Suvaxyn m.hyo

t ­ Version NL

SUVAXY
N M.HYO
BIJSLUITER
Suvaxyn M. Hyo
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Zoetis Belgium SA
Rue Laid Burniat 1
B-1348 Louvain-la-Neuve
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Zoetis Manufacturing & Research Spain, S.L.
Ctra. Camprodón s/n "la Riba"
17813 Vall de Bianya (Girona)
Spanje
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Suvaxyn M. Hyo
3.
GEHALTE AAN WERKZAME EN OVERIGE BESTANDDELEN
Per 2 ml dosis:
Werkzame bestanddelen:
Geïnactiveerd Mycoplasma hyopneumoniae RP* 1
* ELISA Relatieve Potentie vergeleken met een referentie vaccin
Adjuvans: Carbopol
Hulpstoffen: Thiomersal
4.
INDICATIE(S)
Voor actieve immunisatie tegen Mycoplasma hyopneumoniae infecties bij varkens, ter vermindering
van longlesies.
Aanvang van immuniteit: 1 week na de tweede vaccinatie
Duur van immuniteit: 4,5 maanden
5.
CONTRA-INDICATIE
Vaccineer geen zieke dieren.
6.
BIJWERKINGEN
Dit vaccin kan na toediening in incidentele gevallen aanleiding geven tot lokale en/of algemene reacties.
Deze reacties zijn doorgaans van voorbijgaande aard zijn. Gebruik in het geval van
overgevoeligheidsreacties epinephrine (adrenaline) en/of een kortwerkend glucocorticosteroïd.
7.
DIERSOORT(EN) WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Vleesvarkens
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, WIJZE VAN GEBRUIK EN
TOEDIENINGSWEG(EN)
Per dier 1 dosis vaccin (=2 ml) per enting gebruiken.
Het vaccin dient intramusculair toegediend te worden. De injectie dient bij voorkeur in de nek achter het
oor plaats te vinden.
De flacon goed schudden voor gebruik.
De varkens moeten tweemaal met een interval van 2 weken gevaccineerd worden. De eerste vaccinatie
kan vanaf een leeftijd 1 week uitgevoerd worden, bij voorkeur echter voor de leeftijd van ongeveer 10
weken.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
-
10.
WACHTTIJD
Niet gebruiken na 3 weken voor het slachten.
11.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ BEWAREN
Buiten het bereik en zicht van kinderen bewaren.
Bewaren en transporteren bij 2 °C - 8 °C
Bescherm tegen licht
Houdbaarheid na eerste opening van de flacon: onmiddellijk gebruiken
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
De immunologische respons kan beïnvloed worden door erfelijke factoren, subklinische infectie,
leeftijd, voedingstoestand, gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen, stress, etc. Het resultaat van een
enting is mede afhankelijk van de juiste wijze van opslag en toediening van het vaccin.
Vermijd stress bij de dieren rond de vaccinatie.
Neem de regels van aseptiek in acht.
Gebruik schone en steriele vaccinatiematerialen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren
toedient
Na toepassing van het vaccin handen wassen en desinfecteren
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN
Gebruikte materialen dienen te worden gedesinfecteerd alvorens ze worden hergebruikt of
weggeworpen.
De gebruikte flacons en eventueel nog resterend vaccin dienen te worden gedesinfecteerd.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
December 2016
15.
OVERIGE INFORMATIE
Er zijn geen andere bijwerkingen bekend bij overdosering, anders dan vermeld bij 'Bijwerkingen'.
Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in
combinatie met enig ander diergeneesmiddel.Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na
enig ander diergeneesmiddel dient per geval een besluit te worden genomen.
Er zijn geen onverenigbaarheden bekend.
Aflevering: Op diergeneeskundig voorschrift
BE-V172672