Toviaz 4 mg
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
TOVIAZ 4 mg tabletten
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 4 mg fesoterodinefumaraat overeenkomend met 3,1 mg
fesoterodine.
TOVIAZ 8 mg tabletten
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 8 mg fesoterodinefumaraat overeenkomend met 6,2 mg
fesoterodine.
Hulpstoffen met bekend effect
TOVIAZ 4 mg tabletten
Elke 4 mg tablet met verlengde afgifte bevat 0,525 mg sojalecithine en 91,125 mg lactose.
TOVIAZ 8 mg tabletten
Elke 8 mg tablet met verlengde afgifte bevat 0,525 mg sojalecithine en 58,125 mg lactose.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet met verlengde afgifte.
TOVIAZ 4 mg tabletten
De 4 mg tabletten zijn lichtblauw, ovaalvormig, biconvex, filmomhuld en aan één kant gegraveerd met
de letters “FS”.
TOVIAZ 8 mg tabletten
De 8 mg tabletten zijn blauw, ovaalvormig, biconvex, filmomhuld en aan één kant gegraveerd met de
letters “FT”.
4.
4.1
KLINISCHE GEGEVENS
Therapeutische indicaties
TOVIAZ is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van de symptomen
(veelvuldig plassen en/of plotselinge aandrang tot plassen en/of urge-incontinentie) die kunnen
optreden met het overactieve blaassyndroom.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen (inclusief ouderen)
De aanbevolen aanvangsdosering is eenmaal daags 4 mg. Afhankelijk van de individuele respons kan
de dosis worden verhoogd tot eenmaal daags 8 mg. De maximale dagelijkse dosering is 8 mg.
2
Het effect van de volledige behandeling werd waargenomen na 2 tot 8 weken. Daarom wordt
aanbevolen om de werkzaamheid bij individuele patiënten te herevalueren na 8 weken behandeling.
Bij personen met een normale nier- en leverfunctie, die gelijktijdig krachtige CYP3A4-remmers
toegediend krijgen, dient de maximale dagdosering van TOVIAZ 4 mg eenmaal daags te bedragen
(zie rubriek 4.5).
Speciale populatie
Nier- en leverfunctiestoornissen
De volgende tabel toont de aanbevolen dagdosering voor personen met nier- of leverfunctiestoornissen
in afwezigheid en aanwezigheid van matige en krachtige CYP3A4-remmers (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.2).
Matige
(3)
of krachtige
(4)
CYP3A4-remmers
Geen
Matig
Krachtig
Dient te worden
Nierfunctiestoornis
(1)
Mild
4→8 mg
(2)
4 mg
vermeden
(2)
Matig
4→8 mg
4 mg
Gecontra-indiceerd
Dient te worden
Ernstig
4 mg
Gecontra-indiceerd
vermeden
Dient te worden
Leverfunctiestoornis
Mild
4→8 mg
(2)
4 mg
vermeden
Dient te worden
Matig
4 mg
Gecontra-indiceerd
vermeden
(1) Mild GFR = 50-80 ml/min; Matig GFR = 30-50 ml/min; Ernstig GFR = <30 ml/min
(2) Voorzichtige dosisverhoging. Zie rubrieken 4.4, 4.5 en 5.2
(3) Matige CYP3A4-remmers. Zie rubriek 4.5
(4) Krachtige CYP3A4-remmers. Zie rubrieken 4.3, 4.4 en 4.5
TOVIAZ is gecontra-indiceerd bij personen met een ernstige leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.3).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van TOVIAZ bij kinderen onder de 18 jaar zijn nog niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
De tabletten dienen eenmaal daags met vloeistof te worden ingenomen en in hun geheel te worden
doorgeslikt. TOVIAZ kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor pinda’s of soja of voor een van de in rubriek
6.1 vermelde hulpstoffen
Urineretentie
Maagretentie
Onvoldoende gereguleerd nauwe kamerhoekglaucoom
Myasthenia gravis
Ernstige leverfunctiestoornis (Child Pugh C)
Gelijktijdig gebruik van krachtige CYP3A4-remmers bij personen met matige tot ernstige lever-
of nierfunctiestoornissen
Ernstige colitis ulcerosa
Toxisch megacolon.
3
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
TOVIAZ dient met voorzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten met:
Een klinisch significante obstructie van de blaasuitgang met een risico op urineretentie (bijv.
klinisch significante prostaatvergroting door benigne prostaathyperplasie, zie rubriek 4.3)
Gastro-intestinale obstructie (bijv. pylorusstenose)
Gastro-oesofageale reflux en/of bij patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen gebruiken (zoals
orale bisfosfonaten) die een oesofagitis kunnen veroorzaken of verergeren
Verminderde gastro-intestinale motiliteit
Autonome neuropathie
Voldoende gereguleerd nauwehoekglaucoom
Voorzichtigheid is geboden bij het voorschrijven of optitreren van fesoterodine bij patiënten in wie
een verhoogde blootstelling aan de actieve metaboliet (zie rubriek 5.1) wordt verwacht:
Leverfunctiestoornissen (zie rubrieken 4.2, 4.3 en 5.2)
Nierfunctiestoornissen (zie rubrieken 4.2, 4.3 en 5.2)
Gelijktijdige toediening van krachtige of matige CYP3A4-remmers (zie rubrieken 4.2 en 4.5)
Gelijktijdige toediening van een krachtige CYP2D6-remmer (zie rubrieken 4.5 en 5.2).
Dosisverhogingen
Bij patiënten met een combinatie van deze factoren worden additionele toenamen in blootstelling
verwacht. Het is waarschijnlijk dat dosisafhankelijke antimuscarinerge bijwerkingen zullen optreden.
Bij populaties waarin de dosis verhoogd kan worden tot 8 mg eenmaal daags, dient de dosisverhoging
voorafgegaan te worden door een evaluatie van de individuele respons en tolerantie.
Organische oorzaken dienen te worden uitgesloten voordat een behandeling met antimuscarinerge
geneesmiddelen wordt overwogen. De veiligheid en werkzaamheid zijn nog niet vastgesteld bij
patiënten met een neurogene oorzaak voor detrusor-overactiviteit.
Vóór behandeling met fesoterodine moet worden onderzocht of er eventuele andere oorzaken zijn voor
het veelvuldig urineren (behandeling van hartfalen of nierziekte). Als er sprake is van een
urineweginfectie, moet met een geschikte medische/antibacteriële behandeling worden gestart.
Angio-oedeem
Angio-oedeem is gemeld tijdens het gebruik van fesoterodine en trad in sommige gevallen op na de
eerste dosering. Indien angio-oedeem optreedt, dient het gebruik van fesoterodine gestaakt te worden
en dient direct gepaste behandeling verleend te worden.
Krachtige CYP3A4-inductoren
Het gelijktijdig gebruik van fesoterodine met een krachtige CYP3A4-inductor (d.w.z. carbamazepine,
rifampicine, fenobarbital, fenytoïne, sint-janskruid) wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
QT-verlenging
TOVIAZ dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een risico op QT-verlenging
(bijv. hypokaliëmie, bradycardie en gelijktijdige toediening van geneesmiddelen waarvan bekend is
dat ze het QT-interval verlengen) en bij patiënten met relevante, al eerder bestaande hartaandoeningen
(bijv. myocardischemie, aritmie, congestief hartfalen), (zie rubriek 4.8). Dit geldt speciaal bij gebruik
van krachtige CYP3A4-remmers (zie rubrieken 4.2, 4.5 en 5.1).
Lactose
TOVIAZ tabletten met verlengde afgifte bevatten lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke
aandoeningen als galactose-intolerantie, Lapp lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie
dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
4
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Farmacologische interacties
Bij gelijktijdige toediening van fesoterodine met andere antimuscarinica en geneesmiddelen met
anticholinerge eigenschappen (bijv. amantadine, tricyclische antidepressiva, bepaalde neuroleptica) is
voorzichtigheid geboden, omdat dit kan leiden tot meer uitgesproken therapeutische effecten en
bijwerkingen (bijv. obstipatie, droge mond, slaperigheid, urineretentie).
Fesoterodine kan het effect verminderen van geneesmiddelen die de motiliteit van het
maagdarmkanaal stimuleren, zoals metoclopramide.
Farmacokinetische interacties
In vitro
gegevens tonen aan dat de actieve metaboliet van fesoterodine CYP1A2, 2B6, 2C8, 2C9,
2C19, 2D6, 2E1 of 3A4 niet remt of CYP1A2, 2B6, 2C9, 2C19 of 3A4 niet induceert bij klinisch
relevante plasmaconcentraties. Derhalve is het onwaarschijnlijk dat fesoterodine de klaring van
geneesmiddelen wijzigt die door deze enzymen worden gemetaboliseerd.
CYP3A4-remmers
Krachtige CYP3A4-remmers
Na inhibitie van CYP3A4 door gelijktijdige toediening van tweemaal daags 200 mg ketoconazol
stegen de C
max
en AUC van de actieve metaboliet van fesoterodine bij snelle CYP2D6
metaboliseerders met respectievelijk een factor 2,0 en 2,3 en bij trage CYP2D6 metaboliseerders met
respectievelijk een factor 2,1 en 2,5. Daarom moet de maximale dosis fesoterodine worden beperkt tot
4 mg bij gelijktijdig gebruik met krachtige CYP3A4-remmers (bijv. atazanavir, claritromycine,
indinavir, itraconazol, ketoconazol, nefazodon, nelfinavir, ritonavir (en alle door ritonavir versterkte
therapieën met proteaseremmers), saquinavir en telitromycine (zie rubrieken 4.2 en 4.4).
Matige CYP3A4-remmers
Na blokkade van CYP3A4 door gelijktijdige toediening van de matige CYP3A4-remmer fluconazol
200 mg tweemaal daags gedurende 2 dagen, stegen de C
max
en de AUC van de actieve metaboliet van
fesoterodine met respectievelijk ongeveer 19% en 27%. Doseringsaanpassingen worden niet
aangeraden in de aanwezigheid van matige CYP3A4-remmers (bijv. erytromycine, fluconazol,
diltiazem, verapamil en grapefruitsap).
Zwakke CYP3A4-remmers
Het effect van zwakke CYP3A4-remmers (bijv. cimetidine) is niet onderzocht; het valt niet te
verwachten dat dit groter is dan het effect van een matige CYP3A4-remmer.
CYP3A4-inductoren
Na inductie van CYP3A4 door gelijktijdige toediening van eenmaal daags 600 mg rifampicine daalden
de C
max
en AUC van de actieve metaboliet van fesoterodine met respectievelijk ongeveer 70% en 75%,
na orale toediening van fesoterodine 8 mg.
Inductie van CYP3A4 kan leiden tot subtherapeutische plasmaspiegels. Gelijktijdig gebruik met
CYP3A4-inductoren (bijv. carbamazepine, rifampicine, fenobarbital, fenytoïne, sint-janskruid) wordt
niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
CYP2D6-remmers
De interactie met CYP2D6-remmers werd niet klinisch getest. De gemiddelde C
max
en AUC van de
actieve metaboliet zijn respectievelijk een factor 1,7 en 2 hoger bij trage CYP2D6 metaboliseerders
vergeleken met snelle metaboliseerders. Gelijktijdige toediening van een krachtige CYP2D6-remmer
kan leiden tot een toename in blootstelling en bijwerkingen. Een dosisvermindering naar 4 mg kan
nodig zijn (zie rubriek 4.4).
5
Orale anticonceptiva
Fesoterodine belemmert de onderdrukking van de ovulatie door orale hormonale anticonceptie niet.
Bij aanwezigheid van fesoterodine treden geen veranderingen op in de plasmaconcentraties van
gecombineerde orale anticonceptiva die ethinylestradiol en levonorgestrel bevatten.
Warfarine
Een klinische studie onder gezonde vrijwilligers heeft laten zien dat fesoterodine eenmaal daags 8 mg
geen significant effect heeft op de farmacokinetiek of de anticoagulerende activiteit van een enkele
dosis warfarine.
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van fesoterodine bij zwangere vrouwen.
Reproductietoxiciteitsonderzoeken met fesoterodine bij dieren laten geringe embryotoxiciteit zien. In
reproductieonderzoeken bij dieren resulteerde orale toediening van fesoterodine aan drachtige muizen
en konijnen tijdens de organogenese in foetotoxiciteit bij maternale blootstellingen die respectievelijk
6 en 3 keer de maximale aanbevolen humane dosis (MRHD) bedroegen, gebaseerd op de AUC (zie
rubriek 5.3). Het potentiële risico voor de mens is niet bekend. TOVIAZ wordt niet aanbevolen tijdens
de zwangerschap.
Borstvoeding
Het is niet bekend of fesoterodine/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden; daarom
wordt borstvoeding tijdens het gebruik van TOVIAZ niet aanbevolen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen klinische studies uitgevoerd om het effect van fesoterodine op de vruchtbaarheid bij de
mens te beoordelen. Bevindingen bij muizen bij blootstellingen van ongeveer 5 tot 19 keer de MRHD
tonen een effect op de vruchtbaarheid van wijfjesmuizen. De klinische implicaties van deze
bevindingen bij dieren zijn echter onbekend (zie rubriek 5.3). Vrouwen die zwanger kunnen worden,
dienen geattendeerd te worden op het gebrek aan vruchtbaarheidsgegevens bij de mens. TOVIAZ
dient alleen gegeven te worden na afweging van de individuele risico’s en voordelen.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
TOVIAZ heeft geringe invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Voorzichtigheid is geboden bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines als gevolg
van het mogelijk optreden van bijwerkingen als wazig zien, duizeligheid en slaperigheid (zie
rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheid van fesoterodine werd in placebogecontroleerde klinische onderzoeken beoordeeld bij in
totaal 2859 patiënten met een overactieve blaas, van wie 780 een placebo ontvingen.
Als gevolg van de farmacologische eigenschappen van fesoterodine kan de behandeling lichte tot
matige antimuscarinerge effecten veroorzaken, zoals een droge mond, droge ogen, dyspepsie en
obstipatie. Urineretentie kan soms voorkomen.
In de fesoterodine-groep trad een droge mond, de enige zeer vaak voorkomende bijwerking, op met
een frequentie van 28,8%, vergeleken met 8,5% in de placebogroep. De meerderheid van de
bijwerkingen trad gedurende de eerste maand van de behandeling op. Uitzondering waren gevallen
6
geclassificeerd als urineretentie of residu na mictie groter dan 200 ml, die na langdurige behandeling
konden optreden en die vaker voorkwamen bij mannen dan bij vrouwen.
Getabelleerde lijst van bijwerkingen
In de onderstaande tabel wordt de frequentie van door de behandeling veroorzaakte bijwerkingen uit
placebogecontroleerde klinische onderzoeken aangegeven en vanuit postmarketing ervaring. De in
deze tabel vermelde bijwerkingen worden met de volgende frequentieconventie gepresenteerd: zeer
vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1.000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000).
Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Systeem/orgaanklasse
Infecties en parasitaire
aandoeningen
Psychische stoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Oogaandoeningen
Evenwichtsorgaan- en
ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Ademhalingsstelsel-,
borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Maagdarmstelsel-
aandoeningen
Droge
mond
Zeer vaak
Vaak
Slapeloos-
heid
Duizeligheid;
Hoofdpijn
Droge ogen
Soms
Urineweginfectie
Zelden
Verwardheid
Dysgeusie;
Slaperigheid
Wazig zien
Vertigo
Tachycardie;
Palpitaties
Faryngolaryngeale
pijn;
Hoesten;
Droge neus
Buikklachten;
Flatulentie;
Gastro-oesofageale
reflux
Verhoogde ALAT;
Verhoogde GGT
Uitslag;
Droge huid;
Jeuk
Urineretentie
(waaronder het
gevoel dat de blaas
niet helemaal leeg
is, mictiestoornis);
Urinaire hesitatie
(druppelsgewijs
urineren)
Vermoeidheid
Droge keel
Buikpijn;
Diarree;
Dyspepsie;
Obstipatie;
Misselijkheid
Lever- en galaandoeningen
Huid- en
onderhuidaandoeningen
Nier- en
urinewegaandoeningen
Dysurie
Angio-oedeem;
Netelroos
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
In klinisch onderzoek naar fesoterodine werden gevallen van duidelijk verhoogde leverenzymen
gemeld. De frequentie hiervan verschilde niet met die in de placebogroep. De relatie tot behandeling
met fesoterodine is onduidelijk.
Er werden elektrocardiogrammen gemaakt van 782 patiënten die met 4 mg, 785 patiënten die met
8 mg, 222 patiënten die met 12 mg fesoterodine werden behandeld en van 780 patiënten die een
placebo ontvingen. Het voor de hartfrequentie gecorrigeerde QT-interval van met fesoterodine
behandelde patiënten verschilde niet van het interval dat werd gezien bij patiënten die een placebo
7
ontvingen. De incidentiepercentages van QTc ≥ 500 ms na de uitgangswaarde of van een QTc stijging
≥ 60 ms bedragen 1,9%, 1,3%, 1,4% en 1,5% voor respectievelijk fesoterodine 4 mg, 8 mg, 12 mg en
placebo. De klinische relevantie van deze bevindingen is afhankelijk van de aanwezige risicofactoren
en gevoeligheid van de individuele patiënt (zie rubriek 4.4).
Na het op de markt brengen werden er gevallen van urineretentie beschreven, die over het algemeen
binnen de eerste week van de fesoterodine-behandeling optraden en waarvoor katheterisatie nodig
was. Het betrof voornamelijk oudere mannelijke patiënten (65 jaar of ouder) met een voorgeschiedenis
van benigne prostaathyperplasie (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Overdosering met antimuscarinica, waaronder fesoterodine, kan in ernstige anticholinerge effecten
resulteren. De behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. In geval een overdosis
wordt ECG-bewaking aanbevolen; ook moeten standaard ondersteunende maatregelen voor het
behandelen van de QT-verlenging worden toegepast. Fesoterodine is in klinisch onderzoek bij doses
tot 28 mg/dag veilig toegediend.
In geval van een overdosis fesoterodine moet de patiënt met een maagspoeling en actieve kool worden
behandeld. De symptomen moeten als volgt worden behandeld:
Ernstige centrale anticholinerge effecten (bijv. hallucinaties, ernstige opwinding):
behandelen met fysostigmine
Convulsies of uitgesproken opwinding: behandelen met benzodiazepinen
Ademhalingsinsufficiëntie: behandelen door middel van kunstmatige beademing
Tachycardie: behandelen met bètablokkers
Urineretentie: behandelen door middel van katheterisatie
Mydriasis: behandelen met pilocarpine oogdruppels en/of de patiënt in een donkere
kamer plaatsen.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacodynamische eigenschappen
5.
5.1
Farmacotherapeutische categorie: middelen bij urine-incontinentie, urologische spasmolytica,
ATC-code: G04B D11
Werkingsmechanisme
Fesoterodine is een competitieve specifieke muscarinerge receptorantagonist. Het wordt snel en in
hoge mate door niet-specifieke plasma-esterasen gehydrolyseerd tot het 5-hydroxymethyl-derivaat, de
primaire actieve metaboliet, dat de belangrijkste farmacologisch actieve vorm van fesoterodine is.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van vaste doses fesoterodine 4 mg en 8 mg werd beoordeeld in twee Fase 3
gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken met een duur van 12 weken.
Vrouwelijke (79%) en mannelijke patiënten (21%) met een gemiddelde leeftijd van 58 jaar (spreiding
19-91 jaar) werden geïncludeerd. Het aantal patiënten ≥ 65 jaar was 33% en ≥ 75 jaar was 11%.
Vergeleken met placebo was bij met fesoterodine behandelde patiënten aan het eind van de
behandeling sprake van een statistisch significante gemiddelde daling van het aantal micties per 24 uur
8
en van het aantal episodes van urge-incontinentie per 24 uur. Eveneens was het responspercentage
(percentage patiënten dat zijn aandoening op een Treatment Benefit Scale van 4 punten als “zeer
verbeterd” of “verbeterd” beschreef) bij gebruik van fesoterodine significant groter dan bij gebruik van
een placebo. Bovendien verbeterde fesoterodine de gemiddelde verandering in het uitgescheiden
volume per mictie en de gemiddelde verandering in het aantal continente dagen per week (zie Tabel 1
hieronder).
Tabel 1. Gemiddelde veranderingen vanaf de uitgangswaarde tot aan het einde van de
behandeling voor primaire en geselecteerde secundaire eindpunten
Onderzoek 1
Onderzoek 2
Parameter
Placebo
Fesotero-
Fesotero-
Actief ver-
Placebo
Fesotero-
Fesotero-
dine
dine
gelijkings-
dine
dine
4 mg
8 mg
product
4 mg
8 mg
Aantal micties per 24 uur #
N=279
N=265
N=276
N=283
N=266
N=267
N=267
Uitgangswaarde
12,0
11,6
11,9
11,5
12,2
12,9
12,0
Verandering
-1,02
-1,74
-1,94
-1,69
-1,02
-1,86
-1,94
t.o.v.
uitgangswaarde
p-waarde
< 0,001
< 0,001
0,032
< 0,001
Responspercentage (reactie op behandeling) #
N=279
N=265
N=276
N=283
N=266
N=267
N=267
Respons-
53,4%
74,7%
79,0%
72,4%
45,1%
63,7%
74,2%
percentage
p-waarde
< 0,001
< 0,001
< 0,001
< 0,001
Aantal urge-incontinentie episodes per 24 uur
N=211
N=199
N=223
N=223
N=205
N=228
N=218
Uitgangswaarde
3,7
3,8
3,7
3,8
3,7
3,9
3,9
Verandering
-1,20
-2,06
-2,27
-1,83
-1,00
-1,77
-2,42
t.o.v.
uitgangswaarde
p-waarde
0,001
< 0,001
0,003
< 0,001
Aantal continente dagen per week
N=211
N=199
N=223
N=223
N=205
N=228
N=218
Uitgangswaarde
0,8
0,8
0,6
0,6
0,6
0,7
0,7
Verandering
2,1
2,8
3,4
2,5
1,4
2,4
2,8
t.o.v.
uitgangswaarde
p-waarde
0,007
< 0,001
< 0,001
< 0,001
Mictievolume (ml)
N=279
N=265
N=276
N=283
N=266
N=267
N=267
Uitgangswaarde
150
160
154
154
159
152
156
Verandering
10
27
33
24
8
17
33
t.o.v.
uitgangswaarde
p-waarde
< 0,001
< 0,001
0,150
< 0,001
# primaire eindpunten
Cardiologische elektrofysiologie
Het effect van 4 mg en 28 mg fesoterodine op het QT-interval werd uitgebreid beoordeeld in een
dubbelblind, gerandomiseerd, placebo- en positiefgecontroleerd (400 mg moxifloxacine) onderzoek
met parallelgroep met eenmaal daagse behandeling gedurende een periode van 3 dagen bij
261 mannen en vrouwen, in leeftijd variërend tussen 45 en 65 jaar. Veranderingen vanaf de
uitgangswaarde in QTc, gebaseerd op de Fridericia correctiemethode lieten geen verschillen zien
tussen de actieve behandeling en de placebogroep.
9
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening werd fesoterodine niet in plasma gedetecteerd, als gevolg van een snelle en
uitgebreide hydrolyse door niet-specifieke plasma-esterasen.
De biologische beschikbaarheid van de actieve metaboliet is 52%. Na orale toediening van enkel of
meerdere doses fesoterodine in doses van 4 mg tot 28 mg zijn de plasmaconcentraties van de actieve
metaboliet proportioneel aan de dosis. De maximale plasmaspiegels worden na ongeveer 5 uur bereikt.
Therapeutische plasmaspiegels worden na de eerste toediening van fesoterodine bereikt. Er treedt na
toediening van meerdere doses geen accumulatie op.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van de actieve metaboliet is laag, waarbij ongeveer 50% bindt aan albumine
en alfa-1-zuur glycoproteïne. Het gemiddelde verdelingsvolume tijdens steady-state na intraveneuze
infusie van de actieve metaboliet bedraagt 169 l.
Biotransformatie
Na orale toediening wordt fesoterodine snel en in hoge mate gehydrolyseerd tot de actieve metaboliet
ervan. De actieve metaboliet wordt verder in de lever gemetaboliseerd tot de carboxy-, carboxy-N-
desisopropyl- en N-desisopropyl-metaboliet, gemedieerd door CYP2D6 en CYP3A4. Geen van deze
metabolieten draagt significant bij aan de antimuscarinerge activiteit van fesoterodine. De gemiddelde
C
max
en AUC van de actieve metaboliet zijn respectievelijk een factor 1,7 en 2 hoger bij trage
CYP2D6 metaboliseerders dan bij snelle metaboliseerders.
Eliminatie
Levermetabolisme en renale excretie dragen significant bij aan de eliminatie van de actieve
metaboliet. Na orale toediening van fesoterodine werd ongeveer 70% van de toegediende dosis
teruggevonden in de urine als de actieve metaboliet (16%), carboxy-metaboliet (34%), carboxy-N-
desisopropyl-metaboliet (18%) of N-desisopropyl-metaboliet (1%), en een kleinere hoeveelheid (7%)
werd in de feces teruggevonden. De terminale halfwaardetijd van de actieve metaboliet na orale
toediening is ongeveer 7 uur en wordt gelimiteerd door de absorptiesnelheid.
Leeftijd en geslacht
Voor deze subpopulaties wordt geen dosisaanpassing aanbevolen. De farmacokinetiek van
fesoterodine wordt door leeftijd en geslacht niet significant beïnvloed.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van fesoterodine is bij pediatrische patiënten niet beoordeeld.
Nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met een lichte tot matige nierfunctiestoornis (GFR 30-80 ml/min) stegen de C
max
en AUC
van de actieve metaboliet in vergelijking met gezonde proefpersonen tot respectievelijk een factor 1,5
en 1,8. Bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (GFR < 30 ml/min) stegen de C
max
en AUC
respectievelijk met een factor 2,0 en 2,3.
Leverfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis (ChildPugh B) stegen de C
max
en AUC van de
actieve metaboliet tot respectievelijk een factor 1,4 en 2,1, in vergelijking met gezonde proefpersonen.
De farmacokinetiek van fesoterodine is bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis niet
bestudeerd.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In niet-klinisch onderzoek naar veiligheidsfarmacologie, algemene toxiciteit, genotoxiciteit en
carcinogeniteit zijn geen klinisch relevante effecten waargenomen, behalve die gerelateerd waren aan
het farmacologisch effect van het actieve bestanddeel.
10
Reproductieonderzoeken hebben geringe embryotoxiciteit aangetoond bij doses die voor de moeder
net niet toxisch waren (verhoogd aantal resorpties, pre- en postimplantatie verliezen).
Van supratherapeutische concentraties van de actieve metaboliet van fesoterodine is aangetoond dat ze
de K
+
-stroom in gekloonde hERG-kanalen (human ether-à-go-go-related gene) remmen en de duur van
de actiepotentiaal in geïsoleerde Purkinje-vezels van de hond verlengen (70% en 90% repolarisatie). In
honden die bij bewustzijn waren, had de actieve metaboliet echter geen effect op het QT-interval en
het QTc-interval bij plasmaconcentraties van minimaal een factor 33 hoger dan de gemiddelde
maximale vrije plasmaconcentratie bij proefpersonen die snelle metaboliseerders zijn en een factor 21
hoger dan gemeten bij proefpersonen die trage CYP2D6 metaboliseerders zijn na toediening van
eenmaal daags 8 mg fesoterodine.
In een studie naar de vruchtbaarheid en de vroege embryonale ontwikkeling bij muizen had
fesoterodine geen effect op de mannelijke reproductie of vruchtbaarheid bij doses tot 45 mg/kg/dag.
Bij 45 mg/kg/dag werd een lager aantal corpora lutea, innestelingsplaatsen en levensvatbare foetussen
waargenomen bij wijfjesmuizen die fesoterodine kregen toegediend vanaf twee weken vóór het paren
tot en met dag zeven van de dracht. De maternale “No-Observed-Effect Level” (NOEL) en de NOEL
voor effecten op de reproductie en de vroege embryonale ontwikkeling waren beide 15 mg/kg/dag.
Gebaseerd op de AUC was de systemische blootstelling 0,6 tot 1,5 keer hoger bij muizen dan bij de
mens bij de MRHD, terwijl de blootstelling, gebaseerd op de piek-plasmaconcentraties, bij muizen 5
tot 9 keer hoger was.
6.
6.1
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Xylitol
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Hypromellose
Glyceroldibehenaat
Talk
Filmomhulling
Poly(vinylalcohol)
Titaandioxide (E171)
Macrogol (3350)
Talk
Sojalecithine
Indigokarmijn-aluminiumpigment (E132)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
2 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Houdbaarheid
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
11
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
TOVIAZ 4 mg en 8 mg tabletten zijn verpakt in aluminium-aluminium blisterverpakkingen in dozen
die 7, 14, 28, 30, 56, 84, 98 of 100 tabletten bevatten. Bovendien zijn TOVIAZ 4 mg en 8 mg tabletten
verpakt in HDPE flessen die 30 of 90 tabletten bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
TOVIAZ 4 mg tabletten
EU/1/07/386/001-005
EU/1/07/386/011
EU/1/07/386/013-014
EU/1/07/386/017
EU/1/07/386/019
TOVIAZ 8 mg tabletten
EU/1/07/386/006-010
EU/1/07/386/012
EU/1/07/386/015-016
EU/1/07/386/018
EU/1/07/386/020
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/ VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 20 april 2007
Datum van laatste verlenging: 15 maart 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
12
BIJLAGE II
A.
B.
C.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER
VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
D.
13
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
R-Pharm Germany GmbH
Heinrich-Mack-Str. 35, 89257 Illertissen
Duitsland
Pfizer Manufacturing Deutschland GmbH
Betriebsstätte Freiburg
Mooswaldallee 1
79090 Freiburg
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico’s of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico’s tot een minimum) is bereikt.
14
BIJLAGE III
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
15
A. ETIKETTERING
16
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Buitenverpakking 4 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 4 mg fesoterodinefumaraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose en sojalecithine: zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 tabletten met verlengde afgifte
14 tabletten met verlengde afgifte
28 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
56 tabletten met verlengde afgifte
84 tabletten met verlengde afgifte
98 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
EXP
17
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/386/001 7 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/002 14 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/003 28 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/019 30 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/004 56 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/005 98 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/011 84 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/017 100 tabletten met verlengde afgifte
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
TOVIAZ 4 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
19
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Etiket blister 4 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG (als MA Houder logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
20
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Primaire verpakking HDPE fles - 4 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 4 mg fesoterodinefumaraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose en sojalecithine: zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten met verlengde afgifte
90 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
21
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/386/013 30 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/014 90 tabletten met verlengde afgifte
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
22
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD
Buitenverpakking 8 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 8 mg fesoterodinefumaraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose en sojalecithine: zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 tabletten met verlengde afgifte
14 tabletten met verlengde afgifte
28 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
56 tabletten met verlengde afgifte
84 tabletten met verlengde afgifte
98 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
EXP
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
23
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/386/006 7 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/007 14 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/008 28 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/020 30 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/009 56 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/010 98 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/012 84 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/018 100 tabletten met verlengde afgifte
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
TOVIAZ 8 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
24
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
25
GEGEVENS DIE IN IEDER GEVAL OP BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN
WORDEN VERMELD
Etiket blister 8 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG (als MA Houder logo)
3.
EXP
4.
Lot
5.
OVERIGE
PARTIJNUMMER
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
26
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING EN DE PRIMAIRE VERPAKKING
MOETEN WORDEN VERMELD
Primaire verpakking HDPE fles - 8 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 8 mg fesoterodinefumaraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose en sojalecithine: zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten met verlengde afgifte
90 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
EXP
9.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
27
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/386/015 30 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/016 90 tabletten met verlengde afgifte
13.
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
PARTIJNUMMER
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
PC:
SN:
NN:
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
28
B. BIJSLUITER
29
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte
Fesoterodinefumaraat
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is TOVIAZ en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is TOVIAZ en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
TOVIAZ bevat een werkzame stof, genaamd fesoterodinefumaraat, en is een zogenaamde
antimuscarinerge behandeling die de activiteit van een overactieve blaas vermindert en bij
volwassenen wordt gebruikt om de symptomen ervan te behandelen.
Met TOVIAZ worden de symptomen van een overactieve blaas behandeld, bijv.:
als u uw plas niet kunt ophouden (aandrangsincontinentie)
als u plotseling moet plassen (plotselinge aandrang tot plassen)
als u vaker dan normaal moet plassen (veelvuldig plassen).
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel of voor pinda’s of soja. Deze
stoffen kunt u vinden in rubriek 6. (Zie rubriek 2, “TOVIAZ bevat lactose en sojaolie”).
U bent niet in staat uw blaas volledig te legen (urineretentie).
Uw maag leegt zich langzaam (maagretentie).
U heeft een oogziekte met de naam nauwe kamerhoekglaucoom (verhoogde oogboldruk) die
niet onder controle is.
U heeft overmatige spierzwakte (myasthenia gravis).
U heeft zweervorming en ontsteking van de dikke darm (ernstige colitis ulcerosa).
U heeft een abnormale vergroting of uitzetting van de dikke darm (toxisch megacolon).
U heeft ernstige leverproblemen.
U heeft nierproblemen of matige of ernstige leverproblemen en u gebruikt geneesmiddelen die
één van de volgende werkzame stoffen bevatten: itraconazol of ketoconazol (gebruikt bij de
behandeling van schimmelinfecties), ritonavir, atazanavir, indinavir, saquinavir of nelfinavir
(antivirale geneesmiddelen gebruikt bij de behandeling van hiv), claritromycine of telitromycine
(gebruikt bij de behandeling van bacteriële infecties) en nefazodone (gebruikt bij de
behandeling van depressie).
30
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Fesoterodine is misschien niet altijd geschikt voor u. Neem contact op met uw arts voordat u dit
middel inneemt als een van de volgende punten op u van toepassing is:
als u problemen heeft met het volledig legen van uw blaas (bijvoorbeeld door
prostaatvergroting)
als u ooit last heeft van een vertraagde spijsvertering of lijdt aan ernstige obstipatie
(verstopping)
als u wordt behandeld voor een oogziekte met de naam nauwe kamerhoekglaucoom.
als u ernstige nier- of leverproblemen heeft; het kan nodig zijn dat uw arts uw dosis moet
aanpassen
als u een aandoening heeft met de naam autonome neuropathie, die u kunt herkennen aan
symptomen als veranderingen in uw bloeddruk of stoornissen van de darmfunctie of van het
seksueel functioneren.
als u een maagdarmaandoening heeft die de doorgang en/of vertering van voedsel beïnvloedt
als u last heeft van brandend maagzuur of oprispingen
als u een infectie aan de urinewegen heeft; het is misschien nodig dat uw arts antibiotica
voorschrijft.
Hartproblemen: neem contact op met uw arts indien u lijdt aan één van de volgende aandoeningen:
als u een ECG (hartfilm) afwijking heeft, bekend onder de naam QT-verlenging of als u een
geneesmiddel inneemt dat dit kan veroorzaken
als u een vertraagde hartslag heeft (bradycardie)
als u lijdt aan een hartaandoening zoals myocardischemie (verminderde bloedtoevoer naar de
hartspier), onregelmatige hartslag of hartfalen
als u hypokaliëmie heeft, wat een uitingsvorm is van een abnormaal laag gehalte aan kalium in
uw bloed.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar omdat nog vastgesteld dient te
worden of het voor hen zou werken en of het veilig is.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast TOVIAZ nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts
of apotheker. Uw arts zal u vertellen of u TOVIAZ samen met andere geneesmiddelen kunt innemen.
Vertel het uw arts als u geneesmiddelen gebruikt uit onderstaande lijst. Gelijktijdig gebruik met
fesoterodine kan bijwerkingen zoals droge mond, obstipatie, problemen met het volledig legen van uw
blaas (urineretentie) of slaperigheid ernstiger maken of vaker doen voorkomen.
geneesmiddelen die het werkzaam bestanddeel amantadine bevatten (gebruikt voor de
behandeling van de ziekte van Parkinson)
bepaalde geneesmiddelen die gebruikt worden om de beweeglijkheid van het maagdarmkanaal
te versterken of ter verlichting van maagkrampen of spasmen en ter preventie van reisziekten,
zoals geneesmiddelen die metoclopramide bevatten
bepaalde geneesmiddelen gebruikt om psychiatrische ziekten te behandelen, zoals anti-
depressiva en neuroleptica.
Vertel het uw arts ook als u één van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
geneesmiddelen die één van de volgende werkzame bestanddelen bevatten, kunnen de afbraak
van fesoterodine versnellen en zo de werkzaamheid van fesoterodine verminderen: sint-
janskruid (een kruidengeneesmiddel), rifampicine (gebruikt bij de behandeling van bacteriële
infecties), carbamazepine, fenytoïne en fenobarbital (onder andere gebruikt ter behandeling van
epilepsie)
geneesmiddelen die één van de volgende werkzame bestanddelen bevatten, kunnen de
concentratie van fesoterodine in het bloed doen stijgen: itraconazol of ketoconazol (gebruikt bij
de behandeling van schimmelinfecties), ritonavir, atazanavir, indinavir, saquinavir of nelfinavir
31
(antivirale geneesmiddelen voor de behandeling van hiv), claritromycine of telithromycine
(gebruikt bij de behandeling van bacteriële infecties), nefazodon (gebruikt om depressies te
behandelen), fluoxetine of paroxetine (gebruikt om depressies en angst te behandelen),
bupropion (gebruikt om met roken te stoppen of depressie te behandelen), kinidine (gebruikt om
stoornissen in het hartritme (aritmieën) te behandelen) en cinacalcet (gebruikt om verhoogde
werking van de schildklier (hyperparathyreoïdie) te behandelen)
geneesmiddelen die het werkzaam bestanddeel methadon bevatten (gebruikt bij de behandeling
van ernstige pijn en verslavingsproblemen).
Zwangerschap en borstvoeding
U moet geen TOVIAZ gebruiken als u zwanger bent, omdat de effecten van fesoterodine op de
zwangerschap en de ongeboren baby niet bekend zijn.
Het is niet bekend of fesoterodine in de moedermelk wordt uitgescheiden; geef daarom geen
borstvoeding tijdens de behandeling met TOVIAZ.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
TOVIAZ kan wazig zien, duizeligheid en slaperigheid veroorzaken. Als u één van deze bijwerkingen
ervaart, rijd dan niet en gebruik geen gereedschap of machines.
TOVIAZ bevat lactose en sojaolie
TOVIAZ bevat lactose. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem
dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
TOVIAZ bevat sojaolie. Gebruik dit geneesmiddel niet indien u allergisch bent voor pinda’s of soja.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen aanvangsdosis van TOVIAZ is eenmaal daags één tablet van 4 mg. Afhankelijk van
hoe u op het geneesmiddel reageert, kan uw arts een hogere dosis voorschrijven; één 8 mg tablet per
dag.
U moet uw tablet in zijn geheel doorslikken met een glas water. Kauw niet op de tablet. TOVIAZ kan
met of zonder voedsel worden ingenomen.
Om eraan te denken uw geneesmiddel in te nemen, is het voor u wellicht makkelijker om het elke dag
op hetzelfde tijdstip in te nemen.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Wanneer u meer tabletten heeft ingenomen dan aan u zijn voorgeschreven, of als iemand anders per
ongeluk uw tabletten inneemt, neem dan onmiddellijk voor advies contact op met uw arts of
ziekenhuis. Laat daarbij de verpakking van de tabletten zien.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u bent vergeten om een tablet in te nemen, neem uw tablet dan in zodra u eraan denkt, maar neem
niet meer in dan één tablet per dag. Neem geen dubbele dosis om een vergeten tablet in te halen.
32
Als u stopt met het innemen van dit middel
Stop niet met het innemen van TOVIAZ zonder dit met uw arts te bespreken, omdat uw symptomen
van een overactieve blaas weer terug kunnen komen of erger kunnen worden zodra u stopt met het
innemen van TOVIAZ.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Sommige bijwerkingen kunnen ernstig zijn
Ernstige allergische reacties waaronder plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijv.
keel of tong), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag, vaak als allergische reactie (angio-
oedeem) treden zelden op. U moet het gebruik van TOVIAZ staken en onmiddellijk contact met uw
arts op te nemen indien er bij u een zwelling van het gezicht, mond of keel optreedt.
Andere bijwerkingen
Zeer vaak
(komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
U kunt een droge mond krijgen. Deze bijwerking is gewoonlijk licht tot matig van aard. Dit kan leiden
tot een groter risico op tandbederf (cariës). Daarom moet u uw tanden regelmatig (tweemaal daags)
poetsen en bij twijfel naar een tandarts gaan.
Vaak
(komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
droge ogen
verstopping (obstipatie)
problemen met de spijsvertering (dyspepsie)
problemen met of pijn bij het plassen (dysurie)
duizeligheid
hoofdpijn
maagpijn
diarree
misselijkheid
slapeloosheid (insomnia)
een droge keel
Soms
(komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
urineweginfectie
slaperigheid (somnolentie)
smaakstoornis (dysgeusie)
duizeligheid (vertigo)
uitslag
droge huid
jeuk
een onaangenaam gevoel in de maag
winderigheid (flatulentie)
problemen met het volledig legen van de blaas (urineretentie)
moeilijk op gang komen van het plassen (urinaire hesitatie)
extreme vermoeidheid (fatigue)
versnelde hartslag (tachycardie)
hartkloppingen
33
leverproblemen
hoesten
droge neus
keelpijn
brandend maagzuur
wazig zien
Zelden
(komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers)
netelroos
verwardheid
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
de blisterverpakking na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is fesoterodinefumaraat.
TOVIAZ 4 mg
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 4 mg fesoterodinefumaraat, overeenkomend met 3,1 mg
fesoterodine.
TOVIAZ 8 mg
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 8 mg fesoterodinefumaraat, overeenkomend met 6,2 mg
fesoterodine.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Tabletkern: xylitol, lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose, hypromellose, glyceroldibehenaat,
talk.
Omhulling: polyvinylalcohol, titaandioxide (E171), macrogol (3350), talk, sojalecithine,
indigokarmijn-aluminiumpigment (E132).
34
Hoe ziet TOVIAZ eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte zijn lichtblauw, ovaalvormig, bolrond aan beide kanten,
filmomhuld en aan één kant gegraveerd met de letters “FS”.
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte zijn blauw, ovaalvormig, bolrond aan beide kanten,
filmomhuld en aan één kant gegraveerd met de letters “FT”.
TOVIAZ is beschikbaar in blisterverpakkingen van 7, 14, 28, 30, 56, 84, 98 en 100 tabletten met
verlengde afgifte. Bovendien is TOVIAZ beschikbaar in HDPE flessen die 30 of 90 tabletten bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
Fabrikant:
R-Pharm Germany GmbH
Heinrich-Mack-Str. 35, 89257 Illertissen
Duitsland
Pfizer Manufacturing Deutschland GmbH
Betriebsstätte Freiburg
Mooswaldallee 1
79090 Freiburg
Duitsland
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België /Belgique / Belgien
Pfizer S.A./N.V.
Tél/Tel: +32 (0)2 554 62 11
България
Пфайзер Люксембург САРЛ, Кло½ България
Тел.: +359 2 970 4333
Česká Republika
Pfizer, spol. s r.o.
Tel: +420 283 004 111
Danmark
Pfizer ApS
Tlf: +45 44 20 11 00
Deutschland
Pfizer Pharma GmbH
Tel: +49 (0)30 550055 51000
Luxembourg/Luxemburg
Pfizer S.A.
Tél/Tel: +32 (0)2 554 62 11
Magyarország
Pfizer Kft.
Tel.: + 36 1 488 37 00
Malta
Vivian Corporation Ltd.
Tel: +356 21344610
Nederland
Pfizer bv
Tel: +31 (0)10 406 43 01
Norge
Pfizer AS
Tlf: +47 67 52 61 00
35
Eesti
Pfizer Luxembourg SARL Eesti filiaal
Tel: +372 666 7500
Ελλάδα
Pfizer Ελλάς A.E.
Τλ: +30 210 6785800
España
Pfizer S.L.
Tel: +34 91 490 99 00
France
Pfizer
Tél: +33 (0)1 58 07 34 40
Hrvatska
Pfizer Croatia d.o.o.
Tel: +385 1 3908 777
Österreich
Pfizer Corporation Austria Ges.m.b.H.
Tel: +43 (0)1 521 15-0
Polska
Pfizer Polska Sp. z o.o.
Tel.: +48 22 335 61 00
Portugal
Laboratórios Pfizer, Lda.
Tel: +351 21 423 5500
România
Pfizer România S.R.L.
Tel: +40 (0)21 207 28 00
Slovenija
Pfizer Luxembourg SARL, Pfizer, podružnica za
svetovanje s področja farmacevtske dejavnosti,
Ljubljana
Tel: + 386 (0)1 52 11 400
Slovenská republika
Pfizer Luxembourg SARL, organizačná zložka
Tel: +421–2–3355 5500
Suomi/Finland
Pfizer Oy
Puh/Tel: +358(0)9 43 00 40
Sverige
Pfizer AB
Tel: +46 (0)8 550 520 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Pfizer Limited
Tel: +44 (0)1304 616161
Ireland
Pfizer Healthcare Ireland
Tel: 1800 633 363 (toll free)
Tel: +44 (0)1304 616161
Ísland
Icepharma hf.
Sími: + 354 540 8000
Italia
Pfizer S.r.l.
Tel: +39 06 33 18 21
Κύπρος
Pfizer Ελλάς A.E. (Cyprus Branch)
Τηλ: +357 22 817690
Latvija
Pfizer Luxembourg SARL, filiāle Latvijā
Tel: +371 670 35 775
Lietuva
Pfizer Luxembourg SARL, filialas Lietuvoje
Tel. +3705 2514000
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.
36
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
TOVIAZ 4 mg tabletten
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 4 mg fesoterodinefumaraat overeenkomend met 3,1 mg
fesoterodine.
TOVIAZ 8 mg tabletten
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 8 mg fesoterodinefumaraat overeenkomend met 6,2 mg
fesoterodine.
Hulpstoffen met bekend effect
TOVIAZ 4 mg tabletten
Elke 4 mg tablet met verlengde afgifte bevat 0,525 mg sojalecithine en 91,125 mg lactose.
TOVIAZ 8 mg tabletten
Elke 8 mg tablet met verlengde afgifte bevat 0,525 mg sojalecithine en 58,125 mg lactose.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet met verlengde afgifte.
TOVIAZ 4 mg tabletten
De 4 mg tabletten zijn lichtblauw, ovaalvormig, biconvex, filmomhuld en aan één kant gegraveerd met
de letters 'FS'.
TOVIAZ 8 mg tabletten
De 8 mg tabletten zijn blauw, ovaalvormig, biconvex, filmomhuld en aan één kant gegraveerd met de
letters 'FT'.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
TOVIAZ is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van de symptomen
(veelvuldig plassen en/of plotselinge aandrang tot plassen en/of urge-incontinentie) die kunnen
optreden met het overactieve blaassyndroom.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Volwassenen (inclusief ouderen)
De aanbevolen aanvangsdosering is eenmaal daags 4 mg. Afhankelijk van de individuele respons kan
de dosis worden verhoogd tot eenmaal daags 8 mg. De maximale dagelijkse dosering is 8 mg.
Bij personen met een normale nier- en leverfunctie, die gelijktijdig krachtige CYP3A4-remmers
toegediend krijgen, dient de maximale dagdosering van TOVIAZ 4 mg eenmaal daags te bedragen
(zie rubriek 4.5).
Speciale populatie
Nier- en leverfunctiestoornissen
De volgende tabel toont de aanbevolen dagdosering voor personen met nier- of leverfunctiestoornissen
in afwezigheid en aanwezigheid van matige en krachtige CYP3A4-remmers (zie rubrieken 4.3, 4.4,
4.5 en 5.2).
Matige(3) of krachtige (4) CYP3A4-remmers
Geen
Matig
Krachtig
Dient te worden
Nierfunctiestoornis(1)
Mild
48 mg(2)
4 mg
vermeden
Matig
48 mg(2)
4 mg
Gecontra-indiceerd
Dient te worden
Ernstig
4 mg
Gecontra-indiceerd
vermeden
Dient te worden
Leverfunctiestoornis
Mild
48 mg(2)
4 mg
vermeden
Dient te worden
Matig
4 mg
Gecontra-indiceerd
vermeden
(1)
Mild GFR = 50-80 ml/min; Matig GFR = 30-50 ml/min; Ernstig GFR = <30 ml/min
(2)
Voorzichtige dosisverhoging. Zie rubrieken 4.4, 4.5 en 5.2
(3)
Matige CYP3A4-remmers. Zie rubriek 4.5
(4)
Krachtige CYP3A4-remmers. Zie rubrieken 4.3, 4.4 en 4.5
TOVIAZ is gecontra-indiceerd bij personen met een ernstige leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.3).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van TOVIAZ bij kinderen onder de 18 jaar zijn nog niet vastgesteld.
Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Wijze van toediening
De tabletten dienen eenmaal daags met vloeistof te worden ingenomen en in hun geheel te worden
doorgeslikt. TOVIAZ kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor pinda's of soja of voor een van de in rubriek
6.1 vermelde hulpstoffen
Urineretentie
Maagretentie
Onvoldoende gereguleerd nauwe kamerhoekglaucoom
Myasthenia gravis
Ernstige leverfunctiestoornis (Child Pugh C)
Gelijktijdig gebruik van krachtige CYP3A4-remmers bij personen met matige tot ernstige lever-
of nierfunctiestoornissen
Ernstige colitis ulcerosa
Toxisch megacolon.
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
TOVIAZ dient met voorzichtigheid gebruikt te worden bij patiënten met:
Een klinisch significante obstructie van de blaasuitgang met een risico op urineretentie (bijv.
klinisch significante prostaatvergroting door benigne prostaathyperplasie, zie rubriek 4.3)
Gastro-intestinale obstructie (bijv. pylorusstenose)
Gastro-oesofageale reflux en/of bij patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen gebruiken (zoals
orale bisfosfonaten) die een oesofagitis kunnen veroorzaken of verergeren
Verminderde gastro-intestinale motiliteit
Autonome neuropathie
Voldoende gereguleerd nauwehoekglaucoom
Voorzichtigheid is geboden bij het voorschrijven of optitreren van fesoterodine bij patiënten in wie
een verhoogde blootstelling aan de actieve metaboliet (zie rubriek 5.1) wordt verwacht:
Leverfunctiestoornissen (zie rubrieken 4.2, 4.3 en 5.2)
Nierfunctiestoornissen (zie rubrieken 4.2, 4.3 en 5.2)
Gelijktijdige toediening van krachtige of matige CYP3A4-remmers (zie rubrieken 4.2 en 4.5)
Gelijktijdige toediening van een krachtige CYP2D6-remmer (zie rubrieken 4.5 en 5.2).
Dosisverhogingen
Bij patiënten met een combinatie van deze factoren worden additionele toenamen in blootstelling
verwacht. Het is waarschijnlijk dat dosisafhankelijke antimuscarinerge bijwerkingen zullen optreden.
Bij populaties waarin de dosis verhoogd kan worden tot 8 mg eenmaal daags, dient de dosisverhoging
voorafgegaan te worden door een evaluatie van de individuele respons en tolerantie.
Organische oorzaken dienen te worden uitgesloten voordat een behandeling met antimuscarinerge
geneesmiddelen wordt overwogen. De veiligheid en werkzaamheid zijn nog niet vastgesteld bij
patiënten met een neurogene oorzaak voor detrusor-overactiviteit.
Vóór behandeling met fesoterodine moet worden onderzocht of er eventuele andere oorzaken zijn voor
het veelvuldig urineren (behandeling van hartfalen of nierziekte). Als er sprake is van een
urineweginfectie, moet met een geschikte medische/antibacteriële behandeling worden gestart.
Angio-oedeem
Angio-oedeem is gemeld tijdens het gebruik van fesoterodine en trad in sommige gevallen op na de
eerste dosering. Indien angio-oedeem optreedt, dient het gebruik van fesoterodine gestaakt te worden
en dient direct gepaste behandeling verleend te worden.
Krachtige CYP3A4-inductoren
Het gelijktijdig gebruik van fesoterodine met een krachtige CYP3A4-inductor (d.w.z. carbamazepine,
rifampicine, fenobarbital, fenytoïne, sint-janskruid) wordt niet aanbevolen (zie rubriek 4.5).
QT-verlenging
TOVIAZ dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een risico op QT-verlenging
(bijv. hypokaliëmie, bradycardie en gelijktijdige toediening van geneesmiddelen waarvan bekend is
dat ze het QT-interval verlengen) en bij patiënten met relevante, al eerder bestaande hartaandoeningen
(bijv. myocardischemie, aritmie, congestief hartfalen), (zie rubriek 4.8). Dit geldt speciaal bij gebruik
van krachtige CYP3A4-remmers (zie rubrieken 4.2, 4.5 en 5.1).
Lactose
TOVIAZ tabletten met verlengde afgifte bevatten lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke
aandoeningen als galactose-intolerantie, Lapp lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie
dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Farmacologische interacties
Bij gelijktijdige toediening van fesoterodine met andere antimuscarinica en geneesmiddelen met
anticholinerge eigenschappen (bijv. amantadine, tricyclische antidepressiva, bepaalde neuroleptica) is
voorzichtigheid geboden, omdat dit kan leiden tot meer uitgesproken therapeutische effecten en
bijwerkingen (bijv. obstipatie, droge mond, slaperigheid, urineretentie).
Fesoterodine kan het effect verminderen van geneesmiddelen die de motiliteit van het
maagdarmkanaal stimuleren, zoals metoclopramide.
Farmacokinetische interacties
In vitro gegevens tonen aan dat de actieve metaboliet van fesoterodine CYP1A2, 2B6, 2C8, 2C9,
2C19, 2D6, 2E1 of 3A4 niet remt of CYP1A2, 2B6, 2C9, 2C19 of 3A4 niet induceert bij klinisch
relevante plasmaconcentraties. Derhalve is het onwaarschijnlijk dat fesoterodine de klaring van
geneesmiddelen wijzigt die door deze enzymen worden gemetaboliseerd.
CYP3A4-remmers
Krachtige CYP3A4-remmers
Na inhibitie van CYP3A4 door gelijktijdige toediening van tweemaal daags 200 mg ketoconazol
stegen de Cmax en AUC van de actieve metaboliet van fesoterodine bij snelle CYP2D6
metaboliseerders met respectievelijk een factor 2,0 en 2,3 en bij trage CYP2D6 metaboliseerders met
respectievelijk een factor 2,1 en 2,5. Daarom moet de maximale dosis fesoterodine worden beperkt tot
4 mg bij gelijktijdig gebruik met krachtige CYP3A4-remmers (bijv. atazanavir, claritromycine,
indinavir, itraconazol, ketoconazol, nefazodon, nelfinavir, ritonavir (en alle door ritonavir versterkte
therapieën met proteaseremmers), saquinavir en telitromycine (zie rubrieken 4.2 en 4.4).
Matige CYP3A4-remmers
Na blokkade van CYP3A4 door gelijktijdige toediening van de matige CYP3A4-remmer fluconazol
200 mg tweemaal daags gedurende 2 dagen, stegen de Cmax en de AUC van de actieve metaboliet van
fesoterodine met respectievelijk ongeveer 19% en 27%. Doseringsaanpassingen worden niet
aangeraden in de aanwezigheid van matige CYP3A4-remmers (bijv. erytromycine, fluconazol,
diltiazem, verapamil en grapefruitsap).
Zwakke CYP3A4-remmers
Het effect van zwakke CYP3A4-remmers (bijv. cimetidine) is niet onderzocht; het valt niet te
verwachten dat dit groter is dan het effect van een matige CYP3A4-remmer.
CYP3A4-inductoren
Na inductie van CYP3A4 door gelijktijdige toediening van eenmaal daags 600 mg rifampicine daalden
de Cmax en AUC van de actieve metaboliet van fesoterodine met respectievelijk ongeveer 70% en 75%,
na orale toediening van fesoterodine 8 mg.
Inductie van CYP3A4 kan leiden tot subtherapeutische plasmaspiegels. Gelijktijdig gebruik met
CYP3A4-inductoren (bijv. carbamazepine, rifampicine, fenobarbital, fenytoïne, sint-janskruid) wordt
niet aanbevolen (zie rubriek 4.4).
CYP2D6-remmers
De interactie met CYP2D6-remmers werd niet klinisch getest. De gemiddelde Cmax en AUC van de
actieve metaboliet zijn respectievelijk een factor 1,7 en 2 hoger bij trage CYP2D6 metaboliseerders
vergeleken met snelle metaboliseerders. Gelijktijdige toediening van een krachtige CYP2D6-remmer
kan leiden tot een toename in blootstelling en bijwerkingen. Een dosisvermindering naar 4 mg kan
nodig zijn (zie rubriek 4.4).
Warfarine
Een klinische studie onder gezonde vrijwilligers heeft laten zien dat fesoterodine eenmaal daags 8 mg
geen significant effect heeft op de farmacokinetiek of de anticoagulerende activiteit van een enkele
dosis warfarine.
Pediatrische patiënten
Onderzoek naar interacties is alleen bij volwassenen uitgevoerd.
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van fesoterodine bij zwangere vrouwen.
Reproductietoxiciteitsonderzoeken met fesoterodine bij dieren laten geringe embryotoxiciteit zien. In
reproductieonderzoeken bij dieren resulteerde orale toediening van fesoterodine aan drachtige muizen
en konijnen tijdens de organogenese in foetotoxiciteit bij maternale blootstellingen die respectievelijk
6 en 3 keer de maximale aanbevolen humane dosis (MRHD) bedroegen, gebaseerd op de AUC (zie
rubriek 5.3). Het potentiële risico voor de mens is niet bekend. TOVIAZ wordt niet aanbevolen tijdens
de zwangerschap.
Borstvoeding
Het is niet bekend of fesoterodine/metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden; daarom
wordt borstvoeding tijdens het gebruik van TOVIAZ niet aanbevolen.
Vruchtbaarheid
Er zijn geen klinische studies uitgevoerd om het effect van fesoterodine op de vruchtbaarheid bij de
mens te beoordelen. Bevindingen bij muizen bij blootstellingen van ongeveer 5 tot 19 keer de MRHD
tonen een effect op de vruchtbaarheid van wijfjesmuizen. De klinische implicaties van deze
bevindingen bij dieren zijn echter onbekend (zie rubriek 5.3). Vrouwen die zwanger kunnen worden,
dienen geattendeerd te worden op het gebrek aan vruchtbaarheidsgegevens bij de mens. TOVIAZ
dient alleen gegeven te worden na afweging van de individuele risico's en voordelen.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
TOVIAZ heeft geringe invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
Voorzichtigheid is geboden bij het besturen van voertuigen of het bedienen van machines als gevolg
van het mogelijk optreden van bijwerkingen als wazig zien, duizeligheid en slaperigheid (zie
rubriek 4.8).
4.8
Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De veiligheid van fesoterodine werd in placebogecontroleerde klinische onderzoeken beoordeeld bij in
totaal 2859 patiënten met een overactieve blaas, van wie 780 een placebo ontvingen.
Als gevolg van de farmacologische eigenschappen van fesoterodine kan de behandeling lichte tot
matige antimuscarinerge effecten veroorzaken, zoals een droge mond, droge ogen, dyspepsie en
obstipatie. Urineretentie kan soms voorkomen.
In de fesoterodine-groep trad een droge mond, de enige zeer vaak voorkomende bijwerking, op met
een frequentie van 28,8%, vergeleken met 8,5% in de placebogroep. De meerderheid van de
bijwerkingen trad gedurende de eerste maand van de behandeling op. Uitzondering waren gevallen
Getabelleerde lijst van bijwerkingen
In de onderstaande tabel wordt de frequentie van door de behandeling veroorzaakte bijwerkingen uit
placebogecontroleerde klinische onderzoeken aangegeven en vanuit postmarketing ervaring. De in
deze tabel vermelde bijwerkingen worden met de volgende frequentieconventie gepresenteerd: zeer
vaak ( 1/10), vaak ( 1/100, < 1/10), soms ( 1/1.000, < 1/100), zelden ( 1/10.000, < 1/1.000).
Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst.
Systeem/orgaanklasse
Zeer vaak
Vaak
Soms
Zelden
Infecties en parasitaire
Urineweginfectie
aandoeningen
Psychische stoornissen
Slapeloos-
Verwardheid
heid
Zenuwstelselaandoeningen
Duizeligheid; Dysgeusie;
Hoofdpijn
Slaperigheid
Oogaandoeningen
Droge ogen
Wazig zien
Evenwichtsorgaan- en
Vertigo
ooraandoeningen
Hartaandoeningen
Tachycardie;
Palpitaties
Ademhalingsstelsel-,
Droge keel
Faryngolaryngeale
borstkas- en
pijn;
mediastinumaandoeningen
Hoesten;
Droge neus
Maagdarmstelsel-
Droge
Buikpijn;
Buikklachten;
aandoeningen
mond
Diarree;
Flatulentie;
Dyspepsie;
Gastro-oesofageale
Obstipatie;
reflux
Misselijkheid
Lever- en galaandoeningen
Verhoogde ALAT;
Verhoogde GGT
Huid- en
Uitslag;
Angio-oedeem;
onderhuidaandoeningen
Droge huid;
Netelroos
Jeuk
Nier- en
Dysurie
Urineretentie
urinewegaandoeningen
(waaronder het
gevoel dat de blaas
niet helemaal leeg
is, mictiestoornis);
Urinaire hesitatie
(druppelsgewijs
urineren)
Algemene aandoeningen en
Vermoeidheid
toedieningsplaatsstoornissen
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
In klinisch onderzoek naar fesoterodine werden gevallen van duidelijk verhoogde leverenzymen
gemeld. De frequentie hiervan verschilde niet met die in de placebogroep. De relatie tot behandeling
met fesoterodine is onduidelijk.
Er werden elektrocardiogrammen gemaakt van 782 patiënten die met 4 mg, 785 patiënten die met
8 mg, 222 patiënten die met 12 mg fesoterodine werden behandeld en van 780 patiënten die een
placebo ontvingen. Het voor de hartfrequentie gecorrigeerde QT-interval van met fesoterodine
behandelde patiënten verschilde niet van het interval dat werd gezien bij patiënten die een placebo
Na het op de markt brengen werden er gevallen van urineretentie beschreven, die over het algemeen
binnen de eerste week van de fesoterodine-behandeling optraden en waarvoor katheterisatie nodig
was. Het betrof voornamelijk oudere mannelijke patiënten (65 jaar of ouder) met een voorgeschiedenis
van benigne prostaathyperplasie (zie rubriek 4.4).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op
deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden
gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen
te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
4.9
Overdosering
Overdosering met antimuscarinica, waaronder fesoterodine, kan in ernstige anticholinerge effecten
resulteren. De behandeling dient symptomatisch en ondersteunend te zijn. In geval een overdosis
wordt ECG-bewaking aanbevolen; ook moeten standaard ondersteunende maatregelen voor het
behandelen van de QT-verlenging worden toegepast. Fesoterodine is in klinisch onderzoek bij doses
tot 28 mg/dag veilig toegediend.
In geval van een overdosis fesoterodine moet de patiënt met een maagspoeling en actieve kool worden
behandeld. De symptomen moeten als volgt worden behandeld:
Ernstige centrale anticholinerge effecten (bijv. hallucinaties, ernstige opwinding):
behandelen met fysostigmine
Convulsies of uitgesproken opwinding: behandelen met benzodiazepinen
Ademhalingsinsufficiëntie: behandelen door middel van kunstmatige beademing
Tachycardie: behandelen met bètablokkers
Urineretentie: behandelen door middel van katheterisatie
Mydriasis: behandelen met pilocarpine oogdruppels en/of de patiënt in een donkere
kamer plaatsen.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: middelen bij urine-incontinentie, urologische spasmolytica,
ATC-code: G04B D11
Werkingsmechanisme
Fesoterodine is een competitieve specifieke muscarinerge receptorantagonist. Het wordt snel en in
hoge mate door niet-specifieke plasma-esterasen gehydrolyseerd tot het 5-hydroxymethyl-derivaat, de
primaire actieve metaboliet, dat de belangrijkste farmacologisch actieve vorm van fesoterodine is.
Klinische werkzaamheid en veiligheid
De werkzaamheid van vaste doses fesoterodine 4 mg en 8 mg werd beoordeeld in twee Fase 3
gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde onderzoeken met een duur van 12 weken.
Vrouwelijke (79%) en mannelijke patiënten (21%) met een gemiddelde leeftijd van 58 jaar (spreiding
19-91 jaar) werden geïncludeerd. Het aantal patiënten 65 jaar was 33% en 75 jaar was 11%.
Vergeleken met placebo was bij met fesoterodine behandelde patiënten aan het eind van de
behandeling sprake van een statistisch significante gemiddelde daling van het aantal micties per 24 uur
Tabel 1. Gemiddelde veranderingen vanaf de uitgangswaarde tot aan het einde van de
behandeling voor primaire en geselecteerde secundaire eindpunten
Onderzoek 1
Onderzoek 2
Parameter
Placebo
Fesotero-
Fesotero-
Actief ver-
Placebo
Fesotero-
Fesotero-
dine
dine
gelijkings-
dine
dine
4 mg
8 mg
product
4 mg
8 mg
Aantal micties per 24 uur #
N=279
N=265
N=276
N=283
N=266
N=267
N=267
Uitgangswaarde
12,0
11,6
11,9
11,5
12,2
12,9
12,0
Verandering
-1,02
-1,74
-1,94
-1,69
-1,02
-1,86
-1,94
t.o.v.
uitgangswaarde
p-waarde
< 0,001
< 0,001
0,032
< 0,001
Responspercentage (reactie op behandeling) #
N=279
N=265
N=276
N=283
N=266
N=267
N=267
Respons-
53,4%
74,7%
79,0%
72,4%
45,1%
63,7%
74,2%
percentage
p-waarde
< 0,001
< 0,001
< 0,001
< 0,001
Aantal urge-incontinentie episodes per 24 uur
N=211
N=199
N=223
N=223
N=205
N=228
N=218
Uitgangswaarde
3,7
3,8
3,7
3,8
3,7
3,9
3,9
Verandering
-1,20
-2,06
-2,27
-1,83
-1,00
-1,77
-2,42
t.o.v.
uitgangswaarde
p-waarde
0,001
< 0,001
0,003
< 0,001
Aantal continente dagen per week
N=211
N=199
N=223
N=223
N=205
N=228
N=218
Uitgangswaarde
0,8
0,8
0,6
0,6
0,6
0,7
0,7
Verandering
2,1
2,8
3,4
2,5
1,4
2,4
2,8
t.o.v.
uitgangswaarde
p-waarde
0,007
< 0,001
< 0,001
< 0,001
Mictievolume (ml)
N=279
N=265
N=276
N=283
N=266
N=267
N=267
Uitgangswaarde
150
160
154
154
159
152
156
Verandering
10
27
33
24
8
17
33
t.o.v.
uitgangswaarde
p-waarde
< 0,001
< 0,001
0,150
< 0,001
# primaire eindpunten
Cardiologische elektrofysiologie
Het effect van 4 mg en 28 mg fesoterodine op het QT-interval werd uitgebreid beoordeeld in een
dubbelblind, gerandomiseerd, placebo- en positiefgecontroleerd (400 mg moxifloxacine) onderzoek
met parallelgroep met eenmaal daagse behandeling gedurende een periode van 3 dagen bij
261 mannen en vrouwen, in leeftijd variërend tussen 45 en 65 jaar. Veranderingen vanaf de
uitgangswaarde in QTc, gebaseerd op de Fridericia correctiemethode lieten geen verschillen zien
tussen de actieve behandeling en de placebogroep.
Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie
Na orale toediening werd fesoterodine niet in plasma gedetecteerd, als gevolg van een snelle en
uitgebreide hydrolyse door niet-specifieke plasma-esterasen.
De biologische beschikbaarheid van de actieve metaboliet is 52%. Na orale toediening van enkel of
meerdere doses fesoterodine in doses van 4 mg tot 28 mg zijn de plasmaconcentraties van de actieve
metaboliet proportioneel aan de dosis. De maximale plasmaspiegels worden na ongeveer 5 uur bereikt.
Therapeutische plasmaspiegels worden na de eerste toediening van fesoterodine bereikt. Er treedt na
toediening van meerdere doses geen accumulatie op.
Distributie
De plasma-eiwitbinding van de actieve metaboliet is laag, waarbij ongeveer 50% bindt aan albumine
en alfa-1-zuur glycoproteïne. Het gemiddelde verdelingsvolume tijdens steady-state na intraveneuze
infusie van de actieve metaboliet bedraagt 169 l.
Biotransformatie
Na orale toediening wordt fesoterodine snel en in hoge mate gehydrolyseerd tot de actieve metaboliet
ervan. De actieve metaboliet wordt verder in de lever gemetaboliseerd tot de carboxy-, carboxy-N-
desisopropyl- en N-desisopropyl-metaboliet, gemedieerd door CYP2D6 en CYP3A4. Geen van deze
metabolieten draagt significant bij aan de antimuscarinerge activiteit van fesoterodine. De gemiddelde
Cmax en AUC van de actieve metaboliet zijn respectievelijk een factor 1,7 en 2 hoger bij trage
CYP2D6 metaboliseerders dan bij snelle metaboliseerders.
Eliminatie
Levermetabolisme en renale excretie dragen significant bij aan de eliminatie van de actieve
metaboliet. Na orale toediening van fesoterodine werd ongeveer 70% van de toegediende dosis
teruggevonden in de urine als de actieve metaboliet (16%), carboxy-metaboliet (34%), carboxy-N-
desisopropyl-metaboliet (18%) of N-desisopropyl-metaboliet (1%), en een kleinere hoeveelheid (7%)
werd in de feces teruggevonden. De terminale halfwaardetijd van de actieve metaboliet na orale
toediening is ongeveer 7 uur en wordt gelimiteerd door de absorptiesnelheid.
Leeftijd en geslacht
Voor deze subpopulaties wordt geen dosisaanpassing aanbevolen. De farmacokinetiek van
fesoterodine wordt door leeftijd en geslacht niet significant beïnvloed.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van fesoterodine is bij pediatrische patiënten niet beoordeeld.
Nierfunctiestoornissen
Bij patiënten met een lichte tot matige nierfunctiestoornis (GFR 30-80 ml/min) stegen de Cmax en AUC
van de actieve metaboliet in vergelijking met gezonde proefpersonen tot respectievelijk een factor 1,5
en 1,8. Bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (GFR < 30 ml/min) stegen de Cmax en AUC
respectievelijk met een factor 2,0 en 2,3.
Leverfunctiestoornissen
Bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis (ChildPugh B) stegen de Cmax en AUC van de
actieve metaboliet tot respectievelijk een factor 1,4 en 2,1, in vergelijking met gezonde proefpersonen.
De farmacokinetiek van fesoterodine is bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis niet
bestudeerd.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
In niet-klinisch onderzoek naar veiligheidsfarmacologie, algemene toxiciteit, genotoxiciteit en
carcinogeniteit zijn geen klinisch relevante effecten waargenomen, behalve die gerelateerd waren aan
het farmacologisch effect van het actieve bestanddeel.
Van supratherapeutische concentraties van de actieve metaboliet van fesoterodine is aangetoond dat ze
de K+-stroom in gekloonde hERG-kanalen (human ether-à-go-go-related gene) remmen en de duur van
de actiepotentiaal in geïsoleerde Purkinje-vezels van de hond verlengen (70% en 90% repolarisatie). In
honden die bij bewustzijn waren, had de actieve metaboliet echter geen effect op het QT-interval en
het QTc-interval bij plasmaconcentraties van minimaal een factor 33 hoger dan de gemiddelde
maximale vrije plasmaconcentratie bij proefpersonen die snelle metaboliseerders zijn en een factor 21
hoger dan gemeten bij proefpersonen die trage CYP2D6 metaboliseerders zijn na toediening van
eenmaal daags 8 mg fesoterodine.
In een studie naar de vruchtbaarheid en de vroege embryonale ontwikkeling bij muizen had
fesoterodine geen effect op de mannelijke reproductie of vruchtbaarheid bij doses tot 45 mg/kg/dag.
Bij 45 mg/kg/dag werd een lager aantal corpora lutea, innestelingsplaatsen en levensvatbare foetussen
waargenomen bij wijfjesmuizen die fesoterodine kregen toegediend vanaf twee weken vóór het paren
tot en met dag zeven van de dracht. De maternale 'No-Observed-Effect Level' (NOEL) en de NOEL
voor effecten op de reproductie en de vroege embryonale ontwikkeling waren beide 15 mg/kg/dag.
Gebaseerd op de AUC was de systemische blootstelling 0,6 tot 1,5 keer hoger bij muizen dan bij de
mens bij de MRHD, terwijl de blootstelling, gebaseerd op de piek-plasmaconcentraties, bij muizen 5
tot 9 keer hoger was.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Tabletkern
Xylitol
Lactosemonohydraat
Microkristallijne cellulose
Hypromellose
Glyceroldibehenaat
Talk
Filmomhulling
Poly(vinylalcohol)
Titaandioxide (E171)
Macrogol (3350)
Talk
Sojalecithine
Indigokarmijn-aluminiumpigment (E132)
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
2 jaar
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Aard en inhoud van de verpakking
TOVIAZ 4 mg en 8 mg tabletten zijn verpakt in aluminium-aluminium blisterverpakkingen in dozen
die 7, 14, 28, 30, 56, 84, 98 of 100 tabletten bevatten. Bovendien zijn TOVIAZ 4 mg en 8 mg tabletten
verpakt in HDPE flessen die 30 of 90 tabletten bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
TOVIAZ 4 mg tabletten
EU/1/07/386/001-005
EU/1/07/386/011
EU/1/07/386/013-014
EU/1/07/386/017
EU/1/07/386/019
TOVIAZ 8 mg tabletten
EU/1/07/386/006-010
EU/1/07/386/012
EU/1/07/386/015-016
EU/1/07/386/018
EU/1/07/386/020
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/ VERLENGING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 20 april 2007
Datum van laatste verlenging: 15 maart 2012
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu.
A.
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN
LEVERING EN GEBRUIK
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER
VAN DE HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN
NAGEKOMEN
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT
EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET
GENEESMIDDEL
FABRIKANT(EN) VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikanten verantwoordelijk voor vrijgifte
R
-Pharm Germany GmbH
Heinrich-Mack-Str. 35, 89257 Illertissen
Duitsland
Pfizer Manufacturing Deutschland GmbH
Betriebsstätte Freiburg
Mooswaldallee 1
79090 Freiburg
Duitsland
In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel moeten de naam en het adres van de fabrikant die
verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende batch zijn opgenomen.
B.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN LEVERING EN
GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
C.
ANDERE VOORWAARDEN EN EISEN DIE DOOR DE HOUDER VAN DE
HANDELSVERGUNNING MOETEN WORDEN NAGEKOMEN
Periodieke veiligheidsverslagen
De vereisten voor de indiening van periodieke veiligheidsverslagen worden vermeld in de lijst met
Europese referentie data (EURD-lijst), waarin voorzien wordt in artikel 107c, onder punt 7 van
Richtlijn 2001/83/EG en eventuele hierop volgende aanpassingen gepubliceerd op het Europese
webportaal voor geneesmiddelen.
D.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN
DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Risk Management Plan (RMP)
De vergunninghouder voert de verplichte onderzoeken en maatregelen uit ten behoeve van de
geneesmiddelenbewaking, zoals uitgewerkt in het overeengekomen RMP en weergegeven in
module 1.8.2 van de handelsvergunning, en in eventuele daaropvolgende overeengekomen
RMP-aanpassingen.
Een aanpassing van het RMP wordt ingediend:
op verzoek van het Europees Geneesmiddelenbureau;
steeds wanneer het risicomanagementsysteem gewijzigd wordt, met name als gevolg van het
beschikbaar komen van nieuwe informatie die kan leiden tot een belangrijke wijziging van de
bestaande verhouding tussen de voordelen en risico's of nadat een belangrijke mijlpaal (voor
geneesmiddelenbewaking of voor beperking van de risico's tot een minimum) is bereikt.
ETIKETTERING EN BIJSLUITER
Buitenverpakking 4 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 4 mg fesoterodinefumaraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose en sojalecithine: zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 tabletten met verlengde afgifte
14 tabletten met verlengde afgifte
28 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
56 tabletten met verlengde afgifte
84 tabletten met verlengde afgifte
98 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/386/001 7 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/002 14 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/003 28 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/019 30 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/004 56 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/005 98 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/011 84 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/017 100 tabletten met verlengde afgifte
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
TOVIAZ 4 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
Etiket blister 4 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG (als MA Houder logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Primaire verpakking HDPE fles - 4 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 4 mg fesoterodinefumaraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose en sojalecithine: zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten met verlengde afgifte
90 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/386/013 30 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/014 90 tabletten met verlengde afgifte
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
Buitenverpakking 8 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 8 mg fesoterodinefumaraat.
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose en sojalecithine: zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 tabletten met verlengde afgifte
14 tabletten met verlengde afgifte
28 tabletten met verlengde afgifte
30 tabletten met verlengde afgifte
56 tabletten met verlengde afgifte
84 tabletten met verlengde afgifte
98 tabletten met verlengde afgifte
100 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
Veiligheidsverzegeling
Niet gebruiken indien deze verpakking reeds geopend is.
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/386/006 7 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/007 14 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/008 28 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/020 30 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/009 56 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/010 98 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/012 84 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/018 100 tabletten met verlengde afgifte
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
TOVIAZ 8 mg
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
Etiket blister 8 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL
BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG (als MA Houder logo)
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Lot
5.
OVERIGE
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Primaire verpakking HDPE fles - 8 mg
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte
fesoterodinefumaraat
2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
Elke tablet bevat 8 mg fesoterodinefumaraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Bevat lactose en sojalecithine: zie de bijsluiter voor verdere informatie.
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
30 tabletten met verlengde afgifte
90 tabletten met verlengde afgifte
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Lees voor het gebruik de bijsluiter.
Oraal gebruik.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET
ZICHT EN BEREIK VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN
NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE
AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/07/386/015 30 tabletten met verlengde afgifte
EU/1/07/386/016 90 tabletten met verlengde afgifte
13.
PARTIJNUMMER
Lot
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
17.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - 2D MATRIXCODE
2D matrixcode met het unieke identificatiekenmerk.
18.
UNIEK IDENTIFICATIEKENMERK - VOOR MENSEN LEESBARE GEGEVENS
PC:
SN:
NN:
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte
Fesoterodinefumaraat
Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke
informatie in voor u.
Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan
schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.
Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die
niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter:
1.
Wat is TOVIAZ en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
3.
Hoe neemt u dit middel in?
4.
Mogelijke bijwerkingen
5.
Hoe bewaart u dit middel?
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
1.
Wat is TOVIAZ en waarvoor wordt dit middel ingenomen?
TOVIAZ bevat een werkzame stof, genaamd fesoterodinefumaraat, en is een zogenaamde
antimuscarinerge behandeling die de activiteit van een overactieve blaas vermindert en bij
volwassenen wordt gebruikt om de symptomen ervan te behandelen.
Met TOVIAZ worden de symptomen van een overactieve blaas behandeld, bijv.:
als u uw plas niet kunt ophouden (aandrangsincontinentie)
als u plotseling moet plassen (plotselinge aandrang tot plassen)
als u vaker dan normaal moet plassen (veelvuldig plassen).
2.
Wanneer mag u dit middel niet innemen of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel of voor pinda's of soja. Deze
stoffen kunt u vinden in rubriek 6. (Zie rubriek 2, 'TOVIAZ bevat lactose en sojaolie').
U bent niet in staat uw blaas volledig te legen (urineretentie).
Uw maag leegt zich langzaam (maagretentie).
U heeft een oogziekte met de naam nauwe kamerhoekglaucoom (verhoogde oogboldruk) die
niet onder controle is.
U heeft overmatige spierzwakte (myasthenia gravis).
U heeft zweervorming en ontsteking van de dikke darm (ernstige colitis ulcerosa).
U heeft een abnormale vergroting of uitzetting van de dikke darm (toxisch megacolon).
U heeft ernstige leverproblemen.
U heeft nierproblemen of matige of ernstige leverproblemen en u gebruikt geneesmiddelen die
één van de volgende werkzame stoffen bevatten: itraconazol of ketoconazol (gebruikt bij de
behandeling van schimmelinfecties), ritonavir, atazanavir, indinavir, saquinavir of nelfinavir
(antivirale geneesmiddelen gebruikt bij de behandeling van hiv), claritromycine of telitromycine
(gebruikt bij de behandeling van bacteriële infecties) en nefazodone (gebruikt bij de
behandeling van depressie).
als u problemen heeft met het volledig legen van uw blaas (bijvoorbeeld door
prostaatvergroting)
als u ooit last heeft van een vertraagde spijsvertering of lijdt aan ernstige obstipatie
(verstopping)
als u wordt behandeld voor een oogziekte met de naam nauwe kamerhoekglaucoom.
als u ernstige nier- of leverproblemen heeft; het kan nodig zijn dat uw arts uw dosis moet
aanpassen
als u een aandoening heeft met de naam autonome neuropathie, die u kunt herkennen aan
symptomen als veranderingen in uw bloeddruk of stoornissen van de darmfunctie of van het
seksueel functioneren.
als u een maagdarmaandoening heeft die de doorgang en/of vertering van voedsel beïnvloedt
als u last heeft van brandend maagzuur of oprispingen
als u een infectie aan de urinewegen heeft; het is misschien nodig dat uw arts antibiotica
voorschrijft.
Hartproblemen: neem contact op met uw arts indien u lijdt aan één van de volgende aandoeningen:
als u een ECG (hartfilm) afwijking heeft, bekend onder de naam QT-verlenging of als u een
geneesmiddel inneemt dat dit kan veroorzaken
als u een vertraagde hartslag heeft (bradycardie)
als u lijdt aan een hartaandoening zoals myocardischemie (verminderde bloedtoevoer naar de
hartspier), onregelmatige hartslag of hartfalen
als u hypokaliëmie heeft, wat een uitingsvorm is van een abnormaal laag gehalte aan kalium in
uw bloed.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Geef dit geneesmiddel niet aan kinderen en jongeren tot 18 jaar omdat nog vastgesteld dient te
worden of het voor hen zou werken en of het veilig is.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast TOVIAZ nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de
mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts
of apotheker. Uw arts zal u vertellen of u TOVIAZ samen met andere geneesmiddelen kunt innemen.
Vertel het uw arts als u geneesmiddelen gebruikt uit onderstaande lijst. Gelijktijdig gebruik met
fesoterodine kan bijwerkingen zoals droge mond, obstipatie, problemen met het volledig legen van uw
blaas (urineretentie) of slaperigheid ernstiger maken of vaker doen voorkomen.
geneesmiddelen die het werkzaam bestanddeel amantadine bevatten (gebruikt voor de
behandeling van de ziekte van Parkinson)
bepaalde geneesmiddelen die gebruikt worden om de beweeglijkheid van het maagdarmkanaal
te versterken of ter verlichting van maagkrampen of spasmen en ter preventie van reisziekten,
zoals geneesmiddelen die metoclopramide bevatten
bepaalde geneesmiddelen gebruikt om psychiatrische ziekten te behandelen, zoals anti-
depressiva en neuroleptica.
Vertel het uw arts ook als u één van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
geneesmiddelen die één van de volgende werkzame bestanddelen bevatten, kunnen de afbraak
van fesoterodine versnellen en zo de werkzaamheid van fesoterodine verminderen: sint-
janskruid (een kruidengeneesmiddel), rifampicine (gebruikt bij de behandeling van bacteriële
infecties), carbamazepine, fenytoïne en fenobarbital (onder andere gebruikt ter behandeling van
epilepsie)
geneesmiddelen die één van de volgende werkzame bestanddelen bevatten, kunnen de
concentratie van fesoterodine in het bloed doen stijgen: itraconazol of ketoconazol (gebruikt bij
de behandeling van schimmelinfecties), ritonavir, atazanavir, indinavir, saquinavir of nelfinavir
geneesmiddelen die het werkzaam bestanddeel methadon bevatten (gebruikt bij de behandeling
van ernstige pijn en verslavingsproblemen).
Zwangerschap en borstvoeding
U moet geen TOVIAZ gebruiken als u zwanger bent, omdat de effecten van fesoterodine op de
zwangerschap en de ongeboren baby niet bekend zijn.
Het is niet bekend of fesoterodine in de moedermelk wordt uitgescheiden; geef daarom geen
borstvoeding tijdens de behandeling met TOVIAZ.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan
contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
TOVIAZ kan wazig zien, duizeligheid en slaperigheid veroorzaken. Als u één van deze bijwerkingen
ervaart, rijd dan niet en gebruik geen gereedschap of machines.
TOVIAZ bevat lactose en sojaolie
TOVIAZ bevat lactose. Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem
dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel inneemt.
TOVIAZ bevat sojaolie. Gebruik dit geneesmiddel niet indien u allergisch bent voor pinda's of soja.
3.
Hoe neemt u dit middel in?
Neem dit geneesmiddel altijd in precies zoals uw arts u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste
gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
De aanbevolen aanvangsdosis van TOVIAZ is eenmaal daags één tablet van 4 mg. Afhankelijk van
hoe u op het geneesmiddel reageert, kan uw arts een hogere dosis voorschrijven; één 8 mg tablet per
dag.
U moet uw tablet in zijn geheel doorslikken met een glas water. Kauw niet op de tablet. TOVIAZ kan
met of zonder voedsel worden ingenomen.
Om eraan te denken uw geneesmiddel in te nemen, is het voor u wellicht makkelijker om het elke dag
op hetzelfde tijdstip in te nemen.
Heeft u te veel van dit middel ingenomen?
Wanneer u meer tabletten heeft ingenomen dan aan u zijn voorgeschreven, of als iemand anders per
ongeluk uw tabletten inneemt, neem dan onmiddellijk voor advies contact op met uw arts of
ziekenhuis. Laat daarbij de verpakking van de tabletten zien.
Bent u vergeten dit middel in te nemen?
Als u bent vergeten om een tablet in te nemen, neem uw tablet dan in zodra u eraan denkt, maar neem
niet meer in dan één tablet per dag. Neem geen dubbele dosis om een vergeten tablet in te halen.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts
of apotheker.
4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen
daarmee te maken.
Sommige bijwerkingen kunnen ernstig zijn
Ernstige allergische reacties waaronder plotselinge vochtophoping in de huid en slijmvliezen (bijv.
keel of tong), ademhalingsmoeilijkheden en/of jeuk en huiduitslag, vaak als allergische reactie (angio-
oedeem) treden zelden op. U moet het gebruik van TOVIAZ staken en onmiddellijk contact met uw
arts op te nemen indien er bij u een zwelling van het gezicht, mond of keel optreedt.
Andere bijwerkingen
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
U kunt een droge mond krijgen. Deze bijwerking is gewoonlijk licht tot matig van aard. Dit kan leiden
tot een groter risico op tandbederf (cariës). Daarom moet u uw tanden regelmatig (tweemaal daags)
poetsen en bij twijfel naar een tandarts gaan.
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
droge ogen
verstopping (obstipatie)
problemen met de spijsvertering (dyspepsie)
problemen met of pijn bij het plassen (dysurie)
duizeligheid
hoofdpijn
maagpijn
diarree
misselijkheid
slapeloosheid (insomnia)
een droge keel
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
urineweginfectie
slaperigheid (somnolentie)
smaakstoornis (dysgeusie)
duizeligheid (vertigo)
uitslag
droge huid
jeuk
een onaangenaam gevoel in de maag
winderigheid (flatulentie)
problemen met het volledig legen van de blaas (urineretentie)
moeilijk op gang komen van het plassen (urinaire hesitatie)
extreme vermoeidheid (fatigue)
versnelde hartslag (tachycardie)
hartkloppingen
leverproblemen
hoesten
droge neus
keelpijn
brandend maagzuur
wazig zien
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1000 gebruikers)
netelroos
verwardheid
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden
via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u
ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5.
Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en
de blisterverpakking na 'EXP'. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de
uiterste houdbaarheidsdatum.
Bewaren beneden 25°C.
Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen vocht.
Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw
apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een
verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.
6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is fesoterodinefumaraat.
TOVIAZ 4 mg
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 4 mg fesoterodinefumaraat, overeenkomend met 3,1 mg
fesoterodine.
TOVIAZ 8 mg
Elke tablet met verlengde afgifte bevat 8 mg fesoterodinefumaraat, overeenkomend met 6,2 mg
fesoterodine.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Tabletkern: xylitol, lactosemonohydraat, microkristallijne cellulose, hypromellose, glyceroldibehenaat,
talk.
Omhulling: polyvinylalcohol, titaandioxide (E171), macrogol (3350), talk, sojalecithine,
indigokarmijn-aluminiumpigment (E132).
TOVIAZ 4 mg tabletten met verlengde afgifte zijn lichtblauw, ovaalvormig, bolrond aan beide kanten,
filmomhuld en aan één kant gegraveerd met de letters 'FS'.
TOVIAZ 8 mg tabletten met verlengde afgifte zijn blauw, ovaalvormig, bolrond aan beide kanten,
filmomhuld en aan één kant gegraveerd met de letters 'FT'.
TOVIAZ is beschikbaar in blisterverpakkingen van 7, 14, 28, 30, 56, 84, 98 en 100 tabletten met
verlengde afgifte. Bovendien is TOVIAZ beschikbaar in HDPE flessen die 30 of 90 tabletten bevatten.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Pfizer Europe MA EEIG
Boulevard de la Plaine 17
1050 Brussel
België
Fabrikant:
R
-Pharm Germany GmbH
Heinrich-Mack-Str. 35, 89257 Illertissen
Duitsland
Pfizer Manufacturing Deutschland GmbH
Betriebsstätte Freiburg
Mooswaldallee 1
79090 Freiburg
Duitsland
Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
België /Belgique / Belgien
Luxembourg/Luxemburg
Pfizer S.A./N.V.
Pfizer S.A.
Tél/Tel: +32 (0)2 554 62 11
Tél/Tel: +32 (0)2 554 62 11
Magyarország
,
Pfizer Kft.
.: +359 2 970 4333
Tel.: + 36 1 488 37 00
Ceská Republika
Malta
Pfizer, spol. s r.o.
Vivian Corporation Ltd.
Tel: +420 283 004 111
Tel: +356 21344610
Danmark
Nederland
Pfizer ApS
Pfizer bv
Tlf: +45 44 20 11 00
Tel: +31 (0)10 406 43 01
Deutschland
Norge
Pfizer Pharma GmbH
Pfizer AS
Tel: +49 (0)30 550055 51000
Tlf: +47 67 52 61 00
Österreich
Pfizer Luxembourg SARL Eesti filiaal
Pfizer Corporation Austria Ges.m.b.H.
Tel: +372 666 7500
Tel: +43 (0)1 521 15-0
Polska
Pfizer A.E.
Pfizer Polska Sp. z o.o.
: +30 210 6785800
Tel.: +48 22 335 61 00
España
Portugal
Pfizer S.L.
Laboratórios Pfizer, Lda.
Tel: +34 91 490 99 00
Tel: +351 21 423 5500
France
România
Pfizer
Pfizer România S.R.L.
Tél: +33 (0)1 58 07 34 40
Tel: +40 (0)21 207 28 00
Hrvatska
Slovenija
Pfizer Croatia d.o.o.
Pfizer Luxembourg SARL, Pfizer, podruznica za
Tel: +385 1 3908 777
svetovanje s podrocja farmacevtske dejavnosti,
Ljubljana
Tel: + 386 (0)1 52 11 400
Ireland
Slovenská republika
Pfizer Healthcare Ireland
Pfizer Luxembourg SARL, organizacná zlozka
Tel: 1800 633 363 (toll free)
Tel: +42123355 5500
Tel: +44 (0)1304 616161
Ísland
Suomi/Finland
Icepharma hf.
Pfizer Oy
Sími: + 354 540 8000
Puh/Tel: +358(0)9 43 00 40
Italia
Sverige
Pfizer S.r.l.
Pfizer AB
Tel: +39 06 33 18 21
Tel: +46 (0)8 550 520 00
United Kingdom (Northern Ireland)
Pfizer A.E. (Cyprus Branch)
Pfizer Limited
: +357 22 817690
Tel: +44 (0)1304 616161
Latvija
Pfizer Luxembourg SARL, filile Latvij
Tel: +371 670 35 775
Lietuva
Pfizer Luxembourg SARL, filialas Lietuvoje
Tel. +3705 2514000
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees
Geneesmiddelenbureau: http://www.ema.europa.eu.