Skysona 2-30 x 10*6 cells/ml inf. disp. i.v.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
1
ge
BIJLAGE I
rg
er
eg
is
tre
er
d
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Skysona 2-30 × 10
6
cellen/ml dispersie voor infusie
2.1
Algemene beschrijving
Elke dosis bevat 391-1564 mg natrium (in Cryostor CS5).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Dispersie voor infusie.
G
Een kleurloze tot witte tot rode, waaronder tinten wit, roze, lichtgeel en oranje, dispersie.
4.
4.1
Skysona is geïndiceerd voor de behandeling van vroege cerebrale adrenoleukodystrofie bij patiënten
onder de 18 jaar met een mutatie in het
ABCD1-gen
en voor wie geen humaan leukocytenantigeen
(HLA)-compatibele broer of zus als stamcel (HSC)-donor beschikbaar is (zie rubriek 5.1).
en
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
ee
sm
id
de
Hulpstof(fen) met bekend effect
ln
De kwantitatieve informatie van het geneesmiddel met betrekking tot sterkte, CD34
+
-cellen en de
dosis voor de specifieke patiënt, is te vinden in het informatieblad van de batch. Het informatieblad
van de batch bevindt zich in het deksel van de cryoverzendcontainer die voor het vervoer van Skysona
wordt gebruikt.
ie
tl
an
Elke patiëntspecifieke infuuszak met Skysona bevat elivaldogene autotemcel in een van de batch
afhankelijke concentratie van een genetisch gemodificeerde autologe CD34
+
-celverrijkte populatie.
Het finale product is verpakt in één of meerdere infuuszakken die een dispersie
van 2-30 × 10
6
cellen/ml van een CD34
+
-celverrijkte populatie bevatten, gesuspendeerd in een
oplossing voor cryopreservatie. Elke infuuszak bevat ongeveer 20 ml dispersie voor infusie.
2
ge
rg
er
2.2
Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling
eg
Skysona (elivaldogene autotemcel) is een genetisch gemodificeerde autologe CD34
+
-celverrijkte
populatie die hematopoëtische stamcellen (HSC’s) bevat die met een lentivirale vector (LVV)
ex vivo
zijn getransduceerd voor het coderen van complementair
ABCD1-desoxyribonucleïnezuur
(cDNA)
voor het humaan adrenoleukodystrofie-proteïne (ALDP).
is
tre
er
d
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
4.2
Dosering en wijze van toediening
Skysona moet worden toegediend in een gekwalificeerd behandelcentrum door (een) arts(en) met
ervaring in HSC-transplantatie en de behandeling van patiënten met neurologische stoornissen.
Dosering
De behandeling bestaat uit een enkelvoudige dosis voor infusie, die bestaat uit een dispersie van
CD34
+
-cellen in één of meerdere infuuszakken.
De minimale aanbevolen dosis Skysona is 5 × 10
6
CD34
+
-cellen/kg. In klinische onderzoeken zijn
doses tot 38,2 × 10
6
CD34
+
-cellen/kg toegediend.
Mobilisatie en aferese
Conditioneringsbehandeling
De behandelend arts dient te bevestigen dat de behandeling met Skysona geschikt is voor de patiënt
voordat de conditionering wordt gestart (zie rubriek 4.4).
Voorafgaand aan de Skysona-infusie moet er een myeloablatieve conditionering worden uitgevoerd
(zie rubriek 5.1 voor een beschrijving van het myeloablatieve regime gebruikt in klinische
onderzoeken).
G
De conditionering mag pas beginnen wanneer de volledige set bestaande uit 1 of meerdere
infuuszakken met de dosis Skysona door het toedieningscentrum is ontvangen en de beschikbaarheid
van de reserveverzameling is bevestigd.
Toediening van Skysona
Zie toedieningsmethode hieronder en rubriek 6.6 voor details over het hanteren en toedienen van
Skysona.
en
ee
sm
id
de
Een extra verzameling van CD34
+
-stamcellen als reserve van ≥ 1,5 × 10
6
CD34
+
-cellen/kg is vereist.
Deze cellen moeten bij de patiënt worden verzameld en gecryopreserveerd vóór het starten van de
conditionering en infusie met Skysona. Deze reserveverzameling kan nodig zijn als
rescuebehandeling in geval van: 1) compromittering van Skysona na de start van de conditionering en
vóór de infusie met Skysona, 2) falen van de primaire implantatie, of 3) verlies van implantatie na de
infusie met Skysona (zie rubriek 4.4).
ln
ie
tl
an
De richtwaarde voor het minimum aantal CD34
+
-cellen dat moet worden verzameld, is 12 x 10
6
CD34
+
-cellen/kg. Als de minimale dosis Skysona van 5 × 10
6
CD34
+
-cellen/kg na de eerste
geneesmiddelproductie niet is bereikt, kan de patiënt met een tussenpoos van ten minste 14 dagen één
of meer extra cycli van mobilisatie en aferese ondergaan, zodat meer cellen worden verkregen voor
extra productie.
3
ge
rg
er
Het gewicht van de patiënt bij de eerste aferese-verzameling moet worden gebruikt voor berekening
van de finale dosis.
eg
Patiënten moeten een HSC-mobilisatie ondergaan, gevolgd door aferese voor het verkrijgen van
CD34
+
-stamcellen die gebruikt zullen worden voor het aanmaken van het geneesmiddel (zie
rubriek 5.1 voor een beschrijving van het mobilisatieregime gebruikt in klinische onderzoeken).
is
tre
er
d
Na de toediening van Skysona
Alle bloedproducten die binnen de eerste 3 maanden na de Skysona-infusie nodig zijn, dienen te
worden bestraald.
Speciale populaties
Eerdere toediening van gentherapie
Skysona is niet onderzocht bij patiënten die eerder waren behandeld met een gentherapeutisch
geneesmiddel. Er is geen ervaring met patiënten die meer dan eenmaal met Skysona werden
behandeld.
Nierfunctiestoornis
Skysona is niet onderzocht bij patiënten met een nierfunctiestoornis. Patiënten moeten beoordeeld
worden op nierfunctiestoornissen om te controleren of ze geschikt zijn voor de behandeling met
Skysona. Er is geen dosisaanpassing vereist.
Skysona is uitsluitend voor intraveneus gebruik.
Zie rubriek 6.6 voor gedetailleerde instructies voor het bereiden van, toedienen van, accidentele
blootstelling aan en afvoer van Skysona.
Na voltooiing van de conditionering dient er een minimale uitwasperiode van 48 uur te zijn vóór
Skysona-infusie.
Vóór de infusie moet worden bevestigd dat de identiteit van de patiënt overeenkomt met de unieke
patiënteninformatie op de infuuszak(ken) van Skysona. Het totaal aantal toe te dienen infuuszakken
moet ook worden bevestigd aan de hand van het informatieblad van de batch (zie rubriek 4.4).
De Skysona-infusie dient zo snel mogelijk te worden voltooid en niet later dan 4 uur na het ontdooien.
Elke infuuszak moet worden toegediend in minder dan 60 minuten. In het geval dat er meer dan één
infuuszak wordt verstrekt, moeten alle infuuszakken achtereenvolgens worden toegediend. Het gehele
volume van elke infuuszak moet worden toegediend.
G
en
ee
sm
Wijze van toediening
id
de
Patiënten die seropositief zijn voor humaan immunodeficiëntievirus (HIV)
Skysona is niet onderzocht bij patiënten met HIV-1, HIV-2, HTLV-1 en HTLV-2. Een negatieve
serologietest voor HIV is nodig om zeker te zijn van acceptatie van aferesemateriaal voor de productie
van Skysona. Aferesemateriaal van patiënten met een positieve HIV-test wordt niet geaccepteerd voor
de productie van Skysona.
ln
ie
tl
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Skysona bij kinderen in de leeftijd tot 3 jaar zijn nog niet
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
an
4
ge
Vrouwelijke patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Skysona bij vrouwelijke patiënten zijn nog niet vastgesteld. Er
zijn geen gegevens beschikbaar.
rg
er
Leverfunctiestoornis
Skysona is niet onderzocht bij patiënten met een leverfunctiestoornis. Patiënten moeten beoordeeld
worden op leverfunctiestoornissen om te controleren of ze geschikt zijn voor de behandeling met
Skysona. Er is geen dosisaanpassing vereist.
eg
is
tre
er
d
Na de Skysona-infusie moeten bij HSC-transplantatie passende standaardprocedures voor de
behandeling van een patiënt worden gevolgd.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof(fen) of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstof(fen).
Contra-indicaties voor de mobilisatiemiddelen en de conditioneringsmiddelen moeten in overweging
worden genomen.
Terugvinden herkomst
Autoloog gebruik
Geneesmiddelen voor mobilisatie en myeloablatieve conditionering
Overgevoeligheidsreacties
De dimethylsulfoxide (DMSO) in Skysona kan ernstige overgevoeligheidsreacties veroorzaken,
waaronder anafylaxie.
Falen van implantatie zoals gemeten door het aantal geïmplanteerde neutrofielen
De behandeling met Skysona omvat de infusie en implantatie van CD34
+
-HSC’s die
ex vivo
met een
lentivirale vector (LVV) genetisch werden gemodificeerd. Het falen van de implantatie van
neutrofielen is een kortdurend maar potentieel ernstig risico, gedefinieerd als het niet bereiken van een
absoluut aantal neutrofielen (ANC) ≥ 500 cellen/µl bij 3 opeenvolgende tellingen op verschillende
dagen vanaf dag 43 na infusie van Skysona (zie rubriek 5.1). Patiënten met falen van de implantatie
van neutrofielen moeten een rescuebehandeling krijgen met de reserveverzameling (zie rubriek 4.2).
Langdurige cytopenieën
Patiënten kunnen verschillende maanden na conditionering en infusie van Skysona cytopenie vertonen
en er zijn gevallen van pancytopenie gemeld. In klinische onderzoeken met Skysona traden
cytopenieën op van graad 3 en hoger na dag 60 na infusie bij 26% van de patiënten en omvatten
afname van aantal bloedplaatjes (13%), afname van aantal neutrofielen (17%) en afname van
hemoglobine (2%). Na 100 dagen na de infusie had 16% van de patiënten enige vorm van cytopenie
van graad 3 of hoger, waaronder afname van aantal bloedplaatjes (9%), afname van aantal
neutrofielen (11%); geen van de patiënten had afname van hemoglobine van graad 3 of hoger (0%).
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen voor de mobilisatiemiddelen en conditioneringsmiddelen
dienen overwogen te worden.
tl
an
5
ge
Skysona is enkel bedoeld voor autoloog gebruik en mag in geen geval worden toegediend aan andere
patiënten. Skysona mag niet geïnfundeerd worden als de gegevens op het patiëntspecifieke etiket op
de infuuszak(ken), het informatieblad van de batch en de metalen cassette(s) niet overeenkomen met
de bedoelde patiënt.
rg
er
eg
De vereisten voor het terugvinden van de herkomst van geneesmiddelen voor een op cellen
gebaseerde geavanceerde therapie moeten worden toegepast. Om het terugvinden van de herkomst te
garanderen moeten de naam en het batchnummer van het product en de naam van de behandelde
patiënt gedurende 30 jaar na de vervaldatum van het product bewaard worden.
is
tre
er
d
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Na infusie van Skysona dienen regelmatig bloedceltellingen te worden verricht en dienen patiënten te
worden beoordeeld op klachten en symptomen van bloeding en infectie.
Risico van insertionele oncogenese
Er zijn geen meldingen van LVV-gemedieerde insertionele mutagenese resulterend in oncogenese,
inclusief myelodysplasie, leukemie of lymfoom, na behandeling met Skysona. Er is hoe dan ook een
theoretisch risico na de behandeling met Skysona. Klonale expansie resulterend in klonale
predominantie zonder klinische aanwijzingen van maligniteit is gedetecteerd bij sommige patiënten
behandeld met Skysona.
Patiënten moeten ten minste jaarlijks worden gemonitord op myelodysplasie, leukemie of lymfoom
(met inbegrip van een volledige bloedtelling) gedurende 15 jaar na de behandeling met Skysona. Als
bij een patiënt die Skysona heeft gekregen, myelodysplasie, leukemie of lymfoom wordt vastgesteld,
dan dienen er bloedmonsters te worden afgenomen voor analyse van de integratiesite.
Alle patiënten moeten worden getest op HIV-1/2 vóór mobilisatie en aferese, om zeker te zijn van
acceptatie van aferesemateriaal voor de productie van Skysona (zie rubriek 4.2).
Na toediening van Skysona
G
Er zijn geen gegevens die een effect tonen van behandeling met Skysona op de bijnierinsufficiëntie
gerelateerd aan ALD.
Er moet doorgegaan worden met vervangingstherapie.
Patiënten worden verwacht zich in te schrijven in een onderzoek op basis van een register en worden
gevolgd in het register om de veiligheid en werkzaamheid van Skysona op de lange termijn beter te
begrijpen.
en
ee
Patiënten behandeld met Skysona mogen op geen enkel moment in de toekomst bloed, organen,
weefsel of cellen voor transplantatie doneren. Deze informatie wordt verstrekt in de bijsluiter voor de
patiënt en in de patiëntenwaarschuwingskaart die aan de patiënt moet worden gegeven.
sm
Donatie van bloed, organen, weefsel en cellen
id
de
Het is belangrijk op te merken dat patiënten die Skysona hebben ontvangen, waarschijnlijk positief
testen bij polymerasekettingreactie (PCR)-tests voor HIV vanwege het inbrengen van het
LVV-provirus, met een vals-positieve test voor HIV tot gevolg. Daarom mogen patiënten die Skysona
hebben gekregen niet met een op PCR gebaseerde assay worden gescreend voor HIV-infectie.
ln
ie
Interferentie met serologische tests
tl
an
Patiënten mogen geen antiretrovirale geneesmiddelen nemen gedurende ten minste één maand vóór de
mobilisatie (zie rubriek 4.5). Als een patiënt antiretrovirale geneesmiddelen nodig heeft voor
HIV-profylaxe, dan dient de aanvang van de Skysona-behandeling, waaronder mobilisatie en aferese
van CD34
+
-cellen tot en met de Skysona-infusie, te worden uitgesteld totdat een HIV-infectie
afdoende uitgesloten kan worden volgens de plaatselijke richtlijnen inzake HIV-tests.
6
ge
rg
Antiretroviraal gebruik
er
eg
is
Serologische tests
tre
er
d
Skysona bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat 391-1564 mg natrium per dosis, overeenkomend met 20 tot 78% van de door
de WHO aanbevolen maximale dagelijkse inname van 2 g voor een volwassene.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Patiënten mogen geen antiretrovirale geneesmiddelen nemen vanaf ten minste één maand vóór de
mobilisatie totdat in elk geval de aferese voltooid is (zie rubriek 4.4).
Bij vrouwen die zwanger kunnen worden, moet voorafgaand aan de start van de mobilisatie een
negatieve zwangerschapstest in serum worden bevestigd. Dit moet worden herbevestigd voorafgaand
aan de conditioneringsprocedures en voordat het geneesmiddel wordt toegediend.
Zwangerschap
Er zijn geen klinische gegevens over het gebruik bij zwangere vrouwen.
Er zijn geen studies naar reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit met Skysona uitgevoerd. Skysona
mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt vanwege de conditionering (zie rubriek 4.3). Het is
niet bekend of de genetisch gemodificeerde cellen van Skysona aan een foetus in de uterus kunnen
worden overgedragen. Een zwangerschap na een behandeling met Skysona moet met de behandelend
arts worden besproken.
Er bestaat geen mogelijkheid op kiemlijnoverdracht van de LVV die
ABCD1-cDNA
codeert voor
humaan ALDP na de behandeling met Skysona. De kans dat nakomelingen de algemene somatische
expressie zouden hebben van de lentivirale vector die
ABCD1-cDNA
codeert voor humaan ALDP,
wordt dus verwaarloosbaar geacht.
Borstvoeding
Het is niet bekend of Skysona in de moedermelk wordt uitgescheiden. Het effect van de toediening
van Skysona aan moeders die borstvoeding geven, is nog niet bestudeerd.
G
en
ee
sm
id
de
ln
Er zijn onvoldoende gegevens over blootstelling om een nauwkeurige aanbeveling te doen met
betrekking tot de duur van anticonceptie na de behandeling met Skysona. Vrouwen die zwanger
kunnen worden en mannen die een kind kunnen verwekken en hun vrouwelijke partners moeten een
doeltreffende anticonceptiemethode gebruiken (spiraaltje of combinatie van hormonale en barrière-
anticonceptie) vanaf het begin van de mobilisatie tot en met ten minste 6 maanden na de toediening
van Skysona. De SmPC van de conditioneringsmiddelen moet worden geraadpleegd voor informatie
over de noodzaak van doeltreffende anticonceptie bij patiënten die een conditionering ondergaan.
ie
tl
an
7
ge
Vrouwen die zwanger kunnen worden/anticonceptie bij mannen en vrouwen
rg
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
er
eg
De veiligheid van immunisatie met levende virale vaccins tijdens of na behandeling met Skysona is
niet onderzocht. Vaccinatie met levende virale vaccins wordt niet aanbevolen gedurende de 6 weken
voorafgaand aan de start van de myeloablatieve conditionering en tot hematologisch herstel na de
behandeling met Skysona.
is
tre
Levende vaccins
er
d
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd. Er zijn naar verwachting geen interacties van
Skysona met de cytochroom P450-enzymen van de lever of met geneesmiddeltransporteiwitten.
Skysona mag niet worden gebruikt tijdens borstvoeding.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen gegevens over de effecten van Skysona op de menselijke vruchtbaarheid. De effecten op
de mannelijke of vrouwelijke vruchtbaarheid zijn niet in dieronderzoek geëvalueerd.
Er zijn gegevens beschikbaar over het risico op onvruchtbaarheid bij conditionering. Het wordt
derhalve geadviseerd om vóór de behandeling cryopreservatie van sperma of eicellen te overwegen.
Skysona heeft geen invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen
Tabel met lijst van bijwerkingen
Tabel 1
Bijwerkingen toegeschreven aan mobilisatie/aferese
Systeem/orgaanklassen
Zeer vaak
Vaak
(SOC)
Bloed- en
Trombocytopenie, anemie
lymfestelselaandoeningen
Voedings- en
Hypokaliëmie
Hypomagnesiëmie
stofwisselingsstoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Bloedvataandoeningen
Hypertensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Braken, nausea, paresthesie van
de mond
Huid- en
Pruritus
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
Botpijn, pijn in de ledematen
G
en
ee
sm
Tabel 1, 2 en 3 zijn lijsten van bijwerkingen toegeschreven aan respectievelijk mobilisatie/aferese,
conditionering en Skysona, die door patiënten met CALD in klinische onderzoeken met Skysona
werden ervaren.
id
de
Bijwerkingen worden weergegeven per systeem/orgaanklasse en frequentie volgens MedDRA.
Frequenties zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (≥1/10) en vaak (≥1/100, <1/10). Binnen elke
frequentiegroep worden de bijwerkingen gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
ln
ie
tl
De veiligheid van Skysona werd beoordeeld bij 51 patiënten met cerebrale adrenoleukodystrofie
(CALD) in onderzoek ALD-102, ALD-104 en LTF-304 (zie rubriek 5.1). De ernstigste bijwerking die
kon worden toegeschreven aan Skysona was pancytopenie (3,9%). Gezien de kleine
patiëntenpopulatie en de grootte van de cohorten geven de bijwerkingen in de onderstaande tabel geen
volledig overzicht van de aard en frequentie van deze voorvallen. Informatie gerelateerd aan
veiligheidseindpunten die in de onderzoeken zijn gebruikt, staat in rubriek 5.1.
an
8
ge
rg
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
er
eg
Het effect van de mobilisatiemiddelen en de conditioneringsmiddelen op de rijvaardigheid en het
vermogen om machines te bedienen, of op activiteiten zoals fietsen of skateboarden, moet in
overweging worden genomen.
is
tre
er
d
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
bindweefselaandoeningen
Onderzoeken
Hemoglobine verlaagd
Tabel 2
Bijwerkingen toegeschreven aan conditionering
Systeem/orgaanklassen (SOC) Zeer vaak
Vaak
Infecties en parasitaire
Pseudomonas-bacteriëmie,
aandoeningen
bacteriëmie,
streptokokkenbacteriëmie,
pneumonie, bacteriële infectie,
hulpmiddelgerelateerde
infectie, enterocolitis infectieus,
virale gastro-enteritis, orale
candidiasis, otitis media,
streptokokkenfaryngitis,
respiratoire syncytiële
virusinfectie, rinovirusinfectie,
sinusitis, huidinfectie,
bovensteluchtweginfectie
bacterieel, virale
bovensteluchtweginfectie,
folliculitis, anale candidiasis
Bloed- en
Febriele neutropenie,
Lymfeknooppijn
lymfestelselaandoeningen
neutropenie, trombocytopenie,
anemie, leukopenie,
lymfopenie
Endocriene aandoeningen
Bijnierinsufficiëntie, abnormale
secretie van antidiuretisch
hormoon
Voedings- en
Hypokaliëmie,
Hypoglykemie, vochtretentie,
stofwisselingsstoornissen
hypomagnesiëmie,
hyponatriëmie
verminderde eetlust,
hypofosfatemie
Psychische stoornissen
Aversie, insomnia
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Gevoelsverlies, tremor,
hyporeflexie
Oogaandoeningen
Conjunctivale bloeding
Hartaandoeningen
Bradycardie, sinustachycardie,
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Hypertensie
Petechiën
Ademhalingsstelsel-,
Epistaxis
Hypoxie, tachypneu, hoesten,
borstkas- en
orofaryngeale pijn, rinorroe
mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Stomatitis, braken, diarree,
Gastritis, gastro-intestinale
abdominale pijn, constipatie,
ontsteking, anale fissuur,
nausea
proctitis, anale pruritus,
dyspepsie, orale pijn, proctalgie
Huid- en
Alopecia,
Pustuleuze rash, huidexfoliatie,
onderhuidaandoeningen
huidhyperpigmentatie
luierdermatitis,
geneesmiddeleneruptie, droge
huid, hyperhidrose, pruritus,
rash, rash maculo-papulair
Nier- en urinewegaandoeningen
Hematurie, incontinentie,
urine-incontinentie, dysurie,
urinewegpijn
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
9
ge
rg
er
eg
is
tre
er
d
Voortplantingsstelsel- en
borstaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Onderzoeken
Penispijn, zweer balzak
Pyrexie
Gezichtsoedeem,
slijmvliesontsteking,
vermoeidheid
Occult bloed positief,
adenovirustest positief,
internationale genormaliseerde
ratio verhoogd, alkalische
fosfatase in het bloed verhoogd,
immunoglobuline G in het
bloed verlaagd,
lactaatdehydrogenase in het
bloed verhoogd, C-reactief
proteïne verhoogd, gewicht
verlaagd, gewicht verhoogd
Allergische transfusiereactie
Alanineaminotransferase
verhoogd,
aspartaataminotransferase
verhoogd
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
G
Er zijn uit klinische studies geen gegevens beschikbaar met betrekking tot overdosering van Skysona.
5.
en
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
ee
Infusiegerelateerde reacties
Braken trad op bij twee patiënten op de dag van infusie, potentieel gerelateerd aan het
cryopreservatiemiddel. De arts kan naar eigen inzicht premedicatie gebruiken.
sm
id
de
Hematopoëtische reconstitutie
Twee ernstige reacties van pancytopenie traden op bij twee patiënten, met het begin na implantatie
van neutrofielen. Beide patiënten hadden vertraagde hematopoëtische reconstitutie, waarvoor
langdurige ondersteuning met bloed en bloedplaatjestransfusies evenals groeifactoren (G-CSF en
eltrombopag) nodig was. Eén patiënt had bijkomend het parvovirus. Beide voorvallen hielden
minstens 18 maanden na Skysona-infusie aan.
ln
ie
tl
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
an
Tabel 3
Bijwerkingen toegeschreven aan Skysona
Systeem/orgaanklassen (SOC) Zeer vaak
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Bloed- en
lymfestelselaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
ge
10
rg
er
Braken
eg
Vaak
Cystitis viraal
Pancytopenie
Letsels, intoxicaties en
verrichtingscomplicaties
is
tre
er
d
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: overige geneesmiddelen werkzaam op het centrale zenuwstelsel,
ATC-code: nog niet toegewezen
Werkingsmechanisme
Skysona voegt functionele kopieën van
ABCD1-cDNA
in de HSC’s van patiënten toe door middel
van transductie van autologe CD34
+
-cellen met Lenti-D-LVV. Na Skysona-infusie gaan de
getransduceerde CD34
+
-HSC’s zich in het beenmerg inplanten en zich differentiëren tot verschillende
celtypen, waaronder monocyten (CD14
+
) die naar de hersenen migreren, waar ze zich vermoedelijk
verder differentiëren in macrofagen en cerebrale microglia die functioneel ALDP kunnen produceren.
Het functionele ALDP kan vervolgens de plaatselijke afbraak van zeerlangeketenvetzuren (ZLKV’s)
in de hersenen mogelijk maken, wat de ziekte kan stabiliseren door verdere ontsteking en
demyelinisatie te voorkomen. Het is echter niet te verwachten dat behandeling met Skysona andere
manifestaties van ALD zal beïnvloeden, inclusief bijnierinsufficiëntie. De impact van behandeling
met Skysona op adrenomyeloneuropathie is niet onderzocht. Na succesvolle implantatie met genetisch
gemodificeerde cellen wordt verwacht dat de expressie van ALDP levenslang is.
Farmacodynamische effecten
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De inclusie van de ALD-102-studie is compleet met 32 ingeschreven en behandelde
patiënten; 30 patiënten zijn evalueerbaar voor het primaire werkzaamheidseindpunt in maand 24.
Daarnaast is een tweede open-label onderzoek met een enkele arm (ALD-104; N = 19) nog bezig;
geen van de patiënten heeft het evaluatietijdstip voor werkzaamheid in maand 24 bereikt en ze worden
daarom niet opgenomen in werkzaamheidsanalyses.
Mobilisatie en aferese
Alle patiënten ontvingen een mediane dosis van 10 µg/kg G-CSF gedurende minimaal 4 dagen voor
de mobilisatie van stamcellen voorafgaand aan de afereseprocedure.
G
en
De veiligheid en werkzaamheid van Skysona werden beoordeeld in een open-label onderzoek met één
arm bij patiënten met CALD (ALD-102; N = 32) en vergeleken met de werkzaamheid en veiligheid
van allo-HSCT bij patiënten met CALD in een gelijktijdig vergelijkend onderzoek (ALD-103; N =
59). Alle patiënten die de ALD-102-studie voltooiden of discontinueerden, werden gevraagd om deel
te nemen aan een langetermijnfollow-upstudie, LTF-304.
ee
sm
id
de
Het percentage ALDP+-cellen bleef over het algemeen stabiel in perifere CD14
+
-bloedcellen tot en
met maand 24 met een mediaan (min, max) van 16,90% (5,80%, 44,60%) in de ALD-102-studie (N =
26). Het percentage CD14
+
-ALDP+-cellen bleef stabiel bij de laatste opvolging tot en met maand 60,
wat langdurige expressie van transgeen ALDP in de dochtercellen van hematopoëtische stamcellen
aantoont.
ln
ie
tl
an
Een maand na de behandeling met Skysona produceerden alle beoordeelbare patiënten in de
ALD-102-studie (N = 25) ALDP in perifere CD14
+
-bloedcellen met een mediaan percentage (min,
max) CD14
+
-ALDP+ van 29,50% (8,20%, 49,65%), wat vroege expressie van het transgen aantoont.
Bij patiënten met ten minste 6 maanden opvolging daalde het aantal CD14
+
-ALDP+-cellen over het
algemeen lichtelijk na Skysona-infusie en stabiliseerde na ongeveer 6 maanden. Patiënten hadden in
maand 6 een mediaan percentage (min, max) CD14
+
-ALDP+ van 22,20% (2,00%, 71,40%) in de
ALD-102-studie (N = 27).
11
ge
rg
er
eg
is
tre
er
d
In de ALD-102-studie werden de patiënten ’s morgens na de 4
e
G-CSF-dosis beoordeeld. Als de
CD34
+
-telling in het perifere bloed van die ochtend < 50 cellen/µl was, dan werd een 5
e
dosis G-CSF
toegediend en plerixafor werd toegediend in een dosis van 0,24 mg/kg lichaamsgewicht
ongeveer 10 uur vóór de aferese-verzameling de volgende dag. Plerixafor mocht dagelijks gedurende
maximaal 4 dagen gegeven worden. Elf van de 32 (34,4%) patiënten in de ALD-102-studie kregen
plerixafor.
Voor alle patiënten was 1 cyclus van mobilisatie en aferese voldoende om het minimaal aantal
CD34
+
-cellen te verzamelen om Skysona te produceren.
Conditioneringsbehandeling
In de ALD-102-studie kregen 32 patiënten farmacokinetisch gedoseerde busulfan in combinatie met
cyclofosfamide voorafgaand aan behandeling met Skysona. Busulfan werd toegediend met een
aanbevolen cumulatieve AUC van 17.000 tot 21.000 µmol*min/l gedurende vier dagen van
conditionering. Aan patiënten ≤ 12 kg werd busulfan i.v. toegediend in een dosis van 1,1 mg/kg/dosis
elke 6 uur en aan patiënten > 12 kg werd busulfan i.v. toegediend in een dosis van 0,8 mg/kg/dosis
elke 6 uur gedurende 4 dagen. Er werden zo nodig dosisaanpassingen van busulfan gedaan op basis
van farmacokinetische monitoring. Patiënten kregen middelen tegen aanvallen, tegen schimmels en
profylactische antibiotica in overeenstemming met de richtlijnen van de instelling. De aanbevolen
dosis van cyclofosfamide was 50 mg/kg/dag. De mediane (min, max) dagelijkse gemiddelde
busulfandosis was 3,5 (2,8, 4,2) mg/kg/dag (N = 31) en de mediane (min, max) geschatte gemiddelde
dagelijkse AUC was 4729 (4039, 5041) µmol*min/l/dag (N = 31).
In de ALD-104-studie kregen 19 patiënten farmacokinetisch gedoseerde busulfan in combinatie met
fludarabine voorafgaand aan de behandeling met Skysona.
Toediening van Skysona
Na de toediening van Skysona
In de ALD-104-studie kregen patiënten G-CSF vanaf dag 5 na de behandeling met Skysona.
ALD-102-studie
De ALD-102-studie was een open-label, 24 maanden durend onderzoek met één arm dat in
totaal 32 patiënten met CALD inschreef die werden behandeld met Skysona. In onderzoek ALD-102
werd een vroeg stadium van CALD gedefinieerd als: een Loes-score tussen 0,5 en 9 (inclusief),
verhoogde gadoliniumopname door demyeliniserende laesies op MRI en een neurologische
functiescore (NFS) van ≤ 1, wat wijst op beperkte veranderingen in neurologische functie. Patiënten
werden uitgesloten van de ALD-102-studie als ze een bereidwillige en beschikbare HLA-compatibele
broer of zus als HSC-donor hadden. De mediane (min, max) leeftijd bij Skysona-infusie
was 6,0 (4, 14) jaar, 100% van de patiënten was man en 46,9% was wit/blank. De mediane (min, max)
Loes-score bij de baseline was 2,00 (1,0, 9,0). Van de 32 patiënten had 31 een NFS van 0 en 1 had
een NFS van 1 bij de baseline. Alle patiënten die ALD-102 voltooiden, werden in de LTF-304-studie
geïncludeerd voor opvolging op lange termijn. De mediane (min, max) duur van opvolging was 38,59
(13,4, 82,7) maanden.
G
en
ee
sm
In de ALD-102-studie kregen patiënten G-CSF naar eigen goeddunken van de onderzoeker volgens de
institutionele praktijk na de behandeling met Skysona. Van de 32 behandelde patiënten
kregen 24 patiënten G-CSF na de behandeling met Skysona.
id
de
ln
ie
Alle patiënten kregen Skysona toegediend als een intraveneuze infusie met een mediane (min, max)
dosis van 11,78 (5,0, 38,2) × 10
6
CD34
+
-cellen/kg (N = 51).
tl
an
12
ge
rg
er
eg
is
tre
er
d
Het primaire eindpunt voor werkzaamheid was de proportie patiënten die geen van de 6 belangrijke
functionele beperkingen (major
functional disabilities,
MFD’s) hadden, in leven waren, geen tweede
toediening met allo-HSCT of rescuecellen kregen en zich niet hadden teruggetrokken of niet meer
waren op te volgen in maand 24 (d.w.z. maand 24-MFD-vrije overleving). De 6 MFD’s zijn: verlies
van communicatie, corticale blindheid, sondevoeding, totale incontinentie, rolstoelafhankelijkheid of
volledig verlies van vrijwillige beweging.
Er werd een analyse uitgevoerd nadat 30 patiënten evalueerbaar waren voor het primaire
werkzaamheidseindpunt, maand 24-MFD-vrije overleving. 27 van 30 patiënten
(90%, 95%-BI: 73,5, 97,9) bereikten in maand 24 MFD-vrije overleving, met de ondergrens van
het 95%-BI boven de benchmark voor klinische betekenis (maand 24-MFD-vrije overleving van 50%)
wat aangeeft dat de behandeling met Skysona klinisch betekenisvolle voordelen biedt door het
behouden van de motorische functie en het communicatievermogen en de overleving verbetert in
vergelijking met onbehandelde patiënten in een vroeg stadium van cerebrale ziekte.
Een gelijktijdig vergelijkend onderzoek werd uitgevoerd bij 59 patiënten met CALD, behandeld met
allo-HSCT (ALD-103-veiligheidspopulatie). Een subgroep van 27 patiënten (werkzaamheidspopulatie
van ALD-103) werd gematcht met de ALD-102-populatie voor de Loes-score, aanwezigheid van
verhoogd contrast en NFS-score bij de baseline. Deze populatie werd verder onderverdeeld in
patiënten die een allo-HSCT kregen van een compatibele broer- of zusdonor (N = 10;
ALD-103-werkzaamheidspopulatie met MSD [matched
sibling donor])
en degenen die een
allo-HSCT kregen van een alternatieve donorbron, d.w.z. geen compatibele broer- of zus (N = 17;
ALD-103-werkzaamheidspopulatie zonder MSD).
MFD-vrije overleving en totale overleving werden geanalyseerd bij 32 patiënten in ALD-102 en
vergeleken met 17 patiënten behandeld met allo-HSCT in de ALD-103-werkzaamheidspopulatie
(zonder MSD), die weergegeven worden in tabel 4 en afbeelding 1.
Skysona toonde een duurzaam effect op MFD-vrije overleving aan, waarbij de meeste patiënten
(26/27, 96,3%) die ingeschreven waren in LTF-304 in leven bleven en hun MFD-vrije status
behielden tot en met hun laatste opvolging tijdens het onderzoek, waaronder 14 patiënten met 5 jaar of
meer opvolging. Eén patiënt weigerde verdere opvolging.
Tabel 4:
Werkzaamheidseindpunten
Werkzaamheids-
populatie met
allo-HSCT
ALD-103
c
(zonder
MSD)
(N = 17)
9
6
66,7%
[29,9, 92,5]
Werkzaam-
Met
heids-
Skysona
populatie
behandeld
met
a
ALD-102
allo-HSCT
(N = 32)
ALD-103
b
(N = 27)
e
Aandeel van MFD-vrije overleving in maand 24
Beoordeelbare ptn
f
30
18
n
14
27
%
77,8%
90,0%
[95%-BI]
[52,4, 93,6]
[73,5, 97,9]
Aantal patiënten met voorvallen in maand 24
g
id
de
ln
ie
tl
an
ge
rg
8
29,6%
14
86,3%
G
en
ee
sm
er
eg
n
3
%
9,4%
Aantal overlevende patiënten in maand 24
h
n
31
22
%
96,6%
86,2%
is
6
35,3%
Werkzaamheids-
populatie met
allo-HSCT ALD-103
d
(met MSD)
(N = 10)
13
tre
8
88,9%
9
8
88,9%
[51,8, 99,7]
er
d
2
20,0%
[95%-BI]
a
toelatingscriteria
[77,9, 99,5]
[62,6, 95,4]
[54,7, 96,5]
[43,3, 98,4]
id
de
Afbeelding 1
Kaplan-Meier-curve van MFD-vrije overleving tussen ALD-102- (met Skysona
behandeld) en ALD-103-werkzaamheidspopulatie (zonder MSD en met MSD)
1: ALD-102
2: ALD-103-werkz.pop. (zonder MSD)
3: ALD-103-werkz.pop. (met MSD)
Waarschijnlijkheid MFD-vrije overleving (%)
G
en
ee
sm
ln
Deelnemers met verhoogd risico
ie
tl
an
Maanden na behandeling
14
ge
rg
er
eg
waaronder verhoogde ZLKV-waarden, een Loes-score tussen 0,5 en 9 (inclusief), verhoogde
gadoliniumopname door demyeliniserende laesies op een MRI, NFS van ≤ 1 en geen bereidwillige en beschikbare
HLA-compatibele broer of zus als HSC-donor
b
gematcht met de ALD-102-populatie voor Loes-score, aanwezigheid van verhoogd contrast en NFS-score bij de
baseline
c
gematcht met de ALD-102-populatie voor Loes-score, aanwezigheid van verhoogd contrast en NFS-score bij de
baseline en geen bereidwillige en beschikbare HLA-compatibele broer of zus als HSC-donor
d
gematcht met de ALD-102-populatie voor Loes-score, aanwezigheid van verhoogd contrast en NFS-score bij de
baseline en een HLA-compatibele broer of zus als HSC-donor
e
Primair werkzaamheidseindpunt; proportie patiënten zonder voorval in maand 24; omvat overlijden, MFD, toediening
rescuecellen of latere allo-HCST
f
Proefpersonen die in ALD-102 en ALD-103 in maand 24 evalueerbaar zijn voor MFD-vrije overleving worden
gedefinieerd als behandelde proefpersonen die 24 maanden lang zijn gevolgd, die het bezoek in maand 24 hebben
afgelegd of die met de onderzoeken zijn gestopt (ongeacht de reden, met inbegrip van overlijden), maar 24 maanden lang
gevolgd zouden zijn als ze nog steeds in het onderzoek hadden gezeten, op het moment waarop de gegevensverzameling
stopgezet wordt voor deze analyses
g
Kaplan-Meier-analyse tijd-tot-voorval; met betrekking tot overlijden, MFD, toediening rescuecellen of latere allo-HSCT
h
Kaplan-Meier-analyse tijd-tot-voorval; met betrekking tot enkel overlijden
MSD = compatibele broer- of zusdonor
is
tre
er
d
De neurologische functiescore (NFS) werd gebruikt als secundair eindpunt voor het evalueren
van 15 domeinen van neurologische functie, met een totale maximale score van 25. Een score van
0 geeft aan dat er geen afwijkingen zijn in de beoordeelde gebieden van neurologische functie. Bij de
baseline moesten patiënten een NFS ≤ 1 hebben. In ALD-102 behielden 26 van 28 evalueerbare
patiënten een NFS kleiner dan of gelijk aan 1 tot en met maand 24 en 24 van deze patiënten hadden
geen verandering in hun NFS, wat aantoont dat de neurologische functie bij de meerderheid van de
patiënten behouden bleef. Bij de meerderheid van de patiënten in ALD-102 bleef de cognitieve
functie (IQ, met inbegrip van prestaties wat betreft IQ-subtests) binnen de normale waarden (100 ± 15
punten), met een minimale afname en een stabilisatie in maand 24. Een kleine subgroep patiënten met
hogere Loes-scores bij de baseline vertoonde vaak een minder gunstige uitkomst.
Het primaire veiligheidseindpunt, de proportie evalueerbare patiënten bij wie zich acute (≥ graad II)
of chronische graft-versus-host-ziekte (GVHD) in ALD-102 vs. ALD-103 in maand 24 heeft
voorgedaan, was 0 vs. 52%.
De proportie van alle patiënten bij wie zich acute (≥ graad II) of chronische GVHD in ALD-
102/ALD-104 vs. ALD-103 heeft voorgedaan, wordt samengevat in tabel 5.
Tabel 5:
Graft-versus-host-ziekte
a
Implantatie van neutrofielen werd gemonitord als een secundair eindpunt en werd gedefinieerd als het
bereiken van 3 opeenvolgende absolute neutrofielentellingen (ANC) ≥ 500 cellen/µl verkregen op
verschillende dagen vóór dag 43 na Skysona-infusie. In klinische onderzoeken trad implantatie van
neutrofielen op bij een mediaan (min, max) van 13 dagen (11, 41) na Skysona-infusie (zie rubriek 4.4)
(N = 32, ALD-102; N = 17, ALD-104) vergeleken met 17 dagen (12, 36) in ALD-103 (N = 53).
Er werd geen primair of secundair falen van implantatie van neutrofielen waargenomen in ALD-
102/ALD-104 (N = 51), vergeleken met 10/59 (16,9%) deelnemers in ALD-103.
Implantatie van bloedplaatjes werd gemonitord als een secundair eindpunt en werd gedefinieerd als
het bereiken van 3 opeenvolgende niet-ondersteunde plaatjestellingen van ≥ 20 × 10
9
cellen/l
verkregen op verschillende dagen na Skysona-infusie, zonder toediening van bloedplaatjestransfusies
gedurende 7 dagen onmiddellijk voorafgaand aan en tijdens de beoordelingsperiode. In klinische
onderzoeken trad implantatie van bloedplaatjes op bij een mediaan (min, max) van 32 dagen (14, 108)
15
G
en
ee
Voor gecensureerde observaties in de veiligheidspopulatie van ALD-103 werd verondersteld dat er in geen enkele
categorie GVHD werd waargenomen
sm
(N = 32)
Acute (≥ graad II) GVHD of chronische GVHD
n
0
%
0%
[95%-BI]
[0,0, 10,9]
Acute (≥ graad II) GVHD
n
0
%
0%
[95%-BI]
[0, 10,9]
Chronische GVHD
n
0
%
0%
[95%-BI]
[0, 10,9]
an
ge
rg
(N = 51)
0
0%
[0,0, 7,0]
0
0%
[0,0, 7,0]
0
0%
[0,0, 7,0]
Met Skysona behandeld
ALD-102
ALD-102/104
er
eg
ie
tl
id
de
ln
is
Allo-HSCT
Veiligheidspopulatie
ALD-103
a
(N = 59)
26
44,1%
[31,2, 57,6]
15
25,4%
[15,0, 38,4]
14
23,7%
[13,6, 36,6]
tre
er
d
na Skysona-infusie (N = 32, ALD-102; N = 15, ALD-104) vergeleken met 26 dagen (13, 67) in ALD-
103 (N = 47).
Er waren geen patiënten met transplantatie-gerelateerde mortaliteit (TRM), een secundair eindpunt,
bij 100 dagen of 365 dagen na transplantatie in ALD-102 en ALD-104. Daartegenover
ervaarden 2/59 (3,4%) patiënten TRM bij 100 dagen en ervaarden 8/59 (13,6%) patiënten TRM
bij 365 dagen na transplantatie in de ALD-103-veiligheidspopulatie.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Cryostor CS5
G
6.2
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3
Houdbaarheid
6 maanden
Zodra ontdooid: maximaal 4 uur op kamertemperatuur (20°C - 25°C)
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
en
Gevallen van onverenigbaarheid
ee
sm
id
de
Een pivotaal, GLP-compliant, gecombineerd toxiciteits-, genotoxiciteits- en biodistributie-onderzoek
van Lenti-D-LVV-getransduceerde gemobiliseerde CD34
+
-HSC’s in het perifere bloed werd
uitgevoerd in myelogeablateerde immunodeficiënte muizen. Er was geen bewijs van toxiciteit,
genotoxiciteit (insertionele mutagenese resulterend in oncogene mutaties) of oncogenese
(tumorgeniciteit) gerelateerd aan Lenti-D-LVV-integratie. Analyse van de integratiesite van
posttransplantatie beenmergcellen toonde geen voorkeursintegratie aan in de nabijheid van of in
kankergerelateerde genen. Een extra onderzoek met Lenti-D-LVV-getransduceerde menselijke
CD34
+
-HSC’s toegediend aan myelogeablateerde, immunodeficiënte muizen liet implantatie zien van
microgliacellen van menselijke oorsprong in hersenweefsels zonder toxiciteit of tumorgeniciteit.
ln
ie
tl
an
16
ge
De farmacologie, toxicologie en genotoxiciteit van Lenti-D-LVV gebruikt voor de transductie werden
in vitro
en
in vivo
geëvalueerd. In een immortalisatie-assay
in vitro
vertoonden
Lenti-D-LVV-getransduceerde beenmergcellen van muizen een sterk verminderd mutageen potentieel
in vergelijking met positieve controlevectoren. Analyse van de integratiesite (integration
site
analysis)
van Lenti-D-LVV-getransduceerde menselijke CD34
+
-HSC’s van voor de transplantatie
toonde het verwachte zelf-inactiverend LVV-integratieprofiel, zonder verrijking voor insertie in of in
de buurt van kankergerelateerde genen.
rg
er
eg
Er is geen conventioneel onderzoek naar genotoxiciteit, carcinogeen potentieel, reproductie- en
ontwikkelingstoxiciteit gedaan.
is
tre
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
er
d
Skysona is een autoloog gentherapiegeneesmiddel bestaande uit autologe cellen die
ex vivo
genetisch
zijn gemodificeerd. De aard van Skysona is zodanig dat conventionele studies met betrekking tot de
farmacokinetiek, absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie niet van toepassing zijn.
Bewaren in de dampfase van vloeibare stikstof bij ≤ -140°C tot ontdooien en toediening.
Laat de infuuszak(ken) in de metalen cassette(s) zitten.
Na ontdooien niet opnieuw invriezen.
Voor de bewaarcondities na ontdooien van het geneesmiddel, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Bestraling kan leiden tot inactivering van het geneesmiddel.
Voorbereiding van de infusie
Haal elke metalen cassette uit de opslag met vloeibare stikstof en verwijder elke infuuszak uit
de metalen cassette.
Controleer of op de infuuszak(ken) Skysona staat gedrukt.
Verzeker u ervan dat de identiteit van de patiënt overeenkomt met de unieke
patiëntidentificatie-informatie op de Skysona-infuuszak(ken) en op het informatieblad van de
batch. Skysona is enkel bedoeld voor autoloog gebruik. Infundeer Skysona niet als de
informatie op het patiëntspecifieke etiket op de infuuszak niet overeenkomt met de betreffende
patiënt.
Ga na of u het correcte aantal infuuszakken heeft en controleer of elke infuuszak binnen de
houdbaarheidsdatum is door middel van het bijbehorende informatieblad van de batch.
Elke infuuszak dient voorafgaand aan het ontdooien en de infusie te worden gecontroleerd op
eventuele beschadigingen. Als een infuuszak beschadigd is, moeten de lokale richtlijnen voor
het hanteren van afval van uit mensen verkregen materiaal worden gevolgd en dient er
onmiddellijk contact te worden opgenomen met bluebird bio.
Ontdooien
Als er meer dan één infuuszak wordt geleverd, dient elke infuuszak volledig te zijn toegediend
alvorens de volgende zak te ontdooien en te infunderen.
Neem geen monsters van het geneesmiddel, en wijzig of bestraal het niet en vries het niet
opnieuw in.
G
en
ee
sm
id
de
ln
Te nemen voorzorgsmaatregelen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen. Beroepsbeoefenaren
in de gezondheidszorg die Skysona hanteren, moeten gepaste voorzorgsmaatregelen treffen
(dragen van handschoenen, beschermende kleding en oogbescherming) om mogelijke
overdracht van besmettelijke ziekten te vermijden.
Bewaar de infuuszak(ken) in de metalen cassette(s) en bewaar in de gasvormige fase van
vloeibare stikstof bij ≤ -140°C totdat u klaar bent voor de ontdooiing en toediening.
ie
tl
an
17
ge
rg
er
eg
Skysona wordt van de productiefaciliteit naar de opslag van het infusiecentrum verzonden in een
cryoverzendcontainer, die meerdere metalen cassettes kan bevatten die voor één enkele patiënt zijn
bedoeld. Elke metalen cassette bevat één infuuszak met Skysona. Een partij geneesmiddelproduct kan
verpakt worden in een of twee zakken van 20 ml, afhankelijk van het totale aantal aanwezige cellen.
Meerdere infuuszakken kunnen als enkele dosis aan de patiënt worden toegediend.
is
tre
er
d
Ongeveer 20 ml in een infuuszak van fluorethyleenpropyleen, elk verpakt in een doorzichtige hoes in
een metalen cassette.
Ontdooi Skysona bij 37°C in een waterbad of droog bad. Het ontdooien van elke infuuszak
duurt ongeveer 2 tot 4 minuten. Het geneesmiddel niet te lang ontdooien. Laat het
geneesmiddel niet onbeheerd achter en dompel de infusiepoorten niet onder bij het ontdooien in
een waterbad.
Na het ontdooien dient het geneesmiddel voorzichtig gemengd te worden door de infuuszak te
masseren totdat de gehele inhoud homogeen is.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
G
8.
EU/1/21/1563/001
9.
Datum van eerste verlening van de vergunning
en
bluebird bio (Netherlands) B.V.
Stadsplateau 7
WTC Utrecht
3521 AZ Utrecht
Nederland
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
ee
sm
id
de
In geval van accidentele blootstelling moeten plaatselijke richtlijnen voor het hanteren van materiaal
verkregen uit mensen gevolgd worden, wat het wassen van de besmette huid en uitdoen van besmette
kleding kan omvatten. Werkoppervlakken en materialen die mogelijk in contact zijn gekomen met
Skysona moeten ontsmet worden met een geschikt ontsmettingsmiddel.
ln
ie
tl
Accidentele blootstelling
an
Ongebruikt geneesmiddel en al het materiaal dat in aanraking is gekomen met Skysona (vast en
vloeibaar afval) dienen te worden behandeld en afgevoerd als mogelijk besmettelijk afval volgens de
lokale richtlijnen voor het omgaan met van mensen afkomstig materiaal.
18
ge
rg
Te nemen voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van het geneesmiddel
er
Toediening
Maak de steriele poort van de infuuszak vrij door het beschermende verpakkingsmateriaal dat
over de poort zit eraf te trekken.
Open de infuuszak en infundeer het geneesmiddel volgens de standaardprocedures van de
instelling voor toediening van celtherapieproducten. Gebruik geen in-line bloedfilter of
infuuspomp.
Infundeer Skysona zo snel mogelijk en bewaar na het ontdooien niet langer dan 4 uur op
kamertemperatuur (20ºC – 25ºC).
Dien elke infuuszak van Skysona toe via een intraveneuze infusie gedurende een periode van
minder dan 60 minuten.
Spoel al het Skysona dat nog in de infuuszak overblijft en alle bijbehorende slangen met ten
minste 50 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%), oplossing voor infusie, om ervoor te zorgen dat
zoveel mogelijk cellen bij de patiënt worden geïnfundeerd.
eg
is
tre
er
d
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
19
ge
rg
er
eg
is
tre
er
d
A.
C.
G
en
ee
sm
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
id
de
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN
ln
ie
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK
tl
an
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME
STOF(FEN) EN FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK
VOOR VRIJGIFTE
20
ge
BIJLAGE II
rg
er
eg
is
tre
er
d
A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Minaris Regenerative Medicine GmbH
Haidgraben 5
85521 Ottobrunn
Duitsland
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Minaris Regenerative Medicine GmbH
Haidgraben 5
85521 Ottobrunn
Duitsland
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
C.
Periodieke veiligheidsverslagen
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
G
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
en
ee
sm
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel
binnen 6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.
id
de
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder
punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op
het Europese webportaal voor geneesmiddelen.
ln
ie
tl
an
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
21
ge
rg
Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
productkenmerken, rubriek 4.2).
er
eg
is
tre
er
d
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
Extra risicobeperkende maatregelen
Voorafgaand aan de lancering van Skysona in elke lidstaat, dient de vergunninghouder met de
bevoegde nationale autoriteit overeenstemming te bereiken over de inhoud en vorm van het
voorlichtingsmateriaal en het bijbehorende implementatieplan, inclusief communicatiemedia,
distributiemodaliteiten en alle andere aspecten van het programma.
Het voorlichtingsmateriaal is gericht op het bieden van extra informatie over het gebruik van Skysona.
De vergunninghouder zal ervoor zorgen dat in elke lidstaat waar Skysona op de markt wordt gebracht,
alle beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en patiënten/ouders/verzorgers van wie verwacht
wordt dat ze Skysona zullen voorschrijven, uitreiken of gebruiken, toegang hebben tot het volgende
voorlichtingspakket of dit ontvangen:
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
De informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
dient de volgende
belangrijke elementen te bevatten:
o
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen betreffende de mobilisatiemiddelen en
conditioneringsmiddelen dienen overwogen te worden.
o
Behandeling met Skysona werd in klinische onderzoeken geassocieerd met langdurige
cytopenieën/pancytopenie. Er werd geen correlatie waargenomen tussen langdurige
cytopenieën/pancytopenie en incidentie van ernstige bijwerkingen van bloeding of
infectie. Houd bloedwaarden in de gaten na infusie van Skysona en controleer patiënten
op tekenen en symptomen van bloedingen en infectie.
o
Behandeling met Skysona wordt geassocieerd met het potentiële risico op insertionele
oncogenese (bv. myelodysplasie, leukemie, lymfoom). Alle patiënten moeten
geïnformeerd worden over de tekenen van myelodysplasie, leukemie en lymfoom en de
instructie krijgen om direct medische hulp in te roepen als deze tekenen aanwezig zijn.
Bij alle patiënten moet jaarlijks een volledige bloedtelling worden gedaan om te
monitoren op myelodysplasie, leukemie of lymfoom.
o
Er is een negatieve serologietest voor HIV nodig om zeker te zijn van acceptatie van
aferesemateriaal voor productie van Skysona.
o
Het mogelijke risico van gebrek aan of verlies van respons op gentherapie kan leiden tot
terugkeer van tekenen en symptomen van de ziekte.
o
Behandeling met Skysona wordt geassocieerd met een kortetermijnrisico van mislukken
van transplantatie van neutrofielen, wat beheerd zal worden door de toediening van
rescuecellen.
o
Behandeling met Skysona wordt geassocieerd met een mogelijk risico van mislukken van
transplantatie van bloedplaatjes, wat een ondersteunende behandeling kan vereisen.
o
De noodzaak aan de patiënt uit te leggen en ervoor te zorgen dat die het volgende
begrijpt:
– mogelijke risico's van behandeling met Skysona;
– tekenen en symptomen van bloeding en infectie en wat te doen;
– tekenen van myelodysplasie, leukemie en lymfoom en wat te doen;
22
ge
Het voorlichtingsmateriaal voor artsen
moet het volgende bevatten:
o
De Samenvatting van de productkenmerken
o
Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
o
Informatie over hantering en toedieningsmethode
rg
er
eg
Voorlichtingsmateriaal voor artsen
Voorlichtingspakket voor patiënten
is
tre
er
d
o
het belang van jaarlijkse controles, inclusief ten minste elk jaar een volledige
bloedtelling;
– inhoud van de informatie voor patiënten/ouders/verzorgers;
– de noodzaak om de patiëntenwaarschuwingskaart bij zich te dragen en aan
elke zorgprofessional te laten zien;
– opname in het registeronderzoek REG-502.
Toepassingsgebied van het registeronderzoek REG-502 en hoe patiënten ingeschreven
moeten worden.
G
en
Op de patiëntenwaarschuwingskaart
dienen de volgende belangrijke boodschappen te staan:
o
Informatie over het risico op langdurige cytopenieën/pancytopenie en de kans op infectie
en/of bloedingsvoorvallen.
o
Verklaring dat de patiënt behandeld werd met gentherapie en geen bloed, organen,
weefsel of cellen mag doneren.
o
Verklaring dat de patiënt behandeld werd met Skysona, waaronder partijnummer en
behandeldatum/data.
o
Informatie over het melden van bijwerkingen.
o
Informatie over de mogelijkheid van vals-positieve resultaten bij bepaalde commercieel
verkrijgbare HIV-tests vanwege Skysona.
o
Verklaring over het belang van jaarlijkse controles en ten minste eenmaal per jaar een
volledige bloedtelling.
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
23
ge
rg
De informatie voor patiënten/ouders/verzorgers
dient de volgende belangrijke boodschappen
te bevatten:
o
Behandeling met Skysona wordt in verband gebracht met het risico op langdurige
cytopenieën/pancytopenie die kunnen leiden tot een hoger risico op infectie en/of
bloeding. Tekenen en symptomen van bloeding en infectie en de noodzaak om contact op
te nemen met de arts.
o
Behandeling met Skysona wordt in verband gebracht met een mogelijk risico op
maligniteit (bv. myelodysplasie, leukemie, lymfoom). Tekenen van myelodysplasie,
leukemie of lymfoom en de noodzaak om spoedeisende hulp te zoeken als deze tekenen
aanwezig zijn.
o
Het belang van jaarlijkse controles en ten minste eenmaal per jaar een volledige
bloedtelling.
o
Waarschuwingskaart voor patiënten en de noodzaak die bij zich te dragen en elke
behandelende zorgverlener te vertellen dat ze behandeld zijn met Skysona.
o
Behandeling met Skysona wordt in verband gebracht met een mogelijk risico op
mislukken van transplantatie van bloedplaatjes, wat een ondersteunende behandeling kan
vereisen.
o
Het mogelijke risico van gebrek aan of verlies van respons op gentherapie kan leiden tot
terugkeer van tekenen en symptomen van cerebrale adrenoleukodystrofie.
o
Opname in het registeronderzoek REG-502.
er
Het voorlichtingspakket voor patiënten
dient het volgende te bevatten:
o
De bijsluiter
o
Informatie voor patiënten/ouders/verzorgers
o
Een patiëntenwaarschuwingskaart
eg
is
tre
De informatie over hantering en toedieningsmethode voor beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg
dient de volgende belangrijkste elementen te bevatten:
o
Informatie over het ontvangen en bewaren van Skysona en hoe Skysona gecontroleerd
moet worden vóór toediening.
o
Informatie over het ontdooien en toedienen van Skysona.
o
Informatie over beschermende uitrusting en het omgaan met morsen.
er
d
o
Contactgegevens waarop de patiënt of een zorgverlener verdere informatie kan opvragen.
De vergunninghouder zal ervoor zorgen dat in elke lidstaat waar Skysona in de handel wordt gebracht
een systeem bestaat dat gericht is op het controleren van distributie van Skysona door middel van een
routinemaatregel voor risicominimalisatie. Er moet voldaan worden aan de volgende vereisten
voordat het product wordt voorgeschreven, geproduceerd, verstrekt en gebruikt:
Skysona zal alleen beschikbaar zijn via behandelcentra die door bluebird bio zijn
gekwalificeerd (QTC’s) die aantoonbare procedures en een kwaliteitsovereenkomst hebben om
te zorgen voor de herleidbaarheid van de cellen van de patiënt en het geproduceerde
geneesmiddel tussen het behandelende ziekenhuis en de productielocatie. Het
herleidbaarheidssysteem, d.w.z. het Service Portal, wordt geïnitieerd voorafgaand aan afarese-
verzameling van donorcellen met een set identificatienummers die specifiek zijn voor de
individuele patiënt. Deze nummers worden gedocumenteerd door het QTC in de
centrumdossiers en het medisch dossier van de patiënt. Alle identificatienummers worden
daarnaast ook door bluebird bio en de fabrikant van het geneesmiddel gedocumenteerd en
bijgehouden in dossiers die de autologe cellen begeleiden en in het systeem dat wordt gebruikt
om de workflow bij te houden.
Het kwalificatieproces van het behandelcentrum omvat verplichte training van de zorgverleners
van het ziekenhuis, onder andere over het bestellen, beheren en hanteren van Skysona alsook
over de Samenvatting van de productkenmerken (SmPC). Het proces van inschrijven van
patiënten voor behandeling met Skysona wordt ondersteund door het Service Portal en omvat
een selectie van de indicatie in overeenstemming met de SmPC of “overig gebruik”, wat
melding zal geven over bedoeld off-label-gebruik. Indien “overig gebruik” is geselecteerd in
het Service Portal-systeem, zal het bestelproces worden gestopt en consultatie met het bluebird
bio-team voor medische zaken geïnitieerd worden om op die manier het risico van off-label-
gebruik te minimaliseren.
Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning
Studie naar de veiligheid uitgevoerd na verlening van de handelsvergunning
waarbij het geneesmiddel wordt gebruikt zoals vastgesteld bij verlening van de
handelsvergunning (Non-interventional post-authorisation safety study, PASS):
Ter verdere karakterisering en contextualisering van de veiligheid en
werkzaamheid op lange termijn van Skysona bij patiënten met cerebrale
adrenoleukodystrofie (CALD) moet de vergunninghouder een prospectief
observationeel registeronderzoek (REG-502) van patiënten met CALD behandeld
met Skysona of allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (allo-HSCT)
volgens een overeengekomen protocol uitvoeren en de resultaten ervan indienen
(Stargazer).
Voor de beoordeling van de werkzaamheid en veiligheid van Skysona op lange
termijn bij patiënten met cerebrale adrenoleukodystrofie (CALD) moet de
vergunninghouder de eindresultaten van studie LTF-304 indienen.
en
ee
sm
id
de
Beschrijving
ln
De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
Uiterste
datum
Tussentijdse
verslagen
dienen te
worden
ingediend
conform het
RMP.
Eindrapport:
2042
Tussentijdse
verslagen
dienen te
worden
ingediend
conform het
RMP.
Eindrapport:
2037
G
ie
tl
an
24
ge
rg
er
eg
is
tre
er
d
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
25
ge
BIJLAGE III
rg
er
eg
is
tre
er
d
G
ee
sm
id
de
ln
ie
ge
rg
er
eg
A. ETIKETTERING
en
26
tl
an
is
tre
er
d
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
METALEN CASSETTE
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Skysona 2-30 × 10
6
cellen/ml dispersie voor infusie
elivaldogene autotemcel (CD34
+
-cellen coderend voor het
ABCD1-gen)
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Dispersie voor infusie
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
6.
G
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
Uitsluitend voor autoloog gebruik.
8.
EXP:
en
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
ee
sm
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor intraveneus gebruik.
id
de
ln
Ongeveer 20 ml
Zie het informatieblad van de batch voor het aantal infuuszakken en CD34
+
-cellen per kg voor deze
patiënt.
ie
tl
an
27
ge
rg
Bevat ook Cryostor CS5 (bevat natrium).
er
eg
is
Een autologe CD34
+
-celverrijkte populatie die hematopoëtische stamcellen bevat die met een
lentivirale vector zijn getransduceerd voor het coderen van complementair
ABCD1-desoxyribonucleïnezuur
voor het humaan adrenoleukodystrofie-proteïne (ALDP).
tre
er
d
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de dampfase van vloeibare stikstof bij ≤ -140°C tot ontdooien en toediening. Laat de
infuuszak(ken) in de metalen cassette(s) zitten. Na ontdooien niet opnieuw invriezen. Houdbaarheid
na ontdooien: maximaal 4 uur op kamertemperatuur (20°C - 25°C)
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1563/001
13.
PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
Achternaam:
Voornaam:
Geboortedatum:
Patiënt-ID:
DIN:
Lot:
COI-ID:
Zak-ID:
G
14.
15.
16.
en
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
INFORMATIE IN BRAILLE
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
bluebird bio (Netherlands) B.V.
Stadsplateau 7
WTC Utrecht
3521 AZ Utrecht
Nederland
Tel: +31 (0) 303 100 450
medinfo@bluebirdbio.com
28
ge
rg
er
eg
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
is
tre
Dit geneesmiddel bevat menselijke bloedcellen. Ongebruikt geneesmiddel of afval moet worden
afgevoerd in overeenstemming met de lokale bioveiligheidsrichtlijnen voor het omgaan met afval van
mensen afkomstig materiaal.
er
d
Rechtvaardiging voor uitzondering van braille is aanvaardbaar.
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK – VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
18.
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
29
ge
rg
er
eg
is
tre
er
d
Niet van toepassing.
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN
WORDEN VERMELD
INFUUSZAK
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Skysona 2-30 × 10
6
cellen/ml dispersie voor infusie
elivaldogene autotemcel (CD34
+
-cellen coderend voor het
ABCD1-gen)
Voor intraveneus gebruik.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
G
6.
Uitsluitend voor autoloog gebruik.
en
Ongeveer 20 ml celdispersie per zak.
Zie het informatieblad van de batch voor het aantal infuuszakken en CD34
+
-cellen per kg voor deze
patiënt.
OVERIGE
ee
sm
id
de
Achternaam
Voornaam:
Geboortedatum:
Patiënt-ID:
DIN:
Lot:
COI-ID:
Zak-ID:
ln
ie
tl
an
4.
PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
30
ge
rg
EXP:
Houdbaarheid na ontdooien: maximaal 4 uur op kamertemperatuur (20°C - 25°C)
er
eg
is
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
tre
2.
WIJZE VAN TOEDIENING
er
d
GEGEVENS DIE BIJ ELKE ZENDING VOOR ÉÉN PATIËNT OP HET
INFORMATIEBLAD VAN DE BATCH MOETEN WORDEN VERMELD
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Skysona 2-30 × 10
6
cellen/ml dispersie voor infusie
elivaldogene autotemcel (CD34
+
-cellen coderend voor het
ABCD1-gen)
Intraveneus gebruik
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
3.
IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
G
en
ee
sm
De volgende batch werd vervaardigd en toegevoegd aan de zending:
DIN
Zak-ID
CD34
+
-cellen
Uiterste
Aantal
Sterkte
6
(Vermeld
(× 10
Batchnummer/
(Vermeld
gebruiks-
(× 10
6
infuus-
+
alle
elke
CD34 -
COI-ID
datum
cellen/ml)
zakken
afnames)
infuuszak)
cellen)
(DD/MM/JJJJ)
id
de
INFORMATIE OVER GELEVERDE BATCH
ln
ie
4.
PARTIJNUMMER, INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF
EENHEID, EN UITERSTE GEBRUIKSDATUM
tl
an
Naam (achternaam, voornaam):
Geboortedatum (DD/MM/JJJJ):
Gewicht bij eerste verzameling (kg):
Patiënt-ID:
31
ge
rg
PATIËNTINFORMATIE
er
eg
is
Skysona is een autologe CD34
+
-celverrijkte populatie die hematopoëtische stamcellen bevat die met
een lentivirale vector zijn getransduceerd voor het coderen van complementair
ABCD1-desoxyribonucleïnezuur
voor het humaan adrenoleukodystrofie-proteïne (ALDP).
tre
er
d
5.
DOSIS VAN HET GENEESMIDDEL
Totaal aantal infuuszakken: __
Dosis: {N,N} ×
10
6
CD34
+
-cellen/kg
De minimale aanbevolen dosis Skysona is 5,0 × 10
6
CD34
+
-cellen/kg. In klinische studies zijn doses
tot 38,2 × 10
6
CD34
+
-cellen/kg toegediend.
6.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
BEWAAR DIT DOCUMENT EN HOUD HET BIJ DE HAND OM ER OP HET MOMENT VAN
DE SKYSONA-INFUSIE OVER TE KUNNEN BESCHIKKEN.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Uitsluitend voor autoloog gebruik.
7.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
INSTRUCTIES VOOR BEWARING EN GEBRUIK
Dit geneesmiddel bevat menselijke bloedcellen. Ongebruikt geneesmiddel of afval moet worden
afgevoerd in overeenstemming met de lokale richtlijnen over het omgaan met afval van mensen
afkomstig materiaal.
9.
HOUDER EN NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
G
bluebird bio (Netherlands) B.V.
Stadsplateau 7
WTC Utrecht
3521 AZ Utrecht
Nederland
medinfo@bluebirdbio.com
10.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1563/001
en
ee
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
sm
id
de
ln
ie
8.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
tl
an
Bewaren in de dampfase van vloeibare stikstof bij ≤ -140°C tot ontdooien en toediening. Laat de
infuuszak(ken) in de metalen cassette(s) zitten.
Houdbaarheid na ontdooien: maximaal 4 uur op kamertemperatuur (20°C - 25°C)
Na ontdooien niet opnieuw invriezen.
32
ge
rg
er
eg
is
tre
er
d
G
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
ge
rg
er
eg
B. BIJSLUITER
en
33
an
is
tre
er
d
Bijsluiter: informatie voor de patiënt of verzorger
Skysona 2-30 × 10
6
cellen/ml dispersie voor infusie
elivaldogene autotemcel (ABCD1-gencoderende autologe CD34
+
-cellen)
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u of uw kind eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat
kunt doen.
-
1.
Wat is Skysona en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Skysona wordt gebruikt voor de behandeling van een ernstige genetische ziekte die cerebrale
adrenoleukodystrofie (CALD) wordt genoemd, bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Mensen met CALD hebben een wijziging in het gen dat een eiwit maakt met de naam
adrenoleukodystrofie-eiwit (ALDP). Bij mensen met CALD kan dit eiwit niet worden gemaakt of
wordt een eiwit gemaakt dat niet goed werkt. Dit leidt tot een ophoping van bepaalde vetzuren
(‘zeer-lange-keten-vetzuren’ [ZLKV]) in het lichaam, vooral in de hersenen. Deze vetzuren
veroorzaken ernstige schade aan hersencellen. Als er geen behandeling wordt ingesteld, leidt deze
schade tot problemen met het zicht, horen, praten en/of denken en waarschijnlijk tot overlijden.
Skysona is een soort geneesmiddel dat gentherapie wordt genoemd. Het wordt speciaal gemaakt voor
elke patiënt, met behulp van de eigen bloedstamcellen van de patiënt.
Cellen die stamcellen worden genoemd, worden uit het bloed van de patiënt gehaald. Ze worden
vervolgens veranderd in een laboratorium. Er wordt een werkend gen toegevoegd voor het maken van
het eiwit ALDP. Wanneer u/uw kind Skysona krijgt, dat is gemaakt van deze veranderde cellen,
zullen deze cellen ALDP gaan maken. ALDP breekt de zeerlangeketen-vetzuren af. De verwachting is
dat dit de verergering van de ziekte zal vertragen.
G
en
ee
sm
id
de
ln
3.
4.
5.
6.
ie
tl
an
1.
2.
Wat is Skysona en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Wanneer mag u/uw kind dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee
zijn?
Hoe wordt dit middel gemaakt en toegediend?
Mogelijke bijwerkingen
Hoe bewaart u dit middel?
Inhoud van de verpakking en overige informatie
34
ge
Inhoud van deze bijsluiter
rg
er
eg
-
is
-
-
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de arts of verpleegkundige.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met de arts of verpleegkundige.
De arts of verpleegkundige zal u een patiëntenwaarschuwingskaart geven, waar belangrijke
veiligheidsinformatie op staat over de behandeling met Skysona. Lees die zorgvuldig en volg
de instructies op.
U dient de patiëntenwaarschuwingskaart altijd bij u te dragen en altijd te laten zien aan elke arts
of verpleegkundige die u bezoekt of als u naar het ziekenhuis gaat.
tre
er
d
Lees goed de hele bijsluiter voordat dit geneesmiddel aan u/uw kind toegediend wordt want er
staat belangrijke informatie in voor u.
Skysona wordt toegediend via een infuus in een ader (intraveneuze infusie). Raadpleeg rubriek 3: Hoe
wordt dit middel gemaakt en toegediend? voor meer informatie over wat er gebeurt voor en tijdens de
behandeling.
2.
Wanneer mag u/uw kind dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig
mee zijn?
Na behandeling met Skysona:
G
en
ee
De bloedtellingen kunnen langer dan 2 maanden na conditionering en behandeling met
Skysona laag blijven. In die tijd kan er een risico bestaan op bloeding en infectie. De arts zal
dit controleren met bloedtests en zal het u vertellen wanneer de bloedtellingen weer een veilig
niveau hebben.
Als u/uw kind een bloedtransfusie nodig heeft binnen de eerste 3 maanden nadat u/uw kind
Skysona heeft gekregen, moeten bloedproducten bestraald worden. Dit vermindert de witte
bloedcellen, lymfocyten genoemd, en beperkt het risico op een reactie op de transfusie tot een
minimum.
Na de behandeling met Skysona mag u/uw kind geen bloed, organen, weefsels of cellen meer
doneren. Dit is omdat Skysona een gentherapiegeneesmiddel is.
Het toevoegen van een nieuw gen in de stamcellen kan theoretisch leiden tot kanker van het
bloed (myelodysplasie, leukemie en lymfoom). Na de behandeling zal de arts u/uw kind
minimaal 15 jaar ten minste elk jaar controleren, inclusief een bloedtest, en hij/zij zal
controleren op tekenen van kanker van het bloed. Neem contact op met de arts als u/uw kind
sm
id
de
ln
ie
de nieren en lever controleren;
controleren op het humaan immunodeficiëntievirus (hiv);
de mogelijke effecten van de medicijnen voor de voorbehandeling (de
conditioneringsmiddelen) op de vruchtbaarheid bespreken (zie hierna onder
“Vruchtbaarheid
bij mannen en vrouwen”);
voorbereidingen treffen voor het afnemen van stamcellen (dit heet
mobilisatie);
en daarna
bepaalde cellen uit het beenmerg van u of uw kind verwijderen, om het klaar te maken voor
Skysona (dit heet voorbehandeling of
conditionering).
Zie rubriek 3 en 4 voor meer
informatie hierover, waaronder mogelijke bijwerkingen van de gebruikte geneesmiddelen.
tl
an
Vóór behandeling met Skysona zal de arts:
35
ge
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
Informatie over cel-gebaseerde geneesmiddelen, zoals Skysona, moet 30 jaar bewaard worden
in het ziekenhuis. De informatie die over u of uw kind bewaard wordt, zal uw naam bevatten
en het partijnummer van de Skysona die u/uw kind heeft gekregen.
Skysona is gemaakt van de stamcellen van u of uw kind en mag alleen aan u of uw kind
gegeven worden.
Een stof in Skysona met de naam dimethylsulfoxide (DMSO) kan een allergische reactie
veroorzaken. De arts of verpleegkundige moet dus tijdens en na het infuus goed letten op
klachten of symptomen van een reactie.
rg
er
eg
is
tre
er
d
Wanneer mag u/uw kind dit middel niet krijgen?
-
U/uw kind bent/is allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
-
U/uw kind bent/is allergisch voor een van de stoffen in de geneesmiddelen die u/uw kind krijgt
voorafgaand aan de behandeling met Skysona (zie rubriek 3).
koorts heeft, vermoeider bent/is dan normaal, afvalt zonder het te willen of als u/uw kind vaak
neusbloedingen, bloedingen of blauwe plekken heeft.
Bij de productie van Skysona wordt gebruikt gemaakt van stukjes van het HIV-virus, die zijn
veranderd zodat ze geen HIV-infectie kunnen veroorzaken. Deze veranderde stukjes virus
worden gebruikt om een werkend gen in uw bloedstamcellen of die van uw kind in te
brengen.
Hoewel dit geneesmiddel geen HIV-infectie zal geven, kan het hebben van Skysona in het
bloed leiden tot een vals-positief resultaat van een HIV-test, omdat sommige tests een stukje
herkennen van het HIV-virus dat wordt gebruikt om Skysona te maken. Als de patiënt na
de behandeling positief test voor HIV, neem dan contact op met de arts of verpleegkundige.
Anticonceptie, zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Anticonceptie bij mannen en vrouwen
Vrouwen die zwanger kunnen worden en mannen die een kind kunnen verwekken, moeten een
effectieve anticonceptiemethode gebruiken vanaf voorafgaand aan het verzamelen van de
bloedstamcellen tot ten minste 6 maanden na het krijgen van Skysona. Doeltreffende
anticonceptiemethoden zijn een spiraaltje of een combinatie van een oraal anticonceptiemiddel (ook
bekend als de pil) en een condoom. Lees ook de bijsluiter voor het conditioneringsmiddel voor
informatie over anticonceptie.
Zwangerschap
Door het conditioneringsmiddel mag Skysona niet worden gegeven tijdens de zwangerschap.
Bij vrouwen die zwanger kunnen worden, moet een zwangerschapstest worden uitgevoerd voordat de
mobilisatie wordt opgestart, voordat ze het conditioneringsmiddel krijgen en voordat de behandeling
met Skysona wordt opgestart, om te bevestigen dat ze niet zwanger zijn. Als een vrouw zwanger
wordt nadat ze met Skysona is behandeld, moet ze contact opnemen met haar behandelende arts.
Het toegevoegde gen van Skysona zal niet aan de foetus worden doorgegeven in het geval van een
zwangerschap. Het ongeboren kind loopt nog altijd het risico om het oorspronkelijke
ABCD1-gen
G
en
ee
sm
id
de
Toediening van
levende vaccins
wordt afgeraden in de 6 weken voordat het conditioneringsmiddel
toegediend wordt als voorbereiding op de behandeling met Skysona, evenals na de behandeling
terwijl het immuunsysteem (het afweersysteem van het lichaam) aan het herstellen is. Praat met de
arts als er eventuele vaccinaties nodig zijn.
ln
ie
tl
U/uw kind mag geen geneesmiddelen nemen voor HIV-infectie vanaf minimaal één maand voordat
u/uw kind de mobilisatiemiddelen krijgt (zie ook rubriek 3: Hoe wordt dit middel gemaakt en
toegediend?). Als dergelijke geneesmiddelen nodig zijn, wordt de procedure uitgesteld.
an
36
ge
Gebruikt u of uw kind nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u of uw kind naast Skysona nog andere geneesmiddelen, heeft u of hij/zij dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u of uw kind binnenkort andere geneesmiddelen gaat
gebruiken? Vertel dat dan uw arts.
rg
er
Als Skysona niet kan worden toegediend na het krijgen van het conditioneringsmiddel, of als de
gewijzigde stamcellen zich niet in het lichaam inplanten, kan de arts de patiënt een infusie geven met
de eigen originele bloedstamcellen, die zijn verzameld en bewaard voordat de behandeling werd
gestart (zie ook rubriek 3: Hoe wordt dit middel gemaakt en toegediend?). Als u of uw kind uw of
zijn/haar oorspronkelijke cellen terugkrijgt, heeft u of uw kind geen voordeel van de behandeling.
eg
is
tre
er
d
Wanneer behandeling met Skysona niet voltooid kan worden of mislukt
Voordat Skysona wordt gegeven, krijgt u of uw kind een conditioneringsmiddel, om cellen uit het
bestaande beenmerg te verwijderen.
over te erven. Dit is het gen dat, wanneer het niet aanwezig is of niet werkt, adrenoleukodystrofie
veroorzaakt.
Borstvoeding
Skysona mag niet worden gebruikt tijdens borstvoeding. Het is niet bekend of de stoffen van Skysona
in de moedermelk worden uitgescheiden.
Vruchtbaarheid bij mannen en vrouwen
Het is mogelijk dat een vrouw niet meer zwanger kan worden of dat een man geen kinderen meer kan
verwekken na het ontvangen van het conditioneringsmiddel. Als u zich hier zorgen over maakt, moet
u dit voorafgaand aan de behandeling bespreken met de arts.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Skysona heeft geen invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. De
mobilisatie- en conditioneringsmiddelen kunnen echter duizeligheid en vermoeidheid veroorzaken. U
of uw kind moet activiteiten waarvoor balans nodig is (bijvoorbeeld fietsen of skateboarden)
vermijden en u of uw kind mag ook niet rijden of geen machines bedienen als u of uw kind zich
duizelig, vermoeid of onwel voelt.
Skysona bevat natrium
Dit geneesmiddel bevat 391-1564 mg natrium (een belangrijk bestanddeel van keukenzout/tafelzout)
in elke dosis. Dit komt overeen met 20-78% van de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid
natrium in de voeding voor een volwassene.
Wanneer?
Ongeveer 2 maanden voor de
Skysona-infusie
en
ee
Hoe wordt dit middel toegediend?
Skysona wordt toegediend via een infuus (infusie) in een ader, vaak via een centraal veneuze katheter.
Het kan alleen worden toegediend in een gespecialiseerd ziekenhuis door artsen die ervaring hebben
met het behandelen van patiënten met CALD, het transplanteren van beenmerg en het gebruiken van
medicijnen voor gentherapie. Skysona is een eenmalige behandeling. Het wordt niet nogmaals
gegeven. Als Skysona niet werkt, gaat u/uw kind terug naar het behandelcentrum en krijgt u/uw kind
een transfusie met de originele stamcellen, ter vervanging van de niet-werkende cellen van de
behandeling. Deze cellen bevatten het geneesmiddel niet en dus wordt de CALD niet behandeld.
sm
id
de
ln
3.
Hoe wordt dit middel gemaakt en toegediend?
Ongeveer 2 maanden vóór de behandeling met Skysona krijgt u of uw kind geneesmiddelen die
ervoor zorgen dat de bloedstamcellen vanuit het beenmerg naar de bloedstroom zullen verplaatsen
(mobilisatie). De bloedstamcellen kunnen dan worden verzameld door een machine waarin de
bloedbestanddelen van elkaar worden gescheiden (aferesemachine). Er kan meer dan 1 sessie nodig
zijn om genoeg bloedstamcellen te verzamelen voor het maken van Skysona en voor het opslaan als
vervangingscellen als Skysona niet kan worden gegeven of niet werkt.
Wat wordt er gedaan?
Mobilisatiegeneesmiddel wordt
toegediend
ie
tl
an
ge
G
Ongeveer 2 maanden voor de
Skysona-infusie
Bloedstamcellen worden
verzameld
Ten minste 6 dagen voor de
Conditioneringsmiddel wordt
37
rg
er
Waarom?
Om de bloedstamcellen uit uw
beenmerg of dat van uw kind
naar de bloedstroom te laten
verplaatsen.
Om Skysona te maken en om
sommige stamcellen te
bewaren als die bij een niet-
werkende behandeling als
vervangingscellen moeten
worden gebruikt.
Om het beenmerg voor te
eg
is
tre
er
d
Skysona-infusie
toegediend in het ziekenhuis.
Begin van de behandeling met
Skysona
Na de Skysona-infusie
4.
Mogelijke bijwerkingen
Mobilisatie en verzamelen van bloedstamcellen
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 patiënten)
laag gehalte van kalium in een bloedtest
Vaak voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 patiënten)
laag aantal bloedplaatjes, wat kan leiden tot bloedingen
laag aantal rode bloedcellen, wat kan leiden tot vermoeidheid
laag gehalte van magnesium in een bloedtest
hoofdpijn
hoge bloeddruk
zich ziek voelen (misselijkheid), overgeven (braken)
tintelend gevoel in de mond
jeukende huid
pijn in de botten, armen en benen
G
en
ee
sm
id
de
Vertel het de arts of verpleegkundige onmiddellijk
als u of uw kind bijwerkingen krijgt na het
ontvangen van de behandeling. Onderstaande bijwerkingen treden meestal op in de eerste paar dagen
en enkele weken na het krijgen van de behandeling, maar kunnen zich ook veel later ontwikkelen.
ln
ie
Sommige bijwerkingen hebben te maken met het mobilisatiemiddel en het verzamelen van de
bloedstamcellen, of met het conditioneringsmiddel dat wordt gebruikt voor het voorbereiden van het
beenmerg op de behandeling met Skysona. Bespreek de mogelijke bijwerkingen als gevolg van de
mobilisatiegeneesmiddelen en het conditioneringsmiddel met de arts. Lees ook de bijsluiters voor
deze geneesmiddelen.
tl
an
38
ge
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
rg
er
eg
is
Skysona wordt toegediend via
een infuus in een ader. Dit
gebeurt in het ziekenhuis en
duurt minder dan 60 minuten
voor elke infuuszak. Het aantal
zakken zal verschillen per
patiënt.
U of uw kind blijft
waarschijnlijk
ongeveer 3-6 weken in het
ziekenhuis
bereiden op de behandeling
met Skysona, door het
vernietigen van cellen in het
beenmerg, zodat ze vervangen
kunnen worden door de
gewijzigde cellen in Skysona.
Om bloedstamcellen met
functionele kopieën van het
ABCD1-gen
toe te voegen aan
het beenmerg.
Om te herstellen en te worden
gevolgd tot de arts ervan
overtuigd is dat het veilig is om
uit het ziekenhuis te worden
ontslagen.
tre
er
d
Conditioneringsmiddel
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 patiënten)
laag aantal witte bloedcellen, soms met koorts, wat kan leiden tot een infectie
laag aantal rode bloedcellen, wat kan leiden tot vermoeidheid
laag aantal bloedplaatjes, wat kan leiden tot bloedingen
koorts
pijnlijke mond
neusbloedingen
bloedtests die een verminderd gehalte van magnesium, kalium of fosfaat in het bloed
aantonen, of toename van de leverenzymen
hoofdpijn
verminderde eetlust
maagpijn, constipatie, diarree
zich ziek voelen (misselijkheid), overgeven (braken)
ongewone haaruitval of dunner wordend haar
donkere vlekken op de huid
hoge bloeddruk
Vaak voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 patiënten)
verschillende soorten infecties in verschillende delen van het lichaam, die veroorzaakt kunnen
worden door virussen, bacteriën of schimmels. Daarbij kan het gaan om een infectie van de
bloedstroom of infectie van een veneuze katheter, infectie van het maag-darmstelsel,
oorinfectie, spruw, anale gistinfectie, luchtweginfectie. Die infecties kunnen symptomen
veroorzaken als: het warm hebben (koortsig gevoel), het koud hebben of zweten, hoesten,
diarree en braken
een verminderde bijnierfunctie, wat een gevaarlijk lage bloeddruk kan veroorzaken
laag zuurstofgehalte in het bloed gemeten door een monitor
hoog gehalte van het antidiuretisch hormoon, wat leidt tot het vasthouden van vocht in het
lichaam
ontsteking van de wand van het spijsverteringskanaal (dat loopt vanaf de mond tot aan de
anus), kleine scheur in het weefsel aan de binnenzijde van de anus (anale fissuur), ontsteking
of jeuk aan de anus
bloed in de ontlasting, plekken op de huid door bloedingen onder de huid, bloeding in het
oog, toename van tijd die nodig is om het bloed te laten stollen
maagirritatie
moeite om plas op te houden (urine-incontinentie), bloed in de plas, ongemak bij het plassen,
pijn in de urinewegen
keelpijn, pijn in de mond, de endeldarm, de penis of de lymfeklieren
trage of snelle hartslag
snelle ademhaling
overmatig zweten
bloedtest waaruit blijkt dat de hoeveelheid antilichamen is gedaald
bloedtests waaruit blijkt dat het natriumgehalte is gedaald, of de alkalische fosfatase is
gestegen, of het gehalte van lactaatdehydrogenase is gestegen
een lage bloedsuikerspiegel
hoesten
loopneus
afname van het gevoel in de huid van de benen
droge, schilferende of jeukende huid, huiduitslag, luieruitslag of zweer op het scrotum
ongewild bewegen (tremor)
afname in reflexen
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
39
ge
rg
er
eg
is
tre
er
d
allergische reactie op de bloedplaatjestransfusie
afkeer van doorslikken van medicatie
zwelling van gezicht of lichaam (oedeem)
moeheid, slaapproblemen
gewichtstoename of gewichtsverlies
Skysona
Vaak voorkomende bijwerkingen
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 patiënten)
laag aantal witte bloedcellen, wat kan leiden tot een infectie
laag aantal rode bloedcellen, wat kan leiden tot vermoeidheid
laag aantal bloedplaatjes, wat kan leiden tot bloedingen
virale infectie in de blaas. Dit kan symptomen veroorzaken als: het warm hebben (koortsig
gevoel), het koud hebben of zweten, bloed in de urine, pijn in de onderbuik, en bij kleine
kinderen ook braken
braken
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Bewaren beneden -140°C gedurende maximaal zes maanden.
Bewaar de infuuszak(ken) in de metalen cassette(s).
G
6.
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel bestaat uit uw eigen bloedstamcellen of die van uw kind die
functionele kopieën van het ALDP-gen bevatten. De concentratie per zak is 2-30 × 10
6
bloedstamcellen per milliliter.
De andere stof in dit middel is een oplossing die wordt gebruikt om bevroren cellen te bewaren
(zie rubriek 2: Skysona bevat natrium).
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen.
en
Het geneesmiddel niet ontdooien voordat het klaar is om te worden gebruikt. Na ontdooiing bewaren
op kamertemperatuur (20°C – 25°C) en gebruiken binnen 4 uur.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
ee
Niet meer invriezen nadat het is ontdooid.
sm
id
de
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
buitenverpakking en de infuuszak(ken).
ln
ie
tl
Deze informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Deze informatie
wordt uitsluitend gegeven zodat de patiënt ervan op de hoogte is.
an
40
ge
rg
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u of uw kind last van bijwerkingen, neem dan contact op met de arts of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in
aanhangsel V.
Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
er
eg
is
tre
er
d
Hoe ziet Skysona eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Skysona is een kleurloze tot witte tot rode dispersie van cellen, waaronder tinten wit, roze, lichtgeel
en oranje. Het geneesmiddel wordt geleverd in één of meer heldere infuuszakken, elk verpakt in een
doorzichtige hoes in een afgesloten metalen container. Skysona kan verpakt worden in een of
meerdere zakken van 20 ml, afhankelijk van het totale aantal cellen dat aanwezig is. Er kunnen een of
meerdere zakken worden toegediend om op de volledige dosis uit te komen.
De naam en geboortedatum van de patiënt, evenals de gecodeerde informatie die u of uw kind
identificeert als de patiënt, staan afgedrukt op elke infuuszak en metalen container.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
bluebird bio (Netherlands) B.V.
Stadsplateau 7
WTC Utrecht
3521 AZ Utrecht
Nederland
medinfo@bluebirdbio.com
Fabrikant
Minaris Regenerative Medicine GmbH
Haidgraben 5
85521 Ottobrunn
Duitsland
België/Belgique/Belgien, България, Česká
republika, Danmark, Eesti, España, Hrvatska,
Ireland, Ísland, Latvija, Lietuva,
Luxembourg/Luxemburg, Magyarország,
Malta, Norge, United Kingdom (Northern
Ireland), Österreich, Polska, Portugal,
România, Slovenija, Slovenská republika,
Suomi/Finland, Sverige
bluebird bio (Netherlands) B.V.
Tél/Tel/Teл/Tlf/Τηλ/Sími/Puh:
+31 (0) 303 100 450
medinfo@bluebirdbio.com
G
en
ee
France
bluebird bio (France) SAS
Tél: +33 (0)1 85 14 97 89 (0800 914 510)
sm
id
de
Ελλάδα, Κύπρος
Bluebird Bio Greece Single Member L.L.C.
+30 21 0300 5938
ln
Deutschland
bluebird bio (Germany) GmbH
Tel: +49 (0) 893 803 7456 (0800 181 0702)
ie
tl
an
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Italia
bluebird bio (Italy) S.r.l.
Tel: +39 029 475 9755 (0800 728 026)
Nederland
bluebird bio (Netherlands) B.V.
Tel: +31 (0) 303 100 450
41
ge
rg
er
eg
is
tre
er
d
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in <{MM/JJJJ}>.
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
Deze bijsluiter is beschikbaar in alle EU/EER-talen op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Te nemen voorzorgsmaatregelen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel
G
Ontdooien
Als er meer dan één infuuszak wordt geleverd, dient elke infuuszak volledig te zijn ontdooid
en toegediend alvorens de volgende zak te ontdooien.
Neem geen monsters van het geneesmiddel, wijzig of bestraal het niet en vries het niet
opnieuw in.
Ontdooi Skysona bij 37°C in een waterbad of droog bad. Het ontdooien van elke infuuszak
duurt ongeveer 2 tot 4 minuten. Het geneesmiddel niet te lang ontdooien. Laat het
geneesmiddel niet onbeheerd achter en dompel de infusiepoorten niet onder in een waterbad.
Na het ontdooien dient het geneesmiddel voorzichtig gemengd te worden door de infuuszak te
masseren totdat de gehele inhoud homogeen is.
en
Voorbereiding voor infusie
Skysona wordt van de productiefaciliteit naar de opslag van het infusiecentrum verzonden in
een cryoverzendcontainer, die meerdere metalen cassettes kan bevatten die voor één enkele
patiënt zijn bedoeld. Elke metalen cassette bevat één infuuszak met Skysona. Een patiënt kan
meerdere infuuszakken krijgen.
Haal elke metalen cassette uit de opslag met vloeibare stikstof en verwijder elke infuuszak uit
de metalen cassette.
Verzeker u ervan dat op de infuuszak(ken) Skysona gedrukt staat.
Controleer of de identiteit van de patiënt overeenkomt met de unieke
patiëntidentificatie-informatie op de Skysona-infuuszak(ken) en op het informatieblad van de
batch. Skysona is uitsluitend bestemd voor autoloog gebruik. Infundeer Skysona niet als de
gegevens op het patiëntspecifieke etiket op de infuuszak niet overeenkomen met de beoogde
patiënt.
Ga na of u het correcte aantal infuuszakken heeft en controleer of elke infuuszak binnen de
houdbaarheidsdatum is door middel van het bijbehorende informatieblad van de batch.
Elke infuuszak moet voorafgaand aan het ontdooien en de infusie gecontroleerd worden op
eventuele beschadigingen. Als een infuuszak beschadigd is, moeten de lokale richtlijnen voor
hanteren van afval van van mensen afkomstig materiaal worden gevolgd en dient er
onmiddellijk contact te worden opgenomen met bluebird bio.
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
42
ge
rg
er
Bewaar de infuuszak(ken) in de metalen cassette(s) en bewaar in de dampfase van vloeibare
stikstof bij ≤ -140°C tot u klaar bent om het middel te ontdooien en toe te dienen.
eg
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke cellen. Zorgverleners moeten
daarom de juiste voorzorgsmaatregelen nemen (handschoenen, beschermende kleding en
veiligheidsbrillen dragen) om potentiële overdracht van infectieziekten tijdens hanteren van het
product te voorkomen.
is
tre
er
d
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
G
en
ee
sm
id
de
ln
ie
tl
an
43
ge
Accidentele blootstelling
In geval van accidentele blootstelling moeten plaatselijke richtlijnen voor het hanteren van mensen
afkomstig materiaal gevolgd worden, wat onder andere het wassen van de besmette huid en uitdoen
van besmette kleding omvat. Werkoppervlakken en materialen die mogelijk met Skysona in contact
zijn gekomen, moeten worden ontsmet met een geschikt ontsmettingsmiddel.
rg
er
eg
Voorzorgen die genomen moeten worden voor het afvoeren van het geneesmiddel
Ongebruikt geneesmiddel en al het materiaal dat in aanraking is gekomen met Skysona (vast en
vloeibaar afval) dienen te worden behandeld en afgevoerd als mogelijk besmettelijk afval volgens de
lokale richtlijnen voor het omgaan met van mensen afkomstig materiaal.
is
tre
er
d
Toediening
Leg de steriele poort van de infuuszak bloot door het beschermende verpakkingsmateriaal dat
de poort bedekt eraf te trekken.
Open de infuuszak met het geneesmiddel en infundeer volgens de standaardprocedures van de
instelling voor toediening van celtherapieproducten. Gebruik geen in-line bloedfilter of
infuuspomp.
Infundeer Skysona zo snel mogelijk en bewaar niet langer dan 4 uur bij kamertemperatuur
(20°C – 25°C) na het ontdooien.
Dien elke infuuszak van Skysona toe via een intraveneuze infusie gedurende een periode van
minder dan 60 minuten.
Spoel al het Skysona dat nog in de infuuszak overblijft en alle bijbehorende slangen met ten
minste 50 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%), oplossing voor injectie, om ervoor te zorgen
dat zoveel mogelijk cellen bij de patiënt worden geïnfundeerd.
geregistreerd

BIJLAGE I

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
langer
niet
Geneesmiddel
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.

1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Skysona 2-30 × 106 cellen/ml dispersie voor infusie

2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

2.1 Algemene beschrijving
Skysona (elivaldogene autotemcel) is een genetisch gemodificeerde autologe CD34+-celverrijkte
populatie die hematopoëtische stamcellen (HSC's) bevat die met een lentivirale vector (LVV) ex vivo
zijn getransduceerd voor het coderen van complementair ABCD1-desoxyribonucleïnezuur (cDNA)
voor het humaan adrenoleukodystrofie-proteïne (ALDP).

2.2 Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling
Elke patiëntspecifieke infuuszak met Skysona bevat elivaldogene autotemcel in een van de batch
geregistreerd
afhankelijke concentratie van een genetisch gemodificeerde autologe CD34+-celverrijkte populatie.
Het finale product is verpakt in één of meerdere infuuszakken die een dispersie
van 2-30 × 106 cellen/ml van een CD34+-celverrijkte populatie bevatten, gesuspendeerd in een
oplossing voor cryopreservatie. Elke infuuszak bevat ongeveer 20 ml dispersie voor infusie.
langer
De kwantitatieve informatie van het geneesmiddel met betrekking tot sterkte, CD34+-cellen en de
dosis voor de specifieke patiënt, is te vinden in het informatieblad van de batch. Het informatieblad
van de batch bevindt zich in het deksel van de cryoverzendcontainer die voor het vervoer van Skysona
wordt gebruikt.
niet
Hulpstof(fen) met bekend effect
Elke dosis bevat 391-1564 mg natrium (in Cryostor CS5).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

3.
FARMACEUTISCHE VORM
Dispersie voor infusie.
Een kleurloze tot witte tot rode, waaronder tinten wit, roze, lichtgeel en oranje, dispersie.
Geneesmiddel
4.
KLINISCHE GEGEVENS

4.1 Therapeutische indicaties
Skysona is geïndiceerd voor de behandeling van vroege cerebrale adrenoleukodystrofie bij patiënten
onder de 18 jaar met een mutatie in het ABCD1-gen en voor wie geen humaan leukocytenantigeen
(HLA)-compatibele broer of zus als stamcel (HSC)-donor beschikbaar is (zie rubriek 5.1).
geregistreerd
De richtwaarde voor het minimum aantal CD34+-cellen dat moet worden verzameld, is 12 x 106
CD34+-cellen/kg. Als de minimale dosis Skysona van 5 × 106 CD34+-cellen/kg na de eerste
geneesmiddelproductie niet is bereikt, kan de patiënt met een tussenpoos van ten minste 14 dagen één
of meer extra cycli van mobilisatie en aferese ondergaan, zodat meer cellen worden verkregen voor
extra productie.
langer
Een extra verzameling van CD34+-stamcellen als reserve van 1,5 × 106 CD34+-cellen/kg is vereist.
Deze cellen moeten bij de patiënt worden verzameld en gecryopreserveerd vóór het starten van de
conditionering en infusie met Skysona. Deze reserveverzameling kan nodig zijn als
rescuebehandeling in geval van: 1) compromittering van Skysona na de start van de conditionering en
niet
vóór de infusie met Skysona, 2) falen van de primaire implantatie, of 3) verlies van implantatie na de
infusie met Skysona (zie rubriek 4.4).
Conditioneringsbehandeling

De behandelend arts dient te bevestigen dat de behandeling met Skysona geschikt is voor de patiënt
voordat de conditionering wordt gestart (zie rubriek 4.4).
Voorafgaand aan de Skysona-infusie moet er een myeloablatieve conditionering worden uitgevoerd
(zie rubriek 5.1 voor een beschrijving van het myeloablatieve regime gebruikt in klinische
onderzoeken).
Geneesmiddel
De conditionering mag pas beginnen wanneer de volledige set bestaande uit 1 of meerdere
infuuszakken met de dosis Skysona door het toedieningscentrum is ontvangen en de beschikbaarheid
van de reserveverzameling is bevestigd.
Toediening van Skysona

Zie toedieningsmethode hieronder en rubriek 6.6 voor details over het hanteren en toedienen van
Skysona.
geregistreerd
Vrouwelijke patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Skysona bij vrouwelijke patiënten zijn nog niet vastgesteld. Er
zijn geen gegevens beschikbaar.

Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Skysona bij kinderen in de leeftijd tot 3 jaar zijn nog niet
langer
vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Patiënten die seropositief zijn voor humaan immunodeficiëntievirus (HIV)
Skysona is niet onderzocht bij patiënten met HIV-1, HIV-2, HTLV-1 en HTLV-2. Een negatieve
niet
serologietest voor HIV is nodig om zeker te zijn van acceptatie van aferesemateriaal voor de productie
van Skysona. Aferesemateriaal van patiënten met een positieve HIV-test wordt niet geaccepteerd voor
de productie van Skysona.
Wijze van toediening
Skysona is uitsluitend voor intraveneus gebruik.
Zie rubriek 6.6 voor gedetailleerde instructies voor het bereiden van, toedienen van, accidentele
blootstelling aan en afvoer van Skysona.
Na voltooiing van de conditionering dient er een minimale uitwasperiode van 48 uur te zijn vóór
Geneesmiddel
Skysona-infusie.
Vóór de infusie moet worden bevestigd dat de identiteit van de patiënt overeenkomt met de unieke
patiënteninformatie op de infuuszak(ken) van Skysona. Het totaal aantal toe te dienen infuuszakken
moet ook worden bevestigd aan de hand van het informatieblad van de batch (zie rubriek 4.4).
De Skysona-infusie dient zo snel mogelijk te worden voltooid en niet later dan 4 uur na het ontdooien.
Elke infuuszak moet worden toegediend in minder dan 60 minuten. In het geval dat er meer dan één
infuuszak wordt verstrekt, moeten alle infuuszakken achtereenvolgens worden toegediend. Het gehele
volume van elke infuuszak moet worden toegediend.
geregistreerd
Skysona is enkel bedoeld voor autoloog gebruik en mag in geen geval worden toegediend aan andere
patiënten. Skysona mag niet geïnfundeerd worden als de gegevens op het patiëntspecifieke etiket op
de infuuszak(ken), het informatieblad van de batch en de metalen cassette(s) niet overeenkomen met
de bedoelde patiënt.
Geneesmiddelen voor mobilisatie en myeloablatieve conditionering
langer
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen voor de mobilisatiemiddelen en conditioneringsmiddelen
dienen overwogen te worden.
niet
Overgevoeligheidsreacties
De dimethylsulfoxide (DMSO) in Skysona kan ernstige overgevoeligheidsreacties veroorzaken,
waaronder anafylaxie.
Falen van implantatie zoals gemeten door het aantal geïmplanteerde neutrofielen
De behandeling met Skysona omvat de infusie en implantatie van CD34+-HSC's die ex vivo met een
lentivirale vector (LVV) genetisch werden gemodificeerd. Het falen van de implantatie van
neutrofielen is een kortdurend maar potentieel ernstig risico, gedefinieerd als het niet bereiken van een
absoluut aantal neutrofielen (ANC) 500 cellen/µl bij 3 opeenvolgende tellingen op verschillende
dagen vanaf dag 43 na infusie van Skysona (zie rubriek 5.1). Patiënten met falen van de implantatie
Geneesmiddel
van neutrofielen moeten een rescuebehandeling krijgen met de reserveverzameling (zie rubriek 4.2).
Langdurige cytopenieën
Patiënten kunnen verschillende maanden na conditionering en infusie van Skysona cytopenie vertonen
en er zijn gevallen van pancytopenie gemeld. In klinische onderzoeken met Skysona traden
cytopenieën op van graad 3 en hoger na dag 60 na infusie bij 26% van de patiënten en omvatten
afname van aantal bloedplaatjes (13%), afname van aantal neutrofielen (17%) en afname van
hemoglobine (2%). Na 100 dagen na de infusie had 16% van de patiënten enige vorm van cytopenie
van graad 3 of hoger, waaronder afname van aantal bloedplaatjes (9%), afname van aantal
neutrofielen (11%); geen van de patiënten had afname van hemoglobine van graad 3 of hoger (0%).
geregistreerd
Patiënten mogen geen antiretrovirale geneesmiddelen nemen gedurende ten minste één maand vóór de
mobilisatie (zie rubriek 4.5). Als een patiënt antiretrovirale geneesmiddelen nodig heeft voor
HIV-profylaxe, dan dient de aanvang van de Skysona-behandeling, waaronder mobilisatie en aferese
van CD34+-cellen tot en met de Skysona-infusie, te worden uitgesteld totdat een HIV-infectie
afdoende uitgesloten kan worden volgens de plaatselijke richtlijnen inzake HIV-tests.
langer
Interferentie met serologische tests
Het is belangrijk op te merken dat patiënten die Skysona hebben ontvangen, waarschijnlijk positief
niet
testen bij polymerasekettingreactie (PCR)-tests voor HIV vanwege het inbrengen van het
LVV-provirus, met een vals-positieve test voor HIV tot gevolg. Daarom mogen patiënten die Skysona
hebben gekregen niet met een op PCR gebaseerde assay worden gescreend voor HIV-infectie.
Donatie van bloed, organen, weefsel en cellen
Patiënten behandeld met Skysona mogen op geen enkel moment in de toekomst bloed, organen,
weefsel of cellen voor transplantatie doneren. Deze informatie wordt verstrekt in de bijsluiter voor de
patiënt en in de patiëntenwaarschuwingskaart die aan de patiënt moet worden gegeven.
Na toediening van Skysona
Geneesmiddel
Er zijn geen gegevens die een effect tonen van behandeling met Skysona op de bijnierinsufficiëntie
gerelateerd aan ALD.
Er moet doorgegaan worden met vervangingstherapie.
Patiënten worden verwacht zich in te schrijven in een onderzoek op basis van een register en worden
gevolgd in het register om de veiligheid en werkzaamheid van Skysona op de lange termijn beter te
begrijpen.
geregistreerd
Vrouwen die zwanger kunnen worden/anticonceptie bij mannen en vrouwen
Er zijn onvoldoende gegevens over blootstelling om een nauwkeurige aanbeveling te doen met
betrekking tot de duur van anticonceptie na de behandeling met Skysona. Vrouwen die zwanger
kunnen worden en mannen die een kind kunnen verwekken en hun vrouwelijke partners moeten een
langer
doeltreffende anticonceptiemethode gebruiken (spiraaltje of combinatie van hormonale en barrière-
anticonceptie) vanaf het begin van de mobilisatie tot en met ten minste 6 maanden na de toediening
van Skysona. De SmPC van de conditioneringsmiddelen moet worden geraadpleegd voor informatie
over de noodzaak van doeltreffende anticonceptie bij patiënten die een conditionering ondergaan.
niet
Bij vrouwen die zwanger kunnen worden, moet voorafgaand aan de start van de mobilisatie een
negatieve zwangerschapstest in serum worden bevestigd. Dit moet worden herbevestigd voorafgaand
aan de conditioneringsprocedures en voordat het geneesmiddel wordt toegediend.
Zwangerschap
Er zijn geen klinische gegevens over het gebruik bij zwangere vrouwen.
Er zijn geen studies naar reproductie- en ontwikkelingstoxiciteit met Skysona uitgevoerd. Skysona
mag niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt vanwege de conditionering (zie rubriek 4.3). Het is
niet bekend of de genetisch gemodificeerde cellen van Skysona aan een foetus in de uterus kunnen
worden overgedragen. Een zwangerschap na een behandeling met Skysona moet met de behandelend
Geneesmiddel
arts worden besproken.
Er bestaat geen mogelijkheid op kiemlijnoverdracht van de LVV die ABCD1-cDNA codeert voor
humaan ALDP na de behandeling met Skysona. De kans dat nakomelingen de algemene somatische
expressie zouden hebben van de lentivirale vector die ABCD1-cDNA codeert voor humaan ALDP,
wordt dus verwaarloosbaar geacht.
Borstvoeding
Het is niet bekend of Skysona in de moedermelk wordt uitgescheiden. Het effect van de toediening
van Skysona aan moeders die borstvoeding geven, is nog niet bestudeerd.
geregistreerd
De veiligheid van Skysona werd beoordeeld bij 51 patiënten met cerebrale adrenoleukodystrofie
(CALD) in onderzoek ALD-102, ALD-104 en LTF-304 (zie rubriek 5.1). De ernstigste bijwerking die
kon worden toegeschreven aan Skysona was pancytopenie (3,9%). Gezien de kleine
patiëntenpopulatie en de grootte van de cohorten geven de bijwerkingen in de onderstaande tabel geen
volledig overzicht van de aard en frequentie van deze voorvallen. Informatie gerelateerd aan
langer
veiligheidseindpunten die in de onderzoeken zijn gebruikt, staat in rubriek 5.1.
Tabel met lijst van bijwerkingen
niet
Bijwerkingen worden weergegeven per systeem/orgaanklasse en frequentie volgens MedDRA.
Frequenties zijn als volgt gedefinieerd: zeer vaak (1/10) en vaak (1/100, <1/10). Binnen elke
frequentiegroep worden de bijwerkingen gepresenteerd in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 1, 2 en 3 zijn lijsten van bijwerkingen toegeschreven aan respectievelijk mobilisatie/aferese,
conditionering en Skysona, die door patiënten met CALD in klinische onderzoeken met Skysona
werden ervaren.
Tabel 1
Bijwerkingen toegeschreven aan mobilisatie/aferese
Systeem/orgaanklassen
Zeer vaak
Vaak
(SOC)
Bloed- en
Trombocytopenie, anemie
Geneesmiddel
lymfestelselaandoeningen
Voedings- en
Hypokaliëmie
Hypomagnesiëmie
stofwisselingsstoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Bloedvataandoeningen
Hypertensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Braken, nausea, paresthesie van
de mond
Huid- en
Pruritus
onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
Botpijn, pijn in de ledematen
Hemoglobine verlaagd

Tabel 2

Bijwerkingen toegeschreven aan conditionering
Systeem/orgaanklassen (SOC) Zeer vaak
Vaak
Infecties en parasitaire
Pseudomonas-bacteriëmie,
aandoeningen
bacteriëmie,
streptokokkenbacteriëmie,
pneumonie, bacteriële infectie,
hulpmiddelgerelateerde
infectie, enterocolitis infectieus,
virale gastro-enteritis, orale
candidiasis, otitis media,
streptokokkenfaryngitis,
respiratoire syncytiële
virusinfectie, rinovirusinfectie,
sinusitis, huidinfectie,
bovensteluchtweginfectie
bacterieel, virale
bovensteluchtweginfectie,
folliculitis, anale candidiasis
Bloed- en
Febriele neutropenie,
Lymfeknooppijn
geregistreerd
lymfestelselaandoeningen
neutropenie, trombocytopenie,
anemie, leukopenie,
lymfopenie
Endocriene aandoeningen
Bijnierinsufficiëntie, abnormale
secretie van antidiuretisch
hormoon
langer
Voedings- en
Hypokaliëmie,
Hypoglykemie, vochtretentie,
stofwisselingsstoornissen
hypomagnesiëmie,
hyponatriëmie
verminderde eetlust,
niet
hypofosfatemie
Psychische stoornissen
Aversie, insomnia
Zenuwstelselaandoeningen
Hoofdpijn
Gevoelsverlies, tremor,
hyporeflexie
Oogaandoeningen
Conjunctivale bloeding
Hartaandoeningen
Bradycardie, sinustachycardie,
tachycardie
Bloedvataandoeningen
Hypertensie
Petechiën
Ademhalingsstelsel-,
Epistaxis
Hypoxie, tachypneu, hoesten,
borstkas- en
orofaryngeale pijn, rinorroe
mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Stomatitis, braken, diarree,
Gastritis, gastro-intestinale
abdominale pijn, constipatie,
ontsteking, anale fissuur,
Geneesmiddel
nausea
proctitis, anale pruritus,
dyspepsie, orale pijn, proctalgie
Huid- en
Alopecia,
Pustuleuze rash, huidexfoliatie,
onderhuidaandoeningen
huidhyperpigmentatie
luierdermatitis,
geneesmiddeleneruptie, droge
huid, hyperhidrose, pruritus,
rash, rash maculo-papulair
Nier- en urinewegaandoeningen
Hematurie, incontinentie,
urine-incontinentie, dysurie,
urinewegpijn
Penispijn, zweer balzak
borstaandoeningen
Algemene aandoeningen en
Pyrexie
Gezichtsoedeem,
toedieningsplaatsstoornissen
slijmvliesontsteking,
vermoeidheid
Onderzoeken
Alanineaminotransferase
Occult bloed positief,
verhoogd,
adenovirustest positief,
aspartaataminotransferase
internationale genormaliseerde
verhoogd
ratio verhoogd, alkalische
fosfatase in het bloed verhoogd,
immunoglobuline G in het
bloed verlaagd,
lactaatdehydrogenase in het
bloed verhoogd, C-reactief
proteïne verhoogd, gewicht
verlaagd, gewicht verhoogd
Letsels, intoxicaties en
Allergische transfusiereactie
verrichtingscomplicaties

Tabel 3

Bijwerkingen toegeschreven aan Skysona
Systeem/orgaanklassen (SOC) Zeer vaak
Vaak
Infecties en parasitaire

Cystitis viraal
geregistreerd
aandoeningen
Bloed- en
Pancytopenie
lymfestelselaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Braken

Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
langer
Hematopoëtische reconstitutie
Twee ernstige reacties van pancytopenie traden op bij twee patiënten, met het begin na implantatie
niet
van neutrofielen. Beide patiënten hadden vertraagde hematopoëtische reconstitutie, waarvoor
langdurige ondersteuning met bloed en bloedplaatjestransfusies evenals groeifactoren (G-CSF en
eltrombopag) nodig was. Eén patiënt had bijkomend het parvovirus. Beide voorvallen hielden
minstens 18 maanden na Skysona-infusie aan.
Infusiegerelateerde reacties
Braken trad op bij twee patiënten op de dag van infusie, potentieel gerelateerd aan het
cryopreservatiemiddel. De arts kan naar eigen inzicht premedicatie gebruiken.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
Geneesmiddel
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9 Overdosering
Er zijn uit klinische studies geen gegevens beschikbaar met betrekking tot overdosering van Skysona.

5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
geregistreerd
ALD-102-studie (N = 25) ALDP in perifere CD14+-bloedcellen met een mediaan percentage (min,
max) CD14+-ALDP+ van 29,50% (8,20%, 49,65%), wat vroege expressie van het transgen aantoont.
Bij patiënten met ten minste 6 maanden opvolging daalde het aantal CD14+-ALDP+-cellen over het
algemeen lichtelijk na Skysona-infusie en stabiliseerde na ongeveer 6 maanden. Patiënten hadden in
maand 6 een mediaan percentage (min, max) CD14+-ALDP+ van 22,20% (2,00%, 71,40%) in de
ALD-102-studie (N = 27).
langer
Het percentage ALDP+-cellen bleef over het algemeen stabiel in perifere CD14+-bloedcellen tot en
met maand 24 met een mediaan (min, max) van 16,90% (5,80%, 44,60%) in de ALD-102-studie (N =
26). Het percentage CD14+-ALDP+-cellen bleef stabiel bij de laatste opvolging tot en met maand 60,
niet
wat langdurige expressie van transgeen ALDP in de dochtercellen van hematopoëtische stamcellen
aantoont.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De veiligheid en werkzaamheid van Skysona werden beoordeeld in een open-label onderzoek met één
arm bij patiënten met CALD (ALD-102; N = 32) en vergeleken met de werkzaamheid en veiligheid
van allo-HSCT bij patiënten met CALD in een gelijktijdig vergelijkend onderzoek (ALD-103; N =
59). Alle patiënten die de ALD-102-studie voltooiden of discontinueerden, werden gevraagd om deel
te nemen aan een langetermijnfollow-upstudie, LTF-304.
De inclusie van de ALD-102-studie is compleet met 32 ingeschreven en behandelde
Geneesmiddel
patiënten; 30 patiënten zijn evalueerbaar voor het primaire werkzaamheidseindpunt in maand 24.
Daarnaast is een tweede open-label onderzoek met een enkele arm (ALD-104; N = 19) nog bezig;
geen van de patiënten heeft het evaluatietijdstip voor werkzaamheid in maand 24 bereikt en ze worden
daarom niet opgenomen in werkzaamheidsanalyses.
Mobilisatie en aferese

Alle patiënten ontvingen een mediane dosis van 10 µg/kg G-CSF gedurende minimaal 4 dagen voor
de mobilisatie van stamcellen voorafgaand aan de afereseprocedure.
geregistreerd
dagelijkse AUC was 4729 (4039, 5041) µmol*min/l/dag (N = 31).
In de ALD-104-studie kregen 19 patiënten farmacokinetisch gedoseerde busulfan in combinatie met
fludarabine voorafgaand aan de behandeling met Skysona.
Toediening van Skysona
langer

Alle patiënten kregen Skysona toegediend als een intraveneuze infusie met een mediane (min, max)
dosis van 11,78 (5,0, 38,2) × 106 CD34+-cellen/kg (N = 51).
niet
Na de toediening van Skysona

In de ALD-102-studie kregen patiënten G-CSF naar eigen goeddunken van de onderzoeker volgens de
institutionele praktijk na de behandeling met Skysona. Van de 32 behandelde patiënten
kregen 24 patiënten G-CSF na de behandeling met Skysona.
In de ALD-104-studie kregen patiënten G-CSF vanaf dag 5 na de behandeling met Skysona.
ALD-102-studie
De ALD-102-studie was een open-label, 24 maanden durend onderzoek met één arm dat in
totaal 32 patiënten met CALD inschreef die werden behandeld met Skysona. In onderzoek ALD-102
Geneesmiddel
werd een vroeg stadium van CALD gedefinieerd als: een Loes-score tussen 0,5 en 9 (inclusief),
verhoogde gadoliniumopname door demyeliniserende laesies op MRI en een neurologische
functiescore (NFS) van 1, wat wijst op beperkte veranderingen in neurologische functie. Patiënten
werden uitgesloten van de ALD-102-studie als ze een bereidwillige en beschikbare HLA-compatibele
broer of zus als HSC-donor hadden. De mediane (min, max) leeftijd bij Skysona-infusie
was 6,0 (4, 14) jaar, 100% van de patiënten was man en 46,9% was wit/blank. De mediane (min, max)
Loes-score bij de baseline was 2,00 (1,0, 9,0). Van de 32 patiënten had 31 een NFS van 0 en 1 had
een NFS van 1 bij de baseline. Alle patiënten die ALD-102 voltooiden, werden in de LTF-304-studie
geïncludeerd voor opvolging op lange termijn. De mediane (min, max) duur van opvolging was 38,59
(13,4, 82,7) maanden.
geregistreerd
ALD-103-werkzaamheidspopulatie zonder MSD).
MFD-vrije overleving en totale overleving werden geanalyseerd bij 32 patiënten in ALD-102 en
vergeleken met 17 patiënten behandeld met allo-HSCT in de ALD-103-werkzaamheidspopulatie
(zonder MSD), die weergegeven worden in tabel 4 en afbeelding 1.
langer
Skysona toonde een duurzaam effect op MFD-vrije overleving aan, waarbij de meeste patiënten
(26/27, 96,3%) die ingeschreven waren in LTF-304 in leven bleven en hun MFD-vrije status
behielden tot en met hun laatste opvolging tijdens het onderzoek, waaronder 14 patiënten met 5 jaar of
meer opvolging. Eén patiënt weigerde verdere opvolging.
niet

Tabel 4:
Werkzaamheidseindpunten


Werkzaam-
Werkzaamheids-
Met
heids-
Werkzaamheids-
populatie met
Skysona
populatie
populatie met
allo-HSCT
behandeld
met
allo-HSCT ALD-103d
ALD-103c (zonder
ALD-102a
allo-HSCT
(met MSD)
MSD)
(N = 32)
ALD-103b
(N = 10)
(N = 17)
(N = 27)
Aandeel van MFD-vrije overlevinge in maand 24
Beoordeelbare ptnf
30
18
9
9
Geneesmiddel
n
27
14
6
8
%
90,0%
77,8%
66,7%
88,9%
[95%-BI]
[73,5, 97,9]
[52,4, 93,6]
[29,9, 92,5]
[51,8, 99,7]
Aantal patiënten met voorvallen in maand 24g
n
3
8
6
2
%
9,4%
29,6%
35,3%
20,0%
Aantal overlevende patiënten in maand 24h
n
31
22
14
8
%
96,6%
86,2%
86,3%
88,9%
[77,9, 99,5]
[62,6, 95,4]
[54,7, 96,5]
[43,3, 98,4]

a toelatingscriteria waaronder verhoogde ZLKV-waarden, een Loes-score tussen 0,5 en 9 (inclusief), verhoogde
gadoliniumopname door demyeliniserende laesies op een MRI, NFS van 1 en geen bereidwillige en beschikbare
HLA-compatibele broer of zus als HSC-donor
b gematcht met de ALD-102-populatie voor Loes-score, aanwezigheid van verhoogd contrast en NFS-score bij de
baseline
c gematcht met de ALD-102-populatie voor Loes-score, aanwezigheid van verhoogd contrast en NFS-score bij de
baseline en geen bereidwillige en beschikbare HLA-compatibele broer of zus als HSC-donor
d gematcht met de ALD-102-populatie voor Loes-score, aanwezigheid van verhoogd contrast en NFS-score bij de
baseline en een HLA-compatibele broer of zus als HSC-donor
e Primair werkzaamheidseindpunt; proportie patiënten zonder voorval in maand 24; omvat overlijden, MFD, toediening
rescuecellen of latere allo-HCST
f Proefpersonen die in ALD-102 en ALD-103 in maand 24 evalueerbaar zijn voor MFD-vrije overleving worden
gedefinieerd als behandelde proefpersonen die 24 maanden lang zijn gevolgd, die het bezoek in maand 24 hebben
afgelegd of die met de onderzoeken zijn gestopt (ongeacht de reden, met inbegrip van overlijden), maar 24 maanden lang
gevolgd zouden zijn als ze nog steeds in het onderzoek hadden gezeten, op het moment waarop de gegevensverzameling
stopgezet wordt voor deze analyses
g Kaplan-Meier-analyse tijd-tot-voorval; met betrekking tot overlijden, MFD, toediening rescuecellen of latere allo-HSCT
h Kaplan-Meier-analyse tijd-tot-voorval; met betrekking tot enkel overlijden
MSD = compatibele broer- of zusdonor



geregistreerd




langer



niet
Afbeelding 1
Kaplan-Meier-curve van MFD-vrije overleving tussen ALD-102- (met Skysona
behandeld) en ALD-103-werkzaamheidspopulatie (zonder MSD en met MSD)
1: ALD-102
2: ALD-103-werkz.pop. (zonder MSD)
3: ALD-103-werkz.pop. (met MSD)

-
v
r
i
j
e
o
v
e
r
l
e
v
i
n
g
(
%)
F
D
Geneesmiddel
h
i
j
n
l
i
j
k
h
e
i
d
M
a
a
r
sc
W
Maanden na behandeling
Deelnemers met verhoogd risico

Graft-versus-host-ziekte


Met Skysona behandeld
Allo-HSCT
geregistreerd

ALD-102
ALD-102/104
Veiligheidspopulatie


ALD-103a
(N = 32)
(N = 51)
(N = 59)
Acute ( graad II) GVHD of chronische GVHD

n
0
0
26
%
0%
0%
44,1%
langer
[95%-BI]
[0,0, 10,9]
[0,0, 7,0]
[31,2, 57,6]
Acute ( graad II)
GVHD
n
0
0
15
niet
%
0%
0%
25,4%
[95%-BI]
[0, 10,9]
[0,0, 7,0]
[15,0, 38,4]
Chronische GVHD
n
0
0
14
%
0%
0%
23,7%
[95%-BI]
[0, 10,9]
[0,0, 7,0]
[13,6, 36,6]
a Voor gecensureerde observaties in de veiligheidspopulatie van ALD-103 werd verondersteld dat er in geen enkele
categorie GVHD werd waargenomen
Implantatie van neutrofielen werd gemonitord als een secundair eindpunt en werd gedefinieerd als het
bereiken van 3 opeenvolgende absolute neutrofielentellingen (ANC) 500 cellen/µl verkregen op
verschillende dagen vóór dag 43 na Skysona-infusie. In klinische onderzoeken trad implantatie van
Geneesmiddel
neutrofielen op bij een mediaan (min, max) van 13 dagen (11, 41) na Skysona-infusie (zie rubriek 4.4)
(N = 32, ALD-102; N = 17, ALD-104) vergeleken met 17 dagen (12, 36) in ALD-103 (N = 53).
Er werd geen primair of secundair falen van implantatie van neutrofielen waargenomen in ALD-
102/ALD-104 (N = 51), vergeleken met 10/59 (16,9%) deelnemers in ALD-103.
Implantatie van bloedplaatjes werd gemonitord als een secundair eindpunt en werd gedefinieerd als
het bereiken van 3 opeenvolgende niet-ondersteunde plaatjestellingen van 20 × 109 cellen/l
verkregen op verschillende dagen na Skysona-infusie, zonder toediening van bloedplaatjestransfusies
gedurende 7 dagen onmiddellijk voorafgaand aan en tijdens de beoordelingsperiode. In klinische
onderzoeken trad implantatie van bloedplaatjes op bij een mediaan (min, max) van 32 dagen (14, 108)
geregistreerd
in vergelijking met positieve controlevectoren. Analyse van de integratiesite (integration site
analysis
) van Lenti-D-LVV-getransduceerde menselijke CD34+-HSC's van voor de transplantatie
toonde het verwachte zelf-inactiverend LVV-integratieprofiel, zonder verrijking voor insertie in of in
de buurt van kankergerelateerde genen.
Een pivotaal, GLP-compliant, gecombineerd toxiciteits-, genotoxiciteits- en biodistributie-onderzoek
langer
van Lenti-D-LVV-getransduceerde gemobiliseerde CD34+-HSC's in het perifere bloed werd
uitgevoerd in myelogeablateerde immunodeficiënte muizen. Er was geen bewijs van toxiciteit,
genotoxiciteit (insertionele mutagenese resulterend in oncogene mutaties) of oncogenese
(tumorgeniciteit) gerelateerd aan Lenti-D-LVV-integratie. Analyse van de integratiesite van
niet
posttransplantatie beenmergcellen toonde geen voorkeursintegratie aan in de nabijheid van of in
kankergerelateerde genen. Een extra onderzoek met Lenti-D-LVV-getransduceerde menselijke
CD34 +-HSC's toegediend aan myelogeablateerde, immunodeficiënte muizen liet implantatie zien van
microgliacellen van menselijke oorsprong in hersenweefsels zonder toxiciteit of tumorgeniciteit.

6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS

6.1 Lijst van hulpstoffen
Cryostor CS5

Geneesmiddel
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Bij gebrek aan onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere
geneesmiddelen gemengd worden.
6.3 Houdbaarheid
6maanden
Zodra ontdooid: maximaal 4 uur op kamertemperatuur (20°C - 25°C)

6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren

geregistreerd
Bestraling kan leiden tot inactivering van het geneesmiddel.
Te nemen voorzorgsmaatregelen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen. Beroepsbeoefenaren
in de gezondheidszorg die Skysona hanteren, moeten gepaste voorzorgsmaatregelen treffen
(dragen van handschoenen, beschermende kleding en oogbescherming) om mogelijke
langer
overdracht van besmettelijke ziekten te vermijden.
Bewaar de infuuszak(ken) in de metalen cassette(s) en bewaar in de gasvormige fase van
vloeibare stikstof bij -140°C totdat u klaar bent voor de ontdooiing en toediening.
niet
Voorbereiding van de infusie
Haal elke metalen cassette uit de opslag met vloeibare stikstof en verwijder elke infuuszak uit
de metalen cassette.
Controleer of op de infuuszak(ken) Skysona staat gedrukt.
Verzeker u ervan dat de identiteit van de patiënt overeenkomt met de unieke
patiëntidentificatie-informatie op de Skysona-infuuszak(ken) en op het informatieblad van de
batch. Skysona is enkel bedoeld voor autoloog gebruik. Infundeer Skysona niet als de
informatie op het patiëntspecifieke etiket op de infuuszak niet overeenkomt met de betreffende
patiënt.
Ga na of u het correcte aantal infuuszakken heeft en controleer of elke infuuszak binnen de
houdbaarheidsdatum is door middel van het bijbehorende informatieblad van de batch.
Elke infuuszak dient voorafgaand aan het ontdooien en de infusie te worden gecontroleerd op
Geneesmiddel
eventuele beschadigingen. Als een infuuszak beschadigd is, moeten de lokale richtlijnen voor
het hanteren van afval van uit mensen verkregen materiaal worden gevolgd en dient er
onmiddellijk contact te worden opgenomen met bluebird bio.

Ontdooien

Als er meer dan één infuuszak wordt geleverd, dient elke infuuszak volledig te zijn toegediend
alvorens de volgende zak te ontdooien en te infunderen.
Neem geen monsters van het geneesmiddel, en wijzig of bestraal het niet en vries het niet
opnieuw in.
Ontdooi Skysona bij 37°C in een waterbad of droog bad. Het ontdooien van elke infuuszak
duurt ongeveer 2 tot 4 minuten. Het geneesmiddel niet te lang ontdooien. Laat het
geneesmiddel niet onbeheerd achter en dompel de infusiepoorten niet onder bij het ontdooien in
een waterbad.
Na het ontdooien dient het geneesmiddel voorzichtig gemengd te worden door de infuuszak te
masseren totdat de gehele inhoud homogeen is.
Toediening
Maak de steriele poort van de infuuszak vrij door het beschermende verpakkingsmateriaal dat
over de poort zit eraf te trekken.
Open de infuuszak en infundeer het geneesmiddel volgens de standaardprocedures van de
instelling voor toediening van celtherapieproducten. Gebruik geen in-line bloedfilter of
infuuspomp.
Infundeer Skysona zo snel mogelijk en bewaar na het ontdooien niet langer dan 4 uur op
kamertemperatuur (20ºC ­ 25ºC).
Dien elke infuuszak van Skysona toe via een intraveneuze infusie gedurende een periode van
minder dan 60 minuten.
Spoel al het Skysona dat nog in de infuuszak overblijft en alle bijbehorende slangen met ten
minste 50 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%), oplossing voor infusie, om ervoor te zorgen dat
zoveel mogelijk cellen bij de patiënt worden geïnfundeerd.

Te nemen voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van het geneesmiddel
geregistreerd
Ongebruikt geneesmiddel en al het materiaal dat in aanraking is gekomen met Skysona (vast en
vloeibaar afval) dienen te worden behandeld en afgevoerd als mogelijk besmettelijk afval volgens de
lokale richtlijnen voor het omgaan met van mensen afkomstig materiaal.
Accidentele blootstelling
langer
In geval van accidentele blootstelling moeten plaatselijke richtlijnen voor het hanteren van materiaal
verkregen uit mensen gevolgd worden, wat het wassen van de besmette huid en uitdoen van besmette
niet
kleding kan omvatten. Werkoppervlakken en materialen die mogelijk in contact zijn gekomen met
Skysona moeten ontsmet worden met een geschikt ontsmettingsmiddel.

7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
bluebird bio (Netherlands) B.V.
Stadsplateau 7
WTC Utrecht
3521 AZ Utrecht
Nederland

Geneesmiddel
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

EU/1/21/1563/001

9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/VERLENGING VAN
DE VERGUNNING

Datum van eerste verlening van de vergunning
geregistreerd
langer
niet
Geneesmiddel
geregistreerd

BIJLAGE II

A.
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME
STOF(FEN) EN FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK
VOOR VRIJGIFTE

langer

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN
VAN LEVERING EN GEBRUIK

niet
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE
HOUDER VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN
WORDEN NAGEKOMEN


D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET
BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND
GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Geneesmiddel
FABRIKANT(EN) VAN DE BIOLOGISCH WERKZAME STOF(FEN) EN
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE

Naam en adres van de fabrikant(en) van de biologisch werkzame stof(fen)
Minaris Regenerative Medicine GmbH
Haidgraben 5
85521 Ottobrunn
Duitsland
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte
Minaris Regenerative Medicine GmbH
Haidgraben 5
85521 Ottobrunn
Duitsland

B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK

Aan beperkt medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel (zie bijlage I: Samenvatting van de
geregistreerd
productkenmerken, rubriek 4.2).

C. ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
langer

Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst
met Europese referentiedata (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder
niet
punt 7 van Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op
het Europese webportaal voor geneesmiddelen.
De vergunninghouder zal het eerste periodieke veiligheidsverslag voor dit geneesmiddel
binnen 6 maanden na toekenning van de vergunning indienen.

D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL

Risk Management Plan (RMP)

Geneesmiddel
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
Extra risicobeperkende maatregelen
Voorafgaand aan de lancering van Skysona in elke lidstaat, dient de vergunninghouder met de
bevoegde nationale autoriteit overeenstemming te bereiken over de inhoud en vorm van het
voorlichtingsmateriaal en het bijbehorende implementatieplan, inclusief communicatiemedia,
distributiemodaliteiten en alle andere aspecten van het programma.
Het voorlichtingsmateriaal is gericht op het bieden van extra informatie over het gebruik van Skysona.
De vergunninghouder zal ervoor zorgen dat in elke lidstaat waar Skysona op de markt wordt gebracht,
alle beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en patiënten/ouders/verzorgers van wie verwacht
wordt dat ze Skysona zullen voorschrijven, uitreiken of gebruiken, toegang hebben tot het volgende
voorlichtingspakket of dit ontvangen:

Voorlichtingsmateriaal voor artsen
Voorlichtingspakket voor patiënten

Het voorlichtingsmateriaal voor artsen moet het volgende bevatten:
o De Samenvatting van de productkenmerken
geregistreerd
o Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
o Informatie over hantering en toedieningsmethode
De informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg dient de volgende
belangrijke elementen te bevatten:
o Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen betreffende de mobilisatiemiddelen en
langer
conditioneringsmiddelen dienen overwogen te worden.
o Behandeling met Skysona werd in klinische onderzoeken geassocieerd met langdurige
cytopenieën/pancytopenie. Er werd geen correlatie waargenomen tussen langdurige
niet
cytopenieën/pancytopenie en incidentie van ernstige bijwerkingen van bloeding of
infectie. Houd bloedwaarden in de gaten na infusie van Skysona en controleer patiënten
op tekenen en symptomen van bloedingen en infectie.
o Behandeling met Skysona wordt geassocieerd met het potentiële risico op insertionele
oncogenese (bv. myelodysplasie, leukemie, lymfoom). Alle patiënten moeten
geïnformeerd worden over de tekenen van myelodysplasie, leukemie en lymfoom en de
instructie krijgen om direct medische hulp in te roepen als deze tekenen aanwezig zijn.
Bij alle patiënten moet jaarlijks een volledige bloedtelling worden gedaan om te
monitoren op myelodysplasie, leukemie of lymfoom.
o Er is een negatieve serologietest voor HIV nodig om zeker te zijn van acceptatie van
aferesemateriaal voor productie van Skysona.
o Het mogelijke risico van gebrek aan of verlies van respons op gentherapie kan leiden tot
terugkeer van tekenen en symptomen van de ziekte.
Geneesmiddel
o Behandeling met Skysona wordt geassocieerd met een kortetermijnrisico van mislukken
van transplantatie van neutrofielen, wat beheerd zal worden door de toediening van
rescuecellen.
o Behandeling met Skysona wordt geassocieerd met een mogelijk risico van mislukken van
transplantatie van bloedplaatjes, wat een ondersteunende behandeling kan vereisen.
o De noodzaak aan de patiënt uit te leggen en ervoor te zorgen dat die het volgende
begrijpt:
­ mogelijke risico's van behandeling met Skysona;
­ tekenen en symptomen van bloeding en infectie en wat te doen;
­ tekenen van myelodysplasie, leukemie en lymfoom en wat te doen;
bloedtelling;
­ inhoud van de informatie voor patiënten/ouders/verzorgers;
­ de noodzaak om de patiëntenwaarschuwingskaart bij zich te dragen en aan
elke zorgprofessional te laten zien;
­ opname in het registeronderzoek REG-502.
o Toepassingsgebied van het registeronderzoek REG-502 en hoe patiënten ingeschreven
moeten worden.
De informatie over hantering en toedieningsmethode voor beroepsbeoefenaren in de
gezondheidszorg
dient de volgende belangrijkste elementen te bevatten:
o Informatie over het ontvangen en bewaren van Skysona en hoe Skysona gecontroleerd
moet worden vóór toediening.
o Informatie over het ontdooien en toedienen van Skysona.
o Informatie over beschermende uitrusting en het omgaan met morsen.

Het voorlichtingspakket voor patiënten dient het volgende te bevatten:
o De bijsluiter
o Informatie voor patiënten/ouders/verzorgers
o Een patiëntenwaarschuwingskaart
De informatie voor patiënten/ouders/verzorgers dient de volgende belangrijke boodschappen
geregistreerd
te bevatten:
o Behandeling met Skysona wordt in verband gebracht met het risico op langdurige
cytopenieën/pancytopenie die kunnen leiden tot een hoger risico op infectie en/of
bloeding. Tekenen en symptomen van bloeding en infectie en de noodzaak om contact op
te nemen met de arts.
o Behandeling met Skysona wordt in verband gebracht met een mogelijk risico op
langer
maligniteit (bv. myelodysplasie, leukemie, lymfoom). Tekenen van myelodysplasie,
leukemie of lymfoom en de noodzaak om spoedeisende hulp te zoeken als deze tekenen
aanwezig zijn.
niet
o Het belang van jaarlijkse controles en ten minste eenmaal per jaar een volledige
bloedtelling.
o Waarschuwingskaart voor patiënten en de noodzaak die bij zich te dragen en elke
behandelende zorgverlener te vertellen dat ze behandeld zijn met Skysona.
o Behandeling met Skysona wordt in verband gebracht met een mogelijk risico op
mislukken van transplantatie van bloedplaatjes, wat een ondersteunende behandeling kan
vereisen.
o Het mogelijke risico van gebrek aan of verlies van respons op gentherapie kan leiden tot
terugkeer van tekenen en symptomen van cerebrale adrenoleukodystrofie.
o Opname in het registeronderzoek REG-502.
Op de patiëntenwaarschuwingskaart dienen de volgende belangrijke boodschappen te staan:
o Informatie over het risico op langdurige cytopenieën/pancytopenie en de kans op infectie
Geneesmiddel
en/of bloedingsvoorvallen.
o Verklaring dat de patiënt behandeld werd met gentherapie en geen bloed, organen,
weefsel of cellen mag doneren.
o Verklaring dat de patiënt behandeld werd met Skysona, waaronder partijnummer en
behandeldatum/data.
o Informatie over het melden van bijwerkingen.
o Informatie over de mogelijkheid van vals-positieve resultaten bij bepaalde commercieel
verkrijgbare HIV-tests vanwege Skysona.
o Verklaring over het belang van jaarlijkse controles en ten minste eenmaal per jaar een
volledige bloedtelling.
De vergunninghouder zal ervoor zorgen dat in elke lidstaat waar Skysona in de handel wordt gebracht
een systeem bestaat dat gericht is op het controleren van distributie van Skysona door middel van een
routinemaatregel voor risicominimalisatie. Er moet voldaan worden aan de volgende vereisten
voordat het product wordt voorgeschreven, geproduceerd, verstrekt en gebruikt:

Skysona zal alleen beschikbaar zijn via behandelcentra die door bluebird bio zijn
gekwalificeerd (QTC's) die aantoonbare procedures en een kwaliteitsovereenkomst hebben om
te zorgen voor de herleidbaarheid van de cellen van de patiënt en het geproduceerde
geneesmiddel tussen het behandelende ziekenhuis en de productielocatie. Het
herleidbaarheidssysteem, d.w.z. het Service Portal, wordt geïnitieerd voorafgaand aan afarese-
verzameling van donorcellen met een set identificatienummers die specifiek zijn voor de
individuele patiënt. Deze nummers worden gedocumenteerd door het QTC in de
centrumdossiers en het medisch dossier van de patiënt. Alle identificatienummers worden
daarnaast ook door bluebird bio en de fabrikant van het geneesmiddel gedocumenteerd en
bijgehouden in dossiers die de autologe cellen begeleiden en in het systeem dat wordt gebruikt
om de workflow bij te houden.
Het kwalificatieproces van het behandelcentrum omvat verplichte training van de zorgverleners
van het ziekenhuis, onder andere over het bestellen, beheren en hanteren van Skysona alsook
over de Samenvatting van de productkenmerken (SmPC). Het proces van inschrijven van
patiënten voor behandeling met Skysona wordt ondersteund door het Service Portal en omvat
geregistreerd
een selectie van de indicatie in overeenstemming met de SmPC of 'overig gebruik', wat
melding zal geven over bedoeld off-label-gebruik. Indien 'overig gebruik' is geselecteerd in
het Service Portal-systeem, zal het bestelproces worden gestopt en consultatie met het bluebird
bio-team voor medische zaken geïnitieerd worden om op die manier het risico van off-label-
gebruik te minimaliseren.
langer

Verplichting tot het nemen van maatregelen na toekenning van de handelsvergunning

De vergunninghouder moet binnen het vastgestelde tijdschema de volgende verplichtingen nakomen:
niet

Beschrijving
Uiterste
datum

Studie naar de veiligheid uitgevoerd na verlening van de handelsvergunning
Tussentijdse
waarbij het geneesmiddel wordt gebruikt zoals vastgesteld bij verlening van de
verslagen
handelsvergunning (Non-interventional post-authorisation safety study, PASS):
dienen te
Ter verdere karakterisering en contextualisering van de veiligheid en
worden
werkzaamheid op lange termijn van Skysona bij patiënten met cerebrale
ingediend
adrenoleukodystrofie (CALD) moet de vergunninghouder een prospectief
conform het
observationeel registeronderzoek (REG-502) van patiënten met CALD behandeld
RMP.
met Skysona of allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (allo-HSCT)
volgens een overeengekomen protocol uitvoeren en de resultaten ervan indienen
Eindrapport:
(Stargazer).
2042
Geneesmiddel
Voor de beoordeling van de werkzaamheid en veiligheid van Skysona op lange
Tussentijdse
termijn bij patiënten met cerebrale adrenoleukodystrofie (CALD) moet de
verslagen
vergunninghouder de eindresultaten van studie LTF-304 indienen.
dienen te
worden
ingediend
conform het
RMP.
Eindrapport:
2037
geregistreerd

BIJLAGE III

ETIKETTERING EN BIJSLUITER


langer
niet
Geneesmiddel
geregistreerd

A. ETIKETTERING

langer
niet
Geneesmiddel
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Skysona 2-30 × 106 cellen/ml dispersie voor infusie
elivaldogene autotemcel (CD34+-cellen coderend voor het ABCD1-gen)

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Een autologe CD34+-celverrijkte populatie die hematopoëtische stamcellen bevat die met een
lentivirale vector zijn getransduceerd voor het coderen van complementair
ABCD1-desoxyribonucleïnezuur voor het humaan adrenoleukodystrofie-proteïne (ALDP).

3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat ook Cryostor CS5 (bevat natrium).
geregistreerd
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Dispersie voor infusie
langer
Ongeveer 20 ml
Zie het informatieblad van de batch voor het aantal infuuszakken en CD34+-cellen per kg voor deze
patiënt.
niet
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Voor intraveneus gebruik.

6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN

Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Geneesmiddel

7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Uitsluitend voor autoloog gebruik.

8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren in de dampfase van vloeibare stikstof bij -140°C tot ontdooien en toediening. Laat de
infuuszak(ken) in de metalen cassette(s) zitten. Na ontdooien niet opnieuw invriezen. Houdbaarheid
na ontdooien: maximaal 4 uur op kamertemperatuur (20°C - 25°C)

10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

Dit geneesmiddel bevat menselijke bloedcellen. Ongebruikt geneesmiddel of afval moet worden
afgevoerd in overeenstemming met de lokale bioveiligheidsrichtlijnen voor het omgaan met afval van
mensen afkomstig materiaal.

11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
bluebird bio (Netherlands) B.V.
Stadsplateau 7
geregistreerd
WTC Utrecht
3521 AZ Utrecht
Nederland
Tel: +31 (0) 303 100 450
medinfo@bluebirdbio.com
langer
12. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
niet
EU/1/21/1563/001

13. PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES

Achternaam:
Voornaam:
Geboortedatum:
Patiënt-ID:
DIN:
Lot:
COI-ID:
Geneesmiddel
Zak-ID:

14. ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING


15. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK

16. INFORMATIE IN BRAILLE
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ 2D MATRIXCODE
Niet van toepassing.

18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK ­ VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
Niet van toepassing.
geregistreerd
langer
niet
Geneesmiddel
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGSWEG(EN)
Skysona 2-30 × 106 cellen/ml dispersie voor infusie
elivaldogene autotemcel (CD34+-cellen coderend voor het ABCD1-gen)
Voor intraveneus gebruik.

2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Lees voor het gebruik de bijsluiter.

3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP:
geregistreerd
Houdbaarheid na ontdooien: maximaal 4 uur op kamertemperatuur (20°C - 25°C)

4.
PARTIJNUMMER, IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
Achternaam
langer
Voornaam:
Geboortedatum:
Patiënt-ID:
niet
DIN:
Lot:
COI-ID:
Zak-ID:

5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
Ongeveer 20 ml celdispersie per zak.
Zie het informatieblad van de batch voor het aantal infuuszakken en CD34+-cellen per kg voor deze
patiënt.

Geneesmiddel
6.
OVERIGE
Uitsluitend voor autoloog gebruik.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Skysona 2-30 × 106 cellen/ml dispersie voor infusie
elivaldogene autotemcel (CD34+-cellen coderend voor het ABCD1-gen)
Intraveneus gebruik

2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Skysona is een autologe CD34+-celverrijkte populatie die hematopoëtische stamcellen bevat die met
een lentivirale vector zijn getransduceerd voor het coderen van complementair
ABCD1-desoxyribonucleïnezuur voor het humaan adrenoleukodystrofie-proteïne (ALDP).

3.
IDENTIFICATIE- EN PRODUCTCODES
PATIËNTINFORMATIE
geregistreerd
Naam (achternaam, voornaam):
Geboortedatum (DD/MM/JJJJ):
Gewicht bij eerste verzameling (kg):
Patiënt-ID:
langer

4.
PARTIJNUMMER, INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF
EENHEID, EN UITERSTE GEBRUIKSDATUM

niet
INFORMATIE OVER GELEVERDE BATCH
De volgende batch werd vervaardigd en toegevoegd aan de zending:
DIN
Zak-ID
CD34+-cellen
Uiterste
Aantal
Sterkte
Batchnummer/ (Vermeld
(Vermeld
(× 106
gebruiks-
infuus-
(× 106
COI-ID
alle
elke
CD34+-
datum
zakken
cellen/ml)
afnames)
infuuszak)
cellen)
(DD/MM/JJJJ)







Geneesmiddel







DOSIS VAN HET GENEESMIDDEL

Totaal aantal infuuszakken: __
Dosis: {N,N} × 106 CD34+-cellen/kg
De minimale aanbevolen dosis Skysona is 5,0 × 106 CD34+-cellen/kg. In klinische studies zijn doses
tot 38,2 × 106 CD34+-cellen/kg toegediend.

6.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
BEWAAR DIT DOCUMENT EN HOUD HET BIJ DE HAND OM ER OP HET MOMENT VAN
DE SKYSONA-INFUSIE OVER TE KUNNEN BESCHIKKEN.
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Uitsluitend voor autoloog gebruik.

7.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
INSTRUCTIES VOOR BEWARING EN GEBRUIK
geregistreerd
Bewaren in de dampfase van vloeibare stikstof bij -140°C tot ontdooien en toediening. Laat de
infuuszak(ken) in de metalen cassette(s) zitten.
Houdbaarheid na ontdooien: maximaal 4 uur op kamertemperatuur (20°C - 25°C)
Na ontdooien niet opnieuw invriezen.
langer

8.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)

niet
Dit geneesmiddel bevat menselijke bloedcellen. Ongebruikt geneesmiddel of afval moet worden
afgevoerd in overeenstemming met de lokale richtlijnen over het omgaan met afval van mensen
afkomstig materiaal.

9.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
HOUDER EN NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
bluebird bio (Netherlands) B.V.
Geneesmiddel
Stadsplateau 7
WTC Utrecht
3521 AZ Utrecht
Nederland
medinfo@bluebirdbio.com
10.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/21/1563/001

geregistreerd

B. BIJSLUITER
langer
niet
Geneesmiddel

Skysona 2-30 × 106 cellen/ml dispersie voor infusie
elivaldogene autotemcel (ABCD1-gencoderende autologe CD34+-cellen)
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u of uw kind eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat
kunt doen.
Lees goed de hele bijsluiter voordat dit geneesmiddel aan u/uw kind toegediend wordt want er
staat belangrijke informatie in voor u.
-
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
-
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met de arts of verpleegkundige.
-
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met de arts of verpleegkundige.
-
De arts of verpleegkundige zal u een patiëntenwaarschuwingskaart geven, waar belangrijke
veiligheidsinformatie op staat over de behandeling met Skysona. Lees die zorgvuldig en volg
de instructies op.
-
U dient de patiëntenwaarschuwingskaart altijd bij u te dragen en altijd te laten zien aan elke arts
of verpleegkundige die u bezoekt of als u naar het ziekenhuis gaat.
geregistreerd

Inhoud van deze bijsluiter

1. Wat is Skysona en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u/uw kind dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee
langer
zijn?
3. Hoe wordt dit middel gemaakt en toegediend?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
niet
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie

1.
Wat is Skysona en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Skysona wordt gebruikt voor de behandeling van een ernstige genetische ziekte die cerebrale
adrenoleukodystrofie (CALD) wordt genoemd, bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar.
Mensen met CALD hebben een wijziging in het gen dat een eiwit maakt met de naam
adrenoleukodystrofie-eiwit (ALDP). Bij mensen met CALD kan dit eiwit niet worden gemaakt of
wordt een eiwit gemaakt dat niet goed werkt. Dit leidt tot een ophoping van bepaalde vetzuren
(`zeer-lange-keten-vetzuren' [ZLKV]) in het lichaam, vooral in de hersenen. Deze vetzuren
veroorzaken ernstige schade aan hersencellen. Als er geen behandeling wordt ingesteld, leidt deze
Geneesmiddel
schade tot problemen met het zicht, horen, praten en/of denken en waarschijnlijk tot overlijden.
Skysona is een soort geneesmiddel dat gentherapie wordt genoemd. Het wordt speciaal gemaakt voor
elke patiënt, met behulp van de eigen bloedstamcellen van de patiënt.
Cellen die stamcellen worden genoemd, worden uit het bloed van de patiënt gehaald. Ze worden
vervolgens veranderd in een laboratorium. Er wordt een werkend gen toegevoegd voor het maken van
het eiwit ALDP. Wanneer u/uw kind Skysona krijgt, dat is gemaakt van deze veranderde cellen,
zullen deze cellen ALDP gaan maken. ALDP breekt de zeerlangeketen-vetzuren af. De verwachting is
dat dit de verergering van de ziekte zal vertragen.
Wanneer mag u/uw kind dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig
mee zijn?


Wanneer mag u/uw kind dit middel niet krijgen?
-
U/uw kind bent/is allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u
vinden in rubriek 6.
-
U/uw kind bent/is allergisch voor een van de stoffen in de geneesmiddelen die u/uw kind krijgt
voorafgaand aan de behandeling met Skysona (zie rubriek 3).

Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
Informatie over cel-gebaseerde geneesmiddelen, zoals Skysona, moet 30 jaar bewaard worden
in het ziekenhuis. De informatie die over u of uw kind bewaard wordt, zal uw naam bevatten
en het partijnummer van de Skysona die u/uw kind heeft gekregen.
Skysona is gemaakt van de stamcellen van u of uw kind en mag alleen aan u of uw kind
gegeven worden.
Een stof in Skysona met de naam dimethylsulfoxide (DMSO) kan een allergische reactie
geregistreerd
veroorzaken. De arts of verpleegkundige moet dus tijdens en na het infuus goed letten op
klachten of symptomen van een reactie.
Vóór behandeling met Skysona zal de arts:

de nieren en lever controleren;
langer
controleren op het humaan immunodeficiëntievirus (hiv);
de mogelijke effecten van de medicijnen voor de voorbehandeling (de
conditioneringsmiddelen) op de vruchtbaarheid bespreken (zie hierna onder 'Vruchtbaarheid
niet
bij mannen en vrouwen');
voorbereidingen treffen voor het afnemen van stamcellen (dit heet
mobilisatie); en daarna
bepaalde cellen uit het beenmerg van u of uw kind verwijderen, om het klaar te maken voor
Skysona (dit heet voorbehandeling of
conditionering). Zie rubriek 3 en 4 voor meer
informatie hierover, waaronder mogelijke bijwerkingen van de gebruikte geneesmiddelen.
Na behandeling met Skysona:

De bloedtellingen kunnen langer dan 2 maanden na conditionering en behandeling met
Skysona laag blijven. In die tijd kan er een risico bestaan op bloeding en infectie. De arts zal
dit controleren met bloedtests en zal het u vertellen wanneer de bloedtellingen weer een veilig
niveau hebben.
Als u/uw kind een bloedtransfusie nodig heeft binnen de eerste 3 maanden nadat u/uw kind
Geneesmiddel
Skysona heeft gekregen, moeten bloedproducten bestraald worden. Dit vermindert de witte
bloedcellen, lymfocyten genoemd, en beperkt het risico op een reactie op de transfusie tot een
minimum.
Na de behandeling met Skysona mag u/uw kind geen bloed, organen, weefsels of cellen meer
doneren. Dit is omdat Skysona een gentherapiegeneesmiddel is.
Het toevoegen van een nieuw gen in de stamcellen kan theoretisch leiden tot kanker van het
bloed (myelodysplasie, leukemie en lymfoom). Na de behandeling zal de arts u/uw kind
minimaal 15 jaar ten minste elk jaar controleren, inclusief een bloedtest, en hij/zij zal
controleren op tekenen van kanker van het bloed. Neem contact op met de arts als u/uw kind
Bij de productie van Skysona wordt gebruikt gemaakt van stukjes van het HIV-virus, die zijn
veranderd zodat ze geen HIV-infectie kunnen veroorzaken. Deze veranderde stukjes virus
worden gebruikt om een werkend gen in uw bloedstamcellen of die van uw kind in te
brengen.
Hoewel dit geneesmiddel geen HIV-infectie zal geven, kan het hebben van Skysona in het
bloed leiden tot een vals-positief resultaat van een HIV-test, omdat sommige tests een stukje
herkennen van het HIV-virus dat wordt gebruikt om Skysona te maken. Als de patiënt na
de behandeling positief test voor HIV, neem dan contact op met de arts of verpleegkundige.

Wanneer behandeling met Skysona niet voltooid kan worden of mislukt
Voordat Skysona wordt gegeven, krijgt u of uw kind een conditioneringsmiddel, om cellen uit het
bestaande beenmerg te verwijderen.
Als Skysona niet kan worden toegediend na het krijgen van het conditioneringsmiddel, of als de
gewijzigde stamcellen zich niet in het lichaam inplanten, kan de arts de patiënt een infusie geven met
de eigen originele bloedstamcellen, die zijn verzameld en bewaard voordat de behandeling werd
gestart (zie ook rubriek 3: Hoe wordt dit middel gemaakt en toegediend?). Als u of uw kind uw of
zijn/haar oorspronkelijke cellen terugkrijgt, heeft u of uw kind geen voordeel van de behandeling.

Gebruikt u of uw kind nog andere geneesmiddelen?
geregistreerd
Gebruikt u of uw kind naast Skysona nog andere geneesmiddelen, heeft u of hij/zij dat kort geleden
gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u of uw kind binnenkort andere geneesmiddelen gaat
gebruiken? Vertel dat dan uw arts.
U/uw kind mag geen geneesmiddelen nemen voor HIV-infectie vanaf minimaal één maand voordat
u/uw kind de mobilisatiemiddelen krijgt (zie ook rubriek 3: Hoe wordt dit middel gemaakt en
langer
toegediend?). Als dergelijke geneesmiddelen nodig zijn, wordt de procedure uitgesteld.
Toediening van
levende vaccins wordt afgeraden in de 6 weken voordat het conditioneringsmiddel
toegediend wordt als voorbereiding op de behandeling met Skysona, evenals na de behandeling
niet
terwijl het immuunsysteem (het afweersysteem van het lichaam) aan het herstellen is. Praat met de
arts als er eventuele vaccinaties nodig zijn.

Anticonceptie, zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Anticonceptie bij mannen en vrouwen
Vrouwen die zwanger kunnen worden en mannen die een kind kunnen verwekken, moeten een
effectieve anticonceptiemethode gebruiken vanaf voorafgaand aan het verzamelen van de
bloedstamcellen tot ten minste 6 maanden na het krijgen van Skysona. Doeltreffende
anticonceptiemethoden zijn een spiraaltje of een combinatie van een oraal anticonceptiemiddel (ook
bekend als de pil) en een condoom. Lees ook de bijsluiter voor het conditioneringsmiddel voor
informatie over anticonceptie.
Geneesmiddel
Zwangerschap
Door het conditioneringsmiddel mag Skysona niet worden gegeven tijdens de zwangerschap.
Bij vrouwen die zwanger kunnen worden, moet een zwangerschapstest worden uitgevoerd voordat de
mobilisatie wordt opgestart, voordat ze het conditioneringsmiddel krijgen en voordat de behandeling
met Skysona wordt opgestart, om te bevestigen dat ze niet zwanger zijn. Als een vrouw zwanger
wordt nadat ze met Skysona is behandeld, moet ze contact opnemen met haar behandelende arts.
Het toegevoegde gen van Skysona zal niet aan de foetus worden doorgegeven in het geval van een
zwangerschap. Het ongeboren kind loopt nog altijd het risico om het oorspronkelijke ABCD1-gen
geregistreerd
natrium in de voeding voor een volwassene.

3.
Hoe wordt dit middel gemaakt en toegediend?
Ongeveer 2 maanden vóór de behandeling met Skysona krijgt u of uw kind geneesmiddelen die
ervoor zorgen dat de bloedstamcellen vanuit het beenmerg naar de bloedstroom zullen verplaatsen
langer
(
mobilisatie). De bloedstamcellen kunnen dan worden verzameld door een machine waarin de
bloedbestanddelen van elkaar worden gescheiden (aferesemachine). Er kan meer dan 1 sessie nodig
zijn om genoeg bloedstamcellen te verzamelen voor het maken van Skysona en voor het opslaan als
vervangingscellen als Skysona niet kan worden gegeven of niet werkt.
niet

Hoe wordt dit middel toegediend?
Skysona wordt toegediend via een infuus (infusie) in een ader, vaak via een centraal veneuze katheter.
Het kan alleen worden toegediend in een gespecialiseerd ziekenhuis door artsen die ervaring hebben
met het behandelen van patiënten met CALD, het transplanteren van beenmerg en het gebruiken van
medicijnen voor gentherapie. Skysona is een eenmalige behandeling. Het wordt niet nogmaals
gegeven. Als Skysona niet werkt, gaat u/uw kind terug naar het behandelcentrum en krijgt u/uw kind
een transfusie met de originele stamcellen, ter vervanging van de niet-werkende cellen van de
behandeling. Deze cellen bevatten het geneesmiddel niet en dus wordt de CALD niet behandeld.

Wanneer?

Wat wordt er gedaan?
Waarom?
Ongeveer 2 maanden voor de
Mobilisatiegeneesmiddel wordt Om de bloedstamcellen uit uw
Geneesmiddel
Skysona-infusie
toegediend
beenmerg of dat van uw kind
naar de bloedstroom te laten
verplaatsen.
Ongeveer 2 maanden voor de
Bloedstamcellen worden
Om Skysona te maken en om
Skysona-infusie
verzameld
sommige stamcellen te
bewaren als die bij een niet-
werkende behandeling als
vervangingscellen moeten
worden gebruikt.
Ten minste 6 dagen voor de
Conditioneringsmiddel wordt
Om het beenmerg voor te
toegediend in het ziekenhuis.
bereiden op de behandeling
met Skysona, door het
vernietigen van cellen in het
beenmerg, zodat ze vervangen
kunnen worden door de
gewijzigde cellen in Skysona.
Begin van de behandeling met
Skysona wordt toegediend via
Om bloedstamcellen met
Skysona
een infuus in een ader. Dit
functionele kopieën van het
gebeurt in het ziekenhuis en
ABCD1-gen toe te voegen aan
duurt minder dan 60 minuten
het beenmerg.
voor elke infuuszak. Het aantal
zakken zal verschillen per
patiënt.
Na de Skysona-infusie
U of uw kind blijft
Om te herstellen en te worden
waarschijnlijk
gevolgd tot de arts ervan
ongeveer 3-6 weken in het
overtuigd is dat het veilig is om
ziekenhuis
uit het ziekenhuis te worden
ontslagen.
4.
Mogelijke bijwerkingen
geregistreerd
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Sommige bijwerkingen hebben te maken met het mobilisatiemiddel en het verzamelen van de
bloedstamcellen, of met het conditioneringsmiddel dat wordt gebruikt voor het voorbereiden van het
beenmerg op de behandeling met Skysona. Bespreek de mogelijke bijwerkingen als gevolg van de
langer
mobilisatiegeneesmiddelen en het conditioneringsmiddel met de arts. Lees ook de bijsluiters voor
deze geneesmiddelen.
niet
Vertel het de arts of verpleegkundige onmiddellijk als u of uw kind bijwerkingen krijgt na het
ontvangen van de behandeling. Onderstaande bijwerkingen treden meestal op in de eerste paar dagen
en enkele weken na het krijgen van de behandeling, maar kunnen zich ook veel later ontwikkelen.
Mobilisatie en verzamelen van bloedstamcellen

Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij meer dan 1 op de 10 patiënten)
laag gehalte van kalium in een bloedtest

Vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10 patiënten)
laag aantal bloedplaatjes, wat kan leiden tot bloedingen
laag aantal rode bloedcellen, wat kan leiden tot vermoeidheid
laag gehalte van magnesium in een bloedtest
Geneesmiddel
hoofdpijn
hoge bloeddruk
zich ziek voelen (misselijkheid), overgeven (braken)
tintelend gevoel in de mond
jeukende huid
pijn in de botten, armen en benen
laag aantal witte bloedcellen, soms met koorts, wat kan leiden tot een infectie
laag aantal rode bloedcellen, wat kan leiden tot vermoeidheid
laag aantal bloedplaatjes, wat kan leiden tot bloedingen
koorts
pijnlijke mond
neusbloedingen
bloedtests die een verminderd gehalte van magnesium, kalium of fosfaat in het bloed
aantonen, of toename van de leverenzymen
hoofdpijn
verminderde eetlust
maagpijn, constipatie, diarree
zich ziek voelen (misselijkheid), overgeven (braken)
ongewone haaruitval of dunner wordend haar
donkere vlekken op de huid
hoge bloeddruk

Vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10 patiënten)
verschillende soorten infecties in verschillende delen van het lichaam, die veroorzaakt kunnen
geregistreerd
worden door virussen, bacteriën of schimmels. Daarbij kan het gaan om een infectie van de
bloedstroom of infectie van een veneuze katheter, infectie van het maag-darmstelsel,
oorinfectie, spruw, anale gistinfectie, luchtweginfectie. Die infecties kunnen symptomen
veroorzaken als: het warm hebben (koortsig gevoel), het koud hebben of zweten, hoesten,
diarree en braken
een verminderde bijnierfunctie, wat een gevaarlijk lage bloeddruk kan veroorzaken
langer
laag zuurstofgehalte in het bloed gemeten door een monitor
hoog gehalte van het antidiuretisch hormoon, wat leidt tot het vasthouden van vocht in het
lichaam
niet
ontsteking van de wand van het spijsverteringskanaal (dat loopt vanaf de mond tot aan de
anus), kleine scheur in het weefsel aan de binnenzijde van de anus (anale fissuur), ontsteking
of jeuk aan de anus
bloed in de ontlasting, plekken op de huid door bloedingen onder de huid, bloeding in het
oog, toename van tijd die nodig is om het bloed te laten stollen
maagirritatie
moeite om plas op te houden (urine-incontinentie), bloed in de plas, ongemak bij het plassen,
pijn in de urinewegen
keelpijn, pijn in de mond, de endeldarm, de penis of de lymfeklieren
trage of snelle hartslag
snelle ademhaling
overmatig zweten
bloedtest waaruit blijkt dat de hoeveelheid antilichamen is gedaald
Geneesmiddel
bloedtests waaruit blijkt dat het natriumgehalte is gedaald, of de alkalische fosfatase is
gestegen, of het gehalte van lactaatdehydrogenase is gestegen
een lage bloedsuikerspiegel
hoesten
loopneus
afname van het gevoel in de huid van de benen
droge, schilferende of jeukende huid, huiduitslag, luieruitslag of zweer op het scrotum
ongewild bewegen (tremor)
afname in reflexen
afkeer van doorslikken van medicatie
zwelling van gezicht of lichaam (oedeem)
moeheid, slaapproblemen
gewichtstoename of gewichtsverlies

Skysona

Vaak voorkomende bijwerkingen (komen voor bij minder dan 1 op de 10 patiënten)
laag aantal witte bloedcellen, wat kan leiden tot een infectie
laag aantal rode bloedcellen, wat kan leiden tot vermoeidheid
laag aantal bloedplaatjes, wat kan leiden tot bloedingen
virale infectie in de blaas. Dit kan symptomen veroorzaken als: het warm hebben (koortsig
gevoel), het koud hebben of zweten, bloed in de urine, pijn in de onderbuik, en bij kleine
kinderen ook braken
braken

Het melden van bijwerkingen
Krijgt u of uw kind last van bijwerkingen, neem dan contact op met de arts of verpleegkundige. Dit
geldt ook voor bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks
melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden,
kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
geregistreerd
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Deze informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Deze informatie
langer
wordt uitsluitend gegeven zodat de patiënt ervan op de hoogte is.
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
niet
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die vindt u op de
buitenverpakking en de infuuszak(ken).
Bewaren beneden -140°C gedurende maximaal zes maanden.
Bewaar de infuuszak(ken) in de metalen cassette(s).
Niet meer invriezen nadat het is ontdooid.
Het geneesmiddel niet ontdooien voordat het klaar is om te worden gebruikt. Na ontdooiing bewaren
op kamertemperatuur (20°C ­ 25°C) en gebruiken binnen 4 uur.

Geneesmiddel
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie

Welke stoffen zitten er in dit middel?
·
De werkzame stof in dit middel bestaat uit uw eigen bloedstamcellen of die van uw kind die
functionele kopieën van het ALDP-gen bevatten. De concentratie per zak is 2-30 × 106
bloedstamcellen per milliliter.
·
De andere stof in dit middel is een oplossing die wordt gebruikt om bevroren cellen te bewaren
(zie rubriek 2: Skysona bevat natrium).
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke bloedcellen.
geregistreerd
85521 Ottobrunn
Duitsland
Neem voor alle informatie over dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de
houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
langer
Deutschland
Italia
bluebird bio (Germany) GmbH
bluebird bio (Italy) S.r.l.
Tel: +49 (0) 893 803 7456 (0800 181 0702)
Tel: +39 029 475 9755 (0800 728 026)

niet
,
Nederland
Bluebird Bio Greece Single Member L.L.C.
bluebird bio (Netherlands) B.V.
+30 21 0300 5938
Tel: +31 (0) 303 100 450

France
bluebird bio (France) SAS
Tél: +33 (0)1 85 14 97 89 (0800 914 510)


België/Belgique/Belgien, , Ceská

republika, Danmark, Eesti, España, Hrvatska,
Ireland, Ísland, Latvija, Lietuva,

Geneesmiddel
Luxembourg/Luxemburg, Magyarország,
Malta, Norge, United Kingdom (Northern
Ireland), Österreich, Polska, Portugal,
România, Slovenija, Slovenská republika,
Suomi/Finland, Sverige
bluebird bio (Netherlands) B.V.
Tél/Tel/Te/Tlf//Sími/Puh:
+31 (0) 303 100 450
medinfo@bluebirdbio.com
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:

Te nemen voorzorgsmaatregelen voorafgaand aan gebruik of toediening van het geneesmiddel
Dit geneesmiddel bevat genetisch gemodificeerde menselijke cellen. Zorgverleners moeten
daarom de juiste voorzorgsmaatregelen nemen (handschoenen, beschermende kleding en
veiligheidsbrillen dragen) om potentiële overdracht van infectieziekten tijdens hanteren van het
product te voorkomen.
Bewaar de infuuszak(ken) in de metalen cassette(s) en bewaar in de dampfase van vloeibare
stikstof bij -140°C tot u klaar bent om het middel te ontdooien en toe te dienen.
geregistreerd
Voorbereiding voor infusie
Skysona wordt van de productiefaciliteit naar de opslag van het infusiecentrum verzonden in
een cryoverzendcontainer, die meerdere metalen cassettes kan bevatten die voor één enkele
patiënt zijn bedoeld. Elke metalen cassette bevat één infuuszak met Skysona. Een patiënt kan
meerdere infuuszakken krijgen.
langer
Haal elke metalen cassette uit de opslag met vloeibare stikstof en verwijder elke infuuszak uit
de metalen cassette.
Verzeker u ervan dat op de infuuszak(ken) Skysona gedrukt staat.
niet
Controleer of de identiteit van de patiënt overeenkomt met de unieke
patiëntidentificatie-informatie op de Skysona-infuuszak(ken) en op het informatieblad van de
batch. Skysona is uitsluitend bestemd voor autoloog gebruik. Infundeer Skysona niet als de
gegevens op het patiëntspecifieke etiket op de infuuszak niet overeenkomen met de beoogde
patiënt.
Ga na of u het correcte aantal infuuszakken heeft en controleer of elke infuuszak binnen de
houdbaarheidsdatum is door middel van het bijbehorende informatieblad van de batch.
Elke infuuszak moet voorafgaand aan het ontdooien en de infusie gecontroleerd worden op
eventuele beschadigingen. Als een infuuszak beschadigd is, moeten de lokale richtlijnen voor
hanteren van afval van van mensen afkomstig materiaal worden gevolgd en dient er
onmiddellijk contact te worden opgenomen met bluebird bio.
Ontdooien
Geneesmiddel
Als er meer dan één infuuszak wordt geleverd, dient elke infuuszak volledig te zijn ontdooid
en toegediend alvorens de volgende zak te ontdooien.
Neem geen monsters van het geneesmiddel, wijzig of bestraal het niet en vries het niet
opnieuw in.
Ontdooi Skysona bij 37°C in een waterbad of droog bad. Het ontdooien van elke infuuszak
duurt ongeveer 2 tot 4 minuten. Het geneesmiddel niet te lang ontdooien. Laat het
geneesmiddel niet onbeheerd achter en dompel de infusiepoorten niet onder in een waterbad.
Na het ontdooien dient het geneesmiddel voorzichtig gemengd te worden door de infuuszak te
masseren totdat de gehele inhoud homogeen is.
Leg de steriele poort van de infuuszak bloot door het beschermende verpakkingsmateriaal dat
de poort bedekt eraf te trekken.
Open de infuuszak met het geneesmiddel en infundeer volgens de standaardprocedures van de
instelling voor toediening van celtherapieproducten. Gebruik geen in-line bloedfilter of
infuuspomp.
Infundeer Skysona zo snel mogelijk en bewaar niet langer dan 4 uur bij kamertemperatuur
(20°C ­ 25°C) na het ontdooien.
Dien elke infuuszak van Skysona toe via een intraveneuze infusie gedurende een periode van
minder dan 60 minuten.
Spoel al het Skysona dat nog in de infuuszak overblijft en alle bijbehorende slangen met ten
minste 50 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%), oplossing voor injectie, om ervoor te zorgen
dat zoveel mogelijk cellen bij de patiënt worden geïnfundeerd.
Voorzorgen die genomen moeten worden voor het afvoeren van het geneesmiddel
Ongebruikt geneesmiddel en al het materiaal dat in aanraking is gekomen met Skysona (vast en
vloeibaar afval) dienen te worden behandeld en afgevoerd als mogelijk besmettelijk afval volgens de
lokale richtlijnen voor het omgaan met van mensen afkomstig materiaal.
Accidentele blootstelling
In geval van accidentele blootstelling moeten plaatselijke richtlijnen voor het hanteren van mensen
afkomstig materiaal gevolgd worden, wat onder andere het wassen van de besmette huid en uitdoen
geregistreerd
van besmette kleding omvat. Werkoppervlakken en materialen die mogelijk met Skysona in contact
zijn gekomen, moeten worden ontsmet met een geschikt ontsmettingsmiddel.
langer
niet
Geneesmiddel

Heb je dit medicijn gebruikt? Skysona 2-30 x 10*6 cells/ml inf. disp. i.v. te vormen.

Je ervaring helpt anderen een beeld over het gebruik van Skysona 2-30 x 10*6 cells/ml inf. disp. i.v. te vormen.

Deel als eerste jouw ervaring over Skysona 2-30 x 10*6 cells/ml inf. disp. i.v.

Opgepast

  • Gebruik geen geneesmiddelen zonder het advies van je geneesheer
  • Vertrouw enkel de bijsluiter die meegeleverd werd met je geneesmiddel
  • Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is
  • Bijsluiters zijn aangeleverd door het FAGG
  • FAGG