dan normaal en meer dan nodig is om uw honger te stillen)*
- delirium (verminderd besef, verwardheid, verlies van realiteitszin)
Zelden:
-
manie (opwinding, opgetogen gevoel of overdreven enthousiast)
Niet bekend:
-
na stopzetten of verminderen van uw behandeling met SIFROL kunnen de volgende symptomen
optreden: depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn
(dopamine-agonistonttrekkingssyndroom genaamd).
Vertel het uw arts als u een van deze gedragswijzen doormaakt; uw arts zal manieren bespreken
om met de symptomen om te gaan of te verminderen.
Een precieze schatting van de frequentie is niet mogelijk voor de bijwerkingen met een *, aangezien
deze bijwerkingen niet zijn waargenomen bij klinische onderzoeken waarin 2.762 patiënten werden
behandeld met pramipexol. De frequentie is waarschijnlijk niet hoger dan `soms'.
Als u aan Restless Legs Syndroom lijdt, kunt u last krijgen van de volgende bijwerkingen:
Zeer vaak:
-
misselijkheid
Vaak:
-
veranderingen in het slaappatroon, zoals slapeloosheid (insomnia) en slaperigheid
- vermoeidheid
- hoofdpijn
- abnormale dromen
- obstipatie (verstopping)
- duizeligheid
- overgeven.
Soms:
-
drang tot abnormaal gedrag*
- hartfalen (hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken)*
- dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen)
- hyperkinesie (meer bewegen en niet stil kunnen zitten)*
- paranoia (bv. overmatige angst voor het eigen welzijn)*
- waanideeën*
- geheugenverlies*
- hallucinaties (zien, horen of voelen van dingen die er niet zijn)
- verwardheid
- overmatige slaperigheid overdag en plotseling in slaap vallen
- gewichtstoename
- hypotensie (lage bloeddruk)
- overmatige vochtophoping, gewoonlijk in de benen (perifeer oedeem)
- allergische reacties (bv. uitslag, jeuk, overgevoeligheid)
- flauwvallen
- rusteloosheid
- verslechterd zicht
- gewichtsverlies inclusief verminderde eetlust
- dyspneu (moeilijkheden met ademhalen)
- de hik
- pneumonie (longontsteking)*
- onvermogen om de impuls, prikkel of verleiding te weerstaan om een daad uit te voeren die
schadelijk kan zijn voor u of anderen; dat kan inhouden:
sterke impuls om overmatig te gokken, ondanks ernstige persoonlijke of familiaire
gevolgen*
- verstoorde of verhoogde seksuele interesse en gedrag van beduidend grote zorg voor u of
voor anderen, bijvoorbeeld een verhoogde seksuele drift*
- niet te beheersen overmatig winkelen of uitgeven van geld*
- eetaanvallen (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten
(het eten van meer voedsel dan normaal en meer dan nodig is om uw honger te stillen)*
- manie (opwinding, opgetogen gevoel of overdreven enthousiast)*
- delirium (verminderd besef, verwardheid, verlies van realiteitszin)*
Niet bekend:
-
na stopzetten of verminderen van uw behandeling met SIFROL kunnen de volgende symptomen
optreden: depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn
(dopamine-agonistonttrekkingssyndroom genaamd).
Vertel het uw arts als u een van deze gedragswijzen doormaakt; uw arts zal manieren bespreken
om met de symptomen om te gaan of te verminderen.
Een precieze schatting van de frequentie is niet mogelijk voor de bijwerkingen met een *, aangezien
deze bijwerkingen niet zijn waargenomen bij klinische onderzoeken waarin 1.395 patiënten werden
behandeld met pramipexol. De frequentie is waarschijnlijk niet hoger dan `soms'.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
`EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 30 °C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming van de tabletten tegen licht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is pramipexol.
Elke tablet bevat 0,088 mg, 0,18 mg, 0,35 mg of 0,7 mg pramipexol als respectievelijk 0,125 mg,
0,25 mg, 0,5 mg of 1 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat.
De andere stoffen in dit middel zijn mannitol, maïszetmeel, watervrij colloïdaal silica, povidon K 25
en magnesiumstearaat.
Hoe ziet SIFROL eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
SIFROL 0,088 mg tabletten zijn wit, rond van vorm en plat. De tabletten hebben geen breukstreep.
SIFROL 0,18 mg tabletten en SIFROL 0,35 mg tabletten zijn wit, ovaal van vorm en plat. De tabletten
hebben een breukstreep en kunnen gebroken worden in twee helften.
SIFROL 0,7 mg tabletten zijn wit, rond van vorm en plat. De tabletten hebben een breukstreep en
kunnen gebroken worden in twee helften.
Alle tabletten hebben het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim op de ene zijde en de code P6, P7, P8
of P9 op de andere zijde die respectievelijk verwijzen naar de verschillende tabletsterktes 0,088 mg,
0,18 mg, 0,35 mg en 0,7 mg.
Alle sterkten van de SIFROL zijn verkrijgbaar in aluminium blisterverpakkingen met 10 tabletten per
strip, in een kartonnen verpakking met 3 of 10 blisterverpakkingen (30 of 100 tabletten). Niet alle
genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Fabrikant
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Boehringer Ingelheim France
100-104 avenue de France
75013 Paris
Frankrijk
België/Belgique/Belgien
Lietuva
SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
Lietuvos filialas
Tel: +370 5 2595942
Luxembourg/Luxemburg
- SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
: +359 2 958 79 98
Ceská republika
Magyarország
Boehringer Ingelheim spol. s r.o.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +420 234 655 111
Magyarországi Fióktelepe
Tel: +36 1 299 89 00
Danmark
Malta
Boehringer Ingelheim Danmark A/S
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tlf: +45 39 15 88 88
Tel: +353 1 295 9620
Deutschland
Nederland
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Boehringer Ingelheim b.v.
Tel: +49 (0) 800 77 90 900
Tel: +31 (0) 800 22 55 889
Eesti
Norge
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Boehringer Ingelheim Norway KS
Eesti filiaal
Tlf: +47 66 76 13 00
Tel: +372 612 8000
Österreich
Boehringer Ingelheim Ellas A.E.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
T: +30 2 10 89 06 300
Tel: +43 1 80 105-7870
España
Polska
Boehringer Ingelheim España, S.A.
Boehringer Ingelheim Sp.zo.o.
Tel: +34 93 404 51 00
Tel: +48 22 699 0 699
France
Portugal
Boehringer Ingelheim France S.A.S.
Boehringer Ingelheim Portugal, Lda.
Tél: +33 3 26 50 45 33
Tel: +351 21 313 53 00
Hrvatska
România
Boehringer Ingelheim Zagreb d.o.o.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +385 1 2444 600
Viena - Sucursala Bucureti
Tel: +40 21 302 28 00
Ireland
Slovenija
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +353 1 295 9620
Podruznica Ljubljana
Tel: +386 1 586 40 00
Slovenská republika
Vistor hf.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Sími: +354 535 7000
organizacná zlozka
Tel: +421 2 5810 1211
Italia
Suomi/Finland
Boehringer Ingelheim Italia S.p.A.
Boehringer Ingelheim Finland Ky
Tel: +39 02 5355 1
Puh/Tel: +358 10 3102 800
Sverige
Boehringer Ingelheim Ellas A.E.
Boehringer Ingelheim AB
T: +30 2 10 89 06 300
Tel: +46 8 721 21 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Latvijas filile
Tel: +353 1 295 9620
Tel: +371 67 240 011
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
SIFROL 0,26 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 0,52 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 1,05 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 1,57 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 2,1 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 2,62 mg, tabletten met verlengde afgifte
SIFROL 3,15 mg, tabletten met verlengde afgifte
pramipexol
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is SIFROL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is SIFROL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
SIFROL bevat de werkzame stof pramipexol en behoort tot de groep geneesmiddelen, dopamine-
agonisten genoemd, die de dopaminereceptoren in de hersenen stimuleren. Stimulatie van de
dopaminereceptoren veroorzaakt prikkels in de hersenen. Dit helpt om onwillekeurige bewegingen van
het lichaam te controleren.
SIFROL wordt gebruikt om de verschijnselen van de ziekte van Parkinson bij volwassenen te
behandelen. SIFROL wordt alleen of in combinatie met het geneesmiddel levodopa (een ander
geneesmiddel toegepast bij de ziekte van Parkinson) gebruikt.
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in
rubriek 6.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat u dit middel gebruikt. Vertel het uw arts als u medische klachten
of verschijnselen heeft (gehad) of krijgt, in het bijzonder als het één van onderstaande klachten of
verschijnselen is:
-
Nieraandoening
- Hallucinaties (zien, horen of voelen van dingen die er niet zijn). De meeste hallucinaties zijn
visueel.
Dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen). Als u gevorderde
ziekte van Parkinson heeft en ook levodopa inneemt, kunt u dyskinesie ontwikkelen tijdens het
verhogen van de dosis SIFROL.
- Dystonie (uw lichaam en hals niet recht en rechtop kunnen houden (axiale dystonie)). In het
bijzonder kunt u last krijgen van voorwaartse buiging van het hoofd en de hals (antecollis),
voorwaartse buiging van de onderrug (camptocormie) of zijwaartse buiging van de rug
(pleurothotonus of Pisa-syndroom).
- Slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval
- Psychose (bv. vergelijkbaar met symptomen van schizofrenie)
- Visusstoornissen. U moet uw ogen regelmatig laten controleren tijdens de behandeling met
SIFROL.
- Ernstige hart- of bloedvataandoeningen. U moet uw bloeddruk regelmatig laten controleren,
vooral bij de start van de behandeling. Dit is om orthostatische hypotensie (plotselinge
bloeddrukdaling bij het opstaan) te vermijden.
Vertel het uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u behoeftes of verlangens ontwikkelt om u
op bepaalde manieren te gedragen die ongebruikelijk voor u zijn. Vertel het uw arts ook als u of uw
famillie/verzorger merkt dat u de impuls, prikkel of verleiding niet kunt weerstaan om bepaalde
activiteiten uit te oefenen die schadelijk zouden kunnen zijn voor uzelf of voor anderen. Dit wordt
stoornissen in de impulsbeheersing genoemd en kunnen bestaan uit gedragswijzen, zoals verslavend
gokken, overmatig eten of uitgeven van geld, een abnormaal verhoogde seksuele drang of hierdoor
volledig in beslag worden genomen met toename van seksuele gedachten of gevoelens. Uw arts moet
mogelijk uw dosis aanpassen of stoppen.
Vertel het uw arts als u of uw familie/verzorger merkt dat u een manie (opwinding, opgetogen gevoel
of overdreven enthousiast) of delirium (verminderd besef, verwardheid, verlies van realiteitszin)
ontwikkelt. Uw arts moet mogelijk uw dosis aanpassen of stoppen.
Vertel het uw arts als u symptomen heeft zoals depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn
nadat u uw behandeling met SIFROL heeft stopgezet of verminderd. Als de problemen meer dan een
paar weken blijven aanhouden, is het mogelijk dat uw arts uw behandeling moet aanpassen.
Vertel het uw arts als u uw lichaam en hals niet meer recht en rechtop kunt houden (axiale dystonie).
Als dit gebeurt, kan het zijn dat uw arts uw medicatie wil aanpassen of veranderen.
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte is een speciaal ontworpen tablet waaruit de werkzame stof
geleidelijk wordt afgegeven nadat de tablet is ingenomen. Delen van de tabletten kunnen soms door
het lichaam gaan en in de ontlasting (feces) terug te vinden zijn. Ze zien er dan misschien uit als hele
tabletten. Vertel het uw arts als u delen van de tabletten in uw ontlasting aantreft.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Het wordt niet aangeraden SIFROL te gebruiken bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Neemt u nog andere geneesmiddelen in?
Neemt u naast SIFROL nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u binnenkort andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of
apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen, kruidenpreparaten en voedingssupplementen waar u
geen voorschrift voor nodig heeft.
U dient het gelijktijdige gebruik van SIFROL en antipsychotica te vermijden.
Pas op als u de volgende geneesmiddelen inneemt:
-
cimetidine (wordt gebruikt voor de behandeling van overmatig maagzuur en maagzweren)
- amantadine (kan worden gebruikt tegen de ziekte van Parkinson)
- mexiletine (wordt gebruikt voor de behandeling van een onregelmatige hartslag, een aandoening
die ventriculaire aritmie wordt genoemd)
zidovudine (dit kan worden gebruikt bij de behandeling van Acquired Immune Deficiency
Syndrome (AIDS), een aandoening van het menselijk afweersysteem)
- cisplatine (wordt gebruikt voor de behandeling van verschillende soorten kanker)
- kinine (kan worden gebruikt bij de preventie van pijnlijke nachtelijke beenkrampen en voor de
behandeling van een bepaald type malaria bekend als falciparum malaria (kwaadaardige
malaria))
- procaïnamide (voor de behandeling van onregelmatige hartslag)
Als u levodopa inneemt, wordt aangeraden de dosering van levodopa te verlagen als u start met de
behandeling met SIFROL.
Pas op als u geneesmiddelen gebruikt die u kalmeren (een sederend effect hebben) of als u alcohol
drinkt. In deze gevallen kan SIFROL uw vermogen om voertuigen te besturen en machines te
gebruiken, beïnvloeden.
Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol?
Wees voorzichtig als u alcohol drinkt gedurende de behandeling met SIFROL.
SIFROL kan zowel met als zonder voedsel worden ingenomen.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uw arts zal dan met u bespreken of u
SIFROL moet blijven innemen.
Het effect van SIFROL op het ongeboren kind is onbekend. Neem SIFROL daarom niet als u zwanger
bent, tenzij uw arts dat adviseert.
SIFROL mag niet worden gebruikt tijdens het geven van borstvoeding. SIFROL kan de melkproductie
doen afnemen. Ook kan SIFROL in de moedermelk terechtkomen en zo uw baby bereiken. Als
behandeling met SIFROL noodzakelijk is, dient de borstvoeding te worden gestopt.
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u een geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
SIFROL kan hallucinaties (zien, horen of voelen van dingen die er niet zijn) veroorzaken. Als u hier
last van krijgt, mag u niet rijden of machines gebruiken.
SIFROL is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval, in het
bijzonder bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Als u deze bijwerkingen ervaart, mag u niet rijden
en geen machines bedienen. Vertel het uw arts als dit gebeurt.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over
het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts. Uw arts zal u adviseren over de juiste dosering.
Neem SIFROL-tabletten met verlengde afgifte slechts eenmaal per dag in, elke dag op ongeveer
hetzelfde tijdstip.
U kunt SIFROL zowel met als zonder voedsel innemen. Slik de tabletten in hun geheel door, samen
met wat water.
De tabletten met verlengde afgifte mogen niet
worden gekauwd, gebroken of verpulverd. Als u
dit wel doet, bestaat er een kans op overdosering.
Het is dan namelijk mogelijk dat het
geneesmiddel te snel vrijkomt in uw lichaam.
Tijdens de eerste week is de gebruikelijke dagelijkse dosering 0,26 mg pramipexol. De dosis zal iedere
5-7 dagen op advies van uw arts worden verhoogd totdat de verschijnselen onder controle zijn
(onderhoudsdosering).
Oplopend doseringsschema van SIFROL-tabletten met verlengde afgifte
Week
Dagelijkse dosis Aantal tabletten
(mg)
1
0,26
Eén SIFROL-tablet met verlengde afgifte van 0,26 mg.
2
0,52
Eén SIFROL-tablet met verlengde afgifte van 0,52 mg,
OF
twee SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 0,26 mg.
3
1,05
Eén SIFROL-tablet met verlengde afgifte van 1,05 mg,
OF
twee SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 0,52 mg,
OF
vier SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 0,26 mg.
De gebruikelijke onderhoudsdosering is 1,05 mg per dag. Het kan echter nodig zijn om uw dosis nog
verder te verhogen. Indien nodig, kan uw arts de dosering verhogen tot maximaal 3,15 mg pramipexol
per dag. Het gebruik van een lagere onderhoudsdosering van één SIFROL-tablet met verlengde afgifte
van 0,26 mg per dag is ook mogelijk.
Patiënten met een nieraandoening
Als u een nieraandoening heeft, kan uw arts u aanraden om in de eerste week slechts om de dag de
gebruikelijke aanvangsdosering van een tablet met verlengde afgifte van 0,26 mg in te nemen. Na deze
week kan uw arts de doseringsfrequentie verhogen naar dagelijks één tablet met verlengde afgifte van
0,26 mg. Als verdere verhoging van de dosis nodig is, kan uw arts uw dosis aanpassen met stappen
van 0,26 mg pramipexol.
Als u ernstige nierproblemen heeft, kan uw arts genoodzaakt zijn u over te zetten op een ander
geneesmiddel met pramipexol. Als uw nierproblemen tijdens de behandeling verergeren, dient u zo
snel mogelijk contact op te nemen met uw arts.
Als u wordt overgezet van SIFROL-tabletten (met directe afgifte)
Uw arts zal uw dosis SIFROL-tabletten met verlengde afgifte bepalen op basis van de door u
ingenomen dosis SIFROL-tabletten (met directe afgifte).
Neem de dag voordat u zult overstappen uw SIFROL-tabletten (met directe afgifte) gewoon in zoals u
gewend bent. Neem de volgende ochtend uw SIFROL-tabletten met verlengde afgifte in en neem geen
SIFROL-tabletten (met directe afgifte) meer in.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Wanneer u per ongeluk te veel tabletten heeft ingenomen,
-
neem dan direct contact op met uw arts of de eerste hulppost van het dichtstbijzijnde ziekenhuis
voor advies
- kunt u last krijgen van overgeven, rusteloosheid of een van de bijwerkingen zoals beschreven in
rubriek 4, `Mogelijke bijwerkingen'.
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met SIFROL zonder eerst met uw arts te overleggen. Als u moet stoppen met het innemen
van dit geneesmiddel, zal uw arts de dosis geleidelijk verlagen. Dit vermindert de kans op verergering
van de ziekteverschijnselen.
Als u lijdt aan de ziekte van Parkinson, mag u de behandeling met SIFROL niet abrupt beëindigen.
Ineens stoppen kan ertoe leiden dat u last krijgt van een zogeheten maligne neuroleptisch syndroom.
Deze aandoening kan een ernstig risico voor de gezondheid zijn. De verschijnselen omvatten:
-
akinesie (verlies van spierbeweging)
- stijve spieren
- koorts
- instabiele bloeddruk
- tachycardie (verhoogde hartslag)
- verwardheid
- verminderd bewustzijn (bv. coma)
Als u minder SIFROL gaat gebruiken of ermee stopt, kan een medische aandoening ontstaan die
dopamine-agonist onttrekkingssyndroom wordt genoemd. De verschijnselen bestaan onder meer uit
depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn. Als deze verschijnselen bij u ontstaan, moet u
contact opnemen met uw arts.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee
te maken. De bijwerkingen zijn onderverdeeld in de volgende frequenties:
Zeer vaak
komt voor bij meer dan 1 op de 10 patiënten
Vaak
komt voor bij minder dan 1 op de 10 patiënten
Soms
komt voor bij minder dan 1 op de 100 patiënten
Zelden
komt voor bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten
Zeer zelden
komt voor bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten
Niet bekend
De frequentie kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
De volgende bijwerkingen kunnen voorkomen:
Zeer vaak:
-
dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen)
- slaperigheid
- duizeligheid
- misselijkheid.
Vaak:
-
drang tot abnormaal gedrag
- hallucinaties (zien, horen en voelen van dingen die er niet zijn)
- verwardheid
- vermoeidheid
slapeloosheid (insomnie)
- overmatige vochtophoping, gewoonlijk in de benen (perifeer oedeem)
- hoofdpijn
- hypotensie (lage bloeddruk)
- abnormale dromen
- obstipatie (verstopping)
- verslechterd zicht
- overgeven
- gewichtsverlies inclusief verminderde eetlust.
Soms:
-
paranoia (bv. overmatige angst voor het eigen welzijn)
- waanideeën
- overmatige slaperigheid overdag en plotseling in slaap vallen
- geheugenverlies
- hyperkinesie (meer bewegen en niet stil kunnen zitten)
- gewichtstoename
- allergische reacties (bv. uitslag, jeuk, overgevoeligheid)
- flauwvallen
- hartfalen (hartproblemen die kortademigheid of gezwollen enkels kunnen veroorzaken)*
- rusteloosheid
- dyspneu (moeilijkheden met ademhalen)
- de hik
- pneumonie (longontsteking)
- onvermogen om de impuls, prikkel of verleiding te weerstaan om een daad uit te voeren die
schadelijk kan zijn voor u of anderen; dat kan inhouden:
-
sterke impuls om overmatig te gokken, ondanks ernstige persoonlijke of familiaire
gevolgen
- verstoorde of verhoogde seksuele interesse en gedrag van beduidend grote zorg voor u of
voor anderen, bijvoorbeeld een verhoogde seksuele drift
- niet te beheersen overmatig winkelen of uitgeven van geld
- eetaanvallen (het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd) of dwangmatig eten
(het eten van meer voedsel dan normaal en meer dan nodig is om uw honger te stillen).*
- delirium (verminderd besef, verwardheid, verlies van realiteitszin).
Zelden:
-
manie (opwinding, opgetogen gevoel, of overdreven enthousiast)
Niet bekend:
-
na stopzetten of verminderen van uw behandeling met SIFROL kunnen de volgende symptomen
optreden: depressie, apathie, angst, vermoeidheid, zweten of pijn
(dopamine-agonistonttrekkingssyndroom genaamd).
Vertel het uw arts als u een van deze gedragswijzen doormaakt; uw arts zal manieren bespreken
om met de symptomen om te gaan of te verminderen.
Een precieze schatting van de frequentie is niet mogelijk voor de bijwerkingen met een *, aangezien
deze bijwerkingen niet zijn waargenomen bij klinische onderzoeken waarin 2.762 patiënten werden
behandeld met pramipexol. De frequentie is waarschijnlijk niet hoger dan `soms'.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de doos na
`EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste
houdbaarheidsdatum.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities wat betreft de temperatuur.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Als u geneesmiddelen op de
juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu
terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is pramipexol.
Elke tablet bevat 0,26 mg, 0,52 mg, 1,05 mg, 1,57 mg, 2,1 mg, 2,62 mg of 3,15 mg pramipexol als
respectievelijk 0,375 mg, 0,75 mg, 1,5 mg, 2,25 mg, 3 mg, 3,75 mg of 4,5 mg
pramipexoldihydrochloride-monohydraat.
De andere stoffen in dit middel zijn hypromellose 2208, maïszetmeel, carbomeer 941, colloïdaal
watervrij silica, magnesiumstearaat.
Hoe ziet SIFROL eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 0,26 mg en 0,52 mg zijn wit tot gebroken wit, rond van
vorm en hebben een schuine rand.
SIFROL-tabletten met verlengde afgifte van 1,05 mg, 1,57 mg, 2,1 mg, 2,62 mg en 3,15 mg zijn wit
tot gebroken wit en ovaal van vorm.
Alle tabletten zijn voorzien van het bedrijfslogo van Boehringer Ingelheim op de ene kant en de
code P1, P2, P3, P12, P4, P13 of P5 op de andere kant. De codes verwijzen naar de tabletsterkten van
respectievelijk 0,26 mg, 0,52 mg, 1,05 mg, 1,57 mg, 2,1 mg, 2,62 mg en 3,15 mg.
Alle sterkten van SIFROL zijn verkrijgbaar in aluminium blisterverpakkingen met 10 tabletten per
strip, verpakt in een kartonnen verpakking met 1, 3 of 10 blisterverpakkingen (10, 30 of 100 tabletten
met verlengde afgifte). Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Boehringer Ingelheim International GmbH
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Binger Strasse 173
55216 Ingelheim am Rhein
Duitsland
Rottendorf Pharma GmbH
Ostenfelder Strasse 51 61
59320 Ennigerloh
Duitsland
Boehringer Ingelheim France
100-104 avenue de France
75013 Paris
Frankrijk
België/Belgique/Belgien
Lietuva
SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
Lietuvos filialas
Tel: +370 5 2595942
Luxembourg/Luxemburg
- SCS Boehringer Ingelheim Comm.V
Tél/Tel: +32 2 773 33 11
: +359 2 958 79 98
Ceská republika
Magyarország
Boehringer Ingelheim spol. s r.o.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +420 234 655 111
Magyarországi Fióktelepe
Tel: +36 1 299 89 00
Danmark
Malta
Boehringer Ingelheim Danmark A/S
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Tlf: +45 39 15 88 88
Tel: +353 1 295 9620
Deutschland
Nederland
Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG
Boehringer Ingelheim b.v.
Tel: +49 (0) 800 77 90 900
Tel: +31 (0) 800 22 55 889
Eesti
Norge
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Boehringer Ingelheim Norway KS
Eesti filiaal
Tlf: +47 66 76 13 00
Tel: +372 612 8000
Österreich
Boehringer Ingelheim Ellas A.E.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
T: +30 2 10 89 06 300
Tel: +43 1 80 105-7870
España
Polska
Boehringer Ingelheim España, S.A.
Boehringer Ingelheim Sp.zo.o.
Tel: +34 93 404 51 00
Tel: +48 22 699 0 699
France
Portugal
Boehringer Ingelheim France S.A.S.
Boehringer Ingelheim Portugal, Lda.
Tél: +33 3 26 50 45 33
Tel: +351 21 313 53 00
Hrvatska
România
Boehringer Ingelheim Zagreb d.o.o.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +385 1 2444 600
Viena - Sucursala Bucureti
Tel: +40 21 302 28 00
Ireland
Slovenija
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Tel: +353 1 295 9620
Podruznica Ljubljana
Tel: +386 1 586 40 00
Slovenská republika
Vistor hf.
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Sími: +354 535 7000
organizacná zlozka
Tel: +421 2 5810 1211
Italia
Suomi/Finland
Boehringer Ingelheim Italia S.p.A.
Boehringer Ingelheim Finland Ky
Tel: +39 02 5355 1
Puh/Tel: +358 10 3102 800
Sverige
Boehringer Ingelheim Ellas A.E.
Boehringer Ingelheim AB
T: +30 2 10 89 06 300
Tel: +46 8 721 21 00
Latvija
United Kingdom (Northern Ireland)
Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG
Boehringer Ingelheim Ireland Ltd.
Latvijas filile
Tel: +353 1 295 9620
Tel: +371 67 240 011
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in {MM/JJJJ}
.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.