Vetbuton 100 mg/ml
Notice – Version NL
VETBUTON 100 MG/ML
BIJSLUITER
Vetbuton 100 mg/ml oplossing voor injectie voor runderen, varken, paard, schaap en geit
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Vet-Agro Multi-Trade Company Sp. z o.o.
Gliniana 32, 20-616 Lublin
Polen
Tel. +48 81 44 52 300
Fax +48 81 44 52 320
E-mail: vet-agro@vet-agro.pl
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Vetbuton 100 mg/ml oplossing voor injectie voor rund, varken, paard, schaap en geit
Menbuton
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)
Per ml:
Werkzaam bestanddeel:
Menbuton
Hulpstoffen:
Chlorocresol
Natriummetabisulfiet (E223)
Heldere, groenachtig gele oplossing
4.
INDICATIE(S)
100,00 mg
2,00 mg
2,00 mg
Stimulatie van hepato-spijsvertering bij spijsverteringsstoornissen en leverinsufficiëntie.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
Niet gebruiken bij dieren met een hartaandoening of in de late fasen van de dracht.
Zie rubriek SPECIALE WAARSCHUWING(EN).
6.
BIJWERKINGEN
Na intraveneuze toediening kunnen speekselen, tranenvloed, tremoren, spontaan urineren en defecatie
optreden. Na intramusculaire toediening kan reactie op de injectieplaats (oedeem, bloeding, necrose)
optreden. Rusteloosheid en verhoogde ademhalingsfrequentie worden in zeer zeldzame gevallen
Notice – Version NL
VETBUTON 100 MG/ML
waargenomen. In zeldzame gevallen kan voorbijgaand omvallen optreden, vooral bij runderen en na
een snelle intraveneuze injectie.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Rund, schaap, geit, paard en varken.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK.
Kalf, schaap, geit en varken: intramusculair of intraveneus gebruik.
Rund: intraveneus gebruik.
Paard: langzaam intraveneus gebruik.
Kalf (tot 6 maanden), schaap, geit en varken:
10 mg menbuton per kg lichaamsgewicht, ofwel diep i.m. of langzaam i.v. toediening, equivalent aan
1 ml oplossing voor injectie per 10 kg lichaamsgewicht.
Rund:
5 - 7,5 mg menbuton per kg lichaamsgewicht via intraveneuze toediening, equivalent aan 1 ml
oplossing voor injectie per 15 - 20 kg lichaamsgewicht.
Paard:
2,5 - 5 mg menbuton per kg lichaamsgewicht via langzame intraveneuze toediening, equivalent aan 1
ml oplossing voor injectie per 20 - 40 kg lichaamsgewicht.
Toediening kan één keer worden herhaald, indien nodig na 24 uur.
Prik de injectieflacon niet meer dan 125 keer aan.
9.
Geen.
10.
WACHTTIJD(EN)
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Vlees en slachtafval: nul dagen
Melk: nul dagen
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren.
Bewaar de flacon in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht.
Notice – Version NL
VETBUTON 100 MG/ML
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiketna EXP. De
uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 28 dagen
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort :
Geen.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Voor paarden wordt alleen een langzame intraveneuze toediening geadviseerd.
De intraveneuze toediening moet langzaam worden uitgevoerd (niet minder dan 1 minuut) om de
bijwerkingen die worden beschreven staan in rubriek BIJWERKINGEN te vermijden.
Het wordt aanbevolen om intramusculair niet meer dan 20 ml op één toedieningsplaats te injecteren.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Accidentele zelfinjectie kan lokale reacties veroorzaken.
Personen met een bekende overgevoeligheid voor menbuton moeten contact met het diergeneesmiddel
vermijden.
Gebruik een veiligheidsnaald totdat u klaar bent voor gebruik.
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Dracht:
Niet gebruiken tijdens het laatste derde deel van de dracht
Lactatie:
Het diergeneesmiddel kan tijdens de lactatie worden gebruikt.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Geen bekend.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Bij overdosering zijn geen andere ongewenste effecten bekend dan de bijwerkingen genoemd in
rubriek BIJWERKINGEN
Onverenigbaarheden:
Niet vermengen met enig ander diergeneesmiddel, voornamelijk die calciumzouten, procaïne
penicilline of vitamine B bevatten.
13. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze maatregelen
dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Augustus 2019
15.
OVERIGE INFORMATIE
Notice – Version NL
VETBUTON 100 MG/ML
Verpakkingsgrootte:
Kartonnen doos met 1 flacon van 100 ml.
Voor alle informatie over dit diergeneesmiddel kunt u contact opnemen met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift
BE-V544782
Version NL
VETBUTON 100 MG/ML
BIJSLUITER
Vetbuton 100 mg/ml oplossing voor injectie voor runderen, varken, paard, schaap en geit
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Vet-Agro Multi-Trade Company Sp. z o.o.
Gliniana 32, 20-616 Lublin
Polen
Tel. +48 81 44 52 300
Fax +48 81 44 52 320
E-mail: vet-agro@vet-agro.pl
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Vetbuton 100 mg/ml oplossing voor injectie voor rund, varken, paard, schaap en geit
Menbuton
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)
Per ml:
Werkzaam bestanddeel:
Menbuton
100,00 mg
Hulpstoffen:
Chlorocresol
2,00 mg
Natriummetabisulfiet (E223)
2,00 mg
Heldere, groenachtig gele oplossing
4.
INDICATIE(S)
Stimulatie van hepato-spijsvertering bij spijsverteringsstoornissen en leverinsufficiëntie.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen.
Niet gebruiken bij dieren met een hartaandoening of in de late fasen van de dracht.
Zie rubriek SPECIALE WAARSCHUWING(EN).
6.
BIJWERKINGEN
Version NL
VETBUTON 100 MG/ML
waargenomen. In zeldzame gevallen kan voorbijgaand omvallen optreden, vooral bij runderen en na
een snelle intraveneuze injectie.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Rund, schaap, geit, paard en varken.
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE
VAN GEBRUIK.
Kalf, schaap, geit en varken: intramusculair of intraveneus gebruik.
Rund: intraveneus gebruik.
Paard: langzaam intraveneus gebruik.
Kalf (tot 6 maanden), schaap, geit en varken:
10 mg menbuton per kg lichaamsgewicht, ofwel diep i.m. of langzaam i.v. toediening, equivalent aan
1 ml oplossing voor injectie per 10 kg lichaamsgewicht.
Rund:
5 - 7,5 mg menbuton per kg lichaamsgewicht via intraveneuze toediening, equivalent aan 1 ml
oplossing voor injectie per 15 - 20 kg lichaamsgewicht.
Paard:
2,5 - 5 mg menbuton per kg lichaamsgewicht via langzame intraveneuze toediening, equivalent aan 1
ml oplossing voor injectie per 20 - 40 kg lichaamsgewicht.
Toediening kan één keer worden herhaald, indien nodig na 24 uur.
Prik de injectieflacon niet meer dan 125 keer aan.
9.
AANWIJZINGEN VOOR EEN JUISTE TOEDIENING
Geen.
10.
WACHTTIJD(EN)
Vlees en slachtafval: nul dagen
Melk: nul dagen
11.
BIJZONDERE BEWAARVOORSCHIFTEN
Version NL
VETBUTON 100 MG/ML
Dit diergeneesmiddel niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum vermeld op het etiketna EXP. De
uiterste gebruiksdatum verwijst naar de laatste dag van de maand.
Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: 28 dagen
12.
SPECIALE WAARSCHUWING(EN)
Speciale waarschuwingen voor elke doeldiersoort :
Geen.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren:
Voor paarden wordt alleen een langzame intraveneuze toediening geadviseerd.
De intraveneuze toediening moet langzaam worden uitgevoerd (niet minder dan 1 minuut) om de
bijwerkingen die worden beschreven staan in rubriek BIJWERKINGEN te vermijden.
Het wordt aanbevolen om intramusculair niet meer dan 20 ml op één toedieningsplaats te injecteren.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren
toedient:
Accidentele zelfinjectie kan lokale reacties veroorzaken.
Personen met een bekende overgevoeligheid voor menbuton moeten contact met het diergeneesmiddel
vermijden.
Gebruik een veiligheidsnaald totdat u klaar bent voor gebruik.
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de
bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Dracht:
Niet gebruiken tijdens het laatste derde deel van de dracht
Lactatie:
Het diergeneesmiddel kan tijdens de lactatie worden gebruikt.
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Geen bekend.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):
Bij overdosering zijn geen andere ongewenste effecten bekend dan de bijwerkingen genoemd in
rubriek BIJWERKINGEN
Onverenigbaarheden:
Niet vermengen met enig ander diergeneesmiddel, voornamelijk die calciumzouten, procaïne
penicilline of vitamine B bevatten.
13.
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-
GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUEEL AFVALMATERIAAL
Geneesmiddelen mogen niet verwijderd worden via afvalwater of huishoudelijk afval.
Vraag aan uw dierenarts wat u met overtollige diergeneesmiddelen dient te doen. Deze maatregelen
dragen bij aan de bescherming van het milieu.
14.
DE DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN
Augustus 2019
15.
Version NL
VETBUTON 100 MG/ML
Verpakkingsgrootte:
Kartonnen doos met 1 flacon van 100 ml.
Voor alle informatie over dit diergeneesmiddel kunt u contact opnemen met de lokale
vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
KANALISATIE
Op diergeneeskundig voorschrift